1 Organisatorische gegevens

Titel

Beroepsorienterende Stage

Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2015-2016

1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5

Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau

1.6

Opleiding (varianten)

GCE-1.BOS-15 Beroepsorienterende Stage Basic-Internship 5 European Credits D (propedeuse) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd

1.8

Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden?

1.9

Contactpersoon

1.10

Voertaal

1.11

Werkvormen:

1.7

CGM Nijkamp (tel. 08848185358/258) ([email protected]) Nederlands

Aanwezigheid verplicht?

Werkvorm

Introductiecollege

niet verplicht

Stage

verplicht

Werkcollege zelfreflectie

Ja

niet verplicht

Frequentie

1 maal per blok

3 maal per week

2 maal per blok

Totale contacttijd in minuten

In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?

60 minuten

bij aanvangsblok 3: blok 3 bij aanvangsblok 4: blok 4

4320 minuten


240 minuten


Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 135 (bij aanvangsblok 3), 63 (bij aanvangsblok 4).

1.12

Toetsen:

Toetsvorm

Gedragsverandering

Stageverslag

Resultaatschaal

Numerieke beoordelingen 110 (geen deci)


Minimum cijfer

5,5

5,5

Weging (afgerond op hele procenten)

40

60

Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar

In welke blokken wordt de toets aangeboden?

4

bij aanvangsblok 3: . blok 3 . blok 4 bij aanvangsblok 4: . blok 4 . blok 5

4


2 Inhoudelijke gegevens 2.1

Cursus doel

Learning outcomes onder voorbehoud van ontwikkeling. Definitieve learning outcomes in de studentenhandleiding. De student kan na zijn beroepsoriënterende stage: 1. een oefentherapeut observeren in een oefentherapeutische werksetting. 2. een professionele samenwerkingsrelatie aangaan met de cliënt. 3. een (deel van een )anamnese afnemen. 4. een (deel van het) lichamelijk onderzoek uitvoeren. 5. een (deel van een) behandelprogramma opstellen en uitvoeren. 6. een bijdrage leveren aan de dagelijkse gang van zaken met betrekking tot cliëntenzorg. 7. een op de praktijkgerichte onderzoeksvraag formuleren. 8. kritisch zijn op het eigen handelen en reflecteren aan de hand van reflectiemodellen.

2.2

Cursus inhoud

De student maakt in zijn beroepsoriënterende stage kennis met het vak van de oefentherapeut Cesar en ziet hoe de verschillende beroepsrollen invulling krijgen in het werkveld. De opdrachten die uitgevoerd worden hebben met alle rollen te maken. 2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Reader (verplicht) : De stage handleiding bevat de opdrachten die de student moet maken en informatie omtrent het stageverslag 2.5 Workload Bij aanvangsblok 3: Contactduur (uren): 5 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 135 Bij aanvangsblok 4: Contactduur (uren): 77 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 63 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd

Titel

Beroepsorienterende Stage

Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2015-2016



1.6


GCE-1.BOS.4-13 Beroepsorienterende Stage Basic-Internship 5 European Credits D (propedeuse) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd

1.8


1.9

Contactpersoon

1.10

Voertaal

1.11

Werkvormen:

1.7

Nee

AB Kleinjan-Uneken ([email protected]) Nederlands

Werkvorm


Frequentie



Hoorcollege

niet verplicht

1 maal per blok

90 minuten

bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR

Stage

niet verplicht

96 maal per blok

5760 minuten


Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 42

1.12

Toetsen: Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar


Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer


gedragsverandering

Numerieke beoordelingen 1-10 (geen deci)

5,5

33

2

bij aanvangsblok JAAR: . blok JAAR

individueel/registratieverslag


5,5

67

2



Cursus doel

Learning outcome Competentiegebied I: Zorg en dienstverlening: De Zorgverlener. De stagiair is in staat om 1. Een oefentherapeut te observeren in een oefentherapeutische werksetting 2. Een interventie van een oefentherapeut te observeren en daar een verslag van te maken 3. Het eigen beweeggedrag professioneel in te zetten. Competentiegebied II: werken in en uit een organisatie: De ondernemer. 4. Samen met een oefentherapeut bespreken hoe patiënten gegevens worden vastgelegd en dit verwoorden in een verslag Competentiegebied III: werken aan professionaliteit: De beroepsontwikkelaar. 5. Reflecteren op het eigen beroepsmatig handelen alsmede op het professionaal functioneren binnen een organisatie.

2.2

Cursus inhoud

Beroepsorienterende stage Het onderwijs van de vierjarige Opleiding Oefentherapie Cesar is zo ingericht dat je op alle toekomstige beroepsrollen en bijbehorende competenties kan voorbereiden in realistische contexten. De stage, de praktijkleerperiode, biedt de meest realistische beroepscontext. Het doel van de stage is dat je competenties (verder) ontwikkelt in de beroepspraktijk. De eerstejaars studenten lopen gedurende het eerste jaar totaal 10 dagen stage. Acht dagen in blok D de beroepsorioenterende stage 2.

2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd 2.5 Workload Contactduur (uren): 98 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 42 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd

Titel

Diagnostiek en Interventie 1

Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2015-2016



1.6


GCE-1.DI.1-12 Diagnostiek en Interventie 1 + TGW Diagnostics and Intervention 1 + ABS 5 European Credits D (propedeuse) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd

1.8 1.9 1.10

Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? Contactpersoon Voertaal

1.11

Werkvormen:

1.7

Nee

MJB Goos (tel. 5563) ([email protected]) Nederlands

Werkvorm


Frequentie



Hoorcollege

niet verplicht

2 maal per blok

240 minuten

bij aanvangsblok 1: blok 1

Training TGW

niet verplicht

1 maal per blok

120 minuten


Vaardigheidsles

niet verplicht

23 maal per blok

2760 minuten



1.12

Toetsen:

Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer

Vaardigheidstoets


5,5



100

2

In welke blokken wordt de toets aangeboden? bij aanvangsblok 1: . blok 1 . blok 2


Cursus doel

Learning outcomes onder voorbehoud van ontwikkeling. Definitieve learning outcomes in de studentenhandleiding. Learning Outcomes: De student: Kan het oefentherapeutisch kader met behulp van het ODIM (Oefentherapeutisch diagnostiek en interventie model) en de HOAC II beschrijven 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11.

Kan motorisch leren plaatsen in relatie tot het oefentherapeutisch kader Kan motorisch leren plaatsen in relatie tot taak, persoon en omgeving Kan een dagelijkse activiteit systematisch analyseren Kan de bewegingspatronen bij dagelijkse activiteiten benoemen Kan een dagelijkse activiteit demonstreren Kan een oefenvorm op activiteiten en functieniveau demonstreren Kan een aantal mogelijke omgevingsfactoren noemen die van invloed zijn op het beweeggedrag van de cliënt Kan bij dagelijkse activiteiten benoemen in welke gewrichten de bewegingen plaatsvinden Kan de gewrichten passief onderzoeken en beoordelen Kan het effect van de zwaartekracht op lichaamsdelen benoemen tijdens dagelijkse activiteiten Kan het effect van het verplaatsen van het lichaamszwaartepunt binnen het steunvlak op dagelijkse activiteiten benoemen

Kan de fysiologische werking van spieren beschrijven

2.2

Cursus inhoud

Titel: Orienteren op dagelijks bewegen Cursusinhoud: De oriëntatie op bewegen staat centraal. In dit blok leert de student het bewegen van zichzelf en klasgenoten te observeren, analyseren, beoordelen en beïnvloeden. Model methodisch handelen; ODIM Modellen klinisch redeneren ICF model/ HOACII Bio-psychosociaal model In opbouw worden deze modellen in jaar 1 gebruikt vanaf BLOK 1

2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd 2.5 Workload Contactduur (uren): 52 Toetsduur (uren): 1 Zelfstudie (uren): 87 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd

Titel


Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2015-2016



1.6


GCE-1.DI.2-15 Diagnostiek en Interventie 2 Diagnostics and Intervention 2 5 European Credits D (propedeuse) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd

1.8 1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7

Nee


Werkvorm


Frequentie



Hoorcollege

niet verplicht

1 maal per blok

120 minuten


Training TGW

niet verplicht

3 maal per blok

360 minuten


Vaardigheidsles

niet verplicht

24 maal per blok

2880 minuten


Werkcollege gedragsverandering

niet verplicht

2 maal per blok

240 minuten



1.12

Toetsen:

Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer

Vaardigheidstoets


5,5



100

2



Cursus doel

Learning outcomes onder voorbehoud van ontwikkeling. Definitieve learning outcomes in de studentenhandleiding. De student: 1.

2. 3.

4. 5. 6.

7.

8. 9. 10.

11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18.

2.2

Kan op methodische wijze het beweeggedrag van een medestudent/simulatiepatient zonder aantoonbare pathologie in complexere bewegingen uit sport, hobby en/of sport in de (meest authentieke) context observeren en analyseren Kan de klinische besluitvorming in het zorgverlenersproces expliciteren van initiële hypothesen naar definitieve werkhypothese, door het bijstellen, verwerpen en toetsen van deze hypothesen. Kan bij een medestudent/simulatiepatiënt functioneel en met specifieke diagnostische testen (actief/passief/geleid actief) en/of meetinstrumenten de benodigde grondmotorische eigenschappen (coördinatie (stabiliteit), uithoudingsvermogen, kracht, lenigheid (ROM in gewrichten & spierlengte) en snelheid Kan bij een medestudent/simulatiepatiënt de hulpvraag en relevante gedragsdeterminanten uitvragen Kan het beweeggedrag van een medestudent/simulatiepatiënt verklaren met behulp van theoretische gedragsverklaringsmodellen: ASE-model (de Vries, 1995) en Protectie Motivatietheorie (Rogers, 1975) Kan het beweeggedrag van een medestudent/simulatiepatiënt duiden met behulp van gedragsveranderingsmodellen: Transtheoretisch Model (Prochaska & Diclimente, 1992) & Zes-stappen model (Balm, 2000) Kan bij een medestudent/simulatiepatiënt toetsen of het ervaren probleem op functie- en/of activiteiten en/of participatieniveau speelt, en/of omgevingsafhankelijk en/of gedragsmatig van aard is met behulp van het RPSformulier (ICF-model) Kan voor een medestudent/simulatiepatiënt op basis van onderzoeksgegevens een oefentherapeutische diagnose (OTD) opstellen Kan reflecteren op het eigen methodisch handelen en klinische besluitvorming in de diagnostische fase. Kan beweeggedrag in hobby-, sport- en/of werkactiviteiten én hiervoor benodigde grondmotorische eigenschappen beïnvloeden met behulp van therapeutactiviteiten gericht op motoriek, omgeving, cognitie en/of motivatie (ODIM) Kan motorische sturing in instructie, organisatie en feedback in het kader van motorisch leren beschrijven Kan verschillende vormen van motorisch leren in de praktijksituatie benoemen. Kan reflecteren op het eigen motorisch leerproces Kan het eigen motorisch leerproces beïnvloeden Kan de ontwikkelingen van de begrippen ziekte en gezondheid plaatsen westerse en niet-westerse geneeskunde. Kan basale communicatie vaardigheden op adequate wijze inzetten in een anamnese Kan gesprekstechnieken inzetten om doelgericht te kunnen communiceren. Kan (non) verbaal gedrag herkennen en kan hier adequaat op reageren.

Cursus inhoud

Titel: Beïnvloeden van dagelijks bewegen Cursusinhoud:

In de D&I-lessen leert de student het oefentherapeutische zorgverlenersproces, bestaande uit een diagnostische en interventiefase (Ober, 2008), zichtbaar in het ODIM (Oefentherapeutisch Diagnostiek & Interventie Model) toepassen op een client zonder aantoonbare pathologie. In het diagnostische proces leert de student functioneel en specifiek de grondmotorische eigenschappen (GME) voor het handhaven van een houding of het maken van een beweging te testen. Zo komt de student tot een complete analyse waarbij een oordeel wordt gevormd over het effect van belasting en belastbaarheid van het lichaam bij het bewegen. In de interventiefase leert de student oefenvormen te geven om het beweeggedrag te verbeteren met betrekking tot de balans van belasting en belastbaarheid en geschiktew therapeutactiviteiten in te zetten. Model methodisch handelen; ODIM en modellen klinisch redeneren ICF/RPS/HOAC

2.3

Ingangseisen

Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd 2.5 Workload Contactduur (uren): 60 Toetsduur (uren): 1 Zelfstudie (uren): 79 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd

Titel

Diagnostiek en Interventie 3 + TGW

Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2015-2016



1.6


GCE-1.DI.3-15 Diagonstiek en Interventie 3 Diagnostics and Intervention 3 5 European Credits D (propedeuse) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd

1.8 1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7

Nee


Werkvorm


Frequentie



Hoorcollege

niet verplicht

2 maal per blok

180 minuten


Practicum

niet verplicht

27 maal per blok

3240 minuten


Training TGW

niet verplicht

3 maal per blok

360 minuten


Werkcollege gedragsverandering

verplicht

2 maal per blok

240 minuten



1.12

Toetsen: Weging (afgerond op hele procenten)



Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer

vaardigheidstoets


5,5

80

2

bij aanvangsblok 3: . blok 3 . blok 4

Verslaglegging OTC


5,5

20

2



Cursus doel

Learning outcomes Learning outcomes onder voorbehoud van ontwikkeling. Definitieve learning outcomes in de studentenhandleiding. De student: 1. Kan op methodische wijze een onderzoek uitvoeren bij een simulatiepatiënt. 2. Kan op basis van patroonherkenning gefundeerde keuzes maken in de uitvoering van het AO en SO 3. Kan specifieke testen uitvoeren bij veel voorkomende klachten* ten behoeve van differentiaaldiagnostiek. 4. Kan op basis van onderzoeksgegevens een probleemdefinitie vaststellen met behulp van een oefentherapeutische diagnose (OTD) en een efficiënt doel en effectief plan 5. Begeleidt de simulatiepatient in het proces van motorisch leren. 6. Kiest efficiente en effectieve interventies op basis van een opgestelde OTD, doel en plan. 7. Kan op professionele wijze communiceren met de simulatiepatient tijdens het zorgverlenersproces. 8. kan een logisch opgebouwde anamnese afnemen bij een medestudent en/of simulatiepatiënt aan de hand van beschikbare gespreksmodellen (bijv SGECS, ODIM, ALTIS, etc). 9. kan gespreksvaardigheden (zoals LSD, vragen stellen, concretiseren, parafraseren, samenvatten) inzetten om doelgericht te kunnen communiceren. 10. kan (non) verbaal gedrag herkennen en kan hier adequaat op reageren. 11. kan de hulpvraag van de cliënt uitvragen.

2.2

Cursus inhoud

Titel: Diagnostiek en interventie Cursusinhoud: In dit blok komt het volledige oefentherapeutisch proces (diagnostiek & interventie) aan bod bij veelvoorkomende klachten in de oefentherapeutische praktijk.


Titel


Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2015-2016



1.6


1.8 1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7

GCE-1.DI.4-15 Diagnostiek en Interventie 4 Diagnostics and Intervention 4 5 European Credits D (propedeuse) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd Nee


Werkvorm


Frequentie



Hoorcollege

niet verplicht

1 maal per blok

120 minuten


Individuele begeleiding TGW

niet verplicht

1 maal per blok

30 minuten


Practicum

niet verplicht

18 maal per blok

2160 minuten


Werkcollege TGW

niet verplicht

3 maal per blok

360 minuten



1.12




Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer

presentatie tgw


5,5

20

2


vaardigheidstoets


5,5

80

2



Cursus doel

Learning outcomes onder voorbehoud van ontwikkeling. Definitieve learning outcomes in de studentenhandleiding. De student: 1. Kan de patronen van enkelvoudige klachten beschrijven gerelateerd aan verschillende levensfasen en het biopsychosociaal model 2. Kan specifieke testen uitvoeren voor enkelvoudige klachten in verschillende levensfasen ten behoeve van differentiaaldiagnostiek 3. Kan initiële hypothesen formuleren bij leeftijd gerelateerde problematiek 4. Kan op basis van argumenten geformuleerde hypothesen verwerpen of aannemen en op basis daarvan komen tot een definitieve werkhypothese 5. Kan binnen een interventie verantwoorden welke keuzes worden gemaakt bij een persoon met een hulpvraag 6. Kan bij een persoon met een hulpvraag een onderdeel van een behandeling uitvoeren. 7. Begeleidt/coacht de cliënt tijdens de interventie in het proces van motorisch leren en bijbehorende gedragsverandering en houdt hierbij rekening met levensfase specifieke factoren. 8. Kan gemaakte keuzes expliciteren en verantwoorden op basis van richtlijnen en beschikbare evidentie 9. Kan een professionele samenwerkingsrelatie aangaan met de cliënt. 10.Kan de verschillende levensfasen van mens toelichten en analyseren met behulp van bio-psycho-sociaal model 11. Kan theorieën over levensfasen koppelen aan bevindingen uit interview/ experiment 12. Kan een presentatie maken en geven volgens het KRS-model

2.2

Cursus inhoud

Titel: De client in zijn context Cursusinhoud: Dit blok staat in het teken van de verschillende levensfasen van de mens. Diagnostiek en interventie richt zich met name op aan leeftijd gerelateerde aandoeningen inclusief de klinische besluitvorming.

Modellen: ODIM, HOAC II &ICF


Titel

Overig 1e jaar dummy

Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2015-2016

1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6

Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau Opleiding (varianten) Cursus toegankelijk voor 1.7 studenten van andere faculteiten? 1.8 Excellentiemogelijkheden?

GCE-1.OVERIG-15 Overig 1e jaar dummy 1st year dummy 0 European Credits D (propedeuse) Werkvormen zijn er in Voltijd Nee

JL Drent-Sneep (tel. 088 - 481 5654) ([email protected]) Nederlands

1.9 Contactpersoon 1.10 Voertaal 1.11 Werkvormen: Werkvorm


Frequentie



Blokintro

niet verplicht

1 maal per blok

30 minuten


GVO

niet verplicht

1 maal per blok

60 minuten


Individuele begeleiding SLB

niet verplicht

1 maal per blok

30 minuten


intro mediatheek

niet verplicht

1 maal per blok

60 minuten


intro snuffelstage

niet verplicht

1 maal per blok

60 minuten


introductie algemeen

niet verplicht

1 maal per blok

60 minuten


Spreekuur SLB

niet verplicht

5 maal per blok

150 minuten


sterren infocollege

niet verplicht

1 maal per blok

60 minuten


Groepsbijeenkomst SLB

niet verplicht

3 maal per blok

180 minuten


SLB Introductie

niet verplicht

1 maal per blok

120 minuten


1.12 Toetsen: Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer





Cursus doel

Dit zijn ondersteunende lessen voor het onderwijs.

2.2

Cursus inhoud

Dit zijn ondersteunende lessen voor het onderwijs.

2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd 2.5 Workload Contactduur (uren): 14 Toetsduur (uren): Zelfstudie (uren): Totaal (uren) 0 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (0) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd

Titel

Professionalisering en Orientatie 1

Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2015-2016



1.6


GCE-1.PROFON1-13 Professionalisering en Orientatie 1 Professionalisation and Orientation 1 5 European Credits D (propedeuse) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd

1.8


1.9

Contactpersoon

1.10

Voertaal

1.11

Werkvormen:

1.7

Nee

NTA Smorenburg (tel. 5887) ([email protected]) Nederlands

Werkvorm


Frequentie



introductie beroepsorienterende stage B

niet verplicht

1 maal per blok

60 minuten


Ondernemen Hoorcollege

niet verplicht

6 maal per blok

360 minuten


Ondernemen werkcollege TGW

niet verplicht

1 maal per blok

120 minuten


Professionalisering Hoorcollege

niet verplicht

2 maal per blok

120 minuten


Professionalisering Practicum

niet verplicht

1 maal per blok

180 minuten


Professionalisering Werkcollege

niet verplicht

3 maal per blok

270 minuten


Professionalisering Werkcollege 1

niet verplicht

1 maal per blok

90 minuten


Training TWG

niet verplicht

1 maal per blok

180 minuten


Zelfreflectie Werkcollege

niet verplicht

2 maal per blok

240 minuten


Ondernemen Loketuur

niet verplicht

3 maal per blok

540 minuten



1.12

Toetsen:

Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer


REGISTRATIEVERSLAG


5,5

50

Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar 2

In welke blokken wordt de toets aangeboden? bij aanvangsblok 1: . blok 1

. blok 2 ZORGKAART


5,5

50

2



Cursus doel

Leerlijn ondernemen: Binnen deze opdracht ontwikkel je een zorgkaart. De zorgkaart vormt het visitekaartje van je praktijk. De verschillende aspecten die bij de zorgverlening van jouw praktijk komen kijken breng je in kaart. In je beroep als oefentherapeut vertaald zich dit vaak in het hanteren van een goede website. Binnen deze opdracht voer je dit uit in een groep en bent daardoor meteen actief bezig met samenwerken en hoe je een samenwerking vormgeeft. Dit alles doe je binnen duidelijke kaders van de opleiding op dreyfus 1 niveau. Professionalisering: Wat is jouw levensstijl eigenlijk en hoe staat het met jouw gezondheid? Mogelijk dat je in dit blok, aan de hand van het uitvoeren van testen, meten en het beantwoorden van vragenlijsten, antwoord kan geven op deze vraag. Binnen de leerlijn onderzoek ga je de volgende vragen onderzoeken:

   

Wat is gezondheid en wat is een gezonde leefstijl? Hoe is de leefstijl en gezondheid van jou en je medestudenten? Wat is de consequentie van een ongezonde leefstijl voor de gezondheidszorg? Wat kan je als (beginnend) student doen en wat moet je vooral laten om gezond te blijven?

Voor het inleveren van het verslag gelden de volgende ontvankelijkheidseisen De student heeft voldaan aan de volgende ontvankelijkheideisen [1]: o Het onderzoeksverslag omvat maximaal 15 pagina’s (excl. bijlagen) o Het onderzoeksverslag voldoet aan de richtlijn “Schriftelijke werkstukken opleiding Oefentherapie Cesar” Op de voorkant van het onderzoeksverslag zijn de volgende items vermeld: Individueel Registratieverslag Blok 1A, Naam Student, Studentnummer, Klas, Naam Docent, Datum, Plaats, Opleiding

[1]Indien de student het onderzoeksverslag inlevert en er wordt niet voldaan aan één of twee ontvankelijkheideisen, dan wordt het onderzoeksverslag niet in behandeling genomen. In osiris wordt door de docent NVD ingevoerd. De student heeft in dit studiejaar alleen nog recht op ‘kans 2 ‘.

2.2

Cursus inhoud

Ondernemen binnen de zorgkaart ga je kijken wie jij bent als oefentherapeut? hoe je jouw praktijk kan visualiseren en zichtbaar kan maken aan de cliënt en welke positie jij inneemt als oefentherapeut binnen de zorg in zijn algemeen en samenwerkingen specifiek. Learning outcomes onder voorbehoud van ontwikkeling. Definitieve learning outcomes in de studentenhandleiding.

Learning outcomes leerlijn ondernemen de student: 1. 2. 3. 4. 5. 6.

