ZORGPLAN STARTNOTITIE
CALANDLYCEUM Mariëtte Jordaans Amsterdam, april 2003
Deze startnotitie beschrijft de huidige zorgstructuur op het Calandlyceum. Vanuit deze versie van het zorgplan zullen doelstellingen en ontwikkelingen nader worden beschreven.
INHOUDSOPGAVE: 1
Hoofdstuk 1
2
Hoofdstuk 2
3
Hoofdstuk 3
4
Hoofdstuk 4
5
Hoofdstuk 5
6
Hoofdstuk 6
7
Hoofdstuk 7
8
Bijlagen
Zorg in de school, het kader 1.1 Zorg in de school, een begripsafbakening 1.2 Taakstelling van het samenwerkingsverband 1.3 Relatie tot het Lokaal Onderwijs en Jeugdplan Aannamebeleid 2.1 Kwantitatieve en kwalitatieve normen bij toelating 2.2 Doelgroepbepaling 2.3 Onderstroom, inclusief kernprocedure 2.4 Zij-instroom 2.5 Afwijzen en doorverwijzen Generiek zorgaanbod 3.1 Mentoraat 3.2 Sportbegeleider 3.3 Absentie- en verzuimbeleid 3.4 Leerlingbesprekingen 3.5 Een veilige school 3.6 Vertrouwenspersoon 3.7 Sanctiebeleid Specifiek zorgaanbod 4.1 Stroomschema zorg 4.2 Individuele handelingsplanning en –plan 4.3 Volgsysteem zorgleerling en leerling-dossier 4.4 Specifieke zorggroepen binnen de school 4.5 De tweede lijn binnen de school 4.5.1 Studieleiding 4.5.2 Studiebegeleiding 4.5.3 Keuzebegeleiding 4.5.4 Individuele begeleiding 4.6 Zorgbreedtecommissie 4.7 Onderwijshulpverlener 4.8 Specifiek zorgaanbod binnen de school 4.8.1 Ondersteuning bij achterblijvende leerprestaties 4.8.2 Specifieke trainingen 4.9 STOP en TOP 4.10 De derde lijn Toepassen van toetsen en testen 5.1 Wanneer toetsen 5.2 Welke toetsen 5.3 Omgaan met resultaten Doorstroom en uitstroom 6.1 Redenen van en procedure bij doorstroom 6.2 Redenen van en procedure bij uitstroom Kwaliteitszorg 7.1 Deskundigheidsbevordering schoolmedewerkers Handleidingen, draaiboeken, protocollen
Hoofdstuk 1 ZORG IN DE SCHOOL, HET KADER 1.1 ZORG IN DE SCHOOL, EEN BEGRIPSAFBAKENING De zorg van de leerlingen is gericht op drie gebieden: ¾studie(vaardigheid)begeleiding ¾keuzebegeleiding ¾sociaal emotionele begeleiding 1.2 TAAKSTELLING VAN HET SAMENWERKINGSVERBAND Het Calandlyceum neemt deel aan het Regionaal Samenwerkingsverband West 28.2. In dit samenwerkingsverband zijn alle scholen in Amsterdam West vertegenwoordigd. De Regionale Samenwerkingsverbanden beslissen over de besteding van de extra zorggelden die het Ministerie van Onderwijs beschikbaar stelt. Het Calandlyceum is vertegenwoordigd in het directeurenoverleg en in het overleg van zorgcoördinatoren van het Samenwerkingsverband 28.2 1.3 RELATIE TOT HET LOKAAL ONDERWIJS EN JEUGDPLAN Het Lokaal Onderwijs- en Jeugdplan geeft kaders aan om onderwijs en jeugdzorg te laten aansluiten opdat de voorzieningen beter op elkaar afgestemd worden. Gezien het belang van aansluiting tussen jeugdzorg en onderwijs worden hiervoor in de periode 2002-2006 extra middelen vrijgemaakt. In het directeurenoverleg van het Samenwerkingsverband is de intentie uitgesproken om dit proces van afstemming gezamenlijk uit te voeren.
