PESTPROTOCOL
Haarlemmermeer Lyceum
Pest protocol
Pagina 1
Haarlemmermeer Lyceum Hoofddorp In de afgelopen periode is het thema pesten behoorlijk in de belangstelling geraakt. In dit document wordt kort geschetst wat we op het Haarlemmermeer Lyceum doen om pesten te minimaliseren. Uitgangspunten van de school Het Haarlemmermeer Lyceum hanteert een aantal algemene uitgangspunten die zij als richtinggevend beschouwt voor de uitvoering van haar onderwijstaak. Deze zijn verwoord in zes artikelen: 1 Een ieder is verantwoordelijk voor het eigen handelen, vanuit het idee dat de individuele mens zelf de richting van zijn/haar bestaan kiest. 2 De erkenning van de gelijkwaardigheid alsmede de uniciteit van een ieder. 3 Een ieder zet zich in voor de vrijheid van de ander en realiseert zich dat de individuele vrijheid wordt begrensd tot waar die van de ander begint. Terughoudendheid bij het uiten van geloof- en levensovertuiging is daarbij gepast. 4 Een ieder verdient een beginwaarde van respect, het overige moet verdiend worden op basis van de eigen inzet. 5 Ouders/verzorgers en school zijn elkaars natuurlijke partners bij vorming en opvoeding. Het primaat bij de opvoeding ligt bij de ouders/verzorgers. 6 De medewerkers van de school vertolken een voorbeeldfunctie in de school door het voor-leven van goed burgerschap, inclusief het demonstreren van de democratische spelregels. NB.
Een ieder: medewerker, ouder/verzorger en leerling
Pest protocol
Pagina 2
Schoolregels In de schoolregels is opgenomen dat pesten niet getolereerd wordt. Op basis van de regels kunnen leerlingen dan ook aangesproken (en aangepakt) worden als zij zich overgeven aan pesten. Gedragsregels in het kader van pesten. Op het Haarlemmermeer Lyceum geldt dat je:
elkaar niet uitscheldt elkaar niet beledigt niet roddelt over medeleerlingen niets doorvertelt als je iets in vertrouwen is verteld. elkaar niet negatief beoordeelt op schoolprestaties elkaar niet negatief beoordeelt op uiterlijk, kleding en/of leefstijl elkaars mening, levensovertuiging of geloof respecteert niemand uitlacht niet veroordeelt wat iemand anders zegt elkaar niet na-aapt in gedrag elkaars grenzen respecteert niet meedoet met het pesten van leerlingen door anderen pesten meldt bij een docent, mentor, conciërge of teamleider, dit is geen klikken elkaar helpt als iemand gepest wordt door het onder andere te bespreken met je medeleerlingen en met de mentor, studiebegeleider (bovenbouwklassen) of de afdelingsleider niets van elkaar vernielt geen filmpjes, foto’s, geluidsopnamen en dergelijke maakt en publiceert zonder toestemming van de schoolleiding en betrokken personen. elkaar ook niet pest via de social media.(digitaal pesten, cyberpesten, zie bijlage 1)
Routing in geval van pestgedrag Constateren door (vak-)docent -> overleg met mentor -> overleg met teamleider/ eventueel zorg coördinator -> formuleren aanpak -> plan van aanpak -> uitvoering -> terugkoppeling (melding in Magister, eventueel met behulp van een formulier bijlage 2). Gepeste en pester/s worden altijd betrokken bij de oplossing en met elkaar (in een veilige omgeving) geconfronteerd. Indien wenselijk, worden ouders/verzorgers betrokken. Expertise binnen school: aantal getrainde mentoren, vertrouwenspersonen, zorgstructuur.
