Toekomst Sorteren Wat betekent de reorganisatie voor jou?
Den Haag, oktober 2006
Aan de medewerkers van de sorteercentra brieven Yvonne is medewerker op een sorteercentrum brieven; Marcel is bedrijfsleider op hetzelfde sorteercentrum. In deze brochure ‘Wat betekent de reorganisatie voor jou?’ praten Yvonne en Marcel over de reorganisatie en wat die voor Yvonne en haar collega’s betekent. Yvonne stelt vooral vragen en Marcel beantwoordt die. De tekst in deze brochure heeft dus de vorm van een interview. Marcel en Yvonne bestaan niet echt; de namen en ook het interview zijn verzonnen. Dat hebben we gedaan omdat we jou op deze manier goed kunnen informeren over wat je te wachten staat. Ben je al goed op de hoogte, dan kun je ook alleen de tekstjes in de kaders lezen. Daarin staan de hoofdlijnen. Wil je iets opzoeken, kijk dan in de begrippenlijst waar je dat kan vinden. De begrippenlijst staat op de achterkant van de inhoudsopgave, dus vlak vóór tab 1. TNT Post BU Productie Programma Toekomst Sorteren/HR&O
1
Kan ik op het sorteercentrum brieven blijven werken?
2
Wat doet het bedrijf voor mij?
3
Hoe vergroot ik mijn kansen?
4
Hoe ziet mijn werksituatie er straks uit?
5
Stel dat er voor mij geen werk meer is…
Begrippenlijst Pagina
Afkoop kleine contractvermindering
13
Beëindiging arbeidsovereenkomst
21
Beschikbaarheid 4 Contracturen 11 Flexibiliteit 16 FlexS
12
Inventarisatieformulier 11 Mismatch
8
Mobiliteitadviseur 20 Mobiliteitbudget 7 Niet-ingevulde werkpakketten
9
Overcompleet 19 Peildatum
5
Plaatsen
4
Plaatsingsprocedure 8 Rangnummer 3 Senioren-arrangement 8 Sociale Begeleidings Regeling
20
Vrijwillige mobiliteit
7
Werkpakket 3 Werktijdregeling 3 WTR 2008
9
WW-uitkering 21 55+ SBR-regeling
20
1
22
32
42
52
Kan ik op het sorteercentrum brieven blijven werken? Yvonne: ‘Wij hebben het ontzettend druk! Waarom gaan we eigenlijk reorganiseren?’ Marcel: ‘Het is inderdaad niet voor ieder cluster op elk moment merkbaar, maar de hoeveelheid post is de laatste jaren flink afgenomen. Mensen sturen elkaar gewoon minder brieven. In plaats daarvan sturen ze e-mails en sms-jes. Dit gebeurt steeds meer. De hoeveelheid post zal dus nog verder dalen. Ook zijn we allang niet meer het enige postbedrijf. Dus moeten we op onze kosten letten en efficiënter gaan werken. Alleen dan blijft het de komende jaren goed gaan met ons bedrijf.’ Yvonne: ‘Dus daarom moeten er nu mensen uit...’ Marcel: ‘Dat is één van de gevolgen van het reorganisatieplan. Allereerst zijn de werkprocessen efficiënter opgezet.Vervolgens is gekeken naar de hoeveelheid post die we verwachten en is op basis daarvan een werktijdregeling gemaakt. Hierin staat wanneer er in welk cluster gewerkt moet worden. Als je dat weet, weet je ook ongeveer hoeveel mensen je nodig hebt. Dat bleken er minder te zijn dan wij nu hebben.’ Yvonne: ‘Niemand van ons weet of ’ie mag blijven of niet. Het duurt nog een poos voor we dat horen. Ondertussen probeer je natuurlijk in te schatten hoe je kansen liggen. Heb je nou meer kans om te mogen blijven, als je altijd goed hebt gepresteerd?’ Marcel: ‘Nee, volgens de wet mag je daar geen rekening mee houden. Iedereen krijgt dezelfde kans. Wat ook niet uitmaakt is, of binnen jouw werkveld veel of weinig taken verdwijnen. Dat maakt jouw kansen niet anders. Alleen mensen die ongeveer even oud zijn als jij en meer dienstjaren hebben, zijn in het voordeel. Die krijgen een lager rangnummer .’ Yvonne: ‘Ja, we hebben inderdaad ons rangnummer gekregen. Maar wat zegt dat nummer nou precies?’ Marcel: ‘Per medewerker wordt bekeken of er een werkpakket is dat bij hem of haar past. Het rangnummer geeft de volgorde aan waarin de medewerkers aan de beurt komen. Op een gegeven moment zijn alle beschikbare werkpakketten vergeven.Voor wie er dan nog op de lijst
22
Werktijdregeling Voor elk sorteercentrum brieven wordt een werktijdregeling (WTR) gemaakt. Hierin staat per cluster voor hoeveel mensen er wanneer werk is. Tussen 1 april en 1 juni 2007 wordt de WTR op de sorteercentra ingevoerd; op 1 juni 2007 werken alle sorteercentra volgens de nieuwe WTR.
32
Rangnummer Inmiddels zijn de rangnummers bekend. De rangnummers zijn zo toegekend dat de leeftijdsopbouw na de reorganisatie hetzelfde is als ervoor. Binnen elke leeftijdsgroep geldt: hoe langer iemand in dienst is, hoe lager het rangnummer.
42
Werkpakket Werkpakketten bevatten niet alleen een omschrijving van het werk, maar ook van het cluster en de dagen en dagdelen waarop wordt gewerkt. Per medewerker wordt gekeken of er een werkpakket is dat bij hem of haar past.
52 3
staat, is er waarschijnlijk geen werk. We werken de lijst af van laag naar hoog. Hoe lager je nummer, hoe eerder we jouw situatie bekijken.’ Yvonne: ‘Als je een heel laag nummer hebt, weet je dan zeker dat er een plek voor je is?’ Marcel: ‘Nee. Je kansen zijn dan wel iets groter, maar ook dan heb je niet de garantie dat je kan blijven.’ Yvonne: ‘Hoe zit dat dan?’ Plaatsen Met ‘plaatsen’ wordt bedoeld, dat een medewerker een plek krijgt in de nieuwe organisatie.
