Zorgplan VMBO voor Vormgeven en Media. Ingangsdatum: 1 januari 2015

Zorgplan 2015-2018 VMBO voor Vormgeven en Media

Ingangsdatum: 1 januari 2015

Inhoud 1. Inleiding....................................................................................................................................... 4 2.

Visie op zorg ............................................................................................................................... 5 3. Basiszorg ................................................................................................................................ 6 3.1 De docent ............................................................................................................................. 6 3.2 Het onderwijsondersteunend personeel ............................................................................... 6 3.3 De mentor ............................................................................................................................. 6 3.4 De zorgcoördinator ............................................................................................................... 6 3.5 De bouwcoördinator.............................................................................................................. 6 3.6 De decaan ............................................................................................................................ 7

4.

Onderwijskundige zorg ............................................................................................................... 8 4.1 Werkgroep Taal & Rekenen ................................................................................................. 8 4.2 Hulplessen/ huiswerkklassen ............................................................................................... 8 4.3 Remedial teacher .................................................................................................................. 8 4.4 Hulp bij dyslexie .................................................................................................................... 8 4.5 Discalculie (ERW: Ernstige Reken- en Wiskundeproblemen) .............................................. 9

5.

Sociaal emotionele zorg ........................................................................................................... 10 5.1 Het Zorg- en adviesteam .................................................................................................... 10 5.2 De zorgcoördinator ............................................................................................................. 11 5.3 Intern zorgoverleg (IZO) ..................................................................................................... 11 5.4 Schoolmaatschappelijk werk .............................................................................................. 11 5.5 De schoolverpleegkundige ................................................................................................. 12 5.6 De leerplichtconsulent ........................................................................................................ 12 5.7 De schoolouder contactpersoon ......................................................................................... 12 5.8 De schoolcoach .................................................................................................................. 12 5.9 De schoolassistent leerlingbegeleiding .............................................................................. 12

6.

Bovenschoolse zorg ................................................................................................................. 13 6.1 Samenwerkingsverband Koers VO .................................................................................... 13 6.2 Wijkteam ............................................................................................................................. 13 6.3 SISA .................................................................................................................................... 13

7.

Intake ........................................................................................................................................ 15

8.

Schoolprofiel ............................................................................................................................. 16

9.

Cursussen en trainingen ........................................................................................................... 17

10.

Leerlingvolgsysteem ................................................................................................................. 18

11.

Pestprotocol .............................................................................................................................. 19

Bijlage 1: Privacyreglement Zorg-en adviesteam .................................................................................. 20

Zorgplan - VMBO voor Vormgeven en Media - Pagina 2 van 27

Artikel 1: Begripsbepalingen ..................................................................................................... 20 Artikel 2: Reikwijdte .................................................................................................................. 21 Artikel 3: Categorieën van personen in de verwerking (betrokkenen) ..................................... 21 Artikel 4: Doel van de verwerking ............................................................................................. 21 Artikel 5: De verantwoordelijke ................................................................................................. 21 Artikel 6: Opname van gegevens ............................................................................................. 21 Artikel 7: Inzagerecht betrokkene ............................................................................................. 22 Artikel 8: Correctie van onvolledige of onjuiste gegevens ........................................................ 22 Artikel 9: Toegang tot de verwerking ........................................................................................ 23 Bijlage 2: Samenwerkingsverband Koers VO ...................................................................................... 24


1. Inleiding In het Schoolplan 2015-2018 hebben wij onze opdracht en missie beschreven. Eén van de belangrijkste uitgangspunten van deze missie en opdracht is, dat wij kwalitatief en innovatief onderwijs willen leveren afgestemd op het ontwikkelingsproces van de leerling. Dit alles binnen een veilige en plezierige leeromgeving. In sommige gevallen hebben onze leerlingen hierbij een extra steuntje in de rug nodig. In dit document proberen wij op een overzichtelijke manier de hulp die wij kunnen bieden op een rijtje te zetten. Op 1 augustus 2014 is passend onderwijs ingevoerd. De school is hier binnen het samenwerkingsverband Koers VO nauw bij betrokken geweest. Ook in de school hebben wij tijdig ingespeeld op de nieuwe ontwikkelingen waardoor we helemaal klaar zijn voor passend onderwijs. Hoe de school passend onderwijs heeft ingevuld is ook in dit schoolplan beschreven.

J.P. van den Berg Directeur VMBO voor Vormgeven en Media December 2014


2. Visie op zorg Het Grafisch Lyceum Rotterdam stimuleert zijn leerlingen om het beste uit zichzelf te halen. Sommige leerlingen hebben hier extra hulp bij nodig. We proberen deze hulp zoveel mogelijk ‘op maat’ te leveren. Binnen het VMBO voor Vormgeven en Media hebben alle medewerkers - van conciërge tot docent een rol in de begeleiding van de leerlingen. Conciërges zien leerlingen vooral buiten de lessen functioneren. Zij signaleren vaak eerder dan de andere medewerkers of een leerling gepest wordt of niet goed in de groep ligt. Medewerkers van de administratie merken snel op als leerlingen veel absent gemeld worden of veel tussentijds naar huis gaan. Docenten merken vaak de leer- en/of gedragsproblemen op in de les. Het is belangrijk dat al deze signalen tijdig worden opgepakt en dat er direct actie op wordt ondernomen. Deze actie moet in eerste instantie zo laag mogelijk in de organisatie plaatsvinden. Opschalen naar het niveau van mentor, bouwcoördinator of naar andere instanties moet pas gebeuren als dat echt nodig is. Aan de andere kant is het niet de bedoeling dat we te lang blijven ‘tobben’ met een leerling. Is het duidelijk dat een probleem de expertise van een medewerker overstijgt, dan moet de zorg tijdig worden overgedragen naar een mentor, bouwcoördinator, zorgcoördinator, schoolmaatschappelijk werk of andere instantie.


