Voorstel voor de Raad Datum raadsvergadering Agendapuntnummer Besluitnummer Portefeuillehouder
: 10 mei 2012 : VIII, punt 6 : 389 : Wethouder Mirjam Pauwels
Aan de gemeenteraad Onderwerp: Programma Decentralisaties. Samenvatting: Het rijk decentraliseert een fors aantal taken in het sociale domein naar gemeenten. Het gaat om: de AWBZ Begeleiding, de Wet Werken naar Vermogen (WWNV) en de Jeugdzorg. Er komt dus in de komende jaren veel op de gemeente af. Om hier een succes van te maken moeten we de beschikbare middelen zo doelmatig mogelijk inzetten. De gemeenten krijgen er in korte tijd een aantal grote taken bij, waarin veel geld omgaat en die een hoog afbreukrisico hebben. Deze nieuwe taken raken de meest kwetsbare burgers in onze gemeente direct in het bestaan. Daar moeten we als gemeente heel zorgvuldig mee omgaan. Om in een nieuwe situatie met beperkte middelen, met verschillende disciplines eenmalig een maximale prestatie neer te zetten moet er projectmatig worden gewerkt. De decentralisaties zijn geen geïsoleerde taken, maar een transitie van het gehele sociale domein. De opdracht is om in brede zin de eigen kracht of eigen regie van samenleving en individu te behouden of te vergroten. En vervolgens de nodige ondersteuning te organiseren voor mensen in een kwetsbare positie. We kiezen er nadrukkelijk voor om de drie dossiers integraal te benaderen, waarbij we zoeken naar slimme combinaties en innovaties. Voor een optimale inbedding van deze nieuwe verantwoordelijkheid in de staande organisatie, wordt een programmaorganisatie ingericht. Het is zaak de overgang van de taken van het Rijk en de Provincie gestructureerd plaats te laten vinden, met als eindresultaat borging van de samenhang. Het programma zorgt voor een gefaseerde en meer beheersbare realisatie van de gewenste resultaten dan dat mogelijk is via de lijnorganisatie. Het overkoepelend programma zorgt voor de afstemming van de verschillende projecten. Het college heeft het programmaplan 16 april 2012 vastgesteld. Fase van besluitvorming: Besluitvormend. Ontwerpbesluit: 1. Kennis te nemen van het programmaplan; 2. Akkoord te gaan met de financiële opzet; 3. De incidentele middelen (€ 299.414) voor 2012 te verwerken in de Bestuursrapportage 2012 en deze te dekken door de van rijkswege te ontvangen middelen (€ 111.282) en de gemeentelijke bijdrage van (€ 188.132); 4. De incidentele middelen voor 2013 en verder te verwerken in de kadernota 2013.
Pagina 1 van 5
Inleiding en aanleiding: De decentralisaties op het gebied van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ), De Wet werken naar Vermogen (WWNV) en de Jeugdzorg zijn complex en zorgen voor een uitdaging voor onze gemeente. Daarbij is nog veel nog onduidelijk. Duidelijk is wel dat deze drie transities gepaard gaan met bezuinigingen. De gemeenten kunnen deze taken dus niet één op één overnemen: de eigen kracht van de samenleving moet worden aangesproken. AWBZ Begeleiding
Gemeenten krijgen vanaf 2013 de verantwoordelijkheid deze mensen vanuit de Wmo te compenseren
Wet werken naar vermogen Gemeenten moeten mensen aan de onderkant van de
Jeugdzorg
arbeidsmarkt steunen bij het vinden en behouden van werk en als dat niet kan bij het maatschappelijk actief zijn (nieuwe wetgeving vanaf 2013). Gemeenten worden vanaf 2015 verantwoordelijk voor de uitvoering van alle jeugdzorg die nu onder Rijk, provincies, gemeenten, AWBZ en Zorgverzekeringswet valt.
