AIDS
Een informatiepakket voor een werkstuk of spreekbeurt
COLOFON Tekst: Hester Saakes, Harry de Ridder en Olav Jansen Illustraties: CMO en zijn licentiegevers, Flickr, Unaids, Dance4life, Plan Nederland, Stop Aids Now, OxfamNovib, Cordaid
De inhoud is met zorg samengesteld. Mocht u van mening zijn dat inbreuk is gedaan op uw auteursrechten of beeldrechten, dan verzoeken wij u vriendelijk contact met ons op te nemen via
[email protected].
Centrum voor Mondiaal Onderwijs
Postbus 9108 6500 HK Nijmegen tel. 024-3613074 e-mail:
[email protected] http://www.cmo.nl
U kunt op de website http://www.cmo.nl terecht voor aanvullende informatie bij dit scriptiepakket. U vindt daar onder meer voor gebruik in de klas: een onderzoeksopdracht gebaseerd op de inhoud van het scriptiepakket met een overzicht van de competenties die daarbij worden aangesproken. De gebruikersnaam is: Aids Het wachtwoord is: project045
De Scriptieservice Nieuwe Stijl is mede mogelijk gemaakt door een bijdrage van Kerk en Wereld en door een solidariteitsbijdrage van de gezamenlijke religieuzen in Nederland via de commissie PIN.
© Centrum voor Mondiaal Onderwijs, Nijmegen, 2009
II
INHOUD Wat zijn hiv en aids? Hiv Aids
pag. 1 pag. 1 pag. 2
De geschiedenis van hiv en aids De eerste berichten over aids Ryan White De jaren 90 tot nu
pag. 3 pag. 3 pag. 4 pag. 5
Hoe verspreidt het virus zich? Ontwikkelingslanden Armoede Ongelijkheid tussen mannen en vrouwen Mobiliteit Culturele waarden en normen
pag. 6 pag. 6 pag. 6 pag. 7 pag. 8 pag. 8
Aids in de media Sesamstraat The real world Miss ‘HIV Stigma Free’-verkiezing Dance 4 life Ali B en Rap around the world
pag. 9 pag. 9 pag. 9 pag. 10 pag. 11 pag. 11
Bestrijding van aids Preventie Zorg en behandeling Opvang Knelpunten
pag. 12 pag. 12 pag. 13 pag. 13 pag. 13
Aids en religie
pag. 14
Aids-organisaties Aids Fonds Stop Aids Now Unaids My Body The Global Fund to fight Aids, Tuberculosis and Malaria Unite for children unite against aids (Unicef)
pag. 15 pag. 15 pag. 15 pag. 15 pag. 16 pag. 16 pag. 16
Aids wereldwijd West-Europa Nederland Oost-Europa Noord-Amerika Het Caraïbisch gebied Latijns Amerika Azië Afrika Zuid-Afrika Oeganda
pag. 17 pag. 17 pag. 17 pag. 18 pag. 18 pag. 18 pag. 19 pag. 19 pag. 20 pag. 20 pag. 21
De gevolgen van aids voor ontwikkelingslanden
pag. 23
Aantekeningen
pag. 25
Meer op internet
pag. 27 III
IV
WAT ZIJN HIV EN AIDS? In dit informatiepakket zul je twee termen regelmatig tegenkomen: hiv en aids. Dit zijn twee verschillende begrippen die veel met elkaar te maken hebben. Simpel gezegd: hiv leidt tot aids. Of met wat meer woorden: hiv is een virus dat leidt tot de ziekte aids. Als je een drager van hiv bent, seropositief wordt dat ook wel genoemd, ben je eigenlijk niet ziek. Het betekent dat je, als je er niets aan doet, je op den duur de ziekte aids zult krijgen. Aids is een ongeneeslijke ziekte die wel te remmen is met medicijnen, maar nog niet te genezen. Aids heeft meestal nog een dodelijke afloop. Hiv Hiv is zoals hierboven gezegd de veroorzaker van de ziekte aids. Hiv staat voor human immunodeficiency virus. Dat betekent: het is een virus dat het afweersysteem van mensen verzwakt. Je afweersysteem bestaat uit cellen in je bloed die ziektekiemen tegenhouden. Als je afweersysteem verzwakt, is je lichaam minder weerbaar tegen ziektes. Je kunt dan gemakkelijker allerlei ziektes of infecties krijgen. Hiv zorgt er kortweg voor dat je afweersysteem minder goed werkt. Op het moment dat je afweersysteem door hiv zodanig is verzwakt dat je regelmatig ziek wordt, wordt er gesproken over de ziekte aids.
Schematische tekening hiv-virus
Zoals gezegd is hiv een virus. Dit betekent dat het besmettelijk is. Het virus wordt overgedragen door bloed, sperma, vocht uit je vagina (bij vrouwen) en voorvocht (uit de penis, bij mannen).
Hiv-virus valt witte bloedcel aan
1
Mensen raken besmet door het (onveilig) vrijen met iemand die het virus draagt of door het toegediend krijgen van besmet bloed. Daarnaast kan een moeder tijdens de zwangerschap het virus aan haar kind overdragen via haar bloed of door het geven van borstvoeding. Sommige mensen lopen jarenlang rond met hiv, zonder dat ze er erg in hebben. Ze kunnen daardoor andere mensen besmetten zonder dat ze het weten. Het kan wel tien jaar duren, voordat mensen met hiv aids krijgen. Er zijn medicijnen die de vermeerdering van het virus in je lichaam vertragen. Het virus zal bij gebruik van die medicijnen het afweersysteem minder snel aantasten. Aids Je krijgt de diagnose (= medische vaststelling van een ziektebeeld) aids als hiv je afweersysteem zo ernstig heeft aangetast dat je geregeld ziek bent. Aids staat voor: acquired immune deficiency syndrome. Dat betekent: een verworven immuniteitsgebrek als ziektebeeld. Mensen met aids krijgen infecties aan de luchtwegen (zoals longontsteking of tuberculose), diarree en huidkanker. Omdat het afweersysteem door de ziekte zo verzwakt is, kunnen ze moeilijk of niet meer genezen. De meeste mensen zullen dan overlijden aan de door aids veroorzaakte ziekte. Je lichaam wordt beschermd tegen ziektes door je afweersysteem. Je afweersysteem bestaat uit witte bloedcellen. Die gaan de strijd aan met virussen die je lichaam bedreigen, zoals het verkoudheidsvirus of het virus dat kinkhoest veroorzaakt. Als zo’n virus in je lichaam komt, hebben de witte bloedcellen enige tijd nodig om het virus onschadelijk te maken. In die tijd ben je ziek, maar als de witte bloedcellen het van het virus gaan winnen, word je weer beter. Het aidsvirus, hiv, is een heel sterk virus dat zich niet door witte bloedcellen laat overwinnen. Het aidsvirus of hiv verzwakt de werking van de witte bloedcellen. Daardoor krijgen andere virussen zoals het diarreevirus en het kinkhoestvirus de kans om je lichaam te verzwakken en uiteindelijk zelfs te doden. 2
Hiv-virus
DE GESCHIEDENIS VAN HIV EN AIDS In dit hoofdstuk vertellen we over de geschiedenis van de ziekte aids. Hoelang aids precies bestaat is niet duidelijk. Bij een virus of ziekte spreek je meestal niet over wanneer het is ontstaan, maar over wanneer het is ontdekt. De naam aids wordt voor het eerst gebruikt in 1982, en het woord hiv voor het eerst in 1984. Vanaf die periode zie je dat er steeds meer bekend wordt over de ziekte. Maar je ziet ook dat steeds meer mensen de ziekte krijgen. Er wordt dan ook gesproken over een aidsepidemie. Een epidemie is een besmettelijke ziekte die zich snel en op grote schaal verspreidt. De eerste berichten over aids In 1981 krijgt een aantal mensen in de VS een onbekende ziekte waarbij hun afweersysteem steeds minder goed werkt. Deze mensen ontwikkelen daardoor een zeldzame vorm van longontsteking. De mensen die ziek worden, zijn allen homoseksuele mannen. Er wordt aanvankelijk gesproken over GRID: Gay Related Immune Deficiency. Vrij vertaald betekent dit: een aan homoseksualiteit verwant gebrek aan het afweersysteem.
