Samenwerkingsverband 36-03 Postbus 698 2600AR Delft 015-2568710
[email protected]
Zorgplan 2012 – 2014
Jan de Grauw,
Definitief vastgesteld tijdens de bestuursvergadering van 21 juni 2012.
1
Inhoudsopgave. Voorwoord
3
Hoofdstuk 1 Op weg naar passend onderwijs
4
Hoofdstuk 2 Doelen 2012 – 2014
9
Hoofdstuk 3 Begroting 2013 – 2014
13
Bijlagen. Bijlage 1
Het samenwerkingsverband
16
Bijlage 2
Zorgstructuur samenwerkingsverband
22
Bijlage 3
Partners
23
Bijlage 4
Kengetallen samenwerkingsverband
24
Bijlage 5
Vaststelling zorgplan 2012 – 2014
25
Bijlage 6
lijst met gebruikte afkortingen
26
Bijlage 7
Samenstelling bestuur
27
Bijlage 8
Samenstelling stuurgroep
27
Bijlage 9
Stand van zaken passend onderwijs landelijk
28
Bijlage 10
Evaluatie zomer 2010
2
Voorwoord. Voor u ligt het zorgplan 2012 – 2014 van de twee samenwerkingsverbanden WSNS, die werkzaam zijn in de regio Pijnacker, Delft en Midden-Delfland. Deze verbanden, de stichting samenwerkingsverband primair onderwijs Delft e.o. ( 36-02) en de stichting openbaar en algemeen bijzonder onderwijs Delft e.o. ( 36-03) werken al enige jaren intensief samen en zijn voornemens om te komen tot een gezamenlijk samenwerkingsverband per 1 augustus 2012. De bedoeling was dat deze samenvoeging een belangrijk deel zou gaan vormen van dit nieuwe zorgplan, ware het niet dat op 31 januari 2011 een brief van de minister van onderwijs gezorgd heeft tot flinke wijzigingen in het onderwijszorgbeleid. Gezien de ontwikkeling naar een nieuw samenwerkingsverband 2802, samen met andere partners, wordt het huidige beleid van het samenwerkingsverband gecontinueerd. Uiteraard is de begroting 2013 – 2014 wel aangepast aan de huidige situatie. Wat de besturen van de samenwerkingsverbanden al wel hebben benadrukt in hun gezamenlijk overleg dat het “nieuwe samenwerkingsverband” efficiënt en doelmatig ingericht moet zijn, zodat er veel middelen rechtstreeks bij het kind kunnen komen. De beschrijving van de huidige organisatie en de werkzaamheden, die uitgevoerd moeten worden, kunt u uiteraard wel vinden in dit zorgplan. Maar t.a.v. de beschrijving van het proces dat moet leiden naar de nieuwe situatie per 1 augustus 2012 zal de nodige hiaten bevatten. Desondanks kan dit zorgplan wel een reëel beeld geven van de onderwijszorg in de regio, waar de samenwerkingsverbanden binnen functioneren. De uitspraak van de twee besturen van de samenwerkingsverbanden om te komen tot één zorgplan voor beide verbanden blijft bestaan. Dit betekent dat inhoudelijk het beleid grotendeels is afgestemd. Waar dat nog niet het geval is, zal dit terug te vinden zijn in dit zorgplan. De begrotingen van beide samenwerkingsverbanden zijn uiteraard gescheiden. Wel zal duidelijk zijn dat ook deze onderdelen grotendeels al op elkaar afgestemd zijn. De besturen nemen formeel wel gescheiden een besluit over dit zorgplan na raadpleging van de betrokken (gemeenschappelijke) medezeggenschapsraden. Naast de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor het samenwerkingsverband staan de individuele scholen voor de taak om een verbinding te leggen tussen de genoemde activiteiten in dit zorgplan en het eigen schoolplan, zodat de beschreven voornemens ook in de praktijk van elke individuele school hun uitwerking zullen krijgen. Vanuit het samenwerkingsverband is een format aangereikt t.a.v. de onderwijszorg, die als basis kan dienen voor het schoolplan van de betrokken scholen. Tot slot wil ik benadrukken dat de kern van een goed zorgbeleid ligt bij de leerkracht in de groep. Het is daarom ook van groot belang hen te betrekken bij de ontwikkelingen, die de komende jaren gaan plaatsvinden. Mede namens het bestuur wens ik de scholen en alle betrokkenen daarbij veel succes en werkplezier J.A.J. de Grauw, coördinator.
3
Hoofdstuk 1. Op weg naar Passend Onderwijs. 1.1. Passend onderwijs Het strategisch beleidsplan 2007 -2011 is met het nieuwe schooljaar afgerond. Het schooljaar 2011 2012 zal worden gebruikt om te komen tot een nieuw meerjarenplan 2012 -2016. Dit zorgplan is met name een overgangsdocument, waarbij getracht wordt, zo ver mogelijk, de route te beschrijven om te komen tot een nieuwe inrichting van het samenwerkingsverband nieuwe stijl. Op het moment van schrijven is bekend geworden dat de minister de verbanden op de schop gaat nemen en gaat bepalen wie met wie gaat samenwerken.
Passend Onderwijs gaat over het verzorgen van onderwijsarrangementen voor ALLE kinderen. (Zorgplicht.) De arrangementen dienen van goede kwaliteit te zijn en moeten leiden naar een maatschappelijk relevante uitstroom. Om dat te bereiken wordt er gewerkt aan de volgende aspecten: - Kwaliteitsontwikkeling onderwijs. - Versterking regionale samenwerking. - Betrekken van leerkrachten/ docenten bij de ontwikkeling van Passend Onderwijs. - Betrekken van ouders bij de ontwikkeling van Passend Onderwijs.
1.2. Missie
“Regulier waar het kan, speciaal waar het moet”. Alle kinderen moeten adequaat, op de juiste plaats een passend onderwijszorgarrangement krijgen. Onze inspanningen van de komende jaren zijn erop gericht een zorgstructuur en zorgbeleid te ontwikkelen dat dit mogelijk maakt. Dit is de kernopgave van het samenwerkingsverband. - Tijdig na gaan welke onderwijsbehoefte een kind heeft. - Op de juiste plaats door zorgvuldig vast te stellen waar een kind het beste tot zijn recht komt. Kan er een plek in de eigen woonomgeving gecreëerd worden of is er specifieke begeleiding nodig van of in het speciaal onderwijs. - Passend door de juiste voorzieningen te bieden, zowel voor het desbetreffende kind als voor de leerkracht, de ouders en de school.
1.3. Visie. Om kinderen een passend onderwijsarrangement te kunnen bieden dat goed aansluit bij hun onderwijsbehoeften, moeten we bij het ontwikkelen van beleid rekening houden met de volgende aspecten: - Het formuleren van passende onderwijsbehoeften. Dit staat centraal. - Met verschillen leren omgaan. Voorkomen is beter dan genezen. - Samenwerken op alle niveaus. Alleen dan slaagt de uitvoering van het beleid. - Afstemmen in de communicatie tussen alle betrokkenen en geledingen. - Afstemmen als onderwijskundig begrip in het zorgbeleid. - Bekwaamheid vergroten en expertise ontwikkelen (denk niet alleen aan onderwijskundige bekwaamheid en expertise, maar ook aan het aansturen van de verschillende processen. - Er moet draagvlak zijn om te willen omgaan met verschillen. - Behalve een juiste strategie is ook een gepaste efficiënte zorgstructuur essentieel.
4
1.4. Stand van zaken. 1.4.1.Stand van zaken februari 2011. In de laatste zorgplannen van de samenwerkingsverbanden zijn de doelstellingen van het zorgbeleid schematisch beschreven. Aangezien sommige activiteiten om deze doelstellingen te realiseren niet altijd precies op het einde van een schooljaar zijn afgerond, wordt voor deze paragraaf teruggekeken op de doelstellingen uit de zorgplannen van 2009 -2010 en deels voor 2010 -2011. In september 2010 is de tweejaarlijkse evaluatie ( ZEK) afgerond. De opbrengsten van deze evalautie zijn besproken tijdens de studiedag van 12 oktober 2010. In een bijlage bij dit zorgplan vindt u hiervan de resultaten.
