Gemeente Katwijk Koningin Julianalaan 3 2224 EW Katwijk
Postbus 589 – 2220 AN Katwijk
Contactpersoon
-EMBARGO tot 17 januari 2011-
P.T. (Peter) Beumer Directie
Aan de gemeenteraad van Katwijk
Te bereiken op 071-4065857
[email protected]
Zaaknummer
Katwijk, 11 januari 2011 (/) Uw referentie
Verzenddatum
Geachte leden van de raad, Hierbij ontvangt u het door ons op 11 januari jl. voorlopig vastgestelde Eindrapport “Scherp aan de wind”. Het rapport bevat de resultaten van het heroverwegingsproces dat de afgelopen maanden is doorlopen, gericht op het invullen van de taakstelling die bij de Kadernota en de begroting 2011 aan de raad is gepresenteerd. Het college en de organisatie hebben intensief gewerkt aan het project ‘Scherp aan de wind’ waarvan de resultaten in dit rapport zijn opgenomen. Het rapport kent dezelfde indeling die aan de raad is gepresenteerd in de Kadernota voor de begroting 2011, te weten: • Lucht in de begroting: financiële maatregelen • Vergroten efficiency: efficiencymaatregelen • Taken, subsidies en verbonden partijen: politiek-bestuurlijke maatregelen • Investeringsplafond: normering investeringsniveau • Inkomsten: inkomstenmaatregelen Het rapport hebben wij vooraf laten gaan door een bestuurlijk voorwoord. Het college heeft het rapport voorlopig vastgesteld ter bespreking met de gemeenteraad, de instellingen en de ondernemingsraad. Een procedurevoorstel over de periode na de voorlopige vaststelling hebben wij u eind december jl. toegestuurd. Na de bespreking met u, instellingen en ondernemingsraad zullen wij de voorstellen –al dan niet in gewijzigde vorm- opnemen in de kadernota ter definitieve besluitvorming. Wij hopen u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Met vriendelijke groet, burgemeester en wethouders van Katwijk, de secretaris, de burgemeester,
drs. E. Stolk
drs. J. Wienen
www.katwijk.nl | T 071 - 406 5000 |
[email protected] | F 071 - 406 5065 | Rabobank | 11.00.33.000 Op alle opdrachten zijn onze algemene voorwaarden van toepassing, die zijn gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel te Leiden
Eindrapport 'Scherp aan de wind' Versie vastgesteld door B&W 11 januari 2011.
Bestuurlijke voorwoord .........................................................................................................3 Hoofdstuk 1. Inleiding ........................................................................................................... 6 1.1 Inleiding ................................................................................................................................................... 6 1.2 Spelregels ................................................................................................................................................. 6 Hoofdstuk 2. Actuele financiële situatie ................................................................................ 8 2.1 Ontwikkelingen Algemene Uitkering en specifieke rijksuitkeringen .................................................... 8 2.2 Overige ontwikkelingen ........................................................................................................................... 8 2.3 Actueel financieel beeld ........................................................................................................................... 9 2.4 Taakstelling ingevuld in ‘Scherp aan de wind’ ..................................................................................... 10 Hoofdstuk 3. Lucht in de begroting ...................................................................................... 11 3.1 Inleiding .................................................................................................................................................. 11 3.2 Financiële analyses ................................................................................................................................. 11 3.3 Totaal lucht in de begroting ................................................................................................................... 12 Hoofdstuk 4. Vergroten efficiency ........................................................................................ 13 4.1 Inleiding .................................................................................................................................................. 13 4.2 Slimmer werken ...................................................................................................................................... 13 4.3 ZUS-projecten (Zelf doen, Uitbesteding, Samenwerken) ..................................................................... 13 4.4 Volumereductie ....................................................................................................................................... 17 4.5 Reductie loongebouw en inhuur ............................................................................................................18 4.6 Totaal efficiency ......................................................................................................................................19 Hoofdstuk 5. Taken en Subsidiediscussie ............................................................................ 20 5.1 Inleiding ................................................................................................................................................. 20 5.2 Publieke voorzieningen op basisniveau ................................................................................................. 21 5.3 Terugtredende overheid ......................................................................................................................... 21 5.4 Centrumfunctie Katwijk aan Zee........................................................................................................... 22 5.5 Samenwerking (verbonden partijen) .................................................................................................... 22 5.6 Totaal taken, subsidies en verbonden partijen ..................................................................................... 22 Hoofdstuk 6. Toepassen investeringsplafond ....................................................................... 23 6.1 Inleiding ................................................................................................................................................. 23 6.2 Screening meerjareninvesteringsplan (investeringsplafond).............................................................. 23 6.3 Totaal investeringsplafond .................................................................................................................... 24 Hoofdstuk 7. Inkomstenverhoging ....................................................................................... 25 7.1 Inleiding ................................................................................................................................................. 25 7.2 Regionaal en landelijk lokale lastendruk .............................................................................................. 26 7.3 Kostendekkende heffingen .................................................................................................................... 26 7.4 Belastingen ............................................................................................................................................. 27 7.5 Totaal inkomsten en effect lastendruk.................................................................................................. 28 Hoofdstuk 8. Conclusies en invulling taakstelling ................................................................29 Bijlagen: .............................................................................................................................. 30
2
Bestuurlijke voorwoord Het zijn uitdagende tijden. Een sluitende begroting is geen vanzelfsprekendheid. De gevolgen van de financiële crisis zijn nu in volle omvang merkbaar. Voor 2011 is een sluitende begroting gepresenteerd, maar de komende jaren zijn ingrijpende maatregelen nodig om de Katwijkse begroting sluitend te houden. Hoewel de gevolgen van de landelijke bezuinigingen voor de uitkeringen uit het gemeentefonds meevallen en ook nog steeds niet helemaal duidelijk zijn, is wel duidelijk dat ook Katwijk niet zal ontkomen aan maatregelen. Deze maatregelen worden u hierbij door ons college gepresenteerd. Daarnaast is rekening gehouden met noodzakelijk nieuw beleid. In de afgelopen maanden is een heroverwegingsproces doorlopen, gericht op het invullen van de taakstelling die bij de Kadernota en de begroting 2011 aan de raad is gepresenteerd. Het college en de organisatie hebben intensief gewerkt aan het project ‘Scherp aan de wind’ waarvan de resultaten in dit rapport zijn opgenomen. Dit rapport kent dezelfde indeling die aan de raad is gepresenteerd in de Kadernota voor de begroting 2011, te weten: Lucht uit de begroting: financiële maatregelen Vergroten efficiency Taken, subsidies en verbonden partijen: politiek bestuurlijke maatregelen Investeringsplafond: normering investeringsniveau Inkomsten: inkomstenmaatregelen Vergroten efficiency Een excellente organisatie, die klanten en doelgroepen optimaal bedient. Dat staat in de Visie Bedrijfsvoering 2010-2014 als punt op de horizon beschreven. Om te bepalen welke ontwikkeling de organisatie daarvoor moet doormaken, is gebruik gemaakt van een normenkader. Het ontwikkelen van procesgericht werken vormt daarvoor de belangrijkste aanjager. Lean Management is een filosofie die gericht is op het verwijderen van stappen die geen toegevoegde waarde leveren in het (productie)proces en het op elkaar afstemmen van waarde toevoegende processen met als doel om optimaal te voldoen aan de behoeften van de klant. In de praktijk wordt de lean filosofie op verschillende manier verwoord: “meer doen met minder inzet” en “slimmer werken”. Deze lean-methode wordt ook in de gemeentelijke organisatie van Katwijk toegepast. Vanaf 2011 zullen de belangrijkste werkprocessen aan de hand van die methode tegen het licht worden gehouden. Per proces zal worden bezien of de productiviteitsverbetering ten gunste van de dienstverlening (ook i.v.m. groei gemeente) komt of ten gunste van de gemeente financiën. Waar dit de dienstverlening raakt, volgen nadere voorstellen. Daarnaast zijn andere elementen onderzocht: Efficiency door Zelf doen, Uitbesteding of Samenwerken (ZUS-projecten) Ontstaffing en volumereductie Verlaging loongebouw en vermindering inhuur extern personeel. In voorliggende nota worden u ook voor deze elementen voorstellen gepresenteerd.
3
Taken, subsidies en verbonden partijen: toetsingskader De manier waarop maatschappij en overheid zich in Nederland tot elkaar verhouden én de financieeleconomische crisis maken het noodzakelijk om een koerswijziging in gang te zetten. Een koerswijziging in de verhouding burger-overheid en in de inrichting van het openbaar bestuur. Over de eerste koerswijziging (verhouding burger-overheid) zijn de meeste gemeenten het eens. Er moeten lastige keuzes worden gemaakt. Keuzes waarvan ook de burger de gevolgen gaat merken. Ogenschijnlijk kleine maatregelen kunnen voor de betrokkenen ingrijpend zijn. Dat is in de huidige situatie onvermijdelijk en wij beseffen dat we hierin een zware verantwoordelijkheid hebben. Keuzes maak je op basis van een visie. “Waar willen we als gemeente staan over een paar jaar”. Dat bepaalt ook het toetsingskader voor de voorstellen. We hebben in de voorstellen die wij u hierbij presenteren vastgehouden aan de uitgangspunten van het College werkprogramma 2010-2014. Deze uitgangspunten vormen het toetsingskader van voorliggende voorstellen: Katwijk moet financieel gezond blijven. Niet alleen deze collegeperiode, maar ook in de periode daarna. Kwetsbare groepen worden bij de bezuinigingen ontzien. Er worden geen problemen doorgeschoven naar toekomstige generaties. Zo veel mogelijk moet voorkomen worden dat het tekort gedicht wordt met belastingverhogingen. Dat zou betekenen de opgave doorschuiven naar inwoners en bedrijven en als gemeente geen verantwoordelijkheid nemen. De ombuigingsopgave waar we als gemeente Katwijk voor staan geeft beperkingen voor ons ambitieniveau tot en met 2014 en later. Binnen deze beperkingen zullen we toch de mogelijkheden moeten oppakken om onze gemeente verder te ontwikkelen. De voorstellen die ons ambitieniveau raken zijn opgenomen op pagina 20 en in bijlage 2. Ze zijn opgedeeld in maatregelen binnen de door ons gewenste koerswijziging: Publieke voorzieningen worden teruggebracht op basisniveau; De gemeente treedt terug waar mensen en groepen (financieel) meer zelf kunnen doen en dragen; Katwijk aan zee heeft de centrumfunctie; iedere wijk krijgt de voorzieningen om als wijk te functioneren. Samenwerking bezien op kwaliteitsverbetering, kostenverlaging en versterken belangen Katwijk. De ruimtelijke ontwikkeling zal de komende tijd vooral worden bepaald door de economische tegenwind. Dat maakt een herijking van de programmering van de Brede Structuur Visie noodzakelijk. Deze herijking zal u samen met het MPG worden aangeboden. Toch zullen we er aan moeten werken om in de periode tussen nu en 2014 een aantal prominente projecten te realiseren. Dit met als doel dat de inwoners en bedrijven van Katwijk hun gemeente ervaren als leefbaar en vitaal, dat er gedifferentieerde voorzieningen blijven en dat er voldoende variatie in woningen is, zowel qua huur en koop als qua betaalbaarheid. Daadkracht, lef en zorgvuldigheid Dat dit een ambitieuze visie is zal duidelijk zijn. Om dit te realiseren zal politieke daadkracht van college en raad nodig zijn. Het vraagt om lef om te doen wat nodig is. Gemeente en marktpartijen zullen actief moeten samenwerken om dit te realiseren. Het vergroten van draagvlak voor planvorming bij de burgers is een continue proces van communicatie en informatieverstrekking. Daarnaast zullen wij als gemeente de juiste randvoorwaarden blijven scheppen waarbinnen bewoners, ondernemers en organisaties een bijdrage kunnen en willen leveren aan de leefbaarheid van ons dorp. Zeker
4
in de huidige tijd, waarin lastige keuzes moeten worden gemaakt over de gemeentelijke uitgaven, ontstaat hier een spanningsveld. We moeten ons realiseren dat ook subsidies hierbij niet ongemoeid kunnen blijven. We zijn ons echter ook bewust van het wezenlijke belang van gesubsidieerde verenigingen en instellingen voor onze gemeente en de vele vrijwilligers die zich voor hun vereniging inzetten. Op ons rust dan ook een grote verantwoordelijkheid om op een zorgvuldige wijze invulling te geven aan het bezuinigen op subsidies. Het actualiseren van het subsidiebeleid is voor ons een groot aandachtpunt, ook los van de ombuigingen. In voorliggend rapport hebben we echter alleen zogenaamde no regret maatregelen opgenomen. De afweging van deze voorstellen kan dus plaatsvinden, los van het in voorbereiding zijnde nieuwe subsidiebeleid. Eigen verantwoordelijkheid Wij leggen het primaat bij de mensen zelf en het maatschappelijk middenveld en gaan niet uit van een gemeente die allerlei taken overneemt. We zullen ons steeds de vraag moeten stellen of het ook anders kan (privatisering of eigen bijdrage) maar wel solidair. Niet structureel geld geven, maar kansen creëren zodat mensen niet langs de kant blijven staan. De voorgestelde maatregelen dragen dus het karakter van een soberder overheidsrol en een sterke rol voor de samenleving. Tenslotte is goed gekeken naar de voorzieningen over de wijken en is op een aantal punten een achterstallige harmonisatie uit de fusie geactiveerd. Naar onze mening is hiermee een evenwichtig pakket ontstaan in het geheel van de maatregelen en de financiële context. Verbonden partijen Vanuit de gedachte dat wij als lokaal bestuur een bezuinigingsopgave hebben, zijn de verbonden partijen als verlengd lokaal bestuur in voorliggende voorstellen niet buiten schot gebleven. Inkomstenverhogende maatregelen Inkomstenverhoging is in voorliggend rapport, conform afspraak met uw gemeenteraad, het sluitstuk van de maatregelen. Omdat we op de andere onderdelen tezamen meer hebben dan de financiële situatie vraagt én als gevolg van efficiencymaatregelen bij de heffingen, hebben we dit onderdeel niet voor het volle bedrag dat hiervoor in de programmabegroting is opgenomen hoeven vullen. De belastingverhogingen blijven daardoor beperkt. Veel van de huidige doelheffingen van de gemeente Katwijk zijn niet kostendekkend omdat is gebleken dat niet alle kosten die aan de heffing kunnen worden toegerekend ook daadwerkelijk middels het tarief worden doorberekend. Dat betekent dat in de huidige situatie van bepaalde voorzieningen de algemene middelen het tekort op die exploitaties bekostigen. De voorgestelde maatregelen trekken dat beter recht en kunnen leiden tot geringe lastenverzwaringen. Tenslotte Met dit voorstel menen wij te voldoen aan de in de Kadernota 2011 vastgelegde uitgangspunten om in 2014 een bezuiniging van 11 miljoen euro gerealiseerd te hebben. Een bedrag van 11 miljoen euro structureel bezuinigen kan niet ongemerkt gaan. Voorliggend voorstel is het resultaat van het plichtsbesef om zorgvuldig om te gaan met maatschappelijke middelen, zorgvuldigheid en realiteitszin. .
5
Hoofdstuk 1. Inleiding
1.1
Inleiding
In de afgelopen maanden is een heroverwegingsproces doorlopen, gericht op het invullen van de taakstelling die bij de Kadernota en de begroting 2011 aan de raad is gepresenteerd. Het college en de organisatie hebben intensief gewerkt aan het project ‘Scherp aan de wind’ waarvan de resultaten in dit rapport zijn opgenomen. Het college heeft het rapport voorlopig vastgesteld ter bespreking met de gemeenteraad, de instellingen en de ondernemingsraad. Dit rapport kent dezelfde indeling die aan de raad is gepresenteerd in de Kadernota voor de begroting 2011, te weten: • Lucht in de begroting: financiële maatregelen • Vergroten efficiency: efficiencymaatregelen • Taken, subsidies en verbonden partijen: politiek-bestuurlijke maatregelen • Investeringsplafond: normering investeringsniveau • Inkomsten: inkomstenmaatregelen Deze hoofdstukken met de ombuigingsvoorstellen worden voorafgegaan door een hoofdstuk waarin de actuele financiële situatie wordt geschetst. Bij een eindrapport als deze horen uiteraard achterliggende documenten. Deze zijn ter inzage gelegd, maar we hebben ervoor gekozen het rapport zodanig op te stellen dat deze zelfstandig te lezen is. Om die reden hebben we als bijlagen in dit rapport opgenomen de resultaten van de taken- en subsidiediscussie, te weten de door het college voorgestelde maatregelen (bijlage 1), de alternatieve lijst (door college afgewezen voorstellen; bijlage 2) en de principes voor organisatie-ontwikkeling de komende jaren (bijlage 3) 1.2
Spelregels
In het collegewerkprogramma heeft het college voor de komende jaren de volgende bestuurlijke koers uitgezet: Katwijk moet financieel gezond blijven. Niet alleen deze collegeperiode, maar ook in de periode daarna. Kwetsbare groepen worden bij bezuinigingen ontzien. Er worden geen problemen doorgeschoven naar toekomstige generaties. Bij aanpassingen in de ombuigingen zal daar een andere deugdelijke dekking tegenover moeten staan. In de uitwerking van de ombuigingen kan een faseverschil ontstaan tussen een begrotingsuitkomst en het gerealiseerde ombuigingsbedrag. Ons college zal in dat geval zo nodig een beroep doen op de algemene reserve, omdat onze energie is gericht op zorgvuldige uitvoering van deze opdracht en op een duurzaam sluitende meerjarenraming. De maatregelen die aan de gemeenteraad worden gepresenteerd, vormen een pakket: het is ons inziens evenwichtig samengesteld en is in de voortgang regelmatig getoetst aan de bestuurlijke visie zoals deze in het voorafgaande hoofdstuk is gepresenteerd. De maatregelen zijn door het college als principebesluit vastgesteld en vrijgegeven voor inspraak met burgers en instellingen en bespreking met de gemeenteraad. Het overleg over de efficiencymaatregelen vindt plaats tussen de directie en de ondernemingsraad.
6
De gemeenteraad heeft besloten dat de begroting in 2014 sluitend moet zijn. Dit is ook een wettelijke plicht. Dat is voor het college uitgangspunt voor de inspraak. Dat betekent dat voorstellen in het proces om het principebesluit van het college te wijzigen voorzien moeten zijn van een alternatief voorstel dat een vergelijkbare besparing oplevert. Daarbij staat het college voor het evenwicht in de maatregelen over organisatie, taken & subsidies en inkomsten. Het college vindt daarnaast dat op dit moment verdere verhoging van de opbrengst uit efficiency niet verantwoord is.
