Adviescommissie 30 maart 2010 Dagelijks bestuur 8 april 2010 / 10 juni 2010 (mondeling) Algemeen bestuur 1 juli 2010 Aantal bijlagen:
1
Agendapunt: 10
Onderwerp Vervolg kleinschalige recreatieknooppunten op het boerenerf Het algemeen bestuur besluit 1. De resultaten van het haalbaarheidsonderzoek kleinschalige recreatieknooppunten in Laag Holland voor kennisgeving aan te nemen; 2. Het komende half jaar te benutten om duidelijkheid te krijgen in financieringsmogelijkheden en om nadere afspraken te maken met de betrokken partijen; 3. In principe in te stemmen met het beschikbaar stellen van 10% van de totale realisatiekosten (€ 230.000,-) à € 23.000,- ten laste van de bestemmingsreserve investeringen onder de voorwaarde dat dekking wordt verkregen voor de overige 90%. Korte toelichting De agrarische natuurvereniging Water, Land & Dijken (WLD), Landschap Waterland en het ISW hebben gezamenlijk een haalbaarheidsstudie naar kleinschalige recreatieknooppunten op het boerenerf uitgevoerd. Een kleinschalig recreatieknooppunt is een plek op het erf bij agrarische ondernemers of particulieren toegankelijk voor recreanten waar minimaal een openbaar toilet, een fietsenstalling en een picknickplek met een koffiezetapparaat aanwezig zijn. Het project past goed bij het oorspronkelijke beleid van Landschap Waterland en de uitkomsten van de recreatiemonitor. Het komt tegemoet aan de behoefte van recreanten aan meer, schone en vaker geopende toiletten, openbare ontmoetingsruimten en georganiseerde activiteiten. Op het kleinschalige recreatieknooppunt wordt daarnaast informatie geboden over activiteiten in het gebied, zodat de informatievoorziening in het gebied verbetert. De investering per punt zijn beperkt tot € 2.300,- en het beheer wordt verzorgd door de agrarische ondernemers/particulieren. Om te komen tot realisatie zullen de volgende fasen doorlopen moeten worden, fase 1 is afgerond, de komende periode zal ingezet worden op fase 2. Fase 1: Haalbaarheidsonderzoek De conclusie uit deze fase is dat het Landschap Waterland haalbaar is om kleinschalige recreatieknooppunten op het boerenerf te exploiteren. Fase 2: Tussenfase Alvorens met realisatie kan worden gestart moet een sluitend financieringsplan worden uitgewerkt en nadere vervolgafspraken worden gemaakt met de betrokken partijen. Fase 3: Realisatie Waarschijnlijk wordt de opdracht voor realisatie bij Stichting Rustpunt neergelegd. Stichting Rustpunt initieert momenteel rustpunten (vergelijkbaar met recreatieknooppunten) in Overijssel, en hebben ruime ervaring met het concept. Het algemeen bestuur wordt gevraagd de samenwerking voort te zetten in fase 2 en een investeringsbijdrage in het project beschikbaar te stellen. Een definitief besluit over de realisatie van het project wordt voor een volgende vergadering van het algemeen bestuur voorbereid.
Pagina 1 van 6
Consequenties Juridisch: Communicatie: Financieel: 10% financiering realisatiekosten € 23.000,Financiële toelichting Lasten / baten Investering Structurele lasten Incidentele lasten Structurele baten Incidentele baten
€ € € 23.000,€ €
Dekking in programmabegroting € € € € €
Toelichting afwijking begroting € € € € €
Meegezonden stukken
Haalbaarheidsstudie kleinschalige recreatieknooppunten in Laag Holland
Voorbereid door
G. Houtkamp, A. Bakker
In overleg met
F. Rodenbach
Akkoord verantwoordelijke J.W. Nieuwenhuis
Pagina 2 van 6
KLEINSCHALIGE RECREATIEKNOOPPUNTEN OP HET BOERENERF
1. Achtergrond In het recreatieplan Landschap Waterland uit 2002 wordt aangegeven dat naast grote recreatieknooppunten met een hoog niveau aan voorzieningen ook knooppunten van het laagste niveau dienen te worden gerealiseerd. De agrarische natuurvereniging Water, Land & Dijken (WLD), Landschap Waterland en het ISW hebben daarom gezamenlijk een haalbaarheidsstudie naar kleinschalige recreatieknooppunten op het boerenerf uitgevoerd. Landschap Waterland bracht hier kennis in met betrekking tot gebruik van de routes, wensen van en promotie naar de recreant en het functioneren van recreatieknooppunten. WLD fungeerde als trekker en organisator van het haalbaarheidsonderzoek, daarnaast hebben zij bij de achterban gepeild voor draagvlak. Het ISW voerde met name een planologische toetsing en een beleidsonderzoek uit. Het project richt zich op het plangebied van Laag Holland. In het ontwikkelingsconcept van kleinschalige recreatieknooppunt wordt uitgegaan van een optimale samenwerking tussen de overheden en meerdere ondernemers/ particulieren. In vergaderingen van dagelijks bestuur van 8 april en 10 juni 2010 is de haalbaarheidsstudie naar kleinschalige recreatieknooppunten op het boerenerf besproken. Naar aanleiding van de bespreking is het voorliggende voorstel opgesteld.
