Jaarstukken 2014
Voorstel voor de raad Raadsvergadering :
28 mei 2015
Portefeuillehouder :
M.M. Ekker
ONDERWERP Jaarstukken 2014 BESLUIT 1. De jaarstukken 2014 van de gemeente Kampen, bestaande uit het jaarverslag en de jaarrekening, vast te stellen met een negatief jaarresultaat conform BBV van € 4.892.004 2. Het rekeningsaldo als volgt te bestemmen: a. €
9.380 toe te voegen aan de reserve parkeergelegenheden
b. €
197.180 toe te voegen aan de reserve groot onderhoud gebouwen
c. € 2.503.632 toe te voegen aan de reserve over te hevelen jaargebonden budgetten d. €
92.192 te onttrekken aan de reserve Stedelijke Vernieuwing 2002
e. € 3.950.776 te onttrekken aan de reserve bouwgrondexploitatie f. € 3.559.228 te onttrekken aan de algemene reserve .
INLEIDING Hierbij bieden wij u de jaarstukken 2014 aan. Hierin zijn het concept vaststellingsbesluit, het jaarverslag, het sociaal jaarverslag, de jaarrekening en de stresstest opgenomen. Met het vaststellen van de programmarekening autoriseert u tevens de overschrijdingen ten opzichte van de begroting na laatste wijziging, alsmede de specifieke (resultaat) bestemmingen. De indeling van dit voorstel is als volgt: 1.
Inleiding en algemene opmerkingen
2.
Beoogd effect
3.
Toelichting op bepaling resultaat en belangrijkste oorzaken resultaat
4.
Bestemming resultaat 2014
5.
Toelichting op het weerstandsvermogen grondbedrijf
6.
Toelichting op onze financiële positie
Algemeen Het opstellen van deze jaarrekening is ernstig doorkruist door de problematiek rondom het gebied Reeve/IJsseldelta-Zuid. Of en zo ja tot welke omvang de besluitvorming van de Raad van State voor dit gebied heeft voor onze financiële positie is ten tijde van de behandeling van deze jaarrekening in ons college nog ongewis. Onderzoeken naar de eventuele gevolgen zijn in overleg met uw raadswerkgroep go-no-go volop gaande. Waar mogelijk proberen wij de uitkomsten van die onderzoeken in te passen in het geplande behandeltraject van deze jaarrekening. Omdat wij ons ook bestuurlijk maar ook controletechnisch (door de accountant) nog moeten buigen over de uitkomst van die onderzoeken is niet zeker dat wij zullen slagen in een beoogde besluitvorming in uw raad op 28 mei. Die uitkomsten zullen u, voor wat betreft de gevolgen voor de jaarrekening, via een addendum worden voorgelegd. Om die reden kunnen wij u nu ook nog niet een goedkeurende verklaring bij deze jaarrekening aanbieden. Wel is bijgevoegd een controlerapport met memorie van antwoord op de overige door de accountant gesignaleerde aspecten. De reden dat wij u nu toch de jaarrekening aanbieden is gelegen in het feit dat de maand juni sowieso al een behoorlijk zwaar belaste agenda kent met de geplande behandelingen van de 1e Bestuursrapportage en de Perspectiefnota 2016-2019.
2
Voeg daarbij de problematiek Reeve die ongetwijfeld ook het nodige zal vragen van het politiek-bestuurlijke besluitvormingsproces en een cumulatie van lastige besluitvormingsprocessen in de maand juni dient zich aan. Om die reden stellen wij voor toch te blijven streven naar een inhoudelijke behandeling van de jaarrekening in uw meicyclus van commissie en raad. Idealiter uiteraard inclusief de formele vaststelling maar dat hangt dus af van de voortgang in de problematiek Reeve. Jaarverslag Het jaarverslag geeft inzicht in het gevoerde beleid en de realisatie daarvan. Tevens treft u per programma een overzicht aan van de begrote middelen afgezet tegen de realisatie, met daarop een toelichting. Daarnaast is een tabel opgenomen die inzicht biedt in de uitputting van de investeringsbudgetten. Getrouwheid en rechtmatigheid Er is nog geen sprake van een goedkeurende verklaring voor de aspecten getrouwheid en rechtmatigheid van de jaarrekening. De problematiek van de Reeve is hierin medebepalend en een zwaarwegende factor. Accountantsrapport en memorie van antwoord Ter informatie is het accountantsrapport met de memorie van antwoord hierop ter inzage gelegd. BEOOGD EFFECT Vaststelling van de jaarstukken 2014 en daarmede verantwoording afleggen over het gevoerde beleid. KADERS Programmabegroting 2014 en externe en interne wet- en regelgeving. ARGUMENTEN Het jaarrekeningresultaat, conform het Besluit Begroting en Verantwoording, bedraagt € 4.982.004 nadelig. Na aftrek van de voorgestelde bestemmingen resteert een nadelig saldo van € 3.559.228 waarvan wordt voorgesteld om dit te onttrekken aan de algemene reserve. Onderstaande tabel geeft inzicht in de opbouw van het resultaat op hoofdonderdelen.
Baten en lasten gem eente Kam pen 2014
programma's algemene dekkingsmiddelen subtotaal mutaties reserves totaal
bedragen x €1000 baten 77.594 63.757 141.351
lasten 142.283 2.984 145.267
saldo 64.68960.773 3.916-
10.051
11.027
976-
151.402
156.294
4.892-
Af: Bestemmingen rekeningresultaat
1.333
resteert (uit algemene reserve)
3.559-
In de onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van alle grotere componenten van het rekeningsaldo en de voorgestelde bestemmingen. De bestemmingen zullen afzonderlijk worden toegelicht. Eventuele structurele componenten in het rekeningsresultaat zullen worden meegenomen in het begrotingsproces 2016.
3
Bedr agen x €1000 Algemeen Eenmalige budgetten waarvan de besteding om uiteenlopen redenen niet kon worden
Ver s c hil
V/N 2.504 V
gerealiseerd in dit rekeningsjaar. Verzocht is om deze over te heveleen. U bent hierover reeds separaat geïnformeerd via onze informatienota van februari 2015. Resultaten bouw grondexploitatie Verw ezen w ordt naar de paragraaf grondbeleid.
3.951 N -
Programma 1: Burger en Bestuur Bestuursorganen Hogere lasten voor wachtgelden en pensioenen (vm) wethouders ivm 3 nieuwe wethouders
594 N
waarvoor de gemeente na de raadsverkiezingen wachtgeld moest gaan betalen. Uit controle is gebleken dat bij het bepalen van de hoogte voorziening een te hoog rendement is gehanteerd. Op basis van een herberekening waarbij is uitgegaan van het juiste rendement moest er worden bijgestort om te kunnen voldoen aan onze toekomstige verplichtingen.
Programma 2: Openbare orde en veiligheid Brandw eer en rampenbestrijding De eerste jaarrekening (2014) van de Veiligheidsregio IJsselland (VRIJ) sluit naar verwachting
256 V
met een eenmalig positief resultaat. De VRIJ heeft toegezegd in 2015 te gaan onderzoeken in hoeverre hier sprake is van een structureel effect.
Programma 3: Beheer openbare ruimte Parkeren Naar aanleiding van een uitgevoerde analyse waren de opbrengsten uit hoofde van parkeren en
289 N
de parkeerboetes al structureel verlaagd met € 326.000. Desondanks is er sprake van een extra nadelig verschil vanwege de inbouw van nieuwe apparatuur en de voorgedane storingen waardoor de parkeermeters langere tijd buiten werking werden gesteld. U bent hierover reeds separaat geïnformeerd.
Programma 4: Economie, werk en inkomen
-
Nutsbedrijven Verschil wordt voornamelijk veroorzaakt door het niet vrijvallen van een deel van de voorziening
157 N
die getroffen is voor de lening aan Aardwarmte Koekoekspolder. De gemeente financiert samen met de provincie een deel van het aardwamtebedrijf. Als gevolg van technische problemen heeft er geen aflossing plaatsgevonden op de huidige lening. Bijstandsverlening Gedeeltelijke vrijval van de voorziening dubieuze debiteuren sociale zaken. Op grond van een
323 V
per ultimo 2014 uitgevoerde analyse op de nog openstaande vorderingen blijkt de getroffen voorziening te hoog te zijn. Uitstroombevordering / trajectbegeleiding Er was een tekort voorzien op de Wet Sociale Werkvoorziening. Dit tekort kan echter nog
272 V
eenmalig worden opgevangen binnen het eigen vermogen van Impact. Gemeentelijk minimabeleid De lasten inzake de Bijzondere Bijstand vielen hoger uit in verband met stijgende uitgaven in het kader van bewindvoeringskosten. Er zal hier bij gelegenheid van de eerst volgende Bestuursrapportages op teruggekomen worden.
4
137 N
Participatiebudget Als gevolg van wetswijzigingen kunnen de restant middelen voor Inburgering en Reïntegratie
404 V
(welke beschikbaar zijn gesteld onder de "oude" wet) eenmalig vrijvallen. Er is vastgesteld dat er geen bestedings- en/of terugbetalingsverplichting is voor deze middelen. Programma 5: Onderwijs en educatie Bijzonder basisonderw ijs, onderw ijshuisvesting Lagere kapitaallasten bijzonder basisonderw ijs vanw ege vertraging in de nieuw bouw van "De Groenling" in het plan "het Meer". Openbaar voortgezet onderw ijs, exclusief onderw ijshuisvesting Eenmalige hogere lasten als gevolg van de extra afschrijving van de investeringen ten behoeve van (oude) nieuw bouw plannen Almere en Deltion College. Het BBV staat het niet toe om bedragen te activeren van activa dat niet meer in ons eigendom is.
246 V
229 N
Programma 6: Cultuur en Sport Sport (exclusief groene sportvelden en terreinen) De contractueel afgesproken € 100.000 als eenmalige bijdrage voor toekomstig noodzakelijk onderhoud zw embad Sonnenberch is eerder overgemaakt. De dekking hiervoor is beschikbaar in het boekjaar 2015 en zal via de 1e Berap 2015 vrijvallen. Oudheidkunde en musea Betreft hoofdzakelijk lagere kapitaallasten van herhuisvesting van het Gemeentearchief en Archeologie in de Stadskazerne (€ 111.000), dit als gevolg van de latere (tw eede helft van 2015) geplande oplevering van het project. Eenmalig vrijgevallen middelen ter dekking van de hogere exploitatielasten van de Stadskazerne als gevolg van de verw achte (latere) oplevering in de tw eede helft van 2015. Programma 7: Participatie en zorg Vreemdelingen Lagere lasten Wet Inburgering als gevolg van wetswijzigingen. Vanaf 2014 komen er geen
100 N
124 V
260 V
95 V
bijdragen meer vanuit het Rijk ter dekking van de uitvoeringskosten inburgering. De nieuwe inburgeraars worden geacht vanaf 2014 een lening af te sluiten teneinde zelf hun inburgeringstraject te bekostigen. De uitgaven die betrekking hebben op de bestaande inburgeraars kunnen via het participatiebudget bij het Rijk gedeclareerd worden. Via de 2e Bestuursrapportage 2014 was reeds € 107.000 afgeraamd. Hulp bij het huishouden De voordelen zijn onstaan uit hoofde van een hogere eigen bijdrage voor individuele WMO
143 V
voorzieningen, minder inzet aan uren i.h.k.v. Huishoudelijke Hulp en lagere lasten voor het Persoonsgebonden budget. Voorzieningen gehandicapten Er werd m.n. minder beroep gedaan op de woonvoorzieningen.
102 V -
Jeugdgezondheidszorg, maatwerkdeel Hogere lasten als gevolg van een eindafrekening van de specifieke Brede doeluitkering Centrum
232 N
voor Jeugd en Gezin. Voor de jaren 2009 en 2010 waren te weinig kosten opgevoerd. Inmiddels is er een bezwaar ingediend. Voorzichtigheidshalve is de afrekening ten laste van het rekeningsresultaat van 2014 gebracht.
5
Programma 8: Duurzame ruimtelijke ontwikkeling Bestemmingsplannen Lagere lasten structuur en bestemmingsplannen omdat de actualisatie van bestemmingsplannen
-
110 V
met name in de voorgaande jaren is afgerond en de nieuwe ronde vanaf 2015 wordt opgestart. Het beschikbare budget dat bestemd is voor kleine particuliere initiatieven is niet aangewend omdat er geen aanvragen zijn binnengekomen. In 2015 zijn de eerste drie verzoeken inmiddels binnengekomen. Stads -en dorpsvernieuwing Hogere lasten Stedelijke vernieuwing 2002 i.v.m. afrekening subsidietoezeggingen voorgaande
78 N
jaren. De overgebleven middelen zijn destijds aan de reserve toegevoegd. Voorgesteld wordt om het tekort hieruit te dekken. -
Algemene dekkingsmiddelen:
-
Leningen/uitzettingen >1 jr. Lager eigen vermogen dan begroot waardoor er minder bespaarde rente is gerealiseerd. Algemene baten en lasten Een tekort op de stelpost voor onvoorzien eenmalig (€ 3.162.000) en een tekort voor
228 N 3.172 N
onvoorzien structureel (€ 10.000). Zie hiervoor het overzicht onvoorzien in de toelichting op de balans. Het saldo op de post onvoorzien betreft het geraamde begrotingstekort of -overschot per ultimo het jaar. Baten OZB eigenaren Lagere structurele baten ozb woningen en hogere baten ozb niet-woningen. Het verschil wordt
190 N
veroorzaakt door lagere autonome groei (29 objecten). Dit heeft aan ozb zo'n € 7.000 opgeleverd, terwijl rekening was gehouden met een groei (opbrengst) van € 74.000. De meevallende waardeontwikkeling van ca. -4,7% in plaats van de -5.5% bij het vaststellen van het tarief weegt hier niet tegen op. In 2015 zal op basis van separate advisering een herijking plaatsvinden van de geraamde opbrengsten. Shared Service Centrum (SCC) Nadelig exploitatieresultaat Shared Service Centrum. Het jaar 2014 was een aanloopjaar voor
276 N
het SSC. Een aanloopjaar waarin de organisatie neergezet moest worden. De begroting van het SSC, met daarin het aandeel van de gemeente Kampen, was gebaseerd op een eerder opgestelde business case. In 2014 is de business case geactualiseerd op basis van recentere gegevens en die liet een minder positief beeld zien. In 2014 zouden de kosten hoger zijn dan begroot en de baten nog niet het verwachte niveau bereiken. Hierdoor is de begroting overschreden met een bedrag van € 276.000. De geactualiseerde business case laat echter wel een positiever beeld zien voor de komende jaren. De kosten kunnen worden teruggedrongen en de baten zullen toenemen. De in 2014 aangestelde directeur van het SSC heeft een plan “huis op orde”opgesteld met het doel om verbeteringen door te voeren die ook een financieel positief beeld moet laten zien. Er wordt dus zeker ook in financieel opzicht actief gestuurd. In de begroting is vanaf het jaar 2014 een structurele taakstelling van € 340.000 opgenomen als stelpost in het kader van kansen voor partnerschap. In de destijds opgestelde business-case werd ervan uitgegaan dat deze taakstelling gerealiseerd zou kunnen worden door inkoopvoordeel als gevolg van gezamenlijke inkoop met de gemeente Zwolle en de provincie Overijssel. De afdeling inkoop van het SSC is in 2014 bij veel inkooptrajecten als adviseur betrokken geweest. In 2014 is ook gebleken dat het meer tijd en energie kost om de inkoopkalender van de drie organisaties op elkaar af te stemmen. Ondanks dat zijn er in 2014 diverse inkoopvoordelen gerealiseerd maar deze zijn niet direct afgeboekt op de taakstelling.
6
273 N
Loonkosten / uren Er is sprake van een voordeel van € 515.000 op de loonkosten (agv niet of later invullen van
315 V
vacatures) en een nadeel van € 200.000 als gevolg van een lagere doorbelasting van uren naar het grondbedrijf. Overige verschillen
Totaal saldo jaarrekening 2014 Bestem m ingen: zie toelichtingen hierna Saldo jaarrekening na bestem m ingen: respectievelijk te onttrekken aan het w eerstandsverm ogen
140 4.892 1.333 3.559
N
N V N
Geconcludeerd kan worden dat de positieve en negatieve afwijkingen ten opzichte van de lopende begroting grotendeels tegen elkaar wegvallen, daardoor loopt het geraamde tekort van afgerond € 3.172.000 uiteindelijk op naar een bedrag van € 3.559.000. Het uiteindelijke netto negatieve resultaat wordt voornamelijk veroorzaakt door eenmalige lasten welke reeds separaat in 2014 aan u ter besluitvorming zijn voorgelegd. Dit betrof met name het schadeherstel bij diverse scholen (€ 1,1 miljoen), de vorming van de voorziening voor het voormalige zwembadpersoneel (€ 1 miljoen), invoeringskosten in verband met de decentralisatie van het sociale domein (€ 0,6 miljoen) en de realisatie van de MFD Zalk (€ 0,3 miljoen). U heeft daarbij besloten om deze lasten in eerste instantie via de post onvoorzien te laten lopen. Daardoor ontstond er een ongedekt begrotingsverschil van € 3,17 miljoen. Dit verschil wordt nu afgedekt door een onttrekking uit de algemene reserve. Overigens zitten er in het rekeningssaldo nog wel een aantal tegenvallers met een structureel karakter. De meest opvallende zijn het achterblijven van een aantal belastinginkomsten als de onroerende zaakbelasting, de parkeergelden en de precariorechten. In het kader van het opstellen van de 1e Bestuursrapportage en de structurele doorwerking van een en ander,. in de perspectiefnota 2016 – 2019 wordt op dit moment hard gewerkt aan een verdere analyse van deze posten. Hetzelfde geldt met betrekking tot de in relatie met het SSC verantwoorde exploitatie-uitkomsten. 4. BESTEMMINGEN REKENINGRESULTAAT Zoals uit de bovenstaande tabel is gebleken stellen wij u voor om delen van het jaarrekeningsresultaat toe te voegen of te onttrekken aan een aantal bestemmingsreserves. In de regel betreffen dit overigens mutaties die conform het vastgestelde meerjarenbeleid zijn. Desalniettemin vereisen de voorschriften dat wij uw raad daarover een specifiek besluit laten nemen . Hieronder lichten wij in het kort de desbetreffende toevoegingen en onttrekkingen toe.
4 a. Reserve parkeergelegenheden (toevoeging € 9.380) Op het product parkeren zijn in 2014 inkomsten geboekt die betrekking hebben op de toepassing van het parkeerfonds (afkoop parkeerplaatsen). Conform besluitvorming dienen de inkomsten toegevoegd te worden aan de reserve.
4b. Reserve groot onderhoud gebouwen (toevoeging € 197.180) Het budget voor groot onderhoud wordt geraamd op basis van een gemiddelde onderhoudsbehoefte over een periode van 25 jaar. De werkelijke kosten verschillen per uitvoeringsjaar. Als er in een uitvoeringsjaar een overschot is op het beschikbare budget wordt dit in de reserve gestort. Als er in een uitvoeringsjaar een overschrijding is van het beschikbare budget wordt dit gedekt uit de opgebouwde reserve. In het uitvoeringsjaar 2014 was er een overschot, waarvan dus wordt voorgesteld dit toe te voegen aan deze reserve.
4 c. Reserve over te hevelen jaargebonden budgetten (toevoeging € 2.503.632 & € 260.000) De in 2014 eenmalig beschikbaar gestelde budgetten welke niet of niet volledig konden worden ingezet, maken onderdeel uit van het jaarrekeningresultaat. Indien de afronding van het werk dit noodzakelijk maakt, dienen deze middelen te worden
7
overgeheveld naar het jaar 2015. Middels een separate adviesnota zijn de aard en de omvang van deze over te hevelen budgetten overigens reeds ter kennisgeving aan u voorgelegd via de commissie Bestuur en Middelen.
4d. Reserve Stedelijke Vernieuwing 2002 (onttrekking € 92.192) Structureel is er subsidie beschikbaar voor de restauratie van gemeentelijke monumenten, rieten daken, muurreclames etc. In het verleden zijn er verplichtingen aangegaan t.o.v. eigenaren van monumenten/rieten daken/ muurreclames etc. De subsidies worden pas uitbetaald na afronding van de werkzaamheden. In afwachting tot de uitbetaling werden deze bedragen jaarlijks toegevoegd aan de reserve stedelijke vernieuwing. Het verzoek is om nu uitgekeerde subsidie ad € 92.192 ten laste te brengen van de reserve Stedelijke vernieuwing 2002.
4e. Reserve bouwgrondexploitatie (onttrekking € 3.950.776) Conform bestaand beleid wordt voorgesteld om het exploitatiesaldo op de grondexploitatie te dekken door een overeenkomstige mutatie van de reserve bouwgrondexploitatie.
4f. Algemene reserve (onttrekking € 3.819.228) Na verwerking van alle bovengenoemde bestemmingen resteert bovengenoemd saldo. Conform bestaand beleid wordt voorgesteld dit aan de algemene reserve (vrij aanwendbaar) te onttrekken. De omvang van de algemene reserve is per 31-12-2014 € 6.746.882 hiervan is € 280.000 gelabeld voor toekomstige bestemmingen. Rekeninghoudende met deze bestemmingen is het vrijweerstandsvermogen € 6.196.882. Door u is bepaald is dat het zogenaamde vrije weerstandsvermogen minimaal € 5 miljoen moet zijn. De stand van algemene reserve is (na resultaatbestemming 2014) € 2.637.654 en blijft dus onder het beoogde bedrag van € 5 miljoen. 5. HET WEERSTANDSVERMOGEN VAN HET GRONDBEDRIJF Voor de grondexploitatie is het afgelopen jaar teleurstellend verlopen. Uit de hiervoor vermelde opstelling blijkt dat er sprake is van een tekort op de bouwgrondexploitatie van in totaal € 3,9 miljoen. Hetgeen met name veroorzaakt wordt door een fors verlies op het complex Spoorlanden. Zoals gebruikelijk worden de eventuele overschotten toegevoegd en de tekorten onttrokken aan de algemene reserve bouwgrondexploitatie. Het verlies wordt nu dan ook hieraan onttrokken. De reserve moet niet alleen voldoende zijn om de gerealiseerde tekorten af te dekken, maar ook toereikend zijn voor de gecalculeerde risico’s. Eind 2014 is er op basis van prognoses een totaal weerstandsvermogen benodigd van afgerond € 11, 1 miljoen. De stand van reserve is (na resultaatbestemming 2014) afgerond € 8,8 miljoen. Alhoewel de door ons zelf gestelde ondergrens van de reserve bouwgrondexploitatie dus niet wordt bereikt vinden wij de situatie acceptabel. Juist ten aanzien van dit aspect is overigens de uitkomst van de discussie Reeve uiteraard zeer relevant. 6. FINANCIËLE POSITIE Op basis van de jaarrekening 2014 kan gesteld worden dat de financiële positie van de gemeente onder druk staat. Als ook de afgelopen jaren in ogenschouw genomen worden kan er zelfs gesteld worden dat er sprake is van een neerwaartse trend. Hierdoor wordt niet alleen onze reservepositie verder onder druk gezet maar is ook sprake van een doorwerking naar onze begrotingspositie voor de komende jaren. De trend blijkt uit onze zogenaamde stresstest welke een vast onderdeel is van onze jaarrekening. Hierin laten een aantal indicatoren een verdere achteruitgang zien. Hieronder worden de belangrijkste weergegeven: Ratio
2011
2012
schuldratio
67%
70%
72%
73%
netto schuldquote
81%
87%
106%
105%
rente- en afschrijvingsquote
6,4%
7,0%
7,7%
8,0%
8
2013
2014
Samenvattend geven deze indicatoren een beeld van oplopende schulden zowel in absolute zin als gerelateerd aan de omvang van de balans en onze resultatenrekening. De daarin zichtbare trend vraagt daarbij ons inziens overigens om meer aandacht dan de absolute waarden. Voor de stresstest verwijzen wij u overigens naar bijlage 7 van de jaarrekening. Een drietal punten welke van invloed kunnen zijn op onze toekomstige begrotingspositie willen wij graag onder uw aandacht brengen. Het eerst punt is de (structurele) tegenvallers op het gebied van belastinginkomsten als de ozb, de parkeergelden en de precariorechten. In het kader van het opstellen van de 1e Bestuursrapportage en de structurele doorwerking van een en ander. in de perspectiefnota 2016 – 2019 wordt op dit moment hard gewerkt aan een verdere analyse van deze posten. Het tweede punt is onzekerheid omtrent de financiële effecten van de decentralisatie van het sociale domein. Deze twee punten zullen van invloed kunnen zijn op onze resultaten en financiële positie in het komende jaar. Het laatste punt heeft betrekking op de grondexploitatie in zijn algemeenheid en die van de complexen Reeve en Koekoek in het bijzonder. Hierbij beperken wij ons echter tot de constatering dat er sprake is van een meer dan gemiddeld risicodossier waarvan de impact substantieel kan zijn. Daarbij is juist de gesignaleerde achteruitgang in weerstandsvermogen van zowel de algemene dienst als het Grondbedrijf een extra complicerende factor. Overigens verwijzen wij hier naar hetgeen gesteld is in de paragraaf Grondbeleid. Samenvattend moet gesteld worden dat verschillende financiële indicatoren niet de waarden vertonen die wij beogen . De combinatie met de al genoemde specifieke risico’s in met name de Grondexploitatie en het sociale domein vraagt om financieel alertheid. Deze signalen zullen ook betrokken moeten worden bij het opstellen en de behandeling van de komende perspectiefnota 2016 – 2019. Nu al mag op voorhand gesteld worden dat daarmede het opstellen van een sluitend meerjarenperspectief geen eenvoudige zaak zal worden. KANTTEKENINGEN Er is sprake van een voorlopig raadsvoorstel. De voortgang in het dossier Reeve kan nog tot bijstelling van dit voorstel leiden. In principe wordt gestreefd naar het bijvoegen van een addendum voor het dossier Reeve. COMMUNICATIE Via persbericht en internet. BIJLAGEN -
Jaarstukken 2014
-
Controleverklaring en –verslag
-
Memorie van antwoord
Kampen, 22 april 2015
Burgemeester en wethouders van Kampen, de secretaris,
J.F. Goedegebure
de burgemeester,
drs. mr. B. Koelewijn
9
Agendanummer: Portefeuillehouder: M.M. Ekker Onderwerp: Jaarstukken 2014
De Raad van de gemeente Kampen, gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 22 april 2015; gelet op artikel 197 van de Gemeentewet besluit: 1.
De jaarstukken 2014 van de gemeente Kampen vast te stellen met een negatief resultaat conform BBV van € 4.982.004.
2.
Het rekeningsaldo als volgt te bestemmen: a. € b. €
9.380 toe te voegen aan de reserve parkeergelegenheden 197.180 toe te voegen aan de reserve groot onderhoud gebouwen
c. € 2.503.632 toe te voegen aan de reserve over te hevelen jaargebonden budgetten d. €
92.192 te onttrekken aan de reserve Stedelijke Vernieuwing 2002
e. € 3.950.776 te onttrekken aan de reserve bouwgrondexploitatie f. € 3.559.228 te onttrekken aan de algemene reserve .
Kampen, 28 mei 2015
De Raad van de gemeente Kampen,
drs. H.A. van der Meulen, griffier
10
drs. mr. B. Koelewijn, voorzitter
11
Inhoudsopgave Kerngegevens.................................................................................................................... 13 Leeswijzer .......................................................................................................................... 14 Kaders ............................................................................................................................... 15 - Programmaverantwoording ............................................................................................. 17 Programma 1 Burger en bestuur ....................................................................................... 18 Programma 2 Openbare orde en veiligheid ...................................................................... 26 Programma 3 Beheer openbare ruimte ............................................................................. 34 Programma 4 Economie, werk en inkomen ...................................................................... 41 Programma 5 Onderwijs en educatie ................................................................................ 54 Programma 6 Cultuur en sport .......................................................................................... 63 Programma 7 Participatie en zorg ..................................................................................... 72 Programma 8 Duurzame ruimtelijke ontwikkeling ............................................................. 80 Algemene Dekkingsmiddelen ............................................................................................ 93 - Paragrafen ....................................................................................................................... 97 Paragraaf 1 Lokale heffingen ............................................................................................ 98 Paragraaf 2 Weerstandsvermogen en risicobeheersing ................................................. 102 Paragraaf 3 Onderhoud kapitaalgoederen ...................................................................... 112 Paragraaf 4 Financiering ................................................................................................. 119 Paragraaf 5 Bedrijfsvoering ............................................................................................. 124 Paragraaf 6 Verbonden partijen ...................................................................................... 131 Paragraaf 7 Gemeentelijk grondbeleid ............................................................................ 149 - Sociaal Jaarverslag 2014 .............................................................................................. 165 - Jaarrekening .................................................................................................................. 173 Algemene toelichting op de Jaarrekening ....................................................................... 174 Balans per 31 december ................................................................................................. 175 Overzicht van baten en lasten ......................................................................................... 177 Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling........................................................ 178 Toelichting op de balans per 31 december ..................................................................... 182 - Bijlagen .......................................................................................................................... 203 Overzicht verbonden partijen........................................................................................... 204 Kostenplaatsen ................................................................................................................ 211 Stresstest ......................................................................................................................... 214 Schatkistbankieren .......................................................................................................... 220 Kengetallen ...................................................................................................................... 221 Budgetoverhevelingen ..................................................................................................... 225 SiSa en IMG .................................................................................................................... 229
12
Kerngegevens (Gegevens per 1 januari m.u.v. aantal leerlingen nl. per 1 oktober) 2013
2013
2014
2014
Totalen
Specificaties
Totalen
Specificaties
A. Sociale structuur Aantal inwoners
50.924
waarvan van 0 – 14 jaar
51.092 10.706
10.652
van 15 – 44 jaar
19.696
19.508
van 45 – 64 jaar
12.829
12.992
7.454
7.940
van 65 jaar en ouder Aantal huishoudens met laag inkomen (a)
6.280
6.280
Aantal uitkeringsontvangers (a)
3.447
3.450
waarvan uitkeringen algemene bijstand (WWB) uitkeringen arbeidsongeschiktheid (AO) uitkeringen werkloosheid (IOAW, IOAZ en WSW) Aantal leerlingen / studenten (b)
619
625
2.431
2.450
397
375
10.392
waarvan in het basisonderwijs in het voortgezet onderwijs in het speciaal onderwijs
10.381 5.489
5.371
4.410
4.555
493
455
B. Fysieke structuur Oppervlakte gemeente (a)
16.179
waarvan land (ha) binnenwater (ha) Oppervlakte bebouwing (ha) (a)
buitengebied (ha)
Lengte historische waterweg (m1) (a) Aantal woonruimten (a) Aantal bedrijfsvestigingen (a)
14.233
14.233
1.946
1.946
358
waarvan binnen woonkernen (ha)
Historische kernen (ha) (a)
16.179
358 251
251
107
107
36
36
5.700
5.700
21.680
21.776
3.159
3.274
a) info uitkeringsspecificatie Algemene Uitkering b) info uit bijlage Kengetallen Jaarrekening
13
Leeswijzer Hieronder wordt kort een toelichting gegeven op de gehanteerde opzet:
Jaarverslag Hierin zijn de programmaverantwoording en de paragrafen opgenomen.
Programma’s Hieronder worden de verschillende onderdelen van een programma toegelicht.
A. Missie De overkoepelende programmadoelstelling.
B. Context en achtergronden In dit onderdeel zijn programmabreed landelijke, regionale en plaatselijke ontwikkelingen beschreven, uitgewerkt per beleidsterrein. Hierbij wordt, indien aanwezig, een relatie gelegd met de ontwikkelingen die destijds verwacht werden bij het opstellen van de begroting.
C. Beleid In onderdeel C worden per beleidsterrein twee van de drie W-vragen beantwoord. Het kan voorkomen dat binnen één beleidsterrein meerdere doelen (voorheen beoogde maatschappelijke effecten) voorkomen. In dat geval worden per doel de eerste twee W-vragen uitgewerkt: 1.
Effecten: wat hebben we bereikt?
Bij ieder doel worden in tabelvorm de begrote en gerealiseerde effectindicatoren genoemd (niet in alle gevallen mogelijk). Tevens wordt tekstueel een toelichting gegeven.. 2.
Prestaties: wat hebben we daarvoor gedaan?
Bij ieder doel worden in tabelvorm de begrote en de gerealiseerde prestatie-indicatoren vermeld. De bij de begroting voorgenomen prestaties zijn opgenomen in een tabel. Aan de hand van de kleuren groen, oranje en rood wordt weergeven wat de stand van zaken aan het eind van 2014 is geweest. Prestaties die aandacht vereisen (oranje) of problemen/achterstand kennen (rood) worden in tabelvorm nader toegelicht.
D. Wat heeft het gekost? Per beleidsterrein wordt inzicht gegeven in de kosten van het vorig jaar, de begroting voor –en na wijziging en de kosten van dit jaar. Tevens wordt het verschil tussen de begroting na wijziging en de realisatie van dit jaar weergegeven, met een aanduiding of dit verschil voordelig (V), dan wel nadelig (N) is. Op de verschillen groter dan €25.000 (of die om andere redenen vermeldenswaardig zijn) wordt een toelichting gegeven. Tevens vindt men hier een overzicht van de kredieten met uitputting.
Paragrafen In dit onderdeel worden de verplichte paragrafen weergegeven.
Jaarrekening Hierin vindt de balans, de grondslagen en de toelichting op de posten in de balans.
Bijlagen Hier vindt men de bijlagen, zoals de kengetallen, de toelichting op de verschillen in de kostenplaatsen, overgehevelde budgetten, de stresstest, SISA en de Controleverklaring van de accountant.
14
Kaders Veranderende rol overheid De overheid heeft decennialang een grote en bepalende rol in de samenleving gespeeld, waarbij de gedachte dat de samenleving ‘maakbaar’ was domineerde. De verschuiving die plaatsvindt, is van een verzorgingsstaat (met veel regelgeving en overheidsingrijpen) naar een netwerksamenleving (minder overheid, meer kracht van de samenleving). Dit leidt tot een veranderende rol tussen gemeente en inwoners. Dit vraagt om een andere wijze van werken van zowel de gemeente als uitvoerende organisaties. De voorbereiding hiervan is in 2014 in nauwe samenwerking met uitvoerende organisaties en burgers vormgegeven en op onderdelen al uitgevoerd.
Decentralisaties In 2014 zijn de nieuwe taken voorbereid, die het Rijk met ingang van 1 januari 2015 aan gemeenten heeft overgedragen, door middel van de nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo 2015), de Jeugdwet en de Participatiewet (Wajong, Wsw en WWB): -
Een groot deel van de zorg die onder de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) viel, is overgegaan naar de gemeente, via de nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Individuele begeleiding, kortdurend verblijf, (vervoer naar) dagbesteding, logeeropvang en beschermd wonen. Het doel van deze nieuwe wet is dat mensen zo lang en zelfstandig mogelijk thuis kunnen wonen.
-
De jeugdhulp moet eenvoudiger worden en beter op elkaar afgestemd. Bijna alle jeugdtaken zijn overgegaan naar de gemeenten.
-
In de Participatiewet zijn de Wet werk en bijstand (Wwb), de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) en een deel van de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wajong) samengevoegd. De gemeente is verantwoordelijk voor de uitvoering ervan. Met de Participatiewet wil het kabinet bereiken dat zoveel mogelijk mensen werk hebben. Wie niet zonder ondersteuning kan werken, kan bij de gemeente hulp aanvragen.
Deze decentralisaties in het sociale domein betekenen een grotere verantwoordelijkheid en kansen voor de gemeente om de maatschappelijke participatie van haar inwoners te behouden en bevorderen. Tegelijkertijd brengen deze transities een forse efficiencykorting van het rijk met zich mee.
Indicatoren In 2013 is de Sociale Index Kampen ontwikkeld. Met deze index kunnen we in Kampen de sociale kwaliteit meten en volgen. Wij hebben hiermee een instrument in handen dat in één oogopslag een actueel beeld geeft van hoe het op sociaal gebied gesteld is in gemeente Kampen, maar ook op een inhoudelijk thema (bijvoorbeeld sociale binding) of op een geografisch deelgebied. Daarnaast zijn de gegevens goed bruikbaar om als gemeente in gesprek te gaan met partners en afspraken te maken. Hierdoor zijn we beter in staat in het bieden van maatwerk, flexibiliteit en opgavengericht werken. De eerste uitkomsten (meting over 2013) zijn in 2014 gepresenteerd en gebruikt in gesprekken met partners. Een aantal indicatoren uit de Sociale index zijn ook gebruikt in de Programmateksten 4 t/m 7.
15
Jaarverslag 2014 (Programmaverantwoording inclusief paragrafen)
16
Programmaverantwoording
17
Programma 1
Burger en bestuur A.
Missie
We staan voor een open en daadkrachtig bestuur, gekenmerkt door goed contact met burgers en een kwalitatief hoogwaardige dienstverlening.
B.
Context en achtergronden
In dit programma zijn samenhangende producten geclusterd tot beleidsterreinen. Dit zijn de beleidsterreinen bestuur en publieksdienstverlening.
Bestuur In het coalitieprogramma Zichtbaar en Effectief zijn de opdracht en de ambities van het bestuur beschreven en verder uitgewerkt in een uitvoeringsagenda. Kernachtig geformuleerd is de opdracht van het bestuur om Kampen een gemeente te laten zijn, waarin mensen graag wonen, werken en recreëren. Dat betekent samen met de inwoners de gemeente vormgeven en zorgen voor de noodzakelijke randvoorwaarden. “We willen een gemeente zijn met een goed, duurzaam en veilig leefklimaat, met goede sociale samenhang en voorzieningen voor jong en oud, goed onderwijs, een goed ondernemingsklimaat en voldoende werkgelegenheid. Dat kunnen wij niet alleen, we willen de schouders er onder zetten met burgers, ondernemers, partners binnen en buiten de stad.” In het coalitieprogramma en de uitvoeringsagenda is voor het beleidsterrein bestuur beschreven wat we in deze bestuursperiode wilden bereiken: -
het politiek en bestuurlijk handelen kenmerkt zich door kwaliteit en transparantie;
-
we communiceren herkenbaar, duidelijk en tijdig met burgers, instellingen en bedrijven;
-
we behouden en versterken de kwaliteit van de regio op sociaaleconomisch en fysiek terrein;
-
we dragen bij aan internationale oriëntatie.
Kampen merkbaar beter De herbezinning op de rol en taken van de lokale overheid is een dynamisch proces en vraagt voortdurend om aandacht. Het vijfde speerpunt in onze toekomstvisie Kampen Merkbaar Beter, de kracht van de samenleving, is de exponent van onze nieuwe rolneming. Die is in 2014 evenals voorgaande jaren zichtbaarder geworden in ons dagelijkse doen en laten en dus zeker ook in onze aanpak van onze opgaven. In de achterliggende programma’s is dit nader uitgewerkt aan de hand van concrete projecten en opgaven waar de gemeente voor staat.
18
wijkgericht werken heeft een nieuwe impuls gekregen in het kader van Kampen Merkbaar Beter waarbij het accent meer op burgerkracht en minder op overheidshandelen is komen te liggen.
Zwolle-Kampen-Netwerkstad en regio Zwolle De lichte organisatiestructuur van de huidige samenwerking tussen de 3 overheidspartners van de netwerkstad is succesvol gebleken. Het is de kunst om de juiste verbindingen te leggen in de relevante netwerken. Kern is daarbij dat de samenwerkende overheden, bedrijfsleven en kennisinstellingen informeel de krachten bundelen en het uitzetten van een onderscheidene strategie, gekoppeld aan het uitvoeren van acties om het stedelijk netwerk te versterken, te profileren en te zorgen voor een daarop afgestemde gebiedskwaliteit. Wij zullen onszelf constant de vraag stellen op welk schaalniveau en met welke partners een vraagstuk het best kan worden aangepakt. Zo zijn de ZKN-partners gezamenlijk actief om de economische samenwerking binnen de regio Zwolle volop te faciliteren. In ZKN verband is een Strategische Agenda opgesteld. Dit is een dynamisch document waarin op basis van trends, verkenningen en analyses nieuwe kansen worden toegevoegd, maar waar ook initiatieven vanaf gehaald kunnen worden als er onvoldoende inhoud, partners of middelen gevonden kunnen worden. Deze agenda heeft ook een relatie met de Regio Zwolle. Ontwikkelingen binnen ZKN zijn van invloed op de ontwikkelingen binnen de regio en andersom. Op 31 oktober 2014 is er een werkconferentie georganiseerd door de Regio Zwolle over de toekomst van de regio. Ruim 200 deelnemers uit de hoek van publieke en private ondernemers, maatschappelijke organisaties, overheid, onderwijs en onderzoek hebben aan deze conferentie deelgenomen. Deze dag heeft een rijk palet aan ideeën, dromen, wensen en concrete suggesties opgeleverd. Deze worden in 2015 nader uitgewerkt.
Dienstverlening Gemeenten zijn in de visie van de VNG (commissie Jorritsma, 2005) in 2015 dé poort tot de overheid. Gemeenten staan het dichtst bij burgers, bedrijven en instellingen. Deze positie maakt het voor burgers logisch om gemeenten als eerste aanspreekpunt te gebruiken. Om deze uitdaging actief tegemoet te treden heeft de gemeente Kampen een toekomstvisie op dienstverlening geformuleerd en ook over de strategie daarvoor. Deze dienstverleningsvisie 2015 met acht uitgangspunten is opgenomen in het coalitieprogramma 2010-2014. Onze visie op dienstverlening is gebaseerd op de volgende acht uitgangspunten waaraan we in 2015 willen voldoen: 1. Kampen is voor de burger één gemeente, dat wil zeggen dat Kampen met één gezicht naar buiten treedt. 2. De gemeente is op eenvoudige wijze toegankelijk voor burgers. Ze kunnen zelf bepalen of ze hierbij gebruik maken van telefoon, e-mail, internet, balie of post. 3. Via de gemeente vinden burgers ook de toegang naar de dienstverlening van de belangrijkste ketenpartners en omgekeerd. 4. Er zijn goede afspraken met de gemeente Zwolle over het gebruik van het algemene telefoonnummer 14038. Waar dat toegevoegde waarde heeft voor de gemeente Kampen werken we samen met de gemeente Zwolle op het gebied van dienstverlening. 5. De gemeente Kampen is een klantgerichte gemeente. Klanten ervaren persoonlijke benadering. Waar dat logisch is vanuit het perspectief van de klant, worden diensten integraal aangeboden. 6. De gemeente Kampen meet de kwaliteit van de eigen dienstverlening en streeft naar steeds verdere verbetering van de dienstverlening. 7. De medewerkers van de gemeente zijn cruciaal in de optimalisering van de dienstverlening. 8. ICT is de ruggengraat van onze dienstverlening. Voor het realiseren van de visie is gekozen voor een programmatische aanpak. Deze aanpak staat voor een samenhangend geheel van projecten en lijnactiviteiten en is verwoord in het startdocument van het programma Dienstverlening. Wijkgericht werken op meerdere gebieden met een integraal aanbod van dienstverlening. Accountmanagement vindt toepassing bij economie/bedrijfscontacten, complexe wabo-vergunningen, evenementen en horecavergunningen. We verbeteren onze dienstverlening op basis van de uitkomsten van periodieke metingen van de kwaliteit van onze dienstverlening middels toepassing van servicenormen en deelname aan audits, benchmarks en andere gerichte onderzoeken.
19
We doen aan pro-actieve dienstverlening middels zo veel mogelijk gebruik gestructureerd webformulieren en (sms-)attendering op het aflopen van de geldigheid van paspoorten en rijbewijzen. Sinds begin 2012 wordt voor de behandeling van bezwaarschriften een informele aanpak gehanteerd: altijd eerst contact met de bezwaarmaker. Betrokken medewerkers hebben hiervoor een training in mediationvaardigheden gevolgd. In 2014 beantwoordt het KCC de meest voorkomende eenvoudige vragen van de teams Burgerzaken, Vergunningen, Frontoffice MO en Belasting en Inning. Voor de teams Vergunningen en Frontoffice MO worden vragen die het KCC niet zelf kan beantwoorden geregistreerd in het Medewerkersportaal en doorgezet naar de teams. Medewerkers van de teams nemen vervolgens contact op met de klant. Het KCC antwoordt ook op vragen of opmerkingen die via Twitter binnen komen. Tot het standaardtakenpakket van het KCC behoren verder de centrale telefoniefunctie, de ontvangst en doorverwijzing van klanten en bezoekers, de registratie van meldingen in de openbare ruimte en de afgifte van een aantal eenvoudige producten en formulieren.
C. Beleid Beleidsterrein 1.1
Bestuur
1. Effecten: wat hebben we bereikt? Doel 1.1.1
Bij de inwoners van Kampen is er draagvlak voor en vertrouwen in de bestuurlijke organisatie
De kenmerken van de bestuurlijke organisatie zijn openheid, daadkracht, kwaliteit en transparantie. De gemeente Kampen neemt tweejaarlijks deel aan de benchmark “Waarstaatjegemeente”1. Dit is een instrument dat het mogelijk maakt om op hoofdlijnen een goed beeld te krijgen van het functioneren van de gemeente. De vraag die daarbij centraal staat is: “Hoe tevreden is de burger van Kampen over Kampen?”. Deze vraag wordt beantwoord vanuit verschillende invalshoeken, ook wel burgerrollen genoemd:
De burger als kiezer
De burger als kiezer is de burger die politiek wordt gerepresenteerd en die een bepaalde kwaliteit van politiek en bestuur mag verwachten. Luistert de gemeente goed naar haar inwoners? Heeft de gemeente een duidelijke visie op de toekomst en maakt de gemeente waar wat ze belooft?
De burger als partner
De burger als partner heeft recht op kwaliteit van beleid en wil serieus genomen worden in het kader van de beleidsontwikkeling van de gemeente. Ontwikkelt de gemeente haar beleid interactief, samen met de inwoners, instellingen en bedrijven?
De burger als wijkbewoner
De burger als wijkbewoner heeft recht op kwaliteit van zijn leefomgeving. Deze dient prettig en schoon te zijn, met allerhande voorzieningen binnen bereik. Effect-indicator
a.
Rapportcijfer “De burger als kiezer”
Nulmeting
Werkelijk
Werkelijk
Begroot
Werkelijk
(met jaar)
2012
2013
2014
2014
6,2 (2011)
-
6,2
-
Bron
- Benchmark “Waarstaatj egemeente”
b.
Rapportcijfer “De burger als partner”
5,8 (2011)
-
6,0
-
- idem
c.
Rapportcijfer “De burger als
7,2 (2011)
-
7,2
-
- idem
wijkbewoner”
1
“Waarstaatjegemeente” wordt momenteel doorontwikkeld. De wijze waarop deze doorontwikkeling plaatsvindt is te raadplegen via:
http://www.watdoetjegemeente.nl/index.php?id=373. De cijfers in de programmabegroting 2014 zijn gebaseerd op de huidige systematiek. In de programmabegroting 2015 zullen de cijfers gevuld worden op basis van de nieuw te ontwikkelen systematiek.
20
2. Prestaties: wat hebben we er voor gedaan? Uit te voeren acties
groen oranje rood 1 Het werkendeweg ontwikkelen van het wijkgericht werken met inwoners, bedrijven en organisaties. 2 De verandermanager wijkgericht werken geeft een impuls aan de nieuwe manier van werken binnen onze organisatie, die aansluit bij een terugtredende overheid, partnerschap met organisaties en bedrijven en verantwoordelijkheid van burgers. 3 In 2011 is de visie op burgerparticipatie uiteengezet. We betrekken burgers en betrokkenen in een vroegtijdig stadium op een geëigende wijze bij de ontwikkeling en uitvoering van beleid. 4 Het college legt jaarlijks 10 bedrijfsbezoeken af. Daarnaast leggen bestuurders individueel vele bedrijfsbezoeken af. 5 Er is een jaarlijkse bijeenkomst met de media. 6 De leden van het (digitale) burgerpanel van de gemeente Kampen worden zo’n vier keer per jaar benaderd om mee te doen aan een onderzoek. Het (digitale) burgerpanel is een vorm van burgerparticipatie waardoor de burgers voor de gemeente kunnen optreden als inspiratiebron, klankbord, raadgever en barometer van de tevredenheid. 7 Verdere invulling geven aan het werkprogramma ZKN 2012-2015 dat in 2012 door raden en staten is vastgesteld. 8 De gemeente Kampen participeert actief in een samenwerkingsverband van 17 gemeenten in de regio rondom Zwolle. Het regionaal kernteam wordt ook in 2014 ingezet als platform voor een periodiek overleg met 1e en 2e kamerleden over actuele en relevante onderwerpen voor de regio Zwolle. 9 We ondersteunen de Stichting Kampen Internationale Samenwerking met een jaarlijkse subsidie voor de contacten met de vier partnersteden van Kampen. 10 Het voorbereiden en financiële dekking verkrijgen voor de Hanzedagen 2017.
Toelichting afwijking actie: Wat is de aard en de omvang van de afwijking
Burgerpanel Het voornemen was om het digitale burgerpanel dit jaar zo'n drie tot vier keer te raadplegen. In de praktijk is dat dit jaar 1 keer gedaan. Het digitale burgerpanel is geraadpleegd in het kader van de sociale index. Bij deze raadpleging zijn vragen gesteld over verschillende aspecten, zoals gezondheid, opleiding, inkomen, veiligheid en voorzieningen. Bij deze raadpleging zijn tegelijkertijd vragen gesteld over beheer en onderhoud
Wat is de oorzaak?
openbare ruimte. Mede gezien deze diversiteit aan onderwerpen waren er dit jaar geen andere geschikte onderzoeksvragen die aanleiding gaven om aan het digitale burgerpanel voor te leggen. Bovendien was het dit jaar mogelijk kosten te besparen door onderzoeksthema's te combineren in 1 raadpleging in plaats van meerdere raadplegingen.
Wat is het gevolg voor de realisatie van de doelstelling?
Wij willen inwoners betrekken bij het beleid en het bestuur van de gemeente. Burgerpanel onderzoek is slechts 1 van de manieren om dit te doen. In het onderzoeksprogramma 2015 zijn drie onderzoeksvragen opgenomen
Welke maatregel wordt
die in 2015 aan het digitaal burgerpanel voorgelegd worden. Er is
voorgesteld?
daarnaast nog ruimte om gedurende het onderzoeksjaar actuele onderzoeksvragen aan het burgerpanel voor te leggen.
21
Beleidsterrein 1.2
Publieksdienstverlening
1. Effecten: wat hebben we bereikt? Doel 1.2.1
Burgers en ondernemers zijn tevreden over onze dienstverlening
De gemeente vindt het belangrijk dat burgers en ondernemers tevreden zijn over de dienstverlening. Om te meten of de gestelde doelen behaald worden, neemt de gemeente tweejaarlijks deel aan de benchmarks “Waarstaatjegemeente” en “Publiekszaken”. Onderdeel van de benchmark Publiekszaken zijn een drietal KlantTevredenheidsOnderzoeken: Baliedienstverlening; Telefonische dienstverlening; Digitale dienstverlening. Daarnaast werken wij met een organisatiebreed onderzoeksprogramma. Het onderzoeksprogramma bestaat uit de wettelijk verplichte onderzoeken (doelmatigheids- en doeltreffendheidonderzoeken) en onderzoeken in belang van de kwaliteit van de bedrijfsvoering en burgerparticipatie. Met de instelling van deze onderzoeken wordt beoogd de transparantie van het gemeentelijk handelen te vergroten en de publieke verantwoording daarover te versterken. Effect-indicator
a.
Rapportcijfer “De burger als klant”2
Nulmeting
Werkelijk
Werkelijk
Begroot
Werkelijk
(met jaar)
2012
2013
2014
2014
7,6 (2011)
-
7,6
-
Bron
- Benchmark “Waarstaatj egemeente”
b.
Rapportcijfer KTO bezoekers balie
7,8 (2011)
-
7,5
-
- Benchmark Publiekszak en
c.
Rapportcijfer KTO telefonische
7,4 (2011)
-
7,5
-
dienstverlening
- Benchmark Publiekszak en
d.
Rapportcijfer KTO digitale dienstverlening
6,3 (2011)
-
7,3
-
- Benchmark Publiekszak en
2
Waarstaatjegemeente” wordt momenteel doorontwikkeld. De wijze waarop deze doorontwikkeling plaatsvindt is te raadplegen
via: http://www.watdoetjegemeente.nl/index.php?id=373. De cijfers in de programmabegroting 2014 zijn gebaseerd op de huidige systematiek. In de programmabegroting 2015 zullen de cijfers gevuld worden op basis van de nieuw te ontwikkelen systematiek.
22
2. Prestaties: wat hebben we er voor gedaan? Uit te voeren acties
groen oranje rood 1 Het voldoen aan de servicenormen. Sinds 2011 hanteert de gehele organisatie de algemene normen (bijvoorbeeld normen over telefonie en email) en de eenheden Beheer Openbare Ruimte, Maatschappelijke Ontwikkeling en Publieksdienstverlening hanteren specifieke normen. De ambitie is om in 2014 aan de gang te gaan met het verkorten van de termijnen. 2 Het KCC wordt verder doorontwikkeld: Het verstrekken van algemene informatie en de registratie daarvan door het KCC wordt uitgebreid; Voor meer teams (in 2013 Frontoffice MO en Vergunningen) worden vragen die het KCC niet zelf kan beantwoorden in het Medewerkersportaal geregistreerd en doorgezet naar het betreffende team. Het team neemt binnen afgesproken servicetermijnen contact op met de vrager. Eenvoudige producten zoals een uittreksel uit de basisadministratie, een eigen verklaring, het afhalen van een gehandicaptenparkeerkaart worden overgeheveld van de vakbalies naar de balie van het KCC (reeds ingezet in 2013). 3 Verdere invoering van “Mijn Loket” binnen het digitaal loket waarbij we het onderdeel “lopende zaken” in productie nemen. Hiermee kunnen burgers de voortgang van hun aanvraag volgen.
Toelichting afwijking actie: Wat is de aard en de omvang van de afwijking Wat is de oorzaak?
Doorontwikkeling KCC Eenvoudige producten zijn nog niet overgeheveld naar de KCC-balie en de beantwoording en registratie van vragen is beperkt uitgebreid. De personele bezetting van het KCC is (nog) niet op orde.
Wat is het gevolg voor de realisatie van de
De realisatie van de doelstelling levert vertraging op of wordt niet gehaald.
doelstelling? Welke maatregel wordt voorgesteld? Toelichting afwijking actie:
De personele bezetting op orde brengen.
Verdering invoering "Mijn Loket" Het onderdeel "lopende zaken" is nog niet in gebruik genomen. Op 1 juli 2014 is organisatiebreed het fundament van zaakgericht werken
Wat is de aard en de omvang van de afwijking
ingevoerd. Hiermee zijn we in staat om burgers de voortganag van hun aanvraag te laten volgen. Technisch is dit inmiddels mogelijk. Omdat de inrichting van het zaakgericht werken nog de nodige bijsturing behoeft is besloten de statussen van de aanvragen nog niet te koppelen via Mijn Loket.
Wat is de oorzaak? Wat is het gevolg voor
De inrichting van het zaakgericht werken is nog niet op het juiste niveau om de terugkoppeling naar de burgers op een correcte wijze te doen. De doelstelling is nog niet gehaald. Burgers kunnen de voortgang van hun
de realisatie van de doelstelling? Welke maatregel wordt voorgesteld?
Prestatie-indicator a.
% geholpen klanten binnen normwachttijd van 15 minuten
aanvraag nog niet volgen. Vanuit de ingezette doorontwikkeling zaakgericht werken wordt in 2015 het juiste niveau bereikt en kan het onderdeel "lopende zaken" in productie worden genomen. Nulmeting
Werkelijk
Werkelijk
Begroot
Werkelijk
(met jaar)
2012
2013
2014
2014
91% (2003)
94,2%
92%
92,3%
Bron Burgerzaken
23
* Per 1 januari 2013 werken we (deels) op afspraak bij de vakbalies.
D.
Wat heeft het gekost?
bedr agen x €1.000
r ek ening
begr oting
2013
2014
begr oting r ek ening 2014
( pr imitief) ( na wijz iging)
Ver s c hil
2014 r ek ening en begr oting na wijz iging
Las ten 1.1 Bestuur
3.076
3.356
3.496
3.892
396 N
1.2 Publieke dienstverlening
1.585
1.653
1.767
1.820
53 N
4.661
5.009
5.263
5.712
449 N
T otaal las ten Baten 1.1 Bestuur 1.2 Publieke dienstverlening T otaal baten
Saldo pr ogr amma
70-
104-
74-
80-
7- V
733-
883-
823-
881-
57- V
803-
987-
897-
961-
64- V
3.858
4.022
4.366
4.751
384 N
v er s c hillenanaly s e V/N Bedr ag T oelic hting 1.1 Bes tuur
Bestuursorganen N
594 Hogere lasten voor wachtgelden en pensioenen (vm) wethouders ivm 3 nieuwe wethouders waarvoor de gemeente na de raadsverkiezingen wachtgeld moest gaan betalen. Hier was geen rekening meegehouden in de 2e berap 2014 (€ 83.000 N). Tijdens de controle van de voorziening bleek ook dat er met een te hoog rendement was gerekend. Uit de herberekening waarbij is uitgegaan van het juiste rendement bleek dat er € 510.530 moest worden bijgestort om te kunnen voldoen aan onze toekomstige verplichtingen.
Bestuursondersteuning college van B&W V
-39 Resterend eenmalig budget 'tijdbeleid' i.h.k.v. Kampen Samen Merkbaar Beter. Het restant budget
V
-43 Lagere toerekening aan uren vanuit de eenheid RO.
V
-80 Restant eenmalig budget Zwolle Kampen Netwerkstad. Het restant budget zal via
zal via resultaatbestemming worden overgeheveld.
Bestuurlijke samenwerking resultaatbestemming worden overgeheveld. 1.2 Publiek e diens tv er lening
Burgerzaken (incl. 004) V
-59 Bij de opbouw van de Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT) is rekening mee gehouden dat er bouwwerken zijn die niet op de kaart staan. Deze bouwwerken kunnen worden opgespoord via een vergelijking tussen kaart en foto. Omdat er in 2014 minder foto's gemaakt konden worden en er minder interne uren doorbelast zijn als gevolg van detachering personeel zijn de lasten lager uitgevallen.
N
63 Lagere structurele baten omtrent er minder gemeentelijke basisadministratie documenten verstrekt zijn. Tevens zijn de vermissingskosten voor rij- en reisdocumenten wettelijk afgeschaft.
24
bedr agen x €1.000
J aar Status
( Res tant) Realis atie k r ediet
Kr edieten
Aanschaf I-pads
k r ediet
1- jan 2014 2012
Afgesloten
( Res tant) 31- dec 2014
2014 2
-
2
25
Programma 2
Openbare orde en veiligheid A.
Missie
Onze missie is: “Samen Werken aan een veilig en leefbaar Kampen”. Kampen is een gemeente waarvoor veiligheid telt. Voorkomen is belangrijker dan bestrijden. Maar als bestrijden moet, dan zijn we daar zeker klaar voor! Kampen wil voor burgers, bedrijven en bezoekers een gemeente zijn waar men veilig kan verblijven. Veiligheid in de gemeente Kampen is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van brandweer, politie, Openbaar Ministerie, maatschappelijke organisaties, ondernemers, inwoners en gemeente. De gemeente Kampen vervult hierbij een regierol.
B.
Context en achtergronden
De gemeente richt zich binnen dit programma op het op peil houden van het veiligheidsniveau. Maar ook op de toekomst gerichte speerpunten om die veiligheid te borgen en te verhogen. We richten ons hierbij op de feitelijke veiligheid (objectief) en het gevoel van veiligheid (subjectief). Ook wordt gewerkt aan een goede balans tussen voorkomen en bestrijden. Speciaal aandachtspunt hierbij is de (bestuurlijke) handhaving.
Eén brandweer IJsselland Per 1 januari 2014 is de brandweer organisatie uit de gemeentelijke organisatie structuur gegaan en vormt nu samen met de andere gemeentelijke brandweerkorpsen en de regionale brandweer de Brandweer IJsselland.
Integraal Veiligheidsprogramma Op basis van het Integraal Veiligheidsprogramma (IVP) 2012 – 2014 wordt jaarlijks een uitvoeringsprogramma opgesteld met een prioriteitenlijst. Met het oog op het ontstaan van de Nationale Politie en de zogenaamde robuuste basisteams (de gemeenten Kampen, Steenwijkerland, Zwartewaterland en Staphorst in een politieteam) wordt een nauwere samenwerking en afstemming met deze gemeenten op integrale veiligheid nagestreefd. In juni 2013 heeft de interlokale driehoek de intentie uitgesproken te komen met een gezamenlijk IVP. Hierin, en in het jaarlijkse uitvoeringsprogramma blijft de couleur locale echter gegarandeerd. Het IVP kent vijf veiligheidsvelden: Veilige woon- en leefomgeving; Bedrijven en veiligheid; Jeugd en veiligheid; Fysieke veiligheid; Integriteit en veiligheid.
26
Binnen deze veiligheidsvelden zijn prioriteiten aangebracht die gebaseerd zijn op de lokale situatie in samenhang met die prioriteiten van politie eenheid Oost Nederland. Dit zijn: Prioriteit A: overlast door personen in de woonomgeving; Prioriteit B: Drugs en georganiseerde criminaliteit; Prioriteit C: Alcohol en Veilig Uitgaan; Prioriteit D: Woninginbraken.
Crisisbeheersing en rampenbestrijding Vanwege de regionalisering van de brandweer tot één Brandweer IJsselland zijn de preventieve taken in het kader van de rampenbestrijding en crisisbeheersing aan de gemeente overgedragen. Deze zijn belegd bij het team Toezicht en Handhaving. Belangrijkste speerpunt op dit moment is de veiligheid van het Kampereiland (in verband met hoogwater problematiek). Hierin wordt samengewerkt met Waterschap Groot Salland, de provincie Overijssel en Veiligheidsregio IJsselland. Risico-, en crisiscommunicatie en daardoor het bevorderen van zelfredzaamheid zijn belangrijkste thema’s daarin.
Netwerk Regionale Uitvoeringsdienst Overijssel Het netwerk van de Regionale Uitvoeringsdienst (RUD) Overijssel is georganiseerd op het niveau van de Veiligheidsregio’s Twente en IJsselland. Door middel van een bestuursovereenkomst zijn de gemeenten en de provincie Overijssel de samenwerking aangegaan volgens een netwerkmodel. In de overeenkomst zijn afspraken opgenomen over uitwisseling van werkvoorraad (taken en producten) en middelen (menskracht en geld) waarbij de informatie-, coördinatie- en sturingseenheid ICS) zorgt voor de werking van het netwerk. Alle partners in de Overijsselse regio’s Twente en IJsselland willen met de RUD een aantoonbare verbetering bereiken in de uitvoeringskwaliteit van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en Vergunning-, Toezicht- en Handhavingstaken. Hierbij gaat het om de kernelementen uit de Wabo: één loket bij het lokale bestuur en integraliteit, gecombineerd met de doelstellingen van de RUD: inhoudelijke verbetering van kwaliteit en efficiëntie door het vergroten van de kritieke massa. Tussen de Brandweer IJsselland en het Netwerk RUD worden in 2013/2014 afspraken gemaakt over de aard en omvang van de samenwerking, voornamelijk de brandpreventie taak.
C. Beleid Beleidsterrein 2.1 1.
Brandweer en rampenbestrijding
Effecten: wat hebben we bereikt?
Doel 2.1.1
Rampenbestrijding: effectief en efficiënt voor inwoners en bezoekers
De gemeente wil snel, zichtbaar en effectief zijn in het geval van een ramp of crisis. De gemeentelijke rampenbestrijdingsorganisatie moet hiervoor zo optimaal mogelijk voorbereid zijn. Hiervoor moet blijvend worden ingespeeld op de actuele ontwikkelingen. Ook moet iedereen met een rampenbestrijdingstaak over voldoende kennis beschikken en geoefend zijn. Vanaf 2012 werkt de rampenbestrijdingsorganisatie volgens het Regionaal Crisisplan en wordt voldaan aan de Wet Veiligheidsregio’s. Het beoogde maatschappelijke effect is dat de bewoners en bezoekers van de gemeente Kampen, ten tijde van een ramp of crisis, zo effectief en efficiënt mogelijk worden geholpen door een adequate regionale rampenbestrijdingsorganisatie. Bij rampen en/of crisissituaties moet er goede uitvoering aan de rampenbestrijdingstaken worden gegeven. Dit om zo snel mogelijk terug te keren naar de normale “veilige” situatie. Voor de coördinatie van de gemeentelijke rampenbestrijding zijn binnen Kampen twee officieren van dienst bevolkingszorg (OVD-bz) aangewezen. Samen met collega’s uit Zwolle wordt zo een 24 uurs bereikbaarheid gegarandeerd. Daarnaast zijn er twee adviseurs crisibeheersing die op bestuurlijk niveau ondersteuning kunnen bieden.
27
2.
Prestaties: wat hebben we er voor gedaan?
Uit te voeren acties
groen oranje rood 1 Voorbereiden van de gemeentelijke organisatie op basis van het Regionaal Crisisplan. 2 Zorgdragen voor een goed opleidings- en trainingsniveau van bestuurders en medewerkers met een functie in de rampenbestrijdingsorganisatie. 3 Borging van voldoende beschikbaar, gekwalificeerd personeel voor de rampenbestrijdingsorganisatie.
Toelichting afwijking actie: Wat is de aard en de
Borging beschikbaar en gekwalificeerd personeel Voor het cluster Zwolle/Kampen ontbreekt nog een informatiemanager GBT
omvang van de afwijking Wat is de oorzaak? Wat is het gevolg voor
In geval van een incident (GRIP 3) zal een IM-er uit een ander cluster
de realisatie van de doelstelling?
gevonden moeten worden. Er vindt op hoog niveau overleg met Zwolle plaats over wie deze rol kan
Welke maatregel wordt
oppakken. Hierbij wordt gekeken naar een eerlijke verdeling van de taken
voorgesteld?
in het kader van de crisisorganisatie binnen het cluster.
Prestatie-indicator a.
Nulmeting
Werkelijk
Werkelijk
Begroot
Werkelijk
(met jaar)
2012
2013
2014
2014
Aantal bestuurlijke rampenoefeningen
3 (2012)1
3
2
2
Bron
2 Brandweer, ACB1
1: ACB: Adviseur Crisisbeheersing De rampenoefeningen worden op IJssellandsniveau georganiseerd door de Veiligheidsregio. In dit geval viel de rampenoefening begin 2015.
1.
Effecten: wat hebben we bereikt?
Doel 2.1.2
Brandveilige leefomgeving: voorkomen van schade en slachtoffers
Ter voorkoming van schade en slachtoffers als gevolg van brand wordt ingezet op de zorg en de controle van gebieden en objecten in de gemeente Kampen. Risico’s worden in beeld gebracht, voorkomen en/of gereduceerd. Een cijfermatige effectindicator voor dit beleidsterrein is moeilijk te bepalen. Uitgangspunt is dat de gemeente Kampen de basis op orde heeft door goede risico-inventarisaties, planvorming, advisering, voorlichting, vergunningverlening en de toezicht en handhaving hiervan. 1.
Prestaties: wat hebben we er voor gedaan?
Uit te voeren acties
groen oranje rood 1 We geven brandpreventieve voorlichting aan burgers en ondernemers (in het kader van vergunningverlening). 2 We toetsen (bouw)plannen, vergunningaanvragen en evenementen op brandveiligheid, de bereikbaarheid voor de hulpdiensten en houden toezicht.
Prestatie-indicator a.
Aantal controles brandveiligheid
Nulmeting
Werkelijk
Werkelijk
Begroot
Werkelijk
(met jaar)
2012
2013
2014
2014
250 (2012)
250
200
250
243
1: Het Preventie Activiteitenplan (Prevap) is door het college van B&W vastgesteld op 10 februari 2009)
28
Bron Prevap1
Beleidsterrein 2.2 1.
Openbare orde en veiligheid
Effecten: wat hebben we bereikt?
Doel 2.2.1
Veilige openbare ruimte: vergroten van het veiligheidsgevoel
We verminderen de overlast in de openbare ruimte op basis van het bestuurlijk vastgestelde handhavingprogramma. Hierbij wordt onder andere ingezet op het verminderen van het gebruik van harddrugs, het terugdringen van het gebruik van softdrugs en het terugdringen van (drugs)overlast voor de woonomgeving. Daarnaast stimuleren wij een veilig ondernemings- en uitgaansklimaat met het Kwaliteitsmeter Veilig Uitgaan (KVU) en Keurmerk Veilig Ondernemen (KVO). De feitelijke veiligheid wordt gemeten aan de hand van de politiemonitor. De ervaren veiligheid wordt met de veiligheidsmonitor in kaart gebracht. In het project ‘Kwaliteitsmeter Veilig Uitgaan’ (KVU) wordt de maatregelenmatrix, die aan het horecaconvenant is gekoppeld, in goed overleg uitgevoerd. Zo zijn onder andere urinoirs in de binnenstad geplaatst, zijn er afspraken gemaakt met taxichauffeurs, zijn er schildjes met gedrag- en huisregels bij de horeca rondgebracht en zijn er afspraken gemaakt over het schoonmaken van de binnenstad. Ook is er nauw contact met de politie over de bevindingen in het weekend van het VOSteam. Effect-indicator
a.
Aantal klachten over illegaal
Nulmeting
Werkelijk
Werkelijk
Begroot
Werkelijk
(met jaar)
2012
2013
2014
2014
23 (2012)
23
29
30
Bron
5 St. Stads-
geparkeerde fietsen in de binnenstad
toezicht Kampen
b.
Aantal klachten over illegale
19 (2012)
19
13
20
0 St. Stads-
uitstallingen in de binnenstad
toezicht Kampen
c.
Onveiligheidsgevoel ( vaak/soms) ten
37% (2011)
30%
36%
28% (2011)
20%
26%
aanzien van drugs neemt af d.
Percentage mensen dat aangeeft zich
Veiligheidsmonitor
onveilig te voelen in de buurt van
Veiligheidsmonitor
uitgaansgelegenheden. e.
Aantal geregistreerde strafbare feiten
23 (2012)
22
op bedrijventerreinen
Veiligheidsanalyse MKB
f.
Percentage ondernemers dat zich veilig voelt
86% (2012)
85%
Veiligheidsanalyse MKB
Het aantal geregistreerde strafbare feiten op bedrijventerreinen, het onveiligheidsgevoel t.a.v. drugs, het percentage mensen dat aangeeft zicht onveilig te voelen in de buurt van uitgaansgelegenheden en het percentage ondernemers dat zich veilig voelt, wordt alleen in de oneven jaren gemeten.
29
2.
Prestaties: wat hebben we er voor gedaan?
Uit te voeren acties
groen oranje rood 1 Uitvoering geven aan de Binnenstadsvisie (parkeren fietsen) en de Algemene Plaatselijke Verordening (APV). 2 Optreden tegen het fabriceren en verhandelen van drugs. 3 Toepassen van cameratoezicht in de openbare ruimte. 4 Regie voeren over het Keurmerk Veilig Ondernemen (KVO) van bedrijventerreinen (certificering en hercertificering). 5 Regie voeren over het Kwaliteitsmeter Veilig Uitgaan (KVU) en ondersteunen het VOS-team van de politie. 6 Toezicht houden op de horeca en stimuleren alcoholmatiging.
Toelichting afwijking actie: Wat is de aard en de omvang van de afwijking Wat is de oorzaak? Wat is het gevolg voor de realisatie van de doelstelling? Welke maatregel wordt voorgesteld? Toelichting afwijking actie: Wat is de aard en de omvang van de afwijking Wat is de oorzaak?
Uitvoering geven aan de Binnenstadsvisie (parkeren fietens) en de Algemene plaatselijke verordening (Apv) Met betrekking tot de geparkeerde fietsen en uitstallingen in de binnenstad is geen uitvoeringsbeleid opgesteld waaruit blijkt hoeveel middelen benodigd zijn. Lage handhavingsprioriteit binnen de huidige beschikbare middelen. Fietsparkeerverbod wordt niet gehandhaafd en uitstallingen op de Oudestraat. Handhaving met beleid.
Toepassen van cameratoezicht in de openbare ruimte Vertraging in plaatsen van camera's. Adviseur te weinig kosten geraamd, zienswijze en twee bezwaren ingediend tegen plaatsing en negatief oordeel welstandscie
Wat is het gevolg voor de realisatie van de
Doelstelling zal in principe later gerealiseerd worden
doelstelling? Welke maatregel wordt voorgesteld?
Extra geld aangevraagd en ontvangen, zienswijze weerlegd en college geadviseerd om bezwaren ongegrond te verklaren.
Prestatie-indicator
Nulmeting
Werkelijk
Werkelijk
Begroot
Werkelijk
(met jaar)
2012
2013
2014
2014
a.
Aantal ingezette stadstoezichthouders
11 (2012)
11
8
8,3
b.
Aantal Buitengewone
2,3 (2012)
2,3
3
4
0
0
35
Bron
8 St. Stadstoezicht 4 Toezicht en
Opsporingsambtenaren c.
Aantal gecontroleerde
Handhaving 0 (2012)
DHW- vergunninghouders (totaal 127)
10
Drank- en Horecawet/h orecauitvoeri ngsbeleid
d.
Aantal keer dat het
0 (2012)
0
4
4
horecasanctiebeleid wordt toegepast
4 Horecauitvoe ringsbeleid 2009
e.
Aantal bestuursrechtelijke zaken op
4 (2012)
4
6
5
2 Handhavings
(6) 2012
6
6
8
6 Coffeeshopb
basis van handhavingsarrangement f.
Controles coffeeshop
arrangement eleid 2011
30
g.
VOS mutaties worden in de
52
organisatie uitgezet en acties
52
50
Politiemonitor
(2012)
teruggekoppeld h.
Aantal hercertificeringen KVO van
1 (2012)
3
3 Werkgroep
bedrijventerreinen
KVO
Aantal gecontroleerde DHW-vergunninghouders: Hoewel de pilot toezicht Drank- en Horecawet in 2012 is gestopt is er structureel geld beschikbaar gesteld om vanaf 2013 de controles weer op te pakken, zij het in verminderde mate. Voor het budget worden vooral leeftijdsgrenzencontroles in RUD-verband uitgevoerd. In een aantal gevallen betrof het een huurpand waarbij de eigenaar niets te verwijten viel. In een geval loopt nog een integraal onderzoek. Door middel van een uitvoeringsprotocol voor heel IJsselland wordt de aanpak in 2015 geïntensiveerd.
1.
Effecten: wat hebben we bereikt?
Doel 2.2.2
Terugdringing huiselijk geweld: vergroten van een veilige huiselijke leefomgeving
Door samenwerking tussen zorginstellingen en justitie, onder regie van het lokaal bestuur, wordt huiselijk geweld gecoördineerd aangepakt. Deze integrale benadering wordt ondersteund door een cliëntvolgsysteem. In 2008 is hiervoor de wet Tijdelijk Huisverbod Huiselijk Geweld in de gemeente Kampen geïmplementeerd met als gevolg een licht stijgend aantal opgelegde huisverboden. Effect-indicator
a.
Aantal opgelegde huisverboden
Nulmeting
Werkelijk
Werkelijk
Begroot
Werkelijk
(met jaar)
2012
2013
2014
2014
12 (2012) 2
12
6
101
Bron
5 Eenheid MO
1: Door vroegtijdig ingrijpen van het Maatschappelijk werk wordt voorkomen dat grote aantallen huisverboden worden opgelegd. 2: Dit is inclusief 3 verleningen van een opgelegd huisverbod. In alle gevallen was er tot nu toe sprake van escalatie van geweld na alcohol en/of drugsgebruik. In ongeveer de helft van de gevallen wordt in de periode van het huisverbod de relatie verbroken.
2.
Prestaties: wat hebben we er voor gedaan?
Uit te voeren acties
groen oranje rood 1 Uitvoering afspraken uit het afgesloten convenant.
Prestatie-indicator a.
Aantal nieuwe gezinnen waarbij jaarlijks hulp wordt gerealiseerd
Nulmeting
Werkelijk
Werkelijk
Begroot
Werkelijk
(met jaar)
2012
2013
2014
2014
27 (2012)
52
43
30
29
Bron Rapportage AMW
i.h.k.v. huiselijk geweld
31
D. Wat heeft het gekost? bedr agen x €1.000
r ek ening
begr oting
begr oting r ek ening
Ver s c hil r ek ening en
2013
2014
2014
2014 begr oting na
( pr imitief) ( na wijz iging)
wijz iging
Las ten 2.1 Brandweer en rampenbestrijding
3.760
2.988
3.231
3.271
41 N
2.2 Openbare orde en veiligheid
1.360
1.283
1.425
1.326
99- V
5.121
4.271
4.656
4.598
58- V
2.1 Brandweer en rampenbestrijding
49-
3-
214-
579-
365- V
2.2 Openbare orde en veiligheid
92-
-
5-
119-
114- V
141-
3-
219-
698-
479- V
4.980
4.269
4.437
3.900
537- V
T otaal las ten Baten
T otaal baten
Saldo pr ogr amma v er s c hillenanaly s e V/N Bedr ag T oelic hting
2.1 Br andw eer en r ampenbes tr ijding V
-256 Hogere baten als gevolg van een teruggaaf van de Veiligheidsregio IJsselland (VRIJ) vanwege een positief jaarresultaat 2014. Dit was het eerste jaar na de regionalisering van de Brandweer. Het positieve jaarresultaat wordt met name veroorzaakt door het (nog) niet invullen van vacatures en een lage rente voor de (korte) geldleningen. De VRIJ heeft toegezegd in 2015 te gaan onderzoeken in hoeverre hier sprake is van een structureel effect.
V
-60 Hogere baten als gevolg van een teruggaaf van de belastingdienst voor te compenseren btw via het BTW compensatiefonds. Het structurele effect hiervan zal bij gelegenheid van de 1e Bestuursrapportage 2015 in beeld worden gebracht.
N
60 Hogere lasten dan geraamd als gevolg van nakomende (personeels)kosten 2013 van de Brandweer. Het gaat met name om (piket)vergoedingen, extra uitkeringen als gevolg van goede beoordelingen, overige personeelskosten en kosten FLO. Dit nadelige verschil kan als incidenteel worden gekwalificeerd.
V
-72 Lagere lasten binnen het product 'gebruiksvergunningen' als gevolg van een lagere interne doorbelasting van uren omdat onder andere het aantal aanvragen van gebruiksvergunningen is gedaald. 2.2 O penbar e or de en v eiligheid
V
-39 Resterend eenmalig budget "Keurmerk Veilig Ondernemen" voor maatregelen op het gebied van inbraak-, brand- en verkeersveiligeheid. Het restant budget zal via resultaatbestemming worden overgeheveld.
V
-59 Lagere kapitaallasten als gevolg van vertraging in de investering en minder interne doorbelasting
V
-42 Door vertraging in de aanleg van de camera's heeft er nog geen onderhoud en uitkijk (live)
van uren voor toezicht en handhaving. plaatsgevonden in 2014. Naar verwachting is dit project in 2015 afgerond.
bedr agen x €1.000
J aar Status
( Res tant) Realis atie k r ediet
Kr edieten
Aanschaf camera's binnenstad
32
k r ediet
1- jan 2014 2012
Loopt door
133
( Res tant) 31- dec
2014
2014 84
49
33
Programma 3
Beheer openbare ruimte A.
Missie
De gemeente Kampen heeft een aantrekkelijke, veilige, bereikbare en leefbare openbare ruimte.
B.
Context en achtergrond
In programma 3 worden vier onderdelen onderscheiden: 3.1.a
de zichtbare openbare ruimte
3.1.b
verkeer en vervoer
3.2
riolering
3.3
begraafplaatsen
De gemeente heeft de burgers zoveel mogelijk betrokken bij de inrichting en het onderhoud van de openbare ruimte. Per brief, op wijkbijeenkomsten en informatieavonden bij herinrichtingen, reconstructies en revitalisering van gebieden, is de burger naar zijn mening gevraagd. Ook kunnen de burgers door middel van het tweejaarlijks onderzoek “Waar staat je gemeente” (volgende onderzoek is in 2015) in grote lijnen hun mening geven over het functioneren van de gemeente vanuit het perspectief van de inwoners: de blik van burgers. De uitkomsten kunnen op verschillende manieren helpen om de positie van de gemeente te bepalen. Denk hierbij aan bijvoorbeeld het verkrijgen van inzicht in de tevredenheid van de inwoners van de gemeente, het meetbaar maken van bepaalde ontwikkelingen en het bieden van handvatten bij het bepalen in welke volgorde verbeterpunten worden aangepakt. Tegelijk wil de gemeente de burgers meer verantwoordelijkheid geven voor hun eigen leefomgeving. Hiervoor werd vooral samenwerking gezocht met de wijk- en buurtverenigingen. Immers burgers bepalen voor een deel ook zelf hoe het is gesteld met hun leefomgeving (denk bijvoorbeeld aan vervuiling met zwerfvuil, kauwgum en hondenpoep of aan vernielingen door vandalisme).
C. Beleid Beleidsterreinen 3.1.a en b De zichtbare openbare ruimte en Verkeer en vervoer 1.
34
Effecten: wat hebben we bereikt?
Doel 3.1.a.1
Een kwalitatief goed onderhouden, schone en veilige leefomgeving creëren ter bevordering van het welzijn van de burgers
De zichtbare openbare ruimte betreft de leefomgeving van mensen. De inrichting is van invloed op het totale welzijn van mensen, op gezondheid, veiligheid en welbevinden. De gewenste onderhoudsniveaus zijn door de Raad vastgesteld. Het doel van de gemeente is een “Kwalitatief goed onderhouden, schone en veilige openbare ruimte creëren”. De waardering/tevredenheid van de burgers wordt gemeten met het tweejaarlijks onderzoek “Waar staat je gemeente”. Effect-indicator
Nulmeting
Werkelijk
Werkelijk
Begroot
Werkelijk
(met jaar)
2012
2013
2014
2014
a.
Rapportcijfers Burger als wijkbewoner
7,1 (2009)
7,2
b.
Oordeel burgers over leefbaarheid in
7,4 (2009)
7,6
Bron
Waar staat je gemeente Waar staat je
de buurt
gemeente
c.
Oordeel burger groenvoorzieningen
6,8(2009)
6,8
d.
Oordeel burger onderhoud wegen en
7,0 (2009)
7,2
Waar staat je gemeente Waar staat je
fietspaden
gemeente
Bovenstaande effect-indicatoren komen uit het onderzoek "Waar staat je gemeente". Het onderzoek werd gehouden in 2009, 2011 en 2013. Alleen voor de indicator "rapportcijfer burger als wijkbewoner" had de gemeente een streefcijfer: een 7,5 in 2013 (uitvoeringsagenda College 2010-2013). Dat werd niet gehaald. Het werd een 7,2. Het beeld van alle indicatoren in de laatste jaren is, dat de scores vrij constant rond de 7 liggen. In 2015 wordt het onderzoek weer gehouden, dan met een andere systematiek. 2.
Prestaties: wat hebben we er voor gedaan?
Uit te voeren acties
groen oranje rood 1 Het onderhouden/inrichten van de zichtbare openbare ruimte, waarbij zoveel mogelijk de burgers betrokken worden d.m.v. wijkbijeenkomsten, schouwen en informatieavonden.
x
2 Nadere uitwerking hondenbeleid: uitbreiden aantal hondentoiletten en het inrichten/schoonhouden van alle hondentoiletten.
Prestatie-indicator a.
Cijfer voor verzorging en technische staat openbaar groen
b.
Cijfer voor verzorging en technische staat verharding
c.
x
Nulmeting
Werkelijk
Werkelijk
Begroot
Werkelijk
(met jaar)
2012
2013
2014
2014
6,1
6,4
6,6
7,2
7,2
(2008) 7,1 7,8
staat civiele kunstwerken en oevers
(2008)
4-jaarlijkse externe schouw
(2008)
Cijfer voor verzorging en technische
Bron
4-jaarlijkse externe schouw
7,2
4-jaarlijkse externe schouw
Bovenstaande prestatie-indicatoren komen uit de periodieke schouw, gehouden door een extern bureau (Antea Group). De Raad wenst niveau "basis". Dat is een rapportcijfer 6 of 7. In 2008, 2012 en 2014 voldeden het openbaar groen en de verharding hier aan. In 2014 zijn de kunstwerken en oevers niet geschouwd (omissie). Naar onze eigen inzichten voldeden ook zij aan niveau "basis".
1.
Effecten: wat hebben we bereikt?
Doel 3.1.b.1
Een verkeersveilige en toegankelijke leefomgeving creëren voor de burgers
Verkeer en vervoer betreft de verkeersveiligheid en de toegankelijkheid van de leefomgeving van de mensen. De inrichting en (verkeers)maatregelen in de openbare ruimte zijn van invloed op de veiligheid en toegankelijkheid.
35
De waardering/tevredenheid van de burgers wordt gemeten met het tweejaarlijks onderzoek “Waar staat je gemeente”. Effect-indicator
a.
Nulmeting
Werkelijk
Werkelijk
Begroot
Werkelijk
(met jaar)
2012
2013
2014
2014
Oordeel burger verkeersveiligheid in
6,9 (2009)
7,0
6,7 (2009)
6,7
7,6 (2009)
7,7
5,7 (2009)
6,2
6,4 (2009)
6,8
6,7 (2009)
6,5
de gemeente b.
de buurt buurt met auto in de gemeente
Waar staat je gemeente
Oordeel burger parkeermogelijkheden in de buurt
f.
Waar staat je gemeente
Oordeel burger parkeermogelijkheden
e.
Waar staat je gemeente
Oordeel burger bereikbaarheid van de
d.
Waar staat je gemeente
Oordeel burger verkeersveiligheid in
c.