Nieuwe taken van het samenwerkingsverband vanaf augustus 2012. De bevoegde gezagsorganen in het samenwerkingsverband maken afspraken over de wijze waarop voor alle leerlingen een zo veel mogelijk passende plek in het onderwijs kan worden gerealiseerd. Het gaat dan om de verdeling van middelen en de geboden extra ondersteuning aan leerlingen. De gemaakte afspraken zullen in het zorgplan 2012 – 2016 worden vastgelegd. In het nieuwe wettelijke kader dient het zorgplan de volgende punten te omvatten. De wijze waarop voor elke zorgleerling zo veel mogelijk passend onderwijs kan worden gerealiseerd. De onderwijszorgprofielen van de scholen die deelnemen aan het samenwerkingsverband maken hier onderdeel van uit. De afspraken ( procedure en criteria) die de bevoegde gezagsorganen hebben gemaakt over de verdeling en besteding van zorgmiddelen voor leerlingen in het reguliere basisonderwijs. De afspraken ( procedure en criteria) die zijn gemaakt over de toewijzing van ondersteuning voor leerlingen in het reguliere onderwijs. De procedure voor plaatsing in het sbo, de clusters 3 en 4 van het speciaal onderwijs. In ieder geval moeten scholen voor sbo en so worden betrokken bij de toelaatbaarheid van leerlingen tot een school voor so. De manier waarop ouders worden geïnformeerd over de wijze waarop de zorg voor leerlingen met een extra ondersteuningsbehoefte in het samenwerkingsverband is ingericht. Het zorgplan en de manier waarop wordt samengewerkt met aanpalende jeugdvoorzieningen wordt afgestemd met de gemeentes, waarbinnen het samenwerkingsverband functioneert. Jaarlijks wordt voor 15 mei, voorafgaand aan het schooljaar, het zorgplan naar de inspectie verzonden. Daarnaast stellen samenwerkingsverbanden een jaarverslag op. 1.4.3..Stand van zaken op samenwerkingsverbandniveau. Bestuursverslag samenwerkingsverband 36-03. Het jaar 2012 is voor het samenwerkingsverband een bijzonder jaar geweest. De eerste maanden van 2012 was de richting dat in versneld tempo gewerkt moest gaan worden aan de vorming van een nieuw groter regionaal samenwerkingsverband, dat in augustus 2013 zou moeten gaan functioneren. Dit betekende dat de eerste maanden van 2012 veel tijd besteed is aan de voorbereidingen van dit nieuwe verband. Door het ministerie was aangegeven dat op 1 november 2012 het nieuwe verband zou moeten opgericht zijn. In het voorjaar van 2012 werd duidelijk dat het kabinet het onderwijsveld een jaar meer de tijd geeft om dit complexe proces te realiseren. Daarnaast werd ook duidelijk dat de voorgenomen bezuinigingen op passend onderwijs werden teruggedraaid. Hiermee werd 2012 het jaar om gestructureerder en planmatiger de in- en oprichting van het nieuwe samenwerkingsverband gestalte te gaan geven. In april 2012 ging het samenwerkingsverband deelnemen aan de voorbereidingsgroep van het samenwerkingsverband 2802 i.o. Samengevat betekent dit dat het samenwerkingsverband per 1 augustus 2014 opgeheven gaat worden. En dat na dit bestuursverslag er nog bestuursverslagen komen tot 1 januari 2014 en de laatste tot 31 juli 2014. Bestuursniveau. De inzet van het bestuur van het samenwerkingsverband is in 2012 tweeledig geweest. Enerzijds is bestuurd op de uitvoering van de geplande werkzaamheden, zoals deze vermeld staan in het zorgplan van het samenwerkingsverband, anderzijds werd actief geparticipeerd in de op- en inrichting
5
van het nieuwe samenwerkingsverband. Dit betekende dat de voorzitter van het samenwerkingsverband is gaan deelnemen in een bestuurlijke werkgroep van het samenwerkingsverband 2802 i.o. en dat de coördinatie gefaciliteerd werd om deel te gaan nemen in de voorbereidingsgroep van dit verband. Daarnaast heeft het bestuur uitvoering gegeven aan haar wettelijke taken. De begroting 2012- 2013 is vastgesteld en de jaarrekening 2011 is vastgesteld. Tevens is toezicht gehouden op een ordentelijke uitvoering van de opgelegde taken. Vanaf 1 mei 2012 is de coördinatie van het samenwerkingsverband ondergebracht in het Steunpunt Jeugd in Delft. Naast de samenwerkingsverbanden primair onderwijs zijn daar ook het samenwerkingsverband voortgezet onderwijs , coördinatie en zorgregisseurs van het centrum voor jeugd en gezin ondergebracht. Bureau Jeugdzorg zal in de loop van 2013 samen met het AMK worden ondergebracht in dit Steunpunt. In 2012 is er ook een gezamenlijk overleg tot stand gebracht tussen de samenwerkingsverbanden en de gemeenten, waarbinnen de samenwerkingsverbanden opereren. Dit ter voorbereiding op de toekomstige samenwerking met de gemeenten en de veranderende taakstellingen van zowel samenwerkingsverbanden als gemeenten. Naast gezamenlijk overleg tussen bestuurders en wethouders van de gemeenten Delft, PijnackerNootdorp, Lansingerland en Midden-Delfland is er ook een ambtelijke overlegstructuur tot stand gebracht.
Ontwikkeling ZAT (bovenschools zorgadviesteam.) Het bovenschoolse zorgadviesteam is in de loop van 2012 meer gaan samenwerken met andere partners, indien deze een meerwaarde hadden voor ondersteuning van leerlingen en leerkrachten. De samenwerking met het andere bovenschoolse zorgadviesteam is meer op elkaar afgestemd. Waar expertise van elkaar gebruikt kon worden, is dat ook gedaan. Ook werd zichtbaar de veranderende taakstelling, die de nieuwe wetgeving rond Passend Onderwijs met zich mee gaat brengen. Het bovenschoolse zorgadviesteam voerde een viertal verschillende activiteiten uit op verzoek van de scholen: De taak van helpdesk, het uitvoeren van collegiale consultaties, het houden van expertisegesprekken met de juiste mensen om de tafel en het uitvoeren van preventieve ambulante begeleiding. De veranderingen, die zichtbaar zijn geworden in 2012 en te maken hebben met het passend onderwijs zijn de volgende: Het direct betrekken van ouders bij gesprekken. Naast vertegenwoordigers van scholen worden bij de expertisegesprekken standaard de ouders uitgenodigd. Al heel snel werd zichtbaar dat deze verandering een positieve is. In een aantal zaken bij preventieve ambulante begeleiding heeft het ZAT zich niet beperkt tot het adviseren, maar ook daadwerkelijke ondersteuning van de leerkracht bij de begeleiding van kinderen gegeven. In een aantal complexe aanmeldingen van kinderen bij scholen heeft het samenwerkingsverband een actieve rol gespeeld. De juiste mensen om de tafel krijgen, concrete afspraken maken en de regie nemen waar dat wenselijk was, maakte hiervan onderdeel uit. De inhoudelijke lijn naar het nieuwe samenwerkingsverband. In 2012 heeft m.n. de coördinatie zich bezig gehouden met het inbrengen van goed e inhoudelijke aspecten naar het nieuwe samenwerkingsverband toe. Rond de thema’s van basisondersteuning, extra ondersteuning, speciale lesplaatsen, professionalisering en organisatie is in goed overleg met de vertegenwoordigers van andere verbanden gewerkt aan de beleidsontwikkeling. Een van de achtergronden was om wat goed in het huidige verband was mdee te nemen naar het nieuwe verband. De resultaten ziet u daarvan terug in het ondersteuningsplan van het nieuwe samenwerkingsverband passend primair onderwijs Delflanden dat eind 2013 zal gaan verschijnen. Scholing. In 2012 hebben de leerkrachten, die deelgenomen hebben aan de ECHA-opleiding hun eindresultaat behaald. Wel is gebleken dat deze stevige master-opleiding bij het Centrum voor Begaafdheidsonderzoek ( universiteit van Nijmegen) een flink beslag heeft gelegd op de tijd en energie van deze leerkrachten.
6
Zes leerkrachten hebben de volledige studie met succes afgerond en hebben daarmee hun mastertitel behaald. De andere kandidaten hebben twee of meerdere certificaten gehaald op delen van de opleiding. Het uitgangspunt om deze leerkrachten te behouden in de klassen van de scholen is deels gelukt. Een aantal leerkrachten heeft de scholen verlaten en zijn andere werkzaamheden gaan uitvoeren. Binnen het samenwerkingsverband zal nagedacht gaan worden op welke wijze hier in de toekomst mee omgegaan moet worden. Daarnaast zijn de gedragssociëteit en de masterclasses van Pierre den Hartog uitgevoerd. Beide activiteiten hebben als doel gehad om leerkrachten bekwamer te maken in het omgaan met kinderen. Ook op didaktisch gebied is gewerkt aan een aantal activiteiten. De cursus “Van toetsen naar handelen” is uitgevoerd door Anneke Veraart van OnderwijsAdvies. Tevens is Anneke Veraart gevraagd om de pilot “ontwikkelingsperspectieven” uit te gaan voeren voor het samenwerkingsverband. Het samenwerkingsverband heeft deze pilot uitgezet om na te gaan of het samenwerkingsverband in de toekomst voor scholen hier een rol in moet gaan spelen. Op verzoek van het samenwerkingsverband en betrokken scholen worden bij een zestal kinderen ontwikkelingsperspectieven opgesteld en daarna uitgevoerd. Het samenwerkingsverband ondersteunt de scholen hierbij. Doel van deze pilot is om na te gaan op welke wijze een goed ontwikkelingsperspectief moet worden opgesteld. Daarnaast en wellicht is dat nog belangrijker op welke wijze moet dit perspectief worden uitgevoerd. Het samenwerkingsverband monitort dan deze pilot ook nauwkeurig. De eerste resultaten worden in de loop van 2013 verwacht. De interne begeleiders hebben niet alleen samengewerkt in hun netwerkbijeenkomsten, maar een aantal van hen zijn ook bezig geweest met scholing rondom opbrengstgericht werken door de weg van handelingsgericht werken te bewandelen. Dit krijgt een vervolg in 2013. Tot slot heeft het samenwerkingsverband van augustus 2012 zich meer bezig gehouden met taalontwikkeling en NT2. Vanuit het ZAT is Marga van Mil toegevoegd om scholen op verzoek ondersteuning te geven bij hulpvragen. In de scholing is José Koenen, schrijfster van “Zien is Snappen” aan de slag gegaan met leerkrachten om hen te ondersteunen op dit terrein. Beiden worden in 2013 verder uitgevoerd. Opvallend was bij alle scholingsmodules en opleidingen, die uitgevoerd zijn door het samenwerkingsverband dat deze voor 100% bezet waren. Het een en ander heeft zelfs geleid tot over aanmeldingen. Concluderend kan men stellen dat we hiermee in een duidelijke behoefte voorzien. OAB coördinatie. Het samenwerkingsverband heeft voor de gemeente Delft en de betrokken schoolbesturen in delft het onderwijsachterstandenbeleid gecoördineerd. Kengetallen. Het aantal leerlingen in het samenwerkingsverband bedroeg op 1 oktober 2012 3340. Het deelnamepercentage naar het sbo bedroeg 1,24 % ( Landelijk gemiddelde is 2,68%) Het verwijzingspercentage bedroeg 0,51% In absolute getallen kregen 6 leerlingen een sbo-beschikking , waarvan er 3 naar de sbo van het verband gingen en 3 elders. M.b.t. de leerlinggebonden financiering: - Cluster 2: 5 - Cluster 3: 9 - Cluster 4: 11
1.4.4.. Stand van zaken op schoolniveau. De besturen van de samenwerkingsverbanden hebben besloten om iedereen deel te laten nemen aan de training: “Kind op de Gang”. Deze training is bestemd voor leerkrachten, waarin zij hun opvattingen over de leerlingzorg kunnen geven. Welke zorg kan een leerkracht in zijn/ haar groep geven met of zonder externe ondersteuning? Dit is de centrale vraag tijdens die training. Op het einde van deze training ontstaat een “schoolfoto” , waarin zichtbaar is welke mogelijkheden de school kan bieden.
