Nr. 8
Zitting van donderdag 27 juni 2013 Voorzitter: de heer A.C. Barske, burgemeester. Aanwezig zijn de leden: de heren F.M.Th. Barth en H.H.W. Bax, mevrouw G.H. Biesheuvelvan Diemen, de heren R.J.J. van Breemen en H. Chaaby, de dames N. van Dalen-Eggink en E.L. Dansen, de heren I. Elmaci en F. Duijnhouwer, de dames J.A.G. Hania-van Emmerik en J.T.E. Hoogesteger, de heren A. Koçak en L.R.J. van Luijk, de dames A.G. van Maaren en M.J. Molengraaf-Vullers, de heren C. Van der Roest en P.C.J. Schefferlie, de dames I.J. Stam en G.W. Soudain en de heren I. Tekir, C.J.J. Wientjes en M. Wildschut. Griffier: de heer H. Sepers, plv griffier. Tevens aanwezig: de wethouders M.A.J. Doodkorte, A.P. Faro, J.C. Oostrum en A.J. Rijsdijk, alsmede mevrouw mr. drs. A.W. Vergouwe, gemeentesecretaris. Afwezig: mevrouw A. Mager-Schroten.
* AGENDA: 1. Opening (20.00 uur). ............................................................................................................................................... 1 2. Vaststelling agenda. ................................................................................................................................................. 2 3. Aanwijzing van het lid dat het eerst aan de beurt van stemmen is. .......................................................................... 2 4. Vaststelling van de notulen van de raadsvergadering van 23 mei 2013. .................................................................. 2 5. Lijst ingekomen stukken. ......................................................................................................................................... 2 6. Cultuurvisie gemeente Gorinchem 2013-2018 (nr. 2013-0990). ............................................................................. 3 7. Visie op regionale samenwerking (nr. 2013-1008). ............................................................................................... 40 8. Vaststellen bestemmingsplan ‘Lingewijk-Zuid’ (nr. 2013-1010). ......................................................................... 42 9. Vaststellen bestemmingsplan ‘Gildenwijk (nr. 2013-1006). .................................................................................. 48 10. Gewijzigde vaststelling bestemmingsplan ‘Wijdschild e.o. en Beeldkwaliteitsplan ‘dakopbouwen drive-in woningen Wijdschild’ (nr. 2013-1016). ................................................................................................... 57 11. Vaststelling gewijzigd bestemmingsplan ‘Laag-Dalem’ (nr. 2013-1011).............................................................. 63 12. Vaststelling bestemmingsplan ‘Parallelweg naast nr. 61, realisatie van een woning’ (nr. 2013-1023). ................. 66 13. Vaststelling beheersverordening ‘A15/A27 en Betuweroute’ (nr. 2013-1018). ..................................................... 68 14. Beheersverordening ‘Stalkaarsen’ (nr. 2013-1013). .............................................................................................. 70 15. Sluiting. .................................................................................................................................................................. 73
* 1. Opening (20.00 uur).
De voorzitter: Ik open de vergadering en heet u allen van harte welkom, ook de mensen op de publieke tribune; fijn dat u in zo groten getale in deze raadsvergadering aanwezig bent. Ik deel u mede dat bericht van verhindering is ontvangen van een jarige. Mevrouw Mager viert haar verjaardag, het past mij niet te zeggen de hoeveelste, en het
H-1
is tevens de dag van de diploma-uitreiking aan haar dochter. Dat lijkt mij al met al voldoende reden om in deze vergadering afwezig te zijn. 2. Vaststelling agenda.
De heer Van der Roest: Mijnheer de voorzitter. Soms komen voorspellingen uit en vanavond is dat het geval met de agendapunten 8 t/m 14. Op het moment dat bekend werd dat de gemeente vóór 1 juli 2013 de bestemmingsplannen op orde moest hebben, heb ik gewaarschuwd voor wat nu gebeurt. Er werd ons toen verzekerd dat het niet zou gebeuren, maar toch. Ik weet dat het niet uniek is, maar voor ons, aan het eind van het proces, is het zeer onaangenaam, want je stelt die plannen voor tien jaar vast en dan wil je ze wel behoorlijk kunnen bekijken. In het presidium hebben we een agenda met drie bestemmingsplannen vastgesteld, maar nu liggen er, inclusief beheersverordening, zeven voor, naast een aantal belangrijke beleidsdocumenten. Een aantal fracties is daar, om het voorzichtig te zeggen, niet blij mee. Als je al een agenda hebt vastgesteld, kan dat eigenlijk ook niet, vandaar de oproep om de planning in de bedrijfsvoering drastisch te verbeteren en dit nooit meer te doen. De voorzitter: Wij zijn ons ervan bewust dat dit een zware agenda is. Niettemin hebben wij gemeend u te moeten voorstellen deze agenda zo te behandelen, omdat daarmee ons inziens de belangen van onze gemeente het best gediend zijn. Wij erkennen dat het voor u een grote belasting is, maar wij hebben groot vertrouwen in uw kennis en kunde en menen daarom dat het net zou moeten kunnen. De agenda wordt hierop ongewijzigd vastgesteld. 3. Aanwijzing van het lid dat het eerst aan de beurt van stemmen is.
Door het lot wordt aangewezen mevrouw Soudain. 4. Vaststelling van de notulen van de raadsvergadering van 23 mei 2013.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming worden deze notulen ongewijzigd vastgesteld. 5. Lijst ingekomen stukken. C. Ter afdoening in handen van het college te stellen 1 2 3
Aandacht voor problematiek mantelzorgers Café Dubbel en Dwars brengt nogmaals de terrasverdeling Grote Markt onder de aandacht Verzoek ondertekening bestuursovereenkomst interbestuurlijk toezicht provincie Zuid-Holland en Zuid-Hollandse gemeenten
26079 26203
27.05.2013 29.05.2013
26317
06.05.2013
26287
04.06.2013
983 988
27.05.2013 27.05.2013
1005
29.05.2013
G. Betrekken bij raadsbehandeling 1
OASEN Inspraakreactie beheersverordening tracé Betuweroute en Rijkswegen A15 en A27
J. Informatiebrieven van het college 1 2 3
Informatiebrief Sponsoring rotondes Informatiebrief Gecoördineerd in procedure brengen ontwerpbestemmingsplan Merwededijk nabij nr. 40 Informatiebrief Procedure beoordeling aanvragen vergunning speelautomatenhal
H-2
4 5 6
Informatiebrief Ondertekening ontwikkelingsovereenkomst Lingewijk-ZuidZandvoort Informatiebrief Voorontwerp bestemmingsplan brede school Schuttersplein Informatiebrief Regionale Structuurvisie en beleidsplan PDV Zuid-Holland Zuid
1000
29.05.2013
1015 1017
30.05.2013 06.06.2013
23661 23849 23971
27.05.2103 27.05.2013 28.05.2013
K. Beantwoording (schriftelijke) vragen 1 2 3
Beantwoording Situatie en actieplan jeugdwerkloosheid Beantwoording Schriftelijke vragen ChristenUnie/SGP Cultuurbeleid Beantwoording Veiligheid van de Betuwelijn
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt conform de voorstellen van burgemeester en wethouders besloten. 6. Cultuurvisie gemeente Gorinchem 2013-2018 (nr. 2013-0990). 1. Korte samenvatting van de inhoud en voorstel Het proces van de cultuurvisie kent een lange weg. Na de moties (perspectiefnota 2011) en de raadsopdracht cultuurbeleid (nov. 2011) is in 2012 in samenspraak met het culturele veld de cultuurvisie 'Gorinchem Verbindt' opgesteld. Dit proces werd doorkruist door de bezuinigingsopdracht ( AHAD3), die geëffectueerd is in de Begrotingsraad 2013 met een bezuiniging van € 600.000 op het beleidsveld Cultuur. Het verwerken van deze bezuiniging in een aantal bezuinigingsscenario's en het vertrek van de toenmalige portefeuillehouder zorgde voor vertraging in het proces. Hierdoor werd de cultuurvisie 'Gorinchem Verbindt" pas besproken in de raadsbijeenkomst van mei 2013. U hebt tijdens deze bijeenkomst gevraagd om een korte en aangescherpte cultuurvisie. Daarbij zijn de volgende aandachtspunten meegegeven: • Aangescherpte beleidskaders • Beschrijving van het begrip cultuur • Beschrijving van de rol van de gemeente t.a.v. het culturele veld • Aandacht voor cultuureducatie • Regiofunctie en gedeelde regionale verantwoordelijkheid. Vanuit de inhoud zien we in Gorinchem in de toekomst een clustering van culturele functies in 4 functionaliteiten (Huis van inspiratie, Stadspodium, Cultuureducatie en Spreekkamer). Deze 4 functionaliteiten zijn in de bijlagen van de cultuurvisie in vier matrixen uitgewerkt. Per functionaliteit zijn de functies, de rol en ambitie van de gemeente benoemd. Ook is per functie benoemd of het een publieke, private of een gedeelde verantwoordelijkheid is. Verder is nog in een aparte matrix de veronderstelde rangorde van de beleving per functionaliteit benoemd. De cultuurvisie zal het uitgangspunt zijn van een voorkeursscenario dat recht doet aan de bezuinigingsopdracht. Het voorkeursscenario zal in oktober 2013 ter vaststelling aan u worden aangeboden. Voorgesteld wordt om de 'Cultuurvisie Gemeente Gorinchem 2013 - 2018' inclusief de bijlagen waarin de 4 functionaliteiten (inclusief rol en ambitie van de gemeente) staan beschreven vast te stellen. Kennis te nemen van de veronderstelde rangorde van de beleving van de functionaliteiten (zie bijlagen Cultuurvisie). Het college opdracht te geven om de 'Cultuurvisie Gemeente Gorinchem 2013 -2018' (inclusief bijlagen) leidend te laten zijn bij de verdere uitwerking om te komen tot een voorkeursscenario, die recht doet aan de bezuinigingsopdracht. 3.Inleiding / aanleiding Tijdens de raadsvergadering van 10 november 2011 heeft u de raadsopdracht Cultuurbeleid vastgesteld. De inhoudelijke uitgangspunten, die hebben geleid tot deze raadsopdracht waren drie moties, te weten de CDA-motie "Cultuurvisie in Gorinchem", de VVD-motie "Cultuurplan” en de SP-motie "Herijking Subsidiebeleid'. De eerste twee moties zijn meegenomen bij de opstelling van de Cultuurvisie. Dit geldt ook voor de motie "Plug-in bieb" van de raadsvergadering 10 november 2011. De motie Muziekonderwijs van 8 november 2012 zal gelijktijdig met de uitvoering van de Cultuurvisie worden opgepakt. Dit geldt ook
H-3
voor de motie herijking van het subsidiebeleid. Hierbij zal de uitkomst van het Rekenkameronderzoek Evaluatie Subsidiebeleid ook worden betrokken. Zoals bij de vaststelling van de raadsopdracht Cultuurbeleid is besloten, valt de opdracht uiteen in twee delen. Het eerste deel betreft het opstellen van de geactualiseerde cultuurvisie, waarin de beleidskaders staan voor de komende jaren. Het tweede deel betreft een cultuurplan, waarin aandacht wordt besteed aan zowel organisatorische aspecten als aan het accommodatie-aspect. Het cultuurplan zal u in de vorm van een voorkeursscenario in oktober 2013 ter besluitvorming worden voorgelegd. Dit voorkeursscenario zal recht doen aan de bezuinigingstaakstelling op het collegeproduct Cultuur als gevolg van AHAD3. In de raadsbijeenkomst van 7 mei 2013 heeft u het college verzocht om een nieuwe, korte en aangescherpte cultuurvisie met de oude cultuurvisie "Gorinchem Verbindt” als grondlegger. 4. Inhoud/Kaders Raadsopdracht Cultuurbeleid en de visie in rode draden (AHAD3). 5. Bestaand beleid, raadskaders en -besluiten •
Nota 'Cultuur, dat maakt de stad'; 2000 Cultuurnota
•
Raadsbesluit 2006-065, december 2006: Evaluatie cultuurnota en vaststelling kaders cultuurbeleid 2007-2011 (vastgesteld door de raad op 1 februari 2007)
•
Algemene Subsidieverordening Gemeente Gorinchem 2011 en Nadere regels subsidieverordening Gemeente Gorinchem 2008
•
Subsidiebeleidregels Welzijn 2011
•
AHAD3 (rode draden) juli 2012
•
Begrotingsraad (bezuinigingstaakstelling) november 2012
6. Betrokkenheid derden Het culturele veld en maatschappelijk middenveld. 7. Beoogd effect Gorinchem is mede door het door haar gevoerde cultuurbeleid een aantrekkelijke stad voor (nieuwe) inwoners, bezoekers, bedrijven en regio. 8. Risico's of kansen Het culturele klimaat en het niveau van culturele voorzieningen heeft invloed op de leefbaarheid van de stad, de kwaliteit van wonen en leven en het imago van de stad. 9. Financiële consequenties In het kader van AHAD3 is op het collegeproduct Cultuur een bezuinigingstaakstelling oplopend van € 200.000,- in 2014, € 400.000,- in 2015 en structureel € 600.000,- vanaf 2016 e.v. opgelegd. 10. Vervolgproces Zodra de cultuurvisie is vastgesteld, zullen de speerpunten worden benoemd voor de Programmabegroting 2014. Ook is het van belang het culturele veld over de vaststelling te informeren, waarna met het veld de gesprekken worden voortgezet over de uitwerking van de cultuurvisie. Dit alles zal leiden tot een voorkeursscenario dat u in oktober 2013 ter besluitvorming zal worden voorgelegd. Gelijktijdig zullen wij u ook de transitie- en frictiekosten kenbaar maken. Deze kosten kunnen bestaan uit: •
Mogelijke compensatie van eventuele frictiekosten voortvloeiend uit beëindigde subsidierelatie(s), die de subsidieontvanger redelijkerwijs niet zelf kan dragen; bestaande uit: o personele kosten, o kosten voortvloeiend uit investeringen, o kosten voortvloeiend uit het beëindigen van contracten.
•
Gederfde huurinkomsten.
De juridische procedure die gevolgd moet worden om de bezuinigingen te realiseren is als volgt:
H-4
•
Aan de instellingen die een bezuiniging krijgen opgelegd, moet een concept-vooraankondiging worden gestuurd en de mogelijkheid worden geboden hun zienswijzen in te dienen;
•
Daarna moet de definitieve vooraankondiging worden verzonden, waarna bezwaar, beroep en hoger beroep mogelijk is.
11. Communicatie De 'Cultuurvisie Gemeente Gorinchem 2013 - 2018' inclusief bijlagen vindt zijn grondslag in het document 'Gorinchem Verbindt' dat door uitgebreide samenwerking en afstemming met cultureel - en maatschappelijk middenveld tot stand is gekomen. Het participatieniveau was 'meepraten', meedoen en input leveren. Daarnaast hebben naar aanleiding van de bezuinigingsopdracht die voortkomt uit AHAD3 gesprekken plaatsgevonden met betrokkenen. 12. Uitkomsten raadsbijeenkomst n.v.t. 13. Nadere standbepaling college Na informatieve vragen en beantwoording daarvan kunnen alle fracties instemmen met agendering van het voorstel voor de komende raadsvergadering. 14. Definitief voorstel raad Vast te stellen: •
de 'Cultuurvisie Gemeente Gorinchem 2013 - 2018' inclusief de bijlagen waarin staan benoemd de functies van de 4 functionaliteiten (Huis van inspiratie, Stadspodium, Cultuureducatie en Spreekkamer), per functie wat de rol en ambitie van de gemeente is en per functie of het een publieke, private of een gedeelde verantwoordelijkheid is;
•
de veronderstelde rangorde van de beleving van de functionaliteiten voor kennisgeving aan te nemen;
•
het college opdracht te geven bij de verdere uitwerking van de 'Cultuurvisie Gemeente Gorinchem 2013 -2018' te komen tot een voorkeursscenario, dat recht doet aan de bezuinigingsopdracht.
De voorzitter: Dames en heren. Alvorens het debat over de cultuurvisie te openen, wijs ik erop dat aan het eind van de alinea achter de eerste bullit in het ontwerpbesluit drie niet onbelangrijke woordjes zijn weggevallen, t.w. vast te stellen. Mevrouw Hoogesteger: Mijnheer de voorzitter. Met wat hobbels nog, en in de laatste maand moest er een sprintje voor worden getrokken, maar daar is ‘ie dan: de cultuurvisie. Laat ik eerst iets over het proces zeggen. Onze fractie is buitengewoon te spreken over de betrokkenheid vanuit het gehele culturele veld in deze stad. In het afgelopen jaar hebben we bij alle betrokkenen de bereidheid gezien om buiten de eigen kaders te denken en spannende verbindingen – althans op papier – aan te gaan. Daarmee is een eerste goede stap gezet. De spannendste fase moet nog volgen: de uitwerking, gecombineerd met minder middelen, waarbij de bereidheid van partijen om zichzelf misschien wel op te heffen en op te gaan in een nieuw geheel, de grootste uitdaging zal zijn. Nieuw voor ons zijn de matrixen, die op ons verzoek om kort, krachtig en bondig een cultuurvisie neer te zetten, zijn toegevoegd. Daarvoor dienen we twee amendementen in, waarop ik zo meteen terugkom. Ten aanzien van de theaterfunctie, matrix Stadspodium, wil ik even zeker weten of ik goed begrijp dat daar alles nog open ligt en dat de niet-primaire rol in het faciliteren van huisvesting bijvoorbeeld ook zou kunnen betekenen dat aan de rand van de stad, samen met het casino, misschien wel een prachtig theater zou kunnen verrijzen, waarbij het initiatief dan niet bij de gemeente ligt.
H-5
Ons eerste amendement betreft het Huis van inspiratie. Onder het kopje “Rol en ambitie gemeente” wordt aangegeven dat er voor de gemeente geen rol zou zijn weggelegd voor toerisme, waaraan tussen haakjes is toegevoegd: informatie + winkel. Wij zijn van mening dat de gemeente hierin juist een rol heeft en dat verwoorden wij, mede namens VVD, PvdA en GroenLinks in het volgende amendement: De raad van de gemeente Gorinchem, in vergadering bijeen op 27 juni 2013; ter behandeling van raadsbesluit nummer 2013-0990 inzake cultuurvisie gemeente Gorinchem 2013-2018; constaterende: • dat de matrix "Huis van inspiratie" integraal onderdeel uitmaakt van de cultuurvisie • dat toerisme binnen cultuur een aantrekkende werking heeft op de stad • dat we de Visie 2030 hebben vastgesteld waarin staat opgenomen dat wij juist toerisme, cultuur en economie als samenhangende zaken zien; overwegende: • dat de gemeente hier een faciliterende en inspirerende rol heeft; besluit: in de 2e kolom bij de matrix " Huis van inspiratie" kopje Toerisme faciliteren en inspireren toe te voegen. (A1)
Bij de matrix in algemene zin vraag ik aandacht voor de derde kolom, waarboven staat Publiek/Privaat. Bij onze fractie heeft dat voor nogal wat verwarring gezorgd. Het is niet altijd duidelijk, we zijn het er ook niet altijd mee eens en we weten ook niet precies wat er soms bedoeld wordt. Al met al vragen wij ons af wat die derde kolom nu eigenlijk toevoegt. In de tweede kolom is immers al beschreven wat onze rol en ambitie zou moeten zijn en waar we iets over kunnen vinden. Daartoe diene ons tweede amendement, dat eveneens mede wordt ondersteund door PvdA, VVD en GroenLinks: De raad van de gemeente Gorinchem, in vergadering bijeen op 27 juni 2013; ter behandeling van raadsbesluit nummer 2013-0990 inzake cultuurvisie gemeente Gorinchem 2013-2018; constaterende: • dat de matrixen integraal onderdeel uitmaken van de cultuurvisie • dat kolom 3 "Publiek/Privaat" voor onduidelijkheid zorgt • dat deze onduidelijkheid ondervangen wordt door in kolom 2 de rol en ambitie van de gemeente te omschrijven • dat de raad alleen iets kan vinden van zijn eigen rol en ambitie; overwegende: • dat bovenstaande kolom 3 feitelijk overbodig is; besluit: de 3de kolom uit de matrixen te verwijderen. (A2)
Er is lef en moed voor nodig om deze veranderingen met elkaar door te voeren. Daarnaast gaat het ook over samen delen, samen delen met minder. Bij het hier naartoe lopen konden we zien dat mensen daardoor in ieder geval in beweging komen en dat de histo-
H-6
rie zich ging verplaatsen, wat op zichzelf al een positief iets is. Wij kijken uit naar de verdere uitwerkingen. Tevreden zijn wij met de vier gekozen scenario’s. Er is veel werk verzet en we wachten het met belangstelling af. De heer Chaaby: Mijnheer de voorzitter. Vanavond ligt de vaststelling van de Cultuurvisie gemeente Gorinchem 2013-2018 voor. In 2011 is de oude cultuurvisie bekeken, waarbij bleek dat die niet meer aansloot op de praktijk. Cultuur is een groot goed en levert een belangrijke bijdrage aan het imago van onze stad, maar kost daar tegenover ook veel geld. Vanuit deze gedachte is behoefte ontstaan aan een meerjarenplan cultuur voor onze stad in de toekomst, met versterking daarbij van onze regiofunctie. Na een aantal moties in het kader van de perspectiefnota 2011 en de raadsopdracht Cultuurbeleid, is in 2012 in samenwerking met het culturele veld en het maatschappelijk middenveld de cultuurvisie “Gorinchem verbindt” opgesteld. Door omstandigheden, die ruimschoots bekend zijn, heeft het proces van de cultuurvisie fors vertraging opgelopen. In mei 2013 werd de cultuurvisie opnieuw in de raad besproken en werd vanuit de raad een aantal aandachtspunten meegegeven. Na een lange weg is het college er in grote mate in geslaagd een verkorte en heldere visie vanavond aan ons voor te leggen. Dank daarvoor. De nieuwe cultuurvisie geeft een visie op de toekomst voor de stad, waarbij de beleidskaders helder zijn weergegeven en wie in welke rol een positie vervult: een visie die rekening houdt met de wensen van het culturele veld en het maatschappelijk middenveld en recht doet aan de uitspraken van de raad. Onze fractie vindt het van groot belang dat vanaf het begin van dit proces betrokkenheid is getoond door het culturele veld en het maatschappelijk middenveld, met als gevolg dat we vanavond met elkaar een mooi product kunnen bespreken. De huidige crisis, waarin de gemeente wordt genoodzaakt te bezuinigen, vraagt om een andere rol en positie van de gemeente, het culturele veld, burgers, bedrijven en ondernemers. Met beperkte middelen zal een hoog rendement moeten worden behaald. Samen met het culturele veld en het maatschappelijk middenveld staan wij voor fundamentele keuzes in een moeilijke tijd. Daarbij is een belangrijk uitgangspunt dat de kwaliteiten van alle betrokkenen en het zogenaamde DNA van de stad, zoals het cultureel erfgoed, tot hun recht komen. In de punten 4 en 5 worden het doel van de cultuurvisie en de beleidskaders duidelijk omschreven. Gorinchem is een aantrekkelijke stad voor zijn inwoners, bezoekers, bedrijven en de regio, waar cultuur met mensen is. Wij vinden dat hele goede uitgangspunten. Belangrijk is ook dat zoveel mogelijk mensen meedoen, zich laten inspireren door cultuur en zich kunnen ontwikkelen op het gebied van cultuur. Onze fractie onderschrijft deze punten, maar vindt alleen dat het begrip cultuur wat nadere uitwerking vergt. Wij gaan ervan uit dat dat bij het voorkeursscenario zal gebeuren. Verder wordt in het voorstel gesproken over culturele functies, die geclusterd zijn in functionaliteiten. Tijdens de raadsbijeenkomst is door een inspreker van het Huis van inspiratie wat ons betreft een voortreffelijke bijdrage geleverd, waarin wij ons geheel konden vinden. Bij de mogelijke invulling en doelstelling van het Huis van inspiratie hebben we het over Stadspodium, Cultuureducatie en Spreekkamer. Deze functionaliteiten zijn in een matrix verder uitgewerkt, waarbij ook is aangegeven welke rol en ambitie van de gemeente worden verwacht. Het Huis van inspiratie moet een culturele ontmoe-
H-7
tingsplaats worden voor jong en oud, waar mensen geïnspireerd, verrast en geïnformeerd worden. Kortom, het moet een bruisende plek worden waar van alles gebeurt op cultureel gebied, waar mensen verbindingen aangaan en uitgedaagd worden mee te doen en bij te dragen aan de sociale cohesie. Bij het Stadspodium vindt onze fractie het van groot belang dat de functies laagdrempelig zijn voor alle groepen, ongeacht leeftijd, inkomen, enz. Cultuureducatie tot slot is een groot goed dat we als gemeente moeten koesteren en stimuleren. Daarbij dient de gemeente naar de mening van onze fractie een regierol te vervullen en geen bemoeienis te hebben met de inhoud en de uitvoering van het culturele aanbod op scholen; dat is immers een kerntaak van scholen. Onze fractie pleit derhalve voor een andere invulling van de matrix en dient daartoe samen met D66 en CDA het volgende amendement in: De raad van de Gemeente Gorinchem, in vergadering bijeen op 27 juni 2013 ter behandeling van raadsbesluit nummer 2013-0990 inzake cultuurvisie gemeente Gorinchem 2013-2018; constaterende: • dat de matrixen integraal onderdeel uit maken van de cultuurvisie • dat de matrix zich verdeelt over een algemeen aanbod en een onderwijsaanbod • dat de kerndoelen zoals in het onderwijsdeel beschreven, expliciet onderwijszaken zijn • dat de gemeente zich niet met het curriculum van het onderwijs moet bezighouden • dat de gemeente slechts een stimulerende rol kan vervullen; overwegende: • dat de betreffende matrix niet afdoende is; besluit: de matrix aan te vullen conform bijgevoegde matrix (A3) Functies
H-8
Cultuureducatie Rol van de gemeente en ambitie
Publiek/Privaat
Talentontwikkeling: - Muziek (school) - Theater (school) - Jeugdtheater ( school) - Dans (school) - Literatuur - Beeldende vorming - Fanfare en Harmonie - etc. Cultureel erfgoed: Verwerven van kennis over en het krijgen van waardering voor aspecten van cultureel erfgoed
Faciliteren, subsidiëren en stimuleren van activiteiten. Deelname mogelijk maken voor alle inwoners (minimabeleid)
Privaat
Faciliteren, subsidiëren en stimuleren van activiteiten. Deelname mogelijk maken voor alle inwoners (minimabeleid)
Privaat
Cultuur Stimulatie: Door middel van rijks- en provinciale bijdragen het onderwijs ondersteunen in het aanbod van haar culturele educatie.
