Wat betekent alledaags geluk voor jou?
hoofdartikel
06 DTT: ‘Nu begint het pas echt!’
driestroomhuizen
10 De drie r’s: regie, ruimte en radijsjes nieuws
18 Hoe gaan we om met zorgmijders? 14 Driestroompjes en wisselcolumn 22 De Goffert 27 Shop
reportages
24 Op je gemak,bij Driestroom 16 Werken 20 Wonen
organisatie
28 Taalbarrières, wat zijn dat?
08 In contact met 13 Verblijf met behandeling 30 In ontwikkeling
persoonlijk
32
Head over wheels, verliefd op Bikkel 07 Wat beweegt 26 Talent voor de toekomst
voorwoord 03
: Is het niet een wens van ons allemaal om ooit eens, zomaar in de tuin of in de natuur, een klompje goud te vinden? Waren de Alchemisten al niet sinds de middeleeuwen op zoek naar een manier om uit andere metalen goud te kunnen maken? Vertelt de legende niet dat aan het eind van de regenboog een pot met goud staat? Goud is het edelste metaal dat we kennen. Precies daar doet zich de vergelijking met Driestroom voor. Alles wat de medewerkers van Driestroom doen, staat in het teken van ‘We gaan voor goud’. We doen wat in ons vermogen
ligt om het hoogst haalbare uit onszelf en uit de persoonlijke ontwikkeling van onze cliënten te halen. Een gouden randje, aan elke dag. Als streven om met elkaar alledaags geluk te realiseren. Niet voor niets is het logo van Driestroom goudkleurig als de zon. Vanwege de voor Driestroom zo treffende symboliek van dit edelmetaal, noemen we het nieuwe magazine ‘Goud’. ‘Goud’ heeft een nieuwe bladformule, met vast terugkerende rubrieken. ‘Goud’ heeft een herkenbaar gezicht en een eigentijdse vormgeving. ‘Goud’ wil jou zoveel mogelijk informeren over de
Een paar weken geleden mocht ik in DROOM! een symposium openen over ‘de transitie in langdurige zorg’. Het thema dat ik aansneed in ons flexwerk- en vergadercentrum DROOM! waar 55 assistent-medewerkers met een afstand tot de arbeidsmarkt werken, was de ‘inclusieve samenleving’ waarin zij functioneren. In reguliere dagbestedingscentra laten we mensen met een beperking eigenlijk afgesloten van de maatschappij werk verrichten. ‘Exclusief’ en buiten de normale samenleving dus. Hetzelfde geldt voor sociale werkvoorziening. In de nieuwe regelgeving wordt heel duidelijk een appèl gedaan om met elkaar die inclusieve samenleving vorm te geven. Ik vind het jammer dat dit in wetteksten verankerd moet worden. Het zou goed zijn om álle mensen de kans op volwaardig werk te kunnen bieden, midden in de samenleving. Maar zijn we al zover? Als we op dit moment deze zogenaamde ‘inclusie’ meten op een schaal van 1 tot 10, zitten we tussen 0 en 1! De eerste stap moet nog gezet worden. Het is buitengewoon jammer dat de tocht naar de inclusieve samenleving nu beperkt wordt door afgedwongen maatregelen, beperking van middelen en bezuinigingen. Onze cliënten zouden meer waard moeten zijn!
De Transities Al die verschillende ‘transities’ naar de Wmo hebben als ingangsdatum 1 januari 2015. Ik vraag me af of we dat voor elkaar krijgen. Er is nog discussie in de Tweede Kamer, de verschillende ontwerpen voor de transitiewetten moeten nog geformuleerd worden en ik heb zelfs begrepen dat het transitieplan Wmo pas volgend jaar ná het zomerreces in de Tweede
projecten waar Driestroom mee bezig is. Maar ook – en vooral – heeft ‘Goud’ een visie op de zorg aan mensen met een beperking. Onze cliënten willen wij simpelweg de allerbeste ondersteuning bieden. We hebben als redactie gepoogd een nieuw blad te maken. Eigentijds, informatief en zo mogelijk goedkoper dan het voorgaande magazine. Jij als lezer mag bepalen of we daarin geslaagd zijn. Wij wensen je een gouden uurtje toe bij het lezen van ons nieuwe magazine! Redactie ‘Goud’, het magazine van Driestroom.
Kamer besproken wordt. Hoe kunnen gemeenten het dan voor elkaar krijgen om zaken goed te implementeren? Het gaat over zeer forse veranderingen van geldstromen. Ik wil een pleidooi houden en een beroep doen op gemeentelijke overheden om de zorg voor implementaties van gemeentelijke beleidsplannen veel meer bij het veld neer te leggen. Gemeenten kunnen nu nog niet duidelijk zijn over welke dienstverlening zij wensen. Daardoor ontstaat momenteel in ‘het veld’ een situatie van ofwel ‘verlamming’ ofwel buitengewone concurrentie! Ik zou, samen met mijn collega-bestuurders, gemeenten willen oproepen om zowel de bezuiniging van 25% als de succesvolle implementatie – op basis van de gemeentelijke Wmo beleidsplannen – bij de gezamenlijke zorgaanbieders neer te leggen. Ik denk dat dat mogelijk is en dat hierbij ook het ‘oude’ coöperatie-model weer handen en voeten gegeven kan worden. Mijn oproep is: “Gemeenten, wees helder in wat u van ons, de aanbieders, verwacht en geef ons ook een stukje verantwoordelijkheid bij de implementatie”. Wim Muilenburg, bestuurder Driestroom
04
Promotie
is de kroon op Bij Driestroom vinden we groei en ontwikkeling erg belangrijk. Groei en ontwikkeling van onze cliënten, maar ook van ons als organisatie. Driestroom heeft een pioniersrol wat betreft het aanbieden van DTT (Discrete Trial Teaching) als behandelmethode. Als eerste en enige zorgorganisatie in Nederland liet Driestroom de resultaten van DTT wetenschappelijk onderzoeken. Na een onderzoeksperiode van vijf jaar aan de Radboud Universiteit van Nijmegen is het op 12 juni eindelijk zover: Nienke Peters promoveert op haar onderzoek naar de effectiviteit van DTT.
Op basis van de input van zowel de ouders als de groepsleiding, stellen we voor ieder kind een individueel trainingsprogramma op. We starten de training in een prikkelarme ruimte. Wanneer het kind een vaardigheid zelfstandig uit kan voeren, oefenen we deze in alledaagse situaties en met meerdere mensen. Het gaat er tenslotte om dat een kind de vaardigheden toepast, niet met een trainer, maar bij zijn ouders.
Waarom onderzoek nodig?
Tekst ilse jansen, open communicatie & creatie FOTO’s theo hafmans fotografie
Discrete Trial Teaching (DTT) is een vorm van intensieve gedragstherapie, waarbij we het kind in kleine stapjes verschillende vaardigheden aanleren. Continue herhaling en oefening zijn hierbij uitgangspunt. Gewenst gedrag stimuleren en belonen we. Voor gedragsproblemen zoeken we een passende oplossing. Zo is en blijft de training leuk.
Autisme is één van de meest voorkomende ontwikkelingsstoornissen bij kinderen. Bij kinderen met autisme zijn communicatie en sociale omgangsvormen vaak grote struikelblokken. Daarnaast heeft een groot deel van deze kinderen een verstandelijke beperking of is er sprake van gedragsproblemen. Deze kinderen leren vaak niet vanzelf en hebben hier extra hulp bij nodig. Driestroom begeleidt kinderen met autisme. Af en toe werden op Stijntje Buys kinderen behandeld met DTT. Ouders en groepsleiding waren erg enthousiast: deze manier van behandelen leek de kinderen toch vooruit te helpen in hun ontwikkeling. DTT is echter een dure behandeling. Dat terwijl er nog geen goed onderzoek naar de effectiviteit van de behandeling was gedaan in Nederland. Daarom startte Nienke Peters in 2007, in opdracht van Driestroom, haar onderzoek aan de Radboud Universiteit.
05
hoofdartikel GOUD | reportage 5
monique mulders
Nienke Peters het DTT project er
NIENKE PETERS-scheff
Training in USA Nienke: “In het eerste half jaar heb ik veel wetenschappelijke artikelen gelezen om te kijken wat er al over DTT bekend was en welk onderzoek er al in het buitenland gedaan was. Op basis van die bevindingen ben ik gaan praten met verschillende mensen van Driestroom en de Radboud Universiteit om de onderzoeksvragen helder te krijgen. Daarnaast heb ik uitgezocht hoe we deze konden onderzoeken. Soms konden we bestaande testinstrumenten gebruiken; soms moesten we ook nieuwe vragenlijsten en experimenten ontwikkelen. Ook ging ik samen met behandelcoördinator Monique Mulders naar de USA om een training te volgen. We leerden hoe je autisme vast kunt stellen bij kinderen met een verstandelijke beperking.”
