ZORGPLAN OOSTERWEG Juni 2013
INHOUDSOPGAVE
1.
Inleiding
3
Organisatie van de leerlingenzorg
4
1.1
Beschrijving reguliere begeleiding 1e lijn
4
1.2
Beschrijving speciale begeleiding 2e lijn
5
1.3
Beschrijving speciale begeleiding 3e lijn
7
2.
Hoe komt de zorg bij de leerling 2.1 Route bij vastlopen.
10
3.
De zorgstructuur in het lwoo
10
4.
Een overzicht van de disciplines werkzaam op de locatie Oosterweg
12
5.
Beleidsdoelen
14
Bijlagen 1.
Implementatie meldcode Kindermishandeling
18
2.
Protocol Dyscalculie
18
3.
Protocol medisch handelen
18
4.
Pestprotocol
18
5.
Protocol Dyslexie
18
6.
Protocol Verzuim
18
7.
Taakomschrijving zorgcoördinator Oosterweg
19
8.
Zorg op het Maaswaal College
20
9.
Signaleringslijsten
22
10.
Aanmeldformulier IZT
26
11.
Aanmeldformulier ZAT
27
12.
Lijst met afkortingen / verklaringen
30
2
Zorgplan MWC Oosterweg juni 2013
INLEIDING Het Maaswaal College stelt zich ten doel ervoor te zorgen dat leerlingen zich op school veilig en gewaardeerd voelen door hen voldoende aandacht en hulp te bieden. Een veilige omgeving is een voorwaarde voor leren en presteren. Daarbij is het ook van belang dat leerlingen terecht komen op de onderwijssoort die past bij hun capaciteiten en dat zij die opleiding ook daadwerkelijk (zo veel mogelijk binnen de ervoor gestelde termijn) met succes doorlopen en afronden. Om deze doelstellingen te realiseren is een geïntegreerde leerlingbegeleiding opgezet: d.w.z. studiebegeleiding, keuzebegeleiding en sociaalemotionele begeleiding. Dit zorgplan is een onderdeel van het schoolbrede „Zorgplan MWC‟ voor de locaties Oosterweg en Veenseweg, waarin de algemene schoolgegevens, de visie op zorg en de zorgstructuur in het algemeen worden weergegeven. In dit zorgplan van de locatie Oosterweg met de afdelingen onderbouw/bovenbouw vmbob/k, onderbouw vmbo-lwoo en onderbouw/bovenbouw vmbo-t vindt u in het eerste deel een beschrijving van de organisatie rondom de leerlingenzorg. In het tweede deel wordt ingegaan op de huidige situatie rondom de begeleiding, de zorg en zijn beleidsdoelen opgesteld voor de komende jaren. Ieder jaar zal het zorgplan worden bijgesteld. Ook de beleidsdoelen voor de korte termijn zullen worden geëvalueerd en worden bijgesteld. Om de vier jaar zal het zorgplan worden ingediend bij de directie.
Sieglinde Jacobs, zorgcoördinator
3
Zorgplan MWC Oosterweg juni 2013
1.
ORGANISATIE VAN DE LEERLINGENZORG
De locatie Oosterweg kent een 4-jarige vmbo-opleiding voor jongeren van + 12 tot 17 jaar. De leerlingen stromen in op vmbo-b tot en met vmbo-t niveau. De leerlingen worden in het 1e leerjaar geplaatst in heterogene groepen. In dit 1e leerjaar vindt dan ook de determinatie plaats waarna de leerling in het 2e leerjaar in een vmbo-kb óf een vmbo-tk klas verder gaat. Er zijn ook homogene vmbo-t-klassen, voor leerlingen die een vmbo-t of vmbo-th advies hebben gekregen vanuit het basisonderwijs. De pedagogische en didactische ontwikkeling en de intensieve OSB/PSO laat de leerling einde dit 2e jaar een sector kiezen met een afdeling waarmee de jongere het 3e leerjaar instroomt. Aan het vmbo op de locatie Oosterweg is een afdeling leerwegondersteunend onderwijs (lwoo) verbonden. Voor de beschrijving van de zorgstructuur op het vmbo is het goed te weten dat het lwoo in al zijn facetten op locatie Oosterweg wordt aangeboden. Een deel van de leerlingen in het lwoo wordt op basis van de testresultaten, geplaatst in homogene groepen. Dit zijn de leerlingen waarvan op basis van harde gegevens en informatie uit het basisonderwijs aangenomen wordt dat zij doorstromen in de basisberoepsgerichte leerweg. Andere groepen bestaan uit leerlingen met een kb of tk advies. De zorgstructuur op het vmbo locatie Oosterweg wordt gedefinieerd in termen van: 1e lijn, 2e lijn en 3e lijnszorg. Wanneer we hier spreken over zorg, bedoelen we te zeggen dat grofweg de 1e lijn; de zorg behelst welke voor iedere leerling op de locatie Oosterweg geldt. Binnen de 2e lijn is er voor elke leerling een standaardpakket. De leerling met een lwoobeschikking mag aanspraak maken op een wat meer intensieve, vaak ook individuele begeleiding. De 3e lijnszorg wordt gekenmerkt door een nog individueler, veelal extern begeleidingstraject. 1.1: 1e lijnszorg op de locatie Oosterweg Deze zorg vormt een stevige fundering voor de leerling om het welbevinden op te bouwen en zich zo veilig te ontwikkelen. Hieraan ligt ten grondslag: A. Kleinschaligheid. Leerlingen voelen zich geen nummer, voelen zich geaccepteerd en gerespecteerd. De leerlingen kunnen veel minder in de anonimiteit vallen en zich zo verschuilen. Het gebouw, opgedeeld in domeinen, is een uitnodigende en veilige haven voor elke leerling op de locatie Oosterweg. B. Vakdocent. Vakdocenten hebben een grote rol in de didactische ontwikkeling van de leerling. Zij zijn in staat om rekening te houden met de mogelijkheden en de onmogelijkheden van het kind en daarbij een doorlopende leerlijn te verzorgen. De didactische hulp wordt zoveel mogelijk door de vakdocent verleend. De remedial teacher heeft hier wel een aansturende en ondersteunende rol in. Hij beantwoordt de hulpvraag van de docent en levert de docent indien nodigrelevante oefenstof. C. De mentor. De mentor verzorgt een substantieel deel van de lessen voor zijn klas. De mentor is voor de ouders het eerste aanspreekpunt bij vragen en problemen. Een goed contact tussen ouders en mentor is een eerste voorwaarde voor goede leerlingbegeleiding.