Hoofdstuk 2 AANNAMEBELEID 2.1 KWANTITATIEVE EN KWALITATIEVE NORMEN BIJ TOELATING In het eerste leerjaar gaat het Calandlyceum uit van 4 VMBO-T klassen, 4 Havo/Mavo klassen, 4 Atheneum/Havo klassen en 2 Gymnasium klassen. 2.2 DOELGROEPBEPALING Leerlingen met een VMBO-t, Havo, Atheneum of Gymnasium advies van de basisschool en een bijbehorende CITO kunnen zich op het Calandlyceum aanmelden. Als er een ernstige discrepantie bestaat tussen het CITO en het advies van de basisschool kan de GIVO-test afgenomen worden. LOOT-SCHOOL Leerlingen die serieus aan sport doen en voldoen aan bovenstaande toelatingseisen kunnen zich aanmelden voor een sportklas. Zij worden getest op motorische vaardigheden op grond waarvan zij in een sportklas geplaatst kunnen worden. Zie protocol aanname topsportleerling. 2.3 ONDERSTROOM, INCLUSIEF KERNPROCEDURE De kernprocedure is van toepassing. Bij te veel aanmeldingen hebben broertjes en zusjes van al op school zittende leerlingen voorrang. 2.4 ZIJ-INSTROOM (protocol moet gemaakt worden)
Het Calandlyceum kent vier aanleidingen tot zij-instroom: ¾verhuizing ¾niveau dat wel op het Calandlyceum wordt gegeven maar niet op de afleverende school ¾afleverende school verzoekt om toelating om zwaarwegende reden ¾leerling van andere school verzoekt om toelating om zwaarwegende reden 2.5 AFWIJZEN EN DOORVERWIJZEN Een leerling zonder passend advies wordt afgewezen. Een leerling kan als resultaten en studiehouding daartoe aanleiding geven zowel een niveau opstromen als een niveau afstromen.
Hoofdstuk 3 GENERIEK ZORGAANBOD 3.1 MENTORAAT De mentor draagt zorg voor het pedagogisch klimaat in zijn klas. Hij bespreekt regels en maakt afspraken met zijn klas die een goede werksfeer bevorderen. Studie-, keuze- en individuele begeleiding van leerlingen wordt door de mentoren verzorgd. De mentor volgt de studieresultaten van de leerlingen. Hij signaleert probleemgedrag, treft adequate maatregelen en roept zo nodig hulp of advies in van de studieleider. De mentor schrijft de memo’s bij de rapporten en bepreekt die met ouders en leerling tijdens de memo-uitreiking. Indien nodig is er vaker contact tussen mentor en ouders. De mentor heeft regelmatig overleg met de studieleider van de betreffende afdeling over de leerlingen. 3.2 SPORTBEGELEIDER Wanneer een leerling een LOOT-status heeft wordt hem/haar een sportbegeleider toegewezen. De taak van een sportbegeleider is de leerling begeleiden bij het combineren van schoolwerk en sport. Aandachtspunten daarbij zijn: studieplanning, resultaten, verlof i.v.m. trainingen en wedstrijden en het regelen van eventueel in te halen of op te sturen werk. Indien nodig kan een leerling vrijstelling krijgen van LO en expressie. In de Eindschool kan rekening worden gehouden met roosterwensen. 3.3 ABSENTIE- EN VERZUIMBELEID De absentie wordt ieder lesuur opgenomen en verwerkt in de absentenregistratie. Leerlingen die te veel verzuimen of te laat komen worden doorgegeven aan de afdelingsleider. Deze controleert de gegevens en neemt maatregelen. Ouders worden bij te veel verzuim of te laat komen per brief geïnformeerd, problematisch verzuim wordt gemeld aan het LAS en de leerplichtambtenaar. De studieleider heeft regelmatig overleg met de leerplichtambtenaar over leerlingen met problematisch verzuim. Zie bijlage verzuimbeleid 3.4 LEERLINGBESPREKINGEN Drie maal per jaar, tijdens de rapportvergaderingen worden de leerlingen besproken. Bij problemen worden tussentijdse besprekingen georganiseerd.