7
Hoofdstuk 2. Actuele financiële situatie
2.1
Ontwikkelingen Algemene Uitkering en specifieke rijksuitkeringen
Het toenmalige kabinet Balkenende heeft in de begroting 2011 een deel van de bezuinigingsopgave op zich genomen door op een aantal terreinen forse kortingen door te voeren. Dit betreft de Wmo (€ 200 miljoen), inburgering (€ 333 miljoen structureel), re-integratie (€ 142 miljoen structureel) en bijstandsuitkeringen (€ 133 miljoen bovenop het eigen risico van € 169 miljoen). Een deel van deze kortingen is reeds in de begroting 2011 verwerkt. In het regeerakkoord worden de omvangrijke bezuinigingsvoorstellen op het gemeentefonds van de commissie Kalden niet uitgevoerd. In 2012 wordt de normeringsystematiek in het gemeentefonds hersteld nadat deze voor 2009, 2010 en 2011 buiten werking is gesteld. Dat betekent dat vanaf 2012 gemeenten weer mee delen in de extra uitgaven op de rijksbegroting èn in de bezuinigingen. De accressen lopen echter slechts op tot € 599 miljoen (1%). Deze accressen zijn ontoereikend om de koopkracht van gemeenten in de komende jaren op peil te houden. Dit komt door de stijging van de lonen en prijzen en door de compensatie van een deel van het accres naar de groeiende gemeenten (ca. 0,5%). Kortom, het reële accres valt in de komende jaren negatief uit. In de tabel van paragraaf 2.3 hebben we de korting op de algemene uitkering op nul gezet. In het regeerakkoord van het nieuwe kabinet worden twee grote taken overgeheveld naar de gemeenten: de jeugdzorg en de dagbesteding en begeleiding uit de AWBZ. Met de taakoverdracht worden grote bedragen naar het gemeentefonds overgeheveld waarbij efficiency-kortingen zijn ingeboekt die oplopen naar € 440 miljoen. Voorts worden kortingen aangekondigd vanwege onder meer de regionale uitvoeringsdiensten en de normering van lokaal inkomensbeleid die oplopen naar € 280 miljoen. Daarnaast worden er op specifieke uitkeringen bedragen gekort oplopend van € 1,4 tot € 1,7 miljard. De eerste resultaten daarvan zijn zichtbaar in de decembercirculaire (korting regionale omgevingsdiensten). In de tabel van paragraaf 2.3 hebben we rekening gehouden met deze kortingen. Dit is overigens een aanname. 2.2
Overige ontwikkelingen
Hoewel de ontwikkelingen van de algemene uitkering dus meevalt ten opzichte van eerdere aannames is er sinds de begroting 2011 ook sprake van een aantal negatieve effecten op de financiële situatie van Katwijk door diverse ontwikkelingen die deze meevallende ontwikkeling grotendeels compenseert. Naast begrotingswijziging 2, enkele correcties op de primitieve begroting, nieuw beleid en de verwerking van de belastingverordeningen betreft dit de volgende inhoudelijke punten. WWB en WMO. De voorgenomen korting op het inkomensdeel van de doeluitkering voor de Wet Werk en Bijstand valt lager uit dan verwacht. De bedragen in de meerjarenbegroting verschillen, maar in 2014 is het voordeel € 240.000. We blijven overigens doorgaan met de investering gericht op uitstroom van bijstandsgerechtigden uit de WWB naar werk. In 2009 is het onderdeel huishoudelijk hulp van de WMO aanbesteed. Dat heeft tot hogere tarieven geleid die tot nu toe niet in de begroting zijn verwerkt. De oorzaak daarvan ligt in de administratieve achterstand bij de leverancier. Nu de administratieve achterstand is afgewikkeld, is duidelijk dat het WMO-budget met € 500.000 moet worden bijgeraamd. Rentederving grondexploitaties en de aanwending van de BSI-reserve. Recent is in de commissie Ruimte gesproken over de financiële stand van zaken van de grondexploitaties. Ook in Katwijk is het landelijke beeld van kracht: inkomsten op lopende grondexploitaties lopen terug en nieuwe projecten komen niet of
8
slechts met vertraging van de grond. Om die reden acht het college het noodzakelijk rekening te houden met een nadelig renteresultaat van € 500.000. Tot nu toe waren de kosten van de RijnGouwelijn (oud voor nieuw regeling) en de rentederving voor aanwending van de BSI-reserve niet verwerkt in de begroting. Het college heeft thans deze posten meegenomen, waarbij de rentederving vanwege de aanwending van de BSI doorloopt tot na 2014. Dit oplopende bedrag is gebaseerd op het verwachte uitgavenpatroon. Loonontwikkeling. In de meerjarenbegroting is geen rekening gehouden met loonstijging omdat de we in de begroting uitgaan van een constant prijsniveau. Er zijn echter ontwikkelingen die de loonsom raken, waar we als werkgever mee worden geconfronteerd waarop moeilijk maatregelen te nemen zijn zoals de pensioenpremies en de werkgeversbijdrage voor ziektekostenverzekeringen. Zo zal het ABP per april 2011 de OP/NP premie met ca. 0,8%-punt laten stijgen als gevolg van de gestegen levensverwachting. Afhankelijk van het herstel kan de herstelopslag met 1%-punt dalen of met een extra 2%-punt stijgen. Nu al is duidelijk dat deze kosten niet door de groei van de algemene uitkering worden gecompenseerd. Op voorhand heeft het college een bedrag van 0,5% van de loonsom meegenomen als aanvullende kostenpost. Nog niet meegenomen is het hernieuwde risico van het afschaffen van precario op kabels en leidingen. De Tweede Kamer wil dat de regering haast maakt met het wetsvoorstel tot vrijstelling precariobelasting op netwerken van nutsbedrijven (aangenomen motie Van der Burg). Het wetsvoorstel kan dan voor 1 januari 2012 in werking treden. Als dit initiatief tot een wetswijziging leidt, zullen de inkomsten van onze gemeente met € 2 miljoen per jaar verminderen. 2.3
Actueel financieel beeld
In de onderstaande tabel hebben we de ontwikkelingen van paragraaf 2.1 en 2.2.opgenomen. Dit resulteert in het onderstaande actuele financiële beeld vanaf de begrotingsbehandeling. Ontwikkeling begrotingsruimte I Stand begroting 2011
2011
2012
2013
2014
2015
-860
-1.808
-3.870
-4.877
-4.877
Amendement begrotingsbehandeling 2011 (speeltuin Rijnsburg)
-20
Begrotingswijziging nummer 2 en correcties primitieve begroting
254
221
151
-85
-85
250
540
470
240
240
-500
-500
-500
-500
-500
57
57
57
57
57
-175
-500
-500
-500
-500
-450
-450
-125
-250
-375
-500
-500
-425
-925
-1.425
-1.925
-1.925
II Mutaties na opstellen begroting: WWB-inkomensdeel WMO-huishoudelijke hulp Belastingvoorstellen 2011 Rentederving grondexploitatie (aanname) Oud voor nieuw RGL Stelpost loonontwikkeling III Nieuw beleid raadsperiode 2010-2014 IV Rentelasten besteding van BSI
0
-225
-650
-1.000
-1.400
0
0
0
0
0
VI Nadelig effect specifieke uitkeringen/taakmutaties gemeentefonds
-300
-750
-750
-750
-750
VII Afschaffen precariobelasting kabels en leidingen nutsbedrijven
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
-1.767
-4.140
1.795
4.515
V
Korting algemene uitkering uit het gemeentefonds (accres)
Stand begroting ongewijzigd beleid Totaal ombuigingstaakstelling conform begroting 2011
9
-7.392 -10.290 -10.690 8.185
10.885
10.885
2.4
Taakstelling ingevuld in ‘Scherp aan de wind’
Zoals kan worden geconstateerd in de tabel in paragraaf 2.3 is het verschil tussen de actuele financiële raming en de oorspronkelijke taakstelling in de begroting 2011 in structurele zin (jaar 2015) gering. In dit rapport wordt gerapporteerd op de invulling van de taakstelling die oploopt van € 1,9 miljoen in 2011 tot € 11 miljoen in 2014. Deze heeft de volgende specificatie: 2011 Lucht uit de begroting Efficiency Taken en subsidies Investeringsplan Inkomsten Totaal taakstelling Scherp aan de Wind Correctie budgettair effect taken- en efficiencymaatregelen afvalinzameling
2012
2013
2014
2015
1.062
1.730
1.720
1.827
1.827
320
1.318
2.263
3.000
3.000
0
1.885
3.020
3.803
3.803
0
60
60
300
300
382
892
1.247
1.897
2.082
1.764
5.885
8.310
10.827
11.012
-275
-285
-285
-285
De onderste regel (correctie budgettair effect taken- en efficiencymaatregelen afvalinzameling) corrigeert het budgettair effect van de maatregelen op het terrein van de afvalinzameling. Deze maatregelen komen ten gunste van het tarief afvalstoffenheffing en niet ten gunste van de begrotingsruimte. In 2012 en 2013 ontstaat er ruimte doordat er meer omgebogen wordt dan de taakstelling. Voorgesteld wordt dit te gebruiken als een buffer voor faseringsverschillen. Hoe goed de onderbouwingen ook zijn, in de praktijk blijkt dat taakstellingen niet altijd conform de begroting verlopen. Dat principe is al eerder uitgesproken in de Kadernota toen aangegeven werd dat als de taakstelling in de tussenliggende jaren niet gehaald zou kunnen worden, hiervoor een beroep op de algemene reserve mogelijk was. Om die reden stellen we voor -nu er op voorhand een overschot is- dit te gebruiken voor faseringsverschillen en voor mogelijke investeringen die nodig zijn om de uiteindelijke structurele taakstelling te realiseren. Over de realisatie van de taakstelling wordt de raad gerapporteerd in de reguliere planning en control cyclus (begroting, bestuursrapportage, jaarverslag en kadernota). Bij de kadernota voor de begroting van 2013 –halverwege de collegeperiode– wordt op basis van de geactualiseerde meerjarenraming, de economische prognoses van dat moment en de feitelijke voortgang van de ombuigingen, een heroverweging gemaakt en zal het college de noodzaak en realisatie van de ombuigingsopgave kritisch bezien.
10
Hoofdstuk 3. Lucht in de begroting
3.1
Inleiding
Als eerste actie in het ombuigingsprogramma hebben we ingezet op het verwijderen van ‘lucht in de begroting’. Hiermee bedoelen we dat de begroting zo scherp wordt opgesteld, dat de ramingen zoveel mogelijk op rekeningsniveau worden. Dit kan leiden tot een wijziging van het risicoprofiel van de begroting. Het college heeft alles op alles gezet om te kijken of de scherpte in de ramingen bezuinigingen op taken kan voorkomen. In het kader van ‘Scherp aan de wind’ is de begroting met diverse insteken tegen het licht gehouden om te bezien of we ruimte konden vinden om de taakstelling te dekken. Een aantal van deze analyses leverde geen budgettaire ruimte op. Deze hebben we omwille van de leesbaarheid niet vermeld. 3.2
Financiële analyses
3.2.1 Afwaardering investeringen op reservering Alliander In 2010 wordt de bijdrage van de gemeente Katwijk in het aandelenkapitaal van Alliander ad € 4,2 miljoen geactiveerd en hierdoor ontstaat een eenmalige bate die in de algemene reserve wordt gestort. Het voorstel is deze eenmalige bate aan te wenden voor de afwaardering van investeringen met maatschappelijk nut (met name investeringen in de openbare ruimte). Het Besluit Begroting en Verantwoording staat toe dat dergelijke investeringen geactiveerd worden, maar geeft aan dat het niet de voorkeur heeft. De voorkeur is om alleen investeringen met economisch nut te activeren (investeringen die verkoopbaar zijn danwel inkomsten genereren). Het voordeel bedraagt vanaf 2012 € 400.000 en is reeds meegenomen in het dekkingsplan van de begroting 2011.
Budgettair resultaat: € 400.000 structureel vanaf 2012
3.2.2 Vertragingseffect investeringen Uit ervaringscijfers blijkt dat de in de begroting opgenomen investeringsuitgaven veelal later worden gerealiseerd dan gepland. Dit veroorzaakt meevallers in de jaarrekeningen door onderuitputting op de begrote kapitaallasten. In de nota activabeleid is een aantal regels opgenomen dat zal leiden tot een afname van dit zogenaamde onderuitputtings- of vertragingseffect. Deze effecten zijn al in de begroting verwerkt. Desondanks wordt ingeschat dat toch nog een onderuitputting zal optreden van € 250.000 structureel.
Budgettair resultaat: € 250.000 structureel vanaf 2011
3.2.3 Strategisch budgetteren In het dekkingsplan van de begroting 2011 is een taakstelling wegens strategisch budgetteren opgenomen. Strategisch budgetteren is een begrotingsprincipe waarbij het een deel van een budget apart wordt gezet en het restant als werkbudget voor de budgethouder geldt. Voor verplichtingen die het werkbudget te boven gaat, wordt een toets gedaan. De methode van strategisch budgetteren is een relatief intensieve budgetteringsmethode. Die intensiteit was voor dit moment te groot in combinatie met de grote inzet die op de efficiencytrajecten en de uitwerking van de andere ombuigingsmaatregelen moesten plaatsvinden. Uiteindelijk is de taakstelling ingevuld met de resultaten van de onderuitputtingsanalyse en de budgetten waarvan de activiteiten in de meerjarenbegroting aflopend waren en waarvoor geen nieuwe activiteiten worden ontwikkeld.
Budgettair resultaat: € 582.000 in 2011 oplopend naar € 832.000 structureel in 2014
11
3.2.3 Analyse stelposten Bij het opstellen van de begroting 2011 is een toets gedaan op de stelposten. Er was sprake van een grote hoeveelheid stelposten. Daarvan is nu een aanzienlijk deel teruggebracht. Dat heeft erin geresulteerd dat een deel van de stelpost bedrijfsvoering kon vrijvallen. Het budgettair resultaat hiervan was € 95.000 in 2011, € 40.000 in 2012 en € 60.000 structureel vanaf 2013. Dit is reeds meegenomen in het dekkingsplan van de begroting 2011. Tevens is de post onvoorzien bekeken. In de systematiek van begroten zoals dit in 2011 gaat gelden, is ‘onvoorzien’ niet meer de resultante van de mutaties in de begroting. Daarvoor wordt gebruik gemaakt van een post ‘begrotingsruimte’. Om die reden kan kritisch gekeken worden naar de hoogte van deze post. Het voorstel is deze op € 2,- per inwoner te zetten. Het budgettair resultaat hiervan is € 135.000. Budgettair resultaat: € 230.000 in 2011, € 175.000 in 2012 en € 195.000 structureel vanaf 2013
3.2.4 Analyse kostenverdeling Voor de begroting 2010 is een nieuwe kostenverdelingssystematiek ingevoerd die minder omvangrijk is, maar helder van opzet. Op twee onderdelen kan in de begroting 2012 een nadere verfijning plaatsvinden die ook budgettaire ruimte oplevert. Door de afdeling Financiën wordt aan de kostendekkende heffingen circa 0,8% van de afdelingskosten toegerekend (voor parkeren, marktgelden, huisvuil, riolering en begraafplaatsen is dit circa € 81.000). Dit is echter te laag gelet op de uitvoeringskosten van de heffingen. In tarieven 2012 wordt een groter deel van het team heffingen doorbelast als perceptiekosten op basis van het aantal aanslagen. In de kostenverdeling daalt op begrotingsbasis de doorbelasting aan investeringen. Dat is èn niet reëel èn budgettair nadelig. De doorbelasting van de organisatie aan de investeringen wordt in de kostenverdeelstaat gefixeerd. Budgettair resultaat: € 150.000 structureel vanaf 2012
3.3
Totaal lucht in de begroting
Het bovenstaande resulteert in de volgende resultaten voor het onderdeel ‘lucht in de begroting’. Omschrijving
2011
2012
2013
2014
400.000
400.000
400.000
Vertraging investeringen
250.000
250.000
250.000
250.000
Strategisch budgetteren
582.000
755.000
725.000
832.000
Stelpost bedrijfsvoering en onvoorzien
230.000
Afwaardering investeringen maatschappelijk nut
Wijziging kostenverdeling Totaal
1.062.000
12
175.000
195.000
195.000
150.000
150.000
150.000
1.730.000
1.720.000
1.827.000
Hoofdstuk 4. Vergroten efficiency
4.1
Inleiding
Efficiency is het verbeteren van de productiviteit van de organisatie met dezelfde middelen of het leveren van dezelfde producten met minder middelen. De ambtelijke organisatie is gevraagd om iedere kans te benutten om met minder middelen hetzelfde takenpakket qua kwaliteit en omvang te doen. Op allerlei terreinen zijn taken afgezet tegen nieuwe ontwikkelingen, benchmarks en andere referenties om te kijken waar kansen liggen om te besparen. Dit is weergegeven in de notitie ‘herijking taakuitvoering gemeente Katwijk’. Met deze notitie van de directie heeft B&W ingestemd dat de organisatie meegroeit met de bestuurlijke ontwikkelingen van Katwijk en dat niet op voorhand wordt ingestoken op een modelkeuze (zoals bijvoorbeeld het regiemodel). Bij dit onderdeel zijn er diverse onderzoeken gedaan met als insteek uitbesteden, maar daarbij bestond altijd de mogelijkheid een alternatief in te dienen om hetzelfde resultaat met de eigen organisatie te behalen. Zo is er veel scherpte in het onderzoek gelegd. Het efficiency-onderdeel bestaat uit 4 elementen: 1. Slimmer werken of Lean management 2. Efficiency door Zelf doen, Uitbesteding of Samenwerken (ZUS-projecten) 3. Ontstaffing en volumereductie 4. Verlaging loongebouw en vermindering inhuur extern personeel In de onderstaande paragrafen worden deze onderdelen uitgewerkt. 4.2
Slimmer werken
In de kadernota hebben we aandacht besteed aan het pleidooi in de ‘Trendnota arbeidszaken overheid 2010’ van het ministerie van BZK dat “Overheidswerkgevers systematisch aandacht moeten besteden aan het verhogen van de arbeidsproductiviteit”. Citaat: “Beter is het om vroegtijdig structureel en systematisch na te denken over alternatieve mogelijkheden voor productiviteitsstijging in de publieke sector om zo de arbeidsvraag te verlagen en daarmee de druk op de publieke dienstverlening en het kostenniveau te verminderen. (…) Het complexe karakter vraagt om een integrale aanpak, waarbij inzet van technologie, ingrepen in de arbeidsorganisatie en gerichte toepassing van HRM –instrumentarium op medewerkerniveau in onderlinge samenhang worden beschouwd. Deze combinatie van technologische en sociale innovatie wordt ook wel aangeduid als ‘Slimmer Werken’ of ‘Lean Management’. Inmiddels zijn we met dit concept gestart waarbij ook ontwikkelingen als digitalisering en het klantencontactcentrum worden meegenomen. Daarbij is ook de dienstverlening naar de burgers en bedrijven een belangrijk speerpunt. We kunnen dit nog niet in concrete resultaten vertalen. Per proces zal moeten worden bezien of de productiviteitsverbetering ten gunste van de groei in de dienstverlening komt (vanwege de stijging van de inwoners) of ten gunste van de gemeentelijke financiën. Waar dit de dienstverlening raakt, volgen nadere voorstellen. 4.3
ZUS-projecten (Zelf doen, Uitbesteding, Samenwerken)
Het management van de gemeente heeft een aantal potentiële besparingsonderwerpen geselecteerd en deze uitgewerkt volgens notitie ‘herijking taakuitvoering gemeente Katwijk’ (bijlage 3). Elk project is daarbij aangepakt vanuit een primaire insteek: efficiency in de organisatie (Zelf doen), uitbesteding (U), of samenwerking (S). Om die reden hebben we deze projecten ZUS-projecten genoemd. Elke primaire insteek is aangevuld met de beschrijving van de andere twee elementen als alternatieven. De onderdelen zijn daarbij
13
afgezet tegen externe benchmarks, kengetallen en offertes. Dit heeft veelal in een zeer kort tijdsbestek moeten plaatsvinden waardoor de samenwerkingsvarianten nog nauwelijks aandacht hebben gekregen. Gedurende het ZUS-traject zijn er wel ideeën daarover opgekomen. Daarom beschouwen we de eerste trajecten als de eerste tranche en heeft de organisatie nog een aantal andere projecten als kansrijk bestempeld die de tweede tranche vormen. Hiermee kunnen eventuele tegenvallers in de realisatie van de eerste tranche ook worden opgevangen. Daarmee is dit bij elkaar een gedegen pakket maatregelen geworden. In de tabel staan ook een aantal maatregelen dat niet via het ZUS-traject is verzameld, maar in de taken- en subsidiediscussie zijn aangedragen. In de taken- en subsidiediscussie zijn deze bestempeld als efficiencymaatregel. In de onderstaande tabel sommen we de projecten en de besparingen op met een korte omschrijving en de budgettaire resultaten: Maatregel en korte omschrijving
2011
1. Verbetering incassofunctie sociale zaken. De incassoratio
2012
2013
2014
50.000
50.000
50.000
10.000
110.000
110.000
40.000
40.000
40.000
60.000
60.000
60.000
20.000
20.000
20.000
75.000
100.000
200.000
10.000
25.000
35.000
15.000
20.000
25.000
WWB van de gemeente Katwijk is laag. Door het sneller en gerichter inschakelen van een incassobureau kan de incassoratio omhoog. 2. Verbetering efficiency sporthalbeheer en sportmateriaal. Het aantal sporthalbeheerders wordt verminderd met 2 fte door een verandering van het bezettingsrooster. De vervanging en aanpassing van sportmaterialen worden voortaan zoveel mogelijk door beheerders uitgevoerd. 3. Efficiency door stopzetten inzameling bedrijfsafval. Wanneer gestopt wordt met inzamelen van bedrijfsafval kan de formatie elders worden ingezet en is het mogelijk om met een inzamelvoertuig minder te volstaan. 4. Verbetering financiering leningportefeuille. De huidige
60.000
leningportefeuille is geanalyseerd. Door een herfinanciering van een grote uitstaande lening van € 20 miljoen in kleinere delen maar met een per saldo lagere couponrente is € 60.000 bespaard. 5. Administratieve lastenverlichting. Het college heeft ingestemd met wijzigingen van procedures om administratieve lasten voor burgers en bedrijven te verminderen. Door eenmalige gegevensuitvraag WMO, leerlingenvervoer en invalidenparkeerplaats kan 0,49 fte bespaard worden. 6. Verlagen kosten verstrekking bouwvergunningproces. Door de invoering van de Wabo zijn op termijn besparingen
50.000 -50.000
mogelijk vanwege de integratie van processen. Daarnaast zal een nadere analyse plaatsvinden van kosten die niet via de bouwleges verhaalbaar zijn. Dat percentage is nu hoog. In 2011 moeten voor de procesverbetering nog kosten worden gemaakt, maar de formatie kan al worden bespaard. 7. Besparing wijkserviceteams. Binnen het concept van de wijkserviceteams kan een besparing van 1.000 uur worden gerealiseerd door o.a. het terugbrengen van de bemensing van de veegwagen op zaterdag en het legen van batterijvakken door de aannemer die ook de containers leegt. 8. Besparing algemene werkplaats. Door het niet meer uitvoeren van keuring van handgereedschappen ontstaat vrijval van uren die kan worden ingezet voor het zelf bijhouden van het grondwaternet. Voordeel inhuur: € 15.000. Door samenwerking met andere gemeenten is
14
Maatregel en korte omschrijving
2011
2012
2013
2014
175.000
175.000
175.000
30.000
30.000
35.000
70.000
70.000
80.000
80.000
80.000
-125.000
200.000
450.000
een voordeel van € 10.000 op termijn haalbaar. 9. Besparing afvalinzameling. Dit betreft:
vermindering van de inhuur van personeel en voertuigen ad € 40.000.
Door efficiënter rijden van routes, minder brandstofverbruik, minder inhuur personeel en verhoging productiviteit eigen personeel.
verhogen van inkomsten door inzameling voor buurgemeente(n) uit te voeren (ca. € 50.000 p/jr)
afvalkalender niet meer huis-aan-huis verspreiden,
opnieuw aanbesteden verwerkingscontracten afval (excl
alleen digitaal en in de krant (ca. € 10.000 Euro) rest en Gft) plus transport, mogelijk samenwerking met buurgemeenten
opnieuw aanbesteden inhuur derden (€ 20.000)
10. Door automatisering van de koppeling tussen het planningsysteem van de projecten en de financiële administratie kan formatie worden bespaard. Deze koppeling werkt al bij andere gemeenten. 11. Onderzoek keuzepakket catering. Door een pakket
25.000
maatregelen kan de genoemde besparing worden bereikt:
Versoberen vergaderservice en koffieautomaten
Geen avondvergaderingen in servicepunt Rijnsburg
Kostendekkend maken lunches
Geen diensten afnemen van externe cateraars
Er is daarbij nog geen rekening gehouden met mogelijke consequenties van huisvesting in het Heerenhuijs 12. Besparing repro. Besparing door een pakket maatregelen samen te vatten met: efficiëntere werkprocessen, randvoorwaarden aan printgedrag, digitaal werken en papierloos vergaderen: vervangen machinepark, deels uitbesteding van repro- en drukwerkzaamheden 13. Professionalisering vastgoedbeheer.
-125.000
Op meerdere plaatsen is er op de taak gemeentelijke gebouwen een besparingen door te voeren:
Het doorvoeren van een kostprijsdekkende huur, daarvan is de verwachting dat de directe besparingspotentie is: 12% en de indirecte besparingspotentie, bij het doorvoeren van een kostprijsdekkende huur is 10%. Dit is niet meegenomen omdat dit deels wegvloeit tegen subsidies.
Afstoten vastgoed per categorie: gemeentelijke gebouwen (10 objecten); woningen (83 objecten); sportgebouwen: uitbesteden bij gespecialiseerde externe partij (19 objecten); begraafplaatsen (4 objecten). Jaarlijkse besparing hierdoor op onderhoudsuitgaven: circa € 500.000.
