Pathologie Martini Ziekenhuis Groningen
Jaarverslag 2012
Jaarverslag 2012
Inhoud
1. 2.
3. 4.
5
6
7 8
Voorwoord .................................................................................................................................... 3 Afdeling Pathologie .................................................................................................................. 4 2.1 Personeel ............................................................................................................................... 4 2.2 Overlegstructuren................................................................................................................... 6 2.3 Veiligheid, Milieu en Arbeidsomstandigheden ......................................................................... 7 2.4 Automatisering- en informatiesystemen .................................................................................. 7 Investeringen ............................................................................................................................ 8 3.1 Bouwkundige voorzieningen ................................................................................................... 8 3.2 Materiële investeringen .......................................................................................................... 8 Patiëntenzorg............................................................................................................................ 9 4.1 Ontwikkeling productie ..........................................................................................................10 4.2 Verrichtingen histologie .........................................................................................................12 4.3 Verrichtingen cytologie ..........................................................................................................19 4.4 Gynaecologische cytologie ....................................................................................................22 4.5 Obducties (post mortaal onderzoek) ......................................................................................25 Kwaliteitsindicatoren ......................................................................................................................26 5.1 Verwerkingstermijnen ............................................................................................................26 5.2 Intercollegiale toetsing ...........................................................................................................29 5.3 Kwaliteitsindicatoren Oncologie .............................................................................................31 5.4 Histologische en cytologische follow-up .................................................................................37 5.4 Externe kwaliteitstoetsing ......................................................................................................40 5.5 Besprekingen in het kader van kwaliteit .................................................................................41 5.6 Kwaliteitsprojecten en visitatie ...............................................................................................42 5.7 Besprekingen Pathologie.......................................................................................................43 5.9 Klachten/foutenregistratie ......................................................................................................46 Opleidingen..................................................................................................................................48 6.1 B-opleiding Pathologie...........................................................................................................48 6.2 Opleiding arts-assistenten andere disciplines ........................................................................48 6.3 Stagiaires histologie/cytologie................................................................................................48 6.4 Coassistenten Pathologie ......................................................................................................48 Lidmaatschappen / commissies / bestuurswerkzaamheden / nascholing pathologen ............49 Publicaties ...................................................................................................................................52
Jaarverslag 2012
2
1. Voorwoord Voor u ligt het jaarverslag 2012 van de afdeling Pathologie van het Martini Ziekenhuis, hierin kunt u overzichtelijk al onze activiteiten met betrekking tot de dienstverlening voor het Martini Ziekenhuis (MZH), het Wilhelmina Ziekenhuis Assen (WZA) en een groot aantal huisartspraktijken in de provincies Groningen en Drenthe terugvinden. In 2012 zijn er grote inspanningen geleverd ten behoeve van het verder implementeren van het kwaliteitssysteem, hetgeen tot CCKL accreditatie moet leiden in 2013. In de diagnostiek is het ingezette traject van deelspecialisatie (aandachtsgebieden) nog verder uitgewerkt. Naast het verwerken van alle grote oncologische preparaten, zowel macroscopisch als microscopisch, door pathologen van het desbetreffende deelgebied, zijn deze pathologen verantwoordelijk voor het maken en onderhouden van protocollen en bijhouden van professionele ontwikkelingen binnen het deelgebied; dit vergroot de herkenbaarheid van de pathologie, intercollegiale professionaliteit en leidt tot efficiëntere diagnostische werkprocessen. Het geringe aantal perinatale obducties van het MZH, WZA en het UMCG, heeft ons doen besluiten dat concentratie nodig is in het kader van kwaliteit en opleiding. Per 1 juli 2012 worden deze in het UMCG uitgevoerd. De staf pathologie is actief betrokken binnen de organisatie van het Martini Ziekenhuis; zo vervult dr. A.Tiebosch de functie voorzitter Medische Staf en zijn diverse stafleden actief in diverse commissies. In 2012 werd een start gemaakt met het onderzoeken van een mogelijke verregaande samenwerking met het laboratorium SSZOG, dat de pathologie diagnostiek verzorgt voor de Ommelander Ziekenhuis Groep (Delfzijl en Winschoten) en het Refaja Ziekenhuis Stadskanaal. Dit heeft op de werkvloer al geleid tot daadwerkelijke activiteiten; diverse detacheringen van medewerkers en sinds september 2012 wordt de hematopathologie door het lab. SSZOG uitbesteed aan het MZH. Ook op het gebied van opleiding was 2012 een enerverend jaar; al lange tijd bestond de wens om een bijdrage te leveren aan de opleiding van pathologen. Na een uitermate positieve visitatie werd ons door de MRSC de erkenning voor de B-opleiding verleend, in samenwerking met het UMCG. In 2012 is ook veel aandacht uitgegaan naar verdere professionalisering van de afdeling o.a. op het gebied van bedrijfseconomische zaken, Personeel en Organisatie en opleiding. In maart 2012 werd mevr. drs. S. de Groot als unithoofd aangesteld. Mevr. B. Geelo en mevr. Suk werden aangesteld als analisten.
Het laboratorium is volop in actie, op vele terreinen, dit dankzij de inzet van alle medewerkers van de afdeling. Groningen,
Mw. dr. Hannie Sietsma, patholoog Hoofd Afdeling Pathologie
Jaarverslag 2012
3
2. Afdeling Pathologie
2.1
Personeel
Op de afdeling Pathologie werkten eind 2012 31 medewerkers (exclusief staf pathologen), samen 26,69 fte. De afdeling kenmerkt zich door een relatief hoge leeftijd (gemiddelde leeftijd 44 jaar) en een relatief lang dienstverband bij het Martini Ziekenhuis (gemiddeld 17 jaar). 2012 Leeftijdsopbouw
vrouw
man
20-25 jaar 25-30 jaar 30-35 jaar 35-40 jaar 40-45 jaar 45-50 jaar 50-55 jaar 55-60 jaar 60-65 jaar
2 0 4 3 3 2 3 0 5
2 0 0 1 0 1 2 2 1
Totaal
22
9
Dienstjaren
vrouw
man
0-5 jaren 5-10 jaren 10-15 jaren 15-20 jaren 20-25 jaren 25-30 jaren 30-35 jaren 35-40 jaren 40-45 jaren
7 2 3 2 4 3 0 0 1
2 1 0 0 0 1 2 2 1
Totaal
22
9
Jaarverslag 2012
4
2.1.1. Organogram Pathologie
Pathologen 5,5 Fte KF / man. ass. 1,0 Fte
Medisch en Organisatorisch Manager Pathologie
mw. B. Vierdag mw. dr.H Sietsma
mw. dr. N. de Boer A. Groote mw. I. Kruithof mw. M. van Oven mw. dr. H. Sietsma dr. A. Tiebosch mw. dr. J. van der Wal
mw. S. de Groot Unithoofd 0,8 Fte
Histologie-analisten 13,1 Fte mw. J. Bisperink mw. M. de Busschere mw. B. Geelo A. Goelamhaider, coördinator A. van Hattem mw. L. Jansen mw. A. Kok G. Latuheru R. Liem E. Mensinga B. Rosing mw. I. Suk mw. A. Thijs B. Vaatstra mw. T. Viëtor
Cytologie analisten 5,1 Fte W. Bleeker mw. N. Broekmans mw. M. Fransens mw. P. Hollanders mw. E. Noord, coördinator mw. M. Pasman A. Wiersma
Secretariaat 2,2 Fte Cytotechniek / Ontvangst 2,1 Fte mw. M. Hogen Esch mw. M. Pot mw. S. Voogd
mw. C. Bosman mw. H. Brontsema (ook ontvangst) mw. S. van der Veen (ook ontvangst) mw. S. Woldenga (ook ontvangst)
2.1.2 Personeelsmutaties In dienst Mw. B. Geelo, histologisch analist, in dienst per 01-04-2012 Mw. S. de Groot, unithoofd, in dienst per 01-03-2012 Mw. I. Suk, histologisch analist, in dienst per 01-09-2012 Uit dienst Mw. H. Jansen, histologisch analist, beëindigde 01-10-2012 haar dienstverband in verband met pensioen. 2.1.3 Jubilea Mw. H. Brontsema vierde in 2012 haar 12,5 jarig jubileum
Jaarverslag 2012
5
2.2
Overlegstructuren
Pathologie
frequentie
wie
Pathologenoverleg
maandelijks
Coördinatorenoverleg
maandelijks
Werkoverleg Cytologie
maandelijks
Werkoverleg Histologie/Immunologie
maandelijks
Werkoverleg Secretariaat
maandelijks
Afstemmingsoverleg
wekelijks
Afstemmingsoverleg
2-wekelijks
Afstemmingsoverleg
2-wekelijks
Arbo-commissie Pathologie
2maandelijks
pathologen afdelingshoofd, unithoofd, unitcoördinatoren, kwaliteitsfunctionaris unithoofd, cytologisch analisten unithoofd, histologisch en immunologisch analisten unithoofd, secretaressen en ontvangstmedewerkers afdelingshoofd en kwaliteitsfunctionaris unithoofd en kwaliteitsfunctionaris Afdelingshoofd en unithoofd Unithoofd, Kwaliteitsfunctionaris, cytologisch en histologisch analisten
Kwaliteitszorg
frequentie
wie
Coupebespreking pathologen Protocol- / kwaliteitbespreking pathologen Coupe- / themabespreking cytologie / pathologen
dagelijks maandelijks
Pathologen
Ziekenhuisbreed
frequentie
wie
Ziekenhuisberaad Kernstafvergadering
maandelijks maandelijks
mw. dr. H. Sietsma dr. A. Tiebosch
Bedrijfs Economische Zaken
maandelijks
Inkoop P&O
maandelijks maandelijks
Jaarverslag 2012
2x in 2012
Mw. dr. H. Sietsma/ mw. S. de Groot mw. S. de Groot mw. S. de Groot
6
2.3Veiligheid, Milieu en Arbeidsomstandigheden 2.3.1 Ziekteverzuim Het ziekteverzuim is op een afdeling met een relatief kleine formatie sterk fluctuerend en een beperkte maat voor de arbeidskwaliteit binnen de afdeling Pathologie (1e ziektejaar excl. zwangerschapsverlof). Het terugdringen van het kortdurend frequent ziekteverzuim blijft een belangrijk aandachtspunt. Ziekteverzuim
2010
2011
2012
Verzuimpercentage Pathologie Verzuimpercentage Ziekenhuis Meldingsfrequentie Pathologie
2,59 4,76 2,29
2,93 4,83 2,15
3,17 4,26 1,49
2.3.2 Preventie Alle betrokken medewerkers kunnen gebruikmaken van een preventief tuberculoseonderzoek door middel van een Mantoux of X-thorax. Daarnaast kunnen alle medewerkers zich jaarlijks laten vaccineren tegen de griep. 2.3.3 Toekomstige ontwikkelingen en doorlopende projecten Meerdere medewerkers hebben de cursus bedrijfshulpverlening (BHV) gevolgd. Daarnaast hebben enkelen daarvan aan een uitgebreide cursus ‘gevaarlijke stoffen’ deelgenomen. Verder hebben bijna alle medewerkers de cursus ‘ Kleine blusmiddelen gevolgd’. Niet alleen veiligheids- en milieuaspecten, maar ook participatie in de ontwikkelingen op de afdeling, teambuilding en aandacht voor de werkbelasting vormen een belangrijk onderdeel van de werkbeleving. Binnen het ziekenhuis en medische staf wordt veel aandacht besteed aan de onderwerpen werkbelasting, vitaal ouder worden en arbeidsparticipatie. 2.4
Automatisering- en informatiesystemen
De afdeling Pathologie maakt gebruik van het uniforme decentrale Palga-systeem (U-DPS) als voornaamste informatiesysteem. U-DPS is het leidende systeem en vormt de basis van de informatisering- en automatiseringsprocessen van de afdeling. Het U-DPS is via een VPN-verbinding verbonden met de landelijke Palga databanken. Het U-DPS is gekoppeld met het ziekenhuisinformatiesysteem ChipSoft via HL-7 koppelingen voor het ophalen van de NAW-gegevens van patiënten, het versturen van geautoriseerde pathologie-uitslagen en een koppeling met het facturatie- en registratiesysteem. Via een VPN-verbinding is het U-DPS verbonden met het ziekenhuisinformatiesysteem van het Wilhelmina Ziekenhuis te Assen (ChipSoft) met identieke koppelingen voor NAW-gegevens, uitslagen, facturatie en registratie. Uitslagen voor huisartsen worden als een EDIFACT-bericht elektronisch verzonden van U-DPS via het Martini Ziekenhuis naar Stichting GERRIT. Deze distribueert de gegevens via o.a. Zorgmail naar een individuele huisarts of huisartsenpraktijk. Ten behoeve van de processen in het laboratorium is het U-DPS verbonden met het Laboratorium Managementinformatie Systeem (LMS) van de firma Finalist. In het LMS worden de inzendingen geregistreerd en geïdentificeerd door middel van barcodering. Hierdoor is het diagnostische materiaal tijdens de verschillende processen in het laboratorium te volgen en altijd traceerbaar. Het LMS is ook gekoppeld met de automatische immunostainer (Dakolink) en specialstainer (Artisan). De pathologen en analisten maken voor de verslaglegging gebruik van digitale spraakherkenningsoftware van G2speech B.V. (Medispeech). Ook deze spraakherkenningsoftware is gekoppeld aan het UDPS. Macroscopische en microscopische beelden, gescande aanvraagformulieren en uitslagen van revisies, consulten en extern uitbesteed onderzoek, worden opgeslagen in het beeldarchief van de firma RVC. Deze beelden zijn door een koppeling met het U-DPS systeem beschikbaar bij het verslag. Jaarverslag 2012
7
3. Investeringen
3.1Bouwkundige voorzieningen De RVE Pathologie is gevestigd op de vijfde verdieping van het Martini Ziekenhuis. In 2012 zijn geen bouwkundige aanpassingen gedaan, wel heeft een aanpassing aan het luchtkanaal veel klachten weggenomen. 3.2Materiële investeringen In 2012 is een complete werkplek ingericht voor de komst van de eerste AIOS Pathologie; Leica microscoop, PC met benodigde applicatieprogramma’ s en licenties, meubilair en boeken. 3.2.1.
