SCHOOLJAAR
2014-2015
ZORGPLAN
Interne zorgstructuur
Inhoudsopgave
1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7 1.8
Overlegvormen binnen de school .............................................................................................. 4 zorgbreed overleg .................................................................................................................... 4 mt-overleg ................................................................................................................................ 4 overleg intern begeleider, leerkracht (remedial teacher) ......................................................... 4 overleg intern begeleider, remedial teachers .......................................................................... 5 overleg leerkracht, remedial teacher en/of onderwijsassistent. .............................................. 5 informeel overleg intern begeleider en leerkracht ................................................................... 5 opbrengsten overleg ................................................................................................................ 5 overdrachtsbespreking ............................................................................................................ 6
2
Schema interne zorgstructuur.................................................................................................... 7
3
Taakomschrijvingen ...................................................................................................................... 9 3.1 taken van de leerkracht m.b.t. leerlingenzorg ......................................................................... 9 3.2 taken van deintern begleider ................................................................................................. 10 3.3 taken van de remedial teacher .............................................................................................. 11 3.4 taken van de bouwcoodinator m.b.t. leerlingenzorg. ............................................................. 11 3.5 taken van de directeur m.b.t. leerlingzorg ............................................................................. 12
4 4.1 4.2 5
Dossiervorming.......................................................................................................................... 15
6 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 6.6 7
Procedures en richtlijnen eigen leerlijnen .............................................................................. 13 procedure en richtlijnen m.b.t. remedial teaching.................................................................. 13 procedurer en richtlijnen m.b.t. handelingsplannen ............................................................ 144
Afspraken toetsten per leerjaar ................................................................................................ 17 Toetskalender ................................................................. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Groep 1-2............................................................................................................................... 18 Groep 3 .................................................................................................................................. 20 Groep 4 .................................................................................................................................. 22 Groep 5, 6 en 7 ...................................................................................................................... 24 Groep 8 .................................................................................................................................. 26
Protocol dyslexie ........................................................................................................................ 29
8 8.1 8.2
Protocol verlengde leertijd ....................................................................................................... 30 Doubleren in groep 1 t/m 4. ................................................................................................... 30 Doubleren vanaf groep 5 t/m 7 ............................................................................................. 31
1
Interne zorgstructuur
9
MHIK- en Rugzakbeschikkingen .............................................................................................. 32
10
Pesten en Kanjertraining .......................................................................................................... 32
11
Protocol contact school met zieke leerlingen……………………………………………………33
Bijlagen ...................................................................................................................................... 344 Bijlage 1: Format groepsplan .......................................................................................................... 344 Bijlage 2: Format individueel handelingsplan.................................................................................. 355 Bijlage 3: Format langlopend handelingsplan voor dyslexie ........................................................... 366 Bijlage 4: Format gespreksformulier ............................................................................................... 397 Bijlage 5: Protocol doorstroming naar groep 3................................................................................ 408 Bijlage 6: Startformulier leerlingendossier groep 1-2 ...................................................................... 452 Bijlage 7: Lijst met afkortingen……………………………………..…...…………………………..45
2
Interne zorgstructuur
Inleiding Het team van obs Hilmare werkt aan het realiseren van onderwijs dat tegemoet komt aan de uiteenlopende behoeften van leerlingen en het behalen van de kerndoelen. De school maakt gebruik van een interne zorgstructuur als aanvulling op hetgeen de groepsleerkracht al doet. Deze interne zorgstructuur bevat een samenhangend geheel van op elkaar afgestemde voorzieningen, bedoeld om leerlingen passende zorg te bieden. De interne zorgstructuur voorziet in een cyclus van signaleren en analyseren van onderwijsleerproblemen, voorbereiden, uitvoeren en evalueren van oplossingen. We zien de beschrijving van onze interne zorgstructuur als een kwaliteitsdocument waarin ons interne zorgbeleid wordt geformuleerd en vastgesteld. We streven er naar onze zorgstructuur een ‘levende’ structuur te laten zijn: • • • •
een structuur die verder verfijnd kan worden; een structuur die door alle medewerkers wordt gedragen; een leesbare en uitvoerbare structuur; een structuur die jaarlijks geëvalueerd wordt en, indien nodig, bijgesteld wordt voor het daarop volgende jaar.
Op 1 augustus 2014 zal de nieuwe wet Passend onderwijs ingaan. Deze wet heeft als voornaamste doel dat er voor ieder kind een passende onderwijsplek is. Er zal daarbij minder sprake zijn van bureaucratie en door het afschaffen van indicatiestellingen zal er sneller preventief gehandeld kunnen worden. Ook is het van belang dat alle leerkrachten handelingsgericht en opbrengstgericht kunnen werken en er een betere afstemming komt met alle sectoren die bij het onderwijs en het gezin betrokken zijn. In het kader van deze wet hebben tevens alle scholen in Nederland een eigen schoolondersteuningsprofiel moeten maken. Hierin geven zij aan hoe het onderwijs er bij hun op school uitziet en op welke manier dit wordt vormgegeven. De Samenwerkingsverbanden inventariseren dit en gebruiken dit om bijvoorbeeld te kunnen overzien welke school welke speciale ondersteuning kan bieden. Dit kan prettig zijn als je als ouder bijvoorbeeld op zoek bent naar een school die gespecialiseerd is in bijv. dyslexie, autisme etc. Ons schoolondersteuningsprofiel is terug te vinden op onze website.
Meer informatie is tevens terug te vinden op onderstaande websites: www.hilmare.nl www.swvdb.nl www.passendonderwijs.nl
3
Interne zorgstructuur
1 1.1
Overlegvormen binnen de school ZORGBREED OVERLEG Deelnemers:
Frequentie:
1.2
MT-OVERLEG Deelnemers: Inhoud: Frequentie:
1.3
Directeur, intern begeleider en team. Inhoud: Op basis van het schoolplan wordt gekeken welke veranderingen teweeg moeten worden gebracht gedurende het schooljaar en worden reeds ingezette beleidsmatige trajecten geëvalueerd. De directeur draagt zorg voor de agenda. Tweemaal per jaar uitgebreid aan het begin en aan het eind van het schooljaar.
Directeur en intern begeleider, zonodig bouwcoördinatoren. Overleg om lopende zaken te bespreken, zowel wat betreft leerlingen als schoolorganisatorische zaken rondom zorg. Wekelijks, ca. één uur per overleg.
OVERLEG INTERN BEGELEIDER, LEERKRACHT (REMEDIAL TEACHER) Deelnemers:
Inhoud:
Voorbereiding:
Frequentie: Resultaat:
Groepsleerkracht, intern begeleider en zo nodig remedial teacher. Indien nodig, kunnen ook andere betrokkenen hiervoor uitgenodigd worden (bijv. collega’s, onderwijsassistent). Er wordt besproken: • Hoe de leerkracht het onderwijs binnen haar/zijn groep vormgeeft, zowel op didactisch als pedagogisch gebied; • Didactische, cognitieve, lichamelijke en sociaal-emotionele ontwikkeling van leerlingen individueel. De afspraken die voortvloeien uit het overleg worden in het groepsplan vastgelegd en, indien nodig, worden er individuele handelingsplannen en/of groepsplannen opgesteld. De vastgelegde afspraken en evt. handelingsplannen worden in digitale leerlingdossier Dotcom en evt. in het papieren dossier vastgelegd. De groepsleerkracht geeft voorafgaand aan dit overleg aan bij welke leerlingen zij/hij één of meerdere problemen signaleert c.q. vermoedt en formuleert een duidelijke hulpvraag. Het meest recente groepsplan dient minimaal als uitgangspunt voor het gesprek. De leerkracht zorgt dat alle gesprekspartners een week voor het gesprek hiervan een kopie krijgen. (minimaal) Drie keer per schooljaar en, indien wenselijk, op verzoek van de leerkracht. Opstellen van het nieuwe groepsplan en evt. indiv. handelingsplannen.
4
Interne zorgstructuur
1.4
OVERLEG INTERN BEGELEIDER, REMEDIAL TEACHERS Deelnemers: Inhoud: Frequentie:
1.5
Intern begeleiders, remedial teacher en leerkracht taalstimulering (evt. ook leerkracht) Bespreken van de voortgang van zorgleerlingen die remedial teaching krijgen. Eén maal per vier weken. Indien nodig kan extra overleg worden ingelast.
OVERLEG LEERKRACHT, REMEDIAL TEACHER EN/OF ONDERWIJSASSISTENT. Deelnemers: Inhoud: Frequentie:
Groepsleerkracht, remedial teacher en/of onderwijsassistent. Bespreken van de voortgang en afstemming tussen RT-begeleiding in de groep van zorgleerlingen die RT krijgen. Wekelijks m.b.v. overdrachtschriftje of indiv. programmabladen -door de leerkracht vóór RT-begeleiding van zorgleerling aan de remedial teacher/onderwijsassistent. -door de remedial teacher/onderwijsassistent aan leerkracht ná RT-begeleiding aan zorgleerling aan de leerkracht Let op: de leerkracht dient altijd contact op te nemen met de intern begeleider als er problemen dreigen c.q. zijn m.b.t. de voortgang van de RT-begeleiding aan de zorgleerling, zowel binnen de groep als buiten de groep.
1.6
‘INFORMEEL’ OVERLEG INTERN BEGELEIDER EN LEERKRACHT Dit betreft gesprekken en mailwisseling tussen de intern begeleiders en groepsleerkracht over zorgleerlingen of andere zorgzaken. Vanuit dergelijke gesprekken en of contacten kan bijv. een verzoek om een bespreking te voeren met …(afhankelijk van de inhoud nog nader in te vullen) naar voren komen. Ook het doorspreken van handelingsplannen kan hieronder vallen. De intern begeleider of leerkracht maakt, zo nodig, een notitie van dergelijke besprekingen en voegt deze toe in het digitale leerlingdossier (Dotcom).
1.7
OPBRENGSTEN OVERLEG Deelnemers: Inhoud:
Frequentie:
Directeur, intern begeleider, remedial teacher en leerkrachten. Alle CITO resultaten worden door de leerkrachten en intern begeleider in kaart gebracht en met elkaar worden de resultaten besproken. Tevens worden de verbeterplannen opgesteld en geëvalueerd. Tweemaal per schooljaar (maart en juli).
5
Interne zorgstructuur
1.8
OVERDRACHTSBESPREKING Deelnemers: Inhoud:
Frequentie: Resultaat:
Leerkracht(-en) oude groep/leerkracht(-en) nieuwe groep, evt. intern begeleider. Dit betreft gesprek tussen de ‘oude’ leerkracht en ‘nieuwe’ leerkracht over alle leerlingen en van belang zijnde informatie m.b.t. individuele leerlingen of de groep. Het gesprek vindt aan het einde van het schooljaar plaats (juli/augustus) en heeft als doel om een doorgaande leerlijn voor de individuele leerling c.q. groep te bewerkstelligen. Aan de hand van deze bespreking wordt het eerste groepsplan opgesteld. Op verzoek kan een van de intern begeleiders bij de overdrachtsbespreking aanwezig zijn. Eenmaal per schooljaar (juli/augustus). Invullen van het digitale overdrachtsformulier. Opstellen van het eerste groepsplan.
