e
2 Bestuursrapportage 2015
Versie 3.0 24 november 2015
INHOUDSOPGAVE
Inleiding ................................................................................................................................................... 3 Resultaat.................................................................................................................................................. 4 Jaarrekening 2015 ................................................................................................................................... 9 Financieel perspectief.............................................................................................................................. 9 Begrotingsprogramma 1 Fysieke leefomgeving .................................................................................... 12 Begrotingsprogramma 2 Economie, Werk en Ontwikkeling .................................................................. 15 Begrotingsprogramma 3 Sociale leefomgeving..................................................................................... 18 Begrotingsprogramma 4 Burger en Bestuur .......................................................................................... 25 Begrotingsprogramma 5 Algemene dekkingsmiddelen en.................................................................... 27 onvoorzien ............................................................................................................................................. 27 Begrotingsprogramma 6 Bedrijfsvoering .............................................................................................. 30 Opschoonactie reserves & voorzieningen ............................................................................................. 32 Resume begrotingsprogramma’s .......................................................................................................... 35
BIJLAGE : formats reserves en voorzieningen.
2
Inleiding Binnen de Planning & Controlcyclus vindt de tussentijdse financiële verantwoording en bijstelling plaats in de bestuursrapportages. Conform de aangenomen motie ‘Instellen van een tweede bestuursrapportage van 6 juli 2015, leveren we hierbij een tweede bestuursrapportage 2015 op met peildatum 1 november 2015. e
In de voorliggende 2 bestuursrapportage 2015 (met peildatum 1 november 2015) wordt verantwoording afgelegd over financiële afwijkingen ten opzichte van de programmabegroting 2015 e inclusief de 1 bestuursrapportage. Belangrijke financiële ontwikkelingen tussen de peildatum en de afronding van deze bestuursrapportage zijn waar mogelijk ook betrokken. In de rapportage melden wij afwijkingen ten opzichte van het staande beleid waarbij in principe voor financiële afwijkingen een ondergrens van € 25.000 gehanteerd is. Op basis van deze ‘forecast’ wordt voorgesteld de begroting 2015 bij te stellen. De verantwoording en bijstellingen worden gepresenteerd per begrotingsprogramma. Hierdoor ontstaat een totaalinzicht van de belangrijkste ontwikkelingen. Belangrijk is te vermelden dat een e aantal posten met structurele effecten al via de kadernota, meicirculaire en/of 1 bestuursrapportage de meerjarenbegroting 2016 t/m 2019 zijn verwerkt. Zodoende worden ze voor het jaar 2015 als incidentele post verwerkt. e
Uiteindelijk resulteert deze 2 Bestuursrapportage in een saldo van € 4.412.981. Van dit saldo stellen wij voor € 1.407.500 via resultaatbestemming te verwerken. Het resterende saldo van € 3.005.481 willen wij toevoegen aan de algemene reserve. In onderstaande tabel laten wij de financiële ontwikkeling over 2015 zien: Programmabegroting 2015 e 1 bestuursrapportage 2015 e 2 bestuursrapportage 2015
€ -460.000 € -1.721.756 € 4.412.981
Het structurele gedeelte van dit saldo, van € 101.572 wordt in de begroting van 2016 t/m 2019 verwerkt.
3
Resultaat Het financiële resultaat van de geconstateerde voor- en nadelen is € 4.412.981 voordelig. Na resultaatbestemming van € 1.407.500, resteert er een saldo van € 3.005.481. Dit saldo bestaat uit een incidenteel voordeel van € 3.005.481 voor 2015 en een structureel voordeel vanaf 2016 van € 101.572. De financiële afwijkingen met een structureel karakter, in de tabellen bij de programma’s aangeduid met ‘structureel’, worden in de bestuursrapportage 2016 en Programmabegroting 20172020 verwerkt.
We lichten een aantal grote posten toe (> € 100.000). Deze posten zijn onderverdeeld in voor- en nadelen. N: Nadeel I: Incidenteel V: Voordeel S: Structureel
Programma
Onderwerp
V/N
Fysieke leefomgeving
Vastgoed *) Het pand Munnikenweg 153 is verkocht voor een bedrag van € 400.000.
V
400.000
I
Vastgoed *) Het perceel Klompersteeg 11 is overgedragen aan Prorail. De resterende boekwaarde, ad € 344.450, wordt afgeboekt. Openbare ruimte *) De werkzaamheden voor de kade muren in Petenbos worden niet in 2015 uitgevoerd, maar in 2016.
N
-344.450
I
V
250.000
I
250.000
Grondexploitaties *) Het nog resterende bedrag voor Nieuw Wonen wordt in 2016 ingezet voor de uitvoering van het Programma Nieuw Wonen. Reintegratie en participatievoorzieningen **) Naar verwachting resteert er ultimo 2015 een bedrag van € 760.000. Van dit bedrag wordt voorgesteld € 160.000 over te hevelen naar 2016. Vastgoed onderwijs *) De totale verzekeringskosten stijgen structureel met € 115.200.
V
368.000
I
368.000
V
760.000
I
160.000
N
-115.200
S
Algemene uitkering *) De septembercirculaire 2015 levert per saldo een positief effect op van € 1.013.000.
V
1.013.000
I/S
Economie, Werk en Ontwikkeling
Algemene dekkingsmiddelen en Onvoorzien
4
Bedrag
I/S
Resultaatbestemming
Bedrijfsvoering
Actualisering reserves en voorzieningen *) De "opschoonactie" van de bestaande reserves en voorzieningen laat per saldo een voordelig verschil zien van € 958.953. Belastingen *) De verwachte opbrengsten van o.a. de OZB zullen € 100.000 hoger uitvallen dan begroot. Voorziening dubieuze debiteuren *) Ten behoeve van de opstelling van de jaarrekening 2015 wordt de hoogte van de voorziening dubieuze debiteuren bepaald op € 500.000. FPU gemeenten *) De geraamde kosten van € 246.024 kunnen worden afgeraamd omdat het personeel niet meer van deze regeling gebruik kan maken.
V
958.953
I
V
100.000
I
N
-500.000
I
V
246.024
I
Projectplan MO Het project MO (kosten € 500.000) loopt door tot en met maart 2016. Voorgesteld wordt het resterende bedrag in 2015, ad € 312.500, over te hevelen naar 2016.
V
312.500
I
Werving en selectie *) Door een vacaturestop en een lagere instroom van nieuwe medewerkers vallen de kosten structureel € 125.000 lager uit. Publiek ondernemerschapVoor het programma publiek ondernemerschap worden in 2016 verdere vervolgstappen ondernomen. Voor de bekostiging wordt voorgesteld een bedrag van € 103.500 vanuit de bedrijfsvoering 2015 beschikbaar te stellen.
V
125.000
S
V
103.500
I
Freule-zaak *) In 2015 wordt nog een bedrag van € 220.000 ontvangen in verband met onder andere een faillissementsuitkering, proceskosten en een schikking met één van de partijen. Kapitaallasten *) Per saldo wordt er in 2015 een meevaller op de kapitaallasten verwacht van € 100.000. Overige verschillen (< € 100.000)
V
220.000
I
V
100.000
I
V
415.654
I/S
Totaal resultaat
V
4.412.981
e
312.500
103.500
213.500 1.407.500
*) Belangrijkste afwijkingen ten opzichte van de 1 bestuursrapportage. e **) Bij re-integratie en participatievoorzieningen werd bij de 1 berap een positief bedrag van € 600.000 gemeld (echter niet financieel verwerkt).
5
In deze bestuursrapportage zijn verder de volgende (voor 2015 budgetneutrale) onttrekkingen en stortingen verwerkt (exclusief resultaatbestemmingen): Budgetneutrale onttrekkingen en stortingen in reserves en voorzieningen: Programma
Onderwerp
Voorstel
Fysieke leefomgeving
Lagere kosten van afvalverwijdering van € 350.000.
Storting van € 350.000 in de egalisatiereserve afvalverwijdering en verwerking.
Lagere kosten van riolering van € 100.000.
Storting van € 100.000 in de voorziening riolering.
Negatief resultaat van € 90.000 uit de parkeerexploitatie.
Onttrekking van € 90.000 uit de reserve parkeren.
Lagere kosten van sociale werkvoorziening van € 30.000.
Storting van € 30.000 in de reserve sociale werkvoorziening.
Economie, Werk en Ontwikkeling
6
Tevens wordt voorgesteld in te stemmen met de volgende resultaatbestemmingen (inclusief toevoeging aan de reserve meerjarige middelen): e
Overzicht resultaatbestemmingen 2015 (bij 2 berap): Programma
Onderwerp
Voorstel
Fysieke leefomgeving
De kosten voor het herstel van kademuren in Petenbos vallen in 2015 € 250.000 lager uit. In verband met de vergunningverlening kan het werk pas in het voorjaar van 2016 worden afgerond.
Storting van € 250.000 in de reserve meerjarige middelen
Bij de activiteit zwerfvuil wordt € 35.000 voor het uitvoeren van een zakgeldproject in 2015 niet besteed. Dit project wordt in samenspraak met Veenendaal Schoon opgezet en vanaf 2016 uitgevoerd.