Reductie huidig aantal fte 8,5 – nieuw aantal fte (alle werkzaamheden in huis) 5 à 6 fte
uitbesteden uitvoerend gebouwbeheer (na afstoten gebouwen). Jaarlijks nodig voor voorbereiding en begeleiding operationeel gebouwbeheer: circa 1,6 fte.
Meegenomen is 65% van de onderhoudsbesparing en 2 FTE
15
Maatregel en korte omschrijving
2011
2012
2013
2014
-75.000
100.000
175.000
350.000
130.000
95.000
100.000
135.000
135.000
1.385.000
1.930.000
besparing op formatie. Deze taakstelling heeft veel besparingspotentie, maar het in kaart brengen van de totale portefeuille, het wijzigen van de organisatie en het berekenen van kostendekkende huren, vraagt in 2011 en 2012 een investering in menskracht. Het betreft een combinatie van maatregelen, beperkt afstoten van vastgoed levert minder besparingen op. Er is nog geen inhoudelijke keuze voor afstoten van vastgoed gedaan aangezien daarvoor eerst goed inzicht in de portefeuille nodig is. Er wordt niet afgestoten als dit financieel rendementsverlies oplevert. 14. Professionalisering inkoopfunctie (1% inkoopbudgetten) Door professionalisering van de inkoopfunctie kan door gerichter en beter inkopen budgettaire voordelen worden behaald. Dit wordt ingeboekt met een generieke korting op de inkoopbudgetten. In 2011 is nog een investering nodig in de professionaliseringsslag die in 2010 is ingezet. 15. Digitalisering-verbetering dienstverlening publiekszaken ic.m. sluiten servicepunten Rijnsburg en Valkenburg Het sluiten van de servicepunten Rijnsburg en Valkenburg zal leiden tot een besparing in de directe en variabele kosten van werkplekken: 2 x 0,45 fte. De sluiting van Rijnsburg zal wel zorgen voor meer activiteiten op de hoofdlocatie, maar op dit moment is er spraken van 20% leeglooptijd. De bezetting op de hoofdlocatie wordt efficiënter ingezet. Daarnaast is er besparing op beveiligingsmaatregelen dislocaties. Deze zijn thans onvoldoende. Om die reden stellen we voor de locatie Valkenburg per direct te sluiten en locatie Rijnsburg per 2012. Door de besparingen is een extra avondopenstelling op de hoofdlocatie mogelijk. Het werken op afspraak zorgt voor betere dienstverlening met minder middelen (inzet formatie basistaken/goedkopere krachten). De afspraakdienst wordt via de website aangeboden. Dit zal leiden tot minder telefoontjes en een efficiëntere planning van medewerkers/specialismen (goedkopere krachten voor de basisproducten). Ook de leeglooptijd wordt door de invoering gereduceerd. Daarnaast zal er voor bulkproducten worden ingezet op verschuiving naar internet: alleen als het product niet anders te verkrijgen dan bezoekt de klant het loket, maar dan gepland op afspraak. Besparing lokethandeling vs digitale handeling. 16. Nog uit te werken:
Samenwerking GOA’s en BOA’s
Eén meldpunt facilitaire vraagstukken
Doorlichting van de ICT-organisatie
Efficiency van het subsidieproces
Centralisering van het wagenparkbeheer
Samenwerking en samenvoegen werven
TOTAAL
-115.000
16
675.000
Zus-projecten
Van de bovenstaande onderwerpen 1 t/m 14 is sprake van onderwerpen met een wisselende impact op de organisatie. Enkele hebben een aanzienlijke impact doordat er sprake is van een andere wijze van organiseren (zoals de wijziging van het vastgoed beheer) en andere betreffen een wijziging van een werkwijze in een afdeling (zoals de wijziging van de incassofunctie van sociale zaken). Van alle onderwerpen geldt dat er investering van het management en de medewerkers nodig is om de besparing tot een succes te maken. Digitalisering-verbetering dienstverlening publiekszaken ic.m. sluiten servicepunten Rijnsburg en Valkenburg
De meeste besparingsvoorstellen hebben impact op de organisatie, één besparingsvoorstel (nr 3) merken bedrijven en één besparingsvoorstel (nr 15) is ook voor de Katwijkse inwoners merkbaar. Dat laatste betreft ons voorstel om de servicepunten Valkenburg en Rijnsburg te sluiten. Dit heeft meerdere redenen. De eerste reden is het geringe gebruik van de servicepunten ten opzichte van Katwijk. De tweede reden is de investeringen die de komende jaren gedaan moeten worden voor beveiliging. Zo is er niet adequate alarmopvolging in Valkenburg en dat is onverantwoord. Als derde reden heeft de afdeling aangegeven in Katwijk een betere dienstverlening te kunnen verlenen met ruimere openingstijden indien de twee nevenvestigingen worden opgeheven. Het openhouden van de twee servicepunten is op lange termijn kostbaar en nu we op een aantal terrein maatregelen moeten doorvoeren die serieus ingrijpen in de samenleving, vinden we de kosten hiervan niet verantwoord. Uit verschillende onderzoeken blijkt dat de burger best iets verder wil fietsen voor de dienstverlening van gemeenten, mits hij vervolgens wel goed wordt geholpen. Het college realiseert zich daarbij wel degelijk de gevoeligheid van dit onderwerp gelet op de discussies in het verleden over de identiteit van de kernen. Deze identiteit willen wij op een andere en betere manier borgen, zoals bijvoorbeeld de transformatie van het gemeentehuis Rijnsburg in een gemeenschapsfunctie. Wij zijn daarnaast van mening dat de verbetering van de dienstverlening in Katwijk als opmaat naar het klantencontactcentrum een goede invulling geeft voor al onze inwoners. Vervolgonderzoeken
Nog niet alle onderdelen van de ZUS-projecten zijn uitgewerkt. Bovenstaand treft u de eerste tranche aan. Een aantal projecten wordt in 2011 verder uitgewerkt. 4.4
Budgettair resultaat: € 10.000 in 2011 oplopend naar € 2,02 miljoen structureel in 2014 Volumereductie
De maatregelen uit de taken- en subsidiediscussie en de efficiencyprojecten hebben consequenties voor de organisatie. Daarbij geldt de regel dat de primaire budgetten voor de uitvoering van de taak (goederen en diensten plus directe salarislasten) meetellen voor de taakstelling takenreductie. De overheadreductie die moet worden gerealiseerd, telt mee voor de taakstelling efficiency. Om die reden is bij de ondersteunende afdelingen bekeken wat de mogelijkheden zijn van een reductie van de bedrijfsvoeringsfuncties. Ontstaffing
Ter ondersteuning hiervan is een verkenningsnotitie opgesteld over ontstaffingsmogelijkheden, dat wil zeggen: interne deregulering en compactere processen. Hierdoor krijgt de discussie over een kleinere staf een inhoudelijke basis. De notitie geeft een richting om de processen van de drie bedrijfsvoeringsafdelingen beter te stroomlijnen. Dit zou uiteindelijk tot een reorganisatie kunnen leiden waardoor een andere hoofdstructuur ontstaat. Op basis van de taken- en subsidiediscussie daalt de formatie met ruim 7 FTE waardoor de overhead met circa € 1oo.000 zou moeten dalen (25%). Omdat dit advies ook een inhoudelijk component heeft, namelijk het stroomlijnen van de organisatie, is een bedrag van € 150.000 meegenomen.
Budgettair resultaat: € 50.000 in 2012 oplopend naar € 150.000 structureel in 2014
17
Volumereductie materiële overhead
Een reductie van formatie leidt ook tot lagere aanschafkosten van pc’s, opleidingen, kantoorartikelen etc. Dit hebben we vertaald naar de budgetten. Tevens is een aantal budgetten kritisch beschouwd (zoals telefoonkosten, arbo en werving en selectie). 4.5
Budgettair resultaat: € 80.000 in 2011 oplopend naar € 100.000 structureel in 2014 Reductie loongebouw en inhuur
Het laatste element om de taakstelling op het punt efficiency door te voeren, is de reductie van de inzet van extern personeel en de reductie van het loongebouw. Reductie inhuur
De gemeente Katwijk heeft in de afgelopen jaren veelvuldig gebruik gemaakt van extern personeel. De redenen hiertoe waren ziekte, zwangerschap, extra capaciteit of specifieke expertise. Inzet van extern personeel is zeker voor een ontwikkelende gemeente als Katwijk moeilijk te voorkomen, maar er is gekozen hier een extra bewustheidsmechanisme in te bouwen. Om die reden hebben we reguliere, salarisgerelateerde budgetten voor extern personeel grotendeels afgeraamd. Dat betekent dat inhuur thans feitelijk alleen nog uit de vacatureruimte kan worden bekostigd. Dat creëert scherpte op de inhuur omdat vacatureruimte niet voldoende is voor een 100% invulling van de vacature. De consequentie hiervan is wel dat er door het management scherper geprioriteerd gaat worden en richting het bestuur ook eerder gaat melden als de capaciteit ontbreekt om een bestuurlijke afspraak na te komen. In de begroting was hiervoor een taakstelling van € 400.000 structureel vanaf 2011 opgenomen. In de werkelijkheid wordt het eindbedrag hoger, maar zijn de bedragen in 2o11 en 2012 lager. Daarmee wordt de taakstelling niet helemaal in de planperiode tot 2014 gehaald, maar vanaf 2015 ruimschoots.
Budgettair resultaat: € 290.000 in 2011 oplopend naar € 490.000 in 2014
Reductie loongebouw
De gemeente Katwijk heeft een loongebouw waarin veel medewerkers in het maximum van hun salarisschaal zitten. Een loongebouw met jongere medewerkers levert veelal een lagere salarislast op. Daar wordt nu een voorstel voorbereid die uitgaat van werving van nieuwe medewerkers in de aanloopschaal danwel onder periodiek 5 van de functionele schaal. Dit zal niet in alle gevallen lukken, maar afwijking moet goed beargumenteerd worden op arbeidsmarktomstandigheden. We hebben dit op voorhand begrotingstechnisch verwerkt door het natuurlijk verloop meerjarig op periodiek 8 van de functionele schaal te ramen. De nadere maatregelen die we nemen om een besparing op het loongebouw te realiseren, zijn nog niet vertaald.
Budgettair resultaat: € 65.000 in 2011 oplopend naar € 180.000 structureel in 2014
18
4.6
Totaal efficiency
Het bovenstaande resulteert in de volgende resultaten voor het onderdeel ‘efficiency’. Het omvat naar verwachting een FTE-reductie van ruim 10 FTE. Omschrijving
2011
2012
2013
2014
p.m.
p.m.
p.m.
ZUS-projecten
-115.000
675.000
1.385.000
1.930.000
Volumereductie overhead
80.000
225.000
325.000
400.000
290.000
330.000
420.000
490.000
65.000
88.000
133.000
180.000
430.000
1.318.000
2.263.000
3.000.000
Slimmer werken
Reductie inhuur Reductie loongebouw
Totaal
p.m.
19
Hoofdstuk 5. Taken en Subsidiediscussie
5.1
Inleiding
In de Kadernota is een taakstelling opgenomen op taken en een taakstelling op subsidies en verbonden partijen. Deze taakstellingen betreffen de rol van de gemeente Katwijk in de samenleving, direct zichtbaar voor de burgers. Al snel werd gerealiseerd dat beide taakstellingen geen inhoudelijk onderscheid betreffen maar een onderscheid op kostencategorie. Om die reden worden beide samengevoegd en wordt de inhoudelijke discussie gevoerd op de terreinen waarop de gemeente actief is. De taakstellingen voor deze discussie is de som van de twee taakstellingen uit de kadernota: € 4 miljoen. Vanuit de bestuurlijke koers uit het collegewerkprogramma heeft het college de organisatie gevraagd voorstellen aan te leveren om te bezuinigen met de volgende inhoudelijke hoofdlijn:
Publieke voorzieningen worden zoveel mogelijk teruggebracht op basisniveau zonder extra’s. Als de gemeente zijn taken goed wil blijven uitvoeren, is het nodig om met elkaar het basiskwaliteitsniveau te bepalen van onze publieke voorzieningen zoals de openbare buitenruimte, wegen, dienstverlening en sportaccommodaties. Wat extra is, komt in aanmerking voor heroverweging. De gemeente treedt terug waar mensen en groepen (financieel) meer zelf kunnen doen en dragen. Als het echt nodig is, kunnen kwetsbare burgers en groepen op de gemeente blijven rekenen. Groepen met een duidelijke afhankelijkheid van de overheid zoals minima worden ontzien. Dat wil overigens niet zeggen dat deze terreinen volledig buiten beeld zijn. De gemeente treedt terug waar mensen en groepen financieel (meer) zelf kunnen dragen. Katwijk aan zee heeft de centrumfunctie; iedere wijk krijgt de voorzieningen om als wijk te functioneren. Dit uitgangspunt betekent dat heel kritisch is gekeken waar en welke functie van het gemeentelijk takenpakket in de wijken wordt gelokaliseerd. Daarbij is het uitgangspunt dat de hoofdfuncties in Katwijk aan zee worden gevestigd. Samenwerking bezien op kwaliteitsverbetering, kostenverlaging en versterken belangen Katwijk. Er zijn volop kansen voor samenwerking in bestaande en nieuwe verbanden. Per samenwerking kijken wij of deze bijdraagt aan het verbeteren van de kwaliteit, verlagen van de kosten en versterken van de belangenbehartiging van de gemeente Katwijk. Als dat in bestaande samenwerkingverbanden niet (meer) zo is passen wij onze positie aan.
Uiteraard is niet alles onder deze hoofdlijn te vatten en bestaat ook op die hoofdlijnen een interpretatiemogelijkheid. Het college heeft op basis van drie uitgebreide besprekingen over circa 125 voorstellen van in totaal € 6 miljoen een principepakket maatregelen van € 3,9 miljoen (85 maatregelen) vastgesteld en een pakket maatregelen van € 1,9 miljoen (42 maatregelen) afgewezen. Het college heeft bij de keuze voor de maatregelen vooruit gezien en een duurzaam en financieel solide Katwijk op het oog gehad. Gelet op de financiële situatie ontkomt de gemeente niet aan pijnlijke maatregelen. Het pakket dat voorligt houdt de maatregelen voor kwetsbare groepen uiterst beperkt. De overige maatregelen dragen het karakter van een soberder overheidsrol en een sterke rol voor de samenleving. Tenslotte is goed gekeken naar de voorzieningen over de wijken en is op een aantal punten een achterstallige harmonisatie uit de fusie geactiveerd. Naar de mening van het college is hiermee een evenwichtig pakket ontstaan in het geheel van de maatregelen en de financiële context. In de onderstaande paragrafen zetten we de maatregelen uiteen onder de in de inleiding genoemde categorisering. Achter de maatregel staat een nummer die verwijst naar bijlage 1. waar de maatregelen
20
voorzien zijn van een toelichting en waar de bedragen per jaar worden vermeld. In bijlage 2 zijn de maatregelen opgenomen waar niet voor gekozen is. 5.2
Publieke voorzieningen op basisniveau • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
5.3
WMO: herindicatie huishoudelijke hulp, algemeen gebruikelijk verklaren kleine woningaanpassingen, zorgmarkt openstellen voor schoonmaakbedrijven (3-5) Minima: afschaffen regelingen duurzame gebruiksgoederen en telefoonkostenvergoedingen (6-8) Verlagen budgetten kunstaankoop en kunstuitleen, bespelen carillon, Stichting Kontakt Beroepsleven en Onderwijs in de Regio (9-13) Aanpassen regeling leerlingenvervoer (vervallen overgangsmaatregelen) (17) Afschaffen schoolzwemmen (18) Beperken logopedie en schoolbegeleiding (19, 20) Aframen budget regionaal educatie agenda (21) Verlagen budget inrichten woonservice zones (36) Peuterspeelzaalwerk, verlagen bekostiging professionalisering peuterspeelwerk en minder inspecties kinderopvang (42, 43, 45) Noodlokalen niet aanschaffen (60) Geen coördinatie op duurzaamheidstaak (64) Financiering bodemsaneringstaken (68) Gefaseerd terugbrengen van het kwaliteitsniveau van onderhoud van de buitenruimte volgens de VORK naar niveau 2007 (77) Gefaseerd terugbrengen van het inrichtingsniveau van de openbare ruimte: Later vervangen van elementen en onderdelen van de openbare ruimte (78) Gefaseerd terugbrengen van het inrichtingsniveau van de openbare ruimte: wijzigen maairegime bermen en groenstroken (79) Verlagen van de kwaliteit/dienstverlening van de afvalinzameling: Verlaging frequenties routes grofvuil (80) Verlagen van de kwaliteit/dienstverlening van de afvalinzameling: Versnelde uitvoering ondergrondse inzameling (inclusief vervanging en aanbrengen veiligheidsvloeren) (81) Verlagen van de kwaliteit/dienstverlening van de afvalinzameling: Afschaffen zomer GFT (82) Beperken ambities ten aanzien van Riolering en Water (Waterplan/GRP) en Verkeer en Vervoer (IVVP): Terugschroeven ambities Waterplan (83) Terugtredende overheid
• •
• • •
• • • •
Uitbreiden eigen bijdrage voorzieningen WMO (1) Verlaging subsidies aan Kocon, steunpunt medelanders, zelforganisaties, subsidie Femke (buitenlandse vrouwen), vrijwilligerswerk, Musea (10%), Tripodia (10%), AMW, Katrijn, Kattuk.nl (14, 22, 23, 24, 27, 30, 33, 34, 37, 50, 61) Alternatieve huisvesting Muziekschool (31, 32) Verlagen budget breedtesport (53) Stopzetten subsidies emancipatie, ontwikkelingssamenwerking, strandbibliotheek, doelgroepenbeleid bibliotheek, kerkelijk clubwerk, preventieprojecten op scholen, project maathouden (obesitas) RDOG, Boemerang, Zetel 34, jubileumsubsidies, kinderweek (25, 26, 28, 46, 48,49, 51, 54, 56, 57, 61) Geen kinderraad meer organiseren (58) Verhoging vergoeding eigen bijdrage belbus (35) Bijdrage Exploitatie zwembad Aquamar verlagen (40) Verhogen tarieven binnensport en buitensport (41, 52)
21
• • • • • • • • • • • • 5.4
Verhogen eigen bijdrage peuterspeelzaalwerk (44) Subsidie SKA versoberen/eigen bijdrage invoeren (55) Activiteitenbudget Combinatiefuncties (59) Verlaging subsidies monumenten (62) Geen onderhoud en beheer varend erfgoed (63) NME-taak beperken (65) EHBO Strand onderbrengen bij KRB in combinatie met versoberen subsidie (67) Reductie taak welstandscommissie (69) Geen haalservice bieden ophalen takken en geen inzet kraanwagens voor aannemers (71-73) Geen gemeentelijke kerstbomen meer plaatsen (74) Verlagen exploitatielast Panbos (75) Harmonisering inzet ondersteuning Volksfeesten (76) Centrumfunctie Katwijk aan Zee
• • 5.5
Aanpassing subsidie Openbare bibliotheek wegens nieuwbouw (29) Alleen CJG in Katwijk en Rijnsburg (47) Samenwerking (verbonden partijen)
• • • •
• • •
5.6
Invoeren collectief vervoerssysteem WMO (2) Verlaging bijdrage GGD (15, 16) Regionaal samenvoegen mantelzorg en thuishulp Valent (38) Samenvoegen SWOK en Factor welzijn (39) Verlagen bijdrage Holland Rijnland (70)
Lidmaatschap CROS Schiphol beëindigen (66) Brugbediening Sandtlaanbrug op afstand (provincie) (84)
Totaal taken, subsidies en verbonden partijen
Het bovenstaande resulteert in de volgende resultaten voor het onderdeel ‘subsidies, taken en verbonden partijen’. De maatregelen kunnen pas per 2012 ingaan en hebben veelal een oplopend verloop in verband met de benodigde afbouwperiode voor met name instellingen en contractanten van de gemeente, maar ook vanwege betrokken formatieplaatsen (ca. 7 FTE). Daarnaast speelt ook mee dat een aantal maatregelen gerealiseerd moeten worden door een goede uitwerking in bijvoorbeeld het subsidiebeleid. Het actualiseren van subsidiebeleid is voor het college een groot aandachtspunt. Dit is ook los van de ombuigingen nodig. In dit rapport hebben we reeds een aantal maatregelen meegenomen (‘no regret’). Omschrijving
2011
Publieke voorzieningen op basisniveau Terugtredende overheid
2012
2013
2014
1.016.600
1.688.350
1.770.350
487.750
780.250
1.171.250
Centrumfunctie Katwijk aan Zee
126.000
126.000
326.000
Samenwerking (verbonden partijen)
255.000
425.000
535.000
1.885.350
3.019.600
3.802.600
Totaal
.
22
Hoofdstuk 6. Toepassen investeringsplafond
6.1
Inleiding
De taakstelling van € 11 miljoen die in de kadernota was opgenomen, bevatte één p.m.-geraamde maatregel, te weten een investeringsplafond. Onder een investeringsplafond verstaan we het toepassen van een maximumbedrag aan de jaarlijkse ruimte voor het doen van investeringen. Dit is meestal gerelateerd aan de vrijval van de kapitaallasten in de begroting. De eerste activiteit die we in dit verband hebben ondernomen, is dat we één meerjareninvesteringsoverzicht hebben gemaakt. Tot op heden bestond het investeringsprogramma uit een overzicht voor vervangingsinvesteringen en separate investeringsprogramma’s. In het laatste geval ging het om de investeringen in de onderwijshuisvesting en de investeringen voor het klimaatplan. Op basis van het samengevoegde meerjareninvesteringsoverzicht voor de jaren 2011-2014 hebben we de taakstelling ‘toepassing investeringsplafond’ berekend. 6.2
Screening meerjareninvesteringsplan (investeringsplafond)
In de meerjarenbegroting 2011-2014 zijn thans de volgende cijfers opgenomen voor kapitaallasten van nieuwe investeringen: Omschrijving 1.
Kapitaallasten
2.
Vrijval cumulatief
3.