6
Interne zorgstructuur
2
Schema interne zorgstructuur
Stap 0 Hoe ga je om met ouders? - informeren en met ouders uitwisselen over de ontwikkeling van hun kind
Stap 1 (observeren en signaleren) School: - leerkracht observeert, men signaleert in de groep of de ouders signaleren thuis belemmeringen. - leerkracht deelt eventuele vermoedens van zorg met collega en/ of intern begeleider(collegiale consultatie) Ouders: -zorgen over de eventuele ontwikkeling van het kind met de ouders bespreken, -rekening houden met acceptatieproblemen, gevoelens van ouders, opbouwen van een goede omgang met ouders -gebruik maken van de expertise van ouders -met ouders kijken naar kansen en oplossingen -handelingsadviezen voor school en thuis -evt. handelingsplan maken n.a.v. handelingsadviezen
Stap 2 (intakefase + strategiefase)= probleembespreking in het zorgteam, opstellen van een plan van aanpak School: Intakefase: -wat willen school, ouders en leerling weten en waarom willen zij dit weten. -relevante informatie verzamelen over de voorgeschiedenis en reeds genomen maatregelen. Strategiefase: -plan van aanpak vaststellen -handelingsadviezen voor de leerkracht (handelingsplan opstellen en uitvoeren en bieden van hulp) Ouders: -informeren en met ouders uitwisselen over de ontwikkeling van hun kind -gebruik maken van de expertise van ouders -met ouders kijken naar kansen en oplossingen -handelingsadviezen voor school en thuis -evt. evalueren handelingsplan -na evaluatie handelingsplannen bijstellen of vernieuwen nav handelingsadviezen
Stap 3 Hulpverlening in de school School: Voorzien in de onderwijsbehoeften van de leerling en de handelingsverlegenheid van de leerkracht met behulp van ondersteuning vanuit de school zelf. -in de groep: leerkracht(Lkr.), remedial teacher(RT), onderwijsassistent (OA) -subgroep:remedial teacher(RT), onderwijsassistent(OA) -individueel buiten de groep: remedial teacher(RT), onderwijsassistent(OA) Ouders: -informeren en met ouders uitwisselen over de ontwikkeling van hun kind -gebruik maken van de expertise van ouders(ontwikkelingscontext) -met ouders kijken naar kansen en oplossingen -handelingsadviezen voor school en thuis -evalueren handelingsplan en plan van aanpak -na evaluatie evt. vervolgstappen bespreken met ouders over externe hulp in school -instemming/ toestemming vragen aan ouders hiervoor
7
Interne zorgstructuur
Stap 4 Probleembespreking met externen voor interne hulpverlening School: -CLB(consultatieve leerling begeleiding): aanvraag bij OA voor meer handelingsadviezen -PAB(preventieve ambulante begeleiding): inschakelen via WSNS -PAB(preventieve ambulante begeleiding) inschakelen via de clusters 1 t/m 4 -Cardea preventieproject -Schoolmaatschappelijk werk Ouders: -hoe gaat het met de leerling? -bespreken van handelingsplannen en plan van aanpak -toestemming/instemming ouders voor het evt. inschakelen van externen voor onderzoek, -bespreking in MZT(multidisciplinair zorgteam) -handelingsplan bijstellen -informatie en afspraken m.b.t. evt. externe onderzoeken, toestemming/ instemming ouders voor verder onderzoek door OA, jeugdarts of andere instanties -handelingsadviezen voor ouders en kind
Stap 5 Onderzoek van externen voor interne hulpverlening en/ of verwijzingstrajecten School: -schoolarts, psycholoog, orthopedagoog, kindertherapeut, logopediste -OA onderzoek voor evt. verwijzing SBO/ MHIDK/ Clusterindicatie -onderzoek door Bureau jeugdzorg/ Curium/ GGZ voor cluster 4 indicatie -MZT Ouders: -hoe gaat het met de leerling? -evalueren ervaringen geboden adviezen in samenwerking met de geboden zorg -handelingsadviezen voor thuis en school -PCL rapport maken voor SBO indicatie, MHIK -LGF aanvragen d.m.v. onderwijskundig rapport, evt. hulp hiervoor van PAB clusters -bespreking van verdere hulpverlening en plan van aanpak
Stap 6 Evaluatie en nazorg School: -evaluatie van de uitvoering van het plan van aanpak -bespreking van evt. knelpunten -plan van aanpak evt. bijstellen -evalueren met externe zorginstanties, school en ouders(MZT) Ouders: -hoe gaat het met de leerling -evalueren ervaringen geboden adviezen in samenwerking met de geboden zorg (MZT) -(handelingsadviezen voor thuis en school)
8
Interne zorgstructuur
3 3.1
Taakomschrijvingen TAKEN VAN DE LEERKRACHT M.B.T. LEERLINGENZORG
De leerkracht: 1. is verantwoordelijk voor het stimuleren en begeleiden van de didactische en sociaalemotionele ontwikkeling van alle leerlingen in haar/zijn groep en gaat er van uit dat leerlingen verschillende onderwijsbehoeften hebben. De taak van de leerkracht is om zo goed mogelijk aan deze behoeften tegemoet te komen. 2. is bekend met de interne zorgstructuur van de school; 3. maakt een plan t.b.v. het onderwijsleerjaar (het weekrooster en verdeling leerstof over het schooljaar); 4. neemt methodegebonden toetsen af en kijkt ze na; 5. signaleert, observeert en interpreteert de gegevens die voortkomen uit deze toetsen; 6. signaleert, observeert en interpreteert de gegevens die voortkomen uit de Viseon 7. legt de vorderingen van de leerlingen vast in Dotcom; 8. geeft toetsinformatie door aan de intern begeleider per mail of mondeling; 9. neemt op de afgesproken tijden de LOVS-toetsen volgens de toetskalender af (zie bijlage 5) 10. neemt twee keer per jaar n.a.v. toetsuitslagen deel aan de groepsbespreking (zie paragraaf 1.3 ) 11. levert een bijdrage aan de dossiervorming van leerlingen (zie hoofdstuk 5); 12. stelt minimaal drie keer per jaar een groepsplan op en voert dit plan uit; 13. maakt kopie van groepsplan voor eigen gebruik. Geeft origineel aan intern begeleider; 14. maakt en geeft kopie van individueel handelingsplan voor eigen gebruik, voor ouders en indien van toepassing ook voor remedial teacher. Geeft origineel aan intern begeleider; 15. heeft regelmatig overleg met de intern begeleider (zie paragraaf 1.3 en 1.6) 16. heeft, indien van toepassing, regelmatig overleg met de remedial teacher en de onderwijsassistent. (zie paragraaf 1.5); 17. meldt zo nodig tussentijds zorgleerlingen aan bij de interne begeleider voor nader overleg; 18. onderhoudt regelmatig (meer dan 4 keer per jaar) contact met ouders van alle leerlingen in de groep en legt dit vast in Dotcom; 19. levert een bijdrage aan het overleg jaarovergang (zie paragraaf 1.7); 20. voert een overdrachtsbespreking uit en maakt een verslag van de overdrachtsgegevens (zie paragraaf 1.8); 21. draagt bij aan zorginnovaties en –ontwikkelingen binnen de school; 22. dient op de hoogte te blijven van recente ontwikkelingen op het gebied van zorg en/of leerlingproblematiek. 23. is bekend met en werkt volgens de daltonafspraken m.b.t. zelfstandigheid, samenwerken en vrijheid in gebondenheid, effectiviteit, reflectie en borging
9
Interne zorgstructuur
3.2
TAKEN VAN DE INTERN BEGELEIDER De taken van de intern begeleider zijn onder te brengen in drie gebieden: A
Coördinerende taken 1. levert bijdrage aan het zorgbreed overleg (zie paragraaf 1.1); 2. overlegt regelmatig met directeur. (zie paragraaf 1.2); 3. is verantwoordelijk voor het voorbereiden en voorzitten van het overleg met leerkracht en onderwijsassistent (zie paragraaf 1.3) 4. is verantwoordelijk voor het voorbereiden en voorzitten van het overleg met remedial teachers (zie paragraaf 1.4); 5. levert een bijdrage aan het informele overleg met leerkracht (zie paragraaf 1.6); 6. levert een bijdrage aan het overleg jaarovergang (zie paragraaf 1.7); 7. is verantwoordelijk voor het opstellen van procedures en richtlijnen: o.a. het opzetten en uitwerken van het LOVS; 8. organiseert onderzoek en hulp voor zorgleerlingen; 9. coördineren en onderhouden van gesprekken met ouders, leerkrachten en overige deskundigen; 10. bewaakt procedures en afspraken; 11. plant activiteiten m.b.t. het leerlingzorgsysteem; 12. zorgt voor dossiervorming en dossierbeheer; 13. is verantwoordelijk voor het opstellen van de toetskalender; 14. verzamelt toetsgegevens en/of groepsoverzichten; 15. coördineert de aanmelding en verwijzing van leerlingen voor remedial teaching; 16. coördineert de aanmelding en verwijzing van leerlingen naar extern deskundigen (oa OA); 17. woont IB-bijeenkomsten van het samenwerkingsverband WSNS, OBODB en binnen gemeente bij; 18. onderhoudt contacten met intern begeleiders uit het samenwerkingsverband en gemeente; 19. onderhoudt contacten met externe instanties/deskundigen; 20. coördineert activiteiten m.b.t. vroegtijdige schoolverlaters; 21. coördineert activiteiten m.b.t. PO-VO overdracht 22. coördineert het terugplaatsen van leerlingen van het SBO naar het BAO, en andersom;
B
Begeleidende taken 1. collegiale consultatie: hulp en advies geven aan collega’s m.b.t. zorgleerlingen, didactische vragen e.d.: zowel op verzoek als ongevraagd; 2. indien gewenst, leerkrachten hulp bieden bij het maken van een groepsplan of individueel handelingsplan; 3. leerkrachten ondersteunen bij het zoeken naar remediërend materiaal en wegwijs maken in de orthotheek; 4. observeren van klassensituaties n.a.v. bijv. hulpvragen. 5. informeren van leerkrachten en directeur; 6. coachen van leerkrachten; 7. onderhouden van contacten met ouders, daar waar nodig.
C
Innoverende taken 1. kennisoverdracht bij inhoudelijke vergaderingen; 2. analyseren van de zorgverbreding; uitwerken van didactische leerlijnen n.a.v. toetsresultaten en gegevens afkomstig uit groeps- en leerling besprekingen, plannen en ideeën terugkoppelen naar het team; 3. evalueren van de zorgverbreding; 4. motiveren van leerkrachten; 5. initiatieven nemen in innovatieve veranderingen m.b.t. het didactisch en sociaalemotioneel functioneren van de leerlingen binnen de school.
10
Interne zorgstructuur
3.3
TAKEN VAN DE REMEDIAL TEACHER De taken van de remedial teacher zijn onder te brengen in vier gebieden: A
Taken in kader van (interne) coördinatie 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
levert bijdrage aan het zorgbreed overleg (zie paragraag 1.1); is, indien gewenst, aanwezig bij overleg intern begeleider – leerkracht (zie paragraaf 1.3) heeft regelmatig overleg met de intern begeleider (zie paragraaf 1.4); heeft regelmatig overleg met de leerkracht (zie paragraaf 1.5); levert een bijdrage aan het overleg jaarovergang (zie paragraaf 1.7); bespreekt aangemelde RT-leerlingen met de intern begeleider; levert een bijdrage aan de evaluatie van de handelingsplannen waar remedial teaching deel vanuit maakt; 8. is, op verzoek, aanwezig bij rapport/10-minuten avond; B
Specifieke taken 1. verricht werkzaamheden met individuele of groepjes leerlingen a.d.h.v. handelingsplan. Werkzaamheden kunnen zowel binnen als buiten de groep plaatsvinden. Alle aanmeldingen lopen via de intern begeleider; 2. screent nieuwe leerlingen zonodig. Dit wordt teruggekoppeld naar de intern begeleider en leerkracht, waarna wordt bepaald welke kinderen speciale begeleiding nodig hebben.
C
Begeleidende taken 1. collegiale consultatie: hulp en advies geven aan collega’s m.b.t. zorgleerlingen, didactische vragen e.d. wanneer daar behoefte aan is; 2. leerkrachten ondersteunen bij het zoeken naar remediërend materiaal en wegwijs maken in de orthotheek; 3. observeren van klassensituaties; 4. informeren van leerkrachten, IB-er en directeur; 5. coachen van leerkrachten;
D
Innoverende taken 1. kennisoverdracht bij inhoudelijke vergaderingen; 2. levert een bijdrage aan het analyseren van de zorgverbreding; uitwerken van didactische leerlijnen n.a.v. toetsresultaten en gegevens afkomstig uit groeps- en leerling besprekingen, plannen en ideeën terugkoppelen naar het team; 3. levert een bijdrage aan het evalueren van de zorgverbreding; 4. levert een bijdrage aan het motiveren van leerkrachten; 5. toont initiatief m.b.t. innovatieve veranderingen m.b.t. het didactisch en sociaal-emotioneel functioneren van de leerlingen binnen de school.
3.4
TAKEN VAN DE BOUWCOORDINATOR M.B.T. LEERLINGENZORG. 1. agenda opstellen en voorzitten van bouwoverleg; 2. actiepunten vooraf bespreken en achteraf terugkoppelen met IB-er, remedial teacher, directie.
11
Interne zorgstructuur
3.5
TAKEN VAN DE DIRECTEUR M.B.T. LEERLINGENZORG
De directeur: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15.
is eindverantwoordelijk voor de zorg binnen de school; initieert en levert een bijdrage aan het zorgbreed overleg (zie paragraaf 1.1); heeft regelmatig overleg met de intern begeleider en remedial teacher (zie paragraaf 1.2); initieert en levert een bijdrage aan het overleg jaarovergang (zie paragraaf 1.7); laat zich (in)formeel informeren door alle bij de leerlingenzorg betrokken personen; geeft gevraagd en ongevraagd advies aan de bij de leerlingenzorg betrokken personen; draagt zorg voor de coördinatie van leerlingenzorg bij afwezigheid van de intern begeleider; neemt besluiten m.b.t. leerlingenzorg, indien noodzakelijk; initieert veranderingen en ontwikkelingen, zo mogelijk samen met de voor de leerlingenzorg verantwoordelijke personen; draagt zorg voor het maken van de zorgparagrafen van het schoolplan en de schoolgids; stimuleert nascholing op het gebied van specifieke leerlingenzorg; bewaakt het ontwikkelingsproces van de school, rekening houdend met het schoolconcept en het schoolplan houdt zich op de hoogte van actuele ontwikkelingen m.b.t. (zorg)onderwijsinnovaties; woont bijeenkomsten van het samenwerkingsverband WSNS bij, indien (ook) bedoeld voor directeuren; legt verantwoording af aan de bovenschools directeur van de stichting waaronder de school valt.
