Ons kenmerk
G.15.01777
*G.15.01777*
Voorstel van college danwel burgemeester aan gemeenteraad Raadsnummer:
BP/305
Datum collegebehandeling:
12 mei 2015
Steller:
W. Herberichs
Portefeuillehouder:
Burgemeester
Behandeling in sprekersplein:
4 juni 2015
Behandeling in raad:
18 juni 2015
Onderwerp
Zienswijzen jaarstukken, begroting en risicoprofielen van de Veiligheidsregio Zuid Limburg
Advies sprekersplein
1. Samenvatting
Van de Veiligheidsregio Zuid-Limburg is de begroting 2016 ontvangen. De begroting bestaat conform art. 11.2 van de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Zuid-Limburg uit de onderdelen: Brandweer, GHOR, Programmabureau, Bevolkingszorg en Meld- en Coordinatiepunt (MCC). Bijgevoegd is ook de begroting 2016 van Burgernet Limburg. De vaststelling van de begroting is een verantwoordelijkheid van het Algemeen Bestuur VRZL. In de vaststellingsprocedure is onder meer vastgelegd, dat de gemeenteraden van de deelnemende gemeenten hun zienswijzen kunnen indienen over de documenten. De begroting wordt behandeld in de AB vergadering van 19 juni. Omdat de raad van GulpenWittem niet eerder dan in de vergadering van 18 juni kennis kan nemen van de stukken en tot besluitvorming kan komen is met de VRZL afgesproken, dat de voorzitter van de gemeenteraad van Gulpen-Wittem de zienswijzen mondeling zal inbrengen in de AB vergadering. De schriftelijke reactie volgt zo spoedig mogelijk. Met betrekking tot Gulpen-Wittem zijn de volgende bijdragen voor 2016 opgenomen: Brandweer: € 761.736,- (excl. huur van kazernes ad € 109.824,-); GHOR: € 22.256,- (€ 1,54 per inwoner op basis van 14484 inwoners per 1-1-2014); Bevolkingszorg: € 8870,- ( € 0,482405 per inwoner voor Bevolkingszorg en € 0,13 per inwoner voor oefenen en opleiden; Burgernet: € 1593,- (€ 0,11 per inwoner); MCC: € 2897,- (€ 0,20 per inwoner); Programmabureau wordt betaald uit bijdragen van aangesloten partijen als Brandweer, Politie, GHOR. De Financiële Commissie VRZL heeft als volgt geadviseerd: positief De Commissie Bevolkingszorg VZRL heeft als volgt geadviseerd: positief De Commissie Brandweer VZRL heeft als volgt geadviseerd: positief De Veiligheidsdirectie VZRL heeft de begroting 2016 op 05.03.2015 geaccordeerd Het Dagelijks Bestuur VZRL heeft de begroting 2016 op 26.03.2015 geaccordeerd
1/17
In bijgevoegde concept brief is een voorstel voor zienswijzen opgenomen. Daarin wordt ingegaan op: aanhouden van begrotingsdiscipline, aandacht voor fusie meldkamers, aandacht voor regionale inzet brandweer met oog op uitruktijden, aandacht voor veiligheidsitems over de landsgrens (voorbeeld Tihange), aandacht voor informatieprogramma bevolkingszorg voor gemeenteraden. In dit kader hebben de gemeenten tevens toekomstscenario's voor de GHOR ontvangen, met het verzoek om zienswijze in te brengen. De scenario's zijn door GHOR opgesteld op verzoek van het AB van de Veiligheidsregio ZL. Ze zijn gericht op de periode 2016-2019. Er zijn drie scenario's uitgewerkt met elk een eigen financieel kader: scenario 1: voldoen aan de maatschappelijke opgave (toename budget met € 80.000,-, dus een verhoging van de bijdrage per inwoner per gemeente; scenario 2: noodzakelijke keuzes en focus op eigen regio (bevriezing huidige budget behoudens indexering); scenario 3: verregaande inhoudelijke consequenties (6% bezuinigingen). De effecten van de verschillende scenario's zijn in het scenariodocument uitvoering toegelicht.
Op 1 oktober 2010 is de Wet veiligheidsregio's in werking getreden. In de Wet is in artikel 14 de verplichting opgenomen om een regionaal risicoprofiel op te stellen. Het doel van het risicoprofiel is om de bestuurders inzicht te verschaffen in de risico’s en de wijze waarop deze zich verhouden wat betreft impact en waarschijnlijkheid. Het regionaal risicoprofiel bestaat uit een risico-inventarisatie en een risico-analyse van de in een veiligheidsregio aanwezige risico´s, inclusief relevante risico´s uit aangrenzende gebieden. De risico-inventarisatie omvat een overzicht van risicovolle situaties en de soorten incidenten die zich daardoor kunnen voordoen. In de risicoanalyse worden de geïnventariseerde gegevens nader beoordeeld, vergeleken en geïnterpreteerd (in termen van waarschijnlijkheid en maatschappelijke impact van mogelijke rampen en crises). Het Algemeen Bestuur kan vervolgens keuzes maken om de aanwezige risico’s te beperken en om de crisisorganisatie op specifieke risico’s voor te bereiden. Aan de hand van het vastgestelde regionaal risicoprofiel worden afspraken gemaakt met de verschillende partners over hun rol en bijdrage om de operationele prestaties te kunnen borgen. Dit geldt voor brandweer en GHOR, maar ook zullen in het kader van multidisciplinaire taken met de gemeenten, de politie en overige partners waaronder waterschappen, Defensie en Rijkswaterstaat afspraken gemaakt worden. Het regionaal risicoprofiel is in 2012 de eerste keer vastgesteld. Ten minste eenmaal in de vier jaar wordt het regionaal risicoprofiel, als basis voor het beleidsplan, aangepast. Het Algemeen Bestuur van de veiligheidsregio stelt het regionaal risicoprofiel vast.
2/17
2.
