Werkblad beschrijving interventie Voor ‘goed beschreven’
Gebruik maximaal 10 pagina’s
Training Leren Signaleren Zie ook:
http://www.loketgezondleven.nl/interventies/ Contact Centrum Gezond Leven:
Sandra van Dijk
[email protected] 030-2748678
Achtergrondgegevens Ontwikkelaar / licentiehouder van de interventie Naam: (Post)adres: Plaats: E-mail: Tel.: Fax: Website (van de interventie)
Marianne Frieling, GGZ Noord-Holland Noord Maelsonstraat 9, 1624 NP Hoorn
[email protected] 0229-208821 0229-208802
Contactpersoon Vul hier de contactpersoon voor de interventie in, wanneer deze afwijkt van de ontwikkelaar of licentiehouder
Naam: (Post)adres: Postcode: Plaats: E-mail: Tel.: Fax:
Vul hier het Osirisnummer (I-database) in
Vul hier de naam van de interventie in
1. Doel van de interventie Wat is het doel van de interventie? Beschrijf de einddoelen en eventuele sub- of voorwaardelijke doelen zo concreet mogelijk en bij voorkeur SMART.
De training ‘Leren signaleren’ heeft tot doel intermediairen te trainen in het vroegtijdig signaleren van psychische problemen en alcohol- en drugsgebruik bij jongeren (12-23 jaar), omdat dit risicofactoren voor suïcide zijn (Beautrais, 2000; Vijayakumar, Kumar &Vijayakumar, 2011). De vroegsignalering maakt adequate hulp mogelijk waardoor vaak moeilijker te bestrijden problematiek voorkomen kan worden. Om dit doel te bereiken wordt in de training 'Leren Signaleren' aan de volgende subdoelen gewerkt: - na afloop van de training kent de deelnemer de feiten en cijfers rondom middelengebruik en psychische problematiek in de regio West-Friesland - na afloop van de training kan de deelnemer risicofactoren herkennen die leiden tot psychische en/of middelenafhankelijke problematiek, inclusief suïcidaliteit - na afloop van de training is de deelnemer in staat (de ontwikkeling van) psychische problematiek en/of problematisch middelengebruik, inclusief suïcidaliteit te signaleren - na afloop van de training weet de deelnemer hoe te handelen wanneer er een vermoeden is van genoemde problematiek
Wat is de doelgroep van de hier beschreven interventie? Geef een zo precies mogelijke beschrijving van relevante kenmerken. Noem ook een eventuele intermediaire doelgroep.
Geef aan of de interventie ook geschikt is voor (specifieke) migrantengroepen, en zo ja voor welke.
Voor wie is de interventie bedoeld? De training 'Leren Signaleren' is primair bedoeld voor professionals die beroepsmatig of vrijwillig met jongeren werken in de leeftijd van 12-23. Professionals zijn bijvoorbeeld leerkrachten, docenten, jongerenwerkers, politiemedewerkers, huisartsen, jeugdartsen en -verpleegkundigen en vrijwilligers uit het verenigings- en buurtleven bijvoorbeeld van sportverenigingen. De einddoelgroep zijn jongeren in de leeftijd van 12-23 jaar in de regio WestFriesland. Toepassing bij migranten De interventie is niet speciaal ontwikkeld voor migrantengroepen en biedt geen speciale faciliteiten (zoals vertaalde schriftelijke instructies of tolken) om migrantengroepen in het bijzonder te kunnen bedienen. Migranten zijn natuurlijk ook werkzaam binnen de doelgroep waar de training 'Leren Signaleren' zich op richt. De training 'Leren Signaleren' kan wel migranten bereiken, maar zal dan soms enige aanpassing behoeven.
Werkblad ‘goed beschreven’ Centrum Gezond Leven
2
Vul hier het Osirisnummer (I-database) in
Vul hier de naam van de interventie in
3. Aanpak van de interventie Beschrijf de opzet van de interventie. Denk aan de gebruikelijke duur, indien van toepassing de frequentie en intensiteit van de contacten, de volgorde van de onderdelen, handelingen of stappen en de setting waarin de interventie wordt uitgevoerd.