Kan een zorgkaart ontwikkelen waarin de identiteit, cultuur, zorginhoud en de omgeving van de eigen praktijk beschreven wordt in relatie tot de Nederlandse gezondheidszorg. Kan de identiteit als oefentherapeut in eigen woorden weergeven waarbij gebruik wordt gemaakt van de geschiedenis en de visie van het vakgebied oefentherapie. Kan de zorginhoud van de eigen gevormde praktijk beschrijven met behulp van de locatie, bereikbaarheid, aantal therapeuten en specifieke deskundigheid van de praktijk. Kan een beschrijving geven van de Nederlandse gezondheidszorg met behulp van de lijnstructuur en de indeling naar cure & care. Kan de financiële uitgangspunten van de praktijk selecteren op basis van de gangbare prijzen voor oefentherapeutische verrichtingen. Kan de ontwikkelen en trends op macro niveau beschrijven vanuit organisatorisch, politiek en medisch perspectief en selecteert hieruit de trends en ontwikkelingen die voor de praktijk van belang zijn.

Kan wetten- en regels selecteren die voor de praktijk relevant zijn en beschrijven waarom deze van belang zijn. 8. Kan de samenwerkende partijen van de praktijk beschrijven waarbij de focus ligt op overige (para)medici en gezondheidssituaties. 9. Kan van deze (para)medici beschrijven wat hun taken en verantwoordelijkheden zijn. 10. Kan de samenwerkingsrelatie van de praktijk met deze paramedici beschrijven 7.

Learning outcomes TGW (worden getoetst bij de leerlijn ondernemen) 1. 2. 3.

Kan samenwerkingsafspraken ontwikkelen Kan terugblikken op het samenwerkingsproces en aantonen waarin de samenwerking succesvol/minder succesvol is verlopen. Kan het leerproces van de eigen samenwerkingsvaardigheden beschrijven aan de hand van een selfassessment en peerassessment

Leerlijn Professionalisering De hieronder geformuleerde learning outcomes worden binnen deze opdracht uitgevoerd op Dreyfus niveau 1.De student kan

  

Systematisch en transparant gegevens verzamelen, registreren, vergelijken met normwaarden en verwerken in een registratieverslag. Een preventief en/of curatief SMARTI leerdoel formuleren ter bevordering of behoud van de eigen leefstijl en gezondheid. De onderzoeksresultaten schriftelijk bekritiseren.

Kennisbasis ondernemen Geschiedenis en mijlpalen oefentherapie Oefentherapeutische visie op bewegen Kennis van het zorgstelsel in nederland - Waaronder de lijnstructuur - Indeling cure and care Wet en regelgeving regels samenwerken en feedback


Titel

Professionalisering en Bedrijfsvoering 2

Opleidingsvariant Voltijd Collegejaar

2015-2016



1.6


GCE-1.PROFON2-12 Professionalisering en Bedrijfsvoering 2 Professionalisation and Management 2 5 European Credits D (propedeuse) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd

1.8


1.9

Contactpersoon

1.10

Voertaal

1.11

Werkvormen:

1.7

Nee


Werkvorm


Frequentie



Ondernemen Hoorcollege

niet verplicht

3 maal per blok

360 minuten


Ondernemen Hoorcollege 1

niet verplicht

1 maal per blok

60 minuten



niet verplicht

3 maal per blok

180 minuten


Professionalisering Practicum Mediatheek

niet verplicht

1 maal per blok

120 minuten



niet verplicht

3 maal per blok

270 minuten



niet verplicht

2 maal per blok

240 minuten


Zelfreflectie

niet verplicht

2 maal per blok

240 minuten


Ondernemen Loketuur

niet verplicht

3 maal per blok

540 minuten



1.12

Toetsen: Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar

Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer



Gezondheidsadvies


5,5

50

2


Praktijkscan 1


5,5

50

2



Cursus doel

Learning outcomes Learning outcomes onder voorbehoud van ontwikkeling. Definitieve learning outcomes in de studentenhandleiding. Ondernemen De student:

         

Weet wat de functie/het doel van een strategisch proces is. Kan de omgeving analyseren aan de hand van een transactionele en contextuele omgevingsanalyse Kan de missie en visie van een organisatie beoordelen aan de hand van de AMORE criteria Weet dat vanuit de missie en visie concrete jaardoelen komen. Weet wat de functie is van het beleidsplan. Weet waarom het belangrijk is dat er beleid gevoerd wordt. Kan de verschillende stadia/fases in de beleidscyclus benoemen. Hanteert de PDCA cyclus met betrekking tot in te zetten beleid. Kan de samenhang tussen de verschillende deelbeleidsterreinnen benoemen. Kan een ervaring evalueren en in eigen woorden weergeven wat de impact daarvan is op het eigen professioneel handelen.

Professionalisering Na het afronden van de studieopdracht kan de student: • Relevante vak- en/of wetenschappelijke literatuur vinden via het internet. • Gevonden literatuur beoordelen (niveau van bronnen, relevantie, boek vs. tijdschrift). • Een onderzoeksvraag volgens PICO opstellen. • Literatuurverwijzing in de tekst verwerken en de literatuurlijst volgens een APA richtlijn opstellen. • Op basis van de gevonden literatuur een wetenschappelijk onderbouwd advies, ook wel een evidence based advies samenstellen (schriftelijk). • Zijn/haar schriftelijke beheersing van de Nederlandse taal aantonen • Uitleggen wat er onder plagiaat wordt verstaan • Een aantal kenmerken van professioneel schrijven benoemen

2.2

Cursus inhoud

Ondernemen:praktijkscan I Ondernemen: Binnen het ondernemersonderwijs van dit blok maakt de student een start met het maken van een praktijkscan. Een praktijkscan is een middel waarmee je zichtbaar kan maken hoe je als organisatie acteert en daarnaast reageert op je omgeving. Als beginnend oefentherapeut helpt dit je om naast vakinhoudelijke zorg ook je bedrijfsvoering op orde te krijgen. Om deze scan te maken ga je deze scan uitvoeren in de authentieke beroepspraktijk. Dit doe je door 16 uur mee te lopen binnen de oefentherapeutische praktijk. Voorwaarde voor het verkrijgen van je cijfer op de praktijkscan is het goed afronden van de meeloopdagen in de praktijk en de daarbij behorende opdrachten. Inhoud Binnen dit onderwijs leer je welke items binnen een praktijkscan thuishoren en raak je bekend met verschillende begrippen die je nodig hebt om de praktijkscan te kunnen schrijven. De praktijkscan is in de beroepspraktijk een onderdeel van je ondernemersvaardigheden om steeds kritisch te kunnen kijken naar de eigen bedrijfsvoering in relatie tot de omgeving. Naast deze scan, voert de student in de oefentherapie praktijk een aantal stage opdrachten uit. Hierop kritisch kunnen reflecteren en verbeterplannen inzetten op je eigen handelen is daarvan vanuit de TGW een onderdeel.

Kennisbasis

contextuele en transactionele omgevingsanalyse AMORE criteria voor missie en visie beleid Professionalisering: Gezondheidsadvies Cursusinhoud:Dit blok maakt de student een ‘Gezondheidsadvies’ gegeven door een oefentherapeut aan je medestudenten (collega’s). Dit advies maakt de student met 4-5 studenten. Het advies onderbouwt de student met de informatie uit de gevonden vak- en wetenschappelijke literatuur . Voor het beoordelen van het verslag gelden de volgende ontvankelijkheidseisen1[1] De student heeft voldaan aan de volgende ontvankelijkheideisen :  Het onderzoeksverslag omvat voor inleiding t/m conclusie maximaal 2000-2500 woorden  Het onderzoeksverslag voldoet aan de richtlijn “Schriftelijke werkstukken opleiding Oefentherapie Cesar” v Op de voorkant van het onderzoeksverslag zijn de volgende items vermeld: Gezondheidsadvies, Blok1B, Namen Studenten, Studentnummer, Klas, Naam Docent, Datum, Plaats, Opleiding


1[1] Indien de student het onderzoeksverslag inlevert en er wordt niet voldaan aan één of twee ontvankelijkheideisen, dan wordt het onderzoeksverslag niet in behandeling genomen. In osiris wordt door de docent NVD ingevoerd. De student heeft in dit studiejaar alleen nog recht op ‘kans 2 ‘.

Titel

Professionalisering en Praktijkscan 3

Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2015-2016



1.6


GCE-1.PROFON3-12 Professionalisering en Praktijkscan 3 Professionalisation and Practice Scan 3 5 European Credits D (propedeuse) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd

1.8


1.9

Contactpersoon

1.10

Voertaal

1.11

Werkvormen:

1.7

Nee


Werkvorm


Frequentie



Ondernemen digitale verslaglegging

niet verplicht

4 maal per blok

360 minuten


Ondernemen hoorcollege

niet verplicht

1 maal per blok

120 minuten


Ondernemen hoorcollege

niet verplicht

3 maal per blok

270 minuten


Ondernemen Introductiecollege

niet verplicht

1 maal per blok

60 minuten



niet verplicht

6 maal per blok

360 minuten



niet verplicht

3 maal per blok

270 minuten


Professionalisering Werkcollege 1

niet verplicht

2 maal per blok

120 minuten


Zelfreflectie

niet verplicht

1 maal per blok

180 minuten


Ondernemen loketuur

niet verplicht

2 maal per blok

360 minuten


ondernemen loketuur

niet verplicht

1 maal per blok

60 minuten



1.12

Toetsen:

Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer


Betrouwbaarheidsonderzoek


5,5

50

Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar 2

In welke blokken wordt de toets aangeboden? bij aanvangsblok 3: . blok 3

. blok 4 Praktijkscan


5,5

50

2



Cursus doel

Ondernemen: praktijkscan II Doel Binnen dit onderwijs kijk je met een kritische blik naar de inrichting van de interne organisatie. Het onderwijs is er voor bedoeld om het paramedisch handelen te koppelen aan de bedrijfsvoering van de praktijk. De praktijkscan helpt de student/beginnend oefentherapeut de analyse van de organisatie als middel in te zetten in het optimaliseren, verbeteren en borgen van de organisatie en diens toekomstbestendigheid. Professionalisering In deze opdracht staat de betrouwbaarheid van metingen centraal. Jullie gaan een aantal metingen uitvoeren bij medestudenten. Het doel van deze opdracht is het bepalen van de interbeoordelaarsbetrouwbaarheid (en) eventueel de intrabeoordelaarsbetrouwbaarheid) van 3 van de volgende metingen:1. Meting van de buikomvang (meetinstrument: meetlint) 2. Meting van de bewegingsuitslag van een gewricht (meetinstrument: goniometer) 3. Meting van de spierkracht (meetinstrument: hand-held dynamometer en ‘Medical research council’ (MRC)-schaal) 4. Meting van de bekkenscheefstand (meetinstrument: observatie).

Voor het verslag gelden de volgende ontvankelijkheidseisen De student heeft voldaan aan de volgende ontvankelijkheideisen [1]: o Hetverslag omvat maximaal 15 pagina’s (excl. bijlagen) o Het verslag voldoet aan de richtlijn “Schriftelijke werkstukken opleiding Oefentherapie Cesar” o Op de voorkant van het verslag zijn de volgende items vermeld: Verslag Meten = Weten Blok 1C, Naam Student, Studentnummer, Klas, Naam Docent, Datum, Plaats, Opleiding

[1]Indien de student het onderzoeksverslag inlevert en er wordt niet voldaan aan één of twee ontvankelijkheideisen, dan wordt het onderzoeksverslag niet in behandeling genomen. In osiris wordt door de docent NVD ingevoerd. De student heeft in dit studiejaar alleen nog recht op ‘kans 2 ‘.

2.2

Cursus inhoud

Ondernemen: praktijkscan II Inhoud Binnen dit onderwijs leer je de praktijkscan volledig af te ronden. In het eerste deel van de praktijkscan heb je geleerd hoe een praktijk interacteert met zijn omgeving en hoe de praktijk zijn beleid kan vormgeven. In deel II van de praktijkscan leer je hoe de organisatie het beleid kan beïnvloeden vanuit de cultuur van de organisatie de gekozen structuur en de leiderschapsstijlen. Learning outcomes Learning outcomes onder voorbehoud van ontwikkeling. Definitieve learning outcomes in de studentenhandleiding

1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.

Kent de vijf hoofdvormen van organisaties in typologieën van Mintzberg Kent de vijg coördinatiemechanismen uit de typologie van Mintzberg Brengt de gekozen organisatie onder in een van de vijf hoofdvormen en kiest daarbij welk coördinatiemechanisme op de beschreven organisatie van toepassing is. Analyseert de cultuur met behulp van het ui-model van Sanders. Past het ui-model van Saners toe in de gekozen organisatie voor de cultuurdiagnose Kent diverse leiderschapsstijlen o.a. Mc Gregor, Blake en Mouton. Kan leiderschapsstijlen analyseren binnen een organisatie kan op basis van de gemaakte analyse aanbevelingen geven aan de praktijk

Kennisbasis

  

Typologie van Mintzberg Ui model Sanders Leiderschap volgens Mc Gregor

Professionalisering: Na het afronden van het betrouwbaarheidsonderzoek kan de student: • De doelen van meten binnen de klinische setting benoemen. • De doelen van meten binnen het wetenschappelijk onderzoek benoemen. • Resultaten van metingen beoordelen en naar de praktijk vertalen aan de hand van eenvoudige statistiek. • De resultaten van metingen schriftelijk weergeven in de vorm van een registratieverslag • De meetinstrumenten beoordelen qua betrouwbaarheid en validiteit. • Werken met de volgende begrippen: - meetniveaus: nominaal, ordinaal, interval en ratio - spreidingsmaten: gemiddelde, mediaan, modus, standaarddeviatie, variantie - betrouwbaarheid, validiteit, responsiviteit.


Titel

AFPB

Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2015-2016



1.6


GCE-1.TV.1-13 Anatomie Fysiologie Pathologie Biomechanica Anatomy Fysiology Pathology Biomechanics 5 European Credits D (propedeuse) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd

1.8 1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7

Nee

M Tuijt ([email protected]) Nederlands

Werkvorm


Frequentie



Hoorcollege

niet verplicht

16 maal per blok

1440 minuten


Practicum

niet verplicht

1 maal per blok

90 minuten


Werkcollege

niet verplicht

5 maal per blok

300 minuten



1.12

Toetsen:

Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer

toets


5,5



100

2



Cursus doel

Fysiologie 1.de 4 verschillende banden en lijnen benoemen en locatie binnen de sarcomeer tekenen. 2.de eiwitten actine en myosine benoemen en de locatie aanwijzen binnen de sarcomeer. 3.de mate van overlap actine en myosine verklaren aan hand van rustlengte spier en de contractievormen concentrisch, isometrisch en excentrisch. 4.de drie rollen van ATP binnen de sliding filament theorie beschrijven. 5.de opbouw van kracht bij een spier verklaren middels de stimulatie frequentie krachtrelatie. 6.de opbouw van kracht bij een spier verklaren middels het size principle van motor units. 7.Kent de diverse vezeltypen die een mens bezit. 8.beredeneren welk vezeltype bij welke inspanningniveau behoort op basis van biochemische eigenschappen. 9.de krachtlengte relatie van een sarcomeer. 10.Verklaart met behulp van het model van Hill welke invloed spierbindweefsel heeft op de kracht-lengterelatie. 11.analyseert in welke lichaamspositie de meeste hoeveelheidkracht geleverd kan worden op basis van de krachtlengte relatie van een sarcomeer. 12.Verklaart met behulp van het model van Hill welke invloed spierbindweefsel heeft op de krachtsnelheidsrelatie. 13.Analyseert waar maximaal vermogen geleverd kan worden op basis van de krachtsnelheidsrelatie 14.de definities van arbeid en vermogen benoemen en kan de relatie tussen beiden uitleggen. 15.de voordelen en nadelen van anaeroob metabolisme benoemen. 16.de voordelen en nadelen van aeroob metabolisme benoemen. 17.Kan beredeneren in welke volgorde de diverse mogelijkheden tot het verkrijgen van energie verloopt gerelateerd aan het inspanningsniveau. Anatomie 18.De anatomische houding benoemen. 19.de algemene afkortingen zoals vermeld bij de corresponderende literatuur benoemen. 20.de zes verschillende gewrichtstypen benoemen. 21.de drie anatomische vlakken benoemen. 22.de drie anatomische assen benoemen. 23.Het vrijheidsgradenmodel benoemen. 24.weet wat vrijheidsgraden zijn. 25.Van bewegingen in de gewrichten het aantal vrijheidsgraden benoemen. 26.De besproken structuren benoemen. 27.De functie van de structuren benoemen. 28.De functie van synovia in een bewegend gewricht benoemen. 29.Beredeneren welke beweging in welk vlak plaatsvindt. 30.Beredeneren welke beweging om welke as plaatsvindt. 31.Met nomina anatomica de locatie van een structuur in het lichaam aanduiden. 32.Benoemt de bot namen die gekoppeld zijn aan de gewrichten van de knie,heup en schouder. 33.Kan beredeneren welke functie, vorm en of locatie een bepaalde spier heeft aan de hand van de spiernaam. 34.Kan de relatie tussen het steunvlak en zwaartepunt benoemen. 35.De werking van de contractie vormen con/iso en excentrische contractie omschrijven. 36.Beredeneren of een spier concentrisch/isometrisch ofwel excentrisch moet contraheren om balans te handhaven. 37.De Latijnse naam noemen 38.De locatie aanwijzen. 39.De articulerende botstukken benoemen. 40.De gewrichtsvlakken benoemen. 41.De vorm van gewrichtsvlakken benoemen. 42.Het gewrichtstype benoemen. 43.Per vlak en as de bewegingsmogelijkheden benoemen. 44.Het gewrichtstype benoemen. 45.De bewegings mogelijkheden benoemen. 46.benoemen welke spieren de bewegingen in dit gewricht veroorzaken. AFPB basis 47.de organellen van een cel benoemen en de functie beschrijven 48.de verschillende weefseltypen die in het menselijk lichaam aanwezig zijn kort omschrijven 49.uitleggen wat osmose en diffusie is 50.een basale omschrijving geven van de begrippen: atoom, proton, neutron, elektron, elektrolyt, element, molecuul 51.de belangrijkste elementen (o.a. elektrolyten) in het menselijk lichaam benoemen 52.een beschrijving van de basale scheikundige kenmerken (globale opbouw) van aminozuren, eiwitten, koolhydraten en vetten geven, en van elk enkele voorbeelden noemen. 53.een omschrijving geven van de begrippen: zuur, base, pH-waarde, buffer, acidose, alkalose 54.de algemene formule van aerobe verbranding: C6H12O6 O2 = 'energie' CO2 H2O toelichten Pathologie 55.de samenstelling van bloed beschrijven 56.de 3 soorten bloedcellen benoemen, met bij ieder de functie binnen het lichaam. 57.m.b.t. de leukocyten van alle subtypen benoemen welke functie deze hebben bij de afweer 58.uitleggen wat de vijf symptomen van een ontstekingsreactie zijn 59.de termen ulcus, abces en empyeem toelichten 60.aan de hand van de medische benaming van ziektebeelden het type pathologisch proces herkennen. 61.de organen die bij het lymfatisch systeem horen benoemen, met bij ieder ook de functie 62.de algemene opbouw van bloedvaten beschrijven 63.de verschillen tussen arteriën, capillairen en venen opnoemen 64.enkele aandoeningen aan bloedvaten, bloedcellen en afweersysteem benoemen, een aangeven of er een relatie is tussen deze aandoeningen en het functioneren van het bewegingsapparaat

2.2

Cursus inhoud

competentie diagnosticeren (1) behandelen(2) specifieke onderwerpen zijn spierwerking en model vorming van de anatomie en biomechanica.

2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd 2.5 Workload Contactduur (uren): 31 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 109 Totaal (uren) 140

Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd

Titel

AFPB

Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2015-2016



1.6


GCE-1.TV.1-15 Anatomie Fysiologie Pathologie Biomechanica Anatomy Physiology Pathology Biomechanics 5 European Credits D (propedeuse) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd

1.8 1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7

Ja


Werkvorm


Frequentie



Hoorcollege anatomie

niet verplicht

4 maal per blok

360 minuten


Hoorcollege Fysiologie

niet verplicht

4 maal per blok

360 minuten


Hoorcollege Pathologie

niet verplicht

1 maal per blok

90 minuten


Hoorcollege Responsie

niet verplicht

1 maal per blok

60 minuten


Werkcollege anatomie

niet verplicht

3 maal per blok

180 minuten


Werkcollege Anatomie in vivo

niet verplicht

2 maal per blok

120 minuten


Werkcollege fysiologie

niet verplicht

1 maal per blok

90 minuten


Werkcollege TestVision voorbereiding

niet verplicht

1 maal per blok

60 minuten



1.12

Toetsen:

Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer

TestVision AFPB


5,5



100

2



Cursus doel

De lessen Anatomie, Fysiologie, Pathologie en Biomechanica zijn ondersteunend aan het Diagnostiek en Interventie onderwijs van 1A Oriënteren op dagelijks bewegen. Behandelde thema’s zijn: biomechanische analyse van eenvoudige dagelijkse bewegingen, basale anatomische kennis en naamgeving, algemene fysiologie.

2.2

Cursus inhoud

Learning outcomes onder voorbehoud van ontwikkeling. Definitieve learning outcomes in de studentenhandleiding.

Learning outcomes 1A

Fysiologie

Kan 3 verschillende spiertypen benoemen met bijbehorende eigenschappen Kan de basisstructuur van een spier benoemen Heeft inzicht in de verschillende contractievormen van een spier Begrijpt de werking van een myofibril en een sarcomeer Begrijpt de werking van een Motorische eenheid (Motor Unit) Begrijpt hoe er krachtregulatie plaatsvindt binnen een spier Weet dat er verschillende spiervezeltypen bestaan (Type I, type IIa, type IIx en IIc ) Heeft inzicht in het ontstaan van vermoeidheid in een spier Begrijpt de kracht-lengte relatie van de spierwerking Begrijpt de kracht-snelheidsrelatie Kent de definities van arbeid en vermogen Begrijpt het aerobe en anaerobe metabolisme in het lichaam Kan bij dagelijkse activiteiten benoemen in welke gewrichten de bewegingen Kan de gewrichten passief onderzoeken en beoordelen Kent de indeling van gewrichten op basis van gewrichtsvorm. Kent de latijnse naam, het gewrichtstype en aantal vrijheidsgraden van de gewrichten van de onderste extremiteit, romp en bovenste extremiteit 1 . Kent de latijnse naam van de articulerende botdelen van de gewrichten van de onderste extremiteit, romp en bovenste extremiteit 1 . Kent de bewegingen en de oriëntatie van de gewrichtsassen van de gewrichten van de onderste extremiteit, romp en bovenste extremiteit 1 .

