december/2012
04
Ook in dit nummer Spotlight
Toegankelijke onderzoeksdata: de nieuwe olie? Focus
Multidisciplinaire teams maken oplossingen in creative labs Techniek
Apps bouwen met gedeelde onderwijsdata
dingen naar de gunst van de online student Hoogleraar pathologie Wolter Mooi (VUmc):
‘ I k w i l a l l e st u d e n t e n een optimale ka n s b i e d e n o p s u cc e s ’
COLOFON Colofon SURF is de gezamenlijke kwartaaluitgave van de SURForganisaties met nieuws en achtergrondinformatie over ICT voor het hoger onderwijs en onderzoek. Redactieadres SURFnet bv Postbus 19035 3501 DA Utrecht T 030 2 305 305 F 030 2 305 329
[email protected]
SHARING
Hoofdredactie Maryse Laseroms Redactie Maartje Dekens Marjolein Marchal (eindredactie) Jan Michielsen Mariëlle Schipper-Heesters Sabrina Vredenberg (eindredactie) Lonneke Walk Medewerkers (aan dit nummer) Daan Andriessen Brigitte Bloem Judith van Hooijdonk Marjolein Marchal Daphne Riksen Marjolein van Trigt Martijn Vet Aad van de Wijngaart Ontwerp Volta_ontwerpers Fotografie Sander de Jong Diederik van der Laan Arno Massee Floren van Olden Bart van Overbeeke Ivar Pel
12
creative labs leren door te maken
18
inkoop
Druk Roto Smeets Abonnement Een gratis abonnement op SURF magazine kan worden aangevraagd via het redactieadres of via het online formulier op www.surf.nl/magazine SURF is tevens te raadplegen via: www.surf.nl/magazine SURF verschijnt ook in een Engelstalige editie: www.surf.nl/eng/magazine
Ontwerpsoftware ook voor wetenschappers
ISSN 1570-632X
Vormgeving en beeldbewerking zijn allang niet meer het terrein van ontwerpers en kunstenaars. ‘Als wetenschapper ben ik bezig dingen te ontdekken, maar even belangrijk is die ontdekkingen presenteren en visueel inzichtelijk maken’, vertelt microbioloog Dennis Claessen van de Universiteit Leiden (foto links). Zowel hij als student Art&Technology Albert Wieringa bewerken beeld met ontwerpsoftware. Windows 8 verschenen, nieuwe leerplatformen beschikbaar en software om apps te ontwikkelen. U leest er alles over in Licentienieuws. Wilt u op de hoogte blijven van het laatste nieuws over de SURF-licenties? U kunt via ISSUU.com/ Licentienieuws altijd de meest recente e-zine lezen.
verschenen in SURF magazine december 2012
INHOUD
n o 04 2012
04
Verder in dit nummer:
09 Urban Augmented Reality-app
Pilot
Info
Onderwijs en studiebegeleiding op maat
Ondergronds
Learning analytics effent het pad naar onderwijs en studiebegeleiding op maat. Ellen ZilligStraatman (TU Delft) experimenteert met de mogelijkheden van het analyseren van data.
13 Daan Andriessen
Vrije toegang tot kennis
06
14
Aan de slag met open onderwijsdata
Gastcolumn
Techniek
Interview
Dingen naar de gunst van de online student
16 20 Judith van Hooijdonk: Open onderwijs? Bullets
Hoogleraar pathologie Wolter Mooi (VUmc) gebruikt actief social media in zijn onderwijs. Hij vertelt hoe hij dat doet en ook waarom: ‘ik wil alle studenten een optimale kans bieden op succes’.
Trendwatching
Gewoon doen!
20
10
Agenda
Spotlight
Onsluiten van onderzoeksdata In Nederland werkt de special interest group Research Data aan het ideaal van het ontsluiten van wetenschappelijke onderzoeksdata. Voorzitter Ana van Meegen belicht het belang van deze ‘nieuwe olie’ voor de kenniseconomie.
REDACTIONEEL
Lonneke Walk Reacties?
[email protected]
Openheid: een groot goed Herinnert u zich nog de term ‘glasnost’? Het is Russisch voor openheid en stond in de jaren ’80 en ’90 symbool voor de grote veranderingen die leidden tot de val van het IJzeren Gordijn. Het is maar één voorbeeld om aan te geven hoe belangrijk openheid is. Ook in onderwijs en onderzoek, zoals u in dit nummer van het SURF magazine kunt lezen. Hogeronderwijsinstellingen stellen steeds vaker onderwijsdata open beschikbaar, zodat ze gebruikt kunnen worden in (mobiele) applicaties. Dit geeft studenten en medewerkers meer vrijheid in de manier waarop ze de data tot zich nemen. Uiteraard zijn privacy en beveiliging belangrijke randvoorwaarden. Op deze vlakken
denkt SURF met de hogescholen en universiteiten mee. Open betekent ook: voor een groot publiek beschikbaar maken. De onderwijsaanpak van Wolter Mooi is hiervan een inspirerend voorbeeld. Zijn materiaal staat online, zodat ook financieel minder draagkrachtige studenten ervan kunnen profiteren. Daarnaast wordt de kwaliteit van het onderwijsmateriaal groter als het vrij beschikbaar is: er ontstaat concurrentie tussen docenten om het beste materiaal te maken. Kortom: openheid is niet alleen in de politiek een groot goed, maar ook in onderwijs en onderzoek. Niet voor niets is het een speerpunt in het beleid van SURF. Ik wens u veel leesplezier!
04 2012 verschenen in SURF magazine december 2012
03
PILOT
foto: FLOREN VAN OLDEN
Learning analytics effent pad naar onderwijs en studie- begeleiding op maat
Ellen Zillig-Straatman, applicatiebeheerder (TU Delft)
Online leeromgevingen registreren van alles over hun gebruikers. Het visualiseren van dergelijke gebruikersgegevens geeft inzicht in het leerproces. Learning analytics gaat een stap verder. Naast het identificeren van patronen uit verzamelde data gaat het daarbij ook om het voorspellen van prestaties in de toekomst en, waar nodig, het op basis van deze voorspellingen plegen van interventies. Dit effent het pad naar onderwijs en studiebegeleiding op maat.
I
04
n zeven pilotprojecten experimenteerden hogeronderwijsinstellingen in het kader van een SURF-innovatieregeling met learning analytics. Onderzocht werd hoe de analyse van data kan bijdragen aan het verhogen van studiesucces en studierendement. Een korte impressie van twee van de zeven pilots.
geven. Deze tool is standaard beschikbaar binnen Blackboard, wat geen additionele (geldelijke) investering verlangt. Door middel van Meten, Analyseren, Informeren en Sturen hebben we in het MAIS-project onderzocht of we met het EWS studenten tijdig kunnen bijsturen en zo uitstelgedrag kunnen aanpakken.’
