ZEVEN MILJARD MENSEN
Een informatiepakket voor een werkstuk of spreekbeurt
COLOFON Tekst: Jan Bemelmans Illustraties: VN, UNFPA, US Census Bureau, Guide to Pitcairn, Barbaric Thoughts, Club of Rome, Binnenlands bestuur, Harry de Ridder, CMO en zijn licentiegevers
De inhoud is met zorg samengesteld. Mocht u van mening zijn dat inbreuk is gedaan op uw auteursrechten of beeldrechten, dan verzoeken wij u vriendelijk contact met ons op te nemen via
[email protected].
Centrum voor Mondiaal Onderwijs
Postbus 9108 6500 HK Nijmegen tel. 024-3613074 e-mail:
[email protected] http://www.cmo.nl
De Scriptieservice Nieuwe Stijl is mede mogelijk gemaakt door een bijdrage van Kerk en Wereld en door een solidariteitsbijdrage van de gezamenlijke religieuzen in Nederland via de commissie PIN.
© Centrum voor Mondiaal Onderwijs, Nijmegen, 2011
II
INHOUD Steeds meer mensen op de wereld Het begin De eeuwen verstrijken Doemdenkers en optimisten
pag. 1 pag. 1 pag. 1 pag. 3
De groei van de wereldbevolking nu: een momentopname
pag. 4
Wetenschappers waarschuwen Een sprong in de tijd Milieuvervuiling
pag. 7 pag. 7 pag. 8
Groeit de wereldbevolking te snel? China India Iran Roemenië Gezinsplanning Emigratie en immigratie
pag. 10 pag. 10 pag. 10 pag. 11 pag. 11 pag. 11 pag. 12
De groei neemt niet altijd gepland af
pag. 13
De samenstelling van de wereldbevolking Leeftijdsopbouw De verhouding mannen-vrouwen Vergrijzing Buitenlanders komen en gaan
pag. 16 pag. 16 pag. 17 pag. 17 pag. 18
Wat zie je om je heen van de bevolkingsgroei?
pag. 19
De toekomst: zal de aarde te vol worden? Volop ruimte of ruimtegebrek? Tot slot …
pag. 22 pag. 24 pag. 24
Aantekeningen
pag. 25
Meer op internet
pag. 27
III
IV
STEEDS MEER MENSEN OP DE WERELD Heb je er al eens bij stilgestaan? Je bent een van de leden van een gezin. Het gezin is een deel van je familie. Je bent ook een van de inwoners van je dorp of stad. Verder ben je een inwoner van Nederland. Ook bewoon je het werelddeel dat Europa heet. En je bent een van de ongeveer zeven miljard mensen die op de hele wereld wonen. Het begin Op dit moment zijn er meer dan 7 miljard mensen op aarde. Iedere seconde worden gemiddeld vijf baby’s geboren. In diezelfde seconde sterven ergens ter wereld gemiddeld twee mensen. Zo neemt het aantal mensen op onze planeet per seconde gemiddeld met twee of drie personen toe. Al deze zeven miljard mensen heten met hun wetenschappelijke naam Homo Sapiens. Deze Latijnse naam betekent ‘verstandige mens’ of ‘wijze mens’. De soort ontstaat ongeveer 200.000 jaar geleden in Afrika. De mens verspreidt zich geleidelijk over de wereld. Maar zo’n 70.000 jaar geleden is er op het tegenwoordige eiland Sumatra (Indonesië) een enorme uitbarsting van een vulkaan. Hij is zo gigantisch, dat op bijna alle plaatsen waar in die tijd mensen leven iedereen omkomt. Alleen in het zuiden van Afrika overleven tussen 3.000 en 10.000 mensen. Sommigen spreken zelfs over 1.000 overgebleven paren. Alle andere mensen sterven door kou en voedselgebrek. Dat komt door de vulkaanas die hoog boven de aarde is gekomen en zo het zonlicht voor een deel afschermt. Dat zorgt voor een veel kouder klimaat. Van de overlevenden van toen stammen alle mensen die nu leven af. In Europa verschijnen de eerste mensen zo’n 40.000 jaar geleden. De eeuwen verstrijken In de loop van duizenden jaren ontwikkelt de mens zich steeds verder. Zo’n 10.000 jaar geleden leert hij voedselgewassen te verbouwen. Ook gaat hij dieren houden. Ongeveer 6.000 jaar geleden ontstaan de eerste beschavingen, zoals die van de oude Egyptenaren. In de eeuwen die volgen, verdwijnen veel beschavingen. Maar er ontstaan ook weer nieuwe beschavingen. Tenslotte zien we hoe de mensheid zich wereldwijd ontwikkelt tot de maatschappij zoals we die nu kennen.
Voedselgewassen verbouwen: aardappelen
1
Het is niet altijd gemakkelijk voor de mens om te overleven. Dit komt niet alleen door natuurrampen als aardbevingen, overstromingen of vulkaanuitbarstingen. Het kan ook komen door honger of kou. Verder kunnen ziekten veel slachtoffers maken. In de late Middeleeuwen is dat bijvoorbeeld de pest. Met name tussen 1348 en 1350 vallen in Europa zo’n 20 miljoen slachtoffers. Dit is een derde van de totale bevolking van het werelddeel in die tijd. De mens zelf kan ook heel veel slachtoffers maken door het voeren van oorlogen. In de periode van 1914 tot 1918, tijdens de Eerste Wereldoorlog, vallen tussen de 15 en 17 miljoen doden. En tussen 1939 en 1945, tijdens de Tweede Wereldoorlog, vinden zo’n 50 à 60 miljoen militairen en burgers de dood.
Gasaanval in de Eerste Wereldoorlog
Ondanks dit alles is er door de eeuwen heen een voortdurende toename van het aantal mensen op de wereld. Eerst langzaam, maar vanaf de tweede helft van de 19e eeuw snel. Hoe komt dit eigenlijk? Daar zijn veel oorzaken voor. In de 19e en de eerste helft van de 20e eeuw is er veel kindersterfte. Om toch zeker te zijn dat er kinderen overblijven, nemen ouders veel kinderen. Die kunnen, wanneer ze oud genoeg zijn, in de fabriek of op de akker gaan werken. Zo komt er meer geld binnen. Ook de godsdienst en het ontbreken van voorbehoedsmiddelen spelen een rol bij de grootte van de gezinnen. Gezinnen met tien of twaalf kinderen zijn niet uitzonderlijk. Het aantal mensen neemt bovendien sneller toe, omdat mensen op veel plaatsen in de wereld steeds langer leven. Met name na de Tweede Wereldoorlog neemt in veel landen de welvaart sterk toe. Door een verbeterde gezondheidszorg en een goede voedselvoorziening worden de mensen steeds ouder. Maar aan de andere kant krijgen de mensen steeds meer ziekten als kanker en hart- en vaatziekten. Bij veel mensen is zo’n ‘welvaartsziekte’ de doodsoorzaak. Hoe dan ook, er is nog steeds een toename van de wereldbevolking, al verloopt die minder snel. We komen hier op pagina 4 nog op terug. 2
Doemdenkers en optimisten Er zijn mensen die zeggen dat we met te veel zijn. Ze vinden dat het aantal mensen op de wereld niet veel meer mag toenemen. Ze zijn bang dat er anders snel een voortdurend tekort aan voedsel zal zijn. Verder zullen allerlei grondstoffen, die de mensen nodig hebben, opraken. Aardolie, aardgas en andere delfstoffen zullen ook niet meer in voldoende hoeveelheden in de grond zitten. En wat te denken van de opwarming van de aarde die door de mensen wordt veroorzaakt? Tot slot zal door milieuproblemen de wereld steeds onleefbaarder worden.
