Schoolondersteuningsplan Calandlyceum Het schoolondersteuningsplan van het Calandlyceum is de beschrijving van de zorgstructuur. op schoolniveau. Samen met de checklist maakt dit het schoolondersteuningsprofiel. Het schoolondersteuningsplan doorloopt de cyclus van handelingsgericht (planmatig ) werken:
1e lijn
2e lijn
3e lijn
Mentor
Studieleider
Studieleider
docenten
School maatschappelijk werk Jeugdarts
afdelingsleider
Leerplichtambtenaar
studieleider
Toegangsmedew. jeugdzorg
OOP
School maatschappelijk werk
1
Hoofdstuk 1 Algemene gegevens en kengetallen • • • •
Calandlyceum, Pieter Calandlaan 182, 1068 NT Amsterdam vmbo-tl, havo en vwo (atheneum en gymnasium) 1965 per 1 oktober 2012 (1787 op 1 oktober 2011) Gemiddeld 27 leerlingen per klas (in 2011 26 leerlingen per klas)
Hoofdstuk 2 Profilering school 2.1 Algemene missie van de school Het Calandlyceum wil kwalitatief hoogwaardig onderwijs bieden op de niveaus vmbo, havo, vwo en gymnasium. Daarbij richt zij zich op een optimale ontwikkeling van elke individuele leerling. Hiermee wil de school bereiken dat iedere leerling: ● een diploma behaalt op zo hoog mogelijk niveau; ● zo goed mogelijk wordt voorbereid op het functioneren in het vervolgonderwijs en de maatschappij. De school is niet alleen een leer- en werkplaats voor de voorbereiding op de toekomst, maar tevens een plezierige leefgemeenschap voor een belangrijke fase in de ontwikkeling naar volwassenheid.
2.2 Algemene visie van de school en met name visie op de zorgstructuur en geboden ondersteuning Een onderdeel van de visie op het onderwijs en de organisatie als geheel zijn de zogenoemde kernkwaliteiten. Deze kernkwaliteiten vormen de leidraad voor het strategisch beleidsplan voor de periode 2007-2011. Leerprestaties vinden we belangrijk op het Caland want ● de leerling verlaat de school met een diploma op zo hoog mogelijk niveau; ● het Caland bereidt voor op verder leren en leven; ● de lat wordt voor iedereen hoog gelegd; ● uitblinken mag geen uitzondering zijn. Leren is meer dan les alleen op het Caland want ● sport levert een essentiële bijdrage aan een brede vorming; ● toneelspelen leert je jezelf op een andere manier kennen; ● je maakt kennis met kunst op allerlei gebied; ● iedereen heeft zijn eigen individuele talenten. Je voelt je thuis op het Caland want ● leren lukt alleen in een goede sfeer; ● we gaan respectvol met elkaar om; 2
● we leren en werken in een schone omgeving; ● we zorgen ervoor dat je je veilig voelt. Het Caland is een organisatie van professionals want ● we accepteren de eigenheid van iedereen; ● we zijn bereid verantwoording af te leggen; ● we geven en nemen verantwoordelijkheid; ● we spreken elkaar aan en zijn bereid te luisteren. Het Caland is een school die open van karakter is want ● we doen recht aan verscheidenheid; ● we staan open voor nieuwe ideeën en invalshoeken; ● we accepteren leerlingen van allerlei komaf; ● we gaan ervan uit dat de school nooit ‘af’ is. Ten aanzien van deze kernkwaliteiten is na het vaststellen van het strategisch beleidsplan in 2008 een 0-meting uitgevoerd onder alle eindexamen leerlingen en leerlingen eind eerste jaar. In 2010 is besloten om deel te nemen aan Vensters voor Verantwoording. Hierbij verplicht de school zich om aan de ‘buitenwereld’ inzicht te geven in het doen en laten van de school en bijvoorbeeld cijfers te publiceren over de tevredenheid van leerlingen en hun ouders. Eind 2010 is dit gebeurd bij de derde klassen. In 2011 is dit verder uitgerold in de school. Doel is op systematische wijze na te gaan waar de prioriteiten komen te liggen en om systematisch de thema’s aan te pakken, die van belang zijn. Het Calandlyceum zet hoog in op veiligheid. Leerlingen moeten zich op school veilig voelen. Uit de eerste meting bleek dat leerlingen op het Calandlyceum zich veilig voelen. Tweede kernkwaliteit die hoog scoorde was de openheid van school en leerkrachten. School doet recht aan verscheidenheid en staat open voor nieuwe ideeën en invalshoeken. Op het terrein van luisteren naar leerlingen blijkt dat leerlingen zich niet altijd gehoord voelen. Hiertoe zijn nieuwe inspanningen verricht om een leerlingenraad te organiseren waar regelmatig naar wordt geluisterd. In 2012-2013 is gestart met een leerlingenmentoraat waarbij 4 leerlingen uit de vierde klas toegevoegd begeleider zijn per eerste klas. Dit leerlingenmentoraat wordt de komende jaren geëvalueerd en waar nodig aangepast. Er is een ondergrens in het aannamebeleid; namelijk het advies voor vmbo-t. Het Calandlyceum hecht veel waarde aan het advies van de basisschool. De CITO-score moet daar overigens wel mee matchen. Bij enige twijfel worden leerlingen aanvullend getest voor het niveau waarop zij kunnen instromen. Dat geldt zowel voor vmbo, havo en vwo-leerlingen. Voor de sportklassen, de kunstklassen en het Technasium worden ondersteunende testen gebruikt om vooral ook inzicht te geven aan leerlingen en hun ouders over een juiste plaatsing. Aan plaatsing op Caland 2 gaat een motievatiegesprek vooraf.
Hoofdstuk 3 Aannamebeleid 3.1 Doelgroepbepaling / aannamebeleid 3
•
Beschrijving leerlingenpopulatie Het Calandlyceum betrekt zijn leerlingen voornamelijk uit Osdorp, Slotervaart, Geuzenveld (het nieuwe Stadsdeel Nieuw West) en Badhoevedorp. De school heeft in de regio een sterk aansprekende naam. De school onderhoudt intensief contact met de toeleverende basisscholen. Het Calandlyceum is een afspiegeling van haar omgeving. De dienst Onderzoek en Statistiek van de gemeente Amsterdam maakt melding van meer dan 145 verschillende nationaliteiten in ons stadsdeel Nieuw West. De school is een mooie afspiegeling van de bijzondere multiculturele samenstelling van ons voedingsgebied. Het Calandlyceum staat goed aangeschreven, leerlingen volgen er met veel plezier les en kijken de rest van hun leven terug op een plezierige tijd op onze school. Toch ontkomen we niet aan de negatieve beeldvorming rondom de samenstelling van de schoolpopulatie. Daardoor moeten we constateren dat scholen in de binnenstad nog steeds een grote magneetwerking hebben op met name de leerlingen in de hogere opleidingsniveaus. 80% van onze leerlingen woont is woonachtig in ons Stadsdeel. De school heeft een sterke functie in dit stadsdeel.
•
Beschrijf type populatie (LWOO/PrO - LGF) Het Calandlyceum biedt het onderwijstype LWOO/PrO niet aan. Een zeer beperkt aantal leerlingen heeft een persoonsgebonden budget.
•
Beschrijf eventueel ook de gewenste populatie Het Calandlyceum wil een evenwichtige verdeling hebben van vmbo-t, havo en vwo leerlingen.