Groot enthousiasme Het enthousiasme om deel te nemen aan het onderzoek was groot. Inmiddels waren er meer dan 400 kinderen geworven die aan de tien verschillende studies deelnamen. In september 2007 begon Nienke de 150 kinderen te testen die meededen aan een grote studie die twee jaar duurde. “In totaal namen de metingen zo’n 30 uur per kind in beslag verspreid over 7 metingen. De kinderen woonden door heel Nederland. Vaak zat ik dus rond 6.00 uur al in de auto en kwam ik ’s avonds rond 19.00 uur thuis. Gedurende de dag testte ik de kinderen dan op kinderdagcentra en scholen en nam ik bij hun ouders interviews af. Ook was ik veel op locaties om video-opnames van de behandeling te verzamelen.” Tussendoor was Nienke op de universiteit om de testen uit te werken, ouderverslagen te schrijven, wetenschappelijke literatuur te lezen en te werken aan andere onderzoeken, waaronder een literatuurstudie naar de effectiviteit van DTT. In de zomer van 2010 waren de meeste gegevens verzameld en moesten deze ingevoerd worden in een statistisch computerprogramma. Op basis van de berekeningen trok Nienke conclusies over de ontwikkeling en behandeling van de kinderen. Deze werden opgeschreven
Tijdens de promotie wordt Nienke ondersteund door twee paranimfen. Paranimfen hebben tegenwoordig vooral een ceremoniële functie, hoewel zij oorspronkelijk bedoeld zijn om het proefschrift te verdedigen in het geval de promovendus hier zelf niet toe in staat is, bijvoorbeeld door een ongeval of ziekte). Het is dus een erebaan, zoals het getuigen bij een huwelijk. Één van de paranimfen is Monique Mulders, behandelcoördinator bij Driestroom en vanaf het begin betrokken bij DTT. Monique: “Het einde van deze promotie is een soort kroon op ons DTT project binnen Driestroom. We zijn ongeveer 13 jaar geleden heel klein begonnen op Stijntje Buys met drie cliënten en nu is het zo groot geworden. We trainen kinderen in het hele land en we hebben ons product veel professioneler gemaakt. Dat zie je terug in bijvoorbeeld onze nieuwe website en folders, een congres wat in september georganiseerd wordt en allerlei scholingen die we kunnen geven aan medewerkers van scholen of kindercentra. Er zal best wat publiciteit voor DTT zijn omdat Nienke nu promoveert. Daarom is het erg belangrijk dat Driestroom klaar staat voor mensen uit het hele land die hun kind willen aanmelden voor onze behandeling. Voor Nienke is het zwaarste werk achter de rug, maar voor ons gaat het nu pas echt beginnen. Dat vinden we wel spannend!”
06 06
in wetenschappelijke artikelen, zowel voor Nederland als voor het buitenland. “Internationale experts beoordelen of de artikelen voldoende kwaliteit hebben om geplaatst te worden. Gelukkig is dat inmiddels bij 9 van de 10 studies het geval.”
Promotieplechtigheid Na vijf jaar volgt dan nu de promotie dag zelf; op deze dag verdedigt Nienke haar proefschrift voor acht experts op het gebied van autisme, verstandelijke beperking en vroegtijdige behandeling. Voor die dag zijn zo’n vierhonderd mensen uitgenodigd. “De promotieplechtigheid begint met een lekenpraatje, waarin ik mijn onderzoek in 10 minuten uitleg. Daarna zullen de experts kritische vragen stellen over mijn proefschrift. Na een uur trekken de hoogleraren van de verschillende universiteiten zich terug, waarna zij beslissen om mij het doctoraat toe te kennen”, vertelt Nienke. Tenslotte volgt een toespraak van Robert Didden, de bijzonder hoogleraar van de Radboud Universiteit Nijmegen, die als promotor het onderzoek van Nienke begeleid heeft.
FOTO bart nijs fotografie
spannend begin Tijdens de promotie wordt Nienke ondersteund door twee paranimfen. Paranimfen hebben tegenwoordig vooral een ceremoniële functie, hoewel zij oorspronkelijk bedoeld zijn om het proefschrift te verdedigen in het geval de promovendus hier zelf niet toe in staat is, bijvoorbeeld door een ongeval of ziekte). Het is dus een erebaan, zoals het getuigen bij een huwelijk. Één van de paranimfen is Monique Mulders, behandelcoördinator bij Driestroom en vanaf het begin betrokken bij DTT. Monique: “Het einde van deze promotie is een soort kroon op ons DTT project binnen Driestroom. We zijn ongeveer 13 jaar geleden heel klein begonnen op Stijntje Buys met drie cliënten en nu is het zo groot geworden. We trainen kinderen in het hele land en we hebben ons product veel professioneler gemaakt. Dat zie je terug in bijvoorbeeld onze nieuwe website en folders, een congres wat in september georganiseerd wordt en allerlei scholingen die we kunnen geven aan medewerkers van scholen of kindercentra. Er zal best wat publiciteit voor DTT zijn omdat Nienke nu promoveert. Daarom is het erg belangrijk dat Driestroom klaar staat voor mensen uit het hele land die hun kind willen aanmelden voor onze behandeling. Voor Nienke is het zwaarste werk achter de rug, maar voor ons gaat het nu pas echt beginnen. Dat vinden we wel spannend!”
WWW.eenstapvooruitmetdtt.nl
07
GOUD |wat wat beweegt beweegt 7
naar d i e h g i d r a a w gelijk in 'wat beweegt' schrijft een client, medewerker of relatie van driestroom over zijn drijfveer. deze keer is het woord aan... mime Wonend in een boerderij met verbouwingen gepland voor de komende tien jaar, besefte ik twee jaar geleden dat een extra paar handen nodig was om het allemaal leuk te houden. Iemand uit het dorp had dat ook gezien, want hij vroeg me of ik een van zijn cliënten wilde laten werken bij ons. Eén dag per week, tegen betaling. Ik zat toch in het vak, dus zou moeten kunnen. Wel dacht ik: moet ik gaan ‘werken’ in mijn vrije tijd! Niet lang daarna stapte Rob samen met zijn jobcoach onze tuin in. Hij gaf me een hand en vroeg of hij de volle dakgoot mocht leegmaken. Meteen verscheen in mijn gedachten een aureool rond zijn hoofd en lag ik in aanbidding op mijn knieën. Binnen enkele weken had Rob op eigen initiatief stenen gesorteerd en gestapeld, hout gehakt en de tuin geschoffeld. In mijn hoofd is rust ontstaan, ik kan genieten van mijn tuin.
Naam
Mim e van der Weerd en
bescherm d Functie projectleider Werken Nijmegen bij driestroom
Als we een beweging naar gelijkwaardigheid maken, doen we dat niet alleen door talenten te erkennen. We erkennen ook dat wij andermans talenten nodig hebben. Als maatschappij en als mens! In onze werkposten als de Veste, Beek, het Cleanteam en Het Goed zijn we druk bezig met die beweging. Ons vak verandert. Wij leren kijken, en zien, waar onze mensen iets kunnen betekenen zodat hun relatie met anderen gelijkwaardig is.
FOTO paul van der ven
Inmiddels vraagt Rob niet meer of hij de dakgoot mag schoonmaken maar attendeert ons op klussen die nodig zijn en doet slimme suggesties. En dat alles in het kader van dagbesteding! Zonder IBP en teamoverleg ervaar ik omgaan met hem niet als werk. En dat maakt het makkelijker ‘gewoon’ met Rob om te gaan. De eerste keer dat hij weg ging, bedankte hij mij. Nu bedank ik hem elke keer.
08
Wethouder Zorg en Welzijn Rob Engels, gemeente Wijchen
in contact met 09
Tekst JACQUELINE VAN ORSOUW FOTO bart nijs fotografie
De gemeente Wijchen staat bekend om haar autonome en lokaal gerichte koers die de gemeente een eigenzinnig karakter geeft. Driestroom zoekt samenwerkingspartners om mensen met een ondersteuningsvraag begeleiding te kunnen blijven geven. Hoe ziet gemeente Wijchen de zorg voor mensen met een ondersteuningsvraag, met het oog op de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)? Wim Muilenburg, bestuurder van Driestroom, gaat in gesprek met Rob Engels, wethouder Zorg en Welzijn (VVD) van de gemeente Wijchen. Terwijl Driestroom zoekt naar wegen om de overgang van AWBZ naar Wmo vorm te geven, zoeken gemeenten naar partners om de uitvoering soepel te laten verlopen. Zo heeft gemeente Wijchen grootse plannen met het leegstaande gebouw ‘de Huttenkamp’. Hierin zou een zorgcoöperatie van instellingen zoals RIBW, Driestroom, Pluryn en Dichterbij mensen lokaal kunnen ondersteunen. Deze nieuwe ‘zorgvormen’ bieden kansen aan mensen met een ondersteuningsvraag. Wethouder Engels: “We halen deze mensen weg uit de periferie en geven hen een prominente plek in de samenleving. De Huttenkamp ligt midden in het centrum van Wijchen en is daarom een uitstekende plek. Een zorgcoöperatie geeft de samenwerking vorm en inhoud.” Hij licht toe: “De samenwerking tussen de partijen die nu in dat veld actief zijn, legt de dwarsverbanden binnen de organisaties bloot. Hierdoor kunnen ze elkaar aanvullen in kennis en inhoud. Dan krijg ik in één uniform aanbod alle kennis en kunde aangeboden. Dat is de kracht van de coöperatiegedachte. En die juich ik van harte toe!” Als bestuurder van Driestroom weet Muilenburg als geen ander hoe het zorgwerk aangepakt kan worden. Maar hij weet ook: zorginstellingen moeten bezuinigen. Muilenburg: “De zorg wordt steeds duurder vanwege de kosten die bovenop de zorg op verschillende kantoren gemaakt worden, ook wel de overhead genoemd. In gemeentes werken vaak verschillende zorginstellingen. Door de vele lagen en bemoeienissen van mensen die zich allemaal verantwoordelijk voelen voor de cliënt, gaat veel informatie
en geld verloren. Ik zie dus kansen in samenwerking tussen die organisaties in een coöperatie.”
