SCHOOLONDERSTEUNINGSPLAN 2014-2016
STATUS VERSIE AUTEUR DATUM KENMERK
Definitief 1 coproductie zorg en directie donderdag 18 december 14 Schoolondersteuningsplan 2014-2016.docx
© 2014 OVER-Y College
SCHOOLONDERSTEUNINGSPLAN OVER-Y COLLEGE 2014-2016
INHOUDSOPGAVE
1. Hoofdstuk 1 Inleiding................................................................................ 4 1.1 Algemene gegevens en kengetallen ......................................................... 5 Hoofdstuk 2 Profilering school ...................................................................... 6 2.1 Algemene missie van de school ............................................................... 6 2.2 Algemene visie van de school en met name visie op de zorgstructuur en geboden ondersteuning ................................................................................... 6 2.3 Positionering binnen het VO Amsterdam wat betreft onderscheidende denominatie (doelgroep) en / of onderwijsaanbod ............................................... 7 Hoofdstuk 3 Aannamebeleid ......................................................................... 8 3.1 Doelgroepbepaling / aannamebeleid ........................................................ 8 3.2 Intakeprocedure onderinstroom .............................................................. 9 3.3 Intakeprocedure voor leerlingen met een aanvullende ondersteuningsbehoefte ................................................................................. 12 3.4 Afwijzingsprocedure ............................................................................. 12 3.5 Intakeprocedure zij-instroom ................................................................ 12 3.6 Ouderbetrokkenheid ............................................................................ 13 3.7 Klachtenregeling en geschillencommissie ................................................ 13 Hoofdstuk 4 Ondersteuningsaanbod ............................................................. 14 4.1 Eerste lijn: basiszorg ........................................................................... 14 4.1.1 Onderwijsleerproces .......................................................................... 14 4.1.2 Ouderbetrokkenheid .......................................................................... 17 4.1.3 Medezeggenschap ............................................................................. 17 4.1.4 Veiligheid ......................................................................................... 18 4.1.5 Privacy ............................................................................................ 18 4.2 Interne ondersteuning in de klas ........................................................... 19 4.2.1 Van screening tot interventie .............................................................. 19 4.2.2 Leerlingenzorg .................................................................................. 19 4.3 Tweede lijn: extra zorgaanbod .............................................................. 20 4.3.1 Doorgeleiding naar 2e lijn ................................................................... 20 4.3.2 Standaard protocollen...................................................................... 21 4.4 Derde lijn: Specialistische zorg ............................................................. 21 4.4.1 Doorgeleiding naar 3e lijn ................................................................... 21 4.4.2 Ketenzorg en afstemming; Zorg Advies Team (ZAT) ............................. 22 4.4.3 Zorginstellingen (Altra, Spirit, etc.) en bovenschoolse voorzieningen ........... 24 4.4.4 Uitstroom / doorstroom ..................................................................... 25 Hoofdstuk 5 Betrokken functionarissen ......................................................... 27 5.1 Functionarissen in de zorgstructuur .......................................................... 27 5.2 Beschrijving taken en competenties van de verschillende medewerkers met zorgtaken .................................................................................................... 27 Hoofdstuk 6 Kwaliteit ................................................................................. 31 6.1 Competentieversterking ....................................................................... 31 6.2 Functioneringsgesprekken .................................................................... 32 6.3 Evaluatie van beleid en verbeterplannen ................................................ 32 6.3.1 Jaarlijkse evaluatie ............................................................................ 32 6.3.2 Kwaliteit intern beoordeeld ................................................................. 34 6.3.3 Kwaliteit extern beoordeeld ................................................................ 34 6.4 Gewenste resultaten ............................................................................ 34 6.4.3 Benodigdheden (middelen en gelden) .................................................. 34 6.4.4 Scholingsplan ................................................................................... 35
Schoolondersteuningsplan 2014-2016/1415 beleidsplannen
Pagina 2 van 77
SCHOOLONDERSTEUNINGSPLAN OVER-Y COLLEGE 2014-2016
Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Basisondersteuningsprofiel 2014..................................................... 36 Taalbeleidsplan 2013-2017 .......................................................... 39 Rekenbeleidsplan 2014-2015 ......................................................... 48 Aanmeldingsformulier 2015-2016 ................................................... 55 Protocol bijlessen Over-Y College .................................................. 57 Stappenplan (ziekte)verzuim en te laat ......................................... 58 Protocol verwijderen en interne schorsing ...................................... 60 Dyslexieprotocol ......................................................................... 65 Scholingsplan 2014-2015 ............................................................... 70 Zorgroute leerlingondersteuning ................................................... 77
Schoolondersteuningsplan 2014-2016/1415 beleidsplannen
Pagina 3 van 77
SCHOOLONDERSTEUNINGSPLAN OVER-Y COLLEGE 2014-2016
1. HOOFDSTUK 1 INLEIDING
In verband met de invoering van de wet op het ‘Passend Onderwijs’ heeft het Over-Y College een Schoolondersteuningsplan ontwikkeld. Het schoolondersteuningsplan van de school is de beschrijving van de zorgstructuur op deze school. Samen met de ‘checklist’ maakt dit het schoolondersteuningsprofiel. In de checklist wordt het aanbod in kaart gebracht dat de school heeft ten aanzien van speciale behoeftes van de diverse doelgroepen in de school. De relatie met de checklist is afstemmend: indien een bepaalde doelgroep of aanbod is aangevinkt in de checklist, zal de wijze waarop moeten worden beschreven in een schoolondersteuningsplan. Indien in de checklist schoolondersteuningsplan bij de onderdelen 3 en 4 deels of ja mits is ingevuld dan wordt dit onderdeel toegelicht in dit schoolondersteuningsplan. Het schoolondersteuningsplan doorloopt de cyclus van handelingsgericht (planmatig ) werken:
3e lijns
Specialistische zorg 2e lijns extra zorg
1e lijns basiszorg
Fasering:
Schoolondersteuningsplan 2014-2016/1415 beleidsplannen
Pagina 4 van 77
SCHOOLONDERSTEUNINGSPLAN OVER-Y COLLEGE 2014-2016
Beschrijven bestaande zorgstructuur / schoolondersteuningsplan Invulling checklist schoolondersteuningsprofiel Opstellen verbeterplan en scholingsbehoefte
1.1
• • •
ALGEMENE GEGEVENS EN KENGETALLEN
Naam school: Over-Y College Niveau: vmbo-TL Aantal leerlingen: 2013/2014: 622, 2014/2015: 618, leerlingen gewenste aantal: 600 leerlingen
Schoolondersteuningsplan 2014-2016/1415 beleidsplannen
Pagina 5 van 77
SCHOOLONDERSTEUNINGSPLAN OVER-Y COLLEGE 2014-2016
HOOFDSTUK 2 2.1
PROFILERING SCHOOL
ALGEMENE MISSIE VAN DE SCHOOL
Het Over-Y College wil leerlingen voorbereiden op een zelfstandig, verantwoordelijk en sociaal bestaan. De leerlingen doen tijdens hun schoolcarrière kennis en vaardigheden op, die aansluiten bij hun belevingswereld, maar die ook de grenzen daarvan verleggen. De docenten doen dit met veel enthousiasme in het standaard lesprogramma aan alle leerlingen, in de sport- en havokansklas, maar ook daarbuiten tijdens betekenisvolle projecten, activiteiten en excursies. Voor leerlingen die extra zorg en ondersteuning nodig hebben om de schoolcarrière met een diploma te kunnen afronden, zijn professionals in huis die of individueel of in groepsverband deze steun aanbieden. Wij zien het als een belangrijke taak de leerlingen te begeleiden bij het maken van een keuze voor een vervolgopleiding. In de schoolgids van het Over-Y College leest u meer over de vorm waarin deze begeleiding wordt aangeboden. De leerlingen krijgen ondersteuning in hun ontwikkeling naar een verantwoordelijk en sociaal bestaan. In het lesprogramma, door de invulling van het mentoraat en ook tijdens projecten waarbij verbinding wordt gelegd met de omgeving, wordt hier aandacht aan besteed. Maar ook de manier waarop we in school met elkaar omgaan, de veiligheid en de structuur die wordt geboden, zijn hier belangrijke uitingen van.
2.2
ALGEMENE VISIE VAN DE SCHOOL EN MET NAME VISIE OP DE ZORGSTRUCTUUR EN GEBODEN ONDERSTEUNING
Op het Over-Y College werken we met een mix van onderwijsvormen om invulling te geven aan onze missie en visie. Naast het reguliere klassikale onderwijsprogramma, zijn er vakoverstijgende projecten en excursies. In de onderbouw wordt eens per negen weken gewerkt rond een thema. Zowel in de lesweken als in de projectweken wordt gewerkt aan het verwerven van kennis, vaardigheden en zelfstandigheid. Er is met grote regelmaat overleg over de leerstofinhouden en de inzet van didactische, activerende werkvormen. De ingebruikneming van digitale schoolborden maakt dat ICT echt ingezet wordt om op verschillende manieren te leren. Er kan nog meer dan voorheen interactief gebruik gemaakt worden van beeld en geluid om daarmee aan te sluiten bij de leerstijlen van onze leerlingen. We sluiten met ons onderwijs aan bij de belevingswereld van de leerlingen en hun interesses door in de onderbouw sportklassen en havo-kans klassen aan te bieden. In de bovenbouw gebeurt dit door het keuzemoment voor het vakkenpakket te spreiden tot in het derde jaar en het brede aanbod van vakken, waaronder het vak LO2. Pedagogisch klimaat Naar onze overtuiging is ons pedagogische klimaat een wezenlijk onderdeel van onze schoolcultuur. Het klimaat in de school heeft een wezenlijke invloed op het welbevinden van zowel leerlingen als medewerkers in de school. De op school verlangde prestaties zijn optimaal wanneer in een veilige omgeving en een prettige omgang en sfeer gewerkt kan worden. Daarom vragen wij zowel van leerlingen als medewerkers om het gewenste
Schoolondersteuningsplan 2014-2016/1415 beleidsplannen
Pagina 6 van 77
SCHOOLONDERSTEUNINGSPLAN OVER-Y COLLEGE 2014-2016
pedagogische klimaat levend te houden en elkaar hierop aan te spreken. Wij willen een ambitieuze school zijn die dynamisch, bruisend en vriendelijk is. Als leerlingen met een diploma van school zijn vertrokken, hopen wij dat zij terugkijken op een schooltijd waarin ze zijn uitgedaagd boven zichzelf uit te stijgen, waarin ze zich welkom, thuis en gekend gevoeld hebben. Professionaliteit Op het Over-Y College is veel aandacht voor de professionaliteit van de docenten. Lesgeven begint bij het behalen van bevoegdheden, maar daarna is het noodzakelijk te blijven groeien als docent in de verschillende rollen die daarbij horen, naar de leerlingen, ouders/verzorgers en elkaar. Ook houden onze docenten zich op de hoogte van de ontwikkelingen op hun vakgebied. Docenten leren van elkaar tijdens hiervoor zowel tijdens georganiseerde momenten als daarbuiten en ook worden experts uitgenodigd. Als opleidingsschool staan we heel dicht bij de bron van nieuwe ontwikkelingen binnen het onderwijs. Ervaren docenten begeleiden de studenten tijdens hun opleiding die voor een groot deel in school plaatsvindt. Bovendien is hierdoor een intensieve samenwerking met de lerarenopleidingen. Zorg Leerlingen die op het Over-Y College zitten, krijgen een intensieve begeleiding. De zorg voor leerlingen vinden we belangrijk. Alle leerlingen hebben een mentor die in de gaten houdt of het onderwijsprogramma dat wij bieden voldoende is voor hem/haar om de school niet alleen met een diploma te verlaten, maar ook op het gebied van vaardigheden en persoonlijke ontwikkeling klaar te zijn voor de overstap naar het vervolgonderwijs. Wanneer de mentor samen met de teamleider constateert dat er reden is voor extra aandacht, dan zijn er in school mogelijkheden als remedial teaching, huiswerkklassen, extra studiebegeleiding in de vorm van bijlessen, faalangstreductietraining of een training sociale vaardigheden. Ook kunnen leerlingen gesprekken voeren over hun persoonlijke welbevinden. Indien gewenst, kunnen externe instanties/hulpverleners ingeschakeld worden voor de extra benodigde zorg. Er is regelmatig overleg tussen medewerkers van de school en externe instanties, onder andere in bijeenkomsten van het Zorg Advies Team (ZAT). Ouders/verzorgers en leerlingen worden hiervan op de hoogte gesteld. 2.3
POSITIONERING BINNEN HET VO AMSTERDAM WAT BETREFT ONDERSCHEIDENDE DENOMINATIE (DOELGROEP) EN / OF ONDERWIJSAANBOD
Het Over-Y College biedt aan leerlingen met een vmbo-TL advies of tot 2014 met een TL/Hadvies een gedegen schoolopleiding. Onze doelgroep is de leerling populatie uit Amsterdam – Noord en de aangrenzende gemeentes als Landsmeer, Oostzaan, etc. Het extra onderwijsaanbod op het vlak van sport en het aanbod van het examenvak LO-2 trekt extra leerlingen naar de school. Ca. 30% van de leerlingen maakt gebruik van het extra sportaanbod. Leerlingen die in potentie havo-mogelijkheden zouden kunnen hebben, worden geplaatst in een havo-kansklas en krijgen op havo-niveau les. Aan het eind van het schooljaar stromen deze leerlingen door naar een collega-school met een havo-curriculum of binnen onze school naar het tweede jaar van vmbo-TL. De ervaring leert dat ca. 50% van de leerlingen zover in niveau stijgen dat de overstap mogelijk is.
Schoolondersteuningsplan 2014-2016/1415 beleidsplannen
Pagina 7 van 77
SCHOOLONDERSTEUNINGSPLAN OVER-Y COLLEGE 2014-2016
HOOFDSTUK 3 AANNAMEBELEID 3.1
DOELGROEPBEPALING / AANNAMEBELEID
De leerling populatie van het Over-Y College bestaat uit leerlingen die van de basisschool instromen in leerjaar 1 met een vmbo-TL advies of een TL/havo advies. In leerjaar 2 is er instroom vanuit onze collega-scholen Damstede, Rosa, Waterlant-IJdoorn bij leerlingen waar het niveau van onderwijs niet passend blijkt te zijn. Deze stroom is ook van het Over-Y College naar de collega-scholen. In leerjaar 3 gebeurt dezelfde beweging, maar dan in mindere mate. De laatste jaren heeft de school te maken met een zeer grote belangstelling van leerlingen om op het Over-Y College onderwijs te volgen. Door steeds iets meer leerlingen aan te nemen dan wenselijk is vanwege de fysieke beperkingen van het schoolgebouw, is loting tot op heden niet nodig geweest. Ca. een derde van de populatie meldt zich voor het eerste jaar havo-kans klas, als ook een derde voor de sportklassen. Zoals ook blijkt uit cijfers van de gemeente, is er in Amsterdam-Noord en dan vooral bij gezinnen met kinderen en eenoudergezinnen met kinderen sprake van een groot armoedeprobleem. Op de school zijn hiervan schrijnende gevallen bekend. De Inspecteur van Onderwijs heeft geconstateerd dat het Over-Y College gezien moet worden als een ‘zorgschool’. Haar onderbouwing van deze stelling was het ruime aanbod aan extra begeleiding en zorg (zowel op cognitie als sociaal emotioneel) dat wordt geboden en in haar ogen ook echt noodzakelijk is. Dit om de onderwijsresultaten op niveau te houden. De leerlingen komen zowel uit Amsterdam-Noord als uit de omliggende gemeenten, zoals Landsmeer en Oostzaan. De gewenste populatie bestaat uit een iets kleiner aantal leerlingen, ca. 600. De wens om een gemengde school te blijven, is aanwezig. De mix van verschillende arbeidsklassen en culturele achtergronden verrijkt de school. De school is goed in staat om leerlingen met een LWOO-indicatie op te vangen. Door de extra behoefte aan individuele aandacht of bijlessen, kan de school niet meer dan ca. 35% van de leerling populatie met een LWOO-indicatie goed bedienen. Plaatsingscriteria: In Amsterdam geldt een nieuw matchingssysteem vanaf 2015, vanwege het passend onderwijs. De kwantitatieve normen voor de totale populatie hangen af van de ruimte in het gebouw. De kwantitatieve norm voor leerlingen met een zorgbehoefte wordt beperkt door de soort zorg die nodig is. Onze klassen zijn 25-28 leerlingen groot. Een leerling die met een zorgbehoefte op het Over-Y College onderwijs wil volgen, moet dat kunnen doen in een prikkelrijke omgeving en in een volle klas. Zowel voor leerlingen met een zorgbehoefte in onder- als voor zij-instroom geldt dat wij geen complexe of gestapelde problematiek aankunnen. De basiszorg kan geboden worden bij leerlingen met diverse problematieken, maar de opvang geschiedt merendeels binnen de context van een normale les. Voor enkele leerlingen per klas kunnen bijlessen en gesprekken met mentor, zorgcoördinator of OKA geregeld worden of deelnemen aan centraal georganiseerde trainingen. De geboden zorg op school zal altijd kortstondig zijn en slechts beperkt inbreuk maken op de te volgen lessen. De school maakt hierbij ontwikkelingsperspectieven waarin afspraken staan voor inspanningen door school en ook door ouders en leerlingen. Het nakomen van gemaakte afspraken kan bepalend zijn voor de voortzetting van het onderwijs, de geboden zorg en begeleiding door de school.
Schoolondersteuningsplan 2014-2016/1415 beleidsplannen
Pagina 8 van 77
SCHOOLONDERSTEUNINGSPLAN OVER-Y COLLEGE 2014-2016
De school zal zich met de OKA inspannen de leerling te verwijzen naar externe zorg waar dat nodig is. Echter de school is afhankelijk van de toestemming van ouders. Mocht de zorg nodig zijn, maar niet geaccordeerd worden, dan kan dat inhouden dat het onderwijs niet langer intern en op het Over-Y College geboden kan worden. De grenzen van de school en het schoolgebouw zijn: - De leerling moet redelijk zelfstandig kunnen functioneren op onderwijsniveau vmbo-TL. - De leerling moet onderwijs kunnen volgen in een gevulde klassensetting van maximaal 25 leerlingen (een klas is soms groter als er slechts een gering aantal zorgleerlingen is en de schoolleiding besluit dat dat mogelijk is). - De leerling moet redelijk mobiel zijn. Er is een lift met een zeer beperkte capaciteit, maar op de verdiepingen zijn bewegingen van grote hoeveelheden leerlingen elke 50 minuten. - Gezien de populatie moet de leerling sociaal vaardig zijn. - Leerlingen met gediagnosticeerde stoornissen als ODD en Borderline zijn vanwege de daarmee gepaardgaande gedragsproblematiek te complex voor de school. - fysiek functioneren: In het RPO van 2014 staat dat de school vanwege de m2 onderwijs kan bieden aan maximaal 588 leerlingen. De prognose tot 2024 is dat het Over-Y College zou moeten groeien tot ca. 685. Dat noopt tot het zoeken naar een oplossing aangaande huisvesting.
3.2
INTAKEPROCEDURE ONDERINSTROOM
De nieuwe wet heeft bepaald dat VO-scholen de leerlingen niet mogen toetsen om te bepalen of het advies van de basisscholen klopt. Wel kan een school toetsen of een leerling toegelaten kan worden tot zogenoemde profielklassen. Op het Over-Y College bestaat een profielklas, namelijk de sportklas. De selectie voor de profielklassen vindt plaats na de definitieve matching in juni door de gemeente. De PO school zorgt dat er voldoende gegevens zijn om het weloverwogen advies te ondersteunen. Het past binnen de zorgstructuur van de PO school om te bepalen of er informatie ontbreekt en hoe deze aangevuld kan worden. Het nieuwe systeem van matching in het VO komt er op neer dat elke leerling een voorkeurslijst moet invullen met meerdere VO scholen. De leerling geeft aan wat zijn of haar 1e, 2e, 3e, etc. keuze is. Pas aan het eind van de gehele procedure zal er voor alle leerlingen tegelijk een match worden gemaakt. De datum waarop bekend is op welke VO school de leerling geplaatst is, verschuift naar juni. Dit is het gevolg van alle wijzigingen, die vanaf schooljaar 2014-2015 plaats vinden. De administratie van het Over-Y College controleert de aanmelding op compleetheid en checkt of de scholen op de voorkeurslijst passen bij het basisschooladvies. De teamleider onderbouw beoordeelt of de toelichting en LVS-gegevens overeenkomen met het basisschooladvies. Leerlingen met extra ondersteuningsbehoeften kunnen afhankelijk van de mate van de onderwijs- en ondersteuningsbehoefte onderwijs volgen in het regulier onderwijs. Zowel ouders als het basisonderwijs en/of het voortgezet onderwijs kunnen menen dat er sprake is van extra ondersteuningsbehoefte. De kernprocedure geldt ook voor leerlingen die van buiten Amsterdam instappen in het eerste jaar van een Amsterdamse school voor regulier voortgezet onderwijs.
Schoolondersteuningsplan 2014-2016/1415 beleidsplannen
Pagina 9 van 77
SCHOOLONDERSTEUNINGSPLAN OVER-Y COLLEGE 2014-2016
Als een leerling de eindtoets PO beter maakt dan verwacht, moet de basisschool het advies heroverwegen. De basisschool is verantwoordelijk voor deze heroverweging, in overleg met de ouders/verzorgers. Deze heroverweging kan leiden tot een bijstelling van het schooladvies. Leerlingen kunnen, door op de toets boven verwachting te presteren, het voordeel van de twijfel krijgen. Maar er kan door de basisschool besloten worden dat wordt afgeweken van het resultaat van de eindtoets en het oorspronkelijke basisschooladvies wordt gehandhaafd. De wet spreekt duidelijk over heroverwegen en niet over automatisch aanpassen. Als het resultaat minder goed is dan verwacht, mag de basisschool het advies niet aanpassen. Vanaf schooljaar 2014-2015 melden leerlingen zich bij het VO aan met het basisschooladvies. Dit wordt ondersteund met een vaste set LVS gegevens over de laatste drie leerjaren en toegelicht met relevante gegevens over de sociaal emotionele ontwikkeling, de motivatie, eventuele onderwijsbehoeften en benodigde ondersteuning en gestandaardiseerde informatie over werkhouding en gedrag. Deze gegevens worden overgedragen via het Elektronisch Loket Kernprocedure. Leerlingen met LWOO doen mee aan de loting & matching, m.u.v. leerlingen die naar een nevenvestiging zorg gaan. Het Over-Y College neemt LWOO-leerlingen aan. Ouders en leerling melden zich voor de aangegeven deadline aan bij de VO-school van 1e voorkeur. Het Over-Y College heeft drie weken om de aanmeldingen te behandelen. Heeft een leerling zich al op een andere VO-school aangemeld dan ziet de administratie dit en is bevestiging van de aanmelding niet mogelijk. De administratie van het Over-Y College controleert of het okidoc compleet is en de gegevens uit het Leerlingvolgsysteem aangeleverd zijn. Mocht worden vastgesteld dat er informatie ontbreekt, waardoor er geen vanzelfsprekende basis is voor het advies c.q. besluit, dan legt de administratie contact met de basisschool. Het Over-Y College maakt de aanmelding finaal door in het elektronisch loket de leerling aan te melden. Daarbij wordt geregistreerd of de leerling recht heeft op eventuele plaatsing onder de hardheidsclausule of voorrang. Als er sprake is van een hardheidsclausule, dan wordt de leerling met voorrang geplaatst. Er is echter een beperking aan het aantal leerlingen dat een school mag toelaten op basis van de hardheidsclausule. Als de leerling gebruik wil maken van de voorrangsregeling op het Over-Y College, dan dient dit op de voorkeurslijst aangegeven te worden. Hiermee is de leerling niet automatisch geplaatst, maar neemt de leerling het recht op voorrang mee in de loting & matching. Indien de voorrang de VO-school van eerste keuze betreft, dan kan deze school direct controleren of het recht van voorrang van toepassing is. Is dit niet het geval, dan dient er een nieuwe voorkeurslijst te worden aangeleverd. Na de definitieve loting & matching controleert een VOschool of een leerling terecht met voorrang is geplaatst. Is dit niet het geval, dan wordt de plaatsing en aanmelding ongedaan gemaakt. Medewerkers van het Over-Y College voeren in het voorjaar intake/kennismakingsgesprekken met de leerling en minimaal een ouder/verzorger. Deze leerling heeft in dat geval het Over-Y College op de eerste plaats gezet van de VO-scholenkeuzelijst. Deze gesprekken zijn onder voorbehoud vanwege de late definitieve plaatsing door het Amsterdamse matchingssysteem. De teamleider onderbouw neemt in veel gevallen ook nog contact op met de groep 8-docent van de leerling. In overleg kan besloten worden tot een toets vanwege een RVCbeschikkingsaanvraag. In bijlage 4 van dit schoolondersteuningsplan staat het aanmeldingsformulier van schooljaar
Schoolondersteuningsplan 2014-2016/1415 beleidsplannen
Pagina 10 van 77
SCHOOLONDERSTEUNINGSPLAN OVER-Y COLLEGE 2014-2016
2015-2016.
