Zorgplan Compaen VMBO 2011-2015
Carole Varossieau, Josta Koers, Karel Puhl Zorgteam Compaen
versie 24 oktober ‘11
1
Inhoud
Voorwoord I
Beschrijving 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11
II
Ambities 1 2 3
III
planmatig handelen begeleiding in 1e en 2e lijn passend onderwijs
Uitvoering 1 2 3
V
planmatig handelen begeleiding in 1e en 2e lijn passend onderwijs
Beleidsvoornemens 1 2 3
IV
visie op zorg doelstellingen, kaders, uitgangspunten zorgstructuur planmatig handelen zorgadviesteam taken en functies in de zorgstructuur van Compaen bovenschoolse zorg leerlingvolgsysteem / digitalisering ontwikkelingen passend onderwijs werkruimte
planmatig handelen begeleiding in 1e en 2e lijn passend onderwijs
Facilitering Voorstel zorgteam Besluit directie
Bijlagen A. verdeling taken zorgcoördinatoren B. standaard individueel HP C. positie zorgteam & schaduwzorgteam D. CONVENANT Zorg- en adviesteams van scholen behorende bij het SWV 27.1 E. PROTOCOL bespreking in het ZAT F. Projectplan invoering handelingsplannen / planmatig handelen G. Taakomschrijvingen H. Formatie en facilitering. Kwantitatieve gegevens m.b.t de zorg I. Begrippenlijst
2
Voorwoord De MR heeft op 24-10-2011 dit zorgplan goedgekeurd met uitzondering van de deelplannen (bijlagen F.G en H). Deze deelplannen worden later in dit schooljaar opgeleverd en dan ter instemming aan de MR voorgelegd. 24-11-2011 K.F. Puhl
I
Beschrijving
1. Visie op zorg Op Compaen vmbo wordt zorg aan leerlingen gegeven vanuit het idee de leerlingen zelfredzaam te maken in het oplossen van de problemen die zij ondervinden in hun schoolloopbaan. Zelfredzaamheid is onderdeel van de persoonlijke ontwikkeling en nodig voor het maken van verantwoorde eigen keuzes. Daarnaast onderkent Compaen dat ook in de leerlingenzorg samenwerking oftewel de ketenbenadering cruciaal is. Daarbij gaat het om doorlopende zorg binnen de school , in de keten PO-VO-MBO en het hulpverleningsnetwerk óm de school, de leerling en zijn ouders. 2. Doelstellingen, kaders en uitgangspunten 2.1 Doelstellingen: Elke leerling van Compaen stroomt door op zijn of haar eigen niveau naar het MBO of HAVO en krijgt daartoe de zorg die hij of zij nodig heeft. NB. De hulpvraag van de leerling is de basis. Die hulpvraag kan ook door anderen dan het zorgteam (ouders, mentoren enz.) geformuleerd zijn. De hulpvraag moet wel zijn onderbouwd. Bij leerlingen met dyslexie wordt bijvoorbeeld wel een verklaring verlangd. Het zorgteam beslist uiteindelijk over de inzet van de zorg. 2.2. Kaders Het kader waarbinnen het zorgplan van Compaen is opgesteld is het bovenschoolse zorgplan van het SVZ. Compaen maakt gebruik van de voorzieningen van het SVZ: Rebound-TOP en BBZ. Ook wordt zonodig gebruik gemaakt van het Regionaal Zorgbudget (RZB). Het zorgplan van Compaen is gemaakt conform het door het SVZ verstrekte format. De zorgcoördinator van Compaen neemt deel aan het zorgcoördinatorenoverleg onder voorzitterschap van de directeur van het SVZ. Compaen werkt volgens een privacyreglement, protocol en een convenant voor de zorgadviesteams zoals dat door het samenwerkingsverband VO is ontwikkeld. Het protocol en convenant zijn als bijlage toegevoegd. Voor het privacyreglement verwijzen we naar het SVZ. 2.3 Uitgangspunten: Vanuit de ketenbenadering hanteert Compaen bij de leerlingenzorg de volgende vier uitgangspunten: - De zorg voor de leerling moet zo dicht mogelijk bij de leerling zelf liggen en tegelijkertijd professioneel zijn. - De begeleiding van leerlingen is ´gelaagd´. Het mentoraat vormt de basis van de begeleiding waarbij de specialisten van het zorgteam op verschillende momenten aansluiten om de zorg te intensiveren of te verbreden. Voor leerlingen die het betreft worden externe partijen betrokken bij de begeleiding. - De begeleiding van leerlingen is ´doorlopend´ van basisschool naar MBO/HAVO. Zowel vanuit het basisonderwijs naar Compaen toe als vanuit Compaen naar het MBO/HAVO wordt door goede samenwerking en informatieoverdracht de doorlopende zorg gewaarborgd. Binnen Compaen wordt een doorlopende zorgroute aangeboden. In de onderbouw d.m.v. kleine groepen, in de bovenbouw d.m.v. aangepaste onderwijstrajecten als Leerwerktrajecten en het project Baan Begeleiding Zaanstad. - De begeleiding van leerlingen is schooloverstijgend. De leerlingenzorg van Compaen is onderdeel van het regionaal netwerk in de leerlingenzorg. De ketenbenadering staat ook hier centraal. Iedere organisatie mag daarin worden aangesproken op zijn eigen taak en verantwoordelijkheid. Compaen wil daarin de verbindingen met andere partijen zo regelen dat er voor leerlingen, ouders en docenten een logische keten van aansluitende en elkaar versterkende voorzieningen ontstaat.
3
3. Zorgstructuur 3.1 basiszorg van de school (1e en 2e lijns zorg) Compaen bouwt binnen teams aan een sterk mentoraat waarin planmatig wordt gehandeld. Dat wil zeggen dat er cyclisch wordt gewerkt met handelingsplannen. Teamleiders zijn verantwoordelijk voor het functioneren en aansturen van de mentoren. Om teamleiders in staat te stellen zich meer bezig te houden met onderwijskundige ontwikkeling is coaching en begeleiding van mentoren gedelegeerd aan het zorgteam. Het aanspreken op functioneren is en blijft een taak van teamleider. Zorgteamleden hebben daartoe regelmatig overleg met de teamleiders. 3.2 Zorgcoördinator De coördinatie van de zorg is verdeeld over twee taakgebieden en twee personen. Zie bijlage A. 3.3 beleid t.a.v. LWOO Leerwegondersteunend onderwijs bestaat uit een pakket van pedagogische en didactische maatregelen in school en binnen het samenwerkingsverband, die ertoe bijdragen dat de leerling een diploma VMBO behaalt. Een beschikking geeft de school financiële middelen om schoolspecifiek zorg op maat te kunnen realiseren. Binnen Compaen staat de zorg die een leerling nodig heeft centraal en dus niet de vraag of de leerling een RVC-beschikking heeft. Elke LWOO-leerling heeft een op hem/haar toegesneden handelingsplan. 3.4 remediale hulp / trainingen Faalangstreductie training: Deze worden gegeven in het 4e leerjaar en, als er een hulpvraag is, ook in de andere leerjaren. Sociale vaardigheidstrainingen: Er worden jaarlijks trainingen georganiseerd. (‘sova-training’; assertiviteit, omgaan met boosheid, duur 10 weken) Onderzoek d.m.v. PMTK. 3.5 Dyslexie. Compaen heeft een dyslexiecoach. Zij wordt ondersteund door een collega-docent uit de bovenbouw. Compaen handelt bij de begeleiding van dyslectische leerlingen conform het ‘Protocol leerproblemen en dyslexie’ en het daarvan afgeleide en in 2010 door de besturen getekende ‘Convenant dyslexie POVO Zaanstad’. 3.6 sociaal-emotionele hulp (leerlingbegeleiding) Leerlingbegeleiding: Binnen Compaen werken twee leerlingbegeleiders. Zij zijn gekoppeld aan de onderen bovenbouw. 3.7 interne contactpersonen Er zijn twee interne contactpersonen aangesteld. De icp-er heeft altijd contact met de externe vertrouwenspersoon. Bij ernstige klachten op het gebied van (seksuele) intimidatie, agressie, geweld of discriminatie kan direct een klacht ingediend worden bij de Landelijke Klachtencommissie waar onafhankelijke deskundigen de klacht zullen onderzoeken. De interne contactpersoon van de school kan helpen met het indienen van een dergelijke klacht. 3.8 Coördinatie verzuim. De coördinator verzuim heeft een loketfunctie. Licht verzuim wordt door haar afgehandeld. Bij ernstiger verzuim schakelt de coördinator het Zorgteam en / of de teamleider in t.b.v een vervolgtraject met betrekking tot zorg en / of een disciplinair traject. 3.9 continuïteit Ten behoeve van de continuïteit is per schooljaar 2010-2011 een psychologisch medewerker aangesteld. Zij assisteert de zorgcoördinatoren bij de kernprocessen rond bekostiging en indicaties en kan zo nodig de coördinatie tijdelijk overnemen. Vanwege de continuïteit wordt de RT-er / dyslexiecoach geassisteerd door een talendocent. 3.10 organisatie (organogram) Zie bijlage C. 4 Planmatig Handelen Onder verantwoordelijkheid van het zorgteam worden voor leerlingen die zorg nodig hebben een handelingsplan opgesteld. Dit kan in de vorm van een groepshandelingsplan of een individueel handelingsplan. In het leerlingvolgsysteem wordt de zorg in een handelingsplan vastgelegd. De geboden zorg wordt geëvalueerd. De groepshandelingsplannen beschrijven de zorg die gegeven wordt aan leerlingen met een ongeveer dezelfde hulpvraag.