Muilenburg vindt het ook belangrijk dat ondernemers meedoen in de nieuwe werkconcepten. Zij kunnen mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt immers kansen bieden. Wordt de wethouder benaderd door ondernemers die, in het kader van de participatiewet, mensen in hun bedrijf willen laten werken? Wethouder Engels: “In overleggen met portefeuillehouders van Sociale Zaken benadruk ik dat we ondernemers betrekken bij denkprocessen en werkgroepen. Dat is tot op heden te weinig gebeurd. We hebben ondernemers nodig in de regio om beschutte plaatsen bij werkbedrijf BREED om te zetten naar reguliere werkplekken. Zij moeten mede ‘probleemeigenaar’ worden en moeten in staat zijn om oplossingen te bieden.”
De wethouder bezocht onlangs Driestroomhuis De Parel in Balgoy, gemeente Wijchen. Muilenburg: “De Parel is een soort zorg-MKB. De eigenaren werken voor eigen rekening en risico met een lage kostprijs. Driestroom plaatst cliënten en houdt toezicht op de kwaliteit van zorg. Wat vind je van dit voorbeeld?”, vraagt hij de wethouder. “Zie jij hier een ontwikkeling in voor de toekomst waarin gemeenten voor zorg meer gebruikmaken van particulier ondernemerschap?” Engels: “Ik ben twee keer bij De Parel geweest en ben erg onder de indruk van de liefdevolle zorg die de plaatsvervangende gezinsouders bieden. Ik denk zeker dat dit concept jongeren met allerlei beperkingen midden in de samenleving een veilige plek kan bieden.” Muilenburg stelt Engels voor de keuze: traditionele zorg of een Driestroomhuis als De Parel? “Dan kies ik voor De Parel”, zegt de wethouder beslist, “of voor een initiatief als Buurtzorg. Niet alleen vanuit financieel oogpunt, maar ook omdat een kwetsbaar kind of jongere een plek kan vinden in zijn directe omgeving. Het kunnen inschakelen van het sociale netwerk zie ik als een grote pré”, aldus wethouder Engels.
De tijd is op, beide heren moeten verder. Toch wil Muilenburg nog horen wat de wethouder zorginstellingen als Driestroom en Pluryn wil meegeven. Engels aarzelt even, “Ik weet niet of ik jullie kan adviseren. Maar, zorginstellingen zullen bedrijfsmatiger moeten kijken vanuit het belang van de cliënt en minder vanuit de interne organisatie. Onnodige organisatiestructuren moeten we wat mij betreft afschaffen.”
10
Ruimte en regie, in ‘t groen Driestroomhuis Babberich ligt op een idyllische plek aan het einde van een weggetje, midden in het groen. Sinds december 2012 zijn Martijn en Chantal de trotse bezitters van deze prachtige en vooral grote boerderijwoning in Babberich. Ze wonen er samen met hun drie eigen kinderen (tussen drie en tien jaar), zes geplaatste kinderen (tussen vijf en twaalf jaar) en een jongvolwassene (van achttien jaar). Twee honden, een tiental kippen en konijnen, twintig schapen en twee shetlandpony`s maken het geheel compleet.
driestroomhuizen 11
De boerderijwoning was vroeger een café met een grote feestzaal. In totaal beslaat het complex en de omliggende grond anderhalve hectare. Chantal en Martijn kunnen hun kinderen hier alle ruimte bieden. Chantal: “Zowel gedeelde ruimte als persoonlijke ruimte: alle kinderen hebben een eigen, grote kamer.” Training in zelfstandigheid
Martijn en Chantal kennen elkaar sinds hun tienerjaren. “We hadden al langer het idee om, als onze jongste oud genoeg was, een gezinshuis te starten”, vertelt Chantal. Waarom? “Omdat we het eervol vinden om kinderen die het moeilijk hebben een stapje vooruit te helpen”, zegt ze beslist. Anderen vooruit helpen, deden Chantal en Martijn al voordat ze een Driestroomhuis begonnen. Chantal zat namelijk in het speciaal onderwijs, Martijn in de gehandicaptenzorg. Martijn: “In mijn vrije tijd begeleidde en trainde ik elftallen in de oudste leeftijdscategorie van de voetbalclub. Binnen deze elftallen zaten regelmatig moeilijkere jongeren. Ik kon er echter goed mee omgaan, op het veld en ernaast. Dus in feite heb ik van mijn ‘hobby’ mijn werk gemaakt.”
Davy (18 jaar) woont in Driestroomhuis Babberich en loopt een dag in de week ‘Stage in ‘t groen’ bij Martijn. De andere vier dagen gaat hij naar een speciale school. Davy: “Ik ben hier komen wonen omdat het thuis niet goed ging. Bij Martijn en Chantal is het leuk en gezellig. Ik kan een beetje ouwehoeren, veel leren en klusjes doen. Ik vind het gezellig dat we hier met zoveel figuren wonen. Ik heb een mooie kamer, om die netjes te houden dat lukt nu wel. Later wil ik zelfstandig wonen en daarvoor train ik.”
Warme band Voordat ze hun intrek namen in de boerderij runden Chantal en Martijn al een Driestroomhuis. Martijn: “Ik ben geboren en getogen in Babberich, vlakbij de straat waar we nu wonen.Toen dit pand te koop kwam, hoefden we niet lang na te denken.” Het gezin verhuisde en nam ook een aantal nieuwe kinderen op, de ruimte was er toch! Omdat Martijn veel mensen in Babberich kent, is de integratie voor de kinderen geen enkel probleem. Martijn: “Kinderen die bij ons wonen, gaan mee naar het voetbal en andere sociale activiteiten. Tenminste, als ze dat willen en kunnen. De dorpsgenoten zijn heel betrokken. Ons gezin is uitgebreid met zes nieuwe kinderen; zo zien anderen dat ook. Ze worden geaccepteerd en maken gewoon deel uit van de samenleving. De binding met het dorp is voor ons erg belangrijk.” Die goede band blijkt niet alleen uit het warme contact met de dorpsgenoten. Ook de burgemeester voelt zich betrokken bij het gezinshuis. Op 13 juni jl. opende hij officieel Driestroomhuis Babberich.
Tekst en foto’s JACQUELINE VAN ORSOUW
Professionele uitstraling Qua taakverdeling hebben de gezinshuisouders het als volgt geregeld: Chantal regelt de zorginhoudelijke zaken, zoals de individuele zorgplannen van de kinderen en de contacten met de voogden en de behandelaar. Martijn heeft vooral contact met de ouders van de kinderen. Daarnaast werkt hij in de tuin, samen met jongeren uit het speciaal onderwijs die bij hem ‘stage lopen in ‘t groen’. Chantal en Martijn kozen voor het ondernemerschap in de vorm van een Driestroomhuis, omdat ze ‘de zelfstandigheid erg aantrekkelijk vinden’. Martijn. “We hebben zelf de regie in handen. Daarnaast is het prettig dat een solide organisatie achter ons staat. Op deze manier blijft de kwaliteit gewaarborgd en straal je naar buiten toe professionaliteit uit.”
WWW.DRIESTROOMHUISBABBERICH.NL
12 driestroomhuizen
In gesprek met gezinshuisouders Onbewuste vooruitgang Bas van Diggelen, hoofdbehandelaar bij de Driestroomhuizen, bracht Astrid in contact met zeven gezinshuisouders die in totaal voor dertien kinderen zorgen. Astrid: “Voor het afnemen van de vragen ging ik persoonlijk bij hen langs. Ik zag dus met hoeveel toewijding ze voor de kinderen zorgen.” Astrids vragen hadden onder andere betrekking op de ontwikkeling van de kinderen. Welke verschillen vielen de gezinshuisouders op in het gedrag van het kind; een half jaar geleden en op het moment van onderzoek? “Veel gezinshuisouders beseften niet hoeveel de kinderen vooruit waren gegaan”, vertelt Astrid. “Een voorbeeld? Een meisje kon, toen ze net bij een zorgechtpaar in huis woonde, enkel onder toezicht spelen. In haar eentje spelen was er niet bij. Maar, een half jaar – en veel oefening – later, kon ze zich een half uur zelfstandig op haar kamer vermaken!”
