ZITTING VAN DE GEMEENTERAAD VAN 17 DECEMBER 2007 Aanwezig : De heer Willy Vandemeulebroucke, voorzitter van de gemeenteraad Mevr. Rita Beyaert, burgemeester De heren, Carlo Daelman, Luc Callewaert, Alain Top, Rik Pattyn, Filip Kets en Francis Pattyn schepenen Hendrik Van Damme Vz OCMW (niet stemgerechtigd) De dames en heren Libertus Dejonckere (tem punt 132), André Vanassche (tem punt 132), Hendrik Deprez, Rik Wanzeele, David Vandekerckhove, Carine Haezebrouck, Rik Vandenabeele, Rosanne Mestdagh, Dominique Windels, Kathleen Duchi (vanaf punt 109), Inge Bossuyt, Johny Ver Eecke, Donald Langedock, Marleen Rogiers, Eric Kerckhof, Olivier Vanryckeghem, Claudine Dumortier. gemeenteraadsleden de heer Albert Duyck stadssecretaris Verontschuldigd: De raadsleden Ward Demyttenaere, Carl Six en Frieda Van Themsche Overleden en nog niet v ervangen: raadslid Ryckbosch ______________________________________________________________ De zitting begint om 19.30 u _______________________________________________________________
DAGORDE GEMEENTERAAD Openbare zitting 1. Onderzoek van de geloofsbrieven van een opvolgend gemeenteraadslid en eedaflegging. 2. Aanpassing van de rangorde van de gemeenteraadsleden. 3. OCMW : overlijden raadslid en onderzoek geloofsbrieven opvolger. 4. Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan (RUP) 'Bavikhove Dorp Oost'. Kennisname beslissing tot opmaak, kennisname van de aanstelling van de intercommunale Leiedal als stedenbouwkundig ontwerper in functie van diens exclusiviteitscontract en goedkeuren contractuele voorwaarden en raming (14 325,50 EUR waarvan geen BTW verschuldigd). 5. Advies ontwerp gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Leievallei en open ruimte omgeving Kortrijk’. 6. Lokaal sociaal beleidsplan. Goedkeuring. 7. Westtoer. Samenwerkingsovereenkomst tussen de stad Harelbeke en Westtoer apb. Goedkeuring. 8. Goedkeuren protocolovereenkomst Overleg Cultuur Zuid-West-Vlaanderen 2008-2013. 9.. Goedkeuren cultuurbeleidsplan 2008-2013. 10..
Cultuur. Goedkeuring toelagen socio-culturele verenigingen 2007.
11. Leveren en plaatsen van speeltoestellen op speelterreinen in Harelbeke. Goedkeuren bestek, raming (14 462,81 EUR + BTW) en gunningswijze. 12. Aanvraag eerste voorlopig twaalfde 2008. 13. Hervaststelling van het gemeentelijk gebruiks-, tarief- en retributiereglement. Dienstjaar 2008-2012. 14. Vaststellen van de belasting op de aanvragen tot het openen van meldingsplichtige of vergunningsplichtige inrichtingen. Dienstjaar 2008–2012. 15. Vaststellen van de belasting op de afgifte van administratieve documenten. Dienstjaar 2008–2012. 16. Vaststellen van de belasting op het leggen van trottoirs. Dienstjaar 2008-2012. 17. Vaststellen van de belasting op ontgravingen. Dienstjaar 2008-2012. 18. Vaststellen van de algemene milieubelasting gezinnen. Dienstjaar 2008-2012. 19. Vaststellen belasting op het openhouden van inrichtingen na sluitingsuur. Dienstjaar 2008-2012. 20. Vaststellen van de belasting op barpersoneel en privé-clubs. Dienstjaar 2008-2012. 21. Vaststellen van de belasting op de economische entiteiten. Dienstjaar 2008-2012. 22. Vaststellen van de belasting op niet bebouwde percelen. Dienstjaar 2008-2012: a) gelegen in een niet vervallen verkaveling b) gelegen in een gebied bestemd voor wonen en industrie palend aan een openbare weg die voldoende is uitgerust. 23. Vaststellen van de belasting op tweede verblijven. Dienstjaar 2008-2012. 24. Vaststellen van de aanvullende belastingen op de milieuheffing. Dienstjaar 20082012. 25. Vaststellen van de opcentiemen op de onroerende voorheffing. Dienstjaar 2008. 26. Vaststellen van de aanvullende belastingen op de personenbelasting. Dienstjaar 2008. 27. Vaststellen van de aanvullende belasting op de door het Vlaams gewest geheven heffing ter bestrijding en voorkoming van leegstand, verkrotting en verwaarlozing van bedrijfsruimten, gebouwen en/of woningen. Dienstjaar 2008. 28. Goedkeuring overeenkomst tussen de stad en de VMW overeenkomstig art. 6 bis par. 3 van het decreet van 24 mei 2002 betreffende water voor menselijke aanwending ter vervanging van bestaande overeenkomst van 23 oktober 2006. Goedkeuren contractuele voorwaarden. Vaststellen van een bijdrage voor de opvang en het transport van afvalwater en een bijdrage voor de eigen waterwinners. 29. Kerkfabriek St.-Amand Bavikhove. Goedkeuren meerjarenplan 2008–2013. 30. Kerkfabriek St.-Amand Bavikhove. Aktename budget 2008.
31. Politiezone Deerlijk-Harelbeke: vaststelling van de dotatie ten laste van de stadsbegroting op zicht van de begroting 2008 van de politiezone. 32. Aankoop zendapparatuur ASTRID met toebehoren voor de Brandweer. Goedkeuren bestek, raming (57.015,17 EUR + BTW) en gunningswijze. 33. Herstellingswerken van de centrale verwarming op gas in de school Eiland. Aktename met de beslissing van het college van burgemeester en schepenen betreffende het voorzien van de daarvoor noodzakelijke uitgave buiten de goedgekeurde begrotingskredieten bij toepassing van art. 157 § 2 van het nieuwe gemeentedecreet. 34. Vragenkwartiertje. Besloten zitting 35. Stedelijk basisonderwijs: a) benoeming deeltijdse kleuteronderwijzeres in vast verband. b) benoeming deeltijds administratief medewerker (hoger onderwijs van het korte type – HOKT) in vast verband. 36. Herziening samenstelling adviesraden (genderverhouding). ********* Openbare zitting 1. Onderzoek van de geloofsbrieven van een opvolgend gemeenteraadslid en eedaflegging. Verdaagd, gezien na afstand van mandaat door opvolger Marvillier nog geen opvolger door Vlaams Belang is bekend gemaakt. 2. Aanpassing van de rangorde van de gemeenteraadsleden. Verdaagd gezien punt 1 verdaagd werd. 3. OCMW : overlijden raadslid en onderzoek geloofsbrieven opvolger. Op grond van volgende overwegingen zowel feitelijk als juridisch: De heer Godfried Ryckbosch, zetelend OCMW-raadslid verkozen in de gemeenteraadzitting van 02.01.2007, is op 29.11.2007 overleden. Ingevolge dit overlijden dient de Heer Ryckbosch vervangen te worden door de eerste in aanmerking komende opvolger. Deze eerste in aanmerking komend opvolger is Mevrouw Claudine Dumortier, Nachtegalenlaan 16 te 8531 Harelbeke-Hulste. Alvorens Mevrouw Dumortier tot de eedaflegging kan worden toegelaten, dient een aanvullend onderzoek te gebeuren van haar geloofsbrieven.
De gemeenteraad neemt kennis van het verslag van de burgemeester van 17.12.2007 betreffende de verkiesbaarheid en het ontbreken van onverenigbaarheden bij voormelde opvolger van rechtswege. Uit de voorgelegde administratieve stukken en ingewonnen inlichtingen blijkt dat tot op heden Mevrouw Claudine Dumortier aan de verkiezingsvereisten bepaald bij artikel 7 van de organieke wet van 08.07.1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn voldoet, doordat: 1. Zij Belg is; 2. Zij gemeenteraadkiezer is en zich niet bevindt in een geval van uitsluiting of schorsing van het kiesrecht (artikel 6 en artikel 7 van het algemeen kieswetboek); 3. zij niet door toepassing van het besluit dat van 16.09.1945 en van de wetten van 14.06.1948 en 29.02.1952 betreffende de epuratie inzake burgertrouw van haar recht op verkiesbaarheid is vervallen; 4. zij zich niet in een geval van onverkiesbaarheid, bedoeld in artikel 65 van de gemeentekieswet bevindt. Bovendien blijkt uit de door betrokkene op 23.12.2006 ondertekende verklaring dat ze zich niet in een met het OCMW-raadlidmaatschap onverenigbare situatie bevindt. Bijgevolg is er geen bezwaar tegen het feit dat de geloofsbrieven van Mevrouw Claudine Dumortier worden geldig verklaard en dat ze wordt toegelaten tot de eedaflegging voorzien in de organieke wet van 08.07.1976 betreffende de OCMW’s. Om deze redenen; Neemt in openbare zitting akte van het einde van het lidmaatschap van de OCMW-raad in hoofde van de Heer Godfried Ryckbosch; Neemt tevens akte van het verslag van de burgemeester van 17.12.2004 betreffende het onderzoek van de geloofsbrieven van Mevrouw Claudine Dumortier. Verklaart met algemeenheid van stemmen de geloofsbrieven van Mevrouw Claudine Dumortier geldig en stelt vast dat ze tot eedaflegging en de opname van het mandaat van werkend raadslid van het OCMW kan worden toegelaten. Betrokkene legt de eed af in handen van de Voorzitter en er wordt daarvan PV opgemaakt. 4. Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan (RUP) 'Bavikhove Dorp Oost'. Kennisname beslissing tot opmaak, kennisname van de aanstelling van de intercommunale Leiedal als stedenbouwkundig ontwerper in functie van diens exclusiviteitscontract en goedkeuren contractuele voorwaarden en raming (14 325,50 EUR waarvan geen BTW verschuldigd). Op grond van volgende overwegingen: Het huidige BPA Bavikhove Dorp Oost omvat de zone tussen Bruyelstraat, Kervijnstraat en de Tiendemeersstraat (voor deze laatste zijn de woningen langs beide kanten inbegrepen) en omvat o.a. de kerk en kerkomgeving, school, woonwijk Ter Kerke en aangrenzende bebouwing in de Dwarsstraat en begrenzende straten van het BPA, en een stuk landbouwgrond langs de Kervijnstraat. De voorziene kernvernieuwing voor Bavikhove centrum past grotendeels in het vigerende BPA Bavikhove Dorp Oost, doch voor de afwerking en aanpassing van het openbaar domein naar de kerk en de kerkomgeving (oud kerkhof) toe zijn er aanpassingen van de
zonering en voorschriften noodzakelijk. Dit geldt tevens voor het te realiseren project voor senioren achter de kerk en voor de uitbreiding van de school. Het ganse BPA wordt tegelijkertijd aangepakt en vervangen door een RUP met een meer flexibele opbouw van voorschriften wat enerzijds de mogelijkheden op bepaalde plaatsen vergroot en anderzijds de administratieve procedures lichter maakt. Het RUP kan tevens de mogelijkheid bieden om verkavelingen te laten vervallen en de voorschriften voor iedereen eenduidig te maken. Door goedkeuring van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan kunnen geen BPA's opgemaakt noch gewijzigd worden zodat dient overgegaan tot de opmaak van een ruimtelijk uitvoeringsplan overeenkomstig art. 187 laatste alinea van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, zoals gewijzigd bij decreet van 21 november 2003. Bij beslissing van de gemeenteraad d.d. 12 november 2007, werden aan de Intercommunale Leiedal exclusiviteiten toegekend voor bepaalde soorten opdrachten, en meer bepaald artikel 1 punt 3.2.: gemeentelijke RUP’s. Deze exclusiviteiten werden door de Intercommunale Leiedal opgenomen in haar statuten op de Buitengewone Algemene Vergadering d.d. 11 december 2007. In het kader van voormelde exclusieve dienstverlening heeft de Intercommunale Leiedal de afsprakennota nr. 2007-35 d.d. 26 november 2007 opgesteld: opmaak van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) Bavikhove Dorp-Oost. Het college van burgemeester en schepenen heeft op 27 november 2007 beslist tot de opmaak van het ruimtelijk uitvoeringsplan Bavikhove Dorp Oost en de Intercommunale Leiedal, President Kennedypark 10 te 8500 Kortrijk, aangesteld als ontwerper in functie van diens voormeld exclusiviteitscontract. De uitgave tot dewelke de overeenkomst aanleiding geeft, zal gefinancierd worden op de wijze zoals bepaald zal worden op de buitengewone begroting van het dienstjaar 2007. De Raadscommissie Ruimtelijke Ordening en Milieu heeft in zijn vergadering d.d. 05 december 2007, de opmaak van het RUP “Bavikhove Dorp Oost” gunstig geadviseerd; Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen: - het besluit van de Deputatie van de Provincie West-Vlaanderen d.d. 26 mei 2005 houdende goedkeuring van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 7 juni 2005; - artikel 117 van de nieuwe gemeentewet; - het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, zoals gewijzigd bij decreet van 21 november 2003, inzonderheid de artikelen 37 t.e.m. 40, 48 t.e.m.53 en 187 alinea 2; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; Na beraadslaging in openbare zitting; Met 24 stemmen voor, 0 stemmen tegen en 0 onthoudingen; BESLUIT: Artikel 1: Neemt kennis van de principiële beslissing tot opmaak van het RUP "Bavikhove Dorp Oost”.
Artikel 2: Neemt kennis van de aanstelling van de Intercommunale Leiedal, President Kennedypark 10 te 8500 Kortrijk, als stedenbouwkundig ontwerper belast met de opmaak van het RUP "Bavikhove Dorp-Oost” in functie van diens exclusiviteitscontract. Artikel 3: Keurt de contractuele voorwaarden en de raming (14.325,50 EUR waarop geen BTW verschuldigd) goed met betrekking tot de opmaak van het RUP "Bavikhove Dorp-Oost". Artikel 4: De uitgave waartoe huidige opdracht aanleiding heeft, is voorzien onder artikel 930/733/60 van de buitengewone begroting van het dienstjaar 2007 en wordt gefinancierd op de aldaar voorziene wijze. 5. Advies ontwerp gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Leievallei en open ruimte omgeving Kortrijk’. Op grond van volgende overwegingen: De plenaire vergadering inzake het voorontwerp gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Leievallei en open ruimte omgeving Kortrijk’ vond plaats op 14 februari 2006; Het voorontwerp van voormeld gewestelijk RUP bevatte in totaal 8 deelplannen, waarvan 2 op Harelbeeks grondgebied, met name Plaatsbeek-Ooigembos en Overgangsgebied naar het kanaal Kortrijk Bossuit. Dit laatste gebied is in concreto Esser (tussen E17 en Kanaal). Op voormelde plenaire vergadering werd het advies van het college van burgemeester en schepenen d.d. 8 februari 2006 op het voorontwerp overgemaakt. Dit bevatte opmerkingen vanuit de stad, alsook enkele onderwerpen uit het streekstandpunt opgemaakt door Leiedal; Verwijzend naar het verslag van voormelde plenaire vergadering; Het ontwerp van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Leievallei en open ruimte omgeving Kortrijk’ werd op 12 oktober 2007 voorlopig vastgesteld bij besluit van de Vlaamse Regering; Het ministerie van de Vlaamse gemeenschap, afdeling ruimtelijke planning, kondigde met een schrijven d.d. 8 november 2007 het openbaar onderzoek aan dat loopt van 19 november 2007 tot en met 17 januari 2008; In dit voormeld schrijven wordt de gemeenteraad tevens uitgenodigd haar advies te bezorgen aan de VLACORO, uiterlijk tegen 17 januari 2008; Er wordt vastgesteld dat in het ontwerp van voormeld RUP slechts één deelplan op Harelbeeks grondgebied aanwezig is, met name Plaatsbeek-Ooigembos, het deelplan Esser werd weggelaten. In de toelichtingsnota van het ontwerp staat te lezen dat de omgeving van de Gavers niet opgenomen wordt, aangezien er een afzonderlijk RUP opgemaakt wordt. Het ontwerp komt tegemoet aan het merendeel van de opmerkingen die geformuleerd werden in het advies van het college van burgemeester en schepenen op het voorontwerp d.d. 8 november 2007 behalve voor twee thema’s: zonevreemde woningen op de linkeroever in het zuidwesten van het plangebied Plaatsbeek-Ooigembos (agrarisch
gebied met overdruk natuurverwevingsgebied) en mogelijkheden inzake aanleg nieuwe infrastructuur; Stedenbouwkundig ambtenaar Cindy Deprez stelt in de nota d.d. 10.12.2007 volgende advisering voor: Deelplan 5: Plaatsbeek - Ooigembos Overeenstemming met het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan (GRS) Harelbeke (goedgekeurd Bestendige Deputatie 26 mei 2005) Het behouden en opwaarderen van natuurlijke en landschappelijke kwaliteiten van de omgeving van de Plaatsbeek is opgenomen in het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan (GRS). Dit gewestelijk RUP is in overeenstemming met deze visie. Door een aanpassing in de voorschriften is nu ook het agrarisch gebied ten zuiden en aansluitend op de Plaatsbeek een bouwvrije zone (tussen Plaatsbeek, Bruyelstraat en achtergrens woningen Tiendemeersstraat), gezien ze op heden onbebouwd is en nieuwe constructies niet toegelaten zijn volgens de overdruk natuurverwevingsgebied. Ook in ons structuurplan werd dit aangegeven als bouwvrije zone. Wat betreft de verwijzing naar het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan: ‘Langs de Leieoevers worden geen nieuwe bouwactiviteiten en uitbreidingen van bestaande gebouwen toegelaten,’ (p. 32 en 34 in de toelichtingsnota) wordt een deel van de tekst weggelaten, die gevolgen heeft voor het omgaan met zonevreemde woningen in het plangebied (zie verder). Overeenstemming met het Gemeentelijk Natuurontwikkelingsplan (gemeenteraad 16 december 1996) Het plangebied komt in grote mate overeen met het in het GNOP vastgelegde kerngebied voor natuurontwikkeling. Toelichtingsnota (tekst) - p.31 (1ste alinea) Het plangebied loopt in het noorden tot de brug die Ooigem met Desselgem verbindt (en niet Ooigem met Beveren-Leie). - p.31 (4de alinea) Er zijn geen kasteelparken in Bavikhove. Bedoeld wordt: de parkgebieden in de kern van Bavikhove. Toelichtingsnota (kaarten) De kaarten werden t.o.v. het voorontwerp aangevuld met de aanduiding van verkavelingen. Op kaart 5.3 wordt ten noorden van de Plaatsbeek de verkaveling met goedkeuringsdatum 3.6.1976 weergegeven, deels binnen en deels buiten het plangebied. Voormelde verkaveling is bij de gemeente niet bekend en dient van het plan verwijderd te worden. Agrarisch gebied met overdruk natuurverwevingsgebied op verordenend plan en in voorschriften In het verordenend plan worden 2 zonevreemde woningen in Bavikhove op de linkeroever van de Leie (Kervijnstraat 83 en 85) opgenomen, gelegen in de zuidwestelijke rand van het plangebied in agrarisch gebied met overdruk natuurverwevingsgebied. De overdruk natuurverwevingsgebied (art. 5.10) impliceert dat er geen gebouwen en gelijkaardige constructies kunnen opgericht worden en heeft
voorrang op art. 5.5 (herbouw woningen mogelijk). De huidige decretale mogelijkheden van uitbreiding en herbouw van deze woningen komt in het gedrang. Deze woningen moeten uit het plangebied gelaten worden (zoals aangeduid op kaart in bijlage) of op zijn minst dient de overdruk natuurverwevingsgebied weggelaten te worden op deze woningen om volgende redenen: - De opname van deze woningen in het plangebied en zeker in het natuurverwevingsgebied vormen geen enkele meerwaarde voor het realiseren van de beoogde doelstellingen inzake natuurverweving, aangezien de woningen in hun bestaande vorm en functie kunnen behouden blijven. Deze toestand kan via onderhouds- en instandhoudingswerken blijven bestaan en de natuurverwevingswaarde wordt wellicht nooit gerealiseerd. De woningen vormen ook geen bedreiging voor het voortbestaan van de zone als volwaardig landbouwgebied, dit laatste is letterlijk in de toelichtingsnota (p.34) opgenomen. - In de motivatie voor de opname van voormelde woningen wordt verwezen naar ons structuurplan: ‘Langs de Leieoevers worden geen nieuwe bouwactiviteiten en uitbreidingen van bestaande gebouwen toegelaten,’ (p. 32 en 34 in de toelichtingsnota). De volledige tekst in het GRS is echter: ‘In het buitengebied wordt geopteerd om langs de Leieoevers geen nieuwe bouwactiviteiten en uitbreidingen van bestaande gebouwen toe te laten. Voor de gebouwen gelegen op de rand van deze deelruimte wordt verwezen naar de opties opgenomen voor de deelruimte 5 (landelijk woongebied) en deelruimte 9 (open-ruimtecorridor Harelbeke-Waregem). Omtrent zonevreemde constructies wordt eveneens verwezen naar de beleidsopties beschreven in de ontwikkelingsperspectieven voor de deel-structuren.’ Men kan zich hier de vraag stellen of de eerste zin van deze tekst geldt voor voormelde woningen. De afstand tussen deze woningen en de Leie bedraagt 100m, de woningen bevinden zich op zijn minst in de overgang tussen de Leie en de kern van Bavikhove. Enerzijds zijn de deelruimtes in het structuurplan slechts schematisch bepaald en aangeduid, anderzijds bevinden de voormelde gebouwen, bij analyse van de reële toestand, zich op de overgangszone van de deelruimte, aangezien deze bebouwing deel uitmaakt van een steeds schraler wordende bebouwingsuitloper langs de Kervijnstraat. Voor correcte toepassing van het structuurplan gelden de ontwikkelingsmogelijkheden voor verspreide woningbouw, waar gesteld wordt dat verdere beoordeling moet uitwijzen of er verstrengd wordt t.o.v. het decreet ruimtelijke ordening (GRS p. 20 c.verspreide woningen en D.uitwerking). Het voorschrift ‘geen nieuwe constructies’ uit het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan beperkt de mogelijkheden uit het GRS. Zoals het nu is opgesteld is natuurverweving een bovengeschikte functie t.o.v. zonevreemde woningen. - Vijftig meter zuidelijker wordt een woning, even ver van de Leie, uit het natuurverwevingsgebied gelaten, meer noordelijker worden woningen op 30m van de oude Leie-arm uit het VEN-gebied gelaten. Waarom worden twee woningen, op 100m afstand van de Leie-oever, dan wel opgenomen in het plangebied? Er wordt met verschillende maatstaven gewerkt om te bepalen hoever de oevers van de Leie zich uitstrekken. - Er wordt in artikel 5.7 en zijn toelichting gesteld dat voorschriften inzake zonevreemde woningen door de gemeente kunnen vervangen worden, indien zij een gemeentelijk RUP opmaken. Echter, de overdruk natuurverwevingsgebied (art 5.10) kan de gemeente niet opheffen door een gemeentelijk RUP. In concreto kan stad Harelbeke in zijn RUP zonevreemde woningen (in opmaak) zelf voorschriften opmaken voor beide woningen, maar door de gewestelijke overdruk van natuurverwevingsgebied zijn er bouwbeperkingen en kan de stad, als bevoegde instantie, toch niet zelf beslissen over de toekomst van de zonevreemde woningen.
De subsidiariteit wordt geschonden, zonevreemde woningen zijn een lokale bevoegdheid. Mogelijkheden aanleg nieuwe infrastructuur - Meerdere jaren is er overleg over de aanleg van een collector door Bavikhove (verbinding Bavikhove langs achterzijde percelen Tiendemeersstraat) en van collector Vaarnewijk (langs Leie). Recentelijk werden daartoe met Aquafin en het Vlaamse Gewest (afdeling Natuur) afspraken gemaakt. In bijlage wordt het tracé van deze collectoren getoond. Nu blijkt dat in de betreffende voorschriften (natuurgebied art. 1.2 en agrarisch gebied art. 5.8) geen mogelijkheden zijn voor de aanleg van nieuwe nutsleidingen. Een verandering is gewenst om dergelijke projecten toch mogelijk te maken. Desnoods moeten de voorschriften weer per deelplan opgemaakt worden zoals in het voorontwerp (i.p.v. de huidige algemene voorschriften voor alle deelplannen) om lokale problematieken bij naam te kunnen noemen en bijgevolg lopende projecten mogelijk te maken. - Het RUP zal in bepaalde gevallen in strijd zijn met de zoneringsplannen, zeker in natuurgebied (art. 1.2). Wat dient te gebeuren als woningen IBA’s dienen te installeren of voor gezamenlijke waterzuivering dienen te zorgen volgens de zoneringsplannen? Bij de woningen langs de Tweede Aardstraat is daar enkel nog ruimte voor in natuurgebied, waar aanleggen van nieuwe nutsleidingen verboden is. Indien men individueel of gezamenlijk willen zuiveren, kan er geen nodige infrastructuur aangelegd worden. - Zoals in de toelichtingsnota p.33 vermeld wordt, behoort een fietsersbrug over de Leie tot de mogelijkheden. De plaats van de fietsersbrug wordt aangegeven tussen Goed Beaulieu en de meander in Bavikhove. Volgens stad Harelbeke is er een beter tracé voorhanden in het verlengde van de Kervijnstraat, over de Leie naar de Beverenbeek toe. In het RUP moeten de verschillende mogelijkheden voor de plaatsing van een fietsersbrug open blijven. In art.6 ‘gebied voor de rivier’ zijn werken inzake kruisende infrastructuren toegelaten, waaronder ook bruggen kunnen verstaan worden. Een brug bevindt zich echter niet alleen over de waterloop, er zijn ook aanloopstroken nodig aan beide zijden. Deze hebben hier als bestemming natuurgebied (art. 1.2) of gemengd open ruimte gebied (art. 3.2) waar alleen bestaande openbare wegen kunnen verlegd worden. Op die manier kan een nieuwe fietsbrug toch niet gerealiseerd worden. Een aanpassing van de voorschriften wordt gevraagd om dit mogelijk te maken. - Eenzelfde probleem stelt zich bij het toegankelijk maken van natuurgebied bv. in termen van educatie. Indien er over de Plaatsebeek bijkomende bruggetjes nodig zijn, dan kan dit niet via de huidige voorschriften. In art. 1.2 worden paden toegelaten, maar geen bruggetjes, dit wordt ook niet vermeld in de toelichtende ruimtelijke opties (toelichtingsnota p.43). Op het college van 11 december 2007 werd voorgaande nota aanvaard als voorstel van advisering en werd tevens de problematiek van het landbouwbedrijf Lesage besproken, dat door voormeld ontwerp RUP geen uitbreidingsmogelijkheden meer krijgt. Na verder onderzoek blijkt dat op kaart 5.4 in de toelichtingsnota het landbouwbedrijf Lesage, Kervijnstraat 79 te 8531 Bavikhove (paddestoelenkwekerij), niet aangeduid is als actieve landbouwzetel. De onbebouwde gronden aansluitend bij het landbouwbedrijf zijn in het natuurverwevingsgebied opgenomen. Aangezien in het natuurverwevingsgebied geen nieuwe gebouwen kunnen opgericht worden, worden de uitbreidingsmogelijkheden van dit bedrijf beperkt. Dit is in strijd met de tekst op p.64 in de toelichtingsnota, in de kolom ‘ruimtelijke opties’ waarin gesteld wordt: ‘Gebieden met overdruk natuurverweving zijn conform het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen en het decreet natuurbehoud te beschouwen als bouwvrije gebieden. De overdruk natuurverweving
wordt niet aangebracht over actieve landbouwbedrijven, inclusief een zekere uitbreidingsperimeter.’ De bedrijfszetel zelf is niet opgenomen in het natuurverwevingsgebied, doch is er geen rekening gehouden met een zekere uitbreidingsperimeter. In het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan wordt gesteld dat er langs de Leieoevers geen nieuwe bebouwing kan bijkomen. Zoals eerder gesteld zijn de grafische aanduidingen schematisch en exacte afstanden derhalve nog niet bepaald. De stad meent dat een bouwvrije zone van 50m vanaf de Leieoever ter hoogte van dit landbouwbedrijf, voldoende is om uitvoering te geven aan het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan. Dit is tevens zo opgenomen in het voorontwerp II gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Landelijk gebied rond Bavikhove en Hulste, waarin een zone van 50m langs de Leie bouwvrij gehouden wordt en het landbouwbedrijf derhalve een uitbreidingsperimeter van 40m behoudt t.o.v. de achtergevel van de loods. Concreet wordt gevraagd om het perceel 4de afdeling sectie A nr. 372v2 volledig uit het plangebied te sluiten. Op 10 december 2007 werd door Intercommunale Leiedal een vergadering georganiseerd om voorliggend ontwerp RUP te bespreken en na te gaan of er noodzaak was aan een streekstandpunt. Uit de vergadering bleek dat verschillende opmerkingen terugkeren bij verschillende gemeentes en er werd beslist dat Intercommunale Leiedal een streekstandpunt zal opstellen. Aangezien de betrokken gemeenteraden het ontwerp RUP dienen te adviseren en aangezien in verschillende gemeentes de advisering zeer kortelings in de gemeenteraad van december aan bod komt , is het praktisch gezien onmogelijk om het streekstandpunt eventueel te integreren in het advies van de gemeenteraad. Er werd als alternatief afgesproken dat Intercommunale Leiedal een streekstandpunt zal opmaken en dit naar de colleges van burgemeester en schepenen zal overmaken om te laten evalueren. Vervolgens zal Leiedal dit (aangepaste) streekstandpunt in eigen naam overmaken als opmerking of bezwaar in het openbaar onderzoek. Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen: - Besluit van de Vlaamse regering houdende voorlopige vaststelling van het ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Leievallei en open ruimte omgeving Kortrijk’ d.d. 12 oktober 2007; - art. 41 en 42 van het decreet houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening d.d. 18 mei 1999; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; Na beraadslaging in openbare zitting; Met 24 stemmen voor, 0 stemmen tegen en 0 onthoudingen; BESLUIT: Artikel 1: Het ontwerp van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Leievallei en open ruimte omgeving Kortrijk wordt gunstig geadviseerd mits het aanpassen aan de bemerkingen in voormelde nota van de stedenbouwkundig ambtenaar d.d. 10.12.2007 en mits het uitsluiten van de gronden van het landbouwbedrijf Kervijnstraat 79, 8531 Bavikhove uit het plangebied. Artikel 2: Deze gemeenteraadsbeslissing wordt opgestuurd naar de VLACORO, uiterlijk tegen 17 januari 2008.
6. Lokaal sociaal beleidsplan. Goedkeuring. Op grond van volgende overwegingen zowel feitelijke als juridisch : Het lokaal bestuur (gemeente en OCMW) dient voor 31.12.2007 een lokaal sociaal beleidsplan goed te keuren voor de jaren 2008 – 2013 waarin een omgevingsanalyse wordt vastgelegd; een geïntegreerde visie op het lokaal sociaal beleid wordt verwoord; en een meerjarenplan met betrekking tot de gewenste acties en inzet van de lokale middelen wordt vastgelegd. Daarnaast dient een taakverdeling tussen gemeente en OCMW omschreven en de wijze waarop de bevolking en de lokale actoren werden betrokken bij de opbouw van het plan. Op voorstel van de lokale stuurgroep lokaal sociaal beleid werden volgende deelterreinen opgenomen in het lokaal sociaal beleidsplan : het woonbeleid, het tewerkstellingsbeleid, het ouderenbeleid, de armoedebestrijding, de buurt- en wijkwerking, de kinderopvang en het lokaal beleid voor mensen met een handicap. De OCMW raad keurde op haar vergadering van 29.11.2007 het ontwerp van beleidsplan Lokaal sociaal beleid 2008-2013 goed. De stedelijke gezinsraad keurde op haar vergadering van 6.11.2007 het ontwerp van beleidsplan lokaal sociaal beleid 2008-2013 goed De stedelijke seniorenraad keurde op haar vergadering van 9.11.2007 het ontwerp van beleidsplan lokaal sociaal beleid 2008 – 2013 goed Het lokaal overleg kinderopvang keurde op haar vergadering van 12.12.2007 het ontwerp van beleidsplan lokaal sociaal beleid 2008 – 2013 goed Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen : Decreet van 19 maart 2004 betreffende het lokaal sociaal beleid Het besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 19 maart 2004 betreffende het lokaal sociaal beleid Decreet van 21 april 2004 houdende de stimulering van een inclusief Vlaams ouderenbeleid en de beleidsparticipatie van ouderen Het besluit van de Vlaamse regering van 4 mei 2007 houdende het lokaal beleid kinderopvang Om deze redenen; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; Na beraadslaging in openbare zitting ; Met 24 stemmen voor, 0 stemmen tegen en 0 onthoudingen; BESLUIT : Artikel 1. De gemeenteraad keurt het op heden voorgelegde en door de lokale stuurgroep ontwikkeld beleidsplan lokaal sociaal beleid 2008 – 2012 goed als volgt :
0. Managementsamenvatting
Met het decreet betreffende het lokaal sociaal beleid wil de Vlaamse overheid het lokaal bestuur (gemeentebestuur en OCMW) aanzetten tot het formuleren van een gezamenlijk meerjarig beleidsplan lokaal sociaal beleid. In dit plan staat de geïntegreerde visie van het stadsbestuur en het OCMW op het lokaal sociaal beleid. Harelbeke gaat hierbij voor een sociaal beleid dat pro-actief, inclusief, participatief, geïntegreerd, integraal en offensief is. Beide lokale besturen nemen hierbij in wederzijds overleg hun verantwoordelijkheid. In het beleidsplan worden de strategische en operationele doelstellingen die het lokaal bestuur zich stelt voor de jaren 2008 – 2012 neergeschreven op volgende deelterreinen : het woonbeleid, het tewerkstellingsbeleid, het ouderenbeleid, de armoedebestrijding, de buurt- en wijkwerking, de kinderopvang en het lokaal beleid voor mensen met een handicap. Harelbeke wist een primeur voor Vlaanderen te realiseren met de uitbouw van een sociaal huis als digitaal netwerk waarbij 6 sociale loketten (het onthaal van het OCMW, de stedelijke informatiedienst, de dienst burgerzaken, het woonloket, de werkwinkel en de stedelijke welzijnsdienst) met elkaar worden verbonden. Dit netwerk maakt het mogelijk om de informatie over de verschillende soorten dienstverlening via elk van deze loketten beschikbaar te stellen aan de inwoners van onze stad. Bijzonder hieraan is dat de dienstverlening van verschillende besturen (stadsbestuur, OCMW, VDAB, PWA) op elkaar afgestemd wordt. De samenwerking tussen beide lokale besturen werd vastgelegd in een samenwerkings-overeenkomst waarbij de taakverdeling tussen beide besturen wordt vastgelegd en de manier waarop afstemming wordt bekomen tussen beiden. De monitoring van het lokaal sociaal beleidsplan gebeurt in diverse werkgroepen volgens een identieke boordtabel. Bij de opmaak van het beleidsplan werden naast de eigen mandatarissen en ambtenaren ook het particuliere welzijnswerk en de burgers betrokken via diverse advies- en overleggroepen en via een aantal open sociale fora.
Hoofdstuk 1. Analyse 1.1. Omgevingsanalyse In Harelbeke is er al enkele jaren wat expertise opgebouwd in het verzamelen van cijfers als beleidsondersteuning. Bovendien hebben het stadsbestuur en het OCMW in de aanloop van het plan er voor gekozen de stedelijke welzijnsdienst een centrale rol te geven bij de opbouw van de verschillende sectorale plannen van zowel het stadsbestuur én het OCMW. Hierdoor kan meer afstemming tussen de verschillende deelplannen worden gerealiseerd. Deze afstemming wordt trouwens ook nagestreefd tussen de vele sectorale plannen en het strategisch meerjarenplan van de stad en het OCMW. Voor de opmaak van de analyse hebben we gebruik gemaakt van recent analysemateriaal zoals : Analyse zorgstrategisch plan (2006) analyse in kader van de opmaak van het lokaal woonplan (2005) tweejaarlijkse Socio-demografische nota’s (2004,2006) Analyse beleidsplan kinderopvang (2007) Analyse tewerkstellingsgegevens vanuit het bovenlokaal tewerkstellingsforum (tweemaandelijks) Analyse vanuit het tevredenheidsonderzoek bij OCMW cliënten (2006) Analyse vanuit een participatief werklozenonderzoek (2006) Analyse vanuit de werking van de buurtwerkingen (input buurtbewoners) Op de site van de stedelijke welzijnsdienst zijn deze diverse plannen raadpleegbaar.
Naast het objectief materiaal is er ook altijd een permanente input geweest van de vele diensten die thematisch betrokken zijn. Naast het objectief cijfermateriaal is het ook belangrijk om de algemene tendenzen en uitdagingen die zich aftekenen voor de toekomst in beeld te brengen. Mark Suykens, directeur van de Vereniging voor Vlaamse steden en gemeenten omschreef in een nota van april 2007 de inhoudelijke materies die nu extra aandacht vragen (met wat moeten lokale besturen bezig zijn?) en de wijze waarop de lokale besturen zich hiervoor moeten organiseren (hoe moeten ze dat doen?). De missie vanuit het gemeentedecreet : “Naar een duurzame gemeente met een sociaal beleid”. De uitdagingen voor het lokaal bestuur voor de volgende legislatuur (en verder) staan nu meer dan duidelijk en gebald geformuleerd in het gemeentedecreet : “De gemeenten beogen om op het lokale niveau bij te dragen tot het welzijn van de burgers en tot de duurzame ontwikkeling van het gemeentelijk gebied.” De inhoudelijke uitdagingen Een vitaal ouderenbeleid De toenemende vergrijzing is gekend. De impact ervan op de lokale samenleving kan moeilijk onderschat worden en gaat veel verder dan het intensifiëren van een zorgbeleid, het betreft alle domeinen van het lokaal beleid. Het lokaal bestuur zal hier een breed ouderenbeleid moeten uittekenen voor de komende jaren Een veilige en leefbare gemeente : maatschappelijke veiligheid Burgers en besturen vinden een veilige en leefbare (sociale) woon- en werkomgeving belangrijk. Het komt er op aan via een doortastend integraal veiligheidsbeleid de juiste partners te engageren en een goede mix te vinden tussen preventie, algemeen ondersteunend beleid, repressie en eventuele nazorg. Maatschappelijke integratie om de duale samenleving tegen te gaan Ondanks de hoge welvaart in Vlaanderen blijven mensen uitgesloten uit onze samenleving. Daarom moeten lokale besturen inzetten op een sterk lokaal sociaal beleid met accenten op onderwijs, wonen, werken en een diversiteits- en integratiebeleid. Duurzaam en betaalbaar wonen Goed en betaalbaar wonen is nog steeds niet gegarandeerd voor iedereen. Het lokaal bestuur heeft hier een belangrijke opdracht. De Vlaamse wooncode biedt hiervoor immers de instrumenten. Het lokaal bestuur moet impulsen geven voor aangename wijken, leefbare buurten met een sterk sociaal weefsel en goede mix van groen, pleinen en ontmoetingsruimten. Nieuwe jobs voor lokale noden Sociale economie wil tewerkstellingskansen bieden aan werkzoekenden die op de reguliere arbeidsmarkt niet de kansen krijgen waarop ze recht hebben enerzijds en dienstverlening bieden aan de burgers die op dit moment (nog) niet ingevuld wordt door de reguliere sector anderzijds. De lokale overheid moet hierbij optreden als regisseur voor de verdere ontwikkeling van de sociale economie. Een flankerend onderwijsbeleid Het lokaal bestuur dient alle lokale lerenden en in het bijzonder de lokale kansengroepen te ondersteunen bij het behalen van een kwalificatie die toegang geeft tot hetzij een hoger onderwijsniveau, hetzij de arbeidsmarkt. Het lokaal bestuur dient hier een coördinerende en stimulerende rol op te nemen.
Bestuurlijke uitdagingen Investeren in modern overheidsmanagement Het gemeentedecreet kiest resoluut voor een modern overheidsmanagement met actuele beheersinstrumenten, ingegeven door de internationale trends van het “new public management”. Dit moet zorgen voor een effectief, efficiënt, snel, open en kwalitatief hoogstaand beleid. Dit veronderstelt een daadwerkelijk engagement van het bestuur. Systematische samenwerking tussen gemeente en OCMW Het geheel van sociale dienst- en hulpverlening dat in Vlaanderen werd uitgebouwd, is indrukwekkend maar tegelijk ook bijzonder complex. Het OCMW blijft het ultieme sluitstuk van ons stelsel van sociale zekerheid. De zorg voor zij die uit de boot vallen blijft primordiaal voor elk lokaal bestuur. Een coherent sociaal beleid op gemeentelijk vlak begint bij overleg en afstemming tussen OCMW en gemeente en tussen de diensten van beide lokale besturen. Bewust kiezen voor intergemeentelijke samenwerking In de toekomst wordt intergemeentelijke samenwerking belangrijker. Dit kan op drie niveaus. Een eerste niveau van samenwerken betreft onderling afspraken maken over lokale taken. Het tweede niveau is daar waar lokale besturen samenwerken met buurgemeenten omdat de reikwijdte van een problematiek, van een voorziening, van een initiatief de gemeentegrenzen te boven gaat. Een derde niveau is streekproblematieken van onder uit, vanuit de gemeenten en OCMW’s samen aanpakken. Regie en coördinatie door lokale besturen Het feit dat de lokale overheid steeds meer verantwoordelijk wordt gesteld voor de gehele lokale samenleving brengt met zich mee dat de wijze van haar aansturing moet evolueren. Lokale overheden die sturend willen optreden, worden in toenemende mate gedwongen om te werken aan draagvlakken met alle belanghebbenden t.a.v. een bepaald thema of een welbepaalde problematiek en daarbij op te treden als netwerkmakelaar. Waardering en versterking van de zelforganisatie van bewoners en van het vrijwilligerswerk De gemeentelijke overheid zal initiatieven van burgers moeten stimuleren, faciliteren en ondersteunen. Daardoor schept zij ruimte voor het opnieuw groeien van burgerlijke verantwoordelijkheid voor het publieke domein. Dat betekent dat ook aan de burgers en organisaties gevraagd mag worden verantwoordelijk te willen zijn en verantwoordelijkheid te nemen en verder te kijken dan het eigen erf. Sterk politiek leiderschap Mandatarissen zijn volksvertegenwoordigers die als medebewoners het vertrouwen krijgen om namens (een deel van) de bevolking beslissingen te nemen. Dat veronderstelt sterke gemeenteraden en bewogen, betrokken en bestuurskrachtige besturen.
1.2. procesanalyse
Stuurgroep Lokaal sociaal beleid Het gehele proces van de opmaak, de redactie en later ook de opvolging van het lokaal sociaal beleidsplan gebeurde door een politiek/ambtelijk overleg Er werd in 2002 een stuurgroep opgericht bestaande uit: De voorzitter van het O.C.M.W. en de schepen van sociale zaken Het diensthoofd van de sociale dienst van het O.C.M.W. en het diensthoofd van de stedelijke welzijnsdienst De voorzitter van de gemeenteraadscommissie welzijn De stafmedewerker van het regionaal welzijnsconsortium
Deze stuurgroep is het centrale beleidsforum bij de ontwikkeling van het plan. Na iedere fase van het project wordt terug gekoppeld naar deze stuurgroep. De stuurgroep kwam ongeveer tweemaandelijks samen. Een ambtelijke taakgroep zorgt voor het voorbereidende werk en de uitvoering van de taakafspraken. Deze taakgroep is samengesteld uit: Diensthoofd sociale dienst O.C.M.W. Diensthoofd stedelijke welzijnsdienst Stafmedewerker van vzw Welzijnsconsortium, een arrondissementele overlegtafel tussen de lokale besturen en het particulier welzijnswerk. (Op die manier proberen we het lokale project ook te toetsen aan wat in het arrondissement gebeurt rond deze thematiek). De algemene coördinatie van het project berust bij Martin Vandebuerie, diensthoofd van de stedelijke welzijnsdienst. Structuurschema project “Lokaal Sociaal Beleid en Sociaal huis in Harelbeke” OCMW raad
Gemeenteraad
Overlegcomité Administratie
Administratie
Sociale dienst
Stuurgroep : Politiek – ambtelijk Overleg Voorzitter, secretaris en diensthoofd sociale dienst OCMW, Schepen sociale zaken, diensthoofd stedelijke welzijnsdienst en voorzitter gemeenteraadscommissie welzijn.
Stedelijke welzijnsdienst
1. taakgroep “lokaal sociaal beleid” Micheline Decuypere (OCMW) Martin Vandebuerie (stadsbestuur) Ann Sophie Maes (welzijnsconsortium)
Sociale fora Teneinde terug te koppelen naar enerzijds het particuliere welzijnswerk en anderzijds naar de inwoners van de stad werd tweemaal per jaar een sociaal forum georganiseerd dat telkens druk werd bijgewoond. (gemiddeld 60 à 80 deelnemers). Op dit sociaal forum werd de vooruitgang bij de opmaak van het plan toegelicht en werden specifieke thema’s verder uitgewerkt. Er wordt nu een formule gezocht om ook tijdens de verdere legislatuur de communicatie met het particuliere welzijnswerk en de burger verder te onderhouden. Thematische overleggroepen De vele bestaande thematische advies- en overleggroepen in onze stad (zie overzicht bij pt. 5.2.) werden volop betrokken bij de opmaak van het plan. De deelthema’s werden
meestal samen met hen uitgewerkt. Er werd van bij het begin gekozen om deze bestaande advies- en overleggroepen hiervoor te activeren eerder dan nieuwe overlegstructuren in het leven te roepen in functie van de opbouw van het plan. Thematische participatieacties Bij bepaalde thema’s werden specifieke participatieacties opgezet. Zo konden we op een ouderenbeleidsdenkdag zo’n 100 mensen verwelkomen om mee te denken over het uittekenen van het ouderenbeleid voor onze stad. Dienstoverstijgend overleg sociaal huis In het kader van de uitbouw van het digitaal netwerk sociaal huis werd een dienstoverstijgend overleg opgestart met de diensthoofden van de 6 betrokken loketten. Ongeveer om de 2 maanden kwamen ze samen om het project verder vorm te geven. Afstemmingsvergadering Op 06.06.2007 werd een afstemmingvergadering belegd met de verschillende coördinerende ambtenaren in de diverse deelterreinen. Deze afstemmingsvergadering liet toe een zicht te krijgen op raakpunten, linken en kruisverbanden. Ouderenbeleid en woonbeleid (gedeelde agenda: levenslang wonen, kwaliteitsvolle woonomgeving, afstemming wonen & zorg, ruimtelijke sociale planning) Verkenning / prospectie niches voor sociale economie binnen woonbeleid (energiesnoeiers, kleine woningaanpassingen…) en ouderenzorg (woonzorgdienstverlening…) Visie-ontwikkeling en operationalisering rond het planningsconcept van de woonzorgzones, opstap naar een gebiedsgericht beleid, buurtmanagement / een nieuwe toekomst voor de buurt- en wijkwerking? Gedeelde en gedragen visie op de verdere ontwikkeling van de initiatieven in de sociale economie (spanning werk – niet werk, spanning schaalgrootte en draagkracht vb. t.a.v. hoge conjunctuurgevoeligheid, onzekerheid bij risicoondernemen, slaagkans aanboren nieuwe niches…) Mogelijkheden van buurtgerichte inzet ter ondersteuning van sociale netwerken / zorgnetwerken Armoede en woonbeleid (kwaliteit huurwoningen, woonprogramma met sociale bouwmaatschappijen, diversiteit in typologieën in kwalitatieve woonomgeving, renovatiebegeleiding, slechte kwaliteit van de huurmarkt, mogelijkheden van het energiefonds, voorschotten op premies?…) Toegankelijkheid (levenslang wonen, arbeidszorg versus sociale economie, toegankelijkheidstoets…) Ontwikkeling toekomstpiste van een stedelijke woonregie?
Hoofdstuk 2. Geïntegreerde visie op het lokaal sociaal beleid in Harelbeke 2.1. Stadsbestuur : In de loop van de opbouw van het lokaal sociaal beleidsplan, werkte het stadsbestuur van Harelbeke ook aan zijn strategisch meerjarenplan. In het kader hiervan werd een missie en een visie voor de stad neergeschreven. Missie van het stadsbestuur : Het stadsbestuur van Harelbeke is een lokaal openbaar bestuur van een Zuid-WestVlaamse stad met meer dan 26.000 inwoners in de rand van een centrumstadKortrijk gelegen in de sterk verstedelijkte Leievallei. De organisatie staat in voor de voorbereiding en uitvoering van een beleidsprogramma dat vastgelegd wordt door een verkozen
gemeenteraad. Dit programma draagt bij tot de welvaart en het welzijn, in hun breedste betekenis, van alle inwoners van Harelbeke. Visie stadsbestuur : Het stadsbestuur wil ten volle bijdragen tot het welzijn van de huidige en toekomstige inwoners en tot een duurzame ontwikkeling van de stad. Zij wil dit doen in voortdurende samenspraak tussen mandatarissen, medewerkers ambtenaren en inwoners met de duidelijke ambitie hierbij de middelmaat te overstijgen. . Het stadsbestuur wil zodoende Harelbeke maken tot een warme, open, veilige en nijvere stad op mensenmaat, met een bekwaam en geëngageerd bestuur en dito medewerkers, waar het aangenaam leven, wonen, werken, leren en genieten is voor alle inwoners. 2.2. OCMW Ook het OCMW maakte een oefening om de missie, de visie en de waarden van het OCMW neer te schrijven in het kader van de opmaak van zijn meerjarenplan. Missie - visie - waarden
MISSIE OCMW HARELBEKE
VISIE
Het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn is in Harelbeke de motor van het sociaal– en ouderenbeleid in nauw overleg met het stadsbestuur, onze belangrijkste partner.
Het OCMW wil
Onze basisopdracht is bijdragen tot een menswaardig leven voor elke inwoner van Harelbeke. Opdrachten die ons bij wet en decreet worden toevertrouwd voeren wij op een correcte wijze uit.
o
o
o
o De dienstverlening is gericht op ondersteuning bij financiële problemen, maar bestaat ook uit begeleiding op het vlak van administratie, huisvesting, tewerkstelling en algemeen welzijn. Het OCMW heeft ook een bijzondere opdracht naar de ouderen in de Harelbeekse gemeenschap. Deze opdracht is gericht op het aanbieden van een brede waaier aan thuiszorg en de opvang en begeleiding in woon- en zorgcentra. Raadsleden, leidinggevenden en medewerkers werken op een
o o
o
o
de voortrekkersrol blijven spelen bij de verdere uitbouw van het ouderen- en sociaal beleid hierbij voortdurend initiatief nemen om wat bestaat te verbeteren en om vernieuwing en nieuwe methoden in de praktijk om te zetten via informatie, ondersteuning en aanbod van diensten de eigen competenties van de doelgroepen aanspreken en versterken vrijwilligers een belangrijke plaats geven in onze dienstverlening efficiënt, effectief en resultaatsgericht werken de eigen organisatie verder uitbouwen op de principes van moderne bedrijfsvoering bekwame en gemotiveerde medewerkers aanwerven, vormen, ondersteunen en evalueren met het oog op een prima uitvoering van hun opdracht, in onderlinge medeverantwoordelijkheid instrumenten ontwikkelen om goed te communiceren zowel intern als naar de maatschappij toe
enthousiaste wijze samen en respecteren daarbij belangrijke waarden. WAARDEN Iedereen die betrokken is bij onze organisatie werkt vanuit een menselijke bewogenheid en is het eens met volgende waarden: o o o o o o o o o
alle mensen, zonder onderscheid, kunnen bij ons terecht en worden op weg geholpen wij werken samen met de mensen die bij ons steun zoeken op basis van de keuzes die zij zelf maken leidinggevenden en medewerkers nemen hun verantwoordelijkheid op en krijgen daartoe de ruimte de raad en de verantwoordelijken kiezen voor duurzame oplossingen iedereen mag zichzelf zijn en er is plaats voor verscheidenheid we proberen de dingen steeds juist te doen en zijn rechtvaardig in de onderlinge samenwerking we handelen inzake uitgaven en inkomsten zoals we zouden doen voor onszelf en dit met gezond verstand we leggen het onszelf op om voortdurend open te staan om ons werk en onze samenwerking te verbeteren ieder die bij onze organisatie betrokken is, draagt bij tot goed teamwork en het bereiken van goede resultaten
2.3. samenwerkingsakkoord stadsbestuur – OCMW In het samenwerkingsakkoord tussen het stadsbestuur en het OCMW dat in 2001 werd ondertekend, in 2004 en nogmaals aangepast in 2007 werd de gezamenlijke visie t.a.v. het lokale beleid in onze stad reeds uitgetekend : ‘Het welzijnsbeleid moet gedragen worden door OCMW én stadsbestuur. Beide lokale besturen hebben zowel strategische als operationele taken binnen het lokaal Sociaal Beleid. Beide besturen engageren zich om gezamenlijk na te denken over het lokaal welzijnsbeleid en om samen, en niet naast of tegen elkaar, het lokale welzijnsbeleid vorm te geven. Beide besturen streven hierbij naar een zo groot mogelijke integratie van hun taken. De coördinatie van het lokale welzijnsbeleid is een uitdrukkelijke gezamenlijke opdracht voor beide lokale besturen. Voor het lokale welzijn streven beide lokale besturen een pro-actief, inclusief, participatief, geïntegreerd, integraal en offensief beleid na; Pro-actief: Het welzijnsbeleid wordt niet opgebouwd als een opeenstapeling van antwoorden op individuele vragen en behoeften maar vertrekt vanuit duidelijke analyses, uitgewerkte strategieën en streeft doelmatigheid en effectiviteit na. Preventief werken bekleedt hierbij een belangrijke plaats. Inclusief: Het lokale welzijnsbeleid houdt zich niet alleen bezig met de concrete zorgvraag maar probeert op alle lokale werkterreinen hefbomen te creëren voor een groter algemeen welzijn van de inwoners van Harelbeke.
