Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding Health Care & Social Work deeltijd Hogeschool Gele tekst: vragen enSaxion opmerkingen Groene tekst:
voorlopig oordeel op basis van documenten
Scheveningseweg 46 2517 KV Den Haag T (070) 30 66 800 F (070) 30 66 870 I www.hobeon.nl E
[email protected]
Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding Health Care & Social Work deeltijd Hogeschool Saxion
Hobéon® Certificering BV 17 februari 2010 Auditteam: Mw. F.M. Brouwer drs A.M. Eliens drs J.A. Hoogeveen drs E. Nicasie Mw. J.M.T. te Stroete Secretaris: R.G. Peters
INHOUDSOPGAVE 1. 1.1. 1.2. 1.3. 1.3.1. 1.3.2. 1.3.3. 1.4. 1.4.1. 1.4.2. 1.4.3. 1.4.4. 1.4.5.
INLEIDING Functie van het rapport Bereik van de beoordeling Karakteristiek van het beroep, het kenniscentrum en de opleiding Het beroepsprofiel Het kenniscentrum Gezondheid, Welzijn en Technologie (KC GWT) De opleiding Master Health Care & Social Work Aanpak Beoordelingsprocedure en werkwijze Beslisregels Auditteam Deelnemers visitatie Programma van de visitatie op 24 en 25 november 2009.
1 1 1 1 1 1 2 2 2 4 5 6 6
2. 2.1. 2.2. 2.3. 2.4.
MANAGEMENTSAMENVATTING Gegevens Beoordelingskader Samenstelling auditteam Beoordeling op onderwerpen
7 7 7 7 7
3.
BEVINDINGEN EN BEOORDELING Onderwerp 1: Doelstellingen Opleiding Facet 1.1. Domeinspecifieke Eisen Facet 1.2. Niveau Master Facet 1.3. Oriëntatie HBO Onderwerp 2: Programma Facet 2.1. Eisen HBO Facet 2.2. Relatie tussen Doelstellingen en Inhoud Programma Facet 2.3. Samenhang Programma Facet 2.4. Studielast Facet 2.5. Instroom Facet 2.6. Duur Facet 2.7. Afstemming tussen Vormgeving en Inhoud Facet 2.8. Beoordeling en Toetsing Onderwerp 3: Inzet van Personeel Facet 3.1. Eisen HBO Facet 3.2. Kwantiteit Personeel Facet 3.3. Kwaliteit Personeel Onderwerp 4: Voorzieningen Facet 4.1. Materiële Voorzieningen Facet 4.2. Studiebegeleiding Onderwerp 5: Interne Kwaliteitszorg Facet 5.1. Evaluatie Resultaten Facet 5.2. Maatregelen tot Verbetering Facet 5.3. Betrekken van Medewerkers, Studenten, Alumni en Beroepenveld Onderwerp 6: Resultaten Facet 6.1. Gerealiseerd Niveau Facet 6.2. Onderwijsrendement
11 11 11 13 14 15 15 17 18 19 20 21 22 23 25 25 26 27 28 28 29 30 30 32 33 34 34 35
4. 4.1.
SAMENVATTEND OORDEEL Oordeelschema hbo masteropleiding Health Care & Social Work, deeltijd, Hogeschool Saxion Integraal oordeel/ advies aan NVAO
37
4.2.
Bijlage I: Curricula Vitae auditoren en onafhankelijkheidsverklaringen auditoren Bijlage II: Programma visitatie 24 en 25 november 2009
37 38
1. 1.1.
INLEIDING Functie van het rapport
Het onderhavige rapport bevat het advies aan de NVAO dat door Hobéon Certificering als Visiterende en Beoordelende Instantie is opgesteld ten behoeve van de accreditatie van de hbo masteropleiding Health Care & Social Work van Hogeschool Saxion.
1.2.
Bereik van de beoordeling
Het onderhavige rapport heeft betrekking op de masteropleiding Health Care & Social Work (hierna M HC&SW), crohonummer 70023, die wordt uitgevoerd als deeltijd opleiding binnen het Kenniscentrum Gezondheidszorg, Welzijn en Technologie (hierna KC GWT) van Hogeschool Saxion. De basis voor het onderzoek van Hobéon Certificering is de Management Review van de opleiding M HC&SW van oktober 2009.
1.3.
Karakteristiek van het beroep, het kenniscentrum en de opleiding
1.3.1. Het beroepsprofiel Een toenemende behoefte aan interdisciplinaire samenwerking tussen gezondheidszorg en welzijnswerk, het terugtreden van de overheid, de opkomst van het marktdenken en vraaggestuurde zorg hebben de behoefte doen ontstaan aan hoogopgeleide professionals. Er is een verschuiving ontstaan van ‘hulpverleningsspecialist’ naar een specialist met een meer professionele inbreng in organisaties. Deze professionals moeten een bijdrage kunnen leveren aan innovaties, aan integrale zorg- en hulpverlening in samenwerking met mensen uit andere disciplines en moeten in staat zijn cliënten en andere hulpverleners te coachen. De masteropleiding HC&SW leidt professionals op die dergelijke innoverende, ondersteunende en sturende rollen op de inhoudelijke terreinen van gezondheidszorg, arbeid en gezondheid en welzijnssector op het niveau van staf, management en beleid kunnen uitoefenen. Van hen wordt in toenemende mate verwacht dat zij, naast de directe hulpverlening, bijdragen aan innovatie en kennisontwikkeling binnen het professionele domein, maar ook in staat zijn ‘bruggen te slaan’ naar andere domeinen. Zij doen dit door systematisch te kijken naar en te handelen in situaties die hierom vragen. Studenten van de M HC&SW begeven zich als professional op het snijvlak van Gezondheid en Welzijn. Dat er behoefte is aan deze deskundigheid blijkt uit de vragen die het KC GWT (zie hierna) krijgt vanuit het werkveld. De door het KC uitgevoerde innovatietrajecten hebben bewezen van invloed te zijn op methodiek en beleid binnen instellingen. Een belangrijke meerwaarde van de opleiding is de instroom van studenten vanuit verschillende beroepsdisciplines. Het samenbrengen van verschillende professionele velden op een abstractieniveau hoger dan de directe beroepsuitvoering geeft de mogelijkheid om zorgprocessen disciplineoverstijgend te analyseren en te sturen.
1.3.2. Het kenniscentrum Gezondheid, Welzijn en Technologie (KC GWT) Binnen de Hogeschool Saxion bestaat het Kenniscentrum Gezondheid, Welzijn & Technologie (hierna: KC GWT). Dit kenniscentrum is een samenwerkingsverband van de Academie Gezondheidszorg en de Academie Mens en Maatschappij en bestrijkt de kennisdomeinen Health en Social Work terwijl toegepaste technologie een belangrijke rol speelt. Bij deze kennisdomeinen horen zeven bachelor en drie hbo masteropleidingen. Deze hbo master-opleidingen zijn: Health Care & Social Work, Master Musculoskeletaal (start 2010) en Advanced Nursing Practice. Het KC GWT kent vijf lectoraten en kenniskringen. Projecten en toegepast onderzoek binnen het KC GWT geven input voor de masteropleidingen. Er is nauwe samenwerking tussen de academies AGZ en AMM en het KC GWT, onder meer door uitwisseling van docenten.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding HC&SW, Hogeschool Saxion, 1.0 1
In het ‘Strategisch beleidsplan 2008 -2012’ is vastgelegd dat er sprake is van een geheel waarin onderwijs, onderzoek, innovatie en commerciële activiteiten in samenhang en wisselwerking worden aangeboden. Vanuit deze positie opereert het KC GWT als een portal voor het (Eu)regionale werkveld van zorg en welzijn. Het KC GWT is nationaal en internationaal actief. Het kenniscentrum is opgedeeld in vijf programmalijnen: Active Ageing Community Care & Youth Gezondheid & Bewegen Technologie in Gezondheidszorg en Welzijn Geestelijke Gezondheidszorg De relevante programmalijn voor de M HC&SW is Active Ageing.
1.3.3. De opleiding Master Health Care & Social Work De M HC&SW is uniek in Nederland. De opleiding is in 2001 geregistreerd door het toenmalige Dutch Validation Council en in 2002 gestart. In 2004 heeft de NVAO de opleiding gevisiteerd, waarna in februari 2005 accreditatie volgde. In 2008 heeft de opleiding bekostiging aangevraagd. Omdat naar oordeel van het ministerie van OCW het maatschappelijke belang van de opleiding was aangetoond, is die financiering in 2009 verkregen. De opleiding heeft een samenwerking met de opleiding voor Verpleegkundig Specialist GGZ. Deze driejarige opleiding Verpleegkundig Specialist GGZ wordt verzorgd door de Stichting Opleidingsinstelling GGZ-VS. In 2008 is deze driejarige VS-GGZ opleiding via Toets Nieuwe Opleiding geaccrediteerd door de NVAO. De studenten van deze masteropleiding Verpleegkundig Specialist GGZ nemen deel aan het onderzoeksdeel van het studieprogramma van de M HC&SW. Vanaf 2010 zal deze opleiding als een zelfstandige hbo-masteropleiding gaan opereren.
1.4.
Aanpak
1.4.1. Beoordelingsprocedure en werkwijze Bij de beoordeling van de deeltijd opleiding M HC&SW is uitgegaan van het door de NVAO vastgestelde “Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs”. Daarin staan de onderwerpen en facetten vermeld waarop een VBI zich bij de beoordeling van een opleiding moet richten. Voorts zijn daarin opgenomen de criteria aan de hand waarvan een VBI moet bepalen of de basiskwaliteit van die opleiding als voldoende kan worden beoordeeld. Voorafgaand aan het accreditatieonderzoek heeft Hobéon Certificering de opleiding voorbereid op de audit door een inhoudelijke toelichting te geven op het NVAO-Accreditatiekader. Met betrekking tot het specifieke referentiekader van de opleiding baseert de opleiding zich op het in 2009 ontwikkelde competentieprofiel. Dit profiel is opgesteld door een werkgroep onder leiding van een associate lector van het KC GWT en geformuleerd in termen die vooral in Angelsaksische landen gangbaar zijn. Het auditteam heeft dit opleidingsspecifieke referentiekader beoordeeld en vastgesteld dat het in voldoende mate gespecificeerd is en passend is voor een masteropleiding Health Care & Social Work op hbo-niveau. Het auditteam heeft dit kader in zijn beoordeling betrokken. Zie voorts onder facet 1.1. De beoordelingsprocedure van Hobéon Certificering kent twee hoofdmomenten: Documentanalyse Het gaat hier om een analyse en beoordeling van door de M HC&SW aangeleverde schriftelijke informatie: Management Review – MR; Studiegids; Onderwijs- en Examen Reglement – OER; Onderliggende documentatie betrekking hebbend op bijvoorbeeld:
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding HC&SW, Hogeschool Saxion, 1.0 2
-
strategische keuzen en de positie in de markt, interne organisatie, de systematiek en uitwerking van de interne kwaliteitszorg, ontwikkelingen in het beroepenveld, beroeps- en opleidingsprofielen, (validering van) eindkwalificaties, curricula en de interne en externe evaluatie daarvan, werkvormen, toetsing en beoordeling, kwantitatief en kwalitatief personeelsbeleid, internationalisering, instroombeleid, studiebegeleiding, onderwijsrendement.
Op basis van de door de opleiding M HC&SW aangeleverde documentatie, heeft het auditteam zich een beeld kunnen vormen van de primaire en secundaire processen van de deeltijd opleiding. Het auditteam heeft dit beeld getoetst aan zaken als: ambitieniveau, toekomstgerichtheid, innovatief vermogen, kwaliteitsbewaking via interne en externe evaluatie, arbeidsmarktrelevantie, resultaatgerichtheid, continuïteit, studenten- en docentenbelangen. Voorafgaand aan de visitatie is het management van de opleiding op de hoogte gesteld van de voorlopige bevindingen van het auditteam op basis van zijn documentanalyse. Audit De audit was gericht op een actieve ‘controle’ door middel van een visitatie1, uitgevoerd door een auditteam waarvan deel uitmaakten drie externe onafhankelijke deskundigen op het gebied van de specialistische verpleegkunde en het welzijnswerk, één student van een master opleiding Social Work, één lead auditor en één secretaris vanuit Hobéon Certificering. Onder ‘controle’ moet hier worden verstaan, dat het auditteam op de niveaus van management, coördinatie, lectoren, examencommissie, docenten, studenten en werkveld heeft getoetst of de in de documentatie beschreven beleidsvoornemens en de daaraan gerelateerde uitvoeringsprocessen zijn geïmplementeerd en de overige in de documentatie vervatte informatie verifieerbaar is. Deze verificatie door het auditteam geschiedde enerzijds door verscheidene malen hetzelfde onderwerp met verschillende geledingen te bespreken en anderzijds aan de hand van additionele documentatie en -daar waar het de huisvesting en de materiële voorzieningen betreft- ook door eigen waarneming. De audit is uitgevoerd in combinatie met een audit van de master opleiding Advanced Nursing Practise, die binnen hetzelfde KC wordt verzorgd. Voor beide visitaties zijn generieke onderwerpen zoals het personeelbeleid, de interne kwaliteitszorg en voorzieningen, op niveau van het KC, besproken en waargenomen. De
1
additionele, tijdens de visitatie geraadpleegde, documentatie behelsde ondermeer: overzicht CV’s van (gast)docenten; netwerkoverzicht docenten; portfolio’s van studenten; detailbeschrijving van modules, cases en de daaraan gekoppelde opdrachten; stageverslagen en -beoordelingen; de ‘beroepsproducten’ die gedurende de opleiding door studenten worden opgeleverd; de ‘eindproducten’ van studenten.