Maar er zijn ook mensen die helemaal niet zo somber zijn over de groei van de wereldbevolking. Zij vinden dat er nog volop ruimte is voor alle mensen. Voedsel zal er genoeg zijn door goede landbouw en veeteelt. Door hergebruik zullen delfstoffen en andere grondstoffen niet snel opraken. Deze mensen vinden ook dat de aarde niet zo snel opwarmt als wel wordt gezegd. Tot slot gaan ze er van uit dat de mens steeds verstandiger met het milieu om zal gaan. Welke groep heeft er gelijk? Hebben de pessimisten het bij het rechte eind? Of krijgen de optimisten gelijk? Na het lezen van de hoofdstukken hierna kun je dat misschien zelf beoordelen.
3
DE GROEI VAN DE WERELDBEVOLKING NU: EEN MOMENTOPNAME Zoals gezegd (op pag. 1) komen er in de huidige tijd per seconde gemiddeld twee of drie personen bij op de wereld. Deze getallen krijgt men door uitvoerige, ingewikkelde berekeningen. Die berekeningen geven geen volledig beeld van de werkelijkheid. Dat kan ook niet. Je kunt immers niet precies weten wie waar op welk moment wordt geboren of sterft. Toch komt men een heel eind in de buurt. Er zijn twee instanties die zich voortdurend bezig houden met de wereldbevolking: Het United States Census Bureau in Suitland, Maryland, Verenigde Staten; UNFPA, het Bevolkingsbureau van de Verenigde Naties in New York City.
Linksboven: het logo van het United States Census Bureau Linksonder: het logo van UNFPA, het Bevolkingsbureau van de Verenigde Naties Rechts: de UNFPA maakte in oktober 2011 bekend dat er zeven miljard mensen op de aarde zijn
Zij verzamelen veel gegevens. Met al die gegevens kunnen ze nagaan hoe snel de wereldbevolking toeneemt. De stand van zaken nu is dat er de laatste jaren zo’n 140 miljoen mensen per jaar worden geboren. We weten ook dat er jaarlijks zo’n 57 miljoen mensen sterven. Daardoor neemt het aantal mensen op aarde de laatste jaren met ongeveer 83 miljoen toe. Met andere woorden, er is een wereldwijd geboorteoverschot van ongeveer 83 miljoen per jaar. Waar wonen nu al die miljarden mensen? Dat gaan we nu per werelddeel bekijken: Azië (4 miljard - 60%) Afrika (1 miljard - 15%) Amerika (941 miljoen - 14%) Europa (733 miljoen - 11%) Australië en Oceanië (35 miljoen - 0,5%) Cijfers en procenten zijn afgerond
4
Het zal je niet verbazen dat de landen waar de meeste mensen wonen in Azië liggen. Meer dan 60% van alle Aziaten woont in een van twee landen: China en India. Het land met het hoogste aantal inwoners is China. Daar leven zo’n 1,3 miljard mensen. In India wonen een dikke 1,2 miljard mensen. Dan volgt het eerste land buiten Azië met de meeste mensen, namelijk de Verenigde Staten. In dit land wonen 311 miljoen zielen. Het Afrikaanse land met de meeste inwoners is Nigeria. 158 miljoen mensen bevolken dit land. Het in Azië en Europa liggende Rusland telt bijna 142 miljoen mensen. Duitsland is met bijna 82 miljoen bewoners het land met de meeste inwoners dat in z’n geheel in Europa ligt. Nederland telt zo’n 16,6 miljoen inwoners. Dan heb je nog van die piepkleine landen met heel weinig inwoners. Wat te denken van Vaticaanstad met 800 zielen? Toch is er een nóg kleiner land: de Pitcairn-Eilanden in de Stille Oceaan. Hier wonen maar 50 mensen.
We kunnen bij al die landen niet alleen kijken hoeveel mensen er wonen. We kunnen ook zien hoe dicht ze op elkaar wonen. Men kijkt in dit geval hoeveel mensen er gemiddeld wonen in een gebied van 1 vierkante kilometer. Met andere woorden, we kijken naar de bevolkingsdichtheid. Kijken we op deze manier naar verschillende landen, dan is Monaco heel dichtbevolkt. Daar wonen 16.923 mensen op één vierkante kilometer. Toch staat dit land niet op nummer één in de lijst. Die plaats is voor Macau, een stad in China. Daar staat de teller op 18.534. In Singapore, nummer drie van de lijst, zijn dat er 7.148. Nederland komt uit op 401 inwoners, de dertigste plaats in ons overzicht. Het dunst bevolkt is Groenland met een getal van 0,026. Anders gezegd, daar woont gemiddeld maar één persoon in een gebied van ruim 38,4 vierkante kilometer! Van boven naar beneden: mensen in Pitcairn-Eiland, Macau en Groenland.
5
Al deze aantallen inwoners veranderen echter voortdurend. De wereldbevolking groeit immers. De hiervoor genoemde cijfers zijn slechts een momentopname. De groei verloopt niet overal hetzelfde. We hebben al gezien dat in Azië verreweg de meeste mensen wonen. Daar neemt de bevolking bovendien snel toe. In 1950 wonen er in Azië ongeveer 1,4 miljard mensen. Zo’n 50 jaar later, in 1999, zijn dat er al 3,6 miljard. Ook in Latijns Amerika groeit de bevolking in die 50 jaar snel. In 1950 wonen er 167 miljoen mensen. In 1999 zijn dat er al 511 miljoen. In Europa stijgt het inwoneraantal in die periode van 547 miljoen naar 729 miljoen. Die toename is dus een stuk minder fors. Waardoor komen deze verschillen eigenlijk? Een oorzaak is bijvoorbeeld de grootte van de gezinnen. De godsdienst, de cultuur en de politiek kunnen daarbij een grote rol spelen. In sommige landen willen de ouders liever jongens dan meisjes. Daardoor zullen de gezinnen in die landen blijven groeien tot er genoeg jongens geboren zijn. In een land als China schrijft de regering voor hoe groot een gezin mag zijn. Maar één kind per gezin!