4
Met het Individuele HP wordt specifieke hulp aan specifieke leerlingen geregeld die niet via een groeps/HP kan worden beschreven. Voor de individuele handelingsplannen wordt het nieuwe model HP gebruikt. (zie bijlage B). Er zijn twee vormen HP’s (groeps- en individueel) maar ook naar inhoud / doel zijn er twee soorten: Handelingsplannen t.b.v. een indicatie, bekostiging of noodzaak tot verwijzing o voor LWOO-leerlingen o leerlingen die worden aangemeld voor leerlinggebonden financiering (‘Rugzak-REC’) o leerlingen waarvan verwacht wordt dat ze op termijn geplaatst moeten worden in een RECvoorziening o leerlingen die specifieke zorg nodig hebben die niet wordt bekostigd vanuit REC en RVC en waarvoor de school een aanvraag doet bij de PCLZ (regionaal zorgbudget) o leerlingen die speciale trajecten gaan volgen als Rebound, ‘op de rails’, BBZ.
Handelingsplannen vanwege problematisch functioneren, stagnatie, o leerling vanuit het P.O. die door de CA als risicovol worden gekenmerkt o ex-opdc-leerlingen o afstroom havo o zijinstromers vanwege doublure o leerlingen onder voogdij o andere leerlingen die volgens het zorgteam een handelingsplan nodig hebben 5. Zorgadviesteam 5.1 inleiding Het vierde uitgangspunt van dit zorgplan luidt: De begeleiding van leerlingen is schooloverstijgend. De leerlingenzorg van Compaen is onderdeel van het regionaal netwerk in de leerlingenzorg. De ketenbenadering staat ook hier centraal. Iedere organisatie mag daarin worden aangesproken op zijn eigen taak en verantwoordelijkheid. Compaen wil daarin de verbindingen met andere partijen zo regelen dat er voor leerlingen, ouders en docenten een logische keten van aansluitende en elkaar versterkende voorzieningen ontstaat. Compaen kent daarom net als de andere scholen binnen Zaanstad een Zorgadviesteam om zorgelijk functionerende leerlingen te bespreken met hulpverlenende instanties. 5.2 Samenstelling Het zorgadviesteam bestaat uit het zorgteam van Compaen VMBO, de schoolarts, de vertegenwoordiger van BJAA, de leerplichtambtenaar en een deskundige vanuit het OPDC. Op afroep zijn leden van de schoolleiding en externe hulpverleners van bv Spirit! beschikbaar. 5.3 Vergaderfrequentie: 5 keer per jaar. De vergaderdata worden vastgesteld door het SVZ. 5.4 Taken: maatregelen treffen op school-zorgniveau, maar ook tot doorverwijzing naar externe hulpverlening. 5.5 Intake: Na aanmelding van de leerling door de mentor bij het zorgteam (2e lijn) wordt door het zorgteam bekeken over er een hulpvraag is voor de externen. Als dit meerdere disciplines betreft wordt het probleem in het ZAT besproken. 5.6 Vastlegging en nazorg: De agenda voor een ZAT-bijeenkomst bestaat uit het verslag van de vorige keer plus de eventuele nieuw-aangemelde leerlingen. De zorgcoördinator is verantwoordelijk voor het samenstellen van de agenda en het verslag 6. Taken en functies in de zorgstructuur van de school 6.1 taak- en/of functieomschrijvingen Zie aparte bijlage G. Deze is nog in ontwikkeling en wordt later vastgesteld met instemmingsrecht van de MR 6.2 facilitering (formatie, ruimtes, materiële voorzieningen, budget) Zie deelplan: Formatie en facilitering m.b.t. de zorg. Deze is nog in ontwikkeling en wordt later vastgesteld met instemmingsrecht van de MR
5
7. Bovenschoolse zorg (3e lijn) o voorzieningen samenwerkingsverband (TOP, BBZ, RZB) TOP-Rebound Saenstroom. Tijdelijke opvang voor twee maanden met mogelijkheid tot uitloop naar drie maanden. Werkt samen met Spirit BBZ: Baan Begeleiding Zaanstad. Een stagetraject van de Zaanse VMBO-scholen. LPA dient ontheffing te geven. Traject is vergelijkbaar met BBL en een voorloper van AanZ! van het Regiocollege RZB. Regionaal Zorg Budget: Voor leerlingen die voor wat betreft landelijke zorgfinanciering buiten de boot vallen. De PCLZ kent 1500,- per leerling per jaar toe met een maximum van twee jaar. (OPDC uitgezonderd) o voorzieningen op indicatie (REC rugzakjes) – ambulante begeleiding o leerplicht o jeugdhulpverlening: In Zaanstad; BJAA, KRAM, Spirit, HSK-groep. Binnen het ZAT is BJAA vertegenwoordigd o schoolmaatschappelijk werk: Schooljaar 2010-2011 wordt de SMW-er bekostigd uit de plusvoorzieningen. Voor Compaen betekent dit één dagdeel per week. Eind schooljaar 10-11 wordt het SMW geëvalueerd. o doorlopende zorglijn PO-VO-MBO/HBO/WO Binnen POVO is de overgang van PO naar VO goed geregeld. Via project Startbaan is de aansluiting tussen VMBO en MBO geregeld. Het project Startbaan is inmiddels opgevolgd door het “Zaans Verbond”. 8. Leerlingvolgsysteem / digitalisering gegevens Per 1 aug 2008 is Magister als leerlingvolgsysteem ingevoerd. Zowel binnen OVO als binnen de school zijn afspraken gemaakt over het gebruik en lees- en schrijfbevoegdheden. 9. Ontwikkelingen In 2009-2010 en 2010-2011 zijn werkzaamheden van het zorgteam teruggebracht naar de 1e lijn; de mentoren. Dit vanuit het idee dat de mentor de ‘spin in het web’ is. Voor een aantal groepen leerlingen bleek dit slecht uit te werken. Het betreft ex-opdc-leerlingen, afstromers havo, zijinstromers, doublures en risicoleerlingen vanuit groep 8. Om te voorkomen dat problemen ad hoc moeten worden aangepakt zal het zorgteam deze specifieke doelgroepen direct bij binnenkomst screenen en zo nodig in begeleiding nemen. Per 2011-2012 is door de schoolleiding gekozen voor een extra inzet bij het zorgteam. Dit vanwege het invoeren van planmatig handelen (met als instrument handelingsplannen). De invoering van planmatig handelen was urgent vanwege het inspectierapport 2011. 10. Passend onderwijs De komende jaren zal het belang van indicaties afnemen en handelingsgerichte diagnostiek toenemen. De begeleiding zal meer uitgaan van de vraag “wat heeft een kind nodig” en minder vanuit de vraag “welke aandoening en / of indicatie” heeft de leerling. Dit heeft gevolgen voor de wijze van begeleiding in de 1e lijn. Het zorgteam zal in de coaching van de 1e lijn een cruciale rol spelen. Passend onderwijs is nog in ontwikkeling. Komende jaren zal dit in volgende versies van het zorgplan nader worden uitgewerkt. Het versterken van het pedagogisch klimaat is een voorwaarde bij de invoering van passend onderwijs. Naast de schoolleiding zal het zorgteam hierbij een rol moeten spelen. 11. werkruimte Werkruimte op de 2e verdieping in combinatie met spreekruimte in de hal is bijzonder inefficiënt. Door middel van een tussenwand kunnen beide functies goed gecombineerd worden in de ruimte tussen 512 en 513.
