t10 (1, eíb% urtb %e v a lt
eU1?Q
tij
óc.
van slet baltb aan Veie en 'rbel be
KONTAKTBLAD Verschijnt tenminste 4 maal per jaar Verantwoordelijke uitgever Uitgiftekantoor : Deinze Herman MAES 14° jaargang nr . 4 Ten Bosse 11 9800 Deinze JUNI 1994 Tel. ( 09)386.24.53
UITNODIGINGEN 1. Openstellen van EX LIBRIS tentoonstelling (in samenwerking met het Willemsfonds) op dinsdag 14 juni om 19.30 uur in ons museum- inleiding door dhr. Luc Van den Briele open tot 15 juli
Maak van de gelegenheid gebruik om uw jaarboek 1994 mee te nemen (zo u dat nog niet gedaan hebt). 2. Stadsbestuur en Cultuurraad (waarvan K.O.K. lid is) nodigen uit tot het Feest van de Vlaamse Gemeenschap op maandag 11 juli om 20 uur in ons museum "Deinze in Vlaanderen en in de muziek" 3. Op 7 september voordracht door Mw. Rita Keymeulen om 20 uur in het museum over Memlinc. Op 10 september uitstap naar Jabbeke : Permekemuseum + Brugge de grote Memlinctentoonstelling. Inschrijvingsmodaliteiten volgen. 4. In oktober doet K.O.K. mee met V.V.F. en de stadsbibliotheek aan de Week van het Boek.
1885. 5. Op 9 november geeft Norbert Goeminne een voordracht over Vlaamse Hoevebouw om 20 uur in het Museum 6. Van 28 mei tot 27 juni 1994 loopt in het Museum van Deinze en de Leiestreek een fototentoonstelling van Ditmar Bollaert. Ditmar Bollaert werd 34 jaar geleden geboren te Deinze. Zijn studies volgde hij te Gent, waar hij achtereenvolgens de artistieke humaniora aan het Sint-Lucasinstituut en de opleiding Kunstfilm en -fotografie aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten voltooide, Na zijn studies is hij actief als freelance fotograaf, docent aan het Sint-Lucasinstituut te Gent en stelt hij regelmatig tentoon. In 1989 behaalde hij een eervolle vermelding in de provinciale prijs voor fotografie (Oost-Vlaanderen), in 1992 werd hij laureaat. Op vrijdag 10 juni te 20 uur wordt door Ditmar Bollaert een voordracht gegeven, aansluitend bij de tentoonstelling. Deze lezing gaat door in samenwerking met de Academie voor Schone Kunsten van Deinze.
Bestuur K. O.K. Deinze Mevrouw Luc Matthys - Declercq Markt 78 bus 4, Deinze, tel. 09/386.60.14 Voorzitter Herman Maes Ten Bosse 11, Deinze, tel.09/386.24.53 1 e Ondervoorzitter Roger Boerjan Tolpoortstraat 12, Deinze, tel. 09/386.22.97 2e Ondervoorzitter Dr. Luc Goeminne Oeselgemstraat 76, Zulte, tel. 09/388.86.48 Daniël De Cock Penningmeester Brielstraat 7 bus 5, Deinze, tel. 09/386.19.34 Secretaresse Isabelle Seeuws - Torek Pontstraat 47 A, Deinze, tel. 09/386.00.71 Ledenadministrator André Heyerick K. Picquélaan 156, Deinze, tel. 09/386.29.22 Bestuursleden - Maurice Coene, Guido Gezellelaan 52, Deinze, tel. 09/386.31.39 - Jan Moerman, Pr. Joris Eeckhoutlaan 18, Deinze, tel. 09/386.28.39 - Jos F. Smith, K. Picquélaan 10, Deinze Erevoorzitster
- Yvan Vandenbrande, Kouterlosstraat 100, Deinze, tel. 09/386.31.87 - Geert Van Doorne, Wilderoosstraat 13, Gent, tel. 09/225.57.98
- Martin Van Haesebroeck, Oudestraat 21, Deinze, tel. 09/386.57.97 - Urbain Vanwildemeersch, Lentela. -n 7, Deinze, tel. 09/386.35.12 - Willy Jonckheere, Winkelstraat 36, Deinze, tel. 09/386.32.78 - Bruno Saverys, Emiel Clauslaan 67, Deinze, tel. 09/386.20.82 - Tony Vanhee, Reigerslaan 2, Deinze, tel. 09/386,83.12 - Stefaan De Groote, Peperstraat 7, Deinze, tel. 09/386.90.78
1886. Op de jongste bestuursvergadering van K.O.K. vroeg mevrouw Isabelle Seeuws-Torck ontlast te worden van de taak van K.O.K.-secretaris. Wij danken haar voor de jarenlange inzet en voor de samenstelling van het dikke bundel over de j aaractiviteiten. De functie van K.O.K. secretaris staat dus open. Wie biedt zich aan ? Wie wil K.O.K. secretaris (m/v) worden ? Deze job - zoals elke job in K.O.K. - is natuurlijk onbezoldigd. Meteen maken we van de gelegenheid gebruik om te vragen : - wie wenst mee te werken aan K.O.K. ? - zijn er in onze stad historici / historicae, afgestudeerd of nog in opleiding ? Gelieve kontakt op te nemen met een van de bestuursleden.