Storting van € 35.000 in de reserve meerjarige middelen
Voor het klimaat uitvoeringsplan resteert eind 2015 een budget van € 40.000. Deze middelen zijn bedoeld voor 2 energieneutrale woningen en Veenendaal Energieneutraal 2015. De activiteiten vinden in 2016 plaats. Binnen het programma Nieuw Wonen is nog een bedrag beschikbaar van afgerond € 368.000. Dit resterende budget wordt conform afspraak met de provincie na 2015 ingezet voor Nieuw Wonen in Veenderij.
Storting van € 40.000 in de reserve meerjarige middelen
Economie, Werk en Ontwikkeling
Voor verdere uitwerking van de in gang gezette activiteiten in het kader van de participatie wordt voorgesteld € 160.000 beschikbaar te stellen in 2016.
Storting van € 160.000 in de reserve meerjarige middelen
Sociale Leefomgeving
De gemeente Veenendaal brengt de integrale jeugdgezondheidszorg onder bij de GGDrU. De overdracht van de jeugdgezondheidszorg brengt extra eenmalige kosten met zich mee. Hiervoor was in 2015 € 115.000 geraamd. De onderhandelingen met de bonden zijn net afgerond. De kosten zijn niet allemaal in 2015 gemaakt, maar worden nu verwacht in 2016. Voorgesteld wordt om het restantbudget 2015 van € 40.000 over te hevelen naar de begroting 2016.
Storting van € 40.000 in de reserve meerjarige middelen
7
Storting van € 368.000 in de reserve meerjarige middelen
Burger en Bestuur
Voor 2015 is de verwachting dat voor het programma Publiek Ondernemerschap een bedrag van € 18.500 overblijft. Voor het (meerjaren)programma Publiek Ondernemerschap wordt in 2016 verdere vervolgstappen genomen, waardoor voorgesteld in totaal een bedrag van € 122.000 via resultaatbestemming beschikbaar te stellen voor 2016. Deze resultaatbestemming wordt gedekt uit het overschot in 2015 bij publiek ondernemerschap (voor € 18.500) en bedrijfsvoering (€ 103.500).
Storting van € 18.500 in de reserve meerjarige middelen
Bedrijfsvoering
Voor het MO projectplan (€ 500.000) wordt in 2015 ca. € 187.500 uitgegeven. In de periode januari t/m maart 2016 zullen de resterende gelden worden uitgegeven. Voorgesteld wordt het bedrag van € 312.500 via de resultaatbestemming te reserveren voor 2016. Het centraal opleidingsbudget heeft een meerjarig kader. Dit is de reden dat in 2015 de beschikbare middelen niet volledig zijn benut (€ 80.000). In 2016 zullen er concernbrede opleidingen worden aangeboden, waardoor voorgesteld wordt € 80.000 via resultaatbestemming te reserveren voor deze opleidingen. Voor 2015 is de verwachting dat voor het programma Publiek Ondernemerschap een bedrag van € 18.500 overblijft. Voor het (meerjaren)programma Publiek Ondernemerschap wordt in 2016 verdere vervolgstappen genomen, waardoor voorgesteld in totaal een bedrag van € 122.000 via resultaatbestemming beschikbaar te stellen voor 2016. Deze resultaatbestemming wordt gedekt uit het overschot in 2015 bij publiek ondernemerschap (voor € 18.500) en bedrijfsvoering (€ 103.500).
Storting van € 312.500 in de reserve meerjarige middelen
Totaal resultaatbestemming
8
Storting van € 80.000 in de reserve meerjarige middelen
Storting van € 103.500 in de reserve meerjarige middelen
€ 1.407.500
Jaarrekening 2015 Algemeen De VNG heeft in een brief van 23 oktober 2015 aangegeven dat de kans groot is dat de controlerende accountants bij veel gemeentelijke jaarrekeningen over 2015 géén goedkeurende verklaring zullen afgeven. De niet goedkeurende verklaring is terug te voeren op de onzekerheden bij de decentralisatie in het sociaal domein. Al deze partijen zijn binnen het sociaal domein met elkaar verbonden in een keten. Onzekerheden in de keten bij een van de partijen, werken door naar de anderen. Ondanks veel initiatieven om deze onzekerheden te verminderen, is de verwachting van de VNG dat deze problemen voor de samenstelling van de jaarrekening 2015 niet kunnen worden opgelost. Gemeente Veenendaal In september 2015 is het interne controleplan 2015 en het uitvoeringsplan 2015 opgesteld. Dit plan is afgestemd met de accountant en vastgesteld door de directie en het college. Vanaf september wordt hard gewerkt aan de uitvoering van de interne controle. Inmiddels zijn er al maatregelen genomen om invulling te geven aan de professionalisering en versterking van de Interne Audit functie. De accountant heeft in oktober het eerste deel van de interim-controle 2015 uitgevoerd en de eerste terugkoppeling is positief. Begin december komt de accountant de resterende processen controleren en komt een officiële terugkoppeling via de boardletter 2015.
Financieel perspectief e
De financiële uitgangspositie voor deze 2 bestuursrapportage 2015 is gebaseerd op het saldo van de e Programmabegroting na de 1 bestuursrapportage 2015. De gevolgen van de septembercirculaire en e de structurele gevolgen van de 2 bestuursrapportage 2015 (peildatum 1 november 2015) zijn eveneens verwerkt. Het aangepaste financiële perspectief voor de komende jaren ziet er samenvattend als volgt uit:
Financiële perspectief 2016-2019 Saldo Programmabegroting 2016-2019
2016
2017
2018
2019
76.000
-492.000
-552.000
-1.559.000
Saldo Septembercirculaire 2015
561.000
235.000
691.000
779.000
Begrotingssaldo incl. septembercirculaire
637.000
-257.000
139.000
-780.000
Saldo 2e Bestuursrapportage 2015
101.000
101.000
101.000
101.000
Begrotingssaldo na 2e Bestuursrapportage 2015
738.000
-156.000
240.000
-679.000
De begroting is voor 2016 reëel sluitend en in evenwicht. Dat geldt echter nog niet voor de jaren 2017 en 2019. Zoals in de Kadernota 2016 al aangekondigd is het financiële perspectief met veel onzekerheden omgeven. Het perspectief wordt ook beïnvloed door de conjuncturele ontwikkelingen. Indien het voorzichtige economische herstel verder doorzet dan heeft dat mogelijk een gunstig effect op de financiële positie van de gemeente en daarmee op het begrotingsresultaat. Zoals we reeds bij de programmabegroting 2016 hebben gemeld, zijn we er naar onze mening in geslaagd de begroting van de gemeente stabiel te houden. We blijven de ontwikkeling van het financieel perspectief zeer nauwlettend volgen. Bij de kadernota 2017 zullen wij u verder informeren over het financieel perspectief over de volgende jaren.
9
Onzekerheden/ risico’s e
Bij het opstellen van de 2 bestuursrapportage 2015 zijn de volgende onzekerheden en risico’s met betrekking tot de prognoses naar voren gekomen. Deze leiden vooralsnog niet tot een bijstelling van de begroting in deze bestuursrapportage, maar kunnen wel tot uitdrukking komen in de jaarrekening 2015. Daar waar mogelijk wordt actie ondernomen om de onzekerheden en de risico’s zo klein mogelijk te houden. We noemen een aantal belangrijke onzekerheden/risico’s. Parkeren Met ingang van 14 november 2015 is op de zaterdagen vrij parkeren in de gemeentelijke parkeergarages ingevoerd. Het is moeilijk om de effecten van dit besluit op de parkeerexploitatie in te schatten. Naast minder opbrengsten brengt dit voorstel ook extra onvoorziene kosten met zich mee. Te denken valt aan de kosten van communicatie (krant, social media) en ook juridische ondersteuning in het geval van eventuele procedures. Reconstructie Wester- en Thorbeckesingel Over het project Wester- en Thorbeckesingel (uitgevoerd in 2011) bestaat een geschil met de uitvoerende aannemer over de verrekening van het meerwerk. In totaal betreft dit een claim van nog circa € 350.000. Deze claim is, op advies van onze juridische adviseur, door ons afgewezen. Zolang dit geschil bestaat, moet deze claim als risico worden benoemd. DEVO Sinds 2007 neemt de gemeente, samen met de private partner Quattro Energie B.V., deel in het bedrijf Duurzame Energie Veenendaal-Oost (DEVO). Door diverse ontwikkelingen is deze onderneming in 'zwaar weer' geraakt. Dat noodzaakt tot een bezinning op de positie van de gemeente in de onderneming. Op 11 november 2015 heeft het college een voorlopig besluit genomen over de door de gemeente voorgestane toekomst van DEVO. Het richtinggevende besluit van de raad m.b.t. dit onderwerp is voorzien in de raadsvergadering van 17 december 2015. Volgens de tijdsplanning is op 3 maart 2016 een definitief besluit van de gemeenteraad over dit onderwerp voorzien.
