ZORGPLAN
Haarlemmermeer lyceum Hoofddorp
1
Inhoud: 0. Inleiding
blz. 2
1. Missie van de school
blz. 3
2. De (zorg)kenmerken van de organisatie
blz. 4
3. Zorg op het Haarlemmermeer Lyceum
blz. 9
4. Beleidsdoelen
blz. 14
5. Zorgstructuur 5.1 Stroomschema zorg 5.2 Zorgteam 5.3 Zorgcoördinator
blz. 15 blz. 16 blz.17
Nader toe te voegen: Bijlagen: -protocol dyslexie -protocol LGF (in ontwikkeling) -protocol Inventarisatie zorgleerlingen -protocol kindermishandeling -passend onderwijs (in ontwikkeling) -afspraken samenwerkingsverband
Haarlemmermeer lyceum Hoofddorp
1
0.
Inleiding
In het zorgplan van het Haarlemmermeer Lyceum is vastgelegd hoe de zorg op school georganiseerd is en wat er om de komende jaren verder gedaan zal worden om de zorg verder te ontwikkelen/ te professionaliseren. Het Haarlemmermeer Lyceum wil geen zorgschool zijn, maar wil wel dat er adequaat gereageerd en gehandeld wordt als kinderen (dreigen) uit-te-vallen. Het zorgplan biedt een garantie dat zorg een geïntegreerd onderdeel is van de dagelijkse schoolpraktijk en dat we met elkaar structureel aan het zorgaanbod willen werken. Elk jaar zullen we bekijken of het zorgplan nog voldoende aansluiting heeft met de dagelijkse praktijk en mocht daartoe aanleiding zijn dan wordt beleidsmatig en in de praktijk ingespeeld op de gegeven omstandigheden van het (nieuwe) moment. Mieke den Hoed (zorgcoördinator)
Haarlemmermeer lyceum Hoofddorp
2
1.
Missie van de school
Het Haarlemmermeer Lyceum is een openbare school voor voortgezet onderwijs. Het lyceum verzorgt onderwijs voor Vwo, Havo en Mavo. De school biedt tevens de mogelijkheid onderwijs te volgen op het Junior Studiehuis klas 123 (Havo/Vwo) . Binnen het Vwo is er een keuze te maken voor het “Tweetalig Vwo English” klas 123 Vwo en voor het International Baccalaureaat English klas 456 Vwo. Het Haarlemmermeer Lyceum maakt deel uit van de Dunamare onderwijsgroep. In haar visie heeft Dunamare als kernwaarden opgenomen: kwaliteit, professionaliteit, stabiliteit, samenhang en omgevingsgerichtheid. Deze kernwaarden vinden hun weerslag in visie en ambitie van het Haarlemmermeer Lyceum.
VISIE van het HAARLEMMERMEER LYCEUM Leren staat op onze school centraal: leerlingen maken zich kennis, inzicht en vaardigheden eigen; medewerkers onderhouden en bevorderen voortdurend hun deskundigheid om het leerproces van de leerlingen te voeden en te stimuleren. De individuele professionals komen in gezamenlijkheid tot het scheppen van motiverend en uitdagend onderwijs voor de leerlingen. Op onze school gaat de cognitieve ontwikkeling van de leerlingen hand in hand met hun sociale en emotionele vorming en de bewustwording van hun verantwoordelijkheid voor een leefbare samenleving. De school stimuleert de groei naar eigenheid en individualiteit van leerlingen door persoonlijk talent te helpen ontplooien. Omdat leren en ontplooiing slechts ten volle kunnen plaatsvinden in een schoolklimaat van veiligheid en welbevinden, ziet onze school het in stand houden van zo‟n klimaat, zowel voor leerlingen als voor personeel, als een basisvoorwaarde om haar onderwijskundige ambities waar te maken.
Haarlemmermeer lyceum Hoofddorp
3
2.
