Werkblad beschrijving interventie Voor goed beschreven

Werkblad beschrijving interventie Voor ‘goed beschreven’

Gebruik maximaal 10 pagina’s

Sportieve Opvang Zie ook:

http://www.loketgezondleven.nl/interventies/ Contact Centrum Gezond Leven:

Sandra van Dijk [email protected] 030-2748678

Achtergrondgegevens Ontwikkelaar / licentiehouder van de interventie Naam: (Post)adres: Plaats: E-mail: Tel.: Fax: Website (van de interventie)

Gelderse Sport Federatie Postbus 60066 6800 JB (postadres) Arnhem [email protected] 026-354 03 99 026-354 03 98 www.geldersesportfederatie.nl

Contactpersoon Vul hier de contactpersoon voor de interventie in, wanneer deze afwijkt van de ontwikkelaar of licentiehouder

Naam: Kyra Jurriëns (Post)adres: Postcode: Plaats: E-mail: kyra.jurrië[email protected] Tel.: 026-3540363 Fax:

Vul hier het Osirisnummer (I-database) in

Vul hier de naam van de interventie in

1. Doel van de interventie Wat is het doel van de interventie? Beschrijf de einddoelen en eventuele sub- of voorwaardelijke doelen zo concreet mogelijk en bij voorkeur SMART.

Einddoel en subdoelen Sportieve Opvang draagt zorg voor een gevarieerd sporten beweegaanbod tijdens de buitenschoolse opvang voor de jeugd van 4 tot en met 12 jaar via de begeleiding van de pedagogisch medewerk(st)ers van de buitenschoolse opvang. Concrete subdoelen hiervoor zijn: - Na de uitvoering van Sportieve Opvang hebben pedagogisch medewerk(st)ers meer kennis over het belang van gevarieerde en uitdagende beweeglessen en beweegprogramma. - Na de uitvoering van sportieve Opvang hebben pedagogisch medewerk(st)ers meer vaardigheden om gevarieerde en uitdagende beweeglessen te geven (en hebben zij met elkaar hiervoor een jaarplanning opgesteld). - Na de uitvoering van Sportieve Opvang maken pedagogisch medewerk(st)ers vaker gebruik van het sporten speelplein en de beschikbare speeltoestellen en spelmaterialen. - Na de uitvoering van Sportieve Opvang kunnen pedagogisch medewerk(st)ers zelfstandig goede en veilige sporten spelsituaties opstellen. - Na de uitvoering van Sportieve Opvang kunnen pedagogisch medewerk(st)ers sporten spelsituaties aanpassen m.b.v. de tips op de leskaarten. Kinderen in de leeftijd van 4 tot en met 12 jaar: - Na de uitvoering van Sportieve Opvang hebben kinderen kennis gemaakt met diverse spelen en sporten op het school- c.q. speelplein en bij slecht weer in de binnenruimte van de opvang. - Kinderen ervaren plezier in bewegen (en sporten) door het gevarieerde, veilige en uitdagende beweegaanbod. - Kinderen die gebruik maken van de buitenschoolse opvang hebben een positieve houding ten opzichte van bewegen.

Werkblad ‘goed beschreven’ Centrum Gezond Leven

2



2. Doelgroep van de interventie Voor wie is de interventie bedoeld?

Wat is de doelgroep van de hier beschreven interventie? Geef een zo precies mogelijke beschrijving van relevante kenmerken. Noem ook een eventuele intermediaire doelgroep.

Hoofddoelgroepen De directe doelgroep van ‘Sportieve Opvang’ zijn de pedagogisch medewerkers van de opvanginstanties. De einddoelgroep wordt gevormd door kinderen in de leeftijd van 4 tot en met 12 jaar die gebruik maken van de kinderopvang. Intermediaire doelgroep N.v.t. Toepassing bij migranten N.v.t.

3. Aanpak van de interventie 3.1 Opzet van de interventie Beschrijf de opzet van de interventie. Denk aan de gebruikelijke duur, indien van toepassing de frequentie en intensiteit van de contacten, de volgorde van de onderdelen, handelingen of stappen en de setting waarin de interventie wordt uitgevoerd.