•
Plaatsingscriteria: beschrijf de kwantitatieve en kwalitatieve normen, zowel voor onder- als voor zij-instroom (wat kan de school wel / niet bieden);
•
Wat zijn de grenzen van de school en het schoolgebouw qua onderwijs en ondersteuningsbehoefte cognitief niveau (leervorderingen (dle), cito en cognitieve capaciteiten) sociaal emotioneel functioneren, motivatie en werkhouding, fysiek functioneren of eventueel stapelproblematiek
3.2 Intakeprocedure onderinstroom: •
Aanmelden 4
De school werkt volgens c.q. houdt zich aan de Amsterdamse kernprocedure en heeft daarnaast eigen criteria vastgelegd voor de aanname van leerlingen. Deze regels zijn ook opgenomen in de Amsterdamse Scholengids (coördinatie DMO). Toelatingsregels Calandlyceum Leerlingen met de volgende adviezen kunnen worden toegelaten tot het Calandlyceum: vmbo-theoretisch, vmbo-theoretisch/havo, havo, havo/vwo, vwo (atheneum/gymnasium). Het basisschooladvies (november) is niet het enige criterium voor toelating tot het Calandlyceum. Het basisschooladvies is een uitgangspunt, het gesprek dat wij voeren met de basisschool is daarnaast een belangrijke factor en vervolgens weegt de citoscore (met als ondergrens vmbo-tl:534) mee. Voorrangsregels a. Leerlingen die in het statushandboek van NOC*NSF staan en die voldoen aan de algemene toelatingsregels worden met voorrang toegelaten als LOOT-leerling. b. Kinderen van personeelsleden die op 1 augustus 2013 in vaste dienst waren krijgen voorrang mits zij voldoen aan de algemene toelatingsregels. Aanmelden voor profielklassen Sportklas Bij aanmelding voor de sportklas is deelname aan de sporttest verplicht. Tijdens de sporttest worden motorische vaardigheden, algemene geschiktheid en gedrag van de leerling op de proef gesteld. Aanmelden is mogelijk op de niveaus vmbo-tl, vmbo-tl/havo en havo/vwo. Het formeren van deze klassen is afhankelijk van de aanmelding. Kunstklas Bij aanmelding voor deze klas is deelname aan de kunstklastest verplicht. Tijdens deze test wordt gekeken naar je creatieve vaardigheden en of je wat betreft samenwerking, motivatie en gedrag geschikt bent voor de kunstklas. Aanmelden is mogelijk op de niveaus vmbo-tl, vmbo-tl/havo en havo/vwo. Het formeren van deze klassen is afhankelijk van de aanmelding. Technasium Bij aanmelding voor het Technasium (uitsluitend vwo-niveau) moet tijdens het gesprek met de basisschool blijken dat de leerling over voldoende vaardigheden voor het Technasium beschikt. Bij aanmelding voor het Technasium is deelname aan de Technasiumtest verplicht. Tijdens deze test wordt er gekeken naar motivatie, samenwerken, problemen oplossen, nieuwsgierigheid en creativiteit. Het formeren van deze klassen is afhankelijk van de aanmelding. Caland 2 Bij aanmelding wordt tijdens een intakegesprek de mogelijkheden van de leerlingen tot samenwerking en de motivatie besproken. Het formeren van deze klassen is afhankelijk van 5
de aanmelding. In Caland 2 wordt een nieuw onderwijsconcept uitgewerkt waar de lessen in domeinen, in lessen van 4 uur worden gegeven. De zelfstandigheid van leerlingen en het differentiëren binnen de lessen wordt hier mede mogelijk gemaakt met behulp van de digitale ondersteuning. Toelatingscommissie De toelatingscommissie neemt over elke aangemelde leerling individueel een besluit en behoudt zich het recht voor in bepaalde gevallen met ouders/verzorgers over een aanmelding in gesprek te gaan. Uitkomst van zo’n gesprek kan zijn dat wordt geadviseerd de leerling op een andere school voor VO aan te melden. •
Welke gegevens worden opgevraagd en zijn onderdeel van analyse Het zogenaamde okidoc met bijlagen alsmede een gesprek met de basisschool over iedere leerling afzonderlijk maken deel uit van de aannameprocedure.
•
Screenen dossier Voordat contact wordt gezocht met de basisschool wordt het dossier gescreend door de betreffende medewerker (accountmanager). Eventuele hiaten in het dossier of vragen over het dossier worden geagendeerd voor het gesprek met de leerkracht van groep 8 van de basisschool.
•
Behandeling aanmelding De behandeling van de aanmelding vindt verder plaats conform de richtlijnen in de Amsterdamse kernprocedure.
•
Analyse en plaatsingsvoorstel De accountmanager beslist aan het eind van het gesprek met de leerkracht van de basisschool of hij de leerling met een positief danwel negatief advies voor plaatsing voordraagt.De toelatingscommissie neemt hierover vervolgens een besluit. Loting In principe wordt er niet geloot.
•
3.3 Intakeprocedure voor leerlingen met een aanvullende ondersteuningsbehoefte ●
Bijzonderheden ten aanzien van de intakeprocedure Bij aanmelding van leerlingen met een aanvullende ondersteuningsbehoefte wordt tijdens een gesprek met ouders en leerling besproken welke ondersteuning op de basisschool is geboden en welk effect dit heeft gehad. Aan ouders wordt gevraagd welke ondersteuning nodig is, welke verwachtingen zij van school hebben en op welke wijze zij met school willen en kunnen samenwerken opdat hun kind met succes de school kan doorlopen. De 6
●
●
● ● ●
●
ondersteuning die het Calandlyceum kan bieden en de grenzen daarvan zijn onderwerp van gesprek. Welke gegevens worden opgevraagd en zijn onderdeel van analyse Het zogenaamde okidoc met bijlagen alsmede een gesprek met de basisschool maken deel uit van de aannameprocedure. In het gesprek met de basisschool over de leerling wordt nagegaan welke ondersteuning op de basisschool is geboden en welke ondersteuning effectief is gebleken. Ook wordt besproken welke ondersteuning de leerling in het VO nodig heeft om succesvol te kunnen zijn. Op basis van de gegevens van de intake wordt aan het begin van het schooljaar een plan van aanpak gemaakt en met de ouders besproken. De gegevens van de intake worden niet gebruikt voor de klassenindeling. Uitkomst van deze intakeprocedure kan zijn dat de leerling niet wordt toegelaten omdat er geen concreet aanbod is op school in relatie tot de ondersteuningsbehoefte van de leerling. In dat geval wordt geadviseerd de leerling op een andere school voor VO aan te melden. Als er moet worden geloot doet de leerling mee met de loting. Wij kunnen echter gebruik maken van de 2% regeling en een leerling met extra ondersteuningsbehoefte na de intakeprocedure plaatsen zonder te loten.
3.4 Afwijzingsprocedure Procedure indien leerling niet geplaatst kan worden: • schriftelijke afwijzing met reden • advies • ondersteuning bij aanmelding andere school (eventuele afspraken met betrekking tot doorverwijzing binnen het eigen bestuur, in eigen regio, of SWV breed) Bij het afwijzen van leerlingen volgt het Calandlyceum Kernprocedure I. Bijlage.
3.5 Intakeprocedure zij-instroom Het Calandlyceum volgt de VO-VO procedure (Bijlage Kernprocedure II). Wanneer een leerling zich aanmeldt vragen wij het volledig ingevulde schoolwisselaarsformulier bij de afleverende school op. Bij eventuele vragen of hiaten in het formulier neemt de studieleider contact op met de afleverende school om informatie te vragen. Zodra het schoolwisselaarsformulier in bezit is van de studieleider nodigt deze de leerling met ouder(s) uit voor een gesprek. De leerling wordt gevraagd het laatste rapport mee te nemen. In dit gesprek wordt de reden van aanmelding besproken. De verwachtingen van leerling en ouders van de overstap naar een andere school zijn onderwerp van gesprek , evenals de inzet en motivatie 7
van de leerling. Eventuele ondersteuningsbehoefte van de leerling wordt besproken. Indien nodig wordt een plan van aanpak gemaakt. De uitkomst van deze procedure kan zijn dat wij een leerling niet plaatsen. Leerlingen die op de afleverende school moeten doubleren plaatsen wij in principe niet. Wanneer een leerling op de afleverende school moet afstromen naar een niveau dat daar niet wordt aangeboden is een leerling wel plaatsbaar op het Calandlyceum. Het kan zijn dat er geen plaats is op de afdeling waar een leerling zich voor aanmeldt. In dat geval wijzen wij de leerling af.
3.6 Ouderbetrokkenheid Het Calandlyceum volgt Kernprocedure I. Bijlage.
3.7 Klachtenregeling en geschillencommissie Bijlage klachtenregeling Calandlyceum. Het Calandlyceum is aangesloten bij een geschillencommissie.