lI
Ambities
1. Planmatig handelen: Compaen wil komend jaar het planmatig handelen en daarmee het gebruik van handelingsplannen op orde krijgen. Niet alleen de wettelijk verplichte handelingsplannen voor LWOO maar ook de handelingsplannen genoemd voor de categorieën in paragraaf I.4. Het planmatig handelen betreft niet alleen de sociaal-emotionele maar ook zeker de cognitieve ontwikkeling van leerlingen.
6
2. Begeleiding in de eerste en tweede lijn: Compaen wil de leerlingen direct bij binnenkomst adequate begeleiding kunnen bieden. Dat betekent dat mentoren en vakdocenten vanuit het zorgteam direct de informatie en handvatten moeten krijgen om leerlingen te kunnen begeleiden. Specifieke groepen worden direct bij binnenkomst door het zorgteam gescreend en zo nodig in begeleiding genomen. Dit laatste wel met de uitdrukkelijke bedoeling de begeleiding zo snel mogelijk weer naar de eerste lijn terug te brengen. Alle betrokkenen bij de leerlingenzorg kennen hun taak en weten hoe de onderlinge samenhang geregeld is. 3. Passend Onderwijs Compaen wil voorbereid zijn op de invoering van Passend Onderwijs. Dit betekent dat wij als school een omslag willen maken van het denken vanuit ‘labels’ naar meer handelingsgericht werken en handelingsgerichte diagnostiek. Dit heeft consequenties voor het te gebruiken model handelingsplan.
Ill
Beleidsvoornemens
1 Planmatig handelen: Het zorgteam maakt 2010-2011 een plan om planmatig handelen en het gebruik van handelingsplannen in te voeren. We willen daarbij voorkomen dat handelingsplannen ´papieren tijgers´ worden. Bij de invoering staat bruikbaarheid en doelmatigheid voorop. Om dat te kunnen realiseren is het handig om vast te houden aan het onderscheid in handelingsplannen zoals genoemd in paragraaf I.4. Het plan moet dit schooljaar ontwikkeld worden. Vanaf begin schooljaar 2011-2012 moet het worden uitgevoerd. Doel: dec. 2011 heeft elke leerling zoals genoemd in paragraaf I.4 een handelingsplan. Begeleiding in de eerste en tweede lijn: Vanaf 2011-2012 wordt alle instroom door het zorgteam direct gescreend en zo nodig in begeleiding genomen. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om: o leerlingen vanuit het P.O. die door de CA als risicovol worden gekenmerkt o ex-opdc-leerlingen o afstroom havo & zijinstromers vanwege doublure o leerlingen onder voogdij o dyslectische leerlingen (met verklaring conform protocol / convenant) Het systeem van aanmelding bij het zorgteam van leerlingen die gaandeweg problematisch functioneren blijft gehandhaafd. Het zorgteam probeert aangemelde leerlingen z.s.m. weer bij de eerste lijn terug te brengen. De zorgcoördinator maakt i.o.m. de schoolleiding de verschillende taakomschrijvingen van de functionarissen die betrokken zijn bij de leerlingenzorg. 2 Passend Onderwijs Compaen sluit aan bij de ontwikkelingen binnen het samenwerkingsverband. o Deelname conferentie Passend Onderwijs o Wij schrijven handelingsplannen meer gericht vanuit onderwijsbehoefte en niet vanuit het ‘medisch model’ c.q. het label wat aan de leerling is gehangen In havo/vwo is ten behoeve van de aanmeldingen voor het Regionaal Zorgbudget in schooljaar 2010-2011 proefgedraaid. Komend jaar gaan de RZB-aanmeldingen voor het vmbo ook via dit nieuwe model (IVO)} o Compaen bereidt zich voor op de mogelijke afschaffing van de Ambulante Begeleiding. Compaen bereidt zich voor op de mogelijk nieuwe manier van toedeling van zorgbudgetten. Het zorgteam zal naast haar primaire taak meer werk maken van de secundaire taak nl. het verkrijgen van extra bekostiging. Dit kan vanuit de vernieuwde RZB-opzet die veel meer is gericht op onderwijsbehoefte / arrangementen. Doel is minimaal 5 leerlingen via het IVO-model en bekostigd via het RZB-budget te begeleiden.
