Zorgbeleidsplan Christelijk Lyceum Delft
Inhoud 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Missie van de school Visie van de school Visie op zorg Huidige zorg Interne analyse zorg Zorgplan
3 3 3 4 5 8
2
1. Missie van de school Vertrouwen in jongeren en dus in de toekomst.
2. Visie van de school Het CLD wil zijn leerlingen een veilige omgeving bieden, waarin zij kunnen opgroeien tot verantwoordelijke en vrije mensen. Wij beschouwen Jezus Christus als het voorbeeld hoe mensen door God zijn bedoeld. Daarom willen wij onze leerlingen uitdagen en toerusten, zodat zij leren hun talenten in te zetten voor de samenleving. Wij bieden onze leerlingen op hun eigen niveau opleiding en begeleiding om dat doel te bereiken.
3. Visie op zorg Het CLD wil zijn leerlingen passende begeleiding bieden, zodat zij kunnen opgroeien tot verantwoordelijke en vrije mensen. Zorg wordt gezien vanuit een geïntegreerd zorgperspectief, d.w.z. dat alle medewerkers in de school nadrukkelijk betrokken en verantwoordelijk zijn voor de zorg van leerlingen. De zorg staat ten dienste van de ondersteuning van het onderwijs- en ontwikkelingsproces.
3
4. Huidige zorg Vanuit het geïntegreerd zorgperspectief, zijn alle medewerkers nadrukkelijk betrokken en verantwoordelijk voor de signalering van problematiek. De mentor is het eerste aanspreekpunt voor zorg van leerlingen en de klas. De mentor schakelt op eigen inzicht de hulp van leerlingbegeleider, kernteamleider en/of zorgcoördinator in voor passende zorg. De minder ernstige sociaal-emotionele of gedragsmatige problematiek wordt door de leerlingbegeleiders besproken met leerlingen in een reeks van gesprekken, waarbij een reeks van 3 gesprekken het meest wenselijk is. De ernstigere sociaal-emotionele of gedragsmatige problematiek wordt opgenomen in het intern zorgteam (zorgcoördinator, kernteamleiders en leerlingbegeleiders) en/of in het ZAT (zorgcoördinator, één kernteamleider, leerlingbegeleiders, SMW, Jeugdzorg, GGD en leerplicht). In het intern zorgteam en/of ZAT wordt de problematiek en begeleiding multidisciplinair besproken en eventueel worden er maatregelen genomen om de leerling (extern) te begeleiden. Docent/OOP
Mentor
Leerlingbegeleider
Overige externen
Schoolmaatschappelijk werk
Kernteamleider
Jeugdzorg
Zorgcoördinator
GGD
Leerplicht
Figuur 1. Zorgstructuur CLD
LGF-leerlingen worden door de mentoren en Ambulant Begeleiders begeleidt. De mentoren krijgen een extra taaktoedeling voor deze begeleiding. Alle begeleiding van LGF-leerlingen is onder supervisie van de zorgcoördinator.
4
5. Interne analyse zorg Voor de interne analyse is de vragenlijst ‘School-zelfdiagnose, van Zorgbreedte naar Zorgverbreding’ uitgezet onder 6 personeelsleden, waarvan 2 directieleden (sectordirecteur en kernteamleider), 3 docenten (met een wisselende betrokkenheid bij de zorg) en de zorgcoördinator. De respons was 100%. 