2 kgt
Wereldwijs is zo opgezet dat je precies leert wat je moet leren, ongeacht de manier waarop. Veel vanuit het boek of juist veel online, klassikaal of zelfstandig, de heldere structuur houdt het altijd overzichtelijk. Met het multimedia pakket (ePack) kunnen de leerstof en lessen verlevendigd en uitgediept worden. Online oefeningen en Studiehulp maken zelfstandig leren leuk en makkelijk. En met de Presentator kan audiovisueel materiaal in elke les ingepast worden via een digitaal schoolbord of beamer.
AARDRIJKSKUNDE voor de onderbouw HANDBOEK
Wereldwijs helpt je te verklaren wat je om je heen ziet. Geografische verschillen in de wereld worden uitgelegd aan de hand van concrete voorbeelden in landen en gebieden. Door er over te lezen, opdrachten te maken en vooral door te kijken. Foto’s, animaties en simulaties laten aardrijkskunde echt tot leven komen. En een plek veroveren in je eigen wereld.
ISBN 978 90 345 5869 5
9 789034 558695
510814
510814_OM.indd 1
t g k 2 NDE
SKUo u w K J I R AARDr d e o n d e r b vo o EK O B D HAN
28-07-2009 15:07:57
Inhoud
Nederland
7
EU-landen
8
Wat een landschap!
Op weg naar één Europa
Oriëntatie 1
De landschappen van Nederland
Oriëntatie 10
1
12
2
Grote verschillen in welvaart
Kern 2
Het zandlandschap
De Europese Unie
28
Kern 30
3
Het lösslandschap
14
3
Werken in de Europese Unie
32
4
Het veenlandschap
16
4
Toerisme in de Europese Unie
34
5
Het zeekleilandschap
18
5
Milieuproblemen in de Europese Unie
36
6
Het rivierenlandschap
20
6
Eenwording of verbrokkeling
38
Onderzoek 7
Een grondboring in je eigen achtertuin
Onderzoek 22
7
Afsluiting Begrippen
Wat is het ideale Europese land?
40
Afsluiting 24
Begrippen
ePack
ePack
Computerles oriëntatie
Computerles oriëntatie
Computerles kern
Computerles kern
Computerles onderzoek
Computerles onderzoek
Oefentoetsen
Oefentoetsen
42
Project
9
Op expeditie Project 1
Ontdek de Nederlandse koloniën
46
2
De handel overzee
48
3
Een andere wereld in de koloniën
50
4
Slavernij in de koloniën
52
2
510814_VW.indd 2
28-07-2009 13:26:42
Midden-Oosten
Nederland
10 Conflicten
11
Oriëntatie 1
Israël: een bijzonder land in het Midden-Oosten
2
Nederland verandert Oriëntatie
56
1
Hoe ontstaan conflicten?
58
2
Kern
Botsende belangen
74
Kern Gezellige binnensteden en volkswijken, of toch niet? 76
3
Grenzen
60
3
Ongerept natuurgebied en romantisch platteland
78
4
Conflict en cultuur
62
4
Lekker weg op de snelweg
80
5
De strijd om water
64
5
Wie heeft het voor het zeggen?
82
6
Gevolgen van conflicten
66
6
Hoe houden we het water in de hand?
84
Onderzoek 7
Kosovo
Onderzoek 68
7
Afsluiting Begrippen
Naar een duurzame ontwikkeling in mijn eigen omgeving
86
Afsluiting
70
ePack
Begrippen
Computerles oriëntatie
ePack
Computerles kern
Computerles oriëntatie
Computerles onderzoek
Computerles kern
Oefentoetsen
Computerles onderzoek
88
Oefentoetsen
12 Landenonderzoek Onderzoek 1
(Nederlandse) Antillen
92
2
Turkije
96
3
Suriname
100
4
Marokko
104
Trefwoordenlijst
108
Kaarten
109
Het stappenplan voor onderzoek
111
3
510814_VW.indd 3
28-07-2009 13:26:42
Aan de slag met Wereldwijs
oriëntatie
Hoofdstuk 10 Conflicten
Midden-Oosten
1
Israël: een bijzonder land in het Midden-Oosten
bron 4 Jeruzalem is voor het jodendom, het
christendom en de islam een heilige plaats. Op de voorgrond zie je de klaagmuur, een stuk van een oude Joodse tempel. Op de achtergrond zie je de grootste moskee van de stad.
werkboek §1 blz. 52 woestijnklimaat steppeklimaat Middellandse Zeeklimaat
bron 1 In Israël hebben de Palestijnen in een
&
landklimaat
aantal gebieden zelfbestuur.
Haifa
$$
bron 2 Israël en Nederland in cijfers.
Jeruzalem Hebron
%
!
Israël
Nederland
Hoofdstad
Jeruzalem
Amsterdam
Oppervlakte in km2
20 770
33 883
Bevolkingsaantal in miljoen
6,4
16,5
Bevolkingsdichtheid per km2
308
487
Godsdienst
76% joods 16% moslim 8% overig
31% katholiek 20% protestant 6% moslim
Lezen en schrijven
97%
99%
&
&
Levensverwachting
80,6 jaar
Kindersterfte per 1000 geboorten
4,3
Bnp per hoofd per jaar
€ 17 200
€ 23 420
Beroepsbevolking
landbouw 19% industrie 24% diensten 57%
landbouw 2% industrie 19% diensten 79%
"
Om je te helpen bij het ontdekken van de wereld, heb je van Wereldwijs twee boeken gekregen: een handboek (HB) met de belangrijkste informatie en een werkboek (WB) met opdrachten. Bovendien heb je via de computer toegang tot het ePack. In het ePack vind je de computerlessen. In de inhoudsopgave zie je welke computerlessen er bij elk hoofdstuk zijn.
bron 3 Klimaten in het Midden-Oosten.
Libanon: tégen, Turkije: tégen, Verenigde Staten: vóór, Nederland: vóór, NieuwZeeland: vóór. Twee derde van de landen van de Verenigde Naties besluiten in 1947 dat Palestina opgedeeld wordt. In een Arabisch deel en een Joods deel (bron 1). Geen enkel Arabisch land stemde voor deze opdeling. Nu, meer dan 60 jaar later is Israël nog steeds een zelfstandige staat en nog steeds zien de Arabische landen er niets in … Israël is een bijzonder land in het Midden-Oosten, een Joodse staat omringd door Arabische buurlanden. Het grondgebied is opgedeeld in een Israëlisch en een Palestijns gebied. Ook de hoofdstad Jeruzalem is in tweeën gedeeld (bron 4).
