ZORGPLAN Christelijk Lyceum Delft VMBO
1
Missie en visie van de school Het CLD wil zijn leerlingen een veilige omgeving bieden, waarin zij kunnen opgroeien tot verantwoordelijke en vrije mensen. Wij beschouwen Jezus Christus als het voorbeeld hoe mensen door God zijn bedoeld. Daarom willen wij onze leerlingen uitdagen en toerusten, zodat zij leren hun talenten in te zetten voor de samenleving. Wij bieden onze leerlingen op hun eigen niveau opleiding en begeleiding om dat doel te bereiken. Leidend bij dat proces van vormen en opleiden is het “vertrouwen in jongeren en dus in de toekomst”.
Visie op zorg Het CLD wil zijn leerlingen passende begeleiding bieden, zodat zij kunnen opgroeien tot verantwoordelijke en vrije mensen. Zorg wordt gezien vanuit een geïntegreerd zorgperspectief, d.w.z. dat alle medewerkers in de school nadrukkelijk betrokken en verantwoordelijk zijn voor de zorg van leerlingen. De zorg staat ten dienste van de ondersteuning van het onderwijs- en ontwikkelingsproces. De leerlingzorg bestaat uit de volgende onderdelen: -
Intern zorgteam Zorg adviesteam (ZAT) Samenwerkingsverband
Intern zorgteam Hieraan nemen deel: Per locatie twee leerlingbegeleiders Jeugdmaatschappelijk werk Zorgcoördinator Per locatie is er een intern zorgteam. Een maal per zes weken (tussen de overleggen van het ZAT in) komt het intern zorgteam bij elkaar. Tijdens dit overleg wordt gekeken in hoeverre de gemaakte afspraken bij het ZAT al een vervolg hebben gekregen en hoe het met de leerlingen gaat die vanuit het zorgteam (intern en extern) gevolgd en begeleid worden. Tijdens het intern zorgoverleg worden ook nieuwe leerlingen besproken om te kijken of zij genoeg hebben aan begeleiding vanuit het interne zorgteam (we gaan uit van een gesprek of vijf) of dat zij in het ZAT besproken moeten worden (zie procedure aanmelding). Er wordt altijd een leerlingbegeleider aan een leerling gekoppeld. Deze onderneemt actie. Soms wordt tijdens de interne zorgoverleggen ook besloten een leerling aan te melden voor Jeugdmaatschappelijk werk.
2
Vanuit het interne zorgteam kan de school de volgende diensten bieden: Remedial Teaching – leerlingen krijgen gerichte steun voor een bepaald vak of voor een bepaald leerprobleem (dyslexie, dyscalculie, wiskunde, Engels, Nederlands). Deze vorm van begeleiding is gespecialiseerd en gaat dus verder dan steunles. RT kan individueel, maar ook in twee- of drietallen plaatsvinden. Begeleiding Clusterleerlingen - Leerlingen met een rugzak worden door een vaste docent begeleid. De leerling krijgt een uur begeleiding per week en kan ingevuld worden na overleg met de Ambulant Begeleider en ouders. De inhoud van de begeleiding wordt vastgelegd in een handelingsplan. Faalangsttraining - Brugklasleerlingen worden getest met SATT, om de faalangstige leerlingen er uit te halen. Soms wordt een leerling door een docent/mentor aangemeld. Deze leerlingen krijgen faalangsttraining binnen school. Jeugdmaatschappelijk werk – Wanneer er meer nodig is dan gesprekken met een leerlingbegeleider kan een leerling aangemeld worden bij JMW. De JMW-er heeft naast contact met de leerling ook altijd contact met de ouder(s). Time In voorziening – De Time In voorziening is een voorziening voor de duur van 13 weken. Leerlingen die in de Time In geplaatst worden, werken daar aan hun schoolwerk en aan hun gedrag. Is er verbetering geconstateerd, dan kan de leerling langzamerhand weer terugkeren in de klas. Het doel van de Time In is leerlingen in school te houden en een nieuwe kans te geven. De ingezette begeleiding wordt vastgelegd in een handelingsplan.
Zorgadviesteam (ZAT) Hieraan nemen deel: Jeugdverpleegkundige (van uit het Centrum voor jeugd en gezin (CJG) Bureau Jeugdzorg Jeugdmaatschappelijk werk (Kwadraad) Leerplichtambtenaar Delft Leerplichtambtenaar Rijswijk, Westland, Pijnacker-Nootdorp en Den Haag op afroep Politie (school-wijkagent) Leerlingbegeleiders Zorgcoördinator Het ZAT komt eens per zes weken samen om de leerlingen te bespreken die hiervoor zijn aangemeld. Uit dit overleg volgen afspraken omtrent verdere acties rondom een zorgleerling. Deze afspraken worden vastgelegd in notulen.
Samenwerkingsverband Delft Wanneer er meer nodig is dan wat binnen de mogelijkheden van het ZAT ligt, dan kan een leerling aangemeld worden bij de Centrale Zorgcommissie (CZC), een onderdeel van het samenwerkingsverbond VO/SCO voor Delft e.o.