8
Hoofdstuk 4 Ondersteuningsaanbod 4.1
Eerste lijn: basiszorg
De basisondersteuning bestaat uit vier aspecten: 1. Preventieve en licht curatieve interventies. Zie onderstaand schema. 2. Ondersteuningsstructuur. Zie onderstaand schema. 3. Planmatig werken (hoe gaat de school na welke onderwijsbehoefte leerlingen hebben, hoe organiseren wij daarop een passend onderwijsaanbod en hoe evalueren wij dat). Zie onderstaand schema. 4. Basiskwaliteit (verwijst naar de onderwijskwaliteit zoals die gemeten wordt door het toezichtkader van de inspectie van onderwijs. Scholen die onder basistoezicht van de inspectie vallen, hebben hun basiskwaliteit op orde). ○ Kwaliteitskaart www.onderwijsinspectie.nl ○ Vensters voor Verantwoording, bereikbaar op de website van het Calandlyceum.
Preventieve en licht curatieve interventies
Ondersteuningsstructuur en planmatig werken
Leer en ontwikkelproblemen
De remedial teacher ondersteunt mentor en docenten bij het bieden van ondersteuning aan leerlingen met leer en ontwikkelproblemen in de les. De remedial teacher kan leerlingen testen en indien nodig verwijzen voor extra ondersteuning en kan kortdurende individuele ondersteuning geven in incidentele gevallen.
●
Leerachterstand rekenen
Screenen (0-meting) alle 1e klassen Extra rekenlessen voor leerlingen die dit nodig hebben. Toetsen (wat is de opbrengst)
In de eerste klas wordt tijdens de wiskundeles aandacht besteed aan rekenen. In 2 vmbo-t en 3 havo wordt een extra rekenuur gegeven. In het voorexamenjaar vmbo-t en havo is er bijles rekenen.
●
Leerachterstand taal
Screenen (0-meting) Diataal, begin 1e leerjaar. In het 1e leerjaar een extra uur Taal per week. Toetsen aan het eind van het 1e, 2e en 3e leerjaar om de opbrengst te meten. (deelname OTAW) RT geeft, waar nodig, bij eerste rapport een geschreven advies aan ouders.
●
Ondersteuning in communicatie en taalgebruik
De brugklas leest: De zaakvakken leggen schoolwoorden uit op it’s learning, deze 9
woorden worden behandeld in de taalles. Alle lessen Nederlands beginnen met een kwartier lezen. In het 1e leerjaar een extra uur Taal per week. ●
Dyslexie
Informatie PO Signaleren door docenten
Compenserende/dispenserende maatregelen. Groepsgewijze dyslexiebegeleiding 1e klassers door RT.
Testen & verwijzen. Dyslectieruimte in toetsweken + computerondersteuning. ●
Dyscalculie
Informatie PO Signaleren door docenten
Compenserende/dispenserende maatregelen
●
Informatieverwekingsprobleem
Beelddenken, NLD
Informatie ouders en PO Signaleren door docenten
Compenserende/dispenserende maatregelen
Dyslectieruimte in toetsweken + computerondersteuning. ●
Hoogbegaafd
!
Informatie ouders en PO In kaart brengen van mogelijkheden en behoeften.
Compenserende/dispenserende maatregelen. Extra of andere opdrachten/vak Samenwerken en overleg met ouders. De studieleider ondersteunt mentor en docenten bij...
●
Disharmonisch intelligentieprofiel
! Werkhouding
informatie ouders en PO In kaart brengen van mogelijkheden en behoeften.
Compenserende/dispenserende maatregelen. Samenwerken en overleg met ouders. De studieleider ondersteunt mentor en docenten bij...
De studieleider ondersteunt mentor en docenten bij het bieden van ondersteuning aan leerlingen in de les. De studieleider kan kortdurende ondersteuning bieden aan leerlingen en/of verwijzen naar schoolmaatschapelijk werk of jeugdarts.
10
●
Taakgerichtheid
Informatie PO Signaleren door mentor, docenten, leerling zelf, ouders Ondersteuning door docent tijdens de les Ondersteuning mentor Ondersteuning door stagiair pedagogiek
●
Aandacht en concentratie
Informatie PO signaleren door mentor, docenten, leerling zelf, ouders Ondersteuning door docent tijdens de les Plaats in de klas Ondersteuning mentor Ondersteuning door stagiair pedagogiek
●
Motivatieproblematiek
Informatie PO Signaleren door mentor, docenten, leerling zelf, ouders Ondersteuning door docent tijdens de les Ondersteuning mentor Ondersteuning door stagiair pedagogiek
●
Planning en organisatie
Informatie PO Signaleren door mentor, docenten, leerling zelf, ouders Ondersteuning door docent tijdens de les Ondersteuning mentor Ondersteuning door stagiair pedagogiek
●
Huiswerk maken Leren leren Studievaardigheden Resultaten
Informatie PO Signaleren door docenten, mentor, leerling zelf, ouders Onderdeel van mentorlessen in het 1e en 2e leerjaar Ondersteuning door docent tijdens de les Ondersteuning door mentor Huiswerkklas Ondersteuning door stagiair pedagogiek Bijles voor een aantal vakken
●
Taalgebruik (verbale uitdrukkingsvaardigheid)
Informatie PO Signaleren door docenten, mentor, leerling zelf, ouders Ondersteuning docent tjdens de les Debat
Sociaal emotioneel functioneren
De studieleider ondersteunt mentor en docenten bij het bieden van ondersteuning aan 11
leerlingen in de les. De studieleider kan kortdurende ondersteuning bieden aan leerlingen en/of verwijzen naar de 2e lijn. ●
Faalangst
Informatie PO Signaleren door docenten, mentor, leerling zelf, ouders Gesprek met leerling en ouders door mentor of studieleider Docenten informeren Ondersteuning docenten tijdens de les Faalangstreductie training op school
●
Teruggetrokken gedrag
Informatie PO Signaleren door mentor, docenten Gesprek met leerling (en ouders) door mentor
●
Beheersing sociale vaardigheden
Informatie PO Klassikaal tijdens mentorlessen Signaleren door docenten, mentor Gesprek met leerling en ouders door mentor Sova-training schoolmaatschapelijk werk
●
Moeite met grenzen, accepteert wel correctie
Informatie PO Signaleren door docenten, mentor Gesprek met leerling en ouders door mentor Indien nodig gesprek met afdelingsleider (Zie bijlage sanctiebeleid)
●
Moeite met accepteren van gedragscorrecties, gezag (oppositioneel gedrag)
Informatie PO Signaleren door docenten, mentor Gesprek met leerling en ouders door studieleider Gesprek met afdelingsleider (Zie bijlage sanctiebeleid)
●
Pesten
Informatie PO Preventief: Klassikaal tijdens mentorlessen, pestprotocol, (Bijlage) theater werktuig. Curatief : Signaleren door docenten, mentor, leerling zelf, ouders Pestprotocol Contact met ouders, afhankelijk van de ernst, met mentor of studieleider Klassikaal gesprek over pesten, film over pesten en nabespreken. 12
Pestcontract afsluiten of omgangsregels afspreken. Fysieke ontwikkeling
De studieleider ondersteunt mentor en docenten bij het bieden van ondersteuning aan leerlingen in de les. De studieleider kan verwijzen naar de jeugdarts.
●
Slechtziend
Informatie PO Ondersteuning AB-er Voorlichten van docenten Informeren van klasgenoten Individueel handelingsplan (plaats in de klas, toetsen vergroot printen, extra tijd bij toetsen)
●
Slechthorend / doof
Informatie PO Ondersteuning AB-er Voorlichten van docenten Informeren van klasgenoten Doventolk in de les Individueel handelingsplan
●
Langdurig ziek
Contacten met mentor Docenten plaatsen huiswerk en leerstof op It’s Learning. Stichting onderwijs aan zieke kinderen inschakelen.
