SCHOOLGIDS CLD
C h r istel ijk Lyceu m Del f t g y m na si u m, at h e n e u m, h avo, v m bo
08 09
Eindredactie:
Monique Vliegenthart
[email protected]
Tekstredactie:
Wilfried Sedee
Fotoverwerking, vormgeving en lay-out: Jaap Paauwe (CLD) Lisette Tegelberg (Van de Sande bv, Nootdorp)
S c h o o l g i d s CLD 0 8 -0 9 p a g i n a 2
SCHOOLGIDS CLD
C h r istel ijk Lyceu m Del f t g y mn a s i u m , a t h e n e u m , h a v o , vm b o
S c h o o l g i d s CLD 0 8-0 9 p a g i n a 3
08 09
Inhoudsopgave Contactgegevens
pag. 6
Woord vooraf
7
Wat is het CLD voor een school?
8
1.1 Schoolvisie
8
1.2 Levensbeschouwelijk
8
1.3 Maatschappelijke positie
8
1.4 Identiteit en toelating
8
1.5 Levensbeschouwing en kwaliteit
8
1.6 Veiligheid
8
1.7 Onderwijs
9
1.8 Onderwijs en kwaliteit
10
1.9 Communicatie
10
Onderwijsaanbod
11
2.1 Sectoren
11
2.2 Ontwikkelingen
11
2.3 Sector Havo/Vwo
11
2.4 Sector Vmbo
12
2.5 Geen individueel onderwijs
13
2.6 Leermiddelen
13
Aandacht voor de individuele leerling
14
3.1 De vakdocent
14
3.2 Didactische hulp
14
3.3 De rol van de mentor
14
3.4 Studiebegeleiding
14
3.5 Sociaal-emotionele begeleiding
14
3.6 Wet Leerlinggebonden Financiering
16
3.7 Rebound Delft
17
3.8 Keuzebegeleiding
17
Ouders en school
19
4.1 De Vereniging, het Bestuur
19
4.2 Medezeggenschapsraad en Ouderraad
19
4.3 Informatiebulletin en website
19
S c h o o l g i d s CLD 0 8 -0 9 p a g i n a 4
Inhoudsopgave Schoolorganisatie
20
5.1 Aanbod op de locaties
20
5.2 Lessentabellen
20
5.3 Lestijden en vakanties
23
5.4 Kernteams
24
5.5 Sectordirecteuren, teamleiders en locatiemanagers
24
Kwaliteit
25
6.1 Identiteit en praktijk
25
6.2 Toelating
25
6.3 Bevordering
25
6.4 Meerjarenoverzicht slagingspercentages
26
6.5 Leerlingengegevens
26
Activiteiten van en voor leerlingen
27
Klachtenprocedures
29
8.1 Inspectie van het onderwijs
29
8.2 Landelijke klachtencommissie
29
Financiële zaken
30
9.1a Tegemoetkoming ouders
30
9.1b Tegemoetkoming scholieren
30
9.2 Ouderbijdrage
31
9.3 Besteding ouderbijdrage kalenderjaar 2007
31
9.4 Schadegevallen
31
9.5 Verzekeringen/aansprakelijkheid
32
9.6 Sponsoring
32
Een veilige school, regels en richtlijnen
33
10.1 Een veilige school
33
10.2 Regels en richtlijnen
33
10.3 Publicaties
35
S c h o o l g i d s CLD 0 8-0 9 p a g i n a 5
Contactgegevens Christelijk Lyceum Delft Scholengemeenschap voor gymnasium, atheneum, havo en vmbo
Rector:
Centrale leerlingadministratie:
de heer drs. J.S. Zijlstra 015 - 2684390
mevrouw C.A.M. van Ardenne 015 - 2684390
Directeur Financiën, Administratie en Beheer (FAB):
Secretariaat bestuur:
de heer drs. H.B. Kok 015 - 2684396
mevrouw C.A.M. van Ardenne 015 -2684390
Financiële Administratie:
Secretariaat ouderraad:
De heer R.T. Lamens 015 - 2684394
de heer J. van Leusden 015 - 2620379
[email protected]
Locatie Molenhuispad: Molenhuispad 1 2614 GE Delft tel. 015 - 2684330 fax 015 - 2684363
Locatie Hof van Delft: Obrechtstraat 48 2625 XN Delft tel. 015 - 2684370 fax 015 - 2684388
E-mailadres:
[email protected] Website: www.chrlyceumdelft.nl De locatie Molenhuispad is het contactadres voor alle schoolbrede zaken en sectoroverstijgende activiteiten Telefonisch spreekuur dinsdag 11.30 uur - 12.00 uur Mevrouw M. Vliegenthart 015 - 2684350 Voor onderwerpen die niet direct met (het onderwijs aan) uw kind te maken hebben
Locatie Delfland:
Juniusstraat 6 2625 XZ Delft tel. 015 - 2684300 fax 015 - 2684325
S c h o o l g i d s CLD 0 8 -0 9 p a g i n a 6
Woord vooraf In deze schoolgids willen we ons als CLD presenteren. We doen dat aan iedereen die meer van ons wil weten.
Het CLD is een protestants-christelijke brede scholengemeenschap. Dat betekent dat we onderwijs aanbieden in het Vmbo (theoretische, kader- en basisberoepsgerichte leerweg), Havo, Atheneum en Gymnasium vanuit een duidelijke visie. We doen dat in drie goed ingerichte vestigingen in Delft. En we doen dat met elkaar: in een team van ruim 200 medewerkers zetten we ons dagelijks in voor goed onderwijs. In deze gids willen we een antwoord geven op de vraag wat we daarmee bedoelen.
Voor veel ouders is de informatie al bekend. Wanneer u al een kind op het CLD hebt, kent u de praktijk uit eigen ervaring. Toch zijn we als school ook in ontwikkeling en veranderen er dus dingen. We hebben er naar gestreefd de informatie zo actueel mogelijk te houden.
Er zijn ook ouders die voor het eerst met het CLD kennismaken. U bent van harte welkom. Met behulp van deze schoolgids presenteren we onze school aan u. Ik hoop dat u, mede door het bezoeken van de voorlichtingsavonden, de open dag en door gesprekken met medewerkers van de school, een goede indruk krijgt. Neemt u gerust eens contact met ons op als er nog opmerkingen en vragen zijn. Wij praten er graag met u over.
drs. J.S. Zijlstra,
rector
S c h o o l g i d s CLD 0 8-0 9 p a g i n a 7
Hoofdstuk 1
Wat is het CLD voor een school? 1.1 Schoolvisie Het CLD wil zijn leerlingen een veilige omgeving bieden, waarin zij kunnen opgroeien tot verantwoordelijke en vrije mensen. Wij beschouwen Jezus Christus als het voorbeeld hoe mensen door God zijn bedoeld. Daarom willen wij onze leerlingen uitdagen en toerusten, zodat zij leren hun talenten in te zetten voor de samenleving. Wij bieden onze leerlingen op hun eigen niveau opleiding en begeleiding om dat doel te bereiken.
lijke problemen als agressie en criminaliteit, vrede en veiligheid, mensenrechten, natuur en milieu, armoede, genotmiddelen en de multiculturele samenleving. We staan dan ook kritisch tegenover een éénzijdige benadering van het onderwijs, louter in termen van economisch nut of persoonlijk welbevinden.
1.4 Identiteit en toelating
De school is de samenleving in het klein. Om deze te karakteriseren, zeggen we hieronder iets over enkele kenmerkende aspecten van het CLD.
De school staat open voor ouders en leerlingen die de grondslag van de school onderschrijven of respecteren. De school respecteert andersdenkenden. Alle leerlingen volgen de lessen godsdienst, de dagopeningen en de vieringen van christelijke feestdagen.
De identiteit
1.5 Levensbeschouwing en kwaliteit
1.2 Levensbeschouwelijk
Kwaliteit houdt o.a. in: werken aan de persoonlijke ontwikkeling van leerlingen. Dat is moeilijk in cijfers uit te drukken. Leerlingen hebben capaciteiten en talenten. We zien het als onze taak hen te helpen zicht te krijgen op hun eigen, unieke mogelijkheden en deze uit te bouwen. Leerlingen moeten daartoe verantwoordelijkheidsbesef ontwikkelen, zowel voor zichzelf als voor anderen. Vanuit onze levensbeschouwelijke overtuiging leggen we hierbij het accent op een tweetal zaken. In de eerste
Het Christelijk Lyceum Delft is een “bijzondere school”: het bevoegd gezag is het bestuur van de Vereniging voor Protestants-Christelijk Voortgezet Onderwijs te Delft e.o. Deze vereniging kent als grond- slag de Bijbel, Gods woord waarin het evangelie van Jezus Christus is geopenbaard (zie hoofdstuk 4.1). Voor de school betekent dit dat we dat evangelie willen hanteren als leidraad voor ons handelen. Deze uitspraak houdt o.a. in dat ons onderwijs niet waardevrij is. We confronteren onze leerlingen met vragen rondom levensbeschouwing. We vinden dat een belangrijk onderdeel van hun ontwikkelingsproces. Deze uitspraak houdt ook in dat we met ons onderwijs een duidelijk doel nastreven en manieren kiezen waarop we dat doen.
1.3 Maatschappelijke positie De maatschappij verwacht terecht van de school dat ze inspeelt op de behoeften van leerlingen, ouders, de lokale gemeenschap en de maatschappij. Daarom behoren we aan hen verantwoording af te leggen van de wijze waarop we het geld besteden dat ons door die maatschappij beschikbaar is gesteld. De school heeft mede tot taak een bijdrage te leveren aan de discussies over, en oplossing van maatschappe-
plaats stimuleren we de leerlingen kritisch naar zichzelf en anderen te kijken vanuit het perspectief dat ieder mens uniek is en dat die uniciteit alleen maar tot haar recht kan komen in relatie tot anderen. In de tweede plaats beschouwen we de levensbeschouwelijke identiteit niet als een statisch gegeven, maar als een uitdaging die ons in beweging zet. We willen onze leerlingen daarvan bewust maken en reiken daartoe middelen aan om met die uitdaging aan de slag te gaan.
1.6 Veiligheid We vinden het belangrijk dat de school voor iedereen een veilige en leefbare omgeving is om in te werken, te leren en plezier te maken. Met elkaar werken we aan een klimaat met als kernwoorden: zorgzaam, duidelijk, discipline en verantwoordelijk. Hierop zijn we aanspreekbaar en spreken we elkaar aan.
S c h o o l g i d s CLD 0 8 -0 9 p a g i n a 8
In de school gaan leerlingen en volwassenen de hele dag met elkaar om, binnen de lessen, bij bijzondere activiteiten, in de pauzes, in de gangen, op het plein. Het is dus heel erg belangrijk hoe je tegen elkaar aankijkt. Leerlingen horen zich te realiseren dat volwassenen in veel gevallen gezag over hen hebben. Dat geldt voor de docent in de klas maar ook voor het onderwijsondersteunend personeel (OOP), zoals de conciërges en de onderwijsassistenten. Volwassenen horen zich te realiseren dat leerlingen even unieke mensen zijn als zijzelf. De manier waarop we in deze verhoudingen met elkaar omgaan, heeft alles met respect te maken. Respect als werkwoord. Respect bepaalt de manier waarop leerlingen en volwassenen met elkaar omgaan. Uiteraard gaat daarin niet alles gelijk goed. Maar respect blijft de basis voor verbetering en herstel. En op deze basis werken we aan een klimaat waarin pesten onderkend en bestreden wordt, waarin de acceptatie van extra hulp niet meer moeilijk is, waarin regels
erkend en nageleefd worden. Een klimaat waarin het prettig leven en leren is.