Beschikbaarheid Een laag rangnummer vergroot de kans op een baan, maar het rangnummer is niet het allerbelangrijkste. De kans op een baan wordt vooral bepaald door de beschikbaarheid van de medewerker op de dagen en dagdelen waarop het werk gedaan moet worden.Van tevoren geven de medewerkers aan wanneer ze, naast hun huidige werkdagen en dagdelen, beschikbaar zijn.
Marcel: ‘We nemen de werktijdregeling, waarop per cluster staat voor hoeveel mensen wanneer werk is. Per medewerker bekijken we of we voor iemand een werkplek hebben. Dat noemen we: iemand plaatsen . We proberen je op je eigen dagdelen te plaatsen. Als dat niet lukt binnen je eigen cluster en op je eigen dagen, kijken we of dat lukt binnen een ander cluster en op anderen dagen. Alleen als het niet anders kan, plaatsen we je op andere dagdelen en desnoods ook binnen een ander cluster en op andere dagen. Naar andere dagen en dagdelen kijken kan alleen, als je aan hebt gegeven dat je op andere dagen en dagdelen kan werken. Dat noemen we: jouw beschikbaarheid .’ Yvonne: ‘Dus de rangnummers bepalen wanneer je aan de beurt bent. Hoe eerder je aan de beurt bent, hoe meer werkpakketten er nog zijn en dus hoe groter de kans dat er een geschikt werkpakket voor jou is, dat bovendien past bij jouw beschikbaarheid. Maar ook als je een hoog rangnummer hebt, heb je kans te mogen blijven.’ Marcel: ‘Zo is het.’ Yvonne: ‘Hoe wordt het rangnummer ook al weer bepaald?’ Marcel: ‘Dat zal ik uitleggen, maar daar moet je wel even voor gaan zitten. Het is behoorlijk ingewikkeld! We berekenen de rangnummers per sorteercentrum. Allereerst zijn op elk sorteercentrum de medewerkers ingedeeld in leeftijdsgroepen. Er zijn vijf groepen: - t/m 24 jaar - van 25 t/m 34 jaar - van 35 t/m 44 jaar - van 45 t/m 54 jaar - vanaf 55 jaar.
4
Vervolgens zijn de namen van de medewerkers per groep in een bepaalde volgorde gezet. De volgorde wordt bepaald door het aantal jaren dat iemand in dienst is bij TPG Post. Daarbij tellen ook de jaren mee dat iemand bij een ander onderdeel van TPG Post heeft gewerkt. Iemand moet dan niet tussentijds bij een andere werkgever hebben gewerkt, want dan tellen de eerdere jaren niet mee. Wie het langst in dienst is, is vooraan gezet; daarachter staat de naam van de medewerker die daarna het langst in dienst is en zo verder.’
22
Yvonne: ‘En was het toen een kwestie van tellen, uit elke groep om de beurt één, te beginnen bij de medewerker die vooraan stond, dus die met de meeste dienstjaren?’ Marcel: ‘Ja, maar daarbij moesten wij nog met iets anders rekening houden. Het is niet zo dat er op dit moment van alle leeftijdsgroepen precies evenveel mensen bij ons bedrijf werken. We hebben in verhouding bijvoorbeeld veel mensen van 55 jaar en ouder, en weinig mensen van onder de 24.Volgens de wet moeten wij ervoor zorgen dat die verhouding na de reorganisatie precies hetzelfde is. In de leeftijdsgroepen met veel medewerkers worden dus veel rangnummers toegekend.’ Yvonne: ‘Ik ben van de zomer 35 geworden. Bij welke leeftijdsgroep ben ik ingedeeld?’ Marcel: ‘Bij het bepalen van iemands leeftijd zijn we uitgegaan van de dag waarop de reorganisatie is afgerond. We houden de leeftijden en het aantal dienstjaren aan, die mensen op die datum hebben. Dat heet de peildatum . Die peildatum is 1 april 2008. Jij bent dan 36 en daarom ben je in de middelste categorie ingedeeld.’ Yvonne: ‘Ik dacht dat de peildatum 1 mei 2006 was!’
32 Peildatum We gaan uit van de situatie op een bepaalde datum. Dat heet de peildatum.Voor het bepalen van het aantal dienstjaren en de leeftijdscategorie is de peildatum 1 april 2008. Dat is ook de dag waarop de reorganisatie is afgerond.Voor het bepalen van het huidige contract is de peildatum 1 mei 2006.
Marcel: ‘Dat is een andere peildatum. Dat is de peildatum waar we vanuit gaan voor het bepalen van de grootte van je contract en van jouw dagen en tijden. En we kijken in welk cluster je op die datum werkte. Dat zijn belangrijke gegevens. We proberen namelijk om iemand zo te plaatsen dat er zo min mogelijk verandert. We kijken overigens wel of er met de situatie op de peildatum niet toevallig iets aan de hand is. Zo zijn met medewerkers die sinds begin van dit jaar tijdelijk ergens anders werken of meer uren werken, aparte afspraken gemaakt.’
42
52 5
Yvonne: ‘Als je dus een beetje mazzel hebt, verandert er niks voor je...’ Marcel: ‘Nee, voor iedereen verandert de werksituatie. De werkpatronen veranderen. Bepaalde werkpakketten worden bij andere clusters in-gedeeld. De samenstelling van je team verandert en je krijgt misschien een andere leidinggevende. En soms moet je een paar uur ergens anders heen of ander werk doen. Er valt nog veel meer te zeggen over wat er verandert. Maar laten we het eerst hebben over wat het bedrijf voor jou doet en hoe je zelf je kansen kan vergroten.’
