VERENIGDE NATIES
Een informatiepakket voor een werkstuk of spreekbeurt
COLOFON Tekst: Harry de Ridder Illustraties: CMO en zijn licentiegevers, Flickr, VN, R. Gits
De inhoud is met zorg samengesteld. Mocht u van mening zijn dat inbreuk is gedaan op uw auteursrechten of beeldrechten, dan verzoeken wij u vriendelijk contact met ons op te nemen via
[email protected].
Centrum voor Mondiaal Onderwijs
Postbus 9108 6500 HK Nijmegen tel. 024-3613074 e-mail:
[email protected] http://www.cmo.nl
U kunt op de website http://www.cmo.nl terecht voor aanvullende informatie bij dit scriptiepakket. U vindt daar onder meer voor gebruik in de klas: een onderzoeksopdracht gebaseerd op de inhoud van het scriptiepakket met een overzicht van de competenties die daarbij worden aangesproken. De gebruikersnaam is: verenigdenaties Het wachtwoord is: project025
De Scriptieservice Nieuwe Stijl is mede mogelijk gemaakt door een bijdrage van Kerk en Wereld en door een solidariteitsbijdrage van de gezamenlijke religieuzen in Nederland via de commissie PIN.
© Centrum voor Mondiaal Onderwijs, Nijmegen, 2008
II
INHOUD Nooit meer oorlog!
pag. 1
De VN in het kort
pag. 3
Zorgen voor vrede en veiligheid Dagboek van een Nederlandse vredessoldaat Op hoop van zegen Vrijheid van meningsuiting De lach van Abdullatif
pag. 5 pag. 6 pag. 6 pag. 7 pag. 8
Zelfstandig Van Nederlands-Indië naar Indonesië
pag. 9 pag. 10
Strijden tegen armoede Unicef FAO WFP Nederlandse hulp UNHCR Millenniumdoelen De millenniumdoelen nader bekeken
pag. 11 pag. 11 pag. 12 pag. 12 pag. 12 pag. 13 pag. 14 pag. 16
De Verenigde Naties en het milieu
pag. 19
De Nacht van de VN Een leuk bijbaantje: jongerenvertegenwoordiger bij de VN Een beroemde voorganger… Interviews met de Nederlandse JV’s
pag. 21 pag. 21 pag. 22 pag. 23
Aantekeningen
pag. 25
Meer op internet
pag. 27
III
IV
NOOIT MEER OORLOG! De Verenigde Naties (VN) zijn in 1945 opgericht. Dat is niet toevallig. In dat jaar eindigde de Tweede Wereldoorlog (1939-1945). Om de geschiedenis van de VN te begrijpen, moeten we eerst terug naar die verschrikkelijke oorlog. In de Tweede Wereldoorlog zijn er vele miljoenen mensen omgekomen. De schattingen van het aantal slachtoffers lopen nogal uiteen. Het aantal militaire slachtoffers wordt geschat tussen de 19 en 25 miljoen. Het aantal burgerslachtoffers loopt uiteen van 14 miljoen tot 47 miljoen! Onder die 47 miljoen rekenen we ook de 20 miljoen mensen die door ziekte (meestal het gevolg van een tekort aan voedsel en medicijnen) zijn gestorven.
Londen na een bombardement
De Duitsers hebben in zogeheten vernietigingskampen twaalf miljoen mensen omgebracht. Van dat getal zijn we vrij zeker, omdat de Duitsers lijsten van hun slachtoffers bijhielden. De helft van die twaalf miljoen mensen was van joodse afkomst. De meest bekende van hen was misschien wel Anne Frank. Zij zat ondergedoken in Amsterdam (haar onderduikadres is nu het Anne Frank Huis). Na te zijn verraden is de familie Frank opgepakt. Anne is in maart 1945 in het concentratiekamp Bergen-Belsen in Duitsland omgekomen.
Anne Frank
De andere helft van die 12 miljoen kampslachtoffers bestond uit zigeuners, gehandicapten, homoseksuelen, Jehova’s getuigen en politieke tegenstanders. Na de verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog was de leus: ‘Nooit meer oorlog!’ Een van de manieren om nieuwe oorlogen te voorkomen, is de oprichting van de Verenigde Naties geweest.
Zwaar ondervoede joodse gevangenen in Buchenwald, bij hun bevrijding op 16 april 1945
1
Wereldoorlog Er zijn twee wereldoorlogen geweest (1914-1918 en 1939-1945). De term wereldoorlog wordt niet gebruikt omdat álle landen van de wereld meededen, maar het waren er wel veel. In de Eerste Wereldoorlog ging het om 34 landen; in de Tweede Wereldoorlog ging het om zo’n 65 landen, van wie er rond de veertig landen hebben meegevochten. Nieuw aan de wereldoorlogen was niet alleen het grote aantal landen dat meedeed. Nieuw was ook het grote aantal burgerslachtoffers. Tot aan de Eerste Wereldoorlog waren oorlogen een treffen tussen militairen. Er kwamen bij die oorlogen wel burgers om, maar in kleine getale. In de Eerste Wereldoorlog waren er nog veel meer militaire slachtoffers dan burgerslachtoffers, zo’n achttien miljoen tegenover één miljoen. Die ene miljoen burgerslachtoffers was echter al veel meer dan in de oorlogen tot dan toe. In de Tweede Wereldoorlog was het aantal burgerslachtoffers (65%) zelfs groter dan het aantal militaire slachtoffers (35%) (zie verder pag. 1).