4
Zorgplan MWC Oosterweg juni 2013
De mentor is de spil in de reguliere begeleiding. Hij zorgt ervoor dat er in de klas een goed sociaal klimaat heerst. De mentor draagt ook zorg voor een goede werksfeer in de klas, motiveert leerlingen en controleert hun planningen en vorderingen. Tijdens de mentorlessen wordt aandacht besteed aan het „leren leren‟. Dit heeft natuurlijk zijn directe positieve weerslag op de contacten van de mentor met zijn leerlingen, met de ouders, op de inhoudelijke berichtgeving tijdens leerlingenbesprekingen, ouderavonden, enzovoorts. Door dit principe van weinig handen voor de klas, m.n. in de onderbouw lwoo is een eenheid in didactisch handelen geborgd. Door de grote rol van de mentor in het osb/pso- programma is hij in eerste instantie ook de begeleider in de sectorkeuze. Het gegeven dat de mentor ook de studielessen verzorgt, vergroot zijn aandeel in de ontwikkeling van de leerling aanzienlijk. Het contact van de mentor met de ouders vindt plaats op vastgestelde tijden tijdens ouderavonden, maar ook tussentijds. Het zogenaamde “groene boekje” (dit is een leerlingenboekje dat in de onderbouw dagelijks door de leerling wordt meegenomen en waarin door medewerkers van de school opmerkingen geplaatst kunnen worden), is hiervoor een bruikbaar instrument. In de bovenbouw basis-kader wordt dit voortgezet met de zogenaamde communicatie kaart. De mentor is verantwoordelijk voor het handelingsplan van elke leerling met een lwoobeschikking, een zorgbudget of een leerling gebonden financiering. Voordat het schooljaar begint heeft hij dit plan opgesteld. Gedurende het schooljaar stelt hij bij en eindigt het schooljaar met de formulering van speerpunten voor het volgende jaar. Het ondersteunend personeel (OP) en onderwijs ondersteunend personeel (OOP) ondersteunt hem daarbij. De mentor is het eerste aanspreekpunt als het gaat om de vraag naar verdere zorg in de 2e of 3e lijn. Hij meldt de zorgvraag bij de afdelingsleider. De afdelingsleider bespreekt deze zorg in het intern zorgteam met de orthopedagogen en de zorgcoördinator en zo wordt het nodige traject ingezet. De mentor voert structureel gesprekjes met de leerlingen. Hierin reflecteert hij en vraagt de leerling naar het welbevinden op school en daarbuiten. Verder zal zijn aandacht altijd uitgaan naar de didactische ontwikkeling. Uit deze opsomming blijkt dat de mentor een wel zéér belangrijke schakel in het geheel van zorgverlening is. 1.2: De 2e lijns zorg op de locatie Oosterweg De leerling in het vmbo locatie Oosterweg, krijgt in principe de standaardzorg zoals deze is overeengekomen binnen het MWC. In dit pakket is opgenomen: remedial teaching, examentraining, faalangstreductietraining (FRT), sociale vaardigheidstraining en incidenteel individuele gesprekken met leerlingen door een lid van het onderwijsondersteunend personeel. Op het Maaswaal College, locatie Oosterweg, is continuüm aan zorg gegarandeerd. Dit betekent dat verschillende disciplines verantwoordelijk zijn. De zorg in de tweede lijn treedt in werking wanneer in de eerste lijn de zorg (onderwijs en/of begeleiding) onvoldoende rendeert. Door de signalering van de medewerkers aan deze locatie wordt aan de afdelingsleider duidelijk gemaakt dat er zich problemen voordoen of, nog beter, dreigen voor te doen bij een leerling. Deze signalering is niet bij toeval, maar is een gestructureerd onderdeel van het planmatig handelen. De leerling wordt besproken in het “interne zorgteam”. Hierin hebben zitting: afdelingsleider zorgcoördinator (voorzitter) orthopedagogen De leerling wordt besproken en het te volgen traject wordt ontwikkeld. Indien mogelijk wordt het traject pas ingezet na de leerlingenbespreking, zodat eerst alle betrokkenen gehoord zijn en op de hoogte zijn gebracht. 5
Zorgplan MWC Oosterweg juni 2013
Ter voorbereiding van de leerlingenbespreking kan de mentor door middel van de door ons ontwikkelde “leerlingvolglijst” alle betrokkenen specifiek bevragen met betrekking tot een of meerdere leerlingen. In overleg met de orthopedagoog wordt de handeling in de 2e lijnszorg geformuleerd en aan de leerling en het team voorgesteld. De zorgcoördinator is de casemanager. Hij zal in nauw overleg met de betrokken afdelingsleider erop toezien dat de interne discipline verantwoord wordt ingezet en dat de tijdsduur van deze inzet duidelijk omschreven en tijdig geëvalueerd wordt. Voor de leerling met een zorgbudget-A gelden dezelfde rechten als voor de leerling met een lwoo-beschikking, als het gaat om begeleiding. Voor de leerling met een leerling gebonden financiering (LGF) wordt in overleg met de cluster waarvoor de LGF is geïndiceerd én in nauw overleg met de ouders, ambulante begeleiding ingekocht. Naast de reguliere ambulante begeleiding kan indien mogelijk op de locatie Oosterweg extra ambulante begeleiding worden ingezet. Deze extra inzet gebeurt door dezelfde persoon als de reguliere ambulante begeleiding. Het streven is per cluster één ambulant begeleider in school te hebben. Dit is voor de leerling én de organisatie overzichtelijk en beheersbaar. Vormen van begeleiding Op deze locatie kennen we een groot aantal vormen van speciale leerlingbegeleiding, zowel op sociaal-emotioneel als op cognitief gebied.
1. Sociaal-emotioneel Faalangstreductietraining (FRT), met elementen uit de “rots water” training Sociale vaardigheidstraining (SOVA)
2. Cognitief Ondersteuning bij de Nederlandse taal voor leerlingen met een specifieke achterstand Remediale hulp in de klas.
3. Keuzebegeleiding Leerlingen moeten in de loop van hun schoolcarrière nogal wat keuzes maken: ze kiezen bijvoorbeeld een sector en ze oriënteren zich op het vervolgonderwijs. De mentor en de afdelingsleider spelen bij de keuzebegeleiding een belangrijke rol. Zij worden aangestuurd door de decaan. De decaan organiseert het traject “oriëntatie op studie en beroep”(OSB). Onderdeel van dit traject zijn keuzebegeleidingslessen aan de leerlingen en voorlichtingsavonden voor leerlingen en hun ouders. Bovendien onderhoudt de decaan de contacten met de vervolgopleidingen. Voor leerlingen is de decaan ook degene die hen de weg wijst naar informatiebronnen, dienstverlenende instanties en vervolgopleidingen. Binnen het project loopbaanleren wordt hard gewerkt aan een duidelijk en herkenbaar LOB curriculum, verhoging van de betrokkenheid van ouders en het opzetten van een digitaal LOB portfolio. 1.3: 3e Lijnszorg op de locatie Oosterweg Hierin is het zorgadviesteam (ZAT) actief. Deze lijn treedt in werking wanneer de zorg in lijn één en twee niet toereikend blijkt, of wanneer op voorhand al duidelijk is dat externe hulpverlenende instanties zich met de leerling moeten bezighouden. Zitting in het ZAT hebben: zorgcoördinator (voorzitter) orthopedagoog, aan de leerling verbonden Bureau Jeugdzorg Nijmegen GGD locatie Wijchen maatschappelijk werkende NIM ambtenaar leerplichtzaken Wijchen 6
