Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding Advanced Nursing Practice duaal Hogeschool Saxion
Scheveningseweg 46 2517 KV Den Haag T (070) 30 66 800 F (070) 30 66 870 I www.hobeon.nl E
[email protected]
Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding Advanced Nursing Practice duaal CROHO nr. 49246 Hogeschool Saxion
Hobéon® Certificering BV 15 februari 2010 Auditteam: F.M. Brouwer drs A.M. Eliens drs J.A. Hoogeveen drs E. Nicasie S. Kok Secretaris: R.G. Peters
INHOUDSOPGAVE 1. 1.1. 1.2. 1.3. 1.3.1. 1.3.2. 1.3.3. 1.3.4. 1.3.5. 1.4. 1.4.1. 1.4.2. 1.4.3. 1.4.4.
INLEIDING Functie van het rapport Bereik van de beoordeling Karakteristiek van het beroep, het kenniscentrum en de opleiding Het beroep ‘Nurse Practitioner’ Het kenniscentrum Gezondheid, Welzijn en Technologie (KC GWT) De opleiding Master Advanced Nursing Practice De vorige visitatie Enkele cijfers betreffende de opleiding Aanpak Beoordelingsprocedure en werkwijze Beslisregels Auditteam Deelnemers visitatie
1 1 1 1 1 1 2 2 3 3 3 5 6 7
2. 2.1. 2.2. 2.3. 2.4.
MANAGEMENTSAMENVATTING Gegevens Beoordelingskader Samenstelling auditteam Beoordeling op onderwerpen
8 8 8 8 8
3.
BEVINDINGEN EN BEOORDELING Onderwerp 1: Doelstellingen Opleiding Facet 1.1. Domeinspecifieke Eisen Facet 1.2. Niveau Master Facet 1.3. Oriëntatie HBO Onderwerp 2: Programma Facet 2.1. Eisen HBO Facet 2.2. Relatie tussen Doelstellingen en Inhoud Programma Facet 2.3. Samenhang Programma Facet 2.4. Studielast Facet 2.5. Instroom Facet 2.6. Duur Facet 2.7. Afstemming tussen Vormgeving en Inhoud Facet 2.8. Beoordeling en Toetsing Onderwerp 3: Inzet van Personeel Facet 3.1. Eisen HBO Facet 3.2. Kwantiteit Personeel Facet 3.3. Kwaliteit Personeel Onderwerp 4: Voorzieningen Facet 4.1. Materiële Voorzieningen Facet 4.2. Studiebegeleiding Onderwerp 5: Interne Kwaliteitszorg Facet 5.1. Evaluatie Resultaten Facet 5.2. Maatregelen tot Verbetering Facet 5.3. Betrekken van Medewerkers, Studenten, Alumni en Beroepenveld Onderwerp 6: Resultaten Facet 6.1. Gerealiseerd Niveau Facet 6.2. Onderwijsrendement
12 12 12 14 15 16 17 19 21 22 23 24 25 26 28 28 29 30 32 32 33 34 34 36 37 38 38 39
4. 4.1. 4.2.
SAMENVATTEND OORDEEL Oordeelschema HBO master opleiding Advanced Nursing Practise Integraal oordeel en advies aan de NVAO
40 40 41
Bijlage I: Curricula Vitae auditoren en onafhankelijkheidsverklaringen auditoren Bijlage II: Programma visitatie 24 en 25 november 2009.
1. 1.1.
INLEIDING Functie van het rapport
Het onderhavige rapport bevat het advies aan de NVAO dat door Hobéon Certificering als Visiterende en Beoordelende Instantie is opgesteld ten behoeve van de accreditatie van de hbo masteropleiding Advanced Nursing Practice van Hogeschool Saxion.
1.2.
Bereik van de beoordeling
Het onderhavige rapport heeft betrekking op de masteropleiding Advanced Nursing Practice (hierna M ANP), crohonummer 49246, die wordt uitgevoerd als duale opleiding binnen het Kenniscentrum Gezondheidzorg, Welzijn en Technologie van Hogeschool Saxion. De basis voor het onderzoek van Hobéon Certificering is de Management Review van de opleiding M ANP van oktober 2009.
1.3.
Karakteristiek van het beroep, het kenniscentrum en de opleiding
1.3.1. Het beroep ‘Nurse Practitioner’ In Nederland waren tot halverwege de negentiger jaren van de vorige eeuw de werkzaamheden van artsen en verpleegkundigen strikt gescheiden. Artsen deden het medische werk (de cure) en verpleegkundigen hadden de zorgtaken (de care). Evenals in het buitenland werd in Nederland een artsentekort verwacht. Om die reden is de beweging op gang gekomen om verpleegkundigen naast de caretaken ook de curetaken te laten uitvoeren, waarbij de arts een aantal taken aan de verpleegkundige delegeert. ‘Taakherschikking’ werd het sleutelwoord voor de invoering van het beroep Nurse Practitioner (hierna NP). De Raad voor de Volksgezondheid heeft hierover in 2002 advies uitgebracht aan de minister van VWS. De NP wordt als Verpleegkundig Specialist (hierna: VS) gepositioneerd in het verpleegkundige domein. ‘Verpleegkundig Specialist’ is een beschermde titel, valt onder wet BIG, art. 14 en wordt in het register van het College Specialismen Verpleegkunde (CSV) ingeschreven. Daarmee onderscheidt de VS zich ook in wettelijke zin van de verpleegkundige (wet BIG, art. 3). De VS is bevoegd tot het zelfstandig indiceren en uitvoeren van een aantal voorbehouden handelingen. Een VS is een verpleegkundige die, door een erkende hbo-masteropleiding en ervaring, op het niveau van expert wordt ingezet voor een omschreven groep patiënten waarmee hij een individuele behandelrelatie aangaat. Vanuit het perspectief van de patiënt worden care en cure geïntegreerd aangeboden. Daarmee wordt de continuïteit en kwaliteit van zowel de verpleegkundige zorg als de medische behandeling bevorderd. Kenmerken van deze master opgeleide functionaris zijn de zelfstandigheid, de deskundigheid (expertfunctie) en de innovatieve beroepshouding. De NP wordt in de naaste toekomst Verpleegkundig Specialist in een deelprofiel: preventief, acute zorg, intensief en chronisch. In februari 2009 heeft de minister van VWS zijn goedkeuring gegeven aan de titel Verpleegkundig Specialist en aan de vier deelprofielen. Een vijfde deelprofiel – de geestelijke gezondheidszorg- is op 10 juni 2009 door de minister van VWS erkend.
1.3.2. Het kenniscentrum Gezondheid, Welzijn en Technologie (KC GWT) Binnen de Hogeschool Saxion bestaat het Kenniscentrum Gezondheid, Welzijn & Technologie (hierna: KC GWT). Dit kenniscentrum is een samenwerkingsverband van de Academie Gezondheidszorg (hierna: AGZ) en de Academie Mens en Maatschappij (hierna: AMM) en bestrijkt de kennisdomeinen Health en Social Work terwijl toegepaste technologie een belangrijke rol speelt. Bij deze kennisdomeinen horen zeven bachelor en drie hbo masteropleidingen. Deze hbo masteropleidingen zijn: Health Care & Social Work, Master Musculoskeletaal (start 2010) en Advanced Nursing Practice. Het KC GWT kent vijf lectoraten en kenniskringen.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding Advanced Nursing Practice, Hogeschool Saxion, 1.0 1
Projecten en toegepast onderzoek binnen het KC GWT geven input voor de masteropleidingen. Er is nauwe samenwerking tussen de academies AGZ en AMM en het KC GWT, onder meer door uitwisseling van docenten. In het ‘Strategisch beleidsplan 2008 -2012’ is vastgelegd dat er sprake is van een geheel waarin onderwijs, onderzoek, innovatie en commerciële activiteiten in samenhang en wisselwerking worden aangeboden. Vanuit deze positie opereert het KC GWT als een portal voor het (Eu)regionale werkveld van zorg en welzijn. Het KC GWT is nationaal en internationaal actief. Het kenniscentrum is opgedeeld in vijf programmalijnen: Active Ageing Community Care Gezondheid & Bewegen Technologie in Gezondheidszorg en Welzijn Geestelijke Gezondheidszorg De relevante programmalijn voor de M ANP is Active Agening.
1.3.3. De opleiding Master Advanced Nursing Practice Landelijk bestaan er negen door de overheid bekostigde masteropleidingen ANP. De opleiding van Hogeschool Saxion is in januari 2004 geaccrediteerd op basis van een aanvraag nieuwe opleiding uit juli 2003 en in 2005 gestart. In de periode 2004 –’09 is een landelijke samenwerking tot stand gekomen tussen de negen masteropleidingen. In de korte tijd van het bestaan hebben het beroep, de arbeidsmarkt en het landelijke competentieprofiel van NP’ers zich zeer snel ontwikkeld. Tot 2008 was het landelijke competentieprofiel uit 2003 leidraad voor het programma van de opleiding. Sinds september 2008 werkt de opleiding met de tweede versie van het programma, dat is gebaseerd op het landelijke competentieprofiel ‘Verpleegkundig Specialist’ dat in 2008 verscheen. De derde versie van dit programma is ten tijde van de audit in de maak. Dit programma, dat volgens de planning in september 2010 van start moet gaan, is een verdere uitwerking van het competentieprofiel van 2008 en betreft dan de uitwerking in de vijf deelprofielen (zie hieronder). Deze uitwerking moet daarmee voldoen aan de (wettelijke) kaders en richtlijnen die zijn geformuleerd in het Algemeen Besluit Specialismen Verpleegkunde van 16 december 2008 en de Specifieke Besluiten van 16 december 2008 en 9 maart 2009 (betreffende het specialisme GGZ). De Registratiecommissie Specialismen Verpleegkunde (RSV) heeft de opleiding in september 2009 een officiële voorlopige erkenning gegeven voor de duur van twee jaar voor het verzorgen van vijf duale trajecten voor een verpleegkundig specialisme. Dit zijn: 1. preventieve zorg bij somatische aandoeningen 2. acute zorg bij somatische aandoeningen 3. intensieve zorg bij somatische aandoeningen 4. chronische zorg bij somatische aandoeningen 5. geestelijke gezondheidszorg. De implementatie van de verdere ontwikkeling van het competentieprofiel en van de vijf specialismen zijn voorwaarden om de officiële erkenning van de RSV na 2011 te behouden. De M ANP is, zoals gezegd, gepositioneerd binnen het KC GWT van Hogeschool Saxion en bestaat vanaf 2005. Inmiddels zijn drie cohorten studenten aan deze tweejarige masteropleiding afgestudeerd. Het programma van de masteropleiding ten tijde van de visitatie bevindt zich in een overgangsfase: de studenten van het cohort 2009-’11 zijn gestart met het competentiegerichte profiel van 2008; voor de studenten uit eerdere cohorten geldt nog het beroepsprofiel uit 2003.
1.3.4. De vorige visitatie De opleiding is in 2003 beoordeeld door de NAO. Alle onderwerpen werden voldoende beoordeeld. Het auditpanel heeft destijds opmerkingen gemaakt bij: de communicatie met andere professionals; de reflectie op eigen handelen; de zwaarte van de opleiding voor de studenten voor wat betreft het uitvoeren van onderzoek; het impliciet vastleggen van streefdoelen.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding Advanced Nursing Practice, Hogeschool Saxion, 1.0 2
De opleiding heeft hierop als volgt gereageerd: a. Communicatie met andere professionals In het persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) van de studenten is opgenomen dat ze zelf multidisciplinair overleg moeten organiseren en hiervan verslag moeten uitbrengen; De studenten hebben meer dan vroeger contact met de studenten van de masteropleiding Health Care & Social Work (HC&SW), o.a. door gemeenschappelijke modules. b.
Reflectie op eigen denken en handelen De module Praktijkleren 1 besteedt aandacht aan theorie en praktijk rond reflecteren; De studenten leren werken met de incidentmethode; Studenten becommentariëren casuïstiek van medestudenten.
c.
Monitoren van het onderdeel ‘onderzoek’ Op de onderzoekslijn is zware begeleiding gezet; De module (CC1) ‘Onderzoek’ volgen de studenten samen met de studenten van HC&SW waardoor meer begeleiding mogelijk is; Voorbereiding op het eigen onderzoek gebeurt onder begeleiding in groepjes van vier; Bij het eigenlijke onderzoek hebben studenten individuele begeleiding. Er is een Quick Place (digitale omgeving) ingericht voor feedback en begeleiding.
d.
Kwaliteitszorg Er is de afgelopen jaren structurele aandacht voor de kwaliteitszorg geweest. Zo is de PDCA-cyclus tot stand gekomen en is recent een kwaliteitsplan voor de masteropleidingen ontwikkeld.
De hogeschool heeft in april 2009 een interne audit uitgevoerd bij de opleiding. Hierbij waren managers uit andere academies van de hogeschool betrokken en twee medisch specialisten uit de regio Twente als werkvelddeskundigen. De interne audit gaf als beeld dat de opleiding voldoende scoorde op alle NVAO onderwerpen. Het panel heeft enkele aanbevelingen geformuleerd, waarmee de opleiding aan de slag is gegaan. Hierover rapporteren wij in hoofdstuk 3 bij de respectieve onderwerpen en facetten.
1.3.5. Enkele cijfers betreffende de opleiding De opleiding heeft een omvang van circa 45 studenten. De jaarlijkse instroom is de afgelopen jaren rond de 19 studenten; de herkomst van de studenten is voornamelijk de regio Twente, Stedendriehoek en Achterhoek. Het streven van de opleiding is om vanaf 2010 de instroom te brengen op circa 30 studenten per jaar. De instroomeisen voor de studie zijn landelijk vastgelegd. Studenten moeten een bachelorniveau verpleegkunde hebben en minimaal twee jaar werkervaring. Een landelijk opererend assessment centrum kan adviezen geven over vrijstellingen aan studenten met een hogere verpleegkundige vooropleiding. Zie verder bij facet 2.5. Veel studenten ronden de studie in twee jaar af, circa 20% doet er iets langer over. De uitval is gering; het rendement van de opleiding ligt rond de 90%. Zie verder bij facet 6.2. De docent-student ratio is 1: 18. De opleiding biedt de studenten een internationale oriëntatie en heeft daarvoor een samenwerkingsverband met de Birmingham City University. Vanaf mei 2009 is er de mogelijkheid voor afgestudeerde masters van de ANP om hun MSc graad te behalen aan die universiteit. Zie verder bij facet 2.1.
1.4.