Aids-patiënt
Al snel komt men er achter dat het niet alleen om homoseksuele mannen gaat en in 1982 wordt de naam aids voor het eerst gebruikt. In 1983 is de ziekte al geconstateerd in 33 landen van de wereld. Door onderzoek komt men steeds meer over de ziekte te weten. Onder andere dat een met aids besmette moeder de ziekte aan haar kinderen over kan dragen. In 1984 wordt ontdekt dat aids wordt veroorzaakt door hiv. Er wordt veel onderzoek gedaan naar de mogelijke oorsprong van het virus. Zo ontdekt men dat de ziekte al tientallen jaren voorkomt in Afrika en erg lijkt op een ziekte die daar bij apen voorkomt. Het vermoeden is dan ook dat het virus van apen op mensen is overgesprongen. Ook wordt verondersteld dat de ziekte in de jaren zeventig vanuit Afrika naar de VS is gekomen.
3
In 1985 wordt de eerste hiv-test ontwikkeld. De ziekte is ondertussen geconstateerd in 51 landen. In dit jaar wordt ook het Aidsfonds opgericht. In deze periode hoor je de eerste verhalen over discriminatie van mensen die met hiv besmet zijn, waaronder het verhaal van de Amerikaanse tiener Ryan White. Ryan White Ryan White is in de jaren ’80 van de vorige eeuw één van de eerste aidsslachtoffers die wereldwijde aandacht krijgt. Enkele belangrijke kenmerken van Ryan White zijn: dat hij heteroseksueel, blank en niet arm is. Deze zaken lijken zeker in die tijd niet te passen bij het beeld van aidsslachtoffers. White is met het virus besmet geraakt, doordat hij een bloedtransfusie met besmet bloed krijgt. Hij krijgt nationale bekendheid als hij van school gestuurd wordt wegens besmettingsgevaar. De laatste jaren van zijn leven besteedt hij aan het onderwijzen van mensen over aids. Hij laat zien dat het veilig is om om te gaan met mensen die besmet zijn en dat aids geen homoziekte is. Hij sterft als een beroemdheid.
Arts
Ryan White
Bloedtransfusie
In 1985 is het eerste medicijn tegen aids ontwikkeld. Dit medicijn kan aids niet genezen, maar wel de ziekteverschijnselen vertragen. Het afweersysteem wordt dankzij de medicijnen minder snel aangetast. In dit jaar komt ook de WHO (de gezondheidsorganisatie van de VN) met het eerste plan voor aidsbestrijding. In 1988 wordt 1 december uitgeroepen tot Wereldaidsdag. In 1989 wordt een bekend aidsmedicijn in prijs verlaagd, maar het blijft voor mensen uit arme landen erg duur. Er is veel ontwikkeling in nieuwe medicijnen tegen aids. Er wordt ook steeds meer bekend over de ziekte. Steeds vaker komen (beroemde) mensen openlijk uit voor hun aids- of hiv-besmetting. Bijvoorbeeld Freddy Mercury, de zanger van de in de jaren 80 van de vorige eeuw zeer populaire band Queen.
Freddy Mercury van Queen
4
Het rode lintje
Hiv-test
De jaren 90 tot nu In 1991 komt er een internationaal symbool tegen aids, het rode lintje. De ontwikkeling van nieuwe, betere medicijnen tegen aids blijft volop in ontwikkeling. In 1996 wordt de organisatie Unaids opgericht. Er ontstaat op initiatief van de Verenigde Naties een bundeling van zes van haar organisaties. In 1997 zijn er al 30 miljoen mensen in de wereld die aan aids leiden. Deze aantallen blijven stijgen en steeds meer kinderen worden er het slachtoffer van. Zij worden vaak al met hiv geboren omdat hun ouders besmet zijn. In 2001 wordt het Global Fund to fight Aids, Tuberculosis and Malaria (= Wereldwijd Fonds voor bestrijding van Aids, Tuberculose en Malaria) opgericht. In 2002 komt de eerste snelle hiv-test op de markt. Het is vanaf nu mogelijk om in 20 minuten te weten of je met hiv besmet bent. In het begin van de eenentwintigste eeuw komt er steeds meer media-aandacht voor aids. Het bekende kinderprogramma Sesamstraat krijgt in Zuid-Afrika een pop die met hiv besmet is (zie pag. 9). Dit is belangrijk voor de voorlichting over hiv. De laatste jaren besteedt de Nederlandse televisie aandacht aan de aidsproblematiek in Afrika door het uitzenden van programma’s waarbij bekende Nederlanders op bezoek gaan bij aidsprojecten. Tijdens deze programma’s wordt dan geld ingezameld voor deze projecten.
Kami, nieuwe pop in Sesamstraat
5
HOE VERSPREIDT HET VIRUS ZICH? Aids heeft zich, sinds het in 1981 voor het eerst ontdekt is, in snel tempo over de wereld verspreid. Sinds de ontdekking zijn er meer dan 60 miljoen mensen geïnfecteerd. Meer dan 20 miljoen mensen zijn ondertussen aan de ziekte overleden. In ieder land van de wereld komt aids voor. Afrika wordt echter in verhouding harder getroffen door de ziekte dan de rest van de wereld. Ontwikkelingslanden 95% Van de mensen die seropositief is, woont in een ontwikkelingsland. In de rijke westerse landen wordt aids als een gezondheidsprobleem gezien. Mensen die met hiv besmet zijn, krijgen goede hulp en medicijnen waardoor steeds minder mensen in de rijke landen de ziekte aids zullen ontwikkelen. Dit geldt helaas niet voor landen in Afrika. In sommige Afrikaanse landen is één derde van de volwassenen met het virus besmet. Men is bang dat het virus zich nog veel verder zal gaan verspreiden. Van andere landen wordt verwacht dat de situatie snel slechter zal worden. Er zijn verschillende manieren waarop het virus zich verspreidt. De belangrijkste manier van verspreiding is door onveilig vrijen. Er zijn vier belangrijke redenen waardoor het virus zich in ontwikkelingslanden zo snel heeft kunnen verspreiden: -Armoede; -Ongelijkheid tussen mannen en vrouwen; -Mobiliteit; -Culturele normen en waarden. We zullen ze één voor één toelichten.
