Titel
Engels in het basisonderwijs
Opleidingsvariant
Deeltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
OTV1-ENGL1-15 Engels in het basisonderwijs Teaching English in primary school 5 European Credits D (propedeuse) Werkvormen zijn er in Deeltijd Toetsen zijn er in Deeltijd
1.8
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden?
1.9
Contactpersoon
1.7
Nee
MAM Konings (tel. +31884817763) (
[email protected]) Nederlands
1.10 Voertaal 1.11 Werkvormen: Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Contacttijd in minuten per aanvangsblok
Werkcollege Engels
niet verplicht
3 maal per blok
270 minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden? bij aanvangsblok 2: blok 2
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 135
1.12 Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Beroepsproduct Engels
Numeriek zonder decimalen
5,5
Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
100
2
In welke blokken wordt de toets aangeboden? bij aanvangsblok 2: 1. blok 2 2. blok 3
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
1. De student kan de bijdrage van Engels/Nederlands aan het leren van kinderen verwoorden en kan aangeven welke bijdrage het vak Engels/Nederlands levert aan de realisatie van de kerndoelen 2. De student heeft kennis over vroeg vreemdetalenonderwijs Engels 3. De student heeft kennis over (vreemde) taalverwerving bij kinderen 4. De student heeft kennis van verschillende vakdidactische benaderingen voor Engels en past deze toe op basis van kleinschalig onderzoek 5. De student kan, aan de hand van het 4 fasen model van Oskam en het model “de schijf van vijf voor het vreemdetalenonderwijs”, een lessencyclus ontwerpen, waarbij instructie en lesmaterialen vanuit kennis over leerprocessen, vakdidactiek en onderwijsbehoeften gedifferentieerd aangeboden wordt. 6. De student kan interactieve en activerende werkvormen beschrijven en toepassen in de lessen voor Engels 7. De student kan leerlingen begeleiden in hun leerproces op individueel en groepsniveau en kan aansluiten bij sociaal-emotionele thematieken van leerlingen.
2.2
Cursus inhoud
De student doet kennis op over “Engels in het basisonderwijs’. Daarnaast verbetert de student, door het doen van onderzoek, zijn eigen kennis en vaardigheden met betrekking tot de didactiek van Engels in het basisonderwijs. Aan de
hand van een stappenplan doet de student onderzoek naar de stand van zaken van Engels op de stageschool en ontwerpt hij/zij een aantal lessen Engels. Kern- en deeltaken: 2.1. Beheersen van de kennis en vaardigheden in het basisschoolcurriculum 2.2 Beschikken over een stevige vakdidactische kennisbasis 2.4 In kaart brengen van en aansluiten bij de beginsituatie van de groep en de verschillen tussen kinderen, en daarbij lesdoelen formuleren met passende inhouden, werkvormen en taken. 2.5* Inzetten van toets- en beoordelingsvormen uit de methode. 2.6. Methoden, materialen en hulpmiddelen functioneel inzetten en inrichten van een betekenisvolle, stimulerende en effectieve leeromgeving. 3.1. Met de kinderen onderwijsactiviteiten starten, hen motiveren en aansluiten bij hun voorkennis 3.4. Volgen en begeleiden van kinderen bij hun leerproces met gebruik van vakdidactische kennis 5.1 Actief omgaan met informatie en blijven ontwikkelen van eigen kennis, mede op basis van bestaand en eigen onderzoek, en deze kennis gebruiken bij visie ontwikkelen, keuzen maken en zich verantwoorden.
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd 2.5 Workload Contactduur (uren): 5 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 135 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
Titel
Instaptoetsen: Landelijke Cito-toetsen
Opleidingsvariant Deeltijd Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 Cursuscode
OTV1-INST1-15 Instaptoetsen: Landelijke digitale toets eigen vaardigheid taal, rekenen Entrance tests 1 European Credits D (propedeuse) Werkvormen zijn er in Deeltijd Toetsen zijn er in Deeltijd
1.2 Cursusnaam 1.3 Cursusnaam in Engels 1.4 Aantal EC's 1.5 Studiefase/niveau 1.6 Opleiding (varianten)
Cursus toegankelijk voor Nee studenten van andere faculteiten? 1.8 Excellentiemogelijkheden? 1.9 Contactpersoon A Sahin (tel. +31884817593) (
[email protected]) 1.10 Voertaal Nederlands 1.7
1.11 Werkvormen: Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Contacttijd in minuten per aanvangsblok
Zeflstudie
verplicht
0 maal per blok
0 minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden? bij aanvangsblok 1: blok 1
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 28
1.12 Toetsen: Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
Instaptoets Nederlands
Numeriek zonder decimalen
5,5
50
3
bij aanvangsblok 1: 1. blok 1 2. blok 3 3. blok 4
Instaptoets Rekenen
Numeriek zonder decimalen
5,5
50
3
bij aanvangsblok 1: 1. blok 1 2. blok 2 3. blok 4
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Learning outcomes Kern en deeltaken op het niveau van opleidingsbekwaam 2.1.1. Kennismaken met de stof en vaardigheden van het basisschoolcurriculum. Doelen De student: • toont door het behalen van de CITO toetsen aan, aan de ingangseisen van de PABO te voldoen op het gebied van taal en rekenen,
2.2
Cursus inhoud
In deze cursus zijn de landelijk verplichte CITO toetsen opgenomen voor de vakgebieden, taal en rekenen. De toetsen zijn gericht op een verondersteld basisniveau van de startende PABO student.
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd 2.5 Workload Contactduur (uren): 0 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 28 Totaal (uren) 28 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (1) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
Titel
Kunstvaardig en creatieve ontwikkeling
Opleidingsvariant Deeltijd Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
OTV1-KNSI1-15 Kunstvaardig en creatieve ontwikkeling Teacher skills and creative development 4 European Credits D (propedeuse) Werkvormen zijn er in Deeltijd Toetsen zijn er in Deeltijd
1.8
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden?
1.9
Contactpersoon
1.7
Nee
M van Buuren (tel. +31884817990) (
[email protected]) Nederlands
1.10 Voertaal 1.11 Werkvormen: Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Contacttijd in minuten per aanvangsblok
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
practicum ICT
verplicht
3 maal per blok
270 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1
Werkcollege beeldend
verplicht
3 maal per blok
270 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1
Werkcollege drama
verplicht
3 maal per blok
270 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1
Werkcollege handschriftontwikkeling
verplicht
5 maal per blok
450 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1
werkcollege muziek
verplicht
3 maal per blok
270 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 84
1.12 Toetsen: Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
beroepsproduct dramabeeldend-muziek
Numeriek zonder decimalen
5,5
60
2
bij aanvangsblok 1: 1. blok 1 2. blok 2
vaardigheidstoets handschrift in 7029
Numeriek zonder decimalen
5,5
40
2
bij aanvangsblok 1: 1. blok 1 2. blok 2
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
De student: - toont aan de kennis en vaardigheden van het basisschoolcurriculum voor de kunstvakken te beheersen. - kan lessen op het gebied van de kunstvakken ontwerpen voor een bovenbouwklas en - deze lessen kan starten, leerlingen kan motiveren en aan het werk kan houden met taken en werkvormen passend bij de lesdoelen. - bouwt kennis op over het didactisch inzetten van digitale middelen tijdens het onderwijs. De student demonstreert zowel op (krijt/digitaal) bord als op papier dat hij: - het methodisch schrift nauwkeurig kan imiteren, waarbij de juiste lettervormen, verhoudingen en trajecten gebruikt worden. - het lerarenhandschrift kan manipuleren tot een verantwoorde lettervormgeving, met gelijkmatige verhoudingen en de letterhoogte aangepast aan de liniëring. - het blokschrift en sierschrift kan manipuleren tot een verantwoorde lettervormgeving, met gelijkmatige verhoudingen en een juiste spatiëring.
2.2
Cursus inhoud
Deze cursus omvat vakken kunst, ict en handschriftontwikkeling waarbinnen de student kennis maakt met eigen vaardigheid binnen dat vak handschriftontwikkeling en de didactische aspecten voor de kunstvakken en ict.
Specifiek per vak Beeldend De student vergaart kennis over materialen, werkvormen en didactische aspecten binnen het beeldend onderwijs van de basisschool. Met deze kennis kan de student een verantwoorde les beeldend voor de basisschool ontwerpen en geven.
Drama/dans. In deze cursus werkt de student op eigen niveau aan spel- en dansontwikkeling en van daaruit aan didactische vaardigheden op het gebied van drama en dans. In de praktijk en aan de hand van de literatuur verdiept de student zich in de mogelijkheden, functies en bijzonderheden van diverse spel- en presentatievormen. De koppeling met de basisschool staat voortdurend centraal. De student onderzoekt en verbreedt zijn eigen mogelijkheden tot verbeelden, vormgeven en beschouwen en de mogelijkheden die je daarmee hebt in het basisonderwijs. Gaandeweg komen verschillende rollen van drama op de basisschool aan de orde: drama/dans als expressievak, drama als middel (als werkvorm bij andere vakken) en de leraar als performer.
Muziek. De student maakt kennis met de verschillende domeinen van het vak muziek. De lessen zijn praktijkgericht zijn, waarbij steeds een verband wordt gelegd met de achterliggende theorie en de
onderwijspraktijk. De student toont bij afronding van de cursus kennis te hebben van het basisschoolcurriculum en kan verantwoord een les ontwerpen en geven.
Handschrift. Instructie en begeleiding is van essentieel belang bij het leren schrijven. Goed handschriftonderwijs leidt tot goed schrijvende kinderen. Om kinderen te kunnen begeleiden in hun handschriftontwikkeling heeft de student kennis, maar ook een uitstekende eigen schrijfvaardigheid nodig om de kinderen te kunnen voorzien van een goed voorbeeld, duidelijke instructie en functionele feedback. In groep 3 en 4 leren kinderen schrijven volgens een schrijfmethode. Dit is ook voor de student het schrift waarmee gestart wordt. De schrijfmethode ‘Schrift’ is hierbij het uitgangspunt. Daaruit volgt het lerarenhandschrift, dat de student in kan zetten om zijn lessen te ondersteunen met bordschrift en om leerlingwerk te corrigeren. Tot slot wordt het blokschrift geleerd, dat de student in kan zetten in de onderbouw als leesletter en in de bovenbouw als schrijfletter. De werkcolleges zijn gericht op het vergroten van de grafo-cognitie: letterkennis. In vijf werkcolleges wordt een groot deel van de tijd besteed aan het oefenen van de schriftsoorten op het bord. Het schrijven op papier (werkschrift Schriftvaardig) oefent de student voornamelijk in zelfstudietijd. In de les wordt hierop geregeld feedback gegeven.
Werkvorm Theorie- en werkcolleges voor de vakken muziek, dans/drama en beeldend. Tijdens de bijeenkomsten staan zelfstandige en groepsopdrachten, de theorie en de beeldende, dramatische, dansante en muzikale ontwikkeling van kinderen centraal. Daarnaast werken de studenten zelf actief aan het beroepsproduct in verslagvorm en bestuderen studenten de literatuur. Werkcolleges voor het vak handschrift. Tijdens de bijeenkomsten staat het vergroten van het inzicht in de lettervormgeving centraal. Tijdens de bijeenkomsten wordt een groot deel van de tijd besteed aan het oefenen van het schrift op het bord. Het schrijven op papier (werkschrift Schrijfvaardig) oefen je voornamelijk in zelfstudietijd.