Aanpak
1.4.1. Beoordelingsprocedure en werkwijze Bij de beoordeling van de duale masteropleiding is uitgegaan van het door de NVAO vastgestelde “Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs”. Daarin staan de onderwerpen en facetten vermeld waarop een VBI zich bij de beoordeling van een opleiding moet richten. Voorts zijn daarin opgenomen de criteria aan de hand waarvan een VBI moet bepalen of de basiskwaliteit van die opleiding als voldoende kan worden beoordeeld.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding Advanced Nursing Practice, Hogeschool Saxion, 1.0 3
Voorafgaand aan het accreditatieonderzoek heeft Hobéon Certificering de opleiding voorbereid op de audit door een inhoudelijke toelichting te geven op het NVAO-Accreditatiekader. Met betrekking tot het specifieke referentiekader geldt dat de opleiding zich baseert op het landelijke ‘Competentieprofiel Verpleegkundig Specialist’ zoals dat in januari 2008 is vastgesteld in het landelijk overleg tussen de betreffende opleidingen en het beroepenveld. (Zie verder facet 1.1.: ‘Domeinspecifieke Eisen’). Het auditteam heeft dit opleidingsspecifieke referentiekader beoordeeld en vastgesteld dat het in voldoende mate gespecificeerd is en passend is voor een hbo-masteropleiding Advanced Nursing Practice. Het auditteam heeft dit kader in zijn beoordeling betrokken. Zie voorts onder facet 1.1. De beoordelingsprocedure van Hobéon Certificering kent twee hoofdmomenten: Documentanalyse Het gaat hier om een analyse en beoordeling van door de M ANP aangeleverde schriftelijke informatie: Management Review van oktober 2009 Studiegids; Onderwijs- en Examen Reglement – OER; Onderliggende documentatie betrekking hebbend op bijvoorbeeld: strategische keuzen en de positie in de markt, interne organisatie en communicatie, de (systematiek van) interne kwaliteitszorg en de daarmee samenhangende interne managementrapportages en verbetermaatregelen, ontwikkelingen in het beroepenveld, beroeps- en opleidingsprofielen, (validatie) eindkwalificaties, curricula en de evaluatie daarvan, werkvormen, toetsing en beoordeling, kwantitatief en kwalitatief personeelsbeleid, inclusief promotiebeleid internationalisering, instroombeleid, studiebegeleiding en studenttevredenheid onderwijsrendement. Op basis van deze door de opleiding M ANP aangeleverde documentatie heeft het auditteam zich een beeld kunnen vormen van de primaire en secundaire processen van deze duale opleiding. Het auditteam heeft dit beeld getoetst aan zaken als: ambitieniveau, toekomstgerichtheid, innovatief vermogen, kwaliteitsbewaking via interne en externe evaluatie, arbeidsmarktrelevantie, resultaatgerichtheid, continuïteit, studenten- en docentenbelangen. Voorafgaand aan de visitatie is het management van de opleiding op de hoogte gesteld van de voorlopige bevindingen van het auditteam op basis van zijn documentanalyse. Audit De audit was gericht op een actieve ‘controle’ door middel van een visitatie1, uitgevoerd door een auditteam waarvan deel uitmaakten drie externe onafhankelijke deskundigen op het gebied van specialistische verpleegkunde, een student van een verwante opleiding en een lead auditor. Aan dit auditteam was een secretaris vanuit Hobéon Certificering toegevoegd. Onder ‘controle’ moet hier worden verstaan, dat het auditteam op de niveaus van management, coördinatie, lectoren, examencommissie, docenten, werkveld en studenten heeft getoetst of de in
1
De visitatie heeft op 24 en 25 november 2009 plaatsgevonden, in combinatie met de visitatie van hbo master Health Care & Social Work.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding Advanced Nursing Practice, Hogeschool Saxion, 1.0 4
de documentatie beschreven beleidsvoornemens en de daaraan gerelateerde uitvoeringsprocessen zijn geïmplementeerd en of de overige in de documentatie vervatte informatie verifieerbaar is. Deze verificatie door het auditteam geschiedde door verscheidene malen hetzelfde onderwerp met verschillende geledingen te bespreken, door het bestuderen van additionele documentatie en, daar waar het de huisvesting en de materiële voorzieningen betreft, ook door eigen waarneming. De audit is uitgevoerd in combinatie met een audit van de master opleiding Health Care & Social Work, die binnen hetzelfde KC GWT wordt verzorgd. Voor beide visitaties zijn generieke onderwerpen zoals het personeelbeleid, de interne kwaliteitszorg en voorzieningen, op niveau van het KC besproken en waargenomen. De
additionele, tijdens de visitatie geraadpleegde, documentatie behelsde ondermeer: overzicht van CV’s van (gast)docenten; netwerkoverzicht van docenten; portfolio’s van studenten; detailbeschrijving van modules, cases en de daaraan gekoppelde opdrachten; stageverslagen en -beoordelingen; de ‘beroepsproducten’ die gedurende de opleiding door studenten worden opgeleverd; de ‘eindproducten’ van studenten.
Aan het eind van de visitatie op 24 en 25 november 2009 heeft het auditteam de opleiding gevraagd een notitie aan te leveren over het toetsen en beoordelen. Aanleiding voor de vraag was de waarneming, dat de docenten weliswaar een helder beeld hadden van de beoordelingsnormen en de ontwikkeling daarin, maar dat dit beeld niet was vastgelegd. Naar het oordeel van het auditteam was de borging van de kwaliteit van de toetsing te impliciet. In de gevraagde notitie moet de opleiding de vorm en wijze van toetsen en beoordelen vastleggen en de wijze waarop de opleiding het beoordelen en toetsen bespreekt met de kerndocenten, modulecoördinatoren en de leermeesters. Ook moet de opleiding aangeven hoe de systematische controle op de kwaliteit van toetsen is geregeld en aangeven hoe het management van de opleiding toeziet op het toetsen en beoordelen. Het auditteam heeft de gevraagde notitie op 26 januari 2010 van de opleiding ontvangen en in de beoordeling betrokken. Aldus had het auditteam voldoende instrumenten om zich op gedetailleerd niveau op de hoogte te stellen van inhoud, opzet, uitvoering en resultaten van het opleidingsprogramma en van de daarmee samenhangende personele, organisatorische, materiële en ruimtelijke voorzieningen. Het auditteam heeft op deze wijze alle in het NVAO-Accreditatiekader vermelde facetten beoordeeld, op basis waarvan in de managementsamenvatting (hoofdstuk 2) een samenvattend oordeel per onderwerp werd gegeven. Een en ander werd vastgelegd in een conceptrapport dat aan de opleiding werd voorgelegd voor een toets op eventuele feitelijke onjuistheden. Het adviesrapport is de weergave van het oordeel van het auditteam met daarbij de gronden waarop dat oordeel is gebaseerd.
1.4.2. Beslisregels Volgens de NVAO-Beslisregels Accreditatie kan een onderwerp slechts ‘onvoldoende’ of ‘voldoende’ scoren. Een facet kan evenwel, volgens diezelfde regels, ‘onvoldoende’, ‘voldoende’, ‘goed’ of ‘excellent’ scoren. Met dit als uitgangspunt, heeft Hobéon onderstaande beslisregels toegepast. Onderwerp A. Een onderwerp scoort ‘voldoende’, indien alle facetten van dat onderwerp ten minste ‘voldoende’ hebben gescoord of indien één facet van dat onderwerp ‘onvoldoende’ en de overige ten minste ‘voldoende’ hebben gescoord, mits een acceptabel verbeterplan beschikbaar is voor het facet met de score ‘onvoldoende’.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding Advanced Nursing Practice, Hogeschool Saxion, 1.0 5
B. Een onderwerp scoort ‘onvoldoende’, indien één facet van dat onderwerp ‘onvoldoende’ heeft gescoord en voor dit facet geen acceptabel verbeterplan beschikbaar is. C. Een onderwerp scoort ‘onvoldoende’, indien meer dan één facet van dat onderwerp ‘onvoldoende’ heeft gescoord, ongeacht of er voor die facetten acceptabele verbeterplannen zijn. Facet D. Binnen de beoordeling van een facet is ruimte voor een eigen afweging van het auditteam: • uitvoering en praktijk weegt zwaarder dan beleid en theorie: beter een goed functionerende regeling die slecht is opgeschreven, dan omgekeerd; • primaire processen wegen zwaarder dan secundaire. Extra aantekening E. Indien voor een onderwerp een hogere score dan ‘voldoende’ gerechtvaardigd is, wordt dat als ‘extra aantekening’ vermeld met inachtneming van onderstaande regels: een onderwerp krijgt de extra aantekening ‘goed’, indien alle facetten van dat onderwerp ‘goed’ hebben gescoord of indien één facet van dat onderwerp ‘voldoende’ en de overige facetten ‘goed’ of ‘excellent’ hebben gescoord;2 een onderwerp krijgt de extra aantekening ‘excellent’, indien alle facetten van dat onderwerp ‘excellent’ hebben gescoord of indien één facet van dat onderwerp ‘goed’ en de overige facetten ‘excellent’ hebben gescoord; een onderwerp krijgt geen extra aantekening, indien één van de facetten van dat onderwerp ‘onvoldoende’ heeft gescoord.
1.4.3. Auditteam Het auditteam was als volgt samengesteld: Panelleden
F.M. Brouwer drs A. M. Eliens drs J. A. Hoogeveen drs E. Nicasie S. Kok R. G. Peters, secretaris
Audit en kwaliteitzorg deskundigheid x
Onderwijs deskundigheid x x x
Werkveld deskundigheid
x x x x
Vakinhoud deskundigheid
Student gebonden deskundigheid
x x x
x
Foka Brouwer heeft als lead auditor leiding gegeven aan het visitatieproces. Zij heeft vanuit haar werkzaamheden bij Hobéon Certificering en eerder bij De Haagse Hogeschool een zeer ruime ervaring opgebouwd in het uitvoeren van visitaties, die zijn gericht op het accrediteren van bachelor- en masteropleidingen in alle domeinen van het hoger onderwijs. Aart Eliens is verpleegkundige A/B, senior beleidsadviseur bij V&VN, docent specialist M ANP bij Hogeschool INHolland. Voorheen was hij programmamanager van die masteropleiding bij INHolland. Jan Hoogeveen is sectormanager cliëntbemiddeling en marktwerking en lid van het centraal managementteam van zorggroep Solis in Deventer. Met als achtergrond verpleegkunde en doctoraal Gezondheidswetenschappen heeft hij vanuit zijn functie zicht op de eisen die vanuit het werkveld worden gesteld aan experts op masterniveau in de sectoren gezondheidszorg en welzijn. Edwin Nicasie is hoofd opleidingen bij GGnet. Voorheen was hij studiecoördinator bij de M ANP van INHolland en senior programmamanager bij de Netherlands School of Public and Occupational Health in Amsterdam. 2
Het NVAO-Accreditatiekader onderscheidt bij onderwerp 2 ‘Programma’ acht facetten. Eén ervan betreft de duur van de opleiding. Het daarbij vermelde criterium (minimaal 60 ECTS) is echter een formeel vereiste waaraan het programma van een opleiding moet voldoen. Het facet ‘Duur’ is daarom van een andere orde. Bij de beslissing of het onderwerp ‘Programma’ een extra aantekening ‘goed’ dan wel ‘excellent’ verdient, wordt het facet ‘Duur’ dan ook buiten beschouwing gelaten.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding Advanced Nursing Practice, Hogeschool Saxion, 1.0 6
Sylvia Kok is nurse practitioner colonchirurgie in opleiding bij het Slingeland ziekenhuis in Doetinchem en tweedejaars student M ANP bij de Hogeschool Arnhem en Nijmegen. Rob Peters heeft als secretaris bij deze audit opgetreden. Voor de curricula vitae: zie Bijlage I.
1.4.4. Deelnemers visitatie Het auditteam heeft tijdens de visitatie gesprekken gevoerd met het management, de coördinatoren, lectoren, docenten, studenten, de examencommissie en met vertegenwoordigers van het werkveld. Voor een volledig overzicht van het programma en de deelnemers aan de visitatie: zie Bijlage II.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding Advanced Nursing Practice, Hogeschool Saxion, 1.0 7
2. 2.1.
MANAGEMENTSAMENVATTING Gegevens
Naam van de instelling: Naam van de opleiding: Varianten van de opleiding: Locatie van de opleiding:
Hogeschool Saxion hbo-master Advanced Nursing Practioner duaal Enschede
Naam VBI: Datum visitatie: Datum VBI-rapport
Hobéon Certificering b.v. 24 en 25 november 2009 12 februari 2010
2.2.
Beoordelingskader
Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs [hbo-master] van de NVAO. Op grond van dit kader wordt een opleiding beoordeeld aan de hand van zes onderwerpen. Deze zijn: (i) doelstellingen opleiding, (ii) programma, (iii) inzet van personeel, (iv) voorzieningen, (v) interne kwaliteitszorg en (vi) resultaten.
2.3.
Samenstelling auditteam
Het auditteam van Hobéon bestaat uit de volgende leden: Foka Brouwer, senior adviseur Hobéon Certificering en lead auditor Aart Eliens, senior beleidsmedewerker V&VN en docent specialist bij hogeschool INHolland Jan Hoogeveen, sectormanager cliëntbemiddeling en marktwerking zorggroep Solis, Deventer Edwin Nicasie, hoofd opleidingen GGnet, Warnsveld Sylvia Kok, nurse practitioner i.o. Slingeland ziekenhuis Doetinchem en tweedejaars student M ANP HAN. Aan het auditteam is als secretaris toegevoegd Rob Peters, als associé verbonden aan de Hobéon Groep.
2.4.