1475. Een Gottemse Guillotine
De guillotine is een uitvinding van Guillotin. Dat weet iedereen. Maar het is fout. Guillotin, een uitgetreden Jezuiet die geneeskunde ging studeren ; hij kwam in het revolutionair parlement zetelen en bepleitte een menselijke uitvoering van de terechtstelling. Met de techniek van het tuig heeft hij niets te maken. Maar door een warm pleidooi voor toepassing van het tuig is zijn naam in de parlementaire annalen aan dat "menselijker" moordtuig verbonden geraakt. Een tweede fout in de populaire kennis van de geschiedenis is dat meneer Guillotin zelf zou geguillotineerd zijn. Het zag er naar uit dat hij het slachtoffer zou worden van het tuig onder het terreurbewind van Robespierre en diens fundamentalistische epuratie. Maar Guillotin ontsnapte daaraan omdat Robespierre zelf als slachtoffer viel. Guillotin, geboren in 1738, stierf in 1814 in zijn bed. Zijn nazaten veranderden van naam. Er is nu niemand meer die de naam draagt. In het Gravensteen te Gent had men een vervallen Guillotinetuig. En conservator Geert Van Doorne en van Deinze wou een echte guillotine in de afdeling straftuigen. Om zo een ding te maken moest men een goede timmerman vinden met uitgebreide historische kennis. En waar vindt men zo iemand ? In Gottem. In Gottem woont Dirk van Aelst. Zijn moeder is een Minjauw, zuster van Jef en van Antoon e.a. Dirk van Aaelst is een vakman. Hij maakte een guillotine zoals die oorspronkelijk moet geweest zijn : uit olmenhout en zonder metaalverbindingen, met middeltjes om het slachtoffer
1887. vast te leggen, op de juiste plaats te brengen, om het hoofd, het bloed en het lichaam op te vangen en af te voeren. Een tuig in bloedrood geschilderd (dan valt het rood van het bloed minder op). Tijdens de jongste kerstvakantie heeft Dirk van Aelst zijn historisch-verantwoord gewrocht gemaakt en afgewerkt, terwijl "den bouw" stil lag, want zijn specialiteit is het maken en zetten van dakstoelen. Zijn hobby is sedert jaren geschiedenis en het verzamelen van oude Romeinse munten en van archeologische vondsten. Zijn reisdoel : het exploreren van de prehistorische grotten in het zuiden van Frankrijk. De Gottemse guillotine staat reeds afgewerkt in het Gravensteen. Straks opent men er de afdeling straftuigen. Hoe gestraft werd en hoe de straf werd uitgevoerd is voer voor historici en voor juristen.
Tentoonstellingsprogramma-1994 in het Muse u m van Deinze _cn de Leiestreek 18 februari - 11 april Retrospectieve Karel Picqué : schilderijen 22 april - 23 mei Suzanne Thienpont : schilderijen (*) 27 mei - 27 juni Ditmar Bollaert : fotografie 15 juni - 15 juli Ex Libris 1 juli - 5 september Nadine Van Lierde : schilderijen Beeldhouwwerken van diverse kunstenaars (in de tuin) 16 september - 24 oktober Franz Labath : schilderijen met demonstraties in samenwerking met de Stedelijke Academie voor Schone Kunsten, Deinze 4 november - 5 december Joan Barbara : grafiek met demonstraties in samenwerking met de kunstenaar en/of de Stedelijke Academie voor Schone Kunsten, Deinze.
1888. (*) Suzanne Thienpont (° Sint-Maria-Horebeke, 22.03.1905) studeerde aan de Koninklijke Akademie en het Nationaal Hoger Instituut voor Architektuur en Visuele Kunsten, beide in Brussel. Aanvankelijk stond zij onder de invloed van Jules-Jacques Boulez, de schilder van landschappen en figuren, die over het impressionisme en het expressionisme evolueerde naar de non-figuratieve kunst. Suzanne Thienpont voelt zich al vroeg aangetrokken door de expressionistische verbeelding van het abstrakte, en drukt zich bij voorkeur uit in onderwerploze vormen, toonwaarden en kleurtinten, die uitsluitend gebaseerd zijn op de mogelijkheden van het materiaal dat zij hanteert. Door de aanwending van zand in zijn velerlei gedaanten en vermengd met emailverf, toont de kunstenares een specifieke gevoeligheid voor wat Kadinsky de "synestesie" heeft genoemd : via het oog wordt ook het tastgevoel aangesproken van de toeschouwer, waardoor het geestelijk klimaat dat door deze werken wordt opgeroepen scherper en indringerder wordt omschreven. Suzanne Thienpont, die belangrijke individuele tentoonstellingen op haar naam heeft staan, heeft werken in het bezit van de Belgische Staat, het Museum voor Moderne Kunst in Brussel, talrijke banken en stichtingen en privéverzamelingen in België, Frankrijk, Duitsland, Zwitserland en de U.S.A. Uit : Kultureel Jaarboek voor de provincie Oost-Vlaanderen. 1992 (p. 162) - 46ste jaargang. Uitgave provinciebestuur Oost-Vlaanderen.
