zorgplan 2009-2010
2
leeswijzer
In dit zorgplan is aangegeven hoe het Samenwerkingsverband (SWV) in het schooljaar 2009-2010 gaat werken aan het realiseren van haar missie en visie. Dit zorgplan is de tweede in de cyclus van 4 jaren, waarin uitvoering gegeven wordt aan de uitgangspunten en beleidsvoornemens zoals verwoord in het “Koersplan 2008-2012”
het geheel kent de volgende opbouw: Deel A: Algemeen gedeelte, waarin de missie, visie, doelen en structuur van het SWV zijn verwoord. Deel B: Hierin wordt de informatie weergegeven die als input wordt beschouwd voor de uit te voeren acties. Hierin is ook het jaarplan 2009-2010 opgenomen met de uit te voeren activiteiten. Deel C: Vertaling activiteiten naar inzet van personele en financiële middelen. Deel D: Informatiekaarten met uitleg over onderwerpen die een relatie hebben met het zorgplan.
Voor deze indeling is gekozen om de leesbaarheid te vergroten. We hopen met deze opzet ook te bereiken dat vaste (niet gewijzigde) onderdelen – deel A en deel D - niet steeds opnieuw geschreven en verspreid behoeven te worden. Tot slot streven we ernaar dat we zo een beter inzicht te bieden ten aanzien van de uit te voeren activiteiten (hoofdstuk 5) in relatie tot de informatie die beschikbaar is gekomen vanuit opgenomen evaluatiemomenten (hoofdstuk 4).
in dit document komen diverse afkortingen voor. Op alfabetisch volgorde: = Algemene Ledenvergadering • ALV • BBL-er = Bovenschools Begeleider Leerlingenzorg • CD = Centrale Dienst • IB-er = Intern Begeleider • IC = Inhoudelijk Coördinator, voortaan te noemen Zorgcoördinator • KPC = Katholiek Pedagogisch Studiecentrum • LGF = Leerlinggebonden financiering • OP = Onderwijs Personeel • PCL = Permanente Commissie Leerlingenzorg • SBO = Speciale school voor Basisonderwijs • SPG = Speelpraatgroep • SWV = Samenwerkingsverband • ZC = Zorgcoördinator
zorgplan 2009-2010
3
Inhoudsopgave
Deel A Algemeen inleiding: hoofdstuk 1: hoofdstuk 2: hoofdstuk 3:
Koersen op Plaats van het zorgplan Missie, visie en strategisch beleid Inrichting van het samenwerkingsverband
blz. blz. blz. blz.
5 6 7 9
Bouwstenen voor het zorgplan 2009-2010 Jaarplan 2009-2010
blz. blz.
13 19
Personeel Inzet van Middelen
blz. blz.
28 30
Zorgniveaus binnen het SWV Centrum Jeugd en Gezin Werkwijze PCL Criteria PCL Definitie grensverkeer Leerling gebonden financiering (LGF) Definitie zorgleerling Format actieplan Procedure overstap bao–bao Dossiervorming Overleg directies en coördinator Pluralis Juniorcoach
blz. blz. blz. blz. blz. blz. blz. blz. blz. blz. blz. blz.
32 34 36 39 41 42 43 44 46 47 49 50
Meerjarenplanning beleidsvoornemens 2008-2012
blz.
52
Deel B Activiteiten hoofdstuk 4: hoofdstuk 5:
Deel C Personeel en Middelen hoofdstuk 6: hoofdstuk 7:
Deel D Informatie infokaart 1 infokaart 2: infokaart 3: infokaart 4: infokaart 5: infokaart 6: infokaart 7: infokaart 8: infokaart 9: infokaart 10: infokaart 11: infokaart 12:
Deel E Bijlagen bijlage
1:
zorgplan 2009-2010
4
Deel A Algemeen inleiding: Koersen op……
In het Koersplan 2008-2012 wordt aangegeven welke koers we samen hebben uitgestippeld voor ons samenwerkingsverband. Een aantal bestaande zaken hebben we geëvalueerd en deze zijn bijgesteld of opnieuw geformuleerd. Ontwikkelingen die zijn ingezet worden verder uitgediept en voortgezet. Nieuwe ontwikkelingen richting Passend Onderwijs zullen ook in Boxtel gevolgen hebben voor de inhoud en uitvoering van het onderwijs aan onze leerlingen. Binnen ons samenwerkingsverband krijgen steeds meer kinderen de begeleiding die ze nodig hebben, bij voorkeur binnen de eigen school, of anders op onze eigen bovenschoolse voorziening SBO “De Maremak”. Er blijven echter nog steeds kinderen waarvoor het goed is dat er naast onze eigen voorzieningen ook speciale arrangementen in het speciaal onderwijs geboden kunnen worden. Binnen de zorg voor leerlingen merken we ook een verschuiving van problematiek. Van leerproblemen gaat de zorg steeds meer uit naar gedragsproblemen. Bij het beantwoorden en zoeken naar oplossingen voor deze problemen zoeken we ook steeds meer de samenwerking met de ouders. Hierboven werd al gewezen op “Passend Onderwijs”. Wat dat nu precies is, en hoe dit dan kan worden vormgegeven en uitgevoerd, is in feite de opdracht die we ons zelf stellen en waaraan het eerste vierjaren “Koersplan” richting wil geven. De ontwikkelingen richting “Passend Onderwijs” hebben geleid tot het convenant Passend Samenwerken in de Meierij. In het hele land worden convenanten afgesloten ten behoeve van verdere regionale samenwerking sinds het verschijnen van de notitie "Passend Onderwijs" van staatsecretaris S. Dijksma in december 2007. Dit convenant is in onze regio ondertekend door vertegenwoordigers van de verschillende samenwerkingsverbanden PO, het samenwerkingsverband VO en vertegenwoordigers van Rec 3 en Rec 4 uit de regio De Meierij. Door uitvoering te geven aan de werkagenda’s uit het convenant willen we benadrukken dat zorg voor kinderen een gezamenlijke inspanning vraagt. Het Boxtelse Samenwerkingsverband Weer Samen naar School sluit zich graag aan bij deze samenwerking. Samen met partners buiten Boxtel staan we voor de gezamenlijke opdracht om antwoord te geven op de (soms zeer specifieke) onderwijsvragen die kinderen ons stellen. Het samenwerkingsverband wil graag, samen met alle betrokken professionals, zoeken naar antwoorden op deze vragen, wil betrokkenen helpen bij het vergroten van handelingskracht bij het bieden van passend onderwijs. Passend onderwijs voor kinderen; zo nabij mogelijk, zo snel als noodzakelijk, zo kort als verantwoord.
zorgplan 2009-2010
5
Hoofdstuk 1: Plaats van het zorgplan Het zorgplan vervult diverse functies. Enerzijds geeft het richting aan activiteiten en ontwikkelingen op bovenschools niveau, anderzijds is het van belang voor de versterking van de zorg op schoolniveau. het zorgplan kan gezien worden als: A. kwaliteitsdocument Binnen het samenwerkingsverband (SWV) Pluralis werken leraren, directeuren, bestuurders en andere betrokkenen aan de centrale opdracht: het inrichten en in stand houden van een onderwijsen zorgstructuur waarbinnen alle leerlingen die onderwijszorg krijgen die zij nodig hebben om een ononderbroken ontwikkelingsproces te kunnen doorlopen. In dit zorgplan beschrijft Pluralis het beleid dat zij voert ten behoeve van de realisatie van zorg op maat voor alle leerlingen. De uitvoering van het beleid wordt gemonitord door de zorgcoördinator. B. planningsdocument Vanuit het vastgestelde “Koersplan 2008-2012” wordt het jaarlijkse zorgplan opgesteld. In het zorgplan worden, middels actieplannen, concrete doelen gesteld die passen binnen de doelstellingen van het meerjaren-beleidsplan. Deze actieplannen beogen; nieuwe beleid t.a.v. kwaliteitsverbetering te initiëren; bestaande activiteiten te implementeren, te evalueren en te borgen. Het cyclisch proces van plannen, uitvoeren, evalueren en toetsing aan het strategisch meerjarenperspectief krijgt zijn neerslag in het zorgplan. Resultaten worden in het jaarverslag weergegeven. De ervaringen en aanbevelingen na uitvoering van de actieplannen vormen nieuwe input voor het opstellen van een volgend zorgplan. C. verantwoordingsdocument De ledenvergadering van de vereniging Pluralis stelt jaarlijks met inachtneming van de daartoe in de statuten van de vereniging vastgelegde procedure, het zorgplan vast. In het zorgplan wordt ook de inzet van de middelen van het SWV verantwoord. Direct na vaststelling wordt het zorgplan toegezonden aan de inspectie van het basisonderwijs. relatie zorgplan met andere documenten Het zorgplan heeft directe raakvlakken met andere documenten, zoals deze op schoolniveau beschikbaar zijn. Als belangrijkste voorbeelden hiervan kunnen het schoolplan en de schoolgids genoemd worden.
vaststelling. Het conceptzorgplan is tijdens de bestuursvergadering van 14-05-2009 vastgesteld. Hierna is het ter advisering voorgelegd aan de (G)MR-en van de schoolbesturen. In de ALV van 16-07-2009 is de definitieve versie van het zorgplan vastgesteld.
het bestuur van Pluralis De voorzitter:
De secretaris:
P. Adriaans
B. van Duijnhoven
zorgplan 2009-2010
6
Hoofdstuk 2: Missie, visie en strategisch beleid
2.1 missie: De algemene missie van Weer Samen Naar School (WSNS) wordt vaak samengevat in de zin: ‘zoveel als mogelijk is kinderen binnen de basisschool opvangen’. Binnen ons SWV hebben we dit op een iets andere wijze vertaald. De missie van het samenwerkingsverband Pluralis luidt als volgt:
De zorg wordt zoveel mogelijk naar de leerling gebracht, in plaats van de leerling naar de zorg.
2.2 visie: Vanuit de gestelde missie is de centrale opdracht van Pluralis: Het inrichten en in stand houden van een zorgstructuur waarbinnen alle leerlingen die zorg krijgen die zij nodig hebben om een ononderbroken ontwikkelingsproces te doorlopen. Passend onderwijs voor kinderen; zo nabij mogelijk, zo snel als noodzakelijk, zo kort als verantwoord. De leerlingen binnen Pluralis worden zoveel mogelijk opgenomen in het reguliere basisonderwijs, of wanneer dit beter is, zo mogelijk tijdelijk, op een speciale school voor basisonderwijs. Pluralis opereert vanuit de gedachte dat de speciale zorg voor kinderen als een gezamenlijke verantwoordelijkheid van alle scholen wordt gezien. Hierbij geldt tegelijkertijd het principe van erkende ongelijkheid; zowel tussen scholen als tussen leraren binnen elke school. 2.3 hoofddoelstellingen en voorwaarden: In het koersplan 2008-2012 zijn onderstaande doelstellingen opgenomen als uitgangspunten voor het uit te voeren beleid. Voor de planning in tijd zie bijlage 1
2.3.1 hoofddoelstellingen Hoofddoelstelling 1.
1
Herbevestigen van de missie en de visie op toekomst van het SWV Pluralis, mede in relatie tot de ideevorming t.a.v. passend onderwijs
Hoofddoelstelling 2.
1 2
Ontwikkelen van een breed gedragen visie op leerlingenzorg op school – en bovenschools niveau
Vergroting van de kwaliteit van de leerlingenzorg op schoolniveau en bovenschools niveau
Onderzoek doen naar en herformuleren van de taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de BBL-er en de coördinator van het SWV Versterking van de positie van het ib-netwerk door het toebedelen van de rol van beleidsadviserend orgaan binnen het SWV onder leiding van de zorgcoördinator
zorgplan 2009-2010
7
3 4
5 6
Ontwikkelen van een visie op de toekomst van een expertisecentrum ten behoeve van de deskundigheidsvergroting van leerkrachten in het basisonderwijs en speciaal basisonderwijs Onderzoek doen naar de feitelijke situatie m.b.t. de aanwezigheid en specifieke behoeften van zowel rugzakleerlingen als hoogbegaafde leerlingen op scholen voor primair onderwijs in Boxtel en dit vertalen naar beleid op SWV-niveau t.a.v. de opvang van beide groepen leerlingen Uitvoeren van een analyse naar mogelijke verbanden tussen de expertise van basisscholen en hun verwijsgedrag naar SBO en SO-instellingen In beeld brengen van de specifieke deskundigheid van de basisscholen in het SWV
Hoofddoelstelling 3.
