Hoofdstuk III. -
De voorlopige identiteitskaart van Belg
Afdeling I. - Toekenning en teruggave
1.
In geval van verlies, diefstal of van vernietiging van een identiteitskaart tijdens de dagen onmiddellijk voorafgaand aan een reis naar het buitenland, in het bijzonder naar een land waar het paspoort niet vereist is, kan elke burger die geen geldig paspoort heeft en die daartoe een aanvraag doet, een voorlopige identiteitskaart krijgen. De verloren, gestolen of vernietigde identiteitskaart van het nieuwe model mag echter niet vervallen verklaard zijn.
2.
In de volgende gevallen wordt de voorlopige identiteitskaart eveneens op hun verzoek toegekend aan personen die geen geldige identiteitskaart of geen paspoort hebben, en die naar het buitenland gaan, naar een land waar het paspoort niet vereist is: -
bij het recent verkrijgen van de Belgische nationaliteit;
-
in geval van inschrijving in een Belgische gemeente na een verblijf in het buitenland (persoon afgevoerd van de bevolkingsregisters in gevolge vestiging in het buitenland of nooit ingeschreven in België);
-
bij hernieuwde inschrijving in het bevolkingsregister na afvoering van ambtswege uit de bevolkingsregisters;
-
in geval van naams- of voornaamsverandering;
-
wanneer, met het oog op het nakend verstrijken van de geldigheidsduur van de identiteitskaart, een nieuwe identiteitskaart tijdig werd aangevraagd, doch deze nog niet beschikbaar is op het ogenblik dat de geldigheidsduur van de vorige identiteitskaart verstrijkt; Onder ‘tijdig’ dient te worden begrepen: wanneer de burger zich aanmeldt voor de ondertekening van het basisdocument voor zijn nieuwe identiteitskaart minstens 2 weken vóór het verstrijken van de geldigheidsduur van de vorige identiteitskaart.
-
bij de aanmaak van de eerste identiteitskaart (vanaf 12 jaar).
Personen die verzuimd hebben om tijdig stappen te zetten voor de vernieuwing van hun identiteitskaart kunnen geen voorlopige identiteitskaart krijgen.
3.
De voorlopige identiteitskaart wordt afgeleverd volgens de volgende modaliteiten: De betrokken burger ontvangt bij het gemeentebestuur van zijn hoofdverblijfplaats een aanvraag om een voorlopige identiteitskaart, om reden van een nakende reis naar het buitenland. Die aanvraag wordt ondertekend door de betrokken burger en door de ambtenaar van de burgerlijke stand of zijn gemachtigde. Het is gebleken dat sommige gemeentebesturen in bepaalde gevallen weigeren het document “Aanvraag om een voorlopige identiteitskaart” uit te reiken wanneer ze van mening zijn dat de betrokkenen niet voldoen aan de voorwaarden die gesteld zijn om bij de bevoegde diensten van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken een voorlopige identiteitskaart te bekomen. De gemeente mag niet weigeren de aangifte van de burger op te nemen en het document “Aanvraag om een voorlopige identiteitskaart” uit te reiken indien de burger niet verzuimd heeft tijdig stappen te ondernemen voor de vernieuwing van zijn identiteitskaart. Ten einde de betrokkenen nutteloze stappen te besparen, dienen de gemeentebesturen hen niettemin in te lichten over de afgiftevoorwaarden van de voorlopige identiteitskaart. De aanvraag om een voorlopige identiteitskaart ziet er als volgt uit:
KONINKRIJK BELGIË ____
Aanvraag om een voorlopige identiteitskaart. De ondergetekende, genaamd: Naam: Voornamen: Geboortedatum:
Geboorteplaats:
Adres: (gemeente): (straat): (postnummer):
nr.
verklaart op zijn/haar eer dat hij/zij de komende dagen op reis gaat naar het buitenland (land: ………………………………….) en om de afgifte verzoekt van een voorlopige identiteitskaart: - ter vervanging van een verloren, gestolen of vernietigde identiteitskaart (*) waarbij ondergetekende zich akkoord verklaart met de annulatie van deze identiteitskaart en de onmiddellijke aanvraag van een nieuwe identiteitskaart; - andere reden (**) : ………………………………………………………………………
Te
op
(handtekening van de declarant)
20.. (handtekening van de overheid)
(zegel van de overheid)
________________ (*) Schrappen wat niet past. (**) vb. recent verkrijgen van de Belgische nationaliteit
BELANGRIJK BERICHT 1. De voorlopige identiteitskaart is twee maanden geldig. 2. Bij ontstentenis van een identiteitskaart is enkel het bewijs van verlies of van vernietiging van de kaart geldig op Belgisch grondgebied. De voorlopige identiteitskaart wordt slechts gebruikt om zijn identiteit te
bewijzen in het buitenland of bij overschrijding van de grenzen in de landen die dit document aanvaarden. 3. Deze kaart moet onmiddellijk na de terugkeer in België teruggegeven worden aan het gemeentebestuur van de hoofdverblijfplaats.