3. Basiszorg Alle medewerkers hebben een taak in de zorg van de leerlingen. Alles valt of staat met een goede communicatie binnen de school. Gelukkig is het VMBO voor Vormgeven en Media ondergebracht in een klein en overzichtelijk gebouw. Iedereen komt elkaar regelmatig ‘in de wandelgangen’ tegen. Hierdoor is het mogelijk eventuele problemen snel kort te sluiten en actie te ondernemen. 3.1 De docent De zorg in de school begint bij de docent. Hij is in eerste instantie verantwoordelijk voor het pedagogische klimaat in de klas of binnen een groep leerlingen. Dit geldt niet alleen bij reguliere lessen, maar ook tijdens projecten, excursies en andere onderwijsmomenten. 3.2 Het onderwijsondersteunend personeel In de inleiding is al geschreven dat alle medewerkers een rol hebben in de zorg voor de leerlingen. De conciërges zien de leerlingen veel buiten de lessen. Samen met de medewerkers van de administratie hebben zij een grote signalerende rol. Zij hebben het over het algemeen snel in de gaten als een leerling zich sterk terugtrekt, zeer vaak afwezig is of regelmatig te laat komt. Het onderwijsondersteunend personeel zal in deze gevallen de mentor of bouwcoördinator inschakelen. De conciërges kunnen in veel gevallen zelf ook een rol vervullen in de begeleiding van de leerlingen. Een deel van de conciërges hebben hiervoor de training voor ‘Pedagogische conciërge’ gevolgd. 3.3 De mentor De mentor is de centrale figuur in de begeleiding van de leerlingen. De mentoren begeleiden leerlingen zowel op pedagogisch als op sociaal-emotioneel gebied. De mentor krijgt van verschillende kanten (vakdocenten, medeleerlingen, onderwijsondersteunend personeel etc.) informatie binnen over de aan hem toebedeelde leerlingen. Hij vormt zich een goed beeld van de leerlingen. Indien noodzakelijk organiseert hij extra hulp voor de leerlingen, zowel op pedagogisch als sociaalemotioneel vlak. 3.4 De zorgcoördinator De zorgcoördinator coördineert de zorg in de school. Hij ondersteunt de mentoren of bouwcoördinatoren bij het begeleiden van leerlingen en indien noodzakelijk het zoeken naar mogelijkheden om leerlingen extra te ondersteunen. Zo coördineert de zorg coördinator onder andere de aanvragen voor plaatsing op orthopedagogisch didactisch centrum (OPDC) (voorheen onderwijsopvangvoorziening Rotterdam (OOVR)) en de inzet van begeleiding bij leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. Verder onderhoudt de zorgcoördinator contact met het samenwerkingsverband Koers VO. 3.5 De bouwcoördinator Het werk van de docenten en klassenmentoren wordt ondersteund door de bouwcoördinator. Deze coördineert de begeleiding van de klassen van de onderbouw of bovenbouw. Daar waar de zorgcoördinator vooral een rol speelt op het sociale,- emotionele vlak vervullen de bouwcoördinatoren vooral een rol bij de pedagogische en didactische begeleiding. De bouwcoördinator heeft regelmatig contact met de diverse klassenmentoren. Tijdens overleg bespreken zij de situatie van verschillende leerlingen. Zij maken onder andere afspraken over het contact met ouders, de aanpak van problemen en indien nodig het inschakelen van hulpverlening binnen of buiten de school. Ook bespreken zij de activiteiten buiten de lessen, zoals de werkweek, excursies en andere uitstapjes. De bouwcoördinatoren vormen samen met de directeur de schoolleiding.


3.6 De decaan Leerlingen die hulp nodig hebben bij het zoeken naar een vervolgopleiding, of tussentijds van school willen veranderen, kunnen terecht bij de decaan. Ook kunnen leerlingen bij de decaan terecht voor een beroepsinteresse-test. Indien nodig kan de decaan een rol spelen bij de intake op een andere school. Tenslotte verzorgt de decaan ook de aanmelding van leerlingen bij de schoolloopbaancoaches. Het gaat in dit geval om leerlingen die dreigen uit te vallen.


4. Onderwijskundige zorg De school is in eerste instantie bedoeld om goed onderwijs te verzorgen. Echter sommige leerlingen hebben leerlingen extra hulp nodig om zich goed te kunnen ontwikkelen. 4.1 Werkgroep Taal & Rekenen De coördinatie van alle onderwijskundige hulp is in handen van de Werkgroep Taal & Rekenen. De werkgroep, die zich bezighoudt met het implementeren van taal- en rekenbeleid in de school, bestaat uit de volgende personen: de remedial teacher, directeur VMBO, de onderbouwcoördinator en drie docenten uit verschillende vakgroepen. De werkgroep maakt elk jaar een verslag van de opbrengsten van alle onderwijskundige hulp en een plan voor het volgende schooljaar. 4.2 Hulplessen/ huiswerkklassen De school kent zogenaamde GLR-uren. In deze uren worden verschillende activiteiten georganiseerd. Zo worden er mentor- hulp- en verrijkingslessen gegeven en worden er projecten uitgevoerd. Leerlingen die problemen hebben met één of meerdere vakken, kunnen gebruik maken van de hulplessen. Deze hulplessen worden gegeven door de vakdocenten. Voor elk leerjaar is er een aanbod van verschillende lessen. Bij Nederlands en wiskunde in de onderbouw staan vaak per blok verschillende thema’s centraal, zoals hoofdrekenen, begrijpend lezen en spelling. Leerlingen kunnen zelf een aanvraag doen om deel te mogen nemen aan de hulplessen, maar veelal roepen de vakdocenten of mentoren leerlingen op om naar de hulplessen te gaan. Over het algemeen zijn tegenvallende resultaten bij de verschillende vakken aanleiding om leerlingen naar een hulples te sturen. De leerlingen worden op het gebied van Nederlandse taal, Engels en rekenen regelmatig getest. De uitslag van deze testen kan ook aanleiding zijn leerlingen in te delen bij de hulplessen. Leerlingen die moeite hebben met het maken van huiswerk en/of moeite hebben met plannen van deze thuisopdrachten, worden gevraagd naar de huiswerkklassen te gaan. 4.3 Remedial teacher Leerlingen met een probleem op onderwijskundig gebied, worden begeleid door de remedial teacher (RT). Op basis van de gegevens van de basisschool, de uitslag van verschillende testen of andere bronnen, stelt de RT een plan op. De RT coördineert in samenwerking met de werkgroep Taal & Rekenen ook de afname van de verschillende testen, de interpretatie van de uitslagen en de benodigde hulp. Tot slot coördineert de RT de hulp- en huiswerklessen. 4.4 Hulp bij dyslexie De meeste leerlingen die dyslectisch zijn, komen vanaf de basisschool bij ons binnen met een dyslexieverklaring. Om uit te sluiten dat er toch leerlingen bij ons op school zitten waarbij deze handicap niet is geconstateerd, testen we alle leerlingen. Leerlingen die dyslectisch zijn, krijgen direct een dyslexiecoach toegewezen. Deze coach begeleidt de leerlingen met het omgaan met hun dyslexie in de school. Tevens krijgen alle leerlingen een dyslexiekaart. Hierop is aangeven welke hulp de leerling nodig heeft. Hierbij kan gedacht worden aan het geven van extra tijd bij toetsen, toetsen mondeling afnemen, of het gebruik van groot schrift. Alle leerlingen hebben op school een macbook in bruikleen. Hierop kunnen programma’s worden geïnstalleerd die tekst omzetten in spraak. Indien nodig kunnen dyslectische leerlingen deze programma’s ook gebruiken. Tevens is het mogelijk gesproken boeken te bestellen.