7
Voortgangsrapportage
+ = volgens planning, v = vertraagd, - = achter op planning
Onderdeel + uitvoerder Planmatig Handelen (puh+var)
Doel / resultaat
Geplande deadline
Iedere leerling behorende bij de specifieke doelgroepen (par. L.4) heeft een HP
31 dec. 2011
2
Begeleiding 1e en 2e lijn (puh+var+krs)
Elke instromende risicoleerling is gescreend en zo nodig in begeleiding genomen
1 nov. 2011
2
Begeleiding 1e en 2e lijn (puh)
Taakomschrijvingen van alle functionarissen betrokken bij de zorg zijn beschreven
1 okt 2011 Niet gehaald: Nu 1 nov. 2011
i.o.m. MT
2
Begeleiding 1e en 2e lijn (puh+MT)
Taakomschrijvingen van alle functionarissen betrokken bij de zorg zijn in de teams besproken en vastgesteld Voor schooljaar 11-12 meldt Compaen bij de PCLZ minimaal 5 leerlingen aan voor RZB. Dit volgens de vernieuwde opzet van uit het IVO-model gericht op Passend Onderwijs
1 jan. 2012
i.o.m. MT
1
3
Passend Onderwijs (puh+var+krs)
+v-
toelichting In het schoolplan wordt dit alleen aangegeven voor LWOO en REC lln Doelgroep: zie hierboven punt 2
Te krap: wordt 1 mrt 2012 1 nov ’11 & 1 feb ‘12 (moet nog worden vastgesteld door SVZ)
8
lV
Uitvoering
3 Planmatig handelen: Het maken van de handelingsplannen voor alle LWOO-leerlingen is vanwege het grote aantal vooral een logistieke, administratieve en onderwijskundige opgave. De uitvoering hiervan komt te liggen bij Agniet en Karel (Tijdpad oktober-december) Het maken van de handelingsplannen voor specifieke doelgroepen / leerlingen is vanwege de individuele invulling vooral een onderwijskundige en pedagogische opgave. De verantwoordelijkheid voor de invulling van het planmatig handelen ligt inhoudelijk bij Carole. De vormgeving ligt bij Agniet en Karel. (Tijdpad afhankelijk van doelgroep. Het grootste aantal bij start schooljaar) De invoering van groepshandelingsplannen ligt bij Karel. 4 Begeleiding in de eerste en tweede lijn: Nieuwe activiteit en dus verhoging van facilitering nodig i.v.m. directe begeleiding van o Ex-opdc o Afstroom havo o risicoleerlingen vanuit het P.O. o zijinstromers vanwege doublure o instromers onder voogdij o grote toename dyslectische leerlingen (met verklaring conform protocol / convenant) Deze leerlingen zijn zowel voor Josta als Carole (behalve dyslecten. Die zijn voor Josta) Het formuleren van de taakomschrijvingen van de betrokkenen bij de leerlingenzorg wordt gedaan door Karel i.o.m. Carole en de schoolleiding. Deze taakomschrijvingen worden als bijlage (G) toegevoegd aan dit plan. Deze taakomschrijvingen worden als voorstel binnen de teams besproken. Tijdpad: De specifieke doelgroepen hebben vooral in het begin van het schooljaar begeleiding nodig; sept-dec. met uitloop van structurele problemen De aanmeldingen voor het zorgteam vanuit de teams komen later in het jaar op gang als problemen zichtbaar worden dus het hele schooljaar toenemend vanaf nov./dec. De bijlage ‘taakomschrijvingen’ moet klaar en in de teams besproken zijn vóór 1 januari 2012. 5 Passend Onderwijs Dankzij deelname aan de PCLZ (Permanente Commissie Leerlingenzorg Zaanstreek) is Karel op de hoogte van de ontwikkelingen binnen het Samenwerkingsverband Zaanstreek (SVZ) Carole neemt deel aan het zoco-overleg. Dit schooljaar zijn nog weinig extra faciliteiten nodig. Als de REC-AB stopt zal dat moeten worden ingevuld door het Carole en/of Josta (of externen (bv vanuit het SVZ)
V Facilitering De facilitering 2010-2011 is gebaseerd op de situatie in schooljaar 2009-2010 en blijkt niet toereikend voor 10-11, laat staan voor de uitvoering van het voorgenomen beleid. De zorggelden vanuit de indicaties (RVC, REC en RZB) worden op dit moment niet volledig ingezet t.b.v. de leerlingzorg. Om dit zorgplan te kunnen uitvoeren is de facilitering van het zorgteam per schooljaar 11-12 verruimd. In een apart overzicht zullen kwantitatieve gegeven m.b.t. formatie, zorggelden en facilitering worden opgenomen. Op dit deelplan heeft de MR instemmingsrecht
9
Bijlage A Zorgcoördinator: verdeling taken en verantwoordelijkheid
zorg & leerlingbegeleiding C. Varossieau Coördineert operationele werkzaamheden ‐ mentoraat (coaching 1e lijnszorg, leerlingbesprekingen) ‐ leerlingbegeleiding (aanmelding en uitvoering individuele leerling‐ begeleiding, SoVa & FAR‐trainingen ‐ Zorgadviesteam (vorzitterschap, organisatie, coördinatie & bewaking besluiten, )
Beleidsontwikkeling / kwaliteitsbewaking Bewaken en actualiseren school‐zorgplan v.w.b. Leerlingenzorg ‐ mentoraat ‐ leerlingbegeleiding ‐ Zorgadviesteam monitoring t.b.v. kwalitatieve en kwantitatieve gegevens Coaching en begeleiding medewerkers (adviseert over en stimuleert bij professionalisering medewerkers m.b.t. leerlingbegeleiding / zorg) - leerlingbegeleiding - Mentoren - decaan Onderhoudt buitenschoolse contacten (beleidsmatig, operationeel) - ouders - bureau jeugdzorg, MEE, KRAM - Dijk en Duin, Triversum (Spinaker), - raad v. d. kinderbescherming, AMK - reclassering, justitie, - schoolarts - Leerplichtambtenaar
LWOO, indicaties, in‐ door‐ & afstroom K. Puhl Coördineert operationele werkzaamheden: ‐ indicaties: LWOO+PrO, REC, RZB, dyslexie (testen / onderzoeken, aanmelding, brieven, ouderverklaringen) ‐ planmatig handelen / handelingsplannen ‐ toelating: (screening, plaatsing, afwijzing, doorverwijzing) ‐ uitplaatsing: (PrO, TOP, Altra, BBZ ) ‐ leerlingvolgsysteem (onderwijskundige rapporten handelingsplannen) ‐ cognitieve ondersteuning (advies) Beleidsontwikkeling / kwaliteitsbewaking Bewaken en actualiseren school‐zorgplan v.w.b. LWOO ‐ indicaties: LWOO+PrO, REC, RZB, dyslexie ‐ toelating: ‐ uitplaatsing: ‐ leerlinvolgsysteem ‐ cognitieve ondersteuning monitoring t.b.v. kwalitatieve en kwantitatieve gegevens
Coaching en begeleiding medewerkers (adviseert over en stimuleert bij professionalisering medewerkers m.b.t. LWOO en zorg) - RT’er / dyslexiecaoch - Medewerker pedag. Veiligheid Onderhoudt buitenschoolse contacten (beleidsmatig, operationeel) - Ouders (gr 8, individueel + voorlichting - PCLZ, RVC, REC, - OPDC/TOP, BBZ. Altra, leerplichtambtenaar - basisonderwijs (ivm toelating) - SVZ + zorgcoördinatorenoverleg - onderwijswerkgroepen (dyslexie, startbaan,..) - testbureaus (SBZW, SOS e.a.) - deelname OPDC‐toelatingscommissie
10
Bijlage B handelingsplan (met geautomatiseerde verwerking POVO/overdrachtsgegevens) naam geboortedatum basisschool
klas 1 RVC Afstroom / doublure
schoolvorderingen Intake gegevens Basisschool DL (max 60) DLE achterstand TL BL SP REK (g+bew) Brugklas onderzoek Drempelonderzoek september dle’s: TL: BL: SP: IR: Cito‐VAS 0 Totaal perc BB: 0 Totaal perc KB: 0 Totaal perc TL: 1 Totaal perc BB: 1 Totaal perc KB: 1 Totaal perc TL: 2 Totaal perc BB: 2 Totaal perc KB: 2 Totaal perc TL: 3 Totaal perc BB: 3 Totaal perc KB: 3 Totaal perc TL: schoolgedrag voorgaand schooljaar / dit schooljaar Motivatie (studievaardigheden) leertaakgerichtheid concentratie huiswerkgedrag nauwkeurigheid spullen in orde Doorzettingsvermogen werktempo zelfstandigheid Welbevinden (soc. vaardigheden) relatie met lln. relatie met docenten vermogen tot samenwerken omgaan met regels voelt zich prettig op school Zelfconcept (persoonlijke vaardigheden) zelfvertrouwen Zich kunnen uitdrukken Opvallend gedrag
mentor M/V advies BO
capaciteiten Datum afname test NIO totaal NDT totaal verbaal VM symbolisch RV RI VG SG Overig……………….. Anders
Dyslexie (verklaring?) : Vermoeden dyslexie : Dyscalculie : ADHD : Overige gedragsproblematiek:
persoonlijke ontwikkeling: klinisch gebied = 1 & 2 Sociaal /emotioneel functioneren Saqi Afname jaar Saqi Motivatie LG CK HA Welbevinden PS SA RL Zelfconcept UV ZP SV SW TS aantekeningen:
11
Handelingsplan (NB. Het ingevulde kwadrant van de leerling en dit handelingsplan vormen één geheel)
Naam leerling Datum 1e HP
: :
Klas : Naam mentor :
Wat is het doel? [naam leerling] wordt aan het eind van dit schooljaar bevorderd naar Wat zijn de risicofactoren en sinds wanneer speelt dit? Leerling: Onderwijsleersituatie: Omgeving (ouders, vrienden): Wat zijn gunstige factoren? Leerling: Onderwijsleersituatie: Omgeving (ouders, vrienden): Wat is er nodig om het doel te halen? Begeleiding. Extra tijd / aandacht van o mentor o zorgteam materiaal, aanvullend, remediërend expertise ( zorgteam REC anders………..) samenwerking andere instanties o ……… o Aanmelding ZAT (toestemming ouders is wettelijk verplicht)
12
PLAN VAN HANDELEN Wat: Wie (evt. waar): Wanneer: ________________________________________________________________________________ 3e lijn: Toestemming ouders t.b.v. bespreking ZAT: ja/ nee mond. / schriftelijk d.d. ……………… NB. Toestemming ouders & kind m.b.t. bespreking in het ZAT is wettelijk verplicht! Dit HP is besproken met leerling / ouders / team (weghalen indien niet van toepassing)
Datum
Evaluatie: Concrete resultaten n.a.v. welke acties / begeleiding, afspraken enz.