Anatomie/ Biomechanica

Pathologie

Kent de prime mover voor alle bewegingen in de gewrichten van de onderste extremiteit, romp en bovenste extremiteit 1 . Kent de origo en insertie van de prime movers op basis van plaatsaanduiding op de botdelen. Kan de functie van spieren verklaren op grond van het verloop van origo naar insertie ten opzichte van de gewrichtsassen. Kan het effect van de zwaartekracht op lichaamsdelen benoemen tijdens dagelijkse Kan het effect van het verplaatsen van het lichaamszwaartepunt binnen het steunvlak op dagelijkse activiteiten benoemen De student kan de organellen van een cel benoemen en de functie beschrijven De student kan de verschillende weefseltypen die in het menselijk lichaam aanwezig zijn kort omschrijven De student kan uitleggen wat osmose en diffusie is

De student kan een basale omschrijving geven van de begrippen: atoom, proton, neutron, elektron, elektrolyt, element, molecuul De student kan een beschrijving van de basale scheikundige kenmerken (globale opbouw) van aminozuren, eiwitten, koolhydraten en vetten geven, en van elk enkele kan de samenstelling van bloed (en bloedcellen) beschrijven Kan de 3 soorten bloedcellen benoemen, met bij ieder de functie binnen het lichaam Kan aan de hand van de medische benaming van ziektebeelden het type pathologisch proces en ontstekingsreacties herkennen. Kan de algemene opbouw van bloedvaten beschrijven Kan beschrijven welke vormen van afweer het lichaam kent en hoe deze processen werken Kan enkele aandoeningen aan bloedvaten, bloedcellen en afweersysteem benoemen, en tevens beredeneren of er een relatie is tussen deze aandoeningen en het functioneren van het bewegingsapparaat


Titel

AFPB

Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2015-2016



1.6


GCE-1.TV.2-13 Anatomie Fysiologie Pathalogie Biomechanica Anatomy Fysiology Pathology Biomechanics 5 European Credits D (propedeuse) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd

1.8 1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7

Nee

M Punt ([email protected]) Nederlands

Werkvorm


Frequentie



Hoorcollege

verplicht

12 maal per blok

1080 minuten


Practicum

verplicht

4 maal per blok

480 minuten


Werkcollege

verplicht

5 maal per blok

450 minuten



1.12

Toetsen:

Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer

toets


5,5



100

2



Cursus doel

Fysiologie 1.De grotere anatomische structuren beschrijven. 2.Aan de hand van boyles law beredeneren wanneer inspiratie en expiratie plaatsvindt. 3.Kent het bestaan van de spirometer. 4.Weet longvolumes af te leiden uit een spirometrie test. 5.Rekenen met diverse longvolume waarden. 6.Weet de diagnose astma te relateren aan longvolume waarden. 7.Met behulp van HBO2 dissociatie curve de zuurstof verzadiging in het bloed bepalen onder wisselende omstandigheden van PH waarde, temperatuur en atmosferische druk. 8.Op basis van de partiële druk gradiënt van een gas bepalen of het gas het lichaam uit of in diffundeert. 9.Beredeneren welk effect inspanning versus rust heeft op de (a-v)O2 verschil. 10.Uitleggen hoe het Haldane effect de verhouding O2 en CO2 reguleert. 11.De diffusie in weefsels beschrijven aan de hand van de wet van Fick. 12.De vier facetten van het belastingsmodel van Boucher benoemen aan de relatie tussen de facetten benoemen. 13.Aeroob en anaeroob vermogen van elkaar onderscheiden op basis van diverse fysiologische energiesystemen. 14.De algemene trainingsprincipes: principe van individualiteit, specifiteit, reversibiliteit,progressieve belasting en periodisering kennen. 15.De besproken anatomische structuren benoemen. 16.De bloedstroom volgorde in het hart benoemen. 17.De stimulatie volgorde van het hart benoemen. 18.Een gezonde electrocardiogram (ECG) verklaren aan de hand van de stimulatie volgorde van het hart. 19.De relatie leggen tussen para en sympatische activiteit en de hartslag frequentie. 20.De relatie leggen tussen de RR toppen en hartslag variabiliteit. 21.De vijf voornaamste fysiologische aanpassingen bij inspanning benoemen. 22.Beredeneren waarom elk van deze vijf aanpassingen noodzakelijk is om het belastingsniveau te continueren. 23.Uitleggen hoe bloedwaarden een effect kunnen hebben op 1) sportprestatie op zee niveau en hoogte, 2) bloedwaarden effect kunnen hebben het slagvolume en hartfrequentie. 24.Uitleggen welke effecten astma en COPD hebben op inspanning. Anatomie 25.de natuurkundige formule voor kracht benoemen. 26.de natuurkundige formule voor moment benoemen. 27.de beide formules aan elkaar relateren. 28.berekenen of de krachten rond een draaipunt in evenwicht zijn. 29.het begrip steunvlak gebruiken bij de analyse of iets in of uit balans is. 30.de definitie van contactvlak benoemen. 31.Het contactvlak relateren aan het steunvlak. 32.Berekenen waar het zwaartepunt van een object zich bevindt. 33.de in de opdrachten gebruikte spieren en daar bijbehorende origo’s en inserties benoemen. 34.het verschil in functionaliteit tussen pees en ligament benoemen. 35.Analyseren aan de hand van figuur 5-56 (Lohman)dat het kniegewricht niet alleen rolt maar ook slipt. 36.Benoemen dat ligament werking een belangrijke rol heeft in het slippen van een gewricht. 37.De student kan verklaren welke spieren actief zijn in een beweging. M.a.w. wanneer je van houding A naar houding B beweegt. 38.Tevens kan de student de contractievorm van de spier verklaren in termen van concentrisch, excentrisch en isometrisch. 39.de onderdelen die weergegeven staan op de vivolijst over de hand, pols en elleboog benoemen. 40.de onderdelen die weergegeven staan op de vivolijst over de hand, pols en elleboog palperen. 41.De locatie en naam kennen van de onderdelen hand,pols en elleboog die benoemd zijn in blok 3 nomenclatuurlijst. 42.de onderdelen die weergegeven staan op de vivolijst over de voet en enkel benoemen. 43.de onderdelen die weergegeven staan op de vivolijst over de voet en enkel palperen. Pathologie 44.van genoemde aandoeningen/ziektes de symptomen verklaren door de relatie tussen deze symptomen en de stoornis in de fysiologie of anatomie toe te lichten. 45.uitleggen welk effect de longziekten kunnen hebben op het functioneren van het bewegingsapparaat 46.uitleggen hoe stoornissen in het bewegingsapparaat (botten, spieren, zenuwstelsel) het functioneren van de longen kunnen beïnvloeden. 47.opbouw en samenstelling van peesweefsel o bindweefsel algemeen o samenstelling peesweefsel 48.mechanische karakteristieken van peesweefsel 49.invloed van belasting/oefening op peesweefsel 50.karakteristieken en terminologie van een peesaandoening 51.etiopathomechanisme van een tendinopathie 52.algemene behandelingsaanpak van een tendinopathie 53.van genoemde aandoeningen/ziektes de symptomen verklaren door de relatie tussen deze symptomen en de stoornis in de fysiologie of anatomie toe te lichten. 54.uitleggen welk effect de hartziekten kunnen hebben op het functioneren van het bewegingsapparaat 55.uitleggen hoe stoornissen in het bewegingsapparaat (botten, spieren, zenuwstelsel) het functioneren van het hart kunnen beïnvloeden

2.2

Cursus inhoud

Expliciteert gemaakte keuzes en kan deze verantwoorden op basis van domeinspecifieke richtlijnen EBP Past relevante klinimetrie toe. competentie diagnosticeren (1)

2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd 2.5 Workload Contactduur (uren): 34 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 106 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren.

2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd

Titel

AFPB

Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2015-2016



1.6



1.8 1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7

Ja


Werkvorm


Frequentie



Hoorcollege Anatomie

niet verplicht

3 maal per blok

270 minuten



niet verplicht

6 maal per blok

540 minuten



niet verplicht

4 maal per blok

360 minuten


Toetsvoorbereiding TestVision

niet verplicht

1 maal per blok

60 minuten


Werkcollege Analyse houding en beweging

niet verplicht

4 maal per blok

360 minuten



niet verplicht

4 maal per blok

480 minuten


Werkcollege fysiologie

niet verplicht

1 maal per blok

60 minuten



1.12

Toetsen:

Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer

TestVision AFPB


5,5



100

2



Cursus doel

De lessen Anatomie, Fysiologie, Pathologie en Biomechanica zijn ondersteunend aan het Diagnostiek en Interventie onderwijs van 1B Beweging & Gedrag. Behandelde thema’s zijn: biomechanische analyse van houding en beweging, anatomie romp en onderste extremiteit, grondmotorische basiseigenschappen, gasstofwisseling, cardiovasculaire en inspiratoire aanpassingen bij inspanning.

2.2

Cursus inhoud


Fysiologie

Learning outcomes 1B 1. Kan de grotere anatomische structuren van de luchtwegen beschrijven. 2. Kan aan de hand van boyles law beredeneren wanneer inspiratie en expiratie plaatsvindt. 3. Kan beschrijven welke anatomische structuren betrokken zijn bij een astma-aanval. 4. Kan de begrippen longvolumina en longcapaciteiten definieren en de veranderingen hierin beschrijven tijdens inspanning 5 Kan de partiële drukgradiënt van een gas beschrijven en de gevolgen hiervan voor de gasuitwisseling verklaren 6. Kan de factoren beschrijven die invloed hebben op de gasuitwisseling aan de hand van de wet van Fick. 7. Kan de HbO2 dissociatiecurve en de factoren die van invloed zijn op deze curve beschrijven. 8. Kan het Haldane effect beschrijven 9. Kan de effecten van duur- en krachttraining op de grondmotorische eigenschappen beschrijven 10. Kan aeroob en anaeroob vermogen van elkaar onderscheiden op basis van diverse fysiologische energiesystemen. 11. Kan de algemene trainingsprincipes: principe van individualiteit, specificiteit, reversibiliteit, progressieve belasting en periodisering benoemen 12. Kan de anatomische structuren van het hart benoemen 13. Kan de bloedstroom tijdens een hartcyclus beschrijven 14. Kan een ECG van een gezond persoon herkennen 15. Kan uitleggen hoe het hart geactiveerd wordt en kan de invloed van het sympatisch en parasympatisch zenuwstelsel op de prikkeling van het hart beschrijven 16. Kan de cardiovasculaire en respiratoire aanpassingen van het lichaam als gevolg van duurtraining en krachttraining verklaren 17. Kan beredeneren wat de cardiovasculaire reactie van het lichaam is op inspanning onder verschillende omstandigheden

Anatomie /Biomechanica

1. Kan volgens het biomechanisch analyse model een houding en een beweging verklaren. 2. Kan het verschil in functie beschrijven tussen pezen en ligamenten 3. Kan de prime mover en synergist voor alle bewegingen in de gewrichten van de onderste extremiteit, romp en bovenste extremiteit benoemen. 4. Kan de origo en insertie van de prime movers en synergisten op basis van anatomische beschrijving op de botdelen benoemen. 5. Kan de functie van spieren verklaren op grond van het verloop van origo naar insertie ten opzichte van de gewrichtsassen.

Pathologie

1. Kan de fysiologische processen van bindweefselherstel beschrijven 2. Kan de verschillende fasen van bindweefselherstel benoemen 3. Kan de fysiologische processen relateren aan de pathologie van het ademhalingsstelsel 4. Kan de verschillende aandoenigen van het ademhalingsstelsel beschrijven 5. Kan de fysiologische processen relateren aan de pathologie van het hart en de bloedcirculatie 6. Kan de verschillende aandoeningen van het hart en de bloedcirculatie beschrijven


Titel

AFPB

Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2015-2016



1.6



1.8 1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7

Nee


Werkvorm


Frequentie



Hoorcollege

niet verplicht

15 maal per blok

1350 minuten


Practicum

niet verplicht

5 maal per blok

450 minuten



1.12




Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer

AFPB


5,5

75

2


ML + Gedragsverandering

Numeriek en/of VD, NVD

5,5

25

2



Cursus doel

Fysiologie 1.De verschillende modellen van het zenuwstelsel benoemen en uitleggen. 2.De niveau’s van het hiërarchisch model beschrijven. 3.De eenheden van het model van Luria uitleggen 4.De bouw van een neuron beschrijven. 5.De verschillende typen neuronen benoemen en de functies ervan uitleggen. 6.Het begrip dermatoom uitleggen. 7.De verschillende stadia van een actiepotentiaal beschrijven en uitleggen. 8.De reflexloop inclusief betrokken structuren beschrijven 9.De verschillende aspecten van de sensomotorische cirkel benoemen en uitleggen. 10.De voornaamste (waarschijnlijke) oorzaken uit de opgegeven literatuur en benoemd in het college, benoemen. 11.De hiërarchische structuren waarmee verschillende type spiervezels worden geactiveerd kennen. 12.Verklaren welke spiervezeltype bij welk belastingsniveau behoort. 13.Beredeneren welke fysiologische werkingsmechanismen een relatie hebben met computer gerelateerde klachten. Anatomie 14.de onderdelen die weergegeven staan op de vivolijst over de voet en enkel benoemen. 15.de onderdelen die weergegeven staan op de vivolijst over de voet en enkel palperen.de structuren zoals staat in de nomenclatuurlijst, benoemen en lokaliseren. 16.De bewegingsuitslagen van wervelkolom per sectie(lumbaal, thorocaal en cervicaal) , schouder en bovenste extremiteit benoemen. 17.de gepalpeerde onderdelen de wervelkolom benoemen. 18.de onderdelen die weergegeven staan in de opdracht over de wervelkolom palperen. 19.de onderdelen die weergegeven staan op de vivolijst over de schouder gordel en bijbehorende spieren benoemen. 20.de onderdelen die weergegeven staan op de vivolijst over de schoudergordel en bijbehorende spieren palperen. 21.de onderdelen die weergegeven staan op de vivolijst over de spieren van de bovenste extremiteit benoemen. 22.de onderdelen die weergegeven staan op de vivolijst over de spieren van de bovenste extremiteit palperen. 23.de begrippen passieve en actieve insufficiëntie definiëren. 24.Het verschil tussen beide aan de hand van een in vivo voorbeeld demonstreren. 25.Beredeneren welke spier een agonist, antagonist, synergist ofwel neutraliserende spier is bij een opgegeven beweging. 26.de onderdelen die weergegeven omschreven staan op de Vivolijst onderkopje V-A5 kunnen inspecteren en palperen. Pathologie 27.soorten pijn analgesie systemisch locoregionaal,lokaal 28.WHO-pijnladder pijnmedicatie paracetamol NSAID's opioiden 29.de kenmerken en functies benoemen van de huid als geheel 30.m.b.t. de in bijlage ... genoemde onderdelen van de huid de volgende dingen benoemen: o de medische naam (nomina anatomica) o de functie/fysiologie 31.van een aantal huidaandoeningen/ziektes (zie bijlage...) de symptomen verklaren door de relatie tussen deze symptomen en de stoornis in de fysiologie of anatomie toe te lichten. 32.uitleggen welk effect bepaalde huidziekten (zie bijlage...), en wonden, kunnen hebben op het functioneren van het bewegingsapparaat 33.uitleggen hoe stoornissen in het bewegingsapparaat (botten, spieren en/of zenuwstelsel) de functie(s) van de huid kunnen beïnvloeden. 34.de kenmerken en functies van het endocriene systeem als geheel benoemen 35.m.b.t. een aantal belangrijke endocriene organen (bijlage) de volgende dingen benoemen o de medische naam (nomina anatomica) o waar in het lichaam het orgaan gelegen is o de door het orgaan geproduceerde hormonen o de functie van deze hormonen 36.van een aantal aandoeningen/ziektes (bijlage) de symptomen verklaren door de relatie tussen deze symptomen en de stoornis in de fysiologie of anatomie toe te lichten. 37.uitleggen welk effect bepaalde endocriene stoornissen (bijlage) kunnen hebben op het functioneren van het bewegingsapparaat 38.uitleggen hoe stoornissen in het bewegingsapparaat de functie(s) van endocriene organen kunnen beïnvloeden.

2.2 Cursus inhoud Geen inhoud in Osiris geregistreerd 2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd 2.5 Workload Contactduur (uren): 30 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 110 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd

Titel

AFPB

Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2015-2016



1.6



1.8 1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7

Ja


Werkvorm


Frequentie




niet verplicht

3 maal per blok

270 minuten



niet verplicht

5 maal per blok

450 minuten



niet verplicht

6 maal per blok

540 minuten


Werkcollege Analyse van bewegingen

niet verplicht

2 maal per blok

180 minuten



niet verplicht

3 maal per blok

270 minuten


Werkcollege Toetsvoorbereiding

niet verplicht

1 maal per blok

60 minuten



1.12




Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer

ML + Gedragsverandering


5,5

20

2


TestVision AFPB


5,5

80

2



Cursus doel

De lessen Anatomie, Fysiologie, Pathologie en Biomechanica zijn ondersteunend aan het Diagnostiek en Interventie onderwijs van 1C Zorgproces bij veel voorkomende klachten. Behandelde thema’s zijn: bouw wervelkolom en zenuwstelsel, anatomie romp en onderste en bovenste extremiteit, enkelvoudige veel voorkomende pathologieën: lage rugklachten, KANS, heupklachten, knieklachten, enkelklachten.

2.2

Cursus inhoud


Learning outcomes 1C 1. Kan het model van Luria uitleggen. Fysiologie

2. Kan het hiёrarchisch model uitleggen. Kan de sensomotorische cirkel uitleggen 3. Kan toelichten hoe een reflex op archi niveau verloopt 4. Kan de bouw van een neuron beschrijven 5. Kan de verschillende typen neuronen benoemen en de functies ervan beschrijven. 6. Kan de reflexboog beschrijven. 7. Kan de functie van de spierspoel uitleggen 8. Kan het myotatisch reflex toelichten 9. Kan verklaren hoe de spiertonus van het lichaam wordt ingesteld 10. Kan de werking van de golgipeessensor toelichten 11. Kan de zenuwvezels beschrijven die een rol spelen bij transport van pijnsignalen. 12. Kan het verschil tussen poly- en unimodale nocicensoren toelichten 13. Kan de functie van pijn uitleggen 14. Kan het model van Loeser gebruiken om de complexiteit van pijn toe te lichten 15. Kan aan de hand van de oorzaak van de pijn (somatogeen, viscerogeen, neurogeen, psychogeen) het verloop van het pijnsignaal verklaren. 16. Kan het begrip “stabiliteit” uitleggen volgens het model van Panjabi 17. Heeft kennis over de begrippen centrale en perifere vermoeidheid 18. Heeft kennis over de stabileitstraining van Richardson et al 19. Kan het stabiliserende systeem toelichten 20. Heeft kennis over de invloed van overbelasting op het belasting belastbaarheidsmodel 21. Kan de hypothese van Knardahl (2002) over het ontstaan van RSI-klachten bij computerwerk beschrijven en uitleggen 22. Kan het verschil van de hypothese van Knardahl tov andere hypotheses uitleggen over het ontstaan van spierpijn

1. Kan symptomen en rode vlaggen van (a-)specifieke lage rugklachten beschrijven 2. Kan de testen en behandelmogelijkheden voor ALR en LRS beschrijven 3. Kan de symptomen die behoren bij a-specifieke KANS onderscheiden van specifieke KANS

Pathologie

4. Kan de klachtenpatronen en rode vlaggen bij specifieke KANS beschrijven 5. Kan Oefentherapeutische behandelmogelijkheden bij KANS klachten verklaren 6. Kan door middel van klachtenpatronen en symptomen aan de heup de juiste ziektebeelden benoemen 7. Kan door middel van klachtenpatronen en symptomen aan de knie de juiste ziektebeelden benoemen 8. Kan door middel van klachtenpatronen en symptomen aan de enkel de juiste ziektebeelden benoemen 9. Kan de Ottawa enkelregels toepassen om de enkelrupturen uit te sluiten.

Anatomie en biomechanica

1. Kan volgens het biomechanisch analyse model een ADL- houding of een beweging verklaren. 2. Kan de osteologie, arthrologie en ligamentaire structuren benoemen van de wervelkolom, romp, heup, knie, enkel en schouder 3. Kan de prime mover en twee synergisten voor alle bewegingen in de gewrichten van de onderste extremiteit, romp en bovenste extremiteit benoemen. 4. Kan de origo en insertie van de prime movers en synergisten op basis van anatomische beschrijving op de botdelen benoemen. 5. Kan de functie van spieren verklaren op grond van het verloop van origo naar insertie ten opzichte van de gewrichtsassen. 6. Kan de spiersystemen en de functies van de m. erector spinae beschrijven. 7. Kan de basisbegrippen van de neuroanatomie benoemen, te weten: bouw van het zenuwstelsel, embyonale ontwikkeling, metamerie, somatotypen, plexussen.


Titel

AFPB

Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2015-2016



1.6



1.8 1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7

Nee

M Punt ([email protected]) Nederlands

Werkvorm


Frequentie



Hoorcollege

niet verplicht

13 maal per blok

1170 minuten


Werkcollege

niet verplicht

5 maal per blok

450 minuten



1.12

Toetsen:

Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer

AFPB


5,5



100

2



Cursus doel

Fysiologie 1.De twee belangrijkste cellen voor bot op en afbouw benoemen. 2.De structuur en dichtheid van het bot relateren aan de specifieke krachten op deze locatie van het bot. 3.De adaptaties van botweefsels benoemen aan de hand van type externe belasting. 4.De voornaamste oorzaken van artrose benoemen. 5.Beredeneren welke gevolgen artrose heeft voor andere weefseltypen in het lichaam. 6.De drie voornaamste fysiologische veranderingen binnen de spier benoemen bij hyper en atrofie. 7.de gevolgen van de kracht-snelheidsrelatie van een spier analyseren wanneer de pennatehoek door middel van hyper dan wel atrofie verandert. 8.Beredeneren welk spiervezeltype bij welke externe belasting hoort. 9.De voornaamste oorzaak van spierpijn benoemen. 10.De cel veranderingen bij spierpijn benoemen. 11.De hoeveelheid spierpijn relateren aan het type activiteit in relatie met de contractievorm. 12.De lichaamssamenstelling bij gezonde mensen benoemen. 13.De relatie leggen tussen actief versus inactief, jong versus oud en actief versus inactief en de lichaamssamenstelling. 14.De voor en nadelen benoemen van twee verschillende meetmethoden voor het meten van het vetweefsel in een lichaam. 15.Aangeven welke fysiologische processen bij veroudering verminderen. 16.Aangeven welke meetbare eenheden belangrijk zijn op te trainen op latere leeftijd. 17.benoemen welke fysiologische aanpassingen hiervoor verantwoordelijk zijn. Anatomie 18.de anatomische botstructuren van het bekken volgens de anatomie lijst benoemen. 19.Per bekken gewricht benoemen welke bewegingen er in het gewricht plaats kunnen vinden. 20.de bekken bodemspieren zoals genoemd in de Nomenclatuurlijst jaar 1 blok 4 benoemen. 21.de effecten van de bekkenbodemspieren, origo’s en inserties benoemen. 22.de kleinere spieren rond het articulatio coxae zoals aangegeven in de Nomenmclatuurlijst jaar 1 blok 4 benoemen. 23.de bewegingseffecten van de kleinere spieren rond het articulatio coxae zoals aangegeven in de Nomenclatuurlijst jaar 1 blok 4 benoemen. 24.de origo’s en inserties van grotere spieren in de onderste extremiteit zoals aangegeven in de nomenclatuurlijst jaar 1 benoemen. 25.Beredeneren welke effecten de grotere spieren in de onderste extremiteit zoals aangegeven in de anatomie lijst hebben. Pathologie 26.de kenmerken en functies van het endocriene systeem als geheel benoemen 27.m.b.t. een aantal belangrijke endocriene organen (bijlage) de volgende dingen benoemen o de medische naam (nomina anatomica) o waar in het lichaam het orgaan gelegen is o de door het orgaan geproduceerde hormonen o de functie van deze hormonen 28.van een aantal aandoeningen/ziektes (bijlage) de symptomen verklaren door de relatie tussen deze symptomen en de stoornis in de fysiologie of anatomie toe te lichten. 29.uitleggen welk effect bepaalde endocriene stoornissen (bijlage) kunnen hebben op het functioneren van het bewegingsapparaat 30.uitleggen hoe stoornissen in het bewegingsapparaat de functie(s) van endocriene organen kunnen beïnvloeden. 31.de kenmerken en functies van het voortplantingsstelsel benoemen 32.m.b.t. de mannelijke en vrouwelijke voortplantingsorganen (bijlage) de volgende dingen benoemen: o de medische naam (nomina anatomica) o waar in het lichaam het orgaan gelegen is o de anatomische en fysiologische kenmerken o indien van toepassing: de door het orgaan geproduceerde hormonen met daarbij ook de functie van deze hormonen 33.van een aantal aandoeningen/ziektes (bijlage) de symptomen verklaren door de relatie tussen deze symptomen en de stoornis in de fysiologie of anatomie toe te lichten. 34.uitleggen welk effect bepaalde stoornissen in het voortplantingsstelsel (bijlage) kunnen hebben op het functioneren van het bewegingsapparaat 35.uitleggen hoe stoornissen in het bewegingsapparaat de functie(s) van endocriene organen kunnen beïnvloeden. 36.de kenmerken en functies van de nieren en urinewegen benoemen 37.m.b.t. de belangrijkste organen (bijlage) de volgende dingen benoemen o de medische naam (nomina anatomica) o waar in het lichaam het orgaan gelegen is o de anatomische en fysiologische kenmerken 38.van een aantal aandoeningen/ziektes (bijlage) de symptomen verklaren door de relatie tussen deze symptomen en de stoornis in de fysiologie of anatomie toe te lichten. 39.uitleggen welk effect bepaalde nierziekten (bijlage) kunnen hebben op het functioneren van het bewegingsapparaat 40.uitleggen hoe stoornissen in het bewegingsapparaat de functie(s) van de nieren kunnen beïnvloeden. 41.de kenmerken en functies van de het spijsverteringsstelsel benoemen 42.m.b.t. de belangrijkste organen (bijlage …) de volgende dingen benoemen o de medische naam (nomina anatomica) o waar in het lichaam het orgaan gelegen is o de anatomische en fysiologische kenmerken 43.van een aantal aandoeningen/ziektes (bijlage …) de symptomen verklaren door de relatie tussen deze symptomen en de stoornis in de fysiologie of anatomie toe te lichten. 44.uitleggen welk effect bepaalde stoornissen in het spijsverteringsstelsel (bijlage) kunnen hebben op het functioneren van het bewegingsapparaat 45.uitleggen hoe stoornissen in het bewegingsapparaat de werking van het spijsverteringsstelsel kunnen beïnvloeden. Learning outcomes TGW 1. Kan psychosociale stadia en gerelateerde levensthema’s verwoorden. 2. Kan voor de levensfases kind, adolescent, volwassen en oudere veel voorkomende problemen en stoornissen herkennen en verwoorden. 3. Kan met de levensfase specifieke factoren rekening houden bij het afnemen van de anamnese en de bejegening van de patiënt.