12
Interne zorgstructuur
4
Procedures en richtlijnen eigen leerlijnen Op obs Hilmare kunnen kinderen hun eigen leerlijn volgen. Kinderen die hiervoor in aanmerking komen zijn kinderen die op bepaalde vakken zeer goed scoren (A-scores bij Citotoetsen). Zij kunnen verrijkingsstof aangeboden krijgen. Dit gebeurt altijd na overleg met de IB-er en de ouders. Wanneer zij structureel met verrijkingsstof werken legt de leerkracht dit vast in een handelingsplan en/of leerlijn. Alle leerlingen hebben daarnaast hun eigen Daltoncontract waarin specifieke afspraken per kind zijn vastgelegd. In de periode 2014-2016 zal het verrijkingsaanbod verder ontwikkeld en geïmplementeerd worden. Ook kinderen die veel moeite hebben met bepaalde leerstof (E-scores bij Citotoetsen) kunnen hun eigen leerlijn gaan volgen. Het handelingsplan wordt opgesteld na overleg met OA (Onderwijs Adviesdienst), de IB-er en de ouders en hierin worden duidelijke doelstellingen geformuleerd. Ook zal voor deze kinderen een ontwikkelingsperspectief worden vastgesteld. Wanneer blijkt dat de leerling extra begeleiding nodig heeft voor bepaalde leerstof kan deze in aanmerking komen voor remedial teaching.
4.1
PROCEDURE EN RICHTLIJNEN M.B.T. REMEDIAL TEACHING a. Remedial teaching kan worden ingezet als is gebleken dat de leerkracht aantoonbaar in de klas activiteiten ondernomen heeft die niet hebben geleid tot verbetering van de leerresultaten van een kind. De activiteiten die ondernomen moeten zijn betreffen het opstellen van een handelingsplan, waarin de leerkracht binnen een bepaalde periode heeft getracht gericht aan het probleem te werken. Tevens kan deze hulp worden ingezet als de leerling boven gemiddeld presteert en verrijkende of verdiepende leerstof krijgt aangeboden. b. Indien het geven van extra aandacht en ondersteuning niet het gewenste resultaat oplevert en de achterstand groter wordt bespreekt de leerkracht het kind in het overleg intern begeleider – leerkracht (zie paragraaf 1.3), waarbij van de voren concreet wordt aangegeven wat het probleem is. c.
Vanuit het overleg intern begeleider – leerkracht krijgt de leerkracht extra suggesties voor begeleiding van de leerling in de groep en/of wordt bekeken of het kind wordt aangemeld voor remedial teaching binnen of buiten de klas. Ook wordt bepaald of de leerkracht zelf deze hulp biedt of dat deze wordt verzorgd door de remedial teacher.
d. De leerkracht stelt een handelingsplan op, zo nodig in overleg met de intern begeleider en/of remedial teacher. Het handelingsplan wordt opgesteld voor een periode van 6 weken. e. De periode waarin remedial teaching wordt gegeven aan een kind heeft een maximale lengte van 12 schoolweken . Is er na deze 12 schoolweken geen aantoonbare verbetering in de leerresultaten van het kind, dan wordt de ouders geadviseerd het kind door een externe deskundige te laten onderzoeken. f.
Zo nodig kan er een tweede leerlijn worden gevolgd. De leerkracht stelt deze, zonodig in overleg met de intern begeleider, op.
13
Interne zorgstructuur
4.2
PROCEDURE EN RICHTLIJNEN M.B.T. HANDELINGSPLANNEN
a. Alle speciale begeleiding van een leerling c.q. een groep leerlingen wordt kenbaar gemaakt middels een zo’n concreet mogelijk individueel handelingsplan c.q. groepsplan. b. Een handelingsplan wordt opgesteld door de groepsleerkracht, indien gewenst m.b.v. intern begeleider en remedial teacher. c.
Voor een individueel- of groepsplan wordt binnen de school gebruik gemaakt van het format in bijlage 1 en 2. Voor een langlopend handelingsplan dyslexie wordt binnen de school gebruik gemaakt van het format in bijlage 3.
d. Een concept- individueel handelingsplan, n.a.v. een gesignaleerd probleem, wordt altijd met de ouders besproken. e. Een origineel en volledig ingevuld individueel handelingsplan (definitieve versie) wordt door de groepsleerkracht gekopieerd: - 1 kopie voor de leerkracht (bewaren in groepsmap) - 1 kopie voor de remedial teacher, indien van toepassing - 1 kopie, of meerdere indien nodig, voor de ouders. Het origineel wordt vervolgens door de groepsleerkracht in het betreffende leerlingendossier opgeborgen. f.
Een origineel en volledig ingevuld groepsplan (definitieve versie) wordt door de groepsleerkracht bewaard in de groepsmap (oudere versie bewaren in dossier). Let op: afhankelijk van het karakter van het groepsplan kan er voor gekozen worden om de ouders, van de kinderen die deel uitmaken van het plan, te betrekken bij het opstellen en definitief vaststellen van het plan.
g. Een handelingsplan wordt altijd geëvalueerd conform de schriftelijke vastgelegde afspraken in het plan. h. De groepsleerkracht ziet erop toe dat de evaluatie van een handelingsplan op voorgenomen datum plaatsvindt. De intern begeleider bewaakt dit ook. i.
De resultaten van de evaluatie n.a.v. het handelingsplan worden bij aan het originele handelingsplan gevoegd ( item d, e en f worden herhaald).
j. De groepsleerkracht draagt zorg voor de informatieverstrekking aan ouders, tenzij anders afgesproken.
14
Interne zorgstructuur
5
Dossiervorming
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe de dossiervorming m.b.t. de leerlingenzorg op onze school is geregeld. Vanaf schooljaar 2011-2012 worden belangrijke leerling gegevens ook in Dotcom vermeld.
INSCHRIJFDOSSIER - Het inschrijfformulier van een kind is te vinden onder het tabblad van de betreffende groep waarin het kind zit. - De dossiermappen bevinden zich in een afgesloten kast in de kamer van de directeur. - Alle inschrijvingen worden tevens verwerkt in Dotcom.
LEERLINGENDOSSIER Van iedere leerling op onze school wordt een dossier aangelegd. De leerling dossiers bevinden zich in een afgesloten kast in de kamer van de intern begeleider. Het leerling dossier kent de volgende inhoud, per leerling: a. inhoudsopgave b. originelen van verslagen van gesprekken met ouders c. originelen van notulen voortvloeiend uit overleg leerkracht en intern begeleider (zie paragraaf 1.3) d. startformulier e. eventuele originelen van individuele handelingsplannen f. eventuele onderzoeksrapportages van extern deskundigen DOSSIER GROEPSGEGEVENS T.b.v. het bewaren van originele groepshandelingen, overzichten van toetsgegevens van een groep en observatielijsten LOVS en EGGO, is op onze school een dossiermap aangelegd. De dossiermap Groepsgegevens bevindt zich in een afgesloten kast in de kamer van de intern begeleider. De dossiermap kent de volgende inhoud, per schooljaar: a. inhoudsopgave b. originelen van groepsplannen, gerangschikt per groep c. uitslagen van Viseon per groep
GROEPSMAP Elke groepsleerkracht heeft voor haar/zijn groep een groepsmap samengesteld. Het gaat hier om een informatie over de groep. De groepsmap is te vinden in het lokaal van de betreffende groep, op of in de nabijheid van het bureau van de leerkracht. De map wordt beheerd door de groepsleerkracht. De groepsmap dient in ieder geval de volgende zaken te bevatten: a. calamiteitenblad (belangrijke medische gegevens of informatie) b. inhoudsopgave c. klassenlijst uit leerlingenadministratiesysteem met daarop naam, adres, telefoonnummer en geboortedatum per leerling d. groepsplan en evt. indiv. handelingsplannen e. weekrooster: gedetailleerde planning van lesactiviteiten per week f. klassenregels g. pleinrooster en pleinregels h. zorg hoofdstuk (o.a. recent groepsplan en recente indiv. handelingsplannen) i. GGD informatie
15
Interne zorgstructuur
j.
kerndoelen
DOSSIERS VAN UITGESCHREVEN LEERLINGEN Papieren dossiers worden tot 5 jaar na het uitschrijven van de leerling bewaard. Gegevens in Dotcom blijven met onbeperkte tijdsduur in het systeem aanwezig.
16
Interne zorgstructuur
6
Afspraken toetsen per leerjaar .
Toets sept. Startformulier 1 Pravoo-lijst CITO Rekenen CITO Taal Sign. lijst lezen Dyslexietoetsen groep 2 Schrijftoets 2 Visuele discriminatietoets Taaltoets Alle 1-8*** Kinderen***
okt. nov. dec. jan. feb. 1 1 1 1 1 1-2 1-2 M2 M2 2p 2p 2
2 18***
Fonemendictee VLL Grafementoets VLL Aud.synthese Aud.analyse Woorden/Tekst lezen (VLL)
18*** 3p4p 3p4p 3p 3p
1118*** 8*** 8***
3p
18***
3p*
3p*
3p*
3p*
3p* 3p*
3p* 3p*
3p*
3p*
3p-4p 5- 8*
4-8p* 4p
3p4p
CITO Spelling
4p
M7-8 M3-6p
3-4p 5-8* 3p-4p 5-8
5-8 E3E6p7
M8 M58
E7 M5-8 M3-4p
M34p
M4-8 M3 4-8
18***
E3-4p
Drie Minuten Toets
CITO Spelling werkwoorden CITO Begrijpend lezen CITO Woordenschattoets CITO RekenenWiskunde TTR (zonodig) Viseon Cito-eindtoets Groepsoverdracht
118*** 8***
M34p
CITO Luisteren AVI *
maart april mei juni 1 1 1 1 1-2 E2 E2 1-2p 2p 2
E57** E3-7
3-7 1-8
1-8 8 8
1-7
17
Interne zorgstructuur
augustus 2014
*AVI bij de zwakke lezers ** CITO Woordenschat wordt in groep 5-6-7 herhaald in juni als er in februari een D of E score gehaald wordt. ***Taaltoets alle kinderen bij NT2 leerlingen of kinderen met een taalachterstand. Groep 2, CITO taal en/of rekenen; herhalen in juni als de score in januari D of E is. Bij D of E score op CITO Rekenen de UGT afnemen. *Groep 3 ; grafementoets, fonementoets en auditieve analyse herhalen in juni als score in januari onvoldoende is. Viseon : Vanaf groep 6 vullen ook de leerlingen de lijst in. P= Protocol dyslexie, in groep 4 worden deze p-toetsen alleen afgenomen bij de leeszwakke kinderen ! ( Cito spelling E3 wordt alleen herhaald bij de zwakke spellers) B, M, E= Begin, Midden en Eind.
6.2
Groep 1-2
We volgen,diagnosticeren en begeleiden de kinderen m.b.t. de volgende gedrags/ontwikkelingsaspecten : * kringgedrag * werkgedrag * spelgedrag * sociaal emotioneel gedrag * taalontwikkeling * motoriek * ordenen/hoeveelheden * zintuiglijk waarnemen * redzaamheid Wij werken met het Pravoo Leerlingvolg-en Hulpsysteem voor groep 1 en 2. We brengen met behulp van een persoonlijke leerlingkaart de ontwikkeling van ieder kind in beeld. De ontwikkeling van de kinderen geven we aan op groepsoverzichten. Door bespreking van de groepsresultaten is het mogelijk ons onderwijsaanbod te evalueren en bij te stellen. Op obs Hilmare is gekozen voor het observatie-en volgsysteem voor de gedragsaspecten van Viseon (met als aanvulling zonodig EGGO). Voor de kleuters vinden wij dit volgsysteem echter te summier. Wij hebben ervoor gekozen om twee keer per jaar wordt voor iedere leerling de Pravoo LVSlijst in te vullen. De taal-leesontwikkeling volgen we aan de hand van het Protocol Leesproblemen en Dyslexie. Met de invoering van dit vernieuwde protocol zijn we gestart in het schooljaar 2009-2010 in groep1. De signaleringslijst wordt alleen afgenomen bij kinderen die langer dan een half jaar op school zijn en bij wie twijfels zijn over de taal- en leesontwikkeling.