In dit tweede deel van Wereldwijs leer je over nieuwe onderwerpen van aardrijkskunde zoals landschappen en de EU-landen. Daarbij neem je steeds een kijkje in een ander land. Hoe leven de mensen daar? Lijkt het op jouw leven in Nederland of is het heel anders? Het is niet de bedoeling dat je alleen maar leest, kijkt en opdrachten maakt. Je gaat ook zelf dingen onderzoeken. Soms alleen, soms met anderen.
79,0 jaar 5,0
&
"#" ! "!'%#
57
56
kern
Hoofdstuk 10 Conflicten
Midden-Oosten
Wereld
6
Gevolgen van conflicten
bron 19 Deze soldaten van de VN lopen wacht op de grens van Israël en Libanon. Zij dragen een lichtblauwe helm in de kleur van de VNvlag. Daardoor worden ze blauwhelmen genoemd.
Malika is een Palestijns meisje. Ze is geboren in een vluchtelingenkamp in Libanon (bron 17). Veel mensen wonen hier dicht op elkaar en het worden er alleen maar meer … Riolering is er niet, de elektriciteit valt regelmatig uit, water is schaars en de werkloosheid is hoog. Alles te samen is het leven in het kamp ontzettend zwaar. De oma van Malika is in 1948 met haar gezin gevlucht uit Palestina. Net op tijd! Binnen enkele dagen brak de oorlog uit. Malika’s moeder is geboren en gestorven in dit kamp. Sinds haar dood droomt Malika steeds vaker over een terugkeer naar Palestina. Wordt deze droom ooit nog werkelijkheid? werkboek §6 blz. 62
bron 18 Aantal doden sinds 2000 in het conflict tussen Israël en de Palestijnen.
Opbouw van een hoofdstuk De meeste hoofdstukken in Wereldwijs bestaan uit verschillende onderdelen. Deze onderdelen vind je in zowel het handboek en het werkboek als het ePack. Oriëntatie In dit onderdeel maak je kennis met het voorbeeldland uit het hoofdstuk. Kern Hier leer je de geografische begrippen en theorie. Onderzoek Je gebruikt de begrippen en theorie in een onderzoek over Nederland of een ander land. Afsluiting Bij de afsluiting horen de begrippen en de oefentoetsen.
bron 20 In Darfur (Sudan) wonen zowel Afrikanen als Arabieren. De Afrikanen leven van de landbouw, de Arabieren zijn nomaden en leven van de veeteelt. Daardoor waren er conflicten over water en weidegebied. De regering liet Arabische gevechtsgroepen (Janjaweed) oorlog voeren tegen de Afrikaanse bevolking. De Janjaweed plunderde, verkrachtte en moordde. Meer dan 2,2 miljoen mensen zijn op de vlucht. Het aantal doden wordt geschat op ongeveer 300 000. Is vrede hier mogelijk?
Leertekst
De gevolgen van conflicten zijn groot: æ grote groepen mensen laten alles achter, zij vluchten (bron 17). æ er vallen veel gewonden en doden (bron 18). æ problemen in het dagelijks leven, bijvoorbeeld (niet) naar school gaan. æ dalende inkomsten uit het toerisme, omdat toeristen wegblijven.
Door conflicten slaan veel mensen op de vlucht. Soms blijven ze in eigen land, dan noem je ze ontheemden. Soms vluchten mensen naar andere landen, zij worden dan politieke vluchtelingen. Zij zoeken daar veiligheid en onderdak. Als nog niet over hun toelating is beslist, heten ze asielzoekers.
bron 17 In Libanon wonen 400 000 Palestijnse vluchtelingen in vluchtelingenkampen bij elkaar.
66
67
onderzoek
Hoofdstuk 10 Conflicten
7
Kosovo
bron 24
Kosovo is een land met verschillende volken, talen en godsdiensten (bron 21). Deze verscheidenheid zie je ook in de vlag, elke ster staat voor een ander volk. In en om dit land zijn veel conflicten geweest. Het heeft jaren onder de vlag van de VN geleefd, maar nu is het onafhankelijk. Veel landen op de wereld zijn het hier niet mee eens (bron 24 en 25). In deze paragraaf gebruiken we het conflict rond Kosovo om uit te leggen hoe je een onderzoek doet. Daarna ga je met een groepje onderzoek doen naar een ander conflict. werkboek §7 blz. 64
4
Parlement verklaart Kosovo onafhankelijk Kosovo is onafhankelijk. Het parlement heeft de onafhankelijkheid uitgeroepen, nu is het land zelfstandig en hoort niet meer bij Servië. Servië liet vandaag weten niet met Kosovo te willen samenwerken. Kosovo wil graag vrede en stabiliteit in de regio. In de onafhankelijkheidsverklaring staat dat Kosovo instemt met de aanwezigheid van een VN-vredesmacht. Kosovo belooft ook de minderheden te beschermen. Verder streven ze naar goede relaties met al hun buren. De economische ontwikkeling zal op gang gebracht moeten worden. In Kosovo leeft 37 procent van de bevolking onder de armoedegrens. Bijna de helft van de beroepsbevolking is werkloos. Terwijl in Priština al twee dagen wordt gefeest, heerst in
Belgrado woede. Een kleine duizend tegenstanders gingen gisteravond de straat op. Zij protesteerden tegen de onafhankelijkheid van Kosovo. Ze droegen spandoeken mee met teksten als ‘Kosovo is het hart van Servië.’ Rusland heeft de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties in New York bijeengeroepen voor spoedberaad. Rusland eist maatregelen van de VN om de onafhankelijkheid ongedaan te maken. De Verenigde Staten zijn een groot voorstander van een onafhankelijk Kosovo. De VS zullen waarschijnlijk op korte termijn Kosovo als onafhankelijke staat erkennen. Vrij naar: NRC, februari 2008.