2.2 Cursus inhoud Geen inhoud in Osiris geregistreerd 2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd 2.5 Workload Contactduur (uren): 27

Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 113 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd

Titel

AFPB

Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2015-2016



1.6



1.8 1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7

Ja


Werkvorm


Frequentie




niet verplicht

4 maal per blok

360 minuten



niet verplicht

3 maal per blok

270 minuten



niet verplicht

6 maal per blok

540 minuten


Werkcollege Toetsvoorbereiding

niet verplicht

1 maal per blok

60 minuten



1.12

Toetsen:

Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer

TestVision AFPB


5,5



100

2



Cursus doel

De lessen Anatomie, Fysiologie, Pathologie en Biomechanica zijn ondersteunend aan het Diagnostiek en Interventie onderwijs van 1D De cliënt in zijn context. Behandelde thema’s zijn: anatomie bekken en ademhalingsspieren, orthopedie, bekkenklachten, osteoporose, artrose, alles aansluitend bij de doelgroepen/levensfase bij kinderen, adolescenten, zwangeren en ouderen.

2.2

Cursus inhoud

Learning outcomes onder voorbehoud van ontwikkeling. Definitieve learning outcomes in de studentenhandleiding. De learning outcomes voor Blok 1D zijn momenteel in ontwikkeling in samenspraak met de toetscommissie. 2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd 2.5 Workload Contactduur (uren): 21 Toetsduur (uren): 3 Zelfstudie (uren): 116 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd

Titel


Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2015-2016



1.6


1.8 1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7

GCE-2.DI.5-15 Diagnostiek en Interventie 5 Diagnostics and Intervention 5 10 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd Nee


Werkvorm


Frequentie



Hoorcollege

niet verplicht

6 maal per blok

720 minuten


Hoorcollege 2

niet verplicht

2 maal per blok

180 minuten


Hoorcollege 3

niet verplicht

2 maal per blok

120 minuten


Practicum

niet verplicht

27 maal per blok

2430 minuten


Spreekuur

niet verplicht

1 maal per blok

30 minuten


Werkcollege 2 zelfreflectie

niet verplicht

1 maal per blok

180 minuten


Werkcollege tgw

niet verplicht

4 maal per blok

480 minuten



1.12




Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer

clustertoets vaardigheid


5,5

70

2


computer


5,5

10

2


verslag behandeling


5,5

20

2



Cursus doel

Inhoud In dit blok maakt de student kennis met verschillende vormen van groepslessen in het kader van preventie. De student leert hoe groepslessen ontwerpen moeten worden voor een specifieke doelgroep: kinderen, ouderen en zwangeren. Het ontwerpen vindt plaats op basis van de trainingsleer zoals dit ook binnen de sport geldt. Dit betekent dat naast de opbouw ook rekening gehouden wordt met duurvermogen, aerobe capaciteit etc. Naast de kennismaking met specifieke groepen gaat de student ook daadwerkelijk groepslessen geven aan een voor hen onbekende doelgroep, de eerstejaars studenten! Hierbij maak je kennis met groepsprocessen, groepsdynamica en leiderschapsstijlen. Daarnaast wordt er dit blok aandacht besteed aan het individuele oefentherapeutische zorgverlenersproces waarin de student bij een student met arbeid gerelateerde klachten bij de opleiding mondzorgkunde gaat onderzoeken en behandelen. Dit gebeurt aan de hand van de hulpvraag van deze student of ter voorkoming van klachten in de toekomst. Modellen: ODIM, ASE model, Transtheoretisch model en model van Balm voor gedragsverandering, ICF, HOAC II Learning outcomes onder voorbehoud van ontwikkeling. Definitieve learning outcomes in de studentenhandleiding. Learning outcomes groepslessen algemeen De student 1. Kan het beginniveau van een groep vaststellen 2. Kan een serie preventieve groepslessen opstellen voor specifieke doelgroepen (kinderen, ouderen, zwangeren, bedrijven). 3. Kan de therapeutactiviteit ‘demonstreren’ inzetten om de motorische uitvoering van de ADL-activiteiten van de groepsdeelnemers te bevorderen. 4. Kan een groepsles geven en begeleiden en kan hierbij doelgericht materiaal inzetten. 5. Kan therapeutactiviteiten inzetten passend bij de doelgroep. 6. Kan de gekozen leiderschapsstijl en de fase van groepsvorming benoemen en beargumenteren. 7. Kan voor een specifieke doelgroep een preventief trainingsprogramma maken 8. Kan een professionele attitude laten zien in de samenwerking met de groep of de individuele student. 9. Kan didactische en therapeutische keuzes (keuze oefenvorm, keuze opbouw programma vanuit motorisch leren en trainingsleer en –principes en keuze voor therapeutactiviteiten) maken, bijsturen en verantwoorden Learning outcomes mondzorg 10. Kan een student mondzorgkunde begeleiden in zijn gedragsveranderingsproces in het kader van preventie. 11. Kan de gegeven les(sen) aan de student mondzorgkunde evalueren en bijstellen aan de hand van de PDCA cyclus. 12. Kan een werkplekanalyse uitvoeren met daarin opgenomen de analyse vanuit motoriek, omgeving, motivatie en cognitie. 13. Kan een individuele preventieve interventie verantwoorden op basis van beschikbare evidentie en richtlijnen. Learning outcomes groepslessen 1e jaars 14. Kan een serie groepslessen opstellen voor 1e jaar studenten om hun eigen beweeggedrag te optimaliseren in ADL-activiteiten (lopen, bukken/hurken/knielen/tillen, reiken, afzetten en landen) én plezier in bewegen te bevorderen. 15. Kan een individueel preventief trainingsprogramma opstellen voor een student Learning outcomes doelgroep ouderen 16. Kan het beginniveau van een groep ouderen vaststellen 17. Kan een serie preventieve groepslessen opstellen voor de doelgroep ouderen 18. Kan de therapeutactiviteit ‘demonstreren’ inzetten om de motorische uitvoering van de ADL-activiteiten van de groepsdeelnemers te bevorderen 19. Kan een groepsles aan de doelgroep ouderen geven en begeleiden en kan hierbij doelgericht materiaal inzetten. 20. Kan therapeutactiviteiten inzetten passend bij de doelgroep ouderen. 21. Kan de gekozen leiderschapsstijl en de fase van groepsvorming benoemen en beargumenteren. 22. Kan voor de doelgroep ouderen een preventief trainingsprogramma maken 23. Kan een preventieve interventie voor de doelgroep ouderen verantwoorden op basis van beschikbare evidentie en richtlijnen. 24. Kan didactische en therapeutische keuzes (keuze oefenvorm, keuze opbouw programma vanuit motorisch leren en trainingsleer en –principes en keuze voor therapeutactiviteiten) maken, bijsturen en verantwoorden zowel op groeps- als op individueel niveau binnen de groep ouderen 25. Kan een professionele attitude laten zien in de samenwerking met de groep ouderen 26.Weet wat motivatie is en hoe hiermee gedragsverandering tot stand wordt gebracht en kan dit toepassen tijdens het geven van groepslessen aan ouderen

Learning outcomes zwangeren 27. Kan prepartum groepslessen samenstellen op basis van de fysiologische en biomechanische veranderingen tijdens de zwangerschap waarbij rekening wordt gehouden met het gemeten beginniveau van de groep. 28. Kan prepartum groepslessen samenstellen in voorbereiding op de bevalling waarbinnen de kennis van ontspannen, belasting en belastbaarheid en ademtechnieken worden geïntegreerd. 29. Kan op basis van bewegingsanalyse geschikte oefenvormen ontwikkelen voor zwangere vrouwen welke rekening houden met de fysiologische en biomechanische veranderingen gedurende de zwangerschap. 30. Kan op basis van trainingsleer postpartum groepslessen opstellen rekening houdend met het herstel van het lichaam na de bevalling 31. Kan postpartum bewegingsanalyses uitvoeren in relatie tot verzorgingstaken en hierover advies geven in relatie tot optimaal beweeggedrag Learning outcomes groepsles Kinderen. 32. De student kan een lesdoel formuleren voor een les aan een groep kinderen, afgestemd op de verschillende leeftijdscategorieën. 33. De student kan een groepsles ontwerpen op een kinder lesvoorbereiding formulier. Er wordt hierbij rekening gehouden met het lesdoel en de leeftijd van de kinderen. 34. De student kan de gemaakte keuzes voor het ontwerp van de lesvoorbereiding verantwoorden. Learning outcomes TGW 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21.

Kan de basisprincipes van Motivational Interviewing uitleggen en kan deze toepassen Kan uitleggen hoe intrinsieke motivatie vergroot kan worden met behulp van Motivational Interviewing Kan fasen van gedragsverandering benoemen op basis van het Stages of Change Model Kan uitleggen wat ambivalentie is Kan weerstand binnen een relatie definiëren Kan beschrijven hoe met weerstand om te gaan Kan openingen voor verandering herkennen Kan een reflectie geven volgens de principes van Motivational Interviewing Kan de invloed van de sociale omgeving beschrijven kan beschrijven wat het studieobject van sociale psychologie, sociologie en psychologie is Kan uitleggen wat de fundamentele attributiefout inhoudt Kan de theorie van zelfbevestiging (self-esteem) uitleggen Kan de theorie van sociale cognitie uitleggen Kan de theorie van cognitieve dissonantie uitleggen Kan uitleggen hoe cognitieve dissonantie gereduceerd kan worden. Kan de theorie van de groepsdynamica uitleggen. Kan de fasen van een groep uitleggen. Kan van een groep aangeven wat de structuur is Kan uitleggen wat conformiteit is en waarom mensen conformeren. Kan de Sociale Impact Theorie uitleggen Kan uitleggen wat de volgende theorieën over leiderschap inhouden Leiderschapsstijlen -Situationele leiderschapstheorie


2.2

Cursus inhoud

Titel:Preventie Inhoud:De student maakt kennis met verschillende vormen van groepslessen in het kader van preventie. De student leert hoe hij groepslessen moet ontwerpen voor een specifieke doelgroep: kinderen, ouderen en zwangeren. Het ontwerpen vindt plaats op basis van de trainingsleer zoals dit ook binnen de sport geldt. Dit betekent dat de student naast de opbouw ook rekening houdt met duurvermogen, aerobe capaciteit etc. Naast de kennismaking met specifieke groepen geeft de student ook daadwerkelijk groepslessen aan een voor hen onbekende groep, eerstejaars studenten OTC & mondzorg. Modellen: ODIM, HOAC II, ICF, ASE-model, Balm, Transtheoretisch Model. 2.3

Ingangseisen

Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd 2.5 Workload Contactduur (uren): 69 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 209 Totaal (uren) 280 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (10) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd

Titel


Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2015-2016



1.6


GCE-2.DI.6-13 Diagnostiek en Interventie 6 Diagnostics and Intervention 6 10 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd

1.8 1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7

Nee


Werkvorm


Frequentie



Hoorcollege

niet verplicht

5 maal per blok

600 minuten


Practicum

niet verplicht

35 maal per blok

3150 minuten


Training TGW

niet verplicht

2 maal per blok

240 minuten



1.12




Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer

casustoets CVA


5,5

25

2


casustoets kind


5,5

25

2


vaardigheidstoets


5,5

50

2



Cursus doel

De student: 1. Kan de kenmerken en patronen van de behandelde ziektebeelden gebruiken binnen de klinische keuzevorming in het proces van diagnostiek en interventie bij specifieke patiëntengroepen 2. Kan specifieke diagnostische testen/handelingen demonstreren bij een persoon met een specifieke aandoening 3. Kan de uitslag van diagnostische testen/handelingen interpreteren 4. Kan binnen een interventie verwoorden welke keuzes worden gemaakt bij een persoon met een specifieke aandoening en hulpvraag 5. Kan bij een persoon met een complexe en/of centraal neurologische aandoening en hulpvraag een onderdeel van de behandeling uitvoeren 6. Kan motivational interviewing als gesprekstechniek hanteren in het zorgverlenersproces. 7. Kan de schaal van belang en vertrouwen toepassen. 8. Kan verschillende gespreksvaardigheden hanteren tijdens het hulpverlenersproces 9. Laat zien methodisch te kunnen handelen volgens het ODIM en kan de gemaakte keuzes expliciteren en onderbouwen op basis van wetenschappelijke richtlijnen en/of (internationale) literatuur. 11. Kan een lesplan in lesvoorbereidingsformulier (LVF) uiteenzetten. 12. Kan twee opeenvolgende behandelingen voor kinderen met een motorische achterstand voorbereiden. 13. Kan een behandeling voorbereiden en geven op basis van casuïstiek gericht op een kind met een motorische achterstand waarbij doel en plan gegeven wordt.


2.2

Cursus inhoud

In dit blok maakt de student kennis met centraal neurologische aandoeningen en complexe pathologie. Hierbij leert student vaardigheden om hier therapeutactiviteiten op af te stemmen. De combinatie van klachten maakt dat we spreken van complexe pathologie. De complexiteit kan echter ook zitten in het gedrag van de cliënt. Een cliënt wil de ernst van zijn klachten niet zien, kan niet meer goed communiceren of heeft een gedragsstoornis. Ook hier wordt aandacht aan besteed in dit blok. De student leert technieken om het gedrag beter te kunnen beïnvloeden en besteedt aandacht aan veelvoorkomende gedragsproblemen bij kinderen. Modellen: ODIM, ASE model, Transtheoretisch model en model van Balm voor gedragsverandering, HOAC II, ICF 2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd 2.5 Workload Contactduur (uren): 67 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 211 Totaal (uren) 280 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (10) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite

Geen cursus-site in Osiris geregistreerd

Titel


Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2015-2016



1.6


GCE-2.DI.8-13 Diagnostiek en Interventie 8 Diagnostics and Intervention 8 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd

1.8 1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7

Nee


Werkvorm


Frequentie



Introductiecollege

niet verplicht

1 maal per blok

120 minuten

bij aanvangsblok 3: blok 3, blok 4

Practicum

niet verplicht

28 maal per blok

5040 minuten


Training TGW

niet verplicht

3 maal per blok

1080 minuten



1.12

Toetsen:

Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer

vaardigheidstoets


5,5



100

2



Cursus doel

De student · Kan een compleet* beweegprogramma ontwerpen. · Kan specifieke testen uitvoeren ten behoeve van vaststelling van status praeses van de cliënt. · Kan aan de hand van een specifieke hulpvraag een revalidatie traject opstellen voor de individuele cliënt. · Kan aan de hand van de specifieke hulpvraag een onderdeel van het revalidatietraject uitvoeren. · Herkent en handelt bij mogelijke contra-indicaties bij de specifieke hulpvraag van de cliënt.

 

Kan de coachen begeleidingsstijl aanpassen aan de cliënt specifieke mogelijkheden Kan het eigen gedrag gedurende een interactie met een cliënt zo aanpassen dat het gedrag van de cliënt mee verandert waardoor een efficiëntere/ betere interpersoonlijke relatie ontstaat.


2.2

Cursus inhoud

In dit blok staat revalidatie centraal. Dit werkgebied is op dit moment nog relatief klein in het werkveld, maar biedt voor de toekomst heel veel mogelijkheden. De huidige wetenschappelijke inzichten laten zien dat oefentherapie met de kennis over motorisch leren, gedragsverandering en bewegen in de context een onmiskenbare bijdrage levert aan de zelfredzaamheid van een cliënt. Revalidatie is een breed werkterrein. In eerste instantie denk je vaak aan het herstel na een operatie en/of ongeval. Ook het terugkeren in de maatschappij na hartfalen en/of oncologische behandeling valt onder revalidatie evenals de behandeling van Somatisch Onvoldoende verklaarbare Lichamelijke Klachten (SOLK). Modellen: ODIM, ASE model, Transtheoretisch model en model van Balm voor gesdragsverandering, HOAC II, ICF 2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd 2.5 Workload Contactduur (uren): 104 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 34 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd

Titel

Juniorstage

Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2015-2016



1.6


GCE-2.JUNIOR-15 Juniorstage Junior internship 10 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd

1.8


1.9

Contactpersoon

1.10

Voertaal

1.11

Werkvormen:

1.7



Werkvorm

Intervisie

verplicht

Introductiecollege

Stage

niet verplicht

verplicht

Terugkomactiviteit Stage

Training solliciteren

Ja

niet verplicht

verplicht


Frequentie

2 maal per blok

1 maal per blok

3 maal per week

2 maal per blok

1 maal per blok


240 minuten


60 minuten


0 minuten


240 minuten


180 minuten


Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 268 (bij alle aanvangsblokken)

1.12

Toetsen:

Toetsvorm

toets

Resultaatschaal


Minimum cijfer

5,5


100


4

In welke blokken wordt de toets aangeboden? bij aanvangsblok 3: . blok 3 . blok 4 bij aanvangsblok 4: . blok 4 . blok 5


Cursus doel

De juniorstage: De student leert tijdens de 10 weken durende stage onder begeleiding van een oefentherapeut alle competenties die voor een juniorstudent van toepassing zijn in een externe leeromgeving. Ook leert de student te reflecteren op persoonlijke en beroepsmatige ervaringen uit de (klinische) situaties die hij in de stage tegenkomt.

2.2

Cursus inhoud

Learning outcomes onder voorbehoud van ontwikkeling. Definitieve learning outcomes in de studentenhandleiding. De stagiair heeft het vermogen: 1. 2. 3. 4.

5.

6. 7.

rekening te houden met behoeften, gedrag, opvattingen en gevoelens van anderen.

initiatieven te nemen, kansen te zien en daarna te handelen en keuzes te maken. Daarvoor te staan en te anticiperen op mogelijke problemen. van elke situatie te leren en gericht kennis, vaardigheden en houdingen eigen te maken. procesmatig, bewust en weloverwogen te denken over ervaringen en deze te interpreteren met als doel het eigen handelen beter te leren doorgronden en hiervan te leren. in een team een bijdrage te leveren aan gezamenlijke resultaten. effectief met diverse personen te communiceren om gestelde doelen te bereiken. begrijpelijk en toegankelijk te schrijven en inhoud en vorm af te stemmen op doel en publiek. problemen te analyseren en tot gefundeerde oordelen te komen problemen te vertalen in concrete acties die tot resultaat leiden.

8. 9. 10. gestructureerd te werken aan het bereiken van doelen

De stagiair kan: op basis van kennis over de cliënt, mogelijke risicofactoren en vanuit een hulpvraag van een cliënt op een methodische wijze de gezondheidstoestand in kaart brengenen deze te relateren aan het bewegen op functie-, activiteiten- en participatieniveau. De stagiair kan aan de hand van de resultaten van een oefentherapeutisch onderzoek in samenspraak met de cliënt besluiten over de in te stellen behandeling, dan wel advisering c.q. verwijzing 2. op methodische wijze en in samenwerking met de cliënt het behandelplan uitvoeren. De stagiair kan systematisch het effect van de interventie op het gestelde behandeldoel evalueren en stelt, indien de evaluatie en de gezondheidstoestand daar aanleiding toe geven, het behandeldoel, plan en de prognose bij. 1.

2.3

3.

vanuit zorgperspectief de dagelijkse gang van zaken binnen de praktijk uitvoeren.

4. 5.

de kwaliteit van de zorg bewaken en waarborgen.

kritisch analyseren en reflecteren op het eigen beroepsmatig handelen en kan daarbij gebruik maken van refelectiemodellen als RET.

Ingangseisen

Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd 2.5 Workload Bij alle aanvangsblokken: Contactduur (uren): 12 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 268 Totaal (uren) 280 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (10) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd

Titel

Integrale kwaliteit

Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2015-2016



1.6


GCE-2.OND.8-13 Ondernemer Integrale kwaliteit Integrative Quality Management 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd

1.8


1.9

Contactpersoon

1.10

Voertaal

1.11

Werkvormen:

1.7

Nee


Werkvorm


Frequentie



Hoorcollege

niet verplicht

5 maal per blok

600 minuten


Spreekuur

niet verplicht

3 maal per blok

90 minuten


Werkcollege

niet verplicht

4 maal per blok

480 minuten



1.12

Toetsen:

Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer

Integrale kwaliteitszorg


5,5

Reanimatie

Voldaan / Niet-Voldaan beoordeling

5,5



100

2


2




Cursus doel

Binnen dit blok krijgt de student te maken met integrale kwaliteitszorg. De studenten krijgen de tools aangereikt waarmee ze de kwaliteit van een praktijk kunnen analyseren en een verbeterslag aan kunnen brengen op deze kwaliteit aan de hand van de prioriteitenmatrix. De student gaat deze analyse ook daadwerkelijk uitvoeren bij een fictieve praktijk. Hiermee is de student eveneens in staat een oordeel te geven over de auditwaardigheid van de praktijk en ontwikkelt de student een plan van aanpak voor deze praktijk om groepslessen/een beweegprogramma in de markt te zetten. Dit plan van aanpak richt zich met name op de opzet in organisatorisch zin en op de mogelijkheid dit goed te laten slagen in de markt.