18
Interne zorgstructuur
Ons zorgplan voor groep 1 en 2 kent de volgende acties : 1.
De aanmelding. Voor de intake van nieuwe kinderen maken we gebruik van een vragenlijst, die ouders invullen en waarmee we een indruk krijgen van de mening die ouders over hun kind hebben. Deze vragenlijst vormt de start van ons leerling-dossier. (zie bijlage)
2.
Het eerste oudergesprek. Na ongeveer 6 weken volgt een gesprek met de ouders, waarin de mening van de ouders wordt vergeleken met onze bevindingen van de eerste kennismakingsperiode. Ons onderwijsprogramma stemmen we af op de specifieke behoeften van het kind. Van het oudergesprek wordt een verslag gemaakt t.b.v. het leerling-dossier.
3.
Na een half jaar groep 1 (maar uiterlijk in maart gr.1) wordt voor de eerste keer de Pravoo LVS-kaart voor het kind ingevuld. In een groepsbespreking met de leerkrachten van groep 1- 2 en de IB-er van de school en in een daarop volgend gesprek met de ouders (tijdens de 10 min. gespreksavonden) bespreken we de ontwikkeling van het kind en stellen we ons onderwijsaanbod af op de specifieke behoeften van de kinderen. Een en ander wordt vastgelegd in het groepsplan. In overleg met de ouders kunnen we indien nodig,besluiten het kind extra te begeleiden (begeleidingshulpen uit de Pravoo-map). Ook kan er door de RT-er aanvullend onderzoek gedaan worden of kunnen we advies vragen bij de OA door consultatieve leerkrachtbegeleiding. Van alle te nemen acties komt een verslag in het leerling-dossier. Deze LOVS-kaart wordt tevens naar de peuterspeelzaal opgestuurd als terugkoppeling. (Vanaf januari 2010)
4.
In juni groep 1 wordt bij leerlingen waar twijfels bij zijn omtrent de ontwikkeling de signaleringslijst van het dyslexieprotocol ingevuld.
5.
In november groep 2 wordt opnieuw de Pravoo LVS lijst ingevuld en volgt wederom een groepsbespreking met leerkrachten en IB-er alsmede een oudergesprek (tijdens de 10 min. gespreksavonden). We toetsen het onderwijsaanbod aan de specifieke behoeften en stellen zo nodig het programma bij (zie ook punt 3) in een groepsplan of aanvullende individuele plannen. Van het oudergesprek en van de afspraken m.b.t. het onderwijsaanbod wordt een verslag in het leerling-dossier opgenomen.
6.
In januari groep 2 nemen we voor de eerste maal de toetsen Taal voor kleuters en Rekenen voor kleuters af. Er volgt een kort overleg tussen IB-er en de leerkrachten van groep 1/2, waarin het onderwijsaanbod wordt besproken en waar nodig wordt bijgesteld. Tevens worden de signaleringslijsten en de toetsen uit het Protocol dyslexie afgenomen, deze laatste worden bij onvoldoende resultaat in mei nogmaals afgenomen. In januari/februari worden ook onderdelen van de TAK-toets onderbouw afgenomen bij de leerlingen uit de taalstimuleringsgroepen. Dit wordt gedaan door de logopediste of de leerkracht taalstimulering. Zij bespreken de resultaten met de leerkrachten en de IB-er en de taalondersteuning wordt zo nodig bijgesteld.
7.
In mei groep 2 vullen we opnieuw de Pravoo LVS lijst in. Ook kijken we m.b.v. aanvullende toetsen t.w. Cito Taal voor kleuters (mei/juni), Cito Rekenen voor kleuters (mei/juni) en Visuele discriminatie (mei), schrijftoets en met de signaleringslijsten en/of toetsen uit het Protocol dyslexie (mei) hoe de ontwikkeling van het kind zich verhoudt tot datgene wat er van een oudste kleuter verwacht mag worden. De leerlingen met een A of B score op de B-2 toetsen Cito Taal voor kleuters en Cito Rekenen voor kleuters worden niet getest, tenzij hiervoor een noodzaak is gebleken. De toets Taal voor kleuters en de Signaleringslijst uit het Protocol dyslexie maken (samen met de gegevens van de Pravoo LOVS lijst) deel uit van het Protocol Leesproblemen, waarmee we de leesontwikkeling van de kinderen van groep 2 t/m 4 in stappen volgen om zodoende vroegtijdig extra begeleiding en/of aanvullend onderzoek te kunnen bieden. Voor kinderen bij wie de leerkrachten twijfelen of een verantwoorde doorstroming naar groep 3 op grond van hun ontwikkeling of op grond van hun risicoleeftijd (leerlingen geboren na juni) mogelijk is, wordt een Protocol groep-3 rijpheid ingevuld. De Pravoo LVS lijsten, de aanvullende toetsen en de groep-3 rijpheidsprotocollen worden in een groepsbespreking met het onderbouwteam (waaronder de directeur en de IB-er) besproken. In deze bespreking wordt het onderwijs aan groep 2 geëvalueerd. We bekijken welke kinderen nog extra begeleiding of aanvullend onderzoek
19
Interne zorgstructuur
nodig hebben en of er ontwikkelingsgebieden zijn waarin de hele groep extra begeleiding nodig heeft. In deze bespreking worden ook de kinderen genoemd, die de doorstroming naar groep 3 niet kunnen maken. De ouders van alle groep 2 leerlingen worden verwacht voor een gesprek over de ontwikkeling van hun kind; de ouders krijgen in dit gesprek een advies m.b.t. de doorstroming van hun kind naar groep 3. N.a.v. de groepsbespreking en de oudergesprekken wordt het programma voor de laatste schoolperiode afgesproken en in een groepsplan vastgelegd. 8.
De overdrachtsbespreking (in juni) Voor aanvang van groep 3 is er een overdrachtsbespreking van de leerkrachten van groep 1-2 en de leerkracht van groep 3. Op de daarbij te gebruiken overdrachtsformulier zijn de specifieke gegevens van de kinderen van groep 1 en de kinderen van groep 2 ingevuld m.b.t. gedrag, werkhouding, taalontwikkeling (waarbij ook de Signalering van de Vroege Leesontwikkeling besproken wordt) en motorische ontwikkeling. Op de formulier staat duidelijk aangegeven voor welke kinderen er handelingsplannen of speciale leerlijnen opgesteld zijn. De overdrachtsformulieren worden digitaal doorgegeven en in het dossier verwerkt. De leerkrachten van groep 2 en 3 stemmen het onderwijsaanbod af op de specifieke mogelijkheden en behoeften van de kinderen.
9.
Bij de eerste signalering (oktober) in groep 3 worden ook de leerkrachten van groep 1-2 betrokken om de groepsverrichtingen te evalueren. Het onderwijsaanbod aan groep 2 en 3 kan zo afgestemd worden.
6.3
Groep 3
We volgen, diagnosticeren en begeleiden de kinderen m.b.t. de volgende aspecten : *kringgedrag *werkgedrag *spelgedrag *soc.emotioneel gedrag *technisch lezen *begrijpend luisteren/lezen *spellingvaardigheid *woordenschat *motoriek *rekenvaardigheden Op obs Hilmare is gekozen voor het observatie-en volgsysteem voor de gedragsaspecten van Viseon. Minimaal 1 keer per jaar wordt voor iedere leerling een genormeerde volgkaart ingevuld. Deze wordt bij leerlingen met opvallend gedrag minimaal 2 keer per jaar afgenomen. De motorische vaardigheden van de kinderen worden gevolgd d.m.v. observaties en d.m.v. de methode-gebonden toetsen voor de schrijfvaardigheden. De taal-leesontwikkeling volgen we aan de hand van het Protocol Leesproblemen en Dyslexie. De kinderen van groep 2 hebben de toets Taal voor Kleuters gemaakt en voor deze kinderen zijn ook de signalering en screeningslijsten uit het Protocol dyslexie ingevuld. De leerkracht van groep drie is geïnformeerd over de taal/leesontwikkeling en kan het onderwijsaanbod bij aanvang groep drie afstemmen. De gegevens worden vastgelegd in het groepsplan.
Ons zorgplan voor groep 3 kent de volgende acties : 1. De overdrachtsbespreking (juni groep 2) Voor aanvang van groep 3 is er een overdrachtsbespreking van de leerkrachten van groep 1-2 en de leerkracht van groep 3. Op het daarbij te gebruiken overdrachtsformulier zijn de specifieke gegevens van de kinderen ingevuld m.b.t .gedrag, werkhouding, taalontwikkeling (waarbij ook de Signalering van de Vroege Leesontwikkeling besproken wordt) en motorische ontwikkeling. Het overdrachtsformulier wordt opgenomen in de blauwe LVS-groepsmap met leerling gegevens.
20
Interne zorgstructuur
De leerkracht van groep 3 stemt het onderwijsaanbod af op de specifieke mogelijkheden/behoeften van de kinderen. De gegevens worden vastgelegd in het groepsplan.
2. De herfstsignalering (okt.) Na zes weken leesonderwijs worden de volgende toetsen uit het Leesprotocol afgenomen: - Toets voor auditieve analyse - Toets voor auditieve synthese - Fonemendictee - Grafementoets - Toets woorden lezen. - Viseon De resultaten van de toetsen worden op een groepsoverzicht aangegeven. Ook worden de observaties m.b.t. gedrag en motoriek geregistreerd. Er volgt een bespreking van de resultaten met de leerkrachten van groep 1-2 en 3 en de IB-er. N.a.v. deze bespreking wordt het onderwijsaanbod bijgesteld en volgt er voor daarvoor gesignaleerde kinderen een interventie-periode. Er wordt voor deze kinderen zonodig een ind. handelingsplan opgesteld. Dit plan wordt met de ouders besproken en daarna opgenomen in het leerling dossier. Alle ouders worden in deze periode (okt./nov.) verwacht op de 10-minutengespreksavond, waar de ontwikkeling van hun kind wordt besproken en het rapport over hun kind wordt toegelicht. Van alle te nemen acties komt een verslag in het digitale leerlingendossier en de gegevens worden vastgelegd in het groepsplan. 4. In januari en februari nemen we de volgende toetsen af: We nemen de volgende toetsen af - DMT en AVI - LOVS Spelling M3 - LOVS Woordenschattoets - LOVS Rekenen-wiskunde M3 - LOVS Begrijpend luisteren M3 - VLL tekstlezen + begripsvragen - VLL toets voor Aud.analyse - VLL toets voor Aud.synthese - VLL grafementoets - VLLfonemendictee - evt. TAK-toets onderbouw door logopediste ( leerlingen uit de taalstimuleringsgroepen). - Viseon Ook worden de gedragsobservaties en de observaties m.b.t. de motoriek geregistreerd. In een groepsbespreking met de leerkrachten van groep 2,3 en 4, de leerkracht taalondersteuning, de directie en de IB-er wordt de ontwikkeling van de kinderen besproken en het onderwijsaanbod geëvalueerd. We stellen een onderwijsplan voor de komende periode vast en bespreken welke kinderen voor verder onderzoek of voor een aangepast programma in aanmerking komen. Voor deze kinderen worden zonodig ind. handelingsplannen opgesteld, die we met de ouders van de betreffende kinderen bespreken. We kunnen ook besluiten advies bij de OA via CLB te vragen. Alle ouders worden in deze periode (febr./maart) verwacht op de 10-minutengespreksavond, waarop de ontwikkeling van hun kind wordt besproken en het rapport over hun kind wordt toegelicht. Van alle te nemen acties komt een verslag in het digitale leerlingendossier en de gegevens worden vastgelegd in het groepsplan. 5. Tussenmeting maart Bij alle leerlingen worden de decodeervaardigheden (lezen) en het leesbegrip gemeten: - DMT kaart 1 en 2 - AVI-kaarten vanaf Start en verder. - Bij leerlingen, die in februari gesignaleerd zijn m.b.t. technische lees/spellingvaardigheden : - VLL Grafementoets - VLL Fonemendictee - VLL toets voor Aud.analyse - VLL toets voor Aud.synthese
21
Interne zorgstructuur
- event. PI-dictee (Struiksma) De leerkracht van groep 3 en de IB-er vergelijken de resultaten van de toetsen met die van februari. Ook worden de handelingsplannen bekeken en bijgesteld. Er wordt per leerling een beslissing genomen over de verdere begeleiding. Eventueel wordt de OA ingeschakeld. Alle te nemen acties worden met de ouders besproken en in het digitale leerlingendossier vastgelegd en de gegevens worden verwerkt in het groepsplan. 6. Eindevaluatie groep drie (eind mei) De leerkracht stelt van elke leerling het leesniveau vast. Aanvullend op de toetsen wordt bij de zwakke leerlingen de letterkennis en de auditieve vaardigheden nagegaan.: - DMT kaart 1,2,3 - AVI-kaarten vanaf Start en verder. - LOVS Spelling E3 - LOVS Woordenschattoets - LOVS Rekenen-wiskunde E3 eventueel : - VLL toets voor Aud.analyse - VLL toets voor Aud.synthese - VLL grafementoets - VLL fonemendictee De motoriek en gedragsobservaties worden in overzichten vastgelegd. De leerkracht stelt in overleg met de IB-er het onderwijsaanbod voor de laatste weken vast. Voor de kinderen die aparte begeleiding nodig hebben worden handelingsplannen opgesteld. Er is overleg mogelijk met de OA. Alle te nemen acties worden met de ouders overlegd en vastgelegd t.b.v. de digitale leerlingendossiers en de gegevens worden vastgelegd in het groepsplan. 7. De overdrachtsbespreking Voor aanvang van groep 4 is er een overdrachtsbespreking van de leerkrachten van groep 3 en de leerkracht van groep 4. Op het daarbij te gebruiken overdrachtsformulier zijn de specifieke gegevens van de kinderen ingevuld m.b.t. gedrag, werkhouding, leesvaardigheden, de rekenvaardigheden, de taalontwikkeling en de motorische ontwikkeling. Op het formulier is duidelijk aangegeven voor welke kinderen handelingsplannen/speciale leerlijnen opgesteld zijn. Het overdrachtsformulier wordt opgenomen in de blauwe LVS-map met leerling gegevens. De leerkracht van groep 4 stemt het onderwijsaanbod af op de specifieke mogelijkheden/behoeften van de kinderen en de gegevens worden vastgelegd in het groepsplan. 8. Bij de eerste signalering (oktober) in groep 4 wordt ook de leerkracht van groep 3 betrokken om de groepsverrichtingen te evalueren. Het onderwijsaanbod aan groep 3 en 4 kan zo afgestemd worden.
