Raadsvergadering, 24 maart 2009
Voorstel aan de Raad
Nr:
-
Agendapunt:
Voorbespreking
Datum:
10 februari 2009
Onderwerp: Gebiedsvisie Zuidoost Utrecht Onderdeel raadsprogramma: Anders besturen (programma 1) Portefeuillehouder: Guus Swillens, Henk Muis
Voorgesteld besluit De raad wordt voorgesteld: de visie en ambities als verwoord in het document: “Gebiedsvisie Zuidoost-Utrecht”, gedateerd 12 november 2008, vast te stellen, onder voorbehoud dat daaraan in paragraaf 1.6.2 de volgende ambitie wordt toegevoegd: Zorgdragen voor een goed functionerende weginfrastructuur binnen de regio en ontsluiting van de regio naar het hoofdwegennet, alsmede goed functionerende overige modaliteiten. Daaronder wordt mede verstaan een studie naar de ontsluiting van de zuidzijde van de regio in het algemeen en Wijk bij Duurstede in het bijzonder, in alle richtingen en modaliteiten, om de leefbaarheid en kwaliteit van landschap en dorpskernen in de regio te verbeteren. Korte samenvatting In het Bestuurlijk Platform Zuidoost-Utrecht (BP) werken de zes gemeenten Zeist, Utrechtse Heuvelrug, Rhenen, Veenendaal, Renswoude en Wijk bij Duurstede samen aan het opstellen van een Gebiedsvisie Zuidoost Utrecht. Daartoe is in 2006 een projectplan vastgesteld en in mei 2007 een rapportage “verkenningsfase” verschenen. Daarin is vastgesteld dat op de vier thema’s: volkshuisvesting & wonen, economische zaken & werkgelegenheid, verkeer & vervoer en toerisme & recreatie een verdere verdieping wenselijk en noodzakelijk was om na te gaan “wat de gemeenten bindt”. Bijgaande rapportage “Gebiedsvisie Zuidoost Utrecht” (gedateerd 12 november 2008) is het resultaat van genoemde verdiepingsfase. De gemeenteraad wordt voorgesteld de in de rapportage verwoorde visie en ambities vast te stellen, om daarmee het 1
kader te creëren waarbinnen een regionaal Meerjarig Uitvoeringsprogramma kan worden opgesteld. Aanleiding De provincie Utrecht stelt zich ten doel de uitvoering van regionale beleidsvraagstukken en –projecten dichter bij de burger te brengen, zonder daarvoor een nieuwe bestuurslaag te vormen. Dit doel is de aanleiding geweest om tot intergemeentelijke samenwerking in de regio Zuidoost Utrecht over te gaan. De provincie daagt de gemeenten uit tot samenwerking om bovenlokale vraagstukken te bespreken en op te lossen. Het biedt de gemeenteraad van de deelnemende gemeenten de kans om mee te sturen op deze bovenlokale vraagstukken en als regio een volwaardig gesprekspartner voor de provincie (en andere overheden) te zijn. Daarmee kunnen gemeentelijke ambities, zoals deze bijvoorbeeld in het Integraal Maatschappelijk Programma van de Structuurvisie Wijk bij Duurstede zijn opgenomen, worden vorm gegeven. Beoogd doel Bijgaande Gebiedsvisie Zuidoost Utrecht beoogt een passend kader te bieden voor intergemeen-telijke samenwerking binnen de regio. Niet voor samenwerking als doel op zich, maar voor samenwerking om regionale vraagstukken op te lossen en ambities te realiseren. De gebiedsvisie verwoordt de (intergemeentelijke) visie op het gebied en regionale ambities op de beleidsvelden: volkshuisvesting & wonen, economische zaken & werkgelegenheid, verkeer & vervoer en toerisme & recreatie. Wanneer deze door de betrokken gemeenteraden worden vastgesteld, worden daarmee de contouren getekend waarbinnen door het Bestuurlijk Platform en de colleges van B&W een Meerjarig Uitvoeringsprogramma kan worden opgesteld. Daarin worden concrete projecten opgenomen, met bijbehorende planning en raming van middelen. Wanneer dit