Adviesrapport accreditatie Masteropleiding Pedagogiek deeltijd Hogeschool INHolland
Scheveningseweg 46 2517 KV Den Haag T (070) 30 66 800 F (070) 30 66 870 I www.hobeon.nl E
[email protected]
Adviesrapport accreditatie Masteropleiding Pedagogiek deeltijd Hogeschool INHolland CROHO nr. 44113
Hobéon® Certificering BV Datum: 29 oktober 2010 Auditteam: Drs. R.B. van der Herberg Drs. G.J.M. Huijbregts Prof. dr. W. Veugelers E. Jackson Secretaris: G.C.Versluis
INHOUDSOPGAVE DEEL 1
1
1. 1.1. 1.2. 1.3. 1.4. 1.5.
MANAGEMENT SAMENVATTING INTEGRAAL ADVIES ALGEMENE GEGEVENS BEOORDELINGSKADER SAMENSTELLING AUDITTEAM SAMENVATTENDE BEOORDELING
1 1 1 1 1 2
2.
INLEIDING
5
3.
KARAKTERISTIEK VAN DE OPLEIDING
7
4.
VORIGE ACCREDITATIE
9
DEEL 2
11
5.
ONDERWERPEN EN FACETTEN NVAO-ACCREDITATIEKADER 1. Doelstellingen opleiding Facet 1.1. Domeinspecifieke eisen Facet 1.2. Niveau: Master Facet 1.3. Oriëntatie HBO 2. Programma Facet 2.1. Eisen HBO Facet 2.2. Relatie tussen doelstellingen en inhoud programma Facet 2.3. Samenhang programma Facet 2.4. Studielast Facet 2.5. Instroom Facet 2.6. Duur Facet 2.7. Afstemming tussen vormgeving en inhoud Facet 2.8. Beoordeling en toetsing 3. Inzet van personeel Facet 3.1. Eisen HBO Facet 3.2. Kwantiteit personeel Facet 3.3. Kwaliteit personeel 4. Voorzieningen Facet 4.1. Materiële voorzieningen Facet 4.2. Studiebegeleiding 5. Interne kwaliteitszorg Facet 5.1. Evaluatie resultaten Facet 5.2. Maatregelen tot verbetering Facet 5.3. Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld 6. Resultaten Facet 6.1. Gerealiseerd niveau Facet 6.2. Onderwijsrendement
11 11 11 13 14 15 15 18 20 21 23 24 25 26 28 28 29 30 32 32 33 34 34 35 36 37 37 39
6.
OORDEELSCHEMA
41
7.
BIJLAGEN BIJLAGE I BIJLAGE II BIJLAGE III BIJLAGE IV
43 45 47 49 55
Programma en gesprekspartners Kwantitatieve gegevens van de opleiding Curricula Vitae en onafhankelijkheidsverklaringen auditoren Werkwijze, beoordelingsprocedure en beslisregels Hobéon
DEEL 1 1.
MANAGEMENT SAMENVATTING
1.1.
Integraal advies
Hobéon Certificering adviseert de NVAO de deeltijdopleiding hbo master Pedagogiek, verzorgd door Hogeschool INHolland in casu School of Health, Croho nummer 44113 te accrediteren. Dit advies wordt in onderhavig rapport gefundeerd.
1.2.
Algemene gegevens
Naam van de instelling: Naam van de opleiding: Varianten van de opleiding: Locatie van de opleiding:
Hogeschool INHolland hbo master Pedagogiek deeltijd Amsterdam
Naam VBI: Datum visitatie: Datum adviesrapport
Hobéon Certificering b.v. 28 april 2010 29 oktober 2010
1.3.
Beoordelingskader
Het bij het onderzoek gehanteerde beoordelingskader is het ‘Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs Nederland’ (14 februari 2003).
1.4.
Samenstelling auditteam
Het auditteam bestond uit de volgende personen: Drs. R.B. van der Herberg, voorzitter, partner bij Hobéon, voorheen rector van een grote scholengemeenschap (Minkema College Woerden). Drs. G.J.M. Huijbregts, clustermanager bij Combinatie jeugdzorg in Eindhoven, voorheen wijkverpleegkundige en rayonmanager Ouder- en Kindzorg bij Thuiszorg Kempenstreek. Prof. dr. W. Veugelers, hoogleraar educatie Universiteit voor Humanistiek en onderzoeker en docent bij het Instituut voor Lerarenopleidingen van de Universiteit van Amsterdam. Publiceerde op een breed terrein waaronder pedagogiek. Onder andere redacteur van het tijdschrift Pedagogiek en Compare. E. Jackson, tweedejaars student hbo masteropleiding Pedagogiek Hogeschool Rotterdam, tevens docent Thermodynamica aan de hbo bacheloropleiding Werktuigbouwkunde Hogeschool Rotterdam. G.C. Versluis, secretaris, adviseur bij Hobéon, voorheen leerkracht en teamleider speciaal basisonderwijs en senior beleidsmedewerker Welzijn&Onderwijs bij de gemeente Bodegraven.
©Hobéon® Certificering⏐Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding Pedagogiek, Hogeschool INHolland, versie 1.0 ⏐ 1
1.5.
Samenvattende beoordeling
Hobéon Certificering baseert het advies tot accreditatie van de opleiding hbo master Pedagogiek van Hogeschool INHolland op de volgende overwegingen: Algemeen beeld Het auditteam trof bij de masteropleiding Pedagogiek van Hogeschool INHolland een gemotiveerd en kundig team, dat een dynamisch programma aanbiedt dat didactisch goed in elkaar zit en dat gevolgd wordt door een kleine groep enthousiaste en zeer gemotiveerde studenten. De opleiding heeft een duidelijk profiel met de uitstroomrichtingen Orthopedagogiek en Management & Beleid. Onderwerp 1 Doelstellingen opleiding: voldoende Het oordeel van het auditteam over alle facetten van dit onderwerp is positief. De volgende overwegingen hebben tot dat oordeel geleid. De opleiding bouwt voort op het in 2006 landelijk opgestelde beroepsprofiel en heeft samen met de andere masteropleidingen Pedagogiek in het Landelijk Overleg Pedagogiek (LPP) een opleidingsprofiel ontwikkeld. Op basis hiervan heeft de opleiding van Hogeschool INHolland een eigen competentieprofiel opgesteld voor Orthopedagogiek en Management & Beleid, uitgewerkt in zes competentiekaarten. Gesprekken over de precieze invulling van de functie en de positionering van hbo-pedagoog zijn evenwel nog gaande. Het auditteam vindt, dat de opleiding deze gesprekken zowel extern samen met de andere hbo-masteropleidingen als intern spoedig moet afronden. De opleiding heeft de competenties gekoppeld aan de Dublin Descriptoren en de kernkwalificaties van de hbo-master. De competenties komen overeen met wat van een zelfstandig en/of leidinggevende (ortho)pedagoog mag worden verwacht. De opleiding heeft met de andere (master)opleidingen Pedagogiek in zowel binnen- als buitenland en met het betreffende werkveld regelmatig contact over de doelstellingen en de opzet en inhoud van de hbo masteropleiding. De eigen veldadviesraad heeft de geactualiseerde competentiekaarten in november 2009 goedgekeurd. Onderwerp 2 Programma: voldoende Het oordeel van het auditteam over alle facetten van dit onderwerp is positief. De volgende overwegingen hebben tot dat oordeel geleid. Het programma dat de opleiding biedt, is voldoende beroepsgericht en volgt de actuele ontwikkelingen. Er wordt veel gebruikgemaakt van materiaal uit de beroepspraktijk in de vorm van casuïstiek. Studenten, die naast hun studie allen werkzaam zijn in een onderwijs- of jeugdorganisatie wisselen regelmatig praktijkervaringen uit en leren zodoende ook van elkaar. Kennisontwikkeling via actuele (praktijk)wetenschappelijke (internationale) vakliteratuur is een wezenlijk onderdeel van de opleiding evenals onderzoek doen. Voor het doen van onderzoek heeft de opleiding een goede onderzoekslijn opgesteld. Zowel in de opleiding door middel van o.a. hoor- en werkcolleges en het werken aan opdrachten als in de eigen werksituatie kunnen de studenten hun specifieke kennis en beroepsvaardigheden voldoende ontwikkelen. De opleiding heeft de competenties nader uitgewerkt in leerdoelen en bijbehorende handelingskenmerken. Deze zijn richtinggevend geweest voor de ontwikkeling van de opdrachten. Het programma volgt als een rode draad de loopbaanontwikkeling van de student in vijf loopbaanstappen. Aan het einde van elke onderwijsperiode toetst de opleiding op een adequate wijze de bij die periode behorende competenties/handelingskenmerken, waarbij de toetsvorm afhangt van de te toetsen kennis en vaardigheden. De kwaliteit van de toetsen borgt de opleiding o.a. via de toetscommissie, die de toetsen screent.
©Hobéon® Certificering⏐Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding Pedagogiek, Hogeschool INHolland, versie 1.0 ⏐ 2
Door het volgen van de loopbaanstappen heeft de opleiding een goede verticale samenhang aangebracht in het programma. Horizontale samenhang komt tot uiting in de aan de uitstroomprofielen gekoppelde semesterthema’s en de daarbij behorende onderwijseenheden. Via de onderzoeks- en verbeteropdrachten die de student uitvoert in zijn eigen werksituaties zorgt de opleiding voor de samenhang tussen het binnen- en buitenschools leren. De opleiding zorgt er door evenwichtige verdeling van de stof, voldoende contacturen en coaching (individueel en in de groep) voldoende voor dat de studievoortgang optimaal verloopt. Door duidelijke toelatingseisen en het houden van een intakegesprek over loopbaanplanning, studieverwachtingen en medewerking van de werkgever, zorgt de opleiding ervoor dat alleen potentieel geschikte kandidaten aan de studie beginnen. Het masterprogramma sluit goed aan bij de kwalificaties van de instromende studenten. Studenten zijn tevreden over de vormgeving en inhoud van het programma, de studielast en de mogelijkheid om de competenties te ontwikkelen. Onderwerp 3 Inzet van Personeel: voldoende Het oordeel van het auditteam over alle facetten van dit onderwerp is positief. De volgende overwegingen hebben tot dat oordeel geleid. De opleiding zet voldoende personeel in dat beschikt over goede masterkwaliteiten. Drie docenten zijn gepromoveerd. Alle docenten zijn goed op de hoogte van ontwikkelingen in het (internationale)werkveld. Docenten met een kleine aanstelling en gastdocenten zijn zelf nog werkzaam in dit werkveld. Daarnaast houden de docenten de ontwikkelingen bij door het lezen van (internationale) vakliteratuur bij en het bezoeken van congressen en workshops. De opleiding besteedt voldoende aandacht aan het functioneren van de docenten en aan gezamenlijke en individuele scholing. Zo stond in 2008-2009 het thema ‘toetsing’ en ‘afstudeerproject’ centraal en volgden vier masterdocenten samen met de lector de incompanytraining ‘de Werkplaats Research en Inquiry’ teneinde studenten goed te kunnen begeleiden bij het doen van het afstudeeronderzoek. De studenten zijn zeer enthousiast over hun docenten, hun didactische kwaliteiten, hun (vak)deskundigheid en kennis van de beroepspraktijk. Drie facetten van onderwerp 3 (“Inzet van Personeel”) worden als goed beoordeeld voor deze opleiding. De goede kwaliteit en de voortdurende praktijkgerichtheid van de docenten rechtvaardigt een kwalificatie ‘goed’ voor dit onderwerp. Dit wordt als ‘extra aantekening’ bij het oordeel toegevoegd. Onderwerp 4 Voorzieningen: voldoende Het oordeel van het auditteam over beide facetten van dit onderwerp is positief. De volgende overwegingen hebben tot dat oordeel geleid. De opleiding beschikt over een goed geoutilleerd gebouw, met voldoende ruimten voor de verschillende type lessen. Studenten kunnen via de (digitale)bibliotheek van INHolland en de bibliotheek van de sectie Pedagogiek van de VU beschikken over (wetenschappelijke) vakliteratuur. De ICT voorzieningen zijn adequaat en bieden de studenten ook de mogelijkheid om van huis uit of vanaf de werkplek in te loggen. Onder andere de coach en de teamcoördinator bieden de studenten voldoende begeleiding. Studenten zijn daarover dan ook tevreden. Omdat er bij studenten onvrede was over de informatievoorziening, besteedt de opleiding nu bij aanvang van de studie expliciet aandacht aan het gebruik van de verschillende informatiebronnen. Onderwerp 5 Interne Kwaliteitszorg: voldoende Het oordeel van het auditteam over alle facetten van dit onderwerp is positief. De volgende overwegingen hebben tot dat oordeel geleid.
©Hobéon® Certificering⏐Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding Pedagogiek, Hogeschool INHolland, versie 1.0 ⏐ 3
De opleiding heeft een behoorlijk aantal instrumenten ter beschikking voor het evalueren van de opleiding onder studenten, docenten, alumni en beroepenveld en zet deze instrumenten ook regelmatig in. Studenten vinden dat er voldoende onderwijsevaluaties plaatsvinden en dat zij over de uitkomsten voldoende worden geïnformeerd. De opleiding analyseert de uitkomsten en daar waar nodig treft zij aantoonbaar verbetermaatregelen. Zo is onder andere de onderwijseenheid 'Persoonlijke en Professionele Ontwikkeling' aangepast en is de opleiding op zoek gegaan naar best practices om internationale aspecten in het eigen curriculum meer te belichten. Docenten en studenten zijn voldoende betrokken bij de opleiding. Dit gebeurt onder andere via overleg met het studentpanel, het docententeam en de Opleidingscommissie. Contacten met de alumni gaat de opleiding de komende jaren nog verstevigen. Met het beroepenveld onderhoudt de opleiding voornamelijk contact via de veldadviescommissie. Heel belangrijk is dat de opleiding nu ook de contacten met het werkveld als geheel en met werkgevers, waar de studenten en dienstverband hebben en hun praktijk opdracht vervullen in het bijzonder, verstevigd. Onderwerp Resultaten: voldoende Het oordeel van het auditteam over beide facetten van dit onderwerp is positief. De volgende overwegingen hebben tot dat oordeel geleid. De opleiding borgt dat de studenten, die afstuderen het gewenste hbo masterniveau hebben behaald. De opleiding toetst dit aan de hand van het afstudeerdossier, de verschillende onderdelen van het afstudeerproject en een afsluitend gesprek. Bij de beoordeling van bovengenoemde onderdelen zijn meerdere personen betrokken. De opdrachtgever heeft hierbij vooral een adviserende rol. De afstudeerwerkstukken, die het auditteam inzag waren goed en hadden duidelijk hbo-master niveau. De opleiding brengt de rendementsgegevens jaarlijks in kaart en zorgt er o.a. door verbetermaatregelen voor dat de rendementen voldoen aan de streefcijfers en streeftrends. Eén facet van onderwerp 6 (“Resultaten”) wordt als goed beoordeeld voor deze opleiding. Dit rechtvaardigt voor het auditteam een kwalificatie ‘goed’ voor dit onderwerp. Dit wordt als ‘extra aantekening’ bij het oordeel toegevoegd.