Bron
Waar staat je gemeente
Oordeel burger openbaar vervoer in de gemeente
Waar staat je gemeente
De uitkomsten van 2011 waren respectievelijk: 6,9 – 6,6 – 7,8 – 5,8 – 6,6 – 6,9 N.B. Waarstaatjegemeente” wordt momenteel
doorontwikkeld. De wijze waarop deze doorontwikkeling plaats vindt is te raadplegen via:
http://www.watdoetjegemeente.nl/index.php?id=373.
2.
Prestaties: wat hebben we er voor gedaan?
Uit te voeren acties
groen oranje rood 1 Het toekomstperspectief voor de Kamperlijn is in het derde kwartaal 2013 duidelijk geworden. Dit wordt in 2014 nader uitgewerkt tot een realisatietraject. 2 Een goede verkeerscirculatie bevordert de verkeersveiligheid en de leefbaarheid. Dat geldt in het bijzonder voor de binnenstad van Kampen waar veel zoekverkeer is. Het streven is te komen tot een autoluwe binnenstad. 3 Vanuit het jaarplan verkeersveiligheidprojecten worden niet-infra activiteiten uitgevoerd. De projecten richten zich op educatie, handhaving en communicatie. De projecten dragen bij aan het terugdringen van het aantal ongevallen.
Toelichting afwijking actie: Wat is de aard en de omvang van de afwijking Wat is de oorzaak?
Een goede verkeerscirculatie bevordert de verkeersveiligheid en de leefbaarheid 1-Richtingsverkeer op de Ebbingestraten is nog niet ingesteld. Bouw Margaretha moet eerst afgerond zijn.
Wat is het gevolg voor de realisatie van de
Vertraging.
doelstelling? Welke maatregel wordt voorgesteld?
36
1-Richtingsverkeer op de Ebbingestraten aansluitend op afronding nieuwbouw Margaretha.
Beleidsterrein 3.2 1.
Beheer riolering
Effecten: wat hebben we bereikt?
Doel 3.2.1
Voor de burgers een veilig en schoon milieu en een goede volksgezondheid
De riolering betreft het onzichtbare gedeelte van de openbare ruimte. Het functioneren en de aanwezigheid van riolering is van invloed op het welzijn (volksgezondheid en een schoon milieu) van mensen. Wij zorgen dat het rioolsysteem naar behoren functioneert, over voldoende capaciteit/berging beschikt en er (redelijkerwijs) zo min mogelijk verstoppingen zijn of overlast optreedt voor de mensen. Voor de komende jaren zullen er twee belangrijke aandachtsgebieden zijn. Bij de inrichting van het rioolstelsel zal zoveel mogelijk rekening gehouden worden met de klimaatverandering. In het kader van milieu zal aangedacht geschonken worden aan het scheiden van regen- en vuil water. 2.
Prestaties: wat hebben we er voor gedaan?
Uit te voeren acties
groen oranje rood 1 Het regulier onderhouden van de riolering op basis van het beheerplan en het uitvoeren van groot onderhoud is op basis van het VGRP (meerjarig investeringsplan). Het onderhoud en vervangen van de riolering wordt, indien toepasbaar, gecombineerd met bestratingwerkzaamheden, waarbij zoveel mogelijk burgers betrokken worden door middel van wijkbijeenkomsten, -schouwen en informatieavonden.
Prestatie-indicator
Nulmeting
Werkelijk
Werkelijk
Begroot
Werkelijk
(met jaar)
2012
2013
2014
2014
Vuiluitworp in Kg per jaar ¹
Nb
8.575
8.575
8.575
Bron VGRP 2011-2015
¹ beperken van overstort vanuit het riool naar het openbaar water, door het regenwater via een eigen systeem af te voeren
Beleidsterrein 3.3
Beheer begraafplaatsen
De gemeente voorziet in een waardige omgeving waarin overledenen hun laatste rustplaats kunnen krijgen. 1.
Effecten: wat hebben we bereikt?
Doel 3.3.1
De gemeente heeft kwalitatief goede en voldoende begraafplaatsen
In 2008 is een capaciteitsberekening voor de begraafplaats “De Zandberg” te IJsselmuiden uitgevoerd. De uitkomst is dat er tot en met 2029 voldoende capaciteit is. Voor sturing op voldoende capaciteit en efficiëntie voor alle begraafplaatsen in de gemeente Kampen vindt er in 2015 een herijking plaats. 2.
Prestaties: wat hebben we er voor gedaan?
Uit te voeren acties
groen oranje rood 1 Het uitvoeren van kwalitatief goed onderhoud om de waardige omgeving te waarborgen / in stand te houden.
37
D. Wat heeft het gekost? bedr agen x €1.000
r ek ening
begr oting
begr oting r ek ening
Ver s c hil r ek ening en
2013
2014
2014
2014 begr oting na
( pr imitief) ( na wijz iging)
wijz iging
Las ten 3.1 Beheer openbare ruimte
16.796
12.494
16.600
13.023
3.577- V
4.058
4.109
4.243
4.054
188- V
995
869
869
979
110 N
21.849
17.472
21.712
18.056
3.655- V
3.1 Beheer openbare ruimte
6.275-
2.362-
6.072-
3.293-
2.779 N
3.2 Beheer riolering
3.948-
3.846-
3.846-
3.884-
38- V
970-
985-
959-
1.014-
55- V
T otaal baten
11.194-
7.193-
10.878-
8.191-
2.687 N
Saldo pr ogr amma
10.655
10.279
10.834
9.866
969- V
3.2 Beheer riolering 3.3 Beheer begraafplaatsen T otaal las ten Baten
3.3 Beheer begraafplaatsen
v er s c hillenanaly s e V/N Bedr ag T oelic hting 3.1 Beheer openbar e r uimte
Wegen (binnen en buiten bebouwde kom) N
33 Vanwege werkzaamheden die de provincie heeft uitgevoerd aan de Frieseweg konden wij tegen lagere kosten mee liften (onderhoud asfalt) in hetzelfde werk. Deze werkzaamheden waren niet opgenomen in de planning 2014.
N
44 Het project Acacialaan was in de planning verdeeld over twee jaren. De werkzaamheden konden echter in z'n geheel in één keer uitgevoerd worden.Bij de 1e Berap 2015 zal dan ook de geplande uitgave aangemeld worden om terug te laten vallen naar de algemene middelen.
V
-104 Als gevolg van ziekte en omdat er meer uren zijn ingezet op projecten (o.a. IJsseldelta) is er een onderschrijding ontstaan in de interne doorbelasting.
Aanleg kabels N
63 Vanwege prijsafspraken is er voor gekozen om de kosten voor herstraten a.g.v. het aanleggen van kabels en leidingen niet geheel in rekening te brengen bij de nutsbedrijven (26K). Door twee grote glasvezelprojecten in IJsselmuiden zijn er extra interne uren aan toegerekend (37K).
Wijkgericht werken V
-137 Lagere lasten Wijkgericht Werken van € 137.000 met name veroorzaakt door bestuurswisselingen waardoor men er niet in geslaagd is concrete plannen op te stellen en uit te voeren. Daarnaast is € 40.000 niet uitgegeven voor plannen die in het najaar opgepakt zouden worden, maar over de jaargrens heen getild zijn. € 76.500 van het restant budget zal via resultaatbestemming worden overgeheveld.
Reinigen van wegen / Onkruidbestrijding op verharding V
-27 Lagere lasten voor het reinigen a.g.v. het nog niet invoeren van gifvrije onkruidbestrijding op verharding.
Gladheidsbestrijding V
-63 Door de zachte winter is er weinig gestrooid, dus is er weinig zout aangeschaft/verbruikt, was er minder onderhoud aan machines nodig en zijn minder uren besteed.
38
Stadsbrug N
48 Hogere lasten a.g.v. extra inzet van externe brugwachters wegens langdurige ziekte gemeentelijke brugwachter en hogere interne doorbelasting aan uren wegens onderhoudswerkzaamheden.
N
34 Hogere onderhoudskosten van de gemeentelijke bruggen waaronder: conserveringsinspectie stadsbrug (± € 19.000) en storingen/reparaties stadsbrug (± € 38.000).
Realiseren afstandsbediening brug Mandjeswaard N
82 Het in 2012 gestarte project Realisatie afstandsbediening Mandjeswaardbrug is na aantal technische niet te voorziene tegenslagen afgerond. Tijdens de laatste fase van het project bleek een aantal bestaande waterscanners stuk te zijn. Deze scanners waren nodig om de Mandjeswaardbrug onder normale omstandigheden zelfstandig te laten openen en sluiten. Slechts bij calamiteiten en storingen zou de brug vanaf de Stadsbrug bediend behoeven te worden. Het vernieuwen van de scanners en de bijbehorende software bleek na onderzoek duurder uit te vallen dan de kosten die moesten worden gemaakt om over te schakelen naar een volledige op afstand bestuurde Mandjeswaardbrug. Voor deze laatste oplossing is toen gekozen. De overschrijding is veroorzaakt doordat niet was te voorzien dat de scanners stuk gingen.
Diverse projecten V
-105 Inpassing Niersallee : Het project is in 2014 opgedeeld in fasen; de uitvoering van de eerste fase is afgerond. Het restant budget zal via resultaatbestemming worden overgeheveld.
N
44 Zambonicircuit. Betreft een meerjarig project welke mede gefinancierd is door de provincie en de EFRO. Het restant budget zal via resultaatbestemming worden overgeheveld.
V
-71 Op- en afrit N50. Betreft een meerjarig project die mede gefinancierd is door de provincie en de
N
591 Stationsplein en busplein: Op onderdelen moet nog realisatie plaats vinden. Dit is afhankelijk van
EFRO. Het restant budget zal via resultaatbestemming worden overgeheveld. overleg met de provincie over subsidie daarvoor. Bij de provincie is hierom uitstel aangevraagd tot 1 juli 2015. Als uitvloeisel daarop heeft ook nog geen vaststelling van de subsidie plaatsgevonden. Een tweede uitvloeisel van de vertraging in de uitvoering is dat ook de financiële bijdrage uit de diverse grondcomplexen volgen. Deze is afhankelijk van de uiteindelijke totale kosten minus verkregen vastgestelde subsidie. Het restant budget zal via resultaatbestemming worden overgeheveld.
Openbaar vervoer V
-346 Lagere lasten Regio Tram Zwolle - Kampen. Er wordt gewerkt aan de realisatiefase en het budget wordt in de jaren 2015- 2017 uitgegeven. Het restant budget zal via resultaatbestemming worden overgeheveld.
Parkeren N
289 In 2014 zijn naar aanleiding van een uitgevoerde analyse de opbrengsten uit hoofde van parkeren en de parkeerboetes al structureel verlaagd met € 326.000. Desondanks is er sprake van een nadelig verschil. Medio 2014 hebben we hier verschillende redenen voor aangedragen. Vanwege de inbouw van de nieuwe apparatuur en de voorgedane storingen zijn de parkeermeters langere tijd buiten werking gesteld.
Binnenhavens en waterwegen V
-102 Hogere baten a.g.v. meer inkomsten vanuit de haven en kadegelden (nl. meer vaarbewegingen in met name de Zuiderzeehaven) en lagere lasten omtrent onderhoud uren en heffingen.
V
-45 Betreft het niet gebruikte budget voor externe advisering. Het restant budget zal via resultaatbestemming worden overgeheveld.
Waterkering en afwatering V
-52 Lagere lasten onder andere vanwege minder interne doorbelasting aan uren.
V
-52 Lagere lasten onder andere vanwege minder interne doorbelasting aan uren.
Openbaar groen V
-740 Lagere lasten a.g.v. nog beschikbare budgetten t.b.v. diverse ILG projecten. Deze projecten hebben een meerjarig karakter en de uitvoering is vastgelegd in een uitvoeringsconvenant met de provincie. Het restant budget zal via resultaatbestemming worden overgeheveld.
V
-125 Aanleg ecologische zone Trekvaart. Het ontwerp voor de ecologische zone is reeds gemaakt. De uitvoering zal plaatsvinden na akkoord van het ontwerp en na afstemming met het project Het Meer. Het restant budget zal via resultaatbestemming worden overgeheveld.
Speeltuinen -en plaatsen V
-153 Nog niet alle werkzaamheden konden worden uitgevoerd (waaronder speeltuin Sint Nicolaashof). Het restant budget zal via resultaatbestemming worden overgeheveld.
V
-46 Lagere lasten a.g.v. mindere interne doorbelasting vanuit de organisatie aan dit product, o.a. a.g.v. ziekte.
39
3.2 Beheer r ioler ing V N
-190 Lagere kapitaallasten doordat investeringen nog niet of tegen lagere kosten zijn gerealiseerd. 271 Hogere lasten a.g.v. meer onderhoudskosten door de toepassing van nieuwe technieken. Door toepassing hiervan kunnen grootschalige vervangingsinvesteringen in sommige gevallen met enige jaren worden uitgesteld.
V
-97 Lagere toevoeging aan de voorziening riolering vanwege hogere lasten voor het product riolering.
3.3 Beheer begr aafplaats en N
48 Hogere lasten a.g.v. meer interne doorbelasting van uren en extra inzet van IMpact tbv onderhoud.
bedr agen x €1.000
J aar Status
( Res tant) Realis atie k r ediet
Kr edieten
k r ediet
1- jan
31- dec
2014 Afgesloten
( Res tant)
2014 4
2014
Vervanging grafdelfmachine G 19
2010
4
-
Vervanging grafdelfmachine G 31
2010
Afgesloten
6
6
-
Parkeren Binnenstad
2011
Loopt door
2.752
166
2.586
VGRP 2012 bouwkundige investeringen obv GBI
2012
Afgesloten
-
388
388-
Vervanging veegwagen R-12
2013
Afgesloten
44
51
7-
Vervanging bedrijfswagen W-34
2013
Afgesloten
45
54
9-
VGRP 2013 technische investeringen obv GBI (15jr)
2013
Afgesloten
562
262
300
VGRP 2013 bouwkund.investeringen obv GBI (40 jr)
2013
Afgesloten
306
307
1-
Verv. bedrijfswagen cluster civiele werken 2014
2014
Loopt door
62
45
17
Verv. Cluster veegwagen 2014
2014
Loopt door
56
-
56
Verv. Bedrijfswagen team groen 2014
2014
Afgesloten
113
112
1
Vervanging rioolreinigingsmachines W-45 en W-46
2014
Afgesloten
39
31
8
0
Loopt door
283
-
283
0
Loopt door
1.341
270
1.071
2014
Afgesloten
19
24
5-
(40jr)
VGRP 2014 bouwkundige investeringen obv GBI (15jr) VGRP 2014 bouwkundige investeringen obv GBI (40jr) Verv. Bedrijfswagen cluster begraafplaatsen 2014
Toelichting: De overschrijding bij het krediet "VGRP 2012 bouwkundige investeringen obv GBI (40jr)" is veroorzaakt door hogere kosten van riool aanpassingen in de Dieselstraat, Nijverheidsstraat en Ambachtsstraat.
40
Programma 4
Economie, werk en inkomen A.
Missie
Iedereen doet mee! We zijn in sociaal en economisch opzicht een vitale gemeente, die haar burgers kansen biedt op het verkrijgen of behouden van economische zelfstandigheid door werk. Voor wie dit (nog) niet haalbaar is, wordt ingezet op het vergroten van zelfredzaamheid en participatie in de samenleving. We streven naar een robuuste en vitale economische structuur met voldoende en gevarieerde werkgelegenheid voor haar burgers. De ambitie is de sociale kwaliteit goed te houden. Oftewel de mate waarin mensen in staat zijn deel te nemen aan het sociale en economische leven, op zodanige wijze dat het bijdraagt aan de ontwikkeling en het welzijn van individuen en van de samenleving als geheel.
B.
Context en achtergronden
Dit programma omvat de beleidsterreinen economie, werk en inkomen
Economie Economie speelt een belangrijke rol in onze samenleving: woon- en werklocaties worden sterk beïnvloed door de economie. De crisis heeft geleid tot een economische transitie. We hebben ingezet op het trekken en faciliteren van bedrijven, bezoekers en bewoners. Ook richtten we ons op het versterken van de band tussen gemeente en ondernemers. Spil hiervoor waren het uitbouwen van accountmanagement en citymarketing. Structuur en samenhang creëren waren de werkwoorden voor 2014. Beleidsmatig stond centraal: Van ‘Visie op economie’ naar een ‘Nota Economie’. Uitvoerende thema’s zijn logistiek, havens, uitbreiding en herstructurering bedrijventerreinen, innovatie en netwerkontwikkeling lokaal, regionaal en internationaal. De regionale samenwerking op economisch gebied en de samenwerking met “sociaal” en “cultuur”’ zijn verder uitgebouwd.
Kerncijfers Absoluut (zie peiljaar)
Ontw. t.o.v. jaar ervoor
peiljaar
Bedrijven Vestigingen
3.283
2,90%
2013
Starters
2012
ZZP’ers
2013
Banen
19.606
Ingediende vacatures
118
Uitgifte bedrijventerrein
2,5
1,3%
2013 2013
-26%
2013
41
Inwoners Inwoners
51.099
0,34%
2014
Groene druk
47,20% Gelijk gebleven
2014
Grijze druk
27,10% Toegenomen
2014
Beroepsbevolking Bruto arbeidsparticipatie Nww-ers
23.000
-2%
70% Afgenomen
2013 47%
2013
€ 13.100
0,80%
2011
647
0,27%
2013
224
2,30%
2013
Banen toerisme en recreatie
840
-18,00%
2013
Aanbod horecavoorzieningen
99
1%
2013
Gemiddeld besteedbaar
Gem. 1.815 per maand
2013
inkomen Bijstandsgerechtigden laatste kwartaal Toerisme en recreatie Vestigingen toerisme en recreatie
Werk en Inkomen Het sociaal akkoord dat in 2013 tussen Kabinet en sociale partners werd gesloten, heeft geleid tot de invoering van de Participatiewet per 1 januari 2015. Eerdere invoering ( per 2014) van deze wet stagneerde door de val van het Kabinet. Het jaar 2014 is benut om landelijk nadere besluitvorming voor te bereiden. In deze nieuwe wet zijn de belangrijkste uitgangspunten van het sociaal akkoord verwerkt. Belangrijk uitgangspunt is dat iedereen die kan werken dat ook doet. Dit is essentieel om de sociale voorzieningen ook op termijn betaalbaar te houden. Mensen die bijvoorbeeld door een arbeidsbeperking (nog) niet aan de slag zijn, zullen zoveel mogelijk een (betaalde) werkplek moeten vinden. De overheid biedt werkgevers en werknemers in die gevallen instrumenten ter ondersteuning. In de nieuwe wet is de Wet werk en bijstand (Wwb) samengevoegd met de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) en belangrijke delen van de Wet arbeidsongeschiktheid jonggehandicapten (Wajong). Gemeenten zijn daarmee verantwoordelijk voor een grotere groep mensen met - in veel gevallen- een meer complexe problematiek. Taken en bevoegdheden worden verschoven en de financiële risico’s nemen toe voor gemeenten. De positie van de traditionele sociale dienst en het SW- bedrijf is niet meer vanzelfsprekend en ook de verhouding van gemeenten met het UWV op regionaal niveau in het Werkbedrijf is veranderd. Als voorbereiding op de Participatiewet is aan onderstaande punten gewerkt: Overleg over een werkgeversbenadering voor bijstandsgerechtigden en SW-ers zonder een beschut werkindicatie. De belangrijkste partners bij het activeren van deze doelgroepen zijn de werkgevers. Werkgevers moeten ook mensen met een lagere arbeidsproductiviteit en arbeidsbeperking een plek bieden. De gemeente doet een sterk appel op werkgevers om deze mensen mogelijkheden te bieden. Samenwerking hierin met het Werkbedrijf op regionaal niveau, met andere gemeenten op subregionaal niveau en met het midden- en kleinbedrijf op lokaal niveau, is steeds belangrijker. Er zijn afspraken rondom het Werkbedrijf gemaakt en er is het Marktbewerkingsplan geschreven. Het gaat hierbij vooral om regionale samenwerking. De wetgever legt lokale overheden, sociale partners en ook werkgevers nadrukkelijk de verplichting op om in nauwe (bovenlokale) samenwerking te komen tot significante resultaten. Hiermee moet het uiteindelijke doel - iedereen die kan, werkt naar vermogen - worden gerealiseerd.
42
Een goed beeld van de mogelijkheden van de doelgroep bijstandsgerechtigden en SW-ers zonder een beschut werkindicatie) is van groot belang voor een goede invulling van de vraag van de ondernemers. De positionering van de uitvoeringsorganisatie voor de SW. Sinds een aantal jaren is de gemeente regisseur voor de uitvoering van de Wet sociale werkvoorziening (Wsw). In het Werkvoorzieningschap Kampen & Dronten is de uitvoering gestalte gegeven. Uitvoeringsorganisatie IMpact voert de Wsw voor beide gemeenten uit. Vanuit het Rijk is aangegeven dat herstructurering van de SW sector noodzakelijk is. Hiertoe is in 2012 een herstructureringsfaciliteit in het leven geroepen, die later weer is ingetrokken. Gevolg hiervan is wel geweest dat de Kamper gemeenteraad zich heeft uitgesproken voor ontwikkeling van het SW bedrijf overeenkomstig scenario 4. Dit betekent dat IMpact de opdracht heeft gekregen om zich dusdanig te ontwikkelen, dat zij voor de brede doelgroep van de gemeente een arbeidsmarkttoeleidingsbedrijf is. Dit houdt ook in dat IMpact allianties aan gaat met andere – commerciële – partijen om zodoende de totale doelgroep te ondersteunen bij uitstroom richting reguliere arbeidsmarkt. Ook de gemeenteraad van Dronten heeft zich voor dit scenario uitgesproken. Daarnaast heeft de gemeente Dronten een visie ontwikkeld op de integrale uitvoering van participatie en de positie van de uitvoeringsorganisatie Sw meegenomen in de overwegingen. Dit in intensief overleg met de gemeente Kampen. Een verandering in de manier van ondersteunen. Met de decentralisaties is de gemeente breder verantwoordelijk geworden voor haar inwoners. Dit biedt mogelijkheden om vanuit verschillende invalshoeken ondersteuning voor participatie aan burgers te bieden. Er is gestuurd op het zoveel mogelijk gebruik maken van bestaande maatschappelijke voorzieningen bij de activering van cliënten. Integrale dienstverlening op het gebied van maatschappelijke ondersteuning is verder doorontwikkeld.
C. Beleid Beleidsterrein 4.1 1.
Economie
Effecten: wat hebben we bereikt?
Doel 4.1.1
Een robuuste en vitale economische structuur met voldoende en gevarieerde werkgelegenheid voor onze burgers
Bedrijven bieden werkgelegenheid voor de inwoners van Kampen en dragen bij aan een economische groei van stad en regio. Dit vraagt allereerst om beschikbaarheid van fysieke ruimte. Dit wordt mede bereikt door het vinden van een balans tussen intensiever ruimtegebruik en nieuwe aanleg van bedrijventerreinen. Lopende projecten waren: de uitgifte van terreinen op het bedrijvenpark RW 50 en de Zuiderzeehaven, revitalisering van bedrijventerreinen en uitbreiding van de glastuinbouw. Herstructurering van Haatland is afgerond. De herstructurering van Spoorlanden is in gang gezet en het proces van uitbreiding gestart. Het innovatieprogramma van de Koekoekspolder wordt op haalbaarheid onderzocht. Aandachtspunten daarbij zijn innovatie en energie. Robuust en vitaal betekent dat de economie een stevige en krachtige basis biedt voor ontwikkeling, vernieuwing en duurzaamheid. Dit moet bijdragen aan voldoende werkgelegenheid voor onze bewoners. Gevarieerde werkgelegenheid betekent een spreiding van banen over de sectoren, die vergelijkbaar is met het omliggende gebied en met Nederland.
43
2.
Prestaties: wat hebben we er voor gedaan?
Uit te voeren acties
groen oranje rood 1 Uitbouwen van de huidige functie accountmanagement om ondernemers optimaal te kunnen adviseren en faciliteren binnen de beschikbare
x
capaciteit. 2 Schetsen van werkbare beleidskaders om gericht en consistent beleid uit te voeren en economische initiatieven optimaal de ruimte te geven in samenhang met maatschappelijke kaders en opgaven.
x
3 Het organiseren van bijeenkomsten met ondernemers, overeenkomstig de ‘Nota Economie: Thema’s voor de toekomst’.
x
4 We werken aan een programma economie, in samenwerking met regionale partners, waarin samen met ondernemers en het onderwijs, programma’s en activiteiten worden uitgevoerd op het gebied van logistiek, health & care, vrije tijdseconomie, innovatie en duurzaamheid.
x
5 Verkoop van kavels en vergroten van bekendheid Koekoekspolder door middel van de opgezette verkooporganisatie.
x
6 Realiseren van het innovatieprogramma Koekoekspolder.
x
7 Uitvoeren van een onderzoek naar doorontwikkeling van de Zuiderzeehaven, met zicht op optimaal gerbuik van delen van de
x
Haatlandhaven. 8 Gedeeltelijk revitaliseren van het industrieterrein Haatlanden.
x
9 De uitvoering van de transformatie, herstructurering en uitbreiding van Spoorlanden vormgeven.
Toelichting afwijking actie: Wat is de aard en de omvang van de afwijking Wat is de oorzaak? Wat is het gevolg voor
x
Uitbouwen van de huidige functie accountmanagement Een verdubbeling zou betekenen formatie van 36 naar 72 uur. Effectieve inzet op dit moment is 24 uur. Geen ondersteuning voor uitbreiding van politiek en management. De huidige accountmanager kan een beperkt deel van de noodzakelijke
de realisatie van de doelstelling? Welke maatregel wordt voorgesteld? Toelichting afwijking actie: Wat is de aard en de omvang van de afwijking Wat is de oorzaak?
taken uitvoeren. Niet alle ondernemers kunnen adequaat worden bediend. De kwestie blijven aankaarten.
Verkoop van kavels Er zijn minder kavels verkocht, dan was geprognotiseerd. Economisch laagtij
Wat is het gevolg voor de realisatie van de
Verkoop van minder kavels, betekent minder opbrengsten.
doelstelling? Welke maatregel wordt voorgesteld?
44
Een nieuw marketingplan is in voorbereiding.
Toelichting afwijking actie: Wat is de aard en de omvang van de afwijking Wat is de oorzaak?
Innovatieprogramma Koekoekspolder Een half jaar vertraging. De reden is de Russische boycot. Hierdoor komen investeringen van het bedrijfsleven in de knel.
Wat is het gevolg voor de realisatie van de
Een half jaar vertraging.
doelstelling? Welke maatregel wordt voorgesteld? Toelichting afwijking actie: Wat is de aard en de omvang van de afwijking Wat is de oorzaak?
Herwaardering van de planning.
Doorontwikkeling Zuiderzeehaven Eind 2013 is het vooronderzoek met de conclusie de opgaven in de regio neer te leggen. In 2014 is ingezet op de ontwikkeling van het Havenbedrijf.
Wat is het gevolg voor de realisatie van de
Een jaar vertraging.
doelstelling? Welke maatregel wordt voorgesteld?
1.
Oppakken van de opgave in 2015.
Effecten: wat hebben we bereikt?
Doel 4.1.2
Economie en cultuur en toerisme: Kampen is een sterk merk
Kampen is een aantrekkelijke gemeente om te wonen, werken en bezoeken. Dit heeft een grote aantrekkingskracht op nieuwe bezoekers, bedrijven en bewoners. Daarnaast zorgt het voor een tevredenheid van de huidige doelgroepen in de gemeente. Om de stad aantrekkelijk te houden en nog aantrekkelijker te maken, is het van belang te investeren in de vrijetijdsvoorzieningen en infrastructuur in de gemeente. Denk hierbij bijvoorbeeld aan: routestructuren, verblijfsaccommodaties, detailhandel, musea en horeca. Ook is het van belang om de gemeente en haar aanbod goed te vermarkten. Om deze redenen wordt er geïnvesteerd in het verbeteren van het vrijetijdsaanbod binnen de gemeente, in kwalitatieve en kwantitatieve zin en wordt er geïnvesteerd in city- en regiomarketing (IJsseldelta en Hanzesteden). Het uiteindelijke doel is het realiseren van een toename van de werkgelegenheid en economische vitaliteit binnen de gemeente. Het aantal bezoekers en bezoeken aan de gemeente Kampen is gestegen (2012 t.o.v. 2013). Dit is gelukt door onder andere het inzetten van city- en regiomarketing en het kwalitatief en kwantitatief verbeteren van het vrijetijdsaanbod. De conjunctuur speelt een grote rol in de vrijetijdssector, daarom is een inschatting van een stijging of daling in absolute aantallen lastig te geven. Wel kunnen we Kampen vergelijken met andere steden. Steden die qua inwonersaantal en/of soort gemeente op elkaar lijken en aan hetzelfde onderzoek als ons meedoen, zijn Edam-Volendam, Deventer en Zutphen. Het streven was om betere of vergelijkbare resultaten te behalen als deze steden. Kampen doet het goed ten opzichte van de benchmarksteden. Kampen is de enige gemeente waar geen daling in de cijfers is in 2013, ten opzichte van 2012. De cijfers over 2014 zijn nog niet bekend.
45
Effectindicator a.
Aantal unieke bezoekers per jaar
Nulmeting
Werkelijk
(met jaar)
2013
279.000
-
Werkelijk 2014
Bron
223.000
NBTC-NIPO Research, rapport
(2003) b.
Aantal toeristische dagbezoeken
682.000
toeristisch onderzoek aan steden. -
500.000
(2003) c.
2.
Het gemiddeld bestedingsbedrag
€ 32,10
per bezoek
(2003)
NBTC-NIPO Research, rapport toeristisch onderzoek aan steden.
-
€ 35,00
NBTC-NIPO Research, rapport toeristisch onderzoek aan steden.
Prestaties: wat hebben we er voor gedaan?
Uit te voeren acties
groen oranje rood 1 Uitvoering van het marketingplan IJsseldelta, waardoor we een impuls krijgen als cultuur- en watersportgemeente.
x
2 Het transformeren van het programma "Ontdek de IJsseldelta" naar een
x
grotere regio. 3 Regionale samenwerking stimuleren op het gebied van de vrijetijdseconomie door het voorzitterschap van Kampen binnen de regio Zwolle.
x
4 Het subsidiëren van grootschalige evenementen, professionaliseren van evenementenorganisaties en een kwaliteitsimpuls geven aan bestaande
x
evenementen. 5 Het vermarkten van Kampen en haar omgeving door middel van citymarketing.
x
6 Het merk Hanzesteden en IJsseldelta nog beter in de markt zetten en de economische component implementeren. 7 Invoering van reclamebelasting.
Toelichting afwijking actie:
x x
Het transformeren van "Ontdek de Ijsseldelta" Er is specifiek toeristisch recreatief beleid gevoerd onder het merk "Ontdek
Wat is de aard en de omvang van de afwijking
de Ijsseldelta". Bij de partners gemeenten Zwolle, Zwartewaterland en Kampen is de wens geuit dit uit te breiden naar de gemeente Hattem.
Wat is de oorzaak?
Tot nu toe is dit nog niet gelukt, omdat Hattem aansluiting wil houden met de Veluwse gemeenten.
Wat is het gevolg voor de realisatie van de
Uitbreiding van het samenwerkingsverband is niet gerealiseerd.
doelstelling? Welke maatregel wordt voorgesteld?
46
Aankaarten in een volgend overleg.
Toelichting afwijking actie:
Wat is de aard en de omvang van de afwijking
Het subsidiëren van grootschalige evenementen, professionaliseren van evenementenorganisaties en een kw aliteitsimpuls geven aan bestaande evenementen. De professionaliseringsslag heeft vertraging opgelopen. Het professionaliseringsproces is sterk gekoppeld aan het proces van
Wat is de oorzaak?
citymarketing, waardoor er vertraging is ontstaan. Daarnaast had de bezuinigingstaakstelling voor de portefeuille toerisme en de stapeling van kosten voor evenementen prioriteit.
Wat is het gevolg voor de realisatie van de
Vertraging in de realisatie.
doelstelling? Welke maatregel wordt voorgesteld? Beleidsterrein 4.2 1.
In 2015 wordt er een versnelling ingezet.
Werk en inkomen
Effecten: wat hebben we bereikt?
Doel 4.2.1
Inwoners moeten in staat zijn zelfstandig financieel rond te komen
Werk wordt gezien als de manier om zo optimaal mogelijk te participeren en zelfstandig in het eigen inkomen te voorzien. Onze focus is daarom gericht op het begeleiden en ondersteunen van mensen naar loonvormende arbeid. Hierbij wordt rekening gehouden met hun vermogen om loonvormende arbeid te verrichten. Instrumenten die we hiervoor inzetten zijn reintegratieactiviteiten. Deze activiteiten zijn gericht op doorstroming naar een baan op de reguliere arbeidsmarkt; werkleerplekken, stageplekken en loonkostensubsidies kunnen hier onderdeel van uitmaken. We voorzien echter wel dat er op de reguliere arbeidsmarkt onvoldoende aanbod is van werk-leerplekken. Er is dus ingezet op het creëren van extra werkleerplekken. Hierbij is onder andere gebruik gemaakt van de voorzieningen die IMpact biedt om mensen in een arbeidsritme te krijgen en te houden en werknemersvaardigheden te verbeteren. Daarnaast is gewerkt volgens de methodiek van Work Fast. Klanten die relatief dichtbij de arbeidsmarkt staan, zijn zeer actief ondersteund bij hun sollicitatie activiteiten. Deze methodiek is ook ingezet voor een groeiend aantal klanten vanuit het zogenaamde ‘zittende’ bestand. De resultaten zijn – ondanks de economische crisis- zeer veelbelovend. Daarnaast is het essentieel om goed in beeld te hebben wat onze doelgroep kan en wat er nodig is om een goede match met een werkgever te maken. In combinatie met de werkgeversbenadering moet dit tot goede resultaten leiden. In 2014 is hiermee gestart door voor een deel van het ‘zittende’ klantenbestand de mogelijkheden in beeld te brengen. Het participatiebudget is fors verlaagd de afgelopen jaren. Dit betekent dat we op een slimme manier de beschikbare middelen hebben ingezet. We gebruiken de bestaande infrastructuur van IMpact. Daarnaast hebben onze eigen medewerkers een grotere rol in de ondersteuning en begeleiding van mensen, die een beroep doen op de Wet werk en bijstand (WWB). Door het verder stroomlijnen van interne processen is een deel van die benodigde ruimte en tijd gecreërd. De regionale en lokale werkgeversbenadering zijn belangrijke middelen om werkgevers attent te maken op de mogelijkheden om mensen met een zekere ‘afstand tot de arbeidsmarkt’ in dienst te nemen. Effectindicator
Nulmeting
Werkelijk
Werkelijk
Begroot
Werkelijk
(met jaar)
2012
2013
2014
2014
Bron
a.
Het aantal bijstandsgerechtigden
565 (2011)
644
658
695
699
Cognos
b.
Het aandeel huishoudens dat
-
-
-
-
699
Sociale Index Kampen
gebruik maakt van een
(2013)
bijstandsuitkering.
47
c.
Aantal verstrekte uitkeringen voor
401 (2011)
472
526
400
528
Cognos
langer dan 1 jaar d.
Uitstroom Wwb
198 (2011)
148
100
150
216
Cognos
e.
Instroom Wwb
212 (2011)
230
150
150
242
Cognos
f.
Het aandeel inwoners dat
-
-
-
-
71%
Sociale Index Kampen
economisch zelfstandig is.
(2013)
2.
Prestaties: wat hebben we er voor gedaan?
Uit te voeren acties
groen oranje rood 1 Handhaving Wwb en een goede diagnose “aan de poort” om zo veel mogelijk nieuwe instroom te voorkomen.
x
2 We maken gebruik van de Workfast methodiek om mensen te wijzen op hun eigen verantwoordelijkheid, te ondersteunen en op die manier hun zelfredzaamheid bevorderen.
x
3 Inwoners die bijstand aanvragen doorverwijzen naar de voor hen geschikte vacatures. 4 We zetten in op arbeidstoeleiding.
x x
5 Het versterken van werknemersvaardigheden van bijstandsgechtigden , om de kans op uitstroom naar werk te vergroten. 6 Het maken van afspraken met IMpact voor het creëren van extra werkleerplekken en begeleiding van klanten naar uitstroom.
x x
7 Het doorontwikkelen van de werkgeversbenadering, zowel regionaal als lokaal.
Toelichting afwijking actie:
Het doorontw ikkelen van de w erkgeversbenadering, zow el regionaal als lokaal. De doorontwikkeling van de werkgeversbenadering vindt zeer beperkt plaats. In het Regionaal Platform Arbeidsmarkt (RPA) zijn er afspraken gemaakt oa over het instrument Stekker4only. Subregionaal moeten nog
Wat is de aard en de omvang van de afwijking
afspraken gemaakt worden. Lokaal is de bedrijvencontactfunctionaris verantwoordelijk voor de doornotwikkeling. Er vindt herorientatie plaats op de positionering en rol van de gemeentelijke bedrijvencontactfunctionaris. Dit in relatie tot IMpact en de regionale werkgeversbenadering. Er wordt wel extra geinvesteerd op de werkgeversbenadering door de consulenten werk. Deze werkzaamheden behoren echter niet tot reguliere werk. In regionaal verband zijn op hoofdlijnen afspraken over samenwerking tot stand gekomen. Nadere uitwerking dient plaats te vinden in de subregio en
Wat is de oorzaak?
lokaal. Als er lokaal keuzes over de doorontwikkeling van de werkgeversbenadering zijn gemaakt, kunnen op basis hiervan subregionale keuzes worden gemaakt. Een onderdeel is de rol en positie van de bedrijvencontactfunctionaris.
Wat is het gevolg voor
Een mogelijk gevolg is dat er minder vacatures (bij de gemeente) bekend
de realisatie van de
zijn, waardoor zij minder mogelijkheden hebben om bijstandsgerechtigden
doelstelling? Welke maatregel wordt voorgesteld?
48
te odnersteunen bij het vinden van werk. Wanneer de keuzes over lokale ontwikkelingen en de positie van de bedrijvencontactfunctionaris helder zijn, kan afstemming in de subregio plaatsvinden.
x
1.
Effecten: wat hebben we bereikt?
Doel 4.2.2
Inwoners met een sw-indicatie moeten in de vorm van werk actief zijn in het maatschappelijk leven om daarmee in hun eigen inkomsten te kunnen voorzien
De doelstelling van de Wsw is participatie op vrijwillige basis door het bieden van een begeleid-werken-plek, detachering of werk op een beschutte werkplek bij IMpact. Inwoners met een Sw-indicatie stroomden vanaf een Sw-wachtlijst in op een werkplek. Instroom was mogelijk bij het uitstromen van medewerkers uit het werknemersbestand van IMpact door het accepteren van een begeleid-werken-plek of door persoonlijke omstandigheden, zoals verhuizing, leeftijd of ontslag. Ook kwam het – hoewel sporadisch- voor dat mensen met een Sw- indicatie uitstroomden naar regulier werk. Door de invoering van de Participatiewet per 1 januari 2015 is de mogelijkheid om in de Wsw in te stromen, komen te vervallen. Mensen met een beperking vallen vanaf deze datum onder de Participatiewet. Voor deze doelgroep blijven de eerder genoemde mogelijkheden voor participatie via IMpact overigens wel in stand. Het belangrijkste streven is en blijft dat zoveel mogelijk Sw-gerechtigden uitstromen naar regulier werk (‘van binnen naar buiten’). Op den duur zal nog slechts 1/3 deel van de totale doelgroep een beschutte werkplek hebben. IMpact is daarbij de link naar de reguliere werkgever. Intensieve samenwerking met de accountmanagers bij IMpact, die tot taak hebben de werkgevers te benaderen, is daarom van groot belang. Er is een herstructureringsplan voor de sociale werkvoorziening opgesteld. Kern van het plan is het inzetten van IMpact, het uitvoeringsbedrijf van de sociale werkvoorziening, voor de brede doelgroep van werkzoekenden waar we als gemeente verantwoordelijk voor zijn. Om hiervoor allianties aan te gaan met het bedrijfsleven is een verdere ontwikkeling van de werkgeversbenadering noodzakelijk. Ook in het licht van de Participatiewet zitten er in het herstructureringsplan waardevolle onderdelen, die we verder willen uitvoeren. Effectindicator
a.
Aantal personen met een
Nulmeting
Werkelijk
Werkelijk
Begroot
Werkelijk
(met jaar)
2012
2013
2014
2014
66 (2011)
60
35
0
25
Bron
Jaarverslag Impact
Sw-indicatie op de wachtlijst
2.
Prestaties: wat hebben we er voor gedaan?
Uit te voeren acties
groen oranje rood 1 Het realiseren van het aantal werkplekken overeenkomstig de taakstelling van het Rijk (uitgedrukt in arbeidsjaren = AJ).
x
2 Wij bevorderen dat zoveel mogelijk inwoners met een Sw-indicatie een werkplek hebben (minimaliseren van het aantal personen op de wachtlijst) o.a. door middel van onderzoek naar individuele mogelijkheden. Prestatie-indicator a.
Taakstelling in arbeidsjaren (in AJ)
x
Nulmeting
Werkelijk
Werkelijk
Begroot
Werkelijk
(met jaar)
2012
2013
2014
2014
Bron
271,95
267,92
264,24
271,95
267,08
Beschikking Ministerie
267,93
264,34
273,19
262,42
Jaarverslag Impact
10,3
9,96
12
5,03
Jaarverslag Impact
(2011) b.
c.
Aantal gerealiseerde arbeidsplaatsen
273,19
(in AJ)
(2011)
Aantal gerealiseerde begeleid-
10,26
werken-plekken (in AJ)
(2011)
49
1.
Effecten: wat hebben we bereikt?
Doel 4.2.3
Inwoners met een inkomen tot 110% van het minimuminkomen kunnen meedoen in de maatschappij
Participatie kan worden bereikt door aanvullende inkomensondersteuning te bieden. Wij ondersteunen inwoners met een laag inkomen om in hun eigen bestaan te kunnen voorzien, op financieel en sociaal gebied. Deze voorzieningen zijn toegankelijk voor inwoners met een inkomen tot 110% van het minimuminkomen, zoals bijvoorbeeld de Meedoenbon en de collectieve zorgverzekering. De inkomensondersteunende maatregelen van de gemeente zijn nog onvoldoende bekend. Overigens is dit ook de ervaring in veel andere gemeenten. Door de decentralisaties is extra aandacht besteed aan de communicatie, bijvoorbeeld door informatie op de gemeentelijke website en door informatiekaarten. Door een wijziging in wetgeving is de collectieve zorgverzekering uitgebreid. Dit is een (gedeeltelijke) vervanging voor het afschaffen van de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (Wtcg). Effectindicator
Nulmeting
Werkelijk
Werkelijk
Begroot
Werkelijk
(met jaar)
2012
2013
2014
2014
781
1.114
Registratie frontoffice
120
140
Registratie Sportservice
a.
Aantal gebruikers Meedoenbon
709 (2012)
b.
Aantal kinderen, dat meedoet via
93 (2012)
93
90
het Jeugdsportfonds c.
Overijssel
Aantal kinderen, dat meedoet via
42 (2012)
60
44
het Jeugdcultuurfonds
2.
Bron
Registratie Sportservice Overijssel
Prestaties: wat hebben we er voor gedaan?
Uit te voeren acties
groen oranje rood 1 Het houden van voorlichtingsacties voor speciale doelgroepen en intermediairs over minimaregelingen, zoals de Meedoenbon.
1.
x
Effecten: wat hebben we bereikt?
Doel 4.2.4
Voorkomen dat inwoners en bedrijven in financiële moeilijkheden raken.
Het aantal aanvragen voor schulddienstverlening is de laatste jaren bestendigd. Over 2014 waren er 302 aanvragen. Sinds de invoering van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening zijn gemeenten verplicht om een beleidsplan te hebben. Eén van de onderdelen van ons beleidsplan Schulddienstverlening is het werken met termijnen. Bij het behandelen van een aanvraag voor schulddienstverlening is het van belang om de wachttijd tussen de eerste aanvraag en de daadwerkelijke dienstverlening zo kort mogelijk te laten zijn om zo erger te voorkomen, zoals bijvoorbeeld huisuitzetting. Dit jaar is in 99,3% van de gevallen de servicenorm voor wachttijden gehaald. Daarnaast is een preventiemedewerker gestart. Zij zet zich in op het gebied van preventie zowel richting cliënten als in overleg met onze ketenpartners. Effectindicator
a.
50
Nulmeting
Werkelijk
Werkelijk
Begroot
Werkelijk
(met jaar)
2012
2013
2014
2014
Het aandeel inwoners dat aangeeft
-
-
-
-
80%
moeite te hebben met rondkomen.
(2013)
Bron
Sociale Index Kampen
2.
Prestaties: wat hebben we er voor gedaan?
Uit te voeren acties
groen oranje rood 1 Uitvoeren van het Beleidsplan Schulddienstverlening.
D.
x
Wat heeft het gekost?
bedr agen x €1.000
r ek ening
begr oting
begr oting r ek ening
Ver s c hil r ek ening en
2013
2014
2014
2014 begr oting na
( pr imitief) ( na wijz iging)
wijz iging
Las ten 4.1 Economie 4.2 Werk en inkomen T otaal las ten
1.903
1.460
2.259
1.776
25.394
23.513
24.897
25.194
483- V 297 N
27.298
24.973
27.156
26.970
186- V
Baten 4.1 Economie 4.2 Werk en inkomen T otaal baten
Saldo pr ogr amma
2.628-
3.144-
2.921-
2.645-
276 N
20.106-
18.219-
20.431-
21.639-
1.208- V
22.734-
21.364-
23.352-
24.284-
932- V
4.563
3.609
3.804
2.686
1.118- V
v er s c hillenanaly s e V/N Bedr ag T oelic hting 4.1 Ec onomie
Industrie V
-60 ZKN Citymarketing: betreft een meerjarig project dat minimaal wordt voortgezet tot en met het jaar 2018. Het restant van het budget ad € 40.000 wordt conform de perspectiefnota benut ter dekking voor de jaren 2015 en 2016. Daarnaast wordt € 20.000 ingezet voor inhuur van de kwartiermaker in 2015. Het restant budget zal via resultaatbestemming worden overgeheveld.
V
-107 ZKN Innovatie: door de Russische boycot is de ondernemersbetrokkenheid sterk ingeperkt. Door herprioritering van werkzaamheden in het proces zijn beide pilots voor innovatie (CO2reductie en energienetwerk) niet van de grond gekomen. De voorstellen van de Universiteit van Wageningen zijn nog steeds actueel. Het is nu wel zaak om zonder projectleider een stappenplan te maken zodat ieder weet wat ieders taken en rollen zijn. Dit stappen plan is in januari 2015 af, waarna de uitvoering kan plaatsvinden. Het restant budget zal via resultaatbestemming worden overgeheveld.
V
-30 ZKN Logistieke visie: het restant budget wordt conform de perspectiefnota 2015-2018 ingezet voor de werkzaamheden die in 2015 plaatsvinden. Het restant budget zal via resultaatbestemming worden overgeheveld.
V
-120 ZKN Havenvisie: dit budget is niet aangewend doordat eind 2013 pas bekend werd welk strategisch platform het meest geschikt was voor verdere uitbouw van dit thema en proces. Er is afgesproken dit proces onder te brengen in de samenwerking van Zwolle-Kampen-Meppel. Het restant budget zal via resultaatbestemming worden overgeheveld.
Nutsbedrijven N
157 Verschil wordt voornamelijk veroorzaakt door het niet vrij laten vallen van een deel van de voorziening die getroffen is voor de lening aan Aardwarmte Koekoekspolder. De gemeente financiert samen met de provincie een deel van het aardwamtebedrijf. Als gevolg van technische problemen die zich vanaf medio 2013 voordeden is aanvullende financiering door gemeente en provincie noodzakelijk en is heeft er geen aflossing plaatsgevonden op de huidige lening. Gezien de bijzondere aard van de problemen in combinatie met de aanzienlijke financiele risico's vereist dit veel aandacht van de gemeente en provincie.
51
Stadserven en landerijen N
62 Lagere opbrengsten Stadserven en landerijen. Verschil wordt voornamelijk veroorzaakt door lagere uikering dividend en lagere opbrengst uit pachten landerijen en grond ad. € 28.000. Daarnaast een lagere opbrengst uit vis- en peurvergunningen, vergunningen beroepsvissers en jachthuur ad. € 17.000.
Openluchtrecreatie en toerisme (excl. 560.0) N
57 Hogere doorbelasting interne uren agv een betere uren administratie omtrent het onderdeel
V
-140 Lagere lasten a.g.v. nog beschikbare budgetten t.b.v. diverse ILG projecten. Deze projecten
evenementen tov voorgaande jaren. hebben een meerjarig karakter en de uitvoering is vastgelegd in een uitvoeringsconvenant met provincie. Het restant budget zal via resultaatbestemming worden overgeheveld. V
-49 Boegbeeld Ontdek de IJsseldelta. Het betreft restantbudget voor de uitvoering van de werkzaamheden voor het Boegbeeld Ontdek de IJsseldelta welke in samenwerking met de gemeenten Zwolle en Zwartewaterland wordt besteed. Conform de afspraken met de gemeenten Zwartewaterland en Zwolle en perspectiefnota betreft het een meerjarig budget voor de jaren 2014 en 2015. Het restant budget zal via resultaatbestemming worden overgeheveld. 4.2 Wer k en ink omen
Bijstandsverlening N
125 Hogere lasten Wet werk en bijstand als gevolg van een hoger aantal bijstandsgerechtigden (ultimo 2014: 699) dan bij gelegenheid van het opstellen van de Bestuursrapportages het geval was (ongeveer 685). Uitgaande van een gemiddelde uitkeringslast van +/- € 14.200 betekent dat qua lasten een fors verschil, maar vanwege aangescherpte maatregelen, met name vanwege de nieuwe fraudewet die eind 2013 geïntroduceerd is, is het nadeel beperkt gebleven.
V
-49 Hogere rijksbijdrage WWB dan geraamd. Via de Bestuursrapportages was deze geraamd op € 10.541.000, maar het ministerie van SZW heeft deze in september 2014 voor Kampen vastgesteld op € 10.590.000.
V
-93 Lagere lasten Bijstandsbesluit Zelfstandigen (BBZ) is hoofdzakelijk het gevolg van de vrijval van een oude balanspost BBZ 2009 van € 68.700. Uit contact met het ministerie, alsmede bestudering van de regelgeving, is niet gebleken dat deze nog moet worden terugbetaald.
V
-323 Gedeeltelijke vrijval van de voorziening dubieuze debiteuren sociale zaken. Op grond van een per ultimo 2014 uitgevoerde analyse op de nog openstaande vorderingen blijkt de getroffen voorziening te hoog te zijn.
Uitstroombevordering/trajectbegeleiding V
-272 Lagere lasten Wet Sociale Werkvoorziening dan geraamd. Er was een tekort voorzien waarvoor via de Perspectiefnota 2014-2017 structureel budget is bijgeraamd. Het tekort kan in 2014 echter nog worden opgevangen binnen het eigen vermogen van Impact. De accountants van de Gemeenschappelijke Regeling hebben hier wel bij aangegeven dat het opvangen van jaarlijkse verliezen binnen het eigen vermogen heeft geleid tot een continuïteitsvraagstuk. Het voordeel van 2014 wordt derhalve gekwantificeerd als eenmalig.
Overige sociale zekerheidsregelingen vanuit het Rijk V
-76 Huishoudens met een inkomen tot 110% van het sociaal minimum hadden in 2014 recht op een koopkrachttegemoetkoming. De verdeling van deze rijksmiddelen is berekend naar rato van het aantal huishoudens met een inkomen tot 110% binnen de betreffende gemeente. Het Rijk heeft op deze gronden voor de gemeente Kampen, waar naar schatting zo’n 2.000 huishoudens binnen deze doelgroep vallen, in 2014 een bedrag van € 157.591beschikbaar gesteld. Dit bedrag was bedoeld voor zowel de uitkeringslasten als daarmee gepaard gaande uitvoeringskosten. Zowel lokaal als landelijk is via de gebruikelijke kanalen de nodige aandacht gevraagd voor deze regeling. In Kampen hebben uiteindelijk 1.050 cliënten een tegemoetkoming aangevraagd of toegekend gekregen. Hier was een bedrag van € 81.600 aan uitkeringslasten mee gemoeid. De resterende middelen dienen ter dekking van de gemaakte uitvoeringskosten die op andere producten verantwoord worden.
52
Gemeentelijk minimabeleid N
137 Hogere lasten Bijzondere Bijstand in verband met sterk stijgende uitgaven in het kader van bewindvoeringskosten. In 2013 was nog sprake van 141 aanvragen, in 2014 zijn dat er 226 geworden. Er zal hier bij gelegenheid van de eerst volgende Bestuursrapportages op teruggekomen worden.
N
22 Hogere eenmalige lasten omtrent 'kwijtschelding'. Ten opzichte van 2013 zijn er meer (141)
N
18 Hogere lasten minimabeleid dan geraamd. Bij gelegenheid van de 2e Bestuursrapportage was een
aanvragen gehonoreerd. eenmalig voordeel voorzien van € 20.000. Achteraf was deze aframing niet juist, omdat later in het jaar de uitgifte van MEEDOEN-Bonnen enorm opliep. Waar voor de eerste helft van 2014 nog sprake was van 415 uitgegeven bonnen, liep dit aantal eind 2014 op naar ongeveer 1500.
Participatiebudget V
-404 Als gevolg van wetswijzigingen kunnen de restant middelen voor Inburgering en Reïntegratie (welke beschikbaar zijn gesteld onder de "oude" wet) eenmalig vrijvallen. Er is vastgesteld dat er geen bestedings- en/of terugbetalingsverplichting is voor deze middelen.
bedr agen x €1.000
J aar Status
( Res tant) Realis atie k r ediet
Kr edieten
Aanvullende lening Aardwarmtecluster 1 KKP
k r ediet
1- jan 2014 2013
Afgesloten
135
( Res tant) 31- dec
2014
2014 -
135
53
Programma 5
Onderwijs en educatie A.
Missie
Iedereen doet mee! Wij bieden de inwoners van Kampen, van jong tot oud, mogelijkheden om zich te scholen, te vormen en te ontplooien. De ambitie is de sociale kwaliteit goed te houden. Oftewel de mate waarin mensen in staat zijn deel te nemen aan het sociale en economische leven, op zodanige wijze dat het bijdraagt aan de ontwikkeling en het welzijn van individuen en van de samenleving als geheel.
B.
Context en achtergronden
Dit programma omvat de beleidsterreinen onderwijs en educatie.
Onderwijs De kans om mee te doen wordt al vroeg bepaald. In het onderwijs worden de startkwalificaties verkregen voor deelname aan de arbeidsmarkt en de samenleving. Goed onderwijs gaat verder dan het aanleren van basisvaardigheden. De beleidsterreinen jeugd, welzijn, vrije tijd en onderwijs liggen in elkaars verlengde, waarbij het onderwijs een meer nadrukkelijke rol binnen het maatschappelijke middenveld krijgt. De school verandert van een onderwijsinstituut dat leerlingen tussen half negen en vier opvangt, in een instelling waar organisaties elkaar vinden en waar kinderen kunnen leren, spelen, ontwikkelen en ontmoeten. Ook de rol van de gemeente verandert hierdoor. Zij brengt organisaties bij elkaar en stimuleert de samenwerking tussen onderwijs, opvang, zorg en welzijn. De Wet Passend Onderwijs geeft scholen vanaf augustus 2014 een zorgplicht. Dit betekent dat scholen ervoor moeten zorgen dat elk kind, ook als het extra ondersteuning nodig heeft op school, een passende plek krijgt. Dat kan zijn op de school waar de ouders hun kind hebben aangemeld, maar als ze die niet kan bieden, ook op een andere school die beter kan inspelen op de benodigde ondersteuning. De financiële verantwoordelijkheid voor het uitvoeren van deze zorgplicht ligt bij het onderwijs. De extra zorg die kinderen nodig hebben beperkt zich veelal niet tot het onderwijs alleen, ook buiten de school hebben deze kinderen vaak extra zorg nodig. Deze zorg (Jeugdzorg) is vanaf 1 januari 2015 grotendeels de verantwoordelijkheid van de gemeente geworden. Om die reden is de samenwerking tussen scholen en gemeenten nog belangrijker dan voorheen. De zorg aan kinderen en/of ouders heeft meer effect als deze goed op elkaar is afgestemd, elkaar aanvult en versterkt. Op strategisch niveau hebben de gemeente en samenwerkingsverbanden van schoolbesturen elkaars beleidsplannen over jeugdzorg, respectievelijk Passend Onderwijs met elkaar besproken en afgestemd in een ‘op overeenstemming gericht overleg’(OOGO). Op uitvoerend niveau zijn onder meer twee succesvolle pilotprojecten uitgevoerd in het primair- en voortgezet onderwijs in samenwerking met het CJG, met financiële steun van de provincie Overijssel. Het doel van de pilots is een sterk (ondersteunings)netwerk in en om de school te creëren. Bij de eindevaluatie is geconcludeerd dat de schoolmaatschappelijk
54
werker van het CJG een verbindende schakel is tussen onderwijs en jeugdhulp. De rolneming en werkwijze van het CJG in de scholen zal begin 2015 worden geformaliseerd door middel van een samenwerkingsovereenkomst met de schoolbesturen. Daarnaast is de gemeentelijke rol die van een partner die mede verantwoordelijk is voor onderwijshuisvesting en het samenbrengen van voorzieningen in multifunctionele gebouwen. In het Integraal Huisvestingsplan Onderwijs (IHP) ‘Daar kunnen we op bouwen’ uit 2013 is voor de middellange termijn een visie op de inrichting van het onderwijsveld gegeven en de wijze waarop de gemeente dit wil faciliteren. In 2014 is gestart met de actualisatie van dit IHP. Dit is één van de deelplannen van het nieuwe accommodatiebeleid. De volgende thema’s worden daarin belicht: kwaliteit van schoolgebouwen, krimp, duurzaamheid, renovatie van schoolgebouwen en medegebruik.
Educatie De gemeente ontvangt gelden van het Rijk voor het aanbieden van volwasseneneducatie. Het doel is om door het ontwikkelen van kennis, inzicht, vaardigheden en gedrag een minimaal niveau van zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie te bereiken. Het Deltion college verzorgt in opdracht van de gemeente de educatieactiviteiten. In enkele jaren heeft het Rijk het educatiebudget met ruim 80% teruggebracht, waardoor fors in het cursusaanbod is geschrapt. Het huidige aanbod richt zich vooral op educatie op het gebied van sociale redzaamheid, met daarbinnen specifieke aandacht voor laaggeletterden. Cultuureducatie maakt mensen bewust van de culturele waarde van de eigen omgeving en stimuleert hen zich daarvoor verantwoordelijk te voelen. Ook draagt het bij aan meer kennis en begrip voor de culturele achtergrond van anderen. Niet in de laatste plaats draagt cultuureducatie bij aan persoonlijke en talentontwikkeling. In de cultuurnota ‘Kampen kleurt samen cultuur ‘(2014-2017) is cultuureducatie één van de speerpunten. Aan de participatie van jeugd wordt veelwaarde gehecht. Er zijn jongeren die van huis uit niet in aanraking komen met kunst en cultuur, bijvoorbeeld omdat zij financieel minder draagkrachtige ouders hebben. Het is daarom van belang dat de toegang tot culturele voorzieningen in beginsel voor iedereen mogelijk blijft. Het Jeugdcultuurfonds levert hier een belangrijke bijdrage aan. Cultuureducatie wordt niet alleen op school gegeven. Ook buiten schooltijd volgen veel kinderen individuele of groepslessen. Het Centrum voor kunsteducatie Quintus en de Openbare bibliotheek leveren met hun cursusaanbod voor alle leeftijdsgroepen een belangrijke bijdrage aan zowel binnen-, als buitenschoolse cultuureducatie. Daarnaast leveren ook diverse andere culturele organisaties een bijdrage aan cultuureducatie (zie programma 6).
C. Beleid Beleidsterrein 5.1 1.
Onderwijs
Effecten: wat hebben we bereikt?
Doel 5.1.1
Een goed onderkomen: het continueren en op peil houden van de kwaliteit van de onderwijshuisvesting
De gemeente heeft de wettelijke zorgplicht voor onderwijshuisvesting. Wij streven naar kwalitatief goede onderwijshuisvesting en werken hiertoe samen met de schoolbesturen. De gemeente voert dit uit op basis van de Verordening onderwijshuisvesting. Scholen kunnen op basis hiervan voorzieningen aanvragen. Deze worden jaarlijks vastgelegd in een huisvestingsprogramma, inclusief de daarvoor benodigde middelen. 2.
Prestaties: wat hebben we er voor gedaan?
Uit te voeren acties
groen oranje rood 1 Het uitvoeren van het IHP 2014-2020. 2 Het uitvoeren van het Programma onderwijshuidvesting 2014.
x x
3 Realisering van een vervangend schoolgebouw voor basisschool De Groenling in IJsselmuiden. 4 Realisering van een 2e basisschool in de wijk Het Onderdijks.
x x
55
1.
Effecten: wat hebben we bereikt?
Doel 5.1.2
Een goede start: kinderen worden zo vroeg mogelijk geholpen met het wegwerken van een taalachterstand op het gebied van taal, rekenen, sociaal-emotionele of motorische ontwikkeling
De gemeente heeft vanuit de wet OKE (Ontwikkelingskansen door Kwaliteit en Educatie) een inspanningsverplichting om alle kinderen die dat nodig hebben, voorschoolse educatie aan te bieden met een behoorlijke aanscherping van de kwaliteitseisen. Het basisonderwijs heeft de inspanningsverplichting om voor dezelfde kinderen vroegschoolse educatie aan te bieden. Het doel van VVE (voor- en vroegschoolse educatie) is het wegwerken van achterstanden bij peuters en kleuters op de ontwikkelgebieden: taal, rekenen, sociaal-emotioneel en motoriek. Voor de uitvoering van de wet OKE ontvangt de gemeente voor de periode 2011-2015 een jaarlijkse doeluitkering. In het beleidskader ‘OKE in Kampen’ (2010) en de jaarlijks op te leveren werkplannen onderwijsachterstandenbeleid is vastgelegd, welke inspanningen de gemeente doet om kinderen zo vroeg mogelijk te helpen met het wegwerken van achterstanden. Het belang van het wegwerken van een achterstand op jonge leeftijd is in diverse onderzoeken aangetoond. Een goede taalbeheersing is bijvoorbeeld één van de belangrijkste voorwaarden voor een succesvolle schoolloopbaan, een goede uitgangspositie voor het deelnemen aan de arbeidsmarkt en het maatschappelijk leven. Daar waar nodig, moeten kinderen met een risico op taalachterstand aan een VVE-programma kunnen deelnemen bij het peuterspeelzaalwerk. Deze kinderen worden ook wel doelgroepkinderen genoemd. Gezien de hardnekkigheid van achterstanden is voortzetting van dergelijke programma’s tot in de basisschool essentieel. De Onderwijsinspectie houdt toezicht op de uitvoering van de voor- en vroegschoolse educatie. Effectindicator
a.
Het aandeel doelgroeppeuters dat
Nulmeting
Werkelijk
Werkelijk
Begroot
Werkelijk
(met jaar)
2012
2013
2014
2014
77% (2010)
85%
90%
100%
93%
voorschoolse educatie krijgt binnen
Bron
Jaarverslagen GGD, Prokino en kindcentra.
peuterspeelzaal en kinderopvang.
De huidige inspanningsverplichting loopt tot en met 2015. 2.
Prestaties: wat hebben we er voor gedaan?
Uit te voeren acties
groen oranje rood 1 Het uitvoeren van het jaarwerkplan OKE 2014 (in samenwerking met de werkgroep OKE). 2 Het subsidiëren van voorschoolse educatie (totaal 87 plaatsen: bij peuterspeelzaalwerk en via projecten Grafhorst).
x
3 De voorschoolse educatie binnen het peuterspeelzaalwerk financieel toegankelijk maken voor alle doelgroeppeuters door de ouderbijdrage voor deze peuters te verlagen naar het niveau kinderopvang (wettelijke verplichting).
x
4 Het bevorderen van het bereik van alle doelgroeppeuters (signalering, verwijzing en toeleiding) door afspraken te maken met de JGZ, peuterspeelzaalwerk en kinderopvang.
x
5 Het maken van afspraken met schoolbesturen over de resultaten van de voor- en vroegschoolse educatie en de doorgaande leerlijnen.
1.
x
Effecten: wat hebben we bereikt?
Doel 5.1.3
Investeren in jongeren: alle leerlingen verlaten de school met een startkwalificatie, zodat zij een goede start hebben op de arbeidsmarkt.
In 2016 moet het aantal nieuwe voortijdig schoolverlaters (vsv-ers) verder zijn teruggebracht tot landelijk maximaal 25.000.
56
Ter vergelijk: in het schooljaar 2009/2010 telde Nederland 39.600 nieuwe voortijdig schoolverlaters. Dit betekent een vermindering met bijna 37%. Voor het realiseren van deze nieuwe doelstelling kiest het Rijk opnieuw voor meerjarige prestatiegerichte convenanten. In 2012 hebben scholen en gemeenten in de Regio IJsselland + een convenant ondertekend om werk te maken van het terugdringen van voortijdige schoolverlaters tot 2015, door onder andere: voldoende aandacht voor het probleem voortijdig schoolverlaten in beleid en in de uitvoering op alle niveaus; een goede begeleiding van leerlingen en studenten inclusief het tijdig doorverwijzen naar 2 e lijns zorg binnen de school (vroegsignalering); een goed verzuimbeleid, -registratie en –melding; aandacht voor een goede en zorgvuldige overgang van leerlingen van het voortgezet onderwijs naar het MBO of andere instellingen; een zorgvuldige intake en plaatsing van nieuwe MBO- studenten; het betrekken van ouders bij diverse fases in de loopbaan van de leerling/student, ook waar het gaat om dreigende uitval. Nog steeds verlaten jongeren het onderwijs zonder een startkwalificatie (een diploma VWO, Havo of minimaal Mbo-niveau 2), waardoor ze geen goede start op de arbeidsmarkt kunnen maken. Met de invoering van de Regionale Meld- en Coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten (RMC) in Kampen is ondersteuning aan de scholen en zorgverlening aan ouders en leerlingen steviger neergezet. Het doel van het RMC is het scheppen van voorwaarden voor jongeren tot 23 jaar, waardoor zij de voor hen hoogst haalbare en meest passende onderwijs- of arbeidsmarktpositie kunnen bereiken. De trajectbegeleiding van deze jongeren is een regionale taak, waarvan de uitvoering is ondergebracht bij het team Leerplicht/RMC. Een traject is gericht op het behalen van een startkwalificatie of het hoogst haalbare. Effectindicator
a.
Nulmeting
Werkelijk
Werkelijk
Begroot
Werkelijk
(met jaar)
2012
2013
2014
2014
Bron
Het aandeel voortijdig schoolverlaters
-
-
-
-
195
Sociale Index Kampen
(18-23 jaar) dat niet naar school gaat
(2013) -
-
-
86%
Sociale Index Kampen
en geen traject naar werk volgt. b.
2.
Het aandeel inwoners (18-55 jaar)
-
met een startkwalificatie.
(2013)
Prestaties: wat hebben we er voor gedaan?
Uit te voeren acties
groen oranje rood 1 Uitvoering geven aan de leerplichtwet en RMC-wet. 2 Uitvoering geven aan het regionale beleids- en uitvoeringsplan RMC 20132016. 3 Het uitvoeren van een sluitende registratie voor de uitvoering van leerplicht en RMC.
x
4 Uitvoeren van het Meerjarenbeleidsplan voortijdig schoolverlaten regio IJsselland + door de regionale beleidsgroep RMC. Prestatie-indicator a.
Het aandeel VSV-ers, dat in een traject is geplaatst.
x
Nulmeting
Werkelijk
Werkelijk
Begroot
Werkelijk
(met jaar)
2012
2013
2014
2014
51% (2009/2010)
45%
40%
57%
55%
Bron Key2Onderwijs
(‘13/’14)
N.B. Een traject is gericht op het behalen van een startkwalificatie of het hoogst haalbare.
57
1.
Effecten: wat hebben we bereikt?
Doel 5.1.4
Een inspirerende omgeving: het ontwikkelen van talenten en vaardigheden van leerlingen door de brede school.
De gemeente wil een breed en gevarieerd onderwijsaanbod realiseren, zodat er voor leerlingen en ouders wat te kiezen valt. Binnen het basisonderwijs betekent dit vooral een grotere variatie in onderwijsconcepten en –profielen. Ook de brede schoolontwikkeling past hier binnen. Met de brede school in Kampen willen we optimale omstandigheden in en rond de school of een groep scholen in een wijk creëren, waardoor leerlingen hun talenten en vaardigheden zo optimaal mogelijk kunnen ontwikkelen en ontplooien. Om de brede school ontwikkeling een impuls te geven, neemt de gemeente deel aan de Impuls Brede scholen, Sport en Cultuur. Deze Impuls biedt Kampen de mogelijkheid om op basis van cofinanciering combinatiefuncties te realiseren. De combinatiefunctionarissen zijn in dienst bij Stichting Jongerenwerk Kampen (SJK), diverse basisscholen en het Centrum voor kunsteducatie Quintus. 2.
Prestaties: wat hebben we er voor gedaan?
Uit te voeren acties
groen oranje rood 1 Het stimuleren en ondersteunen van initiatieven van brede school ontwikkelingen. 2 Het realiseren van 11,6 fte combinatiefuncties in samenwerking met scholen, sportverenigingen en culturele instellingen.
1.
Effecten: wat hebben we bereikt?
Doel 5.1.5
Betrokken bij de maatschappij: vergroten van de betrokkenheid van jongeren bij de maatschappij
Een maatschappelijke stage is verplicht voor alle leerlingen, die instromen in het voortgezet onderwijs. De stage is een vorm van leren, waarbij leerlingen via vrijwilligersactiviteiten kennismaken met en een bijdrage leveren aan allerlei aspecten van de samenleving. Scholen moeten de maatschappelijke stage inpassen in het curriculum van de opleiding en de leerlingen een aanbod doen. De gemeente heeft de taak om de vrijwillige inzet te ondersteunen. Als het een leerling of school niet lukt een stageplaats te vinden, moet de leerling terecht kunnen bij een ‘makelaarsfunctie’ (een bemiddelingsfunctie tussen de scholen en de vrijwilligersorganisaties). Het doel van deze functie is om te voorkomen dat alle leerlingen op hetzelfde moment een beroep op een vrijwilligersorganisatie doen. In Kampen wordt de makelaarsfunctie uitgevoerd door de Vrijwilligerscentrale Kampen (VCK). In het regeerakkoord is besloten dat de maatschappelijke stage vanaf 2015 niet meer verplicht is. 2.
Prestaties: wat hebben we er voor gedaan?
Uit te voeren acties
groen oranje rood 1 Het subsidiëren van de VCK om de makelaarsfunctie maatschappelijke stages uit te voeren. 2 Het maken van prestatieafspraken met aan de gemeente gelieerde organisaties (financieel en/of bestuurlijk) over mogelijkheden voor het aanbieden van maatschappelijke stages.
Beleidsterrein 5.2 1.
Educatie
Effecten: wat hebben we bereikt?
Doel 5.2.1.
Kampen cultuurstad: Inwoners hebben de mogelijkheid zich te ontplooien op het terrein van cultuureducatie
De gemeente biedt inwoners de mogelijkheid om zich, naast het reguliere onderwijsaanbod, ook op andere manieren te ontwikkelen. Op scholen is cultuureducatie aangeboden met activiteiten van diverse lokale aanbieders. De activiteiten en
58
diensten van de Bibliotheek en het Centrum voor kunsteducatie Quintus zijn gericht op alle inwoners. Uitgangspunt bij cultuureducatie is om activiteiten zoveel mogelijk betaalbaar te houden voor alle inwoners . De provincie Overijssel heeft nieuw cultuureducatiebeleid voor het primair onderwijs. Wij hebben voor de uitvoering in Kampen provinciale subsidie ontvangen, op voorwaarde dat de bestaande financiële middelen voor cultuureducatie gelijk blijven . De activiteiten hebben eraan bijgedragen dat: leerlingen meer in aanraking komen met cultuur; leerlingen in een vroeg stadium kennismaken met lokale culturele instellingen, waaronder het Stedelijk museum, Quintus en de Stadsgehoorzaal; cultuureducatie in het primair onderwijs beter is verankerd in het lesprogramma; de lokale infrastructuur van cultuureducatie is versterkt en verbreedt, waardoor meer samenhang is ontstaan tussen binnen- en buitenschoolse cultuureducatie. Er is een businesscase ontwikkeld over de voortgang van het proces tot samenwerking en verzelfstandiging in de cultuursector. De Bibliotheek en Quintus waren hier nauw bij betrokken. Eind 2014 is gestart met een onderzoek naar de haalbaarheid en wenselijkheid van een externe verzelfstandiging van Quintus. Effectindicator
a.
b.
Nulmeting
Werkelijk
Werkelijk
Begroot
Werkelijk
(met jaar)
2012
2013
2014
2014
Aantal bezoekers Openbare
219.500
257.139
250.821
241.000
241.341
Bibliotheek
(2008)
Aantal cursisten Quintus
2.575
Aantal leerlingen Quintus uit het
3.950
primair, voortgezet en
(2009)
Prestatiecontract OBK
2.237
2.491
2.800
2.525
(2009) c.
Bron
Prestatiecontract Quintus
7.775
7.571
5.700
9.711
Prestatiecontract Quintus
beroepsonderwijs d.
2.
Aantal deelnemers cultuureducatie
15.242
primair onderwijs
(2010)
15.078
17.091
15.000
17.713
Jaarverslag Kunst & Kind
Prestaties: wat hebben we er voor gedaan?
Uit te voeren acties
groen oranje rood 1 Het uitvoeringsklaar maken en invoeren van het beleid uit de nieuwe Cultuurnota 2014-2017.
x
2 Het instandhouden van de bibliotheekvoorziening en het Centrum voor kunsteducatie Quintus.
x
3 Het ontwikkelen en invoeren van nieuwe prestatieafspraken met Quintus en de Openbare Bibliotheek.
x
4 Het ondersteunen van het Jeugdcultuurfonds. Dit fonds heeft als doel om kinderen van financieel minder draagkrachtige ouders de kans te geven om aan cultuur mee te doen.
x
59
Toelichting afwijking actie: Wat is de aard en de omvang van de afwijking
Nieuwe prestatieafspraken Quintus en Bibliotheek Beperkt. In het Uitvoeringsprogramma van de Cultuurnota is aangegeven dat de ontwikkeling van nieuwe prestatie-afspraken en contracten in de periode 2014-2017 dient plaats te vinden. Omdat de uitkomst van de onderzoekstrajecten naar verzelfstandiging en
Wat is de oorzaak?
samenwerking met andere organisaties een belangrijk vetrekpunt is voor de ontwikkeling van nieuwe afspraken en contracten, dienen deze trajecten eerst te zijn afgerond.
Wat is het gevolg voor
In aansluiting op de onderzoekstrajecten volgt de ontwikkeling van nieuwe
de realisatie van de doelstelling? Welke maatregel wordt voorgesteld? D.
prestatie-afspraken en afsluiting van nieuwe prestatie-contracten. Uitvoeringsprogramma Cultuurnota wordt gevolgd.
Wat heeft het gekost?
bedr agen x €1.000
r ek ening
begr oting
begr oting r ek ening
Ver s c hil r ek ening en
2013
2014
2014 begr oting na
( pr imitief) ( na wijz iging)
2014
wijz iging
Las ten 5.1 Onderwijs
9.332
9.352
10.940
10.171
5.2 Educatie
5.687
4.768
4.798
4.817
19 N
15.019
14.120
15.738
14.988
750- V
T otaal las ten
769- V
Baten 5.1 Onderwijs 5.2 Educatie T otaal baten
Saldo pr ogr amma
450-
381-
428-
454-
25- V
2.464-
951-
981-
1.236-
254- V
2.914-
1.332-
1.410-
1.689-
280- V
12.106
12.789
14.328
13.299
1.030- V
v er s c hillenanaly s e V/N Bedr ag T oelic hting 5.1 O nder w ijs
Openbaar basisonderwijs, onderwijshuisvesting V
-267 Lagere lasten onderhoud schoolgebouwen agv het niet uitvoeren van alle geplande onderhoudsactiviteiten. Een aantal schoolbesturen heeft formeel om uitstel gevraagd. Het gaat concreet om de uitvoering van noodzakelijk onderhoud en/of om het saneren van gevaarlijke asbest in schoolgebouwen. Het restant budget zal via resultaatbestemming worden overgeheveld.
Bijzonder basisonderwijs, exclusief onderwijshuisvesting V
-34 Lagere lasten gebruik sportaccommodaties door onderwijs. De (genormeerde) klokuurvergoeding is lager dan bij het opstellen van de begroting werd aangenomen. De afgelopen jaren zijn de klokuren niet aangepast in de begroting. Hierdoor sluit deze niet meer aan met de werkelijkheid. Tegenover het voordeel bij onderwijs staat een nadeel bij het product sport voor de huuropbrengsten voor het gebruik van sportaccomodaties door onderwijs. In 2015 zal de gebruiksvergoeding aan onderwijs nader worden bekeken.
V
-26 Lagere overige lasten met name als gevolg van de eerdere effectuering van de bezuiniging spraakonderwijs.
60
Bijzonder basisonderwijs, onderwijshuisvesting N
73 Hogere lasten als gevolg van kosten van het verplaatsen van noodlokalen van CBS Het Stroomdal naar de Marnixschool te Kampen. Deze kosten waren voorzien in 2015 en derhalve ook in de budgetaanvraag voor het onderhoudsplan 2015 (Perspectiefnota 2015-2018) meegenomen. Het nadeel voor 2014 betekent derhalve een voordeel voor 2015, welke zal worden meegenomen bij gelegenheid van de 1e Bestuursrapportage 2015.
V
-106 Lagere lasten onderhoud schoolgebouwen bijzonder basisonderwijs. Niet alle voor 2014 geplande onderhoudsactiviteiten aan schoolgebouwen zijn in 2014 tot uitvoering gekomen. Een aantal schoolbesturen heeft formeel om uitstel gevraagd. Het gaat concreet om de uitvoering van noodzakelijk onderhoud en/of om het saneren van gevaarlijke asbest in schoolgebouwen. Het restant budget zal via resultaatbestemming worden overgeheveld.
V
-246 Lagere kapitaallasten bijzonder basisonderwijs. Hoofdzakelijk veroorzaakt door een lagere boekwaarde van de nieuwbouw "De Groenling" in het plan "het Meer" (€ 187.100).
Bijz. (voortgezet) speciaal onderwijs, excl. Onderwijshuisvesting V
-55 Lagere lasten onderhoud gebouwen als gevolg van een restant eenmalig budget voor schadeherstel van schoolgebouwen. Het restant budget zal via resultaatbestemming worden overgeheveld.
Openbaar voortgezet onderwijs, exclusief onderwijshuisvesting N
229 Eenmalige hogere lasten als gevolg van de afschrijving ineens van een boekwaarde van investeringen ten behoeve van (oude) nieuwbouwplannen Almere en Deltion College. Deze plannen dateren van rond de eeuwwisseling en zijn uiteindelijk niet doorgegaan. Destijds is de schade voor de gemeente afgekocht door het Deltion College. Het BBV staat het niet toe om bedragen te activeren van activa dat niet meer in ons eigendom is.
Bijzonder voortgezet onderwijs, onderwijshuisvesting V
-175 Lagere lasten voor vervanging gevelbeplating Ichthus College als gevolg van doorlopende activiteiten in 2015. Het restant budget zal via resultaatbestemming worden overgeheveld.
Gemeenschappelijk baten en lasten onderwijs V
-72 Lagere lasten taxatie schoolgebouwen. De taxatie van de schoolgebouwen voor de vaststelling van de schadeverzekering zijn in 2014 afgerond. Er was sprake van een aanzienlijk eenmalig aanbestedingsvoordeel. 5.2 Educ atie
Vormings -en ontwikkelingswerk V
-216 Lagere lasten voor groot onderhoud hoofdzakelijk betreffende de restauratie van de voormalige eetzaal Vloeddijk 38 i.r.m. schietsportvereniging. Het restant budget zal via resultaatbestemming worden overgeheveld.
61
bedr agen x €1.000
J aar Status
( Res tant) Realis atie k r ediet
Kr edieten
( Res tant) k r ediet
1- jan
31- dec
2014
2014
2014
De Groenling, verv. Huisvesting
2009
Loopt door
1.179
1.301
122-
De Groenling, grondkosten Het Meer
2009
Loopt door
1.106
954
152
Bouwkosten 2e basischool Onderdijks (o.b.o.)
2012
Loopt door
185
179
6
Grondkosten 2e basisschool Onderdijks (o.b.o.)
2012
Loopt door
266
119
147
Bouwkosten 2e basisschool Onderdijks (b.b.o.)
2012
Afgesloten
179-
179-
-
Grondkosten 2e basisschool Onderdijks (b.b.o.)
2012
Loopt door
266
266
-
De Groenling, aanvullende vervangende huisvesting
2013
Loopt door
1.012
991
21
De Groenling, aanvullende aankoop grond
2013
Loopt door
70
-
70
De Groenling , extra ruimte kinderopvang
2013
Loopt door
841
824
17
Quintus-vervanging instrumentarium 2013 (5jaar)
2013
Loopt door
7
3
4
Quintus-vervanging instrumentarium 2013 (10jaar)
2013
Loopt door
13
6
7
Quintus-vervanging instrumentarium 2013 (20jaar)
2013
Loopt door
11
-
11
de Ark uitbreiding schoolgebouw
2014
Afgesloten
-
49-
49
de Ark uitbreiding
2014
Afgesloten
-
145-
145
Quintus, vervanging instrumenten 2014 (5 jaar)
2014
Loopt door
6
-
6
Quintus, vervanging instrumenten 2014 (10 jaar)
2014
Loopt door
18
-
18
Quintus, vervanging instrumenten 2014 (20 jaar)
2014
Loopt door
18
-
18
Toelichting: De overschrijding bij het krediet inzake de vervanging huisvesting "De Groenling" moet in relatie worden gezien met de overige kredieten voor het project. Alle onderdelen tezamen bezien resteert er nog een overschot van € 138.000. Het project zal in 2015 worden afgerond.
62
Programma 6
Cultuur en sport A.
Missie
Iedereen doet mee! Wij bieden de inwoners van Kampen, van jong tot oud, mogelijkheden om deel te nemen aan activiteiten op het terrein van sport, kunst en cultuur. De ambitie is de sociale kwaliteit goed te houden. Oftewel de mate waarin mensen in staat zijn deel te nemen aan het sociale en economische leven, op zodanige wijze dat het bijdraagt aan de ontwikkeling en het welzijn van individuen en van de samenleving als geheel.
B.
Context en achtergronden
Dit programma omvat de beleidsterreinen: sport, kunst, oudheidkunde en musea en overige cultuur- en recreatievoorzieningen. In onze toekomstvisie ‘Kampen Merkbaar beter’ zijn verschillende speerpunten benoemd waarbij cultuur- en sportbeleid een belangrijke rol spelen, zoals het bevorderen van een samenhangende infrastructuur van sociale en culturele voorzieningen en een aantrekkelijke binnenstad. Door het uitvoeren van de Sport- en Beweegnota, het uitvoeringsklaar maken en invoeren van beleid uit de Cultuurnota 2014-2017, het Stadskazerne (eerder Van Heutszkazerne) en de verzelfstandiging van de Stadsgehoorzaal zijn er veel ambities.
Sport Sport en bewegen is voor veel inwoners een populaire vrijetijdsbesteding. Wekelijks zijn duizenden inwoners direct of indirect betrokken bij sport- en beweegactiviteiten. Ze nemen zelf deel aan activiteiten, leveren als vrijwilliger een actieve bijdrage of ze leven mee met (top)sporters langs de lijn of via de media. Sport en bewegen speelt steeds een belangrijkere rol in de samenleving. Het helpt inwoners langer gezond te blijven en heeft daardoor een positief effect op de kwaliteit van leven. Sport is daarom ook onderdeel van het Wmo- en gezondheidsbeleid. Daarnaast draagt sport bij aan sociale en educatieve doelen, zoals de ontwikkeling en weerbaarheid van kinderen, het leren over sportiviteit en respect, maatschappelijke participatie, maar ook aan het verbeteren van de leefbaarheid in de wijken. Uit het hoge aantal sportverenigingen en voorzieningen blijkt dat Kampen van oudsher een sportieve gemeente is. De Sport- en Beweegnota vormt de basis voor het sportbeleid. Dit beleid richt zich op: een toename van het aantal inwoners dat beweegt, de ligging van sportcomplexen zoveel mogelijk in de nabijheid van de woonomgeving van de gebruikers en multifunctioneel gebruik van voorzieningen. Bij herhuisvesting van sportverenigingen hebben breedtesportfaciliteiten prioriteit. Het aanbod van sportvoorzieningen is voldoende en vernieuwd. In 2014 is zwembad Sonnenberch verkocht. Hierdoor blijft de zwemfunctie in IJsselmuiden behouden. De voorbereidingen voor de bouw van het nieuwe zwembad zijn in volle gang. Het afgelopen jaar zijn er diverse aanbestedingen succesvol afgerond. Sportfondsen Kampen BV heeft de aanbesteding voor de exploitatie gewonnen. Zij gaan het nieuwe zwembad vanaf 1 januari 2017 beheren en exploiteren. Door het verkopen van
63
zwembad Sonnenberch en de nieuwbouw van zwembad De Steur is er minder personeel nodig. Om de afvloeiing van personeel op een verantwoorde wijze te realiseren is een sociaal plan opgesteld.