Combinatiefunctie uitbreiden en versterken en als linkin’ pin inzetten
Publiek/Privaat
Het toerisme blijft in de matrixen wat onderbelicht, vandaar dat wij hiervoor een pleidooi houden. Cultuur is een wezenlijke voorziening, van en voor iedereen. Cultuur kan ook bijdragen aan toerisme en economische groei en is een lokale voorziening die hoort bij de regiofunctie van de stad Gorinchem. In het kader van de Visie 2030 hebben wij aangegeven te willen inzetten op groei, en daar hoort bij dat ook de cultuur als een belangrijke voorziening overeind wordt gehouden. Bovendien kan er een aantrekkingskracht van uitgaan voor nieuwe inwoners. Iemand die zich in Gorinchem wil vestigen, kijkt ook hoe het item cultuur in Gorinchem is ingericht. Mevrouw Dansen: Mijnheer de voorzitter. Eindelijk hebben we hier de cultuurvisie. We hebben er zo lang op moeten wachten en dan zijn we nog niet blij. We hebben de SP-visie er maar eens bijgehaald en daarin kun je lezen dat ook wij een visie van de gemeenteraad op cultuur zeer belangrijk vinden. Onze visie is nog van vóór de slechte tijden en het kan best zijn dat we moeten bezuinigen, maar dat wil niet zeggen dat we als gemeenteraad niets meer moeten willen met cultuur. De cultuurvisie die nu voorligt vinden wij wel heel erg een VVD-visie op cultuur: laat alles maar over aan het eigen initiatief en de markt. Dat is niet onze visie. Wij zitten in Gorinchem niet te wachten op de grootste gemene deler in cultuur, of afhankelijkheid van het bedrijfsleven. In deze visie zien we van de gemeente weinig tot niets. We maken van onszelf een stip aan de horizon. De regering heeft het openbaar vervoer en de zorg verkocht. Gaat Gorinchem nu de cultuur verkopen? Deze visie is een deltaplanvisie, die past in een periode van armoede. De SP wil niet dat culturele armoe onderdeel wordt van de Gorinchemse cultuur. De SP wil er zeker van zijn dat, als er betere tijden aanbreken – en ongetwijfeld komen die echt nog wel –, we weer geld gaan uitgeven aan culturele uitingen: de amateurkunst, een poppodium, cultuuronderwijs, een theater en wellicht een nieuw museum. Wij zijn een beetje bang voor de fundamentele keuzes, die wellicht nu van toepassing zijn, maar hopelijk over een paar jaar niet meer. Wij geloven niet zo erg in het behalen van een hoger rendement met minder middelen en zien ook in deze visie niets waaruit dat zou blijken. Wij zijn niet zo overtuigd van de inzet van de regio. Een voorbeeld hiervan is immers het omvallen van TOON dankzij de regio. De beleidskaders zijn voor ons – ik zeg dit wel vaker, maar ik ga het gewoon weer doen – te vaag. Aandacht voor cultuureducatie. Hoe ver gaat dat, aandacht? Betrokkenheid van de inwoners bij de eigen historie. Als bestuurslid van de Stichting Behoud Erfgoed De Vries Robbé weet ik uit eigen ervaring hoe veel de gemeente daarmee wil doen. Helaas is dat de laatste tijd niet zoveel geweest. Samenhang fysieke kwaliteiten en culturele functies. Dat vind ik wel de mooiste. Moet ik dit lezen als concerten in de Lingehaven, of heb ik dat verkeerd begrepen? Verbinding toerisme en economie kenmerkt zich door wat ik helaas gebakken lucht moet noemen, maar misschien kan de wethouder ons dit beter uitleggen. En de verbinding met de regio lijkt zich meer te kenmerken door goed hoop en wensen dan haalbaar. Nogmaals: wij herinneren ons nog heel goed wat er is gebeurd met TOON. Als laatste de financiële kaders, de bezuinigingen in AHAD. Ook wij begrijpen dat de bomen niet meer tot in de hemel groeien, ook wij weten dat er bezuinigd moet worden en dat daarin soms pijnlijke keuzes moeten worden gemaakt, maar structureel zes ton vanaf 2016? Dat dachten we liever niet. Als de tijden beter worden, en uiteindelijk ook
H-9
weer zijn, willen wij niet met een erfenis van “cultuur mag niks kosten” blijven zitten. Daarom wil ik ter afsluiting van mijn bijdrage de volgende motie indienen, die mede wordt gesteund door Gorinchem Solidair: De raad van de gemeente Gorinchem, in vergadering bijeen op 27 juni 2013; constaterende dat: • er geen reden is om te bezuinigen op cultuur als gemeentelijke financiën op orde zijn; • bezuinigingen in het algemeen en dus ook op cultuur geen doel op zich zijn, maar een noodzakelijk kwaad; • de gemeenteraad van Gorinchem een groot belang hecht aan cultuur; overwegende dat: • de gemeente een rol heeft in de cultuur in Gorinchem; verzoekt het college: een nieuwe cultuurvisie voor te leggen aan de raad in 2016. (M1)
Mevrouw Van Maaren: Mijnheer de voorzitter. Voor ons ligt het raadsvoorstel Cultuurvisie 2013-2018. Onder andere een CDA-motie voor een cultuurvisie werd een hobbelig pad naar uiteindelijk een compacte, brede, vernieuwde visie op cultuur, die als basis dient voor besluitvorming in de toekomst. Er ligt nu een visie voor die helder is en passend voor deze tijd, waarin de financiële middelen, in tegenstelling tot wat anderen willen doen geloven, steeds minder zijn en een schaars goed worden. Goede punten uit het voorstel zijn onder andere het werken met vier clusters en functionaliteiten, het compact beschrijven wat wij, de gemeente, belangrijk vinden, het bepalen of iets publiek of privaat domein is, of beide. Ruime, maar duidelijke kaders, waarbinnen nieuw kwalitatief en inspirerend beleid kan worden ontwikkeld. Juist bij het onderwerp cultuur blijkt hoe bruisend Gorinchem is. Vele activiteiten leunen op sponsoring en faciliterende ondersteuning van de gemeente. Een rijk domein is dat naar onze mening, dat door de gemeente gestimuleerd dient te worden en continuïteit verdient in tijden dat het financieel allemaal moeilijker wordt. Misschien is de volgende motie niet direct op de visie gericht, maar ze kan wel als toegevoegde waarde gezien worden voor de cultuur in Gorinchem. Als gemeente heb je redelijk eenvoudige mogelijkheden te faciliteren om partijen met elkaar te verbinden, bijvoorbeeld crowdfunding, een alternatieve wijze om projecten te financieren. Lokale evenementen, organisaties en initiatieven kunnen zich melden op bijvoorbeeld een portaal/platform van de gemeentelijke website. Bedrijven, ook buiten de regio, kunnen zich dan aanbieden als sponsors bij projecten die hen interesseren, waardoor nog meer exposure aan de stad kan worden gegeven. Om deze vorm van faciliteren op IT-gebied te stimuleren, heeft het CDA de volgende motie voorbereid: De gemeenteraad van Gorinchem, in vergadering bijeen op dd. 27 juni 2013; constaterende: - dat in het raadsvoorstel van de Cultuurvisie Gemeente Gorinchem 2013-2018 duidelijke taken aan of juist niet aan de gemeente worden toegedicht;
H - 10
- dat in het rekenkamerrapport "Op weg naar vernieuwend subsidiebeleid" gesproken wordt over crowdfunding (pagina 31) als nieuwe vorm van subsidieverstrekking; - dat veel van de lokale culturele activiteiten (maar ook andere lokale organisaties en/of activiteiten) financieel afhankelijk is van volledige of gedeeltelijke subsidie van derden; overwegende dat: - in tijden waar creativiteit wordt verwacht voor financieel mogelijk maken van particuliere initiatieven wij als gemeente daar ook een verbindende (faciliterende) rol in kunnen spelen; - de gemeente de uitstraling heeft en mogelijk een centrale mogelijkheid heeft om partijen met elkaar in contact te brengen via de lokale website; - Gorinchem tot op heden een bruisende stad is en het stimuleren van continuïteit van lokale (culturele) activiteiten de economie en het woonplezier van Gorinchem voor in de toekomst ten goede komt; besluitende dat: de gemeente Gorinchem kijkt naar de (ICT) mogelijkheden voor crowdfunding via een portaal op haar eigen website. (M2)
De heer Van Breemen: Naar aanleiding van deze motie heb ik u een vraag te stellen. Is crowdfunding nu niet bij uitstek iets waarmee de gemeente helemaal niets te maken heeft? Mevrouw Van Maaren: Dat hoeft ook niet. Het gaat alleen om een portaal. Een gemeentelijke website kan een centrale plek zijn waar bedrijven gemakkelijk naartoe gaan bij hun eerste kennismaking in Gorinchem. Verder heeft de gemeente er inhoudelijk niets mee te maken. De heer Van Breemen: Een soort makelaarsfunctie dus? Mevrouw Van Maaren: Ja. Mevrouw Hoogesteger: En dan zou iedereen zich daar kunnen aanmelden, ongeacht het doel waarvoor …., jeetje…, wat is het werkwoord voor crowdfunding… De voorzitter: Ik wil er nu even tussen komen. De discussie behoort plaats te vinden via de voorzitter, u gelieve niet door elkaar heen te praten. Mevrouw Van Maaren: Om een voorbeeld te noemen: er zijn ook mogelijkheden op het gebied van nieuwe energie, waar ook crowdfunding mogelijk zou zijn. In den lande gaat het in veel gevallen om culturele activiteiten en evenementen, maar je zou het verder kunnen uitbreiden. In mijn betoog zojuist heb ik ook gezegd dat het misschien niet helemaal gerelateerd is aan de cultuurvisie, maar wel van toegevoegde waarde kan zijn. Wij zijn tevreden over de huidige uitwerkingen en kijken uit naar de uitwerking van deze visie in oktober. Tot slot nog even het volgende. Gezien het feit dat rondom de hernieuwde visie voor cultuur ook een zware bezuinigingstaak is gesteld, is bij ons de vraag gerezen of door de vertraging van dit document de bezuinigingsdoelstellingen die in 2012 zijn vastgesteld
H - 11
met name in 2014 realistisch gezien nog gehaald kunnen worden, of dat deze bijgesteld dienen te worden. Mevrouw Molengraaf-Vullers: Mijnheer de voorzitter. Voor zover ik weet, hebben we nog maar zelden een onderwerp behandeld dat zo weerbarstig bleek te zijn. Tot liefst tweemaal toe heeft de raad de wethouder verzocht stukken aan te scherpen, in de tussentijd is de muziekschool ter ziele gegaan, heeft een voor dit dossier verantwoordelijke wethouder de handdoek in de ring gegooid en is er ook nog zo'n € 40.000,- meer uitgegeven dan afgesproken was, zonder dat de raad daarover is geïnformeerd. Toch moeten we nu ook zeggen dat op verzoek van de raad op korte termijn uit een zeer wollige brij een aangescherpt stuk is gemaakt, waar zeker aanknopingspunten in zitten. Vanuit de raadsopdracht, maar ook vanuit de noodzaak te bezuinigen, is geprobeerd kaders, rollen en verantwoordelijkheden op het gebied van cultuur in beeld te krijgen, en dan vooral wat wel en niet voor rekening van de gemeente moet zijn. Scherp stellen, fundamentele keuzes: dat is nodig en dat vonden wij eerder te weinig terug in voorstellen. We vonden ook dat we niet alleen vanuit geld konden praten. Er moest een gedegen visie liggen op wat we nu willen met de cultuur in Gorinchem, dus niet alleen scenario’s, die financieel waren. In het voorliggende stuk vinden we daar meer van terug. Doel is grip op de kosten te krijgen en toch een zo breed mogelijk cultuuraanbod mogelijk te maken. En gelukkig – eerdere sprekers zeiden het ook al – is er in Gorinchem heel veel, en dat is ook vanuit de samenleving ontstaan: particulier initiatief, het culturele veld, bedrijfsleven en, ja: ook de gemeente. Wat ons betreft moet het ook vooral zo. De motor van cultuur komt uit de samenleving: cultureel ondernemerschap, maar ook wat vanuit inwoners zelf komt aan initiatieven en aan vraag naar cultuur. Wat onze fractie betreft heeft de gemeente een vergelijkbare rol als in het project Meedoen: regisseren, match making, ruimte bieden. In de verschillende besprekingen hebben wij steeds drie punten naar voren gebracht waarin wij met name een rol van de gemeente en een verantwoording van de gemeente zien: de cultuurhistorie, de amateurkunst en de cultuureducatie van kinderen en jongeren. Alhoewel wij ons zomaar kunnen voorstellen dat bij cultuureducatie in het huidige politieke klimaat de vlieger van eigen verantwoordelijkheid van ouders wordt opgelaten, zijn wij blij dat wij deze punten toch terugvinden in voorliggend stuk. Minder blij zijn wij met wat wij in de matrix bij Stadspodium lezen over de professionele kunst. Het is naar onze mening geen primaire taak van de overheid om dat te subsidiëren. Die tekst willen wij dan ook amenderen via het volgende amendement: De raad van de gemeente Gorinchem, in vergadering bijeen op 27 juni 2013 ter behandeling van raadsbesluit nummer 2013-0990 inzake cultuurvisie gemeente Gorinchem 2013-2018; constaterende dat: - het raadsvoorstel Cultuurvisie heldere verwachtingen heeft van zowel de publieke als de private sector; - de matrixen integraal onderdeel uitmaken van de cultuurvisie; overwegende dat: - ten aanzien van de professionele podiumkunsten (toneel, dans en muziek) de gemeente geen primaire rol heeft in het faciliteren van huisvesting, maar wel meedenkt met het maatschappelijk middenveld en bedrijfsleven als het gaat om H - 12
het in stand houden of mogelijk maken van activiteiten op het gebied van podiumkunsten en huisvesting daarvan; - ten aanzien van de professionele podiumkunsten (toneel, dans en muziek) de financiering geen primaire taak van de gemeente is; verzoekt het college: onder “Rol en ambitie gemeente” bij Stadspodium de zin: "Toegankelijk houden van.....tot podiumkunsten' weg te laten en vervolgen met: 'Geen primaire rol in het faciliteren van huisvesting maar wel meedenken met het maatschappelijk middenveld en bedrijfsleven als het gaat om het in stand houden of mogelijk maken van activiteiten op het gebied van podiumkunsten en huisvesting daarvan.' (A4)
De voorzitter: Voor mij is even van belang te weten of u hiermee een opdracht geeft aan het college om iets te doen, of dat u het voorliggende voorstel amendeert. Mevrouw Molengraaf-Vullers: Wij willen het voorliggende voorstel amenderen. De voorzitter: Het dictum doet wat anders vermoeden, maar ik stel dus vast dat het een amendement is. Mevrouw Molengraaf-Vullers: Ja, het is een amendement. Tegelijk kunnen we ons dan weer niet voorstellen dat de gemeente bij toerisme geen rol zou willen spelen, terwijl we met elkaar hebben vastgesteld dat toerisme voor deze stad heel belangrijk is. Wij zullen het amendement van D66 dan ook steunen. Terecht wordt in het raadsvoorstel gewezen op frictiekosten en op de termijn waarop bezuinigingen kunnen ingaan in verband met beroeps- en bezwaarprocedures. We moeten ons dus niet te snel rijk rekenen. Wat mij betreft is de suggestie van mevrouw Dansen om dan maar weer een nieuwe cultuurvisie te gaan maken dan ook absoluut buiten de orde. We staan niet te juichen over deze, maar op een gegeven moment moet de kogel wel door de kerk en het lijkt me dat dat moment nu is aangebroken. Naar de mening van onze fractie blijft terughoudendheid bij uitgaven op het gebied van cultuur dus geboden, maar het is ook zaak snel duidelijkheid te bieden aan het culturele veld en de organisaties daarbinnen over wat ze ook financieel van de gemeente kunnen verwachten. Mevrouw Stam: Mijnheer de voorzitter. We hoeven er geen doekjes om te winden. Er is minder geld voor alles, dus ook voor cultuur. Daar kunnen we lang of kort over piepen, maar er moeten besluiten worden genomen, keuzes gemaakt. Gemakkelijk is dat niet, vandaar dat wij altijd hebben gepleit voor een gedegen analyse en een planmatige aanpak. Hoewel cultuur natuurlijk alles te maken heeft met emoties, dienen politiek en bestuur zoveel mogelijk van vooral negatieve emoties te worden ontdaan. Heilige huisjes en verworven rechten, daar geloven wij niet zo in, in slachtofferschap evenmin. Wel geloven wij in enthousiasme, constructief meedenken en autonoom handelen. Gelukkig hebben we dat ook heel veel gezien: berichten op facebook die inspireren, leuke initiatieven in de stad, bezielende gesprekken in, jawel, de kroeg. Naast de noodzaak tot bezuinigen is het de VVD echter al langer een doorn in het oog dat sommige spelers op het cultuurveld zich de financiële ondersteuning van de gemeente een beetje laten aanleunen. Voor een liberaal is deze afhankelijkheid onbegrijpelijk. Laten we ook niet verge-
H - 13
ten dat de inkomstenbron van de gemeente gewoon uw en mijn geld is. Door cultureel ondernemerschap te stimuleren wordt de sector minder afhankelijk van overheidssubsidie en dus van belastinggeld. Als VVD’er hoor ik wel vaker: jullie willen alles aan de markt overlaten. Dat is niet waar. De VVD vindt dat kunst en cultuur van grote waarde zijn voor de Gorinchemse samenleving en de samenleving is prima in staat om dat grotendeels zelf te organiseren. Pas als de markt faalt moet de gemeente ingrijpen. Dat geldt voor behoud van cultureel erfgoed en cultuureducatie voor de jeugd. Alle andere zaken en activiteiten moeten met inachtneming van de gezinnen met een smalle beurs verhandeld worden tegen marktprijzen. Mevrouw Dansen: Ik zou de spreekster er toch op willen wijzen dat ze nu precies zegt wat ik zojuist tegen haar heb gezegd. Misschien begrepen we elkaar dan niet goed, maar volgens mij heeft de spreekster het over de markt. Mevrouw Stam: Ja, daar moet ik mevrouw Dansen gelijk in geven, maar wellicht is haar de nuancering een beetje ontgaan. Ik heb namelijk gezegd dat we het moeten overlaten aan de markt, maar dat daar waar de markt faalt, de overheid moet ingrijpen. Vele rondes van inspraak en aanpassingen hebben de cultuurvisie een prima culturele blauwdruk gemaakt voor de komende tijd. Er staat duidelijk in dat cultuur van ons allemaal is en dat het ook onze gezamenlijke verantwoordelijkheid is. Er staat duidelijk in dat cultureel ondernemerschap de norm is en dat cultureel erfgoed en cultuureducatie publieke zaken zijn. De functionaliteit van de Spreekkamer spreekt de VVD enorm aan. Dat is wat ons betreft het meest inspirerende gedeelte. Dat is waar creativiteit en zakelijkheid elkaar ontmoeten, waar nieuwe ideeën worden uitgewerkt, waar je gaat vragen of iemand jou kan helpen omdat je een tof plan hebt, of waar je gaat aanbieden te helpen omdat je gehoord hebt dat er een tof plan is, waar je naartoe gaat om je tijd aan te bieden, om expertise te halen, enthousiasme te delen, kennis te brengen, netwerken te halen en financiën samen te delen en regelen. Misschien een tikkie abstract, maar dat mag nog. In het najaar wordt het concreet en moeilijk genoeg. Wat ons wel een wenkbrauw heeft doen optrekken is de matrix met de veronderstelde rangorde der belevingen. Als we die voor kennisgeving moeten aannemen, zegt de VVD bij deze: dat hebben we gedaan, hij kan eruit. De heer Van Breemen: Mijnheer de voorzitter. Na een lange, je mag wel zeggen té lange, tijd ligt dan toch de cultuurvisie voor ons. GroenLinks heeft reikhalzend uitgekeken naar dit document en we zijn dan ook blij dat het er nu uiteindelijk ligt. Helaas wordt de discussie over onze visie op cultuur, oftewel de vraag “wat willen we met cultuur in Gorinchem?”, inmiddels overschaduwd door een bezuinigingstaakstelling van zes ton. Dit is gezien de financiële ontwikkeling van de stad onontkoombaar geweest, maar het is absoluut geen ideale situatie. Daarom wil GroenLinks hier vooral ingaan op de inhoud van de visie, maar daarbij houden we natuurlijk wel de beperkte budgetten in ons achterhoofd. De visie die voorligt kan GroenLinks onderschrijven, maar op een aantal punten willen wij graag wat dieper ingaan en daarbij schetsen hoe wij het interpreteren. De eigenlijke cultuurvisie valt uiteen in vijf punten: het moet van en met mensen zijn, het moet de ge-
H - 14
zamenlijke identiteit versterken, de samenleving is de motor van de cultuur, er moeten nieuwe verbindingen worden aangegaan en het moet zoveel mogelijk mensen bereiken, om hen vervolgens te inspireren en te ontwikkelen. Met deze vijf uitgangspunten, waar GroenLinks achter staat, kan verder gebouwd worden aan de vormgeving van de cultuur in Gorinchem. Met name het derde punt – de samenleving die de motor is – is daarbij een grote verandering, die past in de beweging van een terugtredende overheid. We moeten, als we dat uitgangspunt aanhangen, echter niet raar opkijken dat bestaande, haast vanzelfsprekende, zaken zullen verdwijnen en dat er andere initiatieven voor in de plaats komen. Als we als uitgangspunt nemen dat de samenleving de motor is van de cultuur, betekent dat immers dat, als ergens in de samenleving onvoldoende draagvlak voor is, er een einde aan die instelling of activiteit komt. Dat zal de gemeenteraad moeten accepteren, ook al kun je soms niet precies overzien welke gevolgen dat zal hebben. Als je bepaalde zaken perse wilt hebben, zul je dat vast moeten leggen en daarvoor ook geld over moeten hebben. Dat is wat GroenLinks betreft aan de orde in oktober, als we het over de scenario’s hebben. Bij de beleidskaders die gehanteerd worden bij de cultuurvisie hebben we een vraag over de laatste, namelijk de regionale verbinding. Hier wordt gesproken over een gedeelde verantwoordelijkheid. GroenLinks vraagt zich af wat het college hiermee precies bedoelt. Uit het verleden weten we dat buurgemeenten niet snel financiële verantwoordelijkheid nemen als het gaat om regionale voorzieningen die in Gorinchem liggen en bij TOON hebben we gezien hoe gemakkelijk ze vervolgens ook weer van die verantwoordelijkheid kunnen afstappen. Graag vernemen wij hierop een toelichting van het college. Vervolgens kom ik bij de vier functionaliteiten. Allereerst het Huis van inspiratie. Over dit concept zijn wij zeer te spreken, hoewel er bij de uitwerking nog serieuze hobbels in de weg zitten, hobbels die geslecht moeten worden. Het idee van een stevige samenwerking, in elk geval functioneel, misschien ook fysiek, van de uitleenfuncties bibliotheek en artoteek, van de erfgoedfuncties, om het zo maar te noemen, museum en archief en van de informatiefuncties VVV, bibliotheek en museum, spreekt ons zeer aan. Deze functies kunnen elkaar op meerdere manieren versterken. Door literatuur, kunst, informatie, historie en erfgoed bij elkaar te voegen, ontstaat een plaats waar het verleden en het heden samen te vinden zijn en waar informatie te vinden is over stad en regio, en in de bibliotheek zelfs over de wereld. Men kan er kunst of boeken lenen en het Huis van inspiratie wordt zo een plaats waar mensen kennis kunnen maken met Gorinchem, zijn omgeving, en met de kunst en de geschiedenis die Gorinchem rijk is. De museale functie krijgt meer reuring door de inloop van de bibliotheek en de VVV en het educatieve element van de bibliotheek kan versterkt worden door de koppeling met de erfgoedfuncties. De hobbels echter die we hierbij zien liggen ten eerste in de locatie. Het lijkt ons een redelijk onmogelijke uitdaging om al deze functies samen te voegen in één gebouw, zeker als dat gebouw het voormalige stadhuis aan de Grote Markt is. Bij de verdere uitwerking zal daarom bekeken moeten worden hoe dit vormgegeven zal worden en of het wel zo verstandig is om alles onder één dak te willen hebben, of dat, als je recht wilt doen aan alle functies, operationele samenwerking misschien al voldoende is. Een ander punt dat uitwerking behoeft is de educatieve kant van het Huis van inspiratie. Dit wordt nu eigenlijk terloops genoemd, maar het is volgens ons wel een belangrijke
H - 15
functie van zo’n huis, in ieder geval van de functies daarin, en zeker niet alleen voor mensen tot 25 jaar. Dan het Stadspodium. Ook deze visie onderschrijft GroenLinks, hoewel we ook hierbij nog wat knelpunten zien. Het feit dat we amateur-podiumkunsten toegankelijk willen maken door faciliteren en subsidiëren, vinden wij zeer terecht, maar hiervoor heb je wel een podium nodig waar deze podiumkunsten vertoond kunnen worden. Het is dan ook maar de vraag of het wenselijk is dat de gemeente daarin een gezamenlijke verantwoordelijkheid krijgt met het maatschappelijk middenveld, zoals bij het kopje “Podiumkunsten professioneel” gesuggereerd wordt. We hebben het hierbij natuurlijk over de dorpshuisfunctie, van welk podium dan ook. Als blijkt dat daarvoor vanuit de maatschappij geen, of te weinig, draagvlak is, heb je een probleem. Waar zouden de scholen of gezelschappen als LUSA en TOON dan terecht moeten? Graag ook hierop een toelichting van het college. Voor de Stichting De Nieuwe Doelen zal het met deze visie in de hand moeilijk worden om de activiteiten in de huidige vorm voort te zetten. De veranderingen die deze visie met zich meebrengt vragen van het stichtingsbestuur een zekere creativiteit, om in de nieuwe situatie binnen de nieuwe kaders anders te gaan opereren. Hier ligt een uitdaging voor hen, maar zeker ook voor het bedrijfsleven en het maatschappelijk middenveld. De gemeente doet hierin een stapje terug, dat werd al wel duidelijk toen de bezuinigingstaakstelling van zes ton bekend werd, en het is nu aan De Nieuwe Doelen en aan de samenleving om te komen met nieuwe, creatieve manieren om de professionele podiumkunsten in Gorinchem een plek te geven. Denkt het college dat het realistisch is dat hierover in oktober al duidelijkheid bestaat? Anders wordt de scenariodiscussie dan misschien een ingewikkelde zaak. De cultuureducatie heeft GroenLinks hoog in het vaandel staan. De vraag die wij bij de matrix cultuureducatie hebben betreft de functies leren, kennis maken en oriëntatie beoefenen en talentenontwikkeling. Gezegd wordt dat dit de afspraken zijn tussen rijk, gemeente en provincie, maar wat zijn dit nu precies voor afspraken? Zijn dit leerdoelen die gewoon in het algemene curriculum worden opgenomen, of hebben we het hier over een project dat gedraaid wordt? GroenLinks kiest in het cultuurbeleid, net als bij sport, niet voor topsport, oftewel topcultuur, maar voor breedtecultuur. De gemeente moet de basisvoorwaarden scheppen, zodat de basis van de educatie op het gebied van muziek, theater of beeldende kunst gelegd kan worden. Het is niet de bedoeling dat we een vooropleiding voor het conservatorium of de kunstacademie subsidiëren, maar wel dat we de hobby van mensen, waarbij zij hun talenten op cultureel gebied kunnen ontwikkelen, mogelijk maken. Hierbij kom ik meteen op een punt dat eigenlijk ontbreekt in deze visie: de cultuur in het verenigingsleven, en dan met name het verenigingsleven dat niet op podia verschijnt. Je kunt hierbij denken aan een koor dat een keer in de maand een kerkdienst verzorgt, een dansgroep die af en toe een uitvoering voor familie geeft en zulk soort clubs. Ze vragen vaak een klein beetje subsidie waarmee ze net het hoofd boven water kunnen houden, maar verder zijn ze voor het grote cultuurbeleid een beetje buiten beeld. Wel wordt hier vaak wekelijks enthousiast aan cultuur gedaan en vinden veel mensen er hun vrijetijdsbesteding. Graag zouden wij zien dat in de verdere uitwerking van de cul-
H - 16
tuurvisie ook voor deze cultuurbeoefening wat aandacht komt, omdat ze anders wat ondergesneeuwd dreigt te raken door de grote partijen. Tenslotte nog wat over het vervolgtraject. Met dit document leggen we vast wat de visie is van de gemeente Gorinchem op cultuur. Dat zijn de kaders waarbinnen volgens GroenLinks het culturele veld vooral zelf, en zonder al te veel bemoeienis van onze kant, aan de slag moet gaan. GroenLinks legt graag de verantwoordelijkheid bij hen, niet omdat wij die verantwoordelijkheid zelf niet willen nemen, integendeel, maar omdat we er het volste vertrouwen in hebben dat het culturele veld zelf beter, veel beter, in staat is een en ander vorm te geven dan dat wij dat zijn. We roepen het college dan ook op om na vaststelling van deze visie zo snel mogelijk met het veld in gesprek te gaan, zodat we bij de discussie over de scenario’s in oktober ook echt weten hoe het culturele veld aankijkt tegen de invulling van de visie. Over die scenariodiscussie hebben wij nog wel een vraag. De suggestie wordt nu gewekt alsof het college met een voorkeursscenario komt, waarbij het voor de raad – even ongenuanceerd gezegd – slikken of stikken is, ja of nee. Volgens GroenLinks zou het veel beter zijn om de raad een serie bouwstenen aan te reiken, met daarbij eventueel een voorkeursbouwwerkje van het college, zodat we als raad echt wat te kiezen hebben en weten wat er gebeurt als we bijvoorbeeld bouwsteen X vervangen door bouwsteen Y en welke gevolgen het heeft als we dan ook eigenlijk toch nog bouwsteen Z erbij willen hebben. Hopelijk kan het college dat toezeggen. Met deze visie staan we aan het eind van een lang traject waarin de nodige dingen mis zijn gegaan. Tegelijkertijd echter staan we aan het begin van een nieuw traject, op weg naar de definitieve scenariodiscussie over de toekomst van de cultuur in Gorinchem. GroenLinks denkt dat we met dit document een visie hebben neergezet waarin het belang van cultuur in al zijn aspecten duidelijk naar voren komt en waarbij ook de rol van de gemeente daarin helder verwoord is. Nu is het de kunst om met, maar vooral door, het veld te komen tot een scenario waarin de toekomst van het culturele veld zichtbaar wordt. Wij kijken in ieder geval uit naar deze discussie in oktober. De heer Van der Roest: Mijnheer de voorzitter. Wij zijn blij met een wethouder die luisteren kan naar de raad en snel reageert. Ik wil dat duidelijk gezegd hebben. Wij hebben waardering voor de snelheid waarmee hij en het ambtelijk apparaat hebben ingespeeld op de voor hem misschien toch wat verrassende verhalen die vanuit de gemeenteraad kwamen. Betekent dat nu ook dat wij het met hem eens zijn? Nou, nog niet helemaal, en misschien wel helemaal niet. Wij vinden de visie wel heel sterk aan tijd gebonden en financieel georiënteerd, een neoliberaal stuk waarin de rol van de markt naar mijn mening overschat wordt en de overheid structureel geminimaliseerd. Toen ik het verhaal aan het lezen was, kreeg ik het gevoel dat mevrouw Thatcher het erg mooi zou hebben gevonden. Met de ingang van het nieuwe subsidiebeleid die wordt aangegeven zijn wij wel heel blij. Daaraan zullen we gewoon verder met elkaar moeten werken. Wat de heer Van Breemen zojuist heeft gezegd sprak mij op een aantal onderdelen zeer aan. Ik heb er geen behoefte aan dat nu te gaan herhalen, maar ik vind dat hij een aantal heel verstandige dingen heeft gezegd. In het raadsvoorstel wordt ingegaan op huurderving als frictiekosten. Een behoorlijk groot deel van de subsidies vloeide uiteindelijk terug naar de gemeente als verhuurder.
H - 17
Dat houdt verband met het systeem waarmee een gemeente omgaat bij het bepalen van boekwaarden. Daarbij is het niet ongebruikelijk om dingen die worden verbouwd bij de boekwaarde te voegen, alsof dat iets met de marktwaarde te maken zou hebben. Het betekent ook dat we, nu we een aantal dingen leeg krijgen, zoals bijvoorbeeld een gebouw als de Da Costa-mavo, dat vestzak-broekzakverhaal in wezen kwijt zijn en we gewoon moeten kijken naar de werkelijke waarde van dat gebouw als we het zouden kunnen verkopen, even afgezien van de wat moeilijke situatie waarin we nu verkeren. Voor de komende vier jaar is dit een verhaal waarmee we prima moeten kunnen leven, maar ik ben het met mevrouw Dansen eens dat het verstandig is het in 2016 opnieuw tegen het licht te houden. De door haar ingediende motie zullen we dan ook steunen. Mevrouw Hania-van Emmerik: Mijnheer de voorzitter. De fractie Stadsbelang vraagt zich in gemoede af waar wij vandaag over besluiten. Het raadsvoorstel Cultuurvisie gemeente Gorinchem 2013-2018 bevat in onze ogen nog slechts de meer theoretische, zoals u het noemt, aangescherpte kaders van de gemeentelijke visie op cultuur. Alleen de mooie woorden, waar om die reden geen mens tegenop kan, zijn gebleven en daarbij is in de bijlagen nog toegevoegd een kleurrijke, vrolijk ogende clustering van onderscheiden cultuurfuncties in vier functionaliteiten. Tot zover dus geen probleem. Maar toch opnieuw de vraag: waar besluiten wij vandaag eigenlijk over? Het raadsvoorstel dat de raad vanavond is voorgelegd is namelijk geheel ontdaan van de vier destijds overigens slecht onderbouwde financiële scenario’s, waarmee na een keuze voor één scenario, of een combinatie daarvan, door de keuze voor een financieel scenario geheel achterwege te laten, slechts de mooie woorden van de visie overblijven. Waaraan vanavond volledig lijkt te worden voorbij gegaan, is dat aan het voorgenomen cultuurbeleid ook een zware bezuinigingstaakstelling is gekoppeld. Dat kan niet anders inhouden dan dat voor het culturele veld een aantal zware, mogelijk ook nog onoverkomelijke opgaven in het verschiet liggen. Het zicht daarop is in het voorliggende raadsvoorstel echter volledig weggenomen en vervangen door de voorgestelde opdracht aan het college om de cultuurvisie verder uit te werken en te komen tot een voorkeursscenario dat recht doet aan de bezuinigingsopdracht van uiteindelijk zes ton per jaar. Als wij de cultuurvisie in deze vorm gaan vaststellen, kunnen we dus in het geheel niet overzien wat de gevolgen daarvan zullen zijn voor het culturele veld en, nog belangrijker: ook voor de burgers van onze stad. Daar komen we pas achter als in oktober de voorkeursscenario’s ter besluitvorming aan de raad worden voorgelegd, en dat is wat onze fractie betreft een volledig andere benadering dan de benadering die in het verleden is gevolgd, toen de raad direct betrokken was bij de keuze van de scenario’s. Het nu voorliggende voorstel om in oktober te besluiten over het door het college opgestelde voorkeursscenario houdt wat onze fractie betreft het gevaar in zich dat we in oktober eenvoudig voor voldongen feiten worden geplaatst. Dat lijkt ons in het geheel niet acceptabel. De fractie Stadsbelang wil dan ook pas over de cultuurvisie besluiten als de consequenties daarvan volledig inzichtelijk zijn en aan ons zijn voorgelegd. Daarenboven is Stadsbelang van mening dat het door het college gevraagde verdere uitstel van de besluitvorming over een voorkeursscenario de onzekerheid over de effecten van de cultuurvisie binnen het culturele veld onacceptabel langer verlengt, met alle gevolgen van dien. Door de kaders van de cultuurvisie nu vast te stellen, zonder zicht te hebben op de gevolgen van dit besluit,
H - 18
wordt ons gevraagd verder in de fuik te zwemmen, waarmee we ons als raad de mogelijkheid ontnemen om nog een andere invalshoek te kiezen voor het toekomstige cultuurbeleid, met als consequentie het vaststellen van een cultuurbeleid dat ons in oktober niet kan aanstaan. Wij zullen daarom tegen dit voorstel stemmen. De voorzitter: Ik schors de vergadering voor beraad over de ingediende amendementen en moties (20.57 uur). Schorsing De voorzitter: Ik heropen de vergadering (21.10 uur). Het woord is aan de wethouder. Wethouder Doodkorte: Mijnheer de voorzitter. Zelden is volgens mij zo massief, van links tot rechts, een bijdrage geleverd aan een raadsvoorstel. Mooi is ook te zien, althans voor het college, dat de kern van de raad, links en rechts een beetje weghalend, redelijk eenduidig zit in dit verhaal. Wat de inhoud betreft, meen ik te mogen concluderen dat een redelijke mate van overeenstemming bestaat over de kern van de cultuurvisie. Iedere partij heeft daarbij op een eigen, specifiek onderdeel nog een extra accent willen leggen, wat het meest expliciet is gebeurd door mevrouw Dansen van de SP met haar uitspraak: ja, er is een visie, maar nee, we zijn niet blij. Dat spijt mij, maar het is een constatering die ik moet doen. Zelf was ik er niet bij, maar eerder is door de raad een opdracht gegeven voor een nieuwe cultuurvisie en voordat die cultuurvisie er was, heeft de raad bij de begrotingsbehandeling het vorig jaar zes ton ingeboekt, waar volgens mij een deel van de noodzaak lag om te komen tot een nieuwe cultuurvisie. Ik heb niet paraat hoe de SP heeft gestemd toen de begroting moest worden vastgesteld en ik weet dus niet of zij mogelijk bij een van de onderdelen een voorbehoud heeft gemaakt, dan wel of zij impliciet heeft ingestemd met de bezuinigingsmaatregelen, daarmee uiteindelijk ook richting gevend aan deze visie… Mevrouw Dansen: Nu het zo expliciet gevraagd wordt: wij hebben tegen de begroting gestemd. Daarbij hebben wij ons duidelijk uitgesproken over wat wij wel en niet wilden. Wij hebben opgemerkt dat wij niet voor bezuinigingen waren, maar dat, als we moesten kiezen tussen bezuinigingen op de zorg en op cultuur, wij voor de zorg zouden gaan, maar liever niet op de cultuur zouden willen bezuinigen. Dan bent u weer helemaal op de hoogte! Wethouder Doodkorte: Mooi, die consistentie bij de SP, die is ook te waarderen. Het restant van mijn betoog ten aanzien van de financiële aspecten in de richting van de SP houd ik nu maar voor mij. Ik ben het overigens niet met mevrouw Dansen eens dat deze cultuurvisie uiteindelijk zal leiden tot culturele armoede. Volgens mij kan ze in het meest optimale geval straks zelfs leiden tot extra culturele rijkdom, omdat vanuit het werkveld steeds meer ruimte komt om invulling te geven aan de cultuur. Op dat punt ben ik het dus niet met mevrouw Dansen eens. Wat in de cultuurvisie staat maakt mijns inziens nogal expliciet wat de rol van de gemeente zou moeten zijn. Het college heeft in ieder geval aangegeven wat de ambitie en de rol van de gemeente zou moeten zijn en daarnaast hebben wij geprobeerd aan te geven waar het primaat ligt bij de uitvoering van activiteiten; zie daarvoor de derde kolom onder het kopje Publiek/Privaat, waarop
H - 19
ik straks nog even terugkom. Jammer vind ik het dat wij er volgens de SP niet in zijn geslaagd de beleidskaders helder te formuleren. Zij vindt ze nog steeds te vaag. Dat is dan even niet anders. Door de SP is vervolgens een motie ingediend waarin wordt gevraagd om een nieuwe cultuurvisie in 2016. Het college lijkt deze motie weinig zinvol. In 2016 zal, als alles mee zit, voor het eerst een jaar gedraaid worden waarin de bezuiniging in volle omvang moet worden gerealiseerd. Volgens mij betekent dit dat in het jaar 2017 voor het eerst optimaal geëvalueerd kan worden wat de effecten zijn van deze cultuurvisie in relatie tot het financieel perspectief dat daarbij is gesteld. Het uitvoeren van een evaluatie daarna, om te bezien op welke onderdelen de cultuurvisie zou moeten worden aangepast, dan wel eventueel een nieuwe cultuurvisie zou moet worden ontwikkeld, lijkt het college niet onlogisch, maar op dit moment vinden wij deze motie weinig zinvol, vandaar dat wij die de raad ten sterkste ontraden. Mevrouw Van Maaren heeft een heel ander geluid laten horen dan mevrouw Dansen. Zij heeft geconstateerd dat een heldere visie voorligt, die past in deze tijd. Dat geeft het college moed, want ook wij hadden het beeld dat ze redelijk helder is en passend in deze tijd. In feite heeft mevrouw Van Maaren slechts blijk gegeven van één onzekerheid. Verwijzend naar de vertraging die het traject heeft opgelopen, vroeg zij zich af hoe realistisch de bezuiniging nog is die voor 2014 is ingeboekt. In het raadsvoorstel heeft het college aangegeven dat bij de uitwerking van deze visie naar een voorkeursscenario wel degelijk rekening zal worden gehouden met de door de raad opgedragen bezuinigingstaakstelling. Vooralsnog hebben wij geen reden te veronderstellen dat wij daarin niet zullen slagen. Onverlet de discussie die nog zal volgen over de frictie- en transitiekosten, meent het college nog steeds dat vol moet worden ingezet op het realiseren van die bezuiniging, want daarmee staat of valt ook het toekomstperspectief. Door het CDA is een motie ingediend over crowdfunding, die op zichzelf zeker sympathiek is. Wat er inhoudelijk mee wordt beoogd is wellicht nog sympathieker, maar er past wel enige nuancering bij. Als de motie zó mag worden uitgelegd, dat de gemeente de rol van verbinder op zich neemt en via de website, facebook en twitter informatie verstrekt over crowdfunding als mogelijkheid om extra fondsen te werven, kunnen wij erin meegaan. Als het echter de bedoeling is de site van de gemeente te gebruiken als doorverwijsloket, moet ik dat ontraden, om de simpele reden dat wij door het innemen van een positie op de website ook juridisch aansprakelijk gesteld zouden kunnen worden. Wij zijn zeer wel bereid op onze site mededelingen te doen over de mogelijkheden van crowdfunding, en daarbij mogelijk ook te verwijzen naar andere websites, maar wij willen onze website niet gebruiken als portaal naar doorverwijzing voor anderen. Mevrouw Molengraaf heeft als te doen gebruikelijk een genuanceerd betoog naar voren gebracht, met alles aan alle kanten belicht. Ze heeft gezegd niet blij te zijn met het voortraject en met de extra kosten, waarbij zij haar teleurstelling uitsprak over het feit dat de raad daarover pas zo laat is geïnformeerd, maar wel blij met het aangescherpte stuk dat nu voorligt. Goed naar haar luisterend, begrijp ik dat het wat haar betreft nog niet scherp genoeg is. Er worden echter al wel fundamentele keuzes gemaakt en het verheugt mij bijzonder dat vanuit het werkveld al heel veel wordt gedaan en dat de samenleving bij voortduring optimaal, en soms ook maximaal, is betrokken bij datgene wat de cultuur in Gorinchem maakt tot die hele specifieke Gorinchemse cultuur.