Armoede
Armoede vergroot de kans op verspreiding van een ziekte. Mensen hebben geen geld voor (goede) medicijnen.
Aidswezen
6
Medicijnen zijn vaak erg duur, omdat ze uit andere landen moeten worden ingevoerd of omdat er een merkrecht op rust. Dat laatste betekent dat een bedrijf extra geld vraagt, omdat de naam van het bedrijf erop staat (zo is ook een spijkerbroek van Levi’s duurder dan een merkloze spijkerbroek). In sommige landen kun je als je arm bent niet naar school. Hierdoor krijg je dus ook geen voorlichting die op scholen gegeven wordt. Foldertjes of informatieboekjes over hiv en aids kun je niet begrijpen als je niet kunt lezen en schrijven. Een ander vreselijk gevolg van armoede is dat mensen (meestal vrouwen en kinderen) gedwongen kunnen worden om seks te hebben tegen betaling. Betaalde seks gebeurt vaak niet veilig en dit is zoals eerder genoemd de grootste oorzaak van een hiv-besmetting.
Ongelijkheid tussen mannen en vrouwen
In alle landen van de wereld is er ongelijkheid tussen mannen en vrouwen. In de westerse (rijke) landen is het verschil niet zo groot. In veel ontwikkelingslanden nog wel. Mannen hebben in deze landen veel meer te zeggen dan vrouwen. In de verspreiding van hiv zijn vrouwen extra kwetsbaar. Dit heeft enerzijds te maken met het feit dat vrouwen biologisch gezien kwetsbaarder zijn. Dit betekent dat vrouwen een minder goed afweersysteem hebben dan mannen en daardoor vatbaarder zijn voor virussen. Een andere, veel belangrijkere reden dat vrouwen kwetsbaarder zijn, is dat vrouwen in de meeste landen minder rechten hebben dan mannen. Binnen een relatie is het dan vaak niet mogelijk voor een vrouw om te vragen om veilige seks te hebben, de man is immers de baas. Vrouwen raken hierdoor sneller besmet dan mannen. Daarnaast worden vrouwen soms slachtoffer van seksueel geweld en misbruik. Een ander gevolg van de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen is dat vrouwen minder makkelijk toegang hebben tot goede informatie. In veel Afrikaanse landen gaan meisjes minder vaak en minder lang naar school dan jongens.
7
Hiv– en aidsremmende medicijnen
School in Afrika
Mobiliteit
Aids verbreidt zich ook doordat mensen niet op één plek blijven. Sommige mensen (vooral mannen) moeten voor hun werk veel reizen. Zij zijn bijvoorbeeld soldaat, vrachtwagenchauffeur of handelaar. Sommige mannen hebben onderweg seks met een prostituee. Als ze daardoor besmet raken, kunnen ze een heleboel andere vrouwen onderweg besmetten en bij thuiskomst ook hun eigen vrouw. Het kan ook zijn dat mensen uit een land wegtrekken omdat er oorlog is of omdat er te weinig werk of voedsel is. Je ziet dan een toename van hiv-besmetting langs de grote transportroutes of bij vluchtelingenstromen.
Culturele waarden en normen
In Nederland kan (in veel gevallen) openlijk gesproken worden over seksualiteit. Zo zijn er bijvoorbeeld al jaren spotjes op televisie die voorlichting geven over veilig vrijen en condoomgebruik. Er is veel voorlichting over hiv en aids. Daarnaast is op ieder festival voor jongeren wel een kraampje of een voorlichtingsteam aanwezig dat informatiefoldertjes en gratis condooms uitdeelt. Je kunt er in Nederland dan ook van uitgaan dat vrijwel iedereen wel iets weet van hiv en aids en hoe je ze voorkomt. In andere landen, waaronder veel ontwikkelingslanden, kan er helemaal niet openlijk over seks gesproken worden. In deze landen is het niet mogelijk om voorlichtingscampagnes op de televisie uit te zenden. Ook het uitdelen van condooms zal niet overal openlijk kunnen, het kan zelfs gevaarlijk zijn. Mensen kunnen fel tegen seks buiten het huwelijk zijn, bijvoorbeeld om godsdienstige redenen. In veel landen is het hebben van hiv of aids een taboe. Mensen durven het dan niet openlijk te zeggen omdat ze dan misschien uit hun dorp of familie worden weggepest. Men wil de familie-eer niet aantasten. Hierdoor willen veel mensen zich niet laten testen of ze verzwijgen het resultaat van de test.
8
Vluchteling
Voorlichting over condoomgebruik
AIDS IN DE MEDIA Het is belangrijk dat informatie over hiv en aids uit de taboesfeer gehaald wordt. Dit betekent dat er openlijk over gepraat moet kunnen worden, zonder dat je je ervoor hoeft te schamen of bang hoeft te zijn dat iemand je ervoor zal straffen. Als er openlijk over hiv en aids gepraat kan worden, kan er ook openlijk gesproken worden over het voorkomen van de ziekte. Het is belangrijk dat mensen weten hoe je besmet kunt raken en daarmee dus ook hoe je een hiv-besmetting kunt voorkomen. Het is ook belangrijk dat er op een goede manier omgegaan wordt met mensen die al hiv of aids hebben. Het is ook belangrijk om te weten dat je niet bang hoeft te zijn om met iemand om te gaan die seropositief is. Veel voorlichting over aids en vooral over het voorkomen van een hiv-besmetting is gericht op jongeren. Een goede manier om deze te bereiken is de media, en met name de televisie. Veel jongeren kijken televisie en worden er door beïnvloed. In dit hoofdstuk een vijftal voorbeelden van hiv en aids in de media.
Muur in India
Sesamstraat Wie is er nu niet opgegroeid met Sesamstraat! Sesamstraat is een educatief kinderprogramma. Kinderen leren er iets van als ze ernaar kijken. Het is dan ook een veelbekeken programma. In Zuid-Afrika heet het Takalani Sesame. In deze Sesamstraat woont ook Kami. Kami is een geel monstertje van ongeveer 5 jaar. Zij is haar beide ouders aan aids verloren, ze is een aidswees. Zelf is zij seropositief. Binnen dit programma wordt duidelijk gemaakt dat Kami een heel gewoon meisje is en dat er niets mis is met het omgaan met iemand die seropositief is. Sesamstraat wordt zo gebracht dat met name kinderen van tussen de 3 en 7 jaar het kunnen begrijpen. Kami wordt in Zuid-Afrika regelmatig in andere televisieprogramma’s uitgenodigd om over haar situatie te praten. Zij is daarmee belangrijk voor de voorlichting over hiv voor Zuid-Afrikaanse kinderen. Ook de organisatie Unicef heeft Kami aangenomen als symbool voor de rechten van kinderen met hiv en aids over de hele wereld.