Zorgplan MWC Oosterweg juni 2013
jeugdcoördinator politie Wijchen coördinator Centrum voor Jeugd en Gezin (incidenteel) Aanmelding bij het ZAT door de betreffende afdelingsleider of bij één van de leden gebeurt via het aanvraagformulier (bijlage 11). Ongeveer 8 maal per jaar komt dit team in vergadering bij elkaar. Van tevoren is de agenda gemaild en hebben de disciplines zich voorbereid op de te bespreken casussen. Per zitting bespreekt dit team ongeveer 14 leerlingen. Dit zijn niet steeds nieuw ingebrachte leerlingen, maar vaak ook vervolgbesprekingen. Er wordt voor bijna alle leerlingen een vervolgtraject ingezet. A. Werkwijze ZAT Fase 1: signalering Mentor en /of vakdocent signaleren zorgleerling. Mentor meldt de zorgleerling bij de afdelingsleider. De zorgleerling wordt besproken in het intern zorgteam. Afdelingsleider vult digitaal het aanmeldingsformulier voor de zorgcoördinator in. Fase 2: inbreng in zorg adviesteam Vóór inbreng in Zorgadviesteam: afdelingsleider deelt mee aan ouders en vermeldt tevens dat de leerling aangemeld wordt in de verwijsindex. Geen toestemming: leerling kan anoniem besproken worden. Fase 3: onder de zorg van het Zorgadviesteam Zorgadviesteam bespreekt de zorgleerling. Lid van het zorgadviesteam dat met de leerling in gesprek gaat, onderhoudt contact met mentor en informeert zorgcoördinator indien nodig. De afdelingsleider wordt na het ZAT op de hoogte gebracht. De afdelingsleider informeert de mentor hierover. Mentor informeert, indien nodig, de collega‟s. Afschrift van deze informatie ook naar zorgcoördinator. Fase 4: afsluiting OOP noteert in leerlingdossier dat leerling is besproken in zorgadviesteam. De informatie is zakelijk en beknopt. Meer informatie is te krijgen bij de zorgcoördinator. Afhankelijk van de casus vindt er terugkoppeling plaats met de afdelingsleider door het zorgteam. B. Werkwijze aanmelding Schoolmaatschappelijk werk (SMW) Fase 1: signalering Mentor en /of vakdocent signaleren zorgleerling. Mentor meldt de zorgleerling bij de afdelingsleider. De zorgleerling wordt besproken in het intern zorgteam. De zorgleerling wordt door de zorgcoördinator aangemeld bij de smw-er. Fase 2: inbreng bij schoolmaatschappelijk werk Schoolmaatschappelijk werker kan met leerlingen tot 16 jaar 1 à 2 gesprekken voeren zonder de ouders in te lichten. Mentor vraagt toestemming aan de ouders / verzorgers voor verdere gesprekken. Leerlingen ouder dan 16 jaar kunnen gesprekken voeren met schoolmaatschappelijk werker zonder toestemming van de ouders. 7
Zorgplan MWC Oosterweg juni 2013
Fase 3: onder de zorg van schoolmaatschappelijk werker Schoolmaatschappelijk werker onderhoudt contact met de orthopedagoog tijdens de begeleiding. Orthopedagoog informeert de mentor en afdelingsleider. Fase 4: afsluiting Schoolmaatschappelijk werker koppelt terug naar zorgteam. Korte notitie in SOM, ons digitale leerlingvolgsysteem. C. Werkwijze aanmelding Schoolverpleegkundige / schoolarts Fase 1: signalering Mentor en /of vakdocent signaleren zorgleerling. Mentor meldt de zorgleerling bij de afdelingsleider. De zorgleerling wordt besproken in het intern zorgteam. Leerling en ouders / verzorgers kunnen ook zelf contact opnemen met schoolverpleegkundige /schoolarts. Fase 2: inbreng bij schoolverpleegkundige /schoolarts Mentor overlegt, indien nodig, vooraf met de ouders / verzorgers. Mentor informeert afdelingsleider. Fase 3: onder de zorg van schoolverpleegkundige /schoolarts Schoolverpleegkundige /schoolarts onderhoudt, indien nodig, contact met de afdelingsleider of zorgcoördinator tijdens de begeleiding via de e-mail. Afdelingsleider geeft deze informatie door aan de mentoren en orthopedagoog. Fase 4: afsluiting Schoolverpleegkundige vermeldt begeleiding in eigen map. Mentor vermeldt in dossier van leerling dat er hulp is geweest. De informatie is beknopt en feitelijk. Er is een mogelijkheid voor leerlingen en ouders /verzorgers om rechtstreeks contact op te nemen met de GGD. Overeenkomstig de afspraken binnen het privacyreglement zullen de medewerkers van de GGD informatie aan de school (mentor en /of afdelingsleider) doorgeven. D. Communicatie met Bureau Jeugdzorg
Via de afgevaardigde van BJZ en de zorgcoördinator kan er contact worden gelegd met de uitvoerende hulpverlener binnen Bureau Jeugdzorg. Afhankelijk van de situatie onderhoudt de orthopedagoog of de zorgcoördinator contact met de hulpverlener. De zorgcoördinator informeert indien nodig het zorgadviesteam. Het zorgteam vermeldt hulp van Bureau Jeugdzorg in dossier van de leerling. Deze informatie is beknopt en feitelijk.
E. Communicatie leerplichtambtenaar
De leerplichtambtenaar onderhoudt contact met de afdelingsleiders. Binnen het zorgteam verloopt de communicatie met de leerplichtambtenaar via de zorgcoördinator. Spreekuur, maandelijks gehouden op het MWC.
8
Zorgplan MWC Oosterweg juni 2013
F. Ambulante begeleiding De ambulant begeleiders komen als externe deskundigen de school binnen voor de leerlingen met een leerling gebonden financiering (LGF). Het gaat dan om leerlingen die problemen hebben die vallen onder een van de vier clusters. Deze clusters staan voor: 1. blinde en slechtziende kinderen 2. dove kinderen en kinderen met een spraak-taal stoornis mogelijk in combinatie met autisme 3. lichamelijk gehandicapte kinderen en/of langdurig zieke kinderen 4. moeilijk lerende kinderen en/of kinderen met een gedragsstoornis. Ook bij deze leerlingen is de zorgcoördinator degene die de communicatie tussen de school, ouders en ambulant begeleider coördineert. De procedure voor het aanvragen van een leerling gebonden financiering (LGF) is als volgt: Stap 1. Stap 2 Stap 3. Stap 4. Stap 5. Stap 6. Stap 7. Stap 8. Stap 9.
Beperking van leerling verstoort het onderwijsleerproces. Ouders en school overleggen mogelijke aanvraag LGF. Ouders doen aanvraag LGF bij het Regionaal Expertise Centrum (REC). Ouders en school leveren bij het REC informatie over leerling aan. Na toekenning van een LGF krijgt school een begeleidingsbudget. De mentor stelt het handelingsplan op. De ambulant begeleider stelt in samenwerking met ouders, de mentor, de orthopedagoog en de zorgcoördinator het begeleidingsplan op. Extra begeleiding en middelen worden ingezet. Handelingsplan en begeleidingsplan worden bijgesteld en geëvalueerd met ouders, leerling, mentor en de zorgcoördinator.
9
Zorgplan MWC Oosterweg juni 2013
2.
Hoe komt de zorg bij de leerling?
