Wat betekent Europa voor ons?
Edi t o
Europa schiet in actie voor onze Brusselse wijken Als u dat maar weet … Ultraliberaal, technocratisch, … De kritiek op de Europese Unie vandaag is hard, maar de dagelijkse initiatieven van deze «grote machine» blijven echter miskend. Als er een oplossing is gevonden voor het probleem van de liberalisering van de post, voor de melkcrisis, … kortom, voor al het negatieve dat er voor de Europese burger gebeurt, circuleert de informatie slecht. Men onthoudt van Europa enkel de negatieve aspecten. Het is hier echter niet de bedoeling een meeslepend «Europroletariërs aller landen, verenigt u» uit te roepen. Het gaat om een vernieuwend experiment met een twintigtal studenten journalistiek die een week lang onderduiken in het «nabije Europa», het Europa van de lokale ontwikkelingsprojecten, of het nu om infrastructuur gaat of om sociale initiatieven. Van Anderlecht tot Molenbeek hebben we een tiental opvallende projecten gekozen die de steun krijgen van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling en die een impact hebben op het dagelijkse leven van de betrokken buurtbewoners. Ons hoor je niet klagen over de aanzienlijke financiële steun die Europa aan die projecten geeft. Maar is het voldoende, gelet op de ontwikkelingsproblemen in deze wijken ? Is het geen boter aan de galg, een druppel op een gloeiende plaat als je ziet wat Europa zou kunnen – zou moeten – doen voor zijn burgers? Versnippering van inspanningen of werkelijke vooruitgang … Aan u om te oordelen. De studenten journalistiek van het IHECS
Inhoud Geen formol meer voor de veeartsenijschool........p.2 en 3 Brusoc: de bank die enkel aan de armen leent................. p.4 Alice in bagelland.................... p.5 Een paspoort voor jongerenbanen................ p.6 Wat zijn CST? Drie letters die staan voor…....................... p.7 Brug tussen twee werelden.... p.8 Een kweekvijver van ondernemingen in de Aalststraat...................... p.9 Minder vervuiling, meer jobs............................... p.10 Een kweekvijver voor jobs.... p.11 Wie heeft er zin… om te ondernemen?.............. p.12 De slachthuizen gaan Europees ...................... p.13 Vaarwel geuze, welkom solidair toerisme..... p.14 Europa in het kort................. p.15 Drie partners, hand in hand.......................... p.16
&VSPQBFOIFU(FXFTUJOWFTUFSFOJOVXUPFLPNTU
Europese Unie Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling
Het Verbindingsbureau Brussel-Europa
2
L’Europe Wat betekent se bouge Europa à Bruxelles voor ons?
Geen formol meer voor de veeartsenijschool © G.I.
De voormalige veeartsenijschool, op een steenworp van het Zuidstation, zal binnenkort niet meer de stadskanker zijn die de buurtbewoners nu al bijna twintig jaar gewoon waren. Het probleem werd opgelost dankzij Europese fondsen voor de renovatie van de site tot een onthaalruimte voor ondernemingen, de «Espace Lumière».
B
ijna twintig jaar geleden verhuisde de veeartsenijschool van Anderlecht naar Luik, waardoor het gebouw in de Kuregemwijk een echte stadskanker werd en de site zwaar werd verwaarloosd. Verschillende gebouwen van de voormalige school werden reeds door privé-investeerders opgekocht en deels gerenoveerd, maar het hoofdgebouw kwam in handen van de gemeente terecht.Volgens Didier Van Ingelgem, hoofd van de dienst Stadsrenovatie van de gemeente Anderlecht «hadden we ideeën voor de herbestemming van de site, maar niet genoeg geld om er een prioriteit van te maken. We hebben dan maar een subsidieaanvraag bij het EFRO (Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling) ingediend om het project “Espace Lumière” op poten te zetten.» Een onverwachte buitenkans, aangezien het project – voor een ondernemingsruimte op de site – werd goedgekeurd in het raam van het Plan 2007-2013. Uiteindelijk zal een bedrag van drie miljoen euro worden besteed aan de binnenrenovatie van het gebouw. Aangezien de gevel beschermd is, komt daar nog eens drie miljoen bij voor
Het Verbindingsbureau Brussel-Europa
de buitenrenovatie. Het totale project zal aan het eind van de rit bijna zeven miljoen euro kosten. De gemeente zal niets betalen, enkel het terrein ter beschikking stellen. Een goede oplossing volgens Didier Van Ingelgem: «Op een bepaald moment dachten we eraan het gebouw te verkopen. Dankzij de steun van het EFRO houden we zeggenschap over het gebouw en de activiteiten die erin zullen plaatsvinden.»
Komen tot synergieën De ruimte wordt 2400 m_ groot en zal zes tot acht ondernemingen huisvesten. Het project zou ook moeten leiden tot de creatie van 130 directe en indirecte banen, ook bij de buurtbewoners, iets wat door het EFRO wordt geëist. Een andere doelstelling is het «in het leven roepen van een centrum voor de dynamisering van de buurt door te voorzien in een synergie met lokale initiatieven zoals ACB Factory», een innovatiecentrum dat enkele straten verder ligt. Tegen die achtergrond zullen de geselecteerde ondernemingen uit een sector moeten komen die reeds aanwezig is in de wijk, bij
voorkeur in het domein van de informatieen communicatietechnologieën. De buurtbewoners zullen kunnen rekenen op een zaal waar tentoonstellingen en conferenties zouden moeten worden georganiseerd.
Naar een ecowijk? «We willen een voorbeeld van lage-energierenovatie zijn. Ik hoop dat we zo de buurtbewoners ertoe zullen aanzetten hun woningen zelf te renoveren. Het zou de bedoeling zijn te komen tot een ecowijk zoals die in Freiburg.». Voor deze «groene» renovatie moet echter rekening worden gehouden met de Commissie voor historische gebouwen. Elke beslissing waardoor de buitenzijde van het gebouw zou kunnen worden beschadigd, moet vooraf worden doorgesproken. Dit zorgt nu reeds voor problemen, in het bijzonder voor de dringende werkzaamheden die niet konden worden uitgevoerd omdat er geen toestemming voor was. Bij de gemeente blijft men echter alle vertrouwen in het project behouden. Julien AZÉMAR en Gaëtan ISTAT
Institut Des Hautes Etudes Des Communications Sociales
Wat betekent Europa voor ons?
Een klein «horrormuseum» in het hart van de gemeente De oude veeartsenijschool, die er zeer verwaarloosd bij ligt, onder een dikke laag stof en blootgesteld aan de weersomstandigheden, zit stampvol «schatten» en al dan niet aangename verrassingen. Op de verschillende verdiepingen komt de «bezoeker» honderden boeken tegen, nog in de rekken of gewoon op een hoop gegooid, onder een laag stof en duivendrek. Bij de verhuizing van de veeartsenijschool werden ze gewoon achtergelaten.Van verspilling gesproken.
Weinig informatie voor de buurtbewoners De buurtbewoners zeggen dat ze weinig informatie hebben over het project «Espace Lumière». De meesten weten niet welke bestemming het gebouw zal krijgen. «Volgens mij wordt het een studiecentrum voor de zuidpool», verklaart Saïd. Vaak denken de buurtbewoners dat de renovatie betrekking heeft op de privégebouwen.Voor hen eindigt het project bij de verkoop van lofts. Bij de gemeente beweert men nochtans over het project te hebben gecommuniceerd via het gemeenteblad. Zou de informatie moeilijk doorsijpelen? Als men iets over het project weet, is dat altijd via via. Toch moet ook worden erkend dat de bewoners, zoals overal een beetje, niet altijd de moeite doen om de informatie te lezen die ze van de gemeente krijgen, in het bijzonder via het gemeenteblad. Zal de stadskanker dan werkelijk verdwijnen? Saïd is tevreden : «Het werd tijd, het gebouw was totaal verwaarloosd.» Cevdet treedt hem bij: «Het is een goede evolutie, het gebouw dreigt een echte ruïne te worden.» Anderen, zoals Maria, hebben toch enige kritiek: «De renovatie zal de buurt opwaarderen. Maar als alle bewoners hun steentje zouden bijdragen door hun eigen huis te renoveren of door hun vuilniszakken niet te laten rondslingeren, zou het al veel beter gaan. Die renovatie zal niet alles oplossen». J. A en G.I
De bovenverdiepingen bevatten een echt klein horrormuseum. Zowat overal vind je er bokalen vol formol. Meer dan twintig jaar lang al be-
vatten die bokalen dierenorganen die dienst deden als studieobject voor generaties aankomende veeartsen. Hier een kattenkop. Daar een gevilde hond met nog enkele plukjes haar. Wat verder staan er hersenen op de grond, badend in een zwarte vloeistof. De bokaal is, door slijtage of vandalisme, gebarsten. Door de jaren heen verdwenen er heel wat bokalen. Misschien werden ze gerecupereerd door de Université de Liège of door «verzamelaars». Dit armzalige vertoon zal binnenkort dus tot het verleden behoren. De renovatie is gepland voor 2011 … zodat de school eindelijk uit de formol wordt gehaald. J. A en G.I
© G.I.
