2e Bestuursrapportage 2013
1
2
Inhoud 1
Inleiding .............................................................................................................. 5
2
Managementsamenvatting en Besluit ....................................................................... 5 2.1
Rapportage ................................................................................................... 5
2.2
Voortgang programma’s ................................................................................. 5
2.3
Verwacht resultaat over 2013 .......................................................................... 6
2.4
Actualisering van de exploitatie ....................................................................... 7
2.5
Actualisering investeringen ............................................................................. 8
Gevraagd besluit ..................................................................................................... 9 3
Rapportage per programma................................................................................... 10 3.1
Schoon water ............................................................................................... 10
3.1.1
Afwijkingen op de doelen en resultaten jaarschijf 2013 ................................ 10
3.1.2
Stand van zaken prestatie-indicatoren ....................................................... 10
3.1.3
Financiën 2013 ...................................................................................... 11
3.1.4
Risicomanagement ................................................................................. 13
3.2
Voldoende water........................................................................................... 13
3.2.1
Afwijkingen op de doelen en resultaten jaarschijf 2013 ................................ 15
3.2.2
Stand van zaken prestatie-indicatoren ....................................................... 15
3.2.3
Financiën 2013 ...................................................................................... 16
3.2.4
Risicomanagement ................................................................................. 18
3.3
Stevige dijken .............................................................................................. 19
3.3.1
Afwijkingen op de doelen en resultaten jaarschijf 2013 ................................ 19
3.3.2
Stand van zaken prestatie-indicatoren ....................................................... 19
3.3.3
Financiën 2013 ...................................................................................... 20
3.3.4
Risicomanagement ................................................................................. 22
3.4
Gezuiverd afvalwater .................................................................................... 23
3.4.1
Afwijkingen op de doelen en resultaten jaarschijf 2013 ................................ 23
3.4.2
Stand van zaken prestatie-indicatoren ....................................................... 23
3.4.3
Financiën 2013 ...................................................................................... 24
3.4.4
Risicomanagement ................................................................................. 26
3.5
Instrumenten ............................................................................................... 28
3.5.1
Afwijkingen op de doelen en resultaten jaarschijf 2013 ................................ 28
3.5.2
Stand van zaken prestatie-indicatoren ....................................................... 28
3.5.3
Financiën 2013 ...................................................................................... 29
3.5.4
Risicomanagement ................................................................................. 30
3.6 3.6.1
Organisatie ..................................................................................................31 Afwijkingen op de doelen en resultaten jaarschijf 2013 ................................ 32
3
3.6.2
Stand van zaken prestatie-indicatoren (incl. toelichting) .............................. 32
3.6.3
Financiën 2013 ...................................................................................... 34
3.6.4
Risicomanagement ................................................................................. 36
3.7
4
Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien ...................................................... 38
3.7.1
Afwijkingen op de resultaten en prestatie-indicatoren jaarschijf 2013 ............. 38
3.7.2
Financiën 2013 ...................................................................................... 38
Paragrafen ..........................................................................................................41 4.1
Financiering .................................................................................................41
4.2
Verbonden partijnen ..................................................................................... 41
4
1
Inleiding
De tweede bestuursrapportage 2013 (Burap II) is een onderdeel van de vastgestelde Planning- en Controlcyclus (P&C) 2013. In Burap II wordt op peildatum 30 juni 2013 per programmalijn gerapporteerd over de afwijkingen op de realisatie van de programmadoelen en de resultaten. Afwijkend van voorgaande Bestuursrapportages wordt de stand van zaken met betrekking tot prestatieindicatoren weergegeven. Er is hiervoor gekozen om de verenigde vergadering een beter inzicht te geven in bereikte resultaten tot en met 30 juni en de inschatting in beeld te brengen of de doelstellingen voor het begrotingsjaar gerealiseerd worden. Tenslotte wordt in deze Burap ingegaan op de wijzigingen in de risico’s ten opzichte van de programmabegroting 2013 en het jaarverslag 2012. Het exploitatiesaldo van Burap II geeft een indicatie van het verwachte exploitatieresultaat over 2013. 2
Managementsamenvatting en Besluit
2.1 Rapportage In Burap II wordt, indien hiervan sprake is, per programmalijn gerapporteerd over de afwijkingen op de realisatie van de doelstellingen. Daarnaast wordt de stand van zaken van de diverse prestatie-indicatoren per programma gegeven. Tevens wordt in Burap II gerapporteerd over eventuele wijzigingen in de risico’s. Tenslotte geeft Burap II op grond van de situatie per 30 juni een indicatie van het verwachte rekeningresultaat over 2013. 2.2 Voortgang programma’s De afwijkingen op de resultaten voor 2013 worden indien van toepassing per programma op de gevolgen in geld, tijd, risico en beheersmaatregelen toegelicht. In de programma’s wordt een stand van zaken betreffende de prestatie-indicatoren gegeven. Hieronder wordt op hoofdlijnen een stand van zaken per programma, met inbegrip van een aantal prestatieindicatoren, gegeven. Schoon water De doelrealisatie voor de planperiode loopt op schema of, in het geval van de aanleg van natuurvriendelijke oevers en vispaaiplaatsen, voor op schema. Voor 2013 staat de aanleg van 5,9 hectare gepland, volgens de huidige planning wordt echter 6,2 hectare gerealiseerd. Voor de overige prestatie-indicatoren geldt dat de (na Burap I geactualiseerde) streefwaarden gehandhaafd blijven. Het volume van geprogrammeerde investeringen daalt door aframingen in projecten vanwege bijvoorbeeld aanbestedingsvoordelen. Door meer kennis en ervaring op het gebied van de aanleg van natuurvriendelijke oevers (NVO) en vispaaiplaatsen (VPP) is het mogelijk steeds beter in te schatten welk bedrag er per hectare nodig is. Deze betere inschattingen leiden ertoe dat het investeringsvolume afneemt, terwijl de doelrealisatie voor de planperiode wordt gehandhaafd. Daarnaast kan door optimalisatie van onderhoudsactiviteiten het onderhoud worden uitgevoerd tegen minder kosten. Voldoende water De ramingen voor projecten in de programmalijnen Regulier beheer polders en boezem en Voorkomen wateroverlast polders zijn inmiddels gebaseerd op detailplanningen. Uit de detailplanningen blijkt dat de uitgaven later worden gedaan dan oorspronkelijk gepland. Voor de jaarschijf 2013 neemt het investeringsvolume af, de doelstellingen voor 2013 en de planperiode worden echter conform planning gerealiseerd. Aan het einde van 2013 zijn 15 knelpunten voor de programmalijn Voorkomen wateroverlast polders opgelost en is de planning dat alle 83 knelpunten in 2017 zijn opgelost. Het besluit van de verenigde vergadering op 20 juni 2013 wordt ten uitvoer gebracht door de reeds gemaakte kosten van projecten waterberging bergboezem Zuidpolder van Delfgauw,
5
watergang Noord-Zuidverbinding en extra waterberging in de Oostelijke droogmaking, ten laste te laten komen van de exploitatie. Stevige dijken Het aantal kilometers regionale keringen dat op orde is en zal zijn in 2013, loopt voor op schema. De geplande 25 van de 34 kilometer wordt overtroffen, omdat er vooralsnog wordt uitgegaan van een realisatie van 26,5 kilometer. Door het Beheerplan waterkeringen in eigen beheer op te stellen is een besparing gerealiseerd. Dit geldt tevens voor de actualisering van de legger zeewering. Door de complexiteit loopt de oplevering van de legger zeewering wel een vertraging op en zal in december 2013 aan D&H worden aangeboden. Programmabreed loopt de doelrealisatie conform planning en blijft het investeringsvolume zoals vastgesteld in Burap I gehandhaafd. Gezuiverd afvalwater Er worden stappen voorwaarts gezet betreffende de samenwerking met gemeenten en andere waterschappen. Door het bekend worden van de werkelijke indexcijfers voor 2013 is de dienstverleningsvergoeding in het PPS-contract aangepast en kan het budget worden verlaagd. De doelstellingen die met de investeringen in het programma worden behaald, lopen conform planning waarbij het volume enigszins daalt. Aan de wettelijk verplichtingen voor het transporteren en zuiveren van afvalwater wordt voor 100% voldaan. Instrumenten De inzet om ook nadrukkelijk op kosten te sturen in relatie tot de te realiseren doelen leidt ertoe dat het programma tegen lagere kosten kan worden gerealiseerd. Het streven is er op gericht meer in eigen beheer uit te voeren dan door externe inhuur. De samenwerking met Rijnland en Schieland&Krimpenerwaard en Stichtse Rijnlanden leidt tot inkoop voordelen bij de inkoop van software t.b.v. de E-dienstverlening, maar anderzijds ook tot een langere doorlooptijd van de besluitvorming. De gegevenscoördinator start pas in het vierde kwartaal. Uitgaven zullen pas later in het jaar op gang komen. Een aantal i-uitgaven hangt samen met de huisvesting. Deze worden naar verwachting niet meer dit jaar gerealiseerd. Zie daarvoor het programma organisatie. Organisatie De voorgenomen resultaten inzake de samenvoeging van de sectoren liggen op schema en per 1 juli j.l. zijn de fusies afgerond. De aandacht gaat nu uit naar de kwaliteitsversterking van de nieuwe sector Bedrijfsvoering. De realisatie van de implementatie van het innovatieprogramma ligt een aantal maanden achter op schema, aangezien de vacature voor de betreffende medewerker eerst per mei ingevuld is. Nu de gemeente Delft heeft laten weten dat het niet bereid is Nusantara aan Delfland te verkopen wordt de voorgenomen investering niet gerealiseerd. Het is de verwachting voor het eind van het jaar de VV te informeren over de gevolgen. Er is een beleidsnotitie in voorbereiding met betrekking tot de i-functie. Naar verwachting ontvangt de VV in begin september de notitie.
2.3 Verwacht resultaat over 2013 Op basis van de lopende bedrijfsvoering en de verwachte doorwerking naar het eind van het jaar wordt in deze Burap een aantal exploitatiebudgetten bijgesteld. Uit deze bijstelling blijkt dat het uiteindelijke resultaat over 2013 zal uitkomen op € 8,2 miljoen nadelig. In Burap I werd een nadelig saldo verwacht van € 8,6 miljoen. Van de bijgestelde budgetten is een bedrag van € 0,2 miljoen structureel voordelig en wordt verwerkt in de meerjarenbegroting 2014-2018. Tabel 1 toont het verloop van het verwachte resultaat over 2013 op basis van de bijstellingen in de verschillende P&C producten over 2013 tot aan Burap II. Tabel 1: Verloop verwacht resultaat 2013 per P&C product P&C product (bedragen * € 1.000)
Bijstellingen
Saldo oorspronkelijke begroting 2013 Burap I (peildatum 31 maart 2013) Burap II (peildatum 30 juni 2013)
Verwacht resultaat 2013
Voordelig/ nadelig
- 8.437
nadelig
- 177
- 8.614
nadelig
445
-8.169
nadelig
6
Na verwerking van de mutaties uit Burap II wordt over 2013 in totaal een nadelig resultaat verwacht van € 8,2 miljoen. Tabel 2 geeft de mutaties in het verloop van het resultaat over 2013 weer op basis van de diverse effecten en oorzaken uit alle P&C producten over 2013. Tabel 2: Aansluiting Burap II op eerdere P&C producten P&C product Begroting 2013 (bedragen * € 1 miljoen) saldo oorspronkelijke begroting 2013
-8.437
Mutaties Burap I Actualisatie kapitaallasten Overige posten
374 -551
saldo begroting 2013 na Burap I 2013
-8.614
Mutaties Burap II Diverse bijstellingen budgetten
445
saldo begroting 2013 na Burap II 2013
-8.169
2.4 Actualisering van de exploitatie Actualisatie begroting 2013 Tabel 3 geeft een overzicht van de verwachte lasten en baten per programma na Burap II en het verwachte resultaat over 2013. Tabel 3: Overzicht begroting per programma na Burap II Oorspronkelijke begroting Mutaties BURAP 1 lasten A – Schoon water B – Voldoende water C – Stevige dijken D – Gezuiverd afvalwater
baten
saldo
lasten
baten
Mutaties BURAP 2
saldo
lasten
baten
saldo
Verwacht resultaat 2013 na BURAP 2 lasten baten saldo
3.414
0
3.414
262
0
262
-98
0
-98
3.578
0
3.578
37.326
282
37.044
-497
0
-497
2.405
0
2.405
39.233
282
38.951
11.376
225
11.151
4
0
4
-87
40
-127
11.293
265
11.028
128.964
20.985
107.979
175
-453
628
-700
-68
-632
128.439
20.464
107.975
E – Instrumenten
11.394
370
11.024
-50
0
-50
-399
45
-444
10.945
415
10.530
F – Organisatie G – Algemene dekkingsmiddelen onvoorzien
39.526
8.464
31.062
1.095
990
105
-77
985
-1.062
40.544
10.439
30.105
8.730 201.967 -193.237
3.633
3.906
-274
1.387
1.874
-487
13.749
207.747
-193.998
4.621
4.443
178
2.431
2.876
-445
247.781
239.612
8.169
Totaal
240.730 232.293
8.437
In tabel 4 zijn de grootste bijstellingen (€ 100.000 en meer) van Burap II benoemd. In hoofdstuk 3 worden deze bijstellingen per programma verder toegelicht. Tabel 4: Belangrijkste oorzaken bijstelling resultaat Omschrijving (bedragen * € 1.000) Ecologische waterkwaliteit (onderhoud nvo en incidenten) Afboeking projecten (VV besluit 20 juni 2013) Beheerplan waterkeringen Lagere dienstverleningsvergoeding PPS Innovatie afvalwaterketen
Bedrag
Voordelig / Programma nadelig 160 Voordelig Schoon water
-2.439 100 600 100
Nadelig Voordelig Voordelig Voordelig
Voldoende water Stevige dijken Gezuiverd afvalwater Gezuiverd afvalwater
7
Gegevensbeheer/ waterplannen Regulering en toezicht Calamiteiten organisatie Grondverkopen/ erfpacht Bijdragen uit innovatiefonds
160 200 180 200 350
Voordelig Voordelig Voordelig Voordelig Voordelig
Instrumenten Instrumenten Organisatie Organisatie Organisatie
Personeel en organisatie (Arbo ,werving en selectie)
100
Voordelig
Organisatie
Centraal management (externe adviezen)
150
Voordelig
Organisatie
Bijstelling belastingopbrengsten
174
Voordelig
Alg. dekkingsmiddelen
Subsidie kwijtschelding kinderopvang Overige bijstellingen
313 97
Voordelig Voordelig
Alg. dekkingsmiddelen Diverse
Totaal
445
Voordelig
Taakstelling 2011-2014 De taakstelling is uitgesplitst in een personeel deel, geraamd op € 6,1 miljoen en te realiseren in 2017, en een materieel deel, geraamd op € 13,6 miljoen en te realiseren in 2014. Invulling taakstelling (bedragen in x € 1 miljoen)
2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 cumulatief cumulatief cumulatief cumulatief cumulatief cumulatief cumulatief gerealiseerd gerealiseerd verwacht verwacht verwacht verwacht verwacht
Ingevuld personeel
1,2
2,8
3,5
4,2
5,2
5,9
6,1
Ingevuld materieel
6,9
11,2
12,1
13,6
13,6
13,6
13,6
Totaal taakstelling
8,1
14,0
15,6
17,8
18,8
19,5
19,7
Nadere informatie volgt nog.