3
Aan de CZC nemen deel: De coördinator van het Samenwerkingsverband De secretaris van het Samenwerkingsverband Een psycholoog Een medewerker van Bureau Jeugdzorg Een orthopedagoog van de Rebound Een orthopedagoog van Op de Rails De zorgcoördinator van de aanleverende school Aanmelding bij de zorgteams vindt altijd plaats met medeweten van ouders en leerling. In het samenwerkingsverband wordt daarnaast ook gezamenlijk met de andere Delftse VOscholen naar zorgleerlingen gekeken. Deze samenwerking verloopt goed. Zaken die hier uit voortgekomen zijn en waar nog aan gewerkt wordt: - Contacten tussen de zorgcoördinator van de VO-scholen - Scholingen die door het samenwerkingsverband georganiseerd worden - Goede (warme) overdracht van (zorg-)leerlingen van primair naar voortgezet onderwijs - Bespreking van leerlingen in de centrale zorgcommissie - Samenstellen van het basiszorgarrangement - Organiseren van de Time In‟s - Beleidsgroep - SCOL – Dit is een leerlingvolgsysteem op het sociaal-emotionele vlak. De VOscholen zijn op dit moment bezig dit systeem in te voeren. Vanuit het Samenwerkingsverband kunnen aangeboden worden: - Trainingen (Rots en Water, Sociaal vaardigheidstraning, Agressieregulatie, Vriendenproject) - Mogelijkheden tot onderzoek - Coaching - Preventief Ambulante Begeleiding (PAB) - Externe onderwijstrajecten (Rebound, Op de Rails)
Aanmeldingsprocedure zorgteam De volgende route dient gevolgd te worden om een leerling aan te melden bij het zorgteam: Docenten/mentor signaleren dat er iets aan de hand is met een leerling. Mentor voert gesprek(ken) met leerling en neemt contact op met ouders. Bij geen verbetering: mentor overlegt met zorgcoördinator. Mentor neemt contact op met ouders voor toestemming aanmelding zorgteam. Ouders ondertekenen een toestemmingsbrief. Mentor vult een aanmeldingsformulier voor het zorgteam in. Leerling wordt besproken in het intern en extern zorgteam. Vanuit de verschillende instanties wordt in overleg met leerlingbegeleiders zorgcoördinator een plan opgesteld. Binnen school worden nog gesprekken gevoerd door leerlingbegeleiders als dat nodig is en er wordt vinger aan de pols gehouden
4
Afhankelijk van het plan wordt ouders gevraagd actie te ondernemen, bijvoorbeeld door zich aan te melden bij Bureau Jeugdzorg, een bezoek te brengen aan de jeugdarts. Het kan ook zijn dat eerst Jeugdmaatschappelijk werk wordt ingeschakeld. School neemt hierover eerst contact op met ouders en meldt de leerling officieel aan bij Jeugdmaatschappelijk werk. Tijdens het intern zorgoverleg wordt de geboden hulp geëvalueerd. Wordt het beoogde doel niet of slechts gedeeltelijk behaald en is er meer nodig, dan kan er besloten tot aanmelding bij de Centrale Zorgcommissie. Hier worden ouders van op de hoogte gesteld. Aanmelding bij de Centrale Zorgcommissie kan leiden tot verder onderzoek van de leerling, maar ook tot plaatsing op de Rebound of Op de Rails. Een en ander kan uiteindelijk leiden tot de aanvraag van een rugzak
Procedure aanmelding Centrale Zorgcommissie (CZC) Wordt in het ZAT besloten dat het beter is voor de leerling om een stap verder te gaan, dan is er de mogelijkheid om een leerling aan te melden bij de Centrale Zorgcommissie. Deze commissie is bovenschools en wordt georganiseerd vanuit het Samenwerkingsverband Delft. Om te beginnen moet het dossier van de leerling compleet zijn, alvorens besproken te kunnen worden. Dit houdt in dat het aanmeldingsformulier in ZAP ingevuld moet worden. Daarnaast moeten er zoveel mogelijk gegevens bekend zijn over: de basisschoolperiode (bij voorkeur het Onderwijskundig Rapport van de basisschool), verzuim, cijfers, gedrag, eventuele externe hulpverlening, trainingen, eventuele onderzoeksgegevens. Ouders zijn op de hoogte van bespreking van hun kind in de CZC. Na bespreking worden afspraken gemaakt, waarna de verschillende partijen hun werk gaan doen. Ouders krijgen een brief (school krijgt een kopie) waarin de besluiten vastgelegd zijn. Ouders kunnen vanzelfsprekend altijd contact met school of de coördinator van het Samenwerkingsverband opnemen. Doel van de CZC is om zo snel en zo goed mogelijk oplossingen te vinden voor de problemen die de leerling op school en soms ook thuis ondervindt, waardoor het leerling onderwijs kan blijven volgen met als doel het behalen van een diploma.