7
Deze gegevens moeten de basis worden voor het schoolzorgprofiel, zoals deze voor Passend Onderwijs ontwikkeld gaan worden. Ook hier blijkt dus dat het een goede zaak is geweest om voor Kind Op De Gang te kiezen. Deze trainingen zijn begin 2011 bij alle scholen uitgevoerd. De opbrengsten van deze trainingen zijn in februari 2011 besproken door de schoolbesturen. Op 22 maart 2011 wordt er een studiedag gehouden voor directeuren, interne begeleiders en bestuurders om met o.a. deze opbrengsten een begin te maken aan de onderwijszorgprofielen. Binnen scholen is verder gewerkt aan de ontwikkeling van Afstemming. Ook is zichtbaar dat scholen meer evidence-based werken toepassen. De samenwerkingsverbanden hebben hiervoor in februari 2009 een studieochtend van Marzano verzorgd. Spil in het geheel zijn hierbij de interne begeleiders. Om samenwerking te bevorderen nemen interne begeleiders deel aan netwerkbijeenkomsten. Deze worden vier of vijfmaal per jaar gehouden. Onderwerpen, die hierbij aan de orde zijn geweest: - Borging dyslexiebeleid. - Veranderingen op het terrein van leestoetsen en normeringen. - Indicatiecriteria clusters en pcl. - Eén-zorgroute. - Kopklas. - Rugzakjesbeleid. - Passend onderwijs enz. Voor nieuwe interne begeleiders zijn er een viertal startbijeenkomsten gehouden. Nieuwe interne begeleiders zien in het eerste jaar heel veel werkzaamheden op zich afkomen. Om hen te ondersteunen bij een goed werkplan en de juiste prioriteiten te leren kiezen, wordt tijdens deze bijeenkomsten hierover gesproken.
Op het gebied van scholing bieden de samenwerkingsverbanden verschillende scholingsmodules aan: In de zomer van 2011 zullen er een veertiental interne begeleiders afgestudeerd voor de mastersopleiding “Special Education Needs”. In september 2011 zal een nieuwe leergang van deze mastersopleiding van start gaan bij voldoende belangstelling.. Het is beleid van de samenwerkingsverbanden om zoveel mogelijk interne begeleiders een erkende, gecertificeerde opleiding te laten volgen. Voor leerkrachten is er gestart met de gedragssociëteit. Een vijftiental leerkrachten zijn lid geworden van een zogenaamde gedragssociëteit. In een informele sfeer, waarbij een hapje en een drankje klaar stonden, gingen leerkrachten in gesprek met een expert, die voor deze bijeenkomsten gevraagd was. De bijeenkomsten vonden plaats in “De Kokkerie” in Delft en hebben ertoe geleid dat deze bijeenkomsten dit schooljaar geprolongeerd zijn. Daarnaast hebben de samenwerkingsverbanden de curus: WINWIN tweemaal verzorgd voor belangstellende leerkrachten. Uit het aantal aanmeldingen blijkt dat bij leerkrachten hiervoor veel belangstelling is, zodanig dat er in het schooljaar 2010 -2011 een wachtlijst ingericht moest gaan worden.
8
Hoofdstuk 2 Doelen 2012 -2014. 2.1. Zorgniveau samenwerkingsverband. Bestuur Doel Versterken van de bestuurlijke samenwerking met andere ketenpartners. Inrichting nieuw samenwerkingsverband
Zorgplicht en zorgprofielen
Betrekken ouders
Bestuur en management Doel Versterken samenwerking op beleidsmatig en coördinerend niveau t.a.v. de leerlingzorg in de regio Delft.
Komen tot een dekkend netwerk van passende onderwijsvoorzieningen. Komen tot een passende verdeling van de middelen
Activiteit Gezamenlijk vergaderen van de twee WSNSbesturen in de regio Delft.
Tijd Augustus 2011
Wie? Bestuur Coördinator
Evaluatie Augustus 2012
Gezamenlijk met partners aangegeven door minister inrichten van een zorgsamenwerkingsverband en bijbehorende structuur. Gezamenlijk besluiten tot een dekkend netwerk van onderwijsvoorzieningen op basis van door de scholen ontwikkelde zorgprofielen Besluiten tot de wijze waarop ouders geïnformeerd worden en betrokken bij het passend onderwijs
Augustus 2011
Bestuur Coördinator
Augustus 2013
Augustus 2011
Bestuur Coördinator Scholen
Augustus 2013
Augustus 2011
Bestuur Coördinator
Augustus 2013
Aktiviteit Samenwerking door de coördinator van het samenwerkingsverband. integreren werkzaamheden.
Tijd Augustus 2011 – juli 2012.
Wie? Coördinator
Evaluatie Maart 2012
Participeren in zorgplatform primair onderwijs, voortgezet onderwijs, gemeentes Uitvoeren projectplan Passend Onderwijs in samenwerking met speciaal onderwijs, voortgezet onderwijs en hulpverlenende instanties, die relevant zijn voor de leerlingzorg. Ontwikkelen zorgprofielen
Augustus 2011 – juli 2012
Coördinator
Maart 2012
Augustus 2011 – juli 2012
Projectleider Passend Onderwijs, Coördinator en externen.
Juli 2012.
Augustus 2011 – januari 2012
Coördinator Scholen
Januari 2013
De afspraken ( procedure en criteria) die de bevoegde gezagsorganen hebben gemaakt over de verdeling en besteding van zorgmiddelen voor leerlingen in het reguliere basisonderwijs. De afspraken ( procedure en criteria) die zijn gemaakt over de toewijzing van ondersteuning voor leerlingen in het
Augustus 2011 – juli 2012
Coördinator scholen Besturen
Januari 2013
9
Passende verdeling van middelen om te komen tot specialistische onderwijsvoorzieningen.
Doel Indiceren d.m.v. vaststellen onderwijsbehoeften
reguliere onderwijs. De procedure voor plaatsing in het sbo, de clusters 3 en 4 van het speciaal onderwijs. In ieder geval moeten scholen voor sbo en so worden betrokken bij de toelaatbaarheid van leerlingen tot een school voor so. Informeren van ouders over de passende onderwijszorgstructuur in de regio waarbinnen de scholen functioneren.
Aktiviteit PCL Delft indiceert en registreert leerlingen voor het SBO d.m.v. criteria onderwijsbehoeften.
Doel. Een deelnamepercentage (gebaseerd op de telling van 1 oktober 2009) van maximaal 2 % voor leerlingen in het sbo.
Aktiviteit. Uitvoeren zorgbeleid.
Augustus 2011 – juli 2012
Tijd Augustus 2011 – juli 2012
Tijd. Augustus 2011 – juli 2012.
Coördinator Scholen Speciaal onderwijs Besturen
Wie? Voorzitter en leden van de PCL.
Wie? Alle betrokkenen.
Januari 2013
Evaluatie Mei 2013
Evaluatie. September 2012
2.2. zorgniveau scholen. Beleid interne begeleiding. Doel De intern begeleider c.q.het binnenschoolse zorgteam richt zich op het ondersteunen en coachen van collega’s ten aanzien van het omgaan met verschillen en de opvang van zorgleerlingen.
Aktiviteit Zie schoolzorgplannen
Tijd Augustus 2011 – juli 2012
Wie? Intern begeleiders
Evaluatie Mei 2012
Beleidsochtend voor directeuren en interne begeleiders
Informeren over uitvoering zorgplan 2010 - 2011
Oktober 2011.
Directeuren. Interne begeleiders. Bestuur. Coördinator.
oktober 2011.
10
Deelname van interne begeleiders aan netwerkbijeenkomsten.
Vier netwerkbijeenkomsten.
Drie startbijeenkomsten voor nieuwe interne begeleiders.
September 2013. November 2013 Februari 2014 Mei 2014 September 2013 December 2013 Maart 2014
Interne begeleiders. Coördinator
Mei 2012.
Startende interne begeleiders.
Maart 2012.
Zorgstructuur Doel Integreren zorgstructuur schoolniveau en bovenschools zorgniveau.
Aktiviteit. Werken met een model zorgstructuur voor schoolniveau en bovenschools niveau.
Tijd September 2011.
Wie? Interne begeleiders. Coördinator.
Evaluatie. Augustus 2012
Afstemming onderwijszorgstructuur met hulpverleningsstructuur
Contacten afstemmen en samenwerking bevorderen tussen schoolzorgteams en centra voor Jeugd en Gezin.
September 2011 – juli 2012
Interne begeleiders, directeuren, coördinator en externen
Mei 2012
Samenwerkingsverbandrugzak. Doel Aktiviteit Kwaliteitsverbetering N.a.v. vastgesteld zorgbeleid beleid kunnen scholen aanvragen indienen om zorgprojecten te realiseren.
Tijd Augustus 2011 – juli 2012
Wie? Directeuren Ibers coördinator
Evaluatie Mei 2012
Zorgprofielen Doel
Aktiviteit.
Tijd.
Wie?
Evaluatie.
Ontwikkelen schoolzorgprofielen rekening houden met het vastgestelde referentiekader.
Actualiseren van de huidige zorgprofielen, waarbij in het kader van Passend Onderwijs gewerkt gaat worden aan een minimumzorgniveau. Samenwerkingsverband faciliteert.
September 2011– juli 2012.
Coördinator. Interne begeleiders. Directeur.
Oktober 2012
2.3. bekwaamheidsbevordering. Doel. Scholing van interne begeleiders.
Aktiviteit. Informatieoverdracht tijdens netwerkbijeenkomsten
Tijd. September 2013 November 2013 Februari 2014 Mei 2014
Wie? Interne begeleiders. Coördinator. Externen.
