Ambtelijke toelichting / voorstel van het college aan de gemeenteraad zaaknummer steller portefeuillehouder
: : :
114583 Jacqueline Gadella-Molhoek wethouder P. (Piet) Vat
Onderwerp
:
Inrichting Jeugdhulp Zuid-Holland Zuid
Gevraagd besluit: De gemeenteraad van Molenwaard besluit: a. Definitief in te stemmen met een Serviceorganisatie jeugdhulp op het schaalniveau van Zuid-Holland Zuid (als onderdeel van de Gemeenschappelijke Regeling Dienst Gezondheid & Jeugd), b. De Sturingsnotitie jeugdhulp Zuid-Holland Zuid en het Inrichtingsplan met toelichting vast te stellen.
Inleiding Op 1 januari 2015 krijgen de gemeenten de verantwoordelijkheid over de uitvoering van de Jeugdwet. De voorbereiding van deze decentralisatie is door de gemeenten in de AlblasserwaardVijfheerenlanden (AV) in samenspraak en in samenhang met de andere twee decentralisaties ter hand genomen. De raad heeft in maart jl. de intentie uitgesproken om een Serviceorganisatie jeugdhulp op ZuidHolland Zuid-niveau in te richten. Het doel van de Serviceorganisatie Jeugdhulp Zuid-Holland Zuid (ZHZ) is om ondersteuning te bieden bij het uitvoeren van de jeugdhulp. De jeugdhulp wordt van provincie en rijk gedecentraliseerd naar gemeenten. Met dit voorstel vragen wij u de inrichtings- en sturingsprincipes van de Serviceorganisatie Jeugdhulp op het schaalniveau ZHZ vast te stellen. Hiermee geeft u de kaders mee voor de aanpassing van de GR Publieke Gezondheid & Jeugd. Deze zijn de basis voor het organiseren en functioneren van de Serviceorganisatie. De aangepaste GR Publieke Gezondheid & Jeugd zal naar verwachting in oktober 2014 aan de raad worden aangeboden. Kader Besluit congruent samenwerkingsverband Op 14 mei 2013 heeft uw raad besloten Expliciet te benoemen dat de regio Alblasserwaard-Vijfheerenlanden het congruent samenwerkingsverband binnen het sociaal domein is. Voor de onderdelen van specialistische hulp en die onderdelen die in de concept Jeugdwet zijn opgenomen als bovenlokale onderdelen, uit te gaan van het niveau van Zuid-Holland Zuid, zijnde: o de uitvoering van kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering; o de gesloten jeugdhulp; o de inrichting van een advies en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling (AMHK) en de kindertelefoon. Visie en Uitgangspunten Sociaal Domein regio Alblasserwaard/Vijfheerenlanden Deze visie is het najaar 2013 door alle gemeenteraden (voor Molenwaard op 5 november 2013) en de besturen van de Regionale Sociale Dienst (RSD) en de Avelingengroep (AG) vastgesteld. Hierin is een aantal basisprincipes vastgelegd: de kracht van de samenleving
2
vertrouwen in de samenleving differentiatie en maatwerk samenwerken en kennis delen kosten uitvoering binnen daartoe beschikbaar komende middelen
Beleidsplan en intentie serviceorganisatie ZHZ Op 4 maart 2014 heeft de raad het beleidsplan Jeugdhulp Zuid-Holland Zuid vastgesteld en de intentie uitgesproken voor (tijdelijke) aansluiting bij de Serviceorganisatie. Daarbij is uitgegaan van het inrichten van een Serviceorganisatie op het niveau van Zuid-Holland Zuid als onderdeel, maar wel door middel van een afzonderlijke positionering, van de Gemeenschappelijke Regeling Publieke Gezondheid & Jeugd. Randvoorwaarden Serviceorganisatie De gemeenten in de AV hebben aandachtspunten en randvoorwaarden geformuleerd voor aansluiting bij de Serviceorganisatie, welke zijn opgenomen in een brief van 18 februari 2014 aan de stuurgroep jeugdhulp Zuid-Holland Zuid. Deze brief is ter kennisname van alle raden gebracht. In afwachting van een reactie op deze brief hebben de gemeenteraden in de AV de intentie tot aansluiting uitgesproken. Beoogd maatschappelijk resultaat Een soepele overgang van taken die vallen onder WMO, Jeugdwet en Participatiewet van Rijk en Provincie naar gemeenten. Argumentatie Het