6
22
32
42
52
Wat doet het bedrijf voor mij? Yvonne: ‘Ik geloof wel dat het er eerlijk aan toe zal gaan door die rangnummers. Je weet in elk geval zeker dat er niemand wordt voorgetrokken. Maar als jij je baan kwijtraakt, koop je daar weinig voor.’ Marcel: ‘Dat snap ik. Maar daarom doen we ook veel meer. We hebben een flink aantal sociale maatregelen genomen.’ Yvonne: ‘Zoals?’ Marcel: ‘Eén van de belangrijkste is: het stimuleren van medewerkers om uit zichzelf weg te gaan. ‘Vrijwillige mobiliteit’ noemen we dat. Medewerkers die vertrekken, doen dat bijvoorbeeld omdat ze een andere baan hebben gevonden. Dat mes snijdt aan twee kanten: het is fijn voor die medewerkers als ze een andere baan hebben én goed voor de achterblijvers, omdat daarmee hun kansen om te mogen blijven groter worden.’ Yvonne: ‘En hoe stimuleren jullie dat dan?’ Marcel: ‘Op verschillende manieren. We geven medewerkers die vrijwillig vertrekken een bedrag mee. Dat heet een mobiliteitbudget . We betalen ook opleidingen voor medewerkers, als ze daarmee meer kans op een baan hebben. We begeleiden ze bij het zoeken naar een andere baan en geven sollicitatietrainingen. Op alle sorteercentra zijn gespecialiseerde medewerkers, bij wie je terecht kan met vragen over vrijwillige mobiliteit.’ Yvonne: ‘Nog even over dat mobiliteitbudget... Hoe groot is het bedrag dat je meekrijgt?’ Marcel: ‘Dat hangt af van het aantal jaren dat je bij ons hebt gewerkt en van je leeftijd. Je krijgt in principe één maandsalaris per heel dienstjaar. Het minimum is 3 en het maximum 22 maandsalarissen. Wie snel vertrekt (uiterlijk op 1 december 2006), krijgt bovendien een premie. Ik moet er één ding bij zeggen: als er teveel medewerkers vrijwillig vertrekken, kan het zijn dat we de regeling opnieuw gaan bekijken.’
Vrijwillige mobiliteit Een aantal medewerkers verlaat vrijwillig het bedrijf. Dat wordt ‘vrijwillige mobiliteit’ genoemd. Het bedrijf stimuleert het vrijwillige vertrek door vertrekkende medewerkers scholing en opleiding aan te bieden en te begeleiden bij het vinden van een andere baan. Ze krijgen bovendien een geldbedrag mee.
32
Mobiliteitbudget Dit is het bedrag dat medewerkers mee kunnen krijgen als zij vrijwillig vertrekken. De hoogte van het bedrag hangt af van het aantal jaren dat iemand in dienst is geweest bij TPG Post en van de leeftijd. De basis is: een maandsalaris per dienstjaar, met een minimum van 3 en een maximum van 22 maandsalarissen. Medewerkers die snel vertrekken, kunnen bovendien een premie krijgen.
42
52
Yvonne: ‘En wat doen jullie voor medewerkers die niet zelf vertrekken?’
7
Plaatsingsprocedure Het toekennen van de werkpakketten moet eerlijk en zorgvuldig gebeuren, vooral omdat er meer medewerkers dan werkpakketten zijn. Daarom is een stappenplan ontwikkeld, waarbij voor elke stap bepaalde regels gelden. Dit stappenplan met bijbehorende regels heet: de plaatsingsprocedure. De plaatsingsprocedure is in goed overleg met de OR ontwikkeld.
Marcel: ‘We doen ons uiterste best om medewerkers die we kunnen plaatsen ook zo goed mogelijk te plaatsen. Daarbij werken we met een stappenplan, waarbij voor elke stap nauwkeurig de regels zijn bepaald. Dat heet de plaatsingsprocedure . Als we die procedure volgen, zijn de mensen straks op de juiste plekken en dagdelen ingedeeld en kunnen we efficiënt werken. Maar de plaatsingsprocedure zorgt ook, dat zoveel mogelijk medewerkers de kans krijgen om hun baan te houden.’ Yvonne: ‘Hoe dan?’ Marcel: ‘Doordat we ze de mogelijkheid geven om op andere dagen en dagdelen te werken. Daarmee bieden we ze een kans om aan hun uren te komen.’
Mismatch Er kan een situatie ontstaan waarbij er wel een werkpakket voor een medewerker is, maar het aantal uren dat daarbij hoort kleiner is dan de medewerker nu heeft. Dan is er sprake van een mismatch. Er zal dan geprobeerd worden om het verschil te overbruggen.
Yvonne: ‘Waarom is dat belangrijk?’ Marcel: ‘Omdat je in principe alleen geplaatst wordt als we een werkpakket voor je hebben dat even groot is als het werkpakket dat je nu hebt. Als wij niet aan dat aantal uren komen, is er sprake van een mismatch .’ Yvonne: ‘En wat dan? Wat gebeurt er bij een mismatch?’ Marcel: ‘Dan proberen we om het gat te dichten. Daarvoor is een klein aantal mogelijkheden. Daarover zal ik het straks met je hebben, als ik je vertel hoe jij je eigen kansen kan vergroten. Krijgen we het gat daar niet mee gedicht of niet helemaal, dan kunnen we je niet plaatsen.’
Senioren-arrangement Een aantal oudere medewerkers krijgt de kans om een deel van het werkpakket in te leveren.Voor het deel dat de medewerker niet meer werkt, ontvangt hij of zij 60% van het salaris. Medewerkers moeten een verzoek indienen om gebruik te mogen maken van het senioren-arrangement. Deze mogelijkheid wordt aangeboden vanaf 1 april 2007.
