Werkblad beschrijving interventie Voor ‘goed beschreven’
Gebruik maximaal 10 pagina’s
Vul hier de naam van de interventie in PRISMA Zie ook:
http://www.loketgezondleven.nl/interventies/ Contact Centrum Gezond Leven:
Sandra van Dijk
[email protected] 030-2748678
Achtergrondgegevens Ontwikkelaar / licentiehouder van de interventie Naam: (Post)adres: Plaats: E-mail: Tel.: Fax: Website (van de interventie)
Prof.dr. F.J. Snoek VU medische centrum, afd. Medische Psychologie, Van der Boechorststraat 7 1081 BT Amsterdam
[email protected] 020-4448228 www.prisma-diabetes.nl
Contactpersonen Vul hier de contactpersoon voor de interventie in, wanneer deze afwijkt van de ontwikkelaar of licentiehouder
Naam: (Post)adres: Postcode: Plaats: E-mail: Tel.: Fax: Naam: (Post)adres: Postcode:
Suzanne Bader, dietist/onderzoeker VU medisch centrum, afd. Medische Psychologie, Van der boechorststraat 7 1081 BT Amsterdam
[email protected] 020-4445682 Caroline Lubach verpleegkundig consulent diabetes VU medisch centrum polikliniek inwendige geneeskunde De Boelelaan 1117
Vul hier het Osirisnummer (I-database) in
Vul hier de naam van de interventie in
Plaats: 1081 HV Amsterdam E-mail:
[email protected] Tel.: 020 4440516 Fax:
1. Doel van de interventie
Wat is het doel van de interventie? Beschrijf de einddoelen en eventuele sub- of voorwaardelijke doelen zo concreet mogelijk en bij voorkeur SMART.
Het algemene doel van Prisma is om bij patiënten een beter gezondheidsprofiel en minder gezondheidsrisico’s te realiseren (zoals verlaging van hoge bloeddruk, vermindering van het cholesterolgehalte, stablisering van bloedglucosewaarden) en daarmee minder complicaties op langere termijn te voorkomen met een efficiëntere hulpverlening. Specifieke doelen - Patienten hebben kennis over de oorzaken, effecten en zelfmanagement van diabetes mellitus type 2. - Patiënten voelen zich gesteund door het lotgenotencontact waarin ze hun ervaringen, frustraties en successen ten aanzien van leven met diabetes kunnen uitwisselen. - Patiënten zijn zich bewust van hun specifieke risicoprofiel ten aanzien van het ontwikkelen van complicaties van diabetes - Patiënten weten hoe ze hun risico’s op complicaties kunnen verkleinen. - Na afloop van de cursus zijn de patiënten gemotiveerd om een actieplan met concrete doelen te maken in samenwerking met de verschillende zorgverleners.
2. Doelgroep van de interventie Wat is de doelgroep van de hier beschreven interventie? Geef een zo precies mogelijke beschrijving van relevante kenmerken. Noem ook een eventuele intermediaire doelgroep.
PRISMA is geschikt voor mensen met diabetes type 2, met of zonder medicatie, onafhankelijk van behandeling in de eerste- of tweedelijnszorg. De cursus is bij voorkeur het startpunt van de diabetesbehandeling. Hierbij kan het gaan om mensen die pas zijn gediagnosticeerd met diabetes type 2, maar is ook geschikt voor hen die al langer bekend zijn met de aandoening maar die nog beperkte kennis en vaardigheden hebben voor de omgang met hun diabetes. Exclusiecriteria zijn: onvoldoende Nederlands kunnen lezen en niet in een groep kunnen functioneren.
Geef aan of de interventie ook geschikt is voor (specifieke) migrantengroepen, en zo ja voor welke.
Toepassing bij migranten De interventie is geschikt voor alle mensen die de nederlandse taal beheersen.
Werkblad ‘goed beschreven’ Centrum Gezond Leven
2
Vul hier het Osirisnummer (I-database) in
Vul hier de naam van de interventie in
3. Aanpak van de interventie Beschrijf de opzet van de interventie. Denk aan de gebruikelijke duur, indien van toepassing de frequentie en intensiteit van de contacten, de volgorde van de onderdelen, handelingen of stappen en de setting waarin de interventie wordt uitgevoerd.