Kuregem nieuwe impulsen geven De Kuregemwijk, die tussen het kanaal, het Zuidstation en de kleine ring ligt, is niet meteen een economisch aantrekkelijke zone. Dankzij de steun van het EFRO en lokale speerpuntprogramma’s zouden bepaalde projecten die momenteel lopen een positief effect moeten hebben op het dynamiseren van de zone. Doordat ze nieuwe economische projecten mogelijk maken, zouden ze een sneeuwbaleffect moeten hebben. Met de Driehoekwijk, waar een aantal modeactiviteiten geconcentreerd liggen, de slachthuizen van Anderlecht en het project «Port-sud» bevinden zich in de zone al drie economische aantrekkingspolen. Binnenkort zou er dan nog de «Espace Lumière» moeten bijkomen, na de volgende renovatie van de voormalige veeartsenijschool van Anderlecht, waardoor er een hechter netwerk ontstaat om de zone nieuw leven in te blazen.
Deze polen vormen een belangrijke troef voor de lokale economie. Sinds 2006 zouden tal van ondernemers reeds geïnformeerd hebben naar de mogelijkheid zich in de buurt te vestigen. Misschien is dat vestigen nog niet echt gebeurd, maar het is duidelijk dat er iets beweegt in deze economisch kwetsbare zone. J. A en G.I
Contact Didier Van Ingelgem Dienst Stadsrenovatie Van Lintstraat, 6 (derde verdieping) 1070 Anderlecht Tél : 02 520 20 91
[email protected]
&VSPQBFOIFU(FXFTUJOWFTUFSFOJOVXUPFLPNTU
Europese Unie Europese Unie Europese Unie Europees Fonds Europees Fonds Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling voor Regionale Ontwikkeling voor Regionale Ontwikkeling
3
4
Wat betekent Europa voor ons?
Brusoc : de bank die enkel aan de armen leent Brusoc is een hap verse zuurstof voor sommigen. Brusoc leent niet aan de rijken, maar aan mensen van wie de banken niets meer willen weten. Het doel ? Het mogelijk maken individuele initiatieven op te zetten in de volkswijken van Brussel
B
rusoc is een filiaal van de Gewestelijke Investeringsmaatschappij voor Brussel. De GIMB geeft financiële steun bij de oprichting, de reorganisatie of de uitbreiding van privé-ondernemingen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Brusoc stelt drie types van steun voor.Ten eerste is er het microkrediet, een kleine som geld (van 1.250 tot 25.000 euro) die aan een lage rentevoet wordt geleend. Vervolgens zijn er de startersfondsen, het geld dat nodig is om de activiteiten van een onderneming op te starten (van 5.000 tot 95.000 euro).Voor beide leningen geldt een rentevoet van 4%.Tot slot is er het thesauriekrediet die tijdelijke liquiditeitsproblemen overbrugt. Tot slot is er het thesauriekrediet die tijdelijke liquiditeitsproblemen overbrugt. Voor deze lening geldt een rentevoet van 5%.
Iedere persoon of iedere onderneming die uit het banksysteem wordt gesloten, kan van deze steun genieten als die persoon of onderneming gevestigd is in de PIZ, de Prioritaire Interventiezone, waarin de Europese Unie haar financiële tussenkomst concentreert.Voor Brussel zijn dit de inwoners van Anderlecht, Brussel-Stad, Vorst, SintJans-Molenbeek, Sint-Gillis, Sint-Joost-tenNode en Schaarbeek. Contact Brusoc S.A.
I
n het atelier van de vzw Mulieris maken de naaisters kleine en middelgrote reeksen op maat voor stilisten. Deze vereniging krijgt een lening van Brusoc zodat deze vrouwen opnieuw in het arbeidscircuit terechtkomen. Mulieris is een vzw in Anderlecht. In 2005 startte ze met een project voor de sociale en maatschappelijke herintegratie van mensen via de oprichting van een atelier voor textielconfectie. In het atelier op het Baraplein zitten de naaisters geconcentreerd achter hun machines.Toch vinden ze de tijd om met elkaar te gekscheren. Je voelt onmiddellijk de goede onderlinge verstandhouding die tussen de arbeidsters heerst. Aan de andere kant van de gang zijn sommige vrouwen aan het strijken. Ze zijn ernstig met hun taak bezig. Om haar opdracht van reintegratie in het arbeidscircuit tot een goed einde te brenContact Vzw Mulieris Clemenceaulaan 4 1070 Brussel Tel. : 02/ 520.03.61
Het Verbindingsbureau Brussel-Europa
S
ika Mawule-Dzossu had een droom : haar eigen schoonheidssalon openen. Dankzij de steun van Brusoc is die droom werkelijkheid geworden. Geen job zonder toekomstperspectief meer uitoefenen, zich persoonlijk ontplooien: voor haar werd het een nieuwe start.
Stassartstraat 32 1050 Brussel E-mail :
[email protected] Tel. : 02/ 548. 22. 11
Naald en draad om het stedelijk weefsel te herstellen
© S.L. et B.D.
Je moet niets bewijzen !
Zich ontplooien, dat heeft Brusoc mogelijk gemaakt voor Sika Mawule-Dzossu. Dankzij de lening die de instelling toekende, kon ze haar eigen schoonheidsinstituut openen: «Ik werkte halftijds in een schoonheidsinstituut aan de Louizalaan. Ik voelde me er niet goed en wilde ander werk».
gen, ontvangt de vzw subsidies van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de Europese Unie en de gemeente Anderlecht. Die steun komt niet altijd op tijd. «Voor 2009 moesten we 60.000 euro ontvangen, maar in werkelijkheid zullen we maar een klein deel van dat bedrag dat jaar hebben ontvangen. De rest komt in 2010», legt Rachida Lazrak, coördinatrice van de vzw, uit. Om haar activiteiten te kunnen voortzetten, doet de vzw een beroep op Brusoc dat een voorschot op die subsidies geeft. «De lening is supergewaarborgd, aangezien Brusoc zeker is dat we onmiddellijk zullen terugbetalen als we de subsidies hebben ontvangen», verzekert ze.
Toevallig hoorde Sika spreken over Brusoc. Inderdaad, toevallig. Dat is meteen de kleine kritische noot bij dit steunprogramma : de rechtstreeks betrokkenen weten vaak niet van het bestaan van Brusoc af. «Toen ik naar mijn sociaal assistente ging voor iets totaal anders zag ik op een tafel toevallig een folder van Brusoc liggen». Stilaan kreeg het idee vorm in het hoofd van Sika : na vier tot zes maanden, de tijd die nodig was om een goed project uit te werken, klopte ze aan bij Brusoc. «Het was niet nodig om hen financiële waarborgen te geven, zodra ze in je project geloven, zit het wel snor. Je moet niets bewijzen, in tegenstelling tot de traditionele banken», vertelt Sika. «Sika beauté» heet het salon dat ze oprichtte.
De financiële steun van Brusoc dient hoofdzakelijk om de lonen, de werkingskosten, de RSZ te kunnen betalen … «Zonder die lening zouden we niet kunnen werken. Het bewijs : in 2007 werd de subsidie met veel vertraging toegekend. Mijn voorgangster had nog nul euro op de rekening staan. Ze heeft alles moeten laten stopzetten», vertelt Rachida Lazrak.
Brusoc blijft contact onderhouden met de leners. «Brusoc steunt ons. Er wordt bijvoorbeeld een opleiding georganiseerd om het hoofd te bieden aan de crisis», zegt ze. Het is ondertussen drie jaar geleden dat door het toeval de bal aan het rollen ging: Sika’s droom werd werkelijkheid en de Marollenwijk heeft een schoonheidsinstituut.
Zonder de hulp van Brusoc zou de vzw verdwijnen. Dat zou voor de vrouwen een groot verlies zijn. Er zijn immers altijd een twintigtal vrouwen aan de slag in het atelier. Ze blijven er een tot twee jaar. Maar ook voor de stilisten zou het een verlies zijn, aangezien ze met Mulieris een naaiatelier hebben dat kwaliteit aflevert.