Apparatuur
In 2012 is aangeschaft: Voor het histologie lab.: een koel- en strekplaat De Hamamatsu coupescanner is nog niet volledig in gebruik genomen. Hiervoor is eerst een upgrade van LMS nodig, deze staat voor 2013 gepland. 3.2.2 Boeken In 2012 zijn via het persoonsgebonden budget van de pathologen meerdere boeken aangeschaft. 3.2.3. Tijdschriften Via het webportaal van de Leerhuis bibliotheek van het Martini Ziekenhuis is de catalogus te doorzoeken. Er zijn meer dan 1200 toegangsmogelijkheden tot websites van organisaties, databanken, e-books, ejournals en andere elektronische bronnen. De bibliotheek heeft o.a. een elektronisch abonnement op enkele specifieke pathologietijdschriften waaronder: American Journal of Surgical Pathology Histopathology Journal of Clinical Pathology The Journal of Pathology Virchows Archiv Per 2012 is geheel overgegaan op digitale tijdschriften die voor alle medewerkers toegankelijk zijn via het webportaal van het ziekenhuis.
Jaarverslag 2012
8
4. Patiëntenzorg
De pathologen oefenen het specialisme in principe in zijn volle omvang uit. Wel is er sprake van differentiatie waarbij in een beperkt aantal deelgebieden, bepaald door omvang en specialisatiegraad, alle diagnostiek en de daarmee samenhangende klinische besprekingen wordt geconcentreerd bij een beperkt aantal pathologen. Voor de overige deelgebieden zijn aandachtsgebieden benoemd met elk vaste pathologen als contactpersonen. Deze pathologen zijn verantwoordelijk voor het maken en onderhouden van protocollen en het bijhouden van de professionele ontwikkelingen binnen het deelgebied. Dit versterkt de intercollegiale professionaliteit, vergroot de herkenbaarheid van de pathologie voor de aanvragende specialismen en leidt tot verhoging van de efficiëntie in het diagnostische proces. In 2012 is deze specialisatie verder vormgegeven en geïntensiveerd door grote, oncologische resectiepreparaten primair aan te bieden aan de desbetreffende deelspecialisten.
Deelspecialisatie Pathologie Mamma Gynaeco* GE Dermatologie Hemato Neuro Hoofd/hals Endocrinologie Weke delen Urologie Longen Lever Nier incl. IF Obductie: volwassenen Obductie foetus/neonaten
Pathologen A.D. Groote / mw. I. Kruithof / mw. M.W. van Oven mw. M.W. van Oven / mw. Dr. N.K. de Boer dr. A.Tiebosch / mw. dr. H. Sietsma mw I. Kruithof / A.D. Groote mw. dr. N.K. de Boer / mw. dr. J.E. van der Wal A.D. Groote / mw. dr. J.E. van der Wal mw. dr. J.E. van der Wal / mw I. Kruithof mw. dr. J.E. van der Wal / A.D. Groote mw. M.W. van Oven / mw. dr. N.K. de Boer mw. dr. J.E. van der Wal / mw. dr. N.K. de Boer mw. dr. H. Sietsma / mw. dr. J.E. van der Wal dr. A. Tiebosch / mw. dr. H. Sietsma dr. A. Tiebosch / UMCG bij afwezigheid en spoed dr. A. Tiebosch / A.D. Groote / mw. I. Kruithof mw. M.W. van Oven **
* inclusief cervixcytologie ** Het geringe aantal perinatale obducties van het MZH, WZA en het UMCG, heeft ons doen besluiten dat concentratie nodig is in het kader van kwaliteit en opleiding. Per 1 juli 2012 worden deze in het UMCG uitgevoerd. Maligniteiten met verregaande consequenties m.b.t. behandeling worden door ten minste twee pathologen beoordeeld.
Jaarverslag 2012
9
4.1Ontwikkeling productie Het aantal verrichtingen is de afgelopen jaren sterk toegenomen,maar laat nu enigszins een stabilisatie zien, met uitzondering van moleculaire diagnostiek, die een stijging toont van 47%. Onderstaande tabel geeft de productie van de afgelopen drie jaar weer. Verrichtingen
2010
2011
2012
MZH WZA Eerstelijn / instellingen
17.319 7.702 7.688
17.319 8.127 7.603
17.517 7.706 7.398
Totaal
31.795
33.049
32.621
MZH WZA Eerstelijn
1.826 816 106
2.057 873 111
2.227 808 130
Totaal
2.748
3.041
3.165
MZH WZA Eerstelijn / instellingen
4.380 1.058 116
4.396 942 113
4.241 954 174
Totaal
5.554
5.451
5.369
MZH WZA Eerstelijn / instellingen Derden
1.394 674 3.161 367
1.227 643 3.273 394
1.364 597 3.131
Totaal
5.569
5.537
5.092
15.077
15.500
15.551
Histologie
Immunologie
Niet gynaecologische cytologie
Cervixcytologie medische indicatie
Bevolkingsonderzoek cervix Totaal
Jaarverslag 2012
10
Moleculaire technieken eenvoudig MZH WZA Eerstelijn / instellingen
210 100 622
113 116 625
122 94 596
Totaal
932
854
812
MZH WZA
38 10
62 28
94 38
Totaal
48
90
132
32 18 5 55
31 13 5 49
25 12 9 46
MZH WZA Subtotaal
9 8 17
11 8 19
14 5 19
Totaal
72
68
65
Moleculaire technieken complex
Obductie Volwassenen MZH WZA Eerstelijn / instellingen Subtotaal Obductie Perinataal
De ontwikkeling van de productie kan het best gerelateerd worden aan NZA-eenheden. Hierdoor kan, op basis van het standaard NZA-tarief en de relatieve weging van de diverse onderzoeken, zowel voor de kosten als voor de inzet van pathologen, een goed inzicht verkregen worden in de productie van de RVE Pathologie. Aantal verrichtingen op basis van 2010 de NZA-eenheden
2011
2012
NZA-eenheden gerelateerd aan honorariumtarief:
50.463
52.261
51.838
NZA-eenheden gerelateerd aan kostentarief:
72.715
75.769
76.333
Jaarverslag 2012
11
4.2Verrichtingen histologie 4.2.1 Verrichtingen histologie voor het Martini Ziekenhuis De verrichtingen voor het Martini Ziekenhuis zijn stabiel ten opzichte van 2011. Opvallend is een stijging voor de specialismen longgeneeskunde en KNO.
Aanvragend specialisme Martini Ziekenhuis
2010
2011
2012
Cardiologie Chirurgie Dermatologie Maag-, Darm-, Leverziekten Gynaecologie Intensive Care Interne Geneeskunde Keel-, Neus-, Oorheelkunde Kindergeneeskunde Longgeneeskunde
4 3.987 3.132 2.439 1.559 5 1.251 311 19 269
5 4.240 3.576 2.329 1.548 2 1.100 359 21 326
5 4.191 3.481 2.305 1.682 4 1.224 412 13 395
Mond-, Kaak-, Aangezichtschir.
159
184
175
Neurochirurgie Neurologie Orthopedie Oogheelkunde Plastische Chirurgie Radiotherapie Revalidatiearts Reumatologie Urologie Radiologie* Extern
186 11 220 32 1.743 1 1.073 4 -
159 7 190 17 2.055 2 1.194 5 -
141 9 224 26 2.016 8 1 3 1.123
Totaal
16.405
17.319
17.517
Jaarverslag 2012
76
12
4.2.2 Verrichtingen histologie voor het Wilhelmina Ziekenhuis Onderstaande tabel toont de verrichtingen voor de diverse inzendende specialismen van het Wilhelmina Ziekenhuis Assen. Ten opzichte van 2011 is er in 2012 een daling van het aantal verrichtingen van 5,2%, in het bijzonder voor het specialisme gynaecologie. Aanvragend specialisme Wilhelmina Ziekenhuis Assen
2010
2011
2012
Cardiologie Chirurgie Dermatologie Gastro-enterologie Gynaecologie Interne Geneeskunde Kaakchirurgie Keel-Neus-Oorheelkunde Kindergeneeskunde Longgeneeskunde Neurologie Neurochirurg Oogheelkunde Orthopedie Radiologie Reumatologie Revalidatie Urologie
1.797 2.424 165 1.021 1.199 206 150 5 98 3 26 68 4 0 535
1 1.939 2.603 178 1.063 1.185 242 139 5 134 3 12 85 1 1 1 535
1.800 2.735 133 882 1.097 231 148 123 3 12 80 1 2 458
Totaal
7.702
8.127
7.706
4.2.3 Histologische verrichtingen voor de eerstelijn Kleine chirurgische verrichtingen worden in toenemende mate door huisartsen verricht. De werkbelasting van deze vorm van diagnostiek is, in vergelijking met de werkbelasting gerelateerd aan de klinische/poliklinische diagnostiek, beperkt. De diagnostiek voor huisartsen is voor een laboratorium voor pathologie belangrijk om een goede mix te houden tussen het aantal verrichtingen en de daadwerkelijke werkbelasting. Het laboratorium concurreert hiermee met in de regio actieve, landelijk opererende laboratoria die zich uitsluitend richten op de eerstelijnsdiagnostiek en zich niet bezighouden met de arbeidsintensieve, dure, ziekenhuisgerelateerde diagnostiek. De RVE Pathologie heeft een uitgebreid programma, gericht op het faciliteren, optimaal organiseren en veilig transporteren van materiaal voor de eerstelijnsdiagnostiek. In totaal participeren 446 huisartsen/instellingen in de provincies Groningen en Drenthe in het huisartsenprogramma. In 2012 is er sprake van een daling van 2,7%. Huisartsen
2010
2011
2012
Histologische verrichtingen
7.649
7.603
7.398
Totaal aantal histologische verrichtingen
31.795
33.049
32.622
Aandeel huisartsendiagnostiek
24%
23%
22%
Jaarverslag 2012
13
4.2.4
Relatie tussen histologische verrichtingen en werkbelasting: cassettes
De werkbelasting die samenhangt met de histologische verrichtingen wordt slechts deels bepaald door de eerder genoemde inzendingen. Een inzending is gedefinieerd als een inzending van één patiënt in verband met één ziekte op één bepaalde dag. Deze kan dus sterk variëren van een klein biopt tot bijvoorbeeld een totale maagresectie met lymfeklieren. Ook in de gewogen CTG verrichtingen wordt hierin overigens geen onderscheid gemaakt. Al deze verschillende inzendingen worden in het laboratorium histologisch bewerkt. In het kader van deze bewerking wordt weefsel ingebed in paraffine (cassettes). Het aantal bewerkte cassettes is dus een andere, betere maat voor de werkbelasting. Er worden in toenemende mate grotere, chirurgische resectiepreparaten onderzocht (mamma, colon/rectum), waarbij relatief veel weefsel onderzocht wordt en veel cassettes bewerkt moeten worden. De afgelopen jaren is er sprake van een stijging van het aantal cassettes, en geringe stijging van aantal cassettes per inzending.
2010
2011
2012
Aantal histologische onderzoeken
31.795
33.049
32.622
Aantal cassettes
77.401
84.666
91.033
Aantal cassettes per onderzoek
2,4
2,6
2,8
Bij een beperkt deel (in 2012 11,6%) van het aantal inzendingen, vrijwel uitsluitend grote chirurgische resectiepreparaten, wordt meer dan vijf weefselcassettes gemaakt. Deze 11,6% van de inzendingen leidt tot 45,3% van het totale aantal te bewerken cassettes op het laboratorium voor histologie. 4.2.5
Relatie tussen histologische verrichtingen en werkbelasting: microscopische preparaten
Van de weefselcassettes worden op het laboratorium voor histologie microscopische coupes gesneden. Het aantal coupes is slechts gedeeltelijk afhankelijk van het aantal cassettes. Bij een ingewikkeldere vraagstelling kan de patholoog niet volstaan met één microscopische coupe per cassette. Onderzoek op meer niveaus, extra kleuringen - zowel histochemisch als immunohistochemisch - kunnen noodzakelijk zijn om tot een weefseldiagnose te komen.
2010
2011
2012
Aantal histologische onderzoeken
31.795
33.049
32.622
Aantal histologie coupes
109.087
120.878
130.105
Aantal coupes per onderzoek
3,5
3,7
4
Bij een beperkt deel van het aantal inzendingen, 13,8% worden meer dan 7 coupes gemaakt. Deze 13,8% van de inzendingen leidt tot 48% van het totale aantal gemaakte en te beoordelen microscopische preparaten op het histologisch laboratorium. Het betreft hier in het bijzonder kleine diagnostische biopten, verrichtingen in het kader van hematopathologie en speciële chirurgische resectiepreparaten.
Jaarverslag 2012
14
4.2.6
Histochemische bepalingen
De standaard histochemische kleuring op microscopische preparaten van paraffine coupes is de Haematoxyline-Eosine kleuring (H&E). Deze kleuring wordt zowel protocollair verricht als ook op navraag, naar aanleiding van het initiële onderzoek door de beoordelende patholoog.
Haematoxyline-Eosine kleuring
2010
2011
2012
He He ontvet He ontkalken Vriescoupe HE Vries HE Stoof HE He dieper Niveaus dieper Grof op Serie
73.467 675 729 303 118 685 109 4.986 2.160 798
81.603 45 708 328 158 580 148 9.011 2.996 428
97.655 734 336 141 617 117 6.717 3.340 268
Totaal
84.030
96.005
109.925
Ook kunnen gespecialiseerde histochemische kleuringen worden verricht. Een beperkt aantal van deze kleuringen wordt protocollair verricht, op basis van de aard van het weefsel of de vraagstelling. Met behulp van deze technieken worden diverse bestanddelen van weefsels en/of cellen specifiek aangekleurd. Andere, meer gespecialiseerde, kleuringen worden echter pas op indicatie verricht naar aanleiding van een navraag van de beoordelende patholoog. De histochemische kleuringen zijn, met uitzondering van de Acetylcholinesterase, Giemsa en Leder kleuring, verricht met behulp van een automatische kleurmachine (DAKO Artisan™).
Histochemische kleuringen
2010
2011
2012
Acetyl Cholinesterase Alcian Blue met Hyaluronidase Alcian Blue Congo-rood EvG-Verhoeff Giemsa Gomori Grocott IJzer Perls Leder Masson Trichroom Methenamine zilver (Jones) Muci Karmijn Pas Pas Diastase Ziehl Nielsen
4 1 167 100 220 6.727 374 44 421 317 48 100 12 1.630 2.801 55
10 256 83 220 6.463 382 35 361 301 60 163 6 1.637 2.480 54
8 339 103 191 6.249 493 68 480 387 76 181 6 2.809 2.392 68
Totaal
13.021
12.511
13.850
Jaarverslag 2012
15
4.2.7
Immunohistochemie
Immunohistochemisch onderzoek wordt vooral gebruikt in de diagnostiek van oncologische processen. Het wordt gebruikt voor het vaststellen van de aard van de tumor, de subtypering op basis van differentiatie markers en de prognostisch en/of therapeutisch relevante expressiepatronen van eiwitten. Door ontwikkelingen in inzichten, de beschikbaarheid van antilichamen en steeds specifiekere vraagstellingen op kleine hoeveelheden materiaal, is er de afgelopen jaren een constante toename van het aantal immunohistochemische verrichtingen zichtbaar. In 2012 werden in totaal 13.003 verschillende immunohistochemische kleuringen verricht. Dit is een gemiddelde van 4 kleuringen per verrichting waarop immunohistochemisch onderzoek werd aangevraagd. Dit aantal immunohistochemische kleuringen per inzending is al jaren vrij stabiel. Wel is er sprake van een geleidelijke toename van het aantal onderzoeken waarop immunohistochemisch onderzoek wordt verricht. Dit is, in vergelijking met andere laboratoria, nog steeds een laag percentage. Hierdoor blijven de kosten voor de inzendende ziekenhuizen en patiënten/verzekeraars beperkt. Stijgingen zijn voornamelijk te zien in de immunohistochemische kleuringen die specifiek worden ingezet in de hematodiagnostiek en longpathologie. Eerstgenoemde stijging kan goed verklaard worden door het overnemen van de hematodiagnostiek van het lab. SSZOG (Winschoten/Delfzijl en Stadskanaal) per september 2012. De stijging van immunohistochemische bepalingen ten behoeve van longpathologie kan verklaard worden door meer inzendingen en specifiekere vraagstellingen waarin immunohistochemie volgens landelijke richtlijnen dient te worden uitgevoerd (zie 4.2.1) Het immunohistochemisch onderzoek is verricht met behulp van een automatische immunostainer (DAKO Autolink™), waarbij gebruik wordt gemaakt van ready-to-use primaire antilichamen.
Immunohistochemie
2010
2011
2012
Aantal histologie onderzoeken met immunohistochemisch onderzoek
2.748
3.041
3.187
immunohistochemie / totaal aantal histologie onderzoeken
8,70%
9,20%
9,80%
Jaarverslag 2012
16
Immunohistochemische 2011 kleuringen
2012
AE 1/AE3 AFP Caldesmon Actine SM Alk-1 Amyloid AA Bcl-2 Bcl-6 Ber EP 4 Beta HCG C1q FITC C3 FITC Calcitonine Calretinine Cam 5.2 CD 10 CD 117 CD 138 CD 15 (LEU) CD 20 (L26) CD 21 CD 23 CD 3 CD 30 CD 31 CD 34 CD 35 CD 4
2.413 9 23 115 7 4 120 149 162 0 48 132 6 86 85 171 112 201 37 454 137 158 478 104 37 244 2 29
2.379 8 22 114 3 2 123 127 125 13 41 145 12 63 158 157 167 155 19 378 136 139 453 101 42 224 3 21
OC 125
22
Chromogranine CK 19 CK 20 CK 5/6 CK 7 Cycline D1 Desmine E-cadherine EMA GFAP Her2neu HMB-45 HM-CK IgA pl IgA-FITC IgG pl IgG-FITC IgM pl IgM-FITC Kappa pl Kappa FITC Ki 67 (K.3) Lambda pl Lambda FITC MPO Melan A Myo D1 NF Oestrogeen receptor
2011
2012
66 12 280 264 359 113 87 162 63 49 514 16 11 12 145 12 145 12 145 136 41 256 137 41 11 349 5 5
46 13 307 265 363 129 85 140 62 46 554 23 50 3 131 3 132 4 131 164 48 288 165 48 7 324 3 2
591
653
CD 45 (LCA)
53
63
P16
CD 5
164
195
45
22
P53
60
64
PLAP Progesteronreceptor
537
537
P63
481
623
PSA
75
50
CD 56 CD 57 CD 61 CD 68 CD 79A CD 8 TTF-1 CEA-mono CEA-poly
99 4 40 73 153 31 239 103 8
101 2 40 64 142 26 254 111 14
S100 Synapto Thyreoglob TdT Vimentine WT-1
607 93 13 14 73 21
630 122 16 4 70 82
12.355
13.003
Totaal
Jaarverslag 2012
37
17
4.2.8
Moleculaire diagnostiek
In 2012 zijn op indicatie complexe en eenvoudige moleculaire bepalingen uitgevoerd. De complexe, moleculaire bepalingen betroffen K-Ras, EGFR en BRAF mutatie analyses. Dit complexe, moleculaire onderzoek is verricht in het CCKL/ISO gecertificeerde laboratorium voor Moleculaire Pathologie van het UMCG (o.l.v. prof. dr. E. Schuuring, moleculair bioloog). Er wordt maar liefst een stijging van 145% gezien.
Type bepaling
2010
2011
2012
K-Ras mutatie bij coloncarcinoom - waarvan wild type - waarvan gemuteerd - waarvan onvoldoende materiaal
19 6 13 -
25 16 6 3
26 18 7 1
BRAF mutatie bij coloncarcinoom - waarvan mutaties - waarvan wiildtype - waarvan onvoldoende materiaal
-
-
9 1 8 -
EGFR-mutatie bij longcarcinoom - waarvan activerende mutaties - waarvan gelijktijdige K-Ras mutaties - waarvan wild type - waarvan onvoldoende materiaal
24 2 0 21 1
62 6 1 51 5
66 8 1 54 4
K-Ras-mutatie bij longcarcinoom - waarvan K-Ras mutaties - waarvan wild type
24 8 13
62 19 32
62 18 44
BRAF mutatie bij longcarcinoom - waarvan mutaties - waarvan wild type
58 0 58
Clonaliteitsbepalingen lymfoom Overige
3 2
2 1
0 5
Totaal
48
90
221
Jaarverslag 2012
18
In 2012 zijn op indicatie complexe en eenvoudige moleculaire bepalingen uitgevoerd. Deze zijn deels uitgevoerd in het UMCG; in situ hybridisatie op de aanwezigheid van Her2neu gen amplificaties met behulp van FISH is uitgevoerd in het Martini Ziekenhuis. 2010
2011
2012
Her2neu CISH bepalingen -waarvan geamplificeerd -waarvan niet-geamplificeerd
89
125
137
Maligne lymfoom (EBER) Overig
6 4
3 1
6 1
Totaal
123
129
144
44 45
76 49
78 59
De eenvoudig moleculaire bepaling van het hr-HPV wordt beschreven in hoofdstuk 4.5. 4.2.9 Vriescoupediagnostiek In het kader van de spoeddiagnostiek tijdens operaties worden vriescoupes vervaardigd. De afgelopen jaren is een geleidelijke daling zichtbaar van het aantal vriescoupes voor met name het specialisme Gynaecologie. Dit hangt samen met het concentreren van de ovarium oncologie in het UMCG.
Aanvragend specialisme Martini Ziekenhuis
2010
2011
2012
Chirurgie Dermatoloog Gynaecologie Internist Keel-neus-oorheelkunde Neurochirurgie Orthopedie Plastische Chirurgie Urologie
102 1 32 1 9 48 12 10
83 15 8 35 1 17 11
83 2 13 8 10 22 16
Aanvragend specialisme Wilhelmina Ziekenhuis
2010
2011
2012
Chirurgie Gynaecologie Urologie
13 -
6 -
6 -
Totaal
228
176
160
4.3Verrichtingen cytologie 4.3.1.
Verrichtingen algemene cytologie voor het Martini Ziekenhuis
Het aantal niet-gynaecologische, cytologische verrichtingen vertoonde de afgelopen jaren een geleidelijke daling. Ten opzichte van 2011 is het aantal onderzoeken in 2012 met 6% afgenomen.
Jaarverslag 2012
19
Aanvragend specialisme Martini Ziekenhuis
2010
2011
2012
Cardiologie Chirurgie Dermatologie Geriatrie Gynaecologie Intensive Care Interne Geneeskunde Kaakchirurgie Keel-,Neus-,Oorheelkunde Kindergeneeskunde Longgeneeskunde Maag-,Darm-,Leverartsen Neurochirurgie Neurologie Oogheelkunde Orthopedie Overigen Plastische Chirurgie Radiologie Reumatologie Revalidatie Urologie
22 579 1 1 384 20 261 3 35 13 617 115 3 33 13 2 6 2272
19 749 2 144 26 257 10 40 1 631 95 2 42 1 6 4 4 2363
15 748 1 2 104 29 251 5 35 3 656 61 5 50 15 7 4 2250
Eerstelijn / instellingen
116
113
174
Totaal
4.496
4.509
4.241
Jaarverslag 2012
20
4.3.1.
Verrichtingen algemene cytologie voor het Wilhelmina Ziekenhuis
Aanvragend specialisme Wilhelmina Ziekenhuis
2010
2011
2012
Cardiologie Chirurgie Dermatologie Gynaecologie Interne Geneeskunde Kaakchirurgie Keel-,Neus-,Oorheelkunde Kindergeneeskunde Longgeneeskunde Maag-,Darm-,Leverartsen Neurologie Neurochirurgie Oogheelkunde Orthopedie Radiologie Reumatologie Revalidatie Urologie
3 204 75 73 28 29 221 10 18 2 23 372
4 205 69 76 38 21 218 15 9 1 14 272
2 189 55 88 26 26 226 9 10 1 17 1 304
Totaal
1.058
942
954
Jaarverslag 2012
21
4.3.3 Cytochemische kleuringen De standaard kleuring op microscopische preparaten van cytologische preparaten is de PAP of Giemsa kleuring. Ook kunnen gespecialiseerde histochemische kleuringen worden verricht. Een beperkt aantal van deze kleuringen wordt protocollair verricht, op basis van de aard van het weefsel of de vraagstelling. Met behulp van deze technieken worden diverse bestanddelen van weefsels en/of cellen specifiek aangekleurd. Andere, meer gespecialiseerde, kleuringen worden echter pas op indicatie verricht naar aanleiding van een navraag van de beoordelende patholoog. De histochemische kleuringen werden, met uitzondering van de Giemsa-kleuring, verricht met behulp van een automatische kleurmachine.
Cytochemische kleuringen Speciële cytologie
2010
2011
2012
Giemsa Giemsa spoed Grocott PAP Pas Ziehl Nielsen
5.736 408 12 5.401 1.351 4
5.190 739 8 4.818 1.159 2
4.908 856 19 4.596 1.151 4
Cytochemische kleuringen Cervixcytologie
2010
2011
2012
Pap
21.009
21.938
21.807
Totaal
33.921
33.854
33.341
4.4Gynaecologische cytologie In 2012 is gynaecologisch cervixcytologisch onderzoek verricht in het kader van het Bevolkingsonderzoek Baarmoederhalskanker en op indicatie (vervolgonderzoek na afwijkingen aangetroffen in het bevolkingsonderzoek en/of gynaecologische klachten of symptomen). Begin 2008 is het routinematige gebruik van dunne laag cytologie geïntroduceerd (Thinprep™). Hierbij wordt het afgenomen uitstrijkmateriaal niet meer op een glaasje uitgestreken, maar uitgeschud in een fixatievloeistof. De opbrengst in termen van het aantal gedetecteerde afwijkende cellen is gelijk, maar er is een afname van het aantal onbeoordeelbare uitstrijkpreparaten. Dit doordat de kritische stap van het tijdig fixeren van de uitstrijk wordt geëlimineerd. In 2012 is 100% van alle cervixcytologie-onderzoeken bewerkt met behulp van dunne laag cytologie. Het aantal onbeoordeelbare uitstrijken is sterk afgenomen: in 2012 zijn dat er 379 (1,8%).
Jaarverslag 2012
22
Onderstaande tabel geeft verdeeld over BVO en indicatie cytologie de verschillende Pap-classificaties weer over 2012 Pap classificatie
Kopac
Omschrijving
BVO
%
Indicatie %
PAP 0
Onvoldoende kwaliteit
282
1,81%
97
PAP 1
Geen afwijking 14.830
95,36% 4.421
86,84%
259
1,67%
319
6,27%
0 78 5 62 4 1
0,00% 0,50% 0,03% 0,40% 0,03% 0,01%
4 143 7 48 2 3
0,08% 2,81% 0,14% 0,94% 0,04% 0,06%
36 0 2
0,23% 0,00% 0,01%
43 5 4
0,84% 0,10% 0,08%
0 0
0,00% 0,00%
0 0
0,00% 0,00%
0 0 0 0
0,00% 0,00% 0,00% 0,00%
2 4 1 0
0,04% 0,08% 0,02% 0,00%
P1A1A2C1 Enkele atypische cellen
PAP 2 P2/3C3
Geringe/matige dysplasie
PAP 3a A3 P4 C4 P5 C5 A4/5
Ernstige dysplasie
PAP 3b P6 A6 C6
Carcinoma in situ
PAP 4 P7 C7
Invasief carcinoom
PAP 5 P8/9 A7 A8 C9 Totaal
4.4.1
1,91%
15.551
5.091
Bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker 2012
Voor een uitvoerige analyse van de gynaecologische cytologie, verricht in het kader van het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker, wordt verwezen naar de jaarlijkse regionale rapportage opgesteld door de Regionaal Coördinerend Patholoog; mr. dr. J.E. Boers, patholoog in Zwolle. Van de in totaal 15.551onderzochte uitstrijkpreparaten in 2012 zijn er 282( 1.8%) afgekeurd op grond van onvoldoende beoordeelbaarheid. In 3.178 (20.4%) van de 15.551onderzochte uitstrijkpreparaten zijn geen endocervicale cellen aangetroffen. 4.4.2 Indicatie cervixcytologie 2012 Van de in totaal 5.091 onderzochte uitstrijkpreparaten in 2012 zijn 97(1,9%) afgekeurd op grond van onvoldoende beoordeelbaarheid. In 759 (14,9%) van de 5.091 onderzochte uitstrijkpreparaten zijn geen endocervicale cellen aangetroffen.
Jaarverslag 2012
23
4.4.3 Hoog risico Humaan Papilloma Virus-bepaling (Hr-HPV) In 2012 zijn 650 HrHPV-bepalingen verricht bij indicatie cervixcytologie. Het humane papilloma virus (HPV) is verantwoordelijk voor het ontstaan van baarmoederhalskanker. Vooral een aantal subtypen van dit virus, de zogenaamde Hoog risico (High risk) subtypen, zijn geassocieerd met de ontwikkeling van kanker. Het risico neemt vooral toe als het virus langdurig aanwezig is en niet door het immuunsysteem van vrouwen wordt geneutraliseerd. Door in het uitstrijkmateriaal de aanwezigheid van het HrHPV vast te stellen, kan in combinatie met aanwezige celafwijkingen (Pap 2 en Pap 3a gering) een beter advies worden gegeven voor een vervolgtraject. In de follow-up uitstrijk wordt, naast de cytologische beoordeling, geadviseerd de HrHPV-status te bepalen. Op geleide van een negatieve HrHPV-status kunnen vrouwen dan vroegtijdig terugverwezen worden naar het BVO (Pap 1) of een herhaaladvies krijgen in plaats van een te vroege verwijzing naar de gynaecoloog. Deze indicatiestelling is landelijk vastgesteld door de Nederlandse Vereniging voor Pathologie, in nauw overleg met het Nederlands Huisartsengenootschap. Het moleculair onderzoek op de aanwezigheid van HrHPV wordt verricht in het CCKL/ISO gecertificeerde laboratorium voor Moleculaire pathologie van het UMCG (hoofd: prof. dr. E. Schuuring, moleculair bioloog). Er wordt gebruikgemaakt van de Hybrid Capture-HPV DNA-test. Dit is een kwantitatieve test op de aanwezigheid van het HrHPV DNA. Deze test is niet gebaseerd op PCR technologie en wordt dus uitgevoerd zonder voorafgaande vermeerdering van het DNA van het HPV. 4.4.3.1 HrHPV verrichtingen 2012 Voor de eerstelijn zijn in 2012 567 HrHPV-bepalingen verricht. Hiervan waren 253 HrHPV positief en 314 HrHPV negatief. Voor de gynaecologen zijn in 2012 83 HrHPV-bepalingen verricht. Hiervan waren 28 HrHPV positief en 55 HrHPV negatief. Van de in totaal 281 positieve HrHPV-bepalingen in 2012 was bij 134 (47,7%) sprake van een Pap1 cervixcytologie. Van de 368 negatieve HrHPV-bepalingen in 2012 was bij 43 (11,6%) sprake van een Pap2 (n=38), Pap3a (n=6) cervixcytologie.
Jaarverslag 2012
24
4.5Obducties (post mortaal onderzoek) Het aantal obducties in zowel het Martini Ziekenhuis als het Wilhelmina Ziekenhuis is beperkt. Obductie blijft een belangrijk instrument in het kader van de kwaliteitsborging van de specialistische en algemene medische zorg, in het bijzonder in een groot opleidingsziekenhuis. Het aantal obducties blijft in het Martini Ziekenhuis achter bij dat in andere, grote opleidingsziekenhuizen. In het kader van het huisartsenprogramma wordt aan de deelnemende huisartsen ook dienstverlening op het gebied van obducties aangeboden. De kosten, inclusief de kosten voor het vervoer naar het mortuarium van het Martini Ziekenhuis, zijn voor rekening van de RVE Pathologie. In 2012 is beperkt gebruikgemaakt van deze faciliteit.
Aanvragend specialisme Martini Ziekenhuis
2010
2011
2012
Cardiologie Chirurgie Gynaecologie/Verloskunde* Intensive Care Interne Geneeskunde Kindergeneeskunde Longziekten Maag-,Darm-, Lever Neurochirurgie Neurologie Orthopedie Overige specialismen Urologie Huisartsen
5 5 9 3 14 2 1 2 5
3 6 11 10 6 4 1 1 5
5 3 14 3 8 3 1 1 1 9
Totaal
46
47
48
Aanvragend specialisme Wilhelmina Ziekenhuis
2010
2011
2012
Cardiologie Chirurgie Gynaecologie/Verloskunde* Interne Geneeskunde Longziekten Neurologie Urologie
5 3 8 7 2 1 -
2 8 9 1 1
7 5 5 -
Totaal
26
21
17
* Obducties verricht voor de specialismen Gynaecologie en Verloskunde betreffen uitsluitend intra-uterien en perinataal overleden neonaten.
Jaarverslag 2012
25
5 Kwaliteitsindicatoren De RVE Pathologie kent kwantitatieve en kwalitatieve kwaliteitsindicatoren. De voornaamste kwantitatieve parameter is de verwerkingstermijn; de tijd tussen het tijdstip van in bewerking nemen van het materiaal en de tijd waarop een geautoriseerde uitslag beschikbaar is. De kwantitatieve kwaliteitsindicatoren, in het bijzonder de kwaliteit van diagnoses, kan op diverse wijzen worden weergegeven. Onderstaande paragrafen representeren een aantal verschillende vormen van intercollegiale toetsing, de histologische follow-up van vriescoupe diagnostiek, en de cytologie-histologie correlatie. Als laatste worden de overige inspanningen op het gebied van kwaliteit weergegeven. 5.1Verwerkingstermijnen 2012 kenmerkt zich door een stabiele doorloopsnelheid op een hoog niveau. Dit geldt voor de verwerkingstermijn van alle verrichtingen. Er zijn geen verschillen waarneembaar voor diagnostiek voor het Wilhelmina Ziekenhuis en het Martini Ziekenhuis. De snellere doorlooptijd van de histologische onderzoeken voor de eerstelijn weerspiegelt de relatieve eenvoud van het ingezonden materiaal. De doelstelling 90% verslagen en geautoriseerd binnen vijf werkdagen na ontvangst is gehaald. Blijvende aandacht is nodig voor het aantal histologie nummers dat na één, respectievelijk twee werkweken nog niet is afgewerkt. Hier zit echter wel een dalende trend in. De doorloopsnelheid van obducties verdient ook blijvende aandacht. De doelstelling 95% van de obductieverslagen te autoriseren binnen dertig werkdagen na ontvangst wordt niet gehaald. Deels is dit te verklaren door het uitbesteden van perinatale obducties naar elders, hetgeen een negatief effect heeft op de doorlooptijd. 5.1.1 Histologie Martini Ziekenhuis Het aantal (cumulatief %) geautoriseerde uitslagen histologie in dagen na ontvangst (dag 0).
2010
2011
2012
absoluut
cum
absoluut
cum
Absoluut
cum
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 >10
43 8.647 5.096 1.459 675 243 111 36 24 23 16 32
0% 52% 84% 93% 97% 99% 99% 99% 100% 100% 100% 100%
23 8.752 5.497 1.627 802 314 166 59 29 19 12 22
0% 51% 82% 92% 96% 98% 99% 100% 100% 100% 100% 100%
27 8.631 5.293 1.795 883 421 196 72 44 37 15 27
0% 50% 80% 90% 98% 98% 99% 99% 100% 100% 100% 100%
Totaal
16.405
Jaarverslag 2012
17.322
17.441
26
5.1.2 Histologie Wilhelmina Ziekenhuis Assen Het aantal (cumulatief %) geautoriseerde uitslagen histologie in dagen na ontvangst (dag 0). Dag
2010 absoluut
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 >10
23 4338 2260 613 276 87 41 30 15 5 7 7
Totaal
7.702
cum.
2011 absoluut
0% 57% 86% 94% 98% 99% 99% 100% 100% 100% 100% 100%
8 4634 2227 718 318 118 40 26 13 6 5 13
cum.
2012 absoluut
cum.
