1e Bestuursrapportage 2014
1
Inhoud 1
Inleiding .............................................................................................................. 4
2
Managementsamenvatting en Besluit ....................................................................... 4 2.1
Rapportage ................................................................................................... 4
2.2
Voortgang programma’s ................................................................................. 4
2.3
Verwacht resultaat over 2014 .......................................................................... 5
2.4
Actualisering van de exploitatie ....................................................................... 5
2.5
Actualisering investeringen ............................................................................. 6
Gevraagd VV-besluit: ............................................................................................... 7 3
Rapportage per programma.................................................................................... 8 3.1
Schoon water ................................................................................................ 8
3.1.1
Afwijkingen op de doelen en resultaten jaarschijf 2014 ................................. 8
3.1.2
Stand van zaken prestatie-indicatoren ........................................................ 8
3.1.3
Financiën 2014 ....................................................................................... 9
3.1.4
Risicomanagement ................................................................................. 11
3.2
Voldoende water........................................................................................... 12
3.2.1
Afwijkingen op de doelen en resultaten jaarschijf 2014 ................................ 12
3.2.2
Stand van zaken prestatie-indicatoren ....................................................... 12
3.2.3
Financiën 2014 ...................................................................................... 12
3.2.4
Risicomanagement ................................................................................. 16
3.3
Stevige dijken .............................................................................................. 17
3.3.1
Afwijkingen op de doelen en resultaten jaarschijf 2014 ................................ 17
3.3.2
Stand van zaken prestatie-indicatoren ....................................................... 17
3.3.3
Financiën 2014 ...................................................................................... 18
3.3.4
Risicomanagement ................................................................................. 20
3.4
Gezuiverd afvalwater .................................................................................... 21
3.4.1
Afwijkingen op de doelen en resultaten jaarschijf 2014 ................................ 21
3.4.2
Stand van zaken prestatie-indicatoren ....................................................... 21
3.4.3
Financiën 2014 ...................................................................................... 22
3.4.4
Risicomanagement ................................................................................. 24
3.5
Instrumenten ............................................................................................... 25
3.5.1
Afwijkingen op de doelen en resultaten jaarschijf 2014 ................................ 25
3.5.2
Stand van zaken prestatie-indicatoren ....................................................... 25
3.5.3
Financiën 2014 ...................................................................................... 25
3.5.4
Risicomanagement ................................................................................. 26
3.6
Organisatie ..................................................................................................28
3.6.1
Afwijkingen op de doelen en resultaten jaarschijf 2014 ................................ 28
3.6.2
Stand van zaken prestatie-indicatoren ....................................................... 28
3.6.3
Financiën 2014 ...................................................................................... 29
3.6.4
Risicomanagement ................................................................................. 31
3.7
Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien ...................................................... 32
2
3.7.1
Afwijkingen op de doelen, resultaten en prestatie-indicatoren jaarschijf 2014 ..32
3.7.2
Financiën 2014 ...................................................................................... 32
Risicomanagement ............................................................................................... 33 4
Paragrafen ..........................................................................................................34 4.1
Financiering .................................................................................................34
3
1
Inleiding
De eerste bestuursrapportage 2014 (Burap I) is een onderdeel van de Planning- en Controlcyclus (P&C) 2014. In Burap I wordt op peildatum 31 maart 2014 per programmalijn gerapporteerd over de afwijkingen op de realisatie van de programmadoelen en resultaten. Van de prestatieindicatoren wordt de stand van zaken weergegeven. Eveneens per programmalijn wordt gerapporteerd over de voortgang van de investeringen. Op het niveau van investeringsprojecten worden zo nodig voorstellen gedaan tot bijstelling van het investeringsplan en/of het investeringskrediet. Ten slotte worden de wijzigingen in de risico’s ten opzichte van de programmabegroting 2014 en het jaarverslag 2013 gepresenteerd. De effecten van de jaarrekening 2013 voor de programmabegroting 2014 (onder meer een wijziging van de kapitaallasten) zijn verwerkt in deze Burap. Het exploitatiesaldo van Burap I geeft een bijgestelde indicatie van het verwachte exploitatieresultaat over 2014. 2
Managementsamenvatting en Besluit
2.1 Rapportage In Burap I wordt, indien hiervan sprake is, per programmalijn gerapporteerd over de afwijkingen op de realisatie van de doelen en resultaten. Daarnaast wordt de stand van zaken van de prestatie-indicatoren gegeven. Ook wordt gerapporteerd over eventuele wijzigingen in de risico’s. Ten slotte geeft Burap I op grond van de situatie per 31 maart een indicatie van het verwachte exploitatieresultaat over 2014. 2.2 Voortgang programma’s De afwijkingen op de resultaten voor 2014 worden, indien van toepassing, per programma(lijn) op de gevolgen in geld, tijd, risico en beheersmaatregelen toegelicht. In de programma’s wordt de stand van zaken betreffende de prestatie-indicatoren gegeven. Hieronder wordt samengevat de stand van zaken per programma gegeven. Schoon water Voor wat betreft de programmalijnen ‘ecologische waterkwaliteit’ en ‘vismigratie’ ligt het programma op koers. Voor wat betreft ‘chemische waterkwaliteit’ en ‘zwemwaterkwaliteit’ is het nog te vroeg in het jaar om een goed beeld te kunnen geven van de voortgang. De afwijking op ‘lokale knelpunten’ is toegelicht in de VV van april. Het investeringsvolume wordt naar beneden bijgesteld vanwege een versneld uitgevoerd project en door verwachte lagere realisatiekosten door aanbestedingsvoordelen en doordat er geen tegenvallers zijn. Voldoende water Op basis van een actueel beheerplan zijn in Burap I mutaties verwerkt met betrekking tot de Voorziening onderhoudsbaggeren en de nieuw gevormde Voorziening onderhoud watergangen. De Voorziening onderhoudsbaggeren wordt fors verlaagd, evenals de jaarlijkse storting. Voor de prestatie-indicatoren geldt dat de streefwaarden uit de begroting 2014 gehandhaafd blijven. Voor de jaarschijf 2014 neemt het investeringsvolume af. De achterliggende oorzaken van deze afname worden bij het programma nader toegelicht. Stevige dijken Het doel voor 2014 om circa vijf kilometer regionale keringen te verbeteren ligt op schema. De voor 2014 geplande voorbereiding en uitvoering van de groene kades ligt eveneens op schema ondanks de in het jaarverslag 2013 genoemde vertraging als gevolg van het faillissement van een onderaannemer. Voor de uitvoering van deze laatste werkzaamheden is binnen het programma budget gevonden. Dit geldt niet voor enkele andere doorgeschoven werkzaamheden binnen de programmalijn regionale keringen waarvoor in Burap I wel extra budget wordt gevraagd. Het benodigde investeringsvolume voor 2014 kan omlaag, onder meer als gevolg van aanbestedingsvoordelen.
4
Gezuiverd afvalwater Aan de wettelijke verplichtingen voor het transporteren en zuiveren van afvalwater wordt volledig voldaan. De uitwerking van de deelprojecten van het onderzoeksrapport van de VVcommissie AHR T&T vordert gestaag en wordt in 2014 voltooid. De samenwerking met gemeenten en andere waterschappen is verder geconcretiseerd. De geplande investeringen blijven gehandhaafd. Instrumenten Voor de prestatie-indicatoren geldt dat de streefwaarden gehandhaafd blijven. Financieel zijn er geen afwijkingen te melden. Wel zijn er ontwikkelingen op het gebied van planvorming die ertoe kunnen leiden dat later dit jaar extra budget nodig zal zijn (zie het onderdeel risicomanagement bij dit programma). Organisatie De sturing en de ontwikkeling van de organisatie liggen op koers. Het plan van aanpak voor de verkiezingen 2015 vordert en zal naar verwachting in juli ter besluitvorming aan de verenigde vergadering worden voorgelegd.
2.3 Verwacht resultaat over 2014 Op basis van de realisatiecijfers over 2013 en de lopende bedrijfsvoering wordt in deze Burap een aantal exploitatiebudgetten bijgesteld. Deze bijstelling leidt ertoe dat het uiteindelijke resultaat over 2014 zal uitkomen op € 8,1 miljoen voordelig. In de programmabegroting 2014 werd een voordelig saldo verwacht van € 4,0 miljoen. Van de bijgestelde budgetten is een bedrag van € 0,8 miljoen als structureel voordelig aan te merken. Dit wordt verwerkt in de Kadernota 2015 en de meerjarenraming 2015-2019. Tabel 1 geeft het verloop weer van het verwachte resultaat over 2014 tot en met Burap I. Tabel 1: Verloop verwacht resultaat 2014 P&C product (bedragen * € 1.000)
Bijstellingen
Verwacht resultaat 2014
Voordelig/ nadelig
4.046
Voordelig
4.018
8.064
Voordelig
Saldo oorspronkelijke begroting 2014 Bijstelling Burap I (peildatum 31 maart 2014)
2.4
Actualisering van de exploitatie
Actualisering begroting 2014 Tabel 2 geeft een overzicht per programma van de mutaties uit Burap I en het verwachte resultaat over 2014 na verwerking van deze mutaties. Tabel 2: Overzicht begroting per programma na Burap I Programma Oorspronkelijke begroting 2014 Mutaties Burap I (bedragen * lasten baten saldo Lasten Baten saldo € 1.000) Schoon water
Begroting 2014 na Burap I lasten
baten
saldo
4.073
0
4.073
297
464
-166
4.371
464
3.907
Voldoende water
36.078
560
35.518
1.687
6.000
-4.313
37.765
6.560
31.205
Stevige dijken Gezuiverd afvalwater
11.317
225
11.092
1.012
0
1.012
12.329
225
12.104
127.369
20.787
106.582
1.242
185
1.057
128.611
20.972
107.639
Instrumenten
10.583
249
10.334
10
0
10
10.593
249
10.344
Organisatie Alg.dekkingsmid. en onvoorzien Totaal voor bestemming (saldo voordelig)
37.683
8.924
28.760
-55
-453
398
37.628
8.471
29.157
6.540
204.988
-198.447
-1.366
0
-1.366
5.174
204.988
-199.814
233.644
235.733
2.089
2.827
6.195
3.368
236.471
241.928
5.457
0
1.957
-1.957
0
650
-650
0
2.607
-2.607
233.644
237.689
4.046
2.827
6.845
4.018
236.471
244.535
8.064
Mutatie reserve Totaal na bestemming (saldo voordelig)
5
In tabel 3 zijn de grootste bijstellingen (€ 100.000 en meer) van Burap 1 benoemd. Tabel 3: Belangrijkste oorzaken bijstelling resultaat Omschrijving (bedragen * € 1.000)