Voorbereiding op de bijeenkomsten en bijdrage aan groepswerk De studenten bereiden zich actief voor op alle bijeenkomsten, door het bestuderen van de opgegeven literatuur en het werken aan de opdrachten,
Aanwezigheidseis
Er geldt aanwezigheidsplicht voor de kunstvakken en handschriftlessen.
Indicatieve verdeling van beschikbare studietijd De omvang van 5ec staat voor 140 uur te besteden aan deze cursus, waarvan 3ec voor de Kunstvakken en 2ec voor Schrijven.
Bijdrage aan ontwikkeling kern en deeltaken Binnen deze cursus ontwikkelt de student zich op onderstaande kern- en deeltaken: 2
Professioneel voorbereiden en evalueren van onderwijsactiviteiten
2.1
Beheersen van de kennis en vaardigheden in het basisschoolcurriculum
2.2
Beschikken over een vakdidactische kennisbasis
3
Professioneel uitvoeren van onderwijsactiviteiten en volgen en begeleiden van kinderen
3.1 3.2 3.3
Met de kinderen een onderwijsactiviteit starten, hen motiveren en aansluiten bij hun voorkennis. Geven van doelgerichte en gedifferentieerde instructie met gebruik van vakdidactische kennis. Kinderen aan het werk zetten en houden met taken en werkvormen passend bij de lesdoelen.
Toetsing Beroepsproduct drama-beeldend-muziek: 60%, minimum cijfer 5,5 Voor elk van de vakken drama, beeldend en muziek ontwerpt de student twee theoretisch onderbouwde lessen met passende werkvormen, materialen en inhouden. Voor ieder vak wordt ten minste één les gegeven. De student geeft hierover een op theorie gebaseerde evaluatie. Vaardigheidstoets Handschrift: 40%, minimum cijfer 5,5 De toets bestaat uit schrijven op bord en papier: alle genoemde technieken moeten met een voldoende resultaat uitgevoerd kunnen worden, zowel op papier als op bord. Daartoe worden alle schrijfopdrachten uit de reader schrijftechnieken ingeleverd (tijdens het tentamen)
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen
Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Boek (verplicht): Lei, R., van der, Haverkort, F., & Noordam, L. (2009). Eigen-wijs. Utrecht: Stichting Muzikale Vorming. ISBN: 9789080497160. Boek (verplicht): Vrolijk, R. (2009). Nieuw Geluid. Groningen: Noordhoff. ISBN: 978 90 01 80046 8 Onna, van, J., & Jacobse, A. (2013). Laat maar zien. Groningen: Wolters Noordhoff. Boek (verplicht): Nooij, de, H. (2012). Kijk op spel. Drama voor de Pabo. Groningen/Houten: Noordhoff Uitgevers B.V. Werkboek (verplicht): Scholten, A. & Hamerling, B. (2012). Werkschrift Schriftvaardig. ISBN: 978-94-6107155Boek (aanbevolen): Heijdanus-de Boer, E., Nunen, A., Valenkamp, M., Hueskens, R., & Verhallen, P. (2014). DANS! Praktisch handboek voor het basisonderwijs. Bussum: Coutinho 2.5 Workload Contactduur (uren): 26 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 84 Totaal (uren) 112 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (4) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
Titel
Lesgeven in taal en rekenen-wiskunde
Opleidingsvariant Deeltijd Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2
Cursuscode Cursusnaam
1.3
Cursusnaam in Engels
1.4 1.5
Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
OTV1-NDRK1-15 Lesgeven in taal en rekenen-wiskunde Teaching mathematics and laguage in the groups 6 8 10 European Credits D (propedeuse) Werkvormen zijn er in Deeltijd Toetsen zijn er in Deeltijd
1.8 1.9 1.10
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? Contactpersoon Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Nee
K Ciach (tel. +31884817145) (
[email protected]) Nederlands
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Contacttijd in minuten per aanvangsblok
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
Werkcollege Rekenen
niet verplicht
5 maal per blok
450 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1
Werkcollege Taal
niet verplicht
5 maal per blok
450 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 263
1.12
Toetsen: Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Beroepsproduct Taal en Rekenen
Numeriek zonder decimalen
5,5
50
2
bij aanvangsblok 1: 1. blok 1 2. blok 2
Schriftelijk tentamen didactiek rekenen
Numeriek zonder decimalen
5,5
50
2
bij aanvangsblok 1: 1. blok 1 2. blok 2
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Algemeen doel Aan het eind van deze cursus toont de student dat hij voor de vakken taal en rekenen de kennis en vaardigheden op ten minste basisschoolniveau beheerst en dat hij de bijbhorende vakdidactische kennisbasis beheerst. Daarnaast toont de student aan kennis te hebben over toetsing en beoordeling van leerresultaten en kan de leerlingen gericht en gemotiveerd aan het werk zetten en houden. Specifieke doelen Rekenen
De student: - toont kennis te hebben van de interactieve didactische opbouw van rekenwiskundeonderwijs op basis van drie handelingsniveaus: het concreet contextuele, het modelmatige en het abstracte niveau. - kan een interactief onderwijsleerproces vorm geven betreffend: kolomsgewijs en cijferend optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen, breuken, kommagetallen, % en verhoudingen gekoppeld aan de wijze waarop deze in de rekenmethoden aan de orde worden gesteld. - kan door middel van observeren en/of vragen stellen, herkennen in welke fase van de rekenontwikkeling het kind zich bevindt. - kan inspelen op het wiskundig denken van leerlingen, onder andere door te anticiperen op hun denkprocessen en hen op basis daarvan te stimuleren tot niveauverhoging. - kan zich een mening vormen over de rekenonderwijs. Dit mede op basis van onderwijsleertheorie. Taal De student:
2.2
De student kan de leerinhoud en wetenschappelijk fundament van het taaldomein stellen benoemen. De student kan de leerinhoud en wetenschappelijk fundament van het taaldomein spellen benoemen. De student past de (domein)didactiek van het taaldomein stellen toe in een stelles op de basisschool. De student past de (domein)didactiek van het taaldomein spellen toe in een spelles op de basisschool. De student maakt kennis met toetsvormen die binnen het domein spellen gebruikt worden en kan de gegevens analyseren. De student kan de leerinhoud en wetenschappelijk fundament van het taaldomein taalbeschouwing benoemen. De student beheerst de traditionele schoolgrammatica op het niveau groep 8+
Cursus inhoud
Binnen deze cursus worden domeinen van taal en rekenen behandeld met een nadruk op de bovenbouw van de basisschool. Voor de twee vakken betekent dit specifiek. Rekenen: Als in de groepen 1 t/m 4 een fundament is gelegd voor het rekenen tot 100, volgt in de bovenbouw de verdere ontwikkeling naar het rekenen met grotere getallen. Ook hier speelt het getalbegrip nog steeds een grote rol, immers het is de basis voor het kolomsgewijze rekenen zoals dit nu op de basisscholen wordt aangeboden. Natuurlijk wordt het cijferend rekenen niet uit het oog verloren. In deze cursus zal uitgebreid aandacht worden besteed aan de basishandelingen optellen, aftrekken, delen door en vermenigvuldigen. In de groepen 5 t/m 8 worden de kinderen, startend vanuit een realistisch perspectief, ook geconfronteerd met de wereld van de breuken, kommagetallen, procenten en verhoudingen. Ook deze gebieden zullen vanuit een inzichtelijke instap worden benaderd. Vanuit begrip zal er worden gestreefd naar niveauverhoging. Taal: In de bovenbouw (groepen 5 t/m 8) komen de domeinen spelling en taalbeschouwing expliciet aan de orde. In deze cursus besteden we aandacht aan deze taaldomeinen. Eigen vaardigheden zijn vanzelfsprekend; kennis daaromtrent wordt opgefrist. Het accent zal liggen op de didactiek van stellen en taalbeschouwing. Daarnaast zal het domein stellen (opstel; schrijfopdrachten) worden belicht. Ook hier ligt het accent op de didactiek. Als afronding van deze cursus geldt een beroepsproduct. Tijdens de werkcolleges wordt dit beroepsproduct toegelicht en voorbereid volgens de thans vigerende didactiek.
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd 2.5 Workload Contactduur (uren): 15 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 263 Totaal (uren) 280 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (10) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren.
2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
Titel
Onderzoek
Opleidingsvariant
Deeltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
OTV1-ONZK1-15 Onderzoek Research 5 European Credits D (propedeuse) Werkvormen zijn er in Deeltijd Toetsen zijn er in Deeltijd
1.8 1.9 1.10
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? Contactpersoon Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Nee
A Sahin (tel. +31884817593) (
[email protected]) Nederlands
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Contacttijd in minuten per aanvangsblok
Zelfstudie
niet verplicht
0 maal per blok
0 minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden? bij aanvangsblok 1: blok 1
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 138
1.12
Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
toets
Numeriek zonder decimalen
5,5
100
2
In welke blokken wordt de toets aangeboden? bij aanvangsblok 1: 1. blok 1 2. blok 2
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
De student toont aan op basisniveau kennis te hebben van praktijkonderzoek binnen de onderwijsomgeving.
2.2
Cursus inhoud
Dit betreft een zelfstudiecursus. Van de student wordt verwacht zelfstandig de literatuur en weblectures te bestuderen en zich voor te bereiden op het schriftelijk tentamen. Binnen de studieomgeving HUbl vindt de student gerichte informatie, specifieke omschrijvingen en doelen en hulpmiddelen bij deze voorbereiding. De afronding is middels een schriftelijke toets.
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd 2.5 Workload Contactduur (uren): 0 Toetsduur (uren): 2
Zelfstudie (uren): 138 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
Titel
Gedrag en communiceren oudere kind 1
Opleidingsvariant Deeltijd Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
OTV1-OPND1-15 Gedrag en communiceren oudere kind 1 Behavior and communicate older child 5 European Credits D (propedeuse) Werkvormen zijn er in Deeltijd Toetsen zijn er in Deeltijd
1.8
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden?
1.9
Contactpersoon
1.10
Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Nee
FAM Zengerink (tel. +31884817550) (
[email protected]) Nederlands
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Contacttijd in minuten per aanvangsblok
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
Werkcollege 1 Taal
niet verplicht
6 maal per blok
540 minuten
bij aanvangsblok 2: blok 2
Werkcollege 2 O&P
niet verplicht
6 maal per blok
540 minuten
bij aanvangsblok 2: blok 2
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 120
1.12
Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Kennistoets taal
Numeriek zonder decimalen
5,5
Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
100
2
In welke blokken wordt de toets aangeboden? bij aanvangsblok 2: 1. blok 2 2. blok 3
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Algemene leerdoelen voor de onderwijseenheid Onderwijskunde en pedagogiek De student kan communicatievaardigheden en strategieën inzetten bij gerichte kind gesprekken en kan beargumenteren hoe hij/zij reageert in een moeilijk kind contact. De student kan het groepsproces en de sociale verhoudingen binnen een groep met kinderen bespreken en kan uitleggen welke interventies ingezet kunnen worden bij conflicten tussen kinderen. De student kan eigen communicatievaardigheden analyseren en onderbouwen. Nederlands In de cursus geletterdheid oudere kind staan de volgende onderwerpen centraal: Wanneer de leerling de elementaire leeshandeling beheerst (cursus geletterdheid jonge kind), is het zaak vloeiend te leren lezen, door leestechniek en leestempo te versnellen. Deze fase heet leesvloeiendheid.