Bertrand Detal
Sarah Libbrecht
Contact «Sika beauté» Hoogstraat 300 1000 Brussel Tel. : 02/ 537. 52. 62 sikabeauté@hotmail.com
Institut Des Hautes Etudes Des Communications Sociales
Wat betekent Europa voor ons?
Alice in bagelland Dankzij het project «Opensoon», dat ook de financiële steun krijgt van de Europese Unie, kon Alice Romaniuk haar hippe bagelbar «Au Pays des Merveilles», aan de Jean Volderslaan openen. Een jaar lang moet deze kleine zelfstandige, dankzij «Opensoon», slechts de helft van de huur betalen. Daardoor wordt het financiële risico danig ingeperkt. En het werkt, zelfs zozeer dat Alice eraan denkt om een tweede snackbar te openen.
A
© M.S.
Als Europa de deur van een kleine winkel op een kier zet … Het project «Opensoon», dat wordt beheerd door het Agentschap Atrium en dat wordt medegefinancierd door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en het EFRO (Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling) biedt allerlei ondersteuning aan mensen die een kleine handelszaak in de kansarme buurten van Brussel willen openen : premies voor de renovatie van ongebruikte handelsvertrekken, betalen van een deel van de huur tijdens het eerste jaar …
lice Romaniuk had met haar «bagels» een origineel idee. Maar weet u wat een «bagel» eigenlijk is ? Dit ronde broodje, op basis van natuurlijke zuurdesem, wordt eerst kort in kokend water ondergedompeld alvorens in de oven te worden gebakken. Deze «zoute donuts» kunnen worden gegarneerd met kwark of andere ingrediënten, volgens de creativiteit van de kokkin. Alice besloot een winkeltje te openen waar de klanten deze unieke broodjes konden proeven, samen met allerlei originele drankjes en verleidelijke desserts.
ten. Zo kreeg deze dynamische vrouw in 2008 een tijdelijk huurcontract. Volgens de overeenkomst betaalt Atrium een jaar lang de helft van de huur van de handelsruimte.
Aan verbeelding geen gebrek bij de bazin van de bagelbar. Maar het project moest ook economisch rendabel zijn. Een kleine winkel openen, vergt immers grote financiële risico’s. Ondanks hun goed uitgewerkte plan twijfelen velen om de stap te zetten omdat ze schrik hebben met hun avontuur veel geld te verliezen. De zaak zou maar eens niet moeten draaien zoals voorzien …
«Zonder Atrium was ik nooit in mijn project geslaagd», vertelt Alice enthousiast. Optimistisch gaat ze verder: «Mijn winkeltje draait zo goed dat ik er een tweede zou willen openen». Daarvoor denkt ze eraan zich opnieuw tot Opensoon te wenden.
Het project heeft onder meer betrekking op de Lakensestraat, de Vlaanderenstraat, de Van Arteveldestraat, de de Mérodestraat … Handelszaken in deze wijken vestigen, is zorgen voor leven en gezelligheid in de wijk, maar ook voor jobs. Zo wordt vermeden dat de kleine kernen van economische activiteit zich enkel in chiquere, rijkere, meer aantrekkelijke wijken vestigen.
Magaly Swaelens
A. M. en C.R..
Na de proefperiode van een jaar maakte Alice samen met haar eigenaar de balans op : aangezien haar project levensvatbaar bleek te zijn, besloot ze voort te doen. Als «Au Pays des Merveilles» geen succes was geworden, had ze echter de huurovereenkomst van de winkel kunnen stopzetten en zich makkelijk kunnen ontdoen van haar verbintenissen tegenover de eigenaar.
Alice Romaniuk nam daarom contact op met het agentschap Atrium dat met Europees geld een «Opensoon»-project opzette om het risico te beperken voor kleine zelfstandigen die de stap wel durven te zet-
Contact Alice Romaniuk «Au pays des merveilles» Jean Volderslaan 42 1060 Brussel Tel. : 0488/47.68.26.
Contact Laurence Lewalle, projectverantwoordelijke « OpenSoon » in Atrium
[email protected]
&VSPQBFOIFU(FXFTUJOWFTUFSFOJOVXUPFLPNTU
Europese Unie Europese Unie Europese Unie Europees Fonds Europees Fonds Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling voor Regionale Ontwikkeling voor Regionale Ontwikkeling
5
6
Wat betekent Europa voor ons?
De «Notre-Dame»-school in Anderlecht zet in op nieuwe technologieën
Een paspoort voor jongerenbanen De “école industrielle Notre-Dame” in Anderlecht zal binnenkort kunnen beschikken over hoogtechnologische machines in de sector van de groene en hernieuwbare energie. Het gaat om een Centrum voor spitstechnologie (CST), dat wordt gefinancierd door het EFRO (Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling). Olivier Dehandschutter, docent aan Notre-Dame en projectcoördinator, geeft ons een rondleiding in de school.Voor hem is er geen twijfel: jongeren verhogen hun kansen op de arbeidsmarkt omdat ze hun vaardigheden uitbreiden door de beheersing van de technologieën van de toekomst
P
rojectleider Olivier Dehandschutter is zowel docent als hoofd van het CST in de school. Hij heeft handen en tijd te kort, maar is gepassioneerd door het project. Hij heeft dan ook alles gedaan om het project tot een goed einde te brengen. Met het CST-project wil Europa leerlingen, werkzoekenden en zelfstandigen de kans geven te leren werken met de nieuwste technologieën inzake verwarming, thermische panelen en zonnepanelen. «We staan open voor iedereen, zowel voor de werkgele-
© Maka Mirziashvili Olivier Dehandschutter : «Met het CST zal iedereen zijn voordeel kunnen halen uit de nieuwe technologieën».
genheidsector als voor het onderwijs. Het is de bedoeling dat iedereen er voordeel kan uithalen», legt Olivier Dehandschutter uit. Net die dag hebben zijn leerlingen praktijklessen. Iedereen heeft een overall aan en is druk in de weer in het atelier … dat wellicht niet zo goed is uitgerust als het deel waar het toekomstige Centrum voor spitstechnologie zal komen.
Nieuwe energiebronnen, nieuw materiaal Deze gemotiveerde leerkracht leidt ons naar de zaal waar het CST zal worden ondergebracht. Het verschil wordt meteen duidelijk: de muren zijn opgefrist en een deel van het materiaal is reeds aangekomen. Hij hoopt dat tegen mei 2010 alle materiaal er is. We moeten ook niet sneller willen gaan dan we kunnen. De administratieve procedures zijn vrij complex, zegt hij. Voor het CST moeten de bestekken worden goedgekeurd door de administratieve diensten van de Franse Gemeenschap. Daarna kunnen de lessen pas beginnen. Oli-
vier Dehandschutter heeft echter geduld en doorzettingsvermogen. Zowel de school als de leerlingen zullen hun voordeel uit het CST-project halen. In de Notre-Dame-school ontbreekt het de leerlingen soms aan de nodige knowhow over bepaalde technische aspecten omdat ze in de school niet kunnen beschikken over het vereiste materiaal. «Als opleider word ik voortdurend geconfronteerd met een gebrek aan materiaal. Ons materiaal is vaak meer dan twintig jaar oud en compleet verouderd. Nu zal ik gebruik kunnen maken van hoogtechnologisch materiaal op het vlak van hernieuwbare energiebronnen en van nieuwe verwarmingsketels».
Opleiding is de beste investering Voor Olivier Dehandschutter is het duidelijk. Om in deze crisistijden werk te vinden, moet je alles inzetten op competentie. Je moet zorgen dat je bent opgeleid, steeds meer, steeds beter.Toch is er iets bizars aan de hand. Terwijl het CST-project de juiste weg is ingeslagen en aan een cruciale behoefte beantwoordt, stelt hij vast dat er bij bepaalde partners met wie hij contact had opgenomen om mee te werken aan het CST weinig animo is. Maar de docent laat er zich niet door uit zijn lood slaan. Onvermoeibaar blijft hij proberen de dingen in beweging te brengen. In mei 2010 zal hij voltijds werken aan het Centrum voor spitstechnologie dat tegen het begin van het schooljaar 2011 operationeel zou moeten zijn. Dit is duidelijk iemand die niet snel de moed opgeeft!
De nieuwe computerzaal van de school. © Maka Mirziashvili
Het Verbindingsbureau Brussel-Europa
Maka Mirziashvili
Institut Des Hautes Etudes Des Communications Sociales
Wat betekent Europa voor ons?