Bedrag
Voordelig / nadelig
Overheveling investeringen naar de exploitatie
-1.129
Nadelig
Beheerplan onderhoudsbaggeren
Programma Voldoende water/Organisatie
6.150
Voordelig
Voldoende water
Beheerplan onderhoud watergangen
-500
Nadelig
Schoon-/Voldoende water
Beheerplan groot onderhoud zuiveringtechnische werken
-621
Nadelig
Gezuiverd afvalwater
Innovatie en onderzoek regionale keringen
-170
Nadelig
Stevige dijken
Veiligheidstoetsing regionale keringen
-165
Nadelig
Stevige dijken
Dynamische inzet gietwaterbassins fase 2
-135
Nadelig
Voldoende water
Actualiseren kapitaallasten
-1.268
Nadelig
Meerdere programma’s
Actualiseren renteresultaat
866
Voordelig
Algemene dekkingsmiddelen
Actualiseren personeelskosten
470
Voordelig
Meerdere programma’s
Wijzigingsovereenkomst gemeente Rijswijk
145
Voordelig
Gezuiverd afvalwater
Cateringcontract
100
Voordelig
Organisatie
Frictiekosten personeel Kosten nazorg gemaal Morsestraat Overige bijstellingen Totaal
500
Voordelig
Algemene dekkingsmiddelen
-368
Nadelig
Gezuiverd afvalwater
143
Voordelig
Meerdere programma’s
4.018
Voordelig
Actualisering meerjarenraming 2014-2018 Na het vaststellen van de Programmabegroting 2014 (VV 21 november 2013) zijn de uitkomsten van het jaarverslag 2013 en Burap I van invloed op de meerjarige exploitatiesaldi. In tabel 4 zijn de oorspronkelijke en de nieuw berekende exploitatiesaldi weergegeven. Tabel 4: Exploitatiesaldi 2014-2018 Exploitatiesaldi 2014-2018 (bedragen * € 1 miljoen) Voordelige saldi oorspronkelijke meerjarenraming 2014-2018 Voordelige saldi meerjarenraming na Burap I 2014
2014
2015
2016
2017
2018
4,0
2,5
5,0
9,3
14,7
8,1
3,3
5,8
10,1
15,5
Taakstelling De taakstelling is uitgesplitst in een personeel deel, geraamd op € 6,1 miljoen en te realiseren in 2017, en een materieel deel, geraamd op € 13,6 miljoen, te realiseren in 2014. Tabel 5: Taakstelling 2011-2017 Invulling taakstelling (bedragen in x € 1 miljoen)
2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 cumulatief cumulatief cumulatief cumulatief cumulatief cumulatief cumulatief gerealiseerd gerealiseerd gerealiseerd verwacht verwacht verwacht verwacht
Ingevuld personeel
1,2
2,8
3,7
4,2
5,2
5,9
6,1
Ingevuld materieel
6,9
11,2
12,9
13,6
13,6
13,6
13,6
Totaal taakstelling
8,1
14,0
16,6
17,8
18,8
19,5
19,7
18,6 fte
56,6 fte
69,7 fte
77,6 fte
87,6 fte
96,6 fte
99,6 fte
Personeel (formatie)
2.5 Actualisering investeringen De verwachting is dat in 2014 een investeringsvolume van € 45,3 miljoen wordt gerealiseerd. De afwijkingen ten opzichte van Burap I worden in de afzonderlijke programma’s toegelicht. Tabel 6 geeft het verloop op programmaniveau van het oorspronkelijke investeringsvolume uit de begroting 2014 tot aan de verwachte realisatie voor 2014. 6
Tabel 6: Verloop investeringen per programma Investeringen per programma (bedragen * € 1 miljoen)
Geprogrammeerde investeringen begroting 2014
Geraamde investeringen Burap I
6,5
5,6
Voldoende water
16,6
13,7
Stevige dijken
18,9
16,3
Gezuiverd afvalwater
2,9
2,8
Instrumenten
0,3
0,3
Organisatie Totaal
7,9
6,6
53,1
45,3
Schoon water
Naast een actualisatie van de verwachte investeringsuitgaven voor 2014 zijn in deze Burap ook enkele lopende investeringsprojecten geactualiseerd. Het gaat hierbij om aanvragen of mutaties van een specifiek investeringsplan (IP) en/of het beschikbaar stellen van een investeringskrediet (IK). Tabel 7 geeft een totaaloverzicht per programma van de bijgestelde investeringsplannen en investeringskredieten. In hoofdstuk 3 worden deze bijstellingen in de afzonderlijke programma’s toegelicht. Tabel 7: Mutatie investeringsplannen en beschikbaar gesteld krediet Programma IP bij IK bij Mutatie IP Mutatie IK begroting begroting Schoon water Voldoende water
4.915
4.546
IP bij Burap I
IK bij Burap I
-713
-468
4.202
4.078
11.700
8.272
-390
-181
11.310
8.091
Stevige dijken
4.080
3.530
-1.180
-907
2.900
2.623
Gezuiverd afvalwater
7.035
6.966
0
-400
7.035
6.566
200
200
-200
-200
0
0
27.930
23.514
-2.483
-2.156
25.447
21.358
Organisatie Totaal
Gevraagd VV-besluit: 1. De eerste bestuursrapportage (Burap I) over 2014 vast te stellen. 2. Het verwachte resultaat over 2014 bij te stellen van € 4.046.000 voordelig naar € 8.064.000 voordelig, zoals weergegeven in tabel 2. 3. De totale raming van de verwachte investeringsuitgaven over 2014 conform tabel 6 bij te stellen van € 53,1 miljoen naar € 45,3 miljoen. 4. Van de lopende investeringen voor in totaal € 2.483.000 het investeringsplan te verlagen en voor in totaal € 2.156.000 het beschikbaar gestelde investeringskrediet te verlagen, conform tabel 7. 5. Een deel van de voor 2014 geraamde investeringen op het gebied van ICT-aanpassingen (in totaal € 485.000; zie programma Organisatie) niet te activeren maar de kosten van deze aanpassingen ten laste te brengen van de exploitatie.
7
3
Rapportage per programma
3.1 Schoon water Binnen het programma Schoon water is een onderscheid gemaakt in de volgende vijf programmalijnen: Chemische waterkwaliteit Ecologische waterkwaliteit Vismigratie Zwemwateren Lokale knelpunten 3.1.1 Afwijkingen op de doelen en resultaten jaarschijf 2014 Geen afwijkingen. 3.1.2 Stand van zaken prestatie-indicatoren Chemische waterkwaliteit De prestatie-indicatoren voor chemische waterkwaliteit zijn gebaseerd op jaargemiddelden. Hierdoor is in Burap I nog geen goed beeld te geven van de voortgang op de indicatoren. In maart 2014 is gestart met het doorspoelen van de boezem ten behoeve van de chemische waterkwaliteit. In Burap II wordt een eerste beeld gegeven van de effectiviteit in relatie tot de prestatie-indicatoren. Daarnaast is gestart met het opstellen van een aanpak Kwaliteitsbaggeren. Ecologische waterkwaliteit Deze programmalijn betreft de realisatie van natuurvriendelijke oevers en vispaaiplaatsen, waarvoor een KRW-resultaatsverplichting is afgesproken voor 2015. Voor 2014 is de realisatie van 9,6 ha natuurvriendelijke oervers (nvo) en vispaaiplaatsen (vpp) gepland. Vooralsnog lopen de projecten in 2014 volgens planning. Vismigratie Ook voor de vispassages geldt dat op dit moment Delfland op koers ligt om de geplande 4 vispassages in 2014 te realiseren. Zwemwater Het zwemseizoen loopt van 1 mei tot 1 oktober. De prestatie-indicatoren zijn gebaseerd op waterkwaliteitsmetingen in deze periode. In Burap I kan daarom nog geen informatie worden gegeven van de voortgang op de indicatoren. Lokale knelpunten Voor lokale knelpunten geldt dat de vastgestelde maatregelen in 2013 voor het einde van 2014 moeten zijn gerealiseerd. Dit betekent dat voor 2014 er 15 maatregelen uit de 3de ronde zijn gepland. Hiervan zijn er inmiddels 6 gereed. Van de 9 resterende maatregelen zijn er 4 die grotere investeringsprojecten betreffen welke dit jaar niet meer zullen worden opgeleverd. Dit is als zodanig vastgesteld in de VV van 24 april 2014.
8
3.1.3 Financiën 2014
Exploitatie: In Burap I zijn voor het programma Schoon water de volgende mutaties verwerkt. Specificatie mutaties per programmalijn Programma Schoon Chemische Ecologische water waterkwaliteit waterkwaliteit (bedragen * € 1.000)
Vismigratie
Zwemwateren
Lokale knelpunten
Totaal
Actualisatie kapitaallasten
0
18
44
14
-17
59
Voorziening onderhoud watergangen
0
-225
0
0
0
-225
Voorziening kwaliteitsbaggeren
0
0
0
-174
0
-174
Kosten kwaliteitsbaggeren
0
0
0
174
0
174
Totaal
0
-207
44
14
-17
-166
Toelichting Actualisatie kapitaallasten De kapitaallasten zijn € 59.000 hoger uitgevallen als gevolg van het eerder gereedkomen van investeringsprojecten. Deze mutatie vloeit voort uit de jaarrekening 2013. Voorziening onderhoud watergangen De kosten voor het onderhoud van de natuurvriendelijke oevers en de vispaaiplaatsen in samenhang met het onderhoud van de watergangen kunnen jaarlijks sterk fluctueren. Om deze fluctuaties te egaliseren heeft de VV op 24 april 2014 ingestemd met het treffen van een Voorziening onderhoud watergangen. In 2014 is hiervoor een storting vanuit het programma Schoon water van € 350.000 noodzakelijk. Deze storting wordt gedekt door de vrijval van de opgenomen budgetten ten behoeve van het onderhoud aan de natuurvriendelijke oevers en vispaaiplaatsen van € 575.000. Per saldo derhalve een vrijval van € 225.000. Bij het programma Voldoende water is de noodzaak van deze voorziening nader toegelicht. Voorziening en kosten kwaliteitsbaggeren In de Voorziening kwaliteitsbaggeren resteert een bedrag van € 174.000. Dit bedrag valt vrij ten gunste van de programmalijn zwemwateren, om de waterkwaliteit van prioritaire zwemwateren te verbeteren (budget neutraal). In de volgende tabel worden de hiervoor genoemde mutaties verwerkt met de bedragen van de oorspronkelijk vastgestelde begroting 2014. Totaaloverzicht per programmalijn Programma Schoon Chemische Ecologische water waterkwaliteit waterkwaliteit (bedragen * € 1.000) Oorspr. begroting 2014 Mutatie Burap I Begroting na Burap I
Vismigratie
Zwemwateren
Lokale knelpunten
Totaal
2.389
935
244
221
285
4.073
0
-207
44
14
-17
-166
2.389
728
287
235
269
3.907
9
Investeringen: Programma Schoon water (bedragen * € 1.000)
Geraamde investeringen oorspronkelijke begroting 2014
Geraamde investeringen Burap I
Programmalijn 0
0
Ecologische waterkwaliteit
4.800
4.100
Vismigratie
1.300
1.200
Chemische waterkwaliteit
Zwemwateren Lokale knelpunten Saldo programma
0
0
400
300
6.500
5.600
Toelichting afwijking investeringsvolume 2014 Het geraamde investeringsvolume voor 2014 is lager dan begroot. De verklaring hiervoor is voor een belangrijk deel gelegen in de hogere uitgaven van het project aanleg nvo Boonervliet. De kosten van dit project (€ 500.000) waren begroot voor 2014, maar in de loop van het laatste kwartaal van 2013 werd duidelijk dat het project sneller in 2013 kon worden gerealiseerd, waar vervolgens ook op gestuurd is. Voor het overige deel wordt de afwijking verklaard door verwachte lagere realisatiekosten; niet alleen hebben een aantal projecten aanbestedingsvoordelen opgeleverd (€ 100.000, bijvoorbeeld nvo Duifpolder), ook worden geen tegenvallers meer verwacht in enkele projecten in uitvoering, waardoor de kosten van die projecten lager uitkomen (€ 300.000, bijvoorbeeld nvo Technopolis, nvo Ruijven). Bijstelling investeringsplan (IP) en –krediet (IK) Naam project (bedragen * € 1.000)
IP
IK
Mutatie IP
701464 NVO Noordvliet Commandeurspolder
1.420
1.419
25
701659 NVO Noordvliet Duifpolder (particulier)
2.055
1.855
-540
701668 NVO Noordvliet Duifpolder (Delfland)
800
685
-220
701613 NVO Oranjekanaal (Pettendijk)
220
206
14
Mutatie IK
IP Burap 1
IK Burap 1
26
1.445
1.445
-422
1.515
1.433
-147
580
538
28
234
234
Ecologische waterkwaliteit
701658 VPP Westboezem De Lier Totaal
420
381
8
47
428
428
4.915
4.546
-713
-468
4.202
4.078
Toelichting Genoemde bijstellingen betreffen de aanpassingen van investeringsplan en krediet. Zij hebben geen betrekking op de jaarschijven, maar op de gehele projectperiode. NVO Noordvliet Commandeurspolder De benodigde materialen voor de realisatie van dit project (o.a. lavasteen) blijken bij de eindafrekening iets hoger uit te vallen dan van tevoren was bedacht. Het investeringsplan en krediet is hierop aangepast. NVO Duifpolder (particulier en Delfland) Op basis van de begin 2014 aangehouden aanbesteding en het hiermee verkregen aanbestedingsvoordeel worden IP en krediet hierop aangepast. NVO Oranjekanaal en VPP Westboezem De Lier Beide projecten hebben eind 2013 te maken gehad met een onvoorziene bodemsanering. Dit heeft tot hogere kosten geleid, waardoor IP en krediet met een klein bedrag moeten worden aangepast.