Het schilderij ‘Guernica’ van Pablo Picasso stamt uit 1937. In dat jaar werd voor het eerst in de geschiedenis een bombardement uitgevoerd op burgers. Dat gebeurde tijdens de Spaanse burgeroorlog. Bij het bombardement kwamen 1500 inwoners van het Spaanse dorp Guernica om. In het hoofdkantoor van de Verenigde Naties hangt een kopie van het schilderij in de vorm van een wandtapijt. Het is aan de VN geschonken door de miljonair Nelson Rockefeller. Het wandtapijt moet de leden van de VN herinneren aan de reden waarom ze zijn opgericht: nooit meer oorlog! Tijdens de Tweede Wereldoorlog ontstaat al het idee dat ‘vrije landen’ moeten samenwerken om oorlogen te voorkomen. President Roosevelt van de Verenigde Staten van Amerika bedenkt de naam voor het samenwerkingsverband: Verenigde Naties, afgekort tot VN. 26 Landen bespreken in 1942 met elkaar de oprichting van de VN. De plannen worden tussen 1942 en 1945 verder uitgewerkt. In juni 1945 ondertekenen vijftig landen, waaronder Nederland, het Handvest van de Verenigde Naties. Hierin staat hoe de VN moet worden bestuurd. De Tweede Wereldoorlog eindigt officieel op 14 augustus 1945. Op 24 oktober 1945 treedt de VN in werking. Vanaf die tijd vieren we wereldwijd elk jaar op 24 oktober de Dag van de Verenigde Naties. 2
DE VN IN HET KORT Er zijn 194 landen in de wereld. Van hen zijn er 192 lid van de Verenigde Naties. De enige twee landen die géén lid zijn, zijn Vaticaanstad en Taiwan. Vaticaanstad wil niet. Taiwan mag niet. China beschouwt Taiwan als een afvallige provincie en houdt het lidmaatschap van Taiwan tegen. Het hoofdkantoor van de VN staat in New York. In dit gebouw is ook de vergaderzaal van de Algemene Vergadering. Dat is de belangrijkste afdeling van de VN. Daar komen alle 192 leden op de derde dinsdag van september bij elkaar. Ze vergaderen dan drie maanden lang. Soms zijn er spoedvergaderingen; die kunnen het hele jaar door plaatsvinden. De 192 landen hebben allemaal één stem; alle stemmen wegen even zwaar (de stem van Nederland is dus net zo veel waard als de stem van de Verenigde Staten). Een voorstel van de Algemene Vergadering is aangenomen als tweederde van alle stemmen voor is (128 van de 192). Belangrijk is ook de Veiligheidsraad. Die heeft als taak de vrede en veiligheid te bewaren. De Veiligheidsraad bestaat uit vijftien leden. Vijf leden zijn permanent lid: China, Frankrijk, Groot-Brittannië, Rusland en de Verenigde Staten. De andere tien landen wisselen steeds om de twee jaar. Elk land komt wel eens aan de beurt. Stemmingen bij de Veiligheidsraad gaan anders dan bij de Algemene Vergadering. Als één van de vijf permanente leden tegen een voorstel is, gaat het niet door. Een voorstel is aangenomen als alle vijf permanente leden voor zijn én vier andere leden. Meer over het werk van de Veiligheidsraad vind je op pag. 5. De Economische en Sociale Raad (Ecosoc) houdt zich vooral bezig met toezicht op economische en sociale zaken. Daaronder valt armoedebestrijding, hulp aan kinderen en moeders, hulp aan vluchtelingen enz. Ecosoc houdt bijvoorbeeld toezicht op het werk van Unicef (voor kinderen) en op het werk van UNHCR (voor vluchtelingen). 3
Een veel gehoorde klacht over de VN is dat de organisatie zo bureaucratisch is. Er zouden veel te veel ambtenaren werken die te veel regeltjes bedenken. In werkelijkheid werken op het Secretariaat van de VN tussen de zes– en zevenduizend ambtenaren. Dat zijn minder ambtenaren dan er werken in een grote stad als New York, waar de VN gehuisvest zijn. De hoogste ambtenaar van het Secretariaat is de secretaris-generaal (SG). Sinds de oprichting van de VN zijn er acht SG’s geweest. Op dit moment is de Zuid-Koreaan Ban Ki-moon secretaris-generaal. Hij regelt de werkzaamheden op het Secretariaat. Hij kan bemiddelen in conflicten tussen lidstaten. Hij vertegenwoordigt de VN en praat bijvoorbeeld met staatshoofden en politici van de lidstaten. De laatste twee organisaties die we hier willen noemen vind je niet in New York, maar in Den Haag. De eerste is het Internationaal Gerechtshof. Gerechtshof is een ander woord voor rechtbank. Een land dat in conflict is met een ander land (bijvoorbeeld over een stuk grond) kan een rechtszaak tegen dat land aanspannen. De landen moeten zich houden aan de uitspraak van het gerechtshof.
Het Internationaal Gerechtshof bevindt zich in het Vredespaleis in Den Haag
Ludiek protest tegen de Amerikaanse wet. Op het strand van Scheveningen houden mensen wacht tegen een Amerikaanse invasie van Nederland.
De tweede is het Internationaal Strafhof. In deze rechtbank worden mensen berecht die verdacht worden van oorlogsmisdrijven. Tot nu toe zijn er twee verdachten aan het Internationaal Strafhof overgedragen, beiden afkomstig uit Kongo: Thomas Lubanga en Germain Kitanga. Zij worden verdacht van massamoord en het inzetten van kindsoldaten. De Verenigde Staten hebben het Internationaal Strafhof niet erkend. Dit land wil niet dat Amerikaanse soldaten berecht kunnen worden voor oorlogsmisdaden. Sterker nog: de VS hebben de Den Haag Invasiewet aangenomen. Die wet verplicht het land om Nederland binnen te vallen als er een Amerikaanse soldaat wordt overgedragen aan het Internationaal Strafhof in Den Haag. We zijn gewaarschuwd! 4
ZORGEN VOOR VREDE EN VEILIGHEID Elk land dat lid wordt van de VN moet het Handvest van de Verenigde Naties ondertekenen. In dat Handvest staat dat een land geen geweld mag gebruiken tegen een ander land. Als er een conflict is, moeten landen dat vreedzaam proberen op te lossen. De Veiligheidsraad (zie pag. 3) helpt conflicten tussen landen op te lossen. Dat kan op verschillende manieren:
Als het conflict nog niet tot oorlog heeft geleid, bekijkt de raad of het conflict vreedzaam kan worden bijgelegd, bijvoorbeeld via onderhandelingen.
De vertegenwoordiger van de Filippijnen ondertekent in 1945 het Handvest van de Verenigde Naties
Als het conflict wél tot oorlog heeft ge-
leid, probeert de raad de strijdende partijen over te halen tot een staakt-hetvuren. De raad kan dan een vredesmacht naar het conflictgebied sturen. Die vredesmacht moet de strijdende partijen uit elkaar houden. Vredesmachten bestaan uit soldaten van verschillende landen die lid zijn van de VN. Ze dragen blauwe helmen of baretten met het woord UN (United Nations, Engels voor Verenigde Naties). Ze worden om die reden vaak blauwhelmen genoemd. Ze dragen blauwe helmen om ze niet te verwarren met soldaten van de strijdende partijen. Ook Nederland heeft regelmatig blauwhelmen geleverd: bijvoorbeeld in Libanon, op Cyprus, in Bosnië, in Cambodja, in Angola, op de grens van Ethiopië en Eritrea en nog meer landen.
Pakistaanse blauwhelmen in Kongo
Als landen die in conflict met elkaar zijn,
zich niets van de Veiligheidsraad aantrekken, kan de raad sancties opleggen. Sancties zijn strafmaatregelen, bijvoorbeeld een boycot van alle producten uit de strijdende landen. Zo probeert de Veiligheidsraad landen te dwingen om mee te werken. Nederlandse blauwhelmen
5
Dagboek van een Nederlandse vredessoldaat Ron Gits is een ervaren soldaat. Hij is uitgezonden geweest naar Suriname, Libanon en Irak. In 2007 wordt hij uitgezonden naar Soedan in Afrika. Hij werkt daar als fotograaf voor de VN-missie UNMIS. Hij heeft daarover een dagboek bijgehouden waaruit we hier enkele fragmenten laten zien. De foto’s heeft hij zelf gemaakt. Ron moet met zijn VN-collega’s uit dertig verschillende landen toezien op de naleving van een vredesakkoord tussen het rebellenleger SPLA en het officiële leger van Soedan. Zijn verhaal en de foto’s geven een indruk hoe een VN-vredesmissie werkt.