De visitatie heeft op 24 en 25 november plaatsgevonden in combinatie met de visitatie van de Master Advanced Nursing Practice.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding HC&SW, Hogeschool Saxion, 1.0 3
Aldus had het auditteam voldoende instrumenten om zich op gedetailleerd niveau op de hoogte te stellen van inhoud, opzet, uitvoering en resultaten van het opleidingsprogramma en van de daarmee samenhangende personele, organisatorische, materiële en ruimtelijke voorzieningen. Aan het eind van de visitatie op 24 en 25 november heeft het auditteam de opleiding gevraagd een notitie aan te leveren over het toetsen en beoordelen. Aanleiding voor de vraag was de waarneming, dat de docenten weliswaar een helder beeld hadden van de beoordelingsnormen en de ontwikkeling daarin, maar dat dit beeld niet was vastgelegd. Naar het oordeel van het auditteam was de borging van de kwaliteit van de toetsing te impliciet. In de gevraagde notitie moet de opleiding de vorm en wijze van toetsen en beoordelen vastleggen en de wijze waarop de opleiding het beoordelen en toetsen bespreekt met de kerndocenten, modulecoördinatoren en de leermeesters. Ook moet de opleiding aangeven hoe de systematische controle op de kwaliteit van toetsen is geregeld en aangeven hoe het management van de opleiding toeziet op het toetsen en beoordelen. Het auditteam heeft de gevraagde notitie op 26 januari 2010 van de opleiding ontvangen en in de beoordeling betrokken. Het auditteam heeft op deze wijze alle in het NVAO-Accreditatiekader vermelde facetten beoordeeld, op basis waarvan in de managementsamenvatting (hoofdstuk 2) een samenvattend oordeel per onderwerp werd gegeven. Een en ander werd vastgelegd in een conceptrapport dat aan de opleiding werd voorgelegd voor een toets op eventuele feitelijke onjuistheden. Het voorliggend rapport is de weergave van het oordeel van het auditteam met daarbij de gronden waarop dat oordeel is gebaseerd.
1.4.2. Beslisregels Volgens de NVAO-Beslisregels Accreditatie kan een onderwerp slechts ‘onvoldoende’ of ‘voldoende’ scoren. Een facet kan evenwel, volgens diezelfde regels, ‘onvoldoende’, ‘voldoende’, ‘goed’ of ‘excellent’ scoren. Met dit als uitgangspunt, heeft Hobéon onderstaande beslisregels toegepast. Onderwerp 1. Een onderwerp scoort ‘voldoende’, indien alle facetten van dat onderwerp ten minste ‘voldoende’ hebben gescoord of indien één facet van dat onderwerp ‘onvoldoende’ en de overige ten minste ‘voldoende’ hebben gescoord, mits een acceptabel verbeterplan beschikbaar is voor het facet met de score ‘onvoldoende’. 2.
Een onderwerp scoort ‘onvoldoende’, indien één facet van dat onderwerp ‘onvoldoende’ heeft gescoord en voor dit facet geen acceptabel verbeterplan beschikbaar is.
3.
Een onderwerp scoort ‘onvoldoende’, indien meer dan één facet van dat onderwerp ‘onvoldoende’ heeft gescoord, ongeacht of er voor die facetten acceptabele verbeterplannen zijn.
Facet 4. Binnen de beoordeling van een facet is ruimte voor een eigen afweging van het auditteam: uitvoering/praktijk weegt zwaarder dan beleid/theorie: beter een goed functionerende regeling die slecht is opgeschreven, dan omgekeerd; primaire processen wegen zwaarder dan secundaire.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding HC&SW, Hogeschool Saxion, 1.0 4
Extra aantekening 5. Indien voor een onderwerp een hogere score dan ‘voldoende’ gerechtvaardigd is, wordt dat als ‘extra aantekening’ vermeld en wel met inachtneming van onderstaande regels: een onderwerp krijgt de extra aantekening ‘goed’, indien alle facetten van dat onderwerp ‘goed’ hebben gescoord of indien één facet van dat onderwerp ‘voldoende’ en de overige facetten ‘goed’ of ‘excellent’ hebben gescoord;2 een onderwerp krijgt de extra aantekening ‘excellent’, indien alle facetten van dat onderwerp ‘excellent’ hebben gescoord of indien één facet van dat onderwerp ‘goed’ en de overige facetten ‘excellent’ hebben gescoord; een onderwerp krijgt geen extra aantekening, indien één van de facetten van dat onderwerp ‘onvoldoende’ heeft gescoord.
1.4.3. Auditteam Het auditteam was als volgt samengesteld: Panelleden Audit en kwaliteitzorg deskundigheid F.M. Brouwer drs A. M. Eliens drs J. A. Hoogeveen drs E. Nicasie J.M.T te Stroete R. G. Peters, secretaris
x
Onderwijs deskundigheid x x x
Werkveld deskundigheid
Vakinhoud deskundigheid
x x x x
x
Student gebonden deskundigheid
x x
x
Foka Brouwer heeft als lead auditor leiding gegeven aan het visitatieproces. Zij heeft vanuit haar werkzaamheden bij Hobéon Certificering en eerder bij De Haagse Hogeschool een zeer ruime ervaring opgebouwd in het uitvoeren van visitaties, die zijn gericht op het accrediteren van bachelor en masteropleidingen in alle domeinen van het hoger onderwijs. Aart Eliens is verpleegkundige A/B, senior beleidsadviseur bij V&VN en docent specialist M ANP bij Hogeschool INHolland. Voorheen was hij programmamanager van die masteropleiding bij INHolland. Jan Hoogeveen is sectormanager cliëntbemiddeling en marktwerking en lid van het centraal managementteam van zorggroep Solis in Deventer. Met als achtergrond hbo-verpleegkunde en doctoraal Gezondheidswetenschappen heeft hij vanuit zijn functie een goed zicht op de eisen die vanuit het werkveld worden gesteld aan experts op masterniveau in de sectoren gezondheidszorg en welzijn. Edwin Nicasie is hoofd opleidingen bij GGnet. Voorheen was hij studiecoördinator bij de M ANP van INHolland en senior programmamanager bij de Netherlands School of Public and Occupational Health in Amsterdam. Mieke te Stroete is praktijkmanager bij een huisartsenpraktijk in Westervoort. Daarnaast is zij adviseur Zorg en Dienstverlening in een welzijnsorganisatie. Zij is tweedejaars student Master Social Work bij de Hogeschool Arnhem en Nijmegen Rob Peters heeft als secretaris voor deze audit opgetreden. Voor de curricula vitae: zie Bijlage I.
2
Het NVAO-Accreditatiekader onderscheidt bij onderwerp 2 (“Programma”) acht facetten. Eén ervan betreft de duur van de opleiding. Het daarbij vermelde criterium (minimaal 60 ECTS) is evenwel geen (kwaliteits)criterium, maar een formele vereiste waaraan het programma van een opleiding a priori moet voldoen, wil zij in aanmerking kunnen komen voor een hbo master accreditatie. ‘Duur’ is derhalve van een andere orde dan -bijvoorbeeld- ‘Kwaliteit Personeel’ of ‘Onderwijsrendement’. Bij de beslissing of het onderwerp “Programma” een extra aantekening ‘goed’ dan wel ‘excellent’ verdient, wordt het facet ‘Duur’ dan ook buiten beschouwing gelaten.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding HC&SW, Hogeschool Saxion, 1.0 5
1.4.4. Deelnemers visitatie Het auditteam heeft tijdens de visitatie gesprekken gevoerd met vertegenwoordigers vanuit de verschillende geledingen van de opleiding(en): management, coördinatoren, lectoren, docenten en studenten. Voor een volledig overzicht van de deelnemers aan de visitatie: zie Bijlage II.
1.4.5. Programma van de visitatie op 24 en 25 november 2009. Zie Bijlage II.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding HC&SW, Hogeschool Saxion, 1.0 6
2. 2.1.
MANAGEMENTSAMENVATTING Gegevens
Naam van de instelling: Naam van de opleiding: Varianten van de opleiding: Locatie van de opleiding:
Hogeschool Saxion hbo-master Health Care & Social Work deeltijd Enschede
Naam VBI: Datum visitatie: Datum VBI-rapport
Hobéon Certificering b.v. 24 en 25 november 2009 17 februari 2010
2.2.
Beoordelingskader
Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs (hbo-master) van de NVAO. Op grond van dit kader wordt een opleiding beoordeeld aan de hand van zes onderwerpen. Deze zijn: (i) doelstellingen opleiding, (ii) programma, (iii) inzet van personeel, (iv) voorzieningen, (v) interne kwaliteitszorg en (vi) resultaten.
2.3.
Samenstelling auditteam
Het auditteam van Hobéon bestaat uit de volgende leden: Foka Brouwer, senior adviseur Hobéon Certificering en lead auditor; Aart Eliens, senior beleidsmedewerker V&VN en docent specialist bij hogeschool INHolland; Jan Hoogeveen, sectormanager cliëntbemiddeling en marktwerking zorggroep Solis, Deventer; Edwin Nicasie, hoofd opleidingen GGnet, Warnsveld; Mieke te Stroete, praktijkbegeleider huisartsenpraktijk Rozet te Westervoort en tweedejaars student MANP HAN. Aan het auditteam is als secretaris toegevoegd Rob Peters, als associé verbonden aan de Hobéon Groep.
2.4.
Beoordeling op onderwerpen
Algemeen De in Nederland unieke opleiding M HC&SW leidt studenten met een bachelorniveau, die al enige jaren in de praktijk van Zorg en Welzijn werkzaam zijn, op tot professionals op hbo masterniveau. Deze professionals zijn het niveau van de hulpverlener ontstegen en werkzaam zijn op het niveau van staf, management en beleid in innoverende, ondersteunende en sturende rollen op de inhoudelijke terreinen van de gezondheidszorg en de welzijnssector. Van hen wordt in toenemende mate verwacht dat zij, naast de directe hulpverlening, bijdragen aan innovatie en kennisontwikkeling binnen het professionele domein, maar ook in staat zijn ‘bruggen te slaan’ naar andere domeinen. Zij doen dit door systematisch te kijken naar en te handelen in situaties die hierom vragen. De opleiding bestaat sinds 2001. Omdat naar oordeel van het ministerie van OCW het maatschappelijke belang van de opleiding is aangetoond, is vanaf 2009 de opleiding bekostigd door de overheid. Binnen de Hogeschool Saxion bestaat het Kenniscentrum Gezondheid, Welzijn & Technologie dat de kennisdomeinen Health en Social Work bestrijkt. Projecten en toegepast onderzoek binnen het KC GWT geven input voor de masteropleidingen. Dit kenniscentrum kent vijf programmalijnen. De relevante programmalijn voor de M HC&SW is ‘active ageing’. De opleiding baseert zich ten tijde van de audit op het begin 2009 ontwikkelde competentieprofiel, dat is opgesteld door dit kenniscentrum en dat is georiënteerd op de Angelsaksische wereld. De kern van dit profiel is de competentie ‘Advanced Practice’ of ‘expertniveau’. Dit is te beschrijven als het (academisch) werken denkniveau waarmee de professional in staat is tot het kritisch evalueren van de beroepspraktijk en het vermogen bezit om bestaande benaderingen te herdefiniëren.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding HC&SW, Hogeschool Saxion, 1.0 7
Hij heeft daarvoor kennis en inzicht van innovatieve strategieën en leiderschapsstijlen, die nodig zijn om nieuwe methoden en instrumenten te ontwikkelen waarmee hij die beroepspraktijk verder brengt. Onderwerp 1: Doelstellingen opleiding Het beroepsprofiel benoemt de algemene competenties en specifieke beroepscompetenties. De algemene competenties behelzen competenties met betrekking tot samenwerken, communicatie, maatschappelijke context en conceptualiseren en wetenschap, terwijl de beroepsspecifieke competenties zich richten op leiderschap en innovatie, monitoring van kwaliteit en educatie, toegepast onderzoek en verdieping van het beroepsdomein. De competenties zijn onderling verweven en verwijzen naar de verschillende rollen die een zelfstandig werkende of leidinggevende beroepsbeoefenaar in het relevante beroepenveld, wisselend kan invullen. Het auditteam heeft kennis genomen van dit competentieprofiel en is van oordeel dat de domeinspecifieke eisen zijn ontleend aan en aansluiten bij het beroepsbeeld dat wordt geschetst door internationale vakgenoten en het werkveld. De opleiding heeft de doelstellingen uitgewerkt in de Dublin Descriptoren. Het auditteam heeft deze uitwerking gezien en is van oordeel dat de eindkwalificaties van de M HC&SW voldoen aan de internationaal geaccepteerde beschrijvingen van master kwalificaties zoals die in de Dublin Descriptoren zijn vastgelegd. Het auditteam beoordeelt het onderwerp ‘Doelstellingen opleiding’ als voldoende. Onderwerp 2: Programma De opleiding is bestemd voor professionals uit de zorg- en welzijnssector zoals fysiotherapeuten, maatschappelijk en sociaal-culturele werkers, sociaalpedagogische hulpverleners en verpleegkundigen. De student heeft ten minste twee jaar werkervaring en werkt tijdens de opleiding in een relevante beroepspraktijk in de gezondheidszorg of welzijnssector. Er is voordurende uitwisseling tussen opleiding en praktijk. De studenten gebruiken actuele literatuur om de eigen kennis en ervaringen te structureren en te sturen. Het auditteam heeft deze gezien en beoordeelt deze