Cognitief Bij aanvang van het schooljaar vindt er screening plaats op de gebieden spelling, rekenen, technisch en begrijpend lezen. De gevonden didactische leeftijdsequivalent (DLE‟s) op deze didactische gebieden kunnen aanwijzingen geven. Gecombineerd met de informatie van de basisschool en de CITO-uitslag gaat de mentor in overleg met de lesgevende docenten en orthopedagoog aan de slag met de analyse van het probleem. In overleg met de orthopedagoog en zorgcoördinator wordt besloten óf, hoe lang, in welke setting, in welke frequentie en door wie er hulp verleend gaat worden. Ook op sociaal emotioneel gebied is er zorg. Bij aanvang van het schooljaar wordt mogelijk de SAQI of andere test afgenomen. Deze vragenlijst meet de sociaal-emotionele gesteldheid van de leerling. Aan de hand observaties van de docenten en/of de mentor en vaak hierna de SSAT (een test) wordt bepaald of een leerling veel last heeft van negatieve faalangst. Is dit het geval, dan wordt er na overleg met de zorgcoördinator in kleine groepjes (maximaal 11 leerlingen) faalangstreductietraining (FRT) gegeven door de orthopedagoog. Na onderzoek kan ook blijken dat er training op het gebied van sociale vaardigheden nodig is. In overleg met de zorgcoördinator verzorgt de orthopedagoog de SOVA-training aan een groepje jongeren. Ook zal er gedurende het cursusjaar steeds de beperkte mogelijkheid zijn voor de orthopedagoog of maatschappelijk werkende om leerlingen individueel te helpen middels veelal vertrouwelijke gesprekken. De orthopedagoog of maatschappelijk werkende verwijst zo mogelijk en zo nodig naar de externe hulpverlening. De genoemde disciplines zijn er voor de vmbo-populatie hoofdzakelijk ter consultatie (kort durende ondersteuning op afspraak).
2.1 Route bij vastlopen van leerlingen. Wanneer bij een leerling geconstateerd wordt dat deze leerling op het Maaswaal College niet in staat zal zijn om zijn/haar diploma te halen (gerelateerd aan ernstige gedragsproblematiek) dan kan in samenspraak met het IZT besloten worden deze leerling voor te dragen bij de PCL ( permanente commissie leerlingen zorg, een onafhankelijke commissie), om advies vragen. Op grond van dit advies kan voor de leerling een traject uitgezet worden. Dit zou kunnen betekenen dat de leerling geplaatst wordt op de Rebound (tijdelijke voorziening) of op een andere school.
3.
De zorgstructuur in het LWOO
De leerlingen die in het lwoo hun plekje hebben gevonden, zijn reeds vóór definitieve plaatsing door een traject van hulpvraagbepaling gegaan. Om uiteindelijk van de Regionale Verwijzings Commissie (RVC) een lwoo-beschikking (toelating tot lwoo) te krijgen, heeft de leerling op de beoogde school van aanmelding een didactisch onderzoek gehad (drempelonderzoek) waarmee de leerachterstanden op de verschillende domeinen zijn bepaald. Ook is er een intelligentieonderzoek (NIO) en een persoonlijkheidsonderzoek (LMT, AVL, TRF) afgenomen, waarmee eventuele sociaal emotionele problematiek aangetoond wordt. De orthopedagoog, in samenwerking met de zorgcoördinator van de locatie Oosterweg, stelt met deze gegevens het dossier samen voor de RVC. In hun argumentatie naar de RVC verwoorden zij zo veel en zo duidelijk mogelijk de specifieke problemen van de leerling. Na de afgifte van de beschikking én de definitieve plaatsing op de locatie Oosterweg wordt hierop het handelingsplan gebaseerd. 10
Zorgplan MWC Oosterweg juni 2013
De wet schrijft voor dat er voor elke leerling in het lwoo een handelingsplan geschreven is, dat tevens goedgekeurd is door de ouders/verzorgers van de leerling. Ook wordt het handelingsplan door de leerling zelf ondertekend. Hiermee maken we hem zelf medeverantwoordelijk voor zijn eigen hulpvragen en de geformuleerde handelingspunten. De mentor schrijft het handelingsplan. Hij is dan op voorhand op de hoogte van de specifieke problemen/hulpvragen van zijn leerling. Hij gebruikt hiervoor het RVC-dossier waarover de beschikking is afgegeven. Mét deze beschikking wordt de leerling, na de “warme overdracht” (mondeling toelichten van het dossier), geplaatst in het lwoo van de locatie Oosterweg. De toelatingscommissie beslist hierover en deelt meteen de klassen in. De toelatingscommissie bestaat uit de afdelingsleider lwoo (voorzitter), de orthopedagogen en een leerkracht, liefst mentor, binnen het lwoo. De criteria voor de klassenindeling zijn: 1. leerlingen met beperkte intellectuele capaciteiten en veelal wát (niet veel!) eenvoudiger
sociaal emotionele problematiek; 2. leerlingen met beperkte én leerlingen met ruimere intellectuele capaciteiten en met
ernstiger sociaal emotionele problematiek; 3. leerlingen met ruimere intellectuele capaciteiten en ernstige sociaal emotionele problematiek. De toelatingscommissie waakt er ook voor dat er binnen één klas geen veelvuldige éénzelfde óf nauwelijks te combineren problematiek c.q. stoornissen voorkomen. Zo zullen te veel ADHD-ers in één klas elkaar versterken in onrust en afleidbaarheid en zal een PDDNOS-er binnen deze groep erg slecht kunnen aarden. Het blijkt dus dat de leerling het lwoo op de locatie Oosterweg binnenkomt met duidelijk geformuleerde en geprioriteerde hulpvragen. Tijdens de 1e leerlingenbespreking, gepland in het begin van het schooljaar, wordt de leerling door de mentor en orthopedagoog “voorgesteld” aan het kernteam. Handelingspunten worden toegelicht, afspraken worden gemaakt en de verschillende disciplines worden geactiveerd. Langs de lijn van planmatig handelen (een cyclus van toelaten, plaatsen, prioriteren en bekendmaken van de hulpvraag, evalueren in leerlingenbesprekingen, vaststellen van de hulpvragen 2e leerjaar en deze cyclus herhalen) doorlopen de leerlingen de eerste twee leerjaren op deze locatie binnen het domein lwoo.
11
Zorgplan MWC Oosterweg juni 2013
4.
OVERZICHT DISCIPLINES
De zorgcoördinator Aan het roer van het zorgteam staat de zorgcoördinator. Zoals de benaming al impliceert, coördineert deze functionaris alle activiteiten rondom de zorgleerling op de verschillende vestigingen. De taken van de zorgcoördinator: 1. Hij draagt zorg voor de taakverdeling en de daadwerkelijke inzet van de verschillende disciplines in het zorgteam. 2. Hij betrekt externe hulpverleningsinstanties bij de zorg rondom de leerling. 3. Hij is voorzitter van het interne en externe zorgteam. 4. Hij legt en onderhoudt contacten met collega zorgcoördinatoren en het Samenwerkingsverband. Orthopedagoog / psycholoog De orthopedagoog / psycholoog verricht psychologisch onderzoek op cognitief, sociaalemotioneel en eventueel didactisch vlak als onderdeel van het toelatings-, herhalings- of eindonderzoek of n.a.v. een hulpvraag. Hij begeleidt leerlingen, docenten en ouders met betrekking tot cognitieve, sociaalemotionele of didactische problematiek. Hij woont leerlingenbesprekingen bij en voert advies- en begeleidingsgesprekken. Bovendien draagt hij bij aan de deskundigheidsbevordering van teamleden. Daarnaast is hij nauw betrokken bij het opstellen van handelingsplannen. Remedial teacher De remedial teacher begeleidt de didactische hulpverleners. Deze sturing beslaat de begeleiding op alle didactische gebieden. Soms verricht de remedial teacher zelf een vorm van begeleiding van de leerling. Hij moet inzicht krijgen in de achterliggende oorzaak van de hulpvraag van de leerling. Alleen vanuit dit verkregen inzicht kan de remedial teacher een adequate behandeling opstarten. Het is zaak de behandeling zo in te richten dat de leerling strategieën en perspectieven geboden worden waarmee óf de leerling grip krijgt op z‟n hulpvraag, en/óf de leerling z‟n toekomstperspectief helder krijgt waardoor er meer innerlijke rust en evenwicht zal ontstaan. Logopedist De logopedist werkt vooral op individuele basis met leerlingen die na een logopedische screening een hulpvraag vertonen op gebieden als: mondmotoriek, spraakgebreken en stoornissen, korte termijn geheugen, woordvindingproblemen, problemen rond de zinsconstructie, enzovoorts. Uit deze opsomming blijkt dat de logopedist zich niet alleen richt op het technische gedeelte van de spraak, maar zich ook bezig houdt met de verdere invulling van het talige gebeuren. Decaan De decaan is mede verantwoordelijk voor de organisatie van het traject Loopbaan Oriëntatie Begeleiding binnen de school. Hij stuurt mentoren aan die tijdens hun lessen aandacht besteden aan de keuze van een sector, leerweg en vakkenpakket. De decaan geeft voorlichting aan leerlingen en hun ouders over keuzemogelijkheden en de daarbij horende gevolgen. Hij brengt de leerling op de hoogte van de informatiebronnen binnen en buiten de school. Ook onderhoudt het decanaat contacten met vervolgopleidingen. Daarnaast organiseert de decaan gastlessen, praktische sectororiëntatie (PSO) en andere activiteiten die bijdragen aan het keuzeproces van de leerling.