Situatie / Aanleiding / Probleem
Begroting van de Veiligheidsregio Zuid-Limburg Voor u ligt de begroting van de Veiligheidsregio Zuid-Limburg voor het jaar 2016. Deze begroting kent -conform de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Zuid-Limburg- de volgende onderdelen: Brandweer, GHOR, Programmabureau, Bevolkingszorg (Oranje Kolom) en MCC. De begroting is opgesteld conform de richtlijnen van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV). Daarnaast zijn de op 12 december 2014 door het Algemeen Bestuur vastgestelde financiële uitgangspunten "uitgangspunten begroting 2016 en jaardocument 2014" gehanteerd. Omdat de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Zuid-Limburg haar begroting opstelt voor 1 april van het voorafgaande jaar (voorafgaand aan de gemeentelijke begrotingen), wordt voor de verwachte BDUR-bijdrage de decembercirculaire van het vorige jaar gebruikt (begroting 2016 circulaire 2014). Programma-/Productbegroting De Veiligheidsregio Zuid-Limburg kent een hybride vorm van financiering. Voor het grootste deel wordt de veiligheidsregio gefinancierd uit middelen die de 18 gemeenten ter beschikking stellen (gemeentefonds). Daarnaast ontvangt de veiligheidsregio een BDUR-bijdrage van de rijksoverheid. Deze specifieke lumpsum uitkering wordt direct aan de veiligheidsregio ter beschikking gesteld en is een aanvullende tegemoetkoming voor de uitgaven aan brandweer en rampenbestrijding, inclusief het gemeentelijke en geneeskundige deel. De verdeling van de middelen uit de BDUR over de veiligheidsregio vormt een parallelle geldstroom naast de inzet van middelen vanuit de gemeenten. De BDUR kent een basisbijdrage (lumpsum) die berekend wordt aan de hand van landelijke verdeelsleutels met wegingscoëfficiënten. Correspondentie vindt plaats via de juni- en decembercirculaires van het Rijk. De doelstelling is om te komen tot een programma-/productbegroting. De gemeenteraden en het bestuur krijgen op deze wijze op een compacte en toegankelijke manier (specifiek) inzicht in wat de veiligheidsregio doet, wat het kost (per inwoner) en waaruit een en ander wordt gefinancierd. Een en ander zal gebeuren in nauwe samenwerking met de Zuid Limburgse gemeenten. Er is in 2015 een aanvang gemaakt om de repressieve kosten uit te zuiveren. Daarbij heeft de Veiligheidsdirectie kunnen constateren dat er sprake is van een autonome kostenstijging, onder andere door landelijke ontwikkelingen. Daarnaast schrijft - ondanks de ogenschijnlijke beleidsvrijheid die een lumpsum bijdrage (BDUR) impliceert - de rijksoverheid in toenemende mate voor waar de middelen aan besteed moeten worden. Een en ander is reden geweest voor de Veiligheidsdirectie opdracht te geven de huidige situatie van de veiligheidsregio nader te (laten) analyseren. Enerzijds zal hieruit naar voren komen wat de agenda voor de komende jaren moet zijn, maar ook hoe de ondersteuning daarop moet worden ingesteld. Dit proces -tezamen met het formaliseren van een programma/productbegroting- zal enige doorlooptijd vergen. Hierdoor is het aanbieden van een programma/productbegroting eerst per begrotingsjaar 2017 aan de orde. In de opmaat naar de programma-/productbegroting is voor het boekjaar 2016 reeds een zogenaamde publieksversie opgesteld. Dit om de gemeenteraden en het bestuur reeds inzicht te laten krijgen in de opzet van de programma-/productbegroting. In de lijn van de gemeenschappelijke regeling blijven de onderdelen separaat zichtbaar (programma's). Onderdeel Brandweer Het onderdeel Brandweer staat onder de dagelijkse leiding van de commandant/directeur. Het onderdeel Brandweer voert de taken uit zoals bedoeld in artikel 25 van de Wet veiligheidsregio’s. De commandant/directeur brandweer draagt binnen de kaders van het (meerjaren)beleidsplan van dat onderdeel en de (meerjaren)begroting zorg en verantwoording voor onder meer de inrichting van de organisatie, de beleidsvoorbereiding en de beleidsuitvoering.
3/17
Voor het onderdeel Brandweer is het meerjarenbeleidsplan 2012-2018 'Eenheid in Verscheidenheid' bepalend. Daarin zijn afspraken gemaakt ten aanzien van het beleid, zowel inhoudelijk als financieel en zijn de bijdragen van alle gemeenten tot en met 2018 in principe bepaald. Bestuurlijk is bij de vaststelling van het meerjarenbeleidsplan besloten aan de hand van een groeipad en op basis van een besluit tot egalisatie tot en met 2018 voor een totaalbedrag van € 3,5 miljoen bezuinigingen te realiseren. Deze bezuinigingen zijn taakstellend. Per jaarschijf is de omvang van de bezuiniging in enig jaar vastgesteld. Verder is een frictiekostenbudget ter grootte van € 2.136.000,vastgesteld ter dekking van de eenmalige kosten die voortvloeien uit de ombouw van de organisatie en/of het behalen van de bezuinigingen. In de loop van de uitvoering van het meerjarige beleid zijn omtrent een aantal financiële items nadere afspraken gemaakt. - Het betreft de vaststelling van het plafond aan weerstandsvermogen. Dat is bepaald op een maximaal bedrag van € 1,5 miljoen. Het weerstandsvermogen heeft inmiddels de maximale omvang bereikt. Het weerstandsvermogen is conform afspraak opgebouwd vanuit positieve exploitatieresultaten uit het verleden. - Voor wat betreft indexering zijn eveneens aanvullende afspraken gemaakt die er op neer komen dat van de indexpercentages voor loon en materieel de gemiddelde index wordt berekend op basis waarvan de opbrengsten (inclusief de gemeentelijke bijdrage) wordt geïndexeerd. Bij de jaarrekening vindt een herrekening op basis van de daadwerkelijke index plaats met een aanpassing van de gemeentelijke bijdragen. Ten aanzien van de geraamde reserves en voorzieningen is geconstateerd dat die naar verwachting de eerste jaren benodigd en op het wenselijke geachte niveau zijn. Dat betekent ook dat positieve exploitatiesaldo’s in de toekomst in principe terug vloeien naar de gemeenten. De gemeentelijke bijdrage is bepaald aan de hand van de volgende verdeelsleutel: 70% van inbreng vanuit de historische begroting per gemeente + 10% uitkering gemeentefonds (GF) + 10% op basis van het aantal inwoners per gemeente + 10% uit de verhouding 70/30 (70% inwoners en 30% uitrukfrequentie. Dit heet de 70:10:10:10 verhouding. Reserve frictiekosten bezuinigingen Bij de vaststelling van het meerjarenbeleidsplan 'Eenheid in Verscheidenheid' en de financiële meerjarenraming 2012-2018 (besluit Algemeen Bestuur 13.4.2012) is bepaald dat er een reserve nodig is in de zin van frictiekosten om de voorgenomen beweging mogelijk te maken binnen de bezuinigingstaakstelling en voor zover deze incidentele kosten niet gedekt worden door verminderde exploitatielasten. Met het vaststellen van dit meerjarenbeleidsplan werd de hoogte van de frictiekosten bepaald op € 2.316.000,--. Hiervan resteert per 31 december 2014 nog € 988.515,--. Volgens de begroting 2016 en meerjarenbegroting zullen deze reserves in 2015 ( € 614.247,-) en 2016 ( € 296.532,-) worden ingezet, waarna hiervoor in de navolgende jaren 2017 t/m 2019 niets meer wordt gereserveerd en deze post komt te