6.4
Groep 4
3. Afspraken omtrent de leerlingenzorg 3.1.Toetsing 3.1.2.Groep 4 : We volgen, diagnosticeren en begeleiden de kinderen m.b.t. de volgende aspecten : *kringgedrag *werkgedrag *spelgedrag *sociaal emotioneel gedrag *technisch lezen *begrijpend luisteren/lezen *spellingvaardigheid
22
Interne zorgstructuur
*woordenschat *motoriek *rekenvaardigheden Op obs Hilmare is gekozen voor het observatie-en volgsysteem voor de gedragsaspecten van Viseon. Minimaal 1 keer per jaar wordt voor iedere leerling een genormeerde volgkaart ingevuld. Deze wordt bij leerlingen met opvallend gedrag 2 keer per jaar afgenomen. De motorische vaardigheden van de kinderen worden gevolgd d.m.v. observaties en d.m.v. de methode-gebonden toetsen voor de schrijfvaardigheden. De taal-leesontwikkeling volgen we aan de hand van het Protocol Leesproblemen en Dyslexie. Tijdens de overdrachtsbespreking van groep 3 naar 4 is de leerkracht van groep 4 geïnformeerd over de taal/leesontwikkeling. Het onderwijsaanbod kan zo bij aanvang van groep 4 zorgvuldig op de mogelijkheden/behoeften van de kinderen afgestemd worden. Ons zorgplan voor groep 4 kent de volgende acties : 1. De overdrachtsbespreking (juni groep 3) Voor aanvang van groep 4 is er een overdrachtsbespreking van de leerkracht van groep 3 en de leerkracht van groep 4. Op het daarbij te gebruiken overdrachtsformulier zijn de specifieke gegevens van de kinderen ingevuld m.b.t. gedrag, werkhouding, taal/leesontwikkeling, ontwikkeling van de rekenvaardigheden en motorische ontwikkeling. Het overdrachtsformulier wordt opgenomen in de blauwe LVS-groepsmap met leerling-gegevens. De leerkracht van groep 4 stemt het onderwijsaanbod af op de specifieke mogelijkheden/behoeften van de kinderen en legt gegevens hierover vast in een groepsplan. 2. De herfstsignalering (okt.) - DMT kaart 1,2 en 3 - AVI-kaarten - PI-dictees Struiksma, zonodig - Viseon De resultaten van de toetsen worden op een groepsoverzicht aangegeven. Voor de kinderen met een D of een E score worden individuele rapporten gemaakt (m.b.v. geautomatiseerd LVS Cito). Ook worden de observaties m.b.t. gedrag en motoriek geregistreerd. Er volgt een bespreking van de resultaten met de leerkrachten van groep 3 en 4 en de IB-er. N.a.v. deze bespreking wordt het onderwijsaanbod bijgesteld en volgt er voor de daarvoor gesignaleerde kinderen een interventieperiode. Er wordt voor deze kinderen een individueel aanvullend onderwijsplan opgesteld. Dit plan wordt met de ouders besproken en daarna opgenomen in het leerling-dossier. Alle ouders worden in deze periode (nov.) verwacht op de 10-minutengespreksavond, waar de ontwikkeling van hun kind wordt besproken en het rapport over hun kind wordt toegelicht. Van alle te nemen acties komt een verslag in het digitale leerlingendossier en de gegevens worden vastgelegd in het groepsplan. 3. In januari en februari nemen we de volgende toetsen af : - LOVS Rekenen-Wiskunde M4 - DMT 1,2 en 3 - AVI-kaarten - LOVS Begrijpend luisteren M4 - LOVS Spelling M4 - TAK-toets onderbouw De toetsuitslagen worden geregistreerd en de leerkracht en de IB-er stellen het onderwijsaanbod bij en leggen dit vast in het groepsplan. Van alle te nemen acties worden de ouders op de hoogte gesteld en worden er verslagen opgenomen in de leerlingen dossiers. De resultaten van de toetsen worden op groepsoverzichten aangegeven. Voor de kinderen met een D of een E score worden individuele rapporten gemaakt (m.b.v. geautomatiseerd LVS Cito). Ook worden de observaties m.b.t. gedrag en motoriek geregistreerd. Er volgt een bespreking van de resultaten met de leerkrachten van groep 4,5, de directie en de IB-er. N.a.v. deze bespreking wordt het onderwijsaanbod bijgesteld en volgt er voor de daarvoor gesignaleerde kinderen een interventieperiode. Er wordt voor deze kinderen een ind. aanvullend onderwijsplan opgesteld. Dit plan wordt met de ouders besproken en daarna opgenomen in het leerling-dossier.
23
Interne zorgstructuur
Alle ouders worden in deze periode (febr./ mrt.) verwacht op de 10-minutengespreksavond, waar de ontwikkeling van hun kind wordt besproken en het rapport over hun kind wordt toegelicht. Van alle te nemen acties komt een verslag in het digitale leerlingendossier en de gegevens worden vastgelegd in het groepsplan. 4. Eindevaluatie groep 4 (mei/juni) - DMT 1,2 en3 - AVI kaarten - LOVS Begrijpend lezen E4 - De ontwikkeling van de leerlingen wordt verder bepaald m.b.v.: - LOVS Spelling E4 - LOVS Rekenen-Wiskunde E4 - LOVS Woordenschat E4 - Viseon De leerkracht stelt in overleg met de IB-er het onderwijsaanbod voor de laatste weken vast. Voor de kinderen die aparte begeleiding nodig hebben worden handelingsplannen opgesteld. Er is overleg mogelijk met de OA. We bepalen of de kinderen de vereiste basisvaardigheden m.b.t. lezen, spellen en rekenen in voldoende mate beheersen (C niveau). De kinderen bij wie dit niet het geval is worden besproken tijdens een kindbespreking met het hele team om te bepalen welke acties we moeten ondernemen : - afwijkende leerlijn - groep-4 verlenging - capaciteiten-onderzoek door OA - bij veronderstelde dyslexie langlopend handelingsplan opstellen en ouders evt. onderzoek laten aanvragen via hun zorgverzekeraar. Alle te nemen acties worden met de ouders overlegd en vastgelegd in het digitale leerlingdossier. De gegevens worden vastgelegd in het groepsplan.
5. De overdrachtsbespreking Voor aanvang van groep 5 is er een overdrachtsbespreking van de leerkrachten van groep 4 en de leerkracht van groep 5. Op het daarbij te gebruiken overdrachtsformulier zijn de specifieke gegevens van de kinderen ingevuld m.b.t. gedrag, werkhouding, leesvaardigheden, de rekenvaardigheden, de taalontwikkeling en de motorische ontwikkeling. Op het formulier is duidelijk aangegeven voor welke kinderen handelingsplannen/speciale leerlijnen opgesteld zijn. Het overdrachtsformulier wordt opgenomen in de blauwe LVS-groepsmap met leerling-gegevens. De leerkracht van groep 5 stemt het onderwijsaanbod af op de specifieke mogelijkheden/behoeften van de kinderen en stelt hiervoor een groepsplan op. 6. Bij de eerste signalering (oktober) in groep 5 wordt ook de leerkracht van groep 4 betrokken om de groepsverrichtingen te evalueren. Het onderwijsaanbod aan groep 4 en 5 kan zo afgestemd worden.
6.5
Groep 5, 6 en 7
We volgen, diagnosticeren en begeleiden de kinderen m.b.t. de volgende aspecten : *kringgedrag *werkgedrag *spelgedrag *soc. emotioneel gedrag *technisch lezen (bij de kinderen die AVI-plus nog niet beheersen) *begrijpend lezen *spellingvaardigheid *woordenschat *motoriek *rekenvaardigheden
24
Interne zorgstructuur
Op obs Hilmare is gekozen voor het observatie-en volgsysteem voor de gedragsaspecten van Viseon. Minimaal 1 keer per jaar wordt voor iedere leerling een genormeerde volgkaart ingevuld. Deze wordt bij leerlingen met opvallend gedrag 2 keer per jaar afgenomen. Vanaf groep 6 vullen de kinderen 2 keer per jaar de leerlingenlijsten in. De motorische vaardigheden van de kinderen worden gevolgd d.m.v. observaties en d.m.v. de methodegebonden toetsen. Ons zorgplan voor de groepen 5, 6 en 7 kent de volgende acties : 1. De overdrachtsbespreking (juni groep 5, 6, 7) Voor aanvang van groep 5,6,7 is er een overdrachtsbespreking van de leerkrachten van de betreffende groepen. Op de daarbij te gebruiken overdrachtsformulieren zijn de specifieke gegevens van de kinderen ingevuld mbt gedrag, werkhouding, taal/leesontwikkeling, ontwikkeling van de rekenvaardigheden en motorische ontwikkeling. De overdrachtsformulieren worden opgenomen in de blauwe LVS-groepsmappen met leerling gegevens. De leerkrachten van de groep 5,6 en 7 stemmen het onderwijsaanbod af op de specifieke mogelijkheden en behoeften van de kinderen en leggen dit vast in een groepsplan. 2. De herfstsignalering (okt.) Bij de kinderen die nog geen AVI plus beheersingsniveau bereikt hebben en/of die een D- of een E-score op de DMT toetskaarten gehaald hebben worden de volgende toetsen afgenomen: - DMT kaart (1,2 en) 3 - AVI-kaarten - Viseon - Tempo Toets Rekenen (automatiseren). Van de resultaten van de toetsen worden groepsoverzichten en zo nodig individuele rapporten gemaakt. In een groepsbespreking met de leerkrachten van de groepen 4/5, 6 en 7 en de IB-er worden de resultaten van de toetsen en de bevindingen van de leerkrachten m.b.t. het functioneren van de leerlingen besproken. Daarbij worden ook de laatste toetsresultaten van het voorgaande cursusjaar bekeken. N.a.v. deze bespreking wordt het onderwijs-aanbod bijgesteld en volgt er voor de daarvoor gesignaleerde kinderen een interventie-periode. Er wordt voor deze kinderen zonodig een indiv. aanvullend onderwijsplan opgesteld of het groepsplan wordt aangepast. Dit plan wordt met de ouders besproken en daarna opgenomen in het leerlingendossier. Alle ouders worden in deze periode (nov.) verwacht op de 10-min.gespreksavond, waarop de ontwikkeling van hun kind wordt besproken en het rapport over hun kind nader wordt toegelicht. 3. In januari en februari nemen we de volgende toetsen af: -LOVS Begrijpend lezen (M5/6/7 - LOVS Rekenen-wiskunde M5/6/7 - LOVS Spelling M5/6/7 - DMT - AVI kaarten De toetsuitslagen worden geregistreerd en besproken tijdens de groepsbesprekingen van februari/maart. De resultaten van de toetsen worden op groepsoverzichten aangegeven. Ook worden de observaties m.b.t. gedrag en motoriek geregistreerd. Er volgt een bespreking van de resultaten met de leerkrachten van groep 5,6,7,8, de directie en de IB-er. N.a.v. deze bespreking wordt het onderwijsaanbod bijgesteld en volgt er voor de daarvoor gesignaleerde kinderen een interventie-periode. Er wordt voor deze kinderen zonodig een ind. aanvullend onderwijsplan opgesteld of het groepsplan wordt bijgesteld. Alle ouders worden in deze periode (febr./mrt.) verwacht op de 10 minutengespreksavond, waar de ontwikkeling van hun kind wordt besproken en het rapport over hun kind wordt toegelicht. Alle te nemen acties worden met de ouders overlegd en vastgelegd in het digitale leerlingdossier.