1. Pedagogische benadering De pedagogische benadering is sterk ontwikkeld, ten aanzien van het gemiddelde worden de onderstaande punten sterk, ofwel zwak beoordeeld. Sterke punten Zwakke punten Actiebereidheid Accepteren zoals ze zijn Problemen signaleren en Actie bereid Veiligheid en geborgenheid identificeren geven Erkennen individuele Actie bereid Open zijn/zekerheid geven verschillen Sociaal emotioneel begeleiden Buitenschoolse activiteiten 2. Onderwijskundige benadering De onderwijskundige benadering is beneden gemiddeld ontwikkeld, ten aanzien van het gemiddelde worden de onderstaande punten sterk, ofwel zwak beoordeeld. Sterke punten Zwakke punten Actiebereidheid Differentiatie naar leerinhoud Didactische variatie Actie bereid Afwisseling docentenExtra leerinhouden Actie bereid begeleiden Individuele leerwegen Herkansingsmogelijkheden Signaleren specifieke Individuele onderwijsbehoeften hulpprogramma’s Hanteren van diagnostische Actie bereid toetsen Differentiatie naar beoordeling Een hoog Actie bereid verwachtingspatroon Differentiatie naar tempo Actie bereid VerrijkingsActie bereid /herhalingsprogramma’s Periodieke differentiatie 3. Oriënterende en determinerende onderwijsperiode De oriënterende en determinerende onderwijsperiode is zeer sterk ontwikkeld, ten aanzien van het gemiddelde worden de onderstaande punten sterk, ofwel zwak beoordeeld. Sterke punten Zwakke punten Actiebereidheid Minimaal 2-jarige Introductieperiode nieuwe leerlingen Actie bereid brugperiode Leerlingvolgsysteem/dossiervorming Heterogene groepering Selectievrij en determinatie Duidelijke procedure toelating leerlingen Vakkenintegratie 5
Oriënterend karakter brugperiode Heterogene instroom uit po Contacten met school van herkomst 4. Leerlingenbegeleiding De leerlingenbegeleiding is sterk ontwikkeld, ten aanzien van het gemiddelde worden de onderstaande punten sterk, ofwel zwak beoordeeld. Sterke punten Zwakke punten Actiebereidheid Curatieve leerlingbegeleiding Mentorsysteem: Keuzebegeleiding handelingsplan Steunlessen of I-uren Ondersteuningsplan Blijvend aandacht Regelmatige diagnose van docenten leerlingen Systematisch overleg met Actie bereid Sociale ouders vaardigheden/waardenontwikkeling Remediale hulp Registratie absenteïsme 5. Teamopbouw en taakdifferentiatie De teamopbouw en taakdifferentiatie zijn sterk ontwikkeld, ten aanzien van het gemiddelde worden de onderstaande punten sterk, ofwel zwak beoordeeld. Sterke punten Zwakke punten Actiebereidheid Duidelijke taakstelling Open communicatie buiten vaksectie/vakgroep team Deskundigheid voor specifieke begeleiding Een gericht nascholingsplan Omschrijving en afbakening taken en bevoegdheden
6. Specifieke voorzieningen De specifieke voorzieningen zijn sterk ontwikkeld, ten aanzien van het gemiddelde worden de onderstaande punten sterk, ofwel zwak beoordeeld. Sterke punten Zwakke punten Actiebereidheid In extra leertijd hulp verlenen Remediale hulp Actie bereid Diagnostische instrumenten Orthotheek Blijvend aandacht Externe deskundigheid: orthopedagogiek/orthodidactiek Externe deskundigheid: gedragstherapeutische hulp Schoolmaatschappelijk werk Verwijzing naar speciale onderwijsinstellingen De zorg op het CLD blijkt uit de interne analyse over het algemeen sterk ontwikkeld, ten aanzien van het gemiddelde. Slechts de onderwijskundige benadering is beneden gemiddeld 6
ontwikkeld. De actiebereidheid binnen dit beleidsveld is het grootst. Het zorgplan is gebaseerd op de resultaten van de enquêtes, die in overeenstemming is met de mening van de zorgcoördinator.