Begin 2012 viel bij diverse Driestroomhuisouders een brief op de mat met daarin de vraag of ze wilden meewerken aan een onderzoek naar de kwaliteit van Driestroomhuizen. Het onderzoek werd uitgevoerd door Astrid Klomp, studente Pedagogische Wetenschappen aan de Universiteit Leiden. Mevrouw dr. Tonny Weterings, een autoriteit op het gebied van pleegzorg in Nederland, was de supervisor van Astrid. Tekst ANNE RUESINK
Bijzonder professioneel De belangrijkste conclusie uit het onderzoek van Astrid is dat opgroeien in een Driestroomhuis heel goed is voor de ontwikkeling van het kind. Een open deur? Niet bepaald. Astrid: “De ontwikkeling van gezinshuiskinderen vertoont grote verschillen met die van pleegkinderen. Gezinshuiskinderen hebben meer problemen, met name op het gebied van sociale, emotionele en spraak- en taalontwikkeling. Ze hebben hierdoor andere en meer intensieve zorg nodig dan pleegkinderen. Zorg die veel pleegouders niet kunnen leveren.” Bas vult aan: “De gevonden verschillen pleiten voor het bestaan van professionele gezinshuizen als de Driestroomhuizen.” Hij vervolgt: “Als een kind met de hiervoor genoemde problemen niet in een Driestroomhuis terechtkan, belandt het ofwel in een pleeggezin, waar het niet de juiste begeleiding en zorg ontvangt, of op een leefgroep in een woonaccommodatie. Dit laatste heeft evenmin de voorkeur omdat op een woonaccommodatie geen continuïteit van zorg is. Er is weliswaar 24 uur per dag zorg, maar die wordt niet gegeven door exact dezelfde begeleiders, met exact dezelfde regels. Twee voorwaarden die in een Driestroomhuis gegarandeerd zijn.” Naast de verschillen in ontwikkeling van de kinderen toen en nu, onderzocht Astrid nog iets anders. Ze licht toe: “Ik wilde weten of gezinshuisouders de zorg voor het kind zwaarder vonden vallen dan pleegouders. Dit bleek niet zo te zijn: zij ervaren dezelfde ‘zorgbelasting’ als pleegouders, ondanks de intensievere zorgvraag van de kinderen. Bas stelt vast: “Ook hieruit blijkt dat we met dit concept de juiste weg zijn ingeslagen. De Driestroomhuizen, waar verblijf en behandeling wordt geboden, zouden wel eens tot een revolutie in de jeugd- en gehandicaptenzorg kunnen leiden!”
organisatie 13 compleet verblijf, met behandeling
Driestroom heeft onlangs het Professioneel Statuut voor Verblijf met Behandeling geïntegreerd in de organisatie. Dit betekent dat we hebben verankerd hoe wij cliënten met een intensieve zorg- en/of begeleidingsvraag een compleet ondersteuningspakket kunnen aanbieden. Hoe ingewikkeld hun vraag ook is. Het uitgangspunt bij verblijf met behandeling is om de cliënt midden in de maatschappij te laten wonen. Hierbij kijken we samen met de cliënt wat hij nodig heeft in de wijk én hoe we het aanbod in de wijk zoveel mogelijk kunnen aanpassen op zijn woonvraag. Dat we onze cliënten, met zoveel mogelijk eigen regie, behandeling kunnen aanbieden, daar zijn we best een beetje trots op.
Verbindingsofficier Hoofdbehandelaar Annebé Janssen zet samen met de artsen en clustermanagers de grote lijnen uit wat betreft verblijf met behandeling. Haar rol is niet alleen inhoudelijk, maar ook sturend. Daarin laat ze zich voeden door de behandelcoördinatoren. “Als een soort verbindingsofficier beweeg ik door de organisatie. Daarbij denk ik vanuit de cliënt. Of het nu gaat om het formuleren van de visie op verblijf met behandeling of om advies aan het management. De cliënt is het uitgangspunt. Dat maakt het voor mij heel simpel.”
Tekst karen tijssen
Op maat, uniek en duidelijk Clustermanager wonen Monique Aarntzen omschrijft verblijf met behandeling binnen Driestroom als op maat, uniek en duidelijk. “Op maat, omdat we altijd uitgaan van de wens van de cliënt. Uniek, omdat we blijven zoeken naar mogelijkheden. Ook als dat betekent dat we zelf de paden moeten banen. Een cliënt heeft bijvoorbeeld een wens om zelfstandig te kunnen wonen. Vanwege zijn beperking is het lastig om continu met anderen samen onder één
dak te leven. Dan moeten we kijken of en hoe we deze wens kunnen realiseren. Kan dat bijvoorbeeld in de betreffende wijk? Want dat is natuurlijk een voorwaarde. Past het niet, dan zijn we daar naar de cliënt toe heel duidelijk over.” Annebé vult aan: “Van het inschakelen van een diëtiste voor een gezond eeten bewegingsprogramma tot een compleet leefklimaat r eg i s waarin we met samen met seu r de cliënt een gestructureerde en overzichtelijke dagindeling ontwikkelen. Waar het maar enigszins kan, bieden we de cliënt een maatpakket aan. Dit allemaal om de cliënt in zijn of haar alledaags geluk te ondersteunen.”
Eenduidig en helder De behandelcoördinator en de clustermanager zijn samen verantwoordelijk voor de dienstverlening aan de cliënt. Terwijl de behandelcoördinator zich meer richt op de inhoud van de zorg, is de clustermanager verantwoordelijk voor het realiseren van de juiste randvoorwaarden. Denk hierbij aan de locatie, het team, de begeleiding en dergelijke. Bij verblijf met behandeling werken specialisten uit verschillende vakgebieden samen in een zogenoemd multidisciplinair team. Doordat de verschillende specialisten nu met elkaar overleggen over de cliënt en zijn ondersteuningsvraag, is het antwoord eenduidig en helder. Annebé en Monique zijn ervan overtuigd: “Door de multidisciplinaire aanpak kunnen we onze cliënten een stabiele leefomgeving bieden. Daar zetten we ons dagelijks voor in.”
3
ter ug bli k op he t afg elo pe n kwart aa l
s tr oo mp je s
Voor het goede doel:
genieten in het maïs Vorig jaar konden medewerkers van Driestroom ervoor kiezen om in plaats van een kerstpakket te ontvangen, een bedrag te schenken aan een goed doel. Een aantal medewerkers koos voor deze optie. En dat hebben de cliënten van ’t Hert 1 & 2 (teams ambulant Nijmegen) geweten! Van het geschonken bedrag konden zij samen met hun kinderen een heerlijke dag doorbrengen op ’t Maïsdoolhof in Malden. De maïskolven waren nog niet hoog genoeg om tussen te verdwalen, maar de kinderen hebben onder andere genoten van het springkussen, de skelters en de zandbak!
Pony’s en prokkels Van 3 tot en met 8 juni 2013 vonden de jaarlijkse Prokkeldagen plaats. Tijdens deze dagen staan prikkelende ontmoetingen centraal tussen mensen met én zonder verstandelijke beperking. Ook Driestroomcliënten prokkelden mee, zoals de cliënten van Bosgroep De Vennen. Op 6 juni bezochten zij Ponyclub De Schuurgraaf te Overasselt. Een samenvatting van die dag? Pony’s borstelen, poep scheppen en pannenkoeken! Oh ja, en prokkelen natuurlijk!
Petje af voor AKA-jongeren! Driestroom en het Regionaal Opleidings Centrum (ROC) Nijmegen hebben de afgelopen jaren samen een bijzondere vorm van onderwijs aangeboden. Namelijk de opleiding tot ArbeidsgeKwalificeerd Assistent (AKA). Deze onderwijsvorm geeft jongeren tot 27 jaar met een beperking de kans om afwisselend te leren en werken. Binnen maximaal 2 jaar worden zij opgeleid tot arbeidsgekwalificeerd assistent. Op 14 mei hebben 14 jongeren de opleiding tot ArbeidsgeKwalificeerd Assistent met succes afgerond en hun diploma behaald.
fonds verstandelijk
gehandicapten
bedankt!
Goed nieuws: het Fonds Verstandelijk Gehandicapten heeft Driestroom subsidie gegeven. En wel voor twee verschillende initiatieven: voor de inrichting van de Multimediagroep op Elsweide en voor het 4x4 voetbaltoernooi. Overbodig te zeggen dat wij, cliënten en medewerkers, hier erg blij mee zijn!
driestroompjes 15 wissel
t
In je kracht. Me
Op 31 mei 2013 is Driekracht officieel opgericht. Driekracht is een nieuwe organisatie die mensen met een ondersteuningsvraag vooruit helpt. Die ondersteuningsvragen kunnen gaan over de opvoeding van de kinderen, het vinden van een baan of het realiseren van meer contact met mensen in de buurt. Samen met de ‘vrager’ gaat Driekracht op zoek naar een antwoord. Meer informatie? Bel dan naar 0481 - 36 60 43 of stuur een mail naar
[email protected]. Driekracht is gelieerd aan Driestroom.
Knappe koppen schieten te hulp
foto’s driestroom
De afdeling Informatie & Automatisering op het Centraal Bureau kan soms wel wat extra handen gebruiken. Daarom helpen cliënten van de Multimediagroep (Einstein, Elst) regelmatig bij het uitvoeren van ICT-werkzaamheden. De ene keer met het aansluiten van nieuwe computers, de andere keer met het formatteren van harde schijven. Een win-winsituatie voor beide!