4.1. 1
Onderwijsleerproces
Het onderwijskundig concept is gebaseerd op adaptief leren, dat voldoet aan de drie basisbehoeften van leerlingen: relatie, competentie en autonomie. Deze drie basisbehoeften zijn voorwaarden voor het creëren van een leerklimaat waarin leerlingen optimaal kunnen functioneren. Voor de docent betekent dit dat hij zijn gedrag afstemt op deze drie basisbehoeften die aan het concept ten grondslag liggen. Dit geldt zowel voor het didactisch en organisatorisch handelen als voor het pedagogisch handelen. Dit betekent meer concreet dat wij leerlingen - in toenemende mate zelfstandig laten leren en handelen, - samen met anderen en in samenhang laten leren, - niet alleen op inhoud maar ook op het proces leren reflecteren, - verbanden in de aangeboden lesstof laten zien door het aanbieden van doorlopende leerlijnen, - reële contexten aanbieden, - hun talenten laten ontdekken en ontwikkelen. 13
Docenten werken in de onderbouw met de Lessen In Orde methode. Deze methode is gericht op structuur en klassenmanagement zodat er ruimte ontstaat om meer gedifferentieerd les te geven. In Caland 2 wordt hierbij de i-pad als ondersetunend gebruikt. Alle leerlagen krijgen trimesterplannen en ieder trimester wordt afgesloten met een gemeenschappelijke toets in een toetsweek. Naastb de trimesterplannen worden ook studiewijzers ingezet.
4.1.2 ●
●
●
●
●
●
4.1.3
Ouderbetrokkenheid Aan het begin van ieder leerjaar wordt een algemene ouderavond georganiseerd. Deze avond staat in het teken van (hernieuwde) kennismaking met de mentor en ouders krijgen informatie over de specifieke aandachtspunten en activiteiten die bij dat schooljaar passen. Ouders komen drie keer per jaar samen met hun kind op school om met de mentor het rapport te bespreken. Resultaten, inzet, inzicht en gedrag zijn onderwerp van gesprek. Wat gaat goed, wat moet beter en wat is daarvoor nodig. Wat kan de leerling zelf doen, wat kunnen ouders doen en welke ondersteuning kan school bieden. Wanneer er zorgen zijn over een leerling neemt de mentor contact op met de ouders om deze zorgen te bespreken. Indien nodig worden ouders samen met hun kind uitgenodigd voor een gesprek met mentor en/of, afhankelijk van de ernst van de zorg, studieleider. De studieleider bespreekt het bespreken van een leerling in het ZAT en doorgeleiding naar 2e en 3e lijn altijd met leerling en ouders. De studieleider draagt ook zorg voor het terugkoppelen van wat is besproken en afgesproken naar leerling en ouders. Tenzij er belangrijke argumenten zijn om dit niet te doen worden ouders al vroegtijdig bij problemen van hun kind betrokken en wordt hun medewerking gevraagd bij het oplossen van de problemen. Voor een handelingsplan wordt opgesteld bespreekt, afhankelijk van de ernst, de mentor of studieleider het probleem met leerling en ouders zodat bij het bespreken van de leerling alle factoren die van invloed zijn kunnen worden betrokken. Het handelingsplan wordt met leerling en ouders besproken. Wanneer het handelingsplan betrekking heeft op de lessen worden docenten hierover geïnformeerd. Ouders kunnen op de site van het Calandlyceum via “Mijn Caland” de resultaten en aanwezigheid op school van hun kind bekijken. Ouders kunnen telefonisch of per mail contact zoeken met de mentor. De ouderraad verzorgt jaarlijks een thema-avond over onderwerpen waarmee ouders thuis met hun pubers te maken hebben. Bijvoorbeeld over social media, hoe stel ik grenzen aan mijn puber, hoe bespreek ik gebruik van drugs en alcohol met mijn kind.
Medezeggenschap * Een aantal ouders nemen zitting in de MR en in de Ouderraad. Deze twee gremia komen regelmatig bij elkaar en zijn blijvend in gesprek met de directie. * Studieleiding organiseert jaarlijks samen met leden van onze ouderraad thema avonden voor 14
ouders.
4.1.4
Veiligheid Een veilig leefklimaat op school is noodzakelijk voor een leerklimaat waarin de leerling zich gesteund en toegerust voelt om optimaal te kunnen presteren en het beste uit zichzelf te halen. Naast een veilige fysieke omgeving is de pedagogische veiligheid essentieel. Om onrust, ongenoegen en conflicten zoveel mogelijk te voorkomen is het belangrijk dat leerlingen zich thuis voelen op school, zich welkom voelen en “erbij horen”. Als leerlingen weten dat ze gezien worden, voelen dat hun aanwezigheid ertoe doet en zich erkend en gewaardeerd voelen, zullen niet zo snel met elkaar in conflict komen. Het Calandlyceum biedt leerlingen mogelijkheden om zich als leerling te ontwikkelen en te ontdekken wie ze zijn. Naast de lessen worden activiteiten georganiseerd waarbij leerlingen elkaar en de docenten op andere wijze kunnen meemaken. Werkweken, excursies, debatclub, en culturele projecten dragen bij aan een prettig en ontspannen leefklimaat. De afdelingsleider is in samenwerking met het team van de afdeling (studieleider, mentoren en docenten) verantwoordelijk voor een veilig klimaat op school. De docent is direct van invloed op sfeer en leerklimaat in de klas. Daarom wordt van docenten verwacht dat zij het onderwijskundig concept van de school uitdragen, het adaptief leren, dat voldoet aan de drie basisbehoeften van de leerling relatie, autonomie en competentie. Dit is het leidende concept dat ervoor moet zorgen dat de leerling tot zijn recht komt en er bijtijds gesignaleerd wordt wanneer een leerling extra aandacht of ondersteuning nodig heeft. De schoolleiding neemt in alle activiteiten die zij ontwikkelt om de docenten te ondersteunen deze concepten als leidraad. De schoolregels sluiten hier direct op aan, deze betreffen normen waaraan personeel en leerlingen zich dienen te houden om een fatsoenlijke manier van omgaan met elkaar te bewerkstelligen. De zorgstructuur van de school draagt bij tot een veilig leefklimaat. De studieleider is in samenwerking met docenten en mentoren verantwoordelijk voor resultaat-, keuze- en sociaal-emotionele begeleiding van de leerlingen. Mentoren, met als vangnet de studieleiders, staan open voor problemen waar een leerling mee kan zitten. De studieleider is zowel vertrouwenspersoon voor de leerlingen als zorgcoördinator. Dit maakt effectief handelen in ongewenste situaties snel mogelijk. Onderstaande protocollen zijn als bijlage opgenomen en moeten waarborgen dat in voorkomende situaties de juiste interventies worden gepleegd. ● pesten (ook preventief) ● cirkelgesprekken (ook preventief) ● herstelgesprekken ● sanctiebeleid ● conflicten ● kindermishandeling 15
● seksuele intimidatie en misbruik ● strafbare feiten ● gewelddadig gedrag ● crisissituaties in en om de school Alle betrokkenen zijn op de hoogte van de inhoud van deze protocollen. Personeel weet hoe te handelen of wie in te schakelen in lastige situaties en leerlingen weten waar zij aan toe zijn en bij wie ze terecht kunnen. De buurtregisseur komt ten minste eens per twee weken op school. Het convenant met de politie dient als blauwdruk voor de gespreksonderwerpen; zijn er incidenten geweest, hoe kunnen wij samenwerken om hierin adequater op te treden. Een deel van het personeel heeft training gehad in het omgaan met grensoverschrijdend gedrag. Deze training wordt met enige regelmaat opnieuw aangeboden. Meer dan voldoende personeelsleden zijn in het bezit van een BHV-diploma en neemt deel aan herhalingscursussen. Voor het personeel zijn twee studieleiders aangesteld als vertrouwenspersoon. 4.1.5 Privacy Het Calandlyceum heeft een privacy regelement (bijlage) Het administratieppakket SOM voorziet in een door het Calandlyceum gebruikt Leerling Volg Systeem. Docenten houden de resultaten bij, de administratie de leerlingengegevens, de studieleiding en de RT-er hebben schrijf- en leesrechten met betrekking tot de zorg en leerproblemenen de Afdelingsleider beschrijft eventuele incidenten.