Wat zijn CST ? Drie letters die staan voor … CST betekent «Centrum voor spitstechnologie». Deze Centra, ondergebracht in technische scholen, stellen materiaal voor spitstechnologie ter beschikking van de leerlingen en leerkrachten, maar ook van werknemers en werkzoekenden die hun beroepsopleiding willen starten of voortzetten. De technologieën hebben betrekking op sectoren met een tekort aan geschoolde arbeidskrachten.
Iets doen aan het opleidingstekort We hadden een ontmoeting met Michel Boumal, projectleider bij het departement Openbaar onderwijs van de Stad Brussel. Hij coördineert twee CST-projecten: een rond infografie en de grafische industrie, een ander rond elektriciteit in woningen. “De Stad,” legt Michel Boumal ons uit, “investeert in het kwalificatieonderwijs. Het gebrek aan juiste vaardigheden is verantwoordelijk voor de werkloosheid in het Brussels Gewest”.
Niet eenvoudig Dergelijke projecten opzetten, gebeurt echter niet in een handomdraai. Ten eerste zorgen de CST-projecten voor organisatorische problemen. Door de uurroosters van de technische scholen kunnen de CST’s enkel ‘s zaterdags open zijn. Iets wat de leerlingen dreigt kwaad te maken … Behalve als het bezoek aan het CST als stageperiode zou worden erkend, maar dan moeten de scholen daarvan tijdig op de hoogte worden gebracht. Een ander probleem is het rekruteren van opleiders.Voor de functie is er geen statuut, geen loon en geen garantie op duurzaamheid. Het CST-label moet je verdienen. De projecten worden enkel verlengd als de doelstellingen worden bereikt. Ook de kostprijs van de opleiding is een probleem. Er inschrijvingsgeld voor vragen zou ontradend werken. Eens het materiaal geïnstalleerd, moet er, tot slot, personeel zijn om het te onderhouden en, bij incidenten, tussen beide te komen. En dat kost geld!
De klok tikt … De grootste uitdaging is echter het naleven van de termijn! Alle CST’s moeten in 2013 operationeel zijn en er is aan werk geen gebrek. Je moet bewijzen dat de projecten vooruitgang boeken en de gedane uitgaven moeten worden gerechtvaardigd. Als de Europese subsidie niet op tijd wordt besteed, kan ze niet meer worden gerecupereerd!
En wat mag dat kosten ? U begrijpt dat dit alles geld kost. Hoeveel juist ? De stad Brussel, die twee projecten op haar grondgebied financiert, raamt de kostprijs op 8 600 000 euros (niet enkel voor de CST), waarvan ongeveer twee miljoen cofinancierd is door het EFRO, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Franse Gemeenschap, voor de uitrusting en de installatie van de twee CST.
En wat heeft Europa daarmee te maken ? Wel, Europa tast in zijn beurs via het EFRO (het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling). De financiële steun van de Europese Unie en van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in de zes Brusselse CST projecten bedraagt een half miljoen euro per project voor de renovatie van de lokalen en de aankoop van uitrusting, . De Franse Gemeenschap doet er hetzelfde bedrag bij. Fanny DIYOKA
Contact Communauté française de Belgique Cellule Equipements et CTA Bureau 3F334 Rue A. Lavallée 1 1080 Bruxelles Site web : www.enseignement.be (rubrique : Centres de technologies avancées)
&VSPQBFOIFU(FXFTUJOWFTUFSFOJOVXUPFLPNTU
Europese Unie Europese Unie Europese Unie Europees Fonds Europees Fonds Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling voor Regionale Ontwikkeling voor Regionale Ontwikkeling
7
8
Wat betekent Europa voor ons?
Dansaertwijk
Brug tussen twee werelden
Boetieks, trendy bars en kunstgalerijen aan het begin van de straat. Steek echter de Nieuwe Graanmarkt over en u komt in een meer volkse wijk terecht. Maar ook daar vestigen zich boetieks. Als je de Antoine Dansaertstraat van begin tot eind afloopt, merk je snel dat deze wijk, in het hart van de hoofdstad, vol tegenstellingen zit.
D
avid en Marc zijn beide leerkracht aan het Athénée Serge Creuz II in Molenbeek. Geregeld gaan ze een glas drinken in café «Modèle» vlak naast het kanaal. «De batterijen wat opladen en ons onderdompelen in de twee werelden die er samenkomen». Ze discussiëren graag over de evolutie van de wijk. «De komst van nieuwe boetieks in de Dansaertwijk is positief omdat ze in de buurt van de arme, minder gegoede buurtbewoners komen te liggen», legt David uit. «Deze twee werelden moeten met elkaar in contact komen, elkaar aanvaarden en elkaar leren kennen. Als iedereen in zijn hoekje blijft zitten, ontstaan er getto’s en dat is zeer slecht», gaat Marc verder.
Contact Centre Dansaert Centrum Aalststraat 7 1000 Brussel 02/213.36.90 www.dansaert.be www.sixplusone.com EFRO:
David is leerkracht etalagedecoratie. Vaak trekt hij met zijn leerlingen naar het begin van de Antoine Dansaertstraat, nabij de Beurs. «Zelf zullen ze niet snel naar de andere kant van de straat gaan. Van zodra ze aan de andere kant van het kanaal staan, voelen ze zich verloren. Het is belangrijk dat ze ook eens iets anders zien.»
E uropees Fonds voor Regionale Ontwikkeling
URBAN: was een specifiek programma van de Europese Commissie dat (tot 2006) kleine projecten in kansarme buurten ondersteunde om zo de bevolking van zeer nabij te betrekken bij de acties die werden opgezet
Net als David en Marc streven ook de Stad Brussel en de Europese Unie ernaar dat de verschillende bevolkingsgroepen zich onder elkaar mengen.Waarom ? Een betere integratie van alle sociale klassen in eenzelfde buurt. Het begin van de Dansaertstraat telt veel mode- en designwinkels. De andere kant, aan het kanaal, is veel volkser. Toch zijn er enkele chique winkels, zoals «Mac Line», die er zich recent vestigden. «De armste bevolking kan alleen maar baat hebben bij deze mix.Wij ontvangen al onze klanten op dezelfde manier. Het is juist als beide bevolkingsgroepen elkaar niet zien, dat ze elkaar gaan wantrouwen. Rijk en arm komt hier in contact met elkaar en dat vormt geen enkel probleem», legt Benjamin Gaspart, verkoper in deze computerwinkel, uit. Julie Fohal en Constance Delvigne
Het Verbindingsbureau Brussel-Europa
Dit grote gebouw met blauwe stroken zal binnenkort het Centre Mode Design Brussels huisvesten die internationaal de mode en design in Brussel in de kijker zal zetten © Cellule FEDER 2007-2013
Institut Des Hautes Etudes Des Communications Sociales
Wat betekent Europa voor ons?
Een kweekvijver van ondernemingen in de Aalststraat In de Aalststraat, aan de andere kant van de wijk, bevindt zich het Dansaertbedrijvencentrum. Dat Centrum verwelkomt micro-ondernemingen die in hun opstartfase zitten en biedt hen pasklare oplossingen aan. En het werkt ! Jérôme, Philippe en hun vennoten hebben er hun nieuw reclame- en communicatiebedrijfje gevestigd. En het bevalt hen ten zeerste. Een getuigenis.
D
e basis van het bedrijfje «6+1» is een project van zes zakenpartners. «In december 2008 kregen we het idee een bedrijf op te richten. We zijn met zes rond de tafel gaan zitten om te kijken of we dezelfde visie op reclame hadden. Vervolgens hebben we alle nodige administratieve procedures doorlopen: een businessplan opstellen, financiering vinden ...». Al snel rees het probleem van de lokalen. «We zijn dan op zoek gegaan naar kantoorruimte die te huur stond. Op een bepaald moment viel me te binnen dat een docent me tijdens mijn opleiding over bedrijvenincubatoren had verteld», zegt Jérôme. Bedrijvenincubatoren zijn privé-ondernemingen die lokalen ter beschikking stellen van jonge ondernemingen zodat die van start kunnen gaan. De ondernemingen betalen elke maand een soort van forfaitair bedrag, in de vorm van een overeenkomst, waarin alle lasten vervat zitten.
Het Dansaertcentrum, dat gerenoveerd werd dankzij Europese steun, is voortaan een bedrijvenincubator. © Julie Fohal
In Brussel zijn er een tiental van die incubatoren. De jongeren van «6 +1» hebben ze allemaal bezocht. Uiteindelijk kozen ze voor het Dansaertcentrum. Waarom?