Bill Clinton en Kami
The real world
Vanaf de jaren ’90 van de vorige eeuw is het populair om de zogenaamde reality soaps uit te zenden. In deze programma’s worden mensen gefilmd en gevolgd in hun dagelijkse leven. Meestal worden de deelnemers bij elkaar in een huis geplaatst. Zo ook bij het populaire MTV-programma The real world. In een van deze series was Pedro Zamora een van de bewoners. Deze Pedro Zamora lijdt aan aids en hij is een van de eerste mensen die daarmee openlijk op de Amerikaanse televisie verschijnt. Aids krijgt hiermee een gezicht. Pedro komt er openlijk voor uit dat hij homoseksueel is en dat hij hiv door onveilige seks heeft opgelopen. 9
Pedro Zamora
Door zijn optreden in dit programma krijgt de aidsproblematiek meer bekendheid. Een kenmerk van een dergelijk programma is dat je het gevoel krijgt de mensen persoonlijk te kennen. Voor veel Amerikanen is Pedro de eerste met hiv besmette persoon die ze kennen en voor velen ook de eerste homoseksueel. Ze krijgen een kijkje in zijn leven en zien dat hij een hele gewone jongen is die ook hele gewone problemen heeft, zoals verliefd zijn. In het huis gaat hij heel open met de medebewoners om en ook met de angsten die zij hebben over zijn virus. Voor zijn bijdrage aan aidseducatie wordt hij door president Bill Clinton openlijk geroemd. Wanneer hij overlijdt in 1994 wordt er een speciaal MTV-programma aan hem gewijd.
Miss ‘HIV Stigma Free’- verkiezing
In Botswana wordt een wel heel bijzondere missverkiezing gehouden. De ‘Miss HIV Stigma Free’-verkiezing, (de ‘Miss hivvooroordeel-vrije verkiezing’). Deze verkiezingen is bedoeld om te laten zien dat mensen die seropositief zijn, gelijkwaardig zijn aan mensen die niet besmet zijn met hiv. In 2003 wordt deze verkiezing gewonnen door de 33-jarige Kgalalelo Ntsepe. Kgalalelo weet dan al twee jaar dat ze met hiv besmet is. Sindsdien gebruikt ze hivremmers. Ze is nog steeds helemaal gezond. De regering van Botswana wil met deze verkiezing bevorderen dat mensen met hiv in de samenleving gewoon geaccepteerd worden. Botswana is een land met een zeer hoog percentage seropositieven. De verkiezing laat zien dat vrouwen met hiv ook hele gewone, mooie vrouwen zijn. In 2005 wint Cynthia Leshomo de verkiezing, met als prijs een beurs van mijngigant de Beers. Ze reist een jaar door Botswana en het buitenland, werkend aan projecten om angst en vooroordelen over hiv en aids te verminderen. Cynthia Leshomo is in december 2006 overleden. 10
Kgalalelo Ntsepe
Dance 4 life
Een van de grote aidscampagnes voor jongeren is het ‘Dance 4 life’-initiatief. Bij deze actie nemen jongeren zelf initiatief en dat is belangrijk omdat hiv en aids vooral jongeren treffen. De acties hebben allemaal iets met dansen te maken en op deze manier zamelen ze geld in voor aidsprojecten. Verschillende acties worden georganiseerd, zowel op grote als op kleine schaal. Vooral de grootschalige dansevenementen zijn bekend. In allerlei verschillende landen van de wereld gaan mensen op hetzelfde tijdstip in het wit gekleed de dansvloer op om zo vijf uur lang te dansen voor het leven. Met deze actie wordt dan geld ingezameld. Het is de bedoeling dat er steeds meer landen mee gaan doen. Daarnaast zijn er veel acties op scholen. Bij deze acties komen Nederlandse jongeren in contact met Zuid-Afrikaanse jongeren voor een programma met dans, percussie en discussies. Bij deze acties wordt vooral ook veel geld ingezameld. Een andere manier om geld in te zamelen, is door de toegangskaartjes van dansevenementen, zoals Mysteryland, 50 cent duurder te maken en dat geld dan te doneren aan het Dance4-life fonds.
Ali B en Rap around the world
De Nederlandse rapper Ali B brengt in 2004 een bezoek aan zeven ontwikkelingslanden in de wereld. Over zijn belevenissen geeft hij een boek uit. Het boek gaat onder andere over kinderprostitutie, kinderarbeid en aids. Het bestaat uit dagboekfragmenten van Ali B en raps die hij tijdens deze reis geschreven heeft. Deze reis heeft hij gemaakt in opdracht van ontwikkelingsorganisatie Plan Nederland. De bedoeling is dan ook om op deze manier meer Nederlandse jongeren bij ontwikkelingsprojecten te betrekken. In september 2006 gaat de Nederlandse artiest Najib Amhali samen met twee rappers naar Burkina Faso in Afrika. Ze bezoeken daar onder andere scholen en weeshuizen met aidswezen. Dit gaat geheel in samenwerking met Plan Nederland en is door de zender MTV uitgezonden.
11
BESTRIJDING VAN AIDS Zoals we eerder vertelden is aids al ongeveer 20 jaar bekend. Sinds die tijd is er veel onderzoek gedaan naar medicijnen tegen hiv en aids. Er zijn tot nu toe nog geen medicijnen gevonden die mensen kunnen genezen. Er zijn wel medicijnen ontwikkeld die het virus afremmen; mensen die hiv hebben krijgen dan minder snel of nooit aids. Maar het is natuurlijk niet fijn om medicijnen in te moeten nemen. Ze kosten meestal veel geld en ze hebben vaak vervelende bijwerkingen. Het blijft daarom belangrijk om besmetting met het virus te voorkomen. In bijna alle landen van de wereld heeft de regering een aids-bestrijdingsplan. En in veel landen, vooral in arme landen, zijn er ook veel organisaties actief in de strijd tegen aids. Uit onderzoek blijkt dat het veel effect heeft als er een combinatie wordt gemaakt van preventie, zorg en behandeling, en opvang. We zullen deze drie hieronder toelichten.