Chinese poster over gezinsplanning
We zien dat in de ene periode meer mensen worden geboren dan in de andere. Niet in alle landen of werelddelen op aarde leven de mensen even lang. Natuurrampen en ziekten hebben in grote gebieden op aarde invloed op de toename van de bevolking. Verder zijn er (burger)oorlogen die nogal wat slachtoffers eisen. Op deze onderwerpen komen we later uitvoeriger terug. Bij deze momentopname hebben we heel wat cijfers genoemd. Als je die allemaal leest, zijn veel cijfers alweer veranderd. En veel cijfers zijn intussen weer verder gestegen. Kan dat allemaal wel zo blijven doorgaan? Zou er helemaal niemand zijn die ons waarschuwt? Het antwoord op die laatste vraag vind je op de volgende pagina’s. 6
WETENSCHAPPERS WAARSCHUWEN In het vorige hoofdstuk hebben we heel wat getallen genoemd over het steeds maar groter wordende aantal mensen op de wereld. Je kunt je afvragen of dit wel eeuwig zo door kan gaan. Gaat de mens eigenlijk wel op de goede manier om met de wereld? Er zijn wetenschappers die hierover serieus nadenken. Ze laten zelfs ernstige waarschuwingen horen. Een van de eerste wetenschappers die ons waarschuwt, is de Engelsman Thomas Malthus (17661834). Deze econoom en predikant heeft wel een heel sombere kijk op het leven en de wereld. In 1798 geeft hij een vlugschrift uit met de Engelse titel An Essay on the Principle of Population (Een Essay over het Principe van Bevolking). In die tijd leven er naar schatting iets minder dan 1 miljard mensen op aarde. In het boekje voorspelt Malthus dat de bevolking sneller zal groeien dan de hoeveelheid voedsel op de wereld. Hij weet zeker dat er op een gegeven moment op de hele wereld een grote hongersnood zal komen. Er zullen dan veel mensen van honger omkomen. Toch is dat niet genoeg om de snelle groei van het aantal mensen te stoppen. Zelfs ziekten en oorlogen kunnen die groei niet tegenhouden. Malthus is ervan overtuigd dat er maar één manier is om dit te bereiken. Mensen van wie het zeker is dat ze hun leven lang arm zullen zijn, mogen geen gezin stichten. Al die gezinnen zouden alleen maar voor meer armoede en honger zorgen. Heruitgave van het vlugschrift van Malthus
Een sprong in de tijd We maken nu een sprong in de tijd van bijna 200 jaar. We kijken naar de wereld zoals die is in 1972. Er wonen dan tegen de 4 miljard mensen op onze planeet. In veel, vooral westerse, landen is er een ongekende welvaart. We zien grote fabrieken en goedlopende landbouw- en veeteeltbedrijven. Vooral in de Arabische wereld wordt enorm veel aardolie gewonnen om bijvoorbeeld auto’s en schepen van brandstof te voorzien. Een grootgebruiker van aardolie is de chemische Oliewinning industrie. Op andere plaatsen worden ook steenkool en aardgas gewonnen voor verwarming of het opwekken van stroom. Het aantal mensen op aarde neemt gestaag toe, net als het aantal fabrieken en landbouwbedrijven. Veel bedrijven worden steeds groter. Alles lijkt grenzeloos en niemand is zich van enig kwaad bewust. 7
Een aantal wetenschappers slaat echter in 1972 alarm. De groep brengt een rapport uit met de Engelse titel The Limits to Growth (De Grenzen aan de Groei). Het 205 pagina’s tellende boek is geschreven in opdracht van de Club van Rome. Deze ‘denktank’ is in 1968 in Rome opgericht en houdt zich bezig met de wereldbevolking. De rapporten die de denktank uitgeeft, zijn meestal niet opvallend. Maar De Grenzen aan de Groei brengt heel wat teweeg.
Wat zijn de onderwerpen uit het rapport die heel veel mensen aan het denken zetten? In de eerste plaats is dat de snelheid waarmee het aantal mensen op de wereld toeneemt. Door die groei van de wereldbevolking groeit ook de industrie steeds verder. Om al die mensen van eten en drinken te kunnen voorzien, moet er steeds meer door de landbouw en de veeteelt worden geproduceerd. Fabrieken overal op de wereld hebben delfstoffen en andere grondstoffen nodig om te kunnen blijven produceren. En laten we de benodigde energie uit aardolie, steenkool en aardgas niet vergeten. Uiteindelijk zullen delfstoffen als olie, aardgas en steenkool opraken. Volgens de Club van Rome zal, als de wereldbevolking zo snel blijft groeien, dit enkele tientallen jaren na 1972 gebeuren . Milieuvervuiling De schrijvers van het rapport waarschuwen verder voor de enorme milieuvervuiling die mensen veroorzaken met fabrieken en het grootschalig gebruik van giftige chemische stoffen in de landbouw. Lucht, bodem en water zullen steeds erger worden vervuild. Uiteindelijk zal er een einde komen aan de groei van het aantal mensen op aarde. Sterker nog: door het gebrek aan voedsel zal de wereldbevolking dan zelfs afnemen. De Club van Rome bestaat nog altijd en heeft in de loop van de jaren nog allerlei andere boeken en rapporten geschreven. Toch heeft geen enkel rapport de mensen zo aan het denken gezet als De Grenzen aan de Groei. Niet alleen wetenschappers denken na over de problemen die het rapport noemt en de waarschuwingen die er gegeven worden. Politici en beleidsmakers zijn zich er bewust van geworden dat bijvoorbeeld een schoon milieu erg belangrijk is. 8
Het rapport De Grenzen aan de Groei heeft een grote invloed gehad op de manier waarop veel mensen nu denken over milieu, energie en delfstoffen. Toch is er meteen na het verschijnen van het rapport ook flink wat kritiek. Sommigen vinden dat de schrijvers van het rapport op de verkeerde manier hebben gerekend. Dit komt doordat ze bij het rekenen verkeerde of onvolledige theorieën hebben gebruikt, zeggen ze. Zo blijkt er veel meer aardgas, olie en steenkool in de grond te zitten dan de Club van Rome in 1972 denkt. Delfstoffen als ijzer- of kopererts zijn nog steeds ruim voorhanden. Andere wetenschappers uiten veel hardere kritiek. De Amerikaanse econoom Henry C. Wallich (1914-1988) noemt De Grenzen aan de Groei zelfs “Een stuk onverantwoordelijke onzin”! Het rapport De Grenzen aan de Groei is geschreven in 1972, zo’n 40 jaar geleden. Als je nu om je heen kijkt, kun je je afvragen of de Club van Rome inderdaad gelijk heeft gekregen. Is de wereld werkelijk zo slecht bewoonbaar geworden als de wetenschappers destijds hebben geschreven? Zijn olie, aardgas, steenkool en bijvoorbeeld ijzererts op, zoals het rapport voorspeld heeft? Kortom, heeft de Club van Rome het bij het rechte einde gehad? En wat te denken van Thomas Malthus? Klopt zijn sombere zienswijze eigenlijk wel? Wat hebben bijvoorbeeld regeringen gedaan om de bevolking minder snel te laten groeien? Lees verder op de volgende pagina’s en je zult het weten.