Op hoop van zegen Zes voertuigen met 12 lekke banden, drie beschadigde velgen, een niet goed werkend remsysteem, een kapotte accu, afgepeigerde bumpers, ondeugdelijke verlichting, geen geschikt gereedschap en losstaande ‘schiet’stoelen op de achterbank. Zie hier het trieste resultaat van het achterstallige onderhoud aan de voertuigen. Onze teamleider, de Keniaan Boniface Yebei, is moe geworden van onze klachten en draagt ons op ze naar het hoofdkwartier in Kadugli te brengen voor onderhoud en herstel. Uiteindelijk gaan slechts twee voertuigen richting Kadugli. Want een simpel rekensommetje leert dat er maar 18 banden over zijn. Per voertuig vijf banden (4 + een reserve) = 30 banden - twaalf lekke banden = 18 banden voor vier voertuigen. Twee moeten er op patrouille en de rest naar Kadugli. De twee reservebanden gaan met ons mee en de patrouille neemt eigenlijk een onverantwoord risico en hoopt niet op een lekke band. Twee wielloze voertuigen blijven treurend en staande op hoopjes stenen achter op het kamp in Kauda. Daags te voren pak ik dingen in die we doorgaans op reis meenemen, maar een rit van 120 kilometer in onherbergzaam gebied vraagt toch om wat meer aandacht. Zo gaat de Medical Kit als eerste mee. Dit is een grote tas vol met medicijnen, injectienaalden, verbandmiddelen en zelfs verdovende middelen, om ons in geval van verwonding bij te staan. Want een ziekenhuis, dokter of hulppost is in geen velden of wegen te zien. Ook de noodrantsoenen gaan mee want als het gaat regenen dan kan het zomaar gebeuren dat je in the middle of nowhere komt vast te zitten en dat je daar de nacht doorbrengt. Grote en zwaarbeladen vrachtwagens rijden hier de weg helemaal kapot. De wat kleinere auto’s moeten dan een andere weg zoeken. Het rijden is niet zonder gevaar omdat er in het gebied rondom Kadugli enorm veel mijnen zijn gelegd. Alleen de ‘hoofdweg’ is vrijgemaakt van mijnen en deze veilige route wordt gemarkeerd door witgeschilderde stenen aan beide zijden van de weg. Helaas is het voor ons onvermijdelijk om vele kilometers buiten de gemarkeerde route naar onze bestemming te rijden. Op hoop van zegen of zoals ze het hier zeggen: In shalah… 6
Het VN-kamp in Kauda
Vrijheid van meningsuiting Ex-militairen schijnen ze te zijn. Rebellen die hebben gediend in de SPLA. Ze gekomen voor een toespraak van de Brigade-Generaal Ezali Kuku, commandant van het 4e Front SPLA. Het is een bijeenkomst voor militairen die het leger hebben of gaan verlaten. Ze worden opgenomen in diverse burgerdiensten en wij zijn er bij om te monitoren en er verslag van te doen. Ik heb als patrouillelid de opdracht gekregen om foto’s te maken van deze bijeenkomst. Ik doe mijn werk als VN-fotograaf en bekijk de menigte (866 mannen en vrouwen) van alle kanten om deze bijeenkomst zo goed mogelijk in beeld te brengen. Ik maak een aantal foto’s van militairen die met hun wapens de generaal beschermen. Ze kijken met een ijzingwekkende blik en richten hun wapens op de schare verzamelde onderwijzers, mecaniciens, ambtenaren, juristen en verpleegsters. Ze maken op mij de indruk dat ze met hun wapentuig de menigte willen imponeren om ze zodoende in bedwang te houden. Het maakt niet zoveel uit hoe ik over deze situatie denk en laat de foto’s hun werk maar doen. Oordeel zelf maar want ik realiseer me terdege dat het niet zonder risico is om hier je mening te geven.
Als blauw getooide vredessoldaten van de VN zich laten zien, dan willen de mensen hun mening graag geven. Persoonlijk ben ik daar erg blij mee, want daarmee geef je meteen inhoud aan een van de redenen van je aanwezigheid hier: een luisterend oor voor de rest van de wereld. Ik raakte in gesprek met een van de aanwezigen over het vredesakkoord, de ruggengraat van de huidige vrede en stabiliteit in Soedan. Deze man, die verder anoniem wenste te blijven, had kritiek op een aantal onderdelen van het vredesakkoord en de invoering daarvan in de afgelopen twee jaar. Ik noteer uit zijn mond met name kritiek over de verdeling van de welvaart in het land en de veiligheidsmaatregelen en dan met name voor de mensen in de Nuba Mountains. Tot een antwoord van mijn kant komt het echter niet. Een bewapende soldaat zegt tegen me: “Als u vragen wilt stellen dan kunt u dat het beste doen aan een van de aanwezige militairen. De mensen waar u mee praat weten niet wat er allemaal aan de hand is.” Met zachte doch dwingende hand word ik opgedragen om me bij het VN-inspectieteam te voegen. Ik kan de man waarmee ik in gesprek was nog net de hand schudden en hoor hem nog fel in discussie gaan met een van de overige militairen. Ik voel me beperkt in mijn vrijheid en dat ervaar ik als niet prettig! Quasi nonchalant maak ik nog wel even wat foto’s van de mensen die opdracht gaven om me bij de geïnterviewden weg te halen. Wanneer de volgende dag tijdens het dagelijks overleg iemand zijn beklag doet over mijn gedrag, schiet dat ook bij mijn maat Martin in het verkeerde keelgat. Hij herinnert de aanwezigen eraan dat we volledige ‘bewegingsvrijheid’ hebben en daarom het recht hebben om vrijuit met iedereen te praten over welk onderwerp dan ook. 7
De lach van Abdullatif Abdullatif woont met zijn familie in een vluchtelingenkamp vlakbij Kauda. Het gezin bestaat uit vader, moeder en vijf kinderen. Ze zijn de oorlog in Darfur ontvlucht en leven samen met 158 andere gezinnen in erbarmelijke omstandigheden op dit kamp. Wat kun je verwachten als je een vluchtelingenkamp bezoekt? Ik heb daar wel eens foto’s van in de krant zien staan of wat beelden over op de televisie gezien. Nu zijn we als vredessoldaten gestuurd om de wereld getuige te laten zijn van de situatie ter plekke. 