Kunst en cultuur De uitvoering van de cultuurnota ‘Kampen kleurt samen cultuur’(2014-2017) is gestart. Speerpunten van dit beleid zijn: toekomstbestendigheid van culturele functies, een cultureel aantrekkelijke binnenstad, ruimte voor ondernemerschap en het bevorderen van participatie, samenwerking en innovatie. Kunst en cultuur vormen een belangrijke pijler voor een gezonde en vitale ontwikkeling van onze gemeente. Een goed en gevarieerd cultureel voorzieningenniveau levert een belangrijke bijdrage aan de sociale samenhang en de kwaliteit van de samenleving. Daarnaast dragen kunst en cultuur ook bij aan economische bedrijvigheid en wordt het imago en de aantrekkelijkheid van Kampen in belangrijke mate bepaald door haar culturele uitstraling. De economische betekenis van cultuur groeit. In de concurrentie tussen steden vormt cultuur in toenemende mate een bepalende factor voor een goed vestigingsklimaat voor bedrijven, inwoners en aantrekking van toeristen. Op basis van deze visie is het voorzieningenniveau in een groot aantal jaren opgebouwd en vorm gegeven. Er is een businesscase ontwikkeld over de voortgang en het proces tot samenwerking en verzelfstandiging in de cultuursector. De grotere culturele organisaties waren hierbij nauw betrokken .
Oudheidkunde en musea Kampen beschikt over diverse waardevolle historische- en kunstcollecties, zoals de collecties van het Gemeentearchief en het Stedelijk museum, de monumentale panden in de binnenstad, het culturele erfgoed in het buitengebied en het industrieel en maritiem erfgoed. De belangstelling voor cultuurhistorisch erfgoed en onze eigen geschiedenis neemt toe. Dit komt bijvoorbeeld tot uiting in het maatschappelijk debat over erfgoed en de historische binnenstad. Tegelijkertijd groeit het besef dat cultureel erfgoed , ook een economische waarde heeft en een belangrijke rol speelt bij de inrichting van de openbare ruimte, citymarketing, sociale samenhang en het versterken van de eigen identiteit van inwoners.
C. Beleid Beleidsterrein 6.1 1.
Sport
Effecten: wat hebben we bereikt?
Doel 6.1.1
Een samenleving waarin we vitale (sport) organisaties burgers kansen bieden, uitdagen en stimuleren om deel te nemen aan (wijkgerichte) sport- en beweegactiviteiten.
Sport en bewegen is onder andere belangrijk om inwoners gezond te houden. Ook is sport belangrijk voor sociale samenhang binnen de samenleving. Door te streven naar een zo groot mogelijke deelname van inwoners aan bewegingsactiviteiten willen wij dit doel bereiken. Er was specifieke aandacht voor: jonge kinderen, omdat er bij deze groep een toename is van het aantal kinderen met overgewicht; een bloeiend verenigingsleven, omdat dit belangrijk is voor sociale samenhang; het wijkgericht aanbieden van sport- en beweegactiviteiten. Een belangrijke voorwaarde voor sportbeoefening zijn voorzieningen. De situering in de woonomgeving, het behoud van kwaliteit, kostenbeheersing en actualisering vraagt in de huidige economische situatie veel creativiteit. Effectindicator
a.
Aantal jeugdleden (6-18 jaar)
Nulmeting
Werkelijk
Werkelijk
Begroot
Werkelijk
(met jaar)
2012
2013
2014
2014
57%
59%
63%
61%
Bron
64%
Beleid & subsidies
35%
Sociale Index Kampen
(2010) b.
Het aandeel inwoners dat deelneemt
-
aan sportactiviteiten in georganiseerd
(2013)
verband.
64
2.
Prestaties: wat hebben we er voor gedaan?
Uit te voeren acties
groen oranje rood 1 Het coördineren van (wijkgerichte) sport- en beweegactiviteiten (Seniorensport, Jeugd In Beweging, ‘Special Heroes’ en Sport/Re-
x
integratie) om het sporten/bewegen te bevorderen. 2 Organisaties stimuleren om sport- en beweegactiviteiten te organiseren.
x
3 Sportorganisaties ondersteunen, zodat sportorganisaties vitaal zijn en een
x
maatschappelijke rol kunnen vervullen. 4 Sport- en bewegen opnemen in het nieuwe WMO- en gezondheidsbeleid. Via diverse uitvoeringsprogramma's van het Wmo- en gezondheidsbeleid
x
stimuleren we de sociale cohesie en vitaliteit van inwoners. 5 Het ondersteunen van het Jeugdsportfonds. Dit fonds heeft als doel om kinderen van financieel minder draagkrachtige ouders de kans te geven om
x
te gaan sporten.
Beleidsterrein 6.2 1.
Kunst
Effecten: wat hebben we bereikt?
Doel 6.2.1
Een samenleving die aantrekkelijk is voor huidige en toekomstige inwoners, bezoekers en bedrijven
Wij hebben gewerkt aan het op peil houden van een toekomstbestendige culturele infrastructuur en een zo groot mogelijke deelname aan amateur- en/of professionele kunst en cultuur. Dit vraagt om een goed cultureel voorzieningenniveau met een gevarieerd aanbod. Zoals uit recente onderzoeksresultaten bleek, versterkt dit ook de aantrekkelijkheid van onze gemeente. Per 1 januari 2014 is de Stadsgehoorzaal verzelfstandigd in de vorm van een stichting. Het eerste jaar in deze nieuwe setting is goed verlopen met positieve resultaten. In 2014 is de 2e fase uitgevoerd van de renovatie van de Stadsgehoorzaal, deze wordt in 2015 afgerond. De renovatie is noodzakelijk om te kunnen voldoen aan de eisen op het gebied van brandveiligheid en achterstallig onderhoud. Effectindicator
a.
b.
Nulmeting
Werkelijk
Werkelijk
Begroot
Werkelijk
(met jaar)
2012
2013
2014
2014
Aantal bezoekers professionele,
37.500-
school- en amateurvoorstellingen
40.000
SGZ
(2009)
Aantal bezoekers eigen producties en
7.000
bijzondere activiteiten SGZ
(2009)
36.511
35.676
37.500 -
Bron
32.313
Prestatiecontract SGZ
25.270
Prestatiecontract SGZ
40.000 8.656
10.167
7.000
Ad. b. Het aantal bezoekers bij de eigen producties is fors toegenomen door het produceren van meer eigen producties. 2.
Prestaties: wat hebben we er voor gedaan?
Uit te voeren acties
groen oranje rood 1 Het invoeren en verder uitwerken van de externe verzelfstandiging van de Stadsgehoorzaal in de vorm van een stichting. 2 Het uitvoeringsklaar maken en invoeren van het theater- en podiumkunstbeleid uit de nieuwe Cultuurnota 2014-2017.
x
3 Het ontwikkelen en invoeren van een nieuw prestatiecontract met de verzelfstandigde Stadsgehoorzaal.
x
4 Het op peil houden van de culturele infrastructuur met toekomstbestendigheid, vernieuwing en samenwerking als aandachtspunten.
x
5 Voor zover mogelijk bieden wij diverse instellingen op het terrein van kunst en cultuur kansen in de voorwaarde-scheppende sfeer en door het verstrekken van subsidies.
x
65
Prestatie-indicator a.
Aantal professionele, school- en amateurvoorstellingen
b.
Nulmeting
Werkelijk
Werkelijk
Begroot
Werkelijk
(met jaar)
2012
2013
2014
2014
160
169
167
160
190
Prestatiecontract SGZ
34
28
30
103
Prestatiecontract SGZ
(2009)
Aantal eigen producties en bijzondere activiteiten
Bron
30 (2009)
Ad. a. De toename van het aantal professionele voorstellingen wordt veroorzaakt door de terugkeer van het Filmhuis in het Vestzaktheater. Ad. b. Het aantal bezoekers is fors toegenomen door meer eigen producties (de grote musical, dans- en gospelvoorstellingen) en de toename van de verhuur.
Beleidsterrein 6.3 1.
Oudheidkunde en musea
Effecten: wat hebben we bereikt?
Doel 6.3.1
Een samenleving met goed geconserveerd en zichtbaar cultureel erfgoed
Kampen beschikt over een groot en gevarieerd bestand aan cultureel erfgoed: de historische stad zelf, alle monumenten, een rijk bodemarchief en een waardevol kunst- en archiefbezit. We willen dit erfgoed beschermen en benutten en voor een zo groot mogelijk publiek toegankelijk maken om daarmee de historie “levend” te houden. Het realiseren van een goede bewaaromgeving en huisvesting voor archieven en collecties, is op dit moment één van de belangrijkste aandachtspunten van het archief- en archeologiebeleid.het gemeentearchief en archeologiedepot verhuizen in 2015 naar het cultuurcluster in de Stadskazerne. In 2014 is onderzoek uitgevoerd naar de haalbaarheid en wenselijkheid van een externe verzelfstandiging van het Stedelijk Museum. Begin 2015 informeren wordt de raad geïnformeerd over de uitkomsten van dit odnerzoek. Het onderzoek naar de verzelfstandiging van het gemeentearchief wordt in 2015 uitgevoerd. Effectindicator
a.
Aantal bezoekers Stedelijk Museum
Nulmeting
Werkelijk
Werkelijk
Begroot
Werkelijk
(met jaar)
2012
2013
2014
2014
17.500-
22.500
22.376
20.000
17.500-
Bron
19.879
Prestatiecontract SMK
20.000
(2011) b. c.
Aantal bezoekers Gemeentelijke
6.000
Expositieruimte Kampen
(2011)
Aantal bezoekers Koornmarktspoort
4.500
5.740
5.700
6.000
9.075
Prestatiecontract SMK
4.476
5.012
4.500
6.514
Prestatiecontract SMK
2.352
3.508
2.500
3.644
Prestatiecontract GAK
(2011) d.
Aantal bezoekers gemeentearchief
2.500 (2009)
Ad. b. Het hoge aantal bezoekers komt onder andere door de Kamper kunstprijs en de tentoonstelling over Water.
66
2.
Prestaties: wat hebben we er voor gedaan?
Uit te voeren acties
groen oranje rood 1 Het uitvoeringsklaar maken en invoeren van het beleid op het gebied van museum, archief en archeologie uit de nieuwe Cultuurnota 2014-2017. 2 Het ontwikkelen en invoeren van nieuwe prestatiecontracten met het Stedelijk museum en Gemeentearchief.
X
3 Uitvoering herhuisvesting van het gemeentearchief en het archeologiedepot in de ‘Van Heutszkazerne’.
x
4 Het in stand houden van het gemeentelijke Stedelijke museum met expositieruimten en het Gemeentearchief. Met daarbij het stimuleren van
x
vernieuwing, samenwerking en publieksbereik. 5 Het leveren van bijdragen vanuit archeologische monumentenzorg aan
x x
ruimtelijke planvorming in de gemeente. 6 Het verrichten van archeologisch onderzoek.
Toelichting afwijking actie: Wat is de aard en de omvang van de afwijking
Ontwikkelen prestatiecontracten Stedelijk museum en Gemeentearchief Beperkt. In het uitvoeringsprogramma van de Cultuurnota staat dat de ontwikkelingen van nieuwe prestatie-afspraken ne contracten in de periode 2014-2017 dient plaats te vinden. Omdat de uitkomst van de onderzoekstrajecten naar verzelfstandiging en
Wat is de oorzaak?
samenwerking met andere organisaties een belangrijk vertrekpunt is voor de ontwikkeling van nieuwe afspraken en contracten, dienen deze trajecten eerst te zijn afgerond.
Wat is het gevolg voor
In aansluiting op de odnerzoekstrajecten volgt de ontwikkeling van nieuwe
de realisatie van de doelstelling? Welke maatregel wordt voorgesteld?
prestatie-afspraken en afsluiting van nieuwe prestatie-contracten. het uitvoeringsprogramma Cultuurnota wordt gevolgd.
Prestatie-indicator a.
Aantal tijdelijke exposities museum
Nulmeting
Werkelijk
Werkelijk
Begroot
Werkelijk
(met jaar)
2012
2013
2014
2014
5
5
5
5
Prestatiecontract SMK
6
6
6
5
Prestatiecontract SMK
6
6
6
5
Prestatiecontract SMK
70.550
98.246
27.000
135.237
Prestatiecontract GAK
75
54
15
91
Prestatiecontract GAK
25
20
25
20
Gemeente
5/5
5/5
5/5
5/5
Gemeente
5
Bron
(2011) b.
Aantal exposities gemeentelijke expositieruimte
c.
Aantal exposities Koornmarktspoort
6 (2011) 6 (2011)
d. e.
Aantal digitale raadplegingen
27.000
gemeentearchief
(2009)
Aantal cursussen archief
15 (2009)
f.
Aantal planologische producten archeologie
g.
Aantal archeologische veldwerkprojecten/publicaties
25 (2009) 5/5 (2009)
Ad. d. Er is weer meer digitaal materiaal beschikbaar gekomen op de website, waardoor er ook meer digitale raadplegingen zijn. Ad. e. Er was veel vraag naar cursussen: o.a. naar diverse cursussen rondom SAIL en door een nieuwe groep VMBO-klassen van het Pieter Zandt.
67
Beleidsterrein 6.4 1.
Overige cultuur- en recreatievoorzieningen
Effecten: wat hebben we bereikt?
Doel 6.4.1
Een samenleving met een gevarieerd aanbod aan overige culturele- en recreatieve voorzieningen
Dit doel bereiken we door het stimuleren van particulier initiatief en het subsidiëren van culturele activiteiten. Daarnaast zijn er binnen onze gemeente verschillende expositiemogelijkheden voor beeldend kunstenaars. Er is behoefte aan betaalbare accommodaties voor het vestigen van ateliers en creatieve bedrijven. In 2014 is een onderzoek naar het aanwezige potentieel van creatieve bedrijvigheid uitgevoerd. De uitkomsten zijn gepresenteerd aan ondernemers en belangstellenden. Als vervolg hierop zijn een aantal particuliere initiatieven gestart, maar die zijn niet gecontinueerd vanuit betrokken ondernemers. Effectindicator
a.
Aantal uitzendingen Stichting Omroep IJsselmond (SOIJ)
b.
Werkelijk
Werkelijk
Begroot
Werkelijk
(met jaar)
2012
2013
2014
2014
147
168
168
175
170
(2009)
Het aandeel inwoners, dat luisteraar is van de lokale omroep
c.
Nulmeting
40%
aan culturele activiteiten.
42%
Jaarverslag SOIJ
42%
42%
45%
-
(2008)
Het aandeel inwoners dat deelneemt
Bron
Jaarverslag SOIJ
-
-
-
-
(2010)
Onderzoek cultuurparticipatie/ Sociale Index Kampen
Ad. b Het aantal luisteraars is niet gemeten door de lokale omroep in 2014. Ad. c Het onderzoek cultuurparticipatie wordt tweejaarlijks uitgevoerd,in oneven jaren 2.
Prestaties: wat hebben we er voor gedaan?
Uit te voeren acties
groen oranje rood 1 Het uitvoeringsklaar maken en invoeren van het beleid op het gebied van amateurkunst, film en lokale omroep uit de nieuwe Cultuurnota 2014-2017. 2 Het op peil houden van een goed geoutilleerd en gevarieerd aanbod van culturele- en recreatieve voorzieningen. 3 Het bevorderen van cultuurparticipatie. 4 Het verstrekken van subsidies aan verenigingen ter ondersteuning van activiteiten voor amateurkunst en media.
x
5 Het stimuleren van particulier initiatief op het gebied van creatieve bedrijvigheid door het creëren van een ontmoetingsplatform en het meedenken bij de ontwikkeling van een creatieve broedplaats.
Toelichting afwijking actie: Wat is de aard en de omvang van de afwijking Wat is de oorzaak? Wat is het gevolg voor de realisatie van de doelstelling? Welke maatregel wordt voorgesteld?
68
Het verstrekken van subsidies aan verenigingen ter ondersteuning ... Forse financiële problematiek bij exploitatie Lokale Omroep IJsselmond Onregelmatigheden in besteding subsidie en faillissement partnerorganisatie Realisatie van de doelstelling na reddingsoperatie nieuw bestuur nog wel gecontinueerd. Nieuw bestuur heeft orde op zaken gesteld.
x
Toelichting afwijking actie: Wat is de aard en de omvang van de afwijking Wat is de oorzaak?
Het stimuleren van particulier initiatief … De ontwikkeling ligt stil. Er is gebrek aan particulier initiatief en er ontbreekt een kwartiermaker.
Wat is het gevolg voor de realisatie van de
De doelstelling wordt niet gehaald.
doelstelling? Welke maatregel wordt voorgesteld?
De aanstelling van een nieuwe kwartiermaker. Hiervoor zijn echter geen middelen beschikbaar. Onderzoeken of den leden van de Adviescommissie beeldende kunst hierbij een rol kunnen vervullen.
D. Wat heeft het gekost? bedr agen x €1.000
r ek ening
begr oting
begr oting r ek ening
Ver s c hil r ek ening en
2013
2014
2014 begr oting na
( pr imitief) ( na wijz iging)
2014
wijz iging
Las ten 6.1 Sport
4.503
4.402
8.820
7.397
6.2 Kunst
2.198
2.344
1.774
1.998
224 N
6.3 Oudheidkunde en musea
2.651
2.448
2.642
2.463
179- V
515
776
776
515
261- V
9.866
9.970
14.012
12.373
1.639- V
6.1 Sport
1.233-
1.211-
1.320-
2.145-
825- V
6.2 Kunst
563-
514-
88-
436-
348- V
6.3 Oudheidkunde en musea
249-
108-
129-
167-
37- V
-
-
-
-
T otaal baten
2.045-
1.833-
1.537-
2.748-
1.211- V
Saldo pr ogr amma
7.821
8.137
12.475
9.625
2.850- V
6.4 Overige cultuur en recreatie T otaal las ten
1.422- V
Baten
6.4 Overige cultuur en recreatie
v er s c hillenanaly s e V/N Bedr ag T oelic hting 6.1 Spor t
Zwembaden V
-168 Lagere voorbereidingskosten nieuwbouw zwembad. Het restant budget zal via resultaatbestemming worden overgeheveld.
N
100 Hogere lasten zwembad Sonnenberch als gevolg van het eerder overmaken van de contractueel afgesproken € 100.000 als eenmalige bijdrage voor toekomstig noodzakelijk onderhoud van de opstallen aan de nieuwe eigenaren. De dekking hiervoor is beschikbaar in het boekjaar 2015 en hiervan zal via de 1e Berap 2015 worden voorgesteld vrij te laten vallen ten gunste van de algemene dekkingsmiddelen.
Sporthallen N
43 Hogere lasten voor preventief en groot onderhoud o.a. vanwege vervanging van de warmwatervoorziening in sporthal Oosterholthoeve. Deze uitgaven waren niet voorzien. Dit nadeel wordt verrekend met het voordeel op het totale budget groot onderhoud.
V
-64 Lagere doorbelasting interne uren.
69
V
-2087 Manage deltaruiters: in 2014 is gestart met de voorbereiding van een bestemmingsplan wijziging maar dit heeft weerstand opgeroepen bij derden waardoor het proces van bestemmingswijziging is vertraagd. Hierdoor worden de onderzoekskosten en kosten voor de aanpassing van de infrastructuur doorgeschoven naar 2015 en mogelijk ook 2016. Met name inrichtingskosten worden pas gemaakt wanneer het bestemmingsplan onherroepelijk is; de verwachting is dat dat niet in 2015 het geval zal zijn. Dekking vindt plaats uit de reserve grondbedrijf. Waar hiet sprake is van een voordeel, leidt de nog niet gedane onttrekking uit de reserve grondbedrijf tot een nadeel onder het hoofdstuk algemene dekkingsmiddelen. Per saldo is er sprake van een budgettair neutraal effect.
Groene sportvelden en terreinen V
-95 Door herstructurering van de inzet van medewerkers / maaiers in 2014 zijn de ramingen (gemaakt in 2013) te hoog geweest waardoor een voordeel op de interne uren van € 95.000 is ontstaan.
V
-22 Een voordeel van € 22.000 op de stelpost voor vervanging van tractie als gevolg van het niet meer hoeven vervangen of het uitstellen van de vervanging. 6.2 Kuns t
Kunst (o.a. Stadsgehoorzaal) V
-50 Eenmalig budget (€ 50.000) voor de realisering van een portret van Koning Willem Alexander. Het traject is medio 2014 gestart en de streefdatum voor de realisering is medio april 2016. Het restant budget zal via resultaatbestemming worden overgeheveld.
V
-60 Lagere lasten groot onderhoud als gevolg van het nog doorlopen van de uitvoering van de renovatie van de Stadsgehoorzaal in 2015. 6.3 O udheidk unde en mus ea
V
-42 Resterend budget bestemd voor dekking van de kosten die gemoeid zijn met het project tot samenwerking en verzelfstandiging in de cultuursector en de financiering van frictiekosten die ontstaan bij de invoering van de bezuinigingen in deze sector. Het restant budget zal via resultaatbestemming worden overgeheveld.
V
-124 Betreft hoofdzakelijk lagere kapitaallasten van herhuisvesting van het Gemeentearchief en Archeologie in de Stadskazerne (€ 111.000), dit als gevolg van de latere (tweede helft van 2015) geplande oplevering van het project.
N
54 Hogere exploitatielasten Stedelijk Museum t.z.v. energiekosten (€ 4.000), schaden en verzekeringen (€ 6.000), extra onderhoud installaties (€ 7.000), advertentiekosten (€ 15.000), realisatie muurschildering alsmede aanleg en vervanging WiFi en Multimediatour (€ 20.000).
V
-45 Lagere lasten groot onderhoud grotendeels als gevolg van het niet uitvoeren van voegwerk van de
V
-54 Restant budget IJsselkogge voor onderzoek naar het oprichten en inrichten van een depot (vitrine)
poorten in verband met schade aan de Boventoren. en voor het transport na conservering van Lelystad naar Kampen in ca. 2018. Het restant budget zal via resultaatbestemming worden overgeheveld. 6.4 O v er ige c ultuur en r ec r eatie ( ex c l. 580.20) V
-260 Eenmalig vrijgevallen middelen ter dekking van de hogere exploitatielasten van de Stadskazerne als gevolg van de verwachte (latere) oplevering in de tweede helft van 2015.
70
bedr agen x €1.000
J aar Status
( Res tant) Realis atie k r ediet
Kr edieten
( Res tant) k r ediet
1- jan
31- dec
2014
2014
2014
Restauratie Nieuwe Toren
2007
Loopt door
373
48
325
Vernieuwbouw archief Vloeddijk c.a.
2007
Loopt door
1.029
136
893
Inrichting gemeentearchief/archeologie 2009
2009
Loopt door
590
-
590
Toplaag kunstgras hockeyveld Hagenbroek
2010
Loopt door
15
-
15
Bestek, aanbesteding kunstgrasvelden
2012
Loopt door
123
8
115
Toplaag kunstgrasveld Wilsum
2012
Loopt door
21
-
21
Onderlaag kunstgrasveld Zalk
2012
Afgesloten
2-
-
2-
Onderlaag kunstgrasveld de Maten en de Venen
2012
Afgesloten
2-
-
2-
Stadsgehoorzaal, aanv.vervanging inventaris 2012
2012
Loopt door
156
156
-
Stadsgehoorzaal, brandveiligheid en renovatie 2012
2012
Loopt door
310
311
1-
Stadsgehoorzaal, renovatie 2012 (inrichtingsksten)
2012
Loopt door
86
75
11
Bouwkundige voorzieningen nieuwe zwembad 2013
2013
Loopt door
113
113
-
Installaties/inrichtingen nieuwe zwembad 2013
2013
Loopt door
100
75
25
Vervanging inventaris Stadsgehoorzaal 2013
2013
Loopt door
138
117
21
Brandveiligheid en Renovatie Stadsgehoorzaal 2013
2013
Afgesloten
231-
231-
-
Inrichtingskosten Stadsgehoorzaal 2013
2013
Loopt door
107
-
107
Vervanging binnensport 2014
2014
Loopt door
40
14
26
Bouwkundige voorzieningen nieuwbouw zwembad
2014
Loopt door
480
413
67
Installaties/inrichting nieuwbouw zwembad 2014
2014
Loopt door
320
-
320
Grond manegeterrein
2014
Loopt door
115
-
115
Aankoop opstallen Haatlanderdijk 29/29a
2014
Loopt door
-
76
76-
Renovatie veld 2 IJVV
2014
Afgesloten
40
43
3-
Verv. Bedrijfswagen cluster sport 2014 Vervanging Kubota tractor sport
2014 2014
Afgesloten Afgesloten
19 40
20 36
15
Vervanging inventaris Stadsgehoorzaal 2014
2014
Loopt door
13
-
13
Brandveiligheid en Renovatie Stadsgehoorzaal 2014
2014
Loopt door
400
-
400
Inrichtingskosten Stadsgehoorzaal 2014
2014
Loopt door
140
-
140
Plaatsen Kogge binnendijks
2014
Loopt door
275
-
275
Toelichting: De overschrijding op het krediet "Aankoop opstallen Haatlanderdijk 29/29a" is veroorzaakt doordat er gestart is met de aankoop van desbetreffende opstallen. De inschatting is dat deze kosten gedekt zullen worden door det toekomstige verkoopopbrengsten.
71
Programma 7
Participatie en zorg A.
Missie
Iedereen doet mee! We bieden de inwoners van Kampen, van jong tot oud, mogelijkheden om deel te nemen aan de samenleving. Hierbij ondersteunen en stimuleren we vooral diegenen, die niet op eigen kracht kunnen meedoen. De ambitie is de sociale kwaliteit goed te houden. Oftewel de mate waarin mensen in staat zijn deel te nemen aan het sociale en economische leven, op zodanige wijze dat het bijdraagt aan de ontwikkeling en het welzijn van individuen en van de samenleving als geheel.
B.
Context en achtergronden
Dit programma omvat het beleid en de uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), de Wet publieke gezondheid (Wpg) en het Centrum voor Jeugd en Gezin. Vanaf 1 januari 2015 is de zorg, hulp en ondersteuning aan inwoners veranderd. Het Rijk heeft taken op het gebied van jeugd, zorg, werk en inkomen bij gemeenten neergelegd door middel van de nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo 2015), de Jeugdwet en de Participatiewet (Wajong, Wsw en WWB). Een groot deel van de zorg die onder de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) viel is overgegaan naar de nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Individuele begeleiding, kortdurend verblijf, (vervoer naar) dagbesteding, logeeropvang en beschermd wonen. Het doel van deze nieuwe wet is dat mensen zo lang en zelfstandig mogelijk thuis kunnen wonen. Over de herinrichting van het sociaal domein hebben we de afgelopen jaren gesproken met onze inwoners en de professionals, organisaties en instellingen, die binnen het sociaal domein actief zijn. Meerdere co-creatie sessies hebben geleid tot de notities: de Sociale Beleidsagenda, het Wmo- en gezondheidsbeleidplan 2012-2016 ‘De Kamper Kracht’ en het Kamper Kompas. Op het gebied van de jeugdzorg is er in regionaal verband een visie ontwikkeld en zijn er via het Regionale Transitiearrangement afspraken vastgesteld. Zorgaanbieders zijn gecontracteerd voor diensten in het kader van de Wmo 2015 en jeugd. Ook heeft de voorbereiding geresulteerd in het Beleidsplan sociaal domein gemeente Kampen ‘Op koers’. Het streven is om beter passend (lokaal) maatwerk te leveren. Daarnaast wordt ingezet op een meer integrale uitvoering. De middelen zijn schaars. De ondersteuning moet daarom daar heen gaan, waar die ondersteuning het hardst nodig is. De basis van de aanpak in het sociaal domein is de Kamper Kracht en het Kamper Kompas. Kamper Kracht is het volop benutten van de kracht van de mensen zelf en hun omgeving’. Sterke gemeenschappen waarin mensen elkaar kennen en naar elkaar omkijken zijn hiervoor belangrijk. Van hieruit wordt verbinding gezocht met ‘Kamper Kracht in Actie’ (voorheen wijkgericht werken).
72
Kamper Kracht in Actie zet in op de stimulering van sterke gemeenschappen vanuit de principes van overheidsparticipatie: aansluiten bij de samenleving in plaats van als gemeente de plannen maken. Naast deze meer collectieve Kamper Kracht, is het Kamper Kompas ook gebaseerd op individuele kracht. Deze kracht uit zich bijvoorbeeld wanneer iemand zich meldt met een hulpvraag. Vanuit de gedachte van het Kamper Kompas zal het individu, samen met zijn/haar omgeving, eerst moeten kijken of zij het probleem niet met elkaar, op eigen kracht, kunnen oplossen.
C. Beleid Beleidsterrein 7.1 1.
Participatie en zorg
Effecten: wat hebben we bereikt?
Doel 7.1.1
Wij vergroten de sociale samenhang in en de leefbaarheid van dorpen, wijken en buurten
We willen een samenleving zijn waar mensen naar elkaar omkijken en verantwoordelijkheid nemen voor elkaar. Deze vrijwillige inzet is onmisbaar en vertegenwoordigt een grote maatschappelijke waarde. Sterke gemeenschappen, zoals buurten en dorpen, met veel sociale cohesie en initiatiefkracht kunnen de samenleving veel opleveren. Inwoners ervaren en bepalen hoe het uiteindelijk met de leefbaarheid in hun buurt of dorp is gesteld. Daarnaast hebben zij vaak veel ideeën over hoe de leefbaarheid verbeterd zou kunnen worden. In 2014 zijn 19 initiatieven ondersteund vanuit Buurt aan Zet. Hiermee hebben we niet altijd de beoogde resultaten bereikt. Dit komt deels door de focus van Buurt aan Zet op het financiële aspect en deels door het ontbreken van duidelijke criteria. De verandermanager Kamper Kracht in Actie is gestart met een lerend netwerk binnen de gemeentelijke organisatie. Dit netwerk houdt zich bezig met bewonersinitiatieven en de manier waarop wij hier op inspelen. Voor het achterhalen van de tevredenheid van initiatiefnemers over de samenwerking met de gemeente, is het lerend netwerk in samenwerking met de provincie Overijssel gestart met het organiseren van initiatievendiners. Bij deze diners deelden initiatiefnemers, ambtenaren en raadsleden aan de hand van een relevant thema verhalen en ervaringen met elkaar. Ondersteuning van inwoners in de wijken zelf, is vooral een taak voor het welzijnswerk, uitgevoerd door Stichting Welzijn in Kampen (SWiK). Het welzijnswerk is een onmisbare partner om met ons en onze partners (inwoners, bedrijven en organisaties) vorm en inhoud te geven aan de Kamper Kracht. Gelet op hun rol in het signaleren en definiëren van beleidsopgaven en het aanboren van de eigen kracht van inwoners. Tegelijkertijd vraagt de herinrichting van het sociale domein om een andere positie van het welzijnswerk. Dit is overigens niet nieuw, de noodzaak voor een gezamenlijke, integrale aanpak van maatschappelijke vraagstukken door het welzijnswerk is al langer bekend (welzijn nieuwe stijl). Met de fusie op 1 januari 2014 van de drie welzijnsinstellingen tot de nieuwe SWiK in Kampen is een belangrijke eerste stap gezet in de doorontwikkeling van het lokale welzijnswerk. Voor een verdere ontwikkeling van de organisatie bestond bij SWiK behoefte aan duidelijkheid over hun rol en positie ten opzichte van de Kamper Kracht. In dit kader hebben wij samen met SWiK in 2014 aanvullende uitgangspunten geformuleerd. Deze zijn vastgelegd in de notitie ‘Positionering Stichting Welzijn in Kampen’. Voor de doorontwikkeling van het wijkgericht werken is de Sociale Index Kampen ook van belang. Met de Sociale index kunnen we in Kampen de sociale kwaliteit meten en volgen. Wij hebben hiermee een instrument in handen dat in één oogopslag een actueel beeld geeft van hoe het op sociaal gebied gesteld is in de gemeente Kampen, maar ook op een inhoudelijk thema (bijvoorbeeld sociale binding) of op een geografisch deelgebied. Daarnaast zijn de gegevens goed bruikbaar om als gemeente in gesprek te gaan met partners en afspraken te maken. Op deze manier zijn we met onze partners beter in staat in het bieden van maatwerk, flexibiliteit en opgavengericht werken.
73
Effectindicator
a.
Sociale kwaliteit van de
Nulmeting
Werkelijk
Werkelijk
Begroot
Werkelijk
(met jaar)
2012
2013
2014
2014
Bron
6,4 (2011)
-
6,5
-
-
Veiligheidsmonitor
1,2 (2011)
-
0,8
-
-
Veiligheidsmonitor
woonomgeving/sociale cohesie b.
Sociale overlast
NB: Tweejaarlijks (oneven jaren) wordt een Veiligheidsmonitor uitgevoerd. Deze monitor geeft onder andere inzicht in de sociale kwaliteit van de woonomgeving (op een schaal van 1 tot 10, hoe hoger hoe beter) en de mate van sociale overlast (op een schaal van 1 tot 10, hoe lager hoe beter) door inwoners worden ervaren. 2.
Prestaties: wat hebben we er voor gedaan?
Uit te voeren acties
groen oranje rood 1 Het maken van subsidie-afspraken met de nieuwe brede welzijnsinstelling.
x
2 Werkende weg ontwikkelen we het wijkgericht werken, zowel intern als buiten het stadhuis.
x
3 De raad bieden we halfjaarlijkse tussenrapportages aan over de doorontwikkeling wijkgericht werken.
x
4 We leveren de eerste resultaten van de sociale index Kampen op, met maatschappelijke resultaten over 2013.
x
5 Uitvoeren van de convenanten uit ‘Dorpsplan plus’, met de dorpen Grafhorst, Zalk en Kamperveen.
x
6 Ondersteunen van initiatieven van burgers op buurt- en wijkniveau.
x
7 Ondersteunen van vrijwilligers en hun organisaties.
x
8 Stimuleren van multifunctioneel gebruik van maatschappelijk vastgoed op dorps-, wijk- en gemeenteniveau.
Toelichting afwijking actie: Wat is de aard en de omvang van de afwijking Wat is de oorzaak?
x
Stimuleren van multifunctioneel gebruik ... Het multifunctioneel gebruik is nog niet actief gestimuleerd. In 2014 is beleid maatschappelijk vastgoed / accommodatiebeleid ontwikkeld.
Wat is het gevolg voor de realisatie van de
Minder multifunctioneel gebruik.
doelstelling? Welke maatregel wordt voorgesteld?
1.
Uitwerken van het beleid maatschappelijk vastgoed.
Effecten: wat hebben we bereikt?
Doel 7.1.2
Wij voorkomen problemen bij opgroeiende jeugd
De gemeente heeft met de Drank- en Horecawet (DHW) een instrument in handen om een effectief alcoholmatigingsbeleid te voeren, om daarmee schadelijk alcoholgebruik tegen te gaan. Per 1 januari 2014 is de DHW op twee punten aangepast: 1. de leeftijdsgrens voor verkoop van alcohol en in bezit hebben van alcohol op publiek toegankelijke plaatsen (horeca, parken, winkelcentra) is verhoogd van 16 naar 18 jaar; 2. gemeenten zijn verplicht om uiterlijk 1 juli 2014 een preventie- en handhavingsplan vast te stellen. Om hieraan invulling te geven is voor Kampen een preventie- en handhavingsplan vastgesteld. In het plan wordt ingezet op preventie in het voorgezet onderwijs,het uitvoeren van leerstraffen bij het plegen van strafbare feiten onder invloed van alcohol door jeugdigen, vroegsignalering en uitvoeren van het ketenbeleid. De uitvoering van het plan is gestart.
74
In 2012 besloot de gemeenteraad dat de realisering van een tienercentrum in Kampen gerealiseerd moet worden in combinatie met de doorontwikkeling van jongerencentrum ’t Ukien op de locatie Korteweg 4. Het multifunctioneel centrum Korteweg 4 werd na een grondige verbouwing en uitbreiding in april 2014 geopend. Naast activiteiten in het kader van het tiener- en jongerencentrum ’t Ukien worden er nieuwe activiteiten in het gebouw georganiseerd. Nieuwe doelgroepen, zoals bijvoorbeeld senioren, weten hierdoor het MFC steeds beter te vinden. We blijven ons inzetten op een vroegtijdige aanpak bij opvoedproblemen en het stimuleren van opvoedkracht. Daartoe richten wij ons op het vergroten van de bekendheid van het Centrum Jeugd en Gezin (CJG) onder ouders en jeugdigen. Zodat zij bekend zijn met de ondersteuningsmogelijkheden. Vooruitlopend op de decentralisatie van de totale jeugdzorg hebben we in overleg en met ondersteuning van de provincie Overijssel met een vernieuwende uitvoering (van onderdelen) van de jeugdzorg geëxperimenteerd. Vanuit het CJG is geëxperimenteerd met een andere positionering van schoolmaatschappelijk werk binnen het primair en voortgezet onderwijs. Deze andere positionering zal in 2015 gecontinueerd worden. Effectindicator
a.
Nulmeting
Werkelijk
Werkelijk
Begroot
Werkelijk
(met jaar)
2012
2013
2014
2014
Het aandeel inwoners dat bekend is
10%
-
75%
-
43%
met het CJG en de diensten zij
(2010)
Bron
Onderzoek Burgerpanel/ Sociale Index Kampen
leveren.
N.B.: De bekendheid van het CJG bij het burgerpanel wordt tweejaarlijks gemeten. 2.
Prestaties: wat hebben we er voor gedaan?
Uit te voeren acties
groen oranje rood 1 We bevorderen vroegsignalering en vroeghulp bij jeugdigen door het inzetten van schoolmaatschappelijk werk en door in te zetten op 100% bereik van 0-4 jarigen door het CJG.
x
2 Voorbereiden op de decentralisatie van de Jeugdzorg en de daaraan gekoppelde doorontwikkeling van het CJG, onder andere via deelname aan experimenten, die door de provincie Overijssel geïnitieerd zijn.
x
3 Ingebruikname van een multifunctioneel centrum in Kampen op Korteweg 4, met onder andere een tienercentrum en jongerencentrum ’t Ukien.
x
4 Uitvoering van het geactualiseerde alcoholmatigs- (inclusief ketenbeleid) en drugsbeleid.
1.
x
Effecten: wat hebben we bereikt?
Doel 7.1.3
Burgers zijn zoveel en zolang mogelijk zelfredzaam
In 2014 is het model Kamper Kompas verder uitgewerkt. Uitgangspunt binnen het Kamper Kompas is de eigen kracht van inwoners en hun omgeving. Alle ondersteuning die inwoners ontvangen, is erop gericht dat zij het heft in eigen hand weten te houden of hernemen. Deze zogenaamde Kamper Kracht is de basis voor de ondersteuning. Door in te zetten op preventie en versterking van Kamper Kracht kan het aantal inwoners dat daadwerkelijk gebruik maakt van professionele ondersteuning worden teruggebracht. Hierdoor zorgen we ervoor dat degenen die het nodig hebben, die ondersteuning ook kunnen krijgen. We vinden het belangrijk dat iedereen zoveel mogelijk de inrichting van zijn eigen leven kan bepalen. Dat vraagt van ons dat wij ruimte en kansen bieden en mensen stimuleren om zelf initiatief te nemen. Daar past ook bij dat het sociaal vangnet wordt gebruikt als trampoline, waarbij alle ondersteuning die mensen ontvangen er op is gericht dat zij het heft in eigen handen weten te houden of hernemen.
75
We willen de sociale infrastructuur benutten voor informele zorg (vrijwillige inzet en mantelzorg) en aanvullende inzet van maatschappelijke organisaties en gemeente. In eerste instantie ondersteunt de eigen sociale omgeving. Daarna de gespecialiseerde maatschappelijke organisaties, die een samenhangend aanbod leveren. Pas in laatste instantie is de gemeente als verstrekker van maatwerkvoorzieningen aan zet. Effectindicator
a.
Nulmeting
Werkelijk
Werkelijk
Begroot
Werkelijk
(met jaar)
2012
2013
2014
2014
74%
35%
Het aandeel inwoners dat minstens
73%
12 keer per jaar (norm Richtlijn Sport-
(2012)
deelname Onderzoek) aan sport doen.
2.
Bron
Onderzoek Fit en Gezond/Sociale Index Kampen
Prestaties: wat hebben we er voor gedaan?
Uit te voeren acties
groen oranje rood 1 Voorbereiden op de decentralisatie van de Awbz begeleiding en persoonlijke verzorging. 2 Uitvoeren van het Wmo- en gezondheidsbeleid 2012-2015. 3 Het ondersteunen van mantelzorgers en hun organisaties.
x x x
4 Evalueren van de ZKN-projecten “Innovatie in de zorg” (1e en 2e tranche). x 5 Toepassen van de 'gekantelde' werkwijze bij aanvragen om ondersteuning. x 6 Uitvoeren van een onderzoek naar cliëntervaring van vragers van ondersteuning. De verwachting is dat dit een wettelijke verplichting is vanaf 2014.
1.
x
Effecten: wat hebben we bereikt?
Doel 7.1.4
Het verbeteren van de aanpak meervoudige problematiek
Huishoudens met meervoudige problematiek, bijvoorbeeld op het gebied van inkomen, gezondheid en opvoeding zijn extra kwetsbaar. Wij willen in de ondersteuning de schotten tussen de verschillende probleemgebieden doorbreken. Ons beleid is er op gericht om zo snel mogelijk te interveniëren in situaties waarbij mensen dreigen uit te vallen. De Coördinator Zorg en Overlast (CZO) (eerder Coördinator Meervoudige Problematiek (CMP)), in dienst van De Kern maatschappelijke dienstverlening, begeleidt inwoners, die (tijdelijk) moeilijk de regie over hun leven kunnen voeren. De CZO organiseert een multidisciplinair overleg als er meerdere zorgaanbieders bij de casus betrokken zijn. Dit overleg is vergelijkbaar met multidisciplinaire teams Openbare Geestelijke Gezondheidszorg (OGGz) in andere gemeenten. Deelnemers van dit overleg zijn uitvoerders vanuit de gemeente, woningcorporaties, politie, welzijns- en zorginstellingen. Als centrumgemeente voor de openbare geestelijke gezondheidszorg, verslavingszorg en maatschappelijke opvang, ontwikkelt de gemeente Zwolle beleid op deze gebieden en stemt dit af met de regiogemeenten. Wij willen als regiogemeente voorkomen dat onze burgers (duurzaam) gebruik moeten maken van de voorzieningen in Zwolle. Wij begeleiden hen bij hun terugkeer naar Kampen. Dit geldt ook voor ex-gedetineerden. In 2014 is een pilot in Kampen gestart in de Wortmanflats. Op deze locatie is sprake van een groot aantal huishoudens waar meerdere vormen van ondersteuning aanwezig is. Daarnaast is er overlast in de buurt, die onder andere wordt veroorzaakt door drugsgerelateerde activiteiten. We zijn in het afgelopen jaar aan de slag gegaan met een aanpak die loopt volgens twee sporen: 1.
actie in de gezinnen: samen met probleemgezinnen de stapeling van problemen aanpakken en hun zelfredzaamheid te bevorderen.
2.
in actie met de buurt: samen met een voorhoede van bewoners die iets willen en kunnen doen voor hun buurt de leefbaarheid van de buurt verbeteren en de overlast terugdringen.
De resultaten van de aanpak over 2014 worden begin 2015 gepresenteerd in het rapport “Leren met de Wortmanflats’.
76
2.
Prestaties: wat hebben we er voor gedaan?
Uit te voeren acties
groen oranje rood 1 Het verbeteren van de overlegstructuur zorg & overlast, samen met de Coördinator Meervoudige Problematiek (CMP). Hierbij betrekken we de
x x
uitkomsten van onze pilot multiproblemgezinnen. 2 Monitoren van de noodopvang bij het Leger des Heils.
D. Wat heeft het gekost? bedr agen x €1.000
r ek ening
begr oting
begr oting r ek ening
Ver s c hil r ek ening en
2013
2014
2014
2014 begr oting na
( pr imitief) ( na wijz iging)
wijz iging
Las ten 7.1 Participatie en zorg T otaal las ten
14.694
13.791
15.930
15.634
296- V
14.694
13.791
15.930
15.634
296- V
1.434-
884-
1.612-
1.946-
334- V
1.434-
884-
1.612-
1.946-
334- V
13.260
12.907
14.318
13.688
630- V
Baten 7.1 Participatie en zorg T otaal baten
Saldo pr ogr amma v er s c hillenanaly s e V/N Bedr ag T oelic hting 7.1 Par tic ipatie en z or g
Maatschappelijke begeleiding en advies V
-193 Lagere invoeringskosten 3 decentralisaties sociale domein. De invoeringsbudgetten worden binnen de programma's 4 (product 611) en 7 (producten 620 en 716) geraamd en geboekt. Per saldo resteert er een positief saldo van € 193.000. Het restant budget zal via resultaatbestemming worden overgeheveld.
Vreemdelingen V
-95 Lagere lasten Wet Inburgering als gevolg van wetswijzigingen. Vanaf 2014 komen er geen bijdragen meer vanuit het Rijk ter dekking van de uitvoeringskosten inburgering. De nieuwe inburgeraars worden geacht vanaf 2014 een lening af te sluiten teneinde zelf hun inburgeringstraject te bekostigen. De uitgaven die betrekking hebben op de bestaande inburgeraars kunnen via het participatiebudget bij het Rijk gedeclareerd worden. Via de 2e Bestuursrapportage 2014 was reeds € 107.000 afgreaamd. Het nu becijferde restant voordeel zal voor wat betreft het structurele deel ad € 44.000 worden meegenomen bij gelegenheid van het opstellen van de 1e Bestuursrapportage 2015.
V
-36 Hogere ontvangsten dan geraamd als gevolg van rijksvergoedingen maatschappelijke begeleiding vergunninghouders (asielzoekers die een verblijfsvergunning hebben ontvangen). Zodra de asielgerechtigde, voor wie de maatschappelijke begeleiding van toepassing is, zich vestigt in een gemeente, krijgen wij van het COA een schriftelijke bevestiging. Via een schriftelijke reactie kunnen wij aangeven in aanmerking te willen komen voor de eenmalige vergoeding voor de maatschappelijke begeleiding van € 1.000 per belanghebbende. In 2015 wordt een forse toename van asielzoekers voorzien.
77
Hulp bij het huishouden V
-57 De eigen bijdrage voor alle individuele WMO voorzieningen, behalve de rolstoelen, is hoger dan geraamd. De eigen bijdrage wordt ontvangen via het CAK. Bij de 1e en 2e Bestuursrapportage 2014 was dit bedrag in verband met de met werkelijke ontvangsten al tweemaal met € 50.000 verhoogd naar € 950.000. De uiteindelijke ontvangst bedraagt € 1.006.500, een voordeel van € 56.500 t.o.v. de bijgestelde begroting. De berekening van de hoogte van de eigen bijdrage is afhankelijk van het inkomen en vindt, om een stapeling van bijdragen te voorkomen, plaats bij het CAK. Dit is een proces waar individuele gemeenten op cliëntniveau geen inzicht in hebben. Gezien het feit dat er geen sprake is van een toenemend beroep op individuele voorzieningen zal de oorzaak van de stijging te vinden zijn in het besteedbare inkomen van deze cliënten. Gezien de ontwikkelingen wordt dit voordeel als eenmalig gekwantificeerd.
V
-125 Het aantal ingezette uren Huishoudelijke Hulp (1 en 2) bedraagt in 2014 192.873. Ten opzichte van 2013 betekent dit een afname van 9.422 uur (-4,7%). Oorspronkelijk waren de hiermee gemoeide kosten geraamd op € 4.395.000. Gezien de ontwikkelingen in het 1e halfjaar 2014 is bij gelegenheid van de 2e Bestuursrapportage 2014 besloten de begrote uitgaven met € 131.000 naar beneden bij te stellen en daarvan eenmalig een bedrag van € 65.000 te reserveren voor de HH-2 gesprekken. Het beschikbare budget bedroeg na deze wijziging nog € 4.329.000. De werkelijke uitgaven over 2014 bedragen € 4.152.500, een voordelig verschil van € 176.500. Voor € 65.000 is sprake van over te hevelen budget voor de "HH-gesprekken" die in 2015 nog moeten plaatsvinden. De oorzaak voor het restantvoordeel van € 111.500 moet met name worden gezocht in de gekantelde werkwijze waarbij in het gesprek met de burger nadrukkelijk een beroep wordt gedaan op het “eigen netwerk” en de “zelfredzaamheid” van de aanvrager.
V
-26 Lagere lasten voor het Persoongebonden Budget (PGB) hulp bij het huishouden. De uitgaven i.h.k.v. de PGB blijven dalen. Via de 1e Bestuursrapportage 2014 is reeds structureel € 60.000 afgeraamd. T.o.v. de bijgestelde begroting resteert nog een voordeel van € 26.000. Hoewel lastig kwantificeerbaar lijkt hier sprake van de eerste effecten van de ingezette "kanteling". Het beroep op de individuele voorzieningen neem gestaag af.
Sociaal-cultureel werk V
-193 Lagere lasten a.g.v. nog beschikbare budgetten t.b.v. diverse ILG projecten. Deze projecten hebben een meerjarig karakter en de uitvoering is vastgelegd in een uitvoeringsconvenant met provincie. Het restant budget zal via resultaatbestemming worden overgeheveld.
Voorzieningen gehandicapten V
-102 In 2014 werd er in geringe mate een beroep gedaan op met name de woonvoorzieningen. Zeker als het gaat om grote aanpassingen woonvoorzieningen met een bedrag van meer dan € 50.000 (één keer in 2014). De oorzaak kan met name worden gezocht in de gekantelde werkwijze waarbij in het gesprek met de burger nadrukkelijk een beroep wordt gedaan op het “eigen netwerk” en de “zelfredzaamheid” van de aanvrager. Overigens blijft het wel zo dat ondanks de kanteling, de kosten hoger kunnen zijn als gevolg van veel terechte aanvragen in een zeker jaar. Via de Quickscans WMO bij de Bestuursrapportages worden de ontwikkelingen gemonitord en zal waar mogelijk budgetaanpassing plaatsvinden.
Jeugdgezondheidszorg, maatwerkdeel N
232 Hogere lasten als gevolg van een eindafrekening van de specifieke uitkering Brede doeluitkering Centrum voor Jeugd en Gezin. Er was een lagere afrekening voorzien. Nader onderzoek heeft uitgewezen dat voor de jaren 2009 en 2010 te weinig kosten zijn opgevoerd via de (door de accountant gecontroleerde) SISA-bijlage. Inmiddels is er een bezwaar ingediend. Voorzichtigheidshalve is de afrekening ten laste van het rekeningsresultaat van 2014 gebracht. Indien het bezwaar wordt gehonoreerd betekent dit een voordeel welke ten gunste van het rekeningsresultaat in 2015 zal worden gebracht .
N
50 Hogere lasten jeugdgezondheidszorg met name als gevolg van een nabetaling aan Stichting Icare ivm hogere uitvoeringskosten.
78
bedr agen x €1.000
J aar Status
( Res tant) Realis atie k r ediet
Kr edieten
Verbouwing Korteweg 4
k r ediet
1- jan 2014 2012
Afgesloten
247
( Res tant) 31- dec
2014 250
2014 3-
79
Programma 8
Duurzame ruimtelijke ontwikkeling A.
Missie
Wij werken samen met bewoners, ondernemers en maatschappelijke organisaties, aan een duurzame, vitale gemeente. Aantrekkelijk om te wonen, werken en recreëren. Nieuwe kansen en ontwikkelingen worden aangegrepen om de aanwezige ruimtelijke kwaliteiten te versterken.
B.
Context en achtergronden
Ruimtelijke ontwikkeling Ruimtelijke ontwikkeling In 2014 heeft de afronding plaatsgevonden van de inhaalslag actualisering bestemmingsplannen. Dit betekent dat nagenoeg voor het gehele grondgebied van de gemeente actuele bestemmingsplannen gelden die ook digitaal zijn te raadplegen. Alleen voor enkele ontwikkellocaties geldt dat nog geen actueel plan van kracht is. Als voorbeeld kan de locatie Bolwerk/Buitenwacht worden genoemd. Zodra er meer duidelijkheid is over de beoogde/gewenste ontwikkelingen zal ook hiervoor een bestemmingsplan worden opgesteld. De uitdaging daarbij is om het ‘organisch ontwikkelen’ van het plangebied ruimte te geven maar tegelijkertijd duidelijke kaders te scheppen. Het Rijk heeft ook in 2014 voortgang gemaakt met de integrale verbetering van het omgevingsrecht. Medio 2014 is het wetsvoorstel Omgevingswet naar de Tweede Kamer gestuurd. De ontwikkelingen worden op de voet gevolgd. Het streven van het Rijk is om in 2018 de nieuwe Omgevingswet in werking te laten treden.
Zwolle Kampen Netwerkstad In 2012 hebben de raden en staten van de netwerkstad ingestemd met het Werkprogramma Sterke Steden 2012-2015. In dit werkprogramma wordt uitgegaan van 17 projecten waarvan 6 vliegwielprojecten. In het huidige tijdsgewricht waarin budgetten onder druk staan is het extra van belang focus aan te brengen. De ZKN vliegwielprojecten Binnenstad Zwolle en Spoorzone worden via de Kamperlijn verbonden met het vliegwielproject Binnenstad Kampen/Kop van Spoorlanden. Nu de voorkeursvariant was vastgesteld was de tijd rijp hier invulling aan te geven. Er is in 2014 een proces van organische gebiedsontwikkeling in de netwerkstad in gang gezet. Begonnen is bij het gebied Bolwerk/Buitenwacht in Kampen. Het eindverslag van de opbrengst van vijf maanden gebiedsatelier Bolwerk Buitenwacht is op 28 oktober 2014 in het stationsgebouw (gebiedsatelier) gepresenteerd.
80
IJssel- en Vechtdelta In het programma IJssel- en Vechtdelta zijn in 2012/2013 projecten voorbereid die vooruitlopen op de Deltabeslissingen in 2015. Hiermee laat de regio zien op welke wijze waterveiligheidsmaatregelen toekomst gericht kunnen worden genomen. In 2014 is door het waterschap Groot Salland een begin gemaakt met het versterken van de regionale keringen rondom het Kampereiland. De plannen voor de waterveiligheid van het Kampereiland (op termijn) zijn in 2014 vastgesteld door de IJssel Vechtdelta partners. Besloten is te kiezen voor een innovatieve “robuuste” variant en de uitwerking van de meekoppelkansen “fietspad op de dijk” en agrarische structuurversterking. Voor de huidige waterveiligheid zijn noodmaatregelen en protocollen ontwikkeld. Samen met de bewoners is nagedacht over mogelijke maatregelen “achter de regionale kering”. In 2013/14 heeft, binnen het uitvoeringsprogramma Gebiedsvisie IJsselmuiden Koekoek, de herinrichting van de Veilingweg plaatsgevonden. Dezelfde gebiedsvisie ligt ten grondslag aan de lange termijnvisie waterveiligheid IJsselmuiden – Koekoek die is opgesteld in het kader van het programma IJssel- en Vechtdelta. In 2014 is gestart met een pilot uit het bijbehorende uitvoeringsprogramma: er is in 2014 een compartimenteringsstrategie ontwikkeld voor het gebied IJsselmuiden/Koekoekspolder.
Kwaliteitscriteria VTH-taken en RUD Voor een professionele kwaliteit van de uitvoering van vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) zijn kwaliteitscriteria ontwikkeld. In 2013 is een implementatietraject gestart en in 2014 vervolgd om volledig aan deze criteria te voldoen. Het gaat o.a. om het verkrijgen en/of objectief aantonen van kennis en kunde op de diverse vakgebieden, het draaien van voldoende ‘vlieguren’ per medewerker en zorgen dat we op elk vakgebied voldoende robuust zijn door inzetbaarheid van tenminste twee medewerkers. Voor de VTH-taken op het gebied van milieu hebben wij samengewerkt binnen de Regionale Uitvoeringsdienst (RUD). Dit betekent bijvoorbeeld, dat opdrachten zijn uitgevoerd voor anderen, en dat anderen taken voor ons hebben verricht. Overigens heeft dat in beperkte mate plaatsgevonden, want conform het motto in RUD-verband ‘wat lokaal kan, blijft lokaal’ wordt het merendeel van de taken door medewerkers van onze organisatie uitgevoerd. Daarnaast hebben wij bijgedragen aan de verdere opbouw en werking van de RUD. In 2014 hebben wij het principebesluit genomen om meer taken via de RUD te laten verlopen, het betreft taken op het gebied van bouwen en ruimtelijke ontwikkeling. Ook daarbij blijft het motto ‘wat lokaal kan, blijft lokaal’ gelden en dat is expliciet zo vastgesteld door ons. Op 18 december 2014 heeft het Ministerie van Infrastructuur en Milieu het wetsvoorstel aangeboden aan de Tweede Kamer voor verbetering van de VTH-taken. In deze wet worden de aanpak en verplichtingen met betrekking tot de kwaliteitscriteria en RUD vastgelegd. Hierin is sprake van een koerswijziging in het VTH-stelsel: de kwaliteitscriteria worden niet meer per wet, maar via de gemeentelijke verordening geregeld. Hiertoe ontwikkelt de VNG een modelverordening. In het wetsvoorstel is verder opgenomen dat er uitsluitend een verplichting geldt om het basistakenpakket milieu door de RUD te laten uitvoeren, voor de andere taken bepaalt de gemeente wat de uitvoeringskwaliteit is. Tenslotte stelt het ministerie de rechtsvorm ‘openbaar lichaam’ verplicht voor de RUD.
Natuur en landschap De laatste jaren is door Rijk, provincie en gemeente veel in – de kwaliteit van – het landelijk gebied geïnvesteerd en zijn ontwikkelingen in gang gezet. Enerzijds vanuit het programma Nationaal Landschap, anderzijds vanuit ILG (Investeringsbudget Landelijk Gebied). In 2013 zijn de laatste projecten uitgevoerd en in 2014 is de eindbalans en verantwoording opgemaakt voor het programma ILG. Met de provincie verschillen we van mening over de afrekening van de GroenBlauweDiensten. Dit verhindert een definitieve eindafrekening en verantwoording aan de gemeenteraad. Deze zal in 2015 zijn beslag krijgen. Met de gebiedspartners Zwolle/Kampen /Noordwest Overijssel en Waterschap is de (ambtelijke) samenwerking voortgezet middels de opstelling van een Samenwerkingsperspectief Landelijk Gebied West Overijssel waarmee mogelijkheden uit en voor het gebied gezamenlijk worden opgepakt en subsidiemogelijkheden optimaal kunnen worden benut. In dit kader wordt nu tussen gemeenten en gebiedspartners intensief samengewerkt aan de opzet van een Lokale Ontwikkelingsstrategie in het kader van het Europees subsidieprogramma LEADER 3 voor de periode 2014-2020.
81
Voor het Nationaal Landschap IJsseldelta heeft de provincie Overijssel besloten het programma tot en met 2015 voort te zetten. Samen met onze partners werken wij aan de uitvoering van het bijbehorende programma. In 2014 is (samen met 12 partners) begonnen met de uitvoering van de maatregelen in het kader van Ruimte voor de Rivier (bypass en zomerbedverlaging) en Kaderrichtlijn Water. In 2014 is de 1e fase (8 ha) van een ca. 20 ha groot rietmoeras ten noorden van de Hanzelijn aangelegd. De 2e fase – realisatie zomerbedverlaging en Reevediep - begint in 2015 en eindigt in 2018. Nieuwe natuur wordt gerealiseerd in het Reevediep (EHS) en de uiterwaarden van de IJssel (N2000) en Drontermeer (N2000). Eind resultaat is een forse uitbreiding van het areaal natte natuur binnen de gemeente met ca. 400 ha met daarin opgenomen de nodige recreatieve voorzieningen, vaarroutes en routes in de vorm van fietspaden en struin- of laarzenpaden.
Wonen De Tweede Kamer stemde op 11-12-2014 unaniem in met de novelle op de herziene Woningwet. Het wetsvoorstel is naar de Eerste Kamer gestuurd. Het is nog onduidelijk of behandeling van het wetsvoorstel door de Eerste Kamer nog zal plaatsvinden vóór de Eerste Kamer verkiezingen en daarmee per 1-7-2015 inwerking kan treden. Dit wetsvoorstel beoogt het functioneren van woningcorporaties als ondernemingen met een maatschappelijke taak te verbeteren. De rol van de corporaties bij de uitvoering van de woonopgave van gemeenten op het terrein van de sociale huursector en maatschappelijk vastgoed wordt in dit wetsvoorstel onderstreept. Waarde wordt gehecht aan concrete afspraken tussen gemeente en corporaties op basis van ondermeer een actuele regionale en lokale woonvisie. Eind 2014 zouden de zogenoemde ‘Prestatieafspraken Wonen’, tussen gemeente en provincie, aflopen. Deze zijn met één jaar verlengd, dus tot eind 2015. Inmiddels is wel een Regionale Woonvisie opgesteld en vastgesteld door provincie en gemeenten van West-Overijssel. Deze beschrijft de belangrijkste woonopgaven en dient als onderlegger voor lokaal beleid en de nog te ontwikkelen ‘Woonafspraken’ tussen gemeente en provincie. De woningmarkt is de afgelopen jaren sterk veranderd. Dat is de reden dat de Woonvisie Kampen 2010-2020 op onderdelen is aangevuld. Deze aanvulling/aanpassing is beschreven in het Woonplan Kampen 2012-2016. Tijdens het Herijkingsproces is ervoor gekozen om voortaan te rekenen met het prognosemodel PEARL wat inhoud dat de woningbouwaantallen naar beneden zijn bijgesteld. In 2014 zijn 283 woningen opgeleverd. Dat aantal is hoger dan de gemiddelde geprognosticeerde aantallen door PEARL over 2014. Vanaf 2007 worden er in Kampen startersleningen verstrekt. Inmiddels zijn er 259 startersleningen verstrekt. In 2014 (eind nov.) waren dat 40 leningen met een gemiddeld bedrag van € 29.242,--. In augustus is aan de Oudestraat de Stadswinkel , waar de Kavelwinkel onderdeel van uitmaakt, geopend. Hier worden gemeentelijke kavels verkocht. Samenhangend met dit project is het opzetten van de website www.kavelsinkampen.nl.
Cultuurhistorie In 2013 heeft de gemeenteraad de nieuwe Erfgoednota vastgesteld, waarin de koers is uitgezet voor de komende jaren. Deze koers is dat we erfgoed integraal en gebiedsgericht benaderen, dat erfgoed de identiteit en samenhang versterkt, en dat we erfgoed zien als belangrijke factor in onze economische vitaliteit. Hiermee sluiten we aan op het landelijke beleid, zoals vastgelegd in de Beleidsbrief Modernisering Monumentenzorg (2009) en de Visie Erfgoed en Ruimte (2011). Kampen was Erfgoedgemeente 2014 (BNG-prijs gewonnen). We kregen daarvoor 25.000 euro, te gebruiken voor een lokale prijs: 6 lokale initiatieven zijn ondersteund. Bovendien is in 2014 een goed bezocht symposium over Water en Erfgoed in Kampen georganiseerd. Met de Open Monumentendag en de activiteiten in het kader van Kampen Erfgoedgemeente 2014 is het draagvlak voor ons erfgoed versterkt.
Milieu en reiniging Milieu In de eerder genoemde in voorbereiding zijnde Omgevingswet wordt een aantal wetten op het terrein van milieu geïntegreerd. Het betreft onder andere: de wetten bodembescherming, geluidhinder, luchtverontreiniging, ammoniak en veehouderij, geurhinder, milieubeheer en de waterwet. Er komen richtlijnen voor het vormgeven van beleid voor de ondergrond en vanaf 2015 komt een Basisregistratie Ondergrond in gebruik. De komende jaren wordt op rijksniveau intensief gewerkt aan een krachtige modernisering van de regelgeving, die ertoe moet leiden dat de decentrale overheden de juiste instrumenten krijgen om het milieubeleid vorm te geven.
82
In het kader van de prestatieafspraken met de provincie zijn we in 2012 gestart met een energieloket voor drie jaar. Dit is onder andere van belang, omdat het een voorwaarde is voor onze burgers om in aanmerking te kunnen komen voor provinciale subsidies.
Reiniging In 2013 is het Grondstoffenbeleidsplan 2013 – 2017, met als ondertitel “Duurzamer, maar niet duurder” vastgesteld. Eind 2012 is gestart met het project Restafval Binnenstad Ondergronds. Doel hiervan is om alle restafval van particulieren met ondergrondse verzamelsystemen in te zamelen. Als op de beoogde locaties de ondergrondse systemen kunnen worden geplaatst zullen na afronding van het project de minicontainers voor restafval en de rode inzamelzakken uit het straatbeeld zijn verdwenen. De Europese aanbesteding voor aanschaf van ondergrondse verzamelcontainers is in 2014 afgerond. Ook is gestart met de verdere uitrol van dit systeem over de rest van de gemeente. Naar verwachting zullen in de eerste helft van 2015 naast de Binnenstad ook Brunnepe en Kampen-Zuid ondergronds gebracht zijn. Het milieupark is met ingang van 2014 in een publiek-private samenwerking ondergebracht bij een commerciële partij: Recycling Kampen. Het contract hiervoor is opgenomen in de DVO met NV ROVA.
C. Beleid Beleidsterrein 8.1 1.
Ruimtelijke ontwikkeling en wonen
Effecten: wat hebben we bereikt?
Doel 8.1.1
We willen een aantrekkelijke en gezonde woon-, werk- en leefomgeving in de stad, de dorpen en het landelijk gebied ter bevordering van welzijn en welvaart van onze inwoners.
Kampen kan en moet zich onderscheiden van andere gemeenten door zijn hoge sociale, economische en ruimtelijke kwaliteit. Als uitwerking van de Structuurvisie Kampen 2030 wordt in onze gebiedsvisies gekoerst op het laten aansluiten van nieuwe ontwikkelingen op de specifieke karakteristieken van gebieden en plekken. We willen met actuele bestemmingsplannen de gewenste ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk maken. 2.
Prestaties: wat hebben we er voor gedaan?
Uit te voeren acties
groen oranje rood 1 Actualisering bestemmingsplannen voor onder andere Omgeving Oude Stationslocatie, Woonwijken Kampen. 2 Diverse plannen maken om tot realisatie van projecten te komen, onder andere voor: Uitbreiding Spoorlanden, Verplaatsing KWC, uitwerkingsplannen Stationslocatie, Onderdijks en het Meer, woningbouw ’s Heerenbroek, manegeterrein IJsselmuiden, Brunneperhaven, Groene Hartzwembad. 3 Implementatietraject uivoerent om uiterlijk per 1 januari 2015 te voldoen aan de landelijke kwaliteitscriteria voor de VTH-taken. 4 Ontwikkelen en participeren in waterveiligheidsprojecten die anticiperen op de Deltabeslissingen in 2015.
83
Diverse plannen maken om tot realisatie van projecten te komen.
Toelichting afwijking actie:
Diverse plannen maken om tot realisatie van projecten te komen, onder andere voor: Uitbreiding Spoorlanden, Verplaatsing KWC,
Wat is de aard en de
uitwerkingsplannen Stationslocatie, Onderdijks en het Meer, woningbouw ’s
omvang van de afwijking
Heerenbroek, manegeterrein IJsselmuiden, Brunneperhaven, Groene Hartzwembad. Externe factoren, zoals overleg met grondeigenaren, financiële
Wat is de oorzaak?
randvoorwaarden
Wat is het gevolg voor de realisatie van de
Verschilt per project.
doelstelling? Welke maatregel wordt
Per project wordt maximale inspanning gepleegd om voortgang te
voorgesteld?
1.
behouden. Welke maatregelen dit zijn verschilt per project.
Effecten: wat hebben we bereikt?
Doel 8.1.2
We willen door behoud en versterking van natuur- en landschapswaarden de leefbaarheid en het welzijn van onze inwoners en degenen die in Kampen te gast zijn verbeteren.
Onze gemeente kent een rijkdom aan natuur- en landschapstypen. De (ruimtelijke) kwaliteit van natuur en landschap wordt in diverse plannen erkend. We willen deze kwaliteiten verbeteren en behouden ter versterking van de leefbaarheid en het welzijn van onze inwoners en degenen die in Kampen te gast zijn. Nieuwe (ruimtelijke) plannen passen binnen de geldende kaders (provinciale omgevingsvisie, structuurvisie, Kampen Merkbaar Beter, gebiedsvisies, groenstructuurvisie en landschapsontwikkelingsplan). 2.
Prestaties: wat hebben we er voor gedaan?
Uit te voeren acties
groen oranje rood 1 Opstellen eindrapportage en eindafrekening ILG 2007 t/m 2014. 2 Samen met de maatschappelijke partners zoeken naar (private) financieringsbronnen voor het behoud, ontwikkeling en het duurzaam beheren van de kernkwaliteiten van het landelijk gebied (incl. Nationaal Landschap). 3 Uitvoering geven aan het uitvoeringsprogramma groenstructuurvisie. 4 Uitvoering geven aan het uitvoeringsprogramma Nationaal Landschap.
Toelichting afwijking actie: Wat is de aard en de omvang van de afwijking Wat is de oorzaak?
Opstellen eindrapportage en eindafrekening ILG 2007 t/m 2014. Opstellen eindrapportage ILG aan gemeenteraad na definitieve vaststelling subsidie ILG door Provincie Overijssel. Meningsverschil met Provincie inzake afrekening groenblauwe diensten.
Wat is het gevolg voor de realisatie van de
Vertraging.
doelstelling? Welke maatregel wordt voorgesteld? Prestatie-indicator a
Percentage ecologische beheerde gemeentelijke EHS t.o.v. totale oppervlakte gemeentelijke EHS
84
Eindrapportage komt later: 1e helft 2015.
Nulmeting
Werkelijk
Werkelijk
Begroot
Werkelijk
(met jaar)
2012
2013
2014
2014
2010
80
90
95
95
Bron GBI gemeente
1.
Effecten: wat hebben we bereikt?
Doel 8.1.3
We willen voor onze inwoners een voldoende (kwantiteit) en gevarieerd (kwaliteit) woningbouwprogramma.
Met onze partners werken we aan een gevarieerd woningbouwprogramma. Wij werken daartoe samen met relevante partijen en zetten in op “mogelijk maken”. De rol van de overheid is hierin veranderd. In plaats van kader stellen zullen wij steeds meer overgaan tot uitnodigen en faciliteren. Met andere woorden: “van toelatingsplanologie naar uitnodigingsplanologie” Het verwachte herstel van de woningmarkt is ingezet. Het aantal opgeleverde woningen is hoger dan begroot. De Regionale Woonvisie van de provincie en 11 gemeenten uit West-Overijssel is inmiddels vastgesteld. De kern van de visie is versterking en toekomstbestendig maken van het bestaande gebied in termen van vitaal en duurzaamheid. Dat lukt alleen als we de groei die er nog wel is, dienstbaar maken aan deze opgave. Deze visie biedt dan ook inzicht en oplossingsrichtingen voor de urgente opgaven in het bestaande bebouwde gebied. Essentieel daarbij is vraaggerichtheid: ‘Hoe wilt u eigenlijk wonen’? Effect-indicator
a.
Nulmeting
Werkelijk
Werkelijk
Begroot
Werkelijk
(met jaar)
2012
2013
2014
2014
120
136
167
283
Aantal woningen dat
Bron
PEARL 2011 prognose
toegevoegd wordt aan de woningvoorraad3
2.
Prestaties: wat hebben we er voor gedaan?
Uit te voeren acties
groen oranje rood 1 Uitvoering geven aan de gemaakte afspraken met de provincie en corporaties. 2 Sturing geven met behulp van het woningbouwprogramma. In Kampen moet het Woonplan geactualiseerd worden op basis van zaken die tijdens het traject van Herijking (najaar 2012/2013) zijn besloten. 3 Ontwikkelen van een regionale woonvisie. Er is afgesproken dat de provincie Overijssel het initiatief neemt in de totstandkoming van deze regionale woonvisie.
Toelichting afwijking actie: Wat is de aard en de omvang van de afwijking
Woonagenda/Woningbouwprogramma De verwachting om in 2014 de Woonagenda af te ronden is niet behaald. In 2015 wordt de woonagenda vastgesteld. Imiddels is een start gemaakt. Lange tijd onduidelijkheid over wetgeving.Ook de doorlooptijden van
Wat is de oorzaak?
verschillende thema's (Scheiden Wonen en Zorg/Betaalbaarheid) zijn lang gezien de omvang/impact van deze opgaven.
Wat is het gevolg voor de realisatie van de doelstelling? Welke maatregel wordt voorgesteld?
3
De geplande vaststelling van de Woonagenda staat voor september 2015. Dit stroomlijnt goed met de verwachte ingang van de Herzieningswet (per 1 juli) en dient daarmee als basis voor de te maken Prestatieafspraken met de corporaties. De planning (sept. 2015) is goed, ook gezien de ingang van nieuwe wetgeving.
Gepresenteerde cijfers zijn toevoegingen aan de woningvoorraad. Voor wat betreft de gevolgen van de
woningvoorraadtoename op de gemeentelijke inkomsten is, conform het gestelde kader in de Perspectiefnota 2014, een gematigder groei gehanteerd. In 2014 een toevoeging van 120 woonruimten en in 2015 e.v. 135 woonruimten per jaar.
85
1.
Effecten: wat hebben we bereikt?
Doel 8.1.4
We beschermen en ontwikkelen cultuurhistorisch erfgoed om het karakter en de vitaliteit van Kampen te versterken.
We geven cultuurhistorische waarden een belangrijke rol in de ruimtelijke ordening, omdat cultuurhistorie herkenbaarheid en kwaliteit biedt. We hebben een krachtige en eenvoudige regelgeving rond erfgoed, zodat het erfgoed effectief wordt beschermd en de burger weet waar hij aan toe is. We bevorderen herbestemming van historische gebouwen en complexen, om daarmee de leefbaarheid en vitaliteit van met name de binnenstad te versterken. We maken ruimte voor archeologie, als verbindende factor en inspiratiebron voor nieuwe ontwikkelingen en initiatieven. 2.
Prestaties: wat hebben we er voor gedaan?
Uit te voeren acties
groen oranje rood 1 Ontwikkelen van een Cultuurhistorische Waardenkaart. 2 Actualiseren van de gemeentelijke monumentenlijst. 3 Inzetten van een gemeentelijk coördinator om herbestemming van leegstaande panden met cultuurhistorische waarde te realiseren. 4 Zorgen voor een actuele lijst van leegstaande of vrijkomende panden met cultuurhistorische waarde. 5 Opstellen van een Gemeentelijke Archeologieagenda. 6 Versterken van het draagvlak voor ons erfgoed door burgers te informeren en te betrekken bij het erfgoedbeleid.
Toelichting afwijking actie: Wat is de aard en de omvang van de afwijking
Actualiseren van de gemeentelijke monumentenlijst We zijn nog niet gestart met de actualisatie van de lijst. De voltooiing van het boek over de wederopbouwperiode in Kampen door
Wat is de oorzaak?
de IJsselacademie heeft vertraging opgelopen. Dit onderzoek vormt mede de basis voor de actualisatie van de monumentenlijst.
Wat is het gevolg voor de realisatie van de
De realisatie is met circa 1 jaar vertraagd.
doelstelling? Welke maatregel wordt voorgesteld?
Geen koerswijziging, voltooiing actie in 2015.
Prestatie-indicator a.
Aantal gesubsidieerde
Nulmeting
Werkelijk
Werkelijk
Begroot
Werkelijk
(met jaar)
2012
2013
2014
2014
7 (2010)
7
7
4
11
Bron Telling gemeente
restauraties van gemeentelijke monumenten en beeldbepalende panden. b.
Aantal gesubsidieerde restauraties van rieten daken.
Beleidsterrein 8.2 1.
86
Milieu en reiniging
Effecten: wat hebben we bereikt?
15 (2010)
8
11
6
8 Telling gemeente
Doel 8.2.1
We willen voor de huidige en komende generaties in Kampen zo goed mogelijk een duurzaam en gezond woon-, leef- en werkklimaat borgen. We willen inzetten op het besparen en verduurzamen van energie o.a. om CO₂-emissies te reduceren.
Milieu Kampen heeft inmiddels een goed beeld van de algemene bodemkwaliteit in de gemeente. In 2012 is de regionale bodemkwaliteitskaart vastgesteld. We wilden met een nieuw milieubeleidsplan de ambities en de richting van het te voeren gemeentelijk milieubeleid voor de komende vier jaar aangeven. In het plan zouden de nu nog veelal losse beleidnota’s op het gebied van geluid, bodem, lucht, klimaat en energie voor zover nodig worden geactualiseerd en
Op het gebied van
duurzaamheid maken we onderscheid tussen energie en duurzaamheid. Op het terrein van energie kan goed met scenario’s gerekend worden en er kan dus mede op financiële afwegingen gefundeerd besloten worden. Wat betreft de overige duurzaamheidsaspecten zijn de voordelen moeilijk(er) in geld uit te drukken terwijl de kosten(dragers) dat wel zijn. Lopende projecten zoals de zonnekaart en het energieloket zijn voortgezet in 2014. Hiermee wil de gemeente inwoners stimuleren om energetische maatregelen te treffen aan particuliere woningen. Verder is de uitstoot van CO2 emissies van de gemeentelijke organisatie gemonitord..
Reiniging We stimuleren milieubewust leven, evenals hergebruik en recycling van goederen (kringloop). Huishoudelijke afvalstoffen worden efficiënt en effectief ingezameld. Voor de gescheiden inzameling van huishoudelijke afvalstoffen wordt aangesloten bij de doelstellingen uit het Landelijk Afvalstoffenbeheersplan (LAP). We tonen voorbeeldgedrag en hebben duurzaamheid als uitgangspunt. In 2013 is het Grondstoffenbeleidsplan 2013 – 2017 opgesteld. Hierin wordt onder meer aangegeven hoe de scheidingsdoelstellingen gehaald moeten gaan worden. In 2015 moet 65% van het afval gescheiden worden ingezameld/afgevoerd. Uit het bewonersonderzoek van 2012 is gebleken dat de reinigingsdienst wordt gewaardeerd met een 7,5. Dat is een stijging van een half punt ten opzichte van de vorige meting in 2010. Deze waardering willen we vasthouden. Effect-indicator
a. b.
2.
Nulmeting
Werkelijk
Werkelijk
Begroot
Werkelijk
(met jaar)
2012
2013
2014
2014
Percentage nuttige toepassing
48% in
(scheidingsdoelstellingen)
2011
Tweejaarlijks
7 (2010)
-
51%
60%
62%
Bron
Grondstoffenmonitor
7,5
-
7,5
7,9
Onderzoeks
tevredenheidsonderzoek over
bureau
afvalstoffenverwijdering
Integron!
Prestaties: wat hebben we er voor gedaan?
Uit te voeren acties
groen oranje rood 1 Het gemeentelijk milieubeleidsplan wordt geactualiseerd. 2 Het uitvoeren van het klimaatbeleid (o.a. verdere verduurzaming van gemeentelijke gebouwen). 3 Monitoring van de geplaatste zonnepanelen op de gemeentelijke gebouwen. 4 De CO2 uitstoot van de gemeentelijk organisatie monitoren. 5 Stimuleren van het gebruik zonnepanelen d.m.v. de zonnekaart. 6 De inzameling van restafval in de Binnenstad ondergronds brengen. 7 Er een nieuw milieupark: nieuwbouw op de huidige locatie of in een private samenwerking. Een nieuw milieupark zorgt naar verwachting voor een 5% betere scheiding. 8 Gestart wordt met het uitvoeren van de maatregelen uit het Grondstoffenbeleidsplan 2013 – 2017.
87
Vaststellen milieubeleidsplan
Toelichting afwijking actie: Wat is de aard en de omvang van de afwijking Wat is de oorzaak? Wat is het gevolg voor de realisatie van de doelstelling?
Een vertraging van ruim een half jaar. Er is in overleg met de toenmalige wethouder prioriteit gegeven aan een aantal andere meer urgente projecten. Inhoudelijk geen – wel qua datum wat betreft het bereiken van doelstellingen die overigens bestuurlijk nog moeten worden vastgesteld – die schuift mee.
Welke maatregel wordt voorgesteld?
Geen – de uitvoering is inmiddels gestart.
Uitvoeren klimaatbeleid: Verduurzaming gemeentelijke gebouwen
Toelichting afwijking actie: Wat is de aard en de omvang van de afwijking Wat is de oorzaak?
De bedoeling was alle gebouwen die van zonnepanelen zijn voorzien tevens direct van een energiescan te voorzien. Praktisch kan en is dit losgekoppeld door tijdgebrek. Er is in overleg met de toenmalige wethouder prioriteit gegeven aan een aantal andere meer urgente projecten.
Wat is het gevolg voor de realisatie van de
Vooralsnog geen – getracht wordt de vertraging weer in te lopen.
doelstelling? Welke maatregel wordt voorgesteld?
Toelichting afwijking actie: Wat is de aard en de omvang van de afwijking
Geen maatregel nodig – e.e.a. is inmiddels opgepakt – overwogen wordt om een aantal (bewezen) maatregelen alvast buiten de energiescans om in uitvoering te brengen om tijdwinst te halen. De inzameling van restafval in de Binnenstad ondergronds brengen Enkele maanden vertraging bij plaatsing ondergrondse containers in de binnenstad. In verband met het ontwerpen van een specifieke inwerpzuil voor de Binnenstad was extra tijd nodig. Deze zuil is uiteindelijk niet doorgegaan om
Wat is de oorzaak?
praktische en financiële redenen. Ook was meer tijd nodig voor de europese aanbesteding dan verwacht. Daarnaast moesten alternatieve locaties worden gezocht voor een aantal containers omdat uit de proefsleuven bleek dat zij niet op de beoogde plek de grond in konden.
Wat is het gevolg voor de realisatie van de
Latere plaatsing van de ondergrondse containers.
doelstelling? Welke maatregel wordt voorgesteld?
De containers worden begin 2015 geplaatst.
Prestatie-indicator a.
Nulmeting
Werkelijk
Werkelijk
Begroot
Werkelijk
(met jaar)
2012
2013
2014
2014
Aantal onderzochte locaties m.b.t.
2008
65
85
bodem (werkvoorraad 2008: 1.282)
Beleidsterrein 8.3
Bouwgrondexploitaties
Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de paragraaf grondbeleid.
88
30
31
Bron Bis4all
D. Wat heeft het gekost? bedr agen x €1.000
r ek ening
begr oting
begr oting r ek ening
Ver s c hil r ek ening en
2013
2014
2014
2014 begr oting na
( pr imitief) ( na wijz iging)
wijz iging
Las ten 8.1 Ruimtelijke ontwikkeling en wonen
6.997
4.023
11.846
6.294
5.552- V
8.2 Milieu en reiniging
5.919
6.007
7.089
5.633
1.457- V
27.000
25.939
40.195
32.026
8.169- V
39.916
35.969
59.130
43.953
15.177- V
8.1 Ruimtelijke ontwikkeling en wonen
3.459-
1.306-
4.752-
3.008-
1.744 N
8.2 Milieu en reiniging
5.572-
5.391-
6.182-
5.056-
1.127 N
26.696-
25.939-
40.287-
29.013-
11.274 N
35.727-
32.637-
51.221-
37.077-
14.144 N
4.189
3.333
7.910
6.876
1.033- V
8.3 Bouwgrondexploitaties T otaal las ten Baten
8.3 Bouwgrondexploitaties T otaal baten
Saldo pr ogr amma v er s c hillenanaly s e V/N Bedr ag T oelic hting
8.1 R uimtelijk e ontw ik k eling en w onen
Ruimtelijke ordening V
-1070 Per saldo voordelig saldo NLG projecten (eenmalig). De NLG projecten maken deel uit van een meerjarig gebiedsprogramma 2006-2013 en 2012-2015. Het restant budget zal via resultaatbestemming worden overgeheveld.
V
-314 Lagere lasten structuur en bestemmingsplannen veroorzaakt door: actualisering bestemmingsplannen (97k). Het betreft een eenmalig voordeel. De actualisatie van bestemmingsplannen is na de extra inzet van de voorgaande jaren afgerond en de nieuwe ronde wordt vanaf 2015 opgestart. In 2015 wordt daarnaast een Plan van Aanpak gemaakt voor de invoering en implementatie van de Omgevingswet per 2018 (huidige planning van de wetgeving). Hierin worden de extra benodigde uren voor de totale organisatie en de benodigde extra externe deskundigheid beschreven. Overige goederen en diensten (30k). Dit budget is bestemd voor kleine particuliere initiatieven. Inzet is mede afhankelijk van vraag extern. In 2014 was er geen vraag, mede door de focus op actualisatie van de bestemmingsplannen waarin zoveel mogelijk is ingespeeld op actuele vragen. In 2015 zijn de eerste drie verzoeken inmiddels binnengekomen. Lagere doorbelasting interne uren (204k).
V
-64 Planontwikkeling Roggebotsluis: Er zijn in 2014 geen kosten geboekt. Dit bedrag is noodzakelijk om alle plankosten op deze locatie te kunnen betalen. Deze kosten worden de komende jaren verwacht. Het restant budget zal via resultaatbestemming worden overgeheveld.
V
-10 In 2014 is een proces van organische gebiedsontwikkeling voor Bolwerk/Buitenwacht in gang gezet. Het restant budget zal via resultaatbestemming worden overgeheveld.
V
-125 Lagere lasten handhavend optreden Ganzediep. Betreft een eenmalig budget. In 2012 is het bestemmingsplan Recreatiegebied Ganzendiep onherroepelijk geworden. In 2013 is het BP Buitengebied, waarin opgenomen het plangebied Recreatiegebied Ganzendiep, in procedure gebracht en in 2014 vastgesteld en onherroepelijk geworden. Gezien de omvang van de problematiek zullen keuzes gemaakt moeten worden in de handhaving. Het restant budget zal via resultaatbestemming worden overgeheveld.