Tekstbegrip is het uiteindelijke doel van de technische leesvaardigheid. Begrijpend lezen komt dan ook voortdurend terug in het leesonderwijs. De leerling leert strategieën te hanteren om zijn tekstbegrip te optimaliseren. Er wordt gewerkt met fictionele teksten zowel als met zaakvakteksten. In dit kader spreken we ook van taalzaakvakteksten. Vakspecifieke doelen O&P De student kan aangeven wat een groep is en wat er onder het fasen model voor groepsvorming wordt verstaan en kan de verschillende fasen onderscheiden en toelichten. De student kan onderbouwen hoe hij een gesprek met een leerling voorbereidt en uitvoert, waarbij hij rekening houdt met belangrijke gespreksvaardigheden per fase van het gesprek (voorbereiding, introductie, romp en afronding). De student kan leiderschapsstijlen onderscheiden en benoemen welk gedrag dat oproept (Roos van Leary). De student kan de communicatievaardigheden; empatisch reageren, feedback geven en kinderen open uitnodigen, herkennen en toepassen bij gesprekken met individuele kinderen, kinderen in de groep en in een moeilijk kind contact. De student kan pestgedrag herkennen en in eigen woorden uitleggen hoe het pestgedrag omgebogen kan worden naar een positief groepsklimaat. De student kan de win-win situatie uitleggen en kan toelichten hoe hij/zij deze interventie kan inzetten in een conflictsituatie met een kind. De student kan interventieprogramma’s voor sociaal emotioneel leren/positief omgaan met elkaar (waaronder de Vreedzame school)vergelijken en onderbouwen op welke theoretische uitgangspunten de programma’s gebaseerd zijn en of er enige wetenschappelijke bewijsvoering aan ten grondslag ligt. De student kan communicatievaardigheden inzetten bij gerichte gesprekken met volwassenen en kan beargumenteren hoe hij/zij reageert in een moeilijk contact met volwassenen. De student kan motiveren, hoe aan de hand van de cyclus opbrengst gericht onderwijsontwerpen, een lesactiviteit kan worden voorbereid, uitgevoerd en geëvalueerd met behulp van het lesvoorbereidingsformulier.
Vakspecifieke doelen Nederlands De student: reproduceert en begrijpt de leerinhoud (klaverblad 1 van de Kennisbasis taal) van de taaldomeinen voortgezet technisch lezen en begrijpend lezen; -reproduceert en begrijpt de wetenschappelijke kennis (klaverblad 2 van de Kennisbasis taal) van de taaldomeinen voortgezet technisch lezen en begrijpend lezen; -reproduceert en begrijpt de didactiek (klaverblad 2 en 4 van de Kennisbasis taal) van de taaldomeinen voortgezet technisch lezen en begrijpend lezen; -past de didactiek (klaverblad 2 en 4 van de Kennisbasis taal) toe van de taaldomeinen voortgezet technisch lezen, door het geven van leeslessen volgens de didactiek van het model ‘Lekker stillezen’ van het Lectoraat lezen.
2.2
Cursus inhoud
LET OP: U bent verplicht naast deze cursus gelijktijdig OTV1-OPND2-15 te volgen. Dit is onderwijseenhoud Communicatie en gedrag (fase 1) De studiebelasting van deze onderijseenheid is 5 EC. De cursuscoordinator is Maaike Kooistra (
[email protected]). Bij deze onderwijseenheid zijn de vakken onderwijskunde & pedagogiek en Nederlands betrokken. De OE wordt afgesloten met een kennistoets en een beroepsproduct. De focus bij pedagogiek ligt op het inzetten van de juiste communicatievaardigheden bij volwassenen en bij kinderen. Andere accenten binnen deze module liggen op het gebied van groepsvorming, het verbeteren van het sociaal pedagogisch klimaat (o.a. het voorkomen van pesten) en leiderschapsstijlen. Binnen taal gaat het om het observeren van mondelinge taalontwikkelin en het uitleggen van deze taalontwikkeling op fonologisch, morfologisch, syntactisch ,semantisch en pragmatisch niveau. Bovendien komt aan de orde hoe drie taalgroeimiddelen adequaat gebruikt kunnen worden in gesprekssituaties met kinderen.
De volgende kern- en deeltaken staan centraal: Onderwijskunde en pedagogiek 1.2. Aandacht en zorg hebben voor kinderen en daarbij tegemoet komen aan hun basisbehoeften. *empathisch reageren op kinderen, hen ondersteunen en aanmoedigen. *Effectieve feedback geven aan kinderen en deze constructief formuleren. *Kinderen uitnodigen om hun eigen ideeen in te brengen 1.4 .Goede omgang en samenwerking bevorderen en adequaat hanteren van groepsprocessen en de dynamiek daarin. *Groepsprocessen, rollen en sociale verhoudingen (waaronder pestgedrag) bespreken met kinderen. *Met kinderen bespreken hoe je samenwerking en positieve omgang met elkaar kan verbeteren. *Intervenieren bij conflicten tussen kinderen en deze met hen bespreken. 4.1.
Vanuit een open houding professioneel communiceren met volwassenen, zowel individueel als groepsgewijs. *Oog krijgen voor communicatievaardigheden en deze (verder) ontwikkelen. Nederlands 2.1 * Contact maken met kinderen, empathisch reageren en een relatie met hen opbouwen. * Kinderen aanmoedigen en effectieve complimenten geven. 2.2. * Ruimte geven aan kinderen en reageren op hun ideeën en inbreng. * Empathisch reageren op kinderen, hen ondersteunen en aanmoedigen. 2.6. * Effectieve feedback geven aan kinderen en deze constructief formuleren. * Kinderen uitnodigen om hun eigen ideeën in te brengen. Kennisbases Onderwijskunde & Pedagogiek A. Het lerende en zich ontwikkelende kind A.1 Elk kind is uniek A.1.1 Theorieën en concepten Sociale en emotionele ontwikkeling A.1.2 Methoden en strategieën ●gedragsbeïnvloeding A2 Ontwikkeling is relationeel A.2.1. Theorieën en concepten Communicatietheorieen: inhoud/betrekking, metacommunicatie, interpunctie (zoals Watzlawick). A2.2. Methoden en strategieën · Groepsdynamica A.3.2. Methoden en strategieën · Werken met ouders B2 Gedragsbeïnvloeding: feedback geven Kennisbasis Nederlands Er wordt gewerkt aan een groot scala aspecten uit de domeinen van de kennisbasis taal. Het betreft de domeinen: · Mondelinge taalvaardigheid · woordenschat Daarbinnen betreft het de aspecten: Wat: Leerinhoud Hoe: Domeindidactiek Wat/waarom: Fundament Hoe/waarom: Taaldidactiek en taalbeleid.
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Diversen (aanbevolen): zie betreffende externe boekenlijst 2.5 Workload Contactduur (uren): 18 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 120 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen
Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
Titel
Gedrag en communiceren oudere kind 2
Opleidingsvariant Deeltijd Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
OTV1-OPND2-15 Gedrag en communiceren oudere kind 2 Behavior and communicate older child 5 European Credits D (propedeuse) Werkvormen zijn er in Deeltijd Toetsen zijn er in Deeltijd
1.8
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden?
1.9
Contactpersoon
1.10
Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Nee
FAM Zengerink (tel. +31884817550) (
[email protected]) Nederlands
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Contacttijd in minuten per aanvangsblok
Zelfstudie
verplicht
0 maal per blok
0 minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden? bij aanvangsblok 2: blok 2
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 140
1.12
Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Beroepsproduct Gedrag en communiceren
Numeriek zonder decimalen
5,5
Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
100
2
In welke blokken wordt de toets aangeboden? bij aanvangsblok 2: 1. blok 2 2. blok 3
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Learning outcomes: Algemene leerdoelen voor de onderwijseenheid Onderwijskunde en pedagogiek
De student kan communicatievaardigheden en strategieën inzetten bij gerichte kind gesprekken en kan beargumenteren hoe hij/zij reageert in een moeilijk kind contact. De student kan het groepsproces en de sociale verhoudingen binnen een groep met kinderen bespreken en kan uitleggen welke interventies ingezet kunnen worden bij conflicten tussen kinderen. De student kan eigen communicatievaardigheden analyseren en onderbouwen.
Vakspecifieke doelen O&P
De student kan aangeven wat een groep is en wat er onder het fasen model voor groepsvorming wordt verstaan en kan de verschillende fasen onderscheiden en toelichten. De student kan onderbouwen hoe hij een gesprek met een leerling voorbereidt en uitvoert, waarbij hij rekening houdt met belangrijke gespreksvaardigheden per fase van het gesprek (voorbereiding, introductie, romp en afronding). De student kan leiderschapsstijlen onderscheiden en benoemen welk gedrag dat oproept (Roos van Leary). De student kan de communicatievaardigheden; empatisch reageren, feedback geven en kinderen open uitnodigen, herkennen en toepassen bij gesprekken met individuele kinderen, kinderen in de groep en in een moeilijk kind contact. De student kan pestgedrag herkennen en in eigen woorden uitleggen hoe het pestgedrag omgebogen kan worden naar een positief groepsklimaat. De student kan de win-win situatie uitleggen en kan toelichten hoe hij/zij deze interventie kan inzetten in een conflictsituatie met een kind. De student kan interventieprogramma’s voor sociaal emotioneel leren/positief omgaan met elkaar (waaronder de Vreedzame school)vergelijken en onderbouwen op welke theoretische uitgangspunten de programma’s gebaseerd zijn en of er enige wetenschappelijke bewijsvoering aan ten grondslag ligt. De student kan communicatievaardigheden inzetten bij gerichte gesprekken met volwassenen en kan beargumenteren hoe hij/zij reageert in een moeilijk contact met volwassenen.
Onderwijskunde en pedagogiek 1.2. Aandacht en zorg hebben voor kinderen en daarbij tegemoet komen aan hun basisbehoeften. *empathisch reageren op kinderen, hen ondersteunen en aanmoedigen. *Effectieve feedback geven aan kinderen en deze constructief formuleren. *Kinderen uitnodigen om hun eigen ideeen in te brengen 1.4 .Goede omgang en samenwerking bevorderen en adequaat hanteren van groepsprocessen en de dynamiek daarin. *Groepsprocessen, rollen en sociale verhoudingen (waaronder pestgedrag) bespreken met kinderen. *Met kinderen bespreken hoe je samenwerking en positieve omgang met elkaar kan verbeteren. *Intervenieren bij conflicten tussen kinderen en deze met hen bespreken. 4.1. Vanuit een open houding professioneel communiceren met volwassenen, zowel individueel als groepsgewijs. *Oog krijgen voor communicatievaardigheden en deze (verder) ontwikkelen.