Nieuw in de Bibliotheek 1. Jan ART ( red.) Hoe schrijf ik de geschiedenis van mijn gemeente ? DI. I : Nieuwste Tijden 19de en 20de eeuw. Een boek dat geen enkele rechtgeaarde heemkundige of geïnteresseerde in de lokale geschiedenis onverschillig zal laten. Dit methodologisch werkinstrument opent met een flink aantal bibliografieën die men kan raadplegen vooraleer men zijn onderzoek aanvat. Vervolgens worden de verschillende bronnen thematisch besproken : sociaal-economische geschiedenis, politieke, cultureel-religieuze geschiedenis. 2. Benno VAN TILBURG (red.) Amsterdamse Senioren 1576 - 1622 In het voetspoor van Antwerpse immigranten. Via een uitgestippelde wandeling door de oude binnenstad in Amsterdam wordt nagegaan welke invloed de Zuidnederlanders en dan specifiek de Antwerpenaars, die na de val in Antwerpen in 1585 massaal uitweken naar het protestantse noorden, hebben gehad op de
1889. economische ontwikkeling en de kunst. Dit laatste wordt vooral toegelicht aan de hand van de architectuur van hun woonhuizen en door een gericht bezoek aan het Amsterdams Historisch Museum. 3. Voor geïnteresseerden in de Franse revolutie is er : Willy VANDENDIJCK . Dramatisch afscheid van het ancien régime 1793 : leven en lijden van Lodewijk XVI. Lodewijk XVI heeft altijd wat in de schaduw gestaan van zijn meer excentrieke vrouw Marie-Antoinette. Deze studie brengt deze dramatische koning echter op het voorplan. 4. Eveneens in Frankrijk situeert zich : Alain CORBIN. Bloedbad in de Dordogne Corbin is een typische vertegenwoordiger van de Franse mentaliteitshistorici. Aan de basis van deze studie ligt een bloedige anekdote die zich situeert onder de boerenbevolking van de Dordogne tegen de achtergrond van de nederlaag van de Franse keizer Napoleon III in de Pruisische oorlog in 1870. Wanneer een militante republikein ontsnapt aan de woede van de boeren, moet zijn neef het dan maar ontgelden : de zondebok wordt levend geroosterd. Vanuit dit faits-divers construeert de auteur de mentaliteit van de boerenbevolking. Daarbij wordt een beeld geschetst van de (politieke) denkwereld van de 19de eeuwse plattelands- bevolking en haar oordeel over de adel en over de geestelijkheid.
1476. Ijzen van 1930 Ongebrande koffie Rio extra '/2 kil. 7.50 Gebrande koffie extra 5.50 Gebrande koffie Goede smaak 11.50 Bitterpeen Zonder Reklaam 2.25 Beste rijst voor taarten 1.75 Chocolade extra-droog 6.00 Chocolade van het Eeuwfeest p. 400 g. 6.00 Petit-Beurre zeer fijn '/2 kil. 7.00 Demi-lune gevaniljeerd 7.00 Royal
Mixed
12.50
Derby cakes het koekje 0.85
1890. Koekje
"Pensées"
Muscadins
0.85
0.90
Derby Wafels het stuk 0.75 Peperkoek het kil. 3.75 Koninklijke koek " 4.25 Pruimen van California '/2 kil. 6.50 Sultane
rozijnen
4.15
Verdampte appels extra 6.25 Verdampte abrikozen "choice" 7.40 Bij Delhaize "De Leeuw", Tolpoortstraat 27, Deinze.
1477. De tragische dood van de Nevelse heks Piervne Daneels (1624) Op 29 april 1625 bekomen Jooris D'Hondt, Joos de Meyere en Jan van Speybroeck, resp. baljuw, burgemeester en schepen van Nevele, gratieverlening van de Vorst (1). Het feit, waarop die gratieverlening betrekking heeft, kan omschreven worden als medeplichtigheid (door onachtzaamheid in het ambt) aan de foltering van een vermeende heks, Pieryne Daneels, echtgenote van Loys Winckelhaeck, inwoonster van Nevele, gestorven tijdens de tweede nacht van haar foltering. Over de feiten zelf, die aan Pieryne Daneels ten laste gelegd waren, vinden we geen konkrete informatie in het dossier van gratieverlening. Er is alleen sprake van "plusieurs indices et véhémentes présomptions du crime de sortilège, dont elle était suspecte", d.w.z. verscheidene aanwijzingen en sterke vermoedens van toverij. Het was de baljuw van Nevele die ambtshalve de criminele procedure tegen haar had ingezet. Het blijkt wel dat burgemeester en schepenen terdege de raad hadden ingewonnen van diverse deskundigen (advokaten), om te weten wat hen te doen stond. En de "vermoedens van schuld" tegen de verdachte moeten sterk genoeg geweest zijn om tot gevangenneming en beschuldiging van de verdachte over te gaan. Allereerst was Pieryne Daneels op "duivelstekenen" onderzocht door een beëdigd chirurgijn en die had bevonden "qu'elle estoit en deux endroits stigmatisée du signal du diable". Daarop werd beslist over te gaan tot de ondervraging, en zo nodig de foltering van de verdachte. Maar inzake foltering hadden die van de Wet van Nevele helemaal geen ervaring
1891.