261 Vrouwen, 152 mannen en 600 kinderen. Ze krijgen 40% minder voedsel dan vorig jaar. Er zijn twee waterpompen, waar van er een kapot is en ze geven niet voldoende water voor iedereen. Er zijn acht toiletten op het kamp geplaatst door Save the Children en er zijn er nog acht bij het naburige Rode Kruis. Veel mensen hebben malaria, diarree, bloedarmoede, verkoudheid en allerlei ontstekingen. De kleine kliniek van het Rode Kruis kan het werk niet aan. Om toch hulp te krijgen verplaatsen moeders zich naar ons VNkamp om daar door de Egyptische dokter geholpen te worden of ze lopen twee uur voor hulp naar het plaatsje Lewere. De slechte gezondheidstoestand in het kamp kan binnen de kortste keren leiden tot grote epidemieën. Ik kijk in het kinderkamp naar de tent die de naam tent eigenlijk niet meer mag dragen. Ze noemen het hier een school. Het hoofd van de school, Ahmed Hassim Mustafa, geeft samen met drie andere vrijwilligers les aan 500 kinderen. Vaak staat hij er alleen voor omdat de overige leraren regelmatig wegblijven om te zoeken naar een betaalde baan. De leerlingen zitten op de grond als ze de lessen volgen. De wind heeft de tent aan flarden geblazen en het lokaal is zo lek als een vergiet. Een bord met een gat erin en wat krijtjes voorin de klas en verder geen onderwijsleermiddelen aanwezig. De ‘stoel’ van de leraar is gemaakt van takken. Ik ben in een vluchtelingenkamp en het bezoek aan het kamp met 1000 vluchtelingen maakt me aan de ene kant rustig maar ook brand ik van binnen. Ik ben getroffen door de veerkracht van de mensen die hier op hun reserves leven. De ene helft van de mensheid lacht op kosten van de andere helft, maar de lach van Abdullatif straalt iets naar me uit en stelt me gerust. Tegen zijn lach, daar kan geen vredesakkoord tegenop. Deze lach is de vrede. 8
ZELFSTANDIG President Roosevelt (zie ook pag. 3) vond dat de Verenigde Naties een samenwerkingsverband moest zijn van ‘vrije landen’. Hij geloofde dat er alleen vrede kon zijn als alle landen dezelfde rechten hebben. In die tijd waren veel landen niet zelfstandig, maar een kolonie van een ander land. De koloniën lagen vooral in Afrika en Azië, zoals je op de kaart hieronder kunt zien. Groot-Brittannië en Frankrijk hadden de meeste koloniën, maar ook Nederland had er een aantal: Suriname, de Nederlandse Antillen en Nederlands-Indië (nu: Indonesië).
Franklin Delano Roosevelt
Na 1945 zijn –mede op aandringen van de VN- veel koloniën onafhankelijk geworden. Kort na de oorlog zijn onder meer de volgende landen zelfstandig geworden: Korea, Indonesië en Vietnam (1945), Syrië en Jordanië (1946), Filipijnen, India en Pakistan (1947), Birma en Sri Lanka (1948), Laos (1949). In de jaren vijftig kwamen er nog acht landen bij, de in jaren zestig zelfs 45 en in de jaren zeventig nog eens 25. Het aantal lidstaten van de VN groeide mee, omdat iedere kolonie die zelfstandig werd ook lid wilde worden van de VN. Zo groeide het aantal leden van 51 in 1945 (er waren 50 ondertekenaars op 24 oktober, de 51e delegatie uit Polen kwam een dag te laat) uit tot 192 leden nu. Het zelfstandig worden van de koloniën ging niet zonder slag of stoot. Als voorbeeld nemen we het zelfstandig worden van Nederlands-Indië (zie de volgende pagina). 9
Van Nederlands-Indië naar Indonesië Nederlands-Indië was vanaf 1798 een kolonie van Nederland. Daarvoor was het ‘eigendom’ van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (in VOC-teksten uit 1620 werd het al Nederlandsch-India genoemd). Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd Nederlands-Indië bezet door Japan. De oorspronkelijke bevolking wilde graag na de oorlog zelfstandig worden. Na de nederlaag van Japan riep Soekarno, de leider van de vrijheidsstrijders, de zelfstandige republiek Indonesië uit. De Nederlandse regering wilde Nederlands-Indië echter niet kwijt. Ze stuurde troepen om de macht te herstellen. De Nederlanders konden de vrijheidsstrijders echter niet verslaan. Nederland stond onder grote druk van de Verenigde Naties, maar vooral onder druk van de Verenigde Staten van Amerika. Nederland lag na de Tweede Wereldoorlog in 1945 in puin. Het kreeg veel geld van de VS om het land weer op te bouwen. De VS dreigden de hulp aan Nederland te stoppen als het niet akkoord zou gaan met de zelfstandigheid van Nederlands-Indië. In 1949 gaf Nederland toe. Op 27 december 1949 werd Nederlands-Indië zelfstandig als Indonesië. In 1950 werd het land lid van de Verenigde Naties.
Koningin Juliana (in het midden) en ministerpresident Drees (links van haar) ondertekenen het verdrag waarmee Indonesië zelfstandig wordt. Rechts van Juliana zit de Indonesische delegatie.
Het opgeven van Nederlands Nieuw-Guinea ging ook nog moeizaam. In 1962 kwam dit gebied tegen de zin van Nederland bij Indonesië. Nederland wilde liever dat dit gebied zelfstandig werd. In 1975 verleende Nederland alle medewerking aan het zelfstandig worden van Suriname. Dat land werd meteen na zijn zelfstandigheid lid van de VN. De eilanden van de Nederlandse Antillen hebben ervoor gekozen om niet zelfstandig te worden maar –op verschillende manieren– lid te blijven van het Koninkrijk der Nederlanden. 10
STRIJDEN TEGEN ARMOEDE ‘Nooit meer oorlog!’ is het uitgangspunt voor de oprichting van de Verenigde Naties. De landen die de VN oprichten, zijn ervan overtuigd dat honger en armoede belangrijke oorzaken zijn voor onvrede. En onvrede kan leiden tot conflicten en zelfs oorlog. Het bestrijden van honger en armoede draagt daarom volgens de VN bij tot vrede en veiligheid.
De allereerste officiële Unicef-foto (HQ46-0001) van een groepje kinderen in Europa
Unicef De VN gaan na de oprichting meteen aan de slag in Europa. Tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn daar de meeste slachtoffers gevallen. Er is gebrek aan van alles: voedsel, medicijnen, kleding en brandstof. Vooral kinderen hebben daaronder te lijden. Om deze kinderen te kunnen helpen, richten de VN in 1946 een kinderfonds op: het Internationale Noodfonds van de Verenigde Naties voor Kinderen. Je kent het vast wel onder de Engelse naam: United Nations International Children’s Emergency Fund, afgekort tot Unicef. In heel Europa helpt Unicef kinderen om te overleven. Europa komt er snel weer bovenop. De welvaart stijgt weer en Europa kan het zonder hulp weer alleen af. In 1953 besluiten de VN om Unicef niet op te heffen, maar om het werkterrein te verleggen. Niet meer de kinderen van Europa die al voldoende hulp krijgen, maar de arme en zieke kinderen elders in de wereld worden vanaf dan geholpen. Unicef gaat werken in Afrika, in Azië en in Latijns-Amerika. Nu, meer dan zestig jaar later, probeert Unicef kinderen overal ter wereld te helpen. Met medicijnen als ze ziek zijn. Met schoolboeken en nieuwe scholen als ze niet naar school kunnen gaan.