©Hobéon® Certificering⏐Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding Pedagogiek, Hogeschool INHolland, versie 1.0 ⏐ 4
2.
INLEIDING
Dit rapport bevat het advies aan de NVAO dat door Hobéon Certificering als Visiterende en Beoordelende Instantie is opgesteld ten behoeve van de accreditatie van de hbo master opleiding Pedagogiek van Hogeschool INHolland, School of Health, Croho nummer 44113. De opleiding wordt aangeboden in de deeltijdvariant. De basis voor het onderzoek van Hobéon Certificering werd gevormd door de Management Review en de daarbij behorende onderliggende documenten. Het bij het onderzoek gehanteerde beoordelingskader is geweest Hobéon Beoordelingskader versie 2009. De audit heeft plaatsgevonden op 28 april 2010. Het programma van de audit is opgenomen in Bijlage I. Het auditteam werd gevormd door drs. R.B. van der Herberg, drs. G.J.M. Huijbregts, prof. dr. W. Veugelers, E. Jackson, G.C. Versluis. De in dit team aanwezige expertise is in onderstaand schema zichtbaar. werkveld voorzitter drs. R.B. van der Herberg werkvelddeskundige drs. G.J.M. Huijbregts vakdeskundige prof. dr. W. Veugelers student E. Jackson secretaris G.C. Versluis
vak / discipline
onderwijs X
kwaliteitszorg /audit X
studentperspectief
X X
X X X
X X
©Hobéon® Certificering⏐Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding Pedagogiek, Hogeschool INHolland, versie 1.0 ⏐ 5
©Hobéon® Certificering⏐Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding Pedagogiek, Hogeschool INHolland, versie 1.0 ⏐ 6
3.
KARAKTERISTIEK VAN DE OPLEIDING
Opleidingsprofiel De hbo masteropleiding Pedagogiek is ontstaan uit de opleiding MO-B Pedagogiek. In 1995 is deze opleiding overgegaan in de Hogere Kaderopleiding Pedagogiek (HKP). In 2005 is de HKP via een toets nieuwe opleiding omgezet in de hbo masteropleiding Pedagogiek. Het Landelijk Overleg Pedagogiek (LPP), waarin Hogeschool INHolland samen met de hogescholen van Fontys, Amsterdam, Nijmegen/Arnhem en Utrecht zitting hebben, heeft een opleidingsprofiel voor de hbo master ontwikkeld, dat voortbouwt op het landelijk beroepsprofiel. De opleiding van INHolland heeft daar een inkleuring aangegeven met de keuze voor de twee uitstroomvarianten Orthopedagogiek en Management & Beleid. Beroepenveld De hbo masteropleiding Pedagogiek van Hogeschool INHolland heeft als doel zorgcoördinatoren in het onderwijs en hulpverleners in de jeugdzorg, die al enige tijd werkzaam zijn in het primair proces op te leiden tot stafmedewerkers of leidinggevenden die de (orto-)pedagogische kwaliteit van de dienstverlening kunnen verbeteren. Onder werkgevers is nog onduidelijkheid wat het beroep pedagoog op hbo masterniveau inhoudt. De functie van master pedagoog is nog niet in het functiegebouw opgenomen. Belangrijk is dat het opgestelde beroepsprofiel nu ook definitief wordt gevalideerd en vastgesteld. Programma Het masterprogramma kent een duur van 2 ½ jaar. De studieroutes van de twee varianten Orthopedagogiek en Management & Beleid lopen deels via gemeenschappelijke onderdelen en deels via eigen studieonderdelen. In de semesters één en vier behandelen de studenten een thema, dat gekoppeld is aan hun uitstroomprofiel. In de tussenliggende semesters werken ze aan een gemeenschappelijk thema, namelijk 'Regisseren en Coachen' en 'Partners in Opvoeding'. De opdrachten die studenten van de twee uitstroomprofielen hiervoor moeten uitvoeren zijn evenwel verschillend. Het vijfde semester wordt besteed aan het uitvoeren van een afstudeerproject. De thema’s zijn uitgewerkt in onderwijseenheden, die zijn geordend volgens de leerlijnen van de Bie: de integrale leerlijn, de conceptuele leerlijn, de vaardighedenleerlijn en de reflectielijn. Om het masterniveau te borgen is door de opleiding extra nadruk gelegd op het doen van onderzoek en het methodisch uitvoeren van opdrachten. Dit komt tot uitdrukking in de onderzoekslijn. Tussen de docenten van de aan de School of Health verbonden vijf masteropleidingen vindt gestructureerd overleg plaats over het bewaken van het master eindniveau, nieuwe ontwikkelingen en gezamenlijk inhoudelijk beleid. Een pluspunt aldus het auditteam. Het curriculum is afgeleid uit de werkzaamheden die een stafmedewerker in verschillende fases van zijn loopbaan verricht. De loopbaanstappen vormen de rode draad door het programma. In het eerste studiejaar werkt de student vanuit een (beperkte) staf- of managementrol met standaard tweedelijns taken rond het begeleiden van individuele medewerkers en teams. In het tweede studiejaar staan non-routinematige activiteiten centraal en kan de student in zijn functieuitoefening verantwoordelijk worden voor het oplossen van onverwachte of nieuwe situaties of voor ontwikkelingen die de organisatie als geheel betreffen. In het derde studiejaar moet de student kunnen switchen tussenbeide type activiteiten en wordt metareflectie verwacht.
©Hobéon® Certificering⏐Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding Pedagogiek, Hogeschool INHolland, versie 1.0 ⏐ 7
Onderzoeksomgeving Aan elk semesterthema is een onderzoek gekoppeld dat door studenten zelfstandig wordt uitgevoerd. Daarbij doet de student praktijkkennis op en werkt hij1 aan het verbeteren van de eigen praktijksituatie of een situatie elders in of buiten de organisatie. De opleiding werkt samen met twee lectoraten van Hogeschool INHolland ‘Geïntegreerd Pedagogisch Handelen’ en ‘Leefwerelden van jeugd’. Docenten van de masteropleiding nemen deel aan de kenniskring van deze lectoraten. De lectoren zijn ook betrokken bij de afstudeerprojecten, geven gastcolleges en adviseren het team onder andere over actuele ontwikkelingen en noodzakelijk geachte samenwerkingsverbanden. Studentenpopulatie De opleiding wordt aangeboden in een deeltijdvariant, waarbij de studenten elke donderdagavond naar school komen en gedurende de rest van de week werken. Studenten moeten minimaal een jaar werkervaring hebben in een pedagogische functie op hbo niveau in het onderwijs of de jeugdzorg. Op de werkplek moet de student minimaal 4 uur per week de mogelijkheid hebben om opdrachten uit te voeren in de functie van stafmedewerker of leidinggevende. In het studiejaar 2009-2010 zijn er 42 studenten ingeschreven bij de opleiding.
1
Daar waar ‘hij’ staat, kan ook ‘zij’ worden gelezen.
©Hobéon® Certificering⏐Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding Pedagogiek, Hogeschool INHolland, versie 1.0 ⏐ 8
4.
VORIGE ACCREDITATIE
In 2005 heeft de opleiding een aanvraag ingediend voor een toets nieuwe opleiding voor een hbo master Pedagogiek. De commissie heeft zich in haar beoordelingsrapport gericht op het master niveau en de gerealiseerde verbeteringen sinds de visitatie van 2004 van de oude opleiding Hogere Kaderopleiding Pedagogiek (HKP). Het oordeel over de masteropleiding Pedagogiek van Hogeschool INHolland was heel positief.
Doelstellingen opleiding: ten tijde van de visitatie in 2005 ontbrak een landelijk beroepsprofiel. Het door de opleiding in samenwerking met het werkveld en de alumni opgestelde profiel werd als positief beoordeeld. In 2006 is een concept landelijk beroepsprofiel geformuleerd dat in 2010 wordt geactualiseerd. Afspraken daarover zijn gemaakt in het Landelijk Platform Pedagogiek (LPP). De opleiding heeft de in het beoordelingsrapport positief benoemde relatie met het werkveld gecontinueerd. Het auditteam constateerde evenwel ten tijde van de audit op 28 april 2010, dat dit contact opnieuw aandacht behoeft. Zie facet 1.1.
Programma: het opleidingsprogramma werd als actueel beoordeeld. De literatuur op het gebied van orthopedagogiek voldeed aan de gestelde criteria, literatuur over integraal jeugdbeleid werd gemist en de literatuur voor de onderzoeksvaardigheden werd te mager bevonden. De opleiding heeft als verbetermaatregel het onderwijsonderdeel ‘Partners in Opvoeding’ ontwikkeld, waarin de integrale jeugdzorg als keten georiënteerde zorg is uitgewerkt. Ook is de onderzoekslijn steviger in het programma neergezet.
Inzet personeel: het panel beoordeelde in 2005 voldoende waarborging van de gestelde criteria. De opleiding heeft zich in de afgelopen jaren gericht op de inzet van gepromoveerde docenten. In 2009 zijn twee gepromoveerde docenten aangetrokken.
Voorzieningen: het oordeel van het panel in 2005 was positief. De opleiding heeft de afgelopen jaren ervoor gezorgd dat studenten beter gebruik (kunnen) maken van de beschikbare voorzieningen, zoals de (digitale) bibliotheek en de INHolland communicatiekanalen.
Interne kwaliteitszorg: de beoordeling in 2005 die gestoeld was op het hogeschoolbrede kwaliteitsbeleid, was positief. De afgelopen jaren zijn de activiteiten voor de masteropleiding uitgebreid met op de masteropleiding gerichte tevredenheidsonderzoeken onder studenten, alumni en werkveld. Daarnaast heeft de opleiding de administratieve processen verbetert, de mogelijkheden voor individuele gesprekken vergroot en zijn de toetsresultaten opgenomen in het volgsysteem Peoplesoft van de hogeschool.
Rendementen: in de visitatie in 2005 werd geconcludeerd dat de beoordeelde producten van de semesteropdrachten voldeden aan het masterniveau. Afstudeerprojecten op basis van het toen vernieuwde curriculum konden nog niet worden beoordeeld. De rendementen werden als sterk verbeterd beoordeeld. De opleiding is gestart met het voorleggen van (een deel van) de afstudeerwerkstukken aan de bij de opleiding betrokken lector. De afstudeerprojecten worden door twee beoordelaars beoordeeld en in geval van twijfel voorgelegd aan een derde beoordelaar. De afgelopen jaren zijn de streefcijfers voor het rendement behaald. De opleiding heeft een intensiever systeem van monitoring ontwikkeld en de intakegesprekken op aspecten als de te verwachte zwaarte en niveaueisen aangescherpt.
©Hobéon® Certificering⏐Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding Pedagogiek, Hogeschool INHolland, versie 1.0 ⏐ 9
©Hobéon® Certificering⏐Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding Pedagogiek, Hogeschool INHolland, versie 1.0 ⏐ 10
DEEL 2 OORDEEL OP FACETNIVEAU 5.
1.
ONDERWERPEN EN FACETTEN NVAOACCREDITATIEKADER Doelstellingen opleiding
Facet 1.1. Domeinspecifieke eisen
De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk)
Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Beroepsprofiel Het audtitteam heeft geconstateerd, dat het profiel van de masteropleiding Pedagogiek van Hogeschool INHolland voortbouwt op het in 2006 landelijk opgestelde beroeps- en competentieprofiel. Het beroepsprofiel is opgesteld in opdracht van de Vereniging tot Bevordering van de Studie der Pedagogiek – VSBP en door het Landelijk Overleg van de Pedagogiekopleidingen – LPP. Alle meewerkende hogescholen hebben hun regionale werkveld hierover geconsulteerd. Dit heeft geleid tot brede instemming van het werkveld met dit beroepsprofiel. Omdat gebleken is dat er landelijk onder werkgevers nog onduidelijkheid is wat het beroep pedagoog op hbo masterniveau inhoudt en de functie van master pedagoog nog niet in het functiegebouw is opgenomen, acht het auditteam het van essentieel belang, dat het beroepsprofiel nu ook definitief wordt gevalideerd en vastgesteld. Het auditteam adviseert de opleiding van INHolland zich hiervoor hard te maken. Opleidingsprofiel Op basis van het beroepsprofiel heeft de LPP een landelijk opleidingprofiel ontwikkeld. Dit profiel beschrijft vijf clusters van competenties: (i) de pedagogische competenties, (ii) de vakmatige methodische competenties, (iii) de onderzoeksmatige competenties, (iv) de strategische organisatorische competenties en (v) de professionele ontwikkelingscompetenties. Het auditteam heeft vastgesteld, dat de masteropleiding Pedagogiek van Hogeschool INHolland op basis hiervan een eigen competentieprofiel heeft opgesteld. Dit heeft als uitgangspunt haar specifieke visie op het beroep: de professional, die aandacht heeft voor samenhang in opvoeding, onderwijs en jeugdzorg. Deze focus heeft de opleiding uitgewerkt in twee studieroutes/ profileringen: Orthopedagogiek en Management en Beleid. Het competentieprofiel wordt regelmatig opnieuw beoordeeld en bijgesteld. Tijdens de audit heeft het auditteam geconstateerd, dat gesprekken over de precieze invulling van de functie van (ortho)pedagoog en de beleidsmedewerker nog gaande zijn binnen de opleiding: nog niet iedereen ‘spreekt dezelfde taal’ en de invulling is vrij breed. Het auditteam adviseert de opleiding zich er van te vergewissen dat de gesprekken over een duidelijke profilering nu tot voldoende helderheid leiden. Het competentieprofiel van de masteropleiding Pedagogiek van INHolland bevat zes competenties, die verder uitgewerkt zijn op competentiekaarten: 1a. Orthopedagoog/ 1b. Leidinggevende/Beleidsmedewerker 2. Pedagogisch Expert 3. Onderzoeker 4. Ontwikkelaar van beroep en rol
©Hobéon® Certificering⏐Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding Pedagogiek, Hogeschool INHolland, versie 1.0 ⏐ 11
4a. Beroepsinnovatie 4b. Persoonlijke en professionele ontwikkeling De opleiding heeft elke competentie gespecificeerd in 5 tot 12 handelingskenmerken. De competenties zijn leidend voor de samenstelling van het curriculum en het toetsprogramma. Zie daarover verder onder Onderwerp 2. De zelfstandig en/of leidinggevend beroepsbeoefenaar Uit het alumnionderzoek 2009 blijkt, dat 78% van de alumni de aansluiting van de opleiding op hun huidige functie als leidinggevende/beleidsmedewerker of als orthopedagoog goed tot zeer goed beoordeeld. Van de onderzochte alumni geeft 83% aan dat de opleiding een goede voorbereiding is op de beroepspraktijk. Ze geven nagenoeg allemaal aan, dat zij de opleidingscompetenties voldoende tot goed beheersen en in hun functie kunnen uitvoeren. Van het cohort 2006-2007 heeft 91% van de studenten na afstuderen een leidinggevende/ orthopedagogische functie. Validatie door eigen werkveld Het auditteam heeft geconstateerd, dat de opleiding regelmatig overlegt met partners uit de beroepspraktijk. In de ontwikkeling van het huidige competentieprofiel heeft de opleiding een aantal bijeenkomsten georganiseerd, waaronder een conferentie met twee stadsdelen uit Amsterdam West. Tevens heeft de opleiding haar profiel voorgelegd aan partners uit het leernetwerk voor ketensamenwerking en heeft de opleiding gesprekken gevoerd met werkgevers van de studenten over de vraag of de profilering van de master opleiding aansluit bij de vraag van de werkgevers. Daarnaast kennen de bachelor en master opleiding Pedagogiek van Hogeschool INHolland een gezamenlijke Veldadviesraad. In november 2009 is de actualisatie van zijn de zes competentiekaarten door de Veldadviesraad postief bevonden. Op verzoek van de Veldadviesraad zijn daar vervolgens nog de kennisgebieden bijgeschreven. Internationale referentie De masteropleiding Pedagogiek van INHolland is betrokken bij een aantal internationale samenwerkingsverbanden met buitenlandse hogescholen/universiteiten. In 2010 gaat een expliciete onderlinge vergelijking van de curricula met een aantal partnerscholen in onder andere België (Katholieke hogeschool in Kortrijk) en Engeland (London South Bank University) plaatsvinden. Daarnaast zijn er oriënterende contacten gelegd met de universiteit Rabat in Marokko en de University of Missouri, Colombia in de Verenigde Staten. (Zie voor de internationale component in het programma onder 2.1.)