4.2
Interne ondersteuning in de klas
4.2.1 Van screening tot interventie ● Informatie uit het okidoc en gesprekken met de basisschool worden gebruikt om leerlingen in het eerste leerjaar te screenen op ondersteuningsbehoefte. Indien nodig stelt de mentor samen met de studieleider een handelingsplan op en bespreekt dit met leerling en ouders. Docenten worden hierover door de mentor geïnformeerd. Alle leerlingen in het eerste leerjaar worden gescreend op taal en reken achterstand. ● Tijdens rapportvergaderingen, drie maal per jaar, worden de leerlingen besproken. ● Elke studieleider heeft naast de rapportvergaderingen gemiddeld drie keer per jaar overleg met de mentor waarbij alle leerlingen worden besproken. ● De mentor draagt zorg voor het pedagogisch klimaat in zijn klas. Hij bespreekt schoolregels en maakt afspraken met de klas die een goede werksfeer bevorderen. Om het groepsproces en het pedagogisch klimaat in de klas te verbeteren worden verschillende leidraden gehanteerd (zie bijlagen): ● goed gestructureerde les ● pedagogische aanpak ● mentorlessen 16
● ● ● 4.2.2
pestprotocol, ook preventief (Bijlage) stappenplan in het omgaan met conflicten, herstelgesprek (Bijlage) cirkelgesprek om belangrijke zaken te bespreken (Bijlage) Leerlingenzorg
Docenten geven signalen door aan de mentor. De mentor bespreekt deze signalen met de studieleider. Deze kan op basis van deze signalen besluiten een leerlingbespreking te organiseren. De mentor overlegt met de studieleider van de betreffende afdeling over individuele leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben en bespreekt dit met leerling en ouders. Docenten worden hierover door de mentor geïnformeerd. Drie keer per jaar inventariseert de studieleider bij mentor en docenten welke leerlingen in aanmerking komen voor een leerlingbespreking. Docent, mentor, ouders, leerling of afdelingsleider signaleert een (mogelijk) probleem en meldt dit aan de studieleider. Deze schrijft een leerlingbespreking uit. Studieleider en mentor bereiden deze samen voor. Bij de leerlingbespreking wordt gewerkt volgens de cyclus van Handelingsgericht Werken: 1. Beginsituatie Aanleiding van de leerlingbespreking; wat is het probleem, waar speelt het, wie heeft er last van. 2. Analyse Informatie van alle betrokkenen, ook van leerling en ouders, om een zo volledig mogelijk beeld te hebben van de situatie. Sterke en zwakke factoren in kaart brengen. Wat heeft de leerling nodig, op welk gebied. 3. Doelen Wat wil de leerling bereiken (en/of ouders, docenten)? Op welk gebied. Op korte en lange termijn. 4. Aanpak Wat kan de leerling, zelf (anders, meer) doen, wat kunnen ouders doen. Welke ondersteuning biedt school (docenten, mentor) en welke extra ondersteuning wordt ingezet. De mentor bespreekt het plan van aanpak met leerling en ouders. Alle betrokkenen informeren over het plan van aanpak. 5. Evaluatie Haalbare periode afspreken. Vaststellen of de gestelde doelen zijn gehaald. Indien nodig doelen en/of plan van aanpak bijstellen. Eventueel extra ondersteuning inzetten/of doorgeleiden naar 2e of 3e lijn. Interventie mogelijkheden 1e lijns m.b.t. de verschillende onderwijsbehoeften: Onderwijsbehoeften
Interventiemogelijkheden 1e lijn
17
Sturing op gewenst gedrag
Pedagogische aanpak van docent in de les. Plaats in de klas. Positieve feedback voor het gewenste gedrag.
Ondersteuning planning en organisatie werk
Onderdeel van mentorlessen. Ondersteuning/instructie door docent in de les. Studiewijzers (op It’s Learning) Plandit in 1e klassen
Structurering omgeving (in vrije situaties)
Pedagogische aanpak van docent in de les. Instructie van docent.
Aandacht op nieuw laten richten
Pedagogische aanpak van docent in de les.
Extra instructie aandacht/ niveau
Tijdens zelfstandig werken in de les heeft de docent gelegenheid leerlingen individueel of in kleine groepjes extra uitleg te geven.
Extra positieve feedback/ stimulans
Pedagogische aanpak van docent in de les. Positieve feedback docent voor wat de leerling goed doet.
Individuele benadering/ relatie opbouw
Pedagogische aanpak van docent in de les. Individuele aandacht/interesse van docent voor de leerling
Facilitering specifieke leerbehoeften
Bijles voor een aantal vakken Individueel handelingsplan voor aanpak in de les door docenten via RT of studieleider Handelingsgerichte adviezen van RT of Studieleider. Kaart met aandachtspunten op tafel van leerling, werken op ipad of laptop
Dagschrift (Werkhoudings / gedragskaart met leerdoelen)
Tijdelijk boekje waarin docenten noteren hoe gedrag/werkhouding/huiswerk (afhankelijk van wat nodig is) in de les was. De mentor bespreekt dit met de leerling . Doel is de leerling inzicht te geven op eigen gedrag en dit te verbeteren.
Ondersteuningsaanbod Leer en ontwikkelproblemen
Leerachterstand rekenen
Extra rekenles door docent wiskunde
18
Werkhouding
Leerachterstand taal
Taalklas door docent Nederlands
Extra ondersteuning in communicatie en taalgebruik
De brugklas leest
Dyslexie
Testen en verwijzen door RT Handelingsadviezen RT aan docenten
Dyscalculie
Testen en verwijzen door RT Handelingsadviezen RT aan docenten
Informatieverwerkingsprobleem
Testen en verwijzen door RT Handelingsadviezen RT aan docenten
Taakgerichtheid
Handelingsplan Gesprek met mentor Gesprek met ouders
Aandacht en concentratie
Handelingsplan Gesprek met mentor Gesprek met ouders Concentratie oefeningen Advies SMW / jeugdarts
Motivatieproblematiek
Handelingsplan Gesprek met mentor Gesprek met ouders Ondersteuning 3e jaars stagiair pedagogiek
Huiswerk
Mentorlessen 1e en 2e leerjaar Huiswerkklas onder toezicht Ondersteuning 3e jaars stagiair pedagogiek.
Planning en organisatie
Mentorlessen 1e en 2e leerjaar. Extra ondersteuning in huiswerkklas. Ondersteuning 3e jaars stagiair pedagogiek.
Studievaardigheden
Mentorlessen 1e en 2e leerjaar Ondersteuning 3e jaars stagiair pedagogiek.
19
Sociaal emotioneel functioneren
Moeite met een vak
Bijles door studenten
Taalgebruik (verbale uitdrukkingsvaardigheid)
Debatteren
Faalangst
Faalangstreductietraining en examentraining door SMW, studieleider, 3e jaars stagiair pedagogiek Studieleider kan verwijzen naar SMW
Teruggetrokken gedrag / angstig
Mentor, indien nodig studieleider, spreekt leerling en ouders. Ondersteuning op school, afhankelijk van de zwaarte van de problematiek door mentor of studieleider. Indien nodig kan studieleider verwijzen naar SMW of bespreken in intern/extern ZAT.
Beheersing sociale vaardigheden (sociale participatie)
Mentor, indien nodig studieleider, spreekt leerling en ouders. Ondersteuning op school, afhankelijk van de zwaarte van de problematiek door mentor of studieleider. Studieleider kan verwijzen naar SMW of bespreken in intern/extern ZAT.
Moeite met grenzen (accepteert correctie)
Gesprek met mentor. Mentor spreekt leerling en ouders.
Moeite met accepteren van gedragscorrecties / accepteren ven gezag (oppositioneel gedrag)
Gesprek met mentor. Mentor spreekt leerling en ouders. Bijlage Sanctiebeleid Studieleider kan verwijzen naar SMW.
Andere sociaal emotionele problematiek
Mentor, indien nodig studieleider, spreekt leerling en ouders. Ondersteuning op school, afhankelijk van de zwaarte van de problematiek door mentor of studieleider. Studieleider kan verwijzen naar SMW of bespreken in intern/extern ZAT.
20
Fysieke ontwikkeling
Slechtziend
Individueel handelingsplan Informeren en instrueren van docenten door ambulant begeleider Informeren van de klas Coördinatie studieleider
Auditief slechthorend / doof
Individueel handelingsplan Informeren en instrueren van docenten door ambulant begeleider Informeren van de klas Coördinatie studieleider
Fijn motorische beperkingen
RT op school Werken met ipad of laptop.