("comme telle torture estoit nouvelle et incognue aux suppléants pout n'estre gens de practique inversés de loix") en daarom beslisten ze de hulp in te roepen van een beroepsbeul ("1'officier des hautes oeuvres") om de foltering deskundig volgens de regels te laten verlopen. Ze zagen hierbij echter over het hoofd dat ook een advokaat moest aanwezig zijn. De foltering -zoals nog zal blijken - was bijzonder hard en wreed, maar toen ze meenden hierover aan de beul een opmerking te moeten maken, werden ze afgesnauwd ("hij kende immers zijn job en wist wat er moest gedaan worden om de heks tot bekentenissen te dwingen") en toen lieten ze maar begaan ..., tot het te laat was. Het dossier bevat een lijst van de "poincten ende tichten" die aan baljuw, burgemeester, schepen en griffier (2) van Nevele ten laste werden gelegd. Deze "akte van beschuldiging", door de Prokureur-generaal (3) op 11 december 1624 opgesteld, is een bijzonder interessant stuk, omdat het ons duidelijk laat zien hoe de "scherpe ondervraging" (d.i. foltering) is verlopen. Daaruit (en ook uit nog andere dossierstukken, zoals de beschrijving van de feiten in het genade-verzoek zelf) blijkt nl. dat de beul de verdachte vastbond met een van binnen gepinde halsband ("un collet de fer pointu, serré au col") ; ze werd op een stoel gezet, met gebonden voeten, voor een laaiend vuur. Maar de verdachte begaf niet : in plaats van te bekennen, begon Pieryne Daneels te zingen ("au lieu de confesser ... a commencé à chanter à plaine gorge, apparament impassible"). Daarop werd de foltering voortgezet door haar te doen plaats nemen op een driepikkel (met scherpe punt) en door geseling. Tijdens de tweede nacht van dit verhoor stierf Pieryne, na enkele verwensingen te hebben uitgesproken ("après quelques abominables propoz")... De fout van baljuw, burgemeester en schepen van Nevele was, volgens de Prokureur-generaal, tweeërlei : enerzijds fouten tegen de juridische vormvereisten bij de afwikkeling van de kriminele procedure en anderzijds het niet ingaan tegen de verregaande wreedheid van de beul. Of om het in de eigen woorden van de Prokureur-generaal zelf te citeren : - (omdat zij, bij de gevolgde procedure tegen) "Pieryne Daniels, haerlieder ghevanghene om crym van tooverye, hemlieden niet en hebben ghereguleert naer uytwysen van de ordonnancien daerup ghepubliceert" ; - (hun medeplichtigheid aan de dood van het slachtoffer was evident, want) "by haerlieder ghedoochsamheyt is gheschiet dat de voornoemde Pieryne soo extraordinairelyck, vreedelyck, onredelyck ende onmeynschlyck ghehandelt ende ghetraiteert is gheweest, niet alleene by vigilie ofte waecke door middel vanden halsbant, daerinne zy ghestelt is gheweest, nemaer oock by het accumuleren ende toevoeghen van noch drye ander specien van pyne ofte torture al op eenen tyt, te wetene van lanczaeme adustie metten vieve (vuur), van fustigaetie
1892.
(geseling) met scherpe roeden op haer bloot lyf so van vooren op de boesemen, aermen ende andere haere leden , als van achtere daer in eenen nacht gheduerende ten minste tot vier bessemen versleghen zyn gheweest , metgaders van tzitten op tscherp van een drypickel, de voeten ende beenen vande aerde ghebonden ende ghereckt , in zulcken wys dat de voornoemde patiente vander zelver excessie ende exorbitante ( buitensporig) torture besweken ende daerinne ghestorven is." In het dossier zit ook een samenvatting van de vaststellingen van de lijkschouwing , waarvan we de gruwelijke details onvermeld laten maar waaruit blijkt hoe de beul inderdaad - door een kombinatie van folteringen : de halsband, het geleidelijk opdrijven van de hitte, de geseling met roeden (vier bezems werden op één nacht op haar lichaam kapotgeslagen !) en de pijniging op een scherpe driepikkel - op een " buitengewoon wrede, onredelijke en onmenselijke" wijze te werk is gegaan. Dit is alles wat we uit het dossier zelf kunnen halen . Over het slachtoffer zelf vinden we niets vermeld en het protocol van het "scherp examen " ( dat allicht einde november - begin december 1624 had plaatsgehad) ontbreekt in dit dossier . Mogelijk is in het archief van het Land van Nevele ergens nog het dossier van het heksenproces zelf bewaard gebleven ? Voor zover ons bekend , is het geval van Pieryne Daneels in de bestaande literatuur over hekserij en heksenvervolging totnogtoe onbekend gebleven. Het behoort alleszins niet tot de fraaiste bladzijden uit de geschiedenis van Nevele . Maar het is bekend dat het eerste kwart van de zeventiende eeuw een " hoogtepunt " vormde in de bestrijding van de hekserij.
(1) Algemeen Rijksarchief Brussel , Archief Geheime Raad - Spaanse periode , nr. 955 (Remissies a° 1625), dossier.
(2) Ofschoon de aanvraag tot gratieverlening (dd° 27 maart 1625) enkel uitgaat van "George de Hondt, bailli, Josse de Meyre , bourgmaistre , en Jehan van Speybrouck, échevin " is in de lijst van " poincten ende tichten" ook sprake van Pieter van Alstein , de griffier van Nevele. (3)
Guillaume Jacobssen . (Volgens J. Buntinx , Inventaris Archief Raad van Vlaanderen , dl. 1, 1964, blz. 73 zou Jacobssen pas op 20 jan . 1628 procureur-generaal geworden zijn.)