12
Zorgplan MWC Oosterweg juni 2013
Maatschappelijk werkende (extern) De maatschappelijk werker voert, indien nodig, als onderdeel van het toelatingsonderzoek een gesprek met ouders om de thuissituatie in beeld te brengen. Hij voert advies- en begeleidingsgesprekken met ouders en woont indien nodig de leerlingenbesprekingen bij. Ook voert hij advies- en begeleidingsgesprekken met leerlingen. Daarnaast is hij aanspreekpunt voor ouders, leerlingen en docenten. Jeugdarts (extern) De jeugdarts en of sociaal verpleegkundige verrichten medisch onderzoek bij de leerling zoals wettelijk is bepaald, naar aanleiding van een hulpvraag of als herhalingsonderzoek. Een afgevaardigde van het GGD neemt deel aan het ZAT. Verdere consultatie van dit schoolgezondheidsteam is op uitnodiging van dit team of op aanvraag van de ouders.
13
Zorgplan MWC Oosterweg juni 2013
5.
Beleidsdoelen
Bovenstaande ontwikkelpunten zijn verwerkt in een aantal beleidsdoelen voor de korte en lange termijn.
IMPLEMENTATIE MELDCODE KINDERMISHANDELING 1 Resultaat Inhoud Aansturen Wie? Maken Ontvangen Startdatum Wanneer? Tussentijds Einddatum Cyclus
Vastgesteld protocol met inbedding in curriculum. Overleg in LMT, kernteams en plenair. LMT en ZT. Zorgteam i.o.m. LMT en kernteams. Medewerkers, directie en MR. Schooljaar 2013-2014. Juni 2014. Jaarlijks evalueren en eventueel aanpassen.
Wat?
PROTOCOL DYSCALCULIE 2 Resultaat Inhoud Aansturen Wie? Maken Ontvangen Startdatum Wanneer? Tussentijds Einddatum Cyclus Wat?
Vastgesteld protocol met inbedding in curriculum Overleg in LMT, kernteams en plenair. LMT en ZT. Zorgteam i.o.m. LMT en kernteams. Medewerkers, directie en MR. Schooljaar 2013-2014. Juni 2014. Jaarlijks evalueren en eventueel aanpassen.
PROTOCOL MEDISCH HANDELEN 3 Resultaat Inhoud Aansturen Wie? Maken Ontvangen Startdatum Wanneer? Tussentijds Einddatum Cyclus Wat?
Vastgesteld protocol met inbedding in curriculum Overleg in LMT, kernteams en plenair. LMT en ZT. Zorgteam i.o.m. LMT en kernteams. Medewerkers, directie en MR. Schooljaar 2013-2014. Juni 2014. Jaarlijks evalueren en eventueel aanpassen.
14
Zorgplan MWC Oosterweg juni 2013
PROTOCOL PESTEN 4 Resultaat Inhoud Aansturen Wie? Maken Ontvangen Startdatum Wanneer? Tussentijds Einddatum Cyclus
Aanpassen van het bestaande protocol. Overleg in LMT, kernteams en plenair. LMT en ZT. Zorgteam i.o.m. LMT en kernteams. Medewerkers, directie en MR. Schooljaar 2012-2013. Juni 2014. Jaarlijks evalueren en eventueel aanpassen.
Wat?
PROTOCOL DYSLEXIE 5 Resultaat Inhoud Aansturen Wie? Maken Ontvangen Startdatum Wanneer? Tussentijds Einddatum Cyclus
Aanpassen van het bestaande protocol. Overleg in LMT, kernteams en plenair. LMT en ZT. Zorgteam i.o.m. LMT en kernteams. Medewerkers, directie en MR. Schooljaar 2012-2013. Juni 2014. Jaarlijks evalueren en eventueel aanpassen.
Wat?
WERKEN MET KURZWEIL 6 Resultaat
Werkend Kurzweil programma voor alle dyslectische leerlingen op school. Het programma Kurzweil wordt jaarlijks gevalueerd op gebruiksvriendelijkheid voor leerlingen en personeel. Kurzweil-deskundige. Kurzweil-deskundige, ICT-sectie en orthopedagogen. Alle dyslectische leerlingen. Schooljaar 2008-2009. Juni 2014. Jaarlijks evalueren en eventueel aanpassen.
Wat? Inhoud
Wie?
Aansturen Maken
Ontvangen Startdatum Wanneer? Tussentijds Einddatum Cyclus
PROTOCOL VERZUIM 7 Resultaat Wat? Inhoud Aansturen Wie? Maken Ontvangen Startdatum Wanneer? Tussentijds Einddatum Cyclus
Aanpassen van het bestaande protocol. Overleg in LMT, kernteams en plenair. LMT. Zorgteam i.o.m. LMT en kernteams. Medewerkers, directie en MR. Schooljaar 2011-2012. Juni 2014. Jaarlijks evalueren en eventueel aanpassen. 15
Zorgplan MWC Oosterweg juni 2013
SCHOLING “SIGNALEREN EN WAT DAN?” 8 Resultaat
Vergrootte kennis bij het team over mogelijke problematieken en weten hoe daarmee om te gaan en welke interventie te plegen. 2 of 3 scholingsmiddagen voor het gehele team met als centrale thema: signaleren van: leerstoornissen, gedragsproblemen, motivatie problemen, psychische problemen, pesten, kindermishandeling en medische problemen. Zorgcoordinator. Orthopedagogen en zorgcoordinator. Aangevuld met externe gasten. Begeleiders van LGF-leerlingen, mentoren, docenten, andere geïnteresseerden en het zorgteam. Schooljaar 2013-2014 Jaarlijks wisselende thema‟s.
Wat? Inhoud
Wie?