1
Een kleinschalige maar kwalitatief sterke bovenschoolse SBO - voorziening op SWV-niveau blijft gehandhaafd, waar aan leerlingen uit het SWV een passend onderwijsaanbod wordt geleverd
Ontwikkelen van een visie op de toekomst van het SBO, mede in relatie tot de ontwikkelingen m.b.t. passend onderwijs en het streven om het deelnamepercentage in 2011 terug te brengen tot 3½ % van het aantal leerlingen op de basisscholen. Dit percentage is exclusief het grensverkeer. Bij het ontwikkelen van boven bedoelde visie dient meegenomen te worden de ervaringen omtrent de veranderingen in de leerling-populatie van het SBO, alsmede de consequenties voor het personeelsbeleid en het professionaliseringsbeleid van het SBO
2.3.2 voorwaarden: Het realiseren van de voorwaarden om de 3 hoofddoelstellingen te verwezenlijken. 1 2
3
4
5
6
7
Ontwikkelen van een heldere scheiding tussen verantwoordelijkheden op schoolniveau, stichtingsniveau en SWV-niveau Werken volgens een herkenbare beleidscyclus, waarbij ook het uitvoeren van het meerjaren beleidsplan geëvalueerd wordt en daarmee richtinggevend is voor de jaarlijks te maken zorgplannen Ontwikkelen van een helder communicatieplan, mede in relatie tot het creëren van draagvlak en solidariteit t.a.v. gemeenschappelijk zorgbeleid en visie op de toekomst van het SWV Ontwikkelen van nieuwe vormen van overleg i.v.m. de oriëntatie op nieuwe ontwikkelingen op regionaal en landelijk niveau, o.a. met betrekking tot passend samenwerken en passend onderwijs Onderzoek naar mogelijkheden voor inzet van de coördinator van het SWV in het kader van overleg met directieleden met het oog op vergroting draagvlak voor veranderingen in zorgbeleid en zorgstructuren Ontwikkelen van een visie m.b.t. noodzakelijke of gewenste financiële reserves en dat afzetten tegen de feitelijke reserves van het SWV, gekoppeld aan ideevorming omtrent inzet van niet-noodzakelijke reserves Een visie ontwikkelen op de taken en de positie van de PCL in de toekomst, waarin gewerkt gaat worden met een centraal loket voor indicatie (convenant passend samenwerken
zorgplan 2009-2010
8
Hoofdstuk 3: Inrichting van het samenwerkingsverband Het Samenwerkingsverband is een vereniging waarin de Algemene Ledenvergadering het hoogste orgaan is. De leden van de vereniging zijn afgevaardigden van de schoolbesturen van de scholen die participeren in het SWV. ALV = Algemene Ledenvergadering
ALV
centrale dienst ZC
BBL = Bovenschools Begeleider
BBL
Leerlingenzorg IB
bestuur pluralis
= Intern Begeleider
PCL = Permanente Commissie scholen dir. en IB
directie scholen
ouders
IBnetwerk
Leerlingenzorg ZC
= Zorgcoördinator
werkgroep
PCL
werkgroep
deelnemende besturen en scholen: bestuur en school aantal ll. per 01-10-08 Stichting Regionaal Openbaar Onderwijs Maas en Meierij o OBS De Spelelier 278 Katholieke Stichting St. Albertus Liempde o De Oversteek 538 Stichting Katholiek Onderwijs Breukelen o Angelaschool 479 Stichting St. Christoffel o De Beemden 212 o De Hobbendonken 243 o Jenaplanschool Molenwijk 215 o St. Petrus 242 o St. Theresia 147 o De Vorsenpoel 324 o Prinses Amaliaschool 101 o SBO De Maremak 118 totaal 2897
zorgplan 2009-2010
9
3.1 de algemene ledenvergadering (ALV). De Algemene ledenvergadering stelt de kaders van het te volgen beleid binnen het samenwerkingsverband vast. Dit door het formuleren van de missie en visie van het SWV. De algemene ledenvergadering geeft invulling aan de missie en de eindverantwoordelijkheid die het draagt voor de besturen in haar verband door: 1. De doelstelling(en) en inrichting van de bovenschoolse zorgstructuur vast te stellen, 2. Toezicht op het realiseren van de doelstellingen binnen de vastgestelde zorgstructuur; 3.2 het bestuur. Het bestuur van de vereniging is verantwoordelijk voor de voorbereiding, invulling en de uitvoering van het beleid van het samenwerkingsverband. Dit alles binnen de kaders en beperkingen die gesteld zijn door de Algemene Ledenvergadering. Als zodanig is het bestuur verantwoordelijk voor de vaststelling van het strategisch meerjaren beleidsplan (“Koersplan”), en het tactisch en operationeel beleid van de vereniging, zoals verwoord in het jaarlijks zorgplan van het samenwerkingsverband. 3.3 centrale Dienst (CD). De Centrale Dienst, een wettelijk verplicht orgaan, heeft als rechtspersoon tot taak om de financiële middelen van het samenwerkingsverband te verdelen. Daarnaast kan de CD personeel in dienst hebben. De centrale dienst van Pluralis kent 2 functies, te weten de Zorgcoördinator en de Bovenschoolse Begeleider Leerlingenzorg. 3.3.1 de coördinatie. Vanuit de CD berust de coördinatie van het SWV bij de Zorgcoördinator (ZC). Tot de taakgebieden van de ZC behoren: 1. De organisatie van het Samenwerkingsverband. Waaronder: het zorgdragen voor het opstellen en uitvoeren van het zorgplan; het, onder verantwoordelijkheid van de penningmeester, beheren van het zorgbudget; het opstellen van de begroting en de jaarrekening; het onderhouden van contacten met interne en externe relaties. 2. Het inhoudelijk leiderschap van het zorgproces, waaronder: ontwikkeling van het zorgbeleid in het werkgebied van het SWV; sturing van het innovatiebeleid van het SWV, gericht op de algemene doelstelling van WSNS: zoveel als mogelijk is kinderen binnen de basisschool opvangen; het inrichten van een bovenschoolse zorgstructuur, waarbij aandacht wordt vereist voor een nauwe relatie tussen vraag en aanbod van voorzieningen. Hierbinnen is de rol van de coördinator, die van gids en innovator belangrijk; 3. Het informeren van en het verzorgen c.q. optimaliseren van de communicatie tussen alle betrokkenen bij het samenwerkingsverband volgens het organisatie en communicatieschema 4. Aansturen en begeleiden van de Bovenschools Begeleider Leerlingenzorg. 5. Periodiek overleg met de directeuren over het uitvoeren van werkzaamheden die in het kader van het realiseren van het zorgplan moeten worden uitgevoerd; een en ander vanuit de monitoring van het beleid ten aanzien van leerlingenzorg. 6. Participeren in regionaal overleg in het kader van “Passend Samenwerken Meierij” 3.3.2 de bovenschools begeleider leerlingenzorg (BBL-er). Vanuit de CD is de BBL-er werkzaam. Bij de taakuitoefening worden de volgende accenten gelegd: Uitvoeren van consultatieve begeleiding op afroep binnen de scholen; Advisering van de ZC met betrekking tot de monitoring, gericht op de leerlingenzorg; Op verzoek informeren van de PCL ingeval van vragen met betrekking tot de voorliggende dossiers; Participeren in bovenschools zorgoverleg (bijv. IB-netwerk, 12- overleg e.d.).
zorgplan 2009-2010
10
3.4 permanente commissie leerlingenzorg (PCL). De PCL (vanuit de WPO verplicht voor elk SWV) is een onafhankelijke commissie die aan de hand van objectieve criteria toetst of een plaatsing van een leerling op de SBO mogelijk/ noodzakelijk is. Het samenwerkingsverband heeft een “smalle” PCL ingesteld. Deze vervult de slagboomfunctie naar het SBO. De werkwijze van de PCL is beschreven in Infokaart 3. De toetsingscriteria die de PCL hanteert staan beschreven in Infokaart 4. 3.5 werkgroepen. In het SWV functioneren enige permanente werkgroepen. 3.5.1 ib-netwerk. Het netwerk voor Intern Begeleiders neemt binnen de zorgstructuur een belangrijke positie in. Immers, als netwerk van (praktijk)deskundigen, is deze groep op de hoogte van de zorgbehoefte(n), zoals deze, vanuit leerlingen én leerkrachten, binnen de school en het SWV leven. Vanuit gezamenlijk overleg en momenten van collegiale consultatie worden activiteiten en procedures ontwikkeld die ertoe bijdragen dat: Een leerling die zorg ontvangt die het beste bij hem past; De leerkracht die ondersteuning ervaart waar deze het beste aansluit bij de gestelde hulpvraag. 3.5.2 de speelpraatgroep. Deze vaste werkgroep binnen het SWV Pluralis zorgt voor de uitvoering van de activiteiten van de speelpraatgroep. De coördinatie van de werkgroep ligt bij één van de IB-ers. In de speelpraatgroep wordt aan twee groepen, van ongeveer 6 tot 8 kinderen, een programma aangeboden om het ontwikkelen van sociale vaardigheden te ondersteunen. Met dit programma hopen we het zelfbeeld en het zelfvertrouwen bij de kinderen te versterken. Onder leiding van twee trainers (IB-ers) per groep komen de kinderen 12 keer bij elkaar. Eén groep wordt geformeerd voor leerlingen uit groep 5 en 6. In de tweede groep doen kinderen mee uit groep 7 en 8. De door de IB-ers aangedragen kandidaten worden door de orthopedagoog van SBO De Maremak gescreend. 3.5.3 klankbordgroep: De klankbordgroep adviseert aan het bestuur van het SWV Pluralis met betrekking tot de opzet en inhoud van het jaarlijks op te stellen zorgplan. Voor het zorgplan is een breed draagvlak nodig, daarom ook wordt de klankbordgroep gevormd door een brede vertegenwoordiging uit de geledingen binnen Pluralis. De klankbordgroep wordt gevormd door: één directeur bao, de directeur sbo, de BBL-er, twee IBers, en mogelijk een externe adviseur. De coördinatie ligt bij de zorgcoördinator van het samenwerkingsverband. De klankbordgroep stelt het nieuwe concept voor het zorgplan op voor het volgend schooljaar. Het concept beschrijft het beleid dat Pluralis voert ten behoeve van zorg op maat voor alle leerlingen. Het biedt de bouwstenen voor het nieuwe zorgplan en eventueel voor het schoolplan van de individuele scholen.
zorgplan 2009-2010
11
3.6 positie van de speciale school voor basisonderwijs (SBO). De speciale basisschool maakt onderdeel uit van de bovenschoolse zorgstructuur van Pluralis. De SBO heeft hierbij de volgende functies: A. onderwijsfunctie: Plaatsing van een leerling binnen de SBO. Tijdelijke plaatsing van een leerling binnen de SBO. Ook binnen SBO De Maremak worden kinderen in groepen opgevangen. In deze groepen zitten gemiddeld 14/15 kinderen. Eén van de (8) groepen is gericht op de opvang en begeleiding van Jonge Risico Kinderen (JRK). Het aantal te formeren groepen is afhankelijk van: het aantal geplaatste leerlingen; de gemaakte keuzes ten aanzien van de bovenschools te besteden middelen. B. ondersteuningsfunctie: Er is budgettaire ruimte om de ondersteuningsfunctie vorm te geven in 2010-2011 Voor meer informatie wordt verwezen naar het betreffende actieplan, waarin het gaat om het ontwikkelen van een visie op de toekomst van de SBO-voorziening. 3.7 communicatie. Het bestuur van SWV Pluralis communiceert minimaal één keer per jaar met haar leden in de Algemene ledenvergadering. Elk schoolbestuur communiceert omtrent het Zorgplan met de (G)MR. Het bestuur van het SWV heeft één keer per jaar overleg over het Zorgplan met (G)MR-en. Doelen van het overleg: toelichting op het (concept)zorgplan; gezamenlijke beraadslaging. Voor nadere informatie over het uitwerken van een communicatieplan wordt u verwezen naar het betreffende actieplan. 3.8 klachtencommissie: SWV Pluralis is aangesloten bij de klachtencommissie van de Katholieke Bond voor het Onderwijs (KBO). Deze commissie behandelt “klachten over gedragingen dan wel het nalaten daarvan van de PCL”.
zorgplan 2009-2010
12
Deel B Activiteiten Hoofdstuk 4: Bouwstenenvoor het zorgplan 2009-2010 Ten behoeve van het verzamelen van bouwstenen voor dit zorgplan zijn de volgende onderdelen gebruikt: 4.1 Koersplan 2008-2012 4.2 Verslagen werkgroepen 2008-2009 4.3 Het jaarverslag van de PCL over het schooljaar 2007-2008 4.4 Kengetallen van het SWV Pluralis per oktober 2008 4.5 Taalbeleid: samenwerking gemeente en Pluralis 4.6 Landelijke ontwikkelingen. 4.1 koersplan Het door de algemene ledenvergadering vastgestelde Koersplan 2008-2012 geeft de kaders en richting aan waarnaar het samenwerkingsverband wil groeien en ontwikkelingen. 4.2 verslagen werkgroepen De verslagen van de werkgroepen worden besproken en worden of beschreven in een infokaart of vormen de basis om met de ingezette actie door te gaan in het komende schooljaar. De infokaarten geven informatie over uitvoering van beleidsuitspraken. De actieplannen opgenomen in dit zorgplan moeten leiden tot richtinggevende uitspraken en aanbevelingen. In het zorgplan 2008-2009 was een prominente plaats ingeruimd voor het actieplan “Passend Onderwijs” De invulling van de andere actieplannen was en is nauw verbonden met de uitvoering en opbrengsten van actieplan “Passend Onderwijs”. De werkgroep heeft voorgesteld om alle scholen van het samenwerkingsverband te laten deelnemen aan de simulatietool “Kind op de gang”. De uitvoering van “Kind op de gang” wordt in het schooljaar 2009-2010 opgenomen op het activiteitenprogramma van de scholen van het samenwerkingsverband. Daarom ook zijn bijna alle andere actieplannen weer opgenomen in dit zorgplan. 4.3 het jaarverslag van de PCL over het schooljaar 2007-2008. Gedurende het schooljaar 2007-2008 heeft de Permanente Commissie Leerlingenzorg zich voornamelijk bezig gehouden met de advisering ten aanzien van de toelaatbaarheid tot het Speciaal Basisonderwijs van de zorgleerlingen binnen Pluralis. In totaal is de PCL 10 keer bij elkaar geweest. In de 10 bijeenkomsten zijn 23 dossiers besproken. leden van de PCL: Voorzitter: Dhr. Drs. H. van Versendaal, psycholoog/onderwijskundige. Leden: Mw. M. Maas, maatschappelijk deskundige. Mw. J. Wels, onderwijsdeskundige. 4.3.1 analyse dossiers PCL aangeboden dossiers Gedurende dit schooljaar is de P C L 10 keer bij elkaar geweest. * Er zijn door de PCL in totaal 18 positieve beschikkingen afgegeven: 12 positieve beschikkingen voor kinderen afkomstig van de basisscholen uit het samenwerkingsverband Pluralis. 3 beschikkingen voor leerlingen vanuit het eigen samenwerkingsverband waarvan 2 uit SWV Eindhoven en 1 uit SWV Oisterwijk/Moergestel 3 beschikkingen voor kinderen woonachtig in Boxtel afkomstig van de Elzengaard, De Zwengel en de Herman Broerenschool
zorgplan 2009-2010
13
dossiers
03-04
aantal besproken dossiers positieve beschikkingen* positieve beschikkingen (tijdelijk) herbeschikkingen negatieve beschikkingen aantal jongens aantal meisjes problematieken (positieve beschikkingen) didactische problemen gezinsproblemen sociaal-emotionele problemen spraak-taalproblematiek motorische problematiek problematieken (negatieve beschikkingen) blijft binnen BAO advies: cluster 2: Doven, slechthorenden en ESM advies: cluster 3: ZMLK, Mytyl, Tyltyl en LZK advies: cluster 4: Gedrags- en/of psych. problemen advies: MKD
04-05 05-06 06-07
07-08
32 24 2 2 4 19 13
31 29 1 0 1 19 12
34 32 0 1 1 19 14
29 28 0 0 1 20 9
23 18 0 0 5 15 8
28 17 25 15 2
27 3 18 14 1
23 4 23 12 4
24 3 20 3 5
17 0 10 4 5
0 0 1 3
0 1 0 0
0 1 2 0
0 0 0 1
0 0 3 1 1
scholen van herkomst (scholen SWV Pluralis) Angelaschool De Beemden De Hobbendonken De Oversteek De Spelelier De Vorsenpoel De Walpoort Molenwijkschool St. Petrusschool St. Theresiaschool De Maremak (herbeschikkingen) totaal (zonder herbeschikkingen)
03-04 04-05 05-06 06-07 07-08 3 4 2 0 2 3 2 0 3 2 2 2 3 2 2 3 5 2 4 0 0 1 1 1 1 4 2 3 0 2 2 0 0 1 0 1 1 1 3 1 1 2 1 0 1 2 2 1 0 1 2 0 0 0 0 21
21
14
14
12
De kwaliteit van de aangeleverde dossiers is over het algemeen goed. De beschrijving van het ontwikkelingsverloop en de problematiek geven niet of nauwelijks aanleiding tot nadere vraagstellingen. Bij het aanbieden van dossiers aan de PCL wordt wel extra gekeken naar de ondersteuning die t.a.v. de aangeboden leerling is geboden door de bovenschoolse zorg van het eigen samenwerkingsverband. Voor dossiers die opgesteld worden voor het aanvragen van een beschikking voor één van de RECvoorzieningen of het aanvragen van een rugzak is dit sinds 1 augustus 2009 verplicht. De beschrijving van de gevolgde aanpak en de resultaten ervan geven niet alleen inzicht in de handelingsverlegenheid van de school, maar ook waar verdere begeleiding op gericht moet zijn. * Zie infokaart 4
zorgplan 2009-2010
14
4.4 kengetallen SWV Pluralis per oktober 2008. 4.4.1 aantal scholen 01-10-07 01-10-08 A
aantal basisscholen
10
10
C
aantal speciale scholen voor basisonderwijs totaal aantal scholen
1 11
1 11
4.4.2 leerlingenaantallen per 1 oktober 2007 01-10-07 01-10-08 B
aantal leerlingen op reguliere basisscholen
2730
D
aantal leerlingen op de speciale school inclusief grensverkeer
126
118
F
aantal leerlingen in het samenwerkingsverband
2856
2897
G
deelnamepercentage leerlingen op SBO incl grensverkeer
4,41
4,07%
E
aantal leerlingen op SBO vanuit grensverkeer
16
17
1
1
J
deelnamepercentage leerlingen SBO excl grensverkeer
3,87
3,47 %
percentage lln.op SBO, wonend in de gemeente Boxtel
87,3
78,8 %
percentage lln op SBO, niet-wonend in de gemeente Boxtel
12,7
21,2 %
0
0
aantal leerlingen uitgaand grensverkeer
H
aantal teruggeplaatste leerlingen
2779
4.4.3 algemene kwantitatieve gegevens in SWV Pluralis Ontwikkeling van het leerlingaantal in basis en speciaal basisonderwijs en van de verwijzing en terugplaatsing vanuit het Speciaal Basisonderwijs naar het reguliere Basisonderwijs.