Dr. Paul HUYS, Drongen
1893. 1478. De Calliers Dr. Paul Huys vertelde ons, tijdens het bezoek dat hij voor de K.O.K.-leden leidde doorheen de Charles-Picqué-tentoonstelling, dat er een zeer geslaagd portret geschilderd werd van Frans Bernard Callier, de man die Picqué de weg opende om het Voorlopig Bewind te schilderen, een werk dat voor de Deinse schilder de weg als gevraagd portrettist opende. In het Charles Picquéboek vinden we over Callier een nota blz. 157. Al herhaaldelijk betoogden we dat Callier een grondig onderzoek verdient ; niet zozeer een of ander seminariewerk van een beginnend historicus, maar een licentiaatswerk. Onze Frans-Bernard Callier is een van de 15 kinderen van Engelbertus = Ange = Engel Callier, herbergier te Deinze. Ange Callier stief op 3 frimaire van het jaar 14 van de Franse revolutie, dat is op 24 november 1805 - korte tijd voordat de christelijke telling, de Gregoriaanse kalender, weer ingevoerd werd (1-1-1806). Ange was toen 57 jaar 9 maanden en 7 dagen oud ; hij werd dus 17-2-1742 geboren. Niet in Deinze. Zijn vader heette Pierre en zijn moeder Marie Anne Huisse en was van Huysse. Ange was driemaal gehuwd en tweemaal weduwnaar. Hij was eerst gehuwd met Petronelle Seeuws (en de stam Seeuws in Deinze komt uit Kruishoutem), dan met Joanna Theresia De paalel, dan met Dorothea Sophia Roels. Ik weet niet of hij al kinderen had bij zijn eerste vrouw. Het eerste kind waarvan ik in mijn (bescheiden) opzoekingen een spoor vond werd te Deinze geboren (ik heb alleen in Deinze gezocht) van zijn tweede vrouw ; en dan volgt een hele reeks : Van Joanne Theresia (in de Franse tijd Jeanne Therese) heeft hij op 14-04-1776
Rosalia Barbara
18-07-1777
Engelbertus Josephus
12-10-1778
Joannes Baptist
09-03-1780
Rosalia
14-06-1781
Bernardus Franciscus
09-12-1782
Anna Catharina
Zes kinderen op zes jaar tijd ; bijna met regelmaat om de 15 maanden. Dan verdwijnt het spoor van Joanna De Pla. In 1785 trouwt hij voor de derde keer , nu met Dorothea Sophia Roels , geboren in de zomer van 1757, 15 jaar jonger dan haar 43-jarige echtgenoot . Van Dorothea weten we dat ze te Deinze geboren werd als dochter van Pieter Franciscus Roels en van Jeanne Therese Que. Ook Dorothea is een vruchtbare echtgenote ; zij baart op
1894. 04-02-1786
Engelbertus
27-07-1787
Xaveria
27-07-1789
Carolus Ludovicus
07-03-1791
Franciscus Bernardus, de man van de Picqué-relatie ; hij sterft ongehuwd op 30-11-1885, is dus 94 jaar oud geworden en overleeft deze hele reeks.
20-07-1792
Victoria
23-01-1794
Antonia Ludovica
Juliana Sophia 27-09-1795 27 ventose jaar 6 = Colete Antoinette 17-03-1798 20 ventose jaar 10 = Caroline 11-03-1802
Ange stierf in 1805 ; moeder bleef met haar dochters herberg houden op de markt te Deinze. Ze stierf 23-05-1825 en was dan 67 jaar oud geworden. De dochter Xaveria trouwde 24-11-1813 met een Fransman Jean Francois Bourgoing, een 40 jarige (ze was 26 jaar) belastingscontroleur, die te Deinze gedomicilieerd was maar sedert een paar maanden te Wervik werkte. Hij was geboren in Saint Hipolite, een stadje in het kanton van dezelfde naam in het Franse departement de Gard. Burgemeester J.B. Ottevaere, apotheker Augustinus Luc Arnold Claes (burgemeester in de Hollandse tijd), Michel Goubeau "receveur des droits de navigation" 56 jaar, en de 34 jarige jeneverstoker Ferdinand Van der Piete waren de getuigen. Carolus Ludovicus, Charles Louis trouwde op 21-04-1817 ; hij was toen 27 jaar. Zijn vrouw werd toen de 42 jarige Isabelle Rose Van Wambeke, herbergierster (cabaretiere) die te Vinkt geboren was maar te Deinze woonde. Haar ouders waren beiden van Vinkt, Francois Van Wambeke, overleden22-9-1794 en Caroline D'hondt, overleden, ook te Vinkt op 8 nivose van het jaar 0 = 29 december 1800. Isabelle Rose was bij dit huwelijk weduwe van Gerard De Smet die te Deinze gestorven was op 12-10-1814. Getuigen waren toen Jean Ferdinand Cras, de stadsbode, Jacques De Vuyst, 26 jaar, leerjongen-beenhouwer (garcon boucher) die 2 jaar later schoonbroer wordt, Bernard Van Damme, 28 jaar, zonder beroep, en bakker Emanuel Victor Van den Daele.
1895.
Karel Lodewijk stierf op 13-9-1877 ; hij was toen al weduwnaar en woonde Schave nr. 5. Julius Vlerick, 24 jaar, landwerker en kleinzoon, gaf het overlijden aan samen met Engelbert De Vuyst, een kozijn van de overledene, 51 jaar en zonder beroep. Victoria was 26 geworden toen ze op 12-5-1819 trouwde met de 27 jarige Jacques De Vuyst, daarjuist nog leerling, nu beenhouwer. Hij was amper 10 maanden ouder dan zijn echtgenote. Zijn vader was ook beenhouwer geweest maar reeds in 25-12-1794 gestorven ; zijn moeder, Jeanne Catherine Ketels, was bij het huwelijk aanwezig samen met Augustinus Arnold Claes, de apotheker-burgemeester, Pierre Jean Ketels, oom van de bruidegom, broer van zijn moeder, "marchand de bricque", Bernard Callier, 27 jaar, en Jean Baptist De Sweemer, 47 jaar, beenhouwer. Victoria stierf op 20-3-1873. Antonia Ludovica trouwde op 12-1-1820 met Charles Cassimir Minnens die pas 21 jaar 10 maanden en 6 dagen oud was, bijna vijf jaar jonger dan zij. Deze geboren Deinzenaar was "slagter van stiele" zoals trouwens zijn vader Jan Baptist Minnens, "slagter te Deinze" die bij het huwelijk aanwezig was, samen met zijn echtgenote Dorothea Verzeele. De bruidegom was op het ogenblik van zijn huwelijk in het leger. Getuigen waren Bernard Callier, haar broer, Jacques De Vuyst, haar schoonbroer en de twee ooms van de bruidegom Bruno Minnens (51 jaar) en Livinus De Weerdt (51 jaar). Op 20 januari 1854 stierf Antonia Ludovica en toen was ze al weduwe. Charles Minnens vroeg in 1843 aan het stadsbestuur de toelating om aan zijn winkel een uithangbord te plaatsen met als tekst : "La France Cie d'assurance contre l'incendie agente principale Chs Minnens" Hij was de eerste (alleszins een van de eerste) verzekeraar te Deinze.