2.5 Actualisering investeringen De verwachting is dat in 2013 een investeringsvolume van € 40,6 miljoen wordt gerealiseerd. In Burap I werd uitgegaan van € 48,3 miljoen. De afwijkingen ten opzichte van Burap I worden in de afzonderlijke programma’s toegelicht. Tabel 6 geeft het verloop op programmaniveau van de oorspronkelijke investeringsuitgaven uit de begroting 2013 tot aan de verwachte realisatie voor 2013. Tabel 6: Verloop investeringen per programma Investeringen per programma (bedragen * € 1 miljoen)
Geprogrammeerde investeringen begroting 2013
Geraamde investeringen BURAP1
Geraamde investeringen BURAP 2
7,2
6,7
4,6
Voldoende water
17,2
14,1
11,4
Stevige dijken
20,8
16,8
16,6
Gezuiverd afvalwater
8,1
7,2
6,6
Instrumenten
0,6
0,6
0,2
Schoon water
Organisatie TOTAAL
3,7
2,9
1,2
57,6
48,3
40,6
Naast een actualisatie van de verwachte investeringsuitgaven voor 2013 zijn ook de lopende investeringsprojecten geactualiseerd. Het gaat hierbij om aanvragen of mutaties van een specifiek investeringsplan (IP) en/of het beschikbaar stellen van een investeringskrediet (IK). Tabel 7 geeft een totaaloverzicht per programma van de bijgestelde investeringsplannen en investeringskredieten. In hoofdstuk 3 worden deze bijstellingen in de afzonderlijke programma’s verder toegelicht.
8
Tabel 7: Mutatie investeringsplannen en beschikbaar gesteld krediet Programma IP begroting Krediet Mutatie IP Mutatie 2013 begroting krediet 2013 Voldoende water Stevige dijken Gezuiverd afvalwater
Krediet bij BURAP 2
13.910.000
13.910.000
-13.910.000
-13.910.000
0
0
9.475.419
7.425.414
254.990
1.380.788
9.730.409
8.806.202
4.306.000
4.306.000
-371.965
-371.965
3.934.035
3.934.035
200.000
200.000
-200.000
-200.000
0
0
27.891.419
25.841.414
-14.226.975
-13.101.177
13.664.444
12.740.237
Organisatie Totaal
IP bij BURAP 2
Gevraagd besluit 1. De tweede bestuursrapportage (Burap II) over 2013 vast te stellen. 2. Het verwachte resultaat over 2013 bij te stellen van € 8.614.000 nadelig naar € 8.169.000 nadelig, zoals weergegeven in tabel 3. 3. De totale raming van de investeringen over 2013 conform tabel 6 bij te stellen van € 48,3 miljoen naar € 40,6 miljoen. 4. Van de lopende investeringen voor in totaal € 14.226.975 het investeringsplan en voor in totaal € 13.101.177 het investeringskrediet te verlagen conform tabel 7.
9
3
Rapportage per programma
3.1 Schoon water Binnen het programma Schoon water is een onderscheid gemaakt in de volgende vijf programmalijnen: Chemische waterkwaliteit Ecologische waterkwaliteit Vismigratie Zwemwateren Lokale knelpunten 3.1.1
Afwijkingen op de doelen en resultaten jaarschijf 2013
Geen afwijkingen. 3.1.2
Stand van zaken prestatie-indicatoren
Chemische waterkwaliteit Om de hoeveelheid meststoffen en bestrijdingsmiddelen in het oppervlaktewater terug te dringen is in 2012 en 2013 stevig ingezet op het verminderen van de emissie van deze stoffen vanuit glastuinbouwbedrijven. Dit is gedaan door het aansluiten van glastuinbouwbedrijven op de riolering en handhaving op lozingen. Daarbij is nauw samengewerkt met gemeenten en de glastuinbouwsector. Hoewel de afgesproken maatregelen zijn genomen, bedroeg het stikstofgehalte in de Westen Oostboezem in 2012 nog respectievelijk 5,04 en 2,40 mg/l. Hiermee daalt het stikstofgehalte, ondanks minder emissies uit de glastuinbouw, onvoldoende om in 2015 het gewenste niveau te bereiken (respectievelijk 3,5 en 2,2 mg/l). De belangrijkste oorzaak hiervan is nalevering van stikstof uit de waterbodem, door jarenlange belasting. Ook blijkt de watervoorziening invloed te hebben op het stikstofgehalte. In de begroting 2014 worden aanvullende maatregelen voorgesteld om de gewenste stikstofgehalten in 2015 te realiseren. Voor de periode na 2015 worden maatregelen opgenomen in het tweede stroomgebiedbeheerplan. Ook de bestrijdingsmiddelenconcentraties in het oppervlaktewater nemen maar langzaam af. De prognose is dat in 2015 het aantal bestrijdingsmiddelenwaarnemingen gemiddeld per locatie boven de norm bij het huidige tempo niet met 50% is afgenomen, tenzij aanvullende maatregelen worden genomen. In de begroting 2014 worden aanvullende maatregelen voorgesteld om de gewenste verbetering te realiseren. In 2014 wordt ook gerapporteerd over het aantal meetpunten dat voldoet aan de waterkwaliteitsnormen. In dat jaar is een meerjarige meetcyclus doorlopen en is de benodigde informatie beschikbaar. Ecologische waterkwaliteit Voor wat betreft de aanleg van NVO’s (natuurvriendelijke oevers) en VPP-en (vispaaiplaatsen) gaat in 2013 6,2 ha gerealiseerd worden ten opzichte van de 5,9 hectare die is geraamd. Het betreft de NVO’s Wennetjessloot, Oudeland, Vlaardingervaart, Vlietlanden, Oranjekanaal, en de VPP-en Ruijven en 7 gaten van Lingen. Het resterende gedeelte van de NVO langs het Nieuwe water/Zwethkanaal is inmiddels gereed. De overige locaties zijn in uitvoering. Deze programmalijn ligt goed op schema om de KRW-resultaatsverplichting tijdig te behalen. Dat ook binnen het gebied het draagvlak voor ecologische voorzieningen toeneemt, blijkt onder andere uit het feit dat het steeds vaker onderwerp van gesprek is bij gebiedsconsultaties, zoals de ‘watertafel’. Het onderhoud aan NVO’s en VPP-en is gepland voor de tweede helft van het jaar en loopt daarmee op schema. Met de agrarische natuurvereniging Vockestaart is een afspraak gemaakt om een pilot te doen voor het tegen vergoeding onderhouden van natuurvriendelijke oevers door agrariërs in de Commandeurspolder. 10
Vismigratie De twee geplande vismigratieknelpunten (vispassage Lage Abtswoudsche polder en het Schiegemaal) zijn voor het einde van het jaar gereed. Daarmee verloopt de realisatie van de geplande vismigratieknelpunten voor eind 2015 volgens planning. De testresultaten van de intrek van de door Delfland ontwikkelde ‘vislift’ bij de vispassage Holierhoekse- en Zouteveensepolder zijn bemoedigend, zodat dit type vispassage naar verwachting ook gebruikt kan worden voor een aantal andere geplande knelpunten. Zwemwater Om de zwemwaterkwaliteit te verbeteren zijn maatregelen genomen voor vijf van de zes prioritaire zwemwaterlocaties: Dobbeplas, Delftse Hout, waterspeeltuin Korftlaan, waterspeeltuin Tanthof, en waterspeeltuin Tubasingel. Hiermee zijn de omstandigheden gecreëerd om overlast door bacteriën en blauwalgen zo veel mogelijk te voorkomen en is de zwemwaterkwaliteit de afgelopen jaren geleidelijk verbeterd. Blauwalgen en bacteriën blijven echter een natuurlijk verschijnsel, dat nooit helemaal is uit te bannen uit oppervlaktewater. Daarom blijft er altijd een risico op tijdelijke overlast door bacteriën of blauwalgen. De verwachting is dat in 2013 een aantal zwemwaterlocaties te kampen krijgt met een bacteriële verontreiniging, waardoor ze niet kunnen voldoen aan de gewenste bacteriële kwaliteit. In dat geval wordt overlegd met de beheerder over mogelijke maatregelen om bacteriële verontreiniging tegen te gaan. Zo mogelijk worden nog in 2013 passende maatregelen genomen om overlast zo veel mogelijk terug te dringen. In de Krabbeplas (de zesde prioritaire locatie) zorgen blauwalgen terugkerend voor een slechte zwemwaterkwaliteit. In deze plas zijn, vooruitlopend op duurzame maatregelen in de toekomst, gedurende het zwemseizoen 2013 tijdelijke maatregelen genomen om de optredende blauwalgenoverlast zo veel mogelijk te terug te dringen. Dit om te voldoen aan het gewenste maximum van 18 weken zwemverbod of negatief zwemadvies op de prioritaire zwemwaterlocaties. Tot en met 30 juni is er voor twee weken een zwemverbod of negatief advies geweest in de prioritaire zwemwateren. Lokale knelpunten Zeven van de 14 knelpunten uit de 2de ronde zijn inmiddels opgelost. De resterende knelpunten volgen in de rest van het jaar. Inmiddels is ook begonnen met de maatregelen van de 3de ronde welke eind 2014 gereed zullen zijn. 3.1.3
Financiën 2013
Exploitatie Per programmalijn Programma Schoon water per programmalijn (bedragen * € 1.000)
Oorspronkelijke begroting 2013
Begroting 2013 na BURAP 1
Mutatie BURAP 2
Begroting 2013 na BURAP 2
Programmalijn Chemische waterkwaliteit Ecologische waterkwaliteit Vismigratie Zwemwateren Lokale knelpunten
2.448 671 49 246 0
2.448 671 115 192 250
0 -160 0 62 0
2.448 511 115 254 250
Saldo programma
3.414
3.676
-98
3.578
11
Per kosten/opbrengstsoort Programma Schoon water (bedragen * € 1.000)
Oorspronkelijke begroting 2013
Begroting 2013 na BURAP 1
Mutatie BURAP 2
Begroting 2013 na BURAP 2
Lasten Directe kosten Toegerekende salarissen Rente en afschrijving Totaal lasten Baten Directe opbrengsten Totaal baten Netto lasten programma
1.584 1.568 262 3.414
1.835 1.568 273 3.676
-98 0 0 -98
1.737 1.568 273 3.578
0 0
0 0
0 0
0 0
3.414
3.676
-98
3.578
Toelichting afwijking exploitatie Chemische waterkwaliteit De kosten voor de laboratoriumwerkzaamheden binnen het programma Schoon Water zijn toegenomen door een stijging van de bijdrage aan gemeenschappelijke regeling AQUON met 20% (ca. € 150.000). Hier staan € 122.000 incidentele inkomsten gerelateerd aan de liquidatie van Delta Waterlab tegenover. Het restant aan meerkosten voor de laboratoriumwerkzaamheden wordt gedekt uit de begroting van de programmalijn chemische waterkwaliteit. Ecologische waterkwaliteit NVO’s worden onderhouden volgens het in de eerste helft van 2013 opgestelde beheerplan natuurvriendelijke oevers. Mede vanwege de hieruit voortvloeiende optimalisatie van onderhoudsactiviteiten heeft dit tot een besparing geleid. Daarnaast zijn er minder incidenten geweest om watergangen plaatselijk te schonen. In totaal is sprake van € 160.000 lagere lasten. Vismigratie Geen afwijkingen Zwemwater Om de blauwalgenoverlast in de Krabbeplas te reduceren is begin juli besloten tot een pilot met een menginstallatie. De kosten hiervan bedragen € 62.000. Lokale knelpunten Geen afwijkingen
Investeringen Geprogrammeerde investeringen programma Schoon water (bedragen * € 1.000)
Geraamde investeringen oorspronkelijke begroting 2013
Geraamde investeringen BURAP 1
Geraamde investeringen BURAP 2
Programmalijn 0
0
0
Ecologische waterkwaliteit
5.900
5.200
3.600
Vismigratie
1.000
1.200
900
0
0
0
Chemische waterkwaliteit
Zwemwateren Lokale knelpunten Saldo programma
300
300
100
7.200
6.700
4.600
12
Toelichting afwijking investeringen Ecologische waterkwaliteit Conform de aanbevelingen van de rekeningcommissie wordt binnen het programma Schoon Water sterk gestuurd op het realiseren van doelen (inclusief de vereiste kwaliteit) tegen de laagst mogelijke kosten. Dit gebeurt onder andere door de kostenontwikkeling binnen de verschillende projecten nauwkeurig te monitoren. Zo wordt bijvoorbeeld tijdens de ontwerpfase van projecten actief gestuurd om de kosten per hectare zo laag mogelijk te houden. Deze extra focus op kosten heeft er bijvoorbeeld toe geleid dat de in de VV van februari 2013 vastgestelde NVO van de Wennetjessloot € 0,9 miljoen goedkoper is dan begroot. Dit is reeds in de BURAP-1 verwerkt. Ook de NVO langs de Vlaardingervaart en het Oranjekanaal (vastgesteld in de VV van 20 juni 2013) hebben deze focus, en zijn circa € 0,9 miljoen goedkoper dan begroot, wat de aframing in deze programmalijn voor een groot gedeelte verklaart. Met het realiseren van de eerste NVO’s ontstaat meer zicht op de kosten die de aanleg van NVO’s met zich meebrengt. Tegen de achtergrond van deze kennis kunnen NVO’s in de toekomst nauwkeuriger worden begroot. Omdat de focus van de realisatie van de geplande projecten in de tweede helft van het jaar ligt, en een aantal hiervan ook jaaroverschrijdend zijn, is er voorzichtigheidshalve rekening mee gehouden dat bepaalde projectonderdelen pas in 2014 worden uitgevoerd. Dit geldt bijvoorbeeld voor de projecten Schoon water langs het alternatief afvoertracé. Dit verklaart het resterende bedrag van de aframing (€ 0,7 miljoen). Ondanks dat de projectonderdelen doorschuiven naar 2014, komt de doelrealisatie voor 2013 en de planperiode niet in gevaar. Vismigratie Mede vanwege aanbestedingsvoordelen zal de vismigratievoorziening bij het Schiegemaal, maar ook van de Lage Abtswoudsche polder gerealiseerd worden voor ca. € 0,3 miljoen minder dan begroot. Lokale knelpunten Bij de uitwerking van de geselecteerde lokale knelpunten voor de 3de ronde, zoals gepresenteerd in de VV van 20 juni 2013, is gebleken dat er voor de realisatie meer voorbereidingstijd nodig is, dan was voorzien. Het gevolg is dat de lokale knelpunten voor de 3de ronde in 2013 alleen kunnen worden voorbereid, en dat de realisatie in 2014 gebeurt. Dit heeft een aframing van € 0,2 miljoen tot gevolg. 3.1.4