Early Warning System
Inhoudelijke feedback geven
Ellen Zillig-Straatman, applicatiebeheerder Blackboard bij de TU Delft en projectleider van het Delftse learning analytics project MAIS, legt uit: ‘Binnen Blackboard kunnen docenten werken met het Early Warning System, kortweg EWS. Een tool waarmee ze de activiteiten van hun studenten kunnen monitoren en hen feedback kunnen
Vier docenten die actief gebruikmaken van Blackboard hebben een kwartaal gewerkt met het EWS. Daarmee kan een docent procesmatige feedback geven over het leergedrag van een student. De feedback wordt echter veel effectiever als een docent ook inhoudelijke feedback kan geven. Dat kan als een student de deadline
04 2012 verschenen in SURF magazine december 2012
‘Positieve feedback geven helpt bij de aanpak van uitstel gedrag van studenten’ systeem daadwerkelijk toegevoegde waarde heeft. ‘De groep wordt dus aanzienlijk kleiner, dan we van te voren hadden gedacht’, verwacht Zillig-Straatman. ‘Of we met het EWS daadwer kelijk het uitstelgedrag aanpakken, kunnen we nog niet zeggen. Daarvoor is de pilot echt te klein en te kort geweest.’ Curriculum Mining
Het Eindhovense project Curriculum Mining beoogde de eerste stappen te zetten voor de ontwikkeling van een tool, die op basis van data vanuit studentenadministratie en studievoortgangsrapportages inzichtelijk maakt hoe studenten door hun opleiding heen gaan. Met behulp van procesminingtechnieken werd gekeken of er
foto: Bart van Overbeeke
bijvoorbeeld wel haalt, door feedback te geven op de ingeleverde opdracht. Of als een student de deadline niet haalt, door naast procesmatige feedback ook generieke inhoudelijke feedback te geven om het leergedrag bij te sturen. ‘Onze conclusie na de testfase is dat een vak aan bepaalde criteria moet voldoen, wil het EWS toegevoegde waarde hebben’, aldus Zillig-Straatman. ‘Het is met name handig bij vakken met grote groepen studenten en harde inlevermomenten voor diverse opdrachten. Studenten waren blij met de “ToDo module”, het overzicht van de inlevermomenten, en de directe feedback. Docenten van grotere groepen studenten vonden het prettig dat ze gedurende de cursus direct konden zien wat de studenten deden in Blackboard. Dat maakt het gemakkelijk om direct feedback te geven. Bij kleine groepen is er veel meer persoonlijk contact tussen docent en student en gaat veel via mondelinge communicatie.’ Positieve feedback blijkt overigens het beste te werken. Naar aanleiding van deze pilot heeft de TU Delft richtlijnen opgesteld om bij het EWS zoveel mogelijk positieve feedback te geven. Door de ervaringen in de pilot gaat de TU Delft bij de uitrol van de tool alleen die docenten betrekken, die bij voorbaat kunnen inschatten dat het
Mykola Pechenizkiy, docent informatiesystemen (TU Eindhoven)
patronen konden worden gevonden in deze data. Docent Informatiesystemen Mykola Pechenizkiy was verantwoordelijk voor de pilot. ‘De tendens naar flexibelere curricula met alle vrijheden van dien vraagt erom tijdig te kunnen waarschuwen als de resultaten achterblijven’, is de overtuiging van Pechenizkiy. ‘Curriculum mining geeft studenten vooral inzicht in de verhouding tussen persoonlijke resultaten en gemiddelden. Het laat daarmee zien hoe realistisch een persoonlijke onderwijsroute is. Naast de adviserende en waarschuwende rol naar studenten kan curriculum mining docenten helpen om te achterhalen waarop studenten vastlopen in het curriculum en daarop zaken aanpassen’, aldus Pechenizkiy. Advies bij vakken volgen
Pechenizkiy verwacht dat er nog een lange weg te gaan is voordat curriculum mining bij de dagelijkse onderwijspraktijk hoort. Maar de positieve uitkomst van dit project is dat een hogeronderwijsinstelling een student kan adviseren welk vak hij of zij het best als volgend vak kan kiezen. Dit advies is gebaseerd op de gevonden datapatronen van eerder behaalde studieresul taten van de student zelf en van studenten met een soortgelijke volgorde van vakken. ‘We werken verder aan deze tool bij de Technische Universiteit Eindhoven omdat we geloven dat het analyseren van studiepaden en het geven van feedback aan studenten en docenten hierover kan bijdragen aan een meer succesvolle studieroute.’ Brigitte Bloem
Meer informatie
www.surf.nl/learninganalytics
04 2012 verschenen in SURF magazine december 2012
05
INTERVIEW
Wolter Mooi (hoogleraar pathologie, VUmc):
foto: Ivar Pel
‘Online materiaal prikkelt docenten om de kwaliteit van hun eigen materiaal te verhogen’
06
04 2012 verschenen in SURF magazine december 2012
‘Ik wil alle studenten
dingen een optimale kans bieden op succes’
naar de gunst van de online student Hoogleraar pathologie Wolter Mooi van het VUmc houdt via sociale media contact met zijn bachelorstudenten en veel van zijn colleges zijn te vinden op iTunes U en YouTube. Door zijn uitgesproken visie op onderwijs en zijn nieuwe kijk op interactie met studenten won hij in 2011 de VU-onderwijsprijs.
Hoe gebruikt u online hulpmiddelen in het medisch onderwijs aan bachelorstudenten? ‘Tijdens het microscopieonderwijs bij het vak ziekteleer legde ik vroeger in een practicumzaal vol rumoerige studenten uit wat er op allerlei preparaten te zien is. Bij de toets aan het eind van het jaar bleek een deel een bedroevend slechte score te halen. Een paar jaar geleden ben ik begonnen de preparaten online aan te bieden, voorzien van mijn uitleg. Studenten kunnen nu op hun eigen tempo en in hun eigen tijd de studiestof en de preparaten bestuderen. De toetscijfers zijn daardoor dramatisch gestegen, ook nadat ik de toetsen had verzwaard. Ik kreeg zelfs vragen van de examencommissie of ik de toetsen niet te makkelijk maakte. Een ander voorbeeld is de begeleiding van werkgroepen. Wij hebben elk jaar 300 nieuwe geneeskundestudenten. Ondanks dat enorme aantal willen we hen kleinschalig onderwijs bieden. Bij vakken waarin ze casussen voor
bereiden en onderling bespreken, heb je voor contactonderwijs tientallen expertdocenten nodig. Dat is in de praktijk ondoenlijk. Maar je kunt als expert wel hun presentaties becom mentariëren die ze in Google Apps hebben voorbereid voor hun kleinschalige werkgroepen. Zo heb je veel minder experts nodig en het prikkelt studenten: als er een expert meekijkt, doen ze beter hun best. Dat geldt voor alle studierichtingen. ICT maakt kleinschalig onderwijs mogelijk; je hoeft niet steeds fysiek bij elkaar te zitten. Het speelt ook in op verschillende leer stijlen: een ochtend- en een avondmens kunnen op de voor hen optimale tijdstippen aan een groepsopdracht werken. Facebook gebruik ik voor interessante ontwikkelingen in het vak of onderwerpen die ik persoonlijk interessant vind. Zo krijgen studenten een breder beeld van mij. Soms zet ik er een casus op met de vraag wat hier te zien is. Daar reageren studenten op. Facebook is onderdeel van hun routine, het spreekt ze aan.’