1.7 Onderwijs Het is onze plicht goed onderwijs te geven. Onze programma’s zijn uiteraard gericht op eindtermen van bepaalde vakken en de examens volgens de wettelijke normen. Onze examenresultaten zijn zonder meer goed te noemen, zie hoofdstuk 6.4 in deze gids. De landelijke doelstellingen laten ruimte voor het maken van eigen keuzen. We bepalen zelf via welke route we onze doelen willen bereiken en wat we onderweg belangrijk vinden. Hierbij hanteren we de volgende uitgangspunten: we willen profiteren van de diverse kwaliteiten van leerlingen en docenten. We willen verder voortbouwen op bestaande kennis en ervaring en het onderwijs zo min mogelijk versnip- peren. Ook vinden wij het belangrijk om de maatschappelijke werkelijkheid bij het onderwijs te betrekken.
S c h o o l g i d s CLD 0 8-0 9 p a g i n a 9
Hoofdstuk 1 Wat is het CLD voor een school? In het Schoolplan 2007-2012 is verwoord hoe we dit denken te bereiken. Samenhang en integratie tussen vakken is zeer belangrijk. Daarnaast willen we onderwijskundige projecten uitvoeren en leerlingen meer laten samenwerken. Het is onze bedoeling dat leerlingen zo snel mogelijk doch uiterlijk in het derde jaar op de juiste plek zitten. In de eerste twee leerjaren dagen we leerlingen uit een hoger niveau te bereiken dan waarop zij zijn ingeschreven (‘opstroom’). Voor begaafde leerlingen bieden we in het eerste en tweede leerjaar vwo-modulen. In de sector Vmbo is het aantal stages uitgebreid.
1.8 Onderwijs en kwaliteit Om de kwaliteit van ons onderwijs te bewaken werken we met beleidsplannen en evaluaties. Ook is er een cyclus van voortgangs-, ontwikkel-, functionerings- en beoordelingsgesprekken met het gehele personeel. Hierin worden o.a. afspraken over persoonlijke ontwikkeling gemaakt. Bovendien zijn
er regelmatig gesprekken met de vaksecties. De school is georganiseerd in acht kernteams, die alle ook hun plannen opstellen. In deze kleine eenheden is teamvorming belangrijk, we streven ernaar dat leden van dergelijke teams zoveel mogelijk aan dezelfde leerlingen lesgeven.
1.9 Communicatie Leerlingen brengen een groot deel van hun tijd door op school. Daarom is het voor ouders/verzorgers belangrijk om te weten hoe het met hun kinderen gaat. De afstand tussen ouders en een school voor voortgezet onderwijs is veel groter dan bij de basisschool. De letterlijke afstand is vaak groter, de eigen verantwoordelijkheid van de kinderen groeit en bovendien stellen leerlingen in deze leeftijd het vaak niet op prijs dat ouders hen naar school brengen of veel contact hebben met docenten. Daarom proberen wij op verschillende manieren contact met u als ouders/verzorgers te onderhouden. De school heeft een Ouderraad, zie hoofdstuk 4.2. Over belangrijke ontwikkelingen krijgt u per seizoen enkele informatiebulletins met daarin bijdragen vanuit alle locaties. Het Vmbo brengt tussentijds nog een eigen bulletin uit. Onze website houden we actueel. Daarnaast zijn er allerlei voorlichtingsavonden bij de start van een seizoen of wanneer er keuzen gemaakt moeten worden, zoals afdelingen, profielen etc. Bovendien ontmoet u in het eerste kwartaal de mentor. Er zijn spreekavonden waarop u mentoren, docenten, decanen of leden van de schoolleiding kunt spreken. Natuurlijk kunt u ook altijd telefonisch contact leggen bij bijzonderheden rondom uw kind. Voor meer algemene vragen of problemen is er een telefonisch spreekuur op dinsdag (11.30 en 12.00 uur, 015 - 2684350, mevrouw M. Vliegenthart). U krijgt dan óf direct antwoord, óf u wordt teruggebeld. We vinden het belangrijk dat ouders de school kennen, het gevoel hebben welkom te zijn en bij ons terecht te kunnen. Succesvolle communicatie betekent voor ons ook dat wij van ouders verwachten dat zij belangstelling tonen voor de vorderingen van hun kind en dat zij informatie verstrekken over omstandigheden die het goed functioneren kunnen belemmeren: liever te veel informatie dan te weinig.
S c h o o l g i d s CLD 0 8 -0 9 p a g i n a 10
Hoofdstuk 2
Onderwijsaanbod In de Schoolvisie is verwoord dat het geven van adequaat onderwijs een opdracht voor de school is.
2.1 Sectoren De school werkt met twee sectoren: de sector HV bevat de opleidingen voor havo, atheneum en gymnasium, de sector Vmbo de leerwegen theoretisch, kader- en basisberoepsgericht.
2.2 Ontwikkelingen Sinds het begin van de jaren negentig is het voortgezet onderwijs in Nederland aan grote veranderingen onderhevig geweest. De rode draad van deze veranderingen is een grotere nadruk in het onderwijs op algemene vaardigheden naast de aparte vakken. Voorbeelden van vaardigheden zijn: informatie verzamelen via nieuwe media, een planning maken voor het eigen werk, samenwerken en presenteren. Het spreekt voor zich dat dit consequenties heeft voor de inrichting van de school: computers, andere werkvormen en andere toetsen. Deze vernieuwing wordt door de samenleving breed geaccepteerd, hoewel de invoering in de praktijk niet altijd eenvoudig is. Het CLD integreert deze ontwikkeling door naast de vele vaklessen een aantal vakoverstijgende projecten aan te bieden waarin naast het verwerken van kennis de vaardigheden geoefend worden. Op de lessentabel van het vmbo is structureel ruimte gemaakt voor projectonderwijs; op havo en vwo wordt op bepaalde tijdstippen in het jaar het gewone rooster voor die gelegenheid aangepast. Mede om de huidige en toekomstige ontwikkelingen zo goed mogelijk vorm te geven, heeft de school kernteams gevormd, die elk voor een eigen afdeling verantwoordelijk zijn. Voor de leiding, zie hoofdstuk 5.5.
2.3 Sector Havo/Vwo
niveaus aangeboden, en met leerstof aangevuld om een goede doorstroom naar de bovenbouw mogelijk te maken. Veel aandacht krijgt ook het vinden van het juiste niveau voor elke leerling. De school kent een tweejarige brugperiode. Elke leerling wordt op advies van de basisschool op een bepaald niveau geplaatst. Aan het einde van het eerste leerjaar wordt elke leerling beoordeeld of hij/zij op het juiste niveau zit; aan het einde van het tweede leerjaar wordt dit herhaald. Daarna gaan we ervan uit dat iedere leerling op het niveau zit waarop hij of zij examen zal doen. Nieuw vanaf de cursus 2007-08 is het maatwerk voor individuele leerlingen in de onderbouw. Er waren altijd al mogelijkheden in de bovenbouw om meer vakken te volgen dan wettelijk verplicht; we organiseren nu ook in de onderbouw mogelijkheden voor geïnteresseerde en begaafde leerlingen om zich breder te ontwikkelen dan het standaardprogramma.
Tweede Fase Onderbouw In de onderbouw krijgen alle leerlingen inhoudelijk hetzelfde programma. Dit wordt op verschillende
De inhoud van het onderwijs wordt geregeld door de profielen, dat wil zeggen: de regels voor het samenstellen van het vakkenpakket. De profielen zijn zoda-
S c h o o l g i d s CLD 0 8-0 9 p a g i n a 1 1
Hoofdstuk 2 onderwijsaanbod nig ingericht dat ze de aansluiting naar het hoger en universitair onderwijs zo soepel mogelijk laten verlopen. Er zijn vier profielen: Cultuur en Maatschappij, Economie en Maatschappij, Natuur en Gezondheid, Natuur en Techniek. Alle leerlingen kiezen aan het eind van de derde klas een profiel, waarin een aantal vakken verplicht is, en een keuzevak. In principe kan het keuzevak vrij gekozen worden uit alle vakken die aangeboden worden in de bovenbouw. De Tweede Fase heeft een face-lift ondergaan vanaf september 2007. De belangrijkste vernieuwing is dat alle vakken vanaf dan ongeveer evenveel studietijd vragen; de zogenaamde deelvakken zijn afgeschaft omdat deze tot veel versnippering leidden. Op het CLD hebben we er steeds naar gestreefd de nadelige gevolgen van de versnippering in deel- en ‘heel’vakken zoveel mogelijk ongedaan te maken. Ten eerste omdat de versnippering leidt tot niveauverlaging; ten tweede omdat versnippering leidt tot problemen met het rooster, wat veel tussenuren voor de leerlingen tot gevolg heeft. De leerlingen in havo-4 en vwo-4 krijgen te maken met het nieuwe systeem; leerlingen van klas 6 hebben nog te maken met de oude regels. Nu de mogelijkheid zich voordoet, hebben we nieuwe vakken in het onderwijsaanbod: havo-leerlingen kunnen kiezen voor BSM (Bewegen, Sport en Maatschappij en NLT (Natuur, Leven en Technologie). Vwoleerlingen hebben Wiskunde-D en NLT als nieuwe keuzemogelijkheid. De indeling in de profielen is verplicht door de overheid. De vormgeving van het onderwijs is een keuze van de school. Wij kunnen zelf kiezen of de leerlingen veel zelfstandig moeten werken, of juist niet. Met andere woorden: of we van de school een studiehuis maken, en in welke mate, mogen we zelf bepalen. Binnen het model van klassikale lessen, geven we steeds meer vorm aan samenwerking tussen leerlingen. Daarnaast speelt de mediatheek een grote rol: hier kunnen de leerlingen beschikken over klassieke en moderne media ter ondersteuning van hun leerproces. Ook in de bovenbouw wordt er gewerkt met projecten. Hierbij gaan steeds meer bedrijven uit Delft en omgeving een rol spelen. Wij willen de leerlingen duidelijk maken dat wat ze op school leren in de (beroeps-)praktijk een belangrijke rol speelt.
2.4 Sector Vmbo De onderbouw: theoretische, kader-, en basisberoepsgerichte leerweg In de onderbouw volgen alle leerlingen een algemeen programma. Zie hiervoor de lessentabel. Om meer aandacht te schenken aan het ontwikkelen van vaardigheden werken de leerlingen aan vakoverstijgende projecten. De onderwerpen van deze projecten liggen dicht bij de leerling en zijn gericht op samenwerken, informatie verzamelen en verwerken, creativiteit enz. Aan de leerlingen die dat nodig hebben bieden we steunlessen voor de vakken Nederlands, Engels en wiskunde. Anderen krijgen de gelegenheid dit uur te lezen of onder begeleiding huiswerk te maken. Aan het eind van het eerste leerjaar beoordelen we of de leerling in de juiste leerweg zit. Zo mogelijk ‘stroomt de leerling op’, in een aantal gevallen zal de leerling moeten ‘afstromen’. Dat laatste houdt in dat hij of zij een eenvoudiger traject kiest. Aan het eind van het tweede leerjaar volgen we dezelfde procedure en gaan er dan vanuit dat de leerling in de juiste leerweg zit.