Kennisbases Onderwijskunde & Pedagogiek A. Het lerende en zich ontwikkelende kind A.1 Elk kind is uniek A.1.1 Theorieën en concepten Sociale en emotionele ontwikkeling A.1.2 Methoden en strategieën ●gedragsbeïnvloeding A2 Ontwikkeling is relationeel A.2.1. Theorieën en concepten Communicatietheorieen: inhoud/betrekking, metacommunicatie, interpunctie (zoals Watzlawick). A2.2. Methoden en strategieën · Groepsdynamica A.3.2. Methoden en strategieën · Werken met ouders B2 Gedragsbeïnvloeding: feedback geven
2.2
Cursus inhoud
LET OP: Student is verplicht naast deze cursus gelijktijdig OTV1-OPNR1-15 te volgen! In deze toepassingstoets ligt de focus vanuit pedagogiek op het inzetten van de juiste communicatievaardigheden bij volwassenen en bij kinderen. Andere accenten binnen deze module liggen op het gebied van groepsvorming, het verbeteren van het sociaal pedagogisch klimaat (o.a. het voorkomen van pesten) en leiderschapsstijlen.
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Diversen (aanbevolen): zie betreffende externe boekenlijst 2.5 Workload Contactduur (uren): 0 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 140 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
Titel
Mijn eerste les OJW (1)
Opleidingsvariant
Deeltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
OTV1-OPWD1-15 Mijn eerste les OJW My first lesson 5 European Credits D (propedeuse) Werkvormen zijn er in Deeltijd Toetsen zijn er in Deeltijd
1.8
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden?
1.9
Contactpersoon
1.7
Nee
GAF Sommerdijk (tel. +31884813051) (
[email protected]) Nederlands
1.10 Voertaal 1.11 Werkvormen: Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Contacttijd in minuten per aanvangsblok
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
Werkcollege 1 aardrijkskunde
niet verplicht
3 maal per blok
270 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1
Werkcollege 2 geschiedenis
niet verplicht
3 maal per blok
270 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1
Werkcollege 3 natuuronderwijs&techniek
niet verplicht
3 maal per blok
270 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1
Werkcollege pedagogiek
niet verplicht
3 maal per blok
270 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 119
1.12 Toetsen: Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
schriftelijk tentamen aar/ges/nat
Numeriek zonder decimalen
5,5
60
2
bij aanvangsblok 1: 1. blok 1 2. blok 2
schriftelijk tentamen O&P
Numeriek zonder decimalen
5,5
40
2
bij aanvangsblok 1: 1. blok 1 2. blok 2
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Algemeen Binnen deze cursus vergaart de student zowel vakinhoudelijke als didactische kennis over de wereldvakken in de basisschool en leert door middel van effectieve communicatie en instructie leiding te geven aan een groep. m.b.t. geschiedenis: De student beschikt over vakinhoudelijke kennis van geschiedenis op een niveau dat uitstijgt boven de stof van de gangbare geschiedenismethoden en zoals die wordt beschreven in het handboek (aangevuld met artikelen) en kan deze kennis reproduceren. De student is in staat om deze kennis toe te passen bij het geven van geschiedenis in het primair onderwijs; heeft kennis van de didactische principes die bij geschiedenis van belang zijn, denk aan: beeldvormers (zoals voorwerpen, foto’s, verhalen), gebruikte bronnen, achtergrondinformatie, inleiding en lesverloop als analytisch gescheiden onderdelen. De student is in staat om deze kennis te reproduceren en toe te passen en bij het geven van geschiedenis in het primair onderwijs; weet hoe kinderen kennis m.b.t. geschiedenis tot zich nemen en kan deze kennis vertalen naar praktijksituaties. kan de overeenkomsten en verschillen tussen verschillende geschiedenismethoden aangeven (denk aan het gebruik van leerlijnen/kerndoelen). m.b.t. aardrijkskunde: De student beschikt over vakinhoudelijke kennis van aardrijkskunde op een niveau dat uitstijgt boven de stof van de gangbare aardrijkskundemethoden en zoals die wordt beschreven in het handboek (aangevuld met artikelen en o.a. topografie) en kan deze kennis reproduceren. De student is in staat om deze kennis toe te passen bij het geven van aardrijkskunde in het primair onderwijs; heeft kennis van de didactische principes die bij aardrijkskunde van belang zijn, denk aan: multiperspectiviteit, gebruik van de geografische zienswijze (waarnemen, herkennen, generaliseren en waarderen), in- en uitzoomen en kaartgebruik. De student is in staat om deze kennis te reproduceren en toe te passen en bij het geven van aardrijkskunde in het primair onderwijs; kan in lessituaties adequaat gebruik maken van bronnen zoals kaarten, atlassen en andere bronnen; kan de overeenkomsten en verschillen tussen verschillende aardrijkskundemethoden aangeven (denk aan het gebruik van leerlijnen/kerndoelen). m.b.t. natuuronderwijs&techniek: De student beschikt over vakinhoudelijke kennis van natuuronderwijs & techniek op een niveau dat uitstijgt boven de stof van de gangbare natuuronderwijs & techniekmethoden en zoals die wordt beschreven in het handboek (aangevuld met artikelen en kennis van namen planten/dieren) en kan deze kennis reproduceren. De student is in staat om deze kennis toe te passen bij het geven van natuuronderwijsonderwijs & techniek in het primair onderwijs; heeft kennis van de didactische principes die bij natuuronderwijs & techniek van belang zijn, denk aan: ontdekkend leren (onderzoekend leren/ontwerpen leren), het 5 stappenplan bij het opzetten van een les met concreet materiaal, verschillende soorten vragen, verschillende soorten onderzoek, diverse werkvormen (waaronder ontdekhoek, practicum en buitenwerk). De student is in staat om deze kennis te reproduceren en toe te passen en bij het geven van natuuronderwijsonderwijs & techniek in het primair onderwijs; is in staat kinderen bij het oefenen van verschillende onderzoeks- en ontwerpvaardigheden te begeleiden; kan de overeenkomsten en verschillen tussen verschillende natuuronderwijs en techniekmethoden aangeven (denk aan het gebruik van leerlijnen/kerndoelen).
m.b.t. O&P (onderwijskunde & pedagogie bij OPWD1) De student heeft kennis van leiding geven aan een groep. Hij kan aanduiden, uitleggen, toelichten en motiveren (1) op welke manier er leiding kan worden genomen binnen de groep, (2) hoe er afspraken (vastleggen in klassenregels) gemaakt kunnen worden met kinderen én (3) hoe kinderen kunnen worden aangesproken en gestimuleerd om gewenst gedrag te laten zien; heeft kennis van een effectieve instructie. Hij weet waar een effectieve instructie aan moet voldoen. basisbegrippen die ten grondslag liggen aan communicatie vaardigheden en feedback geven. Deze kan hij uitleggen; heeft kennis van de drie kenmerken van de pedagogische basishouding (Rogers), de drie basisbehoeften van kinderen (Stevens) en de pedagogische kwaliteiten van een leerkracht (o.a. Gordon); heeft kennis van de vier aspecten van het zelfbeeld bij kinderen (emotioneel, sociaal, cognitief, lichamelijk). Hij weet wanneer er sprake is van een positief of negatief zelfbeeld en kent de twee vormen van compensatiegedrag; heeft kennis van het gebruik van effectief communiceren: de ik-boodschap, effectieve kritiek en effectieve complimenten en licht het effect hiervan toe;
heeft kennis van onderscheid in de vier niveaus van communiceren en omschrijft de ervaringsgerichte dialoog (Laevers en Depondt) en kan onderscheid maken in het verschil in communiceren in de oppervlaktestructuur en dieptestructuur; heeft kennis van de criteria waaraan afspraken, regels en routines moeten voldoen en het onderscheid tussen verschillende soorten regels en aanpak.
2.2
Cursus inhoud
Na afloop van de cursussen OPWD1, OPWD2, OPWD3 en OPWI1 heeft de student een duidelijk beeld van de wereldoriënterende vakgebieden aardrijkskunde, geschiedenis, natuuronderwijs & techniek en levensbeschouwelijk onderwijs , zoals die in het primair onderwijs worden gegeven. Ook is de student in staat om in alle deze vakgebieden lessen op groepsniveau binnen het primair onderwijs te geven en daar op de juiste wijze ICT bij te gebruiken (ICT komt aan bod binnen OPWI1). Tijdens de bijeenkomsten onderwijskunde en pedagogiek (komt aan bod bij OPWD1) leert de student hoe een goede les opgezet, voorbereid en uitgevoerd moet worden. Tevens gaat het om effectieve leerkrachtcommunicatie. Het gaat hier over de pedagogische basishouding van de leerkracht, de basisbehoeften van kinderen waaraan de leerkracht tegemoet komt en de pedagogische kwaliteiten en vaardigheden die de leerkracht hiervoor inzet. Daartoe bezit de student de hieronder genoemde kennis en vaardigheden. Deze betreffen bij elk vakgebied de vak inhoud, de vakdidactiek, belangrijke basisprincipes (zoals beeldvormers bij geschiedenis, geografisch zienswijze bij aardrijkskunde en ontdekkend leren bij natuuronderwijs & techniek), en het leren en de ontwikkeling van kinderen. m.b.t. geschiedenis: De student beschikt over vakinhoudelijke kennis van geschiedenis op een niveau dat uitstijgt boven de stof van de gangbare geschiedenismethoden en zoals die wordt beschreven in het handboek (aangevuld met artikelen) en kan deze kennis reproduceren. De student is in staat om deze kennis toe te passen bij het geven van geschiedenis in het primair onderwijs; heeft kennis van de didactische principes die bij geschiedenis van belang zijn, denk aan: beeldvormers (zoals voorwerpen, foto’s, verhalen), gebruikte bronnen, achtergrondinformatie, inleiding en lesverloop als analytisch gescheiden onderdelen. De student is in staat om deze kennis te reproduceren en toe te passen en bij het geven van geschiedenis in het primair onderwijs; weet hoe kinderen kennis m.b.t. geschiedenis tot zich nemen en kan deze kennis vertalen naar praktijksituaties. kan de overeenkomsten en verschillen tussen verschillende geschiedenismethoden aangeven (denk aan het gebruik van leerlijnen/kerndoelen).