Aansturen Maken Ontvangen
Startdatum Wanneer? Tussentijds Einddatum Cyclus
HERIJKING MENTORAAT 9 Resultaat Wat? Inhoud Aansturen Wie? Maken Ontvangen Startdatum Wanneer? Tussentijds Einddatum Cyclus
Aangepaste taakomschrijving mentoraat op papier met daarbij overeengekomen facilitering. Overleg in LMT, kernteams en plenair. LMT. LMT i.o.m. zorgteam en kernteams. Medewerkers, directie en MR. Schooljaar 2012-2013 Begin schooljaar 2013-2014 -
HERIJKING HANDELINGSPLANNEN 10 Resultaat Wat? Inhoud Aansturen Wie? Maken Ontvangen Startdatum Wanneer? Tussentijds Einddatum Cyclus
Efficiënte werkwijze rondom handelingsplannen. (tijd en administratieve last verbetering van het hanteren van handelingsplannen in de lessen. Overleg in LMT, kernteams en plenair. LMT. LMT i.o.m. zorgteam en kernteams. Medewerkers, directie en MR. Schooljaar 2011-2012. Juni 2014 Jaarlijks evalueren en eventueel aanpassen.
16
Zorgplan MWC Oosterweg juni 2013
VERHELDERING ZORGSTRUCTUUR Oosterweg 11 Resultaat Wat? Inhoud
Wie?
Aansturen Maken
Ontvangen Startdatum Wanneer? Tussentijds Einddatum Cyclus
Zorgoverzicht voor personeel, LMT en externe deskundigen. Zorgoverzicht met vormen van zorg, betrokken personen, tijdstippen en procedures van aanmelding en verwerken van informatie. Delen van het overzicht worden op de website geplaatst. Zorgcoordinator. Zorgcoordinator i.s.m. orthopedagoog, rt-er, decaan, logopedist, afdelingsleiders en externe deskundigen. LMT, (O)OP en externe zorgfunctionarissen. April 2008. Januari 2014. Jaarlijks evalueren en eventueel aanpassen.
SCHOOLBREED ZORGPLAN 12 Resultaat Wat? Inhoud
Wie?
Aansturen Maken
Ontvangen Startdatum Wanneer? Tussentijds Einddatum Cyclus
Schoolbreed zorgplan op papier en digitaal op personeelssite. Vernieuwd zorgplan van beide locaties waarin de nieuwste ontwikkelingen qua locatie, soort onderwijs en zorgstructuur zijn opgenomen. Zorgcoordinatoren Veenseweg + Oosterweg. Zorgcoordinatoren Veenseweg + Oosterweg en orthopedagogen. LMT, personeel en externe zorgfunctionarissen. September 2011. Mei 2014. Jaarlijks evalueren en eventueel aanpassen.
17
Zorgplan MWC Oosterweg juni 2013
BIJLAGEN BIJLAGE 1, digitaal toegevoegd IMPLEMENTATIE PLAN MELDCODE KINDERMISHANDELING Status:
in ontwikkeling, laatste mutaties verwerken --> LMT --> DV --> MR
BIJLAGE 2, digitaal toegevoegd DYSCALULIE PROTOCOL Status:
in ontwikkeling, laatste mutaties verwerken --> LMT --> DV --> MR
BIJLAGE 3, digitaal toegevoegd PROTOCOL MEDISCH HANDELEN Status:
in ontwikkeling, laatste mutaties verwerken --> LMT --> DV --> MR
BIJLAGE 4, digitaal toegevoegd PEST PROTOCOL BIJLAGE 5, digitaal toegevoegd DYSLEXIE PROTOCOL BIJLAGE 6, digitaal toegevoegd VERZUIM PROTOCOL
18
Zorgplan MWC Oosterweg juni 2013
BIJLAGE 7 TAAKOMSCHRIJVING Zorgcoordinator Oosterweg Algemene taken zorgcoördinator: o Onderhouden van goede contacten met LMT, afdelingsleiders en collega‟s. o Coördineren, voorzitten en notuleren van het ZAT. o Terugkoppelen van het ZAT naar afdelingsleiders/mentoren. o Informatie over leerlingen invoeren in LVS. o Dossiers en handelingsplannen bewaken. o Voorlichting over begeleiding en zorg geven aan ouders, mentoren en docenten. o Dyslexieprotocol bewaken en gezamenlijk bijstellen. o Zorgoverzicht maken voor mentoren en docenten voor het hele schooljaar. o Direct aanspreekpunt zijn voor SMW, LPZ, GGD en AB. o Faciliteiten regelen voor SMW, LPZ, GGD en AB. o Organisatie verzorgen rondom Sova/ FRT. o Updaten van het zorgplan i.s.m. de zoco van de andere locatie (om de 4 jaar) en jaarlijks bijstellen van de beleidsdoelen. o Scholing regelen voor mentoren (zoals bijv. workshop handelingsplannen schrijven). o Toelatingsgesprekken voeren met de afdelingsleider en de ouders van een zorgleerling. o Toelating beoordelen met toelatingscommissie en orthopedagoog. o Vakliteratuur bijhouden. o Op de hoogte blijven van nieuwe regelingen m.b.t. aanvragen van geldbudgetten. o Op „Open Dag‟ ouders te woord staan. o Overleggen met collega‟s van de andere locatie en andere VO-scholen. o Maken van dossiers voor de PCL. o Zorgbudgetten (PCL) aanvragen. o Contacten onderhouden met SWV VO. o Deelnemen aan het zoco-overleg binnen het SWV VO. o Scholing volgen, bijv. bij SWV VO. o Aanspreekpunt zijn voor leerlingen binnen het Flex College. o LGF en PAB -procedure verzorgen en verantwoordelijk zijn voor voortgang van dit proces. o Contacten onderhouden met én aanspreekpunt zijn voor externe hulpverleners. o Kennis hebben van de sociale kaart van de regio Nijmegen. Specifieke taken zorgcoördinator Oosterweg: o Aansturen van testen van nieuwe leerlingen. o Onderhouden van contacten met de basisscholen. o Maken van dossiers voor de RVC; aanvragen lwoo-beschikking o Organisatie verzorgen rondom de dyslexieprocedure. o Protocollen bewaken en gezamenlijk bijstellen. o Notuleren van intern zorgteam voor alle leerjaren en niveaus. o Beleid voorbereiden voor de zorg in de bovenbouw.
19
Zorgplan MWC Oosterweg juni 2013
BIJLAGE 8
Zorg op het Maaswaal College
De zorg op het Maaswaal College, locatie Oosterweg - 1e lijnszorg: in de klas; docenten, mentor en afdelingsleider. - 2e lijnszorg: op school; orthopedagoog / remedial teacher / logopedist / ambulante begeleiding / schoolmaatschappelijk Werk / GGD. - 3e lijnszorg: via het ZAT; externe instanties. Wanneer wordt gedrag gezien als een zorgsignaal? Al het gedrag dat afwijkt van het normale of eerder vertoond gedrag. Je kunt gebruik maken van een signaleringslijst (bijv. niet pluis lijst, zie bijlage). Mentor: Een zorgsignaal en dan? Ga in gesprek met de leerling. Neem contact op met de ouders (eerstverantwoordelijken). Check of het probleem is opgelost. Bespreek met je leidinggevende. Zorg voor verslaglegging in SOM (gespreksverslag met ouders, gemaakte afspraken). Wanneer inbrengen in Intern Zorgteam (IZT)? Breng een leerling altijd in bij: verandering in gedrag ten opzichte van eerder dat jaar. veelvuldig verzuim door ziekte. concentratieproblemen (of concentratieverlies ten opzichte van eerder dat jaar). energieverlies of vermagering. een (grote) operatie die effect kan hebben op het schoolse functioneren. niet adequaat reageren van een leerling op of in bepaalde situaties. motorisch niet goed functioneren (schrijven, oog-handcoördinatie, lopen (lo)). flauwvallen, absences hebben. veel hoofdpijn. Anafylaxie (allergische reactie die levensbedreigend kan zijn), diabetes. ernstig perfectionisme. vermoeden van autisme. NB: een leerling met concentratieproblemen of leerproblemen kan door docenten bestempeld worden als “lui”, “ongemotiveerd”, omdat dat het gedrag is wat de leerling laat zien. Wees je ervan bewust dat er meer onder kan liggen dan puberend gedrag. Het Interne Zorgteam (IZT). Is de schakel naar orthopedagoog en maatschappelijk werk, maar ook naar het ZAT. Wil jij een leerling aanmelden dan moet dat via het” aanmeldingsformulier IZT” (zie bijlage).