H - 20
Mevrouw Molengraaf trok in haar bijdrage een parallel met de rol in “Meedoen moet”. Op onderdelen is dat inderdaad zo, op andere onderdelen ligt het echter wat genuanceerder. Waar ik blij mee ben, is dat zij de driedeling van historie, amateurkunst en educatie voldoende onderbouwd vindt in de visie. Een vraag had zij nog wel over de rol van het toerisme. Volgens mij is het uitermate lastig heel specifiek aan te geven wat die rol van toerisme is. Gorinchem wil een pleisterplaats zijn waar mensen zich gedurende langere tijd willen verpozen. Het zou naar de opvatting van het college doodzonde zijn wanneer we die periode van verpozen niet optimaal en maximaal zouden maken. Het betekent dat ons cultuuraanbod zich niet moet beperken tot een aantal daguren, maar dat er ook in de avonduren voor cultuuraanbod moet worden gezorgd. Dit raakt gedeeltelijk ook aan het amendement dat mevrouw Molengraaf heeft ingediend, waarin wordt aangegeven dat de fractie ChristenUnie/SGP zich ten principale niet kan vinden in de door ons geformuleerde rol van de overheid ten aanzien van het Stadspodium. Andere fracties daarentegen hebben, kijkend naar de rol van het Stadspodium, vooral in brede zin – niet alleen de amateurkunst dus, maar ook de professionele kunst – betoogd dat, als we podiumkunsten zo belangrijk vinden, er ook voor zal moeten worden gezorgd dat er een podium komt, even los van de vraag wie dat podium gaat bekostigen. Op basis daarvan wordt het amendement van ChristenUnie/SGP door het college ontraden. Een van de meest positieve en optimistische benaderingen was afkomstig van mevrouw Stam namens de VVD. Heel puntig formuleerde zij dat de VVD ervan uitgaat dat de samenleving prima in staat is in belangrijke mate de zaak zelf te organiseren, en dat, wanneer dat niet lukt, of ontspoort, de overheid alsnog aan zet is. Het doet het college goed dat de Spreekkamer kan rekenen op enthousiasme van de VVD-fractie, omdat daar juist de creativiteit en de zakelijkheid in zitten… De heer Schefferlie: Begrijp ik nu goed dat u zegt dat wij als overheid wel iets loslaten, maar op al die gebieden toch weer willen gaan ingrijpen als de markt er een rommeltje van maakt? Wethouder Doodkorte: Nee, dat heb ik niet gezegd. Ik reageerde op de bijdrage van mevrouw Stam. Hier staat een wethouder die met verve de visie verdedigt en de kaders die daarin zijn gesteld. Ik had het over de Spreekkamer en de creativiteit en dacht even dat de heer Schefferlie al in die Spreekkamer zat, want hij was wel creatief, maar volgens mij net niet zakelijk genoeg op dit punt. Wellicht komt dat echter nog in tweede termijn. Mevrouw Stam had een aardige uitsmijter, toen zij haast zingend de veronderstelde rangorde van de beleving aankaartte. Daaruit concludeer ik maar dat ook zij daar een beleving bij heeft, zij het dat die beleving, getuige de wenkbrauw die omhoog ging, niet de onze is, althans een beleving die we niet gemeenschappelijk delen. Dat kan en het is ook om die reden dat wij die matrix alleen ter kennisneming voorleggen, want uiteindelijk is de beleving die van je van de verschillende rangordes kunt hebben erg persoonlijk. De heer Van Breemen heeft een nadrukkelijke relatie gelegd met de bezuinigingsopgave. Ik zou het overigens erg jammer vinden als deze cultuurvisie de boeken ingaat als het resultaat van de bezuinigingsopgave. Volgens mij is dat niet zo en wordt het door de meeste fracties ook niet zo ervaren. De bezuiniging is wel aanleiding geweest om met H - 21
elkaar eens op een andere manier te kijken naar de rolneming op het culturele vlak en naar de manier waarop je de spelers zou kunnen stimuleren en initiëren om hun eigen verantwoordelijkheid daarin te nemen. En laten we wel wezen: uiteindelijk blijft er straks nog bijna € 2 miljoen over op het gebied van cultuur – ik houd van ruim afronden in dit soort situaties –, dat deze gemeente jaarlijks out of the pocket naar het veld brengt. De heer Van Breemen heeft de vijf uitgangspunten in de cultuurvisie onderschreven en vervolgens een hele duidelijke causale verbinding gelegd: als de samenleving de motor van de cultuur is en op onderdelen blijkt er geen draagvlak te zijn, dan eindigen er ook activiteiten. Volgens mij is dat ook een hele gezonde situatie, want waarom zou je activiteiten in stand houden als daarvoor geen draagvlak bestaat bij het maatschappelijk middenveld of de samenleving? De heer Van Breemen: De wethouder interpreteert mij in dit verband iets te ruim, want ik heb eraan toegevoegd dat, als je als gemeente wel iets wilt hebben, je dat moet vastleggen en er geld voor moet uittrekken. Daarbij denk ik bijvoorbeeld aan initiatieven die misschien bij het maatschappelijk middenveld niet zo leven, maar in de maatschappij wel en daar door mensen zelf niet bekostigd kunnen worden. Wethouder Doodkorte: Voor mensen in de samenleving die het niet kunnen bekostigen, hebben wij een vorm van minimabeleid. Om die reden zijn ook de rode draden toegevoegd aan deze visie. Wat dat betreft zitten de heer Van Breemen en ik volgens mij op dezelfde koers. Iets anders ligt het ten aanzien van de verbinding met de regio, en daarover hebben meer fracties een opmerking gemaakt. In dit verband heeft GroenLinks gevraagd om een toelichting op de gedeelde verantwoordelijkheid. Die toelichting is dat ik mij geroepen voel namens het college met de regio te spreken op het moment dat de raad deze visie heeft vastgesteld. Gorinchem beschikt over een aantal voorzieningen waarvan wij op basis van inzichten of registratie aantoonbaar kunnen maken dat wij daarin een regionale functie vervullen. Het is alleszins redelijk op een aantal onderdelen met de regio te zoeken naar samenwerking en te proberen daarin een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid neer te leggen. Aan de voorkant, en ook vorige week, heb ik aangegeven nog niet te weten of dat ook door de regio gedragen wordt, maar een optimale en maximale inspanning daaromtrent mag van het college en van mij daarin worden verwacht. Het Huis van inspiratie is een functionaliteit en de functionaliteiten die zijn genoemd in dat Huis van inspiratie hoeven niet noodzakelijkerwijs altijd onder één dak te worden georganiseerd. Waar verschillende functies elkaar kunnen versterken is het plezierig als ze onder één dak kunnen worden georganiseerd, maar dat hoeft niet om toch onderdeel te kunnen zijn van het Huis van inspiratie. In het college is heel lang gediscussieerd over de vraag of we op elk van de functionaliteiten weer het woord “educatie” moeten laten vallen, of juist niet. Wat ons betreft maakt educatie integraal onderdeel uit van elk van de functionaliteiten. In de laatste matrix hebben wij nog eens aangegeven waar het specifiek gaat over de ontsluiting van informatie en de talentenontwikkeling. De heer Van Breemen heeft terecht geconcludeerd dat, als je onze formulering in de visie leest ten aanzien van het Stadspodium, de meest vervelende consequentie zou kunH - 22
nen zijn dat de dorpshuisfunctie overboord gaat. Dat is echter niet wat wij hebben beoogd en ook niet wat wij willen. Er is volgens mij niet één fractie in deze raad die de dorpshuisfunctie om zeep wenst te helpen. De raad heeft eerder aangegeven dat hij niet primair van de stenen is en van de instituties. Op deze manier hebben wij geprobeerd daaraan invulling te geven. De dorpshuisfunctie zal er wel moeten zijn. Als dat gecombineerd kan worden met een andere podiumfunctie, is dat prachtig, maar als dat niet zo is, zou het vreselijk zonde zijn wanneer de amateurkunstbeoefening in brede zin letterlijk in de kou zou komen te staan. Sterker nog: dan wordt er volgens mij maar heel weinig gestemd, en als het dan wel zo zou zijn in de uitvoering, klinkt het volgens mij alleen maar vals. Een vraag is door GroenLinks ook gesteld over het realisme van het voortbestaan van De Nieuwe Doelen. Primair gaat het college daar niet over, maar is het een verantwoordelijkheid van het bestuur van De Nieuwe Doelen. Toen ik vorige week met het bestuur van De Nieuwe Doelen sprak, heb ik wel gevraagd in hoeverre het reëel was te veronderstellen dat De Nieuwe Doelen volledig buiten schot zou blijven, en daar had het bestuur hetzelfde antwoord op als wij: De Nieuwe Doelen gaat simpelweg mee in de vernieuwingen. Bij het aanbod van cultuureducatie in het basis- en voortgezet onderwijs heeft de gemeente ten principale geen rol. Het is een onderwijsverantwoordelijkheidsbevoegdheid en daar blijven wij buiten. De makelaarsrol betreft vooral de aansluiting in het voor- en naschoolse gedeelte. In dat traject is het amendement dat door de heer Chaaby is ingediend naar de mening van het college overbodig, want wij volgen geheel de redeneertrant dat het geen verantwoordelijkheid is van de gemeente, maar van het onderwijsveld sec. Eind oktober krijgt de raad een voorkeursscenario aangeboden en daarbij is het niet een kwestie van slikken of stikken. De raad krijgt ook keuzemogelijkheden aangeboden, waarbij hij vanuit het voorkeursscenario kan gaan plussen en minnen. De bouwstenen die daarbij worden aangereikt worden ook zoveel mogelijk voorzien van een prijskaartje, zodat de raad, wanneer hij gaat schuiven in de bouwstenen, of in het bouwwerkje, ook weet welke consequenties dat heeft voor de korte en middellange termijn. Het moge duidelijk zijn dat wij voor wat betreft de kaders en de rolneming van publiek en privaat ons strikt zullen houden aan datgene wat wij vanavond met elkaar proberen af te stemmen. Tot de heer Van der Roest merk ik op dat het slecht zou zijn wanneer de wethouder hier een partijgebonden visie neer zou leggen. Onder deze visie proberen wij een zo groot mogelijk politiek-bestuurlijk draagvlak te leggen en evenzo een draagvlak vanuit het werkveld. De geluiden uit het werkveld bevestigen ons dat ook in het werkveld de mensen doordrongen zijn van het feit dat het op een aantal punten anders moet. Sterker: er is een bepaalde vorm van gretigheid en begeerte om het te mogen gaan invullen. Vanuit dat perspectief heeft het college er ook veel vertrouwen in dat wij in samenspraak met het werkveld uiteindelijk een voorkeursscenario kunnen formuleren. In de vorige periode is met de verschillende functionaliteiten gesproken, toen nog zonder de kaders van een beperking zoals die vanavond in deze cultuurvisie liggen. Vanaf nu kunnen wij met het werkveld gaan trechteren wat van al die ambities past binnen de cultuurvisie en voor
H - 23
welke onderdelen privaat of anderszins nog partners zullen moeten worden gevonden die kunnen helpen bij de uiteindelijke uitvoering van de meest maximale wensen. Het spijt mij dat wij Stadsbelang er niet van hebben kunnen overtuigen dat hier in principe een goede visie ligt. Misschien hebben wij de verwachtingen van Stadsbelang onvoldoende gemanaged, maar wij hebben de opdracht van de raad heel duidelijk verstaan en vertaald, om eerst met kaders te komen en aan te geven vanuit welk beleid wij willen gaan opereren en dan tot een invulling te komen. Mevrouw Hania zegt eigenlijk dat ze eerst de invulling wil zien voordat ze de kaders kan vaststellen, en dat is wat ons betreft de omgekeerde wereld. Ik kan er nu slechts kennis van nemen dat haar fractie niet kan instemmen met dit voorstel. Door D66 is een amendement ingediend ten aanzien van het Huis van inspiratie en toerisme. Het betreft de eerste matrix, waar bij het derde onderwerp van onderaf nu toerisme is genoemd, met tussen haakjes informatie+winkel, en daarachter: geen rol. Het college begrijpt de insteek van het amendement en zou daarmee ook kunnen instemmen, maar dan halen we achter “toerisme” de toevoeging informatie+winkel weg, want daarop had de enge formulering betrekking. Als faciliteren en stimuleren op prijs wordt gesteld, zal dat moeten worden geschrapt. De derde kolom bij de vier matrixen gaat over Publiek/Privaat. Daarbij heeft het college steeds aangegeven wie een bepaalde opdracht of activiteit zou moeten oppakken of uitvoeren. Naar onze mening werkt dat verduidelijkend en daarom zijn wij geen voorstander van amendement A2 van D66. Mochten hiervoor in tweede termijn echter nog argumenten kunnen worden aangedragen, dan horen we dat graag. Hiermee meen ik ook alle amendementen en moties te hebben behandeld en mijn beantwoording in eerst termijn te kunnen afsluiten. De voorzitter: Aan de orde is de tweede termijn. Mevrouw Hoogesteger: Mijnheer de voorzitter. Toen de wethouder over de regio sprak, kreeg ik de indruk dat hij wilde bepalen wat de bijdrage zou moeten zijn van de regio aan de culturele activiteiten hier. Als dat dan maar niet wederkerig gaat worden, dacht ik toen, want dan moeten wij straks bijdragen aan Kinderdijk, de Koperen knop en allerlei andere zaken. Ik weet echter niet of ik hem helemaal goed begrepen heb. De wethouder heeft mij voorts geïntrigeerd met de opmerking die hij maakte toen hij het had over het overleg dat hij had gehad met De Nieuwe Doelen, namelijk dat De Nieuwe Doelen meegaat in de vernieuwing. Ik ben benieuwd wat hij daarmee wilde zeggen, of misschien juist niet wilde zeggen. Met de beste wil van de wereld kunnen wij niet begrijpen waarom de SP in 2016 een nieuwe cultuurvisie zou willen, al was het alleen maar omdat aan deze cultuurvisie door het hele veld in het afgelopen jaar heel hard is gewerkt. Wat de SP nu eigenlijk tegen al die betrokkenen zegt is: nou, bedankt, we gaan het over anderhalf jaar nog eens dunnetjes over doen…. Mevrouw Dansen: De spreekster is wel buitengewoon kort door de bocht over wat ik bedoeld heb, maar ik kan hier en nu beloven dat ik dat zo meteen helemaal ga uitleggen.
H - 24
Mevrouw Hoogesteger: Daar wachten wij dan op, maar de motie zullen wij in ieder geval niet steunen. Volgens ons is het juist belangrijk om nu iets vast te stellen, omdat we dan ook een perspectief hebben waarnaar we kunnen gaan werken. Zouden we dat in 2016 nog eens gaan doen, dan zou iedereen waarschijnlijk blijven zitten, in afwachting van wat er dan zal gebeuren. Crowdfunding is volgens ons geen taak voor de gemeente. Het is wel een sympathiek voorstel om er reuring aan te geven dat het bestaat als instrument, maar misschien is dat ook wel weer een beetje overbodig, gezien alles wat er in den lande gebeurt op dit gebied. Ook in Gorinchem zie je vandaag weer via facebook allerhande initiatieven ontstaan waarvoor mensen vijf euro doneren, waarna er zowaar een paginagrote advertentie in een krant ontstaat voor iets wat ons allen aangaat. Volgens mij werken die mechanismen al heel goed. Ik vind ook dat crowdfunding echt iets is wat uit particulier initiatief zou moeten komen, en daar moet je je als gemeente verre van houden. Het amendement van ChristenUnie/SGP zullen wij steunen, eigenlijk voornamelijk vanwege de zinsnede “professioneel”, want dat is exact waarin wij mevrouw Molengraaf kunnen ondersteunen. Wel zou ik er nog bij willen opmerken dat de duidelijkheid vooral ook door het veld zelf gecreëerd moet worden. Het is onze taak kaders te stellen en richtingen te duiden, maar het is uiteindelijk het veld zelf dat bepaalt hoe het er in de praktijk uit gaat zien. Overigens zijn wij wel van mening dat de infrastructuur, net als het geval is bij wegen, ook bij cultuur een taak is van de gemeente. In dat opzicht kan ook een infrastructuur worden neergelegd voor educatie, en dat mag wat ons betreft ook voor boven 25 jaar. Uiteindelijk echter zal het door het veld moeten worden ingevuld en niet door de gemeente. Tot de heer Van Breemen zou ik het volgende willen opmerken. Als je wilt zingen, wiens verantwoordelijkheid is dat dan? Is dat een verantwoordelijkheid van de gemeente, of een verantwoordelijkheid van het individu? Het is naar onze mening een verantwoordelijkheid van de gemeente om ervoor te zorgen dat er in de stad laagdrempelige faciliteiten zijn waar je kunt zingen. De heer Chaaby: Mijnheer de voorzitter. Allereerst wil ik wat algemene opmerkingen maken. Het krantenartikel over het museum vanuit de wethouder heeft tot meer onrust bijgedragen als het gaat om de historische collectie. Volgens mij kan het ook niet, want de afspraak met de gemeente loopt de komende jaren nog door. We kunnen dus niet zomaar zeggen dat we dat niet doen. Ik waardeer de maximale inzet van het college als het gaat om een verbinding met de regio. Ook wij leggen het uit als een gedeelde verantwoordelijkheid. Wij wensen het college daarmee heel veel succes. De regio heeft heel veel baat bij de regiofunctie die Gorinchem vervult en wij hopen dat ze dat ook ziet en waardeert. Het amendement dat wij hebben ingediend wordt ingetrokken, omdat de beantwoording van het college naar onze mening voldoende was. Wel willen wij graag nog enige verduidelijking ten aanzien van de makelaarsfunctie. Kan die ook gezien worden als combifunctie, zoals we die nu ook hebben? Wat de amendementen A1 en A2 betreft, wachten wij eerst de reactie af van de indiener op het commentaar van de wethouder….
H - 25
Mevrouw Hoogesteger: Ik heb zojuist vergeten te zeggen dat wij kunnen instemmen met het voorstel van de wethouder om de woorden “informatie+winkel” weg te halen en bij de derde kolom ben ik vergeten toe te lichten. De heer Chaaby: Als het zo uitgelegd wordt, kunnen wij het gewoon ondersteunen. Van ons eigen amendement heb ik al gezegd dat het wordt ingetrokken. Daarbij heb ik nog een vraag gesteld over de makelaarsfunctie en ik neem aan dat die genoteerd is. Motie 1 van de SP vinden wij sympathiek en als we die kunnen uitleggen als evaluatie, kunnen we haar gewoon ondersteunen. Motie M2 van het CDA inzake crowdfunding hadden wij aanvankelijk willen steunen, maar wij snappen de reactie van het college en wachten nu even af wat er in tweede termijn over zal worden gezegd. Amendement A4 van ChristenUnie/SGP kunnen wij niet steunen. Mevrouw Dansen: Mijnheer de voorzitter. Wat mevrouw Hoogesteger zojuist aan het adres van de heer Van Breemen opmerkte over zingen, namelijk dat het iets is wat je zelf wilt en dat wij daar niks aan hoeven te doen, is een heel mooi voorbeeld van wat wij nu juist niét vinden. Volgens mij is dat nu net het grote verschil tussen het liberale standpunt, om het maar even zo te zeggen, en het standpunt van de SP. Wij kunnen ons er wel iets bij voorstellen dat er mensen zijn die wat wij in onze motie voorstellen wat te veel gevraagd vinden, al is het beslist niet onaardig bedoeld naar het veld toe; die laatste conclusie vind ik ook weer wat ver gaan. Wij zouden kunnen leven met een evaluatie van de cultuurvisie. Overigens hebben wij voor het jaar 2016 gekozen, omdat die termijn overeenkomt met de periode van de meerjarenplanning; dat leek ons daarom volkomen logisch. Een nieuwe cultuurvisie zou inderdaad een beetje neerkomen op opnieuw beginnen, en hoewel ons dat wel zou aanstaan, kunnen wij wel leven met een goede evaluatie waarin wordt nagegaan of het werkelijk zo moet en of we zo moeten doorgaan. De heer Bax: Maar denkt u dat in 2016 goed te kunnen evalueren, als het nog maar net begonnen is? Volgens mij moeten we zo’n uitgebreid traject de tijd gunnen om het te implementeren en uit te werken. Ik neem aan dat de wethouder de zaken wel zal aanpassen als er echt wezenlijke problemen zijn, maar om het geheel te evalueren als het nog maar net een halfjaar bezig is, lijkt me wat snel. Mevrouw Dansen: Daar kun je verschillend over denken. Wat mij betreft zullen we met enige regelmaat van alles moeten evalueren om te beoordelen of het goed gaat. Mijn vertrouwen is misschien wat minder groot dan het uwe. Ik ben niet zo’n heel vertrouwend mens, en dat wordt ook gestaafd door wat in het verleden op allerlei manieren gebeurd is. Mevrouw Molengraaf-Vullers: Volgens mij heeft de heer Bax toch wel een punt. De wethouder heeft zojuist uitgelegd dat pas in 2016 de volledige consequenties van de bezuinigingen zichtbaar zullen worden en het lijkt ook mij wat vroeg om dan al tot een evaluatie te besluiten. Dat zouden we dan beter in 2017 kunnen doen. Je kunt wel de drang hebben om elk jaar alles te evalueren, maar het moet ook wel nuttig zijn.
H - 26
Mevrouw Dansen: Ik ga niet moeilijk doen over 2016 of 2017. Ik kan leven met een evaluatie in 2017. Wat wij belangrijk vinden is dat een uitgebreide evaluatie wordt uitgevoerd. Zelf denk ik dat we de gevolgen wel eerder zullen zien, maar daar kunnen we het nog wel eens over hebben. De heer Wildschut: Mevrouw Dansen doet nu wat suggesties om de motie iets aan te passen in de richting van een evaluatie en ze is ook bereid de termijn wat op te schorten, waarmee we langzamerhand op een vorm komen waarover we eens kunnen nadenken, maar dan houd ik nog altijd een probleem met de constatering in de motie dat er geen reden is om te bezuinigen op cultuur als de gemeentelijke financiën op orde zijn. Dat “op orde zijn” komt al neer op een waardeoordeel, want wanneer zijn de financiën dan op orde? Als we alle zorg wegbezuinigen, zijn de financiën op orde, maar ik neem aan dat mevrouw Dansen daarmee niet kan leven. Mevrouw Dansen: Volgens ons zijn de financiën dan niet op orde! De heer Wildschut: Maar feitelijk… De voorzitter: Een ogenblikje, meneer Wildschut. Ik zeg het nu ook tegen u: graag discussiëren via de voorzitter. De heer Wildschut: Wat dat betreft wil ik wel even opmerken dat de wethouder zojuist de hele tijd niet via de voorzitter heeft gesproken, zonder dat u daarover een opmerking hebt gemaakt. Maar goed, u hebt gelijk, ik zal het nu wel doen. Mijn vraag aan mevrouw Dansen is of ze ermee kan leven om ook die zin te herstructureren. Mevrouw Dansen: Nee, daar kan ik niet mee leven. Dat zou het hele idee van de motie weghalen en dat zijn we echt niet van plan. De heer Schefferlie: Ik wil graag even uitleggen waarom wij de motie kunnen steunen. Mevrouw Dansen heeft ook toegelicht dat de financiële situatie telkens kan wijzigen. Als er in de publiek-private samenwerking uitkomsten zijn die de situatie financieel anders maken, willen wij ook evalueren wat onze eigen bijdrage dan wordt. Zo hebben wij de motie uitgelegd en in die zin lijkt het ons prima om dat in 2016 te doen. Mevrouw Dansen: Het komt niet vaak voor, maar de heer Schefferlie heeft precies gezegd wat ik bedoel. Dank u wel, meneer Schefferlie! Wij vonden het prettig consistent genoemd te worden, zeker als dat in positieve zin is. Wij krijgen vaker te horen dat we consistent zijn in negatieve zin, maar we zijn het wel. Van het begin af aan zijn wij duidelijk geweest over de manier waarop wij over bezuinigingen denken. Andere sprekers denken er anders over. Van mevrouw Stam heb ik begrepen dat de markt het mag doen, tenzij het echt helemaal niet gaat, wat ik een tamelijk onveilig idee vind. Naar mijn mening heeft deze hele visie wel erg veel te maken met bezuinigen, en dat is ook de reden waarom wij ermee zitten. Een visie op cultuur moet ook een langetermijnvisie zijn. Dit is echter een kortetermijn-deltaplan. Wij hebben een “probleem en geen geld”-visie. Dat is het probleem dat wij hiermee in de meest ruime zin hebben. Daarmee wordt een visie neergezet die niet de onze is. Tenslotte zijn wij geen liberalen…. H - 27
De heer Bax: Volgens mij hebt u de volgorde niet helemaal correct. Ik kan me herinneren dat we de visie over cultuur al ingezet hadden voordat er echt serieuze financiële problemen waren. Ik denk dan ook niet dat primair het initiatief genomen is om de bezuinigingen door te voeren, maar meer om wezenlijk een inzicht in cultuur te krijgen. Mevrouw Dansen: Ik ben het niet met de heer Bax eens. Volgens mij is dat niet zo. Dit heeft echt heel erg te maken met de bezuinigingsplannen die we hebben gehad. Ik kan me de discussies nog herinneren die we met elkaar in de brandweerkazerne hebben gevoerd en toen was er echt al sprake van slechte tijden. De heer Van Luijk: Volgens mij is de roep om de cultuurvisie niet bij de bezuinigingsoperatie ontstaan, maar op het moment dat De Nieuwe Doelen extra budget nodig had om een paar urgente zaken op te lossen. Mevrouw Dansen: En we geen geld hadden! Als we miljoenen in de kast hadden liggen, zou hier niet zo moeilijk zijn gedaan toen De Nieuwe Doelen meer geld nodig had, op een paar principiële mensen na, zoals mijn soort, die zich zouden hebben afgevraagd of dat wel nodig was. Mevrouw Stam: Ik vermoed dat mevrouw Dansen wederom niet helemaal goed heeft gehoord wat ik heb gezegd. Ik heb namelijk gezegd dat het ingegeven was vanwege de financiën, maar vooral ook vanwege het principe dat mensen het zelf moeten doen. Net zoals mevrouw Dansen zou ik ook graag een principe willen claimen. Mevrouw Dansen: Als ik met iemand van de VVD in discussie ga over principes, weet ik al bijna op voorhand dat we elkaar aan het eind niet zullen vinden op iets waarover we het allebei eens zijn. De voorzitter: Dan stel ik u voor die discussie hier niet verder te voeren. Mevrouw Dansen: Graag, dan houd ik het gewoon bij mijn principes, want tenslotte sta ik hier. Een vraag heb ik voorts te stellen aan mevrouw Hania. Ik had het idee dat we een beetje in dezelfde richting denken en ik ben dan ook benieuwd of zij onze motie zal steunen. In zijn antwoord zei de wethouder – ik vat het maar een beetje samen – dat er meer moet worden gedaan met minder geld en dat het dan ook nog beter wordt. Dat klinkt geweldig. Als ik drie wensen mag doen als ik over een lamp wrijf, wil ik dat ook heel graag, maar het klinkt mij wel erg optimistisch in de oren. Maar goed, we gaan het evalueren, hoop ik dan maar. Mevrouw Hania-van Emmerik: Ik kan mevrouw Dansen blij maken: wij zijn voor haar motie. Mevrouw Dansen: Daar ben ik inderdaad blij mee. Dank u wel. Mevrouw Van Maaren: Mijnheer de voorzitter. Ik heb aandachtig zitten luisteren en daarbij heb ik het gevoel gekregen dat de SP de grootste yuppen van de stad zijn met de grootste portemonnee met geld om weg te geven. Het kan verkeren.