Pest protocol
Pagina 3
In het algemeen geldt in geval van pesten: Toepassen no blame-methode (werkt volgens een stappenplan zie bijlage 3). Het is de bedoeling dat de kinderen en volwassenen op een andere manier problemen gaan oplossen. No blame gaat ervan uit dat (dreigen met) straffen niet helpt, maar dat de pester(s) en de gepeste het probleem samen moeten oplossen. Omdat het de verantwoording van volwassenen (docent, mentor, teamleider, zorgcoördinator of vertrouwenspersoon) is om voor veiligheid te zorgen, moeten zij de gesprekken ondersteunen. De volwassene zorgt ervoor dat pester(s) en omstanders onder zijn begeleiding met elkaar gaan zoeken naar mogelijkheden om de gepeste leerling weer veilig en met plezier naar school te laten gaan. Hier volgt dan wat later een evaluatiegesprek over. De methode wordt aangeleerd via cursussen aan leerkrachten Eerste klassen (project pesten) In het mentoruur wordt er door middel van lesmateriaal ( boekje met allerlei opdrachten, theatervoorstelling met aansluitend een workshop, de film “Spijt” en een film over Bullying uit Engeland) aandacht besteedt aan pesten. Tweede klassen (project in samenwerking met NS) Uit brochure: …Behandel een ander zoals je zelf ook behandeld wilt worden ... dat was één van de punten die aan de orde kwam tijdens de lessen die twee hoofdconducteurs van de NS afgelopen week gaven aan onze tweedejaars. Ze waren naar onze school gekomen voor het voorlichtingsprogramma Moondog, een programma bestemd voor jongeren waarin onder meer (de gevolgen van) agressie en groepsgedrag bespreekbaar wordt gemaakt. Doel van het programma is jongeren onder meer bewust te maken van wat meeloopgedrag teweeg kan brengen en wat de gevolgen kunnen zijn. Zeer regelmatig krijgen conducteurs, zo vertelden ze de leerlingen, te maken met brutaal gedrag, mishandeling, geweld en seksuele intimidatie. "Heel de maatschappij zit bij ons in de trein, dus ook de mensen die respectloos, brutaal, agressief en gewelddadig zijn." Tekst en uitleg werd gegeven over het beroep van conducteur: "Wij zijn toezichthouders. De controle op zich is minder belangrijk. Het gaat ons erom dat alle reizigers veilig van A naar B worden gebracht en ja, er zijn regeltjes om die veiligheid te handhaven. Daarnaast luisteren we en kijken we goed naar mensen en situaties. De NS biedt ook nazorg wanneer er wat is gebeurd." Helaas hebben conducteurs vandaag de dag veel te maken met agressie. "Daarom heeft de NS besloten conducteurs een aantal dagen per jaar in te zetten voor het geven van voorlichting op scholen, zodat jullie later nog eens aan ons denken wanneer jullie met de trein reizen," aldus de hoofdconducteur. Aan de hand van de film Moondog werd tijdens de twee uur durende les met onze leerlingen uitvoerig gesproken over de gevolgen van agressie en groepsgedrag in de stationshal, op het perron en in de trein. Alle jaarlagen Indien noodzakelijk wordt mentoruur besteed aan pest-problematiek.
Pest protocol
Pagina 4
Bijlage 1
Protocol cyberpesten / incidenten op sociale media Signaleren Twitter search, zoeken op Haarlemmermeer Lyceum / Haarlemmermeer / HL / HML / FBK Wanneer docent hoort over cyberpesten, vraagt hij zo mogelijk na bij leerling die er over spreekt. Aanmelden Degene die signaleert meldt het incident bij de mentor van het slachtoffer. De mentor van het slachtoffer meldt het bij de teamleider van de dader (indien bekend) Anders bij eigen teamleider Analyseren Mentor van slachtoffer en teamleider analyseren op basis van huidige informatie wat er is gebeurd en wie te spreken. Ze plannen het plan van aanpak volgens het protocol. Ruggespraak met zorgcoördinator indien gewenst. Plan van Aanpak Mentor bespreekt incident met slachtoffer. Laat leerling tonen wat er op internet staat. Teamleider dader vraagt dader om uitleg, ontstaan van situatie. Teamleider dader laat dader ter plekke alles van internet verwijderen. Denk hierbij ook aan de originele foto’s of filmpjes op telefoons. Teamleider bepaalt sanctie dader. Mentor slachtoffer informeert ouders slachtoffer. Teamleider dader informeert ouders dader. Teamleider informeert mentor dader. Uitvoeren Mentor ondersteunt slachtoffer, informeert ouders Teamleider sanctioneert dader, informeert ouders Evalueren Mentor informeert na 2 weken bij slachtoffer naar welbevinden, controleren op herhaling. Verwijzen Indien van toepassing slachtoffer en ouders informeren dat zij aangifte kunnen doen bij de politie als ze dat willen. Dit is dan wel een eigen kwestie. School speelt hierin geen verdere rol. Terugkoppelen Mentor communiceert met ouders slachtoffer. Mentor maakt notitie in Magister met daarin alle handelingen en afspraken. Teamleider communiceert met ouders dader en mentor dader. Teamleider maakt notitie in Magister met daarin alle handelingen en afspraken.