Sportieve Opvang draagt zorg voor een gevarieerd beweegaanbod voor de jeugd via begeleiding van de pedagogisch medewerkers werkzaam binnen de kinderopvang. Zo wordt het beweegaanbod structureel verbeterd. Het project kan op de voor-, tussen- of naschoolse opvang ingezet worden, maar is het meest geschikt voor de tussen- en naschoolse opvang. Hier is meer tijd om (intensiever) te bewegen. Pedagogisch medewerkers volgen tijdens Sportieve Opvang een begeleidingstraject. Dit traject bestaat uit een cursus en een coachingsgedeelte. Daarnaast vindt een uitgebreide evaluatie plaats en is er een bijeenkomst waarin de inbedding centraal staat. Tijdens het cursusgedeelte doen de pedagogisch medewerkers meer kennis op, zodat zij zelfstandig sporten spelactiviteiten kunnen uitvoeren. Daarnaast leren ze creatief te denken op het gebied van bewegen. De kennis wordt direct in de praktijk uitgeprobeerd. Elke week staat in het teken van een ander thema. De begeleiding start de eerste week met een gedeelte spelanalyse, organisatiestructuur en speluitleg zodat een goede basis voor de rest van het begeleidingstraject gelegd wordt. Uiteindelijk wordt er gekomen tot een beweegprogramma dat voor elke pedagogisch medewerker van een opvanginstelling gebruikt kan worden. Door een intensief begeleidingstraject wordt het beweegprogramma op maat gemaakt. Het begeleidingstraject met het bijbehorende beweegprogramma wordt op elk soort opvang (voor-, tussen en/of naschools) aangepast.


3



Bij het coachingsgedeelte (ook wel counseling genoemd) wordt iedere pedagogisch medewerker tijdens de opvang op de eigen locatie intensief begeleid door een bewegingsconsulent van de GSF. De bewegingsconsulent is één dag in de week op locatie om het bewegingsaanbod samen met de pedagogisch medewerkers op te zetten. Aan het eind van het traject (meestal in week 10) krijgen alle deelnemers de (huiswerk)opdracht om na te denken over de inbedding. De vraag ‘hoe kunnen jullie ervoor zorgen dat Sportieve Opvang structureel in jullie planning wordt opgenomen?’ staat dan centraal. In week 11 en 12 wordt dit besproken en vertaald naar een (jaar)planning van activiteiten (zie bijlagen). Deze wordt aan het management voorgelegd. Ook wordt er gesproken over de aanschaf en roulatie van sporten spelmaterialen en het blijven uitwisselen van tips en ervaringen. Op deze manier worden er concrete afspraken gemaakt over wanneer en hoe het beweegprogramma het komende jaar gecontinueerd wordt. Ter afronding van het traject vullen alle deelnemers een evaluatieformulier in. Daarnaast vindt een gezamenlijke evaluatie plaats met de bewegingsconsulent en de pedagogisch medewerk(st)ers van de kinderopvang. Tijdens deze bijeenkomst wordt het proces geëvalueerd (zie ook punt 7). Maatwerk Verschillende factoren van de opvang zoals accommodatie, speelmogelijkheden, aantal kinderen en grootte van de opvang bepalen mede hoe het traject Sportieve Opvang vormgegeven wordt. 3.2 Inhoud van de interventie Wat gebeurt er concreet bij de uitvoering? Beschrijf hoe de onderdelen van de interventie worden ingevuld of uitgevoerd, zo nodig met enkele typerende voorbeelden.

Voorbereidingen De projectleider Sportieve Opvang heeft vooraf in een persoonlijk gesprek het volgende al kortgesloten met de kinderopvanginstantie: - Tijdstip cursusmoment - Tijdstip coachingsmoment - Aantal cursisten - Cursus en coachingslocatie - Basismateriaallijst is aanwezig op de locatie - Het is wenselijk dat er minimaal 2 personen zijn die langer op de BSO werkzaam zijn en blijven werken als “dragers” van de Sportieve Opvang. Hierdoor blijft het product duurzaam. Vervolgens neemt de bewegingsconsulent telefonisch contact op met de kinderopvangorganisatie om zichzelf te introduceren en indien nodig nog enkele zaken kort te sluiten. Cursus en coachingsgedeelte De totale cursus omvat 12 weken. Elke week bestaat uit een ‘cursusgedeelte’ en een ‘coachingsgedeelte’. In het ‘cursusgedeelte’ worden verschillende thema’s behandeld. De pedagogisch medewerkers krijgen hier theorie en verschillende beweegactiviteiten aangereikt. Tevens zullen de pedagogisch medewerkers lesgeven aan elkaar, hierbij worden verschillende aspecten van


4



het goed leiden van een spel behandeld en met elkaar geëvalueerd. -

Het ‘cursusgedeelte’ duurt 1,5 tot 2 uur per week. Er kunnen maximaal 12 pedagogisch medewerkers deelnemen aan het cursusgedeelte.