H - 28
Wat betreft de motie die wij hebben ingediend ten aanzien van crowdfunding, kan ik u melden dat wij kunnen leven met het voorstel dat de wethouder heeft gedaan. Wij waren er niet van op de hoogte dat, als je het op het portaal van je eigen website doet, je ook mede-aansprakelijk kunt zijn. Dat willen wij uiteraard niet en wij vinden het prima dat nu melding zal worden gemaakt van de mogelijkheden. Tot D66 merk ik in dit verband op dat het CDA niet het idee heeft dat wij dat moeten onderhouden. Het gaat alleen om het faciliteren in een mogelijke IT-oplossing, niet meer dan dat. Het is aan het particulier initiatief om geld te zoeken en te vinden bij bedrijven en andere instellingen. Mevrouw Hoogesteger: Dat laatste deel ik. Wat ik heb bedoeld te zeggen is dat het dan niet op de site van de gemeente moet, niet vanwege de juridische complicaties, want dat had ik ook niet bedacht, maar omdat je daarmee ook inhoudelijk iets zegt. Iedereen die iets met crowdfunding wil doen zou dat dan via de site van de gemeente kunnen doen en misschien zien we dan wel dingen die we helemaal niet wenselijk vinden. Dat is de reden waarom ik heb betoogd dat de gemeente dat niet zou moeten willen. Mevrouw Van Maaren: Dat is een prima mening. De voorzitter: Maar deelt u die ook? Mevrouw Van Maaren: Niet helemaal. Het is een nieuwe manier om geld te werven en daarom zijn alle ins en outs nog niet overal bekend. Wel kan ik zeggen dat in Almere crowdfunding onder de gemeenteraadsleden plaatsvindt. Zo bepalen de gemeenteraadsleden met hun eigen budget wat ze met geld willen ondersteunen. Dat is weer een heel andere visie op crowdfunding, die ik niet helemaal deel, maar wel bestaat. De heer Van Breemen: Volgens mij gebeurt dat in de Gorinchemse gemeenteraad ook al een aantal jaren door mevrouw Hania. Mevrouw Van Maaren: Dat klopt. Met het aangepaste amendement A1 van D66 kan ik instemmen. Amendement A2 kunnen wij niet steunen, omdat wij de kolom Publiek/Privaat juist een heldere toevoeging vinden. Het amendement van de PvdA vonden wij op zichzelf wel goed gesteld, maar dat is inmiddels ingetrokken. Een evaluatie van de cultuurvisie lijkt mij logisch. Als dat met een motie onderbouwd moet worden, moet het, maar ik neem aan dat het ambtelijk apparaat zelf ook wel met verslaggeving zal komen, en anders moeten wij dat zelf signaleren. Het amendement van ChristenUnie/SGP kunnen wij helaas niet ondersteunen. Mevrouw Molengraaf-Vullers: Mijnheer de voorzitter. Daar sta ik dan met al mijn bouwstenen, maar ik ga proberen er iets leuks van te maken. Het is waar dat de visie van vandaag is overschaduwd door de bezuinigingen. Toch is dat ook wat te kort door de bocht, want de raad heeft bij de financiële scenario’s zelf aangegeven een onderliggende visie te missen en daarom zijn we dit traject ingegaan; kortom: de theorie en de praktische uitwerking dicht bij elkaar houden. Dat het niet helemaal gelukt is, is helder, maar het idee is volgens mij goed.
H - 29
Door het veld is heel veel gebrainstormd en er zit heel veel vernieuwing in de visie. Met name het opnieuw kijken naar de rol van de gemeente vinden wij in deze visie heel waardevol en die zal zeker ook bijdragen aan het goed kunnen neerzetten van de scenario’s, omdat je dan weet waar je wel en niet aan mee wilt betalen, om het maar simpel te zeggen. De suggestie van GroenLinks vinden wij een hele goeie. Van de wethouder hebben wij overigens vernomen dat ook het college daar positief in staat en dat het zeker in enigerlei vorm terug zal komen. Daar zijn wij blij mee. Wij delen niet het idee van de SP dat we in wat voor tijden dan ook de cultuur overeind moeten houden. Wij vinden dus ook niet dat we in betere tijden maar weer gewoon met het oude cultuurbeleid verder moeten gaan. Deze periode is naar onze mening juist heel waardevol om tot een hervorming te komen van ons culturele beleid. Wij zouden hopen dat dat vastgehouden wordt, ook als het weer beter gaat, en dat dan niet ineens weer van alles mogelijk is waar we later weer spijt van gaan krijgen. De motie van de SP zullen wij niet steunen, want wij zijn het er niet mee eens dat in slechte tijden niet bezuinigd zou mogen worden. Het bedrag van zes ton zal toch ergens vandaan moeten komen. Verder zijn wij van mening dat de constatering, die ook in de visie terugkomt, dat met minder geld soms ook meer kan – ik heb er in de raadsbijeenkomst ook al een opmerking over gemaakt – past bij het culturele veld, waar creativiteit van onderop kan komen. Als je achterover gaat leunen omdat je het geld toch wel krijgt, levert dat vaak niet veel creativiteit op. Wat dat betreft zitten wij een beetje op dezelfde lijn als mevrouw Stam, hoewel wij niet alles zouden willen overlaten aan de markt. Wij zien meer in wat de samenleving kan genereren… Mevrouw Stam: Even een kleine nuancering: wij willen niet alles aan de markt overlaten. Mevrouw Molengraaf-Vullers: Ik heb ook niet gezegd dat u dat gezegd hebt. Ik zeg alleen dat wij dat in ieder geval niet vinden. Het verhaal van de VVD klonk erg stoer: hupsakee, doorpakken, niet zeuren, niet achterover leunen, niet historisch verworven rechten maar blijven opeisen. Dat verwondert mij wel wat, omdat met name ook de VVD in 2011 nog gewoon steun aan De Nieuwe Doelen heeft gegeven. Als we het over historisch verworven rechten hebben, ben ik in ieder geval blij dat de VVD nu een andere koers vaart; daar lijkt het althans op. Ik heb ook gehoord dat er draagvlak in de samenleving moet zijn voor bepaalde vormen van cultuur. Tot op zekere hoogte ben ik het daarmee wel eens, maar – ik geloof trouwens dat ook de heer Van Breemen dat wat genuanceerd heeft –, juist ook dingen die de meerderheid van de samenleving niet wil kunnen heel waardevol zijn en daar zien wij met name een rol voor de overheid. Niet iedereen wil veel zingen, maar er zijn ook een paar mensen die historie belangrijk vinden en ik vind dat met name daar de overheid zou moeten steunen. Of dat altijd financieel moet zijn, zullen we dan moeten bekijken. Met Stadsbelang zij wij het eens dat instanties, organisaties, het culturele veld, snel moeten weten waar ze aan toe zijn, maar zoals ik zojuist heb uitgelegd, horen de financiële scenario’s en de theorie wel bij elkaar. Je kunt het een niet zonder het ander.
H - 30
Blij was ik met de ruime tijd die de wethouder nam voor de beantwoording van alle bijdragen. Dat past mijns inziens ook bij de geruime tijd die we al met dit onderwerp bezig zijn; dan kunnen we het niet even afraffelen. Duidelijk, helder, eerlijk ook. De reactie van de wethouder op ons amendement vond ik wel wat lastig, omdat ik het gevoel heb dat die niet helemaal past in de sfeer van de rode draden en dat we toch weer een gebouw in stand gaan houden en een organisatie overeind gaan houden. Dat is juist de reden waarom wij ons amendement tamelijk genuanceerd hebben geformuleerd. Wij hebben duidelijk gezegd dat wij professionele podiumkunst geen primaire taak vinden van de overheid. Dat betekent niet dat er nooit wat mee kan, maar wel dat we hierin niet in eerste instantie een taak of rol voor de overheid zien. Koppelen we dat aan toerisme, dan denk ik: Gorinchem ligt tussen Breda, Utrecht, Dordt en Tiel, ik geloof niet dat mensen perse naar Gorinchem komen voor de professionele kunst, maar meer voor het unieke van Gorinchem: de amateurkunst, de evenementen, de festivals, en niet om hier ook nog eens Youp van ’t Hek te zien. Maar goed, dat is onze bescheiden mening. Wij vinden dus dat het amendement uitstekend past binnen de rode draden en dat het straks ook prima als bouwsteen gebruikt kan worden in de scenario’s. Beide amendementen van D66 zijn naar onze mening goede aanvullingen en zullen wij steunen. Het amendement van de PvdA is inmiddels ingetrokken. Wat ik er nog wel van wil zeggen is dat wij het ook minder vonden dan wat al in het stuk van het college staat. Met name de makelaarsfunctie en de verantwoordelijkheid die scholen hebben stonden er minder in dan in het stuk van het college. Daarom zouden wij het amendement sowieso niet hebben gesteund. De motie van de SP zullen wij niet steunen, zoals ik zojuist al heb uitgelegd. Wat crowdfunding betreft, kunnen wij instemmen met de interpretatie die de wethouder daaraan heeft gegeven. Wij vinden ook niet dat dit iets is wat de gemeente op haar site zou moeten zetten. Mevrouw Stam: Mijnheer de voorzitter. Van amendement A1 van D66 werd al meteen gezegd: die winkel eruit, dan gaan we akkoord. Dat lijkt ons ook prima. Wat het tweede amendement van D66 betreft, moet ik zeggen dat ik even kwijt ben wat de stand van zaken is. Daarover wil ik graag nog wat helderheid. Het amendement van de PvdA vonden wij redelijk overbodig, maar het is inmiddels ingetrokken, zodat ik er verder niets meer over hoef te zeggen. De SP heeft haar motie inmiddels nogal veranderd. Er wordt nu om een evaluatie gevraagd en vervolgens is ook het jaartal nog aangepast. Om te beginnen lijkt het mij, zoals mevrouw Van Maaren ook al zei, onwijs duidelijk dat er een evaluatie zal komen. Dat hoeven we niet via een motie te regelen en als we dan ook gaan rommelen aan jaartallen en andere dingen, laat dan maar zitten. Mevrouw Dansen: Mevrouw Stam heeft andere ideeën dan ik over wat kan en wat niet kan. Ik kan me herinneren dat ook met VVD-moties wel eens uitgebreid gerommeld is voordat ze in stemming werden gebracht. Daarnaast proberen wij mee te denken en doen wij ons best, maar dat is blijkbaar niet in orde. Jammer. Mevrouw Stam: Uit een oogpunt van meedenken waarderen wij het zeer, absoluut.
H - 31
Wij zijn een groot voorstander van crowdfunding. Het is een mooie, moderne manier om fondsen te werven, maar het is mijns inziens geen taak van de gemeente. Het is juist een schoolvoorbeeld van ondernemerschap en laten we het daar ook houden. Het amendement van ChristenUnie/SGP komt naar onze mening ietsje te vroeg. Laten we eerst eens afwachten wat er in het najaar gezegd gaat worden, of wat er uit onderzoeken komt ten aanzien van de infrastructuur, zoals D66 dat mooi noemde. Verder denk ik dat de zinsnede “geen primaire rol voor de gemeente” voorlopig voldoende is. Mevrouw Molengraaf-Vullers: Ik begrijp dat de VVD het wat vroeg vindt omdat er nog wat onderzocht moet worden, maar voor ons gaat het hier echt om een soort richtinggevende uitspraak. Vinden wij het een primaire taak van de gemeente om dit te doen, of zeggen we: een Stadspodium willen we juist niet vastleggen op een gebouw, op stenen, of op professionele organisaties, dat mag ook iets zijn van een podium Buiten de Waterpoort in de zomer, en dat soort dingen. Er zijn nog zoveel meer mogelijkheden en wij vinden dit juist erg beperkend. Wij vragen dus een principiële uitspraak over de richting en daar is het nu niet te vroeg voor, want daar zitten we hier voor. Mevrouw Stam: De zinsnede “geen primaire rol in het faciliteren van de huisvesting” lijkt me voorlopig toch voldoende, maar het is zeker een punt om in de gaten te blijven houden. Mevrouw Molengraaf-Vullers: Juist daarom willen we dat amendement zo graag aangenomen krijgen. De voorzitter: Dat snappen we, ja! De heer Van Breemen: Mijnheer de voorzitter. D66 stipte de bereidheid aan van de partijen in het veld om mee te denken. In eerste termijn heb ik het verzuimd, daarom wil ik nu ook graag onderstrepen dat wij erg blij zijn met de inzet en de goede wil die vanuit het veld getoond wordt. Mevrouw Hoogesteger opperde voorts de mogelijkheid van een hotel met een theater. Het is een leuk gedachtenexperiment, om het zo maar even te noemen, maar de desbetreffende hoteleigenaar weet nu ongeveer zes dagen dat hij aan de gang kan met de procedure en ik denk niet dat hij er nu ook meteen een theater bij wil bouwen, in de verwachting dat het zoveel winst zal opleveren. Het is wel leuk, maar ik zou er niet te veel geld op inzetten. Mevrouw Hoogesteger: Ik zou de suggestie willen doen van crowdfunding richting Oost. Mevrouw Molengraaf-Vullers: Ik ben het fundamenteel oneens met de heer Van Breemen. Die man is nu zo in de wolken, dat je hem elk idee kunt aanpraten. Als hij erover gaat nadenken, komt er niks meer van! De heer Van Breemen: Het advies van D66 geef ik graag door aan het college. En wat de opmerking van mevrouw Molengraaf betreft: ik weet nog wel andere dingen die hij dan misschien ook kan gaan doen!
H - 32
De SP heeft de cultuurvisie een deltaplan cultuur genoemd. Het deltaplan werkt ook al bijna 50 jaar, dus misschien is dat juist wel heel goed. Maar even zonder gekheid: ik begrijp wel wat de SP bedoelt, ik ben het er echter fundamenteel mee oneens dat eerst de bezuinigingen er waren en toen de cultuurvisie herijkt moest worden. Dat is echt andersom geweest. Daarom heb ik in eerste termijn ook aangegeven dat ik het zo jammer vind dat als gevolg van – laat ik maar zeggen: – uiteenlopende omstandigheden de cultuurvisie zo lang op zich heeft laten wachten, waardoor AHAD1, -2 en -3 er doorheen gefietst zijn. Onze opvatting over de rol van de overheid is precies zoals mevrouw Molengraaf aangaf: we moeten – dat is volgens mij ook de kern van de democratie – ook steunen wat een klein deel van de samenleving wil. Als we dat van waarde vinden, moet de gemeente daarin gewoon ook haar rol pakken. De manier waarop de VVD de rangschikking van de belevingen besprak – door de wethouder geloof ik “zangerig’ genoemd –, delen wij op zichzelf wel. Wij nemen het voor kennisgeving aan en vragen ons af wat wij er verder mee moeten. Vervolgens wil ik even stilstaan bij wat de wethouder over de regio heeft gezegd. De wethouder was waarschijnlijk een wat andere regio gewend in de gemeente waar hij eerder werkzaam was en het is daarom wellicht goed dat hij zich ook deze regio goed eigen maakt. Ik ben minder optimistisch dan hij dat uit de onderhandelingen zo’n groot succes zal voortvloeien, wat natuurlijk niet wegneemt dat je het altijd moet proberen. De maximale inspanning die hij aan de dag wil leggen waardeer ik dan ook zeer. Stel echter dat hij op de vijf buur-stadhuizen onverrichter zake naar huis wordt gestuurd, hebben we dan een probleem, of is het alleen maar mooi meegenomen als hij wel iets weet mee te brengen uit de regio? Blij ben ik met de opmerking van de wethouder dat educatie integraal door de hele cultuurvisie heen gelezen moet worden, en dus ook in het Huis van inspiratie en het Stadspodium, evenals met zijn opmerking over de locatie van het Huis van inspiratie, of zelfs de locaties van de Huizen van inspiratie. Net als mevrouw Molengraaf ben ik erg benieuwd wat de wethouder bedoelde met zijn opmerking dat De Nieuwe Doelen meegaat in vernieuwingen. Amendement A1 van D66 steunen wij van harte. Naar ik heb begrepen, is mevrouw Hoogesteger vergeten te reageren op de uitleg die de wethouder vroeg over amendement A2. Een voorbeeld is wat er staat over faciliteren en subsidiëren van een activiteit, waar dan achter is vermeld dat dat privaat is. Dat wekt bij mij verwarring, want gaan we nu iets subsidiëren vanuit de publieke omgeving, of is het iets privaats? Over die verwarring heeft ook de inspreekster tijdens de raadsbijeeenkomst gesproken en daarop is toen ook geen antwoord gekomen. Zo lang die verwarring bestaat, ondersteunen wij het amendement van harte. Met amendement A3 van de PvdA zouden wij niet hebben ingestemd, maar dat is inmiddels ingetrokken. De motie van de SP begint met de constatering dat er geen reden is om te bezuinigen op cultuur als de gemeentelijke financiën op orde zijn. Dat is waar. Als de geldbomen tot in de hemel groeien, is er geen reden voor en kun je het altijd doen, maar daar is geen sprake van. We hebben te maken met een vastgestelde AHAD3, die voorziet in een bezuiniging van zes ton. De SP kan dan wel zeggen dat ze het daarmee niet eens was, en
H - 33
dat klopt, maar zij had er indertijd geen dekking voor en die dekking is er volgens mij nog steeds niet. Derhalve hebben we een bezuiniging van zes ton op cultuur te verwerken… Mevrouw Dansen: Ik leg het gewoon nog een keertje uit, want soms is dat nodig. Wij zijn erop tegen dat die zes ton structureel is, dus ten eeuwige dage. Als je evalueert, of een nieuw plan maakt, hoef je dat niet perse met die zes ton structureel mee te doen. Misschien is dat duidelijk. De heer Van Breemen: Als je een structurele bezuiniging incidenteel noemt, zit je nog steeds met een begrotingstekort van zes ton op structurele basis. De intentie van de motie is het voorleggen van een nieuwe cultuurvisie aan de raad in 2016. Een nieuwe cultuurvisie lijkt me totaal onwenselijk, want het veld heeft het afgelopen jaar zeer terecht aan de gemeente gevraagd aan te geven waarop in de toekomst gerekend moet worden, zodat daar naartoe gewerkt kan worden. Die zekerheid bieden we niet als we nu deze cultuurvisie vaststellen en in 2016 of 2017 weer vrolijk aan de slag gaan met een nieuwe cultuurvisie. Dat kunnen we het veld volgens mij niet aandoen. Mevrouw Dansen: Ik kan me niet voorstellen dat het veld moeilijk zal doen over het feit dat wij in 2016 of 2017 wellicht meer geld willen gaan geven. Dat is een hele rare veronderstelling. De heer Van Breemen: Daar ben ik het absoluut niet mee eens. Een theater, een muziekschool en een museum willen weten waar ze de komende jaren aan toe zijn en dan kunnen wij niet zeggen dat we in 2016 wel zullen zien of we daarmee doorgaan. Mevrouw Dansen: Volgens mij doen wij dat in de raad met enige regelmaat. Ieder jaar beoordelen wij aan de hand van de begroting en de perspectiefnota wat we in de toekomst wel of niet willen. De voorzitter: Ik neem aan dat dit punt nu voldoende besproken is. De heer Van Breemen: Volgens mij evalueren wij altijd alles en is het daarom niet nodig daarop nog eens in een motie aan te dringen. Het getuigt een beetje van wantrouwen om dat te doen, omdat je er dan blijkbaar van uitgaat dat die evaluatie misschien wel niet zal komen. Ik hoop dat de wethouder in tweede termijn zal willen toezeggen dat er gewoon een evaluatie komt. Wat mij betreft hoeft dat overigens zeker niet voor 2017, want dan is pas net de bezuinigingstaakstelling, en dus de nieuwe cultuurvisie, geïmplementeerd. Als de wethouder kan toezeggen dat er een evaluatie komt, is wat mij betreft deze motie overbodig. De motie inzake crowdfunding is, meen ik, ingetrokken…. De voorzitter: Nee, de motie is genuanceerd door de wethouder en dat is overgenomen door de indienster. De heer Van Breemen: Wij waren het eens met de nuance die de wethouder aanbracht en als die is overgenomen, zijn wij het ook met de motie eens.
H - 34
Wat de fractie ChristenUnie/SGP met haar amendement probeert te bereiken, begrijp ik, maar ik wil er nog een vraag over stellen, om zeker te weten dat ik het juist interpreteer. Als met “maar wel mee te denken” wordt bedoeld dat we het eventueel zouden kunnen financieren als we dat nodig achten, is het amendement wat ons betreft prima, want het moet niet zo zijn dat we nu al de deur dicht gooien, financieel of op wat voor manier dan ook, voor alle professionele podiumkunsten in Gorinchem. Mevrouw Molengraaf-Vullers: Die interpretatie is volkomen juist. De heer Van Breemen: In dat geval kunnen wij het amendement steunen. De heer Van der Roest: Mijnheer de voorzitter. De wethouder dacht dat ik had beweerd dat hij een partijgebonden visie had gepresenteerd. Wat ik echter heb gezegd is dat het stuk een neoliberale geest ademt. Daarin kan hij zich wellicht herkennen, maar hij is niet de enige de zich tot dat gedachtegoed aangetrokken voelt. Ik hoef alleen maar het voorbeeld te noemen dat mevrouw Hoogesteger zojuist aanhaalde met betrekking tot dat zingen. Dat is geen diskwalificatie, het is een politieke mening, die niet aan een partij is gebonden en in dat opzicht heb ik de wethouder dus geen verwijt gemaakt. Overigens verwijt ik de wethouder helemaal niet zo veel, want ik vind dat hij de beantwoording op zichzelf prima heeft gedaan. Vanavond is regelmatig gesproken over de aanpak vanuit het veld. Dat is een goede zaak, maar overigens was dat mijns inziens al lang aan de gang. Zo weet ik dat bijvoorbeeld de bestuurscommissie van het museum, toen die nog bestond, daarmee druk bezig is geweest en daarover hele goede ideeën heeft geformuleerd. Ik zou het fijn vinden als het museum daarmee ook rustig doorgaat. Wat de evaluatie betreft, vraag ik me af waarom we dat nu niet zouden kunnen afspreken. We zitten inmiddels vijf jaar in deze crisis, daarvóór hadden we er ook al één, en het zou best eens kunnen zijn dat het over een paar jaar toch een klein beetje beter gaat. Het lijkt me geen enkel probleem om nu af te spreken dat we op dat moment, ergens in 2016 of 2017, gewoon maar eens bekijken wat dan de stand van zaken is. Tenslotte bezuinigen we niet omdat we graag bezuinigen, maar om te proberen onze begroting sluitend te krijgen. Als dat het geval is, hebben we de financiën op orde en kunnen we opnieuw over prioriteiten binnen de financiën praten. Overigens speelt in dit hele verhaal ook de vraag een rol hoeveel het bedrijfsleven kan ophoesten. Binnenkort zullen we daar wel achter komen, want ik denk dat de hoeveelheid aanvragen voor sponsoring en medefinanciering aanmerkelijk zal toenemen. Naar de vraag wat er het eerst was, de bezuinigingen en toen de aanpak van het beleid, of andersom, kunnen we wellicht eens een historisch onderzoek doen, maar volgens mij is het een vrij theoretisch verhaal om daarover te praten. Even theoretisch is het wellicht – al hoop ik dat dat niet waar is – om te kijken naar de functie die de regio kan hebben in het meebetalen aan dingen in deze gemeente. We hebben er weinig ervaring mee dat die bereidheid bestaat. TOON was het laatste voorbeeld, en dat is er niet meer. Kortom, daarvan mogen we ons niet te veel voorstellen. De twee amendementen van D66 vind ik sympathiek en zal ik steunen. Eerder heb ik al gezegd dat ik de motie van de SP zal steunen en die heb ik trouwens mede ondertekend.
H - 35
Het amendement van ChristenUnie/SGP vind ik net iets te ver gaan. Ik vind dat we dat niet moeten doen. De voorzitter: Ik schors de vergadering enkele ogenblikken voor beraad (22.27 uur). Schorsing De voorzitter: Ik heropen de vergadering (22.34 uur). Het woord is in tweede termijn aan de wethouder. Wethouder Doodkorte: Mijnheer de voorzitter. Sta me toe dat ik, voordat ik een aantal inhoudelijke opmerkingen maak, eerst stil sta bij de amendementen en de moties. Naar aanleiding van amendement A1 van D66 inzake het Huis van inspiratie en toerisme had ik reeds aangegeven dat het college dit zou kunnen overnemen na het schrappen van een paar woorden. Daarmee is ingestemd en daarover kan dus geen misverstand meer bestaan. Amendement A2 van D66 betreft de derde kolom. Gehoord de wens van ook een aantal andere politieke fracties in deze raad, stelt het college voor de derde kolom in de matrix te laten vervallen, als dat uiteindelijk leidt tot meer duidelijkheid. Het amendement van D66 kunnen wij derhalve overnemen. Amendement A3 is door de PvdA ingetrokken, zij het dat daarbij door de heer Chaaby nog een randvoorwaarde is gesteld. Hij vervatte dat in de vraag of de makelaarsfunctie ook als combifunctie kan worden gezien. Ik kan hem bevestigen dat hij dat goed heeft geïnterpreteerd. Over de motie van de SP is veel gedebatteerd en gedelibereerd. Kennelijk zijn op dit moment meerdere invullingen van de motie mogelijk, maar zelfs wanneer het uiteindelijk alleen om een evaluatie zou gaan – en volgens mij moeten we altijd willen evalueren, waarbij het tijdstip waarop wordt bepaald door de raad –, wordt de motie, gelet op het dictum ervan, door het college ten sterkste ontraden. Mevrouw Van Maaren heeft gezegd te kunnen leven met de uitleg die ik namens het college heb gegeven op de door haar ingediende motie over crowdfunding. Mag ik dan concluderen dat de motie overbodig is? Mevrouw Van Maaren: Ja. Wethouder Doodkorte: Rest het amendement van ChristenUnie/SGP, dat in tweede termijn is gesteund door D66 en GroenLinks. Volgens het college zou dit amendement eigenlijk leiden tot het definitieve einde van De Nieuwe Doelen. In het voorstel van het college staat heel expliciet dat wij niet van de stenen zijn, maar op een aantal onderdelen wel de podiumkunsten toegankelijk willen houden. Het expliciete in het amendement van ChristenUnie/SGP is de reden waarom wij de raad ten sterkte ontraden daarmee akkoord te gaan. Het zou in feite namelijk betekenen dat de raad hiermee vanavond uitspreekt dat De Nieuwe Doelen niet meer bestaat. Wij vinden dat in de uitwerking van het scenario aangegeven moet worden langs welke weg op onderdelen met de podiumkunsten doorgegaan kan worden, uitgaande van het feit dat wij niet zijn van de stenen en van het gebouw.
H - 36
Mevrouw Molengraaf-Vullers: Ik denk dat de wethouder hiermee de kern te pakken heeft. Ons gaat het met name om de vraag wat we voor dit budget aan cultuur kunnen doen. We moeten niet primair kiezen voor stenen en gebouwen, maar ons afvragen wat de rol en de taak van de gemeente is, kijkend naar amateurkunst, cultuurhistorie en dat soort dingen, zonder perse in stand te willen houden wat wellicht helemaal niet in stand te houden is. De uitleg die de wethouder geeft aan ons amendement klopt. Het zou inderdaad kunnen betekenen dat we het gebouw van De Nieuwe Doelen moeten opgeven. Daarbij zeggen wij: kijk nou wat je voor dat geld kunt doen en ga niet primair dingen in stand houden die niet tot de rol en de taak van de gemeente behoren. Wethouder Doodkorte: Materieel zit er volgens mij niet zoveel licht tussen datgene wat in het amendement van ChristenUnie/SGP is verwoord en datgene wat in de cultuurvisie staat. Als het amendement vanavond echter zou worden aanvaard, zouden we de speelruimte in het scenario zeer beperken. Ik stel voor eerst af te wachten wat er met het scenario gebeurt. Ik ben best bereid tussentijds een keer een themabijeenkomst te organiseren met de raad, om daarin de stand van zaken op te maken, zodat de raad ook in de loop van het proces wordt meegenomen. Dat zou mij liever zijn dan vanavond definitief de stekker uit De Nieuwe Doelen te trekken. Mevrouw Molengraaf-Vullers: Volgens mij trekken wij nergens definitief de stekker uit. In alle kaders en principiële uitspraken die we vanavond doen past volgens mij ook dat we een keuze maken: willen we primair professionele kunst, of een theater, of een gebouw, ondersteunen, of vinden we dat eigenlijk niet de taak van de overheid? Daarin moeten we een keuze maken. Ik geloof niet dat dat een inperking impliceert. Volgens mij hebben we in het amendement ruimte genoeg gelaten om alsnog in te stemmen met zaken die de raad de moeite waard vindt. Wethouder Doodkorte: Ik ben bang dat we in een herhaling van zetten vervallen en daarmee doen we geen recht aan de discussie die we met elkaar gevoerd hebben. Ik begrijp het uitgangspunt dat ChristenUnie/SGP in haar amendement heeft neergelegd, volgens mij begrijpt ChristenUnie/SGP ook het standpunt van het college. Nu gaat het alleen nog om de vraag hoeveel ruimte we elkaar willen bieden. Ik zou het plezierig vinden nu te starten met de uitvoering en halverwege met elkaar eens na te gaan waar we staan, alvorens definitief dit standpunt in te nemen. Tot zover de moties en amendementen. Tot mevrouw Hoogesteger merk ik op dat ik niet heb bedoeld te zeggen dat wij een prijsbepaling gaan doen voor de regio. Ik heb geprobeerd uit te leggen dat ik graag eens met de regio in overleg wil gaan over de vraag over welke functionaliteiten wij in Gorinchem beschikken waar de regio gebruik van maakt en wat een redelijke manier zou zijn om daarvoor in gezamenlijkheid verantwoordelijkheid te dragen. Of dat zal lukken, weet ik niet, maar ondernemen wij die poging niet, dan hebben we simpelweg helemaal niets. Met het ondernemen van deze poging willen wij onze collega’s in de regio mede verantwoordelijk maken voor voorzieningen, die weliswaar in Gorinchem gevestigd kunnen zijn, maar een breder bereik hebben dan alleen de stad Gorinchem.