De (zorg)kenmerken van de organisatie
Onderbouw klas 1 en 2 (regulier) Elke klas heeft een eigen mentor, die deel uitmaakt van het mentorenteam per leerlaag. In klas1 verzorgt de mentor een mentorles. In de mentorles ligt de nadruk op de individuele begeleiding en in de studieles op het „leren studeren‟. De studielessen worden verzorgd door de sectie Nederlands. In klas 2 hebben de leerlingen een mentorles, waar de nadruk ligt op de individuele begeleiding, determinatie en beroepsoriëntatie. Op basis van de eindcijfers wordt aan het eind van het jaar beslist of een leerling bevorderd wordt en zo ja, naar welk schooltype. Daarbij worden voor klas 1 en 2 de overgangsrichtlijnen gehanteerd. Doubleren in de onderbouw is niet wenselijk, tenzij er bijzondere omstandigheden zijn. Leerlingen die een onvoldoende staan voor een vak kunnen in de zogenaamde I-uren extra les krijgen in de volgende lesperiode. Per periode wordt bekend gemaakt welke leerling ingedeeld wordt bij een I-uur. Deelname aan een I-uur is voor de leerling dan verplicht. Eenmaal per jaar is er voor klas 1 en 2 gedurende een week een vakoverstijgend project. In deze projectweek wordt aandacht besteed aan algemene vaardigheden, maar ook aan ontspanning. In klas 1 en 2 zijn er in principe geen tussenuren. Alle lesuren die uitvallen door de afwezigheid van een docent zullen worden opgevangen door andere docenten. De leerlingen kunnen dan huiswerk maken of werken aan het betreffende vak. Gedurende het schooljaar worden tijdens vergaderingen onderwijskundige en pedagogische ontwikkelingen geëvalueerd. Junior Studiehuis klas 1 t/m 3 Het Junior Studiehuis van het Haarlemmermeer Lyceum deelt de opvatting van scholen als Montessori, Dalton, Freinet, Jena e.d. dat de ontwikkeling van de leerling / het kind in het onderwijs centraal dient te staan. De zorg voor de opleiding tot het diploma maakt voor de school deel uit van de totale ontwikkeling. Onderdeel daarvan is dat jonge mensen zich een plaats verwerven in de samenleving. De school voorziet hen daartoe van noodzakelijke kennis en vaardigheden. In het Junior Studiehuis worden de leerlingen begeleid naar zelfstandigheid, naar normbesef en naar een toenemend verantwoordelijkheidsgevoel. Het Junior Studiehuis helpt jongeren hun eigen leven te organiseren en zich te ontwikkelen tot actief verantwoordelijke mensen. Het ideaal is dat jongeren leren zelf hun keuzes te maken en beslissingen te nemen in zaken als besteding en indeling van tijd, organisatie van studie en werk, onderhouden van sociale contacten en het aangaan van sociale verantwoordelijkheden. De Junior Studiehuis-periode is in de onderbouw, klas 1 t/m 3. Omdat in de bovenbouwklassen ook het zelfstandig leren een belangrijke plek inneemt is er een goede aansluiting op de Tweede Fase.
Haarlemmermeer lyceum Hoofddorp
4
Ontwikkeling als uitgangspunt Dat de ontwikkeling als uitgangspunt is gekozen, is terug te vinden in het pedagogische klimaat van de school. Kenmerkend is: • de manier van met elkaar omgaan: een sfeer van wederzijds respect: geen gelijkheid, maar wel gelijkwaardigheid in de relatie tussen leraar en leerlingen; onderwijs op ooghoogte; • de functie van het reflecteren op het eigen werk:besprekingen staan in dienst van het leerproces en hebben tot doel leerlingen te stimuleren, feedback te geven en hen inzicht en vertrouwen te geven in de mogelijkheden waarover ze beschikken; • de betrokkenheid van de leerlingen bij werk, medeleerlingen en school; • waardering voor verschillende aspecten van de persoonlijkheid in ontwikkeling. Kenmerken van ons Junior Studiehuis zijn: • de eigen activiteit van de leerling: o.a. terug te vinden in de zelfstandige manier van werken met behulp van studiewijzers. De vakdocent