13
Tips voor het invullen: Denk bij risicofactoren aan: Leerling leerachterstanden, beperkte capaciteiten, soc.‐emotioneel functioneren (motivatie, zelfvertrouwen, faalangst), gedrag Onderwijsleersituatie klas, Omgeving of Gezinssysteem;
Denk bij gunstige (protectieve) factoren aan: Leerling (positieve eigenschappen, intelligentie, belangstelling, interesses, vaardigheden, positieve schoolbeleving, positief zelfbeeld, rechtvaardigheidsgevoel) Onderwijsleersituatie (ondersteunend schoolklimaat, adequate methodes, responsieve docenten, goed klassenmanagement, positieve sociale contacten in de groep, hulpvaardige klasgenoten, accepterende sfeer mbt ‘anders zijn’, instructie gericht op specifieke behoefte van leerlingen) Omgeving of Gezinssysteem; (ouders betrokken bij school, stabiel gezinssysteem, ouders die leerling stimuleren/helpen bij plannen en leren van huiswerk, ondersteunend sociaal netwerk, ondersteuning van ……….., veiligheid voor de leerling, positieve vriendengroep, sport)
14
Bijlage C. Het Zorgteam en het schaduwzorgteam Het Zorgteam en het schaduwzorgteam:
Het zorgteam valt onder de verantwoordelijkheid van de adjunct-directeur. Het schaduwzorgteam valt onder de verantwoordelijkheid van het Zorgteam. Aansturing vindt plaats door de specialisten van het Zorgteam.
Functie en taak
Het zorgteam coacht de mentoren. Het zorgteam is verantwoordelijk voor de coaching, interne opleiding en aansturing van het schaduwzorgteam Dit schaduwzorgteam heeft twee functies: 1. "reservebank" (risicomanagement), 2. interne opleiding (opvolging / doorstroom naar zorgteam) Medewerkers van het schaduwzorgteam worden aangesteld per domein: leerlingbegeleiding (SEO), cognitief (o.a. RT) of extern (adm.)
verantwoordelijkheden Het schaduwzorgteam kan uitvoerend werk doen m.b.t. de externe kant en de cognitieve kant t.o.v. en relatie met Het schaduwzorgteam kan geen of weinig uitvoerend werk doen m.b.t. de mentorenteam. leerlingbegeleiding. Dat werk is immers voor de mentoren.
De teamleiders zijn verantwoordelijk voor het functioneren van de mentoren. Om teamleiders in staat te stellen zich bezig te houden met onderwijskundige ontwikkeling is coaching en begeleiding van mentoren gedelegeerd aan het zorgteam. (uitkomst reorganisatie SL 0708) Zorgteamleden hebben daartoe regelmatig overleg met de teamleiders
15
Bijlage D.
CONVENANT Zorg- en adviesteams van scholen behorende bij het SWV 27.1 Samenwerkingsverband Zaanstreek (SVZ) Het doel van het convenant is: Het versterken van de zorg voor en de begeleiding van de individuele leerling door samenwerking met partners buiten de school. Dit houdt in dat het belang van de individuele leerling en het belang van zijn of haar optimale schoolloopbaan gediend moet zijn.
Deelnemende organisaties: Deelnemer 1
School
Carole Varossieau (vz) Josta Koers (RT, llb) Karel Puhl (zo‐co) Agniet Eerenberg (notulist) Irma Berkhout (op afroep)
Deelnemer 2
bureau jeugdzorg
Mw. Suzanne Bosman
Deelnemer 3
GGD/JGZ
Mw. Mirjam Zwart
Deelnemer 4
Opdc
Dhr. Bas Kapitein
Deelnemer 5
RMC/leerplichtambtenaar
Mw. Irene v.d. Eng
Deelnemer 6*
GGZ
Nvt
Deelnemer 7*
Aanbieder geïndiceerde jeugdzorg
Deelnemer 8*
Verslavingszorg
Deelnemer 9*
Stichting Speciaal Onderwijs
Deelnemer 10*
Politie
Deelnemer 11
smw
nvt
*De deelnemers 6 t.m. 10 nemen op uitnodiging deel aan het ZAT. Te dezen rechtens vertegenwoordigd door ondergetekenden, welke handelen ter uitvoering van de desbetreffende besluiten van de daartoe bevoegde besturen van de deelnemende organisaties, verder te noemen: de participanten, overwegende dat:
Er sprake kan zijn van complexe problematiek bij jongeren welke alleen adequaat aangepakt kan worden in samenwerking tussen schoolinterne en schoolexterne begeleiders, waarbij aansluiting tussen de werkzaamheden van de sectoren onderwijs, zorg- en hulpverlening en daar waar nodig voor de hulpverlening politie, noodzakelijk is om een jongere adequaat te helpen;
de begeleiding gericht dient te zijn op een onbelemmerde schoolloopbaan en het
voorkomen en terugdringen
van voortijdige schooluitval van deze jongeren;
de participanten ieder vanuit een eigen verantwoordelijkheid en deskundigheid, betrokken zijn bij de begeleiding van de jongeren;
16
de begeleiding van de jongeren gebaat is bij een goede coördinatie; jongeren en hun ouders gediend zijn met eenduidige procedures; het maatschappelijk en economisch belang gediend is met een effectieve en efficiënte
begeleiding van de
jongeren.
een kwalitatieve verbetering van de schoolinterne en schoolexterne begeleiding van jongeren als het in de regio xxx wenselijk is;
komen overeen: in gezamenlijkheid een samenwerkingsovereenkomst aan te gaan, gericht op de instelling en instandhouding van: een Zorg- en adviesteam (ZAT) ten behoeve van de scholen van het SWV 27.1 (SVZ) met als algemeen doel: Het goed en snel oplossen van gesignaleerde problemen van leerlingen van de participerende school/scholen door effectieve en efficiënte begeleiding te realiseren in samenwerking met organisaties voor hulp-, zorg-, en dienstverlening en politie daar waar nodig voor de hulpverlening. hebben als volgt besloten: 1.