«Het is een toffe buurt» «Het is een toffe buurt die volop bloeit. Er zijn heel wat winkeltjes met tweedehandsboeken, mode- en designwinkels en zelfs grafische kantoren. Hierdoor wordt een samenwerking tussen al deze ondernemingen mogelijk en kunnen we vlotter nieuwe contacten leggen. En we zitten vooral dicht bij het centrum», begint Philippe. «En ik woon drie straten verder …», voegt hij er lachend aan toe. De buurt waar het bedrijvencentrum ligt, vindt hij echter wat vuil. «Dat is een van de kleine nadelen. Het hek aan de ingang van het gebouw komt voor onze potentiële klanten helemaal niet gastvrij over», zeggen beide vennoten. Zo begon het verhaal van «6 + 1» in de Dansaert-incubator. Het communicatiebedrijfje betaalt er ongeveer 1600 euro per maand.
Een duwtje in de rug bij de start Het Dansaertcentrum verwelkomt sinds mei 2000 een vijftigtal ondernemingen in de Aalststraat. Het werd gesubsidieerd door de Stad Brussel en het Gewest, maar ook via Europese fondsen (EFRO en URBAN) . Dansaert biedt de aanwezige ondernemingen heel wat diensten aan: kantoren, Internetverbindingen, schoonmaakdienst, telefoon, vergaderzalen ... Het Lokaal economieloket, bestemd voor zowel toekomstige als reeds opgestarte bedrijven, geeft de ondernemers advies bij de uitvoering van hun project. Het bureau helpt hen financiering of overheidssteun te vinden, ondersteunt hen bij de administratieve stappen die moeten worden gezet. Het is kortom «top». De jonge zakenlui weten echter dat deze droom niet eeuwig zal duren. In Dansaert is het immers de regel dat jonge ondernemingen voor maximum vijf jaar worden gehuisvest. Daarna moeten ze op eigen benen staan. Om plaats te maken voor andere nieuwkomers … C.D en J.F
«Zonder het Dansaertcentrum zou ons bedrijfje zeker niet zo snel van start zijn gegaan», verklaart Jérôme. © Julie Fohal
&VSPQBFOIFU(FXFTUJOWFTUFSFOJOVXUPFLPNTU
Europese Unie Europese Unie Europese Unie Europees Fonds Europees Fonds Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling voor Regionale Ontwikkeling voor Regionale Ontwikkeling
9
10
Wat betekent Europa voor ons?
Minder vervuiling, meer jobs Vervuilde en verwaarloosde terreinen in Brussel een tweede leven schenken, dat is het doel van het project Brussels Greenfields. Op termijn zullen de gronden worden gesaneerd om er nadien nieuwe gebouwen op te zetten of reeds bestaande gebouwen te renoveren. En dat allemaal om banen te scheppen en de kanaalzone een nieuwe dynamiek te geven
I
n het Gewest kunnen tal van terreinen niet worden gebruikt omdat de bodem vervuild is en ze niet meer beantwoorden aan de hedendaagse vereisten. De verontreiniging is weinig zichtbaar, maar houdt niettemin ernstige gezondheidsrisico’s in. De vervuiling is vaak afkomstig van voormalige industriële activiteiten waarbij gewerkt werd met oplosmiddelen, zware metalen, … Toch zouden deze terreinen kunnen worden gebruikt voor allerlei nuttige doeleinden. Het project « Brussels Greenfields », dat wordt beheerd door Leefmilieu Brussel, voorziet in een saneringsbeleid voor die gronden en een gedeeltelijke financiering van de saneringskosten. Het programma omschrijft een Prioritaire Interventiezone (PIZ) waarin de activiteiten van Brussels Greenfields zich moeten situeren. Deze zone wordt getroffen door « weesvervuiling », d.w.z. vervuiling waarvan men de verantwoordelijke niet kent. De gronden worden ingedeeld in vier categorieën, in functie van de graad van vervuiling. Gronden van «categorie 4» houden een niet te verwaarlozen risico in, die van «categorie 1» houden geen risico in. Hoe meer de bodem moet worden gesaneerd, hoe groter het financieringsaandeel van het EFRO en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (tot 75%). Dankzij Brussels Greenfields zal dit soort van terreinen kunnen worden gesaneerd. © Leefmilieu Brussel-BIM
Contact Alexandre Van Caloen, projectcoördinator Tel. : 02/775.79.66 Leefmilieu Brussel www.leefmilieubrussel.be/brusselsgreenfields
Het Verbindingsbureau Brussel-Europa
Het doel van Brussels Greenfields heeft niet enkel betrekking op het leefmilieu. Het is ook de bedoeling het concurrentievermogen van de zone te vergroten en op de gesaneerde terreinen nieuwe jobs te creëren. Schone terreinen voor nieuwe banen.Voordelig voor de gezondheid, het leefmilieu en de economie. Daneels Gaëlle, Duquesne Annabelle
Institut Des Hautes Etudes Des Communications Sociales
Wat betekent Europa voor ons?
Een kweekvijver voor jobs Voor een jonge vrouw is het niet vanzelfsprekend om werk te zoeken als ze zelf kinderoppas voor haar kroost moet spelen. Het kinderdagverblijf Elmer in het hart van Brussel biedt plaatsen aan kinderen van ouders die een opleiding volgen met het oog op een job.
11
uur in het kinderdagverblijf Elmer Nieuwland. Terwijl de allerkleinsten een dutje doen, is het een en al drukte bij de « groteren » : Adwane en Assiyah maken een taart, Maryam en Braïan spelen met de legoblokjes, terwijl Matumba en Théo met ongeduld wachten om het laatste nieuwe speelblok, dat in volle opbouw is, te beklimmen. « Hier is het diversiteit troef! ». Kinderen van allerlei afkomst en huidskleur komen hier in contact met elkaar. Veelkleurigheid dus, net als bij Elmer, de bontgekleurde olifant en held uit een kinderboek die ook de mascotte van het kinderdagverblijf is.
Het kinderdagverblijf Elmer koppelt twee doelstellingen aan elkaar: de opvang van kinderen van werkzoekenden, en vorming. In samenwerking met « Actiris » en « Kind en Gezin » biedt de vereniging opleidingen aan voor werkloze vrouwen zonder diploma om in zes maanden tijd hulpkinderverzorgster te worden. Om te worden toegelaten « moet je al twee jaar werkloos zijn », preciseert de coördinatrice, Anne Lambrechts. Eind 2009 hadden reeds 25 vrouwen, na de opleiding van zes maanden, een diploma van kinderverzorgster behaald. Er zijn jobs in Brussel, op voorwaarde dat je over de vereiste kwalificaties beschikt.
Voor jonge vrouwen zijn er echter een aantal bijkomende hindernissen. Het is voor hen immers niet makkelijk een opleiding te volgen en tegelijk voor hun jonge kinderen te zorgen. Het kinderdagverblijf Elmer slaat twee vliegen in één klap. Het project biedt plaatsen in het kinderdagverblijf aan zodat de vrouwen de lessen kunnen volgen om een job te vinden. « Omdat we dat maatschappelijke doel voor ogen hebben, ontvangen we subsidies », voegt Anne Lambrechts eraan toe. Het project krijgt de steun van Kind en Gezin,Actiris en de Vlaamse Gemeenschapscommissie. Ook de Europese Unie heeft, via het EFRO (Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling) in de beurs getast. Gilles Clarenne, Korneel Timperman, Pierre Cambier
Contact Alexandre Van Caloen, projectcoördinator Tel. : 02/775.79.66 © G.C., K.T. en P.C.
Leefmilieu Brussel
&VSPQBFOIFU(FXFTUJOWFTUFSFOJOVXUPFLPNTU
Europese Unie Europese Unie Europese Unie Europees Fonds Europees Fonds Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling voor Regionale Ontwikkeling voor Regionale Ontwikkeling
11
12
Wat betekent Europa voor ons?
Wie heeft er zin … om te ondernemen? De zaken in beweging krijgen! Dat is het doel van het Brussels Agentschap voor de Onderneming (BAO). Dit Agentschap tracht de zin voor ondernemen in moeilijke buurten aan te wakkeren, met name via de scholen. Een voorbeeld is de Haute Ecole Francisco Ferrer, op een boogscheut van het Zuidstation.