voorliggende besluit over de inrichting van de jeugdhulp Zuid-Holland Zuid is nodig om een volgende stap te kunnen nemen in het op een goede wijze organiseren van de uitvoering van de Jeugdzorg. Uw raad heeft eerder als kader meegegeven wat lokaal en bovenlokaal moet worden georganiseerd (schaalniveau). De duurdere, complexe en specialistische taken worden op ZuidHolland Zuid-niveau uitgevoerd. Het alternatief, om de uitvoering (deels of geheel) zelf als AV uit te voeren, achten wij niet realistisch, gezien de korte invoeringstermijn en de complexiteit van de vraagstukken. Een apart aandachtspunt is het feit dat de Serviceorganisatie als aparte entiteit valt onder de GR Publieke Gezondheid & Jeugd. Wij kunnen uw terughoudendheid begrijpen vanwege de perikelen die de DPG&J achtervolgen. Het enige echter dat beide organisaties delen zijn de bestuursstructuur. Qua financiën, inrichtingsprincipes, wijze van bedrijfsvoering en sturing is de Serviceorganisatie op een geheel andere leest geschoeid. Daarbij komt dat een alternatieve constructie op het niveau van ZHZ, met draagvlak bij de collega-gemeenten, niet voorhanden is. Voor een bredere onderbouwing voor de wijze waarop de gemeente in regionale samenwerking invulling geeft aan de decentralisaties verwijzen wij u naar de oplegnotitie. Maatschappelijk draagvlak In Zuid-Holland Zuid is bij de start van de transitie en transformatie een denktank opgericht waarbij een afvaardiging van vrijwel alle organisaties uit de gehele regio (en ouders en vrijwilligers) rondom jeugd zitting hebben. Vanuit de (plaatselijke) gemeenschap wordt het proces rondom de decentralisatie Jeugdhulp ook kritisch gevolgd. De zorgen hierover komen onder anderen uit de 1 e lijn gezondheidszorg en medewerkers bij instellingen die met jeugd te maken hebben. De grootste zorg is of de gemeente deze taken wel goed en met de beperkte financiële middelen kan uitvoeren. De portefeuillehouder heeft met een aantal van hen gesprekken gevoerd. De uitleg in deze gesprekken hebben geleid tot meer begrip en duidelijkheid. Financiële consequenties De invoering van de decentralisaties geschiedt op basis van een invoeringsbudget. Zo ook voor de Serviceorganisatie. Op dit moment is het beschikbare budget voldoende.
3 Voor een bredere uitleg over de financiële consequenties van de invoering van de decentralisaties verwijzen wij u naar de oplegnotitie. Communicatie van het besluit Het besluit zal door de gemeente zelf via een persbericht en de website worden gecommuniceerd. Daarnaast zal ook vanuit SIP op regionaal niveau naar alle participanten in het proces worden gecommuniceerd. Realisatie van het besluit Na uw instemming zal het college met een mandaatbesluit zorg dragen dat de inrichting van de Serviceorganisatie daadwerkelijk van start kan gaan. Hetzelfde geldt voor de start van het inkooptraject van jeugdhulp. Verder zal een aanpassing van de GR Publieke Gezondheid & Jeugd worden voorbereid. De aangepaste GR Publieke Gezondheid & Jeugd zal naar verwachting in oktober 2014 aan de raad worden aangeboden. Na aanpassing van de GR heeft de Serviceorganisatie een formele status. Pas dan kan met de begrotingsbehandeling in uw raad in november 2014 het exploitatiebudget voor de Serviceorganisatie beschikbaar worden gesteld. Voor de verdere uitwerking zijn in regionaal (AV) verband werkgroepen ingesteld die de implementatiefase verder uitwerken en voorbereiden. Daarnaast zal een belangrijk deel van de implementatie ook lokaal plaatsvinden via het project “Lokale Implementatie 3D’s”. Bijlagen: - Sturingsnotitie jeugdhulp Zuid-Holland Zuid; - Inrichtingsplan met toelichting; - Tweede vervolg bestuursopdracht Transitie en transformatie jeugdhulp Zuid-Holand Zuid; - Vooruitblik op het Beleidsrijk Regionaal Transitie Arrangement Jeugdhulp Zuid-Holland Zuid (BRTA).