m.b.t. aardrijkskunde: De student beschikt over vakinhoudelijke kennis van aardrijkskunde op een niveau dat uitstijgt boven de stof van de gangbare aardrijkskundemethoden en zoals die wordt beschreven in het handboek (aangevuld met artikelen en o.a. topografie) en kan deze kennis reproduceren. De student is in staat om deze kennis toe te passen bij het geven van aardrijkskunde in het primair onderwijs; heeft kennis van de didactische principes die bij aardrijkskunde van belang zijn, denk aan: multiperspectiviteit, gebruik van de geografische zienswijze (waarnemen, herkennen, generaliseren en waarderen), in- en uitzoomen en kaartgebruik. De student is in staat om deze kennis te reproduceren en toe te passen en bij het geven van aardrijkskunde in het primair onderwijs; kan in lessituaties adequaat gebruik maken van bronnen zoals kaarten, atlassen en andere bronnen; kan de overeenkomsten en verschillen tussen verschillende aardrijkskundemethoden aangeven (denk aan het gebruik van leerlijnen/kerndoelen). m.b.t. natuuronderwijs&techniek: De student beschikt over vakinhoudelijke kennis van natuuronderwijs & techniek op een niveau dat uitstijgt boven de stof van de gangbare natuuronderwijs & techniekmethoden en zoals die wordt beschreven in het handboek (aangevuld met artikelen en kennis van namen planten/dieren) en kan deze kennis reproduceren. De student is in staat om deze kennis toe te passen bij het geven van natuuronderwijsonderwijs & techniek in het primair onderwijs; heeft kennis van de didactische principes die bij natuuronderwijs & techniek van belang zijn, denk aan: ontdekkend leren (onderzoekend leren/ontwerpen leren), het 5 stappenplan bij het opzetten van een les met concreet materiaal, verschillende soorten vragen, verschillende soorten onderzoek, diverse werkvormen (waaronder ontdekhoek, practicum en buitenwerk). De student is in staat om deze kennis te reproduceren en toe te passen en bij het geven van natuuronderwijsonderwijs & techniek in het primair onderwijs; is in staat kinderen bij het oefenen van verschillende onderzoeks- en ontwerpvaardigheden te begeleiden; kan de overeenkomsten en verschillen tussen verschillende natuuronderwijs en techniekmethoden aangeven (denk aan het gebruik van leerlijnen/kerndoelen). m.b.t. ICT (informatie- en communicatietechnologie bij OPWI1 ): De student
kan vanuit het boek ICT voor de klas de belangrijkste begrippen van ICT & Onderwijs duiden; kan didactische principes, zoals het TPACK model, Mediawijsheid Competentiemodel en digibordgebruik volgens Beauchamp, toepassen in zijn eigen lessen. is in staat kinderen actief met ICT te laten werken, rekeninghoudend met alle leerprocesgerichte competenties; heeft zicht op de kennisbasis ICT. m.b.t. O&P (onderwijskunde & pedagogie bij OPWD1) De student heeft kennis van leiding geven aan een groep. Hij kan aanduiden, uitleggen, toelichten en motiveren (1) op welke manier er leiding kan worden genomen binnen de groep, (2) hoe er afspraken (vastleggen in klassenregels) gemaakt kunnen worden met kinderen én (3) hoe kinderen kunnen worden aangesproken en gestimuleerd om gewenst gedrag te laten zien; heeft kennis van een effectieve instructie. Hij weet waar een effectieve instructie aan moet voldoen. basisbegrippen die ten grondslag liggen aan communicatie vaardigheden en feedback geven. Deze kan hij uitleggen; heeft kennis van de drie kenmerken van de pedagogische basishouding (Rogers), de drie basisbehoeften van kinderen (Stevens) en de pedagogische kwaliteiten van een leerkracht (o.a. Gordon); heeft kennis van de vier aspecten van het zelfbeeld bij kinderen (emotioneel, sociaal, cognitief, lichamelijk). Hij weet wanneer er sprake is van een positief of negatief zelfbeeld en kent de twee vormen van compensatiegedrag; heeft kennis van het gebruik van effectief communiceren: de ik-boodschap, effectieve kritiek en effectieve complimenten en licht het effect hiervan toe; heeft kennis van onderscheid in de vier niveaus van communiceren en omschrijft de ervaringsgerichte dialoog (Laevers en Depondt) en kan onderscheid maken in het verschil in communiceren in de oppervlaktestructuur en dieptestructuur; heeft kennis van de criteria waaraan afspraken, regels en routines moeten voldoen en het onderscheid tussen verschillende soorten regels en aanpak. Voor het overzicht Periode A – OPWD1 Aardrijkskunde: 3 werkcolleges Geschiedenis: 3 werkcolleges Natuuronderwijs & techniek: 3 werkcolleges O&P: 3 werkcolleges Afgesloten met een schriftelijk tentamen aardrijkskunde, geschiedenis, natuuronderwijs & techniek en een schriftelijk tentamen onderwijskunde & pedagogie. Periode B – OPWD2 Aardrijkskunde: 6 werkcolleges Geschiedenis: 6 werkcolleges Natuuronderwijs & techniek: 6 werkcolleges Afgesloten met een schriftelijk tentamen aardrijkskunde, geschiedenis, natuuronderwijs & techniek. Periode B – OPWD3 Geen bijeenkomsten Afgesloten met een beroepsproduct aardrijkskunde, geschiedenis, natuuronderwijs & techniek. Periode C – OPWI1 Aardrijkskunde: 3 werkcolleges Geschiedenis: 3 werkcolleges Natuuronderwijs & techniek: 3 werkcolleges ICT: 2 werkcolleges Afgesloten met een beroepsproduct aardrijkskunde, geschiedenis, natuuronderwijs & techniek en met een beroepsproduct ICT. Tijdens de werkcolleges wordt o.a. gebruik gemaakt van de onderstaande boeken. Het juiste jaar van uitgave / druk wordt vermeld op HUbl en in een externe boekenlijst (zie daar ook voor literatuur voor O&P). Geschiedenis: Bruin, R. de en Bosua, M, Geschiedenis geven. Assen: Koninklijke Van Gorcum. Aardrijkskunde: Peters, A., Westerveen, F. Geowijzer, Kennisbasis inhoud en didactiek. Groningen: Noordhoff Uitgevers. Natuuronderwijs & techniek: Vaan, E. de, en Marell, J. Praktische didactiek voor natuuronderwijs. Bussum: Uitgeverij Coutinho. & Kersbergen, C. en Haarhuis. A. Natuuronderwijs inzichtelijk. Bussum: Uitgeverij Coutinho. ICT: Dummer, G. ICT voor de klas. Houten/Groningen: Noordhoff Uitgevers. Waar nodig wordt verdere cursusliteratuur zoals artikelen, aansluiting bij de kennisbasis en de omschrijving van kernen deeltaken via HUbl verspreid.
2.3
Ingangseisen
Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd 2.5 Workload Contactduur (uren): 18 Toetsduur (uren): 3 Zelfstudie (uren): 119 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
Titel
OJW in de bovenbouw (2)
Opleidingsvariant
Deeltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
OTV1-OPWD2-15 OJW in de bovenbouw 2 Science/History/Geography 2 5 European Credits D (propedeuse) Werkvormen zijn er in Deeltijd Toetsen zijn er in Deeltijd
1.8
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden?
1.9
Contactpersoon
1.7
Nee
GAF Sommerdijk (tel. +31884813051) (
[email protected]) Nederlands
1.10 Voertaal 1.11 Werkvormen: Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Contacttijd in minuten per aanvangsblok
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
Werkcollege 1 aardrijkskunde
niet verplicht
6 maal per blok
540 minuten
bij aanvangsblok 2: blok 2
Werkcollege 2 geschiedenis
niet verplicht
6 maal per blok
540 minuten
bij aanvangsblok 2: blok 2
Werkcollege 3 natuuronderwijs&techniek
niet verplicht
6 maal per blok
540 minuten
bij aanvangsblok 2: blok 2
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 111
1.12 Toetsen: Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
Schriftelijke toets
Numeriek zonder decimalen
5,5
100
2
In welke blokken wordt de toets aangeboden? bij aanvangsblok 2: 1. blok 2 2. blok 3
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
m.b.t. geschiedenis: De student beschikt over vakinhoudelijke kennis van geschiedenis op een niveau dat uitstijgt boven de stof van de gangbare geschiedenismethoden en zoals die wordt beschreven in het handboek (aangevuld met artikelen) en kan deze kennis reproduceren. De student is in staat om deze kennis toe te passen bij het geven van geschiedenis in het primair onderwijs; heeft kennis van de didactische principes die bij geschiedenis van belang zijn, denk aan: beeldvormers (zoals voorwerpen, foto’s, verhalen), gebruikte bronnen, achtergrondinformatie, inleiding en lesverloop als analytisch gescheiden onderdelen. De student is in staat om deze kennis te reproduceren en toe te passen en bij het geven van geschiedenis in het primair onderwijs; weet hoe kinderen kennis m.b.t. geschiedenis tot zich nemen en kan deze kennis vertalen naar praktijksituaties.
kan de overeenkomsten en verschillen tussen verschillende geschiedenismethoden aangeven (denk aan het gebruik van leerlijnen/kerndoelen). m.b.t. aardrijkskunde: De student beschikt over vakinhoudelijke kennis van aardrijkskunde op een niveau dat uitstijgt boven de stof van de gangbare aardrijkskundemethoden en zoals die wordt beschreven in het handboek (aangevuld met artikelen en o.a. topografie) en kan deze kennis reproduceren. De student is in staat om deze kennis toe te passen bij het geven van aardrijkskunde in het primair onderwijs; heeft kennis van de didactische principes die bij aardrijkskunde van belang zijn, denk aan: multiperspectiviteit, gebruik van de geografische zienswijze (waarnemen, herkennen, generaliseren en waarderen), in- en uitzoomen en kaartgebruik. De student is in staat om deze kennis te reproduceren en toe te passen en bij het geven van aardrijkskunde in het primair onderwijs; kan in lessituaties adequaat gebruik maken van bronnen zoals kaarten, atlassen en andere bronnen; kan de overeenkomsten en verschillen tussen verschillende aardrijkskundemethoden aangeven (denk aan het gebruik van leerlijnen/kerndoelen). m.b.t. natuuronderwijs&techniek: De student beschikt over vakinhoudelijke kennis van natuuronderwijs & techniek op een niveau dat uitstijgt boven de stof van de gangbare natuuronderwijs & techniekmethoden en zoals die wordt beschreven in het handboek (aangevuld met artikelen en kennis van namen planten/dieren) en kan deze kennis reproduceren. De student is in staat om deze kennis toe te passen bij het geven van natuuronderwijsonderwijs & techniek in het primair onderwijs; heeft kennis van de didactische principes die bij natuuronderwijs & techniek van belang zijn, denk aan: ontdekkend leren (onderzoekend leren/ontwerpen leren), het 5 stappenplan bij het opzetten van een les met concreet materiaal, verschillende soorten vragen, verschillende soorten onderzoek, diverse werkvormen (waaronder ontdekhoek, practicum en buitenwerk). De student is in staat om deze kennis te reproduceren en toe te passen en bij het geven van natuuronderwijsonderwijs & techniek in het primair onderwijs; is in staat kinderen bij het oefenen van verschillende onderzoeks- en ontwerpvaardigheden te begeleiden; kan de overeenkomsten en verschillen tussen verschillende natuuronderwijs en techniekmethoden aangeven (denk aan het gebruik van leerlijnen/kerndoelen).