Schoolondersteuningsplan 2014-2016/1415 beleidsplannen
Pagina 11 van 77
SCHOOLONDERSTEUNINGSPLAN OVER-Y COLLEGE 2014-2016
3.3
INTAKEPROCEDURE VOOR LEERLINGEN MET EEN AANVULLENDE ONDERSTEUNINGSBEHOEFTE
Wanneer uit het okidoc of de aanvullende informatie van de basisschool of de ouders/verzorgers blijkt dat er extra ondersteuningsbehoefte is, volgt in ieder geval een gesprek tussen de basisschool en de teamleider onderbouw of de zorgcoördinator. Dit gesprek zal leiden tot een goede afweging of het Over-Y College de juiste plek is voor de leerling. In overleg kan aanvullend onderzoek worden gedaan. Voor een leerling met een ondersteuningsbehoefte die op het Over-Y College wordt aangenomen, wordt een plan opgesteld. Het hangt af van de behoefte welke medewerker dit samen met de ouders/verzorgers en de leerling zal opstellen. In veel gevallen zijn dat de zorgcoördinator, de LWOO-coördinator, de RT-er en de teamleider onderbouw. De teamleider houdt bij de samenstelling van de klassen rekening met het aantal, de soort en de mate van de ondersteuningsbehoefte. Hierbij kan de school tegen een grens aanlopen, omdat er ook profielklassen en klassen op twee verschillende niveaus zijn. Wanneer het Over-Y College de ondersteuning niet kan bieden, zal de school zich inspannen om met de basisschool en de ouders/verzorgers een passende oplossing te zoeken.
3.4
AFWIJZINGSPROCEDURE
Indien een aangemelde leerling niet geplaatst kan worden: • De ouders/verzorgers en leerling ontvangen een schriftelijke afwijzing met reden. • De school geeft in de afwijzing een gegrond advies. • De school biedt ondersteuning bij aanmelding bij een andere school (eventuele afspraken met betrekking tot doorverwijzing binnen het eigen bestuur, in de eigen regio, of SWV breed).
3.5
INTAKEPROCEDURE ZIJ-INSTROOM
Bij zij-instroom wordt na overdracht van het leerlingdossier, collegiale consultatie tussen de teamleider van de betreffende leerjaren en in een aantal gevallen de zorgcoördinator, een intentie uitgesproken. De volgende stap in het proces is, dat de teamleider kijkt of er ruimte is in een klas en of de gewenste vakken kunnen worden aangeboden. Wanneer sprake is van een leerling met een extra zorgbehoefte, moet er ook beoordeeld worden of het zorgaanbod aansluit bij de zorgbehoefte en of de leerling en de klas opgewassen zijn tegen de uitbreiding. Wanneer er een gerede kans is dat de leerling geplaatst kan worden op het OverY College, wordt de leerling en minimaal een ouder/verzorger uitgenodigd voor een intakegesprek. Wanneer ook het intakegesprek heeft plaatsgevonden, neemt de teamleider in overleg met de directie een plaatsingsbesluit. Bij de collega-scholen binnen ZAAM is er lopende het schooljaar meermaals contact over leerlingen die een kans lopen een overstap te gaan maken naar een andere ZAAM-school. Op deze manier kan er al vroegtijdig rekening gehouden worden met verplaatsingen. De ouders/verzorgers en de school van afkomst worden in de meeste gevallen zowel mondeling als schriftelijk op de hoogte gesteld van het besluit.
Schoolondersteuningsplan 2014-2016/1415 beleidsplannen
Pagina 12 van 77
SCHOOLONDERSTEUNINGSPLAN OVER-Y COLLEGE 2014-2016
3.6
OUDERBETROKKENHEID
Ouders/verzorgers van leerlingen worden verwacht bij de verschillende fases van de plaatsingsprocedures. Bij intakegesprekken zijn ze verplicht aanwezig te zijn. Wij vragen van hen om te tekenen voor onze schoolregels en deelname aan activiteiten die binnen en buiten de school plaatsvinden. Bij administratieve vragen kunnen de ouders/verzorgers terecht bij de leerling administratie of bij de directiesecretaresse. Bij onderwijsinhoudelijke of pedagogische vraagstukken bij een van de de teamleiders.
3.7
KLACHTENREGELING EN GESCHILLENCOMMISSIE
Stichting ZAAM beschikt over een klachtenprocedure. De procedure is te vinden in de schoolgids van het Over-Y College.
Schoolondersteuningsplan 2014-2016/1415 beleidsplannen
Pagina 13 van 77
SCHOOLONDERSTEUNINGSPLAN OVER-Y COLLEGE 2014-2016
HOOFDSTUK 4 ONDERSTEUNINGSAANBOD 4.1
EERSTE LIJN: BASISZORG
Aanbod voor alle leerlingen. Uitgangspunt is dat leerlingen zoveel mogelijk worden opgevangen door docenten, mentoren en de bijbehorende teamleider.
4.1.1
ONDERWIJSLEERPROCES
Didactisch Klimaat op het Over-Y College Onderwijs begint bij het leren kennen van de leerling en het ontdekken van zijn/haar talenten. Wanneer de leerlingen worden aangesproken op hun talenten, op datgene waar zij goed in zijn, dan heeft dat een positief effect op hun motivatie om te leren. Kerndoelen worden inzichtelijk gemaakt door het inzetten van toetsen, Programma van toetsing en afsluiting (PTA’s) en Schoolexamens (SE’s). Per periode maakt de vaksectie een werkplanner. Per les werkt de docent via het “spoorboekje”; uitgeschreven lesstof en verdere opdrachten/toetsen op het bord. In de les wordt de thematiek besproken. De Pro/LWOO en voorheen REC- leerlingen worden ondersteund d.m.v.: Extra hulplessen en/of trainingen, door docenten en begeleiders intern/extern LWOO begeleider Het vormen van kleinere klassen; hierin heeft het Over- Y College geïnvesteerd Een ontwikkelingsperspectief: voor elke van deze leerlingen wordt een plan geschreven op maat. Dit wordt met ouders/verzorgers overlegd en uiteindelijk ondertekend door de ouders/verzorgers en de zorgcoördinator/LWOO-begeleider. Als tijdens de evaluatie de doelen niet behaald zijn wordt er opnieuw een ontwikkelingsperspectief gemaakt. De zorgbehoefte op het Over-Y College wordt steeds breder. In mei 2014 heeft de inspectie het Over-Y College betiteld als ‘zorgschool’. De klassenindeling krijgt hierdoor een steeds grotere rol, aangezien het grote invloed kan hebben op het sociale klimaat van de klas, het welzijn van de leerlingen en daarmee het welzijn van de leerkracht. Er wordt aan het begin van het jaar door de teamleider goed gekeken naar de juiste verhouding j/m, zorgbehoefte en populatie. Op het gebied van diverse vaardigheden worden er twee maal per jaar toetsen afgenomen, die van grote toegevoegde waarde zijn. Het Over- Y College vindt het belangrijk om de behoefte van het kind in ogenschouw te nemen. Er zijn verschillende methodieken die docenten toepassen om het didactische en sociale klimaat te bevorderen. Voorbeelden: Er is ruimte in het lokaal, op de gang of in een apart lokaal (er wordt in 2015 gestart met een trajectklas) om kinderen meer geïsoleerd te laten werken. Bij sommige vakken is het zo ingedeeld dat de meest capabele leerlingen verdeeld zijn over de degenen met iets meer achterstand. Op die manier kunnen deze leerlingen zich optrekken en werken ze in kleine groepjes veelal samen. Leerlijn Taal: doelstellingen en plan van aanpak Elke docent is taaldocent op het Over- Y College: taalonderwijs is geen zaak van taalvakken alleen. Er moet actief worden (samen)gewerkt om taalachterstanden te bestrijden en
Schoolondersteuningsplan 2014-2016/1415 beleidsplannen
Pagina 14 van 77
SCHOOLONDERSTEUNINGSPLAN OVER-Y COLLEGE 2014-2016
taalontwikkeling te structuren en voortvarend te stimuleren. Het taalbeleidsplan geldt dan ook voor alle leerjaren. De taalcoördinatoren formuleren de volgende doelstellingen op het gebied van taalbeleid: Bewustwording van de essentie van taal in het gehele onderwijsproces, gedragen door alle medewerkers Verbeteren van de taalvaardigheid van alle docenten. Steunlessen voor die leerlingen die scoren onder hun niveau ten behoeve van het wegwerken van achterstanden. Vakoverstijgende afspraken op het gebied van: a) taalverzorging b) schriftelijke opdrachten (verslagen e.d.) c) mondelinge presentaties Voor verdere informatie zie het Taalbeleidsplan in bijlage 2. Leerlijn Rekenen: doelstellingen en plan van aanpak Om ervoor te zorgen dat alle leerlingen op het Over-Y College voldoende worden voorbereid op het rekenexamen is het belangrijk dat de leerlingen rekenonderwijs aangeboden krijgen als vak in de lessentabel. Het is belangrijk dat de leerlingen gedurende hun loopbaan op het Over-Y College blijven rekenen, ongeacht hun rekenniveau. Ook is het belangrijk dat iedere leerling op zijn of haar eigen niveau rekent. Om dit te kunnen bereiken voeren we het hieronder genoemde beleid uit:
In leerjaar 1 en 2 krijgt iedere leerling ten minste 2 uur per week rekenles. Waarvan een lesuur klassikaal rekeninstructie en een lesuur werken met een digitaal ondersteund individueel programma. Bij de online methode die is aangeschaft, rekenen de leerlingen op hun eigen niveau. De docenten kunnen door middel van voortgangstoetsen zien hoe ver de leerlingen per domein (het vak bestaat uit 4 domeinen) gevorderd zijn. Aan de hand van de resultaten van de leerlingen wordt bepaald of zij nog een extra uur rekenles krijgen. Dit zal gebeuren in kleine groepjes, waarbij per domein/onderwerp wordt gekeken welke leerlingen hiervoor in aanmerking komen. In leerjaar 3 krijgen de leerlingen ook 2 uur per week rekenles (tot het afnamemoment van de landelijke rekentoets). Aan de hand van de resultaten wordt bepaald of de leerlingen nog extra les nodig hebben. In de vorm van bijles in kleine groepen. In leerjaar 4 hebben alle leerlingen die in aanmerking komen voor de herkansing van de landelijke rekentoets een lesuur rekenen in de week tot aan het herexamen. Om rekenen meer betekenis te geven voor leerlingen en ouders gaat rekenen een apart vak worden op het rapport. Het vak rekenen gaat meetellen voor de overgang, net zo zwaar als bijvoorbeeld Engels of Nederlands. Deze regeling sluit aan bij de plannen rond de slaag- zakregeling. Het vak rekenen wordt gegeven door vakbekwame docenten van aan rekenen gerelateerde vakken (zoals wiskunde en economie). Rekenvaardigheid krijgt ook aandacht in de andere vakken. Alle leerlingen halen minimaal een 6,0 voor het rekenexamen (Plannen van de overheid: een leerling is geslaagd voor de landelijke toets als er een 5.0 is behaald en Nederlands voldoende is).
Voor verdere informatie zie het Rekenbeleidsplan in bijlage 3. Differentiatie binnen de klas Belangrijk op het Over-Y College is differentiëren binnen de lessen. Docenten maken n.a.v. de onderwijsbehoeften van de leerling zo nodig aanpassingen in hun lessen, op het gebied van o.a.: Verschillende leerstijlen en werkvormen: o.a. Digibord en de ‘Expertmethode’
Schoolondersteuningsplan 2014-2016/1415 beleidsplannen
Pagina 15 van 77
SCHOOLONDERSTEUNINGSPLAN OVER-Y COLLEGE 2014-2016
Meer of minder dan gemiddelde cognitieve mogelijkheden (verrijkingsstof, bijles enz.) Dyslexie en dyscalculie: de school heeft passende materialen en methodieken voor deze groep leerlingen (D-kaart, tafelkaarten etc.). In het dyslexie-protocol is opgenomen hoe gesignaleerd en gediagnostiseerd wordt en tevens hoe wordt omgegaan met leerlingen met vastgestelde dyslexie. Voor verdere informatie: zie bijlage dyslexieprotocol. Dyscalculie is moeilijk vast te stellen. Hier wordt zoveel mogelijk gezorgd voor tegemoetkomen aan individuele behoeftes. Aandacht voor individuele talenten: De ‘Kangoeroe’( wiskunde) wedstrijd De Sportklas Science projecten Diverse bijlessen (voor het protocol zie bijlage 5).
Pedagogisch klimaat Vanuit haar visie besteedt het Over-Y College ruim aandacht aan het aanleren van zelfstandigheid, sociaal emotionele vaardigheden en maatschappelijke betrokkenheid. Respectvolle omgang met elkaar en het geven en ontvangen van feedback zijn hierbij kernwaarden. Het minimaliseren van pesten, agressie, geweld, seksuele intimidatie, discriminatie in het algemeen en homo-intimidatie zijn op het Over-Y College belangrijke speerpunten. Tijdens de schoolcarrière worden leerlingen zich bewust gemaakt van zichzelf en hun eigen omgeving. Thema’s als ‘Wie ben ik, Waar woon ik, Hoe kies ik en Wat eet ik’ worden uitgebreid en op creatieve wijze aangeboden in de projectweken van het eerste en tweede leerjaar. Aan het einde van het schooljaar wordt een en ander in een breder perspectief geplaatst, bijvoorbeeld door de workshops/ spel “Globaland”. Door in groepsverband met elkaar samen te werken moeten leerlingen in spelvorm proberen hun land zo goed mogelijk te besturen. In het tweede leerjaar worden grotere thema’s als kindsoldaten en honger (Zip your Lip) behandeld. Door het bezoeken van voorstellingen, toneeluitvoeringen en gastlessen e.d. krijgen de leerlingen een breed en daardoor meer genuanceerd beeld van onze samenleving waarin voor ieder individu en ieder talent een plaats is. Vooroordelen over wat leuk, stom, mooi, gek, raar en afwijkend is worden hierdoor weggenomen en tolerantie naar anderen neemt toe. In ieder leerjaar wordt tijdens de mentorlessen aandacht besteed aan ‘(cyber)pesten’, discriminatie in het algemeen en ‘homodiscriminatie’ in het bijzonder. Ook is er voorlichting vanuit de Jellinek betreffende drugs en alcohol. Deze onderwerpen komen nogmaals ter sprake in de lessen LL&B en via voorlichtingsbijeenkomsten van het COC (derde en vierde leerjaar). Alle klassen nemen deel aan de activiteit “Keep it Clean”, dat het hele jaar door loopt. Hiermee wil de school het respect voor de buurt en het milieu vergroten. Onder begeleiding van de mentor gaan leerlingen in de omgeving van de school wekelijks zwerfvuil opruimen. Leerlingen worden zich zo meer bewust van de rommel die zij zelf achterlaten en bewijzen hiermee de directe omgeving van de school een dienst. De buurt waardeert dit initiatief en als blijk hiervan heeft de school in 2013 een onderscheiding ontvangen van de Stadsdeelraad. Om een positief en veilig pedagogisch klimaat te creëren zet de school zich in voor een open aanspreekcultuur waarin medewerkers zich vrij voelen om elkaar aan te spreken. Transparantie is hierin een groot goed voor alle partijen: medewerkers, leerlingen en ouders.
Schoolondersteuningsplan 2014-2016/1415 beleidsplannen
Pagina 16 van 77
SCHOOLONDERSTEUNINGSPLAN OVER-Y COLLEGE 2014-2016
Een herkenbaar klassenmanagement draagt bij tot de veiligheid, het welbevinden en de prestaties van alle betrokkenen bij de school. Als leerlingen en medewerkers dezelfde koers varen bij de omgang met elkaar, is alles helder en is er weinig noodzaak tot strijd om grenzen op te rekken. Dit voor elkaar te krijgen, is geen simpele opgave. Daarom zijn er maandelijks trainingen voor alle medewerkers door P. Teitler. Door zijn trainingen ‘Lessen in orde’ zal duidelijk worden waar we voor willen staan, welke regels we willen koesteren en welke overbodig zijn. 4.1.2
OUDERBETROKKENHEID
Ouders/verzorgers worden door de school gezien als partners in de zorg en als experts t.a.v. hun zoon/dochter. In een zo vroeg mogelijk stadium worden ouders betrokken bij de begeleiding, indien mogelijk. Binnen de eerste lijn (basiszorg) ligt deze taak veelal bij de mentor die de desbetreffende ouders/verzorgers informeert en in gesprek met hen gaat over de hulp- en ondersteuningsbehoefte van hun kind en mogelijke oplossingen. Mogelijk wordt ook de 2de lijn hiervoor ingezet. Indien de hulpverlening zich gaat bevinden in de derde lijn (extern), moeten ouders een toestemmingsformulier voor aanmelding ondertekenen. Waar het de leerprestaties betreft hebben ouders/verzorgers inzage in Magister, dit is een systeem dat de prestaties en het verzuim van de leerling gedurende hun schoolloopbaan volgt. Met een eigen inlogcode kunnen ouders en leerlingen inloggen in Magister om cijfers en absenties te bekijken. Ook plaatsen docenten huiswerk/toetsen in Magister. Binnen de school worden er voor ouders/verzorgers - naast de reguliere informatie- en ouderavonden - specifieke bijeenkomsten georganiseerd. Ouders/verzorgers worden per brief uitgenodigd om deel te nemen en worden geïnformeerd over relevante onderwerpen zoals pesten, pubertijd, etc. Vervolgens gaan ouders en docenten hiermee gezamenlijk aan de slag in workshops. In het schooljaar 2012 – 2013 is hiermee een begin gemaakt en voortgezet in 2013- 2014 (Puberbrein). Voor het schooljaar 2014 – 2015 staan de thema’s pubertijd, pesten/ cyberpesten en sociale media op het programma. Het ontwikkelingsperspectief van een kind is van groot belang voor zowel school maar bovenal voor de ouders Daarom zal er -voordat er een individueel ontwikkelingsplan wordt opgezet voor /met de leerlingen en ouders- eerst worden besproken welke aspecten van belang zijn om toe te voegen aan het Individueel ontwikkelingsplan. Met de leerling worden de gekozen doelen besproken en hoe daaraan gewerkt gaat worden. Op die manier is het voor de leerling duidelijk wat er van hem/haar verwacht wordt. Ouders/verzorgers tekenen het Individueel ontwikkelingsplan na overeenstemming. Belangrijk is om ouders tussentijds op de hoogte te stellen van de vorderingen. Tijdens een evaluatie, kunnen doelen/afspraken eventueel worden herschreven. Ook wordt genoteerd of doelen zijn behaald of niet. Hiervoor tekenen ouders ook. Het Individueel ontwikkelingsplan is terug te lezen in het leerlingvolgsysteem voor docenten.
4.1.3
MEDEZEGGENSCHAP
Locatieraad Het Over-Y College heeft een locatieraad (MR) bestaand uit 3 personeelsleden en 3 ouders. In de toekomst wil de school ook 2 leerlingen hierbij betrekken. Deze raad is een positief kritisch orgaan in de school dat zich bezighoudt met beleidszaken die binnen de school spelen. De raad heeft recht op informatie aangaande beleidsstukken met betrekking tot de organisatie, de financiën en het onderwijs. Deze locatieraad stelt
Schoolondersteuningsplan 2014-2016/1415 beleidsplannen
Pagina 17 van 77
SCHOOLONDERSTEUNINGSPLAN OVER-Y COLLEGE 2014-2016
vragen, houdt de schoolleiding een spiegel voor, raadpleegt de achterban en adviseert de schoolleiding. Op sommige beleidsterreinen heeft de locatieraad instemmingsrecht. Ouderraad Het Over-Y College heeft een ouderraad waar ouders gevraagd en ongevraagd meedenken met de school. Dit team bestaat uit 8 betrokken ouders (ieder leerjaar heeft 2 ouders). Dit team is onder voorzitterschap van de adjunct-directeur. Ouders hebben een actieve rol in de school. Zo stellen ouders zich op bij het surveilleren van toets weken, het technisch lezen met leerlingen en het begeleiden van schoolse en buitenschoolse activiteiten. Leerlingenraad Met ingang van september 2014 heeft het Over-Y College een leerlingenraad. Uit elk leerjaar zijn minimaal twee leerlingen afgevaardigd. In de leerlingenraad worden schoolbrede thema’s besproken. De leerlingenraad is een belangrijk klankbord voor de medewerkers en de schoolleiding. Ook wordt de leerlingenraad betrokken bij de organisatie van evenementen. Een voorbeeld van de inmiddels besproken thema’s: buitenlandreizen en andere activiteiten in relatie tot armoede onder de leerlingen. Wat biedt de school aan? Wat mag het kosten? Ook de exploitatie van de kantine: moet het Over-Y College een gezond aanbod bieden of mag er ook snoep/snack verkocht worden? Thema’s komen zowel uit de leerlingen zelf als uit de schoolleiding. De leerlingenraad komt minimaal vier keer per jaar bijeen. 4.1.4
VEILIGHEID
Het Over-Y College wil een school zijn waar medewerkers en leerlingen veilig zijn en zich veilig voelen. Een school waar leerlingen en medewerkers op elkaar kunnen rekenen en terugvallen als de veiligheid of het veilig voelen in het geding is. Het Over-Y College zet zich om dit bereiken in op:
het minimaliseren van pesten, agressie, geweld, seksuele intimidatie, discriminatie in het algemeen en homo-intimidatie in het bijzonder het bevorderen van de zelfstandigheid- en zelfredzaamheid van onze leerlingen een duidelijk omschreven sanctiebeleid thematische scholing van medewerkers, ouders/ verzorgers het bevorderen van de samenwerking tussen medewerkers, ouders/ verzorgers en de directe omgeving van de school, buurt en buurtbewoners.
Niet alleen sociale veiligheid heeft aandacht op onze school. Ook de leeromgeving moet veilig en gezond zijn. Jaarlijks voert de school een ‘RI&E’ uit. Dit is een risico-inventarisatie op een heel breed vlak: luchtkwaliteit, opslag van gevaarlijke stoffen, brandveiligheid, verlichting, gebruik van computers en nog veel meer. In 2014 gaf de externe toetsings-expert aan dat het Over-Y College zich voortvarend inzet voor een veilige en gezonde school. De school beschikt over een actueel schoolveiligheidsplan.
4.1.5
PRIVACY
De wet Bescherming Persoonsgegevens vereist dat men gegevens over personen op een behoorlijke en zorgvuldige wijze en in overeenstemming met de wet verwerkt. De schoolleiding staat hier uiteraard compleet achter en zien deze zorgvuldige gegevensverwerking als een belangrijk doel. Dit stelt de betrokken organisaties en de school in staat om het vertrouwen van de ouders/verzorgers en leerlingen te krijgen en te behouden. Het gaat hierbij echter niet om geheimhouding van persoonsgegevens, maar om
Schoolondersteuningsplan 2014-2016/1415 beleidsplannen
Pagina 18 van 77
SCHOOLONDERSTEUNINGSPLAN OVER-Y COLLEGE 2014-2016
zorgvuldige omgang met de persoonsgegevens waarover men rechtmatig beschikt. Desondanks zal de zorgvuldigheid echter eisen dat bepaalde informatie wel geheim gehouden wordt. Het inzien van vertrouwelijke gegevens is afgeschermd. Een beperkt aantal medewerkers heeft rechten dit in te zien.
4.2 4.2.1
INTERNE ONDERSTEUNING IN DE KLAS VAN SCREENING TOT INTERVENTIE
Bij de screening hebben docenten, onderwijsondersteunend personeel en de verzuimcoördinator een actieve signalerende functie m.b.t. de zorg van en voor leerlingen. Zij geven relevante informatie door aan de mentor. De mentor is het eerste aanspreekpunt m.b.t. de signalering van de zorg voor individuele leerlingen. Signalen kunnen betrekking hebben op sociaal-emotionele, didactische, pedagogische en medische problematiek. Ook kunnen signalen betrekking hebben op pesten en de effecten hiervan op de leerling. De mentor bespreekt relevante signalen in het mentor overleg, 6 keer per jaar. In dit overleg wordt de leerling ingebracht door de mentor, zorgcoördinator/teamleider naar aanleiding van signalen. Hierbij wordt in kaart gebracht wat er al aan de problematiek gedaan is en wordt een hulpvraag opgesteld. Wanneer de signalen aangeven dat zorgactie geboden is, wordt in samenspraak met betrokkenen het zorgtraject van de leerling bepaald en vastgelegd in Magister (logboek of zorgdossier). De ouders en de leerling worden zo veel mogelijk bij de totstandkoming van het zorgtraject betrokken. Doorgaans wordt een oudergesprek ingepland door de mentor. Afhankelijk van de problematiek wordt bij een dergelijk gesprek de leerling, de ouders/verzorgers, de mentor, OKA, zorgcoördinator en teamleider uitgenodigd. Voor het inzien van de Zorgroute binnen het Over-Y College, zie bijlage 10.