heeft daarbij een voorbereidende, helpende en begeleidende taak; • de keuzevrijheid: de verantwoordelijkheid voor de keuze van de te volgen leerweg ligt primair bij de leerling zelf, binnen de door de school gestelde grenzen. Ouders en docenten hebben daarbij een helpende, ondersteunende en adviserende taak; • de leersituaties: veel afwisseling in didactische werkvormen: samen-werken, groepsopdrachten, projectonderwijs, maar ook frontaal klassikaal onderwijs. In de keuzewerktijd worden de jaarlagen doorbroken: de leerlingen uit klas 1, 2 en 3 zitten dan door elkaar. Belangrijk daarbij is de rol van de docent die de leerling helpt dingen zoveel als mogelijk zelf uit te vinden. De mentor bouwt een vertrouwensrelatie met de leerling op en is het eerste aanspreekpunt voor zowel de leerling als de ouders. De mentor wordt bij studie- of tempoproblemen ingelicht door de vakdocent. De mentor verzorgt de mentorlessen. In de eerste klas besteedt hij vooral aandacht aan het groepsproces, opdat de klas een begeleide groep wordt waarbinnen de normen, door de mentor gestuurd, vast komen te staan. In het derde leerjaar ligt de nadruk op de keuzebegeleiding. In alle klassen geldt dat de begeleiding door de mentor in de eerste plaats gericht is op de individuele begeleiding van de leerlingen; de studievorderingen en resultaten zijn het uitgangspunt. Tweetalig Vwo en het IB English Tto staat voor tweetalig onderwijs. Deze mogelijkheid bestaat alleen voor Vwo-leerlingen. Bij deze vorm van onderwijs wordt in aparte klassen meer dan de helft van het aantal lessen in het Engels gegeven. De docenten zijn speciaal hiervoor opgeleid en een aantal vakken wordt gegeven door “native speakers” en “near native speakers”.
Haarlemmermeer lyceum Hoofddorp
5
Afdeling Mavo Na het eerste leerjaar worden de leerlingen geplaatst in Mavo 2, Havo 2 of Vwo 2. Aan het eind van het tweede leerjaar kunnen leerlingen niet meer doorstromen naar een hogere afdeling. In het derde leerjaar is de maatschappelijke stage een onderdeel van het lesprogramma geworden. Tijdens de maatschappelijke stage gaan leerlingen een aantal dagen stage lopen bij een non-profit-organisatie. Het derde leerjaar staat tevens al in het teken van het eindexamen De mentorlessen in het derde leerjaar gaan vooral over de keuze van het vakkenpakket, en het examenjaar. Naast de zes vakken die gekozen moeten worden, kunnen de leerlingen eventueel een zevende vak kiezen. Om door te stromen naar het Havo moet een examenpakket gekozen worden van zeven vakken. In het hele keuzetraject speelt de decaan een belangrijke rol. Hij begeleidt het keuzeproces, geeft informatie aan leerlingen en ouders, verzorgt de informatie van 'open dagen' en voert gesprekken met alle leerlingen betreffende leerweg, vakkenpakket e.d. Daarnaast is hij verantwoordelijk voor het toekomstdossier, waarmee in de tweede klas een begin gemaakt wordt en dat doorloopt tot en met het vierde leerjaar. Ook verzorgt hij de mentorlessen voor de mentoren. In deze lessen ligt de nadruk vooral op de keuzeproblematiek. Hierdoor proberen wij leerlingen een verantwoorde keuze te laten maken, die van belang zal zijn voor hun toekomstmogelijkheden. Klas Havo 3 en Vwo 3 (inclusief 3 Junior Studiehuis en 3 Tto) De derde klas Vwo/Havo is een soort tussenjaar. De basisvorming is voor een groot aantal vakken afgerond en de Tweede Fase start pas in het vierde leerjaar. In de derde klas moet daarvoor een fundament gelegd worden. Pedagogisch hoort klas 3 nog bij de basisvorming, maar didactisch is er meer aansluiting bij de zogenaamde Tweede Fase (Vwo 4 t/m 6 en Havo 4 en 5). Vanwege de sociale groepsvorming is in het begin van het schooljaar een activiteit opgenomen die juist dat aspect benadrukt. Later in het