Evaluatie. Mei 2012.
11
Doel Scholing van leerkrachten
Aktiviteit. Aanbieden van cursussen/ bijeenkomsten in het kader van handelingsgericht werken. Aanbieden van gecertificeerde opleiding voor gedragsspecialist. Verzorgen van studiedagen Voorlichting over passend onderwijs en aanzetten tot beleid Passend Onderwijs op schoolniveau. Opleiding “Gifted educated. Tweejarige mastersopleiding
Tijd. September 2011 – mei 2012.
Wie? Leerkrachten. Coördinator. Externen.
Evaluatie. Mei 2012.
September 2011 – juni 2012.
Leerkrachten op voordracht van directie.
Mei 2012.
Gehele schooljaar op verzoek voor schoolteams.
Leerkrachtenteam. Coördinator
Mei 2012.
September 2010 – juni 2012
Leerkrachten
Juni 2012
Planning 2012 -2014. In hoofdstuk 1 is al beschreven dat zowel landelijk als regionaal er nog sprake is van onduidelijkheid m.b.t. de ontwikkeling van passend onderwijs. De brief van de minister van Onderwijs op 31 januari 2011 heeft tot een aantal koerswijzigingen geleid. Uitgaande van de huidige berichtgeving dat op 1 augustus 2012 passend onderwijs ingevoerd gaat worden, leidt dit tot de volgende activiteiten: Zomer 2011. Bestuurlijk wordt een proces ingezet met de nieuwe partners om te komen tot de inrichting van een nieuw samenwerkingsverband. Gewerkt wordt aan o De bevoegde gezagsorganen in het samenwerkingsverband maken afspraken over de wijze waarop voor alle leerlingen een zo veel mogelijk passende plek in het onderwijs kan worden gerealiseerd. Het gaat dan om de verdeling van middelen en de geboden extra ondersteuning aan leerlingen. De gemaakte afspraken zullen in het zorgplan 2012 – 2016 worden vastgelegd. In het nieuwe wettelijke kader dient het zorgplan de volgende punten te omvatten. o De wijze waarop voor elke zorgleerling zo veel mogelijk passend onderwijs kan worden gerealiseerd. De onderwijszorgprofielen van de scholen die deelnemen aan het samenwerkingsverband maken hier onderdeel van uit. o De afspraken ( procedure en criteria) die de bevoegde gezagsorganen hebben gemaakt over de verdeling en besteding van zorgmiddelen voor leerlingen in het reguliere basisonderwijs. o De afspraken ( procedure en criteria) die zijn gemaakt over de toewijzing van ondersteuning voor leerlingen in het reguliere onderwijs. o De procedure voor plaatsing in het sbo, de clusters 3 en 4 van het speciaal onderwijs. In ieder geval moeten scholen voor sbo en so worden betrokken bij de toelaatbaarheid van leerlingen tot een school voor so. o De manier waarop ouders worden geïnformeerd over de wijze waarop de zorg voor leerlingen met een extra ondersteuningsbehoefte in het samenwerkingsverband is ingericht. o Het zorgplan en de manier waarop wordt samengewerkt met aanpalende jeugdvoorzieningen wordt afgestemd met de gemeentes, waarbinnen het samenwerkingsverband functioneert. Jaarlijks wordt voor 15 mei, voorafgaand aan het schooljaar, het zorgplan naar de inspectie verzonden. Daarnaast stellen samenwerkingsverbanden een jaarverslag op. Najaar 2011. Komen tot definitieve zorgprofielen van de reguliere scholen, waardoor de basiszorg vastgesteld kan worden. Voorjaar 2012. Uitwerken bovenschoolse organisatie in het nieuwe samenwerkingsverband.. ( coördinatie, ZAT, ambulante begeleiding, sbo locaties.) Ontwikkeling sbo als eerstelijnsvoorziening. Plan van aanpak zal ontwikkeld gaan worden vanaf zomer 2011.
12
Hoofdstuk 3 Begroting 2012 – 2013. Begroting swv 36-03 2013 – 2014. Inkomsten.* Zorgformatie. (Rijksvergoeding.) Zorgsubsidie materiële instandhouding Schoolmaatschappelijk werk Grensverkeer
€
475.903,€ 23.889,€ 11.616,€ 4.500,€
515.908,-
€ € € ------€
-------------------------
Uitgaven. Overdracht sbo.** Overdracht boven 2% Overdracht peildatum 1 februari 2012 Overdracht materiële instandhouding Impuls passend onderwijs
Overdracht regulier basisonderwijs. Basisbedrag ib Aanvulling ib Materiële instandhouding
€
€ € €
Coördinatie Coördinatie Zat. Voorzitter Ambulante begeleiding ( detachering Librijn)) Externe expertise
74.321,129.480,23.889,€ 230.780,€ €
35.000,35.000,-
€ €
10.000,63.844,-
€
26.156,100.000,-
€
PCL Voorzitter Leden
Overige kosten. Grensverkeer Materieel voor pcl, zat en coördinatie Deskundigheidsbevordering Studiedagen/conferenties Huisvesting Communicatie overleg (ib) netwerken Communicatie- website Communicatie- telefoon Administratiekantoor Accountant Projecten ( o.a. calamiteitenrugzak) Bestuurskosten Bankkosten Verzekering Onvoorzien Afschrijvingen Exploitatiekosten Dock Weerbaarheidstraining ( smw)
-------
€ € €
€
4.133,6.719,-,10.852,-
€ 9.000,€ 5.000,€ 25.000,10.000,€ 10.000,€ 1.000,€ 500,€ 1.200,€ 6.700,€ 2.500,€ 10.000,€ 1.500,€ 120,€ 1.500,€ 1.150,€ 1.750,€ 1.000,€ 11.616,-
13
€
89.036,-
€ € € € €
3.000,35.000,20.000,58.000,520.578,-
Rente
€
4.000,-
Resultaat begroting
€
Incidenteel. Inrichten Dock Kurzweil en/of scholing teams Bouwsteen Totale lasten.
- 4.670,-
*Inkomsten rijksvergoeding gebaseerd op 2012- 2013. **Overdracht sbo. SBO ontvangt rechtstreeks voor 2% van het aantal leerlingen in het swv bekostiging van de rijksoverheid. Het werkelijk aantal leerlingen is lager dan 2%. Overdracht is daarom op € 0,- gesteld.
Toelichting op de begroting 2013 – 2014 samenwerkingsverband. De begroting van het samenwerkingsverband 3602 is grotendeels vergelijkbaar met de begroting van het samenwerkingsverband 3603. Voor beide begrotingen zijn zo veel mogelijk dezelfde uitgangspunten gehanteerd. In 2010 waren door de toen besloten fusieplannen de begrotingen al deels geharmoniseerd. Deze begrotingen 2013 – 2014 zijn de laatste van de samenwerkingsverbanden. Op 1 augustus 2014 worden de samenwerkingsverbanden 3602 en 3603 opgeheven. De scholen en besturen gaan volledig over naar het nieuwe samenwerkingsverband passend primair onderwijs Delflanden. ( swv 2802) De begrotingen zijn volgens dezelfde systematiek opgebouwd als de afgelopen jaren. Omschrijving inkomsten. De zorgformatie is een rijksvergoeding op basis van een vast bedrag per leerling. Dit bedrag is door het ministerie nog niet definitief vastgesteld. Het huidige bedrag is € 147,- per leerling. Omschrijving uitgaven. De eventuele overdracht naar het sbo is deels wettelijk vastgelegd en deels door het samenwerkingsverband afgesproken. De rijksoverheid draagt rechtstreeks middelen over aan het bevoegd gezag van de sbo-scholen. Dit bedrag is bepaald door twee procent van het aantal leerlingen van het samenwerkingsverband als norm te hanteren. ( teldatum 1-10- 2012) Bij 3602 betekent dit dat de Laurentiusstichting rechtstreeks een vergoeding krijgt voor 129 leerlingen. Librijn ontvangt rechtstreeks een vergoeding voor 64 leerlingen. Deze vergoeding houdt in de reguliere basisbekostiging per leerling en de zorgbekostiging. Bij 3602 betekent dit dat het samenwerkingsverband nog voor 24 leerlingen middelen dient over te dragen. Bij 3603 worden geen middelen overgedragen, omdat het aantal leerlingen lager is dan 64. De samenwerkingsverbanden hebben verder afgesproken om voor de sbo-scholen een peildatum af te spreken. Deze peildatum is op 1 februari. Leerlingen, die tussen 1 oktober en 1 februari geïndiceerd zijn binnengekomen op de sbo-scholen worden door het samenwerkingsverband bekostigd. Dit geldt voor de reguliere basisbekostiging als de zorgbekostiging. Bij 3602 worden middelen overgedragen voor 8 leerlingen. Bij 3603 blijft het aantal leerlingen onder de 64. Hiervoor worden dus geen middelen overgedragen. Het sbo ontvangt tevens een vergoeding voor materiële instandhouding. Tot het aantal van 2 % ontvangt het bevoegd gezag van de sbo-school deze middelen rechtstreeks van de rijksoverheid. Boven de 2% draagt het samenwerkingsverband middelen over. De samenwerkingsverbanden hebben afgesproken om het restant van dit budget te verdelen op basis van het aantal leerlingen over de andere scholen van het verband.