01-10-03
01-10-04
01-10-05
01-10-06
01-01-07
01-10-08
A
10
10
10
10
10
10
B C
2740 1
2709 1
2661 1
2700 1
2730 1
2779 1
D E
106 6
101 5
110 3
121 11
126 16
118 17
F G
2846 3,73
2810 3,59%
2771 3,97%
2821 4,29 %
2856 4,41 %
2897 4,07%
H J
0
0
0
0
0
3,58%
3,41%
3,87%
3,89%
3,87%
0 3,47 %
terugplaatsing: Er zijn in het schooljaar 2008-2009 geen kinderen teruggeplaatst naar één van de basisscholen van het samenwerkingsverband 4.4.4 trends in de ontwikkeling In het Koersplan 2008-2011 staat bij hoofddoelstelling 3 geschreven, dat het streven van het samenwerkingsverband er op gericht is om in 2011 een deelnamepercentage SBO van 3,5% na te streven. Uit bovenstaand overzicht blijkt dat dit streefgetal gehaald is. Voor deze daling zijn een aantal factoren aan te wijzen. Het totaal aantal leerlingen op de Boxtelse basisscholen is gestegen en de Boxtelse basisscholen zelf hebben t.o.v. 2008 2 leerlingen minder verwezen. De factor “grensverkeer” is ongeveer gelijk gebleven. Er wordt nog een verdere daling verwacht van het aantal leerlingen dat ons SBO bezoekt. De komende jaren stromen er relatief veel bovenbouwleerlingen van De Maremak uit naar het voortgezet
zorgplan 2009-2010
15
onderwijs. De verwachting is dat er aan het eind van het schooljaar 2008-2009 18 leerlingen uitstromen naar het vervolgonderwijs. Met de focus op “Passend Onderwijs” en de steeds groter wordende deskundigheid op de basisscholen, is er een verdere daling te verwachten van instroom vanuit de basisscholen van het samenwerkingsverband. De toestroom van uit andere samenwerkingsverbanden moeten we ook eens tegen het licht houden. De “grensverkeer”-leerlingen komen voornamelijk uit Best. Wanneer in 2011 blijkt dat de daling zich inderdaad heeft doorgezet, kan het streefpercentage zoals genoemd in het koersplan verder naar beneden worden bijgesteld.
4.5 taalbeleid: samenwerking gemeente en Pluralis Pluralis werkt samen met de stichting peuterspeelzalen en de gemeente Boxtel bij de uitvoering van Voor- en Vroegschoolse Educatie. VVE beoogt kinderen met een risico op achterstand in de taalontwikkeling met extra taalactiviteiten de eventueel opgelopen achterstand in te laten lopen dan wel de opgelopen achterstand in ieder geval niet nog groter te laten worden. Het afgelopen schooljaar heeft Pluralis een projectvoorstel ingediend bij de gemeente. Onder de naam “Taalactiever” is een projectplan opgesteld om de aansluiting op VVE activiteiten in de voorschoolse periode te waarborgen. De gemeente heeft het projectplan goedgekeurd. Het schooljaar 2009-2010 wordt de uitvoering daarvan ter hand genomen. inhoud en coördinatie “Taalactiever” (groep 1-2) programma voortzetten van het in de voorschoolse periode gebruikte programma “Ko Totaal” op de juiste wijze inzetten van het programma inventariseren of er ook met deze programma’s gewerkt wordt. inventariseren en afstemmen van de tijdsinvestering, het aantal thema’s en de ouderbijeenkomsten uitvoering door gekwalificeerde leerkrachten in groep 1-2 door VVersterk (bij-)geschoolde leerkrachten aanbieden van scholing inzake uitvoering programma VVE doelstellingen t.a.v. taal taalachterstand verminderen met 25% door gebruikt te maken van een goedgekeurd VVE taalstimuleringsprogramma Indien nodig een toetssysteem opzetten toetsgegevens van de scholen inventariseren toetsgegevens analyseren doelgroep doelgroepbereik > 90% per 1 januari 2010 leerlingen die als VVE-leerling worden overgedragen vanuit de voorschoolse periode doelgroep leerlingen a.d.h.v, het leerling-gewicht doelgroep leerlingen met aangetoonde taalachterstand: lage C D en E score 4.6 landelijke en regionale ontwikkelingen. In het huidige systeem wordt gewerkt vanuit 4 afzonderlijke structuren, te weten: Weer Samen naar School (WSNS) Speciaal onderwijs Leerling gebonden financiering (LGF) Leerwegondersteunend onderwijs / Praktijkonderwijs (LWOO / PRO) Door te werken vanuit zoveel verschillende structuren ontstaan er knelpunten. Ze betreffen o.a.: een onduidelijke verantwoordelijkheidsverdeling;
zorgplan 2009-2010
16
elke zorgstructuur (WSNS, SO/LGF, LWOO) heeft een eigen indicatiestelling; voor zorgleerlingen is de overgang van p.o. naar v.o. vaak moeilijk; scholen weigeren soms de geïndiceerde leerlingen. 4.6.1 passend onderwijs In de notie van 5 december 2007: Invoeringsplan “Passend Onderwijs” geeft staatssecretaris Dijksma een achttal uitgangspunten voor passend onderwijs. Met het uitvoeren van dat plan wordt een ontwikkeling ingezet om oplossingen te creëren voor de geconstateerde problemen. uitgangspunten 1. Het kind moet centraal staan. Taak van het onderwijs is om de kwetsbare kinderen waar het in Passend onderwijs om gaat zo goed mogelijk voor te bereiden op een zo zelfstandig mogelijke plaats in de samenleving. Tussen de leerlingen zijn er grote verschillen naar de aard van de beperkingen en de mogelijkheden die zij hebben. Het onderwijs moet rekening houden met die verschillen en het aanbod aanpassen op de behoeften van het kind. Met ouders moet goed overlegd worden over het onderwijstraject voor hun kind. 2. Passend onderwijs betekent niet dat alle leerlingen in de gewone school voor basis- of voortgezet onderwijs moeten worden opgevangen. Een deel van de leerlingen kan met goede ondersteuning in de reguliere school onderwijs volgen, maar een ander deel kan beter onderwijs volgen in een speciale school. Er zijn ook tussenvormen mogelijk zoals de inrichting van een speciale klas binnen een reguliere school. Tot slot zijn er mogelijkheden om leerlingen tijdelijk in een speciale voorziening te plaatsen, bijvoorbeeld om via goede observatie tot een betere beslissing over plaatsing te komen. Regionaal moet er een goed continuüm van onderwijsvoorzieningen komen met doorgaande leerlijnen po-vo-(v)so. 3. De kwaliteit van de onderwijsvoorzieningen moet goed zijn. De inspectie signaleert dat te veel speciale voorzieningen (scholen voor sbo, so, vso) zwak of zeer zwak van kwaliteit zijn. Ouders moeten erop kunnen vertrouwen dat als hun kind naar een speciale school gaat, het onderwijs daar van goede kwaliteit is, en dat het onderwijs leidt tot een heldere kwalificatie. Daarom heeft kwaliteitsversterking prioriteit binnen Passend onderwijs. 4. Passend onderwijs moet in de klas gerealiseerd worden. Personeel in de scholen moet voldoende toegerust zijn om het onderwijs aan deze leerlingen te geven. Onderwijs is niet passend als de leraar die het geeft niet de bekwaamheid heeft ontwikkeld om het te geven of niet voldoende ondersteuning krijgt. Daarom moet de positie van de leraren versterkt worden. 5. Een deel van de leerlingen heeft ook zorg buiten het onderwijs nodig. Als bijvoorbeeld problemen in de gezinsituatie leiden tot gedragsproblemen in de school, dan moet de school erop kunnen rekenen dat maatschappelijk werk en jeugdzorg de problemen in het gezin aanpakken. Het onderwijs in de school moet aansluiten op de zorg die vanuit instellingen voor jeugdzorg en vanuit de AWBZ-zorg wordt gegeven. 6. In de bureaucratie die samenhangt met de speciale voorzieningen moet fors gesnoeid worden. Indicatiestelling moet handelingsgericht zijn: wat willen we met deze leerling bereiken in het onderwijs en wat is daarvoor nodig? Dubbelingen in indicaties moeten afgebouwd worden in samenwerking met de zorg buiten het onderwijs. 7. Voor zowel de huidige middelen voor zorgleerlingen als de middelen die beschikbaar komen voor de uitwerking van Passend onderwijs geldt dat deze zoveel mogelijk in het primaire onderwijsproces moeten worden ingezet: handen in de klas! De inzet van middelen moet flexibel zijn om maatwerk in het onderwijs mogelijk te maken. De inzet moet ook doelmatig en transparant zijn: voor scholen, voor ouders, voor andere instellingen en voor de overheid. 8. De uitgaven voor extra zorg (op de Rijksbegroting) moeten beheersbaar zijn. Voor de veranderingen die noodzakelijk zijn om Passend onderwijs te realiseren worden extra middelen beschikbaar gesteld.
zorgplan 2009-2010
17
4.6.2. Passend Samenwerken in de Meierij Het streven om te komend tot passend onderwijs zoals hierboven beschreven heeft verschillende partners in de regio de Meierij er toe gebracht om de samenwerking te zoeken. In De Meierij werken scholen voor primair, voortgezet en speciaal onderwijs samen om voor ieder kind een passend onderwijsaanbod te realiseren. Het initiatief voor deze samenwerking is ruim twee jaar geleden ontstaan. In november 2007 hebben de negen partners van Passend Samenwerken een bestuurlijk convenant getekend om de samenwerking verder inhoud en vorm te geven. De negen partners zijn: 1. WSNS Den Bosch 2. WSNS Vught 3. WSNS Schijndel 4. WSNS Pluralis Boxtel 5. WSNS De Opmaat Zaltbommel 6. VO De Meierij 7. REC 2 ZEON (een samenwerkingsverband van een aantal scholen voor Speciaal Onderwijs aan kinderen met auditieve en/of communicatieve handicaps: dove kinderen, slechthorende kinderen en kinderen met spraak en/of taalproblemen.) 8. REC 3 Balein (De scholen van REC Balein zijn hoofdzakelijk bestemd voor kinderen met (meervoudig) lichamelijke beperkingen, zeer moeilijk lerende kinderen, langdurig zieke kinderen en kinderen met een combinatie van deze beperkingen. Soms vinden leerlingen met ernstige sociaal- emotinele problematiek als gevolg van bijv. een Autisme Spectrum Stoornis er een plek.) 9. REC 4 Chiron (REC Chiron biedt begeleiding en onderwijs voor kinderen met ernstige gedrags- en ontwikkelingsproblemen).
