Wat betekent alledaags geluk voor jou?
hoofdartikel
04 Driestroomband Jukebox bestaat 20 jaar!
driestroomhuizen
12 45 Driestroomhuizen in vijf jaar
14 Islamitisch Driestroomhuis in Elst
nieuws
28 Zorginnovatie: preventieve jeugdzorg 15 Shop 16 Driestroompjes 31 ....van de cliëntenraad
reportages
18 Elkaar ontmoeten bij de buurtsuper 22 Wonen 26 Kinderen
organisatie
1008InZorgbrigadier contact met krijgt dikke pluim 20 Werken bij Nederrijn Schoonmaak
persoonlijk
24
Mode Met een Missie
07 Wat beweegt 30 Talent voor de toekomst 32 Driestroomfiets on tour
Na een lauwe winter en een recordopbrengst aan medailles voor Nederland tijdens de Olympische Spelen in Sotsji komt de lente er nu stilletjes aan. Op het moment dat u dit leest kunt u zelf het best beoordelen of de lente al wakker is geworden uit haar winterslaap. De redactie van GOUD heeft de afgelopen weken zeker al de eerste warme zonnestralen van de lente opgevangen die doorklinken in de artikelen die voor u liggen! Kijk maar eens naar het verhaal over de
eigen talentvolle Driestroom band ‘Jukebox’ , die dit jaar tal van optredens zal verzorgen. Of het verhaal over een van de bewoners van de nieuwe locatie aan de Oude Graafseweg in Nijmegen! In de lente denken we ook aan de nieuwste mode en in deze GOUD kunt u de coverstory lezen over ‘Mode Met een Missie’, waar Driestroom trots bij betrokken is. Als we kijken naar zorginnovatie is het ‘Huis om te Zijn’ een geweldig nieuw initiatief waar zwerfjongeren tussen 12 en 17 jaar een tijdelijk thuis kunnen
vinden. Kortom, in deze nieuwe GOUD weer een heleboel nieuws over de visie en de werkwijze van Driestroom. We zijn in contact met de Gemeente Overbetuwe, we verhalen over de Buurtsuper in Herwen en we kijken in de ‘Driestroompjes’ terug op de succesvolle opening van DROOMvilla LUX door maar liefst drie wethouders tegelijk! Graag wensen wij u veel leesplezier in de lente van 2014! Redactie GOUD.
GEWORSTEL Op dit moment worstelen veel gemeenten met de transities in het sociale domein. Ze krijgen er flink wat taken en verantwoordelijkheid bij. Dat betekent aan de ene kant dat er straks enorm veel geld op ze af komt, terwijl ze aan de andere kant weten dat het veel minder is dan tot nu toe door het ministerie aan dezelfde taken werd uitgegeven. Ik vraag me af hoe een wethouder met die verantwoordelijkheid omgaat. Op de meeste plaatsen is wel aan het dossier begonnen, maar veel verder dan proeftuinen en papieren structuren zijn we eigenlijk nog niet gekomen. Wat alles precies voor de werkvloer en voor burgers gaat betekenen en hoe je leveranciers selecteert en laat samenwerken… 90% is nog onduidelijk, terwijl over minder dan een jaar de toko’s moeten draaien volgens de nieuwe wetgeving. Eigenlijk zie ik drie thema’s die nu grote aandacht verdienen:
VERANTWOORDELIJKE BURGERS De ziel van de transitiewetgeving is gelegen in de cliënt- en bewonersparticipatie. Soms zie ik daar al mooie voorbeelden van voorbij komen, maar die zijn nog schaars. Neem het plaatsje Elsendorp in Brabant. Daar is een coöperatieve vereniging van bewoners opgericht. Die vereniging gaat praten met de gemeente namens bewoners die ondersteuning nodig hebben: wat hebben we precies nodig en hoe kan dat het beste ingericht worden? Hartstikke mooi natuurlijk: bewoners die zich verantwoordelijk voelen en een gemeente die vanuit de behoefte van die bewoner onderhandelt met de zorgleverancier. Zo kun je mooie en goede zorg, noodzakelijke besparingen én stevige sociale structuren realiseren. De vraag is alleen: hoe krijgen we mensen zover dat ze zich verantwoordelijk gaan voelen en mondig worden?
Afwachtende grote zorgaanbieders Dan onze rol: die van de grotere zorgleveranciers. Wij hebben de afgelopen paar jaar de kat uit de boom gekeken. Eigenlijk hebben
we vanuit de leunstoel het geworstel van de gemeente zitten bekijken. We doen maar even niks nieuws, terwijl we juist nú initiatief moeten laten zien. En moeten werken vanuit de uitgangspunten die onze overheid geformuleerd heeft. Goed in de spiegel kijkend constateer ik dat we nog weinig toegankelijk zijn voor die kwetsbare burger. Wie van ons staat klaar voor die kwetsbare burger tijdens die moeilijke vakantieweken? Wie gaat werkelijk de wijk in? Dat burgers andere burgers ondersteunen, dat we als zorgleveranciers drempelloos middenin de samenleving staan, dat is nog steeds toekomstmuziek. We moeten stoppen met afwachten en zelf aan de slag.
Onzichtbare, maar onmisbare kleine aanbieders Dan een laatste punt: de traditionele zorgaanbieders zijn bij de gemeenten wel bekend, maar we hebben juist ook de kleine bedrijfjes nodig. Daar wordt nu de innovatie geleverd, omdat zij de dingen doen waar de grote organisaties voor wegliepen. De kwaliteit die daar geleverd wordt, is minstens evenveel waard als de kwantiteit die de grote jongens leveren. Geachte wethouders, ziehier zomaar drie mooie uitdagingen voor de rest van dit jaar. Met een stevige deadline: 1 januari 2015. Wim Muilenburg, bestuurder Driestroom
20 jaar muziek maken bij Driestroomband Jukebox
Driestroom heeft een band. Zeven muzikanten met een groot hart voor muziek en voor elkaar. Ze vormen samen een hecht en dynamisch team. Samen lossen ze problemen op, samen studeren ze nieuwe liedjes in zonder dat er een verkeerd woord valt. Of zoals zangeres Kiona van Wolferen (24) zegt: “We zijn heel hecht met elkaar, we weten alles van elkaar en werken zonder problemen samen in een ruimte.” Droom die uitkomt Peter van de Ven (begeleider bij Driestroom) is al ruim 20 jaar de drijvende kracht achter Jukebox. De afname van het aantal begeleidingsuren voor de band door de jaren heen, heeft in zijn ogen vooral positieve kanten. De bandleden zijn steeds zelfstandiger gaan functioneren. Ze repeteren ook zelfstandig. Peter: “Hun talenten kwamen naar boven. Inmiddels ontwikkelt een van de bandleden steeds meer capaciteiten als bandleider. Dat gaat al heel goed. Ik heb jarenlang de bas meegespeeld, maar ook dat doen ze nu zelf. Ja, dat is voor mij echt een droom die uitkomt.”
Optreden met de groten De band heeft in haar twintigjarige bestaan al heel vaak opgetreden en niet met de minsten: bijvoorbeeld samen met Lee Towers en Dennie Christian bij FUNpop. Maar ze stonden ook op Polderpop. En bij de opening van het Centraal Bureau in Elst stonden ze met Marianne Weber op de planken. Jaarlijks spelen ze de sterren van de hemel en is het één groot feest bij de carnavalsmiddag in Overasselt. Peter: “En wat echt heel gaaf is: met Polderpop zitten ze dan samen met jongeren uit andere bands te kletsen, dat gaat allemaal heel gemakkelijk. Mensen die elkaar anders nooit ontmoeten, hebben dan op een heel natuurlijke manier contact met elkaar. Dat is echt geweldig om te zien.”
Veel talent Door de jaren heen hebben verschillende muzikanten deel uitgemaakt van Jukebox. Aan de basis staat Ton, de drummer, die er vanaf het begin bij is. Daarna zijn er nog velen de revue gepasseerd, allemaal met veel talent. “Maar het is ook belangrijk dat ze samen kunnen spelen en als groep functioneren,” aldus Peter. “Daar heb ik wel op geselecteerd. En nu werken ze zelfstandig. Zijn er problemen, dan komen ze daar samen uit. Daar hebben ze mij niet meer voor nodig.”