uitvoerings-programma gereed is zal dit worden betrokken bij het begrotingsproces (Kadernota) in elk van de deelnemende gemeenten en de provincie Utrecht. Gemeenteraden krijgen na vaststelling van de gebiedsvisie in het verdere proces dus nogmaals een moment zich uit te spreken over de inzet van middelen. Overwegingen die leiden tot dit besluit De Gebiedsvisie Zuidoost Utrecht komt niet uit de lucht vallen. Reeds in 2006 is door het Bestuurlijk Platform voorgesteld gezamenlijk een gebiedsvisie te ontwikkelen en daarvoor een projectplan opgesteld. In mei 2007 is de verkenningsfase afgerond en door de deelnemende gemeenten besloten de verdiepingsfase te starten, die bijgaande rapportage heeft opgeleverd. Voor het eerst in de bestuurlijke geschiedenis van zuidoost Utrecht is op ambtelijk en bestuurlijk niveau nagegaan of de gemeenten in de regio “iets met elkaar hebben” op genoemde beleidsvelden. Dit proces is op zichzelf winstgevend geweest, omdat kennis en informatie is uitgewisseld op thema’s die bovenlokale en regionale aspecten hebben. Tevens is een visie op de regio geformuleerd, waaraan elk van de deelnemende gemeenten zich kan spiegelen: hoe verhouden gemeentelijke ambities zich met die van de buurgemeenten? Kan Wijk bij Duurstede zich blijven ontwikkelen als gewenst, bijvoorbeeld de woon-werk balans verbeteren, zonder na 2
te denken over ontsluiting en aansluiting op regionale- en nationale vervoerslijnen en -modaliteiten? Hoe verhouden zich de regionale vraagstukken op volkshuisvesting en woningbouw met elkaar? Om deze en andere vragen te beantwoorden is het verstandig de eigen visie en ambities, zoals recent vastgelegd in het Integraal Maatschappelijk Programma (IMP) van de gemeentelijke structuurvisie, nader te beschouwen op een mogelijke relatie met de regionale visie en ambities uit de gebiedsvisie. Zo kan worden nagegaan of er sprake is van parallellen of tegenstrijdigheden en worden nagedacht hoe daarmee om te gaan en hoe te reageren naar het Bestuurlijk Platform. Onderstaand wordt daarom per thema een relatie gelegd tussen de lokale- en de regionale visie en ambities. Daarbij wordt tevens beoordeeld of in de gebiedsvisie ambities zijn opgenomen die mogelijk strijdig zijn met de gemeentelijke ambities. Wonen en Zorg (IMP) versus Volkshuisvesting & Wonen (gebiedsvisie) In het IMP is voor de gemeente migratiesaldo = 0 uitgangspunt. Dat betekent dat het saldo van vestiging en vertrek (autonome verhuisbewegingen) in evenwicht wordt verondersteld. Bij dit uitgangspunt is alleen woningbouw vereist om de eigen bevolkingsaanwas (saldo van geboorte en sterfte binnen de gemeente) en woningverdunning (proces van steeds lagere bezettingsgraad per woning a.g.v. meer eenpersoonshuishoudens) op te vangen. Tot 2025 heeft Wijk bij duurstede ca. 2.340 extra woningen nodig, waarvan voor ca. 1.670 woningen locaties beschikbaar zijn. Het tekort bedraagt dus ca. 670 woningen, wat overeenkomt met een ruimtebeslag van ca. 33 ha (aanname: 20 won./ha). In het IMP wordt gesteld dat de gemeente allereerst dit lokale tekort in zal vullen en pas daarna zal bezien of de gemeente een rol kan vervullen in het oplossen van het tekort van de regio, zoals in de gebiedsvisie wordt aangegeven. De gebiedsvisie gaat eveneens uit van migratiesaldo = 0 en constateert dat tot 2025 nog ca. 12.000 extra woningen voor de regio nodig zijn. Daarvan zijn voor ca. 1.500 woningen nog geen locaties beschikbaar, wat overeenkomt met een ruimtebeslag van ca. 60 ha. De voorgestelde strategie om dit op te lossen gaat