Beoordeling op onderwerpen
Algemeen De opleiding tot nurse practitioner is een relatief nieuwe opleiding die de afgelopen jaren een stormachtige ontwikkeling heeft doorgemaakt. Het beroepsprofiel is herijkt en het opleidingprofiel is op basis van dit beroepsprofiel herschreven. Sinds februari 2009 is de wettelijke titelbescherming een feit en is de Registratiecommissie Verpleegkundig Specialisten bezig met de registratie van deze beroepsgenoten in vijf registers: (i) preventieve zorg bij somatische aandoeningen, (ii) acute zorg bij somatische aandoeningen, (iii) intensieve zorg bij somatische aandoeningen, (iv) chronische zorg bij somatische aandoeningen en (v) geestelijke gezondheidszorg. De sporen van deze stormachtige ontwikkeling zijn zichtbaar in de opleiding: tijdens de visitatie volgen studenten van de cohorten 2008 en eerder nog de eerste versie van het onderwijsprogramma, maar volgen studenten van het cohort 2009 de tweede versie die vanaf september 2009 wordt aangeboden. De course director en modulecoördinatoren oriënteren zich echter op het moment van de visitatie al weer op een volgende versie van het onderwijsprogramma, die naar verwachting vanaf september 2010 aangeboden zal gaan worden en waarin de vijf specialismen verder worden uitgewerkt. Deze snel op elkaar volgende ontwikkelingen leiden ertoe dat de opleiding alle zeilen moet bijzetten. Het auditteam heeft de indruk gekregen dat de opleiding daarin slaagt en dat dit haar mede lukt, doordat een zeer gemotiveerd en betrokken kernteam van docenten de opleiding draagt. De duale opleiding heeft een sterke verankering in het werkveld: een groot deel van de opleiding speelt zich buitenschools af. De persoon van de leermeester –meestal een medisch specialist-
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding Advanced Nursing Practice, Hogeschool Saxion, 1.0 8
speelt daarbij een belangrijke rol. Door de medische achtergrond van deze leermeesters krijgt het klinisch handelen veel aandacht en dreigt de verpleegkundige professie op ‘expertniveau’ ondergesneeuwd te worden. De opleiding realiseert zich dit. In de toekomst, wanneer de beroepsgroep van NP’ers in ziekenhuizen en andere instellingen een substantiële omvang heeft gekregen, gaat de opleiding ervaren NP’ers als leermeester inzetten voor NP’ers-in-opleiding. Onderwerp 1: Doelstellingen opleiding De opleiding baseert haar curriculum op het in 2008 vernieuwde, landelijk vastgestelde competentieprofiel Verpleegkundig Specialist, dat is gevalideerd door het werkveld. Dit landelijke competentieprofiel is geënt op internationaal aanvaarde profielen. De uitwerking van het opleidingsprogramma in de zogenoemde Dublin Descriptoren maakt zichtbaar dat de eindkwalificaties van de M ANP voldoen aan het internationaal geaccepteerde beschrijvingen van masterniveau. Er is sprake van hoger onderwijs op het niveau van master, dat de afgestudeerde opleidt en in staat stelt te functioneren als expert en de bevoegdheid geeft om zelfstandig voorbehouden handelingen te verrichten. Er is ook sprake van hoogwaardig beroepsonderwijs gezien de nauwe verwevenheid van kennis en inzichten en de toepasbaarheid daarvan in de relevante beroepspraktijk. Het auditteam beoordeelt het Onderwerp ‘Doelstellingen opleiding’ als voldoende. Onderwerp 2: Programma De kennisontwikkeling van de studenten vindt plaats via relevante en actuele vakliteratuur die van voldoende niveau en reikwijdte is. De inbreng uit kenniskringen en van lectoren en het toegepast onderzoek dat de studenten verrichten, zorgen ervoor dat actuele ontwikkelingen hun neerslag vinden in de opleiding. De interactie met de praktijk is een wezenlijk onderdeel van het opleidingsprogramma: de student oefent onder leiding van een leermeester in de praktijk de benodigde beroepsvaardigheden. Hierdoor bestaat een sterke betrokkenheid en een ‘één-op-één’ relatie tussen student en leermeester. Het auditteam signaleert dat de communicatie tussen opleiding en leermeesters beter kan, maar ziet dat de opleiding zich dit realiseert en in het jaarwerkplan 2010 heeft neergelegd hierop actie te ondernemen. Het onderwijs is ingericht op het bereiken van landelijke vastgelegde competenties. Het programma van beide studiejaren is hierop gebaseerd. Aan de kerncompetenties zijn beroepstaken en beroepsproducten gekoppeld. Er zijn indicatoren aan verbonden en de gebruikte toetsvormen zijn benoemd. Door de modulaire opzet van het onderwijs komen alle competenties in de loop van de tweejarige masteropleiding aan de orde. De keuze voor competentiegericht onderwijs werkt de opleiding uit in drie leerlijnen: de leerlijn gericht op generieke vaardigheden, de leerlijn gericht op klinische vaardigheden en die, welke is gericht op het integreren van kennis, vaardigheden en attitudes in hun dagelijks handelen. In de modulaire opbouw van het onderwijsprogramma worden deze leerlijnen in elke module aan de orde gesteld. In het duale onderwijs zijn de binnenschoolse en buitenschoolse delen van het programma nauw met elkaar verweven. Het auditteam ziet dat er een goede samenhang is in het onderwijsprogramma. De opleiding onderkent de zwaarte van een duale masteropleiding en heeft daarom de begeleiding van studenten adequaat georganiseerd. Mede daardoor worden belemmeringen tijdig onderkend en kan de opleiding die, waar mogelijk, wegnemen. De studielast blijft daarmee binnen de perken. In studentenevaluaties wordt de studeerbaarheid gemeten; op grond van zulke bevindingen wordt zo nodig het programma bijgesteld. De instroomeis voor de M ANP is landelijk vastgesteld, waarmee eenduidigheid en transparantie wordt verkregen voor de opleidingen, de aspirant studenten en voor het werkveld. De opleiding beoordeelt de kwalificaties van de aspirant studenten aan de hand van diploma’s, getuigschriften en hun cv. Het niveau van de werkplek van de duale student wordt door de opleiding in de beoordeling meegenomen. Voor die thema’s, waar het programma niet direct aansluit bij de kwalificaties van de aspirant studenten, biedt de opleiding deficiëntiecursussen aan. Het auditteam heeft gezien, dat de duale opleiding M ANP een omvang heeft van 120 EC’s. De opleiding heeft het didactisch concept van Hogeschool Saxion toegepast in de structuur van de opleiding. De opleiding kiest werkvormen die passen bij dit model en bij de kenmerken van de duale master studenten. Action Learning ondersteunt het bereiken van de beoogde competenties. Het bereiken van de gestelde competenties wordt getoetst door formatieve en summatieve toetsen en de opleiding gebruikt een mix van toetsvormen. In de modulehandleidingen is vastgelegd welke toetsen worden ingezet. De toetsing is daardoor transparant voor de student. De organisatie van
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding Advanced Nursing Practice, Hogeschool Saxion, 1.0 9
het toetsen en beoordelen is vastgelegd, de taken van de verschillende actoren zijn daarbij benoemd en het systeem van toetsen inclusief het valideren daarvan is onderworpen aan de PDCAcyclus. Het expliciteren en borgen wordt in de eerste negen maanden van 2010 geïmplementeerd. Het Dagelijks Bestuur van het KC GWT heeft de nodige maatregelen hiervoor genomen en stelt zich hiervoor garant. Deze invoering is naar verwachting afgerond in september 2010. Het auditteam heeft er vertrouwen in dat de opleiding hierin succesvol zal zijn. Het auditteam beoordeelt onderwerp 2 als voldoende. Onderwerp 3: Inzet van Personeel In totaal zijn 55 docenten aan de drie masteropleidingen van het KC GWT verbonden, waaronder een kinderarts, psychiater, chirurg, klinisch geriater en epidemioloog als gastdocenten. 35 van deze 55 docenten werken voor de M ANP. Onder de 55 docenten zijn drie lectoren en twee hoogleraren. Analyse van de cv’s wijst uit dat van deze 55 personen twintig een HBO mastergraad hebben en 35 universitair geschoold zijn. 10% van hen is gepromoveerd en 10% is daarmee bezig. De M ANP is een duale opleiding, waarin de leermeester in de zorginstelling een belangrijke taak heeft in de opleiding van de student. Mede door deze constructie bestaat een goede verbinding is tussen theorie en praktijk. De zeer ruime praktijkervaring van de (kern)-docenten versterkt deze verbinding. Het auditteam beoordeelt de kwaliteit van het personeel gezien het opleidingniveau van de (kern)docenten, gastdocenten en leermeesters, als goed. De formatie voor de opleiding is 5,5 fte en de docent/student ratio is 1:18. Dit geeft de mogelijkheden om het onderwijs op het gewenste kwaliteitsniveau uit te voeren. De ruime bezetting van 55 personen garandeert dat er altijd een meesterproefbegeleider beschikbaar is voor elke student en dat in gevallen dat dit nodig is van begeleider kan worden gewisseld. Vrijwel alle kerndocenten zijn lid van een kenniskring van de lectoraten die zijn ondergebracht bij het KC GWT. Veel docenten werken aan onderzoeksopdrachten van het KC GWT. De lectoren van het KC GWT zijn actief betrokken bij het onderwijs en onderzoek. Het auditteam ziet hierin dat er meer dan voldoende onderzoekservaring is bij het docententeam. De docenten in vaste dienst zijn didactisch geschoold. Het versterken van de kwaliteit van het docentencorps is in acties vastgelegd in het jaarplan van de opleiding en de opleiding geeft specifiek aandacht aan de kwaliteit van de leermeesters die in de praktijk de studenten begeleiden. Het auditteam beoordeelt Onderwerp 3 ‘Inzet van Personeel’ als voldoende en kent daar de extra aantekening ‘goed’ aan toe. Onderwerp 4: Voorzieningen De studenten en docenten van masteropleidingen maken gebruik van de voorzieningen van Hogeschool Saxion in Enschede. Deze voldoen aan de eisen, die aan het onderwijs en de daarin gebruikte werkvormen gesteld worden. De studenten kunnen voor het verwerven van medischtechnische vaardigheden gebruik maken van het skills lab. Daarnaast maken studenten en docenten veel gebruik van online info via zoeksystemen. De bibliotheekvoorziening is goed. Studenten en docenten kunnen gebruik maken van abonnementen op databanken, waarover de bibliotheek beschikt. Er is een samenwerkingsverband met de bibliotheek van de UT. De studiebegeleiding is goed uitgewerkt en afgestemd op de doelgroep. Docenten en praktijkbegeleiders treden op in vier verschillende rollen. De student heeft een eigen verantwoordelijkheid in het opstellen van zijn portfolio en POP/COP en wordt hierbij begeleid. Volgens een vastgelegde systematiek worden het portfolio en het POP/COP besproken. De studenten zijn te spreken over de begeleiding en de informatie die zij vooraf over de studie ontvangen. De opleiding hanteert een actieve benadering bij dreigende studievertraging van studenten. Het auditteam beoordeelt Onderwerp 4 ‘Voorzieningen’ als voldoende en kent daar de extra aantekening ‘goed’ aan toe. Onderwerp 5: Interne Kwaliteitszorg De M ANP evalueert periodiek en systematisch via de studenten en het werkveld. De evaluaties betreffen zowel de inhoud van het onderwijs als de organisatie. De PDCA cyclus wordt hierbij doorlopen. Daarnaast wordt op een meer informele manier informatie verzameld bij studenten en wordt in gesprekken met hen de ontvangen signalen uitgediept. Hierdoor wordt bijsturing op onderdelen gedurende het programma mogelijk gemaakt. Een aantal kerndocenten is lid van de diverse landelijke werkgroepen met als oogmerk ontwikkelingen te volgen en mede daar ook richting aan te geven. Daardoor worden externe ontwikkelingen nauwlettend gemonitord. Verder
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding Advanced Nursing Practice, Hogeschool Saxion, 1.0 10
maakt de opleiding gebruik van de expertise van het KC GWT. Teambesprekingen, onderwijsevaluaties en reacties uit het werkveld leiden tot aanpassingen en bijstellingen. Voor alle masteropleidingen gezamenlijk is er een jaarwerkplan 2010. Daarin wordt voor het onderwijs, de bedrijfsprocessen, het personeel, de materiële voorzieningen, externe relaties en marketing en financiën en rendementen de huidige situatie geanalyseerd en worden actiepunten geformuleerd. De medewerkers, studenten, alumni en het beroepenveld worden op adequate wijze betrokken bij de interne kwaliteitszorg van de opleiding. Het auditteam beoordeelt Onderwerp 5 ‘Interne Kwaliteitszorg’ als voldoende en kent daar de extra aantekening ‘goed’ aan toe. Onderwerp 6: Resultaten De afstudeerwerkstukken die het auditteam heeft bestudeerd zijn wat betreft probleemstelling van voldoende diepgang en complexiteit. Voor het realiseren van deze afstudeerwerkstukken dienen de afstudeerders te beschikken over een kennisniveau en analytisch vermogen dat van studenten van een hbo masteropleiding mag en moet worden geëist. Het auditteam heeft in de scripties vooral gezien, dat relevante klinische vragen worden omgezet naar toegepast wetenschappelijk onderzoek. De scripties weerspiegelen daarmee vooral de competentie ‘onderzoek’. De onderzoekslijn draagt echter bij aan méér competenties dan onderzoek alleen; ook het academisch denken en oordelen wordt daardoor versterkt. Naast de eindscriptie bepaalt ook de beoordeling van het portfolio of een student met succes de opleiding afsluit. Onderdeel hiervan is de beoordeling van de leermeester. Het auditteam heeft enkele portfolio’s gezien en is van oordeel dat daaruit blijkt dat aan het eind van de studie een student alle beoogde competenties heeft verworven. De opleiding heeft haar rendementstreven gezet op 90%. Het auditteam kan vaststellen dat het rendement van de masteropleiding ANP boven dit hoge streefcijfer van 90% ligt. Het auditteam beoordeelt Onderwerp 6 ‘Resultaten’ als voldoende en kent daar de extra aantekening ‘goed’ aan toe.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding Advanced Nursing Practice, Hogeschool Saxion, 1.0 11
3.
BEVINDINGEN EN BEOORDELING
Onderwerp 1: Doelstellingen Opleiding Dit onderwerp kent drie facetten: 1. domeinspecifieke eisen; 2. niveau master; 3. oriëntatie HBO.
Facet 1.1. Domeinspecifieke Eisen Criterium Het facet ‘Domeinspecifieke Eisen’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Sluiten de eindkwalificaties van de opleiding aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk)? Bevindingen De opleiding baseert zich vanaf cohort 2009 op het landelijk vastgestelde ‘Competentieprofiel Verpleegkundig Specialist’ dat in januari 2008 is opgesteld door de werkgroep Verpleegkundig Competentieprofiel V&VN. Alle opleidingen M ANP in den lande waaronder M ANP Saxion hebben hieraan een bijdrage kunnen leveren. Hierbij is gebruik gemaakt van input van het werkveld. Het cohort 2008 en studenten van eerdere cohorten volgen nog het onderwijsprogramma volgens het competentieprofiel uit 2003. Een nieuw onderwijsprogramma, gebaseerd op vijf uitstroomprofielen, wordt ten tijde van de visitatie landelijk ontwikkeld en zal vervolgens naar verwachting vanaf september 2010 worden aangeboden. Dit betekent dat, naast de aanpassing van het programma op het vernieuwde competentieprofiel, wordt gewerkt aan een verkort M ANP programma waar studenten kunnen instromen via een EVC-procedure, aan een curriculum dat instroom biedt aan GGZ verpleegkundigen en aan het profiel van de nurse practitioner huisartsenzorg. Zoals al in hoofdstuk 1 beschreven is er sedert februari 2009 sprake van wettelijke titelbescherming voor de Verpleegkundig Specialist (artikel 14 Wet BIG) en worden deze Verpleegkundig Specialisten geregistreerd in het register dat in stand wordt gehouden door het College Specialisten Verpleegkunde. Het competentieprofiel is tevens geënt op buitenlandse expertise, met name van de Angelsaksische landen. Er worden in dit profiel (CAN MEDS) zeven taakgebieden onderscheiden. Deze zijn: 1. klinisch handelen; 2. communicatie; 3. samenwerking; 4. organisatie; 5. maatschappelijk handelen; 6. kennis en wetenschap; 7. professionaliteit. Deze taakgebieden worden achtereenvolgens uitgewerkt aan de hand van een definitie, een beschrijving en de bijbehorende kerncompetenties. Deze kerncompetenties zijn, wat betreft het indiceren en uitvoeren van voorbehouden handelingen en het voorschrijven van geneesmiddelen, in globale termen geformuleerd. Bij de zeven beschreven kerncompetenties (eindkwalificaties) zijn doelstellingen en concrete onderwijsleereenheden ontwikkeld. De opleiding heeft voor het eerste studiejaar de eindkwalificaties voor een deel al vastgelegd in competentiekaarten; voor het tweede studiejaar dat in september 2010 van start zal gaan, is men daar mee bezig. De opleiding stuurt erop aan dat de afgestudeerden een academisch denk- en werkniveau hebben. Hieronder verstaat de opleiding, dat de afgestudeerden wetenschappelijk-klinisch leren denken en een vertaling kunnen maken van wetenschappelijke kennis en inzichten naar de beroepspraktijk. De opleiding richt zich op studenten die al jarenlang in de beroepspraktijk staan en hun kennis en ervaring op een hoger plan willen brengen, die de maatschappelijke context anders willen gaan zien en onderzoek leren doen. Als de afgestudeerden dit bereiken zijn ze in staat om complexe
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding Advanced Nursing Practice, Hogeschool Saxion, 1.0 12
problemen op te lossen en processen te regisseren. Het auditteam heeft dit competentieprofiel met de internationale ijking gezien en besproken met de opleiding. Het auditteam is van oordeel dat sprake is van eindkwalificaties, die aansluiten bij door nationale en internationale vakgenoten geformuleerde eisen. Wel merkt het auditteam op dat het accent in het competentieprofiel sterk lijkt te liggen op het medisch-klinisch handelen, naast de rolontwikkeling van de NP’er, gezondheidsvoorlichting en – opvoeding en preventie en verandermanagement (implementeren van innovaties in de eigen beroepspraktijk).