Toekomst Peter verwacht dat de band kan blijven bestaan, ondanks de veranderende financiering voor dagbesteding: ”Ik hoop van ganser harte en eigenlijk ga ik er gewoon van uit, dat Driestroomband Jukebox de kans krijgt om in deze unieke samenstelling door te gaan.”
tekst en foto's jacqueline van orsouw
Trots Wat betekent Jukebox voor Peter? “Heel erg veel,” zegt hij meteen. “Ook al speel ik niet meer mee, als ik ze daar zie staan, ben ik echt verschrikkelijk trots. Er is er niet één die zich anders gedraagt, ze zetten echt samen iets neer!” We moeten volgens Peter ook niet vergeten dat er nog meer mensen actief zijn om Jukebox heen. Zo is Albert Schraven al jarenlang vrijwilliger en trouwe fan. Hij zorgt voor het vervoer, helpt opbouwen en is er als het nodig is. Daarnaast kan Jukebox altijd rekenen op de inzet van Frans Wijnakker als er extra hulp nodig is.
voor alledaags geluk
“Alledaags geluk… is je realiseren dat het vaak om kleine dingen gaat. Bij Driestroom snappen ze dat. Ik zie Driestroom als een sociaal maatschappelijke onderneming waar zowel goed management als dicht bij de mens staan belangrijk is. Daar kun je je mee onderscheiden.
Dat alles betekent dat ik een groot netwerk in Maas en Waal en in Nijmegen heb. Daarom ben ik gevraagd mijn kennis en contacten in dit netwerk in te zetten voor Driestroom. Dat doe ik natuurlijk graag, ook vanuit mijn maatschappelijke betrokkenheid. Als ambassadeur voor Driestroom kijk ik vooral of er mogelijkheden zijn bij bedrijven in mijn netwerk voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Hebben die bedrijven interesse, dan arrangeer ik een gesprek met de manager en het bedrijf om de mogelijkheden concreet te bekijken. Ik verricht het voorwerk om het zo maar te zeggen. De uitdaging voor mij is om zoveel mogelijk kansen te ontdekken voor werknemers, kansen waar zij gelukkig van worden. Ik kan daar een steentje aan bijdragen en dat doe ik graag.”
tekst huub bosch foto jacqueline van orsouw
Mijn naam is Huub Bosch. Ik was 9 jaar algemeen directeur bij de DAR. Daarvoor werkte ik bij het Werkvoorzieningschap Nijmegen (het huidige BREED). Ik ben ook nog 10 jaar voorzitter geweest van Mid Waste, een landelijke afvalorganisatie. Daarnaast was ik ook nog een aantal jaren voorzitter van de Ondernemersvereniging Maas en Waal en ben ik actief in meerdere bestuursfuncties.
Het afgelopen jaar heeft een eerste groep zorgbrigadiers de stage en de opleiding succesvol afgerond. Van deze mensen heeft het grootste deel werk gevonden of een plek in een leerwerktraject op een hoger niveau. Na deze succesvolle pilot is besloten in 2013-2014 door te gaan met de Zorgbrigade. GOUD is op bezoek bij mevrouw van de Plas waar zorgbrigadier in spe Ronny van Wijk (36) stage loopt. Ronny werkte voorheen in de bouw, aan renovatieprojecten in het hele land. Hij draagt nu als alleenstaande vader de zorg voor zijn twee kinderen: “Dat is lastig te combineren met de werktijden in de bouw. Ik ging dus op zoek naar een baan met flexibele werktijden, maar al mijn sollicitaties liepen op niets uit.” Was werken bij ouderen dan niet een enorme ommezwaai? “Dat valt reuze mee,” volgens Ronny.”Ik heb altijd veel met ouderen mogen werken. Ik heb geleerd met klanten om te gaan en aan hun wensen te voldoen. Er is natuurlijk wel verschil. Het werk speelt zich nu af in iemands thuissituatie, het gaat niet om een product maar om de mens.”
Ronny beweegt zich makkelijk en is sociaal. Eén keer in de twee weken is hij zorgbrigadier bij mevrouw Corrie van de Plas in Druten. De andere week werkt hij bij iemand anders. De maandag en de vrijdag zijn de werkdagen. Sinds maart is dat veranderd, nu loopt hij vier dagen stage en gaat hij een hele dag naar school. Wat leert hij bij het ROC? Ronny: “We krijgen
Nederlands en rekenen, je leert hoe je gegevens over je werk moet opschrijven, je leert welke zaken er dagelijks allemaal langskomen, Algemeen Dagelijks Leven (ADL) noemen ze dat. Je bent ook bezig met je persoonlijke loopbaan en alles wat met motivatie te maken heeft. En natuurlijk zaken waarmee je te maken krijgt in de ouderenzorg. Ik krijg geen les in persoonlijke verzorging, dat doen we niet. We bekijken welke zorg mensen nodig hebben en hoe je ze als brigadier kunt helpen.”
werk goed combineren met de zorg voor mijn kinderen. Ik ben blij dat ik de kans krijg om op deze manier aan mijn toekomst te werken. De begeleiding van Agatha van Hoof vind ik fijn. Ik wil mijn eigen brood verdienen en weer verder bouwen. Ik zie het als een investering in mezelf, voor mijn toekomst.”
De seniorenwoning van mevrouw van de Plas oogt gezellig. Ronny stofzuigt, maakt de deuren schoon en dweilt de vloer. Hij is snel en werkt hard, volgens een zeer tevreden mevrouw van de Plas. “Ik zou hem best elke week willen hebben. Maar dat kan ik niet betalen. Ik vind het belangrijk dat het ook gezellig is, ook al kan ik prima alleen zijn. Hij is altijd vrolijk, hij werkt goed.” Dus ze is tevreden? “Zeker weten,” zegt ze lachend en steekt haar duim op. “Van mij krijgt hij een dikke pluim.”
Zorgbrigadiers ondersteunen zelfstandig wonende ouderen in hun dagelijkse leven. Mensen zonder werk met een uitkering of mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt volgen een opleiding in de zorg en werken bij ouderen in de vorm van een stage. Driestroom doet de begeleiding in de praktijk. De Zorgbrigade is een project van Driestroom, ZZG Zorggroep en ’s Heeren Loo in nauwe samenwerking met de gemeenten West Maas en Waal en Druten en ROC Nijmegen. In de uitvoering wordt samengewerkt met ouderenbonden, Stichting Voormekaar en andere maatschappelijke instellingen.
tekst en foto's jacqueline van orsouw
Ronny bespreekt met mevrouw van de Plas alle resultaten en vult het formulier in. Ze kunnen het uitstekend met elkaar vinden. Ronny: “Ik kan dit
Meer weten over de Zorgbrigade in de praktijk? Neem dan contact op met Agatha van Hoof, praktijkbegeleider, op 06 22797572.
en Manon Stellingwerf (links) en Lisette Menn
Gemeente Overbetuwe en Driestroom zijn regelmatig ‘in contact’. Dit keer praat Lisette Mennen, projectleider Wmo van Driestroom, met Marjon Stellingwerf over de nieuwe rol die de gemeente vanaf 1 januari 2015 gaat vervullen en over de sociale kernteams die sinds 1 januari als ‘proeftuin’ actief zijn in Elst-Noord en Herveld-Andelst. Marjon is programmamanager transities van de gemeente Overbetuwe.
Lisette: “Op 1 januari 2015 moeten de gemeenten klaar zijn voor hun nieuwe taken. Hoe spannend is die deadline voor jullie?” Marjon: “Enerzijds best spannend. We hebben voor de maanden die nog volgen een hele strakke agenda met alles wat nog moet gebeuren. Anderzijds is het niet zo dat alles op 1 januari ineens ophoudt te gebeuren. We komen dan in een overgangsfase terecht waarin we doorgaan met ontwikkelen. Maar het is zeker een uitdaging om er echt te staan op 1 januari, dat brengt dingen nu wel in een stroomversnelling.”
Tekst en foto's JACQUELINE VAN ORSOUW
Lisette: “De sociale wijkteams zijn straks een belangrijk instrument in de werkwijze van gemeentes. Bij jullie zijn dat kernteams. Hoe zijn die ontstaan?” Marjon: “Bij ons zijn het inderdaad kernteams, omdat we het hebben over dorpen en kernen. In stadsdelen of wijken heb je wijkteams. Het eerste wat we ons realiseerden was dat zo’n kernteam niet in elk dorp hetzelfde moet zijn, omdat die dorpen nogal van elkaar verschillen. Ze hebben elk hun eigenheid en hun mogelijkheden.”
matie voor inwoners. Zij zijn nu nog gewend aan recht op ondersteuning of zorg vanuit de overheid. Daarom gaan we actief contact zoeken met burgers, met een voorlichtingspoule die bijvoorbeeld langsgaat bij verenigingen en clubs. Vaak heeft een voetbalvereniging of een campinghouder niet eens in de gaten dat ze klussen hebben voor vrijwilligers of simpelweg een biljarttafel waar gebruik van gemaakt kan worden. Als ze zich dat realiseren, zie je iets moois ontstaan. Dat genereert ontzettend veel energie.