Risicomanagement
Chemische Waterkwaliteit De Waterkwaliteitsrapportage Delfland 2012 laat zien dat de chemische waterkwaliteit slechts langzaam verbetert. Indien geen aanvullende maatregelen worden getroffen, worden de beoogde doelstellingen voor 2015 niet gehaald. Beheermaatregel: Voor 2014 en 2015 worden aanvullende maatregelen voorbereid. Ecologische waterkwaliteit De realisatie van NVO’s en VPP-en hangt af van de medewerking en instemming van de gebiedspartners in de verschillende projecten (overheden, belangenorganisaties, particulieren), maar vooral ook van een voorspoedige uitvoering van de werkzaamheden. De realisatie van projecten hangt behalve van medewerking van gebiedspartners ook af van een voorspoedige uitvoering van de geplande werkzaamheden. Omdat de focus ligt op realisatie in de tweede helft van het jaar is de kans aanwezig dat bij tegenvallers in de uitvoering een project niet voor het einde van het jaar kan worden afgerond. Dat speelt bij de vispaaiplaats Ruijven op dit moment een rol. Voor alle projecten die worden gerealiseerd in de bergboezem Berkel geldt dat er weerstand is vanuit de omgeving. Gelet op nog te doorlopen procedures bestaat het risico dat het project 13
verder vertraagd wordt, waardoor de uitvoering in de tijd naar achteren verschuift. De procedures lopen op dit moment en eind 2013 is bekend of, en zo ja, welke vertraging de projecten oplopen. Zwemwater De maatregelen ter verbetering van de zwemwaterkwaliteit creëren randvoorwaarden om overlast door blauwalgen en bacteriën zo veel mogelijk te voorkomen. Zwemwater in oppervlaktewater blijft echter in sterke mate onderhevig aan natuurlijke processen, waardoor blauwalgen en bacteriën nooit helemaal zijn uit te bannen. Sommige oorzaken en bronnen zijn moeilijk helemaal te beïnvloeden (denk aan het weer of watervogels). Bij het optreden van bacteriële problemen of blauwalgenoverlast wordt hierover duidelijk gecommuniceerd, wordt met beheerders gezocht naar maatregelen en worden, zo mogelijk, passende maatregelen genomen. Bij jaarlijks terugkerende problemen, die niet of moeilijk oplosbaar zijn, wordt met de provincie besproken of de functie zwemwater voor de betreffende locatie realistisch is, waarna de provincie de afweging maakt of de functie moet worden gehandhaafd.
14
3.2
Voldoende water
Binnen het programma Voldoende water is een onderscheid gemaakt in de volgende drie programmalijnen: Optimaal regulier beheer polders en boezem Voorkomen wateroverlast polder Goede zoetwatervoorziening. 3.2.1
Afwijkingen op de doelen en resultaten jaarschijf 2013
Geen afwijkingen. 3.2.2
Stand van zaken prestatie-indicatoren
Regulier beheer polders en boezem Het watersysteem heeft de eerste zes maanden van het jaar goed gewerkt. Peiloverschrijdingen en waterbezwaarsituaties hebben zich niet voorgedaan. Het percentage beheergebied met een peil conform peilbesluit bedraagt 85%, dit is lager dan bij Burap I. De daling wordt veroorzaakt doordat er momenteel een groot aantal nieuwe peilbesluiten wordt ingesteld. De verwachting blijft dat er aan het einde van het jaar 90% van het beheergebied aan het vastgestelde peil zal voldoen. De boezemprojecten verlopen conform de planning die in de kadernota en in de begroting 2013 is opgenomen. Het chloridengehalte van het oppervlaktewater in de boezem is geen enkele keer overschreden. Voorkomen wateroverlast polder In 2013 worden er 15 van de in totaal tot 2018 83 op te lossen knelpunten opgepakt. Van de 15 knelpunten zijn er inmiddels reeds 8 afgerond en dit is conform de planning. Kritisch is de planning van de realisatie gemaal Keijzershof (Pijnacker-zuid). Vooralsnog wordt oplevering van dit gemaal voorzien in december 2013. Goede zoetwatervoorziening Er zijn conform planning een aantal onderzoeken uitgevoerd om te komen tot een optimalisatie in het systeem zodanig dat de zoetwatervraag kan worden verminderd. Daarnaast is er geparticipeerd in verschillende externe beleid- en planvormingtrajecten die de zoeterwatervraag kunnen beïnvloeden. Het belangrijkste voorbeeld hiervan is het Deltaprogramma. Het aantal onderzoeken tot en met juni in voorbereiding/uitvoering/gereed afgezet tegen de planning is 100%.
15
3.2.3
Financiën 2013
Exploitatie Per programmalijn Programma Voldoende water per programmalijn (bedragen * € 1.000)
Oorspronkelijke begroting 2013
Begroting 2013 na BURAP 1
25.934
25.891
-25
25.866
10.839 271
10.384 271
2.430 0
12.814 271
37.044
36.546
2.405
38.951
Oorspronkelijke begroting 2013
Begroting 2013 na BURAP 1
13.309 5.802 18.215 37.326
13.478 5.802 17.548 36.828
2.405 0 0 2.405
15.883 5.802 17.548 39.233
282 282
282 282
0 0
282 282
37.044
36.546
2.405
38.951
Programmalijn Optimaal regulier beheer polders en boezem Voorkomen wateroverlast polder Goede zoetwatervoorziening Saldo programma
Mutatie BURAP 2
Begroting 2013 na BURAP 2
Per kosten/opbrengstsoort Programma Voldoende water (bedragen * € 1.000)
Mutatie BURAP 2
Begroting 2013 na BURAP 2
Lasten Directe kosten Toegerekende salarissen Rente en afschrijving Totaal lasten Baten Directe opbrengsten Totaal baten Netto lasten programma
Toelichting afwijking exploitatie Voorkomen wateroverlast polder In de Verenigde Vergadering van 20 juni 2013 is besloten om de investeringsplannen en kredieten van de projecten waterberging bergboezem Zuidpolder van Delfgauw, watergang Noord-Zuidverbinding en extra waterberging in de Oostelijke droogmaking af te sluiten. De reeds gemaakte kosten op deze investeringen ter hoogte van € 2,2 miljoen worden ten laste van de exploitatie 2013 gebracht. In de Burap I 2013 is door de Verenigde Vergadering besloten om het investeringsplan en krediet van het project gemaal Laakmolen af te sluiten. De reeds gemaakte kosten op deze investering ter hoogte van € 0,2 miljoen worden ten laste van de exploitatie gebracht.
Investeringen Geraamde investeringen oorspronkelijke begroting 2013 Programmalijn Optimaal regulier beheer polders en boezem Voorkomen wateroverlast polder Goede zoetwatervoorziening Saldo programma
Geraamde investeringen BURAP 1
Geraamde investeringen BURAP 2
3.700
4.281
3.169
13.500 0 17.200
9.781 0 14.062
8.246 0 11.415
16
Toelichting afwijking investeringen Regulier Beheer polders en boezem Voor het project ‘bergboezem Berkel’, onderdeel van het vergroten van de bergboezem, is het investeringsvolume inmiddels gebaseerd op de detailplanning. De zwaarte van de uitvoering is iets naar achteren geschoven. Door de actualisatie van deze planning verschuift € 1,0 miljoen naar 2014. De totale tijdsplanning van het project wijzigt niet Vanwege de vondst van explosieven bij het project ‘verbreden Vlotvaartbrug’ is de uitvoering vertraagd en kan dit mogelijk tot een overschrijding van het investeringsplan en krediet leiden. Vooralsnog is het niet noodzakelijk het investeringplan en het krediet bij te stellen. De oplevering vindt dit jaar volgens planning plaats. De uitvoering van het peilbesluit zuidpolder van Delfgauw is vertraagd doordat de praktijksituatie afwijkt van de uitgangssituatie in het peilbesluit. Het is daardoor niet duidelijk of de beoogde maatregelen effectief zijn. Er wordt onderzocht of het peilbesluit moet worden aangepast of dat de maatregelen op een andere manier kunnen worden uitgevoerd. De uitvoering is nu gepland in 2014 waardoor de uitgaven in 2013 op dit project nihil zijn. De raming neemt met € 0,1 miljoen af. Voor bovengenoemde projecten geldt dat afwijkingen geen effect hebben op de doelrealisatie. Voorkomen wateroverlast polder Voor het project bergboezem Berkel onderdelen by-pass en aanpassen maalkom, is het investeringsvolume inmiddels gebaseerd op de detailplanning. De zwaarte van de uitvoering is iets naar achteren geschoven. Bij Burap I was deze planning nog niet bekend en is een theoretische inschatting van het investeringsvolume opgenomen. De raming neemt met € 0,5 miljoen af. De tijdsplanning blijft ongewijzigd. Op een aantal projecten, te weten het Kraaiennest, het Vergroten gemaal Zuidpolder Rodenrijs, de aflaat Maasdijk Oranjepolder en de uitvoering cluster 11 Pijnacker is een aanbestedingsvoordeel geboekt. Hierdoor neemt de raming voor 2013 met € 0,4 miljoen af. Op de overige projecten is in totaal sprake van een afname van € 0,7 miljoen. Het gaat hier om een optelsom van de aframing van een aantal projectbudgetten waaronder de projecten ‘Waterberging Ringsloot’ en het ‘Gemaal Harnaschpolder.’ Voor het project Ringsloot geldt dat dit wordt opgepakt door een externe partij. De verwachting is dat een deel van het werk pas in 2014 wordt gerealiseerd en daarmee ook een deel van de kosten (€ 0,2 miljoen). Voor het gemaal Harnaschpolder moet nog grond verworven worden. Nochtans wordt aangenomen dat een deel van de kosten (€ 0,25 miljoen) in 2014 zullen vallen. Bijstelling investeringsplan (IP) en –krediet (IK) Naam project
IP
IK
Mutatie IP
Mutatie IK
IP BURAP 2
IK BURAP 2
Voorkomen wateroverlast polder 701180 Berging bergboezem Delfgauw
5.410.000
5.410.000
-5.410.000
-5.410.000
0
0
701183 N-Z verbinding A13 Zuidpolder
3.900.000
3.900.000
-3.900.000
-3.900.000
0
0
701185 Extra brg.Oost.deel droogmolen
2.300.000
2.300.000
-2.300.000
-2.300.000
0
0
701594 Gemaal Laakmolen
2.300.000
2.300.000
-2.300.000 -2.300.000 13.910.000 13.910.000 13.910.000 13.910.000
0
0
0
0
Totaal
Toelichting Voorkomen wateroverlast polder In de Verenigde Vergadering van 20 juni 2013 is besloten de investeringsplannen en kredieten van de projecten waterberging bergboezem Zuidpolder van Delfgauw (701180), 17
watergang Noord-Zuidverbinding (701183) en extra waterberging in de Oostelijke droogmaking (701185) af te sluiten en het investeringsplan en krediet vrij te laten vallen. In de BURAP I 2013 is door de Verenigde Vergadering besloten om het investeringsplan en krediet van het project gemaal Laakmolen (701594) af te sluiten. Hierdoor zal bij Burap 2 het investeringsplan en krediet vrijvallen. 3.2.4
Risicomanagement
Voor de uitvoering in de periode 2014-2015 worden nu voor een aantal projecten binnen de programmalijn voorkomen wateroverlast polders de voorbereidingen getroffen. Het risico bestaat, dat de grondaankopen niet meer dit jaar afgerond kunnen worden, maar begin 2014. Dit heeft geen invloed op de totaalplanning: de voorbereidingen voor de uitvoering worden uitgevoerd. Het verschuiven van de grondaankopen naar begin 2014 geeft wel een kans op een verlaging van het budget 2013 en als gevolg van het doorschuiven en het verhogen van het budget 2014. Op de betreffende dossiers is bestuurlijk overleg ingezet als beheermaatregel. Van een aantal investeringen binnen de programmalijn voorkomen wateroverlast polders wordt de uitvoering verzorgd door een gemeente of gemeenschappelijke regeling van enkele gemeenten. De uitvoering is dan erg afhankelijk van de planning van deze partner en hun belang in de planning. Dit is niet geheel beïnvloedbaar door het Hoogheemraadschap. Hierdoor bestaat de kans dat een deel van de uitvoering niet in 2013, maar in 2014 geschiedt. De oplevering van deze knelpunten was al in 2014 geprognosticeerd. Er is een periodiek overleg ingepland met de partijen om de voortgang te kunnen monitoren en eventueel te kunnen bijsturen. Voor alle projecten die worden gerealiseerd in de bergboezem Berkel geldt dat er weerstand is vanuit de omgeving. Gelet op nog te doorlopen procedures bestaat het risico dat het project verder vertraagd wordt, waardoor de uitvoering in de tijd naar achteren verschuift. De procedures lopen op dit moment en eind 2013 is bekend of, en zo ja, welke vertraging de projecten oplopen. In alle gevallen kan het leiden tot een vertraging in de realisatie van doelstellingen.