14
Voor de overdracht naar het reguliere onderwijs zijn drie afspraken gemaakt. Iedere school ontvangt een vast basisbedrag. Daarnaast ontvangt iedere school een vast bedrag per leerling. Door deze combinatie hebben kleine scholen altijd een substantieel bedrag en wordt door het vast bedrag per leerling recht gedaan aan grotere scholen. De derde afspraak voor overdracht is het restant bedrag van de materiële instandhouding dat verdeeld wordt over de scholen. Bij de bovenschoolse uitgaven is de volgende verdeling te maken: Coördinatiekosten. Uitgaven bovenschools zorg- en adviesteam ( ZAT). M.b.t. advisering, expertise en ambulante begeleiding naar scholen. Uitgaven pcl. Ten aanzien van scholing, cursussen en studiedagen blijft het samenwerkingsverband dezelfde stevige budgetten hanteren. In de praktijk blijkt dat er veel behoefte is aan dergelijke zaken. Alle scholingsactiviteiten door de samenwerkingsverbanden georganiseerd kregen meer aanmeldingen dan beschikbare plaatsen. Voorstel: Beide begrotingen laten een positief resultaat zien. Aan de besturen van beide samenwerkingsverbanden wordt voorgesteld: Scholen krijgen van het samenwerkingsverband Kurzweil aangeboden. Dit is bestemd voor kinderen, die dyslectisch zijn. Voor scholen vaak een dure aanschaf. ( ongeveer € 2.000,-) Of indien scholen hier geen behoefte aan hebben, kan dit bedrag besteed worden aan een studiedag/ conferentie, die de school organiseert in het kader van de eigen schoolontwikkeling. Voorwaarde is dan wel dat deze studiedag/conferentie past binnen het beleid van het samenwerkingsverband.
15
BIJLAGEN
16
Bijlage 1 Het samenwerkingsverband. 1.1. De verantwoordelijkheid voor het samenwerkingsverband. De participerende schoolbesturen dienen gezamenlijk een kader te scheppen waarbinnen concreet invulling gegeven wordt aan de verantwoordelijkheden van het samenwerkingsverband. Het samenwerkingsverband moet, wil zij op een verantwoorde wijze het zorgbudget van de scholen beheren, inzicht hebben in de zorgstructuur van de bij het samenwerkingsverband aangesloten scholen. De schoolbesturen dragen er zorg voor dat het samenwerkingsverband de beschikking krijgt over hetgeen door de scholen moet worden ingediend teneinde in het zorgplan een concrete stand van zaken op te kunnen maken en dragen er verder zorg voor dat de formele afhandeling van het door het samenwerkingsverband vastgestelde zorgplan voor 15 mei plaatsvindt.
1.2 Werken in netwerken. Het samenwerkingsverband neemt deel in verschillende netwerken om de leerlingzorg verder te kunnen optimaliseren. Het werken in een ketensysteem wordt vanuit de overheid steeds meer benadrukt. Een regionaal netwerk waarbinnen het samenwerkingsverband functioneert is in ontwikkeling. Zo wordt er al intensief samengewerkt met het andere WSNS-samenwerkingsverband in de regio Delft. Ook is er samenwerking met het samenwerkingsverband voortgezet onderwijs in de regio Delft. De netwerkvorming met hulpverleningsinstanties zal in 2011 – 2012 meer gestalte gaan krijgen. Te denken valt dan aan Bureau Jeugdzorg, Jeugdformaat, Jeugdgezondheidszorg, schoolmaatschappelijk werk en geestelijke gezondheidszorg. Ook op bestuurlijk niveau wordt er samengewerkt met het andere WSNS-bestuur in Delft. Zo wordt er vanaf november 2007 gezamenlijk vergaderd. Aangezien de contouren van een regionaal netwerk steeds scherper worden, zal op bestuurlijk niveau meer overleg gaan ontstaan in de regio. Deze samenwerking zal gaan variëren van overleg met derden tot sluiten van convenanten. De ontwikkelingen m.b.t. Passend Onderwijs staan hierbij centraal. Voor de besturen van de samenwerkingsverbanden zal de vraag centraal gaan staan of de huidige constructen in stand blijven of dat er gewerkt gaat worden naar een fusie van de twee samenwerkingsverbanden WSNS. Het werken in een regionaal netwerk zal niet gemakkelijk zijn en men zal zich bewust moeten zijn van het volgende: Het goed regisseren is een voorwaarde om te komen tot effectieve samenwerking in initiatieven om oplossingen te vinden voor leerlingen die tussen wal en schip dreigen te geraken.. Tegelijkertijd leert de ervaring dat het vaak bijzonder lastig is om ‘regie’ te realiseren. Vooral omdat sprake is van netwerken die bestaan uit autonome organisaties die actief zijn in verschillende maatschappelijke sectoren (onderwijs, gezondheidszorg, jeugdzorg, maatschappelijk werk, enzovoorts). Er is onder meer sprake van divergentie op beleid, doelstellingen, werkwijzen, de gebruikte taal en de organisatiecultuur.
17
Regionale samenwerking.
18
Swv 36-02 Laurentius PCBO Delft SKOP Jozef Schipl. Vs Widar.
S.O. Cluster 2 Cluster 3 Herman Br.s. M.M.S. Cluster 4
Swv 36-03 Librijn SG Holland P. DSV D. Montessori
Swv V.O. Delft e.o. Grotius CLD Stanislas Laurentius
BJZ Jeugdformaat JGZ GGZ Etc.
1.3. Inrichting en organisatie op hoofdlijnen. 1.2.1.Organen.
19
Het samenwerkingsverband kent een aantal organen zoals beschreven in de statuten van de stichting. Bestuur SWV Het bestuur van de stichting bestaat uit vertegenwoordigers van de deelnemende besturen. Het bestuur is verantwoordelijk voor het te voeren beleid en stelt de inhoudelijke en financiële lijnen van het SWV vast. Coördinator De coördinator van het SWV wordt aangesteld door het bestuur. De taken van de coördinator zijn van zowel inhoudelijk als zakelijke aard. De taken worden in nauwe samenwerking met het bestuur uitgevoerd. PCL Vanaf 1 augustus 2008 indiceert de PCL leerlingen afkomstig uit de samenwerkingsverbanden 36-02 (SSPOD) en swv 36-03. (openbaar en neutraal bijzonder onderwijs Delft en Pijnacker.) De PCL vergadert in twee kamers. In het eerste gedeelte van de indicatiebijeenkomsten worden kinderen uit swv 36-02 geindiceerd en in het tweede gedeelte de leerlingen afkomstig uit swv 36-03. Stuurgroep. De stuurgroep bestaat uit: Vertegenwoordigers van de vier aangesloten besturen De directeur van de speciale school voor basisonderwijs De coördinator SWV De stuurgroep heeft drie rollen, namelijk: het fungeren als klankbord voor de coördinator, het genereren van ideeën om het zorgbeleid vorm en inhoud te geven, het geven van advies aan de coördinator. De stuurgroep vergadert gezamenlijk met de stuurgroep van samenwerkingsverband 36-02 Zorgadviesteam. Het zorgadviesteam (ZAT) bestaat uit een multidisciplinair team, dit jaar bestaand uit de beleidsmedewerkster swv, die de rol van voorzitter bekleedt, aangevuld met de ambulant begeleiders, psycholoog en orthopedagoog. Centrale Dienst De Centrale dienst kent tot op heden een financiële, niet –personele functie.
Klachtencommissie Het bestuur van de stichting SWV primair onderwijs Delft e.o. heeft zich aangesloten bij de landelijke geschillencommissie zoals deze is gevestigd te Groningen. Het SWV heeft zich aangesloten bij de voor onze regio ingestelde beroepscommissie om bezwaarschriften ingediend door ouders m.b.t. een afgegeven beschikking van de PCL te kunnen laten behandelen.
1.2.2
Interne begeleiding
Elke school heeft een intern begeleider aangesteld. Naast inhoudelijke en organisatorische taken wordt het werk van de IB-er in toenemende mate het ondersteunen en coachen van collega leerkrachten. Het is van groot belang dat de directie van de scholen betrokken blijft en verantwoordelijk blijft voor de ontwikkeling van de zorgstructuur. Het werken met een zorgteam binnen de school kan hiertoe bijdragen. De deskundigheid van de IB-ers zal vergroot gaan worden door het aanbieden van cursussen en trainingen. In het kader van het leren van en met elkaar is een netwerk van IB-ers binnen het SWV. Dit netwerk wordt begeleid door de ambulant begeleider en de coördinator. Elke school heeft de beschikking over minimaal 8 uur IB tijd. Hiervan wordt 4 uur betaald uit de formatie van het SWV. Dit is gebaseerd op een GPL van € 61.000,- en wordt jaarlijks bekeken. De andere 4 uur worden door de school bekostigd uit de reguliere formatie. Vanaf augustus 2001 zijn de IB faciliteiten, aangeboden vanuit het SWV, uitgebreid door, naast de genoemde 4 uur (basisvoorziening per school), een opslag te geven. Deze opslag bedraagt ongeveer € 35,00. .
1.2.3.Deskundigheidsbevordering Zoals eerder aangegeven is een voortgaande deskundigheidsbevordering noodzakelijk om steeds beter in staat te zijn om “onderwijs op maat” te realiseren voor zoveel mogelijk leerlingen. Deze deskundigheidsvergroting is in eerste instantie een zaak van de scholen zelf. De gekozen professionalisering moet passen bij de thema’s van schoolontwikkeling.
20
Vanuit het samenwerkingsverband wordt deze deskundigheidsvergroting gestimuleerd door het inrichten van de hiervoor genoemde netwerken en door het aanbieden van cursussen op het gebied van interne begeleiding en het begeleiden van leerlingen. Het samenwerkingsverband wil bijdragen in een deel van de cursuskosten. Het overige dient door de school zelf te worden bekostigd. De bijdrage vanuit het samenwerkingsverband bedraagt maximaal 50% van de cursuskosten met een maximum van 250 euro per deelnemer. Eind mei 2010 hebben alle scholen het nascholingsaanbod ontvangen.
1.2.4.Zorg op de speciale basisschool Na een jarenlange daling van het leerlingenaantal, mede als gevolg van de daling van het verwijzingspercentage, lijkt een stabilisatie op komst. De afgelopen vier jaren is het aantal leerlingen op de Bouwsteen rond de 80 leerlingen. Het team werkt , met hernieuwd enthousiasme, aan een nieuw schoolplan voor de periode 2009-2011 met aan een aantal nieuwe projecten. Daartoe behoren de aanschaf en invoering van het gebruik van Smartboarden voor alle groepen, en nieuw systeem voor kwaliteitszorg, invoering van een methode voor Taal, het herinrichten van het systeem van leerlingenzorg en betere afstemming van de werkwijze in de verschillende groepen. In verband met het opnemen van jonge risicokinderen (4 t/m 6 jaar) zal het vergroten van deze expertise extra prioriteit krijgen. Projecten/onderwerpen waar aan de Bouwsteen werkt, zijn: Motoriek (specialisatie MRT, schrijfdans, SPH, Cesartherapie), opzetten doorgaande taallijn, rugzakbeleid, reorganisatie zorgstructuur en werken vanuit een ontwikkelingsperspectief.