7
6. Zorgplan Bij het opstellen van het zorgplan zijn de rector, de sectordirecteur en de zorgcoördinator betrokken. Zorg wordt aangeboden in de context van het hele leerproces. Het richtinggevend concept is: ‘De leerlingenzorg op het CLD is geweldig; ze zijn zorgvuldig, mijn kind is er op zijn plek en als ouders hebben we goed contact met de school’. Schoolplan 2007-2012 In het Schoolplan 2007-2012 wordt als uitgangspunt om de zorg ‘geweldig’ te maken verdere professionalisering beschreven. Deze professionalisering van de zorg is in lijn met de ontwikkeling van de kwaliteit die in het hoofdstuk Personeelsbeleid van het Schoolplan 20072012 staat beschreven. ‘De beste garantie voor goed onderwijs is de kwalitatief goed functionerende medewerker, die zich betrokken weet bij de school en haar ontwikkeling en er graag werkt (kwaliteit, betrokkenheid, aantrekkelijkheid)’. Onder de professionalisering van de zorg wordt in het Schoolplan 2007-2012 het volgende verstaan. Allereerst is er sprake van deskundigheid bij de betrokken medewerkers, zowel in de 1e lijn, als in de 2e lijn. Vervolgens is er sprake van een transparante structuur, het is duidelijk wie wat doet en wie daarvoor verantwoordelijk is. In de derde plaats wordt er efficiënter gewerkt. In de vierde plaats verloopt zowel de interne als externe communicatie beter. Deskundigheidsbevordering - Nieuwe mentoren nemen verplicht deel aan scholing en ervaren mentoren aan onderhoudstrainingen (jaarlijks scholingsplan). Scholingen worden zo veel mogelijk gegeven door eigen collega’s. - Collega’s die actief zijn in de tweede lijn zijn verplicht professioneel geschoold en volgen onderhoudstrainingen (jaarlijks scholingsplan). Structuur/communicatie - Ontwerpen c.q. verhelderen van het organisatiemodel bijzondere leerlingenzorg. Met de bijzondere leerlingenzorg bedoelen we het werk in de tweede lijn (sociaal-emotionele problematiek, rugzakleerlingen, remediale hulp, keuzebegeleiding). In eerste instantie richt het te ontwerpen model op de organisatie/administratie van de sociaal-emotionele hulp en de hulp aan leerlingen met een zogenaamd rugzakje. Kaders voor het model: - De bijzondere leerlingenzorg is georganiseerd op sectorniveau. - Deze zorg wordt op sectorniveau gecoördineerd door een coördinator bijzondere leerlingenzorg. - De bijzondere leerlingenzorg rapporteert aan de sectordirecteur; de sectordirecteuren bewaken de samenhang tussen de sectoren. - In het model zijn de verschillende rollen en verantwoordelijkheden van teamleider, leerlingbegeleider en coördinator bijzondere leerlingenzorg duidelijk onderscheiden. - Interne en externe communicatie vormen een expliciet onderdeel van het organisatiemodel. - Leerlingbegeleiders zijn toegevoegd aan een locatie (niet aan een specifiek team). - Op locatie zowel mannelijke als vrouwelijke leerlingbegeleiders. Efficiënter - Ontwikkeling van een digitaal leerlingvolsysteem (Magister) is gestart. Het invullen volgens het stramien diagnose-handelingsplan-actie-evaluatie is vanaf 1 augustus 2007 verplicht voor alle functionarissen. De school beschikt voor de deskundigheidsbevordering over financiële en personele middelen, om het doel te bereiken. De financiële middelen in de vorm van gelden voor bijscholing en de personele middelen in de persoon van de leerlingbegeleiders, remedial teacher, ambulant begeleidsters en zorgcoördinator. Bovenschools kan de school voor
8
deskundigheidsbevordering een beroep doen op het Samenwerkingsverband Delft, die allerlei scholingen over sociaal-emotionele en gedragsproblematiek aanbiedt. Het doel met betrekking tot de professionalisering, is een doel dat blijvende aandacht behoeft. Het huidige schooljaar hebben de nieuwe mentoren verplicht een workshop ‘Autistische Spectrum Stoornissen’ gevolgd, gegeven door een Ambulant Begeleider verbonden aan de school en een leerlingbegeleider. Vanuit het SMW zijn er vijf workshops gegeven, met de thema’s: Eetstoornissen, ADHD en depressiviteit. Het enthousiasme bij collega’s voor de workshops is groot, maar nog niet alle collega’s worden bereikt. Voor de structuur/communicatie beschikt de school over een zorgcoördinator, die gedeeltelijk uit de LGF-gelden wordt betaald. De zorgcoördinator neemt het huidige schooljaar tot taak om de zorgstructuur voor al het personeel duidelijk in kaart te brengen, ter bevordering van de communicatie en professionaliteit. De communicatie wordt tevens verbeterd door het reeds ingevoerde leerlingvolgsysteem. Het invullen van het LVS volgens het stramien, verdient