‘Like’ ons op Facebook en volg ons op Twitter www.facebook.com/driestroom @Driestroom
Die ander
Onlangs werd ik door de afdeling Communicatie gevraagd om samen met mijn collega Annebé Jansen afwisselend columns te gaan schrijven voor ‘Goud’. Achtergrond van deze vraag was om de inhoud van de zorg een meer nadrukkelijke plek te geven in het magazine. Een uitdagende en leuke opdracht wat mij betreft. Vervolgens ga je nadenken over een interessant onderwerp voor een breed publiek. Daarbij stuitte ik al snel op de kwestie die ook bij andere zorgorganisaties speelt, namelijk: hoe noem ik die ander? Die ander aan wie Driestroom haar ondersteuning aanbiedt. In de afgelopen 50 jaar zijn er telkens namen ontstaan voor onze cliënten. Namen die enkele jaren later weer werden afgeschreven. Van, ik durf het bijna niet te noemen, de medische termen idioten, imbecielen en debielen, naar zwakzinnigen, via geestelijk gehandicapten naar verstandelijk gehandicapten en mensen met een verstandelijke beperking. Ook is korte tijd gesproken van mensen met mogelijkheden. Wijlen vooraanstaand psycholoog Dirk Kraijer schreef hierover: ‘ze krijgen geen ondersteuning vanwege hun mogelijkheden’, wat natuurlijk ook waar is. Driestroom spreekt van cliënten met een verstandelijke beperking. Echter, vanuit de Wmo gezien is het niet langer passend om te spreken van cliënt, maar van burger. Persoonlijk heb ik geen moeite met de term cliënt en patiënt, mits in de juiste context. Ik ben een burger en voor mijn tandarts ben ik haar patiënt en ze noemt me Bas. Iemand met een verstandelijke beperking is een burger en als deze ondersteuning krijgt van een zorgaanbieder als Driestroom is hij of zij voor Driestroom een cliënt. Zorgorganisaties hebben behoefte aan een algemene term voor die ander. Maar, bij persoonlijk contact is John natuurlijk gewoon John!
Bas van Diggelen, hoofdbehandelaar en GZpsycholoog bij Driestroom
In de volgende editie van Goud is Annebé Janssen aan het woord.
foto bart nijs fotografie
COLUMN
16
Iedereen heeft wel een verborgen creatief talent. Alles wat je ziet, hoort en voelt kun je verwerken in een mooi kunstwerk. De cliënten die werken bij De Zaak weten er alles van. Hun creativiteit kent geen grenzen, hun enthousiasme evenmin. Ik loop een middagje mee op een zeer bedrijvige ‘zaak’. Het is maandagmiddag, de lucht is grijs en het miezert in Velp. Geen mooie dag om buiten te zijn. Snel ga ik naar binnen bij De Zaak, gelegen in het hart van het dorp. Zo gauw ik binnenstap, vergeet ik het sombere weer. Binnen is het een en al kleur en vrolijkheid. Bijzondere schilderijen, gemozaïekte schalen en hardwerkende cliënten die onderling grapjes maken. Wat een contrast! In de winkel, aan de voorkant van het pand, liggen alle handgemaakte kunstwerken uitgestald om verkocht te worden. In de aansluitende werkruimte maken cliënten deze kunstwerken met materialen als papier-maché, mozaïek en speksteen. Danielle knipt plaatjes uit van Nick en Simon, ‘Want ik vind hun muziek zo mooi!’, en Ilona maakt een ontwerp voor het mozaïeken van een dolfijn, gesneden uit hout. Iedereen spant zich in voor zijn of haar eigen kunstwerk.
Tekst en Foto’s anouk spanjers
Op je eigen manier Teamcoördinator Sylvia Theunissen neemt me via de sfeervolle tuin mee naar het atelier. Onderweg worden we ingehaald door een hollende Sebastiaan. Hij rent naar het atelier om zijn tekening droog te houden. Het regent namelijk nog steeds. Naast Sebastiaan zijn nog vier cliënten in het atelier aan het werk. Individueel, op hun eigen manier en met hun eigen vormen en kleuren. Mijn aandacht wordt getrokken door Norma. Zij schildert een bos, met op de voorgrond een olifant. “Het schilderen van de lichtinval in dit schilderij is moeilijk, maar dat lukt me wel”, glimlacht ze. Terwijl we teruglopen vertelt Sylvia wat De Zaak zo bijzonder maakt. Sylvia: “De inspiratie voor de kunstwerken komt van de cliënten zelf. Elk kunstwerk is ‘eigen’. Wij begeleiders geven alleen enige sturing en komen er zelf amper aan.” De zelfportretten in de werkruimte zijn hier een sprekend voorbeeld van. Allemaal zelfgemaakt, allemaal bijzonder. Op hun eigen manier!
tip!
Typ op www.driestroom.nl
werken 17
in het zoekvenster ‘locaties’ in en bekijk onze andere dagbestedingslocaties
Norma Geukes
18
Zorg
om zorgwekkende
Mensen met een licht verstandelijke beperking (LVB) staan de laatste jaren steeds meer in de belangstelling. Sommigen kunnen zich, met ondersteuning van hun netwerk, prima redden. Anderen niet. Zonder ondersteuning en behandeling belanden zij vaak in grote problemen. Deze mensen zijn ‘zorgwekkende zorgmijders’. De overheid stelt tegenwoordig hogere eisen aan het nemen van verantwoordelijkheid voor het eigen leven en het organiseren van steunnetwerken. Reden waarom de groep zorgmijders groeit: zij zijn hiertoe namelijk niet (of amper) in staat. Op 22 mei jl. organiseerde Driestroom een symposium over zorgwekkende zorgmijders met LVB. GZ-psycholoog Bas van Diggelen en psychiater Joost Jan Stolker interviewden gasten die vanuit hun werkgebied veel met deze doelgroep te maken hebben.
vaak voor bij deze doelgroep. Door onder andere slechte ervaringen met hulpverlening en angst voor betutteling hebben zorgmijders een hulpverleningsallergie ontwikkeld. Deze ingewikkelde doelgroep vraagt van de reguliere verstandelijk gehandicaptenzorg- en GGZ een andere aanpak en organisatie. Hulpverleners kunnen met een meer laagdrempelige, praktische en proactieve aanpak meer bereiken bij zorgmijders. Meegaan naar bepaalde instanties en samen formulieren invullen kunnen al een groot verschil maken.
Hulpverleningsallergie
Herkennen van LVB
In de maatschappelijke zorg heeft bijna een derde van de mensen een LVB. Psychische- en gedragsproblemen, verslavingsproblemen, contacten met justitie en dak- en thuisloosheid komen
Cliënten kunnen door hun straatwijsheid hun beperking vaak goed verbloemen. Dit maakt het voor hulpverleners soms lastig het lage niveau van hun cliënt te herkennen. Gevolg is dat
ze te hoge eisen aan de cliënt stellen en te weinig structuur bieden. Voor sommige cliënten pakt dit ernstig uit. De stress van jarenlang op hun tenen lopen en verwachtingen niet kunnen waarmaken, kan zich uiten in psychische problemen. Vanuit hun labiele situatie belanden sommigen in het criminele circuit. Ze zijn weerloos ten opzichte van anderen en kunnen moeilijk nee zeggen. Wanneer deze mensen in een beschermd wonen situatie komen, blijkt dat ze geen crimineel zijn, maar ‘alleen maar’ behoefte hebben aan duidelijkheid, structuur en een adequate begeleiding.
Verslaving Veel cliënten zijn, soms heel erg, verslaafd aan soft- en harddrugs. Alle ondernomen behandelingen en afkickpogingen zijn mislukt. In hun geval is niet het stoppen met drugs het belangrijkste, maar proberen om controle te krijgen over het drugsgebruik. Op die manier proberen hulpverleners om erger te voorkomen. Deze aanpak heet Harm reduction en legt de nadruk op het verbeteren van de gezondheid
symposium 19
Indrukwekkende gasten Prof. Dr. Judith Wolf hoogleraar maatschappelijke zorg, Radboud Universiteit Nijmegen Mariet Clerkx psychiater, De Kei, SGLVG Wier, Altrecht, Utrecht Paul Oosterhoff diaconaal predikant, Nijmegen Pim Miltenburg hoofd Operatiën, tevens plaatsvervangend politiechef Oost-Nederland Katia Maas clustermanager Wonen, Leger des Heils, Amsterdam
is voor zorgmijders extreem belangrijk. Ze hebben een hekel aan betutteling. Dit houdt in dat van hulpverleners een ondersteunende en onderhandelende houding wordt verwacht. De kans op succes, dat wil zeggen het verbeteren van de kwaliteit van leven, neemt vaak toe als cliënten niet aan allerlei eisen hoeven te voldoen voordat ze het traject van hulpverlening ingaan. Housing First is hier een voorbeeld van. Een van de principes van Housing First is dat
Tekst joost jan stolker foto’s bart nijs fotografie
zorgmijders en de leefomstandigheden van de cliënt. Daarnaast proberen hulpverleners ervoor te zorgen dat de cliënt geen gevaar vormt voor zijn omgeving. Harm reduction vraagt van begeleiders om een ondersteunende en motiverende houding. Begeleiding is dan niet alleen gericht op het oplossen van problemen, maar ook op het versterken van de krachten en talenten van mensen. Als een cliënt erin slaagt zelf problemen op te lossen, zal hij zich sterker voelen. Vanuit dat positieve(re) gevoel is groei en ontwikkeling mogelijk. Het zoeken naar en realiseren van een zinvol bestaan met dagbesteding en werk is een belangrijk onderdeel van dit herstelproces.