89
Woningexploitatie -en bouw V
-42 Voorbereiding kosten verkoop vastgoed gemeente Kampen. Budget verkoop gebouwen (oorspronkelijk € 50.000,=). Medio 2014 heeft het college ingestemd met het toekennen van een budget voor begeleiding van de verkoop van de af stoten panden (het bedrag is bedoeld voor dekking van zowel interne apparaatskosten als externe makelaarskosten). De verkoop van enkele objecten is in 2014 in gang gezet, dit proces zal doorlopen in 2015. Het restant budget zal via resultaatbestemming worden overgeheveld.
N
140 Lagere baten: de woning aan de Greenterweg 10 is vanwege planontwikkeling Brunnepehaven nog
N
64 Per saldo hogere lasten voor het gemeentelijk vastgoed; - 29k lagere lasten voor groot onderhoud
niet verkocht. Het restant budget zal via resultaatbestemming worden overgeheveld. als gevolg van uitstel. - 36k hogere huuropbrengsten. - 32k hogere lasten aan belastingen. - 81k hogere kosten voor gas en energie grotendeels als gevolg vanwege lagere leegstand dan aanvankelijk werd ingeschat. Bij de 1e berap 2015 zal worden bekeken of hier alsnog een eenmalig budget voor begroot moet worden. V
-101 Voordeel op woningexploitatie en -bouw agv lagere doorbelasting van interne uren.
Stads -en dorpsvernieuwing V N
-30 Lagere lasten Monumenten. Vanwege lagere doorbelasting van interne uren. 78 Hogere lasten Stedelijke vernieuwing 2002. Structureel is er subsidie beschikbaar voor restauratie gemeentelijke monumenten, rieten daken, muurreclames etc. Vanaf 2014 is het budget verlaagd naar EUR 100.000 (was EUR 195.000). In het verleden zijn er verplichtingen aangegaan t.o.v. eigenaren van monumenten/rieten daken/ muurreclames etc. De subsidie wordt pas uitbetaald na afronding van de werkzaamheden. In afwachting tot de uitbetaling werden deze bedragen jaarlijks toegevoegd tot de reserve stedelijke vernieuwing. In 2014 zijn we overgegaan tot uitbetaling van deze oude verplichtingen. Hierdoor is er een overschrijding ontstaan. Het verzoek is om het tekort ad EUR 92.192 ten laste te brengen van de reserve Stedelijke vernieuwing 2002.
V
-97 Gebiedsvisie omgeving Bovenhaven. In 2014 is een start gemaakt met planvorming voor de Bovenhavenstraat. Daarmee is klein deel van het budget besteed (provinciale middelen). Het restant budget zal via resultaatbestemming worden overgeheveld.
Overige volkhuisvesting (excl. 822.0) V
-2260 Reconstructie Wielstraat. Met de bewoners van de locatie Wielstraat zijn verkennende gesprekken gevoerd over structurele mogelijkheden voor de huisvesting op lange termijn. De structurele aanpak is een meerjarig project. Daarnaast hebben wij recentelijk via een korte inventarisatie gekeken naar de ruimtelijke invulling van de locatie. Uit deze inventarisatie blijkt dat een deel van de woonwagens waarschijnlijk niet goed geplaatst is en niet voldoet aan criteria qua bouwen, bestemmingsplan en veiligheid. Voor ons is dat laatste aspect reden om met prioriteit een nader detailonderzoek te laten verrichten naar deze aspecten. Op basis van dit rapport gaan we vervolgens de inrichting verbeteren. Daarmee krijgen we een nieuw instrument om een adequate inrichting van de locatie af te dwingen. De uitkomsten van het detailonderzoek worden nader gecomminiceerd. Het restant budget zal via resultaatbestemming worden overgeheveld.
V
-59 Lagere kosten voor preventief en groot onderhoud als gevolg van het in afwachting zijn de Renovatie Wielstraat.
Bouwvergunningen N
36 Lagere eenmalige baten bouwvergunningen. De werkelijk opbrengst aan leges bouwvergunningen is nagenoeg gelijk aan begroting. De eenmalige lagere opbrengst wordt veroorzaakt door legesderving bij vergunningen waarbij de bestemmingsplannen (buitengebied) niet tijdig genoeg zijn geactualiseerd.
Bouw- en woningtoezicht N
43 Hogere interne doorbelasting aan uren. Verschil wordt deels veroorzaakt doordat in 2014 gestart is met het initiatieventeam. Er wordt meer tijd en energie gestoken in overleg met burgers (faciliteren van initiatieven in het Ruimtelijke Domein). Dit type maatwerk komt naast het reguliere werk van een principeverzoek. Maatwerk kost per definitie veel meer tijd dan standaardwerk.
90
8.2 Afv alv er w ijder ing en - v er w er k ing ( inc l. 725)
Huisvuil N
35 Extra containers gekocht in verband met invoer gratis gft en opnieuw inzamelen buitengebied m.i.v.
N
40 I.p.v. 1 zijn er 4 ondergrondse containers geplaatst.
2015. Daarnaast veel vervanging van 140 door 180 liter mini's. N
103 Hogere doorbelasting aan interne uren agv wijzigingen in de inzameling.
V
-30 Lagere doorbelasting aan interne uren agv het afstoten van bedrijfsafval.
V
-80 Door de verkoop van de bedrijfsvuilactiviteiten aan Remondis is een eenmalige verkoopopbrengst
Bedrijfsvuil (gehaald)
van € 80.000 gerealiseerd.
Restafval en GFT V
-58 Het betreft de verkoopopbrengst van de 2 oude zijladers en de oude kraan.
N
302 In de begroting is rekening gehouden met een gemiddeld aantal ledigingen van 11, in werkelijkheid is dit uitgekomen op 8,5. Vanuit milieu oogpunt een succes, financieel gezien een nadeel vanwege de lagere opbrengst afvalstoffenheffing.
Grofvuil particulieren N
192 In de begroting was nog rekening gehouden met de stortopbrengsten van grofvuil op het milieupark. Aangezien het milieupark per 1 januari 2014 gesloten is, zijn deze opbrengsten niet gerealiseerd. De verwerkingskosten worden op basis van voorschotten in rekening gebracht waarbij nog geen rekening was gehouden met de sluiting. Een eventuele positieve verrekening vindt pas in 2015 plaats.
Oud papier N
62 In de begroting is rekening gehouden met 4000 ton ingezameld oud papier. In werkelijkheid is dit uitgekomen op 3400 ton, waardoor de opbrengsten lager zijn dan begroot.
Inzamelen plastic V
-116 Er is 128 ton meer ingezameld dan waarop gerekend was, waardoor een financieel voordeel is behaald.
Bedrijfsvuil (gebracht) N
69 Door het afstoten van het milieupark zijn de geraamde inkomsten niet gerealiseerd, waardoor een nadeel op de leges van € 69.000 is ontstaan.
Mutatie voorziening V
-585 Door bovenstaande ontwikkelingen moest er per saldo een bedrag van € 261.000 aan de voorziening onttrokken worden, daar waar een storting van € 325.000 begroot was, een verschil van € 585.000.
Milieubeheer bedrijven V
-201 Lagere doorbelasting aan interne uren door gebrek aan uitvoeringscapaciteit (ziekte) en prioritering van andere werkzaamheden zoals Bouw- en woningtoezicht.
V
-83 Stimuliering Klimaatinitiatieven. Betreft een rijkssubsidie welke gelabeld is voor specifieke bestemmingsdoelen. Het budget wordt ingezet voor de (co)financiering van veelal kleinere (onderzoek)projecten op het gebied van energiebesparing. Het restant budget zal via resultaatbestemming worden overgeheveld.
V
-52 Lagere lasten Energieloket. Betreft restant uitvoeringbudget energieloket welke beschikbaar is gesteld voor de periode 2012-2015. Het restant budget zal via resultaatbestemming worden overgeheveld. 8.3 Bouw gr ondex ploitatie
N
3564 Voor de verklaring van dit verschil wordt verwezen naar de Paragraaf Grondbeleid.
91
bedr agen x €1.000
J aar Status
( Res tant) Realis atie
( Res tant)
k r ediet Kr edieten
k r ediet
1- jan 2014
31- dec 2014
2014
SVN startersleningen
2008
Afgesloten
200
200
-
Vervanging zijladers
2012
Loopt door
133-
-
133-
Vervanging van de huidige oud papier containers
2012
Loopt door
153-
-
153-
Vervanging 2 zijladers R-1 en R-2
2014
Loopt door
420
479
59-
Plaatsing ondergrondse containers (bouwkundig)
2012
Loopt door
18-
61
79-
Toelichting: De overschrijding bij het krediet inzake de zijladers wordt veroorzaakt door de aanschaf van een zijlader met 4 afzetbakken ipv een achterlader. Daarnaast is er sprake van een overschrijding bij het krediet inzake de vervanging van de oud papier containers. Deze wordt veroorzaakt doordat er ruim 30% meer containers zijn uitgeleverd dan verwacht. De overschrijding bij het krediet inzake de vervanging van de zijladers R-1 en R-2 wordt veroorzaakt door niet voorziene prijsstijgingen. Voor de hierboven genoemde kredieten zal de vakafdeling in 2015 een voorstel doen voor een aanvullende krediet. Het tekort inzake het krediet "Plaatsing ondergrondse containers (bouwkundig)" wordt veroorzaakt doordat de aanloopkosten van dit project op voorhand niet zijn begroot omdat deze betrokken zullen worden in de aanvraag van het uitvoeringskrediet welke begin 2015 aan u zal worden voorgelegd.
92
Algemene Dekkingsmiddelen
93
bedr agen x €1.000
r ek ening
begr oting
begr oting r ek ening
Ver s c hil r ek ening en
2013
2014
2014 begr oting na
( pr imitief) ( na wijz iging)
2014
wijz iging
Las ten Beleggingen Algemene baten en lasten Uitvoering WOZ
5
5
5
5
0 N
24
4.816
1.396-
376
1.772 N
713
611
641
659
18 N
Lasten OZB gebruikers
8
-
-
15
15 N
Lasten OZB eigenaren
-
-
-
18
18 N
Lasten precariobelasting
3
-
-
0
0 N
836
776
876
920
44 N
795
1.278-
934-
990
1.925 N
15.585
1.547
16.316
11.027
5.289- V
Heffing/invordering gemeentelijke belastingen Saldo van kostenplaatsen Mutaties reserves hoofdfuncties 0 tm 9 Saldo van de rekening van baten en lasten na bestemming T otaal las ten
23-
-
-
305
305 N
17.948
6.478
15.509
14.316
1.193- V
150- V
Baten Beleggingen Leningen/uitzettingen > 1 jr. Algemene uitkeringen Algemene baten en lasten Uitkering deelfonds sociaal domein
381-
234-
246-
397-
4.862-
4.964-
5.105-
4.877-
228 N
47.671-
49.969-
49.740-
49.992-
253- V
868-
1.699-
2.048-
841-
1.206 N
-
-
-
2
2 N
960-
1.012-
1.012-
1.019-
7- V
5.653-
6.106-
6.106-
5.933-
173 N
299-
291-
304-
314-
11- V
68-
-
100-
110-
10- V
Baten precariobelasting
142-
170-
170-
129-
41 N
Heffing/invordering gemeentelijke belastingen
144-
114-
114-
135-
21- V
48-
66-
66-
11-
55 N
14.256-
1.197-
22.971-
10.051-
12.919 N
Baten OZB gebruikers Baten OZB eigenaren Baten hondenbelasting Reclamebelasting
Saldo van kostenplaatsen Mutaties reserves hoofdfuncties 0 tm 9 Saldo van de rekening van baten en lasten na bestemming
4.028-
-
-
5.197-
5.197- V
T otaal baten
79.381-
65.821-
87.980-
79.005-
8.975 N
Saldo pr ogr amma
61.433-
59.344-
72.472-
64.689-
7.782 N
94
v er s c hillenanaly s e V/N Bedr ag T oelic hting
Beleggingen V
-101 Voordeel verkoop Inschrijving Grootboek Nationale Schuld. Eind 2014 heeft de gemeente van het Agentschap van de Generale Thesaurie een aanbod gekregen over te gaan tot verkoop van de 2,5% en 3% grootboeklening. De gemeente heeft van het aanbod gebruik gemaakt wat heeft geresulteerd in een éénmalig voordeel.
V
-36 Hoger dividend ROVA is met name positief beïnvloed door de eindafrekening van de verkoop van ROVA Bedrijven.
Leningen/uitzettingen >1 jr. N
228 Lager eigen vermogen dan begroot waardoor er minder bespaarde rente is gerealiseerd.
V
-96 Betreft niet begrote mutaties ingevolge de september- en decembercirculaire 2014 (€ 135.000), en
Algemene uitkeringen verrekeningen over de uitkeringsjaren 2012, 2013 en 2014 als gevolg van actualisatie van verdeelmaatstaven (€ 118.000).
Algemene baten en lasten N
3172 Een tekort op de stelpost voor onvoorzien eenmalig (€ 3.162.000) en een tekort voor onvoorzien structureel (€ 10.000). Zie hiervoor het overzicht onvoorzien in de toelichting op de balans. Het saldo op de post onvoorzien betreft het geraamde begrotingstekort of -overschot per ultimo het jaar.
V
-75 Eenmalige lagere lasten als gevolg van het niet volledig besteden van de geoormerkte middelen
V
-66 Lagere lasten als gevolg van het niet volledig besteden van de geoormerkte middelen voor
voor armoedebeleid. combinatiefunctionarissen. In het verleden was al € 167.000 beschikbaar gekomen via het Rijk. Hiervoor zijn conform afspraak formatieplaatsen voor combinatiefunctionarissen gerealiseerd binnen diverse instellingen. Voor de hier nog resterende Rijksmiddelen heeft inmiddels voor grofweg de helft realisatie plaatsgevonden, voor de andere helft wordt in 2015 ingezet op realisatie. V
-49 Lagere lasten ondersteuning mantelzorg (motie van Staaij) en GIDS (Gezond in de stad). Het
V
-31 Voor het berekenen van de tarieven voor de inzameling van afval mag de BTW component
restant budget zal via resultaatbestemming worden overgeheveld. meegenomen worden (i.v.m. de korting op de algemene uitkering in het gemeentefonds na invoering van het BCF). Omdat er relatief meer kosten zijn gemaakt dan begroot kon daardoor meer BTW verrekend worden.
Baten OZB eigenaren N
190 Lagere structurele baten ozb woningen en hogere baten ozb niet-woningen. Het verschil wordt veroorzaakt door lagere autonome groei (29 objecten). Dit heeft aan ozb zo'n € 7.000 opgeleverd, terwijl rekening was gehouden met een groei (opbrengst) van € 74.000. De meevallende waardeontwikkeling van ca. -4,7% in plaats van de -5.5% bij het vaststellen van het tarief weegt hier niet tegen op. In 2015 zal op basis van separate advisering een herijking plaatsvinden van de geraamde opbrengsten.
Precariobelasting N
41 Lagere structurele baten precariobelasting. Opgelegde taakstelling is moeilijk te realiseren omdat de opbrengst namelijk aanbod gestuurd is. Er is een afspraak met de terrashouders waarbij precario 'bevroren' is. Daarnaast zijn bij een aantal grotere projecten in de binnenstad afspraken gemaakt, waardoor niet de volle omvang opgelegd is. Op basis van ervaringscijfers kan op dit moment vastgesteld worden dat de jaarlijkse opbrengst van ca. € 135.000 bedraagt. Voor 2015 staat een grootscheepse controle op vaste objecten gepland om beter beeld te krijgen van het daadwerkelijk aantal belastingplichtigen voor zogenaamde jaarprecario. Op basis van deze controle zal er zo nodig een voorstel worden gedaan tot structurele verlaging van de geraamde opbrengsten.
Saldo van kostenplaatsen N
560 De voordelige ramingen m.b.t. de kapitaallasten worden gedurende het jaar hier begroot. De
V
-134 Voordelig verschil doorbelasting kostenplaatsen algemeen beheer, met name als gevolg van
werkelijke voordelen komen echter t.g.v. de de diverse producten binnen de organisatie. voordelen binnen de kostenplaats algemene personeelsaangelegenheden (zie hiervoor de analyses op de kostenplaatsen).
95
N
203 Betreft hogere doorbelaste kosten kostenplaats automatisering met name als gevolg van de vorming van het Shared Service Centrum.
N
1111 Betreft het verschil tussen geraamde en werkelijke doorbelasting van loonkostenplaatsen welke niet via de vastgestelde tarieven voor interne uren van personeel en tractiemiddelen aan de producten zijn doorberekend. Verschillen in de doorbelaste uren worden met name veroorzaakt door minder productieve uren b.v. als gevolg van (langdurige) ziekte, koop van extra verlofuren en het niet invullen van vacatures. Tegenover het hier gerealiseerde nadeel staat (ddels) een voordeel op de diverse producten vanwege de lagere interne doorbelasting.
N
89 Nadeel op de stelpost Taakstelling vermindering formatie RO ivm meer uren Grondbedrijf. Een deel van deze taakstelling is ingevuld.
Mutaties reserves hoofdfuncties 0 t/m 9 N N
130 Lagere vrijval Algemene reserve omdat de kosten nog niet gemaakt zijn. 2785 Per saldo lagere onttrekking aan de reserve bouwgrondexploitatie wegens herziening grexen en niet nog niet benodigde bijdragen aan projecten buiten het grondbedrijf. Zie ook paragraaf grondbeleid.
N V N
169 Lagere onttrekking reserve eenmalige kosten zwembad omdat kosten lager zijn uitgevallen. -41 Vrijval reserve begraafplaatsen (conform Bezuinigingsbesluitvorming 2013-2016). 4136 Per saldo lagere onttrekking aan reserve Budgetoverheveling a.g.v. nog niet afgeronde eenmalige activiteiten van voorgaande dienstjaren.
96
Paragrafen
97
Paragraaf 1
Lokale heffingen Inleiding In het begrotingsjaar komt ongeveer 17% van de inkomsten van de gemeente Kampen uit lokale heffingen. De lokale heffingen vormen derhalve een belangrijke inkomstenbron van de gemeente, welke vooral dienen te worden opgebracht door de burgers. De aandacht voor de lokale lastendruk neemt de laatste jaren toe. Gerelateerd aan de gemiddelde koopkracht van de burger lijkt die aandacht soms echter enigszins overtrokken. Wanneer de lokale lastendruk wordt uitgedrukt in een % van het gezinsinkomen blijkt de invloed echter relatief beperkt. Van de bijkomende woonlasten (de woonlasten naast de hypotheeklasten) zoals belastingen op water, energie, het eigenwoningforfait en de overdrachtsbelasting maken gemeentelijke belastingen 17% uit. Fig.1 Samenstelling bijkomende woonlasten in euro’s en procenten (Bron: Coelo Atlas van de lokale lasten 2014).
98
Deze paragraaf geeft op hoofdlijnen een overzicht van de diverse lokale heffingen en belastingen. Hiermee ontstaat inzicht in de lokale lastendruk, wat van belang is voor de integrale afweging tussen enerzijds beleidsvoornemens en anderzijds inkomsten. Tevens wordt weergegeven welk beleid de gemeente in het begrotingsjaar zal voeren ten aanzien van de lokale heffingen en de kwijtschelding hiervan. A. Overzicht van de lokale heffingen Onderstaande tabel geeft weer welke opbrengsten uit lokale heffingen zijn geraamd als dekkingsmiddelen in de begroting. Ten opzichte van het jaar 2013 zijn deze inkomsten als gevolg van autonome ontwikkelingen en beleidswijzigingen in zijn algemeenheid met gemiddeld 2,5% gestegen.
O ms c hr ijv ing
2013
Begr oting
2014
Ver s c hil
2014 002 Leges bestuurlijk juridische zaken 004 Leges burgerzaken en kadaster 120 Leges gebruiksvergunningen 214 Aanleg Camperplaatsen 215 Parkeergelden, -boetes, -vergunningen en -ontheffingen 221 Haven- en kadegelden 311 Marktgelden 541 Archief 652 Vervoersvoorzieningen WMO 724 Grafrechten en afkoopsommen 725 Afvalstoffenheffing, reinigingsrechten en stortgelden 726 Rioolrechten 810 Leges bestemmingsplannen 823 Leges bouwvergunningen 931 / 932 Onroerende Zaak Belasting 937 Hondenbelasting 939 Precariobelasting T otaal opbr engs ten uit lok ale heffingen
59 717 0 7
71 823 3 15
54 838 3 8
17 1517
1.435 377 59 3 6 670
1.538 284 61 0 8 684
1.250 356 63 2 9 684
288 712111
4.639 3.810 98 739 6.613 297 142 19.674
4.681 3.825 60 1.062 7.118 304 170 20.707
4.012 3.842 39 1.024 6.952 313 129 19.579
669 1721 38 166 1041 1.128
Bedragen x € 1.000
Onroerende zaakbelastingen De Woz-beschikkingen 2014 zijn nagenoeg geheel gelijktijdig met de Combi-aanslag 2014 op 28 februari 2014 uitgevaardigd en daarmee binnen de wettelijke termijn van 8 weken. De aanslagoplegging onroerende-zaakbelastingen voor 2014 is gebaseerd op de waarde per 1 januari 2013. Ozb inkomsten zijn gebaseerd op de Woz-waarde. Bij het opstellen van de begroting kan slechts worden uitgegaan van zeer voorlopige waarden. Hierdoor kan de compensatie van de waardestijging of -daling in de tarieven te hoog of te laag uitvallen. De compensatie van de waardeontwikkeling in de tarieven is op zich voldoende geweest. In de uiteindelijke opbrengst zien we een iets hogere opbrengst bij niet-woningen en een lagere bij woningen. Redenen voor de achterblijvende opbrengst bij de woningen zijn met name de achterblijvende autonome groei, er is/wordt minder nieuwbouw opgeleverd dan geprognotiseerd. Per saldo bedraagt de groei slechts 29 objecten. Het geheel aan ontwikkelingen geeft een lagere opbrengst dan begroot.
Afvalstoffenheffing / Reinigingsheffing Met betrekking tot de afvalstoffenheffing is het beleid dat de tarieven kostendekkend dienen te zijn. Overschotten of tekorten binnen de exploitatie van afvalinzameling worden gemuteerd met de voorziening ophalen huisvuil. Als gevolg van minder ledigingen, het gratis aanbieden van gft afval en het afstoten van het milieupark is de begrote opbrengst afvalstoffenheffing niet gerealiseerd. Voor een verdere toelichting hierop wordt verwezen naar de verschillenanalyse bij beleidsterrein 8.2 in programma 8.
Rioolheffing
99
De kosten van het aanleggen, onderhoud en beheer van het rioolstelsel worden gedekt uit de opbrengsten van de rioolheffing. Hiermee kunnen aanslagen worden opgelegd voor zowel het afvalwater als voor de afvoer van het hemelwater en grondwaterbeheer. Overschotten of tekorten binnen de exploitatie van riolering worden gemuteerd met de voorziening rioleringswerken. Voor 2014 zijn de begrote opbrengsten gerealiseerd.
Overige tarieven De overige tarieven zijn algemeenheid trendmatig verhoogd. Voor 2014 is die trendmatige verhoging vastgesteld op 2,5 %. B. Ontwikkeling van de woonlasten De woonlasten laten in 2014 het volgende beeld zien: Op basis van: a.
een gemiddelde woningwaarde van € 207.000,- ;
b.
10 ledigingen van een 240 liter container restafval (€ 7,59) en 6 ledigingen van een 140 liter container gft afval (€ 0,69);
c.
Tarief rioolheffing woningen (€ 168,00).
zijn de gemiddelde woonlasten voor 2014: (afgerond op hele €) Ontwikkeling van de woonlasten
2013
2014
Onroerende Zaak Belasting eigenaar
€ 214
€ 226
Diftar: Vastrecht 10 ledigingen restafval 6 ledigingen gft-afval
€ 136
€ 125
€ 66
€ 76
€9
€4
Afvalstoffenheffing
€ 211
€ 205
Rioolrechten
€ 168
€ 168
Woonlast “gemiddeld” huishouden
€ 593
€ 599
De lastenstijging als gevolg van plaatselijk beleid 2013 naar 2014 komt hiermee op 1% C. Gemeentelijke lastendruk in perspectief Woonlasten is een relatief begrip. Voor de lokale heffingen is daarbij ook nog sprake van een directe relatie met het aangeboden voorzieningenniveau. Dat maakt dat onderlinge vergelijkingen altijd min of meer arbitrair zijn. Desalniettemin is de lastendruk in vergelijkbare en omliggende gemeenten op zijn minst een indicator of en zo ja tot welke omvang de “eigen gemeente” uit de pas loopt. Voor de vergelijking van de lastendruk baseren wij ons op de gegevens van de Atlas van de lokale lasten (uitgebracht door het Coelo). Die “Atlas” voor de lokale lasten geeft een duidelijke indicatie over onze lastendruk.
100
Vergelijking 2014 Landelijk / Kampen
Landelijk
Kampen
Afwijking
2014
2014
gemiddeld
OZB percentage eigenaar woningen
0,1184
0,109
-/- 9%
OZB percentage tarief eigenaar + gebruiker niet woningen
0,4143
0,2668
-/-36%
Afvalstoffenheffing *
€ 261
€ 205
-/- 21%
Rioolrechten
€ 186
€ 168
-/10%
Bruto woonlasten meerpersoonshuishouden
€ 704
€ 599
-/- 15%
€ 222.000
€ 207.000
-/- 7%
€ 62
€ 86,88
+ 40%
Paspoort
€ 50,28
€ 66,95
+ 33%
Rijbewijs
€ 38,22
€ 38,45
+ 0,6%
Gemiddelde woningwaarde
Hondenbelasting voor één hond
* Het Coelo hanteert voor de berekening van de verschuldigde afvalstoffenheffing een andere rekenregel voor de vergelijking dan in ons eigen berekeningsoverzicht; hierdoor kunnen geringe afwijkingen ontstaan. Wanneer gekeken wordt naar met name die lasten waar elk huishouden mee wordt geconfronteerd - OZB, rioolrecht en afvalstoffenheffing - blijkt dat wij op alle drie onderdelen positief scoren. Door de relatief lage woningwaarde in onze gemeente (-/- 7%) wordt de lastendruk verder positief beïnvloed in de onderlinge vergelijking. Onze positie op de landelijke ranglijst van 407 (deel-) gemeenten is 89 (nr. 1 is goedkoopste gemeente). D. Kwijtscheldingsbeleid Huishoudens met een inkomen op minimumniveau komen in de gemeente Kampen in aanmerking voor kwijtschelding van de rioolrechten en de afvalstoffenheffing. Kwijtschelding wordt verleend op basis van 100% van de bijstandsnorm waarbij tevens een vermogenstoets plaats heeft. Afhankelijk hiervan worden de woonlasten voor minima geheel of gedeeltelijk kwijtgescholden. Het bedrag aan kwijtschelding 2014 is hoger dan begroot. Het aantal verzoeken om kwijtschelding (inclusief geautomatiseerde kwijtschelding) is met 141 gestegen (= ca. 10%) In 2014 is een totaalbedrag van € 294.000 kwijtgescholden aan lokale heffingen. Het betreft hier 1157 individuele kwijtscheldingen waarvan 409 meerjarig automatisch en 748 aanvragen.
101
Paragraaf 2
Weerstandsvermogen en risicobeheersing Inleiding In deze paragraaf gaan we in op de vraag in hoeverre we in staat zijn (geweest) om tegenvallers op te vangen. Door middel van een goed systeem van risicomanagement kan worden bereikt dat de kans op het zich voordoen van onvoorziene tegenvallers afneemt. Maar als het nemen van risico’s onvermijdelijk of de beste keus is dan moeten er maatregelen getroffen worden welke antwoord geven op de vraag “hoe met deze risico’s omgegaan moet worden”. Daarbij kan de aanwezige financiële weerstandscapaciteit als laatste achtervang dienen. Deze weerstandscapaciteit wordt gevormd door alle middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt of kan beschikken om niet begrote kosten te dekken. Verliezen die op een andere manier, bijvoorbeeld via verzekering of voorziening/reservering financieel zijn ondervangen vallen daar niet onder. De weerstandscapaciteit wordt uitgedrukt in een bedrag. Bij de beschrijving van het weerstandsvermogen moet de weerstandscapaciteit worden beoordeeld ten opzichte van de niet reguliere risico’s. Het gemeentelijk risicomanagement is nader uitgewerkt in de nota Risicomanagement. In deze nota wordt een link gelegd met de weerstandscapaciteit die bepaald is de nota Reserves en Voorzieningen. Gezien de actualiteit is in 2014 de focus in eerste instantie gelegd op het verder ontwikkelen van risicomanagement binnen de drie decentralisaties. Ook heeft de Rekenkamercommissie in haar rapport ‘Kaderstelling decentralisaties’ hier aanbevelingen over opgenomen. Door de drie Decentralisaties krijgt de gemeente er vanaf 2015 een omvangrijk takenpakket bij. Voor de uitvoering van deze nieuwe taken ontvangt de gemeente via de Algemene uitkering extra middelen, geclusterd in een Sociaal Deelfonds uitkering. Deze nieuwe taken brengen ook nieuwe risico’s met zich mee. Met het programmateam 3D’s is daarom in 2014 een eerste aanzet gemaakt om het risicobewustzijn te vergroten. Het gaat niet zozeer om het vermijden en/of ontkennen van risico’s, maar juist om het bewust nemen van verantwoorde risico’s en het treffen van maatregelen. In 2015 wordt dit verder uitgewerkt. Hierna wordt het algemene toetsingskader voor risicomanagement verder vormgegeven.
A. Inventarisatie van de weerstandscapaciteit Bij de weerstandscapaciteit kan een onderscheid worden gemaakt tussen de incidentele- en structurele weerstandscapaciteit. Voor de bepaling van de weerstandscapaciteit wordt gekeken naar de aanwezige reserves, de post onvoorzien en de onbenutte belastingcapaciteit.
1. Incidentele weerstandscapaciteit De incidentele weerstandscapaciteit is het vermogen dat ingezet kan worden om eenmalige tegenvallers op te vangen. In beginsel betreft dit de optelsom van het vrij aanwendbare deel van de algemene reserves, de bestemmingsreserves, de stille reserves, de reserve bouwgrondexploitatie en de post onvoorzien.
102
Algemene reserve: De algemene reserve bestaat uit een aantal onderdelen: -
De Reserve vast eigen vermogen (à € 19.526.592) is niet vrij aanwendbaar en blijft buiten beschouwing voor de bepaling van de weerstandscapaciteit. Immers aanwending van deze reserve leidt tot een budgettair probleem door de structurele vermindering van de rentebaten op de exploitatie.
-
De Algemene reserve is in principe wel vrij aanwendbaar. Ultimo 2014 bedraagt de stand van de algemene reserve positief ruim € 6.476.882 (exclusief resultaatbestemming jaarrekeningsaldo 2014). Dit saldo bevat echter gelabelde bestemmingen voor: € 85.000 MFC Zalk, € 45.000 Citymarketing en € 150.000 Vertramming Kampen-Zwolle.
Bestemmingsreserves: Bestemmingsreserves zouden in principe in aanmerking genomen kunnen worden, omdat de gemeenteraad de bestemming kan wijzigen. Voor de onze gemeente geldt echter dat in zijn algemeenheid op de bestemmingsreserves verplichtingen rusten, met als gevolg dat deze reserves buiten beschouwing worden gelaten bij de bepaling van de weerstandscapaciteit.
Stille reserves: Stille reserves hebben betrekking op activa die op de balans lager zijn gewaardeerd dan de marktwaarde én op korte termijn verkoopbaar zijn. De gemeente beschikt ondermeer over stille reserves met betrekking tot het Kampereiland. De omvang van deze stille reserves is niet bepaald.
Reserve bouwgrondexploitatie: Het weerstandsvermogen van het Grondbedrijf geeft de mate aan waarin het grondbedrijf in staat is zelf middelen vrij te maken om substantiële tegenvallers op te vangen, zonder dat we het beleid hoeven aan te passen. De weerstandscapaciteit van het Grondbedrijf bestaat uit het vrij besteedbare deel van de Reserve Bouwgrondexploitatie Grondbedrijf na alle stortingen en onttrekkingen op basis van raadsbesluiten. De stand van Reserve Bouwgrondexploitatie Grondbedrijf per 31-12-2014 bedraagt € 12.761.893 (exclusief resultaatbestemming jaarrekeningsaldo 2014). De omvang van de aanwezige risico’s ingeschat wordt op € 11.075.000. Na verwerking van het jaarrekeningresultaat 2014 à € 3.950.776 ontstaat er een negatief weerstandsvermogen. De komende jaren blijft het dekkingstekort bestaan. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de paragraaf 7 Gemeentelijk Grondbeleid.
Post onvoorzien in begroting: Voor de berekening van de post onvoorzien werd in de begroting een tarief van € 3,40 per inwoner gehanteerd. De resterende middelen ultimo 2014 (na aftrek van het nadelige structurele saldo aan onvoorzien) zijn meegenomen in het jaarrekeningresultaat.
2. Structurele weerstandscapaciteit Met de structurele weerstandscapaciteit worden de middelen bedoeld die permanent ingezet kunnen worden om tegenvallers in de lopende exploitatie op te vangen, zonder dat dit ten koste gaat van de uitvoering van bestaande taken.
Onbenutte belastingcapaciteit: De onbenutte belastingcapaciteit heeft betrekking op de mogelijkheid de OZB-opbrengst te verhogen. Deze mag (gemiddeld landelijk gezien) niet hoger uitvallen dan de vastgestelde macronorm. Deze norm wordt pas in de Septembercirculaire 2014 bekend gemaakt. De opbrengststijging voor de OZB bedraagt op basis van bestaand beleid naar verwachting de trendmatige verhoging van 2,5%. Omdat de macronorm als landelijk gemiddelde geldt, kan het zijn dat alle gemeenten samen daar onder blijven er nog wel enige ruimte resteert. Hoe hoog onze tariefstoename zou kunnen zijn is op voorhand niet te berekenen c.q. in te schatten omdat we niet weten tot welke OZB-opbrengst toename de andere ruim 400 gemeenten besluiten.
103
De onbenutte belastingcapaciteit zou wel afgeleid kunnen worden van de artikel 12 toelating. In de meicirculaire 2013 is deze vastgesteld op een percentage van 0,1651 van de WOZ-waarde Onbenutte belastingcapaciteit 2014
€
WOZ waarde woningen
4.005.000.000
WOZ waarde niet-woningen
2.056.000.000
Totaal
6.061.000.000
Percentage art 12 Fvw meicirculaire 2014
0,1651
Maximale opbrengst volgens art 12 Fvw (afgerond)
10.006.700
Totaal opbrengst 2014
6.952.100
Onbenutte capaciteit
3.054.600
3. Bepaling weerstandscapaciteit (bedragen x € 1.000) Weerstandscapaciteit per 31 december 2014
Incidenteel
Structureel
Totaal
6.196
-
6.196
p.m.
-
p.m.
12.762
-
12.762
Post onvoorzien
-
-
-
Onbenutte belastingcapaciteit
-
3.054
3.054
18.958
3.054
22.012
Vrij aanwendbare reserves Stille reserves Reserve bouwgrondexploitatie
Weerstandscapaciteit
(bedragen in bovenstaande tabel zijn voor resultaatbestemming jaarrekeningsaldo 2014)
B. Inventarisatie van de risico's Gemeenten lopen steeds meer risico's bij de uitoefening van hun taken. Onder risico's wordt verstaan het gevaar voor schade of verlies als gevolg van interne en externe omstandigheden. Het betreft risico's waarvoor geen voorziening kan worden gevormd omdat de omvang niet bekend is. Omdat het gewenst is dat de verantwoordelijke bestuursorganen zicht hebben op de risico's die de gemeente loopt, wordt er een afzonderlijke nota Risicomanagement en Weerstandsvermogen opgesteld. In deze nota wordt tenminste het beleid behandelt ten aanzien van: a.
risicomanagement:
het risicomanagement en de wijze waarop deze wordt geïmplementeerd (hoe wordt met de risico’s omgegaan); de wijze waarop de risico’s worden bepaald en opgevangen; het omschrijven van de risico’s (in brede zin); b.
weerstandsvermogen:
de beschikbare weerstandscapaciteit (waaronder de reserves en voorzieningen); de relatie tussen het beleid op het weerstandsvermogen en de risico’s van materieel belang; het aanwezige t.o.v. het gewenste weerstandsvermogen.
104
Hieronder wordt inzicht gegeven in de voor de gemeente meest relevante risico’s: (De ontwikkelingen binnen deze risicogebieden worden ondermeer via Berap’s en Quick-scans gevolgd. Financiële gevolgen worden daardoor tijdig inzichtelijk en kunnen op de juiste wijze verwerkt worden.)
1. Openbare ruimte De risico’s zijn: -
een toenemend aantal schadeclaims;
-
de grote omvang van de openbare ruimte;
-
gewijzigde externe omstandigheden.
Burgers stellen, sneller dan vroeger, de gemeente aansprakelijk voor schade die zij hebben opgelopen, bijvoorbeeld door gevallen takken, bladafval, losliggende stoeptegels, kapotte bermen en wateroverlast. Meer aansprakelijkheidsstellingen leidt tot meer honoreringen. Met het beschikbare budget voor onderhoud, inspecties, onderhoudsprogramma’s en met het direct verhelpen van meldingen streeft de gemeente naar een veilige openbare ruimte, maar geheel uitsluiten is moeilijk.
2. Bodemverontreiniging Bij door de gemeente aan te kopen c.q. te verkopen gronden ten behoeve van woningbouw en bedrijfsvestiging worden onderzocht overeenkomstig een uniforme methode (NEN 5740). Omdat de onderzoeken à select worden verricht bestaat de mogelijkheid dat ernstige verontreinigingen niet gesignaleerd worden. Het risico kan voor de gemeente tot zeer grote bedragen oplopen, welke op voorhand niet te bepalen zijn. Voor zover saneringskosten bekend zijn, zal hiermee bij het opstellen van de exploitatie rekening worden gehouden en worden de kosten ten laste van de exploitatie gebracht. Van belang is verder een zorgvuldige inschatting van mogelijke verontreiniging door verontreinigde bouwstoffen waarmee mogelijk wegen zijn gefundeerd en "werken" zoals geluidswallen zijn uitgevoerd. De kosten van verwijdering zullen in principe worden verdisconteerd in het daarmee samenhangend ontwikkelingsproject en komen daarmee niet ten laste van de algemene reserve.
3. Asbest In de toekomst blijft het mogelijk dat er bij oude locaties asbest vrijkomt. Bij asbestverwijdering loopt de gemeente risico voor die gevallen waarin geen kostenverhaal mogelijk is. Een asbestbrand is een andere risicofactor op dit gebied voor de gemeente. Kosten die te maken hebben met openbare maatregelen zoals het afzetten van het gebied, het verwijderen van asbestdeeltjes in openbaar terrein en andere omliggende (bedrijfs)terreinen door een gespecialiseerd bedrijf komen aanvankelijk voor rekening van de gemeente. Het risico dat een dergelijke brand weer ontstaat is reëel omdat er in de gemeente nog meerdere oudere schuren/bedrijfshallen van asbest zijn voorzien. Het aantal schuren/hallen in de gemeente is niet geïnventariseerd.
4. Calamiteiten In zijn algemeenheid is het vaak bij calamiteiten zo, dat snel gereageerd en gehandeld moet worden om de calamiteit een halt toe te roepen en om de leefomgeving en het milieu te beschermen. Meestal zal de gemeentelijke overheid hierin het voortouw moeten nemen. Hierdoor worden door de gemeente allerlei kosten gemaakt die snel gefinancierd moeten worden en waarvan maar afgewacht moet worden in hoeverre deze verhaald kunnen worden op de veroorzaker(s). De mate van verhaalbaarheid wordt beïnvloed door: -
het kunnen traceren en veroordelen van de veroorzaker;
-
de verzekeringsgraad en financiële draagkracht van de veroorzaker;
-
de verzekeringsgraad van de gemeente.
Aan welke bedragen gedacht moet worden is moeilijk in te schatten en zeer divers, maar de kosten kunnen aanzienlijk oplopen. Hierbij aansluitend geldt ongeveer hetzelfde voor de externe veiligheid. Onder het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen (BEVI) vallen bedrijven als LPG-stations, ammoniakopslagen en benzinedepots. Deze zijn in de gemeente Kampen aanwezig. Bij calamiteiten hiermee zullen vergelijkbare situaties ontstaan. Daarnaast speelt het vervoer gevaarlijke stoffen, waarvoor een speciale route binnen de gemeente is aangewezen nog een rol.
105
5. Planschade Ingevolge de Wet ruimtelijke ordening kunnen gemeenten de te betalen planschadevergoedingen middels een overeenkomst verhalen op de aanvragers van in de wet genoemde planologische besluiten. De aanvrager van een planschadevergoeding moet 300 euro aan de gemeente betalen voordat zijn aanvraag in behandeling wordt genomen. De aanvrager krijgt het bedrag terug als er sprake is van planschade. Het indienen van een verzoek tot planschadevergoeding is vanaf 1 september 2005 aan een verjaringstermijn van 5 jaar gebonden. Per ontwikkeling (planologische mutatie) wordt door een onafhankelijk planschadebureau het bedrag voor de te verwachten planschade ingeschat. Deze planschade wordt indien het een gemeentelijke ontwikkeling betreft in de grondprijs verdisconteerd. In geval een projectontwikkelaar of een ander verantwoordelijk is voor de ontwikkeling bestemmingsplanwijziging dan wordt het ingeschatte bedrag middels een overeenkomst verhaald.
6. Algemene uitkering gemeentefonds Een van de belangrijkste inkomstenbronnen voor de gemeente is de uitkering uit het gemeentefonds. Deze uitkering wordt berekend aan de hand van diverse criteria en uitgangspunten welke door de gemeente niet direct zijn te beïnvloeden. Voorts is de uitkering gekoppeld aan de rijksuitgaven en zijn de financiële gevolgen hiervan vooraf niet bekend. De toekomstverwachtingen met betrekking tot de ontwikkeling van de hoogte van de uitkering blijft betrekkelijk onzeker. Een en ander is mede afhankelijk van hoe de realisatie van de bezuinigingstaakstellingen van het Rijk verloopt. Daarnaast kunnen ook de aanpassingen uit hoofde van de herijking van het gemeentefonds alsmede binnen de verdeelmodellen Jeugd en WMO (binnen de Drie Decentralisaties) tot een aanzienlijke lagere uitkering gaan leiden. De gevolgen hiervan moeten in 2015 nog nader uitwerkt worden. In de begroting is een structurele buffer opgenomen (€ 250.000).
7. Risico's uit hoofde van grondexploitaties Voor deze risico's wordt verwezen naar de paragraaf Grondbeleid.
8. Wet Werk en Bijstand (WWB) Sinds de inwerkingtreding van de Wet Werk en Bijstand ( 2004) komen de kosten van bijstand voor 100% voor rekening van de gemeente. De verdeling van de rijksbudgetten die daar tegenover staat heeft voor de gemeente Kampen tot nu toe voordelig uitgepakt. Dat betekent voldoende budget om de uitkeringen te betalen en daarop geen tekorten te hebben. Daarnaast is de ontwikkeling van het cliëntenbestand in Kampen ten opzichte van de landelijke ontwikkelingen gunstig verlopen. Het aantal cliënten bleef hier in eerste instantie (tot 2005) toenemen terwijl er landelijk een dalende trend zichtbaar werd. Deze dalende trend zette zich vervolgens ook in Kampen in en werd uiteindelijk sterker dan de landelijke trend. De ontwikkeling van de economie is echter altijd weer een onzekere factor die door ons niet of nauwelijks beïnvloedbaar is en die wordt versterkt door de economische recessie. De neergang in de economie na het jaar 2010 zorgde ervoor dat consumptie en productie onder druk kwamen te staan, zo ook de behoefte aan arbeidsproductiviteit. Door de slechte economische omstandigheden nam de instroom in de WW sterk toe. Het gevolg van deze sterk stijgende instroom is, dat zij het met vertraging, ook de uitstroom gaat toenemen. Daar hebben wij nu mee te maken. Een belangrijke uitstroomcategorie is de groep WW'ers, die de maximale uitkeringsduur bereikt. Een deel van deze WW'ers zal een bijstandsuitkering aanvragen: de zogenaamde doorstroom naar de bijstand. Daarnaast vinden veel starters op de arbeidsmarkt geen werk. Tot en met 2013 was de rijksbijdrage (inkomensdeel) toereikend om de uitgaven in het kader van bijstandsuitkeringen te compenseren. Ook iIn 2014 is dit het geval Het aantal voor seizoenseffecten gecorrigeerde WW-uitkeringen is over 2014 landelijk met zo’n 6.000 toegenomen. Dit is een toename van 1,4%. Het lijkt of de gevolgen van de recessie in Kampen pas veel later effect sorteren want het aantal inwoners van Kampen wat een beroep doet op een WW-uitkering nam t.o.v. eind 2013 met 8,9% toe. Kampen ligt daarmee qua percentage boven het landelijk (1,4%) en het Overijsselse gemiddelde (4,4%). Kampen telde eind 2014 699 personen in de bijstand, een stijging van 41 personen ten opzicht van eind 2013. Vanaf het eerste kwartaal 2006 is het aantal mensen met een bijstandsuitkering langzaam gedaald in
106
Kampen; vanaf eind 2009 is er weer sprake van een lichte stijging onder de landelijke lijn, vanaf juni 2012 was er sprake van een stijging die boven de landelijke lijn ligt. Vanaf midden 2013 is de stijging weer onder de landelijke lijn gekomen Vanaf 1 januari 2015 is de Participatiewet van kracht waarmee de gemeente de verantwoordelijkheid draagt voor de ondersteuning naar en tijdens werk en ondersteuning bij inkomen voor mensen met een arbeidsbeperking die eerder tot de doelgroep Wajong of Wsw behoorden.. De vraag is of de hoogte de rijksbudgetten 2015 ter dekking van de bijstandsuitgaven gezien de stijgende tendens van de cliëntenaantallen, voldoende zal blijken te zijn. Wanneer uit de maandelijkse monitoring blijkt dat de uitkomsten aanleiding geven tot bijstelling dan zal dat via de gebruikelijke weg (o.a. Berap) kenbaar worden gemaakt.
9. Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) De Wmo (2007) is een kaderwet waarin de Wet voorzieningen gehandicapten (Wvg), de Welzijnswet en delen van de AWBZ zijn opgenomen. De gemeente heeft hiervoor een compensatie ontvangen in de Algemene Uitkering van het Rijk. Vergoedingen of voorzieningen, die hieruit moeten worden gefinancierd, zijn het verstrekken van Hulp bij het Huishouden, woningaanpassingen, scootmobielen, rolstoelen en collectieve- en individuele vervoersvoorzieningen. Voor de uitvoering van de Welzijnswet en de Wvg zijn de bestaande budgetten beschikbaar. De vergoedingen en voorzieningen binnen de Wmo zijn open eindregelingen.
Regeerakkoord Het kabinet Rutte II trekt de lijn door die al eerder is ingezet: de extramurale zorg verschuift van Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (Awbz) naar Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Gemeenten zijn vanaf 2015 verantwoordelijk voor de begeleiding, kortdurend verblijf en persoonlijke verzorging die niet gekoppeld is aan verblijf in een instelling (bijvoorbeeld een verzorgingshuis). Bovendien komen mensen pas als zij veel zwaardere zorg nodig hebben in aanmerking voor een indicatie die toegang geeft tot verblijf in een instelling.
Zorg dichtbij In het regeerakkoord staat: “In de langdurige- en welzijnszorg willen we de komende periode een omslag maken naar meer maatwerk, meer zorg in de buurt, meer samenwerking tussen de verschillende aanbieders maar ook naar financieel houdbare voorzieningen, zodat ook latere generaties er nog gebruik van kunnen maken”. Dit betekent dat maximaal aansluiting gezocht zal worden bij wat mensen zelf kunnen, welke ondersteuning zij kunnen krijgen van hun netwerk, wat zij daarnaast nog daadwerkelijk aan professionele ondersteuning nodig hebben en wat gemeenten in staat zijn te doen. De voorzieningen zijn toegankelijk voor iedereen, waarbij aandacht is voor mensen die zich vanuit eigen middelen deze ondersteuning niet kunnen veroorloven. De meest in het oog springende maatregelen in dit kader zijn: “Gemeenten worden geheel verantwoordelijk voor de activiteiten op het gebied van begeleiding (inclusief vervoer), kortdurend verblijf, dagbesteding en niet-medische persoonlijke verzorging dat in het verlengde van begeleiding wordt geleverd. Beschermd wonen valt straks onder de regie van de centrumgemeenten. Vanwege de landelijke bezuiniging van circa 6% in 2015 en 16% in 2016 worden de aanspraken beperkt, dienstverlening wordt efficiënter en in samenhang georganiseerd en is gericht op wat daadwerkelijk nodig is en gaat vallen onder de Wmo. Door de forse bezuiniging van 32% op de huishoudelijke hulp vervalt de aanspraak op huishoudelijke hulp en zal naar de voorziening anders worden georganiseerd. Degenen die het echt nodig hebben en het niet uit eigen middelen kunnen betalen, worden daarin gecompenseerd. Via de zogenaamde kanteling4 zijn en gaan gemeenten in gesprek met de inwoners. Het organiseren van zorg dicht bij huis maakt beperking,
4 Bij de doorontwikkeling van de Wmo heeft de VNG “De Kanteling” ingevoerd. De kanteling is een manier voor gemeenten om invulling te geven aan de compensatieplicht van de Wmo. In plaats van het verstrekken van voorzieningen wordt in een keukentafelgesprek met de burger nagegaan welke ondersteuningsbehoefte er is, wat hij zelf daarin kan, of het ondersteuning is vanuit het eigen netwerk en welke manieren aanwezig zijn om hieraan te voldoen. Bij het doorvoeren van de kanteling ontstaat er een verschuiving van kosten. Er wordt meer ingezet op het
107
vereenvoudiging en decentralisatie mogelijk van regelingen als compensatie eigen risico, de aftrek specifieke zorgkosten en de wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten. De gemeenten wordt een ruime beleidsvrijheid gegeven met betrekking tot de concrete invulling van deze gedecentraliseerde taken naar de Wmo in samenhang met de Participatiewet en de Jeugdwet.
Gevolgen voor Kampen Voor de gemeente is het een grote uitdaging om effectief en doelmatig ondersteuning te blijven bieden maar wel vanuit de uitgangspunten van de Wmo en met de wetenschap dat er fors minder middelen beschikbaar zijn. Bij de overheveling gaat het namelijk niet om het overnemen van de taken maar zal gekeken worden naar het opnieuw inrichten daarvan. De decentralisatie is ook een bezuiniging. In 2014 worden de eerste gevolgen van de kanteling zichtbaar middels een afnemend beroep op ondersteuning in de vorm van individuele voorzieningen. Het aantal aanvragen loopt terug en daarmee ook de uitnutting van de beschikbare middelen. Er zijn een aantal aspecten te noemen die nu en in de toekomst een (negatieve) invloed op het beschikbare budget kunnen hebben. Het gaat om onder meer de volgende zaken: -
de toenemende vergrijzing en het feit dat er steeds meer mensen langer thuis blijven wonen leiden jaarlijks tot een stijging van de vraag om zorg en ondersteuning;
-
de inkomensafhankelijke bijdrage individuele voorzieningen;
-
de ontwikkelingen m.b.t. de Hulp in de Huishouding in 2015;
-
overheveling verdere AWBZ-taken, vanaf 2015;
-
de "kanteling" cq. invulling van de gemeentelijke compensatieplicht.
10. Wet sociale werkvoorziening (Wsw) Stichting IMpact voert de Wsw voor de gemeente Kampen uit. Zij ontvangt daarvoor een bijdrage van de gemeente. Deze bijdrage bestaat voor het grootste gedeelte uit middelen, die wij van het rijk ontvangen. Door een bezuiniging op de rijksbijdrage ontvangt de gemeente minder financiële middelen voor de uitvoering van de Wsw. Vanaf 2015 zal de Wsw worden gesloten voor nieuwe werknemers en zal er voor de bestaande SW-medewerkers een lagere vergoeding door het rijk worden verstrekt.
11. De regeling leerlingenvervoer De ouders of verzorgers van leerlingen die ver van hun basisschool wonen of naar een school voor speciaal onderwijs gaan, kunnen in aanmerking komen voor een tegemoetkoming in de vervoerskosten. Er is de laatste jaren een stijging te zien in de kosten die dat met zich mee brengt, voor een groot gedeelte veroorzaakt door een stijging van de vervoerstarieven in het aangepast vervoer. Dat heeft geleid tot een toename van de daarmee gepaard gaande kosten, met als gevolg in 2014, evenals in 2013, een verwachte overschrijding van het begrote bedrag. Belangrijke factoren m.b.t. kostenbeheersing in deze zijn: -
stimuleren van het gebruik van openbaar vervoer;
-
nieuwe aanbesteding van het vervoer in 2013;
-
aanbevelingen uit het rapport van Forseti.
12. Decentralisaties Per 1 januari 2015 worden/zijn er nieuwe taken door het Rijk aan de gemeenten overgedragen. Deze nieuwe taken zijn: de hele zorg voor de jeugd (decentralisatie jeugdzorg), de ambulante begeleiding en persoonlijke verzorging van inwoners (decentralisatie Awbz) en de ondersteuning naar werk van iedereen die niet volledig en langdurig arbeidsongeschikt is (Participatiewet). Deze decentralisaties in het sociale domein betekenen een grotere verantwoordelijkheid en kansen voor de gemeente om de maatschappelijke participatie van haar inwoners te behouden en bevorderen. Tegelijkertijd brengen deze transities een forse bezuinigingsopgave met zich mee. De korting op de jeugdzorg bedraagt 450 miljoen euro. Op begeleiding
gesprek met de burger waardoor deze beter in staat is zelf of met de omgeving zaken op te lossen. Ook zal eerder gebruik worden gemaakt van collectieve voorzieningen. Daarmee neemt het gebruik van maatwerkvoorzieningen af.
108
wordt € 1,6 miljard bezuinigd. Dergelijke kortingen kunnen niet alleen worden opgevangen met een efficiencyslag. Er zal gewerkt moeten worden aan andere concepten en arrangementen met een grotere rol voor de samenleving (inwoners en instellingen). Ook de financiële randvoorwaarden van de Participatiewet en de afbouw van de sociale werkvoorziening baren grote zorgen: de wet kent met € 1,2 miljard een grote financiële taakstelling. En de AWBZ zal worden geconfronteerd met een bezuinigingspercentage van 15-25%. De transities, die een transformatie van het sociaal domein vereisen, bieden ook kansen om de dienstverlening en de wijze waarop ondersteuning aan inwoners georganiseerd is te verbeteren. Voor de drie decentralisaties heeft de gemeente Kampen een visie (Kamper Kompas) ontwikkeld die, uiterlijk in 2017, moet zorgen voor een integraal ondersteuningsaanbod. Met ondersteuning wordt het geheel aan zorg, hulp en ondersteuning bedoeld. De opgave voor Kampen is dat er straks ongeveer 4.000 ondersteuningsvragen extra onder de gemeentelijke verantwoordelijkheid vallen. Dit betekent meer dan een verdubbeling ten opzichte van de huidige ondersteuningsvragen op het terrein van bijvoorbeeld de bijstand, hulp bij het huishouden en leerlingenvervoer. Het is belangrijk om de juiste ondersteuning voor onze inwoners te organiseren. De impact van de veranderingen maakt dat alles bij het oude laten onmogelijk is en er nieuwe afspraken moeten worden gemaakt. Tegelijkertijd is er nog veel onduidelijkheid en onzekerheid op het gebied van landelijke wetgeving en financiering. We zijn ons er van bewust dat we deze grote opgave als gemeente niet alleen aankunnen en pakken het dan ook samen op met partners en inwoners.
13. Geldleningen en garantieverleningen De gemeente heeft zich ultimo 2014 tegenover derden garant gesteld voor aangegane geldleningen. Het gaat hier o.a. om de volgende soort leningen: (bedragen x € 1.000)
Balans Geldnemer
Aard/omschrijving
Perc
Restant 31-12-
borg
2014
Woningbouwcorporaties
Sociale woningbouw
WSW
Sportverenigingen e.d.
Clubgebouwen e.d.
100
167
Verzorgingstehuizen
Bouw, herfinanciering, e.d.
100
1.207
Sociale werkplaats
Kapitaalinvesteringen e.d.
100
3.038
Particulieren
Aankoop cq nieuwb. woningen
100
5.686
Overig
Herfinanciering e.d.
100
154
Nationaal Restauratiefonds
Restauratie woningen
100
233
Totaal
177.243
187.728
In veel gevallen staan hier contragaranties van waarborgfondsen (Waarborgfonds Sociale Woningbouw) en activa van particulieren, corporaties en stichtingen tegenover. Desondanks loopt de gemeente het risico dat de geldontvangers in gebreke blijven bij het voldoen van hun rente- en aflossingsverplichtingen. In het uiterste geval zal de gemeente over moeten gaan tot het verstrekken van renteloze leningen, waardoor er sprake is van rentederving. Op de website van het Centraal Fonds Volkshuisvesting (CFV) is per woningcorporatie de Toezichtsbrief 2014 opgenomen. In deze brieven is te lezen of er voor 2014 interventies benodigd zijn. Voor wat betreft de corporaties waarvoor de gemeente ook garant staat gaat het om Vestia en Woonzorg Nederland. Vestia: CFV zal de implementatie, uitvoering en voortgang van de in het verbeterplan beschreven maatregelen monitoren. Ten einde hier concrete invulling aan te geven zal het CFV met Vestia nadere werkafspraken maken. Bij het maken van deze afspraken zal ook WSW worden betrokken. Hoewel een tweede saneringsbijdrage dus niet uit te sluiten valt, deelt CFV de opvatting van Vestia dat het aanvragen van een tweede saneringsbijdrage de komende drie jaar niet nodig is, gezien de huidige liquiditeitspositie van Vestia. CFV besluit in 2018 op basis van de jaarstukken 2017 over de aard, omvang en timing van een eventuele noodzakelijke tweede saneringstoekenning’.
109
Woonzorg: CFV heeft de volgende toezichtafspraken gemaakt: - Woonzorg verstrekt de Jaarplan en Meerjarenbegroting 2015-2019 na vaststelling aan CFV. - Periodiek wordt de voortgang en stand van zaken met betrekking tot het jaarplan besproken op basis van de aan CFV toe te zenden kwartaalrapportage. - Woonzorg informeert CFV over relevante ontwikkelingen met betrekking tot de mogelijke samenwerking met Habion. - Woonzorg nodigt CFV uit voor een kennismakingsgesprek met een delegatie van de per 1januari 2015 nieuw te formeren raad van commissarissen waarbij het door de raad gehanteerde toezichtkader onderwerp van gesprek zal zijn. De gemeente ontvangt van diverse financiële instellingen een overzicht van de gegarandeerde geldleningen aan particulieren (hypotheek). Een deel van de totale omvang was bij het opstellen van de jaarrekening nog niet bevestigd (€ 1,1 miljoen). Dit bedrag is wel opgenomen in bovenstaand overzicht. Besloten is om de hypotheken waarvoor we al vijf jaar of langer geen informatie meer ontvangen op nihil te stellen.
14. Europese aanbestedingen Europese aanbestedingen dienen plaats te vinden indien de gemeente een opdracht voor een levering, dienst of werk in de markt wil zetten, waarvan de waarde het Europese drempel bedrag overschrijdt. Deze drempelbedragen worden eens per 2 jaar gewijzigd ( verlaagd). Bij het niet naleven of niet juist naleven van de Europese richtlijnen loopt de gemeente juridische en financiële risico's. Benadeelden kunnen zich wenden tot de Europese commissie of de Nederlandse rechter met bijvoorbeeld de eis dat de procedure wordt gestopt, een nieuwe procedure wordt opgestart of met een verzoek tot schadevergoeding.
C. Beleid omtrent de weerstandscapaciteit en de risico's Niet alle gemeenten lopen dezelfde risico’s. Het is hierdoor ook niet aan te geven wat een algemene norm zou zijn voor het weerstandsvermogen: de relatie tussen weerstandscapaciteit en de risico’s. De doelstelling van de algemene reserve is “het opvangen van algemene risico’s en fungeren als buffer voor het opvangen van in principe onvoorziene tegenvallers” en kan worden meegenomen bij het bepalen van de weerstandscapaciteit. Omdat er bij substantiële calamiteiten een herschikking van de bestemmingsreserves kan plaatsvinden, is het toereikend om het plafond van de algemene reserve te maximeren op € 5 miljoen.
D. Conclusie reservepositie en weerstandsvermogen Met onderstaand schema wordt inzichtelijk gemaakt dat de verhouding tussen de gekwantificeerde risico’s en de weerstandscapaciteit tot uitdrukking wordt gemaakt door het weerstandsvermogen
Risico's - economische - politieke - juridische - milieu - financiële - garanties/waarborgen - enz.
W e e rsta ndsca pa cite it - reserves - onvoorzien - ongebruikte belastingcapaciteit - stille reserves - enz.
W e e rsta ndsve rmoge n
Bouwgrondexploitatie: De reserve bouwgrondexploitatie is als weerstandscapaciteit ontoereikend ter dekking van de op basis van risicomanagement berekende risico’s voor het grondbedrijf. Ook in de komende jaren wordt een tekort verwacht.
110
Algemene Dienst: Vanwege het feit dat de risico’s tussen gemeenten verschillen, zijn er geen algemene normen beschikbaar voor het bepalen van de optimale weerstandscapaciteit. De gemeente dient dus zelf in te schatten in welke mate de weerstandscapaciteit toereikend is ten opzichte van de risico’s. De raad heeft vooralsnog besloten om het plafond van de algemene reserve te maximeren op € 5 miljoen. De aanwezige weerstandscapaciteit is berekend op € 6,2 miljoen en biedt dus € 1,2 miljoen dekking. Hier moet het uiteindelijke jaarrekeningresultaat 2014 nog uit gedekt worden. Vooruitlopend op de besluitvorming zal de Algemene reserve onder het gewenste niveau uitkomen. Hierbij moet ook nog aangetekend worden dat de risico’s zich niet allemaal tegelijk zullen voordoen en de gemeente nog steeds over een vast eigen vermogen van € 19,5 miljoen en diverse bestemmingsreserves beschikt. Het aanwenden van deze reserves zal vanwege de berekende rentebesparing zowel op het structurele als het eenmalige vrije saldo in de begroting invloed hebben.
111
Paragraaf 3
Onderhoud kapitaalgoederen Inleiding De paragraaf onderhoud kapitaalgoederen geeft inzicht in het onderhoud van de gemeentelijke kapitaalgoederen. Kapitaalgoederen zijn duurzame productiemiddelen nodig om de gemeentelijke diensten te kunnen leveren. Het gaat om producten en diensten waarvoor investeringen nodig zijn en die daarna regelmatig onderhoud vergen. Tot de gemeentelijke kapitaalgoederen worden gerekend wegen, verkeersmaatregelen, watergangen, civiele kunstwerken, rioleringen, openbare verlichting, natuurterreinen, openbaar groen, straatmeubilair, speelterreinen, sportvelden, begraafplaatsen en gemeentelijke gebouwen. Onder de onderhoudskosten vallen alle kosten die in de gemeentelijke begroting worden toegerekend aan het product zoals personeelskosten, materiaalkosten, kosten derden, onderhoudskosten en kapitaalslasten. De financiën zijn opgenomen in de tabel achter in deze paragraaf.
Kapitaalgoederen 6.210.00.00
Wegen buiten de bebouwde kom
Product
Onderhoud wegen buiten de bebouwde kom.
Doel
Kwalitatief goed ingerichte en veilige wegen.
Beleid
Kwaliteitsniveau onderhoud basis(Raad 26 mei 2005).
Uitvoering
Het betreft 85 ha veelal asfaltverharding. De gemeente laat jaarlijks een gedeelte van de buitenwegen asfalteren. Dit gebeurt op basis van een inspectie in de zomer gevolgd door een nacontrole na de winter. De aanbesteding vindt jaarlijks plaats in het voorjaar. Wanneer noodzakelijk en financieel mogelijk wordt de bermverharding voorzien van betonstroken vanwege het alsmaar intensiever en zwaarder wordende verkeer.
Terugblik
In 2014 zijn de volgende wegen geasfalteerd buiten de bebouwde kom: Van Hemertweg, Wittensteinse allee, Jan Boerswegje, Hogeweg, Chalmotweg, Buitenbroeksweg, Melmerweg, Noorddiepweg, Mandjeswaardweg, Bosjesteeg, Uiterwijkseweg/Zwolseweg.
6.210.10.00
Wegen binnen de bebouwde kom
Product
Onderhoud wegen binnen de bebouwde kom.
Doel
Kwalitatief goed ingerichte en veilige wegen.
Beleid
Kwaliteitsniveau onderhoud basis(Raad 26 mei 2005).
Uitvoering
Het betreft 204 ha open en gesloten verharding. Alleen kleine herstelwerkzaamheden worden door de gemeente met eigen medewerkers uitgevoerd. Het overige/grotere herstelwerk is uitbesteed aan derden. De gemeente heeft een grove meerjarenplanning voor wegenonderhoud. Per jaar vindt een verfijning plaats gevolgd door aanbestedingen. De verfijning
112
gebeurt op basis van onder andere de inspecties in de zomer, meldingen van burgers, rioolgesteldheid, geplande projecten, veiligheidstoestand, spreiding over de gemeente en eigen waarnemingen. De aanbesteding is jaarlijks in december/januari. Terugblik
In 2014 zijn de volgende wegen binnen de bebouwde kom geasfalteerd: Meerzicht, Oosterholtseweg, Rondeweg, Kennedylaan parkpaden, Engelenbergplantsoen, Bovenhavenstraat, de la Sablonierekade, Buitensingel, Fluitekruid veldbloempad, Hoefbad, Flevoweg, Haatlanderdijk, bermbeton aangebracht Baron Bentinckweg. In 2014 zijn de volgende wegen binnen de bebouwde kom herstraat:. Acacialaan, Colijn de Nolestraat, Korenbloem, Morgenster, Van Diggelenkade, een deel van de Groenestraat.
6.210.20.00
Vegen van wegen en overige openbare ruimten
Product
Schoonhouden van wegen en de overige openbare ruimten.
Doel
Kwalitatief schone, veilige wegen en de overige openbare ruimten.
Beleid
Voor alle wegen kwaliteitsniveau basis en voor centrumlocaties als binnenstad en winkelcentra hoog (Raad 26 mei 2005).
Uitvoering
De gemeente veegt ongeveer 72 ha verharding op frequentie (vaste ronden). De gemeente veegt de openbare ruimte met eigen medewerkers (handmatig en met veegmachines). Het stadscentrum en de winkelcentra worden bijna dagelijks geveegd, de woonwijken gemiddeld 5 maal per jaar.
Terugblik
-
6.210.20.10
Onkruid op verharding
Product
Bestrijden van onkruid op verharding (wegen en stoepen/trottoirs).
Doel
Kwalitatief schone en veilige verharding.
Beleid
Voor alle wegen, stoepen/trottoirs hoog (Raad 26 mei 2005).
Uitvoering
Het betreft 105 ha verharding en de bestrijding vindt 2 maal per jaar plaats. De bestrijding is uitbesteed aan derden en als bestrijdingsmiddel wordt voornamelijk het chemische middel glyfosaat gebruikt. Hierbij wordt door de gemeente de DOB-methode (Duurzaam Onkruidbeheer op verhardingen, College 4 juni 2007) toegepast ofwel alleen spuiten op plekken waar onkruid staat, bij droog weer en weinig wind en niet in de buurt van straatkolken en open water. Volgens de laatste informatie is het gebruik van glyfosaat voor bestrijding van onkruid op verharding tot 2018 toegestaan. Komt er een definitief verbod op het gebruik van het product dan worden de mogelijke alternatieve methode(s) en de daaraan verbonden meerkosten in beeld gebracht.
Terugblik
-
6.210.30.00
Gladheidsbestrjiding
Product
Bestrijding van gladheid op wegen en fietspaden.
Doel
Veilige wegen en fietspaden.
Beleid
Tijdig (preventief) strooien (Gladheidsbestrijdingsplan College 30-8-2011)
Uitvoering
De route die wordt gestrooid is 572 km lang en wordt door de gemeente in eigen beheer uitgevoerd. Via Meteoconsult wordt gemeld wanneer strooien is gewenst. De gemeente strooit wanneer mogelijk preventief. Ondanks de verbeterde technische hulpmiddelen en materieel kan niet worden voorkomen dat bij extreme winterse omstandigheden zich problemen kunnen voordoen.
Terugblik
-
6.210.40.00
Openbare verlichting
Product
(Her)inrichting, onderhoud en/of herstel door vernieuwing van openbare verlichting.
Doel
Een kwalitatief goed verlichte en veilige openbare ruimte.
Beleid
Is vastgelegd in het “Beleidsplan openbare verlichting 2004-2013” (College 26 augustus 2003) en het onderhoudsniveau is vastgesteld op basis (Raad 26 mei 2005).
Uitvoering
De gemeente beheert ca.10.025 lichtmasten en het onderhoud aan lichtmasten en armaturen is uitbesteed.
113
Terugblik
De volgende locaties zijn voorzien van nieuwe lantaarns: Veilingweg/Oosterholtseweg, Sportpark De Maten, Haatlanderdijk/Haatlandhaven en gedeeltelijk (afronding 2015): Lelystraat/Wederiklaan en Jacob Catsstraat.
6.210.50.00
Stadsbrug
Product
Onderhoud en bediening van de Stadsbrug.
Doel
Een kwalitatief goed ingerichte, schone en veilige stadsburg.
Beleid
Kwaliteitsniveau onderhoud basis (Raad 21 augustus 2008).
Uitvoering
De bediening van de brug wordt gedaan door eigen personeel aangevuld met inhuur van derden. Het onderhoud aan de Stadsbrug wordt uitgevoerd door derden.
Terugblik
Er is een conserveringsinspectie gehouden ter voorbereiding op het schilderen van de brug in 2016.
6.210.50.10
Mandjeswaardbrug
Product
Onderhoud en bediening Mandjeswaardbrug.
Doel
Een kwalitatief goed ingerichte, schone en veilige Mandjeswaardbrug.
Beleid
Kwaliteitsniveau onderhoud basis (Raad 21 augustus 2008).
Uitvoering
Het onderhoud aan de Mandjeswaardbrug wordt uitgevoerd door derden. Uitgangspunt is dat in 2013 de Mandjeswaardbrug op afstand vanaf de Stadsbrug wordt bediend door de brugwachter.
Terugblik
De bediening van deze brug vanaf de Stadsbrug is gerealiseerd en de brug is geschilderd.
6.210.50.20
Overige civiele kunstwerken
Product
Onderhoud van ca. 245 civiele kunstwerken waaronder bruggen, kademuren, steigers en sluisdeuren.
Doel
Een kwalitatief goed ingerichte, schone en veilige openbare ruimte.
Beleid
Kwaliteitsniveau onderhoud basis (Raad 21 augustus 2008).
Uitvoering
De gemeente verricht alleen de kleine herstelwerkzaamheden. Het overige (groot) onderhoud is uitbesteed aan derden.
Terugblik
-
6.211.00.00
Verkeersmaatregelen
Product
De aanleg en het beheer van middelen en maatregelen die nodig zijn voor een duurzame en veilige verkeersinfrastructuur en die zorgen voor een geordende en veilige verkeerscirculatie.
Doel
Een veilige en goed toegankelijke gemeente.
Beleid
Geen specifiek beleid.
Uitvoering
Hoeveelheid van de te onderhouden middelen en door welke organisatie:
onderhoud verkeersborden (7.000 stuks) – gemeente;
onderhoud wegbelijning (120 kilometer) – derden in opdracht gemeente;
verkeersregelinstallaties (7 stuks) – derden in opdracht van gemeente;
onderhoud veeroosters, paaltjes, schrikhekken, etc. – gemeente;
onderhoud ANWB-bewegwijzeringsborden (72 stuks) – A.N.W.B.;
onderhoud gemeentelijke verwijzingsborden – gemeente;
onderhoud gemeentelijke fietsborden – gemeente;
onderhoud borden recreatieve fietsroutes – A.N.W.B. / Stichting Landelijk Fietsplatform;
parkeerautomaten vallen niet onder “verkeersmaatregelen”.
Terugblik
De verkeersregelinstallatie Haatlanderdijk/Sint Nicolaasdijk is vernieuwd.
6.221.00.00
Binnenhavens
Product
Het beheer, onderhoud en de exploitatie van binnenhavens e.d.
Doel
Een veilige en goed toegankelijke openbare ruimte.
Beleid
Geen specifiek omschreven beleid.
Uitvoering
Bijna alle onderhoudswerkzaamheden worden uitgevoerd door derden ten aanzien van:
114
Terugblik
Haatlandhaven en Zuiderzeehaven;
aanlegplaatsen voor de beroeps binnenscheepvaart;
aanlegsteigers (4 stuks) in de IJssel bij het Berkterrein;
elektriciteitskasten (5 stuks) aan de IJsselkade;
scheepsvaartbebording.
Ten aanzien van de veiligheid zijn langs de IJsselkade diverse trappen aangebracht zodat bij een val in de IJssel er uit gekomen kan worden.
6.240.00.00
Waterkering en afwatering
Product
Onderhoud watergangen, beschoeiing, duikers en oevers.
Doel
Een kwalitatief goed ingerichte, schone en veilige openbare ruimte.
Beleid
De gemeente Kampen voert, gemiddeld 1 maal per jaar 10 jaar, baggerwerk uit aan watergangen. De noodzaak wordt bepaald aan de hand van dieptemetingen en een klachtenregistratie.
Uitvoering
Het betreft het onderhoud van watergangen, beschoeiing (40 km), duikers buitengebied ca. 5 km, duikers stedelijk gebied ca. 5 km en onderhoud oevers ca. 500 km in stedelijk- en buitengebied. De uitvoering van de werkzaamheden wordt gedaan in eigen beheer en uitbesteed aan derden. In 2011 is het gemeentelijk stedelijke water overgedragen aan het waterschap Groot Salland. De gemeente heeft wel het onderhoud van de beschoeiingen gehouden.
Terugblik
Inventarisatie beschoeiingen in Kampen uitgevoerd en onderwaterbeschoeiing aangebracht langs gedeelten in de watergang langs de Garfhorsterweg.
6.240.10.00
Gronden en wateren
Product
Diverse losse percelen water of land.
Doel
Een kwalitatief goed ingerichte, schone en veilige openbare ruimte.
Beleid
Kwaliteitsniveau onderhoud basis (Raad 16 december 2004).
Uitvoering
Het betreft diverse losse percelen water of land die de gemeente huurt (veelal langs de IJssel van het Rijk zoals de Loswal) of zelf in gebruik aan derden heeft gegeven. Voor zover niet anders geregeld, wordt het onderhoud uitgevoerd door de gemeente.
Terugblik
-
6.550.00.00
Natuurbescherming
Product
In stand houden en onderhouden specifieke natuurgebieden.
Doel
Het versterken van het natuurlijk proces en het in stand houden en vergroten van diversiteit aan natuurwaarden.
Beleid
Geen specifiek beleid.
Uitvoering
Het betreft het onderhoud van en door:
de singels van het Zalkerbos (8 ha) – gemeente met hulp van derden;
terrein en haven Keteleiland – terrein door vrijwilliger; beheer haven gemeente;
buitenpolder Noorderrandweg – gemeente met hulp derden;
buitendijks land Rechterveld – gemeente.
Terugblik
Er zijn 150 bomen vervangen aan de Hagedoornweg.
6.560.00.00
Openbaar groen
Product
Onderhoud openbaar groen
Doel
Een kwalitatief goed ingerichte, schone en veilige openbare ruimte.
Beleid
Is vastgelegd in het Groenstructuurvisie 2012. Het kwalificatieniveau onderhoud openbaar groen is basis (op basis van de bezuinigingen 2013). Het kwalificatieniveau verwijderen zwerfvuil hoog (Raad 26 mei 2005).
Uitvoering
Betreft het onderhoud van ca. 267 ha openbaar groen, inclusief onder andere ca. 25.000 bomen, 544 banken/ tafels, 16.000 m¹ hagen, 120 ha ecobermen en 79 ha gazons.
115
De gemeente onderhoudt het grootste deel van het openbaar groen met eigen medewerkers. Het overige deel, inclusief het inzamelen van zwerfvuil, is uitbesteed aan derden. Het onderhoud van het groen op de bedrijvenparken “Rijksweg 50” en “Zuiderzeehaven” wordt geregeld door de ondernemers zelf (parkmanagement). Het maaien van ecobermen (134 ha) is uitbesteed aan derden. Terugblik
Er zijn 2 grote (groen)reconstructies uitgevoerd aan de Rolklaver/Silene en Betonstraat/Ertsstraat. Vanwege de slechte staat zijn 197 bomen gerooid en 115 bomen herplant aan de Wittensteinse-allee.
6.560.10.00
Recreatieve havens en aanlegsteigers
Product
Recreatieve voorzieningen voor de watersport.
Doel
Een veilige en goed toegankelijke gemeente.
Beleid
Geen specifiek omschreven beleid.
Uitvoering
Bijna alle onderhoudswerkzaamheden worden uitgevoerd door derden ten aanzien van onder andere 9 verenigingshavens, 6-tal andere havens, diverse afmeervoorzieningen, trailerhellingen en 2 pontons aan de IJsselkade.
Terugblik
-
6.630.30.00
Speeltuinen en speelplaatsen
Product
(Her)inrichting, onderhoud en/of herstel door vernieuwing van speelplaatsen.
Doel
Een kwalitatief goed ingerichte, schone en veilige speelruimte.
Beleid
Is vastgelegd in het Speelruimteplan (Raad 7 september 2006). De kwaliteit (degelijkheid en veiligheid) van de speeltoestellen is wettelijk vastgelegd in het Attractiebesluit.
Uitvoering
Het onderhoud van de ca. 972 speeltoestellen over 120 speelplaatsen wordt uitgevoerd door de gemeente. Jaarlijks laat de gemeente haar speeltoestellen keuren door een particulier bedrijf. Daarnaast zijn er een 25-tal overige speelvoorzieningen zoals trapveldjes, kunstgras(wijk)veldjes en basketbalveldjes. Vanwege de bezuinigingen zal er een versobering van de voorzieningen moeten plaatsvinden. Op veiligheid mag niet worden bespaard en speelvoorzieningen in oudere wijken moeten worden ontzien (Raad 11 november 2010).
Terugblik
Gerealiseerd/gerenoveerd speelplaatsen Uitenhage de Miststraat en Sint Nicolaashof. Opdrachten uit om te realiseren Lamoraal van Egmondtstraat, Nassaustraat en de Bovenhofstraat.
6.722.00.00
Riolering en waterzuivering
Product
Onderhoud riolering met bijbehorende voorzieningen.
Doel
Voorzien in een adequate ondergrondse infrastructuur.
Beleid
Is vastgelegd in het Verbreed Gemeentelijke Rioleringsplan (VGRP) 2011-2016, inclusief de wettelijke taken op basis van de Wet Milieubeheer en Waterwet (Raad 21 juli 2011). Dit product met bijbehorende kosten heeft een direct verband met de hoogte van de gemeentelijke rioolheffing.
Uitvoering
Het betreft qua werkveld onder andere 255 km vrijverval riolering, 174 km drukriolering, ca. 19.000 straatkolken en 22.000 huis-/bedrijfsaansluitingen. Alleen kleine herstelwerkzaamheden aan rioleringen doet de gemeente zelf. De overige werkzaamheden worden uitbesteed aan derden. Maatregelen aan het riool bestaan uit het onderhouden en vervangen van bestaande riolering, het aanleggen van nieuwe riolering en uit het verbeteren van de werking van het stelsel. Het waterschap onderhoudt de 43 hoofd- en tussengemalen en bergbezinkbassinsinstallaties.
Terugblik
In 2014 zijn de werkzaamheden afgerond voor het relinen van het totale vrijvervalriool in de Burgemeester van Engelenweg, Plasweg en Engelenbergplantsoen. Het rioolgemaal Seveningen is in z’n geheel vervangen. Aan de Kamperstraatweg is een rioolgemaal opgeheven door het vrijvervalriool aan te sluiten op het gemaal Buitenwaarden. Ook is er begonnen met de aanleg van een regenwaterriool voor het afkoppelen van de Acacialaan. In de Morgenster is het vuilwaterriool vernieuwd zodat afschot nu goed is. In 2014 is het gehele rioolstelsel van de binnenstad gereinigd en geïnspecteerd. Op alle hoofdgemalen en bergbezinkbassins is ons nieuw telemetriesysteem Mousaquaweb geplaatst.
116
6.723.50.00
Openbare toiletten
Product
Onderhoud van de openbare toiletten.
Doel
Behoud van een gezond (leef)milieu.
Beleid
Geen specifiek beleid
Uitvoering
De gemeente onderhoudt de openbare toiletten zelf.
Terugblik
-
6.724.0000
Begraafplaatsen
Product
Onderhoud van de begraafplaatsen.
Doel
Bieden van voldoende en waardige rustplaatsen.
Beleid
Kwaliteitsniveau onderhoud/inrichting hoog (Raad 26 mei 2005).
Uitvoering
De gemeente onderhoudt de 6 gemeentelijke begraafplaatsen en de Joodse begraafplaats zelf.
Terugblik
Joodse begraafplaats is voorzien van nieuwe bestrating om het verzorgingshuisje en een nieuw hekwerk. Tevens zijn de grafmonumenten door de rotaryclub/vrijwilligers opgeknapt.
Diverse gebouwen Product
Onderhoud/gebruik van gemeentelijke gebouwen
Doel
Zorgen voor een goede en adequate huisvesting.
Beleid
Is vastgesteld in de Gebouwennota 2004 (Raad 2 februari 2006). Onder andere is bepaald dat er een verkoopbeleid wordt toegepast (alle niet meer voor de gemeentelijke dienstverlening noodzakelijke gebouwen afgestoten).
Uitvoering
Het onderhoud van de 120 gemeentelijke gebouwen is uitbesteed aan derden. De onderhoudsniveaus zijn:
hoog: voor representatieve- en historische gebouwen (stadhuis, museum, poorten e.d.).
gemiddeld: voor niet representatieve gebouwen (kantoren, sportgebouwen, verhuurde gebouwen e.d.).
laag: voor gebruiksgebouwen en op korte termijn af te stoten gebouwen (opslag- en stallinggebouwen e.d.).
Het onderhoud aan de gemeentelijke gebouwen gebeurt planmatig op basis van het Onderhoud Beheersplan 2009 – 2014. Terugblik
Er is een nieuw onderhoudsprogramma 2014-2019 vastgesteld.
