Voorstel aan college van Burgemeester en Wethouders
X Openbaar
Registratienummer: 204650
Afdeling: BV Juridische Zaken
Datum voorstel: 14 maart 2016
Agendapunt: 4
Niet openbaar
Onderwerp/Titel: Beleidsregels Wet Bibob Samenvatting: Doormiddel van de Wet Bibob wordt voorkomen dat criminele activiteiten worden gefaciliteerd en een vermenging van de boven- en de onderwereld ontstaat. Bij het bestuursorgaan ligt de beslissing al dan niet een Bibob-procedure uit te voeren. Vanwege deze keuzevrijheid verdient het de voorkeur dat dit gebeurt op basis van het ontwikkelen van beleid, waarin in algemene termen wordt aangegeven in welke gevallen een Bibob-onderzoek zal plaatsvinden en in welke gevallen dit kan leiden tot een adviesaanvraag bij het Bureau Bibob. Met dit voorstel wordt de geactualiseerde beleidsregel vastgelegd. Het college besluit op 05-04-2016: de beleidsregels Wet Bibob vast te stellen.
Pagina 1
Voorstel aan college van Burgemeester en Wethouders AANLEIDING Op 1 juni 2003 is de Wet bevordering integriteitsbeoordeling door het openbaar bestuur (Wet Bibob) in werking getreden. Deze wet moet voorkomen dat de overheid onbedoeld criminele activiteiten faciliteert door middel van het verlenen van vergunningen, subsidies of bij aanbestedingen. Dit betekent dat bestuursorganen bij de beoordeling van een te verlenen vergunning, subsidie of een te gunnen aanbesteding de integriteit van de aanvrager of gegadigde kunnen onderzoeken. Omdat het gebruik van de Wet Bibob zwaar kan ingrijpen in de persoonlijke levenssfeer en om willekeur te voorkomen heeft het college in 2006 de Bibobbeleidsregels vastgesteld. De Wet Bibob is inmiddels geëvalueerd en dit heeft geleid tot een aanpassing van de wet. Met dit voorstel worden de beleidsregels geactualiseerd met het oog op de wijziging van de Wet Bibob. BESTUURLIJKE KADERS Door de Wet Bibob wordt voorkomen dat criminele activiteiten worden gefaciliteerd en een vermenging van de boven- en de onderwereld ontstaat. Doelstelling is implementatie, actualisatie en doorontwikkeling van Bibob-beleid. ADVIES De ambtelijke organisatie stelt aan het college van burgemeester en wethouders voor: de beleidsregels Wet Bibob vast te stellen. ARGUMENTEN Bij het bestuursorgaan ligt de beslissing al dan niet een Bibob-toetsing uit te voeren. Vanwege deze keuzevrijheid verdient het de voorkeur dat dit gebeurt op basis van het ontwikkelen van beleid, waarin in algemene termen wordt aangegeven in welke gevallen een Bibob-onderzoek zal plaatsvinden en in welke gevallen dit kan leiden tot een adviesaanvraag bij het Bureau Bibob. Met name de afweging om tot een Bibob-onderzoek over te gaan, dient – juist met het oog op het ingrijpende karakter van het instrument – weloverwogen en met inachtneming van de beginselen van behoorlijk bestuur te worden genomen. Daarbij spelen proportionaliteit, subsidiariteit, rechtszekerheid en rechtsgelijkheid een belangrijke rol. Bij het vaststellen van het Gennepse Bibobbeleid is er in 2006 bewust gekozen om Bibob uitsluitend op de horeca- en prostitutiebranche en speelautomatenhallen in te zetten. Voor deze beperkte toepassing is gekozen omdat het om een complexe wet gaat, waarmee in 2006 nog nauwelijks ervaring was opgedaan. Bovendien is de uitvoering arbeidsintensief en betekende de invoering van Bibob voor de ondernemers een administratieve lastenverzwaring. Ook was er nog onvoldoende ervaring om te kunnen beoordelen in hoeverre de wet daadwerkelijk bijdraagt aan het bereiken van het beoogde doel: het voorkomen dat criminele activiteiten worden gefaciliteerd door het verlenen van vergunningen. Omdat vooral de horeca- en prostitutiebranche door de landelijke wetgever aangemerkt zijn als gevoelig voor criminele invloeden, is het toepassingsbereik van het beleid vooralsnog beperkt gebleven tot deze branches. Aanleiding voor uitbreiding Bibobbeleid De Wet Bibob heeft zowel een preventieve als repressieve werking: toepassing van