Participatief: Het lokale welzijnsbeleid wordt zoveel mogelijk uitgebouwd in samenspraak met de betrokkenen, die allen mee een verantwoordelijkheid hierbij dragen. Geïntegreerd: Niet alleen het stadsbestuur en het O.C.M.W. zijn actief op het lokale Welzijnsterrein, ook heel wat particuliere diensten. Via diverse beleidsnetwerken wordt het beleid zoveel mogelijk in samenspraak met deze partners uitgebouwd. Integraal: Alle levensdomeinen zijn onderwerp van het welzijnsbeleid. Offensief: Het lokale welzijnsbeleid is geen oplapbeleid maar probeert op een offensieve manier de lokale samenleving te beïnvloeden in de richting van een zorgzame maatschappij, waar de nodige aandacht bestaat voor iedere inwoner zonder enig onderscheid. Beide besturen hebben wettelijke en optionele taken inzake welzijn. Door gezamenlijk afspraken te maken en samen te werken, kan overlapping worden voorkomen, afstemming gerealiseerd en concurrentie tegen gegaan worden. Voor de burger is niet de bevoegdheidsdiscussie van belang maar de kwaliteit van de dienstverlening, de vlotte bereikbaarheid en de toegankelijkheid. Integratie van de beleidsvoorbereiding. In het samenwerkingsakkoord werden meteen ook afspraken vastgelegd inzake een gezamenlijke beleidsontwikkeling. De stedelijke welzijnsdienst kreeg in deze een bijzondere rol : Teneinde meer afstemming te realiseren op het vlak van de beleidsvoorbereiding tussen de verschillende lokale beleidsplannen en tussen de twee lokale besturen onderling en teneinde hierbij aan geïntegreerde competentieopbouw te doen ten dienste van beide lokale besturen krijgt de stedelijke welzijnsdienst een beleidsvoorbereidende opdracht mee zowel naar het stadsbestuur toe als naar het OCMW. De stedelijke welzijnsdienst krijgt als opdracht de twee lokale besturen te ondersteunen bij hun beleidsvoorbereiding en beleidsuitvoering. Het opdrachtgevend lokaal bestuur kan dus zowel het stadsbestuur als het OCMW zijn; beide besturen blijven hierbij ten volle eigenaar van het beleidsproduct en het beleidsproces en zijn de autonome opdrachtgever in deze van de stedelijke welzijnsdienst. De taken van de stedelijke welzijnsdienst in deze zijn : ° de opmaak van de noodzakelijke analyses en dataverzameling ° opvolgen van de wettelijke en procedurele voorschriften terzake ° het geven van adviezen ( op vraag van stadsbestuur of OCMW of op eigen initiatief). ° het uitschrijven van nota’s en rapporten gevraagd door voogdij-, beleids- of subsidiërende instanties. ° het organiseren en bijwonen van overlegvergaderingen op vraag van één of beide besturen in het kader van het sociaal huis of het lokaal sociaal beleid. ° rapportering in functie van de beleidsdocumenten ° instaan voor contacten met derden, coördinatie en rapportering van voorbereidende vergaderingen ° het effectief uitschrijven van het beleidsdocument ° projectontwikkeling en externe fondsenwerving ° uitwerking en opvolging van samenwerkingsovereenkomsten van stad en OCMW ° garanderen van dwarsverbindingen tussen de betrokken beleidsplannen De coördinatie en de toewijzing van deze opdrachten berust bij de stuurgroep lokaal sociaal beleid 2.4. Het netwerk sociaal huis in Harelbeke
In het decreet op het lokaal sociaal beleid wordt het sociaal huis omschreven in hoofdstuk IV, artikels 8,9 en 10. Hierbij wordt gesteld dat het lokaal bestuur met het oog op de realisatie van een maximale toegankelijkheid van de dienstverlening voor elke burger en een optimaal bereik van de beoogde doelgroep een sociaal huis moet realiseren dat minimaal een informatie-, loket- en doorverwijsfunctie heeft. Het sociaal huis heeft de opdracht zo ruim mogelijk informatie te verstrekken over onder meer de mogelijke opvang- en hulpvormen en bestaande voorzieningen, die opvang en hulp aanbieden op het lokale en regionale niveau. De loketfunctie van het sociaal huis wordt gerealiseerd door het minimaal tot stand brengen van een gezamenlijk loket dat op een geïntegreerde wijze toegang verschaft tot de sociale dienstverlening van het lokaal bestuur. De doorverwijsfunctie van het sociaal huis wordt gerealiseerd door het tot stand brengen van een ruime samenwerking met lokale actoren. Meerdere malen werd onderstreept dat het sociaal huis niet dient gezien als “één gebouw”. Ook Minister Vervotte stelde onomwonden in haar omzendbrief : “Het sociaal huis is voor mij een systeem waarbij tussen het OCMW, het gemeentebestuur en andere lokale partners die op dit terrein een aanbod verzorgen, afspraken gemaakt worden opdat de burger met zijn vraag op de juiste plaats terecht kan en zo snel mogelijk het juiste antwoord krijgt. Niet de burger moet zich organiseren op de diverse diensten, maar de diensten op de burger.” Afstemming en toegankelijkheid realiseren door een digitaal netwerk van 6 éénloketten In Harelbeke wil men een eigen lokale invulling geven aan het sociaal huis zoals neergelegd in het decreet op het lokaal sociaal beleid. Er wordt gekozen om de bestaande toegangspoorten bij het stadsbestuur en het OCMW voor sociale informatie, hulp en zorg op elkaar af te stemmen via een digitaal netwerk. Een eerdere denkpiste om alle sociale dienstverlening samen te zetten, was immers zowel financieel als politiek niet haalbaar gebleken. Op die manier worden 6 bestaande en nog verder te ontwikkelen één-loketten letterlijk met elkaar verbonden ; de stedelijke informatiedienst, het onthaal van het OCMW, de stedelijke welzijnsdienst, de werkwinkel, de dienst burgerzaken en het woonloket.
De stedelijke informatiedienst : De stedelijke informatiedienst aan de ingang van het stadhuis blijft hoe dan ook voor velen de eerste toegangspoort voor algemene informatie. Uit onze ervaring weten we dat daar ook heel wat vragen terecht komen met een sociaal aspect. Ook in het verleden bleek het belangrijk de informatiedienst goed in te lichten over het bestaande sociale aanbod. Hier kan men dus terecht voor alle bestuurlijke informatie. Het onthaal van het OCMW : Het OCMW bouwde een nieuw onthaal aan de ingang van het OCMW gebouw, waar de administratieve diensten, de sociale dienst maar ook het dienstencentrum zijn gehuisvest. Dit onthaal werd nu een algemene toegangspoort voor alle OCMW dienstverlening waar men terecht kan voor alles i.v.m. zorg en hulp. De stedelijke welzijnsdienst : De stedelijke welzijnsdienst van Harelbeke is in een apart gebouw gehuisvest. Alle stedelijke taken inzake welzijn zijn er verenigd : aanvraag pensioenen en sociale toelagen, buurt- en wijkwerking, Noord-Zuidwerking, kinderopvangbeleid, gezondheidsbeleid, sociale economie, woonbeleid, beleid voor mensen met een handicap,… De werkwinkel : Ook de werkwinkel is op de stedelijke welzijnsdienst gehuisvest. De werkwinkel is het één-loket voor alles wat te maken heeft met tewerkstelling. Diverse partners zitten er samen : V.D.A.B., stad, OCMW, PWA, sociale economieprojecten. Hier kan men dus terecht voor alles over werken. De dienst burgerzaken : Op de dienst burgerzaken, op het stadhuis gehuisvest kan men terecht voor alle zaken die verband houden met identiteit, burgerlijke stand, mar ook zaken die verband houden met vreemdelingen. Het woonloket : De technische dienst heeft nu vooral een aanbodgerichte technisch/administratieve dienstverlening voor wat betreft huisvesting. Vanuit een lokaal woonplan zal deze dienst nu evolueren naar een vraaggerichte één-loket waar de burger terecht kan voor alles over wonen.
Een productencatalogus
In samenwerking met de intercommunale Leiedal en met Europese fondsen werd een digitale productencatalogus uitgewerkt waarbij de verschillende producten van de 6 éénloketten worden opgelijst en waarbij basisinformatie over deze producten wordt samengebracht. Op die manier kan men via een reeks handige zoekfuncties en via diverse ingangspoorten over alle producten vanuit elk loket basisinformatie aan de burger meegeven. Voor een aantal eenvoudige producten wordt nu bekeken in hoeverre ze door alle loketten kunnen verstrekt worden. Andere, meer complexe, producten blijven beperkt tot één loket, waarnaar eventueel dient doorverwezen. De productenlijst wordt gekoppeld aan on-line aanvraagformulieren, de vigerende wetgeving, een mail-systeem tussen de verschillende medewerkers van de onderscheiden loketten. Zodoende kan bij een gerichte doorverwijzing reeds de basisinformatie worden meegegeven, kan een afspraak gemaakt worden met het desbetreffende loket en weet de cliënt eventueel welke informatie hij dient mee te brengen. Diverse uitbreidingsmodules bij het systeem worden nu reeds overwogen: 1. uitbreiding naar producten van externe particuliere aanbieders. 2. Opening van een deel van het intranet naar een e-loket. Bekeken zal dan worden welke producten via internet kunnen worden aangeboden. On-line invulformulieren moeten het mogelijk maken dat gebruikers een stuk van de dienstverlening kunnen opvragen vanuit hun computer thuis. Dienstoverstijgend overleg, administratieve en logistieke support, vorming en opleiding Naast de uitbouw van het digitaal netwerk sociaal huis worden nog diverse initiatieven genomen die de afstemming van de 6 één-loketten moet bevorderen. Zo is er een tweemaandelijks dienstoverstijgend overleg waar de diensthoofden van de 6 éénloketten hun werking verder op elkaar afstemmen. De medewerkers van de 6 éénloketten brachten ook al een bezoek aan elkaars loket, zodat ze elkaar leerden kennen en de dienstverlening die er gebeurt. Er worden kijkstages gepland waarbij medewerkers van één loket een tijdje kunnen meedraaien in een ander loket,… Er wordt ook gewerkt aan een vormingsprogramma voor de medewerkers in de diverse loketten, dat gezamenlijk kan doorlopen worden. Dit zou ondermeer de thema’s klantvriendelijk onthaal, werken met de sociale kaart en gerichte doorverwijzing bevatten. De ondersteuning zowel administratief, beleidsmatig als logistiek van het netwerk gebeurt door de stedelijke welzijnsdienst.
Hoofdstuk 3. Meerjarenplan met betrekking tot de gewenste acties en inzet van de lokale middelen Het lokaal sociaal beleid maakt integraal deel uit van het globale stedelijke beleid. De krachtlijnen van dit lokale beleid zijn terug te vinden in enerzijds het strategisch meerjarenplan van de stad en anderzijds het meerjarenplan van het OCMW. Het lokaal sociaal beleidsplan geeft verdieping aan de prioritaire deelterreinen van de sociale dimensie van dit globale beleid. Door de stuurgroep werden volgende 7 deelterreinen uitgewerkt :
Lokaal Lokaal Lokaal Lokaal Lokaal Lokaal Lokaal
woonbeleid tewerkstellingsbeleid ouderenbeleid beleid voor armoedebestrijding beleid voor buurt- en wijkwerking beleid voor kinderopvang beleid voor mensen met een handicap
1. lokaal ouderenbeleid Missie Het lokaal bestuur wil meebouwen aan een warme stad op mensenmaat waar iedereen ten volle kan deelnemen aan het maatschappelijk gebeuren. Aan de oudere inwoners van onze stad willen we in samenspraak met andere betrokken partners en met de ouderen zelf, een ruim pakket aan dienstverlening op maat uitbouwen vertrekkend vanuit de competenties van de oudere zelf en vanuit een inclusieve gedachte. Hierbij willen we zorgen dat de oudere zich zo lang mogelijk thuis en in zijn omgeving kan handhaven via zorg op maat. Wanneer de thuiszorg ontoereikend blijkt, garanderen wij kwaliteitsvolle initiatieven van transmurale en intramurale zorg . De afstemming tussen al deze zorgvormen is hierbij een belangrijk aandachtspunt. Strategische doelstelling 1. Het ouderenbeleid in Harelbeke is inclusief, geïntegreerd en integraal. 1.1. Het sociale netwerk in onze stad wordt versterkt en hersteld waar nodig. 1.2. Er worden ondersteunende initiatieven genomen zodat er in de diverse wijken een voldoende sociale mix van functies aanwezig is, waar ook minder mobiele mensen terecht kunnen voor basis dienstverlening. Voor de dienstverlening die niet terug te vinden is in het centrum van de wijk worden initiatieven genomen om deze dienstverlening dichter bij de mensen te brengen. 1.3. In de algemene en sectorale beleidsplanning van onze stad krijgen de ouderen voldoende en waar nodig specifieke aandacht.
1.4. Ouderen vinden voldoende, duidelijke, én doorzichtige informatie over de diensten en voorzieningen die ten voordele van henzelf zijn opgericht, en ook over alle andere belangrijke vormen van lokale dienstverlening, zodat zij ter bevrediging van hun eigen noden en behoeften een vrije en verantwoorde keuze kunnen maken. 1.5. Het OCMW neemt uitdrukkelijk de taak op zich van coördinator van het ouderenbeleid in onze stad. 1.6. Het stadsbestuur zal in samenspraak met het OCMW initiatieven ontwikkelen om de aanpassing van woongelegenheden aan stijgende zorgbehoevendheid te faciliteren. 1.7. Het stadsbestuur en het OCMW zullen de principes van het levenslang wonen promoten in Harelbeke. 1.8. De mobiliteit van ouderen zal verhoogd worden door de aanpassing van de bestaande mobiliteitsmogelijkheden en het uitwerken van specifieke initiatieven als de bestaande reguliere mogelijkheden ontoereikend zijn. Strategische doelstelling 2. Er is in Harelbeke voldoende aandacht voor de ouderen in de algemene culturele programmatie en in de maatschappelijke vorming en daarnaast is er ook een specifieke programmatie naar ouderen toe. 2.1.
Het algemene culturele aanbod in Harelbeke wordt toegankelijker voor ouderen
2.2. Naast de algemene culturele programmatie wordt er ook een specifieke culturele programmatie opgezet voor ouderen Strategische doelstelling 3. Er zijn voldoende voorzieningen voor extra-murale zorg beschikbaar in Harelbeke 3.1. Binnen de algemene poetsdienst van het OCMW zal steeds een specifieke aandacht gaan naar een betaalbaar en kwalitatief aanbod naar ouderen en dit binnen een globale visie op thuiszorg. 3.2. Het OCMW zal er naar streven de thuiszorg zo optimaal mogelijk te laten verlopen met het oog op een verlengd verblijf in de eigen woonomgeving. 3.3. Het OCMW garandeert een kwalitatief verzorgde thuisbedeelde maaltijd voor elke oudere die hierom vraagt en dit in eigen beheer of in samenwerking met particuliere aanbieders. 3.4. Het OCMW zal, aanvullend aan het particuliere aanbod terzake, de vereiste noodoproepsystemen ter beschikking stellen aan zorgbehoevende ouderen waarvan de zorgvraag dit vereist. 3.5.
Het OCMW ondersteunt de mantelverzorgers die een zorgbehoevende verzorgen.
3.6. Met het aanbieden van een aantal thuiszorgondersteunende diensten en de organisatie van activiteiten wil het lokaal dienstencentrum zijn gebruikers helpen om zo lang mogelijk zelfstandig te kunnen blijven wonen in hun woning 3.7. Via de realisatie van het sociaal huis als digitaal netwerk van 6 burgernabije sociale loketten van stadsbestuur en OCMW wordt alle informatie i.v.m. het aanbod voor ouderen meer toegankelijk gemaakt.
Strategische doelstelling 4. De transmurale zorg is goed uitgebouwd in Harelbeke. 4.1.
Het OCMW wil het aantal beschermde woongelegenheden voor ouderen uitbreiden
4.2. Het OCMW wil via de dienstencentra thuiszorgondersteunend werken naar de ouderen in de omgeving. 4.3. 4.4.
Het OCMW wil zijn thuiszorgondersteuning beter spreiden over de stad. Het OCMW wil een dagverzorgingscentrum realiseren
4.5.
Het OCMW wil de bestaande dienstverlening meer bekendheid geven zodat er meer gebruik van gemaakt wordt door de ouderen in Harelbeke. Strategische doelstelling 5. Wanneer de extra-murale en de transmurale zorg ontoereikend blijkt vinden de ouderen aangepaste en kwaliteitsvolle woongelegenheden met zorg op maat in Harelbeke. 1.1. Het OCMW wil bijkomende rusthuiswoongelegenheden realiseren om het huidige en vooral toekomstig tekort enigszins te beperken 1.2. Het OCMW wil de kwaliteit van de bestaande rusthuiswoongelegenheden verbeteren. 1.3. Het OCMW wil in zijn instellingen naast het medisch model een agogisch model realiseren waar ouderen zo ‘normaal’ mogelijk kunnen leven en wonen. 1.4. Het OCMW wil de infrastructurele en personele voorwaarden scheppen om ouderen met bijzondere problemen op de meest gepaste en de meest individueel gerichte wijze te laten wonen en verzorgen. 1.5. Het OCMW wil het kwaliteitsgericht denken en handelen steeds systematischer implementeren. Strategische doelstelling 6. Aan de afstemming tussen de extra-murale, de transmurale en de intramurale zorg wordt bijzondere aandacht gegeven. 1.1. Het OCMW wil meerdere woonzorg-antennes uitbouwen die moeten uitgroeien tot centrale coördinatiepunten van woonzorgzones in onze stad. 1.2. Het OCMW wil dwarsverbindingen creëren tussen de diverse vormen van ouderendienstverlening zowel van private als van publieke initiatiefnemers 1.3. Teneinde opnames in een woon- en zorgcentrum zo lang mogelijk uit te stellen, optimaliseert het OCMW het thuiszorgaanbod Strategische doelstelling 7.
De ouderen zelf zijn in de eerste plaats een partner in het uittekenen van het lokaal ouderenbeleid. 1.1. Het OCMW zal de stedelijke seniorenraad ten volle ondersteunen zowel in zijn participatieve taak als bij de programmatie van zijn activiteiten 1.2. Het OCMW en het stadsbestuur zullen de werking van de verschillende seniorenverenigingen in Harelbeke ondersteunen
1.3. Via de bewonersraad of familieraad en centrumraad worden bewoners en gebruikers uitgenodigd tot participatie in de werking van rusthuis, serviceflat en dienstencentra. 7.4. Via het lokaal samenwerkingsinitiatief thuiszorg wil het OCMW komen tot afstemming tussen de verschillende thuiszorginitiatieven 2. lokaal woonbeleid Missie Het lokaal bestuur streeft er naar dat alle Harelbeekse burgers – en in het bijzonder de huishoudens met de minste kansen – over een gepaste woning van goede kwaliteit beschikken in een behoorlijke woonomgeving en binnen een gediversifieerd woningenbestand met een goede verweving van doelgroepen, tegen een betaalbare prijs en met woonzekerheid zodat ze volop kansen krijgen om zich volwaardig te integreren en te ontplooien in onze Harelbeekse gemeenschap.
Strategische doelstelling 1 Aan de inwoners van Harelbeke wordt op het moment dat zij dit nodig hebben basisinformatie op het vlak van wonen verstrekt. 1.1. : Aan de inwoners van Harelbeke wordt adequate informatie over gemeentelijke, provinciale en gewestelijke huisvestingspremies verstrekt 1.2. : Aan de inwoners van Harelbeke wordt basisinformatie over huuraangelegenheden verstrekt. 1.3. Over (actuele) beleidsmaatregelen inzake huisvesting wordt basisinformatie ter beschikking gesteld. Strategische doelstelling 2 Een aantal prioritaire doelgroepen wordt specifiek begeleid bij hun zoektocht naar een passende woning. 2.1. Prioritaire doelgroepen worden advies verleend en begeleid bij (complexe) woonproblemen door het OCMW 2.2. Er worden voldoende erkende LOI-plaatsen beschikbaar gehouden door het OCMW. 2.3. Er wordt crisisopvang voorzien en doorgangswoningen voor de korte opvang in crisissituaties door het OCMW Strategische doelstelling 3 Het aantal betaalbare huurwoningen wordt uitgebreid en gelijkmatig gespreid over de stad. 3.1. Het aantal sociale huurwoningen van het sociaal verhuurkantoor de Poort wordt uitgebreid met minstens 1 per jaar in samenwerking met het OCMW. 3.2. Er wordt een onderzoek gevoerd naar het ontwikkelen van stimuli aan particuliere eigenaars, met het oog op het realiseren van een aanbod betaalbare huurwoningen op de private huurmarkt. Strategische doelstelling 4
De kwaliteit van het woningpatrimonium in Harelbeke wordt verbeterd. 4.1. Er worden stimuli uitgewerkt aan particuliere eigenaars en huurders om de kwaliteit van de woningen te verbeteren. 4.2. Er worden sanctionerende maatregelen genomen t.a.v. eigenaars van woningen van slechte kwaliteit 4.3. De woningkwaliteit van kamers wordt verbeterd. Strategische doelstelling 5 Er worden duidelijke beleidsstructuren voor een lokaal woonbeleid gecreëerd en er wordt een permanent overleg met de huisvestingsactoren die een directe of indirecte betrokkenheid hebben bij het huisvestingsbeleid in Harelbeke georganiseerd, met het oog op duidelijke taakafspraken en rolverdelingen. 5.1. Het lokaal woonoverleg met het oog op afstemming van de diverse huisvestingsinitiatieven in Harelbeke wordt verbeterd. 5.2. Het stadsbestuur participeert op een actieve manier aan het bovenlokaal netwerk woonbeleid in de regio. 5.3. Er wordt een onderzoek gevoerd naar de mogelijkheden voor het ontwikkelen van een regelmatig contact met bewoners, inzonderheid met de zwakkere bewonersgroepen. Strategische doelstelling 6 De diversiteit van de woningbouw en alsmede de diversiteit van de doelgroepen wordt bewaakt. 6.1 Door middel van differentiatie van de woondichtheden wordt een differentiatie in woningtypologie en doelgroepen beoogd Strategische doelstelling 7 Het patrimonium van de sociale huisvesting wordt uitgebreid. 7.1. Er worden bijkomende sociale koopwoningen gerealiseerd 7.2. Het aantal sociale huurwoongelegenheden wordt uitgebreid 7.3. De zones voorbehouden voor sociale huisvesting worden omschreven 7.4. De realisatie van 25% sociale woongelegenheden volgens het PRS West-Vlaanderen kan op verschillende manieren 3. Lokaal tewerkstellingsbeleid Visie Het lokaal bestuur (gemeente en OCMW) wil een lokaal werkgelegenheidsbeleid uittekenen gekaderd binnen de lokale realiteit en de lokale mogelijkheden en opportuniteiten dat de kansen van alle werkzoekenden in de gemeente op duurzame werkgelegenheid verhoogt. Het lokaal bestuur zal hiertoe de integratie van de werking en samenwerking tussen de verschillende actoren van het lokaal werkgelegenheidsbeleid versterken en dwarsverbindingen en mogelijkheden op de verschillende
beleidsdomeinen i.f.v. het versterken van een inclusief lokaal werkgelegenheidsbeleid realiseren. Het lokaal bestuur zal mede met de andere betrokken partners een lokale werkwinkel uitbouwen die drie evenwaardige en complementaire functies verenigt, met name : het aanbieden van een geïntegreerde dienstverlening als recht voor alle werkzoekenden en van de basisdiensten voor werkgevers zo dicht mogelijk bij de klant; het uitbouwen van een nieuwe dienstenwerkgelegenheid op lokaal niveau ; het aanbieden van trajectbegeleiding en –coördinatie door de verschillende partners.
Strategische doelstelling 1. Het lokaal bestuur (gemeente en OCMW) wil een lokaal werkgelegenheidsbeleid uittekenen gekaderd binnen de lokale realiteit en de lokale mogelijkheden en opportuniteiten. 1.1. Het lokaal bestuur zal in overleg met zijn partners lokale besturen uit het zorggebied op een planmatige wijze een lokaal werkgelegenheidsbeleid uitbouwen 1.2. Het lokaal bestuur zal de ontwikkelingen op de lokale arbeidsmarkt en de objectieve gegevens betreffende werkloosheid opvolgen Strategische doelstelling 2. Het lokaal bestuur zal de kansen van alle werkzoekenden in de gemeente op duurzame werkgelegenheid verhogen 2.1. Het lokaal bestuur zal samen met de betrokken partners zorgen voor een toegankelijke dienstverlening inzake tewerkstelling via de ingangspoort lokale werkwinkel. 2.2. Het lokaal bestuur zal op een actieve wijze de lokale werkgelegenheid bevorderen Strategische doelstelling 3. Het lokaal bestuur zal de integratie van de werking en samenwerking tussen de verschillende actoren van het lokaal werkgelegenheidsbeleid versterken 3.1. Het lokaal bestuur zal in afspraak met zijn partners lokale besturen in het zorggebied instaan voor de logistieke en administratieve ondersteuning van de werking van het dagelijks bestuur en het tewerkstellingsforum Strategische doelstelling 4. Het lokaal bestuur realiseert dwarsverbindingen en mogelijkheden op de verschillende beleidsdomeinen i.f.v. het versterken van een inclusief lokaal werkgelegenheidsbeleid 4.1. Het lokaal bestuur zal binnen zijn eigen tewerkstellingsmogelijkheden initiatieven nemen om de lokale tewerkstelling te bevorderen 4.3. het lokaal bestuur zal onderzoeken hoe in de verschillende sectoren van het gemeentelijk beleid (welzijn, cultuur, milieu, sport, jeugd,…) werkgelegenheidsversterkende initiatieven kunnen worden genomen. Strategische doelstelling 5. Het lokaal bestuur zal mede met de andere betrokken partners een lokale werkwinkel uitbouwen op 2 locaties in het zorggebied die drie evenwaardige en complementaire functies verenigt, met name : het aanbieden van een geïntegreerde dienstverlening als recht voor alle werkzoekenden en van de
basisdiensten voor werkgevers zo dicht mogelijk bij de klant; het uitbouwen van een nieuwe dienstenwerkgelegenheid op lokaal niveau ; het aanbieden van trajectbegeleiding en –coördinatie door de verschillende partners 5.1. Het lokaal bestuur zal de ontwikkeling van dienstenwerkgelegenheid binnen de gemeente ten volle ondersteunen 5.2. : Het OCMW zal voor specifieke kansengroepen onder de werkzoekenden een specifieke trajectwerking opzetten. 5.3. het lokaal bestuur zal belangrijke inspanningen doen om zwakke doelgroepen werkervaring aan te bieden 4. lokaal beleid voor mensen met een handicap Strategische doelstelling 1. Het lokaal beleid voor mensen met een handicap is inclusief, geïntegreerd en emanciperend. 1.1. 1.2. 1.3.
Het beleidsplan beleid voor mensen met een handicap maakt integraal deel uit van het lokaal sociaal beleidsplan Het stadsbestuur ondersteunt ten volle het lokaal overleg mensen met een handicap Het lokaal overleg mensen met een handicap is sterk betrokken bij de opmaak van de strategische en operationele doelstellingen inzake het lokaal beleid voor mensen met een handicap
Strategische doelstelling 2. Alle lokale overheidsdiensten zijn optimaal toegankelijk in zijn breedste betekenis voor mensen met een handicap. 2.1. Er is een breed onderzoek uitgevoerd naar de toegankelijkheid van de openbare gebouwen in Harelbeke 2.2. Op basis van het toegankelijkheidsonderzoek wordt een rapport opgemaakt met aanmerkingen, verbeterpunten en aanbevelingen 2.3. Er is een meldpunt toegankelijkheid georganiseerd binnen de stedelijke welzijnsdienst Strategische doelstelling 3. Het beleid voor mensen met een handicap is in de eerste plaats gericht op het hanteren van een brede algemene norm eerder dan op het creëren van een uitzonderingsnorm. 3.1. De principes van het levenslang wonen zijn gepromoot in Harelbeke 3.2. De provinciale verordening toegankelijkheid wordt opgevolgd in Harelbeke 3.3. Ook in de sociale huisvesting wordt de norm levenslang wonen zo veel mogelijk gehanteerd. Strategische doelstelling 4. De maatschappelijke integratie van mensen met een handicap wordt in Harelbeke steeds mee verdisconteerd in het overheidshandelen 4.1. Het aspect toegankelijkheid wordt steeds meegenomen bij de ruimtelijke planning in Harelbeke 4.2. In het kader van het vergelijkend wijkenonderzoek is het thema toegankelijkheid meegenomen 4.3. Het thema toegankelijkheid wordt meegenomen in het uittekenen van het socioculturele aanbod in Harelbeke
Strategische doelstelling 5. Enkel wanneer algemene initiatieven te kort schieten wordt een specifiek en aangepast initiatief genomen voor mensen met een handicap 5.1. Er is een toelagenreglement uitgewerkt voor mensen met een handicap die de mantelzorg terzake honoreert. 5. lokaal beleid voor buurt- en wijkwerking Strategische doelstelling 1. De leefkwaliteit van de buurtbewoners van Harelbeke is voldoende gegarandeerd door rekening te houden met de bestaande noden en behoeften. 1.1. Er is een vergelijkend wijkenonderzoek uitgevoerd waarin gepeild wordt naar de behoeften op het gebied van sociaal woonklimaat, voorzieningen, beleidsbetrokkenheid, fysiek woonklimaat, veiligheid. 1.2. Via de resultaten van het vergelijkend wijkenonderzoek krijgt het buurtwerk een zicht op de aanwezige probleemgebieden betreffende leefbaarheid. 1.3. Rekening houdend met de resultaten van het vergelijkend wijkenonderzoek is een strategie ontwikkeld voor de verschillende probleemgebieden 1.4. Er is een regelmatige evaluatie van de bestaande buurtwerkingen door middel van een terugkoppeling van de bestaande initiatieven naar de oorspronkelijke noden en behoeften. Strategische doelstelling 2. Er is sprake van een sterke sociale cohesie in de verschillende buurten door het regelmatig organiseren van buurtgerichte ontmoetingsactiviteiten. 2.1. De reeds bestaande ontmoetingsmomenten onder de vorm van buurtnamiddagen blijven bestaan en worden verder georganiseerd. 2.2. Er is onderzocht of ook in andere wijken en/of bij andere doelgroepen de nood bestaat aan buurtgerichte ontmoetingsmomenten via het vergelijkend wijkenonderzoek dat peilt naar de behoefte aan een kwalitatief sociaal leefklimaat. Strategische doelstelling 3. Binnen de buurtwerking hanteert men een lage drempel die maximaal toegankelijk is voor iedereen 3.1. De organisatie en de werking van het buurtwerk is overzichtelijk voor de hele doelgroep 3.2. De werking wordt niet alleen voor, maar ook met en door de doelgroep opgezet en gedragen 3.3. Het buurtwerk staat open voor alle bevolkingsgroepen binnen het werkingsgebied. Strategische doelstelling 4. Er is sprake van een uitgebouwd netwerk tussen de buurtbewoners, de PWA-medewerkers, de vrijwilligers en de buurtwerkers via regelmatige contactmomenten. 4.1. Er zijn regelmatig contactmomenten georganiseerd waarop alle betrokken partners aanwezig zijn.
4.2. Op de overlegmomenten worden zowel mogelijkheden als knelpunten rond de organisatie van buurtwerk besproken 4.3. Er is maximaal rekening gehouden met de inbreng van alle betrokken partijen. Strategische doelstelling 5. Alle betrokken medewerkers van het buurtwerk denken actief na over de concrete invulling van het buurtwerk op het terrein. 5.1. Er zijn regelmatig overlegmomenten georganiseerd tussen de verantwoordelijke van het dienstencentrum en de buurtwerker om de kwaliteit van de dienstverlening te optimaliseren. 5.2. De buurtbewoners maken gebruik van de accommodatie en de dienstverlening die in het dienstencentrum wordt aangeboden 5.3. Het OCMW levert een bijdrage aan het buurtwerk zowel logistiek als financieel Strategische doelstelling 6. De directe participatie van bewoners en hun inzet in een vrijwilligersnetwerk is gestimuleerd. 6.1. Binnen het overleg tussen de betrokken partijen is actief nagedacht over de invulling van het buurtwerk op het terrein 6.2. De ondersteuning door PWA-medewerkers aan de bestaande buurtwerkingen is afgebouwd en geleidelijk vervangen door een vrijwilligersnetwerk Strategische doelstelling 7. De bestaande seniorenwijkhuisjes, waarin buurtpunt Goudwinde geïntegreerd wordt, worden uitgebouwd als algemene buurtinfrastructuur. 7.1. De gebruikte accommodatie voor het buurtwerk is polyvalent, herkenbaar, gemakkelijk bereikbaar en laat een gemakkelijke instap van de bewoners toe. 7.2.De bestaande buurtinfrastructuur steunt volledig op vrijwilligersbasis. De coördinatie van het geheel gebeurt in samenwerking met de welzijnsdienst. Strategische doelstelling 8. Er bestaat een welomschreven verband tussen het buurtwerk en VZW Hise. 8.1. Het buurtwerk heeft een zicht op de bestaande noden en behoeften op het gebied van buurtbeheer en buurteconomie 8.2. Er zijn voorstellen gedaan vanuit het buurtwerk voor de ontwikkeling van nieuwe buurtdiensten 8.3. De betrokken partijen binnen het buurtwerk (zowel doelgroepen (kansarmen, allochtonen,…), PWA-medewerkers als vrijwilligers) zijn aangemoedigd om zich in te schakelen in een buurt- en nabijheidsdienst. 6. lokaal beleid voor kansarmoedebestrijding Opdrachtverklaring sociale dienst OCMW : - De Sociale Dienst van het OCMW van Harelbeke streeft ernaar het welzijn te vergroten van de personen die een beroep op hen doen. Dit welzijn ligt op meerdere vlakken: inkomen, opleiding, huisvesting, tewerkstelling, vrije tijd, gezondheid.
- We willen deze personen ondersteunen en stimuleren in hun zoektocht naar bestaanszekerheid en een menswaardig leven. Hierdoor vergroten we hun kansen om zichzelf te ontplooien, om deel te nemen aan de samenleving en om er zich goed in te voelen. - Door onze manier van werken trachten we problemen te voorkomen. - Daarnaast signaleren we problemen bij diegene die een oplossing mee kunnen realiseren. - Met het team van maatschappelijk werkers en administratieve medewerkers streven we naar kwaliteit en vooruitgang. Bekwaamheid, engagement en voortdurend onszelf bevragen vinden we hierbij belangrijk. Voor wie doen wij? - Als eerstelijns dienst richten we ons op alle inwoners van Groot-Harelbeke en op diegene die ons door de wet worden toegewezen. - Onze aandacht gaat daarbij op de eerste plaats naar de mensen die onze hulp het meest nodig hebben: personen die op verschillende vlakken minder kansen krijgen in onze samenleving. Wat bieden we aan? - We geven individuele ondersteuning en begeleiding op vlak van administratie, gezondheid, algemeen welzijn, huisvesting, vrije tijd, opleiding, zingeving, tewerkstelling en inkomen. - Daarnaast bieden we advies, informatie, bemiddeling, financiële en materiële tussenkomsten aan. - Onze hulpverlening stemmen we af op de cliënt met aandacht voor de totaliteit van de persoon en zijn omgeving. - Wij erkennen onze beperkingen en willen daarom zo goed mogelijk doorverwijzen. - Samenwerking met andere diensten van het OCMW en diensten en organisaties buiten het OCMW geven een meerwaarde aan onze hulpverlening - In ons werk streven we volgende waarden na: luisterbereidheid en begrip, ruimte voor het verhaal van de cliënt, openheid en respect voor de eigenheid van elke cliënt, privacy, nabijheid en betrokkenheid bij de cliënt, het opbouwen van een vertrouwensband met de cliënt, zorgvuldig omgaan met het beroepsgeheim. - We organiseren spreekuren in aangepaste ruimtes en een zitdag in Hulste. We bieden
de mogelijkheid om afspraken te maken of gaan op huisbezoek Strategische doelstelling 1. Kwalitatieve en kwantitatieve gegevensverzameling om doelmatig en met kennis van zaken te kunnen handelen in de strijd tegen armoede en sociale uitsluiting. 1.1. Een vervolg voorzien op de resultaten van de tevredenheidsbevraging en de sterkte – zwakte analyse sociale dienst OCMW Harelbeke dd. van 2002-2003 in samenwerking met de Hogeschool sociaal-agogisch werk – Ipsoc Kortrijk. 1.2. De samenwerking met dienstverlenende en betrokken actoren op vlak van armoedebestrijding vergroten en structuren d.m.v. tweemaal per jaar een Ronde tafel te organiseren op initiatief van het OCMW 1.3. Onderzoeken of de module ‘BIO – beleidsinformatie OCMW’, gerelateerd aan het huidige informatica programma sociale dienst een bijdrage kan betekenen bij het beleidsvoorbereidend werk sociaal beleid en zoja, deze aanschaffen. Strategische doelstelling 2. De sociale dienst leiden volgens de basisprincipes van een modern management met het oog op de realisatie van kwaliteitsvolle hulpverlening.
2.1. Erkenning van de personeelsnorm VVSG voor sociale dienst van het OCMW en er naar streven om 90%, vervolgens 95%, van die norm te bereiken. 2.2. Binnen deze personeelsnorm : voorzien van de functie ‘ hoofdmaatschappelijk werker’: 0.5 in 2008, voltijds in 2009 in functie van interne audit en optimalisering van procedures. 2.3. Op regelmatige basis interne vorming voor maatschappelijk werkers sociale dienst vb. rond empowerment, visievorming en vorming voor onthaalmedewerkers 2.4. Gebruik maken van het contract (GPMI) en de overeenkomst schuldbemiddeling als begeleidingsinstrument die ondersteunend werken in wederzijdse verantwoordelijkheid – twee jaarlijkse evaluatie binnen de werkgroep 2.5. Formuleren en gebruik van duidelijke en voorspelbare begeleidingsprocedures tav de cliënt Strategische doelstelling 3. De inwoners van Harelbeke, die niet in de mogelijkheid zijn op eigen krachten een inkomen te verwerven, een inkomen verzekeren dat hen maximaal in de mogelijkheid stelt ‘menswaardig’ te leven. 3.1. Het verder hanteren van steunnormen die het leefloon verhogen, met tweejaarlijkse bijsturing op basis van maatschappelijke evoluties en de resultaten van de regionale vergelijkingsstudie steunbarema, met bijzondere aandacht voor de huisvesting en het kind binnen zijn thuissituatie. 3.2. Tewerkstellingsmaatregelen ten volle benutten zoals art. 60 §7, activering, vrijstelling socio-professionele vrijstelling, deeltijdse tewerkstelling,.... 3.3. Materiële hulpverlening verder ontwikkelen en professionaliseren in Harelbeke: aansturen en begeleiden van de voedselbedeling door de VZW De Oever zodat we bijdragen tot een correcte bedeling aan hen die effectief nood hebben aan deze vorm van hulp. Daartoe zal een woning worden gehuurd. Strategische doelstelling 4. Het OCMW, wil met zijn ervaren sociale dienst die jaarlijks 250 alleenstaanden en/of gezinnen begeleidt in hun schuldproblematiek, de nodige aandacht en middelen blijven verzekeren om verder te strijden tegen overmatige schuldenlast. 4.1. De begeleidingen in het kader van schuldhulpverlening op regelmatige basis (min. éénmaal per jaar) in zijn totaliteit evalueren, zodat de intensiteit, de duur en de aanpak geëvalueerd en bijgestuurd wordt. 4.2. Gezien de sociale dienst van het OCMW Harelbeke een eerste lijnsdienst is wordt geopteerd geen wachtlijsten in te voeren. Het aantal schuldbemiddelingen wordt verrekend in de norm en bijgestuurd. 4.3. De samenwerking met vzw Schuldbemiddeling Zuid-West-Vlaanderen en juriste OCMW behouden, met jaarlijks evaluatie om deze vorm van samenwerking bij te sturen en uit te breiden indien nodig. Dit in functie van deskundige juridische ondersteuning en het opnemen van collectieve schuldenregelingen. 4.4. Volgens de methodiek van groepswerk, in samenwerking met bestaande vormingsorganisaties, binnen het OCMW, tijdens de periode van begeleiding en ook als nazorg, vorming op maat organiseren met het oog op :
-
het aanleren van vaardigheden om zich weerbaar te maken tegenover de consumptiemaatschappij en het verhogen van hun zelfredzaamheid.;
Strategische doelstelling 5. Het OCMW, wil de gezinnen (in de ruime betekenis) die beroep doen op de sociale dienst ondersteunen bij het uitoefenen van hun verantwoordelijkheden tav hun kinderen. 5.1. Bij herziening van de steunnormen de specifieke tussenkomst kinderen en schooltoelage relateren aan de werkelijke kosten, rekeninghoudend met de grootte van de kinderbijslag. 5.2. 50 % van de middelen socio-culturele participatie aanwenden i.f.v. van activiteiten en ontspanning voor de kinderen en het hele gezin. 5.3. Samenwerking met diensten zoals Kind en Gezin, Comité bijzondere jeugdzorg activeren en hun specifieke kennis binnen de sociale dienst brengen (zie ook ‘ronde tafel’. 5.4. Specifieke vorming aan de maatschappelijk werkers OCMW op vlak van opvoedingsondersteuning, bruikbaar in de begeleiding van onze doelgroep. 5.5. Huisbezoeken bij gezinnen met kinderen centraal stellen binnen de begeleiding en als intern criterium hanteren i.f.v. het afleggen van huisbezoeken. 5.6. Vorming op maat in groep opstarten voor de meest kwetsbare gezinnen binnen de het OCMW, i.s.m. met bestaande vormingsorganisaties. 5.7. Onderzoeken in welke mate ook in Harelbeke gezinnen kunnen/willen ‘optreden’ als steungezinnen, in welke mate kinderopvangcentra ook kunnen fungeren als steun t.a.v. het gezin i.p.v. enkel als kinderopvang t.a.v. werkende ouders,… 5.8. Structurele samenwerking aangaan met scholen i.f.v. het ondersteunen en begeleiden van kwetsbare kinderen en risicojongeren en hun gezin. Strategische doelstelling 6. Het OCMW zal zijn dienstverlening naar asielzoekers flexibel aanpassen op basis van de wijzigende wetgeving (opvangwet en verblijfswet m.i.v. 1.06.07) 6.1. Lokaal opvanginitiatief behouden, indien nodig uitbreiden en kwalitatief organiseren, wat betekent : voldoende individuele begeleiding voorzien, vorming, advies, controle op wonen. 6.2. Reguliere steun aan asielzoekers ; er wordt eerder een vermindering van de individuele steun verwacht door de toewijzing van ontvankelijke asielzoekers in het L.O.I. 6.3. Hulpverlening aan illegalen : De financiële hulpverlening t.a.v. van illegale asielzoekers wordt wettelijk bepaald. Als openbaar bestuur kan een minimale versus een maximale dienstverlening georganiseerd worden. In de komende jaren dient een open debat georganiseerd te worden met beleidsmensen en professionelen Strategische doelstelling 7. het OCMW, sociaal beleid, wil bijdragen tot de optimalisering van de toegang tot de gezondheidszorg. 7.1. Het gebruik van derdebetalingssysteem optimaliseren
7.2. Verder voorzien van tussenkomsten in medische uitgaven volgens het steunbarema 7.3. Onderzoeken of de gezondheidsconsultaties OCMW kunnen verruimd worden voor bepaalde cliënten sociale dienst OCMW 7.4. De doelgroep informeren en preventieve acties binnen het bereik brengen van die doelgroep i.s.m. gezondheidscel stad Harelbeke en het dienstencentrum OCMW. Strategische doelstelling 8. het OCMW wil bijdragen tot een betere toegang van het cliënteel tot het rechtssysteem. 8.1. De informatie betreffende rechtsbijstand (eerste lijn en tweedelijn) binnen het bereik brengen van de doelgroep, alert zijn voor het doorverwijzen en indien nodig begeleiden. Strategische doelstelling 9. het OCMW wil bijdragen tot het voeren van een duurzaam en kwalitatief huisvestingsbeleid. (zie ook lokaal woonplan) 9.1. Verrekenen binnen het steunbarema van de stijging van de huurprijzen via een verhoging van de huurtussenkomst 9.2. Gezien de aankoop van bijkomende doorgangswoongelegenheden in 2007 dient deze begeleidingmethodiek en deze vorm van dienstverlening ingepast binnen sociale dienst. 9.3. Jaarlijks 200.000 euro voorzien voor aankoop en/of renovatie van bescheiden woningen 9.4. Herziening van de samenwerkingsovereenkomst met VZW de Poort c.f.r. andere OCMW. Strategische doelstelling 10. De sociale dienst stelt de empowerment visie in de begeleiding van de cliënt centraal ; dit betekent dat het kritisch bewustzijn van de cliënt wordt aangescherpt en dat de cliënt gestimuleerd wordt om controle te krijgen op zijn eigen situatie en te participeren als volwaardige burger. 10.1. Tijdens de eerste gesprekken en/of begeleiding samen met de cliënt zijn persoonlijke rechten opvragen bij rechtenverkenner als ondersteunend instrument voor de hulpverlener om pro-actief te kunnen handelen. 10.2. Het plaatsen van een pc met internetverbinding in de wachtzaal, de toegang tot de website ‘rechtenverkenner’ voorzien, zo kan de cliënt zijn persoonlijke sociale rechten opvragen.. 10.3. In samenwerking met Mentor, Kringloopwinkel en OCMW Kortrijk, een korte initiatie organiseren voor kandidaat-eigenaars van een tweedehandscomputer en printer(= het dichten van de digitale kloof), deze pc kan gratis aangeboden worden dankzij specifieke subsidiëring federale overheid. Strategische doelstelling 11. Via motivatie tot deelname aan de energiescan aan huis en via organisatie bijhorende vorming binnen het OCMW draagt de sociale dienst bij tot de bewustmaking van het belang van ‘duurzaam energieverbruik’. 11.1. Cliënten aanschrijven en motiveren om een energiescan te laten uitvoeren aan huis en als sociale dienst meewerken aan de organisatie en follow-up en incalculeren binnen de begeleiding.
11.2. Vorming organiseren in groep i.s.m. met eco-life omtrent de thema’s ‘zuinig omspringen met energie’ 11.3. Het thema ‘duurzaam energieverbruik’ bespreekbaar stellen binnen de begeleiding. Strategische doelstelling 12. Het OCMW ziet trajectbegeleiding met het oog op vorming, opleiding en tewerkstelling als een mogelijke hefboom voor armoedebestrijding 12.1. De trajectbegeleiding van OCMW-cliënten wordt verder opgenomen door een voltijdse arbeidsbegeleider, in samenwerking met de werkwinkel, waar betrokkene twee halve dagen per week aanwezig is. 12.2. De samenwerking met opleidingsprojecten van andere OCMW’s verhogen om een antwoord te bieden op de vraag/nood aan vooropleiding en tewerkstelling voor jongeren met een specifieke problematiek. Strategische doelstelling 13. Het OCMW wil bijdragen tot de toegang en de ontwikkeling van de sociale economie via de participatie in de sociaal inschakelingsinitiatieven van vzw ’t OF en vzw HISE 13.1. Het engagement tot jaarlijkse financiële bijdrage in de werkingskosten samen met OCMW Kuurne. 13.2. Engagement tot financiële ondersteuning van en voorzien van een substantieel aantal opdrachten voor de VZW HISE . 13.3 De doelgroep die terecht kan voor arbeidszorg en sociale tewerkstelling binnen de VZW dient duidelijk bepaald en afgelijnd te worden. Criteria worden besproken binnen het team van de sociale diensten en goedgekeurd in de raden van de OCMW’s. 13.4. De VZW dient externe subsidiemiddelen aan te spreken, waaronder de subsidiëring voor een sociale werkplaats. Hiervoor dient een volledig dossier, met bedrijfsplan voorbereid te worden in functie van de aanvraag tot erkenning sociale werkplaats. 13.5. Om een kwaliteitsvollle, alternatieve tewerkstelling aan te bieden aan de doelgroepwerknemers is er voldoende gekwalificeerd personeel noodzakelijk, waarbij de personeelsnorm ‘arbeidszorg’ en ‘sociale tewerkstelling’ richtinggevend is. 7. lokaal beleid voor kinderopvang Strategische doelstelling 1. Het stadsbestuur wil er voor zorgen dat burgers met vragen i.v.m. kinderopvang snel en accuraat een lokaal antwoord vinden 1.1. Het stadsbestuur organiseert een lokaal meldpunt kinderopvang op de stedelijke welzijnsdienst 1.2. Het stadsbestuur operationaliseert een ICT toepassing waarbij de lokale vraag en het lokale aanbod inzake kinderopvang aan elkaar gekoppeld worden 1.3. De verschillende lokale initiatieven inzake kinderopvang worden ondersteund door de stedelijke welzijnsdienst bij de toepassing van de ICT applicatie
1.4. De ICT applicatie die vraag en aanbod van kinderopvang in Harelbeke koppelt, wordt gelinkt aan de website van de stad, website van het OCMW en de website van de stedelijke welzijnsdienst 1.5. Het stadsbestuur promoot op een actieve wijze de ICT applicatie kinderopvang en het meldpunt kinderopvang 1.6. Het aanbod van kinderopvang wordt gekoppeld aan het digitaal sociaal huis zodat vanuit de 6 betrokken loketten accurate informatie hierover kan worden verstrekt 1.7. de lokale initiatieven van kinderopvang in Harelbeke worden vermeld in de jaarlijkse sociale kaart van de stad. Strategische doelstelling 2. Het stadsbestuur biedt ondersteuning aan verenigingen en organisaties die een initiatief inzake kinderopvang willen opstarten 0.1. Via de stedelijke welzijnsdienst stelt het stadsbestuur de reglementaire bepalingen terzake ter beschikking van de betrokkenen 0.2. Het stadsbestuur ondersteunt de kinderopvanginitiatieven bij de opmaak van de documenten terzake Strategische doelstelling 3. Het stadsbestuur zorgt voor afstemming tussen de verschillende opvanginitiatieven in Harelbeke 3.1.