18
3.3
Stevige dijken
Binnen het programma Stevige dijken is een onderscheid gemaakt in de volgende drie programmalijnen: Primaire waterkeringen Regionale waterkeringen Overige waterkeringen. 3.3.1
Afwijkingen op de doelen en resultaten jaarschijf 2013
Primaire keringen Actualiseren leggers De legger zeewering is vertraagd omdat het inhoudelijk complexer was dan verwacht. Het concept wordt in december 2013 aan D&H aangeboden. 3.3.2
Stand van zaken prestatie-indicatoren
Primaire keringen De doelrealisatie ligt op schema. Voor 53 kilometer van de 54 kilometer primaire keringen geldt dat deze op orde zijn. De afgekeurde 1,1 km uit de derde toetsronde wordt vooruitlopend op programmering in het nHWBP voorbereid met het oog op uitvoering in 2015. Met het programmabureau van het nHWBP worden gesprekken gevoerd over de programmering en voorfinanciering. Nochtans is het project niet in de eerste programmering van het nHWBP opgenomen zodat bij voorfinanciering door Delfland meerdere jaren moet worden gewacht op de bijdrage vanuit het nHWBP. Regionale keringen Ook de doelrealisatie voor de programmalijn regionale keringen ligt op schema. Voor 2013 was de doelstelling om 9 kilometer kade op orde te brengen. Doordat de mogelijkheid zich voordeed om in 2012 werk naar voren te trekken is een deel daarvan (circa 1,5 kilometer) reeds in 2012 uitgevoerd. Begin 2013 was 19 kilometer van de 34 kilometer risicovolle keringen op orde en was er al meer op orde dan vooraf aangenomen. In 2013 zijn totaal vijf projecten aanbesteed/in uitvoering met een totale lengte van 7,2 kilometer (zie opsomming hieronder). Eind 2013 zal circa 26,5 kilometer op orde zijn. Daarnaast wordt een start gemaakt met de uitvoering van het traject Zuidgaag van de Commandeurspolder (circa 1,0 kilometer). Het project Duifpolder (1,0 kilometer) zal in 2014 in uitvoering komen. In 2014 en 2015 zullen de resterende 7,5 kilometer kade op orde gebracht worden. In 2013 zijn deze projecten aanbesteed/ in uitvoering: Aalkeet Buitenpolder Zuidbuurt 1,2 Groeneveldsepolder langs Zweth 2,2 Aalkeet Buitenpolder Boonervliet 2,0 De Middelwatering van de Commandeurspolder 1,0 de voorboezem van de polder van Nootdorp 0,8
km km km km km
Ook het buitengewoon onderhoud komt op gang. Voor het complex Buitengewoon onderhoud wordt de intersectorale werkwijze gehanteerd zoals bij de kadeverbetering langs de Noordeindseweg. Er wordt met drie trajecten in de gemeente Leidschendam-Voorburg gestart. Overige waterkeringen De doelrealisatie voor de programmalijn overige keringen ligt eveneens op schema. Naar verwachting zullen de komende jaren op beperkte schaal verbeteringswerken uitgevoerd worden met het oog op de grondwateronttrekking in Delft Noord. Voor 2013 zijn geen verbeteringswerken gepland. Door het uitvoeren van verbeteringswerken vermindert de noodzaak van instandhouding van deze onttrekking en daarmee van het belang van Delfland. Hierover zal nog aparte besluitvorming plaatsvinden. 19
3.3.3
Financiën 2013
Exploitatie Per programmalijn Programma Stevige dijken per programmalijn (bedragen * € 1.000)
Oorspronkelijke begroting 2013
Begroting 2013 na BURAP 1
Begroting 2013 na BURAP 2
Programmalijn Primaire waterkeringen
2.936
2.921
2.896
Regionale waterkeringen
7.650
7.669
7.717
565
565
415
11.151
11.155
11.028
Overige waterkeringen Saldo programma Per kosten/opbrengstsoort Programma Stevige dijken (bedragen * € 1.000)
Primitieve begroting 2013
Mutatie BURAP 2
Begroting 2013 na BURAP 1
Begroting 2013 na BURAP 2
Lasten Directe kosten
5.690
5.690
-87
5.603
Toegerekende salarissen
1.943
1.943
0
1.943
Rente en afschrijving
3.743
3.747
0
3.747
11.376
11.380
-87
11.293
Directe opbrengsten
225
225
40
-265
Totaal baten
225
225
40
-265
11.151
11.155
-127
11.028
Totaal lasten Baten
Netto lasten programma
Toelichting afwijking exploitatie Primaire keringen Actualiseren leggers De legger zeewering is vertraagd omdat het inhoudelijk complexer was dan verwacht. Het concept wordt in december 2013 aan D&H aangeboden. Omdat het werk in eigen beheer wordt uitgevoerd, kan het budget met € 25.000 worden verlaagd. Regionale keringen Door een meer gedetailleerd inzicht in de werkzaamheden is een aanvullend bedrag van € 143.000 benodigd. Dit aanvullende bedrag betreft de volgende werkzaamheden: Ongedraineerd rekenen (€ 28.000), proevenverzameling (€ 50.000), onderzoek Verdroogde kades (€ 28.000) en het droogteonderzoek (€ 37.000). De eerste ronde van de toetsing regionale keringen is uitgevoerd. Er is € 45.000 minder benodigd vanwege marktwerking offertes en het niet uitvoeren van inventarisatie kunstwerken/NWO’s De gemeente Lansingerland zal conform het BO bestek 2012, voor incidenteel onderhoud € 40.000 bijdragen aan het verhelpen van een lekkage. Overige waterkeringen De GIS-ondersteuning voor het op orde krijgen van de gegevens van de overige keringen is geringer dan verwacht. Om die reden kan € 50.000 worden afgeraamd.
20
Het begrote budget voor het beheerplan waterkeringen van € 100.000 kan volledig worden afgeraamd, omdat het project volledig in eigen beheer (geen inhuur of uitbesteding) is uitgevoerd. Mutaties in overige posten levert per saldo een verlaging op van € 10.000.
Investeringen Geprogrammeerde investeringen programma Stevige dijken (bedragen * € 1.000)
Geraamde investeringen oorspronkelijke begroting 2013
Geraamde investeringen BURAP 1
Geraamde investeringen BURAP 2
Programmalijn Primaire waterkeringen Regionale waterkeringen Overige waterkeringen HWBP Saldo programma
0 15.300
11.300
11.100
0 5.500
5.500
5.500
20.800
16.800
16.600
Toelichting afwijking investeringen De verlaging van per saldo € 0,2 miljoen in de geraamde investeringen voor 2013 wordt veroorzaakt door de volgende elementen: Het voorspoedig verloop van projecten (verlaging € 0,1 miljoen) Boezemkade Groenv. polder langs de Zweth (700767) Verschillen tussen aanbesteding en raming (verhoging van € 0,2 miljoen) Boezemkade Aalkeet Buitenpolder Zuidbuurt (700761) (aanbestedingsvoordeel, verlaging € 0,23 miljoen) Boezemkade Aalkeet Buitenpolder Boonervliet (700771) (hoger uitgevallen aanbesteding (passend binnen IP en IK) verhoging € 0,26 miljoen) Kade Voorboezem van de polder van Nootdorp (700843) (hoger uitgevallen aanbesteding door slechte bereikbaarheid van het werk (niet passend binnen IP en IK) verhoging € 0,17 miljoen) Vertraging in de voorbereiding (verlaging van € 0,5 miljoen) Kadestrekking Klaas Engelbrechtspolder (701489) (verschuiving deel realisatie naar 2014, verlaging € 0,06 miljoen) Kades Duifpolder (701648) (verschuiving deel realisatie naar 2014, verlaging € 0,17 miljoen) Kade Vlaardingsekade (701649) (verschuiving deel realisatie naar 2014, voordeel bij grondverwerving, verlaging € 0,08 miljoen) Kade Commandeurspolder (700792) (verwachte verschuiving van de activiteiten naar 2014, verlaging € 0,2 miljoen) Meer uitvoering dan het geraamde bestek (verhoging van € 0,1 miljoen) Buitengewoon Onderhoud kaden (701623) (groter deel van het bestek 2012 wordt uitgevoerd in 2013) Opstarten nieuwe projecten (verhoging van € 0,4 miljoen) Akkerdijksepolder (701725), Kade vakken A en B Zuidbuurt (701726), Kadeverberbetering kade 31 polder Schieveen (701740), Sluizen Vlaardingen/Maassluis (701756), Project aanpassing kade Boonervliet (701758) Complex buitengewoon onderhoud (verlaging € 0,2 miljoen) Project (701753) is in 2013 later opgestart dan bij de begroting was voorzien. Hierdoor zal de uitvoering vanaf 2014 plaatsvinden 21
Buitengewoon onderhoud OWW 2013 (verhoging 0,06 miljoen) Het project (701737) bestaat uit meerdere kadestrekkingen die worden opgehoogd. Voor de uit te voeren werken in 2013 is € 0,06 miljoen meer benodigd waarvoor ook het IP en IK wordt verhoogd. Bijstelling investeringsplan (IP) en –krediet (IK) Naam project Buitengewoon Onderhoud OWW 2013 (701737) Kadeverbetering Voorboezem polder van Nootdorp (700843) Kadeverbetering langs de Bovenvaart (701693) Kade Noordeindseweg (701573) Totaal
IP
IK
Mutatie IP
Mutatie IK
IP BURAP 2
IK BURAP 2
675.000
675.000
60.000
60.000
735.000
735.000
1.875.000
1.585.000
170.000
170.000
2.045.000
1.755.000
4.769.709
3.501.704
5.700
639.498
4.775.409
4.141.202
2.155.710
1.663.710
19.290
511.290
2.175.000
2.175.000
9.475.419 7.425.414
254.990
1.380.788 9.730.409
8.806.202
Toelichting Het project Buitengewoon Onderhoud 2013 (projectnummer 701737) bestaat uit meerdere kadestrekkingen die worden opgehoogd. Voor de uit te voeren werken in 2013 is € 60.000 extra benodigd. De aanbesteding van het project kadeverbetering Voorboezem polder van Nootdorp (700843) is hoger uitgevallen dan de raming. Dit heeft te maken met de ‘slechte’ bereikbaarheid van het werk. Het IP en krediet moet met € 170.000 worden opgehoogd. Bij de verwerking van de Nota Investering en Activabeleid (NIAB) zijn de mutaties bij het project Kadeverbetering langs de Bovenvaart (701693) abusievelijk dubbel doorgevoerd. Bij de vaststelling van het IP en IK was al rekening gehouden met de NIAB. Het IP en IK worden nu respectievelijk € 4.775.409 en € 4.141.202. Bij het project Kade Noordeindseweg (701573) zijn het IP en IK op basis van ervaringscijfers aangevraagd. Bij verwerking NIAB is abusievelijk project onvoorzien en nazorg van IP en IK afgetrokken. 3.3.4
Risicomanagement
In de tweede helft van 2013 zijn er meerdere kadeverbeteringsprojecten in uitvoering. Volgens planning worden een aantal daarvan in december opgeleverd. Nochtans is de verwachting dat er voldoende uitvoeringstijd is om de projecten dit jaar af te ronden. Indien zich onvoorziene omstandigheden voordoen kan het evenwel zo zijn dat een deel van het werk in 2014 wordt uitgevoerd. Het risico voor doelrealisatie in 2015 is niet aanwezig. Voor alle projecten die worden gerealiseerd in de bergboezem Berkel geldt dat er weerstand is vanuit de omgeving. Gelet op nog te doorlopen procedures bestaat het risico dat het project verder vertraagd wordt, waardoor de uitvoering in de tijd naar achteren verschuift. De procedures lopen op dit moment en eind 2013 is bekend of, en zo ja, welke vertraging de projecten oplopen. In alle gevallen kan het leiden tot een vertraging in de realisatie van doelstellingen.