3.1 Opzet van de interventie De training ‘Leren Signaleren’ is een onderdeel van ‘Het Regionaal Plan van Aanpak van de West-Frisse Jeugd’. Deze aanpak is in 2007 gestart. Het doel van deze aanpak is de psychische gezondheid van jongeren in West-Friesland te bevorderen en het alcohol- en druggebruik te verminderen. Dit plan richt zich op drie pijlers: - preventie (inclusief bewustwording) - signalering - zorg (opvang en behandeling) De pijlers bestaan uit verschillende onderdelen en activiteiten. De organisatie bestaat uit drie werkgroepen: werkgroep Regelgeving en Handhaving, werkgroep Preventie, Bewustwording en Hulpverlening (PBH) en de werkgroep Communicatie. Ook is er een stuurgroep die de kaders vaststelt van het 'Regionaal Plan van aanpak de WestFrisse Jeugd'. De stuurgroep geeft de werkgroep PBH opdracht voor uitwerking en invulling hiervan. In de werkgroep worden ideeën en concepten ontwikkeld voor het Regionaal Plan. Ook adviseert de werkgroep PBH de stuurgroep over de inhoud en uitvoering van het Regionaal Plan van Aanpak. De training 'Leren Signaleren' is onderdeel van deze aanpak. De werkgroep PBH bestaat uit uitvoerende medewerkers van Bureau Jeugdzorg, GGZ-centrum WF, Brijder Verslavingszorg en GGD Hollands Noorden. GGD Hollands Noorden heeft de coördinatie en GGZ NoordHolland-Noord is hoofduitvoerder van de activiteiten. In het verlengde van ‘Leren signaleren’ bestaat het meldpunt jeugd. Dit meldpunt dient als laagdrempelig, direct bereikbaar punt waar professionals die de training ‘Leren signaleren’ hebben gevolgd, hun zorgen over en signalen die kunnen duiden op problematisch middelengebruik en/of psychosociale problemen bij jeugdigen kwijt kunnen. Hierdoor kunnen signalen van genoemde problematiek bij jongeren van 12-23 jaar in een zo vroeg mogelijk stadium omgezet worden in een adequaat hulpverleningsaanbod. Duur en intensiteit De training ‘Leren Signaleren’ duurt vier uur. De training is eenmalig, vanwege de blijvende service in de vorm van een meld- en servicepunt dat is verbonden aan de training. Incidenteel wordt er een herhalingstraining gegeven wanneer daarom verzocht wordt, bijvoorbeeld wanneer er veel nieuwe medewerkers bij een organisatie zijn gekomen. De groep bestaat uit maximaal 25 personen. De training kan ook aangeboden worden in de vorm van een informatieavond. Deze informatieavonden duren ongeveer tweeënhalf uur. Tijdens deze informatieavonden wordt de kennisquiz gedaan waarbij uitgebreide toelichting wordt gegeven. Begeleiding De training wordt uitgevoerd door twee trainers, een professional werkzaam in de verslavingszorg en een GGZ-professional (de voorkeur gaat uit naar sociaalpsychiatrisch verpleegkundigen). De trainers zorgen dat de bijeenkomst volgens het programma verloopt, dat de stof wordt behandeld, dat het groepsproces goed verloopt en dat er voldoende ruimte is voor eigen inbreng van de deelnemers. De trainers weten ruim van te voren welke groep ze gaan trainen, zodat ze eventueel accenten aan kunnen brengen in de training. Volgorde De training 'Leren Signaleren' bestaat grofweg uit de volgende drie blokken: I. WETEN: In dit eerste blok wordt aandacht besteed aan feiten en cijfers rondom middelengebruik en psychische problematiek in de regio. Tevens wordt
Werkblad ‘goed beschreven’ Centrum Gezond Leven
3
Vul hier het Osirisnummer (I-database) in
Vul hier de naam van de interventie in
aandacht besteed aan de belangrijke rol die de deelnemers kunnen spelen in de signalering. II. LEREN: In dit blok staat het herkennen van signalen die kunnen duiden op psychische problematiek en/of middelengebruik centraal. III. HANDELEN: Dit laatste blok gaat over wat te doen wanneer er problematiek is gesignaleerd. Gespreksvaardigheden en het meld- en servicepunt dat is verbonden aan de training krijgen aandacht. Elk blok is als volgt opgebouwd: Introductie onderwerp Kennistest Informatie Oefenen Omdat het van belang is de training af te stemmen op de behoeften van de groep, kan en mag afgeweken worden van deze opbouw. De vraag van de groep vormt uitgangspunt. Setting De trainingen worden op locatie aangeboden. Voorbeelden van settings zijn: scholen, welzijnsorganisaties, Centrum voor Jeugd en Gezin en sportorganisaties. De trainingen kunnen desgewenst ook plaatsvinden in GGZ-centrum Westfriesland.