©Hobéon® Certificering⏐Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding Pedagogiek, Hogeschool INHolland, versie 1.0 ⏐ 12
Facet 1.2. Niveau: Master
De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een Bachelor of een Master
Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Het auditteam heeft geconstateerd, dat de masteropleiding Pedagogiek van Hogeschool INHolland de competenties van de opleiding heeft gekoppeld aan de Dublin Descriptoren en de kernkwalificaties van de hbo-master. De koppeling met de Dublin Descriptoren is ook voor iedereen inzichtelijk gemaakt op zes competentiekaarten. Op de competentiekaarten zijn de competenties nader uitgewerkt/beschreven. Kennis en inzicht vergroten Competentiekaart 3: Praktijkgericht onderzoek doen ter verbetering van de pedagogische identiteit van de organisatie en ter versterking van de pedagogische continuïteit in de hulpverlening aan de cliënt groep Toepassing van kennis en inzicht Competentiekaart 1a: Begeleiding en advisering bij complexe of pedagogische problemen. Competentiekaart 1b: Het adviseren over, inrichten en aansturen van de verschillende bedrijfsprocessen (gericht op het onderhouden, verbeteren en vernieuwen van het primaire proces van een pedagogische organisatie). Competentiekaart 2: Bepalen van achterliggende thema's bij pedagogische en maatschappelijke kwesties en deze thema's verbinden aan de ontwikkelingskansen van kinderen en jeugdigen en aan de eigen kracht van de netwerken waarin de cliënten zich bewegen. Oordeelsvorming en leervaardigheden Competentiekaart 4: Bijdragen aan de ontwikkeling van zowel zichzelf als de beroepsgroep als geheel, volgens de hoogste pedagogische en ethische standaarden. Communicatie Competentiekaart 4b: Bijdragen of leidinggeven aan de implementatie van verbeteringen en vernieuwingen, zowel binnen de eigen organisatie als ook in samenwerking met andere organisaties/afdelingen.
©Hobéon® Certificering⏐Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding Pedagogiek, Hogeschool INHolland, versie 1.0 ⏐ 13
Facet 1.3. Oriëntatie HBO
De eindkwalificaties van de opleiding zijn mede ontleend aan de door (of in samenspraak met) het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties o Een HBO-master heeft de kwalificaties voor het niveau van zelfstandig en/of leidinggevend beroepsbeoefenaar in een beroep of spectrum van beroepen, dan wel het niveau van functioneren in een multidisciplinaire omgeving waarin een HBO-opleiding vereist is of dienstig is
Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op de overweging, dat de in facet 1.3 benoemde aspecten volledig in facet 1.1 aan de orde zijn geweest en het oordeel derhalve identiek is.
©Hobéon® Certificering⏐Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding Pedagogiek, Hogeschool INHolland, versie 1.0 ⏐ 14
2.
Programma
Facet 2.1. Eisen HBO
Kennisontwikkeling van studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en/of (toegepast) onderzoek Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied / de discipline Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk
Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Kennisontwikkeling Het auditteam heeft geconstateerd dat de masteropleiding Pedagogiek van Hogeschool INHolland er voldoende voor zorgt dat kennisontwikkeling plaatsvindt via vakliteratuur, materiaal uit de beroepspraktijk en via interactie met de beroepspraktijk. Daarnaast doen de studenten in elk semester van de opleiding via het uitvoeren van onderzoeksopdrachten praktijkkennis op. Vakliteratuur Kennisontwikkeling via (praktijk)wetenschappelijke (internationale)vakliteratuur is een wezenlijk onderdeel van de opleiding. De opleiding heeft duidelijke eisen geformuleerd waaraan de boeken en publicaties moeten voldoen. Ongeveer 30% van de literatuur is in het Engels. Het auditteam is van mening, dat de vakliteratuur actueel, relevant en op hbo masterniveau is. Wat het auditteam goed vindt, is dat de opleiding de studenten voorlichting geeft over het hanteren van elektronische databanken en hen leert hoe zij een literatuurstudie moeten maken en een literatuurreview moeten uitvoeren. Materiaal uit de beroepspraktijk Praktijkervaringen en casuïstiek die de studenten meebrengen vanuit hun eigen werksituatie bedt de opleiding als studiemateriaal in in het onderwijsprogramma. Elk semester voeren studenten, in relatie tot een thema, zelfstandig complexe opdrachten uit in de eigen beroepspraktijk. Docenten nodigen studenten uit hun kennis en ervaring met betrekking tot de uitgevoerde opdrachten met elkaar te delen en hun praktijkervaringen te koppelen aan theorie en de relevantie daarvan te vertalen naar de praktijk. Interactie met de beroepspraktijk In de masteropleiding staat het werkend leren en lerend werken centraal. Doordat alle studenten tevens werkzaam zijn in een onderwijs- of jeugdzorg organisatie, vindt er interactie plaats met de beroepspraktijk. In de lessen komen de studenten door het bespreken van ervaringen met elkaars beroepspraktijk in aanraking. Interactie met de beroepspraktijk vindt ook plaats via de docenten, die naast hun werk aan de opleiding voor een groot deel nog werkzaam zijn in de beroepspraktijk en door de inzet van gastdocenten. Ook de lectoren geven als gastdocent les op de masteropleiding. Tot slot is er contact met de beroepspraktijk via formeel en informeel overleg met o.a. de Veldadviesraad en de instellingen waar de studenten werken. De opleiding is voornemens de contacten met de beroepspraktijk verder te versterken en heeft onlangs een plan ontwikkeld om een meer structurele relatie te onderhouden met het werkveld als geheel en met de werkgevers, waar de studenten een dienstverband hebben en waar ze hun praktijk opdracht te vullen, in het bijzonder. Dit vindt het auditteam van wezenlijk belang, gezien de op landelijk niveau nog bestaande onduidelijkheid omtrent de pedagoog op hbo master niveau. (Zie ook onder 1.1.)
©Hobéon® Certificering⏐Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding Pedagogiek, Hogeschool INHolland, versie 1.0 ⏐ 15
Praktijkonderzoek Eén van de competenties die de student moet ontwikkelen is die van ‘onderzoeker’. Aan elk semesterthema is een onderzoek gekoppeld dat door studenten zelfstandig wordt uitgevoerd. Tevens heeft de opleiding specifieke onderwijselementen aangewezen om het onderzoek nadrukkelijk te programmeren. De doelstelling van de onderzoeken is tweeledig: enerzijds praktijkkennis opleveren voor de student, die hij2 kan inzetten bij een volgende gelijksoortige situatie in de werkpraktijk en anderzijds het daadwerkelijk verbeteren van een praktijksituatie. In het derde jaar wordt de kwalitatieve en veranderkundige oriëntatie verder wetenschapstheoretisch en methodisch uitgewerkt en maakt de student kennis met een breed scala aan onderzoeksmethoden die verbonden zijn aan veranderingsinterventies. In het afstudeerproject moet de student dat type praktijkgericht onderzoek laten zien. De opleiding werkt samen met lectoren van de lectoraten ‘Leefwerelden van jeugd’ en ‘Geïntegreerd Pedagogisch handelen’. Eén van de docenten van de masteropleiding Pedagogiek heeft zitting in de kenniskring en doet ook zelf onderzoek. Actualiteit van het programma Het auditteam is van mening dat de opleiding er voldoende voor zorgt, dat het programma actueel is. Dit gebeurt o.a. door overleg met de Veldadviesraad, contacten met de leidinggevenden van studenten en het bespreken met studenten, alumni en docenten die nog werkzaam zijn in de beroepspraktijk van de onderwijsinhoud en de actualiteit. Ook nemen docenten deel aan conferenties en houden zij de vakliteratuur goed bij. De lectoren brengen advies uit over actuele ontwikkelingen in het curriculum. Beroepsvaardigheden Het auditteam is van mening, dat de opleiding er voldoende voor zorgt, dat de student gedurende studie de vereiste beroepsvaardigheden kan ontwikkelen. De aan het thema gekoppelde opdracht voert de student uit in de eigen werkpraktijk. De aan het thema gekoppelde onderwijseenheden zijn hierbij ondersteunend. Naast specifieke beroepsvaardigheden ontwikkelen de studenten via het uitvoeren van opdrachten, onderzoeksvaardigheden en reflectievaardigheden. Studenten komen zelf met de werkgever overeen, dat zij 4 uur per week kunnen besteden aan opdrachten in de functie van stafmedewerker of leidinggevende. Het auditteam heeft geconstateerd, dat de opleiding dit in het intakegesprek als voorwaarde voor deelname aan de studie expliciet bespreekt met de student. Interactie met internationale en multiculturele ontwikkelingen Omdat de masterstudenten vanwege hun baan niet gemakkelijk naar het buitenland kunnen voor studie en stage, legt de opleiding prioriteit bij internationalisering ‘at-home’ door gebruik van internationale literatuur, aandacht voor internationale ontwikkelingen tijdens de lessen, best practices en gebruik van Engelstalige audiovisuele materialen. Daarnaast is er veel aandacht voor diversiteit in de Nederlandse werksituatie, daar studenten in en rondom Amsterdam te maken hebben/krijgen met gemiddeld 60% cliënten van niet Nederlandse komaf. Docenten nemen deel aan internationale docentuitwisselingen en zoals al onder 1.1. is vermeld gaat de opleiding in 2010 curricula vergelijken met een aantal partnerscholen in het buitenland.
2
Overal waar ‘hij’ staat kan ook ‘zij’ worden gelezen
©Hobéon® Certificering⏐Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding Pedagogiek, Hogeschool INHolland, versie 1.0 ⏐ 16
Tevredenheid studenten Uit de studenttevredenheidsonderzoeken 07/08 en 08/09 blijkt dat de studenten o.a. zeer tevreden zijn over de aansluiting van het programma op de actualiteit, het studiemateriaal, de praktijkgerichtheid van de opleiding, de contacten met de beroepspraktijk en de voorbereiding op de arbeidsmarkt (scores gemiddeld 4.0 en hoger op een vijfpuntschaal). Alleen op het punt van aandacht voor internationale ontwikkelingen en de mogelijkheden om ervaring op te doen tijdens de studie in het buitenland, zijn de studenten minder tevreden. Als verbetermaatregel heeft de opleiding zoals hierboven vermeld de afgelopen jaren het curriculum internationaler gemaakt.
©Hobéon® Certificering⏐Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding Pedagogiek, Hogeschool INHolland, versie 1.0 ⏐ 17
Facet 2.2. Relatie tussen doelstellingen en inhoud programma
Het programma is een adequate concretisering van de eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen De eindkwalificaties zijn adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma De inhoud van het programma biedt de studenten de mogelijkheid om de geformuleerde eindkwalificaties te bereiken
Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Concretisering eindkwalificaties Het auditteam heeft geconstateerd, dat de opleiding de competenties evenwichtig over de onderwijseenheden heeft verdeeld. In het ‘Opleidingskader masteropleiding Pedagogiek’ heeft de opleiding dit in een schema inzichtelijk gemaakt. In de verschillende semesters wordt gewerkt aan de verschillende beroepsrollen die zijn beschreven in de competenties en per onderwijseenheid wordt gewerkt aan verschillende handelingskenmerken. Voorbeelden van handelingskenmerken voor de competentie 1a ‘orthopedagoog’: 1a.1. - kan cliëntproblemen signaleren, onderzoeken, theoretisch plaatsen, hulp indiceren en de cliënt adviseren, op een dergelijke manier dat er voor betrokkenen indicaties ten behoeve van een verdere behandeling worden geformuleerd; 1a.2. – kan onderzoeken van anderen op zijn waarde beoordelen en voor een cliënt vertalen; 1a.3 – komt tot een analyse van voorkomende kind- en gezinsproblemen wat betreft classificaties, achtergronden/oorzaken, comorbide factoren, mogelijke risicofactoren en beschermende factoren en hulpverleningsvormen, om van daaruit een beeld van de kind/gezinsproblematiek te ontwikkelen; etc Zoals al onder 1.1. is vermeld acht het auditteam het van belang dat de betrokkenen bij de opleiding een eenduidig standpunt uitdragen voor welke functies en taken ze studenten precies opleiden. Vertaling van de eindkwalificaties naar niveaus en leerdoelen De opleiding heeft de verschillende competenties uitgewerkt op competentiekaarten. In de studiehandleidingen zijn de competenties en handelingskenmerken vervolgens verder uitgewerkt naar kleinere eenheden: de leerdoelen. In elke studentenhandleiding staat duidelijk beschreven aan welke competentie wordt gewerkt, wat de bijbehorende handelingkenmerken en leerdoelen zijn, wat de leerstof is en hoe deze getoetst wordt. Het programma heeft als uitgangspunt dat het leerproces van de student zijn loopbaanontwikkeling volgt. Er is een duidelijk opbouw in moeilijkheidsgraad. In het eerste jaar werkt de student vanuit een (beperkte) staf- of management rol met vaststaande standaard tweedelijnstaken rond het begeleiden van individuele medewerkers en teams. In de daarop volgende jaren vindt een toename van verantwoordelijkheden plaats voor het oplossen van onverwachte of nieuwe situaties of ontwikkelingen die de organisatie als geheel betreffen. De vijf loopbaanstappen in de vijf semesters vormen de rode draad van de opleiding. Mogelijkheid de geformuleerde eindkwalificaties te behalen Op basis van de analyse van het onderwijsprogramma is het auditteam van mening, dat studenten wanneer zij het hele programma hebben doorlopen, de geformuleerde eindkwalificaties kunnen behalen. Elk semester heeft als hoofdonderdeel een methodische kern die opdrachtgestuurd is ingericht, bijvoorbeeld ‘onderzoek een ketenvraagstuk en ontwikkel een verbeteradvies’. Competenties, handelingskenmerken en leerdoelen zijn richtinggevend geweest voor de ontwikkeling van de opdrachten. De ondersteunende onderwijsonderdelen van het betreffende
©Hobéon® Certificering⏐Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding Pedagogiek, Hogeschool INHolland, versie 1.0 ⏐ 18
semester richten zich op die kennis en vaardigheden die noodzakelijk zijn om de in de methodische kernen beschreven competenties en handelingskenmerken te verwerven. Door middel van evaluaties onder studenten en docenten screent de opleiding regelmatig het onderwijsprogramma en de studieonderdelen op de mate waarin ze bijdragen aan de beoogde competenties en het kennis- en vaardigheden niveau. Waar nodig vindt bijsturing en verbetering plaats. (Zie verder onder 5.2.) Oordeel studenten en alumni Uit het studenttevredenheidsonderzoek 07/08 en 08/09 blijkt dat studenten zeer positief oordelen over het niveau van de opleiding en de aansluiting van de inhoud van het programma en de vorm bij de leerdoelen. Uit het alumnionderzoek 2009 blijkt dat de alumni de door de opleiding geformuleerde competenties voldoende tot goed beheersen. De alumni achten de competenties ook in vrijwel alle gevallen relevant voor de functie die zij uitvoeren.