Langdurige begeleiding Voor veel cliënten is het belangrijk dat ze snel en zonder hobbels met een casemanager in contact komen. En misschien wel hun hele leven blijven. Om cliënten niet méér zorg te geven dan nodig is en ze daarvan afhankelijk te maken én om de zorg doelmatig te houden is Critical Time Intervention (CTI) ontwikkeld. Het doel van CTI is
mensen met complexe problemen in contact te brengen met de juiste personen en instanties. Dat gebeurt in een afgebakende periode, gestructureerd en persoonsgericht. Bij CTI staan de vragen en behoeften van de individuele cliënt voorop. De begeleider kijkt naar de mogelijkheden van de cliënt en ondersteunt hem om beter te functioneren in de maatschappij. CTI wordt gedurende vier tot negen maanden ingezet op die momenten waarop de cliënt een overgang maakt. Bijvoorbeeld tijdens een crisis die onder de aandacht van de hulpverlening komt. Of tijdens de overgang van dakloosheid naar een woning of van de gevangenis naar de maatschappij. Gedurende een bepaalde periode bouwt de cliënt samen met de CTI-begeleider aan een sociaal en professioneel steunnetwerk. In die periode doorlopen begeleider en cliënt drie fasen: het leggen van contact, het maken en uitproberen van een geschikt toeleidingsplan en het overdragen naar passende zorg.
Zelfregie Zelf de regie hebben over hun leven
huisvesting een basisrecht is en dat er geen eisen worden gesteld aan de geschiktheid om zelfstandig te wonen. Wel moet de cliënt de hulpverleningsinstantie zijn inkomen laten beheren en moet hij toestaan dat woonbegeleiders zo nu en dan een huisbezoek komen brengen. Cliënten krijgen een eigen voordeur en daarmee een veilige en stabiele plek. Ze hoeven namelijk niet meer door te stromen.
Volhouden Een van de kernwaarden in de hulpverlening aan zorgmijders is het accepteren van de cliënt met al zijn problemen. Ook al misdraagt hij zich of is soms agressief. Vaak zijn deze cliënten door andere instellingen en hulpverleners weggestuurd. Samen zoeken naar oplossingen, heldere grenzen stellen, persoonlijke normen en waarden niet tot ‘heilig’ verklaren en langdurig volhouden in voor- en tegenspoed zijn essentieel om stap voor stap (een beetje) vertrouwen met elkaar op te bouwen en succesvol te kunnen zijn. Niet meer zorgmijder zijn, vraagt veel. Zowel van de cliënt als van de hulpverlener!
20
Je bent jong, hebt een baan en wilt zelfstandig wonen. Oh ja, en je hebt, zoals ze dat noemen, een autisme spectrum stoornis. Probleem? Nee hoor, Driestroom heeft verschillende woonlocaties die helemaal zijn ingericht op hun bijzondere bewoners. Zoals bijvoorbeeld woonlocatie Hofstede, waar Jolijn (26 jaar) woont. Zij was een van de eerste bewoners van het complex en woont er inmiddels vijf jaar. Jolijn vertelt wat er zo fijn is aan wonen op Hofstede.
tip!
Typ op www.driestroom.nl in het zoekvenster ‘locaties’ in en bekijk onze andere woonlocaties
wonen 21
woonkeuken. Het kopje koffie staat al te wachten. Samen met andere bewoners neemt Jolijn de dag door, waarna er tijd is voor een kaartspelletje. Na een poosje vindt ze het mooi geweest en gaat ze terug naar haar appartement. “Ik voel me vrij op Hofstede. Het is een fijne plek, het is thuis”, benadrukt ze nogmaals. Dat is me na deze dag wel duidelijk geworden.
Tekst en FOTO’s anouk spanjers
Als ik bij Hofstede aan kom, verwelkomt Jolijn me met een grote glimlach. Ze neemt me mee naar de gezamenlijke woonkeuken, waar de zon voorzichtig naar binnen schijnt. We kletsen over haar werk bij vergadercentrum DROOM! in Elst, over Arnhem, de stad waar ze graag haar vrije tijd doorbrengt en natuurlijk ook over haar appartement. Jolijn glundert als ze over haar eigen plek vertelt en kan haast niet wachten om het te laten zien. Genoeg gekletst: we gaan een kijkje nemen! Als Jolijn de deur openmaakt, komt ons een heerlijk frisse geur tegemoet. “Ik heb niet voor niets alles schoongemaakt, opgeruimd en afgewassen”, lacht ze. En inderdaad: alles ziet er piekfijn en schoon uit. Van de gezellige zithoek tot de keuken en badkamer. Het is duidelijk dat Jolijn van warme tinten houdt. De kleuren paars en rood komen terug in het meubilair en in de accessoires.
Echt thuis! Rond etenstijd haalt Jolijn allerlei potten en pannen tevoorschijn. Onder het koken vertelt ze me wat ze zo fijn vindt aan wonen op Hofstede. Jolijn: “Ik heb hier de mogelijkheid om alleen en samen te zijn.” Wat ze hiermee bedoelt, wordt me duidelijk tijdens haar avondritueel. Nadat ze gekookt en gegeten heeft, vertrekken we weer richting de gezamenlijke
22
Een trotse Wim Uyen (links) naast burgemeester Bruls en Henk Wiersema (voorzitter KHG)
Na een grondige renovatie van het hoofdgebouw, de stallen en het terrein, (her)opende Kinderboerderij De Goffert op 23 mei feestelijk zijn deuren. Om 14.00 uur hees burgemeester Hubert Bruls van Nijmegen, samen met cliëntmedewerkers Debbie Peelen en Femke Warringa van Driestroom, onder luid gejuich de vlag en knipte de linten door. En daarna was het feest!
Beetje krap Centraal bij de renovatie stond het motto ‘Natuurlijk werken, leren en spelen. Dit thema is overal op de vernieuwde kinderboerderij terug te vinden. Bestuur, medewerkers, vrijwilligers en cliënten zijn bijzonder trots op het resultaat. Cliëntmedewerker Sandra: ”We hebben nieuwe kleedkamers met onze eigen kleedkastjes. En de directeur van Driestroom heeft ons als cadeau een nieuwe vaatwasmachine gegeven, die heel snel is. Handig hoor! Nu gaan we de konijnenhokken ook vernieuwen. We blijven doorgaan.” Haar collega Debbie voegt er enthousiast aan toe: “De boerderij is mooi opgeknapt. We hebben de hele winter in ijzeren containers gezeten. Het was een beetje krap, maar wel heel gezellig. Nu hebben we een nieuwe kantine met nieuwe meubels en een nieuwe wc.”
Inclusie Kinderboerderij de Goffert is een belangrijke werkplek voor cliënten van Driestroom. “Lang voordat we het woord ‘inclusie’ – meedoen, erbij horen – gebruikten”, zo sprak Esther Nelissen namens
Tekst jacqueline van orsouw foto’s nick aalbers
nieuws 23
Driestroom bij de opening, “was dat al de dagelijkse gang van zaken op de Kinderboerderij. Mensen met en zonder beperking, jong en oud hebben al jaren samen plezier met de dieren, het prachtige terrein, de speeltoestellen en de tractor.” Henk Wiersema (voorzitter bestuur Kinderboerderij) vult haar aan: “Om met cliënten en medewerkers van Driestroom, buurtbewoners, donateurs en sponsoren op zo’n mooie plek samen wat neer te mogen zetten is een voorrecht. Een uitdaging voor de toekomst is om met onze partners de functies van de kinderboerderij verder uit te bouwen. We kijken ernaar uit om dat met Driestroom te blijven doen.”
Feestelijke Parkdag Op zondag 26 mei, een paar dagen na de officiële heropening, was het weer feest op de kinderboerderij. Die dag was namelijk nationale Parkendag. Ondanks de kou kwamen veel bezoekers kijken naar de dieren en de georganiseerde activiteiten. Debbie: “Zondag was het heel gezellig, met een mooie roofvogelshow. En al onze schapen zijn hun wol kwijt. Een schapenscheerder heeft dat er afgeschoren. On-
De renovatie van de kinderboerderij kwam tot stand vrijwel zonder publieke middelen. Hoofdsponsor Stichting Volksbelang, gemeente Nijmegen, maar ook particulieren en ondernemers leverden een belangrijke bijdrage.
Een hoop bezoekers! Dagelijks krijgt de kinderboerderij grote en kleine bezoekers. Per jaar wel 80.000. Daartussen zitten veel leerlingen van Nijmeegse scholen. Op de kinderboerderij leren zij veel over dieren en het verbouwen van groenten. Hoogtepunt is het jaarlijkse Kerstsprookje. Dan toveren cliënten, medewerkers en 150 vrijwilligers de boerderij en het terrein om tot een feeëriek geheel.
danks het mindere weer zijn er toch veel bezoekers geweest. Er was ook een hoefsmid en de hele dag gezellige muziek van de Driestroomband Jukebox.”
24
Scott van Hest
kinderen 25
Iedere ouder heeft wel eens een vraag over zijn kind. Opgroeien en opvoeden kunnen ouders behoorlijk wat hoofdbrekens bezorgen. Helemaal als het antwoord niet een, twee, drie te vinden is. Op een kindercentrum van Driestroom proberen specialisten vragen van ouders te beantwoorden. Voornamelijk door heel goed naar het gedrag en de ontwikkeling van het kind te kijken. Kodan is zo’n kindercentrum waar ik even mag meekijken. Een klein meisje met grote blauwe ogen. Niet ouder dan drie, haar haren netjes gekamd. Ze zit aan tafel en speelt met een paar blokken. Om haar heen is veel te zien: een poppenhuis op de vensterbank, een felgroene bank in een hoekje. Grote, groene bloemen staan geschilderd op de ruiten. Er hangen slingers aan de muur. Zou er iemand jarig zijn? Aan dezelfde tafel waaraan zij zit, speelt een ander kindje. Het meisje speelt onverstoorbaar door, volledig gericht op haar blokken.