In het ‘coachingsgedeelte’ geven de pedagogisch medewerkers (de behandelde) spelactiviteiten aan de kinderen tijdens de buitenschoolse opvang (BSO) uren. Hierbij worden ze direct gecoacht door de bewegingsconsulent. -

Het ‘coachingsgedeelte’ vindt plaats tijdens de BSO uren. Er kunnen maximaal 2 pedagogisch medewerkers gecoacht worden tijdens de tussenschoolse opvang. Er kunnen maximaal 4 pedagogisch medewerkers gecoacht worden tijdens de naschoolse opvang.

De counseling vindt dus plaats tijdens de opvang en dan zijn ook de kinderen aanwezig. Om de coaching (on the job) dan goed te kunnen uitvoeren, is 4 personen op 1 middag het maximaal haalbare (binnen 1 traject). Als op de kinderopvang de wens heeft dat meer dan 4 pedagogisch medewerk(st)ers deelnemen aan het coachingstraject, dan is er de mogelijkheid om het coachingsgedeelte uit te breiden. Meerdere of alle pedagogisch medewerk(st)ers kunnen dan meedoen met het coachingstraject. Voor deze uitbreiding wordt een extra vergoeding gevraagd. De counseling wordt op andere momenten ingepland. Inbedding en evaluatie Met de deelnemers wordt vanaf week 10 gesproken hoe Sportieve Opvang vervolgd (structureel) kan worden. Het maken van een jaarplanning, het aanschaffen en rouleren van materialen, het blijven uitwisselen van tips en ervaringen komen hierin aan de orde (zie ook pagina 4). Uitkomsten worden aan het management voorgelegd. Tijdens de afsluitende bijeenkomst met de bewegingsconsulent en de pedagogisch medewerk(st)ers wordt het proces geëvalueerd. In de onderstaande tabel zijn de leerdoelen van de Sportieve Opvang weergegeven. Week 1

2

Inhoud Kennismaking

Leerdoelen Elkaar leren kennen

Presentatie

Uitleg van de ‘Sportieve Opvang’

Inventarisatie

Accommodatie, organisatiestructuur BSO - Kennen van verschillende kennismakingsactiviteiten - Zien van mogelijkheden om binnen je eigen praktijksituatie sfeer te creëren met een groep kinderen - Weten hoe je op de juiste manier een activiteit uitlegt zodat je snel kunt beginnen

Spelbeleving

Speluitleg & Spelanalyse


5



-

3 t/m 11

Verschillende beweegthema’s

12

Afsluiting: inbedding en evaluatie

Weten welke elementen er zijn waardoor een spel wel of niet loopt - Weten hoe je een spel kunt aanpassen zodat het interessant blijft en uitdagend wordt - Eigen maken van de leerdoelen genoemd bij ‘Speluitleg en Spelanalyse’ - Veilig aanbieden van veel verschillende beweegactiviteiten - Creatiever worden bij het organiseren van activiteiten - Inbedden van Sportieve Opvang Het team is na de cursus in staat om op verantwoorde wijze beweegactiviteiten structureel in hun programma op te nemen en uit te voeren

Per thema zijn er (sport)specifieke leerdoelen. Deze zijn niet opgenomen in de tabel. De beweegthema’s/sporten zijn per locatie verschillend, omdat rekening wordt gehouden met de accommodatie en de wensen van de opvangorganisatie. Afsluiting In de laatste week (12) vindt de bijeenkomst plaats over inbedding en evaluatie. De volgende punten komen hierin uitgebreid aan de orde: Materialen: De kinderopvanginstanties ontvangen een materiaallijst met een laatste advies van de bewegingsconsulent, zodat de kinderopvanginstantie de gewenste materialen zelfstandig kan bestellen. Daarnaast wordt er een rouleerschema opgesteld, zodat materialen op de verschillende locaties ingezet/gebruikt kunnen worden. Jaarplanning: De jaarplanning wordt met elkaar opgesteld en doorgesproken. Er worden afspraken gemaakt wie deze planning bewaakt/eventueel bijstelt en wie daarin dus de kar trekt. De jaarplanning wordt voorgelegd aan het managementteam. Procesevaluatie: Met de pedagogisch medewerk(st)ers wordt het proces geëvalueerd. Iedereen vult daarnaast afzonderlijk een evaluatieformulier in. Uitreiking van certificaten: De deelnemers ontvangen het certificaat ‘Sportieve Opvang’ (afhankelijk van de onderdelen die zij gevolgd hebben).