2.2
Cursus inhoud
LET OP: Student is verplicht naast deze cursus gelijktijdig OTV1-OPWD3-15 te volgen. VO Na afloop van de cursussen OPWD1, OPWD2, OPWD3 en OPWI1 heeft de student een duidelijk beeld van de wereldoriënterende vakgebieden aardrijkskunde, geschiedenis, natuuronderwijs & techniek en levensbeschouwelijk onderwijs , zoals die in het primair onderwijs worden gegeven. Ook is de student in staat om in alle deze vakgebieden lessen op groepsniveau binnen het primair onderwijs te geven en daar op de juiste wijze ICT bij te gebruiken (ICT komt aan bod binnen OPWI1). Tijdens de bijeenkomsten onderwijskunde en pedagogiek (komt aan bod bij OPWD1) leert de student hoe een goede les opgezet, voorbereid en uitgevoerd moet worden. Tevens gaat het om effectieve leerkrachtcommunicatie. Het gaat hier over de pedagogische basishouding van de leerkracht, de basisbehoeften van kinderen waaraan de leerkracht tegemoet komt en de pedagogische kwaliteiten en vaardigheden die de leerkracht hiervoor inzet. Daartoe bezit de student de hieronder genoemde kennis en vaardigheden. Deze betreffen bij elk vakgebied de vak inhoud, de vakdidactiek, belangrijke basisprincipes (zoals beeldvormers bij geschiedenis, geografisch zienswijze bij aardrijkskunde en ontdekkend leren bij natuuronderwijs & techniek), en het leren en de ontwikkeling van kinderen. m.b.t. geschiedenis: De student beschikt over vakinhoudelijke kennis van geschiedenis op een niveau dat uitstijgt boven de stof van de gangbare geschiedenismethoden en zoals die wordt beschreven in het handboek (aangevuld met artikelen) en kan deze kennis reproduceren. De student is in staat om deze kennis toe te passen bij het geven van geschiedenis in het primair onderwijs; heeft kennis van de didactische principes die bij geschiedenis van belang zijn, denk aan: beeldvormers (zoals voorwerpen, foto’s, verhalen), gebruikte bronnen, achtergrondinformatie, inleiding en lesverloop als analytisch gescheiden onderdelen. De student is in staat om deze kennis te reproduceren en toe te passen en bij het geven van geschiedenis in het primair onderwijs; weet hoe kinderen kennis m.b.t. geschiedenis tot zich nemen en kan deze kennis vertalen naar praktijksituaties. kan de overeenkomsten en verschillen tussen verschillende geschiedenismethoden aangeven (denk aan het gebruik van leerlijnen/kerndoelen). m.b.t. aardrijkskunde: De student
beschikt over vakinhoudelijke kennis van aardrijkskunde op een niveau dat uitstijgt boven de stof van de gangbare aardrijkskundemethoden en zoals die wordt beschreven in het handboek (aangevuld met artikelen en o.a. topografie) en kan deze kennis reproduceren. De student is in staat om deze kennis toe te passen bij het geven van aardrijkskunde in het primair onderwijs; heeft kennis van de didactische principes die bij aardrijkskunde van belang zijn, denk aan: multiperspectiviteit, gebruik van de geografische zienswijze (waarnemen, herkennen, generaliseren en waarderen), in- en uitzoomen en kaartgebruik. De student is in staat om deze kennis te reproduceren en toe te passen en bij het geven van aardrijkskunde in het primair onderwijs; kan in lessituaties adequaat gebruik maken van bronnen zoals kaarten, atlassen en andere bronnen; kan de overeenkomsten en verschillen tussen verschillende aardrijkskundemethoden aangeven (denk aan het gebruik van leerlijnen/kerndoelen). m.b.t. natuuronderwijs&techniek: De student beschikt over vakinhoudelijke kennis van natuuronderwijs & techniek op een niveau dat uitstijgt boven de stof van de gangbare natuuronderwijs & techniekmethoden en zoals die wordt beschreven in het handboek (aangevuld met artikelen en kennis van namen planten/dieren) en kan deze kennis reproduceren. De student is in staat om deze kennis toe te passen bij het geven van natuuronderwijsonderwijs & techniek in het primair onderwijs; heeft kennis van de didactische principes die bij natuuronderwijs & techniek van belang zijn, denk aan: ontdekkend leren (onderzoekend leren/ontwerpen leren), het 5 stappenplan bij het opzetten van een les met concreet materiaal, verschillende soorten vragen, verschillende soorten onderzoek, diverse werkvormen (waaronder ontdekhoek, practicum en buitenwerk). De student is in staat om deze kennis te reproduceren en toe te passen en bij het geven van natuuronderwijsonderwijs & techniek in het primair onderwijs; is in staat kinderen bij het oefenen van verschillende onderzoeks- en ontwerpvaardigheden te begeleiden; kan de overeenkomsten en verschillen tussen verschillende natuuronderwijs en techniekmethoden aangeven (denk aan het gebruik van leerlijnen/kerndoelen). m.b.t. ICT (informatie- en communicatietechnologie bij OPWI1 ): De student kan vanuit het boek ICT voor de klas de belangrijkste begrippen van ICT & Onderwijs duiden; kan didactische principes, zoals het TPACK model, Mediawijsheid Competentiemodel en digibordgebruik volgens Beauchamp, toepassen in zijn eigen lessen. is in staat kinderen actief met ICT te laten werken, rekeninghoudend met alle leerprocesgerichte competenties; heeft zicht op de kennisbasis ICT. m.b.t. O&P (onderwijskunde & pedagogie bij OPWD1) De student heeft kennis van leiding geven aan een groep. Hij kan aanduiden, uitleggen, toelichten en motiveren (1) op welke manier er leiding kan worden genomen binnen de groep, (2) hoe er afspraken (vastleggen in klassenregels) gemaakt kunnen worden met kinderen én (3) hoe kinderen kunnen worden aangesproken en gestimuleerd om gewenst gedrag te laten zien; heeft kennis van een effectieve instructie. Hij weet waar een effectieve instructie aan moet voldoen. basisbegrippen die ten grondslag liggen aan communicatie vaardigheden en feedback geven. Deze kan hij uitleggen; heeft kennis van de drie kenmerken van de pedagogische basishouding (Rogers), de drie basisbehoeften van kinderen (Stevens) en de pedagogische kwaliteiten van een leerkracht (o.a. Gordon); heeft kennis van de vier aspecten van het zelfbeeld bij kinderen (emotioneel, sociaal, cognitief, lichamelijk). Hij weet wanneer er sprake is van een positief of negatief zelfbeeld en kent de twee vormen van compensatiegedrag; heeft kennis van het gebruik van effectief communiceren: de ik-boodschap, effectieve kritiek en effectieve complimenten en licht het effect hiervan toe; heeft kennis van onderscheid in de vier niveaus van communiceren en omschrijft de ervaringsgerichte dialoog (Laevers en Depondt) en kan onderscheid maken in het verschil in communiceren in de oppervlaktestructuur en dieptestructuur; heeft kennis van de criteria waaraan afspraken, regels en routines moeten voldoen en het onderscheid tussen verschillende soorten regels en aanpak. Voor het overzicht Periode A – OPWD1 Aardrijkskunde: 3 werkcolleges Geschiedenis: 3 werkcolleges Natuuronderwijs & techniek: 3 werkcolleges O&P: 3 werkcolleges Afgesloten met een schriftelijk tentamen aardrijkskunde, geschiedenis, natuuronderwijs & techniek en een schriftelijk tentamen onderwijskunde & pedagogie. Periode B – OPWD2 Aardrijkskunde: 6 werkcolleges
Geschiedenis: 6 werkcolleges Natuuronderwijs & techniek: 6 werkcolleges Afgesloten met een schriftelijk tentamen aardrijkskunde, geschiedenis, natuuronderwijs & techniek. Periode B – OPWD3 Geen bijeenkomsten Afgesloten met een beroepsproduct aardrijkskunde, geschiedenis, natuuronderwijs & techniek. Periode C – OPWI1 Aardrijkskunde: 3 werkcolleges Geschiedenis: 3 werkcolleges Natuuronderwijs & techniek: 3 werkcolleges ICT: 2 werkcolleges Afgesloten met een beroepsproduct aardrijkskunde, geschiedenis, natuuronderwijs & techniek en met een beroepsproduct ICT. Tijdens de werkcolleges wordt o.a. gebruik gemaakt van de onderstaande boeken. Het juiste jaar van uitgave / druk wordt vermeld op HUbl en in een externe boekenlijst (zie daar ook voor literatuur voor O&P). Geschiedenis: Bruin, R. de en Bosua, M, Geschiedenis geven. Assen: Koninklijke Van Gorcum. Aardrijkskunde: Peters, A., Westerveen, F. Geowijzer, Kennisbasis inhoud en didactiek. Groningen: Noordhoff Uitgevers. Natuuronderwijs & techniek: Vaan, E. de, en Marell, J. Praktische didactiek voor natuuronderwijs. Bussum: Uitgeverij Coutinho. & Kersbergen, C. en Haarhuis. A. Natuuronderwijs inzichtelijk. Bussum: Uitgeverij Coutinho. ICT: Dummer, G. ICT voor de klas. Houten/Groningen: Noordhoff Uitgevers. Waar nodig wordt verdere cursusliteratuur zoals artikelen, aansluiting bij de kennisbasis en de omschrijving van kernen deeltaken via HUbl verspreid.
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd 2.5 Workload Contactduur (uren): 27 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 111 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
Titel
OJW in de bovenbouw (3)
Opleidingsvariant
Deeltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
OTV1-OPWD3-15 OJW in de bovenbouw (3) Science/History/Geography 3 5 European Credits D (propedeuse) Werkvormen zijn er in Deeltijd Toetsen zijn er in Deeltijd
1.8
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden?