M
et acht zitten ze aan een tafel achteraan in de klas, allemaal studenten reclame. Ze discussiëren. Over de kleur, over de doelgroep, over het onderwerp, … Hun project : het tijdschrift « Réversible ». Een deel voor vrouwen, een deel voor mannen en een centraal katern voor beiden. Om tot een eindresultaat te komen, moeten er echter eerst een aantal theoretische stappen worden gezet. Een marketingplan, een businessplan, het budget, … Plots weerklinkt luid een stem, er is onenigheid. Soms loopt de spanning hoog op. Een bewijs dat er een dialoog is en dat het project de leerlingen motiveert. Vandaag kunnen deze studentes uit het tweede jaar hoger onderwijs een leefbaar project voorleggen. In de tweede helft van het academiejaar zal het project concreet worden ingevuld.
« Toon je talent »
H
et programma YEP loopt nu twee jaar in het raam van de operatie «Boost your Talent» of « Toon je talent ». De actie wordt voor de helft gesubsidieerd door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en voor de andere helft door het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO). De coördinatie is in handen van het BAO, het Brussels Agentschap voor de Onderneming. « Boost your Talent » wil bij jongeren de zin voor ondernemen aanwakkeren. « We maken een duidelijk onderscheid tussen « zin voor ondernemen » en «ondernemingszin». Het gaat erom kwaliteiten aan te scherpen waarmee ze zich in een beroepsmatige en persoonlijke toekomst kunnen projecteren », preciseert Virginie Losson, projectcoördinatrice. « Boost your Talent » richt zich echter ook op het lager en middelbaar onderwijs met de projecten die respectievelijk « Cap’ten » en « Leeronderneming » heten. Al deze programma’s van Groupe One, Unizo, Ichec PME en Les Jeunes Entreprises, bestonden reeds, maar dankzij de steun van het EFRO kon er in de prioritaire zone (PIZ) vaart worden gezet achter de Europese projecten, met de steun van de scholen, maar ook van de jeugdverenigingen. N.S. en E.B.
Van idee tot product Deze projecten passen in een programma dat YEP heet, « young enterprise project» of « project voor jonge ondernemingen ». Het programma loopt sinds 2002 en richt zich op studenten uit het hoger, niet-universitair onderwijs. Het is de bedoeling de zin voor ondernemen aan te wakkeren door concreet een onderneming op te richten. «Het is tof. We zullen zien of het kan werken. Een onderneming uittesten, kan in het echte leven niet», getuigt Miguel, een student. Een docent ziet toe op het goede verloop en beantwoordt eventuele vragen samen met Claire, de animatrice op het terrein. « Dingen die leerlingen zelf meemaken, onthouden ze beter. Zeker omdat de meeste deelnemers een zelfstandige activiteit zullen uitoefenen », legt Didier Benoit, assistent-lector economische wetenschappen, uit. Hij staat aan de Haute Ecole Francisco Ferrer het hele jaar in voor het project. Het spreekt voor zich dat de invoering van een YEP-project in de scholen afhangt van de motivatie van de directie en vooral van de docenten.
Het Verbindingsbureau Brussel-Europa
Annabelle, Marie-Charlotte, Théodora en Miguel zijn volop aan het werk. Binnen enkele dagen zullen ze hun project van een reclamebureau aan de jury van de school voorstellen. © N.S. et E.B.
En morgen ? «Als het project werkt zou ik de zaak graag willen overnemen», zegt Melissa. Lola voegt eraan toe : « Als we ze niet overnemen, kunnen we minstens gebruiken wat we hier hebben geleerd, hoe je bijvoorbeeld een dossier samenstelt ... » Nathalie San Gil Elodie Bosendorf
Contact :Virginie Losson -
Projectcoördinatrice bij het Brussels Agentschap voor de Onderneming (BAO)
Tel. : 02 800 00 69 E-mail :
[email protected] www.boostyourtalent.be
Institut Des Hautes Etudes Des Communications Sociales
Wat betekent Europa voor ons?
De Slachthuizen gaan Europees Gepaard gaande met veel geroezemoes is er elke vrijdag, zaterdag en zondag de markt van de Slachthuizen van Anderlecht. Om zes uur ’s ochtends komen ongeveer 650 marktkramers uit alle hoeken van het land naar deze plek om hun producten te verkopen. De typisch Brusselse Slachthuizenmarkt zal worden gerenoveerd en uitgebreid dankzij het project « Agro-Parc Abatan » dat de steun van het EFRO krijgt. « Cléééémentines, máááááándarijntjes … Proef eens van mijn clementines !», hoor je hier ‘s ochtends vroeg aan de Slachthuizen van Anderlecht. Het is een drukte van jewelste, de mensen besnuffelen, betasten en kiezen hun etenswaren. Ananassen, mango’s, maniok, aardappelen, eieren, … Groenteboer Julien is trots op de kwaliteit van zijn producten. «Hier hebben de klanten rechtstreeks contact met de groenten, ze kiezen ze meestal zelf en zijn altijd tevreden», legt hij met een brede glimlach uit. Wat verderop weerklinkt de stem van Pascal, de buur van Julien en eveneens verkoper van groenten. Hij gaat de strijd aan met zijn overbuur. «Degene die het hardste roept, krijgt de meeste klanten», bevestigt hij. De Slachthuizenmarkt is een plek waar de inwoners van Brussel en elders niet omheen kunnen. Farah Sadegh woont nu vijf jaar in Jette. Voor geen geld van de wereld wil ze de markt missen. «Ik kom elk weekend naar deze markt. De mengeling van geuren herinnert me aan het platteland ».
De markt in een nieuw kleedje Om de zichtbaarheid en aantrekkelijkheid van deze economische kern van Anderlecht te verhogen, zal Europa een financiële bijdrage leveren aan het project “Agro-Parc ABATAN”. De werkzaamheden gaan van start in 2012. Dankzij het project, dat wordt gesubsidieerd door het EFRO, zal de overdekte markt worden gerenoveerd en uitgebreid, waardoor de Slachthuizen beter toegankelijk zullen zijn vanaf het metrostation Clémenceau. Door de transformatie van de
site zal er een stabilisering van de marktkramers komen, net als een meer coherente urbanisatie van de braakliggende terreinen op de hoek van de Bergensesteenweg. Maar daar zal het project niet stoppen : er wordt nu reeds nagedacht over latere fases, met name over de renovatie van de kelders van Kuregem, de aanleg van parkings, enz. Luc Blancke, de stuwende kracht achter het project, benadrukt dat de plek ondanks alle renovatiewerkzaamheden zijn authenticiteit zal behouden.
© F.S. et T.D.Q.V.
« Ik heb ergens horen waaien… » De markt betekent veel mensen en veel lawaai, … Nochtans zijn weinig mensen op de hoogte van het project dat subsidies van het EFRO krijgt en waarvan de concrete invulling inderdaad nog niet voor morgenvroeg is. « Ik heb ergens horen waaien dat ze deze kleine winkeltjes gingen afbreken die het zicht van onze stands op de straat wat verpes© F.S. et T.D.Q.V. ten», legt Mohammed uit terwijl hij een trouwe klant een bos wortelen aanreikt. Julien, de groenteboer, weet dat er binnen twee jaar renovatiewerkzaamheden zullen beginnen aan de kant van het metrostation Clémenceau, maar hij wist niet dat Europa de werken subsidieert. « Wij installeren ons, verkopen en vertrekken opnieuw, dat is alles ». Zou Europa beter ook niet eens op de markt gaan staan en net als de marktkramers uitroepen wat het voor zijn burgers doet … ? Florence Scherpereel Thi Diem Quach Van
© F.S. et T.D.Q.V.
© F.S. et T.D.Q.V.
Contact Luc Blancke Ropsy Chaudronstraat 24 1070 Anderlecht Abatan Tel.: 02/521 81 30 of 02/521.54.19.
[email protected]
&VSPQBFOIFU(FXFTUJOWFTUFSFOJOVXUPFLPNTU
Europese Unie Europese Unie Europese Unie Europees Fonds Europees Fonds Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling voor Regionale Ontwikkeling voor Regionale Ontwikkeling
13
14
Wat betekent Europa voor ons?
Vaarwel geuze, welkom solidair toerisme Het toekomstige Hotelcentrum Belle-Vue zet alles in op verantwoordelijk toerisme. 2500 m2 van de voormalige brouwerij Belle-Vue, aan de Henegouwenkaai in Molenbeek, zullen worden omgebouwd tot een opleidingscentrum voor hotelberoepen. Het centrum zou in 2013 of 2014 moeten opengaan.
Olivia Debruyne © D.H.