Waarom een convenant? De verschillen tussen deze deelnemers zijn groot; hun geschiedenis is anders, hun insteek verschilt en soms lijken belangen tegengesteld. We delen echter met elkaar de overtuiging, dat nauwer samenwerken noodzakelijk is. Reguliere scholen zijn ingericht op de gemiddelde leerling. Het vinden van de juiste oplossing voor leerlingen met een speciale onderwijsbehoefte is niet eenvoudig door de veelheid van speciale scholen, expertisecentra, bekostigingsregels en toelatingsprocedures. Kinderen en ouders, maar ook scholen, lopen soms vast in deze complexiteit. Dat moet veranderen. In het convenant hebben we vastgelegd dat we het ook gáán veranderen! De partners van Passend Samenwerken in de regio De Meierij hebben voor de indicatiestelling voor de clusters 2, 3 en 4, voor LWOO en Praktijkonderwijs en voor de beschikking van de PCL één onderwijskundig rapport (OKR) vastgesteld. Voor de indicatie voor de clusters dient er naast het OKR, ook een bijlage ingevuld te worden. Zowel OKR als bijlagen zijn op de website te vinden.
zorgplan 2009-2010
18
Hoofdstuk 5: Jaarplan 2009-2010 5.1 inleiding. Hieronder worden doelen vermeld die als uitgangspunt gelden voor de vertaling van de missie en visie van Pluralis (zoals verwoord in het Koersplan) naar concrete acties. Vanuit het algemene worden deelaspecten geformuleerd, om van daaruit te komen tot concrete actieplannen. De actieplannen worden nog door diverse partijen uitgewerkt.
5.2 uitwerking van de doelen in actieplannen. Om gestelde doelen te realiseren, worden acties en/of activiteiten uitgewerkt. Dit gebeurt door middel van een standaard format (zie informatiekaart 8). De Zorgcoördinator vervult hierbij de spilfunctie. aandachtspunten Beschrijf zichtbaar gedrag: handelen / houding / kennis / vaardigheden Duidelijkheid t.a.v. de doelgroep: leerlingen, leerkrachten of beiden. Voor elke actie wordt 1 kaart gemaakt.
5.3 de rol van de zorgcoördinator m.b.t. de actieplannen De rol van de ZC bij de actieplannen is met name gericht op het initiëren en stimuleren bij het opstarten van de activiteiten en het tot uitvoering brengen van de actieplannen. Soms echter zal hij de rol van de voorzitter van de werkgroep op zich nemen. 5.4 beschrijving actieplannen De actiepunten worden beschreven volgens het eerder vastgestelde format (zie infokaart actieplannen).
zorgplan 2009-2010
19
5.4.1 Passend onderwijs (“Kind op de gang”) Om passend onderwijs op een praktische manier handen en voeten te geven, heeft de Algemene Vereniging Schoolleiders (AVS) een praktijksimulaties ontwikkeld: voor het Primair Onderwijs het spel “Kind op de Gang!” De praktijksimulatie begint met het nadrukkelijk betrekken van alle leerkrachten bij de bewustwording van hun (gewenste) rol, en eindigt met strategische keuzes op school-, bestuurs-, en samenwerkingsverbandniveau. Deelnemers:
alle scholen van het samenwerkingsverband
onderwerp 1
Passend onderwijs (“Kind op de gang”)
Doelgroep
Alle scholen van het SWV Pluralis
Hoofddoel
Scholen kunnen zich door gebruikmaking van de praktijksimulatie ‘Kind op de Gang!’ voorbereiden op de toekomst van passend onderwijs.
Deeldoelen
De grenzen van de leerlingenzorg worden in beeld gebracht – er mag ook “nee” worden gezegd Iedere school ontwikkelt haar eigen zorgprofiel De scholen bepalen zelf hun eigen zorgprofiel en de speerpunten voor schoolontwikkeling in de komende jaren, waarbij de opbrengst van de studiedag een van de belangrijke bouwstenen is. Plan van Aanpak voor de ontwikkeling van nieuwe expertise in het omgaan met leerlingen met speciale onderwijsvragen Elke leerkracht wordt actief betrokken bij Passend Onderwijs, er ontstaat draagvlak voor passend onderwijs en de als “bedreigend” ervaren karakter wordt omgedraaid naar een “kans” karakter. De uitkomsten op schoolniveau worden op samenwerkingsverband ingezet om op het niveau van het samenwerkingsverband. Hiermee kan het samenwerkingsverband beleidsmatige keuzes voorstellen. Bepalen van de individuele hulpvraag bij het omgaan met leerlingen met speciale onderwijsvragen Zicht op aanwezige kennis en kunde bij het personeel Zicht op eigen team in het omgaan met leerlingen met speciale onderwijsvragen formuleren van het huidige zorgprofiel van de school
Werkwijze
Gedurende een studiedag met het schoolteam wordt het zorgprofiel bottomup door het onderwijspersoneel in beeld gebracht. Daarbij is aandacht voor de wensen van de school, de doelgroep en de omgevingsfactoren.
Tijdsinvestering
1 voorbereidingsbijeenkomst voor directies en intern begeleiders 1 studiedag voor het gehele team
Evaluatie
AVS zorgt voor een eindrapportage per team op schoolniveau na afloop van de studiedag.
Borging
De bevindingen op schoolniveau worden verzameld op niveau van het samenwerkingsverband en vormen de nulmeting voor o.a. de expertise op schoolniveau en de behoefte aan scholing of deskundigheidsbevordering.
Kosten
voor het gehele project € 24.237,00
zorgplan 2009-2010
20
5.4.2 Visie op de toekomst van een expertise-centrum Vanuit het Koersplan 2008-2012 ligt er de doelstelling om te werken aan een visie op de toekomst van een expertisecentrum ten behoeve van de deskundigheidsvergroting van leerkrachten in het basisonderwijs en speciaal basisonderwijs In de huidige terminologie worden expertisecentra altijd meteen gekoppeld aan de bestaande s.o.scholen en aan het SBO. Het is een opdracht aan de werkgroep om in haar activiteiten ook breder te kijken. Deelnemers:
Zorgcoördinator de directeur van SBO Maremak: één directeur bao twee IB-ers BBL-er
onderwerp 2
Ontwikkelen van een visie op de toekomst van een expertisecentrum
Doelgroep
Alle scholen van het SWV
Hoofddoel
Ontwikkelen van een visie op de toekomst van een expertisecentrum ten behoeve van de deskundigheidsvergroting van leerkrachten in het basisonderwijs en speciaal basisonderwijs
Deeldoelen
Inventariseren (onder IB-ers en directeuren van basisscholen) van hulpvragen en "leveranciers" van deskundigheidsbevordering op het terrein van leerlingenzorg. Schoolteams en IB-ers kunnen wat betreft het binnenhalen van expertise op het terrein van zorg en zorgstructuren te rade gaan bij verschillende deskundigen. Bestuderen van kenmerken van expertisecentra elders (inhouden, werkwijzen) Beoordeling van goede en minder goede aspecten van het werken met een expertisecentrum Komen met aanbevelingen aan het SWV t.a.v. invulling en werkwijze van een expertisecentrum van / voor het SWV Pluralis.
Werkwijze
De werkgroep stelt een SMART-actieplan op De werkgroep heeft bepaald wie als aanspreekpunt fungeert (directeur SBO) Taken en verantwoordelijkheden zijn in onderling overleg vastgelegd
Tijdsinvestering
4 bijeenkomsten van 2 uur per persoon.
Evaluatie
Tijdens en na afloop van de bijenkomsten
Borging
De bevindingen worden vastgelegd in een bondige rapportage en deze wordt aangeboden aan het SWV-bestuur medio maart 2010
Kosten
4 personen x 12 uur x € 35 per uur
zorgplan 2009-2010
= € 1.680
21
5.4.3 Relatie expertise basisscholen en verwijsgedrag Vanuit het Koersplan 2008-2012 ligt er de opdracht en de doelstelling om onderzoek te doen naar en een analyse uit te voeren naar mogelijke verbanden tussen de expertise van basisscholen in ons SWV en hun verwijsgedrag naar SBO en SO-instellingen In het jaarverslag van de PCL over het schooljaar 2007-2008 valt te lezen dat er in de jaren 20052006, 2006-2007 en 2007-2008 minder leerlingen vanuit de Boxtelse basisscholen verwezen zijn naar SBO De Maremak dan in de daaraan voorafgaande jaren. Het is interessant om te onderzoeken in hoeverre er sprake is van mogelijke verbanden tussen verwijsgedrag (en handelingsverlegenheid ) van de basisscholen en hun aanwezige expertise. Deelnemers:
Zorgcoördinator twee directeuren bao één IB-er bao de voorzitter van de PCL de BBL-er NB De samenstelling van deze werkgroep is hetzelfde als die van de "werkgroep expertise basisscholen", met uitzondering van de voorzitter van de PCL.
onderwerp 3
Uitvoeren van onderzoek naar de mogelijke relatie van de expertise van basisscholen en hun verwijsgedrag
Doelgroep
Alle basisscholen
Hoofddoel
Uitvoeren van een analyse naar mogelijke verbanden tussen de expertise van basisscholen en hun verwijsgedrag naar SBO en SO-instellingen
Deeldoelen
Naast het uitvoeren van het onderzoek en het analyseren van voorhanden gegevens, wordt verwacht dat de werkgroep conclusies trekt en aanbevelingen doet aan het bestuur van het SWV.
Werkwijze
De werkgroep stelt een SMART-geformuleerd plan van aanpak op. Taken en verantwoordelijkheden zijn in onderling overleg verdeeld en vastgelegd. Mogelijk wordt van de PCL extra inzet gevraagd om relevante verwijsgegevens aan te dragen (extra kosten)
Tijdsinvestering
3 bijeenkomsten van 2 uur per persoon.
Evaluatie
Tijdens en na afloop van de bijeenkomsten
Borging
De bevindingen worden vastgelegd in een bondige rapportage en deze wordt aangeboden aan het SWV-bestuur medio maart 2010
Kosten
3 personen x 9 uur x € 35 per uur voorzitter PCL 9 uur x € 45 totaal
zorgplan 2009-2010
= € 945 = € 405 = € 1.350
22
5.4.4 Visie op toekomst SBO-voorziening In het Koersplan 2008-2012 is de opdracht opgenomen om onderzoek te doen naar en te gaan werken aan het ontwikkelen van een visie op de toekomst van het SBO, mede in relatie tot de ontwikkelingen m.b.t. passend onderwijs en het streven om het verwijspercentage in 2011 terug te brengen tot 3½ % van het aantal leerlingen op de basisscholen. Bij het ontwikkelen van boven bedoelde visie dient meegenomen te worden de ervaringen omtrent de veranderingen in de leerling-populatie van het SBO, alsmede de consequenties voor het personeelsbeleid en het professionaliseringsbeleid van het SBO Deelnemers:
Zorgcoördinator directeur sbo twee directeuren bao twee IB-ers
onderwerp 4
Ontwikkelen van een visie op de toekomst van de SBO-voorziening in het SWV Pluralis
Doelgroep
Alle scholen van het SWV Pluralis
Hoofddoel
Het ontwikkelen van een visie op de toekomst van de SBO-voorziening, waarbij er naar wordt gestreefd om het deelnamepercentage in 2011 terug te brengen tot 3½ %, exclusief grensverkeer.
Deeldoelen
Naast het ontwikkelen van een visie op de toekomst van de SBO-voorziening, dient meegenomen te worden een schets van de veranderingen in de leerling-populatie van het SBO in de laatste 4 jaar (er is sprake van een verzwaring van de problematiek van de SBO-populatie), alsmede de consequenties voor het personeelsbeleid en het professionaliseringsbeleid van het SBO in de komende beleidsperiode.
Werkwijze
De werkgroep stelt een SMART-geformuleerd plan van aanpak op. De werkgroep heeft bepaald wie als aanspreekpunt fungeert Taken en verantwoordelijkheden zijn in onderling overleg besproken en vastgelegd (voorzitter en verslaglegging).
Tijdsinvestering
5 bijeenkomsten van 2 uur per persoon.
Evaluatie
Tijdens en na afloop van de besprekingen
Borging
De bevindingen worden vastgelegd in een bondige rapportage en deze wordt aangeboden aan het SWV-bestuur medio maart 2010.
Kosten
4 personen x 15 x € 35 per uur
zorgplan 2009-2010
= € 2.100
23
5.4.5 Taken en positie van de PCL in de toekomst In het Koersplan 2008-2012 is de opdracht opgenomen om een visie te ontwikkelen m.b.t. de taken en de positie van de PCL in de toekomst, waarin gewerkt gaat worden met een centraal loket voor indicatie (convenant passend samenwerken) Deelnemers:
Zorgcoördinator voorzitter PCL directeur SBO IB-er de BBL-er
onderwerp 5
Ontwikkelen van een visie op taken en positie van de PCL in de toekomst, mede in relatie tot het convenant passend samenwerken
Doelgroep
bestuur Pluralis IB-ers directies basisscholen Pluralis
Hoofddoel
Heroriëntatie op de rol en taken van de PCL van het SWV in het licht van de huidige ontwikkelingen richting passend onderwijs.
Deeldoelen
Positie en taken van de PCL in relatie tot de afspraken in het convenant “passend samenwerken” over het streven om te komen tot één loket.
Werkwijze
De werkgroep heeft zicht op de ontwikkelingen richting passend onderwijs en de regionale ontwikkelingen op gebied van indicatiestelling. De werkgroep heeft bepaald wie als aanspreekpunt fungeert
Tijdsinvestering
3 bijeenkomsten van 2 uur per persoon.
Evaluatie
Tijdens bespreking jaarverslag 2009-2010
Borging
De afspraken geldend voor onze eigen PCL worden opgenomen in de huidige infokaarten PCL
Kosten
1 personen x 9 uur x € 35 per uur voorzitter PCL 9 uur x € 45 totaal
zorgplan 2009-2010
= € 315 = € 405 = € 720
24
5.4.6 Het ib-netwerk als platform voor expertise en beleidsadviserend orgaan Binnen het SWV neemt het IB-netwerk (als kenniskring) een belangrijke plaats in. De inhoud van de zorg staat hierbij voorop. Uitwisselen van kennis en ervaring(en) wordt als belangrijk en waardevol beschouwd, zowel voor de persoonlijke ontwikkeling, de schoolontwikkeling, als voor de ontwikkeling van adequate bovenschoolse zorgvoorzieningen. Deelnemers:
Zorgcoördinator de BBL-er 2 IB-ers één directeur ba.o.
onderwerp 6
Ontwikkelen van een (nieuwe) visie op het ib-netwerk.