Sociaal domein Voor de producten Wmo en Jeugd benadrukken we dat 2015 een overgangsjaar is. De benodigde gegevens om een goede prognose over de inkomsten-uitgaven te maken zijn ten dele beschikbaar. Ook zien we dat de verwachtingen continu bijgesteld (moeten) worden. De daadwerkelijke realisatie in de jaarrekening 2015 kan daardoor afwijken van het geprognosticeerde gebruik. Verder verwijzen wij u naar de tabel met toekomstige bezuinigingen op pagina 21. Economie en Werk Veel van de posten binnen het Programma Economie, Werk en Ontwikkeling betreffen zogenaamde ‘open-einde-regelingen’. Op basis van historische ontwikkelingen en trends rapporteren wij in deze bestuursrapportage een prognose. Een kenmerk van een open-einde-regeling is dat de bestedingen voor een groot deel niet direct beïnvloedbaar zijn. Indien er in de laatste maanden van het jaar meer (of minder) mensen een aanspraak doen op een regeling, dan we verwachten, dan zal dit leiden tot een nadeel (of voordeel) ten opzichte van het resultaat wat wij nu verwachten. Het college heeft een Incidentele Aanvullende Uitkering (IAU) Wet Werk en Bijstand 2014 aangevraagd bij de Toetsingscommissie Aanvullende Uitkeringen Participatiewet van € 218.599.
10
Uiterlijk 31 december 2015 zal de minister van SZW hier een besluit over nemen. Er is geen enkele zekerheid of er een toekenning plaats zal vinden. In de huidige begroting wordt hier dan ook niet op geanticipeerd.
Stand van zaken budgetbesteding resultaatbestemming 2014 Bij de jaarrekening 2014 zijn budgetten overgeheveld om in 2015 meerjarig werk uit te kunnen voeren. We constateren per 1 november 2015 dat van de € 2,1 miljoen, € 138.500 van deze budgetten nog niet is besteed. In deze Berap wordt voorgesteld de nog niet bestede budgetten (GGD € 40.000, programmamanagement € 18.500, en opleidingskosten € 80.000) over te hevelen naar 2016 (zie toelichting bij programma’s).
11
Begrotingsprogramma 1 Fysieke leefomgeving 1a. Vastgoed Ontmoetingshuis De jaarlijkse exploitatie van het vastgoed Ontmoetingshuis levert een incidenteel voordeel ad € 35.000 op. Dit wordt met name veroorzaakt door een lagere WOZ-aanslag. 1b. Grondexploitaties - Algemeen Bij het Projectenboek 2016 worden de grondexploitaties herzien met de daarbij behorende risicoprofielen. Hierop wordt de Risicoreserve Grondexploitaties aangepast en bepaald of eventuele bijstorting vanuit de Algemene Reserve benodigd is.
- Nieuw wonen Binnen het programma Nieuw Wonen is nog een bedrag aan rente beschikbaar van afgerond € 368.000 Er zal een nieuw project worden aangemaakt om dit resterende budget conform afspraak met de provincie na 2015 in te zetten voor Nieuw Wonen in Veenderij. Zo wordt ook in deze wijk invulling gegeven aan de Samenwerkingsovereenkomst ter uitvoering van het programma Nieuw Wonen. Voorgesteld wordt dit bedrag van € 368.000 via resultaatbestemming beschikbaar te stellen voor 2016. - Veenendaal-oost Voor de gemeentelijke werkzaamheden van Veenendaal oost is een meerjarige projectbegroting opgesteld waarmee een jaarlijkse verrekening met de Algemene Reserve niet meer benodigd zal zijn. Bij het projectenboek 2016 wordt dit aan de raad voorgelegd. 1c. Openbare ruimte Er wordt voorgesteld om vanuit de post Planmatig onderhoud openbare ruimte € 250.000 als resultaatbestemming mee te nemen naar 2016. Dit betreft een verstrekte opdracht voor het herstel van kademuren in Petenbos. In verband met vergunningverlening kan het werk pas in het voorjaar van 2016 worden afgerond. Van de doeluitkering voor activiteit zwerfvuil wordt voorgesteld een bedrag van € 35.000 als resultaatbestemming mee te nemen voor het uitvoeren van een zakgeldproject in 2016. Dit project wordt nu in samenspraak met Veenendaal Schoon opgezet en wordt vanaf 2016 uitgevoerd. Van de post graffiti gemeente wordt € 15.000 niet gebruikt. Ook op de posten technische installaties buitenruimte ad € 20.000 (minder werken derden) en verkeersregelinstallaties ad € 20.000 (saldo verrekening energie 2014) blijven bedragen onbenut (gezamenlijk € 40.000) en vallen vrij in het resultaat. 1d. Parkeren De gemeentelijke lasten (OZB) voor de parkeergarage Tricotage zijn in 2015 doorbelast voor zowel de jaren 2014 als 2015. Dit betekent een extra incidentele uitgave van € 50.000 op de exploitatie van de Tricotage. De beheerkosten van de drie gemeentelijke garages worden met in totaal € 40.000 overschreden. Oorzaken hiervoor zijn de (niet verzekerbare delen van) diverse schades (vandalisme, aanrijdingen) die het afgelopen jaar hebben plaatsgevonden en hogere kosten in verband met het schoonmaakonderhoud.
12
1e. Riolering en waterbeheer Door een betere monitoring van het energiegebruik en het toepassen van slimme meters is een structurele vermindering van € 30.000 op de energiekosten bij pompen en gemalen. Het reinigen en inspecteren van riolering heeft in 2015 € 70.000 minder gekost dan begroot. In totaal is er sprake van een voordeel van € 100.000. Dit bedrag wordt gestort in de voorziening riolering. 1f. Vastgoed Het pand aan de Munnikenweg 153 is verkocht. Dit levert een positief saldo (verkoopprijs -/boekwaarde) op van € 400.000. Verder zijn er nog enkele kosten in 2015 betaald (€ 4.138). Tevens worden de huuropbrengsten, ad € 4.781 en de exploitatiekosten, ad € 10.553, structureel afgeraamd i.v.m. de verkoop. De aan- en verkoop van enkele percelen grond heeft een incidenteel voordeel opgeleverd van € 78.000. Dit betreft o.a. percelen aan de Plesmanstraat en snippergroen. De schade door de brand aan de Valleihal is circa € 100.000 groter dan eind juni voorzien. De verzekeraar heeft bevestigd de volledige kosten voor het herstel van de brandschade te betalen. Een deel van de herstelkosten (voorschot) zijn ook al uitgekeerd door de verzekeraar. De verzekeringspremie voor het vastgoed was al geruime tijd niet geïndexeerd. In 2015 is dit door de verzekeraar gecorrigeerd, de extra verzekeringskosten hiervoor bedragen € 25.000. (structureel). In 2001 heeft de gemeente het perceel Klompersteeg 11 strategisch verworven in het kader van de realisatie van de aanleg en ondertunneling van de Voorpoort (destijds nog in samenhang met de realisatie van de HSL-oost). Dit perceel is ingebracht voor de realisatie van de Voorpoort. De resterende boekwaarde van dit vastgoed (€ 344.450) moet volledig worden afgeboekt. 1g. Verwerken en verwijderen huishoudelijk afval Door jaarafrekeningen uit de periode 2012 tot 2014 van zowel ACV als AVU (in totaal € 293.000) en een niet benut bedrag binnen de werkzaamheden van ACV in 2015 (€ 57.000) resteert binnen dit product een bedrag van circa € 350.000. Dit bedrag wordt gestort in de reserve afvalverwijdering en verwerking. 1h. Duurzaamheid, klimaat en milieubeheer Op product 723 (klimaat uitvoeringsplan) resteert eind 2015 een budget van € 40.000. Deze middelen zijn bedoeld voor bijdragen voor het realiseren van 2 energieneutrale woningen (nul op de meter € 15.000) en voor de begeleiding van het participatietraject rondom het plan van aanpak Veenendaal Energieneutraal 2035 (€ 25.000). Wij stellen voor om deze bedragen als resultaatverplichting mee te nemen naar 2016.
13
14
Begrotingsprogramma 2 Economie, Werk en Ontwikkeling 2a. Bijstandverlening en inkomensvoorzieningen Op basis van de ontwikkelingen in het eerste half jaar werd bij de eerste bestuursrapportage een overschot over heel 2015 verwacht voor wat betreft de bijstandverlening en inkomensvoorzieningen. Het aantal uitkeringen is in juli, augustus en september -tegen de trend in- fors afgenomen. In oktober is het aantal uitkeringen wat toegenomen. Wij verwachten hier per saldo een onderschrijding van € 440.000 (daarbij uitgaand een geringe stijging van het aantal uitkeringen in de laatste paar maanden van het jaar -conform de trend in de laatste paar maanden van 2014). Zonder de resultaatbestemming 2014 (van € 400.000) zou dit bedrag € 40.000 bedragen. Daarnaast is op 31 oktober bekend geworden dat het te ontvangen definitieve Rijksbudget € 111.000 hoger is dan het zogenaamde 'nader voorlopige budget' waar wij in de begroting rekening mee hielden. Per saldo verwachten wij op basis van bovenstaande een positief saldo van € 551.000 (€ 440.000 + € 111.000). Armoede- en schuldenbeleid De uitgaven aan de minimaregelingen via het bureau AMC komen naar verwachting € 130.000 lager uit dan begroot. Gezien het feit dat het een open-einde-regeling betreft kunnen we (binnen het vastgestelde verstrekkingenbeleid) niet sturen op deze bestedingen. De sturingsmogelijkheid ligt vooral vooraf in het beleidskader zelf. Momenteel wordt gewerkt aan een nieuwe onderliggende berekening voor de voorziening dubieuze debiteuren sociale zaken. Deze voorziening heeft betrekking op dubieuze debiteuren op het vlak van de bijstandverlening en inkomensvoorzieningen en armoede- en schuldenbeleid. Afronding en afstemming van de berekening met de accountant moet nog plaatsvinden. Het bedrag waarmee de e voorziening gemuteerd moet worden kan daardoor nog niet in deze 2 bestuursrapportage verwerkt worden. Op basis van de eerdere grove berekeningen zullen de bovenstaande verwachte positieve saldo’s op deze producten (€ 551.000 en € 130.000) nodig zijn om te storten in de voorziening ten behoeve van de dubieuze debiteuren op het vlak van bijstandverlening en inkomensvoorziening en armoede- en schuldenbeleid. Om deze reden stellen wij voor dit niet af te ramen omdat de storting in de voorziening ook ten laste van 2015 plaats zal vinden. Medio 2015 is tijdens een interne controle naar voren gekomen dat van een tiental cliënten die tussen de twee gemeentes verhuisd waren, de gemeentecode niet goed gemuteerd was (Rhenen versus Veenendaal). Deze gemeentecodes zijn inmiddels gecontroleerd en waar nodig gecorrigeerd. De correctie is bestuurlijk met de gemeente Rhenen afgestemd.