1.2.5.
PCL
Vanaf 1 augustus 2008 indiceert de PCL leerlingen afkomstig uit de samenwerkingsverbanden 36-02 (SSPOD) en swv 36-03. (openbaar en neutraal bijzonder onderwijs Delft en Pijnacker.) De PCL vergadert in twee kamers. In het eerste gedeelte van de indicatiebijeenkomsten worden kinderen uit swv 36-02 geïndiceerd en in het tweede gedeelte de leerlingen afkomstig uit swv 36-03. De criteria in beide kamers zijn identiek, zodat er helderheid en duidelijkheid bestaat over leerlingen, die al dan niet het SBO kunnen bezoeken in de regio Delft. Dit document is in het voorjaar van 2008 ontwikkeld en vastgesteld. Het document, waarin de criteria zijn beschreven, wordt beschouwd als een groeidocument. In het kader van Passend Onderwijs zal er meer handelingsgericht geïndiceerd moeten gaan worden. De PCL bestaat uit een multidisciplinaire commissie, bestaande uit een onafhankelijk voorzitter en 3 leden, waarvan 1 lid de taak van ambtelijk secretaris vervult.
1.2.6. Advisering scholen en preventieve ambulante begeleiding door ZAT. Vanaf september 2008 is er een Zorgadviesteam ingericht op samenwerkingsverbandniveau. Dit zorgadviesteam heeft tot taak scholen te adviseren m.b.t. hulpvragen op het terrein van de leerlingzorg. Tevens beoordeelt dit team de aanvragen voor preventieve ambulante begeleiding. Door verandering in de regelgeving voor het speciaal onderwijs is het Zorgadviesteam ook betrokken bij aanvragen voor de leerlingebonden financiering. Deze werkwijze past dan ook uitstekend binnen het cyclische model dat het swv voorstaat. Ambulante begeleiding Hieronder verstaan we hulp die door het SWV wordt gegeven ten behoeve van leerlingen die van de SBO zijn teruggeplaatst in het basisonderwijs. Ook de hulp ten bate van leerlingen die op de wachtlijst staan van de SBO vallen onder de ambulante begeleiding. De expertise wordt ingezet ter ondersteuning van leerkrachten en wordt toegewezen door het ZAT. Preventieve ambulante begeleiding Hieronder verstaan we hulp die wordt gegeven door het SWV ten behoeve van de begeleiding van leerlingen op basisscholen met de bedoeling om plaatsing in het speciaal onderwijs te voorkomen. De begeleiding wordt gegeven aan de intern begeleider en/of aan de leerkracht. Deze hulp wordt gegeven na een verkorte aanmelding bij het ZAT. Collegiale consultatie Collegiale consultatie gegeven door de ambulant begeleider is gericht op de intern begeleider van de basisschool, die ondersteuning wil bij een probleem waar hij/zij tegenaan loopt in de zorgverbreding. Als het gaat om systeemgerichte begeleiding dan wordt verwezen naar Onderwijsadvies.
1.2.7
Werkoverleg directie en intern begeleiders
Het werkoverleg geeft advies over het zorgbeleid en is belast met de uitvoering van het zorgplan.
1.2.8.
OAB
21
De twee belangrijke beleidsterreinen Weer Samen Naar School (WSNS) en het Onderwijs Achterstandenbeleid (OAB) hebben veel overlap als het gaat om de primaire doelgroep: kwetsbare en minder kansrijke kinderen. Binnen Delft is er een structureel overleg tussen betrokkenen bij beide beleidsoperaties om activiteiten op elkaar af te stemmen. Passend bij het landelijk beleid fungeert hiervoor het zorgplatform in de gemeente Delft. Het bestuur van het OAB-Delft heeft besloten een deel van de coördinatie van OAB per 1 januari 2008 onder te brengen bij de twee samenwerkingsverbanden primair onderwijs. Het betekent concreet dat de huidige OABcoördinator zijn werkzaamheden stopt en de beide WSNS-coördinatoren de werkzaamheden gaan overnemen. Er wordt voorzien in een uitbreiding van administratieve en inhoudelijke ondersteuning van de coördinatie om een daadwerkelijke inhoudelijke vooruitgang te garanderen. Het besluit is ingegeven om een heldere stedelijke overlegstructuur te verkrijgen en het benutten van de expertise op het gebied van Passend Onderwijs, die aanwezig is in de SWV’en. Tegelijkertijd zal het specifieke OAB-beleid en de daarbij behorende middelen gegarandeerd blijven voor de betrokken scholen. Het uitgangspunt is een wederzijdse versterking van de beleidsterreinen, aangezien er een overlap in de doelgroepen bestaat. Het OAB-beleid kent zes pijlers t.w. a. Voortraject b. VVE c. Ouderbetrokkenheid d. Schakelklassen e. Voortgezet Onderwijs f. Schooloverstijgende zaken Voor het primair onderwijs betreft het de onderdelen VVE, ouderbetrokkenheid en schakelklassen. Binnen de gemeente Pijnacker is het GOA-beleid gericht op de activiteiten binnen de brede school en is een relatie gelegd met de aansluiting tussen voorschoolse opvang en het basisonderwijs (VVE). Er wordt gebruik gemaakt van schoolmaatschappelijk werk in Pijnacker- Nootdorp en in de gemeente Schipluiden/ den Hoorn. Binnen Schipluiden/ Den Hoorn is er geen GOA.
1.2.9. Samenwerkingsverband S.S.P.O.D. (36-02) De samenwerking met het samenwerkingsverband 36 -02 is op verschillende niveaus verstevigd. Op bestuurlijk niveau wordt er vanaf november 2007 gezamenlijk vergaderd met betrekking tot gemeenschappelijke onderwerpen. Ook op coördinerend niveau is sprake van een verstevigde samenwerking. De coördinator van het samenwerkingsverband werkt voor vier uren per week voor het samenwerkingsverband 36-02. Op 1 augustus 2008 is er een gemeenschappelijke PCL gaan functioneren voor het indiceren van kinderen om na te gaan of zij toelaatbaar zijn voor het sbo. Deze PCL vergadert in twee kamers. Criteria zijn in beide kamers gelijk. Dit bevordert de helderheid voor ouders en scholen.
1.2.10. Toelatingsbeleid De scholen in het samenwerkingsverband hanteren een uniform intake beleid voor nieuwe (zorg)leerlingen . 1.2.11. Communicatie a. Interne communicatie. Het SWV heeft de interne communicatie tussen de scholen en besturen als volgt geregeld: Er worden verslagen gemaakt van de verschillende vergaderingen. Deze verslagen worden ter kennisgeving verstuurd naar besturen, resp. scholen. Jaarlijks worden de (G)MR-en en de besturen geïnformeerd over en via het zorgplan. Via de netwerken wordt informatie m.b.t. WSNS–zaken doorgegeven aan de scholen. Er is een website ontwikkeld. ( www.wsnsdelft.nl ), waar voor scholen en ouders alle relevante zorginformatie staat beschreven. Begin januari 2009 is deze site “de lucht ingegaan”. De site was op dat moment nog in “opbouw’. b. Communicatie naar ouders. Het SWV zal ouders op verschillende manieren informatie bieden over de beschikbare zorgvoorzieningen. Elke school geeft in een schoolgids aan hoe de zorgstructuur er op school en in het SWV uit ziet en op welke manier ouders er gebruik van kunnen maken. Het SWV heeft informatiefolders ontwikkeld waarin onder andere staat vermeld hoe de procedures verlopen voor de inzet van de bovenschoolse zorgvoorzieningen. Er is een folder beschikbaar voor ouders over de wijze waarop men zich kan aanmelden bij de PCL voor indicatie van hun kind. Deze folder is ook beschikbaar voor leerkrachten. Tevens is er een folder van het Zorgadviesteam (ZAT) beschikbaar.
Positie van de ouders 22
In de schoolgids van de aangesloten basisscholen is informatie opgenomen over het SWV en de zorgvoorzieningen van de school. Het Zorgadviesteam (ZAT) en PCL zijn opgenomen met adres en telefoonnummer. Elke school heeft leerling- en groepsbesprekingen. Via rapportage en aanvullende gesprekken worden ouders over hun kind geïnformeerd. De IB'er bespreekt in elke school de vorderingen van de zorgleerlingen met de groepsleerkracht. Ouders en IB'er overleggen over een mogelijke aanmelding bij het ZAT of PCL. Aanmelding bij het ZAT of PCL vindt plaats met een door de ouders getekend toestemmingsformulier.
Externe contacten Het samenwerkingsverband onderhoudt contacten met de volgende instellingen en scholen: Innovatieplatform primair onderwijs Den Haag Onderwijsbegeleidingsdienst OnderwijsAdvies West Zuid-Holland Zoetermeer Jeugdgezondheidszorg Zuid Holland West Zoetermeer Hogeschool van Utrecht (Seminarium voor Orthopedagogiek) Utrecht Bureau Jeugdzorg Delft Dagopvang 0 – 7 jaar Delft. Schoolmaatschappelijk werk Kwadraat Delft Maurice Maeterlinckschool voor Mytyl en Tyltyl onderwijs Delft ZMLK school Herman Broeren Delft. School voor SH/ESM “De Voorde” Rijswijk Samenwerkingsverband Delft (36-02) Delft Samenwerkingsverband voortgezet onderwijs regio Delft Delft Dagopvang 0 – 7 jaar. Delft ZMOK voortgezet onderwijs J.C. Pleijsier Delft. GGZ Delft. Gemeente Delft Delft. De school verbonden aan het Pedologisch Instituut. Den Haag. Federatief Samenwerkingsverband Primair Onderwijs Westland Naaldwijk. Nederlands Jeugdinstituut Utrecht.