als adequaat voor de masteropleiding. Door de situering van de opleiding binnen het KC GWT is de aansluiting op actuele ontwikke-lingen gewaarborgd. Het studieprogramma heeft een internationale oriëntering op de Angel-saksische landen. Er is een samenwerkingsverband met de Birmingham City University, doordat een hoogleraar aan die universiteit is aangesteld als lector bij het KC GWT en colleges verzorgt voor de opleiding. Tijdens de opleiding neemt de student deel aan een international seminar. De M HC&SW is een deeltijdopleiding, die uitgaat van het gedachtegoed van ‘action learning’. Uit het curriculumdocument dat het auditteam heeft bestudeerd, blijkt dat alle competenties aan bod komen. De inhoud en opzet van het programma, met afwisselend theorie en opdrachten is zodanig dat de student de eindkwalificaties kan behalen. De opleiding biedt vakinhoudelijke elementen en oefenen van vaardigheden geïntegreerd aan, wat inhoudelijke samenhang van het curriculum waarborgt. Het programma is aanbodgericht en kent een beperkte vrijheid voor de student om te kiezen. Het totale programma van de deeltijdopleiding omvat 60 studiepunten, verdeeld over twee studiejaren. Het totale aantal studiebelastingsuren (sbu) bedraagt 1.680 uur. De opleiding houdt de studeerbaarheid en studielast in de gaten. Hiertoe is een mentor aangesteld die jaarlijks studievoortganggesprekken voert met iedere student; dit gebeurt meer frequent waar nodig. De studielast wordt gemonitord via studentenevaluaties. De student moet bij inschrijving een afgeronde hbo-opleiding hebben op het gebied van zorg en/of welzijn, tenminste twee jaar werkervaring en (reproductieve) beheersing van de Engelse taal. De opleiding toetst of de student voldoet aan deze criteria. De opleiding kent een beleid van vrijstellingen op basis van een EVC onderzoek. De opleiding hanteert een scala van werkvormen. Het onderwijs houdt rekening met verschillende leerstijlen, diverse levenservaring en eerder verworven competenties van studenten. Het onderwijs is gericht op veel zelfstandig leren. De gekozen werkvormen sluiten aan bij en ondersteunen de didactische uitgangspunten. Het bereiken van de gestelde competenties wordt getoetst door formatieve en summatieve toetsen en de opleiding gebruikt een mix van toetsvormen. In de modulehandleidingen is vastgelegd welke toetsen worden ingezet. De toetsing is daardoor transparant voor de student.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding HC&SW, Hogeschool Saxion, 1.0 8
De organisatie van het toetsen en beoordelen is vastgelegd, de taken van de verschillende actoren zijn daarbij benoemd en het systeem van toetsen inclusief het valideren daarvan is onderworpen aan de PDCA-cyclus. Het expliciteren en borgen wordt in de eerste negen maanden van 2010 geïmplementeerd. Het Dagelijks Bestuur van het KC GWT heeft de nodige maatregelen hiervoor genomen en stelt zich hiervoor garant. Deze invoering is naar verwachting afgerond in september 2010. Het auditteam heeft er vertrouwen in dat de opleiding hierin succesvol zal zijn. Het auditteam beoordeelt onderwerp 2 ‘Programma’ als voldoende. Onderwerp 3: Inzet van Personeel Het auditteam heeft een enthousiast en betrokken docententeam ontmoet, dat de uitstraling heeft van een ‘winning team’. Het docententeam van de M HC&SW is hoog gekwalificeerd. De zestien personen die zijn verbonden aan de M HC&SW, zijn alle universitair geschoold. Zes van hen zijn gepromoveerd en vijf zijn daarmee bezig. Alle docenten in vaste dienst zijn didactisch geschoold. De lectoren van het KC GWT zijn actief betrokken bij het onderwijs en onderzoek. De hoogleraar, die verbonden is aan de Birmingham City University, is programmatisch verantwoordelijk voor de inhoud van het onderwijs van de M HC&SW en ontwikkelt in samenspraak met de course director het curriculum. De docenten werken in verschillende rollen: geven van colleges, werkgroepen begeleiden, meesterproeven begeleiden, tweede beoordelaar van eindwerkstukken en mentor. De totale formatie voor de M HC&SW is 3,3 fte. De docent / studentratio is 1:18. De docenten hebben een zeer ruime praktijkervaring. Vrijwel alle kerndocenten zijn lid van een kenniskring van de lectoraten die zijn ondergebracht bij het KC GWT. Veel docenten werken aan onderzoeksopdrachten van het KC GWT. Door de praktijkervaring van de docenten en deze contacten met de beroepspraktijk krijgt de uitwisseling tussen theorie en praktijk vorm. De auditteam beoordeelt het onderwerp ‘Inzet Personeel’ als voldoende en kent hieraan de extra aantekening ‘goed’ toe . Onderwerp 4: Voorzieningen De huisvesting van de medewerkers en studenten en de onderwijskundige voorzieningen zijn goed. De bibliotheek is goed geoutilleerd en er is een samenwerking met onder andere de bibliotheek van de Universiteit Twente. Dit borgt dat studenten en docenten een goede toegang hebben tot bronnen van de wetenschap. Het auditteam vindt dit laatste een goed voorbeeld van samenwerking rond het toegankelijk maken van wetenschappelijke bronnen. De studenten worden begeleid door mentoren. Deze volgen voornamelijk het studieproces van de student. Ten minste eenmaal per jaar heeft de student een gesprek met de mentor; de student kan desgewenst om meer begeleiding vragen. De studiebegeleiding geschiedt doordat de student zelf zijn portfolio en POP opstelt. De opleiding legt de verantwoordelijkheid voor de studievoortgang bij de volwassen student zelf. De studenten hebben kritiek op de begeleiding die, naar hun oordeel, soms te veel op afstand is. De studenten vinden de informatievoorziening adequaat. Het management, docenten én studenten bezinnen zich ten tijde van de audit op de gewenste wijze van begeleiden, aangezien de studenten niet met een portfolio en POP wensen te werken, maar wel begeleiding aangeboden willen krijgen. Het auditteam beoordeelt het onderwerp voorzieningen als voldoende en kent hieraan de extra aantekening ‘goed’ toe. Onderwerp 5; Interne Kwaliteitszorg De M HC&SW evalueert periodiek en systematisch via de studenten en het werkveld. De evaluaties betreffen zowel de inhoud van het onderwijs als de organisatie. De PDCA-cyclus wordt hierbij doorlopen. Vaste onderdelen van de evaluaties zijn de competenties, de onderwijsinhoud en niveau, de colleges en inleidingen, de werkvormen, de opdrachten en toetsing, de gebruikte literatuur, de studiebelasting, de begeleiding en feedback. De studenten evalueren schriftelijk en gestandaardiseerd. In gesprekken met studenten tijdens maandelijks lunchoverleg en via de alumnidagen wordt informatie verzameld en worden ontvangen signalen uitgediept. Het auditteam vindt deze wijze van informatie verzamelen en verwerken een goed voorbeeld van hoe dit kan geschieden in een kleine opleiding. Externe ontwikkelingen worden nauwlettend gemonitord. Een aantal kerndocenten is lid van de verschillende landelijke werkgroepen om ontwikkelingen te volgen en mede daar ook richting aan te geven. Verder maakt de opleiding gebruik van de expertise van het KC GWT.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding HC&SW, Hogeschool Saxion, 1.0 9
De in 2005 gehouden visitatie, teambesprekingen, onderwijsevaluaties en reacties uit het werkveld hebben geleid en leiden tot aanpassingen en bijstellingen. Voor alle masteropleidingen gezamenlijk is er een jaarwerkplan 2010. Daarin wordt voor het onderwijs, voor de bedrijfsprocessen, het personeel, de materiële voorzieningen, externe relaties en marketing en financiën en rendementen de huidige situatie geanalyseerd en worden actiepunten geformuleerd voor de gewenste situatie. De medewerkers, studenten, alumni en het beroepenveld zijn op adequate wijze betrokken bij de interne kwaliteitszorg van de opleiding. Het instellen van een beroepenveldcommissie voor de opleiding is in voorbereiding. Het auditteam beoordeelt het Onderwerp ‘Interne Kwaliteitszorg’ als voldoende en kent hieraan de extra aantekening ‘goed’ toe. Onderwerp 6: Resultaten De externe auditoren hebben acht recente eindscripties bestudeerd. In deze scripties beschrijven de studenten zowel door hen uitgevoerd toegepast wetenschappelijk onderzoek als in uitgebreide literatuurstudies de behandeling van probleemstellingen binnen welzijnsorganisaties. Het auditteam vindt dit passend voor het beroepsprofiel van de master opgeleide professional in de wereld van zorg en welzijn. De afstudeerwerkstukken zijn wat betreft probleemstelling van voldoende diepgang en complexiteit. Het onderwijsrendement beoordeelt het auditteam als voldoende.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding HC&SW, Hogeschool Saxion, 1.0 10
3.
BEVINDINGEN EN BEOORDELING
Onderwerp 1: Doelstellingen Opleiding Dit onderwerp kent drie facetten: 1. domeinspecifieke eisen; 2. niveau master; 3. oriëntatie HBO.
Facet 1.1. Domeinspecifieke Eisen Criterium Het facet ‘Domeinspecifieke Eisen’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Sluiten de eindkwalificaties van de opleiding aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk)? Bevindingen De opleiding baseert zich ten tijde van de audit op het begin 2009 ontwikkelde competentieprofiel, dat is opgesteld door de KC GWT en is georiënteerd op de Angelsaksische wereld. De kern van dit profiel is de competentie ‘Advanced Practice’ of ‘expertniveau’. Het profiel moet gezien worden in een omgeving van de gezondheidszorg en de welzijnssector. ‘Advanced Practice’ of ‘expertniveau’ is te beschrijven als het (academisch) werk- en denkniveau waarmee de professional in staat is tot het kritisch evalueren van de beroepspraktijk en het vermogen bezitten om bestaande kennis en benaderingen te herdefiniëren. Hij heeft kennis en inzicht van innovatieve strategieën en leiderschapsstijlen, die nodig is om nieuwe methoden en instrumenten te ontwikkelen waarmee hij de beroepspraktijk verder brengt. De professional kan wetenschappelijk onderzoek lezen en begrijpen en is in staat de resultaten daarvan te beoordelen op relevantie en bruikbaarheid voor de praktijk. De behoefte aan deze deskundigheid op expertniveau blijkt uit de vragen die het KC GWT krijgt vanuit het werkveld. Het specifieke domein waarop de afgestudeerde van de masteropleiding HC&SW werkt is te beschrijven als het inhoudelijke terrein van zorg, gezondheid, sociaal werk en welzijnswerk waarin de functionaris een innoverende, ondersteunende en sturende rol vervult al naar gelang de vereisten binnen zijn of haar werksetting. Voorbeelden van functies zijn: kwaliteitsfunctionaris, manager in de zorg, onderzoeker en projectleider van innovatieprojecten. De functionaris doet dit vanuit een grondige kennis van zijn eigen beroependomein, denkt en werkt disciplineoverstijgend en ontwikkelt, implementeert en monitort vernieuwingen binnen zorg en welzijn. Door het KC verricht onderzoek en uitgevoerde innovatietrajecten hebben bewezen van invloed te zijn op methodiek en beleid binnen instellingen. Het beroepsprofiel benoemt de algemene competenties en specifieke beroepscompetenties. De algemene competenties behelzen competenties met betrekking tot samenwerken, communicatie, maatschappelijke context en conceptualiseren en wetenschap. Deze vier gebieden zijn uitgewerkt in 14 competenties. De beroepsspecifieke competenties richten zich op leiderschap en innovatie, monitoring van kwaliteit en educatie, toegepast onderzoek en verdieping van het beroepsdomein. Deze vier gebieden zijn uitgewerkt in zeven specifieke competenties. Deze algemene en specifieke competenties leiden tot het hierboven genoemde advanced practiceof expertniveau. De competenties zijn onderling verweven en verwijzen naar de verschillende rollen die wisselend ingevuld kunnen worden. De algemene en specifieke competenties worden vervolgens samengebundeld in de competenties van expertniveau of Advanced Practice. Deze zijn: 1. Kennis en vaardigheden op expertniveau: De afgestudeerde bezit adequate kennis en vaardigheden overeenkomstig de stand van kennis binnen het specifieke domein waarin zij werkzaam is. 2. Handelen op expertniveau: Binnen het desbetreffende domein past de afgestudeerde het beroepsmatige arsenaal waar mogelijk evidence based toe. Hierbij maakt hij gebruik van een combinatie van verschillende en beargumenteerd gekozen methodieken.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding HC&SW, Hogeschool Saxion, 1.0 11
3.