4
Bijlage 1: Bijzondere aandachtspunten De sturingsnotitie In de sturingsnotitie jeugdhulp ZHZ is beschreven hoe de raad kan sturen op een effectieve, doelmatige en kwalitatief goede jeugdhulp. Wij vatten de hoofdlijnen van deze notitie hier kort samen: De raad stelt het beleidsplan, de verordening en het Beleidsrijk Transitiearrangement vast; De raad stuurt direct op de toegang tot jeugdhulp door keuzes te maken ten aanzien van de vormgeving en rolneming van jeugdprofessionals in het sociaal team en de aansluiting van het sociaal team op basisvoorzieningen in het voorveld zoals het Centrum voor Jeugd en Gezin, schoolmaatschappelijk werk (brugfunctionaris Gezin) en de huisartsen; De raad stuurt via de begroting, de rekening, het beleidsplan en het uitvoeringsprogramma rechtstreeks op de uitvoering van de jeugdhulp; De raad stuurt indirect via het college in het sociaal team op het voorkomen van dure gespecialiseerde zorg en het versterken van preventie; De raad stuurt indirect via de portefeuillehouder, als lid is van het Algemeen Bestuur of het Dagelijks Bestuur van de GR, op de Serviceorganisatie; De raad stuurt indirect via de portefeuillehouder jeugd van het college op een optimale afstemming tussen de sub-regio’s door de stuurgroep jeugd (de stuurgroep jeugd, die bestaat uit 2 wethouders per subregio, blijft hiervoor de komende 2 jaar intact). Naast de wettelijk vastgelegde bevoegdheden en spelregels rond verbonden partijen is gezocht naar een werkbare invulling van informatievoorziening, betrokkenheid en invloed door de raden op de besluitvorming in het AB en DB van de Serviceorganisatie. In de komende jaren zal de sturing door gezamenlijk leren en verkennen op een zo optimaal mogelijke wijze worden ingevuld. Hiermee wordt tot uiting gebracht dat het gaat om een vraagstuk van groot maatschappelijk, financieel en politiek belang, waarbij de raden voldoende sturing en controle moeten kunnen uitvoeren. Overgedragen taken Hierbij gaat het om taken waarbij de minste cliënten zijn betrokken, maar waarvan de kosten het hoogst zijn. In lijn met wat in het beleidsplan jeugdhulp al was aangegeven worden de volgende taken aan de Serviceorganisatie gedelegeerd (de bevoegdheid voor die taken wordt dus overgedragen aan de Serviceorganisatie). Het inkopen en contracteren van alle bestaande en nieuwe zorgaanbieders jeugdhulp (de regionale zorgmarkt) Het contracteren en bekostigen van: Het Advies- en Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling (AMHK) Het Diagnostisch Adviesnetwerk (DAN) De crisisdienst De gecertificeerde instelling(en) die taken voor de Jeugdbescherming en Jeugdreclassering uitvoeren Opgedragen taken De overige taken worden in mandaat opgedragen aan de Serviceorganisatie. Het gaat hierbij om de taken die bij de sociale teams liggen en een lokale verantwoordelijkheid zijn. Hierbij zijn de meeste cliënten betrokken. Voorop staat dat de gemeente in alle opzichten, dus ook financieel, verantwoordelijk is en beslist. Het sociaal team, waarin de jeugdprofessionals zitten, maakt professionele keuzes over het bevorderen van eigen kracht, zelf helpen waar nodig en op- en afschalen van specialistische ondersteuning en zorg binnen gestelde kaders. De gemeente voert de regie over het sociaal team
5
Regionaal transitiearrangement Het Beleidsrijk Transitie Arrangement (BRTA) ontvangt u in het 3 e kwartaal 2014. Daarin zullen dan ook de gevolgen van de meicirculaire verwerkt zijn. In het BRTA wordt de verdeling van het budget over de verschillende typen jeugdhulp opgenomen als basis voor het inkoopproces. Om tot een definitieve verdeling te komen is de informatie uit de meicirculaire onmisbaar. Een vooruitblik van het BRTA bieden wij u nu reeds ter kennisname aan.