Nieuwe investeringen cumulatief
2011
2012
2013
2014
13.718.950
14.650.500
13.643.030
11.932.100
931.550
-75.920
-1.786.850
403.250
2.074.350
3.763.800
In de meerjarenbegroting stijgen de kapitaallasten (regel 1) met € 931.550 in 2012 door het investeringsprogramma in de begroting 2011, daarna lopen de kapitaallasten af vanwege afschrijving. De vrijval is cumulatief aangegeven (regel 2) en is in het eerste jaar positief (kapitaallasten stijgen). Als we de aanvragen voor nieuwe investeringen 2012-2014 bekijken kan aan de hand van de tabel worden geconstateerd dat de aanvragen voor nieuwe investeringen veel hoger zijn dan de vrijval van de kapitaallasten. Dat het hoger is, is overigens normaal vanwege prijsontwikkelingen en afschrijvingen ineens ten laste van reserves of grondexploitaties in het verleden. De mate waarin het hoger moet zijn, kan het beste worden beoordeeld met een investeringsplafond. Indien boven het investeringsplafond vervangingsinvesteringen nodig zijn, behoeft dit bij de begroting apart aangevraagd te worden en vindt nadere toetsing plaats. Zo wordt het investeringsprogramma van een afwegingsmoment voorzien bij de begroting. Dat is thans nog niet de situatie. Het investeringsoverzicht 2012-2015 zal nadrukkelijk worden onderworpen aan een toets op de noodzaak (inhoud), de onvermijdelijkheid (betreffende jaar), de financiële onderbouwing en de uitvoeringsmogelijkheden. Als maatregel wordt daarom bij de begroting 2012 een investeringsplafond ingevoerd op de thans aangevraagd nieuwe ruimte voor kapitaallasten van 85%. Dat betekent dat het totaal van de investeringen die zijn aangevraagd v00r 2012, 2013 en 2014 per jaar 15% minder moet zijn dan de huidige aanvraag. De opgave is om door de nieuwe procedure het investeringsniveau te verlagen.
23
6.3
Totaal investeringsplafond
Het bovenstaande resulteert in de volgende resultaten voor het onderdeel ‘investeringsplafond’. Omschrijving
2011
Nieuwe aanvragen -15%
2012
2013
2014
60.000
310.000
550.000
Correctie onderuitputting
60.000
Totaal
24
250.000
250.000
60.000
300.000
Hoofdstuk 7. Inkomstenverhoging
7.1
Inleiding
Veel van de huidige doelheffingen van de gemeente Katwijk zijn niet kostendekkend. Dit betreft niet zozeer altijd het percentage kostendekkendheid, maar veeleer dat niet alle kosten die aan de heffing kunnen worden toegerekend ook daadwerkelijk middels het tarief worden doorberekend. Dat betekent dat van bepaalde voorzieningen de algemene middelen het tekort op die exploitaties bekostigen. In de bespreking van de belastingvoorstellen 2011 heeft het college aangegeven dat voor de belastingvoorstellen 2012 de kostendekkendheid en de toerekening van de gemeente Katwijk zullen worden getoetst aan de 'Handreiking kostentoerekening leges en tarieven' opgesteld in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Om die reden geeft dit hoofdstuk een verwachte richting van de inkomstenverhoging, maar zullen de definitieve voorstellen afhankelijk zijn van de uitwerking van de hiervoor genoemde toets. Dit houdt in dat we de volgende lijn hanteren: • Kostendekkendheid is het leidende principe: kostendekkend maken van tarieven gaat voor het verhogen van belastingen. Hierbij zal voor 2012 gelden: eerst wordt de kostentoerekening nagegaan en of alle kosten die mogen worden toegerekend ook daadwerkelijk worden toegerekend; vervolgens wordt bezien of het kostenniveau kan worden vergeleken met andere gemeenten (benchmark) als de kosten boven het efficiënte niveau liggen, worden besparingsvoorstellen gedaan en als er sprake is van onderdekking van de tarieven tot een efficiënt kostenniveau worden de tarieven kostendekkend gemaakt • In de benutting van de capaciteit op het terrein van de belastingtarieven wordt eerst de ruimte benut in de andere belastingtarieven en als laatste de OZB. • Bij de OZB gelden de uitgangspunten van de kadernota: niet meer dan 2% boven inflatie per jaar. Inkomstenverhoging is in dit rapport het sluitstuk van de maatregelen. Dit is volgens het college ook de goede volgorde. Omdat we op de onderdelen ‘lucht in de begroting’, efficiency, taken- en subsidie en investeringsplafond tezamen meer hebben dan de financiële situatie vraagt, hebben we dit onderdeel niet voor het bedrag in de begroting (€ 2,4 miljoen) ingevuld. Het totale voorstel bedraagt € 1,9 miljoen te realiseren in 2014 volgens de hiervoor genoemde uitgangspunten. Omdat in onderstaande paragrafen een voorstel wordt gedaan waarbij rekening gehouden wordt met de effecten voor de lastendruk van de burgers, starten we dit hoofdstuk met een beeld van lastendruk van Katwijk in regionaal en landelijk perspectief.
25
7.2
Regionaal en landelijk lokale lastendruk
In deze paragraaf zetten we eerst het beeld van Katwijk op het terrein van de lokale heffingen af tegen het regionale en landelijke beeld. In onderstaand overzicht dat altijd is opgenomen in de heffingsvoorstellen staan de belastinggegevens van 2010 weer voor de regio (bron: Coelo-atlas 2010). OZB1 2010
EW
Afvalstoffen-heffing
GNW
ENW
een-pers
Rioolheffing
meerpers eenpers
Meerpers
Hillegom
0,0760
0,1125
0,1456
223
250
237
237
Kaag en Braassem
0,0909
0,1087
0,1343
208
311
268
268
Leiden
0,1554
0,3273
0,3277
117
220
61
114
Leiderdorp
0,1277
0,1557
0,2059
226
316
39
117
Lisse
0,0720
0,1260
0,1520
184
267
136
136
Noordwijk
0,0972
0,0864
0,1124
260
379
125
125
Noordwijkerhout
0,0612
0,0872
0,1087
184
277
227
227
Oegstgeest
0,0844
0,1292
0,1616
287
287
135
173
Teylingen
0,0697
0,1029
0,1289
256
320
131
131
Voorschoten
0,0947
0,1209
0,1512
266
328
129
129
Zoeterwoude
0,0938
0,2022
0,2529
163
222
eigenaar
289
0,093
0,14173
0,17102
216
289
149
177
Gemiddelde regio ex Katwijk 2010 Landelijk gemiddelde 2010
0,3270
0,094
271
165
Katwijk 2010
0,0718
0,1167
0,1456
205
300
90
90
Katwijk 2011
0,0745
0,1220
0,1522
208
305
103
103
Katwijk zit met de OZB en de rioolheffing duidelijk onder het landelijk en regionaal gemiddelde, wat betreft de afvalstoffenheffing is het beeld niet erg afwijkend van het landelijk en regionaal gemiddelde. Katwijk neemt positie 51 in de landelijk ranglijst lokale lasten (waarbij 1 = laagste en 457 = hoogste). De opbrengst van de lokale belastingen bedraagt circa € 12,3 miljoen (ozb, precariobelasting, hondenbelasting, parkeerbelasting, toeristenbelasting). De opbrengst van de lokale doelheffingen bedraagt circa € 12,5 miljoen (afvalstoffenheffing, rioolrecht, leges, begraafrechten, marktgelden, havengelden). De taakstelling inkomsten van € 2,4 miljoen uit de begroting is daarmee circa 10% van de huidige inkomsten uit heffingen. 7.3
Kostendekkende heffingen
Afvalstoffenheffing en rioolrecht
In de belastingvoorstellen 2011 is het rioolrecht verhoogd met € 325.000 vanwege de toerekening van onder meer straatreiniging. De verwachting is dat de analyse van de kosten en baten zal opleveren dat nog eenzelfde bedrag aan het rioolrecht kan worden toegerekend. Ook in de afvalstoffenheffing is de straatreiniging niet toegerekend zodat ook daar in ieder geval € 325.000 kan worden toegerekend. De daadwerkelijk toerekening zal in de analyse van de kostendekkendheid en de kostentoerekening worden
1
EW = eigenaarstarief woningen; GNW = gebruikerstarief niet-woningen; ENW = eigenaarstarief niet-woningen
26
bepaald. Op voorhand gaan we er vanuit dat de rioolrechten en de afvalstoffenheffing voor een bedrag van € 975.000 kunnen bijdragen aan de taakstelling. Begraafrechten
In de begroting 2011 is er op de begraafrechten een nadelig resultaat van € 150.000. Met de belastingvoorstellen 2011 wordt hiervan € 37.000 ingelopen. Een analyse zegt dat het tarief in Katwijk niet hoog is en dat het nadelige resultaat met name komt doordat de onderhoudsrechten te laag zijn. Op dit moment vindt er uitgebreid onderzoek naar plaats. Als voorschot op de nota begraafplaatsen hebben we nogmaals een bedrag van € 37.000 meegenomen. Leges
De leges bedragen in de begroting € 2,6 miljoen, waarvan € 1,4 miljoen bouwleges en € 1,1 miljoen leges publiekszaken. De kostendekkendheid hiervan zal worden bezien in eerdergenoemd onderzoek. Op voorhand is een bedrag van € 50.000 meegenomen. Marktgelden
De marktgelden voor weekmarkten en de toeristenmarkt zijn niet kostendekkend, maar in de belastingvoorstellen 2011 is reeds € 12.000 meegenomen waardoor alleen de toeristenmarkt niet kostendekkend is. Op voorhand hebben we hier geen aanvullende baten voor meegenomen, maar ook dit zal voor de voorstellen van 2012 worden bezien. Strandexploitatie
Hoewel niet zozeer te kenschetsen als een heffing, hebben we ook gekeken naar twee aparte exploitaties in de begroting: de Panbosexploitatie en de strandexploitatie. De Panbosexploitatie is meegenomen in de takendiscussie. De strandexploitatie is € 100.000 negatief. Het college heeft opdracht gegeven maatregelen uit te werken die de strandexploitatie in 2014 kostendekkend maakt. Dit is gekoppeld aan het jaarrond exploiteren en heeft een duidelijke relatie met de aanpak kustverdediging. Mogelijk kan deze maatregel daarom pas vanaf 2015 worden gerealiseerd. 7.4
Belastingen
Hondenbelasting
In tariefsvergelijkingen heeft Katwijk een hoog tarief voor de tweede hond, maar zijn de tarieven voor de eerste hond in veel gemeenten hoger. Een verhoging naar 100 euro voor de eerste hond levert structureel € 47.000 op. Precariobelasting
Gelet op de in de inleiding gemelde discussie over de precariobelasting op kabels en leidingen van nutsbedrijven, hebben wij geen voorstellen voor precario in overweging genomen. Parkeerbelasting
Parkeerbelasting is een algemeen dekkingsmiddel, maar waarvan de kostendekkendheid wel wordt getoetst. Op dit moment is het straatparkeren winstgevend, de parkeergarage Tramstraat beperkt winstgevend en zijn de parkeergarages Princehaven en Rooie Buurt ruim verliesgevend. Het saldo op parkeren is thans nog negatief. Het college is voornemens de tarieven voor parkeren te verhogen, want deze zijn in vergelijking met andere badplaatsen niet hoog. Wij hebben echter gelet op de investering in een nieuwe garage in de kustverdediging op voorhand daarvoor geen baten gecalculeerd.
27
Toeristenbelasting
Het criterium voor de heffing van toeristenbelasting (aantal bedden) is recent verlaagd, waardoor er een groter belastinggebied ontstaat. De opbrengst daarvan is nog niet in de ramingen verwerkt. Daarnaast is het tarief toeristenbelasting in Katwijk in vergelijking met andere badplaatsen laag (camping: 0,60 p.p.p.n.; hotel: 0,90 p.p.p.n.) . Als Katwijk zijn tarieven zou verhogen naar het Noordwijkse niveau voor campings (1,30 p.p.p.n.) en het Zandvoortse niveau voor hotelovernachtingen (1,50 p.p.p.n.; Zandvoort maakt geen onderscheid tussen campings en hotelovernachtingen) kan de structurele bate € 215.000 hoger zijn. Als eerste stap overwegen wij een tariefsverhoging van 20%. Tezamen met de uitbreiding van het belastinggebied levert dit een structurele bate op van € 65.000. Kwijtschelding
Op dit moment bestaat er in Katwijk nog de kwijtscheldingsmogelijkheid voor hondenbelasting en precariobelasting. Wij stellen voor deze mogelijkheid af te schaffen. Dit levert € 16.000 per jaar op. Onroerende zaakbelasting
In de kadernota is aangegeven dat als dekkingsmiddel voor de ombuigingen een verhoging van de onroerende zaakbelastingen van 2% boven het inflatiepercentage gelet op de tarieven van Katwijk een reële optie is. Elke procentpunt verhoging van de ozb in Katwijk is circa € 90.000. In 2014 is de bate derhalve € 550.000 en in 2015 € 735.000. 7.5
Totaal inkomsten en effect lastendruk
Het bovenstaande resulteert in de volgende resultaten voor het onderdeel ‘inkomsten’. Omschrijving
2011
2012
2013
2014
Rioolrecht 2011
325.000
325.000
325.000
325.000
57.000
57.000
57.000
57.000
Begraafrechten, havengelden, marktgelden 2011 Kostendekkend maken:
150.000
300.000
650.000
Begraafrechten
37.000
37.000
37.000
Leges
50.000
50.000
Rioolrecht en afvalstoffenheffing
50.000 100.000
Strandexploitatie Belastingen: Hondenbelasting
47.000
47.000
47.000
Toeristenbelasting
30.000
50.000
65.000
Kwijtschelding honden- en precariobelasting
16.000
16.000
16.000
OZB 2% per jaar
Totaal
382.000
180.000
365.000
550.000
892.000
1.247.000
1.897.000
Bovenstaande ontwikkelingen kunnen leiden tot lastenverzwaringen, maar er zijn ontwikkelingen waarom de bovenstaande voorstellen slechts tot een geringe verhoging van de lastendruk voor burgers zal leiden: 1. in de efficiency- en taakmaatregelen zijn besparingen op afvalinzameling van € 285.000 meegenomen; 2. in 2016 verlopen de contracten voor afvalverwerking waardoor er een daling van de verwerkingskosten wordt verwacht van minimaal € 500.000; 3. in de egalisatievoorziening rioolrecht zit € 2,6 miljoen waardoor er na aftrek van toekomstige investeringen vanuit het GRP ruimte is om deze ten gunste van het tarief te brengen. Hierdoor zal de algemene lastendruk (rioolrecht, afvalstoffenheffing en OZB) na 2012 nauwelijks reëel stijgen.
28
Hoofdstuk 8. Conclusies en invulling taakstelling
In de inleiding heeft het college een geactualiseerd meerjarenbeeld geschetst. Op basis daarvan zijn in de hoofdstukken 3 tot en met 7 de maatregelen gepresenteerd en uitgewerkt tot een bedrag van € 11 miljoen (budgettair lager doordat de maatregelen afvalinzameling bij een kostendekkend regime horen). Naar verwachting is geen beslag op de algemene reserve nodig en is in de jaren naar 2015 zelfs ruimte doordat er meer omgebogen wordt dan de taakstelling. Voorgesteld wordt dit meerdere te storten in een reserve om faseringsverschillen op te vangen. Daarmee heeft het college voldaan aan zijn opdracht om met een pakket maatregelen te komen waarover na inspraak en beraadslaging bij de Kadernota kan worden besloten. Onderstaand treft u de samenvattende tabel aan. 2011 Geactualiseerd begrotingsbeeld
-1.767.000
2012
2013
2014
-7.392.000
-10.290.000
400.000
400.000
400.000
400.000
-4.140.000
Afwaardering investeringen m. nut
2015 -10.690.000
Vertraging investeringen
250.000
250.000
250.000
250.000
250.000
Strategisch budgetteren
582.000
755.000
725.000
832.000
832.000
Stelpost bedrijfsvoering, onvoorzien
230.000
175.000
195.000
195.000
195.000
150.000
150.000
150.000
150.000
1.062.000
1.730.000
1.720.000
1.827.000
1.827.000
Wijziging kostenverdeling Totaal lucht in de begroting Slimmer werken ZUS-projecten Volumereductie overhead Reductie inhuur Reductie loongebouw
Totaal efficiency
p.m.
p.m. 675.000
-115.000 80.000
225.000
290.000
330.000
65.000 320.000
88.000
p.m. 1.385.000 325.000 420.000 133.000
p.m. 1.930.000
p.m. 1.930.000
400.000
400.000
490.000
490.000
180.000
180.000
3.000.000
3.000.000
1.318.000
2.263.000
1.016.600
1.688.350
1.770.350
1.770.350
487.750
780.250
1.171.250
1.171.250 326.000
Publieke voorzieningen op basisniveau Terugtredende overheid Centrumfunctie Katwijk aan Zee
126.000
126.000
326.000
Samenwerking (verbonden partijen)
255.000
425.000
535.000
Totaal taken, subsidies, v.p.
1.885.350
Totaal investeringsplafond
3.019.600
3.802.600
535.000
3.802.600
60.000
60.000
300.000
300.000
325.000
325.000
325.000
325.000
325.000
57.000
57.000
57.000
57.000
57.000
150.000
300.000
650.000
650.000
Begraafrechten
37.000
37.000
37.000
37.000
Leges
50.000
50.000
50.000
50.000
100.000
100.000
Rioolrecht 2011 Begraafr., haven- en marktgelden 2011 Rioolrecht en afvalstoffenheffing
Strandexploitatie Hondenbelasting
47.000
47.000
47.000
47.000
Toeristenbelasting
30.000
50.000
65.000
65.000
Kwijtsch. honden- en precariobelasting OZB 2% per jaar
Totaal inkomsten TOTAAL MAATREGELEN
Saldo begroting en maatregelen
16.000
16.000
16.000
365.000
550.000
735.000
382.000
892.000
1.247.000
1.897.000
1.764.000
5.885.350
8.309.600
10.826.600
-275.000
Correctie afvalstoffenheffing TOTAAL budgettair
16.000 180.000
-285.000
-285.000
2.082.000 11.011.600 -285.000
1.764.000
5.610.350
8.024.600
10.541.600
10.726.600
-3.000
1.470.350
632.600
251.600
36.600
29
Bijlagen: 1. 2. 3.
Lijst maatregelen taken en subsidies door college overgenomen Lijst maatregelen taken en subsidies door college verworpen ‘Herijking taakuitvoering gemeente Katwijk’
30
Bijlage 1
ONDERWERPEN TAKEN - EN SUBSIDIEDISCUSSIE DOOR HET COLLEGE OVERGENOMEN De criteria voor de categorisering van de maatregel is: 1. Geen energie in nieuwe projecten 2. Bij ombuigen kwetsbare groepen ontzien 3. Publieke voorzieningen op basisniveau (zowel fysieke als sociale voorzieningen). Kritisch bezien extra taken en aanvullende regelingen. 4. Terugtreden waar mensen en groepen (financieel) meer zelf kunnen dragen. Meer zelfwerkzaamheid van maatschappelijke partners en burgers 5. Katwijk aan zee heeft de centrumfunctie, maar iedere wijk heeft de benodigde voorzieningen om als wijk te functioneren (maatschappelijke voorzieningen en winkelbestand). 6. Samenwerking bezien op kwaliteitsverbetering, kostenverlaging en versterken belangen Katwijk
Maatregel
Omschrijving (onderbouwing)
1.
Op dit moment wordt alleen eigen bijdrage
Opleggen eigen bijdragen bij Wmo
toegepast bij hulp bij het huishouden. Wettelijk
voorzieningen
bestaat de mogelijkheid om dit beperkt uit te
Prodgr/
Crit.
Subsidie/
2012
2013
2014
Kst.soort
(1-6)
Taken
665200007
4
T
50.000
50.000
50.000
665200007
6
T
150.000
150.000
150.000
breiden. Indirect effect kan zijn dat de eigen bijdrage een drempel vormt voor het aanvragen van voorzieningen. Dat kan een extra besparing opleveren. Deze is nog niet meegenomen. Uitvoeringskosten zijn beperkt en daarom verwaarloosbaar, omdat eigen bijdrage berekend en geïnd worden door het CAK.. Besparing kan opgehoogd naar € 50.000. Het gaat om ongeveer 510 scootmobielen waarvan een deel samenloop met hulp bij het huishouden. Kan wel leiden tot verhoging van uitgaven bijzondere bijstand omdat voor minima de eigen bijdrage teruggevraagd kan worden. Zal niet de hele groep betreffen, dus opbrengst hoger dan de kosten 2.
Invoeren collectief
Met ingang van 1-1-11 wordt collectief
1
FTE
Maatregel vervoerssysteem
Omschrijving (onderbouwing)
Prodgr/
Crit.
Subsidie/
2012
2013
2014
FTE
Kst.soort
(1-6)
Taken
665200007
4
T
10.000
10.000
10.000
0,14
662201007
4
T
-
100.000
100.000
662201007
2, 4
T
-
50.000
100.000
4/i.s.
T
10.000
10.000
10.000
vervoerssysteem ingevoerd. Door overgang van oud naar nieuw systeem in 2011 mogelijk beperkte besparing
3.
4.
Algemeen gebruikelijk
Door kleine woningaanpassingen zoals douche
verklaren van kleine
beugels als algemeen gebruikelijk te verklaren
woningaanpassingen
worden deze niet meer vergoed.
Minder uren toekenning
In 2012 worden alle overgangsklanten bij de
huishoudelijke hulp
invoering van de Wmo geherindiceerd. Verwacht wordt dat in een aantal gevallen minder zorg verleend zal worden. Let op: herindicatie operatie zal in 2012 extra inzet van personeel vragen. Bij globale telefonische herindicatie minder inzet, maar ook minder besparing
5.
Zorgmarkt openstellen
Huidige contracten met zorgaanbieders lopen in
voor
2012 af. We staan voor de keus om te verlengen
schoonmaakbedrijven
(kan nog 2 jaar) of opnieuw aan te besteden. Bij opnieuw aanbesteden bestaat er de kans om de categorie 1 hulp bij het huishouden open te stellen voor schoonmaakbedrijven. Tarieven in de schoonmaakbranche liggen iets lager dan de tarieven in de thuiszorg. Effect is gering, omdat wij door gebruik van de zorgveiling een korting krijgen op de tarieven in de thuiszorg. Na aanbesteding indiceren in uren in plaats van klassen kan ook voor een kleine besparing zorgen.
6.
Regeling vergoeding
Afschaffing verdedigbaar , omdat op individuele
voor duurzame
gronden altijd nog een lening verstrekt kan
gebruiksgoederen
worden voor deze kosten. Hogere kosten
afschaffen
bijzondere bijstand zijn verrekend met
661400007
m. 2
2
0,07
Maatregel
Omschrijving (onderbouwing)
Prodgr/
Crit.
Subsidie/
Kst.soort
(1-6)
Taken
661400007
2,4
2012
2013
2014
FTE
3.600
3.600
3.600
0,14
19.250
19.250
0,35
besparingsbedrag van €14.000 per jaar 7.
Regeling telefoonkosten
De regeling overbodig, omdat we ook een
65 plussers afschaffen
categoriale regeling voor 65 + kennen .
8.
Formatie Sociale zaken
De besparing van FTE onderdelen 3,6,7
9.
Halveren post
Besparen op kunstaankoop, er zijn ook middelen
6540010-
kunstaankoop
in fonds aankoop kunst en 1% regeling
433000
Op dit moment vindt automatische bespeling
6540010-
jaarrond plaats . Hieraan zijn geen kosten
4343000
10. Bespelen carillon
T T
4
T
55.000
55.000
55.000
nvt
3
T
5.500
5.500
5.500
nvt
4
T
7.000
7.000
7.000
nvt
4
S
2.000
2.000
2.000
nvt
3
S
15.000
15.000
15.000
4
S
10.000
10.000
10.000
verbonden. Daarnaast speelt de beiaardier 2 x per maand jaarrond live Terug naar 1x per maand levert €5.500 op .Helemaal geen bespelingen jaarrond heeft tot consequentie dat het carillon als instrument achteruit gaat. Regelmatige bespeling is noodzakelijk. Daarnaast speelt de beiaardier in de zomermaanden 1x per week (=6x) voor een totaalbedrag van € 1800. 11. Schrappen post kunstuitleen 12. Stoppen bijdrage
Betreft kunst in gemeentehuis (niet jaarlijks
6540010-
noodzakelijk, kan ook uit depot)
4343000
Stoppen subsidie dag van de kunstuitleen
6540010-
kunstuitleen 13. Bijdrage KBOR
4343000 Afschaffen subsidie KBOR. KBOR is Kontakt beroepsleven/ Onderwijs Katwijk . Ze organiseren afstemming tussen het beroepsleven en het Voortgezet onderwijs. Ze organiseren beroepen oriëntaties en stageprojecten en beroepenmanifestaties. Het levert ook een betere afstemming tussen de groepen op.
14. Verlagen bijdrage Kocon
Stelpost op organisatiedeskundigheidsbevordering en promotie materialen
3
nvt
Maatregel
Omschrijving (onderbouwing)
Prodgr/
Crit.
Subsidie/
Kst.soort
(1-6)
Taken
15. Verlagen regionale
Minder nodig voor regionale subsidies GGZ
6714000-
3
S
subsidies GGZ
2012
2013
2014
FTE
40.000
40.000
40.000
nvt
50.000
50.000
nvt
25.000
-
4343000
16. Korting bijdrage GGD
5% verlaging is al besloten.
3
VP
17. Aanpassen regeling
Vervallen overgangsmaatregel leerlingvervoer 2-
3
T
4
T
125.000
250.000
250.000
0,01
3
T
30.000
30.000
30.000
nvt
3
S
100.000
100.000
100.000
3
T
98.000
98.000
98.000
3,4
S
40.000
40.000
leerlingenvervoer 18. Afschaffen schoolzwemmen
4 km (meer bezwaarprocedures) Schoolzwemmen is geen primaire gemeentelijke taak. Voor verreweg de meeste kinderen is schoolzwemmen geen vereiste voor het behalen van een zwemdiploma. Dit is een verantwoordelijkheid van de ouders die door ouders ook daadwerkelijk wordt opgepakt.
19. Beperking kosten logopedie
Beëindigen uitgaven logopedie voor Valkenburg
6480000-
+ Rijnsburg via GGD. Opvangen via bestaand
4425100
budget 20. Kosten schoolbegeleiding
Bijdrage aan schoolbesturen t.b.v. activiteiten. Schoolbegeleiding is niet verplicht. Restant bedrag kan worden aangewend voor aantoonbare noodzakelijke activiteiten, gericht op het verbeteren van de onderwijsmogelijkheden van kinderen die afgestemd is op de begeleidingsbehoefte.
21. Aframen stelpost reg. Educatie beleid 22. Verlagen bijdrage
Bestaande stelpost regionale Educatie Agenda niet verder uitvoeren. Weinig voorstellen Taken: Opvang en begeleiding nieuwkomers
steunpunt medelanders.
Stelpost w.o: stimuleren culturele activiteiten
Betreft % van de huidige
16.250, taallessen(niet de verpl inburgering)
subsidie.
kostendekkend of verminderen €16.000 dienstverlening aan cliënten buiten de doelgroep 6.250, voorlichtingsactiviteiten 7.000, maatschappelijke ondersteuning
4
nvt
Maatregel
Omschrijving (onderbouwing)
Prodgr/
Crit.
Subsidie/
Kst.soort
(1-6)
Taken
2012
2013
2014
In bezit grote reserves 23. Verlagen subsidie zelforganisaties (Mar. Turk, Yugosl.) 24. Verlagen subsidie
Halveren gemeentelijke bijdrage. Ene vereni-
3,4
S
12.500
12.500
Terugbrengen coordinatiekosten (25%)
2
S
17.000
17.000
Betreft subsidie aan vrouwenbonden. Is geen
4
S
2.500
2.500
4
S
30.000
30.000
3
T
4
S
3
S
ging gaat beter dan andere. Eigen bijdrage vaak nihil.
Femke (buitenlandse vrouwen) 25. Intrekken subsidie emancipatie 26. Beëindigen subsidies ontwikkelingssamw. 27. Verlagen budget vrijwilligerswerk 28. Beëindigen subsidie strandbibliotheek 29. Aanpassing subsidie Openbare bibliotheek
gemeentelijk beleid. Eigen bijdrage Geen taak gemeentelijke overheid. Restant budget voor “andere markt”” van € 2.000 Als maatschappelijke stage goed is ingevoerd,
40.000
kan 0,5 FTE worden teruggebracht Geen gemeentelijke taak. Wellicht op andere
15.000
15.000
manier te financieren In het kader van de nieuwbouw Centrale bibliotheek en de daaraan verbonden herziening van de vestigingsstructuur wordt voorzien in bezuinigingstaakstelling. Het vooraf bepalen van de omvang en vorm van de wijziging in de structuur is ongewenst. In het project zullen keuzemogelijkheden worden gepresenteerd. (verlagen kapitaallasten en reductie filialen). In 2003 is een overeenkomst met de rijksoverheid gesloten m.b.t. het instapniveau om als basisbibliotheek in het landelijke netwerk mee te kunnen doen, daarmee wordt de kwaliteit van de bibliotheekwerk gewaarborgd(certificering).
5
200.000
FTE
Maatregel
Omschrijving (onderbouwing)
Prodgr/
Crit.
Subsidie/
Kst.soort
(1-6)
Taken
2012
2013
2014
14.000
20.000
26.000
De subsidiebodem om het instapniveau nog te kunnen waarborgen is ca€ 1.250.000. Huidige subsidie bedraagt ca € 1.500.000. D.m.v. het neerwaarts bijstellen van het serviceniveau, en personeelslasten kan er een taakstelling van € 200.000 gerealiseerd worden. 30. Verlagen subsidie musea met 10%
Verlaging van 10% van het subsidie moet kunnen
3,4
S
3
T
worden opgevangen door verhoging toegangsbewijzen (25.000) en interen op reserves (niet voor alle musea). Subsidiëren van kunstaankopen is geen gemeentelijke taak
31. Alternatieve huisvesting muziekschool
Onderzoek naar alternatieve huisvesting van de
6511000
45.000
muziekschool. Een mogelijkheid zou zijn de muziekschool te huisvesten op een andere lokatie. Gedacht kan worden aan inwoning bij een school cq andere instelling. Uitgangspunt is dat de nieuwe huur dan overeenkomt met de huidige exploitatiekosten. Dan kan het huidige pand verkocht worden. Voorzichtige inschatting is dat de opbrengst tussen de 1,2 en 1,5 miljoen (incl grond) bedraagt. De huidige boekwaarde bedraagt € 15.000. Bij nieuwe huisvesting zal enige aanpassingen dienen plaats te vinden. Het exploitatievoordeel worden op 45.000 ingeschat.
32. Onderzoek muziek op school
Naar onderzoek naar mogelijkheden inzet
p.m.
p.m.
p.m.
5.000
9.000
13.000
combinatiefuncties en verenigingen voor muziek op school
33. Verlagen subsidie Tripodia totaal met 10%
Betreft Tripodia en de culturele programmering
6
te realiseren door samenwerking (K en O)
6
S
FTE
Maatregel
Omschrijving (onderbouwing)
34. Vermindering kosten
Structurele verlaging kosten door
Prodgr/ Kst.soort
AMW 35. Verhoging vergoeding
Crit.
Subsidie/
(1-6)
Taken
2012
2013
2014
3
S
16.000
16.000
16.000
Is reeds besloten
4
T
10.000
10.000
10.000
In 2012 en 2013 is budget nog niet nodig , daarna
3
T
93.000
93.000
50.000
3,4
S
30.000
30.000
6
S
20.000
30.000
6
S
100.000
200.000
3.
S
aanbestedingsvoordeel
eigen bijdrage belbus 36. Verlagen budget inrichten woonservice
post verlaagd
zones 37. Verlagen subsidie Katrijn 38. Regionaal samenvoegen
Cursussen over naar K en O, terug naar welzijnsdiensten SWOK De bedoeling om deze 2 aparte regionale
mantelzorg en thuishulp
instellingen op het gebied van mantelzorg samen
Valent
te voegen tot één organisatie ten einde een meer
10.000
efficiënte werkwijze te verkrijgen, die kostenbesparend kan werken 39. Samenvoegen SWOK + Factor welzijn
Er kan een betere en goedkopere organisatie ontstaan. Opbrengst is moeilijk in te schatten. In ieder geval personeel en huisvesting.
40. Bijdrage Exploitatie
De exploitatie is de laatste jaren gunstig
zwembad Aquamar
verlopen. Bij de begroting 2011 is reeds
verlagen
structureel een bedrag ad € 150.000 afgeraamd ivm gunstige exploitatie.De jaarlijkse bijdrage is nu € 434.000 -/- 150.000 = €284.000. De laatste twee jaar is gemiddeld ca €250.000 terugontvangen. Ruimte dus voor deze verdere ombuiging van € 100.000. Contract loopt eind 2011 af. Door afschaffing schoolzwemmen en exploitatie tijdens verbouwing is het onzeker dat gunstige exploitatievoordeel zich in de beginjaren voortzet. E.e.a. moet in het nieuwe contract worden gerealiseerd. Daarom is de
7
100.000
FTE
Maatregel
Omschrijving (onderbouwing)
Prodgr/
Crit.
Subsidie/
Kst.soort
(1-6)
Taken
2012
2013
2014
besparing pas vanaf 2014 meegenomen. 41. Verhuur tarieven binnensport
Verhoging ca 10% Aandacht voor gemeentelijke
3
T
40.000
4
T
50.000
50.000
50.000
4
T
37.500
75.000
75.000
3
S
50.000
50.000
50.000
instellingen (grasshoppers etc) (SRO – onderzoek). Dit wordt ook bezien in relatie tot buitensport
42. Aframen kosten voor nieuw beleid
Geen verzoeken meer voor aanvullend beleid
6650020-
toekennen
4003010
Minder uitgeven voor professionalisering niveau
6650020-
2
4343000
peuterspeelzaalwerk 43. Beëindigen/ verlagen bekostiging professionalisering peuterspeelwerk 44. Verhogen eigen bijdrage peuterspeelzaalwerk
Peuterspeelzaalwerk is in principe geen wettelijke taak, maar bij subsidiering moet gemeente wel aan kwaliteitseisen voldoen. Ook hier geldt alles of niets, anders kwaliteitsverlies en wordt het bereik minder. I.v.m. maatregelen in de Kinderopvang is verwachting dat druk op peuterspeelzalen blijft bestaan. Verder consequenties bij afschaffing: aansluiting met VVE vervalt, geen vindplaats meer voor risicokinderen. Lange termijn met wachtgeldverplichtingen/ overgangsregelingen, eerste jaren zelfs meer dan huidige kosten Verlaging subsidie aan de peuterspeelzalen, kan als extra ombuiging worden meegenomen. E.e.a. betekent dat de peuterspeelzalen bijvoorbeeld een inkomensafhankelijke bijdrage moeten heffen.(gemiddeld €5 per maand levert 800x 60= € 48.000 op). Daarnaast kunnen speelzalen
8
FTE
Maatregel
Omschrijving (onderbouwing)
Prodgr/
Crit.
Subsidie/
Kst.soort
(1-6)
Taken
2012
2013
2014
25.000
25.000
25.000
14.000
14.000
126.000
126.000
worden samengevoegd. E.e.a. levert slechts € 4000 per speelzaal op. Combinatiemogelijkheden tussen peuterspeelzalen en kinderopvang is op dit moment experimenteel. Besparingen zijn nog niet bekend. Nadelen blijven dat peuterspeelzaalwerk minder toegankelijk en gelet zie boven vwb de rijksmaatregelen. NB: op peuterspeelzaalwerk wordt al € 125.000 omgebogen (zie voorstellen 42 en 43) 45. Verlagen kosten Inspecties
Na 2012 is een bedrag ad €25.000 niet meer
1
T
Vrije keus om met dit project mee te doen
4
S
De kosten voor het Centrum voor jeugd en gezin
3
T
3
S
benodigd
kinderopvang 46. Stoppen project maathouden (obesitas) RDOG 47. Verlagen uitgaven CJG
126.000
wordt mede bekostigd uit de Brede Doel Uitkering. Nu stoppen met CJG kan niet , ontstaat een terugbetaalverplichting aan Rijk. De verwachting is dat volgend jaar het bureau Jeugdzorg van de provincie naar de gemeente komt. Alsdan komt er geld mee , maar onduidelijk of dit genoeg is.Wel is het mogelijk te besparen op de kosten CJG indien er twee CJG’s zijn (huidig en Rijnsburg) en verder geen CJG’s worden opgericht. 48. Stoppen subsidiering kerkelijk clubwerk
Kerkelijk gebonden clubwerk (HGJV , CJV en een aantal kleinere clubs van de vm gemeente Katwijk)(€ 70.000) niet langer subsidiëren. De
9
70.000
FTE
Maatregel
Omschrijving (onderbouwing)
Prodgr/
Crit.
Subsidie/
2012
2013
2014
Kst.soort
(1-6)
Taken
Er is een afname te zien in het aanbod /vraag
6480010-
3
T
18.000
18.000
18.000
preventieprojecten op
naar preventieprojecten . Wel wordt de AF krant
4425001
scholen
jaarlijks verstrekt. Alleen dit nog handhaven. 3
S
13.500
13.500
4
S
10.000
4
S
140.000
3
S
4
S
professionele ondersteuning daarvoor wordt niet beëindigd (€ 90.000). Deze is werkzaam voor christelijk jeugdwerk in Katwijk, Rijnsburg en Valkenburg. 49. Beëindigen
Restant verlagen 50. Subsidie kattuk.nl verminderen
Relatie met virtueel CJG. Informatievoorziening aan jongeren, er is ook een relatie met het virtueel CJG. Er is ruimte in de subsidie.
51. Beëindigen jubileumsubsidies
Voor veelheiden van 25 jaar ontvangen instellingen nog een jubileumsubsidie Verhoging representatie B&W (5.000) nodig.
52. Wijziging
Verhoging huren met 10 % gemiddeld.
sportsubsidies i.c.m.
Afhankelijk van aflopen contract. Sportsubsidies
verhogen huur
zijn veelal lagere bedragen. De subsidie maakt
buitensportaccommoda
geen substantieel onderdeel uit van de
ties
begrotingen. Subsidies voor Reddingsbrigade en waterpolo-opleiding behouden. Het basisbedrag voor de huur is € 1,4 miljoen. Een verhoging van 10% genereert € 140.000 huur.
53. Verlagen budget Breedtesport
Op een lager niveau Breedtesport uitvoeren.
6530140-
Verenigingsondersteuning schrappen en andere
4343000
posten in uitvoering verlagen
6530140-
35.000
50.000
50.000
38.000
38.000
10.000
10.000
4343055 54. Subsidie kinderweek beëindigen 55. Subsidie SKA versoberen/eigen
Activiteiten zijn geen gemeentelijke verantwoordelijkheid Subsidie SKA (Oud/Nieuwfeest). Onderzocht kan worden in hoeverre dit feest op commerciële
614007005/ 4424001
10
4
S
10.000
FTE
Maatregel bijdrage invoeren 56. Beëindiging subsidie
Omschrijving (onderbouwing)
Prodgr/
Crit.
Subsidie/
Kst.soort
(1-6)
Taken
2012
2013
2014
FTE
basis geëxploiteerd kan worden. Deze club heeft te weinig bezoekers
3
S
8.000
8.000
Geen gemeentelijke taak
3
S
9.500
9.500
Vanwege de beperkte doelgroep wordt deze
3
T
7.000
7.000
7.000
3
T
40.000
40.000
40.000
Dit kan alleen bij aanpassen beleidsregels,
I afh. van
57.000
57.000
57.000
verwijzen naar leegstand buiten voedingsgebied.
tijdsduur 19.500
19.500
0,3
21.250
21.250
Geen
aan Boemerang 57. Beëindiging subsidie zetel 34 58. Geen kinderraad meer organiseren 59. Activiteitenbudget
activiteit niet meer georganiseerd. Budget halveren en andere inkomsten zoeken
Combinatiefuncties 60. Minder noodlokalen aanschaffen
Geldt voor ca 4 jaar 2011-2015 61. Formatie t.b.v. subsidies 62. Verlaging subsidies monumenten
63. Geen onderhoud en beheer varend erfgoed
400 uur besparing op werkzaamheden welzijnsprogramma Te bewerkstelligen door een nader te bepalen mix van de volgende maatregelen: - minder subsidie per aanvraag - minder vaak subsidie geven - stopzetten aanwijzingen nieuwe monumenten Afhankelijk van de mix van maatregelen zijn er negatieve consequenties: meer verwaarloosde panden, sloop van panden, weerstand bij eigenaren monumenten. NB Als aanwijzing nieuwe monumenten wordt doorgezet is juist meer fte nodig Onderhoud van steigers en kades (en boten?) wordt niet door gemeente bekostigd.
6511030 4425001
1 en 4
S
21.250
.
6541030 4343375
Er is een gerede kans dat de realisatie van het varend erfgoed in de Prins Hendrikkanaal niet
11
4
T
20.000
20.000
20.000
geen
Maatregel
Omschrijving (onderbouwing)
Prodgr/
Crit.
Subsidie/
2012
2013
2014
Kst.soort
(1-6)
Taken
De implementatie van duurzaamheid in diverse beleidsterreinen moet door de afdelingen zelf worden opgepakt. De regie op dit onderwerp door de afd. VEI kan vervallen. De NME-taak wordt gecombineerd met voorlichting op scholen op het gebied van afval en veiligheid.
6723020/43 43008
3
672303005/ 4343008
Lidmaatschap CROSS Schiphol en de ondersteuning hiervoor van de Milieudienst beëindigen. Tijdens warme zomerdagen worden in de politiepost op het strand EHBO-ers ingezet voor de eerstehulpverlening en opvang kinderen. Onderzocht kan worden of deze taak door de KRB voor een lager bedrag kan worden overgenomen.
FTE
T
48.000
48.000
48.000
300 uur
3
T
30.000
30.000
30.000
100 uur
672301005/ 4343004
3
T
15.000
15.000
15.000
80
61400005/4 300000
3
T
PM
PM
PM
3
T
50.000
50.000
50.000
6
T
42.500
42.500
42.500
van de grond komt 64. Geen centrale coördinatie op taak duurzaamheid 65. NME-taak combineren met andere voorlichting 66. Lidmaatschap CROSS beëindigen 67. EHBO Strand onderbrengen bij KRB /Subsidie versoberen
68. Bodemsanering
69. Welstand
Bodemsanering zit voor een bedrag van 102.500 budgettair in de begroting. 50.000 heeft betrekking op onderzoeken en bodemsaneringskosten die niet structureel te ramen is. Het voorstel is hiervoor een reserve van € 500.000 te maken tlv de algemene reserve Onderzoeken hoe de commissie louter ingezet kan worden voor nieuwbouwprojecten en voor bestaande bouw alles kan worden gemandateerd aan de secretaris welstand. En daarbij tevens onderzoeken hoe zoveel mogelijk gebieden voor bestaande bouw welstandsvrij kunnen worden verklaard. Dat betekent op voorhand niet dat er op formatie kan worden bezuinigd. Wel wordt voorlopig ingeschat dat de jaarlijkse kosten voor de commissie kunnen worden gehalveerd. Dat
VEI
12
Maatregel
Omschrijving (onderbouwing)
Prodgr/
Crit.
Subsidie/
Kst.soort
(1-6)
Taken
2012
2013
2014
40.000
40.000
40.000
FTE
betekent dat er een bedrag van € 42.500 kan worden bespaard. Na onderzoek, inventarisatie en besluitvorming kan worden bepaald in hoeverre verdere besparingen realistisch zijn. 70. Bijdrage Holland Rijnland 5% 71. Afschaffen takkenroute
72. Geen inzet kraanwagens voor aannemers.
73. FTE Wijkwerk 74. Geen gemeente kerstbomen meer
75. Verlagen exploitatielast Panbos
De bijdrage aan de GR Holland Rijnland bedraagt in totaal 1,2 miljoen. Dit betreft veel taken. De korting is 5%. Geen haalservice bieden aan burgers mbt ophalen takken. Consequentie: klachten bewoners nemen toe, illegale dumpingen wellicht. Kraanwagen niet meer laten rijden voor aannemers.
6
VP
6721000
3
T
0,1 fte
6210050
3
T
0,1 fte
18.000
18.000
6560000
3
T
10.000
10.000
10.000
3
T
64.000
64.000
64.000 (evaluatie)
Deel tractie valt vrij. Deel van de kosten komt terug in aanneemsom. Vertaling FTE 71 en 72 Geen kerstbomen meer plaatsen in de openbare ruimte.
T
Versobering in donkere dagen. De toegangscontrole door medewerkers (arbeidsintensief) helemaal laten vervallen en alleen entree te heffen middels de al bestaande kaartjesautomaat. De kans op illegale toegang tot het Panbos neemt dan wel toe waardoor mogelijk de opbrengst kaartverkoop afneemt. Bij de pensionering van de 2e boswachter volgend jaar, de vacature (1 fte) in eerste instantie voor 1 of 2 jaar niet vervullen. Dus besparing in eerste instantie alleen inboeken bij 2011 en 2012. Daarna / na een jaar/ in de loop van het seizoen beoordelen of de bespaarde personeelskosten zwaarder wegen dan eventuele ongewenste
13
1,0
Maatregel
Omschrijving (onderbouwing)
Prodgr/
Crit.
Subsidie/
Kst.soort
(1-6)
Taken
2012
2013
2014
FTE
35.000
35.000
35.000
250.000
250.000
PM
40.000
80.000
0,1
effecten als meer overlast en schade. Door bovenstaande wordt de besparing: Geen inhuur kaartverkoop € 10.000,Salaris/soc.lasten 1 fte boswachter € 54.000.€ 64.000,Er is geen directe relatie met het huidige pachtcontract dat loopt tot 31 maart 2020. Ook kan overwogen worden 1 van de 2 dienstwoningen te verkopen. 76. Harmonisering inzet
Zie bijlage
4
T
ondersteuning Volksfeesten 77. Gefaseerd terugbrengen van het kwaliteitsniveau van onderhoud van de buitenruimte volgens de
De toevoegingen sinds 2008 worden teruggedraaid. Op onderdelen (centrumgebied en hoofdroutes) blijft er een BASIS-HOOG kwaliteitsniveau.
-
3/4
T
3
T
VORK naar niveau 2007. (stap 1)
78. Gefaseerd terugbrengen van het inrichtingsniveau van de openbare ruimte:
Consequentie: In de woongebieden en in de wijkcentra loopt de kwaliteit weer terug naar BASIS. Kans op klachten van bewoners en winkeliers. 1. Stap 4. Verlengen van technische / economische levensduur - asfaltwegconstructies 25 jaar (20)
Later vervangen van elementen en
-
rioleringen 70 jaar (60)
-
elementenverharding 25 jaar (20)
6210000 4610000 6722000 4610000
-
lichtmasten 30 jaar (20)
6210000
onderdelen van de openbare ruimte (stap 4)
14
20.000
Maatregel
Omschrijving (onderbouwing)
-
voertuigen 10 jaar (9)
-
parkeerautomaten 10 jaar (8)
-
verkeersregelinstallaties 15 jaar (12)
-
duikers 60 jaar (30)
Consequentie: Verschuiving van tijdsafhankelijk onderhoud naar toestandsafhankelijk onderhoud. Meer storingen en noodzakelijk dagelijks onderhoud in de laatste jaren (voorlopig rekening gehouden met 50% van de opbrengst). Risico op klachten en aansprakelijkheid. Oplopend niveau van achterstalligheid. De bezuiniging op de korte termijn leidt tot hogere uitgaven op de langere termijn. 79. Gefaseerd terugbrengen van het inrichtingsniveau van
Intensief maaibeheer omvormen naar extensief. Elementenverharding op baanscheidingen, rotondes, verkeersdruppels verwijderen.
de openbare ruimte: wijzigen maairegime bermen en groenstroken
Consequentie: Het beeld van de openbare ruimte verandert sterk. De toepassing in de buitengebieden is eenvoudiger. Hoewel uit ecologisch perspectief beter, wordt de beeldkwaliteit langs binnenstedelijke hoofdroutes en in woongebieden overwegend als rommelig en onverzorgd ervaren. Klachten over onkruid en verrommeling buitenruimte. Aandacht voor de verkeersveiligheid op
Prodgr/
Crit.
Subsidie/
Kst.soort
(1-6)
Taken
3
T
2012
2013
2014
0
10.000
20.000
4610000 6210020 4610000 Diverse 6214000 4610000 6211000 4610000 6221000 4610000
6560000 4343375 & 6221000 4343375 & 6240000 4343370
15
FTE
Maatregel
Omschrijving (onderbouwing)
Prodgr/
Crit.
Subsidie/
2012
2013
2014
Kst.soort
(1-6)
Taken
6721000 4343351
4
T
50.000
50.000
50.000
Div kredieten
-
T
5.000
5.000
5.000
FTE
kruispunten en het afvoeren van het maaisel (kostenpost).
80. Verlagen van de kwaliteit/dienstverlenin g van de afvalinzameling: Verlaging frequenties routes grofvuil (stap 1a)
81. Verlagen van de kwaliteit/dienstverlenin g van de afvalinzameling: Versnelde uitvoering ondergrondse inzameling (inclusief vervanging en aanbrengen veiligheidsvloeren) (stap 2)
Slechts 12% van de huishoudens maakt gebruik van grofvuil ophalen aan huis. Als eerste stap kan de frequentie worden gehalveerd: per kern wordt de cyclus 1 x per 8 weken in plaats van de huidige cyclus van 1 x per 4 weken. Consequentie: Punt van aandacht is dat bij deze keuze de keuze voor een vermindering openingsstelling Milieustraat geen optie is (zie stap 2). Slechtere afvalscheiding: meer grof vuil in restafval. Toename aantal bezoekers milieustraat. Dumpgedrag. Ploegen bij ondergrondse inzameling zijn kleiner. Bespaart formatie. Bij gebruik van veiligheidsvloeren op termijn mogelijk nog meer formatie. Consequentie: Pogingen om te versnellen hebben tot nu toe beperkt resultaat in verband met beslag op buitenruimte en in het verleden gekozen systemen. Investeringsmiddelen noodzakelijk en nadere studie Europese regels in verband met veiligheidsvoorschriften kraan. Kapitaalslasten worden hoger. Mooier gezicht in het straatbeeld, zowel qua uitvoering, als door minder dumpgedrag. Echter,
16
1,0
Maatregel
Omschrijving (onderbouwing)
Prodgr/
Crit.
Subsidie/
Kst.soort
(1-6)
Taken
3
T
1
T
2012
2013
2014
FTE
60.000
60.000
1,0
120.000
120.000
0,1
deze containers kunnen niet overal geplaatst worden (bijvoorbeeld in het oude dorp: (te) weinig ruimte). 82. Verlagen van de kwaliteit/dienstverlenin g van de afvalinzameling: Stap 3. Afschaffen zomer GFT (stap 3)
83. Beperken ambities ten aanzien van Riolering en Water (Waterplan/GRP) en Verkeer en Vervoer (IVVP): Overdragen Stedelijk Water (stap 2)
Dit is ten opzichte van veel andere gemeenten een extra service. Consequentie: Afname kwaliteit. Verminderde waardering voor gemeentelijke dienstverlening. Meer GFT in het restafval tijdens de zomermaanden. (slechtere scheidingsresultaten). Toename restafval met hogere verwerkingskosten. Klachten in verband met stankoverlast en vliegen. Aan de andere kant: burger is zelf verantwoordelijk voor goed beheer van de minicontainer. Er is nog stedelijk oppervlaktewater in gemeentelijk beheer (schoonhouden en baggerwerk). Met Rijnland kan overleg worden gestart om dit beheer over te nemen.
6721000 4343341
6240000 4343370
Consequentie: wanneer het achterstallig onderhoud wordt weggewerkt is het bespreekbaar dat het Hoogheemraadschap van Rijnland het beheer overneemt. Het opruimen van slootvuil en stortkosten blijft een verantwoordelijkheid van de gemeente. Investering is nodig om het water op gewenst peil te brengen en van goede (natuurvriendelijke) oevers te voorzien. Voordeel zit in de jaarlijkse exploitatie. Er dient met het Hoogheemraadschap afspraken vastgelegd te worden over de over te nemen werkzaamheden/beheer Animo van het HHR is gezien de eigen financiële positie niet zo groot
17
120.000
Maatregel
Omschrijving (onderbouwing)
Prodgr/
Crit.
Subsidie/
Kst.soort
(1-6)
Taken
6
T
2012
2013
2014
FTE
0
10.000
10.000
2,0
1.885.350
3.019.600
3.802.600
6,8
meer.
84. Brugbediening Sandtlaanbrug op afstand (provincie)
Consequentie: vermindering dienstverlening. Langere wachttijden van schippers wanneer de brugwachter van elders moet komen. Wordt met de provincie overlegd. Is waarschijnlijk alleen voor de winterperiode een optie in verband met de toeristische scheepvaart in de zomerperiode. Afstandbediening moet worden gekoppeld aan plannen van de provincie en nieuw te bouwen fietsbrug. Het onderbrengen van het bedienen op afstand wordt bij de provincie neergelegd. TOTAAL
6210010
18
Bijlage onderdeel 76.De afdeling Wijkwerk verricht de volgende ondersteunende activiteiten bij volksfeesten: Ondersteunende activiteit 1. Ter beschikking stellen van diverse materialen (zie 2): Plaatsen en verwijderen van materialen door gemeentelijk personeel: drang- en afzethekken; vlaggenmasten; afvalcontainers; muziektent; tribune; verwijzingsborden; verkeersmaatregelen. 2. Werkzaamheden door medewerkers gemeente: a. Veegwerkzaamheden; b. Schoonmaakwerkzaamheden. 3. Overige hand- en spandiensten (buitendienst) 4. Afvoer afvalstoffen 5. Elektriciteit- en watervoorziening Deze inzet wordt altijd op ad hoc basis toegekend en uitgevoerd. Omdat de kosten gemoeid met de inzet van gemeentelijke middelen aanzienlijk kunnen zijn is, er ruimte om op dit thema te bezuinigen. Voorgesteld wordt om voor alle evenementen in de gemeente Katwijk de genoemde activiteiten 1. (ter beschikking stellen van diverse materialen, zoals drang- en afzethekken) en 3. (veeg- en schoonmaakwerkzaamheden door medewerkers van de gemeente) wel zelf te blijven uitvoeren, maar de overige activiteiten, zoals 2. plaatsen en verwijderen van materialen door gemeentelijk personeel, niet meer aan te bieden, maar deze activiteiten overlaten aan de organisatoren zelf. Globaal levert dit een besparing op van € 35.000,- in verband met minder ureninzet gemeentelijk personeel. Indien dat bestuurlijk gewenst is, kan een alternatieve benadering van dit thema zijn om per categorie evenement c.q. volksfeest de bezuinigingen te laten plaatsvinden. Er kan onderscheid gemaakt worden in nationale evenementen, traditionele evenementen, identiteitgebonden evenementen en charitatieve saamhorigheid verhogende evenementen. Per categorie kunnen dan in een uitgewerkt voorstel keuzes worden gemaakt ten aanzien van 1. ter beschikking stellen van diverse materialen, 2. plaatsen en verwijderen van materialen door gemeentelijk personeel, 3. werkzaamheden door medewerkers gemeente, 4. overige hand- en spandiensten, 5. afvoer afvalstoffen en 6. elektriciteit- en watervoorziening. Per categorie kan dat leiden tot een bezuiniging. Bij nationale evenementen gaat het (limitatief) om Koninginnedag, Bevrijdingsfeesten, Koninklijke evenementen (bijv. geboorte prins(es) en jubileum), intocht Sint Nicolaas, trainingen Nederlands Elftal. Bij traditionele evenementen betreft het (limitatief) de Najaarsfeesten Katwijk aan den Rijn, de Paardenmarkt Rijnsburg, de Paardenmarkt Valkenburg en de Feestweek Rijnsburg. Bij identiteitgebonden gebonden evenementen gaat het bijvoorbeeld (niet limitatief) om de Reddingsdemonstratie, Bloemencorso Rijnsburg, belangrijke voetbalwedstrijden, Gospelbeach, Haringparty Pr. Hendrikkade, Shantyfestival, Noordzee Zomerfestival en de Nieuwjaarsduik. Bij charitatieve saamhorigheid verhogende evenementen gaat het bijvoorbeeld (niet limitatief) om de Avondwandelvierdaagse, roeiwedstrijden, Zomercaroussel, Huttenbouw en Kippenloop. Als wordt besloten om de ondersteuning van de afdeling Wijkwerk (WW) bij volksfeesten en evenementen te verminderen (indirecte subsidie), dan dient dat afgestemd te worden met de directe subsidieverlening aan de betreffende organisators door de afdeling Maatschappelijk zaken (MAA).
19
Bijlage 2
ONDERWERPEN TAKEN - EN SUBSIDIEDISCUSSIE NIET DOOR HET COLLEGE OVERGENOMEN Maatregel
Omschrijving (onderbouwing)
Prodgr/ Kst.soort
Subsidie/ Taken
2012
2013
2014
1.
Afschaffen project Broodnodig
Het gaat om financiële dienstverlening aan mensen met grote financiële problemen, waaronder de bezoekers van de Voedselbank. Dit is een subsidie voor een niet-wettelijke taak.
662004007
S
69.000
69.000
69.000
2.
Inhuur Maregroep buiten afdelingskostenplaats afschaffen
Na uitputting van het SHAF vermogen is er een budget in het leven geroepen om inhuur van Wsw’ers die voorheen uit het SHAF vermogen betaald werden in dienst te kunnen houden.
661100007
T
50.000
50.000
50.000
3.
Regeling Doe Mee halveren
Bijdrage per gezinslid terugbrengen van maximaal €200 naar maximaal €100 per jaar.
661400007
T
10.000
10.000
10.000
4.
Bijdrage koffieconcerten
Bijdrage koffieconcerten in gemeentehuis Rijnsburg stopzetten (verkapte subsidie)
65400104343000
S
1.500
1.500
1.500
5.
Aanpassen regeling leerlingenvervoer
Verhogen afstandscriterium voor s.o. en s.b.o. naar 6 km (b.o. is al 6 km) en stringentere toepassing criteria (betreft zeer kwetsbare groep)
S
6.
Beëindigen vrijwilligers waardering
Betreft jaarlijkse vrijwilligersprijsdag. Alle sectoren zijn aan de beurt geweest. Geen nieuwe cyclus.
S
nvt
150.000
15.000
15.000
Opmerking B&W: heroriëntatie op de vorm van de vrijwilligerswaardering 7.
Verhoging eigen bijdrage bibliotheek
Bij een verhoging van €2 per volwassene en jeugd 12-18 jaar
S
25.000
25.000
25.000
8.
Beëindigen subsidie doelgroepenbeleid bibliotheek
Beëindigen doelgroepenbeleid.
s
15.000
15.000
15.000
9.
Verlagen bijdrage RTV Katwijk
Stopzetten compensatie extra huurlasten.
S
4.000
4.000
1
FTE
0,1 FTE
Maatregel
Omschrijving (onderbouwing)
10. Beëindigen subsidie SARK
SARK maakt deel uit van WMO-adviesraad
11. Verlengen afschrijvingstermijnen schoolgebouwen
De huidige systematiek van bouwen en daarbij de aanpassingen aan de scholen i.v.m. tussentijdse maatregelen (bv. nu binnen-milieu) rechtvaardigen een langere afschrijvingstermijn van 40 naar 60 jaar. Formeel technische mogelijkheid wordt onderzocht.
12. Afbouw subsidie leo kannerschool
Prodgr/ Kst.soort
Subsidie/ Taken
2012
S Div
2013
2014
3.400
3.400
-
170.000
170.000
170.000
Voor de bekostiging van de dependance van de leo kannerschool wordt regionaal bijgedragen.. Regionaal wordt getwijfeld over voortzetting bijdrage. Katwijk kan beslissen om bijdrage af te bouwen
S
6.000
25.000
50.000
13. Beëindigen subsidie koren
Subsidies zijn in Nederland niet algemeen gangbaar. De subsidie aan koren is gebonden aan een plafond. Gemiddeld krijgen de koren een subsidie van €1500.
S
19.000
14. Beëindiging subsidie muziekkorpsen
Ook een plafond. Hoewel de bijdrage per korps hoger ligt (7000<>13.000).
S
45.000
15. Beëindiging subsidie dansverenigingen
Zie koren en korpsen
S
3.300
16. Beëindiging subsidie orgelconcerten
Zie koren en muziekkorpsen. NB Typisch Katwijk
S
4.500
17. Beëindigen subsidies oranjeverenigingen
Idem
S
16.500
16.500
18. Subsidie paardenmarkt Valkenburg
Subsidie bestaat voornamelijk voor prijzen
S
7.600
7.600
25.000
50.000
19. Bijdrage Kosten
S
2
10.000
FTE
Maatregel
Omschrijving (onderbouwing)
Prodgr/ Kst.soort
Subsidie/ Taken
2012
2013
2014
FTE
Factory/HOC/stappers met 25% verlagen 20. SCUM
De subsidie relatie met SCUM is jarenlang onderwerp van bespreking geweest. Daar is recent een besluit over gevallen. Scum is een wezenlijk onderdeel van het gemeentelijk jeugdbeleid en vangt o.a. moeilijke doelgroepen op.
S
21. De schuit
Recent heeft besluitvorming over de rol van de schuit in het gemeentelijke jeugdbeleid plaatsgevonden. Daarom gaat de schuit ook uitbreiden. Het subsidiebedrag is relatief laag. Gemeentelijke monumentenbeleid wordt geheel stopgezet. Bestaande gemeentelijke monumenten komen te vervallen. Resteert alleen zorg voor Rijksmonumenten. Afschaffen van nieuwjaarsreceptie en bijdrage aan pv’s zou een besparing op kunnen leveren van 15.000. Deze activiteiten worden gedaan ter bevordering van saamhorigheid die erg belangrijk is voor brandweermensen en heel nadrukkelijk ook hun partners. Juist iets wat bij vrijwilligheid hoort. Risico is afhakers en paraatheidsproblemen. Al eerder via de staalkaarten discussie is gesproken over bezuinigingen bij de brandweer. Elke bezuiniging op vrijwillig personeel heeft gevolgen voor de paraatheid en opkomsttijden. Daarmee zal Katwijk niet meer aan de normen voor opkomsttijden kunnen voldoen en zijn dus niet acceptabel conform eerdere discussie. Voor de volledigheid: de brandweer doet alleen
S
22. Geen gemeentelijke monumenten
23. Afschaffen van sociale activiteiten bij brandweer.
24. Brandweer algemeen
6541030
Taak
0
180.000
180.000
6120110 / 4343023/43 43022
Taak
15.000
15.000
15.000
T
3
Ca 1 fte RO + VEI
Maatregel
Omschrijving (onderbouwing)
Prodgr/ Kst.soort
Subsidie/ Taken
2012
2013
2014
S
60.000
60.000
60.000
FTE
wettelijke taken. Afstoten is niet aan de orde. De brandweer de afgelopen 3 jaar al 1 volledige FTE schaal 11 ingeleverd die na Actie Opschudding is verdwenen. Daarnaast zijn de taken uitgebreid op het gebied van operationele voorbereiding (procedures en informatie voor de uitrukdienst) die worden gedaan door zittende FTE’s voor preventie. Besparingen zijn dus eigenlijk al gerealiseerd.
25. Budgetten Wijkraad 26. Afstoten dierenweiden in Katwijk
27. Bomschuit niet meer buiten tentoonstellen
28. Stoppen
Voor een brandweerzorg die op kwaliteitsniveau van het regionale onderzoek 2008 is, is afgesproken met de portefeuillehouder dat de verbeteringen die nodig zijn gerealiseerd worden met huidige budgetten. Teruggang in de budgetten betekent een invloed op het kwaliteitsniveau. Voornemen om wijkraden eigen budget toe te kennen niet uitvoeren. Dierenweiden Westerhaghe en Panbos
656002006
T
7.000
7.000
7.000
Bezuiniging betreft alleen Westerhaghe. Consequentie Geen milieueducatie, onbegrip bij bewoners Minder onderhoud door niet meer buiten tentoonstellen
6541040/43 43573
T
10.000
10.000
10.000
Betreft globale gemiddelde bezuiniging per jaar. Mogelijk eenmalige investering om de Bomschuit binnen tentoon te stellen. Geen vlaggen meer hijsen die niet onder vlaggenprotocol vallen. Minder toeristische
6560050/4 343300
T
7.400
7.400
7.400
4
0,4
Maatregel seizoenvlaggen 29. Kleinschalige aanpassingen wegen
30. Geen bloembakken plaatsen. 31. Minder speelplaatsen in Katwijk
GEBIED I Gefaseerd terugbrengen van het kwaliteitsniveau van onderhoud van de buitenruimte volgens de VORK GEBIED I Gefaseerd terugbrengen van het kwaliteitsniveau van onderhoud van de buitenruimte volgens de VORK
Omschrijving (onderbouwing)
Prodgr/ Kst.soort
Subsidie/ Taken
2012
2013
2014
FTE
uitstraling, scouting loopt inkomsten mis. Geen kleinschalige aanpassingen meer door afd. wijkwerk Consequentie geen maatwerk leveren op klantvragen voor aanpassing wegen. Geen fleur en kleur meer in zomer en winter. Minder aantrekkelijk openbare ruimte. Aantal speelplaatsen terugbrengen met 25%. Minder beheer en onderhoud. FTE is niet in bedrag meegenomen.
6210050
T
46.600
46.600
46.600
6560000
T
30.000
30.000
30.000
0,2 fte
6580000
T
10.000
20.000
0,3 FTE
Consequentie buitenspelen voor jonge kinderen wordt minder aantrekkelijk. Het vastgestelde Speelruimtebeleidsplan wordt niet uitgevoerd. 32. Stap 2. het kwaliteitsniveau wordt teruggebracht naar BASIS, m.u.v. de centrumgebieden Consequentie: Met uitzondering van winkelcentra loopt de kwaliteit van de openbare ruimte terug. Vooral op de hoofdroutes en in de woongebieden is dit merkbaar. Toename van het aantal klachten. 33. Stap 3. Het kwaliteitsniveau wordt overal teruggebracht naar BASIS. In overleg met winkeliers kan onder betaling in het centrumgebied nog een niveau HOOG worden gehandhaafd. Consequentie: De openbare ruimte krijgt een meer monotone uitstraling. Geen onderscheid meer tussen de gebieden. Teruglopende uitstraling van Boulevard en centrumgebied.
-
5
T
0
200.000
200.000
PM
T
0
50.000
50.000
PM
Maatregel
GEBIED I Gefaseerd terugbrengen van het kwaliteitsniveau van onderhoud van de buitenruimte volgens de VORK
Omschrijving (onderbouwing)
Prodgr/ Kst.soort
Subsidie/ Taken
Mogelijke imagoschade. Toename van het aantal klachten over vuile of onverzorgde plekken. 34. Stap 4. Het kwaliteitsniveau wordt in een aantal gebieden (woonwijken, industrie) teruggebracht naar LAAG. In samenwerking met wijkorganisaties kan door stimuleren van participatie in de woonwijken een niveau BASIS worden gehandhaafd.