Preventie
Preventie betekent het voorkomen dat iets gebeurt. Als je praat over aidspreventie heb je het over het voorkomen dat mensen met hiv besmet raken. Aidspreventieprojecten zijn vaak op speciale groepen gericht, bijvoorbeeld op veilig vrijen bij jongeren in een grote stad. Andere acties zijn gericht op het gebruik van schone naalden voor drugsgebruikers. Onder preventieve maatregelen valt bijvoorbeeld ook het vrijwillig testen op hiv. Dit is belangrijk omdat je, als je weet dat je besmet bent, je kunt voorkomen dat je andere mensen besmet, en dat je (als dat mogelijk is) medicijnen kunt gaan gebruiken. Aidsvoorlichting aan jongeren is een belangrijke manier om hiv-besmettingen te voorkomen. De voorlichting kan op scholen plaatsvinden maar ook buiten scholen, niet alle jongeren gaan immers naar school. Daarnaast kan voorlichting via televisie, kranten en tijdschriften gegeven worden. Maar voorlichting vindt ook plaats via informatieve straattheatervoorstellingen in dorpen waar geen televisie is. Het aanbevelen en uitdelen van condooms is ook belangrijk. Speciale aandacht moet gaan naar mensen die werken in de seksindustrie en bijvoorbeeld aan homoseksuele mensen (homoseksualiteit wordt in veel landen geheim gehouden). Als laatste moet het voor drugsgebruikers mogelijk zijn om aan schone naalden te komen.
12
Aidsvoorlichting
Zorg en behandeling
In veel rijke westerse landen, zoals Nederland, zijn hiv- en aidsremmende medicijnen volop verkrijgbaar. In veel ontwikkelingslanden niet. De medicijnen zijn te duur. Er is grote internationale druk uitgeoefend op bedrijven die deze medicijnen maken om de medicijnen goedkoper aan te bieden, zodat meer mensen ze kunnen betalen. Er zijn ook programma’s die mensen geld geven om medicijnen van te kopen. Het is belangrijk dat mensen die ziek zijn niet alleen medicijnen gebruiken, maar ook gezonder gaan leven, bijvoorbeeld door gezonder te gaan eten.
Opvang Als derde maatregel is opvang belangrijk. In de eerste plaats de opvang van mensen die ziek zijn. Het is belangrijk dat zij een plek hebben waar ze verzorgd worden en waar ze, als de ziekte vergevorderd is, kunnen sterven. In ontwikkelingslanden sterven mensen vaak op jonge leeftijd aan aids. Zij laten dan vaak jonge kinderen achter. Als deze kinderen allebei hun ouders kwijt zijn, worden ze aidswezen genoemd. Soms zijn deze kinderen zelf ook met hiv besmet, maar soms ook niet. Het is belangrijk dat er voor deze kinderen- of ze nu besmet zijn of niet- een goede opvang is. Knelpunten Je zou denken dat er genoeg kennis is over hiv en aids en dat er toch genoeg geld in de wereld is om het probleem aan te pakken. Er zijn echter zaken die de bestrijding van aids in de weg staan. Een van de knelpunten is dat de politici in veel landen pas reageren als het al te laat is, als er al sprake van een epidemie is. Een ander struikelblok is religie. Conservatieve en religieuze politici zijn meestal geen voorstander van seksuele voorlichting die nodig is voor aidspreventie (zie ook pag. 14). Een volgend knelpunt kan zijn dat verschillende organisaties op verschillende manieren met aidsbestrijding bezig zijn. Ze werken niet voldoende samen.
13
Lege ziekenzaal
AIDS EN RELIGIE Sommige grote wereldreligies, waaronder het christendom, zijn erop tegen dat mensen seks hebben met verschillende partners. Zij vinden dat dat alleen maar kan met degene met wie je getrouwd bent. De bedoeling van seks is, volgens hen, het krijgen van kinderen. Zij zijn tegen het gebruik van voorbehoedsmiddelen (middelen die voorkomen dat je zwanger raakt). Dit brengt ons op een probleem. Condooms zijn immers ook voorbehoedsmiddelen. Terwijl internationale ontwikkelingsorganisaties hard werken aan voorlichting over veilige seks door condoomgebruik, zijn er religieuze organisaties en instanties die het condoomgebruik juist afwijzen. Dit geldt overigens niet voor alle religieuze organisaties. Sommige religieuze organisaties zijn van mening dat als iedereen een goede christelijke manier van leven heeft en dus alleen maar seks heeft met de huwelijkspartner, niemand aids zal krijgen en er dus niets aan de hand zou moeten zijn. In de praktijk werkt het niet zo, er worden dagelijks mensen met hiv besmet door onveilige seks. De paus, die aan het hoofd van de katholieke kerk staat, heeft het gebruik van condooms officieel verboden. Hij vindt dat de strijd tegen aids zou moeten bestaan uit het naleven van godsdienstige voorschriften: mensen moeten trouwen en geen wisselende partners hebben. Als je die voorschriften nakomt, voorkom je ook de verbreiding van hiv. De VN gebruiken in hun aidspreventieprogramma de ABC-methode (Abstain = onthouding, Be faithfull = trouw zijn, Condom = condoom). Sommige religieuze leiders zijn echter bang dat als er condooms worden uitgedeeld mensen een te vrije leefstijl krijgen en bijvoorbeeld meer buitenechtelijke seks zullen gaan hebben. Zo worden er bijvoorbeeld in 1996 in Kenia openlijk condooms verbrand door de katholieke kerk. De laatste jaren is een aantal aidspreventieprogramma’s in Afrika stopgezet die volgens de ABC-methode werken. De instanties die geld geven, zoals de Amerikaanse overheid, vinden dat er alleen nog maar gewerkt moet worden met programma’s vanuit een christelijke benadering en voorlichting over condooms hoort daar in hun ogen niet bij.