25
Interne zorgstructuur
5. Eindevaluatie groep 5,6 en 7 (mei/juni) - DMT 1,2 en3 - AVI kaarten - De ontwikkeling van de leerlingen wordt verder gevolgd m.b.v.: - LOVS Spelling E5/6/7 - LOVS Rekenen-Wiskunde E5/6/7 - Viseon De leerkracht stelt in overleg met de IB-er het onderwijsaanbod voor de laatste weken vast. Voor De kinderen die aparte begeleiding nodig hebben worden handelingsplannen opgesteld. Er is overleg mogelijk met de OA. We bepalen of de kinderen de vereiste vaardigheden m.b.t. lezen, spellen en rekenen in voldoende mate beheersen (C niveau). De kinderen bij wie dit niet het geval is worden besproken tijdens een kindbespreking met het hele team om te bepalen welke acties we moeten ondernemen : - afwijkende leerlijn - groepsverlenging (zie protocol zittenblijven) Alle te nemen acties worden met de ouders overlegd en vastgelegd in het digitale leerlingdossier. 6. De overdrachtsbespreking Voor aanvang van groep 6 ( 7 en 8) is er een overdrachtsbespreking met de leerkrachten van deze groepen. Op het daarbij te gebruiken overdrachtsformulier zijn de specifieke gegevens van de kinderen ingevuld m.b.t. gedrag, werkhouding, leesvaardigheden, de rekenvaardigheden, de taalontwikkeling en de motorische ontwikkeling. Op het formulier is duidelijk aangegeven voor welke kinderen handelingsplannen/speciale leerlijnen opgesteld zijn. De overdrachtsformulieren worden opgenomen in de blauwe LVS-groepsmappen met leerlinggegevens. De leerkrachten van de groepen 6 (7 en 8) stemmen het onderwijsaanbod af op de specifieke mogelijkheden/behoeften van de kinderen en leggen dit vast in een groepsplan
8. Bij de eerste signalering (oktober) in groep 6 ( 7 en 8) worden ook de leerkrachten van de groepen 5 ( 6 en 7) betrokken om de groepsverrichtingen te evalueren. Het onderwijsaanbod aan groep 5 en 6 (6 en 7; 7 en 8) kan zo afgestemd worden.
6.6
Groep 8
We volgen, diagnosticeren en begeleiden de kinderen m.b.t. de volgende aspecten : *werkgedrag *spelgedrag *soc. emotioneel gedrag *technisch lezen (bij de kinderen die AVI-plus nog niet beheersen) *spellingvaardigheid en werkwoordspelling *woordenschat *motoriek *rekenvaardigheden Op obs Hilmare is gekozen voor het observatie-en volgsysteem voor de gedragsaspecten van Viseon. Minimaal 1 keer per jaar wordt voor iedere leerling een genormeerde volgkaart ingevuld. Deze wordt bij leerlingen met opvallend gedrag 2 keer per jaar afgenomen. De leerlingen vullen de leelingenvragenlijst in okt./nov. in en in mei. De motorische vaardigheden van de kinderen worden zonodig gevolgd d.m.v. observaties. Ons zorgplan voor groep 8 kent de volgende acties : 1. De overdrachtsbespreking (juni groep 8) Voor aanvang van groep 8 is er een overdrachtsbespreking van de leerkracht van groep 7 en de leerkracht van groep 8. Op het daarbij te gebruiken overdrachtsformulier zijn de
26
Interne zorgstructuur
specifieke gegevens van de kinderen ingevuld m.b.t. gedrag, werkhouding, taal/leesontwikkeling, ontwikkeling van de rekenvaardigheden en motorische ontwikkeling. Het overdrachtsformulier wordt opgenomen in de blauwe LVS-groepsmap met leerlinggegevens. De leerkracht van groep 8 stemt het onderwijsaanbod af op de specifieke mogelijkheden en behoeften van de kinderen en legt een en ander vast in een groepsplan 2. De herfstsignalering (okt.) Bij de kinderen die nog geen AVI plus beheersingsniveau bereikt hebben en/of die een D- of een E-score op de DMT toetskaarten gehaald hebben, worden de volgende toetsen afgenomen: - DMT kaart (1,2 en) 3 - AVI-kaarten Wanneer dit nog niet is gebeurd, wordt er voor leerlingen die hiervoor in aanmerking komen een dyslexie-onderzoek aangevraagd bij de OA. Ook wordt de TTR afgenomen en worden de Viseon ingevuld. Het onderwijsaanbod wordt zonodig bijgesteld en in een groepsplan vastgelegd. In een groepsbespreking met de leerkrachten van groep 7 en 8, de directie en de IB-er worden de resultaten van de toetsen en de bevindingen van de leerkrachten m.b.t. het functioneren van de leerlingen besproken. In deze bespreking worden de verwachtingen m.b.t. het vervolgonderwijs uitgesproken en wordt er voor iedere leerling een voorlopig advies opgesteld. Hierbij wordt rekening gehouden met de gemiddelde scores op technisch lezen, spelling, rekenen en begrijpend lezen. Ook het leren van een vreemde taal (engels), huiswerkhouding, concentratie, werkhouding in de klas zijn factoren die besproken worden en meewegen in het voorlopig advies. Deze adviezen worden tijdens de oudergesprekken (okt./nov.) aan de ouders voorgelegd. Ouders en leerlingen worden geadviseerd gebruik te maken van de informatiedagen van de verschillende scholen voor voortgezet onderwijs en ontvangen alle daarvoor bestemde informatie. Alle te nemen acties worden met de ouders overlegd en vastgelegd in het digitale leerlingdossier.
3. De laatste LOVS-toetsronde (dec. jan.) De kinderen maken de M8 Begrijpend lezen van CITO, en de M8 Rekenen- wiskunde van CITO, de M8 Spelling van CITO en de toets M8 werkwoordspelling van CITO. Ook de Viseonlijsten worden voor de eerste keer ingevuld. Bij de kinderen die eind groep 7 de rekenvaardigheden nog niet op E7 niveau beheersten, worden de bij hun niveau passende LOVS-Rekenen-wiskunde toetsen afgenomen.
4.. CITO-eindtoets (februari) De groep 8 leerlingen die het gewone onderwijsaanbod hebben gevolgd nemen deel aan de CITO-eindtoets. Leerlingen met een dyslexie-verklaring krijgen een aangepaste afname, waarbij de tijd aangepast kan worden en eventueel gebruik gemaakt wordt van ingesproken teksten. De kinderen die in aanmerking komen voor leerwegondersteunend of praktijkonderwijs worden voorafgaand aan de CITO-eindtoets op de vervolgscholen getoetst. 5. In maart is de uitslag van de CITO-eindtoets bekend. Ook de toetsuitslagen van het LWOO en Het praktijkonderwijs zijn dan bekend. Er volgt overleg met de leerkracht,de directie en de IB-er. De adviezen voor het vervolgonderwijs worden vastgesteld, de basisschoolrapporten worden ingevuld en de ouders worden aansluitend uitgenodigd voor de oudergesprekken, waarin de toetsresultaten en het definitieve advies worden besproken en het basisschoolrapport wordt toegelicht/uitgereikt. De leerkracht van groep 8 stelt samen met de IB-er de onderwijskundige rapporten op voor de kinderen die naar het LWOO of het praktijkonderwijs gaan. De ouders maken zelf een keuze voor een school voor VO en melden hun kind aan bij deze school. 6. In een van de aansluitende teamvergaderingen worden de uitslagen van de eind-toetsen besproken, waarbij het onderwijsaanbod op schoolniveau geëvalueerd wordt en eventuele aanpassingen besproken worden.
27
Interne zorgstructuur
7. In mei worden voor de laatste keer de Viseonlijsten ingevuld. 8. De leerkracht van groep 8 voert overdrachtsbesprekingen met de brugklascoördinatoren van de verschillende scholen voor voortgezet onderwijs. 9. De leerkracht voert alle adviezen in, in Dotcom en WMKPO. 10. De leerkracht vermeldt de adviezen in de nieuwsbrief en de schoolgids. 11. In ieder geval gedurende de brugklas-periode (en van een aantal scholen ook in de jaren daarna) ontvangt obs Hilmare de rapportresultaten van de oud-leerlingen. Zo kan de ontwikkeling van onze leerlingen langdurig gevolgd worden en houden we, voor zover mogelijk, inzicht in de uiteindelijke resultaten van ons onderwijs.
28
Interne zorgstructuur
7 Protocol dyslexie Op obs Hilmare wordt van groep 1 tot en met 8 gewerkt met het dyslexieprotocol. Om leesproblemen snel te kunnen signaleren en behandelen volgen wij de richtlijnen zoals deze voorgeschreven worden door het Expertisecentrum Nederlands. In alle groepen gebruiken wij de toetsen die worden geadviseerd. Groep 1 In groep 1 is het taalaanbod met name gericht op preventie van lees- en spellingsproblematiek. In de groep wordt gewerkt met de methodes Schatkist en Kinderklanken. De Signaleringslijst voor kleuters wordt ingevuld voor alle kinderen bij wie twijfels bestaan over de lees- en/of taalontwikkeling. Alle gegevens worden met de leerkracht van groep 2 tijdens het overdrachtsmoment in juli besproken. Groep 2 Ook in groep 2 is het taalaanbod met name gericht op de preventie van lees- en spellingsproblematiek. De methodes Schatkist en Kinderklanken staan hierbij centraal. In groep 2 worden tevens in januari de CITO taal en de kleutertoetsen behorende bij het dyslexieprotocol afgenomen. Scoort een kind op deze toetsen onvoldoende dan wordt een interventieprogramma gestart waarna in mei de toetsen opnieuw worden afgenomen. Alle gegevens worden met de leerkracht van groep 3 tijdens het overdrachtsmoment in juli besproken. Groep 3 In groep 3 is de observatie met name gericht op vroegtijdige onderkenning en interventie. In de methode Veilig leren lezen worden na elke kern leestoetsen afgenomen. Hierbij zijn de herfst-, winter-, voorjaars-, en zomersignalering de belangrijkste toetsmomenten. Naar aanleiding van de resultaten van deze toetsen worden interventieprogramma’s gestart. Deze worden met de ouders besproken. Zwakke lezers krijgen extra ondersteuning tijdens de begeleiding van de remedial teacher of tijdens de verlengde instructie. Hierbij is veel aandacht is voor het lezen van woordrijtjes, inoefenen van de letters, auditieve training, schrijven-lezen & samen lezen. Ook kunnen leesouders worden geïnstrueerd en ingezet bij het leesproces in groep 3. Naast de methode gebonden toetsen, worden ook in januari de CITO spelling, CITO rekenen, CITO woordenschat, DMT, AVI en CITO luisteren afgenomen. Groep 4-8 In groep 4-8 worden de methode afhankelijke en onafhankelijk toetsen gebruikt als meetinstrument met daaraan gekoppeld een interventie periode. Vanaf groep 4 ( en soms al vanaf groep 3) wordt de technisch leesmethode Estafette gebruikt, naast de methode Taaljournaal. De kinderen in groep 7 en 8 lezen daarnaast wekelijks voor in de kleutergroepen. Dyslexie? Wanneer een zwakke lezer in groep 3,4 of 5 op 3 meetmomenten onvoldoende resultaat boekt na verschillende interventieprogramma’s, wordt contact opgenomen met de OA om te bekijken of er sprake is van dyslexie. Mocht duidelijk zijn dat de leerling een lees- en/of spellingsachterstand heeft opgelopen ondanks het uitgebreide hulpprogramma dan zal het onderzoek worden aangevraagd bij de zorgverzekeraar van de leerling. Wanneer ouders daarvoor toestemming krijgen kunnen zij een onderzoeksbureau inschakelen voor het onderzoek en de daarbij behorende begeleiding.