--
Bijlage 2: De zorgstructuur van het samenwerkingsverband. 23
2.1. Inleiding. De zorgstructuur binnen het samenwerkingsverband gaat zich steeds meer verschuiven naar preventieve zorg. De preventieve ambulante begeleiding is een belangrijkere rol gaan spelen. Binnen het samenwerkingsverband is de volgende doorgaande lijn te zien in de zorgstructuur tussen schoolniveau en bovenschools niveau. Begrippen uit onderstaand model kunnen bij de verschillende scholen wel eens anders benoemd worden. Niveau van leerlingzorg. Leerling
Niveau 1 Regulier programma
Niveau 2a Regulier programma. Incidenteel aangepaste instructie/ verwerking Rapporten ouderavond
Niveau 2b Regulier programma waarbij gedeeltelijk individueel programma Rapporten ouderavond gesprek m.b.t. overleg IB Groepsplan Toetsen Llv-systeem Individueel hp en/of groepsplan Toets – kalender llvsysteem Bespreking met ib. Orthotheek. Vaststellen Zorgniveau leerling.
Ouders
Rapporten ouderavond
Groep
Groepsplan Toetsen Llvsysteem
Groepsplan Toetsen. Llv-systeem
School
Toetskalender. Groepsbespreking Llvsysteem
Toetskalender Groepsbespreking Llv-systeem Orthotheek
Swv
Regio netwerk.
Helpdesk ZAT
Niveau 3a Regulier programma met aanpassing of individuele leerlijn Rapporten Ouderavond Overleg. Toestemming Vragenlijst Individueel hp gekoppeld aan groepsplan Toetsen Llv-systeem Voortgangsgesprekken ib – leerkracht – ouders. Onderz. OA (toestemming dir.) Advies ZAT Begeleiding ZAT Toetskalender Llv-systeem Orthotheek Collegiale consultatie ZAT Preventieve ambulante begeleiding ZAT Schoolvideo – interactie begeleiding ZAT Coaching ZAT SOVAtraining. Eventueel externe hulpverlening. Sova-training Weerbaarheidstraining Eventueel geïndiceerde hulpverlening
Niveau 3b Individueel programma gekoppeld aan regulier programma
Niveau 4a Onderwijs in SBO
Niveau 4b Onderwijs in S.O.
Rapporten Ouderavond Gesprek Toestemming vragenlijst Onderwijskundig rapport Individueel hp.
gesprek Toestemming vragenlijst
Gesprek. Toestemming vragenlijst
Onderwijskundig rapport.
Onderwijskundig rapport.
Aanvragen “rugzak” toetskalender Llv-systeem Orthotheek.
Vaststellen wie regie voert in de toeleiding naar indicatie
Toeleiding.
Verslag geboden zorg.
Indicatie door PCL. Plaatsing SBO
Commissie voor indicatie bij cluster 1, 2, 3 of 4.
Eventueel oriënteren bij S.O.partners
Indicatie door CVI. Plaatsing S.O.
24
Bijlage 3
Partners
- Librijn openbaar onderwijs - Scholengroep Holland Pijnacker - Delftsche Schoolvereeniging - Delftse Vereniging voor Montessori-onderwijs
Deelnemende basisscholen Librijn openbaar onderwijs: 1 2 3 4 5 6 7
Delftse Daltonschool Simon Carmiggeltschool De Eglantier Tanthof De Eglantier Montessori Jan Vermeer Freinetschool Delft De Omnibus
Scholengroep Holland: 8 9 10
De Tweemaster De Bonte Tol De Meander
Delftsche Schoolvereeniging: 11
Delftsche Schoolvereeniging
Delftse Vereniging voor Montessori-onderwijs: 12 Delftse Montessorischool Stichting casa school. 13 Casaschool, Pijnacker
Deelnemende speciale school voor basisonderwijs: Librijn openbaar onderwijs: 14
De Bouwsteen
25
Bijlage 4
Kengetallen van het samenwerkingsverband
Aantal scholen a. aantal basisscholen b. aantal speciale scholen c. totaal aantal scholen
2010 / 2011 13 1 13
Aantal leerlingen (teldatum 1-10-2010) a. totaal aantal leerlingen basisonderwijs b. totaal aantal leerlingen op de speciale school c. totaal aantal leerlingen in het samenwerkingsverband d. deelname percentage samenwerkingsverband e. aantal leerlingen volgens 2% deelname criterium f. aantal leerlingen boven 2% deelname criterium
2010 / 2011 3363 54 3417 1,58% 68 -14
Leerlingenstromen a. inkomend grensverkeer b. uitgaand grensverkeer c. verwijzingen binnen eigen verband d. verwijzingen basisschool – basisschool e. terugplaatsing SBO – basisschool
2010 / 2011 7 8 0 0 0
26
Bijlage 5
Vaststelling zorgplan 2011-2013
In het reglement van ons samenwerkingverband is vastgelegd hoe de te doorlopen procedure is m.b.t. het vaststellen van het zorgplan. Wij verwijzen u hiervoor naar onze statuten. De te doorlopen procedure voor dit zorgplan is als volgt:
- Opstellen conceptzorgplan
door coördinator
januari 2011
- Concept-zorgplan 2011 -2012 naar stuurgroep
februari/maart 2011
- Concept-zorgplan 2011 – 2012 naar bestuur
februari/maart 2011
- Versturen concept-zorgplan na voorgenomen besluit bestuur naar de (G)MR van de diverse besturen.
maart 2011.
- Informatieavond (G)MR
5 april 2011
- Reactie (G)MR naar de besturen
april/mei 2011.
- Verwerken van adviezen en commentaren van betrokkenen.
Mei 2011
- Definitief vaststellen zorgplan door bestuur
voor 15 mei 2011.
- Toezending zorgplan naar inspectie.
voor 15 mei 2011.
- Versturen definitieve zorgplan naar alle betrokkenen in het SWV
10 juni 2011
27
Bijlage 6
Lijst met gebruikte afkortingen
AB: Ambulante Begeleider BAO : school voor Basisonderwijs BRIN: uniek registratie nummer ( vanuit ministerie OC&W) van elke school CD: Centrale Dienst FTE: Formatie Taak Eenheid GGZ: Geestelijke Gezondheids Zorg. GPL: Gemiddelde personele last van een school of sector. ICT: Informatie- en CommunicatieTechnologie IB-er: Intern Begeleider (ook wel ICL en ILC) JGZ: Jeugdgezondheidszorg. JRK: Jonge RisicoKinderen LVS: Leerling Volg Systeem. MI: Vergoeding voor materiële instandhouding. MKD: Medisch KinderDagverblijf (G)MR: (Gemeenschappelijke)Medezeggenschapsraad OA : OnderwijsBegeleidingsDienst PCL : Permanente Commissie Leerlingenzorg PO: Primair Onderwijs REC: Reginaal Expertise Centrum RT: Remedial Teacher SBO: Speciale school voor BasisOnderwijs SO: Speciaal Onderwijs. SSPOD: Stichting samenwerkingsverband primair onderwijs Delft. SWV: SamenWerkingsVerband VVE: Voor en Vroegschoolse Educatie VIB: Video Interactie Begeleiding VO: Voortgezet Onderwijs WPO: Wet op het Primair Onderwijs WSNS: Weer Samen Naar School ZAT: Zorgadviesteam. Bovenschools. ZEK: Zelfevaluatie instrument kader. ZMOK: school voor Zeer Moeilijk Opvoedbare Kinderen
28
Bijlage 7
Samenstelling bestuur swv OO/AB Delft e.o. 2011-2012
Bestuur
Vertegenwoordiger
Librijn
Dhr. Bert Klompmaker (voorzitter)
Scholengroep Holland
Dhr. Henk Huizer
Delftsche Schoolvereeniging
Mevr. Joke van Adrichem (secretaris.)
Delftse vereniging voor montessori onderwijs Mevr. Sandra Ransdorp (penningmeester.) Coördinatie Dhr. Jan de Grauw
Bijlage 8 2012
Samenstelling stuurgroep swv OO/AB Delft e.o. schooljaar 2011-
Bestuur
Vertegenwoordiger en school
Librijn
Mevr. Willemien Bekema, directeur sbo De Bouwsteen en Montessori Jan Vermeer.
Scholengroep Holland
Mevr. Bertine Reuvers, directeur Tweemaster
Delftse schoolvereeniging
Dhr. Frans Bendermacher, directeur DSV
Delftse vereniging voor Montessori onderwijs
Dhr. Tamme Wiegersma, directeur Delftse Montessori.
Coördinator
Dhr. Jan de Grauw
29
Bijlage 9 Stand van zaken op landelijk niveau. Maart 2010 werd de ontwikkeling van passend onderwijs in de parkeerstand gezet door de val van het toenmalige kabinet. Ondanks deze parkeerstand werd aanbevolen om door te gaan met de voorbereidingen van passend onderwijs. Met name de ontwikkeling van een referentiekader is landelijk doorgegaan. De kaders, waarbinnen zorgplicht en passend onderwijs vormgegeven moet worden bestaat uit een tiental standaards. Deze standaards houden in.
1. De school heeft een onderwijszorgprofiel dat deel uitmaakt van een dekkend regionaal onderwijszorgaanbod. 2. De school krijgt onderwijszorgmiddelen op basis van een transparante toewijzingssystematiek. 3. De school biedt ouders/studenten toegang tot informatie en tot ondersteuning bij de toewijzing van onderwijszorg (loketfunctie). 4. De school bewaakt de kwaliteit van het onderwijszorgprofiel en betrekt ouders/studenten bij de beoordeling daarvan. 5. De school bewaakt dat medewerkers voldoen aan de professionele functie-eisen behorend bij het onderwijszorgprofiel. 6. De school beschikt over ondersteuning voor leraren en leerlingen bij specialistische (ortho)pedagogische, (ortho)didactische en psycho-sociale problemen. 7. De school waarborgt voor al haar leerlingen een effectieve overdracht van en naar een andere school of sector. 8. De school heeft de medezeggenschap over het onderwijszorgprofiel en de zorgmiddelen conform WMS/WOR geregeld. 9. De school legt (achteraf) verantwoording af over de besteding van de toegekende zorgmiddelen en de behaalde resultaten. 10. De school heeft een klachtenregeling en is daarnaast aangesloten bij de geschillencommissie Zorgplicht Passend onderwijs.
