ZITTING VAN DE GEMEENTERAAD VAN 17 JUNI 2013
Aanwezig : De heer Michaël Vannieuwenhuyze, voorzitter van de gemeenteraad De heer Alain Top, burgemeester De heren Annick Vandebuerie, David Vandekerckhove, Jacques Maelfait, Filip Kets, Eddy Glorieux, mevrouw Inge Bossuyt en de heer Dominique Windels (afw. bij pt. 15) schepenen De heren en dames Rita Beyaert, Willy Vandemeulebroucke (vanf pt. 3 en afw. bij pt. 15), Rik Pattyn, Francis Pattyn (vanaf pt. 3), Rik Vandenabeele, Rosanne Mestdagh, Kathleen Duchi, Marleen Rogiers, Eric Kerckhof, Donald Langedock, Olivier Vanryckeghem, Sofie Decavele, Tijs Naert, Stijn Soetaert, Marijke Ostyn, Eveline Lahousse, Lynn Callewaert, Patrick Claerhout, Alexander De Waele en Hilde De Bruyne gemeenteraadsleden De heer Carlo Daelman,
secretaris
___________________________________________________________________________ De zitting begint om 19.36 uur. ___________________________________________________________________________ DAGORDE Openbare zitting 1.
Verwerving handelspand Marktplein 68. Goedkeuren van de overeenkomst met de uittredende huurder in het kader van de verwerving om reden van openbaar nut, onder voorbehoud door het aankoopcomité verleden en de aankoopakte onder voorbehoud door het aankoopcomité verleden.
2.
Groot onderhoud voetpaden 2013 – Deel 1: Herdersstraat. Goedkeuren bestek, raming (42 935 euro + 21 % btw) en gunningswijze.
3.
Groot onderhoud wegen 2013 – Deel 1: Oudenaardsestraat en Hoogstraat. Goedkeuren bestek, raming (83 269,68 euro + 21 % btw) en gunningswijze.
4.
Oprichting Gemeentelijke Begeleidingscommissie (GBC).
5.
Leveren en plaatsen van urnekelders 2013. Goedkeuren bestek, raming (42 350 euro + 21 % btw) en gunningswijze.
6.
Leveren en plaatsen van grafkelders 2013. Goedkeuren bestek, raming (34 150 euro + 21 % btw) en gunningswijze.
7.
Samenwerkingsovereenkomst Erfgoedinzicht. Goedkeuring.
8.
Buitenschilderwerken bibliotheek Harelbeke. Goedkeuren bestek, raming (19 145 euro + 21 % btw) en gunningswijze.
9.
Subsidiereglement voor het gebruik van duurzaam gelabeld hout. Verlenging.
10. Gemeentelijk reglement op de inventarisatie van leegstaande woningen en/of gebouwen en indicaties ter bepaling van leegstand. Aanvulling. 11. Gemeentelijke belasting op woningen, kamers, gebouwen of andere woongelegenheden opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister. Vaststelling.
12. Stedelijk basisonderwijs. Bepalen van de capaciteit van de stedelijke basisscholen en vastleggen van de data voor de inschrijvingsperiodes. 13. Reservefonds binnen de politiezone. Kennisname. 14. Vragenkwartiertje. Besloten zitting 15. Erkenning waarnemende gemeentesecretarissen in functie van de wijziging van het gemeentedecreet. Aanpassen van de beslissing van 18 april 2011. ****** Openbare zitting 1.
Verwerving handelspand Marktplein 68. Goedkeuren van de overeenkomst met de uittredende huurder in het kader van de verwerving om reden van openbaar nut, onder voorbehoud door het aankoopcomité verleden en de aankoopakte onder voorbehoud door het aankoopcomité verleden.
Op grond van volgende overwegingen zowel feitelijk als juridisch: In 2011 reeds ging de raad akkoord met de principes en concepten uit het 'Beeldkwaliteitsplan van het centrum van Harelbeke met ontwerpvisie en haalbaarheidsstudie van het Marktplein'. Aangezien hieruit bleek dat op het huidige Marktplein de losse gebouwen zouden moeten wijken voor een nieuw, samenhangend bouwblok, betekende dit ook dat het huidige handelscentrum Centrum II (=alle panden onder ex-chinees-restaurant) plaats moet maken voor de nieuwe marktontwikkeling. Uit Centrum II kocht de stad bij authentieke akte in de loop van 2012 vier leegstaande panden nl. nrs 58, 94, 66 en 70. In de raadszitting van 17 november 2012 werden ook al de “compromissen” (verkoopbeloftes) goedgekeurd voor de nrs 90 en 56 en de raad keurde recent (raadszitting van mei 2013) de aankoop van nr 88 goed. De andere onderhandelingen door het aankoopcomité met de respectievelijke eigenaars én uitbaters van ook de niet-leegstaande panden zijn lopend. Huidig dossier betreft het pand, Marktplein 68 dat eigendom is van de vennootschap Bouw Georges Tanghe (met maatschappelijke zetel te Zwevegem, Den Helder 17b) en dat gehuurd/uitgebaat wordt door de heren Mestdag & Vandesompele als “Harelbeekse Rijschool Martin en Jose” (met maatschappelijke zetel te Harelbeke, Marktplein 41). Conform alle wettelijke bepalingen en anticiperend op de intenties van de stad om alle panden uit Centrum II te verwerven in functie van de latere sloop, betekende die Rijschool als huurder op 28 februari 2013 de vooropzeg van hun handelscontract, afgesloten op 15 oktober 2007 met voormelde vennootschap Tanghe. Hierdoor loopt de huurovereenkomst af op 14 oktober 2013. De huurders zullen dus op korte termijn een nieuw pand betrekken én aangezien die herlocatie haar oorsprong vindt in de initiatieven van de stad om het beeldkwaliteitsplan op het Marktplein te realiseren, legt het aankoopcomité nu de “overeenkomst met de uittredende huurder in het kader van de verwerving om reden van openbaar nut” ter goedkeuring voor. Dit contract is het resultaat van de –door het comité- gevoerde onderhandelingen met die uitbaters, “Rijschool Martin en José” waarbij de stad hen een billijke vergoeding van €2.500 (tweeduizend vijfhonderd euro) betaalt “die tegemoet komt in de schade en de kosten die de huurders zal/kan lijden door de herlocatie op initiatief van de stad” (artikel 4 van het contract).
Die ‘uittredingsovereenkomst’ is door het comité met voormelde uitbaters getekend op 23 mei 2013 en dit onder voorbehoud van definitieve goedkeuring door de gemeenteraad en van niet-schorsing/vernietiging door de toezichthoudende overheid. Door huidige goedkeuring komt het eerste voorbehoud te vervallen. De uitgave voor bedoelde uittredingsvergoeding is voorzien onder artikel 930/712-60 van het buitengewone budget 2013. De ontvanger geeft terzake het nodige visum. De aankoop zelf van dit pand jegens de vennootschap Bouw Georges Tanghe werd door het aankoopcomité gefinaliseerd in een akte, getekend op 29.05.2013 door mevrouw Rita Tanghe en mevrouw Stefanie Valcke en dit eveneens onder voorbehoud van definitieve goedkeuring door de gemeenteraad en van niet-schorsing/vernietiging door de toezichthoudende overheid. Door huidige goedkeuring komt het eerste voorbehoud te vervallen. Het te verwerven pand, Marktplein 68, is omschreven als handelskavel 14 (met bijhorende kelder nr. 6) uit het gebouwencomplex Centrum II (cfr. Basisakte not. Peers 11 juli 1974) én als deel van het kadastrale perceel nr. 447/02 (1ste afdeling, A). Dit pand is dus een handelsruimte op het gelijkvloers van ongeveer 4 bij 13 meter met bijhorende kelderruimte, waarbij de maximale schattingsprijs is vermeld in het schattingsverslag van het comité van 10 januari 2012. Hiermee rekening houdend werd de aankoopprijs bepaald op € 87.000 (zevenentachtigduizend euro). De uitgave voor bedoelde aankoop is voorzien onder artikel 930/712-60 van het buitengewone budget 2013. De ontvanger geeft terzake het nodige visum. Uit de door het aankoopcomité voorgelegde stukken blijkt dat voor deze transactie een bodemattest werd afgeleverd door OVAM op 1 februari 2012 dat volgende formule vermeldt : "voor dit kadastraal perceel zijn geen gegevens beschikbaar in het register van verontreinigde gronden omdat er geen gegevens beschikbaar zijn bij OVAM". Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale of reglementaire bepalingen: Het gemeentedecreet, in het bijzonder en zonder zich daartoe te willen beperken, artikel 43 par.2.12°. Om deze redenen; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; Na beraadslaging in openbare zitting; Met 27 stemmen voor, 0 stemmen tegen en 0 onthoudingen; BESLUIT: Artikel 1 : Instemming wordt verleend met de “Overeenkomst met de uittredende huurder in het kader van de verwerving om reden van openbaar nut van het handelspand, Marktplein 68”. Voorafgaand de aankoop (zie artikel 4 hierna) door de stad van die gelijkvloerse handelskavel, Marktplein 68 (kadastraal horend bij het gebouwencomplex “Centrum II” 1ste afd., sectie A nummer 447/02), keurt de raad de billijke vergoeding van €2.500 zoals bepaald in die overeenkomst goed en dit als tussenkomst “in de schade en de kosten die de huurders zal/kan lijden door de herlocatie op initiatief van de stad”. Door de goedkeuring van huidige overeenkomst vervalt het voorbehoud inzake de gemeentelijke goedkeuring, opgenomen in die overeenkomst ondertekend met tussenkomst van het aankoopcomité op 23 mei 2013 door de zaakvoerders Mestdag & Vandesompele van de “Harelbeekse Rijschool Martin en Jose”, met maatschappelijke zetel te Harelbeke, Marktplein 41.
Artikel 2 : Het budget voor voormelde vergoeding omschreven in artikel 1 is voorzien onder 930/712-60 van het buitengewone budget 2013. Terzake geeft de ontvanger visum. Artikel 3 : Instemming wordt verleend met de aankoop tegen €87.000 van het handelspand op het Marktplein 68, jegens de vennootschap Bouw Georges Tanghe, met maatschappelijke zetel te Zwevegem, Den Helder 17b. De voorliggende akte wordt goedgekeurd. Door de goedkeuring van huidige aankoop vervalt het voorbehoud inzake de gemeentelijke goedkeuring opgenomen in de akte, verleden door het aankoopcomité op 29.05.2013. Artikel 4 : Het budget voor voormelde verwerving omschreven in artikel 3 is voorzien onder 930/712-60 van het buitengewone budget 2013. Terzake geeft de ontvanger visum. Artikel 5 : Het Schepencollege wordt gelast de vereiste administratieve formaliteiten te vervullen. 2.
Groot onderhoud voetpaden 2013 – Deel 1: Herdersstraat. Goedkeuren bestek, raming (42 935 euro + 21 % btw) en gunningswijze.
Op grond van volgende overwegingen, zowel feitelijk als juridisch: Een aantal voetpaden in Groot-Harelbeke zijn sterk gedegradeerd en staan op de lijst voor dringend herstel. In huidig dossier worden volgende voetpaden voorgesteld : - Herdersstraat tussen Hippodroomstraat en N43 (beide zijden) + hoek Forestier Ingelramstraat Infrax werkt in synergie voor het plaatsen van een electriciteitskabel in de Hippodroomstraat. De werken worden uitgevoerd in 2 fasen : Fase 1 : opbreken. Daarna worden werken uitgevoerd door CVBA Infrax. Aansluitend daaraan volgt Fase 2 : Aanleg voetpaden. In het kader van de opdracht met als voorwerp “Groot onderhoud voetpaden 2013 - Deel 1 : Herdersstraat” werd een bestek met nr. 13_20 opgemaakt door de Facilitaire Dienst. De uitgave voor de opdracht wordt geraamd op € 42.935,00 excl. btw of € 51.951,35 incl. 21% btw. Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking, gezien de aard van de bestelling en gezien deze gunningswijze aan de Stad de meeste waarborgen biedt betreffende prijsvorming en service. Het krediet is voorzien in het buitengewoon budget van 2013 op artikel 421/731-60. Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen: - het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, meer bepaald artikel 42 betreffende de bevoegdheden van de Gemeenteraad; - de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen; - het gemeentedecreet van 15 juli 2005, meer bepaald de artikels 248 tot 260 betreffende het algemeen administratief toezicht op de gemeenten; - de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen, inzonderheid en zonder zich daartoe te willen beperken artikel 17, § 2, 1° a;
- het koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen, inzonderheid en zonder zich daartoe te willen beperken art. 120; - het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen, inzonderheid en zonder zich daartoe te willen beperken art. 3, § 1; - de algemene aannemingsvoorwaarden, opgenomen in de bijlage bij voormeld besluit van 26 september 1996, en latere wijzigingen; Gezien de stukken van het dossier ; Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen ; Na er in openbare zitting over beraadslaagd te hebben ; Met 27 stemmen voor, 0 stemmen tegen, 0 onthoudingen. BESLUIT : Artikel 1 : Goedkeuring wordt gehecht aan het bestek met nr. 13_20 en de raming voor de opdracht met als voorwerp “Groot onderhoud voetpaden 2013 - Deel 1 : Herdersstraat”, opgemaakt door de Facilitaire Dienst. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bijzonder bestek en zoals opgenomen in de algemene aannemingsvoorwaarden voor de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De kostenraming bedraagt € 42.935,00 excl. btw of € 51.951,35 incl. 21% btw. Artikel 2 : Hogergenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking. Artikel 3 : De opdracht waarvan sprake in art. 1 zal gefinancierd worden op artikel 421/731-60 van het buitengewone budget van het dienstjaar 2013. 3.
Groot onderhoud wegen 2013 – Deel 1: Oudenaardsestraat en Hoogstraat. Goedkeuren bestek, raming (83 269,68 euro + 21 % btw) en gunningswijze.
Op grond van volgende overwegingen, zowel feitelijk als juridisch: Het wegdek van de Hoogstraat van huisnummer 67 tot en met 71 en de Oudenaardsestraat van huisnummer 66 tot grens met Deerlijk vertoont meerdere gebreken. De Hoogstraat wordt afgefreesd inclusief inham Treurnietstraat en voorzien van een nieuwe toplaag asfaltverharding. De Oudenaardsestraat wordt plaatselijk aan de huizenrijen 10 cm opgebroken en voorzien van een onder- en toplaag asfaltverharding. De overige stukken worden enkel afgefreesd en voorzien van een nieuwe toplaag. Langsheen huisnummer 66 tot en met 84 wordt een watergreppel voorzien en nieuwe slokkers zodat de waterafvoer verbeterd. De bestaande slokkers in de berm worden voorzien van een betonkraag en de berm wordt genivelleerd. Het oude en vervallen voetpad langs het bedrijf, huisnummer 72, wordt opgebroken. In het kader van de opdracht met als voorwerp “Groot onderhoud wegen 2013 - Deel 1. Herstel Oudenaardsestraat en Hoogstraat” werd een bestek met nr. 13_21 opgemaakt door de Facilitaire Dienst.