Aangaande de instelling van het ZAT:
a. Iedere participant garandeert een adequate vertegenwoordiging door middel van de deelname van ten minste één terzake gemandateerde afgevaardigde per participant in alle bijeenkomsten van het Zorg- en adviesteam; b. Vanuit de deelnemende organisaties nemen de volgende personen deel: (De volgende voorbeelden zijn indicatief. Concrete invulling moet regiospecifiek uitgewerkt worden, met een verdeling in vaste deelnemers en deelnemers op afroep) Begeleiders/zorgcoördinator van de school; Een leerplichtambtenaar als vertegenwoordiger van de afdelingen leerplicht en RMC in de regio; Een maatschappelijk werker met de functie schoolmaatschappelijk werker vanuit de AMW ; Een medewerker betrokken bij de indicatiestelling van het bureau jeugdzorg BJAA; Een jeugdarts of jeugd-verpleegkundige van de jeugdgezondheidszorg van de GGD Zaanstreek Waterland; Aanwezig op agenda: Een sociaal-psychiatrisch verpleegkundige betrokken bij de indicatiestelling vanuit GGZ; Een vertegenwoordiger vanuit het speciaal onderwijs REC-cluster 4 met een sleutelpositie in de indicatiestelling/ambulante begeleiding; Een vertegenwoordiger vanuit geïndiceerde jeugdzorg met een sleutelfunctie in het team 12-18 jarigen; Een vertegenwoordiger vanuit de verslavingszorg met een sleutelpositie bij de instroom van nieuwe cliënten; een vertegenwoordiger van de politie xxx.
c. De besprekingen van het ZAT vinden periodiek plaats ( richtlijn 5 tot 8 keer per schooljaar). De school is verantwoordelijk voor de coördinatie, het voorzitterschap en voortgang van het Zorg- en adviesteam. De voorzitter is verantwoordelijk voor de organisatie en de verslaglegging van de vergaderingen en de archivering van de relevante stukken van het ZAT. 17
2.
Aangaande de taken van het ZAT:
Tijdens de besprekingen kunnen met toepassing van de relevante privacywetgeving de volgende zaken aan de orde komen:
bespreking van voor het ZAT aangemelde leerlingen; onderlinge consultatie met betrekking tot de inschatting van problematiek waarbij gebruik gemaakt wordt van bestaande dossierkennis;
(laten) verrichten van aanvullend diagnostisch onderzoek; oplossing van gesignaleerde problemen (zo goed en zo snel mogelijk) door realisatie van effectieve en efficiënte begeleiding, en afspraken inzake case-management
uitwisseling van deskundigheid met betrekking tot (vroegtijdige) signalering en diagnosticeren van psychosociale problematiek bij jongeren;
afstemming van en organiseren van samenwerking met organisaties voor hulp-, zorg- en dienstverlening; voortgangsbespreking van de in gang gezette hulp-, zorg- en dienstverlening; trends in individuele problematiek signaleren en vertalen naar aandachtsgebieden voor de interne begeleiding; evaluatie van werkprocessen en resultaten; melding van eventuele aanbevelingen en knelpunten aan de adviesgroep van SVZ, voor zover deze
het
operationele niveau van het ZAT overstijgen.
3.
Aangaande de doelgroep van het ZAT:
Ingeschreven leerlingen of potentiële leerlingen van de scholen van het SWV 27.1 in de regio Zaanstreek tot 18 jaar.
4.
Aangaande de verwerking van persoonsgegevens in het ZAT: a. Elke participant onderschrijft het ZAT privacyreglement en bijbehorende protocol. Deze documenten zijn vastgesteld in het bestuur van het samenwerkingsverband. b. Iedere deelnemende school beschikt over een privacyreglement waarin verwezen wordt naar de privacyafspraken met betrekking tot het ZAT. (zie bijlage) c. In het toestemmingsformulier “bespreking in Zorg- en adviesteam” worden alle partijen die deelnemen in de ZAT- bespreking genoemd.
5.
Aangaande de personele en ureninzet van partijen in het ZAT: a. Elke organisatie levert minimaal 1 vaste afgevaardigde. b. De deelnemende organisaties stellen minimaal xx uur per bijeenkomst ter beschikking voor de voorbereiding/deelname aan het ZAT en de uitvoering van werkafspraken.
6.
Aangaande de kosten:
Iedere participant draagt zijn eigen kosten voor wat betreft de voorbereiding en deelname in het ZAT. Voor wat betreft specifieke taken binnen de samenwerking op het gebied van de psychosociale begeleiding/zorg voor leerlingen, worden separate afspraken gemaakt.
7.
Aangaande geschillen:
Participanten hebben ieder een inspanningsverplichting om binnen de werkingssfeer van deze overeenkomst eventuele geschilpunten onderling op te lossen. 18
8.
Aangaande de looptijd en de beëindiging van de overeenkomst: a. Deze overeenkomst wordt aangegaan voor de duur van 1 jaar, ingaande xx-xx-xxxx, met het voornemen dit jaarlijks stilzwijgend te verlengen. b. Jaarlijks wordt het functioneren van het ZAT geëvalueerd en de overeenkomst verlengd. c. Wijziging van de inzet door een van de deelnemers is mogelijk: - indien de huidige inzet in redelijkheid niet meer gerealiseerd kan worden; - indien de bijdrage aan het ZAT niet (meer) voldoende is. d. Wijziging van inzet of opzegging dient minimaal drie maanden voor de start van een nieuwe periode schriftelijk aangekondigd te worden bij de directeur van het samenwerkingsverband. e. Wijzigingen en opzeggingen worden voorafgegaan door overleg tussen ZAT-voorzitter en participant, eventueel aangevuld met leidinggevenden/bevoegd gezag.
11.
Aangaande toetreding tot de samenwerkingsovereenkomst:
Maatschappelijke organisaties kunnen na instemming van participanten en met inachtneming van de geldende regelgeving toetreden tot het samenwerkingsverband door ondertekening van deze overeenkomst op de in de aanhef beschreven wijze.
Aldus overeengekomen en in xxx-voud ondertekend te xxx op: ………. (datum) 1. Namens het SWV Handtekening:
Naam:
2. Namens de school Handtekening:
Naam:
3. Namens bureau jeugdzorg Handtekening:
Naam:
4. Namens GGZ Handtekening:
Naam:
Enz. Enz. Colofon Model convenant Zorg- en adviesteam in het onderwijs - IKZ-producten nr. 1d Overname van (delen van) deze publicatie en/of de verdere verspreiding ervan is toegestaan onder vermelding van: © 2008 Nederlands Jeugdinstituut Onderwijs & Jeugdzorg / LCOJ NJi Onderwijs & Jeugdzorg / LCOJ Bezoekadres: Catharijnesingel 47 Postbus 19221 3501 DE Utrecht Tel: 030 230 6693 Fax: 030 231 9641 E-mail:
[email protected] www.onderwijsjeugdzorg.nl (algemene info over onderwijs & jeugdzorg) www.zat.nl (info over Zorg- en adviesteams)
19
Bijlage E
Protocol bespreking in ZAT In het protocol worden de gedragsregels uitgewerkt die in het verlengde liggen van het reglement. Daarbij zijn de basisregels uitgewerkt die altijd van toepassing zijn. Soms zullen er afspraken aan toegevoegd moeten worden zoals in de situatie dat meerdere scholen gebruik maken van het ZAT en/of de politie participeert. In het volgende hoofdstuk wordt hier nader op ingegaan. In het protocol zijn met name de gedragsregels uitgewerkt die bepalend zijn voor de grondslag van de casusbespreking in het ZAT. Ondubbelzinnige toestemming is daarbij de belangrijkste. Dit biedt het ZAT de beste mogelijkheden om alle informatie te delen die van belang is voor een optimale aanpak van de problematiek en geeft bovendien de grootste kans op medewerking van ouders en leerling. Omdat er niet altijd sprake is van ondubbelzinnige toestemming worden ook andere opties uitgewerkt. Opmerking vooraf: In de navolgende tekst wordt niet ingegaan op de vraag wat verstaan moet worden onder ouders. De situatie van gescheiden ouders en de vraag wat de consequenties zijn van wel/niet hebben van ouderlijk gezag worden toegelicht in de notitie ‘Handreiking samenwerking met ouders in zorgtrajecten’1. Bij toestemming/instemming kan volstaan worden met het voorleggen aan één van de ouders (of persoon met ouderlijk gezag) waarbij deze de verantwoordelijkheid heeft eventueel andere, op informatie rechthebbenden, te informeren.