4.5 Discalculie (ERW: Ernstige Reken- en Wiskundeproblemen) Binnen de school is zowel bij de remedial teacher als bij de wiskundedocenten voldoende expertise beschikbaar om leerlingen met discalculie te helpen. Met ingang van het schooljaar 2010-2011 kunnen de leerlingen bij toetsen, schoolexamens en examens ook gebruik maken van extra hulpmiddelen. Hierbij kan gedacht worden aan extra mondelinge uitleg en/of mondelinge overhoring, het gebruik van aangepaste werkbladen, extra tijd en het gebruik van schema’s met mogelijke oplossingsstrategieën. Voor de officiële rekentoets komen deze leerlingen in aanmerking voor een aangepaste toets. Leerlingen die in aanmerking willen komen voor deze extra hulp moeten in het bezit zijn van een dyscalculieverklaring. Ook de leerlingen met dyscalculie krijgen een coach toegewezen en een kaart waarop is aangegeven welke hulp ze nodig hebben.


5. Sociaal emotionele zorg Als de basiszorg niet meer voldoende is om een leerling te begeleiden, kijken we of er op een ander niveau zorg geboden kan worden. De coördinatie van deze meer gespecialiseerde zorg is in handen van de zorgcoördinator en het Zorg- en adviesteam. 5.1 Het Zorg- en adviesteam (ZAT) Op het VMBO is een Zorg- en adviesteam werkzaam. Dit multidisciplinair team coördineert de zorg rond leerlingen op het moment dat problemen de expertise van de vakdocenten of mentoren overstijgt. Het ZAT bestaat uit de volgende functionarissen: • Directeur • Zorgcoördinator • Bouwcoördinatoren • Schoolmaatschappelijk werker • Leerplichtconsulent • Schoolverpleegkundige • Wijkagent (op afroep) • Begeleider passend onderwijs

Het Zorg- en adviesteam heeft de volgende taken: Leerling/ouders • vroegtijdige signalering; • bijdragen aan oplossingen voor problemen/hulpvragen van leerlingen en eventueel van de gezinnen waar ze uit afkomstig zijn; • tijdig realiseren van passende hulp of zorg; • voorkomen van escalatie van problemen en van specialistische zorg; • zorgen voor afstemming en samenhang in hulp en zorg; • bijdragen aan een gezonde ontwikkeling van de leerling; • bijdragen aan onderwijsdeelname van de leerling; • bijdragen aan samenwerking tussen school, ouders en hulpverlening; • bijdragen aan goede voorwaarden en tegengaan van hindernissen wat betreft de leerprestaties van de leerling. De schoolpraktijk • stimuleren/bevorderen van vroegsignalering door leerkrachten; • ondersteuning bieden bij handelingsverlegenheid van docenten in het omgaan met leerlingen met specifieke problemen; • versterken van de (preventieve) leerlingenzorg op school; • bieden van een heldere en snelle route voor scholen voor het beoordelen en aanpakken van bij leerlingen gesignaleerde (complexe) problemen; • versterking van de samenwerkingsrelatie met externe zorgpartners; • vroegtijdig signaleren en volgen van (trends in) problemen en risico’s op school; • bijdragen aan veiligheid op school; • bijdragen aan passend onderwijs.


De zorgpartners • bijdragen aan een efficiënt en effectief functionerende zorgketen; • optimale onderwijsgerichte advisering; • vraag/aanbod afstemmen; • vroegtijdig signaleren en reageren.

Beleidsvoorbereiding Het ZAT levert bijdragen aan het beleid inzake • verbetering van het zorgaanbod (aansluiten op de vraag, volume/capaciteit); • het onderwijsgericht werken van de deelnemende instellingen en van het multidisciplinair samenwerken met alle betrokkenen in en om de school. Bij aanmelding op de school wordt de ouders/verzorgers gevraagd een intentieverklaring te ondertekenen. In deze verklaring worden de ouders/verzorgers tevens gevraagd, indien noodzakelijk, akkoord te gaan met het inbrengen van de leerling in het Zorg- en adviesteam. Indien een leerling daadwerkelijk besproken moet worden, wordt nogmaals toestemming gevraagd aan de ouders/verzorgers. 5.2 De zorgcoördinator De zorgcoördinator coördineert de zorg in de school. Hij ondersteunt de mentoren of bouwcoördinatoren bij het begeleiden van leerlingen en indien noodzakelijk, bij het zoeken naar mogelijkheden om leerlingen extra te ondersteunen. Zo coördineert de zorgcoördinator de aanmeldingen voor plaatsing van leerlingen op een Ortho Pedagogisch Didactisch centrum (OPDC) en de inzet van de Begeleider Passend Onderwijs (BPO). De BPO (voorheen ambulante begeleider) begeleidt leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. Indicatie en bekostiging van de BPO verloopt via het samenwerkingsverband Koers VO. 5.3 Intern zorgoverleg (IZO) Maandelijks vindt er op school een Intern Zorgoverleg (IZO) plaats. Bij dit overleg zijn betrokken: • de zorgcoördinator • de schoolmaatschappelijk werker • de remedial teacher • de begeleider passend onderwijs • de schooloudercontactpersoon • de school coach • de onderwijsassistent leerlingbegeleiding • schoolverpleegkundige • decaan In dit overleg wordt de zorg die binnen de school ‘geleverd’ kan worden op elkaar afgestemd en wordt de ondersteuning die aan leerlingen gegeven wordt gevolgd en geëvalueerd. 5.4 Schoolmaatschappelijk werk Via Flexus- Jeugdplein is er op de school voor 0,73 fte een eigen schoolmaatschappelijk werker gedetacheerd. Zowel mentoren, zorgcoördinator als bouwcoördinatoren kunnen leerlingen bij de schoolmaatschappelijk werker aanmelden. Leerlingen kunnen ook zelf contact opnemen als zij dit nodig vinden.