©Hobéon® Certificering⏐Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding Pedagogiek, Hogeschool INHolland, versie 1.0 ⏐ 19
Facet 2.3. Samenhang programma
Het studieprogramma is inhoudelijk samenhangend
Oordeel: goed Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Verticale samenhang Het auditteam is van mening, dat het programma een goede verticale samenhang vertoont. Deze komt in het programma tot stand volgens de eerder genoemde rode draad: de vijf loopbaanstappen. (Zie facet 2.2.) De opleiding laat de door de student te verwerven competenties terugkomen op een steeds hoger/complexer beheersingsniveau. In het eerste studiejaar beperken de opdrachten zich tot interne, op een enkel team en op het primaire proces betrekking hebbende problemen. De opdrachten uit jaar twee zijn gericht op meerdere niveaus, meerdere factoren en externe betrekkingen. De opdracht in het afstudeerproject in jaar drie vraagt vooral diepgang bij het oplossen van lastige kwesties. Horizontale samenhang Ook is er een duidelijke horizontale samenhang in het programma waar te nemen. Elk semester staat er een thema centraal. Binnen elk uitstroomprofiel zijn de verschillende onderwijseenheden gericht op dit thema. De onderwijseenheden zijn geordend volgens de integrale leerlijn, de conceptuele leerlijn, de vaardighedenlijn en reflectielijn. Zo wordt bijvoorbeeld bij thema 1, semester 1 ‘Leidinggevende/beleidsmedewerker als analysator van de organisatie’ in de conceptuele leerlijn extra ondersteunende kennis bij het thema aangeboden in de onderwijseenheid ‘Organisatiekunde’. In de vaardighedenlijn wordt aandacht besteed aan het doen van onderzoek en het uitvoeren van opdrachten. De onderwijseenheid ‘Onderzoeksinhouden’ geeft hierbij handvatten. In de reflectielijn wordt over de ervaringen bij het uitvoeren van het onderzoek en de opdrachten gesproken. Samenhang binnen- en buitenschools programma Het auditteam heeft geconstateerd, dat ook het binnenschools en buitenschools leren en werken aantoonbaar met elkaar verbonden zijn via de onderzoeks- en verbeteropdrachten. De studenten voeren deze opdrachten uit in hun eigen werk praktijk, voor de werkgever en de instelling. Zij brengen daarmee de kennis en ervaring van de opleiding in de werksituatie in en vice versa. Studenttevredenheid over ervaren samenhang Uit het student tevredenheids onderzoek 07/08 en 08/09 blijkt dat studenten tevreden zijn over de samenhang tussen de onderdelen van de opleiding.
©Hobéon® Certificering⏐Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding Pedagogiek, Hogeschool INHolland, versie 1.0 ⏐ 20
Facet 2.4. Studielast
Het programma is studeerbaar doordat factoren die betrekking hebben op dat programma en die de studievoortgang belemmeren, zoveel mogelijk worden weggenomen
Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Studielast De nominale omvang van de masteropleiding Pedagogiek bedraagt 90 EC. Dit staat voor 2520 uren voor onderwijs, uitvoeren van opdrachten op de werkplek en zelfstudie. Onderwijseenheden variëren in zwaarte, lengte, frequentie van contacttijden en toetsvorm, afhankelijk van de aan de betreffende onderwijseenheden toegekende credits. Studievoortgang Het auditteam heeft geconstateerd, dat de opleiding zorgt voor een optimale studievoortgang. Daarvoor treft zij onder andere de volgende maatregelen: de opleiding heeft de 90 EC’s gelijkmatig verdeeld over tweeënhalf studiejaar/ 5 semesters; toetsing is gelijkmatig verdeeld over de studie en studenten krijgen de mogelijkheid elke toets een keer te herkansen. Naast summatieve toetsen kennen sommige onderwijseenheden ook formatieve toetsen; in de studiegids staat per onderwijsonderdeel overzichtelijk vermeld wat de studiebelastingsuren zijn, onderverdeeld in aantal contacturen, aantal uren voor het uitvoeren van opdrachten en aantal uren zelfstudie; tijdens de uren voor individuele coaching en groepscoaching bespreken de docent en de studenten de studievoortgang en de eventuele belemmeringen; de teamcoördinator houdt elke opleidingsavond spreekuur voor studenten die dat wensen; Contacturen Het auditteam is van mening, dat de opleiding zorgt voor voldoende contacttijd met de studenten. In de eerste twee studiejaren zijn er 4 contacturen per week ingeroosterd op de opleiding. In derde studiejaar zijn er voor de eerste zeven weken 4 contacturen per week ingeroosterd. Daarna gaat de student aan de slag met zijn afstudeeropdracht en is er gemiddeld 1 uur per week individueel contact tussen de student en de opleiding. Het auditteam vindt het aantal contacturen passend bij een deeltijd masteropleiding. Studenten over studielast en studeerbaarheid Uit het studenttevredenheidsonderzoek 07/08 en 08/09 blijkt dat de studenten overwegend tevreden zijn over de studielast, de spreiding, de tijd die er voor de studie staat, het tijdig bekend maken van de roosters en het naleven daarvan. De tevredenheid met betrekking tot de spreiding van de studielast over het jaar is wel gedaald van 3.6 naar 3.1. Gebleken is, dat sommige onderwijsonderdelen, met name onderzoek, veel studietijd vereisen. De relatieve onbekendheid van (een aantal) studenten met de aan dit onderdeel gekoppelde kennis wordt daarvan als oorzaak genoemd.(Zie verder hierover ook onder 2.5.) Ook noemden studenten in 2009-2010 in het aansluitonderzoek, de tijdsdruk als lastig. Dit is naar de mening van de opleiding te wijten aan het moeten combineren van werk, privé en studie. Het intakegesprek is op dit onderdeel aangescherpt. Om een beeld te krijgen of de studenten de geplande studietijd ook realiseren, heeft de opleiding de studenten gevraagd tijd te schrijven. Indien blijkt dat de studielast onvoldoende is gespreid, zal de opleiding maatregelen nemen. Ook de studenten die het auditteam sprak, waren tevreden over de studielast. De masteropleiding kost meer tijd dan de bacheloropleiding en de opdrachten zijn pittig. Het aantal uren, dat studenten naast de lessen op de opleiding aan de studie besteden liep uiteen van 1220 uur per week.
©Hobéon® Certificering⏐Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding Pedagogiek, Hogeschool INHolland, versie 1.0 ⏐ 21
Dit hangt mede af van de individuele inzet en belangstelling. ‘Als je alle boeken wilt lezen en/of meer wilt weten over een bepaald onderwerp ben je zeker 20 uur bezig’, aldus een van de studenten.
©Hobéon® Certificering⏐Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding Pedagogiek, Hogeschool INHolland, versie 1.0 ⏐ 22
Facet 2.5. Instroom
Het programma sluit qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten: HBO-master: bachelor en eventueel (inhoudelijke) selectie
Oordeel: goed Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Toelating Het auditteam heeft vastgesteld, dat de opleiding de toelatingseisen duidelijk heeft vastgelegd en er door het houden van een intakegesprek op een prima wijze voor zorgt dat alleen potentieel geschikte kandidaten instromen. aspirant studenten moeten in het bezit zijn van een bacheloropleiding Pedagogiek of een aan Pedagogiek verwante hbo-bacheloropleiding, waaronder de opleiding Sociaal Work en Pabo; studenten moeten minimaal een jaar werkervaring hebben in een pedagogische functie op hbo niveau in het onderwijs of de jeugdzorg; op de werkplek moet de student minimaal 4 uur per week de mogelijkheid hebben om opdrachten uit te voeren in de functie van stafmedewerker of leidinggevende. De student is zelf verantwoordelijk dit met de werkgever te bespreken. De opleiding bezoekt alle instellingen waar de studenten werkzaam zijn. Op basis van onderzoek naar redenen van uitval heeft de opleiding de toelatingsvoorwaarden voor de werkervaring van leerkrachten in het basisonderwijs aangescherpt: aspirant studenten moeten sinds 2008 minimaal een jaar werkervaring hebben in zorgtaken in het onderwijs, zoals remedial teacher, intern begeleider, zorgcoördinator. Dat vindt het auditteam goed. Met alle studenten, die zich aanmelden voor de master Pedagogiek houdt de opleiding een intakegesprek over loopbaanplanning, studieverwachtingen en medewerking van de werkgever. Aan de hand van een aantal vooropgestelde criteria bepaalt de opleiding of de student toelaatbaar is. Studenten waarderen het dat de opleiding op deze wijze vooraf met hen over de studie, hun verwachtingen en mogelijkheden spreekt. Aansluiting De opleiding zorgt er goed voor dat de masteropleiding aansluit bij de kwalificaties van de instromende student. Via supervisie/coaching, een onderdeel van de onderwijseenheid ‘Persoonlijke en Professionele Ontwikkeling’, besteedt de opleiding aandacht aan de overgang naar studeren, omdat veel studenten al een (flink) aantal jaren niet meer heeft gestudeerd. In coachingsgesprekken krijgt het onderwerp van de combinatie werk, studie en privé regelmatig aandacht. Studenten over aansluiting vooropleiding In het studiejaar 2009-2010 is de opleiding gestart met het afnemen van een kwantitatief aansluitonderzoek onder de eerstejaarsstudenten. Uit de resultaten blijkt, dat studenten over het algemeen een goede aansluiting ervaren (scores 3.6 tot 4.5 op een vijfpuntschaal). Voor tijdsdruk en het gebruiken van onderzoeksvaardigheden was de score het laagste, namelijk 3.2. Het gebruik van onderzoeksvaardigheden is voor een aantal studenten nieuw. Om die reden is in het eerste semester van de opleiding het onderwijs onderdeel ‘Onderzoek’ opgenomen, teneinde alle student op het gewenste niveau te brengen. Dat vindt het auditteam goed. (Zie voor ‘tijdsdruk’ onder 2.4.) In de exit gesprekken met studenten die de opleiding voortijdig verlaten, is de aansluiting met de vooropleiding een vast onderwerp van gesprek.
©Hobéon® Certificering⏐Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding Pedagogiek, Hogeschool INHolland, versie 1.0 ⏐ 23
Facet 2.6. Duur
De opleiding voldoet aan de formele eis (minimaal 60 studiepunten) m.b.t. de omvang van het curriculum:
Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Overwegingen De opleiding heeft een nominale omvang van 90 EC verdeeld over een periode van tweeënhalf studiejaar. Daarmee voldoet de opleiding ruimschoots aan de formele eis.
©Hobéon® Certificering⏐Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding Pedagogiek, Hogeschool INHolland, versie 1.0 ⏐ 24
Facet 2.7. Afstemming tussen vormgeving en inhoud
Het didactisch concept is in lijn met de doelstellingen De werkvormen sluiten aan bij het didactisch concept
Oordeel: goed Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Didactisch concept Het auditteam is van mening dat het onderwijsleerconcept/didactisch concept van de masteropleiding Pedagogiek van Hogeschool INHolland prima in lijn is met de doelstellingen. De opleiding beoogt studenten/pedagogische professionals die werkzaam zijn in het primaire proces op te leiden tot stafmedewerkers of leidinggevenden die de (ortho-)pedagogische kwaliteit van de dienstverlening kunnen verbeteren. Dit bereikt de opleiding op een goede wijze door het onderwijs in te richten op basis van de volgende principes: competentiegericht: de opleiding is gericht op het verwerven van de zes landelijk vastgestelde competenties; probleemgericht: de kern van de beroepspraktijk waar de opleiding voor opleidt bestaat uit het oplossen van meer en minder routinematige probleemsituaties; praktijkgericht: in de opleiding worden leren en werken gecombineerd en is de authentieke beroepspraktijk van de student het startpunt van het leerproces. De student moet elk semester opdrachten uitvoeren in de praktijk met het doel de werksituatie te verbeteren. De onderwijseenheden zijn geordend volgens de onder 2.3. beschreven leerlijnen. Werkvormen Het auditteam is van mening dat de werkvormen die de opleiding hanteert er goed voor zorgen dat de studenten de beoogde eindkwalificaties kunnen ontwikkelen. Binnen het programma wordt o.a. gebruik gemaakt van hoor-/werkcolleges, specifieke trainingen, supervisie/intervisie, individuele en groepsbegeleiding door de docent. Daarnaast moeten de studenten elk semester integrale opdrachten uitvoeren in de praktijk, reflecteren op eigen handelen en onderzoek doen. De opleiding heeft de verschillende werkvormen gekoppeld aan de verschillende leerlijnen. Zo biedt de opleiding bijvoorbeeld in de conceptuele leerlijn ondersteunende onderwijseenheden aan via algemene hoor- en werkcollege, voeren de studenten in de integrale leerlijn opdrachten op de eigen werkplek uit waarbij de docent tijdens de lessen begeleiding biedt en werken de studenten in de reflectieleerlijn aan hun persoonlijk ontwikkelingsplan en reflecteren zij op hun handelen in hun reflectieverslag. Vorderingen komen aan de orde in de groeps- en individuele gesprekken met de coach. Studenten over de didactische kwaliteit van de opleiding Uit het studenttevredenheidsonderzoek 07/08 en 08/09 blijkt dat studenten (zeer)tevreden zijn over de vormgeving en inhoud van het programma. De studenten die het auditteam sprak bevestigden dit: de opleiding is heel praktijkgericht. De opleiding is in het voorjaar van 2009 een discussie gestart over haar onderwijskundige en didactische aanpak. Het verruimen van de keuzemogelijkheden van de student, onder de noemer van eigen regie op het leerproces, is een kernelement in die discussie. Het auditteam vindt het bieden van maatwerktrajecten een positieve ontwikkeling.