3.1 Opzet van de interventie Het programma bestaat uit twee dagdelen van 3,5 uur (of 3 bijeenkomsten van 2,5 uur), met steeds 1 week ertussen. De keuze tussen 2x 3,5 uur of 3x 2,5 uur is een keuze van de uitvoerende praktijk en hangt af van de vraag en de keuze van de trainers. De groep bestaat uit maximaal 12 personen, eventueel met partners. De cursus wordt gegeven door 2 diabeteshulpverleners, dit zijn vaak een diëtist en een praktijkondersteuner of diabetesverpleegkundige. Volgorde van onderwerpen die aan bod komen: Dagdeel 1 - Mijn eigen verhaal - Wat is diabetes? Symptomen, oorzaken, behandeling, hypo/hyper, bloedglucose meten - Voeding: koolhydraten en calorieën - Beweging Dagdeel 2 - Complicaties en risicofactoren (bloeddruk, cholesterol, bloedglucose, middelomvang, roken en stemming). Hoe sta ik er zelf voor? Gezondheidsprofiel - Voeding: vetten - Mijn diabetes actieplan
Wat gebeurt er concreet bij de uitvoering? Beschrijf hoe de onderdelen van de interventie worden ingevuld of uitgevoerd, zo nodig met enkele typerende voorbeelden.
3.2 Inhoud van de interventie Werving Dit is op elke lokatie anders en verschilt vooral tussen 1e en 2e lijn. Er zijn diverse voorbeelden van implementaties die allemaal net iets anders zijn omdat de praktijkvoering anders is. Werving kan centraal vanuit een coördinator van een zorggroep of instelling door middel van een uitnodiging, maar ook door de arts, diabetesverpleegkundige of POH-er. De werving kan verlopen via een brief aan alle mensen uit de patiëntenpopulatie met diabetes type 2, waarbij geïnteresseerden zich kunnen aanmelden of er kan tijdens een spreekuur het aanbod worden gedaan de cursus te volgen. In sommige instellingen is het standaard zorg en wordt het aan iedereen aangeboden die nieuw is. De verwijzer is een arts, POH/DVK of diëtist of mensen geven zichzelf op of (als daarvoor wordt gekozen door de instelling). De cursus vindt plaats in een geschikte ruimte (groot genoeg, ruimte voor kringopstelling, ruimte voor ophangen flap-overs, toegankelijk voor mensen die slecht ter been zijn). Dit kan in een ziekenhuis, buurtcentrum, huisartsenpraktijk zijn. Inhoud cursus Mijn eigen verhaal Aan het begin van de cursus worden alle deelnemers gevraagd naar hun eigen ervaring met diabetes. Wat waren de symptomen? Hoe wordt de diabetes behandeld? Wat denkt de deelnemers dat de oorzaak van de diabetes is ge-
Werkblad ‘goed beschreven’ Centrum Gezond Leven
3
Vul hier het Osirisnummer (I-database) in
Vul hier de naam van de interventie in
weest? Wat is de kennis over complicaties? Zijn er zorgen? En zijn er brandende vragen? Hiermee worden actief misvattingen opgespoord. Mensen met diabetes kunnen een diversiteit aan opvattingen hebben over hun ziekte die bepalend zijn voor de manier waarop ze ermee omgaan. Deze opvattingen staan lang niet altijd gelijk aan de medische opvattingen. Tijdens het eigen verhaal wordt de kennis en het inzicht van de deelnemer achterhaald. Door te vragen naar de eigen oorzaken, eigen symptomen bij diagnose, de eigen handeling, de kennis over de gevolgen, de zorgen rond diabetes en de brandende vragen die spelen worden misvattingen en hiaten in kennis blootgelegd (selfregulation theorie). Een voorbeeld is een vrouw die bij oorzaak van haar diabetes het eten van veel druiven benoemde, de