Doelgroep
BBL IB-ers
Hoofddoel
het ontwikkelen van de rol van het IB-netwerk als ontmoetingsplek voor de IB-ers van het samenwerkingsverband het uitwerken van de rol van het ib-netwerk als adviesorgaan voor het bestuur van Pluralis
Deeldoelen
Het IB-netwerk is de plek voor: uitwisseling van eigen ervaringen m.b.t. zorg op de scholen houden van intervisiebijeenkomsten als werkvorm signaleren van knelpunten in de uitvoering van zorg op de scholen en dit middels verslagen vastleggen en doorgeven aan de ZC vindplaats voor oplossingen voor ontmoete vraagstukken / problemen formuleren van voorstellen t.b.v. deskundigheidsbevordering voor het ibnetwerk zelf en waar nodig voor schoolteams het uitbrengen van (on)gevraagde adviezen aan het bestuur van het SWV
Werkwijze
De werkgroep stelt een SMART-geformuleerd plan van aanpak op. De werkgroep heeft bepaald wie als aanspreekpunt fungeert Taken en verantwoordelijkheden zijn in onderling overleg besproken en vastgelegd
Tijdsinvestering
4 bijeenkomsten van 2 uur per persoon.
Evaluatie
Tijdens en na afloop van de bijeenkomsten
Borging
De bevindingen worden vastgelegd in een bondige rapportage en deze wordt aangeboden aan het SWV-bestuur medio maart 2010.
Kosten
3 personen x 12 uur x € 35 per uur
zorgplan 2009-2010
= € 1.260
25
5.4.7 Hoog- en meerbegaafdheid Deelnemers:
Zorgcoördinator 4 IB-ers
onderwerp 7
Hoogbegaafdheid / Meerbegaafdheid
Doelgroep
Kinderen behorend tot deze doelgroep zoals omschreven in protocol hoogbegaafdheid Alle leerkrachten
Hoofddoel
Herkenning en erkenning van deze doelgroep. Tegemoetkoming aan de behoeften van deze doelgroep.
Deeldoelen
Mogelijkheden van samenwerking tussen basisscholen onderzoeken gericht op z.g.n. Peer-groepen. Mogelijkheden van samenwerking met het voortgezet onderwijs onderzoeken.
Werkwijze
Werkgroep stelt een plan van aanpak op. Samenwerking binnen de basisscholen heeft prioriteit. Aanwezige deskundigheid binnen de verschillende scholen wordt betrokken. Taken en verantwoordelijkheden worden in onderling overleg vastgelegd. Van de bijeenkomsten wordt een verslag gemaakt.
Tijdsinvestering
5 bijeenkomsten van 2 uur per persoon.
Evaluatie
Tijdens en na afloop van de bijeenkomsten
Borging
Bevindingen vormen een onderdeel van het nieuw op te stellen zorgplan 2010-2011
Kosten
4 personen x 10 uur = 40 uur x € 35,-
zorgplan 2009-2010
= € 1.400
26
5.4.8 Juniorcoach * deelnemers:
Zorgcoördinator Juniorcoach
onderwerp 8
Juniorcoach
Doelgroep
leerlingen van wie de basisschool van mening is dat extra begeleiding bij de overgang naar het voortgezet onderwijs nodig is.
Hoofddoel
Ondersteuning van de warme overdracht van kwetsbare leerlingen met sociaal emotionele problematiek (eventueel in combinatie met leerproble-men) en kinderen met milde gedragsproblemen.
Deeldoelen
leerling oefenen in vaardigheden die nodig zijn om adequaat te reageren in de nieuwe situatie leerling alvast vertrouwd te maken met de nieuwe omgeving en de nieuwe werkwijze contact te leggen met de mentor en de kennismaking te begeleiden begeleiden van de warme overdracht tussen de intern begeleider van de basisschool en de zorgcoördinator en mentor van de school voor voortgezet onderwijs de leerling in de beginperiode op de nieuwe school regelmatig te ontmoeten en te horen wat de ervaringen zijn de leerling zo nodig handvatten te bieden om zich beter te kunnen handhaven binnen de nieuwe school brugfunctie tussen de leerling en de school: wat zijn de onderwijsbehoeften van deze leerling, bespreken van relevante achtergrondinformatie
Werkwijze
Tijdsinvestering
Eind groep 7 worden de risicokinderen aangemeld door de IB-er aangemeld bij Pluralis. De aanmeldingen worden door de coördinator samen met de juniorcoach bekeken. Over de aanmeldingen die eventueel in aanmerking komen voor het traject, overlegt de coördinator met Marianne v.d. Velden, de orthopedagoog van het ACT (Advies & Consultatie Team SWV De Meierij) 4 bijeenkomsten van 2 uur per persoon.
Evaluatie
Tijdens en na afloop van de begeleidingsperiode
Borging
De juniorcoach maakt een verslag per gecoachte leerling
Kosten
1 personen x 12 uur (per leerling) x € 35 per uur (maximaal 4 leerlingen per schooljaar)
= € 1.680
* In actieplan 5.4.8 staat in het kort de doelstellingen t.a.v. de Juniorcoach. Het schooljaar 20092010 wordt niet gebruikt om beleid hierop te gaan ontwikkelen. Het traject is een samenwerking tussen het samenwerkingsverband Pluralis en het samenwerkingsverband VO De Meierij. De juniorcoach is opgenomen als actieplan omdat het niet alleen bedoeld is om het plan uit te werken voor de situatie Boxtel, maar ook meteen ter uitvoering wordt opgenomen. De doelstelling en werkwijze van de juniorcoach staan daarom ook opgenomen als infokaart in dit zorgplan. (zie infokaart 12)
zorgplan 2009-2010
27
Deel C Personeel en middelen
Hoofdstuk 6: Personeel 6.1 Inleiding. Het beleid van het SWV is erop gericht, dat zoveel mogelijk kinderen op professioneel verantwoorde wijze in de reguliere basisschool worden opgevangen. In het verlengde hiervan streeft het SWV naar een daling van het deelnamepercentage aan de SBO (3 ½ % excl. grensverkeer). Conform de statuten heeft het bestuur van het SWV het beheer over de zorgformatie en moet in onderling overleg worden bepaald op welke wijze de middelen ten behoeve van het SWV kunnen worden ingezet. Om haar doelstelling mede te realiseren heeft het bestuur van het SWV personeel benoemd. Dit personeel is ondergebracht bij de centrale dienst (CD) van het SWV. Het betreft de zorgcoördinator en de bovenschoolsbegeleider leerlingenzorg. Daarnaast voorziet het SWV, binnen SBO De Maremak, in het bieden van een onderwijspunt voor kinderen die een positieve beschikking hebben ontvangen van de PCL 6.2 Bekostiging SBO. De inkomsten aan zorgmiddelen voor de SBO zijn op basis van het aantal leerlingen in het SWV vast te stellen. Van het rijk ontvangt de SBO de basisformatie op basis van het aantal leerlingen op de teldatum. Op 01-10-2007 was dit aantal 126 leerlingen. Daarnaast ontvangt de SBO zorgformatie. Deze vergoeding is gebaseerd op een vergoeding van 2 procent van het aantal leerlingen binnen het SWV. Op 01-10-2007 bedroeg dit aantal 2830 leerlingen. De SBO ontvangt derhalve een rechtstreekse vergoeding voor 2% van 2730 leerlingen = 55 leerlingen. Voor het aantal leerlingen boven deze 2% (126-55=71 leerlingen), ontvangt de school middelen vanuit het SWV. Tevens ontvangt de SBO voor deze leerlingen een materiële vergoeding vanuit het SWV. Overige inkomsten die beschikbaar zijn voor de SBO zijn de middelen met betrekking tot cumiformatie*, een toeslag voor de schoolleiding en de middelen in het kader van de Leerlinggebonden Financiering (rugzakje). * De formatie voor de culturele minderheden (cumi) wordt berekend op grond van het aantal leerlingen met een niet-Nederlandse culturele achtergrond boven het aantal van 4. Tussentijdse groei: Binnen het reguliere onderwijs bestaat de mogelijkheid om bij groei van het leerlingaantal bij het ministerie een aanvullende vergoeding aan te vragen. Indien de daarvoor geldende drempel gehaald wordt, vindt de vergoeding plaats. Het SBO kent een dergelijke regeling niet. Binnen SWV Pluralis is het volgende afgesproken om met een groeisituatie om te gaan: Aanvullende vergoeding vindt plaats indien de groei 5% (of meer) bedraagt ten opzichte van het vorige telmoment. De vergoeding bestaat uit de basisformatie + zorgformatie / 12 * aantal maanden. 6.3 Inzet van de beschikbare formatie SBO. Rekening houdend met de in dit zorgplan beschreven uitgangspunten zal SBO De Maremak in het schooljaar 2008-2009 het ter beschikking gestelde budget aanwenden voor de onderwijsactiviteiten behorende bij een opvangcapaciteit van 8 groepen. Formatieve ruimte als het gevolg van een lager leerlingaantal in vergelijking met het aantal per 1 oktober 2007 blijft beschikbaar, maar is voorafgaand aan het schooljaar 2008-2009 nog niet ingezet. Het gaat hierbij om een bedrag van €30.000,-.
zorgplan 2009-2010
28
Mocht vermindering van het personeelsbestand in de toekomst nodig zijn, dan zal de totstandkoming afhankelijk zijn van het beleid inzake werkgelegenheid en afvloeiing, dat door het bevoegd gezag van SBO De Maremak is vastgesteld.
6.4 Overige inzet financiële middelen van het SWV. Naast de bekostiging van het SBO, de Centrale Dienst en de in dit zorgplan opgenomen actieplannen, heeft het bestuur van het SWV er voor gekozen om zorgmiddelen aan de basisscholen over te dragen, teneinde de interne zorgstructuur te kunnen versterken. Het gaat hierbij om de volgende onderdelen: Van de zorgformatie gaat jaarlijks een percentage terug naar de basisscholen. Voor het schooljaar 2009-2010 gaat het om een percentage van 15%. Vergoeding gebeurt op basis van het leerlingaantal. Jaarlijks zal dit percentage geëvalueerd en zo mogelijk aangepast worden. Van de beschikbare reserve zal in de komende 4 jaar een totaalbedrag van €140.000,terugvloeien naar de basisscholen. Dit betekent voor het schooljaar 2009-2010 een bedrag van €35.000,-. Ook hier vindt herverdeling plaats op basis van het leerlingaantal van de diverse scholen. Tussentijdse wijzigingen in het risicoprofiel van het SWV kunnen van invloed zijn op het over te dragen bedrag. Definitieve percentages en bedragen worden jaarlijks in het zorgplan en de hieruit voorvloeiende begroting opgenomen.
zorgplan 2009-2010
29
Hoofdstuk 7: inzet van middelen Baten
2009-2010
Zorgformatie basisscholen = 2779 x 142,08
394.840
Lasten SBO
Grensverkeer inkomend = 14x(3872,63+209,62)
57.152
Overdrachtsverplichting > 2% x 3872,63
Zorgbedrag materieel = 2779 x 6,98
19.397
Overdrachtsverpl. materieel > 2% x 209,62
Bijdrage van derden (gemeente) - *1
40.089
Groei boven T-1 + 5% - *2
Taalactiever
29.700
Rente
9.000
Onttrekking aan reserve t.b.v. leerlingenzorg
35.000
2009-2010
240.103 12.996 0
Personele inzet CD ZC (0,6500)+ BBL (0,5955)
95.700
Overig Uitgaand grensverkeer = 1 x 3872,63+209,62
4.082
PCL* 5.
9.288
Deskundigheidsbevordering CD
1.000
Reiskosten
750
Representatiekosten
1.000
Bijdrage aan gemeente
12.171
Passend Samenwerken (contributie)
1.159
Zorgplan: algemeen / stuurgroep
20.000
Zorgplan: IB-netwerk
7.000
Zorgplan: IB-netwerk: agendacommissie
700
Zorgplan: Leerlingenzorg-scholen - *3
59.226
Zorgplan: Klankbordgroep
1.120
Zorgplan: Speelpraatgroep
8.010
Zorgplan: Actieplannen
64.130
Zorgplan: Leerlingenz scholen aanvullend- *4
35.000
Verzekeringen
2.750
Arbodienst
500
Overige adm. kosten (OSG, accountant, bank)
6.500
Materialen Totaal baten
585.178
Totaal lasten
583.686
Resultaat ten bate van de reserves
500 583.686
1.492
*1 De bijdrage: jaarlijks door gemeenteraad vast te stellen / aanvragen voor 1 april. *2 Groeiregeling: zie H6 *3 Percentage v.d inkomsten = jaarlijks te bepalen, verdeling naar rato leerlingaantal *4 Bedrag vanuit reserves = jaarlijks vast te stellen, verdeling naar rato leerlingaantal *5 (incl. Werkgroep indicatiestelling Passend.Samenwerken
zorgplan 2009-2010
30
Deel D Informatie In het onderstaande treft de lezer van het Zorgplan 2009-2010 van Pluralis de informatiekaarten aan, waarnaar verwezen wordt in bepaalde passages in het zorgplan. In de info-kaarten zijn afspraken en procedures vastgelegd die gelden voor alle geledingen van het samenwerkingsverband Pluralis.