vervallen. De begroting 2016 is sluitend en voorzien van een beleidstoelichting. In hoofdzaak is de begroting gebaseerd op de eerder vastgestelde uitgangspunten en is daarmee in feite beleidsarm. Op onderdelen zijn ramingen op basis van ervaringsgevens dan wel bijgestelde inzichten neerwaarts bijgesteld. Daar waar sprake is van niet voorziene ontwikkelingen ten opzichte van het meerjarenperspectief worden die afzonderlijk gemeld. In 2016 ligt de focus op de uitvoering van de kerntaken en op het behalen van de afgesproken bezuinigingen. De begroting kent geen echte substantiële beleidswijzingen. Wel is sprake van (de beschrijving van) een aantal relevante ontwikkelingen op landelijke schaal, die hun effect hebben op het regionale beleid, bijvoorbeeld de ontwikkelingen gericht op de samenvoeging van de meldkamers. In de begroting 2016 van het onderdeel Brandweer is rekening gehouden met de bestuurlijk opgelegde bezuinigingen. Naar verwachting worden de bezuinigingen ook in dit begrotingsjaar gerealiseerd. Het eind 2014 bestuurlijk vastgestelde beleid inzake reserves (algemene en bestemmingsreserves) is conform verwerkt. De begroting kent -naast de gemeentelijke bijdragen- een bijdrage van het Rijk. Deze zogenaamde BDUR-bijdrage wordt op dit moment herijkt en heeft mogelijke gevolgen voor het begrotingsjaar 2016. Omdat hier omtrent nog een onderzoek gaande is, is met een eventueel herverdelingseffect geen rekening gehouden. 4/17
De verschillen tussen de begroting 2015 en 2016 worden uitgebreid toegelicht. In meerjarig perspectief schommelt de post Onvoorzien tussen € 100.000,- en € 201.000,- en komt daarmee uit tussen 0,25% en 0,50% op een gemiddelde begroting van € 38,5 miljoen. Op basis van voorcalculatie bedraagt de loonindex 2016 1,5 % en de prijsindex 2016 1,25 %. Onderdeel GHOR In 2010 is de Wet veiligheidsregio’s in werking getreden. In deze wet vormt de eigen verantwoordelijkheid van zorginstellingen het uitgangspunt. Het betekende voor de GHOR een belangrijke verandering: van een organisatie met materieel gericht op uitvoering naar meer regie en coördinatie. De begrotingen van 2012 tot en met 2015 stonden in het teken van deze overgang. De GHOR moest de overgang zien te realiseren met een beperkter budget. De rijksoverheid en de gemeenten zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de financiering van de GHOR. De rijksoverheid draagt via de brede doeluitkering rampenbestrijding en crisisbeheersing (BDUR) bij aan de wettelijke taken van de GHOR. De rijksbijdrage wordt via een lumpsum bijdrage beschikbaar gesteld. De gemeenten stellen via een inwonerbijdrage financiële middelen beschikbaar. De afgelopen jaren is de bijdrage van gemeenten aan de GHOR verlaagd met 8%. Tegelijkertijd is de bijdrage van het Rijk verminderd met 6%. Uitgangspunt voor de begroting 2016 vormt de begroting 2015. Op deze begroting is alleen de indexering toegepast en is uitgegaan van bestaand beleid. De onttrekking aan de reserve heeft te maken met de landelijke bijdrage aan het netcentrisch werken. In het verleden is hiervoor, op basis van overschotten op de BDUR, een bestemmingsreserve gevormd. 2016 is het eerste jaar van een nieuwe beleidsperiode. Gemeenten krijgt gelijktijdig met de begroting 2016 een aantal GHOR-scenario’s voor de periode 2016-2019 voorgelegd. Na een zienswijze door de gemeenten zal het Algemeen Bestuur in juni een besluit nemen. Met het gekozen scenario worden het financiële kader en de inhoudelijke koers voor de komende jaren bepaald. Daarom is de begroting die nu voorligt een pro forma begroting die bestaat uit de geïndexeerde begroting 2015. In het najaar van 2015 volgt een bijgestelde begroting 2016 die gebaseerd is op de nieuwe meerjaren kaders. Scenario’s GHOR In 2011 koos het DB van de Veiligheidsregio een GHOR scenario voor de beleidsperiode 2012-2015. Daarin diende de GHOR een bezuiniging van 8% te realiseren. In die periode heeft de GHOR ook gewerkt aan een belangrijke verandering in de uitvoering van haar taken, ingegeven door de wet Veiligheidsregio’s. Er heeft een omslag plaats gevonden van minder uitvoering en materieel naar meer regie en coordinatie. Het DB ziet voor de komende periode diverse maatschappelijke opgaven voor de GHOR. Die liggen op het vlak van risicobeheersing, professionele advisering aan gemeenten, voorbereiding op evenementen en continuïteit van zorg bij crises en rampen. De GHOR vervult bijvoorbeeld een belangrijke rol in de voor Zuid-Limburg onmisbare samenwerking met Belgie en Duitsland op het vlak van geneeskundige crisisbeheersing en rampenbestrijding. Mede vanuit dat perspectief en op basis van de noodzaak om te voldoen aan de wettelijke verplichtingen adviseert het DB van de Veiligheidsregio scenario 1 in te zetten voor de komende beleidsperiode. Daarmee zal de kwaliteit van GHOR hoog blijven, maar voor de gemeenten betekent het een verhoging van de bijdrage per inwoner voor GHOR. Hieronder in het kort de 3 beschreven scenario’s:
5/17
6/17
Onderdeel Programmabureau Het onderdeel Programmabureau is ingesteld door het Algemeen Bestuur en werkt onder leiding van de Veiligheidsdirectie. De Veiligheidsdirectie bestaat uit de regionaal commandant brandweer, de directeur publieke gezondheid, de korpschef Politie en de coördinerend gemeentesecretaris. Het onderdeel Programmabureau ondersteunt de Veiligheidsdirectie in haar werkzaamheden. Tevens draagt het onderdeel Programmabureau zorg voor de coördinatie van de Programma-Organisatie. De begroting 2016 is gebaseerd op de begroting 2015. Hierbij zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: de kostensoorten zijn aangepast aan de kostensoorten van het onderdeel Brandweer. Daarnaast zijn de kosten van € 20.000 voor het Veiligheidsberaad opgenomen inzake een verplichte jaarlijkse bijdrage van de veiligheidsregio aan het ‘werkbudget’ van het Veiligheidsberaad / IFV. Onderdeel Bevolkingszorg (Oranje Kolom) Het onderdeel Bevolkingszorg maakt deel uit van de ambtelijke organisatie van de Veiligheidsregio Zuid-Limburg. Het Bestuur van de Veiligheidsregio Zuid-Limburg faciliteert en regisseert de gemeentelijke processen, zodat de gemeenten zich regionaal kunnen voorbereiden op het bestrijden van rampen en zware ongevallen. Het onderdeel Bevolkingszorg ondersteunt de specifieke (deel)processen waarvoor gemeenten -in het kader in de voorbereiding en uitvoering van de bestrijding van rampen en crisis- verantwoordelijk zijn. Het betreft regionale uitvoering van een aantal wettelijke taken en gemeentelijke taken die om doelmatigheidsredenen bij de Veiligheidsregio zijn ondergebracht (planvorming, advisering, goede voorbereiding op incidenten, rampen en crises door planvorming, opleiden trainen en oefenen). De Coördinerend Gemeentesecretaris is ambtelijk eindverantwoordelijk voor de coördinatie en voorzieningen. De coördinerend gemeentesecretaris
7/17
wordt ambtelijk ondersteund. De ambtelijke ondersteuning van het onderdeel bevolkingszorg is ondergebracht bij Bureau Bevolkingszorg. De begroting 2016 is gebaseerd op de begroting 2015.