4.2.2
LEERLINGENZORG
Voor leerlingen die een LWOO-beschikking hebben, wordt een individueel ontwikkelingsplan opgesteld. Dit plan wordt o.a. door de LWOO/Ambulant begeleider of zorgcoördinator in samenspraak met de leerling en ouders/verzorgers opgesteld binnen de eerste 6 weken van het schooljaar. De mentor brengt de signalen van de leerlingen binnen de eerste 6 weken in kaart. Het is niet zo dat LWOO-leerlingen altijd extra individuele begeleiding nodig hebben. De leerlingen worden wel goed gevolgd door hun schoolcarrière. Voor LWOO-leerlingen zijn geen gelden beschikbaar die gekoppeld zijn aan de individu. Voor het goed volgen van LWOO-leerlingen zijn de klassengroottes beperkt en is er een LWOO-coördinator. Ook worden er bijlessen georganiseerd waar LWOO-leerlingen en andere leerlingen die daar behoefte aan hebben, gebruik van kunnen maken. Een belangrijke bron voor signalen zijn ook de intakegegevens van de leerlingen en de test gegevens. De zorgcoördinator beoordeelt deze signalen en bekijkt de eventuele vervolgstappen. Signalen komen eveneens van ouders en externe instanties, zoals de Raad voor de Kinderbescherming, politie en overige hulpinstellingen. Het ontwikkelingsplan van de leerling kan lopende het jaar aangepast worden. Daarnaast zijn er twee vaste evaluatie momenten, halverwege het schooljaar en aan het einde.
Schoolondersteuningsplan 2014-2016/1415 beleidsplannen
Pagina 19 van 77
SCHOOLONDERSTEUNINGSPLAN OVER-Y COLLEGE 2014-2016
Interventie mogelijkheden:
In augustus 2014 startten de brugklassen met het project: First ID. Het gaat in dit project om het versterken van sociale vaardigheden , kwaliteiten en talent. De docenten spelen hierin een efficiënte rol. Enkele docenten hebben een cursus gevolgd om het team verder begeleiden.
Tijdens de mentorles is er ondersteuning bij de planning en organisatie van het schoolwerk van de leerling. Eind 2014 zal er een stagiair Pedagogiek meelopen met de mentorlessen om hierin extra te ondersteunen en te trainen. Leerlingen met een individueel ontwikkelingsplan worden - indien nodig - hierin extra begeleid.
Op school wordt gewerkt aan het schoolklimaat d.m.v. een scholingstraject o.l.v. Peter Teitler: ‘Lessen in orde’. De start is gemaakt in juli 2014 en de scholing zal minimaal een schooljaar in beslag nemen. Wanneer er een positieve evaluatie volgt in 2015, zal het traject langer doorgaan.
De lessen spelling, begrijpend lezen en rekenen worden op individueel niveau aangeboden. Binnen de reguliere lessen wordt gebruik gemaakt van o.a. digitale, interactieve ondersteuningspakketten (Muiswerk en Start met rekenen). Daarnaast worden steun-/bijlessen aangeboden voor leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben.
Alle leerlingen in het 2de en 3de leerjaar, hebben in de lessentabel een extra uur Nederlands gekregen, met als doel de opgaven en examenteksten van anderen vakken beter te begrijpen en te analyseren. Ook zal er aandacht zijn voor het vergroten van de woordenschat bij onze doelgroep, die regelmatig in taal zwakker is dan gewenst.
Vanuit de signalering kan de behoefte blijken om een leerling dagelijks te monitoren. Dit gebeurt met een gedragsschrift, waarin alle docenten de vorderingen van een leerling voor een periode bijhouden. Dit heeft als doel inzicht in eigen gedrag of voor ouders het gedrag van hun kind.
4.3
TWEEDE LIJN: EXTRA ZORGAANBOD
Het gaat hier om extra zorg aan leerlingen, binnen de school. Deze extra zorg wordt geboden door bijlesdocenten, instructeurs, vrijwilligers en de zorgcoördinator. De begeleiding is bedoeld voor leerlingen, die extra zorg nodig hebben op: sociaal-emotioneel, onderwijsinhoudelijk, pedagogisch en medisch gebied. Het gaat hier om zowel geïndiceerd (LWOO) als niet geïndiceerde zorg.
4.3.1
DOORGELEIDING NAAR 2E LIJN
De procedure om in aanmerking te komen voor de tweedelijns zorg is als volgt: Signalen die duiden op een specifieke zorgbehoefte worden door de docenten/mentoren/teamleider besproken met de zorgcoördinator/OKA. Eventuele ontwikkelingsplannen en afspraken worden gemaakt en besproken met ouders/verzorgers. Dit proces wordt genoteerd in het Magister. Het ontwikkelingsplan wordt altijd opgesteld en geëvalueerd in samenspraak met de leerlingen en ouders/verzorgers. De docenten worden regelmatig geschoold op thema’s als: autisme, ADHD, PDDNOS, zorgroute, (cyber)pesten, mishandeling, radicalisering en examenteksten lezen, etc. Het zorgaanbod bestaat op dit moment uit:
Schoolondersteuningsplan 2014-2016/1415 beleidsplannen
Pagina 20 van 77
SCHOOLONDERSTEUNINGSPLAN OVER-Y COLLEGE 2014-2016
Voor LWOO en reguliere leerlingen is er op school een huiswerkklas. Docenten faciliteren een rustige plek om huiswerk te maken. Deze klas is er voor alle leerjaren.
Specifieke leerbehoeften worden doorgaans in de overdracht vanuit het PO besproken. Over de nodige faciliteiten worden individuele afspraken gemaakt met de leerling, ouders, mentor en zorgcoördinator. Dit wordt opgenomen in het ontwikkelingsplan.
Onderwijs inhoudelijk biedt de school bijlessen. Deze bijlessen zijn bedoeld om extra ondersteuning te bieden, extra oefenwerk te maken en huiswerkstructurering.
Dyslexie-onderzoek (in overleg met en op rekening van de ouders) en -begeleiding. Op basis van de uitslag van het onderzoek wordt de ondersteunings- en faciliteringsbehoefte vastgesteld. De behoeftes en faciliteiten kunnen sterk variëren.
Op sociaal-emotioneel gebied worden faalangstreductie- en SOVA-trainingen aangeboden. Resultaten van de trainingen worden tijdens een afsluitende bijeenkomst met de ouders besproken door de trainers.
Het Over-Y College is plannen aan het onderzoeken om naast de examentraining ook examenangstreductietraining aan te bieden.
4.3.2
STANDAARD PROTOCOLLEN
Zie bijlagen t.a.v.: a. Zorgroute van het Over-Y College (bijlage 10) b. Stappenplan Verzuim (bijlage 6) c. Protocol verwijderen en intern schorsen (bijlage 7) d. Dyslexie protocol (bijlage 8) e. Taalbeleidsplan (bijlage 2) f. Rekenbeleidsplan (bijlage 3) g. Protocol bijlessen (bijlage 5) h. Schoolveiligheidsplan met daarin o.a.: Pestprotocol Protocol kindermishandeling Medisch protocol Schoolregels Crisissituaties in en om de school (rouw, geweld etc.) Alcoholbeleidsplan
4.4
DERDE LIJN: SPECIALISTISCHE ZORG
Een klein deel van de leerlingen komt in aanmerking voor de derdelijns, specialistische zorg. De specialistische hulp (advies, expertise of bovenschoolse inzet) is nodig in school of naast school. 4.4.1
DOORGELEIDING NAAR 3E LIJN
In het Zorg Advies Team (ZAT), komen alle aspecten aan de orde die van belang zijn voor een goede zorgstructuur binnen het Over Y College, zoals o.a.: het doel van een intern zorgteam en een zorg- en adviesteam, de samenstelling en functies, werkprocessen, waarborging van gegevens en kwaliteitskenmerken. Het ZAT komt één keer in de zes weken bijeen. Deelnemers van het ZAT binnen het Over-Y College zijn: schoolarts, OKA, leerplichtambtenaar, teamleider, zorgcoördinator, notulist. Op afroep: schoolverpleegkundige, politie, externe hulp instantie (Altra, Punt P, etc.) en ouders.
Schoolondersteuningsplan 2014-2016/1415 beleidsplannen
Pagina 21 van 77
SCHOOLONDERSTEUNINGSPLAN OVER-Y COLLEGE 2014-2016
Om een leerling te bespreken is toestemming van ouders/verzorgers nodig (mits het hoogst noodzakelijk is om eerst met het team te overleggen). Zonder toestemming kan een leerling besproken worden, zonder de identiteit prijs te geven. De docent/mentor, die de hulpvraag stelt, vult een officieel aanmeldingsformulier in, dat moet worden ondertekend door ouders. (Zie aanmeldingsformulier in bijlage 4) Het ZAT werkt met een agenda die is opgesteld door de notulist. Alle aanmeldingsformulieren met hulpvraag worden door de zorgcoördinator bekeken en doorgestuurd naar de administratie (notulist). Alle betrokkenen krijgen twee weken voor aanvang een digitale agenda ter voorbereiding. Om een duidelijk overzicht en inzicht te krijgen worden de gegevens van de besproken leerlingen op de muur geprojecteerd. De notulist kan via de computer snel en efficiënt bij de logboekgegevens, cijfers en het verzuim. Tijdens het ZAT wordt er genotuleerd en vervolgens wordt die informatie verwekt in een actielijst. Na het ZAT krijgt elke betrokkene een digitaal overzicht van de gemaakte afspraken. Degene die bezig is met het dossier van de leerling, is op dat moment verantwoordelijk voor de procesbewaking. Uiteindelijk zal de zorgcoördinator aansturen op doorgaans vloeiende onderhandelingen en eindresultaten. De zorgcoördinator en de OKA zijn binnen het Over-Y College tevens de vraagbaak op zorggebied voor mentoren, docenten en andere specifieke functionarissen leerlingenzorg. Terugkoppeling van informatie van de derde lijn intern naar de eerste of tweede lijn is de verantwoording van de docent/mentor, teamleider, zorgcoördinator en of begeleider op dat moment. De casemanager is altijd de zorgcoördinator. De derde lijn extern zal verslag legging doen naar de zorgcoördinator, die zorgt dat het intern wordt genoteerd en wordt gewaarborgd. Registratie voor dossieropbouw gaat via Magister (LVS). Tussentijds zijn er interne en externe overlegmomenten betreft de betrokken. Met ouders wordt zorgvuldig overleg gepleegd betreffende het proces. De ontwikkelingsperspectieven worden door de zorgcoördinator geschreven en gewaarborgd.
4.4.2
KETENZORG EN AFSTEMMING; ZORG ADVIES TEAM (ZAT)
Beschrijving van de inzet van ZAT-functionarissen OKA (Ouder- en Kind Adviseur) De ouder- en kind adviseur ondersteunt jongeren, hun ouders en scholen bij vragen over opvoeding en ontwikkeling. Zij versterken de eigen kracht van ouders en jongeren, adviseren over opvoed- en opgroeivragen, kunnen lichte opvoedhulp bieden en -indien nodig- ook specialistische hulp bieden. De ouder- en kind adviseur werkt vindplaatsgericht en is verbonden aan het Over-Y College. De ouder- en kind adviseur werkt in een wijkteam waarin hij of zij ondersteuning heeft van een jeugdpsycholoog en jeugdarts. Hiervandaan is verwijzing mogelijk naar meer specialistische, externe ondersteuning. zoals: Praktijk VIS (GGZ) Punt P (GGZ) Triple P trainers van Spirit Rots en water R & B (Resocialisatie en begeleiding). ALTRA en ALTRA thuishulp JBRA AMK De WAAG (GGZ) IPA (intensief preventieve aanpak) IFA (intensief forensische aanpak) Eigenkracht
Schoolondersteuningsplan 2014-2016/1415 beleidsplannen
Pagina 22 van 77
SCHOOLONDERSTEUNINGSPLAN OVER-Y COLLEGE 2014-2016
Schoolarts- en verpleegkundige Bij het instromen van elke leerling op het Over -Y College is al een gezondheidsdossier aanwezig, afkomstig van het JGZ (Jeugdgezondheidszorg). Informatie uit dit sociaal-medisch dossier valt onder het beroepsgeheim van de schoolarts en de verpleegkundige. Bij de overdracht wordt aangegeven of de leerling extra zorg nodig heeft. Alle leerlingen krijgen in de tweede en de vierde klas een individueel preventief gezondheidsonderzoek (PGO) aangeboden o.l.v. de schoolverpleegkundige. Leerlingen beantwoorden digitaal allerlei vragen over de lichamelijke gesteldheid en over psychosociale aspecten. Na het onderzoek vindt er een evaluatie plaats met de verpleegkundige en de mentor. Mocht blijken dat ouders/verzorgers ergens van op de hoogte moeten worden gesteld, kan er een gesprek plaatsvinden met zowel de mentor als de verpleegkundige (of beide). Bijzondere problemen kunnen ook worden voorgedragen in het ZAT, mits de ouders/verzorgers toestemming geven. Leerplichtambtenaar De leerplichtambtenaar van de school houdt toezicht op de naleving van de leerplichtwet. Soms komen leerlingen regelmatig niet op school vanwege ziekte of ze verzuimen zonder een geldige reden. Ook te laat komen valt onder de definitie verzuim van de leerplichtwet. De leerplichtambtenaar krijgt van de administratie met toestemming van de zorgcoördinator een overzicht van het verzuim van de desbetreffende leerling. Leerlingen krijgen dan in eerste instantie een waarschuwingsbrief. Bij herhaling worden zij opgeroepen voor een gesprek, waarbij ouders/verzorgers aanwezig moeten zijn. Als de leerplichtambtenaar inzicht in de reden van de afwezigheid, zal hij/zij actie ondernemen. In het ergste geval, bij blijvende absentie, zal er een proces-verbaal worden opgemaakt. Behalve een proces-verbaal kan er ook een HALT-straf worden opgelegd door de leerplichtambtenaar. Leerlingen die hun afspraak niet nakomen bij de GGD worden ook doorgestuurd naar de leerplichtambtenaar. De zorgcoördinator wordt -indien nodig- hiervan op de hoogte gesteld. De leerplichtambtenaar houdt ook met regelmaat spreekuur op school en nodigt leerlingen uit die teveel verzuim dreigen te vertonen. De zorgcoördinator De zorgcoördinator adviseert bij het verbeteren van de zorgstructuur en ziet toe op de uitvoering van de zorg zoals die is afgesproken. De zorgcoördinator is verantwoordelijk voor het leerlingvolgsysteem (LVS). Voor iedere leerling bestaat er een zorgdossier waarin alle relevante informatie over het wel en wee van de leerling een plaatsje vindt. De gegevens, de leervorderingen en het verzuim zijn onder gebracht in het automatiseringspakket Magister. De eerste gegevens voor het LVS (leerling volg systeem) betreffen gegevens die de coördinator krijgt van de afleverende (basis)school. Indien gewenst kan al voor de start van leerjaar 1 voor een leerling een handelingsplan worden samengesteld. Voorts wordt het LVS gedurende de schoolloopbaan van de leerling stelselmatig gevuld met relevante gegevens. Rapportvergaderingen, oudergesprekken, rapporten, incidenten, gegevens van de decaan, mentor, teamleiders, vakdocenten en het OOP (onderwijs ondersteunend personeel), zijn voorbeeldbronnen die dienen als basis voor het vullen van het LVS. Voor gesignaleerde problemen worden door de zorgcoördinator/mentoren ontwikkelingsperspectiefplannen geschreven. Deze ontwikkelingsperspectiefplannen hebben een gesloten karakter, d.w.z. er wordt geformuleerd hoe en wanneer het probleem wordt aangepakt, maar bovendien voorziet het ontwikkelingsperspectiefplan erin dat wordt aangegeven hoe wordt geëvalueerd en wordt vastgesteld of en in hoeverre de handeling effect heeft gehad. Is het gewenste effect niet bereikt dan dient er een nieuw ontwikkelingsperspectiefplan te worden gemaakt. De zorgcoördinator heeft zowel oog voor de preventieve als de curatieve zorg binnen de school.
Schoolondersteuningsplan 2014-2016/1415 beleidsplannen
Pagina 23 van 77
SCHOOLONDERSTEUNINGSPLAN OVER-Y COLLEGE 2014-2016
4.4.3 ZORGINSTELLINGEN (ALTRA, SPIRIT, ETC.) EN BOVENSCHOOLSE VOORZIENINGEN Voor elke leerling die bij het Time-out of Rebound-project aangemeld wordt door de school, vult de zorgcoördinator een aanmeldingsformulier in. De zorgcoördinator, mentor en leerjaarcoördinator werken nauw samen om een zo helder mogelijke indicatie te geven van de problematiek van de leerling. Altra College Altra College is een speciale school voor voortgezet onderwijs. Leerlingen die problemen hebben in de omgang met medeleerlingen en/of leraren of kampen met psychiatrische problemen kunnen hier terecht. Deze leerlingen redden het (tijdelijk) niet meer in het gewone voortgezet onderwijs. Door extra zorg te besteden aan de leerling en zijn of haar specifieke problemen, biedt het Altra College deze leerlingen een nieuwe kans gedurende een aantal maanden. Transferium In Noord-Holland is Transferium Jeugdzorg voor leerlingen van 12 tot 18 jaar, die een intensieve behandeling nodig hebben. Deze leerlingen zijn binnen onze school niet meer goed te begeleiden vanwege hun extreme gedrag. Deze leerlingen zijn te verdelen in twee categorieën: 1. Leerlingen die van school verwijderd worden en voor wie schoolwisseling geen oplossing biedt. Hieronder vallen ook leerlingen die op een school voor speciaal onderwijs geplaatst moeten worden, hier nog geen indicatie van hebben, maar niet meer op het VO blijven. 2. Leerlingen die geen school hebben. Leerlingen blijven max. een half jaar op Transferium en keren niet terug naar de school van herkomst. Mits in hele bijzondere gevallen, maar dan komt er een diagnose traject en zullen er op voorhand hele duidelijke afspraken gemaakt worden. STOP (School Time Out Programma) Leerlingen worden naar STOP gestuurd om een escalatie van grensoverschrijdend gedrag tijdig bij te sturen. Dit verblijf zal 13 weken duren en ouders en school zullen actief hierin betrokken worden. De leerling werkt actief aan het onderwijsprogramma o.l.v. intensieve en deskundige begeleiding. Na deze 13 weken wordt de leerling binnen de school weer welkom geheten. Het Over-Y College huurt STOP-plaatsen om zeker te zijn van een plek. School2Care School2Care is een speciale school voor voortgezet onderwijs. Speciaal, omdat een leerling van acht tot acht uur op school verblijft. School2Care is voor jongeren tussen de 12 en 18 jaar die zowel thuis, op school als in de vrije tijd ernstige problemen hebben. Deze leerlingen gaan (haast) niet meer naar school en hebben ook geen betaald werk. Ouders weten niet meer wat te doen. Sommige jongeren hangen veel op straat en komen soms in aanraking met justitie. Het grootste probleem is misschien wel dat ze niet weten wat ze met zichzelf aan moeten. Ze missen perspectief en daar gedragen ze zich naar; veel jongeren veroorzaken overlast. Een coach helpt de leerlingen de draad weer op te pakken. Ze volgen lessen in een kleine klas, totdat ze terug kunnen naar hun oude of een andere school. Tijdens School2Care wordt gewerkt aan de ontwikkeling van talenten. De coach ondersteunt ook de ouders, zodat er thuis meer rust komt. Verder stimuleert School2Care leerlingen in hun vrije tijd positieve bezigheden te vinden, bijvoorbeeld sporten of een bijbaantje.
Schoolondersteuningsplan 2014-2016/1415 beleidsplannen
Pagina 24 van 77
SCHOOLONDERSTEUNINGSPLAN OVER-Y COLLEGE 2014-2016
ROC op Maat Leerlingen die niet in het bezit van een vmbo-diploma zijn, maar wel verder willen in het beroepsonderwijs kunnen terecht bij ROC Op Maat, mits tussen de 16 en de 23 jaar. ROC Op Maat biedt beroepsopleidingen aan op assistentenniveau van het middelbaar beroepsonderwijs (niveau 1) binnen de volgende sectoren:
Zorg & Welzijn Economie & Handel
Techniek Horeca (alleen in West)
Sport & Recreatie (alleen in Zuidoost)
School’s Cool Leerlingen die van PO naar VO gaan, worden geconfronteerd met grote veranderingen, waardoor zij soms het overzicht geheel kwijt raken; plannen en organiseren lukt soms niet meer. School’s Cool beschikt over ‘mentoren’ die brugklassers ondersteunen bij deze stap. Deze aanvraag is minimaal voor een jaar. Deze opvang van leerlingen vindt steeds na schooltijd plaats. Ouders worden ook in het proces betrokken. Huiswerkklas vanuit het Stadsdeel In het najaar van 2014 presenteerde het Stadsdeel Noord van de gemeente Amsterdam een initiatief om een huiswerk- studieklas te starten buiten de school voor leerlingen die niet in staat zijn commerciële hulp in te schakelen. Trajectklas Dit nieuwe initiatief staat nog in de kinderschoenen. De behoefte komt voort uit de lange wachttijden van de buitenschoolse voorzieningen en het wegvallen van 12+. Het Over-Y College wil graag zo snel mogelijk starten met een eigen trajectklas voor verwijderde, intern geschorste en naar elders verwezen leerlingen. Dit schooljaar hebben directie, OKA en verzuim/zorgcoördinator, zich bezig gehouden met het concretiseren en het herindelen van de zorgroute en het aanbod binnen het Over- Y College. Dit geeft o.a. meer structuur zowel aan de eerste, tweede en derde lijn als aan het ZAT team. Hierbij werd feedback gegeven door de procesbegeleider van de Proeftuin, die de route en structuur van het Over-Y College heeft goedgekeurd (zie bijlage 10). 4.4.4
UITSTROOM / DOORSTROOM
Wanneer blijkt (na de benodigde begeleiding) dat het opleidingsniveau niet passend is bij de leerling, wordt de leerling geplaatst op een school met het juiste niveau, meestal vmbo-kbl (soms entree-opleiding). Hiervoor werkt de school nauw samen met collega’s binnen ZAAM. Het Over- Y College werkt nauw samen met het OSL (Onderwijsschakelloket), als het voortijdige uitstroom zonder diploma betreft en een leerling extra zorg behoeft. Dit bovenschoolse loket vanuit het Samenwerkingsverband kijkt met de school mee om de toeleiding van moeilijk plaatsbare jongeren naar specifieke vormen van onderwijs en zorg beter te regelen. In een enkel geval gaat de leerling rechtstreeks naar het Hogelant, een zorgschool van ZAAM. Alle leerlingen die elders worden geplaatst, worden aangemeld via een KP2 formulier (ELKK). Na berichtgeving van de nieuwe locatie wordt de leerling op het Over- Y College uitgeschreven. De leerling zal echter nog 5 jaar in het schoolsysteem zichtbaar blijven voor eventuele controle. De zorgcoördinator en teamleider hebben hierin een centrale rol.