De eerste groetenkaart van Unicef uit 1949
11
FAO Maar niet alleen kinderen moeten geholpen worden. Er zijn ook veel volwassenen in de wereld die dringend hulp nodig hebben. In 1945 nog, binnen twee maanden na de oprichting van de VN zelf, richten de VN de Voedsel– en Landbouworganisatie (FAO) op. De FAO houdt zich bezig met de bestrijding van honger. Dat doet ze vooral door landen te helpen hun landbouw te verbeteren. Maar ook door kennis over verbeteringen in de bosbouw en visserij ter beschikking te stellen.
Een FAO-medewerker geeft uitleg aan boeren
WFP Het verbeteren van de landbouw is een belangrijke manier om honger te bestrijden. Maar soms is er dringender hulp nodig. Bijvoorbeeld als oogsten na een ramp massaal mislukken. Als er dan een hongersnood uitbreekt heb je niet zoveel aan nieuwe landbouwmethoden. Je hebt dan acuut hulp nodig. Daarvoor richten de VN in 1963 het Wereldvoedselprogramma (WFP) op. WFP helpt elk jaar zo’n 90 miljoen mensen (van wie de helft kinderen) in meer dan tachtig landen. Het op stel en sprong sturen van noodhulp naar mensen over de hele wereld vergt heel wat planning en organisatie. Nederlandse hulp Het Nederlandse bedrijf TNT Post bezorgt in Nederland en enkele andere landen in Europa poststukken. Daarbij heeft het bedrijf heel wat kennis opgedaan over het in goede banen leiden van goederenstromen. Sinds 2002 stelt TNT Post die kennis ter beschikking aan WFP. Het samenwerkingsprogramma is Moving the world genoemd.
Mensen staan in de rij voor voedsel in Soedan
TNT Post stelt niet alleen kennis ter beschikking, maar stuurt ook medewerkers uit naar WFP-projecten in rampgebieden. Bovendien zamelt het bedrijf elk jaar miljoenen euro’s in voor WFP. Zo krijgt de hulp van WFP een Nederlands tintje! 12
Postbode Johan Roefs bij een WFP-project in Malawi
UNHCR Een speciale groep mensen in nood zijn vluchtelingen. Hoe goed je het thuis ook hebt, er kunnen zich altijd situaties voordoen waardoor je halsoverkop je huis moet achterlaten en moet vluchten. Als je vanwege een ramp of vanwege vervolging of oorlog huis en haard moet verlaten, heb je vaak hulp nodig. Als je vlucht naar een ander land, dan ben je officieel een vluchteling. Als je vlucht naar een ander gebied in eigen land, dan ben je een ontheemde. In beide gevallen kom je vaak in een vluchtelingenkamp terecht. Zonder werk, zonder inkomen, zonder voedsel. De VN komen je dan te hulp via de UNHCR. Dat is de Engelse afkorting voor het Hoge Commissariaat voor de Vluchtelingen. Aan het hoofd staat de Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen. Van januari 2001 tot februari 2005 was dat de Nederlander Ruud Lubbers. De UNHCR vangt vluchtelingen in kampen op. Ze geeft hen onderdak in tenten en barakken. Ze geeft vluchtelingen te eten en te drinken. Ze verstrekt medicijnen tegen allerlei ziektes die ontstaan als er veel mensen op een klein gebied bij elkaar wonen. En niet onbelangrijk: UNHCR probeert het mogelijk te maken dat mensen na een tijdje weer naar huis terug kunnen keren. Als de ramp voorbij is, als vervolging niet meer dreigt of als de oorlog afgelopen is, dan probeert UNHCR regeringen ertoe aan te zetten om vluchtelingen weer terug te nemen. Familieleden die elkaar zijn kwijtgeraakt worden geholpen bij hun zoektocht naar elkaar. UNHCR stelt transportmiddelen ter beschikking (zoals vliegtuigen) om mensen weer naar huis te brengen.
13
Millenniumdoelen De Verenigde Naties helpen op allerlei manieren landen om de armoede te bestrijden. Dat doen de VN via Unicef, FAO, WFP en UNHCR zoals we op de vorige pagina’s gezien hebben. Maar ook via andere organisaties die we hier nog niet genoemd hebben. Via Unesco (die zich onder andere met onderwijs bezighoudt) en WHO (Wereldgezondheidsorganisatie) bijvoorbeeld. De armoede (en daarmee samenhangende problemen als honger, werkloosheid, ziektes en dakloosheid) is inderdaad op wereldschaal afgenomen. Toch waren velen daar niet tevreden mee. Zij vonden dat er meer moest gebeuren. De armoede was wereldwijd wel afgenomen, maar er waren enorme verschillen tussen de landen. En in Afrika leek de armoede alleen maar toe te nemen. Die onvrede leidde in 2000 tot een wereldwijd actieplan. Alle leden van de VN komen van 6 tot 8 september in dat jaar bij elkaar in New York. Omdat er in 2000 een nieuwe periode van duizend jaar is ingegaan (van 2000 naar 3000) wordt deze bijeenkomst de Millenniumtop genoemd (een millennium = duizend jaar).
Kom in actie — spreek je uit om armoede tot het verleden te laten horen
Het wereldwijde actieplan wordt de Millenniumverklaring genoemd. De streefdoelen die in de Millenniumverklaring worden genoemd, heten millenniumdoelen. Het unieke van de Millenniumtop en de Millenniumverklaring is dat alle landen van de wereld meedoen. Ontwikkelingslanden én rijke landen hebben op de Millenniumtop plechtig beloofd dat ze de armoede met alle mogelijke middelen zullen bestrijden. De landen van de VN hebben daar 15 jaar voor uitgetrokken. In 2015 moeten ze met z’n allen de afgesproken streefdoelen hebben bereikt. Of dat gaat lukken? Lees verder en oordeel zelf... 14
De aanwezigen op de Millenniumtop
De millenniumdoelen die in 2015 gehaald moeten worden zijn:
Roei extreme armoede en honger uit. In 2015 zijn extreme armoede en honger uitgebannen
Zorg ervoor dat álle kinderen naar de basisschool gaan.
Zorg ervoor dat jongens en meisjes, mannen
In 2015 sterven er minder vrouwen door zwangerschap
en vrouwen (op school en elders) gelijk behandeld worden.
Breng de kindersterfte omlaag. In 2015 gaan alle jongens en meisjes naar school
Verbeter de moederzorg. Bestrijd aids, malaria en andere ziekten.
In 2015 is de verspreiding van ziektes als aids en malaria beëindigd
Stel duurzame ontwikkeling veilig:
A) Zorg voor een beter milieu. B) Zorg voor veilig drinkwater. C) Verbeter het leven van mensen in een krottenwijk.