10
3.1.4 Risicomanagement Chemische waterkwaliteit In 2014 wordt extra inzet gepleegd op het verbeteren van de chemische waterkwaliteit door doorspoelen van het watersysteem. Hiermee wordt maximaal ingezet op het bereiken van de beoogde kwaliteit. De chemische waterkwaliteit blijft echter afhankelijk van natuurlijke factoren en processen (waaronder regenval en temperatuur) en menselijk handelen (antropogene bronnen), waardoor de exacte mate van kwaliteitsontwikkeling niet tot in detail is te voorspellen. De beheermaatregel is monitoring van de kwaliteitsontwikkeling en bijsturing in de wijze en mate van doorspoeling, indien de kwaliteitsontwikkeling tijdens de doorspoelpilot achterblijft bij de verwachtingen. Ecologische waterkwaliteit De realisatie van NVO’s en VPP-en hangt af van de medewerking en instemming van de gebiedspartners in de verschillende projecten (overheden, belangenorganisaties, particulieren), maar ook van een voorspoedige uitvoering van de werkzaamheden. Voor een aantal projecten, zoals de NVO langs het Alternatief Afvoertracé en de NVO Slinksloot is ‘minnelijk verwerven’ het uitgangspunt bij het verkrijgen van de hiervoor benodigde gronden. Ook vergunningprocedures kunnen aanleiding geven tot vertragingen, niet alleen vanwege de mogelijke bezwaren, maar ook vanwege extra eisen van de vergunningverstrekkers. In deze gevallen geldt dat er met de projectomgeving en de betrokken gebiedspartners nauw wordt afgestemd om dergelijke situaties te voorkomen. Daarnaast kunnen bij projecten in uitvoering, zoals bijvoorbeeld de Bergboezem Berkel, ook vertragingen ontstaan vanwege onvoorziene gebeurtenissen tijdens de uitvoering, zoals bijvoorbeeld weersomstandigheden of onvoorziene vondsten (zoals verontreinigingen) tijdens het grondwerk. Zwemwater De maatregelen ter verbetering van de zwemwaterkwaliteit creëren randvoorwaarden om overlast door blauwalgen en bacteriën zo veel mogelijk te voorkomen, maar er blijft een risico op overlast. Zwemwater in oppervlaktewater is in sterke mate onderhevig aan natuurlijke processen, waardoor blauwalgen en bacteriën nooit helemaal zijn uit te bannen. Sommige oorzaken en bronnen zijn moeilijk helemaal te beïnvloeden (denk aan het weer of watervogels). Zo zorgt de relatief warme winter 2013/2014 voor een groter risico op blauwalgenoverlast in de zomer van 2014. Beheermaatregel: Bij het optreden van bacteriële problemen of blauwalgen overlast wordt hierover duidelijk gecommuniceerd, wordt met beheerders gezocht naar maatregelen en worden, zo mogelijk, passende maatregelen genomen. Bij jaarlijks terugkerende problemen, die niet of moeilijk oplosbaar zijn, wordt in overleg met de beheerder/eigenaar en met de provincie besproken of de functie zwemwater voor de betreffende locatie realistisch is, waarna de provincie de afweging maakt of de functie moet worden gehandhaafd.
11
3.2 Voldoende water Binnen het programma Voldoende water is een onderscheid gemaakt in de volgende drie programmalijnen: Regulier beheer polders en boezem Voorkomen wateroverlast polder Goede zoetwatervoorziening. 3.2.1 Afwijkingen op de doelen en resultaten jaarschijf 2014 Geen afwijkingen. 3.2.2
Stand van zaken prestatie-indicatoren
Regulier beheer polders en boezem De volgende prestatie-indicatoren lopen conform planning: het plegen van onderhoud aan (hoofd)watergangen (2014: 1955 km); het aantal te baggeren kilometers (seizoen 2013-2014 94 km; seizoen 2014-2015 163 km); het percentage ingeplande onderhoud installaties (2014: 90%); het aantal op te lossen knelpunten (2014: 6 van de 10). De sturing en de prognose is en blijft dat 90% van de vastgestelde peilen aan het eind van het jaar voldoet aan het peilbesluit. Op dit moment ligt dit percentage op het niveau van eind 2013 namelijk circa 86%. Voorkomen wateroverlast polder In de begroting 2014 is vastgelegd dat er dit jaar 14 knelpunten worden opgeleverd. Hieraan kan één knelpunt worden toegevoegd dat niet in 2013 kon worden opgelost. Inmiddels zijn er 3 knelpunten gereed, waaronder het knelpunt uit 2013. De overige 12 knelpunten bevinden zich in de realisatiefase en verlopen conform of zelfs voor op de planning. Goede zoetwatervoorziening Het aantal onderzoeken in voorbereiding/uitvoering/gereed afgezet tegen de planning is 100%. Dit is conform de begroting. Met de regio is een gezamenlijk bod met een maatregelenpakket als voorstel richting het deltaprogramma ingediend. De komende maanden zal blijken hoe stevig dit bod is en wat dit voor Delfland betekent in de uitwerking. 3.2.3 Financiën 2014
Exploitatie: In Burap I zijn voor het programma Voldoende water de volgende mutaties verwerkt. Specificatie mutaties per programmalijn Programma Voldoende water (bedragen * € 1.000) Actualisatie kapitaallasten Afwaardering boekwaarde invest. Voorziening onderhoud watergangen Voorziening onderhoudsbaggeren Dynamische inzet gietwaterbassins Diversen Totaal
Regulier beheer polders en boezem
Voorkomen wateroverlast polder
Goede zoetwatervoorziening
Totaal
-156
288
0
133
0
834
0
834
725
0
0
725
-6.150
0
0
-6.150
0
135
0
135
11
0
0
11
-5.570
1.257
0
-4.313
12
Toelichting Actualisatie kapitaallasten De kapitaallasten zijn € 133.000 hoger uitgevallen als gevolg van het eerder gereedkomen van investeringsprojecten. Deze mutatie vloeit voort uit de jaarrekening 2013. Afwaardering boekwaarde investeringen Van de investeringsprojecten cluster Nootdorp (700978) en gemaal Zuidpolder Rodenrijs (700993) is de boekwaarde van in totaal € 834.000 ten laste gebracht van de exploitatie. Daarmee wordt tegemoetgekomen aan de uitgangspunten zoals opgenomen in de nota Investerings- en activabeleid. Voorziening onderhoud watergangen De kosten voor het onderhoud van watergangen kunnen jaarlijks sterk fluctueren. Voor het onderhoud van watergangen is een beheerplan voor de periode 2014-2017 samengesteld en vastgesteld in maart 2014 door het college van D&H. Op basis van dit beheerplan heeft de VV op 24 april 2014 ingestemd met het treffen van de Voorziening onderhoud watergangen. Voor het egaliseren van de fluctuaties in de jaarlijkse onderhoudskosten wordt in het beheerplan voorgesteld een Voorziening onderhoud watergangen in te stellen. Jaarlijks wordt dan ten laste van de exploitatie eenzelfde bedrag in deze voorziening gestort. De jaarlijkse storting is gebaseerd op de gemiddelde verwachte kosten over de periode 2014-2017 en bedraagt € 3,6 miljoen. De werkelijke kosten komen ten laste van de voorziening. Aangezien de werkelijke kosten kunnen fluctueren ten opzichte van de jaarlijkse storting in de voorziening is het noodzakelijk dat de in te stellen voorziening onderhoud watergangen een startsaldo van € 0,4 miljoen heeft. Dit startsaldo wordt in 2014 ten laste van de exploitatie in de voorziening gestort en wordt gedekt uit de hierna toegelichte vrijval uit de Voorziening onderhoudsbaggeren. Als gevolg van het treffen van deze voorziening zijn in de begroting 2014 opgenomen budgetten vrijgevallen (€ 2.533.000). Ten slotte is € 392.000 onttrokken aan de voorziening in verband met niet begrote uurkosten. De tabel geeft een overzicht van alle mutaties in Burap I die verband houden met deze voorziening (programma’s Schoon water en Voldoende water). Voorziening onderhoud watergangen
Storting
Onttrekking
Vrijval budget
Mutatie Burap I
Programma Schoon water Programma Voldoende water
350.000 3.650.000
0 392.000
575.000 2.533.000
- 225.000 725.000
Netto lasten
4.000.000
392.000
3.108.000
500.000
Voorziening onderhoudsbaggeren Bij het baggeren is eerder geconstateerd dat ten opzichte van de geraamde kosten bij de start van de voorziening sprake is van een forse onderbesteding. De hoogte van de voorziening in 2010 was gebaseerd op de ervaringcijfers uit de jaren tot 2010, waarbij nog veel meer kubieke meters bagger werden verwijderd. Sinds de start van de voorziening in 2010 is, mede op basis van meer en betere baggergegevens, gebleken dat er in de praktijk minder baggerwerk nodig is en is de hoogte van de storting tussentijds in de begrotingen 2012 en 2014 al naar beneden bijgesteld. Uit een gedetailleerde analyse begin 2014 van de uitgaven en kengetallen is gebleken dat de afgelopen jaren de omvang van het benodigde baggerwerk in kubieke meters per seizoen verder is afgenomen. De kleinere baggerhoeveelheden lijken na de tweede baggercyclus van 8 jaar structureel en houden verband met het feit dat de afgelopen jaren het baggeren meer het karakter heeft gekregen van bijhouden. Zeker in de eerste baggercyclus maar ook in het begin van de tweede baggercyclus van 8 jaar was nog sprake van achterstanden uit het verleden. Daarnaast hebben het in eigen beheer voorbereiden van het baggerwerk, de optimalisatie van het baggerproces en meer mogelijkheden voor verspreiden van bagger geleid tot structureel lagere uitvoeringskosten in de afgelopen jaren.