Schoolondersteuningsplan 2014-2016/1415 beleidsplannen
Pagina 25 van 77
SCHOOLONDERSTEUNINGSPLAN OVER-Y COLLEGE 2014-2016
Reguliere doorstroom na het vmbo-diploma Zodra een leerling in het bezit is van een vmbo-tl diploma, zijn er verschillende keuzemogelijkheden voor een vervolg in het onderwijs. Om die keuze goed te kunnen maken, biedt het Over-Y College een loopbaanoriëntatietraject aan. Het Over-Y College bereidt de keuze al voor vanaf de onderbouw tijdens projectweken. In het derde en vierde leerjaar volgen de leerlingen het vak LL&B waarin veel aandacht is voor de toekomstige loopbaan van leerlingen. Ook lopen de leerlingen stage en bezoeken zij open dagen, beurzen en workshops bij de ROC’s. De organisatie JINC geeft sollicitatietrainingen en regelt individuele coachings-gesprekken met werknemers uit het bedrijfsleven. Reguliere doorstroom tussentijds en na het vmbo-diploma Leerlingen die in het 1ste jaar van het Over- Y College in de havo-kansklas zitten, maken kans om door te stromen naar de havo. Deze leerlingen volgen onderwijs op havoniveau. Het Over-Y College heeft een samenwerkingsovereenkomst met Damstede in Amsterdam-Noord en ook wordt er voor leerlingen uit Oostzaan nauw samengewerkt met het Pascal College in Zaandam. Er wordt afgestemd met de teamleider onderbouw wanneer de leerlingen een rondleiding en gesprek krijgen om alvast kennis te maken met de havo. De school die havo aanbiedt, bepaalt de toelating. Leerlingen die na het behalen van hun diploma willen doorstromen naar de havo, kunnen dat in veel gevallen doen. De cijferlijst en de op het Over-Y College getoonde inzet en gedrag zijn hiervoor bepalend. Per havo verschillen bovendien de toelatingseisen. Om deze doorstroom te laten slagen is de decaan hier nauw bij betrokken, onder andere om een passend profiel en vakkenpakket te kiezen. Overgang VO-MBO De aansluiting tussen VO en MBO vereist een specifiekere aanpak. De decaan van het Over- Y College gaat in gesprek met de leerlingen en de ouders /verzorgers. De decaan adviseert ten aanzien van het onderwijsniveau, vakkenpakket, de sector en een vervolgopleiding. De decaan verzorgt in overleg met de mentor/ de LL&B docenten voorlichtingslessen, ouderavonden en spreekt indien nodig met leerlingen op belangrijke keuzemomenten. Daarbij houdt de decaan leerlingen en ouders op de hoogte van open dagen en voorlichtingsbijeenkomsten van vervolgopleidingen. De decaan kan ook leerlingen die tussentijds uitvallen naar een mbo doorverwijzen. Dit geldt bijvoorbeeld voor leerlingen bij wie aan het einde van het schooljaar blijkt dat zij de opleiding op het Over-Y College niet kunnen afmaken, maar niet geschikt zijn of de juiste leeftijd hebben voor vmbokbl. Een voorbeeld hiervan is de Entree opleiding. Deze opleiding op maat biedt de mogelijkheid om zo snel mogelijk naar mbo-niveau 2 te kunnen. Overgang VO-VAVO-onderwijs Het Over-Y College besluit in enkele gevallen een leerling te detacheren naar het VAVOonderwijs (onderwijs voor volwassenen). Dat besluit wordt genomen na overleg met alle betrokkenen. De betrokkenen zijn in die situatie van mening dat een doublure in het examenjaar onwenselijk is. De leerling is niet geslaagd voor vmbo-tl en is 16 jaar of ouder. Deze detachering kan in het kader van de Rutte-regeling. Het Over-Y College werkt samen met het NOVA-College. Deze keuze wordt slechts in uitzonderlijke situaties gemaakt. Gebruikelijk is het om het examenjaar nog een keer over te doen. Toelatingseisen vmbo-tl tot VAVO Minimale leeftijd 18 jaar (16 en 17-jarigen alleen via de Wet Rutte) Een overgangsbewijs naar vmbo-tl 4
Schoolondersteuningsplan 2014-2016/1415 beleidsplannen
Pagina 26 van 77
SCHOOLONDERSTEUNINGSPLAN OVER-Y COLLEGE 2014-2016
HOOFDSTUK 5
BETROKKEN FUNCTIONARISSEN
5.1 FUNCTIONARISSEN IN DE ZORGSTRUCTUUR
Eerste lijn: Het gaat hier om een aanbod voor alle leerlingen, die door iedere medewerker gegeven kan worden. Docenten en mentoren Teamleider onderbouw: mw. N. Breugem Teamleider bovenbouw: dhr. P. Niesten Tweede lijn: Het gaat hier om extra zorg aan leerlingen, binnen de school. Dit wordt begeleid door deskundigen binnen de school. Zorgcoördinator: mw. F. Veerman LWOO-coördinator: mw. M. van der Voorde-Beke RT-docent: mw. A. Mandersloot Faalangstreductietrainers: mw. A. Mandersloot, mw. E. Bloemberg SOVA-trainers: mw. A. Mandersloot, dhr. R. Struijs Coördinator huiswerkklas: dhr. S. el Messaoudi Coördinator bijlessen: mw. M. van der Voorde-Beke Coördinator trajectklas: (nog te benoemen) Schoolveiligheidscoördinator: mw. C. Gaykema Derde lijn: Aanbod voor een klein deel van de leerlingen. Wanneer de extra begeleiding niet het gewenste resultaat oplevert wordt besloten tot nader extern advies. Specialistische hulp (advies, expertise of bovenschoolse inzet) is nodig in school/naast school. Zorgcoördinator: mw. F. Veerman Schoolarts: mw. W. Tjoa Leerplichtambtenaar: mw. M. Wiedemeijer Buurtregisseur: dhr. D. Zijlstra Ouder- en kind adviseur: mw. A. Frijmarsum Ambulant begeleider: mw. N. van der Zande
5.2
BESCHRIJVING TAKEN EN COMPETENTIES VAN DE VERSCHILLENDE MEDEWERKERS MET ZORGTAKEN
Taken
mentor: Maakt deel uit van onderbouw- of bovenbouwteam Werkt mee aan een gezamenlijke teamontwikkeling Is verbonden aan een (mentor)klas Verzorgt aan de (mentor)klas onderwijs (vak- en mentorlessen) en begeleiding Monitort tweewekelijks de resultaten, verwijderingen en het verzuim van de leerlingen, spreekt leerlingen aan op opmerkelijk gedrag en bovenmatig verzuim (vanaf 3x te laatkomen, elk spijbelmoment, opvallend ziekteverzuim) Houdt het leerlingdossier/logboek over de leerling nauwgezet en met regelmaat bij Onderhoudt minimaal eens per 6 weken schriftelijk en - indien wenselijk – mondeling contact met de ouders/verzorgers over de resultaten en het welzijn van alle mentorleerlingen Indien bij deze bij de leerling betrokken is, onderhoudt de mentor contact met instanties Onderhoudt contact met interne specialisten als zorgcoördinator, RT-er, cursusleider SOVA, bijlesdocent en decaan Neemt verantwoordelijkheid voor het welzijn van de leerlingen, voert hierover zowel klassikaal als individuele gesprekken
Schoolondersteuningsplan 2014-2016/1415 beleidsplannen
Pagina 27 van 77
SCHOOLONDERSTEUNINGSPLAN OVER-Y COLLEGE 2014-2016
Is het eerste aanspreekpunt voor interne en externe contacten aangaande prestaties en welzijn van de leerlingen uit de mentorklas Bereid het mentoroverleg en de rapportvergadering voor (resultaten, gedrag, verzuim en welzijn) Neemt deel aan vergaderingen aangaande de mentorklas en leerjaar of team Neemt deel aan onderwijsactiviteiten van de mentorklas, binnen- en buitenschools
Taken teamleider Is mede verantwoordelijk voor de coördinatie van de uitvoering van de leer lingenzorg in onder/bovenbouw. Neemt deel aan het ZAT overleg en brengt relevante leerlingenzaken in. Neemt deel aan het MT overleg. Coördineert de uitvoering van de ontwikkelingsperspectiefplannen voor de onder zijn/haar verantwoordelijkheid vallende leerjaren; Taken coördinator faalangstreductietraining Het coördineren van de selectie van leerlingen voor de training Het verzorgen van mondelinge en schriftelijke informatie aan ouders over de training (van tevoren en na afloop) Het ontwikkelen en evalueren van een faalangstreductie-trainingsplan en programma Het voorbereiden en organiseren van de faalangstreductie-training Het verzorgen van de faalangstreductie-training, minimaal 10 sessies per groep De verslaglegging naar mentoren en teamleider over het proces De schriftelijke verslaglegging in Magister De persoonlijke professionalisering Taken coördinator SOVA training Het coördineren van de selectie van leerlingen voor de training Het verzorgen van mondelinge en schriftelijke informatie aan ouders over de training (van tevoren en na afloop) Het ontwikkelen en evalueren van een SOVA-trainingsplan en -programma Het voorbereiden en organiseren van de SOVA-training Het verzorgen van de SOVA-training, minimaal 10 sessies per groep De verslaglegging naar mentoren en teamleider over het proces De schriftelijke verslaglegging in Magister De persoonlijke professionalisering Taken coördinator taalbeleid Stelt samen met collega-taalcoördinator het taalbeleid en –programma op voor leerjaar 1 t/m 4 Voert samen met docenten plannen m.b.t. het taalbeleid uit in onder- en bovenbouw Bewaakt de doorlopende leerlijn Evalueert het taalonderwijs (vakinhoudelijk en didactisch) aan het eind van het schooljaar en maakt een verbeterplan waar nodig Draagt zorg voor een procedure/programma naar het rekenexamen dat recht doet aan elke leerling Taken coördinator rekenbeleid Stelt samen met collega-rekencoördinator en docenten rekenen het rekenbeleid en – programma op voor leerjaar 1 t/m 3 Coördineert de vakgroep rekenen Organiseert vakgroep vergaderingen Bewaakt de doorlopende leerlijn Draagt zorg voor de boekenlijst van de vakgroep (maart)
Schoolondersteuningsplan 2014-2016/1415 beleidsplannen
Pagina 28 van 77
SCHOOLONDERSTEUNINGSPLAN OVER-Y COLLEGE 2014-2016
Evalueert het rekenonderwijs (vakinhoudelijk en didactisch) aan het eind van het schooljaar en maakt een verbeterplan waar nodig Evalueert de resultaten van het rekenexamen en maakt waar nodig een verbeterplan Zorgt voor diagnostische en evaluatieve toetsen voor alle leerjaren Zorgt voor eenduidige toetsing, normering en beoordeling Draagt zorg voor een procedure/programma naar het rekenexamen dat recht doet aan elke leerling
Taken
vertrouwensdocent Draagt zorg voor de eerste opvang van een leerling of personeelslid Begeleidt indien nodig personeelslid naar de externe vertrouwenspersonen Begeleidt leerling zo nodig naar de in- of externe zorgspecialisten of schoolleiding Geeft voorlichting over de klachtenprocedure aan personeel, ouders en leerlingen Evalueert jaarlijks de stand van zaken (schriftelijk)
Taken
dyslectie en remedial teacher begeleiding signaleren, diagnosticeren, didactisch onderzoeken het opstellen van een behandelingsplan het evalueren van de behandelde onderdelen.
Deze specifieke taken hebben betrekking op het werken met kinderen die speciale aandacht nodig hebben op het gebied van leer- en/of gedragsproblemen in het onderwijsleerproces (m.n. technisch en begrijpend lezen, spellen, woordenschat, rekenen en sociaal-emotionele problemen). De begeleiding bestaat o.a. uit: plannen, organiseren en huiswerk maken. voorbereiden van proefwerk gebruik maken van hulpmiddelen (woordenboek, computer). Leerlingen met dyslexie hebben een eigen “dyslexie kaart” met daarop de maatregelen en dispensaties die voor hun van toepassing zijn. Volgens het protocol dyslexie mogen spelling en zwakke formulering op geen enkele wijze de beoordeling van een toets beïnvloeden.
Taken decaan De decaan onderhoudt contacten met het vervolgonderwijs, zorgt voor de begeleiding van het studie- en beroepskeuzetraject. Begeleidt leerlingen in de keuze van de doorstroom onder verantwoordelijkheid van de teamleider. Externen binnen het Over-Y College: Taken OKA (Ouderkind adviseur) Biedt ondersteuning en advies voor leerlingen, ouders en docenten. Biedt lange en korte zorgtrajecten aan leerlingen met een hulpvraag. Voert gesprekken met leerlingen en ouders en legt indien nodig huisbezoeken af. Zorgoverleg met de zorgcoördinator. Neemt deel aan het ZAT overleg. Noteert alle werkzaamheden in Magister. Ondersteunt bij indicatie-aanmeldingen. Taken Schoolarts Adviseert de school en de ouders t.a.v. lichamelijke en geestelijke gezondheids aspecten van de (zorg)leerlingen.
Schoolondersteuningsplan 2014-2016/1415 beleidsplannen
Pagina 29 van 77
SCHOOLONDERSTEUNINGSPLAN OVER-Y COLLEGE 2014-2016
Roept wanneer nodig (zorg)leerlingen op voor het spreekuur, gericht op het verbeteren van hun welzijn. Neemt deel aan het ZAT overleg.
Taken
leerplichtambtenaar Voert de leerplichtwet uit en gaat na of de school hierin voldoende een eigen Verantwoordelijkheid neemt. Roept leerlingen op wanneer het absentiegedrag daartoe aanleiding geeft. Treedt handelend naar leerlingen en/of hun ouders op ter handhaving van de Leerplichtwet. Voert steekproefsgewijs controles op onwettig verzuim en te laat komen van leerlingen. Neemt deel uit van het ZAT Werkt nauw samen met de verzuimcoördinator, teamleiders en de zorgcoördinator.
Schoolondersteuningsplan 2014-2016/1415 beleidsplannen
Pagina 30 van 77
SCHOOLONDERSTEUNINGSPLAN OVER-Y COLLEGE 2014-2016
HOOFDSTUK 6 KWALITEIT 6.1 COMPETENTIEVERSTERKING De ondersteuningsbehoefte van docenten Didactisch. De voornaamste ondersteuningsbehoeftes van docenten liggen op de volgende vlakken: ICT-ondersteuning om ICT ook actief in te kunnen zetten in de lessen en te gebruiken als middel voor differentiatie binnen de groep. Het vaardigheidsniveau wisselt sterk per docent. Het doel is dat iedereen gebruik kan maken van het smart-board als didactisch instrument en niet slechts als beelddrager. Sinds 2012 zijn er jaarlijks meerdere workshops voor zowel nieuwe als zittende docenten. Naast de ‘papieren’ lesmethodes wordt in de lessen steeds meer gewerkt met digitale lesomgevingen waarbij leerlingen interactief en op eigen niveau c.q. tempo kunnen werken aan de leerstof. Vakdocenten volgen nascholingen op het gebied van vakdidactiek of het optimaal inzetten van hun (nieuwe) lesmethode. Om de kwaliteit van de lessen te optimaliseren zijn er tweemaandelijks sessies intervisie aan de hand van casussen. Nieuwe docenten hebben aparte intervisiesessies met elkaar en een docentenbegeleider. Ook zijn er vaksectievergaderingen waar de didactiek ter sprake komt. Jaarlijks bezoeken docenten lessen bij collega’s. Ook maakt het lesbezoek door een leidinggevende deel uit van de gesprekscyclus. In beide gevallen geeft de docent aan waar extra op gelet moet worden en vraagt hij/zij feedback. Bij nieuwe docenten zijn meerdere lesbezoeken door de teamleiders en begeleiders nieuwe docenten. Zij worden gesteund in de didactische aanpak van de les en de leerstijlen van de leerling populatie. De taalcoördinatoren leveren lesmaterialen aan en methodieken om in alle lessen taalbevordering te bewerkstelligen. In leerjaar 2013-2014 lag de nadruk op het vergroten van de woordenschat door bij meerdere vakken ‘woorden van de week’ aan te bieden met lestips. In leerjaar 2014-2015 wordt gewerkt met ‘een boek in je tas’ ook ter vergroting van de woordenschat en leestempo. Ook worden er weer schooltaalwoorden aangeboden. Het taalbeleid zal door een werkgroep ‘taal’ steeds meer body krijgen in de school. Pedagogisch. Zoals eerder in het rapport genoemd, is er breed de behoefte geuit aan ‘de regie terug bij de docent’. Daarom wordt sinds juli 2014 teambreed aan het onderwijzend personeel de cursus ‘Lessen in orde’ van Peter Teitler aangeboden. Ook het ondersteunend personeel krijgt een cursus van hem om dezelfde aanpak te hanteren in het gebouw, maar buiten de lessen. Deze cursus zal enkele jaren in beslag nemen. Tussen de jaarlijks acht workshops door is er de stuurgroep die een klankbord is zowel voor het personeel als voor de cursusleider. Ook doen zij lesbezoeken om feedback te geven op de implementatie van de aangeleerde technieken in de klas. De leerling populatie vraagt erg veel van de flexibiliteit en pedagogische kwaliteiten van de docenten. Een flink aantal nieuwe docenten lukt het werken met deze jongeren niet. Docenten hebben dan ook behoefte aan coaching op dit vlak, om uitval te voorkomen en de werkdruk aan te kunnen. Tweemaal per jaar is er een ‘workshop carrousel’ op school waar interne en externe specialisten een cursus geven. Thematieken worden behandeld naar aanleiding van vragen die in de school leven. Thema’s die bijvoorbeeld gekozen en reeds aangeboden zijn en worden: (cyber)pesten, ADHD, autisme, kindermishandeling, radicalisering onder jongeren, etc. (zie bijlage 9)
Schoolondersteuningsplan 2014-2016/1415 beleidsplannen
Pagina 31 van 77
SCHOOLONDERSTEUNINGSPLAN OVER-Y COLLEGE 2014-2016
Op pedagogisch gebied zijn er wensen geuit om planmatig om te gaan met leerlingen die verwijderd worden uit de lessen wegens wangedrag. Hier is een protocol voor opgesteld dat wordt uitgevoerd door docenten, mentoren en teamleiders. Daarbuiten zal een trajectklas starten waar leerlingen gedurende een beperkte periode worden opgevangen, lessen en trainingen krijgen en gesprekken voeren om verbetering in het gedrag en de resultaten te bewerkstellingen bij de leerling. Vooral levert het de klas ook rust op en een mogelijkheid tot herschikking. De docent wordt door de interne verplaatsing van de leerling ondersteund in het klassenmanagement. Op school spelen de diverse specialisten als de OKA, zorgcoördinator, ambulant begeleider, buurtregisseur en leerplichtambtenaar regelmatig een rol bij de ondersteuning van de docenten op pedagogisch gebied. Hetzij om sancties op te leggen, trainingen te geven of gesprekken te voeren. Nieuwe docenten (en zittende docenten op eigen verzoek) worden begeleid of gecoacht door twee docentenbegeleiders die hiervoor opgeleid worden in de periode 2014-2016 bij het CNA te Amsterdam. De opleiding die zij volgen: Coaching in het onderwijs, geregistreerd posthbo. De Inspecteur van onderwijs beoordeelde op zowel didactisch als pedagogisch gebied de docenten van het Over-Y College als verrassend en bovengemiddeld vakbekwaam.
6.2
FUNCTIONERINGSGESPREKKEN
Jaarlijks vinden er bij alle medewerkers gesprekken plaats in het kader van de wet BIO. In 2014-2015 zal dit gesprek een functioneringsgesprek betreffen; in 2015-2016 zal het een beoordelingsgesprek zijn bij die medewerkers die al in 2014-2015 werkzaam waren bij het Over-Y College. Ter voorbereiding van deze gesprekken uit de gesprekscyclus maken de medewerkers een keus uit een drietal evaluatie-instrumenten: een leerlingenenquête (VO-spiegel), een 360◦feedback of een lesobservatie aan de hand van de Kijkwijzer. Ook een leidinggevende brengt een lesbezoek. Het functioneringsgesprek wordt gevoerd aan de hand van een gestructureerd formulier. In het gesprek komen aan de orde: eerder gemaakte afspraken, de zeven docentcompetenties (docentenrollen), mobiliteitswensen of wensen op het gebied van een carrière binnen de school, professionalisering (verantwoorden van de bestede uren en wensen), relatie met collega’s en leidinggevenden en de bijdrage die een medewerker kan leveren aan de schoolbreed afgesproken A-3 (schooljaarplan). Er wordt niet gewerkt met een POP, maar er worden wel afspraken gemaakt.
6.3 6.3.1
EVALUATIE VAN BELEID EN VERBETERPLANNEN JAARLIJKSE EVALUATIE
Het schoolbeleid wordt jaarlijks geëvalueerd door de schoolleiding met de betrokken verantwoordelijke medewerkers. Hiervoor is een kwaliteitsborgingsagenda opgesteld. De directeur legt driemaandelijks verantwoording af over het gevoerde beleid en de uitvoering bij het College van Bestuur van ZAAM. De afdeling leerplicht van de gemeente Amsterdam voert jaarlijks een inspectie uit op verzuim en voortijdig schoolverlaten. De Inspecteur van onderwijs is in mei 2014 op school geweest en heeft een uitgebreid
Schoolondersteuningsplan 2014-2016/1415 beleidsplannen
Pagina 32 van 77
SCHOOLONDERSTEUNINGSPLAN OVER-Y COLLEGE 2014-2016
inspectiebezoek afgelegd. Tijdens dit bezoek is er gesproken met zorgprofessionals, docenten, leerlingen en schoolleiding. Er werd getoetst of de beleidsplannen en protocollen overeenkwamen met de ervaringen uit de praktijk. Ook werden alle rendementscijfers beoordeeld. De school kreeg het basisarrangement en complimenten. In april 2014 is de Risicoanalyse (RI&E) extern getoetst. In najaar 2013 zijn alle risicogebieden in kaart gebracht en is er een verbeterplan opgesteld. In de RI&E komen zaken aan de orde rond fysieke en sociale veiligheid, staat van onderhoud van het gebouw en arbo-gerelateerde zaken. Bij de toetsing kreeg de school als conclusie dat er voortvarend gewerkt werd aan deze aspecten. In december 2014 heeft het Over-Y College op vrijwillige basis een heraudit laten uitvoeren door het NJI, ingehuurd door de gemeente Amsterdam. De thematiek was de zorg op school en sociale veiligheid. De experts van het NJI hebben gesproken met de schoolleiding, de zorgcoördinator en ouder- en kind adviseur en met docenten. Ook hebben zij alle beleidsdocumenten bestudeerd aangaande verzuim, zorg en sociale veiligheid. De conclusie was zeer positief. De uitvoerenden van de beleidsplannen en de makers ervan interpreteren de plannen op dezelfde manier en kennen de zorgroutes binnen de school. De school wordt als veilig ervaren en de zorg als goed gestructureerd. Het leerlingvolgsysteem Magister wordt goed ingezet voor het volgen van de leerlingen, met name op het gebied van zorg. Zowel de Inspecteur van onderwijs als de experts van het NJI zagen dat er in de laatste jaren veel verbeteringen waren doorgevoerd, vooral ook werd geconstateerd dat veel nu schriftelijk is vastgelegd. Als aandachtspunt gaven zij ook beide aan dat nu de borging van de kwaliteit op de agenda moest staan. Dit wordt door de schoolleiding herkend en er is een begin mee gemaakt door de kwaliteitsborgingsagenda. De experts van het NJI vroegen naar de incidentenregistratie. Zij adviseren dit anders in te richten om een jaarlijkse monitoring te kunnen doen. Nu is alles slechts te vinden op leerling niveau. Een goed systeem hiervoor zal in de eerste helft van 2015 worden opgezet. Leerling kenmerken en rendementsgegevens kunnen sinds 2014 geanalyseerd worden vanuit het managementinformatiesysteem Qlikview. Examenresultaten in vergelijking met de landelijke scores worden geanalyseerd en ieder najaar met de vakgroepen besproken aan de hand van de WOLF-rapportages. Naar aanleiding van deze gesprekken met de directie worden verbeterplannen opgesteld. De analyse van de doublures en afstroom hebben er toe geleid dat er bijlessen en huiswerkklassen zijn gestart in 2013-2014. Er zijn nog geen gegevens bekend over de rendementen van deze ingrepen. Deze analyse zal plaatsvinden in juni 2015. In 2014-2015 gaat een trajectklas van start die de afstroom en doublures verder kunnen verminderen. Vanuit een behoefte van de docenten is er in 2014 gestart met leerling- en klassenbesprekingen (buiten de rapportvergaderingen). Voor individuele leerlingen worden handelingsplannen en ontwikkelingsperspectieven opgesteld. Jaarlijks tot 2015 waren er circa vier leerlingen die extern in STOP-klassen en het Transferium hun opleiding (tijdelijk) vervolgden. Dit aantal extern geplaatsten is redelijk stabiel, maar zal naar verwachting na de start van een eigen trajectklas verminderen. Het functioneren van het ZAT wordt jaarlijks in juni geëvalueerd. Opmerkelijke verbeterpunten waren in juni 2014 gericht op de aanlevering van de leerlingen voor de bespreking. Er miste soms een concrete hulpvraag. NU wordt er gewerkt met een standaardformulier waardoor de bespreking meer gestructureerd plaatsvindt en de ondersteuningsbehoefte helder is. Sinds 2014-2015 zijn er een teamleider onderbouw en een
Schoolondersteuningsplan 2014-2016/1415 beleidsplannen
Pagina 33 van 77
SCHOOLONDERSTEUNINGSPLAN OVER-Y COLLEGE 2014-2016
teamleider bovenbouw aanwezig bij de bespreking van hun leerlingen. Voorheen was dat niet het geval. 6.3.2
KWALITEIT INTERN BEOORDEELD
Jaarlijks in februari – april vinden er tevredenheidsonderzoeken plaats voor leerlingen, ouders en docenten. De laatste jaren wordt er steeds stabiel rond een 7 gescoord. Vanwege een lager uitvallende score op de vraag of leerlingen betrokken zijn bij ontwikkelingen binnen de school, is er in 2014-2015 een leerlingenraad gestart. Interne audits vanuit ZAAM vinden plaats wanneer er specifieke hulpvragen zijn of wanneer de Inspectie niet tevreden is over bepaalde indicatoren. Bij het Over-Y College zijn deze audits niet geweest en ze staan niet op de planning op korte termijn. In voorjaar 2014 is er een ontruimingsoefening gedaan waarbij een observant vanuit ZAAM aanwezig was om te wijzen op verbeterpunten. Deze punten zijn verwerkt in een verbeterplan. Najaar 2014 en daarna twee keer per jaar zullen er ontruimingsoefeningen plaatsvinden. 6.3.3
KWALITEIT EXTERN BEOORDEELD
In eerdere paragrafen van dit schoolondersteuningsplan zijn de externe inspecties/audits aan de orde geweest. Verticale verantwoording vindt plaats aan het College van Bestuur, aan de Inspecteur van Onderwijs en aan leerplicht. Horizontale verantwoording is sinds het voorjaar van 2014 georganiseerd door de installatie van een Adviesraad voor de scholen van ZAAM uit Amsterdam Noord. Zitting in deze raad hebben vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties en het bedrijfsleven. Deze raad komt driemaal per jaar bijeen. Thema’s die zowel in als buiten de school spelen en waar alle partijen mee te maken hebben, worden besproken. De toenemende armoede in Amsterdam Noord en de vermindering van extra gelden vanuit de overheid voor mensen in financiële nood was een eerste onderwerp van gesprek. Hierover wordt een ethische discussie gevoerd en de scholen worden kritisch bevraagd.