6



4. Materialen en links Welke materialen zijn er en waar zijn deze verkrijgbaar? Noem ten minste de Nederlandse handleiding. Noem ook eventuele links naar relevante websites, rapporten of andere relevante bestanden. Vermeld eventueel ook of er voorzieningen zijn voor migranten en zo ja welke.

Via de website www.geldersesportfederatie.nl zijn de volgende materialen te vinden: - Promotie flyer Sportieve Opvang Via de Gelderse Sport Federatie zijn de volgende materialen op te vragen: - Inkijkexemplaar van de klappers Sportieve Opvang - Handleiding Sportieve Opvang - Projectplan Sportieve Opvang - Klapper met de beweegkaarten - Klapper ‘Aan (de) slag met sporten in de BSO’

5. Onderbouwing werkzaamheid Geef hier een aanzet tot onderbouwing van de werkzaamheid. Op welke principes is de interventie gebaseerd? Waarom denkt u dat deze interventie effect zal hebben? De informatie is wel van belang, maar is niet van invloed op de beoordeling voor ‘goed beschreven’.

Interventie Sportieve Opvang De ontwikkelingen in het veld (motie Aartsen-Bos over de brede maatschappelijke rol) en de uitkomsten van een onderzoek ‘Behoeftepeiling sportondersteuning (Onderzoek HAN, 2007)’, hebben er toe geleid dat de Gelderse Sport Federatie, met de interventie Sportieve Opvang, sport en bewegen in de buitenschoolse opvang wil stimuleren. Sport heeft een positieve invloed op de ontwikkeling van het kind. Niet alleen voor de algehele gezondheid, maar ook voor de sociale contacten, fitheid en geestelijke ontwikkeling van het kind. Kinderen brengen de schooldag tegenwoordig grotendeels zittend door, daardoor neemt de kans op overgewicht toe. Sport is dan een verantwoorde manier om de buitenschoolse opvang in te vullen. Tevens wil het ministerie van VWS met zowel sportactiviteiten tijdens schooltijden als naschoolse opvang bijdragen aan haar onderwijskundige, sporten beweegdoelstellingen. In 1998 is de Nederlands Norm Gezond Bewegen (NNGB) vastgesteld. Voor jeugd onder de 18 jaar geldt: dagelijks een uur matig intensieve lichamelijke activiteit, waarbij de activiteiten minimaal twee maal per week gericht zijn op het verbeteren of handhaven van lichamelijke fitheid (kracht, lenigheid en coördinatie). Volgens onderzoek van TNO voldeed in 2005 iets meer dan de helft van de jeugd aan deze norm. Dat is zelfs iets minder dan bij volwassenen (bij wie wel een andere norm gehanteerd wordt). Dit percentage is teleurstellend en zou omhoog moeten. De interventie Sportieve Opvang biedt pedagogisch medewerkers van de opvanginstanties advies en begeleiding bij het opstellen en uitvoeren van een kwalitatief goed beweegprogramma. De kracht van Sportieve Opvang zit onder andere in het maatwerk dat geleverd kan worden. Zo is het o.a. mogelijk om de pedagogisch medewerkers van de tussenschoolse opvang een andere inhoud te bieden dan het begeleidingstraject voor de pedagogisch medewerkers van de naschoolse opvang. Dit komt, omdat de opleidingsachtergronden van de pedagogisch medewerkers van de tussen- en naschoolse opvang vaak verschillen van elkaar. Bovendien zijn de sporten spelmogelijkheden voor een tussenschoolse opvang anders dan bij een naschoolse opvang. Daarnaast heeft de Sportopvang kennis over hoe, (indien wenselijk en


7



noodzakelijk) met eenvoudige aanpassingen het schoolplein verbeterd worden.

6. Randvoorwaarden uitvoering en kwaliteitsbewaking

Welke eisen zijn er t.a.v. opleiding, training, certificering, licenties en/of supervisie van de uitvoerend werkers? Beschrijf deze randvoorwaarden voor de toepassing.