Lisette: “Je kijkt, denk ik, naar ondersteuningsvragen die je verwacht en daar stem je je kernteam op af.” Marjon: “Ja, je kijkt natuurlijk naar de populatie. Die is in Elst-Noord anders dan in Herveld. Je zoekt vervolgens naar de competenties die je nodig hebt. Het is bijvoorbeeld belangrijk dat je mensen goed kunt bevragen, of dat je vraag en aanbod bij elkaar kunt brengen. Belangrijker dan dat je heel veel verstand hebt van wat iemand mankeert. Maar je hebt natuurlijk wel je specialisten nodig. Als ergens heel veel ouderen wonen, zet je er een ander persoon neer dan wanneer er veel jongeren zijn.”
Heel veel mensen willen best helpen, maar de grote uitdaging zit erin dat je vraag en aanbod bij elkaar moet krijgen. Als je daar actief achteraan gaat, zie je dat er ineens heel veel vanzelf gebeurt. Dan wordt de participatiesamenleving ineens iets concreets.”
Lisette: “Is al duidelijk wat een kernteam precies kan betekenen voor burgers?” Marjon: “De sociale kernteams bouwen aan sociale netwerken in de kern en in de wijk en ze ondersteunen inwoners bij hun vragen, problemen en het realiseren van ideeën. Zij zoeken samen met de betrokken wijkbewoner, met de mensen in zijn directe omgeving en met de vrijwilligers en organisaties in de wijk naar praktische oplossingen dichtbij in de buurt. Als het nodig is, schakelen ze hulpmiddelen of professionele, specialistische zorg in. Het kernteam moet de spil worden in de wijk of de kern. Waar complexe en minder complexe vragen binnenkomen op het gebied van welzijn, zorg, wonen en werk.”
Lisette: “Hoe zorg je ervoor dat burgers er straks echt klaar voor zijn. Dat iedereen straks meedoet op zijn eigen manier? Marjon: “Het gaat er inderdaad om dat iedereen straks mee kan doen op zijn eigen niveau. Maar dat krijg je niet zomaar voor elkaar. Het is een enorme transfor-
Lisette: “Als je kijkt naar de zorg en ondersteuning waar de gemeente straks verantwoordelijk voor wordt, hoe organiseren jullie dan de samenwerking tussen al die partijen? Want er zijn ook partijen die nauwelijks ‘gekanteld’ zijn.” Marjon: “Dat is ook een lastig punt, want al die partijen zijn ook nog eens enorm verschillend. Van eenpitters tot organisaties zoals die van jullie. En iedereen wil aan tafel. Wij moeten ervoor zorgen dat we al dat potentieel optimaal benutten. Iedereen moet de juiste prikkel krijgen om vernieuwing te brengen.” Lisette: “Wat verwacht je van Driestroom?” Marjon: “Dat we ervoor zorgen dat ons gezamenlijke doel voorop blijft staan. En dat is inwoners zo goed mogelijk ondersteunen om zelf de regie te voeren over hun leven. En dat het gezien wordt als een kans om het samen beter te doen voor minder geld.”
‘We gaan mensen weer bij elkaar brengen’ Anja Jacobs, ervaren ambulant ondersteuner en werkzaam voor Driekracht, zit in het kernteam Elst-Noord. Anja ziet het vooral als uitdaging om te kijken naar de mogelijkheden in plaats van uit te gaan van waar iemand recht op heeft: “Het mooie aan deze hele ontwikkeling is dat we mensen weer bij elkaar gaan brengen. Dat we gedwongen worden om buiten de kaders te denken.”
45 Driestroomhuizen in vijf jaar
Bevlogen
ondernemers in de zorg ‘Tien Driestroomhuizen in 2013’, dat was de opdracht van de Ondernemersgroep Driestroom BV in 2008. Drie mannen met een groot hart voor de zorg bedachten samen een werkbare franchiseformule met vrijheid voor de zorgondernemer. Arie de Vries, voorzitter, bewaakt de uitgangspunten. Theo van Sluisveld ondersteunt de zorgondernemers bij het traject van vraag naar realisatie. Johan Emons, voormalig manager in de kindersector bij Driestroom, doet de acquisitie. Tekst jacqueline van orsouw foto Studio van Assendelft
Nu, vijf jaar later, zijn er 45 Driestroom(gezins)huizen en staan er 30 aanvragers in de wacht. Wat verklaart dit enorme succes? Johan Emons: "De structuur waarin de zorg voor kinderen en jeugd in Nederland is georganiseerd, past niet bij wat de jongeren vragen of nodig hebben. In alle reguliere organisaties is de CAO voor de medewerkers dominanter dan de hulpvraag van de kinderen of de jongeren. In de Driestroomhuizen staat het kind of de jongere écht centraal. Gezinshuisouders zijn dag en nacht beschikbaar, die werken niet volgens een CAO."
Zorgondernemer centraal Een andere belangrijke factor voor het succes ligt in de wijze waarop de Ondernemersgroep Driestroom (ODD) potentiële ondernemers benadert. Johan: "Mensen doen dit vanuit betrokkenheid en passie en willen daar erkenning voor. Ze willen niet betutteld worden met regels. Wij bejegenen hen respectvol en gelijkwaardig. Wij zetten de ondernemers centraal, waardoor zij op hun beurt de cliënt centraal kunnen zetten. Bij ons maken zij verschil, mensen voelen zich gewaardeerd en hebben plezier in hun werk. Er zijn mensen die in plaats van 36 uur wel 100 uur per week werken. Zij zien dit niet als werk. Het is voor hen een manier van leven."
Onze keus Sandra en Jan Kruitbosch runnen het allereerste gezinshuis van Driestroom. Zij werkten als gezinshuisouders binnen een organisatie. Zij liepen precies tegen de zaken aan die Johan schetst. Sandra: "Voor ons was het grootste punt dat je niet kon doen wat je wilde doen voor de kinderen. Je kon geen school uitzoeken of andere zaken, die waren er gewoon en daar moest je het mee doen. Terwijl wij voor de kinderen betere oplossingen zagen. Nu kunnen we dat wel doen. We zoeken de school uit die past bij het kind. Dat is ook arbeidsintensief, geeft Sandra toe, op acht verschillende scholen tien minuten gesprekjes. Maar dat is wel onze keus. En dat voelt prima. De vijf jaren zijn omgevlogen en als ik terugkijk op de vakanties met het hele gezin, dan weet ik dat we ze herinneringen mee hebben gegeven die hen en ons gelukkig maken."
Dezelfde achterkant Bij de gebruikelijke franchiseformule ziet de buitenkant er voor alle klanten hetzelfde uit. De HEMA, die ook werkt op basis van een franchiseformule, is
in Amsterdam hetzelfde als in Groningen. De Driestroomhuizen daarentegen zien er allemaal verschillend uit. De zorgondernemers bepalen zelf op welke kinderen of jongeren zij zich willen richten. Johan: "Dat wat je niet ziet, zoals de borging van de kwaliteit, de financieringsstructuur en de intake, is wel hetzelfde. Dit zijn de onderdelen waar de ODD zich op richt, zij regelt dus in feite de achterkant van de gezinshuizen." Risico’s worden tot een minimum beperkt. De zorgondernemers voldoen aan kwaliteitseisen en doorlopen allemaal een assessmentprogramma waarin de nadruk ligt op het zorgondernemerschap. Theo van Sluisveld: "Met dit assessment breng je competenties in kaart voor ons en voor de zorgondernemers. Daarmee beperk je de risico’s. Ondernemerschap zit in gedrag en houding naar je klanten en de wijze waarop je problemen aanpakt."
Opmerkelijk Eenvoud lijkt de kracht van de formule te zijn. Volgens Johan zorgt Arie de Vries ervoor dat de ODD dicht bij de basis blijft. De eenvoud komt ook tot uiting in het feit dat ze maar met z’n drieën zijn. Ze hebben tegenovergestelde competenties, maar hierdoor is de samenhang juist uitstekend. Volgens Johan is het opmerkelijk dat de Driestroomhuizen zo herkenbaar worden. Johan: "Wij zijn niet op zoek naar ondernemers, maar de ondernemers zijn op zoek naar ons. Dat is een prachtige vorm van erkenning. De Ondernemersgroep wordt gevonden door mond-tot-mond reclame of door verwijzers."
Johan Emons in gesprek met aspirant-gezinshuisouders.
Vreemde eend? GOUD vroeg ook aan Bas van Diggelen, hoofdbehandelaar gezinshuizen, wat hij van het succes van de gezinshuizen vindt. Bas:”Driestroom heeft met de Driestroomhuizen een heel goed aanbod voor kinderen, volwassenen en moeders met jonge kinderen. De afgelopen jaren zijn de Driestroomhuizen meer geïntegreerd geraakt met de rest van Driestroom, zonder dat dit ten koste is gegaan van de eigenheid van ieder huis. Ze zijn niet langer ‘de vreemde eend’ binnen Driestroom, wat in het begin toch wel een beetje zo was. De grootste organisatorische hobbels als gevolg van het inrichten van verblijf en behandeling, en begeleiding bij PGB, liggen volgens mij achter ons. Dit geeft de ruimte om nu vooral te bouwen en te verfijnen. Binnenkort zal een digitale community worden gestart voor de gezinshuisouders zodat ze elkaar kunnen helpen en informeren en ook voor de zorg- en behandelcoördinatoren komt er zo’n community. Mijn hoop en verwachting is dat dit zal leiden tot meer kwaliteit van zorg en daarnaast een grotere onderlinge verbondenheid. Driestroomhuizen dragen zeker ook bij aan de versterking van het concept van gezinshuizen in Nederland.”