In 2015 hebben mannen en vrouwen dezelfde rechten
Zorg dat alle landen in de wereld samenwerken
voor ontwikkeling: A) Meer eerlijke handel. B) De schulden van ontwikkelingslanden worden teruggedrongen. C) Rijke landen helpen de ontwikkelingslanden op allerlei gebieden.
In 2015 is kindersterfte sterk afgenomen
In 2015 leven meer mensen in een duurzaam leefmilieu
In 2015 is er meer eerlijke handel, schuldenverlichting en hulp
15
De millenniumdoelen nader bekeken Het klink heel simpel: ‘Breng de kindersterfte omlaag’ (millenniumdoel 4). Maar hoe weet je of dat gelukt is? De Verenigde Naties hebben in de Millenniumverklaring ook aangegeven hoe dat gemeten wordt. We zullen op deze twee pagina’s alle millenniumdoelen even kort nalopen om te laten zien wat zo’n millenniumdoel eigenlijk inhoudt.
Roei extreme armoede en honger uit Er zijn ongeveer zes miljard mensen op de wereld (6.000.000.000). Zo’n 20% leeft in extreme armoede. Of anders gezegd: een op de vijf mensen moet rondkomen van minder dan één dollar per dag (een dollar is ongeveer 70 eurocent). De helft van de wereldbevolking moet zien rond te komen met minder dan twee dollar per dag. Zo’n 825 miljoen mensen lijden honger en 500 miljoen mensen zijn ondervoed, met name kinderen.
Streefdoel van de VN: Breng in 2015 armoede en honger met 50% terug
Zorg ervoor dat alle kinderen naar de basisschool kunnen gaan Er zijn in de wereld meer dan 100 miljoen kinderen die niet naar school gaan. Het merendeel daarvan bestaat uit meisjes. Deze kinderen leren niet lezen en schrijven. Zij worden analfabeet. Wereldwijd zijn er nu meer dan 800 miljoen volwassenen die niet kunnen lezen en schrijven.
Streefdoel van de VN: Zorg ervoor dat in 2015 alle kinderen (= 100%) naar school gaan.
Zorg ervoor dat jongens en meisjes, mannen en vrouwen gelijk behandeld worden Discriminatie van meisjes en vrouwen komt nog heel veel voor. In sommige landen krijgen jongens thuis meer te eten dan meisjes; mogen meisjes niet naar school; kunnen vrouwen veel moeilijker een baan vinden dan mannen.
Streefdoel van de VN: Zorg ervoor dat in 2015 alle mensen (= 100%) dezelfde rechten hebben. 16
Kindersterfte Volgens Unicef gaan er elk jaar meer dan tien miljoen kinderen jonger dan vijf jaar dood. Van hen sterven er 5½ miljoen door ondervoeding; de andere 4½ miljoen kinderen gaan dood door aids, malaria of een andere ziekte. In de Derde Wereld gaat 1 op de 11 kinderen voor zijn of haar vijfde verjaardag dood. In het rijke Westen is dat 1 op de 125 kinderen.
Streefdoel van de VN: Zorg ervoor dat in 2015 kindersterfte met tweederde (= 66%) is afgenomen.
Moederzorg Elk jaar worden meer dan 132 miljoen kinderen in de wereld geboren. Niet alle geboortes gaan goed. Soms komt het kind bij de geboorte te overlijden en bij een op de 250 geboortes komt de moeder te overlijden. We spreken in het laatste geval van moedersterfte. Maar ook als de moeder overlijdt tijdens haar zwangerschap of ten gevolge van een miskraam of een abortus noemen we dat moedersterfte. Elk jaar overlijden meer dan 500 duizend (aanstaande) moeders.
Streefdoel van de VN: Zorg ervoor dat in 2015 kindersterfte met driekwart (= 75%) is afgenomen.
Aids, malaria en andere ziekten Wereldwijd zijn er veertig miljoen mensen besmet met het virus dat aids veroorzaakt. Elk jaar overlijden er drie miljoen mensen aan aids. Wereldwijd zijn er meer dan vijfhonderd miljoen mensen besmet met malaria. Elk jaar overlijdt er meer dan een miljoen mensen aan malaria. Aan andere ziekten gaan eveneens miljoenen mensen dood; ook aan ziekten die met een simpel medicijn te genezen zijn (zoals diarree).
Streefdoel van de VN: Zorg ervoor dat in 2015 de verspreiding van aids en malaria is beëindigd.
17
Stel duurzame ontwikkeling veilig Duurzame ontwikkeling is ontwikkeling voor iedereen, waarbij rekening wordt gehouden met het milieu. Dit doel telt drie onderdelen: - Een beter milieu Stop de ontbossing en de luchtvervuiling.
Streefdoel van de VN: In 2015 zijn ontbossing en luchtvervuiling gestopt. - Zorg dat meer mensen over veilig drinkwater en over riolering kunnen beschikken Mensen hebben 5 liter water per dag nodig om in leven te blijven en 25-45 liter om schoon en gezond te blijven. Zonder riolering neemt de kans op allerlei ziekten toe.
Streefdoel van de VN: In 2015 moet het aantal mensen zonder veilig drinkwater en zonder riolering met 50% zijn verminderd. - Verbeter het leven in een krottenwijk Meer dan negenhonderd miljoen mensen woont in een krot, gemaakt van afvalmateriaal. Ze hebben geen veilig drinkwater, geen riolering en het huisvuil wordt niet opgehaald.
Streefdoel van de VN: In 2015 is de situatie van minstens 100 miljoen krottenwijkbewoners verbeterd.
Internationale samenwerking De eerste zeven millenniumdoelen zijn doelen waaraan vooral ontwikkelingslanden moeten werken. Zaken als moederzorg en veilig drinkwater zijn in rijke landen als Nederland al goed geregeld. De arme landen kunnen de millenniumdoelen niet halen zonder hulp van de rijke landen. Dát is het onderwerp van het achtste millenniumdoel.
Streefdoel van de VN: In 2015 is alle handel eerlijk, hebben ontwikkelingslanden geen schuldprobleem meer en geven rijke landen ontwikkelingslanden voldoende hulp.
Eerlijke handel garandeert een betere overeenkomst voor producenten in de Derde Wereld
Uitgebreide informatie over de Millenniumverklaring en de millenniumdoelen kun je vinden in het informatiepakket Een betere wereld in 2015 van het Centrum voor Mondiaal Onderwijs.