Julia Sophia is de echtgenote geworden van Petrus Jacobus Vee -poest. Zij was kruidenierster op de Markt (nr. 120). Zij stierf 20-12-1869. Haar overlijden werd aangegeven door Vital Callebaut en door meester-kleermaker August Tevels. Pieter Verpoest was bestuurslid van Vooruit van bij de oprichting in 1858 en hij was voorzitter van Vooruit van 1861 tot 1870.
1896. Coleta Antonia stierf 8-8-1874 in het huis Kerkstraat (nu Kortrijkstraat) nr. 68. Dat werd aangegeven door haar kozijn Engelbert De Vuyst en door stadhuisbediende Hugo Van Damme. Zij was ongehuwd. Haar geboorteaangifte werd getuigd door Jean Cras, 46 jaar, "messager de l'administration municipale", die op de grote markt woonde, en door Bernard Van de Keere, 30 jaar, "emploié de la même administration" die "tusschen bruggen" woonde (nu Tolpoortstraat). Carolina, het jongste van Ange's kinderen, stierf op 11 november 1865, ongehuwd. Haar geboorte werd aangegeven met als getuige Jean Callier, 22 jaar, "commis" en Marie Colette Roels, 37 jaar, "couturiere". Is die Jean haar halfbroer geboren 1778 ? Franciscus Bernardus stierf 30 november 1885 en was toen 94 jaar. Hij was ongehuwd. Hij woonde Markt nr. 70. Zijn overlijden werd aangegeven door Vital Callebaut (56 jaar) en Hugo Van Damme (37 jaar) die niet verwant waren maar die wel "goede vrienden van den overledenen" genoemd werden. Fr. B. Callier werd de eerste voorzitter van de liberale partij te Deinze in 1857 (3 november 1857 in de herberg De Trombone en 21 november in de herberg De Hert). Herman MAES
Stefaan De Groote van Zeveren Ons K.O.K.-bestuurslid Stefaan De Groote schreef de geschiedenis van Zeveren in het tijdschrift van de heemkring 'Het Land van Nevele', een kring die aan zijn zilveren jubileum toe was in 1993. In 1994 zal de heemkring Scheldeveld wellicht ook 25 jaar bestaan (St. Martens Latem, Deurle, Nazareth, e.a.). Het Zeveren-nummer van het Land van Nevele hoort vanzelfsprekend thuis in onze Deinzebibliotheek. Er komt in dat tijdschrift trouwens regelmatig heel wat over Vinkt, Zeveren en Meigem, die destijds tot het Land van Nevele behoorden.
1897.
t'Kint de Roodenbeke In het werk van Dominique Paoli over Prinses Clementine, de dochter van Leopold II, wordt verteld dat deze prinses (getrouwd geweest met de troonpretendent der Bonapartisten) zich ontfermde over Stefanie, de kleindochter van Stefanie, een zus van Clementine. Deze jonge Stefanie was de dochter van Elisabeth-Maria (genoemd Erzsi naar Erzsebet Hongaars voor Elisabeth) die zelf de dochter was van Stefanie van België en van Rudolf van Habsburg, de troonopvolger op de keizerstroon van Oostenrijk-Hongarije, de man van de tragedie Mayerling. Erzsi maakte furore in de roddelkranten ook omdat ze als hertogin lid was van, en militeerde in de socialistische partij. Dat bezorgde haar de bijnaam "rode hertogin". Ze trouwde met prins Otto van Windisch-Graetshuwt. Dat huwelijk werd een ramp. De dochter uit dat huwelijk, Stefanie, trouwde in 1933 met graaf Pierre d'Alcantara de Querrieu, een kleinzoon van graaf t'Kint de Roodenbeke, diplomaat en voorzitter van de senaat. Stefanie kreeg geen bruidschat van haar moeder, die elk kontakt weigerde ; van haar vader kreeg ze zo goed als niets omdat hij zo goed als niets bezat. Clementine en haar zus Stefanie, de grootmoeder, ontfermden zich over het bruidje.
Onderpastoors te Vinkt In Scheldeveld Jb. 1993 lazen we over onderpastoor Karel Rodts (te Eke) die ook in Vinkt onderpastoorde van juni 1910 tot september 1918 en dan werd verplaatst naar Eke, maar bij het bombardement begin november 1918 Eke verliet en naar Vinkt vluchtte waar hij 8-11-1918 aan longontsteking stierf. (noot 63 p. 69)
1898.
Zouaven In "Scheldeveld" 1993 staat een bijdrage van Johnny Maes over de "laatste kruisvaarders : de pauselijke zouaven uit het werkgebied Scheldeveld". Voor Deinze werkten we een lijst van Zouaven uit in K.O.K. Jb. 1966.