8
Yvonne: ‘Jullie proberen medewerkers zo goed mogelijk te plaatsen. Maar geldt dat voor alle medewerkers? Ik heb gehoord dat er voor ouderen andere speciale maatregelen gelden...’ Marcel: ‘Dat klopt. Een van de belangrijkste is het senioren-arrangement . Daarbij kan een aantal oudere medewerkers ervoor kiezen om voor een deel te blijven werken.Voor het deel dat de medewerker blijft werken, houdt hij of zij 100% salaris.Voor het deel dat de medewerker niet meer werkt, ontvangt hij of zij 60% van het salaris. Blijft iemand dus voor 50% werken, dan krijgt hij of zij 80% van het huidige salaris. Er gelden wel bepaalde regels voor het aantal uren dat je moet blijven werken en dat je af moet staan. Zo moet het aantal uren dat je niet meer werkt, tenminste een derde van het huidige aantal uren zijn en maximaal de helft. Medewerkers moeten een verzoek indienen om gebruik te mogen maken van het senioren-arrangement. Het senioren-
arrangement is voor die medewerkers die zijn geplaatst en op dat moment 55 jaar of ouder zijn.’ Yvonne: ‘Het zijn heel wat regelingen...’ Marcel: ‘Er is inderdaad een heel pakket aan maatregelen. Wij hopen dat we daardoor zoveel mogelijk mensen kunnen plaatsen en liefst ook nog zoveel mogelijk op de dagen en dagdelen dat zij nu werken en binnen hun eigen clusters. En we hopen daardoor de medewerkers die vrijwillig of onvrijwillig vertrekken op een zo goed mogelijke manier weg te laten gaan.’ Yvonne: ‘Het schijnt een enorme puzzel te zijn om de WTR gevuld te krijgen. Stel nou dat iemand niet wordt geplaatst en later blijkt dat er toch nog niet-ingevulde werkpakketten zijn. Krijg je die dan alsnog aangeboden?’ Marcel: ‘Het is mogelijk dat er nog een heel klein aantal werkpakketten overblijft, waar we niemand op hebben kunnen plaatsen. In dat geval zullen we contact opnemen met de medewerkers die we niet hebben kunnen plaatsen. Dat gebeurt in de volgorde van de rangnummers. Het gaat dan vrijwel zeker om een werkpakket waarbij op dagdelen moet worden gewerkt waarop de medewerker zich niet beschikbaar had gesteld. Maar misschien grijpt iemand dan toch zo’n allerlaatste kans.’
Niet-ingevulde werkpakketten Voor zover er nog laatste niet-ingevulde werkpakketten zijn, worden deze aangeboden aan medewerkers die niet geplaatst zijn. Dat gebeurt op volgorde van rangnummer. Het gaat dan om werkpakketten die niet passen binnen de beschikbaarheid van een van de medewerkers.
32
Yvonne: ‘Of je geplaatst bent, hoe hoor je dat?’ Marcel: ‘Je krijgt een brief. Daarin staat dat je bent geplaatst. Maar er is nog een mogelijkheid: dat je wel wordt geplaatst op de WTR 2007, maar niet de garantie hebt dat je ook wordt geplaatst op de WTR 2008 .’ Yvonne: ‘Hoe bedoel je?’
WTR 2008 Een aantal medewerkers wordt geplaatst op de WTR 2007, die op 1 april 2007 in gaat, maar krijgt niet de garantie ook te worden geplaatst op de WTR 2008, die op 1 april 2008 in gaat.
42
Marcel: ‘Afhankelijk van de vraag op welk sorteercentrum je werkt, gaat ergens tussen 1 april en 1 juni 2007 de nieuwe WTR in. Deze WTR is gemaakt op basis van de verwachtingen van de situatie in 2007. Op 1 april 2008 voeren we weer een nieuwe WTR in. Die is gebaseerd op de verwachtingen voor 2008. Daarom spreken wij van een WTR 2007 en een WTR 2008.’
52
Yvonne: ‘Maar wat heeft dat nu te maken met het plaatsen van de medewerkers?’
9
Marcel: ‘Verreweg de meeste medewerkers die in de periode april-juni 2007 worden geplaatst op de WTR 2007, hebben de garantie dat ze ook worden geplaatst op de WTR 2008. Maar een klein aantal medewerkers kunnen we die garantie niet geven. Die kunnen we gelukkig wel plaatsen in 2007 maar ze zijn niet zeker van plaatsing in 2008.’ Yvonne: ‘Wat zeg je me nou? Dan laten jullie een medewerker dus nog een jaar in spanning zitten, omdat jullie iemand nog een poosje kunnen gebruiken...’ Marcel: ‘Het is inderdaad heel vervelend dat bepaalde medewerkers nog langer in onzekerheid moeten verkeren. Maar het kan niet anders. We verwachten dat de hoeveelheid post in 2008 verder afneemt. Bovendien denken we in 2008 nog efficiënter te kunnen werken. Wat de effecten daarvan precies zijn, weten we nu nog niet. Dat weten we pas in de loop van volgend jaar. Maar we weten wel dat we in 2008 nog iets minder mensen nodig hebben dan in 2007. Daarom kunnen we een beperkt aantal mensen niet de garantie geven dat ze ook in 2008 geplaatst zullen worden.’ Yvonne: ‘Tsjonge jonge... Wat zal ik opgelucht zijn als ik begin volgend jaar zwart op wit heb dat ik geplaatst ben en dan niet voor één jaar!’
10
32
42
52
Hoe vergroot ik mijn kansen? Yvonne: ‘Ik wil gewoon graag op het sorteercentrum blijven werken. Dat geldt ook voor de meeste van mijn collega’s. Maar je voelt je zo machteloos. Je hebt zelf geen enkele invloed.Volgens mij is het enige dat je kan doen, duimen dat veel collega’s vrijwillig vertrekken. Want hoe meer er weg gaan, hoe beter de kansen voor de achterblijvers. Wat kan je nog meer doen?’ Marcel: ‘Wat echt heel veel uitmaakt, is je beschikbaarheid. Denk heel goed na als je het inventarisatieformulier invult. Dat bepaalt voor een belangrijk deel je kansen.’ Yvonne: ‘Oh ja, dat inventarisatieformulier... Daarover heeft onze leidinggevende verteld. Dat is dat formulier met een schema. Daarop staan alle dagen van de week, met de dagdelen erbij. Wat je moet doen, is aangeven welke dagdelen je nu werkt en welke dagdelen je daarnaast zou kunnen werken. Maar ik denk dat ik dat laatste niet invul, dus dat ik niet aangeef dat ik ook op andere dagdelen kan werken.’