9
GROEIT DE WERELDBEVOLKING TE SNEL? Deze vraag wordt in de loop van de jaren na 1972 herhaaldelijk gesteld. Mede door De Grenzen aan de Groei van de Club van Rome beantwoorden verschillende politieke leiders deze vraag met: “Ja”. In verschillende landen neemt de regering speciale maatregelen om te proberen de groei van de bevolking in haar land af te remmen. Een aantal landen waar dit is gebeurd gaan we eens wat nader bekijken. China In 1978 voert de Chinese regering van Mao Zedong (1893-1976) de zogenaamde één-kind-politiek in. Deze politiek beweegt gezinnen in de stedelijke gebieden ertoe hooguit één kind te nemen. Dit geldt althans voor de meeste paren. Rijke stellen kunnen toestemming krijgen voor meer dan één kind. Ze moeten daar flink voor betalen. Op het platteland zijn de regels minder streng. Zo mag een gezin een tweede kind nemen als het eerste kind een meisje is of als het een handicap heeft. Heeft de één-kind-politiek eigenlijk effect gehad? De Chinese regering zegt van wel. Toch zijn er geen exacte cijfers. De regering schat dat er tussen de 300 en 400 miljoen mensen meer in China zouden wonen wanneer de één-kind-politiek er niet was geweest. De bevolking in China groeit nog wel, al is dat niet meer zo snel als vóór 1978. India India is, naast China, het tweede land ter wereld met meer dan 1 miljard inwoners. Net als in China wil de Indiase regering de groei van de bevolking afremmen. Maar in dit land gebeurt dat op een andere manier: door gezinsplanning. Dit houdt bijvoorbeeld in dat vrouwen van alles doen om te voorkomen dat ze zwanger raken. Een voorbeeld is het gebruik van de pil. Eigenlijk heeft de gezinsplanning in India een valse start beleefd. In het begin van de jaren 1970 komt de regering met een programma om mannen op grote schaal te steriliseren (onvruchtbaar te maken). Er is veel kritiek op dit programma en het komt niet van de grond. De tegenwoordige politiek van gezinsplanning heeft ook zo zijn problemen. Zo kan bijna 35% van de vrouwen niet lezen en schrijven. Men kan ze met de campagnes voor gezinsplanning moeilijk bereiken. Daardoor krijgen al deze vrouwen geen informatie over gezinsplanning. 10
Al met al verloopt de politiek van gezinsplanning niet zo soepel als de regering wil. Toch is het gemiddelde aantal kinderen per Indiaas gezin in de loop van tientallen jaren langzaam gedaald. Doorgaans krijgt een echtpaar nu nog twee of drie kinderen. Hiermee groeit de Indiase bevolking nog steeds. De groei is wel minder sterk dan bijvoorbeeld in de jaren 1970. Iran Een ander land waar gezinsplanning een belangrijke rol speelt is Iran. In vergelijking met India heeft de gezinsplanning in dit land meer succes. Zo groeit de Iraanse bevolking tot 1986 al tientallen jaren met ongeveer 3% per jaar. In 2007 neemt de bevolking nog maar met 0,7% per jaar toe. Roemenië In Roemenië gebeurt het tegenovergestelde in vergelijking met landen als China, India of Iran. Daar groeit de bevolking in de jaren 1960 niet, en dreigt zelfs af te nemen. Nicolae Ceauşescu (1918-1989) regeert in die tijd met ijzeren vuist over het Oost-Europese communistische land. In 1967 vaardigt hij een wet uit die bekend is geworden als Decreet 770. Met behulp van dit decreet wil het bewind ‘een nieuw en groot Roemeens volk creëren’. Roemenië telt in die tijd 23 miljoen inwoners. President Ceauşescu wil dat op 30 miljoen brengen. Dit hoopt hij te bereiken door abortus (vroegtijdig beëindigen van de zwangerschap) en gezinsplanning bijna volledig te verbieden. Het gevolg is dat het aantal geboortes in het land in een jaar tijd verdubbelt. In 1989 heft de nieuwe regering Decreet 770 weer op. Dit gebeurt vlak nadat het bewind van Ceauşescu is verdreven en Ceauşescu is doodgeschoten. Gezinsplanning Gezinsplanning is lang niet altijd iets dat door de regering van een land aan de bevolking wordt opgelegd. In veel landen zorgen de mensen er zelf voor. Dat zien we bijvoorbeeld in Nederland. Tot ongeveer de jaren 1960 zijn er in ons land veel grote gezinnen met soms wel tien kinderen. Daarna verandert er veel in de westerse maatschappij. De mensen krijgen andere ideeën over het krijgen van kinderen en gaan bewust kiezen voor minder kinderen (met hulp van de pil). Daardoor worden de gezinnen steeds kleiner. Tegenwoordig heeft een gezin meestal maar twee kinderen of zelfs maar één. 11
De film ‘4 maanden, 3 weken & 2 dagen’ gaat over een jonge vrouw die sterft ten gevolge van een illegale abortus ten tijde van Decreet 770 in Roemenië
De moeder is vaak al meer dan 30 jaar oud als het eerste kind wordt geboren. Ze heeft dan al een flink aantal jaren betaald werk gedaan. In de tijd van de grote gezinnen kreeg de moeder meestal al voor haar 20e jaar haar eerste kind. Betaald werken buitenshuis was er toen voor haar niet bij. Emigratie en immigratie Al eeuwenlang zijn mensen uit een land vertrokken om in een ander land te gaan wonen. Voor het land waar ze vandaan komen, zijn ze emigranten. Voor het land waar ze komen wonen, zijn ze immigranten. Meestal emigreren mensen omdat ze in een ander land een nieuw bestaan willen opbouwen. Ze kunnen daar bijvoorbeeld gemakkelijker een bedrijf beginnen of werk vinden. Een voorbeeld uit vorige eeuwen van emigratie is dat van Europeanen die in de ‘Nieuwe Wereld’ (Noord-, Midden- en Zuid-Amerika) gaan wonen.
In de jaren vijftig, vlak na de Tweede Wereldoorlog, emigreerden honderdduizenden Nederlanders naar Amerika, Australië en Nieuw-Zeeland. Links: vertrek vanaf Schiphol in 1952 naar Australië. Rechts: aankomst in Nieuw-Zeeland in 1950.
Immigranten in Nederland. Tegenwoordig worden ze vaak Nieuwe Nederlanders genoemd.