13
Bovenstaande constateringen hebben geleid tot een actualisatie van het beheerplan onderhoudsbaggeren en een gewijzigde raming van de verwachte kosten van 2014-2021. Het geactualiseerde beheerplan is op 29 april 2014 vastgesteld door D&H. Uit de actualisatie blijkt dat de jaarlijkse storting in de voorziening kan worden verlaagd van € 4,05 miljoen naar € 3,6 miljoen en dat van de bestaande voorziening onderhoudsbaggeren een minimaal startsaldo van € 450.000 noodzakelijk is. Hierdoor kan van het huidige saldo van de voorziening van € 5,6 miljoen een bedrag van € 5,2 miljoen ten gunste van de exploitatie vrijvallen. Ten slotte is € 500.000 onttrokken aan de voorziening in verband met niet begrote uurkosten. De tabel geeft een overzicht van alle mutaties in Burap I die verband houden met deze voorziening (programma Voldoende water). Voorziening onderhoudsbaggeren
Storting
Onttrekking
Vrijval budget
Mutatie Burap I
Programma Voldoende water
-5.650.000
500.000
0
-6.150.000
Netto lasten
-5.650.000
500.000
0
-6.150.000
Dynamische inzet van gietwaterbassins Tuinders en Delfland kunnen samen voor droge voeten zorgen in de Oranjepolder. Fase 2 van de pilot Dynamische inzet van gietwaterbassins geeft inzicht in de wijze waarop tuinders en Delfland hierin kunnen samenwerken en in de randvoorwaarden voor Delfland brede toepassing. Hiervoor wordt van de gemeente Westland € 140.000 als bijdrage ontvangen en stelt Delfland hiervoor een budget van € 275.000 beschikbaar. Per saldo derhalve € 135.000. In de volgende tabel worden de hiervoor genoemde mutaties verwerkt met de bedragen van de oorspronkelijk vastgestelde begroting 2014. Totaaloverzicht per programmalijn Programma Voldoende water (bedragen * € 1.000)
Regulier beheer polders en boezem
Voorkomen wateroverlast polder
Goede zoetwatervoorziening
Totaal
Oorspr. begroting 2014
24.902
10.437
179
35.518
Mutatie Burap I
-5.570
1.257
0
-4.313
Begroting na Burap I
19.332
11.694
179
31.205
Investeringen: Programma Voldoende water (bedragen * € 1.000)
Programmalijn Regulier beheer polders en boezem Voorkomen wateroverlast polder Goede zoetwatervoorziening Saldo programma
Geraamde investeringen oorspronkelijke begroting 2014
Geraamde investeringen Burap I
6.100
5.000
10.500
8.700
0
0
16.600
13.700
Toelichting afwijking investeringsvolume 2014 Regulier beheer polders en boezem Bij het gemaal ZD Rotterdamseweg (701738) is enige vertraging opgelopen waardoor het uitgavenpatroon voor 2014 naar beneden wordt bijgesteld (€ 380.000). De oplevering van dit project staat nog steeds conform de planning in 2015 gepland.
14
Voor het gemaal Commandeurspolder is nog geen sprake van nieuwbouw. Er wordt een onderzoek gestart naar problemen, risico's en mogelijke alternatieven. De geplande uitgaven voor 2014 worden dan ook naar beneden bijgesteld (€ 500.000) en mogelijk wordt het investeringsvolume voor 2015 naar boven bijgesteld. Voor het gemaal Akkerdijkse Polder (701667) is naar aanleiding van de gesprekken met de gemeente Midden-Delfland over de monumentale status van het oude gemaal onduidelijkheid ontstaan over de mogelijkheid van de huidige geplande locatie van het nieuwe gemaal. Naar alle grote waarschijnlijkheid zal de ontwerpfase hierdoor langer duren en wordt in 2014 minder geïnvesteerd dan eerder werd aangenomen (€ 260.000). Voorkomen wateroverlast polder De effectiviteit ten opzichte van de verwachte kosten van het project Tuindersweg (701728) te Maasdijk, lagen niet in verhouding. Te meer omdat Delfland in de Oranjepolder de proef met de dynamische gietwaterbassins heeft uitgebreid, kon de portefeuillehouder besluiten het project Tuindersweg niet verder ten uitvoer te brengen. De verwachte kosten voor 2014 van € 400.000 zullen dan ook niet worden gemaakt. Daarnaast gaat de bouw van het gemaal Dorppolder (701577) te Midden-Delfland waarschijnlijk langer duren dan eerst werd aangenomen. Het gebiedsproces met de betrokken agrariërs kost meer tijd dan vooraf was voorzien, waardoor de start van de bouw later dit jaar geschiedt. Hierdoor zal in 2014 minder worden geïnvesteerd ( € 220.000). Ook het project gemaal Laakmolen (701742) heeft te maken met een langer proces, in verband met de afstemming met de gemeente Den Haag, waardoor het project later start. Hierdoor verschuift een deel van het investeringsvolume naar 2015 (€ 400.000). Binnen het project waterkwantiteitsmaatregelen Delfhaven (701288) heeft een verschuiving van uitvoeringswerkzaamheden plaatsgevonden waardoor een groot deel van de werkzaamheden in 2015 worden uitgevoerd. In 2014 wordt hierdoor minder uitgegeven (€ 350.000). Daarnaast is op basis van de ervaring van voorgaande jaren op projecten met een groot risicodossier of waar de planvormings- en vergunningsprocedures nog niet zijn afgerond de jaarraming verder verlaagd (€ 400.000). Het voorgaande levert binnen het programma Voldoende Water in totaliteit een bijstelling van het investeringsvolume op van € 2,9 miljoen. Bijstelling investeringsplan (IP) en –krediet (IK) Naam project (bedragen * € 1.000)
IP
IK
Mutatie IP
Mutatie IK
IP Burap I
IK Burap I
Regulier beheer polders en boezem 701701 Onderhoud gemaal Noordpolder Delfgauw
155
119
40
65
195
184
701703 Onderhoud gemaal Kerkpolder Zuid
275
239
75
95
350
334
700978 Cluster Pijnacker Nootdorp
2.020
1.989
-447
-447
1.573
1.542
700993 Gemaal zuidpolder Rodenrijs
1.325
1.308
-387
-387
938
921
701000 Gemaal Voorafschepolder
2.650
2.611
9
48
2.659
2.659
701748 Boostergemaal Kerstanjewetering 701749 Waterberging bergboezem Zuidpolder van Delfgauw
1.920
1.803
320
248
2.240
2.051
3.355
203
0
197
3.355
400
11.700
8.272
-390
-181
11.310
8.091
Voorkomen wateroverlast polder
Totaal
15
Toelichting Regulier beheer polders en boezem Gemaal Noordpolder Delfgauw Bij de wateroverlast van 13 oktober 2013 werd duidelijk dat de opvoerhoogte van het gemaal vergroot moest worden. Het investeringsplan en krediet is hierop aangepast. Gemaal Kerkpolder Zuid Bij nadere inspectie bleek dat de pomp mechanisch veel mankementen vertoonde. Uit overwegingen van kosten, duurzaamheid en onderhoud is gekozen om een nieuwe pomp te installeren, waardoor het investeringsplan en het krediet moet worden aangepast. Voorkomen wateroverlast polder Cluster Pijnacker Nootdorp en gemaal Zuidpolder Rodenrijs Beide projecten zijn opgeleverd en afgerond. Bijstelling IP en krediet is noodzakelijk in verband met het budget wat na uitvoering is overgebleven. Gemaal Voorafschepolder Project is nagenoeg gereed, alleen de restpunten worden nog afgehandeld. Bijstelling is in verband met de langere doorloop van dit project als gevolg van de achterblijvende elektrische aansluiting en aansluiting op het water vanuit het project Groenzoom noodzakelijk. Boostergemaal Kerstanjewetering De verhoging van het IP en krediet wordt gedeeltelijk veroorzaakt door een hogere inschrijving voor de uitvoering dan verwacht. Daarnaast heeft er een correctieboeking plaatsgevonden, waarbij een deel van de ontwerpkosten, welke ten laste van het poldergemaal waren geboekt, nu ten laste van het Boostergemaal zijn gebracht. Waterberging bergboezem Zuidpolder van Delfgauw Na verder onderzoek in het project is gebleken dat de inhoud van de berging kleiner kan dan eerder was aangenomen. Hierdoor worden in totaal minder kosten verwacht, maar om de kleinere berging plantechnisch vast te leggen zal de ontwerpfase langer gaan duren en meer gaan kosten. 3.2.4 Risicomanagement Schade wateroverlast Delfland spant zich in om, binnen de beperkte middelen die ter beschikking staan, het gebied te laten voldoen aan de normen uit de Provinciale Waterverordening op het tijdstip dat de provincie vaststelt. De kans bestaat dat, rekening houdend met het klimaatscenario 2050, bepaalde delen van het gebied niet op dat tijdstip voldoen aan de normen voor wateroverlast. Het gevolg daarvan is dat de rechter kan oordelen dat Delfland aansprakelijk is voor schade die ontstaat door wateroverlast. Daarbij worden de volgende beheermaatregelen gebruikt: Zo snel mogelijk samen met andere waterschappen en de Unie van Waterschappen proberen de termijn, waarop het watersysteem aan de normen moet voldoen, bij de provincie vast te leggen; Aantonen wat gedaan is om wel aan de normen te voldoen en, voor zover dat niet mogelijk is, wat Delfland heeft gedaan om de normen bespreekbaar te maken of de termijn waarop aan de normen moet worden voldaan op te schuiven. Planning oplevering gemalen De technische oplevering van poldergemaal Kerstanjewetering, Boostergemaal Kerstanjewetering en gemaal Harnaschpolder staan gepland voor december 2014. Het risico bestaat dat deze (net) niet op tijd worden gerealiseerd om de doelstellingen voor 2014 te behalen. Mogelijke risico’s op vertragingen zijn in beeld gebracht en zijn waar mogelijk beheermaatregelen genomen.