22
3.4 Gezuiverd afvalwater Binnen het programma Gezuiverd afvalwater bestaan vier programmalijnen: Transporteren Zuiveren Doelmatigheid Publieke private samenwerking. 3.4.1
Afwijkingen op de doelen en resultaten jaarschijf 2013
Geen afwijkingen. 3.4.2
Stand van zaken prestatie-indicatoren
Transporteren In de rapportageperiode is voor 100% voldaan aan de vastgestelde afnameverplichting en wettelijke eisen. Zuiveren In de rapportageperiode hebben de zuiveringsprestaties 100 % voldaan aan de wettelijke eisen. Doelmatigheid De implementatie van het akkoord Unie /VNG over samenwerken in de afvalwaterketen vordert langzamer dan de planning van landelijke afspraken. Proces Delfland met 12 gemeenten In mei en juni heeft een aantal ambtelijke bijeenkomsten plaats gevonden ter voorbereiding op de Watertafel d.d. 26 juni 2013. Tijdens de Watertafel van 26 juni 2013 heeft de onafhankelijke procesmanager een notitie met de stand van zaken ingebracht. Het proces voor de vaststelling van een overeenkomst tot samenwerking wordt opgelijnd voor de volgende bestuurlijke Watertafel in november 2013. De zomerperiode en begin van het najaar wordt gebruikt om positie te bepalen en standpunten in te nemen en dit te verwerken tot een samenwerkingsovereenkomst. Mede gezien de bestuurlijke besluitvorming bij gemeenten zal een inhoudelijk stuk niet eerder dan in eind oktober 2013 op tafel kunnen liggen. Samenwerking Rotterdam Op 6 juni 2013 is de samenwerkingsovereenkomst afvalwaterketen Rotterdam ondertekend. Na de zomer van 2013 start de uitvoering van de gemaakte afspraken uit de samenwerkingsovereenkomst. De samenwerkingsprojecten lopen door tot eind 2020, waarbij een eerste belangrijke mijlpaal is opgenomen voor het jaar 2016. Op dat moment moet er een lange termijn uitvoeringsprogramma zijn opgeleverd. Vervolgonderzoek waterschappen Delfland heeft de intentie om in de zomer van 2013 te starten met een vervolgonderzoek naar samenwerking op het gebied van transport en zuiveringsbeheer met de buurwaterschappen Rijnland en Schieland. Op initiatief van Rijnland is op 1 juli 2013 een bestuurlijk overleg met de drie waterschappen gehouden. Tijdens dit overleg zijn de uitgangspunten voor het vervolg onderzoek besproken. De verwachting is dat de nadere verkenning eind december 2013 is afgerond. Publieke private samenwerking In de rapportage periode is voor 100% voldaan aan de vastgestelde afnameverplichting en wettelijke eisen. Afwijkingen worden contractueel afgehandeld. Er wordt een plan van aanpak opgesteld voor de aanbevelingen vanuit de PPS commissie. De aanbevelingen van de PPS commissie en het plan van aanpak worden in september met de VV gedeeld.
23
3.4.3
Financiën 2013
Exploitatie Per programmalijn Programma Gezuiverd afvalwater per programmalijn (bedragen * € 1.000)
Oorspronkelijke begroting 2013
Begroting 2013 na BURAP 1
Mutatie BURAP 2
Begroting 2013 na BURAP 2
Programmalijn Transporteren Zuiveren
5.008 14.310
14
5.008 14.324
1.908
1.908
-100
1.808
86.888
87.381
-546
86.835
107.979
108.607
-632
107.975
Oorspronkelijke begroting 2013
Begroting 2013 na BURAP 1
84.959 3.594 40.411 128.964
84.919 3.594 40.625 129.138
-700
-700
84.219 3.594 40.625 128.438
20.985 20.985
20.531 20.531
-68 -68
20.463 20.463
107.979
108.607
-632
107.975
Doelmatigheid Publieke private samenwerking Saldo programma
4.825 14.358
Per kosten/opbrengstsoort Programma Gezuiverd afvalwater (bedragen * € 1.000)
Mutatie BURAP 2
Begroting 2013 na BURAP 2
Lasten Directe kosten Toegerekende salarissen Rente en afschrijving Totaal lasten Baten Directe opbrengsten Totaal baten Netto lasten programma
Toelichting afwijking exploitatie Verlaging kosten PPS (lagere kosten € 0,6 miljoen) De aanpassing van de dienstverleningsvergoeding in het PPS contract, als gevolg van het bekend worden van de werkelijke indexcijfers voor 2013. Verlaging kosten samenwerken afvalwaterketen (lagere kosten € 0,1 miljoen) De uitgaven voor het samenwerken in de afvalwaterketen vallen € 0,1 miljoen lager uit dan verwacht (van € 0,5 naar € 0,4 miljoen). Dit wordt veroorzaakt door vertragingen in het proces. Voor verdere toelichting zie 3.4.2 onder doelmatigheid. Voor 2014 zal opnieuw bekeken worden welke kosten er verwacht worden voor de onderzoeken naar het samenwerken in de afvalwaterketen. Verlaging garantstellingsprovisie HVC ( lagere opbrengst € 0,68) Door het gewijzigde aandeelhouderschap van de GR slibverwerking van HVC staat de GR garant voor een lager bedrag en zullen de waterschappen een lagere garantstellingprovisie ontvangen.
24
Investeringen Geprogrammeerde investeringen programma Gezuiverd afvalwater (bedragen * € 1.000)
Geraamde investeringen oorspronkelijke begroting 2013
Geraamde investeringen BURAP 1
Geraamde investeringen BURAP 2
Programmalijn 0
0
0
1.000
1.450
1.400
500
500
600
Transporteren Zuiveren Doelmatigheid Publieke private samenwerking
6.600
5.235
4.614
Saldo programma
8.100
7.185
6.614
Toelichting afwijking investeringen Doelmatigheid De Optimalisatie Afvalwater Systeem (OAS) De Groote Lucht is in uitvoering. Er zal dit jaar € 0,1 miljoen eerder uitgegeven worden dan gepland (van € 0,5 miljoen naar € 0,6 miljoen). De start van het communicatieprogramma binnen de OAS is zwaarder ingezet dan gepland. Het bedrag dat gereserveerd staat binnen het OAS budget voor communicatie blijft gelijk, maar wordt nu vervroegd uitgegeven. Voor de communicatie was een maandelijks bedrag gereserveerd, maar na overleg is besloten van start te gaan met een grote campagne i.s.m. een open dag van een aantal zuiveringen en gemalen van Delfland en gemeenten. Hierdoor heeft de start van het communicatieprogramma meer geld gekost dan geraamd. Verder gaat het project “meten binnen de OAS” ook eerder van start dan gepland en wordt ook steviger ingezet dan in eerste instantie geraamd. Het geraamde bedrag bleek niet toereikend om het project goed uit te kunnen voeren. Andere projecten, zoals bijvoorbeeld buffer de Lier zijn financieel gunstiger afgerond waardoor het hier vrijgekomen bedrag naar het budget van het project “meten binnen de OAS” mag. Dit is tijdens het bestuurlijk overleg van de OAS op 14 mei 2013 door alle bestuurders van de OAS besloten. De innovatie 3Di is binnen Delfland dit jaar gestart. Het vervolg op het Delflandbrede 3Di project is 3Di in de stad en afvalwaterketen. Aangezien dit voor de OAS een nuttige ontwikkeling is betaalt het hier voor een deel aan mee. Ook dit is in het bestuurlijk overleg van mei 2013 toegelicht en goedgekeurd door bestuurders. De totale kosten voor dit project blijven gelijk. Publiek Private Samenwerking Morsestraat Door betere onderhandelingen met de aannemer over meerwerk bij gemaal Morsestraat wordt het bedrag voor meerwerk met € 0,2 miljoen verlaagd (van € 2,2 miljoen naar € 2,0 miljoen) Gemaal Scheveningen Naar aanleiding van het eerder gemelde grote aanbestedingsvoordeel, heeft het Projectingenieursbureau van Delfland veiligheidshalve gerekend met hogere kosten voor meerwerk. In de uitvoering blijkt dit nu mee te vallen. Tevens heeft het project een lichte vertraging opgelopen in de ontwerpfase, omdat de aannemer gedetailleerder moet ontwerpen dan hij aanvankelijk had voorzien. Het project wordt derhalve afgeraamd met € 0,4 miljoen.
25
Bijstelling investeringsplan (IP) en –krediet (IK) Naam project 700930 r.g. Zoetermeer Meerzicht 701204 Grondverwerving t.b.v. nieuwe gem Totaal
IP
IK
Mutatie IP
Mutatie IK
IP BURAP 2
IK BURAP 2
3.300
3.300
119
119
3.419
3.419
1.006
1.006
-491
-491
515
515
4.306
4.306
-372
-372
3.934
3.934
Toelichting Publieke private samenwerking Gemaal Meerzicht Project gemaal Meerzicht Zoetermeer is gereed. Het project kan worden afgesloten. Het project heeft een kredietoverschrijding (van € 3,3 miljoen naar 3,4 miljoen) die reeds gemeld is in Burap 1 2011 pag 36. Grondverwerving gemalen AHR Het project grondverwerving gemalen AHR, is gereed en kan afgesloten worden. Er wordt € 491.000 krediet teruggegeven (van € 1 miljoen naar € 0,5 miljoen). Reden is dat het aantal benodigde m2 grond ruim was geraamd. In praktijk zijn alleen de noodzakelijke m2 aangekocht. 3.4.4
Risicomanagement
OZB Harnaschpolder Delfland heeft de aanslagen van de gemeente Midden-Delfland met betrekking tot onroerendezaakbelasting (OZB) voor de AWZI Harnaschpolder voor de belastingjaren 2008 tot en met 2013 ontvangen. Delfland meent dat de waarde van een AWZI in zijn geheel wettelijk buiten beschouwing moet worden gelaten, hetgeen praktisch betekent dat AWZI Harnaschpolder is uitgezonderd van de verschuldigdheid van OZB. Dit geldt naar de mening van Delfland ook in die gevallen waarbij de bedrijfsvoering en het onderhoud van de AWZI onder (eind)verantwoordelijkheid van Delfland wordt verricht door een private rechtspersoon. Delfland is namelijk van mening dat het beheer van de AWZI, gezien de betekenis die in dit verband rechtens aan de term "beheer" dient te worden toegekend, bij haarzelf berust. Los hiervan is de gemeente die de aanslagen heeft opgelegd bovendien van mening dat de wettelijke uitzonderingsbepaling slechts geldt voor die onderdelen van de AWZI waar in de meest directe zin van het woord afvalwater wordt gezuiverd. Alle andere onderdelen tellen in haar visie dan toch degelijk mee als grondslag voor het opleggen van OZB. Delfland heeft beroep aangetekend bij de rechtbank tegen de uitspraak van de gemeente. Mocht de visie van de gemeente op een of meerdere van de genoemde punten rechtens worden gehonoreerd, dan zou dit onverwacht grote financiële gevolgen voor Delfland hebben. Het door Delfland ingestelde beroep wordt op 24 september 2013 door de rechtbank te Den Haag in een openbare zitting behandeld. De eventuele financiële gevolgen zijn niet afwijkend ten opzichte van de begroting 2013. Jaagpadleiding Tussen Delft en Rijswijk, in het dijklichaam langs de Schie, bevindt zich de Jaagpadleiding. Er was een overeenkomst tussen Delfland en Rijswijk voor de aanleg en het onderhoud van deze leiding. In 2009 heeft Delfland de overeenkomst met Rijswijk opgezegd. Dit heeft geleid tot een geschil met de gemeente Rijswijk. Rijswijk is van mening dat Delfland een aanzienlijk bedrag van de onderhoudskosten nog moet betalen. Delfland en de gemeente hebben in oktober 2012 de afspraak gemaakt dat het geschil zal worden voorgelegd aan een arbitragecommissie bestaande uit drie zogenaamde scheidsmannen. Aan de uitspraak zijn partijen gebonden. De arbitrage zal plaatsvinden met toepassing van het arbitragereglement van het Nederlands Arbitrage Instituut (NAI). Per 28 juni 2013 was de stand van zaken dat het NAI volgens keuze van de gemeente en Delfland voor elk van beide een arbiter heeft benoemd en dat deze twee arbiters op korte termijn samen een derde arbiter ter benoeming
26
aan het NAI voordragen. Opvolgend zullen de drie arbiters de procesorde bepalen en zal daarna, waarschijnlijk in juli of augustus 2013, het arbitrageproces een aanvang nemen. Verleggen persleidingen Delfland heeft tientallen kilometers persleiding in beheer. In een aantal gevallen is Delfland niet de eigenaar van de grond. Er bestaat dan altijd het risico dat de grondeigenaar Delfland zal verzoeken (en soms contractueel kan afdwingen) de persleiding te verleggen. Om dit risico in de toekomst te beperken moeten voor persleidingen waarvoor dat nog niet is gebeurd, overeenkomsten worden gesloten met de grondeigenaar. Dit kan door bijvoorbeeld het vestigen van een recht van opstal. Inmiddels is een projectteam gevormd om hieraan uitvoering te geven. Uit de inventarisatie is gebleken dat met de meeste particuliere eigenaren rechten van opstal zijn gevestigd. Dit in tegenstelling tot andere overheden zoals gemeenten, provincies etc. Exploitatiebijdrage Vastgoedzone Met betrekking tot de ontwikkeling van de naast de AWZI Harnaschpolder gelegen Vastgoedzone heeft de gemeente Midden-Delfland in 2011 ter uitvoering van de Realisatieovereenkomst AWZI Harnaschpolder uit 2002 een factuur ingediend. Tussen Delfland en de gemeente bestaat verschil van inzicht over de wijze waarop de Realisatieovereenkomst op dit punt moet worden geïnterpreteerd. Ambtelijk overleg hierover heeft geen resultaat opgeleverd. Overleg met de portefeuillehouders van Delfland en gemeente wordt ingepland. De eventuele financiële gevolgen zijn niet afwijkend ten opzichte van de begroting 2013. Gemaal Hoge Veld Bij het rioolgemaal Hoge Veld is geconstateerd dat de gevraagde capaciteit niet door het gemaal wordt geleverd. Uit een nader onderzoek blijkt dat het gemaal door zijn opzet niet de gevraagde capaciteit kan leveren. Delfluent neemt maatregelen, naar verwachting door het gemaal om te bouwen met nieuwe pompen. Delfluent is met Delfland in gesprek over een bijdrage in de kosten van deze maatregelen. Dit kan leiden tot onvoorziene extra kosten. De hoogte van de extra kosten is nog niet bekend.