Wanneer wordt een leerling besproken in het ZAT? 20
Zorgplan MWC Oosterweg juni 2013
Als de problematiek vanuit meerdere gezichtspunten bekeken moet worden (multidisciplinaire aanpak). De ZAT-partners overleggen samen over de situatie en geven advies of gaan zelf met de casus aan de slag. Je kunt hierbij denken aan bijvoorbeeld: Veelvuldig verzuim bij ziekte (schoolarts, leerplichtambtenaar). Spijbelgedrag na scheiding van ouders (leerplichtambtenaar, maatschappelijk werk). Vermoeden van kindermishandeling (schoolarts, maatschappelijk werk, bureau jeugdzorg). Kind wil niet meer thuis wonen (maatschappelijk werk, bureau jeugdzorg). Overlijden van een ouder (maatschappelijk werk, schoolarts). Problematiek bij autisme. Overspannen prestatiedrang (schoolarts, orthopedagoog). Leerlingen met depressie, borderline, slaapstoornis, eetstoornis (is de behandeling adequaat?). Verwaarlozing of niet adequate reactie van ouders op hulpvraag van leerling. Van een docent wordt verwacht dat hij (zij) iets doet wanneer zorgsignalen worden opgevangen; zeker wanneer dat signalen van kindermishandeling zijn. Een docent mag niet de andere kant op kijken (wetgeving 2012). In het Zorg adviesteam (ZAT) hebben zitting: Zorgcoördinator. Orthopedagoog. Schoolarts (of schoolverpleegkundige). School Maatschappelijk werk. Leerplichtambtenaar. Bureau jeugdzorg. Politie.
21
Zorgplan MWC Oosterweg juni 2013
BIJLAGE 9
SIGNALERINGSLIJSTEN
Signaleringslijst (niet-pluis lijst) De lijst is bedoeld als een hulpmiddel om problematiek van een leerling te signaleren, maar ook om deze te omschrijven t.b.v. interne leerling-besprekingen. Algemene indruk
X als ja
Opmerking / toelichting/beschrijf het concrete gedrag
Heeft regelmatig fysieke klachten (bv hoofdpijn, buikpijn). Verzuimt regelmatig. Komt vaak te laat. Vraagt veel aandacht van de mentor. Vraagt veel aandacht van de docenten. Ziet er vermoeid uit. Maakt een ongelukkige indruk. Maakt een onevenwichtige indruk. Maakt een chaotische indruk. Mijdt sociale contacten. Is rusteloos (overactief). Ziet bleek. Vaak koude handen, heeft het altijd koud. Draagt meerdere lagen/ wijde kleding. Draagt altijd bedekkende kleding (armen). Vertoont dwangmatig gedrag. Drinkt grote hoeveelheden water (caloriearm). Valt regelmatig flauw. Heeft schorre hese stem. Frunnikt veel met handen, schuifelt met voeten (onrustig). Didactisch beeld Zwakke concentratie, snel afgeleid. In de les vaak niet aan het werk. Maakt huiswerk vaak niet. Leert huiswerk vaak niet. Zegt vaak “Ik snap het niet”. Heeft leerproblemen. Vraagt niet om hulp. Heeft veel aansporing nodig. Wisselende schoolresultaten. Cijfers lopen terug. Is gedemotiveerd. Is zéér ijverig.
Stemming Komt gespannen, angstig over. Komt verdrietig over. Komt onverschillig over. Is vaak boos. 22
Zorgplan MWC Oosterweg juni 2013
Is onzeker. Is juist heel stil. Heeft stemmingswisselingen. Vaak lusteloos. Gevoelig voor sfeer in de klas. Overgevoelig voor kritiek. Gedrag Gaat stotteren bij een beurt. Is erg beweeglijk, praat veel. Gedraagt zich clownesk. Doet niet wat je zegt. Weigert te doen wat gevraagd wordt. Zegt ja, doet nee. Daagt uit, provoceert. Grof taalgebruik. Roept door de klas. Teruggetrokken gedrag. Futloos.
Sociaal contact Heeft vaak ruzie met andere leerlingen. Heeft veel conflicten met docenten. Zoekt het conflict met docenten. Kan niet goed communiceren. Is erg verlegen. Is veel alleen. Pest. Wordt gepest. Is sterk beïnvloedbaar door de groep. Wil binnen groep bepalen hoe en wat. Gaat volstrekt zijn/haar eigen gang. Heeft geen aansluiting bij de groep. Kan niet goed samenwerken. Legt de schuld vaak bij een ander. Toont weinig respect voor medeleerlingen.
Anders Vermoeden van verslaving. Heeft „problemen‟ thuis. Altijd heel lang op school. Sexueel wervend gekleed.
23
Zorgplan MWC Oosterweg juni 2013
STAPPENPLAN ZORG VOOR LEERLINGEN
SIGNALERING 1.
NAAM LEERLING: KLAS: STARTDATUM:
2.
PROBLEEMOMSCHRIJVING WAT GING ERAAN VOORAF: WAT GEBEURT ER (zo concreet mogelijk): WIE HEEFT ER LAST VAN: WANNEER: JA
GENOTEERD IN SOM:
3
HERKENNING BIJ ANDERE LESGEVENDEN Vraag of andere docenten probleem herkennen ja/nee + vraag evt. toelichting en of aanvulling. Afspraak: lesgevende reageren binnen 3 dagen op deze mail. HERKENNING:
4
JA
TOELICHTING: . NAGAAN DOSSIER Bestaat het probleem al langer? Is er onderzoek naar gedaan? Zijn er oorzaken bekend?
JA JA JA
Is bekend hoe hier tot nu toe mee omgegaan werd? Zo ja, hoe? TOELICHTING:
JA
C h C h C h C h
C h
C h
NEE
NEE NEE NEE NEE
C h C h C h C h
C h C h C h C h
? ? ? ?
24
Zorgplan MWC Oosterweg juni 2013
5
HERKENNING BIJ OUDERS Herkent u het probleem?
JA
Bestaat het probleem al langer?
JA
Is er contact geweest met hulpverlening?
JA
Hoe kunnen we het probleem samen oplossen? TOELICHTING: GENOTEERD IN SOM:
JA
C h C h C h
NEE NEE NEE
C h C h C h
C h
PLAN VAN AANPAK (1)
6.
