Raadsvergadering, 31 januari 2012
Voorstel aan de Raad
Nr.:
482
Agendapunt:
9
Datum:
10 januari 2012
Onderwerp: Nota bodembeheer De Kamp Onderdeel raadsprogramma: Woonomgeving Portefeuillehouder: Robbert Peek
Voorgesteld besluit De nota bodembeheer De Kamp vast te stellen. Korte samenvatting In een groot deel van de gemeente Wijk bij Duurstede zijn boomgaarden aanwezig of waren boomgaarden aanwezig. Op de meeste boomgaarden zijn in het verleden bestrijdingsmiddelen gebruikt, waaronder DDT. Bij herinrichting van deze terreinen is dikwijls sprake van een saneringsnoodzaak. Dit geldt ook voor de woningbouwlocatie De Kamp, gelegen aan de Willem Alexanderweg te Cothen. Het Besluit Bodemkwaliteit en De Wet bodembescherming bieden de mogelijkheid om deze verontreinigingen gebiedsgericht (locaal) aan te pakken, waarbij rekening wordt gehouden dat de verontreiniging in de boomgaarden grootschalig aanwezig is. Voor De Kamp betekent dit dat veel minder grond van de locatie hoeft te worden afgevoerd dan in het geval het algemene landelijke beleid zou worden gehanteerd. Hierdoor worden zowel kosten voor sanering en grondverzet als de tijdelijke verkeersbelasting (verkeershinder, uitstoot CO2 en fijn stof) teruggebracht. Op regionaal niveau wordt met de gemeenten Utrechtse Heuvelrug, Zeist, Vianen, Veenendaal, De Bilt, Rhenen en Bunnik gewerkt aan een bodemkwaliteitskaart en beleid, welke de bovengenoemde aanpak mogelijk maken. Omdat dit beleid een veel groter gebied betreft dan de locatie De Kamp, veel meer bodemaspecten betreft en op regionaal niveau moet worden afgestemd zal het nog even duren voordat dit beleid wordt vastgesteld (medio 2012). Om te voorkomen dat de woningbouwontwikkeling op de locatie (mogelijk) wordt vertraagd door het regionale vaststellingsproces is voor locatie De Kamp een afzonderlijke nota bodembeheer opgesteld (bijlage III). De gemeenteraad is het orgaan, dat deze nota dient vast te stellen voor toepassing ervan. Voor de sanering van de verontreiniging moet ook nog een saneringsplan worden opgesteld in het kader van Wet Bodembescherming. Dit plan, dat
de uitgangspunten uit de door de raad vastgestelde nota bodembeheer volgt, wordt op zijn beurt door Gedeputeerde Staten van de provincie Utrecht vastgesteld. Aanleiding Binnen de gemeente Wijk bij Duurstede bestaat een groot aantal huidige en voormalige boomgaarden uit de periode, waarbij grootschalig DDT werd gebruikt (1945 tot 1973). Deels bevinden deze boomgaarden zich onder bestaande woonwijken. Het merendeel van de boomgaarden is nog steeds in gebruik en bevindt zich in het landelijk gebied. Het gemiddelde gehalte aan bestrijdingsmiddelen in de boomgaarden valt conform landelijke toetsingswaarden in klasse industrie (grond die volgens algemene landelijke normen geschikt is voor bedrijfsterreinen en infrastructuur). Lokaal, meestal pleksgewijs, worden hogere waarden (boven de interventiewaarde) aangetroffen. Deze gehalten komen zeer zelden boven de waarden uit waarbij er sprake is van een onaanvaardbaar humaan risico (dit gehalte ligt ruim boven de interventiewaarde). Dit komt doordat mensen veel minder gevoelig zijn voor bestrijdingsmiddelen dan bijvoorbeeld insecten, waarvoor het middel ontwikkeld is. Ook is de blootstelling veel lager (wormen leven de hele dag onder de grond en eten grond). Doordat bodemorganismen wel gevoelig hiervoor zijn is er in sommige gevallen wel sprake van een onaanvaardbaar ecologisch risico. Zoals reeds boven is aangegeven treedt dit onaanvaardbare risico pas op bij gehalten boven de interventiewaarde. Gezien de schaal en omvang van de verontreinigingen is het niet zinvol om ter plaatse van huidige en voormalige boomgaarden te streven naar de landelijk gehanteerde waarden. In dat geval zou namelijk vrijwel overal een halve meter van de grond moeten worden afgegraven