Verwerking wetsvoorstel vrijlating lijfrente opbouw In oktober heeft het college besloten de Septembercirculaire ter kennisname van de raad te brengen en de financiële effecten voor het jaar 2015 te verwerken bij de 2e bestuursrapportage. Een van de genoemde taakmutaties/mutaties integratie-uitkeringen betreft het Wetsvoorstel vrijlating lijfrenteopbouw. Gemeenten ontvangen een compensatie voor de uitvoeringskosten die voortvloeien uit dit wetsvoorstel. In het wetsvoorstel worden lijfrenten binnen zekere grenzen niet als vermogen aangemerkt bij de vermogenstoets bij de Participatiewet. Dit heeft een hoger aantal bijstandsontvangers tot gevolg. Bij het voorstel omtrent de septembercirculaire is voorgesteld het hiervoor extra te ontvangen bedrag voor dit doel te reserveren. Voor Veenendaal gaat het voor 2015 om € 13.000.
15
In de 2e bestuursrapportage wordt deze raming in de begroting verwerkt. Aangezien de Tweede Kamer pas recent het voorstel heeft aangenomen en de bespreking van de procedure door de Eerste Kamer nog plaats moet vinden (en daarmee ook de publicatie in het Staatsblad) zal dit wetsvoorstel naar verwachting nog niet tot de extra uitkeringslasten leiden in 2015. Om deze reden wordt voorgesteld deze bijraming die volgde uit de septembercirculaire, op basis van de ontwikkeling m.b.t. besluitvorming van het wetsvoorstel, voor 2015 af te ramen (resulteert per saldo tot effectief geen wijziging op de raming van de uitgaven). 2b. Re-integratie en participatievoorzieningen Bij de eerste bestuursrapportage (op basis van de cijfers tot en met juni) verwachtten wij een onderbenutting op het budget van € 600.000. Daarnaast was er vanuit de resultaatsbestemming 2014 een bedrag van € 539.000 beschikbaar. Aangezien onderbenutting van het budget een ongewenste situatie is, zijn de nodige acties ondernomen en is hier nadrukkelijk op gestuurd. Het financiële effect van de uitvoer van bestaand beleid inclusief de intensiveringen hebben deels hun effect op begrotingsjaar 2015. Hierdoor verwachten wij dat er ultimo 2015 een bedrag van € 760.000 resteert. Activiteiten die ingezet worden in 2015 zullen echter voor een belangrijk deel ook doorlopen naar 2016. De uitvoer van nieuwe participatietaken leidt tot inzichten en activiteiten die zich niet in een boekjaar laten vangen. Voor verdere uitwerking van de in gang gezette activiteiten wordt voorgesteld vanuit het restant € 160.000 beschikbaar te stellen in 2016 door dit te betrekken bij de resultaatbestemming. De resterende € 600.000 kan vrijvallen ten gunste van de algemene middelen. 2c. Inkomensverstrekking Besluit Bijstand Zelfstandigen (BBZ) Wij verwachten per saldo een voordeel van € 80.000 op het totaal van de uitvoerings- en advieskosten BBZ en programmakosten voor de uitkeringen. 2d. Sociale werkvoorziening Op de uitgaven verwachten wij een incidenteel voordeel van € 30.000 doordat de voorlopig toegekende gemeentelijke bijdrage aan IW4 € 30.000 lager is dan hiervoor in onze begroting is opgenomen. Voorstel is om dit voordeel toe te voegen aan de bestemmingsreserve Sociale Werkvoorziening. 2e. Vastgoed onderwijs In 2014 hebben er veel looddiefstallen plaatsgevonden, de kosten hiervoor zijn (uitgezonderd het eigen risico) door de verzekeraars vergoed. De post vandalismeschade wordt uiteindelijk hierdoor met € 20.000 overschreden. De verzekeringspremies zijn voor het onderwijsvastgoed in 2015 gestegen door de indexering. Daarnaast is in 2014 een deel van de budgetten voor verzekeringen dubbel afgeraamd (zowel bij herverdeling van de vastgoedbudgetten als bij de kadernota). Dit moet worden hersteld. De totale verzekeringskosten stijgen door beide factoren met in totaal € 115.200 (structureel).
16
31/12/2013
17
Begrotingsprogramma 3 Sociale leefomgeving 3a. WMO e
In de 1 bestuursrapportage is gemeld dat er geen prognose gegeven kon worden over het eerste half jaar vanwege het ontbreken van historisch betrouwbare gegevens en onvoldoende inzicht in het gebruik van de Wmo-voorzieningen, door o.a. achterblijvende facturatie. Als verwachting werd e genoemd dat in de 2 bestuursrapportage een eerste betrouwbare prognose kon worden gegeven. e
Prognose in de 2 bestuursrapportage Voor deze prognose is extra inzet gepleegd op de analyse van de beschikbare Wmo gegevens voor de eerste drie kwartalen in 2015. Per uitvoeringspost is ambtelijk in detail bekeken wat de werkelijke e uitgaven nu zijn (voor zover nu bekend), welke verplichtingen er zijn en wat op basis van de 1 3 kwartalen de verwachte in-uitstroom is van de laatste maanden in 2015. Bij de prognose zijn we uitgegaan van volledige benutting van de afgegeven indicaties in de beschikkingen. De ervaring vanuit de AWBZ en de ‘oude’ Wmo taken leert ons dat de maximale indicatie niet altijd wordt benut. Door het achterblijven van facturatie en betaling daarvan aan de zorgaanbieders zijn –nog steedsonvoldoende gegevens bij ons bekend om een volledig getrouw beeld te prognosticeren. Op basis van genoemde werkwijze is de prognose over 2015 per 1 november geformuleerd. Resultaten van de analyse Op basis van de analyse over de afgelopen negen maanden verwachten wij dit jaar op de totale Wmo een onderbesteding van € 2.436.000. Doordat de uitgaven voor individuele- en groepsondersteuning en pgb niet goed geprognosticeerd kunnen worden (zie de tekst hierboven) kan de jaarrekening nog een ander resultaat laten zien. Wij stellen daarom voor het (uiteindelijke) resultaat te verwerken bij de jaarrekening 2015. Hieronder verklaren we de onderbesteding: De Wmo bestaat uit verschillende onderdelen. De onderbesteding binnen de Wmo is te herleiden uit verschillende onderdelen binnen de Wmo. De grootste verschillen ten opzichte van de begroting lichten we hieronder toe. 1. WMO maatwerkvoorzieningen materieel We verwachten op deze begrotingspost een budget van € 375.000 over te houden. De verklaring hiervoor is tweeledig: a. Meer herverstrekkingen. Hierdoor zijn minder nieuwe vervoersvoorzieningen aangeschaft. b. Een verschil is te verklaren vanwege de onvoorspelbare post, woningaanpassingen. Per jaar verschilt het aantal woningaanpassingen en ook de kosten daarvoor. 2. Compensatie vanwege het wegvallen van de Wtcg (Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten) en CER regeling (Compensatie Eigen Risico) De bovenstaande regelingen zijn per 1 januari 2015 te komen vervallen. Hiervoor heeft de gemeente van het Rijk een compensatie, via het gemeentefonds, ontvangen. De maatregelen die ingezet zijn: a. Inwoners tot 120% van het minimuminkomen kunnen gebruik maken van een aanvullende collectieve ziektekostenverzekering. Met deze verzekering kunnen zij de kosten voor de eigen bijdragen en eigen risico bij de zorgverzekeraar declareren. In vergelijking met andere gemeenten in het land bereiken we met deze regeling veel cliënten uit de doelgroep. b. Cliënten met een minimuminkomen tot 110% die geen gebruik maken van de aanvullende ziektekostenverzekering kunnen via bijzondere bijstand compensatie krijgen voor eigen bijdrage en eigen risico. Deze inspanningen en maatregelen leiden niet tot volledige benutting van de beschikbare middelen.