De uitgave voor de opdracht wordt geraamd op € 83.269,68 excl. btw of € 100.756,31 incl. 21% btw. Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de openbare aanbesteding. Dit gezien de aard van de bestelling (> € 67.000,00) en gezien daardoor de concurrentie maximaal kan spelen en de gunning van de opdracht kan plaatsvinden op grond van de laagst aangeboden prijs. Het krediet is voorzien in de begroting van 2013 op artikel 421/735-60 van het buitengewoon budget. Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen: - het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, meer bepaald en zonder zich daartoe te willen beperken artikel 42 betreffende de bevoegdheden van de Gemeenteraad; - de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen; - het gemeentedecreet van 15 juli 2005, meer bepaald en zonder zich daartoe te willen beperken de artikels 248 tot 260 betreffende het algemeen administratief toezicht op de gemeenten; - de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen; - het koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen; - het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen, inzonderheid en zonder zich daartoe te willen beperken art. 3, § 1; - de algemene aannemingsvoorwaarden, opgenomen in de bijlage bij voormeld besluit van 26 september 1996, en latere wijzigingen; Gezien de stukken van het dossier ; Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen ; Na er in openbare zitting over beraadslaagd te hebben ; Met 29 stemmen voor, 0 stemmen tegen, 0 onthoudingen. BESLUIT : Art. 1 : Goedkeuring wordt gehecht aan het bestek met nr. 13_21 en de raming voor de opdracht met als voorwerp “Groot onderhoud wegen 2013 - Deel 1. Herstel Oudenaardsestraat en Hoogstraat”, opgemaakt door de Facilitaire Dienst. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bijzonder bestek en zoals opgenomen in de algemene aannemingsvoorwaarden voor de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De kostenraming bedraagt € 83.269,68 excl. btw of € 100.756,31 incl. 21% btw. Art. 2 : Hogergenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de openbare aanbesteding. Art. 3 : De opdracht waarvan sprake in art. 1 zal gefinancierd worden op artikel 421/735-60 van het buitengewoon budget van het dienstjaar 2013.
4.
Oprichting Gemeentelijke Begeleidingscommissie (GBC).
Op grond van volgende overwegingen zowel feitelijk als juridisch: Het ‘mobiliteitsdecreet’ van 20 maart 2009 kreeg uitvoering bij het besluit van de Vlaamse Regering van 25 januari 2013. Naar aanleiding van dit besluit treden er vanaf 1 maart 2013 nieuwe regels in werking voor de samenwerking tussen de gemeenten en het Vlaams Gewest voor de planning en uitvoering van het lokaal mobiliteitsbeleid. De werking wordt, vooral administratief, vereenvoudigd, waardoor de doorlooptijd ervan wordt versneld. Er werd tot op heden gewerkt via het convenantenbeleid. Werken op gewestwegen, nieuwe of vernieuwde fietspaden, nieuwe of aangepaste buslijnen,… gebeurden tot op heden op basis van het gemeentelijk mobiliteitsplan, het afgesloten moederconvenant en koepelmodules op basis van de bespreking in de Gemeentelijke BegeleidingsCommissie (GBC) en de Provinciale Auditcommissie (PAC) of de Openbaarvervoercommissie (OVC). Dit systeem wordt eenvoudiger waardoor projecten sneller kunnen gerealiseerd worden. In het kader van deze vereenvoudiging worden de Provinciale Auditcommissie (PAC) en de Openbaarvervoerscommissie (OVC) samengevoegd in de Regionale Mobiliteitscommissie (RMC). Daarnaast is er een nieuwe Gemeentelijk Begeleidingscommissie (GBC) voorzien, die een sleutelrol krijgt in het mobiliteitsverhaal. De GBC verzamelt de betrokken actoren onder het voorzitterschap van de stad en begeleidt de opmaak en evaluatie van het mobiliteitsplan, infrastructuurprojecten en begeleidende maatregelen van de Vlaamse actoren maar ook van de stad zelf. Voor projecten waarover in het GBC een consensus wordt bereikt, valt de extra toets door de Regionale Mobiliteitscommissie (RMC) weg. Dit verkort de procedure voor het nemen van beslissingen aanzienlijk en geeft de stad meer autonomie. Het gemeentelijk mobiliteitsplan blijft echter wel de basis van het lokale mobiliteitsbeleid. De hervorming betekent ook een administratieve vereenvoudiging in de relatie tussen de stad en het Gewest: - de gemeenteraad wordt niet meer belast met de goedkeuring van moederconvenants en koepelmodules; - voor de uitvoering van infrastructuurwerken en openbaar vervoerprojecten volstaat straks één enkele samenwerkingsovereenkomst tussen de gemeente, het Vlaams Gewest of De Lijn en eventuele andere betrokken diensten; - waar nu steeds een afzonderlijke start- en projectnota vereist zijn, volstaat in diverse gevallen voortaan een unieke nota (zijnde een soort principeakkoord). Tijdens de vroegere procedure voorzagen de convenanten en modules in subsidies indien deze overeenkomsten correct werden afgesloten en de projecten uitgevoerd. Dergelijke subsidies blijven mogelijk doch zijn thans gekoppeld aan de samenwerkingscontracten, per project af te sluiten. Een voorbeeld van dergelijke projectsubsidies betreft het voorzien door het Vlaamse gewest van veilige fietspaden en schoolomgevingen langs gewestwegen. Op vraag van de gemeenten werd er evenwel niet geraakt aan de mogelijkheid dat de gemeente ook zelf initiatief kan nemen om gewestwegen van veilige fietspaden te voorzien of schoolomgevingen te beveiligen en dit blijft subsidieerbaar. De Vlaamse overheid wil de gemeenten ook een extra duwtje in de rug geven door het voorzien van subsidies voor investeringen op de gemeentewegen, bijvoorbeeld om het bovenlokaal functioneel fietsroutenetwerk te vervolledigen, schoolbuurten te beveiligen of ontsluitingswegen naar bedrijventerreinen duurzaam aan te pakken. Het al dan niet bekomen van subsidies zal dossier per dossier onderzocht worden.
Conform het ‘mobiliteitsdecreet’ bestaat er in Harelbeke reeds een GBC. Het Besluit van de Vlaamse Regering van 25 januari 2013 bepaalt nu echter dat elke stad een nieuwe GBC moet oprichten en legt de verdere regels omtrent de oprichting, de aanwijzing van de vaste, de variabele en de adviserende leden vast: - De vaste leden zijn volgens dit besluit automatisch: de stad, het departement MOW (Mobiliteit en Openbare Werken), de Lijn, de initiatiefnemer van een bepaald project en de betrokken wegbeheerder(s). Elk vast lid mag één of meerdere vertegenwoordigers aanduiden. Elk vast lid heeft 1 stem. - De variabele leden zijn volgens het besluit mogelijks de volgende en dit naargelang hun deelname is vereist voor een bepaald project: de provincie, het departement RWO (Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed), het departement LNE (Leefmilieu, Natuur en Energie), de NMBS en de adviesverlenende overheid in het kader van evt. verdere vergunningsprocedures. Elk variabel lid heeft 1 stem. - De adviserende leden worden aangeduid door de gemeenteraad en zijn lokale vertegenwoordigers die een belangrijke rol kunnen hebben in de draagvlakverwerking tijdens de bespreking in de GBC. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen de vaste en bijkomende adviserende leden: - De vaste adviserende leden worden door de gemeenteraad benoemd en worden voor alle vergaderingen van de GBC uitgenodigd. - Met betrekking tot een bepaald dossier kunnen de voorzitter of een of meer vaste leden bijkomende adviserende leden uitnodigen. Deze bijkomende adviserende leden kunnen enkel de vergaderingen bijwonen waarvoor ze expliciet worden uitgenodigd. De adviserende leden worden gekozen door de stad en hebben geen stemrecht. Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 21 mei 2013 om de schepen van mobiliteit als vertegenwoordiger van de stad (met stem) af te vaardigen. Alle politieke fracties kunnen elk 1 vertegenwoordiger afvaardigen, die als adviserende leden (dus zonder stem) op de vergaderingen van de GBC zullen uitgenodigd worden. Het voorzitterschap van de GBC ligt bij de gemeente. Het komt aan de gemeenteraad toe om de voorzitter van de GBC te benoemen. Thans wordt hiervoor de Schepen van Mobiliteit voorgesteld. De gemeenteraad kan de vergaderingen van GBC openstellen voor vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld en de bevolking. Aan de raad wordt voorgesteld om deze bevoegdheid over te dragen aan de voorzitter van de GBC. Het huishoudelijk reglement voor de GBC wordt goedgekeurd op de eerste bijeenkomst van de GBC en moet niet door de gemeenteraad worden goedgekeurd. Het ontwerp van huishoudelijk reglement wordt in huidige zitting ter kennisgeving aan de raad toegevoegd. Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen: het gemeentedecreet, in het bijzonder en zonder zich daartoe te willen beperken, de artikels 42, 43 en 186 Decreet van 20 maart 2009 betreffende het mobiliteitsbeleid, artikels 26/1 en 26/2, ingevoegd bij het decreet van 10 februari 2012 Besluit van de Vlaamse Regering van 25 januari 2013 tot bepaling van de nadere regels betreffende de organisatorische omkadering, de financiering en de samenwerking voor het mobiliteitsbeleid, artikels 2 tot en met 12. Om deze redenen; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; Na beraadslaging in openbare zitting;
Met 16 stemmen voor, 13 stemmen tegen en 0 onthoudingen; BESLUIT: Artikel 1: Er wordt een Gemeentelijk Begeleidingscommissie (GBC) opgericht als multidisciplinair en beleidsdomeinoverschrijdend overlegforum, verantwoordelijk voor: - De voorbereiding, de opmaak, de opvolging, de evaluatie en, in voorkomend geval, de herziening van het gemeentelijk of intergemeentelijk mobiliteitsplan. - De begeleiding van de voorbereiding, de opmaak, de opvolging en de evaluatie van projecten die aansluiten bij het duurzame lokale mobiliteitsbeleid. Artikel 2: De gemeenteraad voorziet volgende adviserende leden (dus zonder stemrecht) voor de GBC: één vertegenwoordiger per politieke fractie in de gemeenteraad, de vaste leden van de beperkte mobiliteitscommissie (dit is iemand van de verkeersdienst van de PZ Gavers en een ambtenaar van de dienst grondgebiedszaken), de stedenbouwkundige ambtenaar (bij dossiers betreffende ruimtelijke ordening), de milieuambtenaar (bij dossier betreffende milieu en duurzaamheid) en de fietsersbond a rato van een vertegenwoordiger (bij dossiers betreffende fietsveiligheid). Deze adviserende leden worden uitgenodigd op de vergadering van de GBC, indien hun aanwezigheid gewenst is in het kader van het voorliggend dossier. Artikel 3: De gemeenteraad voorziet de schepen van mobiliteit als voorzitter van de GBC (met stemrecht). In geval van verhindering, kan de voorzitter deze bevoegdheid delegeren aan een ander lid van het College of een gemeentelijke ambtenaar. Artikel 4: De gemeenteraad draagt haar bevoegdheid om te beslissen tot het openstellen van vergaderingen van de GBC voor vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld en de bevolking over aan de voorzitter van de GBC, die dit doet in overleg met de vaste leden. Artikel 5: De gemeenteraad neemt er kennis van dat het huishoudelijk reglement van de GBC door de GBC zelf zal worden vastgesteld. Artikel 6: Deze beslissing heeft een reglementair karakter. Ze zal worden bekendgemaakt overeenkomstig artikel 186 van het gemeentedecreet. 5.
Leveren en plaatsen van urnekelders 2013. Goedkeuren bestek, raming (42 350 euro + 21 % btw) en gunningswijze.
Op grond van volgende overwegingen, zowel feitelijk als juridisch: Elk jaar is er veel meer vraag naar urnekelders dan naar gewone graven. Er wordt voorgesteld om nieuwe urnekelders aan te leggen met inbegrip van de wandelpaden. Het gaat om een 85-tal urnekelders te plaatsen op de verschillende begraafplaatsen in Groot-harelbeke volgens noodzaak. In het kader van de opdracht met als voorwerp “Leveren en plaatsen van urnekelders 2013” werd een bestek met nr. 862.1-A.13/16 opgemaakt door de facilitaire dienst. De uitgave voor de opdracht wordt geraamd op € 42 350,00 excl. btw of € 51 243,50 incl. 21% btw.
Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking, gezien de aard van de bestelling (bedrag < 67000 euro) en gezien deze gunningswijze aan de stad de meeste waarborgen biedt betreffende prijsvorming en service. Door het vooraf selecteren van minimum drie aannemers speelt de concurrentie, doch anderzijds blijft de zekerheid dat de aangeschreven aannemers over de nodige vakkennis en deskundigheid beschikken. Het krediet is voorzien in de begroting van 2013 op artikel 878/725-60 (referentie 110) van de buitengewone dienst. De gemeenteraad is bevoegd nu het gaat om een bestek inzake een overheidsopdracht die niet opgenomen werd in het begrip dagelijks bestuur, gezien het ramingsbedrag op de buitengewone begroting hoger is dan 5500 euro en het project niet nominatief in het budget is voorzien (toepassing art. 43 par. 2.11° van het gemeentedecreet). Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen: - het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, meer bepaald artikel 42 betreffende de bevoegdheden van de Gemeenteraad; - de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen; - het gemeentedecreet van 15 juli 2005, meer bepaald de artikels 248 tot 260 betreffende het algemeen administratief toezicht op de gemeenten; - de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 17, § 2, 1° a; - het koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen, inzonderheid art. 120; - het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen, inzonderheid art. 3, § 1; - de algemene aannemingsvoorwaarden, opgenomen in de bijlage bij voormeld besluit van 26 september 1996, en latere wijzigingen; Gezien de stukken van het dossier ; Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen ; Na er in openbare zitting over beraadslaagd te hebben ; Met 29 stemmen voor, 0 stemmen tegen, 0 onthoudingen. BESLUIT : Art. 1 : Goedkeuring wordt gehecht aan het bestek met nr. 862.1-A.13/16 en de raming voor de opdracht met als voorwerp “Leveren en plaatsen van urnekelders 2013”, opgemaakt door facilitaire dienst. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bijzonder bestek en zoals opgenomen in de algemene aannemingsvoorwaarden voor de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De kostenraming bedraagt € 42 350,00 excl. btw of € 51 243,50 incl. 21% btw. Art. 2 : Hogergenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking. Art. 3 : De opdracht waarvan sprake in art. 1 zal gefinancierd worden op artikel 878/725-60 (referentie 110) van de buitengewone dienst van het dienstjaar 2013.
6.
Leveren en plaatsen van grafkelders 2013. Goedkeuren bestek, raming (34 150 euro + 21 % btw) en gunningswijze.