schooljaar (meestal rond april-mei) vindt er vakinhoudelijke verdieping plaats met het oog op de tweede fase. Elke klas heeft een eigen mentor, die deel uitmaakt van een mentorenteam. De mentor verzorgt in de derde klas een mentorles. In die les ligt de nadruk op de begeleiding en de beroepsoriëntatie in verband met de keuzes voor klas 4. Om tot een goede keuze voor de leerlingen te komen wordt in de eerste en tweede lesperiode in de mentorlessen aandacht besteed aan de profielen en vakken van de Tweede Fase. Aan het eind van de tweede periode van het schooljaar vindt dan een project “Profielkeuze” plaats: de leerlingen gaan naar aanleiding van een gekozen profiel in groepjes dit profiel nader uitwerken en aan hun klasgenoten presenteren. In de week vóór de mei-vakantie vindt er een inhoudelijke verdieping plaats door middel van ”uitdagende opdrachten met een “tweede fase aanpak”. Zo ervaren de derdeklassers een aspect van de vierde klas. Leerlingen die onvoldoende staan voor een vak kunnen in de zogenaamde I-uren extra les krijgen (met uitzondering van de leerlingen in
Haarlemmermeer lyceum Hoofddorp
6
klas 3 Junior Studiehuis). Het aanbod van I-uren in bepaalde vakken is afhankelijk van de beschikbaarheid van de vakdocenten Tweede Fase Haarlemmermeer Lyceum Op het Haarlemmermeer Lyceum vormen de leerjaren Havo 4/5 en de leerjaren Vwo 4 t/m 6 een eenheid, ieder met een eigen afdelingsleider, coördinator en decaan. Leerlingen zijn in al die klassen bezig met onderdelen van het schoolexamen. In Havo 5 en in Vwo 6 beëindigen de leerlingen hun schoolloopbaan met een centraal examen. De leerlingen zitten zoveel mogelijk in groepen bij elkaar volgens hun profielkeuze (d.w.z. ook bij vakken als Nederlands, wiskunde en Engels). Zo is het mogelijk een klein hecht docententeam te formeren dat een beperkte groep leerlingen goed kent en is snelle uitwisseling van informatie en adequate begeleiding mogelijk . In de Tweede Fase is begeleiding belangrijk. De begeleiding vindt op verschillende manieren plaats. In de Tweede Fase krijgt een groep leerlingen met hetzelfde profiel bij voorkeur een eigen mentor. Deze mentor is ook vakdocent. In het rooster is elke week een mentoruur ingepland. Regelmatig is er een kort gesprek tussen de leerling en de mentor. Deze bespreekt dan de studievoortgang, de planning, resultaten en eventuele problemen daarbij. Soms vindt zo‟n gesprek plaats samen met andere leerlingen uit de groep, waarbij elkaars ervaringenworden uitgewisseld. Soms is er een individueel gesprek. Is er in een bepaalde week weinig mee te delen, dan wordt dit mentoruur gewoon een keuzewerktijduur.
Haarlemmermeer lyceum Hoofddorp
7
(Actuele) Doorstroomgegevens Zie website: www.onderwijsincijfers.nl en onderwijsinspectie (19 TI 00) Aantal leerlingen LGF per 1 oktober 2010 circa 1500 Aantal interne doorverwijzingen (mentor -> zorgcoordinator -> intern deskundige) in schooljaar 2008-2009 (volgt) Aantal externe doorverwijzingen (zorgcoordinator -> extern deskundige) in schooljaar 2008-2009 (volgt)
Haarlemmermeer lyceum Hoofddorp
8
3. Zorg op het Haarlemmermeer Lyceum
uit de missie/visie van de school: Op onze school gaat de cognitieve ontwikkeling van de leerlingen hand in hand met hun sociale en emotionele vorming en de bewustwording van hun verantwoordelijkheid voor een leefbare samenleving. De school stimuleert de groei naar eigenheid en individualiteit van leerlingen door persoonlijke talent te helpen ontplooien. Omdat leren en ontplooiing slechts ten volle kunnen plaatsvinden in een schoolklimaat van veiligheid en welbevinden, ziet onze school het in stand houden van zo‟n klimaat, zowel voor leerlingen als voor personeel, als een basisvoorwaarde om haar onderwijskundige ambities waar te maken.