18
Op dit budget prognosticeren we een onderbesteding van € 615.000 in 2015. Dit komt doordat inwoners van onze gemeente minder gebruik hebben gemaakt van deze compensatieregelingen dan we hadden verwacht. Voor cliënten die te maken krijgen met extra kosten vanwege chronisch ziekte of handicap hebben we een voorstel in voorbereiding om vanaf 2016 een extra toeslag te verstrekken door de aanvullende collectieve ziektekostenverzekering toegankelijk te maken voor cliënten met een inkomen tot 130% van het bijstandsniveau. 3. Schoonmaak- en huishoudelijke ondersteuning Dit jaar is de maatwerkvoorziening huishoudelijke ondersteuning (HO1) beëindigd per 18 september. De algemene voorziening schoonmaakondersteuning is hiervoor in de plaats gekomen. De eerste maanden van 2015 hebben alle cliënten brieven ontvangen, bezoek gehad van een Wmo consulent en/of zijn gebeld. Dit alles om ze te informeren over de wijzigingen en de impact daarvan. Deze acties hebben geleid tot weinig klachten en/of bezwaren. Cliënten waren en zijn goed op de hoogte van de voorgenomen wijzigingen. Alle cliënten die gebruik maken van de algemene voorziening schoonmaakondersteuning betalen een bedrag van € 10,- per uur. Voor cliënten met een inkomen tot 130% van het minimum is een compensatieregeling schoonmaakondersteuning beschikbaar. Voor de uitvoering van deze algemene voorziening hebben we van het Rijk in 2015 een extra bijdrage van € 360.000 ontvangen (in 2016 ontvangen we hiervoor nog een extra bedrag van € 832.000). Deze bijdrage is bovenop de lasten die we in onze gemeentebegroting hadden gereserveerd. Echter door de eisen van de HHT (Huishoudelijke hulp toelage) regeling komen alle lasten voor deze algemene voorziening ten laste van de Rijksbijdrage. Bij het opstellen van de begroting zijn we ervan uitgegaan dat 1.000 cliënten gebruik zullen maken van deze voorziening. Uit de huidige prognose komt naar voren dat maximaal 700 cliënten hiervan gebruik maken. Dit zorgt voor een voordeel op de uitgaven en een nadeel op de inkomsten (bijdrage van cliënten). Per saldo een positief resultaat van € 325.000. Het deel dat dit jaar overblijft van de rijksbijdrage (€ 90.000 voor de compensatieregeling huishoudelijke hulp toelage) willen wij meenemen naar 2016. Het ministerie heeft een brief gestuurd aan alle gemeenten waarin zij aangeven dat dit mogelijk is bij onderbesteding en waarbij het geld voor hetzelfde doel wordt uitgegeven. Zo niet, dan verwacht het ministerie dat de gemeente het geld terugstort aan het Rijk. Wij leggen u daartoe een voorstel voor bij de jaarstukken 2015. - Compensatieregeling schoonmaakondersteuning (Minimabeleid) De compensatieregeling schoonmaakondersteuning wordt uitgevoerd binnen de beleidsregels van het minimabeleid. Cliënten kunnen met deze regeling volledig of gedeeltelijk het te betalen klanttarief gecompenseerd krijgen bij een inkomen tot 130% van het minimum. Tot nu toe hebben 80 cliënten gebruik gemaakt van deze compensatieregeling. De prognose laat zien dat het volledig budget niet wordt besteed. Op dit moment prognosticeren we een overschot van € 62.000. We verwachten volgend jaar meer mensen die gebruik maken van deze compensatieregeling. - Overgangsregeling Huishoudelijke ondersteuning 1 (HO1) De eerste 9,5 perioden (van 4 weken) van dit jaar was de overgangsregeling HO1 nog van kracht. Doordat er meer uitstroom was en er budget uit 2014 is overgebleven is er een voordeel van € 412.000. 4. PGB Op basis van de uitgaven tot nu toe verwachten we € 1,1 miljoen over te houden. De begroting ging uit van historische gegevens uit 2013 die hoger blijken dan de werkelijkheid in 2015. Er worden veel verstrekte PGB’s niet besteed of er wordt minder besteed dan is toegekend. Doordat de huidige overgangscliënten een herindicatie krijgen, wordt opnieuw naar de situatie gekeken en maatwerk geboden, waardoor budgetten vaak lager uitvallen of zorg in natura wordt aangeboden. Voor het jaar 2016 kunnen we realistischer begroten, omdat de gegevens rondom de PGB-cliënten dan vollediger zijn. 19
5. Overig Overige onderbesteding komt voort uit diverse kleinere voordelen in 2015. Dit heeft betrekking op o.a. mantelzorgcompliment, gemeentelijke bijdrage GGD, gehandicapten parkeerkaart. De redenen hiervoor zijn onder andere terugvorderingen van een subsidie en lagere gemeentelijke bijdrage over het dienstjaar 2014 (GGD). Lagere inkomsten Naast voordelen hebben we ook minder inkomsten. De inkomsten op de eigen bijdrage maatwerkvoorzieningen Wmo en PGB vallen naar verwachting € 496.000 lager uit dan begroot. Bij het opstellen van de begroting zijn we uitgegaan van gegevens uit 2013 (bekend vanuit de AWBZ). Doordat er meer uitstroom is geweest in de eerste 9 maanden van het jaar op huishoudelijke ondersteuning 1 vallen ook de inkomsten uit de eigen bijdrage lager uit. Daarnaast was bij de begroting 2015 gerekend met de eigen bijdrage uit HO1 voor een heel jaar. Feitelijk wordt voor HO1 geïnd voor 9,5 periodes. Doordat de HO1 gestopt is en er hiermee veel Wmo cliënten zijn uitgestroomd verwachten we ook in 2016 een lagere inkomst vanuit de eigen bijdrage dan in 2015. Daarnaast wordt ook een lagere eigen bijdrage verwacht over de materiele voorzieningen (meer herverstrekkingen) en zorgvoorzieningen PGB (zie onderdeel PGB). Septembercirculaire 2015 In de septembercirculaire is de verdeling voor het macrobudget geactualiseerd. In 2015 ontvangen we in totaliteit € 81.135 extra voor de Wmo. De extra bijdrage is verwerkt in de 2e bestuursrapportage. Doorkijk naar 2016 Met het vastgestelde budgettair kader voor 2016 (vastgesteld in de begroting 2016) is een werkbegroting voor 2016 gemaakt op meer detailniveau. Hiervoor is de kennis uit de prognose over 2015 (gemaakt in Q3) meegenomen. Hieruit blijkt dat de onderbesteding 2015 niet volledig geldt voor 2016. De oorzaken hiervan zijn: Totaal beschikbaar gesteld Wmo budget is in 2016 ruim € 2 miljoen lager dan in 2015; De maatwerkvoorziening Huishoudelijke ondersteuning is in 2015 afgebouwd. Daarnaast was er in 2015 een voordeel door onderbesteding van de nieuwe algemene voorziening. Deze onderbesteding verwachten we niet in 2016 omdat de maatwerkvoorziening HO1 in 2015 volledig is afgebouwd. Met de afschaffing van de landelijke compensatieregelingen (wtcg/cer) is er budget naar ons toegekomen waar we minder op hebben uitgegeven in 2015 dan verwacht. Voor 2016 hebben we aanvullende maatregelen in voorbereiding waardoor naar verwachting meer budget wordt besteed en zetten we erop in dat de nieuwe regelingen meer gebruikt worden door inwoners). Naast deze oorzaken gelden een aantal onzekere factoren in 2016: Medio 2016 komt er een vernieuwd verdeelmodel over de uitkering voor de Wmo, het is nog onduidelijk of en welke effecten dit heeft voor 2016 e.v. 2015 was een jaar waarin nog overgangsrecht gold voor veel cliënten. Het is onduidelijk wat de effecten in 2016 zijn door het wegvallen van dit overgangsrecht. Er zijn nog geen trends te duiden aangezien 2015 het eerste jaar is waarin de gemeente een grotere verantwoordelijkheid, met aanvullende taken t.o.v. 2015, heeft binnen de Wmo. De Wmo is een open einde regeling. De vraag bepaalt de benutting van het budget. In het eerste kwartaal van 2016 weten wij de reële uitgaven over 2015 (jaarrekening). Op basis hiervan zullen wij opnieuw op detailniveau beoordelen in welke mate de onderbesteding uit 2015 van toepassing is in 2016 uitgaande van het Wmo beleidskader. Dit mede in relatie tot de scenario’s die worden ingezet nadat duidelijk is of deze financieel nodig zijn, dus na vaststelling van de jaarstukken 2015. Als dit nodig blijkt, vindt u een voorstel in de kadernota 2017-2020.
20
2017 en verder Met de transitie die heeft plaats gevonden, is het realistisch om na 3 jaar te spreken over een structurele onder- dan wel overbesteding. Hieronder een overzicht van het verloop van het Wmo budget de komende jaren en de taakstellingen. Meerjarenbegroting Wmo 2015 Totaal beschikbaar gestelde middelen voor Wmo Verschil tov 2015
2016
2017
2018
2019
€ 18.705.191
€ 16.571.049
€ 15.617.376
€ 15.565.553
€ 15.580.889
0
€ -2.134.142
€ -3.087.815
€ -3.139.638
€ -3.124.302
Een mogelijke onderbesteding in 2016, betekent dat minder ‘extra’ maatregelen nodig zijn. Voorstellen over de aanpak voor 2017 e.v. ontvangt u bij de kadernota 2017-2020.