Op grond van volgende overwegingen, zowel feitelijk als juridisch: Er dienen grafkelders geplaatst te worden op de begraafplaatsen. Het gaat om grafkelders voor 2 personen en 3 personen. De grafkelders worden uitgevoerd in geprefabriceerde gewapende betonelementen. De werken omvatten het leveren en plaatsen van 10 grafkelders voor 3 personen en 85 grafkelders voor 2 personen. In het kader van de opdracht met als voorwerp “Leveren en plaatsen van grafkelders 2013” werd een bestek met nr. 862.1-A.13/17 opgemaakt door de facilitaire dienst. Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking, gezien de aard van de bestelling (bedrag < 67000 euro) en gezien deze gunningswijze aan de stad de meeste waarborgen biedt betreffende prijsvorming en service. Door het vooraf selecteren van minimum drie aannemers speelt de concurrentie, doch anderzijds blijft de zekerheid dat de aangeschreven aannemers over de nodige vakkennis en deskundigheid beschikken. De uitgave voor de opdracht wordt geraamd op € 34.150,00 excl. btw of € 41.321,50 incl. 21% btw. Het krediet is voorzien in de begroting van 2013 op artikel 878/725-60 (referentie 110) van de buitengewone dienst. De gemeenteraad is bevoegd nu het gaat om een bestek inzake een overheidsopdracht die niet opgenomen werd in het begrip dagelijks bestuur, gezien het ramingsbedrag op de buitengewone begroting hoger is dan 5500 euro en het project niet nominatief in het budget is voorzien (toepassing art. 43 par. 2.11° van het gemeentedecreet). Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen: - het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, meer bepaald artikel 42 betreffende de bevoegdheden van de Gemeenteraad; - de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 17, § 2, 1° a; - het koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen, inzonderheid art. 120; - het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen, inzonderheid art. 3, § 1; - de algemene aannemingsvoorwaarden, opgenomen in de bijlage bij voormeld besluit van 26 september 1996, en latere wijzigingen; Gezien de stukken van het dossier ; Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen ; Na er in openbare zitting over beraadslaagd te hebben ; Met 29 stemmen voor, 0 stemmen tegen, 0 onthoudingen. BESLUIT : Art. 1 : Goedkeuring wordt gehecht aan het bestek met nr. 862.1-A.13/17 en de raming voor de opdracht met als voorwerp “Leveren en plaatsen van grafkelders 2013”, opgemaakt door de dienst Grondgebiedszaken. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bijzonder bestek en zoals opgenomen in de algemene aannemingsvoorwaarden voor de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken,
leveringen en diensten. De kostenraming bedraagt € 34.150,00 excl. btw of € 41.321,50 incl. 21% btw. Art. 2 : Hogergenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking. Art. 3 : De opdracht waarvan sprake in art. 1 zal gefinancierd worden op artikel 878/725-60 (referentie 110) van de buitengewone dienst van het dienstjaar 2013. 7.
Samenwerkingsovereenkomst Erfgoedinzicht. Goedkeuring.
Op grond van volgende overwegingen zowel feitelijk als juridisch: In zitting van 14 juni 2011 ging het schepencollege een engagementsverklaring aan om eventueel in te stappen in het registratieprogramma Erfgoedinzicht. Dit programma werd inmiddels ontwikkeld door de provincies West- en Oost-Vlaanderen en laat toe de erfgoedcollecties op een professionele manier te registreren en te ontsluiten. Het biedt volgende mogelijkheden: - Een registratiesysteem in een gecentraliseerde erfgoeddatabank met gebruiksvriendelijke beheersomgeving voor de registratie en beheer van de collecties. - Een beheerssysteem voor de veilige opslag van erfgoedgerelateerde bestanden (bijvoorbeeld foto’s van de collectie). - Een website, die de collecties online raadpleegbaar en doorzoekbaar maakt en op een kaart plaatst voor het nieuwe publiek. De volgende collecties komen in aanmerking om met dit programma te registreren: - collectie Peter Benoit, meer bepaald de stukken die niet archivalisch van aard zijn. - archeologische collectie: Deze werd in het kader van het regionale project Ten Gronde schoongemaakt, geregistreerd en herverpakt. Een overdracht kan kosteloos gebeuren. - collectie Pijp en Tabak. Het grootste gedeelte werd afgestoten , maar enkele stukken die een link hebben met Harelbeke werden behouden. - Schilderijencollectie: collectie Colardyn, maar ook de prijzen beeldende kunsten. - Collectie vinkensport: deze werd in het kader van het project Suskewiet al schoongemaakt, gefotografeerd en geregistreerd in Adlib. Adlib is een beheersprogramma dat ook de basis vormt voor Erfgoedinzicht zodat een overdracht geen probleem vormt. Het programma wordt gratis ter beschikking gesteld. De extra kosten vernoemd in de overeenkomst zijn voor Harelbeke niet van toepassing aangezien het hier om relatief kleine collecties gaat. Het is de bevoegdheid van de gemeenteraad om deze overeenkomst goed te keuren. De overeenkomst luidt als volgt: Samenwerkingsovereenkomst tussen collectiebeheerder Stad Harelbeke en de Provincie West-Vlaanderen over Erfgoedinzicht. Situering De Provincie West-Vlaanderen wenst de komende jaren sterk in te zetten op depotwerking. Een uniforme collectieregistratie is hét basisinstrument voor de professionalisering van het behoud en beheer van de erfgoedcollecties. Deze collecties virtueel online toegankelijk maken voor het brede publiek via het web kan helpen om het maatschappelijk draagvlak voor het erfgoed te vergroten, maar ook dit is enkel mogelijk indien de collectieregistratie wordt geoptimaliseerd. Daarom stelt de Provincie drie instrumenten ter beschikking van het erfgoedveld:
− een registratiesysteem in een gecentraliseerde erfgoeddatabank met gebruiksvriendelijke beheeromgeving voor de registratie en het beheer van erfgoedcollecties − een beheersysteem voor de veilige opslag van erfgoedgerelateerde bestanden − een erfgoedwebsite, www.erfgoedinzicht.be , die de Oost- en West-Vlaamse erfgoedcollecties ontsluit, doorzoekbaar maakt en op de kaart plaatst voor het brede publiek. De Provincie wil met deze instrumenten vooral de samenwerking van erfgoedbeheerders en -houders binnen en buiten de provincie stimuleren op het vlak van collectiebeheer, planning en -mobiliteit en op het vlak van publiekswerking. Erfgoedinzicht is een gezamenlijk initiatief van de Provincies Oost - en West-Vlaanderen, dat gebruik maakt van dezelfde technische infrastructuur. Erfgoedinzicht staat open voor de aansluiting van nieuwe partners. De beide Provincies hebben oog voor duurzame bewaring van erfgoedgerelateerde bestanden. Hiervoor ondertekenden ze de engagementsverklaring van het Platform Digitale Duurzaamheid. Tussen De Stad Harelbeke, vertegenwoordigd door de heer Carlo Daelman, secretaris en de heer Michaël Vannieuwenhuyze, voorzitter gemeenteraad, hierna de collectiebeheerder genoemd en de Provincie West-Vlaanderen, vertegenwoordigd door de heer Jan Denolf, directeur cultuur en mevrouw Myriam Vanlerberghe, gedeputeerde voor cultuur, hierna de Provincie genoemd wordt overeengekomen hetgeen volgt: Artikel 1 – Collectieregistratie en –beheer 1. De Provincie stelt aan de collectiebeheerder kosteloos een registratiesysteem ter beschikking, inclusief twee gebruikerstoegang(en). Voor meer toegangen wordt een regeling getroffen. 2. De collectiebeheerder neemt zijn gegevens inzake collectieregistratie en - beheer (= inhoudelijke metadata) op in de provinciale erfgoeddatabank. 3. De collectiebeheerder engageert zich om samen met de Provincie de kwaliteit van de gegevens te bewaken. 4. De collectiebeheerder is eigenaar van de eigen registratiegegevens. Artikel 2 – Digital Asset Management (DAM) 1. De Provincie stelt een veilig, digitaal opslagsysteem ter beschikking voor collectiegerelateerde bestanden zoals afbeeldingen. Het gebruik ervan is kosteloos voor zover de totale benodigde opslagcapaciteit de 20Gb niet overschrijdt. Indien dit toch het geval zou zijn, draagt de collectiebeheerder de meerkost (prijs op datum van ondertekening: 1 euro per gigabyte per maand). 2. De collectiebeheerder kan te allen tijde rechtstreeks toegang krijgen tot zijn digitale bestanden om deze te beheren. 3. De collectiebeheerder is eigenaar van zijn eigen bestanden en de daaraan gekoppelde technische metadata en is er verantwoordelijk voor. Artikel 3 – Website erfgoedinzicht.be 1. De Provincie voorziet een publieksgerichte ontsluiting van de collectieregistratie via de website erfgoedinzicht.be. 2. De collectiebeheerder ontsluit het voor het publiek relevante deel van zijn collectie op deze website. Hij communiceert over eigen erfgoedgerelateerde activiteiten (tentoonstellingen, publicaties, vorming…) via de UiT-databank (www.uitdatabank.be)
en staat in voor de invoer van de relevante gegevens, die worden overgenomen in de rubriek "evenementen". Voor de aantrekkelijkheid van de website is het belangrijk om regelmatig een erfgoedthema te leveren voor de websiterubriek "thema’s" en een aantal objecten voor de rubriek "Een greep uit de collecties". 3. De collectiebeheerder is verantwoordelijk voor de gegevens gepubliceerd op erfgoedinzicht.be en heeft de auteursrechten op de afbeeldingen geklaard. De collectiebeheerder moet de Provincie op haar eerste verzoek bijstand verlenen en vrijwaren tegen alle auteursrechtelijke vorderingen die door derden worden ingesteld. 4. De collectiebeheerder kan de eigen gegevens uit de provinciale erfgoeddatabank ontsluiten via andere kanalen b.v. in lokale of thematische websites. De aanlevering van die gegevens is gratis, maar de kosten die gepaard gaan met het presenteren ervan buiten erfgoedinzicht.be zijn voor de rekening van de collectiebeheerder. Hierbij dient hij het logo van erfgoedinzicht.be op te nemen in de onmiddellijke nabijheid van deze gegevens en te linken naar deze website. Artikel 4 – Andere projecten Mits toestemming van de collectiebeheerder kan de Provincie met gegevens uit de Erfgoeddatabank participeren in andere projecten zoals Europeana. Artikel 5 – Ondersteuning 1. De Provincie zorgt voor inhoudelijke en technische ondersteuning bij de collectieregistratie, het Digital Asset Management (DAM) en de website. Zij organiseert ook vorming. 2. De integratie van externe digitale gegevens kan kosten met zich meebrengen. Dit gebeurt in overleg met de collectiebeheerder. Artikel 6 – Organisatiestructuur De collectiebeheerder neemt actief deel aan en stelt zijn expertise ter beschikking binnen volgende organisatiestructuur: 1. Jaarvergadering Jaarlijkse bijeenkomst - ontmoetingsdag voor de brede erfgoedsector. 2. Stuurgroep De stuurgroep vertegenwoordigt alle deelnemende collectiebeheerders, stuurt Erfgoedinzicht en adviseert de deputatie. 3. Technische en inhoudelijke werkgroepen Technische en inhoudelijke werkgroepen ondersteunen de stuurgroep. Artikel 7 – Inzagerecht De collectiebeheerder heeft inzagerecht in de overeenkomsten met de leveranciers van het registratiesysteem en het digitaal opslagsysteem. Artikel 8 – Duur en einde van de overeenkomst 1. Deze overeenkomst gaat in op de datum van ondertekening en geldt voor drie jaar. Daarna wordt de overeenkomst stilzwijgend verlengd, telkens voor een jaar. 2. De overeenkomst is jaarlijks opzegbaar, mits een schriftelijke vooropzeg van drie maanden. De exitkosten zijn voor de partij die de opzeg geeft. Exitkosten bevatten het integraal ophalen van de digitale bestanden in origineel formaat (downloaden en daarna verwijderen uit het DAM). Artikel 9 – Slotbepaling Deze overeenkomst vervangt alle voorgaande. Opgesteld in twee exemplaren. Elke partij verklaart een exemplaar te hebben ontvangen. Brugge, datum
Namens de collectiebeheerder de secretaris, Carlo Daelman
Namens de Provincie de directeur cultuur, Jan Denolf
de voorzitter van de gemeenteraad, Michaël Vannnieuwenhuyze
de gedeputeerde voor cultuur, Myriam Vanlerberghe
Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen: - Het Gemeentedecreet, inzonderheid en zonder zich daartoe te beperken: art. 41 par. 1. Om deze redenen; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; Na beraadslaging in openbare zitting; Met 29 stemmen voor, 0 stemmen tegen en 0 onthoudingen; BESLUIT: De gemeenteraad keurt de samenwerkingsovereenkomst met de provincie WestVlaanderen over Erfgoedinzicht goed. 8.
Buitenschilderwerken bibliotheek Harelbeke. Goedkeuren bestek, raming (19 145 euro + 21 % btw) en gunningswijze.
Op grond van volgende overwegingen, zowel feitelijk als juridisch: De gevelbepleistering gebouw bibliotheek Harelbeke vertoont op sommige plaatsen barstjes en schilfert af. Er wordt voorgesteld om de gevels te reinigen, herstellen (waar nodig) en te herschilderen. De werken omvatten : - Herstel mechanische beschadigingen aan de oppervlakte - Reinigen en voorbehandelen van de ondergrond - Schilderen van crepi met dispersie muurverf - Hydrofuge-laag op metselmuur Vorig jaar werd een commerciële minnelijke tussenkomst van de oorspronkelijke aannemer verkregen in het kader van zijn 10-jarige verantwoordelijkheid. De barstjes manifesteerden zich voor het einde van deze termijn. De tussenkomst bedroeg 3016 euro en impliceerde een 83 m² beschadigd oppervlak. In het kader van de opdracht met als voorwerp “Buitenschilderwerken bibliotheek Harelbeke” werd een bestek met nr. 861.5-A.13/19 opgemaakt door de dienst Grondgebiedszaken. De uitgave voor de opdracht wordt geraamd op € 19 145,00 excl. btw of € 23 165,45 incl. 21% btw. Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking, gezien de aard van de bestelling (bedrag < 67000 euro) en gezien deze gunningswijze aan de stad de meeste waarborgen biedt betreffende prijsvorming en service. Door het vooraf selecteren van minimum drie aannemers speelt de concurrentie, doch anderzijds blijft de zekerheid dat de aangeschreven aannemers over de nodige vakkennis en deskundigheid beschikken. Het krediet is voorzien in de begroting van 2013 op artikel 767/723-60 (referentie 103) van de buitengewone dienst. De gemeenteraad is bevoegd nu het gaat om een bestek inzake een overheidsopdracht die niet opgenomen werd in het begrip dagelijks bestuur, gezien het ramingsbedrag op de buitengewone begroting hoger is dan 5500 euro en het
project niet nominatief in het budget is voorzien (toepassing art. 43 par. 2.11° van het gemeentedecreet). Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen: - het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, meer bepaald artikel 42 betreffende de bevoegdheden van de Gemeenteraad; - de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 17, § 2, 1° a; - het koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen, inzonderheid art. 120; - het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen, inzonderheid art. 3, § 2; - de algemene aannemingsvoorwaarden, opgenomen in de bijlage bij voormeld besluit van 26 september 1996, en latere wijzigingen; Gezien de stukken van het dossier ; Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen ; Na er in openbare zitting over beraadslaagd te hebben ; Met 29 stemmen voor, 0 stemmen tegen, 0 onthoudingen. BESLUIT : Art. 1 : Goedkeuring wordt gehecht aan het bestek met nr. 861.5-A.13/19 en de raming voor de opdracht met als voorwerp “Buitenschilderwerken bibliotheek Harelbeke”, opgemaakt door de dienst Grondgebiedszaken. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bijzonder bestek en zoals opgenomen in de algemene aannemingsvoorwaarden voor de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De kostenraming bedraagt € 19 145,00 excl. btw of € 23 165,45 incl. 21% btw. Art. 2 : Hogergenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking. Art. 3 : De opdracht waarvan sprake in art. 1 zal gefinancierd worden op artikel 767/723-60 (referentie 103) van de buitengewone dienst van het dienstjaar 2013. 9.