2.2

Cursus inhoud

· · · · · · · · · · ·

Kwaliteitsperspectieven Model van Donabedian HKZ model PDCA model De stadia van Wiersema Prioriteitenmatrix Visgraat analyse Weerstanden SWOT analyse en benchmarking Organisatie ontwikkeling beweegprogramma/groepsles (in- exclusie criteria, locatie, vergoedingen etc.



Audit criteria


Titel

Integrale kwaliteit

Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2015-2016



1.6


GCE-2.OND.8-14 Ondernemer Integrale kwaliteit Integrative Quality Management 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd

1.8


1.9

Contactpersoon

1.10

Voertaal

1.11

Werkvormen:

1.7

Nee


Werkvorm


Frequentie



Hoorcollege

niet verplicht

5 maal per blok

600 minuten


Spreekuur

niet verplicht

3 maal per blok

90 minuten


Werkcollege

niet verplicht

4 maal per blok

480 minuten



1.12

Toetsen:

Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer

Integrale kwaliteitszorg


5,5



100

2



Cursus doel

Binnen dit blok krijgt de student te maken met integrale kwaliteitszorg. De studenten krijgen de tools aangereikt waarmee ze de kwaliteit van een praktijk kunnen analyseren en een verbeterslag aan kunnen brengen op deze kwaliteit aan de hand van de prioriteitenmatrix. De student gaat deze analyse ook daadwerkelijk uitvoeren bij een fictieve praktijk. Hiermee is de student eveneens in staat een oordeel te geven over de auditwaardigheid van de praktijk en ontwikkelt de student een plan van aanpak voor deze praktijk om groepslessen/een beweegprogramma in de markt te zetten. Dit plan van aanpak richt zich met name op de opzet in organisatorisch zin en op de mogelijkheid dit goed te laten slagen in de markt.

2.2

Cursus inhoud

· · · · · · · · · · ·

Kwaliteitsperspectieven Model van Donabedian HKZ model PDCA model De stadia van Wiersema Prioriteitenmatrix Visgraat analyse Weerstanden SWOT analyse en benchmarking Organisatie ontwikkeling beweegprogramma/groepsles (in- exclusie criteria, locatie, vergoedingen etc.



Audit criteria


Titel

Integrale kwaliteit

Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2015-2016



1.6


GCE-2.OND.8-15 Integrale kwaliteit Integrative Quality Management 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd

1.8


1.9

Contactpersoon

1.10

Voertaal

1.11

Werkvormen:

1.7

Hoorcollege

niet verplicht

Individuele begeleiding

Introductiecollege

Action Learning



Werkvorm

Ja

niet verplicht

niet verplicht

niet verplicht

Frequentie

4 maal per blok

1 maal per blok

1 maal per blok

1 maal per blok



480 minuten


180 minuten


60 minuten


150 minuten



1.12

Toetsen:

Toetsvorm

Integrale kwaliteit

Resultaatschaal


Minimum cijfer

5,5


100


4



Cursus doel

Doel integrale kwaliteit: Als beginnend beroepsbeoefenaar heb je handvatten nodig in het zichtbaar maken van kwaliteit van zorg. Dit onderwijs is een kennismaking met kwaliteitssystemen, hoe we dit als hulpmiddel kunnen gebruiken binnen ons handelen en welke invloed het op ons handelen heeft. De student leert een kwaliteitssysteem toepassen en op basis daarvan korte verbetertrajecten te formuleren zodat de kwaliteit van zorg optimaal blijft

2.2

Cursus inhoud

Inhoud Een ieder van ons kan zich de praktijksituaties voorstellen waarvan je achteraf denkt dat had beter gekund. Binnen dit onderwijsonderdeel wordt je uitgenodigd door collega's. Ze hebben een kwaliteitsprobleem en schakelen jouw hulp in om te kijken wat ze nu kunnen doen om de kwaliteit weer voldoende geborgd te krijgen. Dit doe je in een tweetal aan de hand van een casus. Learning outcomes Learning outcomes onder voorbehoud van ontwikkeling. Definitieve learning outcomes in de studentenhandleiding De student: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.

Weet waarom kwaliteitsdenken noodzakelijk is. Kan het begrip kwaliteit definiëren vanuit verschillende invalshoeken. kan kwaliteit analyseren met behulp van de gebruikte analyse modellen (o.a.cirkel van Deming, HKZ, visgraat analyse, risico analyse). Weet hoe kwaliteit bewaakt wordt (o.a. prestatie-indicatoren). Weet waarom audits ingezet worden en waartoe ze dienen. kan de huidige kwaliteitsstatus van een praktijk beoordelen (positionering). kan een oordeel geven over de auditwaardigheid van een oefentherapeutische praktijk. Kan de prioriteitenmatrix gebruiken om een kwaliteitsslag te kunnen maken binnen de organisatie.

kennisbasis

   

HKZ model cirkel van Deming visgraat analyse prioriteitenmatrix

auditcriteria beheers- en plusstatus

2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd 2.5 Workload Bij alle aanvangsblokken: Contactduur (uren): 15 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 125 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite

Geen cursus-site in Osiris geregistreerd

Titel

Case-report

Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2015-2016



1.6


GCE-2.PROF.7-13 Professionalisering Case-report Case-report 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd

1.8 1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7

Werkvorm

Instructie, zelfstudie, terugkoppeling

Introductiecollege

Responsecollege

Schrijven Case report

Webcollege

Nee

MJH van Dijk ([email protected]) Nederlands


niet verplicht

niet verplicht

niet verplicht

niet verplicht

niet verplicht

Frequentie


2 maal per blok

1 maal per blok

1 maal per blok

1 maal per blok

2 maal per blok


0 minuten


60 minuten


60 minuten


60 minuten


120 minuten



1.12

Toetsen:

Toetsvorm

casereport

Resultaatschaal


Minimum cijfer

5,5


100


4



Cursus doel

De student leert tijdens de Juniostage om onder begeleiding op een systematische wijze een Case report onderzoek uit te voeren en om een onderzoeksverslag van het Case report te schrijven. In het verslag beschrijft de student op welke wijze de geboden interventie en het toepassen van Evidence Based PRactice / Bast Prctice bijdraagt aan het oplossen van de hulpvraag van de cliënt (effect van de behandeling). Bovendien reflecteert de student in het verslag kritisch op de klinische redenaties en de relevantie voor de beroepspraktijk.

2.2

Cursus inhoud

In deze cursus krijg je de informatie over hoe je tijdens de Juniorstage een Case report onderzoek (n=1 studie) uitvoert. Tijdens je Juniorstage krijg je een tutor die je begeleidt bij het schrijven van het onderzoeksverslag dat je van je Case report studie maakt. Bij deze cursus gelden ontvankelijkheidseisen! Wanneer het onderzoeksverslag niet aan de ontvankelijkheidseisen voldoet, wordt de toets niet beoordeeld en ontvangt de student een NA in OSIRIS. De student verspilt daarmee een kans. De ontvankelijkheidseisen zijn opgenomen in de beoordelingslijst. Deze is te vinden in de studentenhandleiding. Learning outcomes Learning outcomes onder voorbehoud van ontwikkeling. Definitieve learning outcomes in de studentenhandleiding. Learning outomes case report De student 1. Kan zichtbaar maken hoe je de resultaten van de oefentherapeutische interventie met meetinstrumenten objectiveert en evalueert. 2. Kan de prevalentie/incidentie van de casuïstiek beschrijven 3. Motiveren welke richtlijn wordt toegepast en onderbouwen indien relevante richtlijnen niet of slechts gedeeltelijk worden gevolgd 4. Kan motiveren waarom de gekozen interventie wordt toegepast 5. Kan een concrete PIO onderzoeksvraag formuleren 6. Kan motiveren welke meetinstrumenten (diagnostisch, prognostisch en/of evaluatief) worden gebruikt bij de begin,tussen- en eindmeting 7. Kan de doelgroep, het doel van de meetinstrument beschrijven 8. Kan typeren in welke ICF domein de meetinstrumenten resultaten van het zorgverleningsproces objectiveert 9. Kan de betrouwbaarheid, validiteit, responsiviteit en toepasbaarheid van de gebruikte meetinstrumenten benoemen 10. Kan de resultaten van klinische (basis-, tussen- en eind) metingen beoordelen en naar de praktijk vertalen 11. Kan aan de hand van de gehanteerde onderzoeksmethode van het Case Report de onderzoeksvraag concreet beantwoorden 12. Kan als ‘reflective practicioner’ in de discussie van het verslag kritisch reflecteren op het onderzoeksproces van het case report 13. Kan als ‘reflective practicioner’ in de discussie van het verslag kritisch reflecteren op het zorgverleningsproces en het bereikte resultaat 14. Kan de referenties in de tekst en in de literatuurlijst conform de APA richtlijn. weergeven. 15. Kan het zorgverleningsproces conform de kwaliteitseisen van de VvOCM schriftelijk en geanonimiseerde gegevens vastleggen in het verslagleggingsformulier 16. Kan op basis het formuleren en toetsen van hypothesen een oefentherapeutische diagnose, behandeldoelen, behandelplan en prognose formuleren. 17. Kan bij de uitvoering van het behandelplan inzichtelijk maken op welke wijze de interventie bijdraagt aan het oplossen van de hulpvraag van de cliënt.

2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd

2.5 Workload Bij alle aanvangsblokken: Contactduur (uren): 5 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 135 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd

Titel

Juniorstage

Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2015-2016



1.6


GCE-2.STAGE.7-13 Juniorstage Junior Internship 10 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd

1.8


1.9

Contactpersoon

1.10

Voertaal

1.11

Werkvormen:

1.7

Nee


Werkvorm


Frequentie



Hoorcollege

verplicht

2 maal per blok

120 minuten


Terugkomdag

verplicht

6 maal per blok

720 minuten



1.12

Toetsen:

Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer

intervisie


0

verslag


5,5


100



2


2



Cursus doel

De stagiair is in staat om 1. de diagnostische fase van het zorgverleningproces bij een individuele patiënt uit te voeren, te weten; screenen, analyseren, diagnosticeren en plannen. 2. de therapeutische fase van het zorgverleningproces bij een individuele patiënt uit te voeren, te weten behandelen, zorginterventies uitvoeren en evalueren. 3. Voor een groep patiënten/cliënten een serie behandelingen te organiseren, uit te voeren en te evalueren. 4. Een bijdrage te leveren aan het ontwikkelen en uitvoeren van beleid en beheer van de organisatie. 5. De zorg met behulp van een PDCA-cyclus te bewaken en te waarborgen. 6. 7.

2.2

Te reflecteren op het eigen beroepsmatig handelen evenals op het professioneel functioneren binnen een organisatie en om op basis de kwaliteit van het handelen en ondernemen te bewaken, borgen en vernieuwen. Het eigen beroepsmatig handelen wetenschappelijk te onderbouwen, te ontwikkelen en te vernieuwen.

Cursus inhoud

Tijdens de stageperiode van 10 weken, ontwikkelt de stagiair diverse beroepscompetenties, in totaal staan er in de stage zes leerdoelen centraal. De stagiair geeft aan de hand van de geformuleerde leerdoelen aan welke beroepsspecifieke en overstijgende competenties hij denkt te moeten ontwikkelen om de leerdoelen te halen. Naast de geformuleerde leerdoelen kunnen ook andere leerresultaten plaatsvinden


Titel

AFPB + TGW 5

Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2015-2016

1 Organisatorische gegevens 1.1

Cursuscode

1.2

Cursusnaam

1.3 1.4 1.5

Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau

1.6


GCE-2.TV.5-13 Anatomie, Fysiologie, Pathologie en Biomechanica 5 Anatomy, Fysiology, Pathology, Biomechanics 5 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd

1.8 1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7

Nee


Werkvorm


Frequentie



Hoorcollege

niet verplicht

14 maal per blok

1260 minuten


Practicum

niet verplicht

4 maal per blok

360 minuten


Werkcollege

niet verplicht

8 maal per blok

720 minuten



1.12

Toetsen:

Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer

TV 5


5,5



100

2


2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel Geen doel in Osiris geregistreerd 2.2 Cursus inhoud Geen inhoud in Osiris geregistreerd 2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd 2.5 Workload Contactduur (uren): 39 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 101 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd

Titel

AFPB

Opleidingsvariant

Duaal

Collegejaar

2015-2016



1.6


GCE-2.TV.5-15 Anatomie Fysiologie Pathologie Biomechanica Anatomy Physiology Pathology Biomechanics 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd

1.8 1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7


Werkvorm

1.12

Frequentie

Ja




Toetsen:

Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer





Cursus doel

De lessen Anatomie, Fysiologie, Pathologie en Biomechanica zijn ondersteunend aan het Diagnostiek en Interventie onderwijs van 2A Preventie. Behandelde thema’s zijn: anatomie onderarm in aansluiting op de behandelingen bij mondzorgkunde, verdiepende biomechanica, trainingsleer voor groepslessen, veelvoorkomende multi-morbiditeit zoals obesitas en diabetes mellitus, weefselherstel van het menselijk lichaam, neuroanatomie en -fysiologie als voorbereiding op 2B.

2.2

Cursus inhoud

Learning outcomes onder voorbehoud van ontwikkeling. Definitieve learning outcomes in de studentenhandleiding. Learning outcomes 2A Fysiologie

Anatomie

Pathologie

De student: Kan trainingsschema's opstellen op basis van verschillende trainingsprincipes Kent verschillende inspanningstesten en kan uitleggen wanneer welke test gebruikt dient te worden Kan trainingsschema's aanpassen aan verschillende doelgroepen Kent de anatomie en functie van de verschillende lobi van het brein en van enkele andere structuren Kan het hierarchisch model en het model van Luria koppelen aan de anatomische structuren van het brein Kan de verschillende fasen in de actiepotentiaal uitleggen Kent de voornaamste stijgende en dalende banen van het centrale zenuwstelsel Kent de anatomie en functie van het cerebellum en het evenwichtsorgaan Kan de rol van het cerebellum bij beweging uitleggen Kent de anatomie en functie van de basale kernen Kent de latijnse naam, het gewrichtstype en aantal vrijheidsgraden van de gewrichten van de bovenste extremiteit Kent de bewegingen en de oriëntatie van de gewrichtsassen van de gewrichten van de bovenste extremiteit Kent de latijnse naam van de specifieke botpunten van de botstukken van de bovenste extremiteit Kent de spieren voor alle bewegingen in de gewrichten van de bovenste extremiteit Kent de latijnse naam van de origo en insertie van de spieren Kan de begrippen kracht, versnelling, moment en de bijbehorende eenheden toepassen in een biomechanische analyse Kan de biomechanische analyse onderbouwen met vrijlichaamsdiagram, vector, reactiekracht, compressiekracht en afschuifkracht Kan (mbv een vrijlichaamsdiagram) de interne/externe krachten en momenten inzichtelijk maken Kan de invloed van omgevingsfactoren op lichaamsbelasting verklaren Kent de veranderingen van het staan en lopen bij zwangeren en ouderen t.o.v. normaal staan en lopen Begrijpt de invloed van compressie- en afschuifkrachten op de discus intervertebralis en de relatie met pathologieën Kan verschillen in uitvoering van verschillende buktechnieken biomechanisch beschrijven Kan de invloed van tilhoogte en buktechniek op rugbelasting verklaren Kan de etiologie en de symptomen van diabetes mellitus benoemen Kan de risicofactoren en mogelijke gevolgen op korte en lange termijn van diabetes mellitus benoemen, evenals vormen van preventie

Weet welke veel voorkomende behandeling(en) bij diabetes mellitus word(en) toegepast Kan de 3 voorkomende operatieve behandelingen bij patiënten met morbide obesitas beschrijven Kan de risicofactoren en mogelijke gevolgen op korte en lange termijn van obesitas benoemen, evenals vormen van preventie Kan het belang van een gezonde leefstijl beschrijven in relatie tot obesitas Kent de fractuurtypen die bij kinderen en volwassenen kunnen voorkomen Kent operatieve en conservatieve behandelmethoden na een fractuur Kent de anatomie van bot en weet hoe dit verandert na een fractuur 2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd 2.5 Workload Contactduur (uren): 0 Toetsduur (uren): Zelfstudie (uren): Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd

Titel

AFPB

Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2015-2016



1.6


GCE-2.TV.5-15 Anatomie Fysiologie Pathologie Biomechanica Anatomy Physiology Pathology Biomechanics 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd

1.8 1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7

Ja


Werkvorm


Frequentie




niet verplicht

3 maal per blok

270 minuten



niet verplicht

9 maal per blok

810 minuten



niet verplicht

4 maal per blok

360 minuten


Snijzaal prakticum UMCU

verplicht

1 maal per blok

120 minuten



niet verplicht

1 maal per blok

60 minuten


Werkcollege Anatomie in vivo onderarm

niet verplicht

1 maal per blok

60 minuten


Werkcollege Biomechanica

niet verplicht

3 maal per blok

360 minuten


Werkcollege Fysiologie Trainingsleer

niet verplicht

5 maal per blok

600 minuten



1.12

Toetsen:

Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer

TestVision AFPB


5,5



100

2



Cursus doel

De lessen Anatomie, Fysiologie, Pathologie en Biomechanica zijn ondersteunend aan het Diagnostiek en Interventie onderwijs van 2A Preventie. Behandelde thema’s zijn: anatomie onderarm in aansluiting op de behandelingen bij mondzorgkunde, verdiepende biomechanica, trainingsleer voor groepslessen, veelvoorkomende multi-morbiditeit zoals obesitas en diabetes mellitus, weefselherstel van het menselijk lichaam, neuroanatomie en -fysiologie als voorbereiding op 2B.

2.2

Cursus inhoud

Learning outcomes onder voorbehoud van ontwikkeling. Definitieve learning outcomes in de studentenhandleiding. Learning outcomes 2A Fysiologie

Anatomie

Pathologie

De student: Kan trainingsschema's opstellen op basis van verschillende trainingsprincipes Kent verschillende inspanningstesten en kan uitleggen wanneer welke test gebruikt dient te worden Kan trainingsschema's aanpassen aan verschillende doelgroepen Kent de anatomie en functie van de verschillende lobi van het brein en van enkele andere structuren Kan het hierarchisch model en het model van Luria koppelen aan de anatomische structuren van het brein Kan de verschillende fasen in de actiepotentiaal uitleggen Kent de voornaamste stijgende en dalende banen van het centrale zenuwstelsel Kent de anatomie en functie van het cerebellum en het evenwichtsorgaan Kan de rol van het cerebellum bij beweging uitleggen Kent de anatomie en functie van de basale kernen Kent de latijnse naam, het gewrichtstype en aantal vrijheidsgraden van de gewrichten van de bovenste extremiteit Kent de bewegingen en de oriëntatie van de gewrichtsassen van de gewrichten van de bovenste extremiteit Kent de latijnse naam van de specifieke botpunten van de botstukken van de bovenste extremiteit Kent de spieren voor alle bewegingen in de gewrichten van de bovenste extremiteit Kent de latijnse naam van de origo en insertie van de spieren Kan de begrippen kracht, versnelling, moment en de bijbehorende eenheden toepassen in een biomechanische analyse Kan de biomechanische analyse onderbouwen met vrijlichaamsdiagram, vector, reactiekracht, compressiekracht en afschuifkracht Kan (mbv een vrijlichaamsdiagram) de interne/externe krachten en momenten inzichtelijk maken Kan de invloed van omgevingsfactoren op lichaamsbelasting verklaren Kent de veranderingen van het staan en lopen bij zwangeren en ouderen t.o.v. normaal staan en lopen Begrijpt de invloed van compressie- en afschuifkrachten op de discus intervertebralis en de relatie met pathologieën Kan verschillen in uitvoering van verschillende buktechnieken biomechanisch beschrijven Kan de invloed van tilhoogte en buktechniek op rugbelasting verklaren Kan de etiologie en de symptomen van diabetes mellitus benoemen Kan de risicofactoren en mogelijke gevolgen op korte en lange termijn van diabetes mellitus benoemen, evenals vormen van preventie

Weet welke veel voorkomende behandeling(en) bij diabetes mellitus word(en) toegepast Kan de 3 voorkomende operatieve behandelingen bij patiënten met morbide obesitas beschrijven Kan de risicofactoren en mogelijke gevolgen op korte en lange termijn van obesitas benoemen, evenals vormen van preventie Kan het belang van een gezonde leefstijl beschrijven in relatie tot obesitas Kent de fractuurtypen die bij kinderen en volwassenen kunnen voorkomen Kent operatieve en conservatieve behandelmethoden na een fractuur Kent de anatomie van bot en weet hoe dit verandert na een fractuur 2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd 2.5 Workload Contactduur (uren): 44 Toetsduur (uren): 3 Zelfstudie (uren): 93 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd

Titel

AFPB 6

Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2015-2016


Cursuscode

1.2

Cursusnaam

1.3 1.4 1.5


1.6


GCE-2.TV.6-13 Anatomie, Fysiologie, Pathologie en Biomechanica 6 Anatomy, Fysiology, Pathology and Biomechanics 6 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd

1.8 1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7

Nee


Werkvorm


Frequentie



Hoorcollege

niet verplicht

14 maal per blok

1260 minuten


Werkcollege

niet verplicht

2 maal per blok

180 minuten



1.12

Toetsen:

Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer

TV. 6


5,5



100

2



Titel

AFPB + TGW 6

Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2015-2016


Cursuscode

1.2

Cursusnaam

1.3

Cursusnaam in Engels

1.4 1.5

Aantal EC's Studiefase/niveau

1.6


GCE-2.TV.6-15 Anatomie Fysiologie (Psycho) Pathologie Biomechanica Anatomy Physiology (Psycho) Pathology Biomechanics 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd

1.8 1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7

Ja


Werkvorm


Frequentie




niet verplicht

4 maal per blok

360 minuten



niet verplicht

7 maal per blok

630 minuten


Hoorcollege psychopathologie

verplicht

3 maal per blok

270 minuten


Voorbereiding TestVision

niet verplicht

1 maal per blok

60 minuten


Werkcollege Voorbereiding Fysiologie

niet verplicht

2 maal per blok

180 minuten



1.12

Toetsen:

Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer

TestVision AFPB


5,5



100

2



Cursus doel

De lessen Anatomie, Fysiologie, Pathologie en Biomechanica zijn ondersteunend aan het Diagnostiek en Interventie onderwijs van 2B Complexe pathologie & centraal neurologische aandoeningen. Behandelde thema’s zijn: (centraal)neurologische pathologieën, de meest voorkomende bot- en gewrichtsaandoeningen, orthopedische klachten, psychopathologie.