3b. Jeugd Stand van zaken In de vorige bestuursrapportage is gemeld dat er nog onvoldoende gegevens waren voor een goede prognose van het jeugdhulpgebruik en is gemeld dat een eerste prognose pas in het vierde kwartaal gegeven zou kunnen worden. Deze situatie werd als niet wenselijk ervaren. Daarom heeft het regionaal knooppunt extra acties uitgezet om de jeugdhulpaanbieders over te laten gaan tot het aanleveren van monitorgegevens en het opstarten van de facturatie. Deze acties hebben ertoe geleid dat er al in september een prognose gegeven kon worden. De raad is inhoudelijk in de vergadercyclus van november geïnformeerd over de voortgang en de Q2-rapportage. Q3-rapportage verwerkt in begroting 2015 Ten tijde van het opstellen van de berap zijn de cijfers van het derde kwartaal bekend geworden. Daarbij wordt opgemerkt dat de kwaliteit van de beschikbare gegevens steeds beter wordt en dan met name voor het toerekenen van de kosten door instellingen naar de afzonderlijke gemeenten. Op basis van de Q3-rapportage van het regionaal knooppunt is een prognose gemaakt voor Veenendaal. De indeling van de kwartaalrapportage van de regio wordt in de derde rapportage ook gebruikt om de vergelijkbaarheid binnen de regio in stand te houden. De realisatie van de eerste negen maanden is de basis van de gegeven prognose. Door de realisatie te delen door 9 (het aantal verstreken maanden) en vermenigvuldigen met de factor 12 (het aantal maanden per jaar) is een prognose voor het hele jaar gegeven. Op basis van de Q3-rapportage en de gehanteerde wijze van prognosticeren, wordt voor Veenendaal een tekort verwacht van ongeveer € 340.000. Dit is een afwijking van ongeveer 2% op het begrote bedrag van Veenendaal. Opgemerkt wordt dat in deze prognose op een aantal zorgvormen aannames zijn verwerkt, omdat het zicht op de daadwerkelijke kosten ontbreekt (o.a. PGB’s en de kosten voor landelijke jeugdhulp). Het geprognosticeerde tekort van € 340.000 wordt verwerkt in de jaarrekening 2015.
21
Jeugdhulp inzet
Prognose op
Begroot
basis van realisatiei € 1.360.000
€1.355.431
€ 460.000
€ 466.666
PGB
€ 1.660.000
€2.127.408
Jeugdbescherming en jeugdreclassering (incl.
€ 2.130.000
€ 2.149.584
€ 890.000
€ 1.051.352
€ 9.850.000
€ 8.971.012
€ 30.000
0
Lokale inzet (inclusief CJG) Landelijke jeugdhulp (gecontracteerd door VNG)
SAVE Midden Nederland) Bovenregionaal gecontracteerde jeugdhulp
Regionaal gecontracteerde jeugdhulp Niet gecontracteerde jeugdhulp1
€ 80.000 (-)
Correctie septembercirculaire (afgerond) Totaal (afgerond)
€ 16.380.000
€ 16.040.0002
3
€ 340.000
Tekort
De hogere kosten tot nu toe zijn onder meer te verklaren door onderstaande factoren: -
-
Veenendaal heeft te maken met relatief hoge kosten bij ambulante ondersteuning door een groot 4 e e aantal overgangscliënten . De ambulante instroom (‘nieuwe cliënten’) in 2 - en 3 lijnsvoorzieningen laat in de monitor een dalende trend zien; dit zou in de cijfers van de komende kwartalen financieel ook terug te zien moeten zijn. Het aantal pleegzorgcliënten is relatief groot ten opzichte van de andere gemeenten. Voor pleegzorg geldt een uitgebreider overgangsrecht dan voor de andere jeugdhulpvoorzieningen. Daarnaast geldt dat jeugdigen relatief lang in een pleeggezin verblijven.
1 Jeugdhulpaanbieders die zich in 2015 gemeld hebben i.v.m. overgangsrecht cliënt(en) 2 Na Wlz uitname van +/- € 700.000. 3 Overgangsrecht: continuïteit van zorg bieden voor die jeugdigen die vóór 1-1-2015 een traject gestart zijn dat doorloopt tot 2016 4 Voor pleegzorg geldt een uitgebreide overgangsregeling. Pleegkinderen kunnen bij dezelfde pleegouders of pleegzorgaanbieder blijven zolang dat nodig is.
Tweede berap en de regionale Q4-rapportage De daadwerkelijke realisatie over het hele jaar 2015 zal zeer waarschijnlijk afwijken van het geprognosticeerde jeugdhulpgebruik. Dit kan zowel positief als negatief zijn. Dit blijkt echter pas in het eerste kwartaal 2016. Deze tweede berap neemt de Q3-rapportage als uitgangspunt. Septembercirculaire 2015 Als gevolg van een correctie op het toegepaste woonplaatsbeginsel ontvangt Veenendaal € 76.000 (afgerond € 80.000) minder voor het uitvoeren van de Jeugdwet in 2015. Op basis van een correctie op het landelijke macro-budget. Deze lagere bijdrage is verwerkt.
22
Resultaatbestemming 2015 Integrale jeugdgezondheidszorg De gemeente Veenendaal brengt de integrale jeugdgezondheidszorg onder bij de GGDrU. De overdracht van de jeugdgezondheidszorg brengt extra eenmalige kosten met zich mee. Hiervoor was in 2015 € 115.000 geraamd. De onderhandelingen met de bonden zijn net afgerond. De kosten zijn niet allemaal in 2015 gemaakt, maar worden nu verwacht in 2016. Voorgesteld wordt om het restantbudget 2015 van € 40.000 over te hevelen naar de begroting 2016. Cultuur Op het product Cultuur wordt een incidenteel voordeel verwacht. Dit heeft te maken met een overschot op de nieuwe initiatievenregeling Cultuurfonds en de post Amateurkunstbeoefening. Voorgesteld wordt dit overschot van naar verwachting € 50.000,-- pas financieel te verwerken bij de jaarrekening 2015. Wij verwachten nog een aanvraag voor een "nieuw initiatief". Wij hebben geconstateerd dat er jaarlijks budget resteert op het onderdeel "nieuwe initiatieven" Dit hebben wij besproken met het amateurkunstveld en dit heeft in een nieuw amateurkunstbeleid geresulteerd dat ingaat op 1 januari 2017.
3c. Cultuur- en poppodium Escape De gemeenteraad is (middels een memo) medegedeeld dat met betrekking tot Escape en de herstart van een pop- en cultuurpodium er geen mogelijkheden zijn, op basis van het informele overleg met de raad (BOT-overleg), om een nieuw voorstel voor te leggen. Het subsidiebudget bedraagt: - voor 2014 en 2015 € 150.000 per jaar; -voor 2016 en 2017 bedraagt het budget € 90.000 per jaar. Voor een structurele subsidie zou worden uitgegaan van het beschikbare bedrag van € 90.000 op jaarbasis voor de periode 2015 tot en met uiterlijk 31 december 2017. Deze middelen zouden op basis van een aanvraag worden ingezet voor subsidie voor de culturele programmering. Het oorspronkelijke budget voor 2015 groot € 150.000,= zou volgens het B&W voorstel van januari 2015 en april 2015 worden ingezet voor: subsidie naar rato van de periode (4 maanden omdat start poppodium was voorzien in september 2015); gederfde huurinkomsten naar rato van de periode (8 maanden omdat poppodium per 1 september zou worden verhuurd); ontwikkel- en advieskosten, architectenhonorarium en ambtelijke kosten. De herstart van het poppodium was, zo bleek in de loop van 2015 niet mogelijk. Het budget van 2015 is uitgegeven aan ontwikkelkosten, advieskosten, architectenhonorarium, kosten ambtelijke inzet alsmede gederfde huurinkomsten voor 2015. Het restantbudget van € 50.000 wordt afgeraamd.