Subsidiereglement voor het gebruik van duurzaam gelabeld hout. Verlenging.
Op grond van volgende overwegingen zowel feitelijk als juridisch: Het stadsbestuur wil inspanningen van onze inwoners inzake duurzaamheid belonen. Hout is een van de meest waardevolle ecologische en hernieuwbare (bouw)materialen, maar niet alle hout is even duurzaam. Er wordt op verschillende plaatsen roofbouw gepleegd waardoor bossen aan een schrikwekkend tempo verdwijnen. Enkel door het gebruik van hout afkomstig van verantwoord beheerde bossen kan een halt worden toegeroepen aan de massale roofbouw van bossen. Verantwoord bosbeheer betekent dat zowel economische, ecologische als sociale aspecten in rekening worden gebracht bij het bepalen van het beheer. Vanuit de bosbouwsector worden inspanningen geleverd om duurzaam bosbeheer te garanderen.
Er zijn 2 organisaties waarvan het Agentschap Natuur en Bos (ANB) stelt dat ze aan criteria voor duurzaam bosbeheer voldoen. Het ene label is het FSC-label van de Forest Stewardship Council, het andere label is het PEFC-label van het Programme for the Endorsement of Forest Certification. Hout dat is voorzien van deze labels biedt een garantie dat het aangekochte hout of houtproduct afkomstig is uit duurzaam bosbeheer. Enkel indien het bos waaruit de producent zijn hout betrekt gecertificeerd is en indien een controlesysteem voor de verhandelings- en verwerkingsketen van het hout (de zogenaamde Chain of Custody) operationeel is mag de producent de betreffende labels op zijn producten aanbrengen. De gemeenteraad keurde op 18 oktober 2010 het subsidiereglement goed voor het gebruik van duurzaam gelabeld hout dat inging op 01.01.2011 en afloopt op 30 juni 2013. In 2011 werden 2 premies toegekend van beide €500 voor buitenschrijnwerk ramen en deuren. In 2012 werden 4 premies toegekend voor een totaal bedrag van €1788,54 voor buitenschrijnwerk ramen en deuren. In 2013 werden tot en met mei 6 premies toegekend voor een totaal bedrag van €1225 voor buitenschrijnwerk ramen en deuren, trappen en tuinhuizen. Het schepencollege legt de verlenging van het subsidiereglement voor het gebruik van duurzaam gelabeld hout voor. Het college stelt voor om het reglement na 30 juni 2013 te laten verder lopen. Om deze redenen; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; Na beraadslaging in openbare zitting; Met 29 stemmen voor, 0 stemmen tegen en 0 onthoudingen; BESLUIT: Artikel 1 Het subsidiereglement voor het gebruik van duurzaam gelabeld hout wordt als volgt vastgesteld:
Artikel 1: Binnen de perken van de jaarlijks goedgekeurde kredieten op het budget van Stad Harelbeke wordt een subsidie verleend voor de aankoop van duurzaam geëxploiteerd hout zoals bedoeld in artikel 3. De subsidies worden toegekend overeenkomstig de Wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en de aanwending van sommige toelagen én volgens de voorwaarden en modaliteiten zoals hierna vastgesteld. De factuurdatum geldt hierbij als bewijs voor de datum van uitvoering van de werken. Artikel 2: Voor subsidiëring komen particulieren en door de Stad Harelbeke erkende verenigingen in aanmerking. Toepassingen voor het uitbaten van een commerciële activiteit worden uitgesloten. Het onroerend goed waarvoor de aanvraag wordt ingediend, moet op Harelbeeks grondgebied liggen. Indien de aanvrager geen eigenaar is van het onroerend goed waarop de aanvraag van toepassing is, dient de eigenaar het subsidieaanvraagformulier mee te ondertekenen. Zowel (ver)nieuwbouw als renovatie komen in aanmerking.
Artikel 3: voorwaarden subsidie 1. Het hout heeft het FSC-label (FSC is de afkorting voor Forest Stewardship Council) of het PEFC-label (PEFC staat voor Programme for the Endorsement of Forest Certification). Van deze labels stelt het Agentschap Natuur en Bos dat ze voldoen aan door hen gehanteerde criteria voor duurzaam bosbeheer waarin rekening wordt gehouden met zowel sociale, ecologische als economische waarden. 2. Het hout is niet chemisch geïmpregneerd (preventief chemisch verduurzaamd). 3. De subsidie is geldig voor de hierna opgesomde toepassingen in duurzaam geëxploiteerd hout: o Binnenschrijnwerk Ramen Deuren Massieve (volhouten) vloeren Plafonds Trappen o Buitenschrijnwerk Ramen Deuren en poorten Gevelbekleding o Daktimmerwerk o Houtskeletbouw o Niet verplaatsbare houten tuinconstructies Pergola’s Tuinhuizen Carports Terras Hekwerk Uitgesloten zijn: o (tuin)meubelen o dierenhokken o andere verplaatsbare toepassingen o verlijmde houten plaatmaterialen en laminaatvloeren. De subsidie bedraagt 15 % van de totale kostprijs van het hout (inclusief btw) met een maximum van 500 EUR per adres. Per locatie kan men slechts éénmaal van de subsidie genieten. Indien bij een eerste aanvraag geen aanspraak gemaakt kan worden op het maximum subsidiebedrag van 500 EUR, dan kunnen later nog nieuwe aanvragen ingediend worden tot het maximum subsidiebedrag bereikt is. Het mag daarbij om verschillende werken gaan (bv. vloeren en ramen), maar ook om dezelfde soort werken (bv. ramen vooraan en ramen achteraan) die in de tijd gespreid worden. De totale kostprijs van het hout (inclusief btw) dient per aanvraag wel minimaal 500 EUR te bedragen. Om aan dit minimumbedrag te komen, kunnen meerdere facturen in één aanvraag gecombineerd worden. 4. De subsidieaanvraag kan pas ingediend worden van zodra alle werken waarvoor subsidie aangevraagd wordt, uitgevoerd zijn met het oog op controle op de uitvoering. 5. Deze subsidie kan gecombineerd worden met andere subsidies.
Artikel 4: procedure: 1. Het college is bevoegd om de subsidieaanvragen te behandelen. 2. De subsidieaanvraag wordt ingediend bij de Stad Harelbeke, t.a.v. de Milieudienst. Dit gebeurt met het subsidieaanvraagformulier. Bij het aanvraagdossier dienen de kopieën van de gedetailleerde facturen van de handelaar en/of aannemer gevoegd te worden. Op deze facturen wordt duidelijk vermeld: dat het gaat om gelabelde producten (FSC of PEFC) om welke hoeveelheden het gaat welke houtsoort het betreft het Chain of Custody (CoC) nummer van het bedrijf dat rechtstreeks factureert aan de subsidieaanvrager het adres waarop de werken zijn uitgevoerd de naam van de aanvrager prijsopgave van het gelabeld hout zelf (dus excl. plaatsing en andere materialen). 3. De Milieudienst kan overgaan tot een plaatsbezoek om te oordelen of de aanvrager in aanmerking komt voor subsidie. 4. De Milieudienst adviseert het college om al dan niet subsidie toe te kennen. 5. Het college neemt een beslissing met betrekking tot het uitbetalen van de subsidie. Bij goedkeuring wordt de subsidie uitbetaald aan de aanvrager. 6. De aanvrager wordt van deze beslissing op de hoogte gebracht. Indien blijkt dat de voorwaarden niet zijn nageleefd, dan zal de subsidie niet uitgekeerd worden en wordt de aanvrager daarvan op de hoogte gebracht. De aanvrager kan op dat moment aanpassingen uitvoeren om toch aan de voorwaarden te voldoen en de uitbetaling van de subsidie te bekomen. Artikel 5 De datum van indienen van de subsidieaanvraag geldt als opvolgingsdatum waarbij de eerste indieners voorrang krijgen. Indien het aantal aanvragen het totaal in het budget voorzien bedrag overstijgt, zal het toekennen van de subsidies verlopen in functie van de datum van aanvraag tot uitputting van het totaal in het budget voorziene bedrag voor het betrokken dienstjaar. De overige aanvragen worden betoelaagd via begrotingswijziging of verschoven naar het volgende jaar. Artikel 6 Het stadsbestuur behoudt het recht om zich ter plaatse te komen vergewissen van de situatie. De aanvrager verklaart zich akkoord de bevoegde stedelijke ambtenaar toegang te verlenen tot de woning met het oog op de controle van de werken. Artikel 7 Indien de installatie niet overeenstemt met de beschrijving in de aanvraag heeft de Stad Harelbeke het recht om de gevraagde subsidie te weigeren indien het dossier niet in orde is. De toekenning van de subsidie betekent niet dat de Stad Harelbeke verantwoordelijkheid opneemt wat betreft de materialen en/of de resultaten. Belangrijk: - Enkel de kostprijs van het hout zelf komt in aanmerking voor de subsidie. De kosten voor plaatsing of andere materialen zijn uitgesloten. Een voldoende gedetailleerde factuur moet worden voorgelegd. - Hout voor bouw en renovatie is meestal niet fysiek gelabeld. Controle op de duurzame herkomst kan enkel via correcte facturen en audits bij alle schakels in de handelsketen. Het Chain-of-Custody nummer is de garantie dat er bij een bedrijf niet méér duurzaam
hout buiten gaat dan er binnen komt. Daarom dient het bedrijf dat factureert aan de eindklant zelf over een CoC-nummer te beschikken. Vóór de werken starten dient dus bij de handelaar of aannemer gecontroleerd te worden of hij aan beide eisen kan voldoen, om zeker te zijn dat de werken in aanmerking kunnen komen voor de subsidie. Artikel 8 Het aanvraagformulier wordt als volgt vastgesteld: Stedelijk subsidiereglement voor het gebruik van duurzaam gelabeld hout Aanvraagformulier subsidies Aanvrager
Ondergetekende heeft kennis genomen van het subsidiereglement terzake en doet een aanvraag tot subsidie van de werken hierna beschreven naam (*) ……………………………………………………………………….…… straat (*)………………………………………………………………………… postnr & gemeente (*)……………………………………………………………... telefoon / GSM (*)………………………………………………………………… e-mail………………………………………………………………………………
rekeningnr. IBAN (*) |__| |__| |__| |__| |__| |__| |__| |__| |__| |__| |__| |__| |__| |__| |__| |__| naam rekeninghouder (*)…………………………………………………………..
adres in aanmerking komend gebouw (*) (indien verschillend van adres hierboven) of lotnummer (bij nieuwbouw indien huisnummer nog niet gekend) ………………………………………………………………………………………… naam en adres van de eigenaar van het gebouw indien de aanvrager zelf geen eigenaar is (*): ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… (*) verplicht in te vullen velden Omschrijving van de uitgevoerde werken
(verduidelijk eventueel met plannen, situatieschets, foto’s) Voeg de nodige facturen bij ter staving van de gedane uitgaven. Op deze facturen dient vermeld te zijn: dat het gaat om duurzaam gelabelde producten (FSC of PEFC) om welke hoeveelheden het gaat welke houtsoort het betreft het Chain of Custody (CoC) nummer van het bedrijf dat rechtstreeks factureert aan de subsidieaanvrager het adres waarop de werken zijn uitgevoerd de naam van de aanvrager prijsopgave van het gelabeld hout zelf (dus excl. plaatsing en andere materialen)
Overzichtslijst facturen Nr.
Datum
Naam handelaar of aannemer
Houtsoort
Hoeveelheid
Bedrag (incl. BTW)
Toepassing *
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
* Gelieve de toepassing op te geven zoals in het subsidiereglement vermeld: o Binnenschrijnwerk Ramen Deuren Massieve (volhouten) vloeren Plafonds Trappen o Buitenschrijnwerk Ramen Deuren en poorten Gevelbekleding o Daktimmerwerk o Houtskeletbouw o Niet verplaatsbare houten tuinconstructies Pergola’s Tuinhuizen Carports Terras Hekwerk
Handtekening Ondergetekende verklaart kennis te hebben genomen van alle voorwaarden in het reglement
Handtekening (enkel indien de aanvrager geen eigenaar is van de onroerende goederen eigenaar waarop de beschreven handelingen worden uitgevoerd)
Datum Aandachtspunt
Afhankelijk van het aantal binnenkomende subsidieaanvragen moet men rekening houden met een termijn van minimum vier maanden tussen het indienen van de aanvraag en de effectieve uitbetaling van de subsidie. Bezorg deze aanvraag aan: Het college van burgemeester en schepenen c.c. Milieudienst p.a. stadhuis Markstraat 29 8530 Harelbeke Voor meer informatie kunt u zich wenden tot: Milieudienst Marktstraat 29 8530 Harelbeke tel. 056 733 476 fax 056 733 389 e-mail :
[email protected]
Artikel 2 Dit besluit treedt in werking vanaf 01.07.2013. Artikel 3 Deze beslissing zal bekendgemaakt worden conform art. 186 van het Gemeentedecreet. 10. Gemeentelijk reglement op de inventarisatie van leegstaande woningen en/of gebouwen en indicaties ter bepaling van leegstand. Aanvulling. Op grond van volgende overwegingen zowel feitelijk als juridisch: Het Decreet Grond- en Pandenbeleid legt op dat elke gemeente een register van leegstaande gebouwen en woningen bijhoudt, het leegstandsregister. Het Besluit van de Vlaamse Regering betreffende het leegstandsregister legt in art. 3 vast dat de administratie de leegstand van een gebouw of een woning beoordeelt aan de hand van objectieve indicaties die worden vastgelegd in een reglement. De gemeenteraad heeft in de zitting van 12.07.2010 het gemeentelijk reglement op de inventarisatie van leegstaande woningen en/of gebouwen en indicaties ter bepaling van leegstand goedgekeurd. Er dient in het reglement een mogelijkheid te worden voorzien om in geval van weigering tot schrapping uit het leegstandsregister in beroep te kunnen gaan bij het college van burgemeester en schepenen.
Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen: -
-
Art. 2.2.6 van het Decreet Grond- en Pandenbeleid dd. 27.03.2009; Besluit van de Vlaamse Regering houdende nadere regelen betreffende het leegstandsregister en houdende wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 2 april 1996 betreffende de heffing ter bestrijding van leegstand en verkrotting van gebouwen en/of woningen dd. 10.07.2009 Art. 42, 43 (paragraaf 2, 2°) en 186 van het gemeentedecreet;
Verwijzend naar eerdere beslissing: -
Het gemeenteraadsbesluit van 12.07.2010 houdend het gemeentelijk reglement op de inventarisatie van leegstaande woningen en/of gebouwen en indicaties ter bepaling van leegstand.