5.5 De schoolverpleegkundige Via het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) kan de school een beroep doen op de schoolverpleegkundige. De schoolverpleegkundige houdt regelmatig spreekuur op school. Daarnaast doet de schoolverpleegkundige in de 1e en 3e klas een preventief psychosociaal onderzoek. De schoolverpleegkundige kan leerlingen ook verwijzen naar de schoolarts. 5.6 De leerplichtconsulent De bouwcoördinatoren en de zorgcoördinator hebben regelmatig contact met de leerplichtconsulent van de gemeente Rotterdam en andere gemeenten. Met ingang van 1 augustus 2009 wordt verzuim via het verzuimloket van de IB Groep doorgegeven. De verzuimmeldingen komen dan direct binnen bij de juiste leerplichtconsulent. De leerplichtconsulent houdt ook regelmatig spreekuur op school. Voor leerlingen die van buiten Rotterdam komen, wordt contact gezocht met de leerplichtconsulent van de desbetreffende gemeente. 5.7 De schoolouder contactpersoon De gemeente Rotterdam stimuleert ouderbetrokkenheid sterk en geeft scholen de mogelijkheid gebruik te maken van een School Ouder Contact Persoon (SOCP). Via Stichting Reflex heeft de school 1 dag in de week een SOCP in dienst. Binnen de school heeft de SCOP de volgende taken: - contact zoeken met ouders/verzorgers die weinig of niet bij de school betrokken zijn; - het geven van opvoedingsadviezen aan ouders/verzorgers; - ondersteunen van mentoren en docenten bij oudercontacten; - afleggen van huisbezoeken. 5.8 De schoolcoach Een van onze docenten is opgeleid als leerlingencoach. Hij begeleidt leerlingen die extra hulp nodig hebben. Bij coaching gaat het er om dat de leerling leert om zijn of haar leven zelf te sturen. De leerling gaat nadenken over beslissingen die bepalend zijn voor de toekomst op school, vervolgstudie, werk en de betekenis en rol van ouders, vrienden en vrije tijd. Coaching betekent niet: voor de leerling bepalen wat de leerling het beste zou kunnen doen of de problemen voor de leerling oplossen. Aandacht, een luisterend oor, een compliment betekent steun en stimuleert de groei van zelfvertrouwen. 5.9 De schoolassistent leerlingbegeleiding De schoolassistent leerlingbegeleiding vangt leerlingen op die tijdelijk de lessen niet kunnen volgen, doordat zij er bijvoorbeeld uit zijn gestuurd. Verder ondersteunt de schoolassistent de medewerkers van de school bij het begeleiden van leerlingen met leer- en/of gedragsmoeilijkheden. Zo helpt de schoolassistent leerlingen met ADHD met plannen van het schoolwerk en kunnen dyslectische leerlingen hun toetsen mondeling maken. De schoolassistent heeft een eigen ruimte tot zijn beschikking waar hij met een kleine groep leerlingen kan werken.


6. Bovenschoolse zorg Op het moment dat de zorg in de school niet meer toereikend is, kunnen we een beroep doen op de zorgstructuur van het Samenwerkingsverband KOERS VO of andere instanties zoals Bureau Jeugdzorg, Advies- en Meldpunt Kindermishandeling enz. Het opschalen naar bovenschoolse zorg verloopt altijd via het Zorg- en adviesteam. 6.1 Samenwerkingsverband Koers VO Binnen het Samenwerkingsverband Koers VO is een uitgebreid netwerk aan hulp beschikbaar. Zo kan er een beroep gedaan worden op diverse ortho-/ pedagogische didactische centra en het consultatieteam als de school niet meer weet welke hulp er geboden moet worden. Tevens is het mogelijk dat leerlingen extra begeleiding krijgen van een Begeleider Passend Onderwijs (BPO). Voorheen gebeurde dit veelal door een ambulante begeleider die via de leerling gebonden financiering (rugzakje) werd bekostigd. Toewijzing van een BPO–er aan een leerling vindt plaats door het samenwerkingsverband. Voor de hulp die beschikbaar is en hoe deze is georganiseerd binnen het Samenwerkingsverband Koers VO verwijs ik naar het zorgplan van deze instelling (www.koersvo.nl). Het Grafisch Lyceum Rotterdam participeert op verschillende manieren in het samenwerkingsverband. Zo is de directeur van de school lid van de algemene ledenvergadering en de zorgcoördinator lid van de ondersteuningsplanraad. Verder nemen de schoolleiding en zorgcoördinator zeer regelmatig deel aan verschillende overleggen en trainingen van het samenwerkingsverband. 6.2 Wijkteam Er zijn in Rotterdam 42 wijkteams Jeugd en Gezin. In 2014 zijn deze teams opgezet door de kwartiermakers van CJG Rijnmond. In de wijkteams Jeugd en Gezin werken professionals met verschillende expertises, afkomstig uit verschillende organisaties, als jeugd- en gezinscoaches samen in één team. De meeste ouders vragen advies of hulp bij de opvoeding of ontwikkeling van hun kind(eren) in hun directe omgeving. Ouders, kinderen en jongeren hebben vaak een netwerk om zich heen van familie, buren, vrienden, de sportvereniging of de geloofsgemeenschap. Daarnaast kunnen zij met hun vragen terecht bij het Centrum voor Jeugd en Gezin, de schoolmaatschappelijk werker op school of het jongerenwerk. In de wijk zijn verder de peuterspeelzaal, kinderopvang, de huisarts en de wijkagent betrokken bij kinderen, jongeren en gezinnen. Alle vrijwilligers en professionals die in contact staan met gezinnen vormen samen het wijknetwerk. Soms is er meer hulp nodig dan dit wijknetwerk kan bieden. Eén van de partijen uit het wijknetwerk kan een gezin dan aanmelden bij het wijkteam Jeugd en Gezin, in de wijk waar het gezin woont. Na overleg met de aanmelder bekijkt de jeugd- en gezinscoach samen met het gezin wat de hulpvraag is, wat een ouder of jongere zelf kan doen en welke hulp in het wijknetwerk of door het wijkteam wordt geboden. De jeugd- en gezinscoaches geven advies, bieden hulp, zorg en ondersteuning en zijn het aanspreekpunt als er meerdere professionals betrokken (moeten) zijn. Soms is er specialistische hulp nodig. De jeugd- en gezinscoach kan die hulp er zelf bijhalen, eventueel na overleg met een consultatie- en diagnoseteam. Dit team biedt consultatie aan de jeugd- en gezinscoaches en kan diagnoses stellen, zodat de juiste zorg wordt geboden.  6.3 SISA SISA staat voor SIgnaleren en SAmenwerken, maar ook voor het Stadsregionaal Instrument Sluitende Aanpak. Via SISA werken organisaties die met jongeren/kinderen werken, nauw samen. Met elkaar vormen ze een sluitend netwerk om de kinderen/jongeren die risico’s lopen of problemen hebben, te


signaleren en te begeleiden. Voor iedereen die met (risico-)jeugd te maken heeft, is SISA belangrijk hulpmiddel.. SISA richt zich op alle regionale instellingen, organisaties, deelgemeenten en gemeentelijke diensten die de betreffende kinderen/jongeren en eventueel hun gezinnen, via een op maat gesneden traject hulpverlening bieden en begeleiden. Door vroegtijdig te signaleren en begeleiding te bieden, kan erger worden voorkomen. SISA heeft een signaleringssysteem ontwikkeld dat risicojeugd in beeld brengt. Als een kind of jongere in aanraking komt met een van de aangesloten organisaties – bijvoorbeeld Leerplicht, Jeugdzorg of de politie – dan melden zij in SISA-signalering dat zij met een kind bezig zijn en wie met dat kind bezig is. Komen bij SISA van twee of meer organisaties signalen binnen, dan ontstaat er een match. Partijen worden van elkaars bemoeienis op de hoogte gesteld. SISA wijst een regisseur aan voor deze casus en de gezamenlijke organisaties werken samen om de problemen op te lossen. Slechts als dat voor de casus noodzakelijk is, wordt inhoudelijke informatie uitgewisseld. SISA brengt de ouders c.q. de jongeren op de hoogte van de match. Het inbrengen van een leerling in het SISA-systeem vindt alleen plaats na bespreking in het Zorg- en adviesteam.