De financiële solidariteit tussen de 17 gemeenten in Zuid-Holland Zuid beperkt zich tot de regionale zorgmarkt (niet vrij toegankelijke jeugdhulp). Voor de hulp die wordt geboden door de jeugdteams (vrij toegankelijke jeugdhulp) dragen gemeenten lokaal het risico, dus daar is geen sprake van solidariteit. Lokaal jeugdbeleid, waarvoor gemeenten al verantwoordelijk waren, zoals het Centrum voor jeugd en Gezin, valt buiten het inkoopkader van de Serviceorganisatie. In 2015 zal naar verwachting slechts een beperkt deel (namelijk 0,5%) van het macrobudget beschikbaar zijn als lokaal budget waarover gemeenten vrij kunnen beschikken. Afhankelijk van het definitieve budget in de meicirculaire zal een definitief voorstel over de hoogte van dit budget worden gedaan. Er wordt toegewerkt naar een situatie waarbij dit bedrag in de daaropvolgende jaren toeneemt, waardoor er meer ruimte komt voor lokale initiatieven en flexibele inzet tussen de 3 decentralisaties. In het regionale verdeelmodel 2015 wordt de 15% efficiencykorting van het Rijk verwerkt. Wij gaan ervan uit dat aanbieders, conform de door hen uitgesproken intentie, eventuele frictiekosten voor eigen rekening nemen. In het Beleidsrijk Transitie Arrangement wordt een risico-inventarisatie opgenomen. Om in 2015 continuïteit in de wettelijk verplichte zorg te kunnen bieden wordt in dat jaar gewerkt met de bestaande vormen van contractering, voor 2016 en verder wordt gewerkt met bestuurlijk contracteren. De markt gaat dan geleidelijk open voor nieuwe aanbieders. Er wordt nog een werkwijze en protocol opgesteld voor het omgaan met incidenten en calamiteiten, waarin ook de bevoegdheden en verantwoordelijkheden bij opschaling worden geregeld. Voor jeugdigen die in 2014 al een indicatiebesluit hebben voor een PGB dat tot 2015 doorloopt, geldt een overgangstermijn tot een jaar na inwerkingtreding van de Jeugdwet.
Het inrichtingsplan Het Inrichtingsplan Serviceorganisatie ZHZ en het Toelichtend rapport beschrijven hoe de Serviceorganisatie wordt georganiseerd. In deze stukken zijn ook de exploitatiebegroting en de raming van de voorbereidingskosten opgenomen. Zelfstandige organisatie De Serviceorganisatie wordt vormgegeven als een zelfstandige organisatie, die met haar aansturing, organisatie en financiële huishouding los staat van de Dienst Gezondheid & Jeugd. De financiële huishoudingen van de Serviceorganisatie en de Dienst Gezondheid & Jeugd zijn strikt gescheiden en mogelijke tekorten en overschotten tussen deze beide organisatieonderdelen worden onderling niet verrekend. De Serviceorganisatie krijgt een eigen directeur met eigen verantwoordelijkheden en bevoegdheden en heeft een eigen sturings- en verantwoordingslijn met het Algemeen Bestuur en Dagelijks Bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling. De directeur legt over de behaalde resultaten ieder kwartaal verantwoording af aan het Dagelijks Bestuur. Aandachtspunten Bij de opstelling van het inrichtingsplan is uitdrukkelijk rekening gehouden met de aandachtspunten en randvoorwaarden die in de brief van 18 februari 2014 door de AV zijn aangegeven, hetgeen met name tot uitdrukking komt in de volgende zaken: - In paragraaf 1.3 van het inrichtingsplan wordt aangegeven hoe de Serviceorganisatie vanuit haar rollen aansluit op lokale en regionale beleidsopgaven. Sterk wordt ingezet op regelmatig en goed overleg in de driehoek gemeente/sociaal team/Serviceorganisatie. De Serviceorganisatie contracteert de jeugdhulpmedewerkers in de sociale teams en zorgt voor advisering, monitoring en verantwoording aan de gemeente.
6 -
-
-
De Serviceorganisatie wordt een kleine, hoogwaardige organisatie, die werkt met tijdelijke contracten en maximale uitbesteding van taken. Zo is de kernformatie teruggebracht van 15 tot 20 fte (dit was de gepresenteerde verwachting eind 2013) in vast dienstverband naar maximaal 9 fte in tijdelijk dienstverband. Hierdoor is de organisatie flexibel en worden frictiekosten vermeden bij eventuele uittreding. In het toelichtend rapport is in Hoofdstuk 10 een evaluatiekader opgenomen, de evaluatie vindt in de eerste helft van 2017 plaats, op basis van dit kader en door een extern bureau. Er kan dan een keuze worden gemaakt of de Serviceorganisatie beëindigd of gecontinueerd moet worden. Uitgangspunt is dat de Serviceorganisatie stuurt en verantwoordt op resultaten. Deze resultaten worden in paragraaf 2.4 van het inrichtingsplan Serviceorganisatie opgesomd.