Om deze redenen; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; Na beraadslaging in openbare zitting; Met 29 stemmen voor, 0 stemmen tegen en 0 onthoudingen; BESLUIT: Artikel 1: Het gemeentelijk reglement op de inventarisatie van leegstaande woningen en/of gebouwen en indicaties ter bepaling van leegstand wordt hervastgesteld met toevoeging van artikel 8, luidend als: “Artikel 8 Binnen een termijn van 30 dagen, ingaand de dag na deze van betekening van het schrijven, vermeld in artikel 6, kan een zakelijk gerechtigde beroep aantekenen bij het college van burgemeester en schepenen tegen de beslissing tot weigering tot schrapping uit het leegstandsregister op de wijze vermeld in artikel 5.” Artikel 2: Dit reglement zal worden bekendgemaakt overeenkomstig artikel 186 en 187 van het gemeentedecreet. Artikel 3: Afschrift van onderhavig reglement zal aan de deputatie worden toegestuurd. 11. Gemeentelijke belasting op woningen, kamers, gebouwen of andere woongelegenheden opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister. Vaststelling. Op grond van volgende overwegingen zowel feitelijk als juridisch: Het decreet grond- en pandenbeleid stipuleert dat de gemeente leegstaande gebouwen en woningen moet voorkomen en bestrijden op haar grondgebied en met dat oogmerk is de gemeente gemachtigd tot het heffen van een leegstandsheffing op gebouwen en woningen opgenomen in het leegstandsregister. Het is hierbij aangewezen om een gemeentelijke belasting te heffen op woningen kamers, gebouwen of andere woongelegenheden die gedurende minstens twaalf opeenvolgende maanden zijn opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister zodat de in alinea 1 vermeldde doelstelling kan bereikt worden.
Hiernavolgende instanties hebben het dossier gezien en besproken: - Het college van Burgemeester en Schepenen van 19.02.13 - Het Lokaal Woonoverleg van 25.01.12 en 20.13.12 - De raadscommissie grondgebiedszaken van 21.06.12 en 15.05.13 Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen: -
-
-
-
Artikel 162 van de Grondwet; Artikel 42, artikel 43 par. 2; 2° en artikel 186 van het Gemeentedecreet van 15 juli 2005 en latere wijzigingen; Artikel 252 van het Gemeentedecreet van 15 juli 2005 houdende regeling voor het Vlaamse Gewest van het administratief toezicht op de gemeenten en latere wijzigingen; Art. 3.2.17 van het Decreet Grond- en Pandenbeleid dd. 27.03.2009; Het decreet van 4 februari 1997 houdende de kwaliteitsnormen- en veiligheidsnormen voor kamers en studentenkamers, hierna Kamerdecreet genoemd; Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, gewijzigd bij het decreet van 28 mei 2010; Het besluit van de Vlaamse Regering van 10 juli 2009 houdende nadere regels betreffende het leegstandsregister en houdende wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 2 april 1996 betreffende de heffing ter bestrijding van leegstand en verkrotting van gebouwen en/of woningen.
Om deze redenen; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; Na beraadslaging in openbare zitting; Met 29 stemmen voor, 0 stemmen tegen en 0 onthoudingen; BESLUIT: Artikel 1: De gemeenteraad keurt onderstaand belastingreglement goed met als doel de leegstand van gebouwen en woningen in de gemeente te voorkomen en bestrijden. Artikel 1: Algemene bepalingen § 1. Er wordt voor de aanslagjaren 2013 tot en met 2017 een jaarlijkse gemeentebelasting gevestigd op de woningen en gebouwen die gedurende minstens twaalf opeenvolgende maanden zijn opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister. Het leegstandsregister wordt opgemaakt en bijgehouden overeenkomstig het decreet grond- en pandenbeleid en de beslissing van de gemeenteraad van 12.07.2010. § 2. De definities uit het Decreet Grond- en Pandenbeleid, de Vlaamse Wooncode, het Kamerdecreet en de gemeenteraadsbeslissing van 12.07.2010 ivm het reglement op de inventarisatie ter bepaling van leegstand zijn van toepassing. Voor de toepassing van dit belastingreglement hebben de navolgende begrippen de hierna weergegeven inhoud: Elke andere woongelegenheid: een studio of een appartement in een groter gebouw. Renovatienota: een nota die bestaat uit:
1. Een overzicht van welke stedenbouwkundige, niet vergunningsplichtige, werken worden uitgevoerd. 2. Een gedetailleerd tijdschema waarin wordt aangegeven binnen welke periode de werken zullen worden uitgevoerd en waaruit blijkt dat binnen een periode van maximaal drie jaar een woning of gebouw gebruiksklaar wordt gemaakt. 3. Een gedetailleerd bestek van een geregistreerd aannemer of van de belastingplichtige indien hij zelf de werken zal uitvoeren. 4. Plan of schets en enkele foto’s van de bestaande toestand van het te renoveren gedeelte en ,indien van toepassing; een akkoord van de medeeigenaars. § 3. De belasting voor een leegstaande woning of een leegstaand gebouw is voor het eerst verschuldigd vanaf het ogenblik dat die woning of dat gebouw gedurende twaalf opeenvolgende maanden is opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister. § 4. Zolang het leegstaand gebouw of de leegstaande woning niet uit het leegstandsregister is geschrapt, is de belasting van het aanslagjaar verschuldigd op het ogenblik dat een nieuwe termijn van twaalf maanden verstrijkt, vanaf de datum van de 1e verjaardag. De toestand van 01.06 van het aanslagjaar is daartoe bepalend. Artikel 2: Belastingplichtige § 1. De belasting is verschuldigd door de houder van het zakelijk recht betreffende het leegstaande gebouw of de leegstaande woning op het ogenblik dat de belasting van het aanslagjaar verschuldigd wordt. § 2. Ingeval van mede-eigendom zijn de mede-eigenaars hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld. Ingeval er meerdere andere houders zijn van het zakelijk recht zijn deze eveneens hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld § 3. In geval van overdracht van het zakelijk recht stelt de instrumenterende ambtenaar de verkrijger van het nieuwe zakelijk recht er voorafgaandelijk van in kennis dat het goed is opgenomen in het leegstandsregister. De instrumenterende ambtenaar stelt de gemeentelijke administratie binnen de twee maanden na het verlijden van de authentieke overdrachtsakte in kennis van de overdracht, de datum ervan, en de identiteitsgegevens van de nieuwe eigenaar. Artikel 3: berekening van de belasting § 1. De belasting bedraagt: - 1200 € voor een leegstaand gebouw, een leegstaande woning en voor elke andere woongelegenheid. - 100 € voor een kamer of studentenkamer in de zin van artikel 2 van het decreet van 4 februari 1997 houdende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor kamers en studentenkamers § 2. Het bedrag van de volgende belastingen is gelijk aan het resultaat van de volgende formule: De belasting vermenigvuldigd met het aantal periodes van 12 maanden dat de woning zonder onderbreking opgenomen is op de gemeentelijke inventaris. De belasting kan maximaal 4800 € bedragen voor een gebouw, woning of andere woongelegenheid en 400 € voor een kamer.
§ 3. De bedragen van de belasting worden bepaald met inachtname van de voor de berekening van de belasting relevante duur, zonder dat de duur van de al bekomen vrijstelling – wat betreft de bepaling van het bedrag van de belasting - opnieuw in rekening kan worden gebracht. Zodoende dient in geval van eerdere vrijstelling en latere belasting het tarief verbonden aan de gehele leegstandstermijn te worden toegepast. § 4. Het aantal termijnen van twaalf maanden dat een gebouw of woning op de inventaris staat, wordt tot nul herleid en begint opnieuw te lopen bij overdracht van het zakelijk recht betreffende het gebouw of de woning. Dit geldt niet voor overdrachten aan: a. vennootschappen waarin de vroegere zakelijk gerechtigde rechtstreeks of onrechtstreeks participeert. b. Vzw’s waar de zakelijk gerechtigde lid van is. c. Bloed –en aanverwanten tot en met de derde graad, tenzij in geval van overdracht bij erfopvolging of testament. Artikel 4: Vrijstellingen § 1. Uitsluitend de in het reglement opgesomde vrijstellingen worden toegepast. § 2. Van de leegstandsheffing zijn vrijgesteld: 1. de belastingplichtige die zakelijk gerechtigde is van één enkele woning, kamer of andere woongelegenheid, bij uitsluiting van enige andere woning. Met dien verstande dat deze vrijstelling maar geldt gedurende 1 aanslagjaar. 2. de belastingplichtige die (mede) eigenaar en de laatste bewoner van een belastbare woning, kamer of andere woongelegenheid is: a. en in een erkende ouderenvoorziening verblijft. De vrijstelling geldt voor 4 aanslagjaren en kan slechts één maal ingeroepen worden. b. of voor een langdurig verblijf werd opgenomen in een psychiatrische instelling of in een erkend revalidatiecentrum. Deze vrijstelling geldt voor 4 aanslagjaren. 3. de belastingplichtige is beperkt in handelingsbekwaamheid ingevolge een gerechtelijke beslissing met dien verstande dat deze vrijstelling maar geldt gedurende 1 aanslagjaar. 4. de belastingplichtige die sinds minder dan één jaar zakelijk gerechtigde is van de woning of het gebouw, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt voor het heffingsjaar volgend op de overdracht van het zakelijk recht. Deze vrijstelling geldt niet voor overdrachten aan: a. vennootschappen waarin de vroegere zakelijk gerechtigde rechtstreeks of onrechtstreeks participeert. b. Vzw’s waar de zakelijk gerechtigde lid van is. c. Bloed –en aanverwanten tot en met de derde graad, tenzij in geval van overdracht bij erfopvolging of testament. § 3. Een vrijstelling wordt verleend indien het gebouw of de woning:
1. gelegen is binnen de grenzen van een door de bevoegde overheid goedgekeurd onteigeningsplan. 2. geen voorwerp meer kan uitmaken van een stedenbouwkundige vergunning omdat een voorlopig of definitief onteigeningsplan is vastgesteld. 3. krachtens decreet beschermd is als monument, of opgenomen is op een bij besluit vastgesteld ontwerp van lijst tot bescherming als monument, met dien verstande dat deze vrijstelling maar geldt gedurende 1 aanslagjaar. 4. deel uitmaakt van een krachtens decreet beschermd stads- of dorpsgezicht of landschap, of van een stads- of dorpsgezicht of landschap dat opgenomen is op een bij besluit vastgesteld ontwerp van lijst tot bescherming als stads- of dorpsgezicht of landschap, met dien verstande dat deze vrijstelling maar geldt gedurende 1 aanslagjaar. 5. vernield of beschadigd werd ten gevolge van een plotse ramp, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een periode van 1 jaar volgend op de datum van de vernieling of beschadiging. 6. onmogelijk daadwerkelijk gebruikt kan worden omwille van een verzegeling in het kader van een strafrechtelijk onderzoek of omwille van een expertise in het kader van een gerechtelijke procedure, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een periode van 1 jaar volgend op de beëindiging van de onmogelijkheid tot daadwerkelijk gebruik. 7. gerenoveerd wordt blijkens een niet-vervallen stedenbouwkundige vergunning voor stabiliteitswerken of sloopwerkzaamheden, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een termijn van 3 jaar volgend op het uitvoerbaar worden van de stedenbouwkundige vergunning. Deze vrijstelling kan slechts één maal ingeroepen worden ongeacht het aantal dergelijke stedenbouwkundige vergunningen. 8. gerenoveerd wordt blijkens een gedateerde en ondertekende renovatienota waarin minstens een overzicht van de voorgenomen werken van minimum 15000 € (excl. Btw) en een stappenplan zijn opgenomen waaruit blijkt dat de woning, het gebouw of de andere woongelegenheid bewoonbaar gemaakt wordt, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een termijn van 3 jaar volgend op het uitvoerbaar worden van de renovatienota. Deze vrijstelling kan slechts éénmaal ingeroepen worden ongeacht het aantal renovatienota’s. 9. het voorwerp uitmaakt van een overeenkomst met het oog op renovatie-, verbeterings- of aanpassingswerkzaamheden in de zin van artikel 18, § 2, van de Vlaamse Wooncode. 10. het voorwerp uitmaakt van een door de gemeente, het OCMW of een sociale woonorganisatie verkregen sociaal beheersrecht, overeenkomstig artikel 90 van de Vlaamse Wooncode, met dien verstande dat deze vrijstelling maar geldt gedurende 1 aanslagjaar. § 4. Vrijstellingen mogen worden gecumuleerd met uitzondering van enerzijds een verbouwing met niet-vervallen stedenbouwkundige vergunning en anderzijds verbouwingen met een renovatienota.