Emigratie en immigratie hebben invloed op het aantal inwoners van een land. Zo kan het aantal inwoners van een land met veel emigranten langzamer groeien of zelfs afnemen. Aan de andere kant groeit het aantal inwoners van een land met veel immigranten juist extra snel. Vooral in West-Europa is er nog een andere groep mensen die invloed heeft op het aantal inwoners. Dat zijn de vele mensen die uit andere landen naar West-Europa zijn gevlucht. Zij vluchtten omdat ze in eigen land dreigden gevangen gezet te worden of gemarteld.
We hebben dus gezien dat regeringen de bevolking van hun land minder snel of juist sneller wilden laten groeien, al dan niet met dwang. In hoeverre hebben die daden invloed gehad op de groei van de hele wereldbevolking? En hoe zit het met het groeitempo op dit moment? Dat gaan we in het volgende hoofdstuk nader bekijken. 12
DE GROEI NEEMT NIET ALTIJD GEPLAND AF In de tijd dat de Club van Rome zijn later veelbesproken rapport schrijft, groeit de wereldbevolking met ongeveer 2,1% per jaar. In de tientallen jaren die volgen gaat dat groeipercentage langzaam maar zeker omlaag. Toch neemt het aantal mensen in de periode van 2000-2005 wereldwijd nog met zo’n 383 miljoen toe. Maar wat zien we als we de cijfers van een paar gebieden afzonderlijk bekijken? In die jaren 2000-2005 neemt Azië verreweg het grootste deel van de groei voor zijn rekening; een dikke 237 miljoen mensen kwamen er daar bij. Het gat met de nummer twee, Afrika, is groot. In dat continent kwamen er ongeveer 92 miljoen mensen bij. Latijns Amerika volgt met 38 miljoen en Noord-Amerika met 16 miljoen. Pas daarna komt Europa met circa 3 miljoen mensen meer. Oceanië sluit de rij met een toename van bijna 2 miljoen mensen.
Op de Zuidpool, een officieel werelddeel, wonen ongeveer duizend mensen. Het zijn allemaal wetenschappers en hulppersoneel. Kinderen zijn er niet. Zij verblijven allemaal tijdelijk op dit werelddeel. Niemand woont er permanent.
In het vorige hoofdstuk hebben we al gezien dat in veel landen de gezinnen kleiner zijn geworden en groei van de wereldbevolking daardoor afneemt. Maar er zijn nog andere redenen aan te wijzen waarom de groei van wereldbevolking afgeremd wordt. Je kunt daarbij denken aan grote natuurrampen als overstromingen, tropische orkanen of zware aardbevingen. Door zulke natuurrampen vallen jaarlijks tienduizenden doden. Het aantal slachtoffers is groter in dichtbevolkte gebieden dan in gebieden waar maar weinig mensen wonen. De grootste natuurramp van de laatste jaren is de enorme tsunami (vloedgolf) die vooral Zuidoost-Azië op 26 december 2004 overspoelt. Als gevolg van dit natuurgeweld komen ruim 230.000 mensen om. 13
Niet alleen door natuurrampen sterven veel mensen. De mens maakt ook door eigen doen en laten veel slachtoffers. De Eerste en Tweede Wereldoorlog met hun tientallen miljoenen slachtoffers hebben we al op pagina 2 genoemd. Veel korter geleden is bijvoorbeeld een groot conflict tussen twee bevolkingsgroepen in Rwanda in Centraal Afrika. Hutu’s richten in ongeveer 100 dagen een enorme slachting aan onder de Tutsi’s. Het aantal doden is niet precies bekend. Schattingen lopen uiteen van 500.000 tot zelfs 1 miljoen mensen. Een enkele keer maakt een terroristische aanslag heel veel slachtoffers. Dan denken we met name aan de aanslagen op onder meer de Twin Towers van het World Trade Center in New York City op 11 september 2001. Bij deze aanslagen komen in totaal 3017 mensen om het leven. Slachtoffers van de moorden op de Tutsi’s
Ziekten zijn een andere oorzaak waardoor jaarlijks vele miljoenen mensen vroegtijdig overlijden. Het kan gaan om ‘oude’ ziekten als bijvoorbeeld malaria of cholera. Er zijn ook ziekten die nog maar enkele tientallen jaren bekend zijn. De belangrijkste daarvan is aids. Vooral in het gebied in Afrika ten zuiden van de Sahara maakt deze ziekte veel slachtoffers. Per jaar sterven er in Afrika zo’n 2 miljoen mensen aan aids.
Aids
Gevaar voor hart– en vaatziekten
Aan aandoeningen en ziekten als kanker of hart- en vaatziekten overlijden vooral in westerse landen veel mensen. Bij elkaar bezwijken elk jaar bijna 18 miljoen personen wereldwijd aan deze ziekten. 14
Er is nog een belangrijk gegeven dat we hier moeten noemen als het gaat om een invloed op de bevolkingsgroei in de wereld. Dat is de beschikking over voedsel en schoon drinkwater. Per jaar wordt er rond de 4 miljard ton voedsel geproduceerd op de wereld. Maar het voedsel is heel ongelijkmatig onder de mensen verdeeld. Zo zijn er ruim 1,5 miljard mensen op aarde die voortdurend te veel eten en lijden aan overgewicht. Aan de andere kant lijdt een kleine miljard wereldburgers aan ondervoeding. Elke dag sterven tienduizenden mensen van de honger. Bij hongersnoden is niet altijd voedseltekort de oorzaak. Er zijn periodes dat de voedselprijzen zo hoog zijn dat veel inwoners hun eten niet kunnen betalen. Voedselrellen kunnen dan het gevolg zijn. Zo zijn in 2008 de voedselprijzen in Indonesië extreem hoog. Het belangrijkste voedsel voor de Indonesiërs, rijst, is voor velen nauwelijks te betalen. Hevige rellen zijn het gevolg.
Hongersnood
Voedselrellen
Schoon drinkwater is even belangrijk voor de wereldbevolking. Van al het water op aarde is maar 0,3% bruikbaar als drinkwater. Er zijn gebieden op de wereld waar voortdurend drinkwater in overvloed is. Voor ons in Nederland is het heel gewoon: draai de kraan open en er komt schoon, helder water uit dat je probleemloos kunt drinken. In veel gebieden in Afrika, met name ten zuiden van de Sahara, is drinkwater helemaal niet vanzelfsprekend. Als er water beschikbaar is, is het vaak vervuild en zitten er allerlei ziekteverwekkers in. Dat zien we ook in gebieden waar een grote natuurramp heeft plaatsgevonden, zoals een aardbeving of een tropische orkaan met daarmee gepaard gaande overstromingen. Cholera-epidemieën zijn vaak het gevolg. Zo zien we dat de combinatie van natuurrampen, hongersnood, watertekorten en besmettelijke ziekten jaarlijks duizenden doden eist.