04 2012 verschenen in SURF magazine december 2012
07
foto: Ivar Pel
Waarom vindt u het belangrijk lesstof online beschikbaar te stellen? ‘Ik vind dat je alles moet doen wat in je macht ligt om de studieprestaties te verbeteren. Dus zoveel mogelijk belemmeringen bij studenten wegnemen, ook financiële. Daarom wil ik hoogwaardig studiemateriaal bij voorkeur gratis aanbieden. Ik ben nu bezig met een pathologiecursus voor de VU en de UvA, waarvoor ik van allerlei onderwijsinstellingen gratis materiaal heb verzameld en naar onderwerp heb ingedeeld. Studenten die zich in een onderwerp verder willen verdiepen, kunnen hier extra studiemateriaal vinden. Ook werk ik, naar aanleiding van een boek dat ik met een collega schreef, aan de gratis toegankelijke website met gedigitaliseerde preparaten van moedervlekken en melanomen. Dat eerdere boek is weliswaar prachtig uitgegeven, maar het kost meer dan 300 euro. Dan bereik je heel veel mensen niet. Op mijn website kun je honderden preparaten beoordelen alsof je er door een microscoop naar kijkt. Je kunt verschuiven, vergroten en verkleinen net als met Google Earth. In filmpjes leg ik uit waar je op moet letten om te bepalen of het weefsel kwaadaardig is. Doordat het gratis is, kunnen ook pathologen in landen met een beperkt budget ervan gebruik maken. Dankzij de VU-onderwijsprijs kan ik de ontwikkeling van deze website betalen.’
U bent vast een enthousiast aanhanger van open courseware. ‘Daar ben ik inderdaad een enorme voorstander van. Het is een grote ontwikkeling en er is nu al ontzettend veel materiaal beschikbaar. Alle Nederlandse medische opleidingen stellen veel materiaal gratis beschikbaar via de website medischonderwijs.nl. Het feit dat iedereen je materiaal kan zien, prikkelt docenten om de kwaliteit van hun eigen materiaal te verhogen. De docent die de stof het duidelijkst uitlegt, krijgt de meeste views. Waar het mij om gaat is dat zoveel mogelijk studenten toegang hebben tot de beste
08
04 2012 verschenen in SURF magazine december 2012
‘Het gaat niet alleen om de gele trui, het hele peloton is belangrijk’
colleges die beschikbaar zijn. Zo kan er tussen onderwijsinstellingen een spel der krachten ontstaan waarin we dingen naar de gunst van de online student. Uiteraard moet het van twee kanten komen. Studenten moeten geïnteresseerd zijn in online studiemateriaal – en dat zijn ze als ze merken dat het helpt om hun toetsen te halen – en docenten moeten bereid zijn het strijdtoneel te betreden. Het hoeven heus geen gelikte filmpjes te zijn.’
U zet zich enorm in zodat iedereen – ook niet-excellente studenten – optimaal kan presteren. Waarom doet u dat? ‘Van de groep die bij mij studeert, vind ik iedereen even belangrijk. Niet alleen de toppers maar ook de tobbers, de studenten die alles uit de kast moeten halen om net een voldoende te scoren. Opmerkingen over de zesjescultuur in het hoger onderwijs vind ik veel te negatief; daarmee scheren we iedereen over één kam. Terwijl ook de middenmoter heel gemotiveerd kan zijn, krijgen momenteel vooral de toppers aandacht en prijzen van de instellingen. Dat kan slecht uitpakken voor de motivatie van de rest van de groep. We moeten mensen waarderen naar hun kunnen. Het gaat niet alleen om de gele trui, het hele peloton is belangrijk. Tobstudenten, mensen die drie keer zakken voor een toets, hebben een reëel probleem en moeten geholpen worden. Die moet je individueel benaderen. In een persoonlijk gesprek kom je erachter of ze op de goede manier studeren. Ik pleit ervoor dat we er alles aan doen om studieprestaties te verbeteren en alle studenten een optimale kans te bieden op succes.’ Daphne Riksen
Meer informatie
Facebook: Wolter Mooi www.medischonderwijs.nl www.surf.nl/oer
iNFO
ontdek waarom de beurs van berlage scheuren vertoont Sinds kort onthult de Urban Augmented Reality-app Ondergronds van het Nederland Architectuur Instituut (NAi) wat er onder de grond gebeurt. Deze tool is ontwikkeld met subsidie van het SURFnet/Kennisnet Innovatieprogramma.
M
et de app was al op een groot aantal plaatsen te zien welk gebouw er vroeger stond, wat er momenteel staat en wat er in de toekomst zal komen. Een van de toevoegingen aan de app is een geologische tour door het centrum van Amsterdam. Op elf plekken krijgt de gebruiker informatie over de bodem. Een 3D-model laat bijvoorbeeld zien dat de palen die de Beurs van Berlage ondergronds stutten, deels in een slappe kleigeul staan. Dat verklaart de scheuren in de muren. Bodemlagen bekijken
Het SURFnet/Kennisnet Innovatieprogramma stelde in 2011 subsidie beschikbaar voor een augmented reality-tool die veldwerk en excursies in het voortgezet onderwijs – letterlijk – van diepgang voorzien. Bernd Andeweg, docent en voorlichter Aardwetenschappen aan de VU, had grootse plannen. ‘Het zou geweldig zijn als je je smartphone naar beneden richt en een 3D-model te zien krijgt van de bodemlagen onder de grond.’ Er bestaat al een app die gegevens van de geologische dienst toont op basis van je locatie, maar die is te wetenschappelijk voor gewone stervelingen. Andeweg: ‘In onze aanvraag stelden we voor om die app uit te breiden of te vertalen. Dat bleek technisch niet zo makkelijk. Tegelijkertijd hoorden we dat het NAi informatie over de ondergrond aan hun app wilde toevoegen. Door hierop aan te sluiten bereiken we een groot publiek.’
In gesprek met Layar
Met de subsidie is bereikt dat gegevens over de grond aan de UAR-app kunnen worden toegevoegd. Dat klinkt simpel, maar dat is het niet. De app werkt met de augmented reality-technologie van Layar. Die herkent wel een hoogte- en een breedte-as, maar geen diepte-as. In samenwerking met de ontwikkelaars moest de technologie worden aangepast.
Een app die aardrijkskundeexcursies van diepgang voorziet Andeweg is blij met het resultaat. ‘Ik ben altijd op zoek naar manieren om docenten te helpen de aardrijkskundeles te verlevendigen.’ Wat hem betreft komen er snel geologische routes door andere steden. Zijn oorspronkelijke ideaal heeft hij nog niet opge geven. ‘Idealiter kun je straks op iedere willekeurige plek zien wat er onder je voeten ligt.’ Marjolein van Trigt
Meer informatie
w ww.nai.nl/uar bit.ly/UFJtkt
04 2012 verschenen in SURF magazine december 2012
09
SPOTLIGHT
Boren naar de ‘nieuwe olie’ Volgens sommigen is het de nieuwe olie: wie alle wetenschappelijke onderzoeksdata weet te ontsluiten, zet een enorme stap vooruit in de kennis economie. In Nederland moet de special interest group Research Data dit ideaal binnen bereik brengen, zo vertelt haar voorzitter Ana van Meegen.