De volledige gevel van de brouwerij zal worden afgebroken. © De Vriese
H
et concept : een echt hotel met een dertigtal kamers om meer dan honderd jongeren per jaar op te leiden voor de horecaberoepen. « In dit centrum zouden jonge laaggeschoolde werklozen uit Molenbeek moeten terechtkunnen», verzekert Olivia Debruyne die bij de gemeente Molenbeek belast is met het project. Bericht aan de kandidaten: de “Mission locale” van Molenbeek zal instaan voor de rekrutering.
Het « schoolhotel » zal drie sterren en enkele meer luxueuze kamers krijgen zodat de studenten een volwaardige opleiding kunnen genieten. De doelgroep van het hotel zal echter duidelijk blijven. «Jonge dertigers die gevoelig zijn voor het concept “sociale economie” », zo benadrukt Olivia Debruyne. Ze voegt eraan toe: «De prijzen zullen zelfs iets lager liggen dan die van de privéconcurrenten. Ongeveer 80-85 euro voor een tweepersoonskamer. »
Dit deel van het gebouw zal het project van hotelschool Espace hôtelier Bellevue huisvesten © Cellule FEDER 2007-2013
Om het initiatief op poten te zetten, kreeg de overheid Europa zo ver om bijna de helft van de financiële inspanning voor zijn rekening te nemen. De voormalige brouwerij had twee troeven om de steun van het EFRO (Europees Fonds voor Regionale ontwikkeling) te krijgen: de strategische ligging in het hart van de hoofdstad en het architectonische erfgoed dat het complex behelst. Nicolas Rozen en Didier Haine
De lange weg van de sociale mix Wat een bouwput, die zone rond het kanaal! Gelukkig maar, want tal van vervallen gebouwen worden afgebroken om er nieuwe woningen, kantoren en opleidingscentra op te trekken. Het gaat hier om een grootschalig project dat de steun van de Europese Unie krijgt.
Alles wat overblijft van de Belle-Vue ... © De Vriese
Contacten Hotelcentrum Belle-Vue Henegouwenkaai 30 1080 Sint-Jans-Molenbeek Olivia Debruyne Graaf van Vlaanderenstraat 20 1080 Sint-Jans-Molenbeek “Mission locale” van Molenbeek Leopold II laan 101 – 103 1080 Sint-Jans-Molenbeek 02/421.68.60
Het Verbindingsbureau Brussel-Europa
De kanaalzone stond tot nu toe enkel symbool voor vervallen gebouwen, industriële stadskankers en onveiligheid. «Om de twee weken doeken we hier een café of vzw op vanwege de aanwezige drugshandel», zo bevestigt - ietwat overdreven ? – PierreThomas Collignon, politiecommissaris in Sint-Jans-Molenbeek.
Pierre-Thomas Collignon © D.H.
Vandaag wordt in de kanaalzone in de eerste plaats dingen gerenoveerd en opgewaardeerd en worden getto’s voorkomen door de bevolkingsgroepen met elkaar te mengen. Het is echter niet makkelijk om tot die sociale mix te komen. Er moet bovendien worden vermeden dat die noodzakelijke opwaardering van de zone tot hogere huurprijzen leidt, waardoor de armste Molenbekenaren verplicht worden uit de buurt weg te trekken. Marc, die in een schrijnwerkerij aan het kanaal werkt, kent het probleem : «Mijn ouders woonden meer dan veertig jaar in deze wijk, maar ze zijn moeten verhuizen. Toen hun gebouw werd overgekocht, verdubbelde de huurprijs gewoon.» De Gewestelijke Ontwikkelingsmaatschappij voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest probeert van haar kant om zoveel mogelijk woongelegenheid aan een gemiddelde prijs aan te bieden. Zal dit volstaan om huisvesting te behouden die voor iedereen betaalbaar is? NZ et DH
Institut Des Hautes Etudes Des Communications Sociales
Wat betekent Europa voor ons?
Europa in het kort Identiteitskaart Lidstaten van de Europese Unie
27
Officiële talen
23
Inwoners
± 499 800 000
Oppervlakte
4 376 780 km2
Europadag
9 mei
Onderlinge solidariteit in Europa De Europese Unie besteedt een derde van haar budget aan hulp voor haar armste regio’s en bevolkingsgroepen. Dat gebeurt via de «Structuurfondsen». De «Structuurfondsen» zijn vergelijkbaar met «de sociale zekerheid» van een land, een soort van solidariteitsmechanisme waardoor de rijkste landen voor de armste landen betalen. Om de regio’s te helpen schiet het EFRO (Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling) in actie. Personen worden dan weer geholpen door het Europees Sociaal Fonds. Brussel krijgt via het EFRO van de Europese Unie heel wat subsidies voor zijn armste gemeenten en wijken.
Brussel en het EFRO Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ontving van de Europese Unie iets meer dan 57 miljoen euro voor de periode 2007-2013. Ook de Belgische overheid legt eenzelfde bedrag op tafel. Resultaat : er is 115 miljoen euro beschikbaar om de zones die het nodig hebben op sociaal, economisch en milieuvlak te helpen. Er werd een PIZ, een prioritaire interventiezone voor het EFRO, omschreven. Die zone ligt grosso modo aan weerszijden van het kanaal, volgens een verticale as. De PIZ omvat wijken uit zeven gemeenten van het Gewest: Anderlecht, BrusselStad,Vorst, Molenbeek, Sint-Gillis, Sint-Joost en Schaarbeek. In die PIZ werden 37 prioritaire projecten geselecteerd volgens een aantal criteria: jobcreatie (in het bijzonder voor de bewoners van de betrokken wijken), de impact op de buurtbewoners van het project, de relevantie van het project ten aanzien van de behoeften van de wijk, ...
De voornaamste instellingen van de Europese Unie • Het Europees Parlement wordt om de vijf jaar door de burgers van de Europese Unie verkozen. De leden van dat Parlement, de Europese volksvertegenwoordigers, verdedigen de belangen van die burgers. Het Parlement drukt ook de democratische wil van de EU-burgers uit en verdedigt hun belangen in het overleg met de andere Europese instellingen. • De Raad van de Europese Unie vertegenwoordigt de Lidstaten. Een minister van elke Lidstaat neemt deel aan de vergaderingen van de Raad. De samenstelling van de vergadering hangt af van de onderwerpen die op de agenda staan.Als de Raad bijvoorbeeld over milieuaangelegenheden moet debatteren, zijn het de respectievelijke ministers van Leefmilieu van alle Lidstaten die aan de vergadering deelnemen. Die wordt dan de «Milieuraad» genoemd. • De Commissie is een instelling die onafhankelijk is van de nationale regeringen. Ze vertegenwoordigt en verdedigt de belangen van de Europese Unie in haar geheel. De Commissie werkt voorstellen voor nieuwe Europese wetten uit. Ze legt die vervolgens voor aan het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie. De Commissie staat in voor het dagelijkse beheer van de Europese Unie, d.w.z. voor de uitvoering van het gemeenschappelijke beleid en de Europese programma’s. Ze voert de begroting uit en besteedt het geld van de Europese Unie.
Waar kan men zich informeren over Europa? Hieronder staan enkele websites die u meer inzicht zullen verschaffen over de werking van de Europese Unie. • www.europa.eu : op deze website vindt u alle informatie over de werking, het beleid en de actualiteit van de Europese Unie. • www.europarl.europa.eu : de website van het Europees Parlement. Om meer te weten te komen over de instelling die rechtstreeks wordt verkozen door de EU-burgers. • Het telefoonnummer van Europe Direct : 00800 6 7 8 9 10 11. Dit is een gratis nummer in de hele Unie waar u een antwoord krijgt op al uw vragen over Europa. • http://ec.europa.eu/belgium/index_nl.htm : de website van de Vertegenwoordiging van de Europese Commissie in België. Ook hier krijgt u een antwoord op al uw vragen over de Europese Unie . • http://ec.europa.eu/regional_policy/index_fr.htm : een website waar u alle informatie vindt over het regionale beleid van de Europese Unie en het EFRO. • http://europarl.europa.eu/brussels : website van het Informatiebureau van het Europees Parlement in België • www.vbbe.be : website van het Verbindingsbureau Brussel-Europa
Brussel in het spoor van Lissabon Het Verdrag van Lissabon is op 1 december 2009 in werking getreden. Dat Verdrag omschrijft de nieuwe regels voor de werking van de Europese Unie. Enkele wijzigingen hebben rechtstreekse gevolgen voor eenieder van ons. • Meer macht voor het Europees Parlement. Het Europees Parlement zal in meer domeinen beslissingen kunnen nemen, op gelijke voet met de Raad van de Europese Unie.Via hun verkozenen zullen de burgers meer controle kunnen uitoefenen op de Europese wetgeving en de beleidskeuzes. • Initiatiefrecht van de burgers. De Europese burgers zullen de Europese Commissie (de regering van de Europese Unie) voortaan kunnen vragen een “wetsontwerp” voor te stellen. Onder welke voorwaarde ? Het verzoek moet door minstens een miljoen handtekeningen uit de verschillende EU-Lidstaten worden gesteund. • Het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie wordt bindend . Dat Handvest omvat alle burger-, politieke, economische en sociale rechten van de Europese burgers en iedereen die op het grondgebied van de Unie woont. Het Handvest werd in 2000 ondertekend en afgekondigd. Met het Verdrag van Lissabon wordt het bindend. • Een gezicht voor Europa. De Europese Raad, d.w.z. de vergadering van de staatshoofden en regeringen die de grote politieke impulsen geeft, heeft voortaan een voltijdse voorzitter. Die geeft de Europese Unie een stem en een gezicht, vertegenwoordigt de Unie op de internationale scène en coördineert de werkzaamheden van de Raad. De functie wordt momenteel uitgeoefend door de voormalige Belgische premier Herman Van Rompuy.