De leerwegen in klas 3 en 4 We bieden op onze school drie leerwegen aan in de bovenbouw: de theoretische leerweg (TL), de kaderberoepsgerichte leerweg (KBL) en de basisberoepsgerichte leerweg (BBL). De verschillen in leerwegen houden verband met verschillende manieren waarop leerlingen leren. Er zijn leerlingen die er de voorkeur aan geven eerst te lezen hoe iets gedaan moet worden om deze kennis vervolgens in de praktijk toe te passen. Andere leerlingen leren liever door dingen uit te proberen en komen pas later aan de bijbehorende theorie toe. De één leert vanuit de theorie, de ander vanuit de praktijk. De verschillende leerwegen zijn afgestemd op deze leerstrategieën. Voor het derde leerjaar wordt in overleg met de leerling en met u bepaald welke leerweg voor een kind het meest geschikt is. De plaatsing van een leerling in één van de leerwegen van de 3e klas is definitief: er wordt in de loop van dat jaar al een begin gemaakt met het examenprogramma. Overstappen van de ene leerweg naar de andere is daardoor in de 3e en 4e klas vrijwel uitgesloten. Met een diploma behaald in de TL of KBL kun je op het ROC kiezen voor een vervolgopleiding op niveau 3 of 4. De basisberoepsgerichte leerweg is een leerweg waar de leerlingen wel een basis aan theorie meekrijgen,
S c h o o l g i d s CLD 0 8 -0 9 p a g i n a 1 2
maar waar de nadruk ligt op de praktijk. Leerlingen met dit diploma beginnen de opleiding op een ROC op niveau 1 of 2, of gaan een bedrijfsopleiding volgen. De kaderberoepsgerichte leerweg bevat een pittig theoretisch programma; bovendien volgen de leerlingen een praktijkvak met de bijbehorende vaktheorie. De theoretische leerweg kent hoofdzakelijk theoretische vakken waardoor we de leerlingen een brede algemene ontwikkeling meegeven. Wel geven we in het derde en vierde leerjaar beroepsgerichte modulen, zowel binnen als buiten de school. Deze zijn bedoeld om leerlingen goed voor te bereiden op een keuze voor een vervolgopleiding. In het laatste jaar doen de leerlingen uitsluitend theoretisch examen in 7 vakken. In de bovenbouw kiezen de leerlingen een sector: Economie (afdeling Administratie), Techniek (afdelingen Elektro en Voertuigen), Zorg en Welzijn (Verzorging, Uiterlijke Verzorging) of SDV (Sport, Dienstverlening en Veiligheid). Alle leerlingen van het vmbo ontvangen aan het begin van klas 3 hun examenprogramma, het zogenaamde Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA). Hierin wordt een totaaloverzicht van examenleerstof en toetsmomenten, verdeeld over het derde en vierde leerjaar, gegeven.
2.5 Geen individueel onderwijs Het CLD heeft geen afdeling voor individueel onderwijs; wel maakt de school deel uit van een regionaal samenwerkingsverband. Binnen dit verband worden afspraken gemaakt over de toelating van leerlingen die individuele zorg behoeven, over het uitwisselen van deskundigheid en het afstemmen van het eigen
beleid op het gebied van jeugdhulpverlening. Voor leerlingen die niet binnen het regulier onderwijs kunnen worden opgeleid, zijn Leerwegondersteunend Onderwijs (Lwoo) en Praktijkonderwijs ingesteld. Voor toelating tot deze vormen van onderwijs zijn landelijke criteria opgesteld. Een onafhankelijk onderzoek moet uitwijzen of een leerling in aanmerking komt voor extra zorg. Dat is een taak van regionale verwijzingscommissies (RVC’s). Delft heeft één centraal loket waar zorgleerlingen door alle vo/svo-scholen aangemeld kunnen worden (zie hoofdstuk 3.6).
2.6 Leermiddelen Kosten en gewicht Boeken zijn duur en zwaar. Helaas heeft de school daarop geen invloed. Wel proberen we zo “economisch” mogelijk te werken. Sommige werk- en leerboeken worden door de school aangeschaft, iets wat ouders kosten bespaart. In sommige gevallen worden ook theorieboeken door de school aangeschaft; ouders betalen in dat geval een klein bedrag aan huur. Bij invoering van nieuwe methoden vragen we de secties naast de prijs ook het gewicht van de boeken mee te wegen. Daarnaast geven we de leerlingen praktische tips over het dragen van tassen en het benutten van kluisjes. In het schooljaar 2009-2010 zal de regeling voor gratis boeken worden ingevoerd. Voor meer informatie hierover kunt u onze website raadplegen (Onderwijs> schoolboeken).
Boekhuis Iddink Het CLD heeft contact met boekhuis Iddink, Voortgezet Onderwijs te Ede. Ouders/verzorgers doen met dit bedrijf zaken, de school speelt alleen een dienende rol bij inleveren en bestellen. Voor informatie kunt u terecht op onze website en op www.iddink.nl.
S c h o o l g i d s CLD 0 8-0 9 p a g i n a 13
Hoofdstuk 3
Aandacht voor de individuele leerling Eerstelijnszorg 3.1 De vakdocent (m/v) Elke docent is verantwoordelijk voor de begeleiding van zijn leerlingen: niet alleen op zijn vakgebied, maar ook door pedagogisch en didactisch handelen. Hij zal contact opnemen met de mentor, de schoolleiding of andere begeleiders indien hij dat noodzakelijk acht.
vens, houdt contact met leerling en gezin, met collega’s en schoolleiding. In de onderbouw en een aantal bovenbouwklassen bestaat een mentoruur. Hierin wordt ondermeer aandacht besteed aan kennismaken met elkaar, groepsprocessen, pesten, studievaardigheden, keuzebegeleiding enzovoorts.
Tweedelijnszorg Het CLD kent in elke afdeling specialisten die zich bezighouden met leerlingen aan wie de mentor niet de gewenste hulp kan verlenen. Deze specialismen zijn te onderscheiden in studiebegeleiding, sociaal-emotionele begeleiding en keuzebegeleiding.
3.4 Studiebegeleiding
Remedial teaching (RT) Leerlingen bij wie na intern onderzoek aanwijzingen voor leerstoornissen op taal- en/of rekengebied zijn vastgesteld, kunnen begeleiding krijgen van een gespecialiseerde remedial teacher. De school biedt deze begeleiding schoolbreed en in alle leerjaren aan. Wanneer de vraag het aanbod overstijgt zal met de ouders/verzorgers contact worden opgenomen. Onze school streeft ernaar alle leerlingen zo goed mogelijk te begeleiden.
Begeleiding van niet-Nederlandstalige leerlingen
3.2 Didactische hulp We besteden veel aandacht aan het leren omgaan met zaken als huiswerk, studie en omgaan met elkaar. In alle afdelingen zijn in de onderbouw steunmogelijkheden voor diverse vakken. Hierbij wordt in toenemende mate gebruik gemaakt van ICT. Op de locaties Molenhuispad en Hof van Delft geven ouderejaars hulp aan onderbouwleerlingen.
Hier maken wij onderscheid tussen instromers die de Nederlandse taal (enigszins) machtig zijn en leerlingen die de Nederlandse taal niet beheersen. Voor de eerste categorie is begeleiding aanwezig. Voor de tweede categorie heeft het CLD geen begeleiding. De gemeente Delft heeft na overleg met de scholen besloten de centrale opvang te concentreren op het Grotius College.
3.5 Sociaal-emotionele begeleiding
3.3 De rol van de mentor
Leerlingbegeleiding
In de visie van het CLD is de mentor (klassenleraar, klassendocent) de eerstverantwoordelijke in de leerlingenzorg. Hij beschikt over de noodzakelijke gege-
Leerlingbegeleiders zijn gespecialiseerde docenten die voor een deel van de lesgevende taak zijn vrijgesteld. Zij proberen door gesprekken en trainingen leerlingen te leren omgaan met uiteenlopende pro-
S c h o o l g i d s CLD 0 8 -0 9 p a g i n a 1 4
blemen. In veel gevallen zullen mentoren, docenten of ouders daarbij worden betrokken. Vertrouwelijke informatie wordt niet zonder toestemming van de leerling aan anderen (ook niet aan ouders/verzorgers) doorgespeeld.
de zorgteams worden leerlingen besproken voor wie zorg buiten de school noodzakelijk lijkt, hun problematiek wordt vertrouwelijk behandeld. De zorgteams vormen de schakel naar de derdelijnszorg.
Derdelijnszorg
Faalangstreductietraining Leerlingen bij wie de prestaties achterblijven door een hoge faalangst kunnen hiervoor begeleiding krijgen. De school verricht een intern onderzoek. De begeleiding wordt gegeven door gespecialiseerde leerkrachten.
Sociale-vaardigheidstraining Er zijn leerlingen die het moeilijk vinden om contact te leggen en te onderhouden met medeleerlingen en docenten. Vaak voelen zij zich eenzaam in onze school. Deze leerlingen kunnen in aanmerking komen voor een sova-training. Zij leren dan beter met zichzelf en met anderen om te gaan. De begeleiding van de training wordt gegeven door een leerlingbegeleider of door een externe deskundige.
Via de zorgteams kunnen leerlingen verwezen worden naar hulp buiten de school.
GGD Zuid-Holland West, Jeugdgezondheidszorg Kinderen van 0 tot 19 jaar worden in Nederland regelmatig onderzocht. In de leeftijd van 0 tot 4 jaar gebeurt dit op het consultatiebureau, vanaf 4 jaar worden de kinderen uitgenodigd voor een bezoek aan een jeugdverpleegkundige of jeugdarts van de sector Jeugdgezondheidszorg van de GGD. Doel hiervan is om (dreigende) problemen in de ontwikkeling van de schoolgaande jeugd zo vroeg mogelijk te ontdekken, hierover te adviseren en waar nodig te verwijzen naar de juiste vorm van hulpverlening. Daarnaast ondersteunt de GGD leerkrachten bij het bevorderen van gezond gedrag.
Zorgteams Leerlingbegeleiders maken deel uit van één van de zorgteams. Andere participanten zijn vertegenwoordigers van de jeugdzorg, de jeugdgezondheidszorg, de jeugdpolitie, alsmede een schoolpsycholoog en de ambtenaar leerlingzaken van de gemeente Delft. In
Gezondheidsonderzoek Door middel van een gezondheidsonderzoek in klas 2 wordt de lichamelijke, sociale en emotionele ontwikkeling van alle kinderen vastgesteld.
S c h o o l g i d s CLD 0 8-0 9 p a g i n a 1 5
Hoofdstuk 3 AANDACHT VOOR DE INDIVIDUELE LEERLING In de klas wordt door de jeugdverpleegkundige of jeugdarts een vragenlijst afgenomen waarop leerlingen kunnen aangeven hoe zij zich voelen. De vragen gaan onder andere over eenzaamheid, piekeren, slapen, spanningen en zelfbeeld. Vervolgens wordt de vragenlijst individueel besproken. Uit deze bespreking kunnen problemen naar voren komen. De jeugdverpleegkundige of de jeugdarts en de leerling bekijken met elkaar wat nodig is om tot een oplossing te komen. Daarnaast wordt in het lichamelijk onderzoek gekeken naar lengte en gewicht, (puberteits-) ontwikkeling, rug en houding. Als er aanleiding toe is, wordt ook een ogentest gedaan. Voorafgaand aan het onderzoek krijgt u via de school een brief met uitleg over het onderzoek en data waarop het onderzoek plaats zal vinden. Ook kunt u via een bijgevoegde vragenlijst eventuele vragen en zorgen aangeven. Na afloop van het onderzoek is er de mogelijkheid van telefonisch contact om vragen en/of zorgen met de jeugdverpleegkundige of jeugdarts te bespreken.