29
Interne zorgstructuur
8
Protocol verlengde leertijd
Een enkele keer wordt bij een leerling doubleren overwogen. Dit gebeurt pas nadat alle mogelijkheden om de leerling aangepast onderwijs te geven, zijn uitgeput. Doubleren kan voor de loopbaan van de leerling grote gevolgen hebben. Enerzijds wordt de leerling weggehaald uit de vertrouwde klas met leeftijdgenoten en doet een heel jaar langer over het leertraject, anderzijds kan door de mogelijkheid van een extra jaar een betere basis gelegd worden en het zelfvertrouwen versterkt worden. De afweging tot doubleren wordt genomen in het perspectief van wat mag worden verwacht als het kind overgaat of doubleert. Leerproblemen hoeven op zich geen reden te zijn om een kind te laten doubleren; kinderen die moeite hebben met de reguliere stof krijgen immers altijd speciale leerstof instructie. Doubleren past op onze school binnen het principe van onderwijs op maat. Doubleren hoeft niet te betekenen dat het kind de leerstof van het voorgaande jaar op eenzelfde manier er in eenzelfde tempo herhaalt. Een kind dat doubleert heeft meestal een aangepast programma! Wij hanteren de term ‘verlengde leertijd’.
8.1
Doubleren in groep 1 t/m 4.
Kleuters hebben soms behoefte aan verlengde leertijd, de school heeft de uitgangspunten m.b.t. tussentijdse overgang van 1 naar 2 vastgelegd en hanteert een protocol voor de doorstroming naar groep 3. Het zogeheten ‘protocol groep-3-rijpheid’. Dit protocol wordt voor alle vijfjarige leerlingen met een geboortemaand van juni t/m december gehanteerd evenals voor de zorgleerlingen. Ook in groep 3 en 4 wordt het besluit verlengde leertijd zorgvuldig genomen. Bij doubleren kunnen de volgende items een rol spelen: Een kleuter in groep 2 voldoet niet aan de in het protocol groep 3 rijpheid gestelde eisen. Een leerling van groep 3 heeft het aanvankelijk leerproces nog niet onder de knie en heeft behoefte aan herhaling van de aangeboden stof, zodat er een betere basis wordt gelegd. Uit het leesdossier van het kind blijkt dat het kind op meerdere gebieden de beheersingsnorm niet haalt. Daarnaast spelen sociale, emotionele, fysieke en motorische aspecten een rol. Ook de resultaten van de citotoetsen van woordenschat, rekenen, spelling en luisteren worden meegenomen in de beslissing. Een leerling van groep 4 heeft op meerdere gebieden uit het protocol leesproblemen dyslexie (vastgelegd in het leesdossier) de beheersingsnorm niet gehaald. Tevens zijn bij deze leerling de basisvaardigheiden van de rekenstof niet geautomatiseerd. Dit moet blijken uit het cito-score verloop, de resultaten op de TTR en het uitblijven van resultaten op hulpprogramma’s. Daarnaast spelen sociale, emotionele, fysieke en motorische aspecten een rol. Wanneer een leerling in groep 4 hulpprogramma’s nodig heeft op 4 of meer van de hierna genoemde gebieden, technisch lezen, begrijpend lezen, begrijpend luisteren, spelling, woordenschatontwikkelilng, rekenen (algemeen), schrijven en gedrag, is nader onderzoek noodzakelijk en overgang naar groep 5 wellicht niet mogelijk. Algemeen Mede bepalend voor een doublure kunnen zijn: De mogelijkheid voor een leerling om voor een bepaald vakgebied lessen in een hogere/lagere groep te volgen. Thuissituatie Lange afwezigheid bijvoorbeeld door ziekte De leeftijd (passend in de groep, mogelijkheden voor doorstroming naar het voortgezet onderwijs) Instroming vanuit een andere school voor (speciaal)basisonderwijs; Procedure en tijdpad Het besluit om een leerling te laten zitten wordt voorbereid door de groepsleerkracht en de IB-er en wordt definitief genomen in overleg met de directie. De groepsleerkracht heeft de taak de ouders op de hoogte te brengen/houden van het protocol, het tijdspad en het uiteindelijke besluit.
30
Interne zorgstructuur
Het tijdspad Actie 1: De groepsleerkracht en de IB-er besluiten tijdens de groepsbespreking van maart voor welke leerlingen van de groepen 2, 3, en 4 een protocollijst wordt ingevuld. Actie 2: De ouders worden op de hoogte gesteld tijdens de tienminuten-gesprekken. Aan de ouders wordt nadrukkelijk gevraagd hun kinderen nog niet hierover te informeren. Actie 3: Invullen van de protocollijsten. Actie 4: Het bespreken van de protocollijst door de groepsleerkracht, IB-er en directie. Dit gebeurt binnen twee weken na de tienminuten-gesprekken. Actie 5: De ouders worden uiterlijk eind april uitgenodigd om de protocollijsten te bespreken. Actie 6: In de maand mei worden de protocollijsten n.a.v. aanvullende toetsresultaten aangepast. Actie 7: Eind mei/juni bespreken de groepsleerkrachten, IB-er en directie de definitieve protocollijsten en komen tot een besluit. Actie 8: De ouders worden uitgenodigd voor een gesprek waarin het besluit wordt toegelicht. Er worden afspraken gemaakt over de verdere begeleiding van het kind. Tevens wordt besproken hoe, wanneer en door wie de leerling wordt ingelicht.
8.2 Doubleren vanaf groep 5 t/m 7 kan voorkomen in de volgende specifieke situaties: -
Instroming vanuit een andere school voor (speciaal) basisonderwijs, alleen na overleg/advies met/van die betreffende school Lange afwezigheid van de leerling bijvoorbeeld door ziekte. Problemen in de thuissituatie Vergroten van de mogelijkheden om door te stromen naar een andere vorm van onderwijs De sociaal/emotionele ontwikkeling van de leerling.
Voor leerlingen van groep 7 bestaat de mogelijkheid om aan het eind van dat jaar door te stromen naar het voortgezet onderwijs, afhankelijk van hun leeftijd op dat moment. Voor bovenbouwleerlingen is het ook mogelijk bepaalde vakken (zaakvakken) in een lagere groep te volgen. Dit is feitelijk alleen te realiseren wanneer de roosters voor bijvoorbeeld zaakvakken zoveel mogelijk op elkaar afgestemd worden. Een dergelijke constructie heeft als voordeel dat de leerlingen het onderwijs op maat krijgen aangeboden. Tussentijds een leerling in een andere groep plaatsen (zowel terugzetten als doorstromen) kan in principe alleen als de leerling vanuit een andere school of land op onze school komen en de leerontwikkeling van het kind door onjuiste gegevens, zoals geboortedatum, verkeerd is ingeschat.
31
Interne zorgstructuur
9
MHIK- en Rugzakbeschikkingen
Tot augustus 2014 was het mogelijk om algemene middelen aan te vragen voor kinderen met extra ondersteuningsbehoeften. Met de invoering van de wet Passend onderwijs (www.passendonderwijs.nl) kunnen deze middelen nog steeds aangevraagd worden, maar zullen deze kindspecifieker en ook preventiever gericht zijn. Als we merken dat een leerling extra ondersteuning nodig heeft, zullen we contact opnemen met de ouders. Soms vragen we om thuis wat extra met de leerling te lezen of bijvoorbeeld tafels te oefenen. Vaak is dit voldoende ondersteuning. Als er meer problemen zijn, zullen we uitzoeken waar het probleem ligt, zodat we door extra hulp in de klas of door extra hulp buiten de klas de leerling verder kunnen helpen. Als een leerling niet genoeg heeft aan de geboden leerstof en meer aankan, wordt dit in overleg met de preventief ambulant begeleider (PAB) of de Onderwijs adviesdienst (OA) liefst zo vroeg mogelijk (groep 2-3) onderzocht. Indien leerlingen buiten de klas extra hulp krijgen of worden getest, worden de ouders ingelicht en/of om toestemming gevraagd. De extra hulp wordt vastgelegd in handelingsplannen. Als na intensieve extra hulp de leerling nog steeds grote problemen heeft, zullen we met de ouders overleggen om een onderzoek bij de onderwijsbegeleidingsdienst te laten afnemen. Naar aanleiding van dit onderzoek en overleg met ouders en leerkracht, kan er besloten worden om de leerling naar een school voor speciaal (basis)-onderwijs te verwijzen. Tot augustus 2014 was hier een algemene aanvraagprocedure voor. In het schooljaar 2014-2015 zullen hier nieuwe procedures voor gaan gelden. Deze zijn nog niet voldoende uitgewerkt in het Samenwerkingsverband (SWV). Scholen (met name de intern begeleiders) zullen de nieuwe richtlijnen gaan uitproberen en in samenspraak met ouders en het SWV naar de beste oplossing gaan zoeken.
10
Pesten en Kanjertraining
Op obs Hilmare proberen we altijd te werken aan een goede sfeer op school en in de klas. Dat doen we door duidelijkheid te scheppen in wat mag en wat niet mag, maar dat doen we ook door met kinderen over hun gedrag, het gedrag van anderen, hun gevoelens en de gevoelens van anderen te praten. We gaan er vanuit dat kinderen veel kunnen leren van wat goed ging en dat betekent dat we daar veel aandacht aan besteden. Iedere week staat er een thema, een woord of een sociale handeling centraal. Het zgn. puntje van de week. De ene week oefenen de kinderen het omgaan met elkaar, de andere week praten we over een onderwerp. Zo ontstaat er een sfeer op school waarbij het gewoon is om over het omgaan met elkaar te praten. Daarbij gaat het niet alleen over het omgaan met anderen, maar ook over het begeleiden van de eigen ontwikkeling en het eigen ik. Aan het begin van ieder schooljaar behandelen we de drie schoolregels Hoe ga je om met elkaar Hoe ga je om met materialen Hoe beweeg je je binnen en buiten school Daarna besteden we aandacht aan het thema pesten en plagen zodat alle kinderen duidelijk weten wat we als school op dat gebied van ze verwachten. De school gebruikt een anti-pestprotocol d.w.z. een verklaring van directie, leerkrachten, ouders en leerlingen waarin is vastgelegd dat we het pestprobleem op school volgens een bepaalde werkwijze aanpakken. Aan het begin van elk schooljaar worden in elke klas klasseregels opgesteld en ondertekend. Deze blijven het gehele schooljaar op een goed zichtbare plek in het lokaal hangen. Op obs Hilmare zijn alle leerkrachten bevoegd tot het geven van Kanjertraining. Deze lessen staan wekelijks op het lesrooster en stimuleren saamhorigheid, veiligheid en vertrouwen in elkaar. Het loskoppelen van gedrag en persoon maakt dat kinderen de kans krijgen om zo nodig hun eigen gedrag om te buigen. Zij worden zich d.m.v. Kanjertraining bewust van (hun eigen) gedrag en het effect van gedrag op anderen. Door verschillende spelvormen en gespreksvormen leren zij o.a. hoe zij om kunnen gaan met conflictsituaties en wat het belang is van verbale en non verbale communicatie.
32
Interne zorgstructuur
11
Protocol contact school met zieke kinderen
Als kinderen langdurig ziek zijn is het (mede) de taak van school om het contact met de zieke leerling te onderhouden. Zieke kinderen kunnen zich eenzaam gaan voelen omdat klasgenootjes met elkaar verder gaan terwijl zij (tijdelijk) niet mee kunnen doen en soms ingrijpende dingen meemaken.
Afspraken over het contact met een zieke leerling Bij een ziekenhuisopname of na een week afwezigheid informeert de leerkracht hoe het met de leerling gaat. Is een leerling langer dan 2 weken afwezig dan zorgt de leerkracht ervoor dat er dagelijks en minimaal wekelijks contact is tussen de leerling en de klasgenootjes. Dit kan op verschillende manieren: •
Dagelijks een mailtje door een leerling die verteld wat er die dag in de klas gebeurd is.
•
Wekelijks door het brengen en halen van huiswerk.
•
Wekelijks een kaartje, tekening o.i.d. die een leerling persoonlijk komt langsbrengen.