Het stadsbestuur zorgt voor de organisatie van een lokaal overleg kinderopvang
3.2. Het stadsbestuur vraagt het advies van het lokaal overleg kinderopvang bij het opstarten van elke nieuw initiatief terzake Strategische doelstelling 4. Het stadsbestuur ondersteunt de bestaande initiatieven inzake kinderopvang bij de verder uitbouw van kwalitatieve opvang 4.1. Het stadsbestuur zal het aanwenden van een kwaliteitslabel onderzoeken voor de lokale kinderopvanginitiatieven in Harelbeke 4.2. Het stadsbestuur organiseert minstens 1 maal per jaar een vormingsmoment voor opvanginitiatieven Strategische doelstelling 5. Het stadsbestuur zorgt ervoor dat de problematiek van de kinderopvang geplaatst wordt binnen een breder maatschappelijk kader 5.1. Het stadsbestuur neemt het lokaal beleidsplan kinderopvang op als onderdeel van het lokaal sociaal beleidsplan Strategische doelstelling 6. Het stadsbestuur onderzoekt de lacunes in het bestaande opvanglandschap in Harelbeke 6.1. Het stadsbestuur onderzoekt de lokale vraag en de mogelijkheden voor flexibele opvang
6.2. Het stadsbestuur onderzoekt de lokale vraag en de mogelijkheden voor opvang tijdens de bouwstop Samenwerkingsakkoord tussen stadsbestuur en OCMW In het samenwerkingsakkoord tussen stadsbestuur en OCMW werden de taakafspraken tussen de beide lokale besturen neergeschreven “Er wordt gestreefd naar het samenstellen van coherente takenpakketten tussen gemeente en OCMW zodat een zo groot mogelijke geïntegreerde dienstverlening naar de burger kan worden gerealiseerd. Het verdelen van de taken betekent echter geenszins dat deze taken een exclusieve beleidsmaterie worden van het ene bestuur. Het andere bestuur zal steeds optimaal betrokken worden bij de beleidsvoering van de beleidsmateries van het ene bestuur. Taakverdeling Gemeente en OCMW nemen elk specifieke welzijnstaken op zich. De taken zijn complementair aan elkaar en worden in deze overeenkomst afgebakend. OCMW en gemeentebestuur blijven gedurende de hele legislatuur overleg plegen. Op de stuurgroep lokaal sociaal beleid wordt het globale lokaal sociaal beleid mede uitgetekend en bewaakt. Wanneer het OCMW-meerjarenplan besproken wordt op de gemeenteraad, wordt dit gekoppeld aan een bespreking van de gemeentelijke welzijnstaken en het globale lokaal sociaal beleid. De voorzitter van het OCMW maakt deel uit van het college van Burgemeester en Schepenen. Er is een structureel overleg tussen de voorzitter van het OCMW, de schepen voor sociale zaken, de secretaris van het OCMW en het diensthoofd van de stedelijke welzijnsdienst dat minstens driemaandelijks wordt georganiseerd. De taakverdeling en het loket waar de burger voor welzijnsmateries terecht kan, wordt duidelijk gecommuniceerd aan de burgers. Hiervoor wordt ondermeer de stedelijke informatiekrant gebruikt. Jaarlijks wordt door de stedelijke welzijnsdienst een lokale sociale kaart uitgegeven, om de twee jaar wordt een algemene socio-demografische nota gepubliceerd. Afspraken worden gemaakt om het informatiebeleid van het stadsbestuur en het OCMW op elkaar af te stemmen. Er wordt naar gestreefd de verantwoordelijkheid betreffende alle aspecten van eenzelfde beleidsdomein zoveel mogelijk bij hetzelfde bestuur te leggen. Niettemin zijn er tal van domeinen waar het stadsbestuur en het OCMW beide actief zijn. Een lijst van de verschillende werkterreinen en het engagement terzake van de 2 lokale besturen vormt een addendum aan de samenwerkingsovereenkomst. Een aanpassing van deze lijst maakt steeds het voorwerp uit van gezamenlijk overleg. “ 4.2. Monitoring en evaluatie van het beleidsplan In een boordtabel worden de strategische en operationele doelstellingen en eventueel ook de resultaatsverbintenissen opgelijst. Er is ruimte om de verantwoordelijken voor de implementatie van de doelstellingen te noteren, timing en eventueel budgettering. De laatste kolom wordt voorbehouden voor de periodieke verslaggeving van de implementatie per doelstelling. Het is de bedoeling van de stuurgroep om met deze boordtabellen minstens halfjaarlijks de voortgang van de implementatie van de doelstellingen op te volgen. De verslagen worden gecoördineerd op de stuurgroep LSB en daar wordt beslist om bij te sturen, extra impulsen te geven of af te voeren.
In bijlage steken de boordtabellen van de 7 deelterreinen 4.3. Overleg lokaal sociaal beleid Het interne overleg inzake lokaal sociaal beleid gebeurt op 4 niveaus : 1. Driemaandelijks is er een bestuurlijk/ambtelijk overleg met de voorzitter van het OCMW, de schepen van sociale zaken, de secretaris van het OCMW en het diensthoofd van de stedelijke welzijnsdienst 2. Halfjaarlijks is er de stuurgroep lokaal sociaal beleid die bestaat uit voorzitter OCMW, schepen van sociale zaken, voorzitter gemeenteraadscommissie welzijn, secretaris OCMW, directeur sociale beleid, diensthoofd stedelijke welzijnsdienst en coördinator VZW welzijnsconsortium. 3. Het dienstoverstijgend overleg waarvan de 6 diensthoofden deel uitmaken die betrokken zijn bij het sociaal huis en die dit verder uitwerken en de toegankelijkheid van de sociale dienstverlening bewaken 4. Jaarlijks wordt een stafmedewerkersoverleg georganiseerd met alle stafmedewerkers van de 7 deelterreinen en dit in voorbereiding tot het sociaal forum. 5. Jaarlijks wordt er een sociaal forum georganiseerd waar overlegd wordt met het ruimere werkveld; private welzijnsorganisaties en de burgers en waar de voortgang van de implementatie van het plan wordt toegelicht 4.4.
toegankelijke sociale dienstverlening via het netwerk sociaal huis
Het sociaal huis bestaat uit een netwerk van 6 loketten die o.m. via een digitaal platform met elkaar verbonden zijn : het onthaal van het OCMW in de OCMW gebouwen gevestigd, de stedelijke welzijnsdienst en de werkwinkel met vestiging in de stedelijke welzijnsdienst, het woonloket, de dienst burgerzaken en de stedelijke informatiedienst met vestiging in het stadhuis . Via het netwerk zullen de 6 loketten hun dienstverlening op elkaar afstemmen en samen een zo groot mogelijke toegankelijkheid voor de burger realiseren. Hiertoe wordt ondermeer een dienstoverstijgend overleg georganiseerd. De stedelijke welzijnsdienst treedt hierbij op als netwerkmakelaar. De loketten evolueren van aanbodgestuurde loketten naar vraaggestuurde loketten.
Hoofdstuk 5. betrokkenheid – participatie 5.1. Communicatie met de betrokken actoren De communicatie met de particuliere sector, het middenveld en de burger gebeurt op verschillende manieren. 1. Het thematisch overleg: op die terreinen waar reeds een thematisch overleg bestaat, wordt dit overleg als klankbord gebruikt in de voorbereidings- uitvoerings- en evaluatiefase. Volgende lokale overleggroepen bestaan : overleg mensen met een handicap, stedelijke seniorenraad, stedelijke werkgroep woonbeleid, , lokaal samenwerkingsinitiatief thuiszorg, lokaal overleg kinderopvang. 2. Het sociaal forum: minimaal één maal per jaar wordt een sociaal forum georganiseerd waarvoor ruim wordt uitgenodigd (particulier welzijnswerk, middenveld, burgers). Op dit forum wordt de vooruitgang van het proces toegelicht en kan ook ingesproken worden over de stand van zaken en de beleidsopties. 3. De specifieke participatie-activiteiten: Naast de algemene procesopbouw worden ook participatieactiviteiten worden opgezet voor bepaalde beleidssectoren, zoals dit gebeurde rond het thema ouderenbeleid met de ouderenbeleidsdenkdag in april 2004 en het participatief werklozenonderzoek in 2006 4. Apart sectoraal overleg: Indien nodig kan ook per sector een overleg worden opgezet. De noodzaak daartoe moet blijken uit de individuele contacten of dit kan gebeuren op vraag van de sector. 5.2. Overzicht lokale advies- en overleggroepen
Benaming
Samenstelling
Aard van de activiteiten
Seniorenraad (ambtelijke ondersteuning door OCMW)
Afgevaardigden van seniorenverenigingen en de seniorenwijkhuisjes
Gezinsraad ambtelijke ondersteuning door sted. Welzijnsdienst
Afgevaardigden gezinsgerichte verenigingen
Overleg mensen met een handicap Ambtelijke ondersteuning : sted. Welzijnsdienst
Mensen met een handicap en geïnteresseerden
Werkgroep woonbeleid Ambtelijke ondersteuning : sted. welzijnsdienst en technische dienst (nieuwe samenstelling in 2005) Noord-Zuid raad Ambtelijke ondersteuning : sted; welzijnsdienst Preventieoverleg Ambtelijke ondersteuning : sted. welzijnsdienst
Gemeenteraadsleden, OCMW raadsleden, afgevaardigden gezinsraad, seniorenraad, bouwmaatschappij, SVK
Advies ouderenbeleid Animatie-activiteiten voor seniorenverenigingen (jaarlijks seniorenfeest, seniorenquiz, seniorenkaarting, fietstocht, …) Advies gezinsaangelegenheden Animatie en informatieactiviteiten (welzijnsfeest, prijs van de vrijwilliger, gezinswandeling, …) Advies aan de overheid inzake beleid voor mensen met een handicap, informatieve activiteiten, prijs toegankelijkheid, toegankelijkheidspremie voor handelszaken, … Beleidsadvies inzake woonbeleid, advies lokaal woonplan,
Lokaal samenwerkingsinitiatief Thuiszorg Ambtelijke ondersteuning : OCMW Lokaal overleg kinderopvang Ambtelijke ondersteuning : sted. Jeugddienst
Alle openbare en particuliere thuiszorgaanbieders
Afgevaardigden van lokale NGO’s, en geïnteresseerde burgers Politie, gemeente en OCMW
Alle actoren inzake buitenschoolse kinderopvang.
Beleidsadvies inzake ontwikkelingssamenwerking, eigen info en sensibilisatie-acties Beleidsvoorbereiding naar stad en OCMW inzake integraal veiligheidsbeleid en maatschappelijke overlast Afstemming thuiszorg, info
Vanaf 2007 stedelijke adviesraad Afstemming, info
5.3. Bovenlokale overlegorganen Benaming
Samenstelling
Aard van activiteiten
Welzijnsconsortium
13 gemeentebesturen en OCMW’s diverse particuliere welzijns- en streekorganisaties Gemeente en OCMW besturen van Harelbeke, Kuurne en Lendelede, de sociale partners, VDAB, en RVA, ATB OCMW besturen, particuliere thuiszorgdiensten, huisartsen Veldwerkers in wijk- en buurtprojecten in Harelbeke en Kuurne
Ondersteuning lokaal sociaal beleid in de regio
13 gemeentebesturen en OCMW’s, Leiedal, provincie
Afstemming en uitwisseling info
Bovenlokaal tewerkstellingsforum
SIT Overleg buurt- en wijkwerking Harelbeke- Kuurne Bovenlokaal overleg woonbeleid
Overleg i.v.m. werkgelegenheid
Overleg en afstemming in de thuiszorg Afstemming en uitwisseling en gezamenlijke initiatieven
Hoofdstuk 6. Voortgang sinds het plandocument 2006 – 2007 * start legislatuur – opname voorzitter in college Door de wissel van bestuur in de gemeente is het planningsproces tot stilstand gekomen van juli 2006 tot februari 2007. Nieuw gegeven hierbij is dat de voorzitter van het OCMW sinds 1 januari 2007 werd opgenomen in het college van Burgemeester en schepenen.
Daarnaast blijft er een schepen bevoegd voor de welzijnstaken van de stad. Door een driemaandelijks bestuurlijk/ambtelijk overleg worden de initiatieven op elkaar afgestemd. * Haps verhaal De voorbereiding voor het strategisch meerjarenplan van het stadsbestuur kwam op kruissnelheid in 2006 en 2007 binnen het Haps project. Haps staat voor Harelbeke plant samen. In het kader hiervan werden voorstellen van zowel mandatarissen, ambtenaren als burgers ingezameld en in 19 strategische doelstellingen gegoten. Het brede takenpakket van de stad werd hierbij in zes cluster gegoten : stad met een goed management stad om te leven en te wonen stad om te werken, te ondernemen en te leren stad om te genieten zorgzame stad veilige stad Met Haps werd gezocht naar een afstemming tussen alle deelplannen met het globale plan. Eerst werd geprobeerd om het strategisch meerjarenplan van de stad te concipiëren als een koepelplan, maar deze piste werd opgegeven uit vrees te komen tot een breed boekwerk met honderden doelstellingen dat weinig wervend zou zijn. Er werd wel over gewaakt dat het algemeen plan en de verschillende sectorale plannen, waarvan het lokaal sociaal beleidsplan er één van is, elkaar niet tegenspreken. De opmaak van het strategische meerjarenplan van de stad gebeurde eveneens door de stedelijke welzijnsdienst. * meerjarenplan OCMW Ook het OCMW maakte in 2007 een nieuw meerjarenplan waarin het de krachtlijnen van het beleid van de komende jaren uittekende. * aanpassing samenwerkingsovereenkomst De samenwerkingsovereenkomst tussen stadsbestuur en OCMW van 2001 dat in 2004 werd aangepast, werd geactualiseerd in september 2007 in functie van de vorderingen van het LSB verhaal en de veranderde bestuurlijke situatie. * operationalisering sociaal huis In mei 2006 was het netwerk sociaal huis operationeel. Het netwerk werd gelanceerd op een sociaal forum voor de medewerkers van het particulier welzijnswerk. Er werden 2 vormingsdagen georganiseerd voor alle medewerkers in de 6 loketten over de implementatie van het digitaal netwerk, het werken met de rechtenverkenner en de sociale kaart. Ongeveer tweemaandelijks komen de diensthoofden van de betrokken diensten samen om het project te monitoren en bij te sturen. In 2008 wordt het project digitaal sociaal huis grondig geëvalueerd en bijgestuurd. Met het project willen stilaan een stap verder gaan en van een digitale infobank van sociale producten komen tot een effectief werkinstrument om die sociale producten aan te bieden aan de burger. In dit kader wordt nu een denkoefening opgestart om binnen de renovatie van het stadhuis te komen tot een geïntegreerd loket waar alle basisproducten van de stad die via een vast gestructureerd model afgeleverd worden, in één loket kunnen worden aangeboden.
Hoofdstuk 7. sectorale planverplichtingen De Vlaamse overheid verwacht van de lokale besturen dat ze zorgen voor afstemming tussen het lokaal sociaal beleidsplan en het ouderen beleidsplan en het beleidsplan lokale kinderopvang. De afstemming werd gerealiseerd door de opname van beide plannen als 2 van de 7 deelthema’s uit het lokaal sociaal beleidsplan. Daarnaast werd ook het lokaal woonplan mee opgenomen in het lokaal sociaal beleidsplan. In het zorgstrategisch plan van het
OCMW werden de strategische en operationele doelstellingen van het ouderenbeleidsplan mee opgenomen en mee verdisconteerd.
Artikel 2. Het lokaal sociaal beleidsplan 2008 – 2012 wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 182 van het gemeentedecreet. 7. Westtoer. Samenwerkingsovereenkomst tussen de stad Harelbeke en Westtoer apb. Goedkeuring. Op grond van volgende overwegingen:
Op 1 juni 2002 heeft Westtoer, autonoom provinciebedrijf, een samenwerkingsovereenkomst afgesloten met de Stad Harelbeke. Deze samenwerkingsovereenkomst liep van 1 januari 2002 tot 31 december 2006. De gemeenteraad heeft in zitting van 9 september 2002 goedkeuring verleend aan de samenwerkingsovereenkomst tussen Westtoer, autonoom provinciebedrijf met rechtspersoonlijkheid voor toerisme en recreatie en de Stad Harelbeke. In zitting van 24 april 2006 heeft de gemeenteraad goedkeuring verleend om deze samenwerkingsovereenkomst met één jaar te verlengen, zijnde van 1 januari 2007 tot en met 31 december 2007. Op 8 november 2007 heeft de Stad Harelbeke een brief ontvangen van Westtoer met de vraag om een nieuwe samenwerkingsovereenkomst aan te gaan voor de periode 1 januari 2008 tot 31 december 2012. De samenwerking met westtoer is tot op heden zeer vruchtbaar gebleken, en heeft tevens bijgedragen tot een ruimere bekendheid van de toeristische mogelijkheden van onze stad. Het is wenselijk deze samenwerking ook in de toekomst verder te zetten en bestaande gezamenlijke initiatieven verder uit te bouwen. Het komt de gemeenteraad toe de nieuwe samenwerkingsovereenkomst van 1 januari 2008 tot 31 december 2012 goed te keuren. Na beraadslaging in openbare zitting ; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; Met 24 stemmen voor, 0 stemmen tegen en 0 onthoudingen; BESLUIT: Artikel 1: De gemeenteraad keurt de nieuwe samenwerkingsovereenkomst voor toerisme en recreatie met Westtoer, over de periode van 1 januari 2008 tot 31 december 2012 goed. Artikel 2: Afschrift van deze beslissing wordt overgemaakt aan westtoer. 8. Goedkeuren protocolovereenkomst Overleg Cultuur Zuid-West-Vlaanderen 2008-2013. Gelet op het gemeenteraadsbesluit d.d. 15 juli 2002 betreffende de goedkeuring protocolovereenkomst Overleg Cultuur Zuid-West-Vlaanderen (2003-2007); Gelet op het gemeenteraadsbesluit d.d. 14 mei 2007, waarbij de statuten Overleg Cultuur Zuid-West-Vlaanderen werden gewijzigd en goedgekeurd; Overwegende dat de voortzetting van het oude protocol Overleg Cultuur Zuid-WestVlaanderen de organisatie regelt van een overleg omtrent cultuur in de regio om aldus door intergemeentelijk overleg en samenwerking culturele meerwaarden te creëren;
Overwegende dat de doelstellingen van deze protocolovereenkomst de volgende zijn : - het brede culturele aanbod in de regio afstemmen; - culturele ontwikkelingen stimuleren die de mogelijkheid van de afzonderlijke gemeente overstijgen en hiervoor culturele projecten op schaal van de regio ontwikkelen; - het bestaande aanbod beter bekend en toegankelijk maken bij een ruim publiek en hiervoor kwalitatieve communicatiemiddelen ontwikkelen; - een cultureel imago opbouwen gebaseerd op het profiel en de kenmerken van de regio zodoende werken aan de uitstraling van de streek. Overwegende dat wordt voorgesteld om de protocolovereenkomst Overleg Cultuur ZuidWest-Vlaanderen te hernieuwen voor een volgende periode van 5 jaar (2008-2013); Overwegende dat op het einde van de periode de werking grondig wordt geëvalueerd en er periodiek overleg wordt georganiseerd met de schepen van cultuur en de cultuurbeleidscoördinatoren; Gelet op het feit dat van de participerende gemeentebesturen een basisfinanciering wordt verwacht van € 0,25 per inwoner per jaar, zodat voor Harelbeke afgaande op het bevolkingsaantal op 31/12/2006 (26291) een bedrag van € 6.572,72 moet worden voorzien op begrotingsartikel 762/123-48, voor de volgende jaren dient het bedrag telkens aangepast te worden aan de demografie op 31/12 van het jaar voorafgaand op het jaar van de uitbetaling; Overwegende dat deze basisfinanciering in geval van erkenning en subsidiëring binnen het decreet houdende het stimuleren van een kwalitatief en integraal lokaal cultuurbeleid, aangevuld wordt met € 0,25 per inwoner per jaar, vanuit de Vlaamse Gemeenschap; Overwegende dat als samenwerkingsovereenkomst wordt gekozen voor de vorm van projectvereniging; Overwegende dat de vereniging beschikt over een Raad van Bestuur, die samengesteld uit 13 schepenen voor cultuurbeleid en 13 mandatarissen uit de oppositie van de aangesloten gemeenten; Overwegende dat aan de vergaderingen wordt deelgenomen door 13 schepenen voor cultuurbeleid stemgerechtigd en 13 mandatarissen uit de oppositie niet stemgerechtigd (2 per gemeente), de mogelijk bestaat om technische adviseurs uit nodigen; Overwegende dat de betrokken gemeenten de volgende zijn : Anzegem, Avelgem, Deerlijk, Harelbeke, Kortrijk, Kuurne, Lendelede, Menen, Spiere-Helkijn, Waregem, Wervik, Wevelgem, Zwevegem; Overwegende dat vertegenwoordigers van de stad in een latere zitting kunnen worden aangeduid; Gelet op het advies van de stedelijke cultuurraad; Gezien het decreet van 06 juli 2002 betreffende de intergemeentelijke samenwerking art. 117 Nieuwe Gemeentewet; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; Na beraadslaging in openbare zitting ; Met 24 stemmen voor, 0 stemmen tegen en 0 onthoudingen; BESLUIT :
Artikel 1: Goedkeuring wordt verleend aan het ontwerp protocolovereenkomst, de statuten van de projectvereniging Overleg Cultuur Zuid-West-Vlaanderen (2008-2013) en het huishoudelijk reglement luidend als volgt : 1. Voorzitter, ondervoorzitter, secretaris De Raad van Bestuur kiest tweejaarlijks uit zijn leden een voorzitter en een ondervoorzitter. Er wordt ook een secretaris aangesteld, die eventueel van buiten de Raad van Bestuur kan komen. In dit laatste geval heeft de secretaris geen stemrecht. 2. Inhoudelijke ondersteuning De Raad van Bestuur laat zich bij staan door volgende werkgroepen: - werkgroep bibliotheken; - werkgroep cultuurcentra, ontmoetingscentra, gemeenschapscentra; - werkgroep cultuurraden; - werkgroep erfgoed; - werkgroep musea De Raad van Bestuur kan op ieder ogenblik werkgroepen afschaffen of bijkomende werkgroepen oprichten. De Raad van Bestuur wordt ook bijgestaan door een adviesgroep. Deze adviesgroep legt de band tussen het beleid en de werking in het veld. De adviesgroep bestaat uit : -
de schepen van cultuurbeleid; de cultuurbeleidscoördinatoren of cultuurfuntionarissen; de voorzitters van de culturele raden; vertegenwoordigers uit culturele organisaties.
Deze adviesgroep vergadert minimaal één keer voor iedere Raad van Bestuur. De Raad van Bestuur kan leden uit de adviesgroep uitnodigen om deel te nemen aan de zittingen van de Raad van Bestuur. Deze uitgenodigde leden hebben geen stemrecht. 3. Organisatorische ondersteuning De Raad van Bestuur doet voor de organisatorische ondersteuning beroep op medewerkers van het stadsbestuur Kortrijk, van de intercommunale Leiedal en van het Provinciebestuur. Artikel 2 : De jaarlijkse bijdrage van € 6.572,72 wordt vanaf de begroting 2008 voor 5 jaar in de stadsbegroting opgenomen, mits dat het bedrag jaarlijks wordt aangepast aan de demografie op 31/12 van het jaar voorafgaand op het jaar van de uitbetaling Artikel 3: Afschrift van deze beslissing wordt overgemaakt aan de projectvereniging Overleg Cultuur Zuid-West-Vlaanderen. 9. Goedkeuren cultuurbeleidsplan 2008-2013. Gelet op het decreet van 13 juli 2001 houdende het stimuleren van een kwalitatief en integraal lokaal cultuurbeleid; Gelet op het ontwerpbesluit van de Vlaamse Regering houdende wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 11 januari 2002 ter uitvoering van het decreet van 13 juli 2001 houdende het stimuleren van een kwalitatief en integraal lokaal cultuurbeleid;
Gelet op Ministerieel besluit van 13 februari 2007 tot wijziging van het ministerieel besluit van 29 mei 2002 houdende vastlegging van de structuur van een gemeentelijk cultuurbeleidsplan, een beleidsplan van een bibliotheek en een beleidsplan van een cultuurcentrum; Gelet op het gemeenteraadsbesluit d.d. 19 mei 2003, waarbij cultuurbeleidsplan 20032007 werd goedgekeurd; Overwegende dat het cultuurbeleidsplan van de stad Harelbeke 2008-2013 werd opgemaakt; Gelet op het gunstig advies van de Raad van Beheer van de Culturele Raad, geldig samengekomen op 19 november 2007; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; Na beraadslaging in openbare zitting ; Met 24 stemmen voor, 0 stemmen tegen en 0 onthoudingen; BESLUIT : Artikel 1: Het cultuurbeleidsplan van de stad Harelbeke 2008-2013 wordt goedgekeurd. 10.Cultuur. Goedkeuring toelagen socio-culturele verenigingen 2007. Op grond van volgende overwegingen: in de begroting is onder artikel 762/332-02 als toelage voorzien: - een bedrag van 9000 EURO, te verdelen onder de socio-culturele verenigingen die niet nominatief in de begroting opgenomen zijn; - een bedrag van 5500 EURO voor culturele projecten. Het College van Burgemeester en Schepenen stelt, op advies van de cultuurraad dd. 22.10.2007 voor: - om 100 EURO toelage toe te kennen aan de socio-culturele verenigingen die hun werkingsverslag hebben ingediend, en niet met een nominatieve toelage in de begroting zijn opgenomen; - om het bedrag van 5500 EURO voor culturele projecten te storten aan de cultuurraad. Overwegende dat de toelagenregeling aan de gemeenteraad moet worden voorgelegd, aangezien er geen door de gemeenteraad goedgekeurd reglement ter zake bestaat. Na beraadslaging in openbare zitting op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen; Met 25 stemmen voor, 0 stemmen tegen, 0 onthoudingen. BESLUIT : Art. 1: De criteria voor de verdeling van de toelagen aan de socio-culturele verenigingen worden aanvaard, en de bedragen voor 2007 als volgt vastgesteld: krijgen een toelage van 100 EURO, de volgende verenigingen: 1. Belgian Satellite Hoppers 2. Bolsters 3. Box Rock 4. Comité Vlaanderen-España 5. Coop 6. CSC Oostwijk
7. Culturele Centrale 8. Curieus Eiland 9. Curieus Harelbeke 10. Curieus Stasegem 11. Dansgroep Edelweiss 12. Davidsfonds Harelbeke 13. De Belgische Bierviltjes en Attributen Club 14. De Oosterpoort 15. De Rumbavrienden 16. De Zonnebloem 17. Difodi Lano 18. Eva 19. Fotoclub Diafo 20. Foto en diaclub Germinal 21. Het Geuzenbloempje 22. Het Losse Teater 23. Interclub vzw Curiosa 24. JCI Harelbeke 25. Jeugdharmonie Vooruit 26. JKAV Straffe Madams 27. Jocanti 28. Jongerenkoor St. Salvator 29. Jong KAV Stasegem 30. Jong-Markant 31. Jong Unizo Harelbeke 32. Kaartersclub Sint Jozef Harelbeke 33. Kantklosclub ’t Spinneke 34. KAV Bavikhove 35. KAV St. Jozef Harelbeke 36. KAV St. Salvator 37. Kinderkoor “De Zandkorreltjes” 38. Koninklijk Sint-Ceciliakoor Bavikhove 39. Koninklujk St. Salvatorkoor Harelbeke 40. Kunst in Hulste 41. Kunstkring De Geus 42. KVLV Afdeling Bavikhove 43. KVLV Harelbeke-Stasegem 44. KVLV Hulste-Hulste 45. KWB Bavikhove-Hulste 46. Landelijke Gilde Hulste 47. Liberale Vrouwen Harelbeke 48. Lions Liederik Harelbeke 49. Lithos – Harelbeke vzw 50. Markant Harelbeke 51. Markant Hulste 52. M.C. De Pinkers 53. Middengroepen Harelbeke 54. Open Atelier Amateur Boekbinders 55. Oudercomité Basisschool St. Rita 56. Oudercomité St. Amandscollege 57. Oudercomité Ter Gavers 58. Oudercomité Vrije Basisschool St. –Augustinus Stasegem 59. Oudervereniging voor de Moraal 60. Oudleiding Chiro Stasegem 61. STAM 62. Supportersclub Stijn Devolder 63. The Blue Stage Band
64. Toneelgroep Arlieze 65. Toneelgroep Kloar Bie Doage 66. ’t Paletje 67. Unizo Bavikhove – Hulste 68. Vakantiegenoegens Groot Harelbeke 69. V.C. De Geus 70. Velt 71. Vermeylenfonds Harelbeke 72. VIVA-SVV 73. Vlaamse Studie & Vormingskring Harelbeke F.V. 74. Vriendenkring Impuls 75. Vrije Basisschool OLV v. Vreugde Oudercomité 76. VZW De Notenkrakersklieke 77. VZW Kantore 78. VZW Vriendenkring Zeescouts Jan-Bart 79. Willemsfonds 80. Zang-Koor “Jonge Harten” (OKRA) 81. Ziekenzorg Bavikhove Art. 2: Het bedrag van 5500 EURO voor culturele projecten wordt gestort aan de cultuurraad. 11.Leveren en plaatsen van speeltoestellen op speelterreinen in Harelbeke. Goedkeuren bestek, raming (14 462,81 EUR + BTW) en gunningswijze. Op grond van volgende overwegingen, zowel feitelijk als juridisch: In het kader van de opdracht met als voorwerp “Leveren en plaatsen van speeltoestellen” werd een bestek met ref. 2007/speeltoestellen opgemaakt door de Centrale Aankoopdienst. Het betreft een glijbaan, combinatietoestel en veertoestellen voor het speelterrein Ter Coutere en een combinatietoestel en veertoestellen voor het speelterrein Zandberg te Harelbeke. De uitgave voor de opdracht wordt geraamd op € 14.462,81 excl. btw of € 17.500,00 incl. 21 % btw. Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking, gezien de aard van de bestelling en gezien deze gunningswijze aan de Stad de meeste waarborgen biedt betreffende prijsvorming en service. Het krediet is voorzien in de begroting van 2007 op artikel 761/725-60 van de buitengewone dienst. Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen: - het gemeentedecreet van 15 juli 2005, inzonderheid artikel 43, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad, en latere wijzigingen; - de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen; - het gemeentedecreet van 15 juli 2005, meer bepaald de artikels 248 tot 260 betreffende het algemeen administratief toezicht op de gemeenten; - de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 17, § 2, 1° a; - het koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen, inzonderheid art. 120; - het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen, inzonderheid art. 3, § 2;
- de algemene aannemingsvoorwaarden, opgenomen in de bijlage bij voormeld besluit van 26 september 1996, en latere wijzigingen; - het gunstig advies over de opdracht van de Jeugdraad, dd. 8 november 2007 en de Raad van Bestuur van de Stedelijke Jeugdinfrastructuur dd. 25 september 2007; - het aankoopadvies van de Preventiedienst dd. 2007 Gezien de stukken van het dossier ; Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen ; Na er in openbare zitting over beraadslaagd te hebben ; Met 25 stemmen voor, 0 stemmen tegen, 0 onthoudingen. BESLUIT : Art. 1 : Goedkeuring wordt gehecht aan het bestek met ref. 2007/speeltoestellen en de raming voor de opdracht met als voorwerp “Leveren en plaatsen van speeltoestellen”, opgemaakt door de Centrale Aankoopdienst. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bijzonder bestek en zoals opgenomen in de algemene aannemingsvoorwaarden voor de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De kostenraming bedraagt € 14.462,81 excl. btw of € 17.500,00 incl. 21 % btw. Art. 2 : Hogergenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking. Art. 3 : De opdracht waarvan sprake in art. 1 zal gefinancierd worden op artikel 761/725-60 van de buitengewone dienst van het dienstjaar 2007. 12. Aanvraag eerste voorlopig twaalfde 2008. Op grond van volgende overwegingen zowel feitelijke als juridisch: In toepassing van art. 148 § 1 van het Gemeentedecreet dient de gemeenteraad voor het begin van ieder boekjaar het budget vast te stellen. Indien dit niet gebeurt dienen voorlopige twaalfden opgenomen. Het budget 2008 zal pas in 2008 kunnen behandeld worden en om de continue werking van het bestuur te verzekeren wordt 1 voorlopige twaalfde aangevraagd, Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen: De regeling van de voorlopige twaalfden is opgenomen in art. 156 van het Gemeentedecreet en art. 14 van het algemeen reglement van 02 augustus 1990, betreffende de gemeentelijke comptabiliteit. Om deze redenen; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; Na beraadslaging in openbare zitting ; Met 25 stemmen voor, 0 stemmen tegen en 0 onthoudingen; BESLUIT : Artikel 1:
Teneinde de normale gang van de bestuurlijke diensten te verzekeren, wordt het College van Burgemeester en Schepenen gemachtigd, voor de maand januari 2008 de gewone verplichte uitgaven voor het dienstjaar 2008 uit te voeren tot beloop van één voorlopige twaalfde op basis van het laatst goedgekeurde gemeentebudget voor het dienstjaar 2007. 13. Hervaststelling van het gemeentelijk gebruiks-, tarief- en retributiereglement. Dienstjaar 2008-2012. Op grond van volgende overwegingen zowel feitelijk als juridisch: Het gemeentelijk retributiereglement werd vastgesteld tot en met 31.12.2007 om de nieuwe bestuursmeerderheid de gelegenheid te geven in de loop van 2007 na te denken over eventueel noodzakelijke aanpassingen. De nodige wijzigingen en bijhorende motivering werden opgevraagd bij de diverse stadsdiensten. Blijkt dat de bestaande tarieven en modaliteiten ten opzichte van de versie 2007 van het reglement dienen te worden aangepast. De voorliggende wijzigingen werd onderworpen aan advies van de adviesraden. Volgende adviesraden hebben gereageerd en hebben als volgt geadviseerd : De jeugdraad :gunstig (brief van 23.10.2007). De raad van bestuur van de stedelijke infrastructuur : gunstig (brief van 26.11.2007). De sportraad : gunstig (brief van 28.09.2007). De bibliotheekraad : gunstig (verslag Raad van Bestuur van 24.09.2007) De gezinsraad : gunstig (brief van 10.10.2007). Gezien al deze adviezen gunstig zijn dient er niet nader op te worden geantwoord. Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen : - het Gemeentedecreet (GD) , inzonderheid art. 42 en art. 186; - het Decreet van 13.07.2001 houdende het stimuleren van een kwalitatief en integraal lokaal cultuurbeleid ; - het Decreet van 14.02.2003 houdende de ondersteuning en de stimulering van het gemeentelijk, het intergemeentelijk en het provinciaal jeugd- en jeugdwerkbeleid. - Het Decreet van 09.03.2007 op het sport voor allen beleid houdende de erkenning van de gemeentelijke sportdiensten ; Om deze redenen ; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen ; Na beraadslaging in openbare zitting ; Met 25 stemmen voor, 0 stemmen tegen en 0 onthoudingen ; BESLUIT : Artikel 1 : Stelt het gemeentelijk retributie– tarief- en gebruiksreglement opnieuw vast luidend als volgt. 1. Retributie op de aflevering van stukken bedoeld in het decreet op de Ruimtelijke Ordening en in de milieuwetgeving.
- Afdrukken of uittreksels van de gemeentelijke bouw- en milieuverordeningen, per blz. of deel ervan: 0,25 EUR - Digitale versie van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan: 5 EUR per CD-ROM - Afgifte van afdrukken of uittreksels van goedgekeurde plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen of verkavelingsplannen en die in het gemeentehuis voor iedereen ter inzage liggen: * voor niet gekleurde afdrukken: 25 EUR plus per vierkante meter of breuk van vierkante meter boven de m² 2,5 EUR * voor gekleurde afdrukken: 25 EUR plus per 10 vierkante decimeter of breuk van boven de m² meter 2,5 EUR - Afschriften van verordenende voorschriften die bij de plannen zijn gevoegd, maar er niet zelf op voorkomen: 12,5 EUR - Afgifte van afdrukken van goedgekeurde bouwplannen: 2.5 EUR per planafdruk - Afgifte van stedenbouwkundige inlichtingen of stedenbouwkundig attest: voor de dienstverrichting van het personeelslid dat met de opzoekingen wordt belast met het oog op het opmaken van het attest: 50 EUR. - Afgifte van afdrukken van plannen of uittreksels uit milieudossiers die in het gemeentehuis voor iedereen ter inzage liggen: 2,5 EUR per planafdruk en 0,25 EUR per blz. of deel ervan. - Vrijstellingen: Staat, gemeenschappen en gewesten, provincies, gemeenten en verenigingen van gemeenten, aan de gemeenten ondergeschikte besturen (kerkfabrieken en O.C.M.W.’s), de W.V.E.M, Belgacom, de V.M.W. en “De Post”. - Invordering: Er geschiedt een consignatie ter gelegenheid van de aanvraag van voormelde stukken. Het te consigneren bedrag is gelijk aan het bedrag dat als retributie zal dienen te worden betaald. Bij aflevering van de stukken geschiedt de aanrekening van het te betalen bedrag op het geconsigneerde bedrag. Van de ontvangen bedragen wordt een ontvangstbewijs afgeleverd. 2. Retributie op het ter beschikking stellen van een i.f.v. een openbare aanbestedings- of een algemene offerteaanvraagprocedure in het kader van de wet van 24.12.1993 betreffende de overheidsopdrachten. Het ter beschikking stellen aan kandidaat-aannemers van een bestek ifv een openbare aanbesteding- of een algemene offerteaanvraagprocedure in het kader van de wet van 24.12.93 betreffende overheidsopdrachten geeft aanleiding tot een retributie van 25 EUR per bestek. De portkosten zijn ten laste van de aanvrager overeenkomstig rubriek 41 “Retributie portkosten” van het retributiereglement. De betaling geschiedt contant in handen van de stadsontvanger of diens aangestelde bij afhaling van het bestek. Indien het bestek wordt opgestuurd, gebeurt de betaling via voorafgaande overschrijving. 3. Retributie op de aflevering van rattenvergif. Kleine doos: (8 x 25 gr): 4 EUR. De retributie dient vereffend te worden bij afgifte van het rattenvergif.
4. Retributie op het verstrekken van inlichtingen in het kader van voorgenomen en effectieve vervreemdingen, voorgenomen en effectieve toekenning van zakelijke of persoonlijke rechten betreffende onroerende goederen en bodemonderzoeken. Er wordt een retributie gevestigd ter vergelding van het opzoekingswerk en aansluitend verstrekken van schriftelijke inlichtingen inzake: milieu, stedenbouw en ruimtelijke ordening, bestaande dienstbaarheden, mogelijkheden tot onteigening en opname op lijsten in het kader van de wetgeving op de monumenten en landschappen en heffingen op leegstand. Gevraagd in het kader van: - Voorgenomen en effectieve vervreemdingen betreffende onroerende goederen; - Voorgenomen en effectieve toekenning van zakelijke rechten betreffende onroerende goederen; - Voorgenomen en effectieve toekenning van persoonlijke rechten betreffende onroerende goederen; - Bodemonderzoeken. De retributie bedraagt 50 EUR per vraag. Inlichtingen die in één keer worden gevraagd worden beschouwd als één vraag. De retributie is verschuldigd door diegene die de inlichting effectief vraagt. De betaling gebeurt steeds vooraf hetzij contant, hetzij door overschrijving, hetzij door afname op een daartoe bij het stadsbestuur gestelde provisie. Vrijstelling: alle openbare besturen. 5. Retributie voor het afleveren van conformiteitsattesten in het kader van de verhuring van woningen, kamers en studentenkamers. De aanvraag voor het afleveren van een conformiteitattest bedoeld in het Decreet van 15.07.1997 houdende de Vlaamse wooncode (inzonderheid art. 8) en het Besluit van de Vlaamse Regering van 06.10.1998 betreffende de kwaliteitsbewaking, het recht van voorkoop en het sociaal beheersrecht op woningen (inzonderheid art. 22) geeft aanleiding tot een kostenvergoeding van 61,97 EUR. De vergoeding is altijd verschuldigd behoudens in het geval het attest overeenkomstig artikel 21 par. 4 van het vermelde besluit van 06.10.1998 wordt afgeleverd. De aanvraag voor het afleveren van een conformiteitattest bedoeld in het Decreet van 04.02.1997 houdende kwaliteits- en veiligheidsnormen voor kamers en studentenkamers (inzonderheid titel III) en het Besluit van de Vlaamse Regering van 23.07.1998 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor kamers en studentenkamers (inzonderheid artikel 10) geeft aanleiding tot een vergoeding van 61,97 EUR verhoogd met 12,39 EUR per kamer vanaf de zesde kamer en zonder dat het bedrag meer dan 1239,47 EUR mag bedragen. De vergoeding is altijd verschuldigd, behoudens in het geval het attest overeenkomstig artikel 9 par. 4 van het vermelde besluit van 23.07.1998 wordt afgeleverd. De vermelde vergoedingen dienen betaald bij de aanvraag van voormelde attesten. 6. Retributie voor het gebruik van openbaar domein ter gelegenheid van werken. Het gebruik door aannemers, werkend voor natuurlijke personen en rechtspersonen, van het openbaar domein - eigendom van de stad of door de stad beheerd - naar aanleiding van werken door middel van o.m. de plaatsing van afsluitingen, stellingen, kranen, containers, werfketen en stapelen van materialen is onderworpen aan een retributie die als volgt wordt vastgesteld.
De signalisatievergunning bedoeld in artikel 16.1 van het algemeen politiereglement, nodig voor ingebruikname zoals boven omschreven, dient tijdig aangevraagd bij de lokale politie. Bij de aanvraag dient een schets gevoegd met de in te nemen zone, met vermelding van de afmetingen van de inname. Het einde van het gebruik dient meegedeeld aan de technische dienst van de stad. Bij gebreke aan een voorafgaande toelating van het gebruik wordt de retributie berekend op basis van de bij de stad beschikbare gegevens, tenzij de gebruiker kan bewijzen dat het gebruik later is gestart dan door de stad aangenomen. Bij gebreke aan een voorafgaande verwittiging tgv. de beeïndiging van het gebruik wordt de retributie berekend tot op de dag waarop wordt vastgesteld dat het gebruik een einde heeft genomen, tenzij de gebruiker kan bewijzen dat het gebruik eerder is gestopt. De retributie bedraagt 50 eurocent per m² of gedeelte van een m² ingenomen oppervlakte en per dag of een gedeelte van een dag. De retributie is verschuldigd door de aannemer of, indien deze de werken zelf uitvoert, de uitvoerder. Zijn van deze retributie vrijgesteld : -
openbare besturen, sociale bouwmaatschappijen en nutsmaatschappijen of voor hen werkende aannemers. natuurlijke personen en rechtspersonen of voor hen werkende aannemers voor zover de inname vooraf werd toegestaan en niet langer dan zeven kalenderdagen duurt.
7. Retributie gebruik van verkeerssignalisatie. Voor het gebruik van verkeerssignalisatie, inclusief pinklichten, masten en nadarafsluiting door privaatpersonen en/of firma’s wordt – behalve indien deze zaken dienen gebruikt voor feestelijkheden waarvoor een andere regeling geldt (zie hieronder) – een retributie, inclusief waarborg, gevraagd zoals hieronder vermeld: Materieel Nadar Pinklichten Masten Signalisatieborgen
huur/dag/st vanaf de 4de dag 1,30 EUR 2,50 EUR 2,50 EUR 2,50 EUR
Waarborg 5 EUR st. 20 EUR st. 20 EUR st. 25 EUR st.
Het vermoedelijke bedrag van de retributie dient geconsigneerd op het ogenblik van de afhaling. De eindafrekening geschiedt na terugbrenging van het materieel. Het teveel betaalde bedrag wordt door de stadsontvanger binnen de maand terugbetaald door middel van een postassignatie of door overschrijving op een aangeduide rekening. Het te weinig betaalde bedrag dient betaald binnen de maand na toezending van de te betalen rekening. Het materieel wordt principieel opgehaald door de aanvrager. Indien de verkeerssignalisatie door stadsdiensten dient ter plaatse gebracht of teruggehaald wordt telkens een forfaitair bedrag van 60 EUR aangerekend. Indien de nodige signalisatie bij werken, hindernissen of andere verkeersbelemmeringen niet wordt geplaatst, geschiedt de plaatsing door de politiediensten met toepassing van huidige retributie.
De waarborg wordt terugbetaald bij de terugbezorging van het materieel in dezelfde toestand als het ter beschikking werd gesteld. Eventuele schade wordt van de borg afgehouden. De punten 1, 2, 4 en 5 van het gebruiksreglement hierna vermeld onder punt 6 zijn toepasselijk. Vrijstelling van huur : gebruik van materialen door privaatpersonen voor de eerste 3 dagen. 8. Retributie gebruik materieel feestelijkheden. Gebruik van materieel feestelijkheden geeft aanleiding tot het heffen van volgende retributies. Eventueel Beschikbaar 1 stuk Aantal dagen 1 stuk 8 x 8 m² 6x4m 2 stuks 70 stuks 450 stuks 50 stuks 15 stuks 3 stuks 10 stuks 3 stuks (...)
Aantal nodig ……….. ……….. ……….. ……….. ……….. ……….. ……….. ……….. ……….. ……….. ……….. ……….. ……….. ………..
Materialen
Waarborg (*)
Huur (*)
Podiumwagen
1000,00€
Sanitaire wagen Podium <8x8 Podium (enkel binnen) <6x4m
500,00 € 125,00 €
In Harelbeke 200,00€/dag x….d. Buiten Harelbeke 750,00€/dag x…d. 75,00 € 25,00 €
125,00 €
13,00 €
Buffetstand Tafels Stoelen Vlaggen Masten Werfkast Halogeen Staanders halogeen Standpijp (...)
25,00 € x……st. 3,00 € x st 3,00 € x…..st. 3,00 € x…..st. 3,00 € x……st. 25,00 € x……st. 3,00 € x st 3,00 € x st 15,00 € x……st. (...)
13,00 € x……st. 0,25 € x……st. 0,25 € x……st. 0,25 € x……st. 0,25 € x……st. 2,50 € x……st. 4,00 € x……st. 2,50 € x st
1000,00€
(...)
1250 meters Nadar Totaal bedrag VAST BEDRAG VERVOERKOSTEN INBEGREPEN: EIND TOTAAL:
1,00 € €
0,00 € € + 25,00 €
€
€
Verbruik van water via een standpijp is inbegrepen 2 m³ verbruik. Meerverbruik wordt doorgerekend volgens de tarieven VMW (incl. milieuonkosten). Het volledig verbruik dient betaald te worden (buiten de feestelijkheden) in functie van de tellerstand en de van kracht zijnde tarieven van de VMW, incl. milieukosten. Vrijstelling : aannemers die werken voor de stad. Het gebruik van de sanitaire wagen aan het genoemde tarief geldt voor maximaal 4 dagen. Wanneer de gebruiker de wagen langer wenst te gebruiken is opnieuw de som van 75 EUR verschuldigd. De betaling van deze bijkomende som geeft aanleiding tot een gebruiksrecht van opnieuw maximum 4 dagen. Vervoer door stadsdiensten geeft aanleiding tot een retributie van 25,00 EUR.
Na goedkeuring van de aanvraag dient een overschrijvingsformulier met het waarborgbedrag op naam van de vereniging of van de verantwoordelijke contactpersoon ten gunste van het stadsbestuur te worden voorgelegd. De huur en eventuele transportkosten kunnen ofwel cash betaald worden op de dienst ontvangerij of overgeschreven worden op rekening stadsbestuur. De aanvraag dient te gebeuren op het daartoe geëigende aanvraagformulier. Bij afgifte van het materieel dient een ontvangstbewijs te worden ondertekend. Het gebruik geschiedt onder volgende algemene voorwaarden: -
De ondergetekende aanvrager verantwoordelijke zal bij de terbeschikkingstelling, datum en uur van inontvangstneming aanduiden op het ontvangstbewijs en voor ontvangstneming ondertekenen, evenals volgende verplichtingen naleven: * * * *
Het ontvangen materiaal in bewaring houden als een goede huisvader; Alle verantwoordelijkheid opnemen in zake eventuele ongevallen die hierdoor aan derden schade kunnen veroorzaken (zowel lichamelijke, als stoffelijke) ; Zorgen voor de eventuele noodzakelijke verlichting en signalisatie; Een verzekering afsluiten inzake burgerlijke verantwoordelijkheid tegenover derden voor de voorbereidingen, de feestelijkheid of de activiteit zelf en alle nawerken, dit ook ter ontlasting van de verantwoordelijkheid van de stad Harelbeke.
-
De ondergetekende aanvrager verantwoordelijke is bij de levering en ophaling aanwezig teneinde een tegensprekelijke controle uit te voeren. Bij afwezigheid van de betrokkene worden alle materialen geacht in perfecte staat afgeleverd te zijn en blijven alle reglementen van toepassing.
-
De aansluitingen, watervoorziening en de rioolafvoer van de sanitaire container zijn ten laste van de gebruiker.
-
Bij ophaling zijn alle materialen in een onberispelijke staat teruggeleverd door de aanvrager verantwoordelijke. Voor volgende materialen wordt de reiniging in opdracht en op kosten van de aanvrager verantwoordelijke gedaan (bij ophaling is een bewijs voor te leggen): * Sanitaire container * Koelkast + schenktafel.
-
Op basis van eventuele negatieve ervaringen voor wat betreft het gebruik van de stadsmaterialen kan een toekomstige uitleningsaanvraag worden geweigerd. Bij eventuele schade en/of niet-reiniging worden alle door de stadsdiensten gedane onkosten voor herstelling en/of reiniging in rekening gebracht aan de aanvrager verantwoordelijke.
-
De aansluiting, watervoorziening, afvoer en gasfles bij de schenktafel zijn ten laste van de aanvrager verantwoordelijke.
-
De plaatsing van de materialen gebeurt door de aanvrager die tijdens de werkuren advies kan bekomen van de stadsverantwoordelijken.
9. Aanvraag plaatsen publiciteitsborden reclame n.a.v. manifestaties van culturele, levensbeschouwelijke, liefdadige of sportieve aard.(art. 14 van het algemeen politiereglement).
De aanvraag voor het aanbrengen van publiciteitsborden aan de rasters bedoeld in artikel 14 van het algemeen politiereglement van de stad Harelbeke gebeurt op de daartoe bestemde formulieren te bekomen op de dienst Interne Werking van de stad Harelbeke. De aanvraag dient te gebeuren minstens één maand voor de datum waarop men de aankondiging wenst te laten gebeuren. Het formulier wordt vastgesteld als volgt: VOORZIJDE AANVRAAGFORMULIER VOOR HET PLAATSEN VAN PUBLICITEITSBORDEN Ondergetekende…………………………………………….(naam aanvrager) Optredend voor……………………………………………..(naam vereniging) en verklarend zich tevens persoonlijk te verbinden, Adres aanvrager : ………………………………………………………………….. Telefoon aanvrager :………………………. Verzoekt voor volgende activiteit : ………………………..(naam activiteit), die plaats heeft te ……………………………………………...(plaats vermelden) op datum van :………………..(datum activiteit), aan de stadsdiensten om het ophangen van publiciteitsborden overeenkomstig artikel 14 van de algemene politieverordening van de stad Harelbeke en de toepasselijke bepalingen van het gemeentelijk gebruikstarief en retributiereglement op volgende plaatsen: ………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………. ……………………(plaatsen vermelden). Ondergetekende verklaart kennis te hebben van het artikel 14 van de algemene politieverordening en de toepasselijke bepalingen van het gemeentelijk retributiereglement en deze te aanvaarden (ZIE KEERZIJDE). ACHTERZIJDE Tekst artikel 14 van de algemene gemeentelijke politieverordening Tekst artikel 1.a. van het gemeenteraadsbesluit van 12.07.1999 De betrokken, door de aanvrager overeenkomstig de politieverordening te schilderen borden, zijn gratis verkrijgbaar bij de stad Harelbeke en worden aangebracht en verwijderd door de stadsdiensten. De beschilderde borden worden op het stadsdepot ingediend om door de standsdiensten te worden opgehangen. De aanvrager neemt – na de activiteit – zelf het initiatief voor het afhalen van de borden op het stadsdepot (Broelstraat Harelbeke) binnen de 7 dagen na het einde van de activiteit. De stad kan niet aansprakelijk gesteld worden voor verlies of beschadiging van niet afgehaalde borden. 10. Retributie bewegwijzering ten behoeve van bedrijven en instellingen.
Om de plaatsing te bekomen op openbaar domein van wegwijzers ten behoeve van bedrijven en instellingen: -
-
Dient er door de verzoeker voorafgaandelijk een bedrag van 123,95 EUR per wegwijzer betaald te worden ter vergoeding van de plaatsingskosten ; Dient er door de verzoeker voorafgaandelijk een bedrag van 24,79 EUR per wegwijzer geconsigneerd te worden, tot zekerheid van de betaling van de kosten voor de verwijdering van de wegwijzers overeenkomstig de politieverordening die de plaatsing ervan regelt ; Vervanging : om de vervanging te bekomen van wegwijzers geplaatst overeenkomstig de politieverordening betrekkelijk bewegwijzering t.b.v. bedrijven en instellingen dient vooraf een bedrag van 24,79 EUR per wegwijzer betaald ter vergoeding van de vervangingskosten.
Alle aan de stad ondergeschikte besturen zijn vrijgesteld. 11. Retributie voor het nemen van fotokopies. Een retributie voor het nemen van kopies t.b.v. van derden wordt als volgt geheven : - 0,10 EUR per bladzijde of gedeelte van een bladzijde voor het formaat DIN A/4 of DIN A/3.(zwart-wit kopie). - Voor kleuren kopies wordt een bedrag van 1 EUR per bladzijde of gedeelte van een bladzijde voor het formaat DIN A/4 of DIN A/3 gerekend. Deze retributie dient niet betaald : - Door gemeenteraadsleden die om de kopies verzoeken ter gelegenheid van of in het kader van de uitoefening van hun mandaat. - Door vertegenwoordigers van een stedelijk adviesorgaan, wanneer de kopie wordt genomen t.b.v. het adviesorgaan. Voormelde retributie dient betaald bij ontvangst van de gevraagde kopies. 12. Retributie voor het gebruik van de telefax en de telefoon voor "internationale gesprekken" Het gebruik door derden van het faxtoestel geeft aanleiding tot volgende retributie: - binnenland 0,70 EUR voor de eerste pagina + 0,15 EUR per bijkomende pagina ; - buitenland 3 EUR voor de eerste pagina + 0,15 EUR per bijkomende pagina. Buitenlandse telefoongesprekken door derden geven aanleiding tot 3 EUR per gesprek. Voormelde retributies dienen onmiddellijk vereffend. 13. Retributie voor het inbinden van documenten ten behoeve van particulieren. Het inbinden van stukken door middel van de bindmachine infodienst geeft aanleiding tot een retributie van 2,50 EUR per kaft. Voormelde retributie dient bij afgifte van het ingebonden stuk onmiddellijk betaald. 14. Retributie voor de ter beschikkingstelling van het jaarverslag, de gemeentebegroting, het milieujaarprogramma, de knelpuntenanalyse, de milieu-inventaris, het afvalstoffenplan en het milieubeleidsplan.