117
Bedr agen x €1000 Begr oting 2014 Omschrijving
U
Realis atie
I
Wegen buiten de bebouwde kom
3.171
Wegen binnen de bebouwde kom
82
U 80-
I 3.164
2-
281
210-
Wijkgericht werken
217
-
83
4-
Vegen van wegen
929
35-
917
61-
51
-
42
-
5
-
5
-
Gladheidsbestrijding
324
-
260
-
Openbare verlichting
1.082
Onkruid op verharding Grafitibestrijding
Stadsbedrag
10-
1.068
1-
357
-
517
-
-
-
Overige civiele kunstwerken
675
-
619
2-
Verkeersmaatregelen
628
-
598
6-
Binnenhavens
339
284-
274
367-
Waterkering en afwatering
297
-
220
-
-
-
Mandjeswaardbrug
Afwatering groot onderhoud Waterkering en afwatering
1-
6-
297
-
220
6-
Gronden en wateren
10
91-
26
101-
Straatmarkten
80
-
81
0-
Stadserven en landerijen
53
71
2.134-
Natuurbescherming Openbaar groen Speeltuinen en speelplaatsen Riolering en waterzuivering Openbare toiletten Lijkbezorging
Gemeentelijke gebouwen
2.162-
161
-
159
3.893
-
3.896
50-
502
-
330
27-
3.705
3.856-
3.711
3.846-
20
-
14
817
959-
886
-
-
-
Panden in gemeentelijke eigendom
389
507
Huisvesting binnendienst
694
695
Huisvesting buitendienst
281
Musea en historische gebouwen U = uitgaven en I = inkomsten
118
2.642
-
1.013-
266 129-
2.463
167-
Paragraaf 4
Financiering Inleiding In de Wet financiering decentrale overheden (Wet Fido) zijn de kaders gesteld voor een verantwoorde professionele inrichting en uitvoering van de treasuryfunctie van de decentrale overheden. Deze wet zet sterk in op de eigen lokale verantwoordelijkheid. In de wet zijn normeringen vastgelegd die als richtsnoer dienen voor het lokale handelen. Echter de gemeente en de toezichthouder kunnen in samenspraak hiervan afwijken. Voorbeelden van die normeringen zijn de kasgeldlimiet, de renterisiconorm en de invulling van de publieke taak. Binnen de gemeente zijn de kaders vastgelegd in het treasurystatuut. Daarin is gedefinieerd dat de treasuryfunctie zich richt op het besturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële stromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s. Dat uit zich onder andere in een tweetal kwalitatieve randvoorwaarden voor het treasurybeleid. De eerste is dat het aangaan en verstrekken van leningen alsmede het verlenen van garanties alleen zijn toegestaan voor de uitoefening van de publieke zaak. De tweede houdt in dat uitzettingen en derivaten een behoedzaam karakter moeten hebben en niet gericht zijn op het genereren van inkomsten door het lopen van overmatige risico’s. Het beheersen van de risico’s uit zich eveneens in de kasgeldlimiet en de renterisiconorm. Kasgeldlimiet Eén van de uitgangspunten van de Wet Fido is het vermijden van grote fluctuaties in de rentelasten van openbare lichamen. Om een grens te stellen aan korte financiering (looptijd tot 1 jaar) is in de Wet Fido een wettelijk toegestane norm (de kasgeldlimiet) opgenomen. Deze wordt bepaald door het begrotingstotaal bij aanvang van het begrotingsjaar (per 1-1-2014 € 132.000.000) te vermenigvuldigen met een in de “Uitvoeringsregeling financiering decentrale overheden” vastgesteld percentage, in casu 8,5%. De doelstelling is om maximaal gebruik te maken van de kasgeldlimiet, omdat kort geld in het geval van een normale rentestructuur goedkoper is dan lang geld. De kasgeldlimiet voor 2014 was bepaald op € 11.220.000 (= € 132.000.000 x 8,5%). Per kwartaal wordt de gemiddelde liquiditeitspositie, berekend op basis van de drie kwartaalmaanden, getoetst aan het bedrag van de kasgeldlimiet. In het vierde kwartaal van 2014 is de provinciale toezichthouder ervan op de hoogte gesteld dat in het derde kwartaal 2014 de kasgeldlimiet voor de derde keer overschreden is. In januari 2015 zijn twee vaste geldleningen aangetrokken om verdere overschrijdingen te voorkomen. Renterisiconorm De renterisiconorm heeft als doel om het renterisico bij herfinanciering te beheersen. De renterisiconorm houdt in, dat de jaarlijks verplichte aflossingen en de renteherzieningen niet meer mogen bedragen dan een wettelijk vastgesteld percentage van het begrotingstotaal. Het aantal herfinancieringsvariabelen voor het bepalen van het renterisico is vereenvoudigd tot twee
119
essentiële variabelen: de jaarlijks verplichte aflossingen en de renteherzieningen. Het totaalbedrag hiervan is de leenruimte, die jaarlijks het bedrag van de norm niet mag overschrijden. Het doel van de renterisiconorm is het minder gevoelig maken van de begroting voor renteschokken bij herfinanciering en om renterisico’s te spreiden is er gekozen voor verschillende looptijden. Het percentage van de renterisiconorm is bepaald op 20. Het is voor de toezichthouder echter mogelijk om in bijzondere omstandigheden ontheffing van de norm te verlenen. Uit onderstaande tabel is af te leiden dat onze gemeente ook de komende jaren ruimschoots binnen de gestelde renterisiconorm blijft. Er is dus nog voldoende ruimte aanwezig is om aanvullende vaste financiering aan te trekken wanneer we daartoe genoodzaakt zijn. (bedragen x € 1.000) Renterisiconorm
2014
2015
2016
2017
-
-
-
-
Aflossingen
11.192
7.942
8.608
9.275
Renterisico
11.192
7.942
8.608
9.275
Renterisiconorm
26.400
33.300
27.830
27.610
Ruimte onder renterisiconorm
15.208
25.358
19.222
18.335
-
-
-
-
132.000
166.500
139.150
138.050
20
20
20
20
26.400
33.300
27.830
27.610
Renteherzieningen
Overschrijding renterisiconorm Berekening renterisiconorm Begrotingstotaal Percentage Renterisiconorm
Liquiditeitenplanning Op basis van de ervaringen in de afgelopen jaren is gebleken dat de schommeling in de behoefte aan voldoende liquiditeiten met name bepaald wordt door de ontwikkelingen binnen het grondbedrijf. Vooral de (tijdige) actualisering van de grondexploitaties is, gezien de grootte van deze geldstromen, van groot belang. De meest actuele herzieningen worden in de liquiditeitenplanning verwerkt. Uitgangspunt van de planning is dat overfinanciering voorkomen moet worden. Daarom is gekozen voor een prudente (voorzichtige) houding. Voor de behoefte aan liquiditeiten, niet zijnde het grondbedrijf, wordt vooral gekeken naar het investeringsprogramma voor de komende jaren. Als blijkt dat op basis van de planning aangetrokken langlopende leningen niet toereikend zijn, dan worden resterende tekorten zo veel mogelijk afgedekt met kasgeld, want dat is het goedkoopst. In 2014 hadden we te maken met een tekort aan financieringsmiddelen en daarom werden gedurende het jaar diverse kasgeldleningen aangetrokken. Mocht er toch sprake zijn van overfinanciering, dan moeten deze overtollige middelen vanaf eind 2013 worden aangehouden in de schatkist (boven het drempelbedrag). In 2014 heeft een dergelijke situatie zich niet voorgedaan. Financieringspositie en rentekosten In de begroting voor 2014 is per 1-1-2014 een financieringstekort berekend van ruim € 16 miljoen. Hierbij is rekening gehouden met de boekwaarden van de activa, de voorraden van de grondexploitatie, de eigen financieringsmiddelen (reserves en voorzieningen) en de vaste opgenomen geldleningen per 1 januari 2014. Het financieringstekort is het verschil tussen de totale financieringsbehoefte en de (reeds) beschikbare financieringsmiddelen. Dit tekort is in 2014, in afwijking van voorgaande jaren, begrotingstechnisch volledig afgedekt tegen een rentepercentage van 2. Ondanks het feit dat voor het aantrekken van kort geld de rentepercentages onder de 2% liggen, werd de voorkeur gegeven
120
aan een relatief behoudende insteek. Hiermee wordt voorkomen dat de gemeente Kampen bij renteverhogingen met structurele tegenvallers te maken krijgt. Bij de behandeling van de nota grondbeleid is besloten dat over het saldo van de boekwaarden van de gronden binnen het grondbedrijf de omslagrente wordt berekend. In geval er sprake is van een negatief saldo van deze boekwaarden, dan zal bij een algemeen gemeentelijke overliquiditeit een rentepercentage worden toegerekend conform de creditrentevergoeding van de rekening-courant van het concern bij BNG Bank. De ontwikkelingen van de grondexploitatie zijn van invloed op de totale financieringspositie van de gemeente. In 2014 is over de positieve en de negatieve boekwaarden van de grondexploitatie een rente toegerekend ter grootte van de gehanteerde omslagrente, c.q. 4,5%. Er is gecalculeerd met een vast renteomslagpercentage. Dit betekent dat voor alle investeringen een zelfde rentepercentage wordt berekend. Dit rentepercentage wordt ook toegerekend aan de eigen financieringsmiddelen (reserves en voorzieningen). De omslagrente voor de begroting is sinds 2011 vastgesteld op 4,5%. Uitgangspunten voor de berekening van de rentekosten zijn de werkelijke rente van de vaste geldleningen, de toegerekende rente aan de grondexploitaties en de vaste activa (beide 4,5%), een rente van 4,5% over de eigen financieringsmiddelen en 2% over het financieringstekort. Al enige jaren vindt er van tijd tot tijd binnen de gemeente Kampen enige discussie plaats over de rentetoerekening aan investeringen en exploitaties van bijv. het grondbedrijf. Ook onze provinciale toezichthouder heeft daarover in zijn toezichtsbrief, met betrekking tot de begroting 2014, enige opmerkingen gemaakt die feitelijk neerkomen op de suggestie om de rentevoet meer aan te laten sluiten op de (lagere) actuele marktrente. Daarom is besloten om de rente per 1 januari 2015 te verlagen van 4,5% naar 4%. Het financieringstekort is voornamelijk gefinancierd met kasgeldleningen. De percentages daarvan lagen tussen de nul en 0,25. Het gemiddelde percentage kwam uit op 0,18 en het gemiddelde bedrag van een kasgeldlening lag op € 16,2 miljoen. Het gemiddelde rentepercentage lag dus beduidend lager dan waar in de begroting rekening mee was gehouden. In de 1 e Berap 2014 heeft als gevolg hiervan al een aframing van de rente kortlopende leningen plaatsgevonden. Leningenportefeuille Per 1 januari 2014 bedroeg de totale hoofdsom van de vaste geldleningen € 110,3 miljoen en per 31 december 2014 bedroeg het schuldrestant € 114,1 miljoen. Laatstgenoemd bedrag bestaat enerzijds uit lineaire geldleningen die verstrekt zijn door BNG Bank (10 geldleningen), de ASN Bank N.V. (1 geldlening) en de Provincie Overijssel (1 geldlening). Daarnaast zijn er drie schulden als gevolg van de aankoop van gronden waarbij sprake is van termijnbetaling. Voor de geldleningen werd een gemiddeld gewogen rentepercentage van 4,01 per 31 december 2014 betaald. Voor 2014 was één vaste geldlening van € 15 miljoen afgesloten die begin januari uitgeleverd is. De volgende uitleveringen vinden plaats in 2015 en 2016. De rentelast voor de aangetrokken geldleningen bedroeg in 2014 € 4.815.437. Relatiebeheer Voor het reguliere betalingsverkeer heeft de gemeente een overeenkomst van financiële dienstverlening afgesloten met BNG Bank. In de overeenkomst is geregeld dat de bank een gedeelte van het kasbeheer verricht. In de financieringsovereenkomst is de kredietlimiet bepaald op € 15 miljoen. Dit heeft een gunstige invloed op het renteresultaat. Tot deze limiet kan de gemeente tegen een gunstig rentepercentage daggeld opnemen of uitzetten. De basis voor het krediet in rekening-courant is de 1-maands euribor (tarief dat de banken elkaar in rekening brengen voor het aantrekken van leningen). Kasgeld is goedkoper dan krediet in rekening-courant en daarom wordt voornamelijk gefinancierd met kasgeld. Nieuwe financieringsovereenkomst m.i.v. 2015: In 2014 is, ingaande 1 januari 2015, een nieuwe financieringsovereenkomst voor onbepaalde tijd met BNG Bank afgesloten.
121
Er is gekozen voor dezelfde gehoudenheid. Dit betekent dat de gemeente zich in beginsel bereid heeft verklaard de financieringsbehoefte voor vaste of variabele geldleningen met BNG Bank aan te gaan. Uiteraard worden ook, conform het treasurystatuut, offertes bij andere financiële instellingen opgevraagd. De te betalen rente over onze debetstand in rekening-courant (spread) is door de nieuwe overeenkomst 0,01 % lager geworden. In tegenstelling tot de “oude financieringsovereenkomst” heeft de gehoudenheid vanaf 1 januari 2015 geen betrekking meer op geldmarkttransacties. Ondanks de verhoging van de kasgeldlimiet als gevolg van de 3 decentralisaties in het sociale domein, was het toch niet nodig om de kredietlimiet te verhogen. Deze blijft dus € 15 miljoen. Voor het aantrekken van financieringsmiddelen dient op basis van het treasurystatuut bij minimaal drie partijen offerte te worden opgevraagd. Op basis van de nieuwe overeenkomst van financiële dienstverlening (gehoudenheid) wordt in ieder geval de BNG uitgenodigd om offerte uit te brengen. De gemeente geeft aan onder welke condities ze de geldlening met de financiële instelling wenst af te sluiten. Ontwikkelingen Schatkistbankieren De Wet verplicht schatkistbankieren en de ministeriële regeling schatkistbankieren voor decentrale overheden zijn per 15 december 2013 ingegaan. Alle decentrale overheden worden hierdoor verplicht om hun overtollige (liquide) middelen aan te houden in de schatkist bij het Ministerie van Financiën. Overtollige middelen zijn die middelen die decentrale overheden niet onmiddellijk nodig hebben voor de publieke taak. Ook mogen deze middelen onderling worden uitgeleend aan andere decentrale overheden. Wel is sprake van een drempel waar beneden overtollige middelen niet in de schatkist gestort hoeven te worden. De hoogte van deze drempel is afhankelijk van de financiële omvang van de begroting van een decentrale overheid. Voor onze gemeente bedroeg deze drempel in 2014 ruim € 1 miljoen. Voor beschikbare bedragen boven de gehanteerde drempel heeft een decentrale overheid dus niet meer de vrijheid om deze naar eigen inzichten weg te zetten bij financiële instellingen, maar deze moeten in de schatkist aangehouden worden. Onze gemeente had geen overtollige middelen in 2014 en hoefde daarom ook geen middelen in de schatkist aan te houden. Wet Houdbare Overheidsfinanciën (HOF) De wet Hof is op 11 december 2013 officieel gepubliceerd. Het doel van deze wet is beperking van het Nederlandse begrotingstekort (EMU-saldo) tot maximaal 3% van het bruto binnenlands product (BBP). Gemeenten krijgen daarvan in 2014 0,32 % voor hun rekening. Met dit plafond wordt de groei van de netto schuld van de gezamenlijke gemeenten in een jaar beperkt. In de wet zijn als EMU-normen opgenomen: de hoogte (plafond) van de bruto overheidsschuld van een land (de EMU-schuld) mag niet hoger zijn dan 60% van het BBP; de jaarlijkse groei van de netto overheidsschuld (EMU-saldo/tekort) mag niet hoger zijn dan 3% van het BBP. De EMU-normen zijn bedoeld om de landen van de Europese Monetaire Unie en hun gemeenten te behoeden voor te hoge overheidsschulden. Zoals hierboven aangegeven krijgen alle gemeenten samen een plafond voor het totale EMU-tekort. Daarnaast krijgt elke individuele gemeente jaarlijks een individuele referentiewaarde voor het EMU-tekort toegewezen. Overschrijding van de individuele referentiewaarde wordt niet onmiddellijk gevolgd door een sanctie, welke bestaat uit een korting op de algemene uitkering. Pas als het plafond voor het EMU-tekort van de gezamenlijke gemeenten wordt overschreden, kan de individuele referentiewaarde voor het EMU-tekort een rol gaan spelen In de wet Hof is de mogelijkheid van een sanctie opgenomen als gemeenten hun aandeel in het EMU-tekort (blijvend) overschrijden. Bestuurlijk is echter afgesproken de sanctie deze kabinetsperiode niet toe te passen en daarmee is er feitelijk nu (nog) geen sprake van een nationale sanctie.
122
In de Kamer is overigens een motie aangenomen die de strekking heeft dat de wet Hof investeringen van decentrale overheden niet mag belemmeren en ook niet mag leiden tot het verlies van werkgelegenheid. Single Euro Payments Area (SEPA) Kortweg gezegd betekent Sepa de vorming van een uniforme Europese betalingsmarkt die consequenties heeft voor de manier waarop we binnen Europa betalingen doen en ontvangen. Elke burger heeft dit overigens gemerkt, ondermeer doordat men een nieuw bankrekeningnummer heeft gekregen, het IBAN. In november 2010 is met het oog op het organiseren van Sepa binnen de gemeente Kampen een werkgroep ingesteld. Voor de gemeente betekende het nl. dat alle systemen, (bank)contracten, processen en uitingen waarop bankrekeningnummers stonden, moesten worden aangepast aan de eisen van de Europese betaalmarkt. Uiterlijk 1 februari 2014 moest Sepa geïmplementeerd zijn binnen onze organisatie. Dit is ook gelukt. Echter de deadline is op een gegeven moment, op voorstel van de Europese Commissie, wettelijk verschoven naar uiterlijk 1 augustus 2014. Tot die datum mochten banken oude rekeningnummers nog automatisch omzetten naar het nieuwe IBAN. Genoemde werkgroep is destijds begonnen met het inventariseren van zaken die aangepast moesten worden. Steeds is dit gedaan in overleg met de direct verantwoordelijken. De organisatie is, waar nodig, geïnformeerd via intranet en er zijn presentaties gehouden voor direct betrokkenen. De aan te passen systemen en applicaties zijn vervolgens getest op het “SEPA-proof” zijn. De in de software aanwezige bankrekeningnummers zijn omgezet naar IBAN. Sepa had ook consequenties voor formulieren/uitingen (denk aan de aanpassing van sjablonen en formats). Ook is het incassoreglement aangepast. Er is eveneens bekeken of het gebruik van de acceptgiro afgeschaft kon worden. Afschaffing bracht in 1e instantie het risico van het handmatig moeten afboeken van ca. 50.000 mutaties met zich mee. Later bleek dat de acceptgiro wel afgeschaft kon worden. De software–pakketten bleken toch geschikt te zijn voor een juiste verwerking van mutaties en per 1 november 2014 zijn ze afgeschaft. Over deze afschaffing is overigens overleg geweest met verschillende ouderenbonden. Het beleid van de gemeente Kampen is op het stimuleren van de automatische incasso gericht.
123
Paragraaf 5
Bedrijfsvoering Inleiding De bedrijfsvoering heeft betrekking op alle ondersteunende activiteiten die nodig zijn om de doelstellingen van de gemeente Kampen te realiseren en ondersteunt daarmee de programma’s uit de programmabegroting. De traditionele bedrijfsvoering was veelal intern gericht. De afgelopen jaren worden andere eisen aan gemeenten gesteld waardoor de bedrijfsvoering meer extern gericht is. De burger mag verwachten dat de gemeente rechtmatig handelt, dat de middelen doelmatig en doeltreffend besteed worden en dat de gemeente responsief, betrouwbaar en transparant is. Wel hebben financiële ontwikkelingen op rijksniveau en de daaruit vloeiende bezuinigingen z’n weerslag op de bedrijfsvoering. In deze paragraaf komen de volgende onderwerpen aan de orde: Organisatieontwikkeling Personeel Dienstverlening Informatieveiligheid Subsidieverwerving Juridische kwaliteitszorg Administratieve organisatie en interne controle Leanmanagement Onderzoeksprogramma Loonsomsystematiek Communicatie Facilitaire dienstverlening Inkoop en aanbesteding Organisatieontwikkeling De verhouding tussen overheid en samenleving is sterk in beweging. De rol van de overheid verandert: soms dichterbij en méér sturend, soms met meer afstand, ruimte latend, en minder zelf aan zet. Beleid wordt steeds meer een interactieve inspanning. Dit vergt speciale competenties van onze medewerkers: initiatief nemen, een ondernemende opstelling, achter het bureau vandaan de samenleving in, uitnodigend, samenbrengend en verbindend. In 2014 is op basis van ‘Kampen Merkbaar Beter’ en de daaruit voortvloeiende ‘Visie op de doorontwikkeling van de gemeentelijke organisatie in een veranderende samenleving’ verder vorm en inhoud gegeven aan die doorontwikkeling en aan de verbetering van de interne bedrijfsvoering. Hierbij is Investors in People (IIP) weer als hulpmiddel gebruikt. In 2014 heeft de gemeente Kampen de IIP-accredidatie gecontinueerd, en daarbij als eerste gemeente in Nederland de status brons behaald. Op basis van de in 2014 uitgevoerde IiP- review wordt een continu ontwikkel- en verbeterplan opgesteld, met daarin kansrijke
124
punten die onze organisatie helpen om zich nog verder te verbeteren. Ook is in 2014 een medewerkerstevredenheidsonderzoek uitgevoerd (MTO Plus IiP). De uitkomsten van dit onderzoek worden betrokken bij het eerder genoemde ontwikkel- en verbeterplan IiP. Tevens is een traject (organisatiebrede training) gericht op Omgevingsbewust werken voorbereid. Factor C is een methodiek die uitstekend als katalysator voor het veranderproces richting omgevingsbewust werken kan dienen. De training Factor C vindt plaats in de eerste helft van 2015. Verder zijn in 2014, op basis van een eerdere startnotitie mobiliteit, voorbereidingen getroffen voor een kadernota mobiliteit. Hierin staat wat we met het mobiliteitsbeleid willen bereiken en welke instrumenten daarvoor de komende jaren worden ingezet. Op medewerkersniveau gaat het daarbij onder andere om het vergroten van de (duurzame)inzetbaarheid en het bevorderen van doorstroming. Op organisatieniveau willen we dit onder meer bereiken door het bevorderen van een evenwichtige opbouw van het personeel (Strategische Personeelsplanning) en het bieden van loopbaanmogelijkheden voor medewerkers. In dat kader wordt ook bezien hoe de vergroening van de organisatie kan worden gestimuleerd en verdere vergrijzing waar mogelijk voorkomen. De kadernota Mobiliteit wordt in 2015 afgerond en vervolgens wordt het beleid geïmplementeerd. In 2014 is voor de gemeente Kampen het integriteitsbeleid vastgesteld. Onderdeel van het beleid is onder meer de vaststelling van een aangepaste gedragscode voor ambtenaren. Met het integriteitsbeleid willen we het integriteitsbewustzijn binnen de organisatie bevorderen, en daarmee het bestuur, de organisatie en de medewerkers weerbaar maken tegen integriteitsinbreuken. In de nota staat onder meer welke instrumenten (regelingen en procedures) worden ingezet om dit te bereiken. De gemeente Kampen past nu ruim zes jaar Het Nieuwe Werken (HNW) toe. We maken onder meer gebruik van flexibele werktijden en medewerkers kunnen E-werken (tijd- en plaatsonafhankelijk werken). HNW kan worden gedefinieerd als een slimmere manier van werken, die mensen in staat stelt het maximale uit zichzelf te halen en maximaal bij te dragen aan het bereiken van de organisatiedoelen. In 2014 is gestart met een verkenning van de haalbaarheid en wenselijkheid om de werkomgeving en de werkprocessen meer af te stemmen op HNW. In 2015 wordt dit onderzoek afgerond. Personeel In 2014 heeft de organisatie zich verder voorbereid op de uitvoering van de additionele taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden die voortvloeien uit de drie decentralisaties in het sociale domein. Een stevige opgave en grote uitdaging, omdat we daarnaast op kosten moeten besparen en we de kwaliteit van de dienstverlening naar burgers en bedrijven willen verhogen. Deze ontwikkelingen vragen een aanpak zoals verwoord in Kampen Merkbaar Beter en de daaruit voortvloeiende ‘Visie op de doorontwikkeling van de gemeentelijke organisatie in een veranderende samenleving’ Verder is in 2014 een start gemaakt met strategische personeelsplanning en het strategisch HR beleid voor de organisatie. Het beleid moet er aan bijdragen dat de medewerkers in staat zijn er aan bij te dragen dat de beleidsdoelen die zijn verwoord in Kampen Merkbaar Beter worden gerealiseerd. Begin 2015 wordt de kadernota HR beleid afgerond. In 2014 is de lokale brandweer overgegaan naar de regio. Verder is de Stadsgehoorzaal verzelfstandigd en is een aantal bedrijfsvoeringstaken (incl. medewerkers) overgegaan naar het Shared Service Centrum. Het managementteam is in 2014 kleiner geworden omdat de ontstane vacature eenheidsmanager Publieksdienstverlening niet opnieuw is ingevuld. De eenheidsmanager Interne Dienstverlening stuurt nu ook de eenheid Publieksdienstverlening aan. Door deze organisatieaanpassingen is de totale formatie van de gemeente Kampen in 2014 met circa 30 fte afgenomen tot circa 370 fte. In 2015 wordt een verdere reductie van de formatie verwacht. Dienstverlening In de eerste helft van 2014 hebben we organisatiebreed Digitaal Zaakgericht werken ingevoerd. Hiermee handelen we bijna alle inkomende poststukken zaakgericht af, waarmee we onze dienstverlening verbeteren en transparanter maken. Met de
125
implementatie zijn we een drempel over gegaan. Met de doorontwikkeling van Zaakgericht werken zullen we de voordelen optimaal gaan benutten. Om de decentralisaties in het sociale domein qua informatievoorziening aan te kunnen, hebben we in 2014 een regiesysteem geïmplementeerd. Hiermee kunnen we invulling geven aan het principe van één gezin, één plan, één regisseur. De focus lag vooral op de transitie, waarmee we hebben bereikt dat we klaar zijn voor de nieuwe taken. De transformatie, waarbij het domein anders wordt vormgegeven, volgt de komende jaren. Informatieveiligheid Vanaf dit jaar wordt in de paragraaf bedrijfsvoering van de jaarrekening geïnformeerd over informatieveiligheid. Dit vloeit voort uit de Resolutie ‘Informatieveiligheid, randvoorwaarde voor de professionele gemeente’. In deze resolutie onderschrijft iedere gemeente een informatiebeveiligingsbeleid vast te stellen aan de hand van de Baseline Informatiebeveiliging voor Gemeenten (BIG). In Kampen is het informatiebeveiligingsbeleid op 26 november 2013 vastgesteld. Dit beleid is gebaseerd op de Baseline Informatiebeveiliging voor Gemeenten (BIG). De jaren 2015 en 2016 worden gebruikt om in nauwe samenwerking met de gemeente Zwolle, de provincie Overijssel en het SSC het informatiebeveiligingsbeleid te implementeren. Om na te gaan of de gemeente in control is op het gebied van informatieveiligheid zijn in 2014 de volgende toetsingen uitgevoerd:
Zelfevaluatie Basisregistratie Persoonsgegevens en Reisdocumenten
Zelfevaluatie Suwinet
DigiD beveiligingsassessment
Aanval- en penetratietesten, waarbij het netwerk en de systemen, zoals firewalls, webservers en mailservers, maar ook applicaties worden aangevallen op een manier waarop een hacker dit ook zou doen
De resultaten van deze onderzoeken zijn positief. Kampen scoort een ruime voldoende tot goed op deze onderdelen. De gemaakte opmerkingen/aanbevelingen worden ter verbetering meegenomen om tot een nog hoger beveiligingsniveau te komen. Overigens hebben zich in 2014 zich geen noemenswaardige beveiligingsincidenten voorgedaan. De gemeente Kampen is aangesloten bij de Informatiebeveiligingsdienst (IBD) een gezamenlijk initiatief van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en het Kwaliteitsinstituut Nederlandse Gemeenten (KING). De IBD is er voor alle gemeenten en richt zich op bewustwording en concrete (incident)ondersteuning aangaande informatiebeveiliging. Subsidieverwerving In de notitie ‘Kansen met Europa’ die begin 2014 door het college is vastgesteld zijn de volgende drie thema’s als focus neergelegd voor subsidieverwerving voor Kampen en haar (regio) partners: Havens en TEN-T, arbeidsmarktsubsidies en ESF, innovatie en EFRO. Voor 2014 zijn verder de volgende subsidie-activiteiten ondernomen:
Voorbereiding LEADER (plattelandsontwikkeling) aanvraag Samen met acht gemeenten en waterschap in Noord Overijssel;
Onderzoek subsidiemogelijkheden ten aanzien van Hanzedagen en Kogge;
Ondersteuning en het faciliteren van de uitvoering van de subsidiepilot “Kampen opent Poorten” met partners in de binnenstad;
Steeds meer ligt de focus op het informeren van netwerkpartners en bedrijven over subsidiemogelijkheden. Deze beweging ‘ naar buiten’ wordt in 2015 doorgezet. Slim, duurzaam en sociaal zijn de kernwoorden onder het Europese subsidiebeleid waarbij de begunstigden vooral private partners en onderzoekinstellingen zijn. Gemeenten kunnen aanjagen en een platform bieden.
126
Juridische kwaliteitszorg Juridische kwaliteitszorg is het geheel van maatregelen dat wordt getroffen om juridische risico’s en daarmee samenhangende schade te voorkomen of te beperken. Het gaat om het waarborgen en versterken van de juridische kwaliteit en het bewust omgaan met juridische risico’s, waardoor bijvoorbeeld onnodige vertragingen, kosten en (schade)claims worden voorkomen of beperkt. Het voeren van informeel overleg en inzetten van mediationvaardigheden is inmiddels een vast onderdeel van de bezwaarschriftenprocedure. Het aantal bezwaarschriften is afgenomen en een groot percentage wordt zonder tussenkomst van de bezwaarschriftencommissie afgedaan. Het (verder) implementeren van deze aanpak in de primaire fase van besluitvorming wordt voorbereid. In het afgelopen jaar was sprake van een aanzienlijk groter aantal ingebrekestellingen wegens vermeend niet tijdig beslissen (42 ingebrekestellingen in plaats van 14 in 2013). In slechts 19% van de gevallen was de beslistermijn daadwerkelijk verstreken. Het merendeel van die aanvragen/bezwaren is alsnog spoedig afgehandeld zonder dat een dwangsom is verbeurd. In 4 zaken is tot uitbetaling overgegaan. Bij de totstandkoming en actualisering van regelgeving wordt nadrukkelijk aandacht besteed aan deregulering, flexibilisering en administratieve lastenverlichting (bijvoorbeeld herziening Algemene subsidieverordening en subsidieregelingen begin 2014 en de verordeningen sociaal domein eind 2014). Vanuit de eenheid Ruimtelijke Ontwikkeling wordt een pilot ‘ontslakking’ c.q. vermindering regelgeving voorbereid. Er is sprake van een (verdere) toename van (deels oneigenlijke) verzoeken op grond van de Wet openbaarheid van bestuur en daarmee samenhangende ingebrekestellingen en bezwaren. Behandeling van deze verzoeken vindt gecentraliseerd plaats om risico’s bij afhandeling te beperken en actuele kennis/ervaring te borgen. In het juridisch vakberaad komen ontwikkelingen op het gebied van wet en regelgeving aan de orde en vindt afstemming plaats. Naast dit interne beraad wordt er tevens samengewerkt met een groot aantal andere gemeenten in een regionaal juridisch overleg . Ook neemt Kampen deel aan de landelijke Vereniging Juridische Kwaliteitszorg voor gemeenten. Administratie Organisatie en Interne Controle Controles en rapportages zoals opgenomen in het concernbrede controleplan en de diverse specifieke controleplannen en protocollen zijn adequaat en tijdig uitgevoerd. De belangrijkste bevindingen zijn opgenomen in de controlletter die periodiek wordt opgesteld voor de directie door de concerncontroller. In 2014 is gestart met het uitvoeren van acties uit het verbeterplan interne controle. Daarbij is prioriteit gegeven aan het vernieuwen van het interne controleplan en is er nadere invulling gegeven aan het risicomanagement bij eenheden. Voor wat betreft het vernieuwen van het interne controleplan zijn er verbijzonderde controles uitgevoerd in het kader van de financiële verantwoording van de prestaties uit het provinciaal Meerjarenprogramma (pMJP) en naar inkoop- en aanbestedingen. Ook zijn er IC-werkprogramma’s ontwikkeld voor de personeels- en salarisadministratie. Samen met de SSC partners (gemeente Zwolle en Provincie Overijssel) is toe gewerkt naar een uniform normenkader voor de processen inkoop en aanbesteden, personeelsen salarisadministratie en ICT. Voor de invoering van risicomanagement in het sociale domein is de eenheid Maatschappelijke ontwikkeling ondersteund/begeleid. Dit is in het voorjaar van start gegaan met een sessie waar vooral het risicobewustzijn voorop stond. In het najaar heeft er een nadere risico-inventarisatie plaats gevonden. De aanbevelingen uit het rekenkameronderzoek ‘Kaderstelling Decentralisaties Kampen’ zijn daarbij meegenomen. In 2014 is ook het Controleprotocol Jaarrekeningen 2014 - 2018 Gemeente Kampen ontwikkeld en vastgesteld. Het bijbehorende externe normenkader en het interne normen- en toetsingskader is ook actueel.
127
Lean management Voor onze organisatie is het van groot belang om processen zo optimaal mogelijk uit te voeren. Optimaal in het kader van voortdurende verbetering van onze dienstverlening, maar ook met zo min mogelijk verspilling van tijd en capaciteit. We streven naar een slanke, flexibele en efficiënt ingerichte organisatie. Om dit te bereiken wordt sinds 2012 (onder meer) de Leanmethodiek gehanteerd: betrokken medewerkers herijken onder begeleiding van interne Lean-begeleiders processen vanuit de focus op klantwaarde en het elimineren van overbodige stappen. In 2014 werden drie leantrajecten uitgevoerd: de processen aanvraag burgerinitiatieven, verkoop bouwgrond en inrichting openbare ruimte. De evaluatie van afgeronde verbetertrajecten is voorbereid en begin 2015 uitgevoerd. Tevens wordt er een integraal Lean-plan opgesteld om de inzet van de Lean-methodiek nader richting te geven en te borgen. Na selectie worden ook een aantal processen in 2015 weer ‘geleand’. Onderzoeksprogramma In juni 2014 is een overkoepelende rapportage van de uitvoering van het onderzoeksprogramma 2013 gemaakt en ter informatie aangeboden aan de raad en rekenkamercommissie. Het college heeft op 11 november 2014 het onderzoeksprogramma voor 2015 vastgesteld. De voorgenomen onderzoeken uit het onderzoeksprogramma 2014 zijn (nog) niet allemaal uitgevoerd. Het jaarlijkse onderzoeksprogramma bestaat uit peilingen onder het burgerpanel van de gemeente Kampen, een aantal landelijke benchmarks/monitors en onderzoeken uitgevoerd in het kader van art. 213A gemeentewet (doelmatigheid- en doeltreffendheidonderzoeken). Het digitale burgerpanel is geraadpleegd in het kader van de sociale index. Bij deze raadpleging zijn vragen gesteld over verschillende aspecten, zoals gezondheid, opleiding, inkomen, veiligheid en voorzieningen. Tegelijkertijd zijn vragen gesteld over beheer en onderhoud openbare ruimte. Mede gezien deze diversiteit aan onderwerpen waren er dit jaar geen andere geschikte onderzoeksvragen die aanleiding gaven om aan het digitale burgerpanel voor te leggen. De uitvoering van het art. 213A onderzoek herijking subsidies zal in 2015 uitgevoerd worden. De resultaten van de diverse onderzoeken zijn gebruikt bij het evalueren en ontwikkelen van beleid. De resultaten waren ook van belang voor effectindicatoren zoals opgenomen in de Programmabegroting. Bovendien zijn de onderzoeksresultaten gebruikt bij de evaluatie van de Uitvoeringsagenda College 2010-2014. Loonsomsystematiek De kaders/uitgangspunten voor de loonsomsystematiek en de wijze van rapporteren liggen vast in de ‘nota Bedrijfsvoering 2011-2014’. De organisatie werkt met een lumpsumbudget waarbij de eenheden een vast bedrag voor de loonkosten krijgen toebedeeld. Hierop zijn een aantal spelregels en voorwaarden van toepassing. Bij de gemeente Kampen zijn er ontwikkelingen op het gebied van samenwerking en uitbesteding van taken van invloed geweest op de overhead. Zo vindt samenwerking plaats in de vorm van een Shared Service Center en is er een regionale uitvoeringsdienst gevormd (RUD) gevormd. Daarnaast is per 1 januari 2014 de Brandweer overgegaan naar de veiligheidsregio en heeft verzelfstandiging plaatsgevonden van de stadsgehoorzaal. De huidige wijze van kostentoerekening van bijvoorbeeld huisvesting en ondersteunende diensten wordt onder de loep genomen. Tevens wordt gekeken op welke wijze eventueel de verrekensystematiek kan worden aangepast bij wijzigingen in de formatie. De loonsom van de gemeente kampen bestaat uit een drietal vaste componenten, te weten:
de loonkosten van de medewerkers in actieve dienst. Dat zijn de medewerkers van alle eenheden (inclusief directie en griffie;
128
de loonkosten geraamd voor het College, de Raad en niet actief personeel;
de kosten, op basis van besluitvorming door de gemeenteraad, voor de bovenformatieven.
Kosten bedrijfsvoering (x €) / - bedragen = voordeel Loonkosten
Begroting 2014
Begroting 2014 na wijziging
Realisatie 2014
Medewerkers vaste dienst Raad,College, niet actief personeel Bovenformatieven
23.641.000 1.471.000 128.000
22.573.358 1.470.581 128.000
Verschil realisatie en begroting na wijziging 22.116.941 -456.417 1.599.312 128.731 137.335 9.335
Totaal
25.240.000
24.171.939
23.853.588
-318.351
De meeste begrotingwijzigingen worden verder toegelicht in de 1e en 2e bestuursrapportage 2014. Het verschil tussen de realisatie en vastgestelde begroting 2014 wordt voornamelijk veroorzaakt bij de geraamde loonkosten voor medewerkers in vaste dienst door onder andere onbenutte vacatureruimte. Bij de loonkosten raad, college en niet actief personeel wordt het nadeel voornamelijk veroorzaakt door voormalig personeel brandweer (€ 54.000; waren niet begroot en deze kosten lopen af in 2015) en meer wachtgeld in verband met vertrek wethouders (€ 83.000). Communicatie Zoals gepland is in 2014 het accent van de communicatie steeds meer op het vijfde speerpunt van de toekomstvisie Kampen Merkbaar Beter komen te liggen: burgerkracht. Dit speerpunt richt zich op onze inwoners en de daarbij horende andere manier van werken binnen de gemeente Kampen. Dit heeft veel invloed op communicatie omdat bij de start van een project of actueel politiek onderwerp men zich veelal eerst over de communicatieve aspecten moet gaan buigen. Een mooie uitdaging hiervoor was natuurlijk de voorbereiding van de drie decentralisaties in het sociaal domein. Deze grootste decentralisatieoperatie bij de overheid heeft ook haar impact op communicatie gehad. Eén van de collega’s is hier helemaal voor vrijgemaakt en tevens is hier nog extra capaciteit op ingehuurd. Een ander zichtbaar feit is de voorbereiding van herinrichting van de hal van het stadhuis. In plaats van wachtruimte, staat de hal nu ook in het teken van ontmoeten en communicatie met inwoners en ondernemers. In 2014 zijn we gestructureerd aan de slag gegaan met mediamonitoring en webcare. Dit is een tool waarmee publiciteit, dus omvang en sentiment, gemonitord kan worden. Vanaf het eerste kwartaal 2014 kon de hele organisatie hiermee gaan werken. Dit laatste is nog niet goed van de grond gekomen. Daarom integreren we voor 2015 het toepassen van mediamonitoring in de training omgevingsgericht werken. In 2014 heeft communicatie ook meer inzet gehad op de marketing van de stad. Dit kwam doordat zowel het beleid als de organisatie opgezet moesten worden. Daarnaast vraagt het overleg met de diverse doelgroepen in de stad veel tijd, omdat we de stadsmarketing meer in de stad willen leggen. Het laatste kwartaal heeft zich gekenmerkt door een aantal incidenten in calamiteitensfeer; de brand bij Regeling en de vogelgriep in Kamperveen. De aandacht van de landelijke media legt veel druk op het communicatieteam, zowel tijdens de calamiteit als daarna. Desondanks is de uitvoering goed verlopen. In 2014 hebben we erop ingezet dat we meer met standaarden gaan werken in plaats van met maatwerk. Dit betekent dat het cluster communicatie zich ontwikkelt van pure uitvoerder naar adviseur/facilitator. Tegelijkertijd is de formatie in het 2e helft van 2014 afgenomen. Dit betekent dat het team communicatie nog beter haar inzet moet afwegen in relatie tot het strategische belang van het onderwerp. Facilitaire dienstverlening In 2014 is de cateringdienst Europees aanbesteed en heeft Appèl Catering na 10 jaar het contract overgenomen van Eurest Catering voor het exploiteren van het bedrijfsrestaurant in het stadhuis en het verzorgen van de banquetingactiviteiten (vergaderlunches en recepties). Telefonie is eind 2014 overgedragen aan SSC-ICT omdat telefonie steeds meer ICT-componenten bevat. SSC-ICT was al verantwoordelijk voor telefonie van de twee andere SSC-partners.
129
Inkoop en aanbesteding Per 1 april 2013 is de Aanbestedingswet 2012 in werking getreden. Het inkoop- en aanbestedingsbeleid is eind 2013 hierop aangepast. Met name in het eerste half jaar van 2014 lag de focus nog op goed doorvoeren van de gewijzigde wet- en regelgeving binnen de dagelijkse inkooppraktijk. Het Shared Service Centrum Inkoop en Contractmanagement (SSC I&C) biedt vanaf 2014 haar diensten aan middels een gestandaardiseerde producten en dienstencatalogus (PDC) waarbij alle bijbehorende processen zijn geharmoniseerd voor de drie moederorganisaties. Tevens is in 2014 een aantal projecten opgestart ter optimalisering van de uitvoering van de inkoop bij de drie organisaties, het borgen van continuïteit en uniformeren van informatie. Dit alles met als doel gerichte acties te kunnen uitzetten voor het realiseren van synergie en besparingen. Deze projecten zijn: 1.
Pilot categoriemanagement. Besloten is om met een beperkte pilot van één categorie te beginnen. Doel van deze
pilot is om aan te tonen dat categoriemanagement leidt tot reële besparingen waarna we categoriemanagement ook breder kunnen gaan implementeren. Gestart is met het incasseren van een aantal quickwins door contracten samen te voegen en/of gezamenlijk uit te nutten. 2.
Voor de ondersteuning van het inkoopproces op operationeel, tactisch en strategisch nivo is IMS (Inkoop
Management Systeem) als tool geïmplementeerd. Het IMS levert informatie over prestaties van leveranciers en realisatie van contracten, organiseert operationele en tactische inkoop en geeft informatie over besparingsmogelijkheden voor inkoop trajecten (spendanalyse /categoriemanagement). Besloten is om het IMS gefaseerd op te tuigen, in de eerste fase vindt geen aansluiting op de financiële en document management systeem van de klantorganisaties plaats. Later wordt een beslissing genomen of deze aansluiting alsnog wordt gerealiseerd op basis van een impact analyse en/of kostencalculatie. Sinds 1 april 2013 geldt de Aanbestedingswet 2012 voor alle aanbestedingen door (semi-) publieke instellingen in Nederland. Met deze nationale wet geeft Nederland invulling aan de Europese richtlijnen voor aanbesteden. In het tweede kwartaal 2014 is het herziene inkoopbeleid door college vastgesteld. Daarna lag de focus op het goed doorvoeren van de gewijzigde wet- en regelgeving en het beleid binnen de dagelijkse inkooppraktijk. Speerpunten zijn onder andere: Social Return en leer/werktrajecten Duurzaam inkopen en maatschappelijk verantwoord ondernemen Oog hebben voor lokale economie en midden en kleinbedrijf. Per 1 januari 2013 is de inkoopadvisering ondergebracht binnen het Shared Service Centrum Inkoop en Contractmanagement (SSC-I&C). Binnen dit samenwerkingsverband is in 2014 gestart met het inrichten van demand- en accountmanagement om het samenwerkingsverband te optimaliseren voor de drie partnerorganisatie. In 2014 is de productendienstencatalogus en de dienstverleningsovereenkomst opgesteld door het demand- en accountmanagement. Deze worden in 2015 vastgesteld door het secretarissenberaad. Het doel voor 2014 was dat de SSC-partners zich maximaal inzetten op het gezamenlijk uitvoeren van aanbestedingstrajecten. Bij de start van aanbestedingstrajecten onderzoekt SSC allereerst de mogelijkheid om dit gezamenlijk te doen. Tevens wordt initiatief genomen om per categorie met voorstellen voor gezamenlijk aanbesteden te komen.
130
Paragraaf 6
Verbonden partijen Inleiding Een verbonden partij is een privaat- dan wel publiekrechtelijke organisatie waarin de gemeente een bestuurlijk én een financieel belang heeft. Bestuurlijk belang betekent dat de gemeente een zetel in het bestuur heeft van een rechtspersoon of stemrecht heeft. Onder financieel belang wordt verstaan dat de gemeente de ter beschikking gestelde middelen kwijtraakt ingeval van faillissement van de verbonden partij en/of als de financiële problemen bij de verbonden partij verhaald kunnen worden op de gemeente. In deze paragraaf treft u een overzicht aan van de verbonden partijen met een terugblik op 2014. Onder Verbonden partijen vallen: A. (participaties in) deelnemingen, B. gemeenschappelijke regelingen, C. stichtingen en verenigingen. Het verstrekken van subsidies aan instellingen valt in de meeste gevallen niet onder het hier bedoelde begrip verbonden partijen, omdat geen sprake is van een bestuurlijke participatie en bij faillissement geen sprake is van juridische aansprakelijkheid.
A. Deelname in vennootschappen Kampereiland Vastgoed NV (Programma 4) Op 23 oktober 2007 is de akte van oprichting gepasseerd van de Kampereiland Vastgoed NV. Alle aandelen zijn in bezit van de gemeente Kampen. In de statuten is het doel van de Vastgoed NV vastgelegd, te weten: de van de gemeente Kampen in eigendom verkregen onroerende zaken met al de aanhorigheden, opstallen en wateren, plaatselijk bekend Kampereiland en omstreken, als ongedeeld erfgoed te behouden en te bewaren; een redelijk rendement behalen op de bezittingen van de vennootschap; zorg te dragen voor natuur en landschap; het pachtbeleid Kampereiland uitvoeren.
Bestuur De Vastgoed NV wordt bestuurd door de Beheer NV waarvan de aandelen in bezit zijn van de Vastgoed NV. De Beheer NV dient de Vastgoed NV te besturen in overeenstemming met de doelstelling zoals die is neergelegd in de statuten van de Vastgoed NV. De directie van de Beheer NV wordt bij overeenkomst uitgeoefend door Rentmeesterskantoor Noorderstaete. Het toezicht op het bestuur van de Vastgoed NV wordt uitgeoefend door de Raad van Commissarissen die worden benoemd door
131
de aandeelhouder, i.c. de gemeente Kampen. Gezamenlijk vormen de Vastgoed NV en de Beheer NV het Verpachtbedrijf dat naar buiten treedt onder de naam “de Stadserven”. Het aandelenkapitaal omvat: uit te geven
nominaal
aandelen 45
maatsch.
geplaatste
geplaatst
aandelen
waardering
verhouding
vermogen
aandelen
kapitaal
Kampen
deelneming
t.o.v. totaal
€ 45.000
45
€ 45.000
45
€ 45.000
100,00%
€ 1000
Terugblik/Jaarcijfers In mei 2014 zijn in de aandeelhoudersvergadering de jaarcijfers 2013 vastgesteld. In het boekjaar 2013 is een resultaat behaald van € 1.974.844. Van dit resultaat is € 59.854 toegevoegd aan de overige reserves van Kampereiland Vastgoed N.V.. Het restant € 1.914.990 is uitgekeerd als dividend. Deze reserve wordt door de Stadserven aangewend voor aankoop van gronden in de Ketelpolder en/of andere agrarische gronden. Met deze geplande aankopen wil ze haar bezit in stand houden (er zijn een aantal verkopen geweest bijv. in het kader van de bypass). Met ingang van 1 januari 2013 zijn de gronden en opstallen geherwaardeerd naar de actuele waarde, in plaats van de gefixeerde waarden van € 100.000.000. De reden hiervoor was om meer inzicht te krijgen in de vermogenspositie en de daaraan gerelateerde posten. Vanaf 2013 worden aan- en verkopen op de waarden gemuteerd. Voor de herwaardering is een herwaarderingsreserve gevormd.
Structuurfonds Om ook in de toekomst aan de 4 hoofddoelstellingen te kunnen voldoen, is duurzame landbouw, verbreding en verdieping noodzakelijk. Bij de oprichting werd door de raad daarom de opdracht meegegeven om een nadere invulling te geven aan het structuurfonds. Dit heeft inmiddels geresulteerd in het project Weidse Waarden. De Stadserven wil vanuit dit fonds pachters ondersteunen zelf bedrijfsplannen te ontwikkelen die de landbouw en het gebied perspectief bieden op het gebied van verduurzaming, verbreding en verdieping. In 2013 is de eerste fase succesvol afgerond. Circa een derde van de contracthouders was betrokken bij een of meerdere thema’s. Het fonds wordt gevoed met incidentele baten en cofinanciering. Per 31 december bevatte het fonds € 685.569. Het project Weidse Waarden eindigde per 31 december 2014.
Risico-inventarisatie De gemeente Kampen is volledig eigenaar van deze vastgoed NV die is opgericht om de in eigendom verkregen onroerende zaken, Kampereiland en omgeving, zo goed mogelijk te beheren en te zorgen voor het behalen van een redelijk rendement op de bezittingen. Jaarlijks zal dit voor een dividenduitkering aan de gemeente Kampen zorgen. Belangrijkste risico is wijziging in de Pachtwet, waardoor de exploitatie negatief beïnvloed wordt. Een tegenvallende exploitatie kan leiden tot een lagere dividenduitkering. Deze pachtprijzen zijn uiteindelijk sterk afhankelijk van de wereldmarktprijzen voor melk en grondstoffen en van de uitwerking van het Gemeenschappelijk Landbouw Beleid. Daarnaast zijn de waterschapslasten een grote post op de begroting. Deze worden van overheidswege wettelijk vastgesteld dus ook hier heeft de Stadserven geen invloed op. De waterschapslasten laten de laatste jaren een iets dalende trend zien, maar deze zouden vanwege indexering van kosten wellicht licht gaan stijgen. In 2014 is het risico onderkent dat Kampereiland Vastgoed NV per 1 januari 2016 vennootschapsbelasting (VPB) plichtig wordt door de invoering van de VPB plicht voor overheidsbedrijven. In 2015 wordt nader onderzocht worden of de huidige structuur van de NV in relatie met de diverse activiteiten mogelijkheden geeft dit VPB risico tot een minimum te beperken. Eventuele schade als gevolg van milieuclaims kunnen zich voordoen maar daarvan is bepaald in de pachtovereenkomst dat de pachter verantwoordelijk en aansprakelijk. In het gaval dat het Waterschap Groot Salland het Kampereiland als retentiegebied dient te gebruiken in geval van noodgevallen, voorziet de schadevergoeding van het Waterschap. Er wordt naar gestreefd het gebied veiliger te maken. Een eventuele overstroming zal grote financiële gevolgen hebben voor met name de pachter zelf en daarvan afgeleid ook voor de grondeigenaar.
132
Bodemdaling van de veengebieden vormt een risico als gevolg van inklinking en de daardoor minder goede bereikbaarheid van de gronden. Dit heeft een daling van de pachtinkomsten tot gevolg, maar vormt ook een risico voor de bedrijfsvoering van de pachters. Aangezien de oppervlakte in verhouding beperkt is, is het risico wel beperkt maar het effect voor het betreffende gebied groot.
Zuiderzeehaven Beheer BV en Ontwikkelingsmaatschappij Zuiderzeehaven CV (Programma 4) Op 1 april 2004 zijn zowel Ontwikkelingsmaatschappij Zuiderzeehaven Commanditair Vennootschap (CV) als haar beherend vennoot Zuiderzeehaven Beheer BV opgericht. In de BV participeren de gemeente Kampen, gemeente Zwolle, provincie Overijssel, IPEM NV, de Vries en van de Wiel Deelnemingen BV en Vermeer Infrastructuur BV. In de CV participeren de gemeente Kampen, de gemeente Zwolle, provincie Overijssel, IPEM NV., De Vries en Van de Wiel Beheer BV en Dura Vermeer Deelnemingen BV. Het doel van de Zuiderzeehaven Beheer BV is het al dan niet tezamen met anderen deelnemen in en het besturen van andere ondernemingen, alsmede het optreden als beherend vennoot van een commanditaire vennootschap die ten doel heeft het ontwikkelen van het industriehaventerrein “Zuiderzeehaven” te Kampen tot een duurzaam bedrijventerrein met realisatie van hoogwaardige voorzieningen op het gebied van energie, water, grondstoffen, afval, afvalwater, nutsvoorzieningen, faciliteiten, verkeer, vervoer, en ruimtelijke inrichting van zowel publieke als private ruimte, alsmede het (doen) exploiteren en beheren van het industriehaventerrein. Het doel van de Ontwikkelingsmaatschappij Zuiderzeehaven CV is de ontwikkeling van het industrieterrein, plaatselijk bekend als de Zuiderzeehaven te Kampen tot een duurzaam bedrijventerrein met realisatie van hoogwaardige voorzieningen op de gebieden van energie, water, grondstoffen, afval, afvalwater, nutsvoorzieningen, faciliteiten, verkeer, vervoer, en ruimtelijke inrichting van zowel publieke als private ruimte, in de optimale vorm van exploitatie en beheer, alsmede al hetgeen tot het vorenstaande behoort of daaraan bevorderlijk kan zijn. Het algemeen beleid is gericht op het bereiken van hogere (bedrijf)economische resultaten, een lager milieubelasting en efficiënt ruimtegebruik. Concreet komt het er op neer dat de ontwikkelingsmaatschappij de realisatie van de haven ter hand neemt: zowel het uitgraven van de haven, het bouwrijp maken, als de uitgifte van de kavels. De gemeente Kampen heeft de gronden in economisch eigendom overgedragen aan de Ontwikkelingsmaatschappij Zuiderzeehaven CV maar blijft juridisch eigenaar. Pas bij notarieel transport aan de uiteindelijke afnemers van kavels, worden de uit te geven gronden juridisch overgedragen. De gemeente blijft eigenaar van het openbare gebied dat woonrijp wordt gemaakt door de CV. uit te geven
nominaal
maatsch.
geplaatste
geplaatst
aandelen
waardering
verhouding
vermogen
aandelen
kapitaal
Kampen
deelneming
t.o.v. totaal
€ 40,00
€ 18.000
450
€ 18.000
75
€ 3.000
16,67%
€ 1,00
€ 1.425.022
1.425.022
€ 1.425.022
237.054
€ 237.054
16,64%
aandelen BV
450
CV 1.425.022
De publieke partijen hebben zowel in de BV als de CV gezamenlijk een belang van 50%. Daarbij hebben de overheidspartijen een achtergestelde lening van in totaal € 2.001.171 ingebracht. Het aandeel van de gemeente Kampen in de achtergestelde lening bedraagt € 667.057.
Vooruitblik De totale kosten van de gemeentelijke grondexploitatie per 1-1-2015 bedragen circa € 14 miljoen. De gronden blijven in eigendom van de gemeente Kampen tot het moment dat de gronden door de Zuiderzeehaven CV zijn verkocht. De totale opbrengsten bedragen circa € 13 miljoen. De conceptgrondexploitatie per 1-1-2015 sluit met een nadelig saldo van circa € 1 miljoen . Voor dit tekort is een voorziening getroffen binnen de algemene reserve bouwgrondexploitatie.
133
De verkoop van de kavels stagneert. De verwachting dat eind 2016 alle gronden verkocht zijn lijkt niet te worden gerealiseerd. Er resteert nog circa 14,5 hectare te verkopen. De ontwikkelingsmaatschappij Zuiderzeehaven verwacht deze te verkopen in de jaren 2015 t/m 2018.
Ontwikkelingen De verbetering van de ontsluiting van het gebied via de Flevoweg wordt in februari 2015 afgerond. De bestaande rotonde is dan uitgebreid tot een turborotonde en is aan de Flevoweg een extra rijbaan toegevoegd.
Risico-inventarisatie De gemeente Kampen participeert in de vorm van een publiek private samenwerkingsconstructie. Er wordt een risicoanalyse opgesteld. De grondexploitatie kent een post onvoorzien, voor het overige risico is binnen de algemene reserve bouwgrondexploitatie een bedrag gereserveerd.
Enexis Holding B.V. en aanverwante organisaties (Programma 4) De overdracht van de aandelen in Essent NV aan RWE is afgerond op 30 september 2009. De gemeente Kampen is derhalve geen aandeelhouder meer van Essent NV. Essent NV is derhalve geen verbonden partij voor de gemeente Kampen meer en wordt hierna niet meer als zodanig opgenomen. De aandelentransactie heeft er tevens in geresulteerd dat de gemeente Kampen aandeelhouder is geworden in een aantal vennootschappen die noodzakelijkerwijs verband houden met de transactiestructuur in verband met de verkoop van het productie- en leveringsbedrijf van Essent, alsmede in een aantal vennootschappen die rechtstreeks voortvloeien uit de wettelijk voorgeschreven splitsing, waaronder deelname in Enexis Holding N.V. Deelname aan deze vennootschappen betekent dat sprake is van de volgende nieuwe verbonden partijen: Enexis Holding BV (netwerkbedrijf) Attero Holding NV (was Essent Milieu Holding NV) Publiek Belang Elektriciteitsproduktie BV (Borssele) Vordering op Enexis BV Claim Staat Vennootschap BV CBL Vennootschap BV Verkoop Vennootschap BV (en daaraan gerelateerde Stichting Essent Sustainability Development)
Enexis Holding NV (Programma 4) Als gevolg van de invoering van de Wet Onafhankelijk Netbeheer (WON) in Nederland diende Essent uiterlijk vòòr 1 januari 2011 gesplitst te worden in een Netwerkbedrijf en een Productie- en Levering Bedrijf. Deze verplichte splitsing is echter al doorgevoerd per 30 juni 2009. Op basis van de wet zijn de publieke aandeelhouders van Essent N.V. voor exact hetzelfde aandelenpercentage aandeelhouder van Enexis geworden. De wetgever treedt in beginsel niet op in de wijze waarop gesplitst wordt. Bij de wijze van splitsing door Essent (afsplitsing van het Netwerkbedrijf) volgt de keuze voor deelname in Enexis Holding N.V., dit om een nevenschikking te creëren tussen de gereguleerde netwerkactiviteiten en de wettelijk toegestane nevenactiviteiten van het netwerkbedrijf. De vennootschap heeft ten doel: a.
het (doen) distribueren en het (doen) transporteren van energie, zoals elektriciteit, gas, warmte en (warm) water;
b.
het in stand houden, (doen) beheren, (doen) exploiteren en (doen) uitbreiden van distributie en transportnetten in relatie tot energie;
c.
het doen uitvoeren van alle taken die ingevolge de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet zijn toebedeeld aan een netbeheerder zoals daarin bedoeld;
d.
het binnen de wettelijke grenzen ontplooien van andere operationele en ondersteunende activiteiten.
De provincies en gemeenten trachten met hun aandeelhouderschap de publieke belangen te behartigen.
134
uit te geven
nominaal
aandelen
maatsch.
geplaatste
geplaatst
aandelen
waardering
verhouding
vermogen
aandelen
kapitaal
Kampen
deelneming
t.o.v. totaal
149.682.196
€ 149.682.196
64.662
€ 64.662
0,04 %
€ 1,00
Risico-inventarisatie Het risico voor de aandeelhouders is relatief gering in relatie tot de waarde van het NWB. Het nominaal aandelenkapitaal van deze vennootschap bedraagt € 149.682.196. Daarmee zijn op grond van de wet (art 2.:81 BW) de verplichtingen en daarmee de aansprakelijkheid van de aandeelhouders in totaliteit jegens Enexis Holding N.V. ook beperkt tot dit bedrag. Voor Kampen betekent dit een risico van € 64.662.
Dividend In 2014 is over 2013 € 51.624 aan dividend ontvangen.
Attero Holding NV (was Essent Milieu Holding NV) (Programma 4) In mei 2014 zijn de aandelen van Attero Holding NV overgedragen aan waterland Private Equity Investments. De gemeente heeft voor de verkoop van de aandelen van Attero Holding NV een bedrag ontvangen van € 68.447. Dit bedrag is in 2014 gestort in de reserve duurzame activiteiten.
Publiek Belang Elektriciteitsproduktie BV (Programma 4) Op 30 september 2011 heeft de levering plaatsgevonden van de ERH (Energy Resources Holding) aan RWE/Essent. PBE heeft daarmee succesvol aan zijn verplichtingen voldaan zoals die in de EPZ-SPA (Electriciteits Productiemaatschappij ZuidNederland- Sales Purchase agreement) contractueel zijn vastgelegd. PBE en de aandeelhouders gaan daarmee een volgende fase in die uiteindelijk zal moeten leiden naar beëindiging van PBE. Nu kan daar nog geen sprake van zijn, er blijven immers nog enkele rechten en verplichtingen over die voortvloeien uit de EPZ-SPA en het Convenant borging publieke belangen kerncentrale Borssele. De rechten en verplichtingen van PBE na closing zijn van dien aard dat PBE als SPV voortgezet kan worden. PBE wordt daarmee vergelijkbaar met de bestaande SPV’s (Special Purpose Vehicles) zoals CBL venootschap B.V. uit te geven
nominaal
aandelen
maatsch.
geplaatste
geplaatst
aandelen
waardering
verhouding
vermogen
aandelen
kapitaal
Kampen
deelneming
t.o.v. totaal
149.682.196
€ 1.496.821,96
64.662
€ 1,0
0,04 %
€ 0,01
Risico-inventarisatie Het risico en daarmee de aansprakelijkheid voor de aandeelhouders is relatief gering en beperkt tot de hoogte van het nominale aandelenkapitaal van deze vennootschap (€ 1.496.821,96), art 2.:81 BW.
Dividend Over 2013 is geen dividend uitgekeerd.
Vordering Enexis BV (Programma 4) Als gevolg van de invoering van de Wet Onafhankelijk Netbeheer (WON) in Nederland diende Essent uiterlijk vóór 1 januari 2011 gesplitst te worden in een Netwerkbedrijf en een Productie- en Levering Bedrijf. Deze verplichte splitsing is echter al doorgevoerd per 30 juni 2009. Essent heeft eind 2007 een herstructurering doorgevoerd waarbij de economische eigendom van de gas- en elektriciteitsnetten binnen de Essent-groep zijn verkocht en overgedragen aan Enexis tegen de geschatte fair market value. Omdat Enexis B.V.
135
over onvoldoende contante middelen beschikte om de koopprijs hiervoor te betalen is deze onverschuldigd gebleven en omgezet in een lening van Essent Nederland B.V. In de Wet Onafhankelijk Netbeheer staat opgenomen dat het niet wenselijk is dat na splitsing financiële kruisverbanden blijven bestaan en omdat het op dat moment niet mogelijk was om de lening extern te financieren is derhalve besloten om de lening (vordering) niet mee te verkopen aan RWE, maar over te dragen aan de aandeelhouders. Op het moment van overdracht bedroeg de vordering € 1,8 miljard. De aflossing hiervan is vastgelegd in een leningsovereenkomst, bestaande uit verschillende looptijden (tot en met 10 jaar). Het rentepercentage dat op deze lening wordt vergoed bedraagt gemiddeld 4,65%. Ons aandeel in de vordering bedraagt op dit moment € 583.194. Dit bedrag dient te worden beschouwd als een betaling in natura van een deel van de verkoopprijs van Essent en is verantwoord als winst). Op basis van de Aanwijzing van de Minister van Economische Zaken is een bedrag van € 350 miljoen geoormerkt als achtergesteld ten behoeve van mogelijke toekomstige conversie naar het eigen vermogen van Enexis. uit te geven
nominaal
aandelen
maatsch.
geplaatste
geplaatst
aandelen
waardering
verhouding
vermogen
aandelen
kapitaal
Kampen
deelneming
t.o.v. totaal
2.000.000
€ 20.000
864
€ 8,64
0,04%
€ 0,01
Risico-inventarisatie a.
Het risico en daarmee de aansprakelijkheid voor de aandeelhouders is relatief gering en beperkt tot de hoogte van het nominale aandelenkapitaal van deze vennootschap (ongeveer € 20.000), art 2.:81 BW. Voor Kampen betekent dit een risico van € 8,64.
b.
Daarnaast loopt Vordering op Enexis B.V. beheerste risico’s op Enexis Holding B.V. voor de niet-tijdige betaling van rente en/of aflossing en, in het ergste geval, faillissement van Enexis Holding N.V.
Dividend/uitkering In 2014 is over 2013 geen dividend uitgekeerd.
Claim Staat Vennootschap BV (Programma 4) In februari 2008 zijn Essent N.V. en Essent Nederland B.V., met toestemming van de publieke aandeelhouders, een procedure begonnen tegen de Staat der Nederlanden waarin zij een verklaring voor recht vragen dat bepaalde bepalingen van de splitsingwetgeving onverbindend zijn. Als gevolg van deze, in de ogen van Essent N.V., onverbindende splitsingwetgeving (en de als gevolg daarvan doorgevoerde splitsing) lijden haar aandeelhouders schade. Inmiddels heeft de Rechtbank te 'sGravenhage de vordering van Essent N.V. en Essent Nederland B.V. afgewezen. Essent N.V. en Essent Nederland B.V. zijn tegen deze uitspraak in hoger beroep gegaan. Vanwege praktische moeilijkheden met betrekking tot de overdracht van deze procedure aan de Verkopende Aandeelhouders, is bepaald dat de onderliggende (declaratoire) procedure over de vraag of (delen van) de splitsingswetgeving onverbindend zijn, ook na afronding van de transactie met RWE AG door Essent N.V. en Essent Nederland B.V. zal worden gevoerd. Essent N.V. en Essent Nederland B.V. hebben echter wel de eventuele schadevergoedingsvordering van Essent N.V. en Essent Nederland B.V. op de Staat der Nederlanden die zou kunnen voortvloeien uit deze procedure, gecedeerd aan de Claim Staat Vennootschap B.V. (zodat deze vordering niet achterblijft binnen de Essent groep). Naast het feit dat deelname in de Claim Staat Vennootschap B.V. de noodzakelijke randvoorwaarden creëert voor maximalisatie van de verkoopopbrengst van Essent en een optimale (financiële) risico-afdekking voor eventuele aansprakelijkheid van de publieke aandeelhouders, is het deelnemen door de aandeelhouders in de Claim Staat Vennootschap B.V. in het openbaar belang om redenen van flexibiliteit, eenvoudiger coördinatie en beheersbaarheid.
136
Het spreekt voor zich dat het voor de aandeelhouders (en ook voor RWE AG) eenvoudiger, beter en goedkoper is om gezamenlijk via de band van de Claim Staat Vennootschap B.V. te procederen dan dit ieder voor zich te moeten doen (met alle kosten en moeilijkheden die met de onderlinge afstemming dan gepaard zouden gaan). uit te geven
Nominaal
aandelen
maatsch.
geplaatste
geplaatst
aandelen
waardering
verhouding
vermogen
aandelen
kapitaal
Kampen
deelneming
t.o.v. totaal
2.000.000
€ 20.000
864
€ 8,64
0,04 %
€ 0,01
De looptijd van deze B.V. is afhankelijk van de uitspraak in de gerechtelijke procedure. Een eventuele schadevergoeding komt geheel ten goede aan de Verkopende aandeelhouders.
Risico-inventarisatie Het risico en daarmee de aansprakelijkheid voor de aandeelhouders is relatief gering en beperkt tot de hoogte van het nominale aandelenkapitaal van deze vennootschap (ongeveer € 20.000), art 2.:81 BW). Voor Kampen betekent dit een risico van € 8,64.
Dividend In 2014 is over 2013 geen dividend uitgekeerd.
CBL (Cross Border Lease) Vennootschap BV (Programma 4) De functie van deze CBL Vennootschap B.V. is dat zij de Verkopende Aandeelhouders vertegenwoordigt als medebeheerder (naast RWE AG, Enexis Holding N.V. en Essent N.V.) van het CBL Fonds en in eventuele andere relevante CBLaangelegenheden en fungeert als "doorgeefluik" voor betalingen namens aandeelhouders in en uit het CBL Fonds. Het CBL Fonds is een bankrekening (in jargon: Escrow) waarop een adequaat bedrag aan voorziening wordt aangehouden. Voor zover na beëindiging van alle CBL’s en de betaling uit het CBL Fonds van de daarmee corresponderende voortijdige beëindigingvergoedingen nog geld overblijft in het CBL Fonds, wordt het resterende bedrag weer in de verhouding 50%-50% verdeeld tussen RWE AG en Verkopende Aandeelhouders. Naast het feit dat deelname in de Vennootschap de noodzakelijke randvoorwaarden creëert voor maximalisatie van de verkoopopbrengst van Essent N.V. en een optimale (financiële) risico-afdekking voor eventuele aansprakelijkheid van de publieke aandeelhouders, is het deelnemen door de Verkopende Aandeelhouders in de Vennootschap in het openbaar belang om redenen van flexibiliteit, eenvoudiger coördinatie en beheersbaarheid. Hoewel niet te maken hebbend met deze Vennootschap, maar met het CBL Fonds, is het openbaar belang ook bijzonder gediend met het bestaan van het CBL Fonds omdat dit (I) het risico van de aandeelhouders jegens de wederpartijen van de CBL’s deels beperkt en (II) leidt tot een heldere en eenvoudige (namelijk 50%-50%) aansprakelijkheidsverdeling (althans voor het bedrag dat in het CBL Fonds zit) van CBL risico’s tussen Verkopende Aandeelhouders en RWE AG. uit te geven
nominaal
aandelen € 0,01
maatsch.
geplaatste
geplaatst
aandelen
waardering
verhouding
vermogen
aandelen
kapitaal
Kampen
deelneming
t.o.v. totaal
2.000.000
€ 20.000
864
€ 8,64
0,04%
Risico-inventarisatie Het risico en daarmee de aansprakelijkheid voor de aandeelhouders is relatief gering en beperkt tot de hoogte van het nominale aandelenkapitaal van deze vennootschap (ongeveer € 20.000), art 2:81 BW). Voor Kampen betekent dit een risico van € 8,64.
Dividend In 2014 is over 2013 € 571 aan dividend ontvangen.
137
Verkoop Vennootschap BV (Programma 4) In het kader van de transactie met RWE hebben de verkopende aandeelhouders een aantal garanties gegeven aan RWE. Het overgrote merendeel van deze garanties is door de verkopende aandeelhouders op het moment van verkoop van Essent PLB aan RWE overgedragen aan deze deelneming, die vanaf het moment van oprichting dus ook aansprakelijk is, mochten een of meer van deze garanties onjuist blijken te zijn. Ter verzekering van de betaling van eventuele schadeclaims heeft RWE bedongen dat een deel van de verkoopopbrengst door de verkopende aandeelhouders gedurende een bepaalde tijd op een aparte bankrekening zal worden aangehouden (in jargon: in escrow zal worden gestort). Buiten het bedrag dat in escrow zal worden gehouden, zijn de verkopende aandeelhouders niet verder aansprakelijk voor inbreuken op garanties. Daarmee is de functie van Verkoop Vennootschap B.V. dus tweeërlei. Als vennootschap die vrijwel alle garanties onder de verkoopovereenkomst heeft overgenomen van de verkopende aandeelhouders zal zij eventuele garantieclaim procedures voeren tegen RWE. Daarnaast treedt Verkoop Vennootschap B.V. op als vertegenwoordiger van de verkopende aandeelhouders met betrekking tot het geven van instructies aan de escrow agent voor wat betreft het beheer van het bedrag dat in escrow wordt gestort. Het bedrag in escrow bedraagt € 800 miljoen. Ons aandeel hierin bedraagt € 345.596. In 2011 is 50% van deze escrow vrijgevallen onder aftrek van ingediende claims van RWE. Het restant van de escrow valt op 30 september 2015 vrij. uit te geven
nominaal
aandelen
maatsch.
geplaatste
geplaatst
aandelen
waardering
verhouding
vermogen
aandelen
kapitaal
Kampen
deelneming
t.o.v. totaal
€ 20.000
864
€ 8,64
0,04 %
€ 0,01
2.000.000
Risico-inventarisatie Het risico en daarmee de aansprakelijkheid voor de aandeelhouders is relatief gering en beperkt tot de hoogte van het nominale aandelenkapitaal van deze vennootschap (ongeveer € 20.000), art 2:81 BW). Voor Kampen betekent dit een risico van € 8,64.
Dividend. In 2014 is over 2013 geen dividend uitgekeerd.
Stichting Essent Sustainability Development (Programma 4) Op 10 april 2014 heeft de verkopersraad van de stichting Essent Sustainability Development in de aandeelhouders de eind evaluatie van RWE besproken. Na de eind evaluatie zou bekeken worden of de stichting kon worden beëindigd als de duurzaamheidsdoelstelling waren behaald. Volgens de verkoopraad biedt het energieakkoord op dit moment een beter platform om de resultaten op het terrein van duurzaamheid en energietransitie te borgen dan het voorzetten van de duurzaamheidsovereenkomst. Mede hierdoor is tijdens de aandeelhouders vergadering besloten om de stichting Essent Sustainability Development te beëindigen.
Vitens NV (Programma 4) Vitens is ontstaan uit de fusie van Waterleiding Maatschappij Overijssel NV met NV Waterbedrijf Gelderland en NV Nuon Water. De deelneming van de gemeente is gelegen in het behartigen als aandeelhouder van het publieke belang van een betrouwbare en continue drinkwatervoorziening tegen de laagst mogelijke prijs. uit te geven
nominaal
aandelen 4.475.439
€ 1,00
maatsch.
geplaatste
geplaatst
aandelen
waardering
verhouding
vermogen
aandelen
kapitaal
Kampen
deelneming
t.o.v. totaal
€ 4.475.439
4.475.439
€ 4.475.439
50.961
€ 50.961
1,14%
De eerdere aanwezige preferente aandelen zijn ingetrokken en omgezet in de hierna genoemde achtergestelde lening.
138
Risico-inventarisatie Voor Vitens geldt grotendeels een vergelijkbaar verhaal als voor Essent. Voor de gemeente Kampen bestaat, net als bij deelname in de andere vennootschappen, formeel het risico van het verliezen van het geïnvesteerde kapitaal. Dit risico wordt overigens als verwaarloosbaar gekwantificeerd. Daarnaast is het belangrijkste risico op dit moment lagere dividenduitkeringen. Overigens is er ook nog een achtergestelde lening (€ 1.786.840 per 1 januari 2014; jaarlijkse aflossing € 223.080) waar Kampen jaarlijks rente over ontvangt. In geval van faillissement bestaat het risico dat de gemeente Kampen deze lening niet terug ontvangt. Dit risico wordt overigens als zeer laag geschat.
Dividend In 2014 is over 2013 € 139.580 aan dividend ontvangen.
Wadinko NV (Programma 4) Wadinko NV is een regionale participatiemaatschappij, die de bedrijvigheid - en daarmee de werkgelegenheid - wil bevorderen in Overijssel, de Noord-Oostpolder en Zuidwest Drenthe. Wadinko heeft participaties in Kampen en in de wijde regio. Door de verkoop van Wavin zijn de betekenis en rol van Wadinko NV aanzienlijk afgenomen. De rol van Wadinko is a) evalueren van ca 100 proposities per jaar (op ondernemerschap, financiële positie en perspectief duurzaamheid), b) participeren in 3-5 ondernemingen (in situaties van opvolging, snelle groei of incidentele problemen), c) stimuleren groei bij bestaande participaties, d) klankbord voor directies en e) verkopen van participaties in een nieuwe aandeelhouder tegen een faire prijs.
uit te geven nominaal aandelen 2.389
€ 100,00
maatsch.
geplaatste
geplaatst
aandelen
waardering
verhouding
vermogen
aandelen
kapitaal
Kampen
deelneming
t.o.v. totaal
€ 238.900
2.389
€ 238.900
40
€ 4.000
1,67%
Ontwikkelingen participaties Er zijn geen gegevens over 2014. De laatste gegevens gaan over 2013. In dat jaar is de opzet bij de participaties vrijwel gelijk gebleven ten opzichte van 2012. De winstgevendheid is licht gestegen. Verder zijn er in 2013 vier nieuwe participaties afgesloten en is het belang bij één participatie uitgebreid. Daarnaast is het belang bij één participatie verkocht en één participatie is failliet gegaan. Gezien gunstige perspectieven is bij vier participaties aanvullende financiering verstrekt.
Risico-inventarisatie Gelet op het financiële belang (€ 4000) dat de gemeente heeft in combinatie met de zeggenschap (1,67%) is het risico van deze deelname verwaarloosbaar.
Dividend Met de verkoop van Wavin is een einde gekomen aan de jaarlijkse inkomsten van Wadinko NV. Op basis van afspraken geldt dat een liquiditeit tot € 15 mln wordt aangehouden voor acquisities. Mocht de liquiditeit daarboven komen, dan kan dividend worden uitgekeerd. Dat is in 2013 het geval geweest en was er in 2014 sprake van een dividenduitkering: € 500 per aandeel en dat is voor Kampen € 20.000.
NV ROVA (Programma 8) NV Rova Gemeenten levert een bijdrage aan de uitvoering van het beleidsdoel 8.2.1 van programma 8 Duurzame ruimtelijke ontwikkeling, te weten “Herstel en behoud van een gezond milieu”. Rova geeft invulling aan een deel van het afvalzorgplichtmanagement ten behoeve van de gemeente Kampen. De vennootschap heeft tot doel het bevorderen en/of het (doen) realiseren van integraal afvalketenbeheer en het leveren van kwalitatief hoogwaardige dienstverlening op het terrein van de verwijdering van afvalstoffen, waaronder begrepen beleidsondersteuning en collectieve aanbestedingen ten behoeve van de deelnemende overheden. Tevens is de vennootschap
139
werkzaam op het gebied van de inzameling, bewerking en verwerking van afvalstoffen, de reiniging en de gladheidbestrijding, alsmede op het gebied van direct of indirect daarmee verband houdende andere milieuvelden, in de ruimste zin van het woord. Medio 2010 is een vergistingsinstallatie in gebruik genomen die gft verwerkt tot groen gas en compost. In 2010 is gestart met een professioneel educatieprogramma voor leerlingen in het basis- en voortgezet onderwijs. Sinds 1 januari 2011 heeft ROVA haar werkzaamheden uitgebreid naar alle onderdelen op het gebied van het beheer openbare ruimte. Dit betekent dat zij nu ook taken uitvoert op het gebied van groenonderhoud en water & wegen. Voor deze werkzaamheden worden aparte aandelen uitgegeven. Om deze taken gescheiden te houden van de afval- en reinigingstaken is besloten om hiervoor aandelen C uit te geven zodat de diverse werkzaamheden juridisch en financieel gescheiden blijven. De gemeente Kampen heeft geen aandelen C. Voor de gemeente Kampen verzorgt de vennootschap de inzameling van glas en KCA, de backoffice (registratie) van de inzameling van huishoudelijk rest- en gft-afval, de bewerking en verwerking van afvalstoffen, de coördinatie en het contractbeheer met Kringloop Kampen voor wat betreft de goedzooi-inzameling, beleidsondersteuning en collectieve aanbestedingen. Sinds medio 2010 wordt het gft van de gemeente Kampen bij ROVA verwerkt tot groen gas en compost. Sinds 1 januari 2014 is het milieupark van de gemeente gesloten en zijn deze werkzaamheden in een particulier-private samenwerking ondergebracht bij Recycling Kampen. Conform de dienstverleningsovereenkomst met ROVA beheert ROVA dit contract. De gemeente Kampen is in het bezit van 322 aandelen A, zijnde 4,58% van het totaal aandelen A. Aandeelhouders A zijn als enige gerechtigd op het resultaat van NV ROVA Afvalverwerking. Nieuwe aandelen A worden niet meer uitgegeven. Het overige resultaat komt toe aan zowel de aandeelhouders A en B.
Dividend Het genormeerd dividend per aandeel bedroeg in de begroting voor 2014 nog € 357,- per aandeel ( x 322 aandelen is € 115.000. Het genormeerde dividend per aandeel is echter gedaald van € 357 naar € 250 door het afstoten van ROVA Bedrijven en het wegvallen van de resultaten van de stortplaats van ROVA. Het genormeerde dividend zal daarom teruglopen naar € 80.500. Dit is opgenomen in de begroting van 2015. Over 2013 is € 470 dividend per aandeel uitgekeerd ( x 322 aandelen is € 151.517). Er is € 36.517 meer dividend uitgekeerd dan begroot. Het hogere dividend is met name positief beïnvloed door de eindafrekening van de verkoop van ROVA Bedrijven. aandelen A
8.000
nominaal geplaatste
€ 113,45
geplaatst
aandelen
waardering
Verhouding t.o.v.
aandelen A (= max)
kapitaal
Kampen
deelneming
geplaatste aandelen A
7033
€ 797.894
322
€ 36.531
4,58%
Tussen ROVA en de gemeente Kampen is in 2001 een achtergestelde lening afgesloten. In 2010 is deze lening naar rato verhoogd met de lening van de opgeheven GGD-IJsselland. De lening heeft een waarde van € 563.447 met een rentevergoeding van 8%. Deze lening had een looptijd tot 2011, maar is in 2010 onder dezelfde condities voor 5 jaar verlengd tot 2016. Alle individuele IJssel –Vecht gemeenten hebben soortgelijke achtergestelde leningen met ROVA afgesloten. In 2014 is € 45.076 rente ontvangen. Tot en met 2015 kan dit bedrag jaarlijks worden ingeboekt.
Risico-inventarisatie ROVA is een overheids-NV waarvan de gemeente Kampen samen met 20 andere gemeenten mede-eigenaar is. ROVA voert op basis van een dienstverleningsovereenkomst taken uit waarvoor via jaarlijks vastgestelde tarieven betaald wordt. Eventuele winst die ROVA maakt vloeit via dividend terug naar de aandeelhouders. Het belangrijkste risico is dat bij een tegenvallende exploitatie de dividenduitkeringen lager zijn of uiteindelijk de tarieven voor de diensten van de ROVA stijgen. Dit risico heeft zich in 2014 niet voor gedaan.
140
NV Bank Nederlandse Gemeenten (BNG Bank) BNG Bank verzorgt financiële dienstverlening ten behoeve van decentrale overheden en sectoren die binding hebben met de overheid. Al 100 jaar streeft BNG Bank naar zo laag mogelijke kosten voor maatschappelijke voorzieningen voor de burger.
Bestuur De gemeente Kampen heeft zeggenschap in BNG Bank via het stemrecht op de 100.893 aandelen die zij bezit (één stem per aandeel van nominaal € 2,50) op het totaal van 55.690.720 geplaatste aandelen, ofwel een bezit van 0,18% van het totale aandelenpakket.
Overzicht aandelen: uit te geven
nominaal
aandelen 100.000.000
€ 2,50
maatsch.
geplaatste
geplaatst
aandelen
waardering
verhouding
vermogen
aandelen
kapitaal
Kampen
deelneming
t.o.v. totaal
€ 250.000.000
55.690.720
€ 139.226.800
100.893
€ 252.233
0,18%
Ontwikkelingen De wet verplicht schtakistbankieren en de ministeriële regeling schatkistbankieren voor decentrale overheden zijn per 15 december 2013 ingegaan. Alle decentrale overheden zijn hierdoor verplicht om hun overtollige (liquide) middelen aan te houden in de schatkist bij het Ministerie van Financiën. Overtollige middelen zijn die middelen die decentrale overheden niet onmiddellijk nodig hebben voor de publieke taak. Wel gold voor de gemeente Kampen in 2014 een drempelbedrag van ca. € 1 miljoen. Boven dit bedrag heeft de gemeente dus niet meer de vrijheid om gelden naar eigen inzicht weg te zetten bij financiële instellingen zoals bijv. bij BNG Bank. De gemeente Kampen heeft in 2014 geen gebruik van schatkistbankieren hoeven te maken. BNG Bank volgt de ontwikkelingen van nieuwe wet- en regelgeving binnen de financiële sector nauwlettend. Nagenoeg alle voorstellen leiden direct of indirect tot lastenverzwaring. Voor BNG Bank gaat het vooral om de uitbreiding en aanpassing van de boekhoudkundige regelgeving, de regelgeving vanuit Bazel en de instelling van het Europese bankentoezicht. De bank is in 2014 onder direct toezicht van de Europese Centrale Bank gekomen. In 2014 is er een eerste controle geweest en er is ook een stresstest uitgevoerd.
Terugblik 2014 De aanhoudend hoge marktaandelen bevestigen het belang van de rol van BNG Bank. Van de totale langlopende solvabiliteitsvrije kredietvraag vanuit decentrale overheden, woningcorporaties en zorginstellingen werd ongeveer 65% door de bank ingevuld. De nieuw verstrekte langlopende kredietverlening bedroeg in 2014 EUR 9,2 miljard (2013: EUR 11,9 miljard). De economische omstandigheden en de vele nieuwe wet- en regelgeving waarmee de belangrijkste klanten van de bank worden geconfronteerd hebben geleid tot terughoudendheid ten aanzien van nieuwe investeringen en daarmee tot een daling van de klantvraag. Het renteresultaat over 2014 bedraagt EUR 444 miljoen (2013: EUR 530 miljoen). De belangrijkste reden achter de daling van het renteresultaat ten opzichte van 2013 is de aanhoudende daling van de marktrente. Behalve door een structurele daling van het renteresultaat wordt de forse daling van de nettowinst vooral veroorzaakt door ongerealiseerde negatieve marktwaardeveranderingen in het resultaat financiële transacties. Deze resultaten vinden hun oorsprong ten dele in conservatievere waarderingen naar aanleiding van de uitkomsten van de balanstest door de Europese Centrale Bank.
Risico-inventarisatie Het eigenaarschap van gemeenten, provincies en de Staat, alsmede het door de statuten beperkte werkterrein van de Bank, bieden financiers het vertrouwen dat het risico van kredietverlening aan dit instituut zeer beperkt is. BNG Bank is een solide onderneming waar gelet op het door de statuten beperkte werkterrein van de bank weinig risico wordt gelopen. Voor de gemeente Kampen bestaat, net als bij deelname in de andere vennootschappen, formeel het risico van het verliezen van het geïnvesteerde kapitaal. Dit risico wordt overigens als verwaarloosbaar gekwantificeerd. Daarnaast is het belangrijkste risico op dit moment, lagere dividenduitkeringen dan nu voorzien in onze begroting.
141
In 2013 heeft Standard & Poor’s de rating van de Nederlandse staat met één trede verlaagd van AAA naar AA+, met een stabiele verwachting. Als direct gevolg hiervan is ook de rating van BNG Bank door Standard & Poor’s op dezelfde wijze bijgesteld. De hoogst mogelijke ratings van Moody’s (Aaa) en Fitch (AAA) zijn behouden gebleven.
Dividend Met ingang van het boekjaar 2011 is het beoogde pay-outpercentage verlaagd van 50% naar 25% van de nettowinst. Dit laatste is een gevolg van de financiële crisis en de regels van het Basels Comité waardoor de kapitaalvereisten voor banken aanzienlijk zijn verscherpt. Geconcludeerd is dat de noodzakelijke groei van het eigen vermogen opgebracht zal moeten worden door een groter deel van de winst in te houden. Op basis van de ontwikkelingen en verwachtingen is het beleid om jaarlijks aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders voor te stellen het dividend te bepalen op 25% van de nettowinst. Evenals in 2012 en 2013 is in 2014 25% van de nettowinst van de bank over 2013 als dividend uitgekeerd en wel € 128.134. Het uit te keren dividend over 2014 wordt in 2015 verantwoord. II Deelname in gemeenschappelijke regelingen
GGD IJsselland (diverse programma’s) Gemeenten zijn op grond van de Wet Publieke Gezondheid verplicht een GGD in stand te houden. De GGD IJsselland is ingesteld voor de gezamenlijke behartiging van de belangen van deelnemende gemeenten op met name het terrein van de publieke gezondheidszorg. De deelnemende gemeenten hebben ieder één vertegenwoordiger in het Algemeen Bestuur, waarbij iedere vertegenwoordiger één stem – alle van gelijk gewicht – heeft bij de besluitvorming. De GGD IJsselland voert met name wettelijke taken uit op het terrein van publieke gezondheidszorg. Daarnaast hebben sommige deelnemende gemeenten enkele niet-wettelijke taken aan de GGD IJsselland opgedragen. De uitvoering van deze taken wordt bij de opdrachtgevende gemeenten afzonderlijk in rekening gebracht. Voor Kampen betreft dit de taken op het terrein van Halt, Jeugdlogopedie en Bemoeizorg.