Careplanning op expertniveau: De afgestudeerde heeft de bekwaamheid programma’s te initiëren en te participeren in de planning, coördinatie, uitvoering, implementatie en evaluatie. 4. Samenwerken op expertniveau: De afgestudeerde heeft kennis van en inzicht in aanpalende disciplines en kan interdisciplinair samenwerken. 5. Verantwoording op expertniveau: Het beroepsmatige handelen van de afgestudeerde is effectief, efficiënt en ethisch verantwoord. De algemene en specifieke competenties en competentie ‘expertniveau’ zijn gedetailleerd uitgewerkt in een competentieprofiel van oktober 2009. Het auditteam heeft kennis genomen van het competentieprofiel van de opleiding en is van oordeel dat de domeinspecifieke eisen die daarin verankerd liggen aansluiten bij het beroepsbeeld dat wordt geschetst door internationale vakgenoten en het werkveld. Oordeel: voldoende Het auditteam kwalificeert het facet ‘Domeinspecifieke Eisen voor de deeltijdopleiding M HC&SW als voldoende op grond van de volgende observaties: De opleiding hanteert een zeer recent competentieprofiel, dat is opgesteld door het KC GWT. Dit competentieprofiel is georiënteerd op buitenlandse en met name Angelsaksische expertise, die is ingebracht door het KC GWT. Het competentieprofiel is, onder meer door onderzoek dat is uitgevoerd door het KC GWT, geënt op de wensen die zijn geformuleerd door de beroepspraktijk.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding HC&SW, Hogeschool Saxion, 1.0 12
Facet 1.2. Niveau Master Criterium Het facet ‘Niveau Master’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Sluiten de eindkwalificaties van de opleiding aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een Master? Bevindingen Het auditteam heeft de eindkwalificaties van de opleiding geanalyseerd om te bepalen of deze kwalificaties beantwoorden aan het niveau ‘master’ zoals weergegeven in de zogeheten Dublin Descriptoren. In de Dublin Descriptoren worden de onderstaande vijf dimensies onderscheiden: Kennis en inzicht De afgestudeerde heeft een werk- en denkniveau heeft waarmee hij in staat is tot het kritisch evalueren van de beroepspraktijk en het ontwikkelen van het vermogen om bestaande kennis en benaderingen te herdefiniëren. Hij ontwikkelt en gebruikt nieuwe methoden en instrumenten om de beroepspraktijk verder te brengen. Gedurende de opleiding bewijst de student dat hij wetenschappelijk onderzoek kan lezen en begrijpen en dat hij in staat is de resultaten daarvan te beoordelen op relevantie en bruikbaarheid voor de praktijk. Ook kennis en inzicht over sociaal-communicatieve aspecten van de relatie met de patiënt/cliënt, teamleden en andere disciplines behoren daartoe. Toepassen kennis en inzicht Voor werkzaamheden op beleidsniveau worden kennis en inzicht toegepast van zaken met betrekking tot het bewaken en verbeteren van de kwaliteit, innovatieve strategieën en leiderschapstijlen. Hij past zelf ontwikkelde nieuwe instrumenten toe. De masteropgeleide professional kan zelfstandig toegepast onderzoek voorbereiden, uitvoeren en daarover rapporteren. In alle opdrachten en in de toetsing moet de student nieuwe kennis en inzichten toepassen op de concrete beroepspraktijk. Een en ander komt samen in de eindopdracht, waarin de student aantoont een beroepssituatie te kunnen onderzoeken, te analyseren en te verbeteren (door toegepast onderzoek). Oordeelsvorming Heldere oordeelsvorming, vooral het klinisch redeneren, is een essentieel aspect van het werk van de masteroplgeleide professional. Hij kan op grond van diverse informatie verantwoorde conclusies trekken ten aanzien van toe te passen innovatiestrategieën en interventies en deze herformuleren in termen van doelstellingen. Door de hele opleiding heen wordt een appèl op de student gedaan te oordelen over de praktijk en de context van de beroepsuitoefening in gezondheidszorg en welzijn. Veel modulen worden afgesloten met het schrijven van een paper waarin de student aantoont helder en logisch te kunnen oordelen. Communicatie De afgestudeerde student moet op het gebied van onderzoek en beleid op de arbeidsmarkt kunnen functioneren. Dat houdt in dat hij met beargumenteerde meningen een inbreng heeft in de communicatie met collega-professionals en met overige (academische) disciplines. Tijdens de colleges worden veelvuldig meningen uitgewisseld en gediscussieerd in groepen die interdisciplinair zijn samengesteld. Leervaardigheden Van de student wordt verwacht dat hij vernieuwende kennis en vaardigheden in het eigen vakgebied bijhoudt. Het vermogen om zelfstandig, vlot en efficiënt nieuwe kennis en vaardigheden te verwerven is essentieel. Oordeel: voldoende Het auditteam heeft de uitwerking van de Dublin Descriptoren gezien en is van oordeel dat de eindkwalificaties van de deeltijdopleiding M HC&SW voldoen aan het internationaal geaccepteerde beschrijvingen van master kwalificaties zoals die in de Dublin Descriptoren zijn vastgelegd. Het auditteam kwalificeert daarom het facet Niveau Master voor deze opleiding als voldoende.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding HC&SW, Hogeschool Saxion, 1.0 13
Facet 1.3. Oriëntatie HBO Criteria Het facet ‘Oriëntatie HBO’ is beoordeeld aan de hand van de volgende NVAO-criteria: Zijn de eindkwalificaties van de opleiding mede ontleend aan de door (of in samenspraak met) het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties? Sluiten de eindkwalificaties van de opleiding aan bij het niveau van een zelfstandig en/of leidinggevend beroepsbeoefenaar in het relevante beroepenveld dan wel, dan wel bij het niveau van het ‘functioneren in een multidisciplinaire omgeving’, waarvoor de betreffende opleiding vereist of dienstig is? Bevindingen Hoger onderwijs: Het masterniveau blijkt uit de analyse bij facet 1.2 Beroepsonderwijs: Uit de analyse bij facet 1.1 blijkt dat de opleiding tot het beroepsonderwijs kan worden gerekend. Voor het overige blijkt de ‘Oriëntatie HBO’ ook uit het programma. Zie daarvoor de bevindingen onder facet 2.1. Oordeel: voldoende Het auditteam kwalificeert het facet ‘Oriëntatie hbo’ voor de deeltijdopleiding M HC&SW als voldoende op grond van de volgende observaties: Er is sprake van hoger onderwijs op het niveau van hbo master dat de afgestudeerde opleidt en in staat stelt te functioneren als expert. Er is sprake van beroepsonderwijs gezien de nauwe verwevenheid van academische kennis en inzichten en de toepasbaarheid daarvan in de relevante multidisciplinaire beroepspraktijk.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding HC&SW, Hogeschool Saxion, 1.0 14
Onderwerp 2: Programma Dit onderwerp kent acht facetten: 1.eisen hbo; 2. relatie tussen doelstellingen en inhoud; 3. samenhang programma; 4. studielast; 5. instroom; 6. duur; 7. afstemming tussen vormgeving en inhoud; 8. beoordeling en toetsing.
Facet 2.1. Eisen HBO Criteria Het facet ‘Eisen HBO’ is beoordeeld aan de hand van de volgende NVAO-criteria: Vindt kennisontwikkeling van studenten plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontwikkeld studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en/of (toegepast) onderzoek? Heeft het programma aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied/de discipline? Waarborgt het programma de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft het aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk? Bevindingen Kennisontwikkeling De student heeft tenminste twee jaar werkervaring en werkt tijdens de opleiding in een voor de Master relevante beroepspraktijk in de gezondheidszorg of welzijnssector. In die beroepspraktijk kan de student opdrachten uitvoeren en de aangeboden theorie toetsen aan de praktijk vice versa. Studenten ontvangen een literatuurlijst van basis- en keuzeliteratuur. Bij de samenstelling van de boekenlijst is rekening gehouden met landelijke tendensen en advies van lectoren, modulecoördinatoren en docenten. Relevant hierbij zijn niveau, actualiteit, relevantie en reikwijdte. De literatuurstudie dient om de eigen kennis en ervaringen te structureren en te sturen. De studenten hanteren hierbij richtlijnen met aanwijzingen voor het bestuderen van literatuur en het niveau van bewijsvoering (evidence based). Het auditteam heeft de door de M HC&SW gebruikte literatuur gezien en beoordeelt deze als adequaat voor deze masteropleiding. Actuele ontwikkelingen Lectoren en kenniskringleden binnen het KC GWT werken in nauwe samenwerking met het werkveld aan projecten en toegepast onderzoek. Door deze situering van de M HC&SW binnen het KC GWT is de aansluiting op actuele ontwikkelingen gewaarborgd. In moduleopdrachten moeten studenten praktijkproblemen uitwerken en in de meesterproef wordt toegepast onderzoek gedaan. Interactie met de praktijk Studenten werken in de praktijk en gebruiken hun praktijk en ervaringen in hun opleiding. Tijdens de opleiding oefent de student bepaalde vaardigheden, zoals het coachen van een team en toepassen van interventiestrategieën. In de praktijk past de student dit toe. Internationale dimensie Het studieprogramma van de M HC&SW heeft een internationale oriëntering op de Angelsaksische landen. Een aantal colleges is in het Engels en er worden Engelse en Amerikaanse literatuur en casussen behandeld. Omwille van het kunnen doorgronden van deze literatuur wordt als eis gesteld dat de studenten een goede reproductieve beheersing van de Engelse taal hebben. Er is een samenwerkingsverband met de Birmingham City University (BCU) te Birmingham. Een hoogleraar aan die universiteit is aangesteld als lector bij het KC GWT en verzorgt colleges voor de masteropleiding. Tijdens de opleiding neemt de student deel aan een international seminar. Daarnaast vindt er kennisuitwisseling plaats door colleges en presentaties. In overleg kan een student ook een individueel alternatief kiezen.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding HC&SW, Hogeschool Saxion, 1.0 15
Oordeel: voldoende Het auditteam kwalificeert het facet ‘Eisen HBO’ voor de deeltijdopleiding M HC&SW als voldoende op grond van de volgende observaties: De kennisontwikkeling vindt aantoonbaar plaats via vakliteratuur die relevant, actueel, van voldoende niveau en reikwijdte is. Actuele ontwikkelingen vinden hun neerslag in de opleiding door de inbreng uit kenniskringen, van lectoren en door het toegepast onderzoek dat de studenten verrichten. Interactie in de praktijk is een wezenlijk onderdeel van het opleidingsprogramma: de student past in de praktijk de benodigde beroepsvaardigheden toe. De opleiding kent een internationale oriëntatie door verbindingen die er zijn met de Birmingham City University. Een hoogleraar van die universiteit is lector bij het KC GWT en verzorgt colleges aan de opleiding.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding HC&SW, Hogeschool Saxion, 1.0 16
Facet 2.2. Relatie tussen Doelstellingen en Inhoud Programma Criteria Het facet ‘Relatie tussen Doelstellingen en Inhoud Programma’ is beoordeeld aan de hand van de volgende NVAO-criteria: Is het programma een adequate concretisering van de eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen? Zijn de eindkwalificaties adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma? Biedt de inhoud van het programma studenten de mogelijkheid de geformuleerde eindkwalificaties te bereiken?
Bevindingen Concretisering en vertaling in leerdoelen Het model ‘advanced practice’ beschrijft algemene en specifieke competenties (zie facet 1.1) Vanaf het begin van de opleiding in 2002 is het curriculum hierop gebaseerd. In 2009 is aanvullend een set van competenties en eindkwalificaties beschreven. Met de start van het cohort 2009-’11 is een begin gemaakt met het vernieuwen van het curriculum op basis van het vernieuwde competentieprofiel. De eindkwalificaties worden thans vertaald in competenties. Daaraan worden binnen de modules concrete leerdoelen verbonden. Het auditteam heeft de opzet van deze vernieuwde modulehandleidingen gezien en beoordeelt ze als adequaat. Gezien de ervaring die de opleiding heeft met het vertalen van de eindkwalificaties in competenties en het daaraan koppelen van leerdoelen vertrouwt het auditteam erop dat dit voor de rest van het curriculum in orde komt. Opzet programma Het onderwijs is modulair opgezet. Uit het curriculumdocument, dat het auditteam heeft bestudeerd, blijkt dat alle competenties aan bod komen. De opleiding werkt met een portfolio, waarin de student alle bewijsstukken verzamelt die betrekking hebben op zijn competentieontwikkeling. Het auditteam heeft enkele van deze portfolio’s ingezien. De M HC&SW is een deeltijd opleiding, die uitgaat van het gedachtegoed van ‘action learning’. De opleiding ondersteunt het proces van het verwerven van de competenties door reflectie en feedback te bieden, door concepten aan te bieden en vaardigheden aan te leren. De inhoud en opzet van het programma, met afwisselend theorie en opdrachten is zodanig dat, naar het oordeel van het auditteam, de student de eindkwalificaties kan behalen. Uit de gesprekken die het auditteam heeft gevoerd met de studenten is gebleken dat hen duidelijk is op welke wijze de opleiding is gestructureerd en dat de breedte van de opleiding hen aanspreekt. Door de opzet van het programma in twee jaarblokken, de didactische methode van ‘action learning’ en de begeleiding vanuit de opleiding is de student naar het oordeel van het auditteam in staat, de in termen van competenties beschreven eindkwalificaties te bereiken. Oordeel: voldoende Het auditteam kwalificeert het facet ‘Relatie tussen Doelstelling en Inhoud Programma’ voor de deeltijdopleiding M HC&SW als voldoende op grond van de volgende observaties: Het programma is gebaseerd op competenties. In het vernieuwde curriculum worden taakgebieden onderscheiden die zijn beschreven in termen van kerncompetenties. Aan de kerncompetenties zijn beroepstaken en beroepsproducten gekoppeld. Deze beroepstaken en -producten worden in de naaste toekomst nog uitgewerkt in competentiekaarten. Door de modulaire opzet van het onderwijs komen alle competenties in de loop van de twee jaar aan de orde. Daardoor zijn studenten in de gelegenheid de geformuleerde eindkwalificaties te behalen.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding HC&SW, Hogeschool Saxion, 1.0 17