Een afschrift van deze aanvraag wordt bewaard bij het gemeentebestuur. Met dit document, het attest van verlies, diefstal of vernietiging van de identiteitskaart, (het attest ‘bijlage 12’) en een foto, gaat de burger naar de zetel van de provinciale afvaardiging van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken, met het oog op het bekomen van een voorlopige identiteitskaart. Deze aanvraag moet gedaan worden bij het Arrondissementscommissariaat te Malmedy voor de inwoners van de gemeenten uit het Malmedyse (Malmedy en Weismes), alsmede voor die van de gemeenten van het Duitse taalgebied; bij het Arrondissementscommissariaat te Voeren voor de inwoners van de gemeente Voeren, bij het Arrondissementscommissariaat te Moeskroen voor de inwoners van het arrondissement Moeskroen en bij de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken, Directie Instellingen en Bevolking (Park Atrium, Koloniënstraat 11 te 1000 Brussel, voor de inwoners van andere gemeenten met een bijzonder taalstatuut, alsmede voor die van de provincies Vlaams-Brabant en Waals-Brabant. Na controle van de identiteit van de burger wordt deze kaart hem gratis uitgereikt. Er wordt toegestaan dat de voorlopige identiteitskaart wordt afgehaald door een andere persoon dan de aanvrager van het document (ook mogelijk indien deze wordt afgehaald door een niet-verwant), dit mits voorlegging van een ondubbelzinnige bijzondere volmacht, ondertekend door zowel de volmachtgever, als de volmachtdrager. In dit geval dient de voorgelegde foto van de aanvrager op de keerzijde te zijn voorzien van de stempel van de gemeente, dit om identiteitsfraude tegen te gaan. Hieronder vindt u een model van volmachtformulier dat hierbij kan worden gebruikt. Op die manier is zowel een controle van de handtekening van de volmachtgever mogelijk (via het aanvraagformulier), als een controle van de handtekening van de volmachtdrager (via diens identiteitskaart).
VOLMACHT VOOR AFHALING VAN EEN VOORLOPIG IDENTITEITSDOCUMENT
Ik, volmachtgever (naam en voornamen)......................................, geboren op................................................, wonende te ........................................................... straat, nr .......,
machtig (naam en voornamen) ......................................................, geboren op ...................................., wonende te ........................................................... straat, nr ........, om in mijn naam het voorlopige identiteitsdocument af te halen in de provinciale regionale delegatie van het Rijksregister.
Gedaan te ……………………………………… , …………………………
4.
De volmachtgever,
De volmachtdrager,
(handtekening)
(handtekening)
De teruggave van de voorlopige identiteitskaart moet plaatshebben bij het gemeentebestuur van de hoofdverblijfplaats, onmiddellijk na de terugkeer in België. Naar gelang van het geval worden de teruggegeven voorlopige identiteitskaarten door de gemeentebesturen teruggestuurd naar de provinciale afvaardiging van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken, het Arrondissementscommissariaat te Malmedy, te Voeren of te Moeskroen of naar de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken (Directie Instellingen en Bevolking), met het oog op de onmiddellijke vernietiging ervan.
Wanneer de burger beweert dat hij zijn voorlopige identiteitskaart heeft verloren of dat deze werd gestolen, dient betrokkene hierover een schriftelijke verklaring te ondertekenen. Indien de gemeente twijfels heeft omtrent de realiteit van dit verlies of diefstal, kan zij de politie vragen om dit te onderzoeken. De ambtenaren belast met de afgifte van de voorlopige identiteitskaarten informeren de gemeentebesturen regelmatig over de kaarten die ze afgeleverd hebben. Op basis van deze verslagen en de afschriften van de aanvraagformulieren die zich bij het gemeentebestuur bevinden, kan elke gemeente een nauwgezette controle uitoefenen over de teruggave van de kaarten. 5.
De voorlopige identiteitskaart mag slechts gebruikt worden om de identiteit vast te stellen in het buitenland of bij het overschrijden van de grenzen. In België kan met het attest van verlies, diefstal of vernietiging van de identiteitskaart (het attest ‘bijlage 12’) de afwezigheid van een identiteitskaart verantwoord worden. Aan Belgen die terugkeren uit het buitenland en die nog niet in het bezit zijn van een identiteitskaart, dient de gemeente eveneens een bewijs van inschrijving af te leveren waarin vermeld wordt dat de aanvraagprocedure voor het bekomen van een identiteitskaart is ingezet. Dit bewijs van inschrijving stemt overeen met het volgende model:
Stad/Gemeente
nr.