Terugblik/resultaten Het bestuur van de GGD heeft besloten tot verkoop van de bouwdelen A, B en D Zeven Alleetjes aan de gemeente Zwolle. Onderdeel C wordt aangehouden. De opbrengst van de verkochte gebouwen kan niet dan met een forse boete op de huidige lening in mindering worden gebracht. Dit wordt geregeld bij de middelen die gereserveerd worden voor de verbouw van gebouw C. Uitgangspunt is dat de overdracht niet voor 1 april 2015 plaatsvindt.
Risico-inventarisatie en risico-beleid Het belangrijkste financiële risico is dat de deelnemers bijdragen in een eventueel exploitatietekort. Dit is de laatste jaren echter niet voorgekomen. Een ander risico is dat er bij een eventuele opheffing van de gemeenschappelijke regeling een tekort overblijft. Via een liquidatieplan zullen de financiële gevolgen die hieruit voortvloeien over de deelnemende gemeenten worden verdeeld. De GGD in 2013 gestart met een proces van organisatieverandering. Doel is om efficiënter en effectiever te kunnen opereren. Op basis van rapportage van PWC is het noodzakelijk dat het verstandvermogen van GGD IJsselland toeneemt. In 2014 worden daartoe plannen gemaakt.
Veiligheidsregio IJsselland (Programma 2) De gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio IJsselland bestaat sinds 1 januari 2009. In deze gemeenschappelijke regeling zijn de brandweer- en GHOR-taken ondergebracht die voorheen door de gemeenschappelijke regeling Regio IJssel-Vecht werden uitgevoerd. De Veiligheidsregio behartigt de belangen van deelnemende gemeenten op het gebied van risicobeheersing, grootschalige brandweerzorg, geneeskundige hulpverlening en beheersing en bestrijding van rampen en crises. Daartoe behoort in het bijzonder ook een doelmatige en slagvaardige hulpverlening en samenwerking als één organisatie bij rampen en crises mede op basis van een gecoördineerde voorbereiding. Hiertoe wordt binnen de Veiligheidsregio IJsselland samengewerkt met de politiedistrict IJsselland, defensie en vertegenwoordigd een coördinerend functionaris gemeenten de gemeentelijke kolom. De
142
burgemeesters van de deelnemende gemeenten vormen het Algemeen Bestuur van de gemeenschappelijke regeling, waarbij ieder lid één stem – van gelijk gewicht – heeft. Bij staken van stemmen geeft de stem van de voorzitter de doorslag. Voorzitter is de burgemeester die ingevolge artikel 11 Wet Veiligheidsregio’s als zodanig door het Algemeen Bestuur is aangewezen. (i.c. burgemeester gemeente Zwolle). De versterking van de samenwerking van de brandweer heeft in 2009 vorm gekregen door het in regionale dienst nemen van alle commandanten van de lokale brandweerkorpsen. In 2011 is door de Tweede Kamer een wijziging van de Wet Veiligheidsregio’s doorgevoerd wat tot verplichte regionalisering van de brandweer moest gaan leiden. Per 1 januari 2014 is daardoor Brandweer IJsselland ontstaan.
Terugblik De begroting 2014 is ten opzichtte van 2013 fors gestegen. In 2014 zijn de kosten van de brandweer hier volledig bijgekomen (deze drukten in 2013 nog grotendeels op de gemeentelijke begroting). De bijdrage van de gemeente Kampen is in 2014 gestegen naar € 2.707.422. Dit is 7,76% van de totale begroting van de Veiligheidsregio IJsselland. Uit de najaarsrapportage 2014 van de Veiligheidsregie IJsselland is gebleken dat er eenmalig voordeel behaald kon worden in 2014. Voor de gemeente Kampen bedraagt dit eenmalige voordeel € 256.164. Dit voordeel wordt meegenomen in het resultaat over 2014.
Belangrijkste inzet in Kampen 2014 De Veiligheidsregio heeft op twee momenten bijstand geleverd. Belangrijkste inzet was de GRIP 3 brand bij Regelink. Echter ook bij de bestrijding van de Vogelgriep en de communicatie daarover is regionale assistentie verleend.
Ontwikkelingen In 2014 zijn een aantal belangrijke documenten voor de Veiligheidsregio vastgesteld te weten het Beleidsplan 2015-2018 het Crisisplan IJsselland 2015-2018 en het Risicoprofiel. Het beleidsplan is naast het regionaal risicoprofiel en crisisplan één van de belangrijkste sturingsinstrumenten van een veiligheidsregio. De gedachtegang hierbij is dat het regionaal risicoprofiel de belangrijkste risico’s in kaart brengt, het beleidsplan aangeeft hoe we daarmee omgaan en het crisisplan beschrijft hoe we een ramp of crisis bestrijden wanneer deze zich tóch voordoet.
Regionale Sociale Recherche (Programma 4) Deze gemeenschappelijke regeling is een samenwerkingsverband van 8 gemeenten (Dalfsen, Dronten, Hardenberg, Hattem, Kampen, Ommen, Zwartewaterland en Zwolle). Dit is aangegaan in 2004 voor onbepaalde tijd met als doel samenwerking op het terrein van het voorkomen en opsporen van fraude met de sociale zekerheidsregelingen, uitgevoerd door de gemeenten. Naast de opsporingsfunctie wordt door de gemeente Kampen de nadruk gelegd op de consultfunctie van de rechercheurs. De Regionale Sociale Recherche is gevestigd te Zwolle. De portefeuillehouder Werk & Inkomen participeert in het Bestuurlijk Overleg.
Financiële verantwoordelijkheid De Regionale Sociale Recherche wordt jaarlijks gefinancierd door de deelnemende gemeenten op basis van het aantal cliënten op 31 december van het voorgaande jaar. Jaarlijks wordt een begroting en een rekening voorgelegd. Kampen is vertegenwoordigd in het Overijssels Platform Fraudebestrijding. Dit Platform heeft een adviserende rol richting Regionale Sociale Recherche.
Terugblik/resultaten Een overzicht van de inzet van de SR in de diverse gemeenten, van afgehandelde of in behandeling zijnde fraudezaken en van daardoor gerealiseerde besparingen in het verslagjaar 2014 levert o.a. de volgende informatie op:
Het totaal aantal ingezette uren voor Kampen bedroeg in 2014 1.212 (begroot: 989).
In 2014 werden er voor Kampen 25 onderzoeken afgehandeld.
Het totale fraudebedrag bij de opgespoorde fraude bedroeg € 96.375,54. Dit leverde een maandelijkse besparing op van € 5.900.
143
Op 31 december 2014 waren er twee fraudezaken in Kampen in behandeling.
Sinds 1 mei 2012 werkt de Sociale Recherche ook voor de gemeente Meppel en sinds 2013 ook voor Staphorst en voor DUO. Dit past ook binnen het beleidskader van het bestuur waarin aandacht is voor het verkrijgen van meer inkomsten. Daarnaast heeft de SR nieuwe werkzaamheden gestart om meer inkomsten te genereren, namelijk controle- en opsporingswerkzaamheden voor de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO). Om zo efficiënt mogelijk te functioneren, probeert de SR zo "goedkoop mogelijk te leveren" en richt zich op methodieken, die het meeste rendement hebben en fraudesoorten, die de meeste financiële schade veroorzaken voor de samenleving. Het opsporen en voorkomen van fraude heeft tot gevolg dat mensen uitstromen uit de uitkering en dat zodoende bespaard wordt op uitkeringsgelden. Fraudepreventie is rendabel maar niet of nauwelijks te kwantificeren.
Risico-inventarisatie De inschatting is dat er van grote risico’s zowel bestuurlijk, als financieel geen sprake is.
Werkvoorzieningschap Kampen & Dronten (Programma 4) Het Werkvoorzieningschap Kampen & Dronten is een openbaar lichaam op basis van de Wet Gemeenschappelijke Regelingen (Wgr). De gemeente heeft de taak om er voor te zorgen dat haar burgers met een SW-indicatie passende voorzieningen krijgen aangeboden. Vanuit die verantwoordelijkheid moet zij een uitvoerder aanwijzen. Het bestuur van het werkvoorzieningschap heeft de uitvoering van de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) opgedragen aan de stichting IMpact. De regierol op de uitvoering van de Wsw is neergelegd bij de gemeente. Zij ontvangt daarvoor een rijksbijdrage. De financiering verloopt volledig via de gemeente. De gemeente is formeel en feitelijk risicodrager. De verordenende bevoegdheid ligt bij de afzonderlijke gemeenteraden. De gemeente Kampen is samen met de gemeente Dronten bestuurlijk verantwoordelijk en heeft via portefeuillehouders zowel invloed, als verantwoordelijkheid. Het bestuur van het werkvoorzieningschap heeft invloed op de gang van zaken bij de Stichting IMpact door het aangaan van een 5-jaren sociaal-economisch contract (SEC), een éénjarig sociaal-economisch contract en in de benoemings- en ontslagmogelijkheid van de bestuurder van de stichting IMpact.
Financiële verantwoordelijkheid Naast de rijksbijdrage ontvangt het Werkvoorzieningschap een gemeentelijke bijdrage. In 2014 bedroeg deze bijdrage € 125.481. Deze bijdrage is beschikbaar gesteld op basis van een door het werkvoorzieningschap vastgestelde begroting, een zogenaamde verplichte uitgave (op grond van artikel 193 van de Gemeentewet). De bijdrage is gebaseerd op een vast bedrag per arbeidsjaar (AJ) (op basis van de opgelegde taakstelling) en een bijdrage ter ondersteuning van het bestuur van de Gemeenschappelijke regeling. In 2010 heeft de gemeenteraad besloten te bezuinigen op de gemeentelijke bijdrage aan het werkvoorzieningschap. Het is een structurele bezuiniging van € 150.000 vanaf 2014, met een opbouw vanaf 2012.
Risico-inventarisatie De gemeente is, samen met de gemeente Dronten, formeel en praktisch risicodrager voor eventuele tekorten bij het Werkvoorzieningschap. Voor de uitvoering van de taak kan het Werkvoorzieningschap een andere uitvoerder aanwijzen. In elk geval wordt het risico gedragen door de gemeenten. De financiële risico’s voor de gemeente nemen toe door de substantiële bezuinigingen die het Rijk opgelegd heeft. Bovendien is de regulier opgelegde taakstelling verlaagd, dit is de basis voor de rijksbijdrage, waardoor de rijksbijdrage nog meer afneemt. Door al deze maatregelen is er een tekort bij het Werkvoorzieningschap ontstaan in 2011, 2012 en 2013. Dit tekort is opgevangen door de inzet van eenmalige baten door de Stichting IMpact. Ook voor 2014 werd een fors tekort voorzien bij het Werkvoorzieningschap. Dit tekort kan opgevangen worden door inzet van het eigen vermogen van de stichting IMpact. In de door het kabinet aangekondigde Participatiewet staan vanaf 2015 verdere bezuinigingen voor de Sociale Werkvoorziening gepland. Daarnaast wordt op termijn het einde van de Sociale Werkvoorziening aangekondigd door vanaf 2015 geen nieuwe
144
mensen toe te laten tot de WSW. Voor de huidige mensen met een SW-aanstelling verandert er arbeidsrechterlijk niets. In 2012 heeft de raad een scenario voor de toekomst van de Sociale Werkvoorziening vastgesteld. Op basis hiervan heeft IMpact in 2013 een ondernemingsplan opgesteld voor de komende jaren. In 2015 wordt een visie op de uitvoering van de dan geldende Particpatiewet ontwikkeld. Hierbij wordt ook de toekomstige rol van de stichting IMpact als uitvoerder van de Wsw betrokken. Ook de samenwerking met de gemeente Dronten via de het Werkvoorzieningschap is onderwerp van onderzoek.
Exploitatie van Stichting IMpact De uitvoering van de Wsw door het Werkvoorzieningschap is opgedragen aan de Stichting IMpact. Via het Werkvoorzieningschap heeft de gemeente zeggenschap over de Stichting. Naast de hiervoor genoemde invloed op de Stichting IMpact – via contracten en benoeming/ontslag bestuurder – kan worden opgemerkt, dat op grond van de statuten van de Stichting verschillende (financiële) bestuursbesluiten de goedkeuring van het Werkvoorzieningschap behoeven. In 2011 is de nieuwbouw van IMpact afgerond. Stichting IMpact is eigenaar van het gebouw. De gemeente Kampen heeft de financiering van het pand middels bijdragen en borgstellingen mede mogelijk gemaakt. Ter zekerheidsstelling heeft de gemeente Kampen op de locatie in Kampen een hypotheekrecht gevestigd. Er is begin 2011 een breed onafhankelijk onderzoek uitgevoerd naar de uitvoering van de Wsw in Kampen waarin ook de mogelijke en te verwachten risico’s voor de gemeente zijn meegenomen. Het betreffende rapport is aan de gemeenteraad voorgelegd. Het college heeft besloten om de aanbevelingen uit het rapport over te nemen. Sindsdien is de gemeenteraad actief geïnformeerd over de financiële stand van zaken bij IMpact. Het exploitatieresultaat van IMpact over 2014 is negatief. In eerste instantie zal IMpact haar reserves aanspreken om het verlies te dekken. Voor 2015 wordt opnieuw een negatief resultaat verwacht. De reserves zullen dan niet langer meer voldoende zijn om dit tekort te dekken. Althans niet afdoende om daarmee de liquiditeit te waarborgen. De accountant van IMpact heeft hierover een waarschuwing afgegeven. Naar aanleiding daarvan is overleg gevoerd met de beide gemeenten, de accountant en IMpact. Aan beide gemeenteraden wordt in het eerste kwartaal 2015 een voorstel gedaan om liquiditeit en solvabiliteit van de stichting IMpact te waarborgen. Het verlies is overigens vooral het resultaat van de daling van de Rijksbijdrage. Door een economisch verantwoorde bedrijfsvoering probeert de stichting IMpact dit zogenaamde negatieve subsidieresultaat zoveel als mogelijk is te dempen.
Coöperatie Gastvrije Randmeren (voorheen Natuur- en recreactieschap Veluwerandmeren) (Programma 3) De gemeenschappelijke regeling Natuur- en Recreatieschap Veluwerandmeren bestond sinds november 2011. De officiële ingangsdatum was 1 januari 2012. In de gemeenschappelijke regeling werkten de 10 gemeentes langs de Veluwerandmeren samen om het beheer en onderhoud van IIVR-maatregelen (integrale inrichting Veluwerandmeren) welke in het gebied sinds 2001 zijn gerealiseerd veilig te stellen en daarmee een robuuste en toekomstbestendige inrichting van de Veluwerandmeren. De portefeuillehouders van de 10 gemeentes waren lid van het Algemeen Bestuur. Drie van hen zijn lid van het Dagelijks bestuur. Rijkswaterstaat is adviseur van het Algemeen Bestuur; de drie provincies zijn officieel toezichthouder. In november 2013 is besloten de gemeenteschappelijke regeling op te heffen en per 1 januari 2014 onder te brengen in een coöperatie Gastvrije randmeren. Het werkgebied van de gemeenschappelijke regeling is uitgebreid met Gooi- en Eemmeer en de daaraan gelegen gemeenten. Belangrijke redenen daarvoor zijn dat in die randmeren dezelfde (beheer)problematiek speelt en dat door de bundeling het randmerengebied het beste gepromoot kan worden. Voor de toekomst is rekening gehouden met uitbreiding met de noordelijke randmeren Ketel- en Vossemeer en Zwarte Meer.
Bestuur In totaal zijn er 16 gemeentes aangesloten bij de coöperatie. Er is gekozen voor een coöperatie om ook de hoofdgebruikers (watersportsector) mee te kunnen laten betalen. De nieuwe coöperatie is een groeimodel, zonder financiële consequenties voor de gemeente en met volledig behoud van zeggenschap over de nog resterende investeringsmiddelen voor realisatie van IIVRmaatregelen. Het bestuur bestaat uit max. 5 leden waarvan 2 leden vanuit de vml. Gemeentes van de Gemeenschappelijke
145
Regeling (i.v.m. IIVR verplichtingen en extra inkomsten uit rente inkomsten) , 1 lid van uit de gemeentes Gooi/Eemmeer en (op termijn) 2 leden vanuit de watersportsector. De Algemene Vergadering bepaalt het aantal bestuurders.
Ontwikkelingen In de eerste jaren zullen de nog niet uitgevoerde maatregelen IIVR onder verantwoordelijkheid van nieuwe coöperatie worden uitgevoerd. Voorts wordt ingezet op het promoten van het gebied (Gastvrije Randmeren) en de voortzetting van het beheer en onderhoud. Verder zal het belang van de watersportsector sterker worden en zal de bijdrage vanuit deze sector de komende jaren groeien. De taken van de coöperatie zijn:
Structureel beheren en onderhouden van recreatieve voorzieningen
Verminderen overlast door waterplanten in dieper water (veiligheid en watersport).
Onderhouden van aanlegplaatsen voor recreatievaart.
Uitvoeren van overig klein onderhoud in samenwerking met partijen.
Aanvullend, als betaalde diensten, uitvoeren van onder meer kustbeheer.
Organiseren van financiële bijdrage door watersport via 12.800 ligplaatsen.
Stimuleren van vrijetijdseconomie op en aan het water van de Randmeren
Stimuleren van verblijfsrecreatie op het water.
Positioneren van Randmeren in (inter)nationaal perspectief.
Aanjagen van gebiedspromotie vanaf het water richting de kusten.
Uitbreiden en versterken van netwerken van maatschappelijke organisaties.
Borgen van robuuste en toekomstbestendige inrichting van de Randmeren
Inbrengen van deskundigheid voor vergunningen en procedures (o.a. N2000).
Inbrengen van belangen en deskundigheid binnen het Deltaprogramma.
Afronding project Integrale Inrichting Veluwerandmeren (IIVR).
Agenderen van programmatische afstemming ruimtelijk-economische ontwikkelingen.
Risico-inventarisatie Gelet op het beperkte aandeel van de gemeente Kampen en het feit dat elke 4 jaar heroverweging van deelname aan de coöperatie plaatsvindt zijn de risico’s zowel bestuurlijk als financieel verwaarloosbaar.
Shared Service Centrum Bedrijfsvoering (Paragraaf Bedrijfsvoering) De gemeenten Zwolle en Kampen en de provincie Overijssel hebben sinds januari 2013 hun bedrijfsvoeringsactiviteiten op het gebied van Personeels- en salarisadministratie, Inkoop en ICT ondergebracht in het Shared Service Centrum Bedrijfsvoering (SSC). Het SSC faciliteert de ambities van de drie organisaties om de volgende doelstellingen te realiseren: a)
continuïteit door beperking van organisatorische kwetsbaarheid;
b)
verhoging van de (erkenning van) professionaliteit en deskundigheid van medewerkers;
c)
verhoging van de kwaliteit van de werkprocessen;
d)
efficiency ten aanzien van de inzet van beschikbare medewerkers;
e)
een gebundeld investeringsvermogen;
f)
besparingen door schaalvoordelen.
Het SSC vormt organisatorisch een onderdeel van de gemeente Zwolle en het bestuur van het SSC is belegd bij het gemeentebestuur van Zwolle. Het collectief opdrachtgeverschap ligt bij het secretarissenberaad, dat gevormd wordt door de secretarissen//algemeen directeuren van de drie partnerorganisaties. De medewerkers van het SSC verrichten vanuit het provinciehuis hun werkzaamheden ten behoeve van de drie organisaties. Vanaf 1 juli 2014 is het SSC formeel van start gegaan en zijn de medewerker formeel in dienst gekomen bij de gemeente Zwolle.
146
Terugblik Het accent in 2014 heeft gelegen op het verder professionaliseren van de dienstverlening van het SSC. Ook onderzoeken gemeente Dronten en Dalfsen een eventuele aansluiting bij het SSC. Uiteraard vindt deelname door nieuwe organisaties plaats onder nog nader te bepalen (financiële) condities.
Risco-inventarisatie Met het oog op de te verwachten opbrengsten door de vorming van het SSC is in het meerjarenperspectief van de gemeente Kampen met ingang van het begrotingsjaar 2014 een structurele taakstelling van € 340.000 opgenomen. De taakstelling moet vooral worden gerealiseerd door de ingeschatte besparingen als gevolg van het gezamenlijk inkopen van goederen en diensten. Uiteraard wordt ook gestuurd op kostenvermindering op de overige twee taakvelden. Voor 2014 is een deel van deze beoogde besparing gerealiseerd.
NIEUW Bedrijfsvoeringsorganisatie Jeugdzorg IJsselland (programma 5) In de Jeugdwet, artikel 2.8 staat dat gemeenten op bovenlokaal niveau samenwerken, indien dat noodzakelijk is. De gemeenten Dalfsen, Deventer, Hardenberg, Kampen, Olst-Wijhe, Ommen, Raalte, Staphorst, Steenwijkerland, Zwartewaterland en Zwolle (regio IJsselland) hebben besloten samen te gaan werken in het kader van de decentralisatie van de jeugdzorg. De elf samenwerkende gemeenten hebben afgesproken om de nieuwe jeugdzorgtaken in te kopen via een gezamenlijke uitvoeringsorganisatie. Voor de vorming van deze uitvoeringsorganisatie is de Gemeenschappelijke Regeling (GR) Uitvoeringsorganisatie Jeugdzorg IJsselland opgesteld. Dit is een nieuwe rechtsvorm die onlangs in de Wet gemeenschappelijke regelingen is geïntroduceerd (art. 8 lid 3 Wgr). Het betreft een rechtspersoonlijkheid bezittend lichaam, met een enkelvoudig bestuur (er is maar één bestuursorgaan). De bedrijfsvoeringsorganisatie mag slechts worden opgericht voor ondersteunende taken of uitvoerende taken (zoals inkoop). De GR Uitvoeringsorganisatie Jeugdzorg IJsselland is op 1 november 2014 in werking getreden. De uitvoeringsorganisatie heeft de naam Bedrijfsvoeringsorganisatie (BVO) Jeugdzorg IJsselland gekregen. De BVO is een inkoopcentrale en mag daarom zelfstandig inkoopcontracten aangaan. Daartoe voert ze de volgende activiteiten uit: • Regelen voorschotten en verwerken en controleren facturen; • Inkoop en contractmanagement; • Leveren periodieke managementinformatie als beleids- en sturingsinformatie. Om deze activiteiten naar behoren te kunnen uitvoeren heeft de BVO eigen personele bezetting. In Artikel 6a van de GR is bepaald dat het dagelijks bestuur bestaat uit elf leden, de colleges van de deelnemende gemeenten wijzen uit hun midden ieder één lid van het bestuur aan. Het bestuur wijst uit zijn midden een voorzitter aan. Het bestuur verstrekt de gemeenteraden de door een of meer leden van die raden gevraagde inlichtingen. Een lid van het bestuur legt aan het college en raad verantwoording af over het door hem in het bestuur gevoerde beleid. Het lid kan zowel mondeling als schriftelijk verantwoording afleggen. Het bestuur zendt uiterlijk 15 april van het jaar voorafgaande aan dat waarvoor de begroting dient, de algemene financiële en beleidsmatige kaders aan de gemeenteraden. Het bestuur van de BVO zendt de ontwerpbegroting ten minste acht weken voordat deze wordt vastgesteld toe aan de gemeenteraden. Deze kunnen bij het bestuur hun zienswijze over de ontwerpbegroting naar voren brengen. Na vaststelling van de begroting zendt het bestuur de begroting aan de gemeenteraden, die ter zake bij gedeputeerde staten van Overijssel hun zienswijze naar voren kunnen brengen. Het bestuur zendt voor 15 april van het jaar na het jaar waarvoor de jaarrekening dient, een voorlopige jaarrekening aan de gemeenteraden. Het bestuur zendt de jaarrekening binnen twee weken na de vaststelling, doch in ieder geval voor 15 juli van het jaar volgende waarop de jaarrekening betrekking heeft, aan gedeputeerde staten van Overijssel.
147
Toekomstverwachting Door de transitie jeugdzorg zijn gemeenten vanaf 1 januari 2015 verantwoordelijk geworden voor nagenoeg de gehele jeugdzorg. De afgelopen jaren hebben de gemeenten zich voorbereid op de uitvoering van de nieuwe taken. De oprichting van de BVO vormt daar onderdeel van. De taken van de BVO zijn instrumenteel, zij verzorgt voor de gemeenten de inkoop van de zwaardere zorg en zorg ervoor dat de rekeningen voor de ingezette zorg aan de aanbieders uitbetaald worden. Beleid en uitvoering en daarmee de kosten van de zorg zijn een verantwoordelijkheid van de gemeenten, zowel afzonderlijk als gezamenlijk. Gelet op de bezuinigingen die met de transitie gepaard gaan, hebben de gemeenten geconcludeerd dat voorzetting van de zorg op dezelfde wijze als voor de transitie geen optie is en een transformatie van het jeugdzorgstelsel noodzakelijk is. Al in 2015 gaan de gemeenten, zowel lokaal als regionaal en in samenspraak met de zorgaanbieders, de transformatie vorm en inhoud geven. Deze transformatie moet ervoor zorgen dat de uitgaven beheersbar en binnen de beschikbare budgetten blijven.
Risco-inventarisatie De gemeenten hebben afgesproken dat zij 85 % van het budget dat zij van het Rijk ontvangen voor de uitvoering van de jeugdzorg inzetten voor de regionale inkoop. Voor 2015 is dit een bedrag van circa € 112 miljoen, het aandeel van Kampen hierin bedraagt 13 miljoen euro. Voor de eerste twee jaar is tevens afgesproken de tekorten en overschotten van de individuele gemeenten op de regionale inkoop onderling te verevenen. De kosten voor de BVO in 2015 bedragen ca. € 1,1 miljoen, inclusief aanschaf en onderhoud automatiseringssysteem TOP. Incidenteel komt daar in 2015 nog een bedrag van € 400.000 bij voor het opstarten en inregelen van de BVO en voor de beleidsmatige regiocoördinatie . De totale kosten van € 1,5 miljoen worden tussen de gemeenten gedeeld op basis van de bijdrage van de individuele gemeenten aan het regionale inkoopbudget. Het aandeel van Kampen hierin bedraagt ca. € 175.000, wat bekostigd wordt uit de 15% ‘lokaal’ budget. De komende 2 jaar vindt er een bezuiniging plaats op het landelijk budget van € 330 miljoen. Het aandeel van de regio IJsselland hierin wordt geraamd op circa € 10 miljoen. Daarnaast zijn de middelen voor 2015 over de gemeenten verdeeld op basis van historische kosten. De bedoeling is dit om dit in de toekomst te doen op basis van een objectief verdeelmodel. Een eerste opzet laat zien dat de gemeente Kampen en ook de regio IJsselland tot de nadeelgemeenten/-regio’s zal gaan behoren, de 11 gemeenten zullen in de toekomst in totaal minder gaan ontvangen. III Stichtingen en verenigingen
Stichting Stadstoezicht Kampen (Programma 2) Per 29 december 2004 is de Stichting Stadstoezicht Kampen opgericht. Deze stichting is de opvolger van de Stichting Stadswachten IJsselland Noord. Het huidige stichtingsbestuur wordt gevormd door vertegenwoordigers van het gemeentebestuur van Kampen en de politie, eenheid Oost-Nederland, District IJsselland, team IJsselland Noord, die hiermee hun samenwerking expliciet vormgeven. Door het wegvallen van de re-integratie-gelden is de personele organisatie eind 2012 aangepast van 11 naar 8 personen (ongeveer. 7,1 fte).
Toekomstverwachting De stichting heeft van de gemeente Kampen een aantal taken gekregen: openbare orde en veiligheid, ondersteuning parkeertoezicht, controle precario, controle hondenbelasting, beheer gevonden en verloren voorwerpen en verkeersmaatregelen. Ook worden er werkzaamheden voor derden verricht.
Risico-inventarisatie Eventuele bestuurlijke en financiële risico's met betrekking tot de huidige Stichting Stadstoezicht Kampen worden als gering ingeschat.
148
Paragraaf 7
Gemeentelijk grondbeleid Inleiding In deze paragraaf gaan we in op welke wijze de gemeente uitvoering geeft aan het gemeentelijk grondbeleid. Dit is onder meer verwoord in de Nota Grondbeleid 2015 en de nota grondprijzen 2015. Hier gaan we onder 2 nader op in. Binnen het grondbedrijf maken we onderscheid tussen lopende grondexploitaties, Nog Niet in Exploitatie Genomen Gronden (NIEGGronden) en de Voorraad grond- en hulpstoffen. De toevoeging van rente, de positieve en negatieve resultaten van deze grondexploitaties, de NIEG-Gronden en de vastgestelde onttrekkingen door de gemeenteraad onder andere in de perspectief nota, bepalen gezamenlijk de stand van de reserve Bouwgrondexploitatie Grondbedrijf en het Meerjarenperspectief van het grondbedrijf.
Beleidsuitgangspunten Van oudsher probeert de overheid via het maken van ruimtelijk beleid maatschappelijke doelen voor ruimtelijke ordening, wonen, natuur, milieu etc. te realiseren. Het gemeentelijk grondbeleid is een instrument dat dienstbaar is aan de realisatie van het ruimtelijke beleid. De beleidskaders voor het gemeentelijk grondbeleid staan in de Nota Grondbeleid. Het grondbeleid van de gemeente Kampen is maatwerk. Per project maken we een expliciete keuze voor de rol en het grondbeleidinstrumentarium dat we willen hanteren, voor de wijze waarop we de grondexploitatie willen (laten) voeren en voor de samenwerkingsvorm die daarbij het meest geschikt is. We kiezen – binnen de mogelijkheden die er in Kampen zijn – bij voorkeur voor een faciliterende en uitnodigende rol, maar pakken waar noodzakelijk en verantwoord een regisserende of actieve rol. Het grondbeleidinstrumentarium zetten we in om daarmee onze ruimtelijke en maatschappelijke doelen te bereiken. Ongeacht welke samenwerkingsvorm gekozen wordt, willen we de risico’s die uit onze keuze naar voren komen zoveel mogelijk beperken en beheersen via risicomanagement.
Uitnodigend grondbeleid De gemeente Kampen kiest - binnen de mogelijkheden die er in Kampen zijn - bij voorkeur voor een uitnodigende, faciliterende vorm van grondbeleid, maar pakt waar noodzakelijk en verantwoord een regisserende of actieve rol.
Uitvoering van grondbeleid in Kampen Als grondeigenaar willen we - binnen de mogelijkheden die er in Kampen zijn - partijen uitnodigen om met goede initiatieven te komen die bijdragen aan het realiseren van de gestelde ruimtelijke doelen. Een goede marketingstrategie hoort daar onlosmakelijk bij. Al naar gelang een locatie of ontwikkeling een hogere prioriteit heeft, wordt er meer energie (geld, tijd en capaciteit) gestoken in het actief uitnodigen en stimuleren. Het kan nodig zijn om te kiezen voor een regisserende of actieve rol. Afwegingsfactoren daarbij zijn:
149
- de gewenste ontwikkeling wordt niet (zonder meer) door derden opgepakt - de gewenste ontwikkeling heeft een hoge prioriteit (vanwege het maatschappelijk belang van de opgave of de strategische ligging van de locatie) Een keuze voor een actieve rol wordt uiteraard afgezet tegenover de benodigde financiële ruimte, de verdienmogelijkheden en de risico’s die de gemeente Kampen wil en kan nemen. Het uiteindelijke besluit hiertoe ligt bij de raad. Voor complexe en/of omvangrijke projecten met een hoog risicoprofiel is een partnerschap met de markt denkbaar. Ook het uiteindelijke besluit voor een dergelijk samenwerkingsverband ligt bij de raad. Als we geen grondeigenaar zijn, faciliteren we alleen die initiatieven van derden die passen binnen de gemeentelijke beleidskaders.
Financieel beheer Op dit moment hebben we verschillende ontwikkeling- of herontwikkelinglocaties onder handen of in voorraad. Om inzicht te hebben in de risico’s en onzekerheden die dit met zich meebrengt, worden de grondexploitaties jaarlijks herzien. Daarnaast is risicomanagement gedurende de hele planperiode een vast onderdeel bij onze gebiedsontwikkelingen. Over de risico’s rapporteren we zoveel mogelijk jaarlijks bij de herzieningen van de grondexploitaties. Op basis van de gekwantificeerde risico’s wordt het benodigde weerstandsvermogen van het grondbedrijf bepaald.
Gronduitgifte conform nota grondprijzen 2015 De hoogte van de grondprijzen bij gronduitgifte zijn een belangrijk onderdeel voor de grondexploitaties en de haalbaarheidsanalyses van de NIEG-Gronden. Deze grondprijzen worden jaarlijks door ons vastgesteld. Het gronduitgiftebeleid en de bijbehorende verkoopvoorwaarden zijn belangrijk voor het gemeentelijke beleid. Gronduitgifte in de komende jaren:
Bedrijfsterreinen In de komende jaren zal de uitgifte zich voor wat bedrijfsterreinen concentreren in de Zuiderzeehaven ( nog enkele kavels te koop), Haatland 1e en 2e fase (nog circa 4,0 hectare te koop), Bedrijvenpark Rijksweg 50 (nog circa 12,1 hectare te koop) en het in ontwikkeling (zowel qua uitbreiding als herstructurering) zijnde Spoorlanden. Op het agro-gerelateerde bedrijventerrein in de Koekoek is nog 9,1 hectare te koop.
Bijzondere doeleinden Zowel in Onderdijks, Stationskwartier en in Oosterholt Noord is nog circa 2,4 hectare grond voor bijzondere doeleinden te koop c.q. uit te geven. Voor winkels in het Stationskwartier circa 0,7 hectare.
Glastuinbouw In de Koekoek is circa 100 hectare glastuinbouw beschikbaar.
Woningbouw De uitgifte voor bouwterreinen voor woningbouw wordt de komende jaren voorzien in het Onderdijks, Het Meer, Beltweg, Wilsum, Zalk, Zuideinderhof, -s-Heerenbroek, Grafhorst, Zuideinderhof, Stationskwartier, Slenke Es en Hanzewijk. Na besluitvorming in 2016 over IJsseldelta-Zuid kan hier ook woningbouw worden gerealiseerd. Voor de woningbouw is de zogenaamde PEARL-prognose en de analyse van het bureau Compaenen doorgevoerd. Voor de komende jaren zal de woningbehoefte periodiek worden getoetst.
Kantoren De uitgifte voor kantoren kan plaatsvinden in Flevopoort-Zuid, Melmerpark en Stationskwartier.
Groen en nutsbedrijven Binnen de diverse plannen vindt gronduitgifte plaats voor nutsvoorzieningen en openbaar groen.
150
Overige In de Koekoek is nog 2,3 hectare overig uitgeefbaar.
Lopende grondexploitaties Voor ruimtelijke ontwikkelingen dient de financiële haalbaarheid te worden aangetoond. De bestemmingsplannen worden daartoe financieel vertaald in grondexploitaties. Een grondexploitatie is een hulpmiddel bij de besluitvorming. Met een grondexploitatie kan men: De haalbaarheid (of juist de onhaalbaarheid) van een project aantonen; Aangeven hoe de financiële dekking te verzorgen; Een keuze tussen alternatieven onderbouwen; Afwegingen maken hoe een plangebied ingevuld zal worden, zoals de verhouding tussen de diverse opbrengstcategorieën: woningen in de sociale sector, woningen in de marktsector, kantoren etc.; Ook dient de grondexploitatie als financieel sturingsmiddel tijdens de uitvoeringsfase van de projecten. Een risicoparagraaf maakt onderdeel uit van de grondexploitatie. Op dit moment hebben we twintig grondexploitaties. 1. Onderdijks 1e en 2e fase (complex 11) 2. Onderdijks 3e fase (complex 13) 3. Beltweg (complex 17) 4. Gemeentelijke exploitatie Het Meer (complex 16 en19) 5. Gemeenschappelijke exploitatie Het Meer (complex 18) 6. Oosterholt Noord (complex 21) 7. Wilsum (complex 25) 8. Zalk (complex 29) 9. Zuideinde (complex 34) 10. ‘s-Heerenbroek – De Kandelaar Oost (complex 35) 11. Bedrijvenpark Rijksweg 50 (complex 50) 12. Haatland 1e fase (complex 52) 13. Haatland 2e fase (complex 53) 14. Gemeentelijke exploitatie Zuiderzeehaven (complex 55) 15. Koekoekspolder (complex 56) 16. Flevopoort Zuid (complex 73) 17. IJsseldelta Zuid (complex 75) 18. Gemeentelijke exploitatie Stationskwartier (complex 74 en 81) 19. Gemeenschappelijke exploitatie Stationskwartier (complex 80) 20 Sint Nicolaashof (complex 82) 21. Hanzewijk (complex 87) In de opsomming is niet opgenomen de grondexploitatie die is ondergebracht in een Publiek/Private Samenwerking (PPS), te weten Zuiderzeehaven C.V. Daarover rapporteren we in paragraaf 6 “Verbonden partijen”. We actualiseren de gemeentelijke en gemeenschappelijke grondexploitaties ieder jaar en laten deze ook vast stellen door de raad. We verwerken in de jaarlijkse actualisatie alle voortschrijdende inzichten en nieuwe inzichten die zich in het jaar daarvoor hebben voorgedaan. Als zich bij een grondexploitatie beleidsmatige wijzigingen voordoen, leggen we deze afzonderlijk aan de raad voor (bijvoorbeeld programma wijzigingen). In de actualisatie verwerken we ook de nieuwe geldende grondprijzen uit de Nota grondprijzen. Tot slot stellen we waar nodig per lopende grondexploitatie een risicoanalyse op, in de zomerperiode van het jaar van vaststelling van de jaarrekening.
151
Voor de lopende grondexploitaties, waar we uitkomen op een verwacht tekort, moeten we een voorziening treffen om dit tekort te dekken. Deze voorzieningen worden gedekt uit de reserve bouwgrondexploitaties grondbedrijf. Winstnemingen (huidige boekwaarde minus de nog te maken kosten) voegen we toe aan de reserve bouwgrondexploitatie grondbedrijf.
Tabel 1 Boekwaarde lopende grondexploitaties en voorzieningen per 31-12-2014
Verloop bouwgronden in exploitatie Boekwaarde Van NIEG Toename nr O ms c hr ijv ing
1.640.839-
13 Het Onderdijks fase 3
5.887.815
19 Het Meer Administratief 21 Oosterholt Noord
Boekwaarde
634.232
73.838
163.775
2.209.274
860.432
-
7.236.658
191.295
-
100.000
1.161.083
310.874
140.643
-
239.828
1.526.791
5.254.909
-
12.623.324
4.430.803-
1.141.794
199.386
-
124.952-
4.792
6.302
76.426
869.787
17 Beltweg 18 Het Meer Gezamenlijk
Resultaat
31-12-2014
11 Het Onderdijks fase 1-2 16 Het Meer Gemeentelijk
Afname
31-12-2013
-
69.598
16.351.442
916.670-
3.488.39550.036-
25 Wilsum - Thijslocatie
1.578.562
100.566
-
-
1.679.128
29 Zalk
3.135.128
218.962
310.644
-
3.043.445
313.970
55.096
141.835
-
227.232
88.456
-
-
261.066
34 Zuideinde 35 s Heerenbroek De Kandelaar
-
172.610
50 Bedrijventerrein N50
4.579.763-
97.486
228.400
368.497
52 Haatland-1e fase
5.184.216
1.164.115
509.876
-
5.838.455
53 Haatland-2e fase
962.509
1.117.950
317.516
-
1.762.943
2.772.321
242.978
90.923
-
2.924.376
18.253.349
965.352
636.447
-
18.582.254
55 Zuiderzeehaven 56 Koekoek
4.342.180-
73 Flevopoort Zuid
394.461-
4.930
17.751
-
74 Stationskwartier Gemeentelijk
916.142-
958.392
30.467
-
407.28111.783
75 IJsseldelta Zuid
25.176.659
1.458.245
1.753.819
-
24.881.086
80 Stationskwartier Gezamenlijk
15.226.377
2.599.842
1.921.920
-
15.904.299
253.800
9.945
-
81 Stationskwartier Administratief 82 Sint Nicolaasdijk
1.635.87413.373-
87 Hanzewijk
8.685.803
Totaal
90.661.734
nr Voor z ieningen
242.208
1.392.019-
40.411
128.910
101.872
0
1.163.203
1.942.013
-
7.906.993
16.548.834
14.575.976
810.570
93.687.371
Boekwaarde Van NIEG Toename
Afname
Resultaat
31-12-2013
Boekwaarde 31-12-2014
13 Het Onderdijks fase 3
3.791.221-
25 Wilsum Thijslocatie
1.180.475-
44.869-
1.225.344-
29 Zalk
1.714.493-
255.594-
1.970.087-
52 Haatland-1e fase
5.458.910-
39.728-
5.498.638-
53 Haatland-2e fase
3.094.819-
55 Zuiderzeehaven
115.087
551.756
3.676.134-
2.543.063-
845.601-
10.488-
856.089-
56 Koekoek
1.662.132-
641.102-
2.303.234-
80 Stationskwartier Gezamenlijk
1.489.344-
80 Stationkw. Gezamenlijk/vordering
1.489.344-
87 Hanzewijk
6.693.723-
Totaal
27.420.062-
1.294.282
195.063-
19.164
6.674.559-
988.508
25.137.273-
1.294.282 -
-
1.294.282
195.063-
Hieronder lichten we alle genoemde complexen kort financieel toe. Zie voor een verdere toelichting het raadsvoorstel herziening grondexploitaties, de Niet in Exploitatie Genomen Gronden(NIEGG) per 1-1-2015 en de voorraad grond- en hulpstoffen.
152
Ad 1) Onderdijks 1e en 2e fase (complex 11) In 2014 is de geluidsvoorziening aan de Niersallee gerealiseerd. De kosten(incl. rentevoordeel) bedragen in 2014 € 560.000. De boekwaarde voor Onderdijks 1e en 2e fase bedraagt negatief per 1-1-2015 € 0,9 miljoen. We verwachten nog circa € 0,94 miljoen aan kosten te moeten maken. De grondexploitatie kent voldoende onvoorzien om de risico’s te kunnen opvangen. De exploitatie heeft een looptijd tot 1-1-2017.
Ad 2) Onderdijks 3e fase (complex 13) In Onderdijks 3e fase is in 2014 voor een bedrag van € 2,2 miljoen opbrengsten gerealiseerd. Het netto contante tekort van deze grondexploitatie is verminderd van € 3,791miljoen naar € 3,676 miljoen. We hebben de voorziening verlaagd met € 0,115 miljoen. De boekwaarde voor Onderdijks 3e fase bedraagt per 1-1-2015 € 7,237 miljoen. De exploitatie heeft een looptijd tot 1-12028. In de zomer van 2015 vindt er een nieuwe risicoanalyse plaats voor deze grondexploitatie, in de overzichten voor het weerstandsvermogen is rekening gehouden met het eerder berekende risicobedrag.
Ad 3) Beltweg (complex 17) Aan de Beltweg voorzien we de verkoop van een aantal vrije sectorkavels en bestaande bouw. De verkoop is inmiddels gestart en de eerste kavels zijn verkocht. De boekwaarde per 31-12-2014 bedraagt € 0,24 miljoen. De grondexploitatie kent voldoende onvoorzien om de risico’s te kunnen opvangen. De grondexploitatie sluit per 1-1-2017 met een voordelig saldo van € 0,2 miljoen.
Ad 4) Gemeentelijke grondexploitatie Het Meer (complex 16 en 19) De boekwaarde voor de beide complexen bedraagt in totaal per 1-1-2015 negatief € 2,33 miljoen. Het resultaat netto contant van de grondexploitatie bedraagt ongeveer nul. De grondexploitatie kent voldoende onvoorzien om de risico’s te kunnen opvangen. De exploitatie heeft een looptijd tot 1-1-2021.
Ad 5) Gezamenlijke grondexploitatie Het Meer (complex 18) In Het Meer zijn in 2014 19 projectwoningen, 22 sociale huursectorwoningen, 18 vrije sectorkavels, een school en een ijsbaan met een waarde van € 5,2 miljoen gepasseerd. Voor 2015 wordt uitgegaan van de verkoop van 52 woningen. De boekwaarde van complex 18 bedraagt per 1-1-2015 € 12,62 miljoen. Het resultaat netto contant van de grondexploitatie bedraagt ongeveer nul. De grondexploitatie kent voldoende onvoorzien om de risico’s te kunnen opvangen. De exploitatie heeft een looptijd tot 1-12021.
Ad 6) Oosterholt Noord (complex 21) De boekwaarde voor Oosterholt Noord bedraagt per 1-1-2015 negatief € 0,05 miljoen. In 2014 is er een winst genomen op dit complex van € 76.426. Er moet nog een kavel voor bijzondere doeleinden van circa 5.000 m² verkocht worden. In de jaren 2015 en 2016 is er nog een winstneming geraamd van € 0,425 miljoen per jaar. De grondexploitatie sluit met een klein voordelig saldo. Gezien het resultaat van de grondexploitatie is geen risicoanalyse opgesteld. De exploitatie heeft een looptijd tot 1-12017.
Ad 7) Wilsum de Thijs (complex 25) De grondexploitatie van Wilsum per 1-1-2015 sluit met een negatief saldo van € 1,23 miljoen netto contant. Voor dit bedrag moeten we de voorziening ophogen met € 0,045 miljoen. De boekwaarde van complex 25 bedraagt per 1-1-2015 € 1,68 miljoen. De exploitatie heeft een looptijd tot 1-1-2041. In de zomer van 2015 vindt er een nieuwe risicoanalyse plaats voor deze grondexploitatie, in de overzichten voor het weerstandsvermogen is rekening gehouden met het eerder berekende risicobedrag.
Ad 8) Zalk De Noord (complex 29) De grondexploitatie van Zalk sluit per 1-1-2015 met een negatief saldo van € 1,97 miljoen netto contant. Voor dit bedrag moeten we de voorziening ophogen met € 0,256 miljoen. De boekwaarde van complex 29 bedraagt per 1-1-2015 € 3,04 miljoen. De exploitatie heeft een looptijd tot 1-1-2028. In de zomer van 2015 vindt er een nieuwe risicoanalyse plaats voor deze grondexploitatie, in de overzichten voor het weerstandsvermogen is rekening gehouden met het eerder berekende risicobedrag.
153
Ad 9) Zuideinde (complex 34) In 2013 zijn we gestart met het bouwrijp maken en de verkoop van de kavels. De eerste kavels zijn verkocht. De boekwaarde van Zuideinde bedraagt per 1-1-2015 € 0,227 miljoen. De exploitatie heeft een looptijd tot 1-1-2027. De grondexploitatie kent voldoende onvoorzien om de risico’s te kunnen opvangen. De grondexploitatie sluit per 1-1-2015 met een voordelig saldo van € 0,17 miljoen.
Ad 10) ’s-Heerenbroek – De Kandelaar oost (complex 35) De grondexploitatie is inmiddels dit jaar vastgesteld. De boekwaarde bedraagt per 1-1-2015 € 0,261. Het resultaat netto contant van de grondexploitatie bedraagt ongeveer nul. De grondexploitatie kent voldoende onvoorzien om de risico’s te kunnen opvangen. De exploitatie heeft een looptijd tot 1-1-2023.
Ad 11) Bedrijvenpark Rijksweg 50 (complex 50) Voor het bedrijvenpark Rijksweg 50 hebben we een negatieve boekwaarde per 1-1-2015 van € 4,34 miljoen. In de grondexploitatie is rekening gehouden met een winstneming van € 10 miljoen in de jaren 2015 tot en met 2020, die toegevoegd wordt aan de Reserve Bouwgrondexploitatie. De grondexploitatie van bedrijvenpark Rijksweg 50 sluit per 1-1-2015 met saldo van € 2,71 miljoen netto contant. De exploitatie heeft een looptijd tot 1-1-2021. In de zomer van 2015 vindt er een nieuwe risicoanalyse plaats voor deze grondexploitatie, in de overzichten voor het weerstandsvermogen is rekening gehouden met het eerder berekende risicobedrag.
Ad 12) Haatland 2e fase (complex 53) De boekwaarde per 1-1-2015 bedraagt voor Haatland 1e fase € 5,84 miljoen. Netto contant per 1-1-2015 is het saldo van de grondexploitatie circa € 5,5 miljoen negatief. Voor dit bedrag moeten we de voorziening ophogen met € 0,04 miljoen. De exploitatie heeft een looptijd tot 1-1-2016. De grondexploitatie kent voldoende onvoorzien om de risico’s te kunnen opvangen.
Ad 13) Haatland 2e fase (complex 53) Voor Haatland 2e fase hebben wij een boekwaarde per 1-1-2015 van € 1,76 miljoen. De grondexploitatie leidt tot een negatief saldo op eindwaarde van € 2,75 miljoen. Dit is netto contante waarde per 1-1-2015 € 2,5 miljoen negatief. Er moet dus een voorziening voor deze gronden getroffen worden van € 2,54 miljoen. Aangezien er al een voorziening getroffen is van € 3,095 miljoen, kan de getroffen voorziening worden verlaagd met € 0,552 miljoen. De exploitatie heeft een looptijd tot 1-1-2017.De grondexploitatie kent voldoende onvoorzien om de risico’s te kunnen opvangen.
Ad 14) Gemeentelijke exploitatie Zuiderzeehaven (complex 55) De totale boekwaarde voor de gemeentelijke exploitatie Zuiderzeehaven bedraagt € 2,92 miljoen. Al enkele jaren hebben er geen verkopen in de Zuiderzeehaven plaats gevonden. De grondexploitatie leidt tot een negatief saldo op eindwaarde van € 2,75 miljoen. Dit is netto contante waarde per 1-1-2015 € 0,86 miljoen negatief. Er moet dus een voorziening voor deze gronden getroffen worden van 0,86 miljoen. Aangezien er al een voorziening getroffen is van € 0,85 miljoen, moet de getroffen voorziening worden verhoogd met € 0,01. In de zomer van 2015 vindt er een nieuwe risicoanalyse plaats voor deze grondexploitatie, in de overzichten voor het weerstandsvermogen is rekening gehouden met het eerder berekende risicobedrag.
Ad 15) Koekoekspolder (complex 56) Voor de Koekoekspolder hebben we de fasering van de uitgifte van de glastuinbouw met een jaar verlengd.We zijn er vanuit gegaan dat we niets in de glastuinbouw verkopen in 2015. Dit heeft tot gevolg dat de exploitatie netto contant een negatief saldo heeft van € 2,3 miljoen. De al bestaande voorziening van € 1,66 miljoen moeten we dus ophogen met € 0,64 miljoen. De boekwaarde van de Koekoekspolder bedraagt in totaal per 1-1-2015 € 18,58 miljoen. De exploitatie heeft een looptijd tot 11-2026. In de zomer van 2015 vindt er een nieuwe risicoanalyse plaats voor deze grondexploitatie, in de overzichten voor het weerstandsvermogen is rekening gehouden met het eerder berekende risicobedrag.
Ad 16) Flevopoort Zuid (complex 73) De Flevopoort heeft nog één kavel beschikbaar. Als deze kavel verkocht is, kan het gebied definitief worden ingericht. De boekwaarde van Flevopoort Zuid bedraagt in totaal negatief € 0,41 miljoen. Voor de komende jaren schatten we de kosten in op
154
€ 0,36 miljoen en de opbrengsten op € 0,34 miljoen. Netto contant sluit de grondexploitatie op € 0,35 miljoen positief per 1-12015. Dit resultaat voegen we in 2016 toe aan de Reserve Bouwgrondexploitatie Grondbedrijf. Gezien het exploitatieresultaat hebben we geen risicoanalyse opgesteld.
Ad 17) IJsseldelta Zuid (complex 75) Bij de vaststelling van het bestemmingsplan in 2013 zijn eveneens de grondexploitatie en het exploitatieplan vastgesteld. De bijgestelde grondexploitatie per 1-1-2015 sluit, bij de huidige uitgangspunten, budgettair neutraal. De boekwaarde bedraagt per 1-1-2015 € 24,88 miljoen. De grondexploitatie heeft een looptijd tot 1-1-2035. Het betreft een (technische) herziening van de grondexploitatie waarbij de boekwaarden zijn bijgewerkt tot 1 januari 2015 en de ramingen zijn geïndexeerd. In februari 2015 heeft de Raad van State het bestemmingsplan, voor het onderdeel van het woongebied, vernietigd. De delen van het bestemmingsplan voor de Zone N50, Zwartendijk en informatiepunt zijn in stand gebleven. De gevolgen van de uitspraak zullen bij de herziening 2016 van de grondexploitatie worden verwerkt. Uit de risicoanalyse 2013 van Stadkwadraat kwam naar voren dat we naast de opgenomen posten onvoorzien, buiten de grondexploitaties een oplopend bedrag tot € 10,8 miljoen als weerstandsvermogen, in 2016, moeten opnemen. In de jaren 2014 en 2015 bedraagt dit respectievelijk € 4 en € 5 miljoen. De risicoanalyse zal worden aangepast in aanloop naar de herziening van de grondexploitatie 2016.
Ad 18) Gemeentelijke grondexploitatie Stationskwartier (complex 74 en 81) De boekwaarde voor de beide complexen bedraagt per 1-1-2015 negatief € 1,38 miljoen. Het resultaat netto contant van de grondexploitatie bedraagt ongeveer nul. De exploitatie heeft een looptijd tot 1-1-2026. De grondexploitatie kent voldoende onvoorzien om de risico’s te kunnen opvangen.
Ad 19) Gezamenlijke grondexploitatie Stationskwartier (complex 80) De boekwaarde van de gezamenlijke grondexploitatie van het Stationskwartier bedraagt in totaal € 15,9 miljoen. De gezamenlijke exploitatie sluit budgettair neutraal. De exploitatie heeft een looptijd tot 1-1-2025. Vanuit de gemeente Kampen is vooralsnog rekening gehouden met de programmering van de woningbouw op basis van de Pearl-prognose. Voor dit bedrag hebben we een voorziening getroffen. Voor 50% van dit bedrag bestaat een vordering op de ontwikkelaar. De grondexploitatie sluit budgettair neutraal.
Ad 20) Sint Nicolaashof (complex 82) Alle woningen zijn verkocht. Dit project is per 31-12-2014 afgesloten. Het resultaat bedraagt € 101.872, welk bedrag we toevoegen aan de Reserve Bouwgrondexploitatie Grondbedrijf.
Ad 21) Hanzewijk (complex 87) De boekwaarde voor de Hanzewijk bedraagt per 1-1-2015 € 7,91 miljoen. Het resultaat is netto contant per 1-1-2015 € 6,67 miljoen negatief. De al getroffen voorziening kunnen we met € 0,019 miljoen verlagen. De exploitatie heeft een looptijd tot 1-12018. In de zomer van 2015 vindt er een nieuwe risicoanalyse plaats voor deze grondexploitatie, in de overzichten voor het weerstandsvermogen is rekening gehouden met het eerder berekende risicobedrag.
155
Niet In Exploitatie Genomen Gronden (NIEGG) Er bevinden zich binnen het grondbedrijf een aantal complexen, de zogenaamde NIEG-gronden. Dit zijn gronden waar nog geen vastgestelde grondexploitaties voor is, maar wel een stellig voornemen is om tot ontwikkeling over te gaan. Het gaat om de volgende complexen: 1. Manegeterrein (complex 20) 2. Haatland algemeen (complex 51) 3. Uitbreiding industrieterrein Spoorlanden (complex 59) 4. Slenke Es (complex 85) Tabel 2 Boekwaarde NIEG-Gronden en voorzieningen per 31-12-2014 Verloop niet in exploitatie genomen gronden Boekwaarde Naar nr O ms c hr ijv ing
31-12-2013
17 Beltweg
69.598
20 Manegeterrein
736.048
35 s Heerenbroek De Kandelaar
172.610
51 Haatland algemeen
589.190
59 Spoorlanden
563.327
85 Slenke Es
327.032
Totaal
8.500.132
51 Haatland Algemeen 59 Spoorlanden Totaal
Boekwaarde Boekwaar-
805.535-
-
-
43.703
-
-
779.751
214,69
-
-
-
-
-
-
621.084
€
118,62
338.334
6.466
-
6.374.195
€
39,66
-
-
-
-
90.470
2.727
-
414.774
€
29,42
504.400
9.194
-
8.189.804
Toename
-
nvt €
31.893
Afname
Resultaat
VGH/BIE
-
de p/m2
-
563.327-
89.190-
89.190-
Resultaat
-
172.610-
Boekwaarde Naar 31-12-2013
Afname
31-12-2014
69.598-
6.042.327
76 Project IJsseldelta
Voor z ieningen
Toename
VGH/BIE
Boekwaarde
nvt
nvt
-
31-12-2014 -
-
-
-
3.882.329-
6.518
3.882.329-
82.672-
-
-
3.875.811-
3.965.001-
*) Voor een toelichting op de NIEG-gronden Beltweg: zie IEG-gronden (complex 17)
*) De resterende boekwaarde per ultimo 2013 onder “Project IJsseldelta” betreft de NIEG-gronden behorende bij complex 95 Zwartendijk. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar paragraaf 7 Gemeentelijk Grondbeleid. Hieronder lichten we alle genoemde complexen kort financieel toe. Zie voor een nadere toelichting het raadsvoorstel herziening grondexploitaties, de voorraad grond en hulpstoffen en de Niet in Exploitatie Genomen Gronden(NIEGG) per 1-1-2015.
Ad 1) Manegeterrein (complex 20) Er heeft in 2008 een verwerving plaatsgevonden voor een bedrag van € 751.693. Door de woningstichting Beter Wonen is toegezegd deze grond over te nemen voor dit bedrag verhoogd met renteverliezen. Voor het complex Manegeterrein hebben we een globaal haalbaarheidsonderzoek opgesteld. Dit haalbaarheidsonderzoek gaat uit van circa € 2,1 miljoen aan kosten en circa € 2,1 miljoen aan opbrengsten. De boekwaarde per 1-1-2015 van € 0,78 miljoen maakt hier onderdeel van uit en kan gedekt worden uit de toezegging van genoemde stichting. Binnen de Reserve Bouwgrondexploitatie is voor de verplaatsing van de manege een bedrag van € 2,1 miljoen in de jaren 2015 t/m 2017 opgenomen.
Ad 2) Haatland algemeen (complex 51) De gemeente heeft de gronden in 2010 via een ontwikkelaar gekocht. De ontwikkelende partij krijgt de ontwikkeling- en bouwrechten met de voorwaarde dat er overeenstemming moet zijn over de vorm en wijze van ontwikkeling. De ontwikkelende partij krijgt 4 jaar de kans tot een goede en winstgevende ontwikkeling te komen. Lukt dat, dan ontvangen wij de aankoopbedragen met jaarlijks 5% rente terug. Lukt de ontwikkeling niet binnen 4 jaar (15 juni 2014) na aankoopdatum dan heeft de ontwikkelende partij het recht het perceel voor de door de gemeente betaalde bedragen, inclusief rentevergoeding terug te kopen. Bij collegebesluit van 8 april 2014 is deze termijn verlengd tot 1 januari 2015. Het college heeft besloten de
156
termijn per 1 januari 2015 nogmaals te verlengen met een half jaar onder dezelfde voorwaarden. De boekwaarde bedraagt per 1-1-2015 € 0,62 miljoen en er is een voorziening getroffen van € 0,083 miljoen.
Ad 4) Uitbreiding industrieterrein Spoorlanden (complex 59) Complex 59 uitbreiding industrieterrein Spoorlanden is de uitbreiding van het bedrijventerrein Spoorlanden. Deze uitbreiding is gekoppeld aan de herstructurering van Spoorlanden. Voor de uitbreiding was een globaal haalbaarheidsonderzoek opgesteld, welke uitging van circa 17 hectare uitgeefbaar industrieterrein. Inmiddels is door het STEC-onderzoek vast komen te staan (hierover wordt nog apart geadviseerd) dat vooralsnog circa 6 hectare uitbreiding benodigd is. Dit heeft geleid tot een gewijzigde haalbaarheidsberekening. Uit deze berekening blijkt dat het geprognosticeerde tekort wordt becijferd op € 3,88 miljoen. Voor dit tekort is een voorziening getroffen. De boekwaarde bedraagt per 1-1-2015 € 6,37 miljoen. De exploitatie heeft een looptijd tot 1-1-2020. In de zomer van 2015 vindt er een risicoanalyse plaats voor deze haalbaarheidsberekening.
Ad 5) Slenke Es (complex 85) Wij hebben sinds 2001 plannen om het huidige centrumgebied van het dorp IJsselmuiden stedenbouwkundig te versterken. Om dit mogelijk te maken, zijn de bestaande basisschool en het wijkgebouw verplaatst naar het Kulturhus. Beide gebouwen zijn inmiddels gesloopt. We hebben in 2005 een realisatieovereenkomst met een ontwikkelaar gesloten, in 2015 zal een gewijzigde realisatieovereenkomst worden afgesloten. Uitgangspunt bij deze overeenkomst is een sluitende grondexploitatie. De boekwaarde per 31-12-2014 bedraagt € 0,41 miljoen.
Tabel 3 Oppervlakte in m² van voorraad grond- en hulpstoffen en Nieg-gronden Gebied
Opp. in m²
NIEG-gronden: Manegeterrein Haatland algemeen Industrie Spoorlanden Slenke Es subtotaal
3.632 5.236 160.730 14.100 183.698
Grond- en hulpstoffen: Beltweg
4.700
Kamperstraatweg
63.385
Dieselstraat Oosterholtseweg/Zwolseweg Houtweg
4.932 157.406 3.764
Koekoeksweg
30.890
s-Heerenbroek
517.266
s-Heerenbroek restgronden
89.715
Zwartendijk gebied P
570.804
Zwartendijk gebied B
103.034
Zwartendijk gebied R
117.751
Venedijk Oost
204.190
Venedijk West
243.811
subtotaal
2.111.648
TOTAAL
2.295.346
157
Voorraad grond en hulpstoffen (gronden zonder “stellig voornemen”) Als er geen raadsbesluit aanwezig is met betrekking tot omvang en planperiode van de te ontwikkelen gronden, dan dienen de gronden te worden opgenomen als voorraad grond en hulpstoffen. De grond moet dan worden getaxeerd op verkrijgingprijs of lagere marktwaarde. In deze categorie vallen de volgende projecten/locaties: 1. Voorbereidingskosten op overige grond- en hulpstoffen 2. Locatie de Plas IJsselmuiden (complex 36) 3. Beltweg (complex 90) 4. Gronden Kamperstraatweg (complex 90) 5. Bedrijventerrein aan de Dieselstraat (complex 90) 6. Gronden Oosterholtseweg/Zwolseweg (complex 90) 7. Gronden Houtweg (complex 90) 8. Gronden woningbouw Koekoeksweg (complex 90) 9. Gronden ’s-Heerenbroek (complex 94) Gronden ’s-Heerenbroek restgronden (complex 94) 10. Gronden Zwartendijk gebied P (complex 95) Gronden Zwartendijk gebied B(complex 95) Gronden Zwartendijk gebied R (complex 76) 11. Gronden Venedijk Oost (complex 93) 12. Venedijk West (complex 14) Tabel 4 Boekwaarde Grond- en hulpstoffen en voorzieningen per 31-12-2014 Verloop grond -en hulpstoffen Boekwaarde Van NIEG Toename nr O ms c hr ijv ing
Afname
Resultaat
Boekwaarde Boekwaar-
31-12-2013
31-12-2014
de p/m2
14 Venedijk West (Onderd. vervolg)
7.420.797
345.157
199.987
326.324-
7.239.642
36 Locatie de Plas
4.470.681
3.282
-
3.282-
4.470.681
3.816
-
3.816-
-
32.981
-
32.981-
563.327
40 Roggebot 76 Ijsseldelta 88 Brunnepe 90 Restgronden 91 Gronden Kampen West
-
563.327
-
45.008
3.826.191
227.307
1.131.814
605-
45.613521.444
€
nvt nvt €
4,81
€
12,99
3.443.127
29,69
nvt
-
437.904
49.336
388.567-
-
93 Venedijk Oost grondbankgr.
1.052.984
55.166
-
55.166-
1.052.984
€
5,16
94 s- Heerenbroek grondbankgr
4.996.795
239.179
24.304
214.875-
4.996.795
€
8,23
95 Zwartendijk grondbankgr.
3.173.813
152.119
4.898
147.221-
3.173.813
€
4,71
-
33.875
-
33.875-
-
1.575.792
1.409.734
730.276-
24.940.369
97 t Haasje Buitenwacht Totaal
nr Voor z ieningen
24.941.260
563.327
Boekwaarde Correctie 31-12-2013
Toename
Afname
Resultaat
Boekwaarde
Bw 1/1
31-12-2014
14 Venedijk West
3.519.820-
342.070
3.177.750-
90 Restgronden
1.748.207-
518.997
1.229.210-
93 Venedijk Oost
358.166-
74.962-
433.129-
94 s Heerenbroek
2.631.401-
216.138-
2.847.539-
94 s Heerenbroek (Grondbank)
1.000.000-
95 Zwartendijk
1.240.476-
95 Zwartendijk (Grondbank)
2.033.813-
Totaal
158
12.531.883-
753.792-
-
-
183.825-
1.000.0001.994.2672.033.81312.715.708-
nvt
nvt
-
Hieronder lichten we alle genoemde complexen financieel toe. Zie voor een verdere nadere toelichting het raadsvoorstel herziening grondexploitaties, de voorraad grond en hulpstoffen en de Niet in Exploitatie Genomen Gronden(NIEGG) per 1-12015.
Ad 1) Voorbereidingskosten overige grond- en hulpstoffen Op basis van de nieuwe regelgeving BBV mogen de voorbereidingskosten en rentelasten op de overige voorraad grond- en hulpstoffen niet meer worden toegevoegd aan de boekwaarde van de gronden, maar dienen ten laste van het resultaat te worden gebracht. Deze lasten brengen we ten laste van de reserve Bouwgrondexploitatie. In 2014 zijn advieskosten van AKD advocaten en notarissen en MDW advocatuur ten laste gebracht van deze post. De kosten bedroegen in 2014 € 0,389 miljoen. Voor 2015 voorzien we € 250.000 en in 2016 € 150.000 aan voorbereidingskosten (voor zowel interne als externe kosten).
Ad 2) Locatie Plas IJsselmuiden (complex 36) De gronden van de locatie Plas IJsselmuiden zijn door de ontwikkelaars om niet bij de gemeente ondergebracht. Boekhoudkundig moeten we hier echter wel een waarde aan toekennen. Als tegen boeking is een lening van hetzelfde bedrag op de balans gezet. Dit houdt in dat de boekwaarde voor de gemeente dus nihil is. We voegen dan ook geen rente toe aan dit bedrag. Ons risico is hier dus nihil.
Ad 3) Beltweg (complex 90) Dit betreft een perceel aan de Loswalweg. De boekwaarde van het perceel, van circa 4.700 m², is nihil. Door de taxateur is de waarde bepaald op € 437.100. De verkoop van genoemd perceel is geraamd in de jaren 2017 en 2018.
Ad 4) Gronden Kamperstraat (complex 90) Dit betreft landbouwgrond aan de Kamperstraatweg ter grootte van circa 6,3 hectare. Het perceel ligt in stedelijk gebied, globaal ingesloten door de woonwijk Onderdijks en de scholengemeenschap. Deze gronden zijn op basis van geliberaliseerde pachtovereenkomsten in gebruik. De duur van de overeenkomsten bedraagt telkens 1 jaar. De verkoop van genoemd perceel is geraamd in 2016. De boekwaarde per 1-1-2015 voor deze gronden bedraagt € 0,23 miljoen. De getaxeerde waarde is bepaald op € 0,33 miljoen. Aangezien de verkrijgingprijs lager is dan de getaxeerde waarde, dient voor waardering te worden uitgegaan van de verkrijgingprijs. De verkrijgingprijs wordt gesteld op € 1,00. Er is een voorziening voor deze gronden getroffen worden van € 0,23 miljoen. Ook de toekomstige renteverliezen moeten binnen de Reserve Bouwgrondexploitatie worden opgevangen.
Ad 5) Bedrijventerrein aan de Dieselstraat (complex 90) Deze kavel is bebouwd met een loods en een bedrijfswoning. De grond is in erfpacht uitgegeven. De boekwaarde bedraagt per 31-12-2014 € 0,37 miljoen. De taxatiewaarde is gelijk aan de boekwaarde. De renteverliezen worden goed gemaakt door de erfpachtcanon.
Ad 6) Gronden Oosterholtseweg/Zwolseweg (complex 90) Dit betreft landbouwgrond aan de Sonnenbergweg en Zwolseweg ter grootte van circa 15,7 hectare. Deze gronden zijn agrarisch in gebruik. De verkoop van genoemd perceel is geraamd in de jaren 2016 en 2017. De boekwaarde per 1-1-2015 voor deze gronden bedraagt € 0,92 miljoen. De getaxeerde waarde is bepaald op € 0,87 miljoen. Aangezien de verkrijgingprijs hoger is dan de getaxeerde waarde, dient voor waardering te worden uitgegaan van de getaxeerde waarde. Er is dus een voorziening voor deze gronden getroffen worden van € 0,05 miljoen. Ook de toekomstige renteverliezen moeten binnen de Reserve Bouwgrondexploitatie worden opgevangen.
Ad 7) Gronden Houtweg (complex 90) Dit betreft een perceel bedrijventerrein op de hoek van de Houtweg en Baan in Kampen ter grootte van 0.37.64 hectare. De aanwezige loodsen zijn inmiddels gesloopt en er heeft asbestsanering plaatsgevonden. Op het terrein is een terugkooprecht gevestigd, daarbij geldt als maatstaf dat de marktprijs conform de gebruikelijke gemeentelijke verkoop- en gebruiksregels zal worden vastgesteld. De door verkoper dan te betalen koopsom zal niet lager zijn dan de onderhavige koopprijs, vermeerderd met gemaakte kosten en rentekosten.
159
Op het terrein is een kettingbeding gevestigd. Indien op het terrein meer gebouwd mag worden dan de geplande twee parkeerlagen zal aan de toenmalige verkoper een bedrag worden uitgekeerd van circa € 45 per m² (honderd gulden per m²) en wanneer op de geplande twee parkeerlagen een of meerdere woningen, winkels en/of bedrijfsruimten mogen worden gebouwd bedraagt de uitkering circa € 90 per m² (tweehonderd gulden per m²). De boekwaarde van de gronden per 31-12-2014 bedraagt € 1,07 miljoen euro. De getaxeerde waarde is bepaald op € 0,85 miljoen. Aangezien de verkrijgingprijs hoger is dan de getaxeerde waarde, dient voor waardering te worden uitgegaan van de getaxeerde waarde. Er moet dus een voorziening voor deze gronden getroffen worden van € 0,23 miljoen. Ook de toekomstige renteverliezen moeten binnen de Reserve Bouwgrondexploitatie worden opgevangen.
Ad 8) Gronden woningbouw Koekoeksweg (complex 90) Dit betreft landbouwgrond nabij de Koekoeksweg ter grootte van 3,1 hectare. In 2009 is de structuurvisie Kampen 2030 vastgesteld. Het toekomstperspectief van deze locatie is volgens de structuurvisie ‘ontwikkeling wonen’. Eventuele woningbouwontwikkeling als uitleggebied staat echter ter discussie. Bij perceel I 1455 is met de eigenaar voortgezet gebruik om niet overeengekomen tot de grond herbestemd wordt. Perceel I 1453 wordt van jaar tot jaar in gebruik gegeven op basis van een geliberaliseerde pachtovereenkomst. Voor een gedeelte van perceel I 1455 rust een nabetalingplicht van € 26,00/per m² indien voor 28 april 2015 een bestemmingsplanwijziging naar wonen onherroepelijk is geworden. De boekwaarde per 1-1-2015 voor deze gronden bedraagt € 0,855 miljoen. De getaxeerde waarde is bepaald op € 0,14 miljoen. Aangezien de verkrijgingprijs hoger is dan de getaxeerde waarde, dient voor waardering te worden uitgegaan van de getaxeerde waarde. Er is een voorziening voor deze gronden getroffen van € 0,72 miljoen. Ook de toekomstige renteverliezen moeten binnen de Reserve Bouwgrondexploitatie worden opgevangen.
Ad 9) Gronden ’s-Heerenbroek (complex 94) 1. Dit betreft landbouwgrond aan de Zwolseweg ter grootte van circa 51,7 hectare. De grond is in gebruik als grasland en bouwland (maïs en aardappelen). Bij de aankoop is met de eigenaren een voorgezet gebruik ‘om niet’ overeengekomen van 10 tot maximaal 20 jaar. Het recht is niet overdraagbaar aan derden. De gemeente kan het gebruik tussentijds beëindigen, indien zij het kan inzetten als compensatiegrond voor pachters. De boekwaarde per 1-1-2015 voor deze gronden bedraagt € 5,0 miljoen. De getaxeerde waarde is bepaald op € 1,60 miljoen. Aangezien de verkrijgingprijs hoger is dan de getaxeerde waarde, dient voor waardering te worden uitgegaan van de getaxeerde waarde. Er was voor deze gronden al een voorziening getroffen van € 2,417 miljoen. Er moet dus een extra voorziening voor deze gronden getroffen worden van € 0,43 miljoen. De totale voorziening bedraagt dan € 2,848 miljoen. Ook is er een voorziening getroffen voor afronding van het grondbank dossier over deze gronden. De voorziening bedraagt een bedrag van € 1 miljoen. De toekomstige renteverliezen moeten binnen de Reserve Bouwgrondexploitatie worden opgevangen. Deze gronden maken onderdeel uit van de afwikkeling van het grondbank dossier. 2. De gronden in complex 94 welke volledig bij de gemeente blijven zijn circa 8,97 ha groot. De boekwaarde, taxatie en voorziening zijn in bovengenoemde bedragen verwerkt.
Ad 10) Gronden Zwartendijk (complex 95) 1. Gebied P Dit betreft landbouwgrond aan de Zwartendijk, Cellesbroekweg en de Buitendijksweg ter grootte van 57,1 hectare. De grond is in gebruik als grasland. Bij de aankoop is met de eigenaren een voorgezet gebruik ‘om niet’ overeengekomen van overwegend 20 jaar. Het recht is niet overdraagbaar aan derden. Na 20 jaar heeft de gemeente de vrije beschikking over de grond. De boekwaarde per 1-1-2015 voor deze gronden bedraagt € 3,174 miljoen. Die zelfde waarde heeft ook het consortium De Dijken BV in de boeken staan. De getaxeerde waarde is bepaald op € 1,19 miljoen. Aangezien de verkrijgingprijs hoger is dan de getaxeerde waarde, dient voor waardering te worden uitgegaan van de getaxeerde waarde. Er was voor deze gronden al een voorziening getroffen van€ 1,24 miljoen. De voorziening voor deze gronden moet dus met € 0,75 miljoen verhoogd worden. De totale voorziening bedraagt dan € 1,986 miljoen. Ook is er een voorziening getroffen voor afronding van het grondbank dossier over deze gronden. De voorziening bedraagt een bedrag van € 2,034 miljoen. De toekomstige renteverliezen moeten binnen de Reserve Bouwgrondexploitatie worden opgevangen. Deze gronden maken onderdeel uit van de afwikkeling van het grondbank dossier. 2. Gebied B.
160
Dit betreft landbouwgrond aan de Zwartendijk ter grootte van 10,3 hectare. De grond is in gebruik als grasland. Bij de aankoop is met de eigenaren een voorgezet gebruik ‘om niet’ overeengekomen van overwegend 20 jaar. Het recht is niet overdraagbaar aan derden. Na 20 jaar heeft de gemeente de vrije beschikking over de grond. De boekwaarde, taxatie en voorziening zijn in bovengenoemde bedragen verwerkt. 3. Gebied R. Dit betreft diverse landbouwgronden in de omgeving van de Zwartendijk ter grootte van 11,78 hectare. De grond is in gebruik als grasland. Bij de aankoop is met de eigenaren een voorgezet gebruik ‘om niet’ overeengekomen van overwegend 20 jaar. Het recht is niet overdraagbaar aan derden. Na 20 jaar heeft de gemeente de vrije beschikking over de grond. De boekwaarde per 1-1-2015 voor deze gronden bedraagt € 0,56 miljoen. Die zelfde waarde heeft ook het consortium De Dijken BV in de boeken staan. De getaxeerde waarde is bepaald op € 0,56 miljoen. De voorziening is in bovengenoemde bedragen verwerkt.
Ad 11) Gronden Venedijk Oost (complex 93) Dit betreft landbouwgrond aan de Chalmotweg ter grootte van circa 68,2 hectare. De grond is in gebruik als grasland en bouwland (6 hectare maïsland). De percelen landbouwgrond waarop Wvg was gevestigd ten behoeve van woningbouw hadden tot 2011 een voortgezet gebruik om niet. Deze gronden zijn op basis van geliberaliseerde pachtovereenkomsten in gebruik gegeven aan lokale agrarische ondernemers. De duur van de overeenkomsten bedraagt telkens 1 jaar. Voor de overige Wvg gronden is er een voorgezet gebruik ‘om niet’ overeengekomen van maximaal 25 jaar, eindigend medio 2032, of zoveel eerder als de gemeente de grond nodig heeft voor het door haar beoogde gebruik. Op de gronden rust een nabetalingplicht van gemiddeld € 19,50/per m² ingeval van onherroepelijke bestemmingswijziging naar wonen, bedrijven en hieraan gerelateerde bestemmingen. De nabetaling geldt niet voor gronden die bestemd worden als hoogwatergeul. Een groot gedeelte van de gronden is verkocht aan de Provincie Overijssel. De resterende kavels zijn gezamenlijk 20,4 hectare groot. De boekwaarde per 1-1-2015 voor deze gronden bedraagt € 1,05 miljoen. Ook de boekwaarde van het Consortium De Dijken B.V. bedraagt € 1,05 miljoen. De getaxeerde gemeentelijke waarde is bepaald op € 0,62 miljoen. Aangezien de verkrijgingprijs hoger is dan de getaxeerde waarde, dient voor waardering te worden uitgegaan van de getaxeerde waarde. Er moet dus een voorziening voor deze gronden getroffen worden van € 0,43 miljoen. Ook de toekomstige renteverliezen moeten binnen de Reserve Bouwgrondexploitatie worden opgevangen. Deze gronden maken onderdeel uit van de afwikkeling van het grondbank dossier.
Ad 12) Venedijk West (complex 14) De gemeente Kampen heeft in 2005 grond gekocht (perceel F58) van een ontwikkelaar voor het vervolg van het Onderdijks (na fase 3). Dit perceel is circa 8,2 hectare groot. Op dit perceel ligt een kettingbeding. Dit houdt in dat wanneer de grond voor 1-12017 in een bestemmingsplan wordt opgenomen voor woningbouw en/of commercieel vastgoed, de vastgoedontwikkelaar bij woningbouw een claim heeft van 12 woningen per hectare. De verdeelsleutel voor commercieel vastgoed is nog niet bepaald. Als wij de grond willen verkopen voor 1-1-2017 moeten we de grond eerst aanbieden aan de vastgoedontwikkelaar. Na 1-12017 is de grond vrij voor verkoop. In 2009 is van een ontwikkelaar een perceel grond gekocht van circa 19,1 hectare groot. Een gedeelte van de grond is aan de provincie Overijssel verkocht. Er resteert nog een oppervlakte van 24,38 hectare. Deze percelen zijn op basis van geliberaliseerde pachtovereenkomsten in gebruik gegeven aan lokaal agrarische ondernemers. De duur van de overeenkomsten bedraagt telkens 1 jaar. De boekwaarde per 1-1-2015 voor deze gronden bedraagt € 7,24 miljoen. De getaxeerde waarde is bepaald op € 4,06 miljoen. Aangezien de verkrijgingprijs hoger is dan de getaxeerde waarde, dient voor waardering te worden uitgegaan van de getaxeerde waarde. Er moet dus een voorziening voor deze gronden getroffen worden van € 3,2 miljoen. Ook de toekomstige renteverliezen moeten binnen de Reserve Bouwgrondexploitatie worden opgevangen. Deze gronden maken onderdeel uit van de afwikkeling van het grondbank dossier.
Reserves Het weerstandsvermogen van het grondbedrijf kunnen we als volgt omschrijven: Het weerstandsvermogen is de relatie tussen de weerstandscapaciteit en alle risico’s waarvoor we geen maatregelen hebben getroffen, maar die wel van materiële betekenis kunnen zijn voor de financiële positie van het grondbedrijf.
161
Anders gezegd het weerstandsvermogen geeft de mate aan waarin het grondbedrijf in staat is zelf middelen vrij te maken om substantiële tegenvallers op te vangen, zonder dat we het beleid hoeven aan te passen. De weerstandscapaciteit bestaat uit het vrij besteedbare deel van de Reserve Bouwgrondexploitatie Grondbedrijf na alle stortingen en onttrekkingen op basis van raadsbesluiten.
Bepaling hoogte weerstandsvermogen We kwantificeren de risico’s jaarlijks conform de nota grondbeleid 2015. We hebben in totaal een weerstandsvermogen nodig van € 11.075.000 per 31-12-2014. Dit bedrag is opgebouwd uit de volgende onderdelen:
In exploitatie genomen gronden
€ 4.250.000
IJsseldelta Zuid
€ 4.000.000
Station en omgeving
€ 2.300.000
Nog Niet In Exploitatie Genomen Gronden (NIEGG)
€
525.000
Voor de lopende grondexploitaties zijn we voor de risicobepaling uitgegaan van de opgestelde risicoanalyses. Deze actualiseren we in de zomer van 2015. De risico’s voor het Stationskwartier en IJsseldelta-Zuid zijn bepaald vanuit de grondexploitaties. De NIEG-Gronden hebben we bepaald door drie jaar lang 4% rente te nemen over de boekwaarde. Bij de berekening van het benodigde weerstandsvermogen is geen rekening gehouden met de risico’s van de grond en hulpstoffen, vanwege het feit dat de toekomstige kosten en rentelasten over deze gronden in het meerjarenperspectief van de reserve bouwgrondexploitatie worden gebracht. Daarnaast is er geen risicoanalyse voor deze complexen omdat voor een aantal van deze gronden een stille reserve aanwezig is: de taxatiewaarde ligt hoger dan de boekwaarde. De stand van Reserve Bouwgrondexploitatie Grondbedrijf per 31-12-2014 bedraagt € 8.811.117 (na resultaatbestemming 2014). Dit betekent dat het benodigd weerstandsvermogen per 31-12-2014 onvoldoende is. Het grondbedrijf heeft dus onvoldoende saldo in de Reserve Bouwgrondexploitatie om alle benodigde risico’s af te kunnen dekken.
Meerjarenperspectief Bouwgrondexploitatie Grondbedrijf Per 31-12-2014 komen we zoals aangeven op een dekkingstekort uit van € 2,3 miljoen. Deze tendens zet zich de komende jaren door. Er ontstaan de volgende dekkingstekorten per jaar: 31-12- 2015
€ 3,40 miljoen
31-12-2016
€ 7,57 miljoen
31-12-2017
€ 5,43 miljoen
31-12-2018
€ 4,01 miljoen
31-12-2019
€ 2,45 miljoen
31-12-2020
€ 1,84 miljoen
De laatste drie jaar ontstaat er een dekkingsoverschot: 31-12-2021
€ 1,09 miljoen
31-12-2022
€ 0,46 miljoen
31-12-2023
€ 0,78 miljoen
Om inzicht te geven in deze cijfers geven we in het Meerjarenperspectief Reserve Bouwgrondexploitatie Grondbedrijf 20142023 de cijfers weer. We informeren de raad jaarlijks separaat over het benodigd weerstandsvermogen en het meerjarenperspectief van de Reserve Bouwgrondexploitatie Grondbedrijf. Gezien bovenstaand meerjarenperspectief wordt bij de Perspectiefnota 2016 een voorstel gedaan over de rente van de voorzieningen die betrekking hebben op overige gronden en de NIEG-Gronden. Bij acceptatie van dit voorstel zal bovenstaand meerjarenperspectief aanmerkelijk verbeteren. In het volgende overzicht geven we inzicht in de mutaties evenals de verwachte stand van de reserve bouwgrondexploitatie ultimo 2014 (na resultaatbestemming).
162
De begrote complexresultaten bedroegen € 122.251 voordelig. De werkelijke complexresultaten bedroegen € 2.990.834 negatief. In onderstaande tabel wordt dit toegelicht.