7. Intake Startpunt van alle zorg in de school is het intakeproces van de nieuwe leerlingen. Tijdens dit proces verzamelen we zoveel mogelijk relevante informatie die nodig is voor de begeleiding van de leerlingen. Tijdens het intakeproces winnen we op de volgende manieren informatie in: Onderwijskundig rapport (OKR) De basisschool verstrekt een onderwijskundig rapport. In dit rapport staat onder andere aangeven of een leerling op pedagogisch of op sociaal-emotioneel gebied extra hulp nodig heeft. Indien nodig neemt de coördinator van de leerlingenadministratie, bouwcoördinator of zorgcoördinator contact op met de school van afkomst. Indien de leerling bekend is bij het schoolmaatschappelijk werk van de afleverende school, neemt de schoolmaatschappelijk werker van het VMBO contact op om informatie uit te wisselen. Intakegesprek Tijdens de intakeprocedure vindt er een gesprek plaats met de leerling, ouders/verzorgers en een mentor van de onderbouw. Tijdens dit gesprek vraagt de intaker naar zaken en problemen op pedagogisch of sociaal-emotioneel gebied. Mocht er aanleiding zijn, dan volgt er een aanvullend gesprek met de bouwcoördinator, schoolmaatschappelijk werker of remedial teacher.


8. Schoolprofiel Met ingang van 1 augustus 2014 dient elke school een schoolprofiel samengesteld te hebben. In dit schoolprofiel wordt aangegeven welke zorg en ondersteuning een school kan leveren. Ouders kunnen indien noodzakelijk aan de hand van het schoolprofiel een school zoeken die bij hun kind de juiste zorg kan bieden. Tevens is dit schoolprofiel binnen het samenwerkingsverband een goed middel om te bekijken of er een dekkend netwerk van zorg aanwezig is. De school heeft voor het samenstellen van het schoolprofiel gebruik gemaakt van het digitale format van het samenwerkingsverband Koers VO. Het profiel is dan ook te vinden op de site van Koers VO (www.koersvo.nl) en op scholen op de kaart (http://www.scholenopdekaart.nl/).


9. Cursussen en trainingen De school organiseert regelmatig trainingen om leerlingen te helpen bij hun problemen. Hierbij kan gedacht worden aan de training Agressiereductie. Aanmelding van leerlingen bij externe trainingen vindt plaats via het Zorg- en adviesteam. De school organiseert jaarlijks zelf ook drie trainingen: Sociale vaardigheidstraining (SOVA) Deze training is vooral bedoeld voor leerlingen die op sociaal gebied moeite hebben zich een houding te geven. Het kan gaan om kinderen die veel ruzie maken of om kinderen die juist heel verlegen zijn. Training Rots en Water (R&W) De training Rots en Water (R&W) is een weerbaarheidtraining. Deze training leert kinderen meer voor zichzelf op te komen. Kinderen die juist een zeer kort lontje hebben, wordt geleerd wat meer tot tien te tellen. De training wordt vaak gebruikt voor het verminderen van pestgedrag. Omgaan met rouw en verlies Leerlingen die te maken hebben (gehad) met rouw en verlies kunnen deelnemen aan een workshop rouw en verlies. Onder leiding van getrainde docenten maken zij het onderwerp bespreekbaar en krijgen zij handvatten aangereikt om met hun verlies om te gaan. Zeer waarschijnlijk zal de school met ingang van het schooljaar 2015-2016 starten met een faalangst reductie training.


10. Leerlingvolgsysteem De school beschikt over een goed digitaal leerlingvolgsysteem. Afspraken rond de privacy van leerlingen aangaande gegevens die zijn opgenomen in het leerlingvolgsysteem, zijn beschreven in het leerlingenstatuut Grafisch Lyceum Rotterdam en in het privacyreglement Zorg- en adviesteam. In het leerlingvolgsysteem worden alle zaken die betrekking hebben op de begeleiding van de leerlingen (resultaten, gesprekken, resultaten van testen) opgenomen. Naast het digitaal leerlingvolgsysteem is er op de administratie van het VMBO ook een ‘papieren’ dossier aanwezig. In dit dossier worden zaken opgenomen die moeilijk in het digitale leerlingvolgsysteem zijn op te nemen. Hierbij kan gedacht worden aan correspondentie, gemaakte testen, uitslagen en uitslagen van onderzoeken.


11. Pestprotocol De school heeft een eigen Pestprotocol opgesteld. Voor de inhoud verwijzen we graag naar dit protocol.


Bijlage 1: Privacyreglement Zorg-en adviesteam Artikel 1: Begripsbepalingen Dit reglement verstaat onder: 1.1 Persoonsgegeven Elk gegeven betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon. 1.2 Bestand Een gestructureerd geheel van persoonsgegevens, dat volgens bepaalde criteria toegankelijk is en betrekking heeft op verschillende personen. In de onderwijspraktijk wordt hierbij gesproken over een dossier. Deze term zal verder gebruikt worden. 1.3 Leerling-dossier Alle gegevens die verzameld en opgeslagen worden ten behoeve van de didactische en pedagogische taken van de school. 1.4 Zorgdossier Als zodanig aangemerkt deel van het leerling-dossier waarin gegevens worden verzameld en opgeslagen ten behoeve van bepaalde leerlingen voor speciale begeleiding. Het gaat hier om gegevens die privacygevoelige elementen bevatten en die vanwege de Wbp extra zorgvuldigheid met betrekking tot de verwerking vereisten. 1.5 Verwerken van persoonsgegeven Elke handeling of geheel van handelingen met betrekking tot persoonsgegevens. 1.6 Verstrekken van gegevens uit het dossier Het bekend maken of ter beschikking stellen van persoonsgegevens die in het dossier zijn opgenomen of die door verwerking daarvan, al dan niet in verband met andere gegevens, zijn verkregen. 1.7 Betrokkenen Degene over wie persoonsgegevens in het dossier zijn opgenomen. Een persoon zoals bedoeld in artikel 3. 1.8 Verantwoordelijke Het bestuur van de onderwijsinstelling dat wil zeggen de rechtspersoon die zeggenschap heeft over het dossier en die verantwoordelijk is voor de naleving van dit reglement. 1.9 Beheerder Degene die onder verantwoordelijkheid van de verantwoordelijke is belast met de dagelijkse zorg voor het bestand of een gedeelte daarvan (de directie en mogelijk gedelegeerd de leerjaarcoördinator).