Burgernet Burgernet is een samenwerkingsverband tussen alle gemeenten van Limburg en de politie eenheid Limburg en wordt ingezet binnen de integrale veiligheidszorg. Bij de initiële invoering van Burgernet binnen de veiligheidsregio's Limburg-Noord en Zuid-Limburg is reeds geconstateerd dat het relatiebeheer centraal georganiseerd dient te worden. In 2014 heeft dit binnen Limburg geleid tot één Bureau Burgernet Limburg met een bestuurlijke stuurgroep Burgernet. Besloten is om dit namens alle Limburgse gemeenten bij de Veiligheidsregio Zuid-Limburg onder te brengen. De begroting 2016 is gebaseerd op de begroting 2015. Hierbij zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: de kostensoorten zijn aangepast aan de kostensoorten van het onderdeel Brandweer. Voor 2016 is de bijdrage per inwoner voor Burgernet totaal € 0,11. Meld en CoördinatieCentrum (MCC) Vanuit het MCC wordt de spoedeisende hulpverlening gecoördineerd. In de gemeenschappelijke meldkamer voor 1-1-2 wordt intensief samengewerkt door de politie, brandweer en Ambulancezorg om de juiste hulp op de juiste tijd op de juiste plaats te krijgen. Ook het politieservicecentrum is ondergebracht in het MCC. In het geval van een grote ramp of calamiteit wordt de crisisbestrijding aangestuurd vanuit het MCC. De functionaliteiten Regionaal Beleidsteam (RBT), Regionaal Operationeel Team (ROT) -inclusief actiecentra- zijn zodanig onder één dak gerealiseerd dat er een optimale en integrale afstemming plaatsvindt van alle processen rondom melding en alarmering, opschaling en afschaling, leiding en coördinatie en informatiemanagement (LCMS / netcentrisch werken). Samenwerken en informatie delen (netcentrisch werken) blijft ook in 2016 een belangrijk thema. Het is hierbij van belang om te blijven aansluiten op de landelijke doctrine. De herpositionering van het meldkamerdomein zal in 2016 meer vorm en richting krijgen. De focus voor Limburg ligt hierbij op de inrichting en implementatie van de meldkamerlocatie Maastricht. Voor het jaar 2015 ligt de nadruk op het samenwerken van de beide Limburgse meldkamers. In 2016 zal het traject worden ingezet om de gemeenschappelijke meldkamers Limburg-Noord en Zuid-Limburg samen te voegen. De begroting 2016 is gebaseerd op het huidige beleid. - Begroting 2016 Veiligheidsregio Zuid-Limburg: Brandweer, GHOR, Programmabureau, Bevolkingszorg (Oranje Kolom) en MCC. - Publieksversie begroting 2016 Veiligheidsregio Zuid-Limburg. - Begroting 2016 Burgernet Limburg. De Financiële Commissie heeft als volgt geadviseerd: positief De Commissie Bevolkingszorg heeft als volgt geadviseerd: positief De Commissie Brandweer heeft als volgt geadviseerd:positief De Veiligheidsdirectie heeft de begroting 2016 op 05.03.2015 geaccordeerd Het Dagelijks Bestuur heeft de begroting 2016 op 26.03.2015 geaccordeerd Het Dagelijks Bestuur stelt het Algemeen Bestuur op 19 juni voor: Onderdeel Brandweer 1. in te stemmen met de begroting 2016 van het onderdeel Brandweer 2. in te stemmen met het programma onderdeel Brandweer 2016 3. kennis nemen van de meerjarenraming onderdeel Brandweer 2017-2019 Onderdeel GHOR 4. in te stemmen met de begroting 2016 van het onderdeel GHOR Onderdeel Programmabureau 5. in te stemmen met de begroting 2016 van het onderdeel Programmabureau 8/17
6. 7. 8.