diabetes werd ontdekt na een vakantie in Griekenland. Ook wordt bij het eigen verhaal en door het stellen van de brandende vragen vooraf aan de cursus de behoefte aan informatie geïnventariseerd. Het eigen verhaal is leidend in de rest van de cursus. Wat is diabetes? Beweging Tijdens het bewegingsonderdeel wordt de theorie en praktijk rond bewegen besproken: wat is nou bewegen, wanneer mag het zo heten, wat is het advies, hoe pak je dat aan als je meer wilt gaan bewegen, wat is het effect van bewegen op de bloedglucose. De Dual Process Theory benadrukt de actieve betrokkenheid van de deelnemer bij het leerproces. Dit betekent dat de trainers door het geven van gedoseerde informatie, maar vooral door het stellen van vragen de deelnemers activeren de aangeboden informatie te verwerken. Informatie die op deze wijze wordt verkregen, blijkt beter te worden onthouden en is beter bestand tegen invloeden van tegenstrijdige informatie. Hoe meer de deelnemers zelf aan het woord zijn en hoe meer verbanden ze leggen met zijn eigen ervaringen en handelen, hoe meer er gebeurt in de kennis en het gedrag naderhand. Voedingsonderdelen Ook bij de voedingsonderdelen staat de eigen betrokkenheid centraal. De deelnemers gaan zelf actief op zoek naar wat ze met hun voeding kunnen doen om de risicofactoren bij diabetes te beïnvloeden. De actieve betrokkenheid uit zich in het zelf naar verpakkingen kijken en vervolgens beoordelen hoe de producten te gebruiken zijn in het dagelijkse voedingspatroon. De voedingsonderdelen blijven de deelnemers het beste bij, omdat mensen er bovenop staan want ze zien welke producten goed en minder goed zijn en snappen nu waarom dat zo is. Ze gaan zelf aan de slag met verpakkingen, we maken ze actief. Mensen moeten elke dag keuzes maken in voeding, het is herkenbaar en tot de verbeelding sprekend. Complicaties en risicofactoren De complicaties worden stuk voor stuk open en eerlijk gesproken. Er is vaak veel angst en onzekerheid rond de gevolgen op langere termijn. Deze angsten worden besproken en de onzekerheid wordt weggenomen met duidelijke informatie. De nadruk ligt op vertrouwen dat de risicofactoren die van invloed zijn op de complicaties zijn te beïnvloeden door het eigen handelen. Eigen handelen is te beïnvloeden door oa actieplannen met haalbare doelen. Alle kleine beetjes helpen, elke positieve actie heeft effect, al is het maar om je zelfvertrouwen te vergroten. Als het lukt iets te veranderen, wordt het steeds makkelijker om weer nieuwe acties te plannen. De risicofactoren die worden besproken zijn: bloeddruk, cholesterol, bloedglucose, middelomvang, roken en stemming. Eerst wordt de risicofactor besproken. Daarna kijken de deelnemers zelf hoe ze er zelf voor staan op het gezondheidsprofiel. Ze vullen hun eigen waarden in of meten deze ter plekke (zoals de mid-
Werkblad ‘goed beschreven’ Centrum Gezond Leven
4
Vul hier het Osirisnummer (I-database) in
Vul hier de naam van de interventie in