18
DE VERENIGDE NATIES EN HET MILIEU Doelstelling van de Verenigde Naties is het mogelijk maken dat mensen in vrede en welzijn kunnen leven. De VN bestrijden daarom oorlog en armoede, zoals we in dit pakket gezien hebben. In de jaren zestig van de vorige eeuw dringt het besef door dat leven in vrede en welzijn niet alleen bedreigd wordt door oorlog en armoede. Ook de opkomende milieuproblemen vormen een bedreiging. De VN houden hun eerste milieuconferentie in 1968. Die ging over de biosfeer. De biosfeer is het deel van de Aarde waar leven mogelijk is: van diep in de zee tot hoog in de lucht. Die conferentie kreeg nog niet zoveel aandacht. Dat veranderde in 1972. Dan publiceert De Club van Rome (= een groep deskundigen die in Rome bij elkaar komt) een verontrustend rapport. Dat rapport heet De Grenzen aan de Groei. In dit rapport waarschuwt de club van deskundigen ervoor dat fossiele energiebronnen (= aardolie, aardgas, steenkool e.d.) en andere grondstoffen op den duur op zullen raken. Ook waarschuwt de club voor de voortdurend toenemende vervuiling van grond, water en lucht en de alsmaar groeiende afvalberg. Volgens de Club van Rome zou de wereld binnen enkele tientallen jaren gebukt gaan onder armoede, ondervoeding en ziekten - als er niets zou veranderen. Het rapport wekt grote opschudding. Kranten, radio en tv staan vol met sombere berichten. De VN besluiten om zich voortaan ook met milieuvervuiling en uitputting van grondstoffen bezig te gaan houden.
19
Ook de diepzee behoort tot de biosfeer
In 1983 krijgt Gro Brundtland –voormalig minister-president van Noorwegen– de opdracht om een rapport te schrijven over milieu en ontwikkeling. Het rapport is in 1987 klaar en heet Our Common Future (Onze Gemeenschappelijke Toekomst). Het rapport geeft een overzicht van de milieuproblemen: Milieuproblemen komen wereldwijd voor; Milieuproblemen in rijke landen zijn het gevolg van verspilling en teveel consumeren (= goederen kopen); Milieuproblemen in arme landen zijn het gevolg van armoede; Arme en rijke landen moeten samenwerken om de milieuproblemen aan te pakken; De oplossing voor de milieuproblemen is duurzame ontwikkeling*. * Met duurzame ontwikkeling zorgen we ervoor dat iedereen op de wereld van alles voldoende heeft. Dat gebeurt zonder dat we grondstoffen op‐ maken of voor veel milieuvervuiling zorgen. We voorkomen daarmee ook dat onze kinderen en kleinkinderen later nadelen ondervinden van wat wij nu doen. Duurzame ontwikkeling is samengevat: ontwikke‐ ling hier en daar (= in het rijke Noorden en in het arme Zuiden), nu en straks (= in het heden en in de toekomst). Duurzame ontwikkeling kan door: Goederen zo te produceren dat er minder energiebronnen nodig zijn; zo te produceren dat er weinig grondstoffen nodig zijn; en zo te produceren dat er minder afval en vervuiling ontstaan; Papier, oude metalen, glas en ander afval te hergebruiken om nieuwe goederen te maken; Energiebronnen en andere grondstoffen te gebruiken die niet uitgeput zullen raken, zoals zonne-energie en regenwater. De VN hebben met alle lidstaten afspraken gemaakt om het milieu beter te beschermen. Om de vijf jaar wordt op een milieutop bekeken of landen zich aan de afspraken houden en of het heeft geholpen. De volgende milieutop zal in 2012 plaatsvinden. Milieu is bovendien een belangrijk item geworden in de millenniumdoelen (zie pag. 18) 20
Systeem voor hergebruik van regenwater
Huis met zonnepanelen
DE NACHT VAN DE VN ‘De Verenigde Naties komen naar je toe!’ Dat zou de slogan kunnen zijn van de jaarlijkse Nacht van de VN. Elk jaar op 24 oktober, de International Dag van de Verenigde Naties, vindt in Amsterdam de Nacht van de VN plaats. Dan laat onder andere de Nederlandse Vereniging van de Verenigde Naties (NVVN) zien dat de VN niet een ver-van-mijn-bed-show zijn. Er zijn die avond en nacht muziek-, toneel– en filmvoorstellingen. Er zijn interviews met politici en debatten. Er zijn ook workshops over ontwikkelingssamenwerking, duurzame ontwikkeling en mensenrechten.
Een leuk bijbaantje: jongerenvertegenwoordiger bij de VN Voor jongeren is de verkiezing van de nieuwe jongerenvertegenwoordiger misschien wel het belangrijkste wat er die nacht gebeurt. Een jongerenvertegenwoordiger? De naam zegt het eigenlijk al. Nederlandse jongeren (= tussen 18 en 26 jaar) kunnen solliciteren naar die functie. Je adviseert een jaar lang de Nederlandse regering over zaken die met jongeren te maken hebben. Je gaat met de Nederlandse delegatie mee naar New York om de Algemene Vergadering (zie pag. 3) toe te spreken. Hoe word je jongerenvertegenwoordiger? Dat gaat in verschillende stappen:
Je meld je aan via de website: http://www.dewereldvandevn.nl. Je moet tussen de 18 en 26 jaar zijn.
Uit de sollicitanten worden kandidaten gekozen die mogen meedoen aan een voorronde. Die vindt elk jaar rond half september plaats. Daar word je getest op: - Wie kan het beste spreken in het openbaar? - Wie weet het meeste af van de internationale politiek? - Wie kan het best debatteren? Een jury bepaalt welke zes kandidaten het beste uit de verf komen. Die mogen meedoen aan de tweede ronde.
21
In de tweede ronde trekken de zes jon-
geren het land in. Ze gaan op een heuse verkiezingstournee! In groepjes van twee voeren ze campagne tegen elkaar. Daarbij worden zelfs YouTube-filmpjes ingezet! Andere jongeren mogen via sms, e-mail en op www.dewereldvandevn.nl hun stem op een kandidaat uitbrengen. Dat levert drie winnaars op. Je hebt dan nog één ronde te gaan...
De drie winnaars gaan naar de finale
tijdens de Nacht van de VN op 24 oktober. Tijdens de finale voeren de drie kandidaten debatten met elkaar. De bezoekers van de Nacht van de VN mogen hun stem uitbrengen op de jongere die het volgens hen het beste gedaan heeft. En wie de meeste stemmen krijgt is de nieuwe jongerenvertegenwoordiger. Je wordt dan met JV aangesproken!
Het campagnefilmpje van de latere winnaar van 2007
Lijkt je dit wel wat? Dan moet je nog een paar jaar wachten tot je 18 bent, in tussentijd veel lezen over de VN en politiek (dit informatiepakket bijvoorbeeld) en goed oefenen met discussiëren. En wie weet, ben jij over een paar jaar wel de nieuwe JV!
Een beroemde voorganger De allereerste JV was … Beatrix van Oranje-Nassau in 1971 (toen ze nog prinses was en geen koningin). Zij is nog gewoon benoemd. Vanaf 2004 wordt de JV ieder jaar gekozen. In In In In
2004 2005 2006 2007
is is is is
dat: dat: dat: dat:
Erik Thijs van Widdershoven Wilco Otten Sandra van Beest Wouter Thiebou
Iedere jongerenvertegenwoordiger doet zijn werk van 25 oktober tot 24 oktober het volgende jaar. In dat jaar bezoekt hij of zij verschillende plekken op de wereld waar de VN actief is. Het hoogtepunt is de jaarlijkse Algemene Vergadering van de VN in september. De JV spreekt dan de leden van de VN toe.