H - 37
Mevrouw Hoogesteger: Maar bent u dan van mening dat er ook een wederkerigheid in zit? Wij maken immers ook gebruik van het cultuurhistorisch erfgoed van de regio. Wethouder Doodkorte: Volgens mij kan samenwerking nooit eenzijdig worden opgelegd. Als we met elkaar het overleg aangaan, zit er ook een vorm van wederkerigheid in. Daarbij zeg ik niet dat dat aan de voorkant met een portemonnee beslecht moet worden. Als we met elkaar erkennen dat we rollen en functies hebben en elkaar daarin respecteren, is dat volgens mij het begin van nieuwe ontwikkelingen. Op de vraagstelling van de heer Chaaby meen ik al te zijn ingegaan. Mevrouw Dansen heb ik indirect beantwoord op basis van de visie op de motie die zij heeft ingediend. Mevrouw Van Maaren heeft medegedeeld te kunnen leven met de toelichting die ik heb gegeven op haar motie. Mevrouw Molengraaf heeft nog eens geëxpliciteerd dat ook ChristenUnie/SGP blij is met de bouwstenen die worden aangereikt. Vanuit dat vertrekpunt herhaal ik nog maar eens de oproep die ik eerder heb gedaan. Ik zal ervoor zorgen dat zij bij de bouwstenen in oktober in een gerieflijke positie wordt gemanoeuvreerd, waarin duidelijk wordt wat uiteindelijk het aanbod aan cultuur is in een podiumfunctie, waarbij zij heel nadrukkelijk keuzes kan maken. Daarbij zeg ik toe dat wij de strekking van haar amendement nadrukkelijk zullen meenemen in de verdere uitwerking. Daarmee geef ik tevens antwoord op een vraag van een tweetal andere fracties of De Nieuwe Doelen meegaat in de vernieuwing. Heel expliciet heb ik het bestuur van De Nieuwe Doelen gezegd: als u door de oogharen heen kijkt, zult u toch begrijpen dat het huidige subsidieniveau nooit meer aan de orde kan zijn, geef ons daarom de ruimte om invulling te geven aan een scenario en daarbij bouwstenen aan te reiken, waarbij het uiteindelijk aan de raad is om te accepteren welke bouwstenen u gebruikt en welke bouwstenen u niet wenst te gebruiken. Mevrouw Molengraaf-Vullers: Ik heb het gevoel dat ik de wethouder tot het uiterste getergd heb met mijn principiële houding…. Wethouder Doodkorte: Geenszins! Mevrouw Molengraaf-Vullers: Ik ben heel blij met zijn toezegging en wij zullen het amendement nu intrekken. Wethouder Doodkorte: Het verheugt me dat we met elkaar dit debat kunnen voeren, om helderheid te krijgen over de vraag waar we als raad en bestuur naartoe willen. Blij ben ik ook met de opmerking die mevrouw Molengraaf maakte over minderheden, in getalsmatige zin: voor kleinere groepen die steun nodig hebben, moet de overheid er kunnen en willen zijn. Ook dat verdient aandacht in de uitwerking van de visie. Mijn eerste reactie op haar amendement vond mevrouw Molengraaf wat teleurstellend, maar inmiddels hebben we elkaar wat beter begrepen en hebben we elkaar gevonden in de manier waarop we hiermee zullen omgaan. De heer Van Breemen kan ik verzekeren dat ik met het volste plezier werk in en voor deze stad Gorinchem. Het goede aan ervaringen neem ik graag mee, daar waar mogelijk maak ik er ook graag gebruik van in gesprekken, maar ik realiseer me iedere dag weer H - 38
dat de regio Alblasserwaard-Vijfheerenlanden een heel andere kan zijn dan willekeurig welke andere regio ook. Ik ben echter niet gewend te reageren op “stel dat”-vragen. Volgens mij zijn we met elkaar bezig een nieuwe route te bepalen en doen we dat primair op eigen kracht. Het zou goed zijn wanneer de regio zich daaraan zou willen verbinden, maar als de regio dat uiteindelijk niet zou doen, blijft de visie wel levensbaar en krachtig in deze samenleving overeind. De heer Van Breemen: Volgens mij heb ik geen “stel dat”-vraag gesteld, maar juist een heel feitelijke, namelijk: rekent u op steun vanuit de regio? Als het antwoord daarop “nee” is – en dat proef ik eerlijk gezegd een beetje uit de beantwoording van de wethouder –, zijn we het volgens mij eens. Wethouder Doodkorte: Laat ik niet proberen uit te leggen waarom ik het als een “stel dat”-vraag heb opgevat. De heer Van Breemen en ik begrijpen elkaar volgens mij wel. Inmiddels heb ik ook antwoord gegeven op de vraag wat ik bedoeld had met mijn eerdere opmerking dat De Nieuwe Doelen meegaat in de vernieuwing. Of er al dan niet een evaluatie moet worden uitgevoerd, is aan de raad te bepalen, en hij kan dat doen op elk door hem gewenst moment. De heer Van der Roest heeft in tweede termijn nogmaals zijn waardering uitgesproken. Alles wat er verder aan politieke overtuigingen bij zit, laat ik graag daar waar het thuishoort. De voorzitter: Na het debat over de cultuurvisie, wordt het tijd de balans op te maken. Het reglement van orde schrijft voor dat wij ons eerst dienen te buigen over de amendementen. Amendement A1 wordt door het college overgenomen. Ik stel vast dat niemand daarover hoofdelijke stemming wenst, zodat het amendement is aanvaard. Voor amendement A2 geldt hetzelfde. De amendementen A3 en A4 zijn ingetrokken. Motie M1 is door mevrouw Dansen genuanceerd, maar wordt door het college, gelet op de overwegingen, nog steeds ontraden. Motie M1 wordt hierop bij handopsteken in stemming gebracht, waarbij blijkt dat de stemmen met 11 tegen 11 staken. De voorzitter: Deze uitslag impliceert dat de motie niet is aanvaard. De heer Schefferlie: Misschien kunnen we het debat nog een keer overdoen! Mevrouw Molengraaf-Vullers: Ik ben morgenavond nog wel vrij! De voorzitter: U wilt de motie twee keer verwerpen!? Mevrouw Molengraaf-Vullers: Het is mij eerlijk gezegd niet helemaal duidelijk wat er nu met deze motie gebeurt. De voorzitter: Motie M1 is wegens het staken der stemmen verworpen.
H - 39
Motie M2 is door de wethouder genuanceerd en door mevrouw Van Maaren aanvaard, waarmee de motie is ingetrokken. De heer Schefferlie: Ik wil nog even terugkomen op de vorige motie. Volgens mij behoort een motie waarover de stemmen staken in een volgende vergadering opnieuw in stemming te worden gebracht. De voorzitter: Dat geldt voor raadsvoorstellen, maar niet voor amendementen, want we gaan nu het raadsvoorstel in stemming brengen zoals dat niet geamendeerd is. De motie zou opnieuw in stemming kunnen worden gebracht, als mevrouw Dansen dat de volgende vergadering wenst. Die volgende vergadering is na de vakantie en dat zullen we dus moeten afwachten. Mevrouw Dansen: Dat begrijp ik niet helemaal. U zei zojuist dat de motie niet meer in stemming kan worden gebracht omdat nu het raadsvoorstel in stemming komt…. De voorzitter: Ja, het voorstel wordt nu in stemming gebracht. Als u de motie wilt aanhouden tot een volgende vergadering, is dat uw goed recht. Mevrouw Dansen: Kunnen we even twee minuten schorsen voor beraad? De voorzitter: Daarover hoeft u nu niet te beslissen. De motie is nu verworpen. Aan de orde is nu het voorstel van het college. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna conform het geamendeerde voorstel van burgemeester en wethouders besloten, onder aantekening dat de fracties van SP, Stadsbelang en Gorinchem Solidair geacht willen worden tegen te hebben gestemd. 7. Visie op regionale samenwerking (nr. 2013-1008).
De heer Duijnhouwer: Mijnheer de voorzitter. Ik wil een vraag stellen over de orde van de vergadering. De voorzitter: Ga uw gang. De heer Duijnhouwer: Zou het, gelet op de tijd en op alle bestemmingsplannen die direct in behandeling moeten worden genomen, niet raadzaam zijn de discussie over de regionale samenwerking uit te stellen tot de raadsvergadering van 4 juli? De voorzitter: Dat zou mij eerlijk gezegd slecht uitkomen, omdat wij in de voorbereiding voor het gesprek met de commissaris nog het een en ander te doen hebben. Ik zou u dat dus willen ontraden, maar u gaat over uw eigen agenda. Het ordevoorstel is gedaan om de behandeling van dit agendapunt uit te stellen en dat breng ik nu meteen in stemming. Het ordevoorstel wordt bij handopsteken in stemming gebracht en met 12 tegen 10 stemmen aanvaard.
H - 40
De heer Wientjes: Mijnheer de voorzitter. U formuleerde het ordevoorstel zojuist aldus: uitstel van de behandeling van dit agendapunt. Daarbij hebben we echter nog geen datum vastgesteld waarop dit voorstel wel aan de orde zal worden gesteld… De voorzitter: Het ordevoorstel was afkomstig van de heer Duinhouwer en die heeft expliciet voorgesteld de behandeling te verdagen tot 4 juli. De heer Wientjes: Ja, maar we hebben gestemd over het voorstel dat u hebt verwoord en dat luidde alleen “uitstel”, zonder dat daarbij een datum werd genoemd. De heer Duijnhouwer: Ik heb heel duidelijk gezegd dat ik het wilde uitstellen tot 4 juli. De voorzitter: Daarover kan geen enkel misverstand bestaan. Er is duidelijk gezegd: uitstel tot 4 juli. De heer Wientjes: Dan wil ik daarop de notulen nog wel eens raadplegen. De voorzitter: Prima. De heer Schefferlie: Wat ons betreft kan die discussie in de algemene beschouwingen worden betrokken. De voorzitter: Dat zou heel praktisch zijn. De heer Wientjes: Dat lijkt mij echt een ontzettend onzalig plan. U gaat op pad naar de commissaris, voor die tijd zult u iets moeten weten en dus zullen we ook voor die tijd hierover moeten debatteren. Dat we dat vanavond niet doen, is prima, maar dan zouden we het misschien morgen, of voor mijn part zaterdagochtend om half negen kunnen doen. De voorzitter: Dan had u tegen het ordevoorstel moeten stemmen. Het voorstel om het op 4 juli te doen en het te incorporeren in de algemene beschouwingen, lijkt mij heel nuttig. Ik verzoek de fracties daarmee rekening te houden en er daarbij vooral op te letten dat de spreektijd voor de algemene beschouwingen niet wordt opgerekt. De heer Wientjes: Dan wil ik wel in de notulen opgenomen hebben dat er in ieder geval bij mij een misverstand was over de datum van 4 juli. De voorzitter: Daarvan hebt u nu kond gedaan. Mevrouw Dansen: Mijnheer de voorzitter. Over de agenda wil ik u nu ook een vraag stellen. Het is nu zeven minuten voor elf en we hebben nog een enorme agenda te gaan. Wat doen wij als het na twaalven wordt? De voorzitter: Daar gaat u zelf over. Mevrouw Dansen: Gaan we daarover beslissen als het tijdstip van twaalf uur nadert? De voorzitter: Ieder ordevoorstel wordt terstond in stemming gebracht zoals u hebt gemerkt.
H - 41
Mevrouw Stam: Mag ik ook nog even? De voorzitter: Nou nee, we hebben nu voldoende over de agenda gesproken, anders wordt het zeker twaalf uur. Ik stel voor nu het volgende agendapunt aan de orde te stellen, tenzij u een voorstel hebt om de agenda om te gooien. Mevrouw Stam: Ik wil me aansluiten bij de heer Wientjes. Ook ik had begrepen dat het ordevoorstel om uitstel ging. De voorzitter: Dat klopt, en dat uitstel was tot 4 juli, zoals de heer Duijnhouwer heeft verwoord. Mevrouw Stam: Ik heb de heer Duijnhouwer prima gehoord, maar ik heb het van u niet mee gekregen. De voorzitter: Ik heb zelfs nog gezegd dat het mij slecht uitkwam. Niettemin hebt u het voorstel van de heer Duijnhouwer gesteund, zodat ik er verder niet zoveel aan kan afdoen. 8. Vaststellen bestemmingsplan ‘Lingewijk-Zuid’ (nr. 2013-1010). 1. Korte samenvatting van de inhoud en voorstel Op 19 april 2012 heeft de gemeenteraad de Nota van uitgangspunten vastgesteld als kaderstellend uitgangspunt voor het bestemmingsplan 'Lingewijk-Zuid'. Het bestemmingsplan wordt herzien in het kader van de actualiseringsplicht (vaststelling van het bestemmingsplan vóór 1 juli 2013) en maakt daarnaast een aantal ontwikkelingen in Zandvoort-Noord en Zandvoort-Midden mogelijk. Door middel van raadsinformatiebrief nummer 2013-961 van 20 februari 2013 bent u geïnformeerd over de wijze waarop met alle inspraak- en vooroverlegreacties is omgegaan. Het resultaat van de voorontwerpfase is in het ontwerp-bestemmingsplan verwerkt. In het kader van de uniforme openbare voorbereidingsprocedure heeft het ontwerp-bestemmingsplan 'Lingewijk-Zuid' vanaf woensdag 27 februari 2013 ter visie gelegen voor de duur van zes weken. Gedurende deze periode zijn vier zienswijzen ingediend. Een samenvatting van de zienswijzen alsmede onze overwegingen en conclusies daaromtrent, treft u aan in de Nota van zienswijzen. Ook is er een hoorzitting gehouden op 16 mei 2013. De indieners van zienswijze 2 en 3 hebben hun zienswijze mondeling nader toegelicht tijdens de hoorzitting, waarbij ook enkele raadsleden aanwezig waren. Het verslag van de hoorzitting is als bijlage 1 bij de Nota van zienswijzen bijgevoegd. In het nu voorliggende bestemmingsplan 'Lingewijk-Zuid' zijn de door ons voorgestelde wijzigingen naar aanleiding van de ingekomen zienswijzen reeds verwerkt. Ook zijn hierin enkele ambtshalve wijzigingen doorgevoerd. Het 'overzicht aanpassingen bij vaststelling bestemmingsplan Lingewijk-Zuid', welke als bijlage 4 bij de Nota van zienswijzen is bijgevoegd, geeft een volledig overzicht van de in het ter vaststelling voorliggende bestemmingsplan doorgevoerde wijzigingen ten opzichte van het ontwerpbestemmingsplan. De Nota van zienswijzen en het aangepaste bestemmingsplan worden nu ter vaststelling aangeboden. Op grond van artikel 6.12 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) dient u bij een besluit tot vaststelling van een bestemmingsplan tevens een besluit te nemen over het al of niet vaststellen van een exploitatieplan. Voor dit bestemmingsplan is het niet nodig een exploitatieplan vast te stellen. Dit dient de raad wel expliciet te besluiten. Voorgesteld wordt: 1. Geen exploitatieplan vast te stellen voor het bestemmingsplan 'Lingewijk-Zuid'; 2. De nota van zienswijzen overeenkomstig ons voorstel vast te stellen;
H - 42
3. De analoge en digitale verbeelding, vervat in het GML-bestand NLIMRO.0512.BP2012125-4001, regels en toelichting van het bestemmingsplan 'Lingewijk-Zuid', waarin de in het 'overzicht aanpassingen bij vaststelling bestemmingsplan Lingewijk-Zuid' opgenomen wijzigingen ten opzichte van het ontwerp-bestemmingsplan reeds zijn aangebracht, vast te stellen. 2. Inleiding/aanleiding Een bestemmingsplan heeft een geldigheidsduur van 10 jaar. U dient daarom binnen deze periode bestemmingsplannen vast te stellen voor het gehele grondgebied van Gorinchem. Om dit te waarborgen is in de Wet ruimtelijke ordening opgenomen, dat geen recht bestaat om leges te heffen indien een bestemmingsplan ouder is dan 10 jaar. Deze regeling zal in werking treden op 1 juli 2013. Reden waarom wij bezig zijn met het actualiseren van onze bestemmingsplannen, met als uitgangspunt dat de bestemmingsplannen voor de genoemde datum actueel en digitaal uitwisselbaar zijn. Het geldende bestemmingsplan "Lingewijk" is enigszins verouderd. Het planologisch-juridisch toetsingskader is niet actueel. Daarnaast voldoet het huidige bestemmingsplan niet aan de landelijke standaard SVBP 2008 en is het bestemmingsplan destijds alleen analoog opgesteld en vastgesteld. Verder zijn er ontwikkelingen gaande in het plangebied, die niet binnen het geldende bestemmingsplan tot uitvoering kunnen worden gebracht. Een herziening van het bestemmingsplan "Lingewijk" voor het zuidelijk deel van de wijk is dan ook noodzakelijk om de beoogde ontwikkelingen mogelijk te maken. 3. Doelstelling bestemmingsplan Het bestemmingsplan 'Lingewijk-Zuid' wordt herzien in het kader van de actualiseringsplicht en maakt daarnaast een aantal ontwikkelingen in Zandvoort-Noord en Zandvoort-Midden mogelijk. 4. Kaderstellende uitgangspunten Bij raadsbesluit van 19 april 2012 heeft u de Nota van uitgangspunten vastgesteld als kaderstellend uitgangspunt voor het bestemmingsplan 'Lingewijk-Zuid'. De door u vastgestelde beleidsuitgangspunten zijn allemaal vertaald in het bestemmingsplan Lingewijk-Zuid. Tijdens de procedure (tussen voorontwerp-bestemmingsplan en ontwerp-bestemmingsplan) is er nog één punt toegevoegd. Het betreft Hugo de Grootstraat 28 t/m 64 en 17 t/m 55 alsmede Jan van der Heijdenstraat 1 en 2. Langere tijd had Poort6 het voornemen om de panden Hugo de Grootstraat 28 t/m 64 en 15 t/m 55 alsmede Jan van der Heijdenstraat 1 en 2 te renoveren (3 e fase renovatie Hugo de Grootstraat). Begin september 2012 heeft Poort6 de huurders van de 3 e fase van de hoog niveau renovatie geïnformeerd over het besluit om de woningen niet te renoveren maar te slopen. Redenen om het besluit te wijzigen waren de noodzaak tot funderingsherstel (terwijl op basis van voorafgaand onderzoek de conclusie was dat onderheien niet nodig zou zijn) en het gegeven dat het binnen de eisen van welstand niet mogelijk bleek op de bovenverdieping de gewenste woonkwaliteit te realiseren. Hierdoor stonden de renovatiekosten niet langer in verhouding tot de woonkwaliteit die bij nieuwbouw te realiseren Is. Reden waarom Poort6 deze 40 woningen en de buurtsupermarkt wil vervangen door de nieuwbouw van 37 woningen, die past in het kleinschalige karakter van het tuindorp Zandvoort. Daarbij krijgt de supermarkt de mogelijkheid om terug te keren in de nieuwbouw. Uitgangspunt voor de uitwerking van de locatie is de bestaande stedenbouwkundige situatie. In het bestemmingsplan is een bouwvlak opgenomen, waarbinnen de vervangende nieuwbouw kan worden gerealiseerd. Daarbij is ter plaatse van het perceel Jan van der Heijdenstraat 2 een gemengde bestemming opgenomen, die zowel 'detailhandel' als 'wonen' toestaat 5. Voorontwerpfase, Inclusief Inspraak- en vooroverleg reacties Het voorontwerp-bestemmingsplan 'Lingewijk-Zuid' heeft met ingang van 5 september 2012 voor een ieder ter inzage gelegen voor de duur van zes weken. Gedurende deze termijn is aan een ieder gelegenheid geboden schriftelijk danwel mondeling een inspraakreactie in te dienen. Bovendien is er op 17 september 2012 een inloopbijeenkomst gehouden in de wijk. In het kader van de inspraakprocedure zijn drie in-
H - 43
spraakreacties ingediend. De reactie van de eigenaar alsmede de reactie van de exploitant van het tankstation aan de Concordiaweg gaf aanleiding tot aanpassing van het bestemmingsplan. De reactie van de heer N. van der Laan gaf geen aanleiding tot aanpassing van het bestemmingsplan. Parallel aan de inspraakprocedure heeft er op grond van artikel 3.1.1 Besluit ruimtelijke ordening vooroverleg plaatsgevonden met diverse instanties. In het kader van het vooroverleg zijn er twee reacties ingediend. Alleen de reactie van Waterschap Rivierenland gaf aanleiding tot aanpassing van het bestemmingsplan. De reactie van de Veiligheidsregio ZHZ gaf geen aanleiding tot aanpassing van het bestemmingsplan. Door middel van raadsinformatiebrief nummer 2013-961 van 20 februari 2013 bent u geïnformeerd over de wijze waarop met alle inspraak- en vooroverlegreacties is omgegaan. Het resultaat van de voorontwerpfase is in het ontwerp-bestemmingsplan verwerkt. 6. Ontwerpfase, inclusief (Nota van) zienswijzen In het kader van de uniforme openbare voorbereidingsprocedure heeft het ontwerp-bestemmingsplan 'Lingewijk-Zuid' vanaf woensdag 27 februari 2013 voor een ieder ter visie gelegen voor de duur van zes weken. Gedurende deze termijn is aan een leder gelegenheid geboden schriftelijk danwel mondeling een zienswijze naar voren te brengen. Tijdens de periode van terinzagelegging zijn vier zienswijzen ingediend. Een samenvatting van de zienswijzen alsmede onze overwegingen en conclusies daaromtrent, treft u aan in de bijgevoegde Nota van zienswijzen. Ook is er een hoorzitting gehouden op 16 mei 2013. De indieners van zienswijze 2 en 3 hebben hun zienswijze mondeling nader toegelicht tijdens de hoorzitting, waarbij ook enkele raadsleden aanwezig waren. Het verslag van de hoorzitting is als bijlage 1 bij de Nota van zienswijzen bijgevoegd. De feitelijk ingekomen zienswijzen hebben we voor u ter inzage gelegd. Twee van de vier zienswijzen geven naar onze mening aanleiding om het bestemmingsplan gewijzigd vast te stellen. 7. Behandeling en besluitvorming door de gemeenteraad Op grond van artikel 6.12 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) dient u bij een besluit tot vaststelling van een bestemmingsplan tevens een besluit te nemen over het al of niet vaststellen van een exploitatieplan. Voor dit bestemmingsplan is het niet nodig een exploitatieplan vast te stellen omdat het verhaal van kosten van de grondexploitatie over de in het bestemmingsplan begrepen gronden anderszins verzekerd is. Op 27 mei 2013 is namelijk tussen gemeente en Poort6 een ontwikkelingsovereenkomst (anterieure overeenkomst) gesloten. Recentelijk bent u over deze overeenkomst geïnformeerd door middel van een raadsinformatiebrief. Uw raad dient wel expliciet te besluiten om geen exploitatieplan vast te stellen. Op basis van de Wet ruimtelijke ordening dient het bestemmingsplan binnen 12 weken na afloop van de termijn van tervisielegging van het ontwerp-bestemmingsplan door de gemeenteraad te worden vastgesteld. Daarnaast dient het onderhavige bestemmingsplan In het kader van de actualiseringsplicht vóór 1 juli 2013 te worden vastgesteld. Met de beoogde vaststelling in juni 2013 wordt aan beide eisen voldaan. De behandeling van en besluitvorming over het bestemmingsplan 'Lingewijk-Zuid' door uw raad wordt met de indieners van de zienswijzen via een apart traject gecommuniceerd. Zij worden per brief over de raadsbehandeling in juni 2013 op de hoogte gesteld. In de brief worden zij ook op het inloopuurtje gewezen, voorafgaand aan de raadsbijeenkomst. Daarnaast wordt vermeld dat zij tijdens de bijeenkomst gebruik kunnen maken van het spreekrecht 8. Vast te stellen bestemmingsplan In het nu voorliggende bestemmingsplan 'Lingewijk-Zuid' zijn de door ons voorgestelde wijzigingen naar aanleiding van de ingekomen zienswijzen reeds verwerkt. Ook zijn hierin enkele ambtshalve wijzigingen doorgevoerd. Het 'overzicht aanpassingen bij vaststelling bestemmingsplan Lingewijk-Zuid', welke als bijlage 4 bij de Nota van zienswijzen is bijgevoegd, geeft een volledig overzicht van de in het ter vaststelling voorliggende bestemmingsplan doorgevoerde wijzigingen ten opzichte van het ontwerp-
H - 44
bestemmingsplan. De Nota van zienswijzen en het aangepaste bestemmingsplan worden nu ter vaststelling aangeboden. Het vast te stellen bestemmingsplan met de daarbij behorende 21 bijlagen hebben wij voor u ter inzage gelegd. Een exemplaar van het vast te stellen bestemmingsplan (toelichting, regels en verbeelding) zonder bijbehorende bijlagen treft u hierbij aan. 9. Vervolgproces Bestemmingsplan 'Lingewijk-Zuid' Gewijzigde vaststelling bestemmingsplan Als u het bestemmingsplan conform dit voorstel vaststelt, dan is sprake van een gewijzigde vaststelling van het bestemmingsplan. Hierdoor wordt na de vaststelling het bestemmingsplan met bijlagen eerst onverwijld toegestuurd aan de provincie Zuid-Holland. De provincie wordt in de gelegenheid gesteld om het gewijzigd vastgestelde bestemmingsplan te beoordelen. Als de provincie Zuid-Holland géén aanwijzing indient tegen het gewijzigd vastgestelde bestemmingsplan, zal in het kader van het gestelde in artikel 3.8 lid 3 en 4 Wro het gewijzigd vastgestelde bestemmingsplan met bijlagen zes weken na de vaststelling (of zoveel eerder als mogelijk is op basis van de reactie van de provincie) gedurende zes weken ter inzage worden gelegd. De bekendmaking van het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan zal geschieden in het huis-aanhuisblad 'De Stad Gorinchem', in de 'Staatscourant' via de website www.officielebekendmakingen.nl en op de gemeentelijke website www.gorinchem.nl. Het digitale plan zal te raadplegen zijn op de landelijke voorziening www.ruimtelijkeplannen.nl. Op de gemeentelijke website staat een rechtstreekse link naar hel bestemmingsplan op de landelijke voorziening. Tevens wordt het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan toegezonden aan de provinciale- en rijksdiensten, het waterschap en de belanghebbende gemeenten (vooroverlegpartners). De beroepstermijn (zes weken) start een dag na de publicatie van de bekendmaking. Beroep kan worden ingediend bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. De indieners van zienswijzen zullen door middel van een brief over het raadsbesluit en de beroepsmogelijkheden worden geïnformeerd. Crisis- en herstelwet van toepassing De Crisis- en Herstelwet (Chw) kent mogelijkheden planologische procedures te vereenvoudigen en te bespoedigen. Deze wet is o.a. van toepassing, als een bestemmingsplan wordt vastgesteld dat de bouw van meer dan 11 woningen in een aaneengesloten gebied mogelijk maakt. Het voorliggende bestemmingsplan voldoet hieraan. Dit heeft (positieve) gevolgen voor de omvang van het beroep dat tegen het bestemmingsplan kan worden ingediend. Denk hierbij o.a. aan: de mogelijkheid tot versnelde behandeling door de ABRS, het toepassen van de relativiteitseis en het niet meer kunnen indienen van beroepschriften pro forma. In de te publiceren bekendmaking van de vaststelling van het bestemmingsplan zal worden gemeld, dat de Chw op het voorliggende bestemmingsplan van toepassing is. Besluit om geen exploitatieplan vast te stellen Tegelijkertijd met de bekendmaking van het (gewijzigd) vastgestelde bestemmingsplan zal ook het besluit om geen exploitatieplan vast te stellen bekend worden gemaakt. 10. Voorstel Aan u wordt voorgesteld: 1. Geen exploitatieplan vast te stellen voor het bestemmingsplan 'Lingewijk-Zuid'; 2. De nota van zienswijzen overeenkomstig ons voorstel vast te stellen; 3. De analoge en digitale verbeelding, vervat in het GML-bestand NLIMRO.0512.BP2012125-4001, regels en toelichting van het bestemmingsplan 'Lingewijk-Zuid', waarin de in het 'overzicht aanpassingen bij vaststelling bestemmingsplan Lingewijk-Zuid' opgenomen wijzigingen ten opzichte van het ontwerp-bestemmingsplan reeds zijn aangebracht, vast te stellen.
H - 45
11. Uitkomsten raadsbijeenkomst Na informatieve vragen en beantwoording daarvan kunnen alle fracties instemmen met agendering van het voorstel voor de komende raadsvergadering. 12. Nadere standpuntbepaling college Niet van toepassing. 13. Definitief voorstel raad Voorgesteld wordt: 1. Geen exploitatieplan vast te stellen voor het bestemmingsplan 'Lingewijk-Zuid'; 2. De nota van zienswijzen overeenkomstig ons voorstel vast te stellen; 3. De analoge en digitale verbeelding, vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0512.BP2012125-4001, regels en toelichting van het bestemmingsplan 'Lingewijk-Zuid', waarin de in het 'overzicht aanpassingen bij vaststelling bestemmingsplan ‘Lingewijk-Zuid’ opgenomen wijzigingen ten opzichte van het ontwerp-bestemmingsplan reeds zijn aangebracht, vast te stellen.
Mevrouw Dansen: Mijnheer de voorzitter. In het kader van de verouderde bestemmingsplannen die vóór 1 juli geactualiseerd moeten zijn, legt u ons vandaag het bestemmingsplan Lingewijk-Zuid voor. In het definitieve voorstel vraagt u ons geen exploitatieplan vast te stellen, de nota van zienswijzen vast te stellen en de analoge en digitale verbeelding met alle wijzigingen vast te stellen. U geeft ook aan dat dit vooral noodzakelijk is omdat er ontwikkelingen gaande zijn in het plangebied die niet in het geldende bestemmingsplan ten uitvoer kunnen worden gebracht. Daar worden wij een beetje zenuwachtig van. Met de Lingewijk heeft de SP namelijk een geschiedenis. Onze geschiedenis betreft flatjes die volgens ons, en veel bewoners van de Lingewijk, niet gesloopt moesten worden, flatjes waarvan zelfs de nieuwe directeur van POORT6 niet kon bedenken waarom die eigenlijk gesloopt moesten worden, maar toen was het al te laat. Een wijk waarin volgens ons met name door de corporatie altijd meer gekeken is naar wat zij wilde dan naar de behoeften van de bewoners, een wijk die meer kapitaalkrachtige bewoners moest krijgen en waar we dus duurdere huizen, ook koophuizen, gingen bouwen, een wijk ook waarin veel gesloopt moest worden volgens de plannen van POORT6, in innige samenwerking met de gemeente, een wijk waarin ook veel gesloopt is, een wijk zonder bereikbaar openbaar vervoer voor mensen die dit nodig hebben, een wijk met heel weinig winkels, geen geldautomaat, en ga zo maar door. De renovatie van de Lingewijk is niet bepaald een lichtend voorbeeld van de manier waarop zo’n groot project tot tevredenheid en in samenspel met de bewoners kan plaatsvinden. Is de gemeente bijvoorbeeld op de hoogte van de mening van de bewoners van de Hugo de Grootstraat en de Jan van der Heijdenstraat over het slopen en niet renoveren van hun woningen, zoals ook in het bestemmingsplan staat? Zoals in de raadsbijeenkomst ook al werd aangegeven door mevrouw Molengraaf, hadden we deze keer zoveel te lezen en voor te bereiden, dat de SP zich wat dit bestemmingsplan betreft niet goed voorbereid voelt en ook niet zeker genoeg om zomaar voor te gaan stemmen. Dus gaan we dat ook niet doen. De heer Wildschut: Mijnheer de voorzitter. Tijdens de raadsbijeenkomst hebben we het even gehad over de situatie ten aanzien van de buurtsuper van de firma Schep in de Lingewijk, waarop een dubbelbestemming zit, wonen/detailhandel, die in het nieuwe bestemmingsplan wordt gehandhaafd. Ook na de brief van POORT6 die we daarover
H - 46
vanochtend gehad hebben, blijven wij van mening dat het verstandig is die dubbelbestemming te handhaven en dat de gemeente hier niet een soort precedent moet gaan scheppen door via een bestemmingsplanwijziging wellicht een juridische of andere situatie te doen ontstaan die wat ons betreft het overleg tussen twee partijen alleen maar kan verslechteren. Mevrouw Biesheuvel-van Diemen: Mijnheer de voorzitter. Over Lingewijk-Zuid is een zeer lijvig rapport uitgebracht waarin ons een aantal dingen opvallen, zoals bijvoorbeeld alsnog sloop en nieuwbouw in de Hugo de Groot- en Jan van der Heijdenstraat, en dat vooral vanwege de kosten. In deze tijd kunnen we dat alleen maar ondersteunen, hoe lastig dat ook zal zijn. Het roept bij ons wel de vraag op of deze bewoners op grond van het sociaal plan ook recht hebben op terugkeer in de nieuwbouw en hoe het zit met de bewoners die niet terug kunnen omdat het aantal terug te bouwen woningen vermindert vergeleken met het huidige aantal. Wat verder opvalt zijn de zienswijzen, en dan doel ik vooral op die van de firma Schep. Het verheugt ons te zien dat daarin nu enige beweging plaatsvindt. De gemeente is terecht geen partij in de onderhandelingen tussen eigenaar en huurder, maar desondanks zijn wij blij dat er beweging gaande is en dat daar een positief resultaat uit komt. De heer Van der Roest: Mijnheer de voorzitter. Het bestemmingsplan Lingewijk-Zuid heeft een lange en roerige voorgeschiedenis. Al in de vorige raadsperiode zijn daarbij de nodige emoties vrijgekomen. Soms krijg je de indruk dat de mensen in de buurt inmiddels wat murw ingesproken zijn. Kijkend naar de huidige situatie, kunnen we vaststellen dat het uiteindelijke resultaat is dat de gemeente weer een terrein heeft met kaalslag, waarvan niemand begrijpt waarom bijvoorbeeld de appartementen die mevrouw Dansen zojuist noemde zijn afgebroken. Het is gewoon een leeg terrein en voor zover ons bekend, is het oorspronkelijke bouwplan nog steeds niet zo ver dat het zou kunnen worden uitgevoerd. Het is in de ijskast terechtgekomen en wanneer en of het eruit komt, moeten we maar afwachten. Het college heeft inmiddels een zogenaamde anterieure overeenkomst gesloten met POORT6, dat eigenaar is van de grotendeels afgebroken woningen, en wij kunnen niet overzien wat in het gebied nu echt gaat gebeuren en wat het ons als gemeente gaat kosten. Tijdsdruk is een slechte adviseur bij dit soort besluiten, die voor de lange termijn zijn bedoeld. Het is niet verstandig voor een zo omstreden plan onder tijdsdruk een bestemmingsplan vast te stellen. Bovendien vind ik dat het niet vaststellen van een exploitatieplan niet op voorhand een verstandige beslissing is. Daarvoor moet er meer zekerheid zijn over de inhoud van de uit te voeren plannen. Ik stel daarom voor het plan aan te houden tot in het najaar en met voldoende relevante informatie en voldoende tijd te komen om de besluitvorming af te ronden. Wethouder Rijsdijk: Mijnheer de voorzitter. Lingewijk-Zuid kent inderdaad een lange voorgeschiedenis, maar er zijn plannen met een nog langere voorgeschiedenis. Het is wel een wijk waarin veel gebeurt. Er is heel veel gerenoveerd, sommige delen zijn enorm opgeknapt en er is inmiddels ook heel veel gesloopt, waar nieuwbouw voor in de plaats komt. Al met al is sprake van een ingrijpende verandering in de wijk, bijna een grootstedelijke stadsvernieuwing, zou ik willen zeggen. Een gemakkelijke operatie is het zeker niet; het is een ingrijpende operatie die veel impact heeft voor de bewoners.