6.4
GEWENSTE RESULTATEN
De kwaliteit van de ondersteuning aan leerlingen met een beperking waarvan in het profiel is aangegeven dat zij op het Over-Y College kunnen worden opgevangen, kan verder verbeterd worden. Er is geen mogelijkheid om binnen de kaders van regulier onderwijs aan een leerlingaantal van 620 leerlingen in 24 groepen de opvangcapaciteit van (complexe) problematiek uit te breiden. De verwachting is dat de leerling populatie nog tot 2020 met 19% zal groeien. Het gebouw is hiervoor niet geschikt. Ook indien er meer leerlingen met beperkingen geplaatst zouden worden, kan dat slechts als er ruimte is om de groepsomvang te beperken. Gezien de demografische ontwikkelingen is deze mogelijkheid er niet. De school zet daarom in op het goed opvangen van leerlingen met beperkingen die in een grote reguliere groep kunnen functioneren. 6.4.3
BENODIGDHEDEN (MIDDELEN EN GELDEN)
De voornaamste behoefte die het Over-Y College heeft, is het beschikken over voldoende middelen om medewerkers optimaal en structureel te scholen op het gebied van pedagogiek en problematiek bij leerlingen. Van groot belang is het om de docentenbegeleiders extra te faciliteren om de medewerkers te kunnen coachen. Ook zijn er extra middelen noodzakelijk voor de instandhouding van een goed functionerende trajectklas, inclusief de vaklessen, extra
Schoolondersteuningsplan 2014-2016/1415 beleidsplannen
Pagina 34 van 77
SCHOOLONDERSTEUNINGSPLAN OVER-Y COLLEGE 2014-2016
trainingen en gesprekken voor de leerlingen in die klas. Het aantal uren voor de zorgcoördinator moet kunnen worden uitgebreid, zeker nu de ouder- en kind adviseur en de ambulant medewerker beperkter inzetbaar zijn. De school heeft middelen nodig om aanpassingen te doen aan het gebouw om tegemoet te komen aan de ondersteuningsbehoefte van de leerlingen. Er moeten extra spreekkamers komen, ICT-aansluitingen en apparatuur die gedifferentieerd onderwijs op tempo en niveau mogelijk maken. 6.4.4
SCHOLINGSPLAN
Zie bijlage 9: scholingsplan Over-Y College
Schoolondersteuningsplan 2014-2016/1415 beleidsplannen
Pagina 35 van 77
SCHOOLONDERSTEUNINGSPLAN OVER-Y COLLEGE 2014-2016
BIJLAGE 1 BASISONDERSTEUNINGSPROFIEL 2014
Aspecten
In
Aanwe zig
ontwikkeli ng Dialoog over speciale onderwijsbehoeften a De school brengt onderwijsbehoeften in kaart door informatie bij aanmelding en overdrachtsgegevens, warme overdracht en gesprek ouders b Iedere medewerker reageert op signalen door zelf actie te ondernemen of door signalen door te spelen c Gegevens leerlingvolgsysteem: . Mentoren/zorgcoördinator voeren leerlinggegevens structureel in Magister in . Gegevens betreft basisvaardigheden, referentieniveaus en sociaalemotionele ontwikkeling . Mentoren kunnen deze gegevens analyseren
x
x
x x
x d
Minimaal 4 x per jaar bespreking van analyse van alle leerlingen, opbrengst onderwijsbehoeften per leerling en plan van aanpak op basis van een analyse van het lvs e De school stelt informatie over onderwijsbehoeften beschikbaar voor professionals f Mentor stelt informatie over onderwijsbehoeften beschikbaar in school g Voor speciale onderwijsbehoeften diagnostisch expertise inschakelen Veilig schoolklimaat door aanwezigheid/toepassing van: a Verzuimprotocol b Pestprotocol c Vertrouwenspersoon (vertrouwensdocent) d Convenant veilige en leefbare school e Meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld f Er zijn gemeenschappelijke afspraken/gedragscodes, waarin meegenomen wettelijke voorschriften. Differentiatie a Extra ondersteuning wordt vastgelegd in het individuele ontwikkelingsperspectief b Docenten maken zo nodig aanpassingen in de lessen c Er wordt door de docenten tijdens de lessen gedifferentieerd op grond van: . Speciale psychologische of soc. emotionele kenmerken . Een meer of minder dan gemiddelde intelligentie . Verschillende leerstijlen d Gedifferentieerde onderwijsprogramma’s zijn opgenomen in het vakwerkplan en zijn beschikbaar e De school hanteert de protocollen voor leerlingen met dyslexie/dyscalculie f De school heeft een werkend protocol voor medische handelingen
x
x x x x x x x x x
x x
x x x x x
x g
Onderwijsprogramma’s voor leerlingen met fysieke beperkingen:
Schoolondersteuningsplan 2014-2016/1415 beleidsplannen
Pagina 36 van 77
SCHOOLONDERSTEUNINGSPLAN OVER-Y COLLEGE 2014-2016
. . . .
Goed ingerichte Elektronische Leer Omgeving (Magister) Aangepaste onderwijskundige leer- en hulpmiddelen Aangepast rooster Beperkte lokaalwisseling
. Ruimte voor verrichten van medische handelingen h Bovenop basisprogramma is beschikbaar: . Sociale vaardigheidstraining . Faalangstreductietraining i Middelen die toegekend zijn voor ondersteuning worden ingezet Extra aandacht/tijd a Docenten kunnen extra aandacht besteden aan leerlingen met speciale onderwijsbehoeften b Iedere leerling met ondersteuningsbehoefte heeft een begeleider c Bij toelating is er voldoende ruimte om de leerlingen te ondersteunen d Inzetten LWOO-ondersteuningsmiddelen (verantwoording begroting/jaarverslag) e Er is voor deze leerlingen een tweede aanspreekpunt f Er is voor mentoren en docenten tijd beschikbaar van het Zorg Advies Team g Leerlingen krijgen de gelegenheid elkaar te helpen
Aspecten
x x x x x x x x x x x x x x x
In
Aanwe zig
ontwikkeli ng Beschikbare materialen/ruimtelijke omgeving: a Onderwijsmaterialen die niveau- en tempodifferentiatie mogelijk maken x b
Er zijn aangepaste methoden en materialen beschikbaar x
c De school regelt aanvullende onderwijsmaterialen d Omgaan met dyslexie is vastgelegd e Omgaan met dyscalculie f Er is een programma voor een veilig klimaat g Er zijn programma’s gericht op vergroten van sociale vaardigheden h Er zijn programma’s gericht op vergroten van studievaardigheid Ruimtelijke omgeving a De school zorgt voor fysieke toegankelijkheid b De school is bereid om in verband met fysieke beperkingen aanpassingen te realiseren c Leerlingen met speciale onderwijsbehoeften kunnen gebruik maken van een eigen plek Expertise a Er is binnen de school een cultuur waar professionaliteit met elkaar gedeeld wordt b Docenten kunnen differentiëren c Het bij de leerling betrokken team heeft expertise in: . Handelingsgericht werken . Individueel ontwikkelingsperspectief . Individuele leerlijnen d Er is teamaanpak op gedrag in klassen- en vrije situatie
Schoolondersteuningsplan 2014-2016/1415 beleidsplannen
x x x x x x x x x
x x x x x x
Pagina 37 van 77
SCHOOLONDERSTEUNINGSPLAN OVER-Y COLLEGE 2014-2016
e f
Docenten zijn in staat binnen de teamaanpak maatwerk te leveren Binnen school is kennis over onderwijszorgvoorzieningen in de regio van Samenwerkingsverband Amsterdam Noord g Bekwaamheid van enkele docenten/groepen op peil houden voor: . Signaleren speciale onderwijsbehoeften voor leren en gedrag . Kennis en aanpak dyslexie . Kennis en aanpak dyscalculie . Kennis en aanpak AD(H)D . Kennis en aanpak ASS . Kennis en aanpak faalangst . Kennis van Ralfi-methodiek voor Technisch lezen h Binnen school is kennis over psychiatrische stoornissen i Binnen school is kennis over onderwijsachterstanden andere culturen j Er is scholingsbeleid voor bovenstaande expertise Competenties a Onderkennen van speciale onderwijsbehoeften b Betrekken van ouders bij de onderwijsondersteuning c Voeren van gesprekken met leerlingen, ouders en collega’s d Voeren van leerlingbespreking e Kunnen reflecteren op eigen handelen Samenwerking met externen a Interventies van school Maatschappelijk Werk b Inschakelen van schoolarts, GGD c Inschakelen Ouder-Kind adviseur d Afstemming met TOP, Transferium via Schakelloket e Inschakelen van BJAA en geïndiceerde zorg f Inschakelen van GGZ g Adequate communicatie met leerplichtambtenaar h De school heeft een Zorg Advies Team (ZAT)
Schoolondersteuningsplan 2014-2016/1415 beleidsplannen
x x
x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x
Pagina 38 van 77
SCHOOLONDERSTEUNINGSPLAN OVER-Y COLLEGE 2014-2016
BIJLAGE 2
TAALBELEIDSPLAN 2013-2017
Inhoudsopgave 1 2 3 4 5 6 7 8
Voorwoord Schoolprofiel Aanleiding Visie Analyse van de situatie Doelstellingen Voorwaarden Tijdpad en communicatie
`
2 3 3 5 4 6 8 9
Bijlage Profielschets en taakomschrijving taalcoördinatoren Gebruikte literatuur/bronnen www.taalenrekenen.nl -
Training APS ‘Hoe betrek je collega’s bij het taalbeleid?’ , februari 2014
-
Staatscourant nr. 13602 Regeling van de Minister van OCW VO/309740
-
Steunpunt Taal & Rekenen VO / Regelgeving referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen
Schoolondersteuningsplan 2014-2016/1415 beleidsplannen
Pagina 39 van 77
SCHOOLONDERSTEUNINGSPLAN OVER-Y COLLEGE 2014-2016
1 Voorwoord Taalbeleid omvat alle maatregelen die een school treft om op structurele en systematische wijze de taalvaardigheid van leerlingen te vergroten en het onderwijs (taal)toegankelijker te maken. Het zijn maatregelen in de les en buiten de les, maatregelen op het gebied van programmering, materiaal en didactiek. Deze maatregelen zijn: structureel, omdat het gaat om blijvende veranderingen in het onderwijs; systematisch, omdat ze worden uitgevoerd volgens een vooraf vastgelegd plan. Taalbeleid gaat over onderwijsinhoudelijke vraagstukken: wat is er nodig om te werken aan de verbetering van taalvaardigheid van leerlingen; hoe kan taal geleerd worden in een geïntegreerde context en hoe kan gewerkt worden aan het ontwikkelen van deelvaardigheden in een individuele aanpak? Bij de vormgeving van taalbeleid hebben we te maken met: organisatieontwikkelingsvraagstukken: hoe kan het taalonderwijs en de taalondersteuning effectief worden gepositioneerd; wie is eindverantwoordelijk; welke taken en bevoegdheden hebben directie, teamleiders, teams, talendocenten en Avo-docenten? veranderkundige vraagstukken: hoe kan het management taalbeleid effectief implementeren; hoe kan een cultuurverandering teweeg worden gebracht zodat alle docenten taalbewuster worden? Door zowel aan het ‘Wat’ als aan het ‘Hoe’ te werken zorgt taalbeleid voor een blijvende kwaliteitsverbetering van het onderwijs en uiteindelijk voor meer succesvolle leerlingen. Alle medewerkers van de school zijn op de hoogte van dit taalbeleidsplan en zetten zich actief in voor het verhogen van het taalniveau in en buiten de klassen. De directie is de opdrachtgever en eigenaar van het plan. In de school is de voertaal Nederlands. Wanneer leerlingen en docenten zich comfortabeler voelen in een andere taal zal dit gecorrigeerd worden. Carmen Kaersenhout en Ilona Hogenkamp zijn de taalcoördinatoren en zorgen voor de implementatie en uitwerking van het taalbeleidsplan. Alle docenten zijn daarnaast verantwoordelijk voor de uitvoering van taalrijk onderwijs. Binnen alle vakken moet de taalvaardigheid zowel mondeling als schriftelijk in de Nederlandse taal worden verbeterd, waarbij de leesvaardigheid, de woordenschat en grammaticale groei op alle terreinen moeten worden uitgebreid. Elke docent is taaldocent. Van docenten zal dan ook tijd en inzet gevraagd worden om programma’s uit te proberen, keuzes te maken, te overleggen en lesprogramma’s aan te passen.
Dit plan is een advies aan de directie hoe we het taalbeleid op het Over-Y College vorm zouden kunnen geven. In dit document worden de lijnen uitgezet, maar er zal nog heel veel moeten worden uitgewerkt en ingevuld. Een taak die door de taalcoördinatoren in samenwerking met het MT zal moeten worden uitgevoerd, niet alleen door twee personen (taalcoördinatoren). N.a.v. een training van het CPS Onderwijsontwikkeling en Advies is dit plan opgesteld en uitgewerkt door mw. Carmen Kaersenhout en mw. Ilona Hogenkamp. Met dit plan wordt een eerste stap gezet en richting bepaald in het ontwikkelen van taalbeleid. In de loop van de jaren zullen de geïmplementeerde maatregelen geёvalueerd, steeds meer aangescherpt en geoptimaliseerd worden. Het is de bedoeling dat die echt een logisch onderdeel worden van ons onderwijs.
Schoolondersteuningsplan 2014-2016/1415 beleidsplannen
Pagina 40 van 77
SCHOOLONDERSTEUNINGSPLAN OVER-Y COLLEGE 2014-2016
2 Schoolprofiel Gegevens van de school: Over-Y College Floraweg 170 1032 ZG Amsterdam 020-4350999 Op de locatie van het Over-Y College wordt lesgegeven aan vmbo-tl en havo-kansklas. De school bestaat uit ca. 620 leerlingen. De schoolleiding bestaat uit: mw. E.J. Veenker-Aalbers, MEL (directeur) mw. C. Gaykema (adjunct-directeur) mw. N. Breugem (teamleider onderbouw. dhr. P. Niesten (teamleider bovenbouw) Elke docent behoort tot één van de teams/afdelingen. Ook zijn er vaksecties onder leiding van een sectievoorzitter. Op het Over-Y College zijn momenteel twee taalcoördinatoren en er is een remedial teacher: mw. A. Mandersloot.
3 Aanleiding Extern Het huidige kabinet legt de nadruk op onderwijsverbetering. Nederland moet qua prestaties weer in de internationale top 10 (PISA-onderzoek) komen. In het kader hiervan worden de scholen strenger gemonitord en wordt er een grotere druk op de scholen gelegd om het onderwijs te verbeteren. In artikel 6c van de Wet op het Voortgezet Onderwijs (WVO) wordt gesteld dat scholen verplicht zijn tot een structurele en herkenbare aanpak van achterstanden in taal en rekenen. De Inspectie van het onderwijs voert tot zomer 2014 een stimuleringsbeleid om scholen te bewegen tot implementatie van zo’n aanpak. M.i.v. zomer 2014 worden scholen en besturen actief aangesproken als ze niet aan de wettelijke eisen voldoen. Ook de slaag/zakregeling is aangepast. Voor leerlingen op het niveau vmbo-tl geldt dat het eindexamencijfer Nederlands tenminste een vijf moet zijn. Invoering van het referentieniveau Nederlands vindt plaats in 2014-2015.
Schoolondersteuningsplan 2014-2016/1415 beleidsplannen
Pagina 41 van 77
SCHOOLONDERSTEUNINGSPLAN OVER-Y COLLEGE 2014-2016
Figuur 1 De referentieniveaus taal
De niveaubeschrijvingen voor de referentieniveaus van het domein taal zijn: 1. Mondelinge taalvaardigheid, met de drie subdomeinen gespreksvaardigheid, luistervaardigheid en spreekvaardigheid. 2. Leesvaardigheid, met de twee subdomeinen: lezen van zakelijke teksten en lezen van fictionele, narratieve en literaire teksten. 3. Schrijfvaardigheid, schrijven wordt ruim opgevat, het gaat om het produceren van creatieve en zakelijke teksten. 4. Begrippenlijst en taalverzorging. In de begrippenlijst staan termen en concepten die leerlingen en docenten nodig hebben om over taalvaardigheid van gedachten te wisselen. Bij taalverzorging gaat het om zaken die in dienst staan van een verzorgde schriftelijke taalproductie. Intern Leerlingen die de lessen niet goed kunnen volgen door taalachterstand, vormen ook op onze school een probleem. Dat maken we op uit de resultaten van de instaptoets en tussentijdse toets, maar ook uit de signalen die wij krijgen van de vakdocenten. Vaak zijn leerlingen onvoldoende vertrouwd met het taalgebruik in de lesmethoden. De voor de docent zo vanzelfsprekende vaktaal is voor sommige leerlingen soms onbegrijpelijk en vraagt extra uitleg op het (taal)niveau van de leerlingen. Docenten hebben vaak te weinig kennis van deze taalproblemen, noch van de gevolgen die deze kunnen hebben voor leerlingen, om hierop tijdens hun lessen in te kunnen spelen. Uit de analyse van de instaptoets en de tussentijdse toets blijkt dat een vakoverstijgende aanpak op taalgebied nodig is. Taalbeleid is een goede aanvulling op het gehele zorgbeleid binnen het Over-Y College. Hoewel in de praktijk ad hoc maatregelen worden genomen en sommige leerlingen met behulp van remedial teaching ondersteund worden, is niet eerder een algemeen beleid geformuleerd. Hiermee hebben we bij deze, schooljaar 2013-2014, een echte start gemaakt. Omdat de expertise binnen het Over-Y College ontbreekt, is de hulp van CPS Onderwijsontwikkeling en Advies ingeschakeld om te ondersteunen bij het betrekken van collega’s bij het taalbeleid.
Schoolondersteuningsplan 2014-2016/1415 beleidsplannen
Pagina 42 van 77
SCHOOLONDERSTEUNINGSPLAN OVER-Y COLLEGE 2014-2016
4 Visie op taal(beleid) Het Over- Y College heeft haar visie op taal als volgt omschreven: Wij gaan uit van het volgende: Taal is cruciaal bij het leren. Taal geeft het denken vorm. Taal omvat alle taalvaardigheden. Taalbeleid is gericht op de voortgezette taalverwerving van alle leerlingen. Taalbeleid richt zich op de voertaal Nederlands. Goed onderwijs komt voort uit een voortdurende betrokkenheid en dialoog tussen medewerkers van het Over-Y College, ouders en leerlingen. Leren vindt plaats in een veilige, ordelijke omgeving. Kortom, onze ambitie is een schoolbreed taalbeleid te ontwikkelen om de taalvaardigheid van de leerlingen te verbeteren. De missie luidt als volgt: Een betere taalvaardigheid leidt tot betere schoolprestaties bij alle vakken. -
Om de schoolprestaties te verbeteren is aandacht voor taal bij alle vakken onontbeerlijk.
De visie en de missie leggen de nadruk op het halen van het maximale uit leerlingen en de voorbereiding op de maatschappij. Op deze elementen is de visie op taal gebaseerd. De visie op taal luidt als volgt: Taal is een van de belangrijkste instrumenten waarmee we communiceren. Op school wordt uitgegaan van een bepaalde basiskennis op taalgebied. Met onvoldoende kennis kunnen geen optimale resultaten behaald worden. Het Over-Y College wil haar leerlingen zodanig opleiden dat ze zich goed schriftelijk en mondeling kunnen uitdrukken en zich zodoende goed kunnen redden in de maatschappij. De door de overheid vastgestelde referentieniveaus zijn hierbij leidend. Wij streven naar de volgende situatie: Taal moet voor de leerlingen geen struikelblok vormen om maximaal resultaat te behalen. Elke docent is zich bewust van de specifieke taalproblemen van alle leerlingen en past indien mogelijk zijn/haar taallessen aan. Elke docent beschikt over de vaardigheid om eigen lessen en lesstof en leermiddelen te screenen op toegankelijkheid voor de leerling. Met andere woorden, de docent weet waar de leerling op stukloopt en kan de helpende hand bieden en op deze manier onderwijs op maat bieden. In elke les, bij elk vak, wordt aandacht besteed aan taal om de lesstof en de opdrachten goed te kunnen begrijpen. Elke docent is voldoende taalvaardig in de Nederlandse taal.5 Analyse van de situatie m.b.t. taal(beleid) Aan de hand van de tussentijdse toetsen, is een analyse gemaakt van de huidige stand van zaken. Dit leidt tot het volgende beeld: De school is bezig met visieontwikkeling op het gebied van taalbeleid. De organisatie van het taalbeleid is dit schooljaar herstart, daardoor staat het nog in de kinderschoenen. Er vindt door middel van RT begeleiding plaats voor leerlingen met taalachterstanden. Het aantal uren RT is echter beperkt.
Schoolondersteuningsplan 2014-2016/1415 beleidsplannen
Pagina 43 van 77
SCHOOLONDERSTEUNINGSPLAN OVER-Y COLLEGE 2014-2016
Taalzwakke leerlingen met een achterstand in technisch lezen, krijgen onder begeleiding van een volwassene extra aandacht voor technisch lezen. Hiervoor is gekozen voor een beproefde, uitdagende methodiek waarbij gebruik gemaakt wordt van papieren en digitale bronnen. Bijlessen Nederlands worden waar nodig ingezet. De school staat wat taalbeleid betreft nog op een beginpunt. Er is -buiten het vak Nederlands- in schooljaar (2013-2014) extra aandacht besteed aan het uitbreiden van de woordenschat. De vakdocenten (Nederlands, biologie, wiskunde, science (natuurkunde), geschiedenis/aardrijkskunde en economie) kregen wekelijks ‘het woord van de week ‘ aangeboden via de mail. De taalcoördinatoren boden dit de vakdocenten aan; zij moesten dit implementeren in de lessen. Er zal echter naar een andere methode uitgekeken moeten worden, omdat deze niet de sprankelendste is. Met de woorden werd te weinig gedaan in de genoemde vakken. Naar aanleiding van de analyse van de huidige situatie is het wenselijk dat het lezen van (jeugd)boeken gestimuleerd wordt. Leerlingen moeten ontdekken dat lezen plezierig, belangrijk en leerzaam is. Met het project ‘boek in de tas’ denken we dit te kunnen realiseren. Toetsing Om vast te kunnen stellen wat het taalniveau van de leerlingen is, maken we gebruik van tussentijdse toetsen. De toetsen in de methode Nederlands bieden handvatten voor het vaststellen van mogelijke achterstanden en geven aanwijzingen voor het geven van remedial teaching. De school diagnosticeert alle leerlingen bij aanvang van hun schoolloopbaan door middel van een analyse van het Onderwijskundig Rapport van de basisschool en het afnemen een instaptoets, dit wordt door een extern bureau geregeld. Het rapport wordt geanalyseerd door de teamleider, Nancy Breugem, de vakdocenten en de remedial teacher. Eind leerjaar 1 wordt deze toets nogmaals afgenomen en wordt de taalontwikkeling bekeken. Daarnaast zal, start schooljaar 2014-2015, in de klassen 1 t/m 4 tussentijdse toetsen afgenomen worden om taalachterstanden op te merken . Bij de constatering van individuele achterstanden wordt er een begeleidingsplan opgesteld, door onze coördinator Miriam der Voorde-Beke. Leerlingen met dyslexie krijgen een zogenaamde dyslexiekaart met aanbevelingen voor de docenten. De analyse van de eindexamenresultaten Nederlands door het Cito-computerprogramma Wolf kunnen ook een indicatie zijn voor het taalniveau van de leerlingen. Vanaf 2014-2015 is het eindexamen Nederlands geijkt aan de referentieniveaus. Vanaf het schooljaar 2015-2016 zal de diagnostische tussentijdse toets halverwege het laatste jaar in de onderbouw worden afgenomen. De toets zal niet verplicht worden gesteld. De VO - raad zal scholen benaderen met het verzoek mee te werken aan een pilot. De uitslag van deze toets kan ook richting geven aan het taalbeleid. De school beraadt zich op het invoeren van een jaarlijks af te nemen toets als Cito 0, 1, 2, 3.
5 Doelstellingen en plan van aanpak Elke docent is taaldocent: taalonderwijs is geen zaak van taalvakken alleen. Er moet actief worden (samen)gewerkt om taalachterstanden te bestrijden en taalontwikkeling te structuren en voortvarend te stimuleren. Het taalbeleidsplan geldt dan ook voor alle leerwegen. De taalcoördinatoren formuleren de volgende doelstellingen op het gebied van taalbeleid: 1 a.) Bewustwording van de essentie van taal in het gehele onderwijsproces, gedragen door alle medewerkers. b) Verbeteren van de taalvaardigheid in de Nederlandse taal van alle docenten. 2 Steunlessen voor die leerlingen die scoren onder hun niveau ten behoeve van het wegwerken van achterstanden. 3 Vakoverstijgende afspraken op het gebied van: a) taalverzorging
Schoolondersteuningsplan 2014-2016/1415 beleidsplannen
Pagina 44 van 77
SCHOOLONDERSTEUNINGSPLAN OVER-Y COLLEGE 2014-2016
b) schriftelijke opdrachten (verslagen e.d.) c) mondelinge presentaties Hieronder volgt een verdere uitwerking van deze doelstellingen. Bewustwording van de essentie van taal in het gehele onderwijsproces, gedragen door alle medewerkers Alle medewerkers kennen de taalvaardigheden op 2F-niveau voor vmbo en handelen daarnaar. De kennis en de manier van anticiperen wordt besproken tijdens het jaarlijkse functioneringsgesprek. Het gaat daarbij om de manier waarop de docent aandacht besteedt aan taal en taalverwerving in het contact met een leerling. De taalcoördinatoren ontwikkelen en verspreiden een taalreflectieformulier voor de teamleiders en voor de docent. De formulieren zijn de basis voor het kunnen voeren van een functioneringsgesprek over taalvaardigheden. Het formulier wordt ieder jaar ingevuld voor het functioneringsgesprek. Voor nieuwe docenten worden taalvaardigheden een onderdeel van het aannamegesprek. Steunlessen voor die leerlingen die scoren onder hun niveau ten behoeve van het wegwerken van achterstanden. Voor die leerlingen die scoren onder het minimale niveau komen er steunlessen om de achterstanden weg te werken. In de brugklas wordt de achterstand bepaald op basis van het Onderwijskundig Rapport en in het vervolg op basis van tussentijdse toetsen. Borging wordt gezocht in de tussentijdse toetsen. De gebruikte methode om de achterstanden weg te werken wordt gekozen door de taalcoördinatoren in overleg met de sectie Nederlands. De steunlessen beginnen in periode 1 en eindigen nadat de leerling de referentietoets op voldoende niveau heeft gemaakt. Vakoverstijgende afspraken op het gebied van: a) taalverzorging b) schriftelijke opdrachten (verslagen e.d.) c) mondelinge presentaties Vakoverstijgend overleg verbindt vakken. Er is overleg over de verbetering van de taalvaardigheid van de leerlingen binnen alle sectoren. Er worden vakoverstijgende afspraken gemaakt over taalverzorging (hoe worden spel- en taalfouten meegenomen in de beoordeling?), schriftelijke opdrachten (hoe moet een schriftelijk verslag eruit zien: voorblad, indeling, bronnenverwijzing) en mondelinge presentaties (bijvoorbeeld hoe moet een presentatie opgebouwd zijn?). De directie organiseert 3x per jaar een sectie overstijgend overleg waarbij van elke sectie één lid aanwezig is. Een verslag van het overleg wordt ingeleverd bij de taalcoördinatoren. De aandachtspunten worden door de taalcoördinatoren geagendeerd. Drie overlegsituaties per schooljaar zijn haalbaar. De taalcoördinatoren evalueren de toepassing van de vakoverstijgende taalafspraken.