2.2

Cursus inhoud

Learning outcomes onder voorbehoud van ontwikkeling. Definitieve learning outcomes in de studentenhandleiding. Learning outcomes 2B Fysiologie

1. Kan het verschil tussen habituatie en sensitisatie beschrijven 2. Kan het verschil tussen klassiek en operant conditioneren beschrijven 3. Kan het begrip ‘rerouting’ beschrjiven en relateren aan adaptatie na hersenschade 4. Kan de verschillende lobi van de neocortex benoemen 5. Kan de voornaamste functies van de verschillende lobi beschrijven 6. Kan verschillende vormen van gezichtsvelduitval verklaren aan de hand van de anatomie van het oog en het verloop van de nervus opticus 7. Kan arterieën en venen benoemen die voor de aanvoer en afvoer van zuurstof en voedingstoffen aan het brein zorgen 8. Kan manifestaties van een CVA koppelen aan de geschatte locatie van de laesie in het brein 9. Kan de neurofysiologische kennis over CVA toepassen in de revalidatie door de behandelstrategie aan te passen aan de behoefte en capaciteiten van de patient

Pathologie

1. Kan de etiologie van de volgende complexe aandoeningen beschrijven: ziekte van Parkinson, CVA, MS, Dementie en Hartfalen 2. Kan de symptomen van de volgende complexe aandoeningen beschrijven: ziekte van Parkinson, CVA, MS, Dementie en Hartfalen 3. Kan de veelvoorkomende behandelmogelijkheden bij de volgende complexe aandoeningen beschrijven: ziekte van Parkinson, CVA, MS, Dementie en Hartfalen 4. Kan de etiologie van spondylitis ankylopoetica, wervelkanaalstenose en caudasyndroom beschrijven. 5. Kan de symptomen van spondylitis ankylopoetica, wervelkanaalstenose en caudasyndroom beschrijven. 6. Kan de veelvoorkomende behandelmogelijkheden van patiënten met spondylitis ankylopoetica, wervelkanaalstenose en caudasyndroom beschrijven. 7. Kan de etiologie van de meest voorkomende schouderaandoeningen (schouder instabiliteit, cuff laesie en subacromiaal letsel) en knieaandoeningen beschrijven. 8. Kan de symptomen van de meest voorkomende schouderaandoeningen (schouder instabiliteit, cuff laesie en subacromiaal letsel) beschrijven 10. Kan de etiologie, symptomen en medicatie van jicht beschrijven

Psycho pathologie

1. Kan de visies op stoornissen beschrijven 2. Kan de verschillende stemmingsstoornissen herkennen 3. Kan de verschillende visies op stoornissen beschrijven 3. Kan beschrijven hoe psychische stoornissen in de loop van de geschiedenis beschreven werden 4. Kan de verschillende angststoornissen herkennen en de meest voorkomende behandelingen beschrijven 6. Kan autisme en ADHD herkennen 7. Kan de behandelde persoonlijkheidsstoornissen indelen in clusters en herkennen 8. Kan schizofrenie herkennen


Titel

AFPB 8

Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2015-2016


Cursuscode

1.2

Cursusnaam

1.3 1.4 1.5


1.6


GCE-2.TV.8-13 Anatomie, Fysiologie, Pathologie en Biomechanica 8 Anatomy, Fysiology, Pathology and Biomechanics 8 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd

1.8 1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7

Nee


Werkvorm


Frequentie



Hoorcollege

niet verplicht

18 maal per blok

1620 minuten


Werkcollege

niet verplicht

5 maal per blok

450 minuten



1.12

Toetsen:

Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer

AFPB 8


5,5



100

2


2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel Geen doel in Osiris geregistreerd 2.2 Cursus inhoud Geen inhoud in Osiris geregistreerd 2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd 2.5 Workload Contactduur (uren): 35 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 103 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd

Titel

AFPB + TGW 8

Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2015-2016


Cursuscode

1.2

Cursusnaam

1.3

Cursusnaam in Engels

1.4 1.5

Aantal EC's Studiefase/niveau

1.6


GCE-2.TV.8-15 Anatomie Fysiologie Pathologie Biomechanica & TGW Anatomy Physiology Pathology Biomechanics & TGW 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd

1.8 1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7

Ja


Werkvorm


Frequentie



niet verplicht

13 maal per blok

1170 minuten


Hoorcollege SOLK

niet verplicht

1 maal per blok

90 minuten


60 minuten


840 minuten



Werkcollege Pathologie

niet verplicht

niet verplicht

1 maal per blok

7 maal per blok



1.12

Toetsen:

Toetsvorm

TestVision AFPB & TGW

Resultaatschaal


Minimum cijfer

5,5


100


4



Cursus doel

De lessen Anatomie, Fysiologie, Pathologie en Biomechanica zijn ondersteunend aan het Diagnostiek en Interventie onderwijs van 2D Revalidatie & Beweegprogramma’s Behandelde thema’s zijn: nieuwste wetenschappelijke inzichten ten aanzien van revalidatie, zelfredzaamheid, zelfmanagement en kwaliteit van leven, kwantiteit en kwaliteit van bewegen in het revalidatieproces, SOLK, omgaan met zware pathologie.

2.2

Cursus inhoud

Learning outcomes onder voorbehoud van ontwikkeling. Definitieve learning outcomes in de studentenhandleiding. De learning outcomes voor Blok 2D zijn momenteel in ontwikkeling in samenspraak met de toetscommissie. 2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd 2.5 Workload Bij alle aanvangsblokken: Contactduur (uren): 36 Toetsduur (uren): 3 Zelfstudie (uren): 101 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd

Titel

Klein Praktijkonderzoek

Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2015-2016



1.6


GCE-3.KPO-11 Klein Praktijkonderzoek Small clinical research project 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd

1.8


1.9

Contactpersoon

1.7

Nee

MH Wildenbeest (tel. 0884815017) ([email protected]) Nederlands

1.10 Voertaal 1.11 Werkvormen: Werkvorm

Hoorcollege

Werkcollege


niet verplicht

niet verplicht


Frequentie

3 maal per blok

8 maal per blok


180 minuten


960 minuten



1.12 Toetsen:

Toetsvorm

Onderzoeksverslag

Resultaatschaal


Minimum cijfer

5,5


100


4



Cursus doel

Learning outcomes onder voorbehoud van ontwikkeling. Definitieve learning outcomes in de studentenhandleiding. Na afloop van deze cursus ben je in staat om de volgende activeiten uit te voeren op Dreyfus niveau 2: De student kan : Benoemen welke ethische aspecten van belang zijn bij het uitvoeren van praktijkgericht onderzoek. Schriftelijk weergeven op welke manier er met de ethische aspecten in dit onderzoek is omgegaan. Een onderzoeksplan voor een kleinschalig praktijkgericht onderzoek opstellen. Een bijdrage leveren aan de uitvoering van een kleinschalig, praktijkgericht onderzoek onder begeleiding een tutor. Literatuur, die voor dit onderzoek relevant is, kritisch lezen en verwerken bij het schrijven van de inleiding en discussie. Gegevens systematisch en transparant verzamelen, registeren en analyseren Op een logische, systematische en transparante wijze, het doorlopen onderzoeksproces en de conclusie(s) die hieruit volgen, schriftelijk weergeven.

2.2

Cursus inhoud

Toetsen

 Voor het behalen van de 5 EC’s moeten zowel het artikel als het procesverslag met een voldoende zijn beoordeeld.  Zie voor beoordelingscriteria Artikel: bijlage 7 Procesverslag: bijlage 8 Studielast 5 ec = 140 uur Hoorcolleges: 6 uur Werkbijeenkomsten 16 uur Zelfstudie = 106 uur Toets: 12 uur Korte omschrijving Als oefentherapeut wil je graag zo veel mogelijk evidence based werken. Om dat te kunnen doen moet de “evidence¿ wel aanwezig zijn. Die evidence begint vaak met kleine pilotstudies. Een tijdschrift als “Beweegreden¿ is voor oefentherapeuten een uitermate geschikt medium om kleinschalige onderzoeken in te publiceren, omdat je daarmee de gehele beroepsgroep deelgenoot maakt van deze nieuwe kennis en een richting voor vervolgonderzoek. In dit blok ga je ervaring opdoen met het uitvoeren van een kleinschalig onderzoek en het schrijven van een artikel op basis van dit onderzoek. Deze studietaak heeft de vorm van een project. Dit betekent dat je met een groep studenten een beroepsproduct ontwikkelt. De projectgroep is gezamenlijk verantwoordelijk voor de voortgang en de resultaten van het project. Jullie regelen zelf de communicatie en de informatievoorziening. Jullie verdelen zelf het werk en zien toe op het uitvoeren hiervan. De individuele student is zelf verantwoordelijk voor de omvang en kwaliteit van zijn eigen inbreng in het project en voor zijn leerervaringen. Deze ervaringen worden beschreven in het individuele evaluatieverslag van het totale project. Inmiddels heb je al aardig wat ervaring opgedaan met evalueren. Vandaar dat de keuze op welke wijze je dat nu gaat doen in het individuele evaluatieverslag bij jou ligt. Bij het maken van het individuele evaluatie verslag kan je gebruik maken van verschillende meetinstrumenten die achterin als bijlage in de studentenhandleiding zijn opgenomen.

Het project wordt in de laatste lesweek geëvalueerd met de tutor. Deze evaluatie is verplicht voor alle projectleden. Literatuur:

Alle teksten die ter voorbereiding voor de LOEP lessen gelezen of bestudeerd moeten worden, zijn te vinden in de drie basisboeken (in eigen bezit of uit de mediatheek). 1. Dassen en Keuning: Lezen en beoordelen van onderzoekspublicaties; Thiememeulenhoff; 7e druk;

2. 3. 4.

2010; Verhoeven; Wat is onderzoek?; Boom Lemma Uitgevers; 4e druk; juli 2011 Kuiper; Evidence based practice voor paramedici; Boom Lemma Uitgevers; 2e druk; 2008 Ostelo, R.W.J.G.; Verhagen A.P.; De Vet, H.C.W.; Onderwijs in wetenschap: Lesbrieven voor paramedici; Bohn Stafleu van Loghum; 3e druk; Mei 2012

Overige aan te raden literatuur: - Verschuren PJM. De probleemstelling voor een onderzoek, Het Spectrum, Utrecht, 2009. - Baarda D.B. Basisboek kwalitatief onderzoek, Groningen [ETC.] : Stenfert Kroese [etc.], 2005

2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd 2.5 Workload Bij alle aanvangsblokken: Contactduur (uren): 19 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 121 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fg/2/GCE-3.KPO-11

Titel

Seniorstage 1

Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2015-2016



1.6


GCE-3.SEN1-12 Seniorstage 1 Senior Internship 1 25 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd

1.8


1.9

Contactpersoon

1.10

Voertaal

1.11

Werkvormen:

1.7

Nee


Werkvorm


Frequentie



Stage

niet verplicht

51 maal per blok

24480 minuten


Terugkomdag

niet verplicht

2 maal per blok

240 minuten


Voorbereiding

niet verplicht

1 maal per blok

120 minuten



1.12




Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer

Casuistiek


5,5

2


DTO


5,5

2


Intervisie


5,5

2


Seniorstage 1


5,5

2


100


Cursus doel

Learning outcome Seniorstage 1 Competentiegebied I: Zorg en dienstverlening: De Zorgverlener. De stagiair is in staat om 1. de diagnostische fase van het zorgverleningsproces bij een individuele patient uit te voeren, te weten; screennen, analyseren, diagnosticeren en plannen. 2. de therapeutische fase van het zorgverleningsproces bij een individuele patient uit te voeren, te weten behandelen, zorginterventies uitvoeren en evalueren. 3. Voor een groep patienten/clienten een serie behandelingen te organiseren, uit te voeren en te evalueren. 4. Voorlichting en preventieve groepslessen te geven en om een preventieplan en voorlichtingvoor te bereiden, uit te voeren en te evalueren. 5. Een bijdrage te leveren aan een integrale aanpak van zorg, preventie in verschillende organisatorische contexten. 6. Het eigen beweeggedrag professioneel in te zetten. Competentiegebied II: werken in en uit een organisatie: De ondernemer. 7. Een bijdrage leveren aan het ontwikkelen en uitvoeren van beleid en beheer van de organisatie. 8. Om de kwaliteit van de zorg met behulp van een PDCA-cyckus te bewaken en te waarborgen. 9. Om stagiars en collega paramedici in hun eigen beroepsontwikkeling te begeleiden en ondersteunen. Competentiegebied III: werken aan professionaliteit: De beroepsontwikkelaar. 10. Te reflecteren op het eigen beroepsmatig handelen alsmede op het professionaal functioneren binnen een organisatie en om op basis de kwaliteit van het handelen en ondernemen te bewaken, borgen en vernieuwen. 11.

2.2

Het eigen beroepsmatig handelen wetenschappelijk te onderbouwen, te ontwikkelen en te vernieuwen.

Cursus inhoud

Senior stage 1, Naast het lesprogramma op de opleiding volgt de student gedurende de hele opleiding een deel van het curriculum buiten de hogeschool. In jaar 3 en 4 heeft het buitenschools leren, in de vorm van de Seniorstage, een beroepsvoorbereidend karakter. Binnen- en buitenschools leren zijn gedurende de hele opleiding op elkaar afgestemd. Op deze manier kan de student, die in de praktijk als stagiair ervaring opdoet, vragen hierover meenemen naar de opleiding. Het uitwisselen van de opgedane klinische ervaring én het reflecteren daarop, kan op de opleiding worden verbonden aan het opdoen van nieuwe inzichten. De stagiair kan vervolgens de verworven inzichten, in samenspraak met de stagebegeleider, weer direct toegepassen in de praktijk. Op deze manier worden tijdens de seniorstage alle (nog) te verwerven competenties, gekoppeld aan de casuïstiek, zoals deze zich voordoet in een klinische setting van bij voorkeur een oefentherapeutsiche praktijk.


Titel

Seniorstage 1

Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2015-2016



1.6



1.8


1.9

Contactpersoon

1.10

Voertaal

1.11

Werkvormen:

1.7

Ja


Werkvorm


Frequentie



Casuïstiekbespreking

niet verplicht

5 maal per blok

600 minuten


Directe Toegankelijkheid DTO

verplicht

1 maal per blok

240 minuten


Intervisie

verplicht

4 maal per blok

960 minuten


Introductiecollege Casuïstiek

niet verplicht

1 maal per blok

60 minuten


Senior Stage 1

verplicht

4 maal per week

0 minuten


Terugkomactiviteit

niet verplicht

2 maal per blok

240 minuten


Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 700 (bij aanvangsblok 5), 700 (bij aanvangsblok JAAR).

1.12

Toetsen:

Toetsvorm

Intervisie

Klinisch Redeneren

Resultaatschaal



Minimum cijfer

5,5

5,5


4

4



4

bij aanvangsblok 1: . blok 2 bij aanvangsblok 2: . blok 3 bij aanvangsblok 3: . blok 4 bij aanvangsblok 4: . blok 5

4

bij aanvangsblok 1: . blok 2 bij aanvangsblok 2: . blok 3 bij aanvangsblok 3: . blok 4

bij aanvangsblok 4: . blok 5

Seniorstage


5,5

92

4



Cursus doel

De seniorstage 1: De student leert tijdens de 15 weken durende stage onder afnemende begeleiding van een oefentherapeut alle competenties die voor een seniorstudent van toepassing zijn in een externe leeromgeving. De complexiteit van de situatie en de mate van zelfstandigheid nemen in de loop van de stageperiode toe. Ook leert de student te reflecteren op persoonlijke en beroepsmatige ervaringen uit de (klinische) situaties die hij in de stage tegenkomt.

2.2

Cursus inhoud


De stagiair heeft het vermogen:

1. rekening te houden met behoeften, gedrag, opvattingen en gevoelens van anderen. 2. initiatieven te nemen, kansen te zien en daarna te handelen en keuzes te maken. Daarvoor te staan en te anticiperen op mogelijke problemen. 3. van elke situatie te leren en gericht kennis, vaardigheden en houdingen eigen te maken. 4. procesmatig, bewust en weloverwogen te denken over ervaringen en deze te interpreteren met als doel het eigen handelen beter te leren doorgronden en hiervan te leren.

5. in een team een bijdrage te leveren aan gezamenlijke resultaten. effectief met diverse personen te communiceren om gestelde doelen te bereiken. 7. begrijpelijk en toegankelijk te schrijven en inhoud en vorm af te stemmen op doel en publiek. 8. problemen te analyseren en tot gefundeerde oordelen te komen 9. problemen te vertalen in concrete acties die tot resultaat leiden. 10. anderen te ondersteunen in het oplossen van problemen en het bereiken van doelen 11. de ontwikkeling van anderen te stimuleren, richting te geven en te versnellen 12. gestrucureerd te werken aan het bereiken van doelen 13. van gebaande paden af te wijken en nieuwe oplossingen te bedenken 14. op hoofdlijnen en op langer termijn te denken en keuzes te maken 6.

De stagiair kan: 1. op basis van kennis over de cliënt, mogelijke risicofactoren en vanuit een hulpvraag van een cliënt op een methodische wijze de gezondheidstoestand in kaart brengen

2. en deze te relateren aan het bewegen op functie-, activiteiten- en participatieniveau. De stagiair kan aan de hand van de resultaten van een screening / oefentherapeutisch onderzoek in samenspraak met de cliënt besluiten over de in te stellen behandeling, dan wel advisering c.q. verwijzing

3. op methodische wijze en in samenwerking met de cliënt het behandelplan uitvoeren. De

stagiair kan systematisch het effect van de interventie op het gestelde behandeldoel evalueren en stelt, indien de evaluatie en de gezondheidstoestand daar aanleiding toe geven, het behandeldoel, plan en de prognose bij.

4. (indien van toepassing) een serie behandelingen van een groep cliënten met een vergelijkbaar gezondheidsprobleem voorbereiden, uitvoeren, evalueren en bijstellen. 5. zich richten op primaire, secundaire en tertiaire preventie van gezondheidsproblemen. 6. een bijdrage te leveren aan integrale zorgverlening. 7. vanuit zorgperspectief de dagelijkse gang van zaken binnen de praktijk uitvoeren. 8. de kwaliteit van de zorg bewaken en waarborgen. 9. (indien van toepassing) het beleid en beheer van de organisatie ontwikkelen,

uitvoeren en borgen.

10. kritisch analyseren en reflecteren op het eigen beroepsmatig handelen. 11. (indien van toepassing) bijdragen aan de wetenschappelijke ontwikkeling van het

beroep.

De stagiair kan:

1 Een onderscheid benoemen tussen feiten en beleving in een ervaring 2 Het eigen aandeel in een situatie aanwijzen en consequenties daarvan benoemen 3 Een ervaring evalueren en in eigen woorden weergeven wat de impact daarvan op het eigen gedrag is. 4 Feedback opmerken, vragen en hanteren. 5 De waarde van ontvangen feedback benoemen voor toekomstig gedrag 5 Emoties herkennen en hun invloed begrijpen op hoe je denkt en handelt; gedachten en gevoelens onderscheiden. Invloed van gedachten op emoties aangeven. 6 Afstand nemen: vanuit geobjectiveerde perspectieven (posities of begrippen) naar een situatie verklaren en keuzemomenten aangeven. De student kan hierbij eerdere ervaringen, feedback van anderen of theorie en reflectiemodellen gebruiken. 7 Interpretaties onderzoeken: attributies (oorzaak-gevolg redeneringen) herkennen en toetsen op houdbaarheid in een specifieke situatie. 10 Onderzoeken welke consequenties een verandering in aannames en gedrag heeft voor het resultaat van handelen. LO van de DTO De student: •

Kan het screeningproces bij DTO benoemen en uitvoeren.

• Kan op basis van het proces van klinisch redeneren een het besluit (in de range van bekend patroon t/m aanwezigheid van één of meer rode vlaggen ) expliciteren én beargumenteren. • Kan de resultaten van de screening expliciet en professioneel communiceren met de patiënt/cliënt en medicus. • Kan de resultaten van de screening expliciet en professioneel vast te leggen in het rapportageformulier Screening.

LO van castuistiek

De student kan: • Met betrekking tot een casus uit de stage, het eigen handelen en de onderliggende klinische redenering verwoorden en uitleggen aan medestudenten, inclusief eigen vragen en twijfels, met gebruik van de HOAC (of vergelijkbaar model); • Het eigen handelen en klinisch redeneren onderzoeken en ontwikkelen door: eigen leervragen te formuleren, door feedback van medestudenten kritisch te onderzoeken en door relevante theorie (werken denkmodellen, concepten) en evidence op waarde te benoemen. • op het methodisch handelen en klinisch redeneren van anderen (medestudenten) in eigen woorden en met professionele termen feedback geven (in de vorm van vragen, observaties of hypothesen) • concluderen en beargumenteren tot welke vervolgvraag of -actie de conclusies van een casusbespreking in de praktijk aanleiding geven;

2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd 2.5 Workload Bij aanvangsblok 1: Contactduur (uren): 35 Toetsduur (uren): niet geregistreerd

Zelfstudie (uren): 665 Bij aanvangsblok 2: Contactduur (uren): 0 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 700 Bij aanvangsblok 3: Contactduur (uren): 0 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 700 Bij aanvangsblok 4: Contactduur (uren): 0 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 700 Bij aanvangsblok 5: Contactduur (uren): 0 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 700 Bij aanvangsblok JAAR: Contactduur (uren): 0 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 700 Totaal (uren) 700 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (25) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd

Titel

Afstudeerproduct

Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2015-2016



1.6


GCE-4.AFST-13 Afstudeerproduct Bachelor Thesis 10 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd

1.8


1.9

Contactpersoon

1.7

Nee




Frequentie



Hoorcollege

niet verplicht

3 maal per blok

180 minuten



verplicht

3 maal per blok

90 minuten


Werkcollege

verplicht

3 maal per blok

360 minuten



1.12 Toetsen: Weging (afgerond op hele procenten)



Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer

Onderzoeksverslag


5,5

60

2


Onderzoeksvoorstel


5,5

20

2


Posterpresentatie


5,5

20

2



Cursus doel

Het afstudeerproject is het eindproduct van de LOEP leerlijn, die met name gericht is op de beroepsrol van Beroepsontwikkelaar. In het kader van deze rol werk je aan de competenties onderzoeken en innoveren. Vanaf het eerste jaar van de opleiding Oefentherapie Cesar heb je kennis gemaakt met de LOEP leerlijn. Hierin zijn diverse onderwerpen aan bod gekomen zoals het formuleren van een PICO-vraag, literatuur zoeken, meetinstrumenten gebruiken, statistiek, methodologie en het schrijven van een case report. In het schrijven van je onderzoeksverslag komen deze onderwerpen samen. Door de kennis, die je hebt opgedaan tijdens je onderzoek, te presenteren door middel van een poster aan medestudenten en het werkveld lever je direct een bijdrage aan de kenniscirculatie tussen de opleiding en het werkveld. Competenties: Onderzoeken en innoveren (10) EN Ontwikkelen van het eigen beroepsmatig handelen (9) Beroepsrollen: Beroepsontwikkelaar De hieronder geformuleerde learning outcomes worden binnen het afstudeerproject uitgevoerd op Dreyfus Niveau 3 Onderzoeksverslag De student: · Signaleert en onderzoekt veranderingen in de samenleving (o.a. ook regelgeving) en vertaalt de resultaten hiervan naar een bijdrage aan het beroep · Registreert systematisch gegevens over de beroepsuitoefening ten behoeve van kwaliteitszorg en onderzoek, analyseert de uitkomsten en vertaalt deze naar de consequenties voor het beroep · Formuleert n.a.v. een terugkerend vraagstuk in de praktijk een onderzoeksvraag, verzamelt en analyseert data en vertaalt de uitkomsten naar een bijdrage aan het beroep. · Beoordeelt resultaten van recent wetenschappelijk onderzoek op waarde, belang en toepasbaarheid voor het eigen beroep en vertaalt dit naar een bijdrage aan het beroep · Levert zo mogelijk een bijdrage aan multidisciplinair wetenschappelijk onderzoek ten behoeve van verdere ontwikkeling van de beroepspraktijk en de wetenschappelijke onderbouwing daarvan · Draagt vanuit (wetenschappelijk) onderzoek bij aan de inhoudelijke ontwikkeling, innovatie, profilering en maatschappelijke legitimering van het beroep Posterpresentatie De student: · De student presenteert de eigen onderzoeksresultaten met behulp van een poster. · De student verdedigt en onderbouwt op professionele wijze de eigen onderzoeksresultaten in reactie op vragen van medestudenten, docenten en bezoekers. · De student is in staat om tijdens de presentatie te reflecteren op de onderzoeksopzet, resultaten en conclusie. · De student is in staat om tijdens de presentatie de klinische relevantie toe te lichten van de onderzoeksresultaten. · De student geeft met behulp van de poster het onderzoeksproces en de onderzoeksresultaten op een kernachtige, transparante en aantrekkelijke manier weer. · De student profileert en presenteert zichzelf op overtuigende en professionele wijze.