delomvang). Op het gezondheidsprofiel valt de waarden in het groene, oranje of rode gebied. Dit bevordert de interne eigen motivatie i.p.v. externe opgelegde motivatie (Self determination theory). Deze vorm van motivatie is een belangrijke voorspeller gebleken voor adequate zelfzorg, afvallen en een goede diabetesinstelling. (Anderson et al., 1995) Inzicht in de eigen risico’s via het gezondheidsprofiel, leidt automatisch tot de vraag: wat kan ik hieraan doen? Vervolgens worden alle acties besproken die ondernomen kunnen worden om het risico te verkleinen. Mijn diabetes actieplan De individuele opvattingen over de eigen mogelijkheden om gedrag te veranderen en een actieplan te volgen zijn een belangrijke voorspeller van succesvol zelfzorggedrag. De boodschap van de cursus is dat elke positieve verandering, hoe klein ook, winst oplevert voor de gezondheid (social learning theory, self efficacy). Aan het eind van de cursus worden de deelnemers gestimuleerd een persoonlijk actieplan op te stellen aan de hand van hun eigen gezondheidsprofiel met SMART-doelstellingen. SMART staat voor Specifiek, Meetbaar, Actiegericht, Realistisch en Tijdgebonden. Voorbeelden hiervan zijn: “Vanaf maandag eet ik wekelijks 1x een portie vette vis” of “op mijn volgende afspraak bij de huisarts bespreek ik mijn depressieve klachten”. Een belangrijk onderdeel hierbij is nadenken en rekening houden met eventuele barriéres. Tevens wordt naar de mate van self-efficacy gevraagd. Vervolg na de cursus Omdat het gezondheidsprofiel in de loop van de tijd wellicht verandert, zal ook het actieplan aangepast worden. De deelnemer krijgt het advies dit actieplan bij bezoeken aan de praktijkondersteuners/verpleegkundige/diëtist mee te nemen en te bespreken. Vanuit de train-de-trainercursussen wordt aangegeven hoe belangrijk is het is alle betrokkenen te scholen zodat de praktijkondersteuners/verpleegkundige/dietist een vervolg aan de cursus kan geven. De trainers benaderen actief de rest van het team om de principes van PRISMA en het vervolg in de spreekkamer toe te lichten. In de eerste lijn worden POHers die niet getraind zijn in PRISMA regelmatig uitgenodigd om eens een dagdeel bij te wonen. Ook wordt er tijdens overleggen aandacht aan besteed. In het VUmc wordt dit in scholingen voor de artsassistenten meegenomen en wordt dit op patiëntbesprekingen ingebracht.
4. Materialen en links Welke materialen zijn er en waar zijn deze verkrijgbaar? Noem ten minste de Nederlandse handleiding. Noem ook eventuele links naar relevante websites, rapporten of andere relevante bestanden. Vermeld eventueel ook of er voorzieningen zijn voor migranten en zo ja welke.
Patiëntmaterialen: - cursusinformatie wordt voor de cursus aan de deelnemers verstrekt - gezondheidsprofiel en actieplan worden tijdens de cursus verstrekt en gebruikt - Er is een patiënten-naslagwerk beschikbaar die deelnemer desgewenst zelf kan aanschaffen tijdens de cursus voor 5 euro. Trainersmaterialen: Er is een uitgebreide trainershandleiding beschikbaar die wordt uitgereikt tijdens de train-de-trainercursus. Alle trainers ontvangen de updates van alle materialen.
Werkblad ‘goed beschreven’ Centrum Gezond Leven
5
Vul hier het Osirisnummer (I-database) in
Vul hier de naam van de interventie in
Informatie over Prisma op de website www.prisma-diabetes.nl Er zijn geen specifieke voorzieningen voor migranten.
5. Onderbouwing werkzaamheid Geef hier een aanzet tot onderbouwing van de werkzaamheid. Op welke principes is de interventie gebaseerd? Waarom denkt u dat deze interventie effect zal hebben? De informatie is wel van belang, maar is niet van invloed op de beoordeling voor ‘goed beschreven’.