Facet 2.3. Samenhang Programma Criterium Het facet ‘Samenhang Programma’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Is het studieprogramma inhoudelijk samenhangend? Bevindingen Het programma bestaat uit een mix van thematisch en cyclisch aanbod. Verschillende aspecten, die toepassing vinden in de competentie Advanced Practice (zie facet 1.1), worden thematisch behandeld. Het cyclische aanbod betreft het toegepast onderzoek. Dit wordt gedurende de opleiding aangeboden door een inleiding op dit onderwerp te geven en de uitwerking en bespreking van eigen onderzoeksopzet in kleine groepjes te doen. Dit resulteert uiteindelijk in de uitwerking en verslaglegging van het eigen onderzoek, dat als meesterproef wordt verricht. Het thematisch aanbod betreft het bestuderen van diverse thema’s gedurende de gehele opleiding. De opleiding noemt dit thematisch en cyclisch leren ook wel: in breedte, diepte en toegepast studeren: A. Leren in de breedte Het geïntegreerd aanbieden van vakinhoudelijke elementen en oefenen van vaardigheden waarborgt de inhoudelijke samenhang van het curriculum. Het programma is zo ontworpen dat in het eerste studiejaar de theoretische basis gekoppeld aan het eigen praktijkfunctioneren allereerst aan bod komt. Dit moet leiden tot de ‘klinische competentie’: het kunnen analyseren en interventies kunnen bepalen op basis van een abstract-wetenschappelijke analyse van de situatie. B. Leren in de diepte Vervolgens gaat de student zich in het tweede studiejaar verdiepen. De opleiding biedt daarvoor een aantal ‘elective courses’ aan, maar de student kan ook zijn eigen verdiepingsonderwerp kiezen. Deze verdiepende onderwerpen zijn gericht op het leren behandelen van problemen die zich in organisaties op strategisch en tactisch niveau kunnen voordoen, vanuit een multidisciplinaire invalshoek. Het programma is aanbodgericht en kent een beperkte mate van vrijheid voor de student om te kiezen. C. Toegepast leren Tot slot gebruikt de student de verworven competenties in de breedte en in de diepte voor het eindproject: de meesterproef, waarin met individuele begeleiding van een methodologische en inhoudsdeskundige gewerkt wordt aan een praktijkonderzoek waarin alle voorgaande kennis en vaardigheden samenkomen. De volgorde A Æ B Æ C is omwille van het behoud van de samenhang, verplicht. Oordeel: voldoende Het auditteam kwalificeert het facet ‘Samenhang Programma’ voor de deeltijdopleiding M HC&SW als voldoende op grond van de volgende observaties: Het studieprogramma is een mix van thematische en cyclische onderdelen. De vakinhoud wordt afgewisseld met oefenen van vaardigheden die horen bij het beoogde ‘expertniveau’; dit wordt geïntegreerd aangeboden. De student kan zich in het tweede studiejaar verdiepen in een door hem gekozen thema. De thema’s waaruit kan worden gekozen vertonen samenhang met de beoogde competenties. In de meesterproef komen de thematische en cyclische onderdelen van het programma bij elkaar.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding HC&SW, Hogeschool Saxion, 1.0 18
Facet 2.4. Studielast Criterium Het facet ‘Studielast’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Is het programma studeerbaar doordat factoren die betrekking hebben op dat programma en die de studievoortgang belemmeren, zoveel mogelijk worden weggenomen? Bevindingen Het totale programma omvat 60 studiepunten, verdeeld over twee studiejaren. Het totale aantal studiebelastingsuren (sbu) bedraagt 1.680 uur. Daarvan wordt het grootste deel gebruikt voor theoretische modules. In het eerste jaar is in een internationaal seminar voorzien, dat een omvang heeft van 28 sbu (1 EC). Voor het eigen onderzoek als afstudeerproject is 448 uur beschikbaar, inclusief de begeleiding, terwijl voor de module ‘Onderzoeksopties’ 196 uur staat ingepland. De gemiddelde studiebelasting per week is 20 uur. De studenten bevestigen dat zij deze 20 uur per week zeker nodig hebben. Soms is dat meer, afhankelijk van de moeilijkheidsgraad van een onderdeel van de studie. De opleiding start jaarlijks in september en eindigt in de maand juli twee jaar later. De opleiding is in deeltijd. Het contactonderwijs vindt in principe vrijdag om de twee weken plaats. Vanwege de combinatie van studeren en werken is gekozen voor een evenwichtige verdeling van de studielast over de twee studiejaren. De opleiding houdt de studeerbaarheid en studielast in de gaten. Hiertoe is een mentor aangesteld die jaarlijks studievoortganggesprekken voert met iedere student; dit gebeurt meer frequent waar nodig. De studielast wordt gemonitord via studentenevaluaties. Bij dreigende studievertraging neemt de student contact op met de mentor of de course director. Zie verder bij facet 4.2. Een student kan via de examencommissie op ieder moment een verzoek indienen om de studie te mogen vertragen of onderbreken; dit is geregeld in de Onderwijs- en Examenregeling (OER). Oordeel: voldoende Het auditteam kwalificeert het facet ‘Studielast’ voor de deeltijdopleiding M HC&SW als voldoende op grond van de volgende observaties: De opleiding onderkent de zwaarte van een deeltijd masteropleiding en heeft daarom de studielast adequaat gespreid en begeleiding van studenten adequaat georganiseerd. In studentenevaluaties en gesprekken met studenten wordt de studeerbaarheid gemeten; op grond van zulke bevindingen wordt zonodig het programma bijgesteld. Het auditteam neemt derhalve waar dat factoren die de studievoortgang belemmeren, zoveel mogelijk worden weggenomen.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding HC&SW, Hogeschool Saxion, 1.0 19
Facet 2.5. Instroom Criterium Het facet ‘Instroom’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Sluit het programma qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten: HBO- en WO-bachelor eventueel gepaard gaande met een (inhoudelijke) selectie ? Bevindingen De opleiding is bestemd voor professionals uit de zorg- en welzijnssector zoals fysio-therapeuten, maatschappelijk en sociaal-culturele werkers, sociaal-pedagogische hulpverleners en verpleegkundigen. De instroomeisen van de M HC&SW zijn dat de student een afgeronde hbo-opleiding moet hebben op het gebied van zorg en/of welzijn, tenminste twee jaar werkervaring en (reproductieve) beheersing van de Engelse taal. De opleiding toetst of de student voldoet aan deze criteria door een kopie van het diploma en het cv op te vragen. Een intakegesprek, waarin de motieven van de aspirant student aan de orde komen en de inhoud van de opleiding, studielast en vormen van begeleiden worden besproken maakt deel uit van de intakeprocedure. De opleiding kent een beleid van vrijstellingen op basis van een EVC onderzoek. Dit onderzoek wordt uitgevoerd door het EVC centrum van Hogeschool Saxion. Het advies van dit EVC centrum kan de student voorleggen aan de Examencommissie, die daarop kan besluiten een of meer vrijstellingen te verlenen. De studenten van de driejarige opleiding GGZ-Verpleegkundig Specialist kunnen via een aanvullend programma bij Hogeschool Saxion de mastertitel HC&SW behalen. GGZ-VS studenten doorlopen daarvoor het onderzoeksprogramma van M HC&SW. Oordeel: voldoende Het auditteam kwalificeert het facet ‘Instroom’ voor de deeltijdopleiding M HC&SW als voldoende op grond van de volgende observaties: De instroomeis voor de M HC&SW is een hbo-bachelor diploma in een studierichting op het gebied van zorg of welzijn en tenminste twee jaar werkervaring. Dit is helder beschreven. Daarmee wordt eenduidigheid en transparantie verkregen voor de opleiding, de aspirant studenten en voor het werkveld. De opleiding beoordeelt de kwalificaties van de aspirant studenten aan de hand van diploma’s, getuigschriften en hun cv en kent een EVC procedure.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding HC&SW, Hogeschool Saxion, 1.0 20
Facet 2.6. Duur Criterium Het facet ‘Duur’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium:3 Voldoet de opleiding aan de formele eis m.b.t. de omvang van het curriculum van een HBO master opleiding van minimaal 60 ECTS studiepunten? Bevindingen Blijkens de programmabeschrijving bedraagt het totaal aantal studiepunten van de deeltijdopleiding 60 EC’s. Daarmee voldoet de deeltijd masteropleiding aan de formele, kwantitatieve eis die aan een hbo master opleiding wordt gesteld. Oordeel: voldoende Het auditteam heeft geconstateerd, dat de deeltijdopleiding M HC&SW een omvang heeft van 60 EC’s. Dit is reden dit facet als voldoende te kwalificeren.
3
In feite gaat het hier niet om een criterium, maar om een formele vereiste. Zie de voetnoot bij beslisregel E.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding HC&SW, Hogeschool Saxion, 1.0 21
Facet 2.7. Afstemming tussen Vormgeving en Inhoud Criteria Het facet ‘Afstemming tussen Vormgeving en Inhoud’ is beoordeeld aan de hand van de volgende NVAO-criteria: Is het didactisch concept in lijn met de doelstellingen? Sluiten de werkvormen aan bij het didactisch concept? Bevindingen Het didactisch concept is gebaseerd op de uitgangspunten van Hogeschool Saxion. Dit concept, samen te vatten in de trefwoorden: competentiegericht onderwijs, actieve rol voor de student, persoonlijk leertraject, sluit naar het oordeel van het auditteam aan bij de doelstellingen van de masteropleiding. De gehanteerde werkvormen ondersteunen de student bij het verwerven van de competenties. De werkvormen bestaan uit: Werk-, hoor-, responsie- en gastcolleges Individuele opdrachten en subgroepopdrachten: studie van, analyseren, beschrijven en uitverken van een casus Houden van presentaties Praktijk- en probleemgerichte casuïstiek Opstellen van een onderzoeksvoorstel en becommentariëren van zulke voorstellen van andere studenten Uitvoeren van projecten en toegepast onderzoek Volgen van workshops tijdens het internationale seminar. Masterstudenten HC&SW zijn ervaringsdeskundig en volwassen, met ieder een eigen geschiedenis. Het onderwijs houdt rekening met verschillende leerstijlen, diverse levenservaring en eerder verworven competenties. De studenten studeren in deeltijd. Het onderwijs is daarom gericht op veel zelfstandig leren. De student verwerft via ‘action learning’ competenties en ontwikkelt het vermogen om professionele taken uit te voeren. Naar het oordeel van het auditteam sluiten de gekozen werkvormen aan bij en ondersteunen deze de didactische uitgangspunten. De studenten zijn tevreden over de gehanteerde werkvormen. Dit blijkt uit de tevredenheidsmeting, de module-evaluaties en het gesprek dat het auditteam had met studenten en alumni van de masteropleiding.
Oordeel: voldoende Het auditteam kwalificeert het facet ‘Afstemming tussen Vormgeving en Inhoud’ voor de deeltijdopleiding M HC&SW als voldoende op grond van de volgende observaties: De opleiding heeft het didactisch concept van Hogeschool Saxion toegepast in de structuur van de opleiding; dit concept sluit naar oordeel van het auditteam aan bij de doelstellingen van een masteropleiding. De gekozen werkvormen passen bij dit model en bij de kenmerken van in deeltijd studerende masterstudenten en ‘action learning’ ondersteunt het bereiken van de beoogde competenties.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding HC&SW, Hogeschool Saxion, 1.0 22
Facet 2.8. Beoordeling en Toetsing Criterium Het facet ‘Beoordeling en Toetsing’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Wordt door de beoordelingen, toetsingen en examens adequaat getoetst of de studenten de leerdoelen van (onderdelen van) het programma hebben gerealiseerd? Bevindingen Zoals al bij facet 2.7 en eerder aangegeven heeft de masterstudent een actieve zelfsturende rol in het verwerven van de vereiste competenties. Het toetsbeleid sluit hierop aan en is verwoord in de Notitie Toetsen en Beoordelen M HC&SW van 21 januari 2010. De opleiding heeft een toetsplan, waarin een overzicht van de toetsen over de leerjaren wordt gegeven. De toetsmomenten zijn ingeroosterd na het eind van elke module en daarmee evenwichtig over de leerjaren verspreid. Studenten krijgen twee maal de kans om een toets te herkansen: de eerste maal in het lopende studiejaar en een tweede herkansing in het daarop volgende studiejaar. Het afleggen van de meesterproef kan vier maal per jaar. De uitwerking van de toets- en examenmomenten is geregeld in de OER. De opleiding gebruikt verschillende toetsvormen; deze zijn afgestemd op de inhoud van de te verwerven competenties. Voorbeelden zijn: schriftelijke toets, practicum, paper, reflectieverslag en de meesterproef. Beoordelingen worden ook gegeven door de student zelf (self-assessment), door mede studenten en collega’s in het werkveld (peer-assessment). In de modulehandleidingen is beschreven welke toetsvormen worden gebruikt. De opleiding hanteert een schema van de verkaveling van competenties over de modules en de daarbij horende toetsing. Bij het toetsen worden niet de afzonderlijke competenties, maar een samenhangend geheel van competenties getoetst. De opleiding vindt het belangrijk om zicht te krijgen op de individuele kwaliteiten van de studenten en kiest daarom voor het toetsen van individuele prestaties. Elke toets heeft beoordelingscriteria die aansluiten bij of rechtstreeks zijn afgeleid van de competenties die worden getoetst. Voor iedere toets zijn de beoordelingscriteria uitgewerkt. De criteria zijn geformuleerd door de docenten, docenten uit het werkveld, de verantwoordelijke lector en het kernteam van de opleiding. De beoordelingscriteria zijn gevalideerd door het kernteam. Voor iedere toets wordt vooraf aan afname de cesuur bepaald. In de Notitie Toetsen en Beoordelen M HC&SW is een overzicht opgenomen van alle gebruikte toetsvormen. De rol van het werkveld bij de beoordeling is bescheiden. Voor het onderzoek van de meesterproef verleent de instelling waar de student werkt toestemming. Een vertegenwoordiger van die instelling is aanwezig bij de eindpresentatie en neemt deel aan het panel dat de student bevraagt. De opleiding wil de nieuw te installeren beroepenveldcommissie een grotere rol toekennen bij de beoordeling van de studenten. De opleiding heeft de organisatie rondom de toetsing vastgelegd. Op opleidingsniveau is een Master ToetsCommissie (MTC) ingesteld, waarin alle masteropleidingen van het KC GWT zijn vertegenwoordigd. Op toetsniveau zijn de modulecoördinatoren en –docenten verantwoordelijk voor de kwaliteit van de toetsen. De taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van deze verschillende organen zijn vastgelegd. De systematische controle op de kwaliteit van de toetsen wordt geborgd doordat de organen op verscheidene niveaus cyclisch de toetsing beoordelen: ontworpen toetsen en procedures worden op een hoger niveau gecheckt.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding HC&SW, Hogeschool Saxion, 1.0 23
Oordeel: voldoende Het auditteam kwalificeert het facet “Beoordeling en Toetsing’ van de deeltijdopleiding M HC&SW als voldoende op grond van de volgende observaties: In de modulehandleidingen is vastgelegd welke toetsen worden ingezet. Het toetsen is daardoor transparant voor de student. Er zijn voldoende mogelijkheden voor herkansingen. Het daadwerkelijk bereiken van competenties wordt getoetst door beoordelaars van de opleiding. De borging van de toetspraktijk is in ontwikkeling. Inmiddels is de organisatie van het toetsen en beoordelen vastgelegd en zijn de taken van de verschillende actoren daarbij benoemd. Het systeem van toetsen inclusief het valideren daarvan is onderworpen aan de PDCA-cyclus. Het auditteam heeft er vertrouwen in dat deze ontwikkeling leidt tot een effectief systeem van kwaliteitsborging.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding HC&SW, Hogeschool Saxion, 1.0 24
Onderwerp 3: Inzet van Personeel Dit onderwerp kent drie facetten: 1. eisen hbo; 2. kwantiteit personeel; 3. kwaliteit personeel.