Het jaarverslag, de gemeentebegroting, het milieujaarprogramma, de knelpuntenanalyse, de milieu-inventaris, het afvalstoffenplan en het milieubeleidsplan worden ter beschikking gesteld tegen de som die wordt bekomen door de vermenigvuldiging van het aantal bladzijden met de prijs van 0,10 EUR. De retributie dient betaald bij de opvraging van het desbetreffende stuk. Vrijstelling: alle gemeentelijke adviesraden, alle openbare besturen. 15. Retributie voor een abonnement op de notulen van de gemeenteraad. Een abonnement op de notulen van de gemeenteraad is door derden te bekomen tegen een bedrag van 50 EUR per jaar. Deze retributie dient voldaan bij aanvraag van het abonnement. Er wordt een vrijstelling ingevoerd door de erkende adviesraden. 16. Retributie voor een abonnement op de toelichtingsnota’s gemeenteraad. Een abonnement op de toelichtingsnota’s gemeenteraad kan door derden worden bekomen tegen een bedrag van 50 EUR per jaar. Deze retributie dient voldaan bij de aanvraag van het abonnement. Zijn aan deze retributie niet onderworpen: - De toelichtingsnota’s ter beschikking gesteld aan de pers. - De toelichtingsnota’s ter beschikking gehouden van het publiek gedurende de raadszitting. Er wordt tevens een vrijstelling ingevoerd voor de erkende adviesraden. 17. Retributie voor een abonnement op de dagorde van de gemeenteraad. Een abonnement op de dagorde van de gemeenteraad kan bekomen worden tegen een bedrag van 5 EUR per jaar. De retributie dient voldaan bij de aanvraag van het abonnement. Er wordt een vrijstelling ingevoerd voor de erkende adviesraden. 18. Gebruik muziekinstrumenten. Muziekinstrumenten, zijnde eigendom van de stad Harelbeke, kunnen worden ontleend aan een bedrag van 49,58 EUR per instrument en per schooljaar. 19. Schoolagenda verplicht te gebruiken door de leerlingen van de Stedelijke Academie voor Muziek en Woord (SAMW), cursusgeld preklasje notenleer en jazzklas, kopiekaarten. De schoolagenda, ter beschikking gesteld door de academie en verplicht te gebruiken door de leerlingen van de Stedelijke Academie voor Muziek en Woord (SAMW) wordt ter beschikking gesteld tegen de prijs van 1,24 EUR. Dit bedrag dient betaald bij de inschrijving. Het cursusgeld voor het volgen van het preklasje notenleer bedraagt 49,58 EUR per jaar. Het cursusgeld voor het volgen van de jazzklas bedraagt 49,58 EUR per jaar voor leerlingen die reeds aan de academie zijn ingeschreven. Het bedraagt 123,95 EUR voor zij die niet in een andere cursus aan de academie zijn ingeschreven. Bedoelde sommen dienen gekweten bij de inschrijving. Kopiekaart met 50 eenheden
:
3 EUR
Kopiekaart met 100 eenheden Kopiekaart met 1.000 eenheden
: 6 EUR : 52 EUR
De som van de kopiekaarten wordt betaald bij de afgifte van de kaarten. Licentieovereenkomst met beheersvennootschap van muziekuitgevers SEMU: de vergoeding te betalen door de Stad (bedrag per leerling) aan de beheersvennootschap wordt bij het inschrijvingsgeld te betalen door de leerling gevoegd. 20. Retributie voor prestaties en inlichtingen verstrekt door de dienst bevolking en burgerlijke stand. -
Onverminderd de bepalingen van het K.B. van 16.07.1992 betreffende het verkrijgen van informatie uit het bevolkingsregister en het vreemdelingenregister gelden volgende bepalingen : * voor het verstrekken van inlichtingen door de dienst bevolking (geboortedata, adressen, erfrechtverklaring, enz.) per schriftelijke inlichting: 1,50 euro * voor inlichtingen op lijsten die verstrekt worden door de tussenkomst van het Rijksregister of de eigen computer: 0,10 EUR per naam. * voor inlichtingen op kleefetiketten die verstrekt worden door tussenkomst van het Rijksregister of de eigen computer: 0,20 EUR per naam. * de onder nr. 19 aangehaalde retributies dienen voldaan bij het ogenblik van de aanvraag. Zijn van deze retributie vrijgesteld:de overheidsdiensten en instellingen, de Harelbeekse scholen, sociale organisaties, culturele verenigingen en sportverenigingen.
-
Er wordt per adreswijzigingdossier een retributie van 2,50 EUR dossierkosten gerekend.
-
Voor de prestaties van de bedienden van de dienst burgerlijke stand in het kader van een stamboomonderzoek wordt per bezoek of schriftelijke vraag om inlichtingen een retributie van 6 EUR gerekend. Een jaarabonnement bedraagt 15 EUR/kalenderjaar. Bezoeken en vragen kaderend in een uitgave waaraan de stad haar medewerking verleent zijn vrijgesteld.
-
Er wordt per dossier huwelijksaangifte een retributie van 15 EUR gerekend (hierin zijn 10 attesten inbegrepen). Voor huwelijken die voltrokken worden op een zaterdag wordt, ter vergelding van de kosten van de plechtigheid, een retributie van 50 EUR aangerekend. Voormelde bedragen dienen vereffend door diegene(n) die het huwelijk aanvraagt(aanvragen) en dienen vereffend bij de aanvraag.
-
Er wordt per dossier nationaliteitswijziging een retributie van 15 EUR gerekend.
- Een plastieken etui dienstig voor een rijbewijs of een elektronische identiteitskaart is verkrijgbaar tegen een retributie van 0,50 euro. 21. Verhaal van kosten lastens de begunstigde van opdrachten uitgevoerd door de brandweer bedoeld in art. 2 van het KB van 25.04.2007. De volgende opdrachten worden gratis uitgevoerd door de brandweer (art. 2 van het KB van 25.04.2007): *
De interventies betreffende de bestrijding van brand en ontploffing.
* * * * * * *
De technische hulpverleningswerkzaamheden, op voorwaarde dat het gaat om een noodoproep om mensen te beschermen of te redden. De bestrijding van rampspoedige gebeurtenissen en de catastrofen. De coördinatie van de hulpverleningsoperaties. De internationale opdrachten van civiele bescherming, uitgezonderd de opdrachten inzake de bestrijding tegen vervuiling. De drinkwaterbevoorrading rechtstreeks aan de burger, ingeval van een vrij ernstig watertekort of van een watertekort dat een omvangrijk gebied treft. De waarschuwing aan de bevolking. De interventie naar aanleiding van een loos alarm.
Deze prestaties zijn wel recupereerbaar overeenkomstig de regels inzake burgerlijke aansprakelijkheid. 22. Verhaal van kosten ten opzichte van de burgerrechtelijke aansprakelijke voor interventies bedoeld in art. 3 van het KB van 25.04.2007. Onverminderd artikel 2bis /1, § 1, derde en vierde lid van de wet van 31 december 1963 betreffende de civiele bescherming, worden verhaald ten laste van hun begunstigden, de kosten veroorzaakt a) door de opdrachten die niet opgesomd zijn in art. 2 van het KB van 25.04.2007, en waarvoor een forfaitair bedrag wordt aangerekend; * theoretische opleidingen: € 30,00 per lesgever en per uur. * praktische opleidingen: € 30,00 per lesgever en per uur (wij leveren nooit zelf te verbruiken materialen). * verdelgen wespennest, ter plaatse gaan voor vermeend wespennest, ter plaatse gaan voor niet te lokaliseren wespennest: € 25,00. * de interventies naar aanleiding van een technisch falend alarm: € 125,00. * brandpreventie volgens onderstaande tabel.
1. A) Brandpreventieverslag /-advies bij bouwaanvraag m.b.t * bedrijfsgebouwen en handelsruimten met een totale bruikbare oppervlakte tot 2000 m2 € * bedrijfsgebouwen en handelsruimten met een totale bruikbare oppervlakte groter dan 2000 m2 € * gebouwen die volgens het KB van 07.07.1994 op de basisnormen vallen onder bijlage 2 (lage gebouwen) € * gebouwen die volgens het KB van 07.07.1994 op de basisnormen vallen onder bijlage 3 (middelhoge gebouwen) € * gebouwen die volgens het KB van 07.07.1994 op de basisnormen vallen onder bijlage 4 (hoge gebouwen) € Openen van dossier voor alle onder A) genoemde gebouwen: gratis
150,00 200,00 150,00 200,00 300,00
B) Brandpreventieverslagen bij milieuvergunningsaanvragen / regularisaties * inrichtingen met een totale bruikbare oppervlakte tot 2000 € 150,00 m2 * inrichtingen met een totale bruikbare oppervlakte groter dan 2000 m2 € 200,00 Openen van dossier voor alle onder B) genoemde gebouwen: gratis
C) Controlebezoeken/inspecties voor het afleveren van attesten of het geven van advies betreffende brandpreventiemaatregelen * per controlebezoek/advies € 40,00 Er is een vrijstelling voor de in Harelbeke staande schoolgebouwen. Controlebezoeken/adviezen in het kader van door Harelbeekse verenigingen georganiseerde evenementen zijn gratis. De retributie betreffende de brandpreventie is niet van toepassing op openbare besturen, OCMW’s, sociale bouwmaatschappijen en eengezinswoningen. b) door de opdrachten die niet opgesomd zijn in art. 2 van het KB van 25.04.2007; met name : * waterleveringen. * pompwerken. * duikopdrachten. * niet-dringend openen van woning. * niet dringende redding van goederen en dieren. * wachtdiensten voor niet-gemeentelijke activiteiten, zijnde activiteiten van nietHarelbeekse verenigingen. * reinigen en vrijmaken wegdek. * milieuvervuiling. * niet-dringend wegnemen van gevaar op privaat terrein. en die worden geheven aan de hand van de volgende tarieven: 1) uurloon: de werkelijk gemaakte uurkost per uur en per ingeschakeld lid van de stedelijke brandweer 2) voertuigen: elevator: vast recht van € 250,00 per uitruk overige voertuigen: vast recht van € 125,00 per uitruk 3) materieel: motorpomp: € 25,00 per gebruiksbeurt. ledigingspomp: € 25,00 per gebruiksbeurt. rookventilator : € 25,00 per gebruiksbeurt. brandweerboot (incl. duikerswagen en elevator) € 375,00 per gebruiksbeurt. 4) producten: detergent klasse A-schuim: € 5,00/l. schuimpatroon: € 25,00 per aangebroken stuk. detergent tankwagen: € 5,00/l. zand: € 20,00 per begonnen ton. water: € 2,5 per begonnen kubiek. strooizout: € 10,00 per aangebroken zak van 25 kg absorptiekorrels: 15,00 per aangebroken zak van 10 kg Vrijstelling: ingeval van vordering door de gerechtelijke overheden indien deze geen PV opstellen of op ontheffing door het College in gemotiveerde en door het College als dusdanig aanvaarde omstandigheden. 23. Verhaal van kosten voor dringende medische hulpverlening bedoeld in de wet van 08.07.1964 betreffende de dringende medische hulpverlening en zijn uitvoeringsbesluiten Ambulancevervoer bedoeld in artikel 1 van de wet van 08.07.1964 betreffende de dringende medische hulp (K.B. van 07.04.1995) * forfaitair bedrag voor uitruk tot en met 10 km : € 52,55 * prijs per bijkomende kilometer vanaf de 11de kilometer : € 5,21/km
* prijs per bijkomende kilometer vanaf de 21 ste kilometer : € 3,97/km De bedragen bedoeld zijn overeenkomstig artikel 2 van het K.B. van 07.04.1995 gebonden aan het indexcijfer van de consumptieprijzen en worden aangepast op de wijze bepaald door voormeld K.B. 24. Verkoop van huisvuilzakken voor de restfractie, PMD-zakken en composteerbare zakken en toegang en gebruik van het gemeentelijk containerpark. -
De afhaling van de restfractie van het huisvuil wordt uitsluitend verricht bij middel van door het gemeentebestuur ter beschikking gestelde huisvuilzakken waarop het opschrift “Stad Harelbeke” gedrukt staat. De zakken en de oranje zakken te gebruiken door bedrijven en KMO’s worden te koop gesteld door het gemeentebestuur tegen de prijs van 1,25 EUR per stuk voor een grote zak hetzij 25 EUR/rol en 0,75 EUR voor een kleine zak, hetzij 15 EUR/rol.
-
De blauwe PMD-zakken te gebruiken overeenkomstig de gemeentelijke milieuverordening worden ter beschikking gesteld tegen 0,12 EUR per stuk, hetzij 2,40 EUR/rol.
-
De composteerbare zakken te gebruiken overeenkomstig de gemeentelijke milieuverordening worden ter beschikking gesteld tegen de prijs van 0,5 EUR per stuk, hetzij 5 EUR/rol. Bij afhaling van de zakken op het stadhuis is de retributie direct verschuldigd. -
De zakken voor de restfractie en de PMD-zakken worden aan de bevolking ook beschikbaar gesteld via handelaars of commerciële instellingen, daartoe aangesteld door het college van burgemeester en schepenen. De levering van de desbetreffende zakken gebeurt maandelijks door bemiddeling van de stadsdiensten.
De aankoopprijs te betalen door de handelaars of commerciële instellingen en de verplichte verkoopprijs door hen aan te houden is deze zoals door de gemeenteraad vastgesteld voor de rechtstreekse aankoop van de recipiënten bij de stad. De aankoopprijs wordt bij afgifte van de invorderingsstaat contant betaald. Er gebeuren geen volgende leveringen indien de voorgaande levering nog niet is betaald. De handelaars en commerciële instellingen ontvangen een commissieloon van 5 % op de verkoopprijs van de verkochte goederen. Het commissieloon wordt verrekend op de door de verdeler aan de stad te betalen bedrag. In het commissieloon is de BTW begrepen. De BTW is ten laste van de handelaar en is voor hem niet aftrekbaar. De BTW wordt door de stad rechtstreeks aan de Staat doorgestort. -
Het gebruik van de perscontainer en het verzamelpunt grof vuil op het containerpark geeft aanleiding tot een retributie van 1,20 EUR per beurt. De retributie dient te worden voldaan door voorafgaandelijke aankoop van een toegangsbewijs.
25. Verkoop van compostvaten en beluchtingsstok. De gezamenlijke aankoop van een compostvat en een beluchtingsstok geeft aanleiding tot een retributie van 10 EUR. 26. Retributiereglement grafconcessies.
-
De retributie voor de grafconcessies die voor de eerste maal worden verleend, wordt vastgesteld als volgt: *
Grondvergunningen: Voor de begraafplaats van de deelgemeente Hulste: dertigjarige concessie met kelder voor maximum twee personen: 750 EUR vijftigjarige concessie met kelder voor twee personen: 1000 EUR vijftigjarige concessie met kelder voor drie personen: 1250 EUR Voor de begraafplaatsen van Harelbeke, Stasegem en de deelgemeente Bavikhove: dertigjarige concessie zonder kelder voor maximum twee personen: 400 EUR vijftigjarige concessie met kelder voor twee personen: 1000 EUR vijftigjarige concessie met kelder voor drie personen: 1250 EUR
*
Columbaria: dertigjarige concessie voor maximum twee personen: 400 EUR + 100 EUR (afdekplaat zonder gravure) = 500 EUR vijftigjarige concessie voor maximum twee personen: 650 EUR + 100 EUR (afdekplaat zonder gravure) = 750 EUR vijftigjarige concessie voor maximum drie personen: 650 EUR + 100 EUR (afdekplaat zonder gravure) = 750 EUR. In dit geval kan geen gebruik worden gemaakt van sierurnen.
*
Urnenveld : dertigjarige concessie voor maximum twee personen: 400 EUR + 100 EUR (afdekplaat zonder gravure) = 500 EUR vijftigjarige concessie voor maximum twee personen: 650 EUR + 100 EUR (afdekplaat zonder gravure) = 750 EUR vijftigjarige concessie voor maximum drie personen: 650 EUR + 100 EUR (afdekplaat zonder gravure) = 750 EUR. In dit geval kan geen gebruik worden gemaakt van sierurnen.
De * * * De * * *
retributie voor de hernieuwing van de grafconcessie wordt vastgesteld als volgt: voor 10 jaar betreffende dertig- en vijftigjarige concessie: 200 EUR voor 30 jaar betreffende een dertigjarige concessie met of zonder kelder: 400 EUR voor 50 jaar betreffende een vijftigjarige concessie met kelder: 650 EUR retributie voor de hernieuwing van een vergunning voor columbaria bedraagt: voor 10 jaar betreffende een dertig- en vijftigjarige concessie: 200 EUR voor 30 jaar betreffende een dertigjarige concessie: 400 EUR voor 50 jaar betreffende een vijftigjarige concessie: 650 EUR.
-
De * * *
retributie voor de hernieuwing van een vergunning op het urnenveld bedraagt: voor 10 jaar betreffende een dertig- en vijftigjarige concessie: 200 EUR voor 30 jaar betreffende een dertigjarige concessie: 400 EUR voor 50 jaar betreffende een vijftigjarige concessie: 650 EUR
-
De overgang van de ene begrafenisvorm (grondvergunning, columbaria en urnenveld) naar een andere vorm geeft aanleiding tot het betalen van een volledig nieuw bedrag in functie van de nieuw gekozen begrafenisvorm en de nieuw gekozen concessietermijn. Er gebeurt geen verrekening van het eerste betaalde concessiebedrag. Dit eerste concessiebedrag is geheel aan de stad verworven.”
-
-
27. Retributie op de afdekplaat aan te brengen aan een niet geconcedeerde columbariumnis en op een niet geconcedeerd graf van het urnenveld.
Er wordt een gemeentelijke retributie ingesteld van 100 EUR voor het aanbrengen van een afdekplaat (zonder gravure) aan een niet geconcedeerde nis van de columbaria en op het niet geconcedeerd graf van het urnenveld van de gemeentelijke kerkhoven. 28. Retributie voor het aanbrengen van een naamplaatje op de herdenkingszuilen van de strooiweiden van de stedelijke kerkhoven. Voor het aanbrengen van een naamplaatje op de herdenkingszuilen van de strooiweiden wordt een retributie van 25 EUR aangerekend. Voor voormeld bedrag mag het naamplaatje 10 jaar blijven hangen. 29. Gebruik stedelijke sportaccommodaties en accommodaties die jegens derden worden afgehuurd. De tarieven voor gebruik van de stedelijke sportaccommodaties en de accommodaties die jegens derden afgehuurd worden door de stad worden vastgesteld als volgt: SPORTHALLEN. (sporthal de Dageraad, sporthal de Vlasschaard, sporthal Ter Gavers). - Grote zaal (tarief per uur) Harelbeekse Harelbeekse Jeugdsportverenigingen Jeugdverenigingen Anders-validen alsook Harelbeekse sportverenigingen validen clubs
Competitie en niet-Harelbeekse anders-validen clubs
Recreatie
1/3 zaal 0 EUR 2/3 zaal 0 EUR 3/3 zaal 0 EUR
2,50 EUR 3,75 EUR 5,00 EUR
6,50 EUR 7,50 EUR 10,00 EUR
1,25 EUR 1,85 EUR 2,50 EUR
De gebruiker heeft recht op het gebruik van 1 kleedkamer. Indien men meerdere kleedkamers wenst te gebruiken dient men 10 EUR extra per kleedkamer bij te betalen. (voor Harelbeekse jeugdverenigingen wordt het bedrag verminderd tot 3,75 EUR ). Harelbeekse jeugdsportclubs gratis. Gebruikers van buiten Harelbeke: 1/3 zaal: 10,00 EUR /uur 2/3 zaal: 12,50 EUR /uur 3/3 zaal: 15,00 EUR /uur Schoolse sport: (turn- en sportlessen overdag en naschoolse activiteiten)
1/3 zaal 2/3 zaal 3/3 zaal
Harelbeke
niet-Harelbeke
2,50 EUR 3,75 EUR 5,00 EUR
5,00 EUR 7,50 EUR 10,00 EUR
Noot: De huurder van de zaal heeft recht op 1 kleedkamer. Indien men meerdere kleedkamers wenst te gebruiken dient men 10 EUR extra per kleedkamer bij te betalen. - Turnzaaltje + bovenzaal Ter Gavers : * Harelbeekse gebruikers : 3,20 EUR/uur, gebruik van kleedkamers en douches inbegrepen. * Niet-Harelbeekse gebruikers : 4,50 EUR/uur, gebruik van kleedkamers en douches inbegrepen. * Harelbeekse jeugdsportclubs gratis.
- Judozaal: 3,20 EUR/uur * Harelbeekse jeugdsportclubs gratis. - Kleedkamers (idem onderbouw): * 1,25 EUR per douchebeurt * 10,00 EUR per groep per douchebeurt * Harelbeekse jeugdsportclubs gratis. GEMEENTESCHOLEN. * Met douchegelegenheid: 6,50 EUR/uur * Zonder douchegelegenheid: 3,75 EUR/uur * Niet-Harelbeekse gebruikers: met douche 10 EUR/uur * Jeugdverenigingen: met douche 2,50 EUR zonder douche 1,85 EUR * Harelbeekse jeugdsportclubs gratis. VOETBALVELDEN Harelbeekse Jeugdsportverenigingen
Harelbeekse Jeugdverenigingen
Liefhebbersclubs Niet-Harelbeke Harelbeke + Harelbeekse + niet-Harelbeekse mindervaliden mindervaliden
0 EUR/wedstr.
8,70 EUR/wedstr.
20 EUR/wedstr.
45 EUR/wedstr.
FIT-O-METER, VISVIJVER BAVIKHOVE. * Fit-o-meter: gratis gebruik * Visvijver Bavikhove: gratis gebruik voor de leden van de Bavikhoofse vissersclub * Pétanquevelden: gratis gebruik * Fietscrosspiste: gratis gebruik * Staande wip: Sportcentrum Harelbeke : gratis gebruik * Speelpleinen: gratis gebruik MINIGOLF. Volwassenen: 1,50 EUR/beurt kinderen (tot 12 jaar): 1 EUR/beurt KLEEDKAMERS ONDERBOUW. * In principe is de huurprijs voor het gebruik inbegrepen in het tarief voor het gebruik van een voetbalveld door de liefhebbersvoetbalclubs. * Voor andere gebruikers (cyclo-cross, atletiek, … , ....) dient 10 EUR betaald te worden per groep, per kleedkamer en per activiteit (avond, …) onder voorbehoud van het hierna bepaalde. * voor het gebruik door jeugdverenigingen dient 3,75 EUR per kleedkamer betaald. De kleedkamer dient na gebruik door de gebruikers opgekuist te worden. Bij het gebruik dient er tevens controle te geschieden door een begeleider of trainer van de betrokken jeugdploeg. * Harelbeekse jeugdsportclubs gratis. VERGADERZAAL. Het volledige vergaderlokaal met inbegrip van verwarming, verlichting en opkuis : sportclubs: 7,50 EUR avond/dag andere: 10 EUR avond/dag Harelbeekse jeugdsportclubs gratis.
- Mits advies van de beheerraad van de sportraad kan het college afwijkingen vaststellen op de regels inzake tariefbepaling tenzij er ter zake decretale beperkingen zouden zijn. - De sportraad bepaalt wie als jeugdsportclub wordt erkend. - Het gebruik is tevens gratis voor de vergaderingen en activiteiten van de sportraad en hun diverse organen die werkzaam zij op het gebied van de sport - Vrijstelling van het gebruikstarief wordt verleend voor het gebruik van de infrastructuur voor eenmalige activiteiten door stadsdiensten - instellingen alsmede ten behoeve van de stedelijke vieringen. - Er wordt vrijstelling van betaling van het huurgeld verleend aan de Harelbeekse scholen, t.g.v. hun eenmalige, jaarlijkse schoolsportdag (strikte interpretatie van de schoolsportdag). - Het vooromschreven gebruik geschiedt tegen volgende voorwaarden: "I. REGLEMENT VAN INWENDIGE ORDE VOOR HET IN HUUR NEMEN VAN DE GEMEENTELIJKE SPORTHALLEN DE DAGERAAD, DE VLASSCHAARD, TER GAVERS […] Dit reglement is van toepassing op het in gebruik nemen van de stedelijke sporthallen, en alle zalen die in gebruik genomen worden door de stad en door haar worden ter beschikking gesteld. Voorwaarden: 1) De sporthal of gedeelten ervan worden ter beschikking gesteld onder de voorwaarden door het stadsbestuur goedgekeurd, na advies van de beheerraad van de Sportraad. 2) Voor zowel de occasionele maandelijkse facturering.
als
voor
de
regelmatige
gebruikers
geschiedt
een
De betaling moet voor de vaste gebruikers gebeuren via een bank domiciliëring. Desgevallend kan aan bepaalde eenmalige gebruikers een onmiddellijke betaling gevraagd worden. Bij een tweede rappel of herhaling zal 25 EUR administratieve kosten gerekend worden. Bij elke herhaling wordt daarna nog eens 25 EUR toegevoegd. Betalingen in schijven worden toegestaan mits de uitdrukkelijke instemming van het dagelijks bestuur. 3) Alle aanvragen tot verhuringen dienen gericht te worden aan de stedelijke sportdienst m.a.w. t.o.v. de bediende of sportfunctionaris, verantwoordelijke voor de reservaties, die te bereiken zijn tijdens de kantooruren (in de sporthal de Dageraad). 4) Bij het toekennen van de verhuringen zal prioriteit worden toegekend in de volgende rangorde: 1° Aangesloten zijn bij de stedelijke sportraad, of een sportdienstactiviteit 2° Club of vereniging met zetel in de gemeente Harelbeke 3° Competitiegebonden zijn 4° Aantal activiteitsjaren (per deelgroep, dwz. dat nieuwe jeugdafdelingen van een club niet de prioriteit krijgen van de hoofdafdeling) 5° Aantal effectief actieve beoefenaars.(inwoners van Harelbeke hebben voorrang op niet inwoners bij gelijktijdige aanvraag). 5) Het bestuur of zijn aangestelden kunnen niet aansprakelijk worden gesteld voor verlies of diefstal van persoonlijke bezittingen, sportuitrusting, kledij, materiaal, enz....De gebruikers dienen zelf de nodige schikkingen te treffen om verlies of diefstal te vermijden.
6) Alle reservaties kunnen door de zaalgebruikers opgezegd worden tot 3 kalenderdagen voor het aanvangsuur van de geplande activiteit. Reservaties welke verbroken worden na deze gestelde tijdslimiet zullen toch berekend worden aan de gangbare tarieven. Het Dagelijks Bureau is gemachtigd "uitzonderingsgevallen" te behandelen. (bv. ziekte, ongeval, .....). Opmerkingen m.b.t. de verrekening van de huurprijzen dienen gemeld te worden binnen de 8 dagen na facturering, door de clubs of gebruikers, op straffe van onontvankelijkheid. 7) De huurders mogen géén andere bestemming geven aan de zaal dan deze waarvoor deze is afgehuurd. Het doorverhuren aan derden blijft ten allen tijde verboden. 8) Alle inbreuken op dit reglement van inwendige orde kunnen leiden tot het ontzeggen van de zaal voor één of meerdere speelbeurten of perioden en tot definitieve opzegging van alle accommodaties. Het Dagelijks Bureau en de beheerraad van de Sportraad zijn hiertoe gemachtigd. 9) Tekortkomingen, schade of storingen moeten onmiddellijk bij de vaststelling ervan gemeld worden aan de dienst zijnde verantwoordelijken. 10) Verhuring van de sporthal of gedeelten houdt tevens het gebruik in van kleedkamer(s) en stortbad -ruimte(s). Deze zullen aangewezen worden op het inlichtingsbord welke zich in de inkomhal bevindt. 11) Elke vereniging-huurder zal een verantwoordelijke persoon aanduiden (de secretaris van de club), die aanvaardt borg te staan voor de naleving van de reglementering. Hierdoor verbindt deze persoon er zich toe om namens de in huur nemende vereniging op te treden tegenover het bestuur, hetzij als eiser, hetzij als verweerder. 12) Het aanwezige sportmateriaal mag door de huurders gebruikt worden, echter alleen voor het doel waarvoor het bestemd is. Het opstellen en wegbergen geschiedt volgens de regels van de kunst en gebeurt binnen de tijdspanne waarvoor de zaal werd gehuurd, behoudens bijzondere toelating. Enkel het sportmateriaal dienstig voor de beoefende sporttak mag opgesteld worden. Alle afwijkingen hierop zullen door de sportfunctionarissen of (zaal)verantwoordelijke beslist worden. Behoudens uitdrukkelijke toestemming vanwege het bestuur, mag het persoonlijk sportmateriaal, na afloop van de activiteit, niet in de sporthal achtergelaten worden. De clubs zullen er op toezien dat alle materialen steeds op de daarvoor voorziene ruimte geplaatst worden. 13) Publiciteitspanelen -en materiaal mag slechts in de zaal gebracht worden mits naleving van het reglement ter zake. 14) Sportbeoefenaars die hun beurt afwachten zullen hiervoor de neutrale zone gebruiken. De verantwoordelijke zal er zorg voor dragen dat zij zich sportief gedragen en de aan gang zijnde sportactiviteiten niet verstoren. 15) Alle in gebruik gegeven toestellen zullen in onberispelijke staat terugbezorgd worden. De gebruikte kleedkamers en stortbaden zullen eveneens op een hygiënische verantwoorde manier gebruikt worden. Is het niet het geval dat kan door de verantwoordelijke van dienst een rapport gemaakt worden, met het oog op een eventuele sanctie. 16) Bij sportactiviteiten of sportorganisaties met speciaal en occasioneel karakter zoals tornooien, bekerwedstrijden, finalewedstrijden, enz.... kan het College van Burgemeester en Schepenen een forfaitair huurgeld vaststellen aanvullend aan de gangbare tarievenregeling, of vrijstelling verlenen van huurgeld op advies van de sportraad, of tenzij bij hoogdringendheid door het Dagelijks Bureau.
17) De gebruikers moeten zich ten alle tijde richten naar de bevelen en opmerkingen van de sportfunctionaris of andere aangestelden. 18) Alle sporten moeten beoefend worden volgens de regels eigen aan de beoefende sporttak. Onsportief optreden en grove inbreuken op de sportreglementering kunnen aanleiding geven tot onmiddellijke verwijdering uit de zaal. 19) De Sportraad kan een waarborgsom eisen bij bijzondere activiteiten, alsook wanneer een huurder bij vorige gelegenheden schade heeft veroorzaakt of blijken van gebrek aan zorgzaamheid heeft vertoond. 20) Het bestuur kan niet verantwoordelijk gesteld worden voor ongevallen bij het gebruik van de sporthal. 21) Door het Dagelijks Bureau of de beheerraad van de Sportraad wordt ieder jaar een sluitingsperiode (1/2 juli-1/2 augustus) gepland. Tevens is de sporthal gesloten op de wettelijke feestdagen. Slechts na schriftelijk aanvraag, ten minste 2 maand op voorhand kan de beheerraad van de Sportraad beslissen om de sporthal op sluitingsdagen geheel of gedeeltelijk open te stellen, tegen de normale tarieven. De gebruikers kunnen wel de opdracht krijgen zelf in te staan voor de opkuis en sluiting van de sportaccommodatie. 22) De sporthal de Dageraad kan NIET verhuurd worden voor niet-sportieve activiteiten omdat in Harelbeke reeds het Sas en het Ontmoetingscentrum gehuurd kunnen worden. In de sporthal de Vlasschaard kan dit wel. De clubs/huurders dienen volgend reglement te volgen: a) De niet sportieve activiteit mag geen hinder veroorzaken voor de sportclubs. b) De aanvraag moet minstens 3 maand op voorhand ingediend worden, en geadviseerd worden door de sportraad. Het Schepencollege beslist vervolgens. c) De organisatoren moeten zelf instaan voor de nodige beveiliging en afscherming van de sportvloer. Er zal minstens twee maanden vooraf aan de sportdienst mede gedeeld worden hoe de bescherming zal gebeuren. d) De organisatoren moeten minstens twee maand vooraf een bewijs leveren van het afsluiten van een verzekering die hun verantwoordelijkheid dekt. e) De organisatoren dienen een waarborg van 620 EUR te betalen, minstens 1 maand op voorhand voor de activiteit. De organisator betaalt alle eventuele schade. f) De huurprijs voor het gebruik van de accommodatie omvat alle uren die door de organisatoren gebruikt worden (opstellen, afbreken), met inbegrip van de openingsuren dat de zaal eventueel niet ter beschikking zou zijn. Daar bovenop kan een extrahuurprijs gevraagd worden naar gelang van het karakter van de activiteit.(o.a. voor energie). g) Er worden geen fuiven, of activiteiten met dansgelegenheid toegelaten. Drankgebruik is enkel toegelaten bij rustige activiteiten. h) De organisator is verantwoordelijk voor het toezicht en de orde in de zaal. Inbreuken op de orde zullen door hem onmiddellijk aan de sportdienst gemeld worden. i) De organisator zal rekening dienen te houden met de werkroosters van het sportdienstpersoneel in die mate dat er tijdig dient afgesproken te worden i.v.m. het openen en sluiten van de accommodatie. j) Bij elke niet-sportieve organisatie zal de organisator overleg plegen met de sportfunctionaris teneinde de nodige praktische afspraken te kunnen maken. k) De zaal wordt proper achtergelaten. l) Bestaande reclameborden mogen niet afgedekt worden. 23) De gebruikers van de sportaccommodaties worden door het enkel gebruik van de zaal geacht kennis te hebben van deze reglementering. Het reglement zal op een zichtbare plaats uitgehangen worden.
II. REGLEMENT VAN INWENDIGE ORDE VOOR HET GEBRUIK VAN DE STEDELIJKE (OF DOOR DE SPORTDIENST GEHUURDE) VOETBALVELDEN. 1) De stedelijke voetbalvelden (of door de sportdienst gehuurde velden) worden ter beschikking gesteld onder de voorwaarden door het stadsbestuur goedgekeurd, na advies van de Beheerraad van de Sportraad. 2) De voetbalclubs aangesloten bij de KBVB (Sporting West, OG Stasegem en Hulste Sportief) mogen de hun ter beschikking gestelde terreinen gebruiken, mits zich te schikken naar de van toepassing zijnde concessiecontracten tussen deze clubs en het stadsbestuur. 3) Liefhebbersvoetbalclubs en gelegenheidsvoetbalploegen kunnen voetbalvelden gebruiken, mits een voorafgaandelijk mondelinge of schriftelijk aanvraag geschiedt t.o.v. de sportdienstverantwoordelijke. Het huurgeld voor het spelen van een wedstrijd wordt vastgelegd door de Gemeenteraad, na advies van de Sportraad. 4) De huurprijs is bepaald per wedstrijd van 2 x 35 of 2 x 45 minuten. Indien een voetbalveld voor een langere periode afgehuurd wordt (bv. een tornooi) is het College van Burgemeester en Schepenen gemachtigd, na voorstel van de Sportraad of bij hoogdringendheid door het Dagelijks Bureau, een forfaitaire prijs vast te leggen of vrijstelling te verlenen. De verrekening geschiedt in verhouding tot de speelduur van 2 x 45 minuten (per veld). Voor zowel de occasionele als voor de regelmatige gebruikers geschiedt een maandelijkse facturering. De betaling moet voor de vaste gebruikers via een bankdomiciliëring gebeuren. Desgevallend kan aan bepaalde eenmalige gebruikers een onmiddellijke betaling gevraagd worden. Bij een tweede rappel of herhaling zal 25 EUR administratieve kosten gerekend worden. Bij elke herhaling wordt nog eens 25 EUR toegevoegd. Betalingen in schijven worden toegestaan mits de uitdrukkelijke instemming van het dagelijks bestuur. 5) Wanneer de voetbalwedstrijden voor de eerste ploegen van de provinciale afdeling in de provincie West Vlaanderen afgelast worden door de KBVB, dan wordt aan de liefhebbersvoetbalploegen niet toegelaten dat er wedstrijden gespeeld worden of getraind wordt. 6) Indien de sportdienst zou oordelen dat gevolg aan uitzonderlijke omstandigheden bespeling van een terrein ertoe zou leiden dat het terrein onherroepelijk beschadigd wordt en verder spelen zou verhinderen, kan de sportdienst het terrein onbespeelbaar verklaren. 7) De liefhebbersvoetbalclubs die een regelmatige kompetitie spelen zullen in de maand juli of augustus hun kalender aan de sportdienst voorleggen. De sportdienst bepaalt waar en wanneer de clubs spelen, in functie van de bezetting en de maximale bespeelbaarheid per veld. De sportdienst streeft hierbij naar een evenwichtige verdeling. Ploegen die te laat hun speelkalender indienen zullen er dan ook rekening mee moeten houden dat zij misschien minder goede speeluren toegewezen krijgen. 8) De sportdienst stelt jaarlijks in juli of augustus het speelrooster per ploeg ter beschikking. De ploegen dienen na te gaan of dit rooster wat de data en de tegenstrever betreft overeenkomt met hun competitiekalender. Fouten dienen onmiddellijk gemeld te worden. 9) Alle uitgestelde wedstrijden dienen binnen de 2 dagen gemeld te worden aan de sportdienst- verantwoordelijke. De te herspelen wedstrijden dienen eveneens aangevraagd te worden. De club is hiervoor verantwoordelijk
10) Alle reservaties kunnen door de gebruikers opgezegd worden tot 4 kalenderdagen voor het aanvangsuur van de activiteit. Reservaties welke verbroken worden na deze tijdslimiet zullen toch verrekend worden (behoudens afgelasting wegens de onbespeelbaarheid van het veld). Het Dagelijks Bureau is gemachtigd uitzonderingsgevallen te behandelen. 11) De liefhebbersvoetbalclubs mogen per speelseizoen slechts 1 vriendenwedstrijd spelen. 12) Het bestuur of zijn aangestelde kunnen niet aansprakelijk worden gesteld voor verlies of diefstal van persoonlijke bezittingen, sportuitrusting, kledij, materiaal, enz..... De gebruikers dienen zelf de nodige schikkingen te treffen om verlies of diefstal te vermijden. 13) De huurders mogen géén andere bestemming geven aan het terrein dan die waarvoor het is afgehuurd. Het doorverhuren aan derden blijft ten allen tijde verboden. 14) Alle inbreuken op dit reglement van inwendige orde kunnen leiden tot het ontzeggen van het terrein voor één of meerdere speelbeurten of perioden en tot definitieve opzegging van alle accommodaties. Het Dagelijks Bureau en de beheerraad van de Sportraad zijn hiertoe gemachtigd. 15) Tekortkomingen, schade of storingen op het terrein of in de kleedkamers moeten onmiddellijk bij de vaststelling ervan gemeld worden aan de dienst zijnde verantwoordelijken. 16) Verhuring van het voetbalveld houdt tevens het gebruik in van kleedkamer(s) en stortbad-ruimte(s). Deze zullen aangewezen worden op het inlichtingsbord welke zich in de inkomhal van de sporthal bevindt. 17) Elke vereniging-huurder zal een verantwoordelijk persoon aanduiden, die aanvaard borg te staan voor de naleving van de reglementering. Hierdoor verbindt deze persoon er zich toe om namens de in huur nemende vereniging op te treden tegenover het bestuur, hetzij als eiser, hetzij als verweerder. 18) De gebruikers moeten zich ten alle tijde richten naar de bevelen en opmerkingen van de sportfunctionaris of andere aangestelden. 19) De aangebrachte schade aan de gebouwen, installaties en sportmaterialen zal door de gebruikers dienen vergoed te worden. De Raad van Bestuur kan een waarborgsom eisen bij bijzondere activiteiten, alsook wanneer een huurder bij vorige gelegenheden schade heeft veroorzaakt of blijken van zorgeloosheid heeft vertoond. 20) Het bestuur kan niet verantwoordelijk gesteld worden voor ongevallen bij het gebruik van de voetbalvelden 21) De gebruikers van de velden worden door het enkel gebruik van de zal geacht kennis te hebben van deze reglementering. Het reglement zal op een zichtbare plaats uitgehangen worden. III. REGLEMENT VAN INWENDIGE ORDE VOOR HET GEBRUIK VAN DE STEDELIJKE SPORTCENTRA 1) De stedelijke sportcentra worden ter beschikking gesteld voor het publiek. Diverse sport -en spelfaciliteiten zijn gratis (speelplein, grasvelden, ...). 2) Het gebruik van voetbalvelden en zalen en het als dusdanig maken deel uit van een afzonderlijke reglementering (met huurprijzen). Voetbalvelden zijn niet gratis ter
beschikking. De sportdienstverantwoordelijke zal op een eenvoudig verzoek aanduiden welke grassportvelden gratis mogen gebruikt worden. 3) De gebruikers van de sportcentra dienen het centrum te gebruiken zoals het hoort. Tegen vandalisme zal opgetreden worden via de politiediensten. De gebruikers dienen de onderrichtingen te volgen van de sportdienstverantwoordelijken. 4) Op de verschillende sportcentra mag geen drank verkocht worden door huurders (of verhuurders), wanneer op dit centrum een concessie- overeenkomst bestaat mbt. drankverkoop in een cafétaria behorend tot de sporthal die gevestigd is op dit centrum. Deze regel geldt niet voor de clublokalen die eventueel op het centrum zouden gevestigd zijn, en voor zover het een eigen clubactiviteit betreft. 5) Het College van Burgemeester en Schepenen kan op advies van de Beheerraad van de Sportraad of bij hoogdringendheid van het Dagelijks Bureau een forfaitaire huurprijs en of waarborg vastleggen voor grote tornooien of manifestaties die een volledige of nieuwe verhuring van het sportcentrum omvatten. 6) Het College van Burgemeester en Schepenen kan na advies van de Beheerraad van de Sportraad toestemming geven tot het plaatsen van een tent (verkoop -of feesttent). 7) De gebruikers van de sportaccommodaties worden door het enkel gebruik van de zal geacht kennis te hebben van deze reglementering. Het reglement zal op een zichtbare plaats uitgehangen worden. IV. REGLEMENT VAN INWENDIGE ORDE MBT. GEBRUIK VAN HET SPEELPLEIN 'T FABRIEKSKE 1) Het speelplein 't Fabriekske, gelegen nabij de stedelijke sporthal de Dageraad maakt deel uit van het sportcentrum De Mol, en heeft tot doel te voldoen aan de speelse en creatieve doeleinden van jongeren. 2) De stedelijke sportdienst zorgt voor een regelmatig onderhoud van de speelinfrastructuur. Een regelmatige controle zal echter nooit uitsluiten dat de gebruiker een toestel beschadigd kan aantreffen. Gebruikers (of de ouders) worden verzocht elk defect onmiddellijk te melden aan de van dienst zijnde verantwoordelijke in de sporthal, zodanig dat er zo vlug mogelijk kan hersteld worden. 3) De speeltuigen zijn opgetrokken voor kinderen tot 12 jaar. Oudere kinderen mogen het speelplein gebruiken, op zo'n manier dat zijn de toestellen niet beschadigen. De oudere kinderen moeten bij het spelen de prioriteit geven aan de jongeren. 4) Het stadsbestuur kan niet aansprakelijk gesteld worden voor gebeurlijke ongevallen, tenware kan bewezen worden dat het ongeval veroorzaakt werd door een defect aan de installatie (speeltuig). Ouders sturen hun (jonge) kinderen best niet alleen naar het speelplein. Indien een ongeval geschiedt gelieve dit dan onmiddellijk (of de dag erna) te melden bij de sportfunctionaris. 5) Vandalisme dient bestreden te worden. Ouders kunnen hierbij helpen! De sportdienst en het stadsbestuur zullen streng optreden tegen vandalen. Desgevallend zullen de politiediensten ingeschakeld worden, en zal het gebruik van het speelplein door de vandalen, niet meer toegelaten worden. 6) De gebruikers van de accommodaties worden door het enkel gebruik van de zal geacht kennis te hebben van deze reglementering. Het reglement zal op een zichtbare plaats uitgehangen worden.
30. Tarieven gebruik sportmateriaal. Het reglement op het ontlenen van sportmateriaal wordt hervastgesteld als volgt. Art. 1: Het stadsbestuur stelt, via de stedelijke sportdienst sportmateriaal ter beschikking van verenigingen of organisaties uit Groot-Harelbeke. Indien de aanvraag tot ontlening geschiedt voor een vereniging van buiten Harelbeke zal het tarief verhoogd worden met 100%. De materialen worden ontleend in de sporthal De Dageraad: Stasegemsesteenweg 21 te Harelbeke, tel. 056/73.34.60. Het materiaal wordt gratis ontleend aan de Burensportdienst en aan de stedelijke adviesorganen. Er dient hier wel een waarborg betaald te worden. Er wordt ook vrijstelling van huurgeld verleend aan de Harelbeekse scholen t.g.v. hun eenmalige jaarlijkse schoolsportdag (strikte interpretatie van een schoolsportdag). Art. 2: De ontlening wordt beperkt tot maximaal 4 dagen; ontleningen voor een langere termijn kunnen, indien de aanvragers deze voldoende motiveren, toegestaan worden door de verantwoordelijke van de sportdienst. Art. 3: Bij gelijktijdigheid van de aanvraag is het de sportdienst die beslist wie de materialen toegewezen krijgt. Art. 4: Voor het ontlenen van materialen dient een leenrecht betaald te worden, zoals hierna getarifiëerd. Er dient echter ook een waarborg betaald te worden ten bedrage van 125 EUR, voor de hartslagmeters bedraagt dit 50 EUR per stuk (of een gekruiste cheque). Art. 5: Het materiaal dat ontleend wordt dient in een perfecte staat terug gebracht te worden. Ingeval van schade aan de materialen kan de stad (sportdienst) terugbetaling van de schade eisen en de daartoe bestemde waarborg inhouden. Art. 6: De ontlener dient de materialen zelf op te halen en terug te bezorgen. Het materiaal dient terug gebracht te worden ten laatste twee dagen na de activiteit. Het bestuur kan bij niet naleving van dit reglement de waarborgen inhouden. Art. 7: Het geleende materiaal mag nooit doorgeleend of doorverhuurd worden aan derden. Art. 8: Eventuele beschadiging, het verlies van, of diefstal der materialen vallen ten laste van de ontlener. De som die bij verlies of volledige beschadiging betaald dient te worden, is de aankoopprijs van het nieuw aan te kopen materiaal, zonder dat met enige sleet rekening wordt gehouden. Bij veelvuldige tekortkomingen zal aan de vereniging geen verder gebruik van de materialen toegestaan worden. Art. 9: Elke ontlener dient samen met de verantwoordelijke van de sportdienst het materiaal bij de ontlening na te gaan op schade, hoeveelheid ..... Art. 10: Geen ontlener kan het bestuur aansprakelijk stellen voor eventuele ongevallen die uit het gebruik van deze materialen voortvloeien. Art. 11: Door het handtekenen van de uitleenfiche, en het ontlenen van materialen verklaart de ontlener zich akkoord met dit reglement. LIJST DER UITLEENBARE MATERIALEN + PRIJS Omschrijving
EUR STUK/SET
schaak -of damspel (groot formaat) dik trektouw stokken (1m) volleybalstel met net discussen in rubber (1 kg) petanque kriketspel korfbalmand kogels (kogelstoten) kompassen borden voor wielertoeristen minidoelen schavotje hartslagmeter mannetjesspel sjoelbak toptafel pierbol vogelpik tafelkegelspel kegelen trou madam tonspel krulbolspel schuiftafel gaaibolspel hamertjesspel pagschieten schietbak stelten (lage) stelten (hoge) hoefijzers ringsteken knikkerhuisje schuifbak Shave a penny Uilebolling Eggeschieten Dopspel Billard Nicolas Klimbak
5,00 EUR/set 3,70 EUR/stuk 1,25 EUR/stuk 5,00 EUR/set 1,25 EUR/stuk 1,25 EUR/koppel ballen 2,50 EUR/set 2,50 EUR/set 1,25 EUR/stuk 2,50 EUR/stuk 2,50 EUR/stuk 10,00 EUR/paar 5,00 EUR/stuk 2,50 EUR/stuk 2,50 EUR/stuk 3,70 EUR/stuk 3,70 EUR/stuk 2,50 EUR/stuk 2,50 EUR/stuk 3,70 EUR/stuk 5,00 EUR/stuk 3,70 EUR/stuk 3,70 EUR/stuk 2,50 EUR/stuk 6,20 EUR/stuk 6,20 EUR/stuk 6,20 EUR/stuk 3,70 EUR/stuk 3,70 EUR/stuk 2,50 EUR/paar 2,50 EUR/paar 2,50 EUR/set van 2 stuks 7,40 EUR 5,00 EUR 6,20 EUR 3.70 EUR 3,70 EUR 3,70 EUR. 3,70 EUR 6,20 EUR 6,20 EUR
31. Tarieven door de sportdienst georganiseerde activiteiten. De personen die wensen in te schrijven voor een activiteit van de sportdienst dienen éénmalig een sportdienstkaart aan te schaffen tegen de kostprijs van 2,00 EUR. Bij verlies wordt een nieuwe sportdienstkaart aangemaakt tegen dezelfde kostprijs De tarieven voor de door de sportdienst georganiseerde activiteiten worden vastgesteld volgens de hierna vermelde lijst. Een teruggave van het deelnamegeld zal gegeven worden a rato van het aantal afwezige dagen, gewettigd door een doktersgetuigschrift, dat binnen de 5 werkdagen na het einde van de sportactiviteit afgeleverd wordt op de sportdienst (tijdens de kantooruren). De sportdienst zal op basis van dit attest hetzij onmiddellijk de terugbetaling uitvoeren, hetzij het bedrag storten behoudens geschillen, die beslist worden door het Schepencollege, na advies van de sportraad. Doktersattesten die de
sportdienst niet bereiken tijdens de voorziene periode (5 dagen) worden onontvankelijk verklaard. Attesten die een verklaring van afwezigheid omvatten om niet-medische redenen worden niet aanvaard. Elke inschrijving voor een activiteit (een lessenreeks, sportacademie, sportkampen) geldt voor de volledige periode. Men kan halfweg een lessenreeks beginnen en een halvering van de prijs krijgen indien er nog plaats is en het ook technisch haalbaar is om nog in te pikken. Voor de 55+ers wordt een reductie van 10% verleend, dit op vertoon van de identiteitskaart. Ze is alleen toepasselijk op het inschrijvingsgeld van de actie zelf (seniorensport). Het Schepencollege is bevoegd na advies van de Sportraad om bij speciale gelegenheden sportkampen gratis aan te bieden, of tegen gereduceerde prijzen (i.f.v. bepaalde wedstrijden, prijzen, ....). Het tarief voor een frisdrank bedraagt 0,50 EUR /drankje. 1. LESSENREEKSEN. De prijs van de lessenreeksen wordt uitgedrukt in eenheidstarieven per beurt. Er is geen terugbetaling mogelijk uitgezonderd : - Een teruggave van het deelnamegeld zal gegeven worden a rato van het aantal afwezige dagen, gewettigd door een doktersgetuigschrift, dat binnen de 5 werkdagen na het einde van de sportactiviteit afgeleverd wordt op de sportdienst (tijdens de kantooruren). De sportdienst zal op basis van dit attest hetzij onmiddellijk de terugbetaling uitvoeren, hetzij het bedrag storten behoudens geschillen, die beslist worden door het Schepencollege, na advies van de sportraad. Doktersattesten die de sportdienst niet bereiken tijdens de voorziene periode (5 dagen) worden onontvankelijk verklaard. - Attesten die een verklaring van afwezigheid omvatten – inzonderheid het bijwonen van de begrafenis van een familielid tot de 3 de graad - worden ook aanvaard. Aerobic, dans: senioren turnen: tennisinitiatie: turnen dames: Yoga: leren lopen: Step-Aerobic Nordic Walking Fit-O-Meter Turnen kinderen Zwemuurtje in Zen bad
2,40 1,80 6,00 2,20 4,20 1,50 3,00 4,00 2,00 1,80 2,00
EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR
2. SPORTACADEMIE. De prijs voor de sportacademie wordt uitgedrukt in eenheidstarieven per beurt. Er is geen terugbetaling mogelijk uitgezonderd : - Een teruggave van het deelnamegeld zal gegeven worden a rato van het aantal afwezige dagen, gewettigd door een doktersgetuigschrift, dat binnen de 5 werkdagen na het einde van de sportactiviteit afgeleverd wordt op de sportdienst (tijdens de kantooruren). De sportdienst zal op basis van dit attest hetzij onmiddellijk de terugbetaling uitvoeren, hetzij het bedrag storten behoudens geschillen, die beslist worden door het Schepencollege, na advies van de sportraad. Doktersattesten die de sportdienst niet bereiken tijdens de voorziene periode (5 dagen) worden onontvankelijk verklaard.