Inventarisatieformulier Medewerkers krijgen een formulier waarop ze in kunnen vullen wanneer ze nu werken en op welke dagen en dagdelen ze eventueel in plaats daarvan zouden kunnen werken. Ze kunnen op het formulier ook aangeven of ze een voorkeur voor een bepaald cluster hebben, als ze niet bij hun huidige cluster kunnen worden ingedeeld.
Marcel: ‘Wat? Maar dat is dé manier om de kans te vergroten dat je kan blijven!’ Yvonne: ‘Ik wil eerst kijken of ik gewoon op mijn eigen dagen en dagdelen wordt geplaatst. Hoe meer mogelijkheden je biedt, hoe groter de kans dat ze je op andere tijden laten werken.’ Marcel: ‘Dat zie je echt verkeerd! We kijken sowieso altijd eerst of we iemand kunnen plaatsen op zijn of haar huidige dagen en dagdelen en in zijn of haar eigen cluster. In veel gevallen zal dat niet lukken, omdat in de nieuwe organisatie de tijden per dagdeel anders zijn.Voor zover iemand niet op zijn of haar huidige dagen en dagdelen en binnen het eigen cluster kan worden geplaatst of daarmee niet aan het totale aantal contracturen komt, wordt gekeken naar andere mogelijkheden.
Maar waar ik vooral van schrik, is dat jij denkt dat je dan later alsnog akkoord kan gaan met andere werkdagen. Dat is dus niet zo! Je krijgt eenmaal de kans om aan te geven wat je beschikbaarheid is. Als je niet geplaatst kan worden binnen de mogelijkheden die jij op het inventarisatieformulier hebt aangegeven, houdt het op. Dan is er op het sorteercentrum straks geen baan voor je. Nou ja, tenzij het verschil overbrugd kan worden. Dat proberen we te doen door...’
Contracturen Geprobeerd wordt om medewerkers het aantal uren te laten houden dat zij nu volgens hun arbeidscontract hebben. Dat noemen we contracturen.Voor het bepalen van het huidige aantal contracturen wordt in principe uitgegaan van de situatie per 1 mei 2006.
42
52 11
Yvonne: ‘Wacht even. Ik wil eerst kijken of ik je goed begrijp, want dit lijkt me erg belangrijk. Ik krijg één keer de kans om aan te geven op welke andere dagen en dagdelen ik kan werken. Als jullie mij binnen de aangegeven dagdelen niet kunnen plaatsen of maar voor een deel, kan ik het vergeten. Dan krijg ik ook geen kleiner werkpakket aangeboden, dan houdt het gewoon op.’
FlexS FlexS houdt in dat een medewerker een paar uur per week niet weet of, wanneer en in welk cluster hij of zij moet werken. Maximaal gaat dat om zes uur per week. Elke week geeft de medewerker voor de daarop volgende week op wanneer hij of zij niet kan werken. Daarbij moet drie keer zoveel uren overblijven waarop iemand kan werken, als het aantal FlexS-uren dat iemand heeft. Medewerkers beslissen zelf of ze meedoen met FlexS-werken. Dat geven ze aan op het inventarisatieformulier. Door mee te doen, vergroot de medewerker de kans om te kunnen
Marcel: ‘In grote lijnen werkt het zo. Je moet dus zoveel mogelijk dagen en dagdelen invullen, want daarmee vergroot je je kansen. Maar je moet natuurlijk wel reëel zijn; je moet wel echt kúnnen werken op die tijden. Je kan ook nog aangeven dat je desnoods beschikbaar bent. Je vult namelijk een getal in: een 1 als je ‘gewoon beschikbaar’ bent en een 2 als je ‘desnoods beschikbaar’ bent. Bij de dagdelen die je nu werkt, zet je kruisjes. Je moet dus heel goed nadenken over je beschikbaarheid en er eventueel thuis over praten.
Maar je kan op het inventarisatieformulier nóg iets aangeven en daarover hebben we het nog niet gehad: of je mee wilt doen met FlexS . Je weet wel: die regeling waarbij we onze eigen medewerkers uren aanbieden waarvan niet vaststaat in welke week, op welk dagdeel en in welk cluster ze gewerkt moeten worden.’
Yvonne: ‘Dan heb je wel elke maand een ander inkomen!’ Marcel: ‘Nee, als je FlexS-uren hebt, krijg je voor die uren een vast salaris.’ Yvonne: ‘Maar hoe weten jullie dan of ik kan werken? Ik kan echt niet altijd! En kan het ook zo zijn dat je alleen maar FlexS-uren krijgt?’ Marcel: ‘Ik merk dat je over FlexS nogal wat vragen hebt. Laten we het er even rustig over hebben. Om met je laatste vraag te beginnen: je mag naast je vaste uren maar een klein aantal FlexS-uren hebben.’ Yvonne: ‘Wat kan ik doen om kans te maken op FlexS-uren?’ Marcel: ‘Je moet op het inventarisatieformulier invullen dat je mee wilt doen met FlexS. Realiseer je wel dat je, als je FlexS-uren krijgt, beschikbaar moet zijn op drukke tijden en dat je op meerdere clusters kan worden ingezet.’ Yvonne: ‘En verder? Wat gebeurt er als je hebt ingevuld dat je mee wilt doen met FlexS?’