23
24
Begrotingsprogramma 4 Burger en Bestuur 4a. Voorziening wachtgelden wethouders Er heeft een actualisatie plaatsgevonden van het benodigde bedrag in deze voorziening. Hieruit blijkt dat er € 54.345 moet worden bijgestort om aan de verplichtingen te kunnen voldoen. 4b. Burgemeester en wethouders De loonkostenbudgetten van de burgemeester en de wethouders zijn structureel te hoog geraamd. Het voordeel van € 52.000 (€ 34.000 structureel, € 18.000 incidenteel) wordt verklaard door een te ruime bijstelling van de loonkosten van 4 naar 5 wethouders. Voorziening pensioenverplichtingen wethouders De actualisatie vindt in december plaats op basis van een uit te voeren actuariële berekening. De eventuele mutatie wordt jaarlijks via de jaarrekening verwerkt. 4c. Rekenkamer Op de post Rekenkamercommissie wordt een overschot verwacht van € 40.000. Een groot deel van dit overschot wordt veroorzaakt door het feit dat de functie van de secretaris drie maanden vacant is geweest (€ 25.000). Daarnaast zal naar verwachting het onderzoeksbudget, opleidingsbudget en het budget voor diverse kosten van de Rekenkamercommissie niet geheel worden benut. 4d. Leges burgerzaken Voor het jaar 2015 verwachten we een tekort van € 70.000. Als we de omzetcijfers over nov.-dec. 2014 doortrekken naar dit jaar, is het de verwachting dat de omzet voor heel 2015 uitkomt rond € 595.000. De lagere omzet wordt o.a. veroorzaakt door opgelegde maatregelen van het Rijk, waardoor we als gemeente minder leges kunnen heffen. Uiteraard heeft de afname van het aantal betaalde huwelijken ook een nadelige invloed. 4e. Dienstverlening Op dit product ontstaat een voordeel van ca € 20.000. Door afname van het aantal voltrokken betaalde huwelijken in 2015 zijn de loonkosten lager door minder inzet van buitengewoon ambtenaren burgelijke stand (BABS). 4f. Publiek Ondernemerschap Voor 2015 is de verwachting dat voor het programma Publiek Ondernemerschap een bedrag van € 18.500 overblijft. Voor het (meerjaren)programma Publiek Ondernemerschap wordt in 2016 verdere vervolgstappen genomen, waardoor voorgesteld in totaal een bedrag van € 122.000 via resultaatbestemming beschikbaar te stellen voor 2016. Deze resultaatbestemming wordt gedekt uit het overschot in 2015 bij publiek ondernemerschap (voor € 18.500) en bedrijfsvoering (€ 103.500). 4g. Opvang Vluchtelingen De opvang van de 150 vluchtelingen eind september 2015 heeft de gemeente ongeveer € 100.000 gekost. Dat wordt nu vanuit de post Crisisbeheersing betaald. Daarnaast ontvangt de gemeente Veenendaal nog een vergoeding van het COA van ca. € 30.000 voor deze opvang. Per saldo verwachten we een incidenteel nadeel voor 2015 van € 70.000 op dit product 4h. PR en communicatie Binnen dit product wordt een voordeel behaald van € 35.000 dat grotendeels wordt veroorzaakt door een gunstige aanbesteding van de gemeentepagina. Vanaf 2016 worden dit voordeel ingezet om binnen de communicatie een digitaliseringsslag te kunnen maken waarbij het gebruik van social media verder wordt geïntegreerd. Het budgettaire voordeel wordt daarom als incidenteel aangemerkt.
25
26
Begrotingsprogramma 5 Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien 5a. Onvoorzien In totaliteit is in 2015 nog een bedrag van € 138.000 op de post onvoorzien beschikbaar. We stellen voor dit bedrag te betrekken bij de jaarrekening 2015. 5b. Actualisering reserves en voorzieningen. e Naast het instellen van de 2 bestuursrapportage met peildatum 1 november 2015, heeft het college ook toegezegd om een opschoonactie te doen op de aanwezige ‘potjes’ bij de gemeente Veenendaal. Naast de exploitatie budgetten, hebben we ook de huidige reserves & voorzieningen kritisch beoordeeld. De totale opschoonactie levert een saldo op van € 958.953, welke gestort gaat worden in de algemene reserve. In de paragraaf ‘opschoonactie reserves & voorzieningen’ kunt u de toelichting van deze opschoonactie zien. In de bijlage hebben we alle reserves en voorzieningen separaat toegelicht. 5c. Egalisatiereserve Afvalverwijdering De lagere kosten (€ 350.000) van afvalverwijdering en afvalverwerking worden ten gunste gebracht van de egalisatiereserve afvalverwijdering. 5d. Reserve Parkeren De exploitatie van parkeren geeft een nadelig financieel effect van € 90.000. Voorgesteld wordt dit bedrag ten laste te brengen van de egalisatiereserve parkeren. 5e. Voorziening Riolering De lagere kosten riolering (energiekosten en kosten reinigen en inspecteren), ad € 100.000 worden gestort in de voorziening riolering. 5f. Reserve Sociale Werkvoorziening Voorgesteld wordt om het budget dat op basis van de voorlopig toegekende gemeentelijke bijdrage aan IW4 resteert ad € 30.000 te storten in de bestemmingsreserve Sociale Werkvoorziening 5g. Reservering resultaatbestemming 2015 De onderstaande budgetten zullen worden gereserveerd ten gunste van het dienstjaar 2016: Herstel kademuren in Petenbos € 250.000 Activiteiten zwerfvuil € 35.000 Klimaat uitvoeringsplan € 40.000 Programma Nieuw Wonen € 368.000 Re-integratie en Participatie € 160.000 Frictiekosten GGD € 40.000 Programmamanagement € 18.500 Projectplan MO € 312.500 Publiek ondernemerschap € 103.500 Opleidingskosten € 80.000 Totaal resultaatbestemming 2015
€ 1.407.500
27
5h. Voorziening dubieuze debiteuren Ten behoeve van de opstelling van de jaarrekening 2015 willen we de hoogte van de voorziening dubieuze debiteuren opnieuw bepalen op € 500.000. Dit leidt tot een storting van € 500.000 in de voorziening dubieuze debiteuren, welke een last is in de exploitatierekening. 5i. Budgettaire effecten algemene uitkering Bij de eerste bestuursrapportage 2015 is de meicirculaire 2015 verwerkt. Sindsdien is de septembercirculaire verschenen. De raad is over de financiële effecten van de septembercirculaire afzonderlijk via brief geïnformeerd. Daarnaast zijn de aantallen van de verdeelmaatstaven geactualiseerd. Bij de septembercirculaire is voor het uitkeringsjaar 2015 de algemene uitkering inclusief Sociaal Domein met € 304.000 toegenomen. Verder geeft de ontwikkeling van de aantallen van de verdeelmaatstaven aanleiding om de algemene uitkering met € 487.000 te verhogen. Dit voordeel wordt vooral gevormd door: minderheden (+ € 100.000); lage inkomens (+ € 185.000); woningen (+ € 100.000 (s); omgevingsadressendichtheid (+ € 185.000 (s); leerlingen VO (- € 83.000 (s). Verder zijn voor het uitkeringsjaar 2013 en 2014 de maatstaven geactualiseerd en dit geeft een voordeel van € 222.000. Per saldo stijgt de algemene uitkering inclusief Sociaal Domein met € 1.013.000 (€ 304.000 + € 487.000 + € 222.000). De septembercirculaire bevat mutaties bij decentralisatie-uitkeringen of taakmutaties die volgens afspraak binnen het betreffende beleidsterrein worden opgevangen. Dit betreffen: Wetsvoorstel lijfrenteopbouw - € 13.000 WMO (huishoudelijke hulp) - € 52.000 WMO 2015 - € 29.000 Jeugd + €76.000 Totaal - € 18.000 De taakmutaties zijn toegelicht op de afzonderlijke programma’s. Voor de volledigheid merken wij nog op dat de algemene uitkering nog kan wijzigen door de effecten van de decembercirculaire 2015. Deze aanpassing van de algemene uitkering wordt meegenomen in de jaarrekening 2015. 5j. Belastingen Alle belastinginkomsten worden per belastingsoort en per belastingjaar bewaakt en verantwoord. Verantwoording gebeurt per belastingsoort omdat daar de oorsprong van de belastingschuld kan worden verklaard (vb. het hebben van een hond, eigenaar zijn van een woning etc.). Het totaalproduct van de belastingen zal aan het eind van het jaar een overschot (extra opbrengst) van ca. € 100.000,-- te zien geven. Dat is echter het verzamelbedrag van alle belastingsoorten op dit product. De verklaring van deze meeropbrengst is gelegen in de na-ijlende nieuwbouw van woningen. Er zijn er in 2015 meer woningen gerealiseerd dan oorspronkelijk geraamd. De meeropbrengst van de OZB (eigenaren woningen) bedraagt € 74.249. De afwijking van de overige belastingsoorten liggen allemaal beneden de € 25.000 maar zorgen gezamenlijk voor een meeropbrengst van het restantbedrag. In totaliteit is het voordeel € 100.000.
28
29
Begrotingsprogramma 6 Bedrijfsvoering
6a. Opleidingskosten Het centraal opleidingsbudget heeft een meerjarig kader. Dit is de reden dat in 2015 de beschikbare middelen niet volledig zijn benut (€ 80.000). In 2016 zullen er concernbrede opleidingen worden aangeboden, waardoor voorgesteld wordt € 80.000 via resultaatbestemming te reserveren voor deze opleidingen.
6b. Kosten FPU De kosten voor de FPU regeling van in totaal € 246.024 (incidenteel) kunnen worden afgeraamd, aangezien personeel niet meer van deze regeling gebruik kan maken.
6c. Werving- en selectiekosten De kosten van de werving en selectie zijn € 125.000 (incidenteel) lager uitgevallen dan begroot. Dit is te verklaren door de vacaturestop en de lagere instroom van nieuwe medewerkers gedurende het jaar.