Artikel 5: Inkohiering § 1. De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen. § 2. Indien een vrijstelling van belasting werd toegekend omwille van het voorleggen van een renovatienota en bij het verstrijken van de vrijstellingsperiode de nodige facturen met betaalbewijzen niet werden voorgelegd aan de administratie waaruit blijkt dat voor minstens 15 000,00 euro, exclusief btw, aan werken werden uitgevoerd, wordt dit beschouwd als een onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige in de zin van artikel 7 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen. Voor de belasting ambtshalve wordt gevestigd, brengt de bevoegde overheid of het personeelslid dat daartoe is aangesteld, de belastingplichtige met een aangetekende brief op de hoogte van de redenen waarom ze gebruik maakt van deze procedure, de elementen waarop de belasting is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van die elementen en het bedrag van de belasting. De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig kalenderdagen te rekenen van de derde werkdag die volgt op de verzending van die kennisgeving om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen. De belasting mag niet worden gevestigd voor die termijn verstreken is, behoudens als de rechten van de gemeentelijke thesaurie in gevaar verkeren ingevolge een andere oorzaak dan het verstrijken van de aanslagtermijnen. Deze ambtshalve belasting kan geldig ingekohierd worden gedurende een periode van drie jaar, te rekenen vanaf 1 januari van het aanslagjaar. Die termijn van drie jaar wordt met twee jaar verlengd bij overtreding van de belastingverordening met het oogmerk te bedriegen of met de bedoeling schade te berokkenen. § 3. Indien een vrijstelling werd bekomen op basis van artikel 4, §2, 7 dient de belastingplichtige uiterlijk bij het verstrijken van het tweede jaar van de vrijstellingsperiode de nodige bewijzen voor te leggen aan de administratieve eenheid waaruit blijkt dat de vergunde werken werden aangevat. Bij gebreke aan het voorleggen van deze bewijzen of wanneer uit de voorgelegde documenten blijkt dat de stedenbouwkundige vergunning als vervallen moet worden beschouwd, wordt de regeling, voorzien in §2 hierboven, toegepast. Artikel 6: Betaling De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet. Artikel 7: Bezwaar tegen de belasting § 1. De belastingplichtige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. § 2. Het bezwaarschrift moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn. De indiening kan gebeuren door aangetekende verzending of door overhandiging. § 3. Deze indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde kalenderdag volgend op de datum van
verzending van het aanslagbiljet. Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstmelding afgegeven, binnen vijftien dagen na de indiening ervan. Artikel 8 Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008, zijn de bepalingen van titel VII (Vestiging en invordering van de belastingen), hoofdstukken 1, 3, 4 ,6 tot en met 9 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek van toepassing voor zover niet specifiek de belastingen op de inkomsten betreffen. Artikel 9 Het belastingreglement treedt in voege op 1 januari 2013 Artikel 2: Dit reglement zal worden bekendgemaakt overeenkomstig artikel 186 en 187 van het gemeentedecreet. Het treedt in werking op 01.01.2013. Artikel 3: Afschrift van onderhavig reglement zal aan de deputatie en Wonen Vlaanderen worden toegestuurd. 12. Stedelijk basisonderwijs. Bepalen van de capaciteit van de stedelijke basisscholen en vastleggen van de data voor de inschrijvingsperiodes. Op grond van volgende overwegingen zowel feitelijk als juridisch: Daar een schoolbestuur voor al haar scholen vanaf het schooljaar 2013-2014 een maximumcapaciteit dient te bepalen en dat ook de start van de inschrijvingsperiode en voorrangsregeling vastgelegd moet worden en gemeld aan de andere schoolbesturen, wordt het volgende voorgesteld: Om de capaciteit van de school te bepalen, werd het aantal beschikbare klaslokalen genomen X 25 lln. Capaciteit:
Centrum: Noord: Zuid Stasegem Kameleon
kleuter: 125 kleuter: 125 kleuter: 150
lager: lager: lager: lager:
200 175 150 75
school: 325 school: 300 school: 375
In samenspraak met de scholen van de ander netten werd geopteerd om geen capaciteit te bepalen voor anderstalige nieuwkomers en werd de inschrijvings- en voorrangsperiode opgesteld als volgt: de inschrijvingen van de voorrangsgroepen "broers en zussen van dezelfde leefeenheid" en "kinderen van personeel" starten op 01.03 tot 14.03. Vanaf 15.03 starten de gewone inschrijvingen. Dit geldt vanaf het schooljaar 2014-2015. Voor het schooljaar 2013-2014 werden geen voorrangsperiodes uitgeschreven. Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen: - Omzendbrief BaO/2012/01 betreffende het Inschrijvingsrecht en aanmeldingsprocedures in het basisonderwijs - Het besluit van de Vlaamse Regering van 13 juli 2012 tot bepaling van het model van inschrijvingsregister en mededeling van niet-gerealiseerde inschrijving, de provinciale bemiddelingscel voor gemeenten gelegen buiten het werkingsgebied van het LOP en de procedure voor de goedkeuring van de aanmeldingsprocedure
-
-
door de Vlaamse Regering na een negatief besluit van de Commissie inzake leerlingenrechten Het besluit van de Vlaamse Regering van 28 juni 2002 betreffende de lokale overlegplatforms inzake gelijke onderwijskansen zoals gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 2 juni 2006 en het besluit van de Vlaamse Regering van 23 mei 2008 Het besluit van de Vlaamse Regering van 27 september 2002 betreffende de Commissie inzake leerlingenrechten zoals gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 2 juni 2006
Om deze redenen; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; Na beraadslaging in openbare zitting; Met 29 stemmen voor, 0 stemmen tegen en 0 onthoudingen; BESLUIT: Artikel 1: De capaciteit op basis van het aantal beschikbare klaslokalen x 25 leerlingen te bepalen op Centrum: Noord: Zuid Stasegem Kameleon
kleuter: 125 kleuter: 125 kleuter: 150
lager: lager: lager: lager:
200 175 150 75
school: 325 school: 300 school: 375
Artikel 2: De inschrijvingen van de voorrangsgroepen "broers en zussen van dezelfde leefeenheid" en "kinderen van personeel" te starten op 01.03.2014 tot 14.03.2014. De gewone inschrijvingen te starten vanaf 15.03.2014. Dit geldt vanaf het schooljaar 2014-2015. Geen voorrangsperiodes uit te schrijven voor het schooljaar 2013-2014. Artikel 3: Geen capaciteit te bepalen voor anderstalige nieuwkomers. 13. Reservefonds binnen de politiezone. Kennisname. Op grond van volgende overwegingen, zowel in feite als in rechte: Eind 2011 en eind 2012 kende de zone een liquiditeitstekort van om en bij de 300.000 euro. Bovendien werd ten laste van het dienstjaar 2011 ook nog 164.024,54 euro en te laste van het dienstjaar 2012 ook nog 102.697,41 euro later – dit is na 01.01 van het daarop volgende jaar - betaald. Verder is er ook de zekere toename in de komende jaren van de RSZ-bijdragen ten laste van de politiezone. Op deze gronden besliste de politieraad op 28.05.2013 unaniem om eenmalig het overschot op de dienstjaarrekening van 2012 (d.i. 460.501,27 euro) als reserve binnen de politiezone te behouden mits inachtname van een aantal randvoorwaarden, met name:
-
-
een voorafgaande duidelijke omschrijving op het niveau van de politieraad van de uitgaven die via het reservefonds kunnen gebeuren, zijnde de gestegen RSZbijdragen, weddes en eindejaarspremies en facturen in de gewone dienst – zijnde allemaal niet te vermijden uitgaven; een voorafgaande toelating tot het aanwenden van dit fonds, binnen de aangehaalde grenzen, via het politiecollege; een rapportage en verantwoording aan de politieraad van het gebruik van dit fonds ter gelegenheid van de behandeling van de dienstjaarrekening in de politieraad.
Verwijzend naar volgende wettelijke en reglementaire bepalingen: -
het gemeentedecreet, inzonderheid en zonder zich daartoe te willen beperken art. 42 par. 1;
Om deze redenen; Na beraadslaging; In aanwezigheid van voormelde leden; BESLUIT: Neemt kennis van de aangehaalde beslissing van de politieraad van 28.05.2013. 14. Vragenkwartiertje. 1.Raadslid Stijn Soetaert Ik heb een opmerking betreffende de communicatie van de stad. De brief met de goedkeuring vreugdeschoten die naar de mensen vertrok, is blijkbaar vertrokken met de naam van de oude en de nieuwe burgemeester er in, en de oude burgemeester doorstreept. Hoe kan dit nu? 2.Raadslid Olivier Vanryckeghem Ondanks een unanieme goedkeuring in de laatste politieraad, kan ik het toch niet laten in deze gemeenteraad tussen te komen. 6 jaar lang heb ik nauwgezet de politiewerking gevolgd. Het grootste en duurste project was het nieuwe politiebureau in de Deerlijksesteenweg, een huur van 30 jaar ! Ik had een duidelijke rondvraag gedaan en het werd mij duidelijk dat de prijs boven de marktprijs was! Na heel wat overleg op het bureau van Frank en een garantie van de korpschef dat het om een modern gebouw ging, conform de huidige behoeften en all-in zowel binnen- als buitenkant. Ik zak dus zaterdagavond in de grond als ik hoor dat er een bijkomende uitbreiding van de huurovereenkomst is gestemd. 17 000 euro/jaar x 29= + 493 000 euro. Ik ben de eerste om te zeggen dat onze zonechef een zeer bekwaam iemand is. Maar ik ben toch ontgoocheld dat hij dat nog durft voorleggen! Idem voor Nathalie dat ze dit laat passeren terwijl ze voor de stad, en terecht, iedere euro omdraait, vind ik werken met twee maten en gewichten. Naar de voorzitter van het politiecollege toe twee vragen: 1.Is er een gedetailleerde lijst van de extra kosten die de eigenaar gemaakt heeft of moet maken om zo’n hoge kostprijs te verantwoorden? Is dit aan onze diensten voorgelegd of dit klopte? 2.Worden de twee carports goedgekeurd op 03.05.2013, goed voor 5 500 euro, ook nog geplaatst?
Er zijn ondertussen ook voor 22 000 euro extra elektriciteitskosten goedgekeurd in een politiecollege. Dit bovenop een zéér riante huurprijs is er over en niet correct tegenover eerdere gemaakte afspraken. Ik hoop dat deze beslissing nog teruggedraaid kan worden. 3.Raadslid Francis Pattyn 3.1. Vraag ter attentie van schepen Jacques Maelfait. De werken voor nutsvoorzieningen aan de N43 naderen hun einde. Binnen twee weken zijn ze klaar. Hebt u al enig zicht op de gunning van de werken? We kunnen ons geen vertraging permitteren. Ik hoor dat er een brief verstuurd werd om te zeggen dat alle spandoeken en signalisatieborden die verkeerd staan, moeten verwijderd worden of dat er anders een boete volgt. Kan u daar een reactie op geven? 3.2.In verband met het hotel waar er in de pers sprake van was. Ik verneem dat de dienst WOL en ondernemers zich hebben samen gezet. Ik ga er van uit dat de stad hierin niet zelf wil financieren. Wat ik wel communistisch vind is dat de stad, die geen eigenaar is van het klooster, het klooster effectief noemt als mogelijkheid om een hotel in onder te brengen. Een ander en beter idee zou het ter beschikking stellen zijn van het politiegebouw, dat momenteel leeg staat. Waarom geen erfpacht voor één symbolische euro zoals we destijds voor het station gedaan hebben? Dat zou goed zijn voor onze economie. 4.Raadslid Rik Pattyn 4.1.Ik kom tussen in verband met het feest van Vlaamse Gemeenschap. Het Parkfeest is al een paar jaar het feest van de Vlaamse Gemeenschap van Harelbeke, maar ik mis de link met letterlijk het feest van de Vlaamse Gemeenschap. Ik had graag in de toekomst wat meer Vlaamse profilering gezien. 4.2.Wat de fietsverbinding op de rechteroever vanaf het sluisencomplex in Kortrijk (tot aan de Hert) betreft. Kan mij daar iemand de timing van geven. Momenteel is dit in opbouw, maar het duurt lang. Het zou ideaal zijn als fietsalternatief voor de wegenwerken op de N43. 4.3.Wat is de timing van de werken aan de spooroverweg in Stasegem? 5.Raadslid Kathleen Duchi Klopt het dat Bavikhovenaren hun jubileum niet meer kunnen vieren in de Torengalm? Wat is het verhaal van het wegnemen van de paaltjes in de Vlietestraat in de bocht richting Hulste-Bavikhove? Ze staan er nog maar drie maand en ze werden opnieuw weggenomen. 6.Raadslid Donald Langedock. 6.1.Collegeverslag van 21.05.2013 dagordepunt 10. Er was sprake van tonnagezones Harelbeke, Stasegem, Bavikhove en Hulste. Wat is de concrete inhoud van deze bespreking? 6.2.Ik heb tevens een vraag bij het collegeverslag van 28.05.2013. Daar is sprake van het vernieuwen van de ramen en deuren met hoogrendementsglas van de Kameleon. Werden hiervoor subsidies aangevraagd? Zo neen, waarom niet? 6.3.Bijkomende vragen bij het collegeverslag van 28.05.2013. Er wordt ten eerste gesproken over een pilootproject op de Arendswijk samen met de Vlaamse Bouwmeester. Wat is daarvan aan? Ik lees tevens dat het gratis ter beschikking stellen voor reclame voor Bistierlant aan de vitrines van de gebouwen die de stad gekocht heeft op het Marktplein, verlengd wordt. Wordt daar in de toekomst een vergoeding voor gevraagd?
7.Raadslid Eric Kerckhof 7.1. Waar en wanneer wordt rattenvergif gelegd in de grachten (vb. gracht in de Muizelstraat was tot over 14 dagen niet gemaaid, bijgevolg kon geen rattenvergif gelegd worden volgens de informatie die ik doorkreeg van bewoners). 7.2.Initiatief gezondheidswandeling in de Gavers van de dienst Vrije Tijd en Sport. Wegens geen inschrijvingen kon dit initiatief niet doorgaan ! Niettegenstaande de aankondiging in het Hblad meen ik toch dat de communicatie hieromtrent niet goed was, nl. op 05/6 kreeg ik met de post een persoonlijke uitnodiging voor de wandeling op 06/6 !! Op deze LATE uitnodiging stond niet dat vooraf diende ingeschreven te worden en we besloten deel te nemen en in te schrijven bij de sportdienst zoals gevraagd. Maar de wandeling ging zoals gezegd niet door wegens geen inschrijvingen (die beperkt was tot 50). Dat niet iedereen de aankondiging in het Hblad gezien heeft kan ik inkomen, maar wie kreeg nog die laattijdige uitnodiging per post ? Jammer voor het niet doorgaan van het initiatief en de voorbereiding en kosten die er voor gedaan werden. 8.Raadslid Rosanne Mesdagh 8.1. I.v.m. verkooppunten voor huisvuilzakken : schepen voor financiën, deze vraag had ik al voorbereid voor de vorige gemeenteraad maar door tijdsgebrek heb ik mijn tussenkomst uitgesteld. In het college van 5/3 ll. en herneming op college van 16/4 na protest van de kleine handelaars, werd de commissie die de winkeliers krijgen voor de verkoop van huisvuilzakken afgeschaft met onmiddellijke ingang. De reden hiertoe is dat er administratieve problemen ontstaan voor het uitbetalen van de commissie, volgens de stad is de commissie niet een stimulans om huisvuilzakken te verkopen maar eerder om product dat ertoe dient om de andere producten aantrekkelijker te maken. Ik heb al heel wat protest gehoord omtrent het afschaffen van deze commissie bij kleine handelaars. Ik denk dat het doel van de verkoop door winkeliers over het hoofd gezien werd, veel senioren, minder-valide personen, mensen uit de deelgemeenten, mensen die dagelijks naar het werk gaan, gaan niet speciaal naar het stadhuis lopen voor de aanschaf van vuilniszakken, ze waren geholpen doordat hun dagbladhandelaar of andere winkelier die de moeite deed om dit in hun aanbod aan te bieden. En dat die mensen daarvoor een kleine vergoeding kregen, is maar meer dan normaal, er komt voor hen ook administratief werk aan te pas. Trouwens verleden jaar werden 276.373 grote huisvuilzakken verkocht, dat zijn er 2763 pakken en 83950 kleine dat zijn dan 839 pakken. Volgens gegevens die ik opgevraagd heb, wordt 1/5 van de vuilniszakken aangekocht op het stadhuis. Neem nu dat van die 4/5 2/5 verkocht worden in de supermarkten zoals Delhaize en Carrefour, rest dan nog 2/5 voor de kleinere handelaars die voor het ogenblik dan met 20 zijn , handelaars krijgen 5% als vergoeding, 1 huisvuilzak 1.3 € kost, dan krijg ik volgens volgende berekening maar jammer genoeg heb ik dit alleen op de aantallen van de grote huisvuilzakken berekent, dit is een foutje, maar zal waarschijnlijk wel niet zo’n groot verschil uitmaken : 2/5 van totaal aantal huisvuilzakken is 110549 x1.3 € : 143714 €, daarop 5% is afgerond 7186 € en verdeeld over 20 handelaars (de 3 supermarkten heb ik eruit gelaten), dat is dan 359 € per handelaar, dit is het gemiddeld bedrag dat een handelaar kreeg voor het jaar 2012. Zeg nu eens rechtuit, is het dit het nu echt waard om te besparen en terug een dienst aan de bevolking af te schaffen en daardoor heel wat oudere en hulpbehoevende mensen problemen te geven om aan de huisvuilzakken te geraken ? Ik vraag om daar nog eens de nodige aandacht aan te geven en deze commissie niet af te schaffen.