echter nog aandacht. Het huidige schooljaar is het stramien van invullen van het LVS een onderwerp dat besproken wordt binnen het intern zorgteam. De kernteamleiders zijn verantwoordelijk voor de communicatie naar het personeel met betrekking tot besluiten over het stramien van invullen van het LVS. Komende jaren In het zorgplan voor de komende jaren zal blijvend aandacht besteedt moeten worden aan de deskundigheidsbevordering, de zorgstructuur en de communicatie. In de komende jaren zal de zorgstructuur een belangrijk aandachtspunt zijn, met samenhangend de communicatie binnen de zorgstructuur en in het LVS. Naast de algemene deskundigheidsbevordering, zullen de mentoren van LGF-leerlingen een grote rol gaan spelen in het schrijven en uitvoeren van de handelingsplannen. Enkele ‘speciale’ mentoren zullen bijscholing gaan krijgen in het schrijven van de handelingsplannen. Een laatste belangrijk ontwikkelingspunt is het professionaliseren van het buddysysteem voor LGF-leerlingen. Bijna alle genoemde aandachtspunten en ontwikkelingen sluiten aan bij de zwakke punten uit de interne analyse van de zorg. Slechts het buddysysteem doet dit niet, maar sluit wel aan bij de doelstelling van de school om de leerlingparticipatie te vergroten. De kerninnovaties van de school voor de komende jaren zijn: - verbetering en ontwikkeling van de vakoverstijgende leerlijn - handhaven en waar nodig verbeteren van goed vakonderwijs - verbetering en ontwikkeling van de maatwerklijn - creëren en benutten van kansen m.b.t. de toepassing van ict in het onderwijsleerproces - verbeteren van de aansluitingsproblematiek De eerste drie kerninnovaties sluiten aan bij het te verbeteren beleidsveld onderwijskundige benadering, waarop de score vanuit de vragenlijst ‘School-zelfdiagnose, van Zorgbreedte naar Zorgverbreding’ beneden gemiddeld was. Momenteel wordt er in twee commissies nagedacht over een verdere ontwikkeling van het onderwijsaanbod in de sector. Een commissie houdt zich bezig met de versterking van het cultuuraanbod. In kaart gebracht is het huidige aanbod, en er zijn leerlijnen in de expressievakken geformuleerd; als derde is ook het idee van een kunstklas geopperd. Een tweede commissie heeft zich gebogen over de mogelijkheid een afdeling technasium te starten op het CLD. Het zou een nieuwe kans bieden om maatwerk te bieden, zowel op havo als vwo, in dit geval voor leerlingen met een beta-affiniteit.
9
Veranderingsthema’s komend schooljaar 1. Handelingsplannen In de huidige situatie worden de handelingsplannen door de zorgcoördinator en de Ambulant Begeleidster geschreven. De gewenste situatie is dat de handelingsplannen vanaf het schooljaar 2011-2012 volledig door de mentoren van LGF-leerlingen worden geschreven. Een groep ‘speciale’ mentoren voor LGF-leerlingen zal in het schooljaar 2010-2011 een cursus handelingsplannen schrijven van het Samenwerkingsverband Delft volgen. Het te verwachten resultaat is dat vanaf het schooljaar 2011-2012 de handelingsplannen volledig door de ‘speciale’ mentoren geschreven zullen worden, onder supervisie van de zorgcoördinator en de ambulant begeleidsters. Deze verandering van de personen die verantwoordelijk zijn voor het schrijven van de handelingsplannen, is om meerdere redenen van groot belang voor de LGF-leerlingen. In de eerste plaats legt het schrijven van een handelingsplan momenteel te veel beslag op de tijd van de zorgcoördinator en de Ambulant Begeleidster. Het schrijven van de handelingsplannen gaat ten koste van de tijd die er nodig is voor organisatorische en persoonlijke begeleiding die de LGF-leerlingen nodig hebben. In de tweede plaats zorgt de grote hoeveelheid aan handelingsplannen die geschreven moeten worden, ervoor dat de handelingsplannen van enkele LGF-leerlingen pas in de kerstvakantie worden geschreven. Dit houdt in dat enkele LGF-leerlingen het eerste deel van het schooljaar begeleidt worden zonder richting, zonder handelingsplan. In de derde plaats zorgt het schrijven van de handelingsplannen door de ‘speciale’ mentoren er voor, dat de communicatie over het handelingsplan richting het docententeam directer en van meer kwaliteit is. Het belang voor de docenten is dat zij meer kwalitatieve begeleiding aan de LGF-leerlingen kunnen geven, vanaf het begin van het schooljaar. Docenten weten vanaf een vroeg begin van het jaar, welke specifieke begeleiding een LGF-leerling nodig heeft, wat confrontaties in de lessituatie kan voorkomen. Voor de zorgcoördinator en de Ambulant Begeleidster zorgt de verandering