zorgplan 2009-2010
31
Infokaart 1: Zorgniveaus binnen het SWV zorgniveau 1 en 2: 1 Het betreft de zorg op groepsniveau 2 Het betreft extra zorg op groepsniveau Betrokkenen: leerlingen leerkrachten onderwijsassistentes Kader m.b.t. de interne zorgstructuur: De inrichting van het onderwijs in de groep is gericht op het kunnen omgaan met verschillen. Centraal staat het ontwikkelen van de benodigde competenties van de groepsleerkracht. Welke zijn deze competenties? Wat hebben we nodig om deze kerncompetentie te realiseren? Er is hierbij aandacht voor: Kennis van de leerkracht Vaardigheden van de leerkracht Motivatie van de leerkracht Persoonskenmerken van de leerkrachten: Er is een adequaat functionerend leerlingvolgsysteem. Het gaat hierbij om een cyclisch proces van signaleren/observeren, registreren, analyseren, diagnosticeren, plan opstellen, uitvoeren en evalueren. De toetsen: Er is afstemming op bovenschools niveau. De wijze waarop gedifferentieerd wordt om zorgniveau 1 en 2 uit te voeren. Bij de instructie. Welke instructiemodellen worden gehanteerd? Verlengde instructie / grote groep kleine groep? Bij de leerstof / doelstellingen. De wijze van didactische aanpak. Van zelfstandig naar zelfverantwoordelijk leren. Welke visie op leren ligt er achter? De wijze waarop de leerkrachten begeleid worden. Interne consultatie door de IB-er Collégiale consultatie Scholing zorgniveau 3 Het betreft de extra zorgbuiten de groep op schoolniveau m.b.t. de interne zorg Betrokkenen: Zorgteam van de school Leden IB-Management ( IB-er, RT-er) Klassenassisitent Onderwijsassistent zorgniveau 4: Het betreft extra zorg waarbij externen betrokken zijn Betrokkenen: Bovenschoolse zorgvoorziening (bijv. expertise SBO) Schoolmaatschappelijk werk Bovenschools Begeleider Leerlingenzorg eigen samenwerkingsverband
zorgplan 2009-2010
32
Onderwijsbegeleidingsdienst Bureau Jeugdzorg (Preventieve) Ambulante begeleiding vanuit de REC’s Logopedie Dyslexietraining Fysiotherapie …………………
zorgplan 2009-2010
33
Infokaart 2: Het Centrum Jeugd en Gezin Het Centrum Jeugd en Gezin Boxtel is een samenwerkingsverband van 8 organisaties die in Boxtel werkzaam zijn op het brede terrein van de jeugdzorg in de leeftijd vanaf 0 tot circa 23 jaar. Deze instellingen hebben hun personele capaciteit en deskundigheid gebundeld. Zij zijn zoveel mogelijk vanuit één loket, kinderen, ouders en organisaties behulpzaam bij een evenwichtige ontwikkeling van jeugdigen in de gemeente Boxtel. Door zo vroeg mogelijk (vroegsignalering) de helpende hand te bieden (preventie), probeert men erger te voorkomen (curatief). Soms zullen jeugdigen en/of hun ouders uitgenodigd worden voor een bezoek aan het meldpunt, in veel gevallen echter bezoeken de medewerkers de peuterspeelzalen en scholen (vindplaatsgericht werken). De volgende instellingen zijn werkzaam binnen het Centrum Jeugd en Gezin: Stichting Vivent ‘s–Hertogenbosch GGD Hart voor Brabant Pluralis, samenwerkingsverband primair onderwijs DELTA, stichting welzijn Boxtel Bureau HALT Stichting Peuterspeelzalen Boxtel Gemeente Boxtel
netwerk 12Vanaf januari 2003 is het netwerk 12- van start gegaan. Aan dit overleg, dat onder voorzitterschap van de schoolmaatschappelijk werker van Delta, Stichting Welzijn Boxtel functioneert, nemen uitvoerende vertegenwoordigers deel van de GGD, Vivent, Pluralis, Algemeen Maatschappelijk Werk, Peuterspeelzaalwerk en Leerplicht. Pluralis is vertegenwoordigd door de Bovenschoolse Begeleider(s) Leerlingenzorg. doelstellingen netwerk 12Het vroegtijdig opsporen van jeugdigen met problemen in de leeftijd van 0-12 jaar; Het realiseren van een goede afstemming (voorkomen van dubbele activiteiten) en samenwerking tussen de deelnemende organisaties / instanties met betrekking tot het signaleren en concretiseren van problemen / hulpvragen van deze jongeren en of hun ouders; Ondersteunend werken voor de individuele deelnemers aan het netwerk door het bieden, respectievelijk het doorgeleiden naar een passend aanbod van hulpverleningen; Bewaken van de gemaakte afspraken. De taak van de BBL-er hierin is tweedelig: de BBL-er bespreekt ingebrachte casussen in het 12- overleg met/ zonder toestemming van ouders met de IB-er van de betreffende school; de IB-er bespreekt problemen van leerlingen en/of hun ouders met de BBL-er, die dit als casus kan inbrengen in het 12- overleg. doelgroep netwerk 12Kinderen woonachtig in de gemeente Boxtel in de leeftijd van 0-12 jaar, waarbij geen breuklijn wordt gehanteerd. In ieder geval gaat het om kinderen die het peuterspeelzaalwerk en de basisschool bezoeken. Kinderen vanaf 0 jaar kunnen eveneens worden ingebracht. spreekuren Centrum Jeugd en Gezin Door de samenwerkende instellingen is met ingang van het schooljaar 2003-2004 de publieksfunctie van het centrum geoperationaliseerd.
zorgplan 2009-2010
34
De opvoedingsondersteuning en ontwikkelingsstimulering wordt door middel van spreekuren centraal aangeboden voor ouders en kinderen. Het basisonderwijs heeft hierin een belangrijke verwijzende functie. De spreekuren worden centraal vanaf de locatie van het Centrum Jeugd en Gezin Boxtel aan de Baroniestraat 22 aangeboden. Scholen kunnen ouders attent maken op de mogelijkheid van hulp d.m.v. het Opvoedingsspreekuur, wanneer zij aangeven thuis tegen grenzen aan te lopen in de opvoeding van hun kind of anderszins behoefte hebben aan ondersteuning bij de opvoeding van hun kind. Naar aanleiding van een gesprek bij één van de opvoedingsspreekuren kan een gesprek met één van de bovenschoolse medewerkers van Pluralis worden georganiseerd. opvoedingsondersteuning is gericht op: ondersteuning van het opvoedingsproces. Het gaat om het verbeteren van de opvoedingsituatie van kinderen, verbeteren van opvoedingscompetentie en attitude van ouders; alle ouders en opvoeders met opvoedingsvragen en lichte opvoedingsproblemen. ontwikkelingsstimulering is gericht op: het voorkomen van (dreigende) ontwikkelingsachterstand van kinderen die in minder gunstige omstandigheden opgroeien; het voorkomen van onderwijsachterstanden waardoor de kansen op een succesvolle schoolcarrière en daarmee op een kansrijke maatschappelijke positie worden vergroot.; ouders en kinderen die als gevolg van hun sociale of culturele situatie in een achterstandspositie verkeren. schoolmaatschappelijk werk. Vanaf schooljaar 2006-2007 kunnen scholen gebruik maken van de ondersteuning via het Schoolmaatschappelijk werk. De SMW heeft iedere 6 weken een gesprek met de IB-er van de individuele scholen. Indien nodig kunnen scholen ook tussentijds een beroep doen op het SMW.
zorgplan 2009-2010
35
Infokaart 3: Werkwijze PCL
inleiding Ieder kind heeft recht op een optimale ontwikkeling die naast de opvoeding thuis ook op school plaatsvindt. De school heeft de taak om er voor te zorgen dat elk kind optimale ontwikkelingskansen worden geboden. Het kan gebeuren dat de ontwikkelingen niet naar wens verlopen; zowel de school als de ouders kunnen dat signaleren (daar waar sprake is van ouders worden indien van toepassing ook voogden of verzorger(s) bedoeld). Vaak proberen ouders en school tot een oplossing te komen door te kiezen voor een speciaal op het kind afgestemd leerprogramma of door extra ondersteuning thuis. Toch kan het gebeuren dat zowel ouders als de school tot de conclusie komen dat het niet meer lukt. De school kan niet voldoende antwoord geven op de hulpvragen van het kind. Een speciale school voor basisonderwijs (SBO) kan dan een oplossing bieden. De speciale school voor basisonderwijs "De Maremak" maakt samen met de tien basisscholen van de gemeente Boxtel deel uit van het Samenwerkingsverband Pluralis. Deze scholen zijn samen verantwoordelijk voor het onderwijs aan kinderen van 4 tot 12 jaar. Indien ouders alleen of samen met de school tot de conclusie zijn gekomen dat speciaal basisonderwijs voor het kind beter is, melden de ouders het kind aan bij de Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL). De PCL heeft de wettelijke taak te beoordelen of verwijzing van een leerling naar een speciale school voor basisonderwijs noodzakelijk is. Deze commissie geeft een positieve of negatieve beschikking af. voortraject Een kind krijgt op school in eerste instantie extra begeleiding van de leerkracht. De school kan de hulp in roepen van de bovenschools begeleider leerlingenzorg (BBL-er) van het samenwerkingsverband en de ouders een begeleidingstraject gestart. In dit traject worden handelingsplannen gemaakt waarin de problematiek is omschreven en de wijze waarop binnen bepaalde tijd resultaten verwacht mogen worden. Als deze extra begeleiding niet tot het gewenste effect leidt, kan de school de ouders adviseren om het kind door een externe deskundige te laten onderzoeken. Ouders moeten daar in toestemmen. Vanzelfsprekend kan onderzoek ook op initiatief van de ouders plaatsvinden. Dit onderzoek kan leiden tot een nieuw of bijgesteld handelingsplan. traject Als blijkt dat het voortraject niet tot het gewenste resultaat leidt of dat de hulpvraag van het kind zodanig is dat de school daaraan niet langer kan voldoen, melden de ouders het kind aan bij de PCL, al dan niet in samenspraak met de school. De basisschool levert binnen vier weken een onderwijskundig rapport aan en een geldig psychologisch onderzoeksverslag dat niet ouder is dan anderhalf jaar. Als alle gegevens compleet zijn aangeleverd begint de besluitvormingsprocedure. De totale procedure van aanmelding tot besluitvorming duurt maximaal acht weken.
de PCL kan: een positieve beschikking afgeven voor plaatsing op een speciale school voor basisonderwijs; een negatieve beschikking afgeven voor plaatsing op een speciale school voor basisonderwijs.
zorgplan 2009-2010
36
In het laatste geval kan de PCL adviseren het kind te handhaven op de huidige school of het kind te plaatsen op een andere basisschool binnen het samenwerkingsverband. De PCL stuurt het besluit naar de ouders en een kopie naar de school waar het kind zit. Ook kan de PCL adviseren het kind aan te melden bij de Commissie Voor Indicatiestelling (CVI) in verband met een mogelijke plaatsing op een (cluster) school voor Speciaal Onderwijs (SO). Wanneer de CVI een positieve indicatie afgeeft, dan kunnen ouders ervoor kiezen hun kind aan te melden bij een SO-school of hun kind op de reguliere basisschool te laten blijven. In dit laatste geval ontvangt de leerling een ‘rugzakje’ waarmee het mogelijk wordt een extra bijdrage te leveren aan begeleiding van deze leerling. Ten behoeve van het Speciaal Onderwijs zijn 4 clusters ingericht: cluster 1: Scholen voor blinde en slechtziende leerlingen; cluster 2: Scholen voor dove leerlingen, slechthorende leerlingen (SH) en scholen voor kinderen met ernstige spraaktaalmoeilijkheden (ESM); cluster 3: Scholen voor lichamelijke en/of verstandelijk gehandicapte leerlingen: mytylscholen, tyltylscholen, scholen voor zeer moeilijk lerende kinderen (ZMLK) en scholen voor Langdurig Zieke Kinderen (LZK); cluster 4: Scholen voor kinderen met psychiatrische of ontwikkelingsstoornissen: ZMOK-scholen, Pedologische Instituten en LZK-scholen. vervolgtraject Ouders melden het kind aan bij de speciale school voor basisonderwijs (SBO. Het bevoegd gezag van de ontvangende school bepaalt wanneer het kind wordt toegelaten. De SBO kent drie instroommomenten: de eerste schooldag, 1 januari, 1 april. De SBO kan een kind maximaal drie maanden op een wachtlijst plaatsen alvorens tot plaatsing over te gaan. Als een kind niet op een basisschool zit, maar bijvoorbeeld op een Medisch Kinderdagverblijf, Peuterspeelzaal, een kliniek voor Kinder- en Jeugdpsychiatrie e.d. en ouders willen het kind aanmelden op een speciale school voor basisonderwijs dan wordt dezelfde procedure gevolgd als bij andere kinderen. De aanmelding van een kind uit een ander samenwerkingverband zal niet in behandeling worden genomen indien de PCL uit het eigen SWV een negatieve beschikking heeft afgegeven. Ook in geval van een positieve beschikking is het mogelijk dat de PCL van Pluralis tot een andere uitspraak komt. afspraken m.b.t. het aanleveren van dossiers voor de PCL. Ongeveer 2 weken voor de PCL-bijeenkomst worden de dossiers in vier-voud aangeleverd bij de Zorgcoördinator van het SWV. Bij afwijking hiervan wordt contact opgenomen met de ZC. De ZC controleert of alle gegevens aanwezig zijn: ouderformulieren en onderwijskundig rapport. De ZC geeft de administratie van het Meldpunt opdracht de dossiers naar de PCL-leden te versturen. Indien nodig, vraagt de voorzitter van de PCL nog gegevens op bij de BBL-er, IB-er of externe instanties. Binnen een week na de PCL-bijeenkomst zorgt de voorzitter van de PCL voor schriftelijke afhandeling van de dossiers.
zorgplan 2009-2010
37
bezwaar Als ouders het niet eens zijn met de beschikking, kunnen zij binnen zes weken schriftelijk bezwaar maken. Deze termijn loopt vanaf de dag van verzending van de beschikking aan de ouders. De voorzitter van de PCL richt zich met het bezwaarschrift tot de Regionale Verwijzingscommissie (RVC) met het verzoek binnen vier weken verslag uit te brengen. Na ontvangst hiervan belegt de voorzitter van de PCL een hoorzitting met de ouders, waarna de voorzitter de ouders meedeelt welk besluit er is genomen ten aanzien van het bezwaarschrift. Ouders die het niet eens zijn met het besluit over het bezwaarschrift kunnen, binnen zes weken na het verzenden van de nieuwe beschikking, beroep aantekenen tegen dit besluit van de PCL bij de sector bestuursrecht van de arrondissementsrechtbank. Hierna doet de rechter uitspraak. Zijn ouders het niet eens met de uitspraak van de rechter dan kunnen zij in beroep gaan bij de afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State.
klachtenregeling Als ouders klachten hebben over gedragingen en/of beslissingen die niet vallen onder de bezwaaren beroepsmogelijkheid dan kunnen zij een klacht indienen bij de Zorgcoördinator van het samenwerkingsverband of bij de klachtencommissie van het VBKO (Vereniging Besturen Katholiek Onderwijs). De Zorgcoördinator van het samenwerkingsverband is te bereiken bij: Meldpunt Jeugdzorg, Liduinahof 35 (vijfde etage) tel. 0411-634580 Correspondentieadres: Postbus 100, 5280 AC Boxtel.
afspraken PCL en Bestuur Pluralis De PCL voert het beleid uit dat het samenwerkingverband heeft vastgesteld. Pluralis beïnvloedt direct noch indirect de oordeelsvorming van de PCL. Pluralis is niet bevoegd om aanwijzingen te verstrekken aan de PCL omtrent inhoud van de beschikking, noch op enig andere wijze zich te bemoeien met de wijze waarop de PCL tot oordeelsvorming komt. Zie punt 3 in de bijlage bij de Overeenkomst van Opdracht d.d. 7 april 2004. Wanneer de PCL-leden nadere informatie nodig vinden m.b.t. een dossier, benaderen zij de BBL-er of de IB-er vooraf of na de behandeling van het dossier. De ZC houdt gegevens bij m.b.t. de dossiers voor het jaarverslag. De PCL stelt binnen 2 maanden na afloop van schooljaar een jaarverslag op. Zie punt 5 in de bijlage Overeenkomst van Opdracht d.d. 7 april 2004. De ZC stuurt het jaarverslag m.b.t. de dossiers in september naar het Bestuur.
zorgplan 2009-2010
38
Infokaart 4: Criteria PCL 1. leerlingen met een algehele ontwikkelingsachterstand. De toetsingscriteria 1. Cognitieve vaardigheden: Leerlingen met een IQ-score beneden de 60 zijn doorgaans aangewezen op Speciaal Onderwijs binnen cluster 3 (Zeer Moeilijk Lerende Kinderen). Wanneer uit psychologisch onderzoek blijkt dat er sprake is van een verstandelijke beperking met een IQ tussen de 60 en 65 dan is leerbaarheid en automatiseringsvaardigheid een voorwaarde voor plaatsing op het SBO. Onder leerbaarheid wordt verstaan dat het kind in een groep van 15 leerlingen moet kunnen functioneren en dat er een ontwikkelingsvooruitgang zichtbaar is (per leerjaar zich minimaal 1/3 van de leerstof van de basisschool van het betreffende jaar eigen kunnen maken). Het profiel van de leervorderingen vertoont over het algemeen een redelijk harmonisch beeld; de achterstand komt tot uiting in alle elementaire schoolse vaardigheden.