H - 47
Wij zijn echter wel van mening, en POORT6 eveneens, dat het past binnen ons stedelijk vernieuwingsprogramma. Daarom zou het ook heel onverstandig zijn om dit bestemmingsplan nu niet vast te stellen. Met de anterieure overeenkomst – de heer Van der Roest verwees ernaar – zijn wij niet over één nacht ijs gegaan. Ze is nadrukkelijk besproken tussen gemeente en POORT6 en zit wat ons betreft stevig en goed in elkaar, ook met een duidelijke rolverdeling. POORT6 neemt het woningbouwgedeelte voor haar rekening, de gemeente de openbare ruimte. POORT6 is inmiddels bezig met de aanbestedingsprocedure voor de nieuwbouw en volgens de berichten loopt dat heel voorspoedig en is zeer binnenkort overeenstemming te verwachten. De gemeente is bijzonder ingenomen met de voortgang. Een belangrijk onderdeel is de vaststelling van dit bestemmingsplan, om de wijk weer helemaal compleet en opgeknapt te krijgen. Over de dubbelbestemming van detailhandel en woning in de Hugo de Grootstraat waren al heel lang gesprekken gaande tussen de exploitant en POORT6. Die afspraken zijn inmiddels geformaliseerd en liggen vast op papier. Van beide partijen hebben wij te horen gekregen dat ze er zeer waarschijnlijk wel uit zullen komen. Een vraag is gesteld over het recht van terugkeer. Het voorliggende bestemmingsplan gaat daar niet over, maar het is wel regulier beleid van POORT6. Een aantal mensen maakt er gebruik van, maar lang niet iedereen, dus dat gaat altijd passen. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten, onder aantekening dat de SP-fractie geacht wil worden tegen te hebben gestemd. 9. Vaststellen bestemmingsplan ‘Gildenwijk (nr. 2013-1006). 1. Korte samenvatting van de inhoud en voorstel De gemeenteraad heeft bij raadsbesluit van 26 januari 2012 ingestemd met de nota van uitgangspunten voor het op te stellen bestemmingsplan Gildenwijk. Het voorontwerpbestemmingsplan is in het kader van het wettelijk vooroverleg aan de betrokken instanties toegestuurd. Tevens heeft dit plan in het kader van de inspraakprocedure gedurende 6 weken ter visie gelegen en heeft er een inloopbijeenkomst plaatsgevonden. Naar aanleiding van de inspraakreacties hebben wij besloten de locatie van het hotel aan de Van Hogendorpweg en de herontwikkelingslocatie aan de Wijnkoperstraat alsnog in het ontwerp-bestemmingsplan Gildenwijk op te nemen en de oorspronkelijke bestemming te handhaven. Dit verzoek was te destilleren uit de inspraakreacties op het voorontwerpbestemmingsplan en past ook binnen de bestendige gedragslijn die wij bij de herziening van bestemmingsplannen hanteren. Daarnaast is de uitbreiding van de Aldisupermarkt aan de Gildenweg 133, gevestigd in het winkelcentrum "Kwakernaat', in het ontwerpbestemmingsplan 'Gildenwijk' opgenomen. In het kader van de uniforme openbare voorbereidingsprocedure heeft het ontwerpbestemmingsplan vanaf woensdag 10 april t/m dinsdag 21 mei 2013 ter inzage gelegen. Gedurende de termijn van terinzagelegging kon een ieder een schriftelijke of mondelinge zienswijze indienen. Tijdens de periode van terinzagelegging zijn er twee schriftelijke zienswijzen ingediend. De hoorzitting heeft op 30 mei jl. plaatsgevonden. Er nebben twee personen van de mogelijkheid gebruik gemaakt op hun zienswijze nader toe te lichten. Het verslag van de hoorzitting is als bijlage gevoegd bij de nota van zienswijzen.
H - 48
In de 'Nota van zienswijzen bestemmingsplan Gildenwijk' staat de beoordeling van deze zienswijzen aangegeven. Deze nota treft u als bijlage aan. De inhoud van de zienswijzen geeft naar onze mening geen aanleiding om het bestemmingsplan aan te passen en wij willen u voorstellen deze ongegrond te verklaren. Het ontwerp bestemmingsplan 'Gildenwijk' wordt u ter vaststelling aangeboden. Aan u wordt voorgesteld: 1. In te stemmen met de nota van zienswijzen en de ingediende zienswijzen ongegrond te verklaren; 2. Het bestemmingsplan 'Gildenwijk' met IDN NLIMRO.0512. BP2012122-4001 zowel analoog als digitaal ongewijzigd vast te stellen; 3. Geen exploitatieplan als bedoeld in artikel 6.12 van de Wet ruimtelijke ordening vast te stellen. 2. Inleiding/aanleiding In de nieuwe Wet ruimtelijke ordening is een actualisatieplicht voor bestemmingsplannen opgenomen. Bestemmingsplannen die op 1 juli 2008 ouder waren dan 5 jaar dienen vóór 1 juli 2013 opnieuw te zijn vastgesteld Indien dergelijke bestemmingsplannen niet voor 1 juli 2013 zijn vastgesteld, vervalt de bevoegdheid tot het invorderen van rechten ter zake van na dat tijdstip door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten die verband houden met het bestemmingsplan (o.a. bouwleges). 3. Doelstelling bestemmingsplan Het bestemmingsplan 'Gildenwijk' is een conserverend bestemmingsplan dat is opgesteld teneinde een actueel planologisch kader voor de Gildenwijk te hebben. 4. Inhoud / Kaders Bij raadsbesluit van 26 januari 2012 heeft u ingestemd met de nota van uitgangspunten voor het op te stellen bestemmingsplan Gildenwijk De door u vastgestelde beleidsuitgangspunten zijn vertaald in het voorontwerpbestemmingsplan 'Gildenwijk'. 5. Voorontwerpfase Het voorontwerpbestemmingsplan is in het kader van het wettelijk vooroverleg verzonden aan de betrokken overheidsorganen en het waterschap. Tevens is de inspraakprocedure gestart. Door middel van de raadsinformatiebrief van 24 december 2012 met nummer 900 hebben wij u hierover geïnformeerd. Het voorontwerpbestemmingsplan heeft in het kader van de inspraakprocedure gedurende zes weken ter inzage gelegen. Op dinsdag 27 november 2012 heeft er een inloopbijeenkomst plaatsgevonden. Naar aanleiding van de inspraakreacties hebben wij besloten de locatie van het hotel aan de Van Hogendorpweg en de herontwikkelingslocatie aan de Wijnkoperstraat alsnog in het ontwerpbestemmingsptan Gildenwijk op te nemen en de oorspronkelijke bestemming te handhaven. Dit verzoek was te destilleren uit de inspraakreacties op het voorontwerpbestemmingsplan en past ook binnen de bestendige gedragslijn die wij hanteren bij de herziening van bestemmingsplannen, te weten: “het college weet dat er mogelijk ontwikkelingen gaan spelen, maar dat er thans nog geen concreet zicht op is waardoor het bestemmen van de huidige situatie het uitgangspunt is". Op grond van artikel 3.1.1 Besluit ruimtelijke ordening heeft vooroverleg over het voorontwerpbestemmingsplan met diverse instanties plaatsgevonden. Het Waterschap, Rijkswaterstaat en de Veiligheidsregio hebben een inhoudelijke reactie ingediend wat heeft geleid tot een kleine aanpassing. De aanduiding 'waterberging' is toegevoegd aan de bestemming voor het Gijsbert van Andelpark. De eigenaar van de Aldi-supermarkt aan de Gildenweg 133 heeft ons in 2009 verzocht medewerking te verlenen aan de uitbreiding van zijn winkel in het winkelcentrum "Kwakernaat’. Wij hebben destijds in principe met het verzoek ingestemd. In het ontwerpbestemmingsplan is de uitbreiding van de Aldisupermarkt aan de Gildenweg opgenomen. Met de eigenaar van het pand hebben wij inmiddels een anterieure overeenkomst over plankosten en planschades afgesloten. Door middel van de raadsinformatiebrief van 3 april 2013 met nummer 974 bent u geïnformeerd over de wijze waarop met de inspraak- en vooroverlegreacties is omgegaan. Het resultaat van de voorontwerpfase is in het ontwerpbestemmingsplan verwerkt.
H - 49
6. Ontwerpfase In het kader van de uniforme openbare voorbereidingsprocedure heeft het ontwerpbestemmingsplan vanaf woensdag 10 april tot en met dinsdag 21 mei 2013 ter inzage gelegen. Gedurende de termijn van terinzagelegging kon een ieder een schriftelijke of mondelinge zienswijze indienen. Tijdens de periode van terinzagelegging zijn er twee schriftelijke zienswijzen ingediend. De hoorzitting heeft op 30 mei jl. plaatsgevonden. Er hebben twee personen van de mogelijkheid gebruik gemaakt op hun zienswijze nader toe te lichten. Het verslag van de hoorzitting is als bijlage gevoegd bij de nota van zienswijzen. In de 'Nota van zienswijzen bestemmingsplan Gildenwijk' staat de beoordeling van deze zienswijzen aangegeven. Deze nota treft u als bijlage aan. De inhoud van de zienswijzen geeft naar onze mening geen aanleiding om het bestemmingsplan aan te passen. 7. Behandeling en besluitvorming door de gemeenteraad Op basis van de Wet ruimtelijke ordening dient het bestemmingsplan binnen twaalf weken na afloop van de termijn van tervisielegging van het ontwerp bestemmingsplan door de gemeenteraad te worden vastgesteld. De gemeenteraad dient het bestemmingsplan Gildenwijk derhalve voor 14 augustus 2013 vast te stellen. Artikel 6.12, eerste lid van de Wet ruimtelijke ordening schrijft voor dat uw raad een exploitatieplan vaststelt voor gronden waarop een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen bouwplan is voorgenomen. Deze situatie is voor wat betreft dit bestemmingsplan van toepassing op de uitbreiding van de Aldisupermarkt. Met de eigenaar van dit pand is een anterieure overeenkomst afgesloten. Hierdoor is van verplicht kostenverhaal geen sprake meer. U dient derhalve te besluiten om geen exploitatieplan vast te stellen. 8. Vast te stellen bestemmingsplan Ten opzichte van het ontwerp bestemmingsplan is in het nu voorliggende bestemmingsplan 'Gildenwijk' met IDN NLIMRO.0512.BP2012122-4001 de status van het GML-bestand veranderd van versie 3001 naar 4001. Er worden bij de vaststelling van het bestemmingsplan Gildenwijk geen wijzigingen ten opzichte van het ontwerpbestemmingsplan aan u voorgesteld. Het vast te stellen bestemmingsplan met de daarbij behorende bijlagen nebben wij voor u ter inzage gelegd en is te raadplegen via het raadsinformatiesysteem 9. Vervolgproces De bekendmaking van het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan moet binnen twee weken na de vaststelling geschieden in het huis-aan-huisblad 'De Stad Gorinchem', in de 'Staatscourant1 via de website www.officielebekendmakingen.nl en op de gemeentelijke website www.gorinchem.nl. Het digitale plan zal te raadplegen zijn op de landelijke voorziening www.ruimtelijkeplannen.nl. Op de gemeentelijke website staat een rechtstreekse link naar het bestemmingsplan op de landelijke voorziening. Tevens wordt het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan toegezonden aan de provinciale- en rijksdiensten, het waterschap en de belanghebbende gemeente (vooroverlegpartners). De beroepstermijn (zes weken) start een dag na de publicatie van de bekendmaking. Beroep kan worden ingediend bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. 10. Voorstel Het ontwerpbestemmingsplan 'Gildenwijk' wordt u ter vaststelling aangeboden. Aan u wordt voorgesteld: 1. In te stemmen met de nota van zienswijzen en de ingediende zienswijzen ongegrond te verklaren; 2. Het bestemmingsplan 'Gildenwijk' met IDN NL.IMRO.0512.BP2012122-4001 zowel analoog als digitaal ongewijzigd vast te stellen; 3. Geen exploltatieplan als bedoeld in artikel 6.12 van de Wet ruimtelijke ordening vast te stellen. 11. Uitkomsten raadsbijeenkomst N.v.t.
H - 50
12. Nadere standbepaling college Na informatieve vragen en beantwoording daarvan kunnen alle fracties instemmen met agendering van het voorstel voor de komende raadsvergadering. 13. Definitief voorstel raad Aan u wordt voorgesteld: 1. In te stemmen met de nota van zienswijzen en de ingediende zienswijzen ongegrond te verklaren; 2. Het bestemmingsplan 'Gildenwijk' met IDN NLIMRO.0512.BP2012122-4001 zowel analoog als digitaal ongewijzigd vast te stellen; 3. Geen exploitatieplan als bedoeld in artikel 6.12 van de Wet ruimtelijke ordening vast te stellen.
Mevrouw Dansen: Mijnheer de voorzitter. Wederom in het kader van de verouderde bestemmingsplannen die moeten worden geactualiseerd vóór 1 juli, legt u ons vandaag ook het bestemmingsplan Gildenwijk voor. In het kader van dit bestemmingsplan is nogal wat te doen geweest over het amusino, dat tot grote opluchting van de SP niet in een woonwijk komt, en daarbij de veranderde bestemming van Schimmelpennincklaan 33. Voordat ik hierover iets ga zeggen, wil ik eerst iets anders kwijt, vooral omdat wij over de andere bestemmingsplannen niet zullen spreken. De tendens in deze bestemmingsplannen lijkt te zijn dat, als je in Gorinchem iets wilt wat niet is toegestaan in een bestemmingsplan, je het gewoon toch doet, in de hoop dat het in de eerste jaren niet opvalt, want dan wordt het opgenomen in een nieuw bestemmingsplan en is alles in orde. Dit willen wij toch niet neerzetten in Gorinchem! Hoeveel zin heeft het om iets in een bestemmingsplan te zetten en die bestemming daarna aan te passen als men zich niet aan die bestemming wil houden? De SP is daar niet voor. In het bestemmingsplan Gildenwijk is precies zoiets aan de orde. In het huidige ontwerpbestemmingsplan is de bestemming van de woning aan de Schimmelpennincklaan 33 gewijzigd in horeca. Dit is vooral verbazingwekkend, omdat de gemeente aangeeft dat deze woning al meer dan 20 jaar in gebruik is als hotel, en dit terwijl de woning in 2012 door de gebruikers is verkocht als woning aan een BV, genoemd Uiterwaard BV. Kunt u het nog volgen? Want nu kom ik waar het volgens ons en de omwonenden echt om gaat. Als je de definities van de horeca doorleest, zie je dat een hotel/horeca categorie 1B is. Nu word ik even technisch. De afstand van een hotel tot een woonbestemming moet minimaal 10 meter zijn. Nu is het zo dat Schimmelpennincklaan 33 direct aan Schimmelpennincklaan 31 grenst; dat kun je verwachten. Als van de norm afgeweken wordt, kan dat eigenlijk alleen gemotiveerd en zorgvuldig. Dat is hier niet het geval. Dit houdt in dat een besluit voor dit ontwerp van een bestemmingsplan kan leiden tot gerechtelijke procedures en vernietiging van het besluit. De conclusie kan volgens ons alleen maar zijn dat het ontwerp niet correct is berekend. Het moet gewoon terug naar de tekentafel van de ambtenaren. De bijlage moet aangepast worden en de procedure om af te wijken van de afstanden zal gevolgd moeten worden. Wij raden het college ten sterkste aan het bestemmingsplan terug te trekken, de bijlage aan te passen en de motivering aan te geven waarom afgeweken wordt van de norm. Dit kan voorkomen dat wederom kosten gemaakt moeten worden als iemand een procedure zou beginnen. De heer Van der Roest: Mijnheer de voorzitter. Het bestemmingsplan levert maar één echt discussiepunt op, namelijk de voorgestelde wijziging van de bestemming wonen H - 51
naar horeca voor Schimmelpennincklaan 33. Belanghebbenden hebben bezwaar gemaakt tegen die bestemmingswijziging en daarin waren zij ook ontvankelijk. Voor de raad is in dit geval belangrijk in het oog te houden dat hij een besluit neemt dat een goede ruimtelijke ordening beoogt. Het bestemmen van een woning als horeca in deze woonomgeving is naar onze mening niet in het belang van een goede ruimtelijke ordening. De argumentatie dat het al lang zo is, is een non argument. Als de gemeente dit daadwerkelijk heeft gedoogd, wat ik niet zeker weet, is dat een verantwoordelijkheid van de gemeente als toezichthouder. Legitiem kan dit alleen worden door een wettelijk passende procedure. Voor zover ons bekend is die niet gevoerd. Het bestemmingsplan nu alsnog aanpassen kan niet, omdat er dan geen inhoudelijk argument is voor een dergelijke wijziging bij afweging van de betrokken belangen. Bovendien zou je kunnen veronderstellen dat hier een bedenkelijk soort precedentwerking van uitgaat. Ik wacht even de reactie van de wethouder af. De heer Barth: Mijnheer de voorzitter. Gezien de tijd zal ik mij beperken tot enkele hoofdlijnen. Het wederom toevoegen van de locatie, bekend als Hotel Gorinchem, aan de Wijnkoperstraat aan het bestemmingsplan Gildenwijk geeft er blijk van dat het college gehoor geeft aan de inspraakreacties op dit bestemmingsplan. Daar zijn wij content mee. Onze fractie is overtuigd van de noodzaak en de functie van de Aldi supermarkt aan de Gildenweg 133. Uitbreidingsmogelijkheden voor deze supermarkt zijn in het bestemmingsplan opgenomen. Ook daarmee stemmen wij in. Maar nu de gevoeligheid van dit bestemmingsplan: de herbestemming van de locatie Schimmelpennincklaan 33 van woonhuis tot horeca. Er staat een levensgroot bord bij dit huis: Entree dependance rooms two hundred and twenty, two hundred and thirty. Het staat er inderdaad in het Engels. Ik kan moeilijk beginnen met rooms en dan vervolgens in het Nederlands zeggen wat de kamernummers zijn. Kennelijk kan dat zo maar: een woonhuis illegaal in gebruik nemen met een andere toepassing. Waarom is hiertegen in het verleden niet handhavend opgetreden? Kan het college de raad vertellen hoe de handhaving in Gorinchem is georganiseerd, zodat we dergelijke situaties in de toekomst voorkomen? De fractie ChristenUnie/SGP wil geborgd hebben dat woningeigenaren niet verrast worden met illegaal gebruik van hun buurwoning. Onze stemming over dit bestemmingsplan zal afhangen van de beantwoording van de wethouder op de vragen waarom deze woning tot horeca wordt herbestemd, waarom het college niet handhavend heeft opgetreden in het verleden, hoe het college illegaal gebruik van een woonhuis heeft geborgd en wanneer het dan handhavend optreedt. De heer Wildschut: Mijnheer de voorzitter. Omdat ik weliswaar iets andere bewoordingen had gekozen dan de vorige sprekers, maar in essentie eigenlijk dezelfde vragen had, zie ik af van woordvoering in eerste termijn. Mevrouw Biesheuvel-van Diemen: Daar sluit ik me bij aan. De voorzitter: Dan is het woord nu aan de wethouder. Wethouder Rijsdijk: Mijnheer de voorzitter. In dit hele bestemmingsplan speelt eigenlijk maar één zaak, en die richt zich op de bestemming van één perceel, SchimmelpenH - 52
nincklaan 33. Laat ik allereerst ingaan op het illegale gebruik en de vraag wat de gemeente daaraan doet. Illegaal gebruik, dus gebruik strijdig met de bestemming, kunnen wij niet zo maar van buitenaf constateren. Wij weten nu eenmaal niet wat er binnen in een woning gebeurt, want daar zijn we niet bij en we hebben ook niet de bevoegdheid om zo maar naar binnen te gaan. We merken dat pas als ons signalen bereiken dat er iets aan de hand is en als er klachten komen over overlast die wordt veroorzaakt. Dat is het moment waarop wij in actie komen en niet op voorhand, door bij iedereen aan te bellen met de vraag of het huis wel als woning wordt gebruikt… De heer Barth: Daarom heb ik zojuist ook verwezen naar dat grote bord van anderhalve meter breed en een halve meter hoog met die Engelse tekst erop. Iedereen die daar langs rijdt ziet dat bord en begrijpt dat dat woonhuis als horecafunctie wordt gebruikt. Wethouder Rijsdijk: Je kunt erover discussiëren wanneer dat bord er stond en sinds wanneer het huis als zodanig wordt gebruikt. Dat weten we allemaal niet. Aan de andere kant – dat is ook uit de hoorzitting gebleken – heeft deze situatie nooit tot overlast geleid en waren ook in ons klachtensysteem hierover geen klachten bekend. Daarnaast werd door mevrouw Dansen even een verband gelegd tussen het al dan niet bestemmen van een speelautomatenhal op deze locatie en de bestemming op het pand Schimmelpennincklaan 33, maar dat verband is er niet… Mevrouw Dansen: Ik heb in dat opzicht ook geen verband willen aangeven. Ik heb alleen gezegd dat, nu het amusino gode zij dank ergens anders komt, dit het enige is waarover wij het nog willen hebben. Wethouder Rijsdijk: Ik begrijp het: omdat u daar niets over kunt zeggen, hebt u dit gezocht… en gevonden! Mevrouw Dansen: Dit neem ik de wethouder kwalijk! Wethouder Rijsdijk: Sorry, we moeten hier ook geen grapjes over maken. Omdat er geen overlast is en ook geen klachten zijn, terwijl het gebruik al vele jaren zo is, menen wij dit zo te kunnen bestemmen. Als de raad van mening is dat dat niet kan en mag en dat er een andere procedure voor moet worden doorlopen, mag hij dat natuurlijk vinden, maar als wij deze bestemming er nu niet op zetten en het gaan handhaven, kunnen er van de andere kant ook procedures gevolgd worden richting de gemeente, want dan brengen we een situatie die al heel lang zo is weer terug naar de oude situatie en dan staat er een lege woning. Daarvoor kunnen we ook aansprakelijk gesteld worden. De voorzitter: Aan de orde is de tweede termijn. Mevrouw Dansen: Mijnheer de voorzitter. De wethouder maakte er zojuist wel even snel een grapje van, maar ik vond het niet zo’n heel leuk grapje, want wij lopen hier niet te rellen om te rellen, maar brengen dit ter sprake omdat het belangrijk is voor de bewoners van de wijk. Zoals ik al eerder heb gezegd, hebben wij iets met mensen die wat willen in een wijk. Het is ook niet zo dat wij hier procedures over gaan starten of zo; ik zou niet op het idee komen! Ik heb ervoor willen waarschuwen dat er wijkbewoners zouden kunnen zijn die hierover een procedure beginnen. Vergis u niet: de wethouder H - 53
kan wel zeggen dat het hier gaat om een bestaande situatie, maar dat is niet correct. De bestemming wordt namelijk gewijzigd en dat impliceert een nieuwe situatie. Ik heb dit niet zelf bedacht, maar te horen gekregen van iemand die er heel veel verstand van heeft, en dat is in dit geval niet Cees Van der Roest! Net als de heer Barth vond ik het eerlijk gezegd wel wat komisch de wethouder te horen zeggen dat illegaal gebruik niet gemakkelijk te constateren is, terwijl voor dat huis een enorm bord in de tuin staat, maar goed. Het feit dat hierover geen klachten zijn ingediend bij de gemeente wil niet zeggen dat mensen er geen last van hebben. Mevrouw Hania-van Emmerik: Als er inderdaad zoveel klachten zijn en de mensen er zo op tegen zijn dit daar gebeurt, waarom waren die mensen dan niet op de hoorzitting? Ik ben er geweest, net als de heer Van der Roest en Rutger, maar voor de rest was er niemand, behalve twee heren die een klacht ingediend hadden. Als een wijk zó in opstand is, ga je toch je beklag doen bij de gemeente? Maar er was helemaal niemand! Mevrouw Dansen: Mevrouw Hania heeft absoluut een punt, maar ik ben niet degene die mensen naar een hoorzitting sleept. Mensen moeten dat zelf willen. Als ze dat niet gedaan hebben, nou, dat kan. Ik zou er waarschijnlijk wel gestaan hebben en u waarschijnlijk ook, maar goed, we zijn niet allemaal hetzelfde. De heer Van Breemen: Als u het verslag van de hoorzitting hebt gelezen, weet u dat de wethouder aan de heer Kaijim, of de heer Van Gelderen, gevraagd heeft of hij hier overlast van had en dat het antwoord daarop duidelijk “nee” was. Mevrouw Dansen: Ik praat niet graag voor de heer Kaijim, maar ik kan me voorstellen dat hij daar persoonlijk geen overlast van heeft, want hij woont per slot van rekening niet op Schimmelpennincklaan 31. Ik denk dat u dat het beste aan hem kunt vragen. De voorzitter: Het is in ieder geval onomstreden dat van overlast in de officiële stukken geen sprake is. Laten we dat even vaststellen. De heer Van der Roest: Mijnheer de voorzitter. Zojuist heb ik al gezegd dat het me niet verstandig lijkt het hele verhaal hier nog een keer te gaan vertellen, want we weten het volgens mij allemaal wel. De vraag hoeveel mensen tijdens de hoorzitting aanwezig waren is eenvoudig te beantwoorden: dat waren de mensen die de bezwaren gemaakt hadden en die worden daarvoor ook uitgenodigd. Het was dus eenvoudig te verwachten dat die er zouden zijn. Zij hebben hun verhaal gehouden en dat verhaal was niet dat er overlast was, maar er zou morgen wel overlast kunnen zijn, dat weet je niet. Wat er in ieder geval aan de hand is, is dat hier sprake is van een woning die niet als woning wordt gebruikt. Als wij een bestemming wijzigen, moeten wij kijken naar een goede ruimtelijke ordening. Dat behoren wij gewoon te doen en daarom dien ik nu, mede namens de SP, het volgende amendement in: De raad van de gemeente Gorinchem, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 29 mei 2013 tot vaststelling van het bestemmingsplan Gildenwijk;
H - 54
gezien de door de heer en mevrouw Kaijim en de heer Van Gelderen ingediende zienswijzen m.b.t. de bestemming van het perceel Schimmelpennincklaan 33; overwegende dat het niet in het belang van een goede ruimtelijke ordening is de betreffende woning, gelegen in een als zodanig bestemde woonomgeving, te bestemmen voor horeca; gelet op de Wet ruimtelijke ordening; besluit: de bestemming van de woning Schimmelpennincklaan 33 in afwijking van het ter inzage geleden ontwerpplan vast te stellen als ‘Wonen’.
De heer Barth: Mijnheer de voorzitter. De Schimmelpennincklaan is een laan met aan weerszijden woningen. Woning nr. 33 ligt op de hoek. Het ligt er maar net aan waar je de afscheiding legt, als je wilt beoordelen of ze nog aan de kant van deze laan hoort, of juist aan de kant van het hotel. Zoals het nu is vormgegeven, lijkt het duidelijk te behoren tot het terrein van het hotel, omdat de afscheiding zogezegd daar is weggehaald, maar het blijft feitelijk een hoekwoning binnen een laan, met alleen de functie wonen. Ik kan me voorstellen dat de buren op nr. 31 daarvan last kunnen ondervinden, als het bijvoorbeeld gaat om de verkoop van hun woning. Waar ik me bovendien zorgen over maak, is de functie horeca die in het bestemmingsplan wordt voorgesteld. Nu zitten er twee hotelkamers in, maar het zou ook zo maar kunnen zijn dat op een zekere vrijdagavond een rolluik omhoog gaat en daar kroketten worden verkocht. Dat past dan binnen de voorgestelde bestemming horeca, maar het zal wel meer last opleveren voor de buren. Dat soort zaken zou ook kunnen ontstaan als bij voorbaat nu al wordt besloten de bestemming te wijzigen in horeca. Misschien kan de wethouder daarop in tweede termijn ook eens ingaan. De heer Bax: Mijnheer de voorzitter. We zijn nu heel erg technisch aan het discussiëren over de vraag of het wel of niet mag, maar we hebben wel te maken met een situatie die al twintig jaar bestaat. Dat zo zijnde, moeten we de belangen van alle partijen wegen, ook die van de partij die eigenaar is, al twintig jaar in deze situatie zit en daaraan bepaalde verwachtingen kan ontlenen. Als we daarnaast vaststellen dat in die twintig jaar geen klachten zijn gekomen over overlast, vind ik dat we moeten zoeken naar een praktische oplossing. We kunnen dan wel stug vasthouden aan de redenering dat het bestemmingsplan een woning aangeeft en dat het daarom een woning moet blijven, maar dat doet volgens mij geen recht aan de situatie. Eerlijk gezegd ben ik wel blij met de creatieve oplossing die de wethouder voorstelt om het dan maar over te nemen. Uiteraard ben ik het wel met de vorige spreker eens dat het wel een situatie zal moeten blijven waarin geen overlast kan ontstaan, maar volgens mij heeft de wethouder dat al aangegeven tijdens de raadsbijeenkomst. Mevrouw Dansen: Volgens mij is in de regelingen bepaald dat er 10 meter ruimte moet zijn tussen woningen en een horecagelegenheid van de categorie 1B, juist om te voorkomen dat er overlast kan ontstaan. Ik neem aan dat dat niet voor niks is bepaald. De heer Bax: Bestemmingsplannen zijn er ook niet voor niks en we hebben hier te maken met een situatie die al twintig jaar niet overeenkomt met het bestemmingsplan. Je
H - 55
kunt dan wel terugvallen op de regels, maar ik vind dat we ook creatief moeten zijn en moeten proberen een oplossing voor alle partijen te vinden. De heer Van der Roest: Het is prima te proberen creatief te zijn, maar om te beginnen is het niet duidelijk sinds wanneer het als zodanig in gebruik is en bovendien is het onlangs verkocht aan een nieuwe eigenaar, die er dus niet al twintig jaar zit. De heer Bax: Dat verandert toch niets aan de situatie? Ik ga niet met u in discussie over de vraag hoe lang dit al bestaat, want dat weet ik niet, maar gegeven de zienswijzen en de discussie ga ik ervan uit dat het een langdurige situatie is. Wat dat betreft mag de eigenaar ook bepaalde verwachtingen hebben. We kunnen dan niet stug volhouden dat het een woning moet blijven. De heer Van der Roest: Wat doet u als u een woning koopt? De heer Bax: Meestal betalen, meneer Van der Roest. De heer Van der Roest: Gaat u niet even kijken wat de bestemming is? Dat zou wel wijs zijn. De voorzitter: Laten we deze wat semantische discussie maar voor wat ze is, anders wordt het zeker twaalf uur. Ik denk dat de standpunten over en weer wel helder zijn. Wethouder Rijsdijk: Mijnheer de voorzitter. Mevrouw Dansen zegt op te komen voor de belangen van de bewoners in de wijk, en dat is natuurlijk heel goed, maar zij heeft ons nog niet duidelijk kunnen maken wat die belangen precies zijn. Misschien bestaat er enige vrees voor dingen die in de toekomst kunnen gebeuren, maar voor dingen die in het heden of in het verleden zijn gebeurd rondom deze locatie is ons dat in ieder geval niet bekend, terwijl wij daarvoor wel ons best hebben gedaan met een inloopavond en met mogelijkheden voor zienswijzen, bezwaarschriften e.d. Zojuist is even gerefereerd aan een mogelijke verkoop van de woning. De eigendomssituatie doet echter niets af aan de bestemming…. De heer Barth: Ik doelde op de verkoop van woning nr. 31, dus de woning van de buurman. Hij hoeft niet perse overlast te ondervinden als gevolg van geluid of iets dergelijks, maar ik kan me voorstellen dat de mogelijkheid om zijn woning te verkopen hierdoor drastisch afneemt. Wethouder Rijsdijk: Dat zou dan planschade betekenen en die planschade komt voor rekening van degene die een wijziging van het bestemmingsplan aanvraagt. De heer Van der Roest: Hebt u daarvoor een overeenkomst met de eigenaar? Wethouder Rijsdijk: Dat zou ik moeten navragen, want dat weet ik niet uit mijn hoofd. De heer Van der Roest: Als die er niet is, hebt u er namelijk niets aan.