de Wet Bibob biedt bescherming tegen het risico dat criminele activiteiten worden gefaciliteerd door gebruik van diensten die gemeentelijke instellingen verlenen. Daarnaast kan het verzoek om nadere informatie te verstrekken voor een Bibob-onderzoek ondernemers afschrikken die daadwerkelijk de aangevraagde vergunning willen gebruiken om criminele activiteiten te ontplooien. Uit de landelijke evaluatie van de Wet Bibob blijkt dat in 80 procent van de gevallen, waarin advies werd gevraagd aan het Bureau BIBOB, is gebleken dat er daadwerkelijk gevaar voor “vermenging van de boven- en onderwereld” bestond. Ook heeft volgens de evaluatie de bevoegdheid van het
Pagina 2
Voorstel aan college van Burgemeester en Wethouders betreffende bestuursorgaan om advies aan Bureau Bibob te vragen een belangrijke preventieve werking: in totaal 200 keer trok de aanvrager zich terug nadat bleek dat er een Bibob-onderzoek zou plaatsvinden. Hoewel vooral de grote steden behoefte hebben aan uitbreiding van het toepassingsbereik van de wet, is het noodzakelijk dat Wet Bibob ook in kleine en middelgrote gemeenten wordt ingezet om te voorkomen dat ze een toevluchtsoord worden voor de georganiseerde criminaliteit (voorkomen van het waterbedeffect). Verplichte toepassing bij nieuwe aanvragen 1. Exploitatie van kansspelautomaten De Bibob-toets vind in beginsel plaats bij elke aanvraag voor een aanwezigheidsvergunning voor kansspelautomaten en de exploitatie van een speelautomatenhal. De aanwezigheidsvergunning voor speelautomaten, en de exploitatievergunning voor speelautomatenhallen werden al in de Wet Bibob genoemd. Het Bibob-beleid voorzag ook reeds in deze onderdelen. Nu is de mogelijkheid om Bibob toe te passen uitgebreid met de exploitatievergunning voor kansspelautomaten.
2. Omgevingsvergunning voor bouwactiviteiten De Bibob-toets wordt beperkt tot bedrijven met een aanvraag voor een omgevingsvergunning bouwactiviteit (artikel 2.1, eerste lid onder a van de WABO) met een bouwsom hoger dan 350.000 euro. De bouwsector is een groot en belangrijk onderdeel van het Nederlandse bedrijfsleven en uit onderzoeken is gebleken dat deze sector kwetsbaar is voor infiltratie door criminele groepen. De bouwwereld wordt gekenmerkt door een veelheid van partijen en belanghebbenden, onder meer bij de voorbereiding en oprichting van een bouwwerk en de verlening van de daarvoor noodzakelijke vergunning. Met de verlening van bouwvergunningen kunnen grote (financiële) belangen gemoeid zijn. Het oprichten van een bouwwerk is daarmee een aantrekkelijke manier om zwart geld wit te wassen. 3. Omgevingsvergunning voor milieuactiviteiten De Bibob-toets wordt beperkt tot aanvragen voor een omgevingsvergunning inrichtingen Wet Milieubeheer (artikel 2.1 eerste lid onder e van de WABO) die behoren tot de in het beleid genoemde branches. Daarnaast moeten er signalen zijn dat er sprake is van een ernstige mate van gevaar dat de vergunning wordt gebruikt ter facilitering van criminele activiteiten. Bepaalde branches zijn gevoeliger voor georganiseerde criminaliteit dan anderen. Hierbij kan gedacht worden aan hotel, camping, horeca, sportschool, belwinkel, occasion- en autobedrijf, autosloopbedrijf, vastgoedbedrijf, tattooshop, massage salon, wellness en saunabedrijf en afvalverwerkingsbedrijf. Daarom wordt bij aanvragen voor een omgevingsvergunning voor de activiteiten bouwen en/of milieu door bedrijven uit deze branches de Bibob-toets toegepast. Optionele toepassing bij nieuwe aanvragen Bij de onderstaande aanvragen is het uitgangspunt dat niet bij elke aanvraag een Bibobtoets plaats hoeft te vinden, maar wordt beperkt tot de gevallen waarbij er signalen zijn binnen de eigen ambtelijke organisatie dan wel van externe partijen zoals bijvoorbeeld het Bureau Bibob, het OM, politie of het RIEC dat er sprake is van een ernstige mate van gevaar dat de aanvraag/vergunning wordt gebruikt ter facilitering van criminele activiteiten.