MOGELIJKE AANPAKKEN Zoek naar realistische oplossingen indien nodig in overleg met een collega. MOGELIJKE AANPAKKEN: 1. 2. 3.
7.
LEERLING BESPREKEN IN leerlingbespreking of IZT Meld de leerling voor bespreking aan bij de teamleider. Gekozen aanpak:
8.
Stel een evaluatiedatum vast: HANDELINGSPLAN Is een handelingsplan noodzakelijk?
JA
Stel het handelingsplan op. Communiceer handelingsplan met ouders + leerling Datum gesprek: 9.
C h
NEE
C h
NEE
C h
EVALUATIE Datum:
C
Had het resultaat?
JA h Wanneer bovenstaande geen of onvoldoende resultaat gaf, dan:
C Herhaling van punt 6 – 7 – (8) – 9 Plan van aanpak (2) h C Inschakelen 2e lijnshulp h
25
Zorgplan MWC Oosterweg juni 2013
26
Zorgplan MWC Oosterweg juni 2013
BIJLAGE 10
AANMELDINGSFORMULIER IZT
Aanmeldingsformulier IZT. Afdelingsleider: Datum:
Naam leerling
Klas
Geboortedatum
Wat is het probleem?
Wat is er al gedaan?
Wat is de vraag?
27
Zorgplan MWC Oosterweg juni 2013
BIJLAGE 11
AANMELDINGSFORMULIER ZAT
Datum bespreking:
Datum aanmelding:
Is er door ouders/verzorgers/leerling toestemming voor bespreking gegeven? Ja / Nee Gegevens leerling Voorletters Roepnaam Tussenvoegsel Achternaam Adres Postcode en woonplaats Telefoonnummer Geboortedatum Geslacht
Nationaliteit
Huidig schooltype/niveau
Schoolverloop
Leerjaar/klas Gezinssituatie (samenstelling van het gezin, evt. ingrijpende gebeurtenissen in het gezin) Gegevens VO-school Naam school Adres Postcode en woonplaats Telefoonnummer Naam zorgcoördinator Naam en telefoonnummer mentor/docent Naam Orthopedagoog
28
Zorgplan MWC Oosterweg juni 2013
Geef hieronder aan welke redenen van toepassing zijn bij deze aanmelding O 1. Problemen in de thuissituatie: -Er is sprake van aantoonbare negatieve invloed op de schoolse vorderingen of op het gedrag van de leerling op school. -De normale schoolgang wordt ernstig belemmerd. O 2. Traumatische ervaringen en crises: -Er is sprake van aantoonbare, negatieve invloed op de schoolse vorderingen. normale schoolgang wordt ernstig 3. Leerproblemen: O -De belemmerd. -Er is sprake van aantoonbare tempo- en/ of concentratieproblematiek, waardoor de verwachte didactische vorderingen uitblijven. - Ander type leerprobleem, namelijk …
O 5. Schoolverzuim:
O 6.Lichamelijke klachten:
O 5. Overige problemen: -Alle problemen en stoornissen die aantoonbare negatieve invloed uitoefenen op de schoolse vorderingen en/ of omgeving. Aard overige problemen:
O 4. Gedragsproblemen: -Deze problemen zijn van dien aard dat dit van grote invloed is op de schoolse situatie. Het kind zelf en/ of zijn omgeving ervaren hierdoor duidelijk hinder.
Korte omschrijving reden van aanmelding: Geef een nadere omschrijving van het hierboven aangekruiste probleem (zo concreet mogelijk in termen van gedrag). Hoe lang bestaat het probleem al? Wat heeft de school reeds gedaan i.v.m. de problemen?
Welke externe hulp is eerder geboden en door wie? Wat is de vraag van de jongere zelf? En/of waaruit blijkt de weerstand van de jongere?
Zijn de ouders op de hoogte van het probleem? Wat is de vraag van de zorgcoördinator/mentor aan het zorgteam? Wat is het doel van de bespreking ?
29
Zorgplan MWC Oosterweg juni 2013
Samenvattend is de conclusie uit de bespreking:
Actie Toeleiding naar BJZ door BJZ medewerker
O Consultatie/advies door BJZ aan …
O Begeleiding/gesprek schoolmaatschappelijk werk O Begeleiding/gesprek/consult GGD
O Consultatie/advies door SMW aan …
O Begeleiding/gesprek door ……….. (functionaris) van school
O
O Leerplichtambtenaar
O
O Ouders wordt gevraagd om …
O
O Consultatie/advies door GGD aan …
Evaluatie data:
30
Zorgplan MWC Oosterweg juni 2013
BIJLAGE 12 LIJST MET AFKORTINGEN EN VERKLARINGEN LIJST MET AFKORTINGEN EN VERKLARINGEN.
AB
Ambulante Begeleiding.
ADHD
Attention Deficit Hyperactivity Disorder, aandachtstekortstoornis met Hyperactiviteit.
AVL
Nederlandse vragenlijst waarmee op eenvoudige wijze te achterhalen is óf, en in welke mate, er bij kinderen sprake is van de gedragssymptomen van ADH.
BJZ
Bureau Jeugd Zorg.
CITO
Instituut voor toetsontwikkeling.
DLE
Didactische Leeftijdsequivalent, drukt uit op welk niveau een leerling staat met het beheersen van de leerstof.
FRT
Faalangst Reductie Training.
GGD
Gemeentelijke Gezondheids Dienst.
IZT
Intern Zorg Team.
Kurzweil
Software systeem voor dyslexie, leest digitale teksten voor.
LGF
Leerling Gebonden Financiering.
LMT
Locatie Management Team.
LWOO
Leerweg Ondersteunend Onderwijs.
LOB
Loopbaan Oriëntatie en Begeleiding
MWC
Maaswaal College.
NIM
Maatschappelijk werk Nijmegen en omgeving.
NIO
Nederlandse Intelligentietest voor onderwijsniveau.
NT2
Nederlands als tweede taal.
OOP
Onderwijs Ondersteunend Personeel.
OP
Onderwijzend Personeel.
OSB
Oriëntatie Studie en Beroep.
PAB
Preventieve Ambulante Begeleiding
PCL
Permanente Commissie Leerlingenzorg. 31
Zorgplan MWC Oosterweg juni 2013
PDD-NOS
Pervasieve Ontwikkelingsstoornis die zich manifesteert in het totale functioneren van het kind.
PSO
Praktische Sector Oriëntatie.
REC
Regionaal Expertise Centrum.
RVC
Regionale Verwijziings Commissie.
SAQI
Digitale schoolvragenlijst, meet welbevinden, motivatie, zelfvertrouwen en pesten bij leerlingen.
SMW
School maatschappelijk Werk.
SOM
School informatiesysteem.
SOVA
Sociale Vaardigheden.
SSAT
Situatie Specifieke Angst Test, screeningsinstrument voor faalangst.
SWV
Samenwerkings Verband.
TRF
Teacher`s Report Form, gedragsvragenlijst in te vullen door docent.
VMBO
Voorbereidend Middelbaar beroepsonderwijs.
B
Basis niveau.
K
Kader niveau.
T
Theoretisch niveau.
H
Havo niveau.
Verwijsindex
Digitaal systeem waarin professionals een signaal kunnen afgeven dat zij zich zorgen maken over een kind of jongere in de leeftijd van 0-23 jaar.
VO
Voortgezet Onderwijs.
ZAT
Zorg Advies Team.
32
Zorgplan MWC Oosterweg juni 2013