Onderdeel Bevolkingszorg (Oranje Kolom) in te stemmen met de begroting 2016 van het onderdeel Bevolkingszorg Burgernet in te stemmen met de begroting 2016 Burgernet Limburg MCC in te stemmen met de begroting 2016 MCC
Jaardocument (jaarverslag en jaarrekening) 2014 Veiligheidsregio Zuid-Limburg Voor u ligt het jaardocument (verslag en rekening) 2014 van de Veiligheidsregio Zuid-Limburg. Dit jaardocument kent de volgende onderdelen: Brandweer, GHOR, Programmabureau, Bevolkingszorg (Oranje Kolom) en MCC. Het jaardocument biedt zowel een beknopte weergave van het gevoerde beleid gedurende het verslagjaar (jaarverslag) als de financiële verantwoording over het afgelopen jaar (jaarrekening). Wijze van financiering Veiligheidsregio Zuid-Limburg De Veiligheidsregio Zuid-Limburg kent een hybride vorm van financiering. Voor het grootste deel wordt de veiligheidsregio gefinancierd uit middelen die de 18 gemeenten ter beschikking stellen (gemeentefonds). Daarnaast ontvangt de veiligheidsregio een BDUR-bijdrage van de rijksoverheid. Deze specifieke lumpsum uitkering wordt direct aan de veiligheidsregio ter beschikking gesteld en is een aanvullende tegemoetkoming voor de uitgaven aan brandweer en rampenbestrijding, inclusief het gemeentelijke en geneeskundige deel. De verdeling van de middelen uit de BDUR over de veiligheidsregio vormt een parallelle geldstroom naast de inzet van middelen vanuit de gemeenten. De BDUR kent een basisbijdrage (lumpsum) die berekend wordt aan de hand van landelijke verdeelsleutels met wegingscoëfficiënten. Correspondentie vindt plaats via de juni- en decembercirculaires van het Rijk. Exploitatiesaldi De gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Zuid-Limburg heeft als uitgangspunt dat incidentele positieve exploitatiesaldi terugvloeien naar de 18 gemeenten die de middelen ter beschikking hebben gesteld. Gezien het feit dat gedurende het proces om te komen tot een programma-/productbegroting is geconstateerd dat sprake is van een autonome kostenstijging, onder andere door landelijke ontwikkelingen, wordt voorgesteld om een deel van het positieve exploitatiesaldo (onderdelen Bevolkingszorg en Programmabureau) te reserveren voor een deel van deze autonome kostenstijgingen. Voor het overige neemt de Veiligheidsdirectie dit mee binnen de exploitatie. Onderdeel Brandweer Voor het onderdeel Brandweer zijn de bestemming van het eindresultaat, het vaststellen van de reserves en voorzieningen en de kennisname van de voortgang van de bezuinigingen de belangrijkste onderdelen van de besluitvorming. Het onderdeel Brandweer kent over het boekjaar 2014 een incidenteel positief exploitatiesaldo van € 1.380.375. Dit bestaat grosso modo uit: - voordelig personeelslasten € 709.000 - voordelig renteresultaat € 484.000 - vrijval post onvoorzien € 88.000 - per saldo andere onderdelen voordelig € 99.000 Totaal afgerond voordelig exploitatieresultaat 2014 € 1.380.000 Deze jaarrekening sluit net als zijn twee voorgangers met een substantieel positief resultaat. De verwachting is, dat vanaf 2015 de raming en realisatie in evenwicht zullen zijn. Van positieve exploitatieresultaten zal nauwelijks meer sprake zijn.
9/17
Op grond van eerdere besluitvorming krijgen de deelnemende gemeenten over het boekjaar 2014 restituties op hun bijdragen. Totaal te restitueren bedrag als gevolg van de afrekeningen van de loonen prijsindexen 2013 en 2014 ten gunste van de deelnemende gemeenten naar rato van hun bijdragen 2014 is € 588.653. Restitutie gemeenten Het voorstel inzake de restitutie van de bijdragen aan de gemeenten bestaat -gebaseerd op eerdere bestuurlijk besluitvorming- uit twee componenten: - indexering loon- en prijsindex; - positief exploitatieresultaat. Indien het Algemeen Bestuur instemt, zal dit leiden tot een teruggave per gemeente volgens de tabel in bijlage 2: Reserves en voorzieningen Mede op advies van Bureau J. van der Zanden is door het Algemeen Bestuur op 12 december 2014 besloten dat de geraamde reserves voor het onderdeel Brandweer de komende jaren nodig zijn en hiermee wordt het advies gevolgd van de Bestuurlijk Financiële Commissie om vanuit de optiek van het behoud van inzichtelijkheid de huidige indeling van een algemene reserve en bestemmingsreserves aan te houden. Dit advies is uiteraard verwerkt in de jaarrekening. In bijlage 1 wordt een compleet beeld gegeven van de reserves en voorzieningen. Bezuinigingen Begin 2014 is in het advies plausibiliteit de verwachting uitgesproken dat de opgelegde bezuinigingen bij gelijkblijvende omstandigheden behaald kunnen worden. Dit beeld is bestuurlijk bevestigd. Reserve frictiekosten bezuinigingen Bij de vaststelling van het meerjarenbeleidsplan 'Eenheid in Verscheidenheid' en de financiële meerjarenraming 2012-2018 (besluit Algemeen Bestuur 13.4.2012) is voor het onderdeel Brandweer bepaald dat er een reserve nodig is in de zin van frictiekosten om de voorgenomen beweging mogelijk te maken binnen de bezuinigingstaakstelling en voor zover deze incidentele kosten niet gedekt worden door verminderde exploitatielasten. Met het vaststellen van dit meerjarenbeleidsplan werd de hoogte van de frictiekosten bepaald op € 2.316.000,--. Hiervan resteert per 31 december 2014 nog € 988.515,--. Volgens de begroting 2016 en meerjarenbegroting zullen deze reserves in 2015 ( € 614.247,-) en 2016 ( € 296.532,-) worden ingezet, waarna hiervoor in de navolgende jaren 2017 t/m 2019 niets meer wordt gereserveerd en deze post komt te vervallen. Voorgesteld wordt om het incidentele positieve exploitatiesaldo als volgt te bestemmen: terugbetalen aan de deelnemende gemeenten. Onderdeel GHOR Het onderdeel GHOR kent over het boekjaar 2014 een negatief exploitatiesaldo van € 1.064. Dit wordt met name veroorzaakt door een optelsom van een aantal incidentele verschillen in: hogere overige bijdragen, hogere personeelskosten, hogere huisvestingskosten, lagere kosten verbindingen, hogere overige kosten en mutaties reserves. Voorgesteld wordt om dit negatieve exploitatiesaldo te onttrekken aan de algemene reserve. Onderdeel Programmabureau Het onderdeel Programmabureau kent over het boekjaar 2014 een incidenteel positief exploitatiesaldo van € 45.124. Dit wordt met name veroorzaakt door lager dan geraamde personele kosten. Voorgesteld wordt om het incidentele positieve exploitatiesaldo van € 45.124 als volgt te bestemmen: het incidentele positieve exploitatiesaldo over te hevelen naar het onderdeel Bevolkingszorg en bij het onderdeel Bevolkingszorg dit bedrag te storten in de bestemmingsreserve kwaliteitsverbetering Bevolkingszorg.