Water uit de kraan
Water uit een pomp
Vervuild water
We hebben al veel dingen besproken die invloed hebben op de groei van de wereldbevolking. In het volgende hoofdstuk nemen we de samenstelling van de wereldbevolking eens nader onder de loep. 15
DE SAMENSTELLING VAN DE WERELDBEVOLKING In dit hoofdstuk gaan we ons bezighouden met demografie. In het woord demografie kun je twee Griekse woorden herkennen. Het ene, demos, betekent ‘bevolking’. Het andere woord, Graphoo, betekent ‘beschrijven’. We gaan dus beschrijven hoe de bevolking van een land is opgebouwd. Dit gebeurt met behulp van cijfers en grafieken. Leeftijdsopbouw Bij de bevolking van een land kunnen we bekijken hoe die verdeeld is in verschillende leeftijdsgroepen. Daarvan maken we een grafiek. Aan de linkerkant staat de leeftijdsopbouw bij de mannen, aan de rechterkant bij de vrouwen. Zo’n grafiek heet een bevolkingspiramide. Maar hij heeft niet altijd de vorm van een piramide. Hij kan ook de vorm hebben van een toren of van een urn. Uit de vorm van de grafiek kun je aardig wat aflezen.
Piramidevorm: We zien hier een land met veel grote gezinnen. Veel kinderen sterven bij de geboorte of op jonge leeftijd. Door armoede, honger, slechte hygiëne, weinig medicijnen en gebrek aan dokters worden de mensen gemiddeld niet zo oud. Dit is het kenmerk van de leeftijdsopbouw in een ontwikkelingsland als Afghanistan. Torenvorm: Hier zien we een gelijkmatige leeftijdsopbouw over meerdere groepen. Generaties lang hebben gezinnen min of meer dezelfde grootte. Er is weinig kindersterfte en de mensen worden gemiddeld ouder dan in ontwikkelingslanden. We zeggen ook wel: er is een hogere levensverwachting. De hygiëne en de gezondheidszorg zijn goed. Verder doen de mensen meer aan gezinsplanning. Deze vorm van de grafiek is kenmerkend voor de meer ontwikkelde landen, zoals Amerika. Urnvorm: Bij deze vorm van de grafiek kunnen we zien dat vooral in de laatste jaren de gezinnen duidelijk kleiner zijn geworden. Net als bij de torenvorm van de grafiek kunnen we hier zien dat de verdere leeftijdsopbouw gelijkmatig is. Hygiëne, gezondheidszorg en levensverwachting zijn van hetzelfde hoge niveau. Dit is typisch een grafiek van de leeftijdsopbouw in een land als Italië of Nederland. 16
De verhouding mannen-vrouwen We kijken nu naar op de leeftijdsopbouw bij de mannen aan de linkerkant en die bij de vrouwen rechts. Daarbij kunnen we nog iets belangrijks zien. Het komt voor dat er in een bepaalde leeftijdsgroep veel meer mannen zijn dan vrouwen. Dat zien we bijvoorbeeld in Duitsland. In dat land komen in de jaren 1990 grote aantallen Turkse mannen en mannen uit het voormalige Joegoslavië wonen om er te werken. Vrouwen en kinderen blijven meestal in het land van herkomst achter.
Turkse familie in Duitsland
Er zijn meer landen waar de bevolking in bepaalde leeftijdsgroepen meer mannen dan vrouwen telt. In China komt dit doordat echtparen veel liever een zoon hebben dan een dochter. Blijkt de baby die wordt verwacht een meisje te zijn, dan wordt regelmatig abortus gepleegd, omdat echtparen officieel maar één kind mogen hebben. Vergrijzing Vergrijzing wil zeggen dat de bevolking in een land of regio steeds meer oudere mensen heeft. Dat zijn de mensen die ouder zijn dan 60 jaar. We zien een vergrijzing van de bevolking met name in landen van West-Europa. In dit deel van de wereld worden in de eerste 10 jaar na de Tweede Wereldoorlog veel baby’s geboren. Men zegt wel dat er in die tijd een geboortegolf is. Deze zogenaamde babyboomers zijn nu inmiddels behoorlijk op leeftijd. Door de goede gezondheidszorg in de westerse wereld blijven mensen gemiddeld genomen langer leven dan bijvoorbeeld rond 1900. Dit alles verschaft de regeringen van West-Europese landen de nodige problemen. Al deze ouderen hebben recht op een (staats)pensioen, zoals de AOW in Nederland. De regeringen hebben voor het betalen daarvan steeds meer geld nodig. Er gaan steeds meer stemmen op om de leeftijd waarop mensen met pensioen gaan te verhogen (van 65 naar 67 jaar zoals in Nederland). Aan de andere kant zijn er mensen die zeggen dat het probleem dat de vergrijzing nu geeft tijdelijk zal zijn. Dit omdat de bevolking in West-Europa volgens voorspellingen in de komende tientallen jaren minder snel zal groeien (zoals in Italië al gebeurt). Er zijn zelfs mensen die zeggen dat de bevolking in bijvoorbeeld grote steden zal afnemen. 17
We keren nog even terug naar Roemenië, waar een grote geboortegolf geweest is door het zogenoemde Decreet 770 (zie pag. 11). In Roemenië zal zo rond 2030 een sterke vergrijzing optreden. Al die mensen die tussen 1970 en 1989 zijn geboren, komen dan immers op leeftijd. Buitenlanders komen en gaan Over emigratie en immigratie hebben we het al eerder gehad (zie pag. 12). Omdat die verschijnselen soms aardig wat invloed hebben op de groei of de afname van de bevolking in een land noemen we ze ook hier. Behalve de al genoemde redenen zijn er nog andere redenen waarom mensen naar een ander land komen. Die kunnen bijvoorbeeld zijn: Werken. Soms haalt het gastland ze binnen, maar veelal komen de buitenlandse werknemers uit eigen beweging in de hoop werk te vinden. In Nederland zijn het vooral Turken en Marokkanen die hun geluk beproeven.
Gastarbeiders in de jaren ‘70 in Nederland
Vluchten om economische redenen. Hier gaat het veelal om mensen die in eigen land een armoedig en/of uitzichtloos bestaan hebben. Ze vluchten naar rijke landen in de hoop daar op de een of andere manier aan geld te komen. Zo zijn er bijvoorbeeld veel mensen uit het noorden van Afrika naar Frankrijk gegaan. Men duidt ze wel aan als economische vluchtelingen. Alles wat we hierboven hebben genoemd, heeft meer of minder invloed op de samenstelling van de bevolking in een land. Het is voorgekomen dat de bevolking in het ene land afneemt, terwijl hij in het andere land juist sterk toeneemt. Een voorbeeld hiervan is Suriname, waaruit veel inwoners in de jaren 1970 en 1980 naar Nederland trekken. Daardoor neemt de Nederlandse bevolking sterker toe dan normaal. In Suriname kun je in die periode spreken van een kleine leegloop.