Langdurig ziek
De mentor onderhoudt contact met langdurig zieke kinderen en coördineert het huiswerk. Op It’s Learning plaatsen individuele docenten werk(wijzers) en ander werk.
Medische ondersteuning
De schoolverpleegkundige neemt alle leerlingen in het tweede en vierde leerjaar een vragenlijst af en nodigt leerlingen op basis van die gegevens uit voor een gesprek. De jeugdarts nodigt leerlingen uit op verzoek van de studieleider of vanuit het ZAT. De school heeft een convenant over ziekteverzuim met de GGD en Leerplicht (zie protocol verzuimbeleid).
Hoge stoel / tafel
In ieder lokaal staan hoge stoelen en tafels voor leerlingen die dat nodig hebben.
Extra sociale (pedagogische) veiligheid
Pestprotocol (bijlage) Cirkelgesprek (bijlage)
Ondersteuning thuissituatie /vrije tijd
Studieleider kan verwijzen naar SMW of bespreken in intern/extern ZAT
21
Topsport
4.3
LOOT begeleiding Zie bijlage
Tweede lijn: extra zorgaanbod
4.3.1 Doorgeleiding naar 2e lijn ● Het intern zorgteam komt iedere vijf weken voor overleg bijeen. Aan dit overleg nemen studieleiders en schoolmaatschappelijk werker deel. In dit overleg wordt gewerkt volgens de regulatieve cyclus. ● De studieleider is hierin de spil en is verantwoordelijk voor de procesbewaking en doorgeleiding van 1e naar 2e lijn. De studieleider bespreekt dit met leerling en ouders. ● De studieleider bewaakt het planmatig handelen in de 2e lijn en tijdige doorgeleiding naar de 3e lijn. ● De studieleider registreert handelingsadviezen en afspraken in SOM en koppelt terug aan leerling, ouders, mentor en afdelingsleider en indien nodig aan docenten. 4.3.2
Interventies binnen de school 2e lijn: Ondersteuningsaanbod en interventies 2e lijn
Leer en ontwikkelproblemen
Werkhouding
Dyslexie
RT test en kan verwijzen voor verder onderzoek en ondersteuning. RT geeft handelingsadviezen aan docenten
Dyscalculie
RT test en kan verwijzen voor verder onderzoek en ondersteuning. RT geeft handelingsadviezen aan docenten
Informatieverwerkingsprobleem
RT test en kan verwijzen voor verder onderzoek en ondersteuning. RT geeft handelingsadviezen aan docenten De studieleider geeft handelingsadviezen en ondersteunt mentor en docenten bij het bieden van 22
ondersteuning aan leerlingen in de les. De studieleiding verzorgt workshops voor docenten. De studieleider kan kortdurende ondersteuning bieden aan leerlingen en/of verwijzen naar schoolmaatschapelijk werker of jeugdarts. Taakgerichtheid
SMW
Aandacht en concentratie
SMW Jeugdarts
Motivatieproblematiek
SMW
Planning en organisatie
SMW
Sociaal emotioneel functioneren
De studieleider geeft handelingsadviezen en ondersteunt mentor en docenten bij het bieden van ondersteuning aan leerlingen in de les. De studieleiding verzorgt workshops voor docenten. De studieleider kan kortdurende ondersteuning bieden aan leerlingen en/of verwijzen naar schoolmaatschapelijk werker of jeugdarts. Faalangst
Faalangstreductie training Ondersteuning SMW
Teruggetrokken gedrag / angstig
SMW, kan verwijzen naar 3e lijn Jeugdarts, kan verwijzen naar 3e lijn
Sociale vaardigheden / participatie
SMW, deze kan verwijzen naar 3e lijn Training sociale vaardigheden (op school of extern)
Moeite met grenzen / accepteert correctie
SMW, deze kan verwijzen naar 3e lijn
23
Fysieke ontwikkeling
Moeite met accepteren gedragscorrecties / gezag (oppositioneel gedrag)
SMW, deze kan verwijzen naar 3e lijn Sanctiebeleid (Bijlage)
Andere sociaal emotionele problematiek
SMW, deze kan verwijzen naar 3e lijn Jeugdarts, kan verwijzen naar 3e lijn
Visueel (slechtziend)
Studieleider coördineert Ambulant begeleider Extra ondersteuning in de klas door de docent (handelingsplan) Jeugdarts, kan verwijzen naar 3e lijn
Auditief (slechthorend)
Studieleider coördineert Ambulant begeleider Extra ondersteuning in de klas door de docent (handelingsplan) Jeugdarts, kan verwijzen naar 3e lijn
Auditief (doof)
Studieleider coördineert Ambulant begeleider Tolk in de klas Extra ondersteuning in de klas door de docent (handelingsplan)
Fijn motorische beperkingen
RT Jeugdarts, kan verwijzen naar 3e lijn
Langdurig ziek
Mentor Studieleider Jeugdarts, kan verwijzen naar 3e lijn
Extra sociale (pedagogische) veiligheid
Studieleider (is ook verstouwenspersoon) Afdelingsleider SMW Toezichthouders Buurtregisseur
24
Ondersteuning thuissituatie / vrije tijd
SMW, kan verwijzen naar 3e lijn
Extra ondersteuning aan docent
Intervisie door onderwijsbegeleider voor nieuwe docenten Handelingsadviezen, coachen door studieleider. Studieleider verzorgt trainingen / workshops (Bijlage)
Gecombineerd traject onderwijs en jeugdzorg
Altra 12+
4.3.3 Standaard protocollen Beschrijf de procedure en de taken van de betrokken functionarissen of voeg bijlage toe t.a.v.: a. Verzuimbeleid b. Sanctiebeleid (uitsturen, schorsing en verwijdering) c. Dyslexie protocol d. Pestprotocol e. Cirkelgesprek f. Aanmeldingsformulier ZAT g. Protocol kindermishandeling h. Seksuele intimidatie en misbruik i. Draaiboek overlijden j. Kernprocedure 1 k. VO-VO procedure, Kernprocedure 2 en VO-MBO l. Scholingsplan workshops → voor verbeterplan m. Nota Rapportage n. Privacyreglement o. Convenant Politie en Veiligheid p. Voorbeeld handelinsplannen q. stappenplan strafbare feiten r. stappenplan conflicten s. stappenplan bij gewelddadig gedrag t. Overzicht huiswerkklas en Bijles u. Taakomschrijving mentoren en studieleiders
4.4
Derde lijn: Specialistische zorg
4.4.1 Doorgeleiding naar 3e lijn ● Het extern zorgteam (ZAT) komt eens per 5 weken voor overleg bijeen. Aan dit overleg 25
nemen de volgende functionarissen deel: ○ jeugdarts ○ schoolmaatschappelijk werker ○ leerplichtambtenaar ○ aansluitingsfunctionaris BJAA ○ studieleiders De ZAT-medewerkers kunnen vanuit verschillende disciplines en expertise de zorgvragen vanuit school bedienen. ●
● ● ● ● ● ● ● ●
Het ZAT maakt gebruik van een aanmeldingsformulier voor het inbrengen van een leerling ter bespreking in het ZAT (Bijlage). Dit formulier is van te voren in bezit van de deelnemers opdat iedere deelnemer zich kan voorbereiden. De studieleider bespreekt van te voren met leerling en ouders dat de leerling in het ZAT overleg wordt besproken en vraagt mondeling toestemming. De studieleider is de spil en is verantwoordelijk voor de procesbewaking. Een van de studieleiders zit het ZAT-overleg voor. Het ZAT werkt volgens de regulatieve cyclus. De jeugdarts of SMW zorgt voor doorgeleiding naar de 3e lijn, afhankelijk van de afspraken die gemaakt zijn. Deze functionaris bewaakt ook het planmatig handelen in de 3e lijn. De gemaakte afspraken worden genotuleerd en komen in het volgende ZAT overleg terug. De studieleider registreert (handelingsadviezen) in SOM en koppelt terug aan leerling, ouders, mentor en afdelingsleider en indien nodig aan docenten.