$.,*0$! 3
,$š.$) )%$')#
#!
&*0$! /0#& ,$2,#)
,*š#0! !)$
4
Bronnen en figuren Het leuke van aardrijkskunde is dat je niet alleen hoeft te lezen, maar dat je ook veel kunt bekijken. Wereldwijs zit daarom vol met bronnen. Dat zijn foto’s, kaarten en tekeningen die je meer vertellen over een onderwerp of een gebied. Bij de meeste bronnen staat een tekst: een bijschrift. Het is belangrijk dat je de bijschriften goed leest. Elke bron heeft een nummer. Zo weet je bij de opdrachten precies waar je de informatie vandaan moet halen.
4
&*+%#
0
40 km
' )#2#)
*-)$5,-(*-'$(-
#,0$5,-
*,)!$(*-'$(-
++#,0'&.#
&( )1*)#,-(')(##,") ' )#2#)
bron 22 In de stad Mitrovica woont een Servische minderheid. De Serviërs binnen Kosovo zijn bang onderdrukt te worden. Zij willen graag bij Servië horen. In Kosovo zijn belangrijke monumenten voor de Serviërs.
,*)
bron 21 Kosovo is een jong land. Begin 2008 riep het land de onafhankelijkheid uit. Kosovo hoorde eerst bij Servië en wordt nog lang niet door alle landen erkend.
bron 23 In 2008 riep het parlement
een zelfstandig Kosovo uit. De Albanese meerderheid was erg blij (kijk maar naar de vlaggen). De problemen zijn nog niet voorbij. Er is veel werkloosheid en veel mensen leven onder de armoedegrens.
bron 25 De erkenning van
Kosovo in 2008.
68
69
afsluiting
Begrippen
Hoofdstuk 10 Conflicten
ontheemden
terrorisme
vluchtelingen binnen de grenzen van het eigen land
het plegen van gewelddaden (aanslagen, gijzelingen) en het aanwakkeren van de angst bij de bevolking met een politiek doel
De schuingedrukte begrippen horen bij de extra stof. asielzoeker iemand die toestemming vraagt aan een ander land om zich daar te vestigen
Ook in het werkboek zitten bronnen. We noemen ze daar figuren. Ook elk figuur heeft een nummer. Figuren gebruik je niet alleen om er informatie uit te halen. Soms moet je zelf informatie toevoegen door begrippen in te vullen, een grafiek te tekenen of een kaart in te kleuren.
cultuurbotsing twee culturen binnen een land gaan niet goed samen, wat leidt tot spanningen of conflicten
cultuurverrijking culturen nemen gewoonten en gebruiken van elkaar over
Ontheemden.
etnisch conflict een conflict dat draait om iets wat eigen is aan een volk, onder andere taal, waarden en normen, gewoonten en gebruiken
ontziltingsinstallaties
Terrorisme.
fabriek waarin men van zout water zoet water maakt
Verenigde Naties internationale organisatie, opgericht in 1945, met het doel in de wereld te zorgen voor vrede, veiligheid en ontwikkeling
illegaal iemand die zelf naar een land is gekomen zonder toestemming van de regering
intifada strijd van de Palestijnen tegen Israël
Ontziltingsinstallatie.
politiek vluchteling iemand die naar een ander land vlucht voor veiligheid
Verenigde Naties.
religieus conflict Intifada.
een conflict dat draait om godsdienst
irrigatie kunstmatige bevloeiing of beregening van het land
minderheid een kleinere bevolkingsgroep in een land die vaak achtergesteld wordt
70
71
4
510814_VW.indd 4
28-07-2009 13:26:42
kern Midden-Oosten
3
Grenze Israël bouwt een m hoe deze afscheidi
kern ker ern rn n
Hoofdstuk 10 Conflicten
Abdal Kamal, een P i i
Midden-Oosten den-Oosten
3
Hoe werk je in een paragraaf? Je begint in het handboek. Daar lees je de titel van het hoofdstuk en de introtekst. Vervolgens ga je naar de opdrachten in het werkboek. Het werkboek stuurt je langs de verschillende bronnen in het handboek. Zo weet je zeker dat je de theorie leert begrijpen en alle begrippen oefent.
Wereld
Grenzen Israël bouwt een muur om de Westelijke Jordaanoever (zie openingspagina). Lees hoe deze afscheiding het dagelijks leven van twee jonge mensen beïnvloedt. Abdal Kamal, een Palestijn, vertelt: ‘De muur is verschrikkelijk, daardoor leven we in een gevangenis. Mijn vader heeft een bakkerij, maar het meel daarvoor moet wel uit Israël komen. Soms laten de controleposten ons niet door (bron 8). Dan hebben wij geen meel en de mensen dus geen brood. Hier is bijna geen werk. Onze buren werken in Israël. Als de controlepost moeilijk doet, kunnen ze geen geld verdienen in Israël. Geen werk, geen geld, geen brood …’ Ben Ami, een Jood, vertelt: ‘Mijn ouders zijn vijf jaar geleden op de Westelijke Jordaanoever gaan wonen in een nieuw dorp. Wij zijn een kolonistenfamilie. Voor onze veiligheid is de muur belangrijk, zo worden we beschermd. Gelukkig kan ik in het dorp verderop naar school. Tegenwoordig ga ik op de fiets, want in bussen worden veel zelfmoordaanslagen gepleegd. De fiets is veiliger. Wat er ook gebeurt, we zullen op deze grond blijven wonen.’ werkboek §3 blz. 56 bron 9
Afscheidingsmuur of veiligheidshek? In 2003 begon Israël met de bouw van een afscheiding rond de Westelijke Jordaanoever. Het doel is om aanslagen in Israël tegen te gaan. De route van die afscheiding lag voor een groot deel over Palestijns gebied. De Palestijnen waren dan ook woedend. Na onderzoek door de VN werd Israël opgeroepen ‘de muur’ af te breken. De route werd aangepast ten gunste van de Palestijnen. Uiteindelijk kwam 7% in plaats van 16% van de Westelijke Jordaanoever aan de Israëlische kant van ‘de muur’ te liggen.
bron 8 Een soldaat uit Israël controleert een Palestijn bij een controlepost in Hebron.