Surinamers in Nederland
Wat kun je eigenlijk zelf merken van het voortdurend groter wordende aantal mensen op de wereld? Dat is misschien meer dan je zou denken. Lees er meer over op de volgende pagina’s. 18
WAT ZIE JE OM JE HEEN VAN DE BEVOLKINGSGROEI? We hebben het op pagina 5 al gezegd: Nederland telt zo’n 16,6 miljoen inwoners. Al die mensen wonen in een land dat 41.528 vierkante kilometer groot is. Daarvan bestaat 18,41% uit water, zoals rivieren, plassen en meren. Dat betekent, gemiddeld genomen, dat er op één vierkante kilometer 401 mensen wonen. Met dit getal duidt men de bevolkingsdichtheid aan. Met die 401 mensen per vierkante kilometer staat Nederland op de dertigste plaats van dichtstbevolkte landen op de wereld. Ondanks die dertigste plaats vinden nogal veel mensen dat ons land te vol wordt. Misschien heb je je oma of opa weleens horen vertellen hoeveel ruimte er vroeger overal was. Het is waar, in de jaren 1950 woonde je met 11 miljoen mensen ruimer dan met de 16,6 miljoen van nu. Toch worden er al in die tijd veel nieuwe, soms grote stadswijken gebouwd. Dat gaat in de jaren 1960 in hoog tempo door. Wijken als de Bijlmermeer in Amsterdam of DukenBijlmermeer burg in Nijmegen verrijzen in die periode. In de loop van de daarop volgende tientallen jaren zijn er zelfs nieuwe steden bijgekomen, zoals Almere en Zeewolde. Woon je in een van deze steden, probeer je dan maar eens in te denken dat jouw straat in de vorige eeuw nog grasland was of een grote watervlakte. Juist omdat we met veel mensen in een naar verhouding klein gebied wonen, moeten we de ruimte die we hebben goed verdelen. Kijk maar naar je eigen buurt. Je gaat naar school, naar de winkel, naar de sportclub, en misschien regelmatig wandelen met de hond in het park, in het bos of op het strand. Gemeenten, provincies en de regering in Den Haag bepalen waar al die voorzieningen precies mogen zijn. Dit doen ze aan de hand van zogenaamde bestemmingsplannen. Als het nodig is, kan zo’n bestemmingsplan veranderd worden. Misschien ken je wel een plaats waar voorheen een grote fabriek heeft gestaan en nu huizen worden gebouwd. Of het zou kunnen zijn dat aan de rand van het dorp waar je woont een nieuwe grote woonwijk uit de grond wordt gestampt. En dat terwijl daar een jaar geleden nog koeien graasden of maïsvelden waren. 19
In de grotere steden zie je andere manieren waarop we de beschikbare ruimte gebruiken. In die steden zie je hoge flats (bijvoorbeeld van twaalf verdiepingen) en kantoorgebouwen. In de grote steden is er nog een probleem. Veel mensen hebben een auto, die ze graag zo dicht mogelijk bij de plaats van bestemming willen parkeren. Maar daarvoor ontbreekt het aan de ruimte. Je kunt extra ruimte maken door ondergronds te gaan. Zo zijn er in de steden op veel plaatsen ondergrondse parkeergarages. In Amsterdam De metro in Rotterdam en Rotterdam gaan ze nog een stap verder. Daar rijdt het openbaar vervoer deels ondergronds: de metro. Omdat ons land zo dichtbevolkt is, hebben we veel aandacht voor het milieu. Net als in heel veel andere landen heeft het al genoemde rapport De Grenzen aan de Groei daar mede toe aangezet. Je ziet er om je heen al verschillende voorbeelden van. Zo komt de gemeente bijvoorbeeld een keer in de maand oud papier ophalen. Groente-, fruit- en tuinafval gooi je in de zo geheten gft-container. Op sommige plaatsen gebruikt men aparte vuilniszakken voor plastic afval. Op veel plaatsen kun je lege batterijen inleveren en ander chemisch afval gaat naar de chemokar. Overal in steden en dorpen staan grote bakken waarin je al het glas kwijt kunt dat je wilt weggooien. Veel gescheiden ingezamelde afval wordt opnieuw gebruikt. Anders gezegd, het gaat naar de recycling. Ook met een nog steeds groeiende bevolking kun je blijven wonen, leren en werken in een Katalysator goed leefmilieu. Zo moeten chemische fabrieken, elektriciteitscentrales, olieraffinaderijen, hoogovens en andere bedrijven ervoor zorgen dat de afvalgassen uit hun schoorsteenpijpen zo min mogelijk vervuilende stoffen bevatten. Auto’s, bussen en vrachtwagens moeten een zogenaamde katalysator of een roetfilter hebben om schoner te rijden. Hier en daar rijden er bussen op aardgas. Daarmee wordt geprobeerd de luchtvervuiling zoveel mogelijk te beperken. Bedrijven die afvalwater willen lozen in rivieren of de Noordzee moeten eerst zoveel mogelijk de vervuilende of giftige stoffen er uit halen. Voordat het water bij ons uit de kraan komt, wordt het van alle overgebleven ongewenste stoffen ontdaan in grote zuiveringsinstallaties. 20
Tegenwoordig weten we dat we niet zomaar allerlei afval op grote vuilnisbelten kunnen storten. Als er op zo’n voormalige stortplaats later een woonwijk wordt gebouwd, dan kan het gebeuren dat de bewoners op giftige grond wonen. De kans op gezondheidsproblemen is dan groot. Achteraf moet dan in een grote, dure operatie die vervuilde grond onder de huizen en straten worden vandaan worden gehaald en vervangen door nieuwe, schone grond. De mensen in de Zuid-Hollandse plaats Lekkerkerk hebben dit in 1980 en 1981 meegemaakt. In die jaren moest in die stad een nieuwbouwwijk met 300 woningen op deze manier worden gesaneerd. Die operatie kostte 188 miljoen gulden, zo’n 85 miljoen euro. Dit gifschandaal heeft de mensen er ook weer eens van bewust gemaakt hoe belangrijk een schoon milieu is.
De grond onder de huizen in Lekkerkerk wordt schoongemaakt.
Tot op de dag van vandaag kunnen we de voortdurende bevolkingsgroei in Nederland goed aan. Dit komt onder andere doordat de groei langzamer verloopt dan bijvoorbeeld in de jaren 1950. Kijk maar eens naar je eigen ouders. De meeste ouders hebben maar twee kinderen, hooguit drie. Je grootouders hadden waarschijnlijk meer kinderen, geen twee of drie, maar misschien wel zes, zeven of meer. Zo zie je zelfs in je eigen familie dat het aantal inwoners van Nederland niet meer zo snel toeneemt als vroeger.