Wat gebeurt er concreet bij de uitvoering? Beschrijf hoe de onderdelen van de interventie worden ingevuld of uitgevoerd, zo nodig met enkele typerende voorbeelden.
3.2 Inhoud van de interventie In de training ‘Leren Signaleren’ wordt actief gewerkt aan het vergroten van de vaardigheden van de deelnemers voor het signaleren, bespreekbaar maken van psychische problematiek of middelengebruik en het ondernemen van actie wanneer deze problematiek is gesignaleerd. Werkvormen De training is zowel theoretisch als interactief. Tijdens de training wordt gebruik gemaakt van verschillende werkvormen zoals presentaties door de trainers, een kennis quiz, film, interactieve uitwisseling, discussie tussen deelnemers, oefenen met casussen en rollenspellen. Er kan gebruik gemaakt worden van het boek '60 werkvormen voor creatieve sessies' (Dols & Gouwen, 2011). Handleiding In de ‘Trainershandleiding Leren Signaleren’ wordt per onderdeel van de bijeenkomst de benodigde kennis, methode of technieken beschreven. De handleiding is nadrukkelijk bedoeld als naslagwerk. Het belangrijkste ‘trainingsinstrument’ is de eigenheid van de trainer en diens vermogen tot het overbrengen van de informatie. De wijze van kennisoverdracht is per definitie persoonsgebonden. Het belangrijkst is dat de inhoud overeenkomt. Tijdsplanning De handleiding geeft een globale richtlijn voor de tijdsplanning. Het is de taak van de trainer de tijd en prioriteiten te bewaken. Door verschil in samenstelling van de groepen deelnemers kan de vorm en inhoud van de training per keer wat verschillen. Hieronder worden de drie onderdelen van de training 'Leren Signaleren' meer concreet besproken. Blok I: Weten De bijeenkomst start met een kennismaking en een introductie van de training. De context van de training, het doel van de training en het belang van deelname aan de
Werkblad ‘goed beschreven’ Centrum Gezond Leven
4
Vul hier het Osirisnummer (I-database) in
Vul hier de naam van de interventie in
training door intermediairen krijgen aandacht. Vervolgens krijgen deelnemers informatie over feiten en cijfers rondom middelengebruik en psychische problematiek in West-Friesland. De voorkeur gaat uit naar het overbrengen van deze kennis met behulp van de interactieve Kennisquiz die hoort bij deze training (zie ook 4. Materialen en links). Deze quiz is gebaseerd op Spacebattle van Brijder. De quiz wordt gespeeld door de groep in subgroepjes te verdelen. Per goed antwoord kunnen de groepjes een punt verdienen. Het groepje met de meeste punten is winnaar. Een voorbeeld van een quizvraag is de volgende stelling: Vier of vijf jongeren per klas hebben aanhoudende gedachten aan zelfdoding. De groepjes moeten vervolgens aangeven of zij denken dat deze stelling 'klopt' (groene kaart omhoog houden) of 'niet klopt' (rode kaart omhoog houden). Na de beantwoording van de vraag neemt de trainer de ruimte om het antwoord toe te lichten of uit te diepen. Het is mogelijk tijdens de quiz zelf vragen toe te voegen om op deze manier in te spelen op de actualiteit, specifieke situaties of het kennisniveau van de deelnemers. Voordeel van het gebruik van een quiz is dat je de groep betrekt bij het onderwerp en je op een dynamische wijze kennis verstrekt. Daarnaast kun je op deze manier een inschatting maken van het kennisniveau van de deelnemers. Blok II: Leren In dit blok leren deelnemers signalen herkennen die kunnen duiden op psychische problematiek en/of middelengebruik. Dit onderdeel van de training richt zich op acht probleemgebieden, die momenteel een rol spelen in de zorgelijke ontwikkeling in de regio: Alcohol Cannabis Cocaïne Speed XTC Depressie Angst/paniek Suïcide Ter illustratie bespreken we hier het probleemgebied ‘alcohol’ meer concreet. Met behulp van de PowerPointpresentatie en de Kennisquiz wordt eerst een algemene omschrijving gegeven van het middel alcohol. Voorbeelden van quizvragen die gebruikt kunnen worden zijn: Hoe lang zit alcohol in je bloed? Wat is een alcohol black-out? Hoeveel promille mag je nog in je bloed hebben om te mogen fietsen? Vervolgens komen achtergronden van alcoholgebruik (bv. nieuwsgierigheid, groepsdruk, gezinsproblemen) en signalen die kunnen duiden op problematisch alcoholgebruik (bv. afspraken niet nakomen, verwaarlozen van hobby’s, agressie) aan bod. Ook bekijken de deelnemers een interview met kinderarts Arjen Verboom. Arjen Verboom is deskundige op het gebied van alcohol en jeugd en legt in het interview onder meer uit wat alcohol doet met de hersenen van jongeren. Op deze manier krijgen alle probleemgebieden achtereenvolgens aandacht. Omwille van het overzicht worden de signalen van de verschillende probleemgebieden vervolgens gegroepeerd in vier clusters: lichamelijke klachten, gewicht, risicovol gedrag en waarneembare verandering (zie figuur 1). Tot slot worden alle signalen teruggebracht tot één startpunt: de zogenaamde signaaltrechter. In de training wordt gebruik gemaakt van deze schematische weergave van signalen die kunnen wijzen op problemen, waarbij ‘gedragsverandering’ het vertrekpunt is (zie figuur 1).
Werkblad ‘goed beschreven’ Centrum Gezond Leven
5
Vul hier het Osirisnummer (I-database) in
Vul hier de naam van de interventie in
Figuur 1 - Signaaltrechter 8 problemen Alcohol
Depressie
Angst
Speed
Cocaine
Suicide
Cannabis
XTC
Beschrijving van alle specifieke signalen 4 clusters Lichamelijke Klachten
Gewicht
Risicovol gedrag
Waarneembare veranderingen
1 startpunt
GEDRAG
Blok III: Handelen Dit laatste blok gaat over wat deelnemers kunnen doen wanneer er problematiek is gesignaleerd. In de eerste plaats wordt aandacht besteed aan gespreksvaardigheden. Dit gebeurt onder andere door het doen van een rollenspel, waarbij er subgroepen worden gemaakt en elk groepje een moeilijke casus krijgt. De groepjes gaan nadenken over hoe zij hun casus aan zouden pakken. Vervolgens worden de casussen gepresenteerd in de vorm van een rollenspel. Tijdens het rollenspel oefenen de deelnemers met verschillende gesprekstechnieken zoals het stellen van waardevrij open vragen, echoën van sleutelwoorden, gebruiken van stiltes en complimenteren. Naar aanleiding van de rollenspellen geeft de trainer de deelnemers feedback en tips voor het aangaan van een moeilijk gesprek. Groepjes kunnen elkaar ook feedback geven. In de tweede plaats wordt aandacht besteed aan het Meldpunt jeugd (zie ook 3.1: Opzet van de interventie). De deelnemers leren dat zij hier met hun zorgen over en signalen die kunnen duiden op problematisch middelengebruik en/of psychosociale problemen terecht kunnen. Iedere deelnemer krijgt een kaartje met informatie over het Meldpunt. Aan het eind van dit blok is er ruimte voor het stellen van vragen. De training eindigt met een afsluitend praatje van de trainer.
4. Materialen en links Welke materialen zijn er en waar zijn deze verkrijgbaar? Noem ten minste de Nederlandse handleiding. Noem ook eventuele links naar relevante websites, rapporten of andere relevante bestanden.
- Trainershandleiding Leren Signaleren - Reader Leren Signaleren - Wervingsmaterialen Voor informatie en verkrijgbaarheid van de materialen kunt u contact opnemen met M. Frieling van GGZ NHN:
[email protected]
Werkblad ‘goed beschreven’ Centrum Gezond Leven
6
Vul hier het Osirisnummer (I-database) in
Vermeld eventueel ook of er voorzieningen zijn voor migranten en zo ja welke.
Vul hier de naam van de interventie in
Relevante websites die worden aanbevolen (deze staan ook achter in de reader): www.113online.nl www.checkchat.nl www.westfrisland.nl www.ggz-nhn.nl www.brijder.nl www.ggdhollandsnoorden.nl www.trimbos.nl
5. Onderbouwing werkzaamheid Geef hier een aanzet tot onderbouwing van de werkzaamheid. Op welke principes is de interventie gebaseerd? Waarom denkt u dat deze interventie effect zal hebben? De informatie is wel van belang, maar is niet van invloed op de beoordeling voor ‘goed beschreven’.
Suïcidaal gedrag ontstaat niet zomaar. Het merendeel van de suïcides gebeurt niet zonder waarschuwingssignalen vooraf (Rudd, Berman, Joiner et al., 2006; Rudd, 2008). Daarom moet die voorafgaande periode aangegrepen worden om in te grijpen en/of hulp te bieden. De mensen die hier een waardevolle bijdrage aan kunnen leveren zijn de zogenaamde sleutelfiguren. Dit zijn personen die een onderdeel vormen van de directe leefomgeving van de jongeren. Uit onderzoek (Joiner, 2005) blijkt dat mensen met suïcidale gedachte vaak niet zelf professionele hulp zoeken, maar wel signalen afgeven aan hun directe omgeving, bijvoorbeeld het uiten van suïcidale gedachten. Sleutelfiguren vangen allerhande signalen op, maar weten niet altijd wat deze signalen betekenen of hoe zij moeten reageren op deze signalen (Kleespies & Dettmer, 2000; Bongar, 1992). In de training ‘Leren Signaleren’ worden professionals die beroepsmatig of vrijwillig met jongeren werken getraind in het herkennen van signalen die kunnen duiden op psychische problematiek en/of middelengebruik omdat dit risicofactoren voor suïcide zijn (Beautrais, 2000; Vijayakumar et al., 2011). Ook leren zij hoe te handelen wanneer er een vermoeden is van genoemde problematiek. Uit verschillende onderzoeken blijkt dat het trainen van sleutelfiguren bijdraagt aan meer kennis over psychische problemen en suïcidaliteit, betere vaardigheden en attitudes en kennis over verwijsstructuren (Szanto, Kalmar, Hendin, Rihmer & Mann 2007; Isaac et al., 2009; Matthieu, Chen, Schohn, Lantinga & Knox, 2009; Da Silva Cais, Da Silveira, Stefanello & Botega, 2011).
6. Randvoorwaarden uitvoering en kwaliteitsbewaking Welke eisen zijn er t.a.v. opleiding, training, certificering, licenties en/of supervisie van de uitvoerend werkers? Beschrijf deze randvoorwaarden voor de toepassing.
Is er voor de overdracht of implementatie een handleiding of protocol? Zijn er eerdere ervaringen waaruit blijkt dat de interventie overdraagbaar is?
6.1 Eisen ten aanzien van opleiding De training wordt uitgevoerd door twee trainers, een professional werkzaam in de verslavingszorg en een GGZ-professional (de voorkeur gaat uit naar sociaalpsychiatrisch verpleegkundigen). De trainers dienen kennis te hebben van psychische problematiek en problematisch middelengebruik bij jongeren en de gevolgen die dat kan hebben. Tevens beschikken zij over goede communicatieve en didactische vaardigheden en moeten zij op enthousiaste wijze vorm kunnen geven aan hun training. Om de training regiobreed aan te kunnen bieden zijn acht hulpverleners opgeleid. Zij hebben zich de methode ‘Leren signaleren’ eigen gemaakt en hebben ruime ervaring met het geven van trainingen. 6.2 Eisen ten aanzien van overdracht en implementatie - Er is een ‘Trainershandleiding Leren Signaleren’ waarin per onderdeel van de training de benodigde kennis, methode of technieken beschreven worden. - Vier keer per jaar worden er intervisiemomenten georganiseerd. Daarnaast spreken de trainers elkaar regelmatig, omdat ze elkaar veel tegenkomen in het werk. Intern wordt nieuwe werknemers geleerd hoe zij de training Leren Signaleren kunnen uitvoeren.
Werkblad ‘goed beschreven’ Centrum Gezond Leven
7
Vul hier het Osirisnummer (I-database) in
Vul hier de naam van de interventie in
In 2009 zijn er 228 personen getraind en 395 in 2010 . In 2011 (januari t/m september 2011) 345 personen.
Hoe wordt de kwaliteit van de interventie beoordeeld en bewaakt? Denk bijvoorbeeld aan registratie van activiteiten en resultaten.
6.3 Eisen ten aanzien van kwaliteitsbewaking Er is een handleiding voor trainers ontwikkeld waarin de methodiek uitgebreid beschreven staat: - Trainershandleiding Leren Signaleren - Elke training wordt nabesproken door de trainers. Aan de hand van ervaringen wordt steeds opnieuw bekeken wat anders en beter kan. De wijze van kwaliteitsbewaking wordt verder bepaald door de trainer, die aan de gestelde opleidingseisen moet voldoen (zie 6.1). Daarnaast vinden er jaarlijks vier momenten van intervisie plaats voor de trainers. 6.4 Kosten van de interventie
Wat zijn de kosten voor de uitvoering? Noem zo mogelijk kosten voor licentie, materiaal, trainingen, kwaliteitsbewaking, Vermeld het jaartal waarvoor de prijzen gelden. Noem ook de tijdinvestering van betrokken professionals (uitvoering en coördinatie).
- voorbereiding training 1 uur = 2 uur voor twee begeleiders - uitvoering training 4 uur = 8 uur voor twee begeleiders De totale tijdsinvestering voor het uitvoeren van één training is beraamd op 10 uur voor twee begeleiders, inclusief voorbereiding. Het uurtarief voor een trainer is €90 per uur. In 2012 zijn de kosten per training €900 (10x90). Dit is inclusief een reader voor de deelnemers. Een losse reader kost €5.
7. Onderzoek naar de uitvoering van de interventie Is er onderzoek gedaan naar de uitvoering van de interventie? Beschrijf doel, type onderzoek (bijvoorbeeld procesevaluatie, behoefteanalyse, nulmeting, haalbaarheidonderzoek, tevredenheidmeting etc.), methode en relevante uitkomsten. Geef aan wat het bereik is, de succes- en faalfactoren en waardering door de doelgroep. Geef ook aan hoe de interventie, indien noodzakelijk, wordt aangepast.
De trainingen ‘Leren Signaleren’ zijn gestart in 2008 met zes trainers. Eén van de doelen was om de 1200 mensen die een onderdeel vormden van de directe leefomgeving van jongeren te trainen. Na 4 jaar zijn er in december 2011, 1200 professionals en vrijwilligers getraind en zijn er ruim 30 gastlessen op diverse scholen gegeven en informatieavonden bij de gemeenten georganiseerd. Wat zien we vier jaar later? • De bewustwording onder de bevolking neemt toe wat betreft middelengebruik en psychische problemen bij jongeren. • De startleeftijd waarop jongeren alcohol gaan drinken is verhoogd van 12,1 naar 12,9 jaar. Ook zijn ze minder gaan drinken. • Het aantal jongeren met alcoholcoma onder de 16 jaar is gedaald. • Er heeft zich 1 suïcide voorgedaan vanaf september 2009 tot juli 2012 bij jonge ren onder de 22 jaar. Van 2003-2009 waren dat er 11. Evaluatie onder trainers De training is geëvalueerd onder de trainers die de trainingen verzorgen. De belangrijkste leerpunten die uit de evaluatiebijeenkomsten naar voren kwamen zijn: - Over het algemeen waren deelnemers niet positief wanneer het ‘rollenspel’ geïntroduceerd werd, terwijl wanneer dit ontbrak het juist als punt van kritiek uit de evaluatie naar voren kwam. De ervaring leert dat oefenen in kleine groepjes met een 'jongere', professional en observator het best werkt. De observator let alleen op wat er goed gaat in het gesprek en bespreekt dit plenair. Omdat alleen de positieve punten genoemd worden, is het rollenspel in deze vorm voor deelnemers veilig genoeg.
Werkblad ‘goed beschreven’ Centrum Gezond Leven
8
Vul hier het Osirisnummer (I-database) in
Vul hier de naam van de interventie in
- In het begin werd de casuïstiek gedetailleerd uitgeschreven. Al snel ontdekten de trainers dat ze beter korte richtlijnen konden geven. Het mooist is het als de deelnemers van te voren zelf casuïstiek aanleveren. In de praktijk is dit echter niet altijd haalbaar. - De inhoud van de training (de opzet van 4 loops: alcohol, depressie, suïcidaliteit, drugs) werkt naar tevredenheid. Wel blijft het elke keer een uitdaging binnen de tijd te blijven. - De trainers ontdekten dat het belangrijk is om in verbinding te staan met de groep die getraind wordt. ‘Verbinding’ is een belangrijk woord om te snappen waar de ander staat en hoe het met hem/haar is. Door kleine gebaren, zoals elke deelnemers een hand geven bij binnenkomst, is het gelukt de verbinding tijdens de trainingen te maken. Evaluatie onder deelnemers aan de training Na afloop van elke training 'Leren Signaleren' is de deelnemers gevraagd een evaluatieformulier in te vullen. Van de in totaal ongeveer 1100 deelnemers hebben er 506 het formulier ingevuld. Zij konden met een rapportcijfer hun waardering voor verschillende aspecten van de training geven (zie tabel 1). Tabel 1 – Evaluatie training 'Leren Signaleren' TOPIC Opzet en structuur van de training Trainingsmateriaal Deskundigheid trainers In welke mate is de training aan te bevelen
GEMIDDELDE WAARDERING 7,5 7,5 8,2 7,9
Ook is gevraagd naar tips voor het verbeteren van de training en was er ruimte voor het maken van opmerkingen. Positieve punten die uit de evaluatie naar voren kwamen waren onder meer: - training is informatief en interactief - afwisseling in werkvormen - ruimte voor eigen inbreng - hoge deskundigheid van de trainers Uit de evaluatie zijn tevens een aantal verbeterpunten naar voren gekomen: - meer diepgang - meer aandacht voor het moment na het signaleren: wat doe je dan? - meer praktijkvoorbeelden geven om concreter te maken hoe je signaleert - aandacht besteden aan het oefenen van gesprekstechnieken - meer structuur aanbrengen in de training - minder herhaling van informatie - training visueel aantrekkelijker maken (foto's, plaatsjes, film) - techniek in de ruimte moet goed werken (beamer, laptop etc) en de ruimte dient groot genoeg te zijn voor het aantal deelnemers Een ander belangrijk verbeterpunt is dat het van belang is de trainingen elke keer toe te spitsen op de doelgroep. Zo gaven huisartsen aan dat de training beter aangepast zou kunnen worden aan hun kennisniveau. Mensen werkzaam bij een sportvereniging hadden behoefte aan meer informatie over het verband tussen middelengebruik en de vereniging. Per doelgroep moet bepaald worden wat de basiskennis is, om vervolgens op basis daarvan te bepalen welke informatie aandacht krijgt, hoe diep er op zaken in wordt gegaan en in welke mate herhaling nodig is. Evaluatie Werkgroep Preventie Bewustwording en Hulpverlening Er is in september 2009 een tussenevaluatie gedaan naar het functioneren van de Werkgroep Preventie Bewustwording en Hulpverlening (PBH). Deze werkgroep werkt het Regionaal Plan van aanpak uit en geeft hier invulling aan. De training 'Le-
Werkblad ‘goed beschreven’ Centrum Gezond Leven
9
Vul hier het Osirisnummer (I-database) in
Vul hier de naam van de interventie in
ren Signaleren' is onderdeel van deze aanpak (zie ook 3.1). De werkgroep krijgt gemiddeld een 7.3. Positieve punten zijn onder meer : ‘er is veel informatie gedeeld’ en ‘de inzet van de uitvoerende organisaties om gezamenlijk op te trekken was groot, waarbij eigen belangen niet op de voorgrond stonden’. Verbeterpunten lagen in ‘afstemming en terugkoppeling met en naar andere werkgroepen’, ‘het product naar meer scholen uitbreiden’ en ‘intern meer communiceren’. In de terugkoppelingen blijkt de cursus ‘Leren signaleren’ een succes te zijn. Voorts is de samenwerking tussen diverse ketenpartners t.g.v. dit project en de gezamenlijke uitvoering hiervan sterk verbeterd.
8. Toelichting op de naam van de interventie Is de naam van de interventie helder? Noem de herkomst of diepere betekenis. Is de interventie bekend onder een andere naam? Noem de naam van de buitenlandse versie van de interventie.
De naam van de training is ‘Leren Signaleren’. Deze naam is gekozen om omdat in deze training het leren signaleren van psychische problemen en middelengebruik centraal staat.
De informatie is wel van belang, maar is niet van invloed op de beoordeling voor ‘goed beschreven’.
9. Uitvoering (uitvoerende en of ondersteunende organisaties en partners) Waar, door welk soort organisaties en op welke schaal wordt de interventie toegepast? Beschrijf op welke locatie de interventie wordt uitgevoerd. Noem eventueel lokale en/of regionale varianten. Noem eventueel ook samenwerkingspartners in de uitvoering.
De training ‘Leren Signaleren’ is ontwikkeld door GGZ Noord-Holland-Noord in samenwerking met Brijder Verslavingszorg. GGD Hollands Noorden verzorgt het Meldpunt. De training wordt gegeven door professionals werkzaam bij GGZ Noord-HollandNoord en bij Brijder Verslavingszorg en wordt uitgevoerd in de regio WestFriesland. In 2009 zijn er 228 personen getraind en in 2010 395. In 2011 (januari t/m september 2011) zijn 345 personen getraind. De trainingen worden op locatie aangeboden. De trainingen worden vaak gegeven op scholen, maar ook op andere locaties zoals buurthuizen of in het personeelsrestaurant van de GGZ instelling.