-
Attesten die een verklaring van afwezigheid omvatten – inzonderheid het bijwonen van de begrafenis van een familielid tot de 3 de graad - worden ook aanvaard.
kleuters: lager:
1,20 EUR 1,50 EUR
3. SCHOOLSPORTKLASSEN Er wordt een eenheidsprijs per halve dag toegepast. De reglementering vanuit de scholen wordt toegepast bij de terugbetaling van een beurt. Per halve dag 2,50 EUR Opleg sportklassen met paardrijden 9,60 EUR (voor de gehele periode). 4. SPORTKAMPEN Kleuterkamp per halve dag Omnisportkamp per dag Tenniskamp per dag Badminton per halve dag Judokamp per halve dag Kanovaren per halve Ijsschaatsen per halve dag Wielrennen per halve dag Voetbal per halve dag Atletiek per halve dag Tafeltennis per halve dag Zwemkamp per halve dag
4,80 EUR 9,60 EUR 15,00 EUR 6,00 EUR 6,00 EUR 8,00 EUR 13,00 EUR 13,00 EUR 6,00 EUR 6,00 EUR 6,00 EUR 6,00 EUR
5. EENDAAGSE ACTIVITEITEN Seniorendag: 14,00 EUR Seniorenmoment: 2,00 EUR Losse sportnamiddagen: 1,00 EUR Marktsport per dag : 16,00 EUR 32. Stedelijke openbare bibliotheek. BIBLIOTHEEKREGLEMENT 1. DEFINITIE OPENBARE BIBLIOTHEEK Art. 1: De Stedelijke Openbare Bibliotheek Harelbeke is vrij toegankelijk voor iedereen. Zij is een democratische instelling. Haar collecties boeken, periodieken en audiovisuele materialen, haar dienstverlening en haar uitbreidingsactiviteiten worden in een geest van objectiviteit aangepast aan al de behoeften aan ontwikkeling, opvoeding, informatie en ontspanning van de gehele bevolking. 2. OPENINGSUREN Art. 2: De dagen en uren van opening voor de jeugd- en volwassenenafdeling zijn de volgende: Hoofdbibliotheek, Eilandstraat 2, 8530 Harelbeke maandag 15u – 18u dinsdag 13u30 – 20u woensdag 13u30 – 18u donderdag 13u30 – 20u vrijdag 13u30 – 20u zaterdag 10u – 12u 13u30 – 16u
Uitleenpost Hulste, Tieltsestraat 31, 8531 Hulste maandag 18 u – 20 u woensdag 18 u – 20 u zaterdag 10 u – 12 u 3. LIDMAATSCHAP Art. 3: Men wordt ingeschreven op voorlegging van het (elektronisch) identiteitsbewijs. Iedereen die wordt ingeschreven ontvangt een lenerspasje dat kosteloos wordt afgeleverd. Bij verlies wordt een nieuw lenerspasje afgeleverd tegen betaling van 3 euro. Het inschrijvingsgeld bedraagt 3 euro per jaar. Jongeren beneden de 18 jaar moeten geen inschrijvingsgeld betalen. Senioren vanaf 60 jaar worden eveneens vrijgesteld van lidmaatschapsbijdrage. Art. 4: Adresveranderingen moeten door de lener onmiddellijk worden meegedeeld. 4. ONTLENEN Art. 5: De uitleentermijn voor boeken, periodieken, cd’s, dvd’s… en andere materialen bedraagt 4 weken. Een verlenging van deze termijn is mogelijk indien de materialen niet door andere leners werden aangevraagd. Verlengen kan ook telefonisch en per e-mail. Het aantal materialen dat in één beurt op een lenerpasje kan uitgeleend worden, is in principe beperkt tot tien. Art. 6: De uitleningen zijn persoonlijk; het geleende mag niet aan derden worden uitgeleend Art. 7:Het uitlenen van boeken, tijdschriften, cd’s, dvd’s… en andere materialen gebeurt kosteloos. 5. VERANTWOORDELIJKHEID/BESCHADIGINGEN/BOETEREGLEMENTERING Art. 8: De lener is verantwoordelijk voor de op zijn naam geleende materialen; bij het in ontvangst nemen van een beschadigd materiaal dient hij het personeel te verwittigen, zo niet dan kan hij aansprakelijk worden gesteld. Art. 9: De lener dient zorg te dragen voor de geleende materialen. Bij verlies of totale beschadiging, medegedeeld binnen de gestelde uitleentermijn, moet hij de kostprijs van het materiaal betalen, zonodig verhoogd met de bindkosten. Indien dit niet gemeld wordt, is de boeteregeling uit artikel 10 van toepassing. Beschadigingen van barcodes, chips en etiketten op materialen worden beboet met 1 euro per inbreuk. Voor materialen die niet meer verkrijgbaar zijn wordt bovendien een voor elk geval door de bibliothecaris te bepalen toeslag aangerekend. Bij gedeeltelijke beschadiging van een materiaal, bepaalt de bibliothecaris het bedrag van de schadevergoeding. Art. 10: Wie de geleende boeken, periodieken, cd’s, dvd’s … en andere materialen te laat binnenbrengt betaalt 0,50 euro per materiaal en per week (vanaf de eerste dag te laat) vertraging. In alle gevallen gebeurt het verzenden van de maningskaart op kosten van de gebruiker. In uitzonderlijke omstandigheden kan tegen het boetebedrag schriftelijk beroep worden aangetekend bij het college van burgemeester en schepenen, dat na advies van de bibliothecaris een beslissing treft. Dit kan enkel in het geval de boete voor alle uitgeleende materialen samen meer dan 25 euro bedraagt. De effectieve boete van deze beslissing bedraagt dan minimum 25 euro.
Art. 11: In het geval de lener zijn materialen na enkele maanden (en dit na herhaaldelijke aanmaningen) niet binnenbrengt, beslist het college van burgemeester en schepenen over te gaan tot juridische vervolging. Alle kosten dienaangaande zullen dan op de wangebruiker worden verhaald. 6. BIJKOMENDE DIENSTVERLENING Art. 12: De gebruiker kan voor informatie, begeleiding en andere hulp steeds een beroep doen op het personeel. Art. 13: Uitgeleende materialen kunnen worden voorbehouden. De kosten voor het verzenden van de meldingskaart dat het materiaal ter beschikking is, vallen ten laste van de gebruiker. Materialen die niet voorhanden zijn, kunnen in het raam van het reglement op het leenverkeer onder bibliotheken worden aangevraagd. De hieraan verbonden kosten vallen ten laste van de aanvrager. Art. 14: In de leeszaal dient de gebruiker er voor te zorgen dat de andere gebruikers niet worden gestoord. De naslagwerken, de dag- en weekbladen kunnen enkel ter plaatse geraadpleegd worden. De tijdschriften kunnen worden uitgeleend, behalve het laatste nummer. Art. 15: Iedereen die ten minste 11 jaar oud is en een geldige lenerspas bezit, kan gratis gebruik maken van Internet in de bibliotheek. Kinderen beneden de 11 jaar moeten begeleid worden door een ouder. De gebruiker moet zich aanmelden aan de balie van de leeszaal en daar zijn lenerspas afgeven. Voor de consultatie van cd-roms dient men naast de lenerspas ook de identiteitskaart af te geven. Wie gebruik wil maken van Internet kan aan de balie of per telefoon of via e-mail gratis reserveren voor de lopende en de volgende week. Elke gebruiker kan maximum 1 uur per dag reserveren. Wie zich tien minuten na het begintijdstip van de gereserveerde beurt nog niet heeft aangemeld, verliest zijn reservatie. Informatie op Internet en andere dragers kan worden geprint. Elke pagina waartoe een drukopdracht gegeven werd, dient betaald te worden. De tarieven vermeld onder rubriek 11 worden toegepast als volgt : - 0,10 EUR per bladzijde of gedeelte van een bladzijde voor het formaat DIN A/4 of DIN A/3.(zwart-wit kopie). - Voor kleuren kopies wordt een bedrag van 1 EUR per bladzijde of gedeelte van een bladzijde voor het formaat DIN A/4 of DIN A/3 gerekend. De bibliothecaris of zijn afgevaardigde kan uitzonderlijk het Internetgebruik afbreken als het niet beantwoordt aan de doelstellingen van een openbare bibliotheek. Om redenen van privacy, beveiliging en efficiënt gebruik is het gebruik van Internet beperkt tot het zoeken van informatie op het net en het overnemen van gegevens via elektronische drager of op papier. De bibliotheek kan niet verantwoordelijk gesteld worden voor het tijdelijk niet beschikbaar zijn van Internet. Bij vaststelling van schade aan apparatuur en/of software bepaalt de bibliothecaris de te betalen vergoeding. 7. BETWISTINGEN Art. 16: Door zich in te schrijven in de Stedelijke Openbare Bibliotheek verklaart de gebruiker zich akkoord met dit reglement dat hem/haar overhandigd wordt bij de inschrijving. Art. 17: Het Beheersorgaan is bevoegd voor het uitsluiten van een lener, dit na samenspraak met de bibliothecaris. Alle verdere onvoorziene gevallen worden door de bibliothecaris geregeld.
33. Toegangsprijzen podiumactiviteiten (voor niet-doelgroepen). -
Uitkoopsommen kleiner of gelijk aan 1859,20 EUR * abonnementen : 4,46 EUR * voorverkoop : 5,45 EUR * kassa : 6,82 EUR
-
Uitkoopsommen groter dan 1859,20 EUR en kleiner dan of gelijk aan 2478,94 EUR * abonnementen : 5,21 EUR * voorverkoop : 6,20 EUR * kassa : 7,19 EUR
-
Uitkoopsommen groter dan 2478,94 EUR Toegangsprijzen vast te leggen in de Raad van Bestuur met inachtname van volgende minima: * abonnementen : 6,20 EUR * voorverkoop : 7,19 EUR * kassa : 8,18 EUR
34. Tarieven en reglementen gebruik stedelijke culturele infrastructuur. 1. Cultureel Centrum het SPOOR Eilandstraat 6, Harelbeke, Tel. 056/73.34.20 - Fax 056/73.34.29 - e-mail:
[email protected]
CATEGORIEËN GEBRUIKERS : 1. Harelbeekse verenigingen, lid van een adviesraad, of gesubsidieerd door het stadsbestuur (bewezen actief bestaan langer dan 1 jaar) alsook de adviesraden niet vermeld onder het voorgaande punt. 2. Harelbeekse verengingen, firma’s, instellingen. Deze moeten hun maatschappelijke of uitbatingszetel in Harelbeke hebben. Feitelijke verenigingen dienen meer dan de helft van de leden hun adres in de stad te hebben en ook hun activiteiten in de stad te hebben.Voor stamboomfeesten moeten de initiatiefnemer(s) in Harelbeke wonen. 3.
Niet-Harelbeekse verenigingen, firma’s en instellingen.
4. GRATIS: ten behoeve van de stedelijke instellingen, de stedelijke culturele raad en raad voor culturele infrastructuur, de milieuraad, de museumcommissie en de stedelijke vieringen. 5. Andere: Harelbeekse verenigingen met een specifieke sociale werking (voor gehandicapten, gepensioneerden en zieken) voor socio-culturele activiteiten die * kaderen binnen de reguliere werking * zich beperken tot de eigen leden * georganiseerd worden op weekdagen overdag (einde voor 18u), buiten de schoolvakanties en op regelmatige basis (minstens 1 keer per trimester) TARIEVEN
Tevens worden volgende nieuwe daaraan gekoppelde tarieven voorzien: halve feestzaal of oude bibliotheek: 25 euro, keuken: gratis, vergaderzaal A en vergaderzaal B: 15 euro Feestzaal (840 pers.)
Socio-cultureel Commercieel
1.1.1 Cat. 1
1.1.2 Cat. 2
1.1.3 Cat. 3
EUR 225 EUR 300
EUR 450 EUR 600
EUR 675 EUR 900
½ Feestzaal (400 pers.) – Blauwe zaal (Oude bibliotheek). 1.1.4 Cat. 1
1.1.5 Cat. 2
1.1.6 Cat. 3
Socio-cultureel EUR 150 EUR 300 EUR 450 Commercieel EUR 200 EUR 400 EUR 600 Maximum: 250 personen per eetmaal. - Maximum: 400 personen per feest. Keuken
1.1.7 Cat. 1
1.1.8 Cat. 2
1.1.9 Cat. 3
EUR 30 EUR 60 EUR 90 De keuken is verplicht af te huren bij maaltijden, broodjes, recepties, enz… en bij gebruik van de Feestzaal. Foyer (360 pers). 1.1.10 Cat. 1
1.1.11 Cat. 2
1.1.12 Cat. 3
Als uitbreiding EUR 50 EUR 100 EUR 150 Uitbreiding + bar EUR 75 EUR 150 EUR 225 De Foyer kan alleen afgehuurd worden als uitbreiding Feestzaal, Aula, Vergaderzaal A en voor tentoonstellingen. Ook de bar kan afgehuurd worden. Tentoonstelling: EUR 15 /dag – commercieel: EUR 30 /dag. De verzekering van de werken is voor de huurder! Aula – Podiumzaal (400 pers.)
Socio-cultureel Commercieel
1.1.13 Cat. 1
1.1.14 Cat. 2
1.1.15 Cat. 3
EUR 75 EUR 150
EUR 150 EUR 300
EUR 225 EUR 450
Loges (kleedkamers): Groepen (1) = EUR 6 – Kleine (3) = EUR 3 Vergaderzaal A(80/100 pers.) – Vergaderzaal
Socio-cultureel Commercieel
1.1.16 Cat. 1
1.1.17 Cat. 2
1.1.18 Cat. 3
EUR 15 EUR 30
EUR 30 EUR 60
EUR 45 EUR 90
1.1.19 Vergaderzaaltje: cafetaria
EUR 6
Repetities: 1.1.20 Cat. 1
1.1.21 Cat. 2
1.1.22 Cat. 3
EUR 20 EUR 40 1 GRATIS repetitie voor socio-culturele activiteiten.
EUR 60
Versieren – voorbereiden zaal 1.1.23 Cat. 1
1.1.24 Cat. 2
1.1.25 Cat. 3
EUR 25 EUR 50 Niet op zelfde dag activiteit.
EUR 75
Tarief billijke vergoeding: T1 Achtergrondmuziek: 15 % op de huurprijs; T2 Met drank: 20 % op de huurprijs; T3 Met drank en dans: 30 % op de huurprijs. Betreffende de mogelijke aard van het tarief worden de zalen ingedeeld als volgt: Zalen in het C.C. het SPOOR: - Achtergrondmuziek: Foyer – Vergaderzaal A – Aula – Feestzaal – Oude bibliotheek. - Met drank: Foyer – Vergaderzaal A – Feestzaal – Oude bibliotheek. - Met drank en dans: Feestzaal - ½ Feestzaal. Afhuren technisch materiaal + vast materiaal: - Videoprojector (LCD) + Laptop:
EUR 65
- Lichtorgel (computergestuurd):
EUR 65
- Belichting: projector halogeen:
EUR 65
- Geluidsmengtafel + boxen Aula :
EUR 65
- Filmdoek (groot):
EUR 25
- Piano:
EUR 60
- Electrische piano EUR 15 DVD - TV – videorecorder – overhead – minidisc – diaprojector - compactdisc – klein filmscherm - kleine klankinstallatie (basis 2 boxen – 2
EUR 90 EUR 30
EUR 120 EUR 45 EUR 10 EUR 10
micro’s) !! Stemmen piano is voor rekening van de gebruiker. Keukenmateriaal: - Warme luchtoven:
EUR 65
- Gasfornuis – elektrisch fornuis –
EUR 10
Microgolfoven - Koffiepercolator keuken / stuk:
EUR 10
- Microgolfoven
EUR 5
- Handdoeken:
EUR 0,75
- Receptieglazen (bak 15 glazen):
EUR 1,25
Glasbreuk: Receptieglas: EUR 1 Glas ander dan receptieglas: EUR 0,50 Fles klein: EUR 0,10 Fles groot: EUR 0,20 1.1.25.1 Drankverkoop feestzalen (= bars feestzaal, blauwe zaal en het foyer) - Af te staan winstaandeel aan de stad : 30% op de aankoopfactuur van dranken en diversen. Zijn vrijgesteld : Harelbeekse verenigingen en particulieren, voor zover het gaat om niet-commerciële activiteiten. - Schenkrecht: EUR 0,10 per hoofd: eetmalen. - CO²: EUR 2,50 per vat. 2. Socio-cultureel centrum Hulste en gemeentelijke basisscholen Centrum, Kameleon, Hulste en Stasegem. - !! Naschools Gebruik!!
1.1.25.2 Grote zaal 1. Cursussen, repetities, vergaderingen, tentoonstellingen, clubkaartingen. KAMELEON–STASEGEM–SOCIO’S HULSTE EUR 7
CENTRUM EUR 7 Alleen Harelbeekse muziekmaatschappijen (repetities). 2. Podium (toneel – film – concert) KAMELEON–STASEGEM–SOCIO’S HULSTE EUR 20 3. Koffiefeest, kaarting, …. per dag. KAMELEON–STASEGEM–SOCIO’S HULSTE EUR 40 4. Bal, feest, banket, show. KAMELEON–STASEGEM–SOCIO’S HULSTE EUR 160 5. Bloedinzameling: GRATIS Gebruik van vergaderlokaal, refter, keuken: EUR 7 WAARBORG: EUR 15 (bij 1 en 2)
EUR 30 (bij 3 en 4) Deze wordt na de activiteit teruggestort indien geen schade werd vastgesteld. 3. Zaal Torengalm + Oude Bibliotheek Bavikhove. De tarieven voor het gebruik van de zaal “Torengalm” zijn, berekend per dag activiteit als volgt: 1. Cursussen, repetities, vergaderingen, tentoonstellingen. FEESTZAAL – OUDE BIBLIOTHEEK EUR 7 2. Podium (toneel – film – concert) FEESTZAAL – OUDE BIBLIOTHEEK EUR 20 3. Koffiefeest, kaarting (ontmoetingsactiviteiten). FEESTZAAL – OUDE BIBLIOTHEEK EUR 40 4. Bal, feest, show (commerciële activiteiten). FEESTZAAL EUR 160 5. Gebruik keuken (enkel bij feestzaal Torengalm): EUR 7 WAARBORG: EUR 15 (bij 1 en 2) EUR 30 (bij 3 en 4) Deze wordt na de activiteit teruggestort indien geen schade werd vastgesteld. Glasbreuk: Receptieglas: EUR 1 Glas ander dan receptieglas: EUR 0,50 Fles klein: EUR 0,10 Fles groot: EUR 0,20 1.1.25.3 Drankverkoop feestzaal - Af te staan winstaandeel aan de stad : 30% op de aankoopfactuur van dranken en diversen. Zijn vrijgesteld : Harelbeekse verenigingen en particulieren, voor zover het gaat om niet-commerciële activiteiten. - Schenkrecht: EUR 0,10 per hoofd: eetmalen. - CO²: EUR 2,50 per vat. Tarief billijke vergoeding : T1 Achtergrondmuziek: 15 % op de huurprijs; T2 Met drank: 20 % op de huurprijs; T3 Met drank en dans: 30 % op de huurprijs. Betreffende de mogelijke aard van het tarief worden de zalen ingedeeld als volgt:
Zalen Socio Hulste – gemeentelijke basisscholen – Eiland – Stasegem en Torengalm Bavikhove – Oude bibliotheek Bavikhove: - Achtergrondmuziek: Socio Hulste (Tieltsestraat) – gemeentelijke basisscholen – Kameleon – Stasegem (enkel turnzaal en refter) - Torengalm Bavikhove en Oude Bibliotheek Bavikhove. - Met drank: Socio Hulste (Tieltsestraat) – gemeentelijke basisscholen – Kameleon – Stasegem (enkel turnzaal en refter) - Torengalm Bavikhove en Oude Bibliotheek Bavikhove. - Met drank en dans: Torengalm Bavikhove. ALGEMEEN: De verenigingen van de wijk-deelgemeenten hebben prioriteit. Bij niet bezetting van de zalen en bij bezetting in het C.C. het SPOOR, kan zaal verhuurd worden aan andere verenigingen niet van wijk of deelgemeente. 4. Reglement gebruikers Cultureel Centrum het Spoor Harelbeke ART. 1 De gebruiksaanvragen dienen – schriftelijk gesteld – minstens drie weken voor de gewenste gebruiksdatum toe te komen bij de Raad van Bestuur der Stedelijke Culturele Infrastructuur, Eilandstraat 6, 8530 Harelbeke, op straffe van nietigheid. De aanvraag moet datum, uur, aard van de activiteit, inrichter en adres (evt. telefoonnummer) en alle andere mogelijke inlichtingen vermelden. Er zijn geen privaatfeesten toegelaten. ART. 2 In het gebruiksrecht is, uitgezonderd indien anders bepaald in de tarieven, schoonmaak, verwarming, verlichting, klaarzetten van de tafels, stoelen, podium en gebruik van het aanwezige materiaal inbegrepen (behalve pedagogisch-didactisch materiaal). ART. 3 De tarieven zijn bepaald per werkingsdag van de aanvrager. ART. 4 Bij onderverhuring, vragen van standgeld en meermalig gebruik (dagen na één) zal de Raad van Bestuur zich specifiek uitspreken over de huurprijs. ART. 5 De vastlegging van een zaal geschiedt door de betaling van de huursom binnen de week volgend op de schriftelijke toezegging, op rekeningnr. 001-0173775-27 van “CULTUREEL CENTRUM HET SPOOR HARELBEKE". De zaalverantwoordelijke wiens naam op de schriftelijke toelating vermeld staat, is belast met het openen der lokalen: het is niet toegelaten een duplicaat van de sleutel te laten maken. Bemerkingen worden schriftelijk, via het activiteitenverslag, gemeld aan de Raad van Bestuur der stedelijke culturele infrastructuur. De zaalverantwoordelijke mag geen toegang tot de zaal verlenen wanneer hem niet het betalingsbewijs kan worden voorgelegd. De borgsom mag niet worden afgetrokken van de uiteindelijk te betalen huurprijs, maar wordt, wanneer geen schade wordt vastgesteld, zo spoedig mogelijk teruggestort. ART. 6 Bij afzegging van de gevraagde zalen om welke reden ook, binnen de twee maanden voor de activiteit, wordt de helft van de borgsom niet teruggestort, ten titel van schadeloosstelling. De mogelijkheid bestaat wel om voor 14 dagen een optie te nemen op een bepaalde datum en zaal. Behoudens schriftelijke aanvraag binnen deze termijn, vervalt de optie. ART. 7 De gebruiker moet zich als een goed huisvader gedragen. Het spreekt vanzelf dat hij alle nodige voorzorgen treft ter voorkoming van brand of andere schade. Hij blijft zelf verantwoordelijk tegenover derden voor alle ongevallen, ook in niet gehuurde maar wel gebruikte ruimten. Desgevallend dient hij voor dit risico een verzekering af te sluiten.
ART. 8 De dranken en toebehoren moeten afgenomen worden uit de voorraad die aanwezig is in het Cultureel Centrum. Op deze artikels dient een winstaandeel berekend op de netto-aankoopprijzen betaald te worden aan de Stad. Indien een banket wordt gegeven mag tijdens het eten wijn geschonken worden. Witte wijnen mogen in de gekoelde berging worden geplaatst en rode wijnen in de zaal zelf, ten vroegste de dag zelf van de activiteit, tijdens de normale werkuren en onder de verantwoordelijkheid van de inrichter. Na iedere activiteit met drankverbruik uit de voorraad wordt een stockopname gemaakt door de zaalverantwoordelijke, samen met de inrichter. De dranken die per vat of fles beschikbaar zijn worden per vat of fles aangerekend, waarbij een begonnen vat of fles volledig wordt aangerekend. Na afloop van het feest wordt door de zaalverantwoordelijke de afrekening gemaakt en dient door de inrichter via overschrijving – binnen de week – betaald. In Torengalm wordt afgerekend per fles. ART. 9 De inrichter moet instaan voor de uitbating van de toegestane lokalen, voor het opdienen der dranken en voor de werking van de bar en tapinstallatie. Het gebruik van dranken geschiedt steeds onder de verantwoordelijkheid van de inrichter, die alle fiscale en andere reglementeringen moet nakomen, evenals de verplichtingen inzake auteursrechten wanneer muziek ten gehore wordt gebracht. De inrichter kan hiervoor tegen de Raad van Bestuur of de Stad geen verhaal uitoefenen. ART. 10 Bij gebruik van de Foyer als uitbreiding van de Feestzaal gebeurt de drankverkoop in de Foyer voor rekening van de inrichter. Aan de bar in de Foyer mag voor een consumptie niet minder worden gevraagd dan op dat ogenblik geldig in de zaal. ART. 11 Indien de inrichter de toelating krijgt tot het inrichten van een receptie: bij gratis aanbieden van drank mag de inrichter zelf zorgen voor deze drank. Bij verkoop moet uit de drankvoorraad van de concessionaris geput worden. ART. 12 Er mag door het publiek niet worden gerookt of gedanst in de aula. Geen dranken, frieten of andere etenswaren mogen in het Cultureel Centrum worden binnengebracht, tenzij vanwege de Raad van Bestuur schriftelijke toelating werd verleend. Het is verboden alcoholische dranken [geschrapt] in het Cultureel Centrum binnen te brengen, behoudens schriftelijke toelating verleend door het Schepencollege der Stad Harelbeke en bij voorleggen attest Accijnzen. ART. 13 Bij afhuring van de Feestzaal moet de Keuken mee afgehuurd worden. ART. 14 Bij concerten, toneelopvoeringen en dergelijke mag gratis de gehuurde zaal worden gebruikt voor een repetitie. ART. 15 De elektrische installaties, verwarming, verlichting, geluidsversterking, enz. mogen slechts bediend worden door de zaalverantwoordelijke, die voldoende tijd voor de aanvang van het feest aanwezig is. Tenzij hiertoe een bijzondere toelating werd bekomen mogen podium, kleedkamers en berging niet voor het publiek worden opengesteld. ART. 16 De inrichters zullen de leden van de Raad van Bestuur steeds toelaten tot de gehuurde zalen op vertoon van hun lidkaart. ART. 17 De gebruikers zullen de grootst mogelijke netheid nastreven. In het bijzonder moeten de tafels, stoelen, glazen en asbakken proper worden achtergelaten, zoniet wordt het teveel aantal kuisuren van de borgsom afgehouden. Op verslag van de zaalverantwoordelijke kan de Raad van Bestuur beslissen geen toelating meer te verlenen aan hen die als slordig worden aangemerkt. De grondige schoonmaak van de lokalen gebeurt door de schoonmaaksters aangesteld en vergoed door het Stadsbestuur.
ART. 18 Publiciteit mag slechts na goedkeuring door de Raad van Bestuur worden opgehangen op de aangeduide plaatsen. Let wel: aangebrachte recupereerbare versieringen dienen zo vlug mogelijk door de inrichter terug weggehaald te worden. ART. 19 Het is verboden een parkeerwachter aan te duiden zonder schriftelijke goedkeuring van de Raad van Bestuur en van het Schepencollege. ART. 20 Volgende veiligheidsvoorschriften dienen nageleefd door de gebruiker: Vrijhouden van (nood)uitgangen: zie ook plan (gearceerde gedeelten). Blusmiddelen dienen bereikbaar te zijn. Gebruik brandveilige materialen (ook bij versieringen). Enkel toelaten van veilige apparatuur, producten en activiteiten (eventueel noodzakelijke attesten). Verbod tot open vlam binnen. Gecontroleerd rookverbod. Respecteren van gebruikerscapaciteiten (bezettingscijfers). Bezettingscijfer (maximum aantal personen): foyer 360 vergaderzaal boven 40 vergaderzaal A 80 en 100 na openzetten gordijndeur hall 120 feestzaal 840 1/2 feestzaal 360 oude bieb 360 aula 400 Piekbezetting: 1.250 (wanneer alle zalen samen worden gebruikt) Breedte van de gangen: minstens 1,20 m. ART. 21 De inrichters zijn verplicht deze reglementen en de richtlijnen verstrekt door de culturele ambtenaar en/of zaalverantwoordelijke, stipt na te leven. Ze moeten ook alle verplichtingen vervat in de toezegging en afrekening nakomen. Aan de hand van de activiteitenverslagen zal nagegaan worden of de doorgegane activiteit overeenstemt met de oorspronkelijke aanvraag. De Raad van Bestuur kan bijgevolg achteraf corrigerend optreden. De Raad van Bestuur blijft te allen tijde gemachtigd te beslissen over de tarieven bij specifieke activiteiten en zal zich uitspreken bij betwistingen of uitzonderingen. 5. Reglement gebruikers Socio-Hulste, zaal Torengalm Bavikhove en Stedelijke Basisscholen Harelbeke. A. TOELATING - Een schriftelijke toelating is vereist om een lokaal in gebruik te nemen. De aanvraag geschiedt schriftelijk aan het Cultureel Centrum het SPOOR, Eilandstraat 6, 8530 Harelbeke minstens veertien dagen voor de gewenste gebruiksdatum op straffe van nietigheid. Er zijn geen privaatfeesten toegelaten. - In principe wordt een stedelijk lokaal slechts toegankelijk gesteld voor socio-culturele en gelijkgestelde activiteiten, uitgaande van verenigingen of personen uit Harelbeke. Voor andere kan slechts toelating verleend worden zo het bewijs wordt geleverd van de noodzaak dit lokaal boven een ander te verkiezen. - Bij uitzondering wordt een turnzaal of refter in gebruik genomen voor het inrichten van dansfeesten en dergelijke. Dit wordt slechts toegelaten aan verenigingen, gevestigd in de wijk waar de zaal zich bevindt.
- De toelating verwijst naar deze reglementen en bevat de naam van de zaalverantwoordelijke/conciërge; met deze laatste moeten alle verdere schikkingen worden genomen. Zijn/haar opmerkingen moeten in acht worden genomen. De aankomst dient gemeld te worden. De zaalverantwoordelijke/conciërge is belast met het openen der lokalen: het is niet toegelaten een duplicaat van de sleutel te laten maken. Bemerkingen worden schriftelijk, via het activiteitenverslag, gemeld aan de Raad van Bestuur der stedelijke culturele infrastructuur. - De tarieven zijn bepaald per werkingsdag van de aanvrager. - Bij onderverhuring, vragen van standgeld en meermalig gebruik (dagen na één) zal de Raad van Bestuur zich uitspreken over de huurprijs. De Raad van Bestuur blijft te allen tijde gemachtigd om te beslissen over de tarieven bij specifieke activiteiten en zal zich uitspreken bij betwistingen of uitzonderingen. B. VOORWAARDEN - De elektrische installaties, verwarming, toneeluitrusting, enz. mogen slechts bediend worden in overleg met de zaalverantwoordelijke/conciërge. - Behoudens bijzondere toelating mag in de turnzalen niet gerookt worden, noch dranken verkocht of verbruikt worden. De als “bar” aangewezen plaats zal voor roken en drinken dienstig zijn. Bij feesten waarbij roken en drankverbruik toegestaan wordt, dient op kosten van de inrichter een bescherming op de sportvloer te worden gelegd. - Het verbruik van dranken in eender welk lokaal geschiedt steeds onder de verantwoordelijkheid van de inrichter, die alle fiscale en andere reglementeringen moet nakomen, evenals de verplichtingen inzake auteursrechten wanneer muziek ten gehore wordt gebracht, en dit zonder mogelijkheid van verhaal tegenover het stadsbestuur. - Alle aangerichte schade moet vergoed worden; de normale sleet blijft ten laste van de stad. Voor en na de ingebruikname zal een tegensprekelijke rondgang worden gemaakt met de zaalverantwoordelijke/conciërge. Vastgestelde schade wordt per brief bevestigd en hersteld door het stadsbestuur. De kostprijs wordt op de waarborgsom verhaald en waar dit niet volstaat, aangerekend aan de gebruiker. Een nieuw gebruik wordt toegestaan aan wie de bij een vorige ingebruikname aangerichte schadeverzuimde te betalen. Aangebrachte recupereerbare versieringen dienen zo vlug mogelijk door de inrichter terug weggehaald te worden. - Er wordt geen toelating verleend tot het verplaatsen van schoolmeubilair uit de klassen naar één of andere zaal. Er is geen toegang tot schoolgebouwen tijdens de openingsuren van de scholen. Inzonderheid mogen geen leveringen tijdens de schooluren gebeuren. - In geen geval mag talkpoeder of een gladmakend product op de vloeren worden gestrooid. De eigenlijke schoonmaak wordt verricht door de schoonmaaksters aangesteld en vergoed door het stadsbestuur. Nochtans zullen de inrichters zorgen voor volledige en onmiddellijke op- en ontruiming van de lokalen na de activiteiten. - Alle te betalen gebruiksvergoedingen moeten voor de ingebruikname gestort worden op rekening 001-0173775-27 van het CC. Harelbeke. De zaalverantwoordelijke/conciërge mag geen toegang tot de zaal verlenen zo hem niet het betalingsbewijs wordt voorgelegd. - De gebruikers zullen de grootst mogelijke netheid betrachten. Op verslag van de zaalverantwoordelijke/conciërge kan de Raad van Bestuur beslissen geen toelating meer te verlenen aan hen die als slordig worden aangemerkt, of die schade veroorzaken. - Aan de hand van de activiteitenverslagen zal nagegaan worden of de doorgegane activiteit overeenstemt met de oorspronkelijke aanvraag. De Raad van Bestuur kan bijgevolg achteraf corrigerend optreden. C. SLOTBEMERKINGEN
- De aanvraag van een lokaal gebeurt d.m.v. een schrijven waarop alleen dit vermeld staat. Een aanvraag tot het bekomen van stoelen, tafels, een speciale schikking der zaal, enz. dient op een afzonderlijk schrijven te gebeuren. - De stad heeft in de brandverzekeringspolis voorzien dat bij brand geen verhaal door de verzekeraar zal worden uitgeoefend tegen de gebruikers van de zaal. Het spreekt vanzelf dat de inrichter alle nodige voorzorgen treft voor het voorkomen van brand of andere schade. - De aanvrager blijft zelf verantwoordelijk tegenover derden voor alle ongevallen. Desgevallend dient hij voor dit risico een verzekering af te sluiten. - Een zuinig gebruik van elektriciteit, water, verwarming, gas, enz. moet nagestreefd worden. Bijzondere bepaling Socio-Hulste & zaal Torengalm Bavikhove. 1. Alle vuil moet in vuilniszakken gestopt worden. Deze kunnen verkregen worden via de zaalverantwoordelijke/conciërge. 2. Na afloop van de activiteit kan in samenspraak met de zaalverantwoordelijke/conciërge afgesproken worden dat verlichting en zo nodig verwarming wordt uitgeschakeld. 3. Affiches, strooibiljetten en tarieven moeten aangebracht worden op de daarvoor voorziene ruimten. 4. Geen goederen van waarde mogen achtergelaten worden. Tassen, ondertassen en glazen kunnen geplaatst worden in de daarvoor voorziene kast. Volgende veiligheidsvoorschriften dienen nageleefd door de gebruiker: - Vrijhouden van (nood)uitgangen . - Blusmiddelen dienen bereikbaar te zijn. - Gebruik brandveilige materialen (ook bij versieringen). - Enkel toelaten van veilige apparatuur, producten en activiteiten (eventueel noodzakelijke attesten). - Verbod tot open vlam binnen. - Gecontroleerd rookverbod. - Respecteren van gebruikerscapaciteiten (bezettingscijfers). Bezettingscijfers (maximum aantal personen): Socio-Hulste: zaal 220 (zaaltjes boven: 60) Zaal Torengalm Bavikhove 270 oude bieb 200 School Zandberg·turnzaal·120·refter: 60 School Hulste turnzaal 350 School Kameleon turnzaal 200 School Stasegem turnzaal 350 Breedte van de gangen: minstens 1,20 m. 35. Toegang en brochures gemeentelijke musea. De -
prijzen voor de toegang tot de stedelijke musea zijn als volgt: Individuele bezoekers: 2 EUR/pers. Groepen van minimaal 20 personen: 1,75 EUR/pers. Scholen: 1,75 EUR/pers.
De toegang tot de stedelijke musea is gratis tijdens de kermisdagen, op “Open Monumentendag”, “Open Museumdag” en voor alle Harelbeekse scholen.” De prijs voor de brochures die in de musea te koop worden aangeboden worden vastgesteld als volgt:
-
Brochures Pijp en Tabak: 1,24 EUR Brochure Galerij Colardijn: 1,24 EUR Gids voor het Peter Benoitmuseum: 0,74 EUR Verkoop van prentkaarten: 0,25 EUR/st.
De nieuwe zaal in het Peter Benoit Museum wordt ter beschikking gesteld van derden voor activiteiten die in verband staan met de zending van het museum. Het te betalen tarief is alsdan te bedingen. 36. Stedelijke Academie voor Beeldende Vorming: huurprijzen. Huurprijs elektrische draaischrijven: 25 EUR/maand of bij éénmalig gebruik 7 EUR voor maximum één week. Waarborg: 125 EUR. 37. Tarieven en gebruiksvoorwaarden jeugdcentrum TSAS.
VERGADERING
CULTURELE ACTIVIT EIT
FUIVEN
1. Huur(prijzen).
cat. 1 cat. 2 cat. 3 cat. cat. cat. cat. cat. cat. cat.
1 2 3 4 1 2 3
GROTE ZAAL waarborg huur 275 € 275 € 550 € 550 € 825 €
825 €
70 € 140 € 210 € 100 €
70 € 140 € 210 € 25 €
KLEINE ZAAL waarborg Huur 85 € 85 € 170 € 170 € 255 € 30 60 90 15 15 15
€ € € € € €
30 €
255 €
KEUKEN waarborg huur 3€ 3€ 5€ 5€ 8€
8€
€ € € € € €
3€ 5€ 8€ 0 3€ 5€
3€ 5€ 8€ GRATIS 3€ 5€
30 €
8€
8€
30 60 90 15 15 15
1. Indeling in gebruikerscategorieën. cat. 1: erkende Harelbeekse jeugdverenigingen, jonge Harelbeekse muziekgroepen (minstens 2 verantwoordelijken uit Harelbeke en gemiddelde leeftijd van alle leden max. 26 jaar) en jeugdsportverenigingen cat. 2: Harelbeekse verenigingen cat. 3: niet-Harelbeekse verenigingen en muziekgroepen cat. 4: Harelbeekse verenigingen met een specifieke sociale werking (voor gehandicapten, gepensioneerden en zieken) voor socio-culturele activiteiten die : - kaderen binnen de reguliere werking - zich beperken tot de eigen leden - georganiseerd worden op weekdagen overdag (einde voor 18u), buiten de schoolvakanties en op regelmatige basis (minstens 1 keer per trimester) en waarvoor de vereniging niet terecht kan in CC Het Spoor. 2. Definiëring van de activiteiten. De soorten activiteiten worden als volgt geïnterpreteerd: - fuiven: activiteiten waar het accent ligt op ontspanning met gebruik van dans en muziek - culturele activiteiten: kaartingen, maaltijden, eetfestijnen, cursussen, workshops, optredens… - vergadering: samenkomst met het accent op overleg en informatie-uitwisseling. In geval van gecombineerd gebruik geldt het hoogste tarief. 3. De bovenstaande tarieven gelden per dag. 4. Gratis gebruik en vrijstelling van betaling. - De stedelijke Jeugdraad en haar werkgroepen, de Raad van Bestuur van de Stedelijke Jeugdinfrastructuur, de Seniorenraad, de Gezinsraad en hun diverse organen alsook het stadsbestuur voor eenmalige activiteiten door stadsdiensten en instellingen en voor stedelijke plechtigheden, kunnen gratis gebruik maken van Jeugdcentrum TSAS. - Andere afwijkingen van de tarieven of vrijstelling van betaling kunnen worden verleend door het College van Burgemeester en Schepenen op advies van de Raad van Bestuur van de Stedelijke Jeugdinfrastructuur 5. Jeugdcentrum TSAS mag niet gebruikt worden voor de organisatie van privéactiviteiten of –feesten. 2. Aanvraag en reservatie. 1. Aanvraag. De aanvraag tot gebruik van Jeugdcentrum TSAS gebeurt aan de hand van het aanvraagformulier en wordt gericht aan Jeugddienst Harelbeke. Via het formulier verstrekt de organisator alle nuttige gegevens i.v.m. de activiteit en wordt het benodigde materiaal of uitrusting duidelijk aangegeven. 2. Bevestiging. Zo spoedig mogelijk na ontvangst van de aanvraag ontvangt de organisator een schriftelijke bevestiging met hierbij ook een uitnodiging tot betaling van huurprijs en waarborg. Deze som moet binnen de 10 dagen gestort zijn op de vermelde rekening, zoniet vervalt de reservatie. 3. Voorrang. Tot 3 maanden voor de eigenlijke activiteit hebben Harelbeekse jeugdverenigingen voorrang op andere gebruikers.
4. Optie. Organisatoren kunnen voor een periode van 2 weken een optie nemen op een bepaalde datum. Indien binnen deze termijn geen schriftelijke aanvraag gebeurt, vervalt de optie. 5. Annulatie. - Annulatie van de reservatie kan kosteloos indien deze 2 maand voor de activiteit gebeurt. - Bij annulatie binnen de 2 maand voor de activiteit wordt de helft van de borgsom (met een minimumbedrag van 15 €) ingehouden. - Bij annulatie binnen de 2 weken voor de activiteit wordt 75% van de borgsom (met een minimumbedrag van 15€) ingehouden. 3. Veiligheidsvoorschriften. 1. Bij het niet naleven van de veiligheidsvoorschriften, is alle verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid ten laste van de inrichter. 2. Bezettingsgraad. 1.1.26 Het aantal gelijktijdige bezoekers of deelnemers moet beperkt blijven tot : grote zaal : 540 personen (podium van 20 m² inclusief) kleine zaal : 240 personen. grote en kleine zaal (gecombineerd gebruik) : 600 personen (podium 20 m² inclusief). Indien de beschikbare ruimte gereduceerd wordt (bv. door het gebruik van tafels, stoelen, extra podium, DJ, e.d.) dienen de bovenstaande cijfers verminderd te worden met 2 personen per gebruikte m². 3. Evacuatie. Alle nooduitgangen, evacuatiewegen en veiligheidsinrichtingen dienen te allen tijde vrij gehouden te worden en vlot toegankelijk te zijn (zie ook plan). Het is strikt verboden de nooddeuren en evacuatiewegen op enige wijze te sluiten, op slot te doen en/of te blokkeren aan de buitenzijde van het gebouw. 4. Brandveiligheid. De blustoestellen dienen te allen tijde vlot bereikbaar te zijn. Open vuur en vuurwerk zijn strikt verboden binnen het Jeugdcentrum. Het opslaan en gebruik van brandbare vloeistoffen, vloeibaar gemaakte gassen en licht brandbare vaste stoffen is verboden binnen het Jeugdcentrum. Voor versiering e.d. mogen alleen brandveilige materialen gebruikt worden. 5. Technische installaties. De elektriciteitskasten zijn enkel toegankelijk voor bevoegden en zijn tijdens de activiteit afgesloten voor bezoekers of deelnemers. De bedieningselementen van de technische installatie dienen te allen tijde vlot bereikbaar te zijn. Technische installaties mogen niet zonder uitdrukkelijke toestemming van de jeugddienst worden bediend. In de technische lokalen mogen geen materialen vreemd aan het jeugdcentrum gestapeld worden. 4. Concrete afspraken i.v.m. de voorbereiding en het verloop van de activiteit. 1. *Minimum 1 week voor de activiteit neemt de organisator contact op met de jeugddienst of de zaalverantwoordelijke om verdere afspraken te maken omtrent de te gebruiken materialen, openen en sluiten van het Jeugdcentrum, plaatsing podium, e.d.
2.
3.
4.
5.
*Net voor de activiteit worden nog een aantal afspraken overlopen en gemaakt met de zaalverantwoordelijke. De inrichter engageert zich om het Jeugdcentrum te gebruiken als ‘een goede huisvader’ en alle voorzorgsmaatregelen te treffen om allerlei problemen of schade te voorkomen. Hij blijft hierbij verantwoordelijke voor schade en ongevallen t.a.v. derden en sluit hiervoor desgevallend een verzekering af. Bevestiging van materiaal en versiering aan plafonds of muren. Het is verboden om materialen of versiering aan te brengen die hierdoor blijvende schade veroorzaken aan het Jeugdcentrum, tenzij op de hiervoor aangeduide en afgesproken plaatsen. Indien hiervan afgeweken wordt, zal per inbreuk een schadevergoeding van min. 25 € aangerekend worden. Podium. Om schade te voorkomen is het strikt verboden om zelf (stukken van) het podium te verplaatsen. Indien dit toch vastgesteld wordt, zal hiervoor een schadevergoeding van min.100 € aangerekend worden. Opkuis - De organisator verbindt er zich toe om onmiddellijk na de activiteit de gebruikte lokalen en de omgeving van het Jeugdcentrum op te ruimen en netjes terug achter te laten. - Specifiek moet hierbij gelet worden op volgende afspraken: * alle eigen gebruikte materialen worden weggehaald; * de gebruikte lokalen worden uitgeveegd; * glazen worden afgewassen, afgedroogd en terug geplaatst in de rekken; * de frigo’s worden leeggehaald en de bakken worden op de voorbestemde plaats (soort per soort) in de drankenberging geplaatst; * tafels en stoelen worden afgewassen en op de aangewezen plaats gezet; * alle afval wordt in vuilniszakken gedaan en gedeponeerd in de afvalcontainer.
5. Drankverbruik en –verkoop. 1. Verplichte drankafname Organisatoren zijn verplicht dranken af te nemen uit de drankvoorraad van Jeugdcentrum TSAS. Enkel indien een bepaalde soort drank niet kan geleverd worden door de concessiehouder en indien dit gemeld werd via het aanvraagformulier, mag deze geschonken worden door de inrichter. Een lijst met alle dranken en hun tarieven is ter beschikking bij de zaalverantwoordelijke. 2. Drankprijzen. - Af te staan winstaandeel aan de stad voor niet Harelbeekse verenigingen : 30% op de totale drankfactuur. - De drankprijzen worden gebaseerd op de tarieven zoals deze bepaald werden door de concessiehouder. - Het staat de organisator vrij om bij de activiteit zelf de verkoopprijs van de drank te bepalen. 3. Systeem afrekening. Voor elke activiteit gebeurt een stockopname door de zaalverantwoordelijke. Deze kan mits afspraak bijgewoond worden door de inrichter. Na elke activiteit wordt opnieuw een stockopname uitgevoerd, waarna het verschil berekend en afzonderlijk gefactureerd wordt. De berekening gebeurt per fles en per begonnen vat. 4. Bijkomende bepalingen. - De organisator verbindt zich tot het naleven van alle wetgeving i.v.m. drankverkoop (o.a. wet op zedelijke bescherming minderjarigen)
- De organisator is zelf verantwoordelijk voor alle voorbereidingen i.v.m. de drankverkoop of het drankverbruik bij de activiteit (o.a. opvullen frigo’s). - De gebruiker volgt de aanwijzingen van de zaalverantwoordelijke i.v.m. plaatsing van volle en lege bakken op ; indien vastgesteld wordt dat (gedeeltelijk) lege bakken tussen de volle geplaatst worden zal hiervoor per bak een schadevergoeding van 125 € aangerekend worden. 6. Specifieke bepalingen bij de organisatie van fuiven. 1. Security. - De organisator wordt verplicht om bij de organisatie van een fuif te voorzien in minstens 2 personen van een verschillend geslacht, die instaan voor de security. Het moet hierbij gaan om personeelsleden van een erkende bewakingsfirma of vrijwillige security. - De personen die de vrijwillige security-opdracht opnemen moeten hier voorafgaandelijk de toestemming voor krijgen van de burgemeester en dienen hiertoe een infomoment van de jeugddienst en de politie bijgewoond te hebben. De aanvraag gebeurt op een formulier dat ter beschikking is op de jeugddienst. - De contactgegevens (naam, adres, gsm-nummer) van deze personen of de firma worden minstens 2 weken op voorhand doorgegeven aan de jeugddienst of de zaalverantwoordelijke. -
-
De personen die de security-opdracht uitvoeren melden zich bij het begin van de fuif aan bij de zaalverantwoordelijke of zaaltoezichter die erop toeziet dat het gaat om de personen die vooraf opgegeven werden door de organisator en eventuele verdere afspraken maakt. De (vrijwillige) security is aanwezig van bij het begin van de fuif tot na het afsluiten van de zaal door de zaaltoezichter. Hun opdracht kan slechts beëindigd worden na de toestemming van de zaaltoezichter. De vrijwillige security wordt gedurende de fuif uitgevoerd door steeds dezelfde personen die geen andere taken of opdrachten in de organisatie opnemen. De vrijwillige security trekt de herkenbare kledij aan die ter beschikking gesteld wordt door de jeugddienst.
2. Zaaltoezichter. De zaaltoezichter is de persoon die aangesteld werd door het stadsbestuur om toezicht te houden op het gebruik van de infrastructuur van het Jeugdcentrum (veiligheid, lawaai…) bij fuiven en op de naleving van dit gebruiksreglement. Op het einde van de fuif neemt de zaaltoezichter de drankstock op, ziet hij toe op de opkuis en zorgt hij ervoor dat het Jeugdcentrum goed afgesloten wordt. De richtlijnen die verstrekt worden door de zaaltoezichter dienen dan ook strikt opgevolgd te worden door organisator en security. Een zaaltoezichter mag wettelijk gezien geen security-opdrachten opnemen. 3. Sluitingsuur. * Algemeen sluitingsuur Rekening houdend met het algemeen politiereglement van de stad Harelbeke, moet Jeugdcentrum TSAS de deuren sluiten: - om 3u: op vrijdag- en zaterdagavond en op avonden die een wettelijke feestdag voorafgaan - om 1u: op alle andere avonden (incl. zondagavond) *
Afwijking op het sluitingsuur.
° Mits toestemming van de burgemeester kan afgeweken worden van dit principe en kan het sluitingsuur uitgesteld worden tot 5u. Hiertoe dienen volgende stappen gezet te worden : - toestemming vragen op de jeugddienst (min. 2 weken op voorhand) - op basis van het document van de jeugddienst goedkeuring vragen van de politie - betaling van vergunning op de financiële dienst ° Indien de organisator bij aanvang van de fuif niet de nodige bewijsstukken kan voorleggen, kan er geen afwijking van het sluitingsuur toegestaan worden. *
Werkwijze Op het sluitingsuur legt de organisator de lichten in de zaal aan, geeft hij opdracht op de muziek stil te zetten en wordt onmiddellijk gestart met de opkuis. Het is verboden om daarna nog drankbonnetjes te verkopen. Bij overtreding van deze maatregelen wordt de politie gewaarschuwd.
4. Geluidsbegrenzer. Zowel de grote als de kleine zaal van het Jeugdcentrum zijn uitgerust met een geluidsbegrenzer. Tijdens fuiven en optredens zijn organisatoren verplicht om stroom af te nemen via de geluidsbegrenzers en desgevallend DJ’s erop te wijzen dat dit verplicht is. Indien deze maatregel niet nageleefd wordt, valt de verantwoordelijkheid volledig ten laste van de organisator. 5. Bepalingen i.v.m. drank en alcohol: - Organisatoren van fuiven zijn verplicht om alle drank uit te schenken in plastiek bekertjes, die ter beschikking gesteld worden door de concessiehouder. Het is ten strengste verboden glazen of flessen mee te geven met de fuifbezoekers. - Organisator en security dienen erop toe te zien dat er geen drank mee naar buiten genomen wordt. - Het is verboden om sterke drank of dranken die sterke drank bevatten te schenken op fuiven. Alcoholpops worden toegelaten (na 6 maand wordt dit geëvalueerd). - Organisatoren zijn gehouden alle algemene wetgeving i.v.m. het schenken van alcohol strikt na te leven 6. Vestiaire - Organisatoren van fuiven in Jeugdcentrum TSAS zijn gehouden een vestiaire te organiseren tot het einde van de fuif en hiervoor de verantwoordelijkheden dienaangaande op te nemen. - De kostprijs van de vestiaire mag de prijs van een gewone drankconsumptie niet overstijgen. 7. Diverse bepalingen. - Bij het gebruik van de rolsteiger en andere toestellen die deel uitmaken van de uitrusting van het Jeugdcentrum dienen alle veiligheidsinstructies nageleefd te worden. - Het gebruik van confetti, isomobolletjes e.d. is verboden in het Jeugdcentrum. Indien deze maatregel niet nageleefd wordt, zal hiervoor een schadevergoeding van minimaal 250 € aangerekend worden. - Bij het einde van de fuif dient de DJ onmiddellijk zijn materiaal weg te halen. - Indien 2 uur na het einde van de fuif de opkuis niet volledig beëindigd is, zal hiervoor een vergoeding van 50 € per begonnen uur aangerekend worden. 8. Bepalingen betreffende de bezoekers .