H
et is bijna niet voor te stellen: anno 2012 zijn er jonge wetenschappers die hun onderzoeksgegevens alleen op hun laptop bewaren. Eén inbraak, en jaren werk zijn verloren.
foto: Diederik van der Laan
Dit lijkt een extreem voorbeeld van slecht data beheer. Maar kijken we naar de wetenschap als geheel, dan blijkt verlies van data geen uitzondering maar regel. Want zodra een publicatie gedrukt is, gaan de gegevens doorgaans een la in, om er niet meer uit te komen. ‘Dat is natuurlijk niet efficiënt’, zegt Ana van Meegen. ‘Andere onderzoekers zouden die data goed kunnen gebruiken, bijvoorbeeld voor een nieuwe vraag-
Ana van Meegen, voorzitter special interest group Research Data
10
04 2012 verschenen in SURF magazine december 2012
stelling, of voor vergelijkingen door de tijd heen. Daarom zouden onderzoeksgegevens toegankelijk moeten zijn, op zo’n manier dat anderen er ook mee aan de slag kunnen.’ Hierdoor zou het rendement van de wetenschap sterk kunnen groeien. Volgens Eurocommissaris Neelie Kroes zijn onderzoeksdata zelfs de nieuwe olie.
‘In de wetenschap is verlies van data geen uitzondering, maar regel’
Rutger van Nugteren,
foto: ivar peL
onderzoeker (RIVM)
Hoe rauwer, hoe beter Wetenschappelijke gegevens komen niet alleen uit het hoger onderwijs en onderzoek. SIG-kerngroeplid Rutger Nugteren is onderzoeker bij het RIVM. Zijn organisatie moet belangrijke vragen over volksgezondheid en zorgbeleid proberen te beantwoorden, zodat de overheid de Nederlandse zorg doelmatig kan inrichten.
Er zijn nog meer argumenten. Van Meegen: ‘Ook voor de wetenschappelijke integriteit is het belangrijk. Denk maar aan de berichten over onderzoeksfraude. En steeds meer overheden benadrukken dat onderzoek wordt betaald met publiek geld: dan moeten die data ook publiek toegankelijk worden.’
Daartoe heeft het RIVM talloze gegevens nodig, van bevolkingsonder zoeken en gezondheidsmonitors maar ook van ziekenhuizen, huisartsen, zorgverzekeraars en andere instanties. Dat blijkt in de praktijk soms behoorlijk lastig. Nugteren: ‘Onze toegang tot die gegevens zou duidelijk geregeld moeten worden. Soms is regie op gegevens van bovenaf gewenst, bijvoorbeeld in een sterk versnipperd of verdeeld werkveld. En dat geldt ook voor de kwaliteit van de gegevens, want veelal keurt de slager nu zijn eigen vlees. Om als RIVM zicht te krijgen op de kwaliteit van de data en om ons werk goed te kunnen doen, hebben we de data veelal liefst zo rauw mogelijk, dus onbewerkt. Helaas lukt dat vaak nog niet.’
SIG deelt kennis
Geen wonder dus dat er steeds meer initiatieven komen die moeten leiden tot een openbare infrastructuur voor onderzoeksdata. Op sommige gebieden, zoals genomics, is dit ideaal vrijwel bereikt, maar voor de rest moet nog heel veel werk worden verzet.
Meer informatie
Nederland is er vroeg bij, getuige onder meer het CARDS-project, dat door Van Meegen geleid werd als informatiemanager bij de Vrije Universiteit (zie SURF02 van dit jaar). ‘Vijf betrokken instellingen, waaronder SURF en het nationaal data-archief DANS, vormden samen al een Onderzoeksdata Forum. Maar de special interest group (SIG) Research Data, die deze zomer werd opgericht als voortzetting van het Forum, gaat veel verder. We hebben nu een kerngroep, waarin tien grote instellingen zitten die werken aan onderzoeksdata. Daarbuiten is er een heel grote groep van geïnteresseerden die twee keer per jaar bijeenkomt, naast de diverse themabijeenkomsten. Ook via SURFspace verspreiden we kennis en ervaringen.’ Geïnteresseerden in onderzoeksdata kunnen de SIG Research Data volgen op Surfspace.nl. Dropbox
Drie werkgroepen van de SIG gaan aan de slag met respectievelijk infrastructuur, juridische aspecten en dataprofessionals. Van Meegen: ‘Dataprofessionals zijn de mensen die binnen de instellingen moeten bijdragen aan goed databeheer. Die taak wordt nu heel verschillend ingevuld: het veld is echt sterk in ontwikkeling. Daarom willen we dat onderwerp volgend jaar veel aandacht geven, onder meer met een bijeenkomst in april.’
S trategische analyse RIVM gegevensvoorziening bit.ly/W8W63d
Dataprofessionals zijn essentieel om onderzoekers over de streep te trekken. Die zijn immers niet zo geneigd om hun data te delen. Goede afspraken over openbaringstermijnen helpen, maar het is ook gewoon lastig om de data helder te ordenen. Van Meegen: ‘Als er eenmaal een goede infrastructuur is, wordt dat allemaal automatisch gedaan. Maar ook nu is een goed begin het halve werk. Dataprofessionals helpen onderzoekers daarbij.’ Dat die hulp geen overbodige luxe is, blijkt bijvoorbeeld uit de groeiende populariteit van Dropbox voor het opslaan van onderzoeksdata. Van Meegen: ‘Volgens de juridische bepalingen bewaart Dropbox een kopie van alles wat je opslaat, ook al heb je het zelf al verwijderd. Deze data kunnen ze in de toekomst voor andere doeleinden gebruiken. Ik denk niet dat we dat echt willen.’ Aad van de Wijngaart
M eer informatie
www.surfspace.nl/researchdata
04 2012 verschenen in SURF magazine december 2012
11
FOCUS
Leren door te maken In creative labs zoeken multidisciplinaire teams al makend naar oplossingen. De special interest group Creative Labs onderzoekt de mogelijkheden voor onderzoek en onderwijs.
W
e worden overspoeld door technologie, maar wie weet hoe al die apparaten in elkaar zitten? Bij de creative labs geloven ze in leren door te doen. ‘Onze ideologie is: om te begrijpen hoe dingen werken, moet je in de eerste plaats je handen gebruiken,’ zegt Frank Kresin van SURFnet-partner Waag Society. Vijftigdollarprothese
Wie binnenkomt bij Fablab Amsterdam, een onderdeel van Waag Society, ziet mensen uit allerlei disciplines aan het werk, alleen of samen. Ze bedienen lasersnijders, 3D-printers en digitale naaimachines. Er zijn designers die een prototype ontwerpen, studenten en stagiairs. Zelfstandigen produceren er spullen in een kleine oplage. Hardware hackers proberen uit te vinden hoe iets werkt. Vaak staan ze in videoverbinding met andere creative labs. Er zijn meer dan honderd Fablabs over de hele wereld. Kresins favoriete prototype, de vijftigdollarprothese, is een samenwerking van labs in de V.S., India, Nederland en Indonesië. Een onderbeenprothese kost meestal duizenden dollars. Door het gebruik van lokale materialen en de apparatuur in de Fablabs brengen de ontwerpers de prijs terug naar vijftig dollar. Creatief onderzoek
Nederland kent behalve de Fablabs nog allerlei andere creative labs. In het NOS op 3 Lab wordt bijvoorbeeld geëxperimenteerd met innovatieve manieren van nieuwsgaring en presentatie.