6d. MO projectplan Vanwege de noodzakelijke transformatie is een MO projectplan opgesteld. Hiervoor is uit het personeelsbudget incidenteel € 500.000 vrijgemaakt. Hiervan zal in 2015 naar verwachting € 187.500 worden uitgegeven. Voorgesteld wordt het restant bedrag van € 312.500 via resultaatbestemming te reserveren voor de verdere implementatie in 2016. 6e. Kapitaallasten Er is een nieuwe berekening gemaakt van de kapitaallasten. Uit de berekening komt naar voren dat er een meevaller is op de rentekosten voor korte geldleningen door de aanhoudende lage (negatieve) rente stand. Dit levert een voordeel op van € 300.000. Daarnaast is gebleken dat het bedrag van de boekwaarde bij de grondexploitatie lager is dan oorspronkelijk begroot. Als gevolg hiervan kan er minder rente ten laste van de grondexploitatie worden doorberekend. Dit levert een nadeel van € 60.000 op. Ook is er een tegenvaller ontstaan van € 140.000 op de afschrijvingen. Deze tegenvaller is het gevolg van extra afschrijvingen door het slopen van diverse panden (o.a. gymzaal Palmengrift) en door het verkopen van diverse percelen grond (o.a. grond Munnikenweg). Per saldo levert dit een incidenteel voordeel op van € 100.000 bij kapitaallasten.
6f. Procedure Freule-zaak De verdere afwikkeling van de Freule-zaak leidt tot extra (incidentele) inkomsten voor de gemeente. In 2015 wordt nog een bedrag van ca. € 220.000 ontvangen in verband met onder andere een faillissementsuitkering, proceskosten en een schikking met één van de partijen.
6g. Publiek ondernemerschap Gezien het belang wat de organisatie hecht aan het programma publiek ondernemerschap, wil zij voor 2016 hiervoor middelen beschikbaar stellen om voldoende invulling te kunnen geven aan publiek ondernemerschap. Zodoende wordt voorgesteld om aanvullend een bedrag van € 103.500 beschikbaar te stellen uit het beschikbare personeelsbudget 2015 door middel van een resultaatbestemming van € 103.500.
30
31
Opschoonactie reserves & voorzieningen Zoals bij programma 5 reeds aangegeven, geven we in dit hoofdstuk een verdere toelichting op de opschoonactie. In het volgende overzicht laten we de totale omvang van de reserves en voorzieningen zien en ook de voorgestelde bij- en aframingen per reserve. Voor een nadere toelichting per reserve en voorziening verwijzen wij u naar de bijlage. ALGEMENE RESERVES
Verwacht saldo
Aframen
per
Overheveling
Verwacht saldo
/nieuw
na
1-1-2016
overheveling per 1-1- 2016
Algemene reserve Risicoreserve grondexploitatie Totaal algemene reserves
958.953
18.224.521 6.413.809 24.638.330
19.183.474 6.413.809
0
958.953
25.597.283
BESTEMMINGSRESERVES Bestemmingsres. meerjarige middelen
1.916.500
1.916.500
Reserve extra dividend GCN
86.612
Egalisatiereserve bouwleges
350.000
Reserve groot onderhoud tractie
213.937
213.937
0
Reserve stimulering jongerenhuisvesting
379.166
379.166
0
23.267
23.267
0
Egalisatiereserve frictiekosten verzelfstandiging zwembad Egalisatiereserve loonkosten
0 350.000
689.611
Bestemmingsreserve frictiekosten ambtelijke organisatie Reserve kosten juridische advisering
510.027
Egalisatiereserve Impuls Brede School
302.250
689.611 510.027
0
270.193
Reserve Breedtesport
270.193 302.250
0
Beeldbepalende panden Reserve egalisatie Rembrandtcollege
86.612
1.063
0 361.486
1.063
361.486 0
1.160.142
1.160.142
Reserve parkeren
442.905
442.905
Reserve onderwijs
107.487
107.487
Onderhoud wegen
126.181
Reserve onderhoud oostelijke rondweg
398.613
Reserve sloop Rozenbottel
845.370
845.370
93.555
93.555
2.799.608
2.799.608
42.712
42.712
Egalisatiereserve verkiezingen Egalisatiereserve afvalverwijdering en verwerking Verslavingszorg Sociale werkvoorziening
398.613 398.613
0
650.495
Bestemmingsreserve Startersleningen
2.284.291
Bestemmingsreserve precariobelasting
1.070.000
32
524.794
650.495 379.166
2.663.457 1.070.000
Reserve aanleg oostelijke rondweg
1.457.966
Reserve mobiliteit
1.457.966
0
0
Stads- en Dorpsvernieuwing (alg.gem./vrijblijvend) Stads- en Dorpsvernieuwing (alg.gem./gebonden) Reserve reconstructie Zuivelstraat
1.745.630
1.745.630
287.664
287.664
0
7.733
7.733
0
283.448
283.448
97.647
97.647
39.860.704
39.860.704
Programma Nieuw Wonen (geen kap.lasten) Reserve dekking kap.lasten investeringen Totaal bestemmingsreserves
56.759.145
3.668.298
2.884.895
55.975.742
Totaal reserves
81.397.475
3.668.298
3.843.848
81.573.025
Aframen
Overheveling
Verwacht
/nieuw
saldo na
VOORZIENINGEN
Verwacht saldo per 1-1-2016
overheveling per 1-1- 2016
Rozenbottel
236.820
236.820
Aanloopverliezen Ontmoetingshuis
128.706
128.706
Wachtgelden vm wethouders
175.255
175.255
Pensioenverplichtingen vm. wethouders
2.361.002
2.361.002
Frictiekosten wachtgelden muziekschool
41.568
41.568
4.371.077
4.371.077
Dubieuze debiteuren
500.000
500.000
Voorziening riolering
2.733.217
2.733.217
Voorziening DEVO
1.300.000
1.300.000
Dubieuze debiteuren soc.dienst
voorzieningen voor verplichtingen, verliezen en risico's
11.847.645
0
0
11.847.645
Onderhoudsvoorziening gem.gebouwen
2.994.765
onderhoudsegalisatievoorzieningen
2.994.765
0
59.236
59.236
0
116.314
116.314
0
Breedtesport Graffiti
2.994.765 0
2.994.765
Sociale woningbouw (BWS)
3.072.470
voorzieningen door derden beklemde middelen met specifieke aanwending
3.248.020
175.550
0
3.072.470
Totaal voorzieningen
18.090.430
175.550
0
17.914.880
Generaal totaal
99.487.905
3.843.848
3.843.848
99.487.905
33
3.072.470
Naar aanleiding van de opschoonactie, willen we de raad het volgende voorstellen: 1) de volgende reserves op te heffen: a. Reserve extra dividend GCN: het doel is vervallen. Voorstel is om het saldo te storten in de algemene reserve. b. Reserve groot onderhoud tractie: het doel is beperkt nu een deel van de tractie is overgedragen. Voorstel is om het saldo te storten in de algemene reserve. c. Reserve stimulering jongerenhuisvesting: voorstel is om het saldo over te zetten naar de reserve startersleningen. d. Egalisatiereserve frictiekosten verzelfstandiging zwembad: de verzelfstandiging is afgerond. Voorstel is om het saldo te storten in de algemene reserve. e. Bestemmingsreserve frictiekosten ambtelijke organisatie: deze reserve kan opgeheven worden omdat de reorganisatie in 2015 is afgerond. Voorstel is om het saldo te storten in de algemene reserve. f. Egalisatiereserve Impuls Brede School: voorgesteld wordt het saldo over te hevelen naar de nieuwe reserve breedtesport. g. Reserve Beeldbepalende panden: wordt definitief opgeheven naar aanleiding van besluit bij kadernota 2014. h. Reserve onderhoud oostelijke rondweg: het saldo wordt gestort in de reserve onderhoud wegen. i. Reserve aanleg oostelijke rondweg: het saldo wordt overgeheveld naar de reserve mobiliteit. j. Reserve Stads- en Dorpsvernieuwing (alg.gem./vrijblijvend); het saldo wordt overgeheveld naar de reserve mobiliteit. k. Reserve Stads- en Dorpsvernieuwing (alg.gem./gebonden): het doel is er niet meer. Voorstel is om het saldo te storten in de algemene reserve. 2) de volgende voorzieningen op te heffen: a. Voorziening Breedtesport: dit wordt een nieuwe reserve breedtesport). b. Voorziening Graffiti: de kosten kunnen uit het reguliere budget betaald worden. Voorstel is om het saldo te storten in de algemene reserve. 3) de volgende reserves nieuw in te stellen: a. Reserve breedtesport: deze egalisatiereserve wordt ingesteld in plaats van de huidige bestemmingsreserve Impuls Brede School en voorziening Breedtesport. b. Reserve mobiliteit: In deze in te stellen reserve vindt o.a. storting plaats vanuit de reserve aanleg oostelijke rondweg en de reserve stads- en dorpsvernieuwing (vrijblijvend). 4) het resterende saldo van de vrijval van de reserves en voorzieningen ad € 958.953 *) te storten in de algemene reserve. *) Het bedrag van € 958.953 is als volgt opgebouwd: Reserve
Bedrag
Beeldbepalende panden
1.063
Reserve extra dividend GCN
86.612
Egalisatiereserve frictiekosten verzelfstandiging zwembad
23.267
Reserve groot onderhoud tractie
213.937
Bestemmingsreserve frictiekosten ambtelijke organisatie
510.027
Graffiti
116.314
Stads- en Dorpsvernieuwing (alg.gem./gebonden)
7.733
958.953
Totale storting in algemene reserve
34
Resumé begrotingsprogramma’s In onderstaande tabel treft u een samenvatting aan van de financiële afwijkingen per begrotingsprogramma.
35