1. Grondslag voor bespreking Voorafgaand aan een casusbespreking dient de inbrenger een keuze te maken in de wijze waarop bespreking zal plaatsvinden hetgeen voortkomt uit de grondslag waarop de bespreking gebaseerd is. De wijze van bespreking kan eventueel per leerling verschillen.
Optie 1: Bespreking met schriftelijke toestemming Er wordt met ouders/leerling overleg gevoerd over bespreking in het ZAT. De school vraagt daarbij schriftelijk toestemming voor bespreking en het verwerken van persoonsgegevens door de school en (met name genoemde) externe partners. Bij dit verzoek wordt schriftelijke informatie versterkt over de werkwijze van het ZAT.
Bij leerlingen onder de 12 jaar ligt de bevoegdheid om toestemming te verlenen bij de ouders. Bij leerlingen tussen de 12 en 16 jaar ligt de bevoegdheid om toestemming te verlenen nog steeds bij de ouders maar naarmate de leerling ouder wordt neemt het belang van diens instemming toe.
Bij leerlingen vanaf zestien jaar ligt de bevoegdheid om toestemming te verlenen bij de leerling. Gezien het opvoedingsbelang (naarmate de leerling ouder wordt zal dit belang afnemen) zal het veelal wenselijk zijn ouders te informeren en in de gelegenheid te stellen bezwaar te maken.
Wanneer door de daartoe bevoegden (ouders of leerling) geen toestemming wordt gegeven voor bespreking zal de school de casus in principe niet inbrengen in het ZAT. Alternatieven zijn: 1
de casus anoniem in te brengen in het ZAT (optie 3). Zie Kwaliteitsinstrumentarium Zorg- en adviesteams NJI/LCOJ 2008.
20
ouders/leerling voorstellen om een beperkte bespreking te voeren (zie optie 2). de leerling (in uitzonderlijke gevallen) te bespreken zonder toestemming. Zie hiervoor ‘verwerking persoonsgegevens zonder instemming of toestemming’.
Expliciete schriftelijke toestemming geeft, zoals gezegd, de meeste mogelijkheden aan het ZAT om haar taken optimaal te realiseren. Dat betekent niet dat er geen beperkingen zijn. De verstrekking van persoonsgegevens dient noodzakelijk te zijn gezien de doelstelling van het ZAT en de vraagstelling die aan de orde is. De deelnemers aan het overleg brengen bovendien alleen persoonsgegevens in voor zover die relevant en noodzakelijk zijn. Bovendien moet men, gezien de probleemstelling, overtuigd zijn van de noodzakelijke meerwaarde van gezamenlijk overleg. Wanneer duidelijk is dat met bilateraal overleg hetzelfde resultaat bereikt kan worden, verdient dit, in het kader van de Wbp, de voorkeur. Optie 2: Bespreking met instemming De school informeert in dit geval ouders en leerling schriftelijk over het feit dat men voornemens is de leerling te bespreken in het ZAT. Ouders en leerling worden in de gelegenheid gesteld bezwaar te maken. De school stuurt op verzoek informatie toe over de werkwijze van het ZAT. Er wordt geen expliciete schriftelijke toestemming gevraagd. Wanneer in dit geval door de daartoe bevoegden (zie bespreking met toestemming) bezwaar wordt gemaakt tegen bespreking zal de school de casus in principe niet inbrengen in het ZAT. Alternatieven zijn:
de casus anoniem in te brengen in het ZAT (optie 3). de leerling (in uitzonderlijke gevallen) bespreken zonder toestemming. Zie hiervoor ‘verwerking persoonsgegevens zonder instemming of toestemming’.
Wanneer ouders en leerling geen bezwaar maken kunnen persoonsgegevens beperkt verwerkt worden. Er worden uitsluitend gegevens verwerkt die van direct belang zijn bij de toelichting op de vraagstelling rond de betreffende leerling. De school kan voorafgaand aan het overleg de namen van betrokken leerling doorgeven aan de deelnemers in het ZAT. Externe partners dienen zich in deze situatie te beperken tot het verstrekken van ‘buitenkantinformatie’. Het gaat dan om informatie zoals: is de betrokkene bekend bij deze instantie en wanneer is de relatie begonnen/afgelopen enz. Optie 3: Anonieme bespreking De leerling wordt in dit geval strikt anoniem ingebracht. Er worden daarbij geen persoonsgegevens verwerkt. Externe deelnemers in het overleg hebben een consultatieve functie waarbij de school wordt geadviseerd over een mogelijke handelwijze in deze en vergelijkbare situaties. Wanneer school aanleiding ziet om als uitkomst van de bespreking contact te leggen met externe partijen waarbij persoonsgegevens worden ingebracht, gebeurt dit pas na overleg en met instemming van ouders en leerling. Optie 4: Verwerking persoonsgegevens zonder instemming of toestemming Er kunnen zwaarwegende redenen zijn om ouders en/of leerlingen niet in te lichten over een bespreking in het ZAT. De school moet in dat geval de overtuiging hebben dat bij het vragen van toestemming/instemming het belang van de leerling in het geding is. Dit kan zich voordoen wanneer er sprake is van een bedreigende opvoedingssituatie of (de dreiging van) het schaden van vitale belangen van de leerling in zijn of haar naaste omgeving, of indien zich een gerechtvaardigd belang tot verstrekking voordoet (bijvoorbeeld wanneer zich een bedreigende opvoedingssituatie voordoet waarbij de ouders geen toestemming geven tot bespreking) (zie reglement over verwerkingsgrond- slagen). In dit kader moet gewezen worden op artikel 255 van het wetboek van strafrecht dat degene strafbaar stelt die een ander die aan zijn zorg is toevertrouwd in een hulpeloze toestand laat. Op grond van deze strafrechtelijke norm mag van een docent een actief optreden worden gevraagd als de omstandigheden waarin een leerling verkeert daar om vragen.
21
In het voorkomende geval neemt de verantwoordelijke directeur van de onderwijsinstelling of het SWV de beslissing af te wijken van de normale gang van zaken. Die handelwijze moet worden gemotiveerd en gedocumenteerd om aan betrokkenen en derden op enig moment te kunnen verantwoorden waarom gekozen is voor bespreking zonder toestemming en wat de inhoud en uitkomsten van de bespreking zijn geweest. De beantwoording van de volgende vragen kan richtinggevend zijn voor de beslissing of verwerking zonder toestemming/instemming gelegitimeerd is. 1. Welk gerechtvaardigd doel wil ik bereiken? 2. Kan dit doel ook worden bereikt zonder verwerking van persoonsgegevens? 3. Weegt het te beschermen belang van de leerling, dat ik wil dienen door het verwerken van persoonsgegevens, zo zwaar dat dit opweegt tegen het belang dat de leerling heeft bij geheimhouding? 4. Als ik besluit persoonsgegevens uit te wisselen, welke informatie hebben de leden van het ZAT strikt nodig om het gerechtvaardigde doel te dienen? (strikte toepassing beginsel proportionaliteit). Ingeval gekozen wordt voor een bespreking zonder toestemming wordt de feitelijke bespreking vooraf gegaan door een toelichting op de aanleiding voor deze werkwijze. Wanneer er binnen het ZAT daarna geen overeenstemming bestaat over de voorgestelde werkwijze zijn er de volgende mogelijkheden: De inbrenger besluit om de casus alsnog anoniem aan de orde te stellen Partijen die niet akkoord zijn met de voorgestelde werkwijze verlaten de vergadering of besluiten de bespreking bij te wonen maar zelf geen persoonsgegevens in te brengen. Tot slot. Ook in het kader van het melden van kindermishandeling bij het Advies- en meldpunt kindermishandeling heeft u géén toestemming nodig. U kunt dit op grond van art. 53 Wet op de jeugdzorg zonder meer doen.