Vrij naar: Israël-Palestina Info 2006.
bron 10 De Koerden wonen in wel zeven landen, in geen van die landen zijn ze welkom. In Irak is er zelfs gifgas op ze gespoten.
Leertekst Veel volken hebben geen eigen staat. Er zijn hierbij twee mogelijkheden: Invloed van de zee op staat. In 1 Verschillende bron volken10 wonen bij elkaar in één het land in dePalestijnen zomer en de en winter. Israël bijvoorbeeld wonen Joden. 2 Een volk woont over een aantal staten verspreid, bijvoorbeeld de Koerden. Zij wonen over zeven staten verspreid. De Koerden zijn daardoor overal een minderheid. De omstandigheden waarin minderheden leven zijn vaak heel vervelend.
æ Ze wonen in afgelegen gebieden. æ Ze worden achtergesteld bij de rest van het land en blijven onderontwikkeld. æ Het is moeilijk contact te hebben met familie in andere landen. æ De eigen taal en cultuur zijn soms verboden. Minderheden willen soms meer zelfstandigheid, ze komen in opstand. Opstanden worden vaak bloedig neergeslagen. Veel mensen vluchten dan naar andere landen.
60
61
rdaanoever gaan wonen nze veiligheid is de muur het dorp verderop naar s orden veel zelfmoordaan e zullen op deze grond bl werkboek §3 blz. 56
Leertekst Op de rechterpagina in het handboek staat de oranje leertekst. Hierin staan alle belangrijke dingen uit de paragraaf. De leertekst moet je goed bestuderen voor het proefwerk.
Leertekst Veel volken hebben geen mogelijkheden: bron 10 1 Verschillende volken wo het land in Israël bijvoorbeeld won 2 Een volk woont over een bijvoorbeeld de Koerde
5
510814_VW.indd 5
28-07-2009 13:26:48
Aan de slag met Wereldwijs
Planner Voordat je aan een hoofdstuk begint, ga je naar de planner in het werkboek. In de planner staan alle onderdelen van het hoofdstuk op een rijtje, zowel de dingen die in de boeken staan als de onderdelen op de computer. Bekijk de planner goed. In overleg met je docent vul je in wat je wanneer gaat doen. Oefenen met begrippen De laatste paragraaf van het hoofdstuk in je werkboek heet ‘Oefenen met begrippen’. In deze korte paragraaf herhaal je de belangrijkste begrippen uit het hoofdstuk. Zo kun je je extra goed voorbereiden op het proefwerk. Wat moet je leren? Elke paragraaf wordt afgesloten met het blok ‘kennis en vaardigheden’. Daarin staan de verschillende onderdelen van de paragraaf op een rijtje. Sommige onderdelen zijn al aangevinkt. Die moet je in elk geval leren. Je docent zal je vertellen of je ook andere onderdelen moet leren. Natuurlijk is het ook heel belangrijk om voor een proefwerk nog eens de kernteksten te bestuderen.
onderzoek Nederlandse Antillen
1
(Nederlandse) Antillen Wat een gekke titel zul je misschien zeggen. Dat zit zo. De Antillen is een grote eilandengroep in het Caribisch gebied (bron 1). De hele groep bestaat uit wel 7 000 eilanden en eilandjes. Zes eilanden daarvan vormen een onderdeel van het Koninkrijk der Nederlanden. Die eilanden zijn Aruba, Bonaire, Curaçao, St. Maarten, St. Eustatius en Saba. Maar omdat Aruba, Curaçao en St. Maarten een zogenaamde ‘status aparte’ hebben, mag je niet meer spreken van de Nederlandse Antillen. Daarom hebben we (Nederlandse) maar even tussen haakjes gezet. Heel ingewikkeld dus. Op deze eilanden is het heerlijk wonen (bron 2). Je hoeft er nooit winterkleren aan, want het is er altijd rond de 28 °C. De meeste mensen zijn er ontspannen en vriendelijk. Op heel veel scholen wordt Nederlands gepraat, de kinderen doen de Nederlandse examens. De mensen komen vaak naar Nederland om hier te studeren of om werk te zoeken. Dat kan ook makkelijk, want ze zijn onderdeel van ons koninkrijk. Ontdek dit tropisch stukje van het Koninkrijk der Nederlanden overzee.
Oefentoetsen Om je goed voor te bereiden op een proefwerk, kun je de oefentoetsen maken. In het ePack vind je twee soorten oefentoetsen: kleine oefentoetsen over twee of drie paragrafen en grote oefentoetsen over een heel hoofdstuk. De resultaten van de oefentoetsen kun je in de planner noteren.
werkboek §1 blz. 88 ,')- ).$'' ) ,') **!-.
(-. ,(
++ ,0'&. $)&(
0*'&$)"-).'
($'%* )
0*'&$)"-$#.# $+ ,&(
*-$ )-.
&.#*'$ &
&.#*'$ &
+,*. -.).
+,*. -.).
) ,-
(*-'$(
2 ) )-#,$%0 )
0 )-0 ,1#.$)"
%,
%,
$) ,-. ,!. " **,. )
($ '$)&*( )+ ,#**! ,* +- 0*'&$)" ')*/1
bron 1 In het Caribisch gebied liggen de ABC-eilanden (benedenwinds) en de SSSeilanden (bovenwinds).
')*/1 !
"
$)/-.,$ $ )-. )
**,. $%! , . ,!. $%! ,
$)/-.,$ $ )-. )
# # " "
Bijzondere hoofdstukken Twee hoofdstukken zijn iets anders dan de rest: Hoofdstuk 9 is een project over de voormalige Nederlandse koloniën. Hoofdstuk 12 is een landenonderzoek. Je gaat een kijkje nemen bij de (Nederlandse) Antillen, Turkije, Suriname en Marokko. Wij wensen je veel plezier met Wereldwijs.
se Antillen
92
1
(Neder Wat een gekke titel z De Antillen is een gr groep bestaat uit we een onderdeel van h
De samenstellers
6
510814_VW.indd 6
28-07-2009 13:26:55
Pakketsamenstelling
3 vwo
E KUNDw RIJKS AARD de on de rb ou vo or B O EK HAND
Leerjaar 1
Leerjaar 2
Leerjaar 3
1 vmbo-bk 1 vmbo-kgt 1 vmbo-t/havo 1 havo/vwo 1 vwo
2 vmbo-bk 2 vmbo-kgt 2 vmbo-t/havo 2 havo/vwo 2 vwo
3 havo 3 vwo
Voor elk leerjaar zijn de volgende materialen beschikbaar: handboek werkboek/opdrachtenboek antwoordenboek ePack voor leerlingen ePack voor docenten Voor meer informatie: www.malmberg.nl.