16
3.3
Stevige dijken
Binnen het programma Stevige dijken is een onderscheid gemaakt in de volgende drie programmalijnen: Primaire waterkeringen Regionale waterkeringen Overige waterkeringen. 3.3.1 Afwijkingen op de doelen en resultaten jaarschijf 2014 Geen afwijkingen. 3.3.2 Stand van zaken prestatie-indicatoren Primaire waterkeringen De afgekeurde 1,1 km uit de derde toetsronde valt uiteen in twee trajecten. Bij het traject Spuihaven gaat het om 200 meter waarvan na uitvoering van een geavanceerde toets alsnog 150 meter is goedgekeurd. Voor 50 meter van dit traject gaat het om daadwerkelijk te verbeteren kering. De voorbereiding voor dit project is opgestart. Bij het traject Merwehaven gaat het om 900 meter waarvoor een geavanceerde toets is uitgevoerd. Voor de twee goedgekeurde trajecten is het proces van goedkeuring door de inspectie opgestart. Indien de inspectie akkoord gaat met de goedkeuring, moet nog slechts 50 meter verbeterd worden, waarmee dit jaar al 99,9% van de primaire kering op orde is. Regionale waterkeringen In 2014 zijn meerdere projecten aanbesteed of in uitvoering. In totaal gaat het om 7,35 kilometer waarvan circa 5 kilometer in 2014 op orde zal zijn. Het gaat om de projecten: Bovenvaart polder Berkel 2,3 km (waarvan de helft in 2015 gereed komt) Aalkeet Buitenpolder Boonervliet 2,0 km (waarvan de helft in 2013 gereed was) Klaas Engelbrechtspolder 0,35 km Ackerdijksche polder – Berkelse Zweth 0,3 km Duifpolder/Vlaardingsekade 1,5 km (waarvan de helft in 2015 gereed komt) Dijkpolder 0,2 km Schieveen langs Delftse Schie 0,5 km Akkerdijksche polder langs Delftse Schie 0,2 km Buitengewoon onderhoud regionale waterkeringen De voorbereiding en uitvoering van de groene kades verloopt volgens planning en ondervindt geen hinder van doorgeschoven werkzaamheden vanuit 2013. Budget voor deze in de jaarrekening 2013 gemelde vertraging als gevolg van het faillissement van een onderaannemer, is binnen de bestaande begroting gevonden bij programmalijn Overige waterkeringen. Innovatie en onderzoek regionale keringen In de jaarrekening 2013 is aangegeven dat het eerste deel van de uitbesteding proevenverzameling doorschuift naar 2014. Omdat het hiervoor benodigde budget niet geheel uit de bestaande begroting kan worden gedekt, wordt in deze burap extra budget aangevraagd. Veiligheidstoetsing regionale keringen In de jaarrekening 2013 is aangegeven dat het ontwerp en de bouw van het meetnet voor het monitoren van de effecten van de voorgenomen vermindering van de grondwateronttrekking in Delft-Noord, is doorgeschoven van 2013 naar 2014. Teneinde het ontwerp en de bouw van het meetnet in 2014 te kunnen uitvoeren wordt in deze burap extra budget aangevraagd. Overige waterkeringen De komende jaren zullen op beperkte schaal verbeteringswerken worden uitgevoerd gelet op de verminderingen van de grondwateronttrekking in Delft Noord. Voor 2014 zijn geen
17
verbeteringswerken gepland. Door het uitvoeren van verbeteringswerken vermindert de noodzaak van instandhouding van deze onttrekking en daarmee het belang van Delfland. Onderhoud overige waterkeringen In 2014 wordt vanwege het project ‘nut en noodzaak overige keringen’ terughoudend met buitengewoon groot onderhoud aan overige keringen omgegaan. Hierdoor ontstaat budgetruimte die kan worden gebruikt voor onderhoud regionaal om de in 2013 ontstane vertraging bij regionale keringen op te vangen. 3.3.3 Financiën 2014
Exploitatie: In Burap I zijn voor het programma Stevige dijken de volgende mutaties verwerkt. Specificatie mutaties per programmalijn Primaire waterkeringen
Regionale waterkeringen
Overige waterkeringen
Totaal
Actualisatie kapitaallasten en effecten jaarrekening
-100
841
0
741
Innovatie/onderzoek regionale kering
Programma Stevige dijken (bedragen * € 1.000)
-25
170
-35
110
Veiligheidstoetsing regionale kering
0
165
0
165
Onderhoud regionale en ov. keringen
0
500
-500
0
Diversen
0
16
-20
-4
-125
1.692
-555
1.012
Totaal
Toelichting Actualisatie kapitaallasten en effecten jaarrekening 2013 De kapitaallasten zijn € 841.000 hoger uitgevallen als gevolg van het eerder gereedkomen van investeringsprojecten. Deze mutatie vloeit voort uit de jaarrekening 2013. De post onderhoud primaire keringen is naar aanleiding van het resultaat van de jaarrekening 2013 structureel met € 100.000 verlaagd. Per saldo is het netto stijging derhalve € 741.000. Innovatie en onderzoek regionale keringen Vanwege het vanuit 2013 doorschuiven van het eerste deel van de uitbesteding proevenverzameling naar 2014 is € 170.000 budget nodig. Omdat vanuit het Beheerregister primair en regionaal respectievelijk € 25.000 en € 35.000 hiervoor beschikbaar is, wordt voorgesteld het budget met de resterende € 110.000 te verhogen. Veiligheidstoetsing regionale keringen Het eerste deel van het ontwerp en de bouw van het meetnet voor het monitoren van de effecten van de vermindering van de grondwateronttrekking in Delft-Noord is doorgeschoven van 2013 naar 2014.Teneinde het ontwerp en de bouw van het grondwatermeetnet voor de onttrekking van DSM in 2014 te kunnen uitvoeren wordt voorgesteld het budget met de benodigde € 165.000 te verhogen. Onderhoud regionale en overige waterkeringen Voorgesteld wordt om de kosten voor de doorgeschoven werkzaamheden vanuit 2013 van € 500.000 te dekken met het vrijgevallen budget bij onderhoud overige keringen (budgetneutraal). In de volgende tabel worden de hiervoor genoemde mutaties verwerkt met de bedragen van de oorspronkelijk vastgestelde begroting 2014.
18
Totaaloverzicht per programmalijn Programma Stevige dijken (bedragen * € 1.000)
Primaire waterkeringen
Regionale waterkeringen
Overige waterkeringen
Totaal
Oorspr. begroting 2014
3.540
6.584
968
11.092
Mutatie Burap I
-125
1.692
-555
1.012
Begroting na Burap I
3.415
8.277
413
12.104
Investeringen: Programma Stevige dijken (bedragen * € 1.000)
Geraamde investeringen oorspronkelijke begroting 2014
Geraamde investeringen Burap I
Programmalijn Primaire waterkeringen Regionale waterkeringen Overige waterkeringen HWBP Saldo programma
200
400
9.900
7.150
100
50
8.700
8.700
18.900
16.300
Toelichting afwijking investeringsvolume 2014 Binnen het programma zijn meerdere aanpassingen als het gaat om de investeringen. Bij een aantal projecten gaan de kosten omlaag als gevolg van een aanbestedingsvoordeel (kadeverbeteringen Duifpolder en Vlaardingsekade) of door verschuiving van een deel van de (geplande) werkzaamheden naar 2015 (kadeverbeteringen Duifpolder en Vlaardingsekade, kades DSM, kadeverbetering langs de Bovenvaart). Bij andere is er een hogere uitgave als gevolg van een voorspoedig verloop van de projecten. Voor de projecten die voortvloeien uit het complex buitengewoon onderhoud kunnen scopewijzigingen en aanbestedingsvoordelen leiden tot een lagere uitgave (€ 1,2 miljoen i.p.v. € 2,8 miljoen). Daarnaast is op basis van de ervaring van voorgaande jaren –waarbij de begroting niet gerealiseerd werd- op projecten met een groot risicodossier of waarvan de planvormings- en vergunningsprocedures nog niet zijn afgerond, de jaarraming iets verder verlaagd. Ook is er een verschuiving van een deel van de kosten van de programmalijn regionaal naar de programmalijn primair, waardoor de laatste € 0,2 miljoen hoger uitkomt. Per saldo is de verwachting dat het totale programma circa € 2,6 miljoen lager uitkomt. De verwachting is evenwel dat ondanks deze verschuivingen de opgave om de risicovolle keringen in 2015 op orde te hebben wordt gehaald, behoudens de kades met wegen. Vanwege afstemming met de wegbeheerders en het zoveel mogelijk werk met werk maken zal een deel van de kadetrajecten met wegen later gereed komen. Voor twee projecten is er onzekerheid over de uitgave in 2014. Mogelijk verschuift een deel van de realisatie van het project kadeverbetering traject 7 Mariahoeve/Marlot naar 2015 als gevolg van een langere voorbereidingstijd. Omdat nochtans geen inzicht is in eventuele bijstellingen, is dit niet verwerkt in deze burap. Bij Burap II zal naar verwachting meer inzicht hierover beschikbaar zijn.
19
Bijstelling investeringsplan (IP) en –krediet (IK) Naam project (bedragen * € 1.000)
IP
IK
Mutatie IP
Mutatie IK
IP Burap 1
IK Burap 1
Regionale waterkeringen 701648 kade 16 Duifpolder
2.800
2.410
-740
-552
2.060
1.858
701649 kade 32 Vlaardingsekade
1.280
1.120
-440
-355
840
765
Totaal
4.080
3.530
-1.180
-907
2.900
2.623
Toelichting Regionale waterkeringen Als gevolg van aanbestedingsvoordelen kan het IP en IK van de projecten kade 16 Duifpolder en kade 32 Vlaardingsekade naar beneden worden bijgesteld. De volgende projecten kunnen afgesloten worden: 700792 Kades Commandeurspolder; 701490 Kadestrekking Harnaschpolder-Look. 3.3.4 Risicomanagement Er zijn geen afwijkingen op de eerder in de begroting 2014 of in het jaarverslag 2013 gemelde risico’s van het programma. Aan deze risico’s kan het volgende risico worden toegevoegd. Buitengewoon onderhoud regionale waterkeringen Als gevolg van een krappe personele bezetting (binnen het team OWW) is er een risico op kwaliteit- en efficiencyverlies in de uitvoering van het onderhoud. Hiervoor wordt gezocht naar formatie binnen de organisatie dan wel zal inhuur plaatsvinden. Zodra hier meer duidelijkheid over bestaat zullen de extra kosten worden meegenomen (Burap II). Als het gaat om het buitengewoon onderhoud bij kades met wegen wordt er afgestemd met de wegbeheerders (werk-met-werk maken). Dit vraagt capaciteit binnen de organisatie (zowel kwalitatief als kwantitatief; zie hierboven en § 3.5.4. Omgevingsmanagement). Als gevolg van onzekerheden over de beschikbare capaciteit en vanwege de benodigde afstemming met de wegbeheerders zijn er risico’s voor het halen van de planning en daarmee de uitgaven. Met de gemeenten wordt scherp onderhandeld over de meerkosten voor het buitengewoon onderhoud in de situaties dat de gemeenten het werk uitvoert. Voor de aanbestedingen is Delfland afhankelijk van de markt.