1.9
Contactpersoon
1.7
Nee
GAF Sommerdijk (tel. +31884813051) (
[email protected]) Nederlands
1.10 Voertaal 1.11 Werkvormen: Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Contacttijd in minuten per aanvangsblok
Zelfstudie
verplicht
0 maal per blok
0 minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden? bij aanvangsblok 2: blok 2
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 140
1.12 Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Beroepsproduct aar/ges/nat&tec
Numeriek zonder decimalen
5,5
Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
100
2
In welke blokken wordt de toets aangeboden? bij aanvangsblok 2: 1. blok 2 2. blok 3
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
m.b.t. geschiedenis: De student beschikt over vakinhoudelijke kennis van geschiedenis op een niveau dat uitstijgt boven de stof van de gangbare geschiedenismethoden en zoals die wordt beschreven in het handboek (aangevuld met artikelen) en kan deze kennis reproduceren. De student is in staat om deze kennis toe te passen bij het geven van geschiedenis in het primair onderwijs; heeft kennis van de didactische principes die bij geschiedenis van belang zijn, denk aan: beeldvormers (zoals voorwerpen, foto’s, verhalen), gebruikte bronnen, achtergrondinformatie, inleiding en lesverloop als analytisch gescheiden onderdelen. De student is in staat om deze kennis te reproduceren en toe te passen en bij het geven van geschiedenis in het primair onderwijs; weet hoe kinderen kennis m.b.t. geschiedenis tot zich nemen en kan deze kennis vertalen naar praktijksituaties. kan de overeenkomsten en verschillen tussen verschillende geschiedenismethoden aangeven (denk aan het gebruik van leerlijnen/kerndoelen). m.b.t. aardrijkskunde: De student
beschikt over vakinhoudelijke kennis van aardrijkskunde op een niveau dat uitstijgt boven de stof van de gangbare aardrijkskundemethoden en zoals die wordt beschreven in het handboek (aangevuld met artikelen en o.a. topografie) en kan deze kennis reproduceren. De student is in staat om deze kennis toe te passen bij het geven van aardrijkskunde in het primair onderwijs; heeft kennis van de didactische principes die bij aardrijkskunde van belang zijn, denk aan: multiperspectiviteit, gebruik van de geografische zienswijze (waarnemen, herkennen, generaliseren en waarderen), in- en uitzoomen en kaartgebruik. De student is in staat om deze kennis te reproduceren en toe te passen en bij het geven van aardrijkskunde in het primair onderwijs; kan in lessituaties adequaat gebruik maken van bronnen zoals kaarten, atlassen en andere bronnen; kan de overeenkomsten en verschillen tussen verschillende aardrijkskundemethoden aangeven (denk aan het gebruik van leerlijnen/kerndoelen). m.b.t. natuuronderwijs&techniek: De student beschikt over vakinhoudelijke kennis van natuuronderwijs & techniek op een niveau dat uitstijgt boven de stof van de gangbare natuuronderwijs & techniekmethoden en zoals die wordt beschreven in het handboek (aangevuld met artikelen en kennis van namen planten/dieren) en kan deze kennis reproduceren. De student is in staat om deze kennis toe te passen bij het geven van natuuronderwijsonderwijs & techniek in het primair onderwijs; heeft kennis van de didactische principes die bij natuuronderwijs & techniek van belang zijn, denk aan: ontdekkend leren (onderzoekend leren/ontwerpen leren), het 5 stappenplan bij het opzetten van een les met concreet materiaal, verschillende soorten vragen, verschillende soorten onderzoek, diverse werkvormen (waaronder ontdekhoek, practicum en buitenwerk). De student is in staat om deze kennis te reproduceren en toe te passen en bij het geven van natuuronderwijsonderwijs & techniek in het primair onderwijs; is in staat kinderen bij het oefenen van verschillende onderzoeks- en ontwerpvaardigheden te begeleiden; kan de overeenkomsten en verschillen tussen verschillende natuuronderwijs en techniekmethoden aangeven (denk aan het gebruik van leerlijnen/kerndoelen).
2.2
Cursus inhoud
LET OP: Student is verplicht naast deze cursus gelijktijdig OTV1-OPWD2-15 te volgen.
VO Na afloop van de cursussen OPWD1, OPWD2, OPWD3 en OPWI1 heeft de student een duidelijk beeld van de wereldoriënterende vakgebieden aardrijkskunde, geschiedenis, natuuronderwijs & techniek en levensbeschouwelijk onderwijs , zoals die in het primair onderwijs worden gegeven. Ook is de student in staat om in alle deze vakgebieden lessen op groepsniveau binnen het primair onderwijs te geven en daar op de juiste wijze ICT bij te gebruiken (ICT komt aan bod binnen OPWI1). Tijdens de bijeenkomsten onderwijskunde en pedagogiek (komt aan bod bij OPWD1) leert de student hoe een goede les opgezet, voorbereid en uitgevoerd moet worden. Tevens gaat het om effectieve leerkrachtcommunicatie. Het gaat hier over de pedagogische basishouding van de leerkracht, de basisbehoeften van kinderen waaraan de leerkracht tegemoet komt en de pedagogische kwaliteiten en vaardigheden die de leerkracht hiervoor inzet. Daartoe bezit de student de hieronder genoemde kennis en vaardigheden. Deze betreffen bij elk vakgebied de vak inhoud, de vakdidactiek, belangrijke basisprincipes (zoals beeldvormers bij geschiedenis, geografisch zienswijze bij aardrijkskunde en ontdekkend leren bij natuuronderwijs & techniek), en het leren en de ontwikkeling van kinderen. m.b.t. geschiedenis: De student beschikt over vakinhoudelijke kennis van geschiedenis op een niveau dat uitstijgt boven de stof van de gangbare geschiedenismethoden en zoals die wordt beschreven in het handboek (aangevuld met artikelen) en kan deze kennis reproduceren. De student is in staat om deze kennis toe te passen bij het geven van geschiedenis in het primair onderwijs; heeft kennis van de didactische principes die bij geschiedenis van belang zijn, denk aan: beeldvormers (zoals voorwerpen, foto’s, verhalen), gebruikte bronnen, achtergrondinformatie, inleiding en lesverloop als analytisch gescheiden onderdelen. De student is in staat om deze kennis te reproduceren en toe te passen en bij het geven van geschiedenis in het primair onderwijs; weet hoe kinderen kennis m.b.t. geschiedenis tot zich nemen en kan deze kennis vertalen naar praktijksituaties. kan de overeenkomsten en verschillen tussen verschillende geschiedenismethoden aangeven (denk aan het gebruik van leerlijnen/kerndoelen). m.b.t. aardrijkskunde: De student beschikt over vakinhoudelijke kennis van aardrijkskunde op een niveau dat uitstijgt boven de stof van de gangbare aardrijkskundemethoden en zoals die wordt beschreven in het handboek (aangevuld met artikelen en o.a. topografie) en kan deze kennis reproduceren. De student is in staat om deze kennis toe te passen bij het geven van aardrijkskunde in het primair onderwijs;
heeft kennis van de didactische principes die bij aardrijkskunde van belang zijn, denk aan: multiperspectiviteit, gebruik van de geografische zienswijze (waarnemen, herkennen, generaliseren en waarderen), in- en uitzoomen en kaartgebruik. De student is in staat om deze kennis te reproduceren en toe te passen en bij het geven van aardrijkskunde in het primair onderwijs; kan in lessituaties adequaat gebruik maken van bronnen zoals kaarten, atlassen en andere bronnen; kan de overeenkomsten en verschillen tussen verschillende aardrijkskundemethoden aangeven (denk aan het gebruik van leerlijnen/kerndoelen). m.b.t. natuuronderwijs&techniek: De student beschikt over vakinhoudelijke kennis van natuuronderwijs & techniek op een niveau dat uitstijgt boven de stof van de gangbare natuuronderwijs & techniekmethoden en zoals die wordt beschreven in het handboek (aangevuld met artikelen en kennis van namen planten/dieren) en kan deze kennis reproduceren. De student is in staat om deze kennis toe te passen bij het geven van natuuronderwijsonderwijs & techniek in het primair onderwijs; heeft kennis van de didactische principes die bij natuuronderwijs & techniek van belang zijn, denk aan: ontdekkend leren (onderzoekend leren/ontwerpen leren), het 5 stappenplan bij het opzetten van een les met concreet materiaal, verschillende soorten vragen, verschillende soorten onderzoek, diverse werkvormen (waaronder ontdekhoek, practicum en buitenwerk). De student is in staat om deze kennis te reproduceren en toe te passen en bij het geven van natuuronderwijsonderwijs & techniek in het primair onderwijs; is in staat kinderen bij het oefenen van verschillende onderzoeks- en ontwerpvaardigheden te begeleiden; kan de overeenkomsten en verschillen tussen verschillende natuuronderwijs en techniekmethoden aangeven (denk aan het gebruik van leerlijnen/kerndoelen). m.b.t. ICT (informatie- en communicatietechnologie bij OPWI1 ): De student kan vanuit het boek ICT voor de klas de belangrijkste begrippen van ICT & Onderwijs duiden; kan didactische principes, zoals het TPACK model, Mediawijsheid Competentiemodel en digibordgebruik volgens Beauchamp, toepassen in zijn eigen lessen. is in staat kinderen actief met ICT te laten werken, rekeninghoudend met alle leerprocesgerichte competenties; heeft zicht op de kennisbasis ICT. m.b.t. O&P (onderwijskunde & pedagogie bij OPWD1) De student heeft kennis van leiding geven aan een groep. Hij kan aanduiden, uitleggen, toelichten en motiveren (1) op welke manier er leiding kan worden genomen binnen de groep, (2) hoe er afspraken (vastleggen in klassenregels) gemaakt kunnen worden met kinderen én (3) hoe kinderen kunnen worden aangesproken en gestimuleerd om gewenst gedrag te laten zien; heeft kennis van een effectieve instructie. Hij weet waar een effectieve instructie aan moet voldoen. basisbegrippen die ten grondslag liggen aan communicatie vaardigheden en feedback geven. Deze kan hij uitleggen; heeft kennis van de drie kenmerken van de pedagogische basishouding (Rogers), de drie basisbehoeften van kinderen (Stevens) en de pedagogische kwaliteiten van een leerkracht (o.a. Gordon); heeft kennis van de vier aspecten van het zelfbeeld bij kinderen (emotioneel, sociaal, cognitief, lichamelijk). Hij weet wanneer er sprake is van een positief of negatief zelfbeeld en kent de twee vormen van compensatiegedrag; heeft kennis van het gebruik van effectief communiceren: de ik-boodschap, effectieve kritiek en effectieve complimenten en licht het effect hiervan toe; heeft kennis van onderscheid in de vier niveaus van communiceren en omschrijft de ervaringsgerichte dialoog (Laevers en Depondt) en kan onderscheid maken in het verschil in communiceren in de oppervlaktestructuur en dieptestructuur; heeft kennis van de criteria waaraan afspraken, regels en routines moeten voldoen en het onderscheid tussen verschillende soorten regels en aanpak. Voor het overzicht Periode A – OPWD1 Aardrijkskunde: 3 werkcolleges Geschiedenis: 3 werkcolleges Natuuronderwijs & techniek: 3 werkcolleges O&P: 3 werkcolleges Afgesloten met een schriftelijk tentamen aardrijkskunde, geschiedenis, natuuronderwijs & techniek en een schriftelijk tentamen onderwijskunde & pedagogie. Periode B – OPWD2 Aardrijkskunde: 6 werkcolleges Geschiedenis: 6 werkcolleges Natuuronderwijs & techniek: 6 werkcolleges Afgesloten met een schriftelijk tentamen aardrijkskunde, geschiedenis, natuuronderwijs & techniek.
Periode B – OPWD3 Geen bijeenkomsten Afgesloten met een beroepsproduct aardrijkskunde, geschiedenis, natuuronderwijs & techniek. Periode C – OPWI1 Aardrijkskunde: 3 werkcolleges Geschiedenis: 3 werkcolleges Natuuronderwijs & techniek: 3 werkcolleges ICT: 2 werkcolleges Afgesloten met een beroepsproduct aardrijkskunde, geschiedenis, natuuronderwijs & techniek en met een beroepsproduct ICT. Tijdens de werkcolleges wordt o.a. gebruik gemaakt van de onderstaande boeken. Het juiste jaar van uitgave / druk wordt vermeld op HUbl en in een externe boekenlijst (zie daar ook voor literatuur voor O&P). Geschiedenis: Bruin, R. de en Bosua, M, Geschiedenis geven. Assen: Koninklijke Van Gorcum. Aardrijkskunde: Peters, A., Westerveen, F. Geowijzer, Kennisbasis inhoud en didactiek. Groningen: Noordhoff Uitgevers. Natuuronderwijs & techniek: Vaan, E. de, en Marell, J. Praktische didactiek voor natuuronderwijs. Bussum: Uitgeverij Coutinho. & Kersbergen, C. en Haarhuis. A. Natuuronderwijs inzichtelijk. Bussum: Uitgeverij Coutinho. ICT: Dummer, G. ICT voor de klas. Houten/Groningen: Noordhoff Uitgevers. Waar nodig wordt verdere cursusliteratuur zoals artikelen, aansluiting bij de kennisbasis en de omschrijving van kernen deeltaken via HUbl verspreid.