H - 56
Wethouder Rijsdijk: Ik krijg ingefluisterd dat zo’n overeenkomst er niet is, zodat het voor rekening van de gemeente zou komen als er een planschadeclaim wordt ingediend. Het afstandscriterium dat mevrouw Dansen noemde staat misschien wel zo in het bestemmingsplan, maar ik heb dat niet bij om het te kunnen opmeten. Wat ik wel wil meegeven is dat we in de binnenstad meerdere hotelfuncties hebben in aan elkaar gesloten bebouwing, met een woning ernaast. Dat kan gewoon. Natuurlijk mag zo’n hotel geen overlast veroorzaken, en dat is een kwestie van handhaving. Ik wijs er nogmaals op dat in het verleden nooit is gebleken dat die overlast bestaat. De voorzitter: Aan de orde is de besluitvorming, allereerst over het amendement van Gorinchem Solidair en SP. Het amendement wordt bij handopsteken in stemming gebracht en met de stemmen van de fracties van Gorinchem Solidair en SP, alsmede de heer Barth vóór verworpen. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 10. Gewijzigde vaststelling bestemmingsplan ‘Wijdschild e.o. en Beeldkwaliteitsplan ‘dakopbouwen drive-in woningen Wijdschild’ (nr. 2013-1016). 1. Korte samenvatting van de inhoud en voorstel In 2005 is begonnen met het herzien van het bestemmingsplan "Wijdschild e.o.' en het opstellen van het beeldkwaliteitsplan 'Dakopbouwen drive-in woningen Wijdschild'. Het bestemmingsplan is een zogenaamd beheerplan, waarin met name de bestaande situatie is vastgelegd. Het beeldkwaliteitsplan is opgesteld om sturing te kunnen geven aan de wens van een aantal bewoners om aan de drive-in woningen een vierde bouwlaag toe te voegen. Het voorontwerpbestemmingsplan heeft tussen 5 oktober 2005 tot en met 15 november 2005 voor een ieder ter inzage gelegen. Daarnaast is het voorontwerpbestemmingsplan in het kader van het vooroverleg aan diverse instanties en omliggende gemeenten gestuurd. Gedurende deze periode zijn verscheidene vooroverleg- en inspraakreacties ingediend. Beide procedures zijn door een veranderende prioriteitstelling en het ontbreken van acute noodzaak destijds niet verder in procedure gebracht. In het kader van de actualisatie van de bestemmingsplannen is in 2012 de procedure voor het bestemmingsplan en het beeldkwaliteitsplan vervolgd. Door middel van een raadsinformatiebrief nummer 741 van 13 november 2012 bent u geïnformeerd over de wijze waarop met alle inspraak- en vooroverlegreacties is omgegaan. Het resultaat van de voorontwerpfase is in het ontwerp bestemmingsplan verwerkt. In het kader van de uniforme openbare voorbereidingsprocedure heeft het ontwerp bestemmingsplan vanaf 21 november 2012 t/m 2 januari 2013 ter inzage gelegen. Gedurende dezelfde periode heeft ook het beeldkwaliteitsplan op basis van de inspraakverordening ter inzage gelegen. Gedurende deze termijn zijn in het kader van de bestemmingsplanprocedure acht zienswijzen ingediend. Een samenvatting van de zienswijzen alsmede onze overwegingen en conclusies ten aanzien van de zienswijzen, treft u aan in de Nota van zienswijzen. Enkele indieners van een zienswijze hebben tijdens een hoorzitting hun zienswijze mondeling nader toegelicht. Hierbij was ook een raadslid aanwezig. Het verslag van de hoorzittingen is als bijlage bij de Nota van zienswijzen gevoegd. De zienswijzen hebben geleid tot aanpassing van het bestemmingsplan. In het nu voorliggende bestemmingsplan 'Wijdschild e.o.' zijn de door ons voorgestelde wijzigingen naar aanleiding van de ingekomen zienswijzen verwerkt. Daarnaast zijn in het bestemmingsplan en in het
H - 57
beeldkwaliteitsplan ambtshalve wijzigingen doorgevoerd. Het 'Overzicht aanpassingen tussen ontwerp bestemmingsplan en vaststelling bestemmingsplan Wijdschild e.o.' geeft een overzicht van de in het ter vaststelling voorliggende bestemmingsplan doorgevoerde wijzigingen ten opzichte van het ontwerp bestemmingsplan. De Nota van zienswijze, het gewijzigde bestemmingsplan 'Wijdschild e.o.' en het beeldkwaliteitsplan 'Dakopbouwen drive-in woningen Wijdschild' worden nu ter vaststelling aangeboden. 2. Inleiding / aanleiding Een bestemmingsplan heeft een geldigheidsduur van 10 jaar. U dient daarom binnen deze periode bestemmingsplannen vast te stellen voor het gehele grondgebied van Gorinchem. Om dit te waarborgen is in de Wet ruimtelijke ordening opgenomen, dat geen recht bestaat om leges te heffen indien een bestemmingsplan ouder is dan 10 jaar. Deze regeling zal inwerking treden op 1 juli 2013. De nu vigerende bestemmingsplannen 'Linge III', Wijdschild', 'Lingsesdijk', 'Wijdschild Zuid-Oost1, 'Laag Dalem Zuid' en 'Buitengebied 1977 Vuren' zijn verouderd. Het planologisch -juridisch toetsingskader is niet actueel. Daarnaast voldoen de huidige bestemmingsplannen niet aan de landelijke standaarden SVBP 2008 en deze bestemmingsplannen zijn destijds alleen analoog opgesteld en vastgesteld. Het beeldkwaliteitsplan is opgesteld om sturing te kunnen geven aan de wens van een aantal bewoners om aan de drive-in woningen een vierde bouwlaag toe te voegen. 3. Doelstelling bestemmingsplan en beeldkwaliteitsplan Het bestemmingsplan 'Wijdschild e.o.' wordt opgesteld om te voorzien in een actueel toetsingskader voor het plangebied. De bestaande en de vergunde bebouwing, bebouwings- en gebruiksmogelijkheden worden vastgelegd. Er wordt voldaan aan de actualisatie- en digitaliseringsplicht zoals opgenomen in de Wet ruimtelijke ordening. 4. Kaderstellende uitgangspunten Het bestemmingsplan Wijdschild e.o.' betreft een zogenaamd beheerplan. In dergelijke plannen wordt met name de bestaande situatie vastgelegd. Uw raad heeft destijds geen kaders vastgesteld. 5. Voorontwerpfase, inclusief inspraak- en vooroverlegreacties Het voorontwerp bestemmingsplan Wijdschild e.o.' heeft met ingang van woensdag 5 oktober 2005 tot en met dinsdag 15 november 2005 ter inzage gelegen. Gedurende deze termijn is aan een ieder gelegenheid geboden schriftelijk dan wel mondeling een inspraakreactie in te dienen. Daarnaast is er gedurende deze termijn op 24 oktober 2005 een inspraakavond gehouden. In het kader van de inspraakprocedure zijn vier schriftelijke inspraakreacties ingediend. Alle vier de inspraakreacties gaven aanleiding tot het aanpassen van het bestemmingsplan. Parallel aan de inspraakprocedure heeft er vooroverleg plaatsgevonden met diverse instanties. In het kader van het vooroverleg zijn er vijf reacties ingediend. Ook alle vooroverlegreacties gaven aanleiding tot het aanpassen van het bestemmingsplan. Doormiddel van raadsinformatiebrief nummer 741 van 13 november 2012 bent u geïnformeerd over de wijze waarop met alle inspraak- en vooroverlegreacties is omgegaan. Het resultaat van de voorontwerpfase is in het ontwerp bestemmingsplan verwerkt. 6. Ontwerpfase, Inclusief (Nota van) zienswijzen In het kader van de uniforme openbare voorbereidingsprocedure heeft het ontwerp bestemmingsplan Wijdschild e.o.' vanaf woensdag 21 november 2012 tot en met dinsdag 2 januari 2013 voor een ieder ter inzage gelegen. Gedurende deze termijn is aan een ieder de gelegenheid geboden schriftelijk danwel mondeling een zienswijze naar voren te brengen. Tijdens deze termijn van de terinzagelegging zijn acht zienswijzen ingediend. Een samenvatting van de zienswijzen en het advies alsmede onze overwegingen en conclusies ten aanzien van de zienswijzen en het advies, treft u aan in de bijgevoegde Nota van zienswijzen. Ook hebben enkele indieners van zienswijzen van de mogelijkheid gebruik gemaakt om hun zienswijze mondeling toe te lichten. Bij deze hoorzittingen was een raadslid aanwezig. Het verslag van de hoorzittingen is als bijlage bij
H - 58
de Nota van zienswijzen bijgevoegd. De feitelijk ingekomen zienswijzen hebben we voor u ter inzage gelegd in de leeskamer. De zienswijzen geven naar onze mening aanleiding om het bestemmingsplan gewijzigd vast te stellen. Het beeldkwaliteitsplan 'Dakopbouwen drive-in woningen Wijdschild' heeft op basis van de inspraakverordening van woensdag 21 november 2012 tot en met dinsdag 2 januari 2013 voor een ieder ter inzage gelegen. Gedurende de terinzagelegging zijn geen inspraakreacties ingediend. Het beeldkwaliteitsplan gaat onderdeel uitmaken van de welstandsnota en is, naast de regels van het bestemmingsplan, een geschikt instrument om te sturen op de gewenste vormgeving van een dakopbouw. Buiten de termijn van terinzagelegging is door mevrouw Blankert, namens het buurtteam Wijkschild, gevraagd of flexibeler met de dakopbouwen om kan worden gegaan. Na overleg met onze stedenbouwkundige adviseren wij vast te houden aan een platte dakafwerking van een eventuele dakopbouw met een terugligging van één meter vanaf de voorgevel. Met een grotere diepte kunnen wij wel instemmen. De mogelijke diepte van een dakopbouw is daarom vergroot van 6 naar 7 meter. 7. Behandeling en besluitvorming door de gemeenteraad Op basis van de Wet ruimtelijke ordening dient het bestemmingsplan binnen twaalf weken na afloop van de termijn van tervisielegging van het ontwerp bestemmingsplan door de gemeenteraad te worden vastgesteld. Daarnaast dient het onderhavige bestemmingsplan in het kader van de actualiseringspicht voor 1 juli 2013 te worden vastgesteld. Met de beoogde vaststelling op 27 juni 2013 wordt aan beide eisen voldaan. De behandeling van en besluitvorming over het bestemmingsplan 'Wijdschild e.o.' door uw raad wordt met de indieners van de zienswijzen via een apart traject gecommuniceerd. Zij worden per brief over de raadsbehandeling op 18 en 27 juni 2013 op de hoogte gesteld. In de brief worden zij ook op het inloopuurtje gewezen, voorafgaand aan de raadsbijeenkomst van 18 juni 2013. Daarnaast wordt vermeld dat zij tijdens de bijeenkomst gebruik kunnen maken van het spreekrecht. Artikel 6.12, eerste lid van de Wro schrijft voor dat uw raad een exploitatieplan vaststelt voor gronden waarop en bij algemene maatregel van bestuur aangewezen bouwplan is voorgenomen. In het bestemmingsplan 'Wijdschild e.o.' worden de bestaande bebouwings- en gebruiksmogelijkheden en de bebouwing vastgelegd. Er worden geen ontwikkelingen mogelijk gemaakt die zijn aangewezen bij een algemene maatregel van bestuur. Gelet hierop is het kostenverhaal dus niet aan de orde. 8. Vast te stellen bestemmingsplan en beeldkwaliteitsplan In het nu voorliggende bestemmingsplan 'Wijdschild e.o.' en het beeldkwaliteitsplan 'Dakopbouwen drive-in woningen Wijdschild' zijn de door ons voorgestelde wijzigingen naar aanleiding van de ingekomen zienswijzen en ambtshalve wijzigingen reeds verwerkt. Het 'Overzicht aanpassingen tussen ontwerp bestemmingsplan en vaststelling bestemmingsplan Wijdschild e.o.' geeft een volledig beeld van de in het ter vaststelling voorliggende bestemmingsplan doorgevoerde wijzigingen ten opzichte van het ontwerp bestemmingsplan. De Nota van zienswijzen en het aangepaste bestemmingsplan worden nu ter vaststelling aangeboden. Het vast te stellen bestemmingsplan met de daarbij behorende bijlagen hebben wij voor u ter inzage gelegd in de leeskamer en is tevens te raadplegen via het raadsinformatiesysteem. 9. Vervolgproces Als u het bestemmingsplan conform dit voorstel vaststelt, dan is sprake van een gewijzigde vaststelling van het bestemmingsplan. Hierdoor wordt na de vaststelling het bestemmingsplan met bijlagen eerst onverwijld toegestuurd aan de provincie Zuid-Holland. De provincie wordt in de gelegenheid gesteld om het gewijzigd vastgestelde bestemmingsplan te beoordelen. Als de provincie Zuid-Holland geen aanwijzing indient tegen het gewijzigde vastgestelde bestemmingsplan, zal in het kader van het gestelde in artikel 3.8 lid 3 en 4 Wro het gewijzigde vastgestelde bestem-
H - 59
mingsplan met bijlagen na de vaststelling (of zoveel eerder als mogelijk is op basis van de reactie van de provincie) gedurende zes weken ter inzage worden gelegd. De bekendmaking van het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan zal geschieden in het huis-aanhuisblad' De Stad Gorinchem', in de 'Staatscourant’, via de website www.officielebekendmakingen.nl en op de gemeentelijke www.gorinchem.nl/bekendmakingen . Het digitale plan zal te raadplegen zijn op de landelijke voorziening www.ruimtelijkeplannen.nl. Op de gemeentelijke website staat een rechtstreekse link naar het bestemmingsplan op de landelijke voorziening. Tevens wordt het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan toegezonden aan de provinciale- en rijksdiensten, het waterschap en de belanghebbende gemeenten(zogenaamde vooroverlegpartners). De beroepstermijn (zes weken) start een dag na de publicatie van de bekendmaking. Beroep kan worden ingediend bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. Het beeldkwaliteitsplan 'Dakopbouwen drive-in woningen Wijdschild' treedt in werking nadat het bekend is gemaakt. Tegen het beeldkwaliteitsplan staat geen beroep open. De indieners van de zienswijzen zullen door middel van een brief over het raadsbesluit en de beroepsmogelijkheden worden geïnformeerd. 10. Voorstel Aan uw gemeenteraad wordt voorgesteld: 1. De Nota van zienswijzen overeenkomstig ons voorstel vast te stellen; 2. Het gewijzigde analoge en digitale bestemmingsplan 'Wijdschild e.o.' (NLIMRO.0512.BP20111034001) bestaande uit een verbeelding, regels, toelichting en bijlagen vast te stellen; 3. Het beeldkwaliteitsplan 'Dakopbouwen drive-in woningen Wijdschild' vast te stellen als onderdeel van de welstandsnota. 11. Uitkomsten raadsbijeenkomst N.v.t. 12. Nadere standbepaling college N.v.t. 13. Definitief voorstel raad Na informatieve vragen en beantwoording daarvan kunnen alle fracties instemmen met agendering van het voorstel voor de komende raadsvergadering.
De heer Barth: Mijnheer de voorzitter. Het bestemmingsplan Wijdschild e.o. kent niet alleen een lange doorlooptijd van zo’n acht jaar, maar ook diverse erfenissen uit oude bestemmingsplannen. Een van die lang geleden opgestelde bestemmingsplannen is “Buitengebied 1977 Vuren”. Bij het vaststellen van dit bestemmingsplan zijn er dus wat erfenissen met een lange geschiedenis. Een daarvan is de gedoogsituatie voor bloemist Loef. De bloemistfunctie wordt al zeer lang gedoogd, maar blijft voor mijn fractie een onwenselijke situatie. Er is namelijk sprake van ongelijke concurrentie. Een concurrentbloemist die zich wel aan de woonbestemming houdt moet eerst in een bedrijfspand investeren en die gemaakte kosten doorzetten naar zijn klanten. Bovendien moeten de omwonenden erop kunnen rekenen dat de gemeente handhavend optreedt indien iemand zich niet houdt aan wet- en regelgeving. De voorgestelde uitsterfconstructie, waarover we het in de raadsbijeenkomst uit den treure hebben gehad, waarmee op termijn de oorspronkelijke bestemming wonen wordt hersteld, vinden wij recht doen aan deze situatie, die vanaf de bouw van deze wijk in de jaren zeventig al wordt gedoogd. Dan het beeldkwaliteitsplan. De voorwaarden en kaders die gesteld worden aan een eventuele opbouw van een derde verdieping op de drive in-woningen vinden wij erg
H - 60
helder en heel volledig. Hiermee wordt, zo hebben wij uit de stukken en ook in contacten met de bewoners begrepen, tegemoet gekomen aan de wensen van de bewoners en blijft de eenheid in de wijk behouden. De heer Wildschut: Mijnheer de voorzitter. Wat de bloemisterij betreft, sluit ik mij geheel aan bij de woorden van de heer Barth. Ik moet hierbij wel opmerken dat ik de term “uitsterfconstructie” wel een heel bijzondere vind voor een GroenLinks-wethouder, maar wat hij ermee bedoelt kunnen wij onderschrijven. Hetzelfde geldt eigenlijk voor een ander onderdeel in het plan, dat ook een erfenis is uit het oude Vuren, t.w. de bedrijfswoning van de aannemer, twee woningen. Ook daarvoor wordt een uitsterfconstructie voorgesteld. De afgelopen dagen zijn hierover enige brieven uitgewisseld, waarin een van de betrokkenen aangaf het wat onduidelijk te vinden wat er na die uitsterfperiode met die tweede woning gaat gebeuren. Ook ambtenaren hadden daarop volgens betrokkene geen helder antwoord, vandaar dat ik de wethouder nu wil vragen wat de situatie is van die tweede woning nadat de uitsterfconstructie haar werk heeft gedaan. Mevrouw Biesheuvel-van Diemen: Mijnheer de voorzitter. Het bestemmingsplan Wijdschild is een beheersplan, dat de huidige situatie vast legt en meteen de mogelijkheid biedt om een aantal afgeronde zaken op te nemen en te actualiseren. Zo hebben we een erfenis uit “Buitengebied Vuren”, waarmee we de Lingsesdijk bedoelen. Door het actualiseren van dit bestemmingsplan kunnen meteen Lingsesdijk 45 en haar omgeving geactualiseerd, en daarmee ook gelegaliseerd worden. Dat we dat niet altijd in eigen hand hebben, maar soms als erfenis meekrijgen, blijkt. De zienswijzen bekijkend en de reactie die het college daarop heeft gegeven, kan ik alleen maar concluderen dat beide belangen meegewogen zijn en dat daarin gemiddeld is. De uitsterfconstructie die daarbij wordt toegepast en de wijzigingsbevoegdheid van de milieucategorie vind ik daarvoor een zeer treffende oplossing. Zo’n zelfde constructie is toegepast bij bloemist Loef, die hier meen ik al vanaf 1972 zit, als een van de eerste bewoners, en deze functie ook toepast. Ook hij heeft een heel sociale functie in de wijk en de wijk is ook heel erg groen; zij zijn een onderdeel van het groen in de wijk en sponsoren plantjes en weet-ik-wat-allemaal-meer. Fijn om te behouden. Wij hebben deze woning positief bestemd tot detailhandel, of zouden we dat juist niet moeten doen? Maar dat is gelukkig niet gebeurd, want dat zou niet goed zijn. Het moet woning blijven. Ook hier is de uitsterfconstructie een mooie tussenvorm, die enerzijds recht doet aan alle jaren dat zij die verkoop hebben en anderzijds toch ook recht doet aan de wens om het perceel weer terug naar bewoning te bestemmen. Verder is het indienen van zienswijzen wel degelijk een goed middel. Er wordt weliswaar over gemopperd, maar we zien ook de positieve effecten ervan: zowel bij de familie Verschoor, in samenwerking en samenspraak met het Merewade College, als bij de familie Meilink, die haar balkon positief bestemd heeft gekregen. Het geeft aan dat het indienen van zienswijzen wel degelijk in goed overleg tot een positieve aanpassing kan leiden. Bij het actualiseren van dit bestemmingsplan is meteen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om te komen tot een beeldkwaliteitsplan voor de dakopbouw in Wijdschild. Hiermee voorkomen we dat er willekeur ontstaat, wat een rommelig effect heeft. TeH - 61
vens wordt door dit beeldkwaliteitsplan voorkomen dat discussie ontstaat over de eerder toegestane opbouwen, want uit directe ervaring weet ik dat daarover altijd heel veel gedoe is geweest. Met de vaststelling van dit beeldkwaliteitsplan ontstaat duidelijkheid en eenduidigheid en vooral dat laatste is heel belangrijk in onze wijk Wijdschild. Wij kunnen dus helemaal instemmen met het voorstel. De heer Van der Roest: Mijnheer de voorzitter. Er zijn in dit plan eigenlijk twee dingen over, allereerst het verhaal van de heer Loef en zijn bloemenwinkel. Die bloemenwinkel zit er al heel lang en ik vind dat u een verstandige oplossing hebt gevonden voor de afwikkeling van dat verhaal. Ooit zal het een keer eindigen, wanneer weten we niet, maar daarover moeten we ons niet opwinden, want dat kon wel eens tot veel grotere problemen leiden. Over het verhaal rond het bedrijf van de heer Bos is recent nog een brief binnengekomen. Ik denk niet dat we dat nu nog kunnen oplossen. Eigenlijk is het een gebied waarvan je zou kunnen verwachten dat er in de nabije toekomst een herontwikkeling plaatsvindt. De wethouder verzoek ik daarnaar nog eens te kijken. Wellicht is met deze mensen een keer te praten over een perspectief voor de buurt, om te weten wat er uiteindelijk gaat gebeuren. Dat kunnen we dan als gemeente keurig vastleggen, als we tenminste zelf ook vinden dat dat de goede oplossing is, anders moeten we het vooral niet doen. Zoals ik zojuist al heb gezegd, behoren wij te kijken naar een goede ruimtelijke ordening. Wethouder Rijsdijk: Mijnheer de voorzitter. Vanuit de raad heb ik een aantal complimenten gehoord voor de manier waarop dit bestemmingsplan is opgebouwd en waarop met de inspraakreacties is omgegaan. Daarnaast zijn een paar opmerkingen gemaakt over de bloemist en het aannemingsbedrijf. De bloemisterij is eigenlijk al impliciet gelegaliseerd in 1976, toen de raad nieuwe regels voor dit bestemmingsplan vaststelde en deze zaak al operationeel was. Stedenbouwkundig is het echter minder gewenst, vandaar dat wij, als de zaak eindigt, ook een einde maken aan deze detailhandelsbestemming. In de diverse betogen zijn termen gebruikt als “erfenis” en “uitsterfconstructie”, wat allemaal nogal in de begrafenissfeer ligt. Ik zou het liever een elegante oplossing voor de toekomst willen noemen. Voor het aannemingsbedrijf gevestigd aan de Lingsedijk geldt hetzelfde. Bij de mensen zelf bestond nog enige onduidelijkheid over de vraag hoe het precies in elkaar zit. Inmiddels is daarop een ambtelijk antwoord gegeven. Het heeft voornamelijk te maken met het feit dat de tweede bedrijfswoning ook gekoppeld is aan het bedrijf. Als het bedrijf verkocht wordt, en er komt een ander soort bedrijf voor in de plaats, dan wordt de situatie opnieuw bezien. Hetzelfde geldt als de bestemming van het bedrijf zou wijzigen. Met de betrokken ondernemer vinden verkennende gesprekken plaats om mogelijk in de toekomst tot een bestemmingswijziging te komen. Dat zou dan beëindiging van de bedrijfsbestemming betekenen en introductie van de woonbestemming. Op dat moment zou dat een nieuw bestemmingsplan vergen en dat zullen we behandelen zoals we dat doen met de kleine postzegelbestemmingsplannetjes. Het beeldkwaliteitsplan voor de dakopbouwen is ook een hele exercitie geweest, via een interactief proces met mensen die plannen hadden op dat gebied. Ook architecten hebben zich daarmee bemoeid, die nuttige tips hebben gegeven om het wat praktischer te H - 62
doen, en dat hebben we gedaan. We hopen hiermee een goede, duidelijke set aan maatregelen te hebben, waarmee iedereen zonder verdere welstandstoets aan de slag kan. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 11. Vaststelling gewijzigd bestemmingsplan ‘Laag-Dalem’ (nr. 2013-1011). 1. Korte samenvatting van de inhoud en voorstel Op 15 december 2011 heeft uw gemeenteraad de Nota van uitgangspunten vastgesteld als kaderstellend uitgangspunt voor het bestemmingsplan 'Laag Datem'. Het bestemmingsplan wordt herzien in het kader van de actualisatieplicht (vaststelling van het bestemmingsplan voor 1 juli 2013). Door middel van een raadsinformatiebrief nummer 962 van 7 maart 2013 bent u geïnformeerd over de wijze waarop met alle inspraak- en vooroverlegreacties is omgegaan. Het resultaat van de voorontwerpfase is in het ontwerp bestemmingsplan verwerkt. In het kader van de uniforme openbare voorbereidingsprocedure heeft het ontwerp bestemmingsplan 'Laag Dalem' vanaf woensdag 13 maart tot en met dinsdag 23 april 2013 ter inzage gelegen. Gedurende deze periode zijn er drie zienswijzen ingediend. Een samenvatting van de zienswijzen alsmede onze overwegingen en conclusies ten aanzien van de zienswijzen, treft u aan in de Nota van zienswijzen. Ook is er een hoorzitting gehouden op donderdag 2 mei 2013. De indiener V.Z.G. Onroerend Goed b.v. heeft met zijn adviseur de zienswijze mondeling nader toegelicht tijdens de hoorzitting, waarbij ook een raadslid aanwezig was. Het verslag van de hoorzitting is als bijlage bij de Nota van zienswijzen bijgevoegd. In het nu voorliggende bestemmingsplan 'Laag Dalem' zijn de door ons voorgestelde wijzigingen naar aanleiding van de ingekomen zienswijzen verwerkt. Ook zijn hierin ambtshalve wijzigingen doorgevoerd. Het 'Overzicht wijzigingen richting vaststelling BP Laag Dalem' geeft een volledig overzicht van de in het ter vaststelling voorliggende bestemmingsplan doorgevoerde wijzigingen ten opzichte van het ontwerp bestemmingsplan. De Nota van zienswijzen en het gewijzigde bestemmingsplan 'Laag Dalem' worden nu ter vaststelling aangeboden. 2. Inleiding / aanleiding Een bestemmingsplan heeft een geldigheidsduur van 10 jaar. U dient daarom binnen deze periode bestemmingsplannen vast te stellen voor het gehele grondgebied van Gorinchem. Om dit te waarborgen is in de Wet ruimtelijke ordening opgenomen, dat geen recht bestaat om leges te heffen indien een bestemmingsplan ouder is dan 10 jaar. Deze regeling zal in werking treden op 1 juli 2013. Een van de redenen waarom wij bezig zijn met het actualiseren van onze bestemmingsplannen is voor de genoemde datum actuele en digitale uitwisselbaar bestemmingsplannen te hebben. De bestemmingsplannen Laag Dalem I, Uitwerkingsplan Laag Dalem I, Laag Dalem II, Laag Dalem Zuid, Buitengebied 1977 Vuren zijn verouderd. Het planologisch - juridisch toetsingskader is niet actueel. Daarnaast voldoen de huidige bestemmingsplannen niet aan de landelijke standaarden SVBP 2008 en zijn deze bestemmingsplannen destijds alleen analoog opgesteld en vastgesteld. 3. Doelstelling bestemmingsplan Het bestemmingsplan 'Laag Dalem' wordt opgesteld om te voorzien in een actueel toetsingskader voor het plangebied. De bestaande en de vergunde bebouwing, bebouwings- en gebruiksmogelijkheden worden vastgelegd. Er wordt voldaan aan de actualisatie- en digitaliseringspicht zoals is opgenomen in de Wet ruimtelijke ordening. 4. Kaderstellende uitgangspunten Gelet op het conserverende karakter van het bestemmingsplan heeft uw raad op 15 december 2011 ingestemd met de Nota van Uitgangspunten 'Laag Dalem' als kaderstellende uitgangspunten voor het bestem-
H - 63
mingsplan 'Laag Dalem'. De kaderstellende uitgangspunten betreffen kort samengevat bestaande vergunde bebouwing, bebouwings- en gebruiksmogelijkheden vastleggen. Naar aanleiding van een ingediende inspraakreactie en een zienswijze worden er twee uitbreidingsmogelijkheden toegekend voor twee bedrijven. 5. Voorontwerpfase, inclusief inspraak- en vooroverlegreacties Het voorontwerp bestemmingsplan Laag Dalem heeft met ingang van woensdag 13 juni tot en met woensdag 24 juli 2012 ter inzage gelegen. Gedurende deze termijn is aan een ieder gelegenheid geboden schriftelijk danwel mondeling een inspraakreactie in te dienen. Daarnaast is er gedurende deze termijn op maandag 25 juni 2012 een inloopbijeenkomst gehouden in de wijk. In het kader van de inspraakprocedure zijn zes schriftelijke inspraakreacties ingediend. Alle zes de inspraakreacties gaven aanleiding tot het aanpassen van het bestemmingsplan. Parallel aan de inspraakprocedure heeft er op grond van artikel 3.1.1 Besluit ruimtelijke ordening vooroverleg plaatsgevonden met diverse instanties. In het kader van het vooroverleg zijn er drie reacties ingediend. De reactie van het Waterschap Rivierenland gaf geen aanleiding tot het aanpassen van het bestemmingsplan. De reacties van de N.V. Nederlandse Gasunie en Oasen N.V. gaven wel aanleiding tot het aanpassen van het bestemmingsplan. Door middel van raadsinformatiebrief nummer 962 van 7 maart 2013 bent u geïnformeerd over de wijze waarop met alle inspraak- en vooroverlegreacties is omgegaan. Het resultaat van de voorontwerpfase in het ontwerp bestemmingsplan verwerkt. 6. Ontwerpfase, inclusief (Nota van) zienswijzen In het kader van de uniforme openbare voorbereidingsprocedure heeft het ontwerp bestemmingsplan 'Laag Dalem' vanaf woensdag 13 maart tot en met dinsdag 23 april 2013 voor een ieder ter inzage gelegen. Gedurende deze termijn is aan een ieder de gelegenheid geboden schriftelijk danwel mondeling een zienswijze naar voren te brengen. Tijdens deze termijn van de terinzagelegging zijn drie zienswijzen ingediend. Daarnaast is door de veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid een advies gegeven. Een samenvatting van de zienswijzen en het advies alsmede onze overwegingen en conclusies ten aanzien van de zienswijzen en het advies, treft u aan in de bijgevoegde Nota van zienswijzen. Ook is er een hoorzitting gehouden op 2 mei 2013. V.Z.G. Onroerend Vastgoed b.v. heeft mondeling een nadere toelichting gegeven op de zienswijze tijdens de hoorzitting, waarbij ook een raadslid aanwezig was. Het verslag van de hoorzitting is als bijlage bij de Nota van zienswijzen bijgevoegd. De feitelijk ingekomen zienswijzen hebben we voor u ter inzage gelegd in de leeskamer. Twee zienswijzen geven naar onze mening aanleiding om het bestemmingsplan gewijzigd vast te stellen. Een zienswijze geeft naar onze mening gedeeltelijk aanleiding om het bestemmingsplan gewijzigd vast te stellen. Het advies van de veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid heeft niet geleid tot een aanpassing van het bestemmingsplan. 7. Behandeling en besluitvorming door de gemeenteraad Op basis van de Wet ruimtelijke ordening dient het bestemmingsplan binnen twaalf weken na afloop van de termijn van tervisielegging van het ontwerp bestemmingsplan door de gemeenteraad te worden vastgesteld. Daarnaast dient het onderhavige bestemmingsplan in het kader van de actualiseringspicht voor 1 juli 2013 te worden vastgesteld. Met de beoogde vaststelling in juni 2013 wordt aan beide eisen voldaan. De behandeling van en besluitvorming over het bestemmingsplan 'Laag Dalem' door uw raad wordt met de indieners van de zienswijzen via een apart traject gecommuniceerd. Zij worden per brief over de raadsbehandeling in juni 2013 op de hoogte gesteld. In de brief worden zij ook op het inloopuurtje gewezen, voorafgaand aan de raadsbijeenkomst. Daarnaast wordt vermeld dat zij tijdens de bijeenkomst gebruik kunnen maken van het spreekrecht. Artikel 6.12, eerste lid van de Wro schrijft voor dat uw raad een exploitatieplan vaststelt voor gronden waarop en bij algemene maatregel van bestuur aangewezen bouwplan is voorgenomen. In het bestem-
H - 64
mingsplan 'Laag Dalem' wordende bestaande bebouwings- en gebruiksmogelijkheden en de bebouwing vastgelegd. Naar aanleiding van een inspraakreactie en een zienswijze worden er uitbreidingsmogelijkheden toegekend aan een tweetal bedrijven, maar deze ontwikkelingen zijn geen bouwplannen die zijn aangewezen bij een algemene maatregel van bestuur. Gelet hierop is het kostenverhaal niet aan de orde. 8. Vast te stellen bestemmingsplan In het nu voorliggende bestemmingsplan 'Laag Dalem' zijn de door ons voorgestelde wijzigingen naar aanleiding van de ingekomen zienswijzen en ambtshalve wijzigingen reeds verwerkt. Het 'Overzicht wijzigingen richting vaststelling BP Laag Dalem' geeft een volledig overzicht van de in het ter vaststelling voorliggende bestemmingsplan doorgevoerde wijzigingen ten opzichte van het ontwerp bestemmingsplan. De Nota van zienswijzen en het aangepaste bestemmingsplan worden nu ter vaststelling aangeboden. Het vast te stellen bestemmingsplan met de daarbij behorende bijlagen hebben wij voor u ter inzage gelegd in de leeskamer en is tevens te raadplegen via het raadsinformatiesysteem. 9. Vervolgproces Als u het bestemmingsplan conform dit voorstel vaststelt, dan is sprake van een gewijzigde vaststelling van het bestemmingsplan. Hierdoor wordt na de vaststelling het bestemmingsplan met bijlagen eerst onverwijld toegestuurd aan de provincie Zuid-Holland. De provincie wordt in de gelegenheid gesteld om het gewijzigd vastgesteld bestemmingsplan te beoordelen. Als de provincie Zuid-Holland geen aanwijzing indient tegen het gewijzigde vastgestelde bestemmingsplan, zal in het kader van het gestelde in artikel 3.8 lid 3 en 4 Wro het gewijzigde vastgestelde bestemmingsplan met bijlagen zes weken na de vaststelling (of zoveel eerder als mogelijk is op basis van de reactie van de provincie) gedurende zes weken ter inzage worden gelegd. De bekendmaking van het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan zal geschieden in het huis-aanhuisblad' De Stad Gorinchem', in de 'Staatscourant' via de website www.officielebekendmakingen.nl en op de gemeentelijke www.gorinchern.nl/bekendmakingen . Het digitale plan zal te raadplegen zijn op de landelijke voorziening www.ruimtelijkeplannen.nl. Op de gemeentelijke website staat een rechtstreekse link naar het bestemmingsplan op de landelijke voorziening. Tevens wordt het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan toegezonden aan de provinciale- en rijksdiensten, het waterschap en de belanghebbende gemeenten(zogenaamde vooroverlegpartners). De beroepstermijn (zes weken) start een dag na de publicatie van de bekendmaking. Beroep kan worden ingediend bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. De indieners van zienswijzen zullen door middel van een brief over het raadsbesluit en de beroepsmogelijkheden worden geïnformeerd. 10. Voorstel Aan uw gemeenteraad wordt voorgesteld: 1. De Nota van zienswijzen overeenkomstig ons voorstel vast te stellen; 2. Het gewijzigde analoge en digitale bestemmingsplan Laag Dalem (NL.IMRO.0512.BP2012117-4001) bestaande uit een verbeelding, regels, toelichting en bijlagen, waarin de in het 'Overzicht wijzigingen richting vaststelling BP Laag Dalem' opgenomen wijzigingen ten opzichte van het ontwerp bestemmingsplan reeds zijn aangebracht, vast te stellen. 11. Uitkomsten raadsbijeenkomst Alle fracties kunnen instemmen met agendering van het voorstel voor de komende raadsvergadering 12. Nadere standbepaling college n.v.t. 13. Definitief voorstel raad 1. De Nota van zienswijzen overeenkomstig ons voorstel vast te stellen;
H - 65
2. Het gewijzigde analoge en digitale bestemmingsplan Laag Dalem (NL.IMRO.0512.BP2012117-4001) bestaande uit een verbeelding, regels, toelichting en bijlagen, waarin de in het 'Overzicht wijzigingen richting vaststelling BP Laag Dalem' opgenomen wijzigingen ten opzichte van het ontwerp bestemmingsplan reeds zijn aangebracht, vast te stellen.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 12. Vaststelling bestemmingsplan ‘Parallelweg naast nr. 61, realisatie van een woning’ (nr. 2013-1023). 1. Korte samenvatting van de inhoud en voorstel Overweging Uw raad wordt in overweging gegeven om in tegenstelling tot de procedure rondom raadsvoorstellen dit voorstel niet te behandelen in de raadsbijeenkomst, maar direct bij de raadsvergadering het voorstel met het bestemmingsplan vast te stellen. De reden hiervoor is dat het ontwerp bestemmingsplan tot en met 12 juni 2013 ter inzage heeft gelegen. Het college van burgemeester en wethouders kon niet eerder dan 18 juni 2013 het voorstel behandelen in verband met de 'verzendtheorie' van eventuele zienswijzen. Tegen het ontwerp bestemmingsplan zijn géén zienswijzen ingediend. Aan uw gemeenteraad wordt verzocht het bestemmingsplan ongewijzigd vast te stellen. In het kader van klantgerichtheid wenst het college van burgemeester en wethouders de aanvrager voor het zomerreces van 2013 te kunnen informeren over uw raadsbesluit. Samenvatting inhoud voorstel Naar aanleiding van een aanvraag om een nieuwe woning te realiseren op het perceel naast de woning Parallelweg 61 is de bestemmingplanprocedure hiervoor gestart. Door middel van een raadsinformatiebrief nummer 968 van 29-04-2013 bent u geïnformeerd over de wijze waarop met de vooroverlegreacties is omgegaan. Het resultaat van de voorontwerpfase is in het ontwerp bestemmingsplan verwerkt. In het kader van de uniforme openbare voorbereidingsprocedure heeft het ontwerp bestemmingsplan 'Parallelweg naast nr. 61, realisatie van een woning' vanaf woensdag 1 mei tot en met dinsdag 11 juni 2013 ter inzage gelegen. Gedurende deze periode zijn er géén zienswijzen ingediend. Ook zijn er geen ambtshalve wijzigingen. Het ongewijzigde bestemmingsplan 'Parallelweg naast nr. 61, realisatie van een woning' wordt nu ter vaststelling aangeboden. Voor de vaststelling van het bestemmingsplan wordt tevens aan uw raad voorgesteld om geen exploitatieplan vast te stellen voor het desbetreffende bestemmingsplan, omdat dit in dit geval niet benodigd is. 2. Inleiding /aanleiding Eind 2012 heeft de aanvrager verzocht om een woning te mogen realiseren op het perceel naast de woning Parallelweg 61. Het bouwen van een nieuwe woning is in strijd met het geldende bestemmingsplan Molenvliet. Om de woning mogelijk te maken is het bestemmingsplan 'Parallelweg naast nr. 61, realisatie van een woning' opgesteld. Uit de toelichting van het bestemmingsplan blijkt dat de beoogde woning in overeenstemming is met de goede ruimtelijke ordening. 3. Doelstelling bestemmingsplan Het voorliggende bestemmingsplan vormt de planlogische en juridische basis voor het realiseren van de beoogde woning. 4. Kaderstellende uitgangspunten Voor dit bestemmingsplan zijn geen kaderstellende uitgangspunten vastgesteld, aangezien het een concrete aanvraag van een particulier is voor de bouw van één woning.