27
3.5 Instrumenten Binnen het programma instrumenten is een onderscheid gemaakt in de volgende drie programmalijnen: Gebiedsgericht samenwerken Regulering en toezicht Communicatie. 3.5.1
Afwijkingen op de doelen en resultaten jaarschijf 2013
Geen afwijkingen. 3.5.2
Stand van zaken prestatie-indicatoren
Gebiedsgericht samenwerken Het percentage geactualiseerde uitvoeringsprogramma’s Waterplannen, bedraagt 100%. In het eerste halfjaar van 2013 zijn conform planning vier uitvoeringsprogramma’s geactualiseerd. In het eerste half jaar zijn 305 aanvragen voor een watertoets in behandeling genomen. De behandeling vindt plaats binnen de afgesproken termijnen. Het aantal gehouden bestuurlijke overleggen in de eerste helft van 2013 is conform planning en zal in 2013 100% zijn. Regulering en toezicht Het percentage afgehandelde vergunningen binnen de wettelijke termijn bedraagt over het eerste half jaar circa 80%. Door het optimaliseren van het systeem is er een stijgende lijn van deze prestatie-indicator zichtbaar. Dit in combinatie met de inmiddels door de vergunningverleners opgedane kennis over grondwater leidt ertoe, dat naar verwachting deze trend doorzet en dat 90% in 2013 kan worden gerealiseerd. Om de (administratieve) regeldruk te verminderen, kan de burger zaken afdoen met een melding in plaats van een vergunning. De verhouding tussen melding en vergunning geeft de regeldruk aan. Het aantal meldingen in verhouding tot het aantal watervergunningen bedraagt nu 31% en is daarmee beter dan de streefwaarde van 25%. Van het percentage (jaarlijks geplande) ‘speerpunten’-controles is in het eerste halfjaar 98% gerealiseerd. De in het eerste kwartaal meer uitgevoerde reguliere controles op glastuinbouw en spoorzone verlopen over het eerste half jaar weer conform planning (Burap I: 106% door seizoensinvloed). In het tweede kwartaal zijn er meer reguliere controles op de waterdossiers uitgevoerd. Op basis van het reguliere seizoenpatroon komt 2013 op het streefgetal van 90% uit. Communicatie Uit de monitoring blijkt dat de hoeveelheid verschenen artikelen met de kernboodschap en de gewenste toonzetting op het gewenste niveau ligt, conform het doel van 50%. Via een steekproef zal in het najaar van 2013 worden gemeten of de doelstelling ten aanzien van informatie aan de medewerkers wordt gehaald. Het gaat hierbij om het percentage van de medewerkers dat de mate waarin zij zich geïnformeerd, gehoord en betrokken voelt bij (veranderingen in) de organisatie met minimaal een voldoende waardeert. De doelstelling is dat minimaal 50% een voldoende geeft.
28
3.5.3
Financiën 2013
Exploitatie Per programmalijn Programma Instrumenten per programmalijn (bedragen * € 1.000)
Oorspronkelijke begroting 2013
Programmalijn Gebiedsgericht samenwerken Regulering en toezicht Communicatie
Begroting 2013 na BURAP 1
Mutatie BURAP 2
Begroting 2013 na BURAP 2
3.433 5.736 1.855
3.383 5.736 1.855
-160 -242 -42
3.223 5.494 1.813
11.024
10.975
-444
10.530
Oorspronkelijke begroting 2013
Begroting 2013 na BURAP 1
Saldo programma Per kosten/opbrengstsoort Programma Instrumenten (bedragen * € 1.000)
Mutatie BURAP 2
Begroting 2013 na BURAP 2
Lasten Directe kosten Toegerekende salarissen Rente en afschrijving Totaal lasten Baten Directe opbrengsten Totaal baten Netto lasten programma
3.054 8.280 60 11.394
3.004 8.280 60 11.344
-399 0 0 -399
2.605 8.280 60 10.945
370 370
370 370
45 45
415 415
11.024
10.974
-444
10.530
Toelichting afwijking exploitatie Gebiedsgericht samenwerken Gegevensbeheer De gegevenscoördinator Gegevensbeheer zal naar verwachting in het najaar 2013 beginnen. De uitgaven voor het gegevensbeheer komen dit jaar daarom later op gang. Het budget 2013 kan daarom met € 100.000 worden verlaagd. Waterplannen Voor de actualisatie van de uitvoeringsprogramma’s van de waterplannen is minder besteed dan verwacht. Dit heeft een aantal oorzaken: de uitbreiding van de formatie uit de Kadernota 2013 is nagenoeg afgerond waardoor minder hoeft worden uitbesteed. Daarnaast is een aantal zaken voordeliger uitgevallen dan begroot omdat kosten kunnen worden gedeeld met gemeenten. Op basis hiervan kan een bedrag van € 60.000 aan advieskosten worden teruggegeven. Regulering en toezicht Regulering Door kleinschaligere projecten, de economische omstandigheden en opbouw van eigen kennis, onder andere op het gebied van grondwater, is er minder behoefte aan extern advies. Hierdoor kan het budget worden verlaagd met € 60.000 Loketfunctie De aanpassingen aan de kantoorruimten zijn afhankelijk van de projecten Huisvesting en Edienstverlening. Hierdoor worden de begrote kosten dit jaar niet volledig uitgegeven. Het budget kan daarom worden verlaagd met € 60.000. Incidenten handhaving Op basis van het eerste halfjaar 2013 is de inschatting dat er in 2013 minder incidenten voor rekening van Delfland zullen komen. Het budget wordt met € 50.000 verlaagd. 29
Incidentele uitgaven keur De verwachting is dat er voor maximaal € 25.000 aan incidentele uitgaven op het vlak van keur zullen zijn. Het budget wordt met € 29.000 verlaagd. Niet begrote opgelegde dwangsommen Delfland heeft een bedrag aan niet begrote incidenteel opgelegde dwangsommen, in het kader van handhavingstrajecten, ontvangen. Het opbrengstenbudget wordt met € 45.000 verhoogd. Communicatie E-dienstverlening Een belangrijk onderdeel van het project E-dienstverlening is de aanschaf van software die het mogelijk maakt om organisatiebreed zaakgericht te werken. De kostenopbouw van de aangeschafte software is anders dan was voorzien. De leverancier van de geselecteerde software kiest, in tegenstelling tot andere leveranciers, voor een licentie-structuur die uitgaat van lagere investeringen en hogere exploitatielasten. Daardoor vallen de investeringskosten lager en de exploitatiekosten hoger uit dan voorzien. Voor de betreffende leverancier is gekozen, omdat deze aanbieder de beste prijs-/ kwaliteitsverhouding bood. Binnen E-dienstverlening heeft de samenwerking met Rijnland, Schieland & Krimpenerwaard en Stichtse Rijnlanden geresulteerd in het gezamenlijk aanschaffen van voornoemde software. Dit heeft geleid tot een inkoopvoordeel. Doordat faseverschillen binnen de verschillende waterschappen rechtgetrokken moesten worden en besluitvormingsprocessen in meerdere organisatie niet synchroon lopen, is er enige vertraging opgetreden in dit traject, waardoor voor 2013 verwachte uitgaven verschuiven naar 2014. De einddatum blijft ongewijzigd (2015). Het budget kan in totaal met € 41.500 worden verlaagd
Investeringen Geprogrammeerde investeringen programma Instrumenten (bedragen * € 1.000)
Geraamde investeringen oorspronkelijke begroting 2013
Geraamde investeringen BURAP 1
Geraamde investeringen BURAP 2
Programmalijn Gebiedsgericht samenwerken
0
0
0
Regulering en toezicht
0
0
0
Communicatie
640
640
185
Saldo programma
640
640
185
Toelichting afwijking investeringen Communicatie E-dienstverlening De raming voor 2013 van € 640.000 wordt verlaagd naar € 185.000. (zie hiervoor) Bijstelling investeringsplan (IP) en –krediet (IK) Geen bijstellingen. 3.5.4
Risicomanagement
Gebiedsgericht samenwerken Ontwikkelingsmaatschappij ‘Het Nieuwe Westland’ (ONW) In hoofdstuk 4.2 Verbonden partijen van deze Bestuursrapportage wordt ingegaan op de actuele ontwikkelingen rond ONW Regulering en toezicht
30
A4 Zoals in Burap I 2013 is aangegeven, wordt ook in Burap II gerapporteerd over de stand van zaken ten aanzien van de kosten voor de A4. Van Rijkswaterstaat is in 2012 een bedrag van € 1,25 miljoen ontvangen ter dekking van de kosten die Delfland maakt in het traject van de aanleg van de A4 (o.a. vergunningverlening en toezicht). In het jaar 2013 is van dit bedrag € 0,4 miljoen als opbrengst geboekt; medio 2013 is inmiddels ca. 45% van het jaarbedrag gerealiseerd. Toezicht Er wordt door de organisatie meer inzet gevraagd voor beleids- en organisatieontwikkeling op het gebied van Toezicht. Deze gevraagde inzet is meer dan vooraf gepland. Door middel van prioritering zal worden getracht de impact op de doelrealisatie te beperken. Projecten met ICT-component Zie programma Organisatie.