Complexresutaten 2014 nr
O ms c hr ijv ing
Begr oot
Wer k elijk
Ver s c hil
Bouwgr onden in ex ploitatie 11 Winstneming onderdijks fase 1/2
163.775
163.775
13 Afname voorziening Onderdijks fase 3
170.605-
115.087
285.692
16 Voorlopige winstneming Het Meer
100.000
100.000
-
21 Voorlopige winstneming Oosterholt Noord
125.000
76.426
48.574-
53.121-
44.869-
8.252
77.152-
255.594-
178.442-
368.497
631.503-
25 Toename voorziening Wilsum 29 Toename voorziening Zalk 50 Lagere winstneming bedrijventerrein N50
-
1.000.000
52 Toename voorziening Haatland 1e fase
245.651-
53 Afname voorziening Haatland 2e fase
139.267-
55 Toename voorziening Zuiderzeehaven
38.052-
56 Toename voorziening Koekoek 80 Afname voorziening Stationskwartier Gez. 82 Winstneming Sint Nicolaasdijk 87 Afname voorziening Hanzewijk Niet in ex ploitatie genomen gr onden 51 Afname voorziening Haatland Algemeen 59 Toename voorziening Spoorlanden Voor r aad gr ond- en hulps toffen 14 Afname voorziening Venedijk West
74.7961.034.513 301.218-
39.728551.756
205.923 691.023
10.488-
27.564
641.102-
566.306-
1.294.282
259.769
101.872
101.872
19.164
320.382
-
-
-
25.234-
6.518
31.752
333.936-
3.882.32915.746
3.882.329349.682
36 Gronden De Plas
-
3.282-
3.282-
76 Gronden IJsseldelta
-
32.981-
32.981-
88 Resultaat Brunnepe
46.000-
90 Resultaat Restgronden
96.113
91 Gronden Kampen West
45.6131.040.440
387 944.327
275.000-
388.567-
93 Toename voorziening Venedijk Oost
47.384-
130.128-
113.56782.744-
94 Toename voorziening s Heerenbroek
224.855-
431.013-
206.158-
95 Toename voorziening Zwartendijk
181.104-
901.012-
719.908-
97 Gronden t Haasje Buitenwacht
-
33.875-
33.875-
40 Gronden Roggebot
-
3.816-
3.816-
2.990.834-
3.113.085-
T otaal c omplex r es ultaten 2014
122.251
Mutaties algemene reserve bouwgrondexploitatie 2014 De totale mutaties van de reserve bouwgrondexploitatie over 2014 bedragen per saldo een onttrekking van € 5.756.503. Bij dit bedrag is rekening gehouden met het nog via resultaatbestemming aan de algemene reserve bouwgrondexploitatie te onttrekken bedrag van € 3.950.776. Dit zal bij de vaststelling van de jaarrekening worden geëffectueerd. Met inachtneming van deze onttrekking bedraagt de eindstand van de algemene reserve bouwgrondexploitatie, dus ‘na’ resultaatbestemming € 8.811.117. Onderstaand worden de mutaties van de algemene reserve bouwgrondexploitatie toegelicht.
163
Algemene reserve bouwgrondexploitatie Beginstand 01-01-2014
14.567.620
Mutaties 2014 - Rente
655.543
- Bestemming jaarresultaat 2013
3.338.879-
- Resultaat grondbedrijf 2014
2.990.834-
- Acquisitie
22.423-
- Verplaatsingskosten manege
17.713-
- Bijdrage fietspad onderdoorgang Zwartendijk
42.197-
Totaal mutaties algemene reserve bouwrondexploitatie
5.756.503-
Eindstand 31-12-2014 na resultaatsbestemming
8.811.117
164
Sociaal Jaarverslag 2014
165
1. Een hele organisatie De gemeente Kampen heeft ongeveer 51000 inwoners. De 433 ambtenaren van de gemeente Kampen doen hun best om die burgers zo goed mogelijk van dienst te zijn. Kampen is een gemeente die ook graag een goed werkgever wil zijn. Daarvoor zijn verschillende instrumenten ontwikkeld die aansluiten bij de organisatiefilosofie van integraal management, waarbij de verantwoordelijkheid zo laag mogelijk in de organisatie wordt gelegd. GEMEENTERAAD Griffie BURGEMEESTER EN WETHOUDERS
DIRECTIE algemeen directeur/gemeentesecretaris directeur bedrijfsvoering Concernstaf
Ruimtelijke Ontwikkeling
Maatschappelijke Ontwikkeling
Beheer Openbare Ruimte
Publieksdienstverlening
Interne Dienstverlening
team Projecten
team Beleid en Subsidies
team Algemene Zaken
team Burgerzaken
team Financiën
team Beleidsontwikkeling en Advisering
team FrontOffice
team Groen
team Belasting en Inning
team Personeel en Organisatie, Juridische Zaken en Communicatie
team Ontwerp en Inirchting
team BackOffice
team Civiele Werken
team Vergunningen
team Grondzaken en Planeconomie
team Cultuur
team Toezicht en Handhaving
team Digitale Informatie Voorziening
team Facilitaire Zaken en Managementondersteuning
Eindverantwoordelijk voor de ambtelijke organisatie is Jan Goedegebure, de algemeen directeur/gemeentesecretaris. Samen met de directeur bedrijfsvoering vormt hij het directieteam (DT). De organisatie is opgedeeld in vijf eenheden die elk aangestuurd wordt door een eenheidsmanager. Onder een eenheid vallen weer verschillende teams. Het directieteam en de eenheidsmanagers vormen samen het managementteam (MT). Zowel het DT als het MT overlegt wekelijks. Naast de eenheden is er de Concernstaf. Die ondersteunt de directie in de verwezenlijking van sturing, samenhang en strategie. Personele Jaarplancyclus Kampen (PJK) De PJK is het sluitstuk van de beleidscyclus. De medewerker maakt samen met de leidinggevende een individueel jaarwerkplan voor het volgende jaar. De inhoud kan jaarlijks verschillen en sluit aan op de A3-plannen van het concern, de eenheid en het team. Naast afspraken over de werkzaamheden,worden er ook afspraken gemaakt over de middelen (bijvoorbeeld opleiding, training, coaching) die daarbij nodig zijn of welke ontwikkeling de medewerker in gang wil gaan zetten. Halverwege het jaar vindt er een voortgangsgesprek plaats. Aan het eind van dat jaar beoordeelt de leidinggevende of de afgesproken resultaten gerealiseerd
166
zijn aan de hand van een score A tot en met E. Daarna herhaalt de cyclus zich. In 2014 zijn er in totaal 346 beoordelingsgesprekken gevoerd met medewerkers. Onderstaand een overzicht van de resultaten van de beoordelingen (peildatum 25-02-2015).
Score
Aantal
Resultaat
A
2
onvoldoende
B
2
matig
C
277
normaal/goed
D
59
zeer goed
E
6
uitmuntend
Shared Service Centrum Per 1 januari 2013 is het Shared Service Centrum (SSC) bedrijfsvoering een feit. In het SSC worden drie bedrijfsvoeringactiviteiten gebundeld: ICT , de personeels- en salarisadministratie en inkoop. Het SCC werkt voor de provincie Overijssel en de gemeenten Zwolle en Kampen. Sinds 1 juli 2014 zijn alle betrokken medewerkers, na een detachering van 18 maanden, in dienst getreden van de gemeente Zwolle. Integriteitsbeleid In 2014 heeft het college het integriteitsbeleid voor de gemeentelijke organisatie vastgesteld. Integriteit van bestuurders en ambtenaren is een belangrijke voorwaarde voor burgers om vertrouwen te hebben in het openbaar bestuur. Onderdeel van het beleid is de gedragscode voor ambtenaren en bestuurders. Met het integriteitsbeleid willen we het integriteitsbewustzijn binnen de organisatie bevorderen en daarmee het bestuur en de medewerkers weerbaar maken tegen integriteitsinbreuken. Alle medewerkers die vanaf 2006 in dienst zijn getreden moeten de eed of gelofte gaan afleggen. In 2015 worden daarvoor diverse bijeenkomsten georganiseerd. Medewerkers die voor 2006 al in dienst waren tekenen alleen een integriteitsverklaring. Digitaal werken E-HRM is het digitaal aanvragen en verwerken van verschillende personeelsmutaties. Er wordt gewerkt met verschillende modules. Met de module Flex Benefits kunnen aanvragen voor het kopen-verkopen verlof, uitruil reiskosten woon-werkverkeer, fitness en de uitruil vakbondscontributie ingediend worden. De medewerker ziet wat het netto effect van een bepaalde keuze is. De aanvraag wordt automatisch doorgestuurd en verwerkt. Met de module personeelsdossier kan het eigen personeelsdossier worden ingezien en salarisstroken en jaaropgaven worden geraadpleegd. Met de module Selfservice worden declaraties en andere aanvragen digitaal verwerkt. De module kent twee invalshoeken, de medewerker (ESS) en de manager (MSS). De medewerker kan met deze module allerlei declaraties (reiskosten/studiekosten/verblijfskosten etc.) en aanvragen zoals ouderschapsverlof, meer/minder uren werken etc. indienen. Door een geautomatiseerde workflow komt de aanvraag vanzelf bij de juiste persoon en zo wordt de hele procedure doorlopen. Voor managers gaat het om aanvragen inhuur personeel derden, nieuwe medewerkers aanmelden, wijzigingen dienstverband doorgeven, etc. Het MSS-deel wordt nog verder ontwikkeld en zal in de loop van 2015 operationeel zijn.
2. Arbeidsomstandigheden De gemeente Kampen wil graag zorgen voor optimale arbeidsomstandigheden. Dat betekent dat we problemen niet alleen willen oplossen maar liever nog voorkomen. Ziekteverzuim In 2014 was het ziekteverzuim 4,5% excl. zwangerschapsverlof. Dit is een forse daling ten opzichte van 2013 toen was het verzuim 5,4 %.
167
Ziekteverzuim 5,75 6
4,5
4,7
5,4 4,55
4
Landelijk Kampen
2
0
0 2012
2013
2014
Preventief Medisch Onderzoek (PMO) Eind 2014 heeft er een Preventief Medisch Onderzoek (PMO) plaatsgevonden. De resultaten worden begin 2015 besproken op concern, eenheids- en op teamniveau. Al eerder heeft iedere deelnemer aan het PMO zijn persoonlijke resultaten op het thuisadres ontvangen. Training In 2014 hebben de leidinggevenden een training gehad: “Omgaan met psychisch verzuim” In deze training hebben ze geleerd hoe ze psychische klachten bij een medewerker kunnen herkennen en hoe ze hiermee kunnen omgaan. Bedrijfsarts In 2014 hebben 12 werknemers op eigen verzoek gebruik gemaakt van het spreekuur van de bedrijfsarts. Deze medewerkers waren niet arbeidsongeschikt. Onderwerpen die besproken zijn waren o.a. werkdruk, psychische problemen, privé problemen en frequent ziekteverzuim. Arbeidsongevallen In 2014 is er één arbeidsongeval gemeld, gelukkig was er geen sprake van blijvend letsel. Bedrijfszorgpakket De gemeente maakt gebruikt van het bedrijfszorgpakket van het IZA. Dit pakket is bedoeld om preventief, dan wel sneller, bepaalde zorg in te kunnen zetten zodat ziekte-uitval kan worden voorkomen of sneller herstel te bevorderen. In 2014 hebben driemedewerkers gebruik gemaakt van de psycholoog/het bedrijfsmaatschappelijk werk en negen medewerkers van fysiotherapie. BHV-ers en EHBO-ers De gemeente Kampen heeft 56 bedrijfshulpverleners ( BHV-ers). Dit is een afname ten opzichte van 2013 toen er nog 68 BHVers waren. Dit komt doordat de Brandweer en de Stadsgehoorzaal niet langer meer deel uitmaken van de gemeentelijke organisatie. Er zijn 20 EHBO’ers actief vooral in de buitendienst zoals de groenvoorziening. In 2014 is Trigion Safety Opleidingen BV de nieuwe opleider voor de BHV trainingen voor een periode van 4 jaar. Alle BHV-ers en EHBO-ers hebben de herhalingscursus weer gevolgd.
3. Onze mensen De gemeente Kampen had aan het eind van 2014 433 mensen in dienst: 252 mannen en 181 vrouwen.. Formatie Het aantal formatieplaatsen op 31 december 2014 was 368 fte. Werving en selectie In 2014 zijn er acht vacatures vervuld. Van deze vacatures is er één intern door een eigen medewerker ingevuld één van de Talentenregio en zes via een externe procedure.
168
Stagiaires
Vrijwilligers
Pensioen in zicht
In 2014 had de gemeente
De vaste medewerkers van de
In 2014 gingen zeven collega’s
Kampen 25 stagiaires. Van
gemeente Kampen krijgen versterking
met pensioen. De gemeente
de 25 stagiaires kwamen er
van ongeveer 100 vrijwilligers.
Kampen biedt medewerkers
13 van het MBO en 12 van
Zij zetten zich in voor de
die met keuzepensioen gaan
het HBO of WO.
gemeentelijke musea, de molens en
de cursus “Pensioen in Zicht”
het gemeentearchief.
van Stavoor aan. De medewerker mag dit samen met zijn/haar partner doen. In 2014 hebben er drie medewerkers hiervan gebruik gemaakt.
Dienstjaren Van de 433 medewerkers zijn er 270 medewerkers langer dan 10 jaar in dienst.
dienstjaren Landelijk
>10 jaar
3-10 jaar
Kampen
50,2
62,35
33,8
<3 jaar
32,1
16,1
5,5
Vergrijzing?
Leeftijdsopbouw
Landelijk 2013 Gemeente Kampen 2014
< 25
25-34 35-44 45-54 55-59
60>
Vertrekkende medewerkers In 2014 zijn er 11 beroepsmedewerkers en 64 vrijwilligers van de brandweer overgegaan naar de Veiligheidsregio IJsselland. Negen medewerkers zijn in dienst getreden bij de gemeente Zwolle vanwege het Shared Service Centrum (SSC) en tien medewerkers zijn uit dienst getreden door de verzelfstandiging van de Stadsgehoorzaal. Daarnaast hebben acht mensen ontslag gevraagd vanwege een andere baan en gingen zeven mensen gingen met keuze pensioen..
169
Waar wonen onze medewerkers?
Woonplaats Kampen
IJsselmuiden
Wilsum
s Heerenbroek
Grafhorst
Kamperveen
Zalk
Overige
33%
48%
0%
1%
17%
0%
0% 1%
4. Werk en privéleven De gemeente Kampen streeft er naar om álle medewerkers optimaal tot hun recht te laten komen. Dat is de essentie van HRM (Human Resource Management) “de manier waarop je omgaat met je menselijk kapitaal”. Individuele werkkaart Vanaf 2011 werken we in de hele organisatie met de Individuele WerkKaart (IWK). Werken met de Individuele Werkkaart betekent dat er geen verlof of ADV meer wordt opgenomen, maar dat de medewerker de te werken uren voor het hele jaar gaat plannen. Ook de werktijden kunnen hierin worden meegenomen. Uiteraard gaat dit alles in overleg met de leidinggevende. Deze moet tenslotte de planning en verantwoording goedkeuren. Hiermee ontstaat maximale flexibiliteit voor de medewerker en de leidinggevende kan beter plannen in de piekperioden. Op rustige momenten kan dan minder worden gewerkt. De IWK is gekoppeld aan het tijdschrijfsysteem: Big Ben. Hierin zit ook de mogelijkheid tot verantwoording van de gewerkte uren. Een directe koppeling met de toegangsdeuren in het stadhuis en het financieel pakket maken de verwerking van uren eenvoudiger voor de medewerker en de financiële administratie. Daarnaast kan er vanaf 7.00 uur tot 22.00 uur gewerkt worden in het stadhuis door de week. Thuiswerken Medewerkers van de gemeente Kampen kunnen thuiswerken, af en toe, maar ook structureel een x-aantal uren per week. In 2014 hebben 40 medewerkers gebruik gemaakt van de mogelijkheid om structureel thuis te werken. Deeltijd en voltijd Van de medewerkers werkten 231 mannen fulltime en 27 mannen parttime. Van de vrouwen werkte 46 fulltime en 131 parttime.
Voltijd en Deeltijd deeltijd vrouwen 30%
deeltijd mannen 7%
170
voltijd vrouwen 12%
voltijd mannen 51%
Wet arbeid en zorg Deze wet regelt het recht op verschillende verlofsoorten. In 2014 gingen 6 medewerksters met zwangerschapsverlof en 23 medewerkers maakten het afgelopen jaar gebruik van het recht op ouderschapsverlof.
5. Investeren in mensen Investors in People Op 29 september 2014 ontving de gemeente Kampen het bronzen certificaat Investers in People (IIP). IIP staat voor Investors in People en geeft aan dat de gemeente op een goede manier de verbinding weet te leggen tussen ontwikkeling en doelen van medewerkers, teams en organisatie als geheel. Nadat de gemeente drie jaar geleden als tweede gemeente in Nederland het standaard certificaat ontving is Kampen nu de eerste gemeente die het bronzen certificaat heeft ontvangen. Voor de beoordeling van het certificaat zijn er interviews geweest met leidinggevenden en medewerkers. Die interviews waren bedoeld om na te gaan of we als organisatie weer voor drie jaar het IIP keurmerk te mogen dragen. Om het keurmerk te mogen dragen wordt er gekeken of een organisatie in ontwikkeling is en de medewerkers voldoende betrekt bij die ontwikkeling. In de interviews wordt de vraag gesteld wat er echt merkbaar en zichtbaar is. Medewerkerstevredenheidsonderzoek (PMO) In 2014 heeft er samen met de IIP-review ook een MTO plaatsgevonden onder alle medewerkers. Qua tevredenheid van de medewerkers is er over de hele linie een mooie score van 3 gehaald op een 4-puntenschaal. Aan het MTO hebben 281 medewerkers deelgenomen Een respons van 70%. Niet iedereen heeft de vragenlijst volledig ingevuld. Van de 281 medewerkers hebben er 240 de vragenlijst volledig ingevuld. Dan is de respons nog ruim 60%. Dit is ruim voldoende om aan te nemen dat de uitkomsten representatief zijn voor de hele organisatie. Het laatste onderdeel van het onderzoek was een vragenlijst over de stijl van leidinggeven. Dit onderdeel stond los van het MTO zelf. Als de uitkomsten van de stijl van leidinggeven over de hele organisatie worden uitdrukt in een cijfer, dan komen de onderzoekers uit op een 6,6. Ook hiervoor geldt dat er per eenheid/team wel verschillen zijn. De resultaten van het MTO zijn op eenheids- en teamniveau besproken wat de uitkomsten voor de eenheid en team betekenen en welke stappen er per eenheid/team gezet kunnen worden. Nieuw HRM-beleid In 2014 is er een nieuwe kadernota HRM opgesteld. Er is daarvoor gekeken naar actuele trends en ontwikkelingen binnen HR. Bij het tot stand komen van de nota zijn de eenheden ook in de gelegenheid gesteld input te leveren. Ook is de concept-nota besproken in het Georganiseerd Overleg. De kadernota HRM wordt begin 2015 door DT en B&W vastgesteld. In 2013 is onder de noemer “Samen merkbaar beter” verder vorm en inhoud gegeven aan de beoogde externe en oplossinggerichte werkwijze van de ambtelijke organisatie. In lijn met het coalitieprogramma zijn stappen gezet om wijkgericht werken tot uitgangspunt van de gemeente Kampen en de gemeentelijke organisatie te maken. E-learning
Opleidingsbeleid in cijfers
Medewerkers kunnen digitaal cursussen volgens het
In 2014 gaf de gemeente Kampen € 314.647 uit aan opleidingen. Het
zogenaamde e-learning.
opleidingsgeld wordt per eenheid verdeeld en bestaat uit een vast bedrag en
Voor 2014 waren 25 abonnementen voor
een x bedrag op basis van het aantal formatieplaatsen.
medewerkers en drie specifiek voor managers beschikbaar. In 2014 hebben zeven medewerkers cursussen gevolgd via de Kampen-Zwolle-Academie (KZA). Loopbaanbeleid en concernopleidingen Medewerkers worden aangespoord om eigen verantwoordelijkheid te nemen voor hun functioneren en hun loopbaan. Medewerkers met loopbaanwensen of medewerkers die zich hierop willen oriënteren, kunnen worden begeleid door een interne loopbaanadviseur of doorverwezen naar het loopbaancentrum van de gemeente Zwolle. Bij de eenheid BOR is in 2014 een pilot
171
gestart met de training Baas in eigen loopbaan. Medewerkers denken in die training na over hun loopbaan. Hierbij gaat het om vragen als wie ben ik, waar ben ik goed in, waar ben ik beter in dan anderen en waar ben ik minder goed in? Wat wil ik en wat niet voor wat betreft werk. Tijdens deze training proberen medewerkers inzicht te krijgen in hun wensen, talenten en mogelijkheden. De pilot was een succes. In 2015 krijgt dit een vervolg. Talentenregio De gemeente Kampen maakt deel uit van de Talentenregio. Dit is een samenwerkingsverband tussen (inmiddels) 17 gemeenten in de regio Zwolle. Via de aparte website van de Talentenregio kan kennis worden gedeeld, interne vacatures worden geplaatst en tijdelijke klussen worden aangeboden. Daarnaast kan worden ingeschreven voor interessante evenementen. De gemeentesecretarissen van de aangesloten gemeenten hebben besloten de samenwerking via de Talentenregio in ieder geval voort te zetten tot 1 januari 2017 om HRM gebied verder vorm te geven met de ondertekening van de verklaring van deelname. Doelstellingen blijven het ontwikkelen van een kennisnetwerk, het bevorderen van de (interne) mobiliteit en het verbeteren van het werkgeversimago van de Talentenregio gemeenten. Daarnaast is er in de Talentenregio opnieuw een traineetraject gestart waarbij trainees gedurende twee jaar werkervaring bij drie verschillende gemeenten, waaronder Kampen, op kunnen doen.
6. Informatie Meer informatie Medewerkers van de gemeente Kampen die over dit sociaal jaarverslag of over de inhoud ervan vragen hebben kunnen deze het beste stellen aan de leidinggevende of aan een van de medewerkers van het team PJC, cluster personeel en organisatie. Landelijke cijfers Omdat op het moment van het verschijnen van dit verslag de cijfers over 2014 van de Personeelsmonitor Gemeenten en het ABP nog niet voor handen zijn, is voor de vergelijkingen uitgegaan van de landelijke cijfers 2013.
172
Jaarrekening 2014
173
Algemene toelichting op de Jaarrekening Overeenkomstig het bepaalde in artikel 197 van de GW bieden wij u hierbij de jaarrekening aan.
Uitkomst van de Jaarrekening Het negatieve resultaat na bestemming bedraagt € 4.892.004.
174
Balans per 31 december Balans - Activa ( x €1.000) Omschrijving
Ultimo 2014
Ultimo 2013
1. Vas te ac tiv a
1.1 Immateriële vaste activa - Kosten onderzoek en ontwikkeling
-
1.2 Materiële vaste activa 1.2.1 Investeringen met een economisch nut
-
89.615
94.194
71.006
77.818
18.294
15.994
315
382
1.2.1 a Investeringen met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven 1.2.2 Investeringen openbare ruimte uitsluitend maatschappelijk nut
1.3 Financiële vaste activa
34.738
29.509
Kapitaalverstrekkingen aan: - deelnemingen
407
523
- overige verbonden partijen
237
237
Leningen aan: 5.073
5.296
Overige langlopende leningen u/g
- deelnemingen
4.649
4.471
Leningen aan overige verbonden partijen
3.892
-
20.480
18.982
Bijdragen aan activa in eigendom van derden
T otaal v as te ac tiv a
124.353
123.703
2. Vlottende ac tiv a
2.1 Voorraden 2.1.1 Grond- en hulpstoffen 2.1.1.1 Niet in exploitatie genomen bouwgronden 2.1.1.2 Onderhanden werk, waaronder gronden in exploitatie 2.1.1.3 Gereed product en handelsgoederen
85.011 12.225
84.072 12.409
4.225
8.411
68.550
63.242
11
10
2.2 Uitzettingen < 1 jaar
14.033
14.097
2.2.1 Vorderingen op openbare lichamen
5.764
6.397
2.2.2 Overige vorderingen
8.269
7.700
2.3 Liquide middelen - Kassaldi - Banksaldi
2.4 Overlopende activa
763
624
9
13
754
611 3.662
4.235
T otaal v lottende ac tiv a
103.469
103.028
T otaal gener aal
227.822
226.731
175
Balans - Passiva ( x €1.000) Omschrijving
Ultimo 2014
Ultimo 2013
3. Vas te pas s iv a
3.1 Eigen Vermogen
46.570
50.486
- Algemene reserve
26.404
26.005
- Overige bestemmingsreserve
25.058
28.532
- Resultaat na bestemming
4.892-
3.2 Voorzieningen 3.3 Vaste schulden > 1 jaar
4.05116.421
14.131
114.066
110.257
- Onderhandse leningen van: - binnenlandse banken en overige financiële instellingen - Waarborgsommen
114.066
110.257
-
-
T otaal v as te pas s iv a
177.057
174.874
4. Vlottende pas s iv a
4.1 Vlottende schulden < 1 jaar - Kasgeldleningen - Overige schulden
34.548 21.000
9.548
11.612
4.2 Liquide middelen - Banksaldi
4.3 Overlopende passiva
T otaal v lottende pas s iv a
T otaal gener aal Gewaarborgde geldleningen
176
32.612
25.000
6.411 6.411
5.098 5.098
9.806
14.147
50.765
51.857
227.822
226.731
187.728
206.877
Overzicht van baten en lasten O v er z ic ht v an baten en las ten 2014: Bedr agen x €1000 J aar r ek ening 2013 O ms c hr ijv ing pr ogr amma's las ten
baten
Raming 2014 na wijz iging
s aldo
las ten
baten
Realis atie 2014
s aldo
las ten
baten
s aldo
Programma 1
4.661
803-
3.858
5.263
897-
4.366
5.712
961-
4.751
Programma 2
5.121
141-
4.980
4.656
219-
4.437
4.598
698-
3.900
Programma 3
21.849
11.194-
10.655
21.712
10.878-
10.834
18.056
8.191-
9.866
Programma 4
27.298
22.734-
4.563
27.156
23.352-
3.804
26.970
24.284-
2.686
Programma 5
15.019
2.914-
12.106
15.738
1.410-
14.328
14.988
1.689-
13.299
Programma 6
9.866
2.045-
7.821
14.012
1.537-
12.475
12.373
2.748-
9.625
Programma 7
14.694
1.434-
13.260
15.930
1.612-
14.318
15.634
1.946-
13.688
Programma 8 Subtot. pr ogr amma's
39.916
35.727-
4.189
59.130
51.221-
7.910
43.953
37.077-
6.876
138.423
76.990-
61.433
163.597
91.125-
72.472
142.283
77.594-
64.689
O ms c hr ijv ing algemene dek k ings middelen Leningen/uitzettingen < 1 jr.
-
Beleggingen
5
Leningen/uitzettingen > 1 jr.
-
Algemene uitkeringen
24
868-
844-
Algemene baten en lasten
381-
-
-
-
376-
5
4.862-
4.862-
-
47.671-
47.671-
-
2.048-
1.396-
246-
-
-
397-
-
241-
5
391-
5.105-
5.105-
-
4.877-
4.877-
49.740-
49.740-
-
49.992-
49.992-
3.443-
376
841-
465-
Uitkering deelfonds sociaal domein Uitvoering WOZ
-
-
-
-
-
-
-
2
2
713
-
713
641
-
641
659
-
659
Baten OZB gebruikers
8
960-
952-
-
1.012-
1.012-
15
1.019-
1.004-
Baten OZB eigenaren
-
5.653-
5.653-
-
6.106-
6.106-
18
5.933-
5.916-
Baten hondenbelasting
0
299-
299-
-
304-
304-
0
314-
314-
Reclamebelasting
-
68-
68-
-
100-
100-
-
110-
110-
Baten precariobelasting
3
142-
139-
-
170-
170-
0
129-
129-
836
144-
692
876
114-
762
920
135-
785
-
-
-
-
Heffing/invord. gemeentebelastingen Lastenverlichting rijk Saldo van kostenplaatsen
-
-
-
-
-
795
48-
747
934-
66-
1.000-
990
11-
979
2.386
61.097-
58.711-
807-
65.010-
65.817-
2.984
63.757-
60.773-
140.809
138.087-
145.267
141.351-
Subtot.alg.dek k ings middelen
Saldo baten en las ten
2.722
162.790
156.135-
6.654
3.916
T oev oeging/ontr ek k ing aan r es er v es Programma 1
7
23-
16-
25-
160-
185-
-
43-
Programma 2
-
11-
11-
-
30-
30-
-
5-
Programma 3
3.810
4.582-
772-
3.446
3.597-
151-
1.546
1.257-
Programma 4
383
611-
228-
50
828-
778-
68
607-
Programma 5
609
661-
52-
401
435-
34-
493
626-
133-
Programma 6
968
1.337-
370-
643
1.809-
1.166-
300
1.344-
1.044-
719-
435289 539-
Programma 7
112
831-
5
172-
167-
-
170-
170-
Programma 8
7.765
5.168-
2.597
5.553
14.893-
9.340-
5.060
5.150-
91-
1.931
1.033-
898
6.243
1.046-
5.197
3.560
849-
2.711
15.585
14.256-
1.328
16.316
22.971-
6.654-
11.027
10.051-
976
156.394
152.343-
4.051
179.106
179.106-
156.294
151.402-
4.892
Algemene dekkingsmiddelen Subtotaal mutaties r es er v es
Nadelig r es ultaat jaar r ek ening 2014
-
177
Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling Inleiding De jaarrekening is opgemaakt met inachtneming van de voorschriften die het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten daarvoor geeft. Hieronder is tussen haakjes de nummering op de balans opgenomen.
Algemene grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening De waardering van de activa vindt plaats op basis van de historische kostprijs, waarbij bijdragen van derden slechts in mindering mogen worden gebracht voor zover zij in directe relatie staan met de investering. Passiva worden overigens gewaardeerd tegen de nominale waarde. De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Baten en winsten worden slechts genomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verliezen en risico’s die hun oorsprong vinden voor het einde van het begrotingsjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden. Dividendopbrengsten van deelnemingen worden als bate genomen op het moment waarop het dividend betaalbaar wordt gesteld. Personeelslasten worden in principe toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Als gevolg van het formele verbod op het opnemen van voorzieningen c.q. schulden uit hoofde van jaarlijks terugkerende arbeidskostengerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume worden sommige personele lasten echter toegerekend aan de periode waarin uitbetaling plaatsvindt; daarbij moet worden gedacht aan componenten zoals ziektekostenpremie ten behoeve van gepensioneerden, overlopende vakantiegelden, verlofaanspraken en dergelijke.
Balans Vaste activa (1.0) Voor het realiseren van de vastgestelde beleidsdoelen zijn investeringen vaak noodzakelijk. Van een investering is sprake als het gaat om een, meestal qua omvang wat grotere, uitgave waarvan het nut zich over meerdere jaren uitstrekt. Als gevolg van het doen van investeringen ontstaan bezittingen, ofwel de zogenoemde vaste activa. Conform BBV worden de investeringen in een drietal hoofdgroepen ingedeeld, te weten: a.
Immateriële vaste activa
b.
Materiële vaste activa, nader uit te splitsen in:
c.
investeringen met een economisch nut
investeringen met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven
investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut
Financiële vaste activa.
Immateriële vaste activa (1.1) Immateriële vaste activa bestaan uit:
het saldo van agio en disagio, waarvoor in de financiële beheersverordening is bepaald dat daarop lineair wordt afgeschreven, maximaal gelijk aan de looptijd van de lening
kosten van afsluiten van geldleningen: in de beheersverordening is vastgelegd dat deze kosten direct ten laste van de exploitatie worden gebracht
kosten van onderzoek en ontwikkeling van een bepaald actief; volgens de beheersverordening af te schrijven in maximaal 5 jaar; voor activering dient echter wel voldaan te worden aan randvoorwaarden.
178
Materiële vaste activa met economisch nut (1.2.1) Investeringen met een economisch nut zijn alle investeringen die bijdragen aan de mogelijkheid middelen te verwerven en/of die verhandelbaar zijn. Het gaat hierbij nadrukkelijk om de mogelijkheid middelen te verwerven. Dat een gemeente ervoor kan kiezen ergens geen of geen kostendekkend tarief voor te heffen is niet relevant voor de vraag of een actief een economisch nut heeft. Een zelfde redenering geldt voor de verhandelbaarheid. Het gaat om de mogelijkheid de activa te verkopen, niet om de vraag of de gemeente het actief ook daadwerkelijk wil verkopen. In het stelsel van baten en lasten worden de investeringen die over meerdere jaren nut hebben ook over meerdere jaren ten laste van de exploitatie gebracht. Dit wordt gedaan in de vorm van afschrijving, waarvoor in de financiële beheersverordening is gekozen voor lineaire afschrijving (jaarlijks gelijkblijvende bedragen). De afschrijvingstermijn dient zo goed mogelijk aan te sluiten op de feitelijke waardedaling van het actief. Bij deze waardedaling moet rekening worden gehouden met de technische- en/of economische levensduur. In onze verordening is vastgelegd, dat afgeschreven wordt op basis van de technische levensduur. Indien de economische levensduur korter is dan de technische wordt afgeschreven op basis van die economische levensduur. In de nadere uitwerking van die verordening is voor een groot aantal met name genoemde activa een vooraf bepaalde afschrijvingstermijn vastgelegd. Overigens worden de afschrijvingstermijnen gerelateerd aan de gangbare ervaringsnormen dan wel voorgeschreven normen over de gebruiksduur (welke bij de aanschaf wordt bepaald) en zijn als indicatief te beschouwen. Op grondbezit met economisch nut (buiten de openbare ruimte) wordt niet afgeschreven. Indien vastgoed met een specifieke maatschappelijke functie aan één van de volgende drie voorwaarden voldoet dan is, wanneer de marktwaarde in de andere bestemming duurzaam lager is dan de boekwaarde, een duurzame waardevermindering verantwoord: 1. Het vastgoed met maatschappelijke functie krijgt de bestemming verkoop. 2. De bestemming van het vastgoed wijzigt in vastgoed met een niet specifieke maatschappeljike functie. 3. Er is geen intentie meer of indicatie dat het vastgoed voor een specifieke maatschappelijke functie zal worden gebruikt. Er zijn per 1-1-2014 wijzigingen aangebracht voor diverse onderdelen als gevolg van het gewijzigde BBV artikel 35 lid 1 onderdeel b. In dit artikel is bepaald dat investeringen met economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven, onder een afzonderlijke categorie in de toelichting op de balans moeten worden opgenomen. Deze wijziging heeft geen effect op het eigen vermogen of het resultaat.
Materiële vaste activa met een (uitsluitend) maatschappelijk nut (1.2.2) Wat betreft de investeringen met een maatschappelijk maar geen economisch nut, rijst de vraag of deze ook geactiveerd moeten worden. Deze activa zijn van groot belang voor gemeenten, het betreft immers typische overheidsinvesteringen in wegen, water, bruggen en dergelijke (investeringen in de openbare ruimte). Het al dan niet activeren van dergelijke investeringen draagt niet bijzonder bij aan het inzicht in de financiële positie van de gemeente. Dit afwegende gaat de voorkeur er naar uit investeringen met een meerjarig maatschappelijk nut niet te activeren. Echter, aangezien dit er toe zou kunnen leiden dat gemeenten belangrijke investeringen wellicht niet meer zouden kunnen doen (de daarvoor benodigde éénmalige investeringsruimte is niet altijd aanwezig), mogen investeringen met een meerjarig maatschappelijk nut, mits gedaan in de openbare ruimte, worden geactiveerd. Daarbij is het wenselijk dat de gemeente die dergelijke investeringen activeert, deze activa in zo kort mogelijke termijn afschrijft. Dit is ook de reden waarom op deze investeringen reserves wel in mindering mogen worden gebracht en er ook resultaatafhankelijk op mag worden afgeschreven. Uiteraard dient dit wel duidelijk zichtbaar te zijn. In onze financiële beheersverordening is opgenomen dat “investeringen met een maatschappelijk nut ten laste van de exploitatie worden gebracht” en dat “afwijking van die regel slechts bij raadsbesluit kan plaatsvinden”. Ook voor deze activa zijn in de nadere uitwerking van de verordening voor een aantal met name genoemde investeringen vooraf bepaalde afschrijvingstermijnen vastgelegd.
179
Financiële vaste activa (1.3) Onder financiële activa vallen de kapitaalverstrekkingen, verstrekte leningen, overige uitzettingen (verstrekkingen) met een looptijd langer dan een jaar en bijdragen aan activa in eigendom van derden. De waardering is tegen nominale waarde en er wordt niet op afgeschreven (met uitzondering van de bijdragen in activa in eigendom van derden). Bij noodzakelijke afwaardering van financiële activa wordt het verschil in één keer als een last genomen in de rekening van lasten en baten. De financiële vaste activa dienen in de balans te worden uitgesplitst naar: a.
Kapitaalverstrekkingen aan:
- deelnemingen - gemeenschappelijke regelingen - overige verbonden partijen b.
Leningen aan:
- openbare lichamen als bedoeld in artikel1, onderdeel a, van de Wet financiering decentrale overheden - woningbouwcorporaties - deelnemingen - overige verbonden partijen c.
Overige langlopende leningen
d.
Uitzettingen in ’s Rijks schatkist met een rentetypische looptijd van één jaar of langer
e.
Uitzettingen in de vorm van Nederlands schuldpapier met een rentetypische looptijd van één jaar of langer
f.
Overige uitzettingen met een rentetypische looptijd van één jaar of langer
g.
Bijdragen aan activa in eigendom van derden.
Vlottende activa (2.0) Voorraden (2.1) De waardering van de grond- en hulpstoffen vindt plaats tegen verkrijgingsprijs (aanschaffingskosten) dan wel lagere marktwaarde. De niet in exploitatie genomen bouwgronden zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs vermeerderd met de daaraan toe te rekenen kosten (rente en algemene beheerskosten). Bij een lagere marktwaarde wordt voor het verschil een voorziening gevormd ten laste van de bestemmingsreserve bouwgrondexploitatie. Ook kan een voorziening worden gevormd wanneer het voornemen bestaat tot het in exploitatie nemen van bouwgrond, welke naar verwachting verliesgevend zal zijn. De onderhanden werken (in exploitatie genomen bouwgronden) zijn gewaardeerd tegen de vervaardigingskosten. Dit betreft de aanschaffingskosten van de gronden, de kosten van bouw- en woonrijp maken en de overige direct aan de vervaardiging toe te rekenen kosten, verminderd met de opbrengsten van grondverkopen, subsidies en bijdragen van derden. Bij de afwikkeling van complexen of eerdere realisatie wordt het resultaat verrekend met de reserve grondexploitatie. Voor complexen waarvoor een verlies wordt verwacht, wordt voor dit verlies een voorziening gevormd ten laste van die reserve.
Vorderingen en overlopende activa (2.2+2.4) De vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Voor verwachte oninbaarheid is een voorziening in mindering gebracht. De voorziening wordt bepaald op basis van de geschatte inningskansen. De voorgeschreven indeling voor wat betreft vorderingen is:
vorderingen op openbare lichamen (gemeenten, gemeenschappelijke regelingen, Rijk)
verstrekte kasgeldleningen aan openbare lichamen als bedoeld in artikel 1, onderdeel a, van de Wet financiering decentrale overheden
180
overige verstrekte kasgeldleningen
uitzettingen in ’s Rijks schatkist met een rentetypische looptijd korter dan één jaar
rekening-courantverhoudingen met het Rijk
rekening courantverhoudingen met niet-financiële instellingen
uitzettingen in de vorm van Nederlands schuldpapier met een rentetypische looptijd korter dan één jaar
overige vorderingen
overige uitzettingen
Liquide middelen en overlopende posten (2.3) Deze activa worden tegen nominale waarde opgenomen.
Voorzieningen (3.2) Voorzieningen worden ingevolge het BBV gevormd voor: a.
verplichtingen en verliezen waarvan de omvang op balansdatum onzeker is doch redelijkerwijs te schatten
b.
bestaande risico’s op balansdatum ter zake van verplichtingen of verliezen waarvan de omvang redelijkerwijs te schatten is
c.
kosten die in een volgend begrotingsjaar worden gemaakt, maar de oorsprong hebben in het begrotingsjaar of een eerder begrotingsjaar en de voorziening strekt tot kostenegalisatie
d.
bijdragen aan toekomstige vervangingsinvesteringen, waarvoor een heffing wordt geheven (in bepaalde gevallen)
e.
van derden verkregen middelen die specifiek besteed moeten worden.
Ze worden gewaardeerd op het nominale bedrag van de betrokken verplichting c.q. het voorzienbare verlies. De pensioenverplichting ten behoeve van de wethouders is echter op de contante waarde van de toekomstige uitkeringsverplichtingen gewaardeerd. De onderhoudsegalisatievoorzieningen stoelen in principe op een meerjarenraming van het uit te voeren groot onderhoud.
Vaste schulden (3.3) Vaste schulden worden gewaardeerd tegen de nominale waarde verminderd met gedane aflossingen. De vaste schulden hebben een rentetypische looptijd van één jaar of langer.
Vlottende passiva (4.0) De vlottende passiva worden gewaardeerd tegen de nominale waarde.
Borg- en Garantstellingen Voor zover leningen door de gemeente zijn gewaarborgd wordt het totaalbedrag van de geborgde schuldrestanten per einde boekjaar buiten de totaaltelling van de balans opgenomen en separaat weergegeven.
Beleidsregels toepassing WNT De Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semi-publieke sector (WNT) is met ingang van 1 januari 2013 van kracht.
181
Toelichting op de balans per 31 december (bedragen x € 1.000) 1.0 VASTE ACTIVA 1.1 Immateriële vaste activa Onderstaand overzicht geeft het verloop weer van de immateriële vaste activa.
Verloop immateriele vaste activa Boekwaarde Omschrijving
31-12-2013
Kosten onderzoek en ontwikkeling
Boekwaarde Investeringen Desinvesteringen Afschrijvingen Afwaarderingen 31-12-2014
0
0
0
0
0
0
Er zijn geen investeringen of desinvesteringen geweest voor immateriële vaste activa.
1.2 Materiële vaste activa 1.2.1 Specificatie overige investeringen met economisch nut: Boekwaarde ultimo
2014
Gronden en terreinen
2013
4.636
Woonruimten Bedrijfsgebouwen Grond-, weg- en waterbouwkundige werken
3.322
14
19
56.539
60.615
167
1.825
Vervoermiddelen
1.008
2.147
Machines, apparaten en installaties
1.676
2.390
Investeringen t.b.v. kostenheffingen
18.294
15.994
Overige materiële vaste activa Totaal
6.966
7.500
89.300
93.812
Onderstaand overzicht geeft het verloop weer van de overige investeringen met economisch nut:
Verloop materiele vaste activa Omschrijving Gronden en terreinen Woonruimten
Boekwaarde Correctie
Investe- Desinves-
31-12-2013
ringen
Bw 1/1
teringen
Bijdrage AfwaarAfschrijvingen derden
Boekwaarde
deringen
31-12-2014
3.322
1.339
-
24
-
19
-
-
5
-
4.636 14
-
56.539
Bedrijfsgebouwen
60.640
5.417-
4.159
199
2.645
Grond-, weg- en
15.305
15.035-
8
-
112
2.851
788-
293
1.065
283
-
1.008
1.857
-
1.387
-
18.294
167
waterbouwkundige werken Vervoermiddelen Invest. t.b.v. kostenheffingen
-
17.824
Machines, apparaten, enz
2.999
1.065-
584
435
406
-
1.676
Ov. materiële vaste activa
8.676
1.295-
180
17
577
-
-
6.966
93.812
-5.776
8.420
1.716
5.439
-
-
89.300
Totaal
De boekwaarden in de balans per ultimo 2013 zijn conform de gepresenteerde en gecontroleerde standen in de jaarrekening 2013. In bovengenoemde tabel zijn voor de boekwaarde per 1-1-2014 wijzigingen aangebracht voor diverse onderdelen als gevolg van het gewijzigde BBV artikel 35 lid 1 onderdeel b. In dit artikel is bepaald dat investeringen met economisch nut,
182
waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven, onder een afzonderlijke categorie in de toelichting op de balans moeten worden opgenomen. De totale boekwaarde voor deze categorie per 1-1-2014 bedraagt: € 15.994.000. De vergelijkende cijfers in de balans per ultimo 31 december 2013 zijn voor dit onderdeel ook aangepast. Vanwege de verzelfstandiging van de Stadsgehoorzaal. per 1-1-2014 is er een correctie doorgevoerd. De bijbehorende investeringen behoren niet langer tot de materiële vaste activa, maar maken nu onderdeel uit van de Bijdragen in activa van derden (financiële vaste activa). De correctie bedraagt per 1-1-2014: € 1.750.000 en wordt in het saldo per 31 december 2014 zichtbaar. Vanwege de oprichting van de Veiligheidsregio (gemeenschappelijke regeling) per 1-1-2014 is er een correctie doorgevoerd. De bijbehorende investering (Brandweerkazerne) behoort niet langer tot de materiële vaste activa, maar maakt nu onderdeel uit van de Leningen aan overige verbonden partijen (financiële vaste activa). De correctie bedraagt per 1-1-2014: € 4.026.000 en wordt in het saldo per 31 december 2014 zichtbaar. De belangrijkste in het boekjaar gedane overige investeringen met economisch nut staan in onderstaand overzicht vermeld:
Belangrijkste overige investeringen met economisch nut (>€100.000) Omschrjiving
Beschikbaar
Werkelijk
Cumulatief besteed
gesteld krediet
besteed in 2014
t/m 2014
Investeringen: Vila Nova (2e basisschool Onderdijks) grondkosten CNS Groenling, grondkosten Het Meer 09011 Grondkosten (2e basisschool Onderdijks) (b.b.o.)
266
119
119
1.106
954
954
266
266
266
Stroomdal Vila Nova (2e basisschool Onderdijks) bouwkosten
886
179
880
CNS De Groenling vervangende huisvesting
1.329
1.301
1.451
CNS De Groenling aanv. vervangende huisvesting
1.012
991
991
CNS De Groenling extra ruimte kinderopvang
841
824
824
Bouwkosten (2e basisschool Onderdijks) (bbo) Stroomdal
886
-179
886
Bouwkundige voorzieningen nieuwe zwembad 2013
200
113
200
Bouwkundige voorzieningen nieuwbouw zwembad 2014
480
413
413
2.152
142
1.007
Verbouwing Korteweg 4
376
250
378
Vervanging bedrijfswagen team groen 2014
113
111
111
Bedrijfsvoering ICT 2013
228
145
183
3.587
170
430
420
479
479
VGRP 2014 bouwkundige investeringen obv GBI (40 jr)
1.341
270
270
VGRP 2012 bouwkundige investeringen obv GBI (15 jr)
0
388
507
VGRP 2013 technische investeringen obv GBI (15 jr)
565
262
265
VGRP 2013 bouwkundige investeringen obv GBI (40 jr)
959
308
960
Vernieuwbouw archief Vloeddijk c.a.
Parkeren Binnenstad Vervanging 2 zijladers R1 en R2
Overige investeringen < € 100.000
913
Totaal investeringen
8.419
Desinvesteringen (bijdragen): De Ark uitbreiding Overdracht brandweermateriaal Zonnepanelen gemeentelijke gebouwen Overige desinvesteringen < € 100.000 Totaal desinvesteringen
0
145
145
0
1065
1.065
339
428
428
75 1.713
183
1.2.2 Specificatie van de investeringen in de openbare ruimte met uitsluitend maatschappelijk nut: Verloop investeringen met uitsluitend maatschappelijk nut Omschrijving
Boekwaarde Correctie
Investe- Desinves-
31-12-2013
ringen
Bw 1/1
teringen
Bijdrage AfwaarAfschrijvingen derden
Boekwaarde
deringen
31-12-2014
Bedrijfsgebouwen
103
-
-
8
-
94
Grond-, weg- en
126
43
-
8
-
161
waterbouwkundige werken Vervoermiddelen
-
-
-
-
-
-
Machines, apparaten, enz
153
-
23
70
-
60
Totaal
382
43
23
86
-
315
-
-
De belangrijkste investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut, die in het boekjaar zijn geactiveerd:
Belangrijkste overige investeringen met uitsluitend maatschappelijk nu (>€100.000) Omschrjiving
Beschikbaar
Werkelijk
Cumulatief besteed
gesteld krediet
besteed in 2014
t/m 2014
Investeringen: Overige investeringen < € 100.000
43
Desinvesteringen (bijdragen): Overige desinvesteringen < € 100.000
23
De afschrijvingen bij deze categorie vaste activa worden gebaseerd op de verwachte gebruiksduur.
1.3 Financiële vaste activa Het verloop van de financiële vaste activa wordt onderstaand weergegeven:
184
Verloop financiële vaste activa Boekwaarde Investe- DesinvesOmschrijving
31-12-2013 ringen
teringen
Afwaar-
Boekwaarde
Aflossingen deringen
31-12-2014
Dividend 128
Kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen - Aandelen BNG
253
-
-
-
253
4
-
-
-
4
- Aandelen Vitens NV
51
-
-
-
51
140
- Aandelen Enexis Holding NV
64
-
-
-
64
52
- Aandelen Zuiderzeehaven BV
3
-
-
-
3
- Aandelen Rova NV
12
-
-
-
12
- Aandelen Rova NV
21
-
-
-
21
- Schuldvrij kapitaal (Grootboek Nat. Schuld)
115
-
-
115
-
-
totaal kapitaalverstrekking aan deelnemingen
523
-
-
115
-
407
- Aandelenkapitaal Zuiderzeehaven CV
237
-
-
-
237
totaal kapitaalverstrekking ov. verbonden partijen
237
-
-
-
237
- Achtergestelde geldlening Essent
45
-
-
-
45
- Geldlening IJsselmij
45
-
-
-
45
1.787
-
-
-
1.564
216
-
-
-
216
151
-
-
-
151
- Vordering op Verkoop Vennootschap BV
173
-
-
-
173
af: voorziening Verkoop Vennootschap BV
173-
- Zuiderzeehaven achtersgestelde lening
667
-
-
-
- Achtergestelde lening ROVA
502
-
-
-
502
1.883
-
-
-
1.883
5.296
-
-
223
-
5.073
63
24
-
23
-
64
4
-
11-
265
-
-
- Lening Aardwarmtecluster 1 KKP BV
2.068
-
af: Voorziening Aardwarmtecluster 1 KKP BV
1.200-
- Aandelen WMO Beheer NV
152 3
Kapitaalverstr aan ov. verbonden partijen
-
Leningen aan deelnemingen
- Achtergestelde geldlening Vitens - Vordering op vordering op Enexis BV
223
Tranche C - Vordering op vordering op Enexis BV Tranche D
- Zuiderzeehaven cv lening inz.
173667
grondoverdracht
totaal leningen aan deelnemingen Overige langlopende leningen - Fiets-privé project - Bedrijfsfitness - Hypothecaire geldleningen ambtenaren
-
15
-
248
-
-
2.068
-
-
-
106
17
1.200-
- Openbare leeszaal en bibli. geldlening 20 jr
-
-
-
- Openbare leeszaal en bibli. geldlening 25 jr
123
-
-
68
-
-
-
68
- St Stadsherstel kapitaalverstrekking - SVN startersleningen
17
2.710
200
-
-
2.910
- Duurzaamheidsleningen
100
-
-
-
100
- Lening Revitel Karwei
270
-
-
-
270
4.471
224
18.982
totaal overige langlopende leningen Leningen aan overige verbonden partijen
11-
57
-
4.649
4.026
-
134
-
3.892
7.028
-
856
-
25.154
(brandweer kazerne Veiligheidsregio) Bijdragen aan activa van derden af: Voorziening bijdrage bedrijfspand Impact Totaal
4.85129.509
6.427
17711-
1.208
4.674-
34.738
185
475
De vordering op het Agentschap van de Generale Thesaurie is in 2014 geheel afgelost. Aangezien een inschrijving in het Grootboek Nationale Schuld eeuwigdurend is en er niet op afgelost wordt, was deze verkoop aan het Agentschap de enige mogelijkheid om de hoofdsom van de inschrijving te verzilveren. Er zijn startersleningen verstrekt voor een bedrag van € 200.000 onder Nationale Hypotheek Garantie, dus de gemeente loopt geen risico. Nationale Hypotheek Garantie wordt geborgd door het Rijk. IMpact en de gemeente zijn in 2013 overeengekomen dat ten behoeve van de gemeente het recht van tweede hypotheek en pand zal worden verleend op het nieuwbouwpand van IMpact in Kampen. De gemeente heeft een bijdrage verstrekt ter totale grootte van € 5.297.000. De gemeente en IMpact zijn met elkaar overeengekomen dat de gemeente jaarlijks op deze hoofdsom een bedrag kwijtscheldt, welk bedrag wordt berekend naar rato van de afschrijving die jaarlijks door IMpact in haar boeken zal worden toegepast op het hierna te noemen onderpand. De afschrijvingsduur is gesteld op 30 jaar (vanaf juni 2011). Op grond van deze afspraken heeft de gemeente de bijdrage als Financieel vast actief in haar balans opgenomen. Omdat er sprake is van een bijdrage (zonder expliciete terugbetaling) is voor hetzelfde bedrag een voorziening gevormd. Daardoor bedraagt de boekwaarde per saldo nihil.
2. VLOTTENDE ACTIVA 2.1 Voorraden Op grond van de aangescherpte BBV-regelgeving dient met ingang van 2012 onderscheid te worden gemaakt in de volgende drie categorieën grondcomplexen: -
Overige grond- en hulpstoffen;
-
Niet in exploitatie genomen bouwgronden;
-
Bouwgronden in exploitatie.
Op grond van de gewijzigde regelgeving geldt dat voor Niet in Exploitatie genomen bouwgrond er een reëel en stellig voornemen moet bestaan dat deze in de nabije toekomst zal worden bebouwd. Deze verwachting moet zijn gebaseerd op een raadsbesluit, gezien de budgettaire gevolgen (op middellange termijn). In dit besluit dient de raad inhoud te hebben gegeven aan ambitie en planperiode. De NIEG-grond bevindt zich dan als het ware op de startlijn van de "vervaardigingsfase" vanwege de intenties met de grond. Ontbreekt het raadsbesluit dan heeft de grond niet de status van NIEGG maar van voorraad gronden hulpstoffen (38 lid a sub 2 BBV). De waardering van deze gronden vindt plaats tegen verkrijgingsprijs dan wel lagere marktwaarde.
186
2.1.1 Specificatie Grond en hulpstoffen: Verloop grond -en hulpstoffen Boekwaarde Van O ms c hr ijv ing
31-12-2013
Toename Afname
Resultaat
Boekwaarde Boekwaar-
NIEG
31-12-2014
de p/m2
Venedijk West (Onderd. vervolg)
7.421
345
200
326-
7.240
Locatie de Plas
4.471
3
-
3-
4.471
nvt
Roggebot
-
4
-
4-
-
nvt
Ijsseldelta
-
33
-
33-
563
Brunnepe
-
45
1-
46-
-
3.826
227
1.132
Restgronden Gronden Kampen West
563
521
3.443
€
29,69
€
4,81
€
12,99
nvt
-
438
49
389-
-
Venedijk Oost grondbankgr.
1.053
55
-
55-
1.053
€
5,16
s- Heerenbroek grondbankgr
4.997
239
24
215-
4.997
€
8,23
Zwartendijk grondbankgr.
3.174
152
5
147-
3.174
€
4,71
-
34
-
34-
-
1.576
1.410
730-
24.940
t Haasje Buitenwacht Totaal
Voor z ieningen
24.941
563
Boekwaarde Correctie 31-12-2013
Toename Afname
Resultaat Boekwaarde
Bw 1/1
3.520-
342
3.178-
Restgronden
1.748-
519
1.229-
358-
75-
433-
s Heerenbroek
2.631-
216-
2.848-
s Heerenbroek (Grondbank)
1.000-
Zwartendijk
1.240-
Zwartendijk (Grondbank)
2.034-
Totaal
754-
12.532-
nvt
-
31-12-2014
Venedijk West Venedijk Oost
nvt
-
-
-
184-
1.0001.9942.03412.716-
2.1.1.1 Specificatie van de niet in exploitatie genomen bouwgronden: Verloop niet in exploitatie genomen gronden Boekwaarde Naar O ms c hr ijv ing Beltweg
31-12-2013 70
Manegeterrein
736
s Heerenbroek De Kandelaar
173
Haatland algemeen Spoorlanden
de p/m2
-
-
-
44
-
-
780
-
-
-
-
nvt €
214,69
nvt
-
-
621
€
118,62
6
-
6.374
€
39,66
-
-
-
-
90
3
-
415
504
9
-
8.190
563-
8.500
806-
Boekwaarde Naar 31-12-2013
Totaal
173-
31-12-2014 -
32
327
Spoorlanden
70-
338
Slenke Es
Haatland Algemeen
Boekwaarde Boekwaar-
589 563
Voor z ieningen
Resultaat
6.042
Project IJsseldelta
Totaal
Toename Afname
VGH/BIE
Toename Afname
Resultaat Boekwaarde
VGH/BIE -
-
0
-
-
3.882-
3.882-
-
-
3.876-
3.965-
-
€
29,42
-
31-12-2014
89-
89-
nvt
7
83-
187
2.1.1.2 Specificatie van het onderhanden werk, waaronder de bouwgronden in exploitatie: Verloop bouwgronden in exploitatie Boekwaarde Van NIEG Toename O ms c hr ijv ing Het Onderdijks fase 1-2
1.641-
Het Onderdijks fase 3
5.888
Het Meer Gemeentelijk Beltweg Het Meer Gezamenlijk Het Meer Administratief Oosterholt Noord
Afname
Resultaat Boekwaarde
31-12-2013
31-12-2014 634
74
164
2.209
860
-
7.237
191
-
100
1.161
311
141
-
240
1.527
5.255
-
12.623
4.431-
1.142
199
-
125-
5
6
76
870 -
70
16.351
917-
3.48850-
Wilsum - Thijslocatie
1.579
101
-
-
1.679
Zalk
3.135
219
311
-
3.043
314
55
142
-
227
88
-
-
97
228
368
Zuideinde s Heerenbroek De Kandelaar
-
173
261
Bedrijventerrein N50
4.580-
Haatland-1e fase
5.184
1.164
510
-
5.838 1.763
Haatland-2e fase Zuiderzeehaven Koekoek
4.342-
963
1.118
318
-
2.772
243
91
-
2.924
18.253
965
636
-
18.582
Flevopoort Zuid
394-
5
18
-
407-
Stationskwartier Gemeentelijk
916-
958
30
-
12
IJsseldelta Zuid
25.177
1.458
1.754
-
24.881
Stationskwartier Gezamenlijk
15.226
2.600
1.922
-
15.904
1.636-
254
10
-
13-
40
129
102
0
1.163
1.942
-
7.907
16.549
14.576
811
93.687
Stationskwartier Administratief Sint Nicolaasdijk Hanzewijk Totaal Voor z ieningen
8.686 90.662
242
Boekwaarde Van NIEG Toename
Afname
1.392-
Resultaat Boekwaarde
31-12-2013
31-12-2014
Het Onderdijks fase 3
3.791-
Wilsum Thijslocatie
1.180-
45-
1.225-
Zalk
1.714-
256-
1.970-
Haatland-1e fase
5.459-
40-
5.499-
Haatland-2e fase
3.095-
Zuiderzeehaven
115
552
3.676-
2.543-
846-
10-
856-
Koekoek
1.662-
641-
2.303-
Stationskwartier Gezamenlijk
1.489-
Stationkw. Gezamenlijk/vordering
1.489-
Hanzewijk
6.694-
Totaal
27.420-
1.294
195-
19
6.675-
989
25.137-
1.294 -
-
1.294
195-
Grondbankgronden De grondbank gronden zijn binnen het grondbedrijf opgenomen in de categorie Voorraad grond- en hulpstoffen. Op 28 februari 2014 is tussen de gemeente en het consortium De Dijken BV een Parapluovereenkomst getekend, waarin op hoofdlijnen de rechten en verplichtingen zijn vastgelegd voor de ontmanteling van de grondbank gronden. In deze overeenkomst hebben partijen per locatie afspraken gemaakt over eigendomsituatie en de verdeling van boekwaarden over de diverse bij partijen in bezit zijnde gronden. Ter finale beëindiging van het geschil tussen partijen is in de overeenkomst vastgelegd dat de gemeente een bijdrage van € 3,2 mio aan het consortium De Dijken BV zal verstrekken. In de overeenkomst zijn tevens enkele voorbehouden gemaakt. Deze hebben met name betrekking op een toets op staatssteun, fiscale wetgeving en het opstellen van een definitieve Uitwerkingsovereenkomst. De afspraak was dat er in principe op 1 oktober 2014 invulling gegeven zou zijn
188
gegeven aan deze voorbehouden, waarna de Parapluovereenkomst definitief in werking zou treden. Mede vanwege de onzekerheid over de uitspraak van de Raad van State over het bestemmingsplan IJsseldelta-zuid hebben partijen in goed overleg de datum van 1 oktober 2014 verlengd. Partijen streven er nu naar om voor 1 juli 2015 consensus te bereiken over een Uitwerkingsovereenkomst. Het verstrekken van de bijdrage van € 3,2 mio door de gemeente is gekoppeld aan de definitieve inwerkingtreding van de Overeenkomst. Deze bijdrage is reeds verwerkt in de Jaarrekening 2013 en de Reserve Bouwgrondexploitaties.
2.2 Uitzettingen korter dan één jaar 2.2.1 Vorderingen op openbare lichamen: Het saldo van € 5.764.000 per 31-12-2014 van de vorderingen op openbare lichamen, bestaat voor een belangrijk deel, namelijk € 4.760.000 uit afrekeningen met de Belastingdienst (o.a. het BTW-compensatiefonds). Daarnaast bestaat het nog voor € 361.600 uit een vorderingen tijdelijke uitkering BDU-CJG op het Ministerie van VWS en een vordering i.v.m. een afkoop op Grootboek Nationale Schuld voor een bedrag van € 216.100. Van de Provincie Overijssel moest per saldo nog € 96.400 ontvangen worden.
2.2.2 Specificatie van de overige vorderingen: 5.880
Debiteuren algemeen Af: voorziening dubieuze debiteuren
562 5.318
Debiteuren sociale zaken
3.493
Af: voorziening dubieuze debiteuren
843
Debiteuren Quintus
303
2.650 Af: voorziening dubieuze debiteuren
2 301
Totaal
8.269
In 2014 is een totaalbedrag van € 1.407.000 aan voorziening dubieuze debiteuren opgenomen. Dat is 14,5% van de overige vorderingen per 31-12-2014 (inclusief de vorderingen op debiteuren sociale zaken en Quintus). In 2011 was dit percentage 10,1 in 2012 was het 11,3 en in 2013 was het 15,1. In 2014 is er daadwerkelijk een bedrag van € 64.700 aan dubieuze debiteuren afgeboekt.
2.3 Liquide middelen Het saldo van de liquide middelen bestaat uit de volgende componenten:
Balans ultimo Kassaldi
2014
2013
9
13
Banksaldi
754
611
Totaal
763
624
Per 31 december 2014 was er per saldo sprake van een liquiditeitstekort (zie 4.2 vlottende passiva – liquide middelen). In de bijlage is als toelichting op de balans de verplichte tabel schatkistbankieren opgenomen Voor verder informatie wordt verwezen naar de paragraaf Financiering.
189
2.4 Overlopende activa De post overlopende activa kan als volgt worden onderscheiden:
Balans ultimo Nog te ontvangen bedragen Vooruitbetaalde bedragen Kruisposten Stadsgehoorzaal Overige overlopende activa Totaal
2014
2013
3.509
3.825
137
155
-
22
16
233
3.662
4.235
Specificatie van de nog te ontvangen bedragen:
Nog te ontvangen bedragen
2014
Nog te ontvangen eenheid Maatschappelijke Ontwikkeling Nog te ontvangen eenheid Ruimtelijke Ontwikkeling Nog te ontvangen eenheid Publieksdienstverlening Nog te ontvangen eenheid Beheer Openbare Ruimte Nog te ontvangen eenheid Interne Dienstverlening
9 474 256 2.668 102
Nog te ontvangen Cultuureducatie Totaal
3.509
- In de post nog te ontvangen eenheid Ruimtelijke Ontwikkeling is, als gevolg van uitstel van betaling, voor een bedrag van € 323.700 nog een gedeelte van een koopsom te ontvangen. Van de Provincie Overijssel is nog € 36.000 te ontvangen als detacheringsvergoeding en nog € 34.000 als bijdrage voor de ontbrekende schakel in de fietssnelweg ZwolleKampen. Van de Belastingdienst moet nog € 33.300 ontvangen worden voor niet gecompenseerde btw voor het complex St. Nicolaasdijk. - Van de Veiligheidsregio IJsselland is nog een eenmalig bedrag (voordeel) van € 256.000 te ontvangen. - Uit de post nog te ontvangen eenheid Beheer Openbare Ruimte blijkt dat van Stadserven Kampereiland nog € 1.340.000 aan dividend te ontvangen is. Ook zijn er over 2014 nog aanslagen voor diftar opgelegd tot een bedrag van € 1.293.400. - Er is een balanspost opgeboekt voor € 63.400 als nog te ontvangen rente 2014 van Vitens. Van het Shared Service Centrum is het gedeelte van het voordelig saldo voor een bedrag van € 43.100 nog te ontvangen. Beide posten zijn verantwoord op de post nog te ontvangen eenheid Interne Dienstverlening. - In de post vooruitbetaald Maatschappelijke Ontwikkeling is een bedrag van € 53.700 verantwoord voor nog te besteden IMG, innovatie in de zorg. Ook de incidentele subsidie 2015 voor het Ikonenmuseum is hier verantwoord.
190
3. VASTE PASSIVA 3.1 Eigen vermogen Het verloop wordt in onderstaand overzicht per reserve weergegeven. Verloop reserves Bestemming ToevoeOmschrijving
Onttrek-
Saldo 31-12-2013 gingen
reserve vast eigen vermogen
resultaat
kingen
2013
19.530
-
-
algemene reserve
6.442
5.135
3.015
saldi gewone dienst
4.051-
4.892-
algemene reserve Quintus
-
Saldo 31-12-2014 19.530
2.085-
6.477
4.051
4.892-
36
6
10
32
hanzedagen
500
-
17
483
eenmalige kosten nieuwbouw zwembad
480
300
260
520
groot onderhoud zwembaden
802
-
800
58
-
10
14.566
6.125
4.592
92
4
131
135
469
491
113
onderhoud buitenhaven
45
1
-
46
reserve jeugdcultuurfonds
35
-
19
16
reserve ILG 2007-2013
50
-
-
3
3
3
588
68
193
stedelijke vernieuwing 2002 (ISV) bouwgrondexploitatie groot onderhoud gebouwen groot onderhoud onderwijsgebouwen
bijdragen bouw bejaardenwoningen reserve duurzame activiteiten reserve begraafplaatsen
2 44 3.339-
92 12.760
159
124
50 3-
463
330
-
41
289
reserve cofinancieringsfonds ZKN 2040
4.751
-
3.260
1.491
over te hevelen jaargebonden budgetten
4.055
1.652
2.652
1.141
11
48
40
32
211
18
-
parkeergelegenheden bestemmingsreserve Quintus reserve kapitaallasten investeringen econ.nut Totaal
1.817
2.775
94
50.486
11.712
15.628
4.196 51 229 4.498
-
46.570
Toelichting per reserve naar aard en reden daarvan:
Soort: Algemene reserve 79101002 Algemene reserve Het aanhouden van een buffervermogen ter afdekking van eventuele nadelige rekeningsaldi. Het plafond van de algemene reserve is maximaal € 5 miljoen, bij overschrijding kan het surplus vrijvallen ten gunste van de gewone dienst.
79101009 Algemene reserve Quintus Als gevolg van de verzelfstandigen van Quintus is er een aparte algemene reserve Quintus ingesteld, ten behoeve van het aanhouden van een buffervermogen ter afdekking van eventuele nadelige rekeningsaldi van Quintus.
Soort: Bestemmingsreserve 79102002 Reserve Hanzedagen Spaarfonds t.b.v. de kosten van de organisatie van de Hanzedagen in 2017.
79102004 Reserve eenmalige kosten nieuwbouw zwembad Het reserveren van gelden t.b.v. eenmalige kosten inzake het zwembad.
79102006 Reserve groot onderhoud zwembaden Het reserveren van gelden voor verbouw, renovatie en/of nieuwbouw van de zwembaden.
79102014 Reserve Stedelijke Vernieuwing 2002 (ISV) Het egaliseren van de kosten met betrekking tot de kosten van stedelijke vernieuwing, met name ter stimulering van particulieren om hun monumentale panden te restaureren.
79102015 Reserve bouwgrondexploitatie Het afdekken van bestaande en toekomstige financiële risico's binnen het grondbedrijf.
191
79102018 Reserve groot onderhoud gebouwen Het egaliseren van de kosten voor het plegen van groot onderhoud aan gemeentelijke gebouwen.
79102021 Reserve MOP onderwijsgebouwen Het egaliseren van de kosten van groot onderhoud aan onderwijsgebouwen
79102022 Reserve onderhoud buitenhaven Het egaliseren van groot onderhoud aan de buitenhaven.
79102023 Reserve jeugdcultuurfonds Reservering van middelen voor financiële ondersteuning van jeugdigen van 4 t/m 17 jaar uit lagere inkomensgroepen bij het volgen van activiteiten op het gebied van cultuur.
79102024 Reserve ILG 2007-2013 Het dekken van de kosten van nog uit te voeren ILG projecten.
79102027 Bijdragen bouw bejaardenwoningen Het egaliseren van de kosten van de bouw van bejaardenwoningen.
79102040 Reserve duurzame activiteiten Het reserveren van gelden t.b.v. uitgaven met een duurzaam karakter.
79102041 Reserve begraafplaatsen Het egaliseren van de kosten van onderhoud aan de begraafplaatsen.
79102045 Reserve cofinancieringsfonds Het realiseren van een zeer aantrekkelijk en bereikbaar binnenstadscentrum (Kampen Merkbaar Beter). De middelen kunnen worden ingezet voor activiteiten/projecten/trajecten ten dienste van de functies: wonen, parkeren, openbare ruimte en monumenten. Met dit fonds kan duidelijkheid worden gegeven over de omvang van de gemeentelijke investeringen teneinde afspraken te kunnen maken over (provinciale) cofinanciering.
79102065 Reserve over te hevelen jaargebonden budgetten Het reserveren van eenmalig ter beschikking gestelde middelen voor het doel waarvoor deze middelen beschikbaar zijn gesteld en waarvan de vrijval in het rekeningsresultaat om dringende technische of bestuurlijke redenen ongewenst is.
79102074 Reserve parkeergelegenheden Het realiseren of verbeteren van betaald parkeren en het realiseren van parkeerplaatsen in de binnenstad, noodzakelijk als gevolg van het realiseren van nieuwe wooneenheden in de binnenstad, zoals onder meer boven winkelpanden.
79102900 Bestemmingsreserve Quintus Als gevolg van de verzelfstandigen van Quintus is er een aparte bestemmingsreserve Quintus ingesteld, ten behoeve van het egaliseren van de kosten van Quintus.
79103400 Reserve kapitaallasten investeringen economisch nut Reserve t.b.v. de afdekking van kapitaallasten voor investeringen met economisch nut.
192
3.2 Voorzieningen Het verloop van de voorzieningen wordt in onderstaand overzicht weergegeven. Voorzieningen ToevoeOmschrijving
Saldo 31-12-2013 gingen
Vrijval
Aanwending Saldo 31-12-2014
ophalen huisvuil
1.511
-
261
1.250
rioleringswerken
3.091
338
-
3.429
afkoopsommen onderhoud graven
1.881
235
142
1.974
stadsvernieuwing WDSV/VROM
510
-
-
510
sparen compensatie-uren adv
134
-
-
134
FLO Veiligheidsregio Ijsselland
722
-
18
704
1.800
54
1.746
5.468
1.019
537
5.950
5
-
-
5
400
-
-
400
voorziening sociaal plan zwembaden wachtgelden en pensioenen wethouders P.P.S. Koekoekspolder voorziening aardwarmte sociaal statuut stadsziekenhuis Totaal
409
8
14.131
3.400
-
98
319
1.110
16.421
Toelichting per voorziening naar aard en reden daarvan:
79102008 Ophalen huisvuil Het egaliseren van de tarieven voor de afvalstoffenheffing c.q. het opvangen van tussentijdse mee- of tegenvallers op afvalgebied.
79102009 Rioleringswerken Egaliseren kosten van de rioolrechten en werkt als buffer tussen de zeer wisselende uitgaven en de gelikmatige inkomsten over een langere periode. Daarnaast wordt de voorziening aangewend voor het verbeteren en uitbreiden van de riolering in bestaande situaties.
79102010 Afkoopsommen onderhoud graven Betreft de egalisatie van de ontvangen afkoopsommen voor het jaarlijks onderhoud van de begraafplaats.
79102013 Stadsvernieuwing WDSV / VROM Ten behoeve van het oplossen van knelpunten in de stadsvernieuwing en de restauratie van monumenten. Vanaf eind 2005 bestaat de voorziening nog slechts uit toegezegde subsidieverplichtingen.
79102037 Voorziening sparen compensatie-uren adv Reserveren van middelen voor de uitvoering van de regeling "sparen compensatie-uren adv".
79102042 Voorziening FLO Veiligheidsregio IJsselland Betreft een voorziening ter afdekking van de jaarlijkse FLO kosten aan de Regio IJsselland (voormalig brandweer personeel).
79102044 Voorziening Sociaal plan zwembaden Betreft een voorziening ter afdekking van de vergoedingen aan het voormalige personeel zwembaden.
79102049 Voorziening wachtgelden en pensioenen wethouders Het opvangen van de extra lasten voor wachtgelden van toekomstige voormalige wethouders voor het eerste jaar en de pensioenen van wethouders. Bij het bepalen van de omvang is uitgegaan van een 1,7% rekenrente voor gepensioneerden en 2,3% voor actieven.
79102076 Voorziening P.P.S. Koekoekspolder Reserveren van het verwachte negatieve resultaat van de deelneming in de P.P.S na verrekening van deelnemingen.
79102076 Voorziening Aardwarmte Betreft een voorziening ter afdekking risico dat voorvloeit uit de garantstelling en de lening aan het Aardwarmtebedrijf.
79103000 Voorziening sociaal statuut Stadsziekenhuis Bestemd voor het kunnen voldoen van de wachtgeldverplichtingen van het voormalig personeel Stadsziekenhuis.
193
Mutaties in voorzieningen (>€100.000) Omschrijving
Dotaties
Ophalen huisvuil
Ontrekkingen Toelichting 261 Saldo product afval i.v.m. gesloten huishouding Betreft de onttrekkingen tbv de afvalkosten
Afkoopsommen onderhoud graven
235
Betreft de meerjarige afkoop van grafonderhoud 142 Betreft de onttrekkingen tbv het onderhoud
Rioleringswerken Sociaal plan zwembaden Wachtgelden pensioenen wethouders
338 1800 508
Saldo product riool i.v.m. gesloten huishouding Vorming sociaal plan personeel zwembaden Betreft reguliere bijstelling voorziening 537 Betreft de onttrekkingen tbv de gemaakte kosten
Voorziening bedrijfspand Impact
4851
Betreft dotatie ivm een financiele bijdrage in nieuwbouw bedrijfspanden Impact. 177 Betreft onttrekking ter dekking afschrijvingslasten
3.3 Vaste schulden met een looptijd langer dan één jaar In onderstaand overzicht wordt het verloop weergegeven van de vaste schulden.
Verloop vaste schulden Vermeerde- Verminder. / Omschrijving Onderhandse leningen Waarborgsommen Totaal
Saldo 31-12-2013 ringen 110.257
15.000
Aflossingen Saldo 31-12-2014 11.191
114.066
110.257
15.000
11.191
114.066
In 2014 is één langlopende lening aangetrokken voor een bedrag van € 15.000.000. De totale rentelast voor het jaar 2014 met betrekking tot de vaste schulden bedraagt € 4.815.437. Het gewogen gemiddelde rentepercentage van de leningen bedraagt 4,08 per 31 december 2014. Ook in de paragraaf Financiering is informatie opgenomen over vaste geldleningen en rente.
194
4.0 VLOTTENDE PASSIVA 4.1 Vlottende schulden < 1 jaar Per 31 december 2014 beschikte de gemeente, ter overbrugging van het liquiditeitstekort, nog over twee kasgeldleningen van per saldo € 25 miljoen. De overige schulden kunnen als volgt worden gespecificeerd:
Overige schulden Crediteuren algemeen Crediteuren Quintus
2014 7.045
2013 9.634
115
55
Crediteuren sociale zaken
2.388
1.923
Totaal
9.548
11.612
4.2 Liquide middelen De banksaldi.
Banksaldi
2014
2013
Banksaldi
6.411
5.098
Totaal
6.411
5.098
Zie voor de debetsaldi (creditstand bank) onderdeel 2.3 van de balans.
4.3 Overlopende passiva De specificatie van de post overlopende passiva is als volgt:
Overlopende passiva Vooruitontvangen bedragen
2014
2013
647
1.646
Vooruitontvangen rijksbijdragen met specifieke doeleinden
4.259
6.629
Nog te betalen bedragen
4.399
5.386
Vooruitgefactureerde bedragen Quintus
261
276
Overige overlopende passiva
240
210
9.806
14.147
Totaal Specificatie van de vooruitontvangen bedragen:
Vooruitontvangen bedragen
2014
2013
Vooruitontvangen v/h sector Grondgebied
246
208
Vooruitontvangen eenheid Ruimtelijke Ontwikkeling
111
533
Vooruitontvangen eenheid Maatschappelijke Ontwikkeling
234
253
56
352
Vooruitontvangen eenheid Beheer Openbare Ruimte
-
109
Vooruitontvangen entreegelden Stadsgehoorzaal
-
191
647
1.646
Vooruitontvangen eenheid Interne Dienstverlening
Totaal
- Voor parkeervergunningen 2015 is in 2014 al ruim € 245.900 ontvangen. Dit valt onder vooruitontvangen v/h sector Grondgebied. - Op de post vooruitontvangen Ruimtelijke Ontwikkeling is voor “waterbestendig bouwen Kampereilanden” van de Provincie Overijssel € 51.000 ontvangen. Er is bovendien € 50.000 subsidie ontvangen voor het openstellen van 2 woningen in Onderdijks.
195
- In de post vooruitontvangen Maatschappelijke Ontwikkeling is van de Provincie Overijssel € 109.000 aan subsidie ontvangen voor het project netwerken versterken en van Sportservice Overijssel € 35.000 voor het project ABC. - Voor de restauratie van de stadsgehoorzaal is € 41.400 vooruitontvangen van de Provincie Overijssel. Dit valt onder vooruitontvangen Interne Dienstverlening. Onder de overlopende passiva zijn met ingang van 2007 de nog niet uitgegeven rijksbijdragen met specifieke doeleinden opgenomen. Onderstaand wordt het verloop van deze vooruitontvangen rijksbijdragen met specifieke doeleinden weergegeven.
Verloop vooruitontvangen rijksbijdragen met specifieke doeleinden (bedragen x € 1) Ontvangen Omschrijving
Saldo 31-12-
vergoedinge Uitgaven in
Saldo 31-12-
2013
n in 2014
2014
2014
Spec. Doeleinden Onderwijs Achterstanden Beleid
61.766
Spec. Doeleinden Buurt Onderwijs Sport
17.975
1.929
289.905
289.905
Spec. Doeleinden Participatiebudget Spec. Doeleinden Bijstand Zelfstandigen Spec. Doeleinden Samen Investeren in Stedelijke Vernieuwing Spec. Doeleinden Brede Doel Uitkering-Centrum voor Jeugd
62.757-
4.697
66.463
131.725
16.046 68.968
1.191.201
298.987
892.214
128.690
128.690
-
502.654
524.983
en Gezin Bijdragen Investeringsbudget Landelijk Gebied
1.027.637
Bijdragen Nationaal Landschap IJsseldelta
119.733
Bijdragen Besluit Lokatiegebonden Subsidies
946.447
Vooruitontv. bedragen prestatieafspraken wonen 2010-2015 Vooruitontvangen BRIM subsidies Totaal
10.000
29.836
99.897
734.998
211.449 2.357.003
2.823.941
528.600
995.538
21.342
33.705
32.909
22.138
6.565.881
708.727
3.015.446
4.259.162
(Verklaring verschil met vorige pag. (€ 6.628.638 -/- € 6.565.881) betreft Besluit Zelfstandigen à € 62.757-/- in 2013 onder de overlopende activa opgenomen)
Specificatie van de nog te betalen bedragen:
Nog te betalen bedragen
2014
Nog te betalen eenheid Ruimtelijke Ontwikkeling Nog te betalen eenheid Maatschappelijke Ontwikkeling
10
727
1.440
29
85
Nog te betalen eenheid Publieksdienstverlening Nog te betalen eenheid Beheer Openbare Ruimte Nog te betalen eenheid Interne Dienstverlening Nog te betalen Quintus
-
331
3.450
3.227
138
210
54
83
4.398
5.386
Nog te betalen Cultuureducatie Totaal
2013
-
- In de post nog te betalen eenheid Maatschappelijke Ontwikkeling is de subsidiebetaling aan Iris en de Trimaran opgenomen voor een bedrag van € 28.300. Voor Impact zijn de nog te betalen kosten voor het maatwerktraject voor € 154.500 hieronder verantwoord. Als bijdrage aan de gemeenschappelijke regeling Sociale Recherche 4e kwartaal 2014 is € 25.200 geboekt. Er is een balanspost van € 69.000 opgenomen voor het verstrekken van huishoudelijke hulp voor periode 13 van 2014. Voor de periode september tot en met december 2014 is voor de Regiotaxi een bedrag van € 151.600 verantwoord. Een bedrag van € 26.400 is opgenomen als nog te betalen aan de GGD IJsselland voor desintegratiekosten logopedie. - Voor nog te betalen bedragen Quintus is per saldo in 2014 een mutatie van € 138.100 vanuit de jaarrekening 2013 en de voorlopige jaarrekening 2014 opgenomen. Als vooruitgefactureerde bedragen voor Quintus is per saldo een bedrag van € 260.400 opgenomen en op kruisposten Quintus staat een bedrag van € 200.000. Voor verdere informatie wordt verwezen naar de genoemde jaarrekeningen van Quintus.
196
- Er is een totale balanspost van € 54.200 opgenomen voor nog te betalen cultuureducatie. - De post nog te betalen eenheid Interne Dienstverlening bestaat voor € 3.336.300 uit nog te betalen rente van vaste geldleningen. Voor € 48.200 is hier voor nog te betalen projectkosten Shared Service Centrum verantwoord. Voor verrekende Btw op aanslag is per saldo een bedrag van € 40.200 te betalen.
Waarborgen en garanties Het genoemde bedrag voor verstrekte waarborgen aan natuurlijke- en rechtspersonen kan als volgt naar de aard van de geldlening worden gespecificeerd: Balans Geldnemer
Aard/omschrijving
Perc
Restant 31-12- Restant 31-12-
borg
2014
Sociale woningbouw
Sportverenigingen e.d.
Clubgebouwen e.d.
100
167
181
Verzorgingstehuizen
Bouw, herfinanciering, e.d.
100
1.207
1.332
Sociale werkplaats
Kapitaalinvesteringen e.d.
100
3.038
3.150
Particulieren
Aankoop cq nieuwb. woningen
100
5.686
8.201
Overig
Herfinanciering e.d.
100
154
154
Nationaal Restauratiefonds
Restauratie woningen
100
233
233
187.728
206.877
Totaal
WSW
2013
Woningbouwcorporaties
177.243
193.626
De gegarandeerde geldleningen aan de woningbouwcorporaties zijn ondergebracht bij het Waarborgfonds Sociale Woningbouw. Wanneer de corporaties in gebreke blijven dan zal de gemeente uiteindelijk gedwongen worden tot het verstrekken van renteloze geldleningen, dat geldt ook voor de destijds gegarandeerde geldlening aan SGBB welke in 2010 gefuseerd is met Vestia (zie ook paragraaf Weerstandsvermogen). De gemeente ontvangt van diverse financiële instellingen een overzicht van de gegarandeerde geldleningen aan particulieren (hypotheek). Een deel van de totale omvang was bij het opstellen van de jaarrekening nog niet bevestigd (€ 1,1 miljoen). Dit bedrag is wel opgenomen in bovenstaand overzicht. In hoeverre we voor dit bedrag nog garant staan is onzeker. In 2014 zijn de banken aangeschreven met het verzoek om de geregistreerde hypotheken te bevestigen. Dit leverde maar één reactie op. Besloten is om de hypotheken waarvoor we al vijf jaar of langer geen informatie meer ontvangen op nihil te stellen. In 2011 heeft de gemeente de "Achtervangovereenkomst gemeente 2011" getekend. Daarmee is het verstrekken van renteloze leningen voor afgegeven borgtochten in het kader van NHG afgegeven vanaf 1 januari 2011 uitsluitend bij het Rijk komen te liggen. Voor de NHG geldleningen die vanaf 1995 tot 1 januari 2011 zijn verstrekt worden conform opgave van NHG geen aanspraken op de achtervangfunctie verwacht.
Gebeurtenissen na balansdatum Niet uit de balans blijkende rechten en verplichtingen Zuiderzeehaven In de akte van economische eigendomsoverdracht is bepaald dat indien Zuiderzeehaven Ontwikkelingsmaatschappij CV in een zodanige situatie, al dan niet door eigen handelen, komt te verkeren dat een sluitende exploitatie van het project Zuiderzeehaven niet meer haalbaar is door de CV, CV verplicht is om het verkochte, voor zover alsdan nog economisch eigendom van de CV, aan de gemeente aan te bieden tegen een waarde door partijen in onderling overleg vast te stellen. Bij de waardering zal rekening worden gehouden met de in de betreffende akte genoemde koopprijs, de daarover verschuldigde en reeds vervallen rente, alsmede met de door de CV op het alsdan te waarderen (resterende deel van) het verkochte gedane investeringen.
197
Garantstelling nieuwbouw Impact Ten behoeve van de nieuwbouw van Impact heeft de gemeente een garantstelling afgegeven. Het pand van Impact dient daarbij als onderpand. Voor verdere informatie verwijzen wij u naar de paragraaf Verbonden Partijen.
Kredietfaciliteiten BNG De gemeente heeft met de BNG een kredietfaciliteit afgesloten, waarbij tot een bedrag van € 15 miljoen aan krediet kan worden opgenomen. Voor verdere informatie verwijzen wij u naar de paragraaf Financiering.
Algemene Uitkering Met betrekking tot de omvang van de reeds ontvangen Algemene Uitkering 2014 bestaat nog een onzekerheid, omdat deze (mede) afhankelijk is van de werkelijke uitgaven bij het Rijk. Een eventueel negatief effect zal echter pas bij de meicirculaire bekend worden, zodat de effecten hiervan derhalve zullen worden verwerkt in de jaarrekening 2015.