8.2. Voor de schepen van jeugd Op het infobord aan het stadhuis zie ik al geruime tijd dat er een oproep gedaan wordt naar speelstraatbegeleiders ??? Is dit juist ??? Wat moeten die begeleiders doen ? Bij mijn weten zijn er mensen die in de speelstraat wonen verantwoordelijk als inrichter voor het afsluiten van de straat. Deze mensen hoeven niet persé activiteiten aan te bieden voor de kinders, ze kunnen het natuurlijk altijd organiseren maar dat is dan onder hun verantwoordelijkheid en voor hun eigen rekening. Wel is het zo dat de sportdienst en de jeugddienst aanbieden om een namiddag te komen organiseren. Is het voor deze activiteit dat er speelstraatbegeleiders gevraagd worden ?? Is dit voor de jeugddienst, verleden jaar kon men geen activiteit aanbieden vanuit de jeugddienst. De Sportdienst heeft daarmee nooit problemen gehad, kan de jeugddienst misschien eens bij de sportdienst te rade gaan, hoe zij dit oplossen en hetzelfde systeem proberen toe te passen. Hoe zit het met de begeleiders voor de speelpleinwerking ? Zijn er daar genoeg voorhanden ??? 9.Raadslid Lynn Callewaert Ik kreeg van één van de burgers een vraag aangaande het speelpleintje in de Hermelijnstraat in Stasegem. Er werd daar namelijk een speelpleintje aangelegd voor de kinderen, wat uiteraard zeer positief is. Alleen is het zo dat vlak naast het speelplein een gracht loopt, die momenteel niet goed zichtbaar is door het vele riet dat er groeit. Enkele buurtbewoners vroegen me of het voor de veiligheid van de spelende kinderen mogelijk zou zijn dat die gracht op de ene of andere manier wordt afgeschermd en of dat aan het brugje dat even verderop over de gracht loopt misschien een reling kan worden voorzien. 10.Raadslid Hilde De Bruyne 10.1.Ik heb gezien dat de straatspiegel dicht bij onze deur eerst weggenomen werd en vervangen werd door een nieuwe. Waarom gebeurt dit nog? Dit kan gevaarlijk zijn. In heel wat gemeenten vallen de spiegels weg omdat het gezichtsbedrog kan betekenen en kan leiden tot ongevallen met verantwoordelijkheidsdiscussies tot gevolg. 10.2.Aanvullend bij de discussies omtrent huisvuilzakken kan ik meedelen dat als iemand huisvuilzakken koopt en met een bankkaart betaalt, de handelaar eigenlijk verkoopt met verlies. 11.Raadslid Rik Vandenabeele 11.1.Ik heb klachten omtrent de coördinatie van de nutsmaatschappijen op de Arendswijk. In de Herpelstraat werd vier keer op dezelfde plaats een voetpad opengebroken. De mensen kunnen zonder aankondiging niet meer in hun huis. Kan dit niet beter afgesproken worden? 11.2.’Harelbeke muziekstad’. Ik stel vast dat de geluidsnormen de afgelopen maanden voor problemen zorgen. In Hulste werd er tweemaal een optreden onderbroken wegens klachten van de buren en het stilleggen door de politie. Hoe gaan we daarmee om? 12.Raadslid Patrick Claerhout 12.1.Ik sluit me aan bij de woorden van Rik Vandenabeele. Het is inderdaad zo dat ‘Zotte zaterdag’ in Hulste moest onderbroken worden vanwege klachten van de buren en het ontbreken van een geluidsbegrenzer op het moment zelf. Ik heb achteraf met de organisatoren gepraat en zij zien nu in waar het verkeerd liep. De installatie was niet begrensd en daarom moesten ze stoppen van de politie.
12.2.Een reactie op de uitspraken van Olivier Vanryckeghem i.v.m. de politieraad. De beslissing werd inderdaad unaniem genomen, Olivier, maar ik ben wel degelijk tussengekomen in de politieraad betreffende het verhogen van de huurprijs. Ik stond alleen met mijn opmerkingen en heb me dan maar aangesloten bij de volledige politieraad. 13.Raadslid Eveline Lahousse Ik sluit me aan bij de discussie omtrent ‘Zotte zaterdag’. Ik heb van de organisatoren begrepen dat er een fout stond in de aanvraag. Ze hadden het einduur op 01.00 uur ’s nachts gezet, en dat is eigenlijk een verkeerde aanvraag. Hadden ze het einduur op 03.00 uur gezet, dan was er geen probleem geweest. Ik pleit ervoor dat het stadsbestuur aandacht heeft voor deze problematiek en voor deze nieuwe wetgeving en pro-actief de aanvragers en de feestcomité’s alert maakt op een aantal gevaren van organisaties in buitenlucht en het maken van muziek. 14.Raadslid Eric Kerckhof Ik sluit me aan bij de discussie rond de verhoging van de huurprijs voor het politiecommissariaat. Ik meen me te herinneren dat er discussie was met de eigenaar over het al of niet betalen van een huurwaarborg. Uiteindelijk stonden we op onze strepen en hebben we dit niet moeten betalen. Misschien is deze verhoging van de huurprijs voor de eigenaar een stuk het terughalen van een slag die hij toen niet gehaald heeft. Antwoorden vanuit het college Schepen Inge Bossuyt In antwoord op de vraag rond het rattenvergif en het maaien van de grachten van raadslid Eric Kerckhof Vanaf 15 juni worden de bermen gemaaid. Het ene heeft eigenlijk niets met het andere te maken. We hebben bij de stad één persoon die verantwoordelijk is voor de rattenbestrijding. Als er iemand een probleem heeft met ratten dan kan hij bellen naar het groene nummer van de milieudienst die onmiddellijk de rattenvanger ter plaatse laat komen. In verband met de financiële commissie rond huisvuilzakken Uw berekening klopt niet. Die 7.000 euro is niet correct want het is 20.000 euro. En we blijven ondanks het niet meer uitbetalen van de commissie ons netwerk behouden. Men moet ook niet zeggen dat er nu heel wat administratie aan te pas komt. Er wordt enkel een bestelling geplaatst door de potentiële verkoper. Eén van de redenen waarom wij de commissievergoeding hebben afgeschaft was omdat er een heleboel rompslomp aan te pas kwam en dat we onze btw-aangifte op maandbasis manueel moesten doen. Door het afschaffen van de commissie doen we dit electronisch en gaat het veel vlotter. Een aantal gemeenten in de omgeving betaalt ook geen commissievergoeding. Reactie raadslid Olivier Vanryckeghem Unizo zal dit niet zo laten, heeft een juridisch adviseur ingeschakeld en er komt zeker een staartje aan. Dit is geen service aan de bevolking en geen respect voor de winkeliers. Ik stel voor dat als die commissie dan zoveel rompslomp is, dat die dan één keer per jaar uitbetaald wordt. Schepen Eddy Glorieux In antwoord op het hotel waarvan sprake in de pers Ik kan u zeggen dat er momenteel overleg is met een aantal ondernemers die mogelijks gebruiker kunnen zijn van dit hotel. Tegen eind dit jaar is er zicht op een oplossing.
In verband met de suggestie van raadslid Langedock rond scholen Principieel leek me dat OK, maar ik had mijn twijfels over de subsidiemogelijkheden. Via bevraging ben ik erop uit gekomen dat dit niet in aanmerking komt voor subsidie van de provincie. De OVSG heeft wel projectsubsidies bij de Vlaamse Overheid, er zijn momenteel 19 aanvragen die nu aflopen. We wachten de volgende projectgroep af in het kader van het kabinet onderwijs. Mijn conclusie is dat de huidige subsidieronde afloopt en dit is onomkeerbaar. Helaas heeft de vorige legislatuur geen aanvraag gediend en dit is jammer. Vorige week zijn er gesprekken geweest tussen OCMW-Centrumschool en de resultaten daarvan zijn nog niet beschikbaar. Schepen Filip Kets In verband met de vraag rond het project met de Vlaamse Bouwmeester op de Arendswijk. Toen die projectoproep binnenkwam, hebben wij het initiatief genomen om het gemeenschapsonderwijs te vragen of ze zin hadden in zo’n project. Het antwoord was positief en dit zal in elk geval voor nieuwe dynamiek zorgen in het project van de omschakeling van de schoolzone naar een deels nieuwe school, deels woonwijk. In antwoord op de vraag van raadslid Vandenabeele Als je vaststelt dat er iets misloopt en dat men het direct kan oplossen, dan stel ik voor dat je onmiddellijk belt naar de stadsdiensten en niet wacht op een gemeenteraadszitting of op een raadscommissie om dan de populist uit te hangen. Dit heb ik inderdaad gezegd en ik blijf achter deze woorden staan. Burgemeester Alain Top In antwoord op de tussenkomst van raadslid Soetaert U hebt gelijk, dit kan niet. We zullen er in de toekomst op letten. In antwoord op de tussenkomst van raadslid Vanryckeghem Ik vind het niet passend dat u twee ambtenaren publiekelijk met naam bekritiseert. We gaan hier niet de discussie van de politieraad herdoen. De verhoging van de huur van het politiecommissariaat was een bevoegdheid van de politieraad en werd met unanimiteit genomen. De zonechef heeft zijn dossier goed verdedigd bij zowel de nieuwe raad als bij de vorige voorzitter. De parking waarvan sprake waardoor de extra huur er komt, was niet voorzien. Die is bijkomend en wordt nu aangesneden. En de discussie over de lijst waar u naar vraagt hoort hier niet thuis. In antwoord op de tussenkomst van raadslid Francis Pattyn Uw vraag i.v.m. de timing van de N43. Wij zijn ongerust. We hebben vorige week zowel aan AWV als aan de minister een brief geschreven en onze ongerustheid meegedeeld en hebben aangedrongen op een snelle timing. I.v.m. de brief van de handelaars langs de N43. Ik kan u meedelen dat deze brief een initiatief was van de bereikbaarheidsadviseur. In antwoord op de tussenkomst van raadslid Duchi I.v.m. het gebruik van de Torengalm. Het klopt inderdaad dat inwoners van Bavikhove vandaag gevraagd worden om hun jubileum in het stadhuis te komen vieren. In antwoord op de tussenkomst van raadslid De Bruyne Wat de spiegels betreft, kan ik u verzekeren dat het soort spiegels dat wij gebruiken een andere soort spiegels zijn dan in de andere gemeenten. Het zijn bolle spiegels die zorgen voor gezichtsbedrog. Wij plaatsen vlakke spiegels.
In antwoord op de tussenkomsten m.b.t de geluidsoverlast op ‘Zotte zaterdag’ te Hulste De aanvraag sprak slechts tot middernacht. De politie is verplicht om op te treden bij klachten van omwonenden. Maar het is niet zo dat als er geluidsbegrenzers zijn er dan geen probleem is. De geluidsnorm blijft immers altijd gelden. Schepen Inge Bossuyt Ter aanvulling. De geluidsnorm moet effectief aangevraagd worden. Sinds vorige week hebben we onze eerste aanvraag binnen nl. het minivoetbaltornooi van Beauty System was het eerste voorwerp. De organisatoren zullen er nu op attent moeten gemaakt worden dat er effectief voor een aantal zaken een aanvraag moet opgemaakt worden en de vrije tijd-sector werkt samen met de milieudienst aan een eenvormig formulier. Reactie raadslid Kathleen Duchi Ik vind het heel jammer dat de jubilea in de Torengalm afgeschaft worden. Zeker als de man die de laatste burgemeester van Bavikhove was zijn jubileumfeest niet mag houden in Bavikhove. Ik vind dit niet kunnen en zie dit als afbouw van service. Schepen Annick Vandebuerie In antwoord op de bemerkingen van raadslid Rik Pattyn Ik ben volledig akkoord dat de Vlaamse Feestdag effectief een link moet hebben met het Parkfeest. Ik stel voor dat u elk jaar opnieuw deze vraag stelt, want elk jaar opnieuw zal ik antwoorden dat u gelijk hebt, want hoe Vlaamser voor mij, hoe beter. Schepen David Vandekerckhove In antwoord op de late reclame voor de wandeling van de sportdienst Het is een terechte opmerking. Het was een goed bedoelde laattijdige poging om een activiteit te doen slagen, maar het is niet gelukt en het gebeurde te laat. In verband met speelstraatbegeleiders Het is een soort van service naar de kinderen van de wijken toe. Ik informeer verder bij de sportdienst. In verband met de monitoren voor de speelpleinwerking Ik kreeg toch nu toe geen signalen dat we een tekort hebben, maar ik check uw opmerking. In verband met de tussenkomst van raadslid Callewaert omtrent de vijver en gracht in de Hermelijnstraat Ik ben op de hoogte van de vraag en check dit verder met Yann Raes van de groendienst. Schepen Jacques Maelfait In antwoord op de bemerkingen van raadslid Vandenabeele Uw opmerkingen i.v.m. de Herpelsstraat worden door onze diensten verder opgevolgd. In antwoord op de bemerkingen van raadslid De Bruyne Het feit dat het fietsbord van de Peter Benoitroute in de gracht lag, mag niet. Dit zal gebeurd zijn ingevolge het maaien. Ik geef dit door. Achteraf wordt er controle gevoerd of alles correct verlopen is. In verband met de spiegels Wij zijn bezig met de opmaak van een inventaris van de spiegels op ons grondgebied en er volgt binnenkort een evaluatie.
In antwoord op de vragen van raadslid Rik Pattyn *Voor het punt van de spoorwegen is er wel degelijk een correcte timing en wij zitten op het vooropgestelde schema. *Uw vraag in verband met het fietspad langs de Leie heb ik genoteerd en dring verder aan bij de bevoegde diensten. In antwoord op de vraag van raadslid Francis Pattyn Ik vernomen van de bereikbaarheidsadviseur van Unizo dat jij gezegd hebt dat de handelaars zeer tevreden zijn. En de handelaars hebben dat tegen mij ook gezegd. Ik denk dat we toch wel goed bezig zijn. Reactie raadslid Francis Pattyn Ik wil toch wel benadrukken dat ik niets negatief gezegd heb, ik wil alleen aandacht voor de moeilijke periode voor de handelaars en wil erop drukken dat jullie de timing van de volgende werken goed in de gaten houden. In verband met de weggenomen paaltjes in de bocht van de Vlietestraat. Ik vind het een goede ingreep en heb hiervoor al veel complimentjes gekregen. De paaltjes die er stonden waren de verantwoordelijkheid van de vorige legislatuur. Ik heb in deze dan ook mijn verantwoordelijkheid genomen. In antwoord op de vraag van raadslid Donald Langedock (na de gemeenteraad bezorgd door de schepen per mail) Bij navraag krijgen wij uiteraard (energiebesparende maatregelen via verkorte procedure) subsidies van Agion voor het vervangen van het schrijnwerk Kameleon. Deze subsidies vielen nog onder de procedure ‘REG-maatregelen = energiebesparende maatregelen’. Afgeschaft februari 2012. Onze aanvraag dateerde van december 2011. De subsidie bedraagt 70% van het gunningsbedrag. In antwoord op de vragen van de raadsleden Kathleen Duchi en Donald Langedock (na de gemeenteraad bezorgd door de schepen per mail) *Ik denk dat er geen reclame hangt aan het restaurant (1 ste verdiep) zelf (= stadseigendom). Er hangt wel reclame aan het immo-kantoor naast café Belfort, doch dit is (nog) geen stadseigendom. Dus die eigenaars/uitbaters mogen dit doen. En er hangt ook reclame voor het project ‘Bistierlant’ aan de stadspanden nr. 66 en nr. 70, doch hiervoor heeft het college dd. 28.05.2013 de toelating gegeven aan de vroegere eigenares R. Tanghe. Alle andere reclame betreft mijn inziens publiciteit door de eigenaar/uitbater op panden waarvan de stad nog geen eigenaar is. *In Hulste kan momenteel niet worden gecontroleerd gezien hier geen tonnagebeperking/tonnagezone wordt toegepast. Hieromtrent wordt een overleg gepland met Ooigem. In Bavikhove werd een opdracht tot controle toegevoegd aan het briefingssysteem. Tussen 22.02.2013 en 24.03.2013 werden 36 controles uitgevoerd betreffende deze materie. De meeste vrachtwagens bleken een lokale bestemming te hebben. De verkeersdienst blijft dit verder opvolgen.