Oordeel: voldoende Het auditteam kwalificeert het facet ‘Domeinspecifieke Eisen’ voor de opleiding als voldoende op grond van de volgende observaties: De opleiding baseert haar curriculum voor het cohort 2009-’10 op het in 2008 vernieuwde, landelijk vastgestelde competentieprofiel Verpleegkundig Specialist, dat is gevalideerd door het werkveld. Het curriculum van het cohort 2008-’09 en eerdere cohorten is gebaseerd op een ouder competentieprofiel, dat eveneens door het werkveld was gevalideerd. Het landelijke competentieprofiel is geënt op internationaal aanvaarde profielen.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding Advanced Nursing Practice, Hogeschool Saxion, 1.0 13
Facet 1.2. Niveau Master Criterium Het facet ‘Niveau Master’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Sluiten de eindkwalificaties van de opleiding aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een Master? Bevindingen Het auditteam heeft de eindkwalificaties van de opleiding geanalyseerd om te bepalen of deze kwalificaties beantwoorden aan het niveau ‘master’ zoals weergegeven in de zogeheten Dublin Descriptoren. Uit de analyse van de te bereiken competenties blijkt het volgende: Kennis en inzicht De NP’er functioneert zelfstandig op ‘expert niveau’; de opleiding noemt dit, in navolging van de Angelsaksische terminologie, het niveau ‘Advanced Practice’. De NP’er bereikt een academisch werk- en denkniveau waarmee hij in staat is tot het kritisch evalueren van de beroepspraktijk en het ontwikkelen van het vermogen om bestaande kennis en benaderingen te herdefiniëren. Hij heeft de kennis en het inzicht van innovatieve strategieën en leiderschapsstijlen, die nodig is om nieuwe methoden en instrumenten te ontwikkelen waarmee hij de beroepspraktijk verder brengt. De NP’er kan wetenschappelijk onderzoek lezen en begrijpen en is in staat de resultaten daarvan te beoordelen op relevantie en bruikbaarheid voor de praktijk. Toepassen Kennis en inzicht Bij alle taken die de NP’er uitvoert in de praktijk worden anatomische en (patho)fysiologische kennis en inzicht toegepast in verband met de diagnostische, therapeutische en voorlichtende taken in de directe patiëntenzorg. Voor werkzaamheden op beleidsniveau worden kennis en inzicht toegepast van zaken met betrekking tot het bewaken en verbeteren van de kwaliteit, innovatieve strategieën en leiderschapstijlen. De NP’er past zelf ontwikkelde nieuwe instrumenten toe in de praktijk en kan zelfstandig toegepast onderzoek voorbereiden, uitvoeren en daarover rapporteren. Oordeelsvorming Heldere oordeelsvorming, vooral het klinisch redeneren, is een essentieel aspect van het werk van de NP’er. De NP’er kan op grond van diverse informatie verantwoorde conclusies trekken ten aanzien van de diagnose en de gezondheidsrisico’s voor de patiënt. Het formuleren van oplossingen voor ethische dilemma’s in praktijk en onderzoek is inherent aan het beroep van NP’er. Communicatie De NP’er heeft contact met patiënten en hun familie, artsen en andere gezondheidszorgmedewerkers. Zowel met leken als met deskundigen is hij in staat helder te communiceren. Het onderbouwen van de (medische) diagnose en behandeling met duidelijke argumenten speelt daarbij een belangrijke rol. Van de NP’er wordt verwacht dat hij met beargumenteerde meningen een inbreng heeft in de communicatie met collega-professionals en met overige (academische) disciplines. Leervaardigheden Van de NP’er wordt verwacht dat hij vernieuwende kennis en vaardigheden in het eigen vakgebied bijhoudt. De functie van NP’er is zo divers dat dit vereist, dat hij voortdurend zichzelf bijschoolt en op de hoogte blijft van ontwikkelingen in het vakgebied. Het vermogen om zelfstandig nieuwe kennis en vaardigheden te verwerven is essentieel. Oordeel: voldoende Het auditteam heeft de uitwerking van de Dublin Descriptoren gezien. Het auditteam is van oordeel dat de eindkwalificaties van de M ANP aansluiten bij de internationaal geaccepteerde beschrijvingen van master kwalificaties zoals die in de Dublin Descriptoren zijn vastgelegd. Het auditteam kwalificeert daarom het facet Niveau Master voor de opleiding als voldoende.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding Advanced Nursing Practice, Hogeschool Saxion, 1.0 14
Facet 1.3. Oriëntatie HBO Criteria Het facet ‘Oriëntatie HBO’ is beoordeeld aan de hand van de volgende NVAO-criteria: Zijn de eindkwalificaties van de opleiding mede ontleend aan de door (of in samenspraak met) het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties? Sluiten de eindkwalificaties van de opleiding aan bij het niveau van een zelfstandig en/of leidinggevend beroepsbeoefenaar in het relevante beroepenveld dan wel, dan wel bij het niveau van het ‘functioneren in een multidisciplinaire omgeving’, waarvoor de betreffende opleiding vereist of dienstig is? Bevindingen Hoger onderwijs: Het niveau van hbo master onderwijs blijkt uit de analyse bij facet 1.2 Beroepsonderwijs: Het niveau van beroepsonderwijs blijkt uit de analyse bij facet 1.1 Voor het overige blijkt de ‘Oriëntatie HBO’ ook uit beide opleidingsprogramma’s. Zie daarvoor de bevindingen onder facet 2.1.
Oordeel: voldoende Het auditteam kwalificeert het facet ‘Oriëntatie hbo’ voor de opleiding M ANP als voldoende op grond van de volgende observaties: Er is sprake van hoger onderwijs op het niveau van hbo master dat de afgestudeerde opleidt en in staat stelt te functioneren als expert. Er is sprake van beroepsonderwijs gezien de nauwe verwevenheid van academische kennis en inzichten en de toepasbaarheid daarvan in de relevante beroepspraktijk.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding Advanced Nursing Practice, Hogeschool Saxion, 1.0 15
Onderwerp 2: Programma Dit onderwerp kent acht facetten: 1.eisen hbo; 2. relatie tussen doelstellingen en inhoud; 3. samenhang programma; 4. studielast; 5. instroom; 6. duur; 7. afstemming tussen vormgeving en inhoud; 8. beoordeling en toetsing. Voordat wij de facetten behandelen volgt eerst een beschrijving van het programma, met een aantal feiten.
2.0. Opbouw van het programma De opleiding M ANP bevindt zich in een overgangsfase. Tot 2008 is het landelijke competentieprofiel uit 2003 leidraad geweest voor het curriculum van de M ANP; voor de cohorten vóór september 2009 geldt nog het ‘oude beroepsprofiel’. Op basis van het nieuwe competentieprofiel is het curriculum van de Saxion M ANP opleiding herzien. Het cohort 2009 is gestart met het vernieuwde curriculum. Het totale programma omvat 120 studiepunten verdeeld over twee studiejaren. Het totale aantal studiebelastingsuren (sbu) bedraagt 3.360 uur. Daarvan wordt het grootste deel gebruikt voor theoretische modules en voorbereiding praktijkleren. Voor het eigen onderzoek als afstudeerproject is ca 392 uur beschikbaar, inclusief de begeleiding. De gemiddelde weekbelasting voor de studie is circa 40 uur, inclusief het werken in de praktijk als onderdeel van de opleiding. Dit is opgebouwd uit 16 uur werken als NP’er in opleiding, inclusief 8 uur colleges (in een arbeidscontract van 32 uur) en 12 tot 14 uur zelfstudie. De opleiding start jaarlijks in september en eindigt in de maand juli twee jaar later. De opleiding is duaal. Het contactonderwijs vindt in principe elke vrijdag plaats. In het eerste studiejaar volgt de student op ongeveer 25 vrijdagen colleges, de overige vrijdagen zijn bestemd voor begeleiding, groepswerk, vaardigheidsonderwijs en/of studie. De opleiding hanteert een modulair systeem met twee blokken van 20 weken per jaar. In elk blok wordt aandacht besteed aan de generieke vaardigheden en beroepscompetenties (het klinisch handelen) die in afzonderlijke modulen worden aangeboden. Uitgangspunt is dat de student de generieke competenties integreert bij de leertaken binnen- en buitenschools zodat het expert niveau (of ‘Advanced Practice’ niveau) bereikt kan worden. Schematisch is de structuur van de opleiding M ANP de volgende leerjaar
Blok 1
Blok 2
1
generieke vaardigheden I klinisch handelen I
klinisch handelen II klinisch handelen III
Praktijkleren I Æ rolontwikkeling, integreren 2
generieke vaardigheden II generieke vaardigheden III
Differentiëren/verdiepen Meesterproef afstuderen
Praktijkleren II Æ rolaanpassing, Advanced Practice
tabel 1: structuur opleiding M ANP, Hogeschool Saxion.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding Advanced Nursing Practice, Hogeschool Saxion, 1.0 16
Facet 2.1. Eisen HBO Criteria Het facet ‘Eisen HBO’ is beoordeeld aan de hand van de volgende NVAO-criteria: Vindt kennisontwikkeling van studenten plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontwikkeld studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en/of (toegepast) onderzoek? Heeft het programma aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied / de discipline? Waarborgt het programma de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft het aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk? Bevindingen Kennisontwikkeling De student heeft minimaal twee jaar werkervaring en werkt tijdens de duale opleiding in de praktijk. De student kan daardoor opdrachten in de praktijk uitvoeren en de aangeboden theorie toetsen aan de praktijk vice versa. Studenten ontvangen een literatuurlijst van basis- en keuzeliteratuur. Bij de samenstelling van de boekenlijst is rekening gehouden met landelijke tendensen en advies van lectoren, modulecoördinatoren en docenten. Relevant hierbij zijn niveau, actualiteit, relevantie en reikwijdte. De literatuurstudie dient om de eigen kennis en ervaringen te structureren en te sturen. De studenten hanteren hierbij richtlijnen met aanwijzingen voor het bestuderen van literatuur en het niveau van bewijsvoering (evidence based). Omdat de opleiding een duale opleiding is, is de wisselwerking tussen theorie en praktijk gegarandeerd. Het auditteam heeft de gebruikte vakliteratuur gezien en beoordeelt deze als adequaat voor de M ANP. Actuele ontwikkelingen Lectoren en leden van kenniskringen binnen het KC GWT werken in nauwe samenwerking met het werkveld aan projecten en toegepast onderzoek. Door de landelijke samenwerking is er aandacht voor het vertalen van nieuwe ontwikkelingen naar het onderwijs. In moduleopdrachten moeten studenten praktijkproblemen uitwerken en in de meesterproef wordt toegepast onderzoek gedaan, dat zijn uitwerking vindt binnen de zorginstelling waar de student werkt. De aansluiting op actuele ontwikkelingen is daarmee gewaarborgd. De opleiding kent op het niveau van het KC GWT een internationaal samengestelde Raad van Advies. De opleiding heeft het plan om 2010 daarenboven een beroepenveldcommissie in te stellen voor de opleiding M ANP. Daarmee zal de borging van de aansluiting van de opleidingsinhoud op actuele ontwikkelingen naar verwachting nog sterker worden. (Zie voor dit laatste verder bij facet 5.3). Ontwikkelen van beroepsvaardigheden, verbanden met de praktijk De student oefent generieke vaardigheden en klinische handelen in het skills lab op de hogeschool, en past deze onder leiding van de leermeester (arts) toe tijdens het praktijkleren. Zo wordt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden gewaarborgd. De leermeesters/artsen geven specifiek aandacht aan het beoordelen van het ‘verpleegkundig handelen sec’. Zo nodig betrekken zij in het ziekenhuis werkzame NP’ers hier bij. De studenten bevestigen dit. De opleiding realiseert zich dat de leermeester altijd een arts is, die in beginsel vanuit een medisch referentiekader redeneert en oordeelt. Doordat in de toekomst het aantal NP’ers zal toenemen, kan de opleiding in de toekomst ervaren NP’ers als leermeester te laten functioneren voor NP’ers in opleiding. Internationale dimensie De M ANP heeft voor de inhoud van het programma een internationale oriëntatie op de Angelsaksische landen. Er is een samenwerkingsverband met de Birmingham City University (BCU) te Birmingham. Een hoogleraar van de BCU (zie verder facet 3.3) is aangesteld als lector bij het KC GWT van Saxion Hogescholen. Zij is programmatisch verantwoordelijk voor het opleidingsprogramma en verzorgt colleges in de masteropleiding. Een aantal colleges is in het Engels en er worden Engelse en Amerikaanse literatuur en casussen behandeld. Omwille van het kunnen doorgronden van deze literatuur wordt de eis gesteld, dat de studenten een goede reproductieve beheersing van de Engelse taal hebben.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding Advanced Nursing Practice, Hogeschool Saxion, 1.0 17
Hogeschool Saxion werkt samen met onderwijsinstellingen in veel landen, waaronder de Fachhochschule Osnabrück. Tijdens de opleiding neemt de student deel aan een internationaal seminar dat kan plaatsvinden in Birmingham. Daarnaast vindt er kennisuitwisseling plaats door colleges. In overleg kan een student ook een individueel alternatief kiezen. Oordeel: Voldoende Het auditteam kwalificeert het facet ‘Eisen HBO’ voor de opleiding M ANP als voldoende op grond van de volgende observaties: De kennisontwikkeling vindt aantoonbaar plaats via vakliteratuur die relevant, actueel, van voldoende niveau en reikwijdte is. Actuele ontwikkelingen vinden hun neerslag in de opleiding door de inbreng uit kenniskringen, van lectoren en door het toegepast onderzoek dat de studenten verrichten. Interactie in de praktijk is een wezenlijk onderdeel van het opleidingsprogramma: de student oefent onder leiding van een arts in de praktijk de benodigde beroepsvaardigheden. De ontwikkeling van de beroepsvaardigheden van de NP’er zijn geborgd door de opzet en inhoud van het programma. De opleiding kent een internationale oriëntatie door verbindingen die er zijn met de Birmingham City University en met een aldaar docerende hoogleraar die voor het programma van de M ANP de inhoudelijk verantwoordelijke is en colleges verzorgt.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding Advanced Nursing Practice, Hogeschool Saxion, 1.0 18
Facet 2.2. Relatie tussen Doelstellingen en Inhoud Programma Criteria Het facet ‘Relatie tussen Doelstellingen en Inhoud Programma’ is beoordeeld aan de hand van de volgende NVAO-criteria: Is het programma een adequate concretisering van de eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen? Zijn de eindkwalificaties adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma? Biedt de inhoud van het programma studenten de mogelijkheid de geformuleerde eindkwalificaties te bereiken? Bevindingen Concretisering en vertaling in leerdoelen In de competentiekaarten worden de eindkwalificaties of kerncompetenties genoemd. Voor het vernieuwde curriculum van 2009 worden deze voor het eerste studiejaar gebruikt; voor het tweede studiejaar dat in september 2010 start, zullen de competentiekaarten in februari 2010 gereed zijn. In deze competentiekaarten worden de beroepstaken en beroepsproducten genoemd. De indicatoren, die uitwijzen of een competentie wordt beheerst en de toetsvormen die daarbij worden gebruikt. Ten tijde van de visitatie is de opleiding druk bezig het vernieuwde opleidingprogramma verder uit te werken. Vanaf september 2010 zal de Verpleegkundig Specialist kunnen afstuderen in (naar keuze)vijf deelprofielen. Deze profielen zijn ten tijde van de audit inmiddels landelijk beschreven en de uitwerking per opleiding daarvan volgt. Gezien de wijze waarop de opleiding de eindkwalificaties van het curriculum voor het eerste jaar heeft vertaald in leerdoelen (beroepstaken en beroepsproducten met indicatoren) en daarvoor te gebruiken toetsvormen, vertrouwt het auditteam erop dat dit ook voor vanaf september 2010 voor het tweede jaar zal gelden. Opzet programma Het onderwijs is modulair opgezet, volgens het stramien van de competentiekaarten. Uit de modulehandleidingen blijkt dat de competenties, die zijn genoemd in de competentiekaarten alle aan bod komen gedurende de opleiding. Het auditteam vindt dat het thema ‘ethiek’ weinig expliciet aan bod komt in de modules. Als onderdeel van de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en beroepshouding dient de NP’er zich te verdiepen in ethische dilemma’s. Dit kan in de binnenschoolse setting gebeuren. Het auditteam beveelt de opleiding aan om, bij de verdere ontwikkeling van het onderwijsprogramma vanaf 2010, hier aan de aandacht te geven. De opleiding werkt met een zogenoemd Professioneel Portfolio, waarin de student alle bewijsstukken verzamelt die betrekking hebben op zijn competentieontwikkeling. Het auditteam heeft enkele van deze portfolio’s ingezien. De didactische methode is die van ‘action learning’ en in de duale opleiding gaat het onderwijs voor een groot deel uit van de werksituatie van de student. De opleiding ondersteunt het proces van het verweren van de competenties door reflectie en feedback te bieden, door concepten aan te bieden en vaardigheden aan te leren. Dit laatste gebeurt voor een groot deel via oefeningen in het ‘skills lab’. Uit de gesprekken die het auditteam heeft gevoerd met de studenten en met enkele leermeesters, is gebleken dat hen duidelijk is op welke wijze de opleiding is gestructureerd. Door de opzet van het programma in twee duidelijke jaarblokken, de didactische methode van ‘action learning’ en de begeleiding vanuit de opleiding is de student naar het oordeel van het auditteam in staat de in termen van competenties beschreven eindkwalificaties te bereiken.