12
04 2012 verschenen in SURF magazine december 2012
SHARING
Bij Gameship in Leeuwarden houden ze zich bezig met innovatieve gameproducties. Sommige creative labs zijn aan een onderwijsinstelling verbonden. Zo is het IDStudiolab onderdeel van de TUDelft. De overeenkomst is dat de creative labs multidisciplinaire teams stimuleren om op creatieve wijze onderzoek te doen. De SIG Creative Labs onderzoekt hoe creatieve labs kunnen worden ingezet in onderwijs en onderzoek. Voorzitter Frank Kresin: ‘Er is veel interesse voor creative labs. Maken is een manier om de wereld te begrijpen en naar je hand te zetten. Hopelijk wordt dat idee breder gedragen in het onderwijs.’ Kennis delen
Volgens de filosofie van de creative labs groeit kennis het snelste als hij wordt gedeeld. In ruil voor tijd in het Fablab zetten gebruikers hun bevindingen online. Zo ook student Vincent Kranendonk. Hij ontwikkelde de Alzheimer Open Source Radio. ‘Het ontwerp is gebaseerd op een scriptie van Design Academy student Jose de la O Campos,’ vertelt hij. ‘Met de radio wil hij een emotionele connectie tussen een Alzheimer
GASTCOLUMN Daan Andriessen Lector Intellectual Capital Hogeschool Inholland
Vrije toegang tot kennis
I
patiënt en zijn familie teweegbrengen. De familie kiest een liedje uit de jeugd van de patiënt. Een waardevol familiebezit, zoals een sieraad of een fotoprint, werkt als een RFID (Radio frequency identification) antenne. Met RFID is het mogelijk om van een afstand informatie op te slaan en af te
‘Om te begrijpen hoe dingen werken, moet je je handen gebruiken’ lezen. Als het object op de radio wordt geplaatst, begint de bekende muziek te spelen.’ Kranendonk hoopt dat iemand op zijn werk voortborduurt. ‘Er is nu een prototype. Wie wil, mag het ontwerp verder uitwerken.’ Marjolein van Trigt Meer informatie:
www.surfspace.nl/creativelabs fablab.waag.org
k was laatst op een congres aan de Universiteit van Stockholm. Eigenlijk had ik geen tijd om er naar toe te gaan want de volgende dag moest ik een presentatie geven over onderzoeksmethodologie voor vakgenoten. Ik had nog geen presentatie en nog nauwelijks ideeën voor de inhoud. Vlak voordat ik weg ging installeerde ik snel nog even de app Keynote op mijn iPad zodat ik onderweg aan de presentatie kon werken. Op de universiteit aangekomen ontdekte ik dat ik via eduroam en Google Scholar bij alle wetenschappelijke tijdschriften kon waar de Universiteit van Stockholm toegang toe had! Helaas heb ik aan mijn eigen hogeschool maar beperkte toegang tot tijdschriften want de dure abonnementen van wetenschappelijke uitgevers zijn voor hogescholen niet te betalen. Ik voelde mij als in een snoepwinkel, heb een deel van het congres overgeslagen en ben in de schitterende bibliotheek gaan zitten om aan de presentatie te werken. Ik ontdekte het ene na het andere interessante wetenschappelijke artikel en kon ze allemaal op mijn iPad downloaden en toevoegen aan het fantastische gratis referentieprogramma Mendeley. Binnen vier uur had ik een complete presentatie af vol met vernieuwende inzichten. Dit voorbeeld bewijst nogmaals dat vrije toegang tot wetenschappelijke kennis (’open access’) leidt tot innovatie en dat technologie het mogelijk maakt deze kennis efficiënt te gebruiken. De geslotenheid van de belangrijkste weten schappelijke tijdschriften is niet meer van deze tijd. Bovendien staat die het principe van het nemen van beslissingen op basis van het best beschikbare bewijs (‘Evidence-based Practice’) in de weg. Onderzoekers in het hbo en aan de universiteiten kunnen het voortouw nemen om dit te veranderen. Wilt u weten hoe u, kijk dan op www.openaccess.nl.
04 2012 verschenen in SURF magazine december 2012
13
TECHNIEK
Aan de slag met open onderwijsdata Door interne onderwijsinformatie via open interfaces beschikbaar te maken, kan deze op verschillende manieren worden gedeeld en benaderd, bijvoorbeeld via mobiele apps. SURF magazine sprak met medewerkers bij twee instellingen die al bezig zijn met open onderwijsdata.
S
teeds vaker maken sites hun data op een open manier toegankelijk voor gebruik door andere toepassingen. Zo biedt Google Maps data aan voor gebruik op andere websites en maakt OpenOV reisinformatie van het Nederlandse openbaar vervoer algemeen beschikbaar. In het hoger onderwijs zijn instellingen bezig interne informatie op dezelfde manier beschikbaar te maken. Denk daarbij aan (semi)publieke informatie, zoals vakbeschrijvingen, instellingsnieuws en bibliotheekcatalogi, maar ook persoon-
14
04 2012 verschenen in SURF magazine december 2012
lijke studievoortgang, cijfers en roosters. Deze en andere gegevens kunnen worden gebruikt om webapplicaties of mobiele apps te bouwen die de informatie op een nieuwe manier combineren en presenteren. Deze vorm van communiceren geeft een belangrijke kwaliteitsimpuls aan onderwijslogistiek in de instellingen. Privacy en standaardisatie
De geschetste ontwikkeling is interessant en roept tegelijk ook vragen op. In de eerste plaats de privacy en beveiliging: omdat het vaak gaat om persoonlijke informatie, moet deze alleen beschikbaar zijn voor de persoon om wie het gaat en moeten voldoende veiligheidsmaat regelen worden genomen om de privacy van de gebruiker te kunnen garanderen. Dit sluit naadloos aan bij de uitgangspunten van SURFconext, de samenwerkingsinfrastructuur van SURFnet. Ten tweede is er de vraag aan wie je de ontwikkeling van apps en gadgets die gebruikmaken van de data overlaat. Dit zouden studenten zelf kun-
nen doen, maar enige voorzichtigheid is daarbij wel geboden. Iedereen mag de data gebruiken, maar als je ook maar een kleine aanpassing doet, zijn het niet meer de oorspronkelijke data. De vraag is tot waar je als instelling verantwoordelijk bent en waaraan apps moeten voldoen om het logo van een instelling te mogen gebruiken. Ten slotte zou het veel aantrekkelijker zijn om apps met open onderwijsdata te maken die door verschillende (of alle) instellingen voor hoger onderwijs te gebruiken zijn. Om dat te bereiken, is een standaardisatie nodig van de interface en van het dataformaat. Inmiddels zijn verschillende instellingen aan de slag gegaan om open onderwijsdata op hun eigen manier te ontsluiten. Voorbeelden zijn Avans Hogeschool, Universiteit van Amsterdam, TU Delft, HZ University of Applied Sciences en de Universiteit van Tilburg.