10/17
Onderdeel Bevolkingszorg (Oranje Kolom) Het onderdeel Bevolkingszorg kent over het boekjaar 2014 een incidenteel positief exploitatiesaldo van € 57.342. Dit wordt met name veroorzaakt door het niet invullen van een vacature (is in 2015 inmiddels ingevuld) en het nog niet effectueren van een drietal hard piketfuncties. Bij bestuurlijke besluitvorming in juni 2013 is besloten om het rekeningresultaat 2012 van € 21.557 te bestemmen voor opleidingen binnen het onderdeel Bevolkingszorg. In juni 2014 is besloten om het rekeningresultaat 2013 van € 274.191 te bestemmen voor kwaliteitsverbetering van het onderdeel Bevolkingszorg voor de jaren 2014 en 2015, alsmede voor het incidenteel afdekken van de landelijke en regionale projecten: - risico-en crisiscommunicatie - kwaliteitsverbetering bevolkingszorg - de evenementenassistent, evenals - de verplichte afdracht aan het Rijk voor projecten (SIS, Crisiscommunicatie, Bevolkingszorg op Orde) van het landelijk Instituut Fysieke Veiligheid. Hiervan is in 2014 € 60.000 besteed. Deze onttrekking houdt verband met de continuering van de in 2013 in gang gezette projecten. De beide bestemmingsreserves bedragen per ultimo 2014 € 235.748. Voorgesteld wordt om het incidentele positieve exploitatiesaldo van € 57.342 te storten in de bestemmingsreserve kwaliteitsverbetering Bevolkingszorg voor de jaren 2015 en 2016. Wil het onderdeel Bevolkingszorg op het huidige kwaliteitsniveau blijven dan is er vanaf 2015 eigenlijk meer sprake van het handhaven van het kwaliteitsniveau. Burgernet Burgernet kent over het boekjaar 2014 een negatief exploitatiesaldo van € 9.554. Dit wordt met name veroorzaakt door eenmalige aankoop van promotioneel drukwerk. De aanschaf van dit drukwerk is bedoeld voor 2015 en 2016. In 2015 is het restantbedrag subsidie van € 9.280 van de provincie Limburg te ontvangen. Hierdoor vermindert het cumulatieve resultaat tot negatief € 1.705. Dit nadelige resultaat is als taakstelling binnen de exploitatie van 2015 te realiseren. MCC Het MCC kent over het boekjaar 2014 een incidenteel positief exploitatiesaldo van € 9.420. Voorgesteld wordt om het incidentele positieve exploitatiesaldo van € 9.420 toe te voegen aan het egalisatiefonds MCC op basis van de afgesproken verdeling (overeenkomstig afspraak). Voor de partners (42%) is dit een bedrag van € 3.957 en voor de politie (58%) is dit een bedrag van € 5.463. Gelet op de looptijd van de overeenkomst MCC (35 jaren) en de in die periode benodigde vervangings- en uitbreidingsinvesteringen en om te vermijden dat deze investeringen leiden tot extra bijdragen van de gemeenten, heeft het Algemeen Bestuur op 23 maart 2007 besloten een egalisatiefonds MCC in te stellen. Het plafond van dit egalisatiefonds is bepaald op de hoogte van maximaal drie exploitatiejaren, zijnde afgerond € 3,4 miljoen. Indien dit plafond wordt overschreden, zal het meerdere geld aan de deelnemende partners worden gerestitueerd op basis van de afgesproken verdeelsleutel, zijnde het inwoneraantal per gemeente. - Jaardocument (verslag en rekening) 2014 Veiligheidsregio Zuid-Limburg: Brandweer, GHOR, Programmabureau, Bevolkingszorg (Oranje Kolom) en MCC; - Jaardocument (verslag en rekening) 2014 Burgernet Limburg.
De Financiële Commissie VRZL heeft als volgt geadviseerd: positief De Commissie Bevolkingszorg VRZLheeft als volgt geadviseerd: positief De Commissie Brandweer VRZL heeft als volgt geadviseerd: positief De Veiligheidsdirectie heeft het jaardocument 2014 op 05.03.2015 geaccordeerd Het Dagelijks Bestuur heeft het jaardocument 2014 op 26.03.2015 geaccordeerd
11/17
Het Dagelijks Bestuur stelt voor: Onderdeel Brandweer 1. in te stemmen met het jaardocument 2014 2. kennis nemen van de accountantsverklaring 3. in te stemmen met het voorstel van de resultaatbestemming 2014 (integraal terug te betalen aan de deelnemende gemeenten naar rato van de bijdragen) 4. in te stemmen met de restitutie van de afrekeningen van de loon- en prijsindexen aan de deelnemende gemeenten naar rato van de bijdragen Onderdeel GHOR 5. in te stemmen met het jaardocument 2014 6. kennis nemen van de accountantsverklaring 7. het negatieve exploitatiesaldo van € 1.064 te ontrekken aan de algemene reserve van het onderdeel GHOR Onderdeel Programmabureau 8. in te stemmen met het jaardocument 2014 9. kennis nemen van de accountantsverklaring 10. het incidentele positieve exploitatiesaldo van € 45.124 over te hevelen naar het onderdeel Bevolkingszorg en bij het onderdeel Bevolkingszorg dit bedrag te storten in de bestemmingsreserve kwaliteitsverbetering Bevolkingszorg Onderdeel Bevolkingszorg (Oranje Kolom) 11. in te stemmen met het jaardocument 2014 12. kennis nemen van de accountantsverklaring 13. het incidentele positieve exploitatiesaldo van € 57.342 toe te voegen aan de bestemmingsreserve kwaliteitsverbetering Bevolkingszorg Burgernet 14. in te stemmen met het jaardocument 2014 15. kennis nemen van de accountantsverklaring 16. het negatieve exploitatiesaldo kan deels worden opgevangen uit het in 2015 te ontvangen restantbedrag subsidie van € 9.280 van de provincie Limburg. Hierdoor vermindert het cumulatieve resultaat tot negatief € 1.705. Dit nadelige resultaat is als taakstelling binnen de exploitatie van 2015 te realiseren. MCC 17. in te stemmen met het jaardocument 2014 18. kennis nemen van de accountantsverklaring 19. het incidentele positieve exploitatiesaldo van € 9.420 toe te voegen aan het egalisatiefonds MCC op basis van de afgesproken verdeling (overeenkomstig afspraak). Voor de partners (42%) is dit een bedrag van € 3.957 en voor de politie (58%) is dit een bedrag van € 5.463.