31
3.6 Organisatie Binnen het programma Organisatie is een onderscheid gemaakt in de volgende twee programmalijnen: Sturing Ondersteunende producten. 3.6.1
Afwijkingen op de doelen en resultaten jaarschijf 2013
De doelrealisatie van het programma Organisatie wijkt af op de volgende onderdelen. Op het gebied van informatievoorziening is geconstateerd dat verduidelijking nodig is van de verantwoordelijkheden voor aansturing en prioritering en dat oplossingen nodig zijn voor capaciteitsvraagstukken rond beheer, onderhoud en beveiliging. Een verkennend onderzoek moet oplossingsrichtingen geven voor verdere ontwikkeling van het I&A-domein voor de komende jaren. Over het onderzoek zal in september aan de VV worden gerapporteerd. De beoogde herhuisvesting en daarmee gepaard gaande uitbreiding en verbouwing van de locatie Phoenixstraat/Oude Delft ondervindt vertraging als gevolg van het wegvallen van de mogelijkheid het pand van voormalig museum Nusantara aan te kopen. De investering wordt in 2013 verlaagd van € 1,6 miljoen naar € 0,4 miljoen. Er vindt onderzoek plaats naar alternatieve mogelijkheden. De gevolgen daarvan zullen in het komende half jaar duidelijk worden en aan de VV worden voorgelegd. 3.6.2
Stand van zaken prestatie-indicatoren (incl. toelichting)
Sturing Taakstelling Tot en met 2014 wordt er € 18 miljoen bezuinigd, in 2013 zal dit cumulatief meer dan € 13,5 miljoen zijn. Op 28 juni 2012 is een brief (“Beantwoording vragen commissies nav Kadernota 2013”) aan de VV gestuurd met daarin de stand van zaken betreffende de taakstelling. De VV wordt in een separate brief geïnformeerd over de stand van zaken. Doelstellingen motie Dijkema c.s. De motie Dijkema c.s. houdt in dat Delfland per 2014 een positief exploitatieresultaat moet hebben en per 2018 een positief vermogen. De Kadernota 2014 is opgesteld tegen de achtergrond van de motie Dijkema. Delfland ligt op koers om aan deze doelstellingen te voldoen. In de Kadernota 2014 is de VV reeds geïnformeerd over de voortgang. Ondersteunende producten Accountants- en rechtmatigheidsverklaring Over het behalen van een goedkeurende accountants- en rechtmatigheidsverklaring wordt separaat gerapporteerd naar aanleiding van de tussentijdse managementletter (oktober 2013) en de jaarrekening 2013 (april 2014). Stand van zaken onderwerpen zonder prestatie-indicator Fusie sectoren B&O met BCC en EFZ met Middelen Per 1 juli 2013 is de doelstelling om het aantal sectoren te verminderen van zeven naar vijf afgerond en kan een start worden gemaakt met de noodzakelijke kwaliteitsverbeteringen op enkele onderdelen van de ondersteuning van de organisatie. Er worden maatregelen doorgevoerd op het gebied van vereenvoudiging van werkprocessen en regelgeving. Huisvesting Zie 3.6.1 Innovatiefonds De vacature van lokethouder innovatiefonds is per 1 mei 2013 vervuld. De activiteiten rond het Innovatiefonds hebben daardoor een achterstand in de uitvoering van de opgave
32
opgelopen. De eerder verwachte uitgaven in 2013 zullen met € 350.000 worden teruggebracht van € 1,0 miljoen naar € 650.000. Hiervoor worden verschillende in de kennis- en innovatie opgave 2013 geprogrammeerde opgaven uitgevoerd, zoals onderzoek naar warmte en koude opslag voor afvalwaterzuiveringsinstallaties en de pilot voor dynamisch kustbeheer. Daarnaast is ingestoken op innovatie kansen die zich afgelopen periode hebben voorgedaan, zoals de bijdrage aan het project BioRio Delft, voor de selectie en het gebruik van nieuwe zuiveringstechnieken in de spoorzone Delft en de (onderzoeks-) samenwerking op het gebied van poldervispassages met Arcadis. De afgelopen maanden is tijd besteed aan visievorming voor de inzet van de innovatiegelden op lange termijn. Deze visie is in de kadernota 2014 opgenomen en zal in september in de commissie BOB inhoudelijk worden besproken. In de kadernota 2014 is aangegeven dat gedacht wordt aan de volgende thema’s: Redesign van de waterketen Voldoende water – eenvoud in complexiteit Maatwerk en verantwoordelijkheid in waterkwaliteit De waarde van grondwater Integrale veiligheidsbenadering Strategie en Kennis & Innovatie Onder de noemer strategie zijn diverse activiteiten uitgevoerd, zoals het organiseren van een ambtelijke en bestuurlijke watertafel, het beïnvloeden van de provinciale kaderstelling en planstructuur en het afronden van de strategische verkenning en het werken aan het nieuwe waterbeheerplan. Gedurende de rest van het jaar kan de samenwerking met derden, het destilleren van kennisvragen uit de strategische verkenning en het buitenlandbeleid concreet vorm worden gegeven. Inkoopvoordeel In 2013 vindt samenwerking plaats met andere waterschappen en met Rijkswaterstaat op het gebied van aanbesteden en op het gebied van contract- en leveranciersmanagement en facilitaire benchmarks. Hierdoor is het mogelijk gebleken om inkoop- en aanbestedingsvoordelen te behalen. I&A-domein Delfland ziet zich gesteld voor een grote opgave op het gebied van data- en informatie voorziening. Om digitale projecten (zie programma Instrumenten) naadloos te laten aansluiten bij en op andere digitale ontwikkelingen, en om aan de geschetste ambities invulling te kunnen geven, is het van belang een helder beeld te hebben van de effecten van alle digitale ontwikkelingen op het I&A domein en is het noodzakelijk dat de randvoorwaarden op orde zijn. In juli en augustus 2013 wordt een verkenning uitgevoerd. In september 2013 wordt de VV over de uitkomsten van de verkenning geïnformeerd. Intussen wordt uitvoering gegeven aan het bestaande meerjaren automatiseringsplan. Dit plan voorziet in het op orde houden van de ICT-basisvoorzieningen. Door actualisering van de planning en afstemming met o.a. huisvestingsontwikkelingen worden enkele onderdelen van het plan niet, later of anders ingevuld, binnen de kaders van de vereiste continuïteit van systemen en beschikbaarheid van gegevens. Het investeringsvolume daalt met ca. € 0,4 miljoen. Een toelichting wordt bij het onderdeel Financiën gegeven. Goed getrainde calamiteitenorganisatie Door gezamenlijke aanbesteding van Opleiden, Trainen en Oefenen (OTO) met Schieland én omdat een geplande systeemoefening met Defensie niet doorgaat, vallen de kosten hiervoor lager uit. Daarnaast loopt door het vertrek van een medewerker de invoering van netcentrisch werken vertraging op.
33
3.6.3
Financiën 2013
Exploitatie Per programmalijn Programma Organisatie per programmalijn (bedragen * € 1.000)
Oorspronkelijke begroting 2013
Begroting 2013 na BURAP 1
Mutatie BURAP 2
Begroting 2013 na BURAP2
Programmalijn 5.118
5.081
-505
4.576
Ondersteunende producten
25.944
26.086
-557
25.529
Saldo programma
31.062
31.167
-912
30.105
Oorspronkelijke begroting 2013
Begroting 2013 na BURAP 1
64.605 13.186 2.851 0 -41.116 39.526
61.641 13.186 2.914 3.906 -41.026 40.621
-1.197 0 0 1.387 -267 -77
60.444 13.186 2.914 5.293 -41.293 40.544
8.464 8.464
9.454 9.454
985 985
10.439 10.439
31.062
31.167
-1.062
30.105
Sturing
Per kosten/opbrengstsoort Programma Organisatie (bedragen * € 1.000)
Mutatie BURAP 2
Begroting 2013 na BURAP 2
Lasten Directe kosten Toegerekende salarissen Rente en afschrijving Saldo financieringsfunctie Doorbelasting Totaal lasten Baten Directe opbrengsten Totaal baten Netto lasten programma
Toelichting afwijking exploitatie Sturing Voorbereidingskosten en herallocatie van middelen Strategie en Innovatie Door verlaging van de voorbereidingskosten per programma en in verband met herallocatie van middelen kan de S&I-begroting voor 2013 worden verlaagd met in totaal € 355.000. Hier maakt de verlaging van € 350.000 van het budget voor het innovatiefonds onderdeel van uit. Ook worden voor de tweede helft van 2013 minder adviesopdrachten uitgezet dan in eerste instantie was voorzien. Het budget voor deze activiteiten kan met € 150.000 worden verlaagd. Ondersteunende producten Pensioenreserves bestuur In verband met wettelijke eisen ten aanzien van de hoogte van pensioenreserves voor bestuurders dient eenmalig een extra storting van € 63.000 plaats te vinden. Bijstelling naar € 455.000. Externe expertise Er wordt op het gebied van Bestuur minder gebruik gemaakt van externe expertise. Het budget extern advies wordt met € 49.000 verlaagd naar € 51.000 Grondverkopen De jaarverwachting voor de verkoop van percelen grond wordt gelet op de feitelijke transacties met € 150.000 naar boven bijgesteld naar € 800.000. Huuropbrengsten/ Erfpacht De opbrengsten uit huur en erfpacht worden met € 50.000 naar boven bijgesteld naar € 370.000. 34
Werving nieuwe medewerkers Het lukt Delfland goed om vacatures zelf in te vullen; er wordt geen gebruik gemaakt van werving en selectiebureaus. Het budget voor werving wordt daarom met € 45.000 verlaagd naar € 105.000. ARBO Er is een aanbesteding geweest voor een nieuwe Arbodienst, waardoor Delfland goedkoper heeft kunnen inkopen dan was begroot. Daarnaast worden dit jaar geen Preventief Medische Onderzoeken uitgevoerd (is verleden jaar gebeurd) en wordt het budget Geneeskundige dienst met € 50.000 verlaagd naar € 90.000. I&A Het budget voor onderhoud van computerapparatuur en -programmatuur wordt met € 75.000 verlaagd naar € 60.000, als gevolg van het vervallen van de noodzaak om wijzigingen aan te brengen in de programmatuur van kantoorautomatisering. Calamiteitenorganisatie (opleiden oefenen) Door gezamenlijke aanbesteding van Opleiden, Trainen en Oefenen (OTO) met Schieland en omdat een geplande systeemoefening met Defensie niet doorgaat, vallen de kosten hiervoor lager uit. Het budget voor opleiden en oefenen van de calamiteitenbestrijding wordt met € 100.000 verlaagd naar € 68.000. Calamiteitenorganisatie (netcentrisch werken) De invoering van netcentrisch werken loopt door het vertrek van een medewerker in 2013 vertraging op. Daardoor verschuiven de kosten ervan naar volgend jaar. Het budget wordt hiervoor met € 80.000 verlaagd naar € 40.000. Overig Mutaties in overige posten leveren per saldo een verlaging van € 20.000 op.
Investeringen Geprogrammeerde investeringen programma Organisatie (bedragen * € 1.000)
Geraamde investeringen oorspronkelijke begroting 2013
Geraamde investeringen BURAP 1
Geraamde investeringen BURAP 2
Programmalijn 0
0
Ondersteunende producten
3.700
2.935
1.210
Saldo programma
3.700
2.935
1.210
Sturing
Toelichting afwijking investeringen Ondersteunende producten Facilitair De prognose 2013 voor het Optimaliseren van de kantooromgeving wordt met € 100.000 teruggebracht tot nihil, als gevolg van het verlengen van de huurtermijn van het kantoorpand Delftechpark in verband met de ontwikkelingen op het gebied van de huisvesting.Hierdoor worden de in 2013 geplande uitgaven op dit gebied naar achteren verschoven. De kosten van de verlengde huurtermijn van Delftechpark worden meegenomen in de nieuwe meerjarenraming voor de huisvesting. I&A Door actualisering van de planning en afstemming met o.a. huisvestingsontwikkelingen worden enkele onderdelen van het meerjaren automatiseringsplan niet, later of anders ingevuld, binnen de kaders van de vereiste continuïteit van systemen en beschikbaarheid van gegevens. Het investeringsvolume daalt met ca. € 0,4 miljoen van € 0,6 miljoen naar € 0,2 miljoen. Het betreft hier het niet hoeven vervangen en uitbreiden van opslagcapaciteit en netwerkfaciliteiten. 35
Huisvesting De prognose voor het project Strategische huisvesting/ Het Nieuwe werken wordt in 2013 met ca. € 1,2 miljoen verlaagd van € 1,6 miljoen naar € 0,4 miljoen. De verlaging is het gevolg van het wegvallen van de aankoop van het pand van voormalig museum Nusantara. De resterende uitgaven in 2013 zijn o.a. nodig voor het verkennen van alternatieven voor de huisvesting van Delfland en de invulling Het Nieuwe Werken (de Delflandse Manier van Werken). De uitkomst van de verkenning zal in het derde kwartaal aan de VV worden voorgelegd, als scopewijziging van het eerder genomen strategisch huisvestingsbesluit. Daarin zal ook een nieuwe meerjarenraming worden opgenomen en zullen de gevolgen voor de planning van de herhuisvesting in kaart worden gebracht. Bijstelling investeringsplan (IP) en –krediet (IK) Naam project 701676 Access Opheffen DTP WAN Totaal
IP
IK
Mutatie IP
Mutatie IK
IP BURAP 2
IK BURAP 2
200.000
200.000
-200.000
-200.000
0
0
200.000
200.000
-200.000
-200.000
0
0
Toelichting Het project 701676 Access Opheffen DTP WAN van in totaal € 200.000 wordt afgeraamd. De verhuizing van het datacenter heeft inmiddels plaatsgevonden. 3.6.4
Risicomanagement
Bedrijfsvoering De implementatie van de nieuwe sector Bedrijfsvoering gaat gepaard met risico’s op het gebied van capaciteit en continuïteit. Het verleggen van taken en verantwoordelijkheden, het inregelen van nieuwe samenwerkingsverbanden en de aanpassing van systemen zal op korte termijn een drukkend effect hebben op de productiviteit van medewerkers. Dit betekent dat scherpe keuzen gemaakt moeten worden in de omvang van de dienstverlening en daar waar nodig tijdelijk extra capaciteit moet worden ingehuurd. Deze inhuur, die gedekt wordt uit bestaande budgetten, zal in ieder geval plaats vinden voor juridische advisering en ICTondersteuning. Beschikbaarheid van de bestuursvoorstellen Optimale beschikbaarheid van de bestuursvoorstellen en een ongestoorde voortgang van het vergaderproces kan worden gegarandeerd als het functioneel beheer voldoende is geborgd binnen de organisatie en tijdig kan worden gereageerd op incidentmeldingen. In de opstartperiode zal aan de VV-leden extra ondersteuning worden verleend vanuit het I&Adomein, ook tijdens de bestuursvergaderingen zelf. Arendsduin Het risico van de olieverontreiniging van de grond is opgelost. Het plan van aanpak is uitgevoerd en bodemsanering van de twee vervuilde plaatsen heeft plaatsgevonden conform de bestaande wet- en regelgeving. De kosten zijn gefinancierd uit de reguliere begroting. Het project Arendsduin is hiermee afgerond en de doelstelling om het perceel terug te geven aan de natuur is hiermee behaald. Dienstwoning De Zaaijer De onderzoeken die noodzakelijk zijn om tot een woonbestemming te komen van de voormalige dienstwoningen bij het gemaal De Zaaijer zijn nagenoeg afgerond en liggen ter beoordeling voor aan het bevoegd gezag. Parallel aan dit proces zal de gemeente Maassluis dit najaar een ontwerpbestemmingsplan ter inzage leggen, waarin vooralsnog het omzetten naar een woonbestemming uitgangspunt is. Daarmee kan het risico van het niet kunnen afstoten van de dienstwoning worden opgelost.
36
Het Waterschapshuis De definitieve besluitvorming over het rapport HWH 2.0 zal in het vierde kwartaal van 2013 plaatsvinden. De financiële consequenties voor de HWH-begroting 2014 zijn nu nog onduidelijk. Wagenpark & dienstwoningen In het kader van “basis op orde” is in 2012 i.s.m. Deloitte een onderzoek gestart naar het wagenpark en dienstwoningen van Delfland, in relatie tot de personeelsadministratie. Het onderzoek heeft geleid tot maatregelen om de rechtmatigheid en fiscale risico’s van het gebruik van dienstauto’s te waarborgen. Op grond van deze maatregelen vindt overleg plaats met de belastingdienst over de hoogte van de fiscale correctie over de afgelopen jaren.