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd 2.5 Workload Contactduur (uren): 0 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 140 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
Titel
Studie en Werk semester 1
Opleidingsvariant
Deeltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 Cursuscode 1.2 Cursusnaam 1.3 Cursusnaam in Engels 1.4 Aantal EC's 1.5 Studiefase/niveau 1.6 Opleiding (varianten)
OTV1-STWK1-15 Studie en Werk semester 1 Study and work; Personal and professional development through study and work 10 European Credits D (propedeuse) Werkvormen zijn er in Deeltijd Toetsen zijn er in Deeltijd
Cursus toegankelijk voor Nee studenten van andere faculteiten? 1.8 Excellentiemogelijkheden? 1.9 Contactpersoon A Sahin (tel. +31884817593) (
[email protected]) 1.10 Voertaal Nederlands 1.7
1.11 Werkvormen: Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Contacttijd in minuten per aanvangsblok
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
S&W Werkcollege blok 1
niet verplicht
2 maal per blok
160 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1
S&W Werkcollege blok 2
verplicht
2 maal per blok
160 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 2
Stage blok 1
verplicht
0 maal per blok
0 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1
Stage blok 2
verplicht
0 maal per blok
0 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 2
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 275
1.12 Toetsen: Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Afronding stage met Instituutsopleider
Numeriek zonder decimalen
5,5
50
3
bij aanvangsblok 1: 1. blok 2 2. blok 3 3. blok 4
Reflectieverslag S&W 1
Numeriek zonder decimalen
5,5
50
2
bij aanvangsblok 1: 1. blok 2 2. blok 3
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Leerdoelen algemeen De student: 1. is HBO vaardig en HBO waardig om de opleiding succesvol te doorlopen De student kan op opleidingsbekwaam niveau: 2. een ondersteunende relatie met kinderen opbouwen en onderhouden, leiding geven aan de groep en zorgen voor een goed en pedagogisch adequaat leerklimaat; 3. onderwijsactiviteiten professioneel voorbereiden en evalueren; 4. onderwijsactiviteiten en het volgen en begeleiden van kinderen professioneel uitvoeren; 5. communiceren, overleggen en samenwerken met ouders, collega’s en professionals; 6. blijven werken aan persoonlijke- en professionele groei, kritische, systematisch en gefundeerd. Leerdoelen vakspecifiek ICT De student kan op opleidingsbekwaam niveau 1. werken met WinVision en HUbl; SharePoint, Osiris en het rooster functioneel gebruiken t.b.v. zijn professionele ontwikkeling.
2.2
Cursus inhoud
Kennismaking met het beroep en de opleiding om te kijken of je in potentie de kwaliteiten hebt om leerkracht te worden. Je maakt een begin met het ontwikkelen van de vaardigheden om theorie (de opleiding) te koppelen aan de praktijk (WPL) en omgekeerd. Je legt hier verband tussen jezelf als persoon, je studie en het beroep van leraar primair onderwijs. Binnen deze cursus ontwikkelt de student zich op onderstaande kern- en deeltaken: Kern en deeltaken op het niveau van fase 1; opleidingsbekwaam 1.2.1. Contact maken met kinderen, empathisch reageren en een relatie met hen opbouwen. 1.2.2. Kinderen aanmoedigen en effectieve complimenten geven. 1.2.3. Ruimte geven aan kinderen en reageren op hun ideeën en inbreng. 1.3.1. Leiding nemen binnen de groep en afspraken maken met kinderen. 1.3.2. Geldende klassenregels herhalen, kinderen aanspreken en het gewenste gedrag positief waarderen. 1.5.1. Vriendelijk en constructief reageren op alle kinderen in de groep. 1.5.2. Het goede voorbeeld geven in het rekening houden met elkaar. 2.4.2. Overleggen met de praktijk-opleider over kinderen, programma, methode en activiteiten. 2.6.1. Kiezen van leermiddelen en materialen die aansluiten bij het doel van de activiteit (en de beginsituatie). 2.7.1. Maken van een lesplanning met het lesvoorbereidings-formulier en overleggen met de praktijkopleider. 2.7.2. Voorbereiden van twee opeenvolgende onderwijsactiviteiten. 2.8.1. Analyseren van het verloop van de eigen lessen en activiteiten, feedback vragen en lering trekken. 3.1.1. Ophalen van voorkennis en lesdoelen expliciteren aan kinderen. 3.1.2. Gebruik maken van de belevingswereld, de leefomgeving en de actualiteit bij de keuze van de leerstof. 3.2.2. Geven van instructie: presenteren en uitleggen 3.3.1. Uitleggen van taken en werkvormen en benutten van leermiddelen om de betrokkenheid te verhogen 3.3.2. Signaleren en benoemen van taakgericht gedrag van kinderen. 3.5.1. Het lesverloop en de behaalde lesdoelen met kinderen bespreken. 3.6.1. De hele groep en de individuele kinderen overzien en reageren op gebeurtenissen. 4.1.1. Contact leggen met en constructief reageren op anderen in diverse rollen. 4.1.2. Open staan voor ideeën en waarden van anderen. 4.2.1. Zich oriënteren in het team en de taken en rollen. 4.2.2. Eigen handelen bespreken en open staan voor feedback. 4.2.3. Vragen stellen over kinderen en hun omgeving. 4.2.5. Deelnemen aan en hulp aanbieden bij activiteiten buiten de lessen (vieringen, excursies e.d.). 5.1.1. Zoeken en selecteren van relevante informatie. 5.1.3. Kleine onderzoeksopdrachten uitvoeren in de praktijk 5.1.4. Met anderen bespreken van relevante kennis. 5.2.1. Reflecteren op de praktijk in de klas, relevante kennis, eigen keuzen en handelen. 5.2.3. Feedback vragen over eigen handelen en deze feedback bespreken. 5.3.2. Met belangstelling kennis nemen van de werkwijze en onderwijsvisie in de school. 5.3.3.Eigen handelen bespreken en gaan werken aan de eigen beroepsidentiteit.
Van de generieke kennisbasis komen onderstaande onderdelen aan bod: C. Kwaliteit en innovatie: c.1 professionele ontwikkeling a) Mentale modellen b) Manieren van leren
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Diversen (aanbevolen): Zie de betreffende externe boekenlijst. 2.5 Workload Contactduur (uren): 5 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 275 Totaal (uren) 280 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (10) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
Titel
Activiteit buiten curriculum VO Jaar 1
Opleidingsvariant
Deeltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
OTV1-ACTBC-15 Activiteit buiten curriculum Pabo Versneld Jaar 1 Additional activities 0 European Credits Werkvormen zijn er in Deeltijd Toetsen zijn er in Deeltijd
1.8
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden?
1.9
Contactpersoon
1.7
Nee
MAM Konings (tel. +31884817763) (
[email protected]) Nederlands
1.10 Voertaal 1.11 Werkvormen: Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Contacttijd in minuten per aanvangsblok
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
College Professionele Gecijferdheid 1
niet verplicht
6 maal per blok
540 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 2
College Professionele Gecijferdheid 2
niet verplicht
6 maal per blok
540 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 4
opening studiejaar
verplicht
1 maal per blok
270 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 5
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren -26 Toelichting bij werkvorm opening studiejaar: Deze activiteit vind plaats in de introductieweek voorafgaand aan het betreffende studiejaar.
1.12 Toetsen: Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Formatieve toets Prof. Gecijferdheid 1
Beperkte Alfa NA, NVD, VD
5,5
50
1
bij aanvangsblok 1: 1. blok 2
Formatieve toets Prof. Gecijferdheid 2
Beperkte Alfa NA, NVD, VD
5,5
50
1
bij aanvangsblok 1: 1. blok 4
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Binnen het onderdeel Professionele Gecijferdheid geldt: De student:
2.2
kent de verschillende grootheden. kent de betekenis van de voorvoegsels en relaties tussen maten en kan deze kennis inzetten om maten om te zetten naar equivalente maataanduidingen. kan zijn kennis van het metriek stelsel inzetten om meetproblemen van verschillende moeilijkheidsgraad op te lossen. kan leerlingen de onderlinge samenhang in het metrieke stelsel met inzicht onderwijzen. herkent meetsituaties in het dagelijks leven en kan inschatten of en hoe hij deze situatie kan gebruiken naast de rekenmethode. kan bij meten verschillende oplossingsmanieren (van kinderen) doorgronden, op wiskundige juistheid beoordelen en voltooien.
geeft blijk van kennis van en inzicht in de verstrengeling van en samenhang tussen verhoudingen, procenten, breuken en kommagetallen. kent veel voorkomende (getals)relaties in dit gebied en kan bij het rekenen en redeneren met verhoudingen, procenten, breuken en kommagetallen flexibel wisselen tussen deze sub domeinen. kan (ook minder gebruikelijke) breuken omrekenen in kommagetallen (gebruikmakend van de notatie van repeterende breuken) en andersom. kan onderscheid maken tussen verschillende soorten grafieken, kent deze bij naam en kent de begrippen die daarbij worden gebruikt. kan tabellen, diagrammen en grafieken die veelvuldig voorkomen in het dagelijks leven lezen, interpreteren en informatie daaruit op waarde schatten. kent elementaire statistische begrippen en kan deze herleiden. kan leerlingen begeleiden om informatie (en verbanden) te vertalen, te ordenen, te schematiseren, om te zetten naar een wiskundige representatie en daarbij een passende grafiek te kiezen.
Cursus inhoud
Voor het deel Professionele Gecijferdheid geldt
In een deel van deze cursus leert de student de systematiek van het metriek stelsel doorzien, verklaren en gebruiken. Daaronder valt ook de samenhang tussen omtrek, oppervlakte en inhoud en het verklaren en gebruiken van formules voor oppervlakte en inhoud van eenvoudige figuren. Ook samengestelde grootheden zullen aan de orde komen.
In een ander deel verdiepen we de kennis over het rekenen met breuken, procenten, kommagetallen, verhoudingen en verbanden en grafieken gebruikmakend van allerhande contexten en toepassingssituaties. In de lessen onderzoeken we de samenhang in deze domeinen. Het relatienetwerk van gebroken getallen helpt de student hoofd- en flexibel rekenen maar ook het cijferend rekenen in deze domeinen te beheersen. 2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Diversen (aanbevolen): Zie Hubl
2.5 Workload Contactduur (uren): 23 Toetsduur (uren): 3 Zelfstudie (uren): -26 Totaal (uren) 0 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (0) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd