_ BELGIE BELG _IGUE
F07.00 va^ ^ Oc!I11;C £'^, s e o t t
N 1735
van het'jiallb aAtt 31.ete en -ci}el
De Heer Pieters Denis █████████ Blauwstraat 48 9030 Wondelgem █████████ █████ █████
KONTAKTBLAD Verschijnt tenminste 4 maal per jaar Verantwoordelijke uitgever : Uitgiftekantoor : Deinze Herman MAES 16° jaargang nr. 2 Ten Bosse 11 9800 Deinze FEBRUARI 1996
Tel. (09)386.24.53
KOK-lidgeld 1996 Hernieuwen a. u. b. 500 BF: 750 BF :
gewoon lid steunend lid deelgenoot bestuurslid
1000 BF of meer : erelid 23 februari 20u Museum
op 000-0434500-37 van KOK (of442-7608641-88)
17 en 18 febr. zie p. 2146
p.a. Briefstraat 7 bus 5 9800 DEINZE
Ilet KOK bestuur nodigt KOK- leden uit om vrijdag 23 febru ari 1996 om 20 u aanwezig te zijn in het Museum van Deinze. Daar wordt dan het 63e jaarboek van de Kring gepresenteerd. U kunt uw exemplaar (uitzonderlijk dik, meer dan 500 blz. ) dan ter plaatse ontvangen. Daarenboven is er een zeer belangrijke mededeling voor alk leden.
2128.
Huizen en bewoners op de westzijde, van de Markt gare nummers) in 186 In tabel 1 situeer ik het huis (tnet zijn bewoners) aan de hand van volgende kolommen : [tabellen 2 en 3 verschenen reeds in respectievelijk Kontaktblad mei 1995 en september 1995] 1/ huisnummer(s) in 1866, 2/ huisnummer in 1995, 3/ type woning in 1995, 4/ naam en voornaam van de bewoner, dit kan zijn : een (gewezen) gezinshoofd, een inwonend familielid (zie tabel 3 : verwant met -), een (betalende) logé, 5/ logé (ja of neen), 6/ beroep(en) van de bewoner, 7/ (gebeurlijk) een uithangbord. 6 7
1 2 3
4
5
002 2 hrugwachtershuisje
MAERE Eduard
koopman-granen-zaden N
004 2 brugwachtershuisjc
GOEMINNE Pieter
koopman-granen- zaden winkelier N
004 2 brugwachtershuisje
GOEMINNE August
koopman -granen -zaden N
004 2 brugwaehtershuisje
GOEMINNE Alexander
winkelierster
N
Wwe 006 2 hrugwachtershuisje
DE LAVA Leo Wwe
slachtster
N
006 2 brugwachtershuisjc
DE LAVA August
koopman-boter
N
006 2 brugwaehtershuisje
VER MEERSCII Désiré
herbergier
N
008 2 brugwaehtershuisje
VAN RISSEGII:EM Jan
kleermakersgast
N
Lodewijk 008 2 brugwaehtershuisje
BEKE Alexander
kleermaker
N
010 2 brugwachtershuisje
VAN LANDEGIIEM
slachter winkelier
N
slachter
N
Karel Prancies 010 2 hrugwachtershuisje
VAN LANDEGIIEM 1=rancies
012 4 Z-kant Unic
VAN 1IOECKE Amandus
koopman-ijzer smid winkelier N
014 4 Midden Unie
VAN RISSEGHEM Pieter
herbergier kuiper N In het Kuipershuis
016 4 N-kant Unie
VAN DAELE Leonardus
herbergier N In de stad Rijssel
018 8 Elegance
VANDE WIELE Pieter
koopman-vlas
N
2129.
020
10 optiek Roos
BODDAERT Petrus
gemeenteontvanger commies
N
grcftier 020
10 optiek Roos
BODDAERT Josephus
koopman-wijnen - likeuren
N
022
12 Natuurcentrum
VANDEN DAELE Evarist
bakker
N
FILLIERS Karel Lod
grondeigenaar gepensioneerd-
N
Rozemarijn 024
14 Apotheek Roos
griffier 1 let Oud Stadhuis
026
16 Dr Debusseré
LAGRANGE Ivo
grondeigenaar
N
026
16 Dr Debusseré
LAGRANGE Emil
fabrikant- zijde koopman -kolen
N
026
16 Dr Debusseré
LAG RANGE Prosper
herbergier verkoper-sterke-drank
N
liet oud Stadhuis
026
16
Dr Debusseré
PIETERS Leo
herbergier
N
1 let oud Stadhuis
026
16
Dr Debusseré
DE SMET Victor Emiel
vleeshouwer
N
Het oud Stadhuis
028
20 Dr Hoengenaert
CLAESJENS Karel
pastoor-deken
N
Dekenij
028
20 Dr Hoengenaert
VERSCIIUEREN
onder-pastoor
.1
winkel-kruid - waren
N
Theophiel 030
22 Z-kant Kredietbank
VAN DAMME Karolus Wwe
030
22 Z-kant Kredietbank
VAN DAMME Hugo
hulpschrijver- in-de-sekrctarij
N
032
22 N-kant Kredietbank
GOEMINNE Karel
herberg koopman-granen
N
In den 1leerd*
vlasroter-bereider 034
26 kleerwinkel Sarah
GOEMINNE Camillus
koopman-granen - vlassen
N
036
28 't Croissantje
DE RIDDER Arnoldus
winkelier-mercerie koopman-
N
zwijns 036
30 Domino Interim
VANDEWIELE Leonard
landbouwer winkelier?
N
038
32 Z-kant Palace
VARENWYCK Lodewijk
winkelier-kruid -waren -ellegoed
N
hoefsmid
N
herbergier
N
Wwe 038
32
Z-kant Palace
VAN HOECKE Jan Baptist
040
32 N -kant Palace
MINJAUW Jan Francies
llet Paradijs
koopman -zwingelkalotten 044
36 café Idéal
BILTERIJST Gerardus
fabrikant-geweef"sets-pretellen
N
044
36 café Idéal
VINCENT Eduard
slachter
N
044
36 café Idéal
VANDERCRUYSSEN
herbergier
N
Pi e t er 046
38 Blokker
DE LAVA Victor
brouwer
N
048
40 Telecom
GOEMAERE Jan Fr. Wwc
bijzondere
N
048
40 Telecom
GOEMAERE Marie
bijzondere
N
050
42 Leslie's -Boetiek
MOERMAN Alexander
uurwerksteller
N
In het Spekhuis?
2130.
052 44 I ledera HAUTTEKEETE Emil 052 44
l ledera
HAUTEKEETE Justin
bakker
N
handelaar-zijde-stoffen N
grondeigenaar
N
BOSSUYT Constantinus
meester-schoenmaker
N
FRANCOYS Francies
zout-zeep-ziedcr
N
DIERICK Karel Lodewijk
winkelierster-kruid-waren N
052 44 Redera HAUTTEKEETE Napoleon
054 48 De Ruyck 056 50
Katholieke Mutualiteit
058 50 Kathol. Mutual. Vakbond
Wwe
060 52 Interlahor
DUFOREZ Augustus
herbergier koopman-vlas
N
062 52 Interlabor
DE VUYST Jacob Wwe
zonder
N
062 52 Interlabor
DE VUYST Engelbert
land-en -meersch bedrigter N
064 54 Rozenhof
DEBOOSER Angelus
stoeldraaier N
064 54 Rozenhof
DEBOOSER Coleta
winkelierster-katoenette N
064 54 Rozenhof
DEBOOSER Antonia
winkelierster N
066 56 Club
ROGGE Karel
fabrikant-loodwit
068 58 eerste huis Flallepoort
CALLIER Francies
steller-schriften landmeter N
?
N
landbouwer 070 60 tweede huis Flallepoort
VANHEE Karel
herbergier vleeschouwer N In den Biefstuk
070 60 tweede huis Flallepoort
DESQUENNE Emil
beambte-der-accijnzen i
070 60 tweede huis Haltepoort
DE RUYCK Emil
agent-van-politie
072 62 derde huis Hallepoort
AUDENAERDE August
winkelier-schrijver N In den Arend
074 64 vierde huis Hallepoort
DELOOF Constantinus
herbergier koopman-granen N
076 64 vierde huis Hallepoort
GOEMINNE Karel
gepensioneerde-van-den-staat N
i
0
Lodewijk 076 64 vierde huis Hallepoort
GOEMINNE Pieter
slachtersgast
078 66 vijfde huis Hallepoort
RYFFRANCK Seraphin
notaris
078 66 vijfde huis liallepoort
RYFFRANCK Désiré
boekdrukker
080 68 privéwoning
GOEMINNE Hendrik
koopman winkelier-mercerie N
082 72 privéwoning
MEIRE Karel Lodewijk
winkelier landwerker N
082 72 privéwoning
MEIRE Rosalie
winkerlierster-kruid-waren N
084 74 tandarts Dierickx
RUYSSCI IAERT Ange
grondeigenaarster
N N N
Wwe 086 76 Scheerlinck
VANDEWALLE
schoenmaker N
Leonardus 086 76 Scheerlinck
DECLERCQ Gustaaf
koopman-vlas
N
088 76 Scheerlinck
BEKAERT Pieter
herbergier timmerman N De Windmolen
088 76 Scheerlinck
BEKAERT Rochus
timmermansgast
N
088 76 Scheerlinck
BEKAERT Bruno
timmermansgast
N
2131.
090
78 De Mulder
PAUWELS Marie
winkelierster-stroohoeden
N
090
78 De Mulder
DAUWELS Colcta
winkelierster
N
092
78 De Mulder
ARNOUD Ivo
huisschilder
N
094
78 De Mulder
DE SCl (ENKEL
zonder beroep
N
Stephanie 098
78 De Mulder
DEMEYER Charlotte
kraamster
N
098
78 De Mulder
DEMEYER Eduard
kleermaker
N
100
82 Capucine
COLPAERT Karel
schoenmaker gareelmaker
N
102
84 Gentlemen
VERSICI IELE Jan
herbergier landbouwer
N
104
86 Cleve
JANSSENS Angelus Wwe
fabrikante-blauwverf
N
104
86 Cleve
JANNSENS Charles
blauwverver
N
106
88 Tallieu
DE RUYCK Pieter
meester-kleermaker
N
106
88 Tallieu
BERGER Pieter
kleermaker
.1
108
90 poort
DE VOLDER Ivo
koopman-vlas
N
108
90 poort
LECOUR Jan Baptist
winkelier
N
110
92 voedingswaren
DE MEYER Leonardus
herbergier
N
WALLAERT Joseph
metser
N
Van Vynckt 110
92 voedingswaren Van Vynckt
112
94 (deal
GALLE Charles
landhouwer
N
114
96 Z-kant poort
MAES Ivo
schoenmaker
N
COLPAERT Francies
winkelierster-aardewerk
N
COLPAERT Leonardus
schoenmaker
N
Van Thuyne 116
96 N-kant poort Van Thuyne
116
96 N-kant poort
Wwe
Van Thuyne 118
96 privéwoning
NOTERMAN Karel
koopman-granen
N
120
98 appartementen Plaza
VERROEST Pieter
fabrikant-ameldonk
N
120
98
DE 13ACKER Charles
fabrikant- ameldonk
N
VANDE WIELE Charles
koophandelaar-vlassen winkelier
N
RAES Emil
kleermaker
N
122
appartementen Plaza
100 appartementen Alexander
124
100 appartementen Alexander
126
102 Landbouwkrediet
LAGRANGE Karel
fabrikant-zijde-stoffen
N
126
102 Landbouwkrediet
DE WOLF Joannes
bijzondere
.1
128
104 Multisport
'fESSELY Leonardus
winkelier-oude-klederen
N
128
104 Multisport
TESSELY Jeanette
winkelierster
N
130
104 Multisport
VAN AUTREVE Justin
slotmaker
N
De Trombone
9
2132.
132 106 Eurofax
SOREYN Hendrik zwingelaar
134 108 privéwoning
VANDERMEERSCII
N
fabrikant -ameldonk
N
koopman kruidenier
N
Eduard 136 110 Induho
GOEMINNE Theodoor
138 112 privéwoning
DEBAETS Karel winkelier timmerman
N
140 116 privéwoning
TESSELY Ivo
zijdewever winkelier
N
142 116 privéwoning
LAGRANGE M-Thérèse zonder
N
144 116 privéwoning
HERTOGE Pieter Wwe bakkerin
N
146 118 Cracymccrsch
DE BACKER Servatius zonder
N
Wwe 146 118 Craeymeersch
GI:RNAEY M-J oanna zonder
N later Voor Ons Recht
146 118 Cracymeersch
MESTDAGH Henri
handelaar-gist
N
148 120 huis vóór poort Bota
DECLERCQ Angelus
meesterkleermaker
N In de Gacrmarckt
verkoper-nieuwe-kleren 150 122 poort + complex Rota
HUYS Francies
152 122 poort + complex Bota
DL RIDDERS, Sophie
156 122 poort + complex Bota
SPEECKAERT Felix
schoenmakersgast
158 122 poort + complex Bota
VAN AUTREVE
winkelierster- witte-goederen N
dienstknecht
N N N
Augustin Wwe 160 122 poort + complex Bota
VANDERDONCKT
winkelier metser
N
Lodewijk 160 122 poort + complex 13ota
VANDERDONCKT Karel
kramer
N
160 122 poort + complex Bota
VANDERDONCKT
metsersgast
N
metsersgast
N
werkvrouw
N
Angelus 160 122 poort + complex Bota
VANDERDONCKT Adolphe
168 124
optiek Tavernier
DE SPLENTER Petrus Wwe
168 124 optiek Tavernier
DESPLENTER Clemence
spellewerkster
168 124 optiek Tavernier
CLAEYS Leo
werkman
168 124 optiek Tavernier
CLAEYS Adolf
dienstknecht
172 126 apotheek Tavernier
DEPAEPE Eduard
werkman
174 126 apotheek T avernier
DE MEYER Karel
zijdewever
174 126 apotheek Tavernier
DE MEYER Constant
dagloner
176 126 apotheek Tavernier
DEBAE TS Francics
werkman
N
178 128 privéwoning
DEBAETS J udocus
timmermansgast
N
178 128 privéwoning
ALLEMEERSCI1 Karel
werkman
N
2133.
180
128 privéwoning
ONDERBEKE M-Thérèse
winkelierster mutsenmaakster
N
182
130 appartementen Laura
CALLEWAERT Joannes
fabrikant-ameldonk
N
184
132 Argenta
TESSELY Frederic
visscher
N
186
132 Z-kant Argenta
DHUYVETTER August
koopman-vlas winkelier
N
186
132 Z-kant Argenta
CANNOOT Bernardus
vuurstoker
N
In de Ster
188
132 N-kant Argenta
VANIIEE Joannes
herbergier slachter
N
De Meulenberg?
188
132 N-kant Argenta
VANDEN 13OSSCIIE
herbergier bakker
N
De Meulenberg
meester-kleermaker
N
Carolus 192
138 afgebroken
VERLEYE Augustin
winkelier-ellegoed 192
138 afgebroken
VANDECASTEELE
koperslager
N
koperslager
N
1 lenri 192
138 afgebroken
VANDECASTEELE Adolf
194
138 afgebroken
CANNOOT Carolus
winkelier landbouwer
N
196
138 afgebroken
LIPS Désiré
broodbakker
N
198
138 afgebroken
LACAEYSE Jacob
herbergier werkman
N
200
138 afgebroken
BERGE Juliaan
bakker
N
200
138 afgebroken
VERIiAEST Karel
winkelier landbouwer
N
winkelierster-bakkerij
N
In de Stad Roubaix
Lodewijk 200
138 afgebroken
BERGE Jan Baptist Wwe
Over de Latemse kunstschil der Maurits Niekerk Over Maurits Joseph Niekerk (°11 sept. 1871; + 20 maart 1940), die van 1898 tot 1903 in Latem leefde en werkte, blijkt hier bij ons bijzonder weinig bekend te zijn. (1).
Dat het werk van Niekerk deel uitmaakt van de uitwisselingstentoonstelling met Worpswede (bij Bremen), die in en door het Museum van Deinze in het voorjaar van 1996 opgezet wordt (2), is een passende aanleiding om over die "onbekende" Niekerk enige totnogtoe minder gekende informatie aan te brengen. NIEKERK, in Den Haag geboren uit Joodse ouders, studeerde schilderkunst aan de Academie van Amsterdam en nadien aan die van Antwerpen. In diezelfde tijd was hij in de Scheldestad ook literair actief. In een paar Antwerpse tijdschriften uit 1895-1897 vonden we enkele bijdragen van hem, die hij onder de naam NYKERK of NIJKERK publiceerde.
2134.
In het weekschrift " De Gnoom " ( Borgerhout , eerste en enige jaargang 1896, 36 nummers) publiceerde Nijkerk (sic) twee ( korte ) prozastukken , " Mozes" (in nr . 5 van 23 april 1896) en "Mijmering" ( in nr . 8 van 14 mei 1896). (3) En in " Onze Vlagge . Jong Vlaamsch Strijdblad " ( Antwerpen , eerste en enige jaargang, 18971898) publiceerde Nykerk ( sic) een kritische bijdrage "Een Semietenstem " (pp. 85-89). Waarover deze bijdrage gaat , is ons niet bekend. (4)
Enkele jaren eerder reeds had Pol de Mont in zijn anthologisch tijdschrift " Zingende vogels. Oorspronkelijke bijdragen van Nederlandsche dichters " een werk van Maurits Nijkerk (sic) opgenomen , nl. het dramatisch toneelstuk " Kunstenaar?" (5). De hoofdpersonages van dit "drama in 5 bedrijven ", waarvan de handeling in Amsterdam gesitueerd is, zijn de kunstschilder Willems, zijn huishoudster Aaltje , het model Lies, benevens enkele andere kunstschilders Doris, Frans, Pieter , Albert , Evert . Er zijn in het stuk twee hoofdmotieven: de Kunst en de Liefde. Willems, een onbegrepen artiest die weigert te " werken in den smaak van het koopend publiek", flopt als kunstenaar ( met vraagteken, zoals in de titel !) en ook in de liefde is hij een verliezer. Het stuk eindigt tragisch , met de dood van Willems . Een typisch romantisch gegeven, dat volop romantisch wordt uitgewerkt. Als toneelstuk geen hoogvlieger , maar als werk van zelf een beeldend kunstenaar eerder een curiosum , met toch enig belang als "tijdsbeeld ", gezien door een insider van de toenmalige kunstscène. Over Niekerk als schilder - en over zijn (vermoedelijk bescheiden ) rol onder de Latemse kunstenaars van de eerste groep ( 1898-1909) willen we het hier niet hebben. Daarvoor verwijzen we naar de zeer uitvoerige en even lezenswaardige bijdrage die Karel van de Woestijne in 1910 (allicht n.a. v. de veertigste verjaardag van de kunstenaar) geschreven heeft (6). Het zover ons bekend - trouwens de enige uitvoerige bijdrage (30 blz.) die ooit aan de, schilder Niekerk is gewijd...
Maar om toch enig idee te geven van de aard (en de kwaliteit ) van Niekerks schilderwerk willen we hier toch een interessant kunstkritische bespreking citeren, die in januari 1909 verscheen in "L'Art moderne ", het gezaghebbende tijdschrift van de strenge criticus Octave Maus, ter gelegenheid van Niekerk tentoonstelling in de " Cercle Artistique " te Brussel (7). De uiteraard in het Frans geschreven tekst, ondertekend O.M. (d.i . Maus zelf), luidt in vertaling aldus: "Dhr. Niekerk blijkt meer [dan zijn mede - exposant Ch. Houben] bekommerd te zijn om de subjectiviteit van zijn sensatie te veruitwendigen . Het voornaamste thema van zijn curieuze studies zijn de straten van Brussel , de omgeving van de Beurs, de boulevards, het
2135.
Noordstation, het Sint-Gudulaplein. In die studies legt hij de effecten vast van het daglicht en van het nachtlicht, die het stadslandschap transformeren en er glans aan geven. Het boeiende spektakel van het leven in de grote stad omhult hij met een atmosfeer die nu eens duister is, dan weer bontgekleurd en nog een andere keer weer geopaliseerd en gevlekt met vuurstipjes ("une athmosphère tantot diaprée, tantót opalisée et piquée de points de feu"). Zijn schilderijen missen vaak plans [in de opbouw] en de 'waarden' botsen onderling. Maar er zit in de schilder een subtiele kolorist, die de herinnering oproept aan Toorop, aan de Toorop van de Amsterdamse straten die nog uitsluitend geboeid wordt door het uitzicht van de natuur en door de spelingen van het licht die de natuur veranderen. Zijn trampaarden, zijn voorbijgangers zijn goed waargenomen en ze worden op een synthetische manier uitgebeeld. De (schilders)hand is zwaar, ongetwijfeld, maar het oog neemt scherp en treffend waar. En de globale kwaliteit van dit debuut haalt de bovenhand op de onvolkomenheden van het métier waarvan het werk blijk geeft."
Op de (allereerste) grote herdenkingstentoonstelling van de "Laethemsche Kunstenaarskolonie" van 1924 (24 aug. tot 7 sept.) in Latem zelf, die 68 werken toonde van 37 kunstenaars, was Maurits Niekerk met één enkel werk vertegenwoordigd ("Zicht uit Brugge", nr. 53 van de tentoonstellingscatalogus). Woonde hij toen nog in Brussel of al in Parijs, waar hij in kommervolle omstandigheden in het armenhospice Laënnec zou overlijden op de vooravond van de eerste lentedag van 1940? Enkele maanden later was Parijs een "bezette stad", waar Niekerk als Jood allicht een ander tragisch lot had moeten ondergaan... Noten (1) Zie Paul Haesaerts, "L'Ecole de Laethem Saint Martin" (Brussel, 1945), blz. 183-185; Paul Massaerts, "Sint-Martens-Latem. Kunstenaarsdorp" (Brussel, Arcade, 1965) blz. 2021 en 405; Piet Boyens, "Sint-Martens-Latem. Kunstenaarsdorp in Vlaanderen" (Tielt, 1992), blz. 34-35 en 161 (noten 7-10). (2) Van 15 maart tot 19 mei 1996 in het Museum van Deinze en van 31 mei tot 28 juli in het Museum van Worpswede.
(3) "De Gnoom", nrs. 5 en 8 (1896). Zie R. Roemans, "Bibliographie van de moderne Vlaamsche literatuur", dl. 1 (Kortrijk, 1930) blz. 588. (4) "Onze Vlagge", jrg. 1 (1897), blz. 85-89. Zie R. Roemans, a.w. (5) Pol de Mont, "Zingende vogels", dl. II, 2e stuk (Hasselt, Drukk. Winand Kloek, 1895), blz. 82-140. Zie Centr. Bibl, Univ. Gent (nr. 136 S 23)
(6) Karel Van De Woestijne, "Maurits Niekerk", in: Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift, jrg. XX (dl. III, 1930, blz. 129-160). In tegenstelling tot wat Van de Woestijne daar
2136.
schreef, werkte Niekerk in de late jaren '90 niet mee aan "Van Nu en Straks" noch aan het tijdschrift "Ontwaking". (7) O.M., "Au Cercle Artistique - MM. Ch. Houben & M. Niekerk", in: L'Art Moderne, XXIX, 3 (17 jan. 1909), blz. 20-21. Ook Karel van de Woestijne wijdde aan diezelfde tentoonstelling van Niekerk een bijdrage in de Nieuwe Rotterdamsche Courant (van 21 jan. 1909). Paul Huys nr. 209
Worpswede - een toeristische ver ken n ing van een kunstenaarskolonie Tal van kunstgalerijen en kunstenaarsateliers, musea en monumenten... dit alles kenmerkt de menselijke en geestelijke sfeer van het Duitse Worpswede (Kreis Osterholz), een kunstenaarsoord verzonken in het groene veen- en weidelandschap, 25 km voorbij Bremen. Het is een uitgestrekt "Hufendorf', een straatdorp met opvallende lintbebouwing, waar de bewoners achter de huizen hun smalle strookjes akker- en weidegrond of "Hufen" bewerkten. Met de omliggende gemeenten, lintdorpen uit de periode van 17e-eeuwse veenkolonisatie, vormt Worpswede een bestuurlijke agglomeratie. De gedifferentieerde sociologische structuur van haar 8.885 inwoners beïnvloedt er de bijzondere menselijke en geestelijke sfeer: boeren, ambachtslui, handelaars, arbeiders, bedienden en kunstenaars leven er met mekaar aan de rand van het "Teufelsmoor" of Duivelsveen. Karakteristiek voor Worpswede is de Weyerberg (57 m). Zijn helling schraagt de Niedersachsenstein, Hoetgers omstreden vredes- en maanmonument voor W.O. 1, en het standbeeld voor de stichter van de omliggende veenkolonies, Jurgen Christian Findorrf. De geschiedenis liet er haar sporen na. De vroegste relicten zijn samengebracht in het "Ludwig-Roselius-Museum fur Fruhgeschichte", die van de turfontginning in het "Torfschiffwerft-Museum". Sinds Fritz Mackensen (1866-1953) er zich in 1889 met Otto Modersohn en Hans am Ende kwam vestigen, draagt het dorpsbeeld de stempel van de lokale cultuurontwikkelingen. De Duitse moderne kunst promootte er zichzelf. De Kunsthalle, de Grof3e Kunstschau bij Kaffee Worpswede, het kunstcentrum "Alte Molkerei" en het door Vogeler ontworpen station zijn getuigen van de mekaar opvolgende kunstenaarsgeneraties. In het 'Barkenhoff' (Berkenhof) nestelde 1-leinrich Vogeler (1872-1842) zich in zijn "Kiinstlersitz", terwijl het "Haus im Schluh" nu nog zijn Jugendstil-ontwerpen herbergt en als museum een inleiding tot de geschiedenis van de kunstenaarskolonie biedt.
2137.
Op het kerkhof van de Zionkerk staat de grafsteen voor Paula Modersohn -Becker, voorloopster van het expressionisme in Duitsland. Haar werk trok Bernard Hoetger (18741949) aan, hij werkte in Worpswede zijn architecturale en sculpturale ideeën uit. Zijn aanwezigheid lokt dan alweer Otto Meier aan. Nog onduidelijk over wat hij wel zou willen worden, zocht Meier in 1925 de architect-beeldhouwer op, maar leerde er terzelfder tijd het atelier van Willy Ohler kennen, die hem tot de ceramische kunst inspireerde. Vanaf 1945 werkte Meier permanent in Worpswede aan de ontwikkeling van zijn oeuvre dat hem een plaatsje in de galerij van de grote moderne Duitse ceramisten bezorgde. Met zijn accommodatie van 600 bedden kan Worpswede de recreant behoorlijk opvangen. De toeristische dienst (1) verschaft inlichtingen over voordrachten, concerten en gidsbeurten, raadt koets- en boottochten aan of schakelt de "Triebwagen" in. Wie er naast de kunstbeleving rustig wil wandelen, paardrijden, hengelen of naar kleiduiven schieten kan dat; wie het uitdagender wil, probeert het deltavliegen of het zweefvliegen, of gooit zicht met een valscherm én de gedachte aan onbezonnen kunst naar beneden. ( 1) Fremdenverkehrsburo , BergstraBe 13, D-2772 Worpswede (tel. 047 92 14 77). Tony Vanhee nr. 74
G eorge Minne en andere Vlaamse kunstenaars in Boedapest in 1927 Van 14 mei tot 3 juli 1927 had in het Museum van Boedapest een grote tentoonstelling van oude en moderne Belgische kunst plaats; ongeveer 600 kunstwerken waren er te zien, w.o. werk van moderne meesters als Permeke, Servaes, Van de Woestijne, Opsomer, Anto Carte, Delaunnois, George Minne, Jules De Bruycker enz. enz. Deze officiële Belgische tentoonstelling kende een ruime belangstelling en er werden ook heelwat werken verkocht (wat altijd een concrete graadmeter is voor de reële belangstelling). George Minne kende het grootste verkoopsucces. Het Museum van Boedapest kocht zijn beeld "L'Homme à la Coquille" (1). Vanwege de heer Werheimer kreeg ditzelfde Museum nog een tweede beeld van Minne ten geschenke, nl. "Réligieuse" (2), een marmer ditmaal. Aan een privé verzamelaar verkocht Minne ook nog een tweede exemplaar (brons) van dezelfde "Homme à la coquille".
Deze belangstelling voor Minne hoeft ons niet te verbazen. reeds van omstreeks 1900 was George Minne beroemd in Duitsland (Essen, Berlijn) en in de Oostenrijks-Hongaarse
2138.
dubbelmonarchie (Wenen). Zijn beste werk werkte inspirerend op jongere Duitse kunstenaars als B.v. Wilhelm Lehmbruck (3) en Georg Kolbe. Nog andere particulieren kochten werk van Belgische kunstenaars: Albert Saverijs verkocht er twee landschappen, "Paysage d'hiver" en "En Flandre", en Jules De Bruycker verkocht twee etsen, "Notre Dame de Paris" en "Monsieur malin". Het valt overigens op dat Minne en Saverijs en Jules De Bruycker in die jaren vaker bij de best verkopende kunstenaars waren op de talrijke officiële tentoonstellingen van Belgische Kunst in het buitenland. Een ander voorbeeld nog is de Internationale Tentoonstelling in Barcelona in 1929. In de Sectie Moderne Kunst was er ook een Belgische Tentoonstelling. George Minne verkocht ook daar alweer een exemplaar van "L'Homme à la coquille", een "vast" succesnummer blijkbaar, en Jules De Bruycker verkocht er drie etsen, "De Kathedraal van Antwerpen", "Fruitmarkt te Gent" en "Rond het Gravensteen" (4). Albert Saverijs was op die tentoonstelling van Belgische kunst in Barcelona niet vertegenwoordigd. Bron: L'Eventail (Brussels weekblad), jrg. 43, nr. 4 (23 nov. 1930), blz. 11; nr. 24 (12 april 1931), blz. 7 (1) Met Minnes beeld "L'Homme à la Coquille" is bedoeld een "Geknielde jongeling met schelp", een werk uit 1923 (h. 69,5 cm; br. 45,5 cm). Een exemplaar ervan (brons) werd recent geveild bij De Vuyst in Lokeren: veiling 86 op 20 mei 1995 (lot. nr. 447; afb. in de veilingscatalogus) (2) Met "Religieuse" is de "Biddende Non" (1894) bedoeld. Zie tentoonstellingscatalogus "George Minne en de kunst rond 1900" (Gent, Museum, 1982), blz. 101. (3) Het Gents Museum voor Schone Kunsten organiseerde in 1991 een tentoonstelling "Lehmbruck, Minne, Beuys". (4) De grafiek van Jules De Bruycker was op die officiële Belgische tentoonstellingen evenzeer een vaste verkoopwaarde. Aldus b.v. ook op de reizende tentoonstelling van "Hedendaagse Belgische Kunst" in Engeland (Brighton, Londen, Sheffield, Doncaster, Lincoln en Hull) in 1930-1931. In Londen b.v., waar meer dan 100.000 bezoekers de tentoonstelling in de Whitechapel Art Gallery zagen, verkocht De Bruycker verscheidene etsen, en ook in Sheffield. Paul Huys nr. 210 Nog Worpswede Van 16 maart tot 19 mei 1996 gaat in het Museum van Deinze en de Leiestreek een tentoonstelling door in samenwerking met Worpswede uit Noord-Duitsland. De tentoonstelling draagt als titel : "Sint-Martens-Latem - Worpswede 1880-1914, twee kunstenaarskolonies".
2139.
Van de twee dorpen wordt de eerste generatie met elkaar geconfronteerd. Van de kolonie woonachtig in Latem zijn volgende kunstenaars geselecteerd : Albijn Van den Abeele (18351918), George Minne (1866-1941), Valerius De Saedeleer (1867-1942), Gustave van de Woestyne (1881-1947), Julius De Praetere (1879-1947), Maurits Niekerk (1871-1940) en Albert Servaes (1883-1966), (zijn le periode). De kunstenaars van de Duitse kolonie zijn Fritz Mackensen (1866-1953), Otto Modersohn (1865-1943), Hans am Ende (1864-1918), Fritz Overbeck (1869-1909), Carl Vinnen (18631922), Heinrich Vogeler (1872-1942) en de echtgenote van Otto Modersohn, Paula Modersohn-Becker (1876-1907). Het is de bedoeling om de gelijkenissen en de tegenstellingen in het werk van beide kolonies aan te tonen. Een werk dat gelijktijdig tot stand kwam voor en kort na de eeuwwisseling in het Vlaamse en in het Noord-Duitse dorp, De twee groepen verzetten zich tegen de burgerlijke moraal én de academische strakheid die de artistieke vrijheid verstikten. Beide groepen zochten een authentieke levensharmonie die ze alleen vonden in een innige verbondenheid met de natuur, in een terugkeer naar de rust en de eenvoud van het platteland. Er zijn 110 kunstwerken verzameld (van elk dorp 55), waaronder zowel schilderijen als beeldhouwwerken en grafisch werk. Na in Deinze geëxposeerd te zijn, reist de tentoonstelling naar Worpswede, waar ze aan het Duitse publiek wordt voorgesteld van 31 mei tot 28 juli 1996. Het Gemeentekrediet geeft naar aanleiding van deze internationale tentoonstelling een boek uit, waarin alle geëxposeerde werken afgebeeld zijn. Interessant is dat in het boek eveneens aandacht wordt besteed aan de twee literatoren die elk in hun eigen dorp een zo grote, geestelijke invloed hadden op hun vrienden-kunstenaars, met name Karel van de Woestyne in Latem en Rainer Maria Rilke in Worpswede.
Het Museum
Leon De Smet exposeert in Engeland (1918-19) In de (voortreffelijk georganiseerde en voor het publiek vrij toegankelijke) bibliotheek van de Kon. Musea voor Schone Kunsten in Brussel (Museumstraat 5) hebben we enkele tentoonstellingscatalogi van 1918 en 1919 aangetroffen met werk van Leon DE SMET en andere landgenoten, die toen in Engeland woonden...
In oktober 1918 werd in de "Grosvenor Gallery" in New Bond Street in Londen de 24e tentoonstelling gehouden van "The International Society of Sculptors, Painters and Gravers". Blijkens de catalogus (1) was de Gentse schilder Albert Baertsoen "honorary member" en Emile Claus "member", maar geen van beiden nam aan de tentoonstelling zelf deel.
2140.
Exposanten waren o .m. Valerius de Saedeleer (met twee werken, nrs. 143 en 147 ), Edgard Tijtgat (5 w.), Hippoliet Daeye ( 3 w., nrs . 17, 41, 242) en Jenny Montigny ( nr. 190, "Rotten Row, Hyde Park", olie/doek). Leon DE SMET exposeerde drie olieverfschilderijen ( nrs. 57, 65 en 158 ), resp . getiteld "La Petite Madone ", " Harmonie blanche" en "September Morning", vermoedelijk dus stillevens en een landschap. In de zomer van 1919 had dan in "The Galleries", Maddox Street, eveneens in Londen de 60e "Exhibition of Modern Drawings" (= tekeningen) van de "New English Art Club" plaats. Leon DE SMET, die toen als adres vermeldde " 1, Cathcart Road, Studio 4, S. Kensington", ofschoon geen lid van deze Club, exposeerde daar één enkel werk, vermoedelijk een tekening dus, ni. "Chelsea" (een stadsgezicht?). Behalve ook nog Edgard Tijtgat (nrs. 43 en 47) exposeerden daar blijkens de catalogus (2) verder geen andere bekende landgenoten meer. Kort daarna, in oktober 1919, was er dan de 26e tentoonstelling van de eertsgenoemde "International Society...", in dezelfde zaal in New Bond Street. Weer geen werk van Claus of Baertsoen (wel nog vermeld als "lid", resp. "erelid") en ditmaal ook niet van De Saedeleer of van Jenny Montigny, maar wél van Daeye (nrs. 59, 207 en 292) en van Tijtgat. Heelwat Belgen trouwens waren ondertussen, bijna een jaar na de wapenstilstand, al weer naar België teruggekeerd. Van Leon DE SMET, die nog in Engeland gebleven was en die blijkbaar altijd heel attent en alert was om er bij te zijn waar werk te verkopen viel, waren er weer drie olieverfschilderijen tentoongesteld, nl. "L'heure du thé" (nr. 50), "Fleurs rouges" (nr. 53) en "Fruits et fleurs" (nr. 280). Franse titels in de catalogus (3) waren blijkbaar niet uit den boze bij onze buren over het Kanaal... Over onze kunstenaars in Londen in oorlogstijd is relatief weinig bekend. Daarom is elke toevallig vergaarde informatie wellicht een nuttig bouwsteentje voor (ooit eens) een grondiger studie over dit boeiende onderwerp. (1) Kon. Musea Brussel, Bibliotheek, nr. Angl. 437 (2) Ibid., nr. Angl. 435 (3) Ibid., nr.Angl. 437-B. Paul Huys nr. 211 Al bladerend Het doorbladeren van oude kranten kan soms heel wat gegevens opleveren.
2141.
Toen ik student I e kandidatuur Germaans Filologie was (in 1945!) moesten we voor prof Baur een seminariewerk maken. Ik moest twee onderwerpen "behandelen": l ° Julius De Geler : (en met deze dichter van 3e categorie zat ik meteen ook in de Vlaamse Beweging en het liberaal vrijzinnige kamp) (1830-1905) 2° De Beurzencourant : een bijna-dagblad (de meeste bladen verschenen 1 of 2 maal per week) onder het motto De tael is als de Vlag der onderscheidene Volken : Wie geen Tael bezit, bezit geen Vaderland Dit blad was Vlaamsgezind, Katholiek, zelfs Grootnederlandsgezind. Het verscheen van 1856 tot 1870 toen het opging in De Gazette van Gent. In de Beurzencourant : 15-10-1863 In West-Vlaanderen zijn er 1035 herbergen, hetgeen neerkomt op zowat 1 per 100 zielen. Het is veel, veel te veel, terwijl er maar 1 school is, en nog niet toe, op 1000 zielen. 23-10-1863 In Brussel zijn er 61 lagere scholen waarvan 12 voor jongens, 20 voor meisjes en 29 voor kinderen van beide geslachten. Van deze scholen worden er 13 door religieuze corporatiën en de andere door wereldlijke personen gehouden. Al deze scholen worden door 8.161 leerlingen bezocht. Het getal bewaarscholen bedraagt 37 waarop 1609 kinderen toegelaten zijn. 28-11-1863 geeft een verslag over de toestand en het bestuur van de stad Gent in 1862 Het onderwijzend personeel van de lagere gemeente- en bewaarscholen is samengesteld uit 153 onderwijzers en hulponderwijzeressen. Gedurende het schooljaar 1862-'63 hebben 7.015 leerlingen de lessen gevolgd. De bewaarscholen tellen te samen 1883 kinderen. In het Deinse stadsarchief (Briefwisseling Reg. nr. 23) bevond zich ooit een brief van 6-11876 waaruit blijkt dat de staat subsidie verleende aan l'enseignement primaire te Deinze in 1872 - 1.700 fr 1873 - 1.500 fr 1874- 1.500 fr 1875 - 1.081 fr Voor de bewaarschool
2142.
1873 - 460 fr 1874 - 500 fr 1875 - 1.281 fr "La ville a fourni à l'école gardienne dirigée par les soeurs maricoles, tout le mobilier et le materiel et elle accorde annuellement un subside en dehors de celui qui est transmis par l'état. Les soeurs maricoles ne fournissent que Ie local." Burgemeester van Gent Een Van Kerckhoven de Dentergem was ooit burgemeester van Gent en iemand met dezelfde naam was ongeveer in dezelfde tijd burgemeester van Astene. Een Van Crombrugghe was ooit burgemeester van Gent en een paar mensen met dezelfde naam waren burgemeester in Sint-Martens-Leerne. Josephus Van Crombrugghe was burgemeester van Gent en een J.J. Steyaert schreef in 1844 een "Levensschets" van die burgemeester. Over de Gentse lagere scholen ten tijde van Van Crombrugghe schreef Steyaert (spelling aangepast):
Tot in 1828 was Gent niet meer dan andere steden van België voorzien van scholen die op den naam van goede aanspraak mochten maken. Onder deze voorzien voor kinderen van aanzienlijke lieden vond men, voor dien tijd, goede en middelmatige; de beste voor burgerkinderen waren de acht zogenaamde primaire scholen; deze ontvingen van stadswege een jaarlijkse toelage om kosteloos onderwijs te geven aan enige leerlingen door het Bestuur gezonden, wier aantal niet boven de honderd beliep. Meer was voor het volksonderwijs niet gezorgd, dan dat de Broeders van Liefde enig licht onder de menigte verspreidden. In 1842 telden deze acht scholen te zamen ± 3.500 leerlingen. school
1 - 530
5 - 540
2-641
6-375
3-490
7-80
4-536
8-?
Er was school van 8 tot 11.30 en van 1.30 tot 4.30 uur.
Uit diezelfde p eriode .-, De Rijksuniversiteit van Gent dateert van 1817 (K.O.K. Jb. 1993) De Industriële Hogeschool B.M.E. en C.T.L. zijn ontstaan uit de Hoger Technische en Handelsschool, Lindenlei, in de volksmond : de nijverheidsschool, gesticht in 1827.
2143.
Aan die universiteit studeerde ik Germanistiek; (1945-1949) aan die Lindenlei en die B.M.E., Schoonmeersstraat gaf ik les (van 1966 tot 1987) (Nederlands in de D-cursus en Duits bij de technisch, later industrieel ingenieurs en in de afdeling SMT (=Secretariaat Moderne Talen). Van 1950 tot 1966 gaf ik Duits, Nederlands, Engels aan het Koninklijk Atheneum te Deinze dat toen helemaal aan de Peter Benoitlaan lag. We zagen het daar gebouwd worden want in 1950, toen ik er toe kwam, zat alles nog in het afgedankte Wezenhuis. De nieuwbouw, toen, begin der jaren 50, kwam op 158 Pieux Franqui-palen die zowat 18 meter diep werden ingeheid op de drassige moerasgrond van de Barm. cf. KOK Jb 1993 p. 226 e.v.
De Vikingen bil ons - Deinze door de Vikingers gesticht ? Marcel Mestdagh schreef een boek "De Vikingen bij ons" dat in 1989 werd uitgegeven door de Stichting "Mens en Cultuur", in Gent. In dat boek schrijft hij op p. 89 "aan de oorsprong van de stad Deinze ligt ongetwijfeld het verblijf van de Noormannen tijdens hun tocht vanuit Gent langs de Leie naar Kortrijk. Drie zustersteden." Op blz. 259 schrijft hij nog eens : " In de in België opgetrokken Vikingenkampen in de loop van de 9e eeuw ontstaan aldus de volgende steden : Antwerpen ...Brussel... Gent ...Dei nze...Kortrijk... Leuven... Veurne ... Brugge ... Borgworm."
Hij legt op blz. 89 zelfs een verband tussen het Vikingenkamp van 880 en het uitzicht van het terrein van de Guldensporenslag 1302. Dat de Noormannen in 880 van Gent naar Kortrijk voeren is bekend. Dat ze dat over de Leie deden en Deinze aandeden is dus vanzelfsprekend. Maar dat ze de stad gesticht hebben is te veel. Immers in 840 gaf Lodewijk de Vrome reeds de inkomsten van de kerk van Deinze aan de bisschop van Doornik. Dus : die inkomsten betekenden al iets, de moeite om te verschenken. Dus Deinze-kerk bestond al. Deinze had te maken (te lijden) met die aanwezigheid/passage van de Noormannen in 880-881. Misschien (?) is hier wel een Noorman achtergebleven ... of verloren gelopen (?) (met een stuk in zijn kraag de laatste boot gemist).
2144.
Jef Van den Eynde In KOK Jb. 1984 lezen we dat Jef Van den Eynde (°1879) werd opgenomen in het gezin van Dr. med. Eduard Gailens-Pypaert na het overlijden van vader en moeder Van den EyndePypaert. Hij kwam als 5-jarig weesje dus bij de zuster van zijn overleden moeder.
Hij volgde tot 1898 de Grieks-Latijnse humaniora in het Sint Lievenscollege te Gent en verdiende er na zes jaar het eremetaal van uitmuntendheid op de 800 leerlingen op die school. De katholieke muziekmaatschappij van Deinze bracht de verdienstelijke humaniorastudent een serenade en Ed. Provoost, op dat ogenblik schepen, overhandigde namens de gemeenteraad bloemen en hield een lovende toespraak in verzen en zette de laureaat een lauwerkrans op het hoofd. De jonge Jef Van den Eynde improviseerde een welsprekend dankwoord (hij kwam immers uit de retorica rhetorica) waarin hij Dr. Galens en diens vrouw, zijn aangenomen ouders, betrok. (augustus 1898). In dezelfde maand publiceerde Jef Van den Eynde een bespreking van het gedicht 'Be Zege van Groeningen" van Theodoor Sevens, op muziek gezet door Karel Mestdagh. Jef Van den Eynde (°1879-+1929) studentenleider te Leuven (1900-1908). Eduard Galens ('1840-+1924) burgemeester 1902-1920. Philippus Eduard Provoost (°1837-+1902) burgemeester 1891-1894, een foto van die burgemeester staat in KOK Jb. 1973 bij een artikel van Jan Moerman. In 1935 werd een studentenhuis te Leuven opengesteld met officiële toespraken. Het kreeg toen de naam "Studentenhuis Jef Van den Eynde". Sedert 1982 is er te Leuven een Jef Van den Eynde-straat in een wijk waarin Arthur Meulemans, Lodewijk De Vocht, René De Clercq, Jos de Haes, Joos Florquin ook hun straat hebben. Hij is er in degelijk gezelschap. (Arthur Meulemans componeerde de muziek voor het Deinse Poppo-spel).
"Het Vlaamsche V-Qlkstooneel " in Oydonek Op donderdag 27 augustus ("Oogst staat er op de uitnodiging) 1931 om 3 uur speelde het Vlaamse Volkstoneel Antigone in het park van het kasteel. De uitnodiging om die vertoning bij te wonen ging toen uit van de Gravin Douairière t' Kint de Roodenbeke en van de Graaf en de gravin. En het ging op uitnodiging want men werd geacht te antwoorden. Van een toegangsprijs was er geen spoor.
2145.
De hoofdrol (Kreon) werd gespeeld door Ast Fonteyne en bij de spelers zie ik ook Renaat Grassin vermeld (het Ketje). De muziek was van Karel Albert... namen die me nu (1996) nog bekend klinken. Het was een treurspel van Walter Hasenclever met de beroemde Griekse figuren Kreon, Antigone, Euridyke, Tereisias...
Ter lezing aan bevo len en in onze stadsbibliotheek beschikbaar - Willem Janssens : Lieven Gevaert (°28-5-1868, + 2-2-1935), zijn grootvader kwam van Drongen Over het leven, werk en inzet van een industrieel die met een eenmansbedrijfje begon, wat nu Agfa-Gevaert is. Leo Meert, van Sint Niklaas, en zijn oom Hippoliet Meert worden vermeld, evenals Odillon Mariman, ook van Sint-Niklaas, die ik ooit de visu kende uit de vriendenkring van mijn vader. - Daarbij aansluitend : Prof. Dr. Theo Luyckx (voor de germanisten : de schoonzoon van Prof. Robert Foncke) met medewerking van Max Lamberty (verwant met Lodewijk De Raet) en van Frans Wildiers (verwant met Max Wildiers) : Geschiedenis van de economische bewustwording in Vlaanderen 1926 - 1966 de Rol van het Vlaams Economisch Verbond Merkwaardig is de rol van de germanist Jozef Goossenaerts ('1882) die in beide werken vaak vernoemd wordt. Hij stierf in 1963 te Astene in de kliniek van zijn vriend Dr. Martens. Mijn vader leerde Goossenaerts kennen toen ze beiden in het strafkamp Góttingen zaten in 1916-1918 en er o.a. betrokken waren bij het toneelspel van nog een gevangene (samen niet andere gevangenen - uitsluitend mannen) nml. Staf Bruggen, die krijgsgevangen was. Goossenaerts zat er, veroordeeld wegens anti-Duitse spionage; mijn vader als werkweigeraar (weigerde Zivilarbeit). Intussen zat mijn vrouw haar vader, na drie jaar militaire dienst, vier jaar aan het IJzerfront. Ik ken wel heel wat van mijn familiegeschiedenis. Die schrijf ik wel eens uit. En dan kom ik nog meer bij Goossenaerts terecht.
2146.
Deinzenaars
In het tijdschrift Vlaanderen (nr. 256 = jrg. 44 nr. 3 mei '95) las ik een bijdrage van de in Astene wonende Hugo Theen ("Dramatische getuigenis van de Romeinse aftocht uit het kustgebied). In het zelfde nummer staat een "In Memoriam Hubert Matthijs", van Willy Jonckheere.
ACHTSTE GESCHIEDKUNDIGE BOEKENBEURS VOOR VLAANDEREN
Archeologie - Familiekunde - Geschiedenis - fleemkunde - Volkskunde zaterdag 17 februari 1996 van 14 . 00 uur tot 18.00 uur zondag 18 februari 1996 van 10 . 00 uur tot 17.00 uur GENT - Centrum voor Kunst en Cultuur ( Sint-Pietersabdij ) - Sint-Pietersplein ORGANISATOR: KONINKLIJKE BOND DER OOSTVLAAMSE VOLKSKUNDIGEN v.z.w. Kraanlei 65 - 9000 Gent De GESCHIEDKUNDIGE BOEKENBEURS VOOR VLAANDEREN is uitgegroeid tot het belangrijkste forum voor liet geschiedenisvak in Vlaanderen. Zowat alle disciplines zijn er vertegenwoordigd: archeologie, politieke/sociale/economische geschiedenis, heemkunde, familiekunde, volkskunde, de paleografie, de wapenkunde, de cultuurgeschiedenis. Dit brede spectrum verleent deze beurs ook een wetenschappelijk belang: de nieuwst publicaties op elk van deze gebieden worden er gepresenteerd. Wie zich op de hoogte wil stellen van de recentste vorderingen in het historisch onderzoek, heeft op die beurs een unieke kans zich te informeren. Zeker ook omdat er heel wat publicaties te vinden zijn die niet in de boekhandel te koop zijn.
De zevende editie (1994) lokte bijna drieduizend bezoekers en bewees dat er een levendige belangstelling bestaat voor het historisch onderzoek. Voor de achtste editie is de volledige Sint-Pietersabdij terug hét podium voor het geschiedenisvak.