1.12 Zorg- en adviesteam (ZAT) Multidisciplinair zorgoverleg dat verbonden is aan één of meerdere onderwijsinstellingen. Artikel 2: Reikwijdte Dit reglement heeft betrekking op de verwerking van persoonsgegevens door het VMBO voor Vormgeven & Media Grafisch Lyceum Rotterdam Artikel 3: Categorieën van personen in de verwerking (betrokkenen) In de verwerking worden uitsluitend gegevens opgenomen over: a) personen die als leerling/student zijn ingeschreven bij het VMBO voor Vormgeven & Media Grafisch Lyceum Rotterdam. b) familieleden of andere personen uit de omgeving van deze leerling/student, voor zover die gegevens in redelijkheid relevant zijn te achten voor een optimale begeleiding van de leerling/student in het behalen van de doelstelling van de school/opleiding. Artikel 4: Doel van de verwerking De verwerking heeft ten doel te dienen als bron van informatie: • ten behoeve van een optimale begeleiding van leerlingen/studenten in het behalen van de doelstellingen van de school; • ten behoeve het mentorenoverleg in haar advisering omtrent de wijze waarop specifieke zorg en begeleiding van bij haar ingebrachte leerlingen/deelnemers plaats dient te vinden; • ten behoeve van aanmelding bij het samenwerkingsverband indien een toelaatbaarheidsverklaring aangevraagd wordt voor leerwegondersteunend onderwijs, praktijkonderwijs, speciaal onderwijs; • ten behoeve van aanvragen bij het samenwerkingsverband over eventueel overige advisering aan de school ten behoeve van de te bieden zorg aan een leerling. • ten behoeve van het ZAT bij het versterken van samenwerking tussen schoolinterne begeleiding en zorg en begeleiding geboden door externe partijen. Artikel 5: De verantwoordelijke De verantwoordelijke voor de verwerking is verantwoordelijk voor de verwerking overeenkomstig de bepalingen van de Wet bescherming persoonsgegevens, de daarop gebaseerde Koninklijke Besluiten en dit reglement. De verantwoordelijke treft daartoe de nodige voorzieningen, waaronder in elk geval zodanige opslag van persoonsgegevens dat deze niet voor onbevoegden toegankelijk zijn. Artikel 6: Opname van gegevens 6.1 Over de personen, zoals bedoeld in artikel 3, kunnen uitsluitend gegevens worden opgenomen voor zover verstrekt door de betrokkene, diens wettelijk vertegenwoordiger, personeel van de school, bevoegde overheidsorganen, deskundigen of deskundige instanties. Andere dan de in de eerste volzin bedoelde gegevens kunnen worden opgenomen indien de betrokkene of zijn wettelijke vertegenwoordiger daarmee instemt en voor zover dat tevens noodzakelijk is voor de doelstellingen van de verwerking.


6.2 In alle gevallen worden in de verwerking uitsluitend gegevens opgenomen die dienstig kunnen zijn ter verwezenlijking van het doel van de verwerking. 6.3 De verantwoordelijke doet mededeling aan de betrokkene dat persoonsgegevens over de aanmelding zijn geregistreerd. Artikel 7: Inzagerecht betrokkene 7.1 Tijdens het verblijf van de leerling/student op de school/opleiding worden alle in de verwerking vastgelegde gegevens betreffende de leerling en andere in artikel 3 genoemde personen op hun verzoek ter inzage gesteld van de leerling/deelnemer of zijn wettelijke vertegenwoordiger. 7.2 Het in het eerste lid bepaalde lijdt uitzondering voor zover zwaarwegende belangen betreffende de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van een betrokkene of een derde zich tegen beschikbaarstelling verzetten. 7.3 Indien een betrokkene daarom schriftelijk verzoekt, stelt de verantwoordelijke de verzoeker binnen vier weken na ontvangst van het verzoek schriftelijk een volledig overzicht van de hem betreffende persoonsgegevens ter beschikking met inlichtingen over de herkomst daarvan. Alvorens de informatie aan de betrokkene ter beschikking wordt gesteld geeft de verantwoordelijke een eventuele derde, op wie de informatie eveneens betrekking heeft en die tegen het ter beschikking stellen van deze informatie naar verwachting bedenkingen heeft, de gelegenheid zijn zienswijze naar voren te brengen. 7.4 Indien een gewichtig belang van de verzoeker dit eist, voldoet de verantwoordelijke aan een verzoek zoals bedoeld in het vorige lid in een andere dan schriftelijke vorm, die aan dat belang is aangepast. 7.5 De verantwoordelijke kan weigeren aan het verzoek, bedoeld in het eerste lid, te voldoen, voor zover dit noodzakelijk is op grond van een wettelijk voorschrift of op grond van aanwijzingen gegeven door een daartoe bevoegd overheidsgezag. 7.6 Het bepaalde in de voorgaande leden is van overeenkomstige toepassing als het de persoonsgegevens betreft die ten behoeve van het ZAT worden verwerkt. Artikel 8: Correctie van onvolledige of onjuiste gegevens 8.1 Verzoeken om verbetering, verwijdering, afscherming of aanvulling van de in de verwerking opgenomen gegevens worden schriftelijk ingediend door degene op wie de desbetreffende gegevens persoonlijk betrekking hebben of zijn gemachtigde. 8.2 Gemachtigden dienen een schriftelijke machtiging over te leggen. 8.3 De indiener van het in het eerste lid bedoelde verzoek wordt, na beslissing door of namens de houder, binnen 28 kalenderdagen na de datum van indiening van het verzoek schriftelijk medegedeeld of, en zo ja welke, verbetering, verwijdering of aanvulling heeft plaatsgevonden, danwel dat voor afscherming is gezorgd.


8.4 Indien blijkt dat bepaalde gegevens onjuist zijn of ten onrechte in de verwerking zijn opgenomen, vindt binnen 28 kalenderdagen na de datum van indiening van het verzoek verbetering of verwijdering van die gegevens plaats. 8.5 Indien blijkt dat bepaalde gegevens ten onrechte in de verwerking ontbreken, vindt binnen 30 kalenderdagen na de datum van indiening van het verzoek aanvulling van opgenoemde gegevens plaats. 8.6 De op basis van dit artikel uit de verwerking verwijderde gegevens worden onmiddellijk vernietigd, onder verantwoordelijkheid van de verantwoordelijke. De bij een aanmeldingsprocedure betrokken partijen worden hiervan schriftelijk in kennis gesteld. Artikel 9: Toegang tot de verwerking

De verantwoordelijke voor de verwerking verleent uitsluitend toegang tot de in de verwerking opgenomen gegevens aan: • docenten, mentoren en administratief personeel, voor zover het in de verwerking opgenomen gegevens betreft die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van hun taken ten behoeve van het geven van het onderwijs, dan wel het geven van studieadviezen; • mentoren/coördinatoren/counselors en andere begeleiders in dienst van de school voor zover het gegevens betreft die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van hun begeleidingstaken.