Goede bekende Rukiye spreekt met grote passie over haar werk en haar ideeën. Zij is een goede bekende van Driestroom. Ze werkt al enkele jaren als flexwerker op verschillende locaties van Driestroom. Vooral het werken met ouderen en ernstig meervoudig beperkte jongeren heeft haar voorkeur. Zij werkte op Villa Kakelbont, in woonvorm de Kometenstraat, op dagcentrum de Lange Vierhout en in de woonvorm voor ouderen in de Peter Scheerstraat. Rukiye: “Sinds ik bij Driestroom werk, heb ik wel veel contact met buitenlandse kinderen, maar weinig met kinderen met een islamitische achtergrond. Voor sommige ouders was ik meteen hun vertrouwelinge. Ze
kwamen als eerste, een beetje bezorgd, naar mij toe. Dan vertelde ik dat bij Driestroom alle kinderen gelijk behandeld worden. Iedereen doet zijn werk goed.”
Vertrouwen “Mensen uit een andere cultuur geven niet zo snel hun kind uit handen. Dat snap ik wel.” Rukiye verwacht daarom ook dat het even tijd nodig heeft, voor ze kinderen aangeboden krijgt voor hun Driestroomhuis. “Als we wat meer bekendheid krijgen, raken mensen vanzelf ook vertrouwd met het idee.” Rukiye en haar man Ahmet Ozarslan hebben het assessment bij Driestroom glansrijk doorlopen. Ook al waren zij geen ondernemers. Hun huis in Elst is niet aangepast, maar wel heerlijk ruim. Ahmet, een Turkse man, werkt als groepsbegeleider bij een Turks jongerencentrum in Den Bosch. Hier gaan ze straks het liefst wonen in een kindvriendelijke wijk met winkels en speelplaatsen op loopafstand. Rukiye wil dan graag een aantal kinderen begeleiden met hulp van haar zus, die nu in de zorg werkt, en van haar vriendin. Wat is voor haar het belangrijkste? “Fijn samen leven met mijn gezin en zorgen voor andere kinderen, met respect voor de wensen van de ouders.”
Tekst en foto’s jacqueline van orsouw
In Elst staat een bijzonder Driestroomhuis. Het is het eerste Driestroomhuis op basis van de islamitische religie. Ik word ontvangen door Rukiye Gun, een Koerdische jonge vrouw, en haar zoontje Musab. Geheel volgens de gastvrije gewoonte staat er een heerlijke lunch klaar.
shop 15
Theecadeautje Eerst de boel aan kant en dan genieten van een heerlijk kopje thee. Alles wordt een feest met de spullen van EigenArt. En als er een écht feest is, ga je eerst even langs Kort-Jakje! Neus maar eens rond op deze pagina en kom vooral ook een keertje langs!
Verras je gasten door een lekker kopje thee te serveren in deze feestelijke theeset van EigenArt. De set is kleurvast en vaatwasserbestendig en bestaat uit een uniek theeglas, een uitlekbakje en een zakje thee. Alles is verpakt in een vrolijk handgemaakt doosje. De prijs van deze theeset is €5,50.
De lente is aangebroken! Dat betekent dus ook dat de voorjaarsschoonmaak voor de deur staat en daarbij komt deze set mooi van pas. Stoffer en blik zijn gemaakt van hout en metaal, dus ook buiten te gebruiken. In de showroom van EigenArt staan verschillende setjes. Kom snel langs en kies de leukste! Stoffer en blik €7,Bezem €8,-
Een vrolijke vlaggenlijn van zes of negen meter lang, geschikt voor alle gelegenheden! De vlaggetjes zijn gemaakt van dubbel gestikt katoen in verschillende kleuren en dessins. Neem een kijkje in het atelier van Kort-Jakje of neem contact op voor alle mogelijkheden. Lijn van 6 meter: € 15,50, lijn van 9 meter: €22,50.
tip!
Benieuwd wat we nog meer maken? Kijk dan op www.3shop.nl
3
ter ug bli k op he t afg elo pe n kwart aa l
s tr oo mp je s
Officiële opening
DROOMvilla LUX
foto bart nijs fotografie
Een Driestroom DROOM werd werkelijkheid! Met het aansnijden van een echte DROOM!taart verrichtten maar liefst drie wethouders van de Gemeente Nijmegen op 23 januari de officiële opening van DROOMvilla LUX. Vanaf dat moment kreeg het DROOM!team de beschikking over deze toplocatie aan de Nijmeegse Oranjesingel. Voortaan vanaf 08.00 uur geopend voor flexwerken, vergaderen mét appeltaartgarantie en uitstekende horecaverzorging. Vanaf 17.00 uur als vanouds fantastisch eten en prachtige art-house films door LUX! GOUD wenst deze tweede DROOMlocatie veel succes! www.droomvillalux.nl
Nieuwjaarsbijeenkomst Driestroom 15 januari 2014 In een goed gevuld en sfeervol DROOM! opende Burgemeester Toon van Asseldonk (Gemeente Overbetuwe) samen met Wim Muilenburg de nieuwjaarsbijeenkomst door het glas te heffen. Het thema van dit jaar: Innovatie! Projectleiders van Driestroom gaven met samenwerkingspartners presentaties over Mode met een Missie in Arnhem, het Cleanteam in Arnhem, het DROOMcafé in Bemmel en activiteiten in de wijk Klarendal. Allemaal bijzondere en creatieve initiatieven. Na afloop van de presentaties werd, met hapjes en drankjes, nagepraat in het restaurant. Met, jawel, muziek van Driestroomband Jukebox!
v.l.n.r. de wethouders Tankir, Beerten en Frings
Gemeente Overbetuwe op bedrijfsbezoek De burgemeester, gemeentesecretaris, beleidsadviseurs en enkele raadsleden van Gemeente Overbetuwe hebben op 30 januari een bedrijfsbezoek aan Driestroom gebracht. Bij DROOM! spraken ze over zorg en dienstverlening als economische motor, de inclusieve samenleving, openbare orde en veiligheid en participatie van burgers. Wim Muilenburg heeft de gasten als boodschap meegegeven dat er minder zorg nodig zal zijn, wanneer alle burgers mee kunnen doen én ze allemaal participeren in werk. Ieder op zijn eigen niveau en met oog voor talent.
Goed nieuws: Willemsen de Koning heeft geheel belangeloos een bus ter beschikking gesteld aan Bosgroep Arnhem. De Bosgroep is hier hartstikke blij mee! Directeur Marc Bolderman: “Als Arnhems bedrijf willen we graag iets doen voor de doelgroep die qua mobiliteit veelal op ons aangewezen is. Wij wensen Bosgroep Arnhem veel veilige kilometers toe.”
wissel
Tarwebroodje Op de Tarweweg is een nieuwe groep gestart: Tarwebroodje! Tarwebroodje levert van maandag tot en met donderdag facilitaire diensten. Hierbij kun je denken aan het verzorgen van koffie en thee aan mensen die op de bovenverdieping van de Tarweweg vergaderen, maar ook aan het uitvoeren van schoonmaakwerkzaamheden. Daarnaast maakt Tarwebroodje elke dag verse soep. Voortaan kun je dus tijdens de lunch genieten van een lekker kopje soep op de Tarweweg!
Van kale speelplaats tot sfeervolle belevingstuin!
foto’s driestroom
De belevingstuin van De Daniël is klaar! Een kale speelplaats is omgetoverd tot een sfeervolle, muzikale belevingstuin. Er staat een ‘Spetterbeek’, waar de kinderen het water kunnen horen, zien en voelen. Ze kunnen genieten van de klanken van het klankenwoud en relaxen op het schommelplateau. Ook staat er een kralenframe waar kinderen doorheen kunnen lopen en al liggend op het gras de bewegingen kunnen voelen en zien. We zijn er ontzettend blij mee en hopen hier veel van te gaan genieten! De Daniël bedankt Studiegroep Neurorevalidatie, CZ fonds, Madurodam Steunfonds, Ds. G. Boerstichting, Stichting Jong, Kinderfonds Van Dusseldorp en Stichting Het R.C. Maagdenhuis.
‘Like’ ons op Facebook en volg ons op Twitter www.facebook.com/driestroom @Driestroom
Van wie is het IBP?