België aan het roer Om de zes maanden neemt een andere Lidstaat het voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie (een van de twee Europese wetgevende kamers, samen met het Europees Parlement) waar. Van 1 juli 2010 tot 31 december 2010 zal België die rol vervullen.
&VSPQBFOIFU(FXFTUJOWFTUFSFOJOVXUPFLPNTU
Europese Unie Europese Unie Europese Unie Europees Fonds Europees Fonds Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling voor Regionale Ontwikkeling voor Regionale Ontwikkeling
15
Drie partners, hand in hand Het Verbindingsbureau Brussel-Europa « De burger begrijpt de grote instelling die de Europese Unie is, vaak niet », zegt de directeur
van het Verbindingsbureau Brussel-Europa (VBBE). De Europese Unie streeft in de eerste plaats naar meer betrokkenheid van haar burgers. Daarom bevordert het VBBE de uitwisselingen tussen Europeanen en Brusselaars en tracht het de burgers vertrouwd te maken met de Europese gedachte. Het Bureau, dat in 1991 werd opgericht, wil enerzijds het imago van Brussel bij de Europese instellingen en hun werknemers verbeteren en anderzijds de Brusselaars sensibiliseren voor
de Europese roeping van hun Gewest. Om de burger vertrouwd te maken met de Europese gedachte organiseert het VBBE onder meer sensibiliseringscampagnes die zich op de jongeren richten of zet openbare debatten op in samenwerking met de gemeenten. Het bevordert ook de deelname aan evenementen die Europa dichter bij de burger willen brengen. Een voorbeeld daarvan zijn de open deurdagen die de Europese instellingen houden. Voor Europeanen worden tal van projecten op het touw gezet om hun actieve deelname aan het sociaal-culturele leven in Brussel te vergemakkelijken en hen bij lokale initiatieven te betrekken, onder meer door hen ertoe aan
te zetten gebruik te maken van hun stemrecht bij de gemeenteraadsverkiezingen. Het VBBE ondersteunt de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bij alle acties die de Europese roeping van Brussel willen promoten.
Contact: Verbindingsbureau Brussel-Europa Carlo Luyckx, Directeur Karin Impens, Adjunct-directeur 63 Oudergemlaan 1040 Brussel Tel : 02/280 00 80
[email protected] www.vbbe.be
De cel Coördinatie en Beheer EFRO 2007-2013 -±&VSPQFFUMB3nHJPOJOWFTUJTTFOUEBOTWPUSFBWFOJS
Union Européenne Fonds Européen de Développement Régional
In 2007 begon een nieuwe programmeringsperiode van de Europese Structuurfondsen. Paral-lel daarmee werd bij het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een nieuwe cel opgericht voor het dagelijks beheer van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) : de cel Coördinatie en Beheer EFRO 2007-2013. Dit multidisciplinair team verleent de projectdragers concrete hulp bij het nakomen van hun verplichtingen t.a.v. Europa en coördineert de communicatie (tussen de projectdragers, met de EU, met de betrokken instan-ties en naar het publiek toe). Hoe werkt het systeem ? De Europese Commissie onderhandelt over de door de lidstaten voorgestelde programma’s, keurt ze goed en wijst kredieten toe. Het
Brussels Hoofdstedelijk Gewest beheert zijn programma, ziet toe op de uitvoering ervan en selecteert, controleert en evalueert de projecten. De Europese Commissie werkt mee aan de follow-up van de programma’s, gaat betalingsverplichtingen aan, betaalt de gecertificeerde uitgaven en verifieert de toegepaste controlesystemen. Europa en het Gewest investeren in de toekomst ! In het totaal heeft de Brusselse Hoofdstedelijke Regering 37 projecten geselecteerd om de economie en de werkgelegenheid aan te zwengelen in een Prioritaire Interventiezone, die langs het kanaal gelegen is. Het betreft voor het merendeel infrastructuurprojecten (bouw, renovatie, herwaardering), die gerealiseerd moeten zijn tegen het einde van de programme-
ringsperiode (2013). Bovendien heeft de Regering vooral projecten van duurzame aard willen steunen, met een positieve weerslag voor de mensen die in de buurt ervan leven, werken en investeren : 300 nieuwe banen, 5.000 opleidingsplaatsen en 300 nieuwe kinderopvang-plaatsen, met ook nog vele andere, moeilijk te kwantificeren resultaten die de levenskwaliteit in de betrokken wijken ten goede komen. Contact: Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Cel Coördinatie en Beheer EFRO 2007-2013 Vooruitgangstraat 80 - 1035 Brussel T 02 204 17 61 Website : www.efro.irisnet.be Coördinator : Corentin Dussart E-mail :
[email protected] Communicatieverantwoordelijke : Sandrine Vandewattyne E-mail :
[email protected]
IHECS / Brussel Het IHECS is het Instituut voor Hogere Studies in de Sociale Communicatie in Brussel met hoofdzetel vlakbij de Grote Markt. Het IHECS voorziet in de opleiding (vijf jaar na het middelbaar onderwijs) tot verschillende beroepen in de communicatie en journalistiek. Het biedt echter nog dat ietsje meer dat het verschil maakt met het meer academische onderwijs. In het IHECS wil men graag theorie combineren met praktijk, men wil naar buiten komen en het onderwijs toetsen aan de werkelijkheid. In Master 2 (het vijfde jaar) kunnen de studenten journalistiek opteren voor verschillende specialismen. Een daarvan is de opleiding tot redacteur in lokale of regionale media, waar men het dichtst bij de mensen staat. Centraal in dit specialisme staat
een praktijkgebonden cursus « Europese lokale verslaggeving». Het doel van deze cursus is de toekomstige, professionele journalist te leren om – uitgaande van het lokale vlak – die Europese onderwerpen (en dat zijn er heel wat!) te behandelen waarmee de mensen dagelijks te maken krijgen. Vandaar deze oefening, een uitdaging, die hen werd opgelegd in samenwerking met het Verbindingsbureau Brussel- Europa en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. In december 2009 kregen de ongeveer twintig studenten van dit specialisme (in Master 2) – samen met een groep studenten journalistiek uit Kortrijk in het kader van een taalbad in het IHECS – nauwelijks enkele dagen de tijd om een krant van 16 pagina’s (foto’s en tekst) samen te stellen met als onderwerp de aanwezigheid van Europa in de Brusselse volkswijken. De vraag waaruit werd vertrokken was de volgende: hebben de projecten die door de Europese Unie via het EFRO (Europees fonds voor Regio-
E.R. – V.U. : Karin Impens - av. d’Auderghem 63 Oudergemlaan – 1040 Etterbeek
nale Ontwikkeling – hulpfonds ten bate van de regionale politiek) worden gefinancierd, effectief een positieve impact op het leven in die meer achtergestelde zones? Om zich een mening te kunnen vormen gingen de studenten journalistiek praten met inwoners, verenigingen, kleine middenstanders en verantwoordelijken van de gemeenten van Sint-Gillis tot Brussel-Stad, via Molenbeek of Anderlecht. Hier volgt hun visie! Contact: IHECS Jean Lemaître / Leraar Directeur Ihecs International & Formation continue 58-60 Stoofstraat / 1000 Brussel Tel : 02 549 55 37
[email protected] www.ihecs.be