Pest protocol
Pagina 5
Bijlage 2 Melding van gepest worden Vul deze vragenlijst in. Wees wel eerlijk! 1. Door wie word je gepest?: Naam:
Klas:
Naam:
Klas:
Naam:
Klas:
2. Door wie word je niet gepest Naam:
Klas:
Naam:
Klas:
Naam:
Klas:
3. Wie is de ergste pester? Naam:
Klas:
4.. Hoe word je gepest?* uitlachen / uitschelden / je mag niet meedoen / leugens over je vertellen / spullen afpakken of kapotmaken/ bedreigen of bang maken / lelijke dingen zeggen / aanraken of beetpakken / duwen / schoppen / slaan / anders:
5. Waar word je gepest?* in de klas / in de school / op het plein / buiten de school
6. . Wat heb je zelf gedaan?* terugschelden / terugslaan of schoppen / uitlachen /weglopen / niets / anders:
7. Heb je zelf wel eens gepest?* ja / nee
8. Weten je ouders dat je gepest wordt en je een melding van pesten gaat doen?* ja / nee
Datum: Naam:
Klas:
Handtekening: * Omcirkel wat van toepassing is.
Pest protocol
Pagina 6
Bijlage 3 De no blame-aanpak bij pesten
Ondanks zorgvuldige begeleiding tijdens de diverse fasen die een groep doorloopt, kan in een groep op kleine of grotere schaal sprake zijn van pesten. Een school met een goede preventieve aanpak ziet het aantal pestgevallen dalen. Toch zullen pesterijen nooit helemaal verdwijnen. We bespreken hier een benadering die veel scholen toepassen en die vaak verbetering brengt, niet alleen voor de situatie van de gepeste leerlingen, maar voor de hele sfeer in de klas. Met de zogenoemde no blame-aanpak legt men de verantwoordelijkheid voor een pestprobleem bij de deelnemers. De pester(s), de meelopers en een aantal neutrale medeleerlingen, ofwel ‘sociaal werkers’ worden samengebracht en gaan op zoek naar mogelijke oplossingen. Niet de pester beschuldigen, maar de beleving van de gepeste leerling is het uitgangspunt van de gesprekken. De individuele deelnemers van de groep krijgen de verantwoordelijkheid om een aantal voorstellen te doen om het negatieve gevoel bij de gepeste leerling weg te nemen of te verminderen. Op die manier kun je de empathie van de pester en van de medeleerlingen aanwakkeren. Uitgangspunten: 1. Vertrekpunt is de ervaring van het pesten en de effecten daarvan en niet louter de feitelijke gedragingen op zich. 2. Pesten is geen individueel probleem, het betreft alle leden van een groep. 3. Geen etikettering, noch van pester noch van gepeste. 4. Tijd en energie investeren in het zoeken naar blijvende oplossingen. 5. Geen druk leggen op de gepeste leerling om zelf zijn gedrag of houding te veranderen. 6. Afstappen van geloven in het nut van straffen. 7. De verantwoordelijkheid voor het probleem oplossen bij ieder van de leerlingen leggen. 8. Vertrouwen op leerprocessen voor alle betrokkenen in de richting van gewenster sociaal gedrag. Afhankelijk van de situatie kan de begeleider besluiten om behalve de hierna geschetste procedure apart en extra aandacht te besteden aan de gepeste leerling en aan de leerlingen die pesten. Allen hebben ondersteuning en begeleiding nodig. Van groot belang in beide gevallen kunnen gesprekken zijn waarin de leerling zijn eigen verhaal kan vertellen, emoties kan uiten en helder kan krijgen wat hij nodig heeft. Daarnaast kan me ervoor kiezen om de leerling extra ondersteuning te bieden in de vorm van een training sociale vaardigheden, een (gevecht)sport of creatieve activiteiten. Ook de ouders van de leerlingen moet men bij het proces betrekken. Zeker is het van belang hen eerlijk op de hoogte te stellen van de situatie, zonder daarbij te vervallen in termen van schuldigen en slachtoffer(s). Pesten heeft immers te maken met een structureel probleem – en met onderliggende oorzaken – waaraan alle deelnemers van een groep bijdragen. Een pester beschuldigen en straffen leidt makkelijk tot meer frustratie en meer pesten, terwijl het probleem zelf niet aangepakt wordt. Verdwijnt een gepeste leerling uit de groep zonder dat het probleem structureel aangepakt is, dan zullen de pesters direct een nieuwe zondebok kiezenen hun eigen angst en frustraties op te projecteren. Hieronder volgt een kort overzicht van de verschillende stappen die men onderneemt om de sfeer in een groep aan te pakken.