Besloten zitting 15. Erkenning waarnemende gemeentesecretarissen in functie van de wijziging van het gemeentedecreet. Aanpassen van de beslissing van 18 april 2011. Op grond van volgende overwegingen, zowel feitelijk als juridisch : Artikel 81 par. 2 derde lid van het Gemeentedecreet (GD) stond toe dat “de secretaris, onder zijn eigen verantwoordelijkheid, ingeval van gewettigde afwezigheid, binnen de drie dagen voorziet in zijn vervanging. De vervanger dient vooraf door de gemeenteraad te zijn erkend en de vervanging mag niet langer duren dan zestig dagen. Deze termijn is voor dezelfde afwezigheid eenmaal met dezelfde termijn verlengbaar”. De gemeenteraad van 18.04.2011 heeft van deze mogelijkheid gebruik gemaakt en Frank Detremmerie, Wouter Linseele, Stijn Maselis en Ann Noppe erkend als respectievelijke eerste, tweede, derde en vierde plaatsvervanger. Ingevolge het decreet van 29.06.2012 tot wijziging van het Gemeentedecreet worden met ingang van 01.01.2013 de woorden “onder zijn eigen verantwoordelijkheid” geschrapt. De mogelijkheid van vervanging via de secretaris blijft, maar de vervanger handelt op eigen verantwoordelijkheid. Het wijzigingsdecreet van 29.06.2012 bepaalt tevens dat het woord “vervanger” wordt vervangen door het woord “waarnemer”. De waarnemer oefent ook alle bevoegdheden van de titularis secretaris uit. Verder blijven de regels onveranderd. Ook de voorafgaande erkenning van de waarnemers door de gemeenteraad blijft dus bestaan. Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld de vroegere plaatsvervangers te erkennen als waarnemer. Verwijzend naar volgende wettelijke en decretale bepalingen: -
Het decreet van 29.06.2012 tot wijziging van het gemeentedecreet; Het gemeentedecreet, inzonderheid en zonder zich daartoe te willen beperken art. 81 par. 2, art. 35 par. 2, 3° en art. 28 par. 1, 1°;
Om deze redenen ; Na beraadslaging in besloten zitting ; Gaat over tot een eerste geheime stemming betreffende de erkenning van de eerste waarnemer van de stadssecretaris ; 27 leden nemen deel aan de stemming. De uitslag is als volgt : De heer Frank Detremmerie bekomt 27 stemmen voor. Er zijn 0 stemmen tegen en 0 onthoudingen.
Gaat over tot een tweede geheime stemming betreffende de erkenning van de tweede waarnemer van de stadssecretaris ; 27 leden nemen deel aan de stemming. De uitslag is als volgt : De heer Wouter Linseele bekomt 26 stemmen voor. Er zijn 0 stemmen tegen en 1 onthouding. Gaat over tot een derde geheime stemming betreffende de erkenning van de derde waarnemer van de stadssecretaris ; 27 leden nemen deel aan de stemming. De uitslag is als volgt : De heer Stijn Maselis bekomt 26 stemmen voor. Er zijn 0 stemmen tegen en 1 onthouding. Gaat over tot de vierde geheime stemming betreffende de erkenning van de vierde waarnemer van de stadssecretaris ; 27 leden nemen deel aan de stemming. De uitslag is als volgt : Mevrouw Ann Noppe bekomt 25 stemmen voor. Er is 1 stem tegen en 1 onthouding. BESLUIT: Art. 1 : De heer Frank Detremmerie is erkend als eerste waarnemer van de stadssecretaris. Art. 2 : De heer Wouter Linseele is erkend als tweede waarnemer van de stadssecretaris. Art. 3 : De heer Stijn Maselis is erkend als derde waarnemer van de stadssecretaris. Art. 4 : Mevrouw Ann Noppe is erkend als vierde waarnemer van de stadssecretaris Art. 5 : Deze beslissing vervangt de beslissing van 18.04.2011. VARIA BIJ DE DAGORDEPUNTEN. Punt 2. Groot onderhoud voetpaden 2013 – Deel 1: Herdersstraat. Goedkeuren bestek, raming (42 935 euro + 21 % btw) en gunningswijze. Tussenkomst raadslid Rik Pattyn Wat is de timing van het werk? Het voetpad waarvan sprake ligt op de omleidingsweg van de N43. Opletten voor een werf in een werf.
Punt 3. Groot onderhoud wegen 2013 – Deel 1: Oudenaardsestraat en Hoogstraat. Goedkeuren bestek, raming (83 269,68 euro + 21 % btw) en gunningswijze. Tussenkomst raadslid Katheen Duchi Wordt er enkel op één kant gewerkt of wordt de weg volledig aangepakt? Antwoord schepen Jacques Maelfait De weg wordt volledig aangepakt, maar de werf wordt kant per kant georganiseerd. Punt 4. Oprichting Gemeentelijke Begeleidingscommissie (GBC). Tussenkomst raadslid Rita Beyaert Wij gaan akkoord met de samenstelling, maar we vinden het niet kunnen dat enkel de schepen, als voorzitter, kan aanduiden wie de vertegenwoordigers van het middenveld zijn. Tussenkomst raadslid Donald Langedock Ik heb het ook moeilijk met deze paragraaf. Ook omdat er in ons beleidsplan staat dat we de maximale betrokkenheid van het middenveld nastreven. Als zelfs het middenveld zijn vertegenwoordigers niet mag kiezen? Dit kan toch niet. Antwoord burgemeester Alain Top Het gaat hier in dit deel van het reglement over de variabele personen die per project kunnen uitgenodigd worden. Antwoord van de diensten In het KB. staat wel degelijk dat de voorzitter externe experten uitnodigt. Het college heeft na de gemeenteraad afgesproken om vooraleer de groep deskundigen per project uit te nodigen de namen voor te leggen aan het college van burgemeester en schepenen. Punt 7. Samenwerkingsovereenkomst Erfgoedinzicht. Goedkeuring. Tussenkomst raadslid Lynn Callewaert Ik ben een hele grote voorstander van dit project. Het is belangrijk om onze erfgoedcollecties te registreren en te ontsluiten. Vooral het online raadpleegbaar en doorzoekbaar maken van de collecties via een website is een groot pluspunt, zeker naar het grote publiek toe. Wat ik mij echter afvraag is door wie die registratie en het beheer van onze Harelbeekse collecties dan gebeurt? Het gaat namelijk om een gecentraliseerde erfgoeddatabank van de provincies West- en Oost-Vlaanderen, dus ga ik er ook van uit dat de manier van registreren aan bepaalde technische regels gebonden is omdat deze gelijklopend zou zijn met de registratie van collecties van instellingen over de twee provincies. Kan de stad de registratie van haar collecties zelf doen (en ook eventuele aanpassingen aanbrengen aan de registratie) of gebeurt dat door iemand van erfgoedinzicht zelf? En kunnen wij als stad zelf beslissen welke delen van de collectie we al dan niet registreren of zijn we verplicht om alle stukken uit (deze vier genoemde) collecties in de databank op te nemen? Antwoord schepen Annick Vandebuerie Wij beslissen zelf wat we al dan niet registreren.
Punt 11. Gemeentelijke belasting op woningen, kamers, gebouwen of andere woongelegenheden opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister. Vaststelling. Tussenkomst raadslid Eric Kerckhof Het gemeentelijk reglement van leegstandsregister en heffing is gebaseerd op het ontbreken van een domicilieadres. Toch zijn er woningen en gebouwen die uiterlijke tekenen van verwaarlozing vertonen en soms indicaties van leegstand vermoeden, maar waarvan wel een domicilieadres bestaat. Gezien dit het straatbeeld zeer negatief beïnvloedt en ook soms schade bij de buren berokkent is de vraag om hier ook iets aan te doen. Kan Woonwijs hier ook een rol spelen en de eigenaars contacteren en aansporen de woning of gebouw in orde te brengen en zorgen voor de nodige opvolging om eventueel over te gaan tot sancties? Tussenkomst raadslid Rosanne Mestdagh Uiteraard ben ik heel tevreden dat er nu eindelijk na mijn vele tussenkomsten toch een leegstandsregister bestaat en er nu ook eindelijk een belasting kan geheven worden. Toch vind ik dat er nog een hiaat zit : wat als de eigenaar van een leegstaand pand, de belasting betaalt, het huis 5, 6 jaar en meer laat leegstaan, trouw 4800 € betaalt maar geen hand uitsteekt naar het huis en je mag gerust in een lach schieten maar ik heb het ja weer over het huis in de Andries Pevernagestraat. Ik heb intussen navraag gedaan en gelukkig naar een beetje heen en weergeschrijf ben ik dan toch gerustgesteld, de betroffen woning staat in het register en niet onterecht …. Deze woning staat nu zeker al meer dan 30 jaar leeg, het is rechtuit gezegd een grote schande dat er destijds niets ondernomen werd of ondernomen kon worden om dergelijke krotwoning, want hier kan men werkelijk van een krot spreken, alleen de katten en ratten vinden er nog hun woonst in, achteraan is er geen dak op de woning, vooraan kan men dit niet zien, er ligt geen vloer meer in, de waterleiding werd weggenomen na een klacht van één van de buren die waterinsijpeling in de kelder kreeg en daar zelfs geen euro schadevergoeding voor kreeg, na herhaalde klachten kreeg de eigenaar enkele jaren geleden eens de opdracht om de toestand van zijn woning te verbeteren, dan heeft hij een nieuwe dorpel geplaatst en een dakvenster vervangen. Intussen zijn er terug vele jaren voorbij gegaan, de ambtenaar die ik vroeger hiervoor mailde is al verschillende jaren op pensioen, en de vuile woning blijft er vuil bij liggen, tot ergernis van de buren. De woning ernaast staat al jaren te koop, maar die mensen geraken hun woning niet kwijt, heel eenvoudig omdat ze schade hebben door de krotwoning ernaast en omdat het geen mooi zicht is, een grote schande ! Zelfs kreeg de eigenaar van het krot onlangs een aanbieding van een immokantoor die de woning of hetgeen overblijft wilde aankopen, hij is er heel eenvoudig niet op ingegaan. Wat bezielt die man toch ??? Wat is er dan toch zo speciaal aan die woning, trouwens ik vraag me af wat er in de ondergrond en in de opgevulde kelder zit, want de buren zagen gedurende de eerste jaren de eigenaar van het krot ’s avonds toen het donker was sleuren met zware zakken die gedumpt werden in de kelder ? Dus ik voorzie dat die man geen moeite zal doen om die belasting te ontlopen, hij heeft trouwens niet gereageerd als hij te weten kwam dat hij opgenomen werd in het leegstandsregister. Mijn voorstel is dus : maak dat je na x aantal jaren de woning kan onteigenen als dit echt een krot is en niet thuishoort in een straatbeeld waar al heel wat huizen gerenoveerd werden en er proper bij liggen. Tussenkomst raadslid Sofie Decavele Hoe kunnen we vermijden dat mensen twee jaar na elkaar tweemaal dezelfde vraag en dezelfde papieren krijgen? Nu was dit het geval ondanks het correcte antwoord van de mensen het jaar voordien.
Antwoord schepen Filip Kets *Op de tussenkomst van raadslid Eric Kerckhof Woonwijs werkt met verschillende indicatoren. Ze zoeken op domicilie, ze zoeken op uiterlijke tekenen, ze zoeken op het ontbreken van electriciteits- en gasverbruik. Indien er een domicilie staat en de woning toch onbewoond is, blijkend uit de feiten, dan komt het huis op leegstand. Fraudeurs zal men echter nooit vermijden, ook niet met dit reglement. *Op de tussenkomst van raadslid Rosanne Mestdagh Ik denk dat een eigenaar van een leegstaand huis zijn huis niet zal blijven laten leeg staan. Elk jaar 4 800 euro betalen, ik denk dat niemand zo dom is. We kunnen daar echter niet veel aan doen, mocht dit het geval zijn. Het enige argument dat we nog over hebben is het argument van de openbare veiligheid. Indien er schade is aan de woning van de buren dan is dit een burgerlijk geschil en moet de buur via burgerlijke weg procederen. *Op de tussenkomst van raadslid Sofie Decavele De verschillende parameters werden allemaal gecheckt waardoor sommigen opnieuw werden aangeschreven. Maar u hebt gelijk, sommigen werden twee keer aangeschreven. We zullen die parameters naar volgend jaar toe moeten verfijnen. Reactie raadslid Rita Beyaert Ik wil even terugkeren op de tussenkomst van raadslid Eric Kerckhof. De ondertoon is dat het probleem niet opgelost is, dat het probleem van slechte behuizing niet alleen een probleem van leegstand is. Er is ook zo iets als de kwaliteit van een bewoonde woning waar nog niet aan gewerkt wordt. Niemand is gebaat met een slecht onderhouden woning. Antwoord schepen Filip Kets Dit punt staat ook in de strategische doelstellingen van Woonwijs en is gepland voor het werkjaar 3. Maar dit gegeven is duaal. Enerzijds streven we naar properheid, anderzijds kunnen we niet ontkennen dat iedereen het recht heeft om te wonen ‘als boer Charel’. Als ze eigenaar zijn, kunnen we daar moeilijk iets aan doen. Punt 12. Stedelijk basisonderwijs. Bepalen van de capaciteit van de stedelijke basisscholen en vastleggen van de data voor de inschrijvingsperiodes. Tussenkomst raadslid Rik Vandenabeele Wat is de stand van zaken van de bezetting van de diverse scholen op de Arendswijk gezien de gestage groei van Bistierlant? Antwoord schepen Eddy Glorieux De vrijheid van onderwijs is gegarandeerd, zowel het vrij onderwijs als het gemeenschapsonderwijs op de Arendswijk hebben nog ruimte. En mensen die kiezen voor het gemeentelijk onderwijs kunnen terecht in de Centrumschool. Tussenkomst raadslid Francis Pattyn Ik meen begrepen te hebben dat het vrij onderwijs in Harelbeke in totaal nog 75 leerlingenplaatsen aan capaciteit over heeft over ons grondgebied. OPENBARE STEMMINGEN. Punt 4: Stemden tegen: de raadsleden Rita Beyaert, Rik Pattyn, Francis Pattyn, Rosanne Mestdagh, Kathleen Duchi, Eric Kerckhof, Donald Langedock, Olivier Vanryckeghem, Sofie Decavele, Stijn Soetaert, Lynn Callewaert, Hilde De Bruyne en Rik Vandenabeele.
De overige besluiten in openbare stemming werden genomen met unanimiteit der stemmen van de aanwezige leden. VERSLAG. Er worden geen opmerkingen gemaakt op het verslag van 27 mei 2013 dat als goedgekeurd mag worden beschouwd. _______________________________________________________________________ De zitting eindigt om 22.04 uur _______________________________________________________________________ Carlo Daelman Stadssecretaris
Michaël Vannieuwenhuyze voorzitter van de gemeenteraad