Toponymie - Plaatsnaamkunde J. Van Twembeke schreef in Scheldeveld 1993 een bijdrage over de betekenis van de plaatsnamen in Zevergem. Vele elementen daarvan zijn ook elders gebruikt en dus kan veel materiaal ook helpen bij de verklaring van plaatsnamen bij ons.
Roken In zijn " Memorijen" schreef Baudartius, de Deinse bijbelvertaler, omstreeks 1620 reeds over het roken. Het roken van pijpen natuurlijk want sigaretten bestonden nog lang niet. Hij vond "taback suyghen" een dure zaak. Ze schonk het mensdom wel veel vermaak. En rust.
Thienpondt In 1989 verscheen een verhalenbundel "Vergezicht" van Etienne Thienpondt die toen te Astene woonde Kapellestraat 39. Het boek werd geïllustreerd met pentekeningen van Juul Claeys.
1899. 1479. De Nar Vaak krijgen we bezoek van studenten die als opdracht hebben een aspekt(je) van Deinze te onderzoeken. Soms kunnen we ze op weg helpen, soms ook niet. Ook telefonisch komen vragen. Een student die over narren in Vlaanderen opzoekingen doet had een nota in ons kontaktblad gelezen en schreef ons een brief en vroeg of we narrengegevens hadden van de 17e eeuw. Nu, er lopen wel altijd wat mannen rond waarvan men zegt : die is zot, die is gek. Maar die zocht hij niet. Wel de nar als instelling, de nar van de schutters, van de rederijkers, van vorsten, abten enz. van vastenavond. Daarover vindt men in de 17de eeuw zo goed als geen sporen. Waarom niet ? Men vindt narren - aantekeningen tot de godsdiensttwisten in de 16e eeuw beginnen. Vanaf 1566 begint de uitwijking ; vanaf 1568 begint de verbanning, de oorlog, de vernieling. In de jaren '80 ligt Deinze in puin, in 1585 is Deinze ontvolkt. Er zijn drie huisjes in Deinze die niet totaal vernield zijn. Er werd vrijstelling van belasting gegeven omdat er hier niemand was om te betalen en niemand om de belasting te innen. Pas in 1592 à 93 komen mensen terug en begint de heropbouw - opnieuw vernield - opnieuw opbouwen. Het duurt een generatie eer de huizen weer herbouwd zijn (het verklaart waarom Deinze geen oude gebouwen heeft), vooraleer de Kerk weer kan gewijd worden en de stadshalle weer bruikbaar is. Intussen heeft de Kerk de Contra-reformatie ingezet : toneel en feesten (behalve de kerkelijke) zijn uit den boze. Het is verboden zich in een herberg te bevinden terwijl kerkelijke diensten bezig zijn. Het wordt allemaal streng... en toch. Maar het klimaat is niet goed voor vastenavondfeesten. Wij vinden geen sporen van kamavalviering in de jaren 1600. Die godsdiensttwisten hebben geen goed gedaan. Die godsdienstoorlogen natuurlijk ook niet.
Aandachtige lezer Een aandachtige lezer signaleerde mij dat Madam Pijp (Nero) in "De Hoed van Geeraard de Duivel" van Marc Sleen haar pijp stopt met tabak uit Deinze. Dat kan dan alleen VDC zijn, tabak Van der Cruysen - Kaaistraat Deinze.
1900. Aanvulling Aanvulling bij de nota van Eric Claerhout betreffende de huldiging van Henri Speeckaert in Kontaktblad februari 1994 blz. 1845 : Ook Maurice Dhaene sprak over deze viering in zijn "herinneringen over het leven en de doening op 't Congoplein omstreeks 1900", zie Kontaktblad augustus 1987, blz. 843, nota 883. Verdere gegevens over Henri Speeckaert vermeldde ik in Kontaktblad oktober 1988, blz. 1048, nota 1039. André Heyerick
Lezen Om de geschiedenis van een bepaalde tijd te begrijpen moet men ook de mentaliteit van die tijd begrijpen en aanvoelen. Men mag onze normen van vandaag niet opleggen aan de generaties van vroeger. Anderzijds is er te allen tijde het algemeen menselijke, zijn er de gevoelens, de neigingen, de fouten en de gaven die mensen altijd en overal hebben. Om de mentaliteit te snappen is lektuur over een periode noodzakelijk. Een goed middeltje - gemakkelijk op de koop toe - is het lezen van historische romans die iets van de sfeer moeten oproepen en beschrijven. Al herhaaldelijk hebben we hier zulke lektuur vermeld. Daarnaast is er natuurlijk de echtwetenschappelijke geschiedschrijving. Een vlot leesbare roman is bijvoorbeeld die van Maria De Lannoy over "Katharina, Koningin in ballingschap", de dochter van de door Napoleon tot koning van Wurttemberg gebombardeerde Duitse vorst, die trouwde met Napoleons broer die tot koning van Westfalen werd gebombardeerd. Hij maakte koningen van zijn broers e.a. familieleden. En dan blijkt hoe ook koningen kruipen voor het "gezag" en hoe de door Napoleon gekroonde kruipers hem in de steek laten en ondankbaar terugslaan eens dat Napoleon in het kamp der verliezers terechtkwam. Hoe die mensen gevoelig zijn voor eigen leed, vrij ongevoelig voor het leed van anderen ; hoe hun vaderlandsliefde met ambitie en geld samenhangt. Hoe klein de mens is. De mens als zwakke schakel in de ordening van de maatschappij.