14
De Paus
Condoom
AIDS-ORGANISATIES Er zijn veel verschillende organisaties die werken aan de bestrijding van hiv en aids. Sommige van hen zijn opgericht vlak nadat de ziekte is ontdekt. Andere zijn pas veel later opgericht. Sommige organisaties richten zich op preventie van aids in het eigen land. Andere organisaties zijn specifiek bedoeld voor het helpen van bijvoorbeeld aidswezen in Zuid-Afrika. Een ander verschil tussen organisaties is dat sommige heel groot zijn, onderdeel van een grote internationale organisatie zoals de VN. Andere zijn heel kleinschalig, opgericht door een paar mensen die bijvoorbeeld in een Afrikaans land mensen met aids ontmoet hebben. Aids Fonds Het Nederlandse Aids Fonds bestaat sinds 1985. Het is opgericht om een bijdrage te leveren aan de strijd tegen aids. Het Aids Fonds houdt zich zowel bezig op nationaal (binnen Nederland) als op internationaal vlak (in de rest van de wereld). De organisatie bevordert de ondersteuning van mensen met hiv en aids door ze te begeleiden in hun ziekteproces. Het Aids Fonds ondersteunt ook wetenschappelijk onderzoek, bijvoorbeeld van bedrijven die onderzoek doen naar nieuwe medicijnen tegen aids. Het fonds houdt zich ook bezig met de verbetering van de toegang tot medicijnen in ontwikkelingslanden. Daarnaast worden preventieve activiteiten gestimuleerd: activiteiten die mensen informatie geven over hoe je hiv kunt voorkomen. Stop Aids Now Het Aids Fonds vormt samen met Cordaid Memisa, Hivos, ICCO, en Oxfam Novib de organisatie Stop Aids Now. Deze organisatie zet zich in voor de wereldwijde strijd tegen aids. Stop Aids Now zorgt voor opvang en medicijnen, geeft aidswezen een toekomst en helpt via voorlichting het verbreiden van aids te remmen. Unaids Unaids is de grootste internationale organisatie die actie voert tegen de aids-epidemie. Deze organisatie is ontstaan op initiatief van de Verenigde Naties (VN). In 1996 bundelden toen zes grote organisaties binnen de VN hun krachten. Unaids houdt zich bezig met de preventie van hiv, het voorzien in zorg en steun aan mensen met hiv en aids, het verminderen van de kwetsbaarheid van individuen en gemeenschappen door hiv en aids en het verlichten van de gevolgen van de epidemie. 15
Unaids probeert haar doelen te bereiken door leiders van landen of organisaties te vragen om actie te ondernemen tegen de epidemie. Ook zorgt Unaids ervoor dat alle inspanningen die er wereldwijd tegen de epidemie ondernomen worden goed in kaart worden gebracht. Unaids steunt ook allerlei organisaties in ontwikkelingslanden die zich met aids bezig houden. My Body My Body, de Nederlandse tak van het World Population Fund (de bevolkingsorganisatie van de VN) steunt projecten van lokale organisaties in ontwikkelingslanden om nieuwe generaties, vrouwen en mannen, in staat te stellen om zelf te beslissen over hun seksuele leven en het krijgen van kinderen. Zo kunnen zij zich beter beschermen tegen ziekten zoals hiv/aids, tegen ongewenste zwangerschap en seksueel geweld en krijgen zij de kans om de armoedespiraal te doorbreken. The Global Fund to fight Aids, Tuberculosis and Malaria Dit fonds wordt in 2001 opgericht door de toenmalige secretaris-generaal van de VN, Kofi Annan. De organisatie is gericht op het bestrijden van de in deze tijd drie meest verwoestende ziektes in de wereld: aids, tuberculose en malaria. Er zitten mensen bij van verschillende andere organisaties, zoals het WHO en Unaids, en daarnaast vertegenwoordigers uit verschillende landen, zowel van regeringen als van onafhankelijke organisaties. Unite for children unite against aids De campagne betekent letterlijk: ‘Kom samen op voor kinderen, werk samen tegen aids’. Deze campagne is in oktober 2005 opgericht om in de strijd tegen aids de kinderen centraal te stellen. De feiten liegen er volgens deze organisatie niet om. Iedere minuut sterft er een kind aan de gevolgen van aids. Iedere minuut komt er ook een nieuwe hiv-besmetting bij een kind bij. Minder dan 5% van de kinderen met aids krijgt goede hulp en dat is een directe aanleiding om deze organisatie op te richten. De organisatie krijgt meteen veel aandacht in de media.
16
AIDS WERELDWIJD Aids komt in alle landen van de wereld voor. In sommige landen zijn er zoveel mensen die met hiv besmet zijn of aan aids lijden, dat er sprake is van een epidemie. In dit hoofdstuk bespreken we de situatie rondom hiv en aids in de verschillende werelddelen. West-Europa In West-Europa krijgt de meerderheid van de mensen die met hiv of aids besmet is medicijnen. Steeds minder mensen overlijden aan de gevolgen van aids. Een recent probleem is dat de aidsremmende medicijnen niet zo goed meer werken. Mensen worden er resistent voor; dit betekent dat het virus sterker wordt en de medicijnen er niet meer tegenop kunnen. Ondanks goede voorlichtingscampagnes neemt het aantal mensen met hiv weer toe. Dit heeft te maken met het feit dat er nog steeds veel mensen zijn die niet weten dat ze met hiv besmet zijn en het zo ongemerkt doorgeven. Daarnaast zijn veel mensen die besmet zijn afkomstig uit landen met grote aidsepidemieën (zoals sommige landen in Afrika). Nederland In het begin werd aids in Nederland nog als een typische homoziekte gezien. De Nederlandse homobeweging voert, gesteund door campagnes van de overheid, strijd tegen onveilige seks. Er worden ‘vrijkaartjes’, in de vorm van condooms, uitgedeeld op plaatsen waar homo’s elkaar ontmoeten. De reclamecampagne: ‘Ik vrij veilig of ik vrij niet’ brengt veilige seks onder de aandacht van een breder publiek. Daarnaast is er steeds meer aandacht voor andere risicogroepen en vormen van besmetting. Zo komen er plaatsen waar drugsverslaafden hun gebruikte injectienaalden kunnen omruilen. Er zijn diverse instellingen, die zich met hiv en aids bezighouden, bijvoorbeeld de Hiv Vereniging Nederland (http://www.hivnet.org/HVN). Er zijn organisaties als Stichting Buddy Netwerk, die zorg bieden voor mensen die geïnfecteerd zijn met hiv. Nederland kent ook verschillende instellingen, die zich met onderzoek bezighouden.
17
Oost-Europa In Oost-Europa en Centraal-Azië is het aantal met hiv besmette mensen de laatste 10 jaar explosief gestegen. Men spreekt van een beginnende epidemie. Het gaat hier vooral om jonge mensen, jonger dan 30 jaar. De voornaamste manier van besmetting is via seksueel contact. Daarnaast is drugsgebruik een belangrijke reden. Mensen spuiten drugs zoals heroïne en gebruiken daarbij naalden die al eerder gebruikt zijn. Omwisselprogramma’s voor schone naalden zijn er niet, omdat drugsgebruik hevig wordt bestreden. Veel landen in Oost-Europa zijn arm en hebben een gebrekkige gezondheidszorg; niet iedereen krijgt dus goede medische zorg. Mensen met hiv en aids krijgen niet altijd de goede medische verzorging.
Spuit en drugs
Noord-Amerika In Amerika wordt op het moment vooral de Afro-Amerikaanse bevolking zwaar getroffen door aids. Dat zijn de Amerikaanse mensen van wie de voorouders oorspronkelijk uit Afrika komen. Aids is onder hen zelfs een van de drie meest voorkomende doodsoorzaken. Dit heeft met name te maken met het feit dat deze bevolkingsgroep in Amerika vaak arm is en een minder goede positie in de maatschappij heeft. Hiv-besmetting komt in Amerika ook veel voor bij homoseksuele mannen. Het Caraïbisch gebied Het Caraïbisch gebied is na Afrika het zwaarst getroffen in de wereld. Aids is zelfs de meest voorkomende doodsoorzaak voor mensen tussen de 15 en 44 jaar. Er wordt verwacht dat in 2010 de levensverwachting in sommige van deze landen met 10 jaar gedaald is door de gevolgen van aids. Dit wil zeggen dat mensen daar dan gemiddeld 10 jaar eerder sterven dan voorheen. De verbreiding van het virus in dit gebied gaat met name door heteroseksueel contact (seks tussen een man en een vrouw) en door mensen die in de seksindustrie werken. De Caraïbische regeringen reageren pas laat op het virus. Op dit moment wordt het virus serieus genomen. Een aantal landen zet zich samen actief in om aidsremmende medicijnen voor een betaalbare prijs te krijgen. En om de behandeling van slachtoffers beter te coördineren.