Schoolondersteuningsplan 2014-2016/1415 beleidsplannen
Pagina 45 van 77
SCHOOLONDERSTEUNINGSPLAN OVER-Y COLLEGE 2014-2016
6 Voorwaarden Programmatische aanpassingen. Er komen steunlessen voor de leerlingen die de doelen niet halen. De directie stelt een docent aan die de steunlessen gaat verzorgen. Overleg en afspraken Taalbeleid is een vast punt bij iedere sectievergadering. Taalbeleid is een vast punt bij de leerlingbesprekingen die vier keer per jaar plaats vinden. Drie keer per jaar, september, januari, juni, overleg met het hele team om de eilandcultuur te doorbreken en schoolbreed afspraken te maken of afspraken te toetsen. Ieder kwartaal rapporteren de taalcoördinatoren aan de schoolleiding. Toets- en meetinstrumenten Tussentijdse toetsen, referentietoetsen. Draagvlak Draagvlak is noodzakelijk voor de voortgang. Docenten moeten zich ervan bewust zijn dat de overheid de lat voor rekenen en taal steeds hoger legt. Van docenten wordt verwacht dat zij zich committeren aan het plan. Support vanuit de schoolleiding is noodzakelijk.
Schoolondersteuningsplan 2014-2016/1415 beleidsplannen
Pagina 46 van 77
SCHOOLONDERSTEUNINGSPLAN OVER-Y COLLEGE 2014-2016
7 Tijdpad en communicatie Wanneer juni 2013 juni 2014 augustus/september 2014 september 2014 september 2014 periode 1
september 2014
oktober 2014
periode 2
periode 3 mei 2015 mei 2015
juni 2015
Wat Nulmeting, leerlingen worden getoetst d.m.v. instaptoets Taalbeleidsplan naar MT Taalbeleidsplan naar MR + OP Presentatie taalbeleidsplan aan het OP Tijdens de informatieavond de ouders informeren over taalbeleid Invoering nulmeting leerjaar 2 (eindtoets leerjaar 1 = nulmeting leerjaar 2) Invoering van steunlessen taal voor leerlingen met achterstand Uitleg over het taalbeleid op de website van het Over-Y College Informatiebijeenkomst voor OP. ‘’Iedere docent is taaldocent”’ (taalrijke les)
Wie Teamleider onderbouw
Iedere docent actief in eigen les (taalrijke les) Leerlingen worden getoetst d.m.v. eindtoets (leerjaar 1) Eerste examens Nederlands met referentieniveaus geïntegreerd Evaluatie
Alle docenten
Taalcoördinatoren MT MT en Taalcoördinatoren MT, Taalcoördinatoren Taalcoördinatoren, vakgroep Nederlands, teamleider onderbouw Coördinator bijles
Taalcoӧrdinatoren
MT en Taalcoördinator
Teamleider onderbouw
MT en Taalcoördinatoren
Schoolondersteuningsplan 2014-2016/1415 beleidsplannen
Pagina 47 van 77
SCHOOLONDERSTEUNINGSPLAN OVER-Y COLLEGE 2014-2016
BIJLAGE 3
REKENBELEIDSPLAN 2014-2015
Inhoudsopgave 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Voorwoord Schoolprofiel Aanleiding Visie ` Analyse van de situatie Doelstellingen Voorwaarden Implementatie en communicatie Uitvoering Evaluatie
2 2 3 4 4 5 5 6 7 7
Schoolondersteuningsplan 2014-2016/1415 beleidsplannen
Pagina 48 van 77
SCHOOLONDERSTEUNINGSPLAN OVER-Y COLLEGE 2014-2016
Voorwoord 1.1 Wat is rekenbeleid? Rekenbeleid omvat alle maatregelen die een school treft om op structurele en systematische wijze: -
de rekenvaardigheid van leerlingen te vergroten het onderwijs (reken)toegankelijker te maken.
Het gaat om maatregelen in de les en buiten de les, maatregelen op het gebied van programmering, materiaal en didactiek. Deze maatregelen zijn: Structureel, omdat het gaat om blijvende veranderingen in het onderwijs Systematisch, omdat ze worden uitgevoerd volgens een vastgelegd plan. 1.2 Waar gaat rekenbeleid over? Een strategische visie op de rol van rekenen in het onderwijs, in het beroep en in de maatschappij, onderwijsinhoudelijke vraagstukken: wat is er nodig om te werken aan de verbetering van de rekenvaardigheid van leerlingen, hoe kan rekenen geleerd worden in een geïntegreerde context, hoe kan gewerkt worden aan het ontwikkelen van deelvaardigheden in een individuele aanpak? 1.3 Hoe geven we vorm aan strategisch rekenbeleid? Bij de vormgeving van rekenbeleid hebben we te maken met: organisatieontwikkelingsvraagstukken: hoe kunnen het rekenonderwijs en de rekenondersteuning effectief worden gepositioneerd, wie is eindverantwoordelijk, welke taken en bevoegdheden hebben managers, teams, rekendocenten en beroepsvakdocenten? veranderkundige vraagstukken: hoe kan het management rekenbeleid effectief implementeren, hoe kan een cultuurverandering teweeg worden gebracht zodat alle docenten reken bewuster worden? Door zowel aan het Wat als aan het Hoe te werken zorgt rekenbeleid voor een blijvende kwaliteitsverbetering van het onderwijs en uiteindelijk voor meer succesvolle leerlingen. Alle docenten die met rekenen te maken hebben zijn op de hoogte van dit plan en zetten zich in voor het verhogen van het rekenniveau van onze leerlingen. Dit rekenplan is een advies aan de directie van het Over-Y College over hoe het rekenen op het Over-Y College vorm gegeven zou kunnen worden.
2 Schoolprofiel Gegevens van de school: Over-Y College Floraweg 170 1032 ZG Amsterdam Op de locatie van het Over-Y College wordt lesgegeven aan Vmbo-tl en Havo-kans klas. De school bestaat uit ca. 620 leerlingen. De schoolleiding bestaat uit: mw. E.J. Veenker-Aalbers, MEL (directeur) mw. C. Gaykema (adjunct-directeur) mw. N. Breugem (teamleider onderbouw) dhr. P. Niesten (teamleider bovenbouw) Elke docent behoort tot één van de leerjaarteams. Ook zijn er vaksecties onder leiding van een sectievoorzitter. De twee rekencoördinatoren op het Over-Y College: mw. W. Binesari en dhr. P. Niesten.
Schoolondersteuningsplan 2014-2016/1415 beleidsplannen
Pagina 49 van 77
SCHOOLONDERSTEUNINGSPLAN OVER-Y COLLEGE 2014-2016
3 Aanleiding 3.1 Extern Het huidige kabinet legt de nadruk op onderwijsverbetering. Nederland moet qua prestaties weer in de internationale top 10 (PISA-onderzoek) komen. In het kader hiervan worden de scholen strenger gemonitord en wordt er een grotere druk op de scholen gelegd om het onderwijs te verbeteren. In artikel 6c van de Wet op het Voortgezet Onderwijs (WVO) wordt gesteld dat scholen verplicht zijn tot een structurele en herkenbare aanpak van achterstanden in taal en rekenen. De Inspectie van het onderwijs voert tot zomer 2014 een stimuleringsbeleid om scholen te bewegen tot implementatie van zo’n aanpak. M.i.v. zomer 2014 worden scholen en besturen actief aangesproken als ze niet aan de wettelijke eisen voldoen. De aanleiding om dit rekenbeleidsplan te schrijven is voornamelijk voortgekomen uit het feit dat de overheid de landelijke rekentoets heeft ingesteld. Leerlingen van het VMBO moeten in het schooljaar 2015-2016 allemaal voldoen aan het rekenniveau 2F. Om onze leerlingen daar op voor te bereiden moeten er een aantal veranderingen plaatsvinden in het rekenonderwijs op het Over-Y College.
Niveauopbouw Met de referentieniveaus rekenen zijn van elkaar te onderscheiden kwaliteiten beschreven. De fundamentele kwaliteiten richten zich op basale kennis en inzichten en zijn gericht op een meer toepassingsgerichte benadering van rekenen. De streefkwaliteiten bereiden voor op de meer abstracte wiskunde. Voor zowel de fundamentele- als streefkwaliteit zijn drie niveaus beschreven. Bij rekenen is er, in tegenstelling tot taal, geen invulling gegeven aan het vierde niveau omdat het dan om wiskunde gaat. Domeinen Binnen het gebied van rekenen zijn er vier domeinen, die samen de relevante inhouden dekken: 1. 2. 3. 4.
Getallen Verhoudingen Meten en Meetkunde Verbanden
Schoolondersteuningsplan 2014-2016/1415 beleidsplannen
Pagina 50 van 77
SCHOOLONDERSTEUNINGSPLAN OVER-Y COLLEGE 2014-2016
Elk domein is bij rekenen opgebouwd uit de onderdelen:
notatie, taal en betekenis, waarbij het gaat om de uitspraak, schrijfwijze en betekenis van getallen, symbolen en relaties en om het gebruik van wiskundetaal; met elkaar in verband brengen, waarbij het gaat om het verband tussen begrippen, notaties, getallen en dagelijks spraakgebruik; gebruiken, waarbij het gaat om rekenvaardigheden in te zetten bij het oplossen van problemen.
Elk van deze onderdelen is opgebouwd uit drie typen kennis en vaardigheden. Die zijn als volgt te karakteriseren:
paraat hebben: kennis van feiten en begrippen, reproduceren, routines, technieken; functioneel gebruiken: kennis van een goede probleemaanpak, het toepassen, het gebruiken binnen en buiten het schoolvak; weten waarom: begrijpen en verklaren van concepten en methoden, formaliseren, abstraheren en generaliseren, blijk geven van overzicht.
3.2 Intern Van veel vakdocenten zijn er signalen binnen gekomen dat het rekenniveau van onze leerling onder de maat is. Zij merken vooral dat leerlingen erg veel moeite hebben om hun rekenkennis toe te passen bij verschillende vakken.
4 Visie Met het rekenbeleid wil het Over-Y College ervoor zorgen dat de leerlingen voldoende kennis hebben van het rekenen om tijdens hun vervolgstudie en in de maatschappij goed te kunnen functioneren. Dit past binnen de visie van het Over-Y College om maatschappelijk betrokken te zijn.
5 Analyse van de situatie: Sterkte-zwakteanalyse Sterkte: Aparte rekenlessen in klas 1 en 2 Bekwame rekendocenten Zwakte: Geen rekenlessen in klas 3 Voor de leerlingen die geen wiskunde kiezen, helemaal geen rekenen meer in het laatste schooljaar. Rekenen wordt altijd gegeven door de wiskunde docent en dus altijd gekoppeld aan het vak wiskunde. Geen niveau toetsen om de voortgang van de leerling te monitoren. Kansen: Uitdagende lesmethode gaan gebruiken. Bedreigingen: Niet alle leerlingen hebben het juiste instapniveau.
Schoolondersteuningsplan 2014-2016/1415 beleidsplannen
Pagina 51 van 77
SCHOOLONDERSTEUNINGSPLAN OVER-Y COLLEGE 2014-2016
Uit de sterke- zwakteanalyse komen de volgende punten naar voren die we verder moeten onderzoeken: Het mogelijk maken van rekenlessen in het derde leerjaar. Het mogelijk maken van rekenlessen voor leerlingen die geen wiskunde hebben gekozen in het vierde leerjaar. Bekijken hoe we andere vakdocenten kunnen betrekken in het rekenbeleid. Beoordelen van de bestaande lesmethoden, en een keuze maken. Het instapniveau van nieuwe leerlingen meten en daar de lesstof op aanpassen. Aparte rekenlessen in leerjaar 1 en 2 uitbreiden. Rekendocenten betrekken bij het rekenbeleid en ze uitdagen zich verder te ontwikkelen. Rekenvoortgangstoetsen gebruiken en aan de hand van de resultaten passend onderwijs bieden.
6 Doelstellingen Om ervoor te zorgen dat alle leerlingen voldoende worden voorbereid op het rekenexamen is het belangrijk dat de leerlingen oefenen met het vak rekenen. Wij denken dat het belangrijk is dat de leerlingen gedurende hun loopbaan op het Over-Y College blijven rekenen, ongeacht hun reken niveau. Ook zijn wij van mening dat het belangrijk is dat iedere leerling op zijn of haar eigen niveau rekent. Om dit in het schooljaar 2014-2015 te kunnen bereiken hebben we de volgende doelstellingen: In leerjaar 1 en 2 krijgt iedere leerling ten minste 2 uur per week rekenles. Waarvan een uur klassikaal rekenles en een uur online. Bij de online methode die we aangeschaft hebben rekenen de leerlingen op hun eigen niveau. Verder kunnen zij door middel van voortgangstoetsen zien hoe ver de leerlingen per domein gevorderd zijn. Aan de hand van de resultaten van de leerlingen wordt bepaald of zij nog een extra uur rekenles krijgen. Dit zal gebeuren in kleine groepjes, waarbij per onderwerp wordt gekeken welke leerlingen hiervoor in aanmerking komen. In leerjaar 3 krijgen de leerlingen ook 2 uur per week rekenles (tot maart). Aan de hand van de resultaten wordt bepaald of de leerlingen nog extra les nodig hebben. In de vorm van bijles in kleine groepen. Om rekenen meer betekenis te geven voor leerlingen en ouders gaat rekenen een apart vak worden op het rapport. Het vak rekenen gaat meetellen voor de overgang, net zo zwaar als bijvoorbeeld wiskunde of Nederlands. De rekenlessen gaan gegeven worden door bekwame docenten van verschillende vakken. Rekenen gaat in de vakken als wiskunde, science, economie, geschiedenis, aardrijkskunde, tekenen, Nask1 en Nask2 een vakoverstijgende betekenis krijgen. Alle leerlingen halen minimaal een 6,0 voor het rekenexamen.
7 Voorwaarden Programmatische aanpassingen Er komt een extra lesuur rekenen in de leerjaren 1, 2 en 3. Er komen steunlessen voor de leerlingen die de doelen niet halen. De directie stelt een docent aan die de steunlessen gaat verzorgen. Welke medewerkers, met welke taken Rekencoördinatoren
Schoolondersteuningsplan 2014-2016/1415 beleidsplannen
Pagina 52 van 77
SCHOOLONDERSTEUNINGSPLAN OVER-Y COLLEGE 2014-2016
Vaklessen rekenen door docenten rekenen Steunles door getrainde docenten Iedere docent actief in eigen les naar eigen vermogen.
Overleg en afspraken Rekenbeleid wordt besproken bij de sectievergaderingen van de vakken: wiskunde, science, economie, geschiedenis, aardrijkskunde, tekenen, Nask1 en Nask2. Rekendocenten voeren regelmatig overleg over de voortgang. Rekencoördinatoren sturen en steunen de rekendocenten Scholing medewerkers Er komt een vakoverstijgend format waarin docenten handvatten krijgen aangereikt om rekenen in hun vak toe te passen. Cursus voor rekencoördinatoren Toets- en meetinstrumenten Tussentijdse toets, referentietoetsen. Draagvlak Het is belangrijk dat alle docenten inzien dat rekenen belangrijk is voor alle leerlingen. Als leerlingen niet aan het 2F niveau voldoen, mogen zij simpelweg geen eindexamen doen. Vakdocenten moeten in gaan zien dat rekenen bij heel veel vakken een betekenis heeft. Support vanuit de schoolleiding is noodzakelijk.
8 Implementatie en communicatie Hier geven wij aan op welke wijze het Over-Y College welke stappen op welke momenten wil zetten. Wanneer Wat Wie mei 2014 Rekenbeleidsplan naar de Rekencoördinatoren directie juni 2014 Vakgroepen bijeen voor Rekencoördinatoren, eenduidig aanbieden lesstof vakdocenten verschillende vakken juni 2014 Rekentoetsen maart 2014 Rekencoördinatoren analyseren juni 2014 Lesprogramma leerjaar 3 Rekendocenten vaststellen september 2014 Nulmeting alle leerlingen Rekencoördinatoren, rekendocenten november 2014 Tussentijdse evaluatie rekenen Rekencoördinatoren, bij verschillende vakken vakdocenten november 2014 Tussentijdse evaluatie van de Rekencoördinatoren, rekenmethode rekendocenten december 2014 Tussentijdse voortgangstoets Rekencoördinatoren, alle leerlingen om het niveau rekendocenten te bepalen maart 2015 Rekentoets Rekencoördinatoren juni 2015 Eindevaluatie methode, Rekencoördinatoren, rekentoets resultaten en vakdocenten, rekendocenten rekenlessen.
Schoolondersteuningsplan 2014-2016/1415 beleidsplannen
Pagina 53 van 77
SCHOOLONDERSTEUNINGSPLAN OVER-Y COLLEGE 2014-2016
9 Uitvoering Vanaf schooljaar 2014-2015 wordt het aantal rekenlessen met een uur uitgebreid. Hiervoor is een vaksectie rekenen opgericht . In schooljaar 2013-2014 is door de rekencoördinatoren onderzoek gedaan naar de uitvoering van rekenbeleid elders en ook is er onderzoek gedaan naar een rekenmethode die het meest aansluit bij de leerlingen van het Over-Y College. Uit het onderzoek is de conclusie getrokken dat de leerlingen in leerjaar 1 t/m 3 twee lesuren per week rekenen krijgen. Een van de lesuren zal een theorieles zijn waarbij gewerkt zal worden vanuit een boek van de methode ‘Deviant’. Het andere lesuren is om ‘kilometers te maken’. Dat gebeurt onder leiding van de docent op de computer met de digitale methode van Deviant. Deze digitale versie is interactief en geeft leerlingen de mogelijkheid extra te oefenen of te verdiepen. Met de verschillende lesmethodes wordt gedifferentieerd in tempo en in leerstijl. Om de visueel ingestelde leerling nog extra aandacht te geven, hangen er geplastificeerde posters van de rekendomeinen in de vaklokalen wiskunde en rekenen. (Op het moment van schrijven is dat nog niet bij alle lokalen het geval). Op verschillende momenten in het jaar wordt de voortgang van elke leerling getoetst. Voor de komende schooljaren zal het programma steeds worden aangepast. De reden daarvan ligt op twee vlakken. Omdat de andere (bèta en gamma)vakken ook aandacht gaan besteden aan rekenvaardigheid volgens de door de rekencoördinatoren aangeboden methodieken, zal het beheersingsniveau veranderen. Ook de basisscholen worden zich steeds meer bewust van de taak om leerlingen op rekenniveau 1F af te leveren aan het VO. Ook starten we pas in 2014 met twee lesuren rekenen per week. Leerlingen die dat in leerjaar 1 en 2 gaan krijgen, zullen beter zijn voorbereid dan de leerlingen die volgend jaar in leerjaar 3 zitten en leerjaar 1 zijn over twee jaar weer beter voorbereid dan leerlingen die na een jaar in leerjaar 3 zitten. Het programma voor deze komende schooljaren is al uitgewerkt, maar zal aangepast worden aan de actualiteit die zal ontstaan.
10 Evaluatie De rekencoördinatoren zijn verantwoordelijk voor de evaluatie van de activiteiten in het kader van dit rekenbeleidsplan. Zij zullen verslag doen van de evaluaties aan de directie en input voor de evaluaties verkrijgen bij de vakdocenten en rekendocenten. Indien nodig zullen zij vervolgstappen formuleren om de gewenste doelen te behalen. De evaluaties worden gecommuniceerd naar al het betrokken personeel.
Schoolondersteuningsplan 2014-2016/1415 beleidsplannen
Pagina 54 van 77
SCHOOLONDERSTEUNINGSPLAN OVER-Y COLLEGE 2014-2016
BIJLAGE 4
AANMELDINGSFORMULIER 2015-2016
Schoolondersteuningsplan 2014-2016/1415 beleidsplannen
Pagina 55 van 77
SCHOOLONDERSTEUNINGSPLAN OVER-Y COLLEGE 2014-2016
Schoolondersteuningsplan 2014-2016/1415 beleidsplannen
Pagina 56 van 77
SCHOOLONDERSTEUNINGSPLAN OVER-Y COLLEGE 2014-2016
BIJLAGE 5
PROTOCOL BIJLESSEN OVER-Y COLLEGE
De bijlessen voor de diverse vakken zijn bedoeld voor leerlingen die het om wat voor reden dan ook moeilijk vinden om het tempo en het niveau van de klas bij te houden. De leerlingen moeten zelf ook gemotiveerd zijn om bijlessen te mogen volgen. Het Over-Y College biedt deze extra ondersteuning kosteloos aan. Met andere woorden: als het een ‘must’ wordt, dan is uit de praktijk gebleken, dat deze leerlingen niet komen opdagen. Vakken zoals Nederlands en Rekenvaardigheid behoren tot de basisvakken die de leerlingen met een voldoende dienen af te sluiten op hun eindexamen. De wijze van aanmelding voor bijlessen geschiedt altijd via de mentor, die de bijles aanvraagt bij de bijlescoördinator. Uiteraard meldt de vakdocent bij de mentor dat een leerling bijles nodig heeft. De vakdocent kan immers ook bepalen of de betreffende leerling serieus en gemotiveerd is. De bijlescoördinator plant de bijles in en informeert de leerling via de email in Magister. Tevens zullen de ouders hierover via de email bericht krijgen. Ook wordt de eventuele progressie bijgehouden. Indien een leerling de bijles niet meer nodig heeft, wordt weer ruimte gemaakt voor een andere leerling. NB: Leerlingen die LWOO (leerwegondersteunend onderwijs) krijgen, hebben als eersten recht op bijlessen. Regeling absentie (zonder geldige reden) bijlessen: Na 1 keer absent, direct een mailtje* naar ouders én kind (via Magister). Na 2 keer absent, een telefoontje naar ouders. Na 3 keer absent, geen bijlessen meer. Vermelding hiervan in aan ouders en leerlingen via Magister. * Alle bijlesdocenten zullen een standaardmail ontvangen van de bijlescoördinator, waarin de absentieregeling wordt gestandaardiseerd. Het is de bedoeling dat de bijlesdocent zélf direct deze absentiemail stuurt aan zowel de ouders als de leerling via Magister, alsmede een kopie aan de bijlescoördinator.
Schoolondersteuningsplan 2014-2016/1415 beleidsplannen
Pagina 57 van 77
SCHOOLONDERSTEUNINGSPLAN OVER-Y COLLEGE 2014-2016
BIJLAGE 6
STAPPENPLAN (ZIEKTE)VERZUIM EN TE LAAT
ZIEKTE FASE 1 Eerste melding van Elles bij ziekteverzuim!
TE LAAT
AFWEZIG
3 X TE LAAT
1 X AFWEZIG ZONDER REDEN
ACTIE: Elles noteert in logboek en stuurt mail naar MENTOR met actie!
ACTIE: Elles noteert in logboek en stuurt mail naar MENTOR & TL
Notitie: Mocht de zorg bij ziekte bovengemiddeld zijn, dan heeft de MENTOR een kort gesprek met de leerling. (registratie logboek!)
ACTIE: MENTOR voert kort gesprekje met LEERLING, betrokkenheid en het wijzen op na vier keer te laat melden om 8.00u! (registratie logboek!) VANAF 4 X TE LAAT
Tweede melding van Elles bij ziekteverzuim! ACTIE: Elles noteert in logboek Elles mailt naar MENTOR en TL
ACTIE: MENTOR vraagt naar reden ziekmelding (OUDERS/ LEERLING) biedt ondersteuning qua huiswerk enz. vraagt hoelang het ziek zijn mogelijk zal duren? (Indicatie) Overleg met TL (Registratie logboek!) FASE 2 Bij geen verbetering ziekteverzuim! ACTIE: MENTOR & TL & ZOCO hebben overleg. Plan de campagne en afspraken. (registratie logboek)
ACTIE: MELDEN OM 8.00U!! BIJ HET NIET MELDEN, TL onderneemt ACTIE! (registratie logboek) ACTIE: Elles noteert in logboek en stuurt mail naar MENTOR en TL.