4.4.2 Ketenzorg en afstemming; Zorg Advies Team (ZAT) / Commissie van Begeleiding: ● In het ZAT-overleg wordt afgesproken welke ZAT-functionaris actie gaat ondernemen. De studieleider stelt leerling en ouders hiervan mondeling op de hoogte. De betreffende ZAT-functionaris nodigt leerling (en ouders) schriftelijk uit voor een eerste gesprek. ● Doelen, taken en frequentie ZAT overleg ● Het ZAT wil zoveel mogelijk leerlingen optimale ontwikkelingskansen te bieden. Met het ZAT streven wij het volgende na : ○ Vroegtijdig signaleren van problemen. ○ Het bieden van oplossingen voor problemen van de leerling (en eventueel het gezin) ○ Het tijdig bieden van passende hulp, ○ Het voorkomen van escalatie. ○ Het afstemmen van aanpak tussen school en hulpverlening. ○ Een gezonde ontwikkeling van de leerling. ○ Onderwijsdeelname van de leerling. ○ Het verbeteren van samenwerking tussen school, ouders en hulpverlening. ○ Goede leercondities voor de leerling. ● Taken van het ZAT zijn: 26
○ Advies en consultatie ○ Screenen en vraagverhelderen ○ Aanvullend onderzoek / diagnostiek ○ Licht ambulante hulp bieden ○ Voorbereiden van versnelde indicatiestelling ○ Verwijzen naar lokale voorzieningen ○ Voorbereiden van onderwijszorgprogramma’s ○ Afstemmen van zorg ○ Doorverwijzen naar OSL t.b.v. speciaal onderwijs, STOP, Transferium ● De studieleider zorgt voor afstemming met betrokkenen op school. De studieleider zorgt voor het terugkoppelen van afspraken naar het ZAT, naar de betrokkenen op school en naar de ouders. De studieleider registreert afspraken, voortgang en uitkomsten van het ZAT in SOM. De studieleider bewaakt het proces en de uitvoering van de werkafspraken. De studieleider signaleert problemen of lacunes in de hulpverleningsketen bij de betreffende leerling. Zorg, veiligheid en verzuim zijn ondergebracht bij Afdelingsleiding Studieleiding en Mentoraat die over deze onderwerpen zeer regelmatig contact hebben. Er is zo sprake van een directe afstemming. Bijlage verzuimbeleid. 4.4.3
Ketenzorg in de school De studieleider onderhoudt contact met begeleiders in de zorgketen. Waar mogelijk zal deze met leerling, ouders en ketenpartner overleggen om school en hulpverlening op elkaar af te stemmen. De studieleider koppelt informatie en handelingsadviezen terug naar betrokkenen in school (mentor, docenten, afdelingsleider).
4.4.4
Bovenschoolse voorzieningen De studieleider brengt leerlingen die in aanmerking komen voor een bovenschoolse voorziening in het ZAT-overleg in. Over het algemeen is de regulatieve cyclus dan al één of meerdere keren doorlopen. In het ZAT wordt afgesproken welke ZAT-functioris het eerste contact legt met de betreffende instelling. Zie ketenzorg en afstemming, ZAT 4.4.1 De studieleider draagt zorg voor de noodzakelijke dossiers die bij aanmelding van een leerling worden gevraagd door de betreffende instelling. De studieleider onderhoudt contact met de instelling waar de leerling verblijft. Het Calandlyceum koopt jaarlijks 2 (S)TOP-plaatsen in via het Samenwerkingsverband.
27
4.4.5
Uitstroom / doorstroom De studieleider draagt zorg voor zorgvuldig verloop van de procedure bij uitstroom en doorstroom van de leerling. Het welzijn, de behoeftes en de keuzes van de leerling zelf zijn leidend in dit proces. De studieleider draagt waar nodig zorg voor schoolwisselaarsformulier en overdracht zorgdossier. ● ● ●
● ●
●
●
Doorstroming naar mbo-hbo-wo: De leerling schrijft zich in op een MBO, HBO of WO. Bij verhuizing zoeken leerling en ouders zelf een school , eventueel met behulp van de leerplichtambtenaar van de betreffende regio. Bijlage KP II Afstroom/opstroom Een leerling kan als resultaten, inzicht en studiehouding daartoe aanleiding geven zowel een niveau opstromen als een niveau afstromen. Wanneer een leerling moet afstromen naar een niveau dat niet op het Calandlyceum wordt aangeboden geldt de VO-VO procedure. In dat geval bespreekt de studieleider de mogelijkheden met leerling en ouders, adviseert en neemt contact op met andere scholen om een geschikte school te vinden. Bijlage KP II + nota rapportage In geval van toeleiding tot REC cluster 2,3,4, Altra College, Orion draagt de studieleider zorg voor het bespreken van de leerling in het ZAT. In geval van toeleiding naar zorglocatie, dagbehandeling GGZ e.d. draagt de studieleider zorg voor het bespreken van de leerling in het ZAT. In het ZAT wordt afgesproken welke ZAT-functioris het eerste contact legt met de betreffende instelling. Zie ketenzorg en afstemming, ZAT 4.4.1 In uitzonderlijke situaties, waarbij een leerling wegens gedrag of conflicten niet op het Calandlyceum kan blijven draagt de studieleider zorg voor het bespreken van de leerling in het ZAT en voor het leggen van contact met andere scholen. Verder geldt ook hier de VO-VO procedure. Vavo (volwassenonderwijs, Rutte Regeling) Wanneer een leerling is gezakt en nog geen 19 jaar is kan deze, desgewenst, via de Rutteregeling het examen voortzetten op het VAVO. Een uitbestedingsovereenkomst wordt ondertekend door de directeur van het Calandlyceum en die van het VAVO. De leerling volgt onderwijs op het VAVO en blijft ingeschreven op het Calandlyceum.
Hoofdstuk 5: Betrokken functionarissen 5.1. Welke functionarissen zijn in de zorgstructuur aanwezig? Maak onderscheid in 1e,2e of 3e lijn (zie vraag 5.1 t/m 5.42 in checklist ondersteuningsprofiel).
Functionarissen in de zorgstructuur
1e lijn
Mentoren
ja
Studieleider
ja
2e lijn
3e lijn
ja
ja 28
is zorgcoördinator, decaan, vertrouwenspersoon voor leerlingen ondersteunt/coacht mentor en docenten Afdelingsleider
ja
Remedial teacher
ja
Huiswerkbegeleider
ja
Verzuimcoördinator (admin)
ja
jeugdarts Schoolverpleegkundige
ja ja
ja
ja
Schoolmaatschappelijk werker
ja
ja
Leerplichtambtenaar
ja
ja
Buurtregisseur
ja
Aansluitfunctionaris BJAA
ja
Ambulante begeleiding cluster 2, 3, 4
ja ja
LOOT begeleiders
ja
Stagiaires pedagogiek (3e jaars studenten)
ja
5.2 Beschrijf taken en competenties van de verschillende medewerkers met zorgtaken Expliciteer met name de mentortaken of voeg taakomschrijving als bijlage toe. Relateer eventueel aan de Wet Bekwaamheidseisen in het onderwijs (BIO) Zie bijlagen voor taakomschrijvingen studieleider, mentor, remedial teacher, ● De taak van de schoolmaatschappelijk werker bestaat uit: ○ Lichte hulp aan leerling (en ouders). ○ Toeleiden naar andere vormen van hulp. ○ Advies geven aan school en/of leerling (en/of ouders). ○ Het geven van training sociale vaardigheden en faalangstreductie training. 29
●
●
●
●
De taak van de jeugdarts / verpleegkundige bestaat uit: ○ Onderzoek gericht op de klachten of stoornissen die de leerling heeft, de beperkingen die de leerling daarbij heeft in relatie tot school en de belemmeringen die de leerling als gevolg hiervan op school ondervindt. ○ Signaleren, beoordelen en verwijzen in geval van sociaal-medische problemen en stoornissen in de fysieke en psychosociale ontwikkeling. ○ Advies geven aan leerling (en/of ouders en school) De taak van de leerplichtambtenaar is tweeledig: ○ Repressief, waarbij de leerplichtambtenaar ouders kan waarschuwen, oproepen, een proces-verbaal geven, beboeten of - als alternatieve straf - laten deelnemen aan een cursus, bijvoorbeeld over opvoeden. ○ De maatschappelijke zorgtaak, biedt ruimte voor een ondersteunende, begeleidende of verwijzende rol. De taak van de aansluitfunctionaris BJAA bestaat uit ○ Het geven van handelingsgerichte adviezen aan school met betrekking tot de besproken leerlingen. ○ Het inbrengen en/of terugkoppelen van relevante informatie vanuit BJZ over een leerling die in het ZAT wordt besproken. ○ Het leggen van contact tussen school en casemanager van BJZ. De LOOT-coördinatoren hebben als taak bij LOOT\CTO-leerlingen: ○ · Individuele afstemming topsport en onderwijsprogramma. Op maat maken van lesroosters en lesaanpassingen. ○ · Regelen van individuele onderwijsondersteuning d.m.v bijlessen ○ · Structureel monitoren van de studievoortgang. ○ · Structureel voeren van coaching gesprekken van LOOT\CTO-leerlingen. ○ · Het structureel onderhouden van contact met SL, AL en docententeams. ○ · Het voeren van oudergesprekken. ○ · Het voeren van overleg met trainers, coaches, sportbonden en accountmanagers CTO ○ · Het decanaat voor LOOT\CTO-leerlingen in de doorverwijzing naar topsportvriendelijke vervolg studiemogelijkheden. ○ · Het deel uitmaken van het onderwijsnetwerk van het CTO. ○ · Het opzetten en begeleiden van projecten op het gebied van flexibel onderwijs t.b.v de doelgroep. ( pilot digitalisering) ○ · Het faciliteren van het studiecentrum LOOT. ( Waar onder toezicht van een lokaal assistent gestudeerd wordt en toetsen worden ingehaald.) Hier wordt ook gebruik van gemaakt door niet LOOT-leerlingen die om een bijzondere reden incidenteel van het studiecentrum gebruik maken om schoolwerk in te halen. ( niet met een status gekwalificeerde leerlingen op het gebied van zang, dans en theater, alsmede door leerlingen die afwezig zijn geweest door ziekte of medische omstandigheden. ) ○ · Het geven van voorlichting over topsport en onderwijs. 30
Hoofdstuk 6 Kwaliteit 6.1 Competentieversterking ●
Ondersteuning voor docenten.