Bijlage 2: Samenwerkingsverband Koers VO Het samenwerkingsverband passend onderwijs Koers VO is een netwerk van 24 schoolbesturen met 111 vestigingen voor Voorgezet (speciaal) Onderwijs in de regio Rotterdam. Er zijn verschillende onderwijsniveaus (zeer moeilijk lerend (zml) tot en met gymnasium) en verschillende vormen van ondersteuning (van basisondersteuning op een reguliere school tot en met intensief arrangement op een vso-school). Vanuit de Wet Passend Onderwijs hebben we met elkaar de opdracht voor elke leerling in onze regio passend onderwijs te verzorgen: onderwijs en ondersteuning die passen bij wat de leerling nodig heeft om zich goed te ontwikkelen. Binnen de regio van Koers VO wordt ernaar gestreefd om dit te zoveel mogelijk thuisnabij te realiseren. Onze regio bestaat uit 14 gemeenten: Rotterdam (exclusief Rozenburg), Albrandswaard, Barendrecht, Binnenmaas, Capelle aan den IJssel, Cromstrijen (Klaaswaal), Korendijk, Krimpen aan den IJssel, Lansingerland, Nederlek (Lekkerkerk), Oud-Beijerland, Ridderkerk, Strijen en Zuidplas (Nieuwerkerk aan den IJssel) Onze missie is: Samen werken aan een perspectiefrijke toekomst voor elke jongere Dit vertaalt zich in onze visie als: In ons samenwerkingsverband is aandacht voor elke jongere. Elke jongere krijgt boeiend en passend onderwijs. Elke school van Koers VO gaat uit van de talenten en mogelijkheden van de leerling en zoekt hierbij actief naar een passend aanbod voor haar leerlingen. Gezamenlijk hebben de scholen een antwoord op alle onderwijs (ondersteunings)vragen in onze regio. Samen zorgen we voor vloeiende overgangen tussen scholen en onderwijs(zorg)voorzieningen waarbij het onderwijs en de zorg de jongere ondersteunen. Samenwerken in een netwerk Samenwerken in ons netwerk gaat om vorm en inhoud geven aan het uitgangspunt: “Wij zijn samen verantwoordelijk voor onze leerlingen”. Samenwerken start met elkaar kennen en elkaar vertrouwen. Elkaar kennen is een voorwaarde om elkaars sterke kanten te benutten en samen leerlingen passend onderwijs te kunnen bieden. We helpen elkaar. Het gaat om flexibel en creatief willen zijn in het zoeken naar oplossingen voor leerlingen. Als tweede aspect van samenwerken zien we “zorgvuldig handelen in het belang van de leerling”. Dit is het uitgangspunt op elke school. We willen daarom niet alles ‘dichtregelen’ in protocollen en regels. De vraag “Wat heeft de leerling nodig?” staat centraal en het principe ‘motiveren en documenteren’ wordt steeds toegepast. Wettelijke taken Samenwerkingsverband Koers VO Het samenwerkingsverband streeft naar het realiseren van een samenhangend geheel van ondersteuningsvoorzieningen binnen en tussen de scholen. De wettelijke taken van het samenwerkingsverband hierbij zijn: a. het vaststellen van een ondersteuningsplan, b. het verdelen en toewijzen van ondersteuningsmiddelen en ondersteuningsvoorzieningen aan de scholen, c. het beoordelen of leerlingen toelaatbaar zijn tot het voortgezet speciaal onderwijs, op verzoek van het bevoegd gezag van een school waar de leerling is aangemeld of ingeschreven, d. het adviseren over de ondersteuningsbehoefte van een leerling, op verzoek van het bevoegd gezag van een school waar een leerling is aangemeld of ingeschreven, en


e. het in stand houden van een permanente commissie leerlingenzorg (art. 17a, lid 6 WVO) Wet Passend Onderwijs De Wet Passend Onderwijs gaat vanaf 1 augustus 2014 in. Samenwerkingsverband Koers VO heeft dit uitgewerkt op een manier die passend is voor de situatie in de regio Rotterdam. Hieronder wordt toegelicht wat dit betekent voor de v(s)o-scholen die zijn aangesloten bij Koers VO. Zorgplicht Vanaf 1 augustus 2014 gaat de zorgplicht in. Als een aangemelde leerling binnen het ondersteuningsaanbod van de school past, zoals weergegeven op www.koersvo.schoolprofielen.nl, is de school verplicht de leerling toe te laten. Kan de school geen passende ondersteuning bieden, dan is de school verplicht een passende onderwijsplek voor deze leerling te zoeken op een andere school, in goed overleg met de ouders. De school heeft hiervoor zes weken de tijd vanaf de datum van schriftelijke aanmelding van de leerling. Bij leerlingen waar extra onderzoek nodig is, wordt deze termijn verlengd naar tien weken. De zorgplicht geldt voor alle leerlingen met behoefte aan extra onderwijsondersteuning. Dit zijn in ieder geval alle leerlingen in het praktijkonderwijs en voortgezet speciaal onderwijs (vso), maar ook individuele leerlingen met een extra onderwijsondersteuningsbehoefte op een school voor vmbo, havo, atheneum en gymnasium. Extra onderwijsondersteuning Extra ondersteuning wordt standaard geboden aan alle leerlingen in het praktijkonderwijs en voortgezet speciaal onderwijs (vso). Scholen voor vmbo, havo, atheneum en gymnasium kunnen extra ondersteuning bieden aan individuele leerlingen. In dit geval hebben school, ouders en leerling gezamenlijk bepaald dat er behoefte is aan extra onderwijsondersteuning. De school bekijkt hoe ze maatwerk kan bieden aan de leerling door middel van een individueel arrangement of een groepsarrangement. Ontwikkelingsperspectiefplan (OPP) Voor alle leerlingen die extra onderwijsondersteuning nodig hebben stelt de school – in samenspraak met ouders en leerling - een ontwikkelingsperspectiefplan (OPP) op. Vanaf de eerste schooldag heeft een school hiervoor zes weken de tijd. Een OPP is dus nodig voor alle leerlingen in het praktijkonderwijs en voortgezet speciaal onderwijs (vso), en voor alle leerlingen die extra ondersteuning krijgen op een school voor vmbo, havo, atheneum en gymnasium. In het ontwikkelingsperspectiefplan staat onder meer het verwachte toekomstperspectief en de ondersteuning die de school biedt 1. Minstens één keer in een jaar wordt het OPP met ouders en leerling geëvalueerd. Schoolprofielen op website De wet Passend Onderwijs stelt dat alle scholen een schoolondersteuningsprofiel moeten maken, dat ouders en andere scholen inzicht geeft in het ondersteuningsaanbod van de school. In de regio Rotterdam hebben we gekozen voor een schoolprofiel waarin niet alleen het ondersteuningsaanbod maar ook het onderwijsaanbod van de school vermeld is. De schoolprofielen van alle scholen zijn te vinden op www.koersvo.schoolprofielen.nl. De opzet van de website sluit aan bij het positieve 1