©Hobéon® Certificering⏐Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding Pedagogiek, Hogeschool INHolland, versie 1.0 ⏐ 25
Facet 2.8. Beoordeling en toetsing
Door de beoordelingen, toetsingen en examens wordt adequaat getoetst of de studenten de leerdoelen van (onderdelen van) het programma hebben gerealiseerd
Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Relatie leerdoelen en toetsvorm Het auditteam heeft geconstateerd, dat de opleiding een duidelijke relatie legt tussen de leerdoelen en de toetsvorm. Aan het einde van elk onderwijsperiode worden de bij die periode behorende competenties/handelingskenmerken getoetst. De inhoud van de te toetsen competenties/handelingskenmerken bepaalt daarbij de toetsvorm. Veel van de toetsing vindt plaats binnen de realistische context van de beroepspraktijk. De opleiding maakt met name gebruik van competentiegerichte toetsvormen waarbij ook de verantwoording van en reflectie op de gemaakte keuzen een rol speelt. Er worden zowel product als procestoetsen afgenomen. Zo ligt bijvoorbeeld bij de toetsing van het uitstroomprofiel orthopedagoog de nadruk op de beoordeling van de dossiers die studenten van het diagnostische- en het behandelproces van cliënten aanleggen. Bij de toetsing van het uitstroomprofiel leidinggevende/beleidsmedewerker ligt de nadruk op het beoordelen van verslagen van de uitgevoerde (management)opdrachten. De toetsing van de expertrol verloopt voornamelijk via essays over de theoretische doordenking van onderzochte praktijksituatie. Aan het einde van de studie toont de student aan de hand van het afstudeerproject en een reflectieverslag aan dat hij de competenties van een hbo masteropleiding Pedagogiek op het gewenste master niveau heeft bereikt. (Zie verder bij 6.1.) Variëteit aan toetsvormen Zoals ook al uit bovenstaande blijkt hanteert de opleiding voornamelijk competentiegerichte toetsvormen: verslagen van opdrachten (inclusief de toetsing van het gewenste kennisniveau), presentaties van onderzoeksopdrachten, essays over kennisonderdelen, reflectieverslagen over de persoonlijk doorgemaakte ontwikkeling. Voor de rol van onderzoeker moet de student tevens literatuurstudies maken en literatuurreviews schrijven. Naast summatieve toetsen vindt er ook formatieve toetsing plaats tijdens de intervisie/supervisie bijeenkomsten en bij een aantal van de onderwijseenheden. Deze toetsen geven de student inzicht in de studievoortgang en geven handvatten om desgewenst de eigen leeragenda bij te sturen. Het werkveld als beoordelaar Ook de begeleider van de student op de eigen werkplek geeft feedback op de gemaakte opdrachten en het functioneren van de student. Dit verwerkt de student in zijn reflectieverslag. Bij het afstuderen heeft de contactpersoon/personen van de instelling waar de student het afstudeeronderzoek uitvoert een adviserende rol. Over de uitvoering van het communicatieplan door de student vraagt de opleiding de contactpersoon ook een oordeel te geven. (Zie verder hierover bij 6.1.) Kwaliteitsborging toetsen en beoordelen Het auditteam is van mening dat de opleiding de kwaliteit van het toetsen en beoordelen voldoende borgt. Hoe ze dit doet, heeft de opleiding duidelijk vastgelegd in haar toetsbeleid. Voor alle toetsonderdelen zijn vooraf de beoordelingscriteria vastgesteld en vastgelegd in de studiehandleiding. De examencommissie borgt de validiteit, betrouwbaarheid, procedures en zorgvuldigheid van de toetsen.
©Hobéon® Certificering⏐Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding Pedagogiek, Hogeschool INHolland, versie 1.0 ⏐ 26
De opleiding kent al enige jaren een toetscommissie, die tot taak heeft de kwaliteit van de toetsing te bewaken. De toetscommissie is gestart met het screenen van toetsen aan de hand van een beoordelingsformat dat voor alle masteropleidingen binnen de School of Health gelijk is. Op basis hiervan geeft de toetscommissie de betreffende docenten feedback op de toetsen. Dit vindt het auditteam een belangrijke maatregel. Het gaat bij deze opleiding om een klein team van docenten, dat zeer nauw betrokken is bij de studenten. De objectiviteit van het toetsen en beoordelen borgt de opleiding door te werken met twee beoordelaars. Ook dat vindt het auditteam belangrijk. Alle procedures rondom toetsing zijn voor alle betrokkenen duidelijk beschreven in de Onderwijs- en Examenregeling, de studiegidsen en studiehandleidingen en in te zien op Blackbord. Studenten over toetskwaliteit Uit het studenttevredenheidsonderzoeken 07/08 en 08/09 blijkt dat studenten tevreden zijn over de toetsing. Ze vinden dat er vooraf duidelijk wordt aangegeven waarop ze worden getoetst en dat de toetsen aansluiten op het onderwijs. Ook zijn zij tevreden over het feit dat toetsen inhoudelijk worden nabesproken wanneer zij dat wensen. Uit het alumnionderzoek 2009 blijkt dat het merendeel van de alumni de wijze van toetsen en de kwaliteit van de toetsen voldoende tot goed vonden.
©Hobéon® Certificering⏐Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding Pedagogiek, Hogeschool INHolland, versie 1.0 ⏐ 27
3.
Inzet van personeel
Facet 3.1. Eisen HBO
Het onderwijs wordt voor een belangrijk deel verzorgd door personeel dat een verbinding legt tussen de opleiding en de beroepspraktijk
Oordeel: goed Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Achtergrond docenten in het werkveld en relaties met het (internationale) werkveld De opleiding werkt met drie groepen docenten: kerndocenten, docenten met een kleine aanstelling en gastdocenten. De zes huidige kerndocenten zijn in de eerste plaats de docent. De drie docenten met een kleine aanstelling en gastdocenten zijn in de eerste plaats werkzaam in de beroepspraktijk en verzorgen daarnaast lessen voor de opleiding. Zo hebben docenten bijvoorbeeld een eigen praktijk gericht op orthopedagogisch hulpverlening op coaching en begeleiding, zijn ze werkzaam bij een justitiële instelling of verrichten ze werkzaamheden in een gemeentelijke organisatie. De gastdocenten worden ingezet als expert uit de beroepspraktijk. De kerndocenten hebben voeling met de beroepspraktijk door het bijhouden van vakliteratuur en door de contacten die zij hebben met medewerkers op de stageplekken van de studenten. Daarnaast biedt de opleiding docenten de gelegenheid praktijkstages te doen en participeren kerndocenten in contractactiviteiten van het cluster. Contacten met de internationale beroepspraktijk verlopen o.a. via de sedert drie jaar jaarlijkse werkconferentie met de South Bank University in Londen en via studiereizen naar bijvoorbeeld Marokko. Bij de werving van nieuwe docenten ziet de opleiding erop toe dat kandidaten ervaring hebben binnen de actuele beroepspraktijk. Studenten over werkveldkennis docenten Uit de studenttevredenheidsonderzoeken STO 07/08 en 08/09 blijkt dat de studenten zeer tevreden zijn over het feit, dat hun docenten voldoende op de hoogte zijn van de beroepspraktijk (score 4.0 respectievelijk 4.4 op een vijfpunt schaal). Dit blijkt ook uit de eigen opleidingsevaluaties onder de studenten en de gesprekken met de studenten tijdens de audit. Docenten weten veel vanuit de praktijk en de theorie: ze schudden zo tien verschillende cases/voorbeelden uit hun mouw.
©Hobéon® Certificering⏐Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding Pedagogiek, Hogeschool INHolland, versie 1.0 ⏐ 28
Facet 3.2. Kwantiteit personeel
Er wordt voldoende personeel ingezet om de opleiding met de gewenste kwaliteit te verzorgen
Oordeel: goed Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Streefcijfers en feitelijke docent:student ratio De opleiding baseert zich wat betreft de normen voor docent-student ratio op de uitgangspunten van Hogeschool INHolland: een ratio van 1 docent op maximaal 30 studenten en een ziekteverzuim van <5%. De masteropleiding Pedagogiek had in 08/09 een docent:student ratio van 1:24 (1,6 fte op 38 studenten) en in 09/10 een ratio van 1:23 (1,8 fte op 42 studenten). Daarmee voldoet de opleiding ruimschoots aan de richtlijn. Het auditteam vindt de docent:student ratio ook prima in orde. Een efficiënte organisatie Vanuit de basisformatie van 1,8 fte in het studiejaar 09/10 wordt de onderwijsuitvoering en ontwikkeling van de onderwijs eenheden gerealiseerd. Alle docenten hebben een jaartaak toebedeeld gekregen waarin de taken met daarin gekoppelde beschikbare tijd is aangegeven. De opleiding evalueert jaarlijks met de docenten of de begrote tijd voor de taken overeenkwam met de reële tijd. Zo nodig vindt bijstelling plaats. Omdat de masteropleiding nauw verbonden is aan de bacheloropleiding, een aantal docenten geeft ook aan beide opleidingen les, is het relatief eenvoudig om bij langdurige ziekte of vertrek van collega’s, docenten van de bacheloropleiding te vragen les te komen geven aan de masteropleiding. De secretariële ondersteunende taken, zoals instroom, roostering, cijferadministratie, worden uitgevoerd door het centrale bedrijfsbureau van de School of Health. Werklast en werkdruk De medewerkers ervaren de werkdruk niet als hoog. De student-docent ratio is lager dan bij andere opleidingen en waar nodig worden extra middelen ingezet voor innovatie en ontwikkeling. Uit het INHolland medewerkerstevredenheidsonderzoek 07/08 en 08/09 onder de vaste docenten van de masteropleiding blijkt dat zij ruim tevreden zijn over hun werk. Binnen de opleiding was in 2007-2008 geen sprake van ziekteverzuim en in 2008-2009 was het ziekteverzuim 0,15%. Hiermee zit de opleiding ruim onder de richtlijn van Hogeschool INHolland van <5%. Studenten over capaciteitsinzet docenten Uit het studenttevredenheidsonderzoek 07/08 en 08/09 blijkt dat ook studenten (ruim) tevreden zijn over de bereikbaarheid van de docenten en het naar behoren organiseren van het onderwijs.
©Hobéon® Certificering⏐Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding Pedagogiek, Hogeschool INHolland, versie 1.0 ⏐ 29
Facet 3.3. Kwaliteit personeel
Het personeel is gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma
Oordeel: goed Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Vak-, onderwijs- en organisatorische kwaliteit Het auditteam heeft geconstateerd, dat de kwaliteit van de docenten die verbonden zijn aan de masteropleiding prima is. Alle docenten moeten minimaal een doctoraal of master opleiding hebben. In het studiejaar 09/10 hebben veertien docenten een wo opleiding en twee een masteropleiding (MO B Pedagogiek en Voortgezette Agogische Beroepsopleiding) gevolgd. Drie docenten zijn gepromoveerd. Nagenoeg alle docenten hebben een lerarenopleiding gevolgd of deelgenomen aan didactische trainingen. Het team van de masteropleiding Pedagogiek is zodanig samengesteld dat het onderwijsprogramma in al zijn facetten kan worden uitgevoerd, zo blijkt uit de CV’s. De kerndocenten vervullen naast lesgevende taken ook taken als onderwijsontwikkelaar, SLBer, trainer en/of coördinerende taken. Belangrijk aandachtspunt voor de opleiding is wel de kwetsbaarheid van het kleine team en de afhankelijkheid van individuele medewerkers die de opleiding nu ‘dragen’. Borging kwaliteit personeel Het auditteam is van mening, dat de opleiding de kwaliteit van het personeel goed borgt. Dit gebeurt o.a. op de volgende wijze: Met de docenten van het kernteam voert het management de gesprekscyclus van Hogeschool INHolland en met de docenten met een kleine aanstelling voert het management o.a. een gesprek naar aanleiding van de onderwijsevaluaties; Tussen de docenten van de aan de School of Health verbonden vijf masteropleidingen vindt gestructureerd overleg plaats over het bewaken van het master eindniveau, nieuwe ontwikkelingen en gezamenlijk inhoudelijk beleid. Dit vindt het auditteam heel goed; De opleiding streeft ook naar gepromoveerde docenten in het kernteam. Er zijn zoals hierboven vermeld drie gepromoveerde docenten verbonden aan de masteropleiding; Docenten werken inhoudelijk samen met de drie lectoraten ‘Geïntegreerd Pedagogisch Handelen’, ‘Leefwerelden van jeugd’ en ‘Grootstedelijk jeugd- en onderwijsbeleid’; De opleiding stimuleert docenten te publiceren in vakbladen als Pedagogiek in Perspectief en actief te zijn in beroepsverenigingen en het landelijk overleg. Uit de CV’s blijkt, dat vijf van de zestien docenten een aantal publicaties op zijn naam heeft staan. Ook was een aantal docenten in de afgelopen jaren betrokken bij het organiseren van een congres en verzorgt zij workshops en lezingen; De opleiding wil gebruikmaken van de extra gelden van het ministerie van OCW voor het realiseren van specialistische docentfuncties binnen de masteropleidingen. Dat biedt meer mogelijkheden docenten door te laten groeien en nieuwe, goed gekwalificeerde docenten aan te trekken. Scholing Op basis van de IPOPgesprekken (Individueel Performance- en Ontwikkelingsplan) met de docenten van het kernteam stelt de opleiding een scholingsplan op. Vanuit het cluster pedagogiek staat daarbij jaarlijks een thema centraal. Dit was in het schooljaar 2008-2009 ‘toetsing’ en ‘het afstudeerproject’.
©Hobéon® Certificering⏐Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding Pedagogiek, Hogeschool INHolland, versie 1.0 ⏐ 30
Om de onderzoekslijn van het curriculum te ontwikkelen naar ontwikkelingsgericht praktijkonderzoek hebben in het studiejaar 2006-2007 vier docenten van de masteropleiding, docenten van de bacheloropleiding Pedagogiek en de lector ‘Geintegreerd Pedagogisch Handelen’ deelgenomen aan een halfjaarlijkse incompanytraining: de Werkplaats Research & Inquiry. De aldus verworven en gedeelde kennis is bij de opzet en uitvoering van het afstudeerproject gebruikt. Uit het medewerkerstevredenheidondezoek 07/08 en 09/10 blijkt dat de docenten tevreden zijn over de mogelijkheden om nieuwe kennis op te doen (score tweemaal 4,1 op een vijfpuntschaal) en over hun ontplooiingsmogelijkheden binnen het werk (score 3,4 respectievelijk 3,5). Studenten over kwaliteit personeel Uit diverse evaluaties waaronder de studenttevredenheidsonderzoeken blijkt dat studenten zeer tevreden zijn over de kwaliteit van de docenten. Voor inhoudelijke deskundigheid en didactische kwaliteiten gaven de studenten in 07/08 een 4.5 respectievelijk 3.9 en in 08/09 een 4.6 respectievelijk 4.2 op een vijfpunt schaal. In het alumnionderzoek 2009 oordeelde 94 % van de ondervraagden positief over de deskundigheid van de docenten.
©Hobéon® Certificering⏐Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding Pedagogiek, Hogeschool INHolland, versie 1.0 ⏐ 31
4.