‘Wij bieden nu informatie over roosters en studieresultaten aan, maar laat studenten maar bedenken wat ze missen’ heeft naast de Android-app inmiddels ook een iOS(Apple)-app vrijgegeven. Jacco Jasperse ziet voor SURFconext een rol weggelegd als het gaat om het standaardiseren, zodat niet iedere instelling het wiel opnieuw hoeft uit te vinden. ‘De app ‘praat’ dan met SURFconext en iedere instelling kan de informatie op zijn eigen manier vormgeven. Dat is ook handig voor studenten die aan meer dan één instelling studeren.’ Standaardisering
Stopcontact
‘Jarenlang waren portals een belangrijk middel om onderwijsgegevens te verspreiden. Inmiddels biedt een app of een persoonlijke iGoogle-pagina meer mogelijkheden,’ zegt Jacco Jasperse, CIO van de HZ. Daarom biedt de hogeschool wat Jasperse een ‘stopcontact’ noemt. ‘We bieden een algemeen te gebruiken hulpmiddel waarmee je kunt doen wat je wilt. Daarbij is in de eerste plaats authenticatie essentieel, omdat we persoonlijke informatie aanbieden. Standaard gebruiken we de authenticatiemethode die ook voor SURFconext en OpenSocial wordt gebruikt. De volgende stap is dat je de data open aanbiedt, zodat studenten zelf daarop gebaseerde apps en gadgets kunnen maken.’ Bij de eigen informaticaopleiding hebben studenten al een Android-app gebouwd die de HZ nu beschikbaar stelt voor alle studenten. ‘Wij bieden nu informatie over roosters en studieresultaten aan, maar laat studenten maar bedenken wat ze missen.’ De hogeschool werkt al 13 jaar met een datawarehouse waar heel wat informatie uit te halen is. Overigens zijn de wensen van studenten tot nu toe niet heel extreem. Collega Ronald Verhage, systeemontwikkelaar aan de HZ ziet het als een groot voordeel dat de instelling op den duur geen complexe portal meer hoeft te onderhouden. De hogeschool
Ook de Universiteit van Tilburg heeft apps voor iOS, Android en Blackberry gebouwd om open data toegankelijk te maken. In eerste instantie gaat het nog om cijfers en roosterinformatie. Applicatieontwikkelaar Sebastiaan Vermeulen: ‘Die gegevens zijn broodnodig voor studenten. Het liefst willen we deze en andere services blijven aanbieden zonder dat we studenten en medewerkers telkens moeten lastigvallen met een nieuw systeem.’ Vermeulen ziet de voordelen van het ontwikkelen van nieuwe apps door studenten. ‘We kunnen de data beschikbaar stellen en de authenticatie regelen. Dat heeft voordelen omdat studenten natuurlijk als geen ander weten op welke manier ze de data willen gebruiken. Dat is vooral interessant voor instellingen met technische opleidingen.’ De behoefte aan standaardisering voor verschillende instellingen is volgens Vermeulen begrijpelijk. ‘Wel heeft iedere instelling zijn eigen studentinformatiesystemen en andere pakketten. Je zou dat met elkaar moeten matchen en dat is niet van de ene op de andere dag gebeurd.’ Martijn Vet
Meer informatie
www.surf.nl/onderwijslogistiek https://blog.surfnet.nl/?p=831
04 2012 verschenen in SURF magazine december 2012
15
BULLETS publicaties
Laatste editie SURF Licentienieuws Tegelijk met SURF magazine komt elk kwartaal SURF Licentienieuws uit. Hierin staat al het nieuws over onder meer nieuwe software producten, nieuwe licenties voor gebruik van software en digitale content, maar ook hardware en clouddiensten. Tot 2010 was Licentienieuws een gedrukte inlay in dit magazine, sinds begin dat jaar verschijnt het als digitaal magazine. SURFmarket zal dit e-zine vanaf 2013 niet meer uitbrengen. De belangrijkste reden hiervoor is
ICT-trends
dat alle nieuwsberichten op de website, die sinds een klein jaar in gebruik is, gecategoriseerd beschikbaar en doorzoekbaar zijn. Een wrap-up van de online verschenen nieuwsberichten sluit steeds minder aan bij de behoeften van de contacten van SURFmarket, zo blijkt uit het dalend lezersaantal. Achtergrondverhalen over ontwikkelingen omtrent gebruik van software en content binnen het hoger onderwijs zullen vanaf nu een plaats krijgen op www.surfmarket.nl.
cloudtelefonie
Clouddiensten veiliger via lichtpaden
dé Onderwijsdagen 2012 Tijdens de veertiende editie van Dé Onderwijsdagen zijn weer veel ICT-trends gepresenteerd van 13 tot en met 15 november. SURF was verantwoordelijk voor het programma voor het hoger onderwijs en verwelkomde de eerste twee dagen een kleine 700 bezoekers in het WTC in Rotterdam. Het programma van ruim zestig sessies en vier keynotes omvatte presentaties over onder meer open education, mobiel leren, learning analytics, cloud en DLWO. Internetstrateeg Jim Stolze brak tijdens zijn keynotespeech een lans voor het krijgen van aandacht; daar ontbreekt het volgens hem aan door de enorme informatie-overload van deze tijd. Ook werd het multimediainitiatief De Universiteit van Nederland gepresenteerd. Deze presentaties en vele andere zijn online te bekijken. Ook hebben ervaren Edubloggers verslag gedaan op het blog van Dé Onderwijsdagen. Meer informatie www.deonderwijsdagen.nl
16
04 2012 verschenen in SURF magazine december 2012
Op 1 oktober is het eerste telefoongesprek gevoerd over een lichtpad tussen telecomaanbieder OneXS en hogeschool Windesheim. Via een lichtpad gebruiken instellingen clouddiensten zonder de risico’s die het reguliere internet met zich meebrengt. Lichtpaden zorgen voor een gegarandeerde bandbreedte en beschikbaarheid van de verbinding. Sinds afgelopen zomer biedt telecomaanbieder OneXS via NetherLight en SURFnets
lichtpaden zijn diensten aan de SURFnet-doelgroep aan. Hierdoor kan iedere op SURFnet aangesloten instelling betrouwbare telefoniediensten afnemen in de cloud. Analoge lijnen of ISDNverbindingen worden hiermee overbodig. In de toekomst zullen meerdere dienstenaanbieders zich op NetherLight aansluiten. Meer informatie
www.surfnet.nl
congres
Van open leermaterialen naar open onderwijs Tijdens het congres Open Education 2012 in oktober in Vancouver werd duidelijk dat er wereldwijd een verschuiving plaatsvindt van open leermaterialen naar open onderwijs. Onderwijsinstellingen kiezen steeds bewuster de mate waarin zij hun onderwijs open aanbieden. Dat kan variëren van open leermaterialen, als open tekstboeken of webcolleges, tot open leermaterialen met bijbehorende open learningdiensten in de vorm van advies, tutoring, examinering, et cetera. Het internationale congres werd bijgewoond door een Nederlandse delegatie, versterkt door SURF. Tijdens het congres hebben deze aanwezigen blogs geschreven, die u kunt nalezen. Meer informatie www.surfspace.nl/oer
www.kort
onderzoek
Hoger onderwijs zet stappen met open leermaterialen
www.surf.nl/surfacademy
Symposium Groene ICT
Na twee succesvolle edities organiseren SURF en AgentschapNL op 31 januari 2013 wederom het symposium Groene ICT en duurzame
Wereldwijd stellen hogescholen en universiteiten steeds vaker onderwijs materiaal open beschikbaar. Het gebruik van platforms als iTunes U, YouTube EDU voor leermaterialen en Coursera voor massive open online courses (MOOC’s) is explosief gestegen. Nederlandse hogescholen en universiteiten nemen ook stappen op het gebied van open educational resources (OER), open leermaterialen die online vrij beschikbaar zijn voor (her)gebruik. Veel hogeronderwijsinstellingen werken momenteel aan een visie en concreet beleid op dit gebied. Dat blijkt uit het onderzoeksrapport ‘OER Hollands landschap’, dat de stand van zaken van open leermateriaal in het Nederlandse hoger onderwijs schetst. Het onderzoek is uitgevoerd door de Open Universiteit in opdracht van SURF en Wikiwijs.