Risicoprofielen. Op 1 oktober 2010 is de Wet veiligheidsregio's in werking getreden. In de Wet is in artikel 14 de verplichting opgenomen om een regionaal risicoprofiel op te stellen. Het doel van het risicoprofiel is om de bestuurders inzicht te verschaffen in de risico’s en de wijze waarop deze zich verhouden wat betreft impact en waarschijnlijkheid. Het regionaal risicoprofiel bestaat uit een risico-inventarisatie en een risico-analyse van de in een veiligheidsregio aanwezige risico´s, inclusief relevante risico´s uit aangrenzende gebieden. De risicoinventarisatie omvat een overzicht van risicovolle situaties en de soorten incidenten die zich daardoor kunnen voordoen. In de risicoanalyse worden de geïnventariseerde gegevens nader beoordeeld, vergeleken en geïnterpreteerd (in termen van waarschijnlijkheid en maatschappelijke impact van mogelijke rampen en crises). Het Algemeen Bestuur kan vervolgens keuzes maken om de aanwezige risico’s te beperken en om de crisisorganisatie op specifieke risico’s voor te bereiden. Aan de hand van het vastgestelde regionaal risicoprofiel worden afspraken gemaakt met de verschillende partners over hun rol en bijdrage om de operationele prestaties te kunnen borgen. Dit geldt voor brandweer en
12/17
GHOR, maar ook zullen in het kader van multidisciplinaire taken met de gemeenten, de politie en overige partners waaronder waterschappen, Defensie en Rijkswaterstaat afspraken gemaakt worden. Het regionaal risicoprofiel is in 2012 de eerste keer vastgesteld. Ten minste eenmaal in de vier jaar wordt het regionaal risicoprofiel, als basis voor het beleidsplan, aangepast. Het Algemeen Bestuur van de veiligheidsregio stelt het regionaal risicoprofiel vast. Voor het periodiek opstellen van een regionaal risicoprofiel is een landelijke handreiking ontwikkeld die de veiligheidsregio’s een uniforme methodiek biedt. Hierdoor worden de profielen onderling vergelijkbaar en zal de bovenregionale afstemming beter verlopen. De landelijke handreiking is in Zuid-Limburg gevolgd. In de regio Zuid-Limburg is ervoor gekozen de risico’s regionaal te benoemen met een lokale doorkijk. Hierdoor is het mogelijk om te zien welke risico’s de gemeente loopt als gevolg van haar ligging binnen de regio. De resultaten zijn niet per gemeente terug te herleiden. Dit is ook niet nodig, omdat de gemeente haar “eigen” onderliggende gegevens immers heeft aangeleverd als basis voor het regionale risicoprofiel. gemeenteraad en crisispartners De veiligheidsregio is als verlengd lokaal bestuur ingesteld om taken uit te voeren namens en voor de gemeenten. Omdat het regionaal risicoprofiel de basis vormt voor het beleidsplan, heeft de wetgever het regionaal risicoprofiel nadrukkelijk als een instrument gepositioneerd om de gemeenteraden directe invloed te geven op het beleid van de veiligheidsregio. Het Algemeen Bestuur van de veiligheidsregio heeft de verplichting het concept van het regionaal risicoprofiel te bespreken met de deelnemende gemeenteraden: de zogenoemde haalplicht bij gemeenteraden. De gemeenteraden kunnen lokale beleidsprioriteiten en veiligheidsthema’s naar voren brengen voor het beleidsplan. De basis voor het beleidsplan is op deze wijze stevig verankerd en het beleidsplan helpt het gemeentebestuur om grip te houden op het lokale en regionale veiligheidsbeleid. Voor de gemeente Gulpen-Wittem zijn de risico's regionaal verwerkt in het regionaal risicoprofiel.
Het regionale risicoprofiel bestaat uit: • Een overzicht van de risico’s die geïnventariseerd zijn binnen de regio Zuid-Limburg; • Een overzicht van de risico’s buiten de regio (tot op een afstand van 15 km vanuit de regiogrens); • Een overzicht van de maatgevende rampscenario’s die zich binnen de regio voor kunnen doen; • Per scenario een analyse van de impact van dit scenario en de waarschijnlijkheid dat dit zich voordoet. Het regionale risicoprofiel dient verschillende doelen: • het risicoprofiel vormt de opstap naar het beleidsplan (2016-2019); • het faciliteert de Veiligheidsdirectie en het bestuur in het nemen van besluiten ten aanzien van risicobeheersing, rampenbestrijding en crisisbeheersing, doordat de crisistypen in samenhang, op ‘gewicht’ en op invloedssfeer te beoordelen zijn, wat bijdraagt aan een verantwoorde kosten/baten analyse; • het biedt waardevolle informatie aan de hulpverleningsdiensten ten aanzien van risicobeheersing, operationele voorbereiding en crisisbeheersing; • het stelt de regio in staat de operationele prestaties van de crisisbeheersingsorganisatie af te stemmen op de aanwezige risico’s; • het vormt mede de basis voor de risicocommunicatie, het bevorderen van de zelfredzaamheid en het vergroten van het handelingsperspectief van de burger. Er is een toekomstverkenning uitgevoerd naar demografische en ruimtelijke ontwikkelingen die het risicoprofiel de komende jaren kunnen beïnvloeden.
13/17
De bevolkingssamenstelling zal in de komende planperiode niet substantieel wijzigen. Wel is er sprake van de zogeheten extramuralisering van de ouderenzorg. Deze maatregel treedt de komende jaren in en leidt tot een groter aantal zelfstandig wonende verminderd zelfredzamen. Wijzigingen: Het inwoneraantal is gedaald van 609.000 inwoners (per 01-01-2010) naar 604.000 inwoners (per 01-01-2014). Bij het crisistype “extreme weersomstandigheden” zijn de incidenttypen “langdurige droogte” en “extreme neerslag” toegevoegd. Waterschap Roer en Overmaas geeft aan dat door klimaatwijziging de kans op dit soort extreme weersomstandigheden toeneemt. Bij het crisistype “aardbeving” zijn ook (mijn)instortingen meegenomen. Bij het crisistype “dierziekten” is het incidenttype “vossenlintworm” toegevoegd. De euregionale risico’s zijn toegevoegd (binnen 15 km vanuit de regiogrens). Bovenstaande wijzigingen hebben geleid tot een aantal verschuivingen/ nuances in het risicodiagram 2015 ten opzichte van het risicodiagram 2011 (op basis van de landelijke rekensystematiek). Deze zijn enerzijds te verklaren door getroffen maatregelen/acties per crisistype en anderzijds door een verschuiving van de waarschijnlijkheid dat iets zal optreden. Gewijzigde impactcriteria kunnen leiden tot een verschuiving van een crisistype in verticale richting. Een gewijzigde waarschijnlijkheid kan leiden tot een verschuiving in horizontale richting. Alhoewel het niet de bedoeling is om in de risico-inventarisatie/-actualisatie aan te geven welke maatregelen reeds genomen zijn om de effecten zoveel mogelijk te beperken, is er in deze actualisatie toch voor gekozen om bij de crisistypen de belangrijkste informatie hierover op te nemen. In de landelijke methodiek is gekozen voor een clustering naar een zevental “maatschappelijke thema’s”. Per maatschappelijk thema is een aantal crisistypen benoemd: Maatschappelijk thema 1. Natuurlijke omgeving
2.
Gebouwde omgeving
3.
Technologische omgeving
4.
Vitale infrastructuur en voorzieningen
5.
Verkeer en vervoer
crisistype 1.1 Overstromingen 1.2 Natuurbranden 1.3 Extreme weersomstandigheden 1.4 Aardbeving 1.5 Plagen 1.6 Dierziekten 2.1 Branden in kwetsbare objecten 2.2 Instorting in grote gebouwen en kunstwerken 3.1 Ongevallen met brandbare/explosieve stof in open lucht 3.2 Ongevallen met giftige stof in open lucht 3.3 Kernincidenten 4.1 Verstoring energievoorziening 4.2 Verstoring drinkwatervoorziening 4.3 Verstoring rioolwatervoorziening en afvalwaterzuivering 4.4 Verstoring telecommunicatie en ICT 4.5 Verstoring afvalverwerking 4.6 Verstoring voedselvoorziening 5.1 Luchtvaartincidenten 14/17
6.