7
510814_VW.indd 7
28-07-2009 13:27:05
Nederland Titel?
8
510814_H7.indd Sec2:8
28-07-2009 12:15:03
7
Wat een landschap! De landschappen in Nederland zijn lang geleden door de natuur ontstaan. Maar de Nederlanders hebben daar ondertussen veel aan veranderd. Het rivierenlandschap van eeuwen geleden ziet er heel anders uit dan nu. En ook de andere landschappen zijn niet meer hetzelfde. Wat er met ons landschap gebeurde, leer je in dit hoofdstuk.
Oriëntatie 1 De landschappen van Nederland
10
Kern 2 Het zandlandschap 3 Het lösslandschap 4 Het veenlandschap 5 Het zeekleilandschap 6 Het rivierenlandschap
12 14 16 18 20
Onderzoek 7 Een grondboring in je eigen achtertuin
22
Afsluiting Begrippen
24
9
510814_H7.indd Sec2:9
28-07-2009 12:15:10
oriëntatie Nederland
1
De landschappen van Nederland De eerste die over ons land schreef, was een Romein. Hij heette Plinius en leefde in de eerste eeuw na Christus. Hij is nooit in Nederland geweest. Wat hij wist, had hij van horen zeggen. Toen Plinius aan het schrijven was, vroeg hij zich af of Nederland bij het land hoorde of bij de zee. Hij had gehoord dat ons land tweemaal per dag overstroomde. De mensen beschermden zich tegen het water door hun woonplaatsen op te hogen. Ze leefden van de visvangst en de jacht. Sinds de Romeinse tijd is het Nederlandse kustgebied enorm veranderd. Tweeduizend jaar geleden was de natuur nog bezig met het opbouwen van ons land. Met het zeewater werden kleideeltjes neergelegd in de gebieden die regelmatig overstroomden. Zo ontstond het zeekleilandschap, één van die bijzondere Nederlandse landschappen. In dit hoofdstuk ga je alle Nederlandse landschappen beter bekijken (bron 1). werkboek §1 blz. 6
NAP
+1
bron 1 In Nederland zijn de landschappen gevormd door de zee, rivieren, planten, wind en landijs. In deze natuurlandschappen zijn in de
loop der tijd mensen gaan wonen. Zij hebben veel veranderd. Ons land wordt meestal verdeeld in Hoog- en Laag-Nederland. De grens daartussen is de lijn van het gemiddelde zeeniveau + 1 meter. Tot hier zou Nederland overstromen, als er geen duinen en dijken waren.
LAAG-NEDERLAND IJss el
HOOG-NEDERLAND
Zuidplaspolder (-6,76m)
jn
Ma
as
Ri
S c h e ld
e
0
Landschap Zandlandschap Lösslandschap
Oppervlakte
Gevormd door
1 000 000 ha
wind, landijs
55 000 ha
80 km
Vaalserberg (+322m)
NAP + 1 = lijn van gemiddeld zeeniveau + 1 meter
zeedieren, wind
Laagveenlandschap
385 000 ha
planten
Hoogveenlandschap
419 000 ha
planten
Zeekleilandschap
843 000 ha
zee
Rivierenlandschap
355 000 ha
rivieren
Duinlandschap
105 000 ha
zee, wind
10
510814_H7.indd Sec2:10
28-07-2009 12:15:15
Hoofdstuk 7 Wat een landschap!
bron 2 De aarde is ongeveer 4,6 miljard jaar oud. Dat is heel oud. Je komt er zowel heel oude als jonge landschappen tegen. Nederland is pas in de laatste 2,5 miljoen jaar ontstaan. Het Nederlandse landschap is dus nog heel jong.
bron 3 Langs de Nederlandse kust tref je het duinlandschap aan.
bron 4 Van het oorspronkelijke duinlandschap is weinig over. Het natuurlandschap is veranderd in een cultuurlandschap.
11
510814_H7.indd Sec2:11
28-07-2009 12:15:17
kern
2
Het zandlandschap Een derde deel van Nederland bestaat uit zandlandschap. Het is gevormd tijdens de ijstijden. Het gebied ten noorden van Nederland was toen bedekt door een dikke massa ijs. Eén keer schoof het landijs vanuit Scandinavië Nederland binnen (ongeveer 150 000 jaar geleden). Het leek op het werk van een enorme bulldozer. Grote hoeveelheden zand en grind werden voor het ijs uitgeduwd tot in MiddenNederland (bron 6). Toen het landijs gesmolten was, bleven grote hopen zand en grind als heuvels achter. Ze worden stuwwallen (bron 7) genoemd. Soms zijn ze meer dan 100 meter hoog. Denk maar aan de Veluwe. Maar niet alleen in Midden-Nederland werd tijdens de ijstijden zand achtergelaten. In die tijd blies er een ijskoude noordenwind. De Noordzee lag in die tijd droog. Door de kracht van de wind werden er zandkorrels meegevoerd. (bron 5). Het zand werd neergelegd als de windkracht afnam. Grote delen van Oost- en Zuid-Nederland werden zo als een deken bedekt met zand. werkboek §2 blz. 8
L A ND I J S
e ms
de
kza
nd
noordenwind
Th e
grote rivieren bedekt geweest door landijs. Honderdduizend jaar geleden smolt het landijs. Vanaf die tijd waaide over Nederland een ijskoude noordenwind. Met deze noordenwind werd zand als een deken over een groot deel van Oost- en Zuid-Nederland geblazen.
lö s s
bron 5 Nederland is vroeger tot de
Rijn
S
lde che
s
Maa
A R DE N N E N
bron 6 De vorming van stuwwallen door het landijs.