2. leerlingen met sociaal-emotionele problematiek, waarbij een ernstige onderwijs achterstand geconstateerd wordt. De toetsingscriteria 2.1
2.2
2.3.
Cognitieve vaardigheden: Het intelligentieniveau ligt boven 85; deze score is de norm. Het profiel van de leervorderingen vertoont een redelijk harmonisch beeld; de achterstand komt tot uiting in alle elementaire schoolse vaardigheden. De leerling vertoont een aanmerkelijke achterstand in leervorderingen, veroorzaakt door gedragsstoornissen en/of psychiatrische problemen. De ernst van de problematiek is bepalend voor het wel of niet afgeven van een positieve beschikking. Indien het kind niet in staat is om in een groep te functioneren door onvoldoende ontwikkeling van de persoonlijkheid en niet in staat is om deel te nemen aan schoolse situaties wordt geen positieve beschikking afgegeven. De nadruk moet liggen op de onderwijskundige en pedagogische aanpak en niet op de therapeutische aanpak (volgen van verschillende therapieën). Voor jong aangemelde leerlingen is een langer durende observatie nodig om de aard van de geconstateerde leerbelemmeringen vast te stellen. Bij de leerling kan sprake zijn van een: Ernstig werkhoudingprobleem Sociaal-emotionele problemen door gevoelens van tekortschieten, die zich uiten in een negatief zelfbeeld en negatieve succeservaringen ten aanzien van het leren en het omgaan met anderen. Diffuse en specifieke stoornissen in de algehele ontwikkeling van het kind (bijvoorbeeld een stoornis binnen het autistisch spectrum (A.S.S.), ADHD-problematiek). Alleen vaststelling van deze stoornissen op zich, leidt niet per definitie tot het afgeven van een positieve beschikking. Afhankelijk van de ernst van de problematiek kan er besloten worden tot handhaving binnen het basisonderwijs, plaatsing op de speciale school voor basisonderwijs of doorverwijzing naar een Regionaal Expertise Centrum (REC). Van belang is op welke wijze de stoornis zich op school manifesteert in het gedrag van de leerling en van invloed is op het onderwijs in samenhang met andere onderwijsbelemmeringen.
zorgplan 2009-2010
39
3. leerlingen met een disharmonisch ontwikkelingsprofiel. De toetsingscriteria Belemmeringen op didactisch gebied: Ernstige werkhoudingproblemen Taal/spraakproblemen die de ontwikkeling van auditieve leesvoorwaarden en daarmee het lees/spellingsproces belemmeren of vertragen. Indien het kind gebaat is bij een spraak/taal therapeutische setting, wordt het kind niet toelaatbaar verklaard.
overige bepalingen: Binnen het Samenwerkingsverband gelden verder de volgende afspraken: A. leerlingen afkomstig van scholen voor basisonderwijs met een door een indicatiecommissie toegekend leerlinggebonden budget (rugzakje). Dossiers van kinderen die van de CVI een positieve beschikking hebben ontvangen, worden door de PCL niet in behandeling genomen. B. leerlingen afkomstig van scholen voor speciaal onderwijs. Dossiers van kinderen vanuit het SO die (mogelijk) uitgeplaatst worden, kunnen door de PCL in behandeling worden genomen. C. Door de Boxtelse scholen is een gedragscode vastgesteld, waarin beschreven staat op welke wijze gehandeld wordt, wanneer een ouder contact opneemt over een mogelijk (over)plaatsing van hun kind.
zorgplan 2009-2010
40
Infokaart 5: Definitie grensverkeer Als grensverkeer is gedefinieerd de overgang van een leerling van een basisschool in het ene samenwerkingsverband naar een speciale basisschool (SBO) in een ander samenwerkingsverband. Voor deze leerlingen bestaat per 1 augustus 1998 een bekostigingsverplichting voor het samenwerkingsverband van waaruit de leerling vertrekt. Het gaat hierbij dus uitsluitend over een overgang van een reguliere basisschool naar een SBO. Leerlingen die van de SBO van enig samenwerkingsverband naar de SBO van een ander samenwerkingsverband gaan vallen dus niet onder de definitie. Ook leerlingen die uit andere vormen van onderwijs instromen (Medisch Kinderdagverblijven, Peuterspeelzalen, SO-scholen) vallen niet onder deze definitie. De overdracht van de vergoeding i.v.m. grensverkeer vindt plaats in het schooljaar volgend op het schooljaar van plaatsing.
zorgplan 2009-2010
41
Infokaart 6: Leerlinggebonden financiering (LGF) Ten behoeve van de schoolgids van iedere school wordt onderstaande tekst als concept vanuit het SWV aangeboden. Met ingang van 1 augustus 2003 kunnen leerlingen met een leerling-gebonden financiering (het zogenaamde Rugzakje) worden aangemeld op het reguliere basisonderwijs, dus ook op onze school. In dat geval zal de school, samen met de ouders, de hulpvraag van het kind bespreken en afwegen of met de extra middelen die beschikbaar worden gesteld, de school aan die hulpvraag tegemoet kan komen. Centraal hierbij staat het belang van het kind én de mogelijkheden van de school om het ontwikkelingsproces van het kind te ondersteunen, zonder een onevenredige claim te leggen op de beschikbare begeleidingscapaciteit. De school zal bij deze afweging gebruik maken van scholen die aangesloten zijn bij een Regionaal Expertisecentrum en/of van de mogelijkheden van SWV Pluralis. Het besluit om kinderen wel of niet toe te laten zal altijd gebeuren in overleg met het team. Als een kind wordt toegelaten zal samen met de ouders een handelingsplan worden opgesteld dat ieder jaar minimaal één keer wordt geëvalueerd. Aan de hand van die evaluatie zal steeds opnieuw de afweging worden gemaakt of het verantwoord is het kind op school te laten. Als de school zijn grenzen bereikt in de mogelijkheden om het kind goed te begeleiden, dan zal dat met de ouders besproken worden.
zorgplan 2009-2010
42
Infokaart 7: Definitie zorgleerling Om per leerling een beeld te krijgen van de mate waarin deze een zorgleerling is, worden drie indicatoren gebruikt: 1. De leerling heeft een kenmerk waardoor de kans aanwezig is dat hij/ zij extra zorg nodig heeft. 2. De leerling heeft een of meerdere problemen waardoor hij/ zij extra zorg behoeft. 3. De mate waarin de leerling extra zorg behoeft. 1 kenmerk: 1a) Kansarm: leerlingen met ouders met een zwakke sociaal-economische status. Deze status kan onder andere zichtbaar worden in het leerling-gewicht. 1b) Anderstalig: leerlingen die afkomstig zijn uit een niet-Nederlands land en waarvoor geldt dat Nederlands niet hun moedertaal is 1c) Meer/ hoogbegaafden: leerlingen die door de school zijn aangeduid als meerbegaafd 2 problemen: 2a) leerlingen met cognitieve beperkingen en/ of problemen/leerstoornis: beperkte intelligentie, leerproblemen op het gebied van taal/rekenen / concentratie / taakgerichtheid / zelfstandig werken / doorzettingsvermogen / nauwkeurigheid / werktempo. 2b) leerlingen met sociaal-emotionele problemen: faalangst / pestgedrag of slachtoffer hiervan / vaak ruzie zoeken / interactieproblemen / emotioneel instabiel of laag zelfbeeld. 2c) leerlingen met handicaps of stoornissen: die in aanmerking komen voor ondersteuning van een REC (Rugzakje). 2d) leerlingen met psychische/ psychiatrische problemen: autisme / ADHD / onvoorspelbaar gedrag. 2e) leerlingen met een handicap: visuele / auditieve / motorische / neurologische / vaak ziek. 2f) leerlingen met psychosociale problemen: criminaliteit / werkloosheid / ontbreken ouderbetrokkenheid / stress, psychische problemen / therapeutische gezinsproblemen. 3 mate van extra zorg: 3a) binnen de groep op te vangen; 3b) extra aandacht binnen de school b.v. RT buiten de groep; 3c) BBL-consultatie; 3d) externe zorg ingeschakeld b.v. GGD/ opvoedingsspreekuur; 3e) leerling wordt verwezen naar SBO.
zorgplan 2009-2010
43
Infokaart 8: Format actieplan Deelnemers / IB-ers: - Naam … - Naam … - Naam … indien nodig met ondersteuning van de BBL-er en/ of zorgcoördinator
Ingevuld voorbeeld:
onderwerp
werkgroep autisme
doelgroep
Leerkrachten en IB-ers
hoofddoel
Verdieping van de aanwezige gegevens en beschikbaar maken voor de leerkrachten
deeldoelen
Koppeling van de gegevens van de werkgroep aan de gegevens uit de cursus autisme 2005-2006-2007
werkwijze
Bundeling van de gegevens voor de leerkrachten
tijdsinvestering
4x2 = 8 uur
evaluatie
mei 20.. tijdens ib-overleg
borging
Verslag van iedere bijeenkomst Terugkoppeling van de gegevens in ib-overleg
kosten
3x4x2 u = 24 uur x € 35,- = € 840,-
zorgplan 2009-2010
44
Het SMART-formuleren van doelstellingen en activiteiten wordt soms op andere manieren uitgevoerd. Vandaar het onderstaande schema. een ander kader om SMART-acties te beschrijven: 1. Formulering van het jaardoel. Afhankelijk van de indeling die de directeur kiest om de hoofddoelen (strategische doelen) van de school te rubriceren, is aangegeven binnen welk domein of hoofddoel het betreffende jaardoel valt (denk aan de goede nummering!) 2. Welke acties en/of tussenstappen worden uitgevoerd? 3. Wie is eigenaar/verantwoordelijk van dit doel en wie zijn direct bij de geplande acties cq. uitvoering betrokken. Hoewel de coördinator eindverantwoordelijk is, werkt de eigenaar zijn/haar onderdeel van het jaarplan smart uit. De coördinator heeft wél de verantwoordelijkheid om tussentijds goed de vinger aan de pols te houden. Het uitgewerkt jaarplan is daartoe het hulpmiddel. De eigenaar moet zorgen voor het aanleveren van de (tussentijdse) resultaten. 4. Tijdsplanning van de acties De eigenaar geeft aan op welk moment hij/zij acties uitzet, wanneer er tijd op een intern overleg nodig is, wanneer hij/zij een bijdrage van anderen verwacht etc. 5. Budgettering (directe lijn leggen met de beschikbare middelen) investering kan bestaand uit geld maar ook in tijd 6. Evaluatie en resultaatmeting Wanneer vindt evaluatie plaats? op welke wijze cq met welk instrumenten worden de resultaten gemeten. Geef indien mogelijk ook de prestatienorm aan. In dit onderdeel worden de kengetallen verzameld. 7. Borging Geef aan op welke manier de bereikte resultaten geborgd worden. Bijvoorbeeld door opname in het zorgplan, of door het gebruik van nieuwe formats, door audits, etc.
zorgplan 2009-2010
45
Infokaart 9: Procedure overstap bao – bao in Boxtel Onderstaande procedure beschrijft de gang van zaken bij een overstap van een leerling van de ene basisschool binnen Pluralis naar een andere basisschool.
procedure 1.
Ouders melden de leerling aan op school. De directeur informeert naar reden, wens en verwachting van ouders en leerling. Hiervan wordt een schriftelijk verslag gemaakt.
2.
De directeur vraagt toestemming aan de ouders om te overleggen met de school van herkomst.
3a.
De directeur overlegt met de directeur 3b. van de school van herkomst.
Indien de ouders geen toestemming verlenen, wordt de leerling een dag uitgenodigd ter observatie.
4a.
Wanneer er geen bezwaren zijn wordt 4b. contact gelegd door de intern begeleider met de intern begeleider van de school van herkomst. Ter sprake komt; reden van schoolwisseling leerlinginformatie inzage in dossier Van dit gesprek wordt een schriftelijk verslag gemaakt.
Wanneer er sprake is van een leerling met specifieke hulpvragen volgt een nadere analyse van de problemen. Aanvullende acties (indien nodig); consultatie van de betrokken Bovenschools Begeleider Leerlingenzorg observatie van de leerling in de groep gesprek met de groepsleerkracht gesprek met de leerling (indien mogelijk) Hiervan wordt een schriftelijk verslag gemaakt.
5.
Bevindingen worden besproken met de directeur.
6a.
Bij een positief besluit neemt de directeur 6b. contact op met de directeur van de school van herkomst en de ouders. Een kopie van het dossier wordt overgedragen aan de nieuwe school.
7.