Pest protocol
Pagina 7
Stap 1: gesprek met de leerling die gepest wordt Als de begeleider vaststelt dat er wordt gepest, start hij een gesprek met de gepeste leerling. Tijdens dat gesprek moedigt de luisteraar de leerling aan om te vertellen hoe hij zich voelt. Het is overigens niet de bedoeling om feitelijk bewijsmateriaal te verzamelen over de gebeurtenissen. Belangrijk is dat de desbetreffende leerling de procedure begrijpt en zijn toestemming geeft om het pesten op de no blame-wijze aan te pakken. Soms leeft bij hem de angst dat het nog erger zal worden. Als het niet bestraffende aspect echter volledig duidelijk is, voelt de leerling zich meestal veilig en is hij opgelucht omdat er iets gedaan wordt. Stap 2: bijeenkomst met een aantal betrokken leerlingen De begeleider regelt een bijeenkomst met een groepje van zes à acht leerlingen die betrokken zijn bij het pesten en met anderen die de gepeste leerling voorstelt. Deze betrokken leerlingen zijn zeker niet allemaal pesters! De begeleider zorgt ervoor zijn eigen oordeel te laten meespelen bij de groepssamenstelling, zodat er behulpzame en betrouwbare leerlingen bij zijn, naast diegenen die de ellende veroorzaakt hebben. Doel is de kracht van de groepsleden te gebruiken om het best mogelijke resultaat te krijgen. Stap 3: leg het probleem uit De begeleider begint met aan de groep te vertellen dat hij een probleem heeft. Hij is bezorgd over leerling A, die het erg moeilijk heeft op dat moment. De begeleider vertelt het verhaal van het negatieve gevoel van de leerling en gebruikt de tekst of tekening die hij eventueel maakte om de pijn te benadrukken. Op geen enkel moment praat de begeleider over de details van de gebeurtenissen en hij beschuldigt niemand. Stap 4: deel de verantwoordelijkheid Als het verhaal rond is, kan het zijn dat de luisteraars er terneergeslagen of ongemakkelijk uitzien en dat ze onzeker zijn over de reden voor de bijeenkomst. Sommige luisteraars kunnen ongerust zijn over mogelijke straffen. De begeleider stelt uitdrukkelijk dat niemand in de problemen zit of gestraft zal worden, er een gedeelde verantwoordelijkheid is om de leerling te helpen om zich gelukkig en veilig te voelen, de groep bijeen is geroepen om het probleem te helpen oplossen. Stap 5: vraag naar de ideeën van elk groepslid De leden van de groep zijn meestal oprecht geraakt door het verhaal en opgelucht dat zij niet in de problemen zitten. Elk lid van de groep wordt aangemoedigd om een manier voor te stellen waarop het slachtoffer kan worden geholpen om zich gelukkiger te voelen. Deze ideeën moeten worden genoteerd in het intentionele ‘ik-taal’ en komen van de groepsleden zelf. De begeleider legt ze niet op. De begeleider vraag bijvoorbeeld: ‘Wat zou jij kunnen doen, Lisa, om A te ondersteunen en ervoor te zorgen dat zij zich beter kan voelen in jullie groep?’ Lisa: ‘We zouden haar kunnen vragen of ze een keer met ons de stad in wil.’ Mentor: ‘Dat is mooi, een goede idee. Maar zou je het nu in ik-termen willen formuleren?’ Lisa: ‘Ik kan haar vragen of ze met ons, of misschien alleen met mij, de stad in wil.’ Stap 6: laat het aan hen over De begeleider beëindigt de bijeenkomst door samen te vatten wat ieder van de leerlingen aangegeven heeft te zullen doen. Hij legt de verantwoordelijkheid om het probleem daadwerkelijk op te lossen bij de groep en maakt geen schriftelijk verslag; het is een kwestie van vertrouwen. De begeleider bedankt de deelnemers en zegt vertrouwen te hebben in een positieve afloop. Ze spreken af dat de begeleider elk lid van de groep afzonderlijk zal spreken om te horen hoe alles loopt.
Pest protocol
Pagina 8
Stap 7: spreek hen opnieuw Ongeveer een week later spreekt de begeleider met elk groepslid en met de gepeste leerling over de stand van zaken. Deze gesprekken zijn met elk groepslid afzonderlijk, zodat elk van hen kan vertellen over zijn bijdrage, zonder een competitieve sfeer te creëren. Het speelt geen rol of iedereen zijn voornemen heeft uitgevoerd, belangrijk is dat de pesterijen gestopt zijn. En het is niet nodig dat de voorheen gepeste leerling de meest populaire leerling van de school is geworden, zolang hij zich maar veilig en beter voelt. Vervolgens kan de begeleider besluiten om het groepje als geheel bij zich te roepen om met elkaar te evalueren hoe het gaat en wat ieder nog meer kan doen. Stap 8: de hele klas erbij betrekken Vlak nadat de begeleider met de uitgenodigde leerlingen voor de tweede keer heeft gesproken, legt hij de situatie aan de klas voor. Is jullie iets opgevallen? Hebben jullie van iemand gehoord wat er besproken en afgesproken is de afgelopen week? De begeleider licht de klas in over de gevolgde procedure en nodigt ieder uit eveneens bij te dragen aan een goede leefsfeer.
Pest protocol
Pagina 9