Voorzieningen
Facet 4.1. Materiële voorzieningen
Huisvesting en materiële voorzieningen zijn toereikend om het programma te realiseren
Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Gebouw De studenten van de masteropleiding Pedagogiek komen één avond per week bijeen in het goed geoutilleerde gebouw aan de Boelelaan in Amsterdam. Hier bevinden zich moderne, goed uitgeruste leslokalen en kleinere werkgroepruimten, die geschikt zijn voor hoor-/werkcolleges, supervisie groepen en groepsgewijze en individuele begeleiding. ICT Er zijn voldoende computers in de zogenoemde open computercentra beschikbaar, maar de masterstudenten maken hiervan vrijwel geen gebruik. Zij halen vanuit huis of werk via hun eigen computer alle voor de opleiding gewenste informatie op. De opleiding maakt gebruik van INsite en Blackboard, waarop alle voor de student belangrijke informatie wordt gepubliceerd. (Zie hierover bij 4.2.) Voorzieningen op de werkplek Studenten van de masteropleiding voeren een groot deel van hun opdrachten uit binnen de werksituatie. De kwaliteit en mogelijkheden van de voorzieningen op het werk zijn onderwerp van gesprek bij de intake. Ook bij het tweejaarlijks bezoek van de opleiding aan de instelling waar de student werkzaam is, wordt hier aandacht aan besteed. Mediatheek/ bibliotheek De masterstudenten kunnen zowel gebruikmaken van de bronnen in de (digitale) bibliotheek van Hogeschool INHolland als van de bibliotheekcollectie van de sectie Pedagogiek van de VU, in het gebouw naast de hogeschool. Deze bibliotheek is elke avond tot 21:00 uur open. Omdat deze collectie zo dichtbij beschikbaar is, heeft de opleiding er voor gekozen zelf geen uitgebreide fysieke collectie (wetenschappelijke) vakliteratuur aan te schaffen. De digitale bibliotheek van INHolland is ook van huis uit benaderbaar, hetgeen het auditteam voor deze masterstudenten zeer belangrijk vindt. Studenten en docenten over voorzieningenniveau Studenten zijn tevreden over het gebouw en de beschikbare ruimten voor de lessen, samenwerken en zelfstudie, de ICT voorzieningen en de mogelijkheden om thuis te werken via webmail. Een minder hoge tevredenheid over de bibliotheek, had te maken met de problemen die studenten hadden bij het inloggen in de digitale bibliotheek. Als verbetermaatregel heeft de opleiding besloten de introductie over de mogelijkheden van de digitale bibliotheek in het onderwijsprogramma in te voegen.
©Hobéon® Certificering⏐Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding Pedagogiek, Hogeschool INHolland, versie 1.0 ⏐ 32
Facet 4.2. Studiebegeleiding
De studiebegeleiding en de informatievoorziening aan studenten zijn adequaat met het oog op de studievoortgang De studiebegeleiding en de informatievoorziening aan studenten sluiten aan bij de behoefte van studenten
Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Studiebegeleiding Het auditteam is van mening dat de masteropleiding voldoende zorgt dat de studievoortgang van elke student optimaal verloopt. In de lessen ‘Persoonlijke en Professionele Ontwikkeling’ (PPO) wordt gewerkt in kleine groepen via supervisie, coaching en begeleide intervisie. Daarnaast vinden er individuele gesprekken met de coach en individuele studievoortgangsgesprekken met de teamcoördinator plaats. Interessant in dezen is ook, dat bij de lessen PPO sprake is van het zogenoemde ‘dubbele bodem leren’: studenten krijgen van de docent het voorbeeld hoe zij in de eigen praktijk anderen kunnen coachen. Naast de geplande studiebegeleiding kunnen studenten voor hulp en vragen terecht bij de teamcoördinator, die iedere donderdag(les)avond aanwezig is en bij het decanaat, de vertrouwenspersoon van de School of Health en het Studie- en Adviescentrum van de hogeschool. Studenten over de studiebegeleiding Studenten vinden de ondersteuning van de coach adequaat en zijn tevreden over de begeleiding. Uit de studenttevredenheidsonderzoeken en de gesprekken tijdens de audit met de studenten kwam naar voren, dat zij ook tevreden zijn over het feit, dat zij altijd bij hun docenten terecht kunnen als ze vragen hebben of aanwijzingen willen. Studenten missen wel zoals al eerder is aangegeven, het contact tussen opleiding en werkgever. De meeste studenten volgen de studie vanuit eigen interesse en wens tot verdere ontwikkeling. Ze krijgen allemaal wel de benodigde tijd van hun werkgever om opdrachten uit te voeren, maar coaching vindt toch veelal tijdens de opleiding plaats. Informatievoorziening Op INsite vindt de student alle van belang zijnde algemene informatie over de hogeschool. Op Blackboard staat de specifieke opleidingsinformatie, zoals de studiegids, mededelingenbladen, studentenhandleidingen en materiaal voor de bijeenkomsten, roosters en rapportages van de studentevaluaties en studentpanelgesprekken. Ook worden via Blackboard roosterwijzigingen doorgegeven en van belang zijnde congressen, symposia en lezingen. Voor het gemak worden onderdelen van de algemene hogeschoolinformatie eveneens op Blackboard gezet. Toetsresultaten zendt de opleiding naar het huisadres van de student en via de mail. Studenten over de informatievoorziening De masterstudenten zijn niet altijd positief over de informatievoorziening. Bij navraag door de opleiding bleek dat de beschikbare informatie er wel was, maar dat de studenten moeite hadden deze te vinden. Daarom heeft de opleiding bij aanvang van het cursusjaar 2009/2010 aan studenten een introductie gegeven over de digitale mogelijkheden van de hogeschool. Ook zijn er afspraken gemaakt over het gebruik van het hogeschool e-mailadres. Als verbetermaatregel naar aanleiding van een lage score voor het tijdig informeren over behaalde studieresultaten, zijn de master studenten Pedagogiek in de systematiek van Peoplesoft (het studentvolgsysteem van de hogeschool) opgenomen. Daarmee hoopt de opleiding dat dit knelpunt is verholpen.
©Hobéon® Certificering⏐Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding Pedagogiek, Hogeschool INHolland, versie 1.0 ⏐ 33
5.
Interne kwaliteitszorg
Facet 5.1. Evaluatie resultaten
De opleiding wordt periodiek geëvalueerd, mede aan de hand van toetsbare streefdoelen
Oordeel: goed Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Kwaliteitsbeleid Het auditteam is van mening dat de opleiding haar kwaliteitsbeleid duidelijk heeft beschreven. Het ‘Kwaliteitshandboek masteropleiding Pedagogiek’ bevat het beleidskader, de opzet van de evaluatiesystematiek, de doelstellingen en streefcijfers, de evaluatieprocedures en de instrumenten waarmee geëvalueerd wordt. Hierin is ook duidelijk vastgelegd wanneer wat wordt geëvalueerd en wie waarvoor verantwoordelijk is. Jaarlijks stelt de opleiding een Jaarplan Kwaliteit en een bijbehorend Evaluatieplan vast. Evaluaties Het auditteam heeft geconstateerd, dat de opleiding een behoorlijk aantal instrumenten ter beschikking heeft voor het evalueren van de opleiding en dat zij deze instrumenten ook regelmatig inzet. De opleiding meet o.a. op de volgende wijze de tevredenheid van de studenten, de afgestudeerden, het beroepenveld en de medewerkers/docenten: Studenten: jaarlijks studenttevredenheidsonderzoek, kwantitatieve onderwijsevaluaties na afloop van elk onderwijsdeel, jaarlijks aansluitonderzoek onder de eerste jaars studenten, exitonderzoek; Alumni: driejaarlijks eigen alumnionderzoek, jaarlijks HBO-monitor; Beroepenveld: driejaarlijks werkveldonderzoek, tweejaarlijks gesprek met de instellingen waar studenten werkzaam zijn; Docenten: tweejaarlijks Hogeschool INHolland Medewerkertevredenheidsonderzoek. Daarnaast heeft Hogeschool INHolland een zesjarige kwaliteitcyclus, die bestaat uit opeenvolgende interne audits en externe visitaties. Zo is er bij de masteropleiding Pedagogiek in het voorjaar van 2009 een interne accreditatiescan uitgevoerd. Ook heeft de afdeling OKR een intern review opgesteld over het toetsbeleid en de stage- en afstudeerhandleiding. Studenten over de evaluatiepraktijk van de opleiding Uit het studenttevredenheidsonderzoek 07/08 en 08/09 blijkt dat de studenten vinden dat er voldoende onderwijsevaluaties plaatsvinden. De studenten vinden ook dat zij voldoende worden geïnformeerd over de uitkomsten van de evaluaties.
©Hobéon® Certificering⏐Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding Pedagogiek, Hogeschool INHolland, versie 1.0 ⏐ 34
Facet 5.2. Maatregelen tot verbetering
De uitkomsten van deze evaluatie vormen de basis voor aantoonbare verbetermaatregelen die bijdragen aan de realisatie van de streefdoelen
Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Na de evaluaties Het auditteam heeft geconstateerd, dat de opleiding de uitkomsten van de evaluaties verzamelt en beoordeelt. Wanneer niet aan de gestelde kwaliteitscriteria is voldaan of wanneer er sterke signalen uit het werkveld komen over gewenste innovaties, neemt de opleiding actie. Voorbeelden van genomen verbetermaatregelen: studenten gaven na afloop van het studiejaar 2008-2009 aan zich meer te willen ontwikkelen op het terrein van coaching. De opleiding heeft daarom coachingsmethodieken en -vaardigheden in de onderwijseenheden ‘Persoonlijke en Professionele Ontwikkeling’ en 'Regisseren en coachen' ingebed; In de PPO-lijn heeft de opleiding een betere koppeling gemaakt tussen de eigen professionele ontwikkeling van de student en de daarbij behorende theoretische kennis: studenten analyseerden met behulp van theoretische kennis hun eigen ervaringen, leggen daarmee een relatie met de door hen geboden hulpverlening en zetten deze af tegen de missie en werkwijze van de werkinstelling. Op basis van de opgestelde review van de afdeling OKR in 2008-2009 heeft de masteropleiding de handleiding voor de start van het afstudeerproject herzien; Op grond van de studenttevredenheidsuitkomsten 08/09 op het onderdeel ‘internationalisering’ is de opleiding op zoek gegaan naar best practices, waarmee de internationalisering in het eigen curriculum verder kan worden verbeterd. Beheer van de verbetercyclus In de docent vergadering wordt het definitieve verbeterplan, de daaraan gekoppelde taken en verantwoordelijkheden van de onderscheiden docenten o.a. besproken en vastgelegd. Het verbeterplan vormt onderdeel van het jaarlijkse Opleidingsjaarplan. In het Opleidingsjaarplan zijn tevens de persoonlijke ontwikkelplannen van het personeel opgenomen. Elke drie maanden rapport het management aan de hand van prestatie-indicatoren over de voortgang met betrekking tot o.a. personeel, onderwijs en kwaliteitszorg. Studenten over de verbeterpraktijk van de opleiding Uit het studenttevredenheidsonderzoek 08/09 en ook in de gesprekken tijdens de audit is gebleken, dat studenten vinden dat de opleiding voldoende doet met de verbeteringen die zij suggereerden. De lijnen tussen studenten en docenten zijn kort en docenten reageren snel en direct opvragen/klachten van studenten. Studenten weten welke weg ze moeten bewandelen als ze een klacht hebben en klachten worden volgens de procedure afgehandeld.
©Hobéon® Certificering⏐Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding Pedagogiek, Hogeschool INHolland, versie 1.0 ⏐ 35
Facet 5.3. Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld
Bij de interne kwaliteitszorg zijn medewerkers, studenten, alumni en het afnemend beroepenveld van de opleiding actief betrokken
Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Communicatie Het auditteam heeft geconstateerd dat de opleiding de medewerkers en studenten voldoende betrekt bij de interne kwaliteitszorg. Communicatie met de medewerkers verloopt onder andere via frequente kernteambijeenkomsten, besprekingen van de semesterevaluaties met de betrokken docenten en het ‘stand van zaken overzicht’, een nieuwsbrief voor (gast)docenten. Met de studenten vonden de afgelopen jaren regelmatig evaluatieve gesprekken plaats. Vanaf het studiejaar 09/10 vraagt de opleiding alle studenten schriftelijk naar hun mening over de kwaliteit van het genoten onderwijs. Na ieder semester is er een gesprek met het studentpanel, samengesteld uit studenten van alle leerjaren en beide uitstroomprofielen. Daarnaast kent de opleiding een Opleidingscommissie, die minstens twee maal per jaar bijeenkomt waarin drie studenten, de teamleider en één docent zitting hebben. Communicatie met het beroepenveld verloopt via de Veldadviesraad, die tweemaal per jaar bijeenkomt, bezoeken aan de instellingen waar studenten werken en via een driejaarlijks werkveldonderzoek. Zoals al eerder vermeld is de opleiding voornemens de contacten met de beroepspraktijk verder te versterken, wat het auditteam zeer belangrijk vindt. Ook regelmatige contacten met de werkgevers waar de studenten een dienstverband hebben zijn belangrijk, zo vinden ook de studenten. Deze hebben nog te weinig plaatsgevonden. Alumni ondervraagt de opleiding zoals al vermeld eenmaal in de drie jaar. De opleiding wil de komende jaren het contact met de alumni verstevigen, omdat zij als recent afgestudeerden midden in het werkveld staan en de opleiding op die manier kunnen actualiseren. De opleiding gaat het organiseren van jaarlijkse themadagen, waarvoor ook alumni worden uitgenodigd, nader uitwerken. Een goed streven, vindt het auditteam. Studenten over kwaliteitscultuur Zoals al onder 5.2. is beschreven zijn de studenten tevreden over de wijze waarop de docenten reageren op vragen en klachten. Contact tussen studenten en docenten is gemakkelijk gelegd binnen deze kleine, informele opleiding.
©Hobéon® Certificering⏐Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding Pedagogiek, Hogeschool INHolland, versie 1.0 ⏐ 36
6.