H - 66
5. Voorontwerpfase, inclusief inspraak- en vooroverlegreacties Het voorontwerp bestemmingsplan 'Parallelweg naast nr. 61, realisatie van een woning' heeft met ingang van 12 december 2012 tot en met dinsdag 22 januari 2013 ter inzage gelegen. Gedurende deze termijn is aan een ieder gelegenheid geboden schriftelijk danwel mondeling een inspraakreactie in te dienen. In het kader van de inspraak zijn géén inspraakreacties ingediend. Parallel aan de inspraakprocedure heeft er op grond van artikel 3.1.1 Besluit ruimtelijke ordening vooroverleg plaatsgevonden met diverse instanties. Er zijn drie reacties ingediend. De provincie Zuid-Holland en de Gasunie hebben aangegeven dat het plan geen aanleiding geeft tot het maken van op- en aanmerkingen. De reactie van het Waterschap gaf wel aanleiding tot een aanpassing van het bestemmingsplan. Door middel van raadsinformatiebrief nummer 968 van 29 april 2013 bent u geïnformeerd over de wijze waarop is omgegaan met de vooroverlegreactie van het Waterschap. Het resultaat van de voorontwerpfase is in het ontwerp bestemmingsplan verwerkt. 6. Ontwerpfase, Inclusief zienswijzen In het kader van de uniforme openbare voorbereidingsprocedure heeft het ontwerp bestemmingsplan 'Parallelweg naast nr. 61, realisatie van een woning' vanaf woensdag 1 mei tot en met dinsdag 11 juni 2013 voor een ieder ter inzage gelegen. Gedurende deze termijn is aan een ieder de gelegenheid geboden schriftelijk danwel mondeling een zienswijze naar voren te brengen. Tijdens deze termijn zijn er géén zienswijzen ingediend. 7. Behandeling en besluitvorming door de gemeenteraad Op grond van artikel 6.12 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) dient u bij een besluit tot vaststelling van een bestemmingsplan voor de bouw van een woning tevens een besluit te nemen over het al of niet vaststellen van een exploitatieplan. Voor dit bestemmingsplan is het niet nodig een exploitatieplan vast te stellen omdat het verhaal van kosten van de grondexploitatie over de in het bestemmingsplan begrepen grond anderszins verzekerd is. Op 3 maart 2013 is namelijk tussen de aanvrager en de gemeente een exploitatieovereenkomst (anterieure overeenkomst) gesloten. In deze overeenkomst is overeengekomen dat de aanvrager plankosten betaald voor het opstellen van het bestemmingsplan en dat eventuele (plan)schade door de bouw van de woning wordt afgewenteld op de aanvrager. Uw raad wordt verzocht om expliciet te besluiten geen exploitatieplan vast te stellen. Op basis van de Wet ruimtelijke ordening dient het bestemmingsplan binnen twaalf weken na afloop van de termijn van tervisielegging van het ontwerp bestemmingsplan door de gemeenteraad te worden vastgesteld. Met de beoogde vaststelling in juni 2013 wordt hieraan voldaan. 8. Vast te stellen bestemmingsplan Het ongewijzigde bestemmingsplan wordt nu ter vaststelling aangeboden. Het vast te stellen bestemmingsplan met de daarbij behorende bijlagen hebben wij voor u ter inzage gelegd in de leeskamer en is tevens te raadplegen via het raadsinformatiesysteem. 9. Vervolgproces De bekendmaking van het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan zal geschieden in het huis-aanhuis-blad 'De Stad Gorinchem', in de 'Staatscourant’ via de website www.officielebekendmakingen.nl en op de gemeentelijke website www.gorinchem.nl/bekendmakingen. Het digitale plan zal te raadplegen zijn op de landelijke voorziening www.ruimtelijkeplannen.nl. Op de gemeentelijke website zal een rechtstreekse link naar het bestemmingsplan op de landelijke voorziening staan. Tevens wordt het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan toegezonden aan de provinciale- en rijksdiensten, het waterschap en de belanghebbende gemeenten (zogenaamde vooroverlegpartners). De beroepstermijn (zes weken) start een dag na de publicatie van de bekendmaking. Beroep kan worden ingediend bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State.
H - 67
10. Voorstel Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld: 1. Geen exploitatieplan vast te stellen voor het bestemmingsplan 'Parallelweg naast nr. 61, realisatie van een woning'; 2. Het ongewijzigde analoge en digitale bestemmingsplan 'Parallelweg naast nr. 61, realisatie van een woning' (NLIMRO.0512.BP2012129-4001) bestaande uit een verbeelding, regels, toelichting en bijlagen vast te stellen. 11. Uitkomsten raadsbijeenkomst N.v.t. 12. Nadere standbepaling college N.v.t. 13. Definitief voorstel raad 1. Geen exploitatieplan vast te stellen voor het bestemmingsplan 'Parallelweg naast nr. 61, realisatie van een woning'; 2. Het ongewijzigde analoge en digitale bestemmingsplan 'Parallelweg naast nr. 61, realisatie van een woning' (NL.IMRO.0512.BP2012129-4001) bestaande uit een verbeelding, regels, toelichting en bijlagen vast te stellen.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 13. Vaststelling beheersverordening ‘A15/A27 en Betuweroute’ (nr. 2013-1018). 1. Korte samenvatting van de inhoud en voorstel In het kader van de Inspraakverordening 2011 heeft de ontwerp Beheersverordening "A15/A27 en Betuweroute" van woensdag 8 mei 2013 tot en met dinsdag 4 juni 2013 ter visie gelegen. Tijdens de tervisielegging van de ontwerp Beheersverordening zijn vier inspraakreacties ingediend. In de nu voorliggende Beheersverordening 'A15/A27 en Betuweroute’ zijn de voorgestelde wijzigingen naar aanleiding van de ingekomen inspraakreacties verwerkt. De inspraakreacties geven aanleiding tot aanpassing van de Beheersverordening. Een overzicht van de doorgevoerde planaanpassingen is in de bijgevoegde commentaarnota “inspraakreacties" opgenomen. Het is nu aan u de Beheersverordening "A15/A27 en Betuweroute* met de bijbehorende documenten, inclusief de genoemde commentaarnota, vast te stellen. Aan u wordt het volgende voorgesteld: 1. De commentaarnota inspraakreacties inzake de Beheersverordening "A15/A27 en Betuweroute” vast te stellen. 2. De analoge en digitale verbeelding, vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0512.BV2012128-4001, regels en toelichting van de Beheersverordening "A15/A27 en Betuweroute" - waarin de aanpassingen naar aanleiding van de inspraakreacties, zoals opgenomen in de onder 1. genoemde commentaarnota, zijn aangebracht - gewijzigd vast te stellen. 3. Doelstelling Beheersverordening De voorliggende beheersverordening is opgesteld om de bestaande situatie en bestaande rechten in het besluitgebied vast te leggen. Ter plaatse van het besluitgebied gelden diverse verouderde bestemmingsplannen. In het besluitgebied worden de eerstkomende jaren geen ruimtelijke ontwikkelingen voorzien. Vanwege de wens om te beschikken over een actueel planologisch-juridisch kader en het feit dat de gemeente op grond van de Wet ruimtelijke ordening moet beschikken over actuele bestemmingsplannen of beheersverordeningen, is voorliggende beheersverordening opgesteld. De beheersverordening voorziet het besluitgebied van een actueel en handhaafbaar planologisch-juridisch kader.
H - 68
4. Kaderstellende uitgangspunten De beheersverordening heeft uitsluitend een beheersfunctie en kent een conserverend karakter. Dat wil zeggen dat het vastleggen en behouden van de bestaande ruimtelijke en functionele situatie van het besluitgebied voorop staat. Op 19 juni 2012 (raadsstuk 819-2012) heeft uw raad besloten een beheersverordening te willen opstellen voor het tracé van de Betuweroute en de rijkswegen A/15 en A27. Via de raadsinformatiebrief d.d. 6 mei 2013 (986-2013) is uw raad geïnformeerd over het in procedure brengen van de ontwerp verordening. 5. Toepassen inspraak In de Gemeentewet noch in de Wet ruimtelijke ordening en het Besluit ruimtelijke ordening zijn procedurevoorschriften te vinden voor de totstandkoming van een beheersverordening. Formeel is alleen de bekendmaking ingevolge artikel 139 Gemeentewet aan de orde. De voorbereiding kan wel worden gekoppeld aan de inspraakverordening. Gelet op de aard van de beheersverordening (beheer overeenkomstig bestaand gebruik) zou de vaststelling van een beheersverordening gezien kunnen worden als het continueren van bestaand beleid, waarvoor het verlenen van inspraak niet verplicht is. Door het ontbreken van rechtsbescherming hebben wij het echter van belang geacht om toch inspraak te verlenen. Aangezien in de beheersverordening slechts de bestaande situatie wordt vastgelegd, zonder ontwikkelingslocaties, hebben wij de termijn van inspraak verkort van zes naar vier weken. De beheersverordening heeft vanaf woensdag 8 mei 2013 tot en met dinsdag 4 juni 2013 ter visie gelegen. Gedurende deze periode was het voor iedereen mogelijk een inspraakreactie in te dienen. De wettelijke vooroverlegpartners zijn door middel van een digitale kennisgeving hiervan op de hoogte gesteld en zij zijn door ons in de gelegenheid gesteld ook bij ons een inspraakreactie in te dienen. Aangezien het besluitgebied slechts (spoor)wegen betreft hebben wij het niet raadzaam geacht een inloopbijeenkomst te houden. Het inspraaktraject heeft geleid tot de indiening van vier schriftelijke inspraakreacties. Gezien de aard van de inspraakreacties en de beperkt beschikbare tijd hebben wij de indieners niet in de gelegenheid gesteld via een hoorzitting hun inspraakreactie mondeling toe te lichten. Alle reacties zijn samenvattend opgenomen in de bijgevoegde commentaarnota 'inspraakreacties'. Per reactie is aangegeven in hoeverre deze heeft geleid tot aanpassing van de beheersverordening. Uit de notitie komt duidelijk naar voren welke onderdelen zijn aangepast. De beheersverordening is ambtshalve aangepast. Afschriften van de ingekomen inspraakreacties zijn als bijlage in de commentaarnota opgenomen. 6. Behandeling en besluitvorming door de gemeenteraad In de Gemeentewet noch in de Wet ruimtelijke ordening en het Besluit ruimtelijke ordening zijn procedurevoorschriften te vinden voor de totstandkoming van een beheersverordening. Formeel is alleen de bekendmaking ingevolge artikel 139 Gemeentewet aan de orde. Zoals hierboven aangegeven hebben wij op de voorbereiding de Inspraakverordening 2011 toegepast. Bij de vaststelling van de beheersverordening treedt u op als bevoegd beslisorgaan. De behandeling van en besluitvorming over de beheersverordening door uw raad wordt met de indieners van de inspraakreacties per brief gecommuniceerd. In de brief worden zij op het inloopuurtje gewezen, voorafgaand aan de raadsbijeenkomst, en op het spreekrecht. 7. Vast te stellen Beheersverordening Ten opzichte van de ontwerpbeheersverordening is in de nu voorliggende beheersverordening de status van het GML-bestand veranderd van versie 3001 naar 4001. De doorgevoerde wijzigingen in de beheersverordening staan vermeld in de eerder genoemde commentaarnota 'inspraakreacties'. De verordening is hierop aangepast. De vast te stellen beheersverordening met de bijbehorende stukken, waaronder de commentaarnota, hebben wij voor u ter inzage gelegd en zijn ook te raadplegen via het raadsinformatiesysteem.
H - 69
8. Vervolgproces De vaststelling van de beheersverordening geschiedt door uw raad. Na vaststelling moet de kennisgeving van het vaststellingsbesluit langs elektronische weg plaatsvinden. Zodra de beheersverordening bekend is gemaakt, treedt deze in werking. De tot op dat moment geldende bestemmingsplannen komen te vervallen. Tegen de vaststelling van een beheersverordening is geen beroep mogelijk. De verordening kan slechts indirect door de bestuursrechter worden getoetst (door middel van de op basis van de beheersverordening afgegeven vergunningen of in het kader van planschadeclaims). De achterliggende gedachte van de wetgever is hierbij geweest, dat slechts de bestaande (planologische dan wel feitelijke situatie) wordt vastgelegd zodat de bewoners en gebruikers van het gebied waarop de beheersverordening van toepassing is, (planologisch) niet in een slechtere toestand kunnen komen. Bestaande rechten blijven immers gehandhaafd. 9. Voorstel Aan u wordt het voorgesteld: 1. De commentaarnota inspraakreacties inzake de beheersverordening "A15/A27 en Betuweroute" vast te stellen. 2. De analoge en digitale verbeelding, vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0512.BV2012128-4001, regels en toelichting van de beheersverordening "A15/A27 en Betuweroute" - waarin de aanpassingen naar aanleiding van de inspraakreacties, zoals opgenomen in de onder 1. genoemde commentaarnota, zijn aangebracht - gewijzigd vast te stellen. 10. Uitkomsten raadsbijeenkomst N.v.t 11. Nadere standbepaling college
N.v.t. 12. Definitief voorstel raad Na informatieve vragen en beantwoording daarvan kunnen alle fracties instemmen met agendering van het voorstel voor de komende raadsvergadering.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 14. Beheersverordening ‘Stalkaarsen’ (nr. 2013-1013). 1. Korte samenvatting van de inhoud en voorstel In het kader van de Inspraakverordening 2011 heeft de ontwerp beheersverordening "Stalkaarsen" van woensdag 8 mei 2013 tot en met dinsdag 4 juni 2013 ter visie gelegen. Tijdens de tervisielegging van de ontwerp beheersverordening zijn 7 inspraakreacties ingediend. In de nu voorliggende beheersverordening "Stalkaarsen" zijn de voorgestelde wijzigingen naar aanleiding van de ingekomen inspraakreacties verwerkt. De inspraakreacties gaven overigens aanleiding tot aanpassing van de Beheersverordening. Een overzicht van de doorgevoerde planaanpassingen is in de bijgevoegde commentaarnota inspraakreacties opgenomen. Het is nu aan u de beheersverordening "Stalkaarsen" met de bijbehorende documenten, inclusief de genoemde commentaarnota, vast te stellen. Aan u wordt het volgende voorgesteld: 1. De commentaarnota inspraakreacties inzake de Beheersverordening "Stalkaarsen" vast te stellen. 2. De analoge en digitale verbeelding, vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0512.2013135-4001, regels en toelichting van de Beheersverordening "Stalkaarsen" - waarin de aanpassingen naar aanleiding van de inspraakreacties, zoals opgenomen in de onder 1. genoemde commentaarnota, zijn aangebracht gewijzigd vast te stellen.
H - 70
2. Inleiding/aanleiding Sinds 2008 wordt gewerkt aan de actualisatie van bijna alle bestemmingsplannen in Gorinchem. Directe aanleiding hiertoe vormt de verouderde status van de geldende bestemmingsplannen, alsmede vele mutaties die sinds de totstandkoming van deze bestemmingsplannen hebben plaatsgevonden. De actualisatie moet leiden tot actuele en uniforme bestemmingsplannen in Gorinchem. Dit is mede van belang, omdat ingevolge de Wro na 1 juli 2013 voor gebieden waar oudere bestemmingsplannen gelden, geen (bouw)leges meer mogen worden geheven. Voor de woonwijk Stalkaarsen geldt een verouderd bestemmingsplan en kan - mede vanwege de wettelijke proceduretijden - niet voor de genoemde deadline worden voorzien van een actueel bestemmingsplan. In de Wro is echter in 2008 een nieuw planologisch instrument geïntroduceerd: de beheersverordening. De Wro beschouwt de beheersverordening als een volwaardig acualisatie-instrument voor gebieden waar geen nieuwe ontwikkelingen zijn te verwachten. Om voor de woonwijk Stalkaarsen tijdig aan de actualisatieverplichting te voldoen, hebben wij de ontwerp beheersverordening 'Stalkaarsen' in de (inspraak)procedure gebracht. Hieronder staan de redenen beschreven, waarom wij de beheersverordening een geschikt instrument vinden voor het actualiseren van het planologisch regiem voor de woonwijk Stalkaarsen: 1. In de beheersverordening wordt aansluiting gezocht bij de juridische systematiek van andere bestemmingsplannen in Gorinchem. Dit is gedaan in verband met uniformiteit en gebruiksvriendelijkheid van de beheersverordening. 2. In de beheersverordening wordt uitgegaan van de bestaande situatie in beperkte zin. Dit betekent dat met het bestemmingsplan in overeenstemming zijnde bestaande gebruik en bebouwing wordt vastgelegd met de daarin opgenomen - al dan niet gerealiseerde - kleine uitbreidingsmogelijkheden. Denk hier aan de 10% afwijkingsbevoegdheid. 3. In de beheersverordening worden geen substantiële ontwikkelingen meegenomen, maar enige flexibiliteit is wel aanwezig. De beheersverordening heeft uitsluitend een beheersfunctie en kent een conserverend karakter. Dat wil zeggen dat het vastleggen en behouden van de bestaande ruimtelijke en functionele situatie voorop staat. In de beheersverordening is enige maar wel beperkte flexibiliteit opgenomen. Er worden geen nieuwe functies mogelijk gemaakt. Uitbreiding van bestaande (woonfuncties zijn slechts op perceelsniveau toegestaan. De ontwikkelingen rondom de locatie Mollenburg zijn nog niet concreet, waardoor deze locatie in de beheersverordening is voorzien van het besluitvak 'Sport'. Dit komt overeen met de nu geldende bestemming voor deze voormalige sportlocatie. Wat betreft de locatie Schutterplein - bestaande uit de realisatie van een brede school - wordt binnen een afzienbare tijdsperiode een afzonderlijke bestemmingsplanprocedure opgestart. Om die reden wordt deze locatie niet in de voorliggende beheersverordening opgenomen. In de raadsinformatiebrief d.d. 1 mei 2013, nummer 984, hebben wij deze redenen uitgebreid toegelicht. Voor een nadere toelichting wordt dan ook volledigheidshalve naar de inhoud van deze raadsinformatiebrief verwezen. 3. Doelstelling beheersverordening De voorliggende beheersverordening is opgesteld om de bestaande situatie en bestaande rechten in de (woon)wijk Stalkaarsen vast te leggen. Voor de (woon)wijk "Stalkaarsen", waarvoor nu het gedateerde bestemmingsplan "Stalkaarsen 1993" geldt, worden geen ruimtelijke ontwikkelingen voorzien. Daarom is een ontwerp beheersverordening opgesteld. De beheersverordening voorziet de genoemde woonwijk van een actueel en handhaafbaar planologisch-juridisch kader. 4. Kaderstellende uitgangspunten De beheersverordening heeft uitsluitend een beheersfunctie en kent een conserverend karakter. Dat wil zeggen dat het vastleggen en behouden van de bestaande ruimtelijke en functionele situatie van de (woon)wijk "Stalkaarsen' voorop staat. Om deze redenen hebben wij niet vooraf aan u gevraagd kaderstellende uitgangspunten vast te stellen, eenvoudigweg omdat deze niet nodig zijn.
H - 71
5. Toepassen inspraak Hoewel aan de totstandkoming van de beheersverordening geen procedurevoorschriften zijn verbonden, hebben wij op de voorbereiding wel aan de inspraakverordening 2011 gekoppeld. Het toepassen van inspraak heeft de volgende voordelen: • draagt bij aan het zorgvuldig inventariseren van het bestaande gebruik in de (woon)wijk; • zorgt voor een goede communicatie met bewoners van de (woon)wijk en andere belanghebbenden. De beheersverordening heeft vanaf woensdag 8 mei 2013 tot en met dinsdag 4 juni 2013 ter visie gelegen. Gedurende deze periode was het voor iedereen mogelijk een inspraakreactie in te dienen. De wettelijke vooroverlegpartners zijn door middel van een digitale kennisgeving hiervan op de hoogte gesteld en zij zijn door ons in de gelegenheid gesteld ook bij ons een inspraakreactie in te dienen. Op dinsdag 14 mei 2013 is een informele inloopbijeenkomst gehouden. Belangstellenden konden zich laten informeren over de beheersverordening en op- en/of aanmerkingen hierop maken. Tevens was het mogelijk om door middel van een formulier een schriftelijke inspraakreactie bij ons in te dienen. Uw raadsleden en de leden van de betrokken klankbordgroepen waren ook uitgenodigd voor het bijwonen van deze bijeenkomst. Het inspraaktraject heeft geleid tot de indiening van 7 inspraakreacties. Gezien de aard en het karakter van de beheersverordening hebben wij de indieners niet in de gelegenheid gesteld via een hoorzitting hun inspraakreactie mondeling toe te lichten. Alle reacties zijn samenvattend opgenomen in de bijgevoegde commentaarnota "Inspraakreacties". Per reactie is aangegeven in hoeverre deze heeft geleid tot aanpassing van de beheersverordening. Uit de notitie komt duidelijk naar voren op welke onderdelen eventuele aanpassingen hebben plaatsgevonden. Daarnaast wordt in de nota aangegeven of de beheersverordening op onderdelen ambtshalve is aangepast. Afschriften van de ingekomen inspraakreacties zijn als bijlage in de commentaarnota opgenomen. 6. Behandeling en besluitvorming door de gemeenteraad In de Gemeentewet noch in de Wet ruimtelijke ordening en het Besluit ruimtelijke ordening zijn procedurevoorschriften te vinden voor de totstandkoming van een beheersverordening. Formeel is alleen de bekendmaking ingevolge artikel 139 Gemeentewet aan de orde. Zoals eerder aangegeven hebben wij op de voorbereiding de Inspraakverordening 2011 toegepast. Bij de vaststelling van de beheersverordening treedt u op als bevoegd beslisorgaan. De behandeling van en besluitvorming over de beheersverordening door uw raad wordt met de indieners van de inspraakreacties per brief gecommuniceerd. In de brief worden zij op het inloopuurtje gewezen,voorafgaand aan de raadsbijeenkomst, en op het spreekrecht. 7. Vast te stellen beheersverordening Ten opzichte van de ontwerp beheersverordening is in de nu voorliggende beheersverordening de status van het GML-bestand veranderd van versie 3001 naar 4001. De doorgevoerde wijzigingen in de beheersverordening staan vermeld in de eerder genoemde commentaarnota inspraakreacties. De verordening is hierop aangepast. De vast te stellen beheersverordening met de bijbehorende stukken, waaronder de commentaarnota, hebben wij voor u ter inzage gelegd en zijn ook te raadplegen via het raadsinformatiesysteem. 8. Vervolgproces De vaststelling van de beheersverordening geschiedt door de gemeenteraad één en ander met kennisneming van de commentaarnota. Na vaststelling moet de kennisgeving van het vaststellingsbesluit langs elektronische weg plaatsvinden. Zodra de beheersverordening bekend is gemaakt, treedt deze in werking. De tot op dat moment geldende bestemmingsplan komt te vervallen. Tegen de vaststelling van een beheersverordening is geen beroep mogelijk. De verordening kan slechts indirect door de bestuursrechter worden getoetst (door middel van de op basis van de beheersverordening afgegeven vergunningen of in het kader van planschadeclaims). De achterliggende gedachte van de wetgever is hierbij geweest, dat slechts de bestaande (planologische dan wel feitelijke situatie) wordt vastgelegd, zodat de bewoners en
H - 72
gebruikers van het gebied waarop de beheersverordening van toepassing is, (planologisch) niet in een slechtere toestand kunnen komen. Bestaande rechten blijven immers mogelijk gehandhaafd. 9. Voorstel Aan u wordt het voorgesteld: 1. De commentaarnota inspraakreacties inzake de Beheersverordening "Stalkaarsen" vast te stellen. 2. De analoge en digitale verbeelding, vervat in het GML-bestand NLIMR0.0512.2013135-4001, regels en toelichting van de Beheersverordening "Stalkaarsen* - waarin de aanpassingen naar aanleiding van de inspraakreacties, zoals opgenomen in de onder 1. genoemde commentaarnota, zijn aangebracht gewijzigd vast te stellen. 10. Uitkomsten raadsbijeenkomst Na informatieve vragen en beantwoording daarvan kunnen alle fracties instemmen met agendering van het voorstel voor de komende raadsvergadering. 11. Nadere stand bepaling college Niet van toepassing 12. Definitief voorstel raad 1. De commentaarnota inspraakreacties inzake de Beheersverordening "Stalkaarsen" vast te stellen. 2. De analoge en digitale verbeelding, vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0512.2013135-4001, regels en toelichting van de Beheersverordening "Stalkaarsen" -waarin de aanpassingen naar aanleiding van de inspraakreacties, zoals opgenomen in de onder 1. genoemde commentaarnota, zijn aangebracht gewijzigd vast te stellen.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 15. Sluiting.
De voorzitter sluit te 23.41 uur de vergadering. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Gorinchem op donderdag 26 september 2013. De griffier,
De voorzitter,
H - 73