-
-
-
Op ieder ogenblik dient een bezoeker een toegangsbewijs (kaart of stempel) te kunnen voorleggen aan de organisatoren of hun gemachtigde. Wie niet hierover beschikt, zal niet worden toegelaten tot de fuif of deze dienen te verlaten. De inrichters hebben het recht om : * bezoekers te verzoeken om hun leeftijd te bewijzen en zodoende te kunnen nagaan of aan betrokkene alcoholische dranken mogen geserveerd worden. * bezoekers te vragen aan de ingang een controle op wapens of gevaarlijke voorwerpen te ondergaan; personen die deze controle niet wensen te ondergaan worden de toegang tot het Jeugdcentrum ontzegd. Het is verboden om bij fuiven de zalen van het Jeugdcentrum te betreden met jassen of grote tassen (rugzakken e.d.). Deze kunnen in de vestiaire achtergelaten worden. Bezoekers die in het bezit bevonden zijn van gevaarlijke voorwerpen, wapens, drugs… zullen de toegang tot het Jeugdcentrum ontzegd worden of gevraagd worden het gebouw te verlaten. Bij iedere vaststelling van een overtreding of misdrijf zullen de politiediensten hiervan op de hoogte gebracht worden.
9. Organisatoren zullen volgende tekst aanbrengen op de toegangskaart voor de activiteit: “Het betreden van Jeugdcentrum TSAS veronderstelt dat men alle bepalingen van het gebruikersreglement, dat ter inzage hangt aan de ingang van het Jeugdcentrum, alsook het algemene politiereglement, dat kan geconsulteerd worden op de jeugddienst, aanvaardt.“ 7. Schade. Door het gebruik van het Jeugdcentrum engageert de organisator zich tot het vergoeden van alle schade die voortvloeit uit de activiteit. Ook indien de schade toegebracht werd door een derde zal de organisator hiervoor aangesproken worden. 8. Sancties. Indien de bepalingen van onderhavig reglement niet nageleefd worden, kan het College van Burgemeester en Schepenen, na advies van de Jeugdraad en/of de Raad van Bestuur van de Stedelijke Jeugdinfrastructuur, het verder gebruik van het Jeugdcentrum ontzeggen aan een organisator/organisatie. 9. De organisatie is ertoe gehouden alle toepasselijke wet- en regelgeving, ook i.v.m. veiligheid na te leven. 1.2 10.Toepasselijkheid -
Voor de organisatoren Door indienen van een gebruiksaanvraag voor het geheel of deel van Jeugdcentrum TSAS en de organisatie van een activiteit, aanvaarden de organisatoren alle bepalingen van het huishoudelijk reglement en de politieverordeningen van de stad Harelbeke en engageren zij zich om deze na te leven.
-
Voor de bezoekers Het betreden van het terrein of de gebouwen van Jeugdcentrum TSAS veronderstelt dat akkoord gegaan wordt met de bepalingen van het gebruikersreglement, dat geconsulteerd kan worden aan de ingang van het Jeugdcentrum en alle toepasselijke reglementering die geconsulteerd kan worden op de jeugddienst.”
38. Tarieven en gebruikersreglement 't Fabriekske. 1. ’t Fabriekske wordt ter beschikking gesteld van verenigingen en organisaties uit Harelbeke en daarbuiten. Het gebruik door commerciële organisaties en privépersonen wordt niet toegestaan. 2. De gebruiksaanvraag gebeurt aan de hand van het daartoe bestemde formulier en wordt gericht aan de Jeugddienst, Tweebruggenstraat 30 te Harelbeke. 3. Volgende tarieven worden gehanteerd: - erkende jeugdverenigingen en jeugdsportclubs: 1,85 EUR/u - Harelbeekse verenigingen en organisaties: 3,75 EUR/u - niet-Harelbeekse verenigingen en organisaties: 10 EUR/u De facturatie hiervan gebeurt maandelijks. - skaten : 1 EUR/beurt (verzekering incl.) 4. Occasionele gebruikers kan een waarborg van 10€ gevraagd worden, te betalen bij het afhalen van de sleutel. 5. Stedelijke diensten en adviesorganen kunnen gratis gebruik maken van ’t Fabriekske; Harelbeekse onderwijsinstellingen kunnen één keer per jaar gratis over ’t Fabriekske beschikken naar aanleiding van hun sportdag. Andere afwijkingen omtrent het gebruik en het bepalen van de tarieven gebeuren na het advies van de Raad van Bestuur van de Stedelijke Jeugdinfrastructuur of bij hoogdringendheid door de stuurgroep van de Jeugdraad. Het stadsbestuur staat in voor de eigenlijke beslissing hieromtrent. 6. Rond het afhalen en terugbrengen van de sleutel wordt best rechtstreeks contact opgenomen met de jeugddienst. 7. Na elk gebruik worden de gebruikte lokalen volledig opgeruimd en uitgeveegd door de gebruiker. Indien dit niet gebeurd kan hiervoor een schadevergoeding aangerekend worden. 39. Reglement gebruik veiligheidssets. De Stad Harelbeke krijgt van de Vlaamse Gemeenschap vijf veiligheidssets ter beschikking. Deze sets bestaan uit: 20 reflecterende armbanden, 2 reflecterende schouderbanden, 1 licht (2 batterijen inbegrepen). Deze veiligheidssets zullen prioritair ter beschikking staan van jeugdverenigingen, scholen en andere verenigingen voor occasioneel gebruik. Jeugdverenigingen krijgen voorrang op scholen en scholen voorrang op andere verenigingen tot een week voor de activiteit. Het gebruik van deze sets is kosteloos. Er zal echter een borg gevraagd worden ten bedrage van 86,76 EUR per set (gekruiste cheque). Bij schade of verlies zal deze borg ingehouden worden. De afrekening gebeurt na de heraanvulling van de set. Ten einde de kosten te dekken zal er 10 % bij de afrekening gerekend worden. Deze sets zullen opgenomen worden in de uitleendienst van de jeugddienst en onder het beheer vallen van de jeugddienst. Reservaties gebeuren via deze dienst. Deze sets kunnen bij gebruik in het weekend de vrijdagavond of zaterdagvoormiddag afgehaald worden. Deze worden ten laatste de maandagavond terug bezorgd. Bij gebruik tijdens de week kunnen deze de avond voor gebruik afgehaald worden en deze moeten ten laatste de avond na gebruik terug bezorgd worden. Bij te laat terugbrengen wordt de waarborg ingehouden.
Deze sets dienen zelf afgehaald en zelf teruggebracht te worden. Door het ontlenen van het materiaal verklaart de gebruiker zich ipso fakto akkoord met de bepalingen van dit reglement en waarborgt de stipte naleving ervan. 40. "Speelpleinwerking, Kleutercentrum, Grabbelpas en tienerwerking/SWAP-pas". Speelpleinwerking en Kleutercentrum a. Deelnameprijzen
Prijs per kind Prijs voor het tweede kind Prijs vanaf het derde kind
Volledige dag 5€ Geschrapt Geschrapt
Halve dag 2,5 € Geschrapt Geschrapt
In voormelde prijzen zijn de opvang en de bijzondere activiteiten zoals film-, theater- en zwemactiviteiten inbegrepen. Indien te laat afgehaald worden, wordt een extra bijdrage van 2€ per begonnen half uur aangerekend. b. Verminderingen op de deelnameprijzen Mits daarvan het bewijs wordt geleverd, wordt het tarief voor gezinnen die leven van het bestaansminimum of onder budgetbegeleiding staan van een OCMW verminderd tot volgens tarief: Volledige dag 2,5 €
Prijs per kind
Halve dag 1,25 €
c. Vergoeding voor maaltijden, drankjes en opvang vóór en na de activiteiten Prijs per maaltijd Prijs per drankje
:2€ : 0,60 €
d. Betaling van de deelnameprijzen en vergoedingen De tarieven bedoeld onder a. b. en c. dienen vooraf te worden voldaan door aankoop van speelbonnen op de jeugddienst. Grabbelpas De prijs van deelname aan een Grabbelpasactiviteit is gelijk aan deze zoals vastgesteld door het overlegorgaan in het kader van de regionale grabbelpas. "De prijs van deelname aan activiteiten van de Tienerwerking/SWAP-pas is gelijk aan deze zoals vastgesteld door het overlegorgaan in het kader van de regionale SWAP-pas." 41. JIP-folders. JIP-folders (Jeugd Informatiepunt folders) zijn verkrijgbaar aan de prijs die de stad voor de aanschaf van deze folders heeft moeten betalen. Deze retributie dient te worden betaald bij afgifte van het gevraagde stuk.
42. Retributie portkosten. De portkosten samenhangend met de retributies worden ten laste gelegd van diegene die bedoelde retributie verschuldigd is indien de schuldenaar van deze retributies een particulier of een privé-instelling is. Zij worden bij deze retributies geteld en betaald overeenkomstig de aldaar bepaalde betalingsvorm. Bedoelde portkosten zijn gelijk aan het posttarief vastgesteld door de bevoegde overheden. 43. Standrechten wekelijkse markt. De standrechten voor de wekelijkse markt worden vastgesteld als volgt: a. toevallige marktkramers: 2,97 EUR per lopende meter; b. regelmatig komende marktkramers zijn verplicht een abonnement te nemen voor 3 maanden, ingaande op 01-01, 01-04, 01-07 en 01-10, waarvan het bedrag bepaald wordt op: het aantal lopende meter standplaats x 2,23 EUR per 1/m x 12. Voormelde tarieven worden aangepast per schijf van 0,12 EUR aan de kosten van het levensonderhoud aan de hand van het resultaat van navolgende formule en enkel ingeval deze formule een verschil geeft van 0,12 EUR of een veelvoud daarvan in meer of in min: Bedrag van de retributie voormeld x indexcijfer van 01.07 van het voorafgaand jaar Indexcijfer december 1997 Bedoelde index is de gezondheidsindex. Het plaatsrecht waarvan sprake onder b, is eisbaar vanaf de eerste marktdag van het kwartaal. Het recht vermeldt in art. a, is eisbaar op de marktdag zelf en is betaalbaar in handen van de daartoe aangestelde beambte, tegen afgifte van een ticket of ontvangstbewijs. Het bewijs van betaling moet bij iedere uitnodiging vertoond worden. Behoudens uitdrukkelijk en voor ieder geval te verlenen machtiging door het College van Burgemeester en Schepenen, wordt geen teruggave gedaan van gekweten standrechten. De belastbare lengte van de standplaatsen wordt vastgesteld door de daartoe aangestelde beambte in functie van de meest uitspringende delen zonder rekening te houden met eventuele ledige tussenruimten. De gedeelten van één meter worden als een gehele meter aangerekend. De belastingplichtigen moeten zich schikken naar de voorschriften van het algemeen stedelijk politiereglement en naar de richtlijnen van de marktleider. 44. Retributie receptie jubileum. De receptie ter gelegenheid van een jubileum is gratis voor maximum 40 personen. Bij recepties boven de 40 personen wordt een tussenkomst van 2 EUR per bijkomende persoon aangerekend (tenzij het familieleden zijn). 45. Verkoop vlaggen met logo van de Stad. De verkoop van vlaggen met logo van de Stad aan burgers wordt vastgesteld op 25 EUR/stuk.
Artikel 2 : Behoudens indien hierboven anders bepaald dienen de retributies te worden betaald binnen de maand na de verzending van de te betalen rekening. Wordt de retributie niet betaald binnen deze termijn, dan brengen de verschuldigde sommen ten voordele van de stad verwijlintresten op die toegepast en berekend zullen worden overeenkomstig de regels inzake de rijksbelastingen. Bovendien kan de bevoegde overheid weigeren nog verder de in dit reglement genoemde diensten te verstrekken indien de retributies verschuldigd voor de vorige verstrekkingen, verschuldigd door de schuld van de schuldenaar, niet of zeer moeilijk konden geïnd worden. Bij gebreke aan minnelijke betaling zal de invordering van de verschuldigde bedragen gebeuren overeenkomstig de alsdan toepasselijke regels. Artikel 3 : Deze beslissing dient bekend te worden gemaakt overeenkomstig art. 186 GD. Ze heeft uitwerking vanaf 01.01.2008 en geldt tot 31.12.2012. Artikel 4 : Afschrift van deze beslissing zal worden toegezonden aan de provinciegouverneur. 14.Vaststellen van de belasting op de aanvragen tot het openen van meldingsplichtige of vergunningsplichtige inrichtingen. Dienstjaar 2008– 2012. Op grond van volgende overwegingen: De gemeenteraad heeft op 18 december 2006 de belasting op de aanvragen tot het openen van meldingsplichtige of vergunningsplichtige inrichtingen voor het dienstjaar 2007 vastgesteld. De tarieven dienen in billijkheid vastgesteld, zodat er een redelijke correlatie is tussen het bedrag van de belasting en de door de stad gemaakte kosten. De financiële toestand van de gemeente bepaalt mede het bestaan en de omvang van de belasting. Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen: - Het decreet van 28 juni 1985 herhaaldelijk gewijzigd, betreffende de milieuvergunningen; - Het besluit van de Vlaamse regering van 06 februari 1991 herhaaldelijk gewijzigd, houdende de vaststelling van het Vlaamse reglement betreffende de milieuvergunningen; - De wet van 15 april 1994, betreffende de bescherming van de bevolking en van de werknemers tegen het gevaar van ioniserende stralingen; - Het Koninklijk besluit van 20 juli 2001 houdende het algemeen reglement op de bescherming van de bevolking, van de werknemers en het leefmilieu tegen het gevaar van de ioniserende straling; - De wet van 24 december 1996 betreffende de vestiging en de invordering van de provincie- en gemeentebelastingen; - De wet van 15 maart 1999 betreffende de beslechting van fiscale geschillen; Om deze redenen;
Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; Na beraadslaging in openbare zitting; Met 21 stemmen voor, 0 stemmen tegen en 2 onthoudingen; BESLUIT Artikel 1. : Voor het dienstjaar 2008 tot en met het dienstjaar 2012 wordt een belasting geheven op de aanvragen tot het openen van meldingsplichtige of vergunningsplichtige inrichtingen. Artikel 2. : De belasting is verschuldigd zowel voor de meldingen, hetzij aanvragen tot het openen van een nieuwe inrichting, als voor de meldingen hetzij aanvragen tot verandering of hernieuwing van de machtiging. Artikel 3. : De belasting bedraagt: * 25,00 EUR voor de inrichtingen van derde klasse, met uitzondering van : - het lozen van normaal huisafvalwater in de openbare riolering, afkomstig van onroerende goederen die hoofdzakelijk als woongelegenheid worden gebruikt ; - opslagplaatsen voor samengeperste, vloeibaar gemaakte of in oplossing gehouden gassen in vaste gasreservoirs, indien deze behoren bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt. - opslagplaatsen voor vloeistoffen met een ontvlammingspunt hoger dan 55°C < 100°C indien deze behoren bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt * 25,00 EUR voor de melding van elke verandering van een vergunde inrichting van klasse 2. * 25,00 EUR voor de melding van elke verandering van een vergunde inrichting van klasse 1. * 37,00 EUR voor de inrichtingen van klasse 2 die, ingevolge een gemotiveerde beslissing van het college, een vergunning dienen aan te vragen overeenkomstig de procedure bepaald in art. 6 van het Vlarem I. * 347,00 EUR voor de inrichtingen van klasse 1 die, ingevolge een gemotiveerde beslissing van de bestendige deputatie, een vergunning dienen aan te vragen overeenkomstig de procedure bepaald in art. 6 van het Vlarem I. * 25,00 EUR voor vergunningen met betrekking tot ioniserende stralingen van 2e klasse * 62,00 EUR voor vergunningen voor de inrichtingen van klasse 2 die niet het gevolg zijn van een gemotiveerde beslissing van het college van burgemeester en schepenen. * 372,00 EUR voor vergunningen voor de inrichtingen van klasse 1 die niet het gevolg zijn van een gemotiveerde beslissing van de bestendige deputatie. * 248,00 EUR voor vergunningen met betrekking tot ioniserende stralingen van 1e klasse. * 496,00 EUR voor de inrichtingen van de eerste klasse die onderworpen zijn aan een milieueffectenrapport en/of een veiligheidsrapport. Artikel 4. : De belasting is verschuldigd door de exploitant die gehouden is tot het melden van de inrichting of tot het indienen van de aanvraag.
Artikel 5. : De belasting wordt contant ingevorderd. Wanneer de contante inning niet kan worden uitgevoerd, wordt de belasting ingekohierd en is ze onmiddellijk eisbaar overeenkomstig de bepalingen van de wet van 24 december 1996. Artikel 6. : Dit besluit wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 186 van het Gemeentedecreet en onderworpen aan openbaar onderzoek. Het zal voor kennisgeving aan de provinciegouverneur worden toegestuurd overeenkomstig artikel 253 van het gemeentedecreet.
15.Vaststellen van de belasting op de afgifte van administratieve documenten. Dienstjaar 2008–2012. Op grond van volgende overwegingen; De gemeenteraad heeft op 18 december 2006 de belasting op de afgifte van administratieve documenten voor het dienstjaar 2007 vastgesteld. De tarieven dienen in billijkheid vastgesteld, zodat er een redelijke correlatie is tussen het bedrag van de belasting en de door de stad gemaakte kosten. De financiële toestand van de gemeente verantwoordt mee het handhaven van deze belasting. Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen: - Art. 42, van het gemeentedecreet; - De wet van 19 juli 1991 en wijziging van 25 maart 2003 betreffende de bevolkingsregisters en de identiteitskaarten; - De ministeriële omzendbrief van 04 april 1991 betreffende de door de stad aan het Rijk te betalen bedragen met betrekking tot identiteitskaarten; - Het K.B. van 01 september 2004 betreffende de beslissing om de elektronische identiteitskaart veralgemeend in te voeren; - Het K.B. van 10 december 1996 betreffende de identiteitsstukken- en bewijzen voor kinderen onder de twaalf jaar; - De wet van 24 december 1996 betreffende de vestiging en de invordering van de provincie- en gemeentebelastingen; - De wet van 15 maart 1999 betreffende de beslechting van fiscale geschillen; - De ministeriële omzendbrief van 29 november 2005 met referte III.21/724/6.129/05 betreffende de elektronische identiteitskaarten – spoedprocedure. Om deze redenen; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; Na beraadslaging in openbare zitting; Met 21 stemmen voor, 0 stemmen tegen en 2 onthoudingen; BESLUIT De belastingverordening op afgifte van administratieve documenten wordt als volgt vastgesteld: Artikel 1.: Voor het dienstjaar 2008 tot en met het dienstjaar 2012 wordt ten behoeve van de gemeente onder de navolgende voorwaarden een belasting geheven op de afgifte van getuigschriften of andere stukken. De belasting valt ten bezware van de personen of instellingen aan wie de stukken door de gemeente op verzoek of ambtshalve worden
uitgereikt. Daarenboven zullen alle particulieren en privé-instellingen die om dergelijke stukken verzoeken, zelfs ook als de afgifte kosteloos is, bij het indienen der aanvraag, onmiddellijk alle verzendingskosten dienen te vereffenen. Artikel 2.: Het bedrag der belasting wordt als volgt bepaald : a) op de afgifte van elektronische identiteitskaarten : - gewone procedure: 12,50 EUR. voor een eerste kaart en voor elke kaart ter vervanging van de ingeleverde oude kaart, en voor elk duplicaat. - dringende spoedprocedure: volledig transport Group 4 100 EUR. voor een eerste kaart en voor elke kaart ter vervanging van de ingeleverde oude kaart, en voor elk duplicaat. - zeer dringende spoedprocedure: volledig transport Group 4 150 EUR. voor een eerste kaart en voor elke kaart ter vervanging van de ingeleverde oude kaart, en voor elk duplicaat. Het tarief voor de verblijfsbewijzen van vreemdelingen met een geldigheidsduur van minder dan 5 jaar en voor elk duplicaat bedraagt 7 EUR. ; de verlengingen zijn kosteloos. Het tarief voor de verblijfsbewijzen van vreemdelingen met een geldigheidsduur van meer dan 5 jaar en voor elk duplicaat ervan bedraagt 12,50 EUR. De som welke door de Stad aan het Rijk moet betaald worden in toepassing van de wet van 19 juli 1991 art. 6 paragraaf 5 betreffende de afgifte van de nieuwe identiteitskaarten is in voormelde bedragen begrepen. b) 1) De afgifte van het identiteitsstuk voor kinderen onder de twaalf jaar is gratis. 2) De afgifte van het identiteitsbewijs voor kinderen onder twaalf jaar bedraagt 1,24 EUR + 0,26 voor het etui = 1,50 EUR.. Ingeval van verlies of beschadiging van het identiteitsstuk of identiteitsbewijs bedraagt de kostprijs 1,50 EUR. voor de vernieuwing. c) op de afgifte van paspoorten : 7 EUR waarvan 6,50 EUR. gemeentekas + 0,50 EUR. bijzonder recht voor de afgifte van een nieuw paspoort; d) op de afgifte van andere getuigschriften, uittreksels en afschriften andere dan deze van akten van burgerlijke stand, legalisaties, vergunningen die ambtshalve of op verzoek worden uitgereikt: 1)1,50 EUR. per stuk; 2) specifieke regeling voor de inlichtingenbulletins huwelijken, overlijdens en geboorten : 5 EUR per 10 stuks, 1,50 EUR. vanaf het elfde en volgende stuk. 3) op de afgifte van trouwboekjes : 15 EUR. voor een trouwboekje. e) expeditierecht op de afgifte van afschriften en uittreksels uit de akten van burgerlijke stand (artikelen 272 en 288 van het registratiewetboek) : thans 0,75 EUR. per bladzijde met een minimum van 1,50 EUR. Artikel 3.: De belasting wordt contant ingevorderd op het ogenblik van de afgifte van het belastbare stuk. Het bewijs van de betaling der belasting blijkt uit het aanbrengen op het desbetreffend stuk van een kleefzegel, waarop het belastingbedrag vermeld is. De aan de belasting onderworpen personen of instellingen die een verzoek tot het bekomen van een of ander stuk indienen, moeten op het ogenblik van hun aanvraag het bedrag der belasting in bewaring geven indien dit document niet onmiddellijk bij de aanvraag kan afgegeven worden. Bij gebrek aan onmiddellijke betaling of kwijting wordt de
belasting ingevorderd bij middel van een kohier overeenkomstig de bepalingen van de wet van 24 december 1996. Artikel 4.: Zijn van de belasting vrijgesteld : a) de stukken welke krachtens een wet, een koninklijk besluit of een andere overheidsverordening kosteloos door het gemeentebestuur dienen te worden afgegeven; b) stukken welke aan behoeftige personen worden afgegeven, de behoeftigheid wordt vastgesteld door elk overtuigend bewijsstuk; c) de machtiging met de betrekking tot godsdienstige of politieke demonstraties; d) de machtiging met de betrekking tot activiteiten, die als dusdanig reeds het voorwerp zijn van de heffing van een belasting of retributie ten behoeve van de gemeente; e) de mededelingen aan de verzekeringsmaatschappijen omtrent het gevolg gegeven ter zake verkeersongevallen op de openbare weg; f) de stukken uitgereikt aan en voorgelegd door eenieder die verklaart dat deze stukken dienstig zijn om een tewerkstelling te bekomen, te kunnen solliciteren of aan een examen of proeven deel te nemen met het oog op eventuele aanwerving; g) de geldig verklaring van aanvraagformulieren voor verminderingen openbaar vervoer; h) afgifte van nationaliteitsbewijzen aan kandidaten gemeenteraadsverkiezingen. Artikel 5.: De belasting is niet toepasselijk op de afgifte van stukken welke krachtens een wet, een koninklijk besluit of een overheidsverordening reeds aan de betaling van een recht ten behoeve van de gemeente onderworpen is. Uitzondering wordt gemaakt voor de rechten welke de met afgeven van reispassen belaste gemeenten ambtshalve toekomen en waarvan in het besluit van de Regent d.d. 26 juli 1948 sprake is. Artikel 6.: Zijn van de belasting vrijgesteld de gerechtelijke overheden, de openbare besturen en de daarmede gelijkgestelde instellingen alsook de instellingen van openbaar nut. Artikel 7. : Dit besluit wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 186 van het Gemeentedecreet en onderworpen aan openbaar onderzoek. Het zal voor kennisgeving aan de provinciegouverneur worden toegestuurd overeenkomstig artikel 253 van het gemeentedecreet. 16.Vaststellen van de belasting op het leggen van trottoirs. Dienstjaar 20082012. Op grond van volgende overwegingen: De gemeenteraad heeft op 18 december 2006 de belasting op het leggen van trottoirs voor het dienstjaar 2007 vastgelegd. De financiële toestand van de gemeente vereist dat de belasting gehandhaafd wordt. Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen: - Art. 42, van het gemeentedecreet; - De wet van 24 december 1996 betreffende de vestiging en de invordering van de provincie- en gemeentebelastingen; - De wet van 15 maart 1999 betreffende de beslechting van fiscale geschillen; Om deze redenen; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; Na beraadslaging in openbare zitting; Met 21 stemmen voor, 0 stemmen tegen en 2 onthoudingen;
BESLUIT De belastingverordening op leggen van trottoirs wordt vastgesteld als volgt; Artikel1 : Voor het dienstjaar 2008 tot en met het dienstjaar 2012 wordt een gemeentebelasting gevestigd op het leggen van trottoirs. Artikel 2 : Worden onderworpen aan een jaarlijkse belasting, waarbij de door de gemeente gedane kosten worden teruggevorderd, de al dan niet aangelande eigendommen die gelegen zijn langs de openbare wegen of gedeelten van openbare wegen waarvan de trottoirs aangelegd of verbreed worden. De kosten van verbreding kunnen slechts teruggevorderd worden voor het verbrede gedeelte van het voetpad. De vervanging van bestaande trottoirs valt niet onder toepassing van het reglement. De terugvordering wordt vastgesteld op 100 % van de som van de verhaalbare uitgaven, alsook de intresten. De maximaal belastbare voetpadbreedte bedraagt 3 meter. De meerdere breedte blijft ten laste van het stadsbestuur. Artikel 3 : De terugvorderbare uitgaven zijn: - de kosten voor het opstellen van het ontwerp; - en de totale kostprijs van de werken. Artikel 4 : De terugvorderbare uitgave die elke eigendom treft is gelijk aan de eenheidsprijs per strekkende meter vermenigvuldigd met de lengte van het eigendom aan de straatzijde. De eenheidsprijs per strekkende meter wordt bekomen door het geheel der verhaalbare uitgaven te delen door de totale lengte der eigendommen aan weerszijden van de straat. Wanneer het gaat om een afgesneden of afgeronde hoek, gevormd door twee openbare wegen, wordt de lengte ervan voor de helft aangerekend langs elke straatzijde. Artikel 5 : Wanneer er twee of meer eigendommen gelegen zijn binnen de zone, welke zich langs weerszijden van de weg uitstrekken, over een diepte van 12 m, dan wordt de belasting welke berekend wordt overeenkomstig artikel 4, per perceel verdeeld onder de betrokken eigenaars in verhouding tot de hun toebehorende oppervlakte binnen de betrokken strook. De diepte van 12 m wordt gerekend vanaf de rooilijn, ongeacht het feit of er al dan niet een zone non aedificandi aanwezig is. Artikel 6 : In de mate dat de stroken, bepaald in het voorgaande artikel, elkaar dekken, kan een eigendom of een gedeelte van een eigendom niet tweemaal worden belast wegens het aanleggen van trottoirs, achtereenvolgens uitgevoerd in twee verschillende wegen. Wanneer aanleg van trottoirs gelijktijdig in twee verschillende wegen uitgevoerd wordt, geldt de vrijstelling voor de belasting welke verschuldigd is voor de aanleg waar de belasting het laagst is. Dit artikel is niet van toepassing op de hoekterreinen. Artikel 7 : Het eigendom of gedeelte van een eigendom gelegen op de hoek van twee openbare wegen of van twee gedeelten van de openbare weg en dat langs elk van deze wegen of gedeelten van de weg aan de straatzijde gelegen is, wordt vrijgesteld : a/ indien de werken niet gelijktijdig in de twee wegen uitgevoerd worden voor het gedeelte van deze wegen gelijk aan de helft van de som van de aanpalende lengten. (Indien in eerste instantie de trottoirs aangelegd wordt langs de kortste zijde, zal de eigenaar van het perceel bij het aanleggen van trottoirs langs de langste zijde, dus in tweede instantie, slechts aangeslagen worden voor het gedeelte tot hij belast is voor een lengte gelijk aan de som van de helften van beide aanpalende lengten).
b/ indien de werken gelijktijdig in de twee wegen uitgevoerd worden voor de belasting die verschuldigd is voor het gedeelte van deze wegen gelijk aan de helft van de som der aanpalende lengten. Deze bepaling is slechts van toepassing wanneer de assen van de wegen of gedeelten van openbare wegen tegenover het betrokken eigendom een hoek vormen van ten hoogste 120°. Bovendien worden de door onderhavig artikel toegestane vrijstellingen slechts berekend op een maximale lengte van het eigendom van 30 meter langs elke weg of gedeelte van een weg. Wanneer het gaat om een afgesneden of afgeronde hoek wordt de lengte ervan voor de helft aangerekend langs elke straatzijde of gedeelte van een straatzijde. De verkaveling of de wijziging van de oppervlakte van een eigendom brengt geen verandering in de bij onderhavig artikel bepaalde vrijstellingen. Artikel 8 : De jaarlijkse belasting is gelijk aan de jaarlijkse aflossing van het bedrag vastgesteld in artikel 4, vermeerderd met een intrest berekend tegen de rentevoet die op het ogenblik dat de werken ten einde zijn toepasselijk is op de door de financiële instelling toe te stane lening voor de financiering van de werken van eenzelfde aard als deze welke aanleiding geven tot de belasting. De financiële instelling is deze aan wie de stad de opdracht voor de opname van leningen op het ogenblik der voltooiing der werken heeft toegewezen. Het einde van de werken wordt vastgesteld bij een besluit van het college van burgemeester en schepenen. De jaarlijkse belastingen worden berekend onder de vorm van vaste jaarlijkse bedragen. Artikel 9 : Iedere belastingplichtige mag zich kwijten van zijn belastingschuld: 1. door middel van 20 jaarlijkse schijven; 2. hetzij, na één of meer jaarlijkse schijven betaald te hebben, door het bedrag van het kapitaalsaldo te betalen. In dit geval moet hij daartoe een schriftelijk per post aangetekende aanvraag richten tot het gemeentebestuur voor 1 januari van het dienstjaar te rekenen waarvan hij de betaling van de jaarlijkse schijven zou willen staken; 3. door ineens het bedrag van zijn aandeel te betalen: in dit geval moet hij daartoe, een schriftelijk per post aangetekende aanvraag richten tot het gemeentebestuur binnen de veertien dagen volgend op het hem, afgeleverd bericht waarbij hem het beëindigen der werken en het verschuldigd aandeel worden bekend gemaakt. Artikel 10 : De in 3. van vorig artikel voorziene kwijtingmogelijkheid zal een verplichting worden wanneer het aandeel de som van 247,89 EUR. niet overschrijdt. Artikel 11 : De belasting slaat op het eigendom en is verschuldigd door de eigenaar. Ingeval van mede-eigendom is zij verschuldigd door de mede-eigenaars ten belope van hun aandeel. Wanneer de eigendom bestaat uit een gebouw met meerdere appartementen waarop de verschillende eigenaars een uitsluitend recht hebben, dan wordt de belasting die betrekking heeft op het gebouw, verdeeld onder hen in verhouding tot hun respectievelijk aandeel in de gemeenschappelijke gedeelten. Ingeval van overgang van eigendom, wordt de nieuwe houder belastingplichtig vanaf 1 januari volgend op de datum der authentieke akte die hem het recht toekent. Artikel 12 : Worden op het kohier gebracht, diegenen die belastingplichtig zijn op 1 januari van het kalenderjaar volgend op het jaar tijdens hetwelk de werken voltooid zijn en op 1 januari van elk volgend belastingjaar. Artikel 13 : Het eerste dienstjaar van de belasting komt overeen met het eerste kalenderjaar volgend op het jaar tijdens hetwelk de werken voltooid zijn. Artikel 14 : De belasting wordt uitgesteld in volgende gevallen :
- voor de gronden begrepen in de landelijk gebieden (zones 4) zoals bedoeld bij het gewestplan Kortrijk vastgesteld bij K.B. van 04.11.77, tenzij deze gronden een niet zuiver agrarische woonfunctie hebben. Ingeval deze gronden echter begrepen zouden zijn in een later goedgekeurd bijzonder plan van aanleg primeren de stedenbouwkundige voorwaarden van dit B.P.A. zodanig dat de belasting niet wordt uitgesteld indien deze stedenbouwkundige bepalingen ruimere bouwmogelijkheden toelaten. - voor de terreinen waarop het ingevolge een beslissing van de overheid niet toegelaten is of niet mogelijk is te bouwen ; ter zake worden de aaneenpalende terreinen die aan dezelfde eigenaar toebehoren, als een geheel beschouwd. Wanneer de toestand om reden waarvan de belasting uitgesteld werd, geheel of gedeeltelijk een einde neemt voor het verstrijken van een periode van 20 jaar te rekenen vanaf het eerste belastingjaar, is de jaarlijkse belasting volledig verschuldigd vanaf 1 januari hieropvolgend. Indien, bij het verstrijken der 20 jaren deze toestand nog geen einde genomen heeft, wordt het goed definitief vrijgesteld. Artikel 15 : De huidige verordening is toepasselijk op aanleg van trottoirs waarvan de voltooiing gelegen is tijdens het jaar 2007-2008-2009-2010 en 2011. Zij wordt van kracht na bekendmaking overeenkomstig de wet. De bepalingen van eventueel vroeger van kracht zijnde reglementen op de verhaalbelastingen blijven van toepassing op de toestanden die tijdens hun heffingstermijn ontstonden. Artikel 16 : De belasting wordt ingevorderd bij middel van een kohier overeenkomstig de bepalingen van de wet van 24 december 1996. Artikel 17 : Dit besluit wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 186 van het Gemeentedecreet en onderworpen aan openbaar onderzoek. Het zal voor kennisgeving aan de provinciegouverneur worden toegestuurd overeenkomstig artikel 253 van het gemeentedecreet. 17.Vaststellen van de belasting op ontgravingen. Dienstjaar 2008-2012. Op grond van volgende overwegingen; De gemeenteraad heeft op 18 december 2006 de belasting op ontgravingen voor het het dienstjaar 2007 vastgesteld. De financiële toestand van de gemeente vereist dat deze belasting wordt behouden. Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen: - Art. 42, van het gemeentedecreet; - De wet van 24 december 1996 betreffende de vestiging en de invordering van de provincie- en gemeentebelastingen; - De wet van 15 maart 1999 betreffende de beslechting van fiscale geschillen; Om deze redenen; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; Na beraadslaging in openbare zitting; Met 21 stemmen voor, 0 stemmen tegen en 2 onthoudingen; BESLUIT
Voor het dienstjaar 2008 tot en met het dienstjaar 2012 wordt voor het ganse grondgebied van de gemeente Harelbeke de belastingverordening op ontgravingen als volgt vastgesteld : Artikel 1. De door de burgemeester gegeven bijzondere toelating tot ontgraving geeft aanleiding tot contante betaling aan de stadskas van een som van 1200 EUR per ontgraving. Voor de kinderen beneden de zeven jaar bedraagt de som 700 EUR per ontgraving. In het tarief is de kist begrepen die noodzakelijk is voor herbegraving. De belasting is verschuldigd door diegenen die machtiging tot ontgraving vragen. Het ereloon, te betalen aan de dokter aanwezig bij de ontgraving, valt ook ten laste van de aanvrager. Het verplaatsen van een asurne naar een andere nis of een ander graf geeft aanleiding tot een contante betaling aan de stadskas van een som van 100 EUR per verplaatsing. Artikel 2. Vrijstelling van belasting wordt verleend in de volgende gevallen: 1) ontgravingen gelast door de bestuurlijke of gerechtelijke overheid; 2) ontgravingen van voor het vaderland gestorven militairen en burgers; 3) in geval van verandering van bestemming van het kerkhof, zo de ontgravingen noodzakelijk zijn om de lijken naar de nieuwe begraafplaats over te brengen. Artikel 3. De belasting wordt contant ingevorderd. Wanneer de contante inning niet kan worden uitgevoerd, wordt de belasting ingekohierd en is ze onmiddellijk eisbaar overeenkomstig de bepalingen van de wet van 24 december 1996. Artikel 4 : Dit besluit wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 186 van het Gemeentedecreet en onderworpen aan openbaar onderzoek. Het zal voor kennisgeving aan de provinciegouverneur worden toegestuurd overeenkomstig artikel 253 van het gemeentedecreet.
18.Vaststellen van de algemene milieubelasting gezinnen. Dienstjaar 20082012. Op grond van volgende overwegingen: De gemeenteraad heeft op 18 december 2006 de algemene milieubelasting gezinnen voor het dienstjaar 2007 vastgesteld. De financiële toestand van de gemeente vereist het in stand houden van deze belasting . Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen: - Art. 42, van het gemeentedecreet; - De wet van 24 december 1996 betreffende de vestiging en de invordering van de provincie- en gemeentebelastingen; - De wet van 15 maart 1999 betreffende de beslechting van fiscale geschillen; Om deze redenen; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; Na beraadslaging in openbare zitting; Met 21 stemmen voor, 0 stemmen tegen en 2 onthoudingen; BESLUIT
De Algemene Milieubelasting Gezinnen wordt, ten behoeve van de gemeente Harelbeke voor het dienstjaar 2008 tot en met het dienstjaar 2012, als volgt vastgesteld: Artikel 1 : De belasting is verschuldigd door ieder gezin dat op 1 januari van het aanslagjaar om het even welke woning of woongelegenheid in gebruik heeft, ongeacht het feit dat het gezin al dan niet ingeschreven staat in de bevolkingsregisters. Artikel 2 : Onder gezin wordt verstaan: a) hetzij een persoon die gewoonlijk alleen leeft; b) hetzij een vereniging van personen die, al dan niet door familiebanden gebonden, gewoonlijk eenzelfde woning of woongelegenheid betrekken en er samen leven. Uitzondering wordt gemaakt voor bewoners van collectieve inrichtingen zoals bejaardentehuizen en kloostergemeenschappen. Artikel 3 : De belasting kan vastgesteld en ingekohierd worden op naam van één van de gezinsleden met dien verstande dat alle gezinsleden hoofdelijk en solidair de belasting verschuldigd zijn. Artikel 4a : De belasting wordt vastgesteld op 37,50 EUR per jaar en per gezin en per woongelegenheid. Artikel 4b : De belasting wordt vastgesteld op 27,50 EUR per jaar en per gezin en per woongelegenheid, waarvan een gezinslid op 01 januari van het aanslagjaar voorkomt in het bestand van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid en tegelijkertijd recht heeft op een verhoogde tegemoetkoming van de verzekering voor geneeskundige verzorging in toepassing van het K.B. van 16 april 1997 voor volgende categorie : 001 002 003
004 005 006
Weduwnaars en weduwen, invaliden, gepensioneerden en (volle) wezen (m.a.w de oude WIGW-categorieën) Gerechtigden op bestaansminimum en personen die steun ontvangen van een OCMW die geheel of gedeeltelijk ten laste wordt genomen door de federale staat Gerechtigden op het gewaarborgd inkomen voor bejaarden of het recht op rentebijslag behouden of inkomensgarantie voor ouderen Gerechtigden aan wie een tegemoetkoming aan gehandicapten wordt verleend Kinderen die recht hebben op verhoogde kinderbijslag (regeling loonarbeiders en zelfstandigen) Gerechtigden die ten minste 50 jaar zijn en sedert tenminste één jaar de hoedanigheid van volledig werkloze hebben als bedoeld in de werkloosheidreglementering
Artikel 5 : De belasting wordt ingevorderd bij middel van een kohier overeenkomstig de bepalingen van de wet van 24 december 1996. Artikel 6 : Dit besluit wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 186 van het Gemeentedecreet en onderworpen aan openbaar onderzoek. Het zal voor kennisgeving aan de provinciegouverneur worden toegestuurd overeenkomstig artikel 253 van het gemeentedecreet. 19.Vaststellen belasting op het openhouden van inrichtingen na sluitingsuur. Dienstjaar 2008-2012. Op grond van volgende overwegingen:
De gemeenteraad heeft op 18 december 2006 de belasting op het openhouden van inrichtingen na sluitingsuur voor het dienstjaar 2007 vastgesteld. De kans stijgt dat bij opening na sluitingsuur de politie dient in te grijpen. Samen met de financiële toestand van de gemeente verantwoordt dit het bestaan en de omvang van de. Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen: - Art. 42, van het gemeentedecreet; - Art. 55.4 van het algemeen politiereglement van de Stad Harelbeke; - De wet van 24 december 1996 betreffende de vestiging en de invordering van de provincie- en gemeentebelastingen; - De wet van 15 maart 1999 betreffende de beslechting van fiscale geschillen; Om deze redenen; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; Na beraadslaging in openbare zitting; Met 21 stemmen voor, 0 stemmen tegen en 2 onthoudingen; BESLUIT Artikel 1 : In toepassing van art. 55.4. van het algemeen politiereglement van de stad Harelbeke, hervastgesteld bij beraadslaging van 19 oktober 1992, kunnen de houders van herbergen, koffiehuizen, drankslijterijen, restaurants, tearooms, hotels, frituren, spektakelinstellingen, cabaretinstellingen, bestendige dancinginstellingen en andere instellingen met bestendig orkest toelating bekomen om hun inrichting na politie-uur open te houden, mits betaling van een belasting. Artikel2 : De aanvragen om toelating moeten schriftelijk tot de heer burgemeester gericht worden. Artikel 3 : Het bedrag van de belasting bedoelt in art. I van onderhavig reglement wordt vastgesteld op 2,50 EUR/uur. De belastingschuldige wordt ook de mogelijkheid geboden om hun belasting hetzij per maand hetzij per kwartaal te vereffenen. Artikel 4 : De belasting wordt contant ingevorderd. Wanneer de contante inning niet kan worden uitgevoerd, wordt de belasting ingekohierd en is ze onmiddellijk eisbaar overeenkomstig de bepalingen van de wet van 24 december 1996. Artikel 5 : Indien in geval van wanordelijkheden, geluidshinder en/of storingen van gelijk welke aard voor de aangelanden kan de toelating tijdelijk of definitief ingetrokken wordt, is de betaalde belasting niet terugvorderbaar. Artikel 6 : Onderhavige verordening gaat in op 01 januari 2008 en eindigt op 31 december 2012. Artikel 7 : Dit besluit wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 186 van het Gemeentedecreet en onderworpen aan openbaar onderzoek. Het zal voor kennisgeving aan de provinciegouverneur worden toegestuurd overeenkomstig artikel 253 van het gemeentedecreet.
20.Vaststellen van de belasting op barpersoneel en privé-clubs. Dienstjaar 2008-2012.
Op grond van volgende overwegingen: De gemeenteraad heeft op 18 december 2006 de belasting op barpersoneel en privéclubs voor het dienstjaar 2007 vastgesteld. De financiële toestand van de gemeente vereist een handhaving van deze belasting
.
Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen: - Art. 42, van het gemeentedecreet - De wet van 24 december 1996 betreffende de vestiging en de invordering van de provincie- en gemeentebelastingen; - De wet van 15 maart 1999 betreffende de beslechting van fiscale geschillen; Om deze redenen; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; Na beraadslaging in openbare zitting; Met 23 stemmen voor, 0 stemmen tegen en 0 onthoudingen; BESLUIT Artikel 1 : Voor het dienstjaar 2008 tot en met het dienstjaar 2012 wordt ten laste van de uitbater van een drankgelegenheid of inrichting, ongeacht of de toegang afhankelijk gesteld wordt van het vervullen van zekere formaliteiten of voorbehouden is aan zekere personen, een jaarlijkse belasting van 247,89 EUR geheven per persoon (m/v) die in die drankgelegenheid of inrichting, met of zonder loon, tijdelijk of bestendig, de klanten lokken of bedienen of zingen of dansen en die de handel van de uitbater bevorderen, rechtstreeks of onrechtstreeks, hetzij door gewoonlijk met de klant te verbruiken, hetzij tot het verbruik aan te zetten door alle andere middelen dan de eenvoudige uitoefening van zang- en danskunst. Deze belasting bedraagt minimum 2478,94 EUR per drankgelegenheid of inrichting. Artikel 2 : De eigenaar van het materieel van de drankgelegenheid, evenals deze van het vast goed, worden hoofdelijk aansprakelijk gesteld voor de betaling van de belasting. Wanneer de drankslijterij wordt geëxploiteerd door een zaakwaarnemer of een ander aangestelde, is de belasting verschuldigd door de lastgever. Het is desgevallend de houder die moet bewijzen dat hij de drankslijterij voor rekening van een derde uitbaat. Artikel 3 : De belasting is voor gans het jaar verschuldigd. Daartoe zal uitsluitend de toestand van 1 januari in aanmerking worden genomen. Artikel 4 : Om geen enkele reden wordt vermindering van de belasting toegestaan. Artikel 5 : Elke belastingplichtige moet ieder jaar aangifte doen van het aantal door hem tewerkgestelde personen op 01 januari van het aanslagjaar door middel van een formulier dat hen door het gemeentebestuur wordt toegezonden. De natuurlijke of rechtspersoon die een drankslijterij opent, overbrengt, overlaat of sluit, is gehouden daarvan tenminste veertien dagen bij voorbaat aangifte te doen bij het gemeentebestuur. De belastingplichtige die geen aangifteformulier heeft ontvangen is ertoe gehouden voor 01 juli van het aanslagjaar bij het gemeentebestuur de nodige aangifteformulieren aan te vragen. De behoorlijke ingevulde, gedagtekende en ondertekende formulieren dienen binnen de 30 dagen vanaf verzending bij de Financiële dienst toe te komen.
Artikel 6 : Bij gebrek aan een aangifte en bij onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte wordt de belastingplichtige van ambtswege belast volgens de gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt, onverminderd het recht van bezwaar of beroep. Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het college aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting. De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig dagen volgend op de datum van verzending van de betekening om zijn opmerkingen schriftelijk over te dragen. Artikel 7 : De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met een bedrag gelijk aan de verschuldigde belasting. Het bedrag van deze verhoging wordt ingekohierd. Artikel 8 : De belasting wordt ingevorderd bij middel van een kohier overeenkomstig de bepalingen van de wet van 24 december 1996. Artikel 9 : Dit besluit wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 186 van het Gemeentedecreet en onderworpen aan openbaar onderzoek. Het zal voor kennisgeving aan de provinciegouverneur worden toegestuurd overeenkomstig artikel 253 van het gemeentedecreet. 21.Vaststellen van de belasting op de economische entiteiten. Dienstjaar 20082012. Op grond van volgende overwegingen: De gemeenteraad heeft op 18 december 2006 de belasting op de economische entiteiten voor het dienstjaar 2007 vastgesteld. De financiële toestand van de gemeente vereist een verderzetting van deze belasting. Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen:
- Art. 42, van het gemeentedecreet - De wet van 24 december 1996 betreffende de vestiging en de invordering van de provincie- en gemeentebelastingen; - De wet van 15 maart 1999 betreffende de beslechting van fiscale geschillen; - Het besluit van de Vlaamse Executieve d.d. 06 februari 1991, houdende vaststellingen van het Vlaamse Reglement betreffende de milieuvergunning “VLAREM” genoemd. Om deze redenen; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; Na beraadslaging in openbare zitting; Met 21 stemmen voor, 2 stemmen tegen en 0 onthoudingen; BESLUIT Artikel 1: Voor het dienstjaar 2008 tot en met het dienstjaar 2012 wordt ten behoeve van de gemeente een algemene belasting geheven ten laste van de natuurlijke personen, feitelijke verenigingen en rechtspersonen die op 1 januari van het aanslagjaar op het grondgebied van de gemeente, als hoofd- of bijkomende activiteit: een handels-, nijverheids-, land- of tuinbouwbedrijf exploiteren;
-
een vrij beroep of een zelfstandige activiteit uitoefenen.
Artikel 2 : De belasting wordt berekend en gevestigd per afzonderlijke activiteitskern of bedrijfsvestiging op het grondgebied van de gemeente Harelbeke. Artikel 3 : Het bedrag van de belasting wordt per vestiging als volgt vastgesteld, waarbij de toestand op 1 januari van het belastingjaar maatgevend is: A. Handels-, nijverheidsbedrijf, vrij beroep, zelfstandige activiteit: a) niet in een klasse 0,12 EUR/m² met een
ingedeelde inrichting: minimum van 75 EUR en maximum van 7.500 EUR
b) hinderlijke inrichting klasse 3: 0,24 EUR/m² tot 5 000 m² en 0,12 EUR/m² boven 5 000 m² met een minimum van 150 EUR en een maximum van 15.000 EUR c) hinderlijke inrichting klasse 2: 0,36 EUR/m² tot 5 000 m² en 0,18 EUR/m² boven 5 000 m² met een minimum van 300 EUR en een maximum van 30.000 EUR d) hinderlijke inrichting klasse 1: 0,48 EUR/m² tot 5 000 m² en 0,24 EUR/m² boven 5 000 m² met een minimum van 600 EUR en een maximum van 60.000 EUR B. Land- en tuinbouwbedrijven: I. a)
Landbouwbedrijven:
niet in een klasse ingedeelde inrichting:
b) hinderlijke inrichting klasse 3: 10 Ha
75 EUR 75 EUR tot een oppervlakte van
meer dan 10 Ha: 75 EUR vermeerderd met 5 EUR per bijkomende Ha of een gedeelte van een Ha met een maximum van 625 EUR c) hinderlijke inrichting klasse 2: de volgens B, I, b berekende aanslag wordt vermenigvuldigd met 1,5 met een minimum van 112,5 EUR en een maximum van 1.250 EUR d) hinderlijke inrichting klasse 1: de volgens B, I, b berekende aanslag wordt vermenigvuldigd met 2 met een minimum van 150 EUR en een maximum van 3.150 EUR II. a)
Tuinbouwbedrijven met openluchtteelt:
niet in een klasse ingedeelde inrichting:
b) hinderlijke inrichting klasse 3: 1 Ha;
75 EUR 75 EUR tot een oppervlakte van
meer dan 1 Ha: 75 EUR vermeerderd met 12,5 EUR per bijkomende Ha of een gedeelte van een Ha met een maximum van 625 EUR
c) hinderlijke inrichting klasse 2: de volgens B, II, b berekende aanslag wordt vermenigvuldigd met 1,5 met een minimum van 112,5 EUR en een maximum van 1.250 EUR d) hinderlijke inrichting klasse 1: de volgens B, II, b berekende aanslag wordt vermenigvuldigd met 2 met een minimum van 150 EUR met een maximum van 3.150 EUR III. a)
Tuinbouwbedrijven met teelt onder glas:
niet in een klasse ingedeelde inrichting:
b) hinderlijke inrichting klasse 3: 2.500 m²;
75 EUR 75 EUR tot een oppervlakte van
meer dan 2.500 m²: 75 EUR vermeerderd met 0,025 EUR per bijkomende m² of een gedeelte van een m² met een maximum van 625 EUR c) hinderlijke inrichting klasse 2: de volgens B, III, b berekende aanslag wordt vermenigvuldigd met 1,5 met een minimum van 112,5 EUR en maximum van 1.250 EUR d) hinderlijke inrichting klasse 1: de volgens B, III, b berekende aanslag wordt vermenigvuldigd met 2 met een minimum van 150 EUR en een maximum van 3.150 EUR IV.