1901. Voor wie het lichter wil hebben : - Lars-Hendrik Olsen : De dwerg van Normandië (over Willem de Veroveraar, zijn Mathilde en het borduren van de tapisserie de la reine Mathilde te Bayeux - over 1066 en Hastings) - Chris Meerbeke : David Teniers de jongere de verloren zoon (Teniers - Breugel - Rubens ...) - John Bauville : Kepler - Willy Spillebeen : De anonieme Jezuiet En moeilijker : Georges Duby : De geschiedenis gaat door. Het verhaal van een historicus. Wat mij vooral bij Fransen opvalt is dat ze zo weinig weten van wat er in hun buitenland gebeurt. Door hun eentaligheid lezen ze alleen zichzelf en denken dan dat zij de leiding hebben in tout le monde. Zelfs in hun bibliografische gegevens schittert hun eentaligheid. Engelse, Duitse, Nederlandse inbreng is uitzonderlijk tenzij in Franse vertaling. Dat belet niet dat ik Duby, Le Goff en Braudel en hun genoten van "Les An-nales" wil aanbevelen. Vooral Duby is ook in onze Deinse stadsbibliotheek. Maar dat is geen ontspanningslektuur. Lees ook Van Oostrom ... maar die behoort tot de moeilijke lektuur met liefst veel voorkennis. Lees ook Herman Pleij ... en vele anderen. In onze stadsbibliotheek is er ook een roman over leven en dood van Cervantes, de vader van Don Quichotte en Sancho Panza de la Manca... Leesvoer bij de vleet. Wie voldoende belangstellingspunten heeft verveelt zich nooit.
Zij stamboomden Ken je het verhaal van Helena, de echtgenote van Menelaos, koning van Sparta en broer van Agamemnoon. Zij was de dochter van Lia, verleid door Zeus zelf in de gedaante van een zwaan. De echtgenoot van Leda, de "voedstervader" dus van Helena, was Tynd areos, koningvoorganger
1902. van Menelaos als koning van Sparta. Agamemnoons dochter heette ipgineia ; haar moeder heette Clytaemnestra. Helena was de schoonste vrouw ter wereld. Ze werd ontvoerd door Paris, de zoon van Priamos, koning van Troje, en van Hecabe. Priamos van de zoon van Laomedon. Menelaos was de zoon van Atreus die zelf de zoon was van Pelops, de zoon van Tantalus, zelfde zoon van Ze . enz...zoals men dat vertelde meer dan 1000 jaar voor onze tijdsrekening. Hemeros maakte er zijn Ilias mee. Ook in de mythologie kan men dus een mythische stamboom opmaken, ook in de Germaanse mythologie : Audumbia - Ymir - Bor - Wodan - Willi en We-Balder ... Ook in de Bijbel vindt men een stamboom : in het boek Genesis (van Mozes) : Adam en Eva en dan generatie na generatie, met vermelding hoe oud ze waren toen hun eerste zoon geboren werd en hoe lang ze nadien nog leefden : meer dan 4000 jaar generaties. Stambomen is dus zo oud als de mensheid ? Stamboom jij ook ?
Luc Goeminne Luc Goeminne schreef in Biekorf 1993 (afl. 4) p. 420 e.v. een bijdrage over Leugenschoren of Aardschoren bij een windmolen, termen die in geen enkel woordenboek vermeld staan. In de Weltjes van het Meetjesland Jb. 1993 schreef hij over een prijsschatting van een graanwindmolen in Ronsele van 1556.
G.P. Baert G.P. Baert schreef vóór WOII in Biekorf o.a. over de Vinkeniers. In Biekorf 1993 blz. 363 worden zijn publicaties daarover vermeld en tevens staat genoteerd dat G. P.Baert op 19-101941 een artikel schreef in de Bri sseler Zeitung "Das Vinkenierswesen in Flandern". Dat artikel zal wel iemand anders in het Duits geschreven hebben want G.P. Baert kende geen Duits genoeg om in die Brusselse krant te publiceren.
1903. Vrijmetselaars Dr. Rene De Clercq heeft ons uitvoerig ingelicht over de vrijmetselaars ... van Deinze. Wist je dat er een Museum over de Vrijmetselarij bestaat ? In Schloss Rosenau, in Rosenau, in de gemeente Zwettl, niet ver van Wenen.
De Stedelijke Oudheidkundige Commissie Wervik publiceerde in het Jaarboek 1993 Een toverijproces in 1615 te Geluwe (Dr. P. Huys) : dit verhaalt over enkele merkwaardige processen betreffende Geluwnaren beschuldigd van tovenarij en hekserij.
Gaverstreek en Deinze In het Jaarboek 1993 van de historische kring van Waregem "De Gaverstreke" verscheen een artikel over het Geheim Leger in Waregem in WOII. Op blz. 44 daarin worden Paul Lowie en Albert Menu genoemd als hebbende de leiding van Vrij België in 1941. Ook André Van Poucke, bakker te Deinze, wordt vermeld. Een onvoorzichtigheid deed het bestaan ontdekken waardoor op 1-5-1942 Paul Lowie gearresteerd werd en in Duitsland terechtgesteld. Op blz. 91 wordt Jozef Versichele vermeld. Naar Paul Lowie is er in Deinze - Astene een straat genoemd, vlak bij het Hof te Gampelaere.
Thoen In het Jaarboek 1993 van de Heemkring Scheldeveld lazen we een interessante bijdrage van Erik Thoen onder de titel "Dries versus kouter", een artikel over "de wisselbouw in de Vlaamse landbouw van de Middeleeuwen tot de zestiende eeuw", een bijdrage tot de economische landschapsecologie en de geschiedenis van de agrarische techniek.