20
3.4 Gezuiverd afvalwater Binnen het programma Gezuiverd afvalwater bestaan vier programmalijnen: Transporteren Zuiveren Doelmatigheid Publieke private samenwerking. 3.4.1 Afwijkingen op de doelen en resultaten jaarschijf 2014 Geen afwijkingen. 3.4.2 Stand van zaken prestatie-indicatoren Transporteren In de rapportageperiode is voor 100% voldaan aan de vastgestelde afnameverplichting. Er is geen afwijking met betrekking tot de prestatie-indicator. Vanaf 1 januari tot en met februari 2014 is er 26.752.535 m3 van het verwachte jaartotaal van 150.000.000 m3 afvalwater verpompt. Voor de rioolgemalen is 1.789.597 kWh elektriciteit verbruikt van het geschatte jaartotaal van 10.500.000 kWh. Zuiveren In de rapportageperiode hebben de zuiveringsprestaties 100% voldaan aan de wettelijke eisen. Er is geen afwijking met betrekking tot de prestatie-indicator. Hieronder volgen de benoemde kengetallen met de stand van zaken tot eind februari. - Totaal behandeld afvalwater (influent): 24.519.905 m3 van het verwachte jaartotaal 135.000.000 m3; - Totaal ontvangen vuilvracht (influent): 1.543.241 vervuilingseenheden (verwacht jaartotaal 1.500.000 ve’s); - Rest ve’s t.b.v. Rijksheffing (effluent): 71.450 ve (verwacht jaartotaal 55.000 vervuilingseenheden); - Verwijderingrendement vervuilingeenheden: 95,3% ten opzicht van het geschatte jaargemiddelde 92,5%; - Verwijderingrendement stikstof: 75,1% ten opzichte van het geschatte jaargemiddelde 79,0%; - Verwijderingrendement fosfaat: 74,0% ten opzichte van het geschatte jaargemiddelde 75,5%; - Elektriciteitsverbruik zuiveringen: 8.574.689 kWh van het verwachte jaartotaal 53.000.000 kWh; - Elektriciteitproductie (eigen opwekking): 4.768.813 kWh van het verwachte jaartotaal 22.000.000 kWh; - Hoeveelheid afgevoerd ontwaterd slib: 6.826 ton van het verwachte jaartotaal 85.500 ton; - Gemiddelde drogestofgehalte slibontwatering: 21,7% ten opzichte van het jaargemiddelde 21,4%. Doelmatigheid Rotterdamse Samenwerking en de Afvalwaterketen (RoSa) Het programma RoSa is van start gegaan en het programmateam en de werkgroepen zijn bemand. De eerste tussenproducten, waaronder een opzet voor de monitoring van de doelen, zijn opgeleverd. Netwerk Afvalwaterketen Delfland (NAD) NAD is van start gegaan. De eerste werkgroepen, waaronder kernteam en werkgroep planvorming, zijn bemand en gaan van start. Samenwerking buurwaterschappen Een conceptrapport is gereed. Deze rapportage zal aan de managers worden voorgelegd. Vervolgens zal de eindrapportage aan de SD’s worden gepresenteerd. 21
Rioleringsplannen Er is binnen de reactietermijn integraal advies geleverd in zeven rioleringsplannen. Publieke private samenwerking In de rapportage periode is voor 100% voldaan aan de vastgestelde afnameverplichting en wettelijke eisen. Afvalwaterketen Haagse Regio Toekomstbestendig en Transparant (AHR T&T) Vanaf augustus 2013 is de uitwerking van het onderzoeksrapport van de VV-commissie ter hand genomen. In 2013 zijn twee deelprojecten gerealiseerd (5.1 Administratieve verwerking en 6.1 Bestuurlijke samenvatting DBFO contract). De oplevering van de volgende vier deelprojecten zal naar verwachting in mei/juni plaatsvinden, terwijl de laatste twee deelprojecten het traject in september/oktober zullen afsluiten. 3.4.3 Financiën 2014
Exploitatie: In Burap I zijn voor het programma Gezuiverd afvalwater de volgende mutaties verwerkt. Specificatie mutaties per programmalijn Programma Gezuiverd Transporteren afvalwater (bedragen * € 1.000) Actualisatie kapitaallasten
-136
Zuiveren
Doelmatigheid
Publiek private samenwerking
Totaal
153
0
238
255
Kosten nazorg investeringen
0
0
0
368
368
Onderhoudsvervangingen
0
621
0
0
621
Windturbines
0
0
-42
0
-42
Bijdrage Rijswijk
0
0
0
-145
-145
Diversen
0
3
0
-3
0
-136
777
-42
458
1.057
Totaal
Toelichting Actualisatie kapitaallasten De kapitaallasten zijn € 255.000 hoger uitgevallen als gevolg van het eerder gereedkomen van projecten. Deze mutatie vloeit voort uit de jaarrekening 2013. Kosten nazorg investeringen Overeenkomstig de nota Investerings- en activabeleid komen de kosten van nazorg ten laste van de exploitatie. De renovatie van het rioolgemaal Morsestraat is gereed. De kosten van nazorg van dit gemaal zijn geraamd op € 368.000. Met de kosten van nazorg is in de begroting 2014 (exploitatie) geen rekening gehouden. ` Onderhoudsvervangingen In de VV van november 2012 is een andere werkwijze vastgesteld met betrekking tot de onderhoudsvervangingen in het programma gezuiverd afvalwater. Deze onderhoudsvervangingen worden vanuit de onderhoudsvoorziening gedekt. Naar aanleiding van het advies van de accountant bij de jaarrekening 2013 wordt de dotatie aan de voorziening op basis van het onderhoudsbeheersplan 2013-2020 gelijkmatig geëffectueerd. Dit leidt tot een jaarlijkse toevoeging aan de voorziening via de exploitatie van € 871.000. Voor 2014 betekent dit een begrotingswijziging van € 621.000 in de exploitatie. Het jaarlijkse bedrag wordt geactualiseerd naar aanleiding van het geactualiseerde onderhoudsbeheersplan bij de begroting.
22
Windturbines Conform het D&H besluit van 7 januari 2014 is er een conceptakte inzake vestiging recht van opstal voor twee windturbines op de AWZI De Groote Lucht met vier erfdienstbaarheden. Dit besluit leidt tot een structurele opbrengst van € 42.000 (jaarlijkse retributie). Bijdrage Rijswijk Dit betreft de afrekening met de gemeente Rijswijk als gevolg van de wijzigingsovereenkomst tussen de gemeente Rijswijk en het Hoogheemraadschap van Delfland voor de bepaling van het overnamepunt voor het transport van afvalwater. Zoals in de jaarrekening 2013 is gemeld wordt het structurele effect van de verhoogde opbrengst van € 145.000 in Burap I verwerkt. In de volgende tabel worden de hiervoor genoemde mutaties verwerkt met de bedragen van de oorspronkelijk vastgestelde begroting 2014. Totaaloverzicht per programmalijn Programma Gezuiverd Transporteren afvalwater (bedragen * € 1.000)
Zuiveren
Doelmatigheid
Publiek private samenwerking
Totaal
Oorspr. begroting 2014
4.848
13.840
1.466
86.428
106.582
Mutatie Burap I
-136
777
-42
458
1.057
Begroting na Burap I
4.713
14.617
1.424
86.886
107.639
Investeringen: Programma Gezuiverd afvalwater (bedragen * € 1.000)
Geraamde investeringen oorspronkelijke begroting 2014
Geraamde investeringen Burap I
Programmalijn Transporteren
0
Zuiveren
0
0
600
550
2.300
2.250
2.900
2.800
Doelmatigheid Publieke private samenwerking Saldo programma
0
Toelichting afwijking investeringsvolume 2014 Er zijn geen bijstellingen in de geraamde investeringen voorzien. Als gevolg van afronding is het totale volume met € 100.000 verlaagd. Bijstelling investeringsplan (IP) en –krediet (IK) Naam project (bedragen * € 1.000)
IP
IK
Mutatie IP
Mutatie IK
IP Burap I
IK Burap I
Publiek private samenwerking 701230 Rioolgemaal Scheveningen
7.035
6.966
0
-400
7.035
6.566
Totaal
7.035
6.966
0
-400
7.035
6.566
23
Toelichting Rioolgemaal Scheveningen Het investeringskrediet voor gemaal Scheveningen (701230) wordt met € 400.000 verlaagd tot € 6.566.191. Een deel van het aanbestedingsvoordeel was beschikbaar gehouden voor meerwerkclaims in de uitvoering. De ontvangen meerwerkclaims vallen mee. Daarom kan het restant van het aanbestedingsvoordeel worden teruggegeven. 3.4.4 Risicomanagement Geschillen gemeente Midden Delfland Aanslagen onroerendezaakbelasting voor de AWZI Harnaschpolder Op 5 november 2013 heeft de rechtbank uitspraak gedaan. Delfland is in volle omvang in het gelijk gesteld. De gemeente heeft na deze uitspraak hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof. Delfland heeft op 7 maart 2014 het verweerschrift ingediend. Exploitatiebijdrage Vastgoedzone nabij AWZI Harnaschpolder De gesprekken tussen de gemeente en het college van Delfland voor een definitieve oplossing zijn in een afrondende fase. Het resultaat zal worden voorgelegd aan de VV. Geschil met de gemeente Rijswijk Overeenkomst aanleg en onderhoud Jaagpadleiding Het risico vervalt door de uitkomst van de bindende arbitrage-uitspraak van 24 april en betreft een Delflandse bijdrage van circa € 1,52 miljoen waarin begrepen de helft van de arbitragekosten. Overig Verleggen persleidingen Delfland heeft tientallen kilometers persleiding in beheer. In de meeste gevallen is Delfland niet de eigenaar van de grond waarin deze persleidingen liggen. Er bestaat dan het risico dat de grondeigenaar Delfland zal verzoeken de persleiding te verleggen. Om dit risico in de toekomst te beperken moeten voor persleidingen waarvoor dat nog niet is gebeurd, overeenkomsten worden gesloten met de grondeigenaar. Dit kan door bijvoorbeeld het vestigen van een recht van opstal.
24
3.5 Instrumenten Binnen het programma instrumenten is een onderscheid gemaakt in de volgende vier programmalijnen: Gebiedsgericht samenwerken Regulering en toezicht Communicatie Digitale dienstverlening. 3.5.1 Afwijkingen op de doelen en resultaten jaarschijf 2014 Geen afwijkingen. 3.5.2 Stand van zaken prestatie-indicatoren Gebiedsgericht samenwerken Het percentage van de uitvoeringsprogramma’s dat actueel is bedraagt 93% (planning 100%). Het percentage binnen de termijn afgehandelde watertoetsen is conform planning 100%. Regulering en toezicht Het percentage afgehandelde vergunningen binnen wettelijke termijnen is conform planning. Communicatie Het percentage van de artikelen over Delfland conform kernboodschap en met de gewenste toonzetting is voor 2014 gesteld op 55%. Maandelijks worden bedoelde artikelen verzameld en geanalyseerd. Na het eerste halfjaar wordt een voorlopige score bepaald. Het percentage van de medewerkers dat de mate waarin ze zich geïnformeerd en betrokken voelt bij de (veranderingen in de) organisatie minimaal een voldoende geeft, wordt gesteld op 75. Eén keer per jaar wordt een medewerkersonderzoek uitgevoerd. Digitale dienstverlening De planning is dat in 2014 een besluit wordt genomen over de implementatie van 3Di. In maart 2014 vinden de voorbereidingen plaats voor besluitvorming door D&H. De belangrijkste of primaire processen binnen de teams Toezicht & Handhaving en Regulering & Planadvisering worden zaakgericht ondersteund volgens de door Delfland vastgestelde kwaliteitsnormen. In februari 2014 is gestart met de kick off workshop voor het eerste zaaktype: 'Incidentmelding behandelen'. Dit wordt gezamenlijk opgepakt met de hoogheemraadschappen van Rijnland en Schieland en de Krimpenerwaard. Voor Delfland geldt dat ook de Calamiteitenorganisatie door middel van het zaaksysteem ondersteund zal worden. Voorts is in 2013 besloten om de inzet op het innovatietraject 3Di uit te breiden met het opzetten van polderschema’s. De pilotfase is 1 april 2014 afgesloten met een symposium. Inmiddels is besloten de implementatie ter hand te nemen. De afronding van de pilotfase heeft geleid tot een externe prioriteitsstelling waardoor enkele activiteiten, een aantal watersysteemanalyses, beleidsnota en dergelijke vertraging hebben opgelopen. 3.5.3 Financiën 2014
Exploitatie: In Burap I is voor het programma Instrumenten een enkele mutatie verwerkt namelijk de overheveling van een budget van programma Organisatie.