ACTIE: Elles noteert in logboek Elles belt naar huis en spreekt OUDERS en vraagt naar reden afwezigheid of dit klopt! A= standaard uren inhalen
VANAF 2 X AFWEZIG ZONDER REDEN ACTIE: Elles belt ouders Elles noteert in logboek Elles mailt bij zorg de mentor
ACTIE: Bij twijfelachtige reden of mate van zorg hebben de MENTOR & TL overleg en ondernemen actie! A= standaard uren inhalen
Vanaf 6 X TE LAAT -
MELDEN OM 8.00U! BIJ HET NIET MELDEN, TL onderneemt ACTIE! (registratie logboek)
VANAF 3 X AFWEZIG ZONDER REDEN ACTIE: Elles belt ouders Elles noteert in logboek Elles mailt MENTOR & TL
-
Schoolondersteuningsplan 2014-2016/1415 beleidsplannen
Pagina 58 van 77
SCHOOLONDERSTEUNINGSPLAN OVER-Y COLLEGE 2014-2016
Melding schoolarts! (registratie logboek)
ACTIE: Elles stuurt brief naar huis (registratie logboek)
ACTIE: MENTOR en TL hebben een gesprek met ouders & leerling. Bespreken van verbetering Afspraken maken A= standaard uren inhalen
VANAF 9 X TE LAAT -
MELDEN OM 8.00U! BIJ HET NIET MELDEN, TL onderneemt ACTIE! (registratie logboek)
ACTIE: Elles stuurt melding naar Leerplicht + ouders Elles noteert in logboek, hangt de officiële brief in magister ACTIE: MENTOR & TL &ZOCO hebben overleg (Plan de campagne) Status leerling bepalen op meerdere gebieden & contact met ouders (registratie logboek) BIJ GEEN VERBETERING!!!
BIJ GEEN VERBETERING!!!
BIJ GEEN VERBETERING!!!
FASE 3 ZORGKAMER: ZOCO &OKA
ZORGKAMER: ZOCO & OKA
ZORGKAMER: ZOCO & OKA
ACTIE: - ZAT BESPREKEN - PLAN VAN AANPAK (ZOCO & OKA) - INZET OKA (registratie logboek)
ACTIE: - ZAT BESPREKEN - PLAN VAN AANPAK (ZOCO & OKA) - INZET OKA (registratie logboek)
ACTIE: - ZAT BESPREKEN - PLAN VAN AANPAK (ZOCO & OKA) - INZET OKA (registratie logboek)
Schoolondersteuningsplan 2014-2016/1415 beleidsplannen
Pagina 59 van 77
SCHOOLONDERSTEUNINGSPLAN OVER-Y COLLEGE 2014-2016
BIJLAGE 7
PROTOCOL VERWIJDEREN EN INTERNE SCHORSING
INHOUDSOPGAVE
1. 2. 3. 4. 5.
Verwijdering uit de les ............................................................................ 60 Voorbeeld e-mail 1 3x verwijderd ............................................................. 62 Voorbeeld e-mail 1 5x verwijderd ............................................................. 62 Voorbeeldbrief 1 interne schorsing leerling maximaal 1 dag ......................... 63 Voorbeeldbrief 2 meerdaagse interne schorsing leerling .............................. 64
Verwijdering uit de les Wanneer een leerling grensoverschrijdend gedrag vertoont in de les, kan een verwijdering volgen. Eerste t/m derde keer 1. De docent verwijst de leerling naar ‘lokaal 0’ en spreekt met de leerling af aan het eind van de les. 2. De docent noteert in Magister dat de leerling is verwijderd (verzuim). Bovendien plaatst de docent de reden in Magister in het logboek van de leerling. 3. De leerling gaat naar ‘lokaal 0’ en vult een uitstuurbrief in. De leerling gaat stil aan het werk. 4. De leerling gaat aan het eind van de les naar de docent. Er volgt een gesprek. De sanctie en de uitkomst van het gesprek worden genoteerd op de uitstuurbrief. De uitvoering van de sanctie is de verantwoording van de docent. De insteek voor het gesprek is oplossingsgericht: om er samen uit te komen en het probleem op te lossen. 5. De docent levert de uitstuurbrief dezelfde dag in bij de teamleider. 6. De leerling meldt zich aan het eind van de dag bij de teamleider. Deze legt indien gewenst een extra sanctie op. Er wordt een notitie gemaakt in Magister. 7. Als de sanctie bestaat uit het inleveren van werk, dan is de leerling pas weer toelaatbaar als daaraan is voldaan. De docent spoort daartoe aan. De docent meldt het aan de teamleider als dat niet in orde is. Meer dan drie keer 8. Na drie keer verwijdering, gaat er vanuit de teamleider een e-mailbericht naar de ouders waarin de hardnekkigheid van het grensoverschrijdende gedrag wordt gemeld. 9. Na vijf keer gaat er een e-mailbericht naar huis met de aankondiging dat de leerling bij de zesde keer een dag intern geschorst zal worden. Het bericht wordt opgeslagen in Magister. Tevens wordt een blokrooster opgelegd. 10. Na zes keer gaat er een brief naar huis (digitaal) met de eendaagse interne schorsing. 11. Bij aanhoudend grensoverschrijdend gedrag en een aantal (ca. drie) eendaagse interne schorsingen, volgt een driedaagse interne schorsing, een vijfdaagse schorsing en daarna een verwijderingsprocedure.
Schoolondersteuningsplan 2014-2016/1415 beleidsplannen
Pagina 60 van 77
SCHOOLONDERSTEUNINGSPLAN OVER-Y COLLEGE 2014-2016
In zeer uitzonderlijke gevallen kan een leerling toegang tot de les worden geweigerd. Dit duurt niet langer dan een lesweek.
Interne schorsing eendaagse schorsing
12. Bij een interne schorsing van een dag, worden de ouders mondeling geïnformeerd over de reden, het tijdstip en de vorm waarin de schorsing zal plaatsvinden. Zo nodig worden ze uitgenodigd op school (naar oordeel van de teamleider). Bij het gesprek kan ook de wijkagent of zorgcoördinator uitgenodigd worden aanwezig te zijn. 13. De mondelinge informatie en het gesprek worden schriftelijk bevestigd in een standaardbrief. 14. Indien de ouders niet mondeling te bereiken zijn, wordt de brief verstuurd. 15. Op de dag van de schorsing vindt een gesprek plaats met de teamleider en de leerling. Interne meerdaagse schorsing Een meerdaagse interne schorsing kan opgelegd worden na één zeer ernstig incident of na herhaaldelijke verwijderingen uit de les en eerdere sancties. 16. Tot een meerdaagse schorsing besluit in alle gevallen de directeur in overleg met de teamleider. 17. Bij een meerdaagse interne schorsing worden de ouders mondeling geïnformeerd over de reden, het tijdstip en de vorm waarin de schorsing zal plaatsvinden. 18. De ouders worden tevens voor een gesprek uitgenodigd op school. Dit gesprek vindt plaats met de teamleider of afhankelijk van de zwaarte van het grensoverschrijdend gedrag ook met de directeur. Bij het gesprek kan ook de wijkagent of zorgcoördinator uitgenodigd worden aanwezig te zijn. In dit gesprek is sprake van hoor en wederhoor. 19. De mondelinge informatie en het gesprek worden schriftelijk bevestigd in een standaardbrief. 20. Indien de ouders niet mondeling te bereiken zijn, wordt de brief verstuurd. Het gesprek volgt zo spoedig mogelijk. 21. De Inspectie van Onderwijs en de leerplichtambtenaar worden op de hoogte gesteld van de schorsing. 22. Op de laatste dag van de schorsing vindt een gesprek plaats met de teamleider en de leerling. * Verwijderingen uit de les worden niet doorgeteld na een schooljaar. Schorsingen gelden voor een schoolcarrière een worden dus wel doorgeteld.
Schoolondersteuningsplan 2014-2016/1415 beleidsplannen
Pagina 61 van 77
SCHOOLONDERSTEUNINGSPLAN OVER-Y COLLEGE 2014-2016
Voorbeeld e-mail 1: 3x verwijderd Geachte ouders van [naam leerling], Vandaag, [datum] is [naam leerling] voor de derde keer dit schooljaar uit de les verwijderd. Wij vinden dit ernstig en nemen het serieus op. Daarom stellen wij u middels dit bericht op de hoogte. De verwijderingen hebben te maken met: [redenen voor verwijderingen]. [Hij/zij] is hierover al in gesprek geweest met de betrokken docenten en ondergetekende. Helaas heeft dit niet geleid tot het gewenste gedrag. Bij aanhoudend grensoverschrijdend gedrag zullen wij overgaan tot strengere sancties. Ik vertrouw erop dat u ook in gesprek gaat met uw [zoon/dochter] en [hem/haar] wijst op de noodzaak tot verbeteren van het gedrag. Mocht u nog vragen hebben, dan sta ik uiteraard open voor nader contact hierover. Met vriendelijke groet, [naam teamleider] Cc mentor Dit bericht wordt opgeslagen in het leerlingdossier (evenals reacties)
Voorbeeld e-mail 2: 5x verwijderd Geachte ouders van [naam leerling], Vandaag, [datum] is [naam leerling] voor de vijfde keer dit schooljaar uit de les verwijderd. U bent over het feit dat uw [zoon/dochter] ongewenst gedrag vertoond in de les al eerder geïnformeerd [e-mail d.d. …]. Wij vinden dit ernstig en nemen het serieus op. Daarom stellen wij u middels dit bericht op de hoogte. De verwijderingen hebben [opnieuw?] te maken met: [redenen voor verwijderingen]. [Hij/zij] is hierover al in gesprek geweest met de betrokken docenten en ondergetekende. Helaas heeft dit niet geleid tot het gewenste gedrag. Bij een volgend incident in of buiten de les zullen wij overgaan tot een interne schorsing. Ik vertrouw erop dat u ook in gesprek gaat met uw [zoon/dochter] en [hem/haar] wijst op de noodzaak tot verbeteren van het gedrag. Mocht u nog vragen hebben, dan sta ik uiteraard open voor nader contact hierover. Met vriendelijke groet, [naam teamleider] Cc mentor Dit bericht wordt opgeslagen in het leerlingdossier (evenals reacties)
Schoolondersteuningsplan 2014-2016/1415 beleidsplannen
Pagina 62 van 77
SCHOOLONDERSTEUNINGSPLAN OVER-Y COLLEGE 2014-2016
Voorbeeldbrief 1: interne schorsing leerling maximaal 1 dag Geachte ouders/verzorgers, Beste [naam leerling], Hierbij bevestig ik de mededeling die op [datum] door [naam] is gedaan om [naam leerling] te schorsen voor de duur van één dag, te weten [datum]. Tegelijkertijd is uw [zoon/dochter] in de gelegenheid gesteld om [haar/zijn] visie op het gebeurde toe te lichten. De reden voor de schorsing is [Beschrijving van de concrete feiten/gebeurtenissen die zich hebben voorgedaan, zoveel mogelijk met datum, tijd-plaatsaanduidingen en namen van personen die erbij betrokken waren]. [naam leerling] gaf aan… [toelichting visie leerling] Naar aanleiding van de schorsing nodigen we u met uw [zoon/dochter] uit voor een gesprek op[datum, locatie, met naam teamleider]. Het gaat hier om een interne schorsing, hetgeen betekent dat [naam leerling] tijdens de schorsing van 8.00 uur tot 16.00 uur op school aanwezig is en buiten het reguliere lesrooster werkt aan andere lestaken onder de verantwoordelijkheid van de daartoe aangewezen medewerker. Ook zal de leerling ter afwisseling klusjes doen. Uw [zoon/dochter] dient zich het eerste lesuur te melden bij [aangeven waar de leerling terecht kan] voor zijn/haar schoolwerkopdrachten. Uw [zoon/dochter] heeft op deze dag pauzes op andere momenten dan de klasgenoten. Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze brief, dan kunt u zich wenden tot ondergetekende. Hoogachtend, [Naam teamleider]
c.c.: Mentor van [naam leerling] *De interne schorsingsbrief, afspraken (en een eventueel verslag) wordt toegevoegd aan het Logboek van de leerling in Magister.
Schoolondersteuningsplan 2014-2016/1415 beleidsplannen
Pagina 63 van 77
SCHOOLONDERSTEUNINGSPLAN OVER-Y COLLEGE 2014-2016
Voorbeeldbrief 2: meerdaagse interne schorsing leerling Geachte ouders/verzorgers, Beste [naam leerling], Hierbij bevestig ik de mededeling die op [datum] door [naam] is gedaan om [naam leerling] te schorsen voor de duur van [aantal dagen], van [datum] tot [datum]. Tegelijkertijd is uw [zoon/dochter] in de gelegenheid gesteld om [haar/zijn] visie op het gebeurde toe te lichten. De reden voor de schorsing is [Beschrijving van de concrete feiten/gebeurtenissen die zich hebben voorgedaan, zoveel mogelijk met datum, tijd-plaatsaanduidingen en namen van personen die erbij betrokken waren]. [naam leerling] gaf aan… [toelichting visie leerling] De Inspectie en de leerplichtambtenaar zijn van de interne schorsing op de hoogte gesteld. Naar aanleiding van de schorsing nodigen we u met uw [zoon/dochter] uit voor een gesprek op[datum, locatie, met naam teamleider/directeur]. Het gaat hier om een interne schorsing, hetgeen betekent dat [naam leerling] tijdens de duur van de schorsing van 8.00 uur tot 16.00 uur op school aanwezig is en buiten het reguliere lesrooster werkt aan andere lestaken onder de verantwoordelijkheid van de daartoe aangewezen medewerker. Ook zal de leerling ter afwisseling klusjes doen. Uw [zoon/dochter] dient zich het eerste lesuur te melden bij [aangeven waar de leerling terecht kan] voor zijn/haar schoolwerkopdrachten. Uw [zoon/dochter] heeft op deze dag pauzes op andere momenten dan de klasgenoten. Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze brief, dan kunt u zich wenden tot de teamleider [naam teamleider]. Hoogachtend, [Naam directeur] c.c.: Mentor van [naam leerling] Leerplichtambtenaar Inspectie Onderwijs] (als schorsing > 1 dag)
Schoolondersteuningsplan 2014-2016/1415 beleidsplannen
Pagina 64 van 77
SCHOOLONDERSTEUNINGSPLAN OVER-Y COLLEGE 2014-2016
BIJLAGE 8
DYSLEXIEPROTOCOL
INHOUDSOPGAVE
1. 2.
Wat is dyslexie ................................................................................................... 65 Signalering en onderzoek ..................................................................................... 67
1 Wat is dyslexie Dyslexie is een stoornis die gekenmerkt wordt door een hardnekkig probleem met het aanleren en /of vlot toepassen van het lezen en/of spellen op woordniveau ( Stichting Dyslexie Nederland, 2008). Het gaat om een ernstige en hardnekkige lees- en/of spellingsachterstand, hoewel er voldoende gelegenheid tot leren is geweest. Het is een complex probleem dat invloed heeft op het gehele functioneren van een leerling. Het komt voor in alle vormen van onderwijs en is niet gebonden aan intelligentie of sociaaleconomische achtergrond. De school verstaat onder een dyslectische leerling: een leerling waarbij officieel dyslexie is vastgesteld door een GZ- psycholoog of orthopedagoog met registratie. Er is over hem/haar een rapport gemaakt waarin wordt verklaard dat de betreffende leerling in aanmerking komt voor de afspraken voor dyslectische leerlingen. Een kopie van het rapport met bijbehorende dyslexieverklaring dient in het leerling-dossier te zijn opgenomen. Mogelijke gevolgen van dyslexie voor het leren Lezen Traag en niet accuraat (hardop ) lezen, ook bekende woorden worden niet altijd vlot en goed gelezen. Het weglaten en/of toevoegen van woorden. Omdat het technisch lezen teveel aandacht vraagt , is er soms te weinig aandacht capaciteit over voor tekstbegrip. Omdat lezen zoveel tijd en inspanning kost, leveren vooral lange teksten problemen op. Spellen Veel spelfouten, zowel in complexe als in alledaagse , eenvoudige woorden. Bij onbekende spellingen onvoldoend kunnen terugvallen op een adequate strategie( regel- , inprent-,luisterstrategie). Bij onbekende spellingen onvoldoende kunnen terugvallen op het analyseren van woorden in (bekende) woorddelen en afzonderlijke letters. Weinig inzicht in woordopbouw. Dit kan zich uiten in: Moeite met het herkennen van delen uit woorden die hetzelfde zijn, waardoor het lezen en spellen trager en met meer fouten gaat(bijv. morfeem –heid zit zowel in schoonheid als in wijsheid Moeite met het leggen van de relatie tussen spelling, grammatica en betekenis waardoor er spelfouten gemaakt worden(bijv. verkeerd-verkeert; hei –hij; grote-grootte). Leren/Algemeen Problemen met het leren en lezen van losse woorden (zonder context). Woordvindingsproblemen.
Schoolondersteuningsplan 2014-2016/1415 beleidsplannen
Pagina 65 van 77
SCHOOLONDERSTEUNINGSPLAN OVER-Y COLLEGE 2014-2016
-
-
-
-
Doordat het lezen zoveel aandacht vraagt, te weinig aandacht capaciteit voor het volgen van de tekststructuur, waardoor de rode draad zoekraakt en het maken van een samenvatting moeilijk is. Het tekort aan aandacht capaciteit kan ook leiden tot: Niet begrijpen van complexe vragen. Niet onthouden van meervoudige constructies, terwijl ze de afzonderlijke taken wel kunnen uitvoeren. Moeite met teksten/boeken met onoverzichtelijke structuur/lay-out. Doordat het spellen van afzonderlijke woorden zo veel aandacht vraagt, te weinig aandacht capaciteit bij het schrijven waardoor het aanbrengen van een tekststructuur en een heldere lay-out moeilijk is. Door te weinig lezen blijft de woordenschat soms beperkt Afname van tempo en nauwkeurigheid als er ”onder druk” gewerkt moet worden(proefwerken, schoolonderzoeken, examens). Door niet nauwkeurig lezen problemen met het maken van multiple choice toetsen, waar kleine verschillen in antwoorden vaak cruciaal zijn. Moeite met het maken van aantekeningen tijdens het luisteren. Moeite met het (snel) opschrijven van informatie die wordt gedicteerd door de leerkracht. Moeite hebben (en fouten maken) bij het overnemen van aantekeningen van het (digi) bord. Fouten maken of fouten over het hoofd zien bij het zelf corrigeren van oefeningen tijdens klassikale besprekingen. Moeite met het onthouden of ophalen van namen/begrippen uit het geheugen(denk aan jaartallen bij geschiedenis en topografie bij aardrijkskunde).
Spreken/Luisteren Moeite met het onthouden van uitspraak van woorden /klanken. Moeite met het verstaan van “snelle” uitspraak. Moeite met luisteroefeningen, omdat woorden en klanken niet goed worden verwerkt. Moeite met luisteroefeningen vanwege gebrek aan tijd , omdat het lezen van de vraag en opschrijven van het antwoord meer tijd kost dan de gegeven tijd. Moderne vreemde talen Moeite met het onthouden van geleerde woorden. Er is onvoldoende resultaat van intensief oefenen. Dit werkt door in alle overige vaardigheden( spreken, luisteren, begrijpend lezen en schrijven) in de moderne vreemde talen. Moeite met het aanleren van nieuwe klank- tekenkoppelingen waardoor ze zich de uitspraak moeilijk eigen maken. Moeite met het verstaan van “snelle” spraak van moedertaalsprekers in de moderne vreemde talen. Moeite met spellen. Moeite met afleiden van woordbetekenissen en spellingen doordat er weinig inzicht in woordopbouw is. Moeite met het herkennen van delen van woorden die hetzelfde zijn, waardoor het lezen en spellen trager en met meer fouten gaat( bijv. jour zit zowel in aujourd’hui als in toujours en journal). Moeite met het leggen van de relatie tussen spelling, grammatica en betekenis, waardoor er spelfouten gemaakt worden(bijv. enemys i.p.v. enemies; Hande i.p.v. Hände; tu pense i.p.v. tu penses). Gebruik van de Nederlandse spelling bij het schrijven in de moderne vreemde talen.
Schoolondersteuningsplan 2014-2016/1415 beleidsplannen
Pagina 66 van 77
SCHOOLONDERSTEUNINGSPLAN OVER-Y COLLEGE 2014-2016
Taak- en werkhouding Ongestructureerd, inadequaat en /of vluchtig taakgedrag en werkhouding. Moeite met plannen en vasthouden van de volgorde van denkstappen Onvoldoende werkverzorging. Onvoldoende metacognitieve vaardigheden voor zelfsturing. Inadequate leerstijlen. Onvoldoende of tanend doorzettingsvermogen. Gevolgen voor het sociaal- emotioneel functioneren De gevolgen voor het sociaal- emotioneel functioneren kunnen zijn : Ernstige twijfel aan de eigen competentie. Aangetast zelfbeeld. Onvoldoende vanuit zichzelf gemotiveerd zijn. Ontwikkelen van faalangst. Moeite met aansluiting bij leeftijdgenoten of volwassenen door verminderde sociale acceptatie. Schroom om aan een vervolgopleiding te beginnen. Vermijden van bepaalde taken op sociaal gebied. NB. Alle genoemde gevolgen voor het leren en het sociaal-emotioneel functioneren kunnen voorkomen, maar zullen lang niet altijd allemaal en bij iedere leerling een rol spelen.
2 Signalering en onderzoek Verreweg de meeste leerlingen met dyslexie zijn gediagnosticeerd tijdens de basisschoolperiode en worden dan ook aangemeld bij het Over -Y- College met een geldige dyslexieverklaring. Maar er zijn ook leerlingen die nog achterstand in lezen en/of spellen vertonen zonder dat is vastgesteld of er sprake is van dyslexie. Omdat alle brugklasleerlingen aan het begin van de brugklas getest worden d.m.v. het Drempelonderzoek om te onderzoeken of en welke leerlingen recht hebben op LWOO (Leerwegondersteunend onderwijs), zal hieruit blijken welke leerlingen nog achterstanden hebben t.a.v. lezen en/of spellen. Deze groep leerlingen wordt gescreend op dyslexie met behulp van het signaleringsinstrument, zoals dat is ontwikkeld door Masterplan Dyslexie. Dit bestaat uit een genormeerd dictee en een stilleestoets, waarbij het leestempo wordt gemeten alsmede het begrip. Als leerlingen hierop zwak presteren worden ze tijdens het brugklasjaar gedurende een aantal weken in kleine groepjes (tot ca. 10 leerlingen) begeleid in spellen en/of lezen door docenten, remedial teacher en ouders (technisch lezen). Als na een periode van begeleiding geen of weinig vooruitgang te zien is kan een leerling in aanmerking komen voor nader onderzoek door de remedial teacher. Vervolgens wordt er contact opgenomen met de ouders om te bespreken of e deze leerling extern getest zal worden op dyslexie. Dit onderzoek moet gedaan worden door een psycholoog of orthopedagoog met aantekening dyslexie. Voor leerlingen uit hogere leerjaren waarbij twijfel bestaat of een leerling mogelijk dyslectisch is, wordt ook gebruik gemaakt van deze screening, aangevuld met nog een aantal genormeerde leestoetsen, waarna in overleg met de ouders besloten kan worden de leerling extern te laten testen op dyslexie. Begeleiding van leerlingen met dyslexie Dyslectische leerlingen worden aan het begin van de brugklas opgeroepen samen met hun ouders voor een gesprek met de remedial teacher. Tijdens het brugklasjaar krijgen deze leerlingen extra ondersteuning in spelling en /of begrijpend – of technisch lezen. Het is noodzakelijk dat deze leerlingen blijven oefenen met de spelling om te voorkomen dat deze
Schoolondersteuningsplan 2014-2016/1415 beleidsplannen
Pagina 67 van 77
SCHOOLONDERSTEUNINGSPLAN OVER-Y COLLEGE 2014-2016
weer achteruit gaat. Bovendien helpt het de spelling bij de Moderne Vreemde Talen beter te kunnen leren als de spelling van het Nederlands beter beheerst wordt. Bij het eerste gesprek met de remedial teacher krijgen deze leerlingen ook een eigen dyslexiekaartje, waarop vermeld wordt op welke manier er rekening zal worden gehouden met de dyslectische leerling. Dit houdt sowieso in dat de leerling recht heeft op meer tijd voor zijn/haar toetsen (20%) .I.p.v. meer tijd is het ook mogelijk om de leerlingen minder opgaven te laten maken. Deze leerlingen krijgen geen vergrotingen meer, omdat de overheid bepaald heeft dat de examens niet meer mogen worden vergroot. Toetsen en examens worden geprint in Arial 12. Bij de Moderne Vreemde Talen wordt niet al te zeer op de spelling gelet en, indien nodig, kunnen leerlingen toetsen mondeling herkansen. De aangepaste normering bij spelling is niet vastgelegd, omdat dyslectische leerlingen allerlei verschillende spellingfouten kunnen maken. Dyslexiefouten bestaan niet. Uitgangspunt is dat dyslectische leerlingen hun toetsen voldoende kunnen afronden. Hierbij wordt ook van de dyslectische leerlingen gevraagd dat zij extra inzet zullen tonen door bijv. vocabulaire vroegtijdig te gaan oefenen en vaak te herhalen volgens de “flapmethode” of m.b.v. WRTS, een overhoorprogramma. Bij de leervakken worden spellingfouten niet gerekend Leerlingen kunnen gebruik maken van computer of laptop inclusief spellingcorrectie en ondersteunende software. Leerlingen kunnen gebruik maken van ondersteunende software bij het lezen van studieboeken ( o.a. Daisyspeler of AMIS ondersteunende software ). De remedial teacher kan op verzoek ingesproken boeken (Daisy- cd’s ) aanvragen voor de leerlingen die moeite hebben met het lezen van langere teksten. Aantekeningen moeten op papier worden gegeven aan dyslectische leerlingen, omdat het maken van aantekeningen een te complexe bezigheid voor hen is, die veelal niet goed lukt. Voor sommige dyslectische leerlingen is het frustrerend om hardop te moeten voorlezen in de klas. In dat geval hoeven ze dit niet te doen. Verschillende dyslectische leerlingen hebben verschillende behoeften op het gebied van faciliteiten . Zo kunnen bijv. hulpmiddelen , zoals het gebruik van regelkaarten bij toetsen worden toegestaan. Ook andere individuele afspraken kunnen worden gemaakt t.a.v. faciliteiten voor dyslectische leerlingen. De dyslexiekaart kan worden bijgesteld tijdens de schoolloopbaan van de leerlingen. Andere faciliteiten kunnen worden toegevoegd, indien nodig. Van alle docenten wordt gevraagd om een duidelijke structuur in de lessen te hanteren, wat voor alle leerlingen belangrijk is, maar absoluut noodzakelijk voor dyslectische leerlingen. Het is ook belangrijk oog te hebben voor het welbevinden van een dyslectische leerling en regelmatig na te vragen of de lesstof duidelijk is, of de instructies begrepen worden enz. In de hogere leerjaren kunnen leerlingen voor korte periode extra begeleiding krijgen voor een bepaald vak of vakken van de remedial teacher mits deze nog tijd beschikbaar heeft. Ook kunnen leerlingen bijles krijgen van een vakdocent. Voor leerlingen in klas 3 en 4 gelden voor het schoolexamen en het CSE de officiële
Schoolondersteuningsplan 2014-2016/1415 beleidsplannen
Pagina 68 van 77
SCHOOLONDERSTEUNINGSPLAN OVER-Y COLLEGE 2014-2016
regelingen bij dyslexie, die door de overheid bepaald zijn. De wijze van examinering kan door de directeur op grond van het deskundigenrapport worden aangepast. Zo kunnen de teksten van de examens al of niet langs elektronische weg worden voorgelezen en wordt de examentijd met een half uur verlengd. Ook kan gebruik gemaakt worden van een laptop, waarbij bepaalde functies zoals de spellingcontrole worden uitgeschakeld.