Is er voor de overdracht of implementatie een handleiding of protocol? Zijn er eerdere ervaringen waaruit blijkt dat de interventie overdraagbaar is?

6.1 Eisen ten aanzien van opleiding De bewegingsconsulenten die de Sportieve Opvang in uitvoering brengen en de pedagogisch medewerk(st)ers begeleiden, moeten de lesgeefbevoegdheid hebben en de opleiding Lichamelijke Opvoeding (ALO) hebben afgerond. Daarnaast hebben ze de train-de-trainer cursus die behoort bij de klapper ‘Beweegplezier vanaf 4’ bij de NISB gevolgd. Binnen het project Sportieve Opvang wordt namelijk gebruik gemaakt van ‘Beweegplezier vanaf 4’. Bij punt 9 en 10 wordt hierover verder uitleg gegeven. Ook krijgen ze een interne (counsel)opleiding (zie voor een uitgebreide toelichting de documenten ‘interne cursus counseling’ in de extra toegezonden bijlagen) zodat ze de principes van counselen beheersen en op de juiste manier uitvoering geven aan de Sportieve Opvang. 6.2 Eisen ten aanzien van overdracht en implementatie Alle pedagogisch medewerkers die begeleid zijn, ontvangen de Sportieve Opvang-map met de op maat uitgewerkte sporten spelactiviteiten. Het jaarplan, het eventueel aangeschafte sporten spelmateriaal en de blijvende uitwisseling zorgt voor de implementatie van het Sportieve Opvang programma in het rooster van de kinderopvanginstelling. Deze wordt voorgelegd aan het managementteam. 6.3 Eisen ten aanzien van kwaliteitsbewaking

Hoe wordt de kwaliteit van de interventie beoordeeld en bewaakt? Denk bijvoorbeeld aan registratie van activiteiten en resultaten.

Kwaliteitsbewaking buitenschoolse opvang Na afloop van ieder traject vullen alle deelnemers een vragenlijst in. In de vragenlijst wordt onder andere ingegaan op het al dan niet voldoen aan de verwachtingen, op de tevredenheid van de gegeven begeleiding, op de inhoud van het programma, op de zelfstandige voortzetting van het programma, et cetera. Het doel van het evalueren is om kwalitatieve informatie over het proces van uitvoering van de Sportieve Opvang te verkrijgen. Op basis van deze informatie kunnen eventueel benodigde verbeteringen van (de inbedding van) het programma Sportieve Opvang gerealiseerd worden. Tussentijds zal de bewegingsconsulent van de Gelderse Sport Federatie informeren naar de ervaringen van de deelnemers en feedback vragen op de gegeven begeleiding. Kwaliteit in kennis en ervaring Voor het cursus- en coachingstraject zijn verschillende bronnen gebruikt. Zo wordt de kennis uit de BIOS (Bewegen In Onderwijs en Sport) mappen ingezet en zijn er ook buitenspeelkaarten in ontwikkeling vanuit het project ‘speelruimte’ van de Gelderse Sport Federatie. Deze kaarten sluiten goed aan bij de wensen van de pedagogisch medewerkers. Verder wordt er gebruik gemaakt van de klapper ‘Beweegplezier vanaf 4’ en de klapper ‘Aan (de) slag met sporten in de BSO’, die door de NISB zijn samengesteld. Tevens vindt er jaarlijks een opfriscursus voor de bewegingsconsulenten plaats om te oefenen met de counseltechnieken.


8



Kwaliteit in functioneren Om de kwaliteit van de bewegingsconsulenten te waarborgen, worden de bewegingsconsulenten door hun leidinggevende gevolgd en beoordeeld op hun functioneren. Dit gebeurt aan de hand van een vaste cyclus met een planningsgesprek (december), voortgangsgesprekken (maart/april en augustus/september) en een eindgesprek (december). Tijdens de gesprekken worden prestatieafspraken en ontwikkelacties ten aanzien van resultaatgebieden en competenties doorgesproken om het functioneren te verbeteren c.q. op peil te houden. Daarnaast vinden er kijkmomenten plaats om de kwaliteit van de Sportieve Opvang activiteiten te beoordelen. 6.4 Kosten van de interventie Wat zijn de kosten voor de uitvoering? Noem zo mogelijk kosten voor licentie, materiaal, trainingen, kwaliteitsbewaking, Vermeld het jaartal waarvoor de prijzen gelden. Noem ook de tijdinvestering van betrokken professionals (uitvoering en coördinatie).