37
3.7 Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien Binnen het programma algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien is een onderscheid gemaakt in de volgende twee programmalijnen: Algemene dekkingsmiddelen Onvoorzien, frictiekosten, indexering en reserves. 3.7.1
Afwijkingen op de resultaten en prestatie-indicatoren jaarschijf 2013
Algemene dekkingsmiddelen Met de Regionale Belasting Groep is een nieuw prestatiecontract afgesloten dat geldt vanaf 1 januari 2013. Belastingopbrengsten De Regionale Belasting Groep (RBG) verzorgt voor Delfland het opleggen, het kwijtschelden en het incasseren van alle belastingen. De RBG heeft de prognoses voor de belastingopbrengsten over 2013 bijgesteld. Het aantal huishoudens voor de watersysteemheffing voor de categorie ingezetenen over 2013 stijgt naar verwachting met 2.600 van 478.900 naar 481.500 huishoudens. Ook stijgt de totale WOZ-waarde voor de watersysteemheffing voor de categorie gebouwd van € 136,1 miljard naar € 137,7 miljard. Het aantal vervuilingseenheden (vve) voor woningen voor de zuiveringsheffing stijgt met 5.000 vve van 1.082.000 vve naar in totaal 1.087.000 vve. Op basis van de bovenstaande bijstellingen stijgt de totale belastingopbrengst over 2013 naar verwachting met € 1 miljoen. Hiertegenover is wel sprake van een stijging van 3.000 toegekende verzoeken om kwijtschelding van 46.000 naar 49.000 huishoudens. Op basis van deze toegekende verzoeken daalt de totale belastingopbrengst met € 0,8 miljoen. 3.7.2
Financiën 2013
Exploitatie Per programmalijn Programma Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien per programmalijn (bedragen * € 1.000) Programmalijn Algemene dekkingsmiddelen Onvoorzien, frictiekosten, indexering en reserves Saldo programma
Oorspronkelijke begroting 2013
Begroting 2013 na BURAP1
Mutatie BURAP 2
Begroting 2013 na BURAP 2
-193.104
-193.232
-487
-193.719
-133 -193.237
-278 -193.511
0 -487
-278 -193.998
38
Per kosten/opbrengstsoort Programma Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien (bedragen * € 1.000) Lasten
Oorspronkelijke begroting 2013
Directe kosten Toegerekende salarissen Rente en afschrijving Mutaties reserves / voorzieningen Onvoorzien Totaal lasten Baten Directe opbrengsten Mutaties reserves / voorzieningen Saldo financieringsfunctie Totaal baten Netto lasten programma
Begroting 2013 na BURAP 1
Mutatie BURAP 2
Begroting 2013 na BURAP 2
8.697 34 0
8.423 34 0
0 0 0
8.423 34 0
0 0 8.730
3.906 0 12.363
1.387 0 1.387
5.293 0 13.750
-201.967
-201.967
-487
-202.454
0 0 -201.967
0 -3.906 -205.874
0 -1.387 -1.874
0 -5.293 -207.747
-193.237
-193.511
-487
-193.998
Toelichting afwijking exploitatie Algemene dekkingsmiddelen Belastingopbrengsten Op basis van een actualisatie door de Regionale belastinggroep (RBG) zijn de totale belastingopbrengsten per saldo positief bijgesteld met € 174.000. In het kader van de ‘Tijdelijke subsidieregeling kwijtschelding door waterschappen’ is van het Rijk een jaarlijkse bijdrage van € 313.000 ontvangen. Deze bijdrage is bedoeld voor de dekking van de gederfde belastinginkomsten door een verruiming van de kwijtscheldingsnormen omdat de kosten van kinderopvang in de normen worden meegenomen. De regeling loopt door tot en met 2017.
Investeringen Onderzoekskrediet (700739) In de verenigde vergadering van 20 december 2012 is ingestemd met het wijzigen van de naam van het Algemeen voorbereidingskrediet in Onderzoekskrediet. De hoogte van het onderzoekskrediet bedraagt € 3 miljoen. Per 30 juni 2013 is in totaal € 1,8 miljoen aan onderzoekskredieten beschikbaar gesteld. De onderstaande tabel geeft een verdeling van het beschikbaar gestelde krediet per programma. Tabel beschikbaar gesteld onderzoekskrediet Onderzoekskrediet (bedragen * € 1.000)
Begroting 2013 na BURAP 2
Oorspronkelijk beschikbaar krediet
3.000
Verstrekte kredieten: Schoon water Voldoende water Stevige dijken Gezuiverd afvalwater Organisatie Totaal beschikbaar gesteld
319 352 939 30 150 1.790
39
Onderzoekskrediet (bedragen * € 1.000) Nog beschikbaar krediet per 30 juni 2013
Begroting 2013 na BURAP 2 1.210
Krediet “project onvoorzien” (701723) In de bijeenkomst van de verenigde vergadering van 20 december 2012 is ingestemd met het instellen van een krediet “project onvoorzien”. Daarbij is de hoogte van het krediet bepaald op 5% van de waarde van het bij de begroting door de VV vastgestelde overzicht van voorgenomen investeringen voor het betreffende begrotingsjaar (5% van 57,6 miljoen zijnde 2,9 miljoen). In het eerste halfjaar 2013 is voor een bedrag van € 30.000 een beroep gedaan op dit krediet.
40
4
4.1
Paragrafen
Financiering
Ontwikkelingen In het eerste halfjaar van 2013 was de kortlopende rente (looptijd maximaal 1 jaar) nog steeds aanzienlijk lager dan de langlopende rente. Vanwege deze zeer lage rente wordt de financieringsbehoefte in 2013 zoveel mogelijk ingevuld door het aantrekken van kortlopende geldleningen. Ook wordt maximaal gebruik gemaakt van de beschikbare kredietlimiet van € 55,2 miljoen bij de Nederlandse Waterschapsbank. Vanzelfsprekend wordt bij het invullen en aantrekken van de noodzakelijke financiering rekening gehouden met de kaders zoals deze zijn opgenomen in het vastgestelde Treasurystatuut. In het eerste halfjaar van 2013 zijn kasgeldleningen aangetrokken met een rentepercentage van gemiddeld 0,05% op jaarbasis. Financieringsbehoefte en renteresultaat Voor de berekening van de rentekosten over de geactiveerde investeringen en het onderhanden werk wordt gerekend met een vast omslagpercentage. Dit betekent dat de rentekosten tegen een vooraf bepaald rentepercentage worden doorbelast naar de exploitatie en het onderhanden werk (de lopende investeringen). Voor 2013 bedraagt dit omslagpercentage 4,25%. Het verschil tussen de werkelijke betaalde rentekosten en de doorbelaste rentekosten op basis van het omslagpercentage van 4,25% wordt aangeduid als het renteresultaat. Dit renteresultaat wordt door middel van resultaatbestemming verrekend met de Egalisatiereserve renteomslag. In Burap II wordt het verwachte voordelige renteresultaat over 2013 bijgesteld naar € 5,3 miljoen. Dit meer voordelige renteresultaat is voornamelijk het gevolg van lagere rentekosten voor de benodigde kortlopende financiering. In de begroting was uitgegaan van 2,0 % terwijl werkelijk dit percentage schommelt rond de 0,05. De tabel Renteresultaat geeft een cijfermatige weergave van het bijgestelde renteresultaat over 2013. Renteresultaat Omschrijving (bedragen * 1 miljoen)
Begroting 2013 21,3 0,9 1,2
BURAP 1 2013 21,5 0,8 0,2
BURAP 2 2013 21,5 0,1 0,1
Totaal rentelasten
23,4
22,5
21,7
Toegerekend aan: Exploitatie (kapitaallasten staat vaste activa) Onderhanden werk (geactiveerde rente) Totaal toegerekend
25,4 1,4 26,8
25,0 1,4 26,4
25,1 1,9 27,0
3,4
3,9
5,3
Rentekosten langlopende geldleningen Rentekosten kortlopende geldleningen Rentekosten financieringstekort
Renteresultaat (positief =voordeel)
4.2 Verbonden partijen Ontwikkelingsmaatschappij ‘Het Nieuwe Westland’ (ONW) Delfland participeert sinds 2002 in de Ontwikkelingsmaatschappij ‘Het Nieuwe Westland’ een publiek-privaat samenwerkingsverband. Het doel van deze participatie was met name het realiseren van een deel van de wateropgave in het Westland. Van de door Delfland indertijd toegezegde maximale inbreng aan eigen vermogen van circa € 900.000 is € 650.000 41
volgestort. Delfland heeft de verplichting om op verzoek ook de resterende circa € 250.000 te storten. De recessie op de woningmarkt heeft ook zijn doorwerking op de financiële situatie van de ONW. Om die reden heeft de directie van de ONW eind november 2012 aangegeven te willen komen tot een verbeterde planoptimalisatie (marktsturing) van de projecten en een vereenvoudigde samenwerkingsstructuur (governance). De eerste uitwerking daarvan leidt tot een verdere afname van de belangen van Delfland in de ONW c.q. het project ‘Het Nieuwe Water’ (HNW). In nauwe samenwerking met de gemeente Westland onderzoekt Delfland op welke wijze het belang van Delfland in HNW of directe omgeving daarvan kan worden vormgegeven. Aquon De gemeenschappelijke regeling AQUON bundelt de laboratoriumwerkzaamheden van negen waterschappen. Aan de gemeenschappelijke regeling nemen, naast Delfland, ook de waterschappen Hollandse Delta, Brabantse Delta, De Dommel, Aa en Maas en Rivierenland deel en de hoogheemraadschappen van Rijnland, Schieland en de Krimpenerwaard en Stichtse Rijnlanden. AQUON kende in 2012 een begrotingsoverschrijding en voor 2013 is de begroting naar boven aangepast. De bedrijfsvoering was niet op orde. Hierop is geacteerd door het opstellen van een plan van aanpak en het aanstellen van een verandermanager om de bedrijfsvoering op orde te brengen. Ook is de sturing versterkt en is er in 2013 een nieuwe directeur aangesteld en een nieuwe voorzitter geïnstalleerd. Delfland heeft zich in 2012 met de andere acht deelnemende waterschappen garantgesteld voor een door de NWB verstrekte lening van € 4.535.000. Het aandeel van Delfland in die garantstelling bedraagt afgerond € 273.000 op basis van de huidige verdeelsleutel. In 2013 heeft Delfland ingestemd met het aanpassen van GR AQUON met artikel 29a, Borgtocht. In dit artikel is de garantstelling van de deelnemende waterschappen voor leningen van AQUON generiek geregeld. De VV heeft op 20 juni 2013 besloten per 1 januari 2017 uit AQUON te willen treden, tenzij het ingezette proces ter verbetering van de bedrijfsvoering een organisatie oplevert die concurrerend is op de markt waarop AQUON actief is. Waterschapshuis (HWH) Op dit moment loopt er een onderzoek HWH 2.0 over een nieuwe koers en inrichting van het waterschapshuis. De met Tax-i opgedane ervaringen spelen daarbij een grote rol. Daarnaast speelt ook in belangrijke mate het feit mee dat de ICT-omgeving inmiddels zo is veranderd, dat de plaats en de rol van HWH daarin moet worden heroverwogen. Het ICT landschap van 2013 is niet meer te vergelijken met het landschap van 2005 ten tijde van de oprichting van HWH. Na formele besluitvorming wordt er een transitieplan opgesteld. De transitie van het huidige HWH naar HWH 2.0 is ingrijpend, zowel op organisatorisch en formatief gebied als in de afbouw en overdracht van de taken. De consequenties voor Delfland zijn op dit moment nog niet helder. Wel is inmiddels gezamenlijk met de waterschappen Delfland, Rijnland en Schieland en de Krimpenerwaard een onderzoek gestart om deze consequenties in beeld te krijgen. GR Slibverwerking (DRSH)/HVC De VV heeft in 2009 ingestemd met de overname van de aandelen van de waterschappen in DRSH door HVC onder gelijktijdige verkrijging van aandelen HVC door de Gemeenschappelijke Regeling Slibverwerking (GR). Onderdeel van de overnameovereenkomst was dat de samenwerking regelmatig geëvalueerd zou worden en de waterschappen tot drie jaar na het afsluiten van de overeenkomst gebruik kunnen maken van de zogenaamde opt-out. In 2012 heeft een eindevaluatie van de samenwerking plaatsgevonden. Als onderdeel van de besluitvorming over de evaluatie is op het verzoek van de GR door externe juristen een (juridische) toets uitgevoerd op rechtmatigheid van de deelname van de waterschappen als volledig aandeelhouder (aandeelhouderschap A). In het advies van deze deskundigen is aangegeven dat de rechtmatigheid van aandeelhouderschap A gegeven de huidige wettelijke context onvoldoende kan worden onderbouwd. Dit heeft voornamelijk te maken met de bevoegdheden in het kader van de Waterschapswet (Wsw). 42
In 2013 is vanuit de GR in overleg met HVC gewerkt aan de uitwerking en de uiteindelijke vastlegging van het aandeelhoudersschap B. Inmiddels is de uitwerking van het aandeelhouderschap B dat recht doet aan de rechtmatigheidcriteria afgerond. De Algemene Vergadering van Aandeelhouders van HVC heeft op 4 juli 2013 ingestemd met de continuering van het aandeelhouderschap B van de GR Slibverwerking in HVC. Daarmee is bereikt dat de waterschappen alleen garant staan voor activiteiten die een directe relatie hebben met de slibverwerking.
43