2.2

Cursus inhoud

Ingangseisen afstudeerproject: Om deel te mogen nemen aan de werkbijeenkomsten afstudeerproject moeten de volgende onderwijseenheden zijn afgerond: o Propedeuse o Case Report o Klein Praktijk Onderzoek Het afstudeerproject is ingedeeld in 3 fases: 1. Zes werkgroepbijeenkomsten (WB) waarin je in een groep van maximaal 10 studenten toewerkt naar een Onderzoeksvoorstel (zie verder hoofdstuk 1: De werkgroepbijeenkomsten (WB)) 2. Het uitwerken van je Onderzoeksvoorstel tot een Onderzoeksverslag onder begeleiding van een tutor (zie verder hoofdstuk 2: Het schrijven van het onderzoeksverslag) 3. De Posterpresentatie, waarbij je de uitkomsten van je Afstudeerproject aan een groep

collega’s presenteert (zie verder hoofdstuk 3: De Posterpresentatie). In fase 3 is 1 extra werkgroep bijeenkomst gepland over het maken van een poster. Onderwerpskeuze Binnen je onderzoeksvoorstel kies je een onderzoeksopzet die past bij je onderzoeksvraag. Je hebt de mogelijkheid om te kiezen voor een literatuurstudie of een klinisch onderzoek. Het doel van beide onderzoeksmethoden is het uitvoeren van praktijkgericht onderzoek. Dit betekent: het oplossen van problemen uit de klinische praktijk. Bij een literatuurstudie kies je ervoor om een antwoord te vinden op de vraag door in de wetenschappelijke literatuur te zoeken wat hierover geschreven is. Bij klinisch onderzoek kies je ervoor om een antwoord te vinden op de vraag door zelf in de praktijk een onderzoek uit te voeren. Als je data bij patiënten verzamelt moet je rekening houden met ethische regels. Uitgangspunten en een procedurebeschrijving voor klinisch onderzoek vind je beschreven in bijlage 8 van de studentenhandleiding. Als het goed is heb je al wat praktijkervaring opgedaan en mogelijk loop je een seniorstage parallel aan je afstudeerproject. Misschien dat je tijdens het lopen van deze stage bepaalde vragen bent tegen gekomen die je verder wilt gaan onderzoeken. Ook kan het zijn dat je geïnteresseerd bent in het deelnemen aan een van de onderzoeksprojecten binnen de Faculteit Gezondheidszorg. Mocht je deze informatie nog niet hebben gelezen, raadpleeg dan de website op Sharepoint:  www.onderzoekietsvoorjou.hu.nl

2.3 Ingangseisen Alle volgende (groepen) cursussen moeten voldoende zijn afgerond: 1. 2. Case-report (GCE-2.PROF.7-13) en Klein Praktijkonderzoek (GCE-3.KPO-11) Het examen propedeuse moet zijn behaald. Minimaal 60 punten van het propedeuse-programma moeten zijn behaald. Minimaal 60 punten moeten zijn behaald voor categorie P (propedeuse). 2.4 Kosten en studiematerialen Kosten: EUR 35 (Drukken poster op A0 formaat) Materiaal: Diversen (aanbevolen) : Elke student maakt een eigen poster en houdt ook individueel een posterpresentatie. 2.5 Workload Contactduur (uren): 11 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 267 Totaal (uren) 280 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (10) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd

2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fg/1/GCE-4.AFST-11

Titel

Afstudeerproduct

Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2015-2016



1.6


GCE-4.AFST-15 Afstudeerproduct Bachelor Thesis 10 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd

1.8


1.9

Contactpersoon

1.7

Ja




Frequentie


Hoorcollege 1

niet verplicht

3 maal per blok

0 minuten


niet verplicht

3 maal per blok

0 minuten

Werkcollege

verplicht

7 maal per blok

0 minuten



1.12 Toetsen:

Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer


Onderzoeksverslag


5,5

60

Onderzoeksvoorstel


Posterpresentatie


5,5

5,5

20

20


2

bij aanvangsblok 1: . blok 2 bij aanvangsblok 3: . blok 4

3

bij aanvangsblok 1: . blok 1 bij aanvangsblok 3: . blok 3 bij aanvangsblok JAAR: . blok JAAR

2

bij aanvangsblok 1: . blok 2 bij aanvangsblok 3: . blok 4



Cursus doel

Het afstudeerproject is het eindproduct van de LOEP leerlijn, die met name gericht is op de beroepsrol van Beroepsontwikkelaar. In het kader van deze rol werk je aan de competenties onderzoeken en innoveren. Vanaf het eerste jaar van de opleiding Oefentherapie Cesar heb je kennis gemaakt met de LOEP leerlijn. Hierin zijn diverse onderwerpen aan bod gekomen zoals het formuleren van een PICO-vraag, literatuur zoeken, meetinstrumenten gebruiken, statistiek, methodologie en het schrijven van een case report. In het schrijven van je onderzoeksverslag komen deze onderwerpen samen. Door de kennis, die je hebt opgedaan tijdens je onderzoek, te presenteren door middel van een poster aan medestudenten en het werkveld lever je direct een bijdrage aan de kenniscirculatie tussen de opleiding en het werkveld. Competenties: Onderzoeken en innoveren (10) EN Ontwikkelen van het eigen beroepsmatig handelen (9) Beroepsrollen: Beroepsontwikkelaar Learning outcomes onder voorbehoud van ontwikkeling. Definitieve learning outcomes in de studentenhandleiding. De hieronder geformuleerde learning outcomes worden binnen het afstudeerproject uitgevoerd op Dreyfus Niveau 3 Onderzoeksverslag De student: · Signaleert en onderzoekt veranderingen in de samenleving (o.a. ook regelgeving) en vertaalt de resultaten hiervan naar een bijdrage aan het beroep · Registreert systematisch gegevens over de beroepsuitoefening ten behoeve van kwaliteitszorg en onderzoek, analyseert de uitkomsten en vertaalt deze naar de consequenties voor het beroep · Formuleert n.a.v. een terugkerend vraagstuk in de praktijk een onderzoeksvraag, verzamelt en analyseert data en vertaalt de uitkomsten naar een bijdrage aan het beroep. · Beoordeelt resultaten van recent wetenschappelijk onderzoek op waarde, belang en toepasbaarheid voor het eigen beroep en vertaalt dit naar een bijdrage aan het beroep · Levert zo mogelijk een bijdrage aan multidisciplinair wetenschappelijk onderzoek ten behoeve van verdere ontwikkeling van de beroepspraktijk en de wetenschappelijke onderbouwing daarvan · Draagt vanuit (wetenschappelijk) onderzoek bij aan de inhoudelijke ontwikkeling, innovatie, profilering en maatschappelijke legitimering van het beroep Posterpresentatie De student: Ø De student kan met behulp van de poster het onderzoeksproces en de -resultaten op een kernachtige en transparante manier weergeven. Ø De student kan eigen onderzoeksproces en -resultaten met behulp van een poster (mondeling) presenteren. Ø De student kan tijdens de presentatie de klinische relevantie van de onderzoeksresultaten toelichten. Ø De student kan tijdens de presentatie reflecteren op de onderzoeksproces en - resultaten. Ø De student kan zichzelf op overtuigende en professionele wijze profileren. Ø De student kan een poster overzichtelijk en aantrekkelijk vormgeven.

2.2

Cursus inhoud

Ingangseisen afstudeerproject: Om deel te mogen nemen aan de werkbijeenkomsten afstudeerproject moeten de volgende onderwijseenheden zijn afgerond: o Propedeuse o Case Report o Klein Praktijk Onderzoek

Aanwezigheidsplicht werkbijeenkomsten Fase 1: De werkbijeenkomsten zijn interactief en je product komt tot stand met hulp van feedback van docent en mede studenten. Om in aanmerking te komen voor een beoordeling van het onderzoeksvoorstel moet je minimaal vier van de eerste vijf werkbijeenkomsten aanwezig zijn geweest. Als je meer dan 1 werkbijeenkomst hebt gemist zal je Fase 1 opnieuw moeten doorlopen. Een uitzondering geldt voor studenten die in het buitenland stage lopen, of die vrijstelling hebben gekregen voor het volgen van de werkbijeenkomsten. Het afstudeerproject is ingedeeld in 3 fases: 1. Zes werkgroepbijeenkomsten (WB) waarin je in een groep van maximaal 10 studenten toewerkt naar een Onderzoeksvoorstel (zie verder hoofdstuk 1: De werkgroepbijeenkomsten (WB)) 2. Het uitwerken van je Onderzoeksvoorstel tot een Onderzoeksverslag onder begeleiding van een tutor (zie verder hoofdstuk 2: Het schrijven van het onderzoeksverslag) 3. De Posterpresentatie, waarbij je de uitkomsten van je Afstudeerproject aan een groep collega’s presenteert (zie verder hoofdstuk 3: De Posterpresentatie). In fase 3 is 1 extra werkgroep bijeenkomst gepland over het maken van een poster.

Ontvankelijkheidseisen onderzoeksverslag Voor het onderzoeksverslag gelden de volgende ontvankelijkheidseisen: De student heeft voldaan aan de volgende ontvankelijkheideisen : 1) Het onderzoeksverslag omvat tussen de 2000-5000 woorden (excl. samenvatting, tabellen, grafieken,literatuurlijst en bijlagen). 2) Op de omslag zijn de volgende items vermeld: Titel, Soort onderzoek, Naam, Studentnummer, evt. naam opdrachtgever, Naam Begeleider (s), Datum, Plaats, Opleiding Indien de student het onderzoeksverslag inlevert en er wordt niet voldaan aan één of twee ontvankelijkheideisen, wordt het afstudeerwerkstuk niet in behandeling genomen. In osiris wordt door de docent NA: Niet Aanwezig ingevoerd. De student heeft in dit studiejaar alleen nog recht op ‘kans 2 ‘.

Onderwerpskeuze Binnen je onderzoeksvoorstel kies je een onderzoeksopzet die past bij je onderzoeksvraag. Je hebt de mogelijkheid om te kiezen voor een literatuurstudie of een klinisch onderzoek. Het doel van beide onderzoeksmethoden is het uitvoeren van praktijkgericht onderzoek. Dit betekent: het

oplossen van problemen uit de klinische praktijk. Bij een literatuurstudie kies je ervoor om een antwoord te vinden op de vraag door in de wetenschappelijke literatuur te zoeken wat hierover geschreven is. Bij klinisch onderzoek kies je ervoor om een antwoord te vinden op de vraag door zelf in de praktijk een onderzoek uit te voeren. Als je data bij patiënten verzamelt moet je rekening houden met ethische regels. Uitgangspunten en een procedurebeschrijving voor klinisch onderzoek vind je in Bijlage 8. Als het goed is heb je al wat praktijkervaring opgedaan en mogelijk loop je een seniorstage parallel aan je afstudeerproject. Misschien dat je tijdens het lopen van deze stage bepaalde vragen bent tegen gekomen die je verder wilt gaan onderzoeken. Ook kan het zijn dat je geïnteresseerd bent in het deelnemen aan een van de onderzoeksprojecten binnen de Faculteit Gezondheidszorg. Mocht je deze informatie nog niet hebben gelezen, raadpleeg dan de website op Sharepoint:  www.onderzoekietsvoorjou.hu.nl 2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Kosten: EUR 35 (Drukken poster) Materiaal: Diversen (verplicht) : Elke student maakt een eigen poster en houdt ook individueel een posterpresentatie. De definitieve poster maak je in kleur op A0 formaat. 2.5 Workload Bij alle aanvangsblokken: Contactduur (uren): 0 Toetsduur (uren): 0 Zelfstudie (uren): 280 Totaal (uren) 280 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (10) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd

Titel

Businessmodel

Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2015-2016



1.6


GCE-4.BSM-15 Businessmodel Businessmodel 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd

1.8


1.9

Contactpersoon

1.10

Voertaal

1.11

Werkvormen:

1.7

Werkvorm

Nee



Introductiecollege BSM

Pitch technieken & vaardigheden

Pitch technieken & vaardigheden 2

Werkcollege

Tutorgesprekken BSM

niet verplicht

niet verplicht

niet verplicht

niet verplicht

niet verplicht


Frequentie

1 maal per blok

1 maal per blok

1 maal per blok

4 maal per blok

2 maal per blok


90 minuten


180 minuten


120 minuten


480 minuten


360 minuten



1.12

Toetsen:

Toetsvorm

Businesscase

Resultaatschaal


Minimum cijfer

5,5


80


4


Pitch


5,5

20

4



Cursus doel

De student wordt opgeleid tot een oefentherapeut die zelfstandig praktijk moet kunnen voeren. Het schrijven van de businesscase is voor de student een opstap naar het starten van een eigen organisatie, waarbij de de student rekening houdt met de omgeving waarbinnen de hij/zij als beginnend professional gaat acteren. Tijdens de pitch leert de student zichzelf en het vak te profileren en te ‘verkopen’. Het volgen van het businessmodel geeft je handvatten om een businesscase te schrijven voor een startende organisatie of een ontwikkelende innovatie.

2.2

Cursus inhoud

In deze cursus krijg je de theoriën en modellen aangereikt die nodig zijn om een businesscase te kunnen ontwikkelen. Bij deze cursus gelden ontvankelijkheidseisen, wanneer niet aan de ontvankelijkheidseisen wordt voldaan, wordt het stuk niet beoordeeld en ontvangt de student een NA in OSIRIS. De student verspilt daarmee een kans. De ontvankelijkheidseisen zijn opgenomen in de beoordelingslijst. Deze is te vinden in de studentenhandleiding. De student dient de propedeuse en het onderwijs ten aanzien van ondernemen jaar 2 te hebben behaald. Het wordt de student geadviseerd om de eerste seniorstage gelopen te hebben voor aanvang van deze cursus. Learning outcomes

Learning outcomes onder voorbehoud van ontwikkeling. Definitieve learning outcomes in de studentenhandleiding. Learning outomes businesscase De student 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.

Kan een businesscase ontwikkelen op basis van een eigen innovatie/of te starten organisatie, met behulp van het business model canvas. Kan de interne aspecten en de externe omgeving van de organisatie in kaart brengen, met behulp van een passend model zoals de SWOT, krachtenmodel porter, canvasmodel, depest analyse etc. Kan de waardepropositie van de organisatie ontwikkelen op basis van een behoefteanalyse van de doelgroep. Kan de randvoorwaarden van de organisatie/innovatie creëren zodat de waardepropositie waargemaakt kan worden. Kan de break-even analyse van de organisatie uitvoeren en onderbouwen. Kan de exploitatiebegroting voor de komende 3 jaar schrijven. Kan een implementatieroadmap ontwikkelen voor de te starten organisatie/eigen innovatie.

Learning outcomes pitch De student 1. Kan de inhoud van de pitch samenstellen aan de hand van het kop-romp-staart model binnen een aangegeven tijd. 2. Kan op een overtuigende wijze een oplossing en resultaat communiceren over een vastgesteld probleem. 3. Kan de doelgroep overtuigen van de meerwaarde van de organisatie/innovatie. 4. Kan zichzelf op een authentieke professionele wijze profileren en presenteren. 5. Kan vragen over de businesscase beantwoorden en het gegeven antwoord toelichten. Kennisbasis Businessmodelcanvas DEPEST-analyse SWOT analyse en confrontatiematrix

Break-even analyse en exploitatiebegroting

2.3

Ingangseisen

Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd 2.5 Workload Bij alle aanvangsblokken: Contactduur (uren): 21 Toetsduur (uren): 0 Zelfstudie (uren): 119 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd

Titel

Kwaliteit en Organisatie

Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2015-2016



1.6


GCE-4.KO-13 Kwaliteit en Organisatie Quality and Organisation 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd

1.8 1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7

Werkvorm

Hoorcollege

Hoorcollege 1

introductie

commissie Toets

tutoruur


niet verplicht

niet verplicht

niet verplicht

verplicht

niet verplicht

Nee

JJ Noordstar (tel. 5363) ([email protected]) Nederlands

Frequentie

2 maal per blok

1 maal per blok

1 maal per blok

1 maal per blok

6 maal per blok



240 minuten


60 minuten


120 minuten


300 minuten


720 minuten



1.12

Toetsen:

Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer




Kwaliteitsplan


5,5

67

4


Praktijkjaarverslag


5,5

33

4

bij aanvangsblok 2: . blok 2

. blok 3 bij aanvangsblok 4: . blok 4 . blok 5


Cursus doel

Doel Het opstellen van een uitvoerig praktijkjaarverslag (project A). Op basis van de conclusies van het praktijkjaarverslag wordt vervolgens een kwaliteitsplan voor de toekomst ontwikkeld (project B). De beginnend beroepsbeoefenaar leert hierdoor stelselmatig te refleceren op het eigen handelen en hierop verbeteracties (t.b.v. de zorg aan de patient) in te zetten.

2.2

Cursus inhoud

Learning outcomes onder voorbehoud van ontwikkeling. Definitieve learning outcomes in de studentenhandleiding. Learning outcomes de student: - kan de zorgverlening van een oefentherapiepraktijk in kaart brengen op basis van een systematische analyse; - kan verander- en verbeterplannen ontwikkelen (kwaliteitsplan) om de kwaliteitszorg van de oefentherapiepraktijk te verbeteren en doet dit op systematische wijze; - kan vragen over het kwaliteitsplan mondeling verdedigen en het gegeven antwoord toelichten; - kan op een overtuigende wijze het kwaliteitsplan presenteren. Kennisbasis

Binnen K&O wordt gebruik gemaakt van de kwaliteitscirkel van Deming om de verander- en verbeterplannen vorm te geven. Daarnaast dient de student op de hoogte te zijn van de wensen en eisen van de zorgverzeraars m.b.t. de minimale kwaliteitseisen voor de oefentherapiepraktijk.

2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd 2.5 Workload Bij alle aanvangsblokken: Contactduur (uren): 24 Toetsduur (uren): 1 Zelfstudie (uren): 115 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd

Titel

Klinisch redeneren

Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2015-2016



1.6


GCE-4.KRCM-14 Klinisch redeneren Clinical reasoning 10 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd

1.8


1.9

Contactpersoon

1.10

Voertaal

1.11

Werkvormen:

1.7

Nee

E van Alphen (tel. 088 481 9464) ([email protected]) Nederlands

Werkvorm


Frequentie



Hoorcollege

niet verplicht

5 maal per blok

300 minuten


Werkcollege

niet verplicht

18 maal per blok

1080 minuten



1.12




Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer

Coaching Motivational Interview


5,5

20

2


Klinisch redeneren TL-ML-GV


5,5

80

2



Titel

Seniorstage 2

Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2015-2016



1.6



1.8


1.9

Contactpersoon

1.10

Voertaal

1.11

Werkvormen:

1.7

Nee


Werkvorm


Frequentie



groepslessen

niet verplicht

1 maal per blok

30 minuten


Practicum

niet verplicht

8 maal per blok

720 minuten


Stage

niet verplicht

51 maal per blok

24480 minuten


Terugkomdag

niet verplicht

2 maal per blok

240 minuten


Voorbereiding

niet verplicht

1 maal per blok

120 minuten


tutor groepsles

niet verplicht

1 maal per blok

60 minuten



1.12




Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer

Intervisie


5,5

2


IOG


5,5

2


Seniorstage 2


5,5

2


100


Cursus doel


2.2


Cursus inhoud


2.3 Ingangseisen De volgende (groep) cursussen moet(en) voldoende zijn afgerond: 1. Seniorstage 1 (GCE-3.SEN1-12) of Seniorstage 1 (GCE-3.SENIOR1-11) 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd 2.5 Workload Contactduur (uren): 428 Toetsduur (uren): 6 Zelfstudie (uren): 266 Totaal (uren) 700 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (25) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren.


Titel

Seniorstage 2

Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2015-2016



1.6



1.8


1.9

Contactpersoon

1.10

Voertaal

1.11

Werkvormen:

1.7

Nee


Werkvorm


Frequentie



groepslessen

niet verplicht

1 maal per blok

30 minuten


Practicum

niet verplicht

8 maal per blok

720 minuten


Stage

niet verplicht

51 maal per blok

24480 minuten


Terugkomdag

niet verplicht

2 maal per blok

240 minuten


Voorbereiding

niet verplicht

1 maal per blok

120 minuten


tutor groepsles

niet verplicht

1 maal per blok

60 minuten



1.12

Toetsen:

Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer

Intervisie


5,5

Seniorstage 2


5,5


100



2


2



Cursus doel


2.2


Cursus inhoud


2.3 Ingangseisen De volgende (groep) cursussen moet(en) voldoende zijn afgerond: 1. Seniorstage 1 (GCE-3.SEN1-12) of Seniorstage 1 (GCE-3.SENIOR1-11) 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd 2.5 Workload Contactduur (uren): 428 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 272 Totaal (uren) 700 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (25) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren.


Titel

Seniorstage 2

Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2015-2016



1.6



1.8


1.9

Contactpersoon

1.10

Voertaal

1.11

Werkvormen:

1.7



Werkvorm

Intervisie/ coaching

Stage

verplicht

verplicht

Stage Terugkomactiviteit

Ja

niet verplicht


Frequentie

5 maal per blok

4 maal per week

2 maal per blok


1200 minuten

bij aanvangsblok 1: blok 1 bij aanvangsblok 2: blok 2 bij aanvangsblok 3: blok 3 bij aanvangsblok 4: blok 4 bij aanvangsblok 5: blok 5

68880 minuten


360 minuten


Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 533 (bij aanvangsblok 5), 699 (bij aanvangsblok JAAR).

1.12

Toetsen:

Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer




Intervisie

Seniorstage 2



5,5

5,5

4

96

4


4



Cursus doel

Seniorstage 2: De student leert tijdens de 15 weken durende stage onder afnemende begeleiding van een oefentherapeut alle competenties die voor een seniorstudent van toepassing zijn in een externe leeromgeving. De complexiteit van de situatie en de mate van zelfstandigheid nemen in de loop van de stageperiode toe. Aan het eind van deze laatste stageperiode beheerst de student alle competenties op voldoende niveau. Ook leert de student te reflecteren op persoonlijke en beroepsmatige ervaringen uit de (klinische) situaties die hij in de stage tegenkomt.