Tijdspad • Invoering Wet Werken naar Vermogen • Decentralisatie AWBZ begeleiding nieuwe aanvragen • Decentralisatie AWBZ begeleiding geheel • Decentralisatie Jeugdzorg
1 1 1 1
januari januari januari januari
2013 2013 2014 2015
Problemen of vraagstukken: De decentralisaties zijn geen geïsoleerde taken, maar een transitie van het gehele sociale domein. De opdracht is om in brede zin de eigen kracht of eigen regie van samenleving en individu te behouden of te vergroten. En vervolgens de nodige ondersteuning te organiseren voor mensen in een kwetsbare positie. De decentralisaties betekenen dat gemeenten verantwoordelijk worden voor de uitvoering en besteding van middelen. Het gaat om een beweging van macro naar micro, van een centrale verzorgingstaat naar een nieuwe sociale infrastructuur op lokaal niveau. Bij de verdere uitwerking van de transitie is het daarom nodig om te sturen op de werkwijze en financiering van het beleid en de uitvoering. Dit verandert de positie van de gemeente als actor in dit domein substantieel. Deze ontwikkeling heeft dus ook flinke consequenties voor de gemeentelijke organisatie. Dit vraagt om een andere manier van organiseren en ook om een professionele cultuuromslag (een andere manier van werken). Ontwerpbesluit: toelichting en argumentatie: Er komt dus in de komende jaren veel op de gemeente af. Om hier een succes van te maken moeten we de beschikbare middelen zo doelmatig mogelijk inzetten. De gemeenten krijgen er in korte tijd een aantal grote taken bij, waarin veel geld omgaat en die een hoog afbreukrisico hebben. Deze nieuwe taken raken de meest kwetsbare burgers in onze gemeente direct in het bestaan. Daar moeten we als gemeente heel zorgvuldig mee omgaan. Om in een nieuwe situatie met beperkte middelen, met verschillende disciplines eenmalig een maximale prestatie neer te zetten moet er projectmatig worden gewerkt. We kiezen er nadrukkelijk voor om de drie dossiers integraal te benaderen, waarbij we zoeken naar slimme combinaties en innovaties. Voor een optimale inbedding van deze nieuwe verantwoordelijkheid in de staande organisatie, wordt een programmaorganisatie ingericht. In bijgevoegd Programmaplan vindt u een beschrijving van de decentralisaties, de doelstellingen, samenhang, planning en diverse aspecten van de programmaorganisatie. Het programma zorgt voor een gefaseerde en meer beheersbare realisatie van de gewenste resultaten dan dat mogelijk is via de lijnorganisatie.
Pagina 2 van 5
Het overkoepelend programma zorgt voor de afstemming van de verschillende projecten (in tijd, in middelen, op inhoud en t.a.v. de communicatie). Met het programma wordt een professionele aanpak en structuur neergezet die sturing geeft aan de opgaven die gekoppeld zijn aan de decentralisaties in het sociaal domein. Het proces heeft een tijdelijk, uniek en complex karakter. Dit vraagt om een centrale aansturing mede vanwege de overlap in doelgroepen, de tijdige invoering en de noodzakelijke efficiency die bereikt moet worden.
Voor meer inhoudelijke informatie verwijzen we naar het programmaplan en de bijbehorende projectplannen. Alternatief beleid: n.v.t. Financiële effecten: De van het Rijk ontvangen compensatie middelen zijn nodig om de invoering van de drie decentralisaties te begeleiden. De taken die naar ons toekomen zijn dusdanig van omvang en complexiteit dat er tijdelijk extra capaciteit nodig is voor de invoering. Voor een overzicht van de extra taken wordt verwezen naar het programmaplan. De nieuwe taken komen in de periode van 2012 tot in ieder geval 2016 op de gemeente af. Het Rijk heeft onderkend dat de gemeenten een aantal jaren extra belast gaan worden om de invoering van de nieuwe taken op een goede wijze te gaan organiseren. Dit samen met de partners in het veld. Daarom heeft zij middelen beschikbaar gesteld.* Onvoldoende compensatie vanuit het rijk voor deze ontwikkelingen vormen risicofactoren die de financiële positie van de gemeente De Wolden onder druk zetten. Aanvullende middelen zijn benodigd om de invoering van de decentralisaties goed te kunnen begeleiden en het op termijn ondanks de financiële korting effectiever, doelmatiger en minder bureaucratisch uit te voeren. Totale kosten alle decentralisaties Herstructureringsfaciliteit (bijdrage van het rijk) Totale bijdragen van rijk via gemeentefonds TOTALE gemeentelijk kosten
2012
2013
2014
2015
2016
2017
2018
Totaal
299.414 -13.053
521.557 358.095 -78.320 -156.641
231.423 -78.320
114.383 -65.267
87.023 -65.267
87.023 -65.267
1.698.918 -522.135
-98.229
-52.888
0
0
0
0
0
-151.117
188.132
390.349
201.454
153.103
49.116
21.756
21.756
1.025.666
Het door het Rijk beschikbaar gestelde invoeringsbudget aangevuld met het aangevraagde budget is nodig om tijdelijk extra capaciteit in te zetten, waar nodig adviezen te kunnen inwinnen en onderzoeken te laten uitvoeren. *
Voor zover bekend zijn de te ontvangen bedragen van het rijk opgenomen in de diverse tabellen in het programmaplan en specifieker in de bijhorende projectplannen. Er is nog geen duidelijkheid over de gemeentelijke verdeling van: de in 2014, 2015 en 2016 te ontvangen bedragen ( respectievelijk 35, 45 en 55 miljoen) voor de Awbz begeleiding( incl. jeugdzorg) naar de WMO; de in 2013 te ontvangen 48 miljoen voor de invoering van de jeugdzorg; de in 2016 te ontvangen 90 miljoen van de provincie voor de uitvoering van de jeugdzorg; de verdeling van de oplopende vergoeding van de uitvoeringskosten van de WWNV van 4 miljoen in 2013 tot 27 miljoen vanaf 2015.