er vanuit dat tekorten primair worden opgelost in de gemeentewaar het tekort zich voordoet. Daarnaast wordt onderzocht of één of meerdere grote locaties kunnen worden gevonden waar het regionale tekort wordt opgevangen. Bij voorkeur binnen de regio, anders daarbuiten (wellicht binnen het samenwerkingsverband WERV; Wageningen-Ede-Rhenen-Veenendaal). De rol van Veenendaal als opvanggemeente voor de regio, zoals deze tot op heden in het provinciaal beleid werd ingevuld, is daarmee voorbij. Geconcludeerd kan worden dat het gemeentelijk IMP en de regionale gebiedsvisie op dit thema niet strijdig zijn met elkaar. Het woningtekort voor de gemeente tot aan 2025 (ca. 670) maakt onderdeel uit van het regionale woningtekort. De in beide documenten voorgestelde beleidslijn gaat uit van het lokaal proberen op te lossen van dit tekort. Wanneer dit niet lukt wordt bezien of regionaal een locatie kan worden gevonden. De regio kan zo dus wellicht een rol betekenen voor de gemeentelijke woningbehoefte; omgekeerd kan de gemeente wellicht een locatie aandragen voor het regionale
3
woningtekort. Dit laatste is een bestuurlijke keuze, die in het kader van de gemeentelijke structuurvisie kan worden besproken. Werk en Mobiliteit (IMP) versus Economische Zaken, Werkgelegenheid / Verkeer & Vervoer, Mobiliteit en Bereikbaarheid (gebiedsvisie) De belangrijkste ambitie uit het IMP m.b.t. dit thema is de versterking van de woon-werk balans en realisatie van 2.400 arbeidsplaatsen in verschillende sectoren, met name zorg en cultuur. Ruimtelijk gezien is tot 2015 nog ca. 8,5 ha bedrijventerrein te realiseren. Verder is een aantal acties verwoord, die lokaal zijn in te vullen. De enige regionale actie die in het IMP is verwoord betreft het onderzoeken of er bedrijven of instellingen zijn die nieuwe bedrijfshuisvesting zoeken, waarbij Wijk bij Duurstede een rol zou kunnen vervullen. Voor mobiliteit ligt er wel een sterke relatie met de regio. In het IMP is (na amendement door de raad) opgenomen dat de gemeente onderzoek doet naar verbetering van de ontsluiting in alle richtingen en voor alle modaliteiten. Het is evident dat de gemeente daarbij niet los is te bezien van de regio. Onze inwoners en bedrijven zoeken immers hun weg door buurgemeenten naar hoofdwegen en openbaar vervoer en creëren daardoor overlast en hinder, maar ondervinden die zelf ook in de vorm van stagnatie. Door met de regio te zoeken naar alternatieven en/of verbeteringen kan de gemeente bijdragen aan haar eigen ontwikkeling en aantrekkelijkheid als woon- en werkgemeente. De gebiedsvisie zet m.b.t. economische zaken vooral in op versterking van publiek-private samenwerking (meer bedrijfscontactfunctionarissen), tijdige realisatie van voldoende bedrijventerreinlocaties, de ontwikkeling van een kansenperspectief voor een blueport (overslag weg/water) in Wijk bij Duurstede en verbetering van de infrastructuur in de regio. Aan laatstgenoemd onderwerp wordt in paragraaf 1.6 van de gebiedsvisie uitvoerig ingegaan. Daarbij blijkt bij de formulering van de ambities de positie van de zuidzijde van de regio en Wijk bij Duurstede onderbelicht. Gesproken wordt o.a. over verbetering van fiets- en OV-voorzieningen, positie van A12 voor de regio en verbetering van de Rijnbrug, maar de verbetering van de regionale weginfrastructuur blijft wat “hangen”. Om dit manco te verhelpen wordt u voorgesteld het Bestuurlijk Platform te berichten dat u alleen kunt instemmen met de gebiedsvisie, onder de voorwaarde dat daaraan de ambitie wordt toegevoegd, als