en afgevoerd naar stortplaatsen en geluidswallen. Met het oog hierop wordt geadviseerd om de voor DDT en afbraakproducten hiervan de interventiewaarde als terugsaneerwaarde te hanteren voor bestaande boomgaarden, bedrijventerreinen, openbare ruimte (infra en openbaar groen) en woongebieden. Ter plaatse van ecologisch waardevolle gebieden (vastgelegd in de Ecologische Hoofdstructuur) wordt een hoger landelijk gesteld beschermingsniveau gehanteerd. Dit beleid sluit aan op het beleid dat momenteel ter vaststelling ligt in de regio Rivierenland en waarbij de (overeenkomstige) Lokale Maximale Waarden (LMW) zijn opgesteld door de GGD. Specifiek (beoogd doel) Doel van de nota bodembeheer De Kamp is om de LMW vast te leggen voor bestrijdingsmiddelen; de LMW liggen hoger dan de algemene landelijke waarden. Het gevolg is dat er in het project De Kamp minder grond hoeft te worden afgevoerd. Deze waarden zijn gebaseerd op een afweging tussen risico’s voor het toekomstig bodemgebruik, gebruiksbeperking voor toekomstige bewoners en kosten voor sanering en hierop volgend grondverzet op de locatie. De LMW worden door de provincie Utrecht overgenomen in de beschikking op het saneringsplan voor de locatie.
In de nota is tevens beleid opgenomen om te zorgen dat bariumhoudend zand (matig tot sterk verontreinigd) kan worden hergebruikt onder toekomstige verhardingen en overal grond van klasse Wonen kan worden toegepast op de locatie. Grond van klasse Wonen is grond die licht verontreinigd is. Dit laatste is niet mogelijk op basis van algemeen landelijk beleid, maar wel toegestaan op basis van gebiedspecifiek beleid, in dit geval de nota bodembeheer De Kamp betreffend. Meetbaar GGD en provincie ondersteunen de voorgestelde saneringsaanpak, waarbij voor de DDT verontreiniging wordt afgeweken van het landelijk beleid. Waar het in wezen om gaat, is dat in de boomgaardgebieden een hogere achtergrondwaarde voor de stof DDT en haar afbraakproducten wordt gehanteerd. De gehanteerde achtergrondwaarde is volkomen veilig voor mens en dier, behalve mogelijk voor in de grond en van grond levende organismen. Acceptabel Het ophogen van de toelaatbare achtergrondwaarden wordt niet lichtzinnig gedaan. Als er ook maar enige twijfel zou bestaan m.b.t. risico’s, zou niet worden overgegaan tot het instellen van gebiedsgericht beleid. Overwegingen die leiden tot het besluit Het hanteren van het generiek (landelijk) beleid voor DDT verontreinigingen is eigenlijk onhaalbaar. Het is schier onmogelijk alle boomgaardgebieden waar DDT boven de achtergrondwaarde voorkomt te saneren; zie hiertoe ook de kaart met boomgaardgebieden, opgenomen in de nota bodembeheer De Kamp. De benodigde grondtransporten om de sanering uit te voeren volgens landelijk beleid zou een enorme aanslag op het milieu betekenen. Het instellen van een hogere toelaatbare achtergrondwaarde is een goede en veilige aanpak. Draagvlak Gezien het feit dat de grond in de uit te geven percelen tot onder de interventiewaarde wordt verwijderd, wordt niet verwacht dat door dit beleid negatieve maatschappelijke effecten ontstaan mits het beleid goed wordt gecommuniceerd. De nota heeft zes weken ter inzage gelegen en is toegelicht op de diverse informatieavonden en meedenkgroepbijeenkomsten. Er is geen enkele inspraakreactie ontvangen. Realistisch Onderzoeken in Houten hebben aangetoond, dat in bestaande woonwijken, waar ook sprake was van DDT verontreiniging, door de bouwrijp werkzaamheden en andere activiteiten die zorgen voor ‘omwoeling’ van de grond, later geen DDT meer wordt gevonden. DDT bevindt zich namelijk in een relatief dun laagje grond, waar het ‘gefixeerd’ zit aan de humus. Door omwoeling van de grond wordt de concentratie sterk verdund, zeker nadat de plekken waar concentraties boven de interventiewaarden zijn gemeten zijn ‘weggesaneerd’.