PRISMA is gebaseerd op het Engelse programma DESMOND (Diabetes Education and Self Management for Ongoing and Newly Diagnosed). DESMOND wordt in Engeland aan iedereen aangeboden met nieuw gediagnosticeerde diabetes type 2 in de eerste lijn. Het is landelijk geimplementeerd, met kwaliteitsprijzen beloond en effectief gebleken in gewichtsverlies, stoppen roken en positieve veranderingen in opvattingen over de ziekte maar geen veranderingen in haemoglobinA1c 12 maanden na de diagnose (Davies et al., 2008). DESMOND is door het VUmc vertaald naar het Nederlands en naar de Nederlandse gewoonten en heet PRISMA. Adequaat zelfzorggedrag is van groot belang bij het voorkomen van complicaties bij diabetes. Het blijkt echter dat leefstijladviezen maar matig opgevolgd worden en dat mensen een tekort hebben aan vaardigheden voor adegate basiszorg (Nederlandse Diabetes Federatie, 2005). Gebrekkig zelfmanagement kan een keuze zijn maar is dat vaak niet. Men ziet vaak de relevantie van een advies met betrekking tot de eigen gezondheid niet of men heeft er geen vertrouwen in dat het zal lukken. Patiënten kunnen op lange termijn ‘opgebrand’ raken van het trachten opvolgen van leefstijladviezen die moeilijk inpasbaar blijken te zijn (Rollnick, 1996). Veel educatieprogramma’s gericht op kennisoverdracht hebben dan ook maar een beperkt resultaat (Nederlandse Diabetes Federatie, 2005). Succesvol blijken vooral op theorie-gebaseerde programma’s en multidisciplinaire programma’s waarin de informatie vanuit verschillende disciplines (arts, verpleegkundige, diëtist) op integrale wijze aangeboden wordt en die tevens aansluit op de individuele behoeften, behandeldoelen en (on)mogelijkheden van de patiënt. Essentieel is toepassen van gedragsveranderingsstrategieen om de toepassing in de dagelijkse praktijk te realiseren (Nederlandse Diabetes Federatie, 2005). DESMOND was een dergelijk succesvol programma. PRISMA staat voor Pro-actieve Interdisciplinaire Self-Management. Het programma ondersteunt en betrekt patiënten actief bij het zelf reguleren van hun diabetes. Centrale principes zijn zelfmanagement en patiëntempowerment. De patiënt kan immers niet worden geforceerd tot een andere leefstijl en heeft het recht zijn of haar eigen keuzes te maken. Op de langere termijn werken aan adviezen die aansluiten bij de wensen en de mogelijkheden van de patiënt. Empowerment blijkt een goed uitgangpunt voor het bespreken van psychosociale gevolgen van diabetes type 2 en daarnaast zijn er positieve effecten op de bloedglucoseregulatie gemeten (Anderson, et al., 1995). PRISMA is gebaseerd op 4 gedragswetenschappelijke theorieën: - Self-regulation Theory - Dual Process Theory - Self Determination Theory - Social Learning Theory
Werkblad ‘goed beschreven’ Centrum Gezond Leven
6
Vul hier het Osirisnummer (I-database) in
Vul hier de naam van de interventie in
6. Randvoorwaarden uitvoering en kwaliteitsbewaking Welke eisen zijn er t.a.v. opleiding, training, certificering, licenties en/of supervisie van de uitvoerend werkers? Beschrijf deze randvoorwaarden voor de toepassing.
6.1 Eisen ten aanzien van opleiding De cursus dient gegeven te worden door een diabeteszorgverlener. Dit kan zijn een praktijkondersteuner, dietist of een (huis)arts. Een voor de hand liggende combinatie is een praktijkondersteuner met een diëtist. Vereist is relevante werkervaring van minimaal 1 jaar in diabeteseducatie is. Daarnaast biedt het VUmc de PRISMA train-de-trainerscursussen aan om hulpverleners te bekwamen in de uitvoering van het programma en de methodiek. Tijdens de 2 cursusdagen komen de volgende onderwerpen aan bod: De achtergrond, filosofie en theoretische onderbouwing, de inhoud en de methodiek, het kwaliteitsborgingsysteem en de implementatie van PRISMA in de eigen organisatie.Er worden