Schoolondersteuningsplan 2014-2016/1415 beleidsplannen
Pagina 69 van 77
SCHOOLONDERSTEUNINGSPLAN OVER-Y COLLEGE 2014-2016
BIJLAGE 9 SCHOLINGSPLAN 2014-2015 INHOUDSOPGAVE
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10
Voorwoord ............................................................................................ 70 Inleiding ............................................................................................... 71 scholingsbeleid ...................................................................................... 72 Passend Onderwijs ................................................................................. 72 Lessen in orde ....................................................................................... 73 Veiligheidsplan ....................................................................................... 74 First ID ................................................................................................. 74 Professionalisering en de gesprekscyclus ................................................... 75 Overzicht scholingsaanbod ...................................................................... 75 Geplande en verwezenlijkte scholingen ..................................................... 76
1 Voorwoord De maatschappij verandert met een enorme snelheid. Dat heeft gevolgen voor de inhoud van het voortgezet onderwijs. De overheid heeft veranderende verwachtingen en past wet- en regelgevingen aan die het onderwijs in het hart raken. Voorbeelden hiervan zijn de invoering van het passend onderwijs en de verplichte rekentoets. Een docent dient zich dan ook constant aan te passen aan deze nieuwe verwachtingen. De opleiding die ooit is gevolgd, geeft daar onvoldoende basis voor. Daarom blijven docenten en andere medewerkers constant leren. Gedeeltelijk zorgen medewerkers zelf voor het up-todate houden van hun kennis, maar de werkgever biedt ook een breed scala van scholingsmogelijkheden aan, al dan niet op verzoek van de medewerker, zowel individueel als in groepsverband. Professionalisering van de medewerkers draagt bij aan werken vanuit de missie en visie van de school: we bieden leerlingen een veilige, inspirerende leeromgeving waarin ze de ruimte krijgen om te leren en hun talenten te ontwikkelen. Het Over-Y College begeleidt de leerlingen naar een maatschappelijk betrokken, zelfstandig bestaan. Een respectvolle omgang met elkaar en het geven en ontvangen van feedback zijn hierbij kernwaarden.
Schoolondersteuningsplan 2014-2016/1415 beleidsplannen
Pagina 70 van 77
SCHOOLONDERSTEUNINGSPLAN OVER-Y COLLEGE 2014-2016
2 Inleiding Werkgevers en werknemers in het onderwijs hechten veel waarde aan levenslang professionaliseren om voortdurend in staat te zijn het beste onderwijs vorm te kunnen geven. Zij beseffen dat dit ook voortdurend investeren in mensen met zich meebrengt en spreken daarom een ambitieus professionaliseringsperspectief af. Afgesproken is dat minimaal 10% van de personele lumpsum per jaar besteed wordt aan deskundigheidsbevordering en professionaliseringsactiviteiten binnen de scholen. Dit percentage betreft alle faciliteiten in uren en geld ten behoeve van professionalisering. Voor 5% wordt een professionaliserings-plan op schoolniveau afgesproken dat in het verlengde staat van het schoolplan. Dit plan wordt jaarlijks omgezet in een professionaliseringskalender. In dit plan staan de collectieve activiteiten benoemd en de wijze waarop de faciliteiten voor de collectieve én de individuele activiteiten ter beschikking worden gesteld. Over dit plan wordt jaarlijks verantwoording afgelegd in het jaarverslag. Binnen de eerder genoemde 10% krijgt iedere docent bovendien een basisbudget voor professionalisering: 5% van normjaartaak in uren (83 klokuren op full-time basis) en € 600 (voor een full-time docent). Deze 83 uren zet de docent in buiten de ingeroosterde uren voor lessen en vergaderingen. Dit basisbudget voor docenten is bedoeld om de docent in staat te stellen zelf invulling te geven aan zijn/haar professionalisering. Dit betekent concreet dat dit budget wordt aangewend voor professionaliseringsactiviteiten waarvoor de docent zelf kiest. De keuzevrijheid wordt beperkt door de kaderstelling dat de activiteit moet passen binnen de gestelde doelen door de school. Achteraf verantwoordt de docent zich over zijn/haar professionaliseringsactiviteiten (zowel inhoudelijk, de resultaten, als de bestede uren1). In de kaders voor taakbeleid in de cao over professionalisering zal worden vastgelegd dat ten aanzien van dit basisrecht sprake is van een minimumregeling. Bij wijziging van bestaand taakbeleid mag niet getornd worden aan deskundigheidsbevordering en professionalisering. In het taakbeleid wordt altijd het basisrecht vastgelegd. Indien er op scholen op dit moment sprake is van een groter aandeel voor deskundigheidsbevordering en professionalisering dan 5% van de normjaartaak, dan dient dit meerdere altijd terug te komen als herkenbare deskundigheidsbevordering en professionalisering. Indien scholen op dit moment in hun taakbeleid een kleiner aandeel hanteren, dient aangetoond te worden dat het basisbudget van 83 uur aantoonbaar en herkenbaar als budget voor zelfgekozen professionaliseringsactiviteiten in de verschillende onderdelen van het taakbeleid terugkomt. OOP krijgt een budget van 2,5% in tijd (40 uur) en €500, waarmee de werknemer zelf invulling kan geven aan zijn/haar professionalisering en passend bij de functie of het carrièreperspectief. Het basisbudget voor OP en OOP kan niet worden gespaard, tenzij in de gesprekkencyclus meerjarige andersluidende afspraken worden gemaakt. In dit document wordt beschreven hoe op het Over-Y College de hierboven genoemde 5% wordt ingezet voor vanuit de school georganiseerde professionaliserings- en deskundigheidsbevorderingsactiviteiten. Als basis voor dit document is gebruik gemaakt van de A3, het schoolveiligheidsplan, en de cao zoals deze bekend was op het moment van schrijven van dit document. In de eerste paragraaf wordt het scholingsbeleid besproken zoals verwoord in het A3 in samenhang met de wet BIO. In paragraaf 2 worden de maatschappelijke ontwikkelingen met betrekking tot Passend Onderwijs beschreven voor zover die een rol spelen bij het tot stand komen van dit Professionaliseringsplan. Paragraaf 3 geeft aan op welke wijze aangesloten wordt bij het Schoolveiligheidsplan Paragraaf 4 beschrijft de onderdelen van het professionaliseringsprogramma. Paragraaf 4 is een overzicht van de scholingsdata.
1
Op het Over-Y College is de 5% in de taakbrieven opgenomen. Zie verder professionalisering en gesprekscyclus.
Schoolondersteuningsplan 2014-2016/1415 beleidsplannen
Pagina 71 van 77
SCHOOLONDERSTEUNINGSPLAN OVER-Y COLLEGE 2014-2016
3 Scholingsbeleid Wet BIO Niet alleen vanuit de CAO maar ook wettelijk heeft de school verplichtingen naar zijn medewerkers toe als het gaat om professionalisering. Scholen zijn sinds 2006 verantwoordelijk voor het onderhouden van de bekwaamheden van personeelsleden. Personeelsleden zijn ook zelf verantwoordelijk om dat te doen. Deze verplichtingen zijn geregeld in de Wet Beroepen in het Onderwijs. Voor de bekwaamheden die de wet voorschrijft dient de docent de eigen verantwoordelijkheden, kennis en handelen op 5 gebieden te onderschrijven Vakkennis Inzetten van vakkennis met pedagogisch inzicht, met didactische vaardigheid, met organisatorisch talent Omgang met leerlingen Samenwerken met collega’s Gesprekken met ouders & instanties A3 In het A3 2013-2014 geeft Het Over-Y College inhoud aan haar missie en visie door docenten zich bewust te maken van en te bekwamen in de vijf rollen van de docent zoals deze beschreven zijn in de publicatie hierover van het CPS. In een school-specifieke Kijkwijzer voor het Over-Y College is door de docenten vastgelegd hoe deze vijf rollen moeten worden ingevuld. Ook het OOP voert functioneringsgesprekken waarin professionalisering een thema is. Een drietal rollen uit de Kijkwijzer zijn immers ook op hen van toepassing. De schoolleiding maakt per schooljaar keuzes. Door interne studiedagen, training, intervisie en collegiale consultatie, vakliteratuur, abonnementen, externe scholing, netwerken, projecten, werkgroepen, e.d. leren medewerkers betekenisvol. Deze lijn zetten wij door. Voor het schooljaar 2014-2015 ligt de focus op het verbeteren van de structuur binnen – en buiten de klas en deskundigheidsbevordering. Dit met het oog op alle ontwikkelingen op het gebied van “Passend Onderwijs” en punt 2, 3, 4 en 5 van de wet BIO. Schoolbreed (OOP en OP) wordt ingezet op implementatie van het Veiligheidsplan, het Ondersteuningsplan.
4 Passend Onderwijs De Wet passend onderwijs is op 9 oktober 2012 aangenomen door de Eerste Kamer. Als de wet op 1 augustus 2014 ingaat, krijgen scholen een zorgplicht. Dat betekent dat scholen ervoor verantwoordelijk zijn om elk kind een goede onderwijsplek te bieden. Om aan alle kinderen daadwerkelijk een goede onderwijsplek te kunnen bieden, vormen reguliere en speciale scholen samen regionale samenwerkingsverbanden. De scholen in het samenwerkingsverband maken afspraken over de ondersteuning aan leerlingen en de bekostiging daarvan. Voorheen moesten ouders van een kind dat extra ondersteuning nodig heeft, zelf op zoek naar een geschikte school. Vanaf 1 augustus 2014 melden ouders hun kind aan bij de school van hun keuze, en heeft de school de taak om het kind een passende onderwijsplek te bieden. Op de eigen school, of op een andere school in het reguliere onderwijs of het (voortgezet) speciaal onderwijs (v)so. De landelijke financiële ruimte om zo’n 70.000 kinderen in het (v)so te plaatsen, blijft bestaan. Om alle kinderen een passende onderwijsplek te bieden, gaan scholen samenwerken in regionale samenwerkingsverbanden. In het primair en het voortgezet onderwijs worden
Schoolondersteuningsplan 2014-2016/1415 beleidsplannen
Pagina 72 van 77
SCHOOLONDERSTEUNINGSPLAN OVER-Y COLLEGE 2014-2016
ongeveer 75 samenwerkingsverbanden geformeerd. In deze samenwerkingsverbanden werken het regulier en speciaal onderwijs (cluster 3 en 4) samen. Cluster 3 is het onderwijs aan kinderen met een verstandelijke, lichamelijke of meervoudige handicap en voor langdurig zieke kinderen. Cluster 4 is onderwijs voor kinderen met ernstige gedrags- of psychiatrische stoornissen. De school waar een kind is aangemeld, is verplicht om eerst te kijken of het kind extra ondersteuning in de klas kan krijgen. Het schoolondersteuningsprofiel vormt hiervoor het uitgangspunt. Kan de school zelf geen passende onderwijsplek bieden, dan wordt gekeken naar een andere reguliere school binnen het samenwerkingsverband die de juiste ondersteuning kan bieden of een plek in het (v)so. Docenten in het reguliere onderwijs kunnen meer te maken krijgen met verschillen in de klas. Het is dus van belang dat zij voldoende ruimte krijgen om zich te kunnen voorbereiden op de nieuwe situatie. Bij het opstellen van het schoolondersteuningsprofiel brengt de school in kaart wat de gewenste extra professionalisering is. Zittende leerkrachten kunnen bijvoorbeeld extra scholing krijgen om beter te leren omgaan met de verschillen tussen de leerlingen in de klas. Ook kan het speciaal onderwijs met het regulier onderwijs expertise uitwisselen. Zo kunnen scholen tijdelijk of structureel ambulant begeleiders inzetten die leerlingen, leraren en teams ondersteunen.
5 Lessen in orde Tijdens een tweetal personeelsvergaderingen in leerjaar 2013/2014 heeft het team samen met de schoolleiding besloten om meer rust en structuur in de onderwijsomgeving te borgen zodat de missie van de school ten volle tot zijn recht komt. Het gaat hier bij om veiligheid, orde, collegialiteit en professionaliteit met als uiteindelijk resultaat een goed pedagogisch klimaat waarbij ouders en docenten op één lijn staan. Om dit te bereiken heeft Het Over-Y College gekozen voor de methode van dhr. P. Teitler: “Lessen in orde.” Deze methode zal gedurende vier jaren worden geïmplementeerd onder leiding van P. Teitler In leerjaar 2014–2015 zal begonnen worden met de eerste klassen. Gesteund door een tiental instructiemiddagen - en begeleid door een stuurgroep - werken de docenten aan het opstellen van regels en de eenduidige uitvoering en handhaving hiervan. Docenten hebben tweetallen gevormd, ‘buddy’s’, die elkaar van feedback voor zien. De instructiemiddagen vinden plaats op de dinsdag of de donderdag. In de tijd tussen de instructiemiddagen zal de stuurgroep collega’s waar nodig en wenselijk ondersteunen. Tegen het einde van het kalenderjaar 2014 en het schooljaar 2014-2015 vindt er een tussentijdse evaluatie plaats. Bij voldoende draagvlak bij het onderwijsgevende personeel en de schoolleiding wordt in het schooljaar 2015–2016 het project voortgezet voor de gehele onderbouw. De begeleiding van het project zal naarmate het vordert meer en meer in handen komen te liggen van de stuurgroep. Na het vierde projectjaar is de methode geïmplementeerd in de gehele onder- en bovenbouw. In het eerste projectjaar ligt de focus op de klassen van het eerste leerjaar. In het tweede leerjaar en in de bovenbouw is afgesproken dat docenten in hun lessen hierbij zoveel mogelijk zullen aansluiten.
Schoolondersteuningsplan 2014-2016/1415 beleidsplannen
Pagina 73 van 77
SCHOOLONDERSTEUNINGSPLAN OVER-Y COLLEGE 2014-2016
6 Veiligheidsplan In het Veiligheidsplan van het Over-Y College worden in paragraaf 3, naast het project ‘Lessen in orde’, workshops beschreven die verzorgd worden door ex- en interne specialisten. Naast de ‘Lessen in orde’ bestaat er ook behoefte aan meer kennis van didactiek, ICT, gedragsproblematiek, leerstoornissen en sociale veiligheid. Door deze workshops speelt de schoolleiding op deze behoefte in. Workshops: Twee keer in het schooljaar wordt er een scholingsdag voor het team georganiseerd over diverse thema’s. Er is dan een aanbod van 4 á 5 workshops, waarvan elke docent er ca. 3 bijwoont. Deze worden verzorgd door in- en externe professionals: Activerende werkvormen: In ‘12/’13 is er een begin gemaakt met het implementeren van de Kijkwijzer, een instrument om leerlingen meer structuur te bieden bij alle leswisselingen. In ‘13/‘14/’15 is er meer aandacht voor didactiek en activerende werkvormen met behulp van het digibord. Meldcode Kindermishandeling en Huiselijk Geweld: In het schooljaar ’14/’15 zal er een workshop worden verzorgd met betrekking tot de Meldcode Kindermishandeling en Huiselijk geweld. Deze is bestemd voor zowel het onderwijsgevende als het onderwijsondersteunende personeel. Omgaan met agressie en geweld: Door externen worden er workshops gegeven waarin aan medewerkers van het Over-Y College, zowel onderwijsgevend als onderwijsondersteunend personeel, handvatten worden aangereikt om beter voor te bereid te zijn op agressie en geweld van leerlingen onder elkaar alsook naar medewerkers toe. (Cyber)pesten: Een externe specialist geeft inzicht in de laatste ontwikkelingen met betrekking tot (cyber)pesten en op welke manier onderwijsgevend en onderwijs-ondersteunend personeel hier mee kan omgaan aan de hand van vooraf ingebrachte cases en het protocol op het OverY. Deze workshop gaan we ook aanbieden aan ouders. Stoornissen in het Autistisch spectrum: Een externe specialist geeft aan de hand van vooraf ingebrachte cases praktische tips hoe om te gaan met diverse stoornissen van leerlingen die zich in en om de school kunnen voordoen.
7 First ID Het First ID project zorgt gedurende acht weken voor een veilige omgeving en een plezierige sfeer waarin iedereen goed kan leren aan de hand van drie pijlers: Kennismaking, Vriendelijke houding en Talentontwikkeling. Kennismaking: Alle docenten vertellen de eerste week alle brugklassen een persoonlijk verhaal. Leerlingen mogen hier vragen over stellen. Daarna gaan de leerlingen zelf een verhaal schrijven en gaan in verschillende vakken werken met dit verhaal. Zo leren ook de docenten de leerlingen in een korte tijd beter kennen. Vriendelijke houding: Rapucation heeft veel ervaring opgedaan in het begrenzen van leerlingen. Hieruit zijn meerdere hulpmiddelen ontstaan die schoolbreed in te zetten zijn. Voor de start van het project bepaalt het docententeam onder leiding van de kartrekkers welke hulpmiddelen in te zetten zijn op hun school. Deze kartrekkers beheren vervolgens ook het proces. Zij buigen zich over de vraag ‘Worden de gemaakte afspraken nagekomen’ en komen waar nodig en gewenst in actie? Talentontwikkeling: Gedurende de acht weken van het project krijgen de leerlingen
Schoolondersteuningsplan 2014-2016/1415 beleidsplannen
Pagina 74 van 77
SCHOOLONDERSTEUNINGSPLAN OVER-Y COLLEGE 2014-2016
verschillende workshops: workshop First ID verhaal schrijven van een schrijver, workshop muziek met percussie, zang en rap, en de workshops dans. Al deze workshops werken toe naar een voorstelling. In deze voorstelling komen de verschillende onderdelen aan bod en hebben alle docenten en leerlingen van de brugklas een rol. Dit is tevens de afsluiting van het project. We vieren met elkaar wat we in deze acht weken hebben bereikt. De projectleiding wordt verzorgd door de Stichting Racupation en dagelijks ondersteund door een stuurgroep van 3 medewerkers van het Over-Y College.
8 Professionalisering en de gesprekscyclus In de taakbrief van ieder docent zijn uren opgenomen die besteed moeten worden aan verdere professionalisering van eigen vakgebied. Op basis van een volledige aanstelling zijn 10 uren reeds ingevuld voor het bijhouden van vakliteratuur/ internetfora/ websites etc.. De resterende 73 uren (op basis van een volledige aanstelling) moeten buiten de schooluren besteed worden aan opleidingen, cursussen, na- en bijscholing etc.. In het periodieke functioneringsgesprek is de verantwoording over deze 73 uur een vast onderdeel van de agenda.
9 Overzicht scholingsaanbod Activiteit Lessen in orde Stuurgroep Lessen in orde plenair Lessen in orde voorbereiden/zelfstudie handboek Lessen in orde voorbereiden plenair Lessen in orde voorbereiden stuurgroep Stuurgroep activiteiten Lesboek Workshop carrousel Intervisie OPLIS BHV
First ID EHBO Vakgroepoverleg Totaal
Duur in klokuren 450 1100 1100
Deelnemers 6 55 55
550
55
60
6
360 1100 550 495 180 96
6 55 55 55 10 12
226 24 880 7171
12 3 55
Lessen in orde Plenair (10 sessies x 2 uur) 20 u x 55 deelnemers = 1100 uur Stuurgroep (10 sessies x 0.5 uur) 5 u x 6 deelnemers = 30 uur Plenair voorbereiden (10 sessies x 1 uur) 10 u x 55 deelnemers = 550 uur Stuurgroep voorbereiden (10 sessies x 1 uur) 10 u x 6 deelnemers = 60 uur Stuurgroep activiteiten (1 uur pw x 30 w) 30 x 6 deelnemers = 360 uur Lesboek 20 uur x 55 deelnemers = 1100 uur
Schoolondersteuningsplan 2014-2016/1415 beleidsplannen
Pagina 75 van 77
SCHOOLONDERSTEUNINGSPLAN OVER-Y COLLEGE 2014-2016
Carrousel 2 sessies per jaar Duur 5 uur , 55 deelnemers 2 x 5 u x 55 deelnemers = 550 uur Intervisie 6 sessies per jaar Duur 1.5 uur, 55 deelnemers 6 x 1.5 u x 55 deelnemers = 495 uur HvA Oplis 6 sessies per jaar Duur 3 uur, 10 deelnemers 6 x 3 u x 10 deelnemers = 180 uur BHV 1 sessie per jaar Duur 8, 12 deelnemers 1 x 8 u x 12 deelnemers = 180 uur First ID 5 scholingssessies Duur 2 uur, 12 deelnemers 5 x 2 u x 12 deelnemers = 120 uur 2 scholingssessies Duur 2 uur, 55 deelnemers 2 x 2 u x 55 deelnemers = 220 uur EHBO 1 sessie Duur 8 uur, 3 deelnemers 1 x 8u x 3 deelnemers = 24 uur Digibord 2 sessies Duur 2u, 55 deelnemers 2 x 2 u x 55 deelnemers = 220 uur Vakgroep 8 sessies Duur 2 uur, 55 deelnemers 8 x 2 u x 55 deelnemers = 880 uur Totaal uur 7171 uur Op basis van 55 fte betekent dit dat er in 2014 – 2015 gemiddeld 130 scholingsuren worden aangeboden .
10
Geplande en verwezenlijkte scholingen
Schooljaar 2013 - 2014 BHV -12 medewerkers EHBO herhalingscursus- ca. 3 medewerkers Diverse opleidingen Werkplekbegeleiding- ca 10 medewerkers Training “Ja maar….” B.Gunster Training Lastig gedrag, P Teitler Training Puberbrein, Combiwell Training Gedragsproblemen in scholen”, Prof. K. van der de Wolf Training Cyberpesten, drs. M. Alvares Training digibord, intern Training Magister, intern Intervisie, intern Beter lezen, beter leren, intern
Schooljaar 2014 - 2015 Voortgezet Voortgezet Voortgezet
“Lessen in orde” 10 trainingen, P. Teitler
Voortgezet Voortgezet Voortgezet Voortgezet Training leesvaardigheid gericht op de vragen van het CSE, intern First ID
Individuele trainingen of opleidingen 2014 - 2015 Diverse tweedegraads lerarenopleidingen, o.a. voor de vakken economie, biologie, aardrijkskunde Kopstudie Pedagogiek Diverse incidentele vakgerichte trainingsdagen
Schoolondersteuningsplan 2014-2016/1415 beleidsplannen
Pagina 76 van 77
SCHOOLONDERSTEUNINGSPLAN OVER-Y COLLEGE 2014-2016
BIJLAGE 10 ZORGROUTE LEERLINGONDERSTEUNING
Schoolondersteuningsplan 2014-2016/1415 beleidsplannen
Pagina 77 van 77