2. Voor en na de bespreking Wanneer leerling/ouders toestemming hebben gegeven voor bespreking in het ZAT ontvangen de deelnemers voorafgaand aan de bespreking informatie over de casus. Men kan zich dan op de bespreking voorbereiden zodat “bekende” kennis en ervaring optimaal ingezet kan worden bij de bespreking in het ZAT. Op basis van de informatie vooraf moeten de leden van het ZAT ook kunnen bepalen welke dossierinformatie relevant is. De vooraf verzonden informatie bevat de volgende elementen:
Personalia van de leerling. Men moet weten over wie het gaat.
Actuele informatie over opleiding en begeleiding door school.
De grondslag van de bespreking (toestemming of instemming).
Informatie over de problematiek die aan de orde is.
Heldere vraagstelling van de school aan het ZAT.
Gezien de privacybescherming is het niet wenselijk om meer informatie vooraf te verstrekken dan genoemde elementen. Bij het vooraf verspreiden dient bovendien uiterste zorgvuldigheid betracht te worden. Verzending per e-mail dient te gebeuren naar afgeschermde adressen en verzending per post dient op naam plaats te vinden. De voorzitter wijst een notulist aan en is verantwoordelijk voor de adequate verspreiding van notulen onder de deelnemers aan het overleg. Met betrekking tot de verspreiding van notulen worden afspraken gemaakt die de maximale bescherming bieden tegen inzage door onbevoegden. Deel daarvan is het beperken van informatie in notulen tot hetgeen (gezien de doelen van het ZAT) relevant is. Na de bespreking vindt door de daarvoor verantwoordelijke terugkoppeling plaats naar de leerling/ouders en de verantwoordelijke begeleider van de leerling.
22
3. Verantwoordelijkheid voorzitter De voorzitter van het Zorg- en adviesteam is verantwoordelijk voor de toepassing van de afspraken rond het ZAT (waaronder de bepaling van de verwerkingsgrondslag en de selectie van relevante informatie) zoals vastgelegd in reglement en protocol. Wanneer meerdere scholen gebruik maken van het ZAT wordt het voorzitterschap in overleg vastgesteld. De vertegenwoordigers van de deelnemende scholen zijn in dat geval verantwoordelijk voor de toepassing van alle afspraken die zijn vastgelegd in reglement en protocol.
4. Bijzondere situaties Inbreng door ‘derden’ Doorgaans zal een casus ingebracht worden door de school. Het kan echter ook voorkomen dat één van de andere deelnemende partijen een casus wil inbrengen. Wanneer dit past binnen de doelstelling en kaders van het ZAT is daar geen bezwaar tegen. Het betekent wel dat dezelfde eisen aan zorgvuldigheid van toepassing zijn dan in het geval de school de casus inbrengt. Om dit te bereiken zal een casus doorgaans pas ingebracht worden na vooroverleg met de (vertegenwoordiger van) de school. Daarbij zal o.a. vastgesteld worden welke verwerkingsgrondslag aan de orde is (toestemming, vitaal belang of anders) en wie zal zorgen voor het inbrengen van passende informatie. Deelname politie Gezien het karakter van het ZAT dat gebaseerd is op vertrouwen van ouders en leerling en waarbij de vrijwillige hulpverlening centraal staat moet (de schijn van) vermenging van doelen en taken vermeden worden. Bij deelname door politie en justitie komt dan de vraag aan de orde op welke wijze omgegaan dient te worden met de meervoudige taakstelling van de politie:
Openbare orde en veiligheid Opsporing en vervolging Hulpverlening
De volgende opties dienen zich daarbij aan:
Besloten wordt overleg en afstemming met de politie te realiseren buiten het ZAT. Dit kan door vaste bilaterale contacten en/of deelname in justitiële netwerken.
Besloten wordt de politie aanwezig te laten zijn bij een deel van de casusbesprekingen (op agenda). Besloten wordt de politie tot de vaste deelnemers in het ZAT te laten behoren.
De aanwezigheid van politie zal in veel gevallen ook extra uitleg vergen bij het verkrijgen van toestemming. Daarbij worden immers alle deelnemers in het ZAT expliciet genoemd en zal vaak uitleg gevraagd worden over de aanwezigheid van de politie. Wanneer gekozen wordt voor deelname van politie (tweede of derde optie) is helderheid omtrent de doelen en doelgroep van het ZAT van extra belang. Binnen het ZAT is sprake van vrijwillige hulp. De vrijwillige hulpverlening zal persoonsgegevens niet snel door kunnen geven als het ZAT, al is het maar zijdelings, ook gebruikt wordt voor opsporing en vervolging van daders. Beperkt het ZAT zich tot hulpverlening, zoals expliciet geformuleerd in de doelstelling, dan is ook voor politie en justitie duidelijk - als ze besluiten tot deelname - dat de in het ZAT besproken informatie niet tot doel heeft om voor vervolging van daders te worden gebruikt. Dat maakt het voor de vrijwillige hulpverleners makkelijker om persoonsgegevens te verstrekken. Colofon Handreiking verwerking persoonsgegevens in Zorg- en adviesteams - IKZ-producten nr. 6
23
F. Projectplan invoering handelingsplannen / planmatig handelen Nog in ontwikkeling. Wordt opgeleverd eind dec 2011. G. Taakomschrijvingen functionarissen betrokken bij leerlingenzorg: Nog in ontwikkeling. Wordt opgeleverd eind juli 2011. Wordt ingevoerd in de periode september t/m december 2011. H. Formatie en facilitering. Kwantitatieve gegevens m.b.t de zorg Wordt voor schooljaar 11-12 nog uitgewerkt.
I.
Begrippenlijst
BBZ BJAA CvI DLE ISK LWOO LCOJ MLK NIO NDT OKR OPDC OVO PCLZ PMTK POVO PrO REC RMC RVC RZB SAQI SBO SBZW SEO SoVa SVO SVZ SWV TOP WSNS ZAT ZMOK
Baan Begeleiding Zaanstad (= stageproject vmbo. 4 dagen stage/ 1 dag school) Bureau Jeugdzorg Agglomeratie Amsterdam Commissie van Indicatie (indiceert ‘rugzakjes’ en plaatsing SVO) Didactisch Leeftijds Equivalent (groep 3 t/m 8 = 6x10 maanden=60) Internationale schakelklas Leerweg Ondersteunend Onderwijs Landelijk Centrum voor Onderwijs en Jeugdzorg Moeilijk Lerende Kinderen Nederlands Intelligentie test voor Onderwijsniveau Nederlandse Differentiatie Test (Alternatief voor NIO. Wordt in speciaal basisonderwijs gebruikt vanwege de betrouwbaarder scores bij leerlingen met lagere capaciteiten) Onderwijskundig eindrapport Ortho Pedagogisch en Didactisch Centrum (Saenstroom) Openbaar Voortgezet Onderwijs Permanente Commissie Leerlingenzorg Zaanstreek Prestatie Motivatie Test voor Kinderen Samenwerkingsplatform Primair Onderwijs en Voortgezet Onderwijs Praktijkonderwijs Regionaal Expertise Centrum: REC2 = slechthorend, REC3 = langdurig ziek / gehandicapt, REC4 = psychiatrisch / gedragsproblematisch Regionale Meld‐ en Coördinatiefunctie Regionale Verwijzings Commissie (verstrekt indicaties LWOO en PrO) Regionaal Zorg Budget (door PCLZ toegekend) School Attitude Questionnaire Internet Speciaal Basis Onderwijs Schoolbegeleiding Zaanstreek Waterland Sociaal‐emotionele ontwikkeling Sociale vaardigheidstraining Speciaal Voorgezet Onderwijs Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs Zaanstreek Samenwerkingsverband Time Out Project Weer Samen Naar School Zorg Advies Team Zeer Moeilijk Opvoedbare Kinderen (REC4 VO‐school = Altra College)
24