0% 57% 85% 93% 97% 99% 99% 100% 100% 100% 100% 100%
9 4275 2065 730 346 149 78 29 5 12 3 5
0% 56% 82% 92% 98% 98% 99% 100% 100% 100% 100% 100%
8.126
7.706
5.1.3 Histologie eerstelijn Het aantal (cumulatief %) geautoriseerde histologie-uitslagen in dagen na ontvangst (dag 0). 2010
2011
2012
absoluut
cum
absoluut
cum
Absoluut
cum
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 >10
35 6.070 1.168 254 68 38 16 9 13 5 5 5
0% 79% 95% 98% 99% 99% 97% 100% 100% 100% 100% 100%
6 5.960 1.022 306 152 84 32 13 10 8
0% 78% 92% 96% 98% 99% 99% 100% 100% 100%
6
100%
6 5.954 829 303 153 89 27 18 5 4 3 7
0% 81% 92% 96% 98% 99% 99% 100% 100% 100% 100% 100%
Totaal
7.681
Jaarverslag 2012
7.604
7.398
27
5.1.4 Cytologie Martini Ziekenhuis Het aantal (cumulatief %) geautoriseerde cytologie-uitslagen in dagen na ontvangst (dag 0). Dag
2010 absoluut
cum
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 >10
203 2.037 1.895 180 38 18 1 4 1 2 1
5% 51% 94% 99% 99% 99% 100% 100% 100% 100% 100%
Totaal
4.380
2011 absoluut
cum
2012 absoluut
383 1.996 1.790 153 48 16 6 1
9% 54% 95% 98% 99% 100% 100% 100%
422 1.824 1.742 157 55 25 11 3
2 4.393
cum 10% 53% 94% 98% 98% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100%
4.237
5.1.5 Cytologie Wilhelmina Ziekenhuis Assen Het aantal (cumulatief %) geautoriseerde cytologie-uitslagen in dagen na ontvangst (dag 0). Dag
2010 absoluut
cum
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
12 310 656 47 19 7 2 3 1
1% 30% 92% 97% 99% 99% 99% 100% 100%
1
100%
Totaal
1058
Jaarverslag 2012
2011 absoluut
cum
13 269 597 41 20 6
1% 30% 93% 97% 99% 100%
946
2012 absoluut
cum
8 285 575 53 22 5 3 1 1 1
0% 29% 89% 94% 96% 100% 100% 100% 100% 100%
954
28
5.1.6 Cervixcytologie 2012 (Indicatie en Bevolkingsonderzoek (BVO)) Het aantal (cumulatief %) geautoriseerde cervixcytologie-uitslagen in dagen na ontvangst (dag 0). Indicatie cervix cytologie gynaecologen
BVOcervix cytologie
Indicatie cervix cytologie huisartsen
absoluut cum.
absoluut
cum.
absoluut
Cum.
absoluut
cum.
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
129 359 4089 4111 1867 1141 481 83 47 5 1
303 1313 961 342 122 53 24 9 2 0 2
10% 52% 82% 93% 97% 99% 100% 100% 100% 100% 100%
48 1105 523 209 62 11 3 2 0 1 0
2% 59% 85% 96% 99% 100% 100% 100% 100% 100% 100%
478 6020 5576 4652 2050 1207 508 94 49 6 3
2% 31% 58% 81% 91% 97% 99% 100% 100% 100% 100%
Totaal
15.551
1% 24% 50% 77% 89% 96% 99% 100% 100% 100% 100%
3.131
Totaal cervixcytologie
1.964
20.643
5.1.7 Obducties Het aantal (cumulatief %) geautoriseerde obductie-uitslagen in weken. Week
2010 absoluut
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 >10
16 25 15 9 0 4 2 1
Totaal
72
cum
2011 absoluut
cum
22% 57% 78% 90% 90% 96% 99% 99% 99% 99% 100%
13 16 6 9 8 7 3 3 1 1 1
19% 43% 51% 65% 76% 87% 91% 96% 97% 99% 100%
68
2012 absoluut 10 14 7 3 7 13 4 4 2 1
cum 19% 43% 51% 65% 76% 87% 91% 96% 97% 99% 100%
65
5.2Intercollegiale toetsing 5.2.1 Multidisciplinaire patiëntbesprekingen De RVE Pathologie participeert in veel multidisciplinaire patiëntenzorg-, opleidings-, en onderwijsbesprekingen in het Martini Ziekenhuis en het Wilhelmina Ziekenhuis in Assen. Deze multidisciplinaire besprekingen zijn belangrijke momenten voor intercollegiale toetsing en contacten tussen aanvragende specialismen en pathologen. In 2012 zijn tijdens deze besprekingen 4787 onderzoeken van patiënten besproken, waarvan sommigen meerdere malen. Dit is een stijging van 15%. Jaarverslag 2012
29
5.2.2.
Interne revisies
Bij histologisch en cytologisch onderzoek is van veel patiënten al eerder materiaal onderzocht. Vooral bij mogelijke discrepanties wordt het materiaal intern gereviseerd. Interne revisie histologie en cytologie
2010
2011
2012
aantal concordante interne revisies
475
512
594
aantal discordante interne revisies
12
18
12
Totaal aantal revisies
487
530
606
5.2.3 Externe revisies Externe revisies zijn revisies op initiatief van derden. Via andere laboratoria voor pathologie worden cytologische of histologische preparaten opgevraagd van patiënten die inmiddels in het andere ziekenhuis worden behandeld. Ook vinden revisies plaats in het kader van klinisch genetisch onderzoek en in het kader van patiëntendeelname in klinisch (oncologisch) onderzoek. De meeste revisies zijn verricht door pathologen werkzaam in de Afdeling Pathologie van het UMCG (hoofd: prof. dr. W. Timens). Externe revisies histologie en cytologie in
2010
2011
2012
aantal concordante revisies aantal discordante revisies
396 9
400 8
448 4
Totaal aantal revisies
405
407
449
In 2012 was in 0,25% van de externe revisies sprake van een discordante uitslag. In 2012 betreft het de volgende casuïstiek. Aard materiaal
uitslag
revisie uitslag
lymfklier
reactief
maligne lymfoom Tcel / histiocytenrijk B-cel lymfoom
endometriumcarcinoom graad 2
graad 3
schildklier
folliculair schildkliercarcinoom
folliculaire variant papillair schildkliercarcinoom
vulvabiopt
VIN-1
VIN-3
Jaarverslag 2012
30
5.2.4 Consulten Consulten worden aangevraagd op initiatief van de beoordelende patholoog. De reden kan twijfel zijn over de diagnose of - in het bijzonder bij zeldzame(re) diagnose - behoefte aan een expertdiagnose ter ondersteuning van de eigen diagnose. In 2012 is van 26 patiënten materiaal aangeboden aan genoemde collegae, vanwege hun bijzondere expertise. Consulent prof. Dr. P.M. Kluin en Drs. S. Rosati, UMC Groningen dr. W. den Dunnen, UMC Groningen prof. Dr. W.J. Mooij, VUMC Amsterdam prof. Dr. H. Hollema, UMC Groningen prof. Dr. A.S.H Gouw, UMC Groningen dr. J. Wesseling, NKI Amsterdam dr. M. den Bakker, EU Rotterdam prof Rosai, Milaan
Aandachtsgebied
2012
Hematopathologie Neuropathologie Melanocytaire afwijkingen Gynaecopathologie Lever Mammapathologie Longpathologie Schildklier
3 5 5 4 1 3 1 4
5.2.5 Panels De RVE Pathologie heeft in 2012 materiaal ingestuurd naar het landelijke Mesotheliomen Panel (Nederlands Kanker Instituut; prof. dr. M.J. van de Vijver) en de landelijke beentumoren commissie. Materiaal met de diagnose maligne lymfoom of leukemie wordt, als er sprake is van een bijzondere casus, ingebracht in het Lymfomen Panel Noord Nederland. Weke delen tumoren (maligne en bijzondere vormen van goedaardige tumoren) worden, als er sprake is van een bijzondere casus, besproken in de werkgroep Weke Delen Tumoren Noord Nederland. In 2012 zijn 5 casussen voorgelegd aan de landelijke beentumoren commissie. In 2012 zijn 7 casussen voorgelegd aan de landelijke mesotheliomen werkgroep. In 2012 zijn 21 casussen besproken in de regionale werkgroep Weke Delen pathologie. In 2012 zijn 12 casussen besproken in het regionale Lymfomenpanel. In 2012 zijn 29 casussen besproken in het regionale Melanomenpanel.
5.3
Kwaliteitsindicatoren Oncologie
In 2012 is gebruikgemaakt van gestructureerde protocollaire verslaglegging via de Palga Protocol Module. Het betreft landelijk vastgestelde protocollen volgens de CBO/IKNL-richtlijnen. Naast eenduidige, gestructureerde verslaglegging is het mogelijk de vastgelegde gegevens te extraheren voor nadere analyse. Gestructureerde verslaglegging vindt plaats voor de volgende resectiepreparaten: mammaresecties wegens maligniteit schildwachtklierprocedure bij mammacarcinoom okselklierdissectie bij mammacarcinoom colon- en rectumresecties wegens maligniteit Hierna worden de resultaten weergegeven, zoals ze geëxtraheerd zijn uit de protocollaire invoer, voor het mamma-, colon- en rectumcarcinoom. 5.3.1
Mamma carcinoom
In 2012 zijn 454 resecties in verband met een mammacarcinoom onderzocht. Bij 382 patiënten was er sprake van een invasief carcinoom, bij 72 patiënten van een in situ carcinoom. Bij 355 patiënten is een lymfklier onderzocht vanwege een schildwachtklierprocedure. In verband met een lymfklier metastase in de oksel, zijn 107 okselklierdissecties onderzocht.
Jaarverslag 2012
31
5.3.1.1 Primaire resecties en radicaliteit bij invasief en in situ mammacarcinoom Type resectie bij invasief carcinoom
2010
2011
2012
Lumpectomie:
135 (42%)
105 (28%)
122 (32%)
Draadgeleide lumpectomie:
61 (19%)
121 (32%)
99 (26%)
Mamma Ablatio:
97 (30%)
119 (31%)
122 (32%)
Mamma Amputatie:
33 (10%)
34 (9%)
39 (10%)
Totaal aantal resecties:
325
379
382
Radicaliteit resectie bij invasief carcinoom
2010
2011
2012
Radicaal
301(92%)
365 (92%)
361 (94%)
Focaal irradicaal
12 (4%)
22 (6%)
17 (4%)
Massaal irradicaal
12 (4%)
10 (3%)
8
Type resectie bij in situ carcinoom
2010
2011
2012
Lumpectomie:
17 (37%)
10 (20%)
20 (28%)
Draadgeleide lumpectomie:
12 (26%)
20 (40%)
20 (28%)
Mamma Ablatio:
17 (37%)
20 (40%)
32 (44%)
Totaal aantal onderzochte resecties
46
50
72
Radicaliteit resectie bij in situ carcinoom
2010
2011
2012
Radicaal
38 (83%)
45 (90%)
62 (86%)
Focaal irradicaal
6 (13%)
3 (6%)
8 (11%)
Massaal irradicaal
2 (4%)
2 (4%)
2 (3%)
Totaal aantal onderzochte resecties
46
50
72
Type tumor (WHO)
2010
2011
2012
Infiltrerend ductaal carcinoom:
255 (79%)
320 (81%)
322 (83%)
Infiltrerend lobulair carcinoom:
51 (16%)
52 (13%)
44 (11%)
Tubulair carcinoom:
8
(3%)
3
(1%)
3
(1%)
Mucineus carcinoom
5
(2%)
15 (4%)
9
(2%)
Overige
6
(2%)
5.3.1.2 Karakteristieken invasief carcinoom
Jaarverslag 2012
11 (3%)
32
Gradering invasief carcinoom
2010
2011
2012
Bloom Richardson Graad 1
41 (13%)
71 (19%)
63 (17%)
Bloom Richardson Graad 2
189 (58%)
207 (55%)
193 (53%)
Bloom Richardson Graad 3
95 (29%)
101 (26%)
108 (30%)
Receptorstatus mammacarcinoom
2010
2011
2012
Hormoonreceptor positief
254 (85%)
323 (85%)
328 (82% )
waarvan ER+ PR+ waarvan ER+ PR waarvan ER- PR+
196 57 1
277 44 2
248 80 0
Hormoonreceptor negatief
44
50
70
Her2neu status positief
42 (15%)
52 (14%)
47 (12%)
waarvan ER/PR +
24
32
29
Triple hormoon en Her2neu negatief
26 (10%)
30 (8%)
18 (5%)
5.3.1.3 Schildwachtklierbiopsie bij mammacarcinoom
Uitkomsten van het schildwachtklier onderzoek
2010
2011
2012
Geen metastasen
188 (64%)
245 (69%)
257 (72%)
Macrometastasen (groter dan 2 mm)
61 (21%)
55 (16%)
53 (15%)
Micrometastase (groter dan 0,2 maar kleiner dan 2 mm)
28 (10%)
30 (8%)
28 (8%)
Geïsoleerde tumorcellen (kleiner dan 0,2 mm) 15 (5%)
24 (7%)
17 (5%)
Totaal aantal onderzoeken
354
355
Jaarverslag 2012
292
33
5.3.1.4 Okselklierdissecties bij mammacarcinoom In 2012 is van 107 patiënten is een okselklierdissectie onderzocht. Bij 51 (48%) is voorafgaand aan de okselklierdissectie een schildwachtklierprocedure verricht. Uitkomsten van het okselklier dissectie onderzoek.