verwoord in dit voorstel. Resumerend kan m.b.t. dit thema worden vastgesteld dat de economische ambities van het IMP en de gebiedsvisie elkaar ondersteunen. Voor wat betreft mobiliteit is samenwerking met de regio en provincie essentieel. In de gebiedsvisie moet de functionaliteit en kwaliteit van de regionale weginfrastructuur nadrukkelijker als belangrijke ambitie worden verwoord en opgepakt. Onderwijs en Voorzieningen (IMP) Dit thema uit de gemeentelijke structuurvisie wordt niet behandeld in de gebiedsvisie. Wanneer de gemeentelijke ambities en acties worden beoordeeld op hun mogelijke regionale relatie, blijkt alleen “Dorestad zichtbaar maken” mogelijk een aanknopingspunt v.w.b. toeristische marketing met de regio en Heuvelrug. Omdat de gemeente zelf nog tijd 4
nodig heeft om dit actiepunt uit te werken, kan er op dit moment richting de regio en gebiedsvisie nog niets mee worden gedaan. In de gebiedsvisie staan geen ambities of acties die omgekeerd de gemeentelijke ambities op dit thema belemmeren. Recreatie, Natuur en Cultuur (IMP) versus Toerisme en Recreatie (gebiedsvisie) In het IMP zijn voor dit thema de “Visie Rivierfront” en nota “Toeristisch recreatief beleid” de acties die een relatie hebben met de regio. Wijk bij Duurstede kan met zijn ligging aan het rivierenlandschap een verbindende functie naar de Heuvelrug vervullen en daarmee de “waterpoort” zijn naar dit gebied. De regio erkent deze positie blijkens de gebiedsvisie, zodat samenwerking op dit thema erg voor de hand ligt. De regio kan zichzelf presenteren en in de markt zetten als toeristische bestemming “De Utrechtse Heuvelrug”, inclusief de daarbij behorende flanken, die door de gradiëntverschillen (hooglaag, droog-nat) hoge landschappelijke waarden kennen. Het groene, ingetogen en door historisch erfgoed ondersteunde karakter van het gebied is daarbij uitgangspunt, wat goed aansluit bij de gemeentelijke ambities op dit thema. Het IMP en de gebiedsvisie zitten voor dit thema dus goed op één lijn, waarbij het wel zaak zal zijn te bewaken dat voldoende aandacht wordt geschonken aan de zuidflank van de Utrechtse Heuvelrug, het rivierenlandschap en Wijk bij Duurstede als cultuurhistorisch waardevolle stad. Conclusies De ambitie en acties uit het IMP van de gemeentelijke structuurvisie en de ambities in de Gebiedsvisie Zuidoost Utrecht kennen geen strijdigheden voor de hiervoor genoemde thema’s. Er liggen duidelijke relaties tussen lokale gemeentelijke vraagstukken en ambities ten aanzien van verbetering van de ontsluiting van de gemeente op het hoofdwegennet en andere modaliteiten, versterking van toeristisch-recreatief beleid en ontwikkeling van de “Visie Rivierfront”. De gebiedsvisie geeft nog geen uitsluitsel over alle bovenlokale en regionale vraagstukken, maar biedt wel een eerste kader en belangrijke kans om de regio te ontwikkelen en op de kaart te zetten. Langs deze weg kan pro-actief contact worden gelegd met andere bestuurslagen, zodat middelen beschikbaar komen voor de oplossing van regionale vraagstukken. Dat biedt ook kansen voor lokale ambities: de ontwikkeling van het gemeentelijk waterfront als toegang naar de Heuvelrug, versterking van toerisme en recreatie door mee te liften op promotie van het gebied als toeristische bestemming en mogelijk verbetering van de ontsluiting op het hoofdwegennet en andere modaliteiten, voor zowel gemeentelijke forensen als het bedrijfsleven en verbetering van de woon-werk balans. Kanttekeningen bij het voorgestelde besluit Gerealiseerd moet worden dat het vaststellen van de visie en ambities van de gebiedsvisie niet vrijblijvend is. De gemeente committeert zich dan aan het verder gestalte geven aan regionale samenwerking m.b.t. bovenlokale vraagstukken. Daarbij kunnen onderwerpen aan de orde zijn die de ene gemeente meer raken dan de andere. Het is dan dus 5