Nadat het nieuwe kabinet in oktober 2010 is aangetreden, is de nieuwe route voor passend onderwijs snel bekend geworden. In haar brief van januari 2011 schrijft de minister het volgende: Zorgplicht met ingang van 2012 Met de invoering van Passend onderwijs verdwijnen de leerlinggebonden financiering (Igf) en de landelijke indicatiestelling voor het (v)so. Scholen worden verplicht een passende onderwijsplek te bieden aan leerlingen die zich aanmelden: op de eigen school of op een andere school. De volgende zaken zullen hiervoor worden geregeld: • Aanmelding gaat schriftelijk gebeuren. Scholen kunnen kiezen voor een centraal aanmeldpunt, maar dit wordt geen verplichting. Ouders kunnen aangeven dat zij vinden dat hun kind extra ondersteuning nodig heeft. Daarnaast kan informatie van een kinderdagverblijf of peuterspeelzaal, of het onderwijskundig rapport van de vorige school, of eigen verzamelde informatie de basis vormen om vast te stellen of een leerling extra ondersteuning nodig heeft. • Het bevoegd gezag besluit binnen 8 weken over toelating. Indien een leerling niet kan worden toegelaten omdat dit een onevenredige belasting van de school zou betekenen of vanwege andere factoren die toelating in de weg staan (denominatieve aspecten, een wachtlijst in verband met het capaciteitsbeleid en het Inrichtingsbesluit WVO), moet zij ervoor zorgen dat de leerling elders wordt
30
geplaatst. Bij elke toelatingsbeslissing is de Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte van toepassing. De uiteindelijke beslissing tot toelating ligt bij het bevoegd gezag. • Verwijdering van leerlingen van de school kan niet plaatsvinden voordat er een andere school bereid is gevonden het onderwijs aan die leerling te verzorgen. • Plaatsing in het (v)so, al dan niet rechtstreeks, gebeurt via het samenwerkingsverband. • Scholen stellen een onderwijszorgprofiel op, waarin wordt opgenomen welke basis- en gespecialiseerde zorg de school kan bieden. Een vertaling van het onderwijszorgprofiel wordt opgenomen in de schoolgids. • Het handelingsplan wordt vervangen door het ontwikkelingsperspectief, waarin zo nodig ook wordt benoemd welke opvoed- en opgroeiondersteuning geboden wordt. Het ontwikkelingsperspectief wordt na overleg met de ouders vastgesteld. Met de ouders vindt periodiek overleg plaats over de vorderingen en de begeleiding. • Als een leerling niet wordt toegelaten kunnen ouders bezwaar aantekenen bij de school. Het bevoegd gezag neemt binnen 4 weken een besluit over het bezwaar na een gesprek met de ouders. Alvorens te beslissen gaat het bevoegd gezag in gesprek met de ouders. Ouders van zittende leerlingen die ontevreden zijn over de uitvoering van het onderwijs, kunnen terecht bij de klachtencommissie van de school. Samenwerkingsverbanden gewijzigd Om de zorgplicht waar te kunnen maken, moeten scholen met elkaar samenwerken. Wettelijk worden de volgende zaken geregeld: • Er komt een vaste, geografisch afgebakende, regionale indeling van samenwerkingsverbanden, die in zowel het po als vo gelijk is. (V)so-scholen in de clusters 3 en 4 nemen daaraan deel. Per AMvB zal worden vastgelegd welke gemeenten (postcodes) één regio vormen. • De taken van het samenwerkingsverband worden uitgebreid. Het zorgplan bevat: scholen die deelnemen aan het samenwerkingsverband maken hier onderdeel van uit. (procedure en criteria) over de verdeling en besteding van zorgmiddelen reguliere onderwijs. van het (v)so. De scholen voor sbo, so en vso moeten worden betrokken bij de besluitvorming over de toelaatbaarheid van leerlingen. een extra ondersteuningsbehoefte is ingericht. Het zorgplan wordt afgestemd met de gemeente en jaarlijks voor 15 mei toegezonden aan de inspectie. Daarnaast stellen de samenwerkingsverbanden een jaarverslag op. • De pcl en rvc voor het primair onderwijs verdwijnen, de pcl en rvc voor het Iwoo/praktijkonderwijs blijven vooralsnog bestaan. • De bevoegde gezagsorganen in een samenwerkingsverband moeten een privaatrechtelijke rechtspersoon instellen. De bevoegde gezagsorganen vormen gezamenlijk het bestuur van deze rechtspersoon. • Geschillen over medezeggenschap in het samenwerkingsverband kunnen aan de geschillencommissie WMS worden voorgelegd (WMS). Speciaal onderwijs zonder rec’s Veel wijzigingen worden aangebracht voor het speciaal onderwijs: • Cluster 2 zal worden gepositioneerd overeenkomstig de positie van cluster 1. Verruiming van de mogelijkheden tot het realiseren van groepen in het regulier onderwijs, nader onderzoek naar ongewenste effecten vanwege de overlap tussen ESM cluster 2 met leerlingen cluster 4 en overleg hierover, vormen aanvullende maatregelen. In de budgetten wordt verder een aantal activiteiten ondergebracht waaronder doventolken en internaatsbekostiging. • De scholen van (v)so cluster 3 en 4 worden ondergebracht bij de samenwerkingsverbanden. De rec’s en de Commissies voor indicatiestelling worden afgeschaft. Vorming van nevenvestiging blijft mogelijk na instemming van de gemeente. • In de clusters 3 en 4 wordt budgetfinanciering ingevoerd. Naast de basisbekostiging ontvangt de (v)so-school per ingeschreven leerling een extra zorg bekostiging uit het zorgbudget van het samenwerkingsverband waaruit de leerling afkomstig is.
31
• Toelating van leerlingen die rechtstreeks worden aangemeld, kan alleen na overeenstemming met het samenwerkingsverband waartoe de leerling behoort. Ook de verwijzing verloopt altijd via het samenwerkingsverband. Plaatsing in het (v)so is gericht op het zo mogelijk terug geleiden van de leerling naar het regulier onderwijs. Passend toezicht De inspectie gaat de 'geboden zorg' meenemen in de kwaliteitsbeoordeling. De inspectie ontwikkelt hiervoor een risicomodel en een toezichtkader om de meerwaarde van het gegeven onderwijs te kunnen bepalen op basis van het individuele ontwikkelingsperspectief van de leerling. De inspectie zal ook toezicht gaan houden op de uitvoering van de taken van de samenwerkingsverbanden op basis van zeven indicatoren: • Thuiszitters en voortijdige schoolverlaters • Opbrengsten, resultaten van het onderwijs aan het einde van de onderwijsperiode • Doorstroming • Eerdere inspectieoordelen over kwaliteitsprofielen van de betrokken scholen als geheel en de planmatigheid van hun zorg en systeem van leerlingenzorg • Bestuurskracht bevoegde gezagsorganen, verdeling van de zorgmiddelen • De deskundigheid op het gebied van zorg van de leraar • Signalen van gebrekkig functioneren. Op weg naar passend onderwijs Het streven is om passend onderwijs per 1 augustus 2012 in te voeren. Voorzien is in de volgende maatregelen: • Per augustus 2012 zullen de regionale expertisecentra en steunpunten autisme, de huidige samenwerkingsverbanden wsns en vo , de landelijke indicatiestelling en de lgf zijn afgeschaft en zullen de nieuwe samenwerkingsverbanden zijn gevormd. In het jaar daarop zal ook de bekostiging (v)so worden ingevoerd. Alle leerlingen van het (v)so zijn dan door het samenwerkingsverband geherindiceerd. • Voor de implementatie van passend onderwijs zal een landelijke ondersteuningsorganisatie passend onderwijs worden ingericht, die in samenwerking met de sectororganisaties alle betrokkenen zal ondersteunen bij de voorbereidingen van de invoering van passend onderwijs. De sectororganisaties hebben aangegeven het referentiekader uit te willen werken. De overheid zal borgen dat er tijdig een adequaat kader is dat scholen effectief ondersteunt bij de implementatie van passend onderwijs. • De nieuwe bekostigingssystematiek zal stapsgewijs worden ingevoerd. Daarom wordt een meerjarige overgangsregeling ingevoerd, waardoor ieder samenwerkingsverband stapsgewijs toegroeit naar het normatief zorgbudget. Vanaf 2018-2019 is het gehele budget verevend en wordt ieder samenwerkingsverband op basis van het landelijk gemiddelde bekostigd. • De invoering van passend onderwijs vergt onder meer de wijziging van enkele (onderwijs)wetten en hun onderliggende AMvB's en ministeriële regelingen. Allereerst zal het wetsvoorstel in februari voor openbare internetconsultatie worden aangeboden op www.internetconsultatie.nl. In deze periode vindt ook een algemeen overleg plaats. Volgens planning gaat het conceptwetsvoorstel na het algemeen overleg en de internetconsultatie via de Ministerraad naar de Raad van State. Wanneer de Raad van State advies heeft uitgebracht, wordt het wetsvoorstel bij de Tweede Kamer ingediend. Streven is om dit voor het einde van het zomerreces plaats te laten vinden. Als de Tweede Kamer het wetsvoorstel aanvaardt, wordt het bij de Eerste Kamer ingediend. Als het ook door de Eerste Kamer wordt aangenomen, wordt de wet in het staatsblad gepubliceerd. Inzet is om publicatie van de wet uiterlijk op 1 juni 2012 te realiseren. De wet treedt vervolgens op 1 augustus 2012 in werking.
32