12
Marcel: ‘Op het moment dat je hoort dat je geplaatst bent, krijg je te horen of je FlexS-uren krijgt en hoeveel dat er zijn. Dat komt in je contract te staan. Elke week moeten wij voor de daarop volgende week weten wanneer je, naast je vaste uren, kan werken. Wat jij dan moet doen, is aangeven wanneer je in de daarop volgende week niet kunt werken. Wij gaan er vanuit dat je de tijd die overblijft beschikbaar bent voor FlexS-uren. Overigens moet je drie keer zoveel uren beschikbaar zijn als dat je FlexS-uren hebt.’ Yvonne: ‘En kan het dan ook zijn dan je allemaal losse uurtjes moet werken, op allerlei momenten van de week?’ Marcel: ‘Nee. Allereerst gaat het helemaal niet om zoveel uur. Je moet echt denken aan een paar uur, dus misschien twee of drie. Het maximum is zes. En de regel is dat als je er speciaal voor moet komen, het dan altijd voor minstens drie uur is. Maar FlexS-uren kunnen soms ook aansluitend aan de vaste werktijd worden gewerkt. Dan begin je dus eerder of je werkt langer door. Je moet bij FlexS-uren trouwens niet alleen afwachten wanneer je moet werken maar ook binnen welk cluster je moet werken.’ Yvonne: ‘Ik zou er wel aan moeten wennen om niet precies te weten waar ik aan toe ben qua werk. En wat gebeurt er als je niet genoeg FlexS-uren kan krijgen om het gat te dichten?’ Marcel: ‘Dat hangt ervan af. Je moet aan hetzelfde aantal uren komen als je nu werkt. Als we zo’n werkpakket niet voor je hebben, ook niet met FlexSuren erbij, word je in principe niet geplaatst. Stel nu dat we een werk-pakket voor je hebben waarmee we net niet aan je aantal contract-uren komen. En stel nu dat we het verschil met FlexS-uren maar gedeeltelijk kunnen overbruggen, waardoor er een klein verschil over blijft. Dan zouden we je in theorie niet kunnen plaatsen. Daarom gaan wij in dat geval, dus als er echt geen andere mogelijkheden zijn, met je in gesprek over de regeling ‘Afkoop kleine contractvermindering’ . Je krijgt dan eenmalig een bedrag als jij ermee akkoord gaat dat je iets minder uren krijgt dan je had.’
Afkoop kleine contractvermindering
42
De regeling ‘Afkoop kleine contractvermindering’ is bedoeld om medewerkers te compenseren voor een klein verlies van arbeidsuren (minder dan vijf per week). De medewerker krijgt dan eenmalig een bedrag uitgekeerd.
Yvonne: ‘Ja, ik herinner me dat we het eerder over die mogelijkheid gehad hebben. Die regeling ‘Afkoop kleine contractvermindering’ geldt alleen, als je er met FlexS-uren net niet helemaal komt. Maar wat als je daar
52 13
niet mee akkoord gaat? Als je bijvoorbeeld wel die baan accepteert, maar gaat proberen toch ook die ontbrekende uren erbij te krijgen?’ Marcel: ‘Dat kan niet. In de plaatsingsprocedure staat dat je die kleinere baan in zo’n situatie alleen krijgt, als je akkoord gaat met de afkoopregeling. Stem je er niet mee in, dan word je niet geplaatst en hebben we in principe geen baan voor jou.’ Yvonne: ‘Als je graag wilt blijven, kun je dus drie dingen doen. 1. Op het inven-tarisatieformulier alle dagen en dagdelen aangeven waarop je maar enigszins kan werken. 2. Invullen dat je mee wilt doen met FlexS. En 3. ‘ja’ zeggen tegen de ‘Afkoop kleine contractvermindering’, als dat je als allerlaatste redmiddel wordt aangeboden.’ Marcel: ‘Precies’.
14
42
52
Hoe ziet mijn werksituatie er straks uit? Yvonne: ‘Ik ga uit van de meest gunstige situatie en dat is dat ik geplaatst word. Wanneer verandert er dan iets voor mij?’ Marcel: ‘Bij de invoering van de WTR. Die invoeringsdatum verschilt per sorteercentrum maar ligt ergens tussen 1 april en 1 juni 2007. Dan ga je aan de slag volgens de nieuwe werktijdregeling. Je werkt dan waarschijnlijk voor een deel op andere dagen en dagdelen en mogelijk in een ander cluster.’ Yvonne: ‘Dat hoeft niet...’ Marcel: ‘Nee, we proberen inderdaad medewerkers op hun huidige dagen en dagdelen te plaatsen. Maar in de werktijdregeling die we gaan vullen, gaan we uit van het werkaanbod. Dat bepaalt wanneer we mensen nodig hebben en alleen dan willen we de mensen dus laten werken. Daarom hebben we waarschijnlijk gebruik moeten maken van jouw mogelijkheden om op andere dagen en dagdelen te werken. Ga er dus maar vanuit dat je voor een deel op andere dagen of dagdelen werkt, binnen de beschikbaarheid die jij hebt opgegeven.’ Yvonne: ‘Ik hoorde dat ook de werkpatronen veranderen...’ Marcel: ‘Dat klopt. Ook jouw werkpatroon kan anders worden. Werk je nu bijvoorbeeld volgens het 2/3-systeem, dus de ene week 2 dagen en de volgende week 3, dan kan het best zijn dat je in de nieuwe organisatie volgens een 3/3-patroon moet werken. Natuurlijk verandert dan ook het aantal uren per dienst, anders zou het totaal aantal contracturen niet hetzelfde zijn en dat is in principe wel zo.’ Yvonne: ‘En hoe zit het met mijn avonddiensten?’ Marcel: ‘Omdat de hoeveelheid post afneemt, zijn de avond- en nachtdiensten korter gemaakt: ze beginnen later en eindigen eerder. Maar juist ’s avonds en ’s nachts is er veel werk. We gaan dus wel veel mensen inzetten op die diensten. Als jij inderdaad mag blijven, is de kans groot dat jij je avonddiensten houdt. Alleen zal je ’s avonds dus later beginnen en eerder klaar zijn.’
52
Yvonne: ‘Ik krijg waarschijnlijk ook andere collega’s...’
15
Marcel: ‘Ja, dat is wel zeker.Veel medewerkers zullen op andere dagen en tijden gaan werken. Bepaalde collega’s zie je dus niet meer of nog maar af en toe. In plaats daarvan werk je met andere collega’s. Je krijgt misschien ook een andere leidinggevende. Bovendien wordt het totale aantal medewerkers kleiner; dat ga je ook merken.’ Yvonne: ‘Wat het ook anders maakt, is dat wij met FlexS-uren gaan werken. Soms werk je met meer, soms met minder mensen. En op je eigen FlexS-uren moet je soms wel en soms niet komen werken. Ook kan je op meerdere clusters worden ingezet.’
Flexibiliteit Ook van de medewerkers die geen FlexS-uren hebben, wordt flexibiliteit verwacht. Ook hen zal soms worden gevraagd om een paar uur binnen een ander cluster te werken en op andere tijden.