‘Het individueel begeleidingsplan (IBP) moet weer van de cliënt worden!,’ zo maakte een zorgkantoor de zorgaanbieders nog maar eens duidelijk. Ook cliëntorganisaties en belangenvereniging zien de cliënt als eigenaar van het IBP. Op het eerste gehoor klinkt dit wenselijk, logisch en vooruitstrevend, maar ligt het wel zo simpel? Ik ken cliënten die geen IBP willen. Als het IBP van de cliënt is, heeft hij dan ook het recht om er geen te willen? En waar beschrijf je de afspraken over de ondersteuning? Het juridisch kader stelt dat het IBP van de zorgaanbieder is en de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) eist van zorginstellingen dat risico’s bij een cliënt in kaart zijn gebracht. Waar anders beschrijf je deze dan in een IBP? Maar… ik ken cliënten die dit niet beschreven willen hebben. Naar mijn mening geeft het zorgkantoor een te eenvoudige voorstelling van zaken. Zorgaanbieders en cliënten moeten weten wat ze met elkaar afspreken en risico’s moeten bekend zijn. Een zorgaanbieder moet zijn verantwoordelijkheid voor de ondersteuning kunnen nemen. Naar mijn idee is een IBP een overeenkomst. Het bestaat niet zonder cliënt en niet zonder zorgaanbieder. Het IBP is daarmee van beiden. Maar hoe zit het eigenlijk met het aandeel van de cliënt in het IBP? Uit onderzoek van Marjolein Herps en collega’s uit 2012 blijkt dat een gesprek met de cliënt over zijn wensen, behoeften, beperkingen en mogelijkheden wel degelijk plaatsvindt, maar dat de daadwerkelijke invloed van de cliënt op de zorg en het zorgproces te wensen overlaat. Ook weten cliënten veelal niet goed waarom er een IBP is en wat hun rechten en plichten zijn. Er is dus ruimte voor verbetering. Zou het zorgkantoor dit hebben bedoeld?
Bas van Diggelen, hoofdbehandelaar en GZpsycholoog bij Driestroom
In de volgende editie van Goud is Annebé Janssen aan het woord.
foto bart nijs fotografie
COLUMN
Winkelen in je eigen dorp, dichtbij huis en elke dag verse streekproducten. Sinds een half jaar kan dat in Herwen bij Buurtsuper Herac. En daar zijn de inwoners maar wat blij mee. De Buurtsuper draait op een groot team dat geheel bestaat uit vrijwilligers. Zij worden bijgestaan door assistent-medewerkers van Driestroom en Zozijn. Het is druk in de Buurtsuper. Aan de ontmoetingstafel drinken mensen een kopje koffie, terwijl anderen hun boodschappen doen. “Het is hier hartstikke gezellig. Geen supermarktsfeer, maar een echte ontmoetingsplek,” zegt Joop Besselink, medeoprichter van de Buurtsuper en voorzitter van Herwen Actief. Assistent-medewerker Aaltje is druk met het bijvullen van de aardappelen. Ze vertelt: “Ik heb het hier goed naar mijn zin. Zelf kom ik uit Lobith, dus het is fijn om in mijn eigen omgeving te werken. Hierdoor ken ik ook veel klanten. Dat maakt het werken extra leuk.”
Andere klusjes
Tekst en Foto’s anouk spanjers
Aaltje gaat weer gauw aan het werk. De volgende klus wacht: stickeren. Samen met vrijwilligster Truus Engelen stickert Aaltje de pakken soep. Truus drukt de sticker af en Aaltje plakt hem op. “Iedereen is enthousiast en de samenwerking verloopt vanaf dag één uitstekend,” vertelt Truus. Binnen enkele maanden worden de werkzaamheden van de assistent-medewerkers uitgebreid. “Er komt sowieso een bezorgservice voor de Buurtsuper. Ook denken we aan werkzaamheden buiten de Buurtsuper voor inwoners uit Herwen en het verenigingsleven. Zoals het doen van klusjes in en om het huis, het uitlaten van de hond en het onderhoud van de speelplaats. Momenteel onderzoeken we welke mogelijkheden er zijn,” aldus Rob Huntink, projectleider Wmo Driestroom.
Herwen leeft! De Buurtsuper is een grote meerwaarde voor Herwen, zo blijkt uit een voorbeeld van Joop. Hij vertelt: “Een vrouw moest altijd een van haar kinderen vragen om haar naar Lobith te brengen om geld te pinnen of boodschappen te doen. Nu kan ze in Herwen blijven, zelf naar de Buurtsuper lopen en geld bijpinnen bij haar boodschappen. Dat maakt een groot verschil. Ze is nu onafhankelijker.” Aaltje is inmiddels klaar en maakt nog even een praatje met de mensen aan de ontmoetingstafel. Het is duidelijk: Herwen is niet alleen een Buurtsuper rijker, maar ook een belangrijke ontmoetingsplaats. Wat een winst!
tip!
Typ op www.driestroom.nl
in het zoekvenster ‘locaties’ in en bekijk onze andere werk- en participatielocaties
k u l e g s g a a d Alle
k r e w s g a a d e ll in a
Nederrijn Schoonmaak werkt al jaren voor Driestroom. Willem Jansen Verplanke, een van de twee directeuren van Nederrijn, wilde graag cliënten inzetten bij schoonmaakwerkzaamheden op het centraal bureau in Elst. Cliënten laten meedoen met schoonmaakwerk is belangrijk voor hem. Waarom? “Je zoekt naar verdieping. Iets dat alledaags werk bijzonder maakt. Dat geeft voldoening. Ik ben er trots op dat ik nu een bijdrage kan leveren aan het alledaags geluk van cliënten en van onze medewerkers,” aldus een bevlogen directeur.
Voldoening Toen Willem aanklopte bij Driestroom, ging Rob Huntink, projectleider Wmo, met hem op zoek naar mogelijkheden. Ze kwamen uit op een combinatie van Begeleid werken en dagbesteding. Inge Aarts, sinds 10 jaar werkneemster van Nederrijn werkt al jaren bij Driestroom. Zij werd benoemd tot coach van een aantal cliënten die op het centraal bureau in de kantine (de EEtage) werken. ‘s Morgens werken ze in de EEtage en één middag per week in de schoonmaak, samen met Inge. Ze werken volgens een weekschema dat met kleuren de werkzaamheden aangeeft. Inge: "Ik leer veel van het contact met de cliënten, beter gezegd assistent-medewerkers, en hun vorderingen. Het geeft me meer voldoening dan schoonmaken alleen. Nu kan ik mijn ervaring inzetten voor de assistent-medewerkers en hun wat leren. Zij hebben allemaal hun eigen manier van dingen doen. Bij de een leg ik veel uit en hou de lijnen kort. De ander werkt het liefst zelfstandig en alleen. Als het soms niet goed gaat dan bespreek ik met de begeleiders hoe het anders kan. Ze helpen mij enorm."
Chris Vrancken (links) en Frank Glaser
Luciano Comans
Inge Aarts (links) en
n
Chantal Weggema
Breekbaar succes
Nina van Huet poetst op dinsdagmiddag. Nina: "Ik doe alleen bureaus. Ik poets onder de kastjes en maak de deur schoon. Ik vind het erg leuk om te poetsen en Inge is heel aardig." En wat vindt bijvoorbeeld Steffie Kregting, die het liefst alleen aan een klus werkt? "Schoonmaken is fijn om te doen. Het is een leuke bezigheid. Maar ik wil er niet mijn werk van maken. Een keer in de week vind ik prima. De horeca is meer mijn ding." Frank Glaser keek met zijn jobcoach naar de mogelijkheden en schoonmaken leek hem wel wat: "Ik houd van kantoren schoonmaken," zegt Frank. "Ik krijg goede begeleiding, Inge legt goed uit wat ik moet doen. En we hebben veel plezier!" Luciano Comans houdt van afwisseling. Zo liep hij stage bij Jamin, zowel in het magazijn als in de winkel. Hij werkt bij Klingele op het Industrieterrein in Elst en maakt één middag in de week schoon samen met Inge. "Ik werk graag met mijn handen. Ik mag alles vragen aan Inge, dat vind ik fijn. Maar ik vind één keer in de week schoonmaken meer dan genoeg," aldus Luciano.
"Een ander idee is om assistent-medewerkers op locaties van Driestroom te laten schoonmaken onder begeleiding. Zoals bij de nieuwe woonlocatie op de Oude Graafseweg of andere locaties." Hij denkt zelfs aan een 'poetsbus' met assistent-medewerkers en een begeleider van Nederrijn. En aan T-shirts met Nederrijn en Driestroom erop. En ook nog aan een AKA-opleiding (Arbeidsgekwalificeerd assistent) gericht op de schoonmaakbranche. Heeft u mogelijkheden om Willem bij deze toekomstplannen te helpen? Neem dan contact op met Linda Willemse, rayonleidster bij Nederrijn, op (026) 319 58 00.