33
Interne zorgstructuur
Bijlagen Bijlage 1: Format groepsplan
Groepsplan Groep: Leerkracht: Datum: `
Toetsgegevens/ Observaties
Doelstelling
Organisatie
Middelen en activiteiten
Evaluatiedatum
REKENEN basis leerling 1 leerling 2 leerling 3 REKENEN plus leerling 1 leerling 2 leerling 3 WOORDENSCHAT leerling 1 leerling 2 leerling 3 SPELLING leerling 1 leerling 2 leerling 3 BEGR.LEZEN leerling 1 leerling 2 leerling 3 LEZEN leerling 1 leerling 2 leerling 3 GEDRAG leerling 1 leerling 2 leerling 3 PLUSTAKEN leerling 1 leerling 2 leerling 3 OVERIGE LEERLINGEN leerling 1 leerling 2 leerling 3 leerling 4 leerling 5
34
Interne zorgstructuur
Bijlage 2: Format individueel handelingsplan
Leerlijn/Handelingsplan: Naam : Groep : Datum :
Probleemstelling: Toetsgegevens / Observaties: Doelstelling: Middelen en activiteiten: Organisatie: Evaluatiedatum: Evaluatie doelstelling: Eventueel vervolg:
Besproken met ……………………………………, ouders/verzorgers van ………………………………….. op …………………………………... Handtekening ouders/verzorgers: ………………………………………………
35
Interne zorgstructuur
Bijlage 3: Format langlopend handelingsplan voor dyslexie
Langlopend handelingsplan bij dyslexie Naam: Groep: Geboortedatum: Beslissing gebaseerd op : Ingangsdatum handelingsplan : Evaluatiemomenten Leerkracht(-en)
: tijdens de groepsbesprekingen :
1. Beginsituatie ……………………………………….. is bekend met een grote lees/spellingsachterstand. Wij verwijzen in dit verband naar de toetsuitslagen uit het leesdossier en/of naar de overige toetsen uit het LVS of naar de dyslexieverklaring d.d……………… Hij/zij heeft bij het leren de volgende belemmeringen : een laag leestempo, woordherkenning is niet geautomatiseerd moeite met lezen van kleine woorden zijn/haar leesstrategie is meestal radend bij stillezen komt hij/zij onvoldoende tot tekstbegrip moeite met fonologische verwerking bij het schrijven van woorden en zinnen moeite met toepassen van spellingsregels moeite met auditieve geheugen omkeringen van letters t.w.: …………………………………. ……………………………….. ……………………………….. 2. Leerdoel Het doel is om ……………………………………..met zijn/haar problemen zo optimaal mogelijk te laten functioneren. Dat willen we bereiken door rekening te houden met de beperkingen /belemmeringen die door de (veronderstelde)dyslexie veroorzaakt worden. Op een aantal gebieden willen we ………………………………. compensatie en dispensatie verlenen. Ook krijgt ………………………………… gedurende (een deel van) zijn/haar schoolloopbaan de mogelijkheid van extra begeleiding (RT).
3. Afspraken bij het onderwijsaanbod Lezen : Indien begrip en techniek dit toelaten moet ………………………op een zo hoog mogelijk AVI-niveau oefenen. De normen van dit niveau moeten soepel gehanteerd worden. Het gaat uiteindelijk om het tekstbegrip. Wanneer er fouten gemaakt worden die het tekstbegrip niet in de weg staan, kan er beter niet gecorrigeerd worden. Ditzelfde geldt voor synoniemwoorden als 'bijv. 'kat' i.p.v. poes. Bij methode gebonden toetsen/CITO-toetsen begrijpend lezen worden de teksten voorgelezen en leest………………… mee. …………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………….
36
Interne zorgstructuur
Rekenen : Bij hoofdrekenen mag …………………… gebruik maken van een kladblaadje om denk-tussenstapjes te kunnen opschrijven. Bij de CITO-rekentoetsen worden de verhaaltjessommen voorgelezen om het rekenproces niet negatief te laten beïnvloeden door leesfouten. Bij de methode gebonden toetsen/CITO-toetsen krijgt ……………. extra tijd. Bij het uitrekenen van tafelsommen mag een tafelkaart gebruikt worden. …………………………………………………………………………………... …………………………………………………………………………………...
Spelling : ……………….. mag gebruik maken van een hulpschrift. Hierin staan spellingsregels en voorbeelden , zodat ………………… kan 'spieken'. ……………….. krijgt een uitgekleed woordpakket aangeboden. Dictees worden alleen beoordeeld m.b.t. de aangeboden woorden. ……………….. oefent op de computer met een speciaal samengesteld programma van de Zuid-Vallei. Bij andere vakken worden spellingsfouten niet meegerekend. ………………………………………………………………………………….. …………………………………………………………………………………..
Algemeen : ………………… krijgt extra tijd bij opdrachten waarbij veel gelezen moet worden. ………………… krijgt de gelegenheid teksten voor zaakvakken voor te bereiden op ………………… van …… tot …… uur. …………………. mag in de klas gebruik maken van een laptop. …………………. leert het gebruik van de spellingscontrole op computer of laptop. Complexe teksten of boeken worden zoveel mogelijk aangeboden op CD. We leggen veel nadruk op het vergroten van het zelfvertrouwen door succeservaringen en door gebruik te maken van responsieve instructie. Een regelmatig terugkerend gesprek met leerkracht of IB/RT-er is belangrijk omdat problemen direct besproken kunnen worden en negatieve schoolervaringen zoveel mogelijk vermeden worden. In overleg met IB-er en/of de begeleider van de OA wordt aanvullend onderzoek gedaan. Bij de CITO-eindtoets wordt gebruik gemaakt van de luisterversie. Bovengenoemde aanpassingen van het onderwijs worden doorgegeven aan de leerkracht(-en) van vervolggroepen en aan het vervolgonderwijs.
4. Evaluatie maart groep 5 :
Voor akkoord ouders : juni groep 5 :
Beslissing : Het langlopend handelingsplan wordt ongewijzigd/aangepast voortgezet. (doorhalen wat niet van toepassing is) Zie voor aanpassingen bijgevoegd afsprakenblad. Voor akkoord ouders : maart groep 6 :
37
Interne zorgstructuur
Voor akkoord ouders : juni groep 6 :
Beslissing : Het langlopend handelingsplan wordt ongewijzigd/aangepast voortgezet. (doorhalen wat niet van toepassing is) Zie voor aanpassingen bijgevoegd afsprakenblad. Voor akkoord ouders : maart groep 7 :
Voor akkoord ouders : juni groep 7 :
Beslissing : Het langlopend handelingsplan wordt ongewijzigd/aangepast voortgezet. (doorhalen wat niet van toepassing is) Zie voor aanpassingen bijgevoegd afsprakenblad. Voor akkoord ouders : maart groep 8 :
Beslissing : Het langlopend handelingsplan wordt meegestuurd bij de aanmelding voor het voortgezet onderwijs en desgewenst mondeling toegelicht. Belangrijk bij de overgang naar het voortgezet onderwijs zijn de volgende aanbevelingen : ………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………. Voor akkoord ouders : Voor akkoord leerkracht :
38
Interne zorgstructuur
Bijlage 4: Format gespreksformulier
VERSLAGFORMULIER Namen deelnemers:
Datum:
Aanleiding voor het gesprek
Verslag van het gesprek
Afspraken
Handtekeningen van alle gesprekspartners Handtekening voor akkoord: Naam: Datum: Handtekening voor akkoord: Naam: Datum: Handtekening voor akkoord: Naam: Datum:
39
Interne zorgstructuur
Bijlage 5: Protocol doorstroming naar groep 3
Protocol doorstroming naar groep 3 Naam: Geboortedatum: Leerkracht: Groepsverloop: Datum: Probleemomschrijving:
Toetsgegevens
Datum
Score
Aandachtspunten
CITO Taal M2 CITO Taal E2 TAK CITO Rekenen M2 CITO Rekenen E2 Visuele Discr. (OA) Protocol dyslexie Pravoo LVS B2 Pravoo LVS E2 Eggo gedragskaart Schoolarts Logopedie Fysiotherapie CLB/PAB Overig
Evaluatie 1 dd
Afspraken:
Handtekening;
IB-er
Leerkracht
Ouder
40
Interne zorgstructuur
Evaluatie 2 dd
Afspraken
Handtekening:
IB-er
Leerkracht
Ouder
IB-er
Leerkracht
Ouder
Evaluatie 3 dd
Afspraken
Handtekening:
41
Interne zorgstructuur
Bijlage 6: Startformulier leerlingendossier groep 1-2
Startformulier leerlingendossier groep 1-2
Naam van het kind: Geboortedatum: Invuldatum:
…………………………………………………………… …………………………………………………………… …………………………………………………………...
1. Globale indruk Kruis in het onderstaande lijstje aan wat u in uw kind herkent. Mijn kind is: ⃞ spontaan
⃞ zelfverzekerd
⃞ teruggetrokken
⃞ makkelijk
⃞ opgewekt
⃞ somber
⃞ vermoeiend
⃞ lawaaierig
⃞ driftig
⃞ veeleisend
⃞ uitdagend
⃞ verlegen
⃞ levendig
⃞ agressief
⃞ passief
⃞ druk
⃞ ontspannen
⃞ gespannen
⃞ overactief
⃞ jaloers
⃞ vrolijk
⃞ rustig
⃞ angstig
⃞ ………………..
2.Welbevinden: lekker in je vel zitten. Per uitspraak zijn er drie antwoordmogelijkheden: -
Ja, dat klopt (meestal) voor mijn kind. Soms. Nee, dat klopt (meestal) niet voor mijn kind.
Zet een kruisje in de desbetreffende kolom. Mijn kind: Ja
Soms
Nee
- heeft plezier in het leven
☐
☐
☐
- is zeker van zichzelf
☐
☐
☐
- is snel angstig
☐
☐
☐
- komt goed voor zichzelf op
☐
☐
☐
- uit spontaan emoties
☐
☐
☐
- vraagt hulp als dat nodig is
☐
☐
☐
- speelt met andere kinderen
☐
☐
☐
- heeft vaak ruzie
☐
☐
☐
42
Interne zorgstructuur
- helpt andere kinderen
☐
☐
☐
- is fit en gezond
☐
☐
☐
- heeft slaapproblemen
☐
☐
☐
- huilt snel
☐
☐
☐
- is zindelijk
☐
☐
☐
3. Betrokkenheid: intensief ergens mee bezig zijn. Invullen als bij vraag 2. Mijn kind: Ja
Soms
Nee
- is intensief ergens mee bezig
☐
☐
☐
- werkt of speelt geconcentreerd
☐
☐
☐
- is snel afgeleid
☐
☐
☐
- is ontmoedigd als iets niet lukt
☐
☐
☐
- kan uit zichzelf een tijdje met iets bezig zijn
☐
☐
☐
- maakt af, waar hij/zij mee begon
☐
☐
☐
- ruimt zelf zijn spullen op
☐
☐
☐
4. Variatie in bezigheden. Geef in onderstaand overzicht aan in welke mate uw kind de onderstaande dingen doet: Vaak
Wel eens
Nooit
rennen:
☐
☐
☐
fietsen:
☐
☐
☐
steppen:
☐
☐
☐
- bouwen met blokken
☐
☐
☐
- knippen, plakken
☐
☐
☐
- gezelschapsspelletjes
☐
☐
☐
- computerspelletjes
☐
☐
☐
- liedjes zingen
☐
☐
☐
- luisteren naar een verhaal
☐
☐
☐
- bekijken van een prentenboek
☐
☐
☐
- zelf “lezen”
☐
☐
☐
- rollenspel (vadertje/moedertje)
☐
☐
☐
- puzzelen
☐
☐
☐
- tekenen
☐
☐
☐
- zelf schrijven (bijv. eigen naam)
☐
☐
☐
- kleedt zichzelf aan/uit
☐
☐
☐
- zich bewegen:
5.Mijn kind gaat wel eens naar: Vaak
Wel eens
Nooit
43
Interne zorgstructuur
- de bibliotheek
⃞
⃞
⃞
- een speeltuin
⃞
⃞
⃞
- een zwembad
⃞
⃞
⃞
6.Heeft uw kind een peuterspeelzaal bezocht ? 7.Heeft uw kind een kinderdagverblijf/crèche bezocht
Ja/Nee Ja/Nee
8.Spreekt uw kind Nederlands?
Ja/Nee
9.Spreekt uw kind een andere taal ?
Ja/Nee
Zo ja, welke? ………….. 10.Eventuele extra informatie en/of opmerkingen (bijv. over de gezondheid of over de gezinssituatie): …………………………………………………………………………………………...
44
Interne zorgstructuur
Bijlage 7: lijst met afkortingen Algemene afkortingen BAO CITO CLB GGD IB LGF LOVS MHIK MT MZT Ond. Ass. OA OBODB PAB PCL PO RT SBO SO VO WMKPO WSNS
basisonderwijs Centraal instituut toetsing onderwijs consultatieve leerkracht begeleiding gemeentelijke gezondheidsdienst intern begeleider leerling gebonden financiering leerling ontwikkelings volg systeem meer handen in de klas management team multidisciplinair zorgteam onderwijs assistent Onderwijs Adviesdienst (voorheen OBD) openbaar onderwijs duin en bollenstreek preventieve ambulante begeleiding permanente commissie leerlingenzorg primair onderwijs remedial teacher speciaal basisonderwijs speciaal onderwijs voortgezet onderwijs werken met kwaliteitskaarten primair onderwijs weer samen naar school
Afkortingen van gebruikte toetsen AVI DMT EGGO TAK
analyse van individualiseringsvormen drie minuten toets eerste genormeerde gedragsobservatie taaltoets anderstalige kinderen
45