Pagina 3 van 5
In de bijbehorende projectplannen (zie programmaplan) wordt een nadere specificatie gegeven per decentralisatie en voor meer inzicht in de algemene kosten wordt verwezen naar de bijlage van het programmaplan. Voorgesteld wordt: Kennis te nemen van het programmaplan; Akkoord te gaan met de financiële opzet; De incidentele middelen (€ 299.414) voor 2012 te verwerken in de Bestuursrapportage 2012 en deze te dekken door de van rijkswege te ontvangen middelen (€ 111.282) en de gemeentelijke bijdrage van (€ 188.132); De incidentele middelen voor 2013 en verder mee te nemen in de Kadernota 2013. 2013 2014 2015 390.349 201.454 153.103
2016 49.116
2017 21.756
2018 21.756
Personele effecten: Zie programmaplan. Juridische effecten: De juridische effecten worden op projectniveau inzichtelijk gemaakt. Participatie- en communicatieparagraaf: (in te vullen aan de hand van de menukaart) Burgerparticipatie staat voor het betrekken van inwoners bij beleid en activiteiten van de gemeente. Burgerparticipatie is een wisselwerking tussen burger en overheid en vereist wederzijds vertrouwen en commitment. Het vraagt om een open cultuur, een faciliterende houding en vertrouwen in burgers. Belangrijk in het gehele proces is dat naast de ambtelijke organisatie, het College en de Raad de betrokken instellingen (uitvoerders) en burgers (o.a. vertegenwoordigers zoals de WMO/Cliënten Raad) nauw betrokken zijn en blijven bij de invoering. Dit vraagt een optimale aansturing vanuit de ambtelijke organisatie. Hier is op projectniveau een nadere uitwerking aan gegeven: zie projectplannen. Er heeft een raadavond plaatsgevonden gewijd aan de drie decentralisaties. We beogen een proces in te richten waarbij de Raad optimaal vanuit haar kaderstellende en controlerende rol bij kan dragen aan een goede implementatie van de decentralisaties. De raad zal tijdens het gehele proces tijdig geïnformeerd worden over de voortgang en waar nodig tijdig besluiten voorgelegd krijgen. Fatale termijnen: • Invoering Wet Werken naar Vermogen • Decentralisatie AWBZ begeleiding nieuwe aanvragen • Decentralisatie AWBZ begeleiding geheel • Decentralisatie Jeugdzorg
1 1 1 1
januari januari januari januari
2013 2013 2014 2015
Aanpak en uitvoering: Het overkoepelend programma zorgt voor de afstemming van de verschillende projecten (in tijd, in middelen, op inhoud en t.a.v. de communicatie). Met het programma wordt een professionele aanpak en structuur neergezet die sturing geeft aan de opgaven die gekoppeld zijn aan de decentralisaties in het sociaal domein. Tijdens het schrijven van dit document wordt er gewerkt aan de verdere ontwikkeling van het projectmatig werken binnen onze organisatie. Op dit moment zijn de formats hiervoor in ontwikkeling. Hier maken we dankbaar gebruik van. Er wordt op een projectmatige wijze gewerkt aan de projecten binnen het programma.
Pagina 4 van 5
Bijlagen: Programmaplan Decentralisaties.
Zuidwolde, 26 april 2012 Burgemeester en wethouders van De Wolden, secretaris Nanne Kramer
wnd. burgemeester Janny Vlietstra
Pagina 5 van 5