Pagina 3
Voorstel aan college van Burgemeester en Wethouders 4. Vastgoed- en grondtransacties waarbij de gemeente betrokken is als civiele partij De bevoegdheid van de gemeente om bij het aangaan van een vastgoedtransactie een Bibob-toets uit te voeren betreft de belangrijkste uitbreiding in de nieuwe Wet Bibob. Het gaat om diverse transacties zoals: koop/verkoop, huur/verhuur, gronduitgifte en het vestigen van zakelijke rechten (o.a. erfdienstbaarheid, erfpacht, recht van opstal, appartementsrechten). Uit diverse onderzoeksrapporten blijkt dat de vastgoedmarkt kwetsbaar is voor misbruik en criminaliteit. Het is duidelijk dat fraude, witwassen en georganiseerde misdaad in deze sector een structurele dreiging vormen. Dit is aanleiding om vastgoedtransacties waarbij de overheid partij is onder de werking van het gemeentelijke Bibob-beleid te brengen. 5. Aanbestedingen Bij aanbestedingen heeft de Wet Bibob zich beperkt tot de ICT- de bouw- en de milieubranche. Anders dan bij beschikkingen geeft de Wet Bibob geen weigeringsgronden voor het niet gunnen van een opdracht, maar kan de Wet Bibob gebruikt worden ter versterking van een of meer van de reguliere uitsluitingsgronden van selectie- en gunningscriteria. 6. Subsidies In de Wet Bibob was al een mogelijkheid opgenomen om een toets uit te voeren bij een subsidieaanvraag van een rechtspersoon of natuurlijke personen. In de gewijzigde Wet Bibob is de verplichting losgelaten dat het toepassen van de Wet Bibob in de specifieke subsidieregeling/verordening vastgelegd moest worden. Ook hoeft voor het toepassen van de Wet Bibob bij subsidie vooraf geen toestemming meer gevraagd te worden aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties en Justitie. 7. Gemeentelijke vergunningen en ontheffingen De Bibob-toets met betrekking tot alle gemeentelijke vergunningen beperkt zich tot die gevallen waarbij er signalen zijn dat er sprake is van een ernstige mate van gevaar dat de vergunning wordt gebruikt ter facilitering van criminele activiteiten. Uitzondering daarop is de evenementenvergunning op grond van artikel 2:25 van de APV. Bij aanvragen voor het organiseren van een vechtsportgala of danceparty vindt standaard een Bibobtoets plaats. In de gewijzigde wet is geen sprake meer van het aanwijzen van het soort bedrijf. Gemeenten kunnen nu zelf bepalen welke vergunningen, die zijn gebaseerd op een gemeentelijke verordening, onder de werking van de Wet Bibob moeten vallen. Het limitatief opsommen van sectoren kent het risico dat criminele activiteiten worden verplaatst naar sectoren die daarbuiten vallen. 8. Vergunningen in het kader van de Huisvestingswet Op dit moment beschikt de gemeente Gennep niet over een Huisvestingsverordening. De mogelijkheid van een Bibob-toets bij vergunningen in het kader van de Huisvestingswet is derhalve niet opgenomen in het beleid. Tijdens de behandeling van de wetswijziging werd duidelijk dat een groot aantal gemeenten behoefte hebben om met de Wet Bibob huisjesmelkers aan te pakken. De huidige mogelijkheden die de gemeente heeft om huisjesmelkerij aan te pakken, wordt niet toereikend geacht. Subsidiariteit- en proportionaliteitsbeginsel Volgens de Memorie van Toelichting op de Wet Bibob zijn de beginselen van subsidiariteit en proportionaliteit belangrijke uitgangspunten van de Wet Bibob. Het bestuursorgaan dient eerst te
Pagina 4
Voorstel aan college van Burgemeester en Wethouders bekijken of bestaande weigerings- c.q. intrekkingsgronden mogelijkheden bieden om een vergunning al dan niet te weigeren of in te trekken. Met betrekking tot de eis van subsidiariteit wordt opgemerkt dat de beoordeling van de vergunningaanvraag op grond van de Wet Bibob slechts een aanvulling is op de reeds gangbare beoordeling op grond van de Wabo. Kortom: alvorens een advies wordt aangevraagd aan het landelijk Bureau Bibob, dienen eerst de gangbare en minder vergaande mogelijkheden te zijn benut. Het proportionaliteitsbeginsel wordt tot uitdrukking gebracht door in beginsel slechts die aanvragen te toetsen die betrekking hebben op de benoemde risicobranches. Hierbij worden slechts die gegevens opgevraagd die noodzakelijk zijn voor een adequate toetsing en waarover de gemeente niet zelf beschikt of kan beschikken door raadpleging van de basisregistraties. Regionaal Informatie- en Expertise Centrum Limburg (RIEC) Voor de uitvoering van het eigen onderzoek, kan al in een vroeg