Afspraak Naast het reguliere gezondheidsonderzoek kunnen leerlingen zelf een afspraak maken met de jeugdverpleegkundige of jeugdarts wanneer er vragen of zorgen zijn. Zo’n gesprek kan bijvoorbeeld gaan over ruzie met vrienden of ruzie thuis, over gepest worden of eenzaamheid. Ook met vragen over menstruatie, veilig vrijen, alcohol en drugs etc. kunnen leerlingen bij hen terecht. Een gesprek – op afspraak – kan plaatsvinden op school of bij de GGD. De jeugdverpleegkundige en de jeugdarts hebben een beroepsgeheim. Dit
houdt in dat zij de informatie die zij van leerlingen krijgen niet zonder hun toestemming met derden mogen bespreken. Ook u kunt een afspraak maken met de jeugdverpleegkundige of jeugdarts wanneer er zorgen of twijfels zijn over de gezondheid, ontwikkeling of opvoeding.
Voorlichting De GGD geeft informatie en voorlichting over allerlei onderwerpen die met de gezondheid van kinderen samenhangen, bijvoorbeeld pesten, seksualiteit, gezonde voeding en overgewicht. De GGD heeft een eigen infocentrum, waar lesmateriaal en folders over deze onderwerpen verkrijgbaar zijn. Docenten, ouders en leerlingen kunnen hiervan gebruik maken. Leerlingen kunnen er ook materiaal krijgen voor bijvoorbeeld spreekbeurten en werkstukken. U vindt het Infocentrum in de hoofdvestiging van de GGD Zuid- Holland West, Brechtzijde 1 in Zoetermeer, telefoon- nummer 079 - 3430888, e-mail:
[email protected]. De sector jeugdgezondheidszorg is gevestigd in spreekuur- locaties in de gemeenten in het werkgebied van de GGD Zuid-Holland West. De spreekuurlocaties zijn verdeeld over vijf regio’s en zijn dagelijks van 08.30 uur tot 12.00 uur bereikbaar via het centrale telefoonnummer van de jeugdgezondheidszorg: 088 054 99 99 (lokaal tarief). Via een keuzemenu wordt u doorgeschakeld naar de juiste afdeling. De GGD Zuid-Holland West is de gemeenschappelijke gezondheidsdienst van de gemeenten Delft, Leidschendam-Voorburg, Midden-Delfland, PijnackerNootdorp, Rijswijk, Wassenaar, Westland en Zoetermeer (www.ggdzhw.nl).
3.6 Wet Leerlinggebonden Financiering (ook wel ‘rugzak’ genoemd) Kinderen met een ‘rugzak’ Leerlingen met een beperking zijn welkom op onze school. Per 1 augustus 2003 is er een wet ingegaan die het volgen van onderwijs op een gewone school ook voor kinderen met een beperking mogelijk maakt. De Wet op de Leerlinggebonden Financiering, ook wel de ‘rugzak’ genoemd, geeft ouders/verzorgers van kinderen met een beperking meer keuzevrijheid. Deze ouders/verzorgers kunnen nu kiezen voor onderwijs op een speciale school óf voor onderwijs met een rugzak op een gewone school.
S c h o o l g i d s CLD 0 8 -0 9 p a g i n a 16
Informatie over de procedure van aanmelding van kinderen met een rugzak en het toelatingsbeleid dat onze school hanteert kunt u vinden op onze website (onderwijs>leerlingbegeleiding).
Kinderen die extra zorg en/of begeleiding nodig hebben Voor kinderen die meer zorg en/of begeleiding nodig hebben dan de school hun kan bieden, bestaat er de mogelijkheid om een AWBZ-indicatie aan te vragen. Er kan dan bijvoorbeeld via het Persoonsgebonden Budget (PGB) zorg, verpleging of begeleiding onder schooltijd gerealiseerd worden.
3.7 Rebound Delft
valt onder het Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs Delft en is een bovenschoolse voorziening van alle Delftse scholen. Het samenwerkingsverband wil met deze vorm van (individuele) onderwijsbegeleiding voortijdig schoolverlaten tegengaan door leerlingen een nieuwe, maar niet vrijblijvende kans te bieden om hun schoolloopbaan binnen het reguliere onderwijs te vervolgen. Plaatsing op de Rebound Delft vindt plaats in overleg tussen school, ouders en de Centrale Zorg en Toeleidingscommissie van het samenwerkingsverband.
3.8 Keuzebegeleiding Decanen
Leerlingen met aanpassings- en/of gedragsproblemen, die niet geholpen kunnen worden binnen onze interne leerlingenzorg, volgen een programma van maximaal 13 weken in de Rebound Delft. Door de leerling in een reboundtraject te plaatsen ontstaat er voor de leerling en de school een moment van pauze. In de Rebound Delft wordt gewerkt aan het verbeteren van sociale vaardigheden en studiehouding van een leerling. Door het, in een handelingsplan vastgelegde, begeleidingstraject kunnen leerlingen zich weer motiveren om hun studie in het reguliere voortgezet onderwijs opnieuw op te pakken. De Rebound Delft
De coördinatie van de keuzebegeleiding is in handen van schooldecanen. Zij hebben tot taak aan leerlingen en ouders informatie te verschaffen over de keuze van profielen, leerwegen en sectoren en over vervolgopleidingen. Op elke afdeling van de school is een decaan werkzaam.
Het keuzeproces In de tweejarige brugperiode wordt de keuze van de vervolgklas vaak bepaald op grond van de behaalde resultaten. In de sector vmbo speelt bovendien gebleken geschiktheid voor een bepaalde leerweg een belangrijke rol.
S c h o o l g i d s CLD 0 8-0 9 p a g i n a 17
Hoofdstuk 3 AANDACHT VOOR DE INDIVIDUELE LEERLING Leerlingen zullen zelf ook keuzen moeten maken, bijvoorbeeld voor een bepaalde sector of voor bepaalde vakken. In de mentorlessen is daarom bewust enige tijd gereserveerd voor “leren kiezen”. In de tweede klas wordt dit proces in vaklessen en mentorlessen voortgezet, aan het eind van deze klas wordt immers het vervolgtraject voor de leerwegen, sectoren en eventuele vakrichtingen gekozen. Ook wordt in de beroepsgerichte leerwegen het vak Praktische Sector Oriëntatie (pso) aangeboden waarin leerlingen kennismaken met de verschillende beroepsmogelijkheden. Ook in de sector havo/vwo moeten leerlingen na klas 2 op hun plek zitten. In de derde klas maken ze een keuze voor een profiel en voor vakken in de tweede fase. Hier is de begeleiding door de decaan essentieel. De mentoren van 3 havo en 3 vwo bereiden de leerlingen op de profielkeuze voor aan de hand van een aantal boekjes. Zo vragen we in beide sectoren aan alle leerlingen na te denken over hun eigen capaciteiten (wie ben ik, wat wil ik, wat kan ik?) en over bij hen passende beroepen en vervolgopleidingen. Een interessetest is hierbij inbegrepen. Daarnaast zijn er voorlichtingsavonden voor de ouders/verzorgers en ontvangen ze adviezen van de docenten met betrekking tot de gemaakte keuzen. Met elke leerling heeft de decaan een (eind)gesprek.
Het arbeidsproject (3 havo) en stageweek vmbo De leerlingen van 3 havo nemen deel aan een arbeidsproject waarbij zij gedurende een aantal dagen kennismaken met een bedrijf van hun keuze. De leerlingen merken zo aan den lijve wat een beroep inhoudt en of de beoogde richting overeenkomt met de verwachtingen die hij of zij ervan heeft. In de bovenbouw van het vmbo hebben de leerlingen inmiddels al gekozen voor een sector. Het is de bedoeling dat zij arbeidservaring opdoen in die sector en kennismaken met een mogelijke vervolgopleiding of een beroep.
Oriëntatie op het vervolgonderwijs In de bovenbouw havo en vwo zijn de leerlingen als onderdeel van de tweede fase verplicht zich nader te oriënteren op het vervolgonderwijs. Zij maken voor zichzelf een planning om “open dagen” te bezoeken en daarna, indien mogelijk, “proef te studeren” bij de opleiding van hun keuze. De begeleiding berust bij de mentor en de decaan.
Nuttige websites www.oudersenrugzak.nl hier vindt u algemene informatie over de rugzak en o.a. adressen van alle Regionale Expertisecentra. www.meebijdehand.nl MEE Zuid-Holland biedt informatie, advies en ondersteuning op alle levensterreinen van individuen en groepen mensen met een handicap en/of direct betrokkenen, bij het vinden van hun plek in de samenleving. www.pgbplein.nl PGBplein.nl is een digitale ontmoetingsplaats voor iedereen met vragen over een Persoonsgebonden Budget.
S c h o o l g i d s CLD 0 8 -0 9 p a g i n a 18
Hoofdstuk 4
Ouders en school
4.1 De Vereniging, het Bestuur
4.2 Medezeggenschapsraad en Ouderraad
Het Christelijk Lyceum Delft (CLD) is een bijzondere school en gaat uit van de Vereniging voor Protestants Christelijk Voortgezet Onderwijs te Delft e.o.
De Medezeggenschapsraad (MR) heeft adviserende of instemmende bevoegdheden bij het nemen van bepaalde beslissingen door Bestuur en/of directie. De Ouderraad is het orgaan dat de ouders vertegenwoordigt en regelmatig met de schoolleiding overlegt. Eén en ander is vastgelegd in de afzonderlijke reglementen.
De grondslag van de Vereniging is de Bijbel, Gods volstrekt gezaghebbend woord waarin het Evangelie van Jezus Christus is geopenbaard.
De leden van het Bestuur zijn: de heer mr. L. Boersma, voorzitter de heer ir. B. Snoeij, secretaris de heer P. van Leerdam, penningmeester de heer P. van der Ende de heer mr. T. van der Heijden mevrouw J.M. drs. Kuijper-Rustenburg mevrouw H.M. van der Meulen-Schot
De leden van de Ouderraad zijn: • de heer B. van der Sar, lid MR, voorzitter 015 - 2566750 locatie Molenhuispad • de heer J. van Leusden, secretaris 015 - 2620379 locatie Molenhuispad • mevrouw I. Ireeuw 015 - 8893019 locatie Hof van Delft • de heer B. Kamps 015 - 2131604 locatie Hof van Delft • mevrouw A. Kleyweg 015 - 3809532 locatie Molenhuispad • mevrouw B. Langstraat-Letzer 015 - 2615086 locatie Delfland • de heer W. de Rooij, lid MR 015 - 2622529 locatie Molenhuispad • mevrouw S. v/d Schoor 015 - 2138589 locatie Hof van Delft • de heer J. Sirks 015 - 2510024 locatie Hof van Delft • mevrouw I. Voorhoeve 015 - 2627389 locatie Molenhuispad
Het postadres is Molenhuispad 1, 2614 GE Delft.
4.3 Informatiebulletin en website
De Vereniging bestuurt één school, het CLD. De school participeert in Perspectief, een samenwerkingsverband van protestants-christelijke scholen in Zuid-Holland.
De school informeert de ouders drie maal per jaar via het Informatiebulletin over de gang van zaken betreffende school en onderwijs. Daarnaast houden we onze website www.chrlyceumdelft.nl zo actueel mogelijk. U vindt daar de agenda, nieuws, foto’s, roosterwijzigingen etc.
Uit de leden van de Vereniging wordt een Bestuur gekozen, dat optreedt als Bevoegd Gezag. Wij verwijzen voor nadere informatie over Vereniging en Bestuur naar de Statuten en het Huishoudelijk Reglement van de Vereniging. Het Bestuur heeft de dagelijkse leiding van de school toevertrouwd aan de directie. Mandatering en verantwoordelijkheden zijn vastgelegd in het Directiestatuut.
S c h o o l g i d s CLD 0 8-0 9 p a g i n a 19
Hoofdstuk 5
Schoolorganisatie 5.1 Aanbod op de locaties
streeft ernaar de overlast zo beperkt mogelijk te houden, o.a. door verantwoorde inroostering van lesuren.