3.5 EEN VEILIGE SCHOOL De afdelingsleiding is verantwoordelijk voor de orde en rust op school. De scholen in Amsterdam West hebben een convenant met de politie. Een medewerker van tienerteam neemt deel aan het zorgbreedte overleg. Op het gebied van veiligheid is veel in ontwikkeling; De school heeft een veiligheidscoördinator en de projectgroep “een veilige en schone school” is net opgericht. Een deel van het personeel heeft inmiddels een training gehad in het omgaan met agressief gedrag. Een aantal OOPers is in het bezit van een EHBO-diploma en neemt deel aan (herhaling)cursussen. Invoering van een herstelgerichte aanpak bij incidenten volgens de methode “Echt Recht” is in ontwikkeling. Zie bijlagen ¾Stappenplan bij gewelddadig gedrag ¾Checklist bij calamiteiten 3.6 VERTROUWENSPERSOON De studieleiders zijn aangesteld als vertrouwenspersoon voor de leerlingen. Voor het personeel zijn drie vertrouwenspersonen aangesteld, twee intern en een extern. Op het Calandlyceum geldt een klachtenregeling. Ook is de school aangesloten bij een externe klachtencommissie. Het Bureau Emancipatie Ontwikkeling en Advisering (BE+A) heeft in samenwerking met het Project Preventie Seksuele Intimidatie (PPSI) een netwerk opgezet in NoordHolland voor alle vertrouwenspersonen in het AVO, VMBO en VWO. Het Calandlyceum neemt hieraan deel. 3.7 SANCTIEBELEID De schoolregels worden aan het begin van het schooljaar met elke klas besproken door de mentor of afdelingsleider. Bij overtredingen in de klas bepaalt de docent de straf. Wij gaan er vanuit dat alle medewerkers van de school medeverantwoordelijkheid dragen voor de orde en netheid op school. Zij zullen bij een overtreding buiten het klaslokaal tegen de schoolregels, de betrokken leerling daar op aanspreken. Wanneer een leerling zijn gedrag niet verbetert kan de afdelingleiding ingeschakeld worden. De maatregel die de afdelingsleider treft hang af van de zwaarte en de frequentie van de overtreding. Afhankelijk van de ernst van de overtreding worden de ouders op school uitgenodigd voor een gesprek. De afdelingsleider bespreekt het gedrag van de leerling met de mentor, en verwijst naar de studieleider als blijkt dat de leerling problemen heeft. Bij ernstige overtredingen of als een leerling herhaaldelijk dezelfde fout maakt kan de afdelingsleider een voorstel doen tot schorsing van de lessen. Bij schorsing wordt altijd contact met de ouders opgenomen. Indien een overtreding een strafbaar feit betreft binnen of buiten de school, kan aangifte worden gedaan bij de politie. In een aantal zaken is dat zelfs verplicht omdat in Amsterdam West een convenant bestaat om kleine criminaliteit te bestrijden. Hier is ook afgesproken dat of de school of de politie straf oplegt. Uitgangspunt is dat een leerling niet twee keer voor hetzelfde vergrijp wordt gestraft. Zie bijlage, protocol schorsingen en schoolveranderingsprocedure
Hoofdstuk 4 SPECIFIEK ZORGAANBOD 4.1
STROOMSCHEMA ZORG VAN SIGNALERING, NAAR HANDELINGSPLANNING, BESPREKING INTERNE EN EXTERNE ZORGCOMMISSIE, EVALUATIE, NAZORG