2012
2013
2014
T
0
0
150.000
+ 0,5
T
0
0
100.000
+ 0,5
T
10.000
20.000
30.000
-1,0
FTE
Consequentie: De kwaliteit van de buitenruimte loopt over de hele linie terug. Meer klachten. Oplopend achterstallig onderhoud, met risico op aansprakelijkheid voor schade. GEBIED I Gefaseerd terugbrengen van het kwaliteitsniveau van onderhoud van de buitenruimte volgens de VORK
35. Stap 5. Het kwaliteitsniveau wordt in alle gebieden teruggebracht naar LAAG. Het onderhoudsniveau komt lager te liggen dan algemene landelijke richtlijnen .
GEBIED 2 Gefaseerd terugbrengen van het inrichtingsniveau van de openbare ruimte
36. Stap 3. Verminderen van het aantal bomen in straten en langs wegen en in woongebieden. Daarbij kunnen verschillende maatregelen worden overwogen: 1. Afschaffen van kapvergunningen voor particulieren met als restrictie monumentale
-
Consequentie: Veel klachten. Toenemende kans op schadeclaims. Progressief beeld van achterstallig onderhoud. Risico op letselongevallen. 65600000
-
6
Maatregel
Omschrijving (onderbouwing)
Prodgr/ Kst.soort
bomen. De betreffende lijst dient nog te worden vastgesteld. 2. Bij het opnieuw inrichten van een straat meer ruimte tussen de bomen hanteren. 3. Geen bomen meer in verharding plaatsen in verband de daarmee gemoeide hogere onderhoudskosten, maar bomen alleen planten in een (ruime) groenstrook. 4. De maatregel van opkronen alleen daar uitvoeren waar dit anders consequenties zou hebben voor het verkeer of anderszins invloed heeft op de veiligheid.
4343008
4343008
4343375
Consequentie: Kaler straatbeeld. Verstening van de openbare ruimte. Aan de groene elementen in de openbare ruimte wordt hoge waarde gehecht. Op dit moment staan er in de straten naar verhouding veel bomen. Het groene karakter van lanen en straten wijzigt. Het afschaffen van vergunningplicht geeft de burger meer vrijheid in de mogelijkheid tot kappen van bomen. Voor een kapvergunning wordt € 18,- aan legeskosten in rekening gebracht. Dit is niet kostendekkend. Het gaat jaarlijks om ongeveer 100 aanvragen, inclusief de aanvragen door de gemeente. Consequentie is wijziging van APV. Momenteel worden de volgende uitgangspunten gehanteerd. 1e grootte bomen min. 9. 00 m. 2e grootte bomen 7.50 m en 3e grootte bomen 5.00 m. 7
Subsidie/ Taken
2012
2013
2014
FTE
Maatregel
Omschrijving (onderbouwing)
Prodgr/ Kst.soort
Subsidie/ Taken
2012
2013
2014
FTE
Voor elke boom die minder geplant wordt is een bedrag gemoeid tussen de € 500,- en € 1.000,-.
GEBIED 3 Verlagen van de kwaliteit/dienstverleni ng van de afvalinzameling
GEBIED 3 Verlagen van de kwaliteit/dienstverleni ng van de afvalinzameling
Het opkronen heeft vaak toch relatie met de wettelijke taak en kans op aansprakelijkheid. Specifieke lasten van dit onderdeel zijn niet afzonderlijk inzichtelijk. Schatting: € 5.000,- per jaar. 37. Stap 1b. Grofvuil ophalen tegen betaling. Een geringe vergoeding levert misschien niet direct een dekkend inkomstenniveau op, maar mogelijk wel een verschuiving naar meer zelf brengen op de milieustraat. Consequentie: burgers die geen mogelijkheid hebben het grofvuil van de milieustraat te brengen betalen extra (mogelijk "zwakkeren"). 38. Stap 2. Verminderen openingstijden milieustraat Teruggaan naar vijf dagen openstelling. Dit levert een personeelsbesparing op en vermindering inhuur.
6721000 4343351
T
6721010 4343008 4622019
T
Consequentie: Bij voorkeur niet in combinatie met stap 1. Toename van dumpgedrag. Meer uren inzet GOA voor onderzoek en controle en het opruimen. Verslechtering van de kengetallen ten aanzien van afvalscheiding. Afstemmen met de gemeente Noordwijk
8
30.000
0
20.000
20.000
0,5
Maatregel
Omschrijving (onderbouwing)
GEBIED 3 Verlagen van de kwaliteit/dienstverleni ng van de afvalinzameling
39. Stap 5. Verminderen/afschaffen van subsidies voor papier.
Prodgr/ Kst.soort 6721000 4425002
Subsidie/ Taken S
2012
2013
2014
0
120.000
120.000
0,0
50.000
75.000
100.000
1,0
0
0
20.000
FTE
Verenigingen staan al onder druk en worden hierdoor harder geraakt. Toename eigen papieropbrengsten, maar stijging inzamelkosten. Verder verslechtering van de kengetallen scheidingsresultaten, doordat meer papier in het restafval terecht komt als de verenigingen hun inzamelingswerk staken. (verenigingen zamelen nu ca 2/3 deel van al het oud papier in)
GEBIED 4 Beperken ambities ten aanzien van Riolering en Water (Waterplan/GRP) en Verkeer en Vervoer (IVVP)
GEBIED 5 Diverse maatregelen
Wel harmoniseren regeling 40. Stap 3. Projecten IVVP uitstellen of afstellen Keuze kan zijn om lopende projecten te temporiseren of te heroverwegen (o.a. Hoorneslaan-oost, verbetermaatregelen Binnenring, verbeteren Rijnstraat en omgeving) Consequentie: Bedrag is indicatief. Voor de projecten is nu binnen nieuw beleid ruimte gereserveerd. Projecten hebben directe relatie met bereikbaarheid Katwijk. Een aantal projecten loopt al (voorbereidingskrediet). 41. Subsidie Valkenburgse Pontje Voor de komende vijf jaar zijn er afspraken gemaakt voor het verstrekken van een jaarlijkse subsidie van €20.000,-Verminderen subsidieniveau of intrekken subsidie voor het in de vaart houden van het pontveer.
6210000 4610000
6223000 4425001
9
S
Maatregel
GEBIED 5 Diverse maatregelen
Omschrijving (onderbouwing)
Consequentie: Op dit moment voorziet de veerpont in een nadrukkelijke behoefte. De pont wordt in de vaart gehouden door de Maregroep en door vrijwilligers. Afhankelijk van de nog te realiseren fietsbrug worden nut en noodzaak na 2014 mogelijk minder. 42. Gladheidbestrijding prioriteitstellen op alleen primaire (fiets)verbindingen. Dit leidt tot een structurele vermindering in materieel en incidenteel in vermindering in gebruik zout en manuren Minder strooien kan leiden tot meer letselschade en daarmee tot meer aansprakelijkheidsstellingen. TOTAAL
Prodgr/ Kst.soort
6210000 4343310
10
Subsidie/ Taken
T
2012
2013
2014
0
5.000
5.000
592.500
1.293.000
1.909.800
FTE
Bijlage 3
HERIJKING TAAKUITVOERING GEMEENTE KATWIJK
16 september 2010
Inleiding De ambtelijke organisatie van de gemeente Katwijk heeft in 2009, ook bestuurlijk bekrachtigd, vastgesteld om in 2014 een procesgerichte organisatie te zijn. Een organisatie waarin samenwerking over de afdelingen heen zodanig wordt benut, dat de sturing op het realiseren van de eindproducten wordt verbeterd. Hiermee verwachten we tegemoet te komen aan de behoefte van de inwoners en bedrijven van Katwijk. In de metingen van de landelijke benchmark “Waarstaatjegemeente.nl ” wordt aan de hand van verschillende burgerrollen een score bepaald. Omdat de scores volgens een vast stramien landelijk worden gemeten zijn de uitkomsten onderling vergelijkbaar. Katwijk gaat daarbij uit van twee burgerrollen, waarop wij met de wijze waarop wij ons werk doen directe invloed hebben: de burger als klant en de burger als partner. Op basis van de behaalde scores uit het voorjaar 2009 hebben wij de gewenste scores bepaald voor 2014. Voor de burger als klant scoorden wij 7,6. Binnen de bandbreedte van scores in vergelijkbare gemeenten willen wij stijgen naar 7,9 in 2014. Voor de burger als partner willen wij stijgen van 5,7 naar 6,2 in 2014. Dit zijn gelijke scores als de in 2009 hoogst scorende gemeente van vergelijkbare gemeenten. Wat hierbij nog niet was bepaald is hoe de best denkbare ambtelijke organisatie eruit moet zien om dat doel te bereiken, dus hoe de kwalificatie van de scores eruit ziet: welke taken voeren we uit, op welk kwaliteitsniveau voeren we ze uit, hoe sturen we daarop en voeren we alles in eigen beheer uit of besteden we een gedeelte uit? Daarnaast geldt dat de gemeente Katwijk bij ongewijzigd beleid, in de meerjarenraming een tekort van circa € 11 miljoen in 2014 zal hebben. Dit, als gevolg van de te verwachten bezuinigingen van het rijk op het Gemeentefonds. Zo’n tekort is dusdanig groot dat dit niet meer met “de kaasschaaf” kan worden opgelost. Eind 2009 is de gemeentelijke organisatie daarom gestart met een traject om anders tegen de bezuinigingen aan te kijken: wat zijn de kansen om de behoefte aan nog klantvriendelijker te werken te combineren met de noodzakelijke financiële ombuigingen succesvol tot uitvoering te brengen? In juni 2010 is in de collegeconferentie deze behoefte bekrachtigd door een bestuurlijke opdracht:
Formuleer een visie op de vormgeving van de organisatie waarin helder is wat de doelen en effecten zijn en welke criteria en overwegingen moeten worden gehanteerd om te bepalen welke taken de gemeente zelf blijft doen en welke taken op afstand (in welke vorm dan ook) worden uitgevoerd. Betrek daarbij de ontwikkelingen die op de gemeente Katwijk afkomen (bijv. demografische en technologische ontwikkelingen).
2
De volgende noties zijn daarbij door het college van BenW gemaakt: Lean en mean Een hoogwaardige organisatie waarin op basis van zowel efficiency als kwaliteit van de dienstverlening bepaald wordt of de uitvoering in- of extern wordt gedaan. Vorm van op afstand zetten kan divers zijn: regionale samenwerking, overheids-NV, bedrijfsleven, etc. “passie in de ratio terugbrengen”. Sneller, beter, zakelijker Meer snelheid en kwaliteit van de output dan nu wordt geleverd. Afweging wat de gemeente zelf doet c.q. door anderen laat organiseren op basis van een meetlat. Levering producten/output op basis van SLA. Ideale schaal voor regionale schaal is nader te bepalen. Ook voor taken die intern worden georganiseerd is het van belang om “SLA-afspraken” te maken. Met karakter van Katwijk Een organisatie waarbij gebruik wordt gemaakt van de werkkracht van de Katwijkse bevolking. Dit leidt tot een flexibele organisatie die de basistaken aankan en voor pieken of tijdelijke taken een aanvulling organiseert (flexibele schil voor extra taken). Ofwel een organisatie die naast de bestuursdienst als kern een beperkte schil voor de uitvoering heeft, met de mogelijkheid tot aanvulling voor pieken of tijdelijke taken. Betrokken bij en verbonden met werk en omgeving Een organisatie waarbij de medewerkers zich verbonden voelen met het werk en de omgeving waarin men werkt. Een organisatie waar verbinding is tussen beleid en uitvoering. Dit betekent dat een deel van de uitvoering zelf wordt gedaan. Regionale samenwerking niet te grootschalig, risico van bureaucratie. Behoefte aan zicht houden op de uitvoering om de bestuurlijke eindverantwoordelijkheid waar te kunnen blijven maken. Deze notities impliceren deskundig opdrachtgeverschap (college) en deskundig opdrachtnemerschap (organisatie/management).
Voorliggende notitie behandelt deze bestuurlijke opdracht. Aangegeven zal worden dat eerst op basis van een aantal afwegingen voor een eerste selectie van taken een afweging wordt gemaakt of de gemeente de taken zelf blijft doen of deze taken op afstand (in welke vorm dan ook) zal laten uitvoeren. In hoofdstuk I wordt de opgave geschetst waar Katwijk voor staat. In de kern komt dit erop neer dat de balans tussen ambitie – financiële middelen – organisatie verstoord is. Deze disbalans is nu al zichtbaar in het tekort dat in de meerjarenraming snel oploopt. In hoofdstuk II wordt het ontwikkelpad voor de gemeentelijke organisatie beschreven: wat voor een organisatie willen wij zijn? Gegeven de problematiek in hoofdstuk I, wordt in hoofdstuk III een aantal criteria beschreven, om de afweging zelf doen of uitbesteden te kunnen maken. Deze criteria kunnen ook worden gehanteerd om te beoordelen of de disbalans tussen ambitie – financiële middelen – organisatie kan worden hersteld. In hoofdstuk IV wordt ingegaan op de aanpak en het vervolgproces. De toepassing van de meetlat zal dan na vaststelling van deze nota per gemeentelijke taak plaatsvinden en leiden tot de keuzes: - wel/niet verantwoordelijk blijven? - zo ja, wel/niet zelf uitvoeren?
3
I
De opgave
In dit hoofdstuk wordt op hoofdlijnen geschetst voor welke vraagstukken de gemeente Katwijk de komende jaren komt te staan. Kort samengevat komt het erop neer dat, als gevolg van toekomstige ontwikkelingen, de financiële middelen tekort schieten, dat de ambities van zowel de gemeente zelf als van de omgeving toenemen én dat onduidelijk is hoe de ontwikkelingen van de organisatie en intergemeentelijke samenwerkingsverbanden zich verhouden tot de ambities en middelen. Kortom, als niet wordt bijgestuurd zal er een groeiende disbalans ontstaan tussen ambitie, financiële middelen en organisatie. Aan het einde van dit hoofdstuk wordt aangegeven hoe drie invalshoeken een richting geven om weer in balans te komen.
I.1
Financiële positie
Financieel tekort De begroting van 2010 is sluitend, de meerjarenraming echter niet. In de meerjarenraming is een ombuiging geraamd van € 1 miljoen in 2011 oplopend naar € 10 miljoen in 2014. Dit is ongeveer 5% van de totale begroting. Risico’s gevolgen financiële crisis In het tekort is een aantal onzekerheden nog niet opgenomen. De financiële crisis heeft invloed op de grondexploitaties, maar ook breder op de woningmarkt. Ook kan de crisis nog meer consequenties hebben voor sociale zaken, zoals toename van het aantal kwijtscheldingen en andere onderdelen van het armoedebeleid. Onzekerheden zijn moeilijk direct te vertalen in de meerjarenraming. Wel is het goed deze onzekerheden nu in beeld te hebben om uitgebalanceerde financiële afwegingen te kunnen maken. Daarnaast is het van belang om de mogelijkheden die een crisis bevat te identificeren en te benutten. Onzekerheden omtrent rijksbeleid De val van het kabinet Balkenende IV betekent dat de onzekerheid over het Gemeentefonds en andere uitkeringen van het rijk aan gemeenten nog groter is geworden. Alle politiek gevoelige beslissingen worden vertraagd door de val van het kabinet. Naast de verwachte korting op het gemeentefonds is er meer rijksbeleid dat grote gevolgen kan hebben voor gemeenten. De brede heroverweging kan ingrijpende keuzen opleveren voor gemeentelijke taken en voor de financiële verhouding rijk en gemeenten. De financiële situatie is dus somber en onzeker. De ombuigingen waar de gemeente Katwijk voor staat zijn fors.
I.2
Ambities
De ontwikkeling van de financiële positie staat op gespannen voet met de ontwikkeling van de ambities van Katwijk zelf, als ook van ontwikkelingen die op de gemeente afkomen en waar de gemeente weinig tot geen invloed op heeft. De ontwikkelingen zijn niet nieuw. Integendeel ze zijn bekend en er wordt al rekening mee gehouden, ambtelijk en bestuurlijk. De ambities worden hier geduid omdat ze, allemaal samen, op gespannen voet staan met de middelen. Ambities gemeente Katwijk De ambities van Katwijk zijn voor de langere termijn beschreven in de Brede Structuurvisie (BSV), die het uitgangspunt vormt voor het regisseren van de groei en ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente Katwijk tot 2020.
4
De bebouwing van het voormalig Vliegveld Valkenburg vormt hier een belangrijk onderdeel van, maar zeker niet het enige. Er zijn zes sleutelprojecten benoemd, die de komende periode om een nadere uitwerking vragen (Katwijk aan Zee, Katwijk langs de Rijn, Katwijk Buiten en Duinvallei, Katwijk Noord, Katwijk Bereikbaar, Katwijk in de kern). Hoewel de financiële crisis gevolgen zal hebben voor het tempo waarin de ontwikkeling zal plaatsvinden, is de ambitie qua eindsituatie nog niet veranderd. Daarnaast heeft Katwijk als ambitie om aan te sluiten op de ontwikkeling van de dienstverlening door de overheid, gebaseerd op het programma “De overheid heeft antwoord”. In algemene zin gaat het hier om het verbeteren van de dienstverlening naar de burger. Einddoel is dat gemeente hét loket van de overheid voor de burger wordt. De digitalisering van de dienstverlening vormt hier een belangrijk onderdeel van, waarbij de eerste fase zich concentreert op de dienstverlening van de gemeente zelf. Op termijn komt daar de dienstverlening van de gehele overheid bij. Deze ambities komen samen in de ontwikkeling van een Klant Contact Centrum (KCC), wat direct gevolgen heeft voor de inrichting van de gehele gemeentelijke organisatie. Voor de kortere termijn zijn de ambities van de gemeente Katwijk in het College Werkprogramma 2010-2014 verwoord. De nadruk ligt op het in deze collegeperiode afmaken waar Katwijk de afgelopen jaren aan begonnen is. De jaren 2010 tot 2014 staan vooral in het teken van de uitvoering van bestaand beleid en reeds vastgestelde plannen (o.a. Westerbaan, Zeejachthaven, ontwikkelen Centrumfunctie Katwijk aan Zee). Tegelijkertijd heeft dit college de ambitie om ondanks economisch mindere tijden de gemeente financieel gezond te houden. Een sluitende meerjarenbegroting is uitgangspunt. Daartoe zullen keuzes gemaakt moeten worden. Wel voelt dit college zich verantwoordelijk voor wie het niet alleen redt, kwetsbare groepen zullen waar nodig worden ondersteund. Daarnaast doet het college nadrukkelijk een beroep op de eigen verantwoordelijkheid van Katwijkse burgers, ondernemers en verenigingen. Wat ook de ruimte geeft aan differentiatie in wijkgericht werken. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar het collegewerkprogramma. De ambities voor de korte én de lange termijn zijn leidend voor de organisatie, en zijn daarom zeer bepalend voor de vormgeving en ontwikkeling van de organisatie. Daarnaast is sprake van financieel slechte vooruitzichten. Gevolg is een disbalans tussen de elementen “ambities – financiën – organisatie”. Vraag is hoe om te gaan met deze disbalans. Geen van de ontwikkelingen is stop te zetten. Is het mogelijk om van de spanning een kans te maken? Is het mogelijk dat de drie invloeden elkaar versterken door er een “gezonde spanning” van te maken?
5
De disbalans kan vanuit drie invalshoeken (ambitie, financiën en organisatie) worden hersteld door per gemeentelijke taak te kiezen welke van de invalshoeken voor de uitvoering van die taak prevaleert. Dat vergt ambtelijke en politieke keuzes: - De invalshoek Ambitie betekent dat de gemeente Katwijk zich wil profileren met de uitvoering van de betreffende taak. Het College Werkprogramma 2010-2014 is daar het uitgangspunt voor. Voor de langere termijn bevat de BSV en het concept “Overheid heeft antwoord” een aantal aanvullende ambities die uitgevoerd moeten worden. - De invalshoek Financiële middelen betekent dat de gemeente Katwijk die taak wel wil uitvoeren, maar zo efficiënt mogelijk. Uitgangspunt is een sluitende meerjarenbegroting vanaf 2014 en sluit ook aan op de college-uitgangspunten lean en mean en Sneller, beter, zakelijker. - De invalshoek Organisatie betekent dat we de betreffende taak willen uitvoeren op een manier die Katwijk-eigen (passend bij identiteit en gewenste imago) is en behoort bij de Katwijkse maat. Zie pag. 2, de college-uitgangspunten Met karakter van Katwijk en Betrokken bij en verbonden met werk en omgeving. Het herstellen van de balans tussen deze invalshoeken is dé opgave voor de gemeentelijke organisatie, bestuurlijk én ambtelijk. Het volgende hoofdstuk gaat in op het ontwikkelpad dat gekozen wordt om vanuit de invalshoek organisatie een bijdrage te leveren aan het herstellen van de balans.