ontwikkeling in het hoger onderwijs. Deelname is gratis. Het belooft een inspirerende dag te worden onder voorzitterschap van Anwar Osseyran, directeur van SARA, en met meer dan 30 sprekers. Dit jaar organiseren we bovendien samen met studentenorganisatie Morgen een aparte track speciaal gericht op s tudenten. Het symposium vindt plaats in Antropia in Driebergen. www.surf.nl/openaccess
Activiteiten Open Access Week
In de week van 22-28 oktober hebben Nederlandse universiteiten, hogescholen en onderzoeksinstellingen de kracht van open access onder de aandacht gebracht. Tijdens de Open Access Week is het belang van open toegang tot onderzoeksresultaten belicht via seminars, workshops, lezingen en video’s. Deze week is onderdeel van de internationale Open Access Week, waar meer dan honderd
Meer informatie
landen aan meedoen. SURF coördineert de
www.surf.nl/oer
Nederlandse Open Access Week. www.surfmarket.nl DocSharing-oplossingen gekoppeld
challenge
Vijf DocSharing-oplossingen zijn gekoppeld aan
Winnaars SURFnet-SIDN Campus Challenge bekend
de SURFconext-infrastructuur. Het gaat om de clouddiensten EDUgroepen, Sakai, Google Apps, Liferay en Viadesk. SURFconext maakt het voor instellingen makkelijker om generieke diensten uit de public cloud af te nemen. Via SURFconext
Vijf voorstellen zijn in de prijzen gevallen bij de Campus Challenge, waarmee SURFnet en SIDN instellingen stimuleren om de ICT-infrastructuur op hun campus te verbeteren, zodat gebruikers de innovaties van het SURFnetnetwerk optimaal kunnen gebruiken. Zo creëren de winnaars best practices voor de rest van de onderzoeks- en onderwijsinstellingen in Nederland. De winnaars zijn de Universiteit Twente, VU medisch centrum, de Rijksuniversiteit Groningen, het Leids Universitair Medisch
Centrum en de combinatie van de onderzoeksinstituten AMOLF, het CWI en NIKHEF. Zij gaan met het prijzenbedrag onder andere lichtpaden tot de werkplek, DNSSEC en IPv6 implementeren. Tussen 275.000 en 500.000 euro ontvangen de winnaars om hun voorstel te verwezenlijken. Hieraan dragen zij zelf minstens hetzelfde bedrag bij. In totaal is er 2,1 miljoen euro aan prijzengeld beschikbaar.
krijgen gebruikers veilig en laagdrempelig toegang tot een scala aan clouddiensten. Deze vijf oplossingen, mogelijke alternatieven voor SURFgroepen, zijn tegen gunstige voorwaarden beschikbaar via SURFmarket. www.surf.nl/magazine
SURF magazine blijft op papier
Ook in 2013 verschijnt SURF magazine als papieren uitgave. De voorkeur gaat uit naar een gedrukt magazine gecombineerd met een online pdf. SURF heeft de uitslag van de lezersenquête naar de verschijningsvorm van eind 2012 laten meewegen bij de beslissing om SURF magazine
Meer informatie
te blijven drukken in 2013.
www.surfnet.nl
04 2012 verschenen in SURF magazine december 2012
17
iNKOOP
SURFmarket is de ICT-marktplaats van en voor het hoger onderwijs en onderzoek. Op deze pagina’s treft u nieuws aan over de bemiddelingsovereenkomsten die SURFmarket afsluit met aanbieders van software, content, diensten en hardware.
Wetenschap vormgeven >
Dennis Claessen > universitair docent in Leiden
Ontwerpsoftware ook voor wetenschappers
‘Als wetenschapper ben ik bezig dingen te ontdekken, maar even belangrijk is erover publiceren’, vertelt microbioloog Dennis Claessen. Hij werkt als universitair docent in Leiden en gebruikt programma’s van Adobe, onder meer omdat hij geregeld naar congressen gaat om zijn onderzoek te presenteren. ‘Ik maak veel gebruik van microscopen tijdens mijn onderzoek. Daarbij maak ik ook foto’s van wat ik zie door de microscoop. In Photoshop ga ik dan aan de slag met bewerking van die beelden. Ik gebruik filtersets met een kleur om bijvoorbeeld eiwitten zichtbaar te maken.’ In het beeldbewerkingsprogramma legt hij een kleurenbeeld en een lichtbeeld over elkaar, zodat zijn bevindingen visueel inzichtelijk worden. Duidelijk presenteren ‘Maar ik gebruik ook ontwerpsoftware voor simpele dingen als het maken van figuren ter illustratie van wetenschappelijke bevindingen in artikelen. Het is makkelijk om op die manier cijfers duidelijk te presenteren, ter ondersteuning van mijn tekst’, vindt Claessen. Hij werkt op een standalone Mac, die hij heeft aangeschaft van zijn onderzoeksbudget. ‘En het fijne was:
18
04 2012 verschenen in SURF magazine december 2012
omdat ik dat via SURFspot.nl deed, kreeg ik 8 tot 10 procent korting in de Apple Store. Dat scheelt aanzienlijk op zulke bedragen.’ Jaarlicentie betaalbaar Albert Wieringa studeert Art&Techno logy aan Saxion in Enschede en heeft onlangs de nieuwste versie van de Master Suite van Adobe aangeschaft. ‘Voor mijn opleiding bewerk ik films in Premiere Pro, ontwerp ik posters in Illustrator en maak ik boekjes op in InDesign. Op de hogeschool staan de nieuwste Macs met de programma’s die we nodig hebben. Maar ik werk graag op mijn Windows laptop, en wilde dus Creative Suite 6 ook voor thuisgebruik.’ Hij koos voor het tweede jaar op rij voor een jaarlicentie, want volgens hem past dat ook goed bij de studenten van nu. Je weet nooit zeker of je je studie afmaakt, dus direct software voor je hele studietijd kopen, is dan een dure optie. Gedoe met downloaden en cracks voor illegale software, dat trekt Wieringa niet zo. ‘Ik betaal nu 127 euro per jaar. Dat vind ik een goede prijs, voor een uitgebreid softwarepakket waarvan ik zeker weet dat alles werkt.’
foto: ARNO MASSEE
Vormgeving en beeldbewerking zijn allang niet meer het terrein van ontwerpers en kunstenaars. Ook voor wetenschappers biedt ontwerpsoftware uitkomst.