Oordeel: voldoende Het auditteam kwalificeert het facet ‘Relatie tussen Doelstellingen en Inhoud Programma’ van de opleiding M ANP als voldoende op grond van de volgende observaties: Het programma is gebaseerd op competenties. Dit geldt ten tijde van de visitatie voor zowel
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding Advanced Nursing Practice, Hogeschool Saxion, 1.0 19
het programma van het eerste als dat van het tweede studiejaar. In het vernieuwde curriculum (eerste jaar) worden zeven taakgebieden onderscheiden die zijn beschreven in termen van eindkwalificaties of kerncompetenties. Dit vernieuwde curriculum richt zich in het tweede jaar op de deelprofielen van de Verpleegkundig Specialist. Aan de kerncompetenties zijn beroepstaken en beroepsproducten gekoppeld en zijn indicatoren verbonden. Daarbij zijn de gebruikte toetsvormen genoemd. Door de modulaire opzet van het onderwijs en de didactische methode van ‘action learning’ komen alle competenties in de loop van de tweejarige duale opleiding aan de orde. Daardoor zijn studenten in de gelegenheid de geformuleerde eindkwalificaties te behalen.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding Advanced Nursing Practice, Hogeschool Saxion, 1.0 20
Facet 2.3. Samenhang Programma Criterium Het facet ‘Samenhang Programma’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Is het studieprogramma inhoudelijk samenhangend? Bevindingen De M ANP is duaal. Het curriculum bevat drie leerlijnen: 1. Een leerlijn waarin de generieke vaardigheden aan de orde komen: de modulen Kennis en wetenschap (CC1), Leiderschap en innovatie (CC3) en het Onderzoeksplan (CC5). 2. Een leerlijn waarin de klinische vaardigheden aan de orde komen te weten geneeskundige vaardigheden en vaardigheden met betrekking tot educatie, consultatie en empowerment. De student kiest een eigen onderwerp voor de differentiatie. Dit onderwerp is sterk verbonden met het specialisme van de student. De keuzen voor de onderwerpen worden ter goedkeuring voorgelegd aan de course director. 3. De derde leerlijn is een continue lijn gedurende de twee jaar van de opleiding: studenten integreren de kennis, vaardigheden en attitudes in het dagelijkse handelen in hun beroepspraktijk. De student werkt vanaf de start van de opleiding aan de eigen rolontwikkeling tot NP’er in de praktijk. Op basis van het functieprofiel en het beroepsprofiel maakt de student zijn Persoonlijk OntwikkelPlan (POP). Het POP is de basis voor de planning van de leersituaties in de praktijk. De duale opleiding heeft een binnenschools en een buitenschools deel. Het programma (zie ook 2.0, hiervoor) is zo ontworpen dat de basistheorie, gekoppeld aan het eigen het praktijkfunctioneren allereerst aan bod komt. De kennis en vaardigheden die hier worden geleerd over het functioneren van de NP’er zijn noodzakelijk voor het kunnen functioneren in de praktijkleerperiode. Daarin kan vervolgens de toepassing van die kennis en vaardigheden plaatsvinden. De ervaringen worden verder uitgediept en aangescherpt in modules, die worden gevolgd in een differentiatie voor het deelprofiel. Het geïntegreerd binnenschools aanbieden van vakinhoudelijke elementen en buitenschools oefenen van (beroepsgerichte) vaardigheden waarborgt de inhoudelijke samenhang van het studieprogramma. Voordat de student begint aan het eigen onderzoek heeft hij met behulp van de theorie uit module ‘Kennis en Wetenschap’ al gewerkt aan een voorstel voor een eigen onderzoek. Onder groepsbegeleiding wordt meer specifiek ingegaan op de specifieke methodologische opzet die de student heeft gekozen. In het uiteindelijke afstudeerproject wordt met individuele begeleiding van een methodologische deskundige en inhoudsdeskundige gewerkt aan een praktijkonderzoek waarin alle voorgaande kennis en vaardigheden samenkomen. Het auditteam heeft de inhoud van het onderwijs, zoals dat is vastgelegd in het zogenoemde ‘Curriculumdocument’ gezien en beoordeelt dit als inhoudelijk samenhangend. De studenten en de leermeesters, die het auditteam heeft gesproken, beamen dat zij de inhoudelijke samenhang van het programma herkennen. Oordeel: voldoende Het auditteam kwalificeert het facet ‘Samenhang Programma’ voor de duale opleiding M ANP als voldoende op grond van de volgende observaties: Het competentiegericht onderwijs werkt de opleiding uit in drie leerlijnen: (i) generieke vaardigheden, (ii) specifieke beroepsvaardigheden en (iii) integratie van kennis en vaardigheden in het dagelijks handelen. Daarbij wordt een logische volgorde aangehouden van aanbieden kennis en vaardigheden Æ toepassen in de beroepssituatie Æ verdiepen van kennis en vaardigheden op basis van gekozen specialisatie Æ afstuderen via de meesterproef. Door te kiezen voor een modulair systeem worden de leerlijnen in elke module aan de orde gesteld. In het duale onderwijs zijn van de methode van ‘action learning’ de binnenschoolse en buitenschoolse delen van het programma nauw met elkaar verweven.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding Advanced Nursing Practice, Hogeschool Saxion, 1.0 21
Facet 2.4. Studielast Criterium Het facet ‘Studielast’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Is het programma studeerbaar doordat factoren die betrekking hebben op dat programma en die de studievoortgang belemmeren, zoveel mogelijk worden weggenomen? Bevindingen De opleiding kent verschillende vormen van begeleiding: (i) de coach/studieloopbaanbegeleider (slb’er), (ii) de werkgroepbegeleider, (iii) de leermeester en (iv) de meesterproefbegeleider. Bij het begin van de studie wordt in een verplicht intakegesprek met de student duidelijk gemaakt wat de student van de opleiding en de opleiding van de student kan verwachten. De student stelt een persoonlijk ontwikkelingsplan (sedert 2009: een competentie ontwikkelingsplan) op, dat door de coach en leermeester wordt getoetst op haalbaarheid en uitvoerbaarheid. De studenten zeggen over de studielast dat zij bij het begin van de studie goed geïnformeerd zijn en een goed beeld van de opleiding hadden gekregen. Zij moeten in de zorginstelling een contract hebben van ten minste 32 uur per week, waarbinnen zij ten minste 16 uur per week werken als NP’er-in-opleiding. Binnen dit 32 uur-contract volgen zij één dag per week de opleiding. Daarboven komt minimaal 12 uur zelfstudie. Als NP’er in opleiding vervangen zij vaak de arts-assistenten en treden zij op als zaalarts. De werkdruk in ziekenhuizen bepaalt dan mede de door de student beleefde studielast. Bepalend in de beleving van de studielast bij studenten is daarnaast de mate, waarin de werkgever studiefaciliteiten toekent. Dit verschilt per zorginstelling. In het geval dat een student een of meer vrijstellingen heeft (zie hiervoor facet 2.5) is de studielast minder. Er is geen mogelijkheid van versnelde doorstroom door de studie, omdat het programma aanbodgericht is. Uit de studentenevaluatie is in 2008 gebleken dat de studielast van een bepaalde module erg hoog was. De opleiding heeft daarop maatregelen genomen door die module aan te passen. De studenten zijn positief over de begeleiding en ondersteuning die zij ervaren van de docenten. Deze ondersteuning komt ook op initiatief van de opleiding zelf. Het portfolio van de student wordt in de loop van elk studiejaar tenminste tweemaal doorgesproken met de coach. Waar mogelijk probeert de opleiding belemmeringen voor de studenten weg te nemen. De leermeesters waarmee het auditteam heeft gesproken kennen het POP en portfolio van de student en kennen de afspraken tussen werkgever, werknemer en opleiding die schriftelijk zijn vastgelegd.
Oordeel: Voldoende Het auditteam kwalificeert het facet ’Studielast’ voor de duale opleiding M ANP als voldoende op grond van de volgende observaties: de opleiding onderkent de zwaarte van een duale masteropleiding en heeft de begeleiding van studenten adequaat georganiseerd; studenten ervaren deze begeleiding als positief. Er is frequent contact tussen student en coach/slb’er en belemmeringen worden besproken en waar mogelijk weggenomen. Ondersteuning wordt ook op initiatief van de opleiding aangeboden; in studentenevaluaties wordt de studeerbaarheid gemeten; op grond van zulke bevindingen wordt zo nodig het programma bijgesteld. Het auditteam neemt waar dat factoren die de studievoortgang belemmeren, zoveel mogelijk worden weggenomen. Daardoor is naar het oordeel van het auditteam het programma studeerbaar.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding Advanced Nursing Practice, Hogeschool Saxion, 1.0 22
Facet 2.5. Instroom Criterium Het facet ‘Instroom’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Sluit het programma qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten: HBO- en WO-bachelor eventueel gepaard gaande met een (inhoudelijke) selectie ? Bevindingen In 2008 is in het landelijk overleg M ANP/PA een Gouden Standaard voor de instroom vastgesteld. De student die instroomt, heeft een bachelorniveau verpleegkunde: HBO-V en minimaal twee jaar werkervaring. Verpleegkundigen die niet hieraan voldoen en beschikken over een getuigschrift van een in-service opleiding A/B, dienen een instroomassessment te ondergaan. De instromende student met een Voortgezette Opleiding Verpleegkundig Specialist of de wo opleiding Verplegingswetenschap heeft vrijstelling van het theoretische deel van de opleiding. Deze mogelijkheid van vrijstelling wordt onderzocht door het landelijk Assessment Center Verpleegkundig Specialist (ACVS). In de Onderwijs- en Examenregeling (art 14, lid 3) is geregeld dat het ACVS op basis van een onderzoek een advies uitbrengt en dat de Examencommissie met inachtneming van dit advies een besluit neemt over het toekennen van een vrijstelling. Met ingang van maart 2009 is dit landelijk assessment centrum operationeel. De toelating tot de opleiding wordt vastgesteld in een intakegesprek met de toelatingscommissie. Het curriculum vitae en getuigschriften van de aspirant student en het functieprofiel komen aan de orde. Bij dit gesprek wordt ook de leerstijl van de student in beeld gebracht. Met ingang van het studiejaar 2009 vindt bij alle studenten een werkplekbezoek plaats waarbij de coördinator van de M ANP spreekt met de leidinggevende en beoogde leermeester, ter borging van het buitenschoolse leren. Het programma van de M ANP start op het niveau van proficiënt (volgens de indeling van Benner). In de praktijk blijkt dat HBO-V-abituriënten soms te weinig kennis hebben van onderzoeksstatistiek en de daarvoor benodigde wiskunde. Studenten kunnen bijspijkercursussen wiskunde en Engels volgen via een samenwerkingsverband van Saxion met de Universiteit Twente.
Oordeel: Voldoende Het auditteam kwalificeert het facet ‘Instroom’ voor de duale opleiding M ANP als voldoende op grond van de volgende observaties: De instroomeis voor de M ANP is landelijk vastgesteld. Daarmee wordt eenduidigheid en transparantie verkregen voor de opleiding, de aspirant studenten en voor het werkveld. De opleiding beoordeelt de kwalificaties van de aspirant studenten aan de hand van diploma’s, getuigschriften en hun cv en brengt hun leerstijl in beeld. Het niveau van de werkplek van de duale student wordt in de beoordeling meegenomen en met de werkgever en leermeester worden schriftelijke afspraken gemaakt. De opleiding biedt deficiëntiecursussen aan op wiskunde en Engels aan studenten die dit nodig hebben.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding Advanced Nursing Practice, Hogeschool Saxion, 1.0 23
Facet 2.6. Duur Criterium Het facet ‘Duur’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium:3 Voldoet de opleiding aan de formele eis m.b.t. de omvang van het curriculum van een HBO master opleiding van minimaal 60 ECTS studiepunten? Bevindingen Blijkens de programmabeschrijving bedraagt het totaal aantal studiepunten van de duale variant 120 EC’s. De student werkt ten minste 32 uur per week, waarvan 16 uur als NP’er-in-opleiding. Daarmee voldoet de duale opleiding in zeer ruime mate aan de formele, kwantitatieve eis die aan hbo masteropleidingen wordt gesteld. Oordeel: voldoende Het auditteam heeft geconstateerd, dat de duale opleiding M ANP een omvang heeft van 120 EC’s. Dit is reden om dit facet als voldoende te kwalificeren.
3
In feite gaat het hier niet om een criterium, maar om een formele vereiste. Zie de voetnoot bij beslisregel E.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding Advanced Nursing Practice, Hogeschool Saxion, 1.0 24
Facet 2.7. Afstemming tussen Vormgeving en Inhoud Criteria Het facet ‘Afstemming tussen Vormgeving en Inhoud’ is beoordeeld aan de hand van de volgende NVAO-criteria: Is het didactisch concept in lijn met de doelstellingen? Sluiten de werkvormen aan bij het didactisch concept? Bevindingen Het didactische concept is gebaseerd op de uitgangspunten van Hogeschool Saxion. Dit concept (competentiegericht onderwijs, actieve rol voor de student, persoonlijk leertraject) is, naar het oordeel van het auditteam, in lijn met de doelstellingen van de masteropleiding. Deze houden namelijk in dat de Nurse Pratitioner als geregistreerd Verpleegkundig Specialist zelfstandig en onder eigen (wettelijk verankerde) verantwoordelijkheid een behandelrelatie aangaat met patiënten, waarbij care en cure geïntegreerd aangeboden. In het oog springende kenmerken van de NP’er zijn de zelfstandigheid, de deskundigheid (expertfunctie) en de innovatieve beroepshouding. Het didactische concept is gericht op het ontwikkelen van professionele zelfstandigheid en schept de voorwaarden dat de competenties kunnen worden bereikt. Masterstudenten ANP zijn ervaringsdeskundig en volwassen, met ieder een eigen geschiedenis. Het onderwijs houdt rekening met verschillende leerstijlen, diverse levenservaringen en eerder verworven competenties. Studenten studeren in deeltijd; het onderwijs is daarom gericht op zelfstandig leren. De student verwerft competenties en ontwikkelt het vermogen om professionele taken uit te voeren. Het onderwijs gaat via ‘Action Learning’ voor een groot deel uit van de werksituatie van de individuele student. De gehanteerde werkvormen ondersteunen de student bij het verwerven van de competenties. De werkvormen bestaan uit: Werk-, hoor-, responsie- en gastcolleges Individuele opdrachten en subgroepopdrachten: studie van, analyseren, beschrijven en uitverken van een casus Houden van presentaties Praktijk en probleemgerichte casuïstiek Opstellen van een onderzoeksvoorstel en becommentariëren van zulke voorstellen van andere studenten Uitvoeren van projecten Volgen van een workshop tijdens het internationale seminar. Naar het oordeel van het auditteam is het didactisch model in lijn met de doelstelling om reeds vakervaren volwassen verpleegkundigen op te leiden tot Verpleegkundig Specialist en sluiten de gekozen werkvormen aan bij de didactische uitgangspunten en ondersteunen zij deze. De studenten zijn tevreden over de gehanteerde werkvormen. Dit blijkt uit de gesprekken die het auditteam heeft gehad met de studenten, uit de tevredenheidsmeting en module-evaluaties.