6
II
Ontwikkelpad voor de gemeentelijke organisatie van Katwijk: vernieuwing met behoud van het goede
Gemeentelijke organisaties zijn in vergelijking tot veel andere organisaties in Nederland complex. De diversiteit in producten en diensten en in doelgroepen is groot. Daarmee is ook de diversiteit van medewerkers groot. Opleidingsniveaus, ambities, drijfveren: iedereen heeft zo zijn of haar eigen situatie. Daarnaast is er uiteraard de politiek-bestuurlijke context. Een democratisch gekozen algemeen bestuur, de gemeenteraad, die zich kenmerkt door politiek verschillende standpunten en een college van BenW die in een dualistisch bestel als dagelijks bestuur opereert. Het werken in een politieke organisatie betekent vaak dat de waan van de dag regeert. Het is daarom des te belangrijker om een stevige tegenhanger hiervoor in te bouwen, zodat er regelmatig gereflecteerd wordt op ontwikkelingen en signalen in de omgeving die een middenlange termijn visie behoeven. Dit vergt een in control zijnde organisatie; een beheerste organisatie met beheerste processen zodat de vastgestelde strategie gerealiseerd wordt. Een organisatie ook die openstaat voor ontwikkelingen en ook steeds gesteld staat voor de dienstverlening die op dat moment van de gemeentelijke organisatie wordt gevraagd. Ofwel, een bedrijfsvoering die zo duurzaam is ingericht dat zij de complexiteit reduceert en trends kan overstijgen. II.1
Eindbestemming
Voor een ontwikkelpad is een eindbestemming nodig: waar gaat het pad naartoe? Dat hoeft nog niet te betekenen dat de weg er naartoe even duidelijk is. Wel de richting en het einddoel. Voor het einddoel is het van belang dat het aansluit op de taak en de omgeving. Een gemeentelijke organisatie in een veranderende samenleving moet meebewegen. Dan is het niet zozeer de vraag “hoe ziet de organisatie er in 2010 uit”, maar veel meer “welke kant gaan we op, aan welke voorwaarden moet worden voldaan?”. In de nota Bedrijfsvoering is de visie op de gewenste organisatie als volgt beschreven: De gemeentelijke organisatie van Katwijk groeit naar de situatie dat zij een excellente en integere partner is in dienstverlening voor haar klant/doelgroepen binnen de door de politiek gestelde kaders. De organisatie is in staat om de externe klant/doelgroepen (bewoners, bedrijven en bezoekers) optimaal te bedienen en wordt de interne bedrijfsvoering zodanig ingericht dat de organisatie als geheel op die externe klant/doelgroepen kan worden gericht. De organisatie is in staat om steeds in te spelen op de veranderende vragen en het verwachtingspatroon van de verschillende klant/doelgroepen. Om die visie waar te maken is als missie geformuleerd: Kwaliteit voor Katwijk. Met als motto: “Als u naar buiten stapt, stapt u bij ons naar binnen”. Kern is dat de organisatie zich altijd verantwoordelijk voelt voor Katwijk als samenleving, en daar ook steeds op eigentijdse wijze vorm aan geeft. Voor de organisatievorm van Katwijk is van belang dat de gemeentelijke organisatie gesteld staat voor twee verschillende soorten uitdagingen: de ontwikkeling van nieuwe plannen en taken (zie ambities) en het beheer van de bestaande dienstverlening. Katwijk ontwikkelt, groeit en voert uit. In organisatietermen betekent dit dat de organisatie een ontwikkeldeel (waar de focus ligt op het realiseren van grootschalige projecten) en een beheerdeel (bereikte niveau van infrastructuur en voorzieningen worden gehandhaafd) moet hebben. Gelet op deze omschrijvingen kan de huidige gemeente Katwijk als een mengvorm tussen beheer- en ontwikkelgemeente worden omschreven, waarbij op termijn het accent verschuift van ontwikkel- richting beheergemeente.
7
Dat wil zeggen geen grootschalige projecten en gericht op het handhaven van het (hoge) peil van infrastructuur en voorzieningen. Deze verschuiving hangt samen met het tempo waarin de ambities (zoals de BSV en de ontwikkeling van de dienstverlening) kunnen worden gerealiseerd. Deze te voorziene richting vraagt om een rolopvatting van de gemeentelijke organisatie. Voor de gemeentelijke organisatie van Katwijk is deze rolopvatting “het zo efficiënt mogelijk (laten) uitvoeren van de taken tegen een hoge kwaliteit met een duidelijke binding met de samenleving waarvoor ze werkt”. Ofwel, een optimale prijs-kwaliteitsverhouding van de dienstverlening. Dit impliceert dat sommige taken zelf kunnen worden uitgevoerd, maar ook dat taken door anderen (in samenwerkingsverband, aparte organisatie of de markt) kunnen worden uitgevoerd. Kern is dat het basisvoorzieningenniveau is geborgd. Zolang het politieke bestuur haar eindverantwoordelijkheid voor de uitvoering van de taken kan blijven waarmaken, is er slechts sprake van het anders organiseren van taken. De ontwikkeling naar zo’n gemeente vergt verandering in denken, handelen en competenties van de gemeente en haar werknemers zelf, maar ook van de samenleving. Burgers, bedrijven en instellingen zullen hun verwachtingen ten aanzien van de taak en rol van de gemeentelijke overheid op punten mogelijk moeten herzien. Dit vergt dus bijzondere aandacht voor de dialoog. Het vraagt ook om management én medewerkers die zich verbonden voelen met het werk en de omgeving waarin men werkt. Een concreet eindmodel kan in deze fase nog niet worden geschetst. Daarvoor moet eerst worden vastgesteld welke taken door de gemeente zelf blijven worden uitgevoerd (maar misschien wel op een andere wijze) en welke qua uitvoering op afstand worden gezet (in welke vorm dan ook). Gekozen wordt voor een proces waarin eerst aan de hand van een aantal taken wordt bezien wat de afweging “zelf doen op afstand zetten” oplevert. Op basis van deze tussenstap kan vervolgens worden bezien wat dat betekent voor de organisatie-inrichting. Dan wordt ook meer concreet ingevuld welke type medewerker hiervoor nodig is en hoe Katwijk als werkgever haar werknemers kan blijven boeien en binden. Opgemerkt wordt tenslotte dat een model niet leidend moet zijn, daarvoor verandert de omgeving te veel. De organisatie moet zo worden ingericht dat ze permanent in staat is om te vernieuwen, met behoud van het goede.
II.2
Verhouding tussen ontwikkelpad en gekozen OO-model
In de Visie Bedrijfsvoering 2010-2014 is gekozen voor ontwikkeling van de gemeentelijke organisatie aan de hand van het Overheids Ontwikkelingsmodel. In bijlage 1 wordt dit model kort toegelicht. Deze visie is nader geconcretiseerd aan de hand van een aantal kernwaarden, die leidend zijn voor het handelen van de medewerkers van de gemeente Katwijk. Deze kernwaarden zijn: => wij zorgen ervoor dat wij weten wat u wilt => samen geven wij u antwoord => wij werken samen met u en voor u aan een goede dienstverlening => wij zijn eigenzinnig en enthousiast => u weet wat u aan ons heeft => wij zijn er altijd voor u => als het nodig is zoeken wij u ook op => wij werken snel en slim
8
Deze kernwaarden bieden een goed aanknopingspunt om de relatie te leggen met de betrokkenheid van Katwijk als samenleving. Wat betekenen deze vragen voor de vraag “moet de gemeentelijke organisatie de taak zelf uitvoeren of kan de taak ook op afstand worden gezet zodanig dat aan deze kernwaarden nog steeds kan worden voldaan?”. Deze ontwikkeling naar een procesgerichte organisatie is een tussenstap. Nadat hier meer ervaring mee is opgedaan, moet worden bezien welke vervolgstappen mogelijk en nodig zijn.
9
III
Overwegingen voor het maken van keuzes: de meetlat
Er zijn diverse criteria te bedenken op grond waarvan de afweging “zelf doen – buiten de deur plaatsen” kan worden gemaakt. Deels betreft dit harde/objectieve criteria, deels zachte/subjectieve criteria. Van belang is dat niet alleen wordt bezien of het kan, maar ook wat het gevolg is van het op afstand plaatsen van activiteiten/taken. In dat geval gaat het om de vraag in welke mate de ambtelijke en/of bestuurlijk verantwoordelijken bij op afstand plaatsen nog hun eindverantwoordelijkheid kunnen blijven waarmaken. De wijze waarop taken op afstand worden gezet en de daarbij behorende mate van eigen betrokkenheid vanuit de gemeentelijke organisatie kent een aantal gradaties op een spectrum. Dit kan variëren van samenwerking tot privatisering. Een keuze daartussen is een onderdeel van het afwegingstraject die kan worden gemaakt wanneer een aantal principiële keuzes over op afstand te zetten taken zijn genomen.
Er zijn ook door andere organisaties criteria voor deze afweging gemaakt. Er is in dit verband gekeken naar de toetsingscriteria van respectievelijk Wetterskip Fryslân en Hoogheemraadschap Rijnland opgenomen, waarbij Rijnland de criteria van Fryslân nader heeft uitgewerkt. Op basis hiervan is onderstaand overzicht van uitbestedingscriteria opgesteld.
Wettelijke vrijheid
Beleidsmatige vrijheid
Organisatiespecifieke beperkingen
Kostenafweging
Wetgeving beperkt enigszins de mate van vrijheid om activiteiten uit te besteden. Als de wet bepaalt dat de gemeente bepaalde activiteiten zelf moet uitvoeren, stopt de toetsing. Zijn er bestuurlijke afspraken en/of lopende contracten die de mate van vrijheid beperken bij de bepaling of activiteiten kunnen worden uitbesteed? Als het antwoord op deze vraag ‘ja’ is, kan de toetsing worden gestaakt. Zijn de uit te voeren activiteiten organisatiespecifiek? Hiermee wordt bedoeld dat bepaalde activiteiten uniek kunnen zijn voor de gemeente Zo kunnen situaties zich voordoen waarin vrijwel geen marktpartijen beschikbaar zijn waaraan de activiteit zou kunnen worden uitbesteed. Wat zijn de kosten van zelf uitvoeren van de activiteit versus de kosten bij (deels) uitbesteden van de activiteit? Bij dit criterium gaat het om de vraag of (deels) uitbesteden van de activiteit naar verwachting tot lagere kosten zou leiden dan zelf doen. Bij de beoordeling moeten daarom de kosten van zelf doen worden afgezet tegen de kosten van (deels) uitbesteden.
10
Prestatieafweging
Wat zijn de prestaties en het serviceniveau dat Katwijk verlangt van de betreffende activiteit? En is dat met uitbesteding te realisren? Aandachtspunten daarbij: • • • • • •
• Risicoafweging
Continuïteitsafweging
Welke (extra) risico’s loopt Katwijk als een activiteit wordt uitbesteed? Aan de hand van een risicoanalyse worden deze in beeld gebracht Wat zijn de gevolgen voor de continuïteit van het uit te besteden onderdeel? In hoeverre is deze door de leverancier gewaarborgd? Aandachtspunten daarbij: • • •
Continuïteit van de organisatie Behoud van kennis Behoud van prestatie Behoud van kostenniveau
•
Verandert het imago van Katwijk? (bij zelf doen? bij uitbesteden?) Is sprake van goed werkgeverschap? Geldt er een functieverandering voor medewerkers? (bij zelf doen? bij uitbesteden?) Zijn er additionele opleidingseisen? (bij zelf doen? Bij uitbesteden?) Verandert de cultuur binnen de organisatie? (bij zelf doen? bij uitbesteden?) Dient personeel aangenomen te worden? (bij zelf doen? bij uitbesteden?) Verandert het investeringsrisico van de organisatie? (bij zelf doen? bij uitbesteden?) Wordt de organisatie flexibeler? (bij zelf doen? bij uitbesteden?) Dient personeel uitgeplaatst te worden? (bij zelf doen? Bij uitbesteden?)
• Impact op de organisatie (Dit criterium is minder objectief en geeft antwoord op de vraag of de gemeente de activiteit wil uitbesteden.)
Regie over prestaties Kwaliteit/prijs-verhouding Productvernieuwing Leveringsbetrouwbaarheid Leverings-flexibiliteit Veiligheids-niveau Communicatie
• • • • • • • •
Wat zijn de gevolgen voor de dienstverlening aan de klant Gevolgen voor de dienstverlening
Mate van aanstuurbaarheid Binding met gemeentelijke rol
Bestaat er voldoende greep op de realisatie van het gewenste eindproduct? Met name het college kan het wenselijk vinden om sommige activiteiten uit oogpunt van (waarborging van) de gemeentelijke identiteit/het imago van Katwijk niet uit te besteden.
11
IV
Vervolgproces: het maken van keuzes per gemeentelijke taak
Beseft moet worden dat taken op afstand zetten geen proces op zich is. Het moet deel uitmaken van een concernbrede missie en visie. Vandaar dat hiervoor het ontwikkelpad voor de gemeentelijke organisatie is geschetst. De afweging wel of niet op afstand zetten moet hierin passen . Ook bij de vormgeving van de verdere aanpak en het proces is van belang dat aansluiting wordt gevonden bij reeds lopende initiatieven in het kader van de organisatieontwikkeling. In dit hoofdstuk wordt eerst de aanpak beschreven en vervolgens het proces dat daartoe kan worden gevolgd. IV.1
Aanpak en randvoorwaarden
Gekozen wordt voor een aanpak “werkende weg” waarbij eerst voor een aantal taken zal worden vastgesteld dat taken hoe de afweging uitpakt. Een belangrijke vraag betreft de “binding met de gemeentelijke rol”. Deze is meer subjectief van aard, maar kan niet los gezien worden van de prijs-kwaliteitsverhouding. Ofwel, expliciet komt de vraag naar voren wat “binding met de gemeentelijke rol” waard is. Dit is een politieke keuze.
Ter illustratie: bij Rijnland heeft met het college een selectie gemaakt van activiteiten die niet uitbesteed hoeven te worden. Het betreft: (Boezem-)peilbeheer Bediening en eerstelijns onderhoud van installaties Calamiteitenbestrijding (inclusief meldingencoördinatie) Monitoring waterkwantiteit en waterkwaliteit (Opstellen) keur Beoordelen en toekennen van Rijnlandse subsidies aan derden (baggeren, oevers, rioleren) Verlenen van keurvergunningen Verlenen van WVO-vergunningen Regierol van primaire en ondersteunende processen
Het afwegingsproces om de taken te beoordelen kent een aantal stappen die in een logische volgorde moeten worden gezet. Alle elementen zijn van belang, niet voor iedere taak zullen alle vragen even gedetailleerd beantwoord te worden. Als laatste overweging komt de vraag aan de orde of “binding met de gemeentelijke rol” aan de orde is, waarbij dan kan worden afgewogen welke prijs de politiek daarvoor over heeft. Dan is tevens duidelijk of de organisatie de taken niet zelf efficiënter kan uitvoeren, waardoor het voordeel voor de gemeente zelf is en niet wegvloeit naar andere partijen. Uiteindelijk rest de afweging “wel/niet op afstand zetten”.
12
Nadat de keuzes zijn gemaakt, kan binnen het stramien van het OO-model worden bezien welke verbeteracties moeten worden uitgevoerd op de organisatiegebieden Beleid & Strategie, Management, Medewerkers, Financiën, Informatie en Processen om de uitvoering van de taken c.q. de aansturing van op afstand geplaatste te borgen. IV.2
Proces
Om alle gemeentelijke taken op een verantwoorde manier langs de meetlat te leggen, is inbreng nodig van een delegatie van medewerkers, Ondernemingsraad, college van BenW en misschien ook wel externe partijen. Het betreft hier immers niet het toepassen van een exacte wetenschap. Er zijn meerdere oplossingen per taak denkbaar en dat vergt het doorlopen van een gezamenlijk proces om te komen tot oplossingen met draagvlak van zowel de ambtelijke organisatie als het gemeentebestuur. Omdat nog onvoldoende duidelijk is wat de gevolgen van op afstand zetten zijn voor de ontwikkeling van de organisatie en er in Katwijk nog onvoldoende ervaring mee is opgedaan, wordt als eerste stap een aantal taken langs de meetlat gelegd. Deze taken zijn: <
>
Na afweging van deze taken komt expliciet de vraag aan de orde wat de impact is op de organisatie. Dan komt de vraag aan de orde welke vervolgstappen nodig zijn voor de organisatieontwikkeling, en welke eindbestemming voor de organisatie voor ogen staat. Vaak wordt in dit soort processen een SWOT-analyse opgesteld. Ook een Bestuurskrachtmeting kan zinvol zijn om te beoordelen of een gemeente op langere termijn in staat is een voldoende niveau van dienstverlening te realiseren. Vraag is of een SWOT-analyse op dit moment zinvol is. In bijlage 2 is de strategie voor een SWOT-analyse beschreven. Een valkuil is dat een SWOT-analyse slechts de bestaande organisatie en trends in beeld brengt. Onverwachte gebeurtenissen kunnen echter trendbreuken veroorzaken, die bestaande sterkten en zwakten een heel andere betekenis geven.
13
Ook als nieuwe trends tijdig zichtbaar zijn, kunnen gevestigde organisaties gemakkelijk het initiatief verliezen aan startende organisaties. Deze zijn minder geënt op de oude situatie, en dus wendbaarder. Een SWOT-analyse zal nooit kunnen uitgaan van volledige informatie. Zorgvuldigheid, hoe belangrijk ook, mag dan ook niet ten koste gaan van de voortgang. Aanvullend wordt opgemerkt dat een zwakte niet automatisch betekent dat de taak wel of niet op afstand moet worden gezet. Beide keuzes kan een oplossing zijn. Daarom is ervoor gekozen om nadat de eerste taken zijn beoordeeld op “wel/niet op afstand zetten”, op dat moment een SWOT-analyse en/of BKO te houden om te bezien hoe, uitgaande van de gemaakte keuzes, de uitvoering en aansturing van de taken het beste geborgd kan worden. Uitgaande van de beschreven aanpak, resulteert de volgende planning. Activiteit: Advisering en besluitvorming voorliggende notitie Meetlat taakuitvoering gemeente Katwijk
e
Selectie 1 taken (stap 3 en 4) door Directie, afdelingshoofden, teamleiders, OR en portefeuillehouders. Sessies per domein (sociaal, fysiek, dienstverlening, bedrijfsvoering). Werksessies organiseren over toepassing criteria stap 5 voor geselecteerde taken (samenstelling groepen over de afdelingsgrenzen heen) voor medewerkers, OR en portefeuillehouder F, PenO Voorstel maken over geselecteerde taken wel/niet uitvoeren en wel/niet zelf uitvoeren of op afstand organiseren. Weging invalshoeken Advisering en besluitvorming
SWOT-analyse/BKO n.a.v. eerste inzichten Besluitvorming verwerken in Kadernota 2012
Planning: - MT: 25 augustus 2010 - Stuurgroep: 31 augustus - MT, 1 september 2010 e e - 1 bespreking College: 1 twee weken van september 2010 e - OR-delegatie/DIR: 1 week september 2010 - DIR: 13 september 2010 - OR-advies: oktober 2010 - BenW: 2 november 2010 Planbesprekingen op 5 oktober over eerste te selecteren taken (is deze eerste stap eigenlijk nodig als we zelf een voorstel doen????)
Door: Directie (specifiek met OR bespreken dat proces van vaststelling aanpak en criteria en eerste sessies over taken parallel kunnen gaan lopen).
Oktober en november 2010
???
December 2010/Januari 2011
Directie, samen met MT
- MT: eind januari 2011 - OR-delegatie/DIR: eind januari 2011 - DIR: begin februari 2011 - OR: februari/maart 2011 - BenW: maart 2011 Eerste halfjaar 2011
Directie
Maart/april 2011
FPO
14
?????
??
BIJLAGE 1: Korte toelichting Overheids Ontwikkelingsmodel (OO-model):
Het model kent vier ontwikkelingsfasen. Activiteit georiënteerd In deze fase richt de organisatie zich nog vooral op het organiseren van (losse) activiteiten. Deze activiteiten zijn vaak persoonsgebonden, waarbij de taken duidelijk van deze activiteiten zijn afgeleid. Het accent ligt op vakmanschap en de focus is sterk gericht op de ontwikkeling van de eigen afdeling. Vernieuwingsimpulsen ontstaan meestal als reactie (bijvoorbeeld naar aanleiding van klachten). Proces georiënteerd In de organisatie wordt samengewerkt in de primaire processen (ook over de afdelingen heen). Taken,verantwoordelijkheden en activiteitbeschrijvingen liggen vast en zijn helder. Doelmatigheid van processen wordt steeds meer een punt van aandacht. Er is stuurinformatie beschikbaar voor het management. Organisatieaanpassingen vinden plaats op basis van analyse van de processen.
15
Systeem georiënteerd De totale organisatie is in control. Interne en externe klantgerichtheid zorgen voor aanpassingen in de processen (klantenfocus). Zowel primaire als ondersteunende processen zijn in beeld gebracht, waarbij de PDCA-cirkel en de lerende organisatie als totaal herkenbaar is. Door middel van meting op de processen worden trends herkend en kan preventief worden gehandeld. Informatiesystemen leveren kengetallen waarmee wordt gestuurd. De organisatie is een betrouwbare partner voor andere organisaties. Keten georiënteerd Met partners worden afspraken gemaakt die bepalend zijn voor de organisatie van de processen en de bedrijfsresultaten. De ketenresultaten zijn betrouwbaar en daarover wordt periodiek gerapporteerd. De ketenprocessen zijn geïdentificeerd en richtinggevend voor het handelen, waarbij samen met de partners gestreefd wordt naar maximale toegevoegde waarde. Kennis en capaciteiten worden maximaal benut en zijn afgeleid van de relaties met de partners. Informatie- en besturingssystemen worden met elkaar verbonden en leveren informatie over prestatie-indicatoren in de keten.
16
Bijlage 2: Strategie bepalen met behulp van een SWOT-analyse In een SWOT-analyse (Strengths - Weaknesses - Opportunities - Threats) worden de uitkomsten van interne en externe verkenningen met elkaar geconfronteerd. Deze confrontatie maakt strategische alternatieven zichtbaar. De nieuwe strategie is een keuze uit deze alternatieven. De interne verkenningen maken zichtbaar welke sterkten en zwakten de organisatie kent. De externe verkenningen brengen vervolgens trends in beeld. Dit zijn ontwikkelingen in de omgeving van de organisatie waarop deze geen invloed heeft. In het licht van de trends en van de doelen van de organisatie, blijken sommige sterkten en zwakten belangrijker dan andere. Trends waartegenover de organisatie sterkten kan stellen zijn kansen. Bedreigingen zijn trends die de zwakten van de organisatie treffen. Sterkten en zwakten worden tegenover kansen en bedreigingen geplaatst. Daardoor kunnen strategische alternatieven worden doordacht. Goede alternatieven benutten of ontwikkelen kansen en sterkten, en vermijden of verminderen bedreigingen en zwakten. Alternatieven kunnen bijvoorbeeld bestaan in het zoeken van nieuwe doelgroepen, het benaderen van andere markten en het aanbieden van andere producten of diensten. Aan de gekozen alternatieven worden middelen toegewezen. In een strategienota worden onder andere doelstellingen, activiteiten, verantwoordelijkheden, termijnen en middelen gespecificeerd. Valkuilen Een SWOT-analyse brengt slechts de bestaande organisatie en trends in beeld. Onverwachte gebeurtenissen kunnen echter trend-breuken veroorzaken, die bestaande sterkten en zwakten een heel andere betekenis geven. Ook als nieuwe trends tijdig zichtbaar zijn, kunnen gevestigde organisaties gemakkelijk het initiatief verliezen aan startende organisaties. Deze zijn minder geënt op de oude situatie, en dus wendbaarder Een SWOT-analyse zal nooit kunnen uitgaan van volledige informatie. Zorgvuldigheid, hoe belangrijk ook, mag dan ook niet ten koste gaan van de voortgang.
17