De kosten van een regulier traject Sportieve Opvang van 12 weken bedragen in 2011 € 5.070,- exclusief btw. Bij dit traject volgen maximaal 12 pedagogisch medewerk(st)ers de cursus en worden maximaal 4 pedagogisch medewerk(st)ers (van deze 12) gecounseld (tijdens de opvang). Het bedrag is als volgt opgebouwd: -

-

Intake en voorbereiding (4 uur): € 172,Begeleiding gedurende 12 weken, inclusief voorbereiding, uitvoering en uitwerking van de lessen en reistijd (96 uur). In deze uren is ook (beperkt) ruimte voor evaluatie en kwaliteitsbewaking: € 4.128,Coördinatie (4 uur): € 420,Activiteitenbudget (voor klappers, certificaten): € 350,-

Alle bedragen zijn exclusief btw. De kosten voor training/bijscholing van de bewegingsconsulenten om Sportieve Opvang te kunnen geven, zijn in bovenstaande niet aangegeven. Dit gebeurt tijdens interne teamdagen. Dergelijke kosten zijn reeds verwerkt in de tarieven van de consulent. Doorontwikkeling van de interventie kan deels uit het budget van een traject en wordt in sommige gevallen met behulp van subsidies gefinancierd. BKK Lijst Opleidingen Sportieve Opvang is opgenomen op de lijst van het BKK (Bureau Kwaliteit Kinderopvang). Via het BKK kunnen kinderopvangorganisaties subsidie ontvangen voor de inzet van Sportieve Opvang. Hiermee worden kosten enigszins beperkt. Meer informatie hierover op de website van Stichting BKK: www.stichtingbkk.nl

7. Onderzoek naar de uitvoering van de interventie Is er onderzoek gedaan naar de uitvoering van de interventie? Beschrijf doel, type onderzoek (bijvoorbeeld procesevaluatie, behoefteanalyse, nul-meting, haalbaarheidonderzoek, tevredenheidmeting etc.), methode en relevante uitkomsten. Geef aan wat het bereik is, de succes- en faalfactoren en waardering door de doelgroep.

Na afloop van elk traject Sportieve Opvang op een kinderopvanglocatie wordt met het gehele team een procesevaluatie afgenomen. Dit betekent dat er met de pedagogisch medewerkers gezamenlijk wordt teruggekeken op het traject en de uitkomsten daarvan en dat alle pedagogisch medewerkers die begeleid zijn ook afzonderlijk een vragenlijst invullen. In de bijlage is het procesverslag toegevoegd van achttien respondenten. De resultaten staan in dit verslag weergegeven. Hieronder staan de belangrijkste succes- en faalfactoren die benoemd zijn door de respondenten.


9


Geef ook aan hoe de interventie, indien noodzakelijk, wordt aangepast.


Succesfactoren zijn: - De persoonlijke begeleiding van de bewegingsconsulent die Sportieve Opvang introduceert en de pedagogisch medewerk(st)ers counselt tijdens lessen. - Het werken in kleine groepjes, waardoor kinderen intensief kunnen bewegen. - Het differentiëren binnen elk arrangement zorgt dat alle kinderen kunnen meedoen op hun eigen niveau. - De betrokkenheid van kinderen is groot door het werken met kaarten en het werken in kleine groepjes. - De activiteiten geven ook nieuwe ideeën voor de kinderen om te doen in de pauzes van school of thuis. - Sportieve Opvang op het speel- of schoolplein geeft een impuls hoe je het plein beter (actiever) gebruikt. - De pedagogische medewerk(st)ers ontvangen een map met activiteitenkaarten. De activiteitenkaarten zijn uitneembaar en geplastificeerd, waardoor het makkelijk is om een kaart uit de map mee naar buiten te nemen. Dus makkelijk toepasbaar. Faalfactoren zijn: - Buiten uitleg geven is wat drukker (kinderen worden sneller afgeleid). Het is daarom handiger om vooraf binnen de uitleg te geven of een vaste verzamelplaats in te voeren. - Een plattegrond zou het klaarzetten nog makkelijker maken. Waardering door de doelgroep - Zowel de kinderen als de pedagogische medewerk(st)ers reageren enthousiast op de Sportieve Opvang en ervaren beide door ‘te doen’ dat spelen en bewegen leuk is. - De pedagogische medewerk(st)ers hebben nieuwe inzichten gekregen en voelen zich zelfverzekerder op het speel- of schoolplein. Aanpassingen en doorontwikkeling ‐ Zorgen voor minimaal twee follow-up momenten. De follow-ups kunnen gebruikt worden als evaluatiemoment voor de pedagogische medewerk(st)ers om te bespreken hoe zij de afgelopen periode het sportprogramma hebben vorm gegeven of als een opfrismoment, hetgeen de pedagogische medewerk(st)ers weer nieuwe inspiratie en ideeën op zal leveren. ‐