Gezondheid
7.
Sociaalmaatschappelijke omgeving
5.2 5.3 5.4 6.1 6.2 7.1 7.2
Incidenten op of onder water Verkeersincidenten op land Incidenten in tunnels Bedreiging volksgezondheid Ziektegolf Paniek in menigten Verstoring openbare orde
In de uitwerking van het risicoprofiel is ervoor gekozen om moedwillig handelen ofwel terrorisme niet als een apart crisistype op te nemen. Een crisistype is immers “een categorie van mogelijke branden, rampen en crises die qua soort effecten en qua ontwikkeling in de tijd op elkaar lijken.” Dit betekent dat een andere aanleiding (terrorisme) voor hetzelfde incident (bijvoorbeeld een explosie) niet als een apart crisistype wordt opgevat. In plaats hiervan wordt benadrukt dat terrorisme of moedwillige verstoringen van andere aard (zoals sabotage) een aanleiding (trigger) kunnen zijn bij veel verschillende crisistypen, welke de waarschijnlijkheid beïnvloeden. Moedwilligheid en terrorisme worden daarmee als een overkoepelend thema gepositioneerd dat door de hele methode heen in ogenschouw moet worden genomen. Aangehaalde thema’s zijn uitgebreid uitgewerkt in bijgevoegde profiel. Gulpen-Wittem heeft raakvlakken met tal van thema’s, maar wordt alleen specifiek genoemd in relatie tot wateroverlast van Geul en Gulp. Gemakshalve wordt voor de verdere informatie, op basis van het regionale kader, naar de bijlagen verwezen.
3. Relatie met bestaand beleid VOORTZETTING BESTAANDE REGIONALE SAMENWERKING EN WETTELIJKE VERPLICHTING.
4. Gewenst beleid, Beoogd effect en mogelijke opties ZIE SAMENVATTING EN ONDER 1.
5. Samenwerking / Strategische visie: VOORSTEL ALS GEVOLG VAN REGIONALE SAMENERKINGSOVEREENKOMST EN WETTELIJKE VERPLICHTINGEN. 6. Aanbestedingen NVT
7. Financiën (Kosten, Baten en Dekking) Met betrekking tot Gulpen-Wittem zijn de volgende bijdragen voor 2016 opgenomen: - Brandweer: € 761.736,- (excl. huur van kazernes ad € 109.824,-); - GHOR: € 22.256,- (€ 1,54 per inwoner op basis van 14484 inwoners per 1-1-2014); - Bevolkingzorg: € 8870,- ( € 0,482405 per inwoner voor Bevolkingszorg en € 0,13 per inwoner voor oefenen en opleiden; - Burgernet: € 1593,- (€ 0,11 per inwoner); - MCC: € 2897,- (€ 0,20 per inwoner); - Programmabureau wordt betaald uit bijdragen van aangesloten partijen als Brandweer, Politie, GHOR. 15/17
8. Bevoegdheid De gemeenteraad heeft de bevoegdheid om zienswijzen op aangehaalde stukken kenbaar te maken. Het voornemen is om deze documenten te laten vaststellen door het Algemeen Bestuur in haar vergadering van 19 juni 2015. Vanuit de Veiligheidsregio ZL is verzocht eventuele zienswijzen van de gemeenteraad voor 9 mei kenbaar te maken. Aan de regio is medegedeeld dat de gemeenteraad, als gevolg van de eigen raadsplanning en de procedure van voorbereiding van stukken, niet eerder dan op 18 juni kennis kan nemen van de stukken en zienswijzen kan formuleren. Afgesproken is dat eventuele zienswijzen door de voorzitter van de gemeenteraad, tevens lid van het AB van de Veiligheidsregio ZL, mondeling worden ingebracht in de AB vergadering van 19 juni. De schriftelijke reactie volgt zo spoedig mogelijk daarna. De resultaten van de consultatie aan de gemeenteraden worden aan het Algemeen Bestuur van de veiligheidsregio gezonden. Alle opmerkingen worden gebundeld en vervolgens zal een afweging worden gemaakt welke aanvullingen uit de gemeenteraden worden meegenomen in het regionaal risicoprofiel en het beleidsplan. 9. Communicatie Concept brieven met voorstel zienswijzen zijn bijgevoegd. 10. Argumenten, Afweging en advies Zie samenvatting en onder punt 1. 11. Draagvlak nvt 12. Risicoparagraaf (financieel, juridisch, milieu) Van financiële aard ingeval van overschrijding van de begroting. Onvoorziene zaken op gebied van Veiligheid.
13. Vervolgprocedure / voortgang / aanpak / realisatie Vast stelling van de stukken is aan het bestuur van de Veiligheidsregio. Dit bestuur zal de zienswijzen ingebracht door de gemeenten meenemen in de besluitvorming. Het definitieve besluit komt terug bij de gemeenten via de reguliere vergaderstukken. 14. Evaluatie nvt 15. Voorstel / Besluit 1. Jaarstuk en begroting 2016 van de Veiligheidsregio ZL voor kennisgeving aan te nemen; 2. Kennis te nemen van de voorgelegde scenario’s GHOR voor inbrengen zienswijze; 3. De begroting te gebruiken als basis voor de bepaling van de bijdragen in de gemeentelijke begroting 2016; 4. Gemeenteraad voor te stellen de in de concept brief aangegeven zienswijzen (al of niet aangevuld met ter vergadering van de gemeenteraad ingebrachte aanvullingen/correcties) onder de aandacht te brengen van het AB Veiligheidsregio Zuid-Limburg; 5. Regionaal risicoprofiel Veiligheidsregio Zuid-Limburg 2016 voor kennisgeving aan te nemen; 6. De gemeenteraad te adviseren de Veiligheidsregio via bijgevoegde conceptbrief te informeren over de zienswijzen/reactie van de gemeenteraad van Gulpen-Wittem op het risocoprofiel. 16/17
Bijlagen (meesturen) -
Concept antwoordbrief zienswijzen gemeenteraad Gulpen-Wittem op jaarstuk en begroting Veiligheidsregio Zuid-Limburg;
-
Concept antwoordbrief zienswijzen gemeenteraad Gulpen-Wittem op risicoprofielen Veiligheidsregio Zuid Limburg;
Achterliggende documenten (digitaal ter inzage) -
Onderliggende stukken betreffende jaarstuk, begroting en risicoprofiel Veiligheidsregio ZuidLimburg.
17/17