zaak volop betrokken te zijn bij het samenwerkingsproces en de regionale samenwerking tevens aan te wenden voor realisatie van de eigen gemeentelijke ambities. Met één en ander is tijd en geld gemoeid, waarbij de investering voor de baten uit zal gaan. Punt is echter dat de provincie Utrecht heeft toegezegd middelen te willen vrijmaken voor projecten die uit de samenwerking voortvloeien. Niet meedoen kan dus betekenen dat bijdragen aan investeringen die in het belang van de gemeente zijn, uitblijven. Daarnaast is het nemen van initiatief vaak de beste strategie om de eigen doelstellingen te verwezenlijken. Alternatieven Voor het vaststellen van de visie en ambities van de gebiedsvisie bestaan eigenlijk geen alternatieven. De gebiedsvisie is langs brede samenwerking (in thematische werkgroepen) tot stand gekomen. Hier en daar zal de gebiedsvisie wat worden geamendeerd door gemeenteraden, maar de verwachting is dat de hoofdlijnen wel in tact blijven. Wellicht kan vanuit gemeentelijk perspectief op bepaalde terreinen intergemeentelijk worden samengewerkt met enkele gemeenten, maar de vraag is dan wel of die samenwerking voldoende wordt gewaardeerd om ook de provincie actief mee te krijgen. Draagvlak Gedurende het proces dat heeft geleid tot bijgaande gebiedsvisie is het “maatschappelijk middenkader” (belangengroeperingen, deskundigen) meerdere malen geconsulteerd: tijdens de visietafels op 14 maart 2008 en onlangs bij de presentatie waarvoor ook raadsleden waren uitgenodigd op 15 september jl. De opmerkingen en aanvullingen die zijn gemaakt zijn in de rapportage verwerkt. Op 7 oktober jl. is door het college een korte presentatie gegeven in de voorbespreking van de raad. Aanpak/uitvoering Het Bestuurlijk Platform heeft de colleges van de deelnemende gemeenten verzocht de gebiedsvisie ter behandeling aan de gemeenteraden aan te bieden in januari 2009. Inmiddels is bekend dat de meeste andere gemeenteraden het stuk in maart 2009 behandelen. Wanneer de gemeenteraden instemmen met de gebiedsvisie, kan daarna het opstellen van het Meerjarig Uitvoeringsprogramma ter hand worden genomen. Daarbij voorziet de planning in afronding daarvan in mei 2009, zodat bij de behandeling van de begrotingscylcus (Kadernota 2010-2013) duidelijk is welke financiële bijdrage wordt gevraagd om het uitvoeringsprogramma te realiseren. Communicatie De vaststelling van de gebiedsvisie in de gemeenteraden van de deelnemende gemeenten zal bekend worden gemaakt langs de reguliere weg, alsmede een nieuwsbulletin van het Bestuurlijk Platform. Financiën Met de vaststelling van de gebiedsvisie zijn geen directe financiële aspecten verbonden. Wel bestaat het voornemen de gebiedsvisie uit te werken in een meerjarig uitvoeringsprogramma. Ten behoeve van het opstellen daarvan is ambtelijke capaciteit noodzakelijk. Aan de 6
uitvoering van het uitvoeringsprogramma zijn kosten verbonden, die nader in beeld zullen worden gebracht en ter besluitvorming worden voorgelegd aan de raad. Bijlagen -
Ontwerp Gebiedsvisie Zuidoost Utrecht, 12 november 2008 Integraal Maatschappelijk Programma, 9 december 2008
Burgemeester en wethouders van Wijk bij Duurstede,
Janneke Louisa-Muller secretaris
Guus Swillens burgemeester
7