Van theorie naar praktijk:: Leerlingvolgsysteem Het Haarlemmermeer Lyceum kent een leerlingvolgsysteem. Hierin worden op verzoek van mentoren, afdelingsleiders en schoolleiders van alle leerlingen essentiële gegevens ingevoerd zoals rapportcijfers, adviezen voor de te volgen leerweg, gegevens van de basisschool zoals het advies voor te volgen voortgezet onderwijs en de Citoscore en verder contacten met hulpverleners. Mentoren Elke leerling krijgt een mentor toegewezen die zich belast met de persoonlijke begeleiding vande leerling. De mentor is in eerste instantie de „vraagbaak‟ voor leerling en ouders/verzorgers en belast met de algemene gang van zaken binnen de klas of binnen de groep leerlingen. De mentor helpt de leerlingen bij het leren studeren, bespreekt de resultaten en informeert de ouders. De mentor wordt geïnformeerd door de vakdocenten. Mentoren zijn verantwoordelijk voor het groepsproces in hun klas zodat er een prettig klimaat ontstaat waarin iedereen zich veilig voelt. Decanen De decanen hebben voor mentoren en docenten een programma ontwikkeld waarmee de leerlingen in staat worden gesteld om een gedegen orientatie te doen op studie en beroep. Kinderen kunnen een beroep doen op de decanen als zij meer willen weten over vervolgopleidingen of nader willen ingaan op de voor- en nadelen van een bepaalde keuze. Vertrouwenspersoon Leerlingen kunnen op eigen gelegenheid –of op advies van derden- in contact treden met een vertrouwenspersoon. De vertrouwenspersoon kan –na overleg met de leerling- verdere hulp inschakelen en/of actie ondernemen.
Haarlemmermeer lyceum Hoofddorp
9
Zorg-aanbod Het Lyceum heeft een aparte coördinator voor zorg. Daarnaast kent de school een zorgadviesteam waarin, naast de zorgcoördinator van de school ook een leerplichtambtenaar, een schoolarts en iemand van Jeugdzorg zitting hebben. Op aanvraag kan ook de politie en/of andere deskundige deelnemen aan het overleg. In de weken rondom de herfstvakantie vindt er via de mentoren een zogenaamde “risicoinventarisatie” plaats. Leerlingen die om wat voor reden dan ook uit de boot zouden kunnen vallen kunnen zo tijdig worden geholpen. Leerlingen met een dyslexieverklaring krijgen extra aandacht van docenten. Toetsen kunnen worden vergroot, leerlingen kunnen extra tijd krijgen voor die toetsen en waar mogelijk kunnen zij toetsen mondeling afleggen. Spelling zal niet altijd meegewogen worden in de cijfergeving. Bij vermoeden van dyslectie zal geadviseerd worden om door een extern deskundige een vooronderzoek te doen afnemen. Leerlingen die faalangstig zijn kunnen in kleine groepjes faalangstreductietraining volgen en er bestaat ook een mogelijkheid sociale vaardigheidstraining te volgen. Elke week houdt een externe onderwijshulpverlener, spreekuur op de school. Ook de schoolarts heeft een spreekuur. Gedurende het schooljaar worden leerlingen besproken tijdens teamveraderingen, cijfervergaderingen en specifieke leerlingbesprekingen. Als de situatie daar toe aanleiding geeft, treedt de teamleider en/of mentor in contact met de zorgcoördinator om verder over een leerling te praten en te bekijken welke aanpak het beste is. Dan wordt ook bepaald wie welke verantwoordelijkheid neemt bij het vervolg.
Routing signaleren, inventarisatie en begeleiding zorg-leerlingen Zie stroomschema zorg
Zorg-preventie binnen en buiten de les In de onderbouw worden lessenseries gegeven over o.a. pesten, alcohol, roken en drugs. De Brijderstichting geeft voorlichting in onder- en bovenbouw. In de onderbouw worden VAStoetsen afgenomen om een beter beeld te krijgen van de studievaardigheden (en het niveau) van de leerlingen. In het tweede leerjaar wordt de KIVPA afgenomen zodat sociaalemotioneel welbevinden in kaart wordt gebracht. Als de resultaten daartoe aanleiding geven, wordt betreffende leerling doorverwezen.
Specialistische ondersteuning Eén dag per week is er een onderwijshulpverlener aan school verbonden. Verder worden trainingen georganiseerd op gebied van sociale vaardigheid en faalangst(reductie). Voor de begeleiding van Leerling Gebonden Financiering-leerlingen kan beroep worden gedaan op toegewezen Ambulante Begeleiding.