Tekst en Foto’s JACQUELINE VAN ORSOUW
Plezier
Maar hoe gaat het verder? Wat zijn de mogelijkheden voor cliënten om assistent-medewerker te worden? Wordt de wens van Willem werkelijkheid? Willem: "Het is een breekbaar succes tot nu toe. We bouwen uit wat we hebben. Een middag in de week werken is natuurlijk nog mager, ik zou graag meer cliënten hebben die mee willen schoonmaken." Willem Jansen Verplanke onderzoekt nu met DROOM! de mogelijkheid om eenvoudige lunches te verzorgen voor klanten van Nederrijn. Bijvoorbeeld voor kleine, overzichtelijke advocatenkantoren. "We denken aan een combinatie van een ervaren medewerker van Nederrijn en een assistent-medewerker van DROOM! die dit samen kunnen doen."
tip!
Typ op www.driestroom.nl in het zoekvenster ‘locaties’ in en bekijk onze andere woonlocaties
23
Terwijl de verhuizers druk in de weer zijn, mag ik alvast een kijkje nemen in de spiksplinternieuwe woonlocatie aan de Oude Graafseweg. De vijftien bewoners van woonlocatie Vijverhorst staan te popelen om hun nieuwe woning in het groene hart van Nijmegen te betrekken. Het enige wat ze jammer vinden, is dat ze de wijk Meijhorst moeten verlaten. Ze hadden daar veel leuke contacten in de buurt. Tekst en foto's karen tijssen
Verhuizen is voor de meesten van ons een helse klus: het brengt vaak spanning en chaos met zich mee. Deze bewoners, hun familieleden en mijn collega’s bewijzen hier echter het tegendeel. Het is een gezellige, ontspannen boel: iedereen helpt en eet mee. De 60-jarige Rob Zwagemakers is de man met de meeste spullen. Vanuit woonvorm de Vijverhorst neemt hij maar liefst 105 verhuisdozen mee…
Miniatuursupermarkt Als ik twee weken later bij Rob op bezoek ben, zijn alle verhuisdozen al uitgepakt en opgeruimd. Trots laat hij mij zijn nieuwe woning zien en vertelt waarom hij zoveel verhuisdozen nodig had: “Kijk, ik heb een miniatuursupermarkt met levensmiddelen. Dit is mijn hobby. Elke avond ben ik ermee bezig. Ik zet alles netjes neer voor ieder seizoen of voor de opruiming én ik prijs alle artikelen. Hier staan echte kassa’s met leergeld erin. Deze kast en toonbank zijn nog van mijn oma geweest, zij had ook een eigen winkel. Heel veel scholieren hebben hier leren rekenen.” Rob heeft zijn winkel al veertig jaar. Hij begon op de zolderkamer bij zijn moeder. Het AVRO-programma Straatmuseum maakte zelfs een heel item over zijn markante verzameling. Sindsdien heeft hij veel bewonderaars en daar is hij maar wat trots op.
Dat ik hier mag wonen Bij de Vijverhorst deelde Rob zijn kamer. Nu woont hij alleen in zijn spiksplinternieuwe huis. Rob: “Ik vind het fijn eindelijk een plekje voor mezelf te hebben. Het was niet altijd makkelijk om een kamer te delen. Mijn medebewoner was nogal rommelig. Ik schaamde me soms als ik bezoek ontving. Nu is alles mooi schoon en fris. Daar houd ik van. Ik schaam me niet meer als ik mensen ontvang. Op de auto’s van Driestroom staat: Wat betekent alledaags geluk voor jou? Dat ik hier mag wonen, dat is geluk.” Hij slikt even en kletst dan gauw weer verder. “Er komen nog veertien bewoners bij. Nog meer gezelligheid. Dat vind ik leuk!”
In het kader van het project Raakvlak leren bewoners van de Oude Graafseweg om te gaan met een tablet. Doel van Raakvlak is het stimuleren van zelfredzaamheid en zelfregie van bewoners. Ook kunnen begeleiders effectiever en doelmatiger werken zonder de bewoner onnodig in de eigen omgeving te storen. Bewoners en begeleiders kunnen via beeldbellen contact zoeken met elkaar, hun eigen cliëntagenda beheren en signalen ontvangen. Overal in het pand is Wifi aanwezig om dit mogelijk te maken.
tweede t d ie b w in ke l r e li e t A
kans
Georgina Mensah leert stap voor stap de kneepjes van het modevak bij Mode Met een Missie in Arnhem. De atelierwinkel van Mode Met een Missie biedt mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt de mogelijkheid tot arbeidsgewenning en arbeidservaring. Samen met haar collega’s werkt Georgina onder deskundige begeleiding aan het modelabel van de Nederlandse modeontwerper Claes Iversen. De kleding heeft een exclusief karakter en wordt op diverse modeshows gepresenteerd, waaronder de Mode Biënnale in Arnhem. Stichting Mode Met een Missie is ondergebracht in het Arnhemse Modekwartier Klarendal.
In de atelierwinkel leren deelnemers veel van de ontwerpers: ze denken samen na over de techniek en over de materialen. “Hiervoor kon ik niets met een naaimachine. Nu kan ik zelfstandig kleding maken van begin tot eind. Ook op sociaal gebied levert het mij veel op. Ik maak hier nieuwe contacten en voel me gewaardeerd. Ik kan niet meer zonder mijn kleurrijke collega’s. We hebben verschillende achtergronden en verschillende manieren van leven, maar we leven als broers en zussen van elkaar. De band is heel hecht. Het praatje onderling en de sociale
contacten zijn voor mij heel belangrijk. Ik doe weer mee.”
Mode Met een Missie biedt deelnemers die om wat voor reden dan ook uit het werkproces zijn geraakt, een nieuwe stap in het leven. Projectleider Nesrin Gungor vertelt: “Deelnemers krijgen werkervaring, een opleiding en een zinvolle dagbesteding en vinden zo weer een weg in de maatschappij. Het zijn bijvoorbeeld mensen met een psychische achtergrond, mensen die de taal niet goed spreken, herintreders, maar ook ex-verslaafden of mensen die gewoon geen baan kunnen vinden. Vanuit de gedachte dat iedereen een tweede kans verdient, is in ieder kledingstuk een mooi tweedehands detail verwerkt. Deelnemers krijgen hier hun tweede kans. Kans op leren, kans op werken en kans op een zinvol bestaan. Ervaring is niet nodig, inzet wel.”
Ben jij ook toe aan een nieuwe stap? Of op zoek naar een uniek kledingstuk? Neem dan een kijkje bij Mode Met een Missie, Klarendalseweg 476 in Arnhem.
Tekst KAREN TIJSSEN
Georgina is een alleenstaande moeder van drie kinderen. In 1990 is zij vanuit Ghana naar Nederland gekomen. Dankzij Mode Met een Missie is ze uit haar isolement geraakt en droomt ze nu van een eigen bedrijf. Deelnemers zoals Georgina leren vaardigheden die bij het vak van coupeuse horen. “Ik leer hier zelfs zoveel dat ik het helemaal zie zitten om over een aantal jaren mijn eigen kledingzaak met atelier te beginnen. Dat is mijn droom! Je kunt mij altijd wakker maken om een kledingstuk te maken. Ik wil dat mensen op straat naar me omkijken en denken: Wow, wat heeft zij een mooie unieke jurk aan. De mode is mijn lust en mijn leven.”
Demi Bos
Linda van Raaij en Shawn Holman
v.l.n.r.: Thijs ter Beest, Tinne de Winter, Sven van Duren en Mohaned Faisal
tip!
Typ op www.driestroom.nl in het zoekvenster ‘locaties’ in en bekijk onze andere kinderlocaties
Ieder kind is vanaf vijf jaar leerplichtig. Ook kinderen met een beperking. Meekomen in de klas is voor hen vaak lastig. Met begeleiding van Zorg Binnen Onderwijs (ZBO) kunnen zij wel volop meedoen. In één onderbouwgroep van Basisschool De Esdoorn in Elst wordt gewerkt volgens het principe Samen Leren in de Betuwe (SLB). Kinderen met een beperking worden in deze klas ondersteund door ZBO-begeleiders en draaien regelmatig mee in de reguliere klassen. Ik mag een dag met ze meekijken. Terwijl ik de klas binnenkom, eten de kinderen hun laatste stukjes fruit. Daarna handen wassen en een zelf uitgekozen boekje lezen. Na een kwartiertje is het tijd om aan het werk te gaan. Juffrouw Linda, uit het speciaal onderwijs, zingt: Ri Ra Rop, wij ruimen alles op. Ri Ra Rafel, ga zitten aan je eigen tafel. Vandaag staat rekenen op het programma.