18
Washington
Cuba
Opvanghuis voor kinderen in Brazilië
Latijns Amerika Veel landen in Latijns Amerika zijn afhankelijk van de toeristenindustrie. Hierdoor wordt informatie over aids vaak in de doofpot gestopt. Het land zou daardoor voor toeristen minder aantrekkelijk worden. Daarnaast is er in deze landen weinig openheid over seksualiteit. Hoe er op de epidemie gereageerd wordt, verschilt nogal per land. In de meeste landen heeft aids een negatief effect op de gezondheid, onderwijs, landbouw en op de economie van die landen. Latijns Amerika heeft een groot aantal straatkinderen. Deze kinderen zijn soms genoodzaakt om seks te hebben voor voedsel of onderdak. Zij zijn daarmee zeer kwetsbaar voor hiv. De overheden doen over het algemeen weinig voor deze kinderen. Hoewel maatregelen ter voorkoming van aids in Latijns Amerika minimaal zijn, worden er wel op grote schaal aidsremmers uitgedeeld. Met name Brazilië, het land met het grootste percentage aidsslachtoffers, heeft een effectief programma voor het gratis beschikbaar stellen van aidsremmers. Azië De verbreiding van hiv loopt nogal uiteen in de verschillende landen. In sommige landen is de epidemie al heel oud; in andere landen komen er pas recent gevallen aan het licht. In Azië is met name India zwaar getroffen. De grootste risicogroepen daar zijn mensen die in de seksindustrie werken en mensen die drugs gebruiken. In Indonesië, Nepal en Vietnam stijgt het aantal seropositieven snel.
Prostitutie in India
Hiv-besmette Chinese man
Een aantal landen heeft grootschalige preventieprogramma’s opgezet. Met name het condoomgebruik bij betaalde seks is hierdoor gestegen. In China verbreidt het virus zich grotendeels via bloed. Het is in China gebruikelijk voor arme mensen om hun bloed aan een bloedbank te verkopen. Het bloed wordt afgenomen met naalden die ook door andere mensen gebruikt worden. Als een van deze mensen hiv heeft, dan raken andere mensen ook besmet. Aids-slachtoffers zijn nu veel te vinden onder mensen die drugs gebruiken en in kleinere mate onder mensen in de seksindustrie.
19
Afrika Van alle delen van de wereld komt aids in Afrika het meest voor: ruim 37,5 miljoen mensen is besmet of ziek. Het zuidelijk deel onder de Sahara is het zwaarst getroffen gebied. In zuidelijk Afrika woont 10 % van de wereldbevolking, maar vind je 60% van alle hivbesmettingen. In dit gebied zijn meer vrouwen dan mannen met het virus besmet, met name onder de jonge bevolking. Het zwaarst getroffen land is Zuid-Afrika, hier zijn ruim zes miljoen mensen besmet met hiv of ze hebben aids. Zuid-Afrika Aids is een groot probleem in ZuidAfrika. Er is sprake van een echte epidemie. Het kenmerk van een epidemie is dat het zich snel en op grote schaal verspreidt. In de provincie Kwa-Zulu is ruim 30% van de bevolking met het virus besmet. Veel kinderen hebben (een van) hun ouders verloren of zijn zelf slachtoffer. Er overlijden vooral veel mensen op jonge leeftijd. Er heerst in dit land nogal een taboe op aids en daardoor wordt er vaak niet in het openbaar gezegd waar mensen aan overlijden. De regering van Zuid-Afrika krijgt het verwijt weinig te ondernemen tegen de verspreiding van aids. President Thabo Mbeki heeft lange tijd gezegd dat het niet hiv is dat aids veroorzaakt, maar dat mensen sterven aan armoede.
Hiv-besmetting in percentages
Veel mensen in Zuid Afrika die hiv hebben of aan aids lijden, hebben geen toegang tot medicijnen. Soms zijn de aidsremmers er gewoonweg niet, maar het komt ook regelmatig voor dat mensen ze niet kunnen betalen. Voor meisjes in arme wijken is het vaak erg gevaarlijk. Sommige mannen denken dat aids genezen kan worden door seks te hebben met een kind. Als meisjes alleen over straat lopen, kunnen ze aangerand of verkracht worden. Hierdoor kunnen de meisjes zich dus minder vrij bewegen.
20
Oeganda Aids heeft grote gevolgen voor de kinderen van Oeganda. Duizenden kinderen zijn zelf seropositief of hebben al aids. Nog veel meer kinderen hebben een vader of moeder verloren en vaak alle twee. Zij worden aidswezen genoemd. Al die duizenden kinderen kun je niet in weeshuizen onderbrengen. Daar is simpelweg geen geld voor. Als de kostwinner (meestal de vader) wegvalt, is er te weinig geld over om de kinderen nog naar school te sturen. Vooral meisjes blijven van school weg, omdat er geen geld meer is of omdat ze thuis moeten helpen. Kinderen moeten vaak al op jonge leeftijd gaan werken. Op het platteland geldt: grond die je niet gebruikt, is niet meer van jou. Als vader en moeder er niet meer zijn, moeten kinderen de grond bewerken om te voorkomen dat ze dakloos worden. Sinds 1983 is er in Oeganda minstens een miljoen mensen gestorven aan aids of aan een ziekte die door aids veroorzaakt wordt. Oeganda is daarmee een van de hardst getroffen landen in Afrika. Hoewel er nog steeds veel mensen seropositief zijn in Oeganda is het aantal nieuwe gevallen van hiv sterk gedaald. Tot minder dan 1% zelfs. Dit is te danken aan het zeer actieve overheidsbeleid. Oeganda is hiermee een voorbeeld voor andere landen in Afrika. De Oegandese overheid en de bevolking heeft een beleid en houding van openheid over hiv en aids. Dit wordt ondersteund door een sterk overheidsbeleid onder leiding van de president. In het beleid spelen alle onderdelen van de maatschappij een rol in alle delen van het land. Alle bronnen en mogelijkheden worden benut.
Philly Lutaya
In 1991 overleed Philly Lutaya aan aids. Hij was een beroemde Oegandese zanger die miljoenen platen verkocht. Hij woonde in het buitenland. Toen hij aids kreeg, keerde hij naar zijn geboorteland terug om zijn landgenoten te wijzen op de gevaren van deze dodelijke ziekte. Hij reisde stad en land af in een race tegen de klok en sprak op scholen, op politieke bijeenkomsten, met buschauffeurs en in kerken. Toen hij aan aids overleed, had hij duizenden mensen bewustgemaakt van de gevaren van aids.