Zie bijlage stroomschema zorg 4.2 INDIVIDUELE HANDELINGSPLANNING EN –PLAN Is in ontwikkeling 4.3 VOLGSYSTEEM ZORGLEERLING EN LEERLINGDOSSIER Inhoud schooladministratie systeem ¾Personalia ¾Afleverende (basis)school ¾Schoolverloop ¾Resultaten ¾Taalproblemen ¾Verzuim, te laat komen en verlof ¾CITO score Inhoud leerlingdossiers ¾Inschrijfformulier ¾Kopie paspoort ouders ¾SAF formulieren ¾Rapporten ¾Memo’s ¾Testgegevens ¾Onderwijskundig rapport ¾Dyslexieverklaring ¾Medische verklaring ¾Brieven Daarnaast gebruiken de afdelingsleiders een kaartenbak om dagelijks disciplinaire gegevens te administreren. Mentoren, afdelingsleiders en studieleiders kunnen deze gegevens inzien. De studieleiders houden een eigen administratie van zorgleerlingen bij in Access. 4.4 SPECIFIEKE ZORGGROEPEN BINNEN DE SCHOOL De school kent geen specifieke zorggroepen. Aan leerlingen met (ernstige) sociaalemotionele- en/of gedragsproblemen en/of leerproblemen wordt extra zorg besteed. 4.5 DE TWEEDE LIJN BINNEN DE SCHOOL 4.5.1 STUDIELEIDING De studieleiders vormen de tweede lijn begeleiding en zijn verantwoordelijk voor de studie-, keuze- en individuele begeleiding. Vanuit hun specifieke deskundigheid geeft de studieleiding richting aan ontwikkelingen binnen de begeleidingsprocessen op school. De studieleiders begeleiden leerlingen en kunnen intern verwijzen naar de remedial teacher of de onderwijshulpverlener. 4.5.2
STUDIEBEGELEIDING
In het kader van studiebegeleiding worden resultaten, werkhouding en inzicht door de mentor met de leerlingen besproken. Op basis van hiervan worden de leerlingen beoordeeld bij de overgang (zie nota rapportage. Tijdens de studielessen wordt aandacht besteed aan studievaardigheden. De verantwoordelijkheid voor de totale studiebegeleiding ligt bij de studieleider. Deze heeft nauw overleg met de mentor over de begeleiding van zijn klas en leerlingen. 4.5.3 KEUZEBEGELEIDING De studieleiding verzorgt de inhoud van de studielessen en geeft de mentor verdere informatie. De mentor begeleidt zijn leerlingen in het keuzeproces en wordt hierbij gecoacht door de studieleider. 4.5.4 INDIVIDUELE BEGELEIDING: Het gaat hierbij om leerlingen met sociale en of emotionele problemen. Gesignaleerde problemen worden bij de studieleider gemeld. Deze overlegt regelmatig met de mentor. Wanneer een probleem te groot of te complex is voor de mentor wordt een leerling door de SL begeleid. De mentor is eerste lijn begeleider, de studieleider tweede lijn begeleider. Ernstige (structurele) problemen worden in het zorgbreedteoverleg besproken en indien nodig verwezen naar een externe instantie, de derde lijn begeleiding. Ouders worden bij problemen van hun kind altijd op de hoogte gesteld tenzij er belangrijke argumenten zijn om dit niet te doen. Zij worden betrokken bij het oplossen van de problemen. 4.6 ZORGBREEDTECOMMISSIE De zorgbreedtecommissie komt één keer per maand bij elkaar en bestaat uit: schoolarts, leerplichtambtenaar, onderwijshulpverlener, een medewerker van het tienerteam en de studieleiders. 4.7 ONDERWIJSHULPVERLENER De school beschikt over een onderwijshulpverlener, deze indiceert leerlingen voor Boppi verwijzingen en trainingen sociale vaardigheden. Daarnaast voert hij/zij individuele gesprekken met leerlingen. Hij/zij ondersteunt de studieleiding en neemt deel aan het zorgbreedte overleg. 4.8 SPECIFIEK ZORGAANBOD BINNEN DE SCHOOL De school kent een paar vormen van specifieke zorg waarnaar de studieleider leerlingen kan verwijzen: Remedial teacher Onderwijshulpverlener Huiswerkklas 4.8.1 ONDERSTEUNING BIJ ACHTERBLIJVENDE LEERPRESTATIES Leerlingen die moeite hebben met tekstebegrip worden op studieuur Taal geplaatst Voor een aantal vakken is het mogelijk studieuren te volgen, deze zijn bedoeld als extra ondersteuning bij een vak waar een leerling moeite mee heeft. In de huiswerkklas zitten leerlingen die ¾door de studieleider zijn verwezen omdat zij moeite hebben met het organiseren en plannen van hun huiswerk