2010
2011
2012
Eerder verrichte schildwachtklierprocedure
82 (58%)
80 (58%)
51 (48%)
Geen metastasen
68 (48%)
54 (39%)
32 (30%)
Macrometastasen (> dan 2 mm)
68 (48%)
82 (59%)
70 (65%)
- waarvan met extranodale groei
12 (18%)
8 (10%)
15 (14%)
Micrometastase (> 0,2 maar < 2 mm)
5 (4%)
3 (2%)
5 (5%)
Totaal aantal onderzoeken
141
139
107
In de okselklierdissectie is in 2012 een mediaan van 13 lymfklieren onderzocht. 5.3.2 5.3.2.1
Colon en rectum resecties wegens maligniteit Colon carcinoom
In 2012 zijn binnen de afdeling pathologie respectievelijk 200 resecties in verband met een colon (exclusief rectum) carcinoom onderzocht. Type resectie
2010
2011
2012
Hemicolectomie rechts
97
97
97
Colon transversum resectie
5
7
17
Hemicolectomie links
17
21
24
Sigmoid resectie
58
65
58
Subtotale colectomie
1
3
4
Totaal
178
195
200
Aanwezigheid van lymfkliermetastasen Voor patiënten met een coloncarcinoom wordt de prognose voornamelijk bepaald door het TNM-stadium; in het bijzonder de aanwezigheid van lymfkliermetastasen (N +) als negatieve prognostische factor. In principe komen patiënten met lymfkliermetastasen in aanmerking voor adjuvante chemotherapie. De hoeveelheid aangetroffen lymfklieren is een indicator voor de collectieve kwaliteit van chirurg en patholoog en behoort tot de landelijke Zichtbare Zorg indicatoren. Als minder dan 10 lymfklieren worden aangetroffen c.q. onderzocht, kan geen betrouwbare negatieve (N0) lymfklierstatus worden afgegeven en is er potentieel sprake van onderstagering. Dit geldt uiteraard niet als minder dan 10 lymfklieren worden aangetroffen met daaronder een lymfklier met metastase (N+).
Jaarverslag 2012
34
De tabel hierna geeft het aantal patiënten met een coloncarcinoom en lymfkliermetastasen weer, het aantal onderzochte klieren en de klinische relevantie van het onderzoek van minder dan 10 lymfklieren. In 2012 was bij 5 (3%) patiënten sprake van klinisch relevante onderstagering op basis van het geringe aantal onderzochte lymfklieren.
N Stadium
2010
2011
2012
Totaal aantal patiënten
178
195
Aantal patiënten met lymfkliermetastasen (N+)
77 (43)
97 (50%)
97 (49%)
Aantal patiënten zonder lymfkliermetastasen (N0)
101
98
103
Mediaan aantal onderzochte lymfklieren
14
19
15
Aantal onderzochte lymfklieren minder dan 10
31
24
24
waarvan geen lymfkliermetastasen (N0)
19 (11%)
15 (8%)
5 (3%)
5.3.2.2 Rectum carcinoom In 2012 zijn binnen de afdeling Pathologie 103 resecties in verband met een rectum carcinoom onderzocht. Rectumcarcinomen worden, als er bij beeldvorming (MRI) sprake is van een vrije circumferentiële resectie marge, < 3 vergrote lymfklieren EN een niet zeer distaal gelokaliseerd carcinoom, kortdurend voorbehandeld (neoadjuvant) met radiotherapie gevolgd door resectie. Als er ongunstige radiologische parameters worden vastgesteld, ondergaat de patiënt in principe een lange voorbehandeling met bij voorkeur chemoradiotherapie met na 2-3 maanden resectie. Dit met als doel tumorregressie te veroorzaken en een grote kans op vrije sneevlakken. In bepaalde omstandigheden kan op basis van patiëntfactoren worden afgezien van bovenstaande neoadjuvante behandeling of kan deze worden gemoduleerd.
Jaarverslag 2012
35
De tabel hierna geeft het type resectie weer, de wijze van voorbehandeling, het al dan niet vrij zijn van het circumferentiële sneevlak (CRM),en het optreden van een complete histologische regressie na lange neo-adjuvante therapie. Type resectie
2010
2011
2012
Low anteriorresectie
50
71
78
-waarvan korte radiotherapie
26
39
35
-waarvan lange neoadjuvante therapie
14
15
20
-waarvan geen voorbehandeling
10
13
19
-waarvan CRM niet vrij:
4 (8%)
2 (3%)
2 (3%)
waarvan complete regressie
3
2
0
Rectumamputatie
15
27
25
-waarvan korte radiotherapie
6
14
13
-waarvan lange neoadjuvante therapie
9
11
9
-waarvan geen voorbehandeling
0
2
3
-waarvan CRM niet vrij:
1 (7%)
4 (15%)
1 (4%)
-waarvan complete regressie
2
3
0
Aanwezigheid van lymfkliermetastasen Voor patiënten met een rectumcarcinoom is de betekenis van de aanwezigheid van lymfkliermetastasen (N+) onduidelijk. In principe komen patiënten met lymfkliermetastasen niet in aanmerking voor adjuvante chemotherapie. Dit wordt momenteel wetenschappelijk onderzocht (Script studie). De hoeveelheid onderzochte lymfklieren bij een rectumcarcinoom is ook bij het rectumcarcinoom een indicator voor de kwaliteit van de patholoog. De voorbehandeling, in het bijzonder radiochemotherapie met een lang wachttijd tot resectie, heeft niet alleen een beoogd effect op de tumorgrootte, maar leidt ook tot afname van de grootte van de lymfklieren, waardoor het moeilijker wordt om deze in het resectiepreparaat aan te treffen.
Jaarverslag 2012
36
De tabel hierna geeft het aantal patiënten met een rectumcarcinoom en lymfkliermetastasen weer, het aantal onderzochte klieren en de klinische relevantie van het onderzoek van < 10 lymfklieren. In 2010 en 2011 is bij respectievelijk 10 (15%) en bij 4 (4%) patiënten sprake van klinisch relevante onderstagering op basis van het geringe aantal onderzochte lymfklieren.
N Stadium
2010
2011
2012
Aantal patiënten met lymfkliermetastasen (N+)
18 (28%)
41 (42%)
36 (39%)
Aantal patiënten zonder lymfkliermetastasen (N0) 47
57
67
Mediaan aantal onderzochte lymfklieren
14
16
14
Aantal onderzochte lymfklieren lymfeklieren <10
15
7
21
waarvan geen lymfkliermetastasen (N0)
10 (15%)
4 ( 4%)
5 (5%)
Totaal aantal patiënten
65
98
103
5.4
Histologische en cytologische follow-up
5.4.1 Kwaliteit vriescoupediagnostiek Een vriescoupe-uitslag heeft directe consequenties voor de behandeling van de patiënt. Vaak leidt de vriescoupediagnose tot het afbreken van een operatie of juist het uitbreiden van de chirurgische ingreep. Door het speciale karakter van het vriescoupe onderzoek: inferieure morfologie ten opzichte van routine paraffine coupes, het niet kunnen toepassen van additionele technieken, beperkte sampling en beperkte consultatiemogelijkheden van collega-pathologen, is er altijd een kans op onder- of overdiagnostiek aanwezig. Doordat de vriescoupediagnose altijd wordt gevolgd door paraffine coupes van hetzelfde weefsel is kwaliteitscontrole van de vriescoupediagnose mogelijk. In de tabel hierna worden de discordante vriescoupe-uitslagen van 2010 tot en met 2012 weergegeven en toegelicht. Kwaliteit van de vriescoupediagnostiek 2010
2011
aantal discordant
aantal
discordant
2012 aantal discordant
Chirurgie
103
-
83
2
81
2
Neurochirurgie
48
2
35
1
10
2
Gynaecologie
45
3
21
-
19
-
Plastische Chirurgie
12
-
17
1
22
-
Urologie
10
1
11
-
16
-
KNO
-
8
-
8
-
Dermatologie
-
-
-
-
2
-
Orthopedie
-
-
1
-
-
Totaal
228
6
176
158
4
Specialisme
Jaarverslag 2012
4
37
In 2012 waren er 4 (3%) discordante vriescoupes. Aard materiaal
Vriescoupediagnose
Definitieve diagnose
Lymfklier mediastinum Periappendiculair slijm Hersenen Hersenen
reactief acellulair slijm atypisch meningeoom gliale tumor
metastase grootcellig carcinoom adenomucinose metastase grootcellig carcinoom ependymoom graad 2
Een van de bezwaren van het vriescoupe-onderzoek is de verhoogde kans op sampling error, waardoor bij heterogeniteit van de afwijking in het resectiepreparaat onderdiagnostiek op kan treden. De kwaliteit van de diagnose op definitieve paraffine coupes, waarbij ook de mogelijkheid bestaat om additionele immunohistochemische technieken toe te passen, is superieur aan die van een vriescoupe. Dit vormt de verklaring voor de discordante vriescoupediagnosen bij de neurochirurgische ingrepen. 5.4.2 Follow-up mamma punctie cytologie De dunne naald aspiratie cytologie van de mamma is een vorm van diagnostiek die veelvuldig wordt toegepast op de Mammapoli. Bij patiënten met een palpabele en/of radiologisch begrensde afwijking in de mamma wordt aspiratiecytologie verricht. Dit wordt in een aantal gevallen gevolgd door histologisch onderzoek; diagnostisch (weefselbiopt) of therapeutisch (lumpectomie).Door beide onderzoekstechnieken te correleren kan de kwaliteit van de cytologische diagnostiek in maat en getal worden vastgelegd. Correlatie cytologie-histologie bij een palpabele mammatumor. histologie benigne
histologie maligne
totaal
74
23 4 19 2 2
47 8 2 4 1 169
80 12 95 6 3 169
84
50
231
365
cytologie uitslag
geen histologie
onvoldoende kwaliteit niet conclusief benigne onzeker benigne verdacht maligne maligne
10
totaal
Onderstaande kerngetallen geven een indruk over de waarde van de cytologische punctie van een palpabele mammatumor. Sensitiviteit Specificiteit Voorspellende waarde uitslag maligne of verdacht maligne Voorspellende waarde uitslag benigne of onzeker benigne
Jaarverslag 2012
99% 98% 74% 75%
38
5.4.3 Follow-up cervix cytologie Voor een uitvoerige analyse van de gynaecologische cytologie, verricht in het kader van het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker (BVO), wordt verwezen naar de jaarlijkse regionale rapportage opgesteld door de Regionaal Coördinerend Patholoog; mr. dr. J.E. Boers, patholoog in Zwolle. De follow-up van cervix cytologie kan zowel histologisch (colposcopische biopten, na verwijzing naar gynaecoloog) als cytologisch (vervolg uitstrijken) verricht worden. Op grond hiervan kan de correlatie tussen cytologische classificatie en histologische classificatie worden vastgesteld. Histologische follow-up cervixcytologie in het kader van het bevolkingsonderzoek. Bron: Evaluatie bevolkingsonderzoek Baarmoederhalskanker Noord (late cijfers)
FU is cytologisch
FU is histologisch Geen Plav. Adeno- Maligne Pap 0 Normaal Afwijkend CIN1 CIN2 CIN3 Tot. CIN Carc. carc anders P4 1 P5 t/m P9 C4 t/m C5 C6 t/m C9 A3 A4 t/m A8 (soms: 9) B3 (Pap 0)
2
Jaarverslag 2012
24
24
1
12
7
6
1
2
1
7
17
65
1
2 1
161
5
1
75 3
1
97
1
4 1
169
39
Cervixcytologische follow-up in het kader van de medische indicatie Indicatie FU is cytologisch
FU is histologisch (2) Geen Plav. Adeno- Maligne Pap0 Normaal Afwijkend CIN1 CIN2 CIN3 Tot. CIN Carc carc. anders P4 P5 t/m P9 C4 t/m C5 C6 t/m C9 A3 A4 t/m A8 (soms: 9)
0
17
15
6
51
18
15
0
0
7
2
12
20
26
9
3
1
1
2
4
1
2
4 1
3
51
2
2
81 5
1
B3 (Pap 4 0)
5.4
122
7
1
60
Externe kwaliteitstoetsing
In 2012 participeerde de Pathologie met goed resultaat in de volgende SKML rondzendingen: Pathologie Oncologie
2012.1 2012.2 2012.3 2012.4
ER, Her2neu (IHC en ISH), P63, AMACR (in MZH: HMCK; onderzoek niet verricht, clone is niet herkend), CK34be12 CD3, CD5, CD20, CD23, Cycline D1 CD56, Synaptofysine, Chromogranine ER, HER2neu (IHC en ISH), CD10, MUM (niet in MZH), BCL-6, TDT
Weefselspecifiek 2012.1
Fe, Schmorl (niet in MZH), HE
2012.2
PAS, PAS-d, Gomori, Fe, Elastica van Giezon of Azan
Cytologie 2012.1 2012.2
Jaarverslag 2012
Pleuravocht; uitstrijk van sediment voor PAP en Giemsa Pleuravocht; vers en onbewerkt vocht voor PAP en Giemsa
40
5.5Besprekingen in het kader van kwaliteit In het kader van de kwaliteitszorg zijn de volgende besprekingen geagendeerd: Bespreking
Frequentie
Coupebespreking pathologen
wekelijks
Protocol-/kwaliteitbespreking pathologen (pathologenoverleg)
maandelijks
Coupe-/themabespreking cytologie/pathologen
2x in 2012
Jaarverslag 2012
41
5.6Kwaliteitsprojecten en visitatie Het Martini Ziekenhuis is NIAZ geaccrediteerd. De RVE Pathologie streeft zelf naar een CCKLaccreditatie in 2013. In 2012 vonden de volgende in- en externe audits c.q. visitaties plaats: 2012
instelling
januari juni september september december
Labvisitatie BVO-baarmoederhalskanker NVVP-visitatie B-opleiding Pathologie Interne Kwaliteitsaudit NIAZ PRA externe audit (cervixcytologie) MZH-Arbo: interne deelaudit Milieu
Jaarverslag 2012
42
5.7Besprekingen Pathologie De pathologen participeren in vele muldisciplinaire patiëntenbesprekingen in het Martini Ziekenhuis en het Wilhelmina Ziekenhuis, daarnaast nemen pathologen als afgevaardigde deel aan panelbesprekingen. Zie bijlage Besprekingen. BESPREKINGEN PATHOLOGIE dag tijd soort
locatie
frequentie/week
patholoog
voorbereiding
maandag
geen
maandag maandag
maandag maandag maandag maandag dinsdag dinsdag
dinsdag
8.309.00 uur 16.30 uur 17.00 uur
ochtendrapport pathologen owg GE-tumoren
cytologie lab. 5C220
dagelijks
Allen
MZH Vrg.-ruimte Goud
wekelijks
Tiebosch/ Sietsma werkbrieven
MDO mamma-/ colorectaal-/ 'varia'carcinoom (postoperatief)
WZA; overdrachtsruimte I&A 1e verdieping
wekelijks
1e week Kruithof werkbrieven 2e week Van Oven 3e week Sietsma 4e week Kruithof 5e week verdelen
17.00 uur 12.30 uur 16.30 uur 16.30 uur 8.309.00 uur 12.15 uur
PA-necrologie
tot nader order gecanceld;
2e week
Groote
Gynaecologie-Opleiding
MZH Afd. 2A K.417
3e week
Van Oven
Werkgroep Weke Delen Tumoren Melanomenpanel
UMCG
4e week
UMCG
1 x per maand
Van Oven/ De Boer Kruithof/ Groote
ochtendrapport pathologen Pathologie-Interne Geneeskunde bespr.