verschillende werkvormen gebruikt: college, rollenspellen, reflecties, schrijven van een implementatieplan. Een groot deel van de patiëntencursus komt aan bod. Delen worden voorgedaan door de docenten en er wordt met andere onderdelen geoefend door de deelnemers. Tijdens de cursus gaat de trainer actief op zoek naar misvattingen en naar interne motivatie voor gedragsverandering. De trainer zet de deelnemers aan om actief mee te denken en laat het verhaal uit de groep komen door het stellen van vragen in plaats van vertellen/doceren. Ook maakt de trainer de vertaalslag naar wat de deelnemer zelf kan doen om zijn/haar diabetes te beïnvloeden en stimuleert de deelnemer een persoonlijk actieplan te maken met SMART-doelstellingen. Deze manier van educatie geven zal voor veel hulpverleners nieuw zijn. Het volgen van de train-de-trainercursus is daarom noodzakelijk. De train-de- trainer training bestaat uit 2 dagen van 9.30-17.00 uur en wordt gehouden in de polikliniek van het VU medisch centrum of kan in company worden aangeboden. Dit is inclusief: - Certificaat van deelname (met accreditatie - Trainershandleiding - Koffie, thee, lunch tijdens de cursusdagen - Patiëntmaterialen (in PDF en aan te passen voor eigen instelling/organisatie) - Een observatie op eigen werkplek, na 2-3 keer de cursus te hebben gegeven - Het ontvangen van alle herzieningen die worden gedaan aan de patientmaterialen en de trainershandleiding - Toegang tot de jaarlijkse terugkomdag
Is er voor de overdracht of implementatie een handleiding
6.2 Eisen ten aanzien van overdracht en implementatie PRISMA wordt nu in zo’n 22 instellingen in Nederland gegeven (stand van zaken 1-1-2012). Het aantal instellingen groeit gestaag, vooral in de eerste
Werkblad ‘goed beschreven’ Centrum Gezond Leven
7
Vul hier het Osirisnummer (I-database) in
of protocol? Zijn er eerdere ervaringen waaruit blijkt dat de interventie overdraagbaar is?
Hoe wordt de kwaliteit van de interventie beoordeeld en bewaakt? Denk bijvoorbeeld aan registratie van activiteiten en resultaten.
Vul hier de naam van de interventie in
lijn. De principes van PRISMA worden nu ook gebruikt in het programma DIALERT, een leefstijlinterventie voor mensen met een hoog risico op diabetes (zie www.dialert.nl). De methodiek en filosofie zijn voor andere ziektebeelden ook bruikbaar. Er wordt nu gedacht aan een PRISMA overgewicht en PRISMA COPD. 6.3 Eisen ten aanzien van kwaliteitsbewaking PRISMA heeft een uitgebreid kwaliteitsbewakingssysteem. De kracht van de cursus is de methodiek. Als de methodiek niet goed of overal anders wordt toegepast verliest de cursus zijn kracht. De trainers worden aangezet om zichzelf en elkaar te evalueren na elke cursus m.b.v. een zelfreflectie en een collega-reflectie. Na 2 tot 3 cursussen gegeven te hebben volgt een observatie door het PRISMA-team. Hierbij wordt gekeken in hoeverre de trainer in staat is om de PRISMA-methodiek uit te voeren zoals bedoeld is. De observatie worden gedaan met de PRISMA Observatie Tool (POT). Onderdelen van de POT zijn: - interactie, door het score van de tijd die de trainer aan het woord is (maximaal 65% is de norm), - inhoud, welk deel van de inhoud wordt besproken (norm is 70%) - proces, beschrijving gedrag trainer in onderwerpen (norm is 70% altijd) De kwaliteit van de train-de-trainercursus wordt beoordeeld en bewaakt. Direct na de training worden de ervaringen van de deelnemer geëvalueerd. Dit om de cursus te verbeteren en om aan de kwaliteitseisen te voordoen voor accreditatie. 6.4 Kosten van de interventie
Wat zijn de kosten voor de uitvoering? Noem zo mogelijk kosten voor licentie, materiaal, trainingen, kwaliteitsbewaking, Vermeld het jaartal waarvoor de prijzen gelden. Noem ook de tijdinvestering van betrokken professionals (uitvoering en coördinatie).