2. Uitwerking Wat is een kleinschalig recreatieknooppunt? Een kleinschalig recreatieknooppunt bestaat uit een rustmogelijkheid voor fietsers en wandelaars bij een agrarische ondernemer/particulier. De minimale aanwezige voorzieningen die worden geboden zijn een openbaar toilet, een fietsenstalling en een picknickplek met een koffiezetapparaat. Dit komt tegemoet aan de behoefte van recreanten aan meer, schone en vaker geopende toiletten, rustplekken, openbare ontmoetingsruimten en georganiseerde activiteiten. Op het kleinschalige recreatieknooppunt wordt daarnaast informatie geboden over activiteiten in het gebied, zodat de informatievoorziening in het gebied verbetert. Uitgangspunt voor kleinschalige recreatieknooppunten is dat het een duidelijk zichtbaar en herkenbaar punt is met een unieke aantrekkelijkheid. De ondernemers kunnen de waarde van een bezoek aan het landelijk gebied versterken en nieuwe doelgroepen trekken door het aanbieden van belevenissen voor verschillende doelgroepen bij de kleinschalige recreatieknooppunten. Uitkomsten Uit het haalbaarheidsonderzoek blijkt dat realisatie van de kleinschalige recreatieknooppunten haalbaar is. Getoetst is op de volgende punten: • Beleidsmatig draagvlak; • Recreatieve behoefte; • Past binnen trends; • Financiële haalbaarheid; • Voldoende bereidheid tot medewerking bij agrarische ondernemers/particulieren.
Pagina 3 van 6
Beleidsmatig draagvlak Het realiseren van kleinschalige recreatieknooppunten sluit goed aan bij beleid van het schap en andere overheden. De belangrijkste beleidsdoelstelling waar het project bij aansluit is het vergroten van de toegankelijkheid van het platteland voor wandelen, varen en fietsen. Recreatieve behoefte Uit verschillende marktonderzoeken blijkt dat er een recreatievraag naar rustplaatsen, schuilplaatsen, openbare toiletten, bankjes, picknicktafels, e.d. Het project voorziet hierin. Past binnen trends Er wordt ingespeeld op de trend gericht op "beleving" van het landschap en zijn geschiedenis. Financiële haalbaarheid De belangrijkste conclusies voor de financiële haalbaarheid zijn dat bij uitvoering door Stichting Rustpunt de investering per kleinschalig recreatieknooppunt beperkt kan blijven tot € 2.300,- en dat de 100 recreatieknooppunten na de opstartperiode voor de overheid kostenneutraal in stand kan worden gehouden. Voldoende bereidheid tot medewerking bij agrarische ondernemers/particulieren Bij een inventarisatie naar de bereidheid tot medewerking onder agrarische ondernemers/particulieren is gebleken dat er onder hen voldoende animo is. Er wordt op basis van ervaring in het oosten van Nederland en de ervaring in Laag Holland verwacht dat gemiddeld 250 agrarische ondernemers/particulieren zich zullen inschrijven als potentieel rustpunthouder. Aanbevelingen Stichting Rustpunt heeft veel ervaring met het ontwikkelen van rustpunten in Overijssel. In de haalbaarheidsstudie wordt daarom geadviseerd om de minimale benodigde bouwstenen voor de kleinschalige recreatieknooppunten in te vullen volgens het concept van Stichting Rustpunt en hen de opdracht voor realisatie te geven. Op deze manier zijn er relatief weinig kosten en risico’s aan de realisatie van kleinschalige recreatieknooppunten verbonden. De haalbaarheid wordt tevens bepaald door het feit dat alle 100 kleinschalige recreatieknooppunten in één keer gerealiseerd worden. Voordelen hiervan zijn dat een sluitend netwerk ontstaat van punten die op voldoende afstand van elkaar komen te liggen. De vaste kosten die verdeeld worden over de verschillende punten blijven relatief beperkt indien minimaal 100 punten in één keer worden gerealiseerd. Hoe nu verder? In het haalbaarheidsonderzoek wordt een financieringsconstructie genoemd voor de realisatie van kleinschalige recreatieknooppunten die uitgaat van de mogelijkheid om de eenmalige investeringskosten voor een deel via provinciale subsidies te bekostigen (ILGcommissie) en het andere deel door de gemeenten. Voorgesteld wordt dat Landschap Waterland 10 % in de financiering van de kleinschalige recreatieknooppunten bijdraagt. Dit voorstel zal voor een volgende AB-vergadering verder worden uitgewerkt. De ondernemer zal bijdragen door exploitatie en instandhouding van de recreatieknooppunten.