22
Interviews met Nederlandse JV’s Erik Thijs, Sandra en Wouter zijn door ons geïnterviewd. Hun antwoorden zijn, samen met teksten van hun eigen websites, verwerkt in onderstaand verhaal.
Erik Thijs, JV van 2004
Sandra, JV van 2006
Wouter, JV van 2007
Wat hebben jullie in het jaar dat je JV was allemaal voor de VN gedaan? Erik Thijs: “Je moet vooral gewoon naar grote internationale bijeenkomsten gaan waar de Nederlandse regering ook bij is. Ik moest daar dus samen met een minister of ambtenaren naartoe. Zo was ik bijvoorbeeld bij de Millenniumtop in 2005. Ook mocht ik in de Algemene Vergadering van de VN een toespraak geven. Maar ook in Nederland ben ik in touw geweest. Bijvoorbeeld door mee te doen aan politieke debatten van Coolpolitics@MTV of aan Lowlands University. Verder heb ik heel veel interviews gegeven voor kranten, de radio en televisie. Ik probeer de hele tijd aan Nederlandse jongeren te laten zien wat de VN allemaal doen en hoe zij zelf hun steentje kunnen bijdragen in de wereld van de VN. Ook wil ik regeringsleiders en andere politici laten zien dat ook jongeren mee kunnen praten over belangrijke zaken als onderwijs of veiligheid.” Wat is volgens jou het grootste probleem dat de VN moeten aanpakken? Sandra: “Ik heb me het meeste beziggehouden met onderwijs voor iedereen en gelijke rechten en kansen voor jongens en meisjes. Want er zijn nog bijna 250 miljoen kinderen, vooral meisjes, die niet naar school kunnen, maar vaak iedere dag moeten werken. Als je naar school gaat, kun je later zelf bepalen hoe je toekomst eruitziet. Ook kun je je een eigen mening vormen, hoef je niet afhankelijk te zijn van anderen en kun je uit de armoede komen. Ook wilde ik iedereen duidelijk maken dat jongens en meisjes misschien anders zijn, maar zeker gelijkwaardig. In veel landen worden jongens meer gewaardeerd dan meisjes. Zelfs in Nederland verdienen mannen vaak meer dan vrouwen (voor hetzelfde werk).” Welke rol is daarbij weggelegd voor jongeren? Sandra: “Iedereen kan een steentje bijdragen, jongeren ook! Bijvoorbeeld door vrijwilliger te worden of eerlijke producten te kopen. Natuurlijk kunnen ze ook wat doen met hun mening, zoals een handtekeningenactie opzetten. Kijk eens op de website http://www.watkunjijdoen.nl. Ik denk dat uiteindelijk iedereen bij zichzelf moet beginnen. Bijvoorbeeld door niet te discrimineren of een gedeelte van het geld dat je voor je verjaardag krijgt aan een goed doel te schenken.” 23
De website van Wouter Thiebou: www.wouternaardevn.nl. Speerpunten waar Wouter in zijn jaar als JV aandacht aan wil besteden, zijn: schoon drinkwater, mensenrechten en conflicten.
Na zijn verkiezing tot JV kon Wouter meteen aan de slag. In november vloog hij al naar Stockholm in Zweden voor een jongerenconferentie over de millenniumdoelen. In december ging hij samen met de JV van het jaar daarvoor, Sandra, naar New York. Hij nam daar deel aan de Kindertop +5. Die wordt om de vijf jaar gehouden en staat in het teken van de kinderrechten. Hij schrijft daarover in zijn weblog: Dinsdag 11 december – De kindertop dag 1 De grote dag was dan aangebroken! De kindertop! Om 8 uur hadden we eerst ontbijt met André Rouvoet (Nederlandse minister voor Jeugdzaken) en konden we voor ons belangrijke thema's bij hem aan de orde stellen. Één van die thema's is het aanstellen van een Kinderombudsman, die opkomt de rechten van de kinderen. Meneer Rouvoet stond er niet negatief tegenover (…). We moeten zien hoe dit afloopt, maar we hopen dat Rouvoet op korte termijn concrete acties onderneemt om de Kinderombudman aan te stellen. Na ons ontbijt en korte gesprek met André vertrokken naar de grote algemene zaal van de VN, waar alle 192 leden van de VN bijeenkomen. Supergaaf om hier gewoon tussen te kunnen zitten. Echt razend interessant hoe het werkt allemaal. Het halen van de personen uit de zaal die moeten spreken, het stoplichtsysteem op de spreekkansel voor de spreektijd, de grote videoschermen, allemaal echt machtig interessant. Tijdens lunchtijd organiseerden Save the Children en UNICEF een bijeenkomst over kinderen in nood. Het meisje dat ik begeleidde sprak hier. Dhahabu Golicha, 13 jaar uit een vluchtelingenkamp in Noord-Kenia sprak over het belang van het doorgaan van onderwijs ongeacht de situatie in het land. Juist tijdens conflicten en natuurrampen komt het onderwijs vaak volledig stil te liggen. Er wordt hierdoor een 'onderwijsgat' gecreëerd. Onderwijs is belangrijk voor kinderen om het normale leven zo snel mogelijk weer te hervatten en om een achterstand te voorkomen. Met haar betoog oogstte Dhahabu veel bewondering, ook ik was bijzonder trots op haar. Ze sprak de wens uit advocaat te worden en ik geloof dat ze het inderdaad nog ver zal schoppen. 24
AANTEKENINGEN
25
26
MEER OP INTERNET Op de website van het Centrum voor Mondiaal Onderwijs vind je nog meer informatie die je kan helpen bij je werkstuk of spreekbeurt. Je vindt daar tips over hoe je het beste een werkstuk kunt opzetten of hoe je het beste je spreekbeurt kunt inkleden. Ook vind je daar een website met nuttige links die horen bij dit scriptiepakket. Ga naar www.cmo.nl of www.maak-een-werkstuk.nl.
27
SCRIPTIESERVICE De Scriptieservice Mondiaal Onderwijs richt zich op leerlingen vanaf 10 jaar. In de reeks zijn meer dan 85 onderwerpen opgenomen over Derde Wereld, Vrede, Milieu en Mensenrechten. Elk pakket bestaat uit 24 pagina's tekst, foto's, tekeningen, strips en/of cartoons. Op de website van het CMO staat een handleiding voor het maken van een scriptie/ werkstuk en bij dit pakket is er een website met aanvullende informatie, nuttige links en voor de leerkrachten een (groeps-)opdracht voor in de klas.
De uitgave op papier is te bestellen bij: Centrum voor Mondiaal Onderwijs Postbus 9108 6500 HK Nijmegen tel. 024-3613074 e-mail:
[email protected] http://www.cmo.nl
Schoolmediatheken, (jeugd)bibliotheken en documentatiecentra die een abonnement op de scriptieservice hebben ontvangen jaarlijks vijf nieuwe titels.