Kanttekeningen bij het voorgestelde besluit Omdat het nieuwe beleid (vastgestelde nota bodembeheer) eraan bijdraagt, dat de saneringskosten afnemen, maar ook de milieubelasting door veel minder grondtransport, zou de gedachte kunnen ontstaan, dat het beleid er alleen op gericht is de saneringskosten te drukken. De hogere toegestane achtergrondwaarde is echter veilig, hetgeen ook door de GGD wordt bevestigd. Alternatieven Een minder kostbare optie bestaat uit het diepploegen van het gehele terrein, waarbij door omwoeling ook de vereiste lagere verontreinigingsgraad wordt behaald. Verlaging van de concentratie door omwoeling blijkt in de wet op de bodembescherming echter niet toegestaan. De andere mogelijkheid is saneren volgens het generieke beleid, waarbij de gehele bodem over een halve meter diepte dient te worden afgevoerd en vervangen door schone grond. Deze kostbare sanering is echter met het nieuwe gebiedsgerichte beleid niet nodig. Tijdgebonden De vaststelling van de nota bodembeheer De Kamp loopt vooruit op het vaststellen van het regionaal beleid, dat momenteel in samenwerking met een aantal buurgemeenten wordt ontwikkeld. De reden hiertoe is, dat verdere vertraging van het woningbouwproject De Kamp niet wenselijk is. Aanpak/uitvoering Bij vaststelling van het gebiedsspecifieke bodembeleid voor locatie De Kamp zijn alle betrokken personen en instanties benaderd volgens de openbare voorbereidingsprocedure conform de Algemene Wet Bestuursrecht. De beschikking van het saneringsplan door de provincie kan dan vervolgens volgens de verkorte procedure (6-weken) lopen. Communicatie Op de informatieavond over ontwikkellocatie De Kamp, gehouden 24 november 2011, is uitgebreid ingegaan op de nota bodembeheer. Er is ook gelegenheid gegeven tot het stellen van vragen. Tevens is een ‘leesbaar’ pamflet met informatie over de nota op die avond uitgereikt en op de gemeentelijke website geplaatst. Financiën Het besluit heeft financiële gevolgen. Er wordt naar verwachting een half miljoen bespaard op saneringskosten t.o.v. het bedrag opgenomen in de grondexploitatie De Kamp.
Bijlagen B&W rapport Nota bodembeheer ontwikkelingslocatie De Kamp van 1511-2011 B&W rapport 'doorzenden' nota naar raad ter vaststelling d.d. 10 januari 2012 Nota bodembeheer De Kamp
Burgemeester en wethouders van Wijk bij Duurstede,
Janneke Louisa-Muller secretaris
Guus Swillens burgemeester
Raadsbesluit
De raad van de gemeente Wijk bij Duurstede; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 10 januari 2012, nr. 482
gelet op het Besluit Bodemkwaliteit en De Wet bodembescherming
besluit: de nota bodembeheer De Kamp vast te stellen
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 31 januari 2012 De raad voornoemd,
griffier,
voorzitter,