Pagina 4 van 6
3. Overwegingen Het oorspronkelijke beleid van Landschap Waterland, zoals vastgelegd in het Recreatieplan Waterland, is het inzetten op coördinatie van regionale routestructuren en voorzieningen. En het prioriteit geven aan de ontwikkeling van de Groenblauwe As en de ontwikkeling van recreatiecentra. Daarnaast hanteerde Landschap Waterland het beleid dat routestructuren en voorzieningen moeten voldoen aan verschillende voorwaarden, zoals • Goede bereikbaarheid en toegankelijkheid; • Een regionaal verzorgingsgebied; • Onderdeel zijn van een groter netwerk. In het oorspronkelijke beleid van Landschap Waterland wordt de eigen rol vooral omschreven als een ontwikkelende rol. Het Landschap draagt in beperkte mate bij in de investeringslasten (10%) en brengt het beheer zoveel mogelijk onder bij boeren, natuurbeheerorganisaties en hoogheemraadschap. Het project kleinschalige recreatieknooppunten sluit op de volgende manieren goed aan bij het oorspronkelijke beleid en doelstellingen van Landschap Waterland: • Inhoud; • Lage investering; • Geen beheerslasten; • Zelfstandig bijdrage andere partijen. Inhoud De Noord-Hollandse recreatiegebieden hebben een toenemend bezoekersaantal. Om het bezoek nog verder te stimuleren en, met name voor ouderen, gehandicapten en allochtonen beter toegankelijk te maken, is het van belang het voorzieningenniveau aan te passen aan deze groepen. Recreanten hebben behoefte aan betere informatieverstrekking over de mogelijkheden voor sport en recreatie, een betere bereikbaarheid en voldoende sociale en fysieke veiligheid. Uit gericht onderzoek van Recreatie Noord-Holland en de provincie bleek ook de behoefte aan meer, schone en vaker geopende toiletten, rustplekken, openbare ontmoetingsruimten en georganiseerde activiteiten, zoals voor een specifieke doelgroep uitgezette wandeltochten met sport- en spelactiviteiten. Een recreatieknooppunt richt zich op de belevingsbehoeften van bepaalde doelgroepen. Lage investering Tegelijkertijd is de investeringslast per kleinschalig recreatieknooppunt laag, namelijk € 2.300,- en kunnen de 100 recreatieknooppunten na de opstartperiode voor de overheid kostenneutraal in stand worden gehouden. Geen beheerslasten De agrarische ondernemers/particulieren zullen zelf de verantwoordelijkheid dragen voor het beheer van de kleinschalige recreatieknooppunten. Zelfstandig bijdragen van andere partijen Het past echter ook binnen de wens om anderen aan te sporen zelfstandig bij te dragen aan realisatie van het beleid van Landschap Waterland.
Pagina 5 van 6
4. Besluit Het algemeen bestuur besluit 1. De resultaten van het haalbaarheidsonderzoek kleinschalige recreatieknooppunten in Laag Holland voor kennisgeving aan te nemen; 2. Het komende half jaar te benutten om duidelijkheid te krijgen in financieringsmogelijkheden en om nadere afspraken te maken met de betrokken partijen; 3. In principe in te stemmen met het beschikbaar stellen van 10% van de totale realisatiekosten (€ 230.000,-) à € 23.000,- ten laste van de bestemmingsreserve investeringen onder de voorwaarde dat dekking wordt verkregen voor de overige 90%.
5. Vervolg Een voorstel voor het algemeen bestuur zal nader uitgewerkt worden.
Pagina 6 van 6