Alles vergeten
Tekst anne ruesink
Anne-Marleen, de begeleidster, vertelt haar dat ze naar buiten gaan. Snel, jas aan. Schoenen pakken. Hand in hand lopen ze door de lange gang van de basisschool. Eenmaal buiten rent het meisje meteen naar de schommel. Met een grote lach op haar gezicht zwaait ze heen en weer. Ze lijkt alles om haar heen te vergeten. Ik zie Anne-Marleen naar haar kijken. Lachend zegt ze: “De schommel is altijd het eerste waar ze op afgaat!” Er komt een jongetje bij haar staan. Hij raakt de schommel aan. Haar hand gaat omhoog. Pats! Een klap. Niet hard, maar het jongetje begint te huilen. “En dat doet ze ook vaak als iemand met haar wil spelen”, vertelt Anne-Marleen. Waarom ze dat precies doet? Ze weten het nog niet. Juist daarom bezoekt het meisje een groep van kindercentrum Kodan. Hier kijken de begeleiders nauwkeurig naar het kind: hoe speelt het in z’n eentje, hoe speelt het met anderen, gedraagt het kind zich anders dan op andere dagen… Continue worden de kinderen gevolgd. Om de ouders, dus ook die van dit meisje, te kunnen laten weten wat er aan de hand is.
tip!
Jayden van der Zanden
Typ op www.driestroom.nl in het zoekvenster ‘locaties’ in en bekijk onze andere kinderlocaties
26 talent voor de toekomst
Tekst EN foto ANNE RUESINK
Luuk Penninx (27)
Beter leren
co m m u n i ce r e n Wat doe je bij Driestroom? “Op de Multimediagroep van Einstein werk ik als persoonlijk begeleider.”
Welke cursus heb je gevolgd? en waarom?
“Ik heb deelgenomen aan de talentencursus Daadkracht. Deze werd aangeboden in samenwerking met het LSR (landelijk steunpunt medezeggenschap) en CAOM (een organisatie die trainingen in de zorg aanbiedt). Het doel van de cursus was het verbeteren van de communicatie met cliënten. En daar wilde ik meer over weten!”
Hoe zag de cursus eruit? “De cursus bestond uit twee delen. Het eerste deel was vooral theorie: welke gesprekstechnieken kun je inzetten? En hoe ga je een gesprek op een goede manier aan? Het tweede gedeelte was een stuk interactiever. We filmden gesprekken met cliënten en keken deze dan gezamenlijk terug. Ik volgde de cursus trouwens met drie collega’s van andere locaties.”
wat was voor jou een keerpunt? “Bij het terugkijken van de filmpjes zag ik dat ik vaak de antwoorden voor de cliënt al invulde. Voordat hij iets had kunnen zeggen! Soms bleek achteraf dat hij een heel ander antwoord had willen geven.”
wat vind jij het grootste winstpunt? “Bewustwording. En niet alleen van mijn eigen houding. Je ziet ook veel meer van de cliënt! Bijvoorbeeld bepaalde gezichtsuitdrukkingen als hij je vraag niet begrijpt. Het is soms lastig om zeker te weten dat een cliënt je heeft begrepen. Tijdens de cursus leerden we technieken om je boodschap te verduidelijken. Bijvoorbeeld via mindmappen. Dan maak je tijdens een gesprek met de cliënt ‘aantekeningen’. In plaatjes, korte zinnen of tekeningen. Tijdens het gesprek kun je dan op ieder moment terugpakken wat er nu eigenlijk gezegd werd. En dus ook checken of de boodschap begrepen wordt. Het mindmappen ging me niet alleen heel gemakkelijk af; ik vond het ook nog eens leuk om te doen. Bij nieuwe cliënten gebruik ik de techniek vaak om hun hulpvraag helder te krijgen. Ik heb er in de praktijk dus echt wat aan!”
shop 27
Op pagina 16 staat De Zaak in de spotlight. Een locatie van Driestroom waar cliënten prachtige kunstvoorwerpen maken. Maar, weet je dat Driestroom nog veel meer plekken heeft waar cliënten hun creatieve handen uit de mouwen steken? Op De Strang bijvoorbeeld, of in de houtwerkplaats van Kinderboerderij Wamel. Hieronder vind je slechts een paar voorbeelden van artikelen waar je gewoon blij van wordt. Allemaal gemaakt door cliënten van Driestroom!
Stoere bloembak
Zomerse
kaarsenset Deze kaarsenset is een ideale sfeermaker voor een mooie zomeravond. De drie kaarsen zijn handgemaakt en hebben verschillende vormen. De set bestaat uit een zeskantkaars, een kegelkaars en een lange vierkantkaars. Omdat elke kaars een ander kleurenpatroon heeft, zijn geen twee sets hetzelfde. Deze unieke kaarsen zijn gemaakt door cliënten van De Strang en bestel je via www.3hop.nl. € 5,60
Met deze mooie bloembak zet je graag de bloemetjes buiten! Omdatie in de blanke lak staat, kun je ‘m eenvoudig zelf een kleurtje geven. De bloembak is beschikbaar in drie verschillende maten: klein, middel en groot. Omdat de bak niet door de brievenbus past, haal je ‘m af bij Kinderboerderij Wamel zelf. Kun je meteen de andere zelfgemaakte (houten) producten bekijken. En de ezel een aai over zijn bol geven! Van € 19,95 tot € 29,95. Adres: Lakenstraat 1, 6659 BE Wamel, 0487-502244
De multimedia-afdeling van locatie Einstein digitaliseert foto’s. Handig, want zo verliezen ze hun kwaliteit niet en raak je ze nooit meer kwijt. De foto’s krijg je netjes op een CD of DVD mee. Interesse? Neem dan contact op met Multimedia Elst via
[email protected] of via
[email protected]
tip!
Benieuwd wat cliënten nog meer voor moois maken? Kijk dan op www.3shop.nl
foto‘s driestroom
Digi-foto’s
28
Bij Driestroom ontvangen we ondersteuningsvragen vanuit diverse culturen. En geven we antwoord in een taal die iedereen begrijpt. In het project Interculturalisatie van Driestroom staat de ondersteuning van de persoon tegenover ons centraal. Wat zijn achtergrond ook is.
Nesrin Gungor (links) en Gonul Can
... vinden van de juiste woorden
organisatie 29
Tekst en foto anne ruesink
Stel: je spreekt amper Nederlands, weet niet waar je om hulp kunt vragen en bent bang dat je niet voor vol wordt aangezien vanwege je afkomst. Maar je hebt wel een dringende ondersteuningsvraag. Wat doe je dan? Sinds januari dit jaar is Nesrin Gungor, Turkse van geboorte, werkzaam als projectleider Interculturalisatie. Ze inventariseert de ondersteuningsvraag van cliënten met diverse culturele achtergronden. Nesrin is een soort ijsbreker. Het winnen van vertrouwen is een van de belangrijkste aspecten van haar werk. Dat zij zelf een nietNederlandse achtergrond heeft, helpt daarbij. Toch is dat niet het enige. Nesrin: “In mijn gesprek met de cliënt, én met de mensen rondom de cliënt, benadruk ik dat de medewerkers van Driestroom – ook de Nederlandse – kennis hebben van andere culturen. En dus niet gek opkijken van andere normen en waarden.” Vandaag ga ik met Nesrin mee op werkbezoek. En ervaar hoe vertrouwen deuren opent.
ondersteuning. Nesrin glimlacht: “Gonul noemt dit een ‘win-winsituatie’. Voor haar dochter is het goed dat er wordt gewerkt aan haar ontwikkelingsachterstand. Voor Gonul is het fijn dat ze ondersteuning krijgt van een begeleiderster met wie ze kan praten over haar zorgen.” Die begeleidster is trouwens een Nederlandse dame. Wil Gonul niet liever in haar eigen taal met iemand praten? Gonul: “ Aan de ene kant wel. Je vertelt dan meer, omdat je weet dat de ander je begrijpt. En weet wat er belangrijk is in je cultuur.” Ze pauzeert even. “Aan de andere kant”, gaat ze verder, “is het ook best ‘eng’. Mensen praten graag over anderen. Iemand kan dingen doorvertellen in de Turkse gemeenschap. Over een kind met een beperking wordt vast geroddeld.”
De voordeur van een rijtjeshuis in de Nijmeegse wijk Neerbosch-Oost gaat open, een blonde vrouw begroet ons. “Gonul Can, hosgeldiniz”, zegt ze. ‘Welkom’, betekent dat laatste woord in het Turks. Nesrin groet haar in hun gezamenlijke moedertaal. Nadat we onze schoenen hebben uitgetrokken gaat Gonul ons voor naar de woonkamer. Als Nesrin vraagt in welke taal Gonul wil spreken, antwoordt ze: “Turks graag.” Meteen schakelen de vrouwen over op Turks.