Tellen met je oren De klas wordt opgesplitst in vieren. Elke groep gaat op zijn eigen tempo en eigen niveau aan de slag met rekenen. Shawn zit aan tafel bij juf Linda en ZBO-begeleidster Monica. “Vandaag tellen we met onze oren,” vertelt Juf Linda. Shawn moet zijn ogen dicht doen en juf Linda laat muntjes in een bak vallen. “Drie!,” zegt Shawn. Juf Linda: “Goed zo, Shawn! Dit was tellen met je oren.”
Naar buiten
Pim Smits (l) en Jasper Bruins (r)
Smikkelen & spelen Weer binnen pakken alle kinderen hun eigen drinken en broodtrommeltje. Na de middagpauze nog even spelen en dan zingt juf Linda: Ri Ra Rop, wij ruimen alles op. Ri Ra Ring, ga zitten in een kring. Alle kinderen maken een kring, behalve Pim en Elle. Zij gaan met begeleidster Monica naar de reguliere groep 1-2, waar zij eens per week een middag meedraaien. Vanmiddag kiest Pim ervoor om in
de bouwhoek te spelen. Jasper gaat met hem mee. Terwijl zij samen een hoge toren bouwen, houdt ZBObegeleidster Monica toezicht bij Elle in de reguliere groep. “Dat is de kracht van deze locatie,” vertelt Monica. “Kinderen met een beperking en kinderen uit reguliere klassen spelen met elkaar én ze leren van elkaar.”
Tekst EN FOTO'S ANOUK spanjers
Even verderop bij klassenassistent Anke leren Mick, Demi en Pim tellen met blokjes onder een handdoek. Bij ZBObegeleidster Tinne raden Sven, Thijs en Mohaned welk dier er onder de handdoek ligt. Dan is het alweer half 12: buitenspeeltijd! Samen met de reguliere groep 1-2 wordt fanatiek gerend, geskelterd en geklommen. ZBO-begeleiders Monica en Tinne houden toezicht op de kinderen.
Op adem komen in 'Het Huis om te Zijn' Om te voorkomen dat kansarme jongeren met gedragsproblemen de criminaliteit in gaan, moet je al ingrijpen als ze een jaar of 12 zijn. Dat blijkt uit de onlangs verschenen resultaten van een onderzoek dat werd gehouden in Amsterdam. Heel vanzelfsprekend dus dat Nijmegen binnenkort een gezinshuis rijker is. Voor jongens tussen de 12 en 17 jaar. Jongens die het even niet meer redden. Toch is niets vanzelfsprekend aan dit initiatief. Het project komt niet uit de koker van de zorgsector en niet uit de koker van de politiek. Het is een initiatief van de Fraters Maristen en Zusters Dominicanessen uit Nijmegen. Enthousiast omarmd door Driestroom en de gemeente, dat wel. Want voorkomen is veel beter, en goedkoper, dan genezen.
"Er is nu niets tussen ambulante zorg* en uithuisplaatsing of ondertoezichtstelling. Verblijf in een gezinshuis zoals dit gaat voorkomen dat de jongens in een later stadium uit huis geplaatst moeten worden. Hier kunnen ze even op adem komen en de rust *Ambulante zorg betekent dat de zorgverlener, dus bijvoorbeeld de arts, psycholoog of verpleegkundige, naar de patiënt toe gaat, in plaats van andersom.
vinden die ze thuis missen." Aan het woord is Wim Janssen. Wim en Wilma Janssen zijn het zorgechtpaar dat straks de scepter zwaait in het 'Huis om te Zijn'. Dat is de naam van dit eerste gezinshuis in Nijmegen dat gericht is op preventieve jeugdzorg. Best een zware naam, maar Wim benadrukt direct dat hij wars is van 'visionaire luchtfietserij': "We hebben een helder begeleidingsplan waarbij de jongens in negen maanden een aantal fasen doorlopen. Na die negen maanden zouden ze in principe klaar moeten zijn om weer mee te doen, om terug naar huis te gaan. Natuurlijk zijn er uitzonderingen, maar op deze manier
‘Screening glansrijk doorstaan’ Het Huis om te Zijn is onderdeel van een franchiseorganisatie. Deze speciale franchiseformule voor zorgondernemers is ontwikkeld door Ondernemersgroep Driestroom. Over deze organisatie leest u meer op pagina’s 12 en 13. De ondernemersgroep zoekt en beoordeelt de potentiële zorgondernemer. Daar hoort bijvoorbeeld een competentiebeoordeling, betrouwbaarheidsonderzoek en een assessment bij. Wim en Wilma Jansen doorstonden deze screening glansrijk. Johan Emons, directeur Ondernemersgroep Driestroom: ‘Natuurlijk gaat het om ondernemerschap, maar uiteindelijk is de belangrijkste vraag of deze mensen het warme nest kunnen bieden dat zo hard nodig is voor de jongens waar het hier om gaat. En bij Wim en Wilma is dat door hun levenservaring en professionele achtergrond zeker zo.’ Johan Emons, directeur Zorg Ondernemersgroep Driestroom
De beslissing om er straks 24 uur per dag te zijn voor 'moeilijke' jongens, neem je niet zomaar. Wim en Wilma realiseren zich terdege waar ze aan beginnen. Wilma: "Wij nemen een dergelijke beslissing niet voor het eerst. We hebben vanuit onze christelijke overtuiging al eerder een project opgepakt dat minstens zo ingrijpend was in ons leven en dat misschien nog wel zwaarder was." Wilma doelt op het opvanghuis dat ze hebben opgericht voor hulpbehoevende ouderen in Oekraïne. "Ook toen vonden we het belangrijk om uit ons gemakkelijke Hollandse leven te stappen en iets wezenlijks te doen voor anderen. Wim werkte al 35 jaar bij de politie, ik was bejaardenverzorgster en de kinderen waren het huis uit. Ik was al bezig met een voedselproject in Oekraïne en uiteindelijk hebben we onze banen opgezegd en zijn we er samen in 2006 heengegaan." In 2010 keerde het echtpaar terug naar Nederland. Ze zijn bezig met de overdracht van de Oekraïense ouderenopvang aan mensen in het dorp zelf, waar het opvanghuis de bijnaam 'het paradijs' heeft gekregen. Wim: "Het is het mooiste, meest luxe huis in het dorp, waar vrouwen op hoge leeftijd, uit een slechte thuissituatie, de laatste jaren van hun leven mogen verblijven."
Inmiddels zijn ze toe aan het volgende 'goede werk', waarbij ook Wims ervaring bij de politie in Dukenburg goed van pas komt. "Ik kende toen ook jongeren waarvan ouders, school en voetbalclub zagen dat het misging. Maar niemand kon er grip op krijgen, niemand deed wat. Dat is precies wat we nu willen voorkomen. We signaleren nu via het sociaal wijkteam, via huisarts en school dat er iets mis is en dan gaan we met de ouders praten. In overleg kunnen we met de ouders de beslissing nemen om zo’n jongen hier een tijdje te laten wonen. Vanuit de intentie dat we erin geloven dat die jongens weten wat ze willen. Ze hebben alleen steun en aandacht nodig. Ze moeten weten dat ze af en toe op hun gezicht mogen gaan. Dat is het leven."
Ook de landelijke overheid wil inzetten op preventief ingrijpen, zo blijkt uit het amendement dat PvdAkamerlid Loes Ypma onlangs indiende: zij wil meer kleinschalige gezinshuizen waar jongeren opgevangen
‘Ik weet wat het oplevert’ ‘Mijn ideaal? Om binnen drie jaar het aantal uithuisplaatsingen en ondertoezichtstellingen met de helft te verminderen.’ Wethouder Bert Frings is niet bang voor een uitdaging. De laatste 10 jaar groeit het aantal jongeren in de ‘dure’ jeugdzorg. Er zijn te weinig pleeggezinnen en te weinig gezinshuizen waar jongeren even een ‘pauze’ kunnen nemen. Hoe gaat hij zijn ideaal verwezenlijken? ‘Met projecten zoals het Huis om te Zijn. Ik ben ontzettend blij met dit initiatief van de Fraters Maristen. Huizen zoals dit vullen de leemte tussen ambulante zorg en gedwongen uithuisplaatsing. Daartussen hadden we eerst niets. Met dit Huis om te Zijn zetten we heel gericht in op preventie. Met vereende krachten van de Fraters, het zorgechtpaar en Driestroom. We bieden de jongens tijd, ruimte en aandacht, zodat ze de boel weer op de rit kunnen krijgen. Ik ben zelf opvangouder geweest van crisispubers, dus ik weet wat er voor nodig is om die kinderen even tot rust te laten komen. En ik weet wat het oplevert. Daarom investeer ik graag in dit huis.’ Bert Frings, wethouder Zorg & Welzijn, Sport
Zorgechtpaar Wim en Wilma Janssen
kunnen worden. Omdat dit nu nog geen reguliere zorg is, vraagt het oprichten van dit soort huizen om bestuurlijke creativiteit, bij zorginstellingen én bij de gemeente, die vanaf 2015 verantwoordelijk is voor de jeugdzorg. Wim Janssen ziet dat een huis als dit mogelijk is, als bij alle partijen het hart op de juiste plaats zit. "En dat is in dit geval zo. Het is een prachtige samenwerking: de fraters financieren het gebouw, de gemeente financiert de zorg en Driestroom ondersteunt bij de bedrijfsvoering en straks ook bij de begeleiding van de jongeren. Iedereen ziet het belang van preventie, van vroeg ingrijpen."