Het Calandlyceum hanteert adaptief onderwijs als onderwijskundig concept. Essentiële aspecten binnen het adaptief onderwijs zijn: de relatie, de competentie en de autonomie met en van leerlingen. Hierbinnen wordt geen scheiding gemaakt in didactiek en pedagogiek, die gaan bij het adaptief onderwijs, adaptief leren, hand in hand. Het principe van Lessen in Orde (LIO) is de praktijkvertaling van het adaptief onderwijs. Docenten zijn en worden hierin schoolbreed dan wel individueel (bij)geschoold. De studieleiding (SL) kan hier optreden als coach, op deze wijze wordt vorm gegeven aan collegiaal leren. Nieuw personeel wordt beoordeeld op de competenties van het adaptief onderwijs tijdens hun tijdelijke aanstelling. Voor nieuwe docenten is er een buddy vanuit de sectie; hiermee wordt collegiaal leren gestimuleerd. Ook hier is de studieleiding (SL) een achtervang. Deskundigheidsbevordering. Individueel. (docent) Initiële opleidingen: opleidingen voor huidige of toekomstige hiaten in de school. Individuele opleidingen: vak gerelateerd. Overige opleidingen (maatwerk). Collectief. (team; afdeling vwo, havo, vmbo of schoolbreed) Resultaatgericht werken Rendementsverbetering Professionalisering (leren van elkaar/collegiale consultatie)
6.2
Functioneringsgesprekken
Er is een gesprekscyclus van functionerings- en beoordelingsgesprekken. Uitgangspunt bij de gesprekscyclus is de professionalisering van docenten. Kernwoorden zijn hierbij o.a. verantwoordelijkheid nemen, resultaat gericht werken en leren van /met elkaar. De gesprekken die nu worden gevoerd met deelsecties over opbrengstgericht werken zijn ook onderdeel van de cyclus. Daarnaast zijn er uiteraard ook informele en formele (daar waar nodig) gesprekken met docenten mogelijk. De feedback van leerlingen op ons gedrag m.b.t adaptief onderwijs is van groot belang. Hiervoor worden er enquêtes uitgezet onder alle leerlingen. Het betreft hier leerling-enquêtes (Docent door Leerling) uit kwaliteitscholen.nl. De uitslag hiervan is opgebouwd rond de zeven SBL-competenties, een verplicht onderdeel voor het bekwaamheidsdossier. De uitslagen daarvan dienen als onderlegger voor het functioneringsgesprek dat je als docent hebt met je leidinggevende. (Ongeveer 50 leerlingen, random geselecteerd, vullen de enquête in voor een docent. Elke leerling 31
geeft zijn mening over 3 of 4 docenten.) De functioneringsgesprekken starten als de leerlingen de enquêtes hebben ingevuld. Tijdens deze gesprekken gaat het om: ● Uitkomsten leerling enquête; www.kwaliteitscholen.nl.. De uitkomst wordt besproken met de AL. Vervolgens gaat de docent met de uitslag een collega opzoeken in het kader van collegiaal leren,leren van elkaar. De opbrengst daarvan, met wederzijds lesbezoek, komt terug bij de AL. Uitslagen hiervan in eigen bekwaamheidsdossier. ● Doelstelling gekoppeld aan de missie/visie van de school ● Eventueel inzet m.b.t. taakuren. ● Scholingsbehoefte In dit kader is de afdelingsleiding( ook hier streven we naar verdere professionalisering) een intensieve opleiding aan het volgen in het voeren van functioneringsgesprekken. (okt/nov 2012 en vervolg in feb 2013)
6.3
Evaluatie van beleid en verbeterplannen
6.3.1 Jaarlijkse evaluatie Beschrijf hoe, door wie, wanneer en onder wiens verantwoordelijkheid wordt geëvalueerd. Maak een jaarlijkse analyse gericht op: • leerling kenmerken, aantal doublure, verzuim, uitstroom, afstroom, thuiszitters • Aantal in leerlingbespreking, in trajecten, in externe trajecten, ZAT • Inzet ondersteuningsmiddelen Beschrijf mogelijke verbeterpunten. 6.3.2 Kwaliteit intern beoordeeld Aan de hand van tevredenheidsonderzoeken en interne audits worden interne verbeterpunten opgesteld die de basis vormen voor het nieuwe ondersteunings(verbeter)plan: • Tevredenheidsonderzoek leerling • Tevredenheidsonderzoek ouders • Tevredenheidsonderzoek docenten • Interne audits 6.3.3 Kwaliteit extern beoordeeld Aan de hand van externe audits worden externe verbeterpunten opgesteld die de basis vormen voor het nieuwe ondersteunings(verbeter)plan • Inspectie oordeel • ZAT ontwikkelpunten • Quick scan leerplicht (LPA) 32
6.4 (Ondersteunings)verbeterplan (Benut hiertoe ook de checklist ondersteuningsprofiel) 6.4.1. Opstellen van verbeterpunten * Komende jaar gaan we klankbord groepen oprichten om onze ontwikkellijnen ( sport, kunst en cultuur, technasium, caland2 ) te monitoren. * N.a.v. de audit NJI aanbevelingen opvolgen * Training docenten m.b.t. doelgroepen * Analyse en Ondersteuning docenten bij primaire taak 6.4.2 Gewenste resultaten (kort, middel- en lange termijn) Beschrijf de gewenste resultaten 6.4.3 Benodigdheden (middelen en gelden) * geven van (interne)trainingen door daartoe op te leiden studeleiders * Inzet ambulante begeleding * Inzet consultfnctionaris (ALTRA) 6.4.4 Scholingsplan Zie scholingsplan Samenwerkingsverband Het verbeterplan vormt de basis voor nieuw schoolondersteuningsplan.
[1] In het wetsvoorstel Passend Onderwijs wordt het begrip ‘zorg’ vervangen door ondersteuning. Het Samenwerkingsverband zal voortaan dan ook de volgende termen hanteren: schoolondersteuningsplan (zorgplan), schoolondersteuningsprofiel, ondersteuningsaanbod en ondersteuningsbehoefte. In een aantal gevallen hebben wij bewust de term zorg gehandhaafd: zorgstructuur, zorgbeleid, basiszorg, extra zorg en specialistische zorg.
33