Algemeen Op onze school kennen we een tweejarige brugperiode. Dat geldt voor beide sectoren. Hiermee bedoelen we dat we ervan uitgaan dat de grootste groep leerlingen in één keer in de voor hen juiste leerroute is geplaatst. Dit gebeurt op advies van de basisschool. Na één jaar zal een kleine groep leerlingen van wie écht duidelijk is dat ze beter op hun plaats zijn in een andere leerroute, zijn overgestapt. Aan het einde van klas 2 bekijken we nogmaals of de leerling de juiste leerroute volgt. Vanaf klas 3 gaan we ervan uit dat elke leerling de opleiding volgt waarin examen gedaan zal worden.
Sector Vmbo De locatie Hof van Delft heeft twee soorten eerste klassen, nl. een T- en een TH-klas. In beide klassen is het lesprogramma identiek en vanuit beide klassen is opstroom naar klas 2 havo mogelijk voor die leerlingen die er ‘met kop en schouders’ bovenuit steken. Dit beoordeelt de docentenvergadering. In een TH-klas zitten vnl. leerlingen met een iets hogere citoscore die vaak een hoger tempo aankunnen. In de praktijk blijkt dat er meer leerlingen vanuit een TH-klas naar 2 havo opstromen dan vanuit een T-klas. De locatie Delfland (Juniusstraat) biedt de beroepsgerichte leerwegen, met een tweejarige onderbouw en een bovenbouw met afdelingen administratie, elektrotechniek, sport, dienstverlening & veiligheid, uiterlijke verzorging, verzorging en voertuigentechniek aan.
Les op een andere locatie Met name in de sector Vmbo moeten leerlingen soms “reizen” naar andere locaties. Zo ontbreekt bijvoorbeeld een gymzaal bij Hof van Delft. De schoolleiding
Sector Havo/Vwo We delen de leerlingen zo in, dat we hun capaciteiten zo goed mogelijk kunnen aanspreken. We hebben voor leerlingen met een vwo-advies een aparte eerste klas met een programma dat voor hen extra uitdagingen biedt. Voor leerlingen met minstens een havo-advies bieden we een gemengde havo/vwo eersteklas aan. Wanneer aan het eind van de eerste klas duidelijk is dat leerlingen het vwo aankunnen, gaan ze over naar het gymnasium of atheneum. Als er nog twijfel bestaat of havo dan wel atheneum het beste vervolg is dan gaat de leerling over naar een gemengde havo-atheneum klas. Hetzelfde gaat op bij twijfel tussen havo of theoretische leerweg. Deze leerlingen gaan over naar een gemengde havo-theoretische leerweg klas.
5.2 Lessentabellen LESSENTABEL ONDERBOUW HAVO/VWO
hv1/
g2 ht2/
v1
godsdienst Latijn Grieks Nederlands Frans Duits Engels geschiedenis aardrijkskunde economie wiskunde natuurkunde scheikunde biologie muziek tekenen handvaardigheid techniek informatiekunde lichamelijke opv. mentorles vwo-module totaal
S c h o o l g i d s CLD 0 8 -0 9 p a g i n a 2 0
g3
ha2/
h3/ a3
a2
2 4 / 3 3 3 2 2 4 / 3 2 1 1 1 2 1 3 1 0 / 2
1 3 2 3 2 3 2 2 2 1 3 2 1 1 1 2 1 1
1 3 3 3 3 2 2 1 3 2 1 1 1 2 3 / 2 1 0 / 1
1 3 3 2 2 2 2 2 1 2 3 2 2 2 1 1 2 1
32
33
32
34
1
3 2 3 2 2 2 2 3 3 2 2 1 1/2 1/0
2 1 33
LESSENTABEL BOVENBOUW HAVO/VWO klas 4 en 5
LESSENTABEL BOVENBOUW VWO klas V6
(Tweede Fase nieuwe stijl, verdeling in semester 1 en 2)
(Tweede Fase oude stijl)
Nederlands Engels Duits Frans godsdienst lichamelijke opv. wiskunde A wiskunde B wiskunde C wiskunde D natuurkunde scheikunde biologie alg. natuurw. geschiedenis aardrijkskunde economie management en organisatie maatschappijleer Grieks Latijn informatica kunst, beeldend kunst, muziek ckv (/kcv, vwo) nl&t bs&m mentoraat
H4 V4 H5 V5 S1 S2 S1 S2 S1 S2 S1 S2 4 3 4 4 0 2 3 3 3 3 4 3 3 3 3
3 3 3 3 2 2 2 3 3 2 3 2 2 4 2
3 3 2 2 0 2 3 4 3 2 3 2 3 2 3 2 2 2
3 2 3 3 2 2 3 3 3 2 2 2 3 2 2 2 3 2
3 3 3 3 1 2 3 3 4 3 3 3 3 3 3
4 3 3 3 0 0 3 3 3 3 3 3 3 3 3
3 3 3 3 2 2 3 3 3 2 3 3 3 3 2 3 2
3 3 3 3 0 2 3 4 3 3 2 2 2
0 2 3 2 1 2 3 1
3 3 2 2 2 2 3 1
3 3 2 3 2 2 0 1
4 4 2 3 2 1 2 1
2 3 3 2 1 3 3 1
0 3 3 2 0 3 2 1
0 3 4 2 3 2 1 3
3 4 3 3 2 2 1 3
1
1
3 3 3 3
godsdienst maatschappijleer Nederlands literatuur Latijn Grieks kcv Frans 1,2 Duits 1,2 Engels aardrijkskunde geschiedenis economie 1 economie 1,2 management en organisatie wiskunde a1 wiskunde a1,2 wiskunde b1,2 natuurkunde 1 natuurkunde 1,2 scheikunde 1 scheikunde, scheikunde 1,2 biologie, biologie 1,2 ckv 1 ckv 2 ckv 3 beeldend ckv 3 muziek informatica lichamelijke opvoeding
S c h o o l g i d s CLD 0 8-0 9 p a g i n a 2 1
V6 0 2 2 geïntegreerd 3 3 1 3 3 2 3 2 2 3 2 2 4 6 2 4 3 4 3 1 1 3 0 0 1
Hoofdstuk 5 SCHOOLORGANISATIE LESSENTABEL VMBO ONDERBOUW EN KLAS 3 EN 4 TL
(Ec = Economie, Tn = Techniek, Zw = Zorg en welzijn, Lb = Landbouw, K = Keuzevak) Leergebied Klas 1 Klas 2 B K T B K T Nederlands MVT Engels Frans Duits wiskunde Mens en techniek nsk1 techniek nsk2 Mens en gezondheid biologie verzorging Mens en maatschappij godsdienst aardrijkskunde geschiedenis economie maatschappijleer Kunst en cultuur handenarbeid tekenen muziek ckv Sport en bewegen Vrije ruimte informatiekunde pso mentorles beroepsgericht corridor/project totaal
3 3 3 3 3 3 1 3 1 4 2 1 2 32
3 3 3 3 3 3 1 3 1 4 2 1 2 32
3 3 3 3 2 2 1 1 2 2 1 1 1 3 1 1 2 32
3 2 3 2,5 2 1 1 4 1 1 1 1 2 3,5 1 3 32
3 2 1 3 2,5 2 1 1 4 1 1 1 1 2 3,5 1 2 32
3 2 2 3 3 2 1 1 1 1 1,5 1,5 2 1 1 3 1 2 32
Klas 3 Klas 4 T T V K Ec Tn Zw Lb 3 3 2 2 1 2 2 2 1 1 2 1 1 23
S c h o o l g i d s CLD 0 8 -0 9 p a g i n a 2 2
3 3 3 3 3 9
4 4 1 4 2 1 16
4 4 4 4 1 2 1 20
4 4 4 1 2 1 16
4 4 4 1 2 1 16
K
4 4 4 4 4 4
4 4 4 4
12/8
LESSENTABEL VMBO BOVENBOUW KLAS 3 EN 4 VMBO-BBL/KBL
(Ec = Economie, Tn = Techniek, Zw = Zorg en welzijn, SDV=Sport, Dienstverlening en Veiligheid) Leergebied
Klas 3
Klas 4
BBL
KBL
VEc Tn Zw SDV Ec
Nederlands MVT Engels wiskunde Mens en techniek nsk1 Mens en gezondh. biologie verzorging Mens en maatsch. godsdienst economie maatschappijleer Kunst en cultuur handenarbeid tekenen muziek ckv Sport en bewegen Vrije ruimte mentorles beroepsgericht projecten/stage
2 2 2 2 2 3 3 1 1 3 2 2
totaal
32 32 32 32
KBL
Tn
Zw SDV Ec
Tn
Zw SDV Ec Tn 2 2 2 2 2* 2* 2 2 1 1 2* 2*
2 2 2 3 1 2
2 2 2 3 1 2
3 3 3 1 3 2
3 3 3 3 1 2
3 3 3 3 1 2
3 3 3 3 1 2
2 2 2 1 2
2 2 2 2 1
1 1 1 3 3 3 1 1 1 13 13 13 2 1 2
1 4 1 13 1
1 3 1 11 1
1 3 1 11 1
1 3 1 11 1
1 4 1 10 1
2 1 14 1
2 1 14 1
32 32
32
32
27 27
5.3 Lestijden en vakanties 1e lesuur 8.30 – 9.20 2e lesuur 9.20 – 10.10 pauze 3e lesuur 10.30 – 11.20 4e lesuur 11.20 – 12.10 pauze
BBL
5e lesuur 12.40 – 13.30 6e lesuur 13.30 – 14.20 pauze 7e lesuur 14.35 – 15.25 8e lesuur 15.25 – 16.15 9e lesuur 16.15 – 17.05
2 1 14 1
4 1 12 1
Zw
SDV
3 3 4 1 3
3 3 4 3 1
3 3 4* 3 1 3*
3
2 1 11 1
2 1 11 1
2 1 11 1
3 4*
3
1 3*
4 1 9 1
27 27 29 29 29/28 29/28
Het aantal lessen op de dinsdagmiddag is beperkt, aangezien de roostermakers hier ruimte houden voor vergadermogelijk- heden. De leerlingen dienen i.v.m. roosterwijzigingen en inhaalwerk op alle lesuren beschikbaar te zijn voor school. Dit geldt ook voor de dinsdagmiddag. Op onze website kunt u de vakantieroosters vinden tot en met het schooljaar 2010-2011. (Actueel>Agenda overzicht>vakanties).
S c h o o l g i d s CLD 0 8-0 9 p a g i n a 2 3
Hoofdstuk 5 Schoolorganisatie 5.4 Kernteams De school is georganiseerd in kernteams: een groep docenten die zoveel mogelijk in dezelfde afdeling les geeft en onder leiding staat van een teamleider. Kernteams beogen o.a. de lijnen tussen onderwijs(gevenden) en leerlingen kort te houden en zo de betrokkenheid te vergroten. Er zijn 8 kernteams met onderwijskundige taken: 4 in de sector Vmbo en 4 in de sector Havo/vwo, zie het volgende schema:
5.5 Sectordirecteuren, teamleiders en locatiemanagers Sector Havo/V wo
Sector Vmbo
Sectordirecteur
Sectordirecteur
de heer drs. S. Belder
tel. 010 - 5112172*
de heer C.L. Barto tel. 0181 – 633298*
Locatie Molenhuispad
Locatie Hof van Delft
Molenhuispad 1 2614 GE Delft tel. 015 - 2684330 fax 015 - 2684363
Obrechtstraat 48 2625 XN Delft tel. 015 - 2684370 fax 015 - 2684388
Locatiemanager de heer A. Vos
Locatiemanager
tel. 015 - 2570401*
Teamleiders mevrouw S.J.M. Secker-Korte onderbouw havo/vwo de heer N. Duivenvoorden onderbouw havo/vwo mevrouw M.E. Heutink bovenbouw havo de heer drs. J.W. Moerman bovenbouw vwo
de heer C. van Henten
tel. 0174 – 243037*
Teamleiders
tel. 015 - 2562102*
de heer J. Vesseur (tot 1 november) onderbouw TL tel. 070 - 3906101* mevrouw I. Nieuwstraten bovenbouw TL tel. 010 - 4340078*
tel. 015 - 2563328*
Locatie Delfland
tel. 015 - 2627032*
tel. 015 - 3809389*
E-mailadressen: eerste
[email protected], voorbeeld:
[email protected] * privé-telefoonnummer U kunt de contactpersonen telefonisch bereiken via het algemene nummer van de betreffende locatie. De contactpersonen zijn alleen in geval van nood te bereiken via hun (privé)telefoonnummer.