Familie 1950 (ouders met hun 10 kinderen)
Familie 2000 (ouders met hun 3 kinderen)
21
DE TOEKOMST: WORDT DE AARDE TE VOL? Hoe gaat het nu verder met het aantal mensen op aarde? Zal de wereldbevolking de komende tientallen jaren sneller gaan groeien? Of zal de groei juist langzamer gaan of zelfs stoppen? Is het denkbaar dat het aantal mensen op de wereld zelfs vermindert? In dit hoofdstuk proberen we een blik te werpen in de toekomst.
Dat het moeilijk is de grootte en de toe- of afname van de wereldbevolking te voorspellen, is wel gebleken. Het toekomstbeeld dat Malthus (zie pag. 7) en de Club van Rome (zie pag. 8) in hun publicaties hebben geschetst, blijkt achteraf niet te kloppen. Zo is het tempo van de bevolkingsgroei minder hoog dan in het rapport De Grenzen aan de Groei is voorspeld. Voorts zijn de voorraden olie, steenkool en gas veel groter dan de opstellers van het rapport hebben gedacht. Toch probeert men ook nu weer in de toekomst te kijken. Dat begint al bij de heel nabije toekomst. Zo probeert het Bevolkingsbureau van de Verenigde Naties te voorspellen wanneer de achtmiljardste wereldburger er zal zijn. Op dit moment staat de teller op meer dan 7 miljard mensen. Op 31 oktober 2011 verklaarden de VN dat ergens ter wereld de 7 miljardste mens geboren was. In 2025 verwacht men dat we dan de grens van 8 miljard mensen zullen passeren.
22
Om de groei van de wereldbevolking beheersbaar te houden, moeten de VN verder in de toekomst kijken dan over 10 tot 15 jaar. Een jaartal dat men hierbij vaak hanteert is 2050. Maar hoeveel mensen zullen er dan op de wereld wonen? De schattingen lopen ver uiteen: van 7,5 miljard tot wel 12 miljard wereldbewoners. De VN houden het op ongeveer 9 miljard. Volgens een andere voorspelling van de VN bereikt de wereldbevolking een omvang van 10 miljard rond het jaar 2100. Dat men de groei zo moeilijk kan voorspellen, komt bijvoorbeeld doordat men nu nog niet weet hoe groot in 2050 of 2100 gezinnen gemiddeld zullen zijn. Die gezinsgrootte hangt op haar beurt mede samen met de vraag hoe de verschillende landen wereldwijd er economisch voor staan. Voor al die miljarden mensen moet er ook in de verdere toekomst voldoende voedsel en schoon drinkwater zijn. In de landbouw zien we nu, en ook in de toekomst, twee dingen gebeuren. Aan de ene kant zien we de oprukkende woestijnen en uitputting van de nog bruikbare landbouwgrond. Aan de andere kant weet men steeds meer gewassen te kweken die ook onder moeilijkere omstandigheden goed groeien. Ze zijn bovendien beter bestand tegen allerlei plantenziekten. Al die landbouwproducten, nodig voor ons voedsel, moeten wel betaalbaar blijven voor zoveel mogelijk mensen. Dit kan meehelpen te voorkomen dat mensen massaal de hongerdood sterven. Goed met het milieu omgaan is net zo belangrijk om ook toekomstige generaties een goed leven te bieden. Schone productiewijzen door fabrieken en zoveel mogelijk hergebruiken van materialen zullen een grote rol blijven spelen. Zo kunnen we langer doen met de nog aanwezige bodemschatten. Denk daarbij aan ertsen, steenkool, aardolie en aardgas. Wind, water en de zon spelen een steeds grotere rol bij het opwekken van elektriciteit. Die elektriciteit gebruiken we op haar beurt weer steeds meer in het verkeer (denk aan de elektrische auto). Ook dit is een manier om ook voor de generaties na ons een schoon leefmilieu mogelijk te maken.
23
Een goede gezondheidszorg op de wereld draagt er aan bij dat toekomstige generaties kunnen genezen van allerlei ziekten. Zal men er bijvoorbeeld in slagen ziekten en aandoeningen te genezen waarbij dat anno nu nog niet kan? Denk daarbij aan aids of allerlei vormen van kanker. Volop ruimte of ruimtegebrek? Kijkend in de nabije en verdere toekomst is er nog een vraag die wetenschappers, politici en de VN bezighoudt. Mocht de voorspelling van de VN uitkomen dat er in 2050 9 miljard mensen op aarde wonen, is er dan voor al die mensen genoeg ruimte? Met name in landen als China en India wordt woon- en werkruimte voor de bevolking steeds schaarser. We hebben immers al gezien dat de bevolking in die landen het snelst groeit. De politiek is er zich steeds meer van bewust dat de ruimte die er is zo goed mogelijk moet worden ingericht op de behoeften van de mens. Er wordt nu al hardop gedacht over de aanleg van woongebieden op kunstmatige eilanden of over wonen op zee. Enkelen denken zelfs over de mogelijkheid van wonen op de Maan of op de planeet Mars. Maar voorlopig is dat nog sciencefiction. Tot slot… In de voorafgaande hoofdstukken heb je heel wat kunnen lezen over de wereldbevolking. Je hebt gelezen hoe hij groeide, groeit en misschien verder zal groeien. We hebben je laten zien wat dat steeds maar grotere aantal mensen op aarde zoal voor problemen met zich mee kan brengen. Hoe kijk je nu zelf aan tegen dit onderwerp? Is je mening veranderd na het lezen van dit scriptiepakket? Ook jij hoort bij die 7 miljard aardbewoners van de soort Homo Sapiens. In de tijd dat je zelf kinderen hebt, zijn er misschien zelfs al 8 miljard mensen op de wereld. Of al die mensen gezond en zonder honger kunnen leven in een schoon milieu hangt misschien ook wel een beetje van jou af…
24
AANTEKENINGEN
25
26
MEER OP INTERNET Op de website van het Centrum voor Mondiaal Onderwijs vind je nog meer onderwerpen die je kunnen helpen bij je werkstuk of spreekbeurt. Je vindt daar tips over hoe je het beste een werkstuk kunt opzetten of hoe je het beste je spreekbeurt kunt inkleden. Ga naar www.cmo.nl of www.maak-een-werkstuk.nl.
27
SCRIPTIESERVICE De Scriptieservice Mondiaal Onderwijs richt zich op leerlingen vanaf 10 jaar. In de reeks zijn meer dan 85 onderwerpen opgenomen over Derde Wereld, Vrede, Milieu en Mensenrechten. Elk pakket bestaat uit 24 pagina's tekst, foto's, tekeningen, strips en/of cartoons. Op de website van het CMO staat een handleiding voor het maken van een scriptie/ werkstuk.
De versie op papier is te bestellen bij: Centrum voor Mondiaal Onderwijs Postbus 9108 6500 HK Nijmegen tel. 024-3613074 e-mail:
[email protected] http://www.cmo.nl Schoolmediatheken, (jeugd)bibliotheken en documentatiecentra kunnen een abonnement op de scriptieservice nemen en ontvangen dan per jaar vijf pakketten.