Gemengde tuinbouwbedrijven (exploitaties zowel in open lucht als onder
glas): a)
niet in een klasse ingedeelde inrichting:
b) hinderlijke inrichting klasse 3: 1 Ha in open lucht en 2.500 m² onder glas;
75 EUR 75 EUR tot een oppervlakte van
meer dan 1 Ha in open lucht en/of meer dan 2.500 m² onder glas: 75 EUR vermeerderd met 18,5 EUR per bijkomende Ha of een gedeelte van een Ha en/of vermeerderd met 0,025 EUR per bijkomende m² of een gedeelte van een m² met een maximum van 625 EUR c) hinderlijke inrichting klasse 2: de volgens B, IV, b berekende aanslag wordt vermenigvuldigd met 1,5 met een minimum van 112,5 EUR en een maximum van 1.250 EUR d) hinderlijke inrichting klasse 1: de volgens B, IV, b berekende aanslag wordt vermenigvuldigd met 2 met een minimum van 150 EUR en een maximum van 3.150 EUR Artikel 4 : Als belastbare oppervlakte komt in aanmerking: de totale oppervlakte, zowel bebouwde als onbebouwde die voor de uitoefening van de beroepsactiviteit of voor de bedrijfsuitbating wordt gebruikt of hiervoor noodzakelijk is, alsmede de oppervlakte van de aanliggende terreinen met inbegrip van alle aanhorigheden die een functionele band hebben met de uitoefening van de beroepsactiviteit of met de bedrijfsuitbating. Voor de bebouwde oppervlakte geldt als basisregel dat de bruto-vloeroppervlakte op het gelijkvloers in aanmerking dient genomen; indien het bedrijf gelegen is op een verdiep komt de bruto-vloeroppervlakte van dit verdiep in aanmerking; indien het bedrijf op meerdere verdiepingen is gelegen moet de bruto-vloeroppervlakte van het grootste verdiep in rekening worden gebracht; Komen niet in aanmerking en dienen dienvolgens niet aangegeven te worden:
-
de de de de de
oppervlakte van groenzones braakliggende gronden woning van de bedrijfsleider of de beoefenaar van het vrij beroep. onbebouwde hofplaats. oppervlakte van het waterzuiveringstation
Alle belastingplichtigen worden geacht te beschikken over een belastbare activiteitskern of bedrijfsvestiging waarvoor minstens de minimumbelasting verschuldigd is. Artikel 5: uitzonderingen indeling klassen hinderlijkheid. Belastingplichtigen die in een klasse van hinderlijkheid worden ingedeeld, uitsluitend wegens: of het bezit van een amalgaanafscheider (rubr. 3.6.5 van de indelingslijst van Vlarem) en/of het bezit van een mazouttank vanaf 100 liter tot en met 20.000 liter voor centrale verwarming en/of het bezit van een mazouttank vanaf 100 liter tot en met 20.000 liter voor autovoertuigen én het hebben van een brandstofverdeelinstallatie voor de verdeling van mazout met maximaal 1 verdeelslang en/of het ingedeeld zijn onder de rubrieken 3.2 of 3.3 van de indelingslijst van Vlarem (lozing van huishoudelijk afvalwater). worden, bij wijze van uitzondering, voor de heffing van de belasting ondergebracht in de categorie van "niet ingedeelde inrichting". Artikel 6 : De belasting is ondeelbaar verschuldigd voor het hele jaar. De stopzetting of vermindering van de activiteit in de loop van het aanslagjaar, evenals de vermindering van de oppervlakte tijdens dezelfde periode of de indeling in een lagere klasse van hinderlijkheid geven geen aanleiding tot enige belastingvermindering. Artikel 7 : De belastingplichtigen met een hinderlijke inrichting van klasse 1 tot en met klasse 3 zijn ertoe gehouden, per activiteitskern of bedrijfsvestiging, aangifte te doen van de belastbare oppervlakte per 1 januari van het aanslagjaar door middel van een formulier dat hen door het gemeentebestuur wordt toegezonden. De belastingplichtige die geen formulier heeft ontvangen is ertoe gehouden voor 1 juli van het aanslagjaar bij het gemeentebestuur de nodige aangifteformulieren aan te vragen. De behoorlijk ingevulde, gedagtekende en ondertekende formulieren dienen binnen de 30 dagen vanaf de verzending bij de Financiële dienst van de gemeente toekomen. Artikel 8: Bij gebrek aan een aangifte en bij onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte wordt de belastingplichtige ambtshalve belast volgens de gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt, onverminderd het recht van bezwaar en beroep. Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het college aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting. De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig dagen volgend op de datum van verzending van de betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen. Artikel 9 : De belasting wordt ingevorderd bij middel van een kohier overeenkomstig de bepalingen van de wet van 24 december 1996. Artikel 10 : Dit besluit wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 186 van het Gemeentedecreet en onderworpen aan openbaar onderzoek. Het zal voor kennisgeving
aan de provinciegouverneur worden toegestuurd overeenkomstig artikel 253 van het gemeentedecreet. 22.Vaststellen van de belasting op niet bebouwde percelen. Dienstjaar 20082012: a) gelegen in een niet vervallen verkaveling b) gelegen in een gebied bestemd voor wonen en industrie palend aan een openbare weg die voldoende is uitgerust. a) Op grond van volgende overwegingen: De gemeenteraad heeft op 18 december 2006 de belasting op niet bebouwde percelen, gelegen in een niet vervallen verkaveling voor het dienstjaar 2007 vastgesteld. De minister beveelt aan de aanslagvoet niet lager vast te stellen dan 125 EUR per perceel. Het is nodig het vrijkomen van bouwgronden op het grondgebied van de gemeente te bevorderen. Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen: - Art. 42, van het gemeentedecreet - De wet van 24 december 1996 betreffende de vestiging en de invordering van de provincie- en gemeentebelastingen; - De wet van 15 maart 1999 betreffende de beslechting van fiscale geschillen; - Het decreet van 18 mei 1999 betreffende de organisatie van de ruimtelijke ordening, gewijzigd bij de decreten van 28 december 1999, 22 september 1999 en 26 april 2000; - De gecoördineerde omzendbrief gemeentebelastingen van 14 juli 2004. Om deze redenen; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; Na beraadslaging in openbare zitting; Met 21 stemmen voor, 0 stemmen tegen en 2 onthoudingen; BESLUIT Artikel 1 : Voor het dienstjaar 2008 tot en met het dienstjaar 2012 wordt een rechtstreekse belasting geheven op niet-bebouwde percelen, begrepen in een nietvervallen verkaveling. Artikel 2 : De belasting is verschuldigd door de eigenaar op 1 januari van het belastingjaar; in geval van overdracht onder levenden, wordt de hoedanigheid van eigenaar beoordeeld op de datum van de authentieke akte tot vaststelling van de overdracht. In geval van mede-eigendom is ieder mede-eigenaar belastingschuldig voor zijn wettelijk deel. Artikel 3 : Het bedrag wordt vastgesteld op 6,20 EUR per strekkende meter lengte van de kavel palende aan de straat, evenwel met een minimale aanslag van 125 EUR per bouwperceel, als zodanig vermeld in de verkavelingvergunning. Artikel 4 : Van de belasting zijn vrijgesteld: 1. de eigenaars van één enkel onbebouwd perceel bij uitsluiting van enig ander onroerend goed. Deze vrijstelling geldt alleen maar gedurende de vijf
kalenderjaren die volgen op de verwerving van het goed. Ze geldt gedurende de vijf dienstjaren die volgen op de inwerkingtreding van de belastingsverordening, indien het goed op dat tijdstip reeds verworven is; 2. de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij en de door de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij erkende sociale huisvestingsmaatschappijen; 3. de verkavelaars, indien de verkavelingvergunning geen werken omvat, en dit gedurende het jaar dat volgt op het jaar waarin de verkavelingvergunning werd toegekend; 4. de verkavelaars, indien de verkavelingvergunning werken omvat, en dit gedurende het jaar dat volgt op het jaar waarin het attest, bedoeld in artikel 101, §3, werd toegekend; bedoeld wordt het attest van het college van burgemeester en schepenen waaruit blijkt dat alle in de verkavelingvergunning opgelegde voorwaarden en lasten zijn uitgevoerd of dat voor de uitvoering van de lasten een afdoende financiële waarborg is gestort in handen van de gemeenteontvanger of in zijn voordeel op onherroepelijke wijze door een bankinstelling is verleend; 5. de ouders met kinderen ten laste, beperkt tot één onbebouwd perceel per kind ten laste. Ook deze vrijstelling geldt alleen maar gedurende de vijf kalenderjaren die volgen op de verwerving van het goed. Zij geldt gedurende de vijf dienstjaren die volgen op de inwerkingtreding van de belastingverordening, indien het goed op dat tijdstip reeds verworven is; 6. de percelen die ingevolge de bepalingen van de wet op de landpacht, niet voor bebouwing kunnen worden bestemd. Artikel 5 : Als bebouwde percelen worden beschouwd de percelen waarop, ingevolge een bouwvergunning, de oprichting van een voor woning bestemd gebouw is aangevat op 1 januari van het belastingjaar. Artikel 6 : Wanneer een kavel paalt aan twee of meer straten, zal de grootste gevellengte langs een van diens straten als grondslag van de belastingberekening in aanmerking komen. Indien het een hoekperceel betreft, wordt de grootste van de rechte gevellengten in aanmerking genomen vermeerderd met de helft van de afgesneden of afgeronde hoek. Artikel 7 : De aan deze belasting onderworpen kavels komen niet in aanmerking voor de belasting op de niet-bebouwde gronden, gelegen in gebieden, bestemd voor wonen en industrie. Artikel 8 : De belasting wordt ingevorderd bij middel van een kohier overeenkomstig de bepalingen van de wet van 24 december 1996. Artikel 9 : Dit besluit wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 186 van het Gemeentedecreet en onderworpen aan openbaar onderzoek. Het zal voor kennisgeving aan de provinciegouverneur worden toegestuurd overeenkomstig artikel 253 van het gemeentedecreet. b) Op grond van volgende overwegingen: De gemeenteraad heeft op 18 december 2006 de belasting op niet bebouwde percelen, gelegen in gebieden bestemd voor wonen en industrie en palend aan een openbare weg die voldoende is uitgerust voor het dienstjaar 2007 vastgesteld. De minister beveelt aan de aanslagvoet niet lager vast te stellen dan 125 EUR per perceel.
Het is nodig het vrijkomen van bouwgronden op het grondgebied van de gemeente te bevorderen. Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen: - Art. 42, van het gemeentedecreet - De wet van 24 december 1996 betreffende de vestiging en de invordering van de provincie- en gemeentebelastingen; - De wet van 15 maart 1999 betreffende de beslechting van fiscale geschillen; - Het decreet van 18 mei 1999 betreffende de organisatie van de ruimtelijke ordening, gewijzigd bij de decreten van 28 december 1999, 22 september 1999 en 26 april 2000; - De gecoördineerde omzendbrief gemeentebelastingen van 14 juli 2004. Om deze redenen; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; Na beraadslaging in openbare zitting; Met 21 stemmen voor, 0 stemmen tegen en 2 onthoudingen; BESLUIT Artikel 1 : Voor het dienstjaar 2008 tot en met het dienstjaar 2012 wordt een directe belasting geheven op de niet bebouwde gronden, gelegen in gebieden bestemd voor wonen en industrie volgens het plannenregister en palend aan een openbare weg die voldoende is uitgerust. Onder voldoende uitrusting wordt verstaan: een met duurzame materialen verharde weg, voorzien van een elektriciteitsnet (artikel 100 decreet van18 mei 1999). Artikel 2 : De belasting is verschuldigd door de eigenaar op 1 januari van het belastingjaar; in geval van overdracht onder levenden, wordt de hoedanigheid van eigenaar beoordeeld op de datum van de authentieke akte tot vaststelling van de overdracht. In geval van mede-eigendom is ieder mede-eigenaar belastingschuldig voor zijn wettelijk deel. Artikel 3 : De belasting bedraagt 6,20 EUR per strekkende meter lengte van het bouwperceel palende aan de straat, evenwel met een minimale aanslag van 125 EUR per perceel. Artikel 4 : De eigenaars van bouwgronden gelegen aan wegen, die niet voldoende zijn uitgerust, worden belastingplichtig met ingang van 1 januari volgende op de voltooiing (voorlopige aanvaarding) van de werken waardoor de betrokken wegen aan de voorwaarden voldoen om als voldoende uitgerust beschouwd te worden. De voltooiing van de werken wordt vastgesteld door een beslissing van het college van burgemeester en schepenen. Artikel 5 : Als bebouwde gronden worden beschouwd de percelen waarop, ingevolge een bouwvergunning, de oprichting van een bouwwerk die thuis hoort in een woonzone of in de industriezone is aangevat op 1 januari van het belastingjaar. Artikel 6 : Wanneer een bouwgrond paalt aan twee of meer straten, zal de grootste gevellengte langs één van die straten als grondslag van de belastingberekening in aanmerking komen. Indien het een hoekperceel betreft wordt de grootste van de rechte gevellengten in aanmerking genomen, vermeerderd met de helft van de afgesneden of afgeronde hoek.
Artikel 7 : Van de belasting zijn vrijgesteld: 1. de eigenaars van één enkele onbebouwde grond bij uitsluiting van enig ander onroerend goed. Deze vrijstelling geldt alleen maar gedurende de vijf kalenderjaren die volgen op de verwerving van het goed. Ze geldt gedurende de vijf dienstjaren die volgen op de inwerkingtreding van de belastingsverordening, indien het goed op dat tijdstip reeds verworven is; 2. de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij en de door de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij erkende sociale huisvestingsmaatschappijen; 3. de ouders met kinderen ten laste, beperkt tot één onbebouwde grond per kind ten laste. Ook deze vrijstelling geldt alleen maar gedurende de vijf kalenderjaren die volgen op de verwerving van het goed. Zij geldt gedurende de vijf dienstjaren die volgen op de inwerkingtreding van de belastingverordening, indien het goed op dat tijdstip reeds verworven is; 4. de gronden waarop krachtens een overheidsbeslissing niet mag worden gebouwd, op bedrijventerreinen die door de overheid worden ontwikkeld, of op gronden die werkelijk voor land- of tuinbouw worden gebruikt. Artikel 8 : Wanneer eenzelfde situatie aanleiding kan geven tot de toepassing van deze verordening en de belastingverordening op de niet-bebouwde percelen begrepen in een niet-vervallen verkaveling, is alleen deze laatste verordening van toepassing. Artikel 9 : De belasting wordt ingevorderd bij middel van een kohier overeenkomstig de bepalingen van de wet van 24 december 1996. Artikel 10 : Dit besluit wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 186 van het Gemeentedecreet en onderworpen aan openbaar onderzoek. Het zal voor kennisgeving aan de provinciegouverneur worden toegestuurd overeenkomstig artikel 253 van het gemeentedecreet. 23.Vaststellen van de belasting op tweede verblijven. Dienstjaar 2008-2012. Op grond van volgende overwegingen: De gemeenteraad heeft op 18 december 2006 de belasting op tweede verblijven voor het dienstjaar 2007 vastgesteld. De financiële toestand van de gemeente vereist een verderzetten van deze belasting . Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen: - Art. 42, van het gemeentedecreet - De wet van 24 december 1996 betreffende de vestiging en de invordering van de provincie- en gemeentebelastingen; - De wet van 15 maart 1999 betreffende de beslechting van fiscale geschillen; Om deze redenen; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; Na beraadslaging in openbare zitting; Met 21 stemmen voor, 0 stemmen tegen en 2 onthoudingen; BESLUIT
Artikel 1 : Voor het dienstjaar 2008 tot en met het dienstjaar 2012 wordt er een directe belasting gevestigd op de tweede verblijven gelegen op het grondgebied van de gemeente Harelbeke. Artikel 2 : Een tweede verblijf is elke private woongelegenheid die voor de eigenaar of voor de huurder ervan niet tot hoofdverblijf dient, maar die op elk ogenblik door hen voor bewoning kan gebruikt worden. Tweede verblijven zijn landhuizen, bungalows, appartementen, studio’s, weekendhuizen, optrekjes en alle andere vaste woongelegenheden, met inbegrip van de met chalets gelijkgestelde caravans en die al of niet ingeschreven zijn in de kadastrale legger. Worden niet beschouwd als tweede verblijf : - lokalen die uitsluitend bestemd zijn voor het uitoefenen van een beroepsactiviteit - garages, tenten, verplaatsbare caravans en woonaanhangwagens. Artikel 3 : De belasting is verschuldigd door de eigenaar van het tweede verblijf op 1 januari van het belastingsjaar. Zijn belastingplichtigheid geldt ook wanneer het verblijf verhuurd wordt of wanneer het tijdelijk niet gebruikt wordt. De eigenaar is de belasting verschuldigd ongeacht het feit of hij al dan niet in de bevolkingsregisters van de gemeente is ingeschreven. Artikel 4 : Het jaarlijks bedrag van de belasting wordt vastgesteld op 396,63 EUR Artikel 5 : De belastbare elementen worden geteld door het gemeentebestuur. Artikel 6 : De belasting wordt ingevorderd bij middel van een kohier overeenkomstig de bepalingen van de wet van 24 december 1996. Artikel 7 : Dit besluit wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 186 van het Gemeentedecreet en onderworpen aan openbaar onderzoek. Het zal voor kennisgeving aan de provinciegouverneur worden toegestuurd overeenkomstig artikel 253 van het gemeentedecreet. 24.Vaststellen van de aanvullende belastingen op de milieuheffing. Dienstjaar 2008-2012. Op grond van volgende overwegingen: De gemeenteraad heeft op 18 december 2006 de aanvullende belasting op de milieuheffing voor het dienstjaar 2007 vastgesteld. De financiële toestand van de gemeente verantwoordt de handhaving van deze belasting. Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen: - Art. 42, van het gemeentedecreet - Het besluit van de Vlaamse Executieve d.d. 16 oktober 1991 betreffende de medewerking van de Openbare Vlaamse Afvalmaatschappij aan de inning van gemeentelijke opcentiemen op sommige milieuheffingen; - De gecoördineerde omzendbrief gemeentebelastingen BA-2004/03.- 14 juli 2004. Om deze redenen; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; Na beraadslaging in openbare zitting;
Met 21 stemmen voor, 0 stemmen tegen en 2 onthoudingen; BESLUIT Artikel 1 : Voor het dienstjaar 2008 tot en met het dienstjaar 2012 worden op de inrichtingen die heffingsplichtig zijn ingevolge de milieuheffing en gelegen zijn op het grondgebied van de stad Harelbeke, 20 opcentiemen geheven op de gewestelijke milieuheffing. Artikel 2 : De stad zal een beroep doen op de medewerking van O.V.A.M. met het oog op de invordering van deze opcentiemen. Artikel 3 : Dit besluit wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 186 van het Gemeentedecreet en onderworpen aan openbaar onderzoek. Het zal voor kennisgeving aan de provinciegouverneur worden toegestuurd overeenkomstig artikel 253 van het gemeentedecreet. Artikel 4 : Een voor eensluidend verklaard afschrift van onderhavig besluit zal per aangetekend schrijven, uiterlijk op 31 december voorafgaand aan het jaar waarop de opcentiemen betrekking hebben, overgemaakt worden aan de Openbare Vlaamse Afvalmaatschappij. 25.Vaststellen van de opcentiemen op de onroerende voorheffing. Dienstjaar 2008. Op grond van volgende overwegingen: De gemeenteraad heeft op 18 december 2006 de opcentiemen op de onroerende voorheffing voor het dienstjaar 2007 vastgesteld. Er blijft noodzaak tot het heffen van opcentiemen op de onroerende voorheffing teneinde de uitgaven van de gemeente te dekken. De financiële toestand van de gemeente verantwoordt deze opcentiem zowel qua bestaan al qua omvang. Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen: - Art. 42, van het gemeentedecreet - Art. 260 van de nieuwe gemeentewet; - Art. 464 1 1° van het wetboek van de inkomstenbelasting; - Het schrijven van d.d. 05 februari 1998 van de Provincie West-Vlaanderen met referte II/2/98/160/040371-01(17A), waarbij wordt vermeld dat de belastingverordening elk jaar opnieuw moet worden vastgesteld; Om deze redenen; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; Na beraadslaging in openbare zitting; Met 21 stemmen voor, 0 stemmen tegen en 2 onthoudingen; BESLUIT Artikel 1. : Er worden voor het dienstjaar 2008, 1550 gemeentelijke opcentiemen op de onroerende voorheffing gevestigd.
Artikel 2. : Dit besluit wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 186 van het Gemeentedecreet en onderworpen aan openbaar onderzoek. Het zal voor kennisgeving aan de provinciegouverneur worden toegestuurd overeenkomstig artikel 253 van het gemeentedecreet. 26.Vaststellen van de aanvullende belastingen op de personenbelasting. Dienstjaar 2008. Op grond van volgende overwegingen: De gemeenteraad heeft op 18 december 2006 de aanvullende belasting op de personenbelasting voor het dienstjaar 2007 vastgesteld. Het is ook in het dienstjaar 2008 noodzakelijk een aanvullende belasting op de personenbelasting te vestigen teneinde de uitgaven van de gemeente te dekken. De financiële toestand van de gemeente verantwoordt het vestigen en de omvang van deze aanvullende belasting. Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen: - Art. 42, van het gemeentedecreet - Art. 465 tot 470 van het wetboek van de inkomstenbelasting; - Het schrijven van d.d. 05 februari 1998 van de Provincie West-Vlaanderen met referte II/2/98/160/040371-01(17A), waarbij wordt vermeld dat de belastingverordening elk jaar opnieuw moet worden vastgesteld; Om deze redenen; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; Na beraadslaging in openbare zitting; Met 21 stemmen voor, 0 stemmen tegen en 2 onthoudingen; BESLUIT Artikel 1. : Er wordt voor het dienstjaar 2008 een aanvullende belasting gevestigd ten laste van de rijksinwoners die belastbaar zijn in de gemeente op 01 januari van dit dienstjaar. De belasting wordt vastgesteld op 7,7% van het volgens artikel 466 van het wetboek van de inkomstenbelasting 1992 berekende gedeelte van de personenbelasting die aan het Rijk verschuldigd is voor hetzelfde dienstjaar. Het dienstjaar is hetzelfde als het aanslagjaar volgens de terminologie die gebruikt wordt in het Wetboek van de inkomstenbelasting. Deze belasting wordt gevestigd op basis van het inkomen dat de belastingplichtige heeft verworven in het aan het dienstjaar voorgaande jaar, dus in 2007. Artikel 2 : Dit besluit wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 186 van het Gemeentedecreet en onderworpen aan openbaar onderzoek. Het zal voor kennisgeving aan de provinciegouverneur worden toegestuurd overeenkomstig artikel 253 van het gemeentedecreet. 27.Vaststellen van de aanvullende belasting op de door het Vlaams gewest geheven heffing ter bestrijding en voorkoming van leegstand, verkrotting en verwaarlozing van bedrijfsruimten, gebouwen en/of woningen. Dienstjaar 2008.
Op grond van volgende overwegingen: De gemeenteraad heeft op 18 december 2006 de aanvullende belasting op de door het Vlaams Gewest geheven heffing ter bestrijding en voorkoming van leegstand, verkrotting en verwaarlozing van bedrijfsruimten, gebouwen en/of woningen voor het dienstjaar 2007 vastgesteld. De financiële toestand van de gemeente vereist een handhaving van deze belasting. Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen: - Art. 42, van het gemeentedecreet; - Het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996, meer bepaald hoofdstuk VIII, afdeling 2; - Het besluit van de Vlaamse regering van 02 april 1996 betreffende de heffing ter bestrijding van de leegstand en de verkrotting van gebouwen en/of woningen; - Het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten; - Het besluit van 10 mei 1995 van de Vlaamse regering tot uitvoering van het decreet van 19 april 1995. - Het schrijven van d.d. 05 oktober 2007 van het Agentschap Vlaamse belastingdienst met referte FB/VLABEL/YH/ES/BVM/OPCENTIEMEN 2008, waarbij wordt vermeld dat de belastingverordening elk jaar opnieuw moet worden vastgesteld. Om deze redenen; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; Na beraadslaging in openbare zitting; Met 21 stemmen voor, 0 stemmen tegen en 2 onthoudingen; BESLUIT Artikel 1 : Er wordt voor het dienstjaar 2008, 10 opcentiemen geheven op de heffing ingesteld door het decreet van 22 december 1995, meer bepaald hoofdstuk VIII, afdeling 2 houdende maatregelen ter bestrijding van leegstand en verkrotting van gebouwen en/of woningen en het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten. Artikel 2 : De gemeente doet een beroep op de medewerking van de Administratie Budgettering Accounting en Financieel management, van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap voor de inning van deze opcentiemen. Artikel 3 : Dit besluit wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 186 van het Gemeentedecreet en onderworpen aan openbaar onderzoek. Het zal voor kennisgeving aan de provinciegouverneur worden toegestuurd overeenkomstig artikel 253 van het gemeentedecreet. Artikel 4 : Deze verordening wordt binnen de maand die volgt op de inwerkintreding ervan bij aangetekend schrijven bezorgd aan het Agentschap Vlaamse Belastingdienst. 28.Goedkeuring overeenkomst tussen de stad en de VMW overeenkomstig art. 6 bis par. 3 van het decreet van 24 mei 2002 betreffende water voor menselijke aanwending ter vervanging van bestaande overeenkomst van 23 oktober 2006. Goedkeuren contractuele voorwaarden.
Vaststellen van een bijdrage voor de opvang en het transport van afvalwater en een bijdrage voor de eigen waterwinners. Op grond van volgende overwegingen zowel feitelijke als juridisch: De gemeenteraad van 16 oktober 2006 keurde het ontwerp van overeenkomst met de VMW goed, in het raam van de decretale saneringsverplichting in hoofde van de VMW; Deze overeenkomst werd door beide partijen ondertekend op 23 oktober 2006. Voor 2005,2006 en 2007 heeft de stad Harelbeke geopteerd te kiezen voor het systeem van derde betaler. Het college stelt voor om vanaf 2008 het systeem van derde betaler te beëindigen en een bijdrage voor de opvang en het transport van afvalwater en een bijdrage voor de eigen waterwinners vast te stellen om zeker aan de verplichtingen te kunnen voldoen. De VMW stelt voor de bestaande overeenkomst te vervangen door een aangepaste overeenkomst, die beter gestructureerd en geformuleerd is, dewelke heden aan de gemeenteraad ter goedkeuring wordt voorgelegd; De gemeenteraad dient de bijdrage voor opvang en transport (BOT) van het van abonnees afkomstige afvalwater en de vergoeding aan te rekenen aan de eigen waterwinners (VEW) als bijdrage in de kosten voor het opvangen en transporteren van huishoudelijk afvalwater vast te stellen, die van toepassing zal zijn voor het dienstjaar 2008 en dit vanaf 1 januari 2008; Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen: - Het decreet van 24 mei 2002 betreffende water voor menselijke aanwending dat aan de VMW een eigen verplichting oplegt om het aan haar abonnees geleverde water te saneren; - Het artikel 59 van het decreet van 23 december 2005 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2006 dat een afdeling V en een artikel 16 quinquies ingevoerd heeft in voornoemd decreet van 24 mei 2002, waardoor het mogelijk wordt eveneens een vergoeding aan te rekenen aan de gebruikers van een eigen waterwinning; - Het gemeentedecreet, inzonderheid en zonder zich daartoe noodzakelijk te willen beperken de artikelen 42 en 186; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; Na beraadslaging in openbare zitting ; Met 21 stemmen voor, 2 stemmen tegen en 0 onthoudingen; BESLUIT : Artikel 1: Keurt de contractuele voorwaarden van de transportovereenkomst met de VMW met betrekking tot de sanering van water bestemd voor menselijke aanwending goed luidend als volgt: OVEREENKOMST (overeenkomstig artikel 6bis, § 3 van het Decreet van 24 mei 2002 betreffende water bestemd voor menselijke aanwending, B.S. 23 juli 2002)
Tussen: 1.
De Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening (VMW), publiekrechtelijke vereniging met de vorm van een coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, met maatschappelijke zetel te B-1040 Brussel, Belliardstraat 73, vertegenwoordigd door de heer ir. Bernard Breda directeur-generaal, handelend overeenkomstig artikel 23 der statuten
En 2.
De Stad Harelbeke, alhier vertegenwoordigd door het college van burgemeester en schepenen, voor wie optreden Rita Beyaert en Albert Duyck, respectievelijk burgemeester en secretaris, bij toepassing van artikel 182 van het Gemeentedecreet.
is overeengekomen hetgeen volgt: Aanhef Overwegende dat artikel 6bis, § 1 van het Decreet van 24 mei 2002 betreffende water bestemd voor menselijke aanwending, zoals ingevoegd door artikel 86 van het Decreet van 24 december 2004 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2005, aan VMW een eigen (decretale) verplichting oplegt om het aan haar abonnees geleverde water te saneren. Deze verplichting tot sanering en de kosten hiervan zijn bijgevolg onlosmakelijk verbonden aan het door VMW aan haar abonnees geleverde water. Dat deze saneringsplicht wordt opgelegd met het oog op het behoud van de kwaliteit van het geleverde water. Volgens artikel 2, 19° van het Decreet van 24 mei 2002, zoals gewijzigd door artikel 84 van het Decreet van 24 december 2004, houdt de activiteit van sanering in: “het ondernemen van alle acties nodig voor de organisatie en de uitvoering van het opvangen, transporteren, collecteren en zuiveren van het afvalwater”. Overwegende dat volgens artikel 6bis, § 3 van het Decreet van 24 mei 2002, zoals gewijzigd door artikel 86 van voormeld Decreet van 24 december 2004, aan de uitvoering van de gemeentelijke saneringsplicht in hoofde van de exploitant van een openbaar waterdistributienetwerk wordt voldaan door het afsluiten van een overeenkomst met de gemeente, gemeentebedrijf, intercommunale of intergemeentelijk samenwerkingsverband of een door de gemeente na een publieke marktbevraging aangestelde entiteit. Dat de gemeentelijke saneringsplicht, luidens artikel 2, 20° van voormeld Decreet van 24 mei 2002 “elke verplichting” betreft “inzake sanering die op de gemeenten rust”. Dat de saneringsplicht van de gemeenten heden betrekking heeft op de opvang en transport van afvalwater, afkomstig van hemelwater, eigen waterwinning of water geleverd aan de abonnees van de watermaatschappij, alsmede de kleinschalige zuivering ervan (KWZI). Overwegende dat VMW, de watermaatschappij voor het grondgebied Harelbeke, aan de Stad Harelbeke gevraagd heeft een dergelijke overeenkomst te sluiten. Overwegende dat de Stad Harelbeke noch haar rioleringen, noch de gebruiksrechten op haar rioleringen wenst in te brengen in VMW. Dat de Stad Harelbeke haar gemeentelijke autonomie ten aanzien van het beheer, de
exploitatie, het onderhoud en de investeringen van of in het gemeentelijk rioleringsnetwerk vooralsnog wenst te behouden. Overwegende dat de Stad Harelbeke – al dan niet via overeenkomsten met derden – over een infrastructuur en een reglementair kader beschikt om in opdracht van de watermaatschappij, VMW, het afvalwater op te vangen, te transporteren en desgevallend (kleinschalig) te zuiveren (KWZI). Dat de Stad Harelbeke dus wel bereid is de loutere opvang en het transport (naar de door de bevoegde overheid aangeduide plaats), alsmede de (kleinschalige) zuivering van het door de VMW aan haar abonnees geleverde water, op het grondgebied van Harelbeke, op zich te nemen in de zin van voornoemd artikel 6 bis § 3 van het Decreet van 24 mei 2002. Dat voor deze dienstverlening aan VMW door de Stad Harelbeke een vergoeding wordt aangerekend. Overwegende dat de Stad Harelbeke en de VMW overeenkomen dat VMW aan haar abonnees een Bijdrage voor het opvangen en transporteren (BOT) van het Afvalwater van Abonnees naar de in overleg met de bevoegde overheid aangeduide plaats (bv. collectoren en / of zuiverings - installaties voor wat huishoudelijk afvalwater betreft, oppervlaktewater voor wat hemelwater betreft,…) en het desgevallend (kleinschalig) zuiveren aanrekent conform de bepalingen van artikel 16 bis van het Decreet van 24 mei 2002, met ingang van 1 januari 2005; Overwegende dat de Stad Harelbeke, overeenkomstig artikel 16 quinquies §§1 en 3 van het Decreet van 24 mei 2002 (ingevoerd door artikel 59 van het Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2006 van 23 december 2005), VMW tevens machtigt aan de eigen waterwinners op het grondgebied van de Stad Harelbeke een vergoeding (VEW) aan te rekenen als bijdrage in de kosten voor het opvangen en transporteren naar de in overleg met de bevoegde overheid aangeduide plaats (bv. collectoren en / of zuiverings-installaties voor wat huishoudelijk afvalwater betreft, oppervlaktewater voor wat hemelwater betreft,…), en desgevallend het (kleinschalig) zuiveren van het Afvalwater van eigen waterwinners. Dat de vergoeding voor de transportdiensten, waarvan sprake in een voorgaande alinea, gelijk is aan het totale bedrag van de gefactureerde BOT en VEW, verminderd met het bedrag dat VMW inhoudt als vergoeding voor haar administratieve dienstverlening, zoals verder beschreven in deze overeenkomst. Is overeengekomen wat volgt: Artikel 1. Definities 1.1
Tenzij anders uitdrukkelijk bepaald, wordt onder de hierna vermelde begrippen en woorden het volgende begrepen:
“Aanspraken”: de aanspraken beschreven in het artikel 12; “Abonnees”: de groep van personen, zoals omschreven in artikel 2, 1° van het Decreet; “Activiteit”: het opvangen en transporteren van Afvalwater van abonnees en Afvalwater van eigen waterwinners naar de in overleg met de bevoegde overheid aangeduide plaats (bv. collectoren en / of zuiverings-installaties voor wat huishoudelijk afvalwater betreft, oppervlaktewater voor wat hemelwater betreft,…) en het desgevallend opvangen, transporteren naar en zuiveren van dat Afvalwater in een KWZI; “Afvalwater van Abonnees”: al het door VMW aan haar Abonnees geleverde water, inclusief hemelwater, dat via de riolerings – of andere
infrastructuur, inbegrepen de gemeentelijke grachten en sloten, van de Stad Harelbeke wordt opgevangen en getransporteerd naar de in overleg met de bevoegde overheid aangeduide plaats (bv. collectoren en / of zuiverings-installaties voor wat huishoudelijk afvalwater betreft, oppervlaktewater voor wat hemelwater betreft,…) en desgevallend wordt opgevangen, getransporteerd naar en gezuiverd in een KWZI; “Afvalwater van eigen waterwinners”: het afvalwater afkomstig uit eigen waterwinning, inclusief hemelwater, dat via de riolerings – of andere infrastructuur, inbegrepen de gemeentelijke grachten en sloten, van de Stad Harelbeke wordt opgevangen en getransporteerd naar de in overleg met de bevoegde overheid aangeduide plaats (bv. collectoren en / of zuiverings-installaties voor wat huishoudelijk afvalwater betreft, oppervlaktewater voor wat hemelwater betreft,…) en desgevallend wordt opgevangen, getransporteerd naar en gezuiverd in een KWZI; “Bijlage”: een bijlage bij de Overeenkomst; “Boekjaar” : de periode lopend van 1 januari tot en met 31 december; “BOT”: de Bijdrage voor het opvangen en transporteren van het Afvalwater van Abonnees naar de in overleg met de bevoegde overheid aangeduide plaats (bv. collectoren en / of zuiverings-installaties voor wat huishoudelijk afvalwater betreft, oppervlaktewater voor wat hemelwater betreft,…), en het desgevallend opvangen, transporteren en zuiveren van dit afvalwater naar en in een KWZI, bijdrage die VMW kan aanrekenen aan haar Abonnees, uitgedrukt als een tarief per m³, zoals bepaald in artikel 3; “Contractsduur”: de duur bepaald in artikel 14; “Dag”: kalenderdag; “Decreet”: Decreet van 24 mei 2002 betreffende water bestemd voor menselijke aanwending, zoals gewijzigd door het Decreet van 24 december 2004 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2005 en het Decreet van 23 december 2005 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2006 en het Decreet van 22 december 2006 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2007; “Derden”: de publiekrechtelijk of privaatrechtelijke natuurlijke personen of rechtspersonen die zelf geen partij zijn bij de Overeenkomst; Economische Toezichthouder: de instantie bedoeld in artikel 2, 23° van het Decreet; “Gemeentelijke saneringsverplichting”: de verplichting zoals gedefinieerd in artikel 2, 20° van het Decreet en waarvan de grenzen (ten opzichte van de bovengemeentelijke saneringsplicht) worden vastgelegd door de Vlaamse Regering, in uitvoering van artikel 6bis, § 6 van het Decreet; KWZI: kleinschalige waterzuiveringsinstallatie, volgens de Europese richtlijn Stedelijk Afvalwater (91/271/EEG), installaties voor de behandeling van stedelijk afvalwater met een capaciteit kleiner dan 2.000 IE (aan 60 g BOD/IE/dag); “Maand”: wordt gerekend van de zoveelste tot de dag vóór de zoveelste; “Overeenkomst”: deze overeenkomst met al haar Bijlagen; “Partijen”, “Partij”: VMW en / of de Stad Harelbeke; “Saneringsverplichting”: de verplichting die het Decreet oplegt aan VMW, als exploitant van een openbaar waterdistributienetwerk, en zoals verder beschreven en uitgewerkt in het Decreet, de besluiten die in voorkomend geval in uitvoering van dit Decreet door de Vlaamse Regering worden genomen en de onderrichtingen – van welke aard ook – die door de bevoegde overheid, waaronder de ecologische en economische toezichthouders, worden uitgevaardigd; “Verplichting tot vrijwaring”: de verplichting tot vrijwaring van Partijen, zoals beschreven in het artikel 12. “VEW”: vergoeding die VMW, overeenkomstig artikel 16 quinquies van het Decreet, aan eigen waterwinners op het grondgebied van de Stad
Harelbeke kan aanrekenen als bijdrage in de kosten voor de “sanering” – lees: het opvangen en transporteren naar de in overleg met de bevoegde overheid aangeduide plaats (bv. collectoren en / of zuiverings-installaties voor wat huishoudelijk afvalwater betreft, oppervlaktewater voor wat hemelwater betreft,…), en het desgevallend opvangen, transporteren en zuiveren naar en in een KWZI - van het Afvalwater van eigen waterwinners, zoals bepaald in artikel 4 van deze Overeenkomst. 1.2
De termijnen, vermeld in deze Overeenkomst, worden berekend in overeenstemming met de artikelen 52 tot 54 van het Gerechtelijk Wetboek.
Artikel 2. Voorwerp 2.1.
Onder de voorwaarden van de Overeenkomst komen VMW en de Stad Harelbeke overeen dat de Stad Harelbeke op het grondgebied van Harelbeke het Afvalwater van Abonnees opvangt en transporteert naar de in overleg met de bevoegde overheid aangeduide plaats (bv. collectoren en / of zuiverings-installaties voor wat huishoudelijk afvalwater betreft, oppervlaktewater voor wat hemelwater betreft,…), en dat Afvalwater desgevallend opvangt, transporteert naar en zuivert in een KWZI, op de wijze zoals verder bepaald in deze Overeenkomst.
2.2.
Onder de voorwaarden van de Overeenkomst komen VMW en de Stad Harelbeke overeen dat de Stad Harelbeke op het grondgebied van Harelbeke het Afvalwater van eigen waterwinners opvangt en transporteert naar de in overleg met de bevoegde overheid aangeduide plaats (bv. collectoren en / of zuiveringsinstallaties voor wat huishoudelijk afvalwater betreft, oppervlaktewater voor wat hemelwater betreft,…), en dat Afvalwater desgevallend opvangt, transporteert naar en zuivert in een KWZI, op de wijze zoals verder bepaald in deze Overeenkomst.
2.3.
De Stad Harelbeke verklaart en waarborgt dat zij tijdens de Contractsduur de Activiteit zal verrichten overeenkomstig de decretale bepalingen van toepassing op het ogenblik van de ondertekening van deze Overeenkomst, in de wetenschap dat, luidens het artikel 6bis, § 3 van het Decreet van 24 mei 2002, zoals gewijzigd door artikel 86 van voormeld Decreet van 24 december 2004, aan de uitvoering van de gemeentelijke saneringsplicht in hoofde van VMW wordt voldaan door het afsluiten van de onderliggende overeenkomst met de Stad Harelbeke.
2.4.
Zoals bepaald in artikel 6bis, § 1 van het Decreet, zal de Stad Harelbeke de Activiteit verrichten met het oog op het behoud van de kwaliteit van het geleverde water.
Artikel 3. Bijdrage voor opvang en transport (BOT) 3.1.
De VMW rekent, conform de bepalingen van artikel 16 bis van het Decreet, aan haar Abonnees op het grondgebied van de Stad Harelbeke een Bijdrage aan voor het opvangen en transporteren (BOT) van het Afvalwater van Abonnees naar de in overleg met door de bevoegde overheid aangeduide plaats (bv. collectoren en / of zuiverings-installaties voor wat huishoudelijk afvalwater betreft, oppervlaktewater voor wat hemelwater betreft,…), en het desgevallend opvangen, transporteren en zuiveren van voormelde afvalwater naar en in een KWZI. Deze BOT wordt berekend per m3 geleverd drinkwater. (1) voor huishoudelijk gebruik: de BOT x het aantal geleverd m³ drinkwater;
(2) voor de landbouwers wordt vastgesteld dat het grootste deel van het geleverde drinkwater niet geloosd wordt in de riolerings – of andere infrastructuur, inbegrepen de gemeentelijke grachten en sloten. Op deze basis komt het redelijk voor dat dezelfde procentuele korting wordt toegestaan, als deze voor de bovengemeentelijke saneringsbijdrage. Deze korting steunt op cijfermateriaal afkomstig van de Economische Toezichthouder. De VMW is niet verantwoordelijk voor de juistheid van de haar door VMM medegedeelde gegevens. (3) Voor de andere verbruikers wordt vastgesteld (op basis van de analyse van de Economische Toezichthouder) dat het grootste deel van het geleverde drinkwater terug geloosd wordt in de riolerings – of andere infrastructuur, inbegrepen de gemeentelijke grachten en sloten. Als algemene regel wordt dan ook de aanrekening van de BOT op het volledig geleverde m³ drinkwater vastgesteld. De VMW is niet verantwoordelijk voor de juistheid van de haar door VMM medegedeelde analyse en gegevens. De tarieven van de BOT worden opgenomen in de Bijlage 1. 3.2.
Indien er, op basis van een door de Economische Toezichthouder goedgekeurde waterbalans, een redelijkerwijze groot verschil kan worden aangetoond tussen het door de VMW aan de Abonnee geleverde water en het door de Abonnee geloosde water, kan op basis van de geloosde m³ aangerekend worden. De Abonnee kan hiertoe te allen tijde een gemotiveerde aanvraag indienen. De VMW is niet verantwoordelijk voor de juistheid van de haar door VMM medegedeelde gegevens.
3.3.
Abonnees kunnen een vrijstelling bekomen van de BOT om economische, ecologische en sociale redenen op hun domicilieadres, voor zover zij voldoen aan de voorwaarden opgesomd in de lijst van vrijstellingen, die geldt op het bovengemeentelijk niveau overeenkomstig artikel 16ter §3 van het Decreet.
3.4.
De regeling inzake verliesverbruik geldt eveneens voor de BOT en wordt toegepast volgens de procedures van kracht bij de VMW.
Artikel 4. Vergoeding voor eigen waterwinners (VEW) 4.1.
VMW rekent, conform de bepalingen van artikel 16 quinquies van het Decreet, aan eigen waterwinners op het grondgebied van de Stad Harelbeke een Vergoeding (VEW) aan als bijdrage in de kosten voor het opvangen en transporteren naar de in overleg met de bevoegde overheid aangeduide plaats (bv. collectoren en / of zuiverings-installaties voor wat huishoudelijk afvalwater betreft, oppervlaktewater voor wat hemelwater betreft,…), en het desgevallend opvangen, transporteren en zuiveren naar en in een KWZI, van Afvalwater van eigen waterwinners. De VEW wordt, overeenkomstig hetgeen werd bepaald voor de BOT in artikel 3 van deze Overeenkomst, berekend per m3 water opgenomen via de eigen waterwinning als volgt, exclusief BTW: (1) voor huishoudelijk gebruik: - voor de particulaire verbruikers die eveneens over een aansluiting bij de VMW beschikken: 10 m3 per gedomicilieerde persoon;
- voor de particulaire verbruikers die niet over een aansluiting bij de VMW beschikken: 30 m3 per gedomicilieerde persoon; - voor de rechtspersonen verbruikers zonder VMM dossier: 500 m3 (2) voor de landbouwers wordt vastgesteld dat het grootste deel van het opgenomen water niet geloosd wordt in de riolerings – of andere infrastructuur, inbegrepen de gemeentelijke grachten en sloten. Op deze basis komt het redelijk voor dat dezelfde procentuele korting wordt toegestaan, als deze voor de bovengemeentelijke saneringsbijdrage. Deze korting steunt op cijfermateriaal afkomstig van de Economische Toezichthouder. De VMW is niet verantwoordelijk voor de juistheid van de haar door VMM medegedeelde gegevens. (3) Voor de andere verbruikers wordt vastgesteld (op basis van de analyse van de Economische Toezichthouder) dat het grootste deel van het opgenomen water terug geloosd wordt in de riolerings – of andere infrastructuur, inbegrepen de gemeentelijke grachten en sloten. Als algemene regel wordt dan ook de aanrekening van de gemeentelijke bijdrage op de volledig opgenomen m³ vastgesteld. De VMW is niet verantwoordelijk voor de juistheid van de haar door VMM medegedeelde analyse of gegevens. De VEW wordt bepaald op basis van de gegevens voor eigen waterwinning zoals medegedeeld door de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM). De VMW is niet verantwoordelijk voor de juistheid van de haar door VMM medegedeelde gegevens. De tarieven van de VEW zijn opgenomen in de Bijlage 1. 4.2.
Indien er, op basis van een door de Economische Toezichthouder goedgekeurde waterbalans, een redelijkerwijze groot verschil kan worden aangetoond tussen het door de eigen waterwinner opgenomen en het geloosde water, kan op basis van de geloosde m³ aangerekend worden. De eigen waterwinner kan hiertoe te allen tijde een gemotiveerde aanvraag indienen.
4.3.
Eigen waterwinners kunnen een vrijstelling bekomen van de VEW om economische, ecologische en sociale redenen op hun domicilieadres, voor zover zij voldoen aan de voorwaarden opgesomd in de lijst van vrijstellingen, die geldt op het bovengemeentelijk niveau overeenkomstig artikel 16quinquies juncto 16 ter §3 van het Decreet.
Artikel 5. Vaststellen van de BOT en de VEW 5.1.
De BOT en de VEW worden jaarlijks door de Stad Harelbeke en VMW vastgesteld, bij de aanvang van het nieuwe Boekjaar, overeenkomstig de beslissing desbetreffend van de Stad Harelbeke. De gemeenteraadsbeslissing van de Stad Harelbeke waarbij het tarief van de BOT en de VEW per m3 wordt bepaald, wordt daartoe genomen uiterlijk op de laatste gemeenteraad voorafgaand aan het volgende Boekjaar, en minstens vijf (5) Dagen voor de aanvang van het Boekjaar door de Stad Harelbeke medegedeeld aan VMW. Indien dit later wordt medegedeeld, worden de tarieven toegepast op de verbruiken van de eerste van de maand volgend op deze waarin de VMW kennis heeft gekregen van het tarief, op voorwaarde dat deze kennisgeving is gebeurd minstens vijf (5) dagen voor de aanvang van de erop volgende maand..
5.2.
Het bedrag van de BOT en de VEW zijn gelijk.
Artikel 6. Systeem van derde betaler 6.1.
De Stad Harelbeke en de VMW komen overeen dat het systeem van derde betaler voor de BOT en de VEW wordt toegepast vanaf 1 januari 2005 en dit tot eind 2007.
6.2.
De Stad Harelbeke beslist om vanaf 01 januari 2008 een BOT en VEW aan te rekenen aan de klant.
Artikel 7 – Vergoeding voor het opvangen en transporteren naar de in overleg met de bevoegde overheid aangeduide plaats van het Afvalwater van Abonnees en Afvalwater van eigen waterwinners door de Stad Harelbeke en het desgevallend opvangen, transporteren naar en zuiveren van Afvalwater van Abonnees en Afvalwater van eigen waterwinners in een KWZI. 7.1.
Als vergoeding van de door de Stad Harelbeke verrichte Activiteit is VMW aan de gemeente jaarlijks het totale bedrag verschuldigd van de in dat jaar gefactureerde BOT en gefactureerde VEW, verminderd met het percentage dat VMW inhoudt als vergoeding voor haar administratieve dienstverlening overeenkomstig artikel 8 van deze Overeenkomst. Deze vergoeding wordt door de Stad Harelbeke aangewend in het kader van het beheer van het rioleringsstelsel.
7.2.
De vergoeding, inclusief het percentage voor debiteurenrisico en administratiekosten, respectievelijk enkel het percentage voor administratiekosten in het geval van de toepassing van artikel 6 van deze Overeenkomst, worden jaarlijks door de Stad Harelbeke en VMW gezamenlijk vastgesteld, voor de aanvang van het nieuwe Boekjaar. De gemeenteraadsbeslissing van de Stad Harelbeke waarbij het bedrag van de vergoeding, inclusief het percentage voor debiteurenrisico en administratiekosten, respectievelijk enkel het percentage voor administratiekosten in het geval van de toepassing van artikel 6 van deze Overeenkomst wordt goedgekeurd, wordt daartoe met name genomen uiterlijk op de laatste gemeenteraad voorafgaand aan het volgende Boekjaar, en minstens vijf (5) Dagen voor de aanvang van het Boekjaar door de Stad Harelbeke medegedeeld aan VMW. Indien dit later wordt medegedeeld, wordt de wijziging toegepast op de verbruiken van de eerste van de maand volgend op deze waarin de VMW kennis heeft gekregen van deze wijziging, op voorwaarde dat deze kennisgeving is gebeurd minstens vijf (5) dagen voor de aanvang van de erop volgende maand. De vergoeding heeft betrekking op het boekjaar. Gedurende het jaar X stuurt de Stad Harelbeke driemaandelijks een voorschotfactuur aan VMW. Deze voorschotfacturen worden uitgereikt overeenkomstig de toepasselijke BTW wetgeving. Onder het jaar X wordt verstaan het jaar volgend op de beslissing van de gemeenteraad houdende vaststelling van de vergoeding.
7.3.
Uiterlijk op de 20ste dag van de tweede maand volgend op het jaar waarop de vergoeding betrekking heeft, geeft VMW aan de de Stad Harelbeke kennis van het totale bedrag van de in dat jaar gefactureerde BOT en VEW. Op basis van dit bedrag en de driemaandelijkse voorschotfacturen stelt de Stad Harelbeke overeenkomstig de toepasselijke BTW - wetgeving een factuur, dan wel een creditnota, op voor de vergoeding die de VMW aan haar verschuldigd is in overeenstemming met deze Overeenkomst.
7.4.
Bij gebreke aan betaling binnen de vijftig (50) Dagen na de verzending van de (voorschot)factuur of de creditnota, is de in gebreke blijvende Partij na
voorafgaande ingebrekestelling een verwijlintrest verschuldigd gelijk aan de wettelijke intrestvoet, en dit vanaf de vervaldag tot op de dag van de volledige betaling. Bij gebreke aan overeenstemming zullen Partijen hun geschillen voorleggen aan een college van deskundigen volgens de procedure voorzien in artikel 15. Het besluit van de deskundigen heeft enkel een adviserend karakter. Artikel 8. Percentage voor administratiekosten en debiteurenrisico 8.1.
Het percentage waarvan sprake in artikel 7.1. van deze Overeenkomst dekt voor VMW het debiteurenrisico, voortvloeiend uit het feit dat niet alle aangerekende of gefactureerde bedragen zullen kunnen geïnd worden, en de administratiekosten. De administratiekosten hebben in de aanvangsfase onder meer betrekking op de ontwikkelingskosten om het nieuwe facturatiesysteem op te zetten, het opzetten van een helpdesk, etc. Dit percentage bedraagt heden 5%. Het percentage wordt geregeld opnieuw geëvalueerd.
8.2.
De evaluatie waarvan sprake in artikel 8.1. gebeurt op basis van gegevens aangereikt door VMW en kan resulteren in een percentage hetzij in een vast bepaald bedrag, hetzij in een combinatie van beide.
8.3.
In geval de Stad Harelbeke de toepassing vraagt van specifieke eigen regelingen inzake vrijstellingen en/of berekeningswijze van de vergoedingen, die voor de VMW bijkomende kosten meebrengen, zullen deze kosten aan de gemeente doorgerekend worden.