Marcel: ‘Dat zal zeker voor een verandering zorgen. Een deel van het werk wordt op dagen en dagdelen gedaan die niet tevoren vaststaan. Bovendien wordt ook aan medewerkers die geen FlexS-uren draaien, gevraagd om soms op andere werkplekken te werken, ander werk te doen en soms op andere tijden te werken. Anders dan bij de FlexS-werkers gebeurt dat binnen hun vaste uren. Maar ook van hen wordt flexibiliteit verwacht. Dus er staat nog minder vast dan je misschien dacht.’ Yvonne: ‘Dus al het werk waar anders uitzendkrachten voor zouden worden ingeschakeld, gaan we nu zelf doen.’ Marcel: ‘Inderdaad worden de pieken straks voor een deel opgevangen door de eigen medewerkers.’ Yvonne: ‘Het klinkt een beetje cynisch, maar eigenlijk moeten wij gewoon komen opdraven wanneer het Post uitkomt.’ Marcel: ‘Je gaat inderdaad merken dat het werkaanbod bepaalt wie waar en wanneer werkt... Dat is niet ideaal, maar wel noodzakelijk. Nu zijn er wel goede afspraken gemaakt, waardoor medewerkers toch zoveel mogelijk zekerheid krijgen. Anders zou de OR ook nooit met deze regelingen hebben ingestemd.
16
Je zal overigens zien dat we toch nog uitzendkrachten in blijven schakelen. Dat lijkt vreemd, als je bedenkt dat er zoveel medewerkers niet zijn geplaatst. Maar het gaat in die gevallen om situaties waarvoor wij geen eigen medewerkers kunnen inzetten, bijvoorbeeld bij extreme of onverwachte piekdrukte of als er veel zieken zijn.’
Yvonne: ‘En de pauzes, blijven die wel op dezelfde tijden?’ Marcel: ‘Nee, ook de pauze-tijden veranderen. En ook dat zal even wennen zijn!’ Yvonne: ‘Eigenlijk verandert alles, ook voor wie blijft...’
52 17
18
52
Stel dat er voor mij geen werk meer is... Yvonne: ‘Laten we nou eens uitgaan van het ergste geval en dat is dat ik straks niet geplaatst word. Wanneer hoor ik dat dan?’ Marcel: ‘Dan hoor je dat in de periode waarin we bezig zijn met het plaatsen van de medewerkers. Dat is op enig moment in de eerste drie maanden van het volgende jaar, dus voor 1 april 2007.’ Yvonne: ‘Hoe hoor je dat?’ Marcel: ‘Per brief. Je krijgt dan een brief waarin staat dat we je niet hebben kunnen plaatsen en dat we je overcompleet hebben moeten verklaren. Je krijgt overigens ook een brief als je wel bent geplaatst, dus als je een brief ontvangt, hoeft dat geen slecht nieuws te zijn.’ Yvonne: ‘Maar goed. Je kan dus zomaar ineens een brief krijgen, waarin staat dat je overcompleet verklaard bent!’ Marcel: ‘Nee, want je hoort van tevoren wanneer je de brief kan verwachten. Maar nog afgezien daarvan... Het kan heel spannend zijn, maar er zijn ook situaties waarin je misschien wel een idee hebt van je kansen. Je weet nu al je rangnummer. Hoe lager, hoe gunstiger. Dan ga je straks het inventarisatieformulier invullen. Als je daarop invult niet beschikbaar te zijn buiten je huidige dagen en dagdelen en niet mee te willen doen met FlexS, weet je dat je kansen klein zijn. Doe je het tegenovergestelde, dus veel mogelijkheden aanbieden, dan heb je je kansen vergroot. En mocht er een klein verschil in uren overblijven dat op geen enkele manier te overbruggen valt, dan wordt met je besproken of je akkoord gaat met het afkopen ervan. In dat geval weet je op dat moment al waar je aan toe bent; dat heb je namelijk zelf in de hand.’
Overcompleet Geprobeerd wordt om medewerkers op hun eigen dagen en dagdelen en binnen hun eigen cluster te plaatsen, waarbij het aantal uren hetzelfde blijft. Als dat niet kan, wordt gekeken of de medewerker op andere dagen en dagdelen en/of binnen een ander cluster kan worden geplaatst, voor zover mogelijk binnen de aangegeven beschikbaarheid. Eventuele verschillen kunnen worden overbrugd met FlexS en in het uiterste geval met de regeling ‘Afkoop kleine contractvermindering’. Wordt daarmee het aantal contracturen nog steeds niet gehaald, dan wordt de medewerker in principe overcompleet verklaard. Dan is er per 1 april 2007 of per 1 april 2008 voor deze medewerker geen baan meer op het sorteercentrum brieven.
Yvonne: ‘Als je overcompleet wordt verklaard, kan het dan zijn dat je toch nog geplaatst wordt?’ Marcel: ‘Als je een brief krijgt waarin staat dat je overcompleet wordt verklaard, is er geen enkele kans meer dat je alsnog kunt blijven.’ Yvonne: ‘Dat is duidelijk. Per wanneer werk je hier dan niet meer?’ Marcel: ‘Per 1 april 2007 of voor een kleine groep per 1 april 2008.
19
Sociale Begeleidings Regeling Als een medewerker overcompleet wordt verklaard, is de SBR op hem of haar van toepassing. Daarin is onder andere geregeld dat de medewerker wordt begeleid bij het vinden van een andere baan en nog maximaal 24 maanden in dienst blijft en wordt doorbetaald.
55+ SBR-regeling De 55+ SBR-regeling is van toe-passing op medewerkers die overcompleet zijn verklaard en die geen andere baan hebben gevonden. Als zij, op het moment dat zij uit dienst treden, 55+ zijn, dan krijgen ze eenmalig een bedrag mee dat dient als aanvulling op hun uitkering. Met dit bedrag wordt de uitkering tot de pensioengerechtigde leeftijd aangevuld tot 80% van het laatst
Een aantal medewerkers heeft immers niet de garantie gekregen ook in 2008 op de WTR 2008 te worden geplaatst. Een deel daarvan zal per 1 april 2008 alsnog overcompleet worden verklaard.Vandaar dat ik zeg dat een kleine groep hier per 1 april 2008 niet meer werkt.’