A
B
C
12
510814_H7.indd Sec2:12
28-07-2009 12:15:21
Hoofdstuk 7 Wat een landschap!
bron 7 De Grebbeberg, een stuwwal bij de gemeente Rhenen.
Leertekst Het zandlandschap is ontstaan tijdens de ijstijden. Het was toen veel kouder dan nu. Heel Noord-Europa was bedekt met landijs. Ongeveer 150 000 jaar geleden bereikte het landijs zelfs Nederland. Op twee manieren is tijdens de ijstijden het Nederlandse zandlandschap opgebouwd: 1 Door het landijs werden zand en grind opgestuwd tot heuvels. We noemen ze stuwwallen. Je vindt ze in Midden-Nederland (bron 6 en 7). 2 Later lag het landijs ten noorden van Nederland. Een krachtige koude noordenwind waaide over
Nederland. Zandkorrels werden met de wind meegevoerd. Het zand bleef liggen op plaatsen waar planten groeiden. Zo ontstond in Oost- en ZuidNederland een licht golvend landschap van dekzand (bron 5). Ook de duinen worden meestal tot het zandlandschap gerekend. De mens heeft door de tijd heen het zandlandschap veranderd. Het natuurlandschap werd steeds meer een cultuurlandschap (zie bron 3 en 4 in de vorige paragraaf).
13
510814_H7.indd Sec2:13
28-07-2009 12:15:26
kern
3
Het lösslandschap Het landschap van Zuid-Limburg ziet er niet erg Nederlands uit. Diepe dalen slingeren door hoger gelegen gebieden. Op sommige plaatsen heb je prachtige uitzichten. Oude huizen en boerderijen zijn gebouwd in vakwerkstijl (bron 9). Je vindt hier niet alleen het hoogste punt van Nederland: de Vaalserberg (322 meter), maar ook steenkool van wel 350 miljoen jaar oud. Steenkool is in Zuid-Limburg jarenlang in mijnen diep uit de grond gehaald. Een ander oud gesteente is kalksteen. Dit wordt ook wel mergel genoemd. Deze kalksteen is 100 miljoen jaar geleden ontstaan uit de skeletten van zeedieren. Zuid-Limburg was toen nog zee. Met kalksteen bouwden de mensen kastelen, kerken en boerderijen. Kalk zie je trouwens in Limburg bijna nergens aan de oppervlakte. Aan het einde van de ijstijden werd het kalksteen namelijk bedekt door een laag fijn sediment: löss. Deze grondsoort is erg vruchtbaar. werkboek §3 blz. 10
bron 8 Aan het eind van de ijstijden was het in Nederland koud en droog. De Noordzee lag droog. Koude noordenwinden bliezen een licht soort leem naar het zuiden. De kleine korrels werden op grote hoogte door de lucht geblazen. In de Limburgse heuvels bleef deze löss liggen. Daarom wordt het ook wel Limburgse klei genoemd.
noordenwind löss
löss dekzand
dekzand löss Zuid-Limburg löss
14
510814_H7.indd Sec2:14
28-07-2009 12:15:34
Hoofdstuk 7 Wat een landschap!
bron 9 Het Zuid-Limburgse heuvelland is ontstaan doordat dit gebied omhooggedrukt werd. Omdat het land hoger kwam te liggen, gingen de rivieren sneller stromen. Ze sneden diepe kronkelende dalen uit. Het Geuldal is daar een goed voorbeeld van. In de wanden van de rivierdalen is de kalksteen soms nog zichtbaar.
Emmaberg Houthem
Strabeek
140
Valkenburg 100 110
Berg
10
Geu
71,0
147,0
Kasteel Schaloen
140,5
150
PLATEAU VAN
16
0
MARGRATEN
Schin op Geul 81,1
170
15
Scheulder
Groot-Welsden 140
l
Sibbe
160,9
0
140
Groeve ’t Rooth
140,1
0
130
Terblijt
130 0 12 10 1
120 130
In de Limburgse heuvels vinden we het lösslandschap. Het bestaat uit hoger gelegen gebieden waarin riviertjes dalen hebben uitgeschuurd (bron 9).
120,7
61,2
Geul
Klimmen
Leertekst
Het Zuid-Limburgse landschap bestaat uit: 1 kalksteen (mergel) in de ondergrond. Lang geleden was Nederland zee. In die zee zakten de kalkskeletten van allerlei zeedieren naar de bodem. Er werd een dik pakket gevormd. In de ondergrond van Limburg zijn deze kalkskeletten samengedrukt tot kalksteen. Je kunt er nog steeds fossielen in aantreffen. Dit zijn afdrukken of versteende resten van zeedieren.
173,2
145,7
Margraten loofbos
N-weg
akkerland
lokale weg (kerk)toren
grasland boomgaard water
140,5 140
hoogtecijfer hoogtelijn
2 löss aan de oppervlakte. Net als het dekzand is löss aan het einde van de ijstijden neergelegd. Dit lichte materiaal werd op grote hoogte vervoerd door de wind en bleef in het heuvelland van Zuid-Limburg liggen (bron 8).
bebouwing
15
510814_H7.indd Sec2:15
28-07-2009 12:15:40
kern
4
Het veenlandschap Iedereen wil graag vaste grond onder zijn voeten. In Nederland is er één uitzondering. Dat is veengrond. Als je daar overheen loopt, beweegt de grond op en neer. Je kunt er zelfs in wegzakken. Veengrond bestaat voor het grootste deel uit water. De rest zijn opgestapelde plantenresten. Veengrond ontstaat uit moerassen. Als planten afsterven in het moeras vergaan ze niet. Ze worden opgestapeld tot soms metersdikke veenlagen (bron 12). Vroeger waren de mensen doodsbang voor de geheimzinnige moerassen. Het spookte er, werd van die gebieden verteld. De mensen zagen soms dwaallichten boven de gevaarlijke moerassen. En er werden griezelige veenlijken gevonden (bron 10). In het verleden was Laag-Nederland één groot moeras. Ook nu nog vind je er veen aan de oppervlakte. Dit laagveen wordt afgewisseld met grote veenplassen (bron 11). Op die plaatsen hebben de mensen het veen weggehaald. Door het veen te drogen, krijg je namelijk turf. Het is uitstekend te gebruiken als brandstof. werkboek §4 blz. 12
bron 10 Gedroogd veen (turf) is uitstekend geschikt als brandstof. Bij het winnen van turf worden soms vreemde vondsten gedaan, zoals deze veenlijken. Het zijn de lijken van twee mensen die ongeveer tweeduizend jaar geleden leefden.
bron 11 Binnen de Randstad ligt het Groene Hart. Dit is een typisch laagveenlandschap. Langgerekte stukken veengrond worden gescheiden door sloten. Op sommige plaatsen is het veen helemaal weggehaald om turf te winnen. Daar ontstonden veenplassen.