10. Overeenkomsten met andere interventies Zijn er soortgelijke interventies? Noem relevante en in het oog springende overeenkomsten en /of verschillen; beperk dit tot sterk vergelijkbare interventies.
Het programma ‘Trainen in Signaleren’ van GGD Midden Nederland is een vergelijkbaar programma. Het doel van dit programma is het bieden van een helpende hand aan scholen in de omgang met suïcide. GGD Midden-Nederland geeft trainingen in het herkennen van signalen aan mentoren en leerkrachten in het voortgezet onderwijs (Bramer, Van ‘t Zelfde & Sturkenboom, 2010). In tegenstelling tot de training ‘Leren Signaleren’ richt het programma ‘Trainen in Signaleren’ zich op de schoolsetting in het bijzonder.
Werkblad ‘goed beschreven’ Centrum Gezond Leven
10
Vul hier het Osirisnummer (I-database) in
Vul hier de naam van de interventie in
De informatie is wel van belang, maar is niet van invloed op de beoordeling voor ‘goed beschreven’.
Aangehaalde literatuur
Werkblad ‘goed beschreven’ Centrum Gezond Leven
11
Vul hier het Osirisnummer (I-database) in
Beschrijf de eventueel in dit document aangehaalde literatuur volgens APA-normen.
Vul hier de naam van de interventie in
Beautrais, A.L. (2000). Risk factors for suicide and attempted suicide among young people. Australian and New Zealand Journal of Psychiatry, 34, 420– 436. Bongar, B. (1992). The ethical issue of competence in working with the suicidal patient. Ethics Behavior, 2(2), 75-89. Da Silva Cais, C.F., Da Silveira, I.U., Stefanello, S. & Botega, N.J. (2011). Suicide Prevention Training for Professionals in de Public Health Network in a Large Brazilian City. Archives of suicide research, 15, 384-389. Dols, R. & Gouwens, J. (2011). 60 werkvormen voor creatieve sessies. Een schatkist vol ideeën voor bijeenkomsten met resultaat. Culemborg: Van Duuren Media. Isaac, M., Elias, B., Katz, L.Y., Belik, S., Deane, F.P., Enns, M.W., Sareen, J., The Swampy Cree Suicide Prevention Team (2009). Gatekeepers Training as a Preventative Intervention for Suicide: A Systematic Review. La Revue canadienne de psychiatrie, 54 (4), 260-268. Joiner, T.E. (2005). Why People Die by Suicide. Cambridge: Harvard University Press. Kleespies, P.M. & Dettmer, E.L. (2000). The stress of patient emergencies for the clinician; incidence, impact, and means of coping. Journal of Clinical Psychology, 56(10), 1353-69. Matthieu, M. M., Chen, Y., Schohn, M., Lantinga, L. J. & Knox, K.L. (2009). Educational Preferences and Outcomes From Suicide Prevention Training in the Veterans Health Administration: One-Year Follow-Up With Healthcare Employees in Upstate New York. Military Medicine, 174 (11), 1123-1131. Rudd, M.D., Bennan, A.L., Joiner, T.E., Nock, M.K., Silverman, M.M., Mandrusiak, M., Van Orden, K. & Witte, T. (2006). Warning signs for suicide; theory, research, and clinical applications. Suicide and Life-Threatening Behavior, 36(3), 255-62. Rudd, M.D. (2008). Suicide warning signs in clinical practice. Current Psychiatry Reports, 10(1), 87-90. Suïcidepreventie. Aangrijpingspunten voor de publieke gezondheidszorg Bramer, M., Zelfde, P. van ‘t & Sturkenboom, M. (2010). Bilthoven: RIVM Centrum Gezond Leven. Szanto, K., Kalmar, S., Hendin, H., Rihmer, Z., & Mann, J. J. (2007). A suicide prevention program in a region with a very high suicide rate. Archives of General Psychiatry, 64, 914–920. Vijayakumar, L., Kumar, M.S. &Vijayakumar,V. (2011). Substance use and suicide. Current Opinion in Psychiatry, 24, 197–202.
Werkblad ‘goed beschreven’ Centrum Gezond Leven
12