Claessen: ‘Als nieuwe software uitkomt, wordt het vaak al binnen enkele weken ook bij SURFspot.nl aangeboden, dat vind ik een groot pluspunt.’ Marjolein Marchal
Studenten en medewerkers in het hoger onderwijs kunnen via de webwinkel SURFspot.nl allerlei programma’s voor creatieve toepassingen met onderwijskorting kopen. Adobe Creative Suite, maar ook bijvoorbeeld Avid Studio, Corel Designer Suite of Graphics Suite, MAGIX Academic Suite, Nero Multimedia Suite of Serif Design Suite.
LEES HET VOLLEDIGE ARTIKEL OP issuu.com/licentienieuws
Licentienieuws APPS ONTWIKKELEN
ONLINE VERTALEN
LEEROMGEVINGEN
EMBARCADERO RAD STUDIO XE3
VAN DALE ONLINE VERNIEUWD
PEDIT EN ITSLEARNING NIEUW
Vier applicatie-ontwikkeltools in één bundel, verkrijgbaar met onderwijskorting via SURFmarket.nl voor gebruik op de hogeschool of universiteit. Embarcadero RAD Studio XE3 maakt het mogelijk om applicaties te maken voor Windows 8, .NET, Mac, mobile en web. Deze software is nu verkrijgbaar voor gebruik op de instelling via SURFmarket.nl, in drie varianten. De Professional-versie bestaat uit Delphi XE3, C++BuilderXE3, Prism XE3 én HTML5 Builder. U kunt gebruikmaken van duizenden gratis en commerciële componenten voor gebruiker interfaces, database, multi-tier, web apps, industrie specifieke componenten en meer.
De interface van Van Dale Online is sinds midden oktober duidelijker vormgegeven en alle beschikbare bronnen worden tegelijk doorzocht, na invoeren van een zoekterm. De online woordenboeken maken deel uit van het Van Dale Basispakket, waarvoor u via SURFmarket een licentie kunt afsluiten tegen een aantrekkelijk tarief. Dit basispakket bestaat uit de (vertaal)woorden boeken Nederlands, in combinatie met Engels, Duits en Frans. Al deze versies, plus die in combinatie met Spaans zijn binnen deze licentie ook beschikbaar bij Van Dale Online.
Twee nieuwe leerplatformen zijn vanaf nu beschikbaar via SURFmarket, waarbij studenten en medewerkers online kunnen samenwerken na inlog via single sign-on van SURFconext. PedIT is een zogeheten ‘social learning & collaboration omgeving’, die het individuele leren vloeiend combineert met het samenwerken. Pedagogische IT kan worden ingezet bij overdracht van kennis en informatie, samenwerking en als communicatiemiddel. Daarnaast biedt Itslearning een cloud-leerplatform dat studenten overzicht en structuur geeft en hulpmiddelen biedt voor het individueel ondersteunen en begeleiden tijdens hun studietraject. Deze overeenkomst omvat een campus- of groepslicentie voor Itslearning-gebruik, hosting en support, plus opslagruimte.
INTUÏTIEF BESTURINGSSYSTEEM
WINDOWS 8 Het nieuwste besturingssysteem van Microsoft maakt meer intuïtieve besturing mogelijk. Het is erg visueel en is niet alleen voor pc’s maar ook geschikt voor mobiele apparaten. De gebruiker heeft altijd toegang tot alle bestanden, foto’s, contacten en instellingen, waar hij zich ook aanmeldt, dankzij gebruik van de cloud. Apps spelen een centrale rol, voor e-mail, contacten en sociale berichten, maar ook voor allerlei andere toepassingen. Via SURFspot.nl en SURFmarket is de Professional Upgrade te koop, geschikt voor installatie op een pc waarop al een legale volledige Windows-versie aanwezig is. Dat kan zijn Windows XP, Vista of 7.
04 2012 verschenen in SURF magazine december 2012
19
AGENDA
TRENDWATCHING
Judith van Hooijdonk: Open onderwijs? Gewoon doen! Open is de toekomst, dat lees ik in publicaties over Het Nieuwe Leren, Het Nieuwe Werken, Het Nieuwe Organiseren. Kenniswerkers delen in openheid kennis en ervaring. En dan gaat het over open content, open courseware, open data, open standaarden, open source, open access, een open mind… Maar waarom zie ik van dit gedachtegoed van ‘share, remix en reuse’ zo weinig terug in de praktijk van alledag? Early adopters binnen onze hogeschool gebruiken tools zoals weblectures en videoconferencing, en zetten interactieve werkvormen in als stemmen tijdens de les en bij games, wiki’s en blogs. Voor hen is het echter niet vanzelfsprekend om deze ervaring via social media te delen. Dat geldt ook voor het online vrij beschikbaar stellen voor (her)gebruik van de door hen ontwikkelde leermaterialen. Dat vind ik zo jammer, want er is zoveel moois te delen. Gebruiken, leren, delen Voor mij is open kennis delen via blogs en diverse sociale netwerken onderdeel van mijn werk, leren en leven. Het heeft mij persoonlijk al veel gebracht in de vorm van contacten en kennis. Ik gebruik, ik leer en ik deel. Deze positieve ervaring en al mijn kennis wilde ik ook delen met mijn collega’s. Blog, Twitter en Yammer bleken hiervoor nog niet de juiste middelen. Daarom sturen we sinds kort wekelijks een e-mail met korte nieuwsflitsen op het gebied van digitale didactiek en gaan we elke dinsdag naar de faculteiten. Dit heeft wel resultaat. Innovatiekracht Docenten, zo is mijn ervaring, willen graag leren, maar niet iedereen weet goed waar te beginnen. Het aanbod van social media-tools is overweldi-
20
04 2012 verschenen in SURF magazine december 2012
gend. Ik adviseer meestal één tool te kiezen ‘die bij je past’. Heb je niets met Facebook of Twitter, zet het dan niet in. Bij een vraag over inzetten van Prezi laat ik ook zien dat Slideshare een platform is waar je PowerPoint kunt delen. Ik informeer over handige apps bij het inzetten van tablets. Zo leren we samen veel bij. Zouden we deze ervaringen ook delen via een platform als Yammer dan zal de innovatiekracht toenemen. Daar ben ik van overtuigd. Het is een kwestie van doen! Over Judith van Hooijdonk Judith van Hooijdonk is I-adviseur bij Zuyd Hogeschool. Volg haar via haar blog (2bejammed.org) of Twitter (twitter.com/jujuutje)
www.surf.nl/bijeenkomsten
7 februari 7 gratis tools voor digitaal toetsen
28 februari SURF Research and Innovation Event
www.surf.nl/surfacademy
31 januari Seminar groene ICT en duurzame ontwikkeling in hoger onderwijs
7 en 8 februari Beveiligingsconferentie SURFcert & SURFibo
@surf_academy Bekijk het actuele aanbod
De SURF-organisaties wensen u fijne feestdagen toe. We zien uit naar een succesvol en innovatief 2013!