Juniusstraat 6 2625 XZ Delft tel. 015 - 2684300 fax 015 - 2684325
Locatiemanager de heer P. de Gelder
tel. 010 - 5116497*
Teamleiders mevrouw M. van Bentum onderbouw KBL/BBL de heer J. ten Kortenaar bovenbouw KBL/BBL
S c h o o l g i d s CLD 0 8 -0 9 p a g i n a 2 4
tel. 015 - 2146220* tel. 06 - 52042020*
HOOFDSTUK 6
Kwaliteit 6.1 Identiteit en praktijk
6.3 Bevordering
Bij kwaliteit gaat het erom dat je waarmaakt wat je belooft.
Becijfering en bevorderingsnormen
Het CLD belooft goed onderwijs te verzorgen, leerlingen kennis en vaardigheden bij te brengen die hen in staat stellen het diploma te halen dat past bij hun mogelijkheden. Dit betekent dat we de leerling stimuleren en uitdagen om zijn of haar talenten echt te gebruiken en daarnaast ook duidelijke eisen stellen. Zo willen we voorkomen dat leerlingen kiezen voor een te gemakkelijke leerweg of terechtkomen in een te moeilijke onderwijssoort. Het CLD belooft vanuit zijn christelijke overtuiging bij te dragen aan de vorming en ontwikkeling van jonge mensen en aan de vorming in normen en waarden. De snel zichtbare praktijk is dat het woord “christelijk” op het gebouw staat, dat er dagopeningen zijn, dat het vak godsdienst wordt gegeven en dat er vieringen zijn. Wie goed kijkt en luistert, ziet meer. Allerlei docenten spreken regelmatig over de manier waarop je met elkaar omgaat. Bij verschillende vakken komen vragen naar levensbeschouwing en zingeving aan de orde. Sommigen leerlingen hebben het moeilijk door de ontwikkeling die ze doormaken of door omstandigheden thuis. Ze worden opgevangen en begeleid. Dagelijks gaan er ook verschillende dingen verkeerd. Soms pesten leerlingen elkaar, is het taalgebruik niet passend of reageren docenten op een verkeerde wijze. Wij spreken elkaar daarop aan. Zo proberen we in de praktijk onze belofte over de bijdrage aan de vorming van onze leerlingen waar te maken.
Op de website vindt u informatie over de regels die we hanteren bij de bevordering van de leerlingen naar een volgend leerjaar. In de bovenbouw staat het programma van toetsing en afsluiting (PTA) in een aparte uitgave. Zo is helder wat de school wel en niet biedt. Tussentijdse wijzigingen worden opgenomen in het Informatiebulletin en zijn te bekijken op onze website: www.chrlyceumdelft.nl.
Rapportage De leerlingen ontvangen vier perioderapporten: half november, eind januari, half april en aan het einde van het schooljaar. De cijfers geven aan hoe de leerling er op dat moment voor staat. Het zijn dus geen trimestercijfers, maar ze geven de ontwikkeling in het hele jaar weer, het zgn. voortschrijdend gemiddelde. De data worden op onze website gepubliceerd.
Rapportcijfers en bevorderingen Rapportcijfers worden vastgesteld door de docentenvergadering. Deze heeft het recht binnen de vastgestelde normen leerlingen te bevorderen, niet te bevorderen of te doen overstappen naar een andere afdeling of leerweg. Binnen bepaalde grenzen staat de bevordering in de vergadering ter discussie. Een besluit van de docentenvergadering is bindend.
6.2 Toelating Het CLD baseert de criteria voor toelating tot een bepaald type brugklas in eerste instantie op het advies van de directeur van de basisschool en beschouwt de uitslag van een test als ondersteunend gegeven. Eenzelfde opstelling geldt bij tussentijdse instroom. Wij gaan ervan uit dat de vorige leerkracht(en) hun leerlingen goed kennen en hun zo een verantwoord advies meegeven. We verwijzen u naar de betreffende reglementen die bij de voorlichting zijn uitgereikt.
S c h o o l g i d s CLD 0 8-0 9 p a g i n a 2 5
Hoofdstuk 6 kwaliteit
Klachten over cijfers en/of bevordering Ouders/verzorgers van leerlingen en leerlingen van 18 jaar en ouder die het met de beslissing van de docentenvergadering niet eens zijn, kunnen zich in eerste instantie wenden tot de schoolleiding en, indien hun vraag of klacht niet voldoende is beantwoord, tot de geschillencommissie. Bezwaren moeten schriftelijk worden ingediend bij: de voorzitter van de Geschillencommissie de heer mr. L. Boersma p/a Molenhuispad 1 2614 GE Delft
6.4 Meerjarenoverzicht slagingspercentages 2004 2005 2006 2007 2008
Vmbo 97 90 93 93 97
Havo
97 95 97 96 93
Vwo
100 95 99 99 100
6.5 Leerlingengegevens De school houdt van elke leerling een dossier met gegevens bij: personalia, resultaten, testen, opmerkingen over functioneren etc. Het is belangrijk dat toeleverende basisscholen beschikken over de resultaten van hun oud-leerlingen; evenzo zijn wij geïnteresseerd in de prestaties van onze oudleerlingen in het vervolgonderwijs. Wij vinden het een
goede zaak dat uitwisseling van resultaten plaatsvindt. Bij informatieverstrekking houden we altijd rekening met de wet op de privacy. Daarom hanteren we een protocol: 1. De leerling is op de hoogte van het feit dat er gegevens worden uitgewisseld met de toeleverende of ontvangende school. 2. De leerling c.q. ouders/verzorgers in geval van minderjarigheid heeft/hebben toestemming verleend voor het uitwisselen van gegevens. 3. Op verzoek van de leerling c.q. ouders/verzorgers verleent de school inzage in deze gegevens. 4. De leerling c.q. ouders/verzorgers kan/kunnen te allen tijde de eerder verleende toestemming terugnemen. 5. De school bewaakt de zorgvuldigheid inzake het ontvangen, bewaren en ter inzage geven van de verkregen informatie. 6. De informatie dient verder alleen voor intern gebruik en is ter inzage van daartoe aangestelde functionarissen. 7. De school bewaakt de zorgvuldigheid inzake het opstellen en verzenden van de gegevens. Door dit artikel in de Schoolgids zijn alle ouders/verzorgers en leerlingen met dit protocol bekend. (Besluit directie 1 december 1999) Leerlingdossiers blijven op school bewaard. Psychologische rapporten, inlichtingenformulieren en persoonlijke correspondentie worden vernietigd zodra de leerling de school verlaat.
S c h o o l g i d s CLD 0 8 -0 9 p a g i n a 2 6
Hoofdstuk 7
Activiteiten van en voor leerlingen
In de Schoolvisie is verwoord dat het CLD de leerlingen als unieke mensen beschouwt en hun niet alleen een onderwijskundige, maar ook levensbeschouwelijke vorming wil geven; bovendien erkent het CLD de mogelijkheden én moeilijkheden van elke individuele leerling.
1 Leerlingenstatuut
De school kent een leerlingenstatuut.
e leerlingenraad is voor de directie gespreksD partner over zaken die alle leerlingen van de school of een locatie aangaan. De raad heeft vertegenwoordigers in de MR.
lankbordgroepen van leerlingen fungeren als K gesprekspartners van de schoolleiding over onderwijskundige zaken.
e leerlingen hebben de mogelijkheid onder toeD zicht van een docentmentor een schoolkrant uit te geven.
6 Bimixi, de leerlingenvereniging van de locatie Molenhuispad
3 Klankbordgroepen (HV)
Bovenbouwleerlingen kunnen zich na sollicitatie als leerlingmentor inzetten in een eerste klas; ze helpen de eerstejaars in de school wegwijs te worden.
5 Schoolkrant
2 Leerlingenraad(-raden)
4 Leerlingmentoraat (HV en TL)
In de sector Havo/Vwo floreert de leerlingenvereniging “Bimixi”, waarvan alle leerlingen automatisch lid zijn. Onder mentoraat van enkele docenten organiseert de vereniging feesten en activiteiten voor de leerlingen van de locatie Molenhuispad. Op de andere locaties ligt de organisatie van dergelijke feesten in handen van de docenten.
S c h o o l g i d s CLD 0 8-0 9 p a g i n a 2 7
Hoofdstuk 7 Activiteiten van en voor leerlingen
7 Cultuurtraject
11 Open podium
Het CLD participeert in het Delftse cultuurtraject, waarbij culturele evenementen in de school worden georganiseerd en waarbij bezoek aan buitenschoolse culturele evenementen wordt gestimuleerd.
8 Internationalisering
In de sector havo/vwo is het beleid dat elke leerling één keer in zijn schoolloopbaan naar het buitenland gaat. Tijdens de buitenlandse reis wordt een deel van het onderwijsprogramma uitgevoerd in de vorm van praktische opdrachten. In de lessen voorafgaande aan de reis wordt daarom aandacht besteed aan de bezoeken. Daarnaast zijn er voor leerlingen met Frans en Duits in hun pakket elk jaar excursies van één dag naar Parijs en Keulen. Ook zijn er contacten met een school in Sande, Noorwegen.
9 Sport
e school kent diverse “open podia” waar leerlinD gen (en docenten) jaarlijks hun muzische talenten aan hun medeleerlingen en andere belangstellenden kunnen tonen. Op de locatie Molenhuispad worden eens per twee jaar cultuurdagen georganiseerd, die uitmonden in een voorstelling in theater De Veste.
12 Werkweken
Op het CLD zijn momenteel meerdaagse activiteiten in de volgende klassen: 3 Vmbo, 4 Havo en 5 Vwo.
13 De Veste
Er bestaat een uniek contact tussen het CLD en theater De Veste inzake een abonnement voor ckv. Leerlingen kunnen tegen lage prijzen een drietal voorstellingen bezoeken.
14 Brede school
Het CLD stimuleert sportieve activiteiten. Zo zijn er vertegenwoordigende teams in diverse takken van sport actief, gestimuleerd door de docenten bewegingsonderwijs en door de Sportraad. Initiatieven van leerlingen zijn altijd welkom.
e gemeente Delft biedt in het kader van de Brede D School een breed scala aan activiteiten aan, waaraan leerlingen van onze locaties kunnen deelnemen. Voor veel leerlingen zijn deze activiteiten al bekend uit de basisschool.
10 Toneel
15 Who’s next
Op elke locatie zijn docenten actief in het stimuleren van toneelopvoeringen, met name rond de kerstvieringen.
Een groep leerlingen die sportieve activiteiten organiseren voor medeleerlingen en voor groepen kinderen buiten de school.