stadium ondersteuning worden gevraagd van het RIEC. Het RIEC kan relevante informatie bij Politie en Belastingdienst opvragen waarna het totale dossier wordt beoordeeld op de risico’s zoals genoemd in artikel 3 Wet Bibob. Daarvoor beschikt het RIEC, naast uitgebreide Bibob-ervaring, over specifieke expertise op financieel en fiscaal gebied. Ook kunnen complexe organisatiestructuren worden geanalyseerd. De gemeente ontvangt vanuit het RIEC een rapport, waarin alle bevindingen worden aangegeven. Tevens adviseren zij hoe de aanvraag voor de vergunning verder af te wikkelen. Landelijk Bureau Bibob Indien de beoordeling van het eigenonderzoek nog niet tot een besluit op de aanvraag kan leiden, kan besloten worden tot het indienen van een verzoek om advies bij het Bureau Bibob. Het Bureau Bibob onderzoekt de zaak en adviseert de gemeente over de mate van gevaar van misbruik van vergunningen, subsidies of vastgoed-, grondtransacties. Het Landelijk Bureau Bibob is onderdeel van Justis en het bureau is door jarenlange onderzoekservaring uitgegroeid tot het expertisecentrum op het gebied van de Wet Bibob. Echter het advies van het Bureau Bibob is slechts een advies. Het bestuursorgaan zal zelfstandig een beslissing moeten nemen op de aanvraag maar gelet op de expertise van het Bureau Bibob mag het bestuursorgaan in beginsel uitgaan van het advies. Het bestuursorgaan moet echter wel nagaan of de conclusies en het advies van het Bureau Bibob ook gedragen worden door de feiten en omstandigheden die hieraan ten grondslag liggen. KANTTEKENINGEN EN RISICO’S Met behulp van dit beleid wordt voorkomen dat de gemeente onbedoeld criminele activiteiten faciliteert door middel van het verlenen van vergunningen, subsidies of bij aanbestedingen. Daarnaast bestaat er zonder beleid een risico op willekeur in de toepassing van de Wet Bibob waardoor een ongelijke behandeling ontstaat van aanvragen. WAT BETEKENT DIT VOORSTEL VOOR DE INWONERS? Doel van de beleidsregels is het creëren van een veiligere leefomgeving door tegengaan van criminele activiteiten. EXTERN ADVIES, INSPRAAK EN DRAAGVLAK Het RIEC (Regionaal Informatie- en Expertisecentrum) heeft de Beleidsregels Wet Bibob getoetst en akkoord bevonden. COMMUNICATIEPARAGRAAF De inhoud van de website moet aangepast worden gelet op de wijzigingen in de beleidsnotitie. Er wordt een bijeenkomst georganiseerd om de betrokken medewerkers te informeren over de wijzigingen in het Bibob-beleid en welke gevolgen dit heeft voor hun werkzaamheden.
Pagina 5
Voorstel aan college van Burgemeester en Wethouders JURIDISCHE PARAGRAAF - Op grond van de Wet Bibob is het bestuursorgaan bevoegd te besluiten een Bibob-onderzoek uit te voeren. - Het bestuursorgaan kan op grond van artikel 4:81 Awb beleidsregels vaststellen. Na vaststelling dienen de beleidsregels bekend te worden gemaakt in het Elektronisch Gemeenteblad alvorens dit besluit in werking treedt. FINANCIELE PARAGRAAF Niet van toepassing X Financiële consequenties, namelijk:
Alleen lopende begrotingsjaar (incidenteel) X Ook komende begrotingsjaren (structureel)
De kosten op basis van dit voorstel zijn:
Lopend begrotingsjaar € 400,00
Komende begrotingsjaren € 400,00
Beschikbaar budget dat hiervoor ingezet wordt: Grootboeknummer (FCL en ECL) van dat budget:
€ 400,00 FCL: 40020300 ECL: 34383
€ 400,00
Toelichting opbouw kosten en dekking: De kosten voor de aanvraag van de adviezen bij het Bureau Bibob bedragen 400 euro per advies. In de afgelopen 5 jaar is er één maal een advies aangevraagd bij het Bureau Bibob. Het aantal aan te vragen adviezen voor de komende jaren bij het Bureau Bibob wordt geschat op maximaal 1 per jaar. PERSONELE PARAGRAAF Voor de uitvoering van deze beleidsnota is geen personele wijziging noodzakelijk. De werkzaamheden passen in de huidige takenpakket van de medewerkers. UITVOERING Om ervoor te zorgen dat het Bibob-beleid geen papieren stuk blijft, maar daadwerkelijk succesvol wordt uitgevoerd, is het noodzakelijk de behandelend ambtenaren van de gemeente goed op te leiden in het uitvoeren van een Bibob-toets. Juridische zaken zal als centraal meld- en adviespunt hierbij ondersteuning bieden. Er is een eerste bijeenkomst georganiseerd om de betrokken medewerkers te informeren over de wijzigingen in het Bibob-beleid tijdens een tweede bijeenkomst wordt ingegaan op de gevolgen die dit heeft voor hun werkzaamheden. BIJLAGEN 1. Beleidsregels Wet Bibob
Pagina 6