Yvonne: ‘Dus als je per 1 april 2007 of 1 april 2008 overcompleet bent verklaard, ben je per die datum niet meer in dienst?’ Marcel: ‘Nee, nadat je overcompleet bent verklaard, val je onder de Sociale Begeleidings Regeling (SBR). Dat is een uitgebreide regeling die van toepassing is op iedereen die overcompleet wordt verklaard. In de SBR is onder andere bepaald dat de uitkering van 55-plussers die overcompleet worden verklaard, wordt aangevuld. Dit heet de 55+ SBR-regeling . Yvonne: ‘Wat bedoel je precies met 55+?’ Marcel: ‘Je moet op het moment dat je uit dienst treedt, ten minste 55 jaar zijn om voor de aanvulling in aanmerking te komen.
Maar wat voor jou belangrijk is, dat is dat in de SBR staat dat je hulp krijgt bij het vinden van een andere baan.’
Yvonne: ‘Waar bestaat die hulp dan uit?’ Mobiliteitadviseur Medewerkers die overcompeet zijn verklaard, worden begeleid bij het zoeken naar werk. Dat gebeurt niet in de vorm van bijeenkomsten, zoals dat in het verleden wel eens gebeurde, maar door een mobiliteitadviseur die de medewerker per-soonlijk begeleidt.
Marcel: ‘Je krijgt een mobiliteitadviseur toegewezen. Die coacht je en begeleidt jou persoonlijk bij het zoeken naar een andere baan. Ook veel andere sociale maatregelen blijven gelden. Je hebt bijvoorbeeld nog steeds de mogelijkheid om een opleiding of een sollicitatietraining te volgen om daarmee meer kans te hebben op de arbeidsmarkt. En je blijft dus voorlopig salaris ontvangen.’ Yvonne: ‘Hoe lang is dat?’ Marcel: ‘Dat is maximaal 24 maanden. Maar of het in jouw geval ook echt 24 maanden is, hangt ervan af. Je moet namelijk actief op zoek naar werk. Je zult merken dat het vinden van een baan lastiger is als je solliciteert vanuit de positie waarin je overcompleet bent en dus niet meer werkt. Het uitgangpunt is dat je het aantal uren dat je anders zou werken, nu besteedt aan het zoeken en solliciteren. Daarbij mag je zeker in het begin best kritisch zijn. Maar als het langer duurt, zal je je soepeler op moeten stellen.’
20
Yvonne: ‘En als ik volgens jullie niet genoeg mijn best doe? Of te kritisch blijf?’ Marcel: ‘Op een gegeven moment zal je ook een baan moeten accepteren waarvoor je bijvoorbeeld verder moet reizen of die minder goed betaalt. Stel dat je dat weigert. Dan kan dat voor het bedrijf een reden zijn om op dat moment je arbeidsovereenkomst te beëindigen .’ Yvonne: ‘Tenzij je eerder alsnog voor het mobiliteitbudget kiest en vrijwillig vertrekt.’ Marcel: ‘Nee, dat kan dan niet meer. Je krijgt je salaris tot het moment waarop je arbeidsovereenkomst wordt beëindigd, maar je kan niet meer kiezen voor het mobiliteitbudget.’
Beëindiging arbeidsovereenkomst Door de vrijwillige mobiliteit, de FlexS-uren en de flexibiliteit binnen de vaste uren, blijft het aantal medewerkers dat overcompleet wordt verklaard zo klein als mogelijk is. Maar het gaat altijd nog om zo’n 250 volledige banen en daarmee om een flink aantal medewerkers dat overcompleet wordt verklaard. Ook als zij geen andere baan hebben gevonden zal hun arbeidsovereenkomst uiteindelijk worden beëindigd.
Yvonne: ‘Ok, dat is belangrijk om nu al te weten. En hoe gaat het dan verder, nadat je arbeidsovereenkomst is beëindigd? Ik neem aan dat je dan ww krijgt?’ Marcel: ‘In dat geval heb je inderdaad in principe recht op een WW-uitkering . Die vraag je dan aan bij het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI). Dat moet je doen ruim voordat je arbeidsovereenkomst wordt beëindigd. Het CWI wil, net als wij dat wilden, dat je weer aan het werk gaat. Je moet dus blijven solliciteren. Afhankelijk van het aantal jaar dat je hebt gewerkt en alleen als je je voldoende inspant om weer aan de slag te komen, krijg je maximaal 38 maanden een WW-uitkering.’ Yvonne: ‘Het is een heleboel informatie. En het is moeilijk om daar rustig naar te luisteren want het betekent nogal wat voor ons, medewerkers! Maar je hebt het wel duidelijk uitgelegd. Bedankt.’
WW-uitkering Is iemand overcompleet verklaard en vindt hij of zij geen ander werk, dan wordt de arbeidsovereenkomst uiteindelijk toch beëindigd. In principe heeft iemand dan recht op een WW-uitkering. Hoe lang iemand een WW-uitkering krijgt, hangt af van het aantal jaren dat iemand heeft gewerkt. Het maximum is 38 maanden.
21
21
Vragen? Misschien heb je na het lezen van deze brochure nog vragen. Afhankelijk van wat je precies wilt weten, kun je gebruikmaken van een van de volgende mogelijkheden: • Stap naar je leidinggevende. • Neem deel aan een van de inloopsessies (informatiebijeenkomsten), die binnenkort in jouw sorteercentrum worden gehouden; de sessies gaan over deelonderwerpen zoals de plaatsingsprocedure. • Ga naar het inloopspreekuur als je gerichte vragen hebt over je eigen situatie. • Lees de brochure over flexibel werken als je meer details wilt weten over FlexS. • Heb je een vraag over het rangnummeren? Lees dan de toelichting over rangnummeren die je hebt gekregen of stel je vraag over rang nummeren aan je leidinggevende; je kunt ook de Q&A over rang nummeren lezen die op intranet staat. • Kijk op intranet, bij Productie, onder de knop ‘Toekomst Sorteren’.