Haarlemmermeer lyceum Hoofddorp
10
Overlegvormen Leerlingbesprekingen, rapportbesprekingen, teamoverleg, zorgteam (ZAT) en overleg zorgcoördinator-schoolleiding.
Verwijzing Leerlingen die om wat voor reden dan ook extra zorg behoeven (overstijgt de verantwoordelijkheden van de mentor) worden via de zorgcoördinator intern en/of extern (door)verwezen. Mentoren benaderen de zorgcoördinator direct of via teamleider. De zorgcoördinator heeft een totaal-overzicht van leerlingen die binnen en/of buiten de school een zorg-traject volgen.
Nascholing In tweejaarlijks overleg zorgcoördinator-directie wordt bekeken of algemene scholing van geheel personeel aan de orde moet zijn en/of keuzemenu wordt aangeboden. De tweede studiedag in het jaar wordt deels gebruikt voor zorg. In het schooljaar 2010-2011 moet bekeken worden op welke manier scholingswensen/behoeften en aanbod op elkaar afgestemd worden zonder grote gevolgen voor de lesuitval.
Samenwerkingsverband Het Haarlemmermeer Lyceum is aangesloten bij Amstelland-Meerlanden. Complicerende factor is wel dat het Bestuur met name actief is binnen de regio (zuid-)Kennemerland en dat maakt verwijzen van zorgleerlingen binnen het bestuur tot een onmogelijkheid. Passend onderwijs In afwachting van de politieke en maatschappelijke ontwikkelingen op dit terrein zal het Haarlemmermeer Lyceum zich pro-actief opstellen.
Haarlemmermeer lyceum Hoofddorp
11
Toelatingsprocedure (vanaf schooljaar 2009-2010 gelden nieuwe scores) Het uitgangspunt voor toelating en plaatsing is het advies van de basisschool. Dit moet
ondersteund worden door een tweede gegeven. Meestal is dit de uitslag van de Cito-toets. De door ons gehanteerde normen zien er als volgt uit: Vwo: Vwo-advies plus een Citoscore van tenminste 544 (541-543 overleggebied) of een Niouitslag van tenminste 114 (109-113 overleggebied) Havo: Havo-advies plus een Citoscore van tenminste 538 (535-537 overleggebied) of een Niouitslag van tenminste 105 (102-104 overleggebied) Mavo: Mavo-advies plus een Citoscore van tenminste 532 (529-531 overleggebied) of een Niouitslag van tenminste 97 (94-96 overleggebied) Junior Studiehuis Vwo/Havo: Vwo of Havo-advies plus een Citoscore van tenminste 538 (overleggebied 535-537) of een Nio-uitslag van tenminste 105 (overleggebied 102-104) Er wordt met alle leerlingen voor het Junior Studiehuis een intakegesprek gehouden. Tweetalig Vwo: Vwo-advies plus een Citoscore van tenminste 544 (541-543 overleggebied) of een Niouitslag van tenminste 114 (109-113 overleggebied) en een positieve aanbeveling van de basisschool. Er wordt met alle leerlingen voor de tweetalige afdeling een intakegesprek gehouden.
Leerlinggebonden financiering (“rugzakje”) Het Haarlemmermeer Lyceum kan een leerling toelaten als deze: a. voldoet aan de toelatingscriteria van het Haarlemmermeer Lyceum, b. in staat geacht wordt de eindtermen (een diploma) te behalen, c. in staat is de reguliere lessen in klassenverband te volgen binnen het didactisch proces, het bestaande begeleidingskader en de aanwezige deskundigheid in de school, d. de medeleerlingen niet in hun leerproces belemmert, e. in staat is de leslokalen te bezoeken zonder specifieke voorzieningen te behoeven treffen.
Gedragsproblemen Leerlingen met (zware) gedragsproblematiek worden niet toegelaten.
Niet aanwezige deskundigheid Op niet in de school aanwezige deskundigheid kunnen ouders en leerlingen geen aanspraak maken.