NIS-code De ambtenaar van de burgerlijke stand van de stad/gemeente ………. bevestigt dat de genaamde (naam, voornaam, geboortedatum, beroep) die de Belgische nationaliteit heeft en van wie de foto op dit bewijs aangebracht is en die in het bevolkingsregister ingeschreven is op ………………….straat nr. ………, een aanvraag om een identiteitskaart ingediend heeft op ……….. Dit document geldt als bewijs van inschrijving in het bevolkingsregister tot ……. (geldig tijdens de 2 maanden na de datum van het bewijs) Datum
Foto en stads-/ gemeentezegel
Dit bewijs van inschrijving wordt eveneens afgeleverd aan een vreemde onderdaan die de Belgische nationaliteit verwerft en nog niet in het bezit is van een identiteitskaart. 6.
De gemeentebesturen zijn gehouden de burgers volledig in te lichten over de afleverings- en teruggavemodaliteiten van de voorlopige identiteitskaarten, met name over de adressen van de provinciale afvaardigingen van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken, en over de werkdagen en -uren (van maandag tot vrijdag van 10 uur tot 12 uur met mogelijkheid om een afspraak in de namiddag te krijgen) (zie eveneens: www.ibz.rrn.fgov.be , dit onder de rubrieken ‘Identiteitsdocumenten en elektronische kaarten’ > ‘voorlopige identiteitskaart’).
7.
De mogelijkheid bestaat ook voor de burger om bij het gemeentebestuur van zijn hoofdverblijfplaats een paspoort te bekomen in plaats van een voorlopige Handtekening van de ambtenaar van de burgerlijke stand of zijn gemachtigde identiteitskaart; in sommige gevallen is deze laatste oplossing minder duur (zie reiskosten naar de hoofdplaats van de provincie) en sneller (zie werkdagen en - uren van de provinciale afvaardigingen van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken).
8.
Bij een reis naar het buitenland, naar een land waar geen paspoort vereist is, is het aanbevolen bij de voorlopige identiteitskaart ook het attest van verlies, diefstal of van vernietiging van de identiteitskaart (attest ‘bijlage 12’) te voegen.
Afdeling II. - Beschrijving van de voorlopige identiteitskaart van Belg
9.
De voorlopige identiteitskaart met een formaat van 12 cm bij 15 cm wordt vervaardigd in groen karton en bevat vier luiken. Luik 2 en 3 zijn doorstreept met een rode diagonaal van + 1/2 cm (zie Belgisch Staatsblad van 3 maart 1988, pp. 3081 tot 3083). De geldigheidsduur van de kaart bedraagt twee maanden. In principe neemt deze geldigheidsduur een aanvang op de uitreikingsdatum van de voorlopige kaart. Voor kinderen die net geen twaalf jaar oud zijn, kan deze geldigheidsduur slechts aanvangen op de dag van hun twaalfde verjaardag.
Het model ziet er als volgt uit:
LUIK 4
LUIK 1
15 LUIK 2
LUIK 3
12
10.
De vermeldingen op de voorlopige identiteitskaarten worden aangebracht met de schrijfmachine of met behulp van een PC, overeenkomstig de aanwijzingen die hierna volgen.
Luik 1 De plaats van uitreiking (hoofdplaats van de provincie - eventueel Malmedy, Tongeren, of Moeskroen) en de data van uitreiking en van verval worden aangebracht met een schrijfmachine of met een PC. Luik 2 Het volgnummer (2 letters en 7 cijfers) is voorgedrukt. De naam, voornamen, geboorteplaats en geboortedatum worden aangebracht met een schrijfmachine of met een PC. In het geval van verlengde minderjarigheid wordt dit toegevoegd onder de geboortedatum. Luik 2 bevat de foto die gedeeltelijk bedekt wordt door het zegel van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken (aangebracht met een blauwe of zwarte vochtige stempel) en bevestigd is met nietjes en lijm, alsmede de handtekening van de houder. De foto heeft een hoogte van 4 cm en een breedte van 3,5 cm en het hoofd heeft een hoogte van 1,5 tot 2 cm. Zij wordt van voren genomen. Zij moet duidelijk en recent zijn. Luik 3 Het volgnummer is voorgedrukt. Onder de rubriek “hoofdverblijfplaats” wordt met de schrijfmachine of PC het juist en volledig adres van de hoofdverblijfplaats op het ogenblik van de uitreikingsdatum van de kaart aangebracht. De uitreikingsdatum wordt in het rood vermeld met een datumstempel. Onder de vermelding “de afgevaardigde van de Minister”, ondertekent de bij ministerieel besluit behoorlijk afgevaardigde persoon de identiteitskaart; onder de handtekening wordt de naam van de afgevaardigde van de Minister met de schrijfmachine of PC aangebracht. Het zegel van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken wordt eveneens aangebracht met een vochtige blauwe of zwarte stempel, ter hoogte van de handtekening.
Luik 4 De vervaldatum van de voorlopige identiteitskaart (vermelding geldig tot + datum) wordt aangebracht in de vorm van een rode stempel met grote cijfers (hoogte + 1 cm).