Artikel 9. Overdracht van beheer van rioleringen Indien de Stad Harelbeke tijdens de Contractsduur beslist het beheer van haar gemeentelijk rioleringsstelsel over te dragen aan een intercommunale, een intergemeentelijk samenwerkingsverband, een gemeentebedrijf of een derde na marktbevraging, verbindt de VMW zich ertoe een overeenkomst met deze intercommunale, dit intergemeentelijk samenwerkingsverband, gemeentebedrijf of deze derde aangesteld door de gemeente, te sluiten, teneinde de continuïteit in de financiering van het beheer van het rioleringsstelsel te garanderen. Artikel 10. Controlerecht van de Stad Harelbeke 10.1. De Stad Harelbeke heeft jaarlijks het recht om in het jaar na het jaar waarop de vergoeding waarvan sprake in artikel 7.1 van deze Overeenkomst betrekking heeft, na te gaan of VMW de vergoeding correct heeft berekend. In het raam van dit controlerecht zal VMW op eerste verzoek van de gemeente aan een door deze laatste aangestelde bedrijfsrevisor, externe accountant, gemeenteontvanger of een intern hiertoe door de gemeente aangesteld personeelslid inzage verlenen van alle boekhoudkundige stukken die nodig zijn opdat de door de gemeente aangestelde bedrijfsrevisor, externe accountant, gemeenteontvanger of een intern hiertoe door de gemeente aangesteld personeelslid de juistheid van de aangerekende netto - opbrengsten van artikel 7.1 van deze Overeenkomst kan controleren. 10.2. Indien de Stad Harelbeke de berekeningen VMW betwist, moet zij haar standpunt op straffe van verval van haar rechten om de door VMW aangerekende
vergoedingen te betwisten, aan VMW kenbaar maken bij aangetekende brief die ten laatste op 31 mei van het jaar na het jaar waarop de vergoeding betrekking heeft, moet worden verzonden en waaraan het advies van de door de gemeente aangestelde bedrijfsrevisor, externe accountant, gemeente ontvanger of een intern hiertoe door de gemeente aangesteld personeelslid gehecht is. De geschillen worden geregeld overeenkomstig de bepalingen van artikel 15. 10.3. De kosten verbonden aan de controle, zoals vermeld in artikel 10.1 van deze Overeenkomst, worden gedragen door VMW indien de controle uitwijst dat de incorrecte berekening van VMW een verschil in netto – opbrengsten oplevert van meer dan 2,5 %, voor zover de VMW voorafgaand aan de controle in kennis is gesteld van de hieraan verbonden kosten zoals ingeschat op dat ogenblik. Artikel 11. Informatieverplichting van Partijen Elke Partij zal op verzoek van de andere Partij alle documenten en informatie, waarover zij redelijkerwijze beschikt of redelijkerwijze moet beschikken en die voor de Stad Harelbeke noodzakelijk of nuttig is of zijn voor het organiseren of uitvoeren van de Activiteit, onverwijld en kosteloos aan deze laatste bezorgen, één en ander in overeenstemming met de wettelijke bepalingen terzake. Artikel 12. Aanspraken van Derden, vrijwaring en overmacht 12.1. Onverminderd hetgeen verder bepaald is in artikel 12.5 van deze Overeenkomst inzake overmacht, vrijwaart de Stad Harelbeke VMW voor:
alle Aanspraken van Derden – van welke aard ook – wegens het nietnakomen van Activiteit; alle Aanspraken van Derden wegens schade die veroorzaakt wordt door de gemeente en/of een door de gemeente aangestelde derde bij de uitvoering van de Activiteit; alle Aanspraken van Derden wegens schade die veroorzaakt wordt door de door de gemeente gebruikte infrastructuur voor de Activiteit;
12.2. De Stad Harelbeke is niet gehouden VMW te vrijwaren voor schade die veroorzaakt is door een fout van VMW of haar aangestelde. VMW vrijwaart de Stad Harelbeke voor alle Aanspraken van Derden wegens schade die veroorzaakt wordt door VMW en/of haar aangestelde. 12.3. Partijen verbinden er zich toe te goeder trouw samen te werken in hun verweer tegen Aanspraken. Deze verplichting doet echter geen afbreuk aan hun recht om jegens elkaar alle verweren, excepties en argumenten in te roepen die zij putten uit de wet of deze Overeenkomst. 12.4. De Verplichting tot vrijwaring blijft bestaan na de beëindiging van de Overeenkomst voor Aanspraken die betrekking hebben op feiten, gebeurtenissen en handelingen die dateren van vóór de beëindiging van de Overeenkomst. 12.5. Partijen zijn niet aansprakelijk ten aanzien van elkaar wanneer zij hun verplichtingen krachtens deze Overeenkomst niet kunnen nakomen ingevolge bewezen overmacht. Artikel 13. Verzekering Tot dekking van hun verplichtingen uit hoofde van de Overeenkomst en de risico’s die de Activiteit met zich meebrengt, kunnen Partijen hun respectievelijke
verplichtingen en risico’s verzekeren bij een gekende verzekeraar. Op eerste verzoek van een Partij zal de andere Partij een kopie bezorgen van de polis en de laatste premiebetaling. Artikel 14. Contractsduur en beëindiging 14.1. De Overeenkomst wordt aangegaan voor een onbepaalde duur. Zij treedt in werking op 1 januari 2008. 14.2. De Overeenkomst kan door iedere Partij worden opgezegd met inachtneming van een opzeggingstermijn van 3 Maanden vanaf de ontvangst van de opzegging overeenkomstig hetgeen bepaald is in artikel 16.5 van deze Overeenkomst. De opzegging kan enkel rechtsgeldig gebeuren bij aangetekende brief verzonden aan het adres vermeld in deze Overeenkomst of aan een ander adres dat conform artikel 16.4 aan de andere Partij is meegedeeld. 14.3. De Overeenkomst wordt automatisch en van rechtswege beëindigd indien de VMW om welke reden ook wordt ontbonden, behoudens in het geval van overname van de rechten en verplichtingen van de VMW, op basis van de Overeenkomst, door de rechtsopvolger van de VMW, zonder dat deze overname de continuïteit van de uitvoering van de Overeenkomst mag verstoren. 14.4. De Overeenkomst kan ten allen tijde opgezegd worden door Partijen om dwingende redenen van algemeen belang, die verband houden met de openbare dienstverlening, alsmede indien zich op of na de datum van deze Overeenkomst een wijziging in de toepasselijke wet –of regelgeving voordoet als gevolg waarvan in redelijkheid kan worden aangenomen dat de Partijen niet op dat of enig ander moment tijdens de Duur van deze Overeenkomst aan hun verplichtingen jegens elkaar of jegens derden zullen kunnen voldoen. Indien de openbare dienstverlening het vereist, bedraagt de Opzeggingstermijn slechts 1 maand vanaf de ontvangst van de opzegging overeenkomstig hetgeen bepaald is in artikel 16.5 van deze Overeenkomst. De opzegging kan enkel rechtsgeldig gebeuren bij aangetekende brief verzonden aan het adres vermeld in deze Overeenkomst of aan een ander adres dat conform artikel 16.4 aan de andere Partij is meegedeeld. Artikel 15. Geschillenregeling 15.1. Indien een Partij van mening is dat de andere Partij in gebreke blijft haar verplichtingen uit hoofde van de Overeenkomst na te leven, zal de benadeelde Partij de in gebreke blijvende Partij in gebreke stellen en haar aanmanen deze contractuele wanprestatie te beëindigen. Deze ingebrekestelling wordt verzonden bij aangetekende brief waarin (i) de contractuele wanprestatie nauwkeurig en concreet wordt omschreven, (ii) de termijn wordt vermeld waarbinnen de in gebreke blijvende Partij een einde moet stellen aan deze contractuele wanprestatie, en waaraan de op dat ogenblik beschikbare bewijsstukken worden gehecht en meegestuurd. Deze termijn mag niet korter zijn dan veertien (14) Dagen vanaf de derde werkdag die volgt op de werkdag waarop de brief aan de postdiensten werd overhandigd, tenzij de geadresseerde het tegendeel kan bewijzen. Het in gebreke blijven van het meedelen van de beschikbare bewijsstukken doet geen afbreuk aan de geldigheid van de ingebrekestelling, tenzij de andere Partij kan aantonen dat zij hierdoor onherroepelijke schade lijdt.
15.2. Ingeval de in gebreke blijvende Partij de inhoud van deze ingebrekestelling betwist, moet zij dit binnen de termijn vermeld in de aangetekende brief, aan de benadeelde Partij meedelen. Het geschil wordt dan voorgelegd aan een college van drie (3) deskundigen. De Partijen stellen ieder binnen de veertien (14) Dagen één deskundige aan. Deze beide deskundigen duiden gezamenlijk een derde deskundige aan binnen de acht (8) Dagen en vooraleer kennis te nemen van de betwisting. Deze derde deskundige zal het college voorzitten. Indien het college van deskundigen niet binnen de vastgestelde termijn is samengesteld, zal de aanstelling geschieden door de Voorzitter van de Rechtbank van Eerste Aanleg te Kortrijk, op eenvoudig verzoek van de meest gerede partij. Het college van deskundigen dient zijn advies te geven binnen de termijn van één maand na de aanstelling van de derde deskundige. Indien het college van deskundigen voormelde termijn onvoldoende acht, dient het Partijen in een met redenen omkleed bericht hiervan in kennis te stellen. De Partijen kunnen dan de termijn verlengen in gemeen overleg of, indien zij niet tot een akkoord komen, de betwisting aan het oordeel van de rechtbank onderwerpen. De erelonen en kosten van het deskundig onderzoek zijn ten laste van de partij die in het ongelijk wordt gesteld. Ingeval een partij het advies van het college van deskundigen niet aanvaardt, wordt de betwisting in eerste instantie voorgelegd aan de Economisch Toezichthouder alvorens een geschil aan de bevoegde Rechtbank voor te leggen. Artikel 16. Algemene bepalingen 16.1. Wanneer een clausule of een bepaling van de Overeenkomst nietig wordt verklaard of onuitvoerbaar blijkt, zal dit geen invloed hebben op de geldigheid van de andere clausules of bepalingen van deze Overeenkomst. In dat geval zullen de partijen te goeder trouw onderhandelen om de nietige bepaling te vervangen door een rechtsgeldige bepaling die hetzelfde of een gelijkaardig effect heeft als dat van de nietige bepaling. 16.2. Wijzigingen aan deze Overeenkomst moeten schriftelijk gebeuren. 16.3. Onverminderd hetgeen bepaald is in de artikelen 9 en 14.3 van deze Overeenkomst, mag geen van de Partijen enig recht of verbintenis uit de Overeenkomst geheel of gedeeltelijk overdragen aan een derde, zonder het voorafgaand schriftelijk akkoord van de andere Partij. Deze bepaling doet echter geen afbreuk aan het recht van de Stad Harelbeke om conform de wettelijke bepalingen derden in te schakelen bij de Activiteit. 16.4. Elke mededeling moet schriftelijk gebeuren aan de volgende diensten: Stad Harelbeke T.a.v. College van Burgemeester en Schepenen Stadhuis Marktstraat 29 8530 HARELBEKE
VMW T.a.v. Directie West Vlaanderen Roggelaan 2 8500 KORTRIJK email:
[email protected]
Elke adreswijziging moet worden meegedeeld bij aangetekende brief met ontvangstbevestiging. 16.5. Mededelingen worden geacht ontvangen te zijn: de eerste dag die volgt op de dag dat de brief wordt aangeboden aan de geadresseerde, ongeacht of dit zijn woonplaats is, verblijfplaats of zijn gekozen woonplaats: wanneer de kennisgeving per aangetekende brief met ontvangstbewijs gebeurt; de derde werkdag die volgt op de werkdag waarop de brief aan de postdiensten werd overhandigd, tenzij de geadresseerde het tegendeel kan bewijzen: wanneer de kennisgeving per gewone brief of per aangetekende brief gebeurt; dezelfde dag: wanneer ze per fax, E-mail of andere elektronische kennisgeving worden verzonden en andere partij heeft de ontvangst bevestigd. 16.6. Deze Overeenkomst wordt beheerst door het Belgische recht. 16.7. De rechtbanken van het gerechtelijk arrondissement KORTRIJK zijn uitsluitend bevoegd om kennis te nemen van geschillen met betrekking tot de geldigheid, interpretatie, uitvoering en beëindiging van de Overeenkomst. 16.8. Deze overeenkomst wordt gesloten onder de opschortende voorwaarde van de goedkeuring ervan door de gemeenteraad, en onder voorbehoud van het algemeen administratief toezicht. Zij vervangt de overeenkomst tussen de Stad Harelbeke en VMW van 23 oktober 2006. Opgemaakt te Harelbeke op verklaart één origineel te hebben ontvangen.
in twee (2) exemplaren. Iedere Partij
Voor de Stad Harelbeke Rita Beyaert Burgemeester
Albert Duyck secretaris
Voor VMW Ir Bernard Breda Directeur-generaal BIJLAGE 1: Vaststellen van de tarieven van de BOT en de VEW De BOT en de VEW worden voor het boekjaar 2008 als volgt vastgesteld: - van 0 tot 6 000 m3: gelijk aan de bovengemeentelijke saneringsbijdrage (BGSB)* de maximaal toegestane verhogingscoëfficiënt - van 6001 tot 60 000 m3: de helft van de bijdrage van de schijf 0-6000 m3 - boven de 60 000 m3: een vierde van de bijdrage van de schijf 0-6000 m3 De bijdrage wordt aangerekend aan de klanten van de VMW en de eigen waterwinners. De BOT is onderworpen aan het BTW – tarief van 6%. De VEW is onderworpen aan het BTW – tarief van 21%. Abonnees en eigen waterwinners kunnen een vrijstelling bekomen van de BOT respectievelijk de VEW om economische, ecologische en sociale redenen op hun domicilieadres, voor zover zij voldoen aan de voorwaarden opgesomd in de lijst van
vrijstellingen, die geldt op het bovengemeentelijk niveau overeenkomstig artikel 16quinquies juncto 16 ter §3 van het Decreet. Er zal driemaandelijks een transportfactuur gestuurd worden naar de VMW na voorafgaandelijke ruggespraak tussen de Stad Harelbeke en de boekhouding van de provinciale directie West Vlaanderen. De gefactureerde bedragen, min de administratieve kosten, zullen zo afgerekend worden. Namens VMW
Namens de Stad Harelbeke
Ir Bernard Breda Directeur-generaal
Rita Beyaert burgemeester
Albert Duyck secretaris
Artikel 2: De overeenkomst wordt afgesloten met de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening (VMW). Artikel 3: De bijdrage voor opvang en transport (BOT) van het van abonnees van de VMW afkomstige afvalwater wordt bepaald op: van 0 tot 6 000 m3: gelijk aan de bovengemeentelijke saneringsbijdrage (BGSB) de maximaal toegestane verhogingscoëfficiënt - van 6001 tot 60 000 m3: de helft van de bijdrage van de schijf 0-6000 m3 - boven de 60 000 m3: een vierde van de bijdrage van de schijf 0-6000 m3 aan te rekenen vanaf 01 januari 2008 aan de gebruiker. -
Artikel 4: De vergoeding aan te rekenen aan de eigen waterwinners (VEW) als bijdrage in de kosten voor het opvangen en transporteren van huishoudelijk afvalwater wordt bepaald op: - van 0 tot 6 000 m3: gelijk aan de bovengemeentelijke saneringsbijdrage (BGSB) de maximaal toegestane verhogingscoëfficiënt - van 6001 tot 60 000 m3: de helft van de bijdrage van de schijf 0-6000 m3 - boven de 60 000 m3: een vierde van de bijdrage van de schijf 0-6000 m3 aan te rekenen vanaf 01 januari 2008 aan de eigen waterwinner. Artikel 5: Bepaalt dat deze beslissing zal worden bekendgemaakt bij toepassing van artikel 186 van het Gemeentedecreet in zoverre ze reglementaire draagwijdte heeft. 29.Kerkfabriek St.-Amand Bavikhove. Goedkeuren meerjarenplan 2008–2013. Op grond van volgende overwegingen: Het meerjarenplan van de kerkfabriek St-Amand Bavikhove werd goedgekeurd in de kerkraad van 29 juni 2007. De gemaakte afspraken tussen het Centraal Kerkbestuur en de Stad Harelbeke werden goedgekeurd op de overlegvergadering van 21 juni 2007. Op 4 september 2007 heeft het Centraal Kerkbestuur de meerjarenplannen 2008-2013 van de Harelbeekse kerkfabrieken gecoördineerd ingediend bij de stad. Op 27 september 2007 heeft de Stad Harelbeke de adviezen ontvangen van het Bisdom Brugge, erkend als representatief orgaan op voormelde meerjarenplannen 2008-2013
van de Harelbeekse kerkfabrieken. Het meerjarenplan van de kerkfabriek St-Amand Bavikhove verkreeg gunstig advies, mits er rekening wordt gehouden met de door het Bisdom Brugge geformuleerde aanpassingen. Het meerjarenplan van de kerkfabriek St-Amand Bavikhove werd tijdens de gemeenteraadszitting van 12 november 2007 verdaagd, gezien de heroriëntering van belangrijke middelen best wordt overlegd met betrokken kerkbestuur en het bisdom. Op 3 december 2007 vond er een overleg plaats tussen het stadsbestuur (schepen Rik Pattyn) en het bisdom (Bart Vercauteren) ; waarbij naast de opmerkingen van het bisdom ; 2 voorwaarden worden gesteld door het stadsbestuur. Het komt de gemeenteraad toe goedkeuring te verlenen aan het voorgelegde meerjarenplan van de kerkfabriek St.-Amand Bavikhove. Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen: Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, inzonderheid de artikels 41,42 en 43 Na beraadslaging in openbare zitting ; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; Met 21 stemmen voor, 0 stemmen tegen en 2 onthoudingen. BESLUIT Artikel 1 De gemeenteraad keurt het meerjarenplan van de kerkfabriek St-Amand Bavikhove goed, mits de kerkfabriek rekening houdt met de hierna volgende aanpassingen door het erkend representatief orgaan : K jaar 2008 (overschot/tekort 2006) wordt 44.150,82 ipv 90.826,95 (in bijgevoegd omrekeningsblad werd geen rekening gehouden met buitengewone uitgaven begroting 2007 die toch met de gewone toelage en/of artikel 20 betaald worden – resultaat 2006 van 107.302,81 – artikel 20 begroting 2007 van 63.151,99 = 44.150,82) MAR 29(overboekingen naar investeringen) wordt 52.450,20 ipv 57.724,66 (zie ook MAR 39) Na deze aanpassingen bedraagt de exploitatietoelage (M) in 2008 41.401,67 euro 2008 : MAR 39 (overboeking uit exploitatie) wordt 52.450,20 ipv 57.724,66 2009 : MAR 439 (andere investeringsuitgaven privaat patrimonium) wordt 7.176,25 ipv 0,00 (betreft opbouw reservefonds investeringen privaat patrimonium) 2010 : MAR 339 (andere investeringsontvangsten privaat patrimonium) wordt 6.210,34 ipv 0,00 (betreft opname uit reservefonds) 2011 : MAR 339 (andere investeringsontvangsten privaat patrimonium) wordt 964,91 ipv 0,00 (betreft opname resterend bedrag reservefonds) MAR 332(toelage privaat patrimonium) wordt 3.377,87 ipv 0,00 2012 : MAR 439 (andere investeringsuitgaven privaat patrimonium) wordt 3.577,18 ipv 0,00 2013 : MAR 439 (andere investeringsuitgaven privaat patrimonium) wordt 12.835,93 ipv 0,00 zodat de investeringen in evenwicht sluiten. Artikel 2
De gemeenteraad keurt het meerjarenplan van de kerkfabriek St-Amand Bavikhove goed, mits de kerkfabriek rekening houdt met de voorwaarden gesteld door de stad Harelbeke : Voor de werken aan het kerkgebouw en de pastorij moeten subsidies aangevraagd worden bij het Vlaams Gewest De overboeking van 50.297,69 € uit de exploitatie naar de investeringen toe, mag enkel aangewend worden voor de werken aan het kerkgebouw en aan de pastorij Artikel 3 Een afschrift van onderhavig besluit zal worden overgemaakt aan de provinciegouverneur, het centraal kerkbestuur, de kerkfabriek en het erkend representatief orgaan. 30.Kerkfabriek St.-Amand Bavikhove. Aktename budget 2008. Op grond van volgende overwegingen: Het budget 2008 van de kerkfabriek St-Amand Bavikhove werd goedgekeurd in de kerkraad van 29 juni 2007. De gemaakte afspraken tussen het Centraal Kerkbestuur en de Stad Harelbeke werden goedgekeurd op de overlegvergadering van 21 juni 2007. Op 11 oktober 2007 heeft het Centraal Kerkbestuur de budgetten 2008 van de Harelbeekse kerkfabrieken samen met het advies van het Bisdom Brugge, erkend representatief orgaan, gecoördineerd ingediend bij de stad. Het Bisdom Brugge, erkend representatief orgaan, verleent gunstig advies aan het budget 2008 van de kerkfabriek St-Amand Bavikhove, mits er rekening wordt gehouden met de door hen geformuleerde aanpassingen. Het budget 2008 van de kerkfabriek St-Amand Bavikhove werd tijdens de gemeenteraadszitting van 12 november 2007 verdaagd, gezien de heroriëntering van belangrijke middelen best wordt overlegd met betrokken kerkbestuur en het bisdom. Op 3 december 2007 vond er een overleg plaats tussen het stadsbestuur (schepen Rik Pattyn) en het bisdom (Bart Vercauteren) ; waarbij naast de opmerkingen van het bisdom ; 2 voorwaarden worden gesteld door het stadsbestuur. Het budget 2008 van de kerkfabriek St-Amand Bavikhove wordt opnieuw voor aktename aan de gemeenteraad voorgelegd. Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen:
Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, inzonderheid de artikels 46, 47 en 48
Na beraadslaging in openbare zitting ; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; Met 23 stemmen voor, 0 stemmen tegen en 0 onthoudingen.
BESLUIT Artikel 1 De gemeenteraad neemt akte van het budget 2008 van de kerkfabriek St-Amand Bavikhove, mits de kerkfabriek rekening houdt met de hierna volgende aanpassingen door het erkend representatief orgaan : K (overschot/tekort 2006) wordt 44.150,82 ipv 90.826,95 (in bijgevoegd omrekeningsblad werd geen rekening gehouden met buitengewone uitgaven begroting 2007 die toch met de gewone toelage en/of artikel 20 betaald worden – resultaat 2006 van 107.302,81 – artikel 20 begroting 2007 van 63.151,99 = 44.150,82) MAR 29 (overboekingen naar investeringen) wordt 52.450,20 ipv 57.724,66 (zie ook MAR 39) Na deze aanpassingen bedraagt de exploitatietoelage (M) 41.401,67 euro MAR 39 (overboeking uit exploitatie) wordt 52.450,20 ipv 57.724,66 Y (overschot/tekort investeringen 2006) wordt 0,00 ipv 2.985,57 zodat de investeringen in evenwicht sluiten. Artikel 2 De gemeenteraad neemt akte van het budget 2008 van de kerkfabriek St-Amand Bavikhove, mits de kerkfabriek rekening houdt met de voorwaarden gesteld door de stad Harelbeke :
Voor de werken aan het kerkgebouw en de pastorij moeten subsidies aangevraagd worden bij het Vlaams Gewest De overboeking van 50.297,69 € uit de exploitatie naar de investeringen toe, mag enkel aangewend worden voor de werken aan het kerkgebouw en aan de pastorij Artikel 3 Een afschrift van onderhavig besluit zal worden overgemaakt aan de provinciegouverneur, het centraal kerkbestuur, de kerkfabriek en het erkend representatief orgaan. 31.Politiezone Deerlijk-Harelbeke: vaststelling van de dotatie ten laste van de stadsbegroting op zicht van de begroting 2008 van de politiezone. Op grond van volgende overwegingen, zowel feitelijk als juridisch: Het ontwerp van de politiebegroting dienstjaar 2008 werd goedgekeurd door de politieraad in zitting van 12.12.07; De voorgelegde begroting van de politiezone gavers dienstjaar 2008 komt tot een globaal bepaalde dotatie van 2.270.911,22 € ten laste van de Stad Harelbeke (72,2267 % van het totaal) en een globaal bepaalde dotatie van 873.232,45 € ten laste van de Gemeente Deerlijk (27,7733 % van het totaal); Wat de Stad Harelbeke betreft geeft deze begroting aanleiding tot een meerkost van 268.767,72 € ten opzichte van de begrotingswijziging nr 1 van het dienstjaar 2007; Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen: - De wet van 07.12.1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus inzonderheid artikel 40, 71, 72, 75 en 76. - De nieuwe gemeentewet inzonderheid artikel 117 en 255, 18°.
- Het K.B van 07.04.05 (B.S 20.04.05) waarbij de verdeelsleutel met vier cijfers na de komma dient toegepast te worden. - Het K.B van 05.08.06 (B.S 24.08.06) voor het behoud van de verdeelsleutel. Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen; Na er in openbare zitting over beraadslaagd te hebben; Met 23 stemmen voor, 0 stemmen tegen en 0 onthoudingen. BESLUIT : Enig Artikel Bepaalt de globale dotatie aan de Politiezone Gavers op zicht van begroting van de politiezone voor het dienstjaar 2008 ten laste van de Stad Harelbeke op 2.270.911,22 €. 32.Aankoop zendapparatuur ASTRID met toebehoren voor de Brandweer. Goedkeuren bestek, raming (57.015,17 EUR + BTW) en gunningswijze. Op grond van volgende overwegingen, zowel feitelijk als juridisch: In het kader van de opdracht met als voorwerp “Aankoop zendapparatuur ASTRID met toebehoren voor Brandweer” werd een nationaal bestek opgemaakt door het Mininsterie Binnenlandse Zaken. De uitgave voor de opdracht wordt geraamd op € 57.015,17 excl. btw of € 68.988,36 incl. 21 % btw. Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking, gezien de aard van de bestelling en gezien deze gunningswijze aan de Stad de meeste waarborgen biedt betreffende prijsvorming en service. Het krediet is voorzien in de begroting van 2007 op artikel 351/744-51 van de buitengewone dienst. Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen: - het gemeentedecreet van 15 juli 2005, inzonderheid artikel 43, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad, en latere wijzigingen; - de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen; - het gemeentedecreet van 15 juli 2005, meer bepaald de artikels 248 tot 260 betreffende het algemeen administratief toezicht op de gemeenten; - de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 17, § 2, 1° a; - het koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen, inzonderheid art. 120; - het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen, inzonderheid art. 3, § 1; - de algemene aannemingsvoorwaarden, opgenomen in de bijlage bij voormeld besluit van 26 september 1996, en latere wijzigingen; Gezien de stukken van het dossier ; Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen ; Na er in openbare zitting over beraadslaagd te hebben ; Met 23 stemmen voor, 0 stemmen tegen, 0 onthoudingen.
Op voorstel BESLUIT : Art. 1 : Goedkeuring wordt gehecht aan het Nationaal bestek en de raming voor de opdracht met als voorwerp “Aankoop zendapparatuur ASTRID met toebehoren voor Brandweer”, opgemaakt door het Ministerie van Binnenlandse Zaken. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bijzonder bestek en zoals opgenomen in de algemene aannemingsvoorwaarden voor de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De kostenraming bedraagt € 57.015,17 excl. btw of € 68.988,36 incl. 21 % btw. Art. 2 : Hogergenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking. Art. 3 : De opdracht waarvan sprake in art. 1 zal gefinancierd worden op artikel 351/744-51 van de buitengewone dienst van het dienstjaar 2007. 33.Herstellingswerken van de centrale verwarming op gas in de school Eiland. Aktename met van de beslissing van het college van burgemeester en schepenen betreffende het voorzien van de daarvoor noodzakelijke uitgave buiten de goedgekeurde begrotingskredieten bij toepassing van art. 157 § 2 van het nieuwe gemeentedecreet. Op grond van volgende overwegingen, zowel feitelijk als juridisch: Eén van de drie verwarmingsketels op gas in de school Eiland is gebarsten en volledig buiten gebruik. Momenteel werkt de verwarming op de overige twee verwarmingsketels. De capaciteit is echter te laag om bij koude dagen de temperatuur optimaal te houden. Het barsten van deze verwarmingsketel kon niet voorzien worden. In deze periode van het jaar zijn we middenin het stookseizoen, waaruit de dringende spoed volgt om de installatie deugdelijk te herstellen zodat zij opnieuw optimaal kan werken het les geven op koude dagen niet in het gedrang komt. Het bestek, de raming (4500,00 EUR + BTW) en gunningswijze werd goedgekeurd in het schepencollege van 27 november 2007 en gegund in zitting van 11 december 2007 aan de BVBA Vrancken, gevestigd Harelbeeksestraat 174 te Zwevegem voor een bedrag van 4482,67 EUR + BTW. Bij toepassing van artikel 157 par. 2 van het nieuwe gemeentedecreet heeft het schepencollege eveneens de voorziene uitgave van voormelde werken voorzien buiten de begroting. De uitgave was immers noodzakelijk door dwingende en onvoorziene omstandigheden. De noodzakelijke kredieten worden voorzien op de buitengewone begroting 2008 op artikel 722/125-06/2007. De raad dient wat de toepassing van art. 157 § 2 van het nieuwe gemeentedecreet betreft, akte te nemen van het collegebesluit betreffende de kredietvoorziening. Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen: - het gemeentedecreet van 15 juli 2005, inzonderheid artikel 157 § 2; Gezien de stukken van het dossier ; Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen ; Na er in openbare zitting over beraadslaagd te hebben ; Met 23 stemmen voor, 0 stemmen tegen, 0 onthoudingen.
Op voorstel van het College; BESLUIT : Art. 1 : De raad neemt akte van de beslissing van 27 november 2007 van het schepencollege bij dewelke de uitgave voor vermelde werken voorzien wordt buiten de begroting en dit overeenkomstig artikel 157 par. 2 van het nieuwe gemeentedecreet. Art. 2 : Dit besluit zal in eensluidend afschrift aan de provinciegouverneur worden toegestuurd. 34.Vragenkwartiertje. 1. Raadslid E. Kerckhof: retributiereglement. Defibrillator (hartstarter): waar bevinden toestellen zich? Bepaalde in sport-, cultuurcentrum? Korte opleiding voor gebruik voldoende. Burgemeester Beyaert: in dienst 100 brandweer. Schepen Top: sportbeleidsplan: in toekomst ook te voorzien in beide sporthallen en ook andere plaatsen waar veel volkstoeloop. Raadslid Windels: ook in treinstation, enkel te bedienen met beperkte opleiding. Raadslid Vandenabeele: cursus bij Rode Kruis, willen uitleg geven. 2. Mededeling Burgemeester Beyaert: Cdt. Dirk Denys, politie is overleden en de begrafenis heeft plaats zaterdag om 10.30 u in Izegem.
Besloten zitting 35.Stedelijk basisonderwijs: a) benoeming deeltijdse kleuteronderwijzeres in vast verband. b) benoeming deeltijds administratief medewerker (hoger onderwijs van het korte type – HOKT) in vast verband. Op grond van volgende overwegingen: -beslissing van de gemeenteraad van 16 april 2007 waarbij volgende uren vacant verklaard werden in het stedelijk basissonderwijs: Stedelijke Basisschool Centrum : Kleuteronderwijzer/es 10/24° Islamitische Godsdienst 4/24° Orthodoxe Godsdienst 2/24° Zorgcoördinator 10/36° ICT-coördinator 6/36° Administratieve Medewerker (HOKT) 2/36° Stedelijke lagere school Zuid : Kleuteronderwijzer/es 15/24° Islamitische 6/24° Zorgcoördinator 10/36° ICT-coördinator 4/36° Administratieve Mewerker (HOKT) 3/36° Stedelijke lagere school Noord : Zorgcoördinator 10/36°
ICT-coördinator Administratieve Medewerker (HOKT)
4/36° 16/36°
-op 1 jaunuari 2008 zijn nog volgende uren vacant: Stedelijke Basisschool Centrum : Islamitische Godsdienst 4/24° Orthodoxe Godsdienst 2/24° Zorgcoördinator 10/36° ICT-coördinator 5/36° Administratieve Medewerker (HOKT) 1/36° Stedelijke lagere school Zuid : Kleuteronderwijzer/es 6/24° Islamitische 4/24° Zorgcoördinator 10/36° ICT-coördinator 4/36° Administratieve Mewerker (HOKT) 3/36° Stedelijke lagere school Noord : Zorgcoördinator 10/36° ICT-coördinator 3/36° Administratieve Medewerker (HOKT) 15/36° -brief van 25 april 2007 waarbij aan de leerkrachten, kleuterleidsters, kinderverzorgsters en administratieve medewerkers die de voorwaarden voor vaste benoemingen zouden vervullen werd medegedeeld welke betrekkingen vacant zijn en hoe zij zich kandidaat dienen te stellen. -volgende personen hebben op de vereiste wijze hun kandidatuur ingediend: -Annelies Stubbe, kleuteronderwijzeres deeltijds vastbenoemd. -Ann Derycke, kleuteronderwijzeres TADD, Kuurne. -Lindsey Lapauw, kleuteronderwijzeres TADD, Harelbeke. -Inge Vandeputte, deeltijds onderwijzeres TADD, Harelbeke en deeltijds tijdelijke zorgcoördinator. -Sabine Lahoousse, deeltijds administratief medewerker TADD, Harelbeke. -enkel de personeelsleden die, op 31 december voorafgaand op de vaste benoeming tijdelijk aangesteld zijn voor doorlopende duur (TADD) in het ambt waarvoor zij zich kandidaat stellen, kunnen benoemd worden in vast verband. -mevr. Annelies Stubbe sedert 1 januari 2004 deeltijds vastbenoemd is als kleuteronderwijzeres aan de stedelijke basisscholen, waardoor ze prioritair is. -mevr. Lindsey Lapauw en Ann Derycke zijn beiden aangesteld als kleuteronderwijzeres TADD, maar kunnen wegens uitputting van het aantal benoembare uren, niet worden benoemd -mevr. Inge Vandeputte nog niet in aanmerking komt voor benoeming als zorgcoördinator, gezien zij nog geen TADD is in dit ambt. -mevr. Sabine Lahousse sedert 1 september 2007 aangesteld is als deeltijdse administratieve medewerker in TADD voor een opdracht van 21/36 ste. -collegebeslissing van 27 november 2007 houdende regularisatie uren Sabine Lahousse als administratieve medewerker als volgt: School Centrum 1/36ste (benoembaar) School Zuid 3/36ste (benoembaar) School Noord 15/36ste (benoembaar) Scholengemeenschap 2/36ste (niet benoembaar) -er geen uren onderwijzer/es vacant zijn. -er nog geen kandidaturen zijn die in aanmerking komen voor benoeming als zorgcoördinator of ICT-coördinator. -de kandidaten gunstig geëvalueerd werden en hun beoordelingsdossiers ter inzage lagen van de gemeenteraadsleden Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen:
- het decreet van 27 maart 1991 houdende rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding, inzonderheid artikel 30 tot en met 36. -het besluit van de Vlaamse Executieve dd. 1 april 1993 betreffende de organisatie van het gewoon kleuter- en lager onderwijs op basis van een lestijdenpakket. - het besluit van de Vlaamse Executieve dd. 29 april 1992 betreffende de terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, de reaffectatie, de wedertewerkstelling en de toekenning van een wachtgeld of wachtgeldtoelage. -de onderichtingen voor het schooljaar 2007-2008. -het KB van 28 september 1984 houdende uitvoering van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel. -de O.B. van 18 november 1992 betreffende toepassing van de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen of besluiten van provinciale en gemeentelijke overheden. -de nieuwe Gemeentewet. Om deze redenen; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; Gaat over tot de eerste geheime stemming ter benoeming van een deeltijdse kleuteronderwijzeres in vast verband aan de stedelijke basisschool Zuid met een lesopdracht van 6/24ste waaraan 23 leden deelnemen. Mevr. Annelies Stubbe bekomt 23 geldige ja-stemmen,0 neen-stemmen en 0 blanco stemmen. Gaat over tot de tweede geheime stemming ter benoeming van een deeltijdse administratieve medewerker in vast verband aan de stedelijke basisschool Centrum met een opdracht van 1/36ste , aan de stedelijke basisschool Zuid met een opdracht van 3/36ste aan de stedelijke basisschool Noord met een opdracht van 15/36 ste, waaraan 23 leden deelnemen. Mevr. Sabine Lahousse bekomt 23 geldige ja-stemmen,0 neen-stemmen en 0 blanco stemmen. BESLUIT: 1.3 Artikel 1: Mevr. Annelies Stubbe, geboren te Kortrijk op 18 december 1977, wonende te 8530 Harelbeke, Luxemburghof, 9, met ingang van 1 januari 2008 in vast verband te benoemen als deeltijdse kleuteronderwijzeres met een opdracht van 6/24 ste aan de Stedelijke Basisschool Zuid. 1.4 Artikel 2: Mevr. Sabine Lahousse, geboren te Kortrijk op 1 september 1961, wonende te 8531 Harelbeke/Hulste, Barzestraat, 18, met ingang van 1 januari 2008 in vast verband te benoemen als deeltijdse administratieve medewerker aan de stedelijke basisschool Centrum met een opdracht van 1/36ste , aan de stedelijke basisschool Zuid met een opdracht van 3/36ste en aan de stedelijke basisschool Noord met een opdracht van 15/36ste 1.5 Artikel 3: Aan belanghebbenden wordt de wettelijke wedde toegekend. 1.6 Artikel 4: Dit besluit mede te delen aan het Departement Onderwijs.
1.7 Artikel 5: Een afschrift van dit besluit te laten toekomen aan betrokkenen. 36.Herziening samenstelling adviesraden (genderverhouding). Op grond van volgende overwegingen zowel feitelijke als juridisch: De gemeenteraad heeft op 12.03.2007 de cultuurraad (met inbegrip van een afzonderlijke sectie m.b.t. musea en erfgoed), de jeugdraad, de sportraad, de gezinsraad, de seniorenraad, de noord-zuidraad en de werkgroep personen met een handicap als gemeentelijke adviesraden erkend. In de gemeenteraad van 16.04.2007 werd de samenstelling van deze adviesraden goedgekeurd. Aangezien de genderverhouding (maximum 2/3de leden van hetzelfde geslacht) toen nog niet in overeenstemming was met de toepasselijke regels opgelegd door M. Keulen, Minister van Binnenlands Bestuur (Omzenbrief BB 2007/03), dringt een herziening van de samenstelling van de adviesraden zich op. In de huidige zitting wordt de hernieuwde samenstelling van deze raden aan de gemeenteraad voorgelegd als volgt: (namen in blauw = vrouwen ; namen cursief = geen effectieve leden) Cultuurraad: 20 effectieve leden waarvan 13 mannen en 7 vrouwen Benoit Bertine, Callens Dirk (voorzitter), Callewaert Ria, Claerhout Roger, Deblock Inge (deskundige), Degezelle Rik, De Witte Eric, Dooms Ignace, Jacques Kurt, Matton Ann (ambtenaar), Kerkhove Inge (deskundige), Mahieu Connie (deskundige), Meurisse Luc, Pattyn Francis (schepen), Pattyn Jean-Pierre, Pattyn Rik (schepen), Persyn Dirk, Thomas Martine, Vandebuerie Paul, Van Sichem de Combe Diego, Verstraete Jan, Vervaeke Gerda (deskundige), Vleeshouwers Norbert Sectie Musea en Erfgoed van de Cultuurraad: 14 effectieve leden waarvan 7 mannen en 7 vrouwen Colardyn Lucie, Debaveye André, Debeuf Vera (secretaris), Declercq Frans, Demedts Martin (ondervoorzitter), Deruytter Suzanne, Deschuymere Anja, De Witte Eric, Kets Filip (schepen), Lootens André, Malysse Annie, Malysse Marie-Lou, Matton Ann (ambtenaar), Sandra Anthony (voorzitter), Vandebuerie Paul (penningmeester), Vandekerckhove Anita Gezinsraad: 35 effectieve leden waarvan 12 mannen en 23 vrouwen Consultatiebureau van het Jonge Kind: Vermeulen Roos Gezinsbond Afdeling Har.: Van Nieuwenhuyse Linda Gezinsbond Bavikhove: Derie Mieke Gezinsbond Stasegem: Zbovorski Marijke KAV Bavikhove: Bouckaert Jacqueline KAV Centrum: Dewulf Lieve KAV Hulste: Vancoillie Gwendy, Vermaut Petra KAV Zandberg: Depraetere Anne-Mie, Dejonghe Arlette KVLV Bavikhove: Duchi Kathleen, Spiessens Isabel KVLV Hulste: Pollet Monique KWB Bavikhove: Verschatse Stefaan KWB Hulste: Vandenberghe Daniël KWB Stasegem: Callewaert Hubert, Taelman Hugo KWB St-Jozef: Vierstraete Robert Landelijke Gilde Har. Stas.: Verhoye Piet, Demeulemeester Noël Landelijke Gilde: Desmyter Piet Liberale Vrouwen Har.: Dobbelaere Rita Markant: Defreyne Annie, Geldhof Betty
Markant: Bossuyt-Degroote Nicole, Vereecke-Bossuyt Kaatje Oudercomité Meisjes: Vanderbauwhede Marleen Rode Kruis: Herman Claude SVV: Roelant Julia Vlaamse Kring: Swaenepoel Bart Wit-Gele Kruis: Claeys Carine Ziekenzorg Bavikhove: Desmet Lea Ziekenzorg CM: Gyselinck Ingrid Ziekenzorg Hulste: Bostoen Willy ZZCM Hulste: Lauwers Roger Jeugdraad: voorlopig 33 effectieve leden waarvan 19 mannen en 14 vrouwen +13 Bavikhove: Tim Sandra en Kevin Holvoet Animo: Stijn Derammelaere en Jelle Janssens Arktos: Arne Rosseel Chiro De Sprokkels: Hanne Maes en David Maes Chiro Stasegem: Charlotte Ryckebosch en Lien Moerman Chiro Tijl & Nele: Miet Hugelier en Rutger Kerckhove Chiro Zandberg: Eline Deblaere en Michiel Vanackere Chirojongens Bavikhove: Frederik Geiregat en Jonas Vandenbussche Chiromeisjes Bavikhove: Marlies Callewaert en Justine Defreyne Crefi: Liesbeth Guillemyn en Debbie Verkest Gidsen Adelheid: Céline Bleuzé en Eline Lamaire Jeugd Rode Kruis: Arne Lobbens en Yaryd Adam Jeugdhuis De Salamander: Alexander De Waele en Benoit Mortier KLJ Huba: Delphine Roussel en Ine Vannieuwenhuyze KSA Peter Benoit: An-Sofie Vandelanotte en Benjamin Vandaele Scouting Stasegem: Arn Simoens en Dempsey Voet Zeescouts Jan Bart: Simon Vanherweghe en Robin Berthier Lokaal Overleg Kinderopvang: 36 effectieve leden waarvan 20 mannen en 16 vrouwen Dienst opvanggezinnen/thuisopvang zieke kinderen Reddie Teddy: Mevr. Deleu Kinderopvang KAV: Mevr. Decoopman Kinderdagverblijf ’t Gaversloeberke: Mevr. Defauw Kinderkribbe Wellecome & Kolleblomme: Mevr. Van Der Bauwhede Dagcentrum De Fitting: Mevr. Dekie Mamasan: Mevr. Callens Vrije Basisschool Centrum: Dhr. Lecoutere Vrije Basisschool Zuid: Dhr. Ottevaere Vrije Basisschool Stasegem: Dhr. Coopman Vrije Basisschool Bavikhove: Dhr. Sabbe Vrije Basisschool Hulste: Dhr. Van Eetvelde Gemeenschapsonderwijs: Dhr. Vandemeulebroucke Stedelijke Basisschool Centrum: Mevr. Lambert Stedelijke Basisschool Zuid: Dhr. Nowé Stedelijke Basisschool Noord: Dhr. Vandemoortele Stedelijke welzijnsdienst : Mevr. Vercruysse Stedelijke Jeugddienst: Dhr. Maselis Stedelijke Jeugdraad: Dhr. Soetaert Stedelijke Gezinsraad: Dhr. Gheskiere Oudercomité vrije basisschool centrum: Mevr. Mestdagh Oudercomité vrije basisschool zuid: Mevr. Calebout Oudercomité vrije basisschool Stasegem: Dhr. Verhenne Oudercomité vrije basisschool Bavikhove: Dhr. Labeeuw Oudercomité vrije basisschool Hulste: Dhr. Verheye Oudercomité Gemeenschapsonderwijs: Dhr. Jacques
Oudercomité stedelijke basisschool centrum: Mevr. Vanhoucke Oudercomité stedelijke basisschool zuid: Mevr. Manssens Oudercomité stedelijke basisschool noord: Dhr. Degroote Gezinsbond Bavikhove: Dhr. Daels Gezinsbond Stasegem: Mevr. Zbovorski Gezinsbond Harelbeke: Dhr. Verstraete OCMW Sociale Dienst: Mevr. Decuypere OCMW Harelbeke: Dhr. Vandamme Secretaris: Dhr. Vandebuerie Voorzitter: Mevr. Normon Consulent Kind en gezin: Mevr. Vandenbrande 1.7.1 Schepen Sociale Zaken: Dhr. Kets 1.7.2 Schepen van onderwijs: Dhr. Pattyn Minaraad: 33 effectieve leden waarvan 22 mannen en 11 vrouwen Baekelandt Patrick, Bleuzé Ilse, Boone Stef, De Brabandere Frank, Decraene Ignace, Dehullu Arnold, Delepierre Anna, Deprez Andy, Fillieux Filip, Geldhof Peter, Libbrecht Boudewijn, Maelfait Jacques, Moreel Johan, Mouton Myriam, Muylle Kristin, Passchier Jan, Pauwels Marijn,Persyn Koen, Romeijnders Brechtje, Ronsse Yves, Sabbe Sylvia, Servayge Dirk, Top Maurice, Tremerie Isabel, Van Houcke Marleen, Vanloot Geert, Vanneste Magda, Vercaemere Carine, Vercouter Wolfgang, Vergote Frank (voorzitter), Vermote Martine, Vervaeke Patrick, Veys Piet Noord-Zuidraad: 24 effectieve leden waarvan 10 mannen en 14 vrouwen * 11.11.11: Blockeel Inge, Libbrecht Boudewijn, Glorieux Alexander (voorzitter) * Broederlijk Delen: Declercq Dirk, De Wijze Veronique, Vandenbulcke Sofie * Balkanactie: Scherpereel Jelle, Kesteloot Stefanie, Libbrecht Charline * Trias/Markant: Bossuyt Nicole * Vredeseilanden: Decrock Sarah, Debaere Greet, Vandamme Lore, Vanlerberghe Nicolas * Wereldwinkel: Lainez Filip, Lemayeur Christine, Veys Katrien * Rode Kruis: Six Sabine, Pattyn Conny, Herman Claude * Individu: Bouuaert Matthijs, Becquaert Vanessa, Lambert Etienne, Moreels Gaby Gemeenteraad: Vandekerckhove David, Wanzeele Rik Minaraad: Vergote Frank Ambtenaar: Deschildre Karolien, Vandebuerie Martin Schepen: Kets Filip Seniorenraad: 59 effectieve leden waarvan 39 mannen en 20 vrouwen Baert Noël, Balcaen Kamiel, Ballekens Luc, Beernaert Laurette, Bekaert Etienne, Bert Marion, Bossuyt Carlos, Buyse Amée, Callant Patrick (OCMW-raad), Christiaens Francine, Christiaens Noëlla, Coopman Eric, Cottenie Lieve, Couckuyt Madeleine, Csincsak Alexander, Debeuf Bernard, Debrabandere Gaston, Decavele Leona, De Cock Andrea (OCMW-raad), Decock Bernard, Decock Carlos, Dejaegere Yvan, Delaere Julien, Delbecque Yvette, Demeyer Roger, Deplae Yvonne, Derudder Willy, Derveaux Eric, Deschamps Walter, Dewaegenaere André, Dewinter Cyrilla, Dewyn Laurette, Duchi Lena, Esquenet Maria, Goemaere Gabriël, Grislain Therese, Haezebrouck Gerard, Haspeslagh Robert, Herreman Paul, Himpe Lucien, Himpe Suzette, Hugelier Hubert, Kets Filip (schepen), Knockaert Albert, Libbrecht Christine, Lips Urbain, Maes Antoon, Meerschman Pedro (OCMW-ambtenaar), Peirs Mariette, Rosseel Palmer, Sanders Jacques, Soenen Julien, Soenens Hubert, Sohier Martine, Tack Diana, Top Maurice (voorzitter), Van Damme Hendrik (OCMW-voorzitter), Vandebuerie Paul, Vandenborre Jeanne (OCMW-raad), Vandenbulcke Werner, Vanderbruggen Roger, Vanderplaetse Bertrand, Vanheuverbeke Johan, Verhulst Firmin, Wallays Leona
Sportraad: 24 effectieve leden waarvan 15 mannen en 9 vrouwen Besieux Carlos, Cosaert Inge, Cosaert Marc, Debrabandere Luc, Deprez Margot, Deschuymere Robert, Desplenter Marleen, Devlieger Marc, Dewaele Luc (secretaris), Gergalova Evgenia, Lambert Angelique, Marijsse Rita, Naert Urbain, Tytgat José, Vandamme Gonda, Vandekerckhove Katrien, Vanhove Norbert, Vannieuwenhuyze Michaël, Vercouter Wolfgang, Verhaeghe Peter, Verschelde Mildred (voorzitster), Verstraete Carlos, Vinckier Joost, Windels Didier Werkgroep Personen met een Handicap: 21 effectieve leden waarvan 11 mannen en 10 vrouwen Beyaert Rita (burgemeester), Claeys Frans, Coorevits Jean-Pierre, Daelman Carlo (schepen), Decuypere Micheline (OCMW), Delaere Carl, Dobbelaere Rita, Hemeryck Carine, Kint Hilde, Lemaitre Paul (Ziekenzorg), Loosvelt Roger, Maddy Maureen, Maes John, Mestdagh Rosanne, Opbrouck Geert, Rogiers Joël, Samaille Frank (OCMW), Theys Kurt, Top Alain (schepen), Garsbeke Christine, Van Damme Hendrik (OCMW-voorzitter), Vanassche Geert ('t Kruispunt), Backaert Rosanne, Verhagen Els (CM), Vrijghem Nathalie (OCMW), Wanzeele Rik (gemeenteraadslid) Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen: -
Het gemeentedecreet inzonderheid art. 200; Het decreet van 13.07.2001 houdende het stimuleren van een kwalitatief en integraal lokaal cultuurbeleid, zoals thans van kracht; Het decreet van 05.04.1995 houdende o.a. de erkenning en subsidiëring van de gemeentelijke sportdiensten, zoals thans van kracht; Het D. van 14.02.2003 houdende de ondersteuning en de stimulering van o.a. het gemeentelijk jeugd- en jeugdwerkbeleid, zoals thans van kracht; De omzendbrief BB 2007/03 houdende de man-vrouwverhouding in adviesraden;
Om deze redenen; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; Na beraadslaging in openbare zitting; Met 23 stemmen voor, 0 stemmen tegen en 0 onthoudingen; BESLUIT: Neemt kennis van de samenstelling van voormelde raden. Stelt vast dat deze samenstelling aan voormelde principes voldoet.
VARIA BIJ DE DAGORDEPUNTEN Punt 8. Cultuurbeleidsplan Raadslid Vanassche: is crypte opgenomen + wie is naast St. Cecilia (200 jaar oud) het oudste muziekkorps? Schepen R. Pattyn: - crypte: het is de bedoeling in de toren een kleine tentoonstelling te organiseren rond het ontstaan van Harelbeke + proberen de crypte zichtbaar te maken door aantal glasdallen in de vloer aan te brengen.
- het 2de korps is Eendracht en Vrijheid (125 jaar oud?). Bedoeling zou zijn dat er iets ondernomen wordt naar die 2 jubilerende korpsen toe – vb. Vooruit biedt hen een concert aan. Raadslid Windels pleit voor muziek/cultuurloket waar verenigingen terecht kunnen voor raad en daad (vb. steun publiciteit. Raadslid C. Haezebrouck: 26.000 € gemeenschapsvorming – detail aanwending bekend? Schepen R. Pattyn: aantal dingen zelf doen vb. familievoorstellingen in 't Spoor, ondersteuning Harelbeke muziekstad. Alles dient nog dieper uitgewerkt.
Punt 9. Socio-culturele verenigingen: toelagen. Raadslid Vandekerckhove: naast de voorgelegde lijst zijn er verenigingen nominatief opgenomen in vrijstaande uitgaven budget – wanneer een globaal subsidiesysteem over het volledige verenigingsleven? Schepen R. Pattyn: nog wat tijd nodig – zijn denkpistes aan het uittekenen – projectsubsidies worden mogelijk. Raadslid D. Langedock: moeite doen om die vrijstaande uitgaven te bekijken: aantal historisch gegroeid – functie verloren? Verschillende bedragen zonder oorzaken? Graag werkgroep onderzoek.
Punt 12. Subsidiereglement Raadslid Windels: wie beslist over begrip niet-commerciële activiteiten? Schepen R. Pattyn: Raad van bestuur of betrokken dienst. Punt 13 e.v. Raadslid Vanassche: pleit ervoor de belastingsreglementen per jaar vast te stellen ipv tot 2012 anders geloof ik niet in de belofte om jaarlijks herzienbaar te maken. Raadslid R. Pattyn: wij hebben geen verborgen agenda. Een aantal belastingen zal trouwens automatisch wijzigen. Onroerende voorheffing en personenbelasting moeten zelfs jaarlijks vastgesteld. Deze uitleg acht raadslid Vanassche niet voldoende en hij verlaat samen met raadslid Dejonckere de Raad. Punt 17. Milieubelasting gezinnen. Raadslid Vandekerckhove heeft probleem met de terminologie – er is ook geen sportbelasting, cultuurbelasting .... hopelijk volgend jaar oplossing. Schepen R. Pattyn: dit komt toch ter discussie – cfr. financieel pact Vlaamse Regering.
OPENBARE STEMMINGEN
Werden genomen met unanimiteit der stemmen der aanwezige leden de punten 3 tot en met 13; 20; 31, 32 en 36. Punten 14 tot en met 19, 22 tot en met 27; 29: onthielden zich: de raadsleden Vandenabeele en Dumortier Punt 21 en 28: stemden tegen de raadsleden Vandenabeele en Dumortier.
VERSLAG Er worden geen opmerkingen gemaakt op het verslag van 10 december 2007 dat als goedgekeurd mag worden beschouwd. _______________________________________________________________ De zitting eindigt om 21.30 u _______________________________________________________________
A. DUYCK secretaris
W. VANDEMEULEBROUCKE voorzitter