25
Totaaloverzicht per programmalijn Programma Instrumenten (bedragen * € 1.000)
Gebiedsgericht samenwerken
Regulering en toezicht
Communicatie
Digitale dienstverlening
Totaal
2.665
5.269
1.544
857
10.334
Oorspr. begroting 2014 Mutatie Burap I Begroting na Burap I
10
0
0
0
10
2.675
5.269
1.544
857
10.344
Investeringen: Programma Instrumenten (bedragen * € 1.000)
Geraamde investeringen oorspronkelijke begroting 2014
Programmalijn Gebiedsgericht samenwerken Regulering en toezicht Communicatie Digitale dienstverlening Saldo programma
Geraamde investeringen Burap I
0
0
0
0
300
300
0
0
300
300
Toelichting afwijking investeringsvolume 2014 Geen bijstelling. 3.5.4 Risicomanagement Omgevingswet Het proces van de Omgevingswet loopt. In 2014 vindt verdere uitwerking van wetgeving plaats. Afhankelijk van de bevoegdhedenverdeling die wordt voorgesteld, wordt een inschatting gemaakt of dit leidt tot een verandering in de taken en de benodigde inzet. Wanneer de bevoegdheidverdeling bekend is, worden de consequenties in beeld gebracht en, indien nodig, voorstellen gedaan hoe hiermee om te gaan. Omgevingsmanagement Vanuit het programma Stevige dijken is een extra uitvraag gekomen voor planvorming voor wegen op kades. Dit gaat om meer trajecten (kansen) dan in de begroting was voorzien. Hiervoor zal extra worden ingehuurd. De kosten hiervoor zijn slechts deels voorzien in de begroting. Zodra hier meer duidelijkheid over bestaat zullen de extra kosten worden meegenomen (Burap II). Veranderingen in planvormingsprocessen Een aantal waterplanprojecten uit 2013 is begin 2014 afgerond. De hiermee gemoeide kosten zijn beperkt in omvang en komen ten laste van begroting 2014. Mogelijk wordt hierdoor het budget overschreden. Of dit daadwerkelijk het geval is zal in loop van het jaar, na de gemeentelijke verkiezingen, blijken als de intenties van de gemeenten ten aanzien van waterplannen zichtbaar worden. Bovendien speelt in het kader van Delflandse betrokkenheid bij de Blankenburgertunnel onder meer het ontwerp van de waterkeringen en de aansluiting van de tunnelmond. Afhankelijk van de uitkomst van deze discussie zal Delfland expertise moeten inhuren ten behoeve van een risico-uitwerking voor een eventuele beheertaak. Deze was niet voorzien in de begroting. Indien dit risico zich voordoet zal dat worden meegenomen in Burap II. Ontwikkelingsmaatschappij ‘Het Nieuwe Westland’ (ONW) In overleg met de partners binnen de Ontwikkelingsmaatschappij ONW wordt gesproken over een vereenvoudigde governance structuur van ONW. Dit als gevolg van de recessie op de 26
woningmarkt. De besluitvorming over deze structuur heeft nog niet plaatsgevonden. Ook vindt een nieuwe uitwerking plaats van het plan voor het ‘Nieuwe water’. Daarbij zal tevens worden onderzocht op welke wijze invulling kan worden gegeven aan de wateraspecten. Besluitvorming hierover wordt in de loop van 2014 verwacht. Aanschaf Zaaksysteem Het implementeren van de zaaktypen binnen het zaaksysteem is onlosmakelijk verbonden met de wijze van document opslag en archivering. Omdat hier nog geen duidelijke uitspraken zijn, bestaat de mogelijkheid dat hier (feitelijk ongewenste) ad hoc oplossingen noodzakelijk worden. Dit zal vertraging van de activiteiten veroorzaken. De implementatie van de zaaktypen legt een groot beslag op de betrokken teammedewerkers. Het evenwicht tussen beschikbare capaciteit voor lijn- en projectwerkzaamheden is wankel. De sector Bedrijfsvoering bereidt een voorstel tot implementatie voor waarin keuzes en consequenties in kaart worden gebracht en op basis waarvan een besluit kan worden genomen.
27
3.6 Organisatie Binnen het programma Organisatie is een onderscheid gemaakt in de volgende twee programmalijnen: Sturing Ondersteunende producten. 3.6.1 Afwijkingen op de doelen en resultaten jaarschijf 2014 Sturing Huisvestingsstrategie Aan de Verenigde Vergadering zullen keuzes worden voorgelegd om te komen tot de uitwerking van de huisvestingsstrategie. Op basis van de keuze van de verenigde vergadering worden het programma van eisen en het ontwerp voor de verbouwing met een bijbehorend investeringsplan en krediet verder uitgewerkt. Het thans geraamde investeringsbedrag heeft een voorlopig karakter. Samenwerking met buurwaterschappen De samenwerking verloopt vooralsnog vooral via specifieke projecten. Concrete uitwerking van organisatorische samenwerkingsverbanden zijn op het gebied van de bedrijfsvoering (eigendombeheer, I&A, inkoop) nog in voorbereiding en afhankelijk van meer primair gedreven ambities. Ondersteunende producten Waterschapsverkiezingen Het streven is het onderwerp te bespreken in de verenigde vergadering van 10 juli 2014. In het plan van aanpak zal inzicht worden gegeven in de te verwachten kosten (onder meer op basis van informatie van de Unie van Waterschappen). Op basis daarvan zal een aanvullend krediet worden gevraagd. 3.6.2 Stand van zaken prestatie-indicatoren Sturing De realisatie van de taakstelling, het behalen van de doelstelling motie Dijkema c.s. en de afronding van het management development programma in 2014 ontwikkelen zich volgens plan. Ondersteunende producten Alle in de begroting 2014 genoemde prestatie-indicatoren verlopen volgens plan. De jaarrekening 2013 heeft een goedkeurende accountants- en rechtmatigheidsverklaring. In het tweede kwartaal van 2014 wordt inzicht gegeven over 2013 in de termijnen van afdoening door middel van het jaarverslag bezwaarschriften commissie en het jaarverslag klachtencommissie. In 2014 is 100% binnen de gestelde termijnen afgehandeld.
28
3.6.3 Financiën 2014
Exploitatie: In Burap I zijn voor het programma Organisatie de volgende mutaties verwerkt. Specificatie mutaties per programmalijn Programma Organisatie (bedragen * € 1.000) Reserve frictiekosten
Sturing Ondersteunen de producten
Doorbelasting
Reserves en voorzieningen
Totaal
-279
0
0
77
-191 0
650 0
180
Pensioen Werving en selectie
0
-40
0
0
-40
Arbo
0
-30
0
0
-30
Catering
0
-100
0
0
-100
ICT-aanpassingen
0
295
0
0
295
Inhuur tijdelijk budget
0
0
50
0
50
-10
-19
-5
0
-34
-289
183
-146
650
398
Diversen Totaal
77
Toelichting Reserve frictiekosten Deze reserve is gevormd voor het dekken van de achterblijvende kosten (personele en materiële uitgaven) van de functies die vervallen zijn door de reorganisaties op grond van de Kadernota 2011. Enkele personeelsdossiers die voortkomen uit de afgelopen reorganisaties zijn inmiddels afgesloten. Hiermee is volgens planning een bedrag gemoeid van € 650.000. Dit bedrag wordt in zijn geheel onttrokken aan de daarvoor ingestelde Reserve Frictiekosten. Van de hiervoor bedoelde personeelsdossiers zijn in de begroting voor een deel al ramingen opgenomen (€ 470.000). Per saldo is de mutatie derhalve € 180.000. Pensioen Er is een extra pensioenstorting nodig van € 77.000 voor dekking van de pensioenrechten van een oud-bestuurslid. Deze rekenrente van 4% is recentelijk bijgesteld naar 2%. Werving en selectie Ook in 2014 wordt meer door eigen medewerkers gedaan op het gebied van werving en selectie. Hierdoor wordt het budget met € 40.000 neerwaarts bijgesteld. Arbo Er is een nieuw contract afgesloten met een ARBO-dienst. De kosten vallen € 30.000 lager uit dan was begroot. Catering In 2013 is een nieuw (lager) cateringcontract afgesloten. Voor de interne leveringen vanuit het bedrijfsrestaurant is in de begroting abusievelijk geen rekening gehouden met een opbrengst van € 100.000. ICT-aanpassingen De voor 2014 als investering geplande vervanging van mobiele telefoons en een aanschaf van laptops worden direct ten laste van de exploitatie gebracht (zie de toelichting hierna bij het onderdeel investeringen). Hiermee is een bedrag gemoeid van € 295.000. Inhuur tijdelijk budget In verband met langdurige ziekte van een vaste medewerker dient op korte termijn inhuur plaats te vinden (€ 50.000).
29
Overig Mutaties in onder meer kapitaallasten leveren een verlaging op van € 34.000. In de volgende tabel worden de hiervoor genoemde mutaties verwerkt met de bedragen van de oorspronkelijk vastgestelde begroting 2014. Totaaloverzicht per programmalijn Programma Organisatie (bedragen * € 1.000) Oorspr. begroting 2014
Sturing Ondersteunen de producten 6.754
Doorbelasting
Reserves en voorzieningen
Totaal
22.006
0
0
28.760
Mutatie Burap I
-289
183
-146
650
398
Begroting na Burap I
6.465
22.189
-146
650
29.157
Investeringen: Programma Organisatie (bedragen * € 1.000)
Geraamde investeringen oorspronkelijke begroting 2014
Geraamde investeringen Burap I
Programmalijn Sturing
4.400
4.400
Ondersteunende producten
3.500
2.200
Saldo programma
7.900
6.600
Toelichting afwijking investeringsvolume 2014 Ondersteunende producten Verkiezingen Het plan van aanpak zal inzicht geven in de te verwachten kosten. Besluitvorming vindt plaats in de verenigde vergadering van 10 juli 2014. Update Persmaster De update van Persmaster vindt vanaf 2016 plaats (dit zal worden meegenomen in de Kadernota 2015). In verband hiermee wordt de raming 2014 met € 400.000 naar beneden bijgesteld. Optimaliseren kantooromgeving De prognose 2014 voor het Optimaliseren van de kantooromgeving wordt met € 100.000 teruggebracht tot nihil in verband met de ontwikkelingen op het gebied van huisvesting. Het project is hiermee definitief afgesloten. Vervanging GIDS De vervanging van GIDS wordt ingepland voor de periode tussen 2 en 4 jaar na nu. De voor 2014 voorziene investering van € 400.000 vindt dus later plaats. Dat geeft voldoende tijd voor een zorgvuldige voorbereiding, met name voor de processcope, de procesinrichting, het programma van eisen en de aanbestedingsstrategie. Het heeft de voorkeur om dit samen te doen met andere waterschappen, zodat optimaal gebruik gemaakt kan worden van schaalgrootte en beschikbare kennis en ervaring. Voor de planning van de vervanging en voor de voorbereidende werkzaamheden stelt Delfland een interne projectleider aan. Gedurende 2014 voert deze projectleider een verkenning uit naar de mogelijkheden en de risico’s en bereidt hij het vervolgtraject voor 2015 en 2016 voor. Eén van de eerste acties zal zijn om de status en de risico’s van het huidige GIDS onafhankelijk te laten onderzoeken.