Oordeel: Voldoende Het auditteam kwalificeert het facet ‘Afstemming tussen Vormgeving en Inhoud’ voor de duale opleiding M ANP als voldoende op grond van de volgende observaties: De opleiding heeft het didactische concept van Hogeschool Saxion toegepast in de structuur van de opleiding. Dit concept is gericht op het ontwikkelen van een grote mate van professionele zelfstandigheid wat kenmerkend is voor de master opgeleide NP’er. ‘Action Learning’ ondersteunt het bereiken van de beoogde competenties. De gekozen werkvormen passen bij dit didactische model en bij de kenmerken van de duale master studenten.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding Advanced Nursing Practice, Hogeschool Saxion, 1.0 25
Facet 2.8. Beoordeling en Toetsing Criterium Het facet ‘Beoordeling en Toetsing’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Wordt door de beoordelingen, toetsingen en examens adequaat getoetst of de studenten de leerdoelen van (onderdelen van) het programma hebben gerealiseerd? Bevindingen Zoals al bij facet 2.7 en eerder aangegeven heeft de masterstudent een actieve zelfsturende rol in het verwerven van de vereiste competenties. Het toetsbeleid sluit hierop aan en is verwoord in de Notitie Toetsen en Beoordelen M ANP van 21 januari 2010. Specifiek voor de opleiding M ANP bestaat een ‘Protocol Toetsing en Beoordeling’ dat is vastgesteld door het College Specialismen Verpleegkunde op 10 juli 2009. Dit landelijke protocol bevat afspraken over de wijze waarop de formatieve en summatieve beoordeling binnen de opleiding gerealiseerd moet worden. Verder bevat het bepalingen over de vorm en inhoud van toetsen en beoordeling, over de samenstelling en taken van de examencommissie en over de rechtsbescherming van de Verpleegkundig Specialist in opleiding. De bepalingen uit dit protocol zijn opgenomen in het Toetsplan dat geldt voor de opleiding M ANP. De opleiding heeft een toetsplan, waarin een overzicht van de toetsen over de leerjaren wordt gegeven. De toetsmomenten zijn ingeroosterd aan het eind van elke module en daarmee evenwichtig over de leerjaren verspreid. Studenten krijgen twee maal de kans om een toets te herkansen: de eerste herkansing in het lopende studiejaar en een tweede in het daarop volgende studiejaar. Het afleggen van de meesterproef kan vier maal per jaar. De uitwerking van de toetsen examenmomenten is geregeld in de OER. De opleiding gebruikt verschillende toetsvormen; deze zijn afgestemd op de inhoud van de te verwerven competenties. Voorbeelden zijn: schriftelijke toets, practicum, paper, portfolioassessment, reflectieverslag en de meesterproef. Beoordelingen worden ook gegeven door de student zelf (self-assessment), door mede studenten en collega’s in het werkveld (peerassessment). In de modulehandleidingen is beschreven welke toetsvormen worden gebruikt. Het beoordelen in de praktijk geschiedt door de praktijkopleiders door gebruik te maken van een mix van toetsinstrumenten. Een van de gebruikte instrumenten is de zogenoemde Korte Klinische Beoordeling. Het niveau van de beoordeling en de cesuur die daarbij wordt gehanteerd is ten tijde van de audit nog niet geconcretiseerd. Een bespreking met alle leermeesters hierover is voorzien in april 2010. De opleiding verwacht deze criteria en de cesuur met ingang van het studiejaar 2010 te hebben geobjectiveerd. De opleiding ziet door instructie van praktijkopleiders toe op het eenduidig gebruik van de beoordelingsinstrumenten door dezen. De opleiding hanteert een schema van de verkaveling van competenties over de modules en de daarbij horende toetsing. Bij het toetsen worden niet de afzonderlijke competenties, maar een samenhangend geheel van competenties getoetst. De opleiding vindt het belangrijk om zicht te krijgen op de individuele kwaliteiten van de studenten en kiest daarom voor het toetsen van individuele prestaties. Elke toets heeft beoordelingscriteria die aansluiten bij of rechtstreeks zijn afgeleid van de competenties die worden getoetst. Voor iedere toets zijn de beoordelingscriteria uitgewerkt. De criteria zijn geformuleerd door de docenten, docenten uit het werkveld en de lector en zijn gevalideerd door het kernteam van de opleiding. Voor iedere toets wordt vooraf aan afname de cesuur bepaald. Ook de beoordelingscriteria van de door de praktijkbegeleiders te gebruiken instrumenten (bijvoorbeeld het performance assessment) zijn afgeleid van de te beoordelen competenties. De opleiding heeft de organisatie rondom de toetsing vastgelegd. Op opleidingsniveau is een Master ToetsCommissie (MTC) ingesteld, waarin alle masteropleidingen van het KC GWT zijn vertegenwoordigd. Op toetsniveau zijn de modulecoördinatoren en –docenten verantwoordelijk voor de kwaliteit van de toetsen. De taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van deze verschillende organen zijn
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding Advanced Nursing Practice, Hogeschool Saxion, 1.0 26
vastgelegd. De systematische controle op de kwaliteit van de toetsen wordt geborgd doordat de organen op verscheidene niveaus cyclisch de toetsing beoordelen: ontworpen toetsen en procedures worden op een hoger niveau gecheckt. Oordeel: Voldoende Het auditteam kwalificeert het facet “Beoordeling en toetsing’ van de duale opleiding M ANP als voldoende op grond van de volgende observaties: In de modulehandleidingen is vastgelegd welke toetsen worden ingezet. Het toetsen is daardoor transparant voor de student. Er zijn voldoende mogelijkheden voor herkansingen. Het daadwerkelijk bereiken van competenties wordt getoetst door beoordelaars van de opleiding en de leermeesters in het werkveld. De leermeesters worden geïnstrueerd in het gebruik van de beoordelingsinstrumenten. De borging van de toetspraktijk is in ontwikkeling. Inmiddels is de organisatie van het toetsen en beoordelen vastgelegd en zijn de taken van de verschillende actoren daarbij benoemd. Het systeem van toetsen inclusief het valideren daarvan is onderworpen aan de PDCA-cyclus. Het auditteam heeft er vertrouwen in dat de in gang gezette ontwikkeling leidt tot een effectief systeem van kwaliteitsborging.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding Advanced Nursing Practice, Hogeschool Saxion, 1.0 27
Onderwerp 3: Inzet van Personeel Dit onderwerp kent drie facetten: 1. eisen hbo; 2. kwantiteit personeel; 3. kwaliteit personeel.
Facet 3.1. Eisen HBO Criterium Het facet ‘Eisen HBO’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Wordt het onderwijs voor een belangrijk deel verzorgd door personeel dat een verbinding legt tussen de opleiding en de beroepspraktijk? Bevindingen In totaal zijn 55 docenten aan de drie masteropleidingen van het KC GWT verbonden, waaronder zes gastdocenten. Enkele van deze gastdocenten zijn medisch specialist (kinderarts, psychiater, chirurg, klinisch geriater) of epidemioloog. Onder de 55 docenten zijn drie lectoren en twee hoogleraren. Analyse van de cv’s wijst uit dat van deze 55 personen twintig de HBO mastergraade hebben en 35 universitair geschoold zijn. 10% van hen is gepromoveerd en 10% is aan het promoveren. Voor de M ANP werken 35 van deze 55 docenten. Een van de lectoren van KC GWT is programmatisch verantwoordelijk voor de M ANP. Zij is tevens hoogleraar aan de Birmingham City University (VK). In de duale opleiding hangen theorieonderwijs en praktijkleren nauw samen. Praktijkleren neemt een prominente plaats in, waarbij medisch specialisten optreden als leermeester voor de studenten. Uit de analyse van de cv’s van docenten blijkt dat het theorieonderwijs wordt verzorgd door docenten met een zeer ruime praktijkervaring. Uit de gesprekken met de studenten blijkt dat zij tevreden zijn over de kwaliteit van de docenten en leermeesters. Oordeel: goed Het auditteam kwalificeert het facet ‘Eisen HBO’ voor de duale opleiding M ANP als goed op grond van de volgende observaties: • Het opleidingniveau van de (kern)docenten en gastdocenten is in meerderheid universitair, waarbij 20% is gepromoveerd of daarmee bezig is. • Het systeem van gastdocenten en leermeesters borgt al dat er een goede verbinding is tussen theorie en praktijk. De zeer ruime praktijkervaring van de (kern)docenten versterkt deze verbinding.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding Advanced Nursing Practice, Hogeschool Saxion, 1.0 28
Facet 3.2. Kwantiteit Personeel Criterium Het facet ‘Kwantiteit Personeel’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Wordt er voldoende personeel ingezet om de opleiding met de gewenste kwaliteit te verzorgen? Bevindingen Uit de door de opleiding overlegde bezetting blijkt dat 55 docenten zijn verbonden aan de drie masteropleidingen die vallen onder het KC GWT. Daarvan werken er 35 rechtstreeks werken voor de M ANP. De totale formatie voor de M ANP is 5,5 fte. De docent / student ratio is 1:18. Zeer veel docenten hebben een minimale aanstelling en zijn voor een zeer beperkt aantal uren bij de opleiding betrokken als meesterproefbegeleider. Het management van de opleiding vindt de omvang van het totale docententeam van 35 voor de M ANP te groot, omdat er onevenredig veel tijd wordt gevraagd van de teammanager en course director voor afstemming en overleg. Het management streeft de komende jaren naar een maximum van 20 docenten per opleiding, waaronder de kernteams van 5 tot 6 docenten. Oordeel: goed Het auditteam kwalificeert het facet ‘Kwantiteit Personeel’ voor de duale opleiding M ANP als goed en wel op grond van de volgende observaties: De docent/student ratio is royaal en geeft de mogelijkheden om het onderwijs op het gewenste kwaliteitsniveau uit te voeren. De ruime bezetting van 55 personen garandeert dat er altijd een meesterproefbegeleider beschikbaar is voor elke student en dat in gevallen dat dit nodig is van begeleider kan worden gewisseld.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding Advanced Nursing Practice, Hogeschool Saxion, 1.0 29
Facet 3.3. Kwaliteit Personeel Criterium Het facet ‘Kwaliteit Personeel’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Is het personeel gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma? Bevindingen Het docententeam van de M ANP is hoog gekwalificeerd. Hogeschool Saxion heeft centraal het beleid vastgesteld over de weg waarlangs medewerkers kunnen promoveren. Voor promotieonderzoeken worden vanuit verschillende bronnen financiële middelen ter beschikking gesteld. Alle docenten die in vaste dienst zijn, zijn didactisch geschoold. Voor de docenten die tijdelijk worden ingehuurd voor heel specifieke taken, geldt dat niet in alle gevallen. In die gevallen is de opleiding zich bewust van de noodzaak van het geven van ondersteuning door de course director en ervaren docenten. Vrijwel alle kerndocenten zijn lid van een kenniskring van de drie lectoraten die zijn ondergebracht bij het KC GWT. Veel docenten werken aan onderzoeksopdrachten van het KC GWT. De lectoren van het KC GWT zijn actief betrokken bij het onderwijs en onderzoek. De hoogleraar, die verbonden is aan de Birmingham City University is programmatisch primair verantwoordelijk voor de inhoud van het onderwijs van de M ANP en ontwikkelt in samenspraak met de course director het curriculum. De docenten zijn deels werkzaam in de masteropleidingen, deels worden zij ingeleend vanuit de bacheloropleidingen en deels vanuit zorginstellingen in de omgeving. De docenten in dienst van Saxion, volgen de HRM gesprekscyclus van de Academie Gezondheidszorg. De docenten die niet in dienst zijn van de hogeschool hebben met de course director een jaarlijks overleg waarin de activiteiten geëvalueerd worden en afspraken gemaakt worden voor het vervolg. In het gesprek, dat het auditteam met de docenten heeft gehad, bevestigen deze dat zij in het lopende jaar een functioneringsgesprek hebben gehad. Daarin zijn afspraken gemaakt over na- en bijscholing en is gesproken over de door hen ervaren werkdruk. Het auditteam heeft een enthousiast en betrokken docententeam ontmoet, dat de uitstraling heeft van een ‘winning team’. Aandachtspunten in het jaarplan van de masteropleidingen zijn intensiveren van de collegiale toetsing, het inwerken van nieuwe medewerkers in deze opleiding en de onderlinge afstemming bij het begeleiden van de meesterproef. Het auditteam heeft vastgesteld dat de opleiding aandacht geeft aan het bewaken van de kwaliteit van de leermeester. De opleiding is van plan om te gaan werken met gecertificeerde leermeesters. Deze leermeesters in de ziekenhuizen zijn medisch specialisten, die ook als opleider functioneren voor artsen-in-opleiding. Het auditteam ondersteunt van harte het idee om de leermeesters te certificeren en daardoor het kwaliteitsniveau te borgen. Verder adviseert het auditteam de opleiding om instellingen te stimuleren afgestudeerde NP’ers te betrekken als leermeester bij de opleiding van de NP. Oordeel: goed Het auditteam kwalificeert het facet ‘Kwaliteit Personeel’ voor de opleiding M ANP als goed op grond van de volgende observaties: Het opleidingsniveau van de docenten is in overeenstemming met wat mag worden verlangd bij een hbo master opleiding. De docenten in vaste dienst zijn didactisch geschoold. Naast dit opleidingsniveau ziet het auditteam ook dat er meer dan voldoende onderzoekservaring is bij het docententeam. De inhoudelijke leiding van het curriculum is in handen van een hoogleraar, die verbonden is aan Birmingham City Univerity. Daarmee en daardoor is een voortdurende verbinding met de wetenschap geborgd. Versterken van de kwaliteit van het docentencorps is in acties vastgelegd in het jaarplan van de opleiding.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding Advanced Nursing Practice, Hogeschool Saxion, 1.0 30
De opleiding geeft specifiek aandacht aan de kwaliteit van de leermeesters die in de praktijk de studenten begeleiden.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding Advanced Nursing Practice, Hogeschool Saxion, 1.0 31
Onderwerp 4: Voorzieningen Dit onderwerp kent twee facetten: 1. materiële voorzieningen; 2. studiebegeleiding.
Facet 4.1. Materiële Voorzieningen Criterium Het facet ‘Materiële Voorzieningen’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Zijn de huisvesting en de materiële voorzieningen toereikend om het programma te realiseren? Bevindingen De studenten en docenten van masteropleidingen maken gebruik van de voorzieningen van Hogeschool Saxion in Enschede. Leslokalen en subgroepruimtes voldoen aan de eisen die aan het onderwijs en de daarin gebruikte werkvormen gesteld worden. Er zijn lokalen ingericht met pc’s en printers, zodat studenten tijdens de bijeenkomsten kunnen werken aan opdrachten of gebruik kunnen maken van online systemen. De studenten maken voor het verwerven van medischtechnische vaardigheden gebruik van het skills lab. Daarnaast maken studenten en docenten gebruik van online info via zoeksystemen. De bibliotheekvoorziening is goed. Studenten en docenten kunnen, naast uitleen en inzien van boeken, gebruik maken van abonnementen op databanken, waarover de bibliotheek beschikt. Er is een samenwerkingsverband met de bibliotheek van de Universiteit Twente; tegen een gering bedrag kunnen studenten lid worden van de bibliotheek van die universiteit. De studenten zijn tevreden over de openingstijden van de bibliotheek. Hierin is op hun verzoek verandering gekomen, hetgeen zij waarderen. De masteropleidingen hebben een plan ontwikkeld voor digitalisering van het onderwijs. Dit wordt in de komende jaren geïmplementeerd. Veel andere ondersteunende voorzieningen, zoals Blackboard, zijn digitaal. Van de student wordt verwacht dat deze de beschikking heeft over een computer en een e-mailadres. Communicatie en begeleiding vinden gedeeltelijk per e-mail plaats. Studenten kunnen opdrachten per e-mail inleveren en via een eigen e-mailadres samen aan groepsopdrachten werken. Studenten worden via een mailinglist op de hoogte gehouden van actuele ontwikkelingen en mededelingen. Saxion kent tal van overige voorzieningen voor de studenten, zoals bijvoorbeeld: restaurantvoorzieningen, kinderopvang, reprowinkel en PC-shop en een helpdesk ITC. De studenten, met wie het auditteam heeft gesproken, zijn tevreden over de voorzieningen die hen ter beschikking staan. Oordeel: goed Het auditteam kwalificeert het facet ‘Materiële Voorzieningen’ voor de duale opleiding M ANP als goed op grond van de volgende observaties: Huisvesting van de medewerkers en studenten van de M ANP is goed en de onderwijskundige voorzieningen zijn wat mag worden verwacht voor een master opleiding. De bibliotheek is goed geoutilleerd en de samenwerking met onder andere de bibliotheek van de Universiteit Twente borgt dat studenten en docenten een goede toegang hebben tot bronnen van de wetenschap. De andere voorzieningen (ict, repro, restaurant en dergelijke) zijn goed in orde.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding Advanced Nursing Practice, Hogeschool Saxion, 1.0 32
Facet 4.2. Studiebegeleiding Criteria Het facet ‘Studiebegeleiding’ is beoordeeld aan de hand van de volgende NVAO-criteria: Zijn de studiebegeleiding en de informatievoorziening aan studenten adequaat met het oog op de studievoortgang? Sluiten de studiebegeleiding en de informatievoorziening aan studenten aan bij de behoefte van de studenten? Bevindingen De student heeft gedurende de opleiding met verschillende begeleiders te maken. Deze zijn:
De coach/slb’er: deze begeleidt de student in zijn rol en ontwikkeling gedurende het binnen- en buitenschoolse leren. De coach begeleidt de student met de vertaling van de competenties naar het persoonlijk ontwikkelplan (POP) en bespreekt dit regelmatig met hem. De opleiding gebruikt overigens sedert 2009 het begrip Competentie Ontwikkelings Plan. Bij studiestagnatie bemiddelt de coach. In overleg wordt de course director geïnformeerd. De coach onderhoudt contact met de leermeester.
De werkgroepbegeleider: deze begeleidt de student inhoudelijk bij leertaken in de module. De werkgroepbegeleider geeft zowel inhoudelijk als procesmatig feedback over de leertaak en stimuleert de studenten elkaar feedback te geven.
De leermeester: deze coacht de student bij het aanleren van de medische en verpleegkundige vaardigheden en beoordeelt de student aan het einde van het eerste en tweede studiejaar in zijn competentieontwikkeling met betrekking tot lichamelijk onderzoek, het afnemen van een anamnese en het klinisch redeneren in de praktijk. Leermeesters zijn ervaren artsen die een expertfuncties vervullen in de praktijk ten aanzien van een specifieke patiëntencategorie. Zij hebben zicht op de functie van NP’er.