S c h o o l g i d s CLD 0 8 -0 9 p a g i n a 2 8
Hoofdstuk 82
Klachtenprocedures 8.1 Inspectie van het onderwijs De Inspectie houdt namens de rijksoverheid toezicht op het onderwijs. Ouders kunnen een beroep doen op de inspecteur indien er op schoolniveau geen bevredigende oplossing te vinden is voor de gerezen problemen. Het adres van de Inspectie is: Rijksinspectiekantoor Zoetermeer Postbus 501 2700 AM Zoetermeer tel. 079 - 3203333
8.2 Landelijke klachtencommissie Een klacht wordt in de eerste plaats besproken met het personeelslid in kwestie. Leidt dat niet tot resultaat, of kan om een andere reden niet met betrokkene gesproken worden, dan is de volgende stap contact met de mentor, de schoolleiding of uiteindelijk het Bestuur. Als dit alles niet tot een bevredigende oplossing leidt, kan de klachtencommissie een rol spelen. De school kent een klachtenregeling voor een veilig schoolklimaat. Voor de behandeling van klachten is
de school aangesloten bij een landelijke klachtencommissie. Klachten over gedragingen van het Bestuur en het personeel kunnen bij deze commissie worden ingediend. Klachten kunnen bijvoorbeeld seksuele intimidatie of discriminerend gedrag betreffen. Klachten waarvoor een aparte procedure bestaat, zullen langs die weg moeten worden afgehandeld. Voorbeelden zijn: beroep tegen schoolonderzoek en examens, klachten over cijfers en/of bevordering. Zulke klachten neemt de landelijke klachtencommissie niet in behandeling. Het Bestuur heeft twee onafhankelijke vertrouwenspersonen benoemd die als aanspreekpunt bij klachten functioneren. Op onze school zijn dat de de heer drs. J.P.M. van der Geest (locatie Molenhuispad) en mevrouw Y. van Dongen (locaties Hof van Delft en Delfland). Het adres van de landelijke klachtencommissie is: Landelijke Klachtencommissie Primair en Voortgetzet Onderwijs Postbus 907 2207 AX VOORBURG
S c h o o l g i d s CLD 0 8-0 9 p a g i n a 2 9
Hoofdstuk 9
Financiële zaken
9.1a Tegemoetkoming ouders Ouders/verzorgers van leerlingen die op 1 juli van dit jaar jonger zijn dan 18 jaar kunnen in aanmerking komen voor een tegemoetkoming in de schoolkosten. Dit is afhankelijk van het verzamelinkomen van de ouders of alleenstaande ouder of ouder met huwelijkspartner. De tegemoetkoming is een gift en is belastingvrij.
9.1b Tegemoetkoming scholieren Deze tegemoetkoming is voor scholieren vanaf 18 jaar bij het voortgezet onderwijs. De tegemoetkoming bestaat uit een basistoelage en eventueel uit een tegemoetkoming in de schoolkosten. Het eerste deel is onafhankelijk van het inkomen van de ouders/ verzorgers en krijgt iedere scholier van 18 jaar of ouder, het tweede deel is wel inkomensafhankelijk. De hoogte van de basisuitkering is afhankelijk van de woonsituatie: thuiswonend of uitwonend. De ou-
ders/verzorgers van deze leerlingen ontvangen geen kinderbijslag meer voor deze scholier van 18 jaar of ouder. De regeling gaat per kwartaal in. Scholieren die voor deze 18+ regeling in aanmerking komen, slagen voor hun eindexamen en aansluitend verder gaan studeren in het hoger onderwijs kunnen voor de maanden juli en augustus een “overbrugging tegemoetkoming voor scholieren” aanvragen. Uiterlijk in het tweede kwartaal van het examenjaar dient men 18 jaar te zijn geworden. Formulieren voor de aanvraag van een tegemoetkoming zijn op school verkrijgbaar of te downloaden via de website www.ib-groep.nl. Studiefinanciering voor het hoger onderwijs staat los van deze tegemoetkoming. Zowel over 9.1a als 9.1b kunnen de decanen op onze school indien gewenst meer informatie geven.
We willen uw aandacht vragen voor Stichting Leergeld Delft Stichting Leergeld Delft (Lg-Delft) is een vrijwilligersorganisatie die in het voorjaar van 2005 is opgericht en 15 mei 2006 van start is gegaan. Lg-Delft probeert te voorkomen dat kinderen van 4 tot 18 jaar die in een armoedesituatie leven, in een sociaal isolement terechtkomen. Dat kan komen doordat ze vanwege onvoldoende financiële middelen van hun ouder(s) of verzorger(s) niet kunnen deelnemen aan activiteiten die voor hun vorming van groot belang zijn. Voorbeelden zijn: het lidmaatschap van een sportclub, muzieklessen, excursies en schoolkampen. Vaak ligt hier een probleem waar ouders zonder hulp niet uit kunnen komen. Indien er in dat kader of op dat gebied problemen zijn, stelt Lg-Delft zich ten doel een oplossing te bieden. Lg-Delft probeert de situatie te doorbreken door een actieve benadering. Zij zoekt het probleem op en wijst ouders de weg.
Lg-Delft probeert deze gezinnen te helpen, want alle kinderen mogen meedoen.
Wie kunnen een aanvraag indienen? Ouders die kinderen hebben in de leeftijdsgroep 4 tot 18 jaar, een inkomen hebben wat overeenkomt met 120% van de bijstandsnorm, woonachtig zijn in Delft en waar dreiging van een sociaal isolement van de kinderen aanwezig is. Voor nadere informatie kunt u zich wenden tot: Stichting Leergeld Delft Postbus 622 2600 AP Delft Lg-Delft is te bereiken op maandag- en woensdagochtend van 9.30 uur - 12.00 uur op telefoonnummer: 015 - 2698458
S c h o o l g i d s CLD 0 8 -0 9 p a g i n a 3 0
9.2 Ouderbijdrage De ouderbijdrage is een, voor onze school, noodzakelijke inkomstenbron ter bestrijding van kosten die niet voor Rijkssubsidie in aanmerking komen. Deze vrijwillige bijdrage wordt door de ledenvergadering, welke ieder jaar in de maand mei/juni wordt gehouden, vastgesteld. Voor dit cursusjaar is het bedrag vastgesteld op € 90,00 per leerling. Wanneer meerdere kinderen uit een gezin onze school bezoeken geldt een gereduceerd bedrag, t.w. € 66,50 voor het tweede kind en € 43,00 voor het derde kind. Geen bijdrage vanaf het vierde kind. Ouders ontvangen hiervoor een acceptgirokaart.
Betalingsmogelijkheden: Postbankrekening 513400 of Bankrekening nummer 65.92.60.549 van de ING-bank te Delft, beide t.n.v. de Vereniging voor P.C.V.O. te Delft e.o., te Delft. Jaarlijks legt de school in de Schoolgids aan ouders verantwoording af van de besteding van deze bijdrage. Ouderraad en Medezeggenschapsraad hebben een belangrijke taak de verwerving en de besteding te controleren.
9.3 Besteding ouderbijdrage kalenderjaar 2007 Het rijk vergoedt niet alle kosten die de scholen maken. Wil je als school iets extra’s doen, dan zal je het geld daarvoor op een andere manier moeten verwerven. De
extra kosten die het CLD maakt, worden voor een groot deel door de ouderbijdragen gedekt. Over het jaar 2007 betrof het hier een bedrag van totaal € 165.567,—. Zoals u weet, wordt de school bestuurd door de Vereniging voor Protestants-Christelijk Voortgezet Onderwijs te Delft en Omstreken. Deze vereniging beschikt over eigen middelen. De extra kosten die niet gedekt kunnen worden door de ouderbijdragen, komen voor rekening van de Vereniging. Voor 2007 was de bijdrage van de Vereniging € 38.251,— groot. Over 2007 is derhalve een totaalbedrag van € 203.818,— uitgegeven aan extra (leer-)middelen. Bij het vaststellen van de hoogte van de ouderbijdrage wordt altijd rekening gehouden met de noodzakelijke wensen om onderwijs van hoog niveau te bieden, maar er wordt ook geprobeerd de ouders financieel zo min mogelijk te belasten.
9.4 Schadegevallen Wanneer een leerling schade toebrengt aan schooleigendom of aan personen in dienst van de school, zal deze verhaald worden op de verantwoordelijke persoon of personen; in de meeste gevallen zijn dat de ouders/verzorgers. Wanneer een leerling onder schooltijd schade toebrengt aan het eigendom van anderen of aan andere personen, kan de school optreden als bemiddelaar tussen de partijen.
Overzicht van de extra gemaakte kosten die uw kind(eren) in 2007 ten goede zijn gekomen Facilitaire kosten
(denk hierbij aan investeringen in bijv. een bibliotheek en sportruimte)
€
20.000
Computers en audiovisuele apparatuur en lokalen
€
40.000
( dit zijn extra uitgaven voor zgn. “dure vakken, zoals natuur-, scheikunde, biologie, aardrijkskunde, tekenen, handvaardigheid/tekenen, muziek, bewegingsonderwijs, techniek, reproductiekosten)
€
24.779
Remedial teaching, decanaat
€
17.856
Leer- en hulpmiddelen
Culturele uitgaven
(o.a. projecten, excursies, paas- en kerstviering)
€
62.469
Schoolgids, Informatiebulletin, proefwerkpapier e.d.
€
8.350
Diversen
(zoals ouderavonden, commissies, schoolverzekering, eindexamens)
€
30.364
Totaal
€ 203.818
S c h o o l g i d s CLD 0 8-0 9 p a g i n a 3 1
Hoofdstuk 9 Financiële zaken 9.5 Verzekeringen/aansprakelijkheid De school heeft een verzekeringspakket afgesloten, bestaande uit een ongevallenverzekering en een aansprakelijkheidsverzekering. Op grond van de ongevallenverzekering zijn alle betrokkenen bij schoolactiviteiten (leerlingen; personeel; vrijwilligers) verzekerd. De verzekering geeft recht op een (beperkte) uitkering als een ongeval tot blijvende invaliditeit leidt. Ook zijn de geneeskundige en tandheelkundige kosten gedeeltelijk meeverzekerd, voor zover de eigen verzekering van betrokkene geen dekking biedt (bijvoorbeeld door eigen risico). Materiële schade (kapotte bril, fiets etc) valt niet onder de dekking. De aansprakelijkheidsverzekering biedt zowel de school zelf als zij die voor de school actief zijn (bestuursleden; personeel; vrijwilligers) dekking tegen schadeclaims als gevolg van onrechtmatig handelen. Wij attenderen u in dat verband op twee aspecten, die vaak aanleiding zijn tot misverstand. Ten eerste is de school of het schoolbestuur niet (zonder meer) aansprakelijk voor alles wat tijdens de schooluren en buitenschoolse activiteiten gebeurt. Wanneer dit wel het geval zou zijn, zou alle schade die in schoolverband onstaat door de school moeten worden vergoed. Deze opvatting leeft wel bij veel mensen, maar berust op een misverstand. De school is alleen aansprakelijk en daarmee schadevergoedingsplichtig wanneer er sprake is van een verwijtbare fout. De school (of zij die voor de school optreden) moeten dus te kort zijn geschoten in hun rechtsplicht. Het is dus mogelijk dat er schade wordt geleden, zonder dat er sprake is van enige onrechtmatigheid van de kant van de school. Een voorbeeld daarvan is schade aan een bril tijdens de gymnastiekles; die schade valt niet onder de aansprakelijkheidsverzekering, en wordt (dan ook) niet door de school vergoed. Ten tweede is de school niet aansprakelijk voor (schade door) onrechtmatig gedrag van leerlingen. Leerlingen (of als zij jonger zijn dan 14 jaar, hun ouders) zijn primair zelf verantwoordelijk voor hun doen en laten.