Facet 3.1. Eisen HBO Criterium Het facet ‘Eisen HBO’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Wordt het onderwijs voor een belangrijk deel verzorgd door personeel dat een verbinding legt tussen de opleiding en de beroepspraktijk? Bevindingen In totaal zijn 55 docenten aan de masteropleidingen van het KC GWT verbonden, waaronder zes gastdocenten. Onder de 55 docenten zijn vier lectoren en twee hoogleraren. Voor de M HC&SW werken 16 van deze 55 docenten. Een van de lectoren van KC GWT is inhoudelijk programmamanager voor de M ANP. Zij is tevens hoogleraar aan de Birmingham City University (VK). Uit de analyse van de cv’s van docenten blijkt dat het theorieonderwijs wordt verzorgd door docenten met een zeer ruime praktijkervaring. De opleiding is sterk op de praktijk geënt. De docenten hebben via onderzoek- en innovatieprojecten die zij uitvoeren binnen het KC GWT contact met de beroepspraktijk. Door de praktijkervaring van de docenten en deze contacten met de beroepspraktijk krijgt de uitwisseling tussen theorie en praktijk vorm. Uit de gesprekken met de studenten blijkt dat zij tevreden zijn over de wijze waarop de docenten (inclusief de lectoren en hoogleraren) de verbinding leggen tussen theorie en praktijk. Oordeel: goed Het auditteam kwalificeert het facet ‘Eisen HBO’ voor de deeltijdopleiding M HC&SW als goed. Het systeem van gastdocenten en het uitvoeren van onderzoek door de docenten binnen het KC GWT borgt dat er een goede verbinding is tussen theorie en praktijk. De zeer ruime praktijkervaring van de (kern)docenten versterkt deze verbinding.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding HC&SW, Hogeschool Saxion, 1.0 25
Facet 3.2. Kwantiteit Personeel Criterium Het facet ‘Kwantiteit Personeel’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Wordt er voldoende personeel ingezet om de opleiding met de gewenste kwaliteit te verzorgen? Bevindingen Uit de door de opleiding overlegde bezetting blijkt dat 55 docenten zijn verbonden aan de masteropleidingen die vallen onder het KC GWT. Daarvan werken er 16 rechtstreeks voor de M HC&SW in verschillende rollen: geven van colleges, werkgroepen begeleiden, meesterproeven begeleiden, tweede beoordelaar eindwerkstukken. De totale formatie voor de M HC&SW is 3,3 fte. De docent / studentratio is 1:18. Oordeel: goed Het auditteam kwalificeert het facet ‘Kwantiteit Personeel´ voor de deeltijdopleiding M HC&SW als goed op grond van het feit dat de docent/student ratio royaal is. Dit biedt de mogelijkheden om het onderwijs op het gewenste kwaliteitsniveau uit te voeren.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding HC&SW, Hogeschool Saxion, 1.0 26
Facet 3.3. Kwaliteit Personeel Criterium Het facet ‘Kwaliteit Personeel’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Is het personeel gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma? Bevindingen Het auditteam heeft een enthousiast en betrokken docententeam ontmoet, dat de uitstraling heeft van een ‘winning team’. Het docententeam van de M HC&SW is hoog gekwalificeerd. Analyse van de cv’s wijst uit dat de 16 personen die zijn verbonden aan de M HC&SW universitair geschoold zijn. Zes van hen zijn gepromoveerd en vijf zijn aan het promoveren. Hogeschool Saxion heeft centraal het beleid vastgesteld over de weg waarlangs medewerkers kunnen promoveren. Voor promotie-onderzoeken worden vanuit verschillende bronnen financiële middelen ter beschikking gesteld. Alle docenten die in vaste dienst zijn, zijn didactisch geschoold. Voor de docenten die tijdelijk worden ingehuurd voor heel specifieke taken, geldt dat niet in alle gevallen. In die gevallen is de opleiding zich bewust van de noodzaak van het geven van ondersteuning door de course director en ervaren docenten. Vrijwel alle kerndocenten zijn lid van een kenniskring van de lectoraten die zijn ondergebracht bij het KC GWT. Veel docenten werken aan onderzoeksopdrachten van het KC GWT. De lectoren van het KC GWT zijn actief betrokken bij het onderwijs en onderzoek. De hoogleraar, die verbonden is aan de Birmingham City University is programmatisch primair verantwoordelijk voor de inhoud van het onderwijs van de M HC&SW en ontwikkelt in samenspraak met de course director het curriculum. De docenten zijn deels werkzaam in de masteropleidingen, deels worden zij ingeleend vanuit de bacheloropleidingen. De docenten in dienst van Saxion, volgen de HRM gesprekscyclus van de Academie Gezondheidszorg. Freelance docenten die niet in dienst zijn van de hogeschool hebben met de course director een jaarlijks overleg waarin de activiteiten geëvalueerd worden en afspraken gemaakt worden voor het vervolg. In het gesprek dat het auditteam met de docenten heeft gehad, bevestigen deze dat zij in het lopende jaar een functioneringsgesprek hebben gehad. Daarin zijn afspraken gemaakt over na- en bijscholing en is gesproken over de door hen ervaren werkdruk. Aandachtspunten in het jaarplan van de masteropleidingen zijn intensiveren van de collegiale toetsing, het inwerken van nieuwe medewerkers in deze opleidingen en de onderlinge afstemming bij het begeleiden van de meesterproef. Oordeel: goed Het auditteam kwalificeert het facet ‘Kwaliteit Personeel’ voor de deeltijdopleiding M HC&SW als goed op grond van de volgende observaties: Het docentteam is betrokken en enthousiast en heeft de uitstraling van een ‘winning team’. Het opleidingniveau van de (kern)docenten en gastdocenten is universitair, waarbij bijna 70% is gepromoveerd of daarmee bezig is. Het opleidingsniveau van de docenten is daarmee in overeenstemming met wat mag worden verlangd bij een hbo master opleiding. De docenten in vaste dienst zijn didactisch geschoold. Naast dit opleidingsniveau ziet het auditteam ook dat er meer dan voldoende onderzoekservaring is bij het docententeam. De inhoudelijke leiding van het curriculum is in handen van een hoogleraar, die verbonden is aan Birmingham City University. Daarmee en daardoor is een voortdurende verbinding met de wetenschap geborgd. Het versterken van de kwaliteit van het docentencorps is in acties vastgelegd in het jaarplan van de opleiding.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding HC&SW, Hogeschool Saxion, 1.0 27
Onderwerp 4: Voorzieningen Dit onderwerp kent twee facetten: 1. materiële voorzieningen; 2. studiebegeleiding.
Facet 4.1. Materiële Voorzieningen Criterium Het facet ‘Materiële Voorzieningen’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Zijn de huisvesting en de materiële voorzieningen toereikend om het programma te realiseren? Bevindingen De studenten en docenten van masteropleidingen maken gebruik van de voorzieningen van Hogeschool Saxion in Enschede. Leslokalen en subgroepruimtes voldoen aan de eisen die aan het onderwijs en de daarin gebruikte werkvormen gesteld worden. Er zijn diverse lokalen ingericht met pc’s en printers zodat studenten tijdens de bijeenkomsten kunnen werken aan opdrachten of gebruik kunnen maken van online systemen. De studenten en docenten maken gebruik van online info via zoeksystemen. De bibliotheekvoorziening is goed. Studenten en docenten kunnen, naast uitleen en inzien van boeken, gebruik maken van abonnementen op databanken, waarover de bibliotheek beschikt. Er is een samenwerkingsverband met de bibliotheek van de Universiteit Twente (UT): tegen een gering bedrag kunnen studenten en docenten lid worden van de bibliotheek van die universiteit. Het auditteam waardeert dit samenwerkingverband. De studenten zijn tevreden over de openingstijden van de bibliotheek. Hierin is op hun verzoek verandering gekomen, hetgeen zij waarderen. De masteropleidingen hebben een plan ontwikkeld voor digitalisering van het onderwijs. Dit wordt in de komende jaren geïmplementeerd. Veel andere ondersteunende voorzieningen zoals Blackboard zijn digitaal. Van de student wordt verwacht dat deze de beschikking heeft over een computer en een e-mailadres. Communicatie en begeleiding vinden gedeeltelijk per e-mail plaats. Studenten kunnen opdrachten per e-mail inleveren en via een eigen e-mailadres samen aan groepsopdrachten werken. Studenten worden via een mailinglist op de hoogte gehouden van actuele ontwikkelingen en mededelingen. Saxion kent naast deze onderwijsgerichte voorzieningen tal van overige voorzieningen voor de studenten, zoals bijvoorbeeld: restaurant, kinderopvang, reprowinkel en PC-shop en een helpdesk ITC. De studenten, met wie het auditteam heeft gesproken, zijn tevreden over de voorzieningen die hen ter beschikking staan. Oordeel: goed Het auditteam kwalificeert het facet ‘Materiële Voorzieningen’ voor de deeltijdopleiding M HC&SW als goed op grond van de volgende observaties: Huisvesting van de medewerkers en studenten van de M HC&SW is goed en de onderwijskundige voorzieningen zijn wat mag worden verwacht voor een master opleiding. De bibliotheek is goed geoutilleerd en de samenwerking met onder andere de bibliotheek van de UT borgt dat studenten en docenten een goede toegang hebben tot bronnen van de wetenschap. Het auditteam vindt dit laatste een goed voorbeeld van samenwerking rond het toegankelijk maken van wetenschappelijke bronnen. De andere –niet onderwijsgerichte- voorzieningen (ict, repro, restaurant en dergelijke) zijn goed in orde.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding HC&SW, Hogeschool Saxion, 1.0 28
Facet 4.2. Studiebegeleiding Criteria Het facet ‘Studiebegeleiding’ is beoordeeld aan de hand van de volgende NVAO-criteria: Zijn de studiebegeleiding en de informatievoorziening aan studenten adequaat met het oog op de studievoortgang? Sluiten de studiebegeleiding en de informatievoorziening aan studenten aan bij de behoefte van de studenten? Bevindingen De studenten worden begeleid door mentoren; docenten die zijn verbonden aan de M HC&SW. Deze mentoren volgen voornamelijk het studieproces van de student. Ten minste eenmaal per jaar heeft de student een gesprek met de mentor, waarbij het onderwijs wordt geëvalueerd. De student kan desgewenst om meer begeleiding vragen. Als blijkt dat sprake is van studievertraging, dan wordt na analyse in samenspraak met de student een plan van aanpak opgesteld, dat is gericht op het afstuderen. In de gesprekken met het management en de docenten is duidelijk geworden dat de opleiding de verantwoordelijkheid voor de studievoortgang bij de volwassen student legt. De studenten, waarmee het auditteam heeft gesproken, merken hierover op dat zij het beginsel van het zelfsturend vermogen begrijpen, maar hier kritiek op hebben. De begeleiding is naar hun oordeel soms te veel op afstand. Als voorbeeld geven zij dat studenten een groot aantal malen een bepaald tentamen moesten herkansen, en dat pas op een laat moment daarbij extra begeleiding werd aangeboden. Wel bevestigen de studenten dat desgevraagd deze begeleiding wordt aangeboden. De studiebegeleiding geschiedt doordat de student zelf zijn portfolio en POP opstelt maar de studenten hebben de wens hebben uitgesproken om niet met een portfolio en POP te werken, maar wel begeleiding aangeboden te krijgen. Het management, de docenten én studenten bezinnen zich ten tijde van de audit op de gewenste wijze van begeleiden. Het auditteam adviseert de opleiding om met de studenten hierover in gesprek te blijven. De studenten vinden de informatievoorziening adequaat. Doordat de M HC&SW een kleinschalige opleiding is en de course director beschikbaar is op lesdagen kan de informatievoorziening direct aansluiten op de behoefte van de studenten. Oordeel: voldoende Het auditteam kwalificeert het facet ‘Studiebegeleiding’ voor de deeltijdopleiding M HC&SW als voldoende op grond van de volgende observaties: De studenten worden begeleid door mentoren, die het studieproces monitoren. Het auditteam heeft kunnen vaststellen dat begeleiding wordt aangeboden. De studenten hebben zelf aangegeven dat studiebegeleiding in de vorm van portfolio en POP van hen niet hoeft. Over de gewenste wijze van begeleiding zijn het management, de docenten en studenten met elkaar in gesprek.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding HC&SW, Hogeschool Saxion, 1.0 29
Onderwerp 5: Interne Kwaliteitszorg Dit onderwerp kent drie facetten: 1. evaluatie resultaten; 2. maatregelen tot verbetering; 3. betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld.