¾thuis geen rustige plek hebben om huiswerk te maken ¾zelf graag willen en gemotiveerd zijn 4.8.2 SOCIAAL-EMOTIONELE ONDERSTEUNING Zie mentor, studieleiding, zorgbreedte 4.8.3 SPECIFIEKE TRAININGEN ¾Leerlingen met faalangst kunnen op individuele basis een faalangstreductie training doen. Het opzetten van groepstrainingen is in ontwikkeling ¾In alle eerste klassen wordt in samenwerking met theatergroep Werktuig een aantal lessen besteed aan pesten. Het Pestprotocol wordt nieuw leven ingeblazen. ¾Voor trainingen sociale vaardigheden worden leerlingen naar BJA verwezen. 4.9 STOP EN TOP Leerlingen die om verschillende redenen (tijdelijk) niet in de klas kunnen functioneren worden naar het Time Out Project van Afraad Boddaert PPI verwezen. Leerlingen kunnen daar maximaal drie maanden onder begeleiding werken waarna zij weer naar school terugkomen. De school blijft verantwoordelijk voor deze leerlingen. 4.10 DE DERDE LIJN Derde lijn begeleiding is altijd externe begeleiding. Leerlingen worden door studieleider of zorgbreedtecommissie naar andere instanties verwezen; BJA , GGZ, Afra Boddaert PPI, Nieuwe Perspectieven. Bij verzuim kan de leerplichtambtenaar een proces verbaal opmaken met verzoek om een MHS en of ROOS, deze worden beide uitgevoerd door een medewerker van BJA. (Zie bijlage verzuimbeleid)
Hoofdstuk 5 TOEPASSEN VAN TOETSEN EN TESTEN 5.1 WANNEER TOETSEN In de loop van het tweede leerjaar wordt bij twijfel aan de mogelijkheden van een leerling qua niveau en/of belangstelling een capaciteiten- en/of interessetest afgenomen. In 3 VMBO-T, 3 Havo, 3 Atheneum en 3 Gymnasium wordt klassikaal een interessetest afgenomen. 5.2 WELKE TOETSEN In 3 VMBO-T en in 3 Havo wordt de BIO afgenomen, in 3 Atheneum en 3 Gymnasium de ABIV. 5.3 OMGAAN MET RESULTATEN In het tweede leerjaar worden testresultaten gebruikt bij de determinatie en bij de keuze van een andere school met beroepsgerichte leerwegen. De studieleider bespreekt dit met leerling en ouders. In het derde leerjaar bespreekt de mentor de testresultaten met de leerlingen. De resultaten worden gebruikt bij het kiezen van een profiel, sector of vervolgopleiding.
Hoofdstuk 6 DOORSTROOM EN UITSTROOM 6.1 REDENEN VAN EN PROCEDURE BIJ DOORSTROOM Zie nota rapportage 6.2 REDENEN VAN EN PROCEDURE BIJ UITSTROOM De school kent twee vormen van uitstroom: ¾Verhuizing o Ouders hebben zelf al een school gevonden en de nieuwe school vraagt ons om informatie over de betreffende leerling. o De studieleider belt scholen in de nieuwe woonomgeving om een plaats voor de leerling te zoeken. ¾De leerling functioneert niet op een niveau dat op het Calandlyceum wordt gegeven. o Leerling en ouders wordt tijdig geadviseerd een andere school te zoeken die passend onderwijs biedt. o Als dat niet lukt stelt de studieleider de leerplichtambtenaar op de hoogte en belt in overleg met leerling en ouders andere scholen om een geschikte school te vinden.
Hoofdstuk 7 KWALITEITSZORG 7.1 DESKUNDIGHEIDSBEVORDERING SCHOOLMEDEWERKERS De school geeft de medewerkers ruim gelegenheid tot het volgen van scholing. Medewerkers maken goed gebruik van de mogelijkheid om cursussen te volgen en informatieve bijeenkomsten te bezoeken. Een deel van het personeel heeft een training gehad in het omgaan met agressief gedrag, komend cursusjaar komen er opnieuw trainingen. Alle mentoren hebben een training gesprekstechnieken gedaan.
Hoofdstuk 8 BIJLAGEN HANDLEIDINGEN, PROTOCOLLEN, DRAAIBOEKEN