cytologie lab. 5C220
dagelijks
Allen
MZH Vrg.ruimte 2C/2D K421
in oneven Tiebosch maanden: 2e en 4e week
10.15 uur
Jaarverslag 2012
Coupe-overleg Pathologen
MZH Bekijkruimte Pathologie 5C220 vervalt ivm ochtendrapport
in even maanden: 4e week 2e, 3e, 4e en evt. 5e week
path.overleg: 07-052013 werkbrieven/coupes evt revisieverslagen verslag+rondzenden verslag+rondzenden geen werkbrieven/coupes
Allen
43
dinsdag
12.1512.45 uur
Dermatologie Onderwijsbespreking
MZH Bekijkruimte Pathologie 5C220
2e week
Kruithof
mail nr dermalogen > casus aanleveren coupes / werkbrieven
dinsdag
16.00
Urologie Onderwijs
MZH Onderwijskamer Urologie, 2B/C
1e week
Van der Wal
mail nr urologie opgeven casus / uitnodiging/ coupes/werkbrieven
MZH radiologenkamer mammapoli 0.3 MZH radiologenkamer mammapoli 0.3 2e week geen patholoog
1e,3e week FU+NP Groote/ Kruithof
werkbrieven
iedere week, voorlopig 2e,4e,5e week NP
Groote/ Kruithof
werkbrieven
owg Hematolo-Oncologie
MZH wisselt, zie agenda
2e en 4e week
de Boer/ Sietsma
NB: ER,PR,Her2neu z.n. werkbrieven
owg Urologische Oncologie KNO-opleiding
MZH vergaderruimte 1A1
3e week
V. d. Wal/ De Boer werkbrieven
MZH loc.en data op initiatief KNO MZH wisselt, zie agenda
enkele keren per jaar 2e week
Van der Wal
UMCG
4e week
De Boer/ Sietsma
HH-coupebespreking
UMCG
4e week
Van der Wal
ochtendrapport pathologen Chirurgen opleidingbespreking owg Longtumoren
cytologie lab. 5C220
dagelijks
Allen
MZH Onderwijskamer Chirurgie MZH Vrg. ruimte Goud
op uitnodiging
Tiebosch
wekelijks
MDO mamma-/ colorectaal carcinoom (preoperatief)
WZA; overdrachtsruimte I&A 1e verdieping
wekelijks
Sietsma/ Van der Wal Groote/ Van Oven
Vervalt tot nader orde dinsdag dinsdag dinsdag dinsdag dinsdag dinsdag dinsdag dinsdag
16.30 uur extra 17.15 uur 16.30 uur 16.45 uur 17.00 uur 17.00 uur 17.00 uur
16.00 uur woensdag 8.309.00 uur woensdag xxx woensdag 16.30 uur woensdag 12.0013.00 uur
Jaarverslag 2012
owg Mammatumoren owg Melanomen
MDO beleidswerkgroep mamma Lymfomenpanel
44
werkbrieven/coupes
Groote/ Kruithof coupes inzenden
geen
werkbrieven werkbrieven
woensdag 12.30 uur woensdag 12.1513.00 donderdag 8.309.00 uur donderdag 12.30 uur
Orthopedie-Opleiding
donderdag 12,30 uur donderdag 16.30 uur donderdag 17.00 uur donderdag 16.15 uur
owg Hoofd-Halstumoren
donderdag 16.30 uur donderdag 14.0017.00 vrijdag 8.309.00 uur vrijdag 12-13 uur
Jaarverslag 2012
MZH Onderwijskamer Orthopedie MZH bespreekruimte tussen 1D en 1C cytologie lab. 5C220
Tiebosch
werkbrieven/coupes
3e week
Sietsma/ Van der Wal Allen
gedigitaliseerde beelden geen
MZH verg.ruimte 1G, K.230
1e week
Tiebosch/ Van der Wal
werkbrieven/ coupes bij geen beelden in UDPS
beenmergbespreking
MZH Klinische Chemie
wekelijks
De Boer/ Sietsma
MZH verg.ruimte 2A K.417
1e en 3e week
MZH wisselt, verg.ruimte 1A1/1A2/BC2 zie agenda MZH wisselt, verg.ruimte 1A1/1A2/BC2 zie agenda
2e week
Van Oven/ De Boer Van der Wal/ Groote
patholoog verzamelt coupes werkbrieven
owg Gynaecologische tumoren owg Endocrinologie
2e week
Kruithof/ Van der Wal
werkbrieven; zoekvraag benigne schildklier maandag ervoor
owg Medische Oncologie
MZH verg.ruimte 1A1
4e week
Tiebosch
werkbrieven
Longclub NL
alternerend Utrecht/Zwolle
4 maal per jaar
Sietsma
ochtendrapport pathologen MDL-Opleiding
cytologie lab. 5C220
dagelijks
Allen
coupes inzenden naar VUMC geen
MZH bekijkruimte Pathologie 5C
1e week
Tiebosch
werkbrieven/coupes
interstitiele longziekten ochtendrapport pathologen owg Neuro-Oncologie
dagelijks
45
werkbrieven
5.9Klachten/foutenregistratie Binnen de afdeling worden alle afwijkingen die optreden in de patiëntenzorg geregistreerd in het U-DPS systeem. Er zijn in 2012 3078 afwijkingen gemeld. Deze meldingen hadden zowel betrekking op afwijkingen in het preanalytische traject door inzenders/aanvragers (externe signaleringen) als afwijkingen in het analytische, secretariële en diagnostische traject (interne signaleringen). In 2012 worden de medewerkers gemotiveerd om te streven naar een optimale fouten analyse, zodat indien nodig- een passend verbeterplan kan worden opgesteld. Soort onderzoek
2010
%
2011
%
2012
%
659 358
2,10% 1,10%
784 485
2,40% 1,50%
1178 554
3.6% 1,70%
120 38
2,20% 0,30%
124 5
2,30% 0,10%
165 38
3.1% 0.7%
645 76
3,10% 0,40%
770 224
3,70% 1,10%
1003 190
4.8% 0.9%
Histologie Extern signaleringen Interne signaleringen Cytologie Extern signaleringen Interne signaleringen
Cervixcytologie Extern signaleringen Interne signaleringen
5.9.1
Meest frequente externe signaleringen
Meest frequente externe signaleringen
2010 2011 2012
Monster zonder patiëntgegevens Aanvragend arts ontbreekt of onjuist Meerdere inzendingen niet uniek onderverdeeld Geen of onvoldoende klinische gegevens vermeld Patiëntgegevens onvolledig ingevuld Materiaal niet volgens protocol verwerkt/ingestuurd Verpakking monsters niet adequaat Discrepantie patiëntgegevens aanvraag en monster Discrepantie aantal inzendingen en aantal vermeld op aanvraagformulier Monster zonder aanvraag
606 401 89 87 44 39 29 24
715 443 82 98 52 52 28 27
836 821 87 130 103 45 41 28
23
24
37
17
18
24
De externe signaleringen worden op de uitslagen vermeld.
Jaarverslag 2012
46
5.9.2 Meest frequente interne signaleringen Meest frequente interne signaleringen
2010
2011
2012
Verkeerde aanvrager geselecteerd Verwisseling op verkeerde glaasjes geplakt Kopie naar verkeerde aanvrager Materiaal niet volgens protocol bewerkt Ten onrechte geen kopie verzonden Verkeerde patiënt geselecteerd Elektronische uitslag niet ontvangen Ten onrechte wel of niet gesplitst Niet volgens protocol bewerkt
106 65 32 18 18 5 nvt nvt nvt
142 30 9 42 28 4 55 42 42
89 37 60 62 48 12 58 51 62
De interne signaleringen worden niet op de uitslagen vermeld. 5.9.2
Melding Incidenten Patiëntenzorg (MIP) en externe klachten
In 2012 heeft de afdeling Pathologie 5 VIM-meldingen gedaan. Het ging daarbij 4x om verwisseling van materiaal voor ontvangst en 1x tijdens de bewerking van patiëntweefsel op de Pathologie. In 2012 zijn geen patiëntgebonden klachten door derden gemeld. 5.9.3
Niet patiëntgebonden meldingen
De afdeling Pathologie hanteert naast de patiëntgebonden afwijkingen (UDP-Signaleringen) een nietpatiëntgebonden meldsysteem van klachten, afwijkingen en verbeterpunten, Hierin zijn de onderwerpen opgenomen: werkprocessen, veiligheid, apparatuur, dienstverlening huisartsen, inkoop en bestellingen, koeriersdiensten, en het externe archief. In 2012 zijn 39 meldingen gemaakt (meerder codes per melding zijn mogelijk)::
aantal code omschrijving 1 6 5 1 4 2 1 2 2 2 4 3 1 1 1 1 1 1 3
A10 C01 C10 I02 I03 I04 I06 I10 K01 K02 K03 K10 S02 V02 V06 V10 W05 W06 W10
Jaarverslag 2012
Apparatuur; Overige Dienstverlening huisartsen; Communicatie; fout/probleem binnen de afdeling Dienstverlening huisartsen; Overige Inkoop en Bestellingen; Interne transportfout (verkeerde locatie) Inkoop en Bestellingen; (Te) lange levertijd artikelen / apparatuur Inkoop en Bestellingen; Bestelfout binnen de afd. Inkoop (te laat / niet besteld) Inkoop en Bestellingen; Artikelen: niet juist ingeruimd Inkoop en Bestellingen; Overige Koeriersdiensten; Zonder bericht geen patiëntmateriaal afgehaald Koeriersdiensten; Communicatieprobleem koerier-huisartsenpraktijk Koeriersdiensten; Communicatieprobleem m.b.t. af te leveren materialen Koeriersdiensten; Overige Extern archief; Patiëntmateriaal niet volgens procedure aangevraagd / afgeleverd Veiligheid; Patiëntmateriaal niet volgens protocol afgevoerd Veiligheid; Onveilige werksituatie Veiligheid; Overige Werkproces; Histologie: lintjes niet adequaat te bewerken Werkproces; Cytotechniek Werkproces; Overige 47
6 Opleidingen 6.1
B-opleiding Pathologie
Na een positieve visitatie werd door de MSRC (sinds 2013 Registratie Commissie Geneeskundig Specialisten) erkenning verleend om de B-opleiding tot patholoog te verzorgen, in nauwe samenwerking met het UMCG (A-opleiding). 6.2Opleiding arts-assistenten andere disciplines Aan de opleiding van arts-assistenten van de afdelingen Interne Geneeskunde, Chirurgie, Gynaecologie, en KNO is in 2012 meegewerkt via zogenaamde opleidingsbesprekingen. Deze besprekingen hebben een didactisch karakter en zijn niet primair gerelateerd aan patiëntenzorg. Opleiding
frequentie
verantwoordelijk Patholoog
Dermatologie Gynaecologie Interne Geneeskunde Keel-, Neus-, en Oorheelkunde Maag-darm-lever Urologie
maandelijks maandelijks maandelijks viermaandelijks maandelijks maandelijks
mw. I. Kruithof mw. M. van Oven dr. A.Tiebosch mw. dr. J. van der Wal/ A. Groote dr. A.Tiebosch mw. dr. J. van der Wal
6.3Stagiaires histologie/cytologie In 2012 hebben onderstaande MBO- en HBO-studenten hun stage gelopen op de afdeling Pathologie. Pricilla Volders Noorderpoort MBO niveau 4 Basma Geeloo Noorderpoort MBO niveau 3 Michael ten Hoope Hanzehogeschool HBO 4e jaar medische diagnostiek Aleid Houtsma Hanzehogeschool HBO 3e jaar medische diagnostiek Thula Zimmerman Noorderpoort MBO niveau 3 Rindert de Jong Noorderpoort MBO niveau 3 Kerst-Jan Hylkema Friesland College MBO 3e jaar medische diagnostiek, niveau 4 Sarina Schroo Hanzehogeschool HBO 3e jaar medische diagnostiek Anita Ubels Noorderpoort MBO niveau 3 Friso Staal Hanzehogeschool HBO 3e jaar medische diagnostiek 6.4 Coassistenten Pathologie Co-assistenten volgen binnen de pathologie geen reguliere co-schappen. In 2013 wordt een aantal onderwerpen in het co-programma t.a.v. de pathologie meegenomen.