Resultaten
Facet 6.1. Gerealiseerd niveau
De gerealiseerde eindkwalificaties zijn in overeenstemming met de nagestreefde eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen
Oordeel: goed Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Het afstudeerproject en de afsluitende toetsing Het auditteam heeft geconstateerd, dat de opleiding een zeer gedegen procedure hanteert voor het afstuderen en is daar zeer over te spreken. In het laatste, vijfde semester werkt de student zelfstandig aan een complexe, praktijkgerichte opdracht. Dit is een onderzoek uit de eigen beroepspraktijk met de eigen organisatie als opdrachtgever. In de ‘Afstudeerhandleiding’ is voor alle betrokkenen duidelijk vastgelegd waar de verschillende onderdelen aan moeten voldoen en hoe en door wie deze beoordeeld worden. Het afstudeerproject bestaat uit de volgende onderdelen/fasen: plan van aanpak, onderzoeksontwerp, onderzoeksuitvoering en rapportage, opstellen communicatieplan over de gevonden onderzoeksresultaten, uitvoering/implementatie van hetgeen in het communicatieplan is beschreven. Daarmee zorgt de opleiding er goed voor, dat er niet alleen onderzoek wordt gedaan, maar dat er met de uitkomsten ook wat gebeurt binnen de instelling. Het onderzoeksontwerp moet voldoen aan reguliere eisen van methodologische verantwoording. Voor elke volgende stap is een go/no go beslissing van de opleiding vereist. Daarnaast stelt de student een reflectieverslag op ter afsluiting van het traject Persoonlijke- en Professionele Ontwikkeling. Eindbeoordeling/verdediging vindt plaats op basis van het afstudeerdossier dat alle bovengenoemde elementen bevat. Daarvoor krijgt de student een eindcijfer. Borging eindniveau Het auditteam heeft geconstateerd dat de opleiding er goed voor zorgt dat de gerealiseerde eindkwalificaties in overeenstemming zijn met het nagestreefde eindniveau. Het eindniveau borgt de opleiding o.a. op de volgende wijze: criteria voor inhoud, niveau en vorm en beoordeling voor de afsluitende onderwijseenheden zijn duidelijk beschreven. bij de beoordeling van de verschillende afstudeeronderdelen zijn meerdere personen vanuit de opleiding betrokken, waaronder de docent van het onderdeel ‘Onderzoeksmethoden’ en de docent die het afstudeerproject begeleidt. Het werkveld (de contactpersoon/personen van de instelling waar de student het onderzoek uitvoert en de uitkomsten implementeert) heeft steeds een adviserende rol. Over de uitvoering van het communicatieplan vraagt de opleiding de contactpersoon ook een oordeel te geven; sinds 2009 -2010 bespreken afstudeerbegeleiders in een klankbordgroep knelpunten en dilemma's met elkaar, teneinde adequaat te kunnen begeleiden op en naar het gewenste niveau; lectoren waar de opleiding mee samenwerkt beoordelen het master niveau van de afstudeerprojecten. Jaarlijks legt de opleiding hen 2-4 afstudeerwerkstukken voor; met de Veldadviesraad bespreekt de opleiding regelmatig het niveau van de behaalde competenties. Ook tijdens de tweejaarlijkse gesprekken die de opleiding voert met de individuele instellingen, waar de studenten werkzaam zijn, spreekt de opleiding over het eindniveau.
©Hobéon® Certificering⏐Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding Pedagogiek, Hogeschool INHolland, versie 1.0 ⏐ 37
Het werkveld en de alumni over het gerealiseerd niveau Uit o.a. het Alumnionderzoek 2007 en de HBO monitor 2008 blijkt dat afgestudeerden de masteropleiding Pedagogiek van Hogeschool INHolland een goede basis vinden voor de uitvoering van hun werkzaamheden. Het bereikte niveau in de opleiding beoordelen zij als voldoende tot goed. Nagenoeg iedereen had ten tijde van de onderzoeken een passende functie als leidinggevende/beleidsmedewerker of als orthopedagoog. Uit de diverse gesprekken die de opleiding had met het werkveld, blijkt dat het werkveld het niveau van de opleiding als kwalitatief goed beoordeelt. Oordeel auditteam over gerealiseerd niveau Het auditteam heeft ook zelf steekproefsgewijs een aantal afstudeerwerkstukken van de afgelopen studiejaren beoordeeld en is van mening, dat de studenten hierin aantonen, dat zij zeker het hbo masterniveau hebben, dat je van een zelfstandig en/of leidinggevend beroepsbeoefenaar mag verwachten. De afstudeerwerkstukken hebben een duidelijke opzet en structuur, er wordt uitgegaan van een wetenschappelijk kader, dat leidt tot praktijkonderzoek en er is voldoende gebruik gemaakt van (wetenschappelijke) literatuur. Ook de beoordeling is helder en komt in grote lijnen overeen met het oordeel van het auditteam, namelijk voldoende tot goed.
©Hobéon® Certificering⏐Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding Pedagogiek, Hogeschool INHolland, versie 1.0 ⏐ 38
Facet 6.2. Onderwijsrendement
Voor het onderwijsrendement zijn streefcijfers geformuleerd in vergelijking met relevante andere opleidingen Het onderwijsrendement voldoet aan deze streefcijfers
Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Streefcijfers Het auditteam heeft geconstateerd, dat de opleiding streefcijfers heeft vastgesteld voor het diplomarendement per instroomcohort (>60%), uitval in het eerste studiejaar (maximaal 30%) en gemiddelde verblijfsduur studiestakers (<1 jaar). Daarnaast hanteert de opleiding de volgende streeftrends: jaarlijks stromen minimaal 16 studenten in de masteropleiding Pedagogiek in en stroomt een groot deel van hen uit met een leidinggevende en/of beleidsfunctie. De streefcijfers en trends zijn onder andere tot stand gekomen via een vergelijking met de andere opleidingen hbo-master Pedagogiek in Nederland. Uitkomsten Jaarlijks brengt de afdeling Beleid, Kwaliteit & Institutional Research de behaalde resultaten en rendementen in kaart. Instroom: de instroom is de afgelopen jaren gedaald, maar sinds 2009-2010 stijgt deze weer; Uitval: de uitval in de opleiding schommelt rond het streefcijfer van 30%; Diplomarendement: het diplomarendement van de Hogere Kaderopleiding Pedagogiek (HKP) bewoog zich altijd rond de 60%. Van het cohort 2006-2007 behaalde 78% een diploma. Dit percentage bevat ook de studenten, die het 1-jarige verkorte HKP traject volgende binnen de nieuwe hbo-masteropleiding. Van de cohorten 2007-2008 en 20082009 is nog niemand afgestudeerd, maar gezien het uitvalpercentage lijkt het streefcijfer van 60% realistisch; Studieduur uitvallers: de studieduur schommelt rond één jaar. Analyse en verbetermaatregelen Het auditteam heeft geconstateerd, dat de opleiding de rendementscijfers analyseert en waar nodig verbetermaatregelen treft. Enkele voorbeelden hiervan zijn: gezien de belangstelling, die er ook van uit het werkveld bekend werd gemaakt, voor een uitstroomprofiel ‘Management en Beleid’, biedt de opleiding sinds 2009-2010 door efficiënte aanpassingen in het curriculum weer beide uitstroomprofielen aan. Dit heeft direct geleid tot een hogere instroom. Tevens heeft de opleiding een betere marketing en PR strategie uitgezet, waarmee de bekendheid van de masteropleiding Pedagogiek in het werkveld is verbeterd; de opleiding gaat in verband met de uitval onder studenten in de intakegesprekken nog meer benadrukken, welke tijdsinvestering de opleiding naast werk en privéleven vergt en wat er van studenten wordt verwacht in het kader van onderzoek doen en wetenschappelijke literatuur gebruiken. De uitvalpercentages zijn in lijn met de percentages bij de andere master pedagogiek opleidingen;
©Hobéon® Certificering⏐Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding Pedagogiek, Hogeschool INHolland, versie 1.0 ⏐ 39
©Hobéon® Certificering⏐Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding Pedagogiek, Hogeschool INHolland, versie 1.0 ⏐ 40
6.
OORDEELSCHEMA HBO MASTER PEDAGOGIEK DEELTIJD
Onderwerp
/
Facet
1. Doelstellingen Opleiding 1.1. Domeinspecifieke eisen 1.2. Niveau master 1.3. Oriëntatie HBO 2. Programma 2.1. Eisen HBO 2.2. Relatie tussen doelstellingen en inhoud programma 2.3. Samenhang programma 2.4. Studielast 2.5. Instroom 2.6. Duur 2.7. Afstemming tussen vormgeving en inhoud 2.8. Beoordeling en toetsing
Oordeel V V V V V V V G V G V G V V3
3. Inzet van Personeel 3.1. Eisen HBO 3.2. Kwantiteit personeel 3.3. Kwaliteit personeel
G G G
4. Voorzieningen 4.1. Materiële voorzieningen 4.2. Studiebegeleiding
V V
5. Interne Kwaliteitszorg 5.1. Evaluatie resultaten 5.2. Maatregelen tot verbetering 5.3. Betrekken van medewerkers,studenten,alumni en beroepenveld
G V V
6. Resultaten 6.1. Gerealiseerd niveau 6.2. Onderwijsrendement Samenvattend oordeel
V
V
V4 G V V
Derhalve adviseert Hobéon Certificering de NVAO de hbo masteropleiding Pedagogiek deeltijd, verzorgd door Hogeschool INHolland, Croho nummer 44113 te accrediteren.
3 4
Extra aantekening: goed Extra aantekening: goed
©Hobéon® Certificering⏐Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding Pedagogiek, Hogeschool INHolland, versie 1.0 ⏐ 41
©Hobéon® Certificering⏐Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding Pedagogiek, Hogeschool INHolland, versie 1.0 ⏐ 42
7.
BIJLAGEN
©Hobéon® Certificering⏐Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding Pedagogiek, Hogeschool INHolland, versie 1.0 ⏐ 43
©Hobéon® Certificering⏐Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding Pedagogiek, Hogeschool INHolland, versie 1.0 ⏐ 44
BIJLAGE I PROGRAMMA EN GESPREKSPARTNERS Programma Audit opleiding master Pedagogiek Lokaal 5 A 08 5 A 08
5A 08
5 A 08
Tijd 08.30-09.15 09.15-09.30
09.30-10.15
10.15–11.45
Gesprekspartners
Auditoren Auditteam
Onderwerpen Voorbespreking
Managementteam Marij Urlings, directeur Janny van Tuijl, clustermanager
Auditteam:
Kennismaking Definitieve vaststelling programma
Managementteam Marij Urlings, directeur Janny van Tuijl, clustermanager
Auditteam
Strategisch beleid, visie, missie Masteropleiding versus bacheloropleiding Marktpositie en instroom Relatie beroepenveld internationalisering Lectoraat / Innovatie Personeel Deskundigheidsbevordering Studieloopbaanbegeleiding Rendementen Kwaliteitszorg Resultaten
Kerngroep/curriculumcommissie Auditteam Lidwien v.d. Bos, teamcoördinator JanSanne Mulder, curriculumcommissie Cees van Dijk, curriculumcommissie Miriam Moons, curriculumcommissie Trudie Groen, toetscommissie Annemieke Knuwer, curriculumcommissie Sabrine Zanou, docent
Leerwerkproject: opzet/inhoud en begeleiding vanuit de opleiding en op de werkplek Toetsen en beoordelen en begeleiding afstuderen Relatie eindkwalificaties en programma Resultaten / rendementen
leerwerkproject/afstuderen
5 A 11
11.45-12.00
Koffie/thee pauze
5 A 08
12.00-12.45
Docentschap Lidwien v.d. Bos, supervisor JanSanne Mulder, coördinator afstudeerprojecten Cees van Dijk, docent orthopedagogiek Miriam Moons, docent management en beleid Annemieke Knuwer, docent, supervisor/coach
Actualisering beroeps- en opleidingsprofiel Relatie beroepenveld Eindkwalificaties master Samenhang programma Toetsen en beoordelen Onderwijsontwikkeling Internationalisering Aansluiting instroom en programma Studeerbaarheid, studielast, contacturen
Alle aanwezigen Auditteam
Deskundigheidsbevordering/POP Studiebegeleiding Werkdruk Materiële voorzieningen
Auditteam
Lunch, interne terugkoppeling, verificatie
Sabrine Zanou, docent orthopedagogiek 5 A 10
12.45–13.30
Lunch
©Hobéon® Certificering⏐Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding Pedagogiek, Hogeschool INHolland, versie 1.0 ⏐ 45
Lokaal 5 A 09
5 A 08
5 A 08
Tijd 13.30-14.15 (parallel)
Gesprekspartners Lectoraat/kenniskring : Jeroen Onstenk, lector geïntegreerd pedagogisch handelen JanSanne Mulder, voormalig lid kenniskring
13.30-14.15 (parallel)
Kwaliteitszorg/Toetscommissie: Petra Boersma, beleidsmedewerker kwaliteitszorg Lidwien v.d. Bos, toetscommissie Trudie Groen, toetscommissie
14.15-15.00
Rondleiding voorzieningen Trudie Groen Studenten: Jolanda Filius, Student 1e jaar, Orthopedagogiek Katja Toom Student 1e jaar, Orthopedagogiek Mariëtte Groen Student 1e jaar, Management & Beleid Henrieke Popken Student 2e jaar Orthopedagogiek Mariëtte van Wel Student 2e jaar Orthopedagogiek Ronald Bouwman Student 2e jaar Orthopedagogiek Berend Veerbeek Student 2e jaar Orthopedagogiek
15.00-16.00
5 A 08
16.00–16.15
5 A 08
16.15-17.00
Nader te bepalen gesprekspartners ( iedereen beschikbaar )
5 A 09
Auditoren
Onderwerpen
Ruud van der Herberg Wiel Veugelers Emile Jackson
Opdracht van het lectoraat Relatie en betrokkenheid bij het onderwijs Onderzoek Kenniskring Participatie studenten
Rianne Versluis Gerda Huijbregts
Toetsen en beoordelen masters Evaluatie van resultaten masters Maatregelen tot verbetering en vastlegging Betrekken van medewerkers, studenten, alumni, werkveld Klachtenregeling
Auditteam Auditteam
Informatievoorziening Toetsen en beoordelen Studiebegeleiding (incl. stages) Studeerbaarheid, studielast Materiële voorzieningen Praktijkcomponent
Auditteam
Interne terugkoppeling, verificatie en bepaling ‘pending issues’ / verdieping en/of additionele onderwerpen
Deel auditteam Deel Auditteam
5 A 08
17.00-17.30
5 A 08
17.30
Pending issues
Auditteam
Intern overleg en bepaling voorlopige beoordeling Auditteam Terugkoppeling voorlopige beoordeling
Alle gesprekspartners en genodigden
Auditteam: Drs R.B. (Ruud) van der Herberg Drs. G.J.M. (Gerda) Huijbregts
Prof. dr. W. (Wiel) Veugelers
E. (Emile) Jackson
G.C. (Rianne) Versluis
voorzitter, senior-adviseur bij Hobéon clustermanager bij Combinatie jeugdzorg in Eindhoven hoogleraar educatie Universiteit voor Humanistiek en onderzoeker en docent bij het Instituut voor Lerarenopleidingen van de Universiteit van Amsterdam tweede jaars student masteropleiding Pedagogiek Hogeschool Rotterdam, tevens docent Thermodynamica aan de bacheloropleiding Werktuigbouwkunde Hogeschool Rotterdam onderwijsdeskundige en secretaris, adviseur bij Hobéon
©Hobéon® Certificering⏐Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding Pedagogiek, Hogeschool INHolland, versie 1.0 ⏐ 46
BIJLAGE II KWANTITATIEVE GEGEVENS VAN DE OPLEIDING Studenten voltijd
deeltijd
duaal
42
Aantal studenten 2009 (bij meerdere lesplaatsen hier alle lesplaatsen noemen) Instroom studenten 2009
24
2008
10
2007
15
2006
hbo:
12 43 verkorte opl HKP-ers hbo: 55
hbo:
wo:
wo: 3
wo:
overig:
overig: 3
overig:
Vooropleiding studenten
HKP: 43
Docenten Aantal aan de opleiding verbonden docenten
Totaal 9 docenten in vaste dienst, waarvan 6 kerndocenten met grote(re) aanstelling en 3 docenten met kleine aanstelling van 0,1 fte 1.8 fte
Aantal fte per variant
1:23 Docent – student ratio per variant 6 Aantal docenten tevens werkzaam in beroepspraktijk
Aantal docenten met een master opleiding
Aantal docenten met een Phd
Alle docenten hebben een doctoraal of mastertitel Van de vaste docenten zijn er 2 gepromoveerd. Een vaste gastdocent is ook gepromoveerd. O,2 fte
Aantal fte in kenniskringen
©Hobéon® Certificering⏐Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding Pedagogiek, Hogeschool INHolland, versie 1.0 ⏐ 47
Rendementsgegevens Diplomarendement in aantallen en %
voltijd aantal
deeltijd %
duaal
aantal
%
cohort 2006/ 2007
43
78
cohort 2007/2008
Nog in opleiding Nog in opleiding
cohort 2008/2009
aantal
%
Contacturen Definitie: de uren waarvoor onderwijs is ingeroosterd. (elke donderdagavond van 18.30-22.00 uur inclusief pauze)
contacturen
voltijd
deeltijd
e
4 uur per week
e
4 uur per week
e
Gemiddeld 1 uur per week
1 leerjaar 2 leerjaar 3 leerjaar
duaal
Lectoraten die bij de opleiding betrokken zijn Lectoraat 1
Naam lectoraat Geïntegreerd Pedagogisch Handelen
omschrijving opdracht betrokkenheid bij opleiding
Mee bewaken van gerealiseerd niveau; Meeontwikkelen van de onderzoekslijn; Geven van gastcolleges; Begeleiden van afstudeerproject; Deelname aan kenniskring.