Kosten train-de-trainers cursus (op 1 januari 2012) 750 euro per persoon (vanaf 3de persoon van zelfde instelling 650 euro) In company (8-14 personen van 1 instelling) is 7500 euro. Deze bedragen zijn inclusief observatie in eigen praktijk (minimaal 1 dagdeel per cursist), alle herzieningen van materialen en de terugkomdagen. Kosten implementatie in eigen organisatie Aanpassen naslagwerk voor patiënten voor eigen instelling Dummy’s voedingsmiddelen verzamelen Kantoorartikelen voor de cursussen aanschaffen (flapovers etc) Kosten per cursus 7 uur cursus door 2 hulpverleners en voorbereiding/opruimtijd Werving deelnemers door coördinator Zaalhuur en catering Materiaal per patiënt
7. Onderzoek naar de uitvoering van de interventie
Werkblad ‘goed beschreven’ Centrum Gezond Leven
8
Vul hier het Osirisnummer (I-database) in
Is er onderzoek gedaan naar de uitvoering van de interventie? Beschrijf doel, type onderzoek (bijvoorbeeld procesevaluatie, behoefteanalyse, nul-meting, haalbaarheidonderzoek, tevredenheidmeting etc.), methode en relevante uitkomsten. Geef aan wat het bereik is, de succes- en faalfactoren en waardering door de doelgroep. Geef ook aan hoe de interventie, indien noodzakelijk, wordt aangepast.
Vul hier de naam van de interventie in
aluatie patiëntencursus Bij 30 deelnemers van de pilotstudie is een procesevaluatie gedaan. PRISMA wordt positief geëvalueerd door deze patiënten. Beoordeling goed tot zeer goed 92% Duidelijke informatie 97% Goed niveau 90% Goede tijdsduur 80% Geleerd van programma 97% Waardering actieplan 56% Evaluatie train-de-trainercursus Tot nu toe zijn er 18 bijeenkomsten geweest en hebben in totaal 180-200 mensen deze training gevolgd. Elke trainerscursus wordt geëvalueerd. De inhoud en vorm van de training wordt als goed tot zeer goed beoordeeld. Vooral het zelf oefenen en het zelf voor de groep staan werden het meest gewaardeerd. Van deze 180-200 zijn er nu ongeveer 80 actief in het begeleiden van de interventie (de andere 100-120 zijn voornamelijk medewerkers van instellingen waar PRISMA wordt aangeboden, maar begeleiden niet zelf de interventie). Implementatiestudie PRISMA is inmiddels in meer dan 20 instellingen geïmplementeerd. April 2012 is een implementatiestudie gestart van 3 jaar waarin op patiëntniveau wordt gekeken naar uitkomsten op medische maten, stemming en (vertrouwen) zelfzorg, bij hulpverleners wordt gekeken in hoeverre ze in staat zijn de methodiek te gebruiken, op organisatieniveau wordt gekeken wat er nodig is voor een succesvolle implementatie (financiën, werving, logistiek, coördinatie) en er wordt beschreven wat er nodig is om zelfmanagement groepseducatie breder in Nederland te implementeren.
8. Toelichting op de naam van de interventie Is de naam van de interventie helder? Noem de herkomst of diepere betekenis. Is de interventie bekend onder een andere naam? Noem de naam van de buitenlandse versie van de interventie. De informatie is wel van belang, maar is niet van invloed op de beoordeling voor ‘goed beschreven’.
PRISMA (PRo-activ Interdisciplinary Self-MAnagement) is gebaseerd op het Engelse programma DESMOND (Diabetes Education and Self Management for Ongoing and Newly Diagnosed) DESMOND is ontstaan in oktober 2002, als gezamenlijke inspanning van een multidisciplinaire groep van mensen werkzaam op verschillende locaties in Groot-Brittannië. Belangrijke kenmerken van DESMOND zijn de sterke nadruk op ‘self-management’ en ‘empowerment’.
9. Uitvoering (uitvoerende en of ondersteunende organisaties en partners) Waar, door welk soort organisaties en op welke schaal wordt de interventie toegepast? Beschrijf op welke locatie de interventie wordt uitgevoerd. Noem eventueel lokale en/of regionale varianten. Noem eventueel ook samenwerkings-
In het VUmc wordt PRISMA sinds 2006 zo’n 8 maal per jaar gegeven. De train de trainer cursus wordt sinds 2007 aangeboden is wordt 2-5 maal per jaar gegeven (1-1-2012 zijn er 17 cursussen gegeven). Er zijn 3 docenten voor de train-de-trainer actief. Vanaf 2007 zijn er 20 instellingen gestart met het geven van PRISMA.