Complicerende factor: sociale teams vs jeugdteams Een complicerende factor betreft het feit dat de AV werkt met sociale teams en de andere twee subregio’s, Drechtsteden en Hoekse Waard, met jeugdteams. In de sociale teams wordt de horizontale verbinding gelegd tussen de 3 decentralisaties en wordt de problematiek binnen een gezin integraal opgepakt. In jeugdteams staat de verticale verbinding binnen de kolom jeugd centraal. De Serviceorganisatie zal de sociale teams ondersteunen door de verbinding te leggen met de uitvoeringsorganisaties voor de Wmo en de Participatiewet. In het maandelijks overleg tussen gemeente, Serviceorganisatie en het sociaal team wordt de integraliteit in de uitvoering geborgd.
Kosten en dekking inrichting jeugdhulp Exploitatiebegroting 2015 Serviceorganisatie Jeugd Hoofdstuk 4 van het inrichtingsplan bevat de uitgangspunten voor de begroting van de Serviceorganisatie en op basis daarvan de exploitatiebegroting 2015 op hoofdlijnen. Een specificatie daarvan staat in hoofdstuk 8 van het Toelichtend rapport. Ook zijn daar de exploitatielasten per gemeente opgenomen. Deze worden pas definitief na de vaststelling van de verdeelsleutel tussen de gemeenten. De omvang van de exploitatiebegroting 2015 bedraagt voor de 17 gemeenten € 3,5 miljoen. Dit is ongeveer 3,5% van het macrobudget voor jeugdhulp. In de meicirculaire zal duidelijkheid moeten komen over de hoogte van het uitvoeringsbudget dat gemeenten van het rijk ontvangen. Indien deze middelen onvoldoende zijn om de kosten van de Serviceorganisatie te dekken, dan zal het tekort gedekt moeten worden uit het macrobudget jeugdhulp. Dit past bij het uitgangspunt van gemeenten dat zij geen extra middelen aan de decentralisatie in 2015 willen toevoegen. Voorbereidingsbudget Serviceorganisatie jeugd 2014 Hoofdstuk 5 van het inrichtingsplan geeft aan welke voorbereidingen nog nodig zijn om op 1 januari 2015 te kunnen starten met de Serviceorganisatie. Naast het ontwerpen en bouwen van de nieuwe organisatie houdt dit in dat de inkoop van de zorgtrajecten vanaf 2015 nu al moet worden voorbereid en uitgevoerd. Feitelijk wordt de organisatie hiermee dit jaar niet alleen voorbereid, maar gaat deze ook al in bedrijf. Hiervoor is van de 17 gemeenten een incidenteel budget nodig van € 2,5 miljoen. Een specificatie van dit bedrag staat in hoofdstuk 9 van het toelichtend rapport. Ook is in dat hoofdstuk aangegeven wat het aandeel hierin van iedere gemeente is. In februari 2014 hebben de 17 ZHZ-gemeenten hiervoor al € 0,5 miljoen verstrekt uit de transitiegelden die van het rijk zijn ontvangen voor het organiseren van de uitvoering van de nieuwe taken. Programmakosten beleidsteam Jeugdhulp ZHZ Naast de bijdrage in de kosten voor de Serviceorganisatie en de inkoop moeten de gemeenten ook bijdragen in de programmaorganisatie die de voorbereiding en implementatie van het gehele jeugdbeleid verzorgt. Dit moet nog dit jaar leiden tot de volgende resultaten: a. Beleidsrijk Transitiearrangement b. Beleidskaders op het gebied van o.a. cliëntenparticipatie, doelen en resultaatindicatoren, kwaliteitsbeleid, inkoopstrategie en –beleid, persoonsgebonden budgetten (PGB’s)
7 c. Uitwerking raadsvoorstel voor wijziging Gemeenschappelijke Regeling Dienst Gezondheid en Jeugd d. Verordening jeugdhulp en beleidsregels uitvoering e. Uitwerking uitvoeringsbeleid jeugdhulp en regionaal uitvoeringsprogramma 2015 f. Ontwikkeling van een leeromgeving voor de aansluiting tussen de sociale teams en het ‘voorveld’ (CJG, Jeugdgezondheidszorg e.d.) g. Aansluiting van huisartsen op jeugdhulp h. Oprichting van de Stichting jeugdteams ZHZ en bemensing van Sociale teams in de AVregio met jeugdprofessionals i. Start van de sociale teams in de regio j. Inrichting van een regionaal Diagnostiek Advies Netwerk (DAN) k. Start van een regionale crisisdienst l. Start van een regionaal Advies- en Meldpunt Huiselijk Geweld en kindermishandeling (AMHK)