Facet 5.1. Evaluatie Resultaten Criterium Het facet ‘Evaluatie Resultaten’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Wordt de opleiding periodiek geëvalueerd, mede aan de hand van toetsbare streefdoelen? Bevindingen De M HC&SW evalueert periodiek en systematisch via de studenten en het werkveld. De evaluaties betreffen zowel de inhoud van het onderwijs als de organisatie. De PDCA-cyclus wordt hierbij doorlopen. Vaste onderdelen van de evaluaties zijn de competenties, de onderwijsinhoud en niveau, de colleges en inleidingen, de werkvormen, de opdrachten en toetsing, de gebruikte literatuur, de studiebelasting, de begeleiding en feedback. Daarnaast wordt nog geëvalueerd op lesverzuim door studenten, de daadwerkelijke studiebelasting in uren zoals ervaren door de studenten, sterke en zwakke punten van de opleiding en worden suggesties ter verbetering gevraagd. De studenten evalueren, schriftelijk en gestandaardiseerd, de afzonderlijke modules. Een oordeel over de totale opleiding wordt sinds het cohort 2006 aan de studenten gevraagd. Het continue proces van evalueren geeft vergelijking tussen de waarderingen van de studenten over de jaren heen. Ingezette veranderingen worden daarmee beoordeeld op hun effecten. Een aandachtspunt voor de opleiding is het systematisch en door zoveel mogelijk studenten laten invullen van de evaluatieformulieren, die standaard aan de modulehandleidingen toegevoegd zijn De
opleiding gebruikt de volgende instrumenten schriftelijke evaluaties door studenten, per module schriftelijke evaluaties door de studenten over de gehele opleiding de werkbezoeken door docenten en door de course director aan het werkveld van de studenten periodiek docentenoverleg de beroepenveldcommissie (in voorbereiding)
Daarnaast wordt in gesprekken met studenten informatie verzameld en worden de ontvangen signalen uitgediept. Hierdoor wordt bijsturing op onderdelen gedurende het programma mogelijk gemaakt. De informatie uitdieping gebeurt door maandelijks lunchoverleg met de studenten en via de alumni-dagen die in 2008 ingevoerd zijn. Het auditteam vindt deze wijze van informatie verzamelen en verwerken een goed voorbeeld van hoe dit kan geschieden in een kleine opleiding. Externe ontwikkelingen worden nauwlettend gemonitord. Een aantal kerndocenten is lid van de verschillende landelijke werkgroepen om ontwikkelingen te volgen en mede daar ook richting aan te geven. Verder maakt de opleiding gebruik van de expertise van het KC GWT. Lectoren en kenniskringleden werken aan onderzoeksprojecten en de zo verworven kennis van het werkveld wordt ingebracht binnen het bestaande masterteam en kan aanleiding vormen om de modules aan te passen. Het kwaliteitsbeleid van de masteropleidingen ligt in het verlengde van dat van het KC GWT. Vanwege de uitbreiding en samenhang van het aantal masteropleidingen en de borging van de kwaliteit (systematische en cyclische opzet) is recent een ‘Evaluatieplan masteropleidingen’ ontwikkeld. Hierin is per kwaliteitsaspect benoemd welke informatiebronnen voor de evaluatie van dat aspect beschikbaar zijn en welke normen worden gehanteerd.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding HC&SW, Hogeschool Saxion, 1.0 30
Oordeel: goed Het auditteam kwalificeert het facet ‘Evaluatie Resultaten’ voor de deeltijdopleiding M HC&SW als goed op grond van de volgende observaties: De opleiding evalueert periodiek en systematisch de inhoud van het onderwijs en de organisatie daarvan. Daarvoor maakt de opleiding gebruik van een aantal instrumenten, dat in hun samenhang de opleiding een goed beeld geeft van de kwaliteit van haar product. Naast formeel gestandaardiseerde evaluatiemethoden diept de opleiding ook via gesprekken met studenten en alumni informatie uit, waardoor de opleiding, mede gezien de kleinschaligheid, snel kan bijsturen. Het auditteam vindt dit een goed voorbeeld van hoe het kan. De opleiding evalueert het programma in het licht van externe ontwikkelingen die docenten, lectoren en leden van de kenniskring signaleren.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding HC&SW, Hogeschool Saxion, 1.0 31
Facet 5.2. Maatregelen tot Verbetering Criterium Het facet ‘Maatregelen tot Verbetering’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAOcriterium: Vormen de uitkomsten van periodieke evaluaties van de opleiding de basis voor aantoonbare verbetermaatregelen die bijdragen aan de realisatie van de streefdoelen? Bevindingen In 2005 is de M HC&SW geaccrediteerd. De destijds gemaakte opmerkingen hebben tot aanpassingen geleid. Als voorbeelden van die aanpassingen zijn het volgende: sinds 2006 is er nauwe samenwerking met de master Advanced Nursing Practice en is één docententeam gevormd. Er is samenwerking op de modules Onderzoek, Leiderschap en innovatie, terwijl ook de onderzoekspilot in kleine groepen is gecombineerd. in 2009 is gestart met een curriculumherziening op basis van het vernieuwde competentieprofiel. de opleiding heeft een actief beleid ingezet op studenten met studievertraging. Het auditteam heeft deze aanpassingen tijdens de audit kunnen vaststellen. Teambesprekingen, onderwijsevaluaties en reacties uit het werkveld hebben geleid en leiden tot aanpassingen en bijstellingen. De opleiding geeft als voorbeeld de als zwaar en erg belastend ervaren module Onderzoek waar de studiebegeleiding is versterkt. Voor alle masteropleidingen gezamenlijk is er een jaarwerkplan 2010. Daarin wordt voor het onderwijs, voor de bedrijfsprocessen, het personeel, de materiële voorzieningen, externe relaties en marketing en financiën en rendementen de huidige situatie geanalyseerd en worden actiepunten geformuleerd voor de gewenste situatie. Het bij facet 5.1 genoemde Evaluatieplan benoemt de input voor deze analyse en actiepunten. De studenten melden dat zij merken dat hun signalen rond onvolkomenheden worden opgepakt. Een voorbeeld hiervan is de bij facet 4.2 beschreven kritiek op het gebruik van het portfolio en POP. Oordeel: goed Het auditteam kwalificeert het facet ‘Maatregelen tot Verbetering’ voor de deeltijdopleiding M HC&SW als goed op grond van de volgende observaties: De opleiding evalueert regelmatig en frequent en maakt zichtbaar dat de uitkomsten van dergelijke evaluaties leiden tot bijstellingen in het programma, tot versterking van de studiebegeleiding of tot andere maatregelen die belemmeringen doen wegnemen. Dergelijke aanpassingen worden snel doorgevoerd, indien dit programmatechnisch mogelijk is. Studenten beamen dat hun signalen serieus worden genomen en dat deze leiden tot bijstellingen of opheffen van onvolkomenheden.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding HC&SW, Hogeschool Saxion, 1.0 32
Facet 5.3. Betrekken van Medewerkers, Studenten, Alumni en Beroepenveld Criterium Het facet ‘Betrekken van Medewerkers, Studenten, Alumni en Beroepenveld’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Zijn -en zo ja op welke wijze- medewerkers, studenten, alumni en het afnemend beroepenveld actief betrokken bij de interne kwaliteitszorg van de opleiding? Bevindingen Medewerkers De opleiding kent een kernteam annex programmacommissie en een docententeam. Het kernteam en docententeam komen regelmatig bij elkaar. Eens per twee maanden is het reguliere werkoverleg van de teamleider met de course directors een kwaliteitsoverleg. De docenten wordt individueel gevraagd zich uit te spreken over de opleiding. Studenten De studenten zijn, als beroepsbeoefenaren, een belangrijke afspiegeling van het directe beroepsveld. Elke onderwijsmodule evalueren zij, waarna de uitkomsten met hen worden besproken. De coördinator luncht periodiek met de studenten, waarbij wordt gesproken over de opleiding. Alumni De opleiding voert een actief alumnibeleid. Er wordt jaarlijks een met de alumni voorbereide alumnidag georganiseerd. Tijdens die dag wordt de alumni gevraagd naar hun oordeel over de opleiding en input vanuit het werkveld. Recent is er een alumninieuwsbrief gestart. Daarnaast kunnen alumni zich abonneren op de digitale Nieuwsbrief van het Kenniscentrum. Werkveld Om het werkveld betrokken te houden worden er werkbezoeken aan het veld gebracht. Naast de voortgang en de begeleiding van de student zijn er ook ontwikkelingen en vernieuwingen in de praktijk die invloed kunnen hebben op de inhoud van het curriculum, onderwerp van gesprek. De brede internationale Raad van Advies van de domeinen Health en Social Work wordt gevraagd zich uit te spreken over strategische aspecten rond de masteropleidingen. Het instellen van een beroepenveldcommissie (bvc) is in voorbereiding. Deze commissie heeft ten doel op operationeel/tactisch niveau de aansluiting en afstemming te waarborgen tussen de opleiding en de maatschappelijke omgeving van de gezondheidszorg en het welzijn. De bvc zal bestaan uit vier personen en worden gevormd door leden die een tactische of uitvoerende positie bekleden in het afnemende veld of die om hun inhoudelijke expertise en knowhow erkend worden als prominente vertegenwoordigers hiervan. Gezien de notitie die de opleiding hierover heeft opgesteld, heeft het auditteam er vertrouwen in dat een bvc in de voorgenomen samenstelling een positieve bijdrage kan leveren aan het betrekken van het werkveld bij de interne kwaliteitszorg en afstemming van ontwikkelingen. Oordeel: voldoende Het auditteam kwalificeert het facet ‘Betrekken van Medewerkers, Studenten, Alumni en Beroepenveld’ van de deeltijdopleiding M HC&SW voldoende op grond van de waarneming dat de medewerkers, studenten, alumni en het beroepenveld op adequate wijze zijn betrokken bij de interne kwaliteitszorg van de opleiding.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding HC&SW, Hogeschool Saxion, 1.0 33
Onderwerp 6: Resultaten Dit onderwerp kent twee facetten: 1. gerealiseerd niveau; 2. onderwijsrendement.
Facet 6.1. Gerealiseerd Niveau Criterium Het facet ‘Gerealiseerd Niveau’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Zijn de gerealiseerde eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen in overeenstemming met de nagestreefde eindkwalificaties? Bevindingen De eindscriptie wordt beoordeeld door twee beoordelaars. De eerste beoordelaar is tevens de meesterproefbegeleider. De tweede beoordelaar is meestal de lector, soms ook een senior docent. De beoordelaars gebruiken een uniform beoordelingskader. De beoordeling geschiedt onafhankelijk van elkaar en de uitkomsten worden naast elkaar gelegd en besproken. In de aanloop naar de audit hebben de externe auditoren in het auditteam acht recente eindscripties bestudeerd. In deze scripties beschrijven de studenten zowel door hen uitgevoerd toegepast wetenschappelijk onderzoek als in uitgebreide literatuurstudies de behandeling van probleemstellingen binnen welzijnsorganisaties. Het auditteam vindt dit passend voor het beroepsprofiel van de master opgeleide professional in de wereld van zorg en welzijn. De afstudeerwerkstukken zijn wat betreft probleemstelling van voldoende diepgang en complexiteit. Voor het realiseren van deze afstudeerwerkstukken dienen de afstudeerders te beschikken over een kennisniveau en analytisch vermogen dat van studenten van een hbo masteropleiding mag en moet worden geëist. Doorstroom De student studeert af op expert-niveau als Master Health Care & Social Work. Na het behalen van het getuigschrift M HC&SW kan de student doorstromen naar de MSc Advcanced Practice in Birmingham. Het werkveld en de alumni hebben zich in 2007 bij een marktonderzoek uitgesproken over het niveau van de opleiding. 85% van de werkveldvertegenwoordigers vindt dat er behoefte is aan afgestudeerden van de M HC&SW. 82% van de alumni geeft aan dat de opleiding voor hen absoluut van meerwaarde is. Oordeel: voldoende Het auditteam kwalificeert het facet ‘Gerealiseerd Niveau’ voor de deeltijdopleiding M HC&SW als voldoende. Eigen waarneming van de afstudeerwerkstukken en de gegevens die de opleiding heeft overlegd met betrekking tot het oordeel van het beroepenveld op de kwaliteit van de afgestudeerden, hebben tot dit oordeel geleid.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding HC&SW, Hogeschool Saxion, 1.0 34
Facet 6.2. Onderwijsrendement Criteria Het facet ‘Onderwijsrendement’ is beoordeeld aan de hand van de volgende NVAO-criteria: Zijn er, al dan niet in samenspraak met verwante opleidingen, streefcijfers geformuleerd in vergelijking met andere relevante opleidingen? Voldoet het onderwijsrendement aan deze streefcijfers? Bevindingen De resultaten van de opleiding over de afgelopen jaren zijn als volgt: cohort
Gestart
Afgestudeerd
Nog bezig
2002-‘04
26
16 / 62%
2003-‘05
19
11 / 58%
2004-‘06
10
8 / 80%
2005-‘07
10
6 / 60%
2006-‘08
14
7 / 50%
2007-‘09
10
3 / 30%
2008-‘10
13
11
2009-‘11
15
15
tabel 1: rendementen M HC&SW, hogeschool Saxion De opleiding hanteert vanaf 2008 als streefcijfer dat 15% van de ingeschreven studenten mag afvallen. Dit rendement werd in het verleden niet gehaald. De oorzaak daarvan ligt in het feit dat tot 2008 sprake was van een niet bekostigde opleiding. Deze kenmerkte zich door veel maatwerk en flexibele trajecten met een eigen studietempo op basis van persoonlijke keuzes. Hierdoor kwam het voor dat de student zijn motivatie verloor en afhaakte. Voorts geldt dat vóór 2008 toen ook studenten waren ingeschreven die maar een beperkt deel van de opleiding wilden volgen. Zij hadden bij inschrijving al aangegeven de opleiding niet af te zullen ronden. De cijfers in tabel 1 moeten in deze context worden gezien. Nu de opleiding is bekostigd, is flexibel studeren veel minder mogelijk. De opleiding verwacht een prikkel bij ‘studieslepers’ die collegegeld moeten betalen wanneer zij met hun studietempo en resultaten achterblijven. Zoals bij facet 4.2 is beschreven, monitort de opleiding de studievoortgang van de studenten en neemt zij in samenspraak met hen maatregelen. Oordeel: voldoende Het auditteam kwalificeert het facet ‘Onderwijsrendement’ van de deeltijdopleiding M HC&SW als voldoende op grond van de volgende observaties: Tot 2008 was de niet bekostigde structuur van de opleiding van invloed op het rendement: studenten kenden vrijheid in studiekeuze (enkele modulen tot de gehele studie) en studietempo. Met het bekostigd worden van de opleiding is de vrijheidsgraad voor studenten verkleind en is een duidelijk streefcijfer geformuleerd. De opleiding heeft maatregelen getroffen om het rendement op het niveau van het streefcijfer te brengen. Het auditteam heeft er vertouwen in dat de opleiding hier in zal slagen.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding HC&SW, Hogeschool Saxion, 1.0 35
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding HC&SW, Hogeschool Saxion, 1.0 36
4. 4.1.
SAMENVATTEND OORDEEL Oordeelschema hbo masteropleiding Health Care & Social Work, deeltijd, Hogeschool Saxion Onderwerp
/
Facet
Oordeel
1. Doelstellingen Opleiding 1.1. Domeinspecifieke Eisen 1.2. Niveau Master 1.3. Oriëntatie HBO
V V V
2. Programma 2.1. Eisen HBO 2.2. Relatie tussen Doelstellingen en Inhoud Programma 2.3. Samenhang Programma 2.4. Studielast 2.5. Instroom 2.6. Duur 2.7. Afstemming tussen Vormgeving en Inhoud 2.8. Beoordeling en Toetsing
V V V V V V V V
3. Inzet van Personeel 3.1. Eisen HBO 3.2. Kwantiteit Personeel 3.3. Kwaliteit Personeel 4. Voorzieningen 4.1. Materiële Voorzieningen 4.2. Studiebegeleiding 5. Interne Kwaliteitszorg 5.1. Evaluatie Resultaten 5.2. Maatregelen tot Verbetering 5.3. Betrekken van Medewerkers, Studenten, Alumni en Beroepenveld 6. Resultaten 6.1. Gerealiseerd Niveau 6.2. Onderwijsrendement Samenvattend oordeel
4 5 6
V
V
V4 G G G V5 G V V6 G G V
V V V V
Extra aantekening: goed Extra aantekening: goed Extra aantekening: goed
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding HC&SW, Hogeschool Saxion, 1.0 37
4.2.