van verantwoordelijk voor het schrijven, voor een verminderde taakbelasting, die ten gunste komt aan de begeleiding van de LGF-leerlingen. Het belang voor de mentoren is, dat zij aan het begin van het schooljaar verplicht moeten verdiepen in de problematiek van hun mentorleerling, wat de begeleiding voor de rest van het schooljaar, door de verworven kennis makkelijker en kwalitatiever maakt. Het belang voor de school is, dat het richtinggevend concept (‘De leerlingenzorg op het CLD is geweldig; ze zijn zorgvuldig, mijn kind is er op zijn plek en als ouders hebben we goed contact met de school’) wordt bereikt met betrekking tot de LGF-leerlingen. De weerstand die te verwachten is tegen het veranderingsthema, komt uit de hoek van de mentoren en kernteamleiders. De kernteamleiders vinden de mentoren al voldoende belast, zonder dat zijn handelingsplannen voor LGF-leerlingen moeten schrijven. De mentoren zullen zich aansluiten bij de kernteamleiders en zich verzetten tegen de hogere belasting. Ondersteunende voorwaarden De sectordirecteur is reeds op de hoogte van de plannen en akkoord. De scholing wordt aangeboden door het Samenwerkingsverband en is kosteloos voor de school. De extra taakbelasting voor de mentoren zal betaald worden uit de LGF-gelden. De groep ‘speciale’ mentoren zal geselecteerd worden door de zorgcoördinator en de sectordirecteur. In overleg met de betreffende mentoren zal de status ‘speciale’ mentor toegekend worden en het traject van scholing gestart worden. Activiteitenplan Het huidige schooljaar zullen de ‘speciale’ mentoren door sectordirecteur en zorgcoördinator geselecteerd worden. In overleg met de ‘speciale’ mentoren wordt besloten of de mentoren de
10
status ‘speciale’ mentor willen hebben. Indien de mentoren akkoord zijn, wordt de scholing voor het schooljaar 2010-2011 besproken met het Samenwerkingsverband. De Ambulant Begeleidsters en de zorgcoördinator zullen in het schooljaar 2010-2011 de ‘speciale’ mentoren betrekken bij het schrijven van het handelingsplan. In het schooljaar 2011-2012 zullen de ‘speciale’ mentoren zelf de handelingsplannen schrijven onder supervisie van de Ambulant Begeleidsters en de zorgcoördinator. 2. Buddysysteem In de huidige situatie zijn er enkele LGF-leerlingen en leerlingen zonder LGF, maar met gediagnosticeerde stoornissen, met een buddy. De buddy’s ondersteunen de leerlingen met stoornissen bij praktische zaken, zoals het noteren van het juiste huiswerk en bij roosterwijzigingen. In de gewenste situatie is er in het schooljaar 2010-2011 een buddysysteem, waarbij de buddy’s een bepaalde status binnen de school hebben. De buddy’s hebben drie keer per jaar intervisie onder begeleiding van de zorgcoördinator, de buddy’s hebben eens per jaar een uitje en kunnen het buddy zijn tellen als maatschappelijke stage in de bovenbouw. De te verwachten opbrengst is, dat het per het schooljaar 2010-2011, makkelijker wordt om voor leerlingen met een gediagnosticeerde stoornis (met of zonder LGF) een buddy te vinden. De leerlingparticipatie binnen de school wordt verhoogd met deze extra mogelijkheid tot participeren. Voor de leerlingen met een gediagnosticeerde stoornis (met of zonder LGF), is het van groot belang dat het buddysysteem geïmplementeerd wordt. De leerlingen krijgen naast de praktische ondersteuning die zij vaak nodig hebben, een kwalitatief betere begeleiding door de intervisie en er zal binnen de school meer begrip ontstaan voor deze ‘speciale’ leerlingen. Voor de docenten is het buddysysteem een ondersteuning in en buiten de lessen. Zij hoeven minder aandacht te besteden aan de specifieke praktische hulp, die deze ‘speciale’ leerlingen nodig hebben. De docenten kunnen hun aandacht zodoende meer richten op de inhoud van de vaklessen. Voor de zorgcoördinator zal de procedure van het buddysysteem, zorgen voor minder organisatorische taken. Met de invoering van het buddysysteem zal een overzicht van alle leerlingen die een buddy nodig hebben, gemaakt worden. Vanuit dit overzicht zal de zorgcoördinator sollicitaties uitvoeren binnen specifieke klassen (onderbouw) en profielen (bovenbouw). De duidelijk te omschrijven procedure zal eenmalig aan het begin van het schooljaar plaats moeten vinden. Het belang voor de school is, dat het richtinggevend concept (‘De leerlingenzorg op het CLD is geweldig; ze zijn zorgvuldig, mijn kind is er op zijn plek en als ouders hebben we goed contact met de school’) wordt bereikt met betrekking tot de leerlingen met een gediagnosticeerde stoornis (met of zonder LGF). Het buddysysteem sluit bovendien aan bij de doelstelling van de school om de leerlingparticipatie te vergroten. De weerstand met betrekking tot het veranderingsthema zal klein of niet aanwezig zijn. Binnen de school bestaat het concept buddy’s al, de verandering betreft slechts een verbetering van het systeem met betrekking tot buddy’s en een verbetering ten aanzien van de kwaliteit van de buddy’s. Ondersteunende voorwaarden De sectordirecteur is reeds op de hoogte van de plannen en akkoord. Het systeem wordt opgezet door de zorgcoördinator, wat binnen de taak van de zorgcoördinator past. De zorgcoördinator is ervaren met het opzetten van netwerken van leerlingparticipatie. Het geld voor het jaarlijkse uitje met de buddy’s zal uit de LGF-gelden worden besteedt, daar het merendeel van de leerlingen die een buddy nodig heeft LGF-leerlingen zijn.
11
Activiteitenplan Het huidige schooljaar zullen de buddy’s draaien binnen de reeds aanwezige context. Aan het begin van schooljaar 2010-2011 zal de zorgcoördinator een inventarisatie maken van de leerlingen die een buddy nodig hebben. Op basis van deze inventarisatielijst, zullen de leerlingen uit de klassen en profielen van de ‘speciale’ leerlingen, uitleg krijgen over het buddyschap en uitgenodigd worden om te solliciteren. Na de sollicitatieprocedure krijgen de geselecteerde buddy’s een overzicht met de data van intervisie en het uitje. Aan het einde van het schooljaar 2010-2011 zal het buddysysteem met de buddy’s geëvalueerd worden, om verbeteringen voor het schooljaar 2011-2012 op te pakken. De zorgcoördinator is verantwoordelijk voor het reilen en zeilen van het buddysysteem. Bij de sollicitatieprocedure van de buddy’s zal de mening van de mentoren gevraagd worden, ter ondersteuning van de selectie. 3. Passend Onderwijs De invoering van Passend Onderwijs is uitgesteld, maar wordt hoogst waarschijnlijk begin schooljaar 2012-2013 ingevoerd. Passend Onderwijs staat voor maatwerk in het onderwijs; geen kind meer tussen wal en schip. Het doel van Passend Onderwijs is om meer ‘speciale leerlingen’ een plaats te geven binnen het regulier onderwijs. In de uitvoering betekent het Passend Onderwijs dat scholen ieder kind dat wordt aangemeld moeten aannemen, of bij handelingsverlegenheid een geschikte school voor het kind moeten zoeken. Binnen het Samenwerkingsverband Delft is al gesproken over het ‘Basiszorgarrangement’ dat iedere school dient aan te bieden. De invoering van het Passend Onderwijs vraagt dat alle scholen binnen Delft naast het “Basiszorgarrangement’ een ‘Zorgprofiel’ opstellen. Met een zorgprofiel kiest de school voor expertise voor speciale onderwijsvragen. Ondersteunende voorwaarden De sectordirecteur is reeds op de hoogte van de noodzaak van het tijdig formuleren van een zorgprofiel. Activiteitenplan Het komende schooljaar zal gebruikt moeten worden voor het formuleren van een zorgprofiel. In april 2010 heeft de zorgcoördinator bij het congres ‘De zorgcoördinator in positie’ een workshop gevolgd over het Passend Onderwijs. In juni 2010 wordt er een voorstel richting de directie gedaan over het formuleren van een zorgprofiel in het schooljaar 2010-2011. De voorkeur van de zorgcoördinator gaat uit naar een zorgprofilering richting Autistische Spectrum Stoornissen, omdat de ervaring met en kennis van deze speciale onderwijsvraag al in school aanwezig is. Het slagen van een goede profilering van de school, is afhankelijk van de steun en expertise van docenten. Het voorstel is om in het najaar van 2010 een studiedag voor docenten te organiseren, met het thema Passend Onderwijs. Het doel van de studiedag moet zijn dat leerkrachten zich actief betrokken voelen bij de zorgprofilering van de school. De formulering van het zorgprofiel en scholing van het docententeam zal op basis van de uitkomsten van de studiedag vorm worden gegeven. Rol zorgcoördinator implementeren veranderingsthema’s De zorgcoördinator is verantwoordelijk voor het implementeren van alle veranderingsthema’s. De veranderingen gebeuren steeds onder supervisie en met ondersteuning van de sectordirecteur, die reeds op de hoogte is van alle veranderingsthema’s. Na de implementatie van de thema’s blijft de zorgcoördinator verantwoordelijk voor de blijvende aandacht die de thema’s ieder schooljaar zullen vragen. Samen met de sectordirecteur is de zorgcoördinator verantwoordelijk voor de kwaliteit van de veranderingsthema’s in de komende jaren, de evaluatie en de bijstellingen die nodig zijn om de kwaliteit te verbeteren en/of waarborgen.
12
Jaarplan 2010-2011 zorgcoördinator -
Coördinatie studiebegeleiding rugzakleerlingen: Overleg met studiebegeleiders, evaluatie werking studiebegeleiding, bespreking leerlingen, contact met ouders en ambulante begeleiders.
-
Coördinatie en begeleiding rugzakleerlingen Regelmatig overleg met ambulante begeleiders, mentoren, docenten. Schrijven van en toezien op uitvoering handelingsplannen, verdere dossiervorming (begin- en eindmetingen, observaties etc.)
-
Organisatie scholing handelingsplannen schrijven voor mentoren LGF Mentoren selecteren voor de cursus „Werken met handelingsplannen‟ van het SWV. Begeleiden bij het schrijven van handelingsplannen en de uitvoering van de handelingsplannen.
-
Aanvraag en dossiervorming nieuwe rugzakleerlingen Invullen aanmeldingsformulieren, schrijven en evaluatie handelingsplannen, maken van beginmetingen, doen van observaties, invullen gedragsvragenlijsten, schrijven onderwijskundig rapport, contact met ouders en mentoren.
-
Coördinatie zorgteams Intern zorgteam: voorbereiden bijeenkomsten, wekelijks contact met kerngroep betreffende z.g. “zorgleerlingen met stip” en voortgang nieuwe leerlingbegeleider Extern zorgteam: voorbereiden bijeenkomsten, versturen uitnodigingen. Ondernemen van acties naar zorginstellingen, contacten met ouders, docenten.
-
Bijhouden van leerlingenzorgdossiers
-
Coördinatie Rebound Overleg met coördinator Rebound.
-
Begeleiding van enkele leerlingen
-
Contacten en ondersteuning studiebegeleider (??)
-
Coördinatie dyslexie + overleg met Remedial teacher (Re) Overleg met Re over dyslexieleerlingen en gereedmaken dyslexiepassen.
-
Onderzoek (en coördinatie van opstart) Remedial Teaching voor leerlingen met dyscalculie
-
Oriëntatie en voorbereiding Passend Onderwijs Bezoeken van studiedagen, voorlichtingen en lezen informatie. Contact en overleg met het Samenwerkingsverband Delft en Gonny ten Wolde.
-
Deskundigheidsbevordering docententeam Workshops SWV en autisme.
-
Financiën LGF beheren
13
Aanvraag LGF-gelden bij CFI, contact met financiële administratie over binnenkomst geld, verdeling geld over mentoren, studiebegeleiding, etc. Overleg met financiële administratie over verantwoording besteding LGF.
-
Buddy systeem opzetten Buddy‟s van LGF-leerlingen en leerlingen met stoornis LGF opzetten, met duidelijke handelingsadviezen voor buddy‟s, intervisie voor buddy‟s, beloning in de vorm van maatschappelijke stageuren of uitje in de onderbouw.
-
Verslaglegging zorg in Magister Verslaglegging van leerlingbegeleiding in Magister op één lijn krijgen.
-
Signalering van zorgleerlingen in een vroeg stadium Voorlichting aan docenten over signalering problemen, de zorgstructuur en de functie van schoolmaatschappelijk werk, schoolarts en Jeugdzorg bij de begeleiding van zorgleerlingen.
-
Bijstellen zorgplan CLD
14