Haarlemmermeer lyceum Hoofddorp
12
Leerling met LGF op het Haarlemmermeer Lyceum De zorgcoördinator coördineert de gang van zaken rondom een leerling met Leerlinggebonden financiering. In overleg met ouders/verzorgers, Ambulant Begeleider en school wordt een handelingsplan opgesteld en financiele onderbouwing afgestemd. De begeleiding van de leerling/ouders/verzorgers kan gemandateerd worden via de zorgcoördinator bij de mentor of een andere docent binnen de school. Een kopie van de relevante gegevens is in bezit van betreffende teamleider, administratie en zorgcoördinator.
Haarlemmermeer lyceum Hoofddorp
13
4. Beleidsdoelen: Het Haarlemmermeer Lyceum heeft in de afgelopen jaren een grote groei doorgemaakt. Met deze groei zijn niet alleen veel kinderen binnen de school gekomen, maar zijn ook veel nieuwe collega‟s het docententeam komen versterken. Veel initiatieven zijn in de loop der tijd ontwikkeld. Het is op dit moment wel van het grootste belang om bestaande initiatieven te verankeren in de organisatie en routes van (door)verwijzen te formaliseren. Een groeiend aantal leerlingen heeft ook tot gevolg dat het beroep op zorg toeneemt en het is dan ook van belang om de huidige zorgstructuur (en de invulling) afdoende is.
In het schooljaar 2009-2010 wordt duidelijk of er een extra zorgcoördinator voor de bovenbouw wenselijk is en of er ruimte (en wenselijkheid is) voor een leerlingbegeleider die intern gesprekken voert die de competentie van de mentor overstijgen (actie zorgcoördinator/ directie). In het schooljaar 2009-2010 is duidelijk geworden welke stappen de school moet zetten om te voldoen aan de wet Passend Onderwijs. Dit wordt gerealiseerd aan de hand van een beleidsvoorbereidend document dat door een intern deskundige wordt opgesteld (actie intern deskundige/ zorgcoördinator en directie). In het schooljaar 2009-2010 is goed geanticipeerd op de veranderingen die binnen bureau jeugdzorg plaatsvinden. Deze veranderingen maken dat de school nu zelf voor een invulling van de onderwijshulpverlening moet zorgdragen. Deze invulling zal vorm krijgen door huidige functionaris als consulent in te huren (actie zorgcoördinator). In het schooljaar 2009-2010 is in alle teams op het Haarlemmermeer Lyceum het zorgplan besproken in bijzijn van zorgcoördinator en is iedereen op de hoogte van de zorgstructuur (actie teamleiders en zorgcoördinator). In het schooljaar 2009-2010 heeft elke team geformuleerd op welke manier(en) zorg(preventie) gezicht krijgt voor de kinderen die met betreffende team te maken hebben (actie teamleiders) In het schooljaar 2009-2010 is onderzocht of het zorgaanbod ook voor de leerlingen uit de bovenbouw voldoende is (actie zorgcoördinator/ betreffende teamleiders/ directie) In het schooljaar 2009-2010 wordt het takenpakket van/voor mentoren herzien en daarna verder uitgewerkt (o.a. component zorgpreventie) (actie zorgcoördinator/ betreffende teamleiders/directie) De beleidsdoelen worden tijdens het schooljaar 2009-2010 tussentijds getoetst (rond herfstvakantie; kerstvakantie en voorjaarsvakantie). Medio mei 2010 wordt de MR geïnformeerd over de stand van zaken.