Tekst MIRANDA FLORUSSEN foto greet Peters
werken we actief en gestructureerd aan hun terugkeer in de maatschappij."
Karin Kerkhove (46) Medewerker Begeleider dagcentrum 't Mozaïek
Karin Kerkhove samen met Jonathan Wilson die zijn zelf getekende stripboek Dino Kids vasthoudt.
Ondernemen in de zorg
welke cursus heb je gevolgd? en waarom?
wat leer je in de cursus? "Je leert een plan te schrijven voor je eigen locatie: hoe zie je jouw locatie in de toekomst en wat moet er allemaal gebeuren om de transities goed door te komen? Bovendien was het leerzaam om van andere transitiemedewerkers te horen waar zij mee bezig zijn. Je wisselt ideeën uit en daar worden de plannen alleen maar beter van."
je bent transitiemedewerker wat houdt dat in? "Als transitiemedewerker schrijf je in eerste instantie het plan voor jouw locatie. Voor ’t Mozaïek heb ik dit samen met Peter van de Ven (Jukebox) gedaan. Daarnaast is een belangrijke taak het enthousiasmeren van het team, de kennis die ik tijdens de cursus opgedaan heb op hen overbrengen en hen bewust maken van de komende veranderingen. Zodat we elkaar scherp houden en op die veranderingen in kunnen springen." Waar over ’t Mozaïek gesproken wordt, wordt het dagcentrum van Driestroom bedoeld. Dagcentrum ’t Mozaïek is gevestigd in het gelijknamig Cultureel Centrum ’t Mozaïek.
wat doe je anders dan voorheen? "Ik ben praktisch ingesteld en ga het liefst direct aan de slag. In deze cursus heb ik geleerd eerst een plan, een soort basisconcept, te bedenken: hoe ga je iets doen en wat heb je daarvoor nodig. Vervolgens ga je pas over tot actie. Eerst denken, dan doen!"
kun je wat vertellen over de plannen van 't mozaïek?
"Jazeker. Momenteel bestaat het dagcentrum onder meer uit een creatief atelier, een kunstatelier en een winkel. We willen dit samenvoegen tot één groot creatief atelier met winkel. Ook kijken we naar de mogelijkheden voor de band Jukebox en denken we aan het opzetten van een lunchcafé. Daarnaast onderzoeken we hoe we kunnen samenwerken met lokale partijen, zoals de welzijnsinstelling, zorginstellingen voor senioren en niet te vergeten Pluryn, Dichterbij en het RIBW. Wat al zeker is, is dat de bibliotheek overgeplaatst wordt naar Cultureel Centrum ’t Mozaïek. Op dit moment loopt hier al iemand met een afstand tot de arbeidsmarkt stage. In de toekomst kunnen dit er meer worden. Allemaal leuke en vernieuwende plannen voor ’t Mozaïek."
Tekst EN FOTO anouk spanjers
"Ik heb de cursus 'Ondernemen in de Zorg' gevolgd. Het leek me leuk om mee te kunnen denken over de toekomst van Driestroomlocaties en deze cursus bood daar gelegenheid voor."
‘Cliënten mogen niet in de kou komen te staan’ Gesprek met Harry van Strijp, voorzitter van de Cliëntenraad ‘Cliënten’. Harry woont zelfstandig. Hij krijgt thuis ondersteuning van Driestroom. Bij Driestroom hebben cliënten een duidelijke stem. Dat hebben we officieel geregeld met het instellen van de Cliëntenraad. Omdat we zeker willen weten dat we niets en niemand missen zijn er deelraden: voor cliënten, voor kinderen en voor vertegenwoordigers van cliënten. Zodat voor ons iedereen duidelijk in beeld blijft. In deze rubriek krijgen deze deelraden ook voor u een gezicht.
Wat is het belangrijkste onderwerp in de Cliëntenraad? "Het belangrijkste is opkomen voor de belangen van de cliënten. Zodat zij goede begeleiding krijgen. Op dit moment praten we vooral over de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) die straks wordt uitgevoerd door de gemeente." Bezorgd voegt hij eraan toe: "We willen niet dat er cliënten buiten de boot vallen. Of dat ze geen goede indicatie meer krijgen voor begeleiding of dagbesteding."
Wat is hierin jouw taak? Harry: "Ik ga naar bijeenkomsten bij de gemeente. Haal daar mijn informatie. Dat bespreek ik dan met de andere cliënten in de raad. We willen voorkomen dat er mensen in de kou komen te staan. Wim, de bestuurder van Driestroom, neemt onze overwegingen dan weer mee naar de gemeente. Veel erover praten is belangrijk. Alleen dan word je gehoord."
Hoe heeft de Cliëntenraad contact met de andere cliënten? Met haar achterban? "We gaan op bezoek bij locaties van Driestroom. Daar praten we met de cliënten en de begeleiders. Wij willen als raad weten wat er allemaal speelt. We willen zeker weten dat mensen hun klachten kwijt kunnen, dat ze de weg weten en geholpen worden. Elke locatie heeft ook groepsoverleg. We leveren daar vragen voor aan en soms krijgen wij ook vragen uit dit overleg."
Tekst JACQUELINE VAN ORSOUW
Wanneer geeft de Cliëntenraad advies aan de bestuurder? "We adviseren de bestuurder gevraagd en ongevraagd. Dan hebben we het bijvoorbeeld over het koken en wassen in woonvormen: is het goed geregeld? Krijgen cliënten hun geld terug als ze niet mee-eten? Dat zijn zaken die we bespreken."
Deze Cliëntenraad komt twee keer per maand bij elkaar en bestaat uit vijf leden: twee vrouwen en drie mannen.
colofon Driestroom Centraal Bureau Industrieweg-Oost 27 6660 AC Elst Postbus 139 6660 AC Elst Redactie Reinoud van Assendelft Marijn van Bakel Rowan van Dijk Jacqueline van Orsouw Anouk Spanjers Karen Tijssen
[email protected] Eindredactie Miranda Florussen | Goeie Zin Vormgeving Romeny grafisch ontwerp Fotografie Bart Nijs Fotografie (tenzij anders vermeld) Afgebeeld op cover: Georgina Mensah Drukwerk Drukkerij Efficiënt Oplage 4600 www.driestroom.nl
In elke editie van GOUD vertelt een medewerker over de bijzondere bezoeken die hij aflegt op de Driestroomfiets. Dit keer is het de beurt aan Cor Linsen.
TEKST COR LINSEN foto karen tijssen
'Easy riding' naar Werkpost Klingele Easy Rider, dat was het eerste wat in mij opkwam toen ik op de Driestroombike reed naar Klingele Golfkarton. Breed stuur, langgerekte voorvork en een comfortabel zadel, identiek aan de twee motoren uit de film. Easy Rider is een film uit 1969 van Dennis Hopper, met in de hoofdrol Peter Fonda, Jack Nicholson en Karen Black. Thuis, in de garage heb ik de poster nog hangen. Ik was 15 jaar en vond de film geweldig. Het gevoel dat de film overbrengt, beleef ik nu nog als ik met mijn racefiets over de dijken race en elke dag als ik naar mijn werk fiets. Heerlijk, wind om de oren, regen, sneeuw of zon, ik geniet ervan. Ik ben op weg naar Yvonne, Patrick, Marcel en Chris die bezig zijn met de voorbereidingen en schoonmaak bij kartonnagebedrijf Klingele. Bij Klingele aangekomen ontmoet ik Victor Snel, manager bij Klingele en samen bekijken we een ge-
deelte van de locatie. Participatiewet, Wmo, leuk of niet, we staan voor grote veranderingen, waarin ik ook weer kansen zie. Participatie in een reguliere setting, werken binnen het bedrijf Klingele. In het verleden heb ik al veel ervaring opgedaan binnen werkposten zoals Barenbrug (graszaden inpakken), van Ewijk (potplanten), Gelders Landschap (Posbank kleine berken ontwortelen op de heidevelden), Zorgboerderij De Bonte Koe etc. We hebben een samenwerkingsovereenkomst van een half jaar met Klingele. Echter, ik zie ons hier voor de komende jaren wel functioneren. Cliënten krijgen ook de kans om binnen dit bedrijf te groeien. Dozen vouwen, dozen lijmen, heftruckcertificaat halen, kantinewerkzaamheden etc. Voldoende, ik stap op de ‘Easy Rider’ Driestroombike en fiets weer terug, met de wind om mijn hoofd.