Neem in het programma van Sportieve Opvang een standaard materiaalpakket op. Mocht tijdens de inventarisatie vooraf blijken dat er een tekort is aan (sport)materialen dan kan er vanuit het project sportieve opvang door de kinderopvanginstelling een (verplicht minimaal) materiaal pakket worden afgenomen.

‐

Biedt vanuit Sportieve Opvang een (extra) traject aan dat als doel heeft (lokale) sportaanbieders actief te betrekken bij het sportprogramma van de sportieve opvang.


10



Reeds genomen initiatieven op aanpassingen en doorontwikkeling: De GSF zorgt er inmiddels voor dat de kinderopvangorganisaties waar Sportieve Opvang uitgevoerd is, na ongeveer een half jaar gebeld worden door de accountmanager. Er wordt dan geïnformeerd hoe het gaat en of er nog specifieke vragen of ondersteuningswensen zijn. Als dat aan de orde is, kan een bewegingsconsulent voor een opfrismoment zorgen. Er is een workshop ontwikkeld voor medewerkers van de kinderopvang, die niet hebben deelgenomen aan het programma. Zij krijgen op deze manier een groot aantal basisprincipes mee. Zo wordt de aandacht voor sport en bewegen breder binnen de organisatie doorgevoerd. Er wordt binnenkort gestart met Sportieve Opvang op een sport bso. Zij hebben gevraagd om het traject uit te breiden met het opzetten van samenwerkingsverbanden met sportverenigingen. Eén van de verenigingsadviseurs van de Gelderse Sport Federatie is hierbij betrokken. Ook liggen er kansen om daarin samen te werken met lokale combinatiefunctionarissen. De vraag komt meer en meer en de GSF zal hierin als intermediair optreden. Bereik Inmiddels hebben we meer dan 12 instellingen/organisaties begeleid met de Sportieve Opvang methode. Het gaat dan om meer dan 20 BSO-locaties. (zie voor meer informatie 9. Uitvoering).

8. Toelichting op de naam van de interventie Is de naam van de interventie helder? Noem de herkomst of diepere betekenis. Is de interventie bekend onder een andere naam? Noem de naam van de buitenlandse versie van de interventie.

Met de naam Sportieve Opvang laten we zien dat we bewegen een belangrijke plaats verdient in de buitenschoolse opvang, waardoor we kinderen in de buitenschoolse opvang in beweging krijgen en houden.

.

9. Uitvoering (uitvoerende en of ondersteunende organisaties en partners) Waar, door welk soort organisaties en op welke schaal wordt de interventie toegepast? Beschrijf op welke locatie de interventie wordt uitgevoerd. Noem eventueel lokale en/of regionale varianten. Noem eventueel ook samenwerkingspartners in de uitvoering.

Schaal en locaties waar Sportieve Opvang is uitgevoerd Sportieve Opvang is uitgevoerd op meer dan 20 BSO locaties, bij de volgende organisaties, in de volgende plaatsen en regio’s in Gelderland (sporadisch daarbuiten): ‐ ‐ ‐ ‐ ‐

Kinderopvang SKAR – diverse BSO-locaties in Bemmel, Huissen, Gendt en Angeren (gemeente Lingewaard – regio ArnhemNijmegen) Kinderopvang Zonnekinderen – diverse BSO-locaties in Bemmel, Huissen en Gendt (gemeente Lingewaard – regio Arnhem-Nijmegen) Kinderopvang Amerongen – BSO kind aan huis in Amerongen Catalpa Kinderopvang – BSO Juffers en heertjes in BenedenLeeuwen (gemeente West Maas en Waal – regio Rivierenland) Kinderij (Carion) – diverse BSO-locaties in Dieren, Velp en Rheden (gemeente Rheden – regio Arnhem-Nijmegen)