Het ondersteuningsaanbod wordt in het Koers VO-format OPP weergegeven aan de hand van de vijf IVOpunten: 1) groepsgrootte/inzet assistent, 2) aanpassing in onderwijsmateriaal, 3) aanpassing in schoolgebouw, 4) inzet van expertise en/of 5) samenwerking met externe organisaties.


gedachtengoed van Passend Onderwijs: welke ondersteuning kan ik als school bieden? De schoolprofielen worden jaarlijks aangepast in de periode 1 september tot de herfstvakantie, waarbij jaarlijks (beperkte) aanpassingen plaatsvinden in het format. De schooldirectie is verantwoordelijk voor de inhoud van het schoolprofiel en stelt het op in samenspraak met zorgcoördinator en docententeam. Het schoolprofiel wordt voorgelegd aan de MR en vastgesteld door het bestuur. Elk jaar worden na de herfstvakantie (rond 1 november) de aangepaste profielen zichtbaar op de website Schoolprofielen. Toelating tot voortgezet speciaal onderwijs (vso) Voor leerlingen die na 1 augustus 2014 naar het voortgezet speciaal onderwijs gaan, moet een toelaatbaarheidsverklaring aangevraagd worden bij het samenwerkingsverband van de regio waarin de leerling woont. In de regio Rotterdam is dat Samenwerkingsverband Koers VO. Ouders vragen niet meer zelf een indicatie aan; de school waar de leerling op dat moment onderwijs volgt, vraagt een toelaatbaarheidsverklaring aan in overleg met ouders. Van speciaal naar regulier onderwijs Als de vso-school en ouders tot de conclusie komen dat de leerling inmiddels in staat is onderwijs te volgen op een reguliere school, neemt de vso-school contact op met het Koersloket. De consulent van het Koersloket kan meedenken en advies geven over de overstap naar een reguliere vo-school. Ouders kunnen zich alvast oriënteren op een passende reguliere school, door te kijken op www.koersvo.schoolprofielen.nl. Ouders en school als partners Samenwerkingsverband Koers VO ziet een goede relatie tussen ouders en school als essentiële voorwaarde voor het slagen van passend onderwijs (zie ook www.koersvo.nl/ouders). Ouders en school als partners om op respectvolle wijze met elkaar in gesprek gaan om de jongere de ondersteuning te bieden die nodig is om op school succesvol te zijn. Koers VO stimuleert deze denkwijze bij scholen. De concrete invulling hiervan is de verantwoordelijkheid van de individuele school. De wet verplicht samenwerkingsverband Koers VO om drie zaken te regelen voor ouders: 1. Instellen van een ondersteuningsplanraad In november 2013 is de ondersteuningsplanraad (OPR) opgericht; vanaf mei 2014 heeft ook een afgevaardigde van de Raad van Toezicht van Samenwerkingsverband Koers VO hierin zitting. De OPR komt een aantal keer per jaar bij elkaar, naast de vierjaarlijkse betrokkenheid bij de totstandkoming van het ondersteuningsplan. 2. Ouders informeren over de ondersteuningsmogelijkheden van scholen Sinds november 2013 staan de ondersteuningsmogelijkheden van de v(s)o-scholen in de regio Rotterdam vermeld op de website www.koersvo.schoolprofielen.nl. In de profielen is onder het kopje ‘ouders’ te lezen welke visie de school heeft op ouders en welke activiteiten de school onderneemt voor ouders. 3. Aansluiting Landelijke Bezwaaradviescommissie Toelaatbaarheidsverklaring sbo/(v)so Ouders en scholen kunnen via Samenwerkingsverband Koers VO bezwaar maken tegen een toelaatbaarheidsverklaring (tlv) voor voortgezet speciaal onderwijs. Koers VO heeft zich hiertoe aangesloten bij de Landelijke Bezwaaradviescommissie Toelaatbaarheidsverklaring sbo/(v)so. Continuering en ontwikkeling Samenwerkingsverband Koers VO zal een aantal zaken continueren en verder ontwikkelen. De werkwijze van het Koersloket en de Permanente Commissie Leerlingzorg (PCL) worden hieronder toegelicht.


Koersloket De v(s)o-school kan een beroep doen op een consulent van het Koersloket als op schoolniveau geen oplossing voor handen is of als specifieke expertise nodig is. Het Koersloket fungeert als vraagbaak en adviespunt rondom leerlingen. Met het ingaan van passend onderwijs gaat de consulent van het Koersloket ook de rol van poortwachter vervullen voor toelating tot een plek in een OPDC of vsoschool. Permanente Commissie Leerlingzorg (PCL) Binnen Samenwerkingsverband Koers VO zijn een aantal wettelijk verplichte commissies ingesteld, zoals de Permanente Commissie Leerlingzorg. In schooljaar 2014-2015 zal de werkwijze van de PCL hetzelfde zijn als voorgaande jaren: 1. De PCL adviseert over de overplaatsing van leerlingen met een beschikking praktijkonderwijs die vanuit het praktijkonderwijs naar een vmbo-school met leerwegondersteunend onderwijs gaan (zogenaamde zij-instromers). 2. De PCL adviseert over leerlingen die overstappen van po naar vo met een beschikking praktijkonderwijs, maar waarvan de ouders, leerling en vmbo-school met een afdeling voor leerwegondersteunend onderwijs van mening zijn dat de leerling een kans dient te krijgen in het leerwegondersteunend onderwijs (zogenaamde onder-instromers). 3. De PCL adviseert geeft advies over de aanvraag van een indicatiestelling praktijkonderwijs voor leerlingen waarbij het zorgen onderwijsaanbod van het praktijkonderwijs het beste aansluit bij de behoeften van de leerling (op basis van de regeling bijzondere gevallen). 4. Aanvullend is binnen Samenwerkingsverband Koers VO het monitoren van de schoolloopbaan van leerlingen waarvoor advies is uitgebracht als taak opgenomen van de PCL. In het kader van de nieuwe wetgeving rond Praktijkonderwijs en vmbo met leerwegondersteuning (lwoo) zullen de rol en positie van de PCL herzien worden. Dit zal in schooljaar 2014-2015 binnen Samenwerkingsverband Koers VO uitgewerkt worden.


Zorgplan VMBO voor Vormgeven en Media. Ingangsdatum: 1 januari 2015

Recommend Documents