Werkblad ‘goed beschreven’ Centrum Gezond Leven
9
Vul hier het Osirisnummer (I-database) in
partners in de uitvoering.
Vul hier de naam van de interventie in
Hiermee zijn op 1-1-2012 zo’n 70 trainers actief. Het betreft hier zowel de eerste- als tweedelijn instellingen in Nederland. Locaties in Nederland: Eerste lijn: omgeving Schagen, omgeving Alkmaar, Osdorp, Zwolle, omgeving Almelo, Arnhem, Zeist, Alphen aan de Rijn, Noord-Limburg, omgeving Etteleur, Waddinxveen, omgeving Hoofddorp, Zeeland, Tweede lijn, Amsterdam 2x, Rotterdam, Veghel, Roosendaal, Kerkrade, Hoofddorp,
10. Overeenkomsten met andere interventies Zijn er soortgelijke interventies? Noem relevante en in het oog springende overeenkomsten en /of verschillen; beperk dit tot sterk vergelijkbare interventies. De informatie is wel van belang, maar is niet van invloed op de beoordeling voor ‘goed beschreven’.
In onderzoeksverband vindt momenteel vanuit het VU medisch centrum de cursus ‘DiAlert’ plaats. Een interventie gebaseerd op het Prisma model en bestemd voor familieleden van mensen met diabetes type 2. Het doel van deze life-style interventie is het risico op het krijgen van diabetes te verkleinen. Ook deze groepsinterventie bestaat uit 2-dagdelen en wordt van de deelnemer een actieve inbreng verwacht met oa. het maken van een actieplan en stappenplan.
Aangehaalde literatuur
Werkblad ‘goed beschreven’ Centrum Gezond Leven
10
Vul hier het Osirisnummer (I-database) in
Beschrijf de eventueel in dit document aangehaalde literatuur volgens APA-normen.
Vul hier de naam van de interventie in
Leibrandt, A.J., Kiefte-deJong, J.C., Hogenelst, M.H.E., Snoek, F.J., Weijs, P.J.M. (2009). Effects of the Pro-active Interdisciplinary Self-Management (PRISMA,Dutch Desmond) program on dietary intake in type 2 diabetes outpatients: A pilot study. Clinical nutrition, xxx, 1-7 PRISMA: Pro-actieve Interdisciplinaire Self-Management groepseducatie. Bader S, DNO tijdschrift, jaargang 14 september 2011 Skinner,T.C., Carey M.E, Cradock S, Daly H, Davies M.J, Doherty Y, Heller S, Khunti K, Oliver L; DESMOND Collaborative.DESMOND: process modelling of pilot study, Patient Educ Couns. 2006 Dec;64(1-3):369-77. Skinner T.C, Carey M.E, Cradock S, Dallosso H.M, Daly H, Davies M.J, Doherty Y, Heller S, Khunti K, Oliver L; DESMOND Collaborative 'Educator talk' and patient change: some insights from the DESMOND (Diabetes Education and Self Management for Ongoing and Newly Diagnosed) randomized controlled trial..Diabet Med. 2008 Sep;25(9):1117-20. Davies M.J, Heller S, Skinner T.C, Campbell M.J, Carey M.E, Cradock S,Dallosso H.M, Daly H, Doherty Y, Eaton S, Fox C, Oliver L, Rantell K,Rayman G, Khunti K; Diabetes Education and Self Management for Ongoing and Newly Diagnosed Collaborative.Effectiveness of the diabetes education and self management for ongoing and newly diagnosed (DESMOND) programme for people with newly diagnosed type 2 diabetes: cluster randomised controlled trial.BMJ. 2008 Mar 1;336(7642):491-5. Epub 2008 Feb 14. M Gillett M, Dallosso H.M, Dixon S, Brennan A, Carey M.E, Campbell M.J, Heller S, Khunti K, Skinner T.C, Davies M.J, Delivering the diabetes education and self management for ongoing and newly diagnosed (DESMOND) programme for people with newly diagnosed type 2 diabetes: cost effectiveness analysis, BMJ 2011
Werkblad ‘goed beschreven’ Centrum Gezond Leven
11