De meesterproefbegeleider: Een docent met een wetenschappelijke opleiding en ervaring in onderzoek begeleidt de student in deze laatste fase van de opleiding individueel.
De student stelt zelf zijn portfolio en POP/COP op. Het portfolio en het POP/COP geven de gesprekken met de verschillende begeleiders structuur. De wijze van studiebegeleiding is vastgelegd in de Studiegids en de Onderwijs- en Examenregeling (OER). In de gesprekken tijdens de audit is gebleken dat de studenten de studiebegeleiding en informatievoorziening vanuit de opleiding als goed beoordelen. Zij spreken letterlijk van ‘..een hele goede ondersteuning door de school’ en van extra gesprekken en begeleiding op initiatief van de opleiding in het geval dat studievertraging dreigt.
Oordeel: Voldoende Het auditteam kwalificeert het facet ‘Studiebegeleiding’ voor de duale opleiding M ANP als voldoende op grond van de volgende observaties: De studiebegeleiding voor de duale studenten is adequaat uitgewerkt en afgestemd op de doelgroep. Docenten en praktijkbegeleiders treden hierbij op in vier verschillende rollen. De student heeft een eigen verantwoordelijkheid in het opstellen van zijn portfolio en POP/COP en wordt hierbij begeleid. Volgens een vastgelegde systematiek worden het portfolio en het POP/COP besproken. De studenten zijn te spreken over de begeleiding en de informatie die zij vooraf over de studie ontvangen. De opleiding hanteert een actieve benadering bij dreigende studievertraging van studenten.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding Advanced Nursing Practice, Hogeschool Saxion, 1.0 33
Onderwerp 5: Interne Kwaliteitszorg Dit onderwerp kent drie facetten: 1. evaluatie resultaten; 2. maatregelen tot verbetering; 3. betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld.
Facet 5.1. Evaluatie Resultaten Criterium Het facet ‘Evaluatie Resultaten’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Wordt de opleiding periodiek geëvalueerd, mede aan de hand van toetsbare streefdoelen? Bevindingen De M ANP evalueert periodiek en systematisch via de studenten en het werkveld. De evaluaties betreffen zowel de inhoud van het onderwijs als de organisatie. De PDCA cyclus wordt hierbij doorlopen. Vaste onderdelen van de evaluaties zijn de competenties, de onderwijsinhoud en niveau, de colleges en inleidingen, de werkvormen, de opdrachten en toetsing, de gebruikte literatuur, de studiebelasting, de begeleiding en feedback. Daarnaast wordt nog geëvalueerd op lesverzuim van de studenten, de daadwerkelijke studiebelasting in uren zoals ervaren door de studenten, sterke en zwakke punten van de opleiding en worden suggesties ter verbetering gevraagd. De studenten evalueren, schriftelijk en gestandaardiseerd, de afzonderlijke modules. Sinds het cohort 2006 vraagt de opleiding aan de studenten het oordeel over de totale opleiding. Het continue proces van evalueren geeft vergelijking tussen de waarderingen van de studenten over de jaren heen. Ingezette veranderingen worden daarmee beoordeeld op hun effecten. Een aandachtspunt voor de opleiding is het systematisch en door zoveel mogelijk studenten laten invullen van de evaluatieformulieren, die standaard aan de modulehandleidingen toegevoegd zijn. De
opleiding gebruikt de volgende instrumenten: schriftelijke evaluaties door studenten, per module schriftelijke evaluaties door de studenten over de gehele opleiding de werkbezoeken door docenten en door de course director aan het werkveld van de studenten periodiek docentenoverleg
Daarnaast wordt op een meer informele manier informatie verzameld bij studenten en worden in gesprekken met hen de ontvangen signalen uitgediept. Hierdoor wordt bijsturing op onderdelen gedurende het programma mogelijk gemaakt. De informele informatie uitdieping gebeurt door maandelijks lunchoverleg met de studenten en via de alumnidagen die in 2008 zijn ingevoerd. Het auditteam vindt deze wijze van informatie verzamelen en verwerken een goed voorbeeld van hoe informatie kan worden vergaard in een kleine opleiding. Externe ontwikkelingen worden nauwlettend gemonitord. Een aantal kerndocenten is lid van de verschillende landelijke werkgroepen met het oogmerk ontwikkelingen te volgen en mede daar ook richting aan te geven. Verder maakt de opleiding gebruik van de expertise van het KC GWT. Lectoren en kenniskringleden werken aan onderzoeksprojecten en de zo verworven kennis van het werkveld wordt ingebracht binnen het bestaande masterteam en kan aanleiding vormen om de modules aan te passen. Het kwaliteitsbeleid van de masteropleidingen ligt in het verlengde van dat van het KC GWT. Vanwege de uitbreiding en samenhang van het aantal masteropleidingen en de borging van de kwaliteit (systematische en cyclische opzet) is recent een ‘Jaarplan masteropleidingen’ ontwikkeld. Uit de verschillende gesprekken die het auditteam heeft gevoerd is duidelijk geworden dat de evaluatie van de onderwijsinhoud en de bedrijfsvoering systematisch gebeurt en serieus wordt aangepakt. Oordeel: goed Het auditteam kwalificeert het facet ‘Evaluatie Resultaten’ voor de duale opleiding M ANP als goed
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding Advanced Nursing Practice, Hogeschool Saxion, 1.0 34
op grond van de volgende observaties: De opleiding evalueert op een serieuze manier periodiek en systematisch de inhoud van het onderwijs en de organisatie daarvan. Daarvoor maakt de opleiding gebruik van een aantal instrumenten, dat in hun samenhang de opleiding een goed beeld geeft van de kwaliteit van haar product. Naast formeel gestandaardiseerde evaluatiemethoden hanteert de opleiding ook een informele methode van informatie uitdiepen bij studenten en alumni, waardoor de opleiding, mede gezien de kleinschaligheid, snel kan bijsturen. Het auditteam vindt dit een goed voorbeeld van hoe het kan. De opleiding evalueert het programma in het licht van externe ontwikkelingen die docenten, lectoren en leden van de kenniskring signaleren.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding Advanced Nursing Practice, Hogeschool Saxion, 1.0 35
Facet 5.2. Maatregelen tot Verbetering Criterium Het facet ‘Maatregelen tot Verbetering’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAOcriterium: Vormen de uitkomsten van periodieke evaluaties van de opleiding de basis voor aantoonbare verbetermaatregelen die bijdragen aan de realisatie van de streefdoelen? Bevindingen Zoals al bij § 1.3.3. in hoofdstuk 1 is beschreven, is de opleiding in 2003 beoordeeld. De destijds gemaakte opmerkingen hebben tot verbeteringen geleid. Het auditteam heeft dit tijdens de audit kunnen vaststellen. Teambesprekingen, onderwijsevaluaties en reacties uit het werkveld hebben geleid en leiden tot aanpassingen en bijstellingen. De opleiding geeft als voorbeeld het versterken van de studiebegeleiding in de als zwaar en erg belastend ervaren module Onderzoek. Ten aanzien van het doorvoeren van verandering vindt het auditteam het een sterk punt dat het directe contact met de studenten ertoe leidt dat gewenste aanpassingen snel gerealiseerd kunnen worden. Voor alle masteropleidingen gezamenlijk is er een jaarwerkplan 2010. Daarin wordt voor het onderwijs, voor de bedrijfsprocessen, het personeel, de materiële voorzieningen, externe relaties en marketing en financiën en rendementen de huidige situatie geanalyseerd en worden actiepunten geformuleerd voor de gewenste situatie. De studenten melden dat zij merken dat hun signalen rond onvolkomenheden worden opgepakt. Oordeel: Goed Het auditteam kwalificeert het facet ‘Maatregelen tot Verbetering’ voor de duale opleiding M ANP als voldoende op grond van de volgende observaties: De opleiding evalueert regelmatig en frequent en maakt zichtbaar dat de uitkomsten van dergelijke evaluaties leiden tot bijstellingen in het programma, tot versterking van de studiebegeleiding of tot andere maatregelen die belemmeringen doen wegnemen. Dergelijke aanpassingen worden snel doorgevoerd, indien dit programmatechnisch mogelijk is. Studenten beamen dat hun signalen serieus worden genomen en dat deze leiden tot bijstellingen of opheffen van onvolkomenheden.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding Advanced Nursing Practice, Hogeschool Saxion, 1.0 36
Facet 5.3. Betrekken van Medewerkers, Studenten, Alumni en Beroepenveld Criterium Het facet ‘Betrekken van Medewerkers, Studenten, Alumni en Beroepenveld’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Zijn -en zo ja op welke wijze- medewerkers, studenten, alumni en het afnemend beroepenveld actief betrokken bij de interne kwaliteitszorg van de opleiding? Bevindingen Medewerkers De opleiding kent een kernteam annex programmacommissie en een docententeam. Het kernteam en docententeam komen regelmatig bij elkaar. Eens per twee maanden is het reguliere werkoverleg van de teamleider met de course directors een kwaliteitsoverleg. De docenten wordt individueel gevraagd zich uit te spreken over de opleiding. Studenten De studenten zijn, als beroepsbeoefenaren, een belangrijke afspiegeling van het directe beroepsveld. Elke onderwijsmodule evalueren zij, waarna de uitkomsten met hen worden besproken. De coördinator luncht periodiek met de studenten, waarbij wordt gesproken over de opleiding. Alumni De opleiding voert een actief alumnibeleid. Er wordt jaarlijks een met de alumni voorbereide alumnidag georganiseerd. Tijdens die dag wordt de alumni gevraagd naar hun oordeel over de opleiding en input vanuit het werkveld. Recent is er een alumninieuwsbrief gestart. Daarnaast kunnen alumni zich abonneren op de digitale Nieuwsbrief van het Kenniscentrum. Werkveld Om het werkveld betrokken te houden worden er, naast de interne audits en de praktijkleeravonden voor de praktijkleermeesters, ook werkbezoeken aan het veld gebracht. Naast de voortgang en de begeleiding van de student zijn ook de ontwikkelingen en vernieuwingen in de praktijk, die invloed kunnen hebben op de inhoud van het curriculum, onderwerp van gesprek. De course director heeft contact en overleg met de leermeesters. Naar oordeel van de leermeesters zou dit contact echter nog intensiever mogen zijn. De brede internationale Raad van Advies van de domeinen Health en Social Work wordt gevraagd zich uit te spreken over strategische aspecten rond de masteropleidingen. Het instellen van een beroepenveldcommissie (bvc) is in voorbereiding. Deze commissie heeft ten doel op operationeel/tactisch niveau de aansluiting en afstemming te waarborgen tussen de opleiding en de maatschappelijke omgeving van de gezondheidszorg. De bvc zal bestaan uit vier personen en worden gevormd door leden die een tactische of uitvoerende positie bekleden in het afnemende veld of die om hun inhoudelijke expertise en knowhow erkend worden als prominente vertegenwoordigers hiervan. Gezien de notitie die de opleiding hierover heeft opgesteld, heeft het auditteam er vertrouwen in dat een bvc in de voorgenomen samenstelling een positieve bijdrage kan leveren aan het betrekken van het werkveld bij de interne kwaliteitszorg en afstemming van ontwikkelingen. Oordeel: Voldoende Het auditteam kwalificeert het facet ‘Betrekken van Medewerkers, Studenten, Alumni en Beroepenveld’ van de duale opleiding M ANP als voldoende. Hij doet dit op grond van de waarneming dat de medewerkers, studenten, alumni en het beroepenveld op adequate wijze zijn betrokken bij de interne kwaliteitszorg van de opleiding.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding Advanced Nursing Practice, Hogeschool Saxion, 1.0 37
Onderwerp 6: Resultaten Dit onderwerp kent twee facetten: 1. gerealiseerd niveau; 2. onderwijsrendement.
Facet 6.1. Gerealiseerd Niveau Criterium Het facet ‘Gerealiseerd Niveau’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Zijn de gerealiseerde eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen in overeenstemming met de nagestreefde eindkwalificaties? Bevindingen De eindscriptie wordt beoordeeld door twee beoordelaars. De eerste beoordelaar is tevens de meesterproefbegeleider. De tweede beoordelaar is meestal de lector, soms ook een senior docent. De beoordelaars gebruiken een uniform beoordelingskader. De beoordeling geschiedt onafhankelijk van elkaar en de uitkomsten worden naast elkaar gelegd en besproken. In de aanloop naar de audit hebben de externe deskundigen in het auditteam acht recente eindscripties bestudeerd. Over deze scripties merkt het auditteam op dat de hierin behandelde onderwerpen met name het klinisch handelen van de NP’er belichten en dat deze minder zijn toegesneden op de verpleegkundige dimensie. Het auditteam heeft in deze scripties vooral gezien dat relevante klinische vragen worden omgezet naar toegepast wetenschappelijk onderzoek. De scripties weerspiegelen daarmee vooral de competentie ‘onderzoek’. De onderzoekslijn draagt naar het oordeel van de opleiding en van de studenten echter bij aan méér competenties dan onderzoek alleen; ook het klinisch en wetenschappelijk denken en oordelen wordt daardoor versterkt. Naast de eindscriptie bepaalt ook de beoordeling van het portfolio of een student met succes de opleiding afsluit. Onderdeel hiervan is de beoordeling van de leermeester. Het auditteam heeft enkele portfolio’s gezien en is van oordeel dat daaruit blijkt dat een student aan het eind van zijn studie alle beoogde competenties heeft verworven. De afstudeerwerkstukken zijn wat betreft probleemstelling van voldoende diepgang en complexiteit. Voor het realiseren van deze afstudeerwerkstukken dienen de afstudeerders te beschikken over een kennisniveau en analytisch vermogen dat van studenten van een hbo masteropleiding mag en moet worden geëist. In samenhang met de portfolio’s van de studenten beoordeelt het auditteam het gerealiseerd niveau van de opleiding M ANP als voldoende. Doorstroom De student studeert af op expert-niveau als Master Advanced Nursing Practice in een specialisme. Na het behalen van het getuigschrift M ANP kan de student doorstromen naar een universitaire Master zoals Verplegingswetenschappen of de MSc Advanced Nursing Practice in Birmingham.
Oordeel: voldoende Het auditteam kwalificeert het facet ‘Gerealiseerd Niveau’ voor de duale opleiding M ANP als voldoende. Eigen beoordeling van de afstudeerwerkstukken, portfolio’s en het oordeel over de beoordelingen die de docenten en leermeesters hebben gegeven over de bereikte competenties, hebben tot dit oordeel geleid.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding Advanced Nursing Practice, Hogeschool Saxion, 1.0 38
Facet 6.2. Onderwijsrendement Criteria Het facet ‘Onderwijsrendement’ is beoordeeld aan de hand van de volgende NVAO-criteria: Zijn er, al dan niet in samenspraak met verwante opleidingen, streefcijfers geformuleerd in vergelijking met andere relevante opleidingen? Voldoet het onderwijsrendement aan deze streefcijfers? Bevindingen De instroom in alle M ANP programma’s in Nederland wordt jaarlijks door het ministerie VWS vastgesteld. Voor 2008 was dit aantal bepaald op 325 opleidingsplaatsen. De rendementen over de afgelopen jaren zijn de volgende: cohort
gestart
afgestudeerd
nog bezig
uitgevallen
2005-‘07
17
16
94%
1
2006-‘08
16
15
94%
1
6%
2007-‘09
19
14
74%
4
21%
1
2008-‘10
19
14
74%
5
2009-‘11
18
18
100%
Tabel 2: Rendementen M ANP, Hogeschool Saxion De opleiding is het relatieve grote uitval uit het cohort 2008-’10 nagegaan. Haar is gebleken dat de uitval in één geval vanwege privé redenen was (ziekte) en in vier gevallen werkgerelateerd. Het auditteam kan vaststellen dat het rendement van de masteropleiding ANP boven het streefcijfer van 90% ligt. Oordeel: Goed Het auditteam kwalificeert het facet ‘Onderwijsrendement’ voor de duale opleiding M ANP als goed op grond van het feit dat dit ligt boven het hoge streefcijfer van 90%, dat de opleiding zichzelf stelt.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding Advanced Nursing Practice, Hogeschool Saxion, 1.0 39
4. 4.1.