-0,8
-0,3 -1,0
-0,1
Oud-Loosdrecht Loosdrechtse Plassen
Nieuw-Loosdrecht -0,9
-0,6
-0,1
Muyeveld -0,4
loofbos
N-weg
grasland
lokale weg (kerk)toren
water bebouwing
-0,9
hoogtecijfer sloot
16
510814_H7.indd Sec2:16
28-07-2009 12:15:46
Hoofdstuk 7 Wat een landschap!
bron 12 Het ontstaan van veen.
Leertekst Veen ontstaat in moerassen → afgestorven planten vergaan niet onder water → ze stapelen zich op tot veen.
De gebieden waar veel turf weggehaald was, liepen vol water. Dit zijn de veenplassen (bron 11).
Laagveen heeft de volgende kenmerken: 1 Het is opgebouwd uit waterplanten of planten die leven van grondwater (bron 12). 2 Het is ontstaan in de vroegere moerassen. 3 Het ligt nog aan de oppervlakte in Laag-Nederland.
In de veengebieden werd het grondwater weggepompt. Het veen zakte langzaam in. De bodem ging dalen (inklinking). Om overstromingen te voorkomen, moesten er dijken om zo’n veengebied aangelegd worden. Ook de grondwaterstand kon daardoor beter geregeld worden.
Veel laagveen is door de mens weggestoken om turf te krijgen. Dit was vroeger een belangrijke brandstof. 17
510814_H7.indd Sec2:17
28-07-2009 12:15:48
kern
Het zeekleilandschap Een paar duizend jaar geleden was een groot deel van Nederland nog zee. Laag-Nederland was eigenlijk een soort waddengebied, waar het water elke dag twee keer naar binnen stroomde. Als het water een beetje tot rust kwam, zakten kleine deeltjes klei naar de bodem. Bij eb stroomde het water weer weg en bleven de kleideeltjes liggen. Zo is er in Noord- en WestNederland langzaamaan een hele laag zeeklei komen te liggen. Om te voorkomen dat het land bleef overstromen, hebben de Nederlanders later dijken aangelegd in het zeekleigebied. De stukken land binnen de dijken werden polders genoemd (bron 13). Zo ontstonden er meer dan 3 000 polders. Nu begrijp je misschien de uitspraak: ‘Nederland, polderland!’
bron 14 In Noord-Friesland bestaan de zeekleigebieden uit zeepolders. Hogebeintum is een mooi voorbeeld van een terpdorp. Friese Wad 62,3
Lan
werkboek §5 blz. 14 >>>
>>>
> >>>
met een dijk eromheen. De mens regelt de waterstand in een polder.
>> >
>>
>>
bron 13 Een polder (links op de foto) is een stuk land
>>>>
>>>
1,4
>
>
>>> >>>>
daa
nw
> >> >
i
>>>
>>>
ng nni
>> >> >
> >>
5
> > >>
> >>>
>> >>>> >>>> >>>> > > > >> > > >> k s >>>> dij >>>>>> > > > > u i t e n > > > > >> > > > B >> >>> > > > B l i j a > >> > > > > er >>> >> > > > > Pold >> > > > >>>> 1,4
> > >>
>>>
>>>
>>
>>> >> >
> > > >>
>
>>>
0,7
Kleilandspolder
Blija 1,0 0,2
Ferwerd
Hogebeintum Polder Ferwerd
Ferwerder
0,6
0,6
Kloosterpolder
Marum 0,2
N-weg
akkerland
lokale weg
grasland water
>>>>>>>>
dijk (kerk)toren
bebouwing 1,0
hoogtecijfer
18
510814_H7.indd Sec2:18
28-07-2009 12:16:03
Hoofdstuk 7 Wat een landschap!
Leertekst In Noord- en West-Nederland werd door de zee in rustig water zeeklei neergelegd. Door het aanleggen van polders kon men deze gebieden beschermen tegen overstromingen (bron 13). Binnen de dijken kan men bovendien de waterstand regelen. Dat is gunstig voor de boeren. Er zijn twee soorten polders: 1 Door het tekort aan landbouwgrond zijn de Nederlanders al eeuwenlang bezig geweest met inpolderen. Rondom meren en veenplassen werd
eerst een dijk gelegd waarna het gebied werd droog gepompt. Dat zijn de droogmakerijen. Ze liggen onder het gemiddelde zeeniveau. Daarom moet men blijven pompen om het teveel aan water af te voeren. 2 Aan de kust kan door sedimentatie het land aangroeien (bron 14). Door de aanleg van dijken kunnen deze stukken land op zee gewonnen worden. Deze zeepolders liggen iets boven het gemiddelde zeeniveau. Via spuisluizen wordt het overtollige water weggepompt. 19
510814_H7.indd Sec2:19
28-07-2009 12:16:17
kern
6
Het rivierenlandschap Het gedicht Denkend aan Holland van Hendrik Marsman is gekozen tot het Nederlandse Gedicht van de twintigste eeuw. De bekendste regels uit dit gedicht zijn: Denkend aan Holland zie ik breede rivieren traag door oneindig laagland gaan Het rivierenlandschap is een typisch landschap van ons land (bron 15 t/m 17). In Zwitserland komt het rivierwater met donderend geweld omlaag en sleurt keien en grind mee. In Nederland zijn de rivieren tot rust gekomen. De rivieren stromen langzaam in grote bochten naar de zee. Omdat ze zo langzaam stromen, zakt heel veel materiaal in ons land naar de bodem. In Limburg, waar de rivieren nog wat sneller stromen, zijn dat kiezels, grind en grof zand. Verderop stroomt het water langzamer en zakken het fijnere zand en de hele lichte kleideeltjes naar beneden. Zo zijn grote delen van ons lage land door de rivieren opgebouwd. werkboek §6 blz. 16 bron 15 De Maas in de buurt van Ravenstein.