198
Overzicht Onvoorzien Onderwerp
Datum raad
Stelpost 54.074 inwoners x € 3,40
14-11-2013
Eenmalig 184
Eenmalig resultaat (primitief)
14-11-2013
547
Structureel resultaat (primitief)
14-11-2013
Uitvoering Veerplein Grafhorst
14-11-2013
Structurele doorwerking 2e Berap 2013
14-11-2013
Herziening doormelding brandweerinstallaties
14-11-2013
2.159 3320 7
September- en decembercirculaire 2013
6-3-2014
Verlaging pensioenpremie
30-1-2014
Herinrichting hal stadhuis
30-1-2014
48-
Amendement begraafrechten/bestemming begrotingssaldo
14-11-2013
547-
Dividendaanpassing Kampereiland 2014
30-1-2014
121-
Extra budget camera's binnenstad
6-3-2014
Vervolgonderzoek IJsselkogge en omgeving de Kogge
30-1-2014
Heroverweging bezuinigingsmaatregelen stapeling kosten evenementen
23-10-2014
Structureel
81169 2.375146030-
Verplaatsing manege
6-3-2014
Bezuinigingstaakstelling recreatiehavens 2014
4-9-2014
2
Deelname Burgernet
15-5-2014
8-
8-
Financiële analyse parkeerbeleid 2014
6-3-2014
30-
284-
Realisatie MFD Zalk
30-1-2014
331-
I-pads papierloos vergaderen raad(cies)
15-5-2014
Archeologisch onderzoek Burgwal
15-5-2014
1e Bestuursrapportage 2014
3-7-2014
Beheersing eikenprocessierups
4-9-2014
Plaatsing IJsselkogge in vitrine binnendijks
3-7-2014
45-
1515524
1840-
Schadeherstel schoolgebouwen
23-10-2014
Portret Koning Willem Alexander
3-7-2014
Dividenduitkering Kampereiland
3-7-2014
37-
Extra voorbereidingsbudget 3 decentralisaties
3-7-2014
617-
Voorbereiding verkoop gemeentelijk vastgoed
1.057-
23-10-2014
50-
50-
Detailhandel bedrijventerrein Kampen
4-9-2014
20-
Voorziening sociaal plan zwembaden
24-9-2014
1.000-
2e Berap 2014
23-10-2014
120-
4-9-2014
158-
Afkoop onderdoorgang Stationslocatie Ontwikkelscenario's Brunneper Bongerd
23-10-2014
46-
Parkeerterrein Buitenhaven
11-12-2014
38
Sail Kampen
11-11-2014
45-
Structurele wijzigingen na vaststelling programmabegroting 2014
n.v.t.
3
Technische wijzigingen MO
n.v.t.
Vervanging bedrijfswagen civiel en veegwagen
n.v.t.
Corr bgw 2 handhaving schoolzwemmen speciaal onderwijs
n.v.t.
Vervangen GPS syteem
n.v.t.
Corr bgw 569
n.v.t.
Vervanging Kubota tractor sport
n.v.t.
Corr vervanging Kubota tractor sport
n.v.t.
2-
Vervanging bedrijfswagen civiel en veegwagen
n.v.t.
28-
Vervanging Kubota tractor sport
n.v.t.
10-
Vervanging rioolreinigingsmachines
n.v.t.
Totaal
1.171
51
3817129-
28 291029 12 2
2 3.162-
10-
199
Overzicht incidentele baten en lasten Raming na wijziging
Realisatie
Baten
Baten
Lasten
Lasten
Programma 1 Burger en Bestuur 11 Bestuur
160
12 Publieke dienstverlening
91
134 -
294
5-
70 -
161
99
5-
58
5-
108
5-
67
4.025-
4.376
1.095-
1.161
4.000-
4.376
1.095-
38-
1.141
Programma 2 Openbare orde en veiligheid 21 Brandweer en rampenbestrijding 22 Openbare orde en veiligheid
9
9
Programma 3 Beheer openbare orde 31 Beheer openbare ruimte 32 Beheer riolering 33 Beheer begraafplaatsen
25
1.161
Programma 4 Economie, werk en inkomen 41 Economie 42 Werk en inkomen
64
452
311 191
38-
1.593
64
51 Onderwijs
24-
2.093
24-
52 Educatie
6
502
Programma 5 Onderwijs en Educatie 200
6
1.368 -
18-
2.293
18-
1.368
61 Sport
101-
3.804
78-
1.285
62 Kunst
11-
437
11-
367
63 Oudheidkunde en musea
21-
250
21-
99
133-
4.491
110-
1.751
628-
2.438
366-
670
3.471-
8.173
1.538-
1.395
717-
1.010
104-
171
25.368-
28.150
7.141-
10.074
29.556-
37.333
8.783-
11.640
90 Algemene dekkingsmiddelen
25.219-
9.550
12.454-
10.124
Totaal
59.597-
62.476
22.767-
27.444
Programma 6 Cultuur en Sport
64 Overige cultuur en recreatie
Programma 7 Participatie en Zorg 71 Participatie en zorg (WMO)
Programma 8 Duurzame ruimtelijke ontwikkeling 81 Ruimtelijke ontwikkeling en wonen 82 Milieu en reiniging 83 Bouwgrondexploitaties
Algemene Dekkingsmiddelen
200
Toelichting op de programmarekening per 31 december Rapportage op grond van de Wet Normering Topinkomens Per 1 januari 2013 is de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) ingegaan. Deze verantwoording is opgesteld op basis van de volgende op gemeente Kamp van toepassing zijnde regelgeving: Het algemene WNT-maximum Het bezoldigingsmaximum in 2014 voor de gemeente Kampen is € 230.474. Het weergegeven toepasselijke WNT-maximum per persoon of functie is berekend naar rato van de omvang (en voor topfunctionarissen tevens de duur) van het dienstverband, waarbij voor de berekening de omvang van het dienstverband nooit groter kan zijn dan 1,0 fte. Uitzondering hierop is het WNTmaximum voor de leden van [Raad van Toezicht / Raad van Commissarissen]; dit bedraagt voor de voorzitter 7,5% en voor de overige leden 5% van het bezoldigingsmaximum. Dit laatste is niet van toepassing op de gemeente Kampen.
Interne topfunctionarissen (Hieronder vallen twee functionarissen: de gemeentesecretaris en de griffier.) Functie
Gemeentesecretaris
Naam Jaar Duur dienstverband Omvang dienstverband (in Fte)
De heer J.F. Goedegebure 2013
2014
1/1 – 31/12
1/1 – 31/12
1,0
1,0
Gewezen topfunctionaris?
Nee
Nee
Zo niet, langer dan 6 maanden binnen 18 maanden werkzaam?
N.v.t.
N.v.t.
110.763,15
110.051,30
Bezoldiging Beloning (excl. Sociale verzekeringspremies) Belastbare onkostenvergoedingen
562,20
1.144,04
Beloningen betaalbaar op termijn
17.539,44
13.975,32
Totaal bezoldiging
128.864,79
125.170,66
228.599
230.474
N.v.t.
N.v.t.
Toepasselijk WNT-maximum Indien overschreden : zie toelichting Functie
Griffier
Naam Jaar Duur dienstverband
De heer H. van de Meulen 2013
2014
1/1 – 31/12
1/1 – 31/12
Omvang dienstverband (in Fte)
1,0
1,0
Gewezen topfunctionaris?
Nee
Nee
Zo niet, langer dan 6 maanden binnen 18 maanden werkzaam?
N.v.t.
N.v.t.
Bezoldiging Beloning (excl. Sociale verzekeringspremies)
86.089,27
84.620,87
Belastbare onkostenvergoedingen
168,00
912,42
Beloningen betaalbaar op termijn
13.656,12
10.870,44
Totaal bezoldiging
99.913,12
96.403,73
228.599
230.474
N.v.t.
N.v.t.
Toepasselijk WNT-maximum Indien overschreden : zie toelichting
201
Op basis van de wet WNT moet indien van toepassing ook gerapporteerd worden over de volgende onderwerp:
Toezichthoudende topfunctionarissen
Uitkeringen wegens beëindiging dienstverband aan topfunctionarissen
Overige rapportageverplichtingen op grond van de WNT
Bezoldiging of ontslaguitkering niet-topfunctionarissen
Geen van hierboven genoemde onderwerpen zijn van toepassing op de gemeente Kampen.
Conclusie In het kader van de WNT wordt vermeld dat de gemeente Kampen in 2014 geen functionarissen in dienst heeft gehad waarvan het belastbaar jaarloon uitsteeg boven de vastgestelde voor de gemeente van toepassing zijnde normbedragen.
202
Bijlagen
203
Overzicht verbonden partijen Naam
K ampereiland V as t goed NV
Ves tigings plaats
Kampen
Rec hts v or m
Naamloze Vennootschap
O penbaar belang
De vennootschap heeft ten doel de onroerende zaken met al de aanhorigheden, opstallen en wateren, plaatselijk bekend Kampereiland en omstreken, welke in eigendom toebehoren aan de te Kampen gevestigde naamloze vennootschap:
Ver ander ingen in belang
Kampereiland Vastgoed N.V., als ongedeeld erfgoed te behouden en te bewaren, Niet van toepassing
Ker nc ijfer s v er bonden par tij
x € 1.000
1- 1- 2013
31- 12- 2013
Eigen vermogen
€ 111.379
€ 111.268
€ 416
€ 349
Vreemd vermogen Jaarresultaat 2013
€ 1.975
Naam
Zuiderz eehav en B eheer B V
Ves tigings plaats
Kampen
Rec hts v or m
Besloten Vennootschap
O penbaar belang
Deelnemen in en besturen van andere ondernemingen die ten doel hebben het ontwikkelen van industriehaventerrein "Zuiderzeehaven" - alsmede het als beherend vennoot optreden van een commanditaire vennootschap - en het (doen) exploiteren en beheren van het industriehaventerrein.
Ver ander ingen in belang
Niet van toepassing
Ker nc ijfer s v er bonden par tij
x € 1.000 Eigen vermogen Vreemd vermogen
1- 1- 2013
31- 12- 2013
€ 18
€ 18
-
-
Jaarresultaat 2013
-
Naam
Ont wik k elings maat s c happij Zuiderz eehav en CV
Ves tigings plaats
Kampen
Rec hts v or m
Commanditaire Vennootschap
O penbaar belang
Het ontwikkelen van industriehaventerrein "Zuiderzeehaven" tot een duurzaam bedrijventerrein met realisatie van hoogwaardige voorzieningen.
Ver ander ingen in belang
Niet van toepassing
Ker nc ijfer s v er bonden par tij
x € 1.000
1- 1- 2013
31- 12- 2013
Eigen vermogen
€ 5.199
€ 5.199
Vreemd vermogen
€ 4.997
€ 4.476
Jaarresultaat 2013
204
-
Naam
E nex is Holding NV
Ves tigings plaats
s-Hertogenbosch
Rec hts v or m
Naamloze Vennootschap
O penbaar belang
De gemeente tracht met haar aandeelhouderschap het publieke belang te behartigen, welke verband houdt met distributie en transport van energie.
Ver ander ingen in belang
Niet van toepassing
Ker nc ijfer s v er bonden par tij
x € 1.000 (resultaten Enexis)
1- 1- 2013
31- 12- 2013
Eigen vermogen
€ 3.244.900
€ 3.370.100
Vreemd vermogen
€ 3.779.000
€ 2.895.000
Jaarresultaat 2013
€ 239.100
Naam
A t t ero Holding NV
Ves tigings plaats
Arnhem
Rec hts v or m
Naamloze Vennootschap
O penbaar belang
De gemeente tracht met haar aandeelhouderschap het publieke belang te behartigen, welke verband houdt met afvalverwijdering en -verwerking.
Ver ander ingen in belang
Niet van toepassing
Ker nc ijfer s v er bonden par tij
x € 1.000
1- 1- 2013
31- 12- 2013
Eigen vermogen
€ 273.492
€ 198.276
Vreemd vermogen
€ 496.559
€ 477.179
Jaarresultaat 2013
-€ 67.196
Naam
P ubliek B elang E lek t ric it eit s produc t ie B V
Ves tigings plaats
s-Hertogenbosch
Rec hts v or m
Besloten Vennootschap
O penbaar belang
De gemeente tracht met haar aandeelhouderschap het publieke belang te behartigen, welke verband houdt met de financiële afwikkeling van de verkoop van de aandelen van Essent.
Ver ander ingen in belang
Niet van toepassing
Ker nc ijfer s v er bonden par tij
x € 1.000 Eigen vermogen Vreemd vermogen Jaarresultaat 2013
1- 1- 2013
31- 12- 2013
€ 1.635
€ 1.617
€ 155
€ 111 -€ 18
205
Naam
V ordering op E nex is B V
Ves tigings plaats
s-Hertogenbosch
Rec hts v or m
Besloten Vennootschap
O penbaar belang
De gemeente tracht met haar aandeelhouderschap het publieke belang te behartigen, welke verband houdt met de financiële afwikkeling van de verkoop van de aandelen van Essent.
Ver ander ingen in belang
Niet van toepassing
Ker nc ijfer s v er bonden par tij
x € 1.000 Eigen vermogen Vreemd vermogen
1- 1- 2013
31- 12- 2013
€ 94
€ 82
€ 1.367.291
€ 862.177
Jaarresultaat 2013
-€ 12
Naam
Claim S t aat V ennoot s c hap B V
Ves tigings plaats
s-Hertogenbosch
Rec hts v or m
Besloten Vennootschap
O penbaar belang
De gemeente tracht met haar aandeelhouderschap het publieke belang te behartigen, welke verband houdt met de financiële afwikkeling van de verkoop van de aandelen van Essent.
Ver ander ingen in belang
Niet van toepassing
Ker nc ijfer s v er bonden par tij
x € 1.000
1- 1- 2013
31- 12- 2013
Eigen vermogen
€ 66
€ 52
Vreemd vermogen
€2
€ 12
Jaarresultaat 2013
-€ 14
Naam
Cros s B order Leas e (CB L) V ennoot s c hap B V
Ves tigings plaats
s-Hertogenbosch
Rec hts v or m
Besloten Vennootschap
O penbaar belang
De gemeente tracht met haar aandeelhouderschap het publieke belang te behartigen, welke verband houdt met de financiële afwikkeling van de verkoop van de aandelen van Essent.
Ver ander ingen in belang
Niet van toepassing
Ker nc ijfer s v er bonden par tij
x $ 1.000
1- 1- 2013
31- 12- 2013
Eigen vermogen
$0,129
$9.878
Vreemd vermogen
$9.923
$104
Jaarresultaat 2013
206
$9.878
Naam
V it ens NV
Ves tigings plaats
Zwolle
Rec hts v or m
Naamloze Vennootschap
O penbaar belang
De gemeente tracht met haar aandeelhouderschap het publieke belang te behartigen, welke verband houdt met de distributie van drinkwater.
Ver ander ingen in belang
Niet van toepassing
Ker nc ijfer s v er bonden par tij
x € 1.000
1- 1- 2013
31- 12- 2013
Eigen vermogen
€ 386.100
€ 438.300
€ 1.296.500
€ 1.273.500
Vreemd vermogen Jaarresultaat 2013
€ 39.300
Naam
Wadink o NV
Ves tigings plaats
Zwolle
Rec hts v or m
Naamloze Vennootschap
O penbaar belang
Wadinko is een investeringsmaatschappij die particpeert in ondernemingen om bedrijvigheid en wergelegenheid te stimuleren.
Ver ander ingen in belang
Niet van toepassing
Ker nc ijfer s v er bonden par tij
x € 1.000
1- 1- 2013
31- 12- 2013
Eigen vermogen
€ 55.016
€ 54.292
€ 119
€ 1.317
Vreemd vermogen Jaarresultaat 2013
€ 470
Naam
NV ROV A
Ves tigings plaats
Zwolle
Rec hts v or m
Naamloze Vennootschap
O penbaar belang
De vennootschap heeft tot doel het bevorderen en/of het (doen) realiseren van integraal afvalketenbeheer en het leveren van kwalitatief hoogwaardige dienstverlening op het terrein van de verwijdering van afvalstoffen, waaronder begrepen beleidsondersteuning en collectieve aanbestedingen ten behoeve van de deelnemende overheden. Tevens is de vennootschap werkzaam op het gebied van de inzameling, bewerking en verwerking van afvalstoffen, de reiniging en de gladheidbestrijding, alsmede op het gebied van direct of indirect daarmee verband houdende andere milieuvelden, in de ruimste zin van het woord.
Ver ander ingen in belang
Niet van toepassing
Ker nc ijfer s v er bonden par tij
x € 1.000
1- 1- 2013
31- 12- 2013
Eigen vermogen
€ 26.301
€ 26.239
Vreemd vermogen
€ 20.505
€ 22.677
Jaarresultaat 2013
€ 5.437
207
Naam
NV B ank Nederlands e Gemeent en (B NG)
Ves tigings plaats
Den Haag
Rec hts v or m
Naamloze Vennootschap
O penbaar belang
Het hebben van zeggenschap in de uitoefening van het bedrijf van Bankier ten diensten van overheden door de BNG
Ver ander ingen in belang
Niet van toepassing
Ker nc ijfer s v er bonden par tij
x € 1.000 Eigen vermogen Vreemd vermogen
1- 1- 2013
31- 12- 2013
€ 2.752
€ 3.430
€ 139.476
€ 127.753
Jaarresultaat 2013
€ 283
Naam
GGD IJ s s elland
Ves tigings plaats
Zwolle
Rec hts v or m
Gemeenschappelijke regeling (met rechtspersoonlijkheid)
Deelnemer s
Gemeenten Zwolle, Deventer, Steenwijkerland, Kampen, Zwartewaterland, Hardenberg,Ommen, Raalte, Dalfsen, Olst-Wijhe en Staphorst
O penbaar belang
GGD IJsselland is ingesteld voor de gezamenlijke behartiging van de belangen van deelnemende gemeenten op met name het terrein van de publieke gezondheidszorg.
Ver ander ingen in belang
Niet van toepassing
Ker nc ijfer s v er bonden par tij
x € 1.000
1- 1- 2013
31- 12- 2013
Eigen vermogen
€ 1.377
€ 1.356
Vreemd vermogen
€ 9.974
€ 10.752
Jaarresultaat 2013
€ 164
Naam
V eiligheids regio IJ s s elland
Ves tigings plaats
Zwolle
Rec hts v or m
Gemeenschappelijke regeling (met rechtspersoonlijkheid)
Deelnemer s
Gemeenten Dalfsen, Deventer, Hardenberg, Kampen, Olst-Wijhe, Ommen, Raalte, Staphorst, Steenwijkerland, Zwartewaterland en Zwolle
O penbaar belang
De Veiligheidsregio behartigt de belangen van deelnemende gemeenten op het gebied van risicobeheersing, brandweerzorg, geneeskundige hulpverlening, beheersing en bestrijding van rampen en crises.
Ver ander ingen in belang
Niet van toepassing
Ker nc ijfer s v er bonden par tij
x € 1.000
1- 1- 2013
31- 12- 2013
Eigen vermogen
€ 3.136
€ 1.681
Vreemd vermogen
€ 1.504
€ 1.687
Jaarresultaat 2013
208
€ 54
Naam
Regionale s oc iale rec herc he
Ves tigings plaats
Zwolle
Rec hts v or m
Gemeenschappelijke regeling (zonder rechtspersoonlijkheid)
Deelnemer s
Gemeenten Dalfsen, Dronten, Hardenberg, Hattem, Kampen, Ommen, Zwartewaterland en Zwolle
O penbaar belang
Het voorkomen en opsporen van fraude met de sociale zekerheidsregelingen welke worden uitgevoerd door de gemeenten.
Ver ander ingen in belang
Niet van toepassing
Ker nc ijfer s v er bonden par tij
x € 1.000
1- 1- 2013
31- 12- 2013
Eigen vermogen
N.v.t.
N.v.t.
Vreemd vermogen
N.v.t.
N.v.t.
Jaarresultaat 2013
€ 76
Naam
Werk v oorz ienings c hap K ampen & Dront en
Ves tigings plaats
Kampen
Rec hts v or m
Gemeenschappelijke regeling (met rechtspersoonlijkheid)
Deelnemer s
Gemeenten Kampen en Dronten
O penbaar belang
Het werkvoorzieningschap heeft als belang en taak a) er voor te zorgen, dat zoveel mogelijk geïndiceerden op grond van de Wet sociale werkvoorziening een dienstbetrekking wordt aangeboden voor het verrichten van arbeid onder aangepaste omstandigheden en b) het begeleid laten werken van deze personen.
Ver ander ingen in belang
Geen
Ker nc ijfer s v er bonden par tij
x € 1.000 Eigen vermogen Vreemd vermogen
1- 1- 2013
31- 12- 2013
€ 988
€ 703
€ 14.478
€ 13.733
Jaarresultaat 2013
Naam
-€ 286
Coöperat ie Gas t v rije Randmeren (v oorheen Nat uur- en rec reat ies c hap V eluwerandmeren)
Ves tigings plaats
Harderwijk
Rec hts v or m
Coöperatie
Deelnemer s
Gemeenten Almere, Blaricum, Bunschoten, Dronten, Eemnes, Elburg, Ermelo, Harderwijk, Huizen, Kampen, Naarden, Nijkerk, Nunspeet, Oldebroek, Putten en Zeewolde
O penbaar belang
Beheer en onderhoud van in het kader van IIVR gedane investeringen, het uitvoeren van nog resterende geprogrammeerde IIVR maatregelen en gebiedspromotie.
Ver ander ingen in belang
Niet van toepassing
Ker nc ijfer s v er bonden par tij
x € 1.000
( cijf er s ko men uit d e jaar st ukken van N at uur - en R ecr eat ieschap V eluwer and mer en aang ez ien d e co o p er at ie Gast vr ije R and mer en p er 0 1- 0 1- 2 0 14 is o p g er icht )
1- 1- 2013
31- 12- 2013
Eigen vermogen
€ 4.007
€ 192
Vreemd vermogen
€ 19.104
€ 449
Jaarresultaat 2013
€ 192
209
Naam
A rc heologie K ampen - Zwolle
Ves tigings plaats
Zwolle
Rec hts v or m
Gemeenschappelijke regeling (zonder rechtspersoonlijkheid)
Deelnemer s
Gemeenten Kampen en Zwolle
O penbaar belang
Doel is samenwerking tussen de gemeenten Kampen en Zwolle waarbij de archeologische opgravingsexpertise van de gemeente Zwolle ook wordt ingezet in de gemeente Kampen en aldus tevens bij wordt gedragen aan het vergroten van inzicht
Ver ander ingen in belang
in devan regionale archeologische informatie en in de samenhangende Niet toepassing
Ker nc ijfer s v er bonden par tij
x € 1.000
1- 1- 2013
31- 12- 2013
Eigen vermogen
N.v.t.
N.v.t.
Vreemd vermogen
N.v.t.
N.v.t.
Jaarresultaat 2013
N.v.t.
Naam
S hared S erv ic e Cent rum (S S C) B edrijf s v oering
Ves tigings plaats
Zwolle
Rec hts v or m
Gemeenschappelijke regeling (zonder rechtspersoonlijkheid)
Deelnemer s
Gemeenten Kampen en Zwolle en Provincie Overijssel
O penbaar belang
Het doel van deze regeling is om door middel van samenw erking op bedrijfsvoeringsgebieden kw aliteits-, schaal- en efficiëntievoordelen te behalen w aardoor partnerorganisaties beter in staat zijn zich te focussen op hun kerntaken.
Ver ander ingen in belang
Niet van toepassing
Ker nc ijfer s v er bonden par tij
x € 1.000
1- 1- 2013
31- 12- 2013
Eigen vermogen
N.v.t.
N.v.t.
Vreemd vermogen
N.v.t.
N.v.t.
Jaarresultaat 2013
N.v.t.
Naam
S t ic ht ing S t ads t oez ic ht K ampen
Ves tigings plaats
Kampen
Rec hts v or m
Stichting, maakt financieel deel uit van gemeente Kampen
O penbaar belang
Het houden van toezicht en bevorderen van veiligheid binnen het publiek en privaat domein in de gemeente Kampen; Het verzorgen van scholing, werkervaring en toeleiding tbv werkzoekenden.
Ver ander ingen in belang
Niet van toepassing
Ker nc ijfer s v er bonden par tij
x € 1.000
1- 1- 2013
31- 12- 2013
Eigen vermogen
N.v.t.
N.v.t.
Vreemd vermogen
N.v.t.
N.v.t.
Jaarresultaat 2013
210
N.v.t.
Kostenplaatsen bedr agen x €1.000
r ek ening
begr oting
2013
2014
begr oting r ek ening
Ver s c hil r ek ening en
2014
2014 begr oting na
( pr imitief) ( na wijz iging)
wijz iging
Las ten Kostenplaats kapitaallasten
15.674
17.277
16.891
16.277
Kostenplaats huisvesting binnendienst
614
693
694
695
1 N
Kostenplaats huisvesting buitendienst
265
281
281
266
15- V
Kostenplaats Algemeen beheer
613- V
3.203
3.599
3.830
4.645
814 N
48.525
45.813
45.160
45.746
586 N
-
-
-
-
Kostenplaats tractie MO
42
123
108
120
12 N
Kostenplaats tractie RO
11
14
14
11
3- V
1.363
1.292
1.155
1.160
5 N
326
389
389
507
118 N
1.913
1.856
1.856
1.849
6- V
-
-
-
-
71.936
71.336
70.378
71.276
898 N
613 N
Kostenplaats loonkosten Kostenplaats tractie
Kostenplaats tractie BOR Kostenplaats huizen en andere gebouwen Kostenplaats afval Afval T otaal las ten Baten Kostenplaats kapitaallasten
15.674-
17.277-
16.891-
16.277-
Kostenplaats huisvesting binnendienst
614-
693-
694-
695-
1- V
Kostenplaats huisvesting buitendienst
265-
281-
281-
266-
15 N
3.203-
3.599-
3.830-
4.645-
814- V
48.525-
45.813-
45.160-
45.746-
586- V
-
-
-
-
Kostenplaats tractie MO
42-
123-
108-
120-
Kostenplaats tractie RO
11-
14-
14-
11-
3 N
1.363-
1.292-
1.155-
1.160-
5- V
Kostenplaats Algemeen beheer Kostenplaats loonkosten Kostenplaats tractie
Kostenplaats tractie BOR Kostenplaats huizen en andere gebouwen Kostenplaats afval Afval T otaal baten
Saldo pr ogr amma
12- V
326-
389-
389-
507-
118- V
1.913-
1.856-
1.856-
1.849-
6 N
-
-
-
-
71.936-
71.336-
70.378-
71.276-
898- V
-
-
-
-
- N
211
v er s c hillenanaly s e V/N Bedr ag T oelic hting
5100 Kapitaallasten N
36 Hogere rentelasten kortlopende geldleningen. Voor de gezamenlijke grondexploitaties is met partijen afgesproken dat op de rekening courantverhouding een rente wordt vergoed. Voor 2014 zorgen deze rekening courant verhoudingen voor een nadeel van € 44.000. Deze rentevergoedingen zijn ten gunste gekomen van de gezamenlijke grondexploitaties.
N
284 Hogere afschrijvingslasten dan geraamd. Dit eenmalige nadeel wordt met name veroorzaakt door het ineens afboeken van een boekwaarde van investeringen ten behoeve van (oude) nieuwbouwplannen Almere en Deltion College.
N V
65 Lager eigen vermogen dan begroot waardoor er een verschil op de financieringsmiddelen ontstaat. -388 Per saldo een lagere doorbelasting dan geraamd, als gevolg van de ontwikkelingen op deze kostenplaats.
5400 Algemeen Beheer N
276 Nadelig exploitatieresultaat Shared Service Centrum. Het jaar 2014 was een aanloopjaar voor het SSC. Een aanloopjaar waarin de organisatie neergezet moest worden. De begroting van het SSC, met daarin het aandeel van de gemeente Kampen, was gebaseerd op een eerder opgestelde business case. In 2014 is de business case geactualiseerd op basis van recentere gegevens en die liet een minder positief beeld zien. In 2014 zouden de kosten hoger zijn dan begroot en de baten nog niet het verwachte niveau bereiken. Hierdoor is de begroting overschreden met een bedrag van € 276.000,=. De geactualiseerde business case laat echter wel een positiever beeld zien voor de komende jaren. De kosten kunnen worden teruggedrongen en de baten zullen toenemen. De in 2014 aangestelde directeur van het SSC heeft een plan “huis op orde”opgesteld met het doel om verbeteringen door te voeren die ook een financieel positief beeld moet laten zien. Er wordt dus zeker ook in financieel opzicht actief gestuurd.
V
-27 Voordeel lagere lasten inventaris als gevolg van budgetoverheveling inrichting hal stadhuis.
V
-53 Voordeel als gevolg van een centrale raming van de gedifferentieerde beloningen op de kostenplaats Algemeen Beheer, waarbij de werkelijke beloningen (gratificaties e.d.) via de salarisbetalingen op de kostenplaats loonkosten geboekt worden. De werkelijke boekingen bedragen overigens € 97.000, waardoor in feite sprake is van een overschrijding van € 44.000.
V
-51 Lagere lasten omdat er minder loopbaantrajecten zijn geweest dan vooraf ingeschat en er minder kosten zijn geweest voor de implementatie en uitvoering van (nieuw) Personeelsbeleid. In 2014 is hier de pilot Strategische personeelsplanning uit gefinancierd. Dit krijgt in 2015 een vervolg. Gezien de structurele onderschrijding wordt bij gelegenheid van de 1ste Berap 2015 hierop teruggekomen.
V
-142 Per saldo een lagere doorbelasting dan geraamd, als gevolg van de ontwikkelingen op deze kostenplaats.
5500 Loonkosten N
273 Stelpost 'kansen voor partnerschap'. In de begroting is vanaf het jaar 2014 een structurele taakstelling van € 340.000 opgenomen als stelpost in het kader van kansen voor partnerschap. In de in het verleden opgestelde business-case is uitgegaan dat deze taakstelling inverdiend zou kunnen worden door inkoopvoordeel als gevolg van gezamenlijke inkoop met de gemeente Zwolle en de provincie Overijssel. Da afdeling inkoop van het SSC is in 2014 bij veel inkooptrajecten als adviseur betrokken geweest. In 2014 is ook gebleken dat het meer tijd en energie kost om de inkoopkalender van de drie organisaties op elkaar af te stemmen. Ondanks dat zijn er in 2014 diverse inkoopvoordelen gerealiseerd maar deze zijn niet direct afgeboekt op de taakstelling. Hierdoor lijkt het dat de taakstelling voor een bedrag van € 273.000 niet is gerealiseerd. Er zijn wel degelijk inkoopvoordelen behaald maar die zijn budgettair gezien vrijgevallen binnen de reguliere budgetten. Er zal met ingang van het boekjaar 2015 actief worden gestuurd op het realiseren van inkoopvoordelen en deze ook inboeken op de taakstelling.
212
V
-515 Voordeel op de loonkosten agv: lagere sociale lasten door een premieverlaging van 0,45% (€ 102.000) en niet-benutte vacatureruimte. De niet benutte vacatureruimte is eenmalig ingezet t.b.v. de inhuur (€ 287.000) m.n. bij de eenheid Maatschappelijke Ontwikkeling vanwege het gestaag groeiende cliëntenbestand WWB etc. in combinatie met de toenemende complexiteit van aanvragen. Daarnaast is binnen deze ruimte dekking gevonden voor de volgende nadelen: € 104.000 niet begroot overwerk. € 62.000 niet begroot piket, € 78.000 niet begrote gratificaties, € 98.000 niet begrote verkoop verlofuren, € 77.000 niet begrote extra loonkosten, € 33.000 vm gemeentelijke stadsgehoorzaal ivm afwikkeling van rechtspositionele verplichtingen over 2013.
V
-57 Lagere lasten van onderzoeken door uitvoering in cocreatie t.z.v. transities sociaal domein, besparingen op het aantal peilingen onder het digitale burgerpanel, en niet gerealiseerde onderzoeken naar aanleiding van de gemeenteraadsverkiezingen en een nieuw collegeprogramma.
V
-197 Hogere baten met name als gevolg van niet begrote zwangerschapsvergoedingen en detacheringen eigen personeel.
N
57 Per saldo hogere lasten op alle teamkostenplaatsen voor diverse uitgaven voor reiskosten,
N
125 Per saldo een lagere doorbelasting dan geraamd, als gevolg van de ontwikkelingen op deze
opleidingen, contributies, bedrijfskleding ed. kostenplaats.
bedr agen x €1.000
J aar Status
( Res tant) Realis atie k r ediet
Kr edieten
k r ediet
1- jan
31- dec
2014 Vervanging San en Unix 2010
2010
Afgesloten
Fiets-privé project
2006
Aanschaf nieuwe telefooncentrale Stadhuis
2011
Energiebesparende maatregelen stadhuis
( Res tant)
2014
2014
-
28
28-
Loopt door
5-
1
6-
Loopt door
17
8
9
2013
Afgesloten
18
11
7
Zonnepanelen gemeentelijke gebouwen
2012
Loopt door
80-
391-
311
Informatiestromen/Basisregistratie 2013
2013
Afgesloten
11-
6
17-
Digitalisering dienstverlening 2013
2013
Loopt door
49
20
29
Bedrijfsvoering ICT 2013
2013
Loopt door
190
146
44
Licenties internet application server
2013
Afgesloten
-
2
2-
Wifi uitbreiding en Infra
2013
Loopt door
35
-
35
Informatiestromen/basisregistraties 2014
2013
Afgesloten
48
2
46
Vervanging Unix/San/Backup 2014
2011
Loopt door
198
18
180
Digitalisering Dienstverlening 2014
2014
Loopt door
141
14
127
Bedrijfsvoering 2014
2014
Loopt door
300
66
234
Informatie-architectuur en infrastrucuur 2014
2014
Afgesloten
52
54
2-
Toelichting: De overschrijding op het krediet "vervanging San en Unix 2010" wordt veroorzaakt door het doorlopen van het huidige onderhoudscontract. Voor de vervanging van de betreffende server is indertijd krediet aangevraagd inclusief de afkoop (ineens) van het onderhoud (voor 3 jaar). De aanbesteding en aanschaf van de vervangende server wordt nu door het SSC geregeld. Doordat de vervanging als gevolg van die ontwikkeling pas in 2015 zal plaats vinden, een jaar later dan gepland, moest het onderhoudscontract nog verlengd worden.
213
Stresstest Inleiding Onderstaand vind u de Kamper stresstest welke is opgesteld aan de hand van gegevens vanuit de voorliggende jaarrekening, voorgaande jaren en gegevens van o.a. CBS en Coelo. Aan de hand van zeven verschillende indicatoren wordt een beeld geven van de financiële positie van de gemeente Kampen. Per indicator wordt een korte toelichting gegeven op onder meer de uitkomst en de bron van de gegevens. De genoemde bedragen zijn alle x 1000, behalve de bedragen per inwoner en de indicator inzake de lokale heffingen. Voor de goede orde. Een stresstest is niet bedoeld om de gemeente zekerheid te verstrekken inzake omtrent de financiële positie. Wel geeft het een beeld van de risico's inzake de financiële positie.
Algemene indicatoren
Kam pen Aantal inw oners Gemiddelde w oningw aarde Algemene uitkering Totale lasten(incl. reserves) Balanstotaal
50.705 € 214.000 € 48.754.642 € 173.893.000 € 219.581
2012 Landelijk Verhouding gem iddelde of Kam penKam pen totaal landelijk 16.730.348 0,30% 50.924 € 232.000 92,24% € 207.000 € 18.376.702.000 0,27% € 47.514.614 € 155.246.000 € 226.731
2013 Landelijk Verhouding gem iddelde of Kam penKam pen totaal landelijk 16.779.575 0,30% 51.902 € 223.000 92,83% € 197.000 € 17.848.510.000 0,27% € 49.828.214 € 156.294.000 € 227.822
2014 Landelijk Verhouding gem iddelde of Kam pentotaal landelijk 16.829.289 0,31% € 211.000 93,36% € 18.693.165.000 0,27%
Het Dashboard INDICATOR/RISICOPROFIEL 1. Lokale lasten 2. Weerstandsvermogen 3. Schuldpositie 4. Reserves 5. Voorzieningen 6. Garantstellingen 7. Grondexploitatie
214
Zeer laag x x
Laag
2013 Neutraal
Hoog
Zeer hoog
Zeer laag x x
Laag
2014 Neutraal
x
Hoog
x
x x
x x
x
x x
x
Zeer hoog
1. Lokale lasten Gem eentelijke w oonlasten Eénpersoonshuishouden Meerpersoonshuishouden Ranglijst m eerpersoonshouden
2013 2014 Nederland Kam pen Nederland Kam pen € 630 € 545 € 636 € 545 € 697 € 614 € 704 € 618 51 46
lokale lasten per meerpersoonshuishouden € 700 € 650
Onroerende zaakbelasting Tarief w oningen (%) Tarief niet-w oningen (%) Reinigingsheffing w oningen Tarief éénpersoonshuishouden Tarief meerpersoonshuishouden
0,1091 0,3883
0,1 0,251
0,1185 0,41
€ 600
0,109 0,2668
€ 550 € 500
€ €
213 264
€ €
171 240
€ €
211 262
€ €
€ 450
162 235
Rioolheffing w oningen Tarief éénpersoonshuishouden Tarief meerpersoonshuishouden
€ €
167 183
€ €
168 168
€ €
169 186
€ €
168 168
Burgerzaken Kosten paspoort Kosten rijbew ijs Kosten indentiteitskaart Kosten uittreksel gba
€ € € €
50 44 42 10
€ € € €
50 42 42 7
€ € € €
50 38 42 10
€ € € €
67 38 53 7
Toeristenbelasting Bedrag per overnachting
€
1,59
€
1,00
€
1,63
€
1,00
Hondenbelasting Bedrag voor één hond
€
62
€
85
€
62
€
87
€ 400
2011
2012
2013
2014
lokale lasten per huishouden
€ 620
€ 613
€ 614
€ 618
Landelijk
€ 671
€ 683
€ 697
€ 704
De lokale lasten per huishouden zijn de resultante van de OZB, rioolrecht en de afvalstoffenheffing (bron. Coelo) De gemeente Kampen is in 2014 gestegen van plek 51 naar 46 van gemeente met de laagste woonlasten. Hiermee behoren wij tot 20% gemeenten met de laagste tarieven.
215
2. Weerstandsvermogen 2011
Kam pen Bouw grond Overige risico's Totaal risicoprofiel (rp)
Stand cfm jaarrekening 12.427 5.000 17.427
Weerstandscapaciteit (w c) Ratio (w c/rp)
2012 Stand cfm jaarrekening incl. bekl. per Stand cfm Reserves inw oner jaarrekening 12.427 € 246,59 10.000 5.000 € 99,21 5.000 17.427 € 345,80 15.000
8.003
43.029
0,5
2,5
€ 853,82
2013 Stand cfm jaarrekening incl. bekl. Reserves 10.000 5.000 15.000
13.167
42.782
0,9
2,9
2014
per Stand cfm inw oner jaarrekening € 197,22 10.400 € 98,61 5.000 € 295,83 15.400 € 843,74
Stand cfm jaarrekening incl. bekl. Reserves 10.400 5.000 15.400
20.923
40.538
1,4
2,6
per Stand cfm inw oner jaarrekening € 205,11 11.075 € 98,61 5.000 € 303,72 16.075 € 799,49
Stand cfm jaarrekening incl. bekl. per Reserves inw oner 11.075 € 218,42 5.000 € 98,61 16.075 € 317,03
18.959
38.766
1,2
2,4
€ 764,54
Norm: ratio van weerstandscapaciteit in verhouding tot reserves inclusief de beklemde reserves moet meer de 1 zijn dan is er sprake van een gezonde verhouding. De rato schommelt de afgelopen jaren rond de 2,5. De conclusie die getrokken kan worden is dat het risico op dit onderdeel zeer laag is. Ratio =2,4 in 2014. Hierbij moet een kanttekening geplaatst worden. De onderbouwing van de risico’s zijn niet hard en de verliezen van het grondbedrijf en de algemene dienst over het jaar 2014 zijn niet in cijfer verwerkt. Indien dit laatste wel zou gebeuren dan zou de ratio dalen naar 1,9. Dit is nog steeds ruim boven de norm van 1.
3. Schuldpositie De netto-schuldquote geeft de relatie weer tussen de omvang van de netto schulden en de baten van een begrotingsjaar. Als de schulden meer dan 100% uitmaken van de jaarlijkse inkomsten springt “het licht”op oranje. Boven de 130% “springt het licht op rood”, er is dan sprake van een zeer hoge schuld. Overigens kan de uitkomst relatief sterk beïnvloed worden door het feit of de gemeente juist een
120,00% 100,00% 80,00%
grote meevaller heeft gehad (b.v. verkoop aandelen) of juist grote investeringen heeft gedaan (b.v. Grondexploitatie of bouw zwembad). Ook kunnen taakwijzigingen van rijkswege schommelingen
60,00%
veroorzaken in de schuldquote. 40,00%
De netto-schuldquote wordt dit jaar sterk beïnvloed door twee zaken. Ten eerste heeft de gemeente per saldo voor ca. € 4.000.000 aan extra leningen getrokken waardoor de schuldratio
20,00%
stijgen naar 107,8 %. Hier tegenover stond echter het feit dat er een lening is verstrekt aan de Veiligheidsregio van € 3.892.000. Dit had een positief effect waardoor de schuldquote weer daalde naar 105,1%.
216
0,00% Netto schuldquote
2009
2010
2011
2012
2013
2014
65,6%
80,2%
81,3%
86,5%
106,3%
105,1%
4. Reserves Kam pen - Algemene reserve - Bestemmingsreserve - Resultaat na bestemming Totaal eigen vermogen Balanstotaal
2011 totaal 35.729 25.243 2.30658.666 219.425
Eigen verm ogen in % van balans
27%
2012 per inw oner totaal € 713,85 36.508 € 504,35 21.487 € 46,074.778€ 1.172,12 53.217
2013 per inw oner totaal € 724,42 26.005 € 426,36 28.532 € 94,814.051€ 1.055,98 50.486
219.581 24%
2014 per inw oner totaal € 516,01 26.039 € 566,16 25.427 € 80,384.892€ 1.001,79 46.574
226.731
per inw oner € 513,54 € 501,47 € 96,48€ 918,53
219.581
22%
21%
Norm: er zou gestreefd moeten worden naar een zo hoog mogelijk percentage eigen vermogen t.o.v. het balanstotaal. Conclusie: op basis van huidige jaarrekening met valt de gemeente Kampen nog steeds in de categorie neutraal. Norm voor deze categorie is een percentage tussen de 20 en 30 procent ligt. De afgelopen jaren laat een afnemend percentage is. Schuld- en solvabiliteitsratio De schuld- en solvabiliteitratio geven weer in hoeverre onze bezittingen zijn gedekt door
Schuld- en solvabiliteitsratio
eigen vermogen (reserves) of vreemd vermogen. (geldleningen, voorzieningen en schulden). Beide ratio's samen vormen het balanstotaal of 100%. Een stijgende schuldquote geeft een verslechterende financiële positie weer. Bij een schuldratio > 80% is het bezit zwaar belast met schuld. Het licht staat dan op rood. Normaal bevindt de schuldratio zich tussen de 20% en 70%. Bij een schuldratio tussen de 70% en 80% springt het licht voor een gemeente op oranje (solvabiliteit <30%). (bron: VNG Houdbare gemeente financien). De afgelopen jaren laat een afnemend percentage van onze solvabiliteit en een oplopende percentage van de schuldratio zien.
100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0%
2009 Solvabiliteitsratio 43,8%
2010 38,6%
2011 33,0%
2012 30,2%
2013 28,5%
2014 27,6%
Schuldratio
61,4%
67,0%
69,8%
71,5%
72,4%
56,2%
217
5. Voorzieningen (exclusief die van het grondbedrijf) Kampen
2011 totaal per inw oner 14.176 € 283,23 1.501 € 29,99 1.835 € 36,66 13.842 € 276,56
Voorzieningen 1 januari Toevoegingen Onttrekkingen + vrijval Voorzieningen 31 december
totaal 13.842 1.795 2.574 13.063
2012 per inw oner € 274,66 € 35,62 € 51,08 € 259,21
totaal 13.063 2.199 1.131 14.131
2013 per inw oner € 259,21 € 43,63 € 22,44 € 280,40
totaal 14.131 3.400 1.110 16.421
2014 per inw oner € 278,69 € 67,05 € 21,89 € 323,85
Voorzieningen worden gevormd voor het opvangen van toekomstige kosten van investeringen danwel andere verplichtingen op basis van zo reëel mogelijke inschattingen. Maar het blijven inschattingen de toekomst zal moeten uitwijzen of deze juist waren. De onderbouwingen worden met regelmaat getoetst (en gecontroleerd door de accountant) hetgeen toe bijstelling van de voorziening kan leiden. De huidige voorziening van 16,4 miljoen bestaat grofweg uit: Ophalen huisvuil (1,2 miljoen), rioleringswerken (3,4 miljoen), Afkoop onderhoud graven (1,9 miljoen), voorziening sociaal plan Zwembaden (1,7 miljoen) en tenslotte de voorziening voor de wethouders (6,0 miljoen). De omvang wordt als voldoende gekwantificeerd. Verloop voorzieningen (inclusief die van het grondbedrijf) x 1 mln
Verloop van de voorzieningen x € 1.000 60.000
50.000 40.000 30.000 20.000 10.000 -
218
Algemene dienst
2011 13.842
2012 13.063
2013 14.131
2014 16.421
Grondbedrijf
25.858
36.505
40.040
41.818
Totaal
39.700
49.568
54.171
58.239
6. Garantstellingen 2011
Garantstellingen t.b.v. w oningbouw Garantstellingen overig Totaal Garantstellingen
2012 per inw oner totaal 216.192 € 4.319 207.045 12.478 € 249 14.042 228.670 € 4.569 221.087
Aantal huurw oningen in bezit w oningcorp. Woningw aarde huurw oningen Potentiële w aarde onderpand
5.502 157 863.814
totaal
% Garantstelling t.o.v. onderpand
€
17.141
5.502 151 830.802
26%
2013 per inw oner totaal € 4.108 193.626 € 279 13.251 € 4.387 206.877
€
5.315 149 791.935
16.485
27%
2014 per inw oner totaal € 3.842 177.243 € 263 10.485 € 4.105 187.728
€
15.551
5.363 140 750.820
26%
per inw oner € 3.496 € 207 € 3.702
€
14.808
25%
Het percentage garantstelling wordt berekent door de totale garantstellingen afgezet tegen waarde van de huurwoningen welke als onderpand zijn aangemerkt. Des te lager het percentage des te gunstiger. Immers tegenover de lening staat een grotere waarde van het onderpand. De totale garantstelling loopt af van € 228.670 in 2011 naar € 187.728 in 2014. De waarde van het onderpand loopt ook af van € 863.814 in 2011 naar € 750.820 in 2014. De daling van de garantstelling en de waardedaling lopen gelijk op. Het percentage garantstelling t.o.v. onderpand blijft schommelen rond de 26%. Het risico wordt op dit onderdeel dan ook als zeer laag beschouwd.
7. Grondpositie 2011
Om schrijving Gronden in exploitatie (GREX) Gronden niet in exploitatie (NIEG) Gronden zonder stellig voornemen Totaal Voorziening in % van bruto boekw . Algemene reserve grondbedrijf Reserve in % van netto boekw .
2012
2013
2014
Bruto Voornetto Bruto Voor- netto Bruto Voornetto Bruto Voornetto boekw . ziening boekw . per inw . boekw . ziening boekw . per inw . boekw . ziening boekw . per inw . boekw . ziening boekw . per inw . 42.938 18.477 24.461 € 489 59.909 27.313 32.596 € 647 90.661 27.419 63.242 € 1.255 93.687 25.137 68.550 € 1.352 59.366 7.381 51.985 € 1.039 25.887 61 25.826 € 512 8.500 89 8.411 € 167 8.190 3.965 4.225 € 83 € 26.231 9.131 € 24.941 12.532 12.409 € 246 24.941 12.716 12.225 € 241 102.304 25.858 76.446 € 1.527 112.027 36.505 58.422 € 1.159 124.102 40.040 84.062 € 1.668 126.818 41.818 85.000 € 1.676 25%
33% 7.307 10%
€
146
32% 6.270 11%
€
124
33% 14.566
€
289
12.762
17%
€
252
15%
Op grond van BBV moeten gronden tegen een reële boekwaarde op de balans staan. Tegenover niet afgedekte risico’s binnen de complexen moet een voorziening staan. Dit betekent dat elk jaar de stand van de voorziening kan schommel. Op basis van de huidige inzichten kan geconcludeerde worden dat de voorzieningen op hetzelfde peil blijven. Daarentegen loopt de algemene reserve wel weer loopt terug als gevolg van de tegenvallende resultaten. Dit geeft aan dat grondbedrijf nog steeds onder druk staan, derhalve wordt het risico dan ook als hoog gekwalificeerd.
219
Schatkistbankieren Berekening benutting drempelbedrag schatkistbankieren (bedragen x € 1000) Verslagjaar (1)
Drempelbedrag
1034,40492 Kwartaal 1
Kwartaal 2
Kwartaal 3
Kwartaal 4
(3a) = (1) > (2)
Kwartaalcijfer op dagbasis buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen Ruimte onder het drempelbedrag
1.034
1.027
1.034
1.010
(3b) = (2) > (1)
Overschrijding van het drempelbedrag
-
-
-
-
(2)
-
8
-
24
(1) Berekening drempelbedrag Verslagjaar (4a) (4b) (4c)
Begrotingstotaal verslagjaar Het deel van het begrotingstotaal dat kleiner of gelijk is aan € 500 miljoen Het deel van het begrotingstotaal dat de € 500 miljoen te boven gaat
(1) = (4b)*0,0075 + (4c)*0,002 met een Drempelbedrag minimum van €250.000
137.921 137.921 -
1034,40492
(2) Berekening kwartaalcijfer op dagbasis buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen Kwartaal 1 (5a) (5b) (2) - (5a) / (5b)
220
Som van de per dag buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen (negatieve bedragen tellen als nihil) Dagen in het kwartaal Kwartaalcijfer op dagbasis buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen
Kwartaal 2 -
710 90
-
Kwartaal 3
Kwartaal 4 -
91 8
2.211 92
-
92 24
Kengetallen Pr ogr amma 1: Bur ger en bes tuur Beleidsterrein: 1.1 Bestuur Nr. Omschrijving
Werkelijk
Werkelijk
Begroting Werkelijk
2012
2013
2014
2014
Pr oduc t 001 Bes tuur s or ganen 1.
Aantal bedrijfsbezoeken (college)
2.
Aantal raadplegingen burgerpanel
3
3
10
9
4
1
Beleidsterrein: 1.2 Publieke dienstverlening Nr. Omschrijving
Werkelijk
Werkelijk
Begroting Werkelijk
2012
2013
2014
2014
Pr oduc t 003 Bur ger z ak en 1.
Gemiddelde wachttijd per cliënt
0:04:23
0:03:59
0:05:00
0:05:00
2.
Gemiddelde transactietijd per cliënt
0:04:24
0:04:45
0:04:30
0:05:05
3.
Gemiddeld aantal bezoekers publieksbalies per maand
3.721
3.285
4.000
3.351
Pr ogr amma 2: O penbar e or de en v eiligheid Beleidsterrein: 2.2 Openbare orde en veiligheid Nr. Omschrijving
Werkelijk
Werkelijk
Begroting Werkelijk
2012
2013
2014
2014
Pr oduc t 140 O penbar e or de en v eiligheid 1.
Aantal opgevangen honden en katten
140
200
172
2.
Aantal bestuurlijk handhaving hennepkwekerij
9
2
6
3
3.
Aantal uitgevoerde bibob-onderzoeken (kort)
5
3
3
3
4.
Aantal uitgevoede bibob-onderzoeken (landelijk bureau)
-
-
1
-
5.
Aantal controles coffeeshop
6
6
8
6
6.
Aantal HALT zaken
171
>80
150
Nog niet bekend
7.
Aantal casussen huiselijk geweld met casusregie
30
43
30
29
8.
Aantal stadstoezichthouders
11
8
8
8
9.
Aantal camera's Spoorlanden/Zendijk
20
20
20
20
-
7
7
-
10. Aantal camera's centrum
(NB. Camera's worden in 2015 geplaatst.)
221
Pr ogr amma 3: Beheer openbar e r uimte Beleidsterrein: 3.1 Beheer openbare ruimte Nr. Omschrijving
Werkelijk
Werkelijk
Begroting Werkelijk
2012
2013
2014
2014
Pr oduc t 210 Wegen, s tr aten, pleinen en br uggen 1.
Kwaliteit wegen
basis
basis
basis
basis
2.
Kwaliteit civiele kunstwerken
basis
basis
basis
basis
3.
Kwaliteit openbare verlichting
basis
basis
basis
basis
Pr oduc t 560.0 O penbaar gr oen 1.
Onderhoudsniveau openbaar groen wijken,
basis
basis
basis
basis
2.
Onderhoudsniveau A-locaties
hoog
basis
basis
basis
3.
Onderhoudsniveau begraafplaatsen
hoog
hoog
hoog
hoog
4.
Onderhoudsniveau zwerfvuil
hoog
hoog
hoog
hoog
Pr ogr amma 4: Ec onomie, wer k en ink omen Beleidsterrein: 4.1 Economie Nr. Omschrijving
Werkelijk
Werkelijk
Begroting Werkelijk
2012
2013
2014
2014
Voor een actueel overzicht en inzicht wordt ieder jaar een “scan” gemaakt: “Economisch inzicht Kampen”. De scan geeft een helder beeld van de economie van Kampen. Deze wordt ieder jaar in april gemaakt op basis van de dan beschikbare cijfers van het jaar daarvoor. Dat betekent dat de cijfers over 2014 pas in april 2015 beschikbaar zijn. Pr oduc t 320 Indus tr ie 1.
Aantal bedrijven
3.191
3.191
3.222
3.283
2.
Aantal nieuwe bedrijven
329
329
300
313
3.
Aantal opheffingen
201
201
200
niet bekend
4.
Aantal zzp'ers
5.
Aantal ha bruto bedrijfsterrein
1.385
1.385
1.500
484
484
484
1.503 niet bekend
6.
Omvang beroepsbevolking
22.000
22.000
21.000
7.
Werkloosheidspercentage
6,10
6,10
7,00
23.000 niet bekend
222
Pr ogr amma 5: O nder wijs en educ atie Beleidsterrein: 5.1 Onderwijs Nr. Omschrijving
Werkelijk
Werkelijk
Begroting
Werkelijk
2012
2013
2014
2014
Pr oduc t 420/421 O penbaar onder wijs 1.
Aantal scholen
2.
Aantal leerlingen
3.
Aantal gebouwen
4.
Aantal m2 bvo
5
5
5
6
794
786
776
823
6
6
7
7
6.646
6.646
7.200
7.846
28
28
28
28
4.618
4.585
4.610
4.511
32
32
33
33
31.901
32.234
32.700
31.942
4
4
4
4
Pr oduc t 422/423 bijz onder bas is onder wijs 1.
Aantal scholen
2.
Aantal leerlingen
3.
Aantal gebouwen
4.
Aantal m2 bvo
Pr oduc t 432/433 bijz onder ( v oor tgez et) s pec iaal onder wijs 1.
Aantal scholen
2.
Aantal leerlingen
475
455
475
401
3.
Aantal deelnemers zwemonderwijs
420
310
PM
120
4.
Aantal gebouwen/locaties
3
3
3
3
5.
Aantal m2 bvo
7.018
7.018
7.018
7.018
1
1
1
1
779
744
780
729
2
2
2
2
9.086
9.086
9.086
9.086
2
2
2
2
3.724
3.811
3.700
3.839
6
6
6
6
38.680
38.680
38.680
41.693
Pr oduc t 440/441 openbaar v oor tgez et onder wijs 1.
Aantal scholen
2.
Aantal leerlingen
3.
Aantal gebouwen/locaties
4.
Aantal m2 bvo
Pr oduc t 442/443 bijz onder v oor gez et onder wijs 1.
Aantal scholen
2.
Aantal leerlingen
3.
Aantal gebouwen/locaties
4.
Aantal m2 bvo
223
Pr oduc t 480 G emeens c happelijk e baten en las ten onder wijs 1.
Aantal leerlingen waarvoor gemeente het vervoer verzorgt
410
377
425
379
naar diverse scholen 2.
Aantal leerlingen dat gebruik maakt van aangepast vervoer
340
314
350
305
3.
Uitgaven per peuterplaats
926
866
994
958
4.
Aantal doelgroeppeuters (2,5 en 3 jaar)
86
82
86
86
5.
Uitgaven per VVE-plaats
1.723
2.700
2.326
2.326
6.
Aantal verzuimmeldingen
310
337
300
395
Beleidsterrein: 5.2 Educatie Nr. Omschrijving
Werkelijk
Werkelijk
Begroting
Werkelijk
2012
2013
2014
2014
Pr oduc t 510/11 O penbaar bibliotheek wer k /Vor mings - en ontwik k elings wer k 1.
Aantal leden bibliotheek
2.
Aantal jeugdleden (0-15 jaar)
3.
Aantal uitleningen
15.128
15.865
15.074
15.698
8.678
8.478
6.500
7.376
661.009
656.548
585.000
631.894
Pr ogr amma 7: Par tic ipatie en z or g Beleidsterrein: 7.1 Participatie en zorg Nr. Omschrijving
Werkelijk
Werkelijk
Begroting
Werkelijk
2012
2013
2014
2014
Pr oduc t 622 Hulp bij het huis houden 1.
Aantal cliënten Hulp bij het Huishouden
1.520
1.440
930
1.050
213
213
230
182
116
91
243
106
3.088
3.160
3.000
3.046
176
135
200
staat niet
Pr oduc t 650 Kinder dagopv ang 1.
Aantal geregistreerde gastouders
Pr oduc t 652 Voor z ieningen gehandic apten 1.
Aantal verstrekte woningaanpassingen
2.
Aantal gebruik vervoersvoorzieningen
3.
Aantal verstrekte gehandicaptenparkeerkaarten
in de PB
Pr ogr amma 8: Duur z ame r uimtelijk e ontwik k eling Beleidsterrein: 8.1 Ruimtelijke ontwikkeling en wonen Nr. Omschrijving
1.
Aantal woningen dat toegevoegd wordt aan de woningvoorraad
224
Werkelijk
Werkelijk
Begroting Werkelijk
2012
2013
2014
120
136
2014 120
283
Budgetoverhevelingen: 2014 naar 2015 J aar Bedr agen x 1000
O or s pr ong Uitgav en
Ink oms ten Res er v e
Pr ogr amma 1 Bur ger en Bes tuur
11 Bestuur Netwerkstad
2009
80
-
80
Tijdbeleid
2009
39
-
39
119
-
119
20
-
20
20
-
20
139
-
139
-
-
-
25
-
25
Totaal 22 Openbare orde en veiligheid
25
-
25
T otaal pr ogr amma 2
25
-
25
-
76
Totaal 11 Bestuur 12 Publieksdienstverlening Kadaster
2013
Totaal 12 Publieksdienstverlening T otaal pr ogr amma 1 Pr ogr amma 2 O penbar e or de en v eiligeheid
22 Openbare orde en veiligheid Openbare orde en veiligheid
2009
Pr ogr amma 3 Beheer openbar e or de
31 Beheer openbare ruimte Wijkgericht werken
2013
76
Op- en afrit N50
2010
376
Inrichting openbare ruimte Berkpark
2011
12
Zambonicircuit
2012
719
763-
44-
Stationsplein en busplein
2011
426
1.102-
676-
Inpassing Niersallee
2011
105
-
105
Regio tram Kampen - Zwolle 09017
2009
346
-
346
ILG - Groene en blauwe diensten, aanleg (2e fase)
2007
-
5-
5-
ILG - Groene en blauwe diensten, beheer (2e fase)
2007
10
15-
6-
ILG Inzet erven consulent groen blauwe diensten
2007
5
-
5
ILG Gebiedsmakelaar Zwolle - Kampen (0,6 fte)
2007
92
48-
44
ILG Groene en Blauwe Diensten (Beheer)
2007
-
-
-
ILG Landschapsontwikkelingsplan Zwolle - Kampen
2007
28
-
28
ILG 2 Projecten blauw en groene zône
2007
28
18-
10
ILG- Leefbaarheidsmakelaar 07020
2007
-
1-
ILG - Vergroten kwaliteit groenstructuur 07020
2007
78
39-
ILG -Kwalitatieve uitbreiding routenetwerken 07020
2007
3
-
3
Gem.bijdr.uitvoering proj.ILG 2007-2013 (07000)
2007
410
-
410
Seniorencomplex Burgwal (div.wrkzhdn,bijdr,opbr.)
2010
9
-
9
ILG bovenwettelijke natuurcomp. Noorderrandwg(8ha)
2007
125
55-
70
ILG Inrichting nieuwe Zalkerbos
2007
290
145-
145
Speeltuinen en -plaatsen
2014
104
-
Voorb.realisatie bezuiniging op recreatiehavens
2014
45
-
45
P + R terrein Hanzelijn
2011
137
52
189
Aanleg ecologische zone Trekvaart
2013
495
370-
125
Totaal 31 Beheer openbare ruimte
3.916
2.815-
1.102
T otaal pr ogr amma 3
3.916
2.815-
1.102
305-
71 12
139
104
225
Pr ogr amma 4 Ec onomie wer k en ink omen
41 Economie Boegbeeld Ontdek de IJsseldelta
2011
49
-
49
ILG Uitbreiding routenetwerk Kampen
2007
173
27-
146
ZKN citymarketing
2012
60
-
Herstructurering bedrijventerrein Spoorlanden
2012
6
-
6
ZKN innovatie
2011
107
-
107
ZKN havenvisie
2013
120
-
120
ZKN logistieke visie uitvoering
2014
39
-
39
Industrie
2014
15
-
15
Totaal 41 Economie
563
27-
536
T otaal pr ogr amma 4
563
27-
536
266
ILG verbeteren toegankelijkheid de Dompe
5-
-
560
Pr ogr amma 5 O nder wijs en educ atie
51 Onderwijs O.B.O, voorziening in de huisvesting
2014
266
-
Overige gemeenschappelijke zaken onderwijs
2013
26
-
26
B.B.O., voorziening huisvesting vanaf 1999
2014
106
-
106
B.(V).S.O., onderwijshuisvesting vanaf 1999
2014
55
-
55
Voorziening in de huisvesting Ichthus College
2014
175
-
175
628
-
628
200
-
200
Totaal 52 Educatie
200
-
200
T otaal pr ogr amma 5
828
-
828
20
-
20
Totaal 51 Onderwijs 52 Educatie Huisvesting Quintus Centrum voor Kunsteducatie
2014
Pr ogr amma 6 Cultuur en s por t
61 Sport Sportstimulering
2014
Verplaatsing manege Deltaruiters
2014
82
-
82
Voorbereidingskosten nieuwbouw zwembad
2013
169
-
169
271
-
271
59
-
59
59
-
59
Totaal 61 Sport 62 Kunst Overige kunst
2014
Totaal 62 Kunst 63 Oudheidkunde en Musea Overige kunst en oudheidkunde
2014
42
-
42
Onderzoek IJsselkogge
2014
54
-
54
96
-
96
426
-
426
Totaal 63 Oudheidkunde en Musea T otaal pr ogr amma 6 Pr ogr amma 7 Par tic ipatie en z or g
71 Participatie en zorg (WMO) Hulp bij het huishouden
2014
65
-
65
Maatschappelike dienstverlening
2014
21
-
21
226
Flankerend ouderenbeleid
2014
10
-
10
Invoering AWBZ (voorbereiding 3 decentralisaties)
2014
193
-
193
ILG - Bijdrage nieuwbouw de Hoge Brink 07000
403
210-
193
Totaal 71 Participatie en zorg (WMO)
693
210-
483
T otaal pr ogr amma 7
693
210-
483
Pr ogr amma 8 Duur z ame r uimtelijk e ontwik k eling
81 Ruimtelijke ontwikkeling en wonen Herijking woningbouwprogramma
2012
28
28-
-
Restauratie van Heutszkazerne 07641
2007
550
40-
510
Gebiedsvisie omgeving Bovenhaven
2014
189
100-
89
Overige aangelegenheden volkshuisvesting
2010
50
50-
Handhavend optreden Ganzendiep
2009
125
-
Woningen binnenstad PAW
2010
251
Reconstructie woonwagencentrum Wielstraat 03001
2003
2.261
-
2.261
Overige zaken stedelijke vernieuwing
2001
14
-
14
NLG - Externe begeleiding ontwikkeling Koggewerf
2007
4-
-
4-
NLG - Ontwikkeling Landgoed Eendekooiweg Wilsum
2007
7
7-
-
NLG - Transformatie voormalig agrarisch bedrijf
2007
6
6-
-
NLG - Herinrichting Veerplein Grafhorst
2007
23
26-
3-
NLG - landschapsarchitect Buckhorst
2007
7
-
7
NLG - Uitkijkpost in uiterwaarden
2007
50
20
70
NLG - Bijdr.kleinschalige proj. en initiatieven
2007
57
-
57
Gemeentelijk aandeel NLG 2006-2013 (08000)
2007
1.174
-
1.174
NLG - Fietsverbinding Veneriete 2007
2007
25
-
25
NLG Dorpsontwikkeling 's Heerenbroek 2007 07020
2007
20
10-
10
NLG-uitvoering stadsrandzone IJsselmuiden-Koekoek
2007
148
447-
298-
NLG - Opstellen ontwikkelingsplan Koggewerf 2012
2007
10
-
10
25
-
25
NLG - Fietsveerpont over de Goot
234-
125 17
Herontwikkeling gebied Bolwerk/Buitenwacht
2014
10
-
10
Bouw- en woningtoezicht
2014
33
-
33
Monumenten c.a.
2014
5
-
5
Planontwikkeling Roggebotsluis
2014
64
-
64
Voorber. kst. verkoop vastgoed gemeente Kampen
2014
42
-
42
September woonmaand PAW
2013
255
TU Koornmarkt
2013
17
Huizen en gebouwen
2011
-
140-
20
5-
15
9
6-
3
5.469
1.335-
4.134
ILG-Procesgeld uitv.leefb.init. platteland Kampen ILG - Ontwikkelplan kernen Kamperveen en Zuideinde
Totaal 81 Ruimtelijke ontwikkeling en wonen 82 Milieu en reiniging
255-
17 140-
Energieloket
2012
52
-
52
Stimulering klimaatinitiatieven
2009
83
-
83
Advisering milieubeheer bodem en waterbodem
2008
199
Milieubeheer bodem en waterbodem
2013
Stimulering energiepakket 52 sociale huurwoningen
2014
Milieubeheer geluid, verkeer en vervoer
2013
Totaal 82 Milieu en reiniging 83 Bouwgrondexploitatie Brunneperhaven - voorbereiding
Totaal 83 Bouwgrondexploitatie T otaal pr ogr amma 8
2014
199-
-
50
75-
25-
172
172-
-
108
108-
-
663
553-
110
12
-
12
12
-
12
6.145
1.888-
4.257
227
Pr ogr amma 9 Algemene dek k ings middelen
90 Algemene dekkingsmiddelen Stadhuis Burgemeester Berghuisplein
2014
60
60-
-
Kostenplaats Algemeen Beheer (Binnendienst)
2014
27
27-
-
Arbo Voorzieningen
2014
16
16-
-
Totaal 90 Algemene dekkingsmiddelen
103
103-
-
T otaal pr ogr amma 9
103
103-
-
99 Kos tenplaats en Saldi kostenplaatsen
2014
103
-
103
Gereserveerde middelen beleidsvoornemens
2014
50
-
50
153
-
153
99 Kos tenplaats en
228
Single information Single audit (SiSa) en IMG
229
OVERZICHT SPECIFIEKE UITKERINGEN 2014 Berichtgeverinformatie Vul hieronder de informatie in waarop deze bijlage verantwoordingsinformatie betrekking heeft. Type overheidslaag: Naam berichtgever: Berichtgevercode: Rapportage-periode: Bestandsnaam:
Gemeente
selecteer uit lijst bijvoorbeeld: Aa en Hunze
0166 2014 sisa_2014_060166_Bijlage_Verantwoordingsinformatie.xls
bijvoorbeeld: 1680 w ordt autom atisch ingevuld
SiSa-bijlage in de jaarrekening De SiSa-bijlage met verantwoordingsinformatie is in uw jaarstukken te vinden op pagina: De SiSa-bijlage met verantwoordingsinformatie is in het PDF-bestand van uw jaarstukken te vinden op pagina (van het PDF-bestand): Gegevens contactpersoon voor het elektronisch aanleveren Aanmelden of wijzigen van uw contactpersoon dient te gebeuren via www.rijksoverheid.nl/sisa. Na aanmelden of wijzigen ontvangt de (nieuwe) contactpersoon van het CBS per e-mail uploadgegevens. U kunt slechts 1 contactpersoon opgeven per organisatie. Een gezamenlijke mailbox (bijvoorbeeld
[email protected]) heeft daarom de voorkeur.
Specifieke uitkeringen Onderstaand is een opsomming van alle mogelijke specifieke uitkeringen in 2014. Op het tabblad 'specifieke uitkering' is hieruit voor uw organisatie een selectie gemaakt op basis van de regelingen die voor uw organisatie voorkomen op de verantwoordingslijst 2014 (te vinden via https://teverantwoordenregelingen.rijksoverheid.nl/). Nr
Regels Naam specifieke uitkering
Minister van
A2
Brede DoelUitkering Rampenbestrijding (BDUR)
V&J
B1
Regeling Opvang Asielzoekers (ROA)
V&J
B2
(ex) Zorgwet voorwaardelijke vergunning tot verblijf (VVTV)
V&J
Investering stedelijke vernieuwing (ISV) II
BZK
C7C C9
Excellente gebieden innovatieve energiebesparing in de nieuwbouw
BZK
D1
Regionale meld- en coördinatiecentra voortijdig schoolverlaten
OCW
D3
Excessieve kosten Archeologie
OCW
Regeling brede scholen 2009_Uitstel
OCW
D9
Onderwijsachterstandenbeleid 2011-2015 (OAB)
OCW
E2
Stimuleringsregeling stille wegdekken
I&M
E3
Subsidieregeling sanering verkeerslawaai (inclusief bestrijding spoorweglawaai)
I&M
E6
Bodemsanering (excl. Bedrijvenregeling) 2005-2009
I&M
E6B
Bodemsanering (excl. Bedrijvenregeling) 2005-2009 (SiSa tussen medeoverheden)
I&M
E7A
Innovatieprogramma Klimaatneutrale Steden (Proefprojecten)
I&M
E10
Tijdelijke subsidieregeling Innovatieprogramma Mooi Nederland
I&M
E11
Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL)
I&M
Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) SiSa tussen medeoverheden
I&M
E12
Nieuwe Sleutel Projecten (NSP)
I&M
E17
Nota Ruimte project Maastricht Belvedere
I&M
E21
Nota Ruimte project Spoorzone Den Bosch
I&M
E22
Nota Ruimte project Stadshaven Rotterdam
I&M
E25
Beleidsregeling subsidies Budget Investeringen Ruimtelijke Kwaliteit (BIRK)
I&M
E26
Spoorse doorsnijdingen, tranche 1
I&M
E27
Brede doeluitkering verkeer en vervoer
I&M
Brede doeluitkering verkeer en vervoer SiSa tussen medeoverheden
I&M
Regionale mobiliteitsfondsen
I&M
E28B
Regionale mobiliteitsfondsen (Zuiderzeelijn) SiSa tussen medeoverheden
I&M
E28C
Regionale mobiliteitsfondsen SiSa tussen medeoverheden
I&M
E29
Tijdelijke regeling eenmalige uitkering stedelijke synergieprojecten Kaderrichtlijn Water
I&M
E30
Quick wins binnenhavens
I&M
Quick wins binnenhavens SiSa tussen medeoverheden
I&M
E34
Bijdrage hoofdvaarwegen Fryslân en Groningen
I&M
E37
Regeling Wilhelminasluis
I&M
F2
Besluit ontwikkeling van landschappen (BOL)
EZ
F3
Verzameluitkering EZ
EZ
F4
Deelproject 750 hectare natuur- en recreatiegebied (Project Mainportontwikkeling Rotterdam)
EZ
F4B
Deelproject 750 hectare natuur- en recreatiegebied (Project Mainportontwikkeling Rotterdam)
EZ
F6
Besluit subsidies herstructurering Topprojecten bedrijventerreinen (TOPPER-regeling)
EZ
F7
Subsidieregeling sterktes in de regio (Pieken in de delta)
EZ
F10
Nota Ruimte Project Eindhoven Brainport
G1
Wet sociale werkvoorziening (Wsw)_gemeente 2014
SZW
G1A
Wet sociale werkvoorziening (Wsw)_totaal 2013
SZW
G1B
Wet sociale werkvoorziening (Wsw)_deel openbaar lichaam 2014
SZW
Gebundelde uitkering op grond van artikel 69 WWB_gemeente 2014
SZW
G2A
Gebundelde uitkering op grond van artikel 69 WWB_totaal 2013
SZW
G2B
Gebundelde uitkering op grond van artikel 69 WWB_deel openbaar lichaam 2014
SZW
Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (exclusief levensonderhoud beginnende zelfstandigen)_gemeente 2014
SZW
G3A
Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (exclusief levensonderhoud beginnende zelfstandigen)_totaal 2013
SZW
G3B
Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (exclusief levensonderhoud beginnende zelfstandigen)_deel openbaar lichaam 2014
SZW
Wet participatiebudget (WPB)_gemeente 2014
SZW
G5A
Wet Participatiebudget (WPB)_totaal 2013
SZW
G5B
Wet participatiebudget (WPB)_deel openbaar lichaam 2014
SZW
D4A
E11B
E27B E28
E30B
G2
G3
G5
EZ
G7
Verzameluitkering SZW
SZW
H1
Ministeriële regeling heroïnebehandeling
VWS
H3
Seksualiteitscoördinatie- en hulpverlening + aanvullende curatieve SOA bestrijding
VWS
H4
Verzameluitkering VWS
VWS
H8
Doeluitkering jeugdzorg (Bureau Jeugdzorg + Zorgkosten Jeugdzorg)
VWS
230
OCW
D9
SiSa bijlage verantwoordingsinformatie 2014 op grond van artikel 3 van de Regeling informatieverstrekking sisa - d.d. 2 januari 2015 Onderwijsachterstanden Besteding (jaar T) aan Besteding (jaar T) aan overige Besteding (jaar T) aan Opgebouwde reserve ultimo beleid 2011-2015 (OAB) voorzieningen voor activiteiten (naast VVE) voor afspraken over voor- en (jaar T-1) voorschoolse educatie die leerlingen met een grote vroegschoolse educatie met voldoen aan de wettelijke achterstand in de Nederlandse bevoegde gezagsorganen van Deze indicator is bedoeld voor kwaliteitseisen (conform artikel taal (conform artikel 165 WPO) scholen, houders van de tussentijdse afstemming Gemeenten 166, eerste lid WPO) kindcentra en van de juistheid en volledigheid peuterspeelzalen (conform van de artikel 167 WPO) verantwoordingsinformatie Aard controle R Indicatornummer: D9 / 01
I&M
E27B
€ 243.306 Brede doeluitkering Hieronder per regel één verkeer en vervoer SiSa beschikkingsnummer en in de tussen medeoverheden kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie Provinciale beschikking en/of verordening
Aard controle R Indicatornummer: D9 / 02
€ 24.375 Besteding (jaar T) ten laste van provinciale middelen
Aard controle R Indicatornummer: D9 / 03
€ 12.733 Overige bestedingen (jaar T)
Gemeenten en Gemeenschappelijke Regelingen
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: E27B / 01
1 2013/0013862 2 2013/0005369 3 2014/0017165 Kopie beschikkingsnummer
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: E27B / 06
Aard controle R Indicatornummer: E27B / 02
Aard controle R Indicatornummer: E27B / 03
Aard controle R Indicatornummer: D9 / 04
€ 48.821 Correctie ten opzichte van tot jaar T verantwoorde bestedingen ten laste van provinciale middelen
Correctie ten opzichte van tot jaar T verantwoorde overige bestedingen
Indien de correctie een vermeerdering van bestedingen betreft, mag het alleen gaan over nog niet eerder verantwoorde bestedingen
Indien de correctie een vermeerdering van bestedingen betreft, mag het alleen gaan over nog niet eerder verantwoorde bestedingen
Aard controle R Indicatornummer: E27B / 04
€ 61.772 € 200.529 € 49.188 Cumulatieve besteding ten laste van provinciale middelen tot en met (jaar T)
€ 46.098 € 28.285 € 200.529 € 24.642 Cumulatieve overige Toelichting bestedingen tot en met (jaar T)
Deze indicator is bedoeld voor de tussentijdse afstemming van de juistheid en volledigheid van de verantwoordingsinformatie
Deze indicator is bedoeld voor de tussentijdse afstemming van de juistheid en volledigheid van de verantwoordingsinformatie
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: E27B / 07
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: E27B / 08
Aard controle R Indicatornummer: E27B / 05
-€ 28.285
Eindverantwoording Ja/Nee Als u kiest voor ‘ja’, betekent dit dat het project is afgerond en u voor de komende jaren geen bestedingen meer wilt verantwoorden
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: E27B / 09
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: E27B / 10
231
1 2013/0013862
SZW
SZW
G1
G1A
2 2013/0005369 3 2014/0017165 Wet sociale Het totaal aantal geïndiceerde werkvoorziening inwoners van uw gemeente dat (Wsw)_gemeente 2014 een dienstbetrekking heeft of op de wachtlijst staat en Wet sociale beschikbaar is om een werkvoorziening (Wsw) dienstbetrekking als bedoeld in artikel 2, eerste lid, of artikel Alle gemeenten 7 van de wet te aanvaarden op verantwoorden hier het 31 december (jaar T) gemeentedeel over Aard controle R (jaar T), ongeacht of er Indicatornummer: G1 / 01 in (jaar T) geen, enkele of alle inwoners 0,00 Wet sociale Hieronder per regel één werkvoorziening gemeente(code) uit (jaar T-1) (Wsw)_totaal 2013 selecteren en in de kolommen ernaast de Wet sociale verantwoordingsinformatie voor werkvoorziening (Wsw) die gemeente invullen Alle gemeenten verantwoorden hier het totaal (jaar T-1). (Dus: deel Openbaar lichaam uit SiSa (jaar T-1) regeling G1B + deel gemeente uit (jaar T-1) regeling G1C-1) na
€ 96.607
€ 281.256 € 281.255 € 49.188 € 24.642 Volledig zelfstandige uitvoering Ja/Nee
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G1 / 02
Nee Het totaal aantal gerealiseerde arbeidsplaatsen voor geïndiceerde inwoners in (jaar T-1), uitgedrukt in arbeidsjaren;
Het totaal aantal gerealiseerde begeleid werkenplekken voor geïndiceerde inwoners in (jaar T-1), uitgedrukt in arbeidsjaren;
inclusief deel openbaar lichaam inclusief deel openbaar lichaam
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G1A / 01
1 60166 Kampen
232
€ 129.454
Aard controle R Indicatornummer: G1A / 02
264,36
Aard controle R Indicatornummer: G1A / 03
11,21
Correctie 2013: andere verdeling provincie en gemeente, per saldo neutraal.
Ja
Ja Nee
SZW
G2
Gebundelde uitkering op grond van artikel 69 WWB_gemeente 2014 Alle gemeenten verantwoorden hier het gemeentedeel over (jaar T), ongeacht of de gemeente in (jaar T) geen, enkele of alle taken heeft uitbesteed aan een Openbaar lichaam opgericht op grond van de Wgr.
Besteding (jaar T) algemene bijstand
Baten (jaar T) algemene bijstand (exclusief Rijk)
Besteding (jaar T) IOAW
Baten (jaar T) IOAW (exclusief Besteding (jaar T) IOAZ Rijk)
Gemeente
Gemeente
Gemeente
Gemeente
Gemeente
I.1 Wet werk en bijstand (WWB)
I.1 Wet werk en bijstand (WWB)
I.2 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW)
I.2 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW)
I.3 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ)
Aard controle R Indicatornummer: G2 / 01
Aard controle R Indicatornummer: G2 / 02
€ 9.184.825 Besteding (jaar T) Bbz 2004 levensonderhoud beginnende zelfstandigen
€ 201.319 Baten (jaar T) Bbz 2004 levensonderhoud beginnende zelfstandigen
€ 557.754 Baten (jaar T) WWIK (exclusief Rijk)
Gemeente
Gemeente
Gemeente
I.4 Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (levensonderhoud beginnende zelfstandigen) (Bbz 2004)
I.4 Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (levensonderhoud beginnende zelfstandigen) (Bbz 2004)
I.6 Wet werk en inkomen kunstenaars (WWIK)
Aard controle R Indicatornummer: G2 / 07
SZW
G3
Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (exclusief levensonderhoud beginnende zelfstandigen)_gemeent e 2014
Aard controle R Indicatornummer: G2 / 03
€0 Besteding (jaar T) levensonderhoud gevestigde zelfstandigen (exclusief Bob)
Aard controle R Indicatornummer: G2 / 08
€0 Besteding (jaar T) kapitaalverstrekking (exclusief Bob)
Aard controle R Indicatornummer: G3 / 01
€ 74.952 Baten (jaar T) Bob (exclusief Rijk)
Besluit
€0 Baten (jaar T) levensonderhoud gevestigde zelfstandigen (exclusief Bob) (exclusief Rijk)
Aard controle R Indicatornummer: G3 / 02
Aard controle R Indicatornummer: G3 / 03
Aard controle R Indicatornummer: G3 / 08
€0
Aard controle R Indicatornummer: G2 / 05
€ 5.139 € 116.415 Volledig zelfstandige uitvoering Ja/Nee
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G2 / 10
Ja Baten (jaar T) kapitaalverstrekking (exclusief Bob) (exclusief Rijk) Aard controle R Indicatornummer: G3 / 04
€ 28.689 € 10.750 € 180.922 Besteding (jaar T) aan Volledig zelfstandige uitvoering uitvoeringskosten Bob als Ja/Nee bedoeld in artikel 56 Bbz 2004
Aard controle R Indicatornummer: G3 / 07
€0
Aard controle R Indicatornummer: G2 / 09
Aard controle R Indicatornummer: G2 / 04
Besteding (jaar T) aan onderzoek als bedoeld in artikel 56 Bbz 2004 (exclusief Bob) Aard controle R Indicatornummer: G3 / 05
€ 11.559
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G3 / 09
Ja
233
SZW
G5
Wet participatiebudget (WPB)_gemeente 2014
Het aantal in (jaar T) bij een ROC ingekochte contacturen
Wet participatiebudget (WPB)
Let op: Dit is de enige gelegenheid om verantwoording af te leggen over deze taakuitvoering
Alle gemeenten verantwoorden hier het gemeentedeel over (jaar T), ongeacht of de gemeente in (jaar T) geen, enkele of alle taken heeft uitbesteed aan een Openbaar lichaam opgericht op grond van de Wgr.
Let op: Deze verantwoording kan niet door een gemeenschappelijke regeling worden uitgevoerd, ongeacht de keuze van de gemeente bij indicator G5/07 Aard controle D1 Indicatornummer: G5 / 01
746 Besteding (jaar T) participatiebudget
Aard controle R Indicatornummer: G5 / 02
€ 1.134.360
234
Waarvan besteding (jaar T) van Baten (jaar T) (niet-Rijk) educatie bij roc's participatiebudget
Aard controle R Indicatornummer: G5 / 03
€ 119.396
Waarvan baten (jaar T) van educatie bij roc’s
Aard controle R Indicatornummer: G5 / 04
€ 7.399
Aard controle R Indicatornummer: G5 / 05
€0
Reservering besteding van educatie bij roc’s in jaar T voor volgend kalenderjaar (jaar T+1 )
Aard controle R Indicatornummer: G5 / 06
€ 356
IMG-verantwoording 2014 FORMAT IMG verantwoording
2014 In de verleningsbeschikking opgenomen subsidie voor dit project R
Besteed tlv Besteed tlv provinciale gemeentelijke middelen jaar 2014 middelen jaar 2014 (conform baten/lasten- conform baten/lastenstelsel) stelsel) R R
Cumulatief besteed tlv provinciale middelen t/m jaar 2014 (conform baten/lastenstelsel) R
Cumulatief besteed tlv gemeentelijke middelen t/m jaar 2014 (conform baten/lastenstelsel) R
Aard controle
Beschikkingsnummer provincie D1
Project afgerond / eindverantwo ording Ja-nee D1
Project Aardwarmte Koekoek
2010/0068430
Nee
1.000.000
-
-
1.000.000
1.200.000
2025
Bereikbaarheid bedrijventerreinen Kampen Noord
2011/0312320
Nee
1.550.000
161.654
255.518
1.080.220
1.707.444
Opwaardering Veilingweg (IMG)
2011/0333022
Nee
715.830
60.177
23.402
690.666
268.592
Opwaardering Veilingweg
2011/0331933
Nee
750.000
96.065
96.065
721.447
721.447
Externe veiligheid
2011/0098498
Ja
88.247
22.062
2015 Verlenging is aangevraagd en akkoord. Datum 1-32015 2014 Verlenging is aangevraagd nog niet akkoord. Datum uitstel 16-2014 2014 verlenging is aangevraagd nog niet akkoord. Datum uitstel 16-2014 2014 Het betreft een jaarlijkse subsidie voor de periode 2011-2014. Naast de subsidie van € 88.247 voor de periode 2011-2014 heeft de gemeente ook een jaarlijkse subsidie ontvangen (MEVO-II). De MEVO-II hoeft niet te worden verantwoord.
nvt
88.247
nvt
Optionele toelichting op Geplande één van de voorgaande einddatum kolommen D1 D1
235