SAMENVATTEND OORDEEL Oordeelschema HBO master opleiding Advanced Nursing Practise Onderwerp
/
Facet
Oordeel
1. Doelstellingen Opleiding 1.1. Domeinspecifieke Eisen 1.2. Niveau Master 1.3. Oriëntatie HBO
V V V
2. Programma 2.1. Eisen HBO 2.2. Relatie tussen Doelstellingen en Inhoud Programma 2.3. Samenhang Programma 2.4. Studielast 2.5. Instroom 2.6. Duur 2.7. Afstemming tussen Vormgeving en Inhoud 2.8. Beoordeling en Toetsing
V V V V V V V V
3. Inzet van Personeel 3.1. Eisen HBO 3.2. Kwantiteit Personeel 3.3. Kwaliteit Personeel 4. Voorzieningen 4.1. Materiële Voorzieningen 4.2. Studiebegeleiding 5. Interne Kwaliteitszorg 5.1. Evaluatie Resultaten 5.2. Maatregelen tot Verbetering 5.3. Betrekken van Medewerkers, Studenten, Alumni en Beroepenveld 6. Resultaten 6.1. Gerealiseerd Niveau 6.2. Onderwijsrendement Samenvattend oordeel
4
Extra aantekening: goed.
5
Extra aantekening: goed
6
Extra aantekening: goed
7
Extra aantekening: goed
V
V
V4 G G G V5 G V V6 G G V
V7 V G V
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding Advanced Nursing Practice, Hogeschool Saxion, 1.0 40
4.2.
Integraal oordeel en advies aan de NVAO
Op basis van zijn bevindingen met betrekking tot alle in het NVAO-Accreditatiekader vermelde onderwerpen en facetten, concludeert het auditteam dat de door de Hogeschool Saxion in casu het Kenniscentrum Gezondheidzorg, Welzijn en Technologie verzorgde duale hbo masteropleiding Advanced Nursing Practise in aanmerking komt voor accreditatie door de NVAO. Op basis van de beslisregels die zijn verwoord in § 1.4.2 van hoofdstuk 1 komen de onderwerpen 3: Inzet van Personeel, 4: Voorzieningen, 5: Interne Kwaliteitszorg en 6: Resultaten in aanmerking voor de extra aantekening ‘goed’.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding Advanced Nursing Practice, Hogeschool Saxion, 1.0 41
BIJLAGE I:
Curricula Vitae auditoren en Onafhankelijkheidsverklaring auditoren
Foka Brouwer – lead auditor Foka Brouwer studeerde andragologie en geschiedenis in Groningen en Amsterdam. Vanaf 1991 werkte zij bij de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen in verschillende beleidsfuncties als staflid voor het College van Bestuur op de gebieden diversiteitsbeleid, kwaliteitszorg en interne dienstverlening. Vanaf 2002 was zij senioradviseur onderwijs en kwaliteit, regisseur voor de interne kwaliteitszorg en de accreditatietrajecten van de opleidingen van De Haagse Hogeschool en adviseur kwaliteitszorg voor het College van Bestuur. Zij was lid van de bestuurlijke werkgroep accreditatie van de HBO-raad. Op dit moment is zij senioradviseur bij de Hobéon Groep, met als aandachtsgebieden kwaliteitszorg & certificering en management consult. Aart Eliens – vakinhoudelijk auditor Aart Eliens is verpleegkundige A/B, heeft daarna Gezondheidswetenschappen gestudeerd, afstudeerrichting verplegingswetenschap en tal van cursussen op vakinhoudelijk terrein gevolgd in Nederland, het Verenigd Koninkrijk, Zweden en de Verenigde Staten. Hij is sinds 1983 onafgebroken actief geweest in het hoger onderwijs als (hoofd)docent verpleegkunde, programmaleider verpleegkunde, programmaleider van een M ANP opleiding en associate lector Best Practices. Thans is hij senior beleidsmedewerker bij V&VN en docent aan de M ANP van Hogeschool INHolland. Edwin Nicasie – vakinhoudelijk en werkvelddeskundg auditor Edwin Nicasie studeerde algemene sociale wetenschappen in Utrecht, Hij is docent psychiatrische verpleegkunde geweest aan een ROC, projectmanager advies en training bij een ROC, senior programmamanager/teamcoördinator van het team gezondheidsbeleid en overheden bij de Netherlands School of Public and Occupational Health (NSPOH) Amsterdam en studiecoördinator van de M ANP van Hogeschool INHolland. Thans is hij hoofd Opleidingen bij GGnet. Daar houdt hij zich bezig met de aansturing van opleiders en het ontwikkelen van het opleidingbeleid voor initiële en vervolgopleidingen van GGnet. Jan Hoogeveen – werkvelddeskundig auditor Jan Hoogeveen studeerde Gezondheidswetenschappen, afstudeerrichting verplegingswetenschap in Maastricht. Hij was jarenlang zorgmanager, locatiemanager en plaatsvervangend directeur van verschillende Woon en Zorgcentra. Hij is commercieel coördinator zorg en welzijn geweest bij Zorggroep Solis te Deventer. Daar is hij thans sectormanager cliëntbemiddeling en marktbewerking en lid van het centraal managementteam. In die functie is hij verantwoordelijk voor de productontwikkeling op het terrein van zorg en welzijn in relatie tot de markt en de marktvraag. Sylvia Kok – student auditor Sylvia Kok volgde de inservice opleiding verpleegkunde en is als verpleegkundige en zorgcoördinator werkzaam geweest op diverse afdelingen van het Slingeland Ziekenhuis in Doetinchem. Daar is zij thans werkzaam als verpleegkundige colonchirurgie en als nurse practitioner-in-opleiding. Zij is tweedejaars student van de M ANP van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. Rob Peters - secretaris Rob Peters studeerde personeelswerk in Den Haag. Na zijn opleiding vervulde hij diverse personeelsfuncties en was hij cao-onderhandelaar voor een werkgeversvereniging. Hij is in de periode 1990-2000 werkzaam geweest bij de HBO-Raad en de Hobéon Groep. In die periode heeft hij als projectleider gewerkt in nationale en internationale projecten op het terrein van onderwijs, management en strategische beleidsvorming. Aansluitend heeft hij zes jaar de functie van hoofd afdeling PO&I en loco-secretaris vervuld bij een gemeentelijke organisatie. Thans is hij associé bij de Hobéon Groep en betrokken bij het uitvoeren van audits in het hoger beroepsonderwijs.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding Advanced Nursing Practice, Hogeschool Saxion, 1.0 42
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding Advanced Nursing Practice, Hogeschool Saxion, 1.0 43
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding Advanced Nursing Practice, Hogeschool Saxion, 1.0 44
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding Advanced Nursing Practice, Hogeschool Saxion, 1.0 45
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding Advanced Nursing Practice, Hogeschool Saxion, 1.0 46
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding Advanced Nursing Practice, Hogeschool Saxion, 1.0 47
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding Advanced Nursing Practice, Hogeschool Saxion, 1.0 48
BIJLAGE II: Programma Visitatie Programma Audit opleiding Master Advanced Nursing Practice en Master Health Care & Social Work, Saxion Hogescholen, Deventer , dinsdag 24 en woensdag 25 november 2009. Dinsdag 24 november Het accent ligt vandaag op generieke onderwerpen en de inhoud en programmering van de MANP Lokaal
Tijd
Gesprekspartners
08.30-09.00
Auditoren
Onderwerpen
Auditteam
Onderling kennismaken en voorbespreking
Foka Brouwer Aart Eliens Jan Hoogeveen Edwin Nicasie Sylvia Kok Rob Peters 09.00-09.30
Management
Auditteam
Kennismaking
Kenniscentrum:
Definitieve vaststelling programma 24 en
Frans Pol (voorzitter DB
25 november
Kenniscentrum) Wim Slingerland (DB Kenniscentrum) Stephan van der Voort (Teamleider Masteropleidingen) Amar Voogt (Hoofdopleider GGZ VS) 09.30-10.15
Management
Auditteam
Generiek voor M ANP en M HC&SW
masteropleidingen:
Strategisch beleid, visie, missie
Alice Bomers (course director
Marktpositie en instroom
ANP)
Relatie beroepenveld: beroepen-
Jacqueline Kok (course
veldcommissie, opleidingsoverleg
director HC&SW)
Internationalisering
Stephan van der Voort
Personeel, deskundigheidsbevordering Rendementen (met analyse) Kwaliteitszorg Resultaten
10.15 -11.00
Lectoraat/kenniskring voor
Foka Brouwer
Specifiek voor M ANP
ANP/ HCSW
Jan Hoogeveen
Stand van zaken lectoraat / innovatie
Joy Notter (lector)
Aart Eliens
Betrokkenheid docenten en studenten in
Peter Goossens (lector)
Sylvia Kok
kenniskring; betrokkenheid studenten bij
Truus Spijker (Associate
toegepast onderzoek
lector)
Disseminatie van kennis: kenniskring Æ docenten en kenniskring Æ studenten.
10.15 – 11.00 Werkveld ANP
Edwin Nicasie
Specifiek voor M ANP
parallel
Rob Peters
Relatie van beroepenveld met opleiding
H. Hegeman (chirurg)
Aansluiting programma op vooropleiding; Doorstroom naar w.o,, behoefte aan MSc Praktijkcomponent, praktijkbegeleiding afstuderen Invloed van de praktijk op de onderwijsontwikkeling, in internationaal perspectief Betekenis van het Kenniscentrum GWT voor het werkveld 11.00 – 11.15
Auditteam
Interne terugkoppeling, verificatie
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding Advanced Nursing Practice, Hogeschool Saxion, 1.0 49
11.15 -12.15
Coördinatoren /
Auditteam
Specifiek voor M ANP
Onderwijsontwikkelgroep
Relatie met het beroepenveld
voor M ANP
Onderwijsontwikkeling
Harry Schoot
Eindkwalificaties
Suze Bombeld
Samenhang programma
Ria Lohuis
Toetsen en beoordelen
Alice Bomers
Internationalisering
Geert Groot Jebbink
Studiebegeleiding
Inke Schaap 12.15 – 13.00 Lunch
Auditteam
Lunch, interne terugkoppeling, verificatie
13.00 – 13.30 Rondleiding voorzieningen
Auditteam
Generiek voor beide master opleidingen
Alice Bomers
Bibliotheek/mediatheek en andere
Jacqueline Kok
voorzieningen in Enschede
13.30 – 14.30 Kwaliteitszorg
Foka Brouwer
Generiek voor beide master opleidingen
Alice Bomers
Edwin Nicasie
Kwaliteitscyclus:
Jacqueline Kok
Sylvia Kok
Evaluatie van resultaten en rendementen
Ingrid ten Haken
Maatregelen tot verbetering+vastlegging
Stephan van der Voort
Betrekken van medewerkers, studenten, alumni, werkveld Klachtenregeling: uitwerking in de praktijk
Docenten M ANP
Jan Hoogeveen
Specifiek voor M ANP
13.30 – 14.30 Onderwijsontwikkelgroep plus
Aart Eliens
Relatie met het beroepenveld,
parallel
Rob Peters
Onderwijsontwikkeling en eindkwalificaties
Hilde de Vocht Jack de Swart
Samenhang programma
Sandra Koster
Toetsen en beoordelen
Frits Oosterveld
Internationalisering
Andre Bieleman
Eigen verankering in het beroepenveld en eigen deskundigheidsbevordering Betekenis van het Kenniscentrum GWT voor docenten Studiebegeleiding
14.30 - 15.15
Examencommissie en
Auditteam
Generiek voor de beide masteropleidingen
betrokkenen bij toetsen en
Toetsen en beoordelen: validiteit,
beoordelen
objectiviteit en methodieken; beoordelen
Jack de Swart (vz excomm)
van toegepast onderzoek en
Alice Bomers
eindwerkstukken
Arjan van der Salm
Kwaliteitsborging van de
Ria Lohuis
praktijkcomponent Resultaten en rendementen Bezwaar en beroep Vrijstellingen, evc beleid en evt toepassing daarvan
15.15 – 15.30
Auditteam
Verificatie van documenten, interne terugkoppeling en bepalen ‘pending issues’
15.30 – 16.00 Nader te bepalen
(Deel) auditteam
gesprekspartners
Vrije ruimte voor verdieping en/of additionele gespreksonderwerpen.
(iedereen beschikbaar) 16.00 – 16.15
Auditteam
Verificatie van documenten, interne terugkoppeling en bepalen ‘pending issues’
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding Advanced Nursing Practice, Hogeschool Saxion, 1.0 50
16.15 – 17.00 Werkveld ANP J. Klaase, (chirurg)
(Edwin Nicasie
Specifiek voor M ANP
Rob Peters
Relatie beroepenveld met opleiding Aansluiting programma op vooropleiding; Doorstroom naar w.o., behoefte aan MSc Praktijkcomponent, praktijkbegeleiding afstuderen Invloed van de praktijk op de onderwijsontwikkeling, in internationaal perspectief Betekenis van het Kenniscentrum GWT voor het werkveld
16.15 – 17.30
Auditteam
Bepalen voorlopige oordeel over M ANP
parallel
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding Advanced Nursing Practice, Hogeschool Saxion, 1.0 51
Woensdag 25 november 2009. Het accent op deze dag ligt op de master HC&SW 08.45 – 09.15
Auditteam
Terugblik op de vorige dag.
Foka Brouwer
Bijpraten van Mieke te Stroete (student
Aart Eliens
auditor voor M HC&SW)
Jan Hoogeveen Edwin Nicasie Mieke te Stroete Rob Peters 09.15 – 10.15
Studenten en oud -
Deel auditteam
Informatievoorziening
studenten M ANP
Studiebegeleiding, praktijk van evc
(groep nog niet definitief
Doorstroom naar w.o., afstuderen
vastgesteld)
Toetsen en beoordelen
Anne Weierink
Studeerbaarheid, studielast
Janske Glas
Materiële voorzieningen
Carl Penninga
Rol praktijkbegeleider en mentor
Maritha Spekschoor-
Betekenis van het Kenniscentrum GWT
Storteleder
voor studenten/afgestudeerden
09.15 – 10.15
Studenten en oud -
Deel auditteam,
parallel
studenten M HC&SW
waaronder in
(groep nog niet definitief
ieder geval
vastgesteld)
Mieke te Stroete
idem
Femke Veld Lars van Driel Jasper Erkens Gerben ten Broeke Jorien Braamhaar 10.15 – 11.00
Coördinatoren
auditteam
Relatie met het beroepenveld
/onderwijsontwikkelgroep
Onderwijsontwikkeling
Jacqueline Kok
Eindkwalificaties
Hilde de Vocht
Samenhang programma
Jack de Swart
Toetsen en beoordelen
Ria Lohuis
Internationalisering
Truus Spijker
Eigen verankering in het beroepenveld en eigen deskundigheidsbevordering Studiebegeleiding
11.00 – 11.45
Werkveld van M HC&SW
Aart Eliens
Relatie met het beroepenveld
(Groep nog niet definitief
Edwin Nicasie
Aansluiting programma op vooropleiding;
vastgesteld)
Rob Peters
doorstroom naar het w.o.
Dhr W. de Vree
Praktijkcomponent, praktijkbegeleiding,
Mw R. Jaspers
afstuderen
Frank Mollee
Invloed van de praktijk op de onderwijsontwikkeling, in internationaal perspectief Betekenis van het Kenniscentrum GWT voor het werkveld
11.00 -11.45
Docenten M HC&SW
Foka Brouwer
Relatie met het beroepenveld,
parallel
Andre Bieleman
Jan Hoogeveen
Onderwijsontwikkeling en
Hilde de Vocht
Mieke te Stroete
eindkwalificaties
Ria Lohuis
Samenhang programma
Inke Schaap
Toetsen en beoordelen
Jack de Swart
Internationalisering
Mireille Hoffmann
Eigen verankering in het beroepenveld en eigen deskundigheidsbevordering Betekenis van het Kenniscentrum GWT
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding Advanced Nursing Practice, Hogeschool Saxion, 1.0 52
voor docenten Studiebegeleiding 11.45 – 12.00
Auditteam
Interne terugkoppeling en bepalen ‘pending issues’
12.00 – 12.30
Nader te bepalen
Pending issues
gesprekspartners M HC&SW 12.30 – 13.15
Lunch
Auditteam
Lunch en bepalen definitieve standpunten betreffende M ANP en M HC&SW
13.15 – 14.00
Alle gesprekspartners
Plenaire terugkoppeling M ANP en M HC&SW
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding Advanced Nursing Practice, Hogeschool Saxion, 1.0 53