20
510814_H7.indd Sec2:20
28-07-2009 12:16:27
Hoofdstuk 7 Wat een landschap!
bron 16 De Nederlandse rivieren zijn vrijwel allemaal bedijkt. Bij hoog water kan alleen het gebied tussen de zomer- en winterdijk overstromen. Alleen in de uiterwaarden kan zo bij overstromingen rivierklei neergelegd worden. Toen er geen dijken waren, konden grotere gebieden overstromen.
bron 17 Bij grote waterafvoer staan de uiterwaarden van de IJssel onder water. Leertekst Rivieren hebben een boven-, midden- en benedenloop. Het grootste deel van Nederland hoort bij de benedenloop. In de benedenloop is het hoogteverschil (verval) heel klein. Omdat het water heel rustig stroomt, zakken hier de fijnere korrels zand en de lichte rivierklei naar beneden. Dikwijls vertakken de rivieren zich, voordat ze in zee stromen. Zo’n gebied noem je een delta. Rivierwater kan afkomstig zijn van de neerslag of van gletsjers. Daarom heeft men rivieren ingedeeld in regen-, gletsjer- en gemengde rivieren. De belangrijkste kenmerken van het rivierenlandschap (bron 16) zijn: 1 rivieren 2 rivierdijken: zomer- en winterdijken 3 uiterwaarden: het gebied dat bij hoogwater mag overstromen. Hierbij wordt rivierklei afgezet.
21
510814_H7.indd Sec2:21
28-07-2009 12:16:39
onderzoek
7
Een grondboring in je eigen achtertuin ‘Wij hebben helemaal geen achtertuin,’ zullen sommigen zeggen. Met je eigen achtertuin wordt de eigen omgeving bedoeld. Dat is je gemeente, je provincie of het landschap waarin je woont. In je eigen omgeving ga je een grondboring maken (bron 18). Met die boring ga je onderzoeken welke grondsoort er ligt en hoe die is ontstaan. Ook onderzoek je de vruchtbaarheid en hoe lang de grond al bewerkt is. Aan het werk dus! werkboek §7 blz. 18
bron 18 Hoe maak je een goede grondboring? 1 Zet de boor bij de eerste boring loodrecht op de grond en druk er licht op. 2 Draai dan ongeveer drie slagen rechtsom. De boor moet dan vol zijn. 3 Trek daarna de boor recht uit de grond. Klop, snij of duw de inhoud van de boor er voorzichtig uit. Maak dan een tweede boring in hetzelfde gat en leg die onder de eerste. Je gaat verder met de boring tot een diepte van ongeveer 1 meter. Zorg ervoor dat wat je aan materiaal uitgeboord hebt, ook ongeveer 1 meter lang is! Controleer zo nu en dan de lengte! Als je klaar bent, heb je een mooi beeld van de bodemlagen. Let op: In losse zandgrond valt er altijd wat zand terug in het gat. Gooi bij zandgronden vanaf de tweede boring de bovenste helft weg. Bij klei hoeft dat niet, want die is veel vaster.
4 5
22
510814_H7.indd Sec2:22
28-07-2009 12:16:47
Hoofdstuk 7 Wat een landschap!
bron 19 Drie manieren om de grondsoort te bepalen. a De korrelgrootte van de verschillende grondsoorten
rotsblokken
stenen grind
zand klei
b Met deze zandliniaal kun je zien of je fijn zand hebt of grof zand
c
De kleitest
zand lemig zand zandige leem leem kleiige leem lemige klei klei
23
510814_H7.indd Sec2:23
28-07-2009 12:16:52
afsluiting
Begrippen
hoogveen veen gevormd uit planten die alleen van het regenwater leven en boven het grondwaterniveau groeien
De schuingedrukte begrippen horen bij de extra stof. cultuurlandschap landschap dat vooral door mensen is gemaakt
dekzand tamelijk grof zand dat door de wind als een deken over het land is afgezet
delta
Hoogveen.
aangeslibd land tussen de vertakte monding van een rivier
inklinking droogmakerij polder die is ontstaan door het droogleggen van een veenplas of een deel van de zee
daling van het grondoppervlak door onttrekken van grondwater
kalksteen (mergel) gesteente ontstaan uit de kalkskeletten van zeedieren
keileem onder landijs fijngemalen afzetting, die bestaat uit een mengsel van keien en fijngemalen leem
laagveen IJsselmeerpolders.
veen gevormd uit waterplanten of planten die leven van het grondwater
duinen door de wind opgeblazen zandheuvels
landijs gletsjer die grote delen van het vasteland bedekt
löss fijn sediment dat afgezet is door de wind
natuurlandschap landschap dat gevormd is door natuurkrachten, zoals wind, water, ijs Duinen.
plateau hooggelegen vlak gebied
fossiel afdruk of versteend restant van plant of dier
polder door dijken omgeven gebied waar de waterstand kunstmatig kan worden geregeld
24
510814_H7.indd Sec2:24
28-07-2009 12:16:55
Hoofdstuk 7 Wat een landschap!
rivierklei
zeeklei
fijn sediment dat afgezet is door langzaam stromende rivieren
fijn sediment dat afgezet is door de zee in rustig water
zeepolder stuwwal door het landijs opgestuwde heuvelrug
polder die ontstaat door het inpolderen van een door de zee aangeslibd stuk land
zwerfstenen L A N D I J S
ee m
s
grote rotsblokken die in of op het landijs zijn vervoerd
allen
lde che s
Maa
Rijn
S
Th
Stuww
A R D E N N E N
Landijs.
terp opgehoogde woonheuvel in het zeekleigebied
Hunebed.
terpdorp kleine nederzetting op een terp in het zeekleigebied
turf gedroogd veen
Turf.
uiterwaard strook land langs een rivier tussen bedding en winterdijk, dat bij hoge waterstand onderloopt
veen grondsoort die bestaat uit plantenresten
verval hoogteverschil tussen twee punten in een rivier
25
510814_H7.indd Sec2:25
28-07-2009 12:17:02