11


‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐


Kinderopvang Rivierenland BV – BSO de Regenboog in Tiel (gemeente Tiel – regio Rivierenland). Stichting Kinderopvang Hoorn – diverse BSO-locaties in Hoorn Kinderopvang Elmo – BSO de Boomhut in Zevenaar (gemeente Zevenaar – regio Arnhem (Liemers) Kinderopvang Humanitas – BSO Robbedoes en de Kleine Robbe in Zevenaar (gemeente Zevenaar – regio Arnhem (Liemers). Kinderopvang Villa Kakelbont in Tiel (gemeente Tiel – regio Rivierenland) Kinderopvang Bunderbos – BSO Bunderfun in Ochten/Kesteren (gemeente Neder-Betuwe – regio Rivierenland) Kinderopvang Sam Sam – BSO Sam Sam in Dodewaard (gemeente Neder-Betuwe – regio Rivierenland) Kinderopvang KION – BSO Drakensteijn in Malden (gemeente Wijchen – regi0 Nijmegen) Kinderopvang de Kangoeroe – diverse BSO-locaties in Westervoort (gemeente Westervoort – regio Arnhem (Liemers)

Bij de meeste trajecten wordt samengewerkt met de gemeenten en wordt soms aansluiting gezocht bij lopende programma’s in zo’n gemeente (bijvoorbeeld naschoolse programma’s die vanuit combinatiefuncties worden opgezet). Dit is niet standaard. Indien gewenst betrekken we lokale sportorganisaties bij de kinderopvangorganisatie zodat de kinderopvangorganisatie bijvoorbeeld gebruik kan maken van de accommodatie van de sportorganisatie tijdens de opvanguren. Lokale en regionale varianten NISB biedt de train-de-trainer ‘Beweegplezier vanaf 4’ aan, waarbij lokale professionals opgeleid worden om de cursus Beweegplezier vanaf 4 aan pedagogisch medewerkers te verzorgen. Het doel en de inhoud van Beweegplezier vanaf 4 heeft grote overeenkomsten met Sportieve Opvang. Onze bewegingsconsulenten hebben deze train-de-trainer ook gevolgd. In de map van Beweegplezier vanaf 4 worden de spellen kort beschreven en wordt alleen aandacht gegeven aan het cursusgedeelte. Bij de uitvoering gaven de pedagogisch medewerkers aan dat er behoefte bestond om de spellen in de vorm van spelkaarten uit te werken in een spelmap. Daarnaast heeft de GSF ervoor gekozen om het cursusgedeelte uit te breiden met een coachingsgedeelte, waarbij de pedagogisch medewerkers direct het geleerde in de praktijk kunnen brengen en daarbij ondersteund worden door de bewegingsconsulent. De thema’s die behandeld worden binnen ‘Beweegplezier vanaf 4’ komen ook terug in het project Sportieve Opvang. Het verschil is dat we het thema op eigen locatie in de praktijk brengen en de pedagogisch medewerkers hierbij coachen.

10. Overeenkomsten met andere interventies Zijn er soortgelijke interventies? Noem relevante en in het oog springende overeenkomsten en /of verschillen; beperk dit tot sterk vergelijkbare interventies. De informatie is wel van belang, maar is niet van invloed

Zoals bij punt 9 reeds beschreven bestaan er grote overeenkomsten met ‘Beweegplezier vanaf 4’ van de NISB. De thema’s binnen ‘Beweegplezier vanaf 4’ en Sportieve Opvang zijn hetzelfde. NISB biedt de train-de-trainer, waarbij ze lokale professionals opleiden die deze cursus kunnen geven aan in heel Nederland. Bewegingsconsulenten (lokale professionals) van de GSF zijn door NISB opgeleid en bieden de cursus aan in Gelderland.


12


op de beoordeling voor ‘goed beschreven’.


Wij hebben ‘Beweegplezier vanaf 4’ aangepast in Sportieve Opvang. Verschillen hierin zijn: - Spellen zijn uitgewerkt in spelkaarten en worden aangeboden in een geplastificeerde spelmap; - Thema’s zijn uitgebreid met meer spelkaarten; - Cursusgedeelte is uitgebreid met een coachingsgedeelte, waarbij de pedagogisch medewerkers het geleerde direct in de praktijk toepassen.

Aangehaalde literatuur Beschrijf de eventueel in dit document aangehaalde literatuur volgens APA-normen.

N.v.t.


13

Werkblad beschrijving interventie Voor goed beschreven

Recommend Documents