Naam lector
Dr. Jeroen Onstenk
Lectoraat 2
Naam lectoraat Leefwerelden van Jeugd
omschrijving opdracht betrokkenheid bij opleiding
Lector is betrokken bij het hele cluster pedagogiek (bachelor en master). Voor de bachelor worden studenten betrokken bij onderzoek. Het is de bedoeling dat ook masterstudenten in deze onderzoeken gaan participeren. Tijdelijk geen deelname in de kenniskring vanuit de master. Dit gaat wel weer gebeuren. Een docent volgt een docentstage bij dit lectoraat.
Naam lector
Dr. Pauline Naber
©Hobéon® Certificering⏐Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding Pedagogiek, Hogeschool INHolland, versie 1.0 ⏐ 48
BIJLAGE III CURRICULA VITAE EN ONAFHANKELIJKHEIDSVERKLARINGEN AUDITOREN Drs. R.B. van der Herberg De heer Van der Herberg was jarenlang eindverantwoordelijk schoolleider in het voortgezet onderwijs (Minkema College). Hij heeft daar ruime ervaring opgedaan met bestuurlijke verzelfstandiging, fusieprocessen, convenanten en sponsorcontracten tussen vmbo en brancheorganisaties, personeelsbeleid en kwaliteitszorg. Als externe deskundige is hij betrokken bij audits (Platform Bèta Techniek) en visitatieprocessen in het speciaal voortgezet onderwijs en voortgezet onderwijs. Tevens maakte hij deel uit van de Stuurgroep ‘Opleiden in de school’. Bij Hobéon zet hij zich sinds 2007 als senior adviseur in bij de accreditatie onderzoeken die worden uitgevoerd in het hoger beroepsonderwijs. Daarnaast adviseert hij het voortgezet onderwijs, o.a. op basis van zijn specifieke kennis van dit type onderwijs. Prof. dr. W. Veugelers De heer Veugelers is hoogleraar educatie aan de Universiteit voor Humanistiek in Utrecht en senior onderzoeker en docent bij het Instituut voor de Lerarenopleiding van de Universiteit van Amsterdam. Hij publiceerde 20 boeken en meer dan 100 artikeken, op een breed terrein: pedagogische functie van het onderwijs, morele educatie, burgerschapsvorming, pedagogische identiteit docenten en scholen, onderwijsvernieuwing in het bijzonder scholennetwerken, jeugdculturen, etc. Hij is redacteur van de tijdschriften Pedagogiek en Compare en de boekserie Moral Development en Citizenship Education (sensepublishers). Hij was bestuurslid van de Verening voor Lerarenopleiders en is nu vice-voorzitter van divisie Onderwijs en Samenleving van de Vereniging voor onderwijsresearch. Drs G.J.M. Huijbregts Mevrouw Huijbregts studeerde verpleegkunde, volgde de kaderopleiding en post hbo opleiding jeugdgezondheidszorg en studeerde aansluitend Gezondheidswetenschappen. Zij is wijkverpleegkundige, hoofdwijkverpleegkundige en rayonmanager ouder- en kindzorg geweest in diverse thuiszorgorganisaties. Thans is zij clustermanager bij de Combinatie jeugdzorg in Eindhoven (regio Zuidoost Brabant). In die functie houdt zij zich ondermeer bezig met professionalisering en de implementatie van competentiemanagement. J.E.A.J. Jackson De heer Jackson studeerde mts en hts Werktuigbouwkunde. Als tweedegraads leraar Wiskunde was hij enkele jaren verbonden aan het voortgezet onderwijs. Thans doceert hij Thermodynamica aan de hbo bachloropleiding Werktuigbouwkunde van Hogeschool Rotterdam. Bij die hogeschool volgt hij momenteel de hbo masteropleiding Pedagogiek (Urban Education). G.C. Versluis Mevrouw Versluis is in 1979 afgestudeerd aan de Pedagogisch Academie. Tot 2001 is zij werkzaam geweest in verschillende functies binnen het dovenonderwijs als leerkracht, intern begeleider en teamcoördinator. Daarna heeft zij in een gemeente een aantal jaren gewerkt als (senior) beleidsmedewerker Welzijn. Het formuleren van (nieuw) beleid op het brede terrein van welzijn was daar een van haar voornaamste taken. Bij Hobéon is zij sinds 2006 met name nauw betrokken bij de accreditatie van hbo opleidingen.
©Hobéon® Certificering⏐Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding Pedagogiek, Hogeschool INHolland, versie 1.0 ⏐ 49
©Hobéon® Certificering⏐Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding Pedagogiek, Hogeschool INHolland, versie 1.0 ⏐ 50
©Hobéon® Certificering⏐Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding Pedagogiek, Hogeschool INHolland, versie 1.0 ⏐ 51
©Hobéon® Certificering⏐Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding Pedagogiek, Hogeschool INHolland, versie 1.0 ⏐ 52
©Hobéon® Certificering⏐Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding Pedagogiek, Hogeschool INHolland, versie 1.0 ⏐ 53
©Hobéon® Certificering⏐Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding Pedagogiek, Hogeschool INHolland, versie 1.0 ⏐ 54
BIJLAGE IV WERKWIJZE, BEOORDELINGSPROCEDURE EN BESLISREGELS HOBÉON Beoordelingsprocedure en werkwijze Bij de beoordeling van de betreffende deeltijdopleiding is uitgegaan van het door de NVAO vastgestelde “Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs”. Daarin staan de onderwerpen en facetten vermeld waarop een VBI zich bij de beoordeling van een opleiding moet richten. Voorts zijn daarin opgenomen de criteria aan de hand waarvan een VBI moet bepalen of de basiskwaliteit van die opleiding als voldoende kan worden beoordeeld. Met betrekking tot het specifieke referentiekader van de betreffende opleidingsvarianten geldt het volgende: De deeltijdopleiding heeft zich voor wat betreft beroepsprofiel, opleidings-competenties en doelstelling ten minste gebaseerd op het landelijk beroepsprofiel. Het auditteam heeft dit opleidingsspecifieke referentiekader beoordeeld en vastgesteld dat het in voldoende mate gespecificeerd is en passend is voor een masteropleiding Pedagogiek op hbo niveau. Het auditteam heeft dit kader in zijn beoordeling betrokken. De beoordelingsprocedure van Hobéon Certificering kent twee hoofdmomenten: 1 Documentanalyse Het gaat hier om een analyse en beoordeling van door de opleiding aangeleverde schriftelijke informatie: Management Review; Studiegids; Onderwijs- en Examen Regeling – OER; Onderliggende documentatie betrekking hebbend op bijvoorbeeld: o strategische keuzen en de positie in de markt, o interne organisatie, o de (systematiek van) interne kwaliteitszorg en de daarmee samenhangende interne managementrapportages en verbetermaatregelen, o ontwikkelingen in het beroepenveld, o beroeps- en opleidingsprofielen, o (validatie) eindcompetenties, o curricula en de interne en externe evaluatie daarvan, o werkvormen, o toetsing en beoordeling, o kwantitatief en kwalitatief personeelsbeleid, o internationalisering, o instroombeleid, o studiebegeleiding, o onderwijsrendement. Op basis van de door opleidingen aangeleverde documentatie, heeft het auditteam zich een beeld kunnen vormen van de primaire en secundaire processen van de opleiding. Het auditteam heeft dit beeld getoetst aan zaken als: ambitieniveau, toekomstgerichtheid, innovatief vermogen, kwaliteitsbewaking via interne en externe evaluatie, arbeidsmarktrelevantie, resultaatgerichtheid, continuïteit, studenten- en docentenbelangen. Voorafgaand aan de visitatie werd het management van de betreffende opleidingen op de hoogte gesteld van de voorlopige bevindingen van het auditteam op basis van zijn documentanalyse.
©Hobéon® Certificering⏐Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding Pedagogiek, Hogeschool INHolland, versie 1.0 ⏐ 55
2 Audit De audit was gericht op een actieve ‘controle’ door middel van een visitatie5, uitgevoerd door een auditteam bestaande uit een kernteam met daarin twee externe onafhankelijke deskundigen, een student van een verwante opleiding, een voorzitter en een secretaris vanuit Hobéon Certificering. Voor de audit bij de verschillende leergebieden is dit kernteam aangevuld met een vakexpert op het specifieke leergebied. Onder ‘controle’ moet hier worden verstaan, dat het auditteam op verschillende niveaus (management, coördinatie, examencommissie, docenten, studenten, staf) heeft getoetst (i) of de in de documentatie beschreven beleidsvoornemens en de daaraan gerelateerde uitvoeringsprocessen zijn geïmplementeerd en (ii) of de overige in de documentatie vervatte informatie verifieerbaar is. Deze verificatie door het auditteam geschiedde enerzijds door, zoals hierboven reeds is aangegeven, meerdere malen hetzelfde onderwerp met verschillende geledingen te bespreken en anderzijds aan de hand van additionele documentatie en -daar waar het de huisvesting en de materiële voorzieningen betreft- ook door eigen waarneming. De additionele, tijdens de visitatie geraadpleegde, documentatie behelsde ondermeer: overzichten van de samenstelling van de werkveld-gremia waarmee de opleidingen overleg voeren; verslagen van die bijeenkomsten met het werkveld; overzicht CV’s van (gast)docenten; netwerkoverzicht docenten; verslagen van de functioneringsgesprekken met docenten; verslagen van docentevaluaties; verslagen van studievoortgangsgesprekken met studenten; detailbeschrijving van modules, cases en de daaraan gekoppelde opdrachten; stageverslagen en -beoordelingen; de ‘beroepsproducten’ die gedurende de opleiding door studenten worden opgeleverd; de ‘eindproducten’ van studenten. Aldus had het auditteam voldoende instrumenten om zich op gedetailleerd niveau op de hoogte te stellen van inhoud, opzet, uitvoering en resultaten van het opleidingsprogramma en van de daarmee samenhangende personele, organisatorische, materiële en ruimtelijke voorzieningen. Het auditteam heeft op deze wijze alle in het NVAO-Accreditatiekader vermelde facetten beoordeeld, op basis waarvan een samenvattend oordeel per onderwerp werd gegeven. Een en ander werd vastgelegd in een conceptrapport dat aan de opleidingen werd voorgelegd voor een toets op eventuele feitelijke onjuistheden.
Beslisregels Volgens de NVAO-Beslisregels Accreditatie kan een onderwerp slechts ‘onvoldoende’ of ‘voldoende’ scoren. Een facet kan evenwel, volgens diezelfde regels, ‘onvoldoende’, ‘voldoende’, ‘goed’ of ‘excellent’ scoren. Met dit als uitgangspunt, heeft Hobéon onderstaande beslisregels toegepast. Onderwerp A. Een onderwerp scoort ‘voldoende’, indien alle facetten van dat onderwerp ten minste ‘voldoende’ hebben gescoord of indien één facet van dat onderwerp ‘onvoldoende’ en de overige ten minste ‘voldoende’ hebben gescoord, mits een acceptabel verbeterplan beschikbaar is voor het facet met de score ‘onvoldoende’.
5
Visitatie heeft op 28 april 2010 plaatsgevonden.
©Hobéon® Certificering⏐Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding Pedagogiek, Hogeschool INHolland, versie 1.0 ⏐ 56
B. Een onderwerp scoort ‘onvoldoende’, indien één facet van dat onderwerp ‘onvoldoende’ heeft gescoord en voor dit facet geen acceptabel verbeterplan beschikbaar is. C. Een onderwerp scoort ‘onvoldoende’, indien meer dan één facet van dat onderwerp ‘onvoldoende’ heeft gescoord, ongeacht of er voor die facetten acceptabele verbeterplannen zijn. Facet D. Binnen de beoordeling van een facet is ruimte voor een eigen afweging van het auditteam: uitvoering/praktijk weegt zwaarder dan beleid/theorie: beter een goed functionerende regeling die slecht is opgeschreven, dan omgekeerd; primaire processen wegen zwaarder dan secundaire. Extra aantekening E. Indien voor een onderwerp een hogere score dan ‘voldoende’ gerechtvaardigd is, wordt dat als ‘extra aantekening’ vermeld en wel met inachtneming van onderstaande regels: een onderwerp krijgt de extra aantekening ‘goed’, indien alle facetten van dat onderwerp ‘goed’ hebben gescoord of indien één facet van dat onderwerp ‘voldoende’ en de overige facetten ‘goed’ of ‘excellent’ hebben gescoord;6 een onderwerp krijgt de extra aantekening ‘excellent’, indien alle facetten van dat onderwerp ‘excellent’ hebben gescoord of indien één facet van dat onderwerp ‘goed’ en de overige facetten ‘excellent’ hebben gescoord; een onderwerp krijgt geen extra aantekening, indien één van de facetten van dat onderwerp ‘onvoldoende’ heeft gescoord.
6
Het NVAO-Accreditatiekader onderscheidt bij onderwerp 2 (“Programma”) acht facetten. Eén ervan betreft de duur van de opleiding. Het daarbij vermelde criterium (240 ECTS) is evenwel geen (kwaliteits)criterium, maar een formele vereiste waaraan het programma van een opleiding a priori moet voldoen, wil zij überhaupt in aanmerking kunnen komen voor een HBO Bachelor accreditatie. ‘Duur’ is derhalve van een andere orde dan -bijvoorbeeld- ‘Kwaliteit Personeel’ of ‘Onderwijsrendement’. Bij de beslissing of het onderwerp “Programma” een extra aantekening ‘goed’ dan wel ‘excellent’ verdient, wordt het facet ‘Duur’ dan ook buiten beschouwing gelaten.
©Hobéon® Certificering⏐Adviesrapport Accreditatie hbo masteropleiding Pedagogiek, Hogeschool INHolland, versie 1.0 ⏐ 57