Jaarverslag 2012
48
7 Lidmaatschappen / commissies / bestuurswerkzaamheden / nascholing pathologen Mw. dr. N.K. de Boer 2012 Lidmaatschappen/commissies Nederlandse Vereniging voor Pathologie Werkgroep Weke delen tumoren Noord-Nederland Werkgroep Lymfomen Noord-Nederland KNMG/LAD Nascholing e Nascholing interne geneeskunde, 2 Casuïstiek Symposium Hematologie Noord Nederland; 27 maart Post graduate course, Diagnostic Gynaecologic Pathology, Graz Austria; 18 t/m 20 april Algemene scholing cluster 1 en 2, Compagnoncursus Martini Ziekenhuis; 6 t/m 8 juni Nascholing Pathologie; Regio avond Noordelijke Pathologen, Leeuwarden; 9 oktober Dhr. A.D. Groote 2012 Lidmaatschappen/commissies Nederlandse Vereniging voor Pathologie Medische Staf Martini Ziekenhuis Beleidswerkgroep mammatumoren Nascholing European Congress of Pathology, Praag Pathologen dagen 2nd international breast biopsy masterclass, Amsterdam Cursus histopathology van schildklieren, Amsterdam Mw. I.G. Kruithof-Dekker 2012 Lidmaatschappen/commissies Nederlandse Vereniging voor Pathologie (NVVP) KNMG Noordelijk Melanoompanel Mammabeleidswerkgroep Martini Ziekenhuis Projectleider/voorzitter mammazorgpad Martini Ziekenhuis Nascholing: Regio-avond Noordelijke Pathologen; april Compagnonscursus Texel Diagnostic Breast Pathology, postgraduate course Institute of pathology; Medical University Graz Symposium baarmoederhalskanker bevolkingsonderzoek oost; Papendal Voordracht casuïstiekbespreking huisartsen 2,5 uur Martini; 8 maart Landelijke pathologendagen; 20 april ESP Praag; 9 – 12 september Teach the teacher I; 18 en 19 juni Noordelijke Pathologen Leeuwarden; 9 oktober AVL mamma- up grade; 31 oktober Noordelijk melanomenpanel: 30 januari, 19 maart, 18 oktober Jaarverslag 2012
49
Mw. M.W. van Oven 2012 Lidmaatschappen/commissies NVVP, KNMG, Werkgroep Weke Delen Tumoren Noord Nederland Nascholing: Maandelijkse Werkgroep Weke Delen Tumoren Noord Nederland Regio avond Noordelijke Pathologen; april Teach the teacher 1 Compagnonscursus Texel Graz cursus Diagnostic Breast Pathology, postgraduate course Institute of pathology Medical University Graz. Papendal symposium baarmoederhalskanker bevolkingsonderzoek oost Dhr. dr. A. Tiebosch 2012 Lidmaatschappen Nederlandse Vereniging voor Pathologie KNMG/LAD Bestuurswerkzaamheden Voorzitter Medische Staf Martini Ziekenhuis Groningen Lid bestuur Stichting Palga Nascholing Congres Pathologie 2.0, Utrecht; 4 april Cursus Leverpathologie, Histologische interpretatie van leverbiopten, een praktische benadering, Groningen; 15 en 16 november Mw. dr. J.E. van der Wal 2012 Lidmaatschappen/commissies European Society of Pathology (ESP) British Society of Oral & Maxillofacial Pathology (BSOMP) Nederlandse Vereniging voor Pathologie (NVvP) British Division of the International Association of Pathology (BDIAP) Scandinavian Society for Oral Pathology and Oral Medicine (SFOPOM) International Society of Urological Pathology (ISUP) Lid Onderwijscommissie Martini Ziekenhuis Lid Centrale Opleidingscommissie Martini Ziekenhuis (opleider Pathologie) Colleges in kader van Vakverdieping Mondziekten & Kaakchirurgie, UMCG Richtlijn commissie schildkliercarcinoom Nascholing Advanced teaching course in clinical cytology. 9/10 februari, UMCG, Groningen Pathologendagen; 19 april, Zeist BSOMP; 26-27 april, Londen, UK Prostate Pathology Course; 17-19 september, Stockholm, Zweden Teach-the-Teacher 2; 8-9 november, Martini Ziekenhuis Teach-the Teacher 3; 26-27 november, UMCG
Jaarverslag 2012
50
Mw. dr. H. Sietsma 2012 Lidmaatschappen/commissies NVVP ESP (European Society of Pathology) Palga protocolcommissie CKBU NVVP (Commissie Kwaliteit en Beroepsuitoefening) Nascholing Teach the teachers cursus 1: Didactische basisprincipes; 18 en 19 juni 2012 Teach the teachers cursus 2: Onderwijs in de dagelijkse praktijk 8 en 9 november 2012 Teach the teachers cursus 3: Begeleiden, toetsen en beoordelen; 13 en 14 december 2012 Cursus Ziekenhuisfinanciën; 26 april, 24 mei, 28 juni, 13 september, 11 oktober en 15 november 2e Casusitiek Symposium Hematologie Noord Nederland, 27 maart Lymfomenpanel Noord Nederland; 24 januari, 28 februari, 27 maart, 3 juli, 24 juli, 25 september en 27 november Meeting van de longpathologen Nederland; 16 februari, 13 december NVVP landelijke pathologendagen; 19 april Onderwijsactiviteiten: Gastcolleges Wenckebach "opleiding operatie-assistenten en anesthesiemedewerkers"; 20 maart en 11 september
Jaarverslag 2012
51
8
Publicaties
Mw. dr. H. Sietsma 2012 Prevalence of indolent systemic mastocytosis in a Dutch region. J Allergy Clin Immunol. 2012 Dec 5. pii: S0091-6749(12)01660-0. doi: 10.1016/j.jaci.2012.10.015. [Epub ahead of print] van Doormaal JJ, Arends S, Brunekreeft KL, van der Wal VB, Sietsma J, van Voorst Vader PC, Oude Elberink JN, Kluin-Nelemans JC, van der Veer E, de Monchy JG. Correlation of immunohistochemical staining p63 and TTF-1 with EGFR and K-ras mutational spectrum and diagnostic reproducibility in non small cell lung carcinoma. Virchows Arch. 2012 Dec;461(6):629-38. doi: 10.1007/s00428-012-1324-x. Epub 2012 Oct 12. Thunnissen E, Boers E, Heideman DA, Grünberg K, Kuik DJ, Noorduin A, van Oosterhout M, Pronk D, Seldenrijk C, Sietsma H, Smit EF, van Suylen R, von der Thusen J, Vrugt B, Wiersma A, Witte BI, den Bakker M. Integrative genome analyses identify key somatic driver mutations of small-cell lung cancer. Nat Genet. 2012 Oct;44(10):1104-10. doi: 10.1038/ng.2396. Epub 2012 Sep 2. Peifer M, Fernández-Cuesta L, Sos ML, George J, Seidel D, Kasper LH, Plenker D, Leenders F, Sun R, Zander T, Menon R, Koker M, Dahmen I, Müller C, Di Cerbo V, Schildhaus HU, Altmüller J, Baessmann I, Becker C, de Wilde B, Vandesompele J, Böhm D, Ansén S, Gabler F, Wilkening I, Heynck S, Heuckmann JM, Lu X, Carter SL, Cibulskis K, Banerji S, Getz G, Park KS, Rauh D, Grütter C, Fischer M, Pasqualucci L, Wright G, Wainer Z, Russell P, Petersen I, Chen Y,Stoelben E, Ludwig C, Schnabel P, Hoffmann H, Muley T, Brockmann M, Engel-Riedel W, Muscarella LA, Fazio VM, Groen H, Timens W, Sietsma H,Thunnissen E, Smit E, Heideman DA, Snijders PJ, Cappuzzo F, Ligorio C, Damiani S, Field J, Solberg S, Brustugun OT, Lund-Iversen M, Sänger J, Clement JH, Soltermann A, Moch H, Weder W, Solomon B, Soria JC, Validire P, Besse B, Brambilla E, Brambilla C, Lantuejoul S, Lorimier P, Schneider PM, Hallek M,Pao W, Meyerson M, Sage J, Shendure J, Schneider R, Büttner R, Wolf J, Nürnberg P, Perner S, Heukamp LC, Brindle PK, Haas S, Thomas RK. Mw. dr. J.E. van der Wal 2012 Publicaties Wendker-Wattum van M, Wouters RS, Glaudemans AW, Wal van der JE, Wolffenbuttel BH. An unusual case of hyperandragonism. Neth J Med. 2012 Jan; 70: 41-45. Melchers LJ, Schuuring E, van Dijk BAC, de Bock GH, Witjes MJH, van der Laan BFAM, van der Wal JE, Roodenburg JLN. Infiltration depth ≥ 4.59 mm is an indication for an elective neck dissection in cN0 OSCC. Oral Oncol. 2012; 48(4): 337-42. Epub 2011 Nov 29 Schrijvers ML, Pattje WJ, Menkema L, Mastik MF, Gibcus JH, Langendijk JA, van der Wal JE, van der Laan BFAM, Schuuring E. FADD expression as a prognosticator in early stage glottic squamous cell carcinoma of the larynx treated primarily with radiotherapy. Int J Radiat Oncol Biol Phys 2012; 83: 12201226 [Epub2011 Dec 28] Nesse W, Westra J, van der Wal JE, Abbas F, Nicholas AP, Vissink A, Brouwer E. The periodontium of periodontitis patients contains citrullinated proteins which may play a role in ACPA (anti-citrullinated protein antibody) formation. J Clin Periodontol. 2012; 39: 599-607 [Epub Mar 30. 2012] Kragelund C, Reibel J, Hietanen J, Hadler-Olsen E, Johannessen A C, Kenrad B, Nylander K, Puranen M, Salo T, Syrjänen S, Søland T M, van der Waal I, van der Wal J E, Warfvinge G. Scandinavian Fellowship for Oral Pathology and Oral Medicine: Guidelines for oral pathology and oral medicine in dental curriculum. Eur J Dent Educ 2012; 16: 246-253 [Epub May 24 2012]. Zwier N, van der Wal JE, Vissink A. Lokale zwelling van de gingiva. Ned Tijdschr Tandheelkd 2012; 119: 485-488.
Jaarverslag 2012
52
Vries M de, Celestino R, Castro P, Eloy C, Maximo V, van der Wal JE, Plukker JT, Links TP, Hofstra R. Simoes S, Soares P. RET/PTC rearrangement is prevalent in follicular Hurthle cell carcinomas. Histopathology 2012; 61: 833-843. [Apr 4. 2012 Epub]
Jaarverslag 2012
53
Jaarverslag 2012
54