21
In kranten verschenen aparte rubrieken met vragen van lezers over aids. Door middel van grote posters gaf de regering van Oeganda voorlichting over aids. Oeganda telde talloze centra waar iedereen zich gratis op hiv kon laten testen. In klaslokalen in het hele land hingen posters met teksten als 'aids doodt'. Er werd speciaal lesmateriaal over aids ontwikkeld. 'Ik zeg NEE tegen aids' is een van de leuzen van de Oegandese anti-aidscampagne. Veel mensen met aids ergeren zich aan die spreuk. "Niemand van ons heeft ooit JA gezegd tegen aids", zegt Susie van de zelfhulpgroep TASO. TASO (The Aids Support Organization, de Aids Steungroep) bestaat uit duizenden leden met aids of die seropositief zijn. Overal in het land komen TASO-groepen regelmatig bij elkaar. Ze eten samen, praten met elkaar en proberen elkaar zoveel mogelijk te steunen. Bij TASO vinden ze begrip en krijgen ze te horen dat ze zich nergens voor hoeven te schamen. TASO zorgt ook voor gratis medische verzorging en betaalt als het nodig is het schoolgeld voor aids-wezen. 'Positief leven' is het motto: proberen zoveel en zolang mogelijk 'normaal' door te leven. Ondanks dat het beleid van Oeganda succesvol is, wordt het bekritiseerd door mensen uit de rooms-katholieke kerk. Zij vinden dat het beleid ten aanzien van condooms jonge mensen aanzet tot onzedelijk gedrag (zie ook pag. 14). In 2005 wordt er alarm geslagen. Onder leiding van de Verenigde Staten is er een nieuw preventieprogramma dat uitsluitend gericht is tegen seks buiten het huwelijk. Bij deze campagne wordt het gebruik van condooms afgeraden. Condooms worden daarmee weer moeilijker te verkrijgen in Oeganda. Aidsactivisten spreken over een crisis: alles wat er bereikt is in Oeganda wordt door deze campagne teruggedraaid. Het aantal met hiv besmette mensen zal hierdoor weer gaan toenemen. 22
DE GEVOLGEN VAN AIDS VOOR ONTWIKKELINGSLANDEN In Afrikaanse landen is de levensverwachting lager dan die in westerse landen. Met levensverwachting bedoelen we de gemiddelde leeftijd waarop een mens sterft. Door betere medische zorg is de levensverwachting overal gestegen, maar door het aids-epidemie daalt deze weer drastisch. Met name jonge mensen worden getroffen. Mensen met hiv en aids hebben meer kans om ziekten te krijgen die bij gezonde mensen veel minder vaak voorkomen. Tuberculose is daar een voorbeeld van. Tuberculose dreigt een groot probleem te worden voor de bevolking van veel ontwikkelingslanden.
Begraafplaats in Zuid-Afrika
Omdat aids vooral ook veel jonge mensen treft, is dat duidelijk voelbaar in de maatschappij. Er worden mensen ziek die belangrijk werk doen. Zij zijn bijvoorbeeld leraar of ze werken in de gezondheidszorg. In deze beroepen ontstaat dan een tekort aan mensen. Een school raakt dan bijvoorbeeld een paar leraren kwijt. Dit wordt ‘verminderde productiviteit’ genoemd. Voor bedrijven wordt het duurder om mensen in dienst te nemen, omdat er meer geld betaald moet worden voor ziektekostenverzekeringen voor deze mensen. Een gevolg van de verminderde productiviteit is dat er dan minder economische ontwikkeling plaatsvindt in een land en een land dus economisch ook niet kan groeien. Als minder mensen kunnen werken en zij ook geen belasting meer betalen, zullen er minder belastingsinkomsten zijn. De belasting is juist een bron van inkomsten voor een land. Hier betaalt een land bijvoorbeeld ziekenhuizen van. En als er minder belasting binnenkomt, wordt een land steeds armer en zullen er minder ziekenhuizen gebouwd kunnen worden.
23
Hieronder kun je een paar uitspraken lezen van Bongiwe Dlamini en van Slindile Moya; zij werden bezocht door mensen van stichting Utando, één van de organisaties die zich inzet in de strijd tegen aids. “Toen mijn vader doodging, was mijn moeder er niet. Ik was bij mijn vader, en hij stuurde me om water te gaan halen en toen ik terug kwam en probeerde om hem wat water te geven, was hij dood. Hij kon niet meer praten.” Bongiwe vertelt over het overlijden van haar vader. Ze is het oudste meisje in een familie van vier kinderen die allemaal in een tehuis voor aidswezen wonen. Alle vier zijn ze getuige geweest van de dood van hun beide ouders. Wanneer Bongiwe in een ander gesprek gevraagd wordt naar het overlijden van haar moeder, raakt ze helemaal van streek en stamelt in gebroken Engels: “Ik zag een lijkwagen naar ons huis komen en ik wist meteen dat m'n moeder dood was.” “Ze lag in het ziekenhuis, en we hoopten allemaal dat ze terug zou komen, maar ze kwam niet terug en toen kwam er iemand om het ons te vertellen en we waren zo verdrietig.” Slindile is twaalf jaar en vertelt over het overlijden van haar moeder. Ze zorgt al vanaf haar negende voor haar vier jongere broertjes en zusjes. Ze woont samen met hen in Agape, een tehuis voor aidswezen.
24
Aidswezen
AANTEKENINGEN
25
26
MEER OP INTERNET Op de website van het Centrum voor Mondiaal Onderwijs vind je nog meer informatie die je kan helpen bij je werkstuk of spreekbeurt. Je vindt daar tips over hoe je het beste een werkstuk kunt opzetten of hoe je het beste je spreekbeurt kunt inkleden. Ook vind je daar een website met nuttige links die horen bij dit scriptiepakket. Ga naar www.cmo.nl of www.maak-een-werkstuk.nl.
27
SCRIPTIESERVICE De Scriptieservice Mondiaal Onderwijs richt zich op leerlingen vanaf 10 jaar. In de reeks zijn meer dan 85 onderwerpen opgenomen over Derde Wereld, Vrede, Milieu en Mensenrechten. Elk pakket bestaat uit 24 pagina's tekst, foto's, tekeningen, strips en/of cartoons. Op de website van het CMO staat een handleiding voor het maken van een scriptie/ werkstuk en bij dit pakket is er een website met aanvullende informatie, nuttige links en voor de leerkrachten een (groeps-)opdracht voor in de klas.
De uitgave op papier is te bestellen bij: Centrum voor Mondiaal Onderwijs Postbus 9108 6500 HK Nijmegen tel. 024-3613074 e-mail:
[email protected] http://www.cmo.nl Schoolmediatheken, (jeugd)bibliotheken en documentatiecentra die een abonnement op de scriptieservice hebben ontvangen jaarlijks vijf nieuwe titels.