2.2

Cursus inhoud


De stagiair heeft het vermogen:

1. rekening te houden met behoeften, gedrag, opvattingen en gevoelens van anderen. 2. initiatieven te nemen, kansen te zien en daarnaar te handelen en keuzes te maken. Daarvoor te staan en te anticiperen op mogelijke problemen. 3. van elke situatie te leren en gericht kennis, vaardigheden en houdingen eigen te maken. 4. procesmatig, bewust en weloverwogen te denken over ervaringen en deze te interpreteren met als doel het eigen handelen beter te leren doorgronden en hiervan te leren. 5. in een team een bijdrage te leveren aan gezamenlijke resultaten. 6. effectief met diverse personen te communiceren om gestelde doelen te bereiken. 7. begrijpelijk en toegankelijk te schrijven en inhoud en vorm af te stemmen op doel en publiek. 8. problemen te analyseren en tot gefundeerde oordelen te komen 9. problemen te vertalen in concrete acties die tot resultaat leiden. 10. anderen te ondersteunen in het oplossen van problemen en het bereiken van doelen 11. de ontwikkeling van anderen te stimuleren, richting te geven en te versnellen 12. gestrucureerd te werken aan het bereiken van doelen 13. van gebaande paden af te wijken en nieuwe oplossingen te bedenken 14. op hoofdlijnen en op langer termijn te denken en keuzes te maken

De stagiair kan:

1.

op basis van kennis over de cliënt, mogelijke risicofactoren en vanuit een hulpvraag van een cliënt op methodische wijze de gezondheidstoestand in kaart brengen en deze relateren aan het bewegen op functie, activiteiten en participatieniveau. De stagiair kan aan de hand van de resultaten van een screening / oefentherapeutisch onderzoek en in samenspraak met de cliënt besluiten over de in te stellen behandeling,

2.

3.

4. 5. 6. 7. 8. 9.

10.

dan wel advisering c.q. verwijzing op methodische wijze en in samenwerking met de cliënt het behandelplan uitvoeren. De stagiair kan systematisch het effect van de interventie op het gestelde behandeldoel evalueren en stelt, indien de evaluatie en de gezondheidstoestand daar aanleiding toe geven, het behandeldoel, plan en de prognose bij. (indien van toepassing) een serie behandelingen van een groep cliënten met een vergelijkbaar gezondheidsprobleem voorbereiden, uitvoeren, evalueren en bijstellen. zich richten op primaire, secundaire en tertiaire preventie van gezondheidsproblemen. een bijdrage te leveren aan integrale zorgverlening. vanuit zorgperspectief de dagelijkse gang van zaken binnen de praktijk uitvoeren. de kwaliteit van de zorg bewaken en waarborgen. (indien van toepassing) het beleid en beheer van de organisatie ontwikkelen, uitvoeren en borgen. kritisch analyseren en reflecteren op het eigen beroepsmatig handelen. (indien van toepassing) bijdragen aan de wetenschappelijke ontwikkeling van het beroep.

De stagiair kan: 1 Een onderscheid benoemen tussen feiten en beleving in een ervaring 2 Het eigen aandeel in een situatie aanwijzen en consequenties daarvan benoemen 3 Een ervaring evalueren en in eigen woorden weergeven wat de impact daarvan op het eigen gedrag is. 4 Feedback opmerken, vragen en hanteren. 3 de waarde van ontvangen feedback benoemen voor toekomstig gedrag 5 Emoties herkennen en hun invloed begrijpen op hoe je denkt en handelt; gedachten en gevoelens onderscheiden. Invloed van gedachten op emoties aangeven. 6 Afstand nemen: vanuit geobjectiveerde perspectieven (posities of begrippen) naar een situatie verklaren en keuzemomenten aangeven. De student kan hierbij eerdere ervaringen, feedback van anderen of theorie en reflectiemodellen gebruiken. 7 Interpretaties onderzoeken: attributies (oorzaak-gevolg redeneringen) herkennen en toetsen op houdbaarheid in een specifieke situatie. 8 Impliciete aannames (opvattingen over jezelf en de wereld) die het gedrag sturen herkennen en toetsen, aangeven hoe aannames beperken in de keuzevrijheid van handelen. 9 Concreet gedrag en bijbehorende aannames generaliseren naar een gedragspatroon/werkmodel: in vergelijkbare situaties een gedragspatroon en aannames herkennen. 10 Onderzoeken welke consequenties een verandering in aannames en gedrag heeft voor het resultaat van handelen.

De stagiair kan:

1. een onderbouwde keuze maken voor een coachingsmodel of techniek (GROW, MI, RET etc) en deze inzetten bij de begeleiding van de cliënt 2. eigen kwaliteiten, valkuilen en overtuigingen verwoorden en de invloed daarvan op eigen handelen analyseren 3. reflecteren op zijn wijze van coaching en hierbij onderscheid maken in objectieve feiten en subjectieve beleving.

2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd 2.5 Workload Bij aanvangsblok 1: Contactduur (uren): 306 Toetsduur (uren): 1 Zelfstudie (uren): 393 Bij aanvangsblok 2: Contactduur (uren): 194 Toetsduur (uren): 1 Zelfstudie (uren): 505 Bij aanvangsblok 3: Contactduur (uren): 278 Toetsduur (uren): 1 Zelfstudie (uren): 421 Bij aanvangsblok 4: Contactduur (uren): 334 Toetsduur (uren): 1 Zelfstudie (uren): 365 Bij aanvangsblok 5: Contactduur (uren): 166 Toetsduur (uren): 1 Zelfstudie (uren): 533 Bij aanvangsblok JAAR: Contactduur (uren): 0 Toetsduur (uren): 1 Zelfstudie (uren): 699 Totaal (uren) 700 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (25) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd

Titel

Zorgtraject bij Chronische Aandoeningen


2015-2016



1.6


GCE-4.ZTC-12 Zorgtraject bij Chronische Aandoeningen Care Trajectory in Chronic Diseases 10 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd

1.8 1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7

Nee


Werkvorm


Frequentie


Hoorcollege

niet verplicht

12 maal per blok

288 minuten


Vaardigheidsles

niet verplicht

5 maal per blok

1000 minuten


153 minuten


45 minuten


240 minuten


240 minuten


Werkcollege

Werkcollege 1

Werkcollege 2

Werkveldbezoek

niet verplicht

niet verplicht

niet verplicht

niet verplicht

9 maal per blok

5 maal per blok

4 maal per blok

1 maal per blok



1.12

Toetsen:

Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer




Pathologie, Farmakunde en Multi Zorg

Rol Zorgverlener bij Chronische Aandoen



5,5

5,5

50

50

4


4



Cursus doel

Cursusdoel: Zorgtraject opzetten bij chronische aadoeningen en comorbiditeit. Learning outcome - De student ontwikkelt, geeft en evalueert op basis van een screening van een specifieke doelgroep een serie van 7 preventieve groepslessen met een concreet en meetbaar trainingsdoel, passend bij de kwalitatieve of kwantitatieve hulpvraag van de cliëntgroep. - De student geeft de groepslessen aan de cliëntgroep en gebruikt hierbij evidence based werkvormen. - De student reflecteert op het effect van de gekozen werkvorm aan de hand van een PDCA cyclus. - De student zet voor, tijdens en na het geven van de groepslessen de voorbeeldfunctie van de eigen houding in als een therapeutische vaardigheid. - De student expliciteert en onderbouwd op welke momenten en in welke mate de voorbeeldfunctie van de eigen houding is toegepast. Learning outcomes

    

van deze chronische aandoeningen de fysiologie, symptomen, risicofactoren, gevolgen op korte en lange termijn, algemene behandeldoelen en medicatie benoemen de betekenis van comorbiditeit/multimorbiditeit vanuit het perspectief van de cliënt benoemen benoemen wat primaire, secundaire en tertiaire preventie inhoudt benoemen welke gevolgen deze chronische aandoeningen en gerontologische en geriatrische problematiek zoals gehoorstoornissen, visusstoornissen, evenwichtsstoornissen, osteoporose, valrisico, polyfarmacie, depressie en inactiviteit kunnen hebben op het bewegingsgedrag en kwaliteit van leven de actuele wetenschappelijke kennis over de effectiviteit en doelmatigheid van preventieve zorg bij deze chronische aandoeningen weergeven

een cliënt met een chronische aandoening coachen om preventieve behandeldoelen te bereiken (gericht op gedragsverandering, zelfmanagement).

2.2

Cursus inhoud

CursusInhoud: Vanuit de rol van de zorgverlener leer je aan de hand van een casus met een chonische aandoening (zoals diabetes mellitus type 2, hart- en vaatziekten, COPD, kanker, arthrose en/of reumatoide arthritis) vanuit diagnostisch opzicht onderscheid maken tussen behandeldoelen op de bestaande klinische problemen en op de te verwachten gezondheidsproblemen. In therapeutisch opzicht leer je om een multidisciplinair zorgtraject te beschrijven en om hierin technologische ontwikkelingen en coaching te integreren. Ondersteunend aan deze studieopdracht komt uitgebreid de pathologie van de genoemde aandoeningen aanbod en ga je in algemene zin leren over de verschillende soorten medicijnen en het gebruik daarvan. Cursusdoel: Vanuit de rol van Zorgverlener een zorgtraject opzetten voor een client met een chronische aadoeningen en comorbiditeit. CursusInhoud: Je leert aan de hand van een casus met een chonische aandoening (diabetes mellitus type 2, hart- en vaatziekten, COPD, oncologie, arthrose en/of reumatoide arthritis) om vanuit diagnostisch opzicht een onderscheid maken tussen behandeldoelen op de bestaande klinische problemen en op de te verwachten gezondheidsproblemen. In therapeutisch opzicht leer je om zorgtraject te beschrijven voor deze specifieke casuistiek en bijkomende complexiteit te beshcrijven. In dit zorgtraject wordt de rol van de oefentherapeut, andere relevante (zorg) disciplines beschrven. Daarnaast worden in het traject technologische ontwikkelingen en coaching/self-management geintegreerd. Ondersteunend aan deze studieopdracht komt in de uitgebreid de pathologie van de genoemde aandoeningen aanbod en ga je in algemene zin leren over de verschillende soorten medicijnen en het gebruik daarvan. Zeker met het oog op de toenemende kosten in de zorg en de effecten van bijvoorbeeld beweegprogramma’s, is het van belang dat je als zorgverlener in staat bent om aan een groep cliënten les te geven. Het geven van groepslessen vraagt specifieke kennis, vaardigheden en mogelijk ook een specifieke attitude van de therapeut. In dit blok ga je je verdiepen in het ontwikkelen, geven en systematisch evalueren van preventieve groepslessen aan een specifieke cliëntgroep. Hierbij komen naast alle aspecten van het methodisch handelen, ook het ontwikkelen van de groepslessen, het geven van instructies, feedback en het therapeutisch toepassen van een voorbeeld zijn met betrekking tot motorische vaardigheden. Uiteraard ga je het effect van de training systematisch en objectief met behulp van meetinstrumenten evalueren. Tevens leer je op welke wijze je de cliëntgroep effectief en doelmatig kan begeleiden, coachen en ondersteunen. Zorgtraject Kennisbasis Als zorgverlener krijg je te maken maatschappelijk relevante zorgvragen. Zo neemt bijvoorbeeld door de vergrijzing en

de toename van het aantal mensen met een chronische ziekte de complexiteit rondom een zorgvraag toe. Om een rol van betekenis te spelen bij een zorgvraag van een cliënt met comorbiditeit heb je als therapeut specifieke therapeutische vaardigheden nodig. Je krijgt pathologie en medicijnleer gericht op bijvoorbeeld diabetes mellitus, hartfalen, artrose, COPD en oncologie. In diagnostisch en therapeutisch opzicht leer strategieën ontwikkelen zodat je in preventief en curatief opzicht kan inspelen op de complexe zorgvragen. Aspecten die hierbij specifiek aan de orde komen zijn klinisch redeneren volgens het HOAC-model, het opstellen van een multidisciplinair zorgtraject en coaching technieken om de zelfmanagement van de cliënt te bevorderen. Daarnaast leer je om in je behandelstrategie ook de betekenis van technologische innovaties, die cliënten bijvoorbeeld ondersteunen om langer zelfstandig te blijven wonen, mee te nemen. De student kan in de diagnostische fase bij een cliënt met comorbiditeit: een uitgebreid interview afnemen waarin het activiteiten/participatie niveau, het functieniveau, te verwachten problematiek, hoe de cliënt omgaat met zijn probleem (interne factoren), de invloed van de omgeving (externe factoren) en de hulpvraag in kaart worden gebracht de oefentherapeutische diagnose formuleren curatieve en preventieve behandeldoelen formuleren en onderbouwen onderbouwen welke meetinstrumenten gebruikt kunnen worden De student kan in de therapeutische fase bij een cliënt met comorbiditeit: een individueel (curatief en preventief) zorgtraject beschrijven. In dit traject wordt aandacht besteedt aan: theoretische onderbouwing voor de multidisciplinaire samenwerking en de sociale omgeving samenwerking met andere disciplines en met de sociale omgeving van belang is: het toepassen van coaching en zelfmanagement modellen toepassen en het integreren van technologische innovaties integreren in het zorgtraject

2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd 2.5 Workload Bij alle aanvangsblokken: Contactduur (uren): 33 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 245 Totaal (uren) 280 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (10) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd

Titel

Zorgtraject bij Chronische Aandoeningen


2015-2016



1.6


GCE-4.ZTC-15 Zorgtraject bij Chronische Aandoeningen Care Trajectory in Chronic Diseases 10 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd

1.8 1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7

Ja


Werkvorm


Frequentie


AFPB

niet verplicht

11 maal per blok

660 minuten


C-BO

niet verplicht

3 maal per blok

360 minuten


60 minuten


60 minuten


480 minuten


9000 minuten


240 minuten


120 minuten


C-D&I

Introductiecollege

W-Communicatie

W-D&I

Werkplekbezoek

WMO

niet verplicht

niet verplicht

niet verplicht

niet verplicht

niet verplicht

niet verplicht

1 maal per blok

1 maal per blok

2 maal per blok

10 maal per blok

1 maal per blok

1 maal per blok



1.12

Toetsen:

Toetsvorm

ZTC AFBP TVToets

ZTC-MAP

Resultaatschaal



Minimum cijfer

5,5

5,5


50

50



4


4



Cursus doel

De student wordt opgeleid tot een oefentherapeut die zelfstandig aan de hand van een uitgebreid interview met een cliënt met een chronische aandoening / comorbiditeit een multidisciplinaire Zorgtraject-MAP kan ontwerperpen. Het ontwikkelen van een Zorgtraject voor cliënten met een chronische aandoening is voor de student een opstap naar het participeren in multidiscipliare, innovatieve zorg die specifiek inspeelt op de persoonlijke wensen, ervaringen en behoeften van de cliënt passend bij zijn of haar mogelijkheden. acteren. Via de opgedane pathologische kennis, ervaringsverhalen van cliënten met een chronische aandoelen en mantelzorger en de impact van het zorgstelsel ontwikkelt de student inzichten om in het zorgtraject op een efficiente wijze coaching en technologie in het traject in te zetten.

2.2

Cursus inhoud

Learning outcomes onder voorbehoud van ontwikkeling. Definitieve learning outcomes in de studentenhandleiding. Bij deze cursus gelden ontvankelijkheidseisen! Wanneer niet aan de ontvankelijkheidseisen wordt voldaan, wordt het stuk niet beoordeeld en ontvangt de student een NA in OSIRIS. De student verspilt daarmee een kans. De ontvankelijkheidseisen zijn opgenomen in de beoordelingslijst. Deze is te vinden in de studentenhandleiding.

De cursus Zorgtraject Chronische aandoeningen (ZTC) valt onder de leerlijnen AFPB, DI en TGW en wordt met twee toetsen afgerond. Dit zijn een kennistoets en een verslag. In de kennistoets wordt de pathologie die in de AFPB colleges aan de orde komt getoetst. In het verslag worden de beroepscompetenties die aansluiten bij de rol van zorgverlener en beroepsontwikkelaar. De learning outcomes worden per ZTC toetsonderdeel beschreven. Learning outcome AFPB De student kan van Diabetes Mellitus II, hart- en vaatziekten, hartfalen, oncologie, reuma en artrose, COPD, perifeer arteriaal vaatlijden, ziekten aan organanen niet aangeboven hersenafwijkingen (NAH): - de symptomen en het verloop benoemen - de risicofactoren benoemen - de mogelijke gevolgen voor de lichaamsfuncties, Activiteiten & Participatie, kwaliteit van leven en zelfredzaamheid op de korte en lange termijn benoemen - de algemeen toegepaste medicatie benoemen Learning outcome DI De student kan op basis van een zelf afgenomen uitgebreid interview bij een cliënt met een chronische aandoening / comorbiditeit: - een multidisciplinair (Evidence Based Practice) Zorgtraject ontwikkelen - het gezondheidsprobleem van de cliënt en bijhorende risicofactoren beschrijven - de bevorderende en belemmerende contextuele factoren beschrijven - concrete en meetbare multidiciplinaire curatieve en preventieve behandeldoelen in een realistisch tijdspad beschrijven - coachingsmodellen die relevant zijn om de cliënt te begeleiden in het Zorgtraject beschrijven - coachingsmodellen die relevant zijn bij het stimuleren en/of ontwikkelen van zelfmanagement beschrijven - het gebruik van relevante diagnostische test(en) en gebruikte evaluatieve meetinstrumenten beschrijven - de kwaliteit van de diagnostische test op basis van de termen sensitiviteit, specificiteit en ROC-curve van de relevante diagnostische test(en) beschrijven - de klinimetrisiche kwaliteit van toegepaste diagnotische en evaluatieve meetinstrumenten beschrijven - de klinische interpretatie van toegepaste diagnotische en evaluatieve meetinstrumenten beschrijven Bovendien kan de student reflecteren: - op de persoonlijke ervaring bij het afnemen van het uitgebreid interview bij een cliënt met een chronische aandoening / comorbiditeit (de student maakt hierbij onderscheid in beleving en de feitelijke situatie (scheiding gedachten, gevoel en gedrag) - op de klinische relevantie van het resultaat van het uitgebreid interview in relatie tot de kwaliteit van zorg (de student reflecteert vanuit een klinisch perspectief op de verkregen feedback van de medestudenten en de tutor

2.3

Ingangseisen

Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd 2.5 Workload Bij alle aanvangsblokken: Contactduur (uren): 183 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 95 Totaal (uren) 280 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (10) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd

Titel

Zorgtrajectontwerp

Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2015-2016



1.6


GCE-4.ZTO-12 Zorgtrajectontwerp Care Trajectory Design 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd

1.8


1.9

Contactpersoon

1.10

Voertaal

1.11

Werkvormen:

1.7



Werkvorm

Hoorcollege

niet verplicht

Hoorcollege 1

niet verplicht

Hoorcollege 2

niet verplicht

Introductiecollege zorgtraject

werkbijeenkomsten zorgtraject

Nee

niet verplicht

niet verplicht


Frequentie

2 maal per blok

1 maal per blok

3 maal per blok

1 maal per blok

7 maal per blok


240 minuten


90 minuten


180 minuten


60 minuten


840 minuten



1.12

Toetsen:

Toetsvorm

Zorgtrajectontwerp

Resultaatschaal


Minimum cijfer

5,5


100


4



Cursus doel

Zorgtraject ontwerp Het ontwerpen van een (multidisciplinair)zorgtrajecten aanbevelingen doen voor de invoering (implementatie) hiervan. Het zorgtraject wordt ontworpen vanuit cliëntperspectief en heeft dus betrekking op een specifieke doelgroep met een chronische aandoening. De keuze voor de doelgroep voor het ontwikkelen van het traject wordt bepaald op basis van de hulpvraag van een oefentherapeutische praktijk De student werkt hierbij dus vanuit een authentieke beroepscontext. De student werkt het zorgtraject uit op basis van EBP. Zowel de vraag van de oefentherapiepraktijk, als de vraag van de cliënt(doelgroep) als de kennis vanuit literatuur worden meegenomen in de ontwikkeling van een multidisciplinair traject.

2.2

Cursus inhoud

Inhoud Binnen dit onderwijs leer je om aan de hand van het PRECEDE PROCEED model een evidence based, multidisciplinair zorgtraject te ontwikkelen voor een specifieke client/patiëntgroep. Door de hantering van het PRECEDE PROCEED model leer je systematisch de zorgbehoefte van de client en efficiente nterventies en oplossingsstrategieen in kaart te brengen. Hierbij geef je daarnaast aan welke rol de oefentherapeut kan vervullen binnen het zorgtraject en doe je aanbevelingen voor implementatie van het traject. Learning Outcomes

Learning outcomes onder voorbehoud van ontwikkeling. Definitieve learning outcomes staan in de studentenhandleiding De Student: 1.

2.

Kan de betekenis van de begrippen ketenzorg, disease management, integrale zorg inter- en multidisciplinair samenwerken, kennisnetwerken en integrale bekostiging voor een cliënt met comorbiditeit/complexe gezondheidsproblemen benoemen ten behoeve van de ontwikkeling en invoering van een zorgtraject Kan een voorstel ontwikkelen voor een multidisciplinair zorgtraject en de implementatie daarvan voor een specifieke doelgroep met een chronische aandoening op basis van de hulpvraag uit een oefentherapeutische praktijk, hulpvraag van de cliëntengroep en literatuur

Kennisbasis PRECEDE PROCEED model 2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd 2.5 Workload Bij alle aanvangsblokken: Contactduur (uren): 24 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 116

Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd

Titel

Afstudeerproduct

Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2015-2016



1.6


GCE-BT4.BI-12 Afstudeerproduct Bachelor Thesis 15 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd

1.8 1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7


Werkvorm

Nee

E Mulder (tel. 5359) ([email protected]) Nederlands


Frequentie



1.12




Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer

Afstudeerproduct


5,5

75

2


Presentatie


5,5

25

2



Cursus doel

Op systematische wijze een vraag uit de praktijk beantwoorden. - in de opdracht staat de beroepspraktijk centraal en - de opdracht is gericht op verbetering van de beroepspraktijk - de student werkt aan een beroepsproduct, bij de inhoud staat het toepassen van nieuwe kennis in de beroepspraktijk centraal. - de student maakt gebruik van relevante onderzoeksresultaten en inzichten van anderen. - het uiteindelijke doel van de opdracht is circulatie van beroepskennis in brede zin.

2.2

Cursus inhoud

Een onderzoek voorbereiden (formuleren van probleemstelling vanuit de beroepspraktijk, vraagstelling, doelstelling, relevantie voor oefentherapie Cesar, eventueel proefpersonen, methoden en materiaal, uit te voeren analyses,). - Een onderzoek uitvoeren: materiaal verzamelen en analyseren. - Een onderzoek rapporteren (onderzoeksverslag of artikel schrijven met een samenvatting Presentatie De student: - Verspreidt de resultaten van bovenstaande activiteiten via de hiertoe geëigende kanalen (Posterpresentatie, IOC/IOM, artikel, beweegplein etc) en gaat hierover het debat aan met collega’s en vertegenwoordigers van andere disciplines - Is in staat de professionele ontwikkeling van beroepsgenoten te stimuleren door een actieve bijdrage te leveren aan een conferentie, congres etc. in de vorm van het geven van een (poster)presentatie of workshop


1 Organisatorische gegevens

Recommend Documents