30
ICT-aanpassingen In de investeringsplanning voor 2014 is een vervanging van mobiele telefoons en een aanschaf van laptops opgenomen voor een totaalbedrag van € 295.000. De vervanging en de aanschaf worden echter direct ten laste van de exploitatie gebracht. De reden hiervoor is dat afschrijving van dergelijke apparatuur inmiddels veel korter is dan de voor hard- en software geldende periode van vijf jaar. Het investeringsbedrag wordt afgeraamd en tegelijkertijd opgevoerd op de exploitatiebegroting. In de investeringsplanning is ook de aanschaf van een vijftal servers opgenomen voor een totaalbedrag van € 90.000. De kosten per server zijn echter lager dan de grens van € 50.000 waarboven uitgaven kunnen worden geactiveerd. De aanschaffingen zullen dan ook ten laste van de exploitatie worden gebracht en kunnen uit bestaande budgetten worden gefinancierd. Het hiervoor geraamde investeringsbedrag wordt afgeraamd. Ten slotte zijn in de investeringsplanning voor een bedrag van € 100.000 ook de verschillende activiteiten opgenomen die nodig zijn om het Operating systeem te upgraden. Deze activiteiten zijn echter dusdanig operationeel van aard, dat ze uit de exploitatiebegroting worden gefinancierd. Het investeringsbedrag wordt afgeraamd. Bijstelling investeringsplan (IP) en –krediet (IK) Naam project (bedragen * € 1.000)
IP
IK
Mutatie IP
Mutatie IK
IP Burap 1
IK Burap 1
Ondersteunende producten 701534 Optimaliseren kantooromgeving
200
200
-200
-200
0
0
Totaal
200
200
-200
-200
0
0
Toelichting Optimaliseren kantooromgeving In verband met de ontwikkelingen op het gebied van huisvesting wordt het project definitief afgesloten. Het investeringsplan en -krediet zijn hierop aangepast. 3.6.4 Risicomanagement Capaciteit I&A-domein De uitwerking van de voorstellen voor de aansturing en de inrichting van het I&A-domein in Delfland wordt stap voor stap vormgegeven. Een besluitvormingsmodel voor de toetsing en selectie van informatiseringsprojecten is daarvan een belangrijk onderdeel. Naarmate dit nieuwe besluitvormingsmodel intensiever wordt gehanteerd, wordt duidelijk dat niet alle projecten wenselijk zijn vanuit het oogpunt van informatiearchitectuur, of mogelijk zijn vanuit het oogpunt van capaciteit. In het laatste geval vindt prioritering plaats op grond van belang en rendement. Vooralsnog worden capaciteitsproblemen daarmee voorkomen. Voormalige dienstwoningen nabij het gemaal De Zaaijer De gemeenteraad van Maassluis heeft in februari 2014 een bestemmingsplan vastgesteld, waarbij de bestemming van de drie voormalige dienstwoningen is omgezet naar een woonbestemming. Vervolgens moeten nog maatregelen worden genomen om de bodem bij één van de drie woningen te saneren. Hiervoor wordt een voorstel aan het college opgesteld.
31
3.7 Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien Binnen het programma algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien is een onderscheid gemaakt in de volgende twee programmalijnen: Algemene dekkingsmiddelen Onvoorzien, frictiekosten, indexering en reserves. 3.7.1 Afwijkingen op de doelen, resultaten en prestatie-indicatoren jaarschijf 2014 Algemene dekkingsmiddelen Met de Regionale Belasting Groep is een prestatiecontract afgesloten dat geldt vanaf 1 januari 2013 (na aansluiting gemeente Delft). In de loop van 2014 wordt een aangepast contract opgesteld als gevolg van de aansluiting per 1 januari 2014 van de gemeente Vlaardingen. 3.7.2 Financiën 2014
Exploitatie: In Burap I zijn voor het programma Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien de volgende mutaties verwerkt. Specificatie mutaties per programmalijn Programma Algemene Algemene dekkingsmiddelen / onvoorzien dekkingsmiddelen (bedragen * € 1.000)
Onvoorzien, frictiekosten, indexering en reserves
Totaal
Actualisatie renteresultaat
0
-866
-866
Frictiekosten personeel
0
-500
-500
Totaal
0
-1.366
-1.366
Toelichting Actualisatie renteresultaat Het renteresultaat is € 866.000 hoger uitgevallen en komt op grond van besluitvorming in de begroting 2014 éénmalig ten gunste van de exploitatie (zie paragraaf 4.1 Financiering). Frictiekosten personeel Deze post is in de begroting geraamd op € 1,0 miljoen. Op basis van een analyse over 2013 en eerdere jaren wordt een raming van € 0,5 miljoen voldoende geacht. Deze neerwaartse bijstelling is in deze burap geëffectueerd. In de volgende tabel worden de hiervoor genoemde mutaties verwerkt met de bedragen van de oorspronkelijk vastgestelde begroting 2014. Totaaloverzicht per programmalijn Programma Algemene dekkingsmiddelen / onvoorzien (bedragen * € 1.000) Oorspr. begroting 2014 Mutatie Burap I Begroting na Burap I
Algemene dekkingsmiddelen
Onvoorzien, frictiekosten, indexering en reserves
Totaal
-197.847
-2.557
-200.404
0
-1.366
-1.366
-197.847
-3.923
-201.770
Investeringen: Kosten nazorg investeringen Overeenkomstig de nota Investerings- en activabeleid komen de kosten van nazorg ten laste van de exploitatie. Met de kosten van nazorg is in de begroting 2014 (exploitatie) geen rekening gehouden. Vooralsnog zijn in deze Burap alleen de (hoge) kosten van nazorg met 32
betrekking tot de renovatie van het rioolgemaal Morsestraat meegenomen. Van andere projecten, die naar verwachting in 2014 ook gereed komen, zullen zo nodig de nazorgkosten bij Burap II worden meegenomen. Onderzoekskrediet (700739) De hoogte van het onderzoekskrediet bedraagt € 3,0 miljoen. Per 31 maart 2014 is in totaal € 1,6 miljoen aan onderzoekskredieten beschikbaar gesteld. De onderstaande tabel geeft een verdeling van het beschikbaar gestelde krediet per programma. Onderzoekskrediet (bedragen * € 1.000)
Begroting 2014 bij Burap I
Oorspronkelijk beschikbaar krediet
3.000
Beschikbaar gestelde kredieten: Schoon water Voldoende water Stevige dijken Gezuiverd afvalwater Organisatie Totaal beschikbaar gesteld
187 415 470 0 567 1.639
Nog beschikbaar krediet per 31 maart 2014
1.361
Krediet ‘project onvoorzien’ (701723) De hoogte van het krediet is door de verenigde vergadering bepaald op 5% van de waarde van het in de begroting opgenomen overzicht van voorgenomen investeringen voor het betreffende begrotingsjaar. Voor 2014 is het krediet bepaald op € 2,7 miljoen (5% van € 54 miljoen). Per 31 maart 2014 is hiervan € 131.000 aan onderzoekskredieten beschikbaar gesteld. De onderstaande tabel geeft een verdeling van het beschikbaar gestelde krediet per programma. Krediet ‘project onvoorzien’ (bedragen * € 1.000) Oorspronkelijk beschikbaar krediet Beschikbaar gestelde kredieten: Schoon water Voldoende water Stevige dijken Gezuiverd afvalwater Organisatie Totaal beschikbaar gesteld Nog beschikbaar krediet per 31 maart 2014
Begroting 2014 bij Burap I 2.700
28 95 0 8 0 131 2.569
Risicomanagement In de tweede helft van 2013 is bij de RBG het nieuwe belastingsysteem in productie genomen maar nog niet volledig omdat eerst een aantal problemen moest worden opgelost. De verwachting is dat in de eerste maanden van 2014 het belastingsysteem volledig in gebruik zal worden genomen en kan worden geaccepteerd.
33
4
4.1
Paragrafen
Financiering
Ontwikkelingen In het eerste halfjaar van 2014 is de kortlopende rente (looptijd maximaal 1 jaar) nog steeds aanzienlijk lager dan de langlopende rente. Vanwege deze zeer lage rente vult Delfland zijn financieringsbehoefte in 2014 zoveel mogelijk in door het aantrekken van kortlopende geldleningen. Daarnaast maakt Delfland maximaal gebruik van de beschikbare kredietlimiet van € 54 miljoen bij de Nederlandse Waterschapsbank. Vanzelfsprekend houdt Delfland bij het invullen en aantrekken van de noodzakelijke financiering rekening met de kaders zoals deze zijn opgenomen in het vastgestelde treasurystatuut. In het eerste kwartaal zijn kasgeldleningen aangetrokken met een gemiddeld rentepercentage van 0,2% op jaarbasis. Financieringsbehoefte en renteresultaat Voor de toerekening van de rentekosten over de geactiveerde investeringen en het onderhanden werk rekent Delfland met een vast omslagpercentage. Het vaste omslagpercentage betekent concreet dat de rentekosten tegen een vooraf bepaald rentepercentage worden doorbelast naar de exploitatie en het onderhanden werk (de lopende investeringen). Voor 2014 bedraagt dit omslagpercentage 4,0%. Het verschil tussen de werkelijke betaalde rentekosten en de doorbelaste rentekosten op basis van het omslagpercentage van 4,0% is het renteresultaat. Dit renteresultaat komt op grond van besluitvorming in de begroting 2014 in 2014 éénmalig ten gunste van de exploitatie. In Burap I bedraagt het bijgestelde verwachte voordelige renteresultaat in totaal € 4,2 miljoen. Dit meer voordelige renteresultaat van € 0,9 miljoen ten opzichte van de begroting is voornamelijk het gevolg van lagere rentekosten voor de benodigde kortlopende financiering. In de begroting was uitgegaan van een rentepercentage van 2,0% terwijl het werkelijk rentepercentage schommelt rond de 0,25%. Daarnaast is in 2014 tevens sprake van een lager financieringstekort dan oorspronkelijk werd ingeschat. De onderstaande tabel geeft een cijfermatige weergave van het bijgestelde renteresultaat over 2014. Tabel kapitaallasten en renteresultaat Omschrijving (bedragen * € 1 miljoen)
Begroting 2014
Rentekosten langlopende geldleningen Rentekosten kortlopende geldleningen Rentekosten financieringstekort Afschrijvingen Totaal kapitaallasten
20,8 0,6 1,8 37,8 61,0
21,1 0,6 0,2 38,8 60,7
-0,3 0,0 1,6 -1,0 0,3
Toegerekend aan: Exploitatie (afschrijving staat vaste activa) Exploitatie (rente staat vaste activa) Onderhanden werk (geactiveerde rente) Totaal toegerekende kapitaallasten
37,8 24,3 2,2 64,3
38,8 24,6 1,5 64,9
-1,0 -0,3 0,7 -0,6
3,3
4,2
0,9
Renteresultaat (positief =voordeel)
Burap I 2014
Afwijking
Daarnaast blijkt uit de tabel dat de verwachte toegerekende kapitaallasten (rente en afschrijving) aan de exploitatie in Burap I per saldo € 1,3 miljoen hoger zijn. Deze hogere kapitaallasten zijn het gevolg van het alsnog activeren en afschrijven met ingang van 2014 van een aantal langlopende investeringsprojecten. In de jaarrekening 2013 zijn deze investeringen apart benoemd.
34