De intern begeleider overlegt met de leerkracht waar de leerling in de klas komt. Indien er sprake is van een zorgleerling stellen zij samen een handelingsplan op (eventueel in overleg met de BBL’er), in overige gevallen sluit de leerling aan bij het groepsplan.
8.
Er wordt een afspraak gemaakt met de ouders ten aanzien van de plaatsingsdatum. Indien er sprake is van een zorgleerling bespreken de leerkracht en de IB’er het handelingsplan met de ouders.
Bij een negatief besluit neemt de directeur contact op met de directeur van de school van herkomst en de ouders en meldt de redenen van het besluit.
zorgplan 2009-2010
46
Infokaart 10: Dossiervorming Op bovenschoolniveau vindt geen dossiervorming plaats. Gegevens die op bovenschoolniveau gegenereerd worden komen terecht in het leerling-dossier waarvan de school eigenaar is. Dossiers van kinderen die op het kantoor van Pluralis (BBL of ZC) aanwezig zijn, zijn er altijd tijdelijk. Dit geldt ook voor leerling-gegevens die aanwezig zijn bij de coördinator van de “speelpraatgroep” en de leerkrachten die de activiteiten met deze groepen uitvoeren. 1. dossiers bij BBL-er. Het leerling-dossier kan aanwezig zijn bij de BBL-er in geval van: voorbereiding van gesprek met IB-er voorbereiding van gesprek met leerkracht voorbereiding gesprek met ouders voorbereiding observatie voorbereiding andere interventies Het dossier gaat zo snel mogelijk weer terug naar de school. Na afloop van de gepleegde interventies worden relevante gegevens van de BBL-er toegevoegd aan het leerling-dossier of worden vernietigd. De BBL-er houdt voor eigen administratie bij; voor welke leerlingen zij werkzaamheden heeft verricht. In deze administratie wordt vermeld: Initialen leerling geboortedatum school van herkomst aard van problematiek gepleegde interventie 2. dossiers bij zorgcoördinator Alleen het leerling-dossier van de, door de ouders, aangemelde leerling voor de PCL. Dit dossier wordt door de school in viervoud aangeleverd. De zorgcoördinator beoordeeld of het aangeleverde dossier compleet is. Het origineel blijft bij de zorgcoördinator. De drie kopieën gaan naar de leden van de PCL. De PCL beoordeeld het dossier op inhoud en geeft een positieve of negatieve beschikking af. De zorgcoördinator ontvangt ook de afgegeven beschikking en stuurt dan het gehele dossier terug naar de school van de desbetreffende leerling. De school zelf is verantwoordelijk voor de overdracht van dit dossier naar een andere onderwijsinstelling. De kopieën die ingestuurd zijn door de PCL worden na het afgeven van de beschikking vernietigd. De PCL houdt geen eigen archief bij. De zorgcoördinator houdt wel een administratie bij van de ingestuurde dossiers. Hierin wordt opgenomen. naam leerling geboortedatum / geslacht geslacht school van herkomst datum van inzending naar PCL enkele leerling kenmerken aard problematiek uitslag beschikking van PCL bijzonderheden
zorgplan 2009-2010
47
Deze administratie wordt bijgehouden, zodat de PCL aan de hand van deze gegevens haar jaarverslag kan opstellen.
3. speelpraatgroep De coördinator verzamelt de gegevens van de leerlingen die aangemeld worden voor de “Speelpraatgroep”. coördinator selecteert aan de hand van de aangeleverde aanmeldingen de kinderen die in aanmerking komen voor de op te starten groepen. gegevens van kinderen die mee gaan doen in de groep worden doorgegeven aan de begeleiders van de groep. gegevens van kinderen die (nog) niet in aanmerking komen gaan terug naar de IB-er van de school van herkomst de coördinator houdt wel administratie bij van de kinderen die aangemeld zijn voor de speelpraatgroep. Deze gegevens bestaan uit: - initialen - geboortedatum - leerjaar - geplaatst in welke groep - reden van afwijzing De begeleiders van de speelpraatgroepen brengen na afloop verslag uit aan de IB-er en/of leerkracht van het desbetreffende kind. De begeleiders houden geen eigen archief bij.
zorgplan 2009-2010
48
Infokaart 11: Overleg directies en coördinator van het samenwerkingsverband Na het opheffen van het RDO vond er geen structureel overleg meer plaats tussen de directies van de Pluralisscholen en de zorgcoördinator van het samenwerkingsverband. M.i.v. het schooljaar 2009-2010 wordt het contact en overleg weer structureel opgenomen in de activiteiten van het samenwerkingsverband. Op twee manieren vindt dit overleg plaats: twee keer per jaar bezoekt de zorgcoördinator de directeur van de school twee keer per jaar komen de schooldirecties en de zorgcoördinator plenair samen De agenda van zowel de schoolbezoeken als de plenaire ontmoetingen staan in het teken van het , voor dat jaar geldende, zorgplan en de ambities en doelen zoals beschreven in het koersplan. De IB-ers hebben hun eigen netwerkbijeenkomsten. Het is denkbaar dat het wenselijk of effectief kan zijn om een ontmoeting te plannen waarbij zowel de directeur(en) als de IB-er(s) aanwezig zijn.
zorgplan 2009-2010
49
Infokaart 12: Juniorcoach
Inleiding: Het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs in de Meierij werken samen om kwetsbare leerlingen te begeleiden in de overgang naar het voortgezet onderwijs. Doelgroep: leerlingen van wie de basisschool van mening is dat extra begeleiding bij de overgang naar het voortgezet onderwijs nodig is. De begeleiding zien we als ondersteuning van de warme overdracht van kwetsbare leerlingen met sociaal emotionele problematiek (eventueel in combinatie met leerproblemen) en kinderen met milde gedragsproblemen. Voorwaarde is dat de problematiek bekend en beheersbaar is. We verwachten dat de kinderen zelf ook een hulpvraag hebben, zodat we kunnen spreken van probleembesef. Kinderen met een clusterindicatie vallen buiten dit aanbod. Werkwijze aanmelding: Eind groep 7 worden de risicokinderen aangemeld bij hun eigen samenwerkingsverband. De aanmelding komen via de IB-er van de school naar de coördinator van Pluralis. De aanmeldingen worden door de coördinator samen met de juniorcoach bekeken. Over de aanmeldingen die eventueel in aanmerking komen voor het traject, overlegt de coördinator met Marianne v.d. Velden, de orthopedagoog van het ACT (Advies & Consultatie Team SWV De Meierij) Na de intake in groep 8 wordt een inschatting gemaakt over het uit te zetten traject. Tot december groep 8 kunnen er mogelijke interventies plaatsvinden. Hierbij denken we aan het in kaart brengen van de sociaal emotionele behoeften van de kinderen dmv. bestudering LVS, observaties, vragenlijsten. In december ligt het beslismoment voor traject junior (eventueel gesteund door het drempelonderzoek). Werkwijze junior In januari start de juniorcoach het traject met een begeleidingsplan (opgesteld in december in overleg met de IB-er). Na 4 contactmomenten terugkoppeling naar de zorgcoördinator van Pluralis. Uiteraard is tussentijds overleg mogelijk Bij overgang naar VO draagt de coördinator de casus over aan het ACT. De juniorcoach zorgt voor een tussenrapportage voor de orthopedagoog van het ACT. Het begeleidingsplan wordt geëvalueerd Op het VO heeft de coach contact met de leerling, de mentor en de zorgcoördinator. Na 4 contactmomenten vindt er terugkoppeling plaats naar de orthopedagoog van het ACT. Bij afsluiting van de casus maakt de juniorcoach een beknopt eindverslag. Rol juniorcoach: De begeleiding door een juniorcoach loopt van januari in groep 8 tot januari in de brugklas. Gedurende de periode in groep 8 gaat de juniorcoach in gesprek met de leerling, de leerkracht, de intern begeleider en met de ouders. Verder oudercontact zal er zijn bij de overgang naar het VO waarbij het begeleidingsplan geëvalueerd wordt en bij de afsluiting van de begeleiding. Op het VO heeft de juniorcoach contact met de leerling, de mentor en de zorgcoördinator. De Juniorcoach ziet toe op algemeen welzijn van de leerling en heeft daarnaast een goed beeld van de vaardigheden die verondersteld worden aanwezig te zijn bij binnenkomst in een reguliere school voor voortgezet onderwijs waaronder: - zelfstandig naar school gaan, - zich handhaven in een grote vrije ruimte zonder direct toezicht, - omgaan met wisselende leerkrachten, een wisselend lesrooster en wisselende leslokalen, - aanpassen aan nieuwe lessituaties,
zorgplan 2009-2010
50
- nieuwe vrienden maken, voldoende weerbaar zijn in contact met leeftijdsgenoten, sociaal zeker zijn, in staat zijn contact te maken, aansluiting vinden binnen de groep - op een adequate manier omgaan met gevoelens als frustratie, faalangst, boosheid, onzekerheid - organiseren van huiswerk, boekentas e.d. Juniorcoaches zijn er in eerste instantie voor de leerling, daarnaast ook voor advisering aan de mentor en zorgcoördinator. Werkzaamheden van de juniorcoach op het VO zijn: - de leerling oefenen in vaardigheden die nodig zijn om adequaat te reageren in de nieuwe situatie - de leerling alvast vertrouwd te maken met de nieuwe omgeving en de nieuwe werkwijze - contact te leggen met de mentor en de kennismaking te begeleiden - begeleiden van de warme overdracht tussen de intern begeleider van de basisschool en de zorgcoördinator en mentor van de school voor voortgezet onderwijs - de leerling in de beginperiode op de nieuwe school regelmatig te ontmoeten en te horen wat de ervaringen zijn - de leerling zo nodig handvatten te bieden om zich beter te kunnen handhaven binnen de nieuwe school - brugfunctie tussen de leerling en de school: wat zijn de onderwijsbehoeften van deze leerling, bespreken van relevante achtergrondinformatie De Juniorcoach zorgt ervoor de begeleiding vóór 1 januari te hebben afgerond en overgedragen aan de mentor en de zorgcoördinator van de VO-school. Zo nodig kan tijdens of na het traject nog gebruik gemaakt worden van maatwerktrajecten van de Meierij.
zorgplan 2009-2010
51
Deel E Bijlagen bijlage 1 Meerjarenplanning beleidsvoornemens periode 2008-2012 Hoofddoelstelling 1.
1
Ontwikkelen van een breed gedragen visie op leerlingenzorg op school – en bovenschools niveau 08-09 09-12 Herbevestigen van de missie en de visie op toekomst van het SWV Pluralis, X mede in relatie tot de ideevorming t.a.v. passend onderwijs
Hoofddoelstelling 2.
1 2
3
4
5 6
Vergroting van de kwaliteit van de leerlingenzorg op schoolniveau en bovenschools niveau 08-09 09-12 Onderzoek doen naar en herformuleren van de taken, bevoegdheden en X verantwoordelijkheden van de BBL-er en de coördinator van het SWV Versterking van de positie van het ib-netwerk door het toebedelen van de rol van beleidsadviserend orgaan binnen het SWV onder leiding van de X X zorgcoördinator Ontwikkelen van een visie op de toekomst van een expertisecentrum ten behoeve van de deskundigheidsvergroting van leerkrachten in het basisX X onderwijs en speciaal basisonderwijs Onderzoek doen naar de feitelijke situatie m.b.t. de aanwezigheid en specifieke behoeften van zowel rugzakleerlingen als hoogbegaafde leerlingen X X op scholen voor primair onderwijs in Boxtel en dit vertalen naar beleid op SWV-niveau t.a.v. de opvang van beide groepen leerlingen Uitvoeren van een analyse naar mogelijke verbanden tussen de expertise X X van basisscholen en hun verwijsgedrag naar SBO en SO-instellingen In beeld brengen van de specifieke deskundigheid van de basisscholen in X het SWV
Hoofddoelstelling 3.
1
Een kleinschalige maar kwalitatief sterke bovenschoolse SBO - voorziening op SWV-niveau blijft gehandhaafd, waar aan leerlingen uit het SWV een passend onderwijsaanbod wordt geleverd 08-09 09-12 Ontwikkelen van een visie op de toekomst van het SBO, mede in relatie tot de ontwikkelingen m.b.t. passend onderwijs en het streven om het verwijspercentage in 2011 terug te brengen tot 3½ % van het aantal leerlinX X gen op de basisscholen. Bij het ontwikkelen van boven bedoelde visie dient meegenomen te worden de ervaringen omtrent de veranderingen in de leerling-populatie van het SBO, alsmede de consequenties voor het personeelsbeleid en het professionaliseringsbeleid van het SBO
Het realiseren van de voorwaarden om de 3 hoofddoelstellingen te verwezenlijken. 08-09 1 2
Ontwikkelen van een heldere scheiding tussen verantwoordelijkheden op schoolniveau, stichtingsniveau en SWV-niveau Werken volgens een herkenbare beleidscyclus, waarbij ook het uitvoeren van het meerjaren beleidsplan geëvalueerd wordt en daarmee richtinggevend is voor de jaarlijks te maken zorgplannen
zorgplan 2009-2010
09-12
X
X
X
52
3
4
5
6
7
Ontwikkelen van een helder communicatieplan, mede in relatie tot het creëren van draagvlak en solidariteit t.a.v. gemeenschappelijk zorgbeleid en visie op de toekomst van het SWV Ontwikkelen van nieuwe vormen van overleg i.v.m. de oriëntatie op nieuwe ontwikkelingen op regionaal en landelijk niveau, o.a. met betrekking tot passend samenwerken en passend onderwijs Onderzoek naar mogelijkheden voor inzet van de coördinator van het SWV in het kader van overleg met directieleden met het oog op vergroting draagvlak voor veranderingen in zorgbeleid en zorgstructuren Ontwikkelen van een visie m.b.t. noodzakelijke of gewenste financiële reserves en dat afzetten tegen de feitelijke reserves van het SWV, gekoppeld aan ideevorming omtrent inzet van niet-noodzakelijke reserves Een visie ontwikkelen op de taken en de positie van de PCL in de toekomst, waarin gewerkt gaat worden met een centraal loket voor indicatie (convenant passend samenwerken
zorgplan 2009-2010
X
X
X
X
X
X
X
X
53
zorgplan 2009-2010
54
postadres: bezoekadres: telefoon: fax: e-mail :
zorgplan 2009-2010
Postbus 100 5280 AC Boxtel Baroniestraat 22 5281 JE Boxtel 0411-657954 0411-657976
[email protected]
55