Wanneer Nesrin even de woonkamer verlaat, verontschuldigt Gonul zich bij me. In het Nederlands. Het valt me op hoe zorgvuldig ze haar woorden kiest. “Als er een Turkse persoon bij is”, zegt Gonul, “vind ik het moeilijk om Nederlands te praten. Ik denk dan altijd dat ik het niet goed genoeg kan!” Ze legt uit dat ze de dingen die ze niet begrijpt, opschrijft. Aan vrienden of familie vraagt ze dan of ze het goed begrepen heeft. “Zo ging dat ook bij Bureau Jeugdzorg”, vertelt Gonul. “Dat vond ik heel spannend. Maar ze hebben me goed uitgelegd wat er zou gebeuren. Ik heb het idee dat er een groot vooroordeel is. Turkse mensen denken snel dat Nederlanders ons niet snappen. Maar, als iemand zich verdiept in jouw cultuur en achtergrond, dan kan hij je ook begrijpen. Ik vind het heel belangrijk dat ik met Nesrin en mijn begeleidster kan praten over mijn dochter. Ik ben heel blij dat dit gebeurt vanuit Driestroom. Eigenlijk vind ik gewoon dat dat moet!” Nesrin, die weer terug aan tafel is geschoven, vult haar aan: “Soms is extra aandacht nodig om gevoelige onderwerpen bespreekbaar te maken.”
In Gonuls woonkamer staat kinderspeelgoed. Een kleurrijke tekening hangt boven de televisie. “Getekend door mijn dochter Diyar”, vertelt Gonul trots. Nesrin legt uit: “Diyar betekent ‘thuis’ of ‘warm’. Al bestaat er eigenlijk geen Nederlands woord voor.” En prompt gaat het gesprek weer verder in het Turks. Via Nesrin verneem ik dat Gonul het een tijdje geleden moeilijk had. Niet alleen vroeg haar drieënhalf jaar oude dochter, die een beperking heeft, veel aandacht. Ook moest Gonul zorgen voor haar zieke ouders. En toen vertelde haar huisarts haar dat er een melding was gedaan bij Bureau Jeugdzorg over de thuissituatie. Gonul schrok. Ze was bang dat Diyar niet meer bij haar mocht wonen. Dat was gelukkig niet het geval. Met hulp van Bureau Jeugdzorg ontvangt Diyar ondersteuning van Driestroom. Doordeweeks gaat ze naar kindercentrum Torteltuin. Thuis krijgen Gonul en Diyar ambulante
Het gesprek gaat weer over in het Turks. Tussendoor vang ik flarden Nederlands op zoals ‘maatschappelijk werk’ en ‘thuiszorg’. Gonul lacht: “Sommige Turkse woorden bestaan niet in het Nederlands, sommige Nederlandse woorden niet in het Turks!” ‘En toch lukt het om elkaar te begrijpen!’, denk ik bij mezelf.
Tekst karen tijssen
30 organisatie
WIJCHEN De Vormer
ARNHEM Driestroomtheater
ELST Triadegebouw
Driestroom en het Oud Burgeren Gasthuis (OBG) hebben een plan geïnitieerd tot realisatie van een zorgcentrum voor senioren (met een beperking) in Wijchen. Hiertoe zal boerderijcomplex De Vormer, in het bezit van de OBG, worden verbouwd. De ondertekening van de intentieverklaring door beide partijen brengt de verbouwing van het complex een stap dichterbij. Een haalbaarheidsonderzoek zal uitsluitsel moeten geven over de behoefte aan zorgappartementen in Wijchen en omgeving. In het toekomstige zorgcentrum zullen bewoners zo zelfstandig mogelijk wonen terwijl ze kunnen terugvallen op zorg in hun nabije omgeving. Blijkt het initiatief haalbaar, dan zoekt OBG voor de huidige pachters van het complex een nieuw onderkomen.
De voorbereidingen voor het Driestroomtheater in Klarendal Arnhem zijn in volle gang. Tijdens verschillende theaterrondes op de dagbestedingslocaties konden cliënten ervaren hoe het is om samen toneel te spelen. Op 9 juli jl. was er een speciale theaterdag voor cliënten die daadwerkelijk belangstelling hebben voor deze vorm van dagbesteding. Ook wijkbewoners en vrijwilligers waren van harte welkom. De eerste gesprekken tussen Driestroom en ArtEZ (Hogeschool voor de kunsten in Arnhem) zijn al gevoerd. Doel is om een langdurige samenwerking vorm te geven op artistiek gebied. Wil je meer informatie over dit project? Mail dan naar
[email protected]
Driestroom, Stuw en de RIBW slaan de handen ineen om het Triadegebouw om te vormen tot Wmo-centrum. In het toekomstige centrum kan iedereen uit Elst terecht met vragen over de Wmo of, gewoon, voor een kopje koffie en een praatje. Doel van het Wmo-centrum is het stimuleren van ontmoetingen tussen buurtbewoners. Met en zonder beperking. Op 6 juni jl. vond er een informatieavond plaats voor de buurtbewoners. De opkomst was hoger dan verwacht. En dat gold ook voor het enthousiasme van de buurt. Op de avond zelf meldden zich spontaan vrijwilligers aan die willen helpen met het vormgeven van het initiatief. Op dit moment brainstormen buurtbewoners, cliënten, de betrokken organisaties en de vrijwilligers gezamenlijk over de te organiseren activiteiten in het centrum.
31
colofon Driestroom Centraal Bureau Industrieweg-Oost 27 6660 AC Elst Postbus 139 6660 AC Elst
NIJMEGEN DROOMvilla LUX Vanaf 1 september ontstaat een nieuwe loot aan de stam van Driestroom: DROOMvilla LUX. DROOMvilla LUX is een samenwerking tussen Driestroom en VillaLUX: het zusje van het landelijk bekende filmcentrum/arthouse LUX in Nijmegen dat jaarlijks ruim 35.000 gasten ontvangt. De formule van DROOMvilla LUX is gebaseerd op het succesvolle concept van DROOM! in Elst. Een maatschappelijke onderneming waar mensen met én zonder beperking in harmonie samenwerken. Met de komst van DROOMvilla LUX kun je dus binnenkort ook in Nijmegen flexwerken, vergaderen en genieten van appeltaart in een ‘bijzonder bedrijvige’ sfeer.
Lijkt het jou leuk om te werken in onze gloednieuwe DROOMvilla LUX? Vanaf september zoekt Driestroom enthousiaste assistent-medewerkers. Houd je van film en horeca, ben je netjes en vind je het leuk om nieuwe mensen te ontmoeten? En kun je, na coaching, zelfstandig werkzaamheden uitvoeren? Dan kun je bij DROOMvilla LUX aan de slag als: • Bakker • Kok • Medewerker bediening in het restaurant • Facilitair medewerker in de wasserij of vergaderzalen • Gastheer of gastvrouw • Vrijwilliger of stagiaire Informatie & aanmelden Driestroomloket 0481 - 37 55 55
[email protected]
Redactie Reinoud van Assendelft Marijn van Bakel Jacqueline van Orsouw Anne Ruesink Anouk Spanjers Karen Tijssen
[email protected] Hoofd- en eindredactie De tekstschrijfster Deborah Weimer Vormgeving Romeny grafisch ontwerp Fotografie Bart Nijs Fotografie (tenzij anders vermeld) Afgebeeld op cover: Djaylano Abhelakh Drukwerk Drukkerij Efficiënt Oplage 4-400 www.driestroom.nl
32 DRIESTROOMBIKE
In elke editie van Goud vertelt een medewerker over de bijzondere bezoeken die hij aflegt op de Driestroomfiets. Esther Hoesen bijt het spits af.
Tekst esther hoesen foto jacqueline van orsouw
Om jou als Driestroombike goed te kunnen gebruiken, moet je eerst aan het elektrische infuus. Ik neem je mee naar mijn sportclub en jawel Bikkel, ze vinden je mooi, stoer, blits, opvallend en heel veel mensen kunnen hun ogen niet van je afhouden. Het is even wennen, wij tweetjes zo samen maar gaandeweg krijgen we steeds meer gevoel voor elkaar. Ik neem je mee naar een bijeenkomst van de personeelscommissie 220 volt en fiets met je in mijn eigen omgeving. Je had er moeite mee, dus nam ik contact op met je ‘biologische vader’. Die kwam en nam je mee voor herstel. We genieten nog het meest van het mooie lenteweer. Je mocht privé mee naar een jubileumavond van een Ondernemersvereniging. Je stond te pronken voor de deur. De spreker Henk Hogeweg (organisatieactivist) hield een inspirerende presentatie over de veranderende organisatie in een nieuwe tijdsgeest. Je ging ook met mij naar een afstudeerbijeenkomst met als thema ‘Onderwijs binnen zorg’. We gingen samen bloed prikken en constateerden ook bij jou
een ‘metaalprobleem’. Je hebt namelijk last van een ketting die er dagelijks afloopt. Opnieuw contact met je biologische vader resulteert in een nieuw te bestellen onderdeel waardoor je probleem zou worden opgelost. Zolang je niet in orde bent, bespaar ik je lange afstanden. We gaan dagelijks samen naar sport, maken recreatieve tochtjes en bezoeken de diabetesverpleegkundige. We gaan ook naar twee bijeenkomsten over het kerstpakket en hakken daar de knoop door voor kerst 2013. Dat was niet de enige knoop: ik heb een broertje/ zusje van je besteld. Ja, je biologische vader gaat aan de slag en maakt een mooi matzwart exemplaar voor mij dat bij me blijft. Want jij gaat weer naar een ander. We gingen samen naar de bedrijvenavond van ‘Bourgondisch Uden’. Ik stel je strategisch op, vlak bij de entree. Je krijgt weer heel veel belangstelling. Je biologische vader komt nog naar je kijken. Je loopt nog steeds niet helemaal lekker. De volgende die je meeneemt on tour is vast ook heel gelukkig met jou. Wij hadden een heerlijke tijd samen.