Een leerling die tijdens de schooluren of tijdens andere door de school georganiseerde activiteiten door onrechtmatig handelen schade verzoorzaakt, is daar dus in de eerste plaats zelf (of de ouders) verantwoordelijk voor. Het is dus van belang dat ouder(s)/verzorger(s) zelf een particuliere aansprakelijkheidsverzekering afsluiten.
Aanvullende ongevallenverzekering Voor alle bij de school ingeschreven leerlingen is een aanvullende ongevallenverzekering gesloten bij de firma Marsh te Amsterdam.
De volgende bedragen zijn verzekerd: a. € 2.500 in geval van overlijden; b. € 25.000 maximaal in geval van blijvende invaliditeit dan wel een percentage daarvan, afhankelijk van de mate van blijvende invaliditeit; c. € 1.000 per geval als maximum vergoeding voor de kosten van geneeskundige behandeling door erkende geneeskundigen en verpleging in erkende inrichtingen; d. € 1.000 voor de kosten van tandheelkundige behandeling per element. Deze verzekering dekt geen schade ten gevolge van ontvreemding en/of beschadiging van persoonlijke eigendommen. De school is hiervoor niet aansprakelijk. Bij opzettelijk aangebrachte schade zal de betrokkene c.q. ouders/verzorgers aansprakelijk worden gesteld voor deze schade.
Doorlopende reisverzekering De verzekerde bedragen zijn als volgt: Rubriek D € 5.000 (uitkering bij geneeskundige behandeling) Rubriek E € 5.000 (extra kosten) Rubriek F kostende (reddings-, repatriërings- en prijs transportkosten) Rubriek G € 2.500 (bagage) De uitgebreide voorwaarden staan beschreven in artikel 7 van Marsh schoolverzekeringen, waarover de financiële administratie van het CLD u desgevraagd kan informeren.
9.6 Sponsoring De school heeft beleid geformuleerd op het gebied van sponsoring. De betreffende gedragscode is bij de school op te vragen.
S c h o o l g i d s CLD 0 8 -0 9 p a g i n a 3 2
Hoofdstuk 10
Een veilige school, regels en richtlijnen 10.1 Een veilige school Sinds enkele jaren functioneert op het CLD een werkgroep, die zich bezig houdt met het bewaken en onder- houden van een veilig en leefbaar schoolklimaat. Dat klimaat berust op de volgende drie pijlers: • zorg voor een goede omgang met elkaar. • zorg voor het voorkómen en oplossen van calamiteiten. • zorg voor veilige voorzieningen binnen en buiten het schoolgebouw. De werkgroep bestaat uit een coördinator, de heer R.P. Bus en de locatiemanagers van elke vestiging van het CLD. De werkgroep heeft een analyse gemaakt van de veiligheid van elke vestiging van de school en de zwakke punten in kaart gebracht. Op basis van deze analyse is er de afgelopen jaren een plan gemaakt om te komen tot een aantal beleidsafspraken en concrete veranderingen. Zo is het cameratoezicht en het contact met de politie verbeterd. In het algemeen geldt dat er meer bewustwording ontstaat: wie in een school werkt, weet dat elke docent, conciërge of schoolleider de hele dag bezig is met leefbaarheid. Het is de basisvoorwaarde voor prettig en effectief leren en werken. In een veilig schoolklimaat voelt iedereen zich gerespecteerd en gewaardeerd en is er ruimte voor zelfstandigheid en verantwoordelijkheid.
Er is ook aandacht voor samenwerking en voor het oplossen van conflicten tussen leerlingen onderling, maar ook tussen leerlingen en docenten. Dat speelt de hele dag een belangrijke rol: binnen en buiten de lessen, bij bewuste leermomenten, maar ook bij de gewone omgang met elkaar. Het werken aan een veilige school kan vanuit verschillende invalshoeken aangepakt worden. Hoe je het ook bekijkt, het gaat telkens om het vergroten van sociale competentie van alle betrokkenen. Het draait allemaal om respect. Je kunt nog zoveel regels maken, maar de kern blijft respectvol met elkaar omgaan. Ook de gemeente Delft stelt zich zeer actief op, met name als het gaat over financieel veiligheidsbeleid in het voortgezet onderwijs. Sinds een paar jaar bestaat de contactgroep “De veilige school” waarin het CLD deelneemt.
Pestprotocol Het CLD wil zijn leerlingen een veilig pedagogisch klimaat bieden, waarin zij zich harmonieus en op een prettige en positieve wijze kunnen ontwikkelen. De leerkrachten bevorderen deze ontwikkeling door het scheppen van een veilig klimaat en een prettige werksfeer in de klas en op het schoolplein. In veruit de meeste gevallen lukt dit door regels te stellen en te handhaven, maar soms is het gewenst met de leerlingen duidelijke afspraken te maken. Eén van die regels is, dat leerlingen met respect met elkaar omgaan. Op het vmbo geldt daarom een pestprotocol waarin duidelijke afspraken staan hoe wij met pesten op onze locaties omgaan. Alle leerlingen in de onderbouw ondertekenen dit protocol.
10.2 Regels en richtlijnen Het CLD wil geen “strenge” school zijn, maar wel een “consequente”. Het CLD is een school waar veel mensen zich gedurende lange tijd op een klein oppervlak bevinden. Aan het letterlijk omgaan met elkaar zijn daarom regels gesteld die elk jaar aan de leerlingen bekend worden gemaakt. Deze regels zijn voor de gehele school grotendeels gelijk; er bestaan echter variaties per locatie.
S c h o o l g i d s CLD 0 8-0 9 p a g i n a 3 3
Hoofdstuk 10 Een veilige school, regels en richtlijnen Leerlingen krijgen aan het begin van het schooljaar een beknopt overzicht (ABCLD) van de regels en richtlijnen uitgereikt die onze school hanteert. In de loop van het schooljaar 2008-2009 wordt het Schoolveiligheidsplan gepubliceerd. Hierin zijn alle actuele regels en richtlijnen opgenomen.
Regels van genotmiddelen Het is wettelijk niet toegestaan te roken in de school. Dit geldt ook voor klassenavonden en schoolfeesten. Het bezit en/of gebruik van verdovende middelen en alcoholische dranken is voor leerlingen verboden en kan leiden tot een procedure tot verwijdering van school. Deze regel geldt ook voor activiteiten in schoolverband buiten het gebouw en/of buiten lestijd. Het handelen in verdovende middelen leidt tot schorsing en een procedure tot verwijdering van school.
Regels van geweld Het CLD wil een veilige school zijn. Fysiek en verbaal geweld is daarom niet toegestaan. Bezit en/of gebruik van wapens is verboden.
Regels van orde Leerlingen kunnen worden aangesproken op hun gedrag. Van hen verwachten we dat zij zich aan de schoolregels houden en de aanwijzingen van het personeel opvolgen.
Dit geldt ten eerste binnen de lessen: een docent kan een leerling uit de les verwijderen waarop actie ondernomen wordt door de mentor (locaties Hof van Delft, Delfland) of een teamassistent, dan wel een teamleider (locatie Molenhuispad). In ernstige gevallen of bij herhaling zal de schoolleiding de ouders/verzorgers inlichten en hen betrekken bij de oplossing van het probleem. De schoolregels gelden ook buiten de lessen, in de school of op het schoolterrein.
Regels van digitale veiligheid Ter bescherming van privacy van leerlingen en personeel is het binnen de gebouwen (behalve op daarvoor duidelijk aangegeven plaatsen) verboden voor leerlingen gebruik te maken van mobiele telefoons, digitale camera’s e.d. Ter voorkoming van schade en ongewenste confrontaties met bijvoorbeeld geweld en pornografie, mogen computers alleen voor schoolwerk worden gebruikt.
Regels van absentie De school beschouwt nauwlettend toezicht op de aanwezigheid van de leerlingen als onderdeel van de leerlingenzorg. We verzoeken u zo spoedig mogelijk afwezigheid van leerlingen met reden te melden bij de school. Bij vermoeden van onrechtmatige afwezigheid neemt de school met u contact op. Leerlingen die de school onder schooltijd willen verlaten, melden zich bij de aangewezen persoon of personen op hun locatie. De school acht zich gebonden aan de Leerplichtwet. Bij herhaaldelijk te laat komen volgt een sanctie, in ernstige gevallen licht de school u in. Extra verlof buiten de schoolvakanties is in principe niet toegestaan.
Lik-op-stukbeleid voor spijbelaars (beginnend schoolverzuim) In de gemeente Delft is met ingang van het schooljaar 2006-2007 een lik-op-stukbeleid ingevoerd om het ‘beginnend schoolverzuim’ terug te dringen. Het nieuwe beleid geldt voor leerplichtige jongeren die regelmatig te laat komen of lesuren verzuimen. De school meldt spijbelende leerlingen tussen 12 en 17 jaar die zich schuldig maken aan beginnend verzuim bij de leerplichtambtenaar. Deze kan een procesverbaal opmaken en hen voortaan doorsturen naar Halt. Halt Haaglanden heeft voor de groep jongeren die ‘beginnend verzuim’ vertoont de ‘Halt-afdoening Spijbelen’ ontwikkeld. Binnen zes weken moeten de
S c h o o l g i d s CLD 0 8 -0 9 p a g i n a 3 4
spijbelaars een leerstraf van maximaal 20 uur uitvoeren. Wanneer de leerplichtige zich aan de gemaakte afspraken houdt, geeft Halt Haaglanden een positief signaal naar de leerplichtambtenaar en wordt het proces-verbaal geseponeerd. De jongere krijgt dan geen justitiële aantekening. Houdt de leerplichtige zich niet aan de gemaakte afspraken, dan stuurt de leerplichtambtenaar het proces-verbaal naar de Officier van Justitie. Die zal dan beslissen of de leerplichtige voor de kantonrechter zal moeten verschijnen. De gemeente Delft organiseert deze aanpak in samenwerking met Halt Haaglanden, de Delftse scholen voor Voortgezet Onderwijs en het Openbaar Ministerie. Deze aanpak van beginnend schoolverzuim wordt gehanteerd naast de bestaande aanpak van ernstig verzuim.
pas kunnen tonen, krijgen geen toegang. In geval van overtreding van schoolregels kan de pas worden ingenomen.
10.3 Publicaties • Informatiebulletins • Schoolregels (ABCLD) • Toelatingsreglementen • Programma’s van toetsing en afsluiting (PTA’s) • Statuten van de Vereniging • Huishoudelijk Reglement van de Vereniging • Directiestatuut • Reglement Medezeggenschapsraad • Reglement Ouderraad • Arbo-jaarverslag • Leerlingenstatuut • Schoolveiligheidsplan (gereed i.l.v. 2009)
Schoolpas De leerlingen ontvangen na aanvang van de cursus een schoolpasje. Ze zijn verplicht dit onder schooltijd bij zich te hebben. De pas kan opgevraagd worden bij wangedrag en bij diverse activiteiten, bv. toegang tot mediatheek en uitleen van spelletjes. Voor de toegang tot de schoolfeesten is de schoolpas eveneens verplicht. Leerlingen die bij de ingang geen geldige
Alle publicaties zijn op aanvraag verkrijgbaar. Daarnaast worden de informatiebulletins drie maal per jaar per reguliere post aan ouders/verzorgers toegestuurd, en krijgen de leerlingen het ABCLD en de programma’s van toetsing en afsluiting (PTA’s) uitgereikt.
S c h o o l g i d s CLD 0 8-0 9 p a g i n a 3 5