Integraal oordeel/ advies aan NVAO
Op basis van zijn bevindingen met betrekking tot alle in het NVAO-Accreditatiekader vermelde onderwerpen en facetten, concludeert het auditteam dat de door de Hogeschool Saxion, in casu door het Kenniscentrum Gezondheid, Welzijn & Technologie verzorgde deeltijd hbo master opleiding Health Care & Social Work in aanmerking komt voor accreditatie door de NVAO. Op basis van de in hoofdstuk 1, § 1.4.2. genoemde beslisregels kent het auditteam aan de onderwerpen 3. Inzet van Personeel, 4. Voorzieningen en 5. Interne Kwaliteitszorg de extra aantekening ‘goed´ toe.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding HC&SW, Hogeschool Saxion, 1.0 38
BIJLAGE I:
Curricula Vitae auditoren en Onafhankelijkheidsverklaring auditoren
Foka Brouwer – lead auditor Foka Brouwer studeerde andragologie en geschiedenis in Groningen en Amsterdam. Vanaf 1991 werkte zij bij de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen in verschillende beleidsfuncties als staflid voor het College van Bestuur op de gebieden diversiteitsbeleid, kwaliteitszorg en interne dienstverlening. Vanaf 2002 was zij senioradviseur onderwijs en kwaliteit, regisseur voor de interne kwaliteitszorg en de accreditatietrajecten van de opleidingen van De Haagse Hogeschool en adviseur kwaliteitszorg voor het College van Bestuur. Zij was lid van de bestuurlijke werkgroep accreditatie van de HBO-raad. Op dit moment is zij senioradviseur bij de Hobéon Groep, met als aandachtsgebieden kwaliteitszorg & certificering en management consult. Aart Eliens – vakinhoudelijk auditor Aart Eliens is verpleegkundige A/B, heeft daarna Gezondheidswetenschappen gestudeerd, afstudeerrichting verplegingswetenschap en tal van cursussen op vakinhoudelijk terrein gevolgd in Nederland, het Verenigd Koninkrijk, Zweden en de Verenigde Staten. Hij is sinds 1983 onafgebroken actief geweest in het hoger onderwijs als (hoofd)docent verpleegkunde, programmaleider verpleegkunde, programmaleider van een M ANP opleiding en associate lector Best Practices. Thans is hij senior beleidsmedewerker bij V&VN en docent aan de M ANP van Hogeschool INHolland. Edwin Nicasie – vakinhoudelijk en werkvelddeskundg auditor Edwin Nicasie studeerde algemene sociale wetenschappen in Utrecht, Hij is docent psychiatrische verpleegkunde geweest aan een ROC, projectmanager advies en training bij een ROC, senior programmamanager/teamcoördinator van het team gezondheidsbeleid en overheden bij de Netherlands School of Public and Occupational Health (NSPOH) Amsterdam en studiecoördinator van de M ANP van Hogeschool INHolland. Thans is hij hoofd Opleidingen bij GGnet. Daar houdt hij zich bezig met de aansturing van opleiders en het ontwikkelen van het opleidingbeleid voor initiële en vervolgopleidingen van GGnet. Jan Hoogeveen – werkvelddeskundig auditor Jan Hoogeveen studeerde Gezondheidswetenschappen, afstudeerrichting verplegingswetenschap in Maastricht. Hij was jarenlang zorgmanager, locatiemanager en plaatsvervangend directeur van verschillende Woon en Zorgcentra. Hij is commercieel coördinator zorg en welzijn geweest bij Zorggroep Solis te Deventer. Daar is hij thans sectormanager cliëntbemiddeling en marktbewerking en lid van het centraal managementteam. In die functie is hij verantwoordelijk voor de productontwikkeling op het terrein van zorg en welzijn in relatie tot de markt en de marktvraag. Mieke te Stroete– student auditor Mieke te Stroete volgde de sociale academie opbouwwerk en de kaderopleiding manager gezondheidszorg. Zij werkte als zorgmanager en docent voor Thuiszorg Midden Gelderland, als teamleider bij de Stichting Maatschappelijke Dienstverlening Renkum en als adviseur Zorg en Dienstverlening bij de Stichting Mikado Duiven Westervoort. Thans is zij praktijkmanager bij huisartsenpratijk Rozet in Westervoort. Zij is tweedejaars student aan de masteropleiding Social Work van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. Rob Peters - secretaris Rob Peters studeerde personeelswerk in Den Haag. Na zijn opleiding vervulde hij diverse personeelsfuncties en was hij cao-onderhandelaar voor een werkgeversvereniging. Hij is in de periode 1990-2000 werkzaam geweest bij de HBO-Raad en de Hobéon Groep. In die periode heeft hij als projectleider gewerkt in nationale en internationale projecten op het terrein van onderwijs, management en strategische beleidsvorming. Aansluitend heeft hij zes jaar de functie van hoofd afdeling PO&I en loco-secretaris vervuld bij een gemeentelijke organisatie. Thans is hij associé bij de Hobéon Groep en betrokken bij het uitvoeren van audits in het hoger beroepsonderwijs.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding HC&SW, Hogeschool Saxion, 1.0 39
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding HC&SW, Hogeschool Saxion, 1.0 40
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding HC&SW, Hogeschool Saxion, 1.0 41
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding HC&SW, Hogeschool Saxion, 1.0 42
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding HC&SW, Hogeschool Saxion, 1.0 43
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding HC&SW, Hogeschool Saxion, 1.0 44
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding HC&SW, Hogeschool Saxion, 1.0 45
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding HC&SW, Hogeschool Saxion, 1.0 46
BIJLAGE II: Programma Visitatie Programma Audit opleiding Master Advanced Nursing Practice en Master Health Care & Social Work, Saxion Hogescholen, Deventer , dinsdag 24 en woensdag 25 november 2009. Dinsdag 24 november. Het accent ligt vandaag op generieke onderwerpen en op de inhoud en programmering van de master ANP Lokaal Tijd Gesprekspartners Auditoren Onderwerpen Onderling kennismaken en voorbespreking 08.30-09.00 Auditteam Foka Brouwer Aart Eliens Jan Hoogeveen Edwin Nicasie Sylvia Kok Rob Peters Auditteam Kennismaking 09.00-09.30 Management Definitieve vaststelling programma 24 en Kenniscentrum: 25 november Frans Pol (voorzitter DB Kenniscentrum) Wim Slingerland (DB Kenniscentrum) Stephan van der Voort (Teamleider Masteropleidingen) Amar Voogt (Hoofdopleider GGZ VS) 09.30-10.15
Management masteropleidingen: Alice Bomers (course director ANP) Jacqueline Kok (course director HCSW) Stephan van der Voort
Auditteam
10.15 -11.00
Lectoraat/kenniskring voor ANP/ HCSW Joy Notter (lector) Peter Goossens (lector) Truus Spijker (Associate lector)
Foka Brouwer Jan Hoogeveen Aart Eliens Sylvia Kok
Generiek voor M ANP en M HCSW Strategisch beleid, visie, missie Marktpositie en instroom Relatie beroepenveld: beroepenveldcommissie, opleidingsoverleg Internationalisering Personeel, deskundigheidsbevordering Rendementen (met analyse) Kwaliteitszorg Resultaten Specifiek voor M ANP Stand van zaken lectoraat / innovatie Betrokkenheid docenten en studenten in kenniskring; betrokkenheid studenten bij toegepast onderzoek Disseminatie van kennis: kenniskring Æ docenten en kenniskring Æ studenten.
10.15 – 11.00 Werkveld ANP H. Hegeman (chirurg) parallel
Edwin Nicasie Rob Peters
Specifiek voor M ANP Relatie van beroepenveld met opleiding Aansluiting programma op vooropleiding; Doorstroom naar w.o,, behoefte aan MSc Praktijkcomponent, praktijkbegeleiding afstuderen Invloed van de praktijk op de onderwijsontwikkeling, in internationaal perspectief Betekenis van het Kenniscentrum GWT voor het werkveld
11.00 – 11.15
Auditteam
Interne terugkoppeling, verificatie
Auditteam
Specifiek voor M ANP Relatie met het beroepenveld Onderwijsontwikkeling Eindkwalificaties Samenhang programma Toetsen en beoordelen Internationalisering Studiebegeleiding
Auditteam
Lunch, interne terugkoppeling, verificatie
11.15 -12.15
Coördinatoren / Onderwijsontwikkelgroep voor M ANP Harry Schoot Suze Bombeld Ria Lohuis Alice Bomers Geert Groot Jebbink Inke Schaap
12.15 – 13.00 Lunch
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding HC&SW, Hogeschool Saxion, 1.0 47
Lokaal
Tijd Gesprekspartners 13.00 – 13.30 Rondleiding voorzieningen Alice Bomers Jacqueline Kok
Auditoren Auditteam
Onderwerpen Generiek voor beide master opleidingen Bibliotheek/mediatheek en andere voorzieningen in Enschede
13.30 – 14.30 Kwaliteitszorg Alice Bomers Jacqueline Kok Ingrid ten Haken Stephan van der Voort
Foka Brouwer Edwin Nicasie Sylvia Kok
Docenten M ANP 13.30 – 14.30 Onderwijsontwikkelgroep plus Hilde de Vocht parallel Jack de Swart Sandra Koster Frits Oosterveld Andre Bieleman
Jan Hoogeveen Aart Eliens Rob Peters
Generiek voor beide master opleidingen Kwaliteitscyclus: Evaluatie van resultaten en rendementen Maatregelen tot verbetering+vastlegging Betrekken van medewerkers, studenten, alumni, werkveld Klachtenregeling: uitwerking in de praktijk Specifiek voor M ANP Relatie met het beroepenveld, Onderwijsontwikkeling en eindkwalificaties Samenhang programma Toetsen en beoordelen Internationalisering Eigen verankering in het beroepenveld en eigen deskundigheidsbevordering Betekenis van het Kenniscentrum GWT voor docenten Studiebegeleiding Generiek voor de beide masteropleidingen Toetsen en beoordelen: validiteit, objectiviteit en methodieken; beoordelen van toegepast onderzoek en eindwerkstukken Kwaliteitsborging van de praktijkcomponent Resultaten en rendementen Bezwaar en beroep Vrijstellingen, evc beleid en evt toepassing daarvan Verificatie van documenten, interne terugkoppeling en bepalen ‘pending issues’
14.30 - 15.15
Examencommissie en betrokkenen bij toetsen en beoordelen Jack de Swart (vz excomm) Alice Bomers Arjan van der Salm Ria Lohuis
Auditteam
15.15 – 15.30
Auditteam
15.30 – 16.00 Nader te bepalen gesprekspartners (iedereen beschikbaar)
(Deel) auditteam
Vrije ruimte voor verdieping en/of additionele gespreksonderwerpen.
16.00 – 16.15
Auditteam
16.15 – 17.00 Werkveld ANP J. Klaase, (chirurg)
(Edwin Nicasie Rob Peters
Verificatie van documenten, interne terugkoppeling en bepalen ‘pending issues’ Specifiek voor M ANP Relatie beroepenveld met opleiding Aansluiting programma op vooropleiding; Doorstroom naar w.o., behoefte aan MSc Praktijkcomponent, praktijkbegeleiding afstuderen Invloed van de praktijk op de onderwijsontwikkeling, in internationaal perspectief Betekenis van het Kenniscentrum GWT voor het werkveld
16.15 – 17.30 parallel
Auditteam
Bepalen voorlopige oordeel over M ANP
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding HC&SW, Hogeschool Saxion, 1.0 48
Woensdag 25 november 2009. Het accent op deze dag ligt op de master Lokaal Tijd Gesprekspartners Auditoren 08.45 – 09.15 Auditteam Foka Brouwer Aart Eliens Jan Hoogeveen Edwin Nicasie Mieke te Stroete Rob Peters Deel auditteam 09.15 – 10.15 Studenten en oud studenten M ANP (groep nog niet definitief vastgesteld) Anne Weierink Janske Glas Carl Penninga Maritha SpekschoorStorteleder
HC&SW Onderwerpen Terugblik op de vorige dag. Bijpraten van Mieke te Stroete (student auditor voor M HCSW)
Informatievoorziening Studiebegeleiding, praktijk van evc Doorstroom naar w.o., afstuderen Toetsen en beoordelen Studeerbaarheid, studielast Materiële voorzieningen Rol praktijkbegeleider en mentor Betekenis van het Kenniscentrum GWT voor studenten/afgestudeerden
09.15 – 10.15 parallel
Studenten en oud studenten M HC&SW (groep nog niet definitief vastgesteld) Femke Veld Lars van Driel Jasper Erkens Gerben ten Broeke Jorien Braamhaar
Deel auditteam, waaronder in ieder geval Mieke te Stroete
idem
10.15 – 11.00
Coördinatoren /onderwijsontwikkelgroep Jacqueline Kok Hilde de Vocht Jack de Swart Ria Lohuis Truus Spijker
auditteam
11.00 – 11.45
Werkveld van M HC&SW (Groep nog niet definitief vastgesteld) Dhr W. de Vree Mw R. Jaspers Frank Mollee
Aart Eliens Edwin Nicasie Rob Peters
Relatie met het beroepenveld Onderwijsontwikkeling Eindkwalificaties Samenhang programma Toetsen en beoordelen Internationalisering Eigen verankering in het beroepenveld en eigen deskundigheidsbevordering Studiebegeleiding Relatie met het beroepenveld Aansluiting programma op vooropleiding; doorstroom naar het w.o. Praktijkcomponent, praktijkbegeleiding, afstuderen Invloed van de praktijk op de onderwijsontwikkeling, in internationaal perspectief Betekenis van het Kenniscentrum GWT voor het werkveld
11.00 -11.45 parallel
Docenten HC&SW Andre Bieleman Hilde de Vocht Ria Lohuis Inke Schaap Jack de Swart Mireille Hoffmann
Foka Brouwer Jan Hoogeveen Mieke te Stroete
11.45 – 12.00 12.00 – 12.30
Auditteam
12.30 – 13.15
Nader te bepalen gesprekspartners M HCSW Lunch
13.15 – 14.00
Alle gesprekspartners
Auditteam
Relatie met het beroepenveld, Onderwijsontwikkeling en eindkwalificaties Samenhang programma Toetsen en beoordelen Internationalisering Eigen verankering in het beroepenveld en eigen deskundigheidsbevordering Betekenis van het Kenniscentrum GWT voor docenten Studiebegeleiding Interne terugkoppeling en bepalen ‘pending issues’ Pending issues Lunch en bepalen definitieve standpunten betreffende M ANP en MHCSW Plenaire terugkoppeling M ANP en M HCSW
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding HC&SW, Hogeschool Saxion, 1.0 49