Begeleiding van Clusterleerlingen Bij aanmelding van een nieuwe clusterleerling: Als een nieuwe brugklasleerling aangemeld wordt of ouders zijn van plan dat te gaan doen is er meestal eerst een gesprek tussen ouders en zorgcoördinator. Ouders kunnen in dit gesprek aangeven wat zij denken dat hun kind nodig heeft, de zorgcoördinator kan aangeven wat de school te bieden heeft. Bij aanmelding worden alle onderwijskundig rapporten door de zorgcoördinator doorgenomen, zo ook die van clusterleerlingen. De teamleider en/of zorgcoördinator
5
neemt contact op met de basisschool om meer informatie over de leerling te krijgen. Een afspraak wordt gemaakt voor een warme overdracht. Bij een warme overdracht zijn aanwezig: de leerkracht van de basisschool, de Intern Begeleider van de basisschool, de teamleider en de zorgcoördinator van het CLD en als het kan de Ambulant Begeleider van de leerling. De gegevens van bovenstaande gesprekken worden verwerkt in Magister zodat de mentor en de docenten op de hoogte zijn van de problematiek van de clusterleerling. Wanneer nodig komt aan het begin van het schooljaar een ouder of een ambulant begeleider het een en ander over de leerling vertellen in het kernteam. Dit levert voor docenten informatie op en maakt het contact met thuis/ambulante begeleiding makkelijker.
Begeleiding van een rugzakleerling Bij aanmelding van een nieuwe rugzakleerling worden de volgende afspraken gehanteerd: Binnen school is de mentor aanspreekpunt voor ouders en leerling, voor teamleider en docenten. Als er extra zorg gegeven moet worden zal dit gedeeltelijk overgaan naar de zorgcoördinator, maar de mentor blijft het eerste aanspreekpunt. Een docent krijgt tijd vanuit de rugzak om zich met de rugzakleerling bezig te houden. Deze docent stelt, in overleg met zorgcoördinator en ambulant begeleider, een handelingsplan op en is, zo mogelijk, aanwezig bij het tussentijdse evaluatiegesprek en eindgesprek en past zo nodig het handelingsplan aan. De inhoud van het handelingsplan gaat altijd in overleg met de ambulant begeleider die zijn/haar begeleidingsplan daarop aanpast. De ambulant begeleider komt een keer in te vier tot zes weken op school om bijvoorbeeld de leerling te observeren of te spreken. Meestal voert hij /zij ook een gesprek met de zorgcoördinator , die op de hoogte is van de vorderingen en problemen die de rugzakleerling ondervindt. De ambulant begeleider maakt van deze gesprekken steeds een verslag. Duurt de rugzak nog voort in het volgend schooljaar, dan is er aan het begin van het schooljaar weer een nieuwe afspraak voor de ambulant begeleider en zorgcoördinator om een en ander aan te passen wanneer dat nodig is.
Aanvraag rugzak Een enkele keer komt het voor dat een leerling door zijn gedrag opvalt en in het zorgteam komt. De hele zorgroute wordt eerst doorlopen, maar soms wordt duidelijk dat het niet om „gewoon‟ lastig gedrag gaat, maar dat er iets aan ten grondslag ligt. Te denken valt aan bijvoorbeeld AD(H)D of een andere stoornis. Via het ZAT kan deze leerling dan aangemeld worden bij de Centrale Zorgcommissie. Hier kan besloten worden tot verder onderzoek.
6
Wanneer er een stoornis vastgesteld wordt en het duidelijk is dat de leerling zonder extra begeleiding het niet gaat redden in het regulier onderwijs kunnen we ouders het advies geven om een rugzak aan te vragen. Via de Centrale Zorgcommissie kan dan het dossier verzameld worden. Alle betrokken instanties moeten er dan voor zorgen dat verslagen over de leerling met handtekening en dagtekening aangeleverd worden. School vult een onderwijskundig rapport in voor het betreffende Cluster en zorgt dat het schooldossier compleet is. Daarna gaat de aanvraag lopen. Als een leerling op school blijft en niet bijvoorbeeld naar de Rebound gaat, zal deze leerling vanuit het zorgteam begeleiding krijgen. Een leerlingbegeleider ziet er op toe dat het zo goed mogelijk gaat met de leerling. Mentor en/of leerlingbegeleider houden contact met ouders en brengen docenten op de hoogte van eventuele afspraken. Wordt de rugzakaanvraag gehonoreerd, dan verloopt alles weer zoals beschreven in „begeleiding van een rugzakleerling‟.
Passend Onderwijs Met het oog op Passend Onderwijs staan er veel veranderingen voor de deur. De school blijft zo goed mogelijk op de hoogte van nieuwe ontwikkelingen op dit gebied. De zorgcoördinator heeft diverse workshops gevolgd over dit onderwerp. Binnen het samenwerkingsverband is er ook de nodige aandacht voor.
Plannen en verdere ontwikkelingen -
-
Invoering van SCOL Docenten op de hoogte brengen en houden van leerlingen die extra zorg nodig hebben, het vergroten van hun kennis omtrent (gedrags-)stoornissen en hoe met deze leerlingen om te gaan Het werken aan de zorgprofielen zoals die besproken worden binnen de VO-scholen in Delft Het werken met en aan het vmbo aanpassen van het basiszorgarrangement Extra aandacht voor leerlingen met sterk oplopend ziekteverzuim
7