Haarlemmermeer lyceum Hoofddorp
14
5. Zorgstructuur 5a
Stroomschema zorg
In deze structuur beschrijving wordt via het beschrijven van stappen aangegeven hoe er binnen de school met zorgleerlingen om wordt gegaan. Niet in alle gevallen hoeft een leerling het traject van stap 1 tot stap 12 te doorlopen, er kunnen redenen zijn een aantal stappen over te slaan. Ook kan men soms weer teruggaan naar een vorige stap. Eerste lijns zorg Stap 1: Signalering door elke medewerker, wel of niet met behulp van een leerlingvolgsysteem. Het signaal wordt ingebracht tijdens een klassenbespreking/rapprortbespreking/teamveradering/leerlingbespreking (en in principe daarna met ouders/verzorgers besproken). Stap 2: De leerling krijgt ondersteuning in de vorm van b.v. maatwerk/ gesprek/ extra begeleiding. Tweedelijns zorg Stap 3: De mentor kan de zorgcoördinator raadplegen tijdens of naar aanleiding van klassenbespreking/rapprortbespreking/teamveradering/leerlingbespreking. en ouders/verzorgers kunnen worden geïnformeerd. Stap 4: Formuleren hulpvraag. Stap 5: Eventueel aanvullend onderzoek door een orthopedagoog, mogelijk inschakeling preventiewerker, zorgconsulent, remedial teacher, leerlingbegeleider. Stap 6: De leerling krijgt speciale begeleiding vastgelegd in een handelingsplan in of buiten de klas. (planmatig handelen) Stap 7: Evaluatie en eventueel bijstelling handelingsplan. Derdelijns zorg Stap 7B: Inschakelen zorgbreedtecommissie/ externe hulpverleners: leerplicht, Bureau Jeugdzorg (BJZ) Jeugdgezondheidszorg (JGZ), e.d. Mogelijk terug naar stap 6. Stap 8: Indien gewenst ontbrekende informatie verzamelen voor onderwijskundig rapport. Stap 9: Aanmelding bij Permanente Commissie Leerlingenzorg en/of Regionale Verwijzings Commissie.
Haarlemmermeer lyceum Hoofddorp
15
Bovenschoolse zorg binnen het samenwerkingsverband Stap 10: Advisering door Permanente Commissie Leerlingenzorg, waarbij zonodig afstemming en overleg plaatsvindt met: Regionale Expertise Centra, Regionaal Opleidingen Centrum, Bureau Jeugdzorg (BJZ), Jeugd Gezondheid Zorg (JGZ), Leerplicht. Stap 11: Geven van speciale zorg buiten de school: leerwegondersteunend onderwijs op aparte een locatie , praktijkonderwijs, alternatieve leerroutes/ leerwerktrajecten, Tijdelijke Opvang Voortijdig Schoolverlaters. Zorg buiten het samenwerkingsverband Stap 12: Geven van speciale zorg buiten het samenwerkingsverband: andere vormen van onderwijs of trajecten buiten het onderwijs.I 5b.
Zorgteam
Rollen voor het zorg(advies)team Ondersteuning: het zorgteam richt zich op de versterking van het primaire proces door
zoveel mogelijk de mentoren en docenten te ondersteunen bij het zelf oplossen van de problemen; Preventie: het zorgteam kan signaleren waar er in de schoolorganisatie behoefte is aan scholing of andere maatregelen ter voorkoming van uitval of het ontstaan van problemen bij leerlingen; Bewaking: het zorgteam beheert de afspraken die gemaakt zijn ten aanzien van zorgleerlingen en de overige zaken die tot de taak van het team behoren.
Samenstelling van het zorg(advies)team. In het zorg(advies)team zitten: zorgcoördinator, leerplicht, jeugdzorg, schoolarts en op afroep bijvoorbeeld politie en/of andere deskundige/n, Binnen school is er regulier overleg tussen zorgcoördinator en schoolleiding/ Halfjaarlijs wordt er geëvalueerd en vooruitgekeken in een overleg van zorgcoördinator en directie.
Taken De taken van het zorgteam zijn gebaseerd op de uitgangspunten voor leerlingbegeleiding en de rollen zoals hierboven geformuleerd. Dit kan dan voor de zorgcoördinator inhouden: Coördineren en stimuleren van zorgactiviteiten; daartoe in overleg met de schoolleiding en docententeam uitzetten van begeleidingsbeleid; hiervoor draagvlak creëren; Met de mentor, coördinator en/of docenten opstellen van handelingsplannen voor een individuele leerling of een groep leerlingen; de evaluatie hiervan; Opvangen van signalen van mentoren over gewenste ondersteuning en in samenhang hiermee voorstellen doen voor scholing; Loketfunctie: vraagbaak voor mentoren/docenten die een snel antwoord willen op een niet zo complex probleem; Verbindingslijn van de school naar derde lijn, externe deskundigen en andere scholen;
Haarlemmermeer lyceum Hoofddorp
16
5c.
Het onderhouden van contacten met de overige onderdelen van het samenwerkingsverband vo